KM 100/100 RP KM 100/100 R LPG - Kärcher Services GmbH
KM 100/100 RP KM 100/100 R LPG - Kärcher Services GmbH
KM 100/100 RP KM 100/100 R LPG - Kärcher Services GmbH
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Inbedrijfstelling/gebruik<br />
– Het gas mag steeds maar uit één fles<br />
tegelijk worden getapt. Wordt het gas<br />
uit meerdere flessen tegelijk gehaald,<br />
kan het gebeuren dat het vloeibare gas<br />
uit een fles in een andere loopt. Daardoor<br />
zou de overvulde fles na het sluiten<br />
van het ventiel (zie B. 1 van deze<br />
richtlijnen) blootstaan aan een ontoelaatbare<br />
drukstijging.<br />
– Bij het inbouwen van de volle fles bevindt<br />
zich de markering voor de juiste<br />
positie van de fles "boven" (aansluitschroefdraad<br />
wijst loodrecht naar boven).<br />
Het wisselen van gasfles dient zorgvuldig<br />
te geschieden. Bij het in- en uitbouwen<br />
moet de gasuitgangsnippel van het flesventiel<br />
door een met een sleutel vast aangedraaide<br />
afsluitmoer zijn afgedicht.<br />
– Ondichte gasflessen mogen niet meer<br />
worden gebruikt. Ze dienen met inachtneming<br />
van alle voorzorgsmaatregelen<br />
direct in de open lucht door afblazen te<br />
worden leeggemaakt en dan als ondicht<br />
te worden gekenmerkt. Bij het afleveren<br />
of ophalen van beschadigde<br />
flessen dient de uitlener of diens representant<br />
(tankbediende bijv.) direct<br />
schriftelijk van de bewuste schade op<br />
de hoogte te worden gebracht.<br />
– Voordat de gasfles wordt aangesloten,<br />
dient de aansluitnippel op deugdelijkheid<br />
gecontroleerd te worden.<br />
– Na het aansluiten van de fles moet<br />
deze met schuimvormende middelen<br />
op dichtheid gecontroleerd worden.<br />
– De ventielen dienen langzaam te worden<br />
geopend. Het openen en sluiten<br />
mag niet met behulp van slaggereedschap<br />
plaatsvinden.<br />
– Bij een brand met vloeibaar gas uitsluitend<br />
met droog koolzuur of met koolzuurgas<br />
blussen.<br />
– De gehele vloeibaar-gas-installatie<br />
dient voortdurend op bedrijfsveiligheid<br />
en in het bijzonder op dichtheid gecontroleerd<br />
te worden. Het gebruik van het<br />
voertuig met een ondichte gasinstallatie<br />
is verboden.<br />
– Voor het losmaken van de buis- c.q.<br />
slangverbinding dient het flesventiel te<br />
worden gesloten. De aansluitmoer aan<br />
de fles komt langzaam en eerst maar<br />
weinig los, omdat anders het gas dat<br />
zich nog in de leiding bevindt en onder<br />
druk staat spontaan zou uittreden.<br />
– Als het gas uit een grote container<br />
wordt getankt, dan dienen de eenduidige<br />
voorschriften bij de betreffende<br />
groothandel in vloeibaar gas te worden<br />
opgevraagd.<br />
Gevaar<br />
Verwondingsgevaar!<br />
– Vloeibaar gas in vloeibare vorm geeft<br />
wonden door bevriezing op de blote<br />
huid.<br />
60 NL<br />
– Na de demontage moet de sluitmoer<br />
vast op de aansluit-schroefdraad van<br />
de fles worden geschroefd.<br />
– Om de dichtheid te controleren dienen<br />
zeepwater, Nekal-oplossing of een ander<br />
schuimend middel te worden gebruikt.<br />
Het aflichten van de vloeibaargasinstallatie<br />
met een open vlam is verboden.<br />
– Bij het wisselen van losse installatie-onderdelen<br />
