Rudolf Steiners rassenleer - Antroposofia
Rudolf Steiners rassenleer - Antroposofia
Rudolf Steiners rassenleer - Antroposofia
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
industrieproducten, goedkoop, maar slecht, konden na-apen. In feite bevestigde Steiner dit<br />
cliché’. 62<br />
Mijn commentaar: De lompe clichés zijn bekend en bestaan ook nog in onze tijd. Toch kun je<br />
je afvragen hoe ze dan aan hun oude cultuur, hun schrift en hun architectuur kwamen. En de<br />
Japanse kunst en sterker nog, hun hele cultuur, zou niets authentieks hebben? In ieder geval<br />
hebben ze die niet van West Europa overgenomen (er is zeker invloed geweest vanuit China,<br />
maar de Japanse cultuur heeft zich op een volstrekt eigen manier ontwikkeld). Bovendien<br />
hebben wij (dat realiseren we ons niet zo vaak) veel uit het verre oosten overgenomen, zoals<br />
de bril of het buskruit. De boekdrukkunst is onafhankelijk van Azië bij ons uitgevonden, maar<br />
bestond daar al veel eerder. Zo kun je wel even doorgaan. En dan die opmerkingen waar de<br />
commissie het niet over heeft (staat wel afgedrukt in het rapport, maar de commissie acht het<br />
kennelijk niet nodig om daarop in te gaan). Maar dat is ook nogal wat. We moeten dus<br />
begrijpen dat de Europeanen, omdat ze zo weinig van de zon ontvangen, zelf hun eigenlijke<br />
menselijkheid moesten ontwikkelen? En dat ze daarom initiatiefrijker zouden zijn dan andere<br />
rassen, omdat ze alles zelf moeten uitvinden? Dat is ook nogal een statement, niet geheel<br />
onbelangrijk binnen de context van deze voordracht en binnen de context van de antroposofie.<br />
Dit is namelijk wel iets wezenlijks, dat vooruitloopt op iets dat nog in deze lezing gaat komen.<br />
De Europeanen zijn namelijk het werkelijke scheppende ras en de dragers van de<br />
cultuurperiodes van de na-Atlantische tijd, zoals we verderop veel explicieter krijgen<br />
meegedeeld. Dus die opmerkingen in dit citaat zijn geen onbelangrijk detail.<br />
Het volgende citaat is weer een verhandeling over het bottenstelsel, zoals we dat eerder<br />
hebben gezien bij de beschrijvingen van de indianen:<br />
(cit. 129, cat. 2) Nun, sehen Sie, das hängt aber mit der ganzen übrigen Ausbildung des<br />
Menschen zusammen. Denken Sie sich einmal solch einen schwarzen Menschen. Der<br />
entwickelt besonders das Triebleben, also dasjenige, was im Innern kocht. Das gibt viel<br />
Asche. Die Asche, die setzt sich dann in den Knochen ab. Dadurch wird er mehr in den<br />
Knochen ausgebildet sein als derjenige, der der weißen Rasse angehört. Der verwendet<br />
dasjenige, was er im Innern hat, mehr auf das Blut. Daher werden seine Knochen feiner<br />
ausgebildet sein. Also der Neger hat grob ausgebildete Knochen, der Europäer hat<br />
feiner ausgebildete Knochen. Und das, was Asiaten sind, die gelbe Rasse, die stehen in<br />
der Mitte drinnen.<br />
Jetzt Können Sie, wenn Sie den Japaner anschauen, an der ganze Art und Weise, wie er<br />
dasteht und geht, sehen: er ist in seinem Knochenbau so, daß er zwischen dem Europäer<br />
und dem Afrikaner mitten drinnen steht. Die Afrikaner haben diese starke Knochen, die<br />
immer ausschlagen. Der Europäer, der hat mehr das Blutsystem. Der Japaner, der hat<br />
eigentlich alles das, was auf den Atem und vom Atem aus in die Blutzirkulation wirkt.<br />
63 (einde citaat 129)<br />
Hier worden <strong>Steiners</strong> ‘drastische beelden’, waarvan ‘hij het gebruik niet schuwde’ (waarvoor<br />
de commissie ons eerder waarschuwde) wel heel letterlijk toegepast. Zo letterlijk dat je je<br />
kunt afvragen of er nog sprake van ‘beeldspraak’ is. Het idee dat de botten van de ‘neger’ zo<br />
zwaar zouden zijn (is dat zo?), omdat de as van het inwendige vuurtje op de beenderen zou<br />
neerslaan, wat moeten we daarmee? Want wat zegt de commissie over citaat 129?<br />
62 Eindrapport, p. 388<br />
63 Steiner, Vom Leben des Menschen, p. 60