Rudolf Steiners rassenleer - Antroposofia

Rudolf Steiners rassenleer - Antroposofia Rudolf Steiners rassenleer - Antroposofia

antroposofia.be
from antroposofia.be More from this publisher
07.03.2013 Views

wakker, we leven inmiddels in de eenentwintigste eeuw. Na dit statement denk ik dat het tijd is geworden om naar de tweede helft van citaat 132 te kijken: (cit. 132, cat. 1, tweede gedeelte) Und so ist es ganz wirklich interessant. Auf der einen Seite hat man die Schwarze Rasse, die am meisten irdisch ist. Wenn sie nach Westen geht, stirbt sie aus. Man hat die gelbe Rasse, die mitten zwischen Erde und Weltenall ist. Wenn sie nach Osten geht, wird sie braun, gliedert sich zu viel dem Weltenall an, stirbt aus. Die weiße Rasse ist die zukünftige, ist die am Geiste schaffende Rasse. Wie sie nach Indien gezogen ist, bildete sie die innerliche, poetische, dichterische, geistige indische Kultur aus. Wenn sie jetzt nach dem Westen geht, wird sie eine Geistigkeit ausbilden, die nicht so sehr den innerlichen Menschen ergreift, aber die äußere Welt in ihrer Geistigkeit begreift. Und so werden in der Zukunft gerade aus den Rasseeigentümlichkeiten solche Dinge hervorgehen, die man kennen muß, damit man sich richtig hineinstellt ins Leben. 81 (einde citaat 132, tweede gedeelte, zie hier ook de ‘verontschuldigende’ uitleg van citaat 130, die hierboven onderuit wordt gehaald). Over dit citaat is in de loop der tijd veel te doen geweest, al ruimschoots voor het rapport van de van Baarda-commissie. De geschiedenis van de op elkaar volgende reacties heb ik een keer samengevat tot een kleine citatensoap. Bij deze nogmaals weergegeven: Het ras van de toekomst? Een kleine citatensoap ‘Und so ist es ganz wirklich interessant. Auf der einen Seite hat man die Schwarze Rasse, die am meisten irdisch ist. Wenn sie nach Westen geht, stirbt sie aus. Man hat die gelbe Rasse, die mitten zwischen Erde und Weltenall ist. Wenn sie nach Osten geht, wird sie braun, gliedert sich zu viel dem Weltenall an, stirbt aus. Die weiße Rasse ist die zukünftige, ist die am Geiste schaffende Rasse. Wie sie nach Indien gezogen ist, bildete sie die innerliche, poetische, dichterische, geistige indische Kultur aus. Wenn sie jetzt nach dem Westen geht, wird sie eine Geistigkeit ausbilden, die nicht so sehr den innerlichen Menschen ergreift, aber die äußere Welt in ihrer Geistigkeit begreift’. Zie hier deze opmerkelijke woorden van Rudolf Steiner uit 1923 voor de arbeiders van de bouw van het Goetheanum te Dornach. De historici Evert van der Tuin en Gjalt Zondergeld hebben deze passage in 1984 ook besproken. Zij hebben gebruik gemaakt van de Nederlandse vertaling, die ik zelf niet heb, dus ik kan hun noten niet precies controleren. In het geval van 'Die Mission einzelner Volksseelen' en zelfs bij 'Aus der Akasha-Chronik' heb ik gemerkt dat sommige vertalingen niet altijd even accuraat zijn en dat sommige al te pittige passages zijn weggelaten of herschreven. Een van mijn discussiepartners in het racismedebat heeft mij doen vermoeden dat met dit controversiële werk van Steiner hetzelfde is gebeurd (zie commentaar van Alex van 9-12-2008 at 22:22 op racismedebat, http://antroposofie.wordpress.com/2008/10/30/racismedebat/#comment-1219 ). Hij wist me te melden dat er geen Nederlandse vertaling is van de zin: 'Die Negerrasse gehört nicht zur Europa, und es ist natürlich ein Unfug, dass sie jetzt in Europa eine so grosse Roll spielt' (in de Duitse uitgave p. 53). Deze weggelaten passage is zelfs een van de zestien uitspraken die in 2000 door de Commissie van Baarda als ernstig discriminerend werd gekwalificeerd. Maar kennelijk gecensureerd uit de vertaling van Vrij Geestesleven van 1983 (dezelfde uitgave 81 Steiner, Vom Leben des Menschen, p. 67

