22.02.2013 Views

Bestand (1.7 MB) - VVOG

Bestand (1.7 MB) - VVOG

Bestand (1.7 MB) - VVOG

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

tra en vier perifere centra met meer dan 2.000 bevallingen per<br />

jaar. Opvallend zijn toch de sterke individuele verschillen tussen<br />

de centra.<br />

Het besluit is duidelijk voor onze epidemiologen: het management<br />

van de à terme nullipare vrouw met een foetus in hoofdligging is<br />

van cruciaal belang. Niet te vroeg induceren en een afwachtende<br />

houding zijn beter dan onmiddellijk interveniëren. Door minder<br />

keizersneden uit te voeren bij nullipara, kunnen we het aantal littekenuterussen<br />

verminderen en zo het aantal repeat-sectio’s op<br />

termijn doen dalen.<br />

Tabel 1: Robson-classificatie (Vlaanderen 2006).<br />

1. Nulli, eenling, hoofd, ≥ 37w, spontaan 2,2<br />

2. Nulli, eenling, hoofd, ≥ 37w, inductie of prim. sectio 3,7<br />

3. Multi, eenling, hoofd, ≥ 37w, spontaan (excl. vorige sectio) 0,4<br />

4. Multi, eenling, hoofd, ≥ 37w, inductie (excl. vorige sectio) 1,1<br />

5. Vorige sectio, eenling, hoofd, ≥ 37w 4,7<br />

6. Alle sluitliggingen, nulli, eenling 2,5<br />

7. Alle sluitliggingen, multi, eenling 1,5<br />

8. Alle meerlingen 1,9<br />

9. Alle dwarsliggingen 0,3<br />

10. Alle eenlingen, hoofd, ≤ 36w (pretermen) 1,5<br />

Marleen Temmerman<br />

Benadering van<br />

bijzondere situaties<br />

Marleen Temmerman (UZ Gent, UG)<br />

Marleen Temmerman sloot de namiddagsessie<br />

af met een analyse van de<br />

sectiocijfers bij de risicogroepen.<br />

A terme ligt 4% van de foetussen in stuitligging. Het verminderen<br />

van het aantal sectio’s voor eenlingen in stuitligging zal dus geen<br />

grote impact hebben op het sectiopercentage in Vlaanderen.<br />

Sinds 2000, het verschijnen van de Hannah-studie, is het aantal<br />

primaire sectio’s voor stuitligging echter fors toegenomen. Voordien<br />

werd de voorkeur gegeven aan vaginale baring. Eerdere studies<br />

wezen op eenzelfde foetale uitkomst, maar een zeven maal<br />

hogere maternale morbiditeit na keizersnede (Collae 1980). Een<br />

onderzoek van Gimovsky in 1983 toonde geen verschil aan in de<br />

uitkomst voor zowel foetus als moeder en de conclusie was dan<br />

ook dat beide bevallingswijzen aan te bevelen waren.<br />

Maar in 2000 kwam de beruchte prospectieve Term Breech Trial<br />

waarbij een significant toegenomen neonatale mortaliteit en<br />

morbiditeit aangetoond werd, 1,6% bij keizersnede versus 5% bij<br />

vaginale partus. Maternaal bleek er geen verschil te zijn qua morbiditeit.<br />

De conclusie van de auteurs was dan ook heel scherp:<br />

‘there is no place left for vaginal birth in singleton term breeches’.<br />

Deze studie wordt aangevochten wegens verschillende methodologische<br />

beperkingen. Maar de conclusie werd wel ondersteund<br />

163<br />

GUNAIKEIA - Vol 14 nr 5 - 2009<br />

door nieuw uitgevoerde retrospectieve studies. De studies van<br />

Herbst in 2001 en die van Rietberg in 2003 leidden tot beleidswijzigingen,<br />

zowel in de Scandinavische landen als in Nederland: de<br />

sectio werd de aanbevolen baringswijze.<br />

Ook een analyse van de SPE-gegevens voor de periode 2001-2005<br />

concludeerde dat bij stuitligging de vroege neonatale sterfte vier<br />

keer hoger ligt bij een vaginale partus. Bij verdere analyse van de<br />

gevallen van neonatale sterfte, bleek dat dit voornamelijk te wijten<br />

was aan neonatale infecties in de vaginale groep. Dit was wel<br />

in een periode waarin er nog geen systematische screening voor<br />

GBS werd toegepast en er enkel werd behandeld volgens risicofactoren<br />

(Tabel 2).<br />

Het dilemma blijft: voor een foetus in stuitligging lijkt een primaire<br />

sectio beter te zijn, voor de moeder lijkt een vaginale baring<br />

beter te zijn. Het probleem van expertise met stuitbevallingen<br />

wordt steeds groter, gezien jonge gynaecologen vrijwel geen vaginale<br />

stuitbevallingen meer zien tijdens hun opleiding en dus ook<br />

de vaardigheden missen. Informed consent van de ouders i.v.m.<br />

modus partus bij een stuitligging is van cruciaal belang.<br />

Het percentage sectio’s bij meerlingen in 2007 bedroeg 1,7%. Over<br />

de periode 1998-2007 vertoont dit een lichte daling. Dit hangt<br />

voornamelijk samen met een daling in het aantal meerlingen na<br />

medisch begeleide bevruchting.<br />

Toch zal bij 50% van de tweelingen met beide kinderen in hoofdligging<br />

een keizersnede worden uitgevoerd.<br />

Een nullipara met een meerling ondergaat in 57,6% van de gevallen<br />

een sectio. Bij een multipara zonder voorgaande keizersnede<br />

bedraagt dit 53,5%. Een multipara mét sectiolitteken gaat in 90%<br />

van de gevallen onder het mes.<br />

De laatste risicogroep wordt gevormd door de pretermen. Bij de<br />

extreem prematuren blijkt er uit een Cochrane review van 2007<br />

onvoldoende evidence te zijn voor het uitvoeren van een primaire<br />

sectio ter preventie van neurologische sequellen.<br />

Bij analyse van de sectiocijfers voor preterme eenlingen in Vlaanderen,<br />

blijkt onder de 28 weken 24,7% via sectio te worden verlost,<br />

tussen 28 en 31 weken 49,5% en tussen 32 en 36 weken 27,4%.<br />

Conclusie: we kunnen nog een aantal sectio’s uitsparen door meer de<br />

vaginale weg te accepteren bij meerlingen en bij vroeggeboorte. Het<br />

laatste woord is nog niet gezegd over de beste modus partus bij stuiten,<br />

maar de belangrijkste winst moet gezocht worden in het minder<br />

medicaliseren van de bevalling, m.a.w. minder electieve inducties!<br />

tabel 2: Stuit, sectio en kindersterfte in Vlaanderen (2001-2005).<br />

A terme eenling Totaal (N) % Kindersterfte (N) %<br />

in sluitligging<br />

Geplande 9.003 78,0 21 0,23<br />

keizersnede<br />

Secundaire 1.539 13,3 4 0,26<br />

keizersnede<br />

Vaginale 978 8,6 5 0,51<br />

partus

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!