23.02.2013 Views

View/Open - Document Server@UHasselt

View/Open - Document Server@UHasselt

View/Open - Document Server@UHasselt

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

In een studie van Arnheiter et al (2006) 57 wordt gesteld dat hoewel diagnose een constante bron<br />

van verwijzing zal blijven voor een Cone Beam technologisch gebaseerd onderzoek, de meer<br />

gespecialiseerde applicaties zoals lasergestuurde model fabricatie en beeldgestuurde chirurgie een<br />

uitbreidende indicatie vormen met betrekking tot verwijzing voor Cone Beam technologisch<br />

gebaseerd onderzoek. In de toekomst wordt het de bedoeling om afdrukken, gipsmodellen en hun<br />

verzendingen naar tandtechnische laboratoria overbodig te maken. Mede om rechtstreeks de<br />

waefer uit de occlusie in 3D te maken via een 3D printer. Dit zal tijd voor zowel patiënt als<br />

craniomaxillofaciale chirurg besparen. Fouten die mogelijk optreden bij het uitgieten van<br />

gipsmodellen door het tandtechnisch labo worden op deze manier vermeden.<br />

Het is van cruciaal belang dat bij het verwerven van beeldmateriaal van de patiënt, of het nu 2D<br />

radiografieën, 3D (multi-slice of Cone Beam) CT scans of gipsmodellen betreft, de maximale<br />

occlusie gerespecteerd wordt. Zowel de verpleging van MKA als MBV zijn over het belang van de<br />

maximale occlusie ingelicht. 58<br />

Wanneer de kaken vanuit de rustpositie geheel worden gesloten, zal er occlusie tussen de<br />

elementen van boven-en onderkaak ontstaan in de zogenaamde maximale occlusie. In het ideale<br />

geval zal nu de situatie kunnen ontstaan dat bij het sluiten van de kaken de maximale occlusie<br />

overeenstemt met de centrale relatie. De centrale relatie is één van de belangrijkste posities die de<br />

onderkaak ten opzichte van de schedel kan innemen. Onder centrale relatie verstaat men de relatie<br />

van de mandibula ten opzichte van de schedel waarvan het Frankfurter vlak horizontaal loopt,<br />

waarbij beide kaakkopjes zich in hun meest ongedwongen dorsale stand in de fossa articularis<br />

bevinden en van waaruit laterale bewegingen met de onderkaak te maken zijn. Indien de maximale<br />

occlusie tot stand komt in de centrale relatie spreekt men van centrale maximale occlusie. Deze<br />

situatie doet zich in de praktijk zelden voor. 6<br />

Het nemen van de wasbeet voor face-bow registratie gebeurt al liggend bij de patiënt die toebijt in<br />

de centrale relatie. De patiënt zelf wordt geholpen om in de centrale relatie toe te bijten, deze<br />

positie is niet evident te bereiken. Bij bimaxillaire ingrepen is de centrale relatie peroperatief de<br />

enige juiste referentie. De patiënt ligt in horizontale positie en heeft spierverslappende middelen<br />

toegediend gekregen. Om in de toekomst rechtstreeks vanuit de beeldvormingtechnieken een<br />

waefer te construeren, is het tot op heden onmogelijk om gedurende multi-slice of Cone Beam CT<br />

de patient in centrale relatie toe te laten bijten. 5<br />

Als de centrale relatie en de maximale occlusie niet gerespecteerd worden, zijn de cefalometrische<br />

gegevens van geen enkel belang. Niet bij 2D software, noch bij 3D software cefalometrische<br />

analyses.<br />

De intra-observer betrouwbaarheid van de 2D Onyx Ceph analyse heeft over het algemeen een<br />

goede correlatiecoëfficiënt (gemiddelde correlatiecoëfficiënt per meting is niet lager als 0.70). Een<br />

significant verschil wordt waargenomen betreffende de intra-observer variatie van het harde<br />

weefsel bij een vergelijking tussen de analyses volgens Maxilim en Onyx Ceph. Een verklaring is<br />

dat de analyse van Maxilim accuraat en exact uitvoerbaar is door een goede herkenning van<br />

anatomische structuren op ware grootte, zowel links als rechts zonder superimpositie. Analyse van<br />

een conventioneel radiografische cefalogram vertoont superimpositie, geen verificatie van de<br />

middenpositie en een vergrotingsfactor (conventioneel lateraal cefalogram: 1.10).<br />

53

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!