07.03.2013 Views

Rudolf Steiners rassenleer - Antroposofia

Rudolf Steiners rassenleer - Antroposofia

Rudolf Steiners rassenleer - Antroposofia

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Steiner beweert dat eigenlijk alleen de blanken het menselijke element ontwikkelen, de andere<br />

rassen dus niet. Uit de karakteristiek van het blanke ras in deze lezing blijkt echter dat hij hier<br />

iets anders op het oog had. De nadruk in de geciteerde zin ligt niet bij ‘das Menschliche’ maar<br />

bij ‘in sich’, want ook uit het vervolg blijkt: ‘Daher sinds ie auf sich selber angewiesen. Wenn<br />

sie auswandern, so nehmen sie die Eigentümlichkeiten der anderen Gegenden etwas an, doch<br />

sie gehen, nicht als Rasse, sondern mehr als einzelne Menschen zugrunde’.<br />

Met ‘das Menschliche’ wordt de menselijke constitutie bedoeld. Anders dan negers en<br />

Chinezen moeten blanken volgens Steiner die geheel en al in zich zelf ontwikkelen (?!), de<br />

warmte en het licht komen hem niet van buiten te hulp zoals bij de negers en de Maleisiërs<br />

(?!). Hierboven (citaat 127) werd dat als volgt uitgedrukt: ‘er wirft sie zurück und entwickelt<br />

nur dasjenige an Licht und Wärme, was in seinem Innern durch seine eigene innere Arbeit<br />

entsteht. Ja, meine Herren, da kommt ihm nicht das Atmen und die Blutzirkulation zu Hilfe<br />

und nicht die Wärmeeerzeugung, sondern da muß er durch sein Gehirn, durch seinen Kopf<br />

selber dasjenige ausarbeiten, was Licht und Wärme ist. Wir werfen eigentlich alles äußere<br />

Licht und Wärme zurück.<br />

Motivering: Hier richten de bezwaren zich tegen de volzin die begint met: ‘Man möchte<br />

sagen…’ waar wordt gesproken over uitstervende vertakkingen van rassen, waarmee<br />

kennelijk het ‘Maleise ras’ en het ‘Indiaanse ras’ zijn bedoeld. De volzin die begint met ‘Die<br />

Weißen sind eigentlich…’ is bezwaarlijk. Zoals uit ons commentaar op citaat 131 blijkt, is het<br />

waarschijnlijker dat met ‘da Menschliche’ de menselijke constitutie bedoeld wordt, althans in<br />

die zin dat het blanke ras een groter vermogen zou hebben gehad om zich aan te passen aan<br />

andere klimatologische omstandigheden dan die welke in Europa heersen. De laatste volzin<br />

van de tweede alinea stelt, dat de blanken het eerder konden verdragen dan andere rassen om<br />

zich te vestigen op andere continenten (eindelijk zegt de commissie het zelf, zie eerder het<br />

commentaar bij citaat 130). Evenals met citaat 132 het geval is, geeft <strong>Rudolf</strong> Steiner een<br />

beschrijving waarin het blanke ras er gunstiger van af komt dan de andere rassen die door<br />

hem beschreven worden 72 (en dat laatste is een grote constante in zijn hele oeuvre, zie Die<br />

Mission einzelner Volksseelen en andere werken, FS).<br />

Steiner gaat in dit citaat door op de vijfledige model. De vijf rassen die hij beschrijft zijn<br />

dezelfde als die hij in de zesde voordracht van Die Mission noemt, alleen heeft hij ze nu niet<br />

gekoppeld aan de vijf planeten van het zonnestelsel. In het midden het blanke ras en aan<br />

‘weerszijden’ de zwarten en het Mongoolse ras. Het afstervende deel van het Mongoolse ras<br />

is het Maleise ras en dat van het zwarte ras de indianen. Vooral dat laatste is een bijzonder<br />

raar verhaal. Nu weten wij immers dat de voorouders van de Amerikaanse indianen uit Azië<br />

stammen, die zo’n 50.000 jaar geleden via de Beringstraat heel geleidelijk Amerika hebben<br />

gekoloniseerd. Maar Steiner is dus niet consistent. Tenminste, als je ervan uitgaat dat de<br />

Tolteken van Atlantis de voorouders zouden zijn van de indianen (alhoewel Steiner zelf dat<br />

nergens expliciet zegt, i.t.t. sommige latere antroposofische publicaties en vooral<br />

antroposofen die naar ‘aanwijzingen’ en zelfs ‘bewijzen’ zoeken voor <strong>Steiners</strong> drieste<br />

speculaties). Eventueel zou kunnen (maar dan alleen in <strong>Steiners</strong> wereldbeeld, niet in de<br />

realiteit), dat er een zwart ras was in Atlantis, dat na de ondergang verder leefde in Afrika.<br />

Een gedeelte trok westwaarts en kwam in Amerika terecht, kon niet meer zoveel licht en<br />

warmte opvangen als nodig was, begon aan een vreemde botziekte te lijden (zo erg dat de<br />

botten afbrokkelden), werd ook anderszins intens decadent en stierf spontaan uit toen de<br />

representanten van het edele blanke ras voet zette op het Amerikaanse continent. En dat<br />

blanke ras kreeg geen botziekte, toen het arriveerde op het domein van de ‘Finsteren Saturn’<br />

72 Eindrapport, p. 684

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!