avpao-para-commando-154-def

MORTS POUR LA DÉFENSE DE LA LIBERTÉ
ET DES DROITS DE L'HOMME
Christophe DUPONT
Thierry LOTIN
Yannick LEROY
Alain DEBATTY
Marc UYTEBROECK
7 avril 1994 7 april 1994
Christophe RENWA
Louis PLESCIA
Stéphane LHOIR
Bruno BASSINE
Bruno MEAUX
GEVALLEN VOOR DE VERDEDIGING VAN
DE VRIJHEID EN DE MENSENRECHTEN
Revue de Tijdschrift van
Amicale Nationale Para-Commando Vriendenkring
Maart – Mars 2024 – Prijs – Prix : 3,00 € N°154

Para-Commando N° 154
Amicale Nationale
Para - Commando
Inhoud – Sommaire
59ste jaargang – 59e année
Maart – Mars 2024
Le mot du Président en fonction
Het woord van de dienstdoende Voorzitter3
Toespraak Frédéric Linotte, Colonel BEM Comd
SO Regt en Wim Denolf, Colonel (GS)
Director SOCOM - 30/01/2024 stadhuis Brussels..........4
Discours Frédéric Linotte, Colonel BEM Comd
SO Regt et Wim Denolf, Colonel (GS)
Director SOCOM - 30/01/2024 hôtel de ville Bruxelles....5
Nationale Para - Commando
Vriendenkring
A.N.P.C.V.
Il y aura 30 ans le 7 avril 1994
Un drame au pays des mille collines éclatait..................8
30 Jaar geleden op 7 april 1994
Vond een drama plaats in het land der duizend heuvelen ....9
Ere aan de slachtoffers van Detmold en Veckershagen
Hommage aux victimes de Detmold et Veckershagen
26 oktober - 26 Octobre 2023....................................... 11
Hulde aan Koning Boudewijn.......................................12
Hommage au Roi Baudouin .........................................13
They only fly away.......................................................19
Editeur responsable – Verantwoordelijke uitgever :
Michel Leenaers
Siège Social – Sociale Zetel
Club Prince Albert
Rue des Petits Carmes 20
1000 Bruxelles
Compte en banque - Bankrekening:
BE56 7360 31 94 45 88
Secrétaire – Secretaris
092-30.23.84
Trésorier – Penningmeester
02-377.54.28
Rédacteur en chef – Hoofdredacteur :
E. Genot (milo.genot@gmail.com)
Comité de Rédaction – Redactiecomité :
M. Leenaers – W. Mertens – M. Daemen – S. Stienlet
Photos - Foto's :
J. Grauls
Lay-out – Drukkerij / Mise en page –
Imprimerie : Van der Poorten.
Me and my pal - le vendredi 13 septembre a
Woluwe Saint Lambert
Me and my pal op vrijdag 13 september in
Sint-Lambrechts Woluwe....................................................19
Luitenant John Van der Heyden werd in de nacht van 9
op 10 augustus 1944 met zijn « squad » geparachuteerde
ten zuiden van Monschau. Hij is de eerste geallieerde
officier die, in uniform, duitsland binnendringt............20
Le Lieutenant John Van der Heyden, largué avec
son « squad » au sud de Monschau dans la nuit du 9
au 10 août 1944 est le premier officier allié à pénétrer
en allemagne en uniforme.............................................21
Guy Beck ancien Para-Commando et poète
Un homme de chez nous...............................................30
Guy Beck gewezen Para-Commando en dichter
Een man van bij ons.....................................................31
Assemblée Générale de l’ANPCV (AG)
ANPCV Algemene Vergadering (AV)..........................33
Dates a ne pas oublier - Data om niet te vergeten.........33
Les Parachutistes de la 82 ème Airborne
Dans la bataille de Cheneux..........................................34
De Parachutisten van de 82 e Airborne
In de veldslag van Cheneux..........................................35
Un peu d'humour – Even lachen...................................42
Website : www.anpcv.be
La Régionale de Mouscron
Une exposition des Paras pendant le Service Militaire.....43
2
Para-Commando Nr 154

Mot du président en fonction
Woord van de dienstdoende voorzitter
Permettez-moi tout d’abord de renouveler les vœux
que notre past-président vous a déjà adressés
lors de son mot de départ dans le Para-Commando
153. Après son départ inopiné pour raisons personnelles,
je me permets de vous adresser ces
quelques mots.
Je suis entré au conseil d’administration de
l’ANPCV en 2007, recruté par Milo Genot, et
j’avais déjà acté comme président faisant fonction
en 2017 lors du départ de Paul Van Neste, avant
de contacter la plupart des anciens commandants de
régiment qui avaient tous refusé de reprendre la présidence.
C’est alors que je m’étais tourné vers le Général
de Brigade Pascal Laureys, jeune retraité en provenance de
Brunssum sur les conseils de Richard Schepkens. Je tiens tout d’abord
à lui rendre hommage et le remercier pour les cinq années qu’il a
passées auprès de nous. Je peux confirmer qu’il s’est engagé à fond
dans cette tâche et qu’il a participé régulièrement aux activités tant
nationales que celles organisées par les régionales. Pendant sa prési
dence, il fut fort apprécié par tous les membres du Comité Exécutif
National ainsi que par les conseils d’administration des régionales.
Comme le Général e.r. Laureys l’a annoncé dans son éditorial,
2024 sera pour les para-commandos une année de célébration. En
plus de nous revoir pour les 60 ans des opérations Red et Black
Dragon et les 30 ans de la commémoration des 10 commandos tués
à Kigali, je vous informe que se tiendra une autre cérémonie le
15 novembre 2024 au Musée Africain de Tervuren, en présence
de beaucoup d’autorités tant militaires que civiles, dont le général
Aviateur Karel Vervoort, pilote lors de l’opération. Cette activité est
organisée par l’ASBL « Mémoires du Congo » et se tiendra de 10 à
12 hr, suivi d’une moambe au prix de 35 €. Tous les anciens seront
cordialement invités.
En ce qui me concerne, je ne tiens pas personnellement à reprendre
la tête de l’ANPCV ayant déjà d’autres fonctions de direction dans
d’autres organismes civils et/ou reconnus par la Défense. Je continuerai
cependant à assumer ma fonction de président f.f. national au
service de l’ANPCV. C’est la raison pour laquelle je fais appel aux
jeunes officiers retraités (ou moins jeunes) qui viennent de quitter les
para-commandos de se porter candidats pour reprendre la présidence.
Ils peuvent me contacter sans problème au 0497/680195 ou par mail
à mon adresse : leenaersm@hotmail.com
J’espère de tout cœur que le Spirit qui nous caractérise motivera
les hésitants.
Michel Leenaers
Colonel BEM e.r.
Président en fonction ANPCV
United we Conquer !
Never Surrender !
Staat u mij allereerst toe de wensen te hernieuwen
die onze vorige voorzitter al tot U had gericht
in zijn afscheidswoord in Para-Commando 153. Na
zijn onverwacht vertrek om persoonlijke redenen
wil ik graag deze paar woorden tot u richten.
Ik werd in 2007 lid van de raad van bestuur
van de ANPCV, gerekruteerd door Milo Genot,
en ik was al dienstdoende (d.d) voorzitter in 2017
toen Paul Van Neste vertrok. Ik nam contact met
de meeste vorige regimentscommandanten, die
weigerden om het voorzitterschap over te nemen.
Op dat moment wendde ik mij op advies van Richard
Schepkens tot Brigadegeneraal b.d. Pascal Laureys, een
jonge gepensioneerde uit Brunssum. Ik wil eerst hulde aan
hem brengen en hem bedanken voor de vijf jaar die hij bij ons heeft
doorgebracht. Ik kan bevestigen dat hij zich volledig voor deze taak
heeft ingezet en dat hij regelmatig heeft deelgenomen aan zowel
nationale als regionale activiteiten. Tijdens zijn voorzitterschap werd
hij enorm gewaardeerd door alle leden van het Nationaal Uitvoerend
Comité en door de regionale raden van bestuur.
Zoals Generaal b.d. Laureys aankondigde in zijn editoriaal, zal
2024 een celebratie jaar zal zijn voor de paracommando’s. Buiten dat
wij ons zullen weer zien voor de 60e verjaardag van de Operaties Red
en Black Dragon en de 30e verjaardag van de herdenking van de 10
commando’s die in Kigali zijn omgekomen, deel ik U mee dat er op
15 november 2024 nog een ceremonie in het Afrikaans Museum in
Tervuren zal worden gehouden, in aanwezigheid van vele autoriteiten,
zowel militaire als civiele, waaronder Generaal Vlieger Karel Vervoort,
piloot tijdens de operatie. Deze activiteit wordt georganiseerd door
de VZW “Mémoires du Congo” en zal plaatsvinden van 10.00 tot
12.00 uur, gevolgd door een moambe aan de prijs van € 35. Alle leden
ANPCV die in de operaties deel namen zijn van harte uitgenodigd.
Wat mij betreft wil ik niet persoonlijk het hoofd overnemen van de
ANPCV, als ik al andere managementfuncties heb bij andere civiele
organisaties en/of erkend is door Defensie. Ik zal echter mijn rol als
nationaal dienstdoende voorzitter in dienst van de ANPCV blijven
vervullen. Daarom roep ik jonge gepensioneerde officieren (of niet
zo jong) die net de paracommando’s hebben verlaten op om zich
kandidaat te stellen voor het voorzitterschap. Zij kunnen mij zonder
probleem contacteren op het nummer 0497/680195 of per e-mail op
mijn adres: leenaersm@hotmail.com
Ik hoop oprecht dat de Spirit die ons karakteriseert, de aarzelaars
zal motiveren.
United we Conquer !
Never Surrender !
Michel Leenaers
Kolonel SBH b. d.
Dienstdoende voorzitter ANPCV
United We Conquer Never Surrender Who Dares Wins
3