waar ook Zondergeld en van der Tuin gebruik van maken), althans zoals ik het heb begrepen in het 'racismedebat'. Maar goed, op grond van deze kennelijk niet al te accurate en niet volledige vertaling bespreken Zondergeld en van der Tuin het ‘ras-van-de-toekomst-verhaal' als volgt: 'Omdat het in zijn ziel en geest het meest kan verwerken, is het blanke ras het enige dat buiten zijn grondgebied kan treden. Het blanke ras is het ras van de toekomst, het ras dat scheppend met de geest bezig is. Naar Indië trekkend schiep het de innerlijke poëtische, dichterlijke geestelijke Indische kultuur (noot 11: R. Steiner, Leven van mens en aarde, p. 60-64). Als het blanke ras naar het westen trekt zal het niet te gronde gaan (zoals de indianen, die geëmigreerde negers zouden zijn), maar een geestelijk leven scheppen dat niet zozeer direct met het innerlijke van de mens te maken heeft, maar het geestelijk zijn van de uiterlijke wereld begrijpt (noot 12, ibidem, p. 70). Met deze opvatting sluit Steiner simpelweg aan bij de koloniale en imperialistiese praktijk van die dagen'. Evert van der Tuin, Gjalt Zondergeld, 'De schaduwkant van de antroposofie', in 't Kan anders', najaar 1984, p. 54. Aan de spelling is te zien dat dit artikel enigszins gedateerd is. Ook is het in zijn geheel tamelijk gepolitiseerd (ademt sterk de sfeer uit van de jaren zeventig, en de link met het fascisme wordt wel heel snel gelegd). Desalniettemin wordt door diverse antroposofen die hun zaak verdedigen altijd verwezen naar dit ene artikel. Latere kritiek, die ik in veel gevallen ook stukken beter vind, ook de latere bijdragen deze historici, die veel genuanceerder zijn, wordt dan gemakshalve genegeerd 'want zij zijn er toen mee begonnen' (zo is mij letterlijk medegedeeld in het 'racismedebat'). Maar dit eerste artikel van Zondergeld en van der Tuin heeft er kennelijk diep ingehakt. Er zijn ik weet niet hoeveel woedende reacties geweest vanuit de antroposofische hoek. Als ik het zo inschat zijn erbij elkaar zo'n twee nummers van Driegonaal volgeschreven over dit ene artikel (en die woorden van Steiner vallen dan dus wel mee? Nee, Zondergeld en van der Tuin zijn pas erg). Ook Hans Peter van Manen, geschiedenisleraar aan de Vrije School in Den Haag, schreef een kritisch artikel in het antroposofische tijdschrift Jonas, later gepubliceerd in 'Antroposofie ter discussie', Jelle van der Meulen (red.), Vrij Geestesleven, Zeist, 1985, getiteld 'Rudolf Steiners visie op volken en rassen'. Dit artikel, zo is mij verzekerd, is een absolute must. Hans Peter van Manen over Zondergeld en van der Tuin: 'Verder ontbreekt het in hun artikel - hoe kan het ook anders? - de reden en de plaats van de beschouwingen over de rassen in 'De Volkszielen'. Ieder volk belichaamt in zijn cultuur een of meerdere elementen van het algemene zieleleven van de mensheid. Dit zieleleven is de eigenlijke drager van de mensheidsontwikkeling. De volkszielen zijn aartsengelenwezens, die de volkeren en hun culturen inspireren en stuwen en zodoende de ontwikkeling, die in rassen dreigde te verstarren, weer in beweging te brengen. 'We zullen zien hoe het in onze tijd de kenmerken van een volk zijn, die het rassenkarakter gaan opheffen, gaan uitwissen' (noot 8, Rudolf Steiner, 'De Volkszielen', Zeist, 1980, p. 83). Het kan inderdaad als een voordeel of een voorrecht van het blanke ras beschouwd worden dat deze rassenuitwissende werking primair van de Europese volkeren uitgaat. Alleen in die emanciperende zin beschouwde Rudolf Steiner het blanke ras als het 'ras van de toekomst', een uitdrukking die hij niet in de Volkszielen gebruikte, maar in de arbeidersvoordracht van 3 maart 1923'. (p. 52) Dit blijkt dus een volkomen overbodige en zelfs foutieve correctie op Zondergeld en van der Tuin te zijn, want die hebben de uitspraak 'Het blanke ras is het ras van de toekomst' geciteerd uit die arbeidersvoordracht uit 1923 (zie hun voetnoot, die van Manen kennelijk is ontgaan). Bovendien schetst Hans Peter van Manen wel een heel rooskleurig beeld van Steiners

wakker, we leven inmiddels in de eenentwintigste eeuw. Na dit statement denk ik dat het tijd<br />

is geworden om naar de tweede helft van citaat 132 te kijken:<br />

(cit. 132, cat. 1, tweede gedeelte) Und so ist es ganz wirklich interessant. Auf der einen<br />

