01.05.2013 Views

Download als pdf-bestand - Maatschappijwetenschappen ...

Download als pdf-bestand - Maatschappijwetenschappen ...

Download als pdf-bestand - Maatschappijwetenschappen ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

plichte inspraakprocedures en de integrale milieuplanning is het speelveld voor<br />

alle betrokkenen gecompliceerder maar ook interessanter geworden.<br />

Afgezien van die beide nieuwigheden, en de toevoeging van stads- en dorpsvernieuwing<br />

aan de stads- en dorpsuitbreiding, is op lokaal niveau het ruimtelijk<br />

beleid uiteraard wel geleidelijk van karakter veranderd. Maar in hoofdzaken is<br />

de aanpak toch jarenlang dezelfde gebleven. Gedurende vier decennia vulden<br />

de gemeentebesturen hun betrekkelijk beperkte en vooral negatieve ruimtelijke<br />

beleidsbevoegdheden aan met een actief grondbeleid. Gemeenten kochten en<br />

ontwikkelden de gronden voor nieuwe bebouwing. De situatie op de grondmarkt<br />

en de woningmarkt maakte dit mogelijk. Pas na 1990, ten tijde van<br />

de ontwikkeling van de Vinex-wijken, veranderde deze situatie, en kregen de<br />

gemeenten tot hun schrik te maken met projectontwikkelaars die hen vóór<br />

waren met grondaankopen (zie Needham 1997).<br />

Op bovengemeentelijk schaalniveau kan men wat de ruimtelijke ordening betreft<br />

spreken van golfbewegingen. De toenemende aantallen streekplannen die na de<br />

oorlog tot stand werden gebracht hadden aanvankelijk slechts betrek-king op<br />

kleine gebieden en hun specifi eke problemen. Het nationale ruimtelijke beleid<br />

kreeg pas voor het eerst gestalte in het Rapport Westen des Lands van 1958 en<br />

de (eerste) Nota inzake de ruimtelijke ordening van 1960.Voordien was slechts<br />

sprake van informele planning via regionaal-economisch beleid en industrialisatiebeleid.<br />

Een bloeiperiode voor de bovengemeentelijke ruimtelijke ordening<br />

begon met de inwerkingtreding van de Wet op de Ruimtelijke Ordening in 1965<br />

en de publicatie van de Tweede nota over de ruimtelijke ordening in 1966. Op<br />

provinciaal niveau kwam de bloei tot uiting in omvangrijker en meeromvattende<br />

streekplannen. Twee ontwikkelingen lagen ten grondslag aan de toenemende<br />

aandacht voor ruimtelijke ordening: het duidelijk worden van de nadelige gevolgen<br />

van groei (Club van Rome, congestie in de Randstad), en de toenemende<br />

vraag naar publieke betrokkenheid en inspraak. In de jaren tachtig kwam de<br />

bloei ten einde. De aandacht voor de toekomst verminderde, het begon meer<br />

te gaan over economische overleving. Er heerste teleurstelling over het geringe<br />

succes van de Derde nota, en de streekplannen werden selectiever, minder gedetailleerd<br />

en minder dwingend. De aandacht verschoof naar beheer van economische<br />

en residentiële ruimte, dus naar het lokale niveau.<br />

In de loop van de jaren negentig is de belangstelling voor regionale en nationale<br />

planning teruggekomen. De grote aandacht die in de media wordt besteed aan<br />

de Vijfde nota over de ruimtelijke ordening contrasteert scherp met de geringe<br />

belangstelling die zij in de jaren tachtig voor de laatste delen van de Derde nota<br />

en de eerste delen van de Vierde nota aan de dag legden. Pas de Vierde nota Extra<br />

trok weer meer aandacht, vooral toen de bouw van de naar deze nota genoemde<br />

Vinex-wijken van start ging.<br />

11

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!