20.07.2013 Views

STIGA TITAN

STIGA TITAN

STIGA TITAN

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

2. Vul diesel bij tot aan de onderkant van de vulpijp.<br />

Als u brandstof bijvult tot die in de vulopening<br />

blijft staan, zal diesel gaan lekken omdat die<br />

bij verhitting uitzet.<br />

3. Sluit de tankdop.<br />

5.3 Motorolie controleren<br />

Controleer voor elk gebruik of het oliepeil correct<br />

is. De machine moet op een vlakke ondergrond<br />

staan.<br />

Ga als volgt te werk:<br />

1. Veeg de ruimte rond de oliepeilstok (10:K)<br />

schoon en trek de peilstok omhoog.<br />

2. Maak de oliepeilstok schoon.<br />

3. Steek de peilstok helemaal naar binnen en trek<br />

hem weer omhoog.<br />

4. Lees het oliepeil af. Het oliepeil moet tot de<br />

markering (10:L) op de peilstok staan.<br />

Indien nodig de olievuldop verwijderen en olie bijvullen<br />

tot de markering.<br />

Gebruik olie met de graad CF of hoger, conform<br />

API en volgens de onderstaande temperatuurgrafiek.<br />

Gebruik nooit olie met toevoegingen.<br />

Het oliepeil mag nooit boven de markering (10:L)<br />

staan. In dat geval kan de motor oververhit raken.<br />

Als het oliepeil de boven de markering staat, moet<br />

u de olie tot het juiste niveau aftappen.<br />

Als het peil in orde is, plaatst u de olievuldop terug<br />

en draait u deze vast.<br />

5.4 Peil van koelvloeistof controleren<br />

Zonder koelvloeistof werkt het temperatuurlampje<br />

niet. Dan werkt de motor<br />

ook niet.<br />

Controleer voor elk gebruik of er voldoende<br />

koelvloeistof aanwezig is.<br />

Ga als volgt te werk:<br />

1. Bij deze controle moet de motor afgekoeld zijn.<br />

2. Verwijder de rechtermotorkap.<br />

3. Draai de radiatordop los (13:C) en controleer of<br />

de koelvloeistof tot de vulopening staat.<br />

4. Draai de radiatordop weer vast.<br />

NEDERLANDS NL<br />

5. Controleer of het peil van de koelvloeistof bij<br />

de onderste markering (12:L) in het expansievat<br />

staat.<br />

Vul indien nodig koelvloeistof bij. Zie hieronder.<br />

5.4.1 Koelvloeistof bijvullen.<br />

De koelvloeistof moet aan de volgende eisen<br />

voldoen:<br />

Gebruik altijd een mengsel van koelvloeistof en<br />

water. Gebruik nooit alleen water.<br />

Meng het water en de koelvloeistof zoals de<br />

leverancier van de koelvloeistof voorschrijft.<br />

Gebruik nooit verschillende soorten koelvloeistof.<br />

Gebruik zacht (zonder calcium), gedistilleerd of<br />

gedemineraliseerd water.<br />

Bij het vullen moet de motor afgekoeld zijn.<br />

Als u de radiatordop verwijdert terwijl<br />

de motor nog heet is, kunt u ernstige<br />

brandwonden oplopen omdat heet water<br />

uit de radiator kan spuiten.<br />

Doe het bijvullen als volgt:<br />

1. Verwijder de motorkap aan de voorzijde.<br />

2. Controleer of alle pakkingen in het koelsysteem<br />

zijn bevestigd en goed zijn gesloten.<br />

. Controleer of alle kraantjes in het koelsysteem<br />

zijn afgesloten en geborgd.<br />

4. Controleer of alle slangen van het koelsysteem<br />

in orde zijn en goed zijn geborgd.<br />

5. Draai de radiatordop los (13:C).<br />

6. Vul de radiator langzaam bij met koelvloeistof.<br />

Zorg dat er tijdens het bijvullen geen luchtbellen<br />

ontstaan. Vul koelvloeistof bij tot die in de<br />

vulopening staat.<br />

7. Draai de radiatordop weer vast.<br />

8. Open de dop van het expansievat (12:K) en vul<br />

bij tot het peil bij de onderste markering staat,<br />

want dat is het correcte peil bij een koude motor.<br />

9. Sluit de dop van het expansievat.<br />

10.Laat de motor op bedrijfstemperatuur komen en<br />

controleer het peil in het expansievat. Het peil<br />

moet nu bij de bovenste markering (12:T) staan,<br />

want dat is het correcte peil bij een opgewarmde<br />

motor.<br />

11.Staat het peil lager dan de bovenste markering,<br />

laat dan de motor afkoelen en vul koelvloeistof<br />

bij.<br />

5.5 Luchtfilterlampje<br />

Controleer of het filterlampje (21, 22:I) gedoofd is.<br />

Zie ook “3.5.7”.<br />

Vervang het luchtfilter. Zie “6.13”.<br />

109

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!