dienen de inbouw-voorschriften<br />
van de fabrikant in acht te worden<br />
genomen. Daarbij dienen fles- en<br />
hoofdafsluitventielen te worden gesloten.<br />
– Er dient voortdurend toezicht te worden<br />
gehouden op de toestand van de elektrische<br />
installatie van de vloeibaar-gasvoertuigen.<br />
Vonken kunnen bij<br />
lekkages van de gasvoerende installatie-onderdelen<br />
explosies veroorzaken.<br />
– Wanneer een vloeibaar-gasvoertuig<br />
langere tijd heeft stilgestaan, dient de<br />
garage voor de inbedrijfstelling van het<br />
voertuig of van de bijbehorende elektrische<br />
installatie grondig geventileerd te<br />
worden.<br />
– Ongevallen in verband met gasflessen<br />
of met de vloeibaargas-installatie dienen<br />
direct aan de Berufsgenossenschaft<br />
(arbo-dienst) of het bevoegde<br />
Gewerbeaufsichtsamt (branche-inspectie)<br />
te worden gemeld. Beschadigde<br />
onderdelen dienen tot aan het einde<br />
van het onderzoek te worden bewaard.<br />
In de garages en opslagruimtes en de reparatie-werkplaatsen<br />
– De opslag van drijfgas- c.q. vloeibaargasflessen<br />
dient volgens de Vorschriften<br />
TRF 1996 (Technische regels<br />
vloeibaargas, zie DA bij de BGV D34,<br />
Bijlage 4) te worden uitgevoerd.<br />
– Gasflessen dienen staand te worden<br />
bewaard. Open vuur en roken zijn bij de<br />
opslag van containers en tijdens de reparatie<br />
niet toegestaan. In de open<br />
lucht opgeslagen flessen dienen tegen<br />
onbevoegde toegang te zijn beveiligd.<br />
Lege flessen dienen te allen tijde zijn<br />
dichtgedraaid.<br />
– De fles- en hoofdafsluitventielen dienen<br />
direct na het in de garage zetten van<br />
het motorrijtuig te worden dichtgedraaid.<br />
– Voor de ligging en uitvoering van de garages<br />
voor vloeibaargas-voertuigen<br />
gelden de bepalingen van de Reichsgaragenordnung<br />
(rijksgarageverordening)<br />
en de betreffende Landes-Bauordnung<br />
(provinciale bouwverordening).<br />
– De gasflessen dienen in speciale, van<br />
de garages gescheiden ruimtes te worden<br />
opgeslagen (zie DA bij de BGV<br />
D34, bijlage 2).<br />
– De in de ruimtes gebruikte elektrische<br />
looplampen dienen van een gesloten,<br />
afgedichte overstolp en van een sterke<br />
veiligheidskooi te zijn voorzien.<br />
- 2<br />
– Bij werkzaamheden reparatiewerkplaatsen<br />
dienen de fles- en hoofdafsluitventielen<br />
te worden gesloten en de<br />
drijfgasflessen tegen overmatige warmte<br />
te worden afgeschermd.<br />
– Voor werkpauzes en voor beëindiging<br />
van de werkzaamheden dient een verantwoordelijke<br />
te controleren of alle<br />
ventielen, en vooral flesventielen, zijn<br />
gesloten. Werkzaamheden met vuur, in<br />
het bijzonder las- en snijwerkzaamheden,<br />
mogen niet in de buurt van drijfgasflessen<br />
worden uitgevoerd.<br />
Drijfgasflessen mogen niet in de werkplaatsen<br />
worden opgeslagen, ook niet<br />
wanneer ze leeg zijn.<br />
– De garages, opslagruimtes en werkplaatsen<br />
dienen goed geventileerd te<br />
zijn. Let er hierbij op, dat vloeibare gassen<br />
zwaarder zijn dan lucht. Ze concentreren<br />
zich op de vloer, in werkputten en<br />
andere verlaagde plaatsen in de vloer<br />
en kunnen hier voor explosieve gaslucht-mengsels<br />
zorgen.