Toespraak Frédéric LINOTTE, Ir Colonel BEM Comd SO Regt
en Wim DENOLF, Colonel (GS) Director SOCOM -
30/01/2024 Stadhuis Brussels
2024: Een jaar van omwenteling
Dames en Heren, 2024 belooft een jaar van grote veranderingen
te worden voor de Belgische Special Forces. Terwijl
België het voorzitterschap van de Europese Unie op zich neemt, wordt
onze grootschalige oefening, Storm Tide, een showcase van onze
nationale evacuatiecapaciteit van Belgische en Europese onderdanen
ingebed in een Europese partnerschap tussen België, Frankrijk,
Groot-Brittannië en Spanje. Dit jaar, met federale verkiezingen en een
wereldwijd politiek landschap dat in 40% van de landen gekenmerkt
wordt door volatiliteit, onzekerheid, complexiteit en ambiguïteit,
benadrukt de cruciale rol van onze Special Forces in het handhaven
van stabiliteit en veiligheid. In de woorden van een andere militaire
grootheid, Generaal Dwight D. Eisenhower: ‘plans are nothing,
planning is everything’. Deze woorden weerspiegelen de noodzaak
van constante aanpassing en voorbereiding, een essentieel aspect van
onze strategische benadering. Wij hebben daarbij heel erg oog voor
de Lessons Learned in de actuele conflicten, die wij implementeren
in onze doctrines.
Dames en Heren, Geachte Gasten in uw rangen, titels en kwaliteiten
en leden van het Belgian Special Operations Command
en Special Operation Regiment,
Bij deze veelbelovende gelegenheid om 2024 in te luiden, willen
Wim en ikzelf onze oprechte dankbaarheid betuigen aan elk van jullie.
Vanavond is niet alleen een viering van het nieuwe jaar, maar ook
een reflectie op de ontembare geest en de niet aflatende toewijding
die onze Belgische Speciale Operatie Strijdkrachten kenmerkt; niet
alleen de Speciale Strijdkrachten en de ParaCommando’s, maar ook
de vele helpers die deze bijzondere SOF geest uitdragen.
© salparadis / Adobe Stock
Meer concreet, in 2024, dragen de Belgische Special Operations
Forces ook bij aan het Nieuwe NATO Force Model en wij maken de
delta tussen wat we zeggen wat we kunnen doen en wat we effectief
doen voor de NATO zo klein mogelijk. Wij willen met verschillende
Taskgroups van verschillende niveaus bijdragen aan wat de NAVO
van ons vraagt. 2024 is daarvoor het opwerkjaar en bovendien plannen
wij de ontplooiing van FSF (Forward Special Operation Forces)
die het terrein, de cultuur en de partners beter moeten leren kennen.
Specifiek ook voor dit jaar vieren we de significante realisatie
van het STOL-project, waarmee we ons eerste vliegtuig met vaste
vleugels, toegewijd aan de Special Operations Forces (SOF), hebben
verworven. Daarnaast hebben we concrete stappen gezet met
het contract voor de Rotary Wing (RW) Light Utility Helicopter en
de succesvolle afronding van de operationele test- en evaluatiefase
voor de A400M, die nu volledig operationeel is. Deze vooruitgang
markeert een grote stap richting de implementatie van het «jointness»-
concept voor Special Operations Forces in België.
In the face of adversity, courage is the key to triumph... Deze diepe
woorden weerspiegelen het ethos van onze troepen, die veerkracht
en moed tonen bij elke ondernomen missie.
Speciale dank aan onze gewaardeerde internationale gasten, die
de eenheid symboliseren die essentieel is voor wereldwijde veiligheid.
Aangezien Speciale Operaties meestal worden uitgevoerd in
een interdepartementale omgeving, willen we ook onze collega’s
van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, het NCCN, de
VSSE (en onze Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst) eren.
Inderdaad, zoals Clemenceau zei: «Oorlog! Het is een te ernstige
zaak om aan militairen toe te vertrouwen.» Tenslotte willen we ook
de burgemeester van Brussel en het stadsbestuur bedanken voor
het ter beschikking stellen van dit prachtige symbolische gebouw
in het hart van Brussel en meer nog deze zaal van Sint-Michael
(de patroonheilige van de parachutisten). Op die manier is onze
doelstelling van een ‘speciale’ lokalisatie bereikt. Onze band met
het hart van Brussel en onze samenwerking met PolBru in de strijd
tegen het terrorisme, samen met onze collega’s van Federale Politie
en CGSU, versterkt nog onze inzet voor de veiligheid van onze
stad en natie.
D.g.à.d. : Colonel BEM F. Linotte, le bourgmestre de Bruxelles
Ph. Close et le Colonel W. Denolf
V.r.n.l. : Kolonel SBH F. Linotte, de burgemeester van Brussel
Ph. Close en Kolonel W. Denolf
4

Discours Frédéric LINOTTE, Ir Colonel BEM Comd SO Regt
et Wim DENOLF, Colonel (GS) Director SOCOM -
30/01/2024 Hôtel de ville Bruxelles
Mesdames et Messieurs, chers invités en raison de vos grades,
titres et qualités, membres du Commandement des opérations
spéciales et du Régiment d’opérations spéciales de Belgique,
En cette occasion propice à l’avènement de 2024, Wim et moimême
exprimons notre sincère gratitude à chacun d’entre vous. Ce
soir n’est pas seulement une célébration de la nouvelle année, mais
une réflexion sur l’esprit indomptable et le dévouement inébranlable
qui définissent nos forces d’opérations spéciales belges ; non
seulement les forces spéciales et les para-commandos, mais aussi
les nombreux facilitateurs qui disposent de cet esprit particulier des
forces d’opérations spéciales.
Face à l’adversité, le courage est la clé du triomphe... Ces mots
profonds font écho à l’éthique de nos forces, qui font preuve de
résilience et de courage dans chaque mission entreprise.
Nous remercions tout particulièrement nos estimés invités internationaux,
qui symbolisent l’unité essentielle à la sécurité mondiale.
Les opérations spéciales étant le plus souvent exécutées dans un
environnement interdépartemental, nous tenons également à saluer
la présence de nos collègues du Service public fédéral des Affaires
étrangères, du NCCN, du VSSE (et de notre Service Général du
Renseignement et de Sécurité). En effet, comme le disait Clemenceau,
«La guerre ! C’est une affaire trop sérieuse pour être confiée aux
militaires». Enfin, nous tenons également à remercier le bourgmestre
de Bruxelles et l’administration communale pour la mise à disposition
de ce magnifique bâtiment symbolique au cœur de Bruxelles et surtout
de cette salle Saint-Michel (qui est le patron des parachutistes).
De cette manière, notre objectif d’avoir une localisation «spéciale»
a été atteint. Notre lien avec le cœur de Bruxelles et notre collaboration
dans la lutte contre le terrorisme avec la Police de Bruxelles,
aux côtés de nos collègues de la Police Fédérale (FedPol) et de la
CGSU, renforcent encore notre engagement en faveur de la sécurité
de notre ville et de notre nation.
2024 : Une année de bouleversements
Mesdames et Messieurs, 2024 s’annonce comme une année
de grands changements pour les Forces Spéciales belges.
Alors que la Belgique assume la présidence de l’Union européenne,
notre exercice à grande échelle, Storm Tide, sera une vitrine de notre
capacité nationale d’évacuation des ressortissants belges et européens
dans le cadre d’un partenariat européen entre la Belgique, la France,
la Grande-Bretagne et l’Espagne. Cette année, avec les élections
fédérales et un paysage politique mondial marqué par la volatilité,
l’incertitude, la complexité et l’ambiguïté dans 40 % des pays, le
rôle crucial de nos forces spéciales dans le maintien de la stabilité
et de la sécurité est mis en évidence. Pour reprendre les mots d’un
autre grand militaire, le général Dwight D. Eisenhower : «les plans
ne sont rien, la planification est tout». Ces mots reflètent la nécessité
d’une adaptation et d’une préparation constantes, un aspect essentiel
de notre approche stratégique. Ce faisant, nous sommes très attentifs
aux enseignements tirés des conflits actuels, que nous mettons en
œuvre dans nos doctrines.
Cette année encore, nous célébrons la réalisation importante du
projet STOL, grâce auquel nous avons acquis notre premier aéronef
à voilure fixe destiné aux forces d’opérations spéciales (SOF). Nous
avons également franchi des étapes concrètes avec le contrat relatif
à l’hélicoptère utilitaire léger (LUH) à voilure tournante et l’achèvement
réussi de la phase d’essai et d’évaluation opérationnels de
l’A400M, qui est désormais pleinement opérationnel. Ces progrès
marquent une étape importante vers la mise en œuvre du concept
d’interarmisation pour les forces d’opérations spéciales en Belgique.
Bilan de 2023
Regardons maintenant le passé proche : l’année 2023. En
2023, notre gouvernement a pu compter sur nous. Malgré un
environnement mondial fortement incertain et volatile, nous étions
toujours prêts et préparés. Chaque crise majeure a fait l’objet d’une
planification minutieuse d’options possibles, parfois, de détachements
précurseurs ou de protection de Very Very Important Persons ont été
envoyés en zones de conflit.. Les ‘Speciales operation Forces’ belges,
nos forces spéciales et nos paracommandos ont ainsi été déployés
l’année passée dans 15 pays différents, sous l’égide de 20 différents
mandats ou missions. Nos troupes sont restées inébranlables, incarnant
les leçons apprises du passé. Pendant ces missions, nous devons
nous assurer d’être prêts au combat et même prêts pour une mission
24 heures sur 24 et 7 jours sur 7 pour un certain nombre de tâches.
Comme le mentionnait le Général George S. Patton : ‘le succès, c’est
rebondir haut lorsque vous touchez le fond’. En 2023, nous avons
démontré que notre capacité à nous adapter et à surmonter les défis
n’est pas seulement un témoignage de notre passé, mais aussi un
phare qui nous guide vers un avenir incertain. Dans ce cadre, Wim
et moi voudraient spécialement remercier les commandants des
composantes, le leadership et personnel de HR et MR et également
notre IF, sans eux, notre transformation serait impossible.
Plus concrètement, en 2024, les forces spéciales de la Belgique
contribuent également au nouveau modèle de force de l’OTAN et
nous minimisons le delta entre ce que nous disons pouvoir faire
et ce que nous faisons effectivement pour l’OTAN. Nous voulons
contribuer, avec différents groupes de travail de différents niveaux,
à ce que l’OTAN nous demande. 2024 est l’année de montée en
puissance pour cela et, en outre, nous planifions le déploiement des
FSF (Forward Special Operation Forces) pour mieux connaître le
terrain, la culture et les partenaires.
5

