De Nederlandse beeldenaars van 1586-1626
De Nederlandse beeldenaars van 1586-1626
De Nederlandse beeldenaars van 1586-1626
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
28 H.ENNO VAN GELDER<br />
bijzonder slechte tekeningen. Merkwaardig is verder dat toegevoegd werden een<br />
hele en halve leeuwendaalder <strong>van</strong> Overijssel, wat eigenlijk overbodig was omdat<br />
deze reeds met een algemene afbeelding (met oningevulde provincienaam) vertegenwoordigd<br />
waren. Ook verschijnen enkele nieuwe munten <strong>van</strong> Kampen, die<br />
nog niet afgebeeld geweest waren, maar wel, evenals de vergelijkbare munten<br />
<strong>van</strong> Nijmegen en Groningen als toegelaten beschouwd dienden te worden. Wellicht<br />
hebben de gedeputeerden <strong>van</strong> Overijssel in <strong>De</strong>n Haag bij Generaal-meesters<br />
of bij de drukker pressie uitgeoefend ten behoeve <strong>van</strong> hun gewest.<br />
<strong>De</strong> voor korte tijd bedoelde regeling <strong>van</strong> 1619 heeft nog drie jaar voortbestaan.<br />
Wegens het uitblijven <strong>van</strong> een nadere beslissing herhaalden de Staten<br />
<strong>van</strong> Holland in 1621 het plakkaat <strong>van</strong> 1619 nog eens. <strong>De</strong> daarbij behorende<br />
Beeldenaer heeft geheel dezelfde inhoud en indeling als die <strong>van</strong> 1619; alleen<br />
staat ditmaal weer, als in 1604, de Hollandse leeuw op het titelblad, omdat het<br />
technisch een provinciaal plakkaat betrof.<br />
Een jaar daarop kwam eindelijk een ordonnantie <strong>van</strong> de Staten-Generaal tot<br />
stand, waardoor het in 1619 uitgesproken voornemen ten uitvoer werd gelegd.<br />
Thans werden de tot dusverre tijdelijk getolereerde soorten werkelijk buiten<br />
omloop gesteld. In de bij dit Generaliteitsplakkaat <strong>van</strong> 1622 behorende nieuwe<br />
Beeldenaer behoefden ze dan ook niet meer opgenomen te worden, zodat de<br />
om<strong>van</strong>g tot de helft verkleind kon worden. Hij bevat dan ook in plaats <strong>van</strong> 552<br />
nog slechts 276 afbeeldingen <strong>van</strong> munten en het aantal bladzijden verminderde<br />
<strong>van</strong> 80 tot 56. Als drukker wordt thans genoemd „Weduwe ende Erfgenamen<br />
<strong>van</strong> wijlen Hillebrant Jacobssz. <strong>van</strong> Wouw", een formule die tot 1661 gehandhaafd<br />
zou wordenlS. Als titelvignet keert natuurlijk de Generaliteitsleeuw<br />
terug. Indeling en opmaak sluiten overigens nauw aan bij het eerste gedeelte<br />
<strong>van</strong> de Beeldenaers <strong>van</strong> 1619 en 1621.<br />
<strong>De</strong> vermindering <strong>van</strong> de reeks toegelaten soorten werd zelfs nog iets grondiger<br />
uitgevoerd dan in 1619 was aangekondigd: thans verdwenen ook de toen nog<br />
gehandhaafde munten <strong>van</strong> de Bourgondische Nederlanden, behalve de rijksdaalder<br />
<strong>van</strong> 1567, benevens enkele <strong>Nederlandse</strong>, Franse, Engelse en Portugese<br />
munten. Opvallend is dat hierbij ook de Unité <strong>van</strong> Groot-Britannië was, hoewel<br />
deze munt geheel gelijk was aan de <strong>Nederlandse</strong> gouden rijder en nog volop in<br />
circulatie; men is dan ook later op de uitsluiting teruggekomen. Toegelaten<br />
werd thans eindelijk de, sinds de invoering in 1612 telkens uitdrukkelijk verboden<br />
Zuid-<strong>Nederlandse</strong> patagon.<br />
Verder werd de Beeldenaer uitsluitend uitgebreid met een aantal recente in de<br />
Republiek geslagen munten. Dat was in de eerste plaats de in 1618 ingevoerde<br />
stuiver met de pijlenbundel die de stuiver met leeuw <strong>van</strong> 1614 verving, ditmaal<br />
door één afbeelding <strong>van</strong> een Hollands exemplaar gerepresenteerd. Vervolgens<br />
verschijnen afbeeldingen <strong>van</strong> de nieuwe goudguldens, daalders en schellingen<br />
<strong>van</strong> Friesland, waar<strong>van</strong> de erkenning ondanks oppositie verkregen was, niet<br />
echter <strong>van</strong> de omstreden florijnen <strong>van</strong> de Overijsselse steden.<br />
Vermoedelijk omdat bij een vorige gelegenheid een aantal munten <strong>van</strong> Kam-