Download als pdf-bestand - Maatschappijwetenschappen ...
Download als pdf-bestand - Maatschappijwetenschappen ...
Download als pdf-bestand - Maatschappijwetenschappen ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Deze vierhoek is typisch Nederlands, of althans vertoont in Nederland specifi eke<br />
trekken. Dit heeft te maken met de in Nederland ontstane tweedeling tussen<br />
stedebouw en planologie, en met het poldermodel. In de internationale literatuur<br />
vindt men aandacht voor de relatie tussen onderzoek en beleid (op vele<br />
beleidsterreinen, waaronder ruimtelijke ordening); over de opleiding en het werk<br />
van ‘planners’ (waarin, voor Nederlandse begrippen, stedebouwkundige en planologische<br />
deelaspecten gecombineerd zijn); en over relaties tussen ‘planners’ en<br />
burgerij. De vierhoek <strong>als</strong> geheel komt echter nauwelijks in beeld.<br />
Ook in Nederlandse schrifturen vindt men de vierhoek overigens zelden of nooit<br />
expliciet terug; maar wel, vooral <strong>als</strong> men verschillende publicaties op elkaar<br />
betrekt, impliciet. Over het algemeen wordt gekeken naar de relatie van het<br />
onderzoek met het beleid en/of het ontwerp, terwijl enigszins los daarvan aandacht<br />
is besteed aan interdependenties tussen onderzoek en de wijze waarop de<br />
burgerij bij het beleid is of kan worden betrokken. De volgende subparagrafen<br />
geven hiervan een kort overzicht.<br />
Onderzoek, ontwerp en beleid<br />
In de Nederlandse literatuur over de verhouding tussen onderzoek, ontwerp en<br />
ruimtelijk beleid kunnen, globaal bezien, vijf preoccupaties worden onderkend.<br />
* De oudste daarvan is de samenwerking en rolverdeling tussen onderzoekers en<br />
ontwerpers. De aandacht daarvoor, gevoed door de ideeën van Geddes en het<br />
stedebouwcongres te Amsterdam in 1924, culmineerde in eerste instantie in het<br />
bekende principe van Th.K. van Lohuizen (1948): de eenheid van het stedebouwkundig<br />
werk. Bij het zoeken naar die eenheid moesten op Van Lohuizen<br />
volgende auteurs rekening houden met het feit dat de ingenieurs <strong>als</strong> onderzoekers<br />
inmiddels waren vervangen door sociale wetenschappers. Steigenga (1956,<br />
1963) betoogde dat sociale wetenschappers zich even<strong>als</strong> de ontwerpers niet alleen<br />
met de situatie en de oppervlakte van ruimtelijke elementen moesten bezighouden,<br />
maar ook, op creatieve wijze, met de vorm (sociaal-ruimtelijke constructie).<br />
Volgens een werkgroep van de Vereniging van Sociaal-Wetenschappelijke Onderzoekers<br />
(VSWO) zou zich uit de samenwerking van onderzoekers en ontwerpers<br />
ook in Nederland moeten ontwikkelen “... de fi guur van de planner, die enerzijds<br />
uit diverse bronnen geputte kennis synthetiseert en deze synthese anderzijds <strong>als</strong><br />
grondslag voor de uiteindelijke beslissingen het beleid aanbiedt” (Planologisch<br />
onderzoek in Nederland, 1959, 19/20). Jarenlang scheen het in de praktijk zo goed<br />
te gaan, wellicht mede onder invloed van de sterke groei in zowel ruimtelijk onderzoek<br />
<strong>als</strong> ontwerp, dat er over de problematiek weinig geschreven werd; maar begin<br />
jaren tachtig ontstonden wederom heftige discussies (Gremmen 1983). Met name<br />
C.W.W. van Lohuizen (1980, 1983) trachtte in die tijd het ideaal van zijn vader<br />
nieuw leven in te blazen. Ter gelegenheid van de honderdste geboortedag van<br />
15