You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Behandeling van osteoporose op<br />
lange termijn met bisfosfonaat: veel<br />
aspecten die pleiten vóór (4), en<br />
enkele tegen ‘voor de vorm’… (5)<br />
Om een debat op gang te brengen, is een controverse nodig.<br />
En die is maar magertjes als men de langdurige behandeling van<br />
osteoporose met bisfosfonaten als uitgangspunt neemt.<br />
Dat paradigma, dat briljant werd verdedigd door John Bilezikian<br />
(Columbia University, New York) vindt zijn oorsprong in de onvergelijkbare<br />
resultaten op het vlak van werkzaamheid, die men<br />
vaststelt – en dat op alle onderzochte botzones – onder alendronaat,<br />
risedronaat en zoledronaat, alsook onder ibandronaat (maar<br />
in mindere mate omdat sommige analyses werden uitgevoerd op<br />
subgroepen). Voor die laatste twee beschikt men over gegevens<br />
van zelden meer dan 5 jaar follow-up. Daarom is het interessant<br />
om zich te buigen over de eerste twee bisfosfonaten, waarvoor<br />
we wel beschikken over gegevens die de werkzaamheid ervan<br />
op lange termijn bevestigen: 10 jaar voor alendronaat en 7 jaar<br />
voor risedronaat; de beste resultaten betroffen patiënten met een<br />
minerale botdensiteit bij baseline van ≤ -2,5SD.<br />
Maar wie langdurige behandeling zegt, zegt ook veiligheid. Op dat<br />
vlak is, van de potentiële risico's, alleen van dyspepsie en oesofagiale<br />
ulceratie (die worden bevorderd wanneer het geneesmiddel<br />
liggend werd ingenomen) aangetoond dat ze frequent voorkomen.<br />
Het risico op voorkamerfibrillatie kwam slechts in één studie<br />
aan bod, met zoledronzuur; resultaten over andere moleculen<br />
van deze geneesmiddelencategorie werden niet gerapporteerd.<br />
De FDA heeft dan ook besloten om met deze bijwerking geen<br />
rekening te houden.<br />
Op het vlak van het risico gerelateerd aan een excessieve botturnover<br />
is er veel te doen geweest rond osteonecrose van de kaak,<br />
een risico dat met dezelfde frequentie wordt teruggevonden in<br />
143<br />
GUNAIKEIA - Vol 14 nr 5 - 2009<br />
de algemene bevolking bij patiënten die worden behandeld voor<br />
osteoporose. Dat is echter niet het geval in de oncologie, waar<br />
de gebruikte doses (heel) duidelijk hoger liggen. Men moet benadrukken<br />
dat deze osteonecrosen alleen worden gerapporteerd<br />
in bijzondere omstandigheden, met name wanneer er sprake is<br />
van een slechte tandhygiëne en/of een tandheelkundige ingreep.<br />
Subtrochantere fracturen, waarvan het bestaan nog niet zo lang<br />
bekend is, zijn zeer zeldzaam en houden waarschijnlijk verband<br />
met voorlopig nog onbekende factoren.<br />
Samenvattend kunnen we, zoals John Bizelikian, zeggen dat het<br />
aantal patiënten dat moet worden behandeld (Number Needed to<br />
Treat) om een bijwerking met een langdurig gebruikt bisfosfonaat<br />
te voorkomen, zeer klein is. Het aantal patiënten dat aan de behandeling<br />
moet worden blootgesteld om een bijwerking te kunnen<br />
vaststellen (Number Needed to Harm) ligt dan weer extreem hoog.<br />
De baten-risicoverhouding helt dus duidelijk over in het voordeel<br />
van deze geneesmiddelen, waarvan het belang op lange termijn is<br />
bewezen voor alendronaat en risedronaat. Nu is het uitkijken naar<br />
de gegevens over onderzoek met andere bisfosfonaten.<br />
Bij wijze van weerwerk tegen deze vaststellingen antwoordde<br />
Socrates Papapoulos (Universiteit Leiden) zuinigjes dat Amerikaanse<br />
oncologen zich grote zorgen maken over het risico op<br />
osteonecrose van de kaak, vooral wanneer de bisfosfonaten IV<br />
worden toegediend – het risico is hoger naarmate de cumulatieve<br />
dosis groter is. In zijn conclusies over de meer algemene aspecten<br />
baseert Papapoulos zich voornamelijk op FLEX; hij bevestigt dat<br />
alendronaat geen voordelen bleek te hebben als het werd toegediend<br />
gedurende 10 jaar ten opzichte van een kortere periode<br />
(5 jaar), behalve voor klinische wervelfracturen en wanneer de<br />
<strong>MB</strong>D ≤ -2,5SD bedraagt. “Maar die voortgezette studies werden<br />
niet uitgevoerd om de werkzaamheid tegen fracturen te onderzoeken,<br />
maar om de veiligheid te evalueren. En het veiligheidsprofiel is<br />
zeer geruststellend”, concludeert hij.