Almelo" - Historisch Centrum Overijssel
Almelo" - Historisch Centrum Overijssel
Almelo" - Historisch Centrum Overijssel
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
worden gekozen, met andere woorden: wie werd of werden bedoeld met<br />
'de gemeente' in het stuk van l660? De burgercommissie had het antwoord<br />
klaar: de burgerij natuurlijk. Racer was aanvankelijk dezelfde mening<br />
toegedaan, maar kwam later met de voor de hand liggende verklaring dat<br />
het hier om de gezworen gemeente, de gemeenslieden dus, handelde.<br />
Bovendien bestreed hij de stelling, dat de overeenkomst van 1663 niet<br />
reehtsgeldig zou zijn").<br />
De burgermeesterskeur van 1785 zorgde voor een harde confrontatie van<br />
de twee standpunten. Daartoe aangezet door de burgergecommitteerden<br />
weigerden acht van de twaalf gemeenslieden aan de loting mee te doen die<br />
tot de keuze van de beide stadsburgemeesters moest leiden. Nu was Leiden<br />
in last. De verkiezing kon niet doorgaan, met het gevolg dat Almelo slechts<br />
twee burgemeesters had, die van de gravin "), Dat was de burgers te bar.<br />
Onder tromgeroffel van het exercitiekorps kwamen op 9 maart 148 burgers<br />
bijeen, en kozen Jacobus Revius en Gerrit Dake tot burgemeester. Het<br />
burgemeesterscollege was weer compleet"), Dat was tenminste de mening<br />
van de burgerij, Almelo's vrouwe dacht er beslist anders over. Zij weigerde<br />
de nieuwgekozenen de eed te laten afnemen, waarop de burgercommitteerden<br />
zich met de acht opstandige gemeenslieden tot de Staten wendden").<br />
Zoals we in het voorgaande zagen, bestreed Racer echter de competentie<br />
van de Staten. De gravin en hij dreigden nu met een proces. De schrik<br />
sloeg de opstandige gemeenslieden om het hart: hoe lang zouden zij een<br />
dergelijke geldverslindende procedure kunnen volhouden? Zij klampten<br />
hiermee de burgercommissie aan, en deze zette daarop een soort akte van<br />
verbintenis op papier, waarbij gemeenslieden en burgergecommitteerden<br />
elkaar steun toezegden. Opnieuw ging een verzoek naar de Staten, nu om<br />
toch vooral zelf de Almelose kwestie te behandelen en die niet over te<br />
·laten aan de drost van Haaksbergen, zoals Racer wilde"). De opluchting<br />
zal dan ook groot zijn geweest, toen bekend werd dat de Staten van <strong>Overijssel</strong><br />
bij resolutie van 25 oktober 1785 de Almelose burgerij grotendeels in het<br />
gelijk stelden: de overeenkomst van 1660 diende te worden aangehouden,<br />
maar de keur van 1785 zou nog op de oude manier, dus volgens het verdrag<br />
van 1663, moeten worden uitgevoerd"), Het was alleen de vraag of de<br />
vrouwe en Racer zich bij het Statenbesluit zouden neerleggen.<br />
Wel riep de vrouwe, zoals de Staten dat wensten, opnieuw burgemeesters<br />
en meente bijeen om de afgebroken keur van februari te voltooien - het<br />
was inmiddels november geworden -, maar onder protest. Racer hield bij<br />
deze gelegenheid een pleidooi voor de regeling van 1663, en wees daarin<br />
onder meer op de zijns inziens gevaarlijke invloed die de doopsgezinden<br />
zouden winnen, wanneer de keur volgens de overeenkomst van 1660 zou<br />
worden uitgevoerd. De bijeenkomst werd een bittere teleurstelling voor de<br />
gravin en haar advocaat. Toen de zeven gemeenslieden waren uitgeloot viel<br />
hun keus op Revius en Dake, en de richter van Mevrouw stond weinig<br />
anders te doen dan beiden de eed af te nernerr").<br />
121