24.02.2013 Views

JG 18 nr 1 - Reynaertgenootschap

JG 18 nr 1 - Reynaertgenootschap

JG 18 nr 1 - Reynaertgenootschap

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

46<br />

Menschen, honden, wolven, los,<br />

Katten, marter, wezel, vos,<br />

Aed’laar, nachtuil, raven, kraaien,<br />

Havik is ook niet te paaien,<br />

d’ Ekster mag men niet vergeten,<br />

Alles, alles, wil hem eten.<br />

Die ‘hem’ is de haas. Een braaf beest dat niemand kwaad doet en toch lijdt hij ‘gedurig<br />

aan de verschrikklijke ziekte welke men ‘vreeze’ noemt.’ Hij is een ‘bloodaard’.<br />

Vluchten is zijn enige verdedigingsmiddel. ‘Vlucht hij voor eenen vos dan zoekt hij<br />

zijn aartsvijand springend en wippend, ‘t geen hij meesterlijk verstaat, van de weg<br />

te brengen’.<br />

Verhalen over vossen, beren, wolven, katten en hazen<br />

In Rond den heerd zijn diverse verhalen over vossen, beren, katten en hazen te vinden.<br />

Een direct verband met de Reynaert hebben deze verhalen niet, maar toch<br />

ademen ze eenzelfde sfeer uit. Steeds gaat het om dieren die andere dieren in de<br />

luren willen leggen. Nu en dan krijgen ze ook de namen van de beroemde spelers<br />

uit Van den vos Reynaerde: Reinaart, Kanteklaar, Isegrim, Bruin, Grimbeert (met<br />

wie dan echter een wolf wordt bedoeld). Telkens speelt de verleidelijke taal een<br />

belangrijke rol, al is het succes niet altijd dat wat Reynaert weet te behalen. In Rond<br />

den heerd worden we geconfronteerd met een vos die tweemaal faalt. Isegrim blijft<br />

de pineut die het gelag betaalt. De wolf blijkt overigens een bijzonder slecht diplomaat<br />

te zijn op momenten dat zijn agressieve vraatzucht hem parten speelt. Hij is<br />

ook oerdom. De leeuw is de arrogante heerser die geen tegenspraak duldt.<br />

Kanteklaar laat zich ditmaal niet vangen door de vos en komt zelfs bijzonder ironisch,<br />

ja zelfs sarcastisch uit de hoek. Bruin leent alleen zijn naam aan een boerenzoon<br />

en de haas blijft de naïeveling die zich door andere dieren (hier de egel) in<br />

de doeken laat doen en dit zoals Cuwaert met de dood zal bekopen. Een aantal van<br />

deze verhalen werd ontleend aan Grimm en Lessing, voor wie Reynaert en zijn<br />

kompanen zeker geen onbekenden waren. Eenmaal wordt uit het ‘kokertje’ van<br />

Aesop geput. Men spiegelt deze verhalen, gewild of ongewild, steeds aan de helden<br />

en gebeurtenissen uit Van den vos Reynaerde: hun manier van optreden, hun<br />

karaktertrekken, de avonturen waarin ze verwikkeld geraken. Uiteindelijk vinden ze<br />

allemaal hun wortels in dezelfde bronnen: oeroude fabels waarin dieren de hoofdrol<br />

spelen, maar in feite voor mensen en maatschappelijke toestanden staan.<br />

In jaargang 11 nummer 37 (p. 295-296) vinden we een vossenverhaal door een<br />

zekere V.D.M.: De Vos en de Haan. Het verhaal begint met een leuk versje:<br />

Een zeekren keer<br />

In ‘t naseizoen<br />

Trok Reinaart uit<br />

Op vetten buit.<br />

Reeds zeer vroeg is de vos op zoek naar een prooi. Vergeefs echter, tot hij nabij<br />

een pachthof komt. Boven op het dak zit een haan. Onmiddellijk hanteert hij zijn<br />

‘scone tale’: ‘Wel Kanteklaar, wat ben ik blij u op deze schone dag te mogen groe-<br />

Tiecelijn, <strong>18</strong>, 2005

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!