De Nederlandse beeldenaars van 1586-1626
De Nederlandse beeldenaars van 1586-1626
De Nederlandse beeldenaars van 1586-1626
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
32 H. ENNO VAN GELDER<br />
1619/1622 en de volledige omwerking <strong>van</strong> de rijksdaalders in <strong>1626</strong> heeft de<br />
Beeldenaer wel veel aan aktualiteit gewonnen. <strong>De</strong>sondanks blijft ook in deze<br />
laatste uitgave de invloed <strong>van</strong> de eigenaardige wijze <strong>van</strong> ontstaan in <strong>1586</strong> en <strong>van</strong><br />
de niet bijzonder methodische wijzigingen in de latere edities zeer goed merkbaar.<br />
Voor sommige muntsoorten die in <strong>1626</strong> blijkens het tarief wettelijk voor<br />
de circulatie waren toegelaten, is de illustratie slechts wat onsystematisch<br />
samengesteld, maar voor andere is deze duidelijk verouderd. Gebruikers zullen<br />
bij het raadplegen <strong>van</strong> de Beeldenaer vergeefs hebben gezocht naar een Franse<br />
kroon <strong>van</strong> koning Hendrik IV of Lodewijk XIII, een Spaanse pistolet <strong>van</strong><br />
Philips III of IV, een Hongaarse dukaat <strong>van</strong> Rudolf II of Matthias I, alle<br />
soorten die door de tekst <strong>van</strong> het plakkaat <strong>van</strong> 1622 onmiskenbaar toegelaten<br />
waren, maar waar<strong>van</strong> een afbeelding ontbrak, omdat geen <strong>van</strong> deze reeksen<br />
sedert <strong>1586</strong> enige aanvulling ondergaan had. Anderzijds zullen zij nog steeds<br />
herhalingen <strong>van</strong> kort na 1540 vervaardigde houtsneden hebben aangetroffen<br />
<strong>van</strong> munten die in de praktijk wel nooit meer voorkwamen. Daarenboven staat<br />
nog vast dat niet of niet meer door de vigerende wetgeving toegelaten soorten<br />
wel degelijk nog in het verkeer geaccepteerd werden, maar dat is een algemeen<br />
en ook voordien te signaleren verschijnsel.<br />
<strong>De</strong> mate <strong>van</strong> aktualiteit is per rubriek vrij verschillend. Het best up to date<br />
gehouden is de groep <strong>van</strong> de munten geslagen in de Republiek sedert 1580. Natuurlijk<br />
worden alle typen door de Staten-Generaal zelf ingevoerd in <strong>1586</strong>,1606,<br />
1614 en 1619 afgebeeld, zij het grotendeels naar de niet altijd strikt gevolgde<br />
ontwerpen; bovendien is wel het bestaan <strong>van</strong> halve leeuwendaalders en dubbele<br />
dukaten vermeld, maar worden halve rijders en halve rijksdaalders verzwegen.<br />
Ook de muntsoorten die de afzonderlijke provinciën lieten slaan, zijn vrijwel<br />
alle vrij spoedig in de Beeldenaer gekomen. Een uitzondering vormen alleen de<br />
door Overijssel — en sporadisch elders — geslagen dukaten <strong>van</strong> Hongaars<br />
type, die in 1593 verboden waren en ook later nooit erkenning gevonden<br />
hebben. Opvallend is verder dat de gehelmde rijksdaalder steeds als rijksdaalder<br />
<strong>van</strong> Holland wordt aangeduid en het bestaan <strong>van</strong> munten <strong>van</strong> dit type <strong>van</strong><br />
andere gewesten nooit vermeld wordt. Ook schijnen de halve schellingen, die<br />
niet hetzelfde type als de hele hebben, vergeten te zijn. Tenslotte zijn wel,<br />
hoewel pas in 1622, de provinciale koperen duiten opgenomen, maar niet de<br />
toch in zo groot aantal geslagen koperen oorden <strong>van</strong> Zeeland en Friesland. <strong>De</strong><br />
munten <strong>van</strong> het landschap West-Friesland, sinds 1606 op gelijke voet als de<br />
provincies erkend, zijn tweeslachtig behandeld: de stuiver is al in 1604<br />
opgenomen, de dukaat pas in 1622 en de rijksdaalder (borstbeeld met baret) is<br />
nooit opgenomen.<br />
Veel minder volledig zijn de <strong>Nederlandse</strong> steden vertegenwoordigd. Aan<strong>van</strong>kelijk<br />
werden deze in <strong>1586</strong> volledig uitgesloten. Pas sinds 1606, toen een<br />
modus vivendi met de steden gevonden was, worden zeer geleidelijk een aantal<br />
afbeeldingen opgenomen, zodat tenslotte de na 1600 geslagen dukaten, goudguldens,<br />
rijksdaalders en schellingen wel in de Beeldenaer zijn gekomen.