Bestand (1.7 MB) - VVOG

Bestand (1.7 MB) - VVOG Bestand (1.7 MB) - VVOG

22.02.2013 Views

- In een studie waarin de toediening van alendronaat 10mg/ dag werd vergeleken met de toediening van teriparatide 20µg/ dag bij patiënten met corticogeïnduceerde osteoporose stelde Jean-Pierre Devogelaer (UCL) vast dat teriparatide de MBD significant sterker verhoogde. Dat maakt een duidelijk en significant hogere reductie mogelijk van de incidentie van radiografische wervelfracturen (1,7% vs. 7,7%; p = 0,007) (9). - Voor diezelfde indicatie presenteerde Christian Roux (Hôp. Cochin, Parijs) de resultaten van een studie waarin het effect van zoledronzuur 5mg IV werd vergeleken met dat van risedronaat 5mg/dag op de lumbale MBD. Alle vooraf gedefinieerde subgroepen vertoonden een significant hogere stijging onder zoledronzuur (10). - Diezelfde Christian Roux onderzocht de evolutie van vrouwen onder alendronaat (gedurende ten minste 6 maanden), die vervolgens overschakelden op denosumab of de behandeling met alendronaat voortzetten. Uit deze studie (STAND), eveneens een studie van fase III, kwam een significant hogere verbetering van de turn-over en de MBD na overschakeling op denosumab naar voren; in de groep die verder alendronaat Er is een verband tussen een tekort aan vitamine D en een afname van de loopsnelheid. Dat verband kan worden verklaard door de effecten van hypovitaminose D op de spieren en de motorische coördinatie van de onderste ledematen; die effecten veroorzaken een stijging van het risico op vallen maar ook een daling van de mechanische weerstand van het skelet (Annweiler C et al. Poster P185). Het lijkt stilaan vast te staan dat vitamine D in het algemeen en alfacalcidol in het bijzonder het effect van alendronaat versterken, ook in de subgroep van postmenopauzale vrouwen met osteoporose (Böck O, et al. Poster P234). De werkzaamheid tegen wervelfracturen is ook duidelijk aanwezig ter hoogte van de perifere botten, waarvan alle botparameters (densiteit, corticale oppervlak en botweerstand) significant worden verbeterd als men vitamine D combineert met alendronaat (Felsenberg D, et al. Poster P112). De nieuwe criteria van de fDA bevelen bij osteoporose een concentratie 25-hydroxyvitamine D (25(OH)D) > 60nmol/l vóór randomisering in klinische studies aan. Maar hoe kunnen we die concentratie snel bereiken? Om het antwoord daarop te vinden, analyseerde Hans Hoeck, van de afdeling endocrinologie van het ziekenhuis van Aalborg (Denemarken), de gegevens van 433 niet-geïnstitutionaliseerde vrouwen in de menopauze, van gemiddeld 68,5 jaar oud, die niet waren opgenomen in een ziekenhuis en die deelnamen aan een klinische studie naar osteoporose. Ze moesten daarvoor een in DXA aangetoonde osteoporose hebben met een T-score ≤ -2,5 145 GUNAIKEIA - Vol 14 nr 5 - 2009 innam, was dat niet het geval. Bovendien treedt die winst zeer vroeg op (vanaf de 6e maand voor de MBD en vanaf de 5e dag voor de turn-overparameters) en op alle plaatsen (11). - Olivier Bruyère (ULg) analyseerde de gegevens van jaar 6 tot 8 onder behandeling met strontiumranelaat en stelde niet alleen vast dat het effect van strontium op de minerale botdensiteit behouden bleef, maar ook dat er een duidelijk verband was tussen de stijging van de MBD en de daling van de incidentie van nieuwe wervelfracturen (12). - Raloxifeen werd onderzocht in verscheidene klinische studies (MORE, CORE, RUTH), waarvan de gegevens werden samengebracht door Deborah Grady (Pittsburgh). Zo wist zij aan te tonen dat dit SERM een reductie van 10% mogelijk maakt van de mortaliteit voor alle oorzaken samen (p = 0,053), voornamelijk door een daling van de niet-cardiovasculaire (p = 0,007) en niet-oncologische mortaliteit (p = 0,011) (13). - René Rizzoli (Genève) onderzocht de microarchitectuur van de botten in een vergelijkende analyse van alendronaat/ strontiumranelaat en stelde op één jaar vast dat strontium- Besparen op vitamine- en calciumsupplementen is geen goed idee SD of een score tussen -1, 0 en -2,5 SD in combinatie met een eerdere fractuur. Zonder in detail te treden over de cijfers kunnen we vaststellen dat een behandeling van 10 dagen met vitamine D3 in verschillende doseringen het mogelijk maakt om de concentratie 25(OH) D significant en volstrekt veilig te verhogen. Kennis van de kinetiek van de 25-hydroxylasen in de lever zou het mogelijk kunnen maken om nauwkeurigere aanbevelingen te formuleren om concentraties 25(OH)D > 60 nmol/l te bereiken tijdens de screeningperiode van een klinische studie. Hoe dan ook zou de duur van de behandeling om deze streefconcentraties te bereiken, kunnen worden verlengd tot meer dan 10 dagen (in plaats van nadien de dosis vitamine D3 te moeten verhogen) (Poster P186).