Toespraak Frédéric LINOTTE en Wim DENOLF
Terugblik op 2023
Laten we eens kijken naar het nabije verleden: het jaar 2023.
In 2023 kon onze regering op ons rekenen. Ondanks een zeer
onzekere en volatiele mondiale omgeving waren we altijd klaar en
voorbereid. Elke grote crisis was het voorwerp van een nauwgezette
planning van de mogelijke opties, en soms werden vooruitgeschoven
of beschermende detachementen van Very Very Important Persons
naar conflictzones gestuurd. De Belgische Special Operations Forces,
onze speciale strijdkrachten en paracommando’s werden vorig jaar
ingezet in 15 verschillende landen, onder 20 verschillende mandaten
of missies. Onze troepen bleven standvastig en belichamen de lessen
uit het verleden. Tijdens deze missies moeten we ervoor zorgen dat
we 24/7 gevechtsklaar en zelfs missieklaar zijn voor een aantal taken.
Zoals generaal George S. Patton zei: ‘Succes is hoog terugveren als
je de bodem hebt bereikt’. In 2023 hebben we laten zien dat ons
vermogen om ons aan te passen en uitdagingen te overwinnen niet
alleen een bewijs is van ons verleden, maar ook een baken dat ons
de weg wijst naar een onzekere toekomst. In deze context willen
Wim en ik in het bijzonder de commandanten van de onderdelen,
de HR- en MR-leiding en het personeel bedanken, en ook onze FI,
zonder wie onze transformatie onmogelijk zou zijn.
Transformatie & visie 2040
Onze transformatie is in volle gang. Voorbeelden van
nieuwe capaciteiten en nieuwe missies en een nieuwe
organisatie voor de bataljons tonen onze flexibiliteit en vastberadenheid
om voorop te blijven lopen. Terwijl we ons ontwikkelen
om de steeds veranderende dreigingen het hoofd te bieden, zetten
we ons in om onze bijdrage aan vrede en veiligheid voortdurend
te vernieuwen.
In de woorden van Sun-Tzu: “In het midden van chaos zijn er ook
kansen». Deze transformatie biedt ons niet alleen de kans om onze
effectiviteit te vergroten, maar ook om nieuwe wegen te verkennen
om ons land en de internationale gemeenschap te dienen.
Na 20 jaar CT, waarin Special Operations Forces leidend en ondersteunend
was, bevinden we ons nu weer in de realiteit van peerto-peer
conflicten, waarin SOF in de meeste gevallen een ondersteunende
rol zal hebben. Vergis je echter niet: de realiteit in Oekraïne
laat dagelijks zien hoe SOF zeer relevant zijn op het slagveld en het
verschil maken in de gevechten door hun gezamenlijkheid, gelaagdheid,
creativiteit en moed.
Als we vooruitkijken naar 2030-2040, zien we een ambitieuze toekomst
voor de Belgische Defensie en de Special Operations Forces.
Het Sterrenplan, het toekomstige Sterrenplan+ en onze ontwikkeling
van de BELSOF Visie 2040 geven de weg aan naar modernisering en
innovatie. Maar, zoals een bekend gezegde luidt, ‘de enige bron van
kennis is ervaring’. Zoals eerder vermeld, vormen de lessen die we
getrokken hebben uit recente gebeurtenissen, zoals die in Oekraïne,
een schat aan kennis van onschatbare waarde.
Hoewel we er niet op uit zijn om onze aantallen te verhogen,
maar om ervoor te zorgen dat ons huidige OT goed gevuld is met
de kwalitatieve mensen die we nodig hebben, staat het Belgische
SOF de komende decennia voor de uitdaging om de flexibiliteit aan
te passen aan de veranderende geopolitieke dynamiek en technologische
vooruitgang.
De transformatie van onze strijdkrachten stemt overeen met de
doelstellingen die in de bovenvermelde documenten zijn uiteengezet
en weerspiegelt de evoluerende aard van oorlogsvoering. Onze
wereldwijde inzet en de aan SOF toegewezen taken onderstrepen
hun relevantie in hedendaagse operaties.
Geschiedenis en herdenkingen
Tot slot wordt 2024 ook een jaar van herdenken en gedenken.
Zoals kolonel Blondeel, oprichter van de Belgische SAS,
ooit zei: «Wie het verleden negeert, is een dwaas voor het heden en
gedesoriënteerd voor de toekomst».
Onze oorsprong gaat terug tot de Tweede Wereldoorlog, toen
kleine groepen commando’s en parachutisten werden gevormd, getraind
en operationeel ingezet. Hun motto’s waren «wie durft, die
wint» en «samen overwint». We wilden je inzicht geven in deze
oorsprong en daarom is er een kleine tentoonstelling ingericht met
kleding en uitrusting uit die tijd. En op een heel bijzondere manier
wordt ook het Manneken Pis-commando uniform tentoongesteld.
Speciale waardering is op zijn plaats voor het Commando Museum
en het Pegasus Museum, bewaarders van onze geschiedenis. Door
hun toegewijde inspanningen bewaren ze het erfgoed van onze strijdkrachten
en vormen ze een bron van inspiratie voor toekomstige
generaties.
Het jaar 2024 is ook een gedenkwaardig jaar, met meerdere significante
jubilea. Het is het 80-jarig jubileum van de landing in
Normandië (D-Day), met deelname van ons regiment aan de grote
herdenking met inzet via parachutage. Het is ook het 80-jarig jubileum
van de bevrijding van België en Operatie Market Garden. Maar
in 2024 vieren we ook het 60-jarig jubileum van Operatie Dragon
Rouge en Noir. Deze risicovolle evacuatie werd in Congo in 1964
uitgevoerd, met de steun van twaalf Amerikaanse C-130. Vandaag
de dag worden ze nog altijd hernomen als schoolvoorbeeld van een
NEO in het Amerikaanse Defense College. Ten slotte herdenken we
ook de 30 jaar van de Genocide in Rwanda waar wij tien van onze
collega’s hebben verloren.
Om af te sluiten:
Het onderscheid tussen en de unieke taken van het Special
Operations Regiment en het Special Operations Command
benadrukt de unieke capaciteiten en verantwoordelijkheden van SOF,
evenals de bereidheid om zich te ontwikkelen zoals onze internationale
partners doen. In het streven naar geheimhouding klinken
de woorden van generaal Eisenhower door: ‘de ware soldaat vecht
niet omdat hij haat wat voor hem ligt, maar omdat hij houdt van
wat achter hem ligt’. De vertrouwelijkheid rond onze operaties is
niet alleen een kwestie van noodzaak, het is een bewijs van onze
toewijding om de natie te beschermen.
Laten we tot slot beginnen aan de uitdagingen en kansen die
2024 biedt. Moge dit jaar een bewijs zijn van onze gezamenlijke
toewijding aan uitmuntendheid, innovatie en de bescherming van
onze mooie natie.
Leve de SOF, Vive la Belgique.
6

Discours Frédéric LINOTTE et Wim DENOLF
Histoire et commémorations
Finalement, 2024 sera aussi une année de commémorations
et de souvenir. Comme nous le livrait le Colonel Blondeel,
fondateur des SAS belges : «celui qui ignore le passé, est un ahuri
du présent et un déboussolé du futur».
Nos origines remontent en effet à la Seconde Guerre mondiale,
lorsque de petits groupes de commandos et de parachutistes ont été
formés, entraînés et déployés opérationnellement. Leurs devises
étaient « who dares wins » et « united we conquer”. Nous tenions
à vous donner un aperçu de ces origines, c’est pourquoi une petite
exposition de vêtements et de matériel de cette époque est mise
en place. Et de manière très spéciale, l’uniforme de commando de
Manneken Pis y est également exposé. Une reconnaissance spéciale
est due au Musée Commando et au Musée Pegasus, gardiens de notre
histoire. Grâce à leurs efforts dévoués, ils préservent l’héritage de nos
forces, servant de source d’inspiration pour les générations à venir.
Transformation et vision 2040
Notre transformation est en fait bien engagée. Des exemples
de nouvelles capacités et de nouvelles missions, ainsi qu’une
nouvelle organisation des bataillons, témoignent de notre flexibilité
et de notre détermination à rester à l’avant-garde. Alors que nous
évoluons pour faire face à des menaces en constante évolution, nous
nous engageons à renouveler sans cesse notre contribution à la paix
et à la sécurité.
Comme le disait Sun-Tzu : Au milieu du chaos, il y a aussi une
opportunité». Cette transformation nous offre non seulement la possibilité
d’améliorer notre efficacité, mais aussi d’explorer de nouvelles
voies au service de notre pays et de la communauté internationale.
Après 20 ans de Contre Terrorisme, où les forces spéciales dirigeaient
et soutenaient les opérations, nous sommes à nouveau
confrontés à la réalité des conflits d’égal à égal, dans lesquels les
forces spéciales auront dans la plupart des cas un rôle de soutien.
Néanmoins, il ne faut pas se tromper : la réalité en Ukraine montre
quotidiennement que les forces spéciales sont très pertinentes sur
le champ de bataille et qu’elles font la différence dans les combats
grâce à leur jonction, à leur échelonnement, à leur créativité et à
leur courage.
À l’horizon 2030-2040, nous envisageons un avenir ambitieux
pour la défense belge et les forces d’opérations spéciales. Le Plan
Étoile, le futur Plan Étoile+ et notre développement de la Vision des
forces d’opérations spéciales de Belgique 2040 indiquent la voie
vers la modernisation et l’innovation. Cependant, comme le dit un
proverbe bien connu, «la seule source de connaissance est l’expérience».
Comme nous l’avons déjà mentionné, les leçons tirées des
événements récents, tels que ceux survenus en Ukraine, constituent
un trésor inestimable de connaissances.
L’année 2024 est également une année importante, avec plusieurs
anniversaires significatifs. C’est le 80e anniversaire du Débarquement
en Normandie (D-Day), et notre régiment participera à la grande
commémoration en se déployant en parachute. C’est aussi le 80e
anniversaire de la libération de la Belgique et de l’opération Market
Garden. Mais 2024, c’est aussi le 60e anniversaire de l’opération
Dragon Rouge et Noir. Cette évacuation à haut risque a été menée au
Congo en 1964, avec l’appui de vingt C-130 américains. Aujourd’hui
encore, on se souvient de cette opération comme d’un exemple classique
de NEO au sein du Collège de défense américain. Enfin, nous
commémorons également les 30 ans du génocide au Rwanda, où
nous avons perdu 10 de nos collègues.
Pour conclure :
La distinction entre le régiment d’opérations spéciales et le
commandement des opérations spéciales, ainsi que les tâches
qui leur sont propres, mettent en évidence les capacités et les responsabilités
uniques des forces d’opérations spéciales, ainsi que la
volonté d’évoluer comme le font nos partenaires internationaux. Dans
la quête du secret, les mots du général Eisenhower résonnent : «Le
vrai soldat se bat non pas parce qu’il déteste ce qui est devant lui,
mais parce qu’il aime ce qui est derrière lui». La confidentialité qui
entoure nos opérations n’est pas seulement une question de nécessité,
elle témoigne de notre dévouement à la sauvegarde de la nation.
En conclusion, nous nous lançons dans les défis et les opportunités
que nous offre 2024. En restant unis dans nos objectifs et
notre détermination, que cette année soit un témoignage de notre
engagement commun en faveur de l’excellence, de l’innovation et
de la sauvegarde de notre belle nation.
Leve de SOF, Vive la Belgique.
Bien que nous ne cherchions pas à augmenter nos effectifs, mais
à nous assurer que nos forces opérationnelles actuelles sont bien
remplies par les personnes de qualité dont nous avons besoin, dans
les décennies à venir, les forces spéciales belges devront relever le
défi d’adapter leur flexibilité aux dynamiques géopolitiques changeantes
et aux avancées technologiques.
La transformation de nos forces s’aligne sur les objectifs décrits
dans les documents mentionnés ci-dessus, reflétant la nature évolutive
de la guerre. Nos déploiements dans le monde entier et les
tâches assignées aux forces d’opérations spéciales soulignent leur
pertinence dans les opérations contemporaines.
7

