Bestand (1.7 MB) - VVOG

Bestand (1.7 MB) - VVOG Bestand (1.7 MB) - VVOG

22.02.2013 Views

G1206N_2009 Van alle reumatische aandoeningen komt artrose het meest voor. Artrose is een vorm van slijtage aan het kraakbeen van de gewrichten en vertaalt zich voor de patiënten klinisch in pijn met soms ernstige functionele beperkingen. Beperkingen die ook osteoporose creëert, een aandoening waarvan de frequentie onmiskenbaar exponentieel toeneemt met de leeftijd. Maar de organisatoren van het ECCEO-congres onder leiding van Jean-Yves Reginster (ULg) en John Kanis (WHO Collaborating Centre for Metabolic Bone Diseases, Sheffield) hadden vooral aandacht voor de socio-economische aspecten van deze twee aandoeningen. Een overzicht van de voltallige zittingen. 9th european co n g r e s s o n clinical a n d ec o n o m i c aspects o f os t e o p o r o s i s a n d osteoarthritis, at h e n e, 18-21 maart 2009 De botten: soms te weinig, dan weer te veel… Dominique-Jean Bouilliez Ke y w o r d s: o s t e o p o r o s i s – compliance – p h a r m a c o e c o n o m i c s – b i s p h o s p h o n at e – frax – teriparatide – strontium ranelate – d e n o s u m a b – raloxifene – vitamin d 141 GUNAIKEIA - Vol 14 nr 5 - 2009 Osteoporose en therapietrouw: de kwadratuur van de cirkel (1)? Therapietrouw is een dagelijks probleem bij patiënten met osteoporose, net zoals bij veel chronische aandoeningen. “Toch kan het gebrek aan therapietrouw niet rechtstreeks worden toegeschreven aan vergeetachtigheid, aldus Stuart Silverman (Los Angeles), veel vaker is het een gevolg van het gebrek aan kennis van onze patiënten over hun ziekte, meer in het bijzonder omdat osteoporose meestal asymptomatisch verloopt. Daarom zijn patiënten die hun behandeling spontaan en vrijwillig stopzetten, legio.” En vooral bij “Dit 9de congres gewijd aan de klinische en economische aspecten van artrose had meer dan 4.200 deelnemers, van wie 80% uit Europa, en we hebben hiermee de doelen die we ons bij de start hadden gesteld, zeker bereikt. Met dit congres wilden we artsen de kans geven om hun kennis over de aandoening aan te scherpen. Maar om die kennis in de praktijk te brengen, moet ze worden gekaderd in de economische realiteit; en precies daarover ging het in veel van onze presentaties. We bevinden ons op een scharnierpunt: 2009 is een uitgelezen jaar om osteoporose te herdefiniëren. We zeggen dit omdat we vaststellen dat de huidige situatie, waarin volgens de aanbevelingen alleen die patiënten moeten worden behandeld met een minerale botdensiteit ≤ -2,5SD, erg zwart-wit is. Dat gaf aanleiding tot een zeer (te) hoge incidentie van fracturen, meer in het bijzonder bij personen die lijden aan osteoporose en bijkomende klinische risicofactoren vertonen (familiale voorgeschiedenis van fracturen, roken,…). De ontwikkeling van het FRAX-model lag dan ook voor de hand. Ik stel overigens tot mijn plezier vast dat de Belgische delegatie zeer aanwezig was, zowel in aantal (ze waren met meer dan 150) als qua aanwezigheid van de voornaamste universiteiten tijdens de voltallige zittingen of de presentatie van grote klinische studies, waarvan sommige wereldwijde premières zijn.” Jean-Yves Reginster

