JG 18 nr 1 - Reynaertgenootschap
JG 18 nr 1 - Reynaertgenootschap
JG 18 nr 1 - Reynaertgenootschap
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
zocht hij nog toenadering,<br />
maar ik ging er niet op in.<br />
Hij was trouwens nooit bij machte<br />
om mij naaiend te verkrachten.<br />
Maar toen ik een hol binnengleed<br />
en halverwege steken bleef,<br />
Reynaert mij vanachter greep<br />
en liet me zijn lust ondergaan,<br />
zo vele keren en zo vaak<br />
als hij plezier had en vermaak.<br />
Dat zag gebeuren Ysegrijn<br />
tot zijn oneer en chagrijn.<br />
En ik sta hier nu te schande<br />
voor u, heer, en voor d’anderen.<br />
Toen ze haar verhaal beëindigd had,<br />
Ysegrijn weer het woord nam.<br />
– Het was, heer, op heterdaad<br />
dat ik Rein te werk zag gaan.<br />
Wat denkt u, here Liebaert,<br />
van ‘t misdrijf van baron Reynaert.<br />
Heer vorst, ik wil u hierbij vragen<br />
of hij zich niet heeft misdragen.<br />
Want heeft hij ons o<strong>nr</strong>echt aangedaan,<br />
dan klagen wij vos Reynaert aan.<br />
Ik wil dat door deze edele lieden<br />
uw gerechtigheid zou geschieden.<br />
Bovendien klaag ik nog aan<br />
wat Rein mijn jongen heeft misdaan,<br />
in mijn hol waar ze lagen<br />
en hij ze duchtig heeft geslagen<br />
en ze heeft gemolesteerd<br />
nadat hij hen had gepisseerd<br />
en bovendien nog had verklaard<br />
dat ze waren mijn bastaards,<br />
daar hij hun moeder had bevrucht,<br />
wat een leugen is, loos gerucht.<br />
Maar hij ging voort tot op heden<br />
En hij zocht gelegenheden<br />
om mij weer te schand te maken.<br />
Eergisteren nog was ik gaan jagen<br />
samen met mijn vrouw Hersend,<br />
toen gebeurde het incident<br />
dat ik daarnet heb verhaald.<br />
Ik betrapte d’onverlaat<br />
met mijn vrouw op heterdaad.<br />
Ik heb hem toen mores geleerd<br />
en voor zijn wandaad geblameerd.<br />
Hij heeft mij dan voorgesteld<br />
om zich, onder eed gesteld,<br />
66<br />
te schikken naar verweer en pleit<br />
op eender welke plaats en tijd.<br />
Daarom vraag ik hier, heer Nobel,<br />
dat ik zou krijgen eerherstel<br />
voor d’oneer mij aangedaan<br />
waaruit gezinstwist is ontstaan,<br />
opdat geen andere dwaze snuiter<br />
zich als Reynaert gaat te buiten.<br />
Toen de wolf besloot zijn betoog,<br />
boog de vorst monkelend het hoofd<br />
en vroeg met zichtbaar genoegen;<br />
– Hebt gij er iets aan toe te voegen?<br />
– Neen, heer koning, voorzeker niet,<br />
tenzij tot mijn groot verdriet<br />
dat deze bedroevende zaak<br />
die mijn faam en eer zo raakt<br />
overal ruchtbaar wordt gemaakt.<br />
– Hersinde, gij die erover klaagt<br />
dat gij door Reynaert werd belaagd,<br />
die u zijn passie heeft betoond,<br />
hebt gij hem wederliefde getoond?<br />
– Ik? Maar, heer, helemaal niet!<br />
– Ge zegt dat ge niet van hem hieldt.<br />
Hersinde, wil ons dan verklaren<br />
waarom gij ondanks lijfsgevaren<br />
gegaan zijt heel alleen naar Reynaert,<br />
vermits ge zijn vriendin niet waart.<br />
– Heer Liebaert, nobele koning,<br />
u maakt, geloof ik, een vergissing<br />
want van mijn man, de connetabel,<br />
die instaat voor uw huis en tafel,<br />
hebt gij zeker wel vernomen,<br />
dat ik niet alleen was gekomen,<br />
want hij stond er lijfelijk bij<br />
toen Rein pleegde zijn hoerderij.<br />
– Hersinde, is dat de hele waarheid?<br />
– Heer, zo waar als gij koning zijt.<br />
– Wie zou kunnen vermoeden<br />
dat Rein zich niet zou hoeden<br />
om in ‘t bijzijn van Ysegrijn<br />
te verkrachten diens eigen wijf?<br />
Ysegrijn staat recht en verklaart:<br />
– Heer koning, u wordt niet gevraagd,<br />
dat gij voor Reynaert of voor mij<br />
zoudt kiezen in uw raad partij,<br />
maar dat ge uw aandacht zoudt wijden<br />
aan de zaak die valt te pleiten,<br />
wat men hier ook mag beweren<br />
dat ik mij op Rein wil wreken,<br />
Tiecelijn, <strong>18</strong>, 2005