14.11.2012 Views

English - eV3

English - eV3

English - eV3

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

T H E E N D O V A S C U L A R C O M P A N Y<br />

Protégé EverFlex<br />

zelfexpanderend biliaire-stentsysteem<br />

Aanwijzingen voor gebruik<br />

BESCHrIJVINg VAN HEt INStrUMENt<br />

Het Protégé EverFlex zelfexpanderende biliaire-stentsysteem<br />

is een zelfexpanderend nitinol-stentsysteem ontworpen<br />

voor pijnbestrijding bij maligne neoplasmen in de galvaten.<br />

De zelfexpanderende stent is gemaakt van een nikkeltitaniumlegering<br />

(nitinol) en is bij aflevering voorgemonteerd op<br />

een overdraads plaatsingssysteem van 6F of 0,035 in. De stent<br />

is in een open rasterontwerp uit een nitinolbuisje gesneden en<br />

is op het proximale en distale uiteinde voorzien van radiopake<br />

markeringen van tantalum. Na expansie bereikt de stent zijn<br />

vooraf vastgestelde diameter en oefent dan een constante, lichte<br />

buitenwaartse kracht uit om doorgankelijkheid van de galwegen te<br />

bewerkstelligen.<br />

Het plaatsingssysteem (zie afbeelding 1) bestaat uit een<br />

binnenschacht (1) en een buitencanule (2), die met een<br />

veiligheidsvergrendeling (3) zijn vergrendeld. De nylon<br />

binnenschacht loopt distaal uit in een flexibele kathetertip (4) en<br />

begint bij het proximale uiteinde van de connector (5). Er bevinden<br />

zich twee radiopake markeringen op de binnenschacht, één distaal<br />

(6) en één markering/houder proximaal (7) van de samengedrukte<br />

stent.<br />

De buitencanule sluit proximaal aan op de Y-adapter (8). De<br />

zelfexpanderende stent is samengedrukt in de ruimte tussen de<br />

binnenschacht en de buitencanule. Deze ruimte wordt voorafgaand<br />

aan de ingreep via het kraantje (9) doorgespoeld. De buitencanule<br />

heeft een radiopake markering aan het distale uiteinde (10).<br />

De positiebepaling van de stent in de doelvernauwing vindt vóór<br />

expansie plaats met behulp van de twee radiopake markeringen op<br />

de binnenschacht en de radiopake markeringen op de stent. Voor<br />

ontplooiing van de stent wordt de veiligheidsvergrendeling linksom<br />

gedraaid zodat de buitencanule ontgrendeld wordt.<br />

De buitencanule wordt teruggetrokken door de distale greep (11)<br />

naar de proximale greep (12) te trekken. De complete ontplooiing<br />

van de stent is bereikt als de radiopake markering op de<br />

buitencanule de proximale radiopake markering op binnenschacht<br />

passeert.<br />

BEDoELD gEBrUIK<br />

De stent is bedoeld als pijnbestrijdende behandeling van maligne<br />

neoplasmen in de galvaten.<br />

CoNtrA-INDICAtIES<br />

Geen bekend.<br />

WAArSCHUWINgEN<br />

• De veiligheid en doeltreffendheid bij gebruik van dit hulpmiddel<br />

in het vaatstelsel zijn niet vastgesteld.<br />

• Het instrument wordt STERIEL geleverd, is uitsluitend bedoeld<br />

voor eenmalig gebruik en dient te worden gebruikt voor het<br />

verstrijken van de uiterste gebruiksdatum op de verpakking.<br />

Niet opnieuw steriliseren.<br />

• Als u op enig moment tijdens de inbrengprocedure weerstand<br />

ondervindt, dient u het opvoeren niet te forceren. Weerstand<br />

kan schade aan de stent of het lumen veroorzaken. Trek het<br />

stentsysteem voorzichtig terug zonder de stent te ontplooien.<br />

• Als u weerstand voelt wanneer u begint met het terugtrekken<br />

van de distale greep, mag u de ontplooiing niet forceren.<br />

Trek het stentsysteem voorzichtig terug zonder de stent te<br />

ontplooien.<br />

• Als u tijdens het terugtrekken van het plaatsingssysteem<br />

weerstand ondervindt, dan voert u de buitencanule op tot de<br />

markering op de buitencanule de kathetertip raakt en dan trekt<br />

u het systeem als één geheel terug.<br />

VoorZorgSMAAtrEgELEN<br />

• Inspecteer de steriele verpakking en het hulpmiddel<br />

vóór gebruik zorgvuldig, om zeker te zijn dat er geen<br />

transportschade aanwezig is.<br />

• Zorg tijdens het spoelen van het plaatsingssysteem dat de druk<br />

niet hoger wordt dan 20 ATM / 300 psi.<br />

• Gebruik het instrument niet als de stent al gedeeltelijk is<br />

ontplooid.<br />

• Ondersteuning door een canule is noodzakelijk voor een<br />

zo gering mogelijke verlenging of inkorting tijdens de<br />

stentontplooiing.<br />

• Gebruik ter bescherming van de galwegen en de punctieplaats<br />