Il y aura 30 ans le 7 avril 1994
Un Drame au pays des Mille Collines éclatait
10 Para-Commandos perdaient la vie
Près d’un million de Ruandais étaient victimes d’un génocide
Texte : E. Genot
Photos : Archives ANPCV
Un peu d’Histoire
Vers la fin des années 1950, peuplant le pays à plus 80 % et
appuyés par l’administration belge, les Hutus du Rwanda se
révoltent contre l’autorité ancestrale du Mwami. Les Tutsis, amés de
lances et de machettes réagissent en menant des actions agressives :
massacres, incendies de huttes, destructions de cultures et de bétails…
auxquelles répondent les Hutus.
Les unités de la Force Publique, composées essentiellement
de Congolais ne suffisent plus pour maintenir l’ordre. De plus, au
lendemain de l’Indépendance du Congo, elles seront désarmées et
renvoyées dans leur pays. Dès lors, début 1960, afin de faire cesser
les combats, deux bataillons Para-Commandos s’installeront dans
les deux protectorats belges, le 4 Commando au Ruanda et le 3 Para
en Urundi où la situation est également préoccupante.
Ces deux unités, renforcées périodiquement par le 1 Para et par
des Compagnies de Marche, constamment sur la brèche dans des
opérations de maintien et de rétablissement de l’ordre, parviendront
à restaurer la paix. Mais après l’organisation d’élections communales
et législatives, remportées par les Hutus et la proclamation de la
République du Ruanda, de nombreux Tutsis s’expatrient dans les
pays limitrophes.
Accédant à l’Indépendance le 1 er juillet 1962, ces deux anciens
protectorats ne souhaitent pas de présence de militaires belges dans
leur pays, toutes les unités belges auront quittés l’Afrique à la miaoût.
Tandis que le Burundi sera régulièrement perturbé par des conflits
sanglants entre ethnies rivales, le Rwanda, profitant pendant de
nombreuses années d’un régime dirigé par le Président Kayibanda,
sera considéré par beaucoup comme un pays d’Afrique centrale ayant
adopté un style de gouvernement suscitant l’exemple. Néanmoins,
les Tutsis restés au pays sont écartés des fonctions importantes.
Dans les années 70, le pays subissait un changement de pouvoir
après le coup d’Etat du Général Juvénal Habyarimana mais continuait
à se développer tant socialement qu’économiquement, profitant
d’aides économiques internationales. En instaurant un régime présidentiel
fort, Habyarimana refusera, lui aussi, toute participation de
Tutsis et même d’opposants Hutus au gouvernement ! Si au cours
des années qui se succéderont après l’Indépendance, ces Tutsis réfugiés
dans les pays voisins feront régulièrement parler d’eux par des
interventions à l’ONU ; en 1990, un tel coup de tonnerre dans ce
pays calme et serein, venant d’Ouganda, ceux-ci déclenchent des
hostilités contre les Forces armées rwandaises -FAR- . Des bandes
armées bien organisées envahissent le nord du pays, nécessitant alors
l’intervention de l’Armée Française et du 2 Commando (renforcé par
d’un peloton de l’Escadron Recce Para-Commando) en octobre afin
d’occuper l’aérodrome de Kigali, protéger les expatriés et procéder
à des évacuations.
Les FAR renforcées pendant un certain temps par des unités
zaïroises, opposent une résistance farouche aux troupes du Front
Patriotique Rwandais -FPR- mais ne parviennent pas à les refouler
en Ouganda.
.
Les accords d’Arusha
Depuis le déclenchement de ces troubles, le pays cherche vainement
à retrouver la paix et à accéder à un régime démocratique.
De conférence en conférence, les antagonistes se rencontrent.
Après 17 ans de parti unique, Habyarimana instaure le multipartisme
le 10 juin 1991 et fin décembre de la même année, neuf
partis politiques sont reconnus. Grâce à une médiation difficile de la
Communauté économique des pays des Grands Lacs, Hutus et Tutsis
parviennent à signer les accords d’Arusha le 4 août 1993.
Un processus de paix patronné par les Nations Unies est alors
en marche…Une force de l’ONU, dont le 1 Para s’installe dans le
pays. En décembre 1993, un bataillon FFR, escorté par le 1 Para,
fait son entrée à Kigali et le Président de la République nomme une
Première Ministre, Madame Uwilingiyimana, pour constituer un
gouvernement d’union nationale. Mais Habyarimana, freiné par son
aile dure, tarde à élargir le Parlement à des hommes de l’opposition…
Alors que le 2 Commando a repris la mission du 1 Para (au sein
des casques bleus) à partir du 15 mars 1994, le 6 avril, rentrant de
Tanzanie, l’avion du Président Habyarimana, dans lequel a pris
place également son homologue burundais, Cypprien Ntaryamira,
atteint par des tirs, s’écrase en flamme dans les environs de l’aérodrome
de Kigali!
L’Unamir
Au lendemain de ces assassinats, le Rwanda bascule brutalement
dans la guerre civile, plongeant le pays dans l’anarchie
en ravivant les antagonismes et suscitant des massacres entre les deux
races, provoquant la mort de centaines de milliers de Rwandais et
des exodes massifs de populations !
L’Unamir (United Nations Assisted Mission In Rwanda), sur
place depuis novembre 1993, avait déployé quelque 2.500 hommes
dont quelque 400 Para-Commandos belges. Cette force disposant de
moyens de feux limités, soumis à des ROE (Rules Of Engagement)
de « Peace keeping » maintien de la paix dispersée à Kigali et dans
le nord du pays, s’est brutalement retrouvée au milieu de conflits
entre ethnies rivales et des combats entre FPR et FAR s’accusant
mutuellement d’avoir assassiner le Président dans une campagne
de désinformation anti-belge. Le Gouvernement Rwandais accuse
même la Belgique de cet attentat !
Le Drame
Le 7 avril, dix Para-Commandos du Peloton Mortiers du
2 Commando, en mission d’escorte de la Première Ministre,
se voient encerclés par des militaires de la Garde Présidentielle
et sont sauvagement massacrés. Les derniers moments de nos dix
camarades sont mal connus. Nous savons qu’ils ont été interceptés
8

30 jaar geleden op 7 april 1994
Vond een drama plaats in het Land der Duizend Heuvelen
10 Para-Commando’s vonden de dood. Bijna een miljoen Ruandezen
werden het slachtoffer van een genocide
Tekst: E. Genot
Vertaling: W. Mertens
Foto’s: Archieven ANPCV
Een stuk geschiedenis
Tegen het einde der vijftiger jaren, met meer dan 80 % van
de bevolking en gesteund door de Belgische administratie,
komen de Rwandese Hutu’s in opstand tegen de voorouderlijke
autoriteit van de Mwami. De net speren en manchetten gewapende
Tutsi’s reageren op agressieve wijze met moorden, brandstichtingen
van hutten, vernietigen van oogsten en vee, waar de Hutu’s dan
weer op reageren. De eenheden van de Openbare Weermacht, die
hoofdzakelijk uit Congolezen bestaat, slagen er niet neer in van de
openbare orde te handhaven. Ze zullen na de onafhankelijkheid
worden ontwapend en teruggestuurd naar hun land. Daarenboven
zullen begin 1960 twee bataljons Para-Commando, positie nemen
in de twee Belgische protectoraten, het 4 e Commando in Rwanda
en het 3 e Para in Urundi, waar de situatie ook onrustwekkend is.
Deze twee eenheden worden regelmatig versterkt met eenheden
van1 Para en Marscompagnies, die permanent ingezet worden voor
het handhaven of herstellen van de openbare orde. Maar na de door
de Hutu’s gewonnen gemeentelijke en grondwettelijke verkiezingen
en de proclalatie van de Republiek Ruanda trekken veel Tutsi’s naar
de buurlanden.
Na de onafhankelijkheid op 1 juli 1962 wensen de twee gewezen
protectoraten geen Belgische militairen op hun grondgebied. Die
militairen verlaten dan ook Afrika rond half augustus.
Terwijl Burundi geregeld verstoord wordt door bloedige ethnische
conflicten, zal Rwanda, dat jaren genoten heeft van een regime, geleid
door President Kayibanda, door velen worden beschouwd als een
land in Centraal- Afrika met een stijl van regeren die als voorbeeld
wordt beschouwd. Nochtans krijgen de Tutsi’s, die in het land zijn
gebleven, geen belangrijke functies.
In de jaren 70 kent het land een grondige verandering na de
machtsgreep van Generaal Juvenal Habyarimana die nochtans
doorgaat net sociale en economische hervormingen dank zij de internationale
steun. In zijn sterk presidentieel regime zal Habyarimana
ook elke deelname van Tutsi’s en Hutu-opposanten weigeren in de
regering!
In de jaren na de onafhankelijkheid gaan de in de buurlanden
verscholen Tutsi’s geregeld van zich laten horen via hun interventies
in de VN. In 1990, donderslag bij heldere hemel in dit kalm en sereen
land: vanuit Oeganda vallen gewapende en goed georganiseerde groepen
het leger, de ‘Forces Armées Rwandaises-FAR- in het noorden
van het land aan zodat in oktober de interventie van het Frans Leger
en het 2 e Commando (versterkt met een peloton van het Escadron
Recce Para-Commando) noodzakelijk wordt om het vliegveld van
Kigali te bezetten, de expats te beschermen en over te gaan tot hun
evacuatie.De FAR, gedurende een zekere tijd versterkt met Zaïrese
eenheden bieden hevig weerstand aan de troepen van het FPR, maar
slagen er niet in hen terug te drijven naar Oeganda.
De akkoorden van Arusha
Van bij de start van de onlusten zoekt het land naar vrede en
herstel van een democratisch regime. Conferentie na Conferentie
komen de antagonisten samen. Na 17 jaar eenheidsspartij gaat
Habyarimana op 10 juni 1990 over naar het multipartijenstelel en
in december van hetzelfde jaar worden negen partijen erkend. Dank
zij de moeilijke bemiddeling van de Economische Gemeenschap
van de landen van de Grote Meren slagen Hutu’s en Tutsi’s er in op
4 augustus 1993 de akkoorden
van Arusha te ondertekenen.
Een vredesproces, geleid
door de VN gaat van
start. Een VN vredesmacht,
waaronder 1 Para installeert
zich in het land. In
december 1993, doet een
FFR bataljon, begeleid
door 1 Para, zijn intrede in
Kigali en de President van
de Republiek benoemt Madame
Uwilingiyimana als
eerste minister en belast
haar met een regering van
nationale eenheid samen te
stellen. Maar Habyarimana,
geremd door zijn harde
vleugel, twijfelt om het Parlement
uit te breiden met leden
van de oppositie.Het 2 e
Commando heeft op 5 maart
1994 de opdracht van 1 Para
overgenomen (in de schoot
van de blauwhelmen).Op
6 april, tijdens de terugvlucht
van Tanzania, wordt
het vliegtuig van President
Habyarimana, waarin ook
zijn Burundese homoloog,
Cypprien Ntaryamira, zich
bevindt, neergeschoten en stort brandend neer in de omgeving van
het vliegveld van Kigali!
Unamir
De dag na de beide moorden begint in Rwanda een brutale
burgeroorlog die het land in totale anachie stort, het antagonisme
opwekt, aanzet tot moord tussen beide rassen, met honderd
duizenden Rwandese doden en een massale uitwijking van de bevolking
tot gevolg!
De Unamir (United Nations Assisted Mission In Rwanda), in
Rwanda sinds november 1993, had 2.500 manschappen ontplooid,
waaronder 400 Belgische Para-Commando’s. Deze strijdmacht met
beperkte vuurkracht, onderworpen aan de ROE (Rules Of Engagement)
en van « Peace keeping » (bewaren van de vrede), verspreid
over Kigali en het noorden van het land, op brutale wijze beland
in een etnisch conflict en gevechten tussen FPR en FAR, elkaar
beschuldigend van moord op de President in een anti-Belgische
perscampagne van desinformatie. De Rwandese regering beschuldigt
zelfs België van de aanslag!
Het Drama
Op 7 april worden tien Para-Commando’ van het Peloton
Mortieren van het 2 e Commando, gelast met een begeleidingsopdracht
ten voordele van de Eerste Minister, omsingeld door
militairen van de Presidentiele garde en op brutale wijze vermoord.
9

