D - Crawford Garageporte

D - Crawford Garageporte D - Crawford Garageporte

09.12.2012 Views

Het draagvermogen en de geschiktheid van de steunconstructie van het gebouw waarin de deuraandrijving moet worden ingebouwd, moet door deskundig personeel worden gecontroleerd en bevestigd. De deuraandrijving moet aan alle bevestigingspunten zeker en volledig bevestigd worden. De bevestigingsmaterialen dienen conform de steunconstructie zo gekozen te worden dat elk van de bevestigingspunten minimaal tegen een trekkracht van 800 N bestand is. Als niet aan deze eisen wordt voldaan, bestaat het gevaar van persoonlijk letsel en materiële schade door een naar beneden vallende aandrijving of een ongecontroleerd bewegende deur. Bij het boren van de bevestigingsgaten mogen noch de dragende delen van het gebouw noch elektrische leidingen, waterleidingen of andere leidingen beschadigd worden. Beveilig, na het omhoogtillen van de deuraandrijving tot aan het plafond van het gebouw, de aandrijving tot aan de volledige bevestiging met geschikte middelen tegen naar beneden vallen. Zie afbeelding op pagina 119) Houd u aan de betreffende arbo-voorschriften; houd kinderen tijdens het inbouwen uit de buurt. Veiligheidsvoorzieningen van de deuraandrijving De deuraandrijving beschikt over de volgende veiligheidsvoorzieningen. Deze mogen niet verwijderd worden en hun werking mag niet belemmerd worden. • Noodontkoppeling • Automatische krachtuitschakeling in de functies “OPEN” en “DICHT” • Noodstopaansluiting: Aansluiting bijv. van een schakelaar (optioneel) op een in de deur ingebouwd klinket. • Aansluiting voor veiligheidslijst, fotocel of optosensor Veiligheidscontrole Krachtuitschakeling controleren De automatische krachtuitschakeling is een inklem- en veiligheidsinrichting, die letsel door een bewegende deur moet voorkomen. Ter controle de deur van buiten met beide handen op heuphoogte stoppen. Sluiten: De deur moet automatisch stoppen en even teruglopen als hij op weerstand stoot. Openen: De deur moet automatisch stoppen als hij op weerstand stoot. Na het uitschakelen van de kracht knippert het deuraandrijvingslampje tot de volgende impuls of het volgende radiografische commando. Display en bedieningselementen Besturing 1 Toets „Impuls“ 2 Toets „Programma“ Weergave-element 3 LED, rood 4 LED netmodus gereed, groen Aansluitingen Belangrijk: Controleer of de deur goed werkt en of hij soepel loopt en stel hem evt. in. De veerspanning van de deur moet zo ingesteld zijn, dat hij uitgebalanceerd is en met de hand makkelijk en gelijkmatig en zonder stoten kan worden geopend en gesloten. • Gestandaardiseerde en geschikte geaarde wandcontactdoos ca. 10 – 50 cm naast de bevestigingspositie van de kop van de aandrijving. (beveiliging zie technische gegevens) • Deuraandrijving alleen in droge garages inbouwen. Montageset voor aansluiting van de deur op het te monteren deurtype gereedhouden of overeenkomstig de handleiding monteren. Zie opmerkingen over de montage vanaf pagina 116. Montagestap D, pagina 117: • 1. Spanmoer van de tandriem aandraaien tot tandriem niet meer in de geleiderail ligt (stemt overeen met maat X). • 2. Tandriemspanning met behulp van de spanmoer overeenkomstig de lengte van de deuraandrijving (maat B) verhogen. 44 Ultra 5 6 7 8 Noodstop Veiligheidslijst / Fotocel / Optosensor impuls Antenne: A = Antenne, E = Aarding Handzender: Zie hoofdstuk deuraandrijving inlezen Montagevoorbereiding Montage

