View/Open - Document Server@UHasselt
View/Open - Document Server@UHasselt View/Open - Document Server@UHasselt
3.1 Intra-observer betrouwbaarheid van het harde weefsel De resultaten van de correlatie tussen de verschillende metingen van het harde weefsel tonen dat de cefalometrische metingen hoog reproduceerbaar zijn. De verschillende metingen van het harde weefsel die besproken worden in onderstaande grafiek (figuur 34) zijn A-punt (A), ANS, B-punt (B), Condylion (Co r), Gonion (Go r), Lower Incisor (LI r), Menton, PNS, Pogonion (Pog), Upper Incisor (UI r) en Upper Molaar cuspide (UM-cusp r). Een correlatiecoëfficiënt van groter dan 0.70 is teruggevonden bij 1624 metingen van 1728 metingen in het totaal (93.98%). Bij 1368 metingen van 1728 metingen in het totaal (79.17%) wordt er een betrouwbaarheid van groter dan 0.90 waargenomen. Een betrouwbaarheid van groter dan 0.95 wordt terug gevonden bij 1178 metingen van 1728 metingen in het totaal (68.17%). Er werden slecht 10 metingen met een correlatiecoëfficiënt kleiner dan 0.70 waargenomen (bijlage 7). Ondanks het feit dat oriëntatiepunten in het occlusale vlak moeilijk zijn om te lokaliseren omwille van de scatter veroorzaakt door orthodontische beugels en amalgaam vullingen is er bij de waarden zowel rechts als links, pre -en postoperatief van Upper en Lower Incisor en Upper Molaar cuspide een hoge betrouwbaarheid vast te stellen. r 2 1 0.8 0.6 0.4 0.2 0 A ANS Intra-observer betrouwbaarheid Hard weefsel analyse B Co(r) Go(r) LI(r) Men PNS Pog Metingen (afstand tot het Horizontale vlak) Figuur 34: Intra-observer betrouwbaarheid van 3D cefalometrische analyse van het harde weefsel. De resultaten van de correlatie tussen de verschillende metingen van het harde weefsel tonen dat de cefalometrische metingen hoog reproduceerbaar zijn. De verschillende metingen tot het horizontale vlak van het harde weefsel die besproken worden zijn A-punt (A), ANS, B-punt (B), Condylion (Cor), Gonion (Gor), Lower Incisor (LIr), Menton, PNS, Pogonion (Pog), Upper Incisor (UIr) en Upper Molaar cuspide (UM-cuspr). UI(r) UM-cusp(r) 39
3.2 Intra-observer betrouwbaarheid van het zachte weefsel De resultaten van de correlatie tussen de verschillende metingen van het zachte weefsel tonen dat de cefalometrische metingen hoog reproduceerbaar zijn. De verschillende metingen van het zachte weefsel die besproken worden in onderstaande grafiek (figuur 35) zijn alaar curvatuur punt (ac r), alaar (al r), glabella (g), labiale inferius (li), labiale superius (ls), pogonion (pg), pronasale (prn), sublabiale (sl), subnasion (sn), gnathion (gn), subspinale (ss). De term pogonion gedefinieerd volgens Maxilim staat ook bekend als pogonion’ (pog’). Een correlatiecoëfficiënt van groter dan 0.70 is teruggevonden bij 4375 metingen van 4587 metingen in het totaal (95.38%). Bij 3511 metingen van 4587 metingen in het totaal (76.54%) wordt er een betrouwbaarheid van groter dan 0.90 waargenomen. Een betrouwbaarheid van groter dan 0.95 wordt terug gevonden bij 2931 metingen van 4587 metingen in het totaal (63.90%). Er werden slecht 24 metingen met een correlatiecoëfficiënt kleiner dan 0.70 waargenomen (bijlage 8). r 2 1 0.8 0.6 0.4 0.2 0 ac(r) al(r) Intra-observer betrouwbaarheid Zacht weefsel analyse g li ls pg prn sl sn Metingen (afstand tot het Horizontale vlak) Figuur 35: De intra-observer betrouwbaarheid van 3D cefalometrische analyse van het zachte weefsel. De resultaten van de correlatie tussen de verschillende metingen van het zachte weefsel tonen dat de cefalometrische metingen hoog reproduceerbaar zijn. De verschillende metingen tot het horizontale vlak van het zachte weefsel die besproken worden in bovenstaande grafiek zijn alaar curvatuur punt (acr), alaar (alr), glabella (g), labiale inferius (li), labiale superius (ls), pogonion (pg), pronasale (prn), sublabiale (sl), subnasion (sn), gnathion (gn), subspinale (ss). gn ss 40
- Page 1 and 2: aÉ=ÉÑÑÉÅíÉå=î~å=çëíÉ
- Page 3 and 4: Conclusie..........................
- Page 5 and 6: Voorwoord Terugkijkend op mijn vorm
- Page 7 and 8: Abstract The effects of orthognathi
- Page 9 and 10: Het gezicht valt in de Nomina Anato
- Page 11 and 12: 1.3.2.1 Inclinatie van de fronttand
- Page 13 and 14: gedeelte is minder mobiel, gezien d
- Page 15 and 16: 2 De samenwerking tussen orthodonti
- Page 17 and 18: Figuur 9: LeFort breuklijnen 5 2.3.
