12 INTERVIEW HOCKEY Weekly | donderdag 21 maart 2013 | <strong>www</strong>.<strong>hockeyweekly</strong>.nl FOTO PROSHOTS
HOCKEY Weekly | donderdag 21 maart 2013 | <strong>www</strong>.<strong>hockeyweekly</strong>.nl Klaas Vermeulen is sinds kort ambassadeur van de Stichting Helder Water, een non-profit organisatie die gebotteld water en bidons verkoopt. Met 100 procent van de netto winst wordt schoon drinkwater gerealiseerd voor mensen in ontwikkelingslanden. Naast Vermeulen is ook onder anderen de wereldberoemde DJ Tiësto ambassadeur van de stichting. ‘Als hij een tweetje over Helder Water de wereld instuurt wordt het direct opgepikt.’ Vermeulen is onder de indruk van het initiatief van INTERVIEW Klaas Vermeulen (25) is vanaf 2009 een vaste klant bij Oranje, maar dankt zijn bekendheid aan een Olympische finale die hij niet speelde. ‘Ik ben geen man van de voorpagina’s.’ ‘Bij de finale heb ik gejuicht en gejankt’ Door Edwin Alblas Vermeulen is net terug van de jaarlijkse KNHB-lunch; de bijeenkomst van internationals en bondsbestuurders waar traditioneel geluncht en gehuldigd wordt. Plaats van handeling was dit keer het stadion van ADO Den Haag, volgend jaar decor voor de wereldkampioenschappen. Ze kregen een rondleiding en stonden nog even op het veld. Ogen dicht en inbeelden hoe een vol stadion met 15.000 hockeyfans eruit ziet. Mooi was het, zegt Vermeulen. Alleen die groen-gele stoeltjes, in de kleuren van Den Haag, moeten nog vervangen worden door oranje exemplaren. ‘Anders heeft Australië hier het thuisvoordeel.’ Hij somt zonder hapering nog even op welke spelers en speelsters werden gehuldigd voor 50, 100 of 150 interlands, voorafgegaan door korte filmpjes met hoogtepunten van de jubilarissen. En na de naam Teun de Nooijer volgt een ‘pfff’ uit respect. ‘Gehuldigd voor 450 interlands. Dat wordt door niemand meer aangetikt. Misschien door Eva de Goede, die was ook al heel jong international. Maar vrouwen willen op een gegeven moment kinderen. Nee, zij gaat dat ook niet halen.’ Hijzelf staat nu op een ‘interlandje of zeventig’. Bij de vorige lunch kreeg Vermeulen, als student bedrijfspsychologie bezig aan zijn afrondende scriptie, zijn cadeautje voor 50 caps. ‘Je speelt tegenwoordig niet zo veel interlands meer, want de oefenwedstrijden zijn bijna allemaal officieuze interlands, omdat de coaches vaak meer spelers willen inzetten dan gebruikelijk is en het aanmelden bij de FIH ook een gedoe is.’ Niemand kende Klaas Vermeulen, totdat hij in de halve finales van de Olympische Spelen zijn uitviel met een kapotte schouder. Einde Spelen, geen finale voor jou. ‘Ja, zo ga ik misschien wel de boeken in. Als de man die de finale niet speelde. Wat gebeurde was pijnlijk. Heel raar ook. Na de halve finale liep ik in een roes over het veld. Aan de ene kant de euforie, aan de andere de persoonlijke teleurstelling. Weten dat je de finale niet zult spelen. Heel surrealistisch hoe dicht die twee dingen bij elkaar lagen. De dag erna was ook raar. Ik moest ruimte maken voor Tim (Jenniskens), mijn accreditatie werd aangepast in een pas voor een niet-speler, verhuisde naar een andere kamer en liep tussen jongens in die hun focus op de finale hadden. Dat werd te veel. Ik ben toen het dorp uitgegaan, naar familie die even buiten een Londen een huis hadden gehuurd. Daar had mijn vriendin net haar scriptie afgerond. Hebben we nog champagne op gedronken. Tijdens de finale zelf zat ik op de tribune. Heb ik de jongens gesteund, geschreeuwd, gejuicht en gejankt.’ ‘Toen Oltmans belde, paste Oranje eigenlijk nog niet in mijn leven.’ Is het nog pijnlijk? ‘Ik ben redelijk nuchter ingesteld. Het is gebeurd, so be it. De medaille heb ik echt wel verdiend. Ik ben de enige speler die alle wedstrijden op de Spelen heeft gewonnen: zes uit zes. Misschien scheelt het dat we de finale niet hebben gewonnen en had ik er daarom iets eerder vrede mee. Maar ik had het resultaat graag anders gezien natuurlijk.’ Behoudens dat verhaal ben je nog een redelijk onbeschreven blad bij Oranje. ‘Het is bij mij misschien wel geleidelijk gegaan, een beetje in de luwte misschien. Ik ben niet iemand van de voorpagina’s. Dat past niet bij mijn persoon en ook niet bij mij als hockeyer.’ Toch dateert je debuut al van meer dan vijf jaar terug. ‘Ik was 19 jaar toen ik debuteerde onder Roelant, in november 2007. Maar Beijing heeft er voor mij op geen enkel moment ingezeten.’ Hoezo niet? ‘De sfeer was toen heel anders. Je had een gevestigde groep. Ik kwam daar met Quirijn Caspers als jonkie bij. Ik wil niet zeggen dat we er maar KLAAS VERMEULEN een beetje bijhingen, maar je voelde gewoon dat het niet ging gebeuren. Na mij vielen voor de posities op het middenveld ook nog Eby (Kessing) en Floris (Evers) af. Ik ging terug naar Jong Oranje en heb daar nog een mooi laatste jaar gehad, dat veel beter bij mijn leven toen paste.’ Leg dat eens uit? ‘Ik was net in Amsterdam gaan wonen, was vol het studentenleven ingedoken, toen dat telefoontje van Roelant kwam. Dat is natuurlijk een mega-eer en dan ga je er ook voor. Maar ik was lid geworden van een studentenvereniging. Ik had bij Kampong een contract getekend, maar ze wel verteld dat ik de eerste zes weken er niet zou zijn vanwege de ontgroening. Dat vonden ze prima. Maar daar kun je nu niet meer mee aankomen. Ik woonde met een paar vrienden samen, die daar heel anders mee omgingen. We zagen elkaar ’s middags pas. Kwamen zij net uit bed, nog rot van de nacht ervoor. Ik had er dan al twee dubbeltrainingen opzitten.’ Je lijkt ook het braafste jongetje van de klas. Heb je wel eens een stickie gerookt? ‘Nee. Een biertje vind ik top, maar ik ben niet van een stickie. Wat er nu gebeurd is (Vermeulen doelt op de schorsing van Jesse Mahieu vanwege cocaïnegebruik, red), heeft denk ik wel heel wat ogen geopend. Zo serieus kan het dus worden.’ Het had ook anderen kunnen overkomen? ‘In de hoofdklasse moet je een onderscheid maken tussen de verschillende categorieën spelers. Je hebt topspelers, die er heel wat voor doen en er ook geld mee verdienen, een middengroep, maar ook een grote groep die niet meer dan een paar keer per week traint en andere prioriteiten heeft. Dat is ook prima. En wat het studentenleven inhoudt weet ook iedereen. Ik denk dat er wel wat jongens opgelucht zijn dat ze er doorheen zijn geglipt.’ De hoofdklasse is minder serieus dan we denken? ‘Misschien is het iets te serieus genomen. Sommige clubs betalen coaches naar fulltime maatstaven. Ik denk dat de realiteitszin wel een beetje is teruggekeerd. Niet alleen in het hockey, ook in het gewone leven. Kijk naar wat er in de bankwereld is gebeurd. Niet alleen in de sport was het over the top. We hebben er allemaal wel van geleerd.’ Bij het laatste toernooi van Oranje was je aanvoerder. Ben je dat nog? ‘Daar zal binnenkort wel iets over bekend worden. Ik heb daar nog niet met Paul van Ass over gesproken.’ De keuze voor jou werd vorig jaar november als verrassend gezien. ‘Ja, misschien wel. Jongens als Wouter Jolie en Jaap Stockmann zijn ouder, maar ik vond het niet eens zo gek, hoewel ik toen pas 24 jaar was. Had ook een beetje met mijn positie in het veld te maken. Binnen het veld deed ik ook al mijn zegje. De buitenwacht vond het misschien vreemd, maar binnen de ploeg had ik wel het respect van de jongens.’ Je was in Jong Oranje onder Van Ass ook captain. ‘Ja. Ik ben van de lichting Billy, Vali, Kempi, Buissant. Die zijn allemaal een jaartje jonger. Ik word vaak twee, drie jaar ouder geschat.’ Maar bij Amsterdam was en ben je geen aanvoerder. ‘Daar heb ik na de zomer wel met Taco (van den Honert) over gesproken. Met of zonder bandje, ik zeg mijn dingetje toch wel. En ik zit nog maar twee jaar bij Amsterdam. Taco legde de keuze voor Billy (Bakker) uit: de enige speler die zijn hele leven al bij Vermeulen & Helder Water 13 de club speelt. Dat vonden ze een mooie keuze. En ik praat ook genoeg met Billy. Alleen scheidsrechters maken af en toe nog de vergissing om mij voor de toss te vragen’ Had jouw aanvoerderschap bij Oranje nog iets te maken met de afwezigheid van Robert van der Horst denk je? ‘Eigenlijk is dat ook niet aan de orde geweest. Paul zei tegen mij: dit is het eerste toernooi na de Spelen, we zetten een nieuwe stap. Hij heeft niet gezegd dat het voor altijd was of voor even.’ Een andere actualiteit: volgend seizoen moeten spelers boeten voor een gele kaart van de coach en de aanvoerder moet ‘m aanwijzen. Wat vind je daarvan? ‘Ik zou eerder zeggen dat het voetbal voor deze regel in aanmerking komt dan het hockey, maar ik denk dat het wel goed is. Er is nu veel aandacht voor respect op en rond het veld, ook in het voetbal is er nu een actie rond aanvoerders. In dat opzicht heeft de dood van die grensrechter wel wat teweeg gebracht.’ Welke ploeggenoot zou jij als aanvoerder opofferen? ‘Haha, waarschijnlijk gaat er dan een aanvaller uit. Ik denk dat Billy zichzelf naar de kant moet sturen. Maar ik geloof niet dat wij bij Amsterdam daar veel mee te maken krijgen. Taco zegt langs het veld tegen ons al niets, laat staan tegen scheidsrechters.’ Pascal van Nieulande. ‘Hij haalde geen voldoening meer uit allerlei commerciële functies en begon dit initiatief. Voor ons is drinkwater heel vanzelfsprekend, we gooien zelfs aan het einde van een wedstrijd de bidons leeg op het veld, maar voor veel mensen is dat het niet. Pascal had de Spelen gezien en benaderde mij. Hij wilde ook een hockeyer als ambassadeur. Ik draag graag mijn steentje bij aan het vergroten van de naamsbekendheid en dit goede doel.’ <strong>www</strong>.stichtinghelderwater.nl