Seite hat man die Schwarze Rasse, die am meisten irdisch ist. Wenn sie nach Westen<br />

geht, stirbt sie aus. Man hat die gelbe Rasse, die mitten zwischen Erde und Weltenall ist.<br />

Wenn sie nach Osten geht, wird sie braun, gliedert sich zu viel dem Weltenall an, stirbt<br />

aus. Die weiße Rasse ist die zukünftige, ist die am Geiste schaffende Rasse. Wie sie nach<br />

Indien gezogen ist, bildete sie die innerliche, poetische, dichterische, geistige indische<br />

Kultur aus. Wenn sie jetzt nach dem Westen geht, wird sie eine Geistigkeit ausbilden,<br />

die nicht so sehr den innerlichen Menschen ergreift, aber die äußere Welt in ihrer<br />

Geistigkeit begreift.<br />

Und so werden in der Zukunft gerade aus den Rasseeigentümlichkeiten solche Dinge<br />

hervorgehen, die man kennen muß, damit man sich richtig hineinstellt ins Leben.<br />

81 (einde citaat 132, tweede gedeelte, zie hier ook de ‘verontschuldigende’ uitleg van citaat<br />

130, die hierboven onderuit wordt gehaald).<br />

Over dit citaat is in de loop der tijd veel te doen geweest, al ruimschoots voor het rapport van<br />

de van Baarda-commissie. De geschiedenis van de op elkaar volgende reacties heb ik een keer<br />

samengevat tot een kleine citatensoap. Bij deze nogmaals weergegeven:<br />

Het ras van de toekomst? Een kleine citatensoap<br />

‘Und so ist es ganz wirklich interessant. Auf der einen Seite hat man die Schwarze Rasse, die<br />

am meisten irdisch ist. Wenn sie nach Westen geht, stirbt sie aus. Man hat die gelbe Rasse,<br />

die mitten zwischen Erde und Weltenall ist. Wenn sie nach Osten geht, wird sie braun,<br />

gliedert sich zu viel dem Weltenall an, stirbt aus. Die weiße Rasse ist die zukünftige, ist die<br />

am Geiste schaffende Rasse. Wie sie nach Indien gezogen ist, bildete sie die innerliche,<br />

poetische, dichterische, geistige indische Kultur aus. Wenn sie jetzt nach dem Westen geht,<br />

wird sie eine Geistigkeit ausbilden, die nicht so sehr den innerlichen Menschen ergreift, aber<br />

die äußere Welt in ihrer Geistigkeit begreift’.<br />

Zie hier deze opmerkelijke woorden van <strong>Rudolf</strong> Steiner uit 1923 voor de arbeiders van de<br />

bouw van het Goetheanum te Dornach. De historici Evert van der Tuin en Gjalt Zondergeld<br />

hebben deze passage in 1984 ook besproken. Zij hebben gebruik gemaakt van de Nederlandse<br />

vertaling, die ik zelf niet heb, dus ik kan hun noten niet precies controleren. In het geval van<br />

'Die Mission einzelner Volksseelen' en zelfs bij 'Aus der Akasha-Chronik' heb ik gemerkt dat<br />

sommige vertalingen niet altijd even accuraat zijn en dat sommige al te pittige passages zijn<br />

weggelaten of herschreven. Een van mijn discussiepartners in het racismedebat heeft mij doen<br />

vermoeden dat met dit controversiële werk van Steiner hetzelfde is gebeurd (zie commentaar<br />

van Alex van 9-12-2008 at 22:22 op racismedebat,<br />

http://antroposofie.wordpress.com/2008/10/30/racismedebat/#comment-1219 ). Hij wist me te<br />

melden dat er geen Nederlandse vertaling is van de zin: 'Die Negerrasse gehört nicht zur<br />

Europa, und es ist natürlich ein Unfug, dass sie jetzt in Europa eine so grosse Roll spielt' (in<br />

de Duitse uitgave p. 53). Deze weggelaten passage is zelfs een van de zestien uitspraken die<br />

in 2000 door de Commissie van Baarda als ernstig discriminerend werd gekwalificeerd. Maar<br />

kennelijk gecensureerd uit de vertaling van Vrij Geestesleven van 1983 (dezelfde uitgave<br />

81 Steiner, Vom Leben des Menschen, p. 67

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!