- Page 19 and 20: Figuur 11: Operatie van Wunderer 6
- Page 21 and 22: 2.3.4 Indicaties en contra-indicati
- Page 23 and 24: 3 3D cefalometrie Vooruitgang in co
- Page 25 and 26: Research Questions De combinatie ch
- Page 27 and 28: 2 Data verzameling 2.1 Computertomo
- Page 29 and 30: 3 Data verwerking 3.1 Maxilim softw
- Page 31 and 32: 3.1.1.3 Bepalen van Nasion en Sella
- Page 33 and 34: 3.1.1.5 3D cephalometrische oriënt
- Page 35 and 36: 3.1.1.7 3D cefalometrische oriënta
- Page 37 and 38: 3.1.1.7.1 Het Frankfurter horizonta
- Page 39 and 40: 3.1.1.7.5 Het vlak doorheen de faci
- Page 41 and 42: Een vergelijking met betrekking tot
- Page 43 and 44: Resultaten Een totaal van 22.230 3D
- Page 45: Graden (°) 120 100 80 60 40 20 0 C
- Page 49 and 50: 3.4 Intra-observer betrouwbaarheid
- Page 51 and 52: patiënten te evalueren. Binnen het
- Page 53 and 54: enkel de afstand van een selectie p
- Page 55 and 56: 7 Veranderingen van het zachte weef
- Page 57 and 58: Bij de gulden snede (sectio aurea)
- Page 59 and 60: Accurate virtuele 3D cefalometrisch
- Page 61 and 62: Mede is het mogelijk dat de kennis
- Page 63 and 64: Niet enkel chirurgische, maar ook o
- Page 65 and 66: Conclusie Orthognatische chirurgie
- Page 67 and 68: 22 Park SH, Yu HS, Kim KD, Lee KJ &
- Page 69 and 70: Referenties Figuren 1 Koninklijke B
- Page 72 and 73: Bijlage 2: Informed Consent Toestem
- Page 74 and 75: Bijlage 5: Definiëring orientatiep
- Page 76 and 77: Bijlage 6: Sas procedure /* DATASET
- Page 78 and 79: drop M11 M12 M13 M21 M22 M23 MEAN1
- Page 80 and 81: y ID; proc corr data = DATA4 noprin
- Page 82 and 83: drop M11 M12 M13 M21 M22 M23 MEAN1
- Page 84 and 85: proc sort data = HULP8; by ID; proc
- Page 86 and 87: Bijlage 7:Punten van het harde weef
- Page 88 and 89: Bijlage 10 : Normwaarden van de met
- Page 90 and 91: PNS 14.19666667 0.345187558 LM-cusp
- Page 92 and 93: Angle between 4 landmarks after pro
- Page 94 and 95: Width of the mouth 47.48666667 1.05
3.1 Intra-observer betrouwbaarheid van het harde weefsel<br />
De resultaten van de correlatie tussen de verschillende metingen van het harde weefsel tonen dat<br />
de cefalometrische metingen hoog reproduceerbaar zijn. De verschillende metingen van het harde<br />
weefsel die besproken worden in onderstaande grafiek (figuur 34) zijn A-punt (A), ANS, B-punt<br />
(B), Condylion (Co r), Gonion (Go r), Lower Incisor (LI r), Menton, PNS, Pogonion (Pog), Upper Incisor<br />
(UI r) en Upper Molaar cuspide (UM-cusp r).<br />
Een correlatiecoëfficiënt van groter dan 0.70 is teruggevonden bij 1624 metingen van 1728<br />
metingen in het totaal (93.98%). Bij 1368 metingen van 1728 metingen in het totaal (79.17%)<br />
wordt er een betrouwbaarheid van groter dan 0.90 waargenomen. Een betrouwbaarheid van groter<br />
dan 0.95 wordt terug gevonden bij 1178 metingen van 1728 metingen in het totaal (68.17%). Er<br />
werden slecht 10 metingen met een correlatiecoëfficiënt kleiner dan 0.70 waargenomen (bijlage 7).<br />
Ondanks het feit dat oriëntatiepunten in het occlusale vlak moeilijk zijn om te lokaliseren omwille<br />
van de scatter veroorzaakt door orthodontische beugels en amalgaam vullingen is er bij de<br />
waarden zowel rechts als links, pre -en postoperatief van Upper en Lower Incisor en Upper Molaar<br />
cuspide een hoge betrouwbaarheid vast te stellen.<br />
r 2<br />
1<br />
0.8<br />
0.6<br />
0.4<br />
0.2<br />
0<br />
A<br />
ANS<br />
Intra-observer betrouwbaarheid<br />
Hard weefsel analyse<br />
B<br />
Co(r)<br />
Go(r)<br />
LI(r)<br />
Men<br />
PNS<br />
Pog<br />
Metingen (afstand tot het Horizontale vlak)<br />
Figuur 34: Intra-observer betrouwbaarheid van 3D cefalometrische analyse van het harde weefsel.<br />
De resultaten van de correlatie tussen de verschillende metingen van het harde weefsel tonen dat<br />
de cefalometrische metingen hoog reproduceerbaar zijn. De verschillende metingen tot het<br />
horizontale vlak van het harde weefsel die besproken worden zijn A-punt (A), ANS, B-punt (B),<br />
Condylion (Cor), Gonion (Gor), Lower Incisor (LIr), Menton, PNS, Pogonion (Pog), Upper Incisor<br />
(UIr) en Upper Molaar cuspide (UM-cuspr).<br />
UI(r)<br />
UM-cusp(r)<br />
39