View/Open - Document Server@UHasselt

View/Open - Document Server@UHasselt View/Open - Document Server@UHasselt

doclib.uhasselt.be
from doclib.uhasselt.be More from this publisher
23.02.2013 Views

Uit de bevindingen kan besloten worden dat de studentenpopulatie volgens Onyx Ceph als normaal beschouwd mag worden. Vervolgens worden de overeenkomstige waarden, namelijk Go-Pog, S-N, PNS-ANS, ANS- Men (= Gn), N-ANS en Wit’s bekomen uit de Maxilim analyse van de studenten en de waarden verkregen uit de Onyx Ceph analyses van de studenten met elkaar vergeleken. Er werd een twee-zijdige student t-test uitgevoerd bij 6 bovenvermelde oriëntatiepunten. De bevindingen tonen aan dat er geen significant verschil bestaat tussen de waarden volgens Onyx Ceph en de waarden volgens Maxilim (p>0.05; 0.99). Hieruit kan afgeleid worden dat de analyses uitgevoerd met Maxilim software ook tot de normale populatie behoren. Dit is de eerste aanzet om normwaarden voor de Maxilim software analyse te bekomen (bijlage 10). Waarden (in mm) 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 - 10 Normwaarden Onyx Ceph versus Maxilim Go-Pog S-N PNS-ANS ANS- Men N-ANS Wit`s Variabelen W aarden Maxilim analyse W aarden Onyx Ceph analyse Figuur 40: Normwaarden Onyx Ceph versus Maxilim. Overeenkomstige variabelen Go-Pog, S-N, PNS- ANS, ANS-Men (=Gn), N-ANS en Wits tussen 3D Maxilim en 2D Onyx Ceph analyse zijn niet significant verschillend (p-waarde= 0.99). De resultaten die in het verdere verloop besproken worden betreffende de correlatie tussen 2D Onyx Ceph analyse en 3D Maxilim analyse hebben geen gevolg voor de normwaarden die hier aangetoond werden. 5 Correlatie tussen metingen van zacht weefsel en 2D mapping De analyse van het zachte weefsel volgens Swennen werd in het drievoud uitgevoerd op zowel het 3D CT model en het model waarop de 2D mapping heeft plaats gevonden. Om te bepalen of er een correlatie bestaat tussen de metingen van het zachte weefsel en 2D mapping werd een correlatietest uitgevoerd met betrekking tot 828 oriëntatiepunten. De resultaten van de correlatie tussen de metingen van zacht weefsel vs 2D mapping tonen dat de 3D cefalometrische metingen hoog reproduceerbaar zijn. In onderstaande grafiek (Figuur 41) wordt 45

enkel de afstand van een selectie preoperatieve metingen tot het horizontale vlak weergegeven. Bij metingen die zowel links en rechts plaats vonden wordt de rechter meting gebruikt. Het betreft volgende metingen: alaar curvatuur punt (ac r), alaar (al r), columella (c’’), cheillion (ch r), christa philtri (cph r), glabella (g), labiale inferius (li), labiale superius (ls), nostril basis (nb r), nostril top (nt r), orbitale superius (os r), pogonion (pg), pronasale (prn), sublabiale (sl), subnasion (sn), subnasale ‘ (sn’ r), gnathion (gn), porion (po r), zygion (zy r), subspinale (ss), stomion lower en upper (st l en u) en tragion (tr). Deze grafiek is representatief voor de afstand van preoperatieve metingen tot het verticale en mediane vlak, net zoals deze grafiek representatief is voor de afstand van postoperatieve metingen links als rechts tot het horizontale, verticale en mediane vlak. De bevindingen tonen aan dat de analyse uitgevoerd op het zachte weefsel van het 3D CT model, gelijk gesteld kan worden aan de analyse uitgevoerd op het model met de 2D mapping. r 2 1 0.8 0.6 0.4 0.2 0 ac(r) al(r) Correlatie tussen metingen Zacht weefsel en 2D mapping c'' ch(r) cph(r) g li ls nb(r) nt(r) os(r) pg prn sl sn sn`(r) gn Metingen (afstand tot Horizontale vlak) Figuur 41: Correlatie tussen metingen alaar curvatuur punt (acr), alaar (alr), columella (c’’), cheillion (chr), christa philtri (cphr), glabella (g), labiale inferius (li), labiale superius (ls), nostril basis (nbr), nostril top (ntr), orbitale superius (osr), pogonion (pg), pronasale (prn), sublabiale (sl), subnasion (sn), subnasale ‘ (sn’r), gnathion (gn), porion (por), zygion (zyr), subspinale (ss), stomion lower en upper (st l en u) en tragion (tr) van het zachte weefsel en 2D mapping. De resultaten zijn erg hoog reproduceerbaar. Hieruit kan afgeleid worden dat beide analyses aan elkaar gelijk gesteld kunnen worden. Het uitvoeren van de 2D mapping biedt een voordeel voor de patiënt. Het 3D CT model werkt afschrikkend omwille van het feit dat het CT model is opgebouwd uit één kleur en de patiënt zichzelf ziet zonder haargroei. Dankzij de 2D mapping ziet de patiënt een weerspiegeling zoals hij/zij zichzelf ziet. Nog een meerwaarde van de 2D mapping is de evaluatie van het lippenrood. po(r) zy(r) ss st(i) st(u) t(r) 46

