Het dossier kerkklanken kunt u hier downloaden als - Kerk Laren
Het dossier kerkklanken kunt u hier downloaden als - Kerk Laren
Het dossier kerkklanken kunt u hier downloaden als - Kerk Laren
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
leizen in Napels (1746) en 1 bij de Villa Doria Pamphili,<br />
Rome (1758–1759). Van deze waterorgels heeft alleen<br />
die bij het Palazzo del Quirinale het overleefd. Athanasius<br />
Kircher’s illustratie in het boek Musurgia universalis<br />
(1650) werd lang beschouwd <strong>als</strong> een fantasierijke representatie<br />
van een hypothetische mogelijkheid, maar<br />
blijkt nu een getrouwe weergave te zijn in elk detail van<br />
een werkend waterorgel, wanneer het vergeleken wordt<br />
met een orgel uit de grot in Quirinale, met slechts 1 verschil:<br />
de tekening ws in spiegelbeeld. Er zijn nog restanten<br />
van het waterorgel in de Villa d'Este maar het mineraalrijke<br />
water van de rivier dat door de orgelgrot valt<br />
heeft afzettingen veroorzaakt die het meeste bewijs van<br />
het bestaan van dit orgel onzichtbaar heeft gemaakt.<br />
In de vroege 17e eeuw werden ook in Engeland waterorgels<br />
gebouwd. Zo bouwde Cornelius Drebbel een waterorgel<br />
voor koning James I (1651), en Salomon de Caus<br />
bouwde diverse waterorgels in Richmond tijdens zijn<br />
werkzaamheden voor prins Henry. Er stond ook een waterorgel<br />
in Bagnigge Vale te Londen, bij het zomerverblijf<br />
van Nell Gwynn (1650–1687), en Henry Winstanley<br />
(1644–1703), de ontwerper van de Eddystone vuurtoren,<br />
zou een exemplaar hebben gebouwd bij zijn huis in Saffron<br />
Walden, Essex. Na het huwelijk van prinses Elizabeth<br />
met Frederik V van de Palts, ontwierp Salomon de<br />
Caus hun tuinen bij het kasteel van Heidelberg, dat beroemd<br />
werd door zijn fraaie en intrigerende waterwerken.<br />
Er heeft ook een waterorgel overleefd in de tuinen<br />
bij Heilbronn, Württemberg, en delen van een waterorgel<br />
zijn nog te zien bij de tuinen van Schloss Wilhelmshöhe<br />
in Kassel. De gebroeders Francini bouwden<br />
waterwerken en orgels in Saint-Germain-en-Laye en Versailles.<br />
Schloss Wilhemshohe Kassel<br />
Verval en herontdekking<br />
Tegen het eind van de 17e eeuw echter nam de aandacht<br />
voor waterorgels af. Omdat het onderhoud kostbaar<br />
was, raakten vele orgels in verval en vergetelheid.<br />
Rond 1920 waren alle waterorgels stuk en vervallen.<br />
(<strong>Het</strong> zogenaamde waterorgel bij kasteel Hellbrun, Salzburg,<br />
is in feite een pneumatisch orgel dat door hydraulische<br />
aangedreven balgen werkt.) Veel van de mechanismen<br />
van de kapotte waterorgels werden verkeerd<br />
begrepen, totdat de Nederlandse ingenieur Van Dijk in<br />
1954 de methode herontdekte waarmee de luchttoevoer<br />
werkte. Hij ontdekte dat dit hydraulisch principe gelijk<br />
was aan dat van de luchttoevoer aan smeltovens uit de<br />
16e en 17e eeuw. De belangrijkste factor is een natuurlijke<br />
eigenschap van water: wanneer door de zwaartekracht<br />
water neerwaarts wordt getrokken in een afvoerpijp,<br />
dan wordt lucht meegezogen. Zowel water <strong>als</strong><br />
lucht arriveren dan in een windkamer die op behoorlijke<br />
afstand onder de afvoerpijp is gesitueerd. Hoe langer de<br />
verticale pijp, hoe krachtiger de zuiging is en hoe groter<br />
het volume aan meegezogen lucht is. In het reservoir (de<br />
windkamer) wordt het water gescheiden van de lucht en<br />
de samengeperste lucht wordt dan in een windlade gevoerd<br />
bovenop de windkamer, met deze perslucht worden<br />
dan de orgelpijpen tot klinken gebracht. Twee geperforeerde<br />
spatplaten of diafragma's zorgen dat er geen<br />
waterspetters in de orgelpijpen kan komen. <strong>Het</strong> water<br />
dat van de lucht is gescheiden, verlaat de windkamer<br />
met dezelfde hoeveelheid <strong>als</strong> het er in loopt en dit water<br />
wordt weer gebruikt om een waterrad aan te drijven,<br />
dat op zijn beurt het speelwerk (de cilinder met<br />
pinnetjes) aandrijft. Om het orgel te starten dient een<br />
tapkraan die op de ingangspijp gemonteerd is, opengedraaid<br />
te worden. Als deze kraan open staat, wordt er<br />
een continue stroom water door het apparaat gevoerd,<br />
en zolang deze stroom aanhoudt zal het waterorgel spelen.<br />
Veel waterorgels hadden eenvoudige luchtdrukregulerende<br />
onderdelen. Bij het Palazzo del Quirinale<br />
stroomt het water van de heuveltop-bron (soms rijkelijk,<br />
maar soms ook nauwelijks genoeg om het orgel 30 minuten<br />
achtereen te laten spelen) via het paleis zelf naar<br />
een reservoir dat zich ongeveer 18 meter boven de windkamer<br />
bevond in de orgelgrot. Dit verval zorgde voor<br />
voldoende lucht om het gerestaureerde zes registers<br />
bevattende orgel te laten spelen.<br />
<strong>Het</strong> waterorgel van de Efteling<br />
Onder renaissanceschrijvers over het waterorgel was in<br />
het bijzonder Salomon de Caus informatief. Zijn boek uit<br />
1615 bevat een korte bouwbeschrijving, tips over de<br />
stemming en registers, en vele gravures waarop instrumenten,<br />
mechanismen en scènes waarin waterorgels zijn<br />
gebruikt, zijn afgebeeld. <strong>Het</strong> boek bevat ook een voorbeeld<br />
van passende muziek, het madrigaal "Chi farà fed'<br />
al cielo" van Alessandro Striggio, dat door Peter Philips is<br />
bewerkt.