ejaarden komen daar nog twee specifieke problemen bij: het gebruik van verschillende geneesmiddelen (polymedicatie) – met de hele resem bijwerkingen die daarbij horen – en cognitieve beperkingen. In die omstandigheden is het logisch dat de industrie alles in het werk stelt om de therapietrouw te verbeteren: interactieve programma’s, websites, brochures die worden verspreid via artsen en apothekers… “Deze maatregelen hebben weliswaar een impact, maar die blijft beperkt – hoewel toch reëel, vervolgt Silverman, net als de impact van elektronische of andere berichten die artsen versturen om hun patiënten aan de behandeling te herinneren…” Silverman bekeek verschillende studies over middelen om de compliance te verbeteren en onthoudt dat er met slechts één methode goede resultaten worden geboekt: automonitoring na educatie van de patiënten over de details van hun aandoening. Deze educatie moet overigens continu zijn, niet gericht zijn op één enkele consultatie en het grootste deel van de tijd de arts-patiëntrelatie vertegenwoordigen. In deze context is het interessant om op te merken dat de consistente controle van de botresorptiemarkers de compliance minstens net zo sterk beïnvloedt als de continue aanwezigheid van een verpleegkundige (2) en dat ongeacht het gebruikte product. Hoe dan ook, concludeert Silverman, bieden veel interventies de beste garantie voor therapietrouw, zowel bij het begin van de behandeling als bij latere consultaties. Non-compliance: de gevolgen zijn ook economisch (3) Gebrek aan therapietrouw en staken van de behandeling – veel voorkomend gedrag bij langdurig behandelde patiënten – hebben grote klinische en economische gevolgen. Toch als we de onderzoeksresultaten van een Belgisch team onder leiding van Marc Hilligsmann (ULg) moeten geloven. Ze gebruikten een microsimulatiemodel van Markov om de impact van het niveau van trouw aan een behandeling met bisfosfonaten op de gezondheidstoestand van de patiënten te onderzoeken (evaluatiecriteria waren het aantal vermeden fracturen en QALY, Quality Adjusted Life Year of één jaar in goede gezondheid), alsook de kosten-effectiviteits- 142 GUNAIKEIA - Vol 14 nr 5 - 2009 verhouding van deze behandeling ten opzichte van therapeutische onthouding. Om de voortzetting van de behandeling (persis tence) te evalueren, werden verschillende scenario's opgesteld. Er werden enkele persistence-modellen opgemaakt: optimaal of ‘realistisch’, met verschillende percentages drop-outs in de loop van de tijd. De compliance werd gekwantificeerd met behulp van de Medical Possession Ratio (MPR) en bedroeg 0 tot 100%. Literatuurgegevens werden gebruikt om de correlatie te bepalen tussen de compliance en de daling van het aantal fracturen. De analyses werden uitgevoerd bij vrouwen ouder dan 65 met een T-score van MBD ≤ -2,5SD zonder eerdere fracturen. De winst uitgedrukt in QALY en het aantal vermeden fracturen dankzij de behandeling stegen significant naarmate de compliance groter was en de behandeling werd voortgezet (persistence). Aan de hand van een simulatie van een perfecte compliance, gedefinieerd als de inname van 100% van de geneesmiddelen voorgeschreven op één jaar en een ‘realistische’ persistence, vertegenwoordigden de winst op het vlak van QALY en aantal vermeden fracturen 48 en 42% van de cijfers berekend met een model van volledige compliance (optimale persistence). Voor een compliance (MPR) van 80% lagen de bijhorende cijfers nog lager: respectievelijk 27 en 23%. In het kader van een ‘realistische’ persistence steeg de kost van de behandeling met bisfosfonaten op het vlak van QALY progressief naarmate de compliance afnam: respectievelijk €19.068, €32.278 en €81.690 voor een geneesmiddeleninname (MPR) van 100%, 80% en 50% van de voorgeschreven geneesmiddelen. In het scenario van een optimale persistence, zonder één enkele stopzetting van de behandeling, stegen de kosten eveneens naarmate de compliance afnam, al lagen de cijfers iets lager: €16.997, €24.401 en €68.836 met een MPR van 100%, 80% of 50%. Deze studie bewijst dat gebrek aan trouw aan behandelingen tegen osteoporose niet alleen aanleiding geeft tot een achteruitgang van de gezondheidstoestand maar ook tot een significante stijging van de kosten-effectiviteitsverhouding van deze geneesmiddelen. Interventies om de therapietrouw van de patiënten te verbeteren, zijn dus essentieel.