anelaat een sterker effect had op alle parameters van deze microarchitectuur (14). - In de studie MOBILE werd het effect van ibandronaat op 2 jaar onderzocht. Door deze behandeling nog 3 jaar langer voort te zetten, kon men een continue stijging van de minerale botdensiteit realiseren ter hoogte van de lenden (8,2% met 100mg en 8,4% met 150mg); de densiteit op andere plaatsen bleef behouden op een niveau dat op zijn minst vergelijkbaar was met het niveau dat werd verkregen na 2 jaar, concludeerde Dieter felsenberg (La Charité, Berlijn) (15). - Nogmaals in het kader van de studie FREEDOM, waarvan de uitzonderlijke resultaten waren voorgesteld op de ASBMR, vermeldde Steve Cummings (San Francisco) voornamelijk de reductie met 68% van het risico op nieuwe wervelfracturen, hoewel ook het risico op niet-wervelfracturen was gereduceerd met 20%, dat op heupfracturen met 40% en dat op ernstige osteoporotische fracturen met 35% (16). - Denosumab bleek een voordeel te bieden op drie niveaus: werkzaamheid, tevredenheid en voorkeur. Oskar Ström vertaalde dat in farmaco-economische termen en berekende dat de kosten-effectiviteitsverhouding van denosumab respectievelijk €14.300 en €10.700 per QALY bedroeg bij vrouwen ouder dan 70 zonder andere risicofactor behalve een MBD ≤ -2,5SD ten opzichte van risedronaat en placebo… (17). - Een gelijkaardige studie, maar dan versus placebo en op basis van de FREEDOM-studie, werd uitgevoerd in ons land door Marc Hilligsmann (ULg); hij kwam uit op een winst per QALY tussen €21.063 en €28.369 op basis van een behandeling van 3 jaar (18). - En Yves Rolland (Universiteit Toulouse III) kon het nut bevestigen van strontiumranelaat bij ‘kwetsbare’ bejaarde vrouwen (19). Referenties 1. Silverman S. Implications of improving adherence to osteoporosis treatment. Plenary Lecture 1. 19 mars 2009. 2. Clowes J, et al. J Clin Endocrinol Metab 2004;89:1117-23. 3. Hiligsmann M et al. Clinical and economic implications of non-adherence with osteoporosis medications. Oral Communication 10. 19 mars 2009. 4. Bizelikian J. Debate: long-term treatment of osteoporosis with bisphosphonates: good. Plenary lecture 7. 21 mars 2009. 5. Papapoulos S. Debate: long-term treatment of osteoporosis with bisphosphonates: bad. Plenary lecture 8. 21 mars 2009. 6. McCloskey E et al. Impact of carrying BMD resources on prediction of hip fractures using FRAX. P122, 19 mars 2009. 7. Compston J et al. Case finding for the management of Osteoporosis with FRAX - Assessment and intervention thresholds for the UK. Oral Communication 41. 21 mars 2009. 8. Boonen S, et al. Annual treatment with zoledronic acid is effective in elderly postmenopausal women. Oral Communication 14, 19 mars 2009. 9. Devogelaer JP, et al. Teriparatide versus alendronate for treating glucocorticoid-induced osteoporosis: results at 36 months. Oral Communication 15. 19 mars 2009. 10. Roux C, et al. Effect of single annual infusion of zoledronic acid (5mg) on lumbar spine bone mineral density versus daily oral risedronate (5mg) in subgroups of patients receiving glucocorticoid therapy. Oral Communication 16. 19 mars 2009. 11. Roux C, et al. Assessment of bone mineral density and bone turnover markers in postmenopausal women transitioned from alendronate to denosumab. Oral Communication 22. 20 mars 2009. 12. Bruyère O, et al. Relationship between changes in bone mineral density and vertebral fractures incidence: an analysis of the last 3 years of an 8-year treatment with strontium ranelate. Oral Communication 23. 20 mars 2009. 13. Grady D, et al. Effect of raloxifene on all-cause mortality across clinical trials. Oral communication 28. 20 mars 2009. 14. Rizzoli R, et al. Strontium ranelate has a more positive influence than alendronate on distal tibia cortical and trabecular bone microstructure in women with postmenopausal osteoporosis. Oral communication 31. 20 mars 2009. 15. Felsenberg D, et al. Efficacy of monthly oral ibandronate is maintained over 5 years: the MOBILE LTE study. Oral communication 32. 20 mars 2009. 16. Cummings S, et al. The effects of twice-yearly denosumab on fracture risk in women with osteoporosis. Oral communication 33. 20 mars 2009. 17. Ström O, et al. Cost-effectiveness model for denosumab incorporating FRAX and adherence in a UK setting. Oral communication 42. 21 mars 2009. 18. Hilligsmann M, et al. Cost-utility of denosumab for the treatment of postmenopausal osteoporotic women. Oral communication 34. 20 mars 2009. 19. Rolland Y, et al. Strontium ranelate reduces vertebral fractures in frail osteoporotic women. Oral communication 43. 21 mars 2009.

