JG 18 nr 1 - Reynaertgenootschap
JG 18 nr 1 - Reynaertgenootschap
JG 18 nr 1 - Reynaertgenootschap
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
De meute zit achter hem aan.<br />
De jachtmeester hitst de honden aan<br />
met een roepstem hard en luid:<br />
– Val aan Triboel, Rigoot vooruit,<br />
vooruit Plaisancie, grijp zijn huid!<br />
Hij maakt ook los de hazewinden<br />
zodat Rein geen respijt kan vinden<br />
en rent wat hij nog rennen kan<br />
als een in ‘t nauw gedreven man.<br />
Maar hij bedreigt toch de krekelaar<br />
om zijn bedrog en zijn verraad,<br />
al kan hij hem nu niet krijgen<br />
want hij hoort de honden hijgen,<br />
die hij zeer dichtbij kan zien.<br />
Zolang rent hij in paniek<br />
dat hij ademloos en uitgeput<br />
naar krekels oven keert terug<br />
– zijn vier poten zijn beslijkt<br />
en zitten zwaar onder het slijk.<br />
Hij neemt zijn aanloop en hij springt<br />
voor d’open ovenopening.<br />
In d’oven was gevlucht de krekel<br />
die hem zodanig had gehekeld.<br />
Rein heeft vlug wraak genomen<br />
en heeft zijn schuilplaats afgesloten<br />
waaruit niet meer is te ontkomen.<br />
Dan heeft de vos ook niet gewacht<br />
om te springen op het dak.<br />
Hij verstopt zich, de honden rennen<br />
voorbij<br />
en verliezen het spoor daarbij.<br />
Als de jacht is gepasseerd<br />
en Rein zich weer weet ongedeerd,<br />
springt hij trapsgewijs op de grond<br />
vóór de gesloten ovenmond.<br />
De krekel die nog zit vanbinnen<br />
begint Rein duchtig te beschimpen:<br />
– Wijs man, dat God u behoedt!<br />
Zit ge in de oven warm en goed?<br />
Zit ge daar niet in die oven<br />
precies als in een hete stove?<br />
Geen koude kan u daar genaken,<br />
zelfs de vorst kan u niet raken.<br />
Dichtgestopt heb ik d’opening<br />
zo goed en zo kwaad als het ging.<br />
Verblijf daar als een eremijt,<br />
mijd wellust en inhaligheid.<br />
En wilt ge soms uit onbehagen<br />
bijstand bij uw buren vragen,<br />
63<br />
verloren moeite, geeft het op,<br />
want ‘k heb u veilig weggestopt.<br />
Ge loopt dus, lieve krekelaar,<br />
bij Sint-Mandus geen gevaar.<br />
Gij blijft voor elkeen buiten schot.<br />
Hoerenzoon, gij grote drol,<br />
vervloekt zij ‘t wijf dat u droeg<br />
en u niet meteen begroef.<br />
Had ik nu geen weke huid,<br />
zei nog Reynaert tot besluit,<br />
zoudt ge u daar binnen niet beraden<br />
over de vreselijke wandaden<br />
die ge mij liet ondergaan.<br />
Ge kunt de psalmen zingen gaan<br />
als ge ze van buiten kent,<br />
want daar in uw oventent,<br />
zult ge als ge mij wilt geloven,<br />
geen vinger zien voor uw ogen.<br />
Ik denk echt dat het u eert<br />
als ge ze van buiten hebt geleerd,<br />
dat meen ik, bij mijn zus, Hersint,<br />
terwijl ik mij hier buiten bevind<br />
en al doen kan wat me zint.<br />
En nu het nieuw seizoen begint<br />
zult ge er niet toe zijn in staat<br />
te zien wat ik u heb aangedaan.<br />
Blijf dan nu maar rustig zitten,<br />
zing uw psalmen en blijf bidden.<br />
Hier buiten zal ik erover waken<br />
of hier geen kippen zijn of hanen<br />
of iets anders om te eten<br />
nodig om te blijven leven.<br />
Reynaert de draak met Frobert stak,<br />
toen hij boven op d’oven zat.<br />
De honden liepen naar het woud<br />
en stootten daar in ‘t kreupelhout<br />
– de duivel weet hoe dat kan zijn –<br />
op de wolf, heer Ysegrijn.<br />
En zonder hem uit te dagen<br />
grijpen ze hem al bij de krage<br />
en scheuren en sleuren aan zijn vel,<br />
maar Ysegrijn verweert zich fel<br />
en bijt wie hij vastgrijpen kan.<br />
Opgetogen ziet Reynaert dan<br />
met een glimlach om zijn mond<br />
hoe d’haarvlokken vliegen in het rond.<br />
Zo wordt hij gewroken op Ysegrijn.<br />
Hij volgt aandachtig nu de strijd<br />
en gaat de wolf met plezier honen:<br />
Tiecelijn, <strong>18</strong>, 2005