ejaarden komen daar nog twee specifieke problemen bij: het gebruik<br />

van verschillende geneesmiddelen (polymedicatie) – met de<br />

hele resem bijwerkingen die daarbij horen – en cognitieve beperkingen.<br />

In die omstandigheden is het logisch dat de industrie alles<br />

in het werk stelt om de therapietrouw te verbeteren: interactieve<br />

programma’s, websites, brochures die worden verspreid via artsen<br />

en apothekers… “Deze maatregelen hebben weliswaar een impact,<br />

maar die blijft beperkt – hoewel toch reëel, vervolgt Silverman,<br />

net als de impact van elektronische of andere berichten die artsen<br />

versturen om hun patiënten aan de behandeling te herinneren…”<br />

Silverman bekeek verschillende studies over middelen om de compliance<br />

te verbeteren en onthoudt dat er met slechts één methode<br />

goede resultaten worden geboekt: automonitoring na educatie<br />

van de patiënten over de details van hun aandoening. Deze educatie<br />

moet overigens continu zijn, niet gericht zijn op één enkele<br />

consultatie en het grootste deel van de tijd de arts-patiëntrelatie<br />

vertegenwoordigen. In deze context is het interessant om op te<br />

merken dat de consistente controle van de botresorptiemarkers<br />

de compliance minstens net zo sterk beïnvloedt als de continue<br />

aanwezigheid van een verpleegkundige (2) en dat ongeacht het<br />

gebruikte product. Hoe dan ook, concludeert Silverman, bieden<br />

veel interventies de beste garantie voor therapietrouw, zowel bij<br />

het begin van de behandeling als bij latere consultaties.<br />

Non-compliance: de gevolgen zijn<br />

ook economisch (3)<br />

Gebrek aan therapietrouw en staken van de behandeling – veel<br />

voorkomend gedrag bij langdurig behandelde patiënten – hebben<br />

grote klinische en economische gevolgen. Toch als we de onderzoeksresultaten<br />

van een Belgisch team onder leiding van Marc<br />

Hilligsmann (ULg) moeten geloven. Ze gebruikten een microsimulatiemodel<br />

van Markov om de impact van het niveau van trouw<br />

aan een behandeling met bisfosfonaten op de gezondheidstoestand<br />

van de patiënten te onderzoeken (evaluatiecriteria waren<br />

het aantal vermeden fracturen en QALY, Quality Adjusted Life Year<br />

of één jaar in goede gezondheid), alsook de kosten-effectiviteits-<br />

142<br />

GUNAIKEIA - Vol 14 nr 5 - 2009<br />

verhouding van deze behandeling ten opzichte van therapeutische<br />

onthouding. Om de voortzetting van de behandeling (persis tence)<br />

te evalueren, werden verschillende scenario's opgesteld. Er werden<br />

enkele persistence-modellen opgemaakt: optimaal of ‘realistisch’,<br />

met verschillende percentages drop-outs in de loop van de tijd.<br />

De compliance werd gekwantificeerd met behulp van de Medical<br />

Possession Ratio (MPR) en bedroeg 0 tot 100%. Literatuurgegevens<br />

werden gebruikt om de correlatie te bepalen tussen de<br />

compliance en de daling van het aantal fracturen. De analyses<br />

werden uitgevoerd bij vrouwen ouder dan 65 met een T-score van<br />

<strong>MB</strong>D ≤ -2,5SD zonder eerdere fracturen.<br />

De winst uitgedrukt in QALY en het aantal vermeden fracturen<br />

dankzij de behandeling stegen significant naarmate de compliance<br />

groter was en de behandeling werd voortgezet (persistence).<br />

Aan de hand van een simulatie van een perfecte compliance,<br />

gedefinieerd als de inname van 100% van de geneesmiddelen<br />

voorgeschreven op één jaar en een ‘realistische’ persistence,<br />

vertegenwoordigden de winst op het vlak van QALY en aantal<br />

vermeden fracturen 48 en 42% van de cijfers berekend met een<br />

model van volledige compliance (optimale persistence). Voor een<br />

compliance (MPR) van 80% lagen de bijhorende cijfers nog lager:<br />

respectievelijk 27 en 23%.<br />

In het kader van een ‘realistische’ persistence steeg de kost van de<br />

behandeling met bisfosfonaten op het vlak van QALY progressief<br />

naarmate de compliance afnam: respectievelijk €19.068, €32.278<br />

en €81.690 voor een geneesmiddeleninname (MPR) van 100%,<br />

80% en 50% van de voorgeschreven geneesmiddelen.<br />

In het scenario van een optimale persistence, zonder één enkele<br />

stopzetting van de behandeling, stegen de kosten eveneens naarmate<br />

de compliance afnam, al lagen de cijfers iets lager: €16.997,<br />

€24.401 en €68.836 met een MPR van 100%, 80% of 50%.<br />

Deze studie bewijst dat gebrek aan trouw aan behandelingen tegen<br />

osteoporose niet alleen aanleiding geeft tot een achteruitgang<br />

van de gezondheidstoestand maar ook tot een significante<br />

stijging van de kosten-effectiviteitsverhouding van deze geneesmiddelen.<br />

Interventies om de therapietrouw van de patiënten te<br />

verbeteren, zijn dus essentieel.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!