In gebruik nemen • Open de deur langzaam met de hand tot u de glijder hoort vastklikken. • Sluit aan op de stroom. De “hoofd” LED (4) gaat branden en de waarschuwingslamp van de operator flikkert vier keer. Deuraandrijving inlezen LET OP: Tijdens het inlezen van de deuraandrijving is er geen beveiliging door krachtuitschakeling! Opmerking: Inlezen alleen bij de eerste montage of na een reset van de deuraandrijving mogelijk. Druk tijdens het inlezen niet op een toets. De DIP-schakelaar E-7 (ontlasting tandriem) moet tijdens het programmeren op stand UIT staan. Voorbereiding: Deur op de deuraandrijving vastkoppelen. Inlezen met handzender De handzender heeft op het moment van levering en na een reset van de deuraandrijving de volgende functies: • 1 Dodemansschakeling en fijninstelling “OPEN” • 2 Dodemansschakeling en fijninstelling “DICHT” • 3 en 4 Bevestiging (opslaan) Na het inlezen van de deuraandrijving wordt toets 1 voor de afstandsbediening gebruikt, de andere toetsen kunnen voor het aansturen van andere, soortgelijke deuraandrijvingen of draadloze ontvangers gebruikt worden. Inlezen • Druk toets 1 in en houd deze ingedrukt, de deur beweegt in openingsrichting. • Indien gewenste positie eindpositie “OPEN” bereikt is, laat u toets 1 los. (correctie met toets 2 mogelijk) • Druk één keer toets 3 in, inlezen: De deuraandrijving leest automatisch “Eindpositie OPEN / DICHT” en krachten van de “Bewegingen OPEN /DICHT” in. Deuraandrijvingsverlichting knippert ritmisch. Het inlezen is afgesloten als de deur open is en de deuraandrijvingsverlichting brandt. Controleer de krachtuitschakeling conform hoofdstuk Veiligheidscontrole. Inlezen zonder handzender Op de deuraandrijving: • Trek RJ45-stekker 6 los • Druk toets “Impuls” 1 in en houd deze ingedrukt, de deur beweegt in openingsrichting. • Indien gewenste positie eindpositie “OPEN” bereikt is, laat u toets “Impuls” 1 los. • Steek RJ45-stekker 6 weer erin. (correctie met toets “Impuls” 1 mogelijk) • Druk toets "Programma" 2 in, inlezen: De deuraandrijving leest automatisch “Eindpositie OPEN / DICHT” en krachten van de “Bewegingen OPEN / DICHT” in. Deuraandrijvingsverlichting knippert ritmisch. Het inlezen is afgesloten als de deur open is en de deuraandrijvingsverlichting brandt. Controleer de krachtuitschakeling conform hoofdstuk Veiligheidscontrole. Handzender inlezen / wissen Handzender inlezen: • Druk toets “Programma” B in, LED 3 knippert 1 keer • Druk binnen 20 sec. een nog niet ingelezen toets op de handzender in, LED 3 brandt, het inlezen is afgesloten. (Alle) handzenders wissen • Druk> 5 sec. toets “Programma” B in, LED 3 knippert eerst langzaam, vervolgens snel en gaat dan uit. Alle ingelezen handzenders zijn gewist. Bediening VOORZICHTIG: Achteloosheid tijdens de omgaan met de deuraandrijving kan tot persoonlijk letsel of materiële schade leiden. Neem de fundamentele veiligheidsregels in acht: Houd tijdens het openen en sluiten van de deur de draaibereiken binnen en buiten vrij. Houd kinderen uit de buurt. De deurbewegingen kunnen met de bijgevoegde handzender of optioneel aansluitbare schakelelementen (bijv. wandtoetsen) geactiveerd of gestopt worden. Externe extra inrichtingen (bijv. noodstop) kunnen aangesloten worden. De deur moet aangesloten zijn voor de operator opgestart kan worden. Indien niet, zullen er onjuiste krachtwaarden in het elektronische systeem geprogrammeerd worden. Dit kan voor een slechte werking zorgen. Instellingen / Extra functies Waarschuwingstijd Met een geactiveerde waarschuwingstijd brandt bij elke aansturing van de deuraandrijving eerst alleen het deuraandrijvingslampje. 3 seconden later wordt het draaien van de motor gestart (fabrieksinstellingen 0 seconden). De waarschuwingsfase instellen: • Druk een keer op de “Programma” toets (2). De rode LED (3) flikkert een keer. • Druk twee keer op de “Impuls” toets. De rode LED (3) zal drie keer flikkeren. • Druk een keer op de “Programma” toets (2). De waarschuwingsfase is nu geprogrammeerd. Automatisch sluitmechanisme Het automatische sluitmechanisme sluit automatisch na een vrij instelbare tijd de zich in de openingsstand bevindende deur. (Niet in combinatie met functie gedeeltelijke opening) Het gebruik met een automatisch sluitmechanisme is alleen in combinatie met een extra veiligheidsvoorziening (fotocel/optosensor/veiligheidslijst) toegestaan. Ultra 45