7 avril 1994 – 7 april 1994
vers 8hr45, que la Première Ministre a été assassinée, que leur chef
de peloton, le Lieutenant Lotin, a eu un contact avec le bataillon
expliquant qu’il est entouré de militaires très vindicatifs exigeant
que ses hommes remettent leurs armes. Il lui est alors conseillé de
palabrer et de tâcher de rejoindre un des cantonnements belges. Deux
minutes plus tard, il précise que sa situation devient précaire et que
les militaires rwandais refusent tout compromis et exigent toujours
qu’il remette ses armes.
Vers 9h05, le commandant de bataillon, le Lieutenant-Colonel
BEM J. Dewez parle pour la dernière fois avec son chef de peloton
à l’aide d’un Motorola et il comprend que ses hommes se trouvent
dans une situation difficile, ensuite plus rien…
Nous n’en savons pas plus sinon que les dix Commandos sont
emmenés au Camp Kigali ! Des enquêtes de l’ONU et de la Défense
Nationale ont fait apparaître qu’un officier togolais, observateur des
Nations Unies, a assisté à ces derniers événements. Hélas, quelques
heures plus tard, les dépouilles de nos malheureux amis et d’un
coopérant belge sont retrouvées à la morgue de Kigali !
Nous n’en connaitrons probablement jamais plus sur les circonstances
exactes et les auteurs de ces assassinats ! Ce que nous pouvons
affirmer, c’est que nos camarades ont été faits prisonniers et en toute
méconnaissance de la Convention de Genève, ont été sauvagement
massacrés !
Acte que nous réprouvons avec énergie !
Nous ne souhaitons nullement susciter ni haine ni vengeance,
sentiments que nous réprouvons tout autant, mais nous sommes
forcés d’admettre que :
…nos camarades ont été tués par ceux que nous n’avons cessé
d’aider économiquement, socialement et militairement depuis
des décennies,
…nos camarades ont été tués par ceux qu’ils étaient censés
protéger…
Le devoir de mémoire
Une folie meurtrière s’est développée au Ruanda et de nombreux
Ruandais ont été assassinés. Un monument a été érigé
à leur mémoire afin d’immortaliser ce génocide
A l’endroit où les dix Para-Commandos ont été assassinés un lieu
de mémoire a également été érigé et de nombreuses fois, hommages
leur ont été rendus par des délégations du 2 Commando.
De laatste ogenblikken van onze tien kameraden zijn niet gekend.
We weten dat ze onderschept werden rond 8ur45, dat de Eerste Minister
werd vermoord, dat de pelotonscommandant Luitenant Lotin,
contact heeft gehad met het bataljon, zeggend dat hij omringd was
door wraaklustige militairen die eisen dat zijn manschappen hun
wapens afgeven. Men raad hem aan zijn wapens af te geven, te palaveren
en te trachten een der Belgische kantonnementen te bereiken.
Twee minuten later meldt hij dat zijn situatie ernstig wordt, dat de
Rwandese militairen elk compromis weigeren en nog steeds eisen
dat ze hun wapens afgeven. Rond 9h05 spreekt de bataljonscommandant,
Luitenant-kolonel SBH J. Dewez voor de laatste maal
met de pelotonscommandant langs een Motorola en begrijpt dat zijn
mannen zich in een benarde situatie bevinden, en dan …niets meer.
We weten niets ten zij dat de tien Commandos naar Kamp Kigali
werden gebracht! Uit onderzoeken van de VN en de Nationale Defensie
blijkt dat een Togolese officier, VN waarnemer, getuige was
van deze laatste gebeurtenissen. Halaas worden enkele uren later de
stoffelijke overschotten van onze kameraden en van een Belgische
coöperant terug gevonden in het mortuarium van Kigali!We zullen
waarschijnlijk nooit nog iets vernemen over de juiste omstandigheden
van de moord noch van hun daders! Wat we kunnen bevestigen is dat
onze kameraden zijn gevangen genomen en met volledige miskenning
van de Conventie van Geneve op brutale wijze werden omgebracht!
Een daad die we met volle kracht afkeuren!
We willen geenszins haat of wrok aanwakkeren, en hoewel het
gevoelens zijn die we afkeuren moeten we toegeven dat
…onze kameraden werden omgebracht door hen die we gedurende
tientallen jaren op economisch, sociaal en militair gebied
hebben geholpen
…onze kameraden werden gedood door hen die ze veronderstelden
te beschermen.
De plicht tot gedenken
Een dodelijke gekte ontwikkelde zich in Ruanda en een groot
aantal Rwandezen werd vermoord. Een monument werd
opgericht ter hunner nagedachtenis om deze genocide te vereeuwigen.
Op de plaats waar de tien Para-Commando’s werden vermoord
werd ook een gedenkplaats opgericht waar menig maal eer werd
gebracht door delegaties van het 2 Commando.
La perte de nos dix Para-Commandos a plongé la
communauté para-commando dans la tristesse et
l’amertume.
Formant une famille réunie par un esprit né d’efforts et
d’idéaux communs, perdre dix camarades, en pleine condition
physique et enthousiastes à la cause humanitaire qu’ils
défendaient, ne peut qu’évoquer tristesse et nostalgie !
Amertume, parce qu’aguerris par quatre mois de missions
en 1993 en Somalie, ces hommes n’étaient plus des
débutants mais des militaires ayant déjà fréquemment
essuyé le feu d’adversaires belliqueux et vécu des actions
de combats.
Amertume, parce que nous ne sommes pas persuadés
qu’ils disposaient des moyens efficaces pour se défendre
ou pour effectuer leur mission, de plus, ils se sont trouvés,
isolés, dans une situation particulièrement difficile.
Malgré ces deux sentiments et contrairement à ce qui a
parfois été dit ici ou là, nous voulons solennellement proclamer
que leur sacrifice n’a pas été vain. Ils sont morts
pour faire respecter des valeurs universelles, celles qui
doivent rassembler les hommes par-delà les frontières :
la liberté et les droits de l’homme, valeur aussi noble que
l’amour de la patrie !
Si nous sommes tristes et remplis d’amertume, nous
sommes fiers de leur générosité, fiers du travail accompli
par le 2 Commando et la Brigade Para-Commando (opérations
« Silver Bag et Blue Safari » ) pour se porter au
secours des expatriés menacés et organiser leur évacuation.
H
et verlies van onze tien Para-Commando’s heeft
de Para-commando gemeenschap met droefhed
en bitterheid geslagen.
Tien enthousiaste kameraden in een goede fysieke
conditie verliezen in een familie, verenigd door een spirit
geboren uit inspanningen en gemeenschappelijke idealen,
enthousiast voor de humanitaire zaak die ze verdedigden,
kan enkel droefheid en nostalgie oproepen!
Bitterheid, want gehard door vier maanden opdrachten
in 1993 in Somalië, waren die mannen geen beginnelingen
meer maar militairen die al vaak onder vuur hebben
gelegen van een oorlogszuchtige vijand en gevechtsacties
hebben meegemaakt.
Bitterheid omdat we niet overtuigd zijn dat ze over de
doeltreffende middelen beschikten om zich te verdedigen
of om hun opdracht uit te voeren. Daarenboven waren ze
geïsoleerd in een bijzonder moeilijke situatie. Ondanks
deze twee gevoelens en, in tegenstelling met wat soms hier
en daar werd verteld, willen we plechtig verklaren dat
hun offer niet vruchteloos is geweest. Ze zijn gestorven
om universele waarden te doen eerbiedigen, waarden die
de mensen moeten samen brengen over de grenzen heen:
de vrijheid en de mensenrechten, waarden, zo edel als de
liefde voor het vaderland!
Indien we droevig zijn en vol bitterheid, zijn we fier voor
hun edelmoedigheid, fier over het gepresteerde werk van het
2 e Commando en de Brigade Para-Commando (operaties
« Silver back en Blue Safari » ) om hulp te brengen aan de
bedreigde expats en voor het organiseren van hun evacuatie.
10

Ere aan de slachtoffers van Detmold en Veckershagen
26 oktober 2023
Foto's - Photos : J. Grauls
Hommage aux victimes de Detmold et Veckershagen
26 octobre 2023

Hulde aan Koning Boudewijn
Tekst: E. Genot
Vertaling: W. Mertens
Foto's: Archieven ANPCV
De zomer van 1993 zal nog lang in de geheugens gegrift blijven!
De dag na de Nationale Feestdag verlieten Koning Boudewijn en Koningin
Fabiola België voor Motril in Spanje om er hun verlof door te brengen.
Maar in de nacht van 31 juli overlijdt Koning Boudewijn aan een hartaanval.
Van bij de aankondiging van zijn overlijden, brengen de media veelvuldig commentaar
op de dood van de Vorst. Gerepatrieerd in België naar het Koninklijk
Paleis van Brussel, wacht hem een ontroerend eerbetoon door een talrijk publiek.
Het volk stroomt dag en nacht toe…
Op de begrafenis wordt de rouwstoet gevolgd door de leden van de Koninklijke
familie en een groot aantal staatshoofden, Kardinaal Godfried Danneels, aartsbisschop
van Mechelen-Brussel leidt de uitvaartliturgie. Een licht gepantserd voertuig
zal het stoffelijk overschot van de Koning naar de kerk van Laken vervoeren, waar
het zal worden bijgezet in de Koninklijke Crypte, naast zijn voorgangers.
« Para-Commando » wenst deze droevige gebeurtenis te herdenken door enkele
foto’s van zijn bezoeken aan het Regiment Para-Commando en enkele uittreksels
uit zijn toespraken te publiceren uit zijn 43-jarig bewind, eerst als Koninklijke
Prins, daarna als Koning!
De Koning gaat daarna verder in het Engels:
Ik groet eerbiedig de bemanningen van de Luchtmacht der Verenigde
Staten die, dank zij hun meesterschap en hun koelbloedigheid
deze uitgebreide en uiterst delicate operatie van luchttransport en
parachutage met succes tot een goed einde hebben gebracht. De
honderden gijzelaars die werden bevrijd zullen, samen met hun
families, deze bemanningen nooit vergeten.
Toespraak gehouden in Parijs op 24 mei 1961 ter gelegenheid
van een diner, aangeboden door Generaal de Gaulle:
De grootsheid van uw land doorheen de geschiedenis, Mijnheer
de President, komt door de cultus van de essentiële waarden die
aan de basis liggen van onze beschaving en die de erfenis zijn van
het christendom.
Op 1 december 1964, bij de terugkeer van de Para-Commando’s
uit Congo, drukt Koning Boudewijn, in naam van het
hele land, zijn erkentelijkheid uit voor het welslagen van de
humanitaire operaties « Rode Draak » en « Zwarte Draak » in
volgende woorden:
…Officieren, onderofficieren en soldaten van het Regiment Para-
Commando, de moed en de vastberadenheid die u hebt betoond bij de
uitvoering van uw opdracht gaan recht naar het hart van ons volk.
Om uw militaire plicht te vervullen had u voor een elitewapen gekozen
dat reeds in vredestijd het aanvaarden van risico’s en de betrokkenheid
van de persoonlijkheid inhield. Maar de zware opleiding en de
uitdagingen die u hebt aanvaard hebben hun vruchten afgeworpen.
Op enkele dagen van aangehouden inspanningen, gesteund door
een medisch detachement en bemanningen van de Amerikaanse
Luchtmacht hebt u tweeduizend landgenoten en vrienden gered van
een vreselijke dood. Voor die humanitaire opdracht hebben enkelen
hun bloed en hun leven gegeven. Hun offer is een eer voor uw Regiment
en onze jeugd.
De solidariteit tussen uw eenheden, hun geestdrift, hun pit, de
discipline, de zelfopoffering die u hebt bewezen, zijn nu in eenieders
geheugen gegrift. Door deze kwaliteiten terug gevonden te hebben
bij de elite die u bent, vervult mij met fierheid en vertrouwen in de
toekomst van ons land.
1954: Eerste bezoek van Koning Boudewijn aan het TrgC Cdo
1954 : Première visite du Roi Baudouin au CECdo
12

Hommage au Roi Baudouin
L’été 1993 restera gravé dans bien des mémoires !
Au lendemain de la fête Nationale, Le Roi Baudouin et la Reine Fabiola
quittent la Belgique pour Motril en Espagne afin d’y passer leurs vacances.
Mais dans la nuit du 31 juillet, le Roi Baudouin décède d’une crise cardiaque.
Dès son annonce, les médias commentent abondamment l'événement.
Rapatrié en Belgique au Palais Royal de Bruxelles, un hommage émouvant lui est
rendu par un nombreux public. Nuit et jour, le monde afflue…
Le jour des funérailles, les membres de la famille royale et de nombreux chefs
d’état suivent le cortège funèbre, le Cardinal Godfrey Danneels, archevêque de
Malines-Bruxelles célèbre la liturgie des funérailles et un blindé léger transportera
la dépouille mortelle du Roi à l’église de Laeken où elle sera inhumée dans la Crypte
royale aux côtés de ses prédécesseurs.
« Para-Commando » souhaite marquer cet événement douloureux en publiant
quelques photos de ses visites au Régiment Para-Commando et quelques extraits
de ses allocutions prononcées pendant ses 43 ans de règne, comme Prince Royal
d’abord, ensuite comme Roi !
Texte : E. Genot
Photos : Archives ANPCV
Le 1 er décembre 1964, au retour des Para-Commandos du
Congo, le Roi Beaudouin, au nom du pays, exprime sa reconnaissance
pour l’accomplissement des opérations humanitaires
« Dragon Rouge » et « Dragon Noir » en ces termes :
…Officiers, sous-officiers et soldats du Régiment Para-Commando,
le courage et la détermination que vous avez montrés dans
l’accomplissement de votre mission sont allés droit au cœur de tout
notre peuple. Pour remplir votre devoir militaire, vous aviez choisi
une arme d’élite qui dès le temps de paix, postule l’acceptation d’un
risque et l’engagement de la personne. Mais l’entraînement exigeant
et les épreuves de volonté que vous avez acceptés ont porté des fruits.
En quelques jours d’efforts, soutenus par un détachement médical
et par des équipages de la Force Aérienne Américaine,vous avez
sauvé deux mille compatriotes et amis d’un sort redoutable.
1957 : Major Roman offre un
Poignard Commando au Roi Baudoin
Majoor Roman biedt een Commandodolk aan
aan Koning Boudewijn
Pour cette œuvre humanitaire, certains ont donné leur sang et leur
vie. Leur sacrifice fait honneur à votre Régiment et à notre jeunesse.
La solidarité de vos unités, l’enthousiasme, l’allant, la discipline
et l’abnégation dont vous avez fait preuve sont désormais inscrit dans
la mémoire de tous. D’avoir retrouvé ces qualités parmi l’élite que
vous constituez me remplit de fierté et de confiance pour l’avenir
de notre pays.
Prenant ensuite la parole en anglais, le Roi poursuit :
Je salue avec reconnaissance les équipages de la Force aérienne
des Etats-Unis qui, grâce à leur maîtrise et à leur sang-froid, ont
exécuté cette vaste opération de transport et de parachutage dans
des circonstances particulièrement délicates et avec plein succès. Les
centaines de civils qui ont été sauvés et leurs familles n’oublieront
jamais ces équipages.
1957 : Remise du béret vert au 1 er Sergent Th Van Mol au cours
d’une cérémonie à Namur à l’occasion du 15 ème anniversaire de
la création de la Troupe Commando.
1957: Uitreiking groene muts aan 1 e Sergeant Th Van Mol op een
plechtigheid te Namen ter gelegenheid van de 15 e verjaardag van
de oprichting van de Troop Commando.
Discours prononcé le 24 mai 1961 à Paris, à l’occasion d’un
dîner offert par le Général de Gaulle :
La grandeur de votre pays à travers l’histoire, Monsieur le Président,
vient de ce qu’il a gardé le culte des valeurs essentielles
qui sont à la base de notre civilisation et qui sont l’héritage du
christianisme
13