enkel de afstand van een selectie preoperatieve metingen tot het horizontale vlak weergegeven. Bij<br />

metingen die zowel links en rechts plaats vonden wordt de rechter meting gebruikt. Het betreft<br />

volgende metingen: alaar curvatuur punt (ac r), alaar (al r), columella (c’’), cheillion (ch r), christa<br />

philtri (cph r), glabella (g), labiale inferius (li), labiale superius (ls), nostril basis (nb r), nostril top<br />

(nt r), orbitale superius (os r), pogonion (pg), pronasale (prn), sublabiale (sl), subnasion (sn),<br />

subnasale ‘ (sn’ r), gnathion (gn), porion (po r), zygion (zy r), subspinale (ss), stomion lower en<br />

upper (st l en u) en tragion (tr). Deze grafiek is representatief voor de afstand van preoperatieve<br />

metingen tot het verticale en mediane vlak, net zoals deze grafiek representatief is voor de afstand<br />

van postoperatieve metingen links als rechts tot het horizontale, verticale en mediane vlak. De<br />

bevindingen tonen aan dat de analyse uitgevoerd op het zachte weefsel van het 3D CT model,<br />

gelijk gesteld kan worden aan de analyse uitgevoerd op het model met de 2D mapping.<br />

r 2<br />

1<br />

0.8<br />

0.6<br />

0.4<br />

0.2<br />

0<br />

ac(r)<br />

al(r)<br />

Correlatie tussen metingen Zacht weefsel en 2D<br />

mapping<br />

c''<br />

ch(r)<br />

cph(r)<br />

g<br />

li<br />

ls<br />

nb(r)<br />

nt(r)<br />

os(r)<br />

pg<br />

prn<br />

sl<br />

sn<br />

sn`(r)<br />

gn<br />

Metingen (afstand tot Horizontale vlak)<br />

Figuur 41: Correlatie tussen metingen alaar curvatuur punt (acr), alaar (alr), columella (c’’),<br />

cheillion (chr), christa philtri (cphr), glabella (g), labiale inferius (li), labiale superius (ls), nostril<br />

basis (nbr), nostril top (ntr), orbitale superius (osr), pogonion (pg), pronasale (prn), sublabiale (sl),<br />

subnasion (sn), subnasale ‘ (sn’r), gnathion (gn), porion (por), zygion (zyr), subspinale (ss),<br />

stomion lower en upper (st l en u) en tragion (tr) van het zachte weefsel en 2D mapping. De<br />

resultaten zijn erg hoog reproduceerbaar. Hieruit kan afgeleid worden dat beide analyses aan elkaar<br />

gelijk gesteld kunnen worden.<br />

Het uitvoeren van de 2D mapping biedt een voordeel voor de patiënt. Het 3D CT model werkt<br />

afschrikkend omwille van het feit dat het CT model is opgebouwd uit één kleur en de patiënt<br />

zichzelf ziet zonder haargroei. Dankzij de 2D mapping ziet de patiënt een weerspiegeling zoals<br />

hij/zij zichzelf ziet. Nog een meerwaarde van de 2D mapping is de evaluatie van het lippenrood.<br />

po(r)<br />

zy(r)<br />

ss<br />

st(i)<br />

st(u)<br />

t(r)<br />

46

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!