Het draagvermogen en de geschiktheid van de<br />

steunconstructie van het gebouw waarin de deuraandrijving<br />

moet worden ingebouwd, moet door deskundig personeel<br />

worden gecontroleerd en bevestigd.<br />

De deuraandrijving moet aan alle bevestigingspunten zeker<br />

en volledig bevestigd worden. De bevestigingsmaterialen<br />

dienen conform de steunconstructie zo gekozen te worden<br />

dat elk van de bevestigingspunten minimaal tegen een<br />

trekkracht van 800 N bestand is.<br />

Als niet aan deze eisen wordt voldaan, bestaat het<br />

gevaar van persoonlijk letsel en materiële schade<br />

door een naar beneden vallende aandrijving of een<br />

ongecontroleerd bewegende deur.<br />

Bij het boren van de bevestigingsgaten mogen noch de<br />

dragende delen van het gebouw noch elektrische leidingen,<br />

waterleidingen of andere leidingen beschadigd worden.<br />

Beveilig, na het omhoogtillen van de deuraandrijving tot aan<br />

het plafond van het gebouw, de aandrijving tot aan de<br />

volledige bevestiging met geschikte middelen tegen naar<br />

beneden vallen. Zie afbeelding op pagina 119)<br />

Houd u aan de betreffende arbo-voorschriften; houd kinderen<br />

tijdens het inbouwen uit de buurt.<br />

Veiligheidsvoorzieningen van de<br />

deuraandrijving<br />

De deuraandrijving beschikt over de volgende<br />

veiligheidsvoorzieningen. Deze mogen niet<br />

verwijderd worden en hun werking mag niet belemmerd<br />

worden.<br />

• Noodontkoppeling<br />

• Automatische krachtuitschakeling in de functies “OPEN”<br />

en “DICHT”<br />

• Noodstopaansluiting: Aansluiting bijv. van een schakelaar<br />

(optioneel) op een in de deur ingebouwd klinket.<br />

• Aansluiting voor veiligheidslijst, fotocel of optosensor<br />

Veiligheidscontrole<br />

Krachtuitschakeling controleren<br />

De automatische krachtuitschakeling is een inklem- en<br />

veiligheidsinrichting, die letsel door een bewegende deur<br />

moet voorkomen.<br />

Ter controle de deur van buiten met beide handen op heuphoogte<br />

stoppen.<br />

Sluiten:<br />

De deur moet automatisch stoppen en even teruglopen als hij<br />

op weerstand stoot.<br />

Openen:<br />

De deur moet automatisch stoppen als hij op weerstand stoot.<br />

Na het uitschakelen van de kracht knippert het<br />

deuraandrijvingslampje tot de volgende impuls of het<br />

volgende radiografische commando.<br />

Display en bedieningselementen<br />

Besturing<br />

1 Toets „Impuls“<br />

2 Toets „Programma“<br />

Weergave-element<br />

3 LED, rood<br />

4 LED netmodus gereed, groen<br />

Aansluitingen<br />

Belangrijk: Controleer of de deur goed werkt en of hij<br />

soepel loopt en stel hem evt. in. De veerspanning van<br />

de deur moet zo ingesteld zijn, dat hij uitgebalanceerd is en<br />

met de hand makkelijk en gelijkmatig en zonder stoten kan<br />

worden geopend en gesloten.<br />

• Gestandaardiseerde en geschikte geaarde<br />

wandcontactdoos ca. 10 – 50 cm naast de<br />

bevestigingspositie van de kop van de aandrijving.<br />

(beveiliging zie technische gegevens)<br />

• Deuraandrijving alleen in droge garages inbouwen.<br />

Montageset voor aansluiting van de deur op het te monteren<br />

deurtype gereedhouden of overeenkomstig de handleiding<br />

monteren.<br />

Zie opmerkingen over de montage vanaf pagina 116.<br />

Montagestap D, pagina 117:<br />

• 1. Spanmoer van de tandriem aandraaien tot tandriem niet<br />

meer in de geleiderail ligt (stemt overeen met maat X).<br />

• 2. Tandriemspanning met behulp van de spanmoer<br />

overeenkomstig de lengte van de deuraandrijving (maat B)<br />

verhogen.<br />

44 Ultra<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

Noodstop<br />

Veiligheidslijst / Fotocel / Optosensor<br />

impuls<br />

Antenne: A = Antenne, E = Aarding<br />

Handzender: Zie hoofdstuk deuraandrijving inlezen<br />

Montagevoorbereiding<br />

Montage

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!