Hulde aan Koning Boudewijn
Op een galadiner in Moskou op 25 juni 1975:
Het bestaan van verschillende ideologieën binnen een land of
tussen verschillende naties kan een gezonde vorm van competitie
bevorderen. Het succes van een bepaalde levensvisie kan echter niet
alleen worden afgemeten aan hoe wijdverspreid deze geografisch is.
Belangrijker is dat deze levensvisie een uitdrukking is van de vrije
wil van de betrokken bevolking, wat impliceert dat het draagvlak
en de acceptatie ervan door de mensen cruciaal zijn voor het meten
van succes.
Uit een toespraak van 1984 gericht aan de autoriteiten van
het land:
De economische wereldcrisis, die vandaag haar elfde jaar ingaat,
heeft enkele grondige veranderingen teweeg gebracht. De meest
pijnlijke gevolgen er van zijn de enorme verhoging van de werkloosheid
in de geïndustrialiseerde landen en een nog grotere ellende in
de ontwikkelingslanden.
Op 18 januari 1985, aan de autoriteiten van het land:
De verdraagzaamheid is een andere fundamentele kwaliteit van
een ware democratie. Ze omvat de eerbied voor de ander, ondanks
het verschil in filosofische, economische of sociale opvattingen,
vooral in ons land met zijn verschillende gemeenschappen. In dit
soort samenleving moeten de burgers zich veilig voelen en elke vorm
van geweld moet geweerd worden.
Koning Boudewijn woont enkele belangrijke
plechtigheden bij in het Regiment Para-Commando
Tijdens zijn bewind heeft Koning Boudewijn vaak zijn belangstelling
en zijn sympathie getoond voor het Regiment Para-
Commando.
De veelvuldige bezoeken aan de eenheden zijn er het duidelijkste
bewijs van.
Op 24 november 1954 gaat Koning Boudewijn naar het TrgC
Cdo waar hij wordt ontvangen door Luitenant-Kolonel G.Vivario
(commandant van het Regiment Para-Commando), Majoor F. Renard
(commandant van het 2 Commando), en Kapitein R. Meunier
commandant van de Kampcompagnie. De Koning woont commandodemonstraties
bij, laat zich de aanwezige officieren en onderofficieren
voorstellen, tekent het gulden boek van het 2 Commando en neemt
deel aan de lunch in de mess der officieren.
In zijn Kerstboodschap van 1985 zegt hij:
Het gezin is geen op zich terug getrokken cel. Het is volgens mij
iets heel anders. Het is een haard van verstandhouding en luisterbereidheid,
van onderlinge steun en solidariteit, van openheid en
tederheid.
In zijn toespraak van 21 juli 1988 zegt de Koning:
Eerst en vooral houden we er aan u te zeggen dat we u graag zien.
U weet dat we zelf geen kinderen hebben. We hebben lang nagedacht
over de zin van dit lijden. Langzamerhand hebben we begrepen dat,
door zelf geen kinderen te hebben, onze harten meer open stonden
om alle kinderen graag te zien, volstrekt allemaal.
Voor de eerste keer heeft de Koning zich positief uitgedrukt
over het federalisme, maar met het behoud van België als Staat:
Daarom moet de Staatshervorming de cohesie en de samenwerking
tussen de verschillende meer autonoom geworden entiteiten en het
centraal gezag verbeteren. Het gaat dus over een federalisme dat de
eenheid moet bevorderen, dat de solidariteit tussen de veschillende
componenten bewaart en die elke vorm van expliciete of verdoken
separatisme verwerpt.
De meerderheid van de Belgen wenst dat de eigenheid van de
Regio’s en de Gemeenschappen erkend wordt en zich kan ontplooien.
Maar ze wil ook verenigd leven in ons land, gericht op Europa en de
wereld, zonder tegenstrijdige maar eerder zich aanvullende belangen.
Ze beseffen dat federeren in feite verenigen betekent.
In zijn Kerstboodschap van 1991 herinnert de Vorst aan de
operatie die hij niet zo lang geleden heeft ondergaan:
Ik wil net besluiten zonder uit de grond van mijn hart het groot
aantal personen te danken die hun wensen hebben gestuurd na mijn
operatie en u zeggen dat ik, dank zij de operatie, die voor mij een
positieve levenservaring was, ik dit beter heb begrepen. Iedereen
beseft op een bepaald moment in zijn leven zijn grote kwetsbaarheid,
samen met de grootheid van de menselijke conditie. Dit brengt ons
in de realiteit. We onderscheiden dan beter wat essentieel en wat
voorbijgaand is in het leven. Onze kwetsbaarheid doet ons tevens
beseffen hoe fundamenteel we op elkaar gelijken en met dezelfde
eerbied moeten worden behandeld.
Dit versterkt ook mijn wil om te vechten tegen elke vorm van
uitsluiting en discriminatie.
In verschillende landen, waaronder het onze, steekt het racisme op
een onrustwekkende wijze de kop op. Er is geen compromis mogelijk
met een houding die de menselijke en fundamentele democratische
waarden miskent. We moeten ze bestrijden, samen met die situaties
die het extremisme en de onveiligheid in de grote steden bevorderen.
April 1960: de Koning overhandigt de standaard van het 4 e Commando
aan Lt-Kol V. Bruneau
Avril 1960, le Roi remet l’étendard du 4 Commando au Lt-Col
V. Bruneau
Op 8 maart 1958 woont de Koning op de place Saint-Aubain in
Namen de herdenking bij van de 15 e verjaardag van de oprichting,
in Engeland, van de 4 e Troop. Tijdens de plechtigheid overhandigt
de Koning de groene muts aan de 1 e Sergeant Th. Van Mol, aan
KRO Vandenbergh, aan KROO R Van de Rostijne en aan soldaten
Guevorsts, Harvengt en Van Schil. Veel anciens van Engeland worden
aan de Koning voorgesteld door Luitenant-Kolonel G. Danloy.
In mei 1955, tijdens zijn bezoek aan Congo schouwt de Koning
de Para-Commando’s van het 4 e Detachement.
Op 3 mei 1956 woont de Koning de inhuldiging bij van het
Gedenkteken der Parachutisten in de Home der Parachutisten, Kasteleinstraat
in Brussel.
Op 1 april 1960 overhandigt de Koning plechtig op het voorplein
van het Jubelpark te Brussel de standaard van het 4 e Commando aan
Majoor Bruneau, die voor de gelegenheid speciaal met een escorte
uit Kitona was gekomen.
14

Hommage au Roi Baudouin
Lors du dîner de gala à Moscou, le 25 juin 1975 :
L’existence d’idéologies à l’intérieur d’un pays comme dans
diverses nations peut avoir un effet de saine émulation. Mais pour
nous, le succès d’une conception de vie ne peut se mesurer à son
extension géographique, si elle n’est pas l’expression de la libre
volonté des populations concernées
Dans son discours aux autorités du pays en 1984 :
La crise économique mondiale, qui dure aujourd’hui depuis onze
ans déjà, a entraîné des changements profonds. Les conséquences
les plus pénibles en sont l’augmentation considérable du chômage
dans les pays industrialisés et une grande misère encore dans les
pays en voies de développement.
Le 18 janvier 1985, aux autorités du pays :
La tolérance est une autre qualité fondamentale d’une vraie démocratie
pluraliste. Elle implique le respect de l’autre, au-delà des
différences de conception philosophique, économique ou sociale et
plus particulièrement dans notre pays au-delà des différences entre
communautés. Dans une telle démocratie, les citoyens doivent aussi
se sentir en sécurité, et toute violence doit être combattue.
Dans son discours de Noël 1985, il déclare :
La famille ne doit pas être une cellule repliée sur elle-même. Elle
est à mon sens tout autre chose. Elle est un foyer de compréhension
et d’écoute, de soutien mutuel et de solidarité, d’ouverture et de
tendresse.
Le Roi dans son allocution du 21 juillet 1988 :
D’abord nous voulons vous dire que nous vous aimons beaucoup.
Vous savez que nous n’avons pas d’enfants. Longtemps nous nous
sommes interrogés sur le sens de cette souffrance. Peu à peu, nous
avons compris qu’en n’ayant pas d’enfants à nous, notre cœur était
plus libre pour aimer tous les enfants, absolument tous.
Pour la première fois, le Roi s’est prononcé de manière positive
à propos du fédéralisme, mais avec le maintien de la Belgique
comme Etat :
Pour cela, la réforme de l’Etat doit assurer la cohésion et la
coopération entre les différentes entités devenues plus autonome, et
entre celles-ci et le pouvoir central. Il s’agit donc d’un fédéralisme
qui doit favoriser l’union, maintenir une solidarité entre les diverses
composantes et rejeter toute forme de séparatisme explicite ou larvée.
La majorité des Belges souhaite que la personnalité propre des
Régions et des Communautés soit reconnue et puisse s’épanouir. Mais
elle veut aussi vivre unie dans notre pays, ouverte sur l’Europe et
le monde, et elle désire que ces volontés ne s’opposent jamais et se
complètent l’une l’autre. Elle sait que fédérer signifie unir.
Août 1960, revue par le Roi d'une Compagnie Para-Commando
ayant participé aux opérations au Congo.
Augustus 1960, receptie door de koning van een Para-Commandocompagnie
die deelnam aan operaties in Congo.
Dans son message de Noël 1991, le Souverain évoque l’opération
qu’il a subie peu de temps auparavant :
Je ne voudrais pas conclure sans remercier du fond du cœur
les nombreuses personnes qui m’ont envoyé leurs vœux après mon
opération et vous dire ce que j’ai mieux compris grâce à l’épreuve
qui fut pour moi, une expérience de vie très positive. Chacun perçoit
à un moment de son existence son extrême fragilité en même temps
que la grandeur de sa condition humaine. Cela nous place dans la
vérité. Nous distinguons mieux alors ce qui est essentiel et ce qui est
passager dans notre vie. Notre fragilité nous permet aussi de réaliser
combien nous sommes fondamentalement semblables et devrions être
traités avec le même respect. Cela renforce ma volonté d’œuvrer
contre toutes les exclusions et les discriminations.
Dans plusieurs pays, dont le nôtre, le racisme refait surface de
manière inquiétante. Il n’y a pas de compromis possible avec une
telle attitude qui nie les valeurs humaines et démocratiques fondamentales.
Il faut la combattre et en même temps nous attaquer à
des situations qui favorisent l’extrémisme comme l’insécurité dans
les grandes villes.
1982 Le Roi Baudoin assiste à une céremonie à Marche-les-Dames et remet le bérèt vert au Prince Philippe à l'issue de son Camp
Commando.
1982 Koning Boudewijn woont een ceremonie bij te Marche-les-Dames et reikt de groene muts uit aan Prins Filip op het einde van
zijn Commando Kamp.
15

