De Nederlandse beeldenaars van 1586-1626
De Nederlandse beeldenaars van 1586-1626
De Nederlandse beeldenaars van 1586-1626
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
12 H. ENNO VAN GELDER<br />
die hadden sedert Lambrecht een smalle bladspiegel gehad — ook door Ewoutsz.<br />
gebruikt —, waarop de munten in één kolom waren afgebeeld. Op de nieuwe<br />
grotere bladzijden worden zij soms in twee kolommen geplaatst, soms ook in<br />
één kolom met enkele munten overdwars ernaast, een enkele maal in nog<br />
minder regelmatige opstelling.<br />
Met deze Amsterdamse publikaties werd de vorm <strong>van</strong> de officiële munt<br />
publikaties <strong>van</strong> de Republiek voor lange tijd vastgelegd. In de volgende 40 jaar<br />
verschenen, naast de ongeïllustreerde tekst <strong>van</strong> de elkaar opvolgende nieuwe algemene<br />
ordonnanties of plakkaten betreffende het muntwezen, een reeks telkens<br />
herziene uitgaven <strong>van</strong> Beeldenaer en Manuael; in titel, lay-out en indeling<br />
kwam echter tot <strong>1626</strong> nauwelijks meer wijziging. In het volgende wordt de ontwikkeling<br />
<strong>van</strong> de Beeldenaer gedurende die periode meer in details behandeld,<br />
terwijl de Manualen het onderwerp <strong>van</strong> een later artikel zullen vormen.<br />
Beeldenaer <strong>1586</strong>: inhoud<br />
Uit enkele bepalingen in de ordonnantie <strong>van</strong> 4 augustus <strong>1586</strong> zelf en ook uit<br />
de tekst <strong>van</strong> het drukkersprivilege voor Cornelis Claesz. blijkt, dat in beginsel de<br />
Generaalmeesters <strong>van</strong> de Munt verantwoordelijk geweest zijn voor de inhoud<br />
<strong>van</strong> de lijst <strong>van</strong> de door de ordonnantie <strong>1586</strong> gangbaar verklaarde muntsoorten,<br />
en daarmee tevens voor de inhoud <strong>van</strong> de Beeldenaer die als een geïllustreerde<br />
uitgave <strong>van</strong> die lijst te beschouwen is, evenals dat te Antwerpen voor Figuren<br />
1580 het geval geweest was, en anders dan bij de oudere kennelijk grotendeels<br />
door de drukkers zelf samengestelde handboekjes <strong>van</strong> Joost Lambrecht en Jan<br />
Ewoutsz.<br />
<strong>De</strong> lijst <strong>van</strong> toegelaten muntsoorten in het plakkaat gaat natuurlijk terug op<br />
een voorstel dienaangaande door de Generaalmeesters als regeringsdeskundigen<br />
in muntzaken voor de Staten- Generaal opgesteld. Politieke discussie? is er<br />
slechts over enkele punten geweest, nl. over de tarifiëring <strong>van</strong> de in de laatste jaren<br />
door verschillende provincies geslagen muntsoorten en over de Engelse<br />
munten waarvoor Leicester en de Engelse raden tevergeefs een gunstiger koers<br />
trachtten door te zetten. Als uitgangspunt diende de lijst die voorkwam in het<br />
laatste voor alle Nederlanden geldende plakkaat <strong>van</strong> 23 november 1579. In wezen<br />
wijkt de nieuwe regeling hier<strong>van</strong> slechts af, voorzover nieuwe ontwikkelingen<br />
na 1579 dat nodig maakten. Toegevoegd werden vier categorieën:<br />
a. de nieuwe munten <strong>van</strong> de Republiek, die door het plakkaat <strong>van</strong> <strong>1586</strong> zelf<br />
werden ingevoerd;<br />
b. de <strong>Nederlandse</strong> gouden en grote zilveren munten, die sedert 1580 door de in<br />
opstand gekomen gewesten geslagen waren: rozenobels, Spaanse dukaten,<br />
rijders, Uniedaalders, rijksdaalders en snaphaanschellingen.<br />
Ten aanzien <strong>van</strong> het in dezelfde periode geslagen kleingeld, stuivers, oorden<br />
en duiten, bepaalde het plakkaat slechts dat deze in de eigen gewesten voorlopig<br />
geldig zouden blijven. Munten geslagen door de steden (behalve Gent)<br />
en heerlijkheden blijven duidelijk uitgesloten;