- In een studie waarin de toediening van alendronaat 10mg/<br />

dag werd vergeleken met de toediening van teriparatide 20µg/<br />

dag bij patiënten met corticogeïnduceerde osteoporose stelde<br />

Jean-Pierre Devogelaer (UCL) vast dat teriparatide de <strong>MB</strong>D<br />

significant sterker verhoogde. Dat maakt een duidelijk en<br />

significant hogere reductie mogelijk van de incidentie van radiografische<br />

wervelfracturen (1,7% vs. 7,7%; p = 0,007) (9).<br />

- Voor diezelfde indicatie presenteerde Christian Roux (Hôp. Cochin,<br />

Parijs) de resultaten van een studie waarin het effect van zoledronzuur<br />

5mg IV werd vergeleken met dat van risedronaat 5mg/dag op<br />

de lumbale <strong>MB</strong>D. Alle vooraf gedefinieerde subgroepen vertoonden<br />

een significant hogere stijging onder zoledronzuur (10).<br />

- Diezelfde Christian Roux onderzocht de evolutie van vrouwen<br />

onder alendronaat (gedurende ten minste 6 maanden),<br />

die vervolgens overschakelden op denosumab of de behandeling<br />

met alendronaat voortzetten. Uit deze studie (STAND),<br />

eveneens een studie van fase III, kwam een significant hogere<br />

verbetering van de turn-over en de <strong>MB</strong>D na overschakeling<br />

op denosumab naar voren; in de groep die verder alendronaat<br />

Er is een verband tussen een tekort aan<br />

vitamine D en een afname van de loopsnelheid.<br />

Dat verband kan worden verklaard door de<br />

effecten van hypovitaminose D op de spieren<br />

en de motorische coördinatie van de onderste<br />

ledematen; die effecten veroorzaken een<br />

stijging van het risico op vallen maar ook een<br />

daling van de mechanische weerstand van het<br />

skelet (Annweiler C et al. Poster P185). Het<br />

lijkt stilaan vast te staan dat vitamine D in het<br />

algemeen en alfacalcidol in het bijzonder het<br />

effect van alendronaat versterken, ook in de<br />

subgroep van postmenopauzale vrouwen met<br />

osteoporose (Böck O, et al. Poster P234).<br />

De werkzaamheid tegen wervelfracturen is ook<br />

duidelijk aanwezig ter hoogte van de perifere<br />

botten, waarvan alle botparameters (densiteit,<br />

corticale oppervlak en botweerstand)<br />

significant worden verbeterd als men vitamine<br />

D combineert met alendronaat (Felsenberg D,<br />

et al. Poster P112).<br />

De nieuwe criteria van de fDA bevelen bij<br />

osteoporose een concentratie 25-hydroxyvitamine<br />

D (25(OH)D) > 60nmol/l vóór<br />

randomisering in klinische studies aan. Maar<br />

hoe kunnen we die concentratie snel bereiken?<br />

Om het antwoord daarop te vinden, analyseerde<br />

Hans Hoeck, van de afdeling endocrinologie van<br />