Hulde aan Koning Boudewijn
Op 17 december 1982 heeft Koning Boudewijn er aan gehouden
om de groene muts en het Commandobrevet te overhandigen aan
Prins Filip. De groene muts heeft hij maar een dag gedragen. Omdat
hij aansluitend een bevelvoeringsstage ging doen bij het 3 Para, ging
hij de attributen van 3 Para moeten dragen.
Na de operatie « Red Bean », ontvangt de Koning een belangrijke
delegatie van het 3 Para onder leiding van Majoor SBH G. Couwenberg,
terwijl het bataljon de wacht opgaat aan het Koninklijk paleis
van 26 augustus tot 11 september 1997.
In 1982 kent Z.M. de Koning de titel van baron toe aan twee
gewezen Regimentscommandanten Para-Commando, Generaal-
Majoor o.r. G.Danloy en Luitenant-Generaal o.r Vivario.
Ter gelegenheid van de 40 e verjaardag van de oprichting van
de eerste eenheden van Parachutisten en Commando’s, ontvangt
de Koning op 3 juni 1982 in zijn paleis van Laken, een delegatie
gewezen SAS parachutisten, geleid door Ereluitenant-Kolonel E.
Blondeel en, op 26 maat 1983, een groep gewezen Commando’s
van 1942 en 1944, met aan het hoofd Generaal o.r. Baron Danloy.
1964: Koning Boudewijn en zijn oom, Koning Olav van Noorwegen.
1964 ; Le Roi Baudouin et son oncle le Roi Olav de Norvège
Begin augustus 1960 schouwt Koning Boudewijn de 11 e en 14 e
Onafhankelijke Compagnies Para-Commando bij hun terugkeer uit
Congo, waar ze hulp brachten aan de Europeanen.
Op 22 september 1964 gaat de Vorst, begeleid door zijn oom,
Koning Olav van Noorwegen, naar het TrgC Commando, bevolen
door Majoor J.Militis en wonen er de demonstraties bij die hen een
idee geven van de commandotraining.
Op 1 december 1964, na hun humanitaire interventie in Stanleyville
en Paulis, huldigt de Koning de Para-Commando’s bij hun
terugkeer in België.
Hij verleent het Kruis van Commandeur in de Orde van Leopold
II aan Kolonel Ch. Laurent, commandant van de operatie, en aan
de Amerikaanse Kolonel Gradwell, commandant van de Escadrille
C-130.
Op 23 september 1966 gaat de Koning naar het TrgC Para in
Schaffen. Hij wordt er ontvangen door Ch. Poswick, Defensieminister
Kolonel SBH P. Roman, commandant van het Regiment Para-Commando
en Majoor P. Desprechins, commandant van het Centrum.
Nadat hij een briefing heeft bijgewoond over de opdrachten van
het Centrum, bezocht hij de installaties en de verschillende secties.
Hij heeft vervolgens een groet gebracht aan het monument ter ere
van de 33 parachutisten, omgekomen bij het vliegtuigongeval te
Detmold op 26 juin 1963.
Op 11 oktober 1982 begeeft Koning Boudewijn zich naar de
DBR ter gelegenheid van het manœuver Cross-Eifel, georganiseerd
door Generaal-Majoor R. Depoorter. Tijdens zijn bezoek gaat hij
naar de CP van 3 Para, waar hij wordt ontvangen door Luitenant-
Kolonel SBH R. Reynders.
Tijdens een plechtigheid op 17 december 1982 in het TrgC Cdo
overhandigt de Koning de groene muts en het Commandobrevet aan
zijn petekind Prins Filip.
Verschillende commandanten van het Regiment-Para-Commando
hebben de functie uitgeoefend van Vleugeladjudant van Koning
Boudewijn, hetzij tijdens, hetzij na hun bevelvoering: Kolonel G.
Danloy, Kolonel SBH Vivario, Kolonel SBH R.Delperdange, Kolonel
SBH P Roman, Kolonel SBH J.Segers, Kolonel SBH R.
Depoorter en Kolonel SBH L. Verstraeten.
Luitenant-Kolonel E. Blondeel was benoemd tot Vleugeladjudant
van de Prins Regent. Luitenant-Kolonel SBH P. Roman en
Luitenant-Kolonel SBH M. Jacqmin onder het regentschap van
Prins Albert II.
Op 24 september 1967, tijdens de viering op de Grote Markt van
Brussel, van de 25 e verjaardag van de oprichting van de Parachutisten
en de Commando’s, schouwt Koning Boudewijn de eenheden, samen
met de commandant van het Regiment Para-Commando, de Kolonel
SBH P. Roman, van de Minister van Defensie, Ch Poswick, van de
Generaal-Majoor G. Danloy en van Luitenant-Kolonel E. Blondeel.
Hij laat zich enkele veteranen voorstellen en geeft vervolgens
een speech waarin hij lof brengt aan alle militairen: officieren, onderofficieren
en dienstplichtige Para-Commando’s voor hun inzet
in een elite-eenheid.
Op 22 april 1978, gaat de Koning, begeleid door Prins Albert
en Prinses Paola, op privébezoek aan het TrgC Para. Ze worden
ontvangen door Majoor du Bois de Vroylande, commandant van
het Centrum. De leden van de Koninklijke familie wonen de laatste
sprong bij voor het B-brevet para van Prins Filip. Prins Filip deed
een stage bij de Nationale Federatie van Belgische Parachutisten
(FNPB), gepaard gaand met een sessie van het B-brevet van de
leerlingen van de Koninklijke Kadettenschool
1955. Bij een bezoek aan onze vroegere kolonie bracht de Koning
de groet aan de standaard van het 3 Para op de Basis van Kamina.
1955. Lors d'une visite à notre ancienne colonie, le Roi salue
l'étendard du 3 Para à la Base de Kamina.
16

Hommage au Roi Baudouin
1967 : Cérémonie à la Grand Place
de Bruxelles à l’occasion du 25 ème
anniversaire de la création des unités
Parachutiste et Commando et le 15 ème
anniversaire de la création du Régiment
Para-Commando.
1967: Plechtigheid op de Grote Markt
van Brussel ter gelegenheid van de 25 e
verjaardag van de oprichting van de
Parachutisten en Commando eenheden
en de 15 e verjaardag van de oprichting
van het Regiment Para-Commando.
Le Roi Baudouin assiste à quelques cérémonies
importantes au Régiment Para-Commando
Au cours de son règne, le Roi Baudouin, à de nombreuses
reprises, manifesté son intérêt et sa sympathie pour le Régiment
Para-Commando.
De fréquentes visites aux différentes unités en sont un témoignage
probant.
Le 24 novembre 1954 : le Roi Baudouin, se rend au CECdo où
il est reçu par le Lieutenant-Colonel G.Vivario (commandant du
Régiment Para-Commando), le Major F .Renard (commandant du 2
Commando), et le Capitaine R.Meunier commandant la Compagnie
Camp. Le Roi, assiste à des démonstrations Commandos, se fait
présenter les officiers et sous-officiers présents, signe le livre d’or
du 2 Commando et déjeune au mess des officiers.
Le 8 mars 1958, le Roi assiste, sur la place Saint- Aubain à
Namur, à la commémoration du 15 ème anniversaire de la création, en
Angleterre, de la 4 ème Troupe. Au cours de la cérémonie, le Roi remet
le béret vert au 1er Sergent Th. Van Mol, au COR Vandenbergh, au
CSOR Van de Rostijne et aux soldats Guevorsts, Harvengt et Van
Schil. De nombreux anciens d’Angleterre sont présentés au Roi par
le Lieutenant-Colonel G. Danloy.
En mai 1955, lors de sa visite au Congo, le Roi passe en revue
les Para-Commandos du 4ème Détachement.
Le 3 mai 1956, le Roi, assiste à l’inauguration du Mémorial
des Parachutistes au Home des Parachutistes, rue du Chatelain à
Bruxelles.
Le 1er avril 1960, le Roi remet solennellement, sur l’esplanade
du Cinquantenaire à Bruxelles, l’étendard du 4 Commando au Major
Bruneau, venu spécialement avec une escorte de Kitona.
Début août 1960, le Roi Baudouin passe en revue les 11ème et
14ème Compagnies Indépendantes Para-Commandos, rentrées du
Congo après s’être portées au secours des Européens.
Le 22 septembre 1964 : le Souverain, accompagné de son oncle,
le Roi Olav de Norvège se rendent au CECdo commandé par le
Major J.Militis et assistent à des démonstrations donnant un aperçu
de l’entraînement Commando.
Le 1er décembre 1964, après l’intervention humanitaire à Stanleyville
et à Paulis, le Roi s’adresse aux Para-Commandos, à leurs
rentrées en Belgique, pour leur rendre hommage.
Il décore de la Croix de Commandeur de l’Ordre de Léopold II,
le Colonel Ch. Laurent, commandant de l’opération, et le Colonel
américain Gradwell, commandant de l’escadrille C-130.
1978 : Réception de Para-Commandos au Palais de Bruxelles
après l’opération « Red Bean » au Katanga.
1978: Ontvangst van Para-Commando’s in het Paleis van Brussel
na de operatie « Red Bean » in Katanga.
Le 23 septembre 1966, le Souverain se rend au CEPara à Schaffen.
Il est reçu par Ch. Poswick, ministre de la Défense, le Colonel
BEM P. Roman, commandant le Régiment Para-Commando et le
Major P. Desprechins, commandant le centre.
Le Roi après avoir assisté à un briefing sur les missions du centre,
a visité les installations et les différentes sections. Il s’est ensuite
incliné devant le monument érigé à la mémoire des 33 parachutistes
décédés lors de l’accident d’aviation de Detmold le 26 juin 1963.
Le 24 septembre 1967, lors de la célébration du 25 ème anniversaire
de la création des unités Parachutiste et Commando à la Grand-Place
de Bruxelles, le Roi Baudouin passe les unités en revue, accompagné
du commandant du Régiment Para-Commando, le Colonel BEM
P.Roman, du ministre de la Défense, Ch Poswick, du Général-Major
G .Danloy et du Lieutenant-Colonel E. Blondeel.
Il se fera présenter quelques vétérans et prononcera ensuite un
discours rendant hommage à tous les militaires ; officiers, sousofficiers
et miliciens Para-Commandos pour leur engagement dans
une unité d’élite.
17