altijd een canule bij de implantatieprocedure.<br />

• De stent is niet ontworpen voor opnieuw positioneren of<br />

terughalen van de stent nadat de stent tegen de wand van de<br />

galweg is geplaatst.<br />

Nederlands<br />

• Als de proximale greep niet in een vaste positie wordt<br />

gehouden, kan gedeeltelijke ontplooiing, verkorting, verlenging<br />

of een verhoogde ontplooiingskracht het gevolg zijn.<br />

• De stent mag niet langer worden uitgerekt dan de nominale<br />

lengte.<br />

• Het effect van overlappende stents is niet geëvalueerd.<br />

• Wees voorzichtig als u een ander instrument opvoert door een<br />

ontplooide stent.<br />

• De stent mag niet verder geëxpandeerd worden dan de<br />

nominale diameter.<br />

MogELIJKE CoMPLICAtIES<br />

Potentiële gevaren en bijwerkingen omvatten, maar zijn niet<br />

beperkt tot:<br />

• Infectie secundair aan verontreiniging van de stent kan leiden<br />

tot cholangitis, hemobilie, peritonitis of abces.<br />

• De stent kan vanuit de plaats van implantatie omlaag migreren<br />

door de galwegen.<br />

• Als de galbuis te sterk wordt uitgerekt, kan deze scheuren.<br />

• Personen met allergische reacties op nikkel-titanium (nitinol)<br />

kunnen door dit implantaat een allergische reactie ondervinden.<br />

• Breuk van het hulpmiddel.<br />

• De stent kan niet ontplooid worden.<br />

• Gedeeltelijke ontplooiing van de stent.<br />

• Stentcollaps of -breuk.<br />

• Verkeerde plaatsing van de stent.<br />

• Chirurgische ingreep.<br />

ProCEDUrE<br />

Preparatieprocedures<br />

Benodigde artikelen:<br />

• 5-10 ml injectiespuit gevuld met zoutoplossing<br />

• 0,035 in. voerdraad<br />

• Canule<br />

1. Injecteer het contrastmiddel<br />

Voer een percutaan cholangiogram uit volgens de<br />

standaardtechniek.<br />

2. Beoordeel en markeer de vernauwing<br />

Beoordeel en markeer de vernauwing via fluoroscopie; let<br />

daarbij op het meest distale punt van de vernauwing.<br />

3. Selectie van de stentmaat<br />

Meet de diameter van de referentiegalbuis (proximaal en<br />

distaal van de vernauwing). Raadpleeg de tabel hieronder voor<br />

de maatbepaling van de stentdiameter. Meet de lengte van de<br />

doelvernauwing. Kies een stentlengte die proximaal en distaal<br />

van de tumor zal uitsteken als bescherming tegen belemmering<br />

door verdere groei van de tumor.<br />

Stentdiameter (mm) Diametergang (mm)<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

3,5 - 4,5<br />

4,5 - 5,5<br />

5,5 - 6,5<br />

6,5 - 7,5<br />

4. Preparatie van het stentplaatsingssysteem<br />

a. Open de buitenverpakking zodat u de zak met de stent en<br />

plaatsingskatheter ziet.<br />

b. Na zorgvuldige inspectie van de zak, waarbij u kijkt of de<br />

steriele afdichting niet is beschadigd, pelt u voorzichtig de<br />

zak open en haalt u de doos met inhoud eruit.<br />

c. Plaats de doos op een vlakke ondergrond. Trek<br />

voorzichtig het deksel van de doos en haal de stent/het<br />

plaatsingssysteem eruit. Als u vermoedt dat de steriliteit<br />

in gevaar is gebracht of dat het instrument is beschadigd,<br />

gebruik het instrument dan niet.<br />

CAVE: Inspecteer de steriele verpakking en het instrument<br />

vóór gebruik zorgvuldig, om te controleren of er<br />

transportschade aanwezig is.<br />

d. Controleer of het hulpmiddel is vergrendeld door de<br />

veiligheidsknop rechtsom te draaien.<br />

CAVE: 20 AtM / 300 psi. tijdens doorspoelen niet<br />

overschrijden.<br />

e. Sluit een injectiespuit van 5-10 ml met zoutoplossing aan<br />

op de afsluitkraan op het verdeelstuk. Open het kraantje<br />

en spuit de fysiologische zoutoplossing met kracht in de<br />

ringvormige ruimte tussen de schachten totdat er vocht uit<br />

de buitencanule komt.<br />

f. Sluit een injectiespuit van 5-10 ml met zoutoplossing aan<br />

op de proximale luerlock-injectieaansluiting. Spuit de<br />

fysiologische zoutoplossing door het voerdraadlumen tot er<br />

vocht uit de kathetertip komt.<br />

g. Onderzoek het distale uiteinde van de katheter om er<br />

zeker van te zijn dat de stent binnen de buitenhuls is<br />

samengedrukt. Gebruik het instrument niet als de stent<br />

al gedeeltelijk is ontplooid. Als zich een opening bevindt<br />

tussen de kathetertip en de buitencanule, opent u de

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!