het ziekenhuis van Aalborg (Denemarken), de<br />

gegevens van 433 niet-geïnstitutionaliseerde<br />

vrouwen in de menopauze, van gemiddeld<br />

68,5 jaar oud, die niet waren opgenomen<br />

in een ziekenhuis en die deelnamen aan<br />

een klinische studie naar osteoporose. Ze<br />

moesten daarvoor een in DXA aangetoonde<br />

osteoporose hebben met een T-score ≤ -2,5<br />

145<br />

GUNAIKEIA - Vol 14 nr 5 - 2009<br />

innam, was dat niet het geval. Bovendien treedt die winst zeer<br />

vroeg op (vanaf de 6e maand voor de <strong>MB</strong>D en vanaf de 5e dag<br />

voor de turn-overparameters) en op alle plaatsen (11).<br />

- Olivier Bruyère (ULg) analyseerde de gegevens van jaar 6 tot 8<br />

onder behandeling met strontiumranelaat en stelde niet alleen<br />

vast dat het effect van strontium op de minerale botdensiteit<br />

behouden bleef, maar ook dat er een duidelijk verband was<br />

tussen de stijging van de <strong>MB</strong>D en de daling van de incidentie<br />

van nieuwe wervelfracturen (12).<br />

- Raloxifeen werd onderzocht in verscheidene klinische studies<br />

(MORE, CORE, RUTH), waarvan de gegevens werden samengebracht<br />

door Deborah Grady (Pittsburgh). Zo wist zij aan te<br />

tonen dat dit SERM een reductie van 10% mogelijk maakt van<br />

de mortaliteit voor alle oorzaken samen (p = 0,053), voornamelijk<br />

door een daling van de niet-cardiovasculaire (p = 0,007)<br />

en niet-oncologische mortaliteit (p = 0,011) (13).<br />

- René Rizzoli (Genève) onderzocht de microarchitectuur van<br />

de botten in een vergelijkende analyse van alendronaat/<br />

strontiumranelaat en stelde op één jaar vast dat strontium-<br />

Besparen op vitamine- en calciumsupplementen is geen goed idee<br />

SD of een score tussen -1, 0 en -2,5 SD in<br />

combinatie met een eerdere fractuur. Zonder<br />

in detail te treden over de cijfers kunnen we<br />

vaststellen dat een behandeling van 10 dagen<br />

met vitamine D3 in verschillende doseringen<br />

het mogelijk maakt om de concentratie 25(OH)<br />

D significant en volstrekt veilig te verhogen.<br />

Kennis van de kinetiek van de 25-hydroxylasen<br />

in de lever zou het mogelijk kunnen maken om<br />

nauwkeurigere aanbevelingen te formuleren<br />

om concentraties 25(OH)D > 60 nmol/l te<br />

bereiken tijdens de screeningperiode van een<br />

klinische studie. Hoe dan ook zou de duur van<br />

de behandeling om deze streefconcentraties<br />

te bereiken, kunnen worden verlengd tot meer<br />

dan 10 dagen (in plaats van nadien de dosis<br />

vitamine D3 te moeten verhogen) (Poster<br />

P186).

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!