Hommage au Roi Baudouin
En 1982, S.M. le Roi décerne le titre de baron à deux anciens
commandants du Régiment Para-Commando, le Général-Major e.r.
G.Danloy et le Lieutenant-Général e.r Vivario.
A l’occasion du 40 ème anniversaire de la création des premières
unités Parachutiste et Commando, le Roi reçoit en son palais de
Laeken, le 3 juin 1982, une délégation d’anciens Parachutistes SAS,
conduite par le Lieutenant-Colonel Hre E. Blondeel et, le 26 mars
1983, un groupe d’anciens Commandos de 1942 et 1944, à la tête
de laquelle se trouvait le Général e.r. Baron Danloy.
1983 : Réception d'anciens Commandos au Palais de Laeken
Ontvangst van gewezen Commando's in het Paleis van Laken
Le 22 avril 1978, le Roi, accompagné du Prince Albert et la
Princesse Paola, se rend en visite privée au CEPara. Reçus par le
Major du Bois de Vroylande, commandant le centre, les membres
de la famille royale assistent au dernier saut du Prince Philippe pour
l’obtention du brevet B Para. Le Prince Philippe a effectué un stage
de la Fédération Nationale de Parachutisme (FNPB) jumelé à une
session de brevet B destinée aux élèves de l’Ecole Royale des Cadets.
Le 17 décembre 1982, le Roi Baudouin a tenu à remettre le béret
vert et son brevet Commando au Prince Philippe. Béret qu’il n’a
porté qu’un jour. Etant destiné à effectuer un stage de commandement
au 3 Para, il revêtira ensuite les attributs du 3 Para.
Après l’opération « Red Bean », le Roi reçoit une délégation
importante du 3 Para conduite par le Major BEM G. Couwenberg,
alors que le bataillon monte de garde aux Palais Royaux du 26 août
au 11 septembre 1978.
1966 : Visite du Roi Beaudouin au CEPara
Bezoek van Koning Boudewijn aan het Trg C Para
Le 11 octobre 1982, le Roi Baudouin se déplace en RFA à l’occasion
de la manœuvre Cross-Eifel organisée par le Général-Major
R. Depoorter. Au cours de sa visite, il se rend au PC du 3 Para où il
est reçu par le Lieutenant-Colonel BEM R. Reynders.
Le 17 décembre 1982, le Roi remet le béret vert et le brevet
Commando à son filleul, le Prince Philippe, au cours d’une cérémonie
au CECdo.
Plusieurs commandants du Régiment-Para-Commando ont exercé
la fonction d’Aide de Camp du Roi Baudouin, soit pendant leur
commandement soit après ; le Colonel G.Danloy, le Colonel BEM
Vivario, le Colonel BEM R. Delperdange, le Colonel BEM P. Roman,
le Colonel BEM J. Segers, le Colonel BEM R. Depoorter et le
Colonel BEM L.Verstraeten.
Visite du Roi au 3 Para en 1982, lors d'une manœuvre en Allemagne.
Bezoek van de Koning aan 3 Para in 1982, tijdens een manœuver
in Duitsland.
Le Lieutenant-Colonel E. Blondeel avait été nommé aide de
camp du Prince Régent.
Les Lieutenants Colonels BEM T. Roman et M. Jacqmin l'ont
été sous le règne du Prince Albert II.
18

They only fly away
Nous avons le triste devoir de vous informer du décès de:
Wij hebben de droevige plicht u het overlijden te melden van:
Freddy Morelle geboren te Thuin op 24 september 1932,
overleden in Soignies op 4 december 2023. Gewezen voorzitter
van de Vriendenkring Commando voor de oprichting
van de ANPCV. Heeft gedurende talrijke jaren de “Chesty
George” georganiseerd.
Freddy Morelle né à Thuin le 24 septembre 1932 et décédé
à Soignies le 4 décembre 2023. Ancien président de la Fraternelle
Commando avant la création de l’ANPCV, a organisé le
« Chesty Georges » pendant de nombreuses années.
Prosper Bavay, geboren te Aarlen op 20 april 1933 en
overleden te Libramont op 23 januari 2024.
Heeft zijn militaire loopbaan begonnen met een groene
muts in het Regiment Commando. Daarna is hij TS operator
in het hoofdkwartier Regiment Para-Commando met een rode
muts geworden. Hij was onder de groene mutsen één van de
eersten die de twee brevetten Commando en Parachutist behaalde.
Zeer goed klimmer, één van de sporen in Marche-les-Dames,
“La Prosper”, draagt zijn naam. Hij wordt instructeur “Rotsen” in
het Trg C Cdo gedurende enkele jaren met tussentijds een verblijf
in de GVP Compagnie in Weiden.
Na de oprichting van het TrgCCdo in Kota Koli wordt hij instructeur,
met de graad van adjudant, gedurende enkele jaren.
Kolonel b.d. SBH Gus Couwenberg overleden op 27
januari 2024.
Na de Koninklijke Militaire School, sectie “Alle Wapens”
en de cursus in de Infanterieschool in Aarlen heeft hij mutatie
gedaan naar de Schoolcompagnie Para-Commando, waar hij
pelotonscommandant was in het 2 Commando met verblijven
in Afrika. Daarna officier in het 3 Para te Lombardsijde.
Stafbrevet (SBH) na de Krijgsschool. Korpscommandant van
3 Para gedurende de operatie “Red Bean” in Katanga op mei 1977.
Prosper Bavay, né à Arlon le 30 avril 1933 et décédé à
Libramont le 23 janvier 2024.
A commencé sa carrière militaire comme béret vert au
Régiment Commando, ensuite est passé au QG Régiment
comme opérateur radio en portant alors le béret lie de vin. Il
fut parmi les premiers à obtenir les deux brevets commando
et parachutiste. Excellent grimpeur, une voie « La prosper »
porte son nom. Il devient ensuite instructeur « Rochers » au CECdo
pendant plusieurs années avec entretemps un passage à la Compagnie
ESR à Weiden.
Lors de la création du CECdo à Kota Koli en République Démocratique
du Congo, il sera durant de longues années, alors comme
adjudant, instructeur.
Colonel e.r. BEM Gus Couwenberg décédé le 27 janvier
2024.
Arrivé à la Compagnie Ecole Para-Commando à Wartet
après avoir suivi les cours à l’Ecole Royale Militaire division
« Toutes Armes » et son école d’armes à Arlon.
Breveté Para-Commando, il est passé au 2 Commando et
a effectué plusieurs séjours en Afrique. Ensuite Officier au 3
Para à Lombardsijde.
Devenu Commandant du 3 Para de 1978 à 1980 à Tielen. il a
participé avec son bataillon à l’opération « Red Bean» au Katanga
in mai 1977.
De Redactie van « Para-Commando » biedt aan de beproefde familieleden haar deelneming aan.
La Rédaction de “Para-Commando” présente ses plus sincères condoléances aux membres de leur famille.
ME AND MY PAL
LE VENDREDI
13 SEPTEMBRE A
WOLUWE SAINT LAMBERT
ME AND MY PAL
OP VRIJDAG
13 SEPTEMBER IN
SINT-LAMBRECHTS WOLUWE
Rendons les hommages à l’opérations
STAN ET PAULIS 1964
Communiquez nous l’adresse de vos amis
qui y ont participé
pour recevoir l’invitation
meandmypal.wsl@gmail.com
Laten we hulde brengen aan operaties
STAN EN PAULIS 1964
Stuur ons de adressen van je vrienden
die hebben deelgenomen
om de uitnodiging te ontvangen
meandmypal.wsl@gmail.com
19

Luitenant John Van der Heyden werd in de nacht van 9 op 10 augustus
1944 met zijn « squad » geparachuteerde ten zuiden van Monschau. Hij is
de eerste geallieerde officier die, in uniform, Duitsland binnendringt
Tekst: E. Genot en M. Neyt
Foto's: E. Genot
Vertaling: W. Mertens
Officier, artillerist, parachutist, twee SAS opdrachten achter de linies: « Chaucer
» in Frankrijk en « Bergbang » in België. Operatie « Regent » in de
Belgische Ardennen. De veldtocht « Larkswood » in Holland … oprichting
van de School voor valschermspringen in Schaffen, Commandant van het 3 Para-
Cdo op de Basis van Kamina, Commandant van het Regiment Para-Commando.
Een loopbaan die eindigt met de graad van Luitenant-generaal en die we u voorstellen
ter gelegenheid van de 80 e verjaardag van de operatie « Bergbang ».
Zijn militaire studies
V
an der Heyden Raymond, (John voor de vrienden), Edmond,
Antoine, Pierre, Paul werd geboren in Kilo-Moto
(Belgisch Congo) op 12 juni 1917. Hij is de zoon van Raymond Van
der Heyden, bestuurder van bruggen en wegen en Leonie Van Lint.
Hij beëindigt zijn Grieks-Latijnse middelbare studies in 1934 in
het Instituut Saint-Louis in Brussel. In hetzelfde Instituut doet hij
van 1934 tot1935 een extra wetenschappelijk studiejaar als voorbereiding
op de ingangsexamens van de Koninklijke Militaire School.
Hij slaagt en wordt op 18 oktober 1935 lid van de 96 e Polytechnische
Promotie Artillerie Genie!
Op 26 december 1937 wordt hij aanvaard in het officierenkader.
(Stamnummer 38403), en gaat daarna, op 26 augustus 1939, naar
de Applicatieschool van de Artillerie. In 1940 wordt hij lid van het
Korps der Artillerieofficieren.
Wanneer op 10 mei 1940 de oorlog uitbreekt, vertrekt zijn promotie
naar Frankrijk, waar veel Belgische militairen hergroeperen na
de Achtiendaagse Veldtocht, in de hoop het gevecht verder te zetten.
Hij blijft er van 18 mei tot 21 augustus 1940. Na de wapenstilstand,
ondertekend door Pétain keert hij terug naar België, waar hij in het
bezette land zonder werk valt.
Op 28 maart 1941 beslist hij een ontsnappingspoging te wagen richting
Engeland. Hij steekt de Belgische grens en de demarcatielijn over,
gaat het door de Duitsers belette Frankrijk en dat van Vichy binnen,
steekt de Pyreneeën over maar wordt gearresteerd door de Spaanse politie
en opgesloten door de Seguridad van Madrid van19 april tot 5 mei
1941. Daarna wordt hij opgesloten in het sinistere concentratiekamp van
Miranda de Ebro. Daar wordt hij bevrijd dankzij de interventie van de
Ambassadeur van België en opgenomen als Luitenant in de getalsterkte
van de Belgische Strijdkrachten in Groot-Brittannië op 24 november
1941. Hij gaat naar de 1st Belgian Battery op 26 november 1941 en
daarna op 24 januari 1942 als vrijwilliger naar de Luchtvaartcompagnie
maar wordt er ongeschikt verklaard wegens gebrekkig zicht.
In maart 1942 gaat hij naar de Signal School.
Officier SAS Parachutist
Van der Heyden is vrijwilliger om de training van parachutist
te volgen. Hij maakt deel uit van de groep, waartoe ook
Kapitein E.Blondeel behoort en die naar de Parachutageschool van
Ringway gaat.
De 20 vrijwilligers worden allen op 2 mei 1942 gebreveteerd. Bij
de oprichting van de « D (Parachute) Company van het 2 e Bataljon
Fusiliers » op 8 mei 942, die achteraf in juli 1942 de « Belgian
Independant Parachute Company » wordt, is Van der Heyden er
pelotonscommandant
Hij volgt verschillende stages in de Engelse Scholen: in september
1942 in de « Polish Brigade », de Street fighting course in de
1st Airborne Division in februari 1943 en bij de Airborne Forces
Experimental Establishment in april 1943.
Op 19 december 1942 huwt hij de Engelse Dorothy Williams
Hazel.
Een amusant detail, het is Kapitein E.Blondeel die de plechtigheid
op de piano begeleid.
De eenheid, nu officieel bevolen door Kapitein Eddy Blondeel,
wordt op 4 februari 1944 aangehecht aan de « Special Air Service
Brigade » met als naam « Belgian SAS Squadron » (5Th SAS).
Hij is er Commandant van de « A Troop »!
Hij kan in maart 1944 nog de « Demolition course » volgen.
In operatie
J
ohn Van der Heyden wordt aangesteld als kapitein voor de
duur van zijn opdracht. Hij wordt in de nacht van 9 op 10
augustus 1944 in Normandië, ten zuidoosten van Nogent-le-Rotrou
met 15 man geparachuteerd met een bestokingsopdracht.: « Operatie
Chaucer ».
Lt. Van der Heyden
20

Le Lieutenant John Van der Heyden, largué avec son « squad »
au sud de Monschau dans la nuit du 9 au 10 août 1944 est le premier
officier Allié à pénétrer en Allemagne en uniforme
Officier, artilleur, parachutiste, deux missions SAS derrière les Lignes « Chaucer
» en France et « Bergbang » en Belgique, opération « Regent » dans
les Ardennes belges, Campagne « Larkswood » en Hollande…création
de l’Ecole de Parachutage à Schaffen, commandