Type: DML 504... DML 554... DM 504... DM 554...

NL GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN Om de maaihoogte af te stellen, drukt men op de toets (1) en heft men het
chassis op of drukt men erop met de handgreep (2), tot aan de gewenste
Voor de motor en de batterij (indien aanwezig) wordt verwezen naar positie, die aangegeven is met een numerieke schaal (3).
de relatieve handleidingen.
2.5
• Enkel voor de modellen DML: Keuzehendel van de uitlaat
OPMERKING - De overeenkomst tussen de verwijzingen in de tekst en de Deze hendel (1) heeft twee standen:
bijbehorende afbeeldingen (op de pag. 2 – 3 – 4 – 5) is het nummer dat «A» = voor de achterste uitlaat zonder opvang of met opvang van het
voor iedere paragraaf staat.
gemaaide gras in de zak;
«B» = voor de functie “mulching” ofwel (indien voorzien) voor de zijde-
1. VERVOLLEDIG DE MONTAGE
lingse aflaat zonder opvang.
Om van een positie naar de andere over te gaan, heft men de hendel (1)
OPMERKING - De machine kan mogelijk geleverd worden met som- lichtjes op en verplaatst men de hendel naar de gewenste positie zodat
mige onderdelen reeds gemonteerd.
deze geblokkeerd blijft bij het uitschakelen (2).
LET OP – De machine moet op een vlakke en solide ondergrond uit- OPMERKING - Indien de overgang van de ene naar de andere positie
gepakt en gemonteerd worden, met voldoende bewegingsruimte voor moeilijk blijkt, kan dit te wijten zijn aan resten gras die in de geleiders
de machine en de verpakking, en steeds met gebruik van geschikte geblokkeerd zijn en moet men dus het chassis volledig, ook binnenin rei-
werktuigen.
De verpakking moet volgens de plaatselijke geldende bepalingen
nigen (☛ 4.4).
worden afgevoerd.
1.1a Type “I”:
Herplaats de steel (1) op de werkpositie en bevestig hem aan de zijdelingse
steunen van het chassis, met behulp van de meegeleverde bouten (2)
zoals aangegeven in de afbeelding.
3. HET GRAS MAAIEN
OPMERKING - Met deze machine kan men het gras op verschillende wijzen
maaien; vooraleer het werk aan te vangen, raadt men aan de machine
af te stellen al naargelang de wijze waarop men het gras wil maaien.
De hoogte van de handgreep (1) is verstelbaar in drie verschillende standen,
die verkregen worden door de pinnen (3) in een van de drie paar ope- • Enkel voor de modellen DML:
ningen in de steunen te voeren.
Draai de knopjes (2) na de afstelling volledig vast.
Breng het starttouw (4) aan de geleidespiraal (5).
Draai de moer (6) vast om de spiraal (5) te bevestigen.
1.1b Type “II”:
Herplaats de steel (1) op de werkpositie en bevestig hem aan de zijdelingse
steunen van het chassis, met behulp van de meegeleverde bouten (2)
zoals aangegeven in de afbeelding.
3.1a Voorbereiding voor het maaien en opvangen van het gras in
de zak:
– Breng de hendel voor keuzen van de uitlaat 1) in stand «A».
– Bij de modellen met mogelijkheid tot zijdelingse uitlaat: verzeker u ervan
dat het zijdelingse luikje (2) omlaag is en geblokkeerd door de veiligheidshendel
(3).
– Plaats de achterste steenbeschermkap (4) omhoog en bevestig de zak
(5) correct zoals aangegeven op de afbeelding.
De hoogte van de handgreep (1) is verstelbaar in drie verschillende standen,
die verkregen worden door de pinnen (3) in een van de drie paar openingen
in de steunen te voeren.
De ringen (4) van de handgrepen (5) moeten op dusdanige manier vastgeschroefd
worden dat de handgreep (1) stabiel bevestigd is, zonder dat
een te groot kracht gebruikt moet worden om ze te blokkeren of vrij te
geven.
3.1b Voorbereiding voor het maaien en uitlaat van het gras achteraan:
– Breng de hendel voor keuzen van de uitlaat 1) in stand «A».
– Bij de modellen met mogelijkheid tot zijdelingse uitlaat: verzeker u ervan
dat het zijdelingse luikje (2) omlaag is en geblokkeerd door de veiligheidshendel
(3).
Draai de handgrepen (5) na de afstelling volledig vast.
Breng het starttouw (6) aan de geleidespiraal (7).
Draai de moer (8) vast om de spiraal (7) te bevestigen.
1.2 Steek het frame (1) in de zak (2) en haak alle plastieken profielen
vast (3), met behulp van een schroevendraaier, zoals aangegeven in de
afbeelding.
3.1c Voorbereiding voor het maaien en fijnmalen van het gras
(functie “mulching”):
– Breng de hendel voor keuze van de uitlaat (1) in stand «B».
– Bij de modellen met mogelijkheid tot zijdelingse uitlaat: verzeker u ervan
dat het zijdelingse luikje (2) omlaag is en geblokkeerd door de veiligheidshendel
(3).
1.3 Bij de modellen met elektrische start, verbindt men de kabel van
de batterij (1) aan de connector van de algemene bekabeling (2) van de
grasmaaier.
3.1d Voorbereiding voor het maaien en zijdelingse uitlaat van het
gras (indien voorzien):
– Breng de hendel voor keuze van de uitlaat (1) in stand «B».
– Duw zachtjes op de veiligheidshendel (3) en hef het zijdelingse luikje (2)
2. BESCHRIJVING VAN DE COMMANDO’S
op.
– Plaats de uitlaatdeflector (6) zoals aangegeven op de afbeelding.
– Hersluit het zijdelingse luikje (2) zodat de deflector (6) geblokkeerd is.
OPMERKING - De betekenis van de symbolen op de knoppen wordt
verklaard op pagina 6 en op de volgende pagina’s.
•• Enkel voor de modellen DM:
2.1 Versnellingsbediening
De gashendel wordt door middel van de hendel (1) bediend. De standen
van de hendel blijken uit het betreffend plaatje.
2.2 Hendels voor de toestemming en het inschakelen van het
mes
Het mes moet met draaiende motor ingeschakeld worden.
Voor het inschakelen van het mes:
– trek de toestemmingshendel (1) tegen de handgreep;
3.1e Voorbereiding voor het maaien en opvangen van het gras in
de zak:
– Plaats de achterste steenbeschermkap (4) omhoog en bevestig de zak
(5) correct zoals aangegeven op de afbeelding.
3.1f Voorbereiding voor het maaien en uitlaat van het gras achteraan:
– Plaats de achterste steenbeschermkap (4) omhoog en verwijder de zak
(5).
– druk de bedieningshendel (2) resoluut helemaal aan en wacht tot hij
weer terug in de ruststand staat. De beweging moet snel en resoluut
uitgevoerd worden om het slippen en beschadigen van de koppeling
te vermijden.
Als u de toestemmingshendel loslaat (1) stopt het mes, terwijl de motor
blijft draaien.
Om het mes weer in te schakelen, moet u bovenvermelde procedure herhalen.
2.3 Bedieningshendel aandrijving
Voor de modellen met aandrijving, wordt de grasmaaier gestart met de
bedieningshendel (1) tegen de handgreep geduwd.
De grasmaaier stopt met rijden als de hendel losgelaten wordt.
2.4 Afstelling maaihoogte
U MAG DIT ENKEL DOEN ALS DE MOTOR UITGESCHAKELD IS.
3.1g Voorbereiding voor het maaien en fijnmalen van het gras
(functie “mulching”):
– Til de achterste steenbeschermkap (4) op en voer de deflectordop (11)
in de uitlaatopening; duw hem aan tot u de vertanding (12) hoort vastklikken.
Om de deflectordop (11) te verwijderen, verstelt u de hendel (13) onder de
handgreep, zodat de vertanding (12) losgehaakt wordt en de deflector uit
de uitlaatopening gehaald kan worden.
3.2 Motor starten
De motor moet met uitgeschakeld mes gestart worden.
Om de motor te starten, de gashendel (1) in de stand zetten die in de handleiding
van de motor aangegeven is, geef dan een stevige ruk aan de knop
van de startkabel (2).
Bij de modellen met elektrische start, trekt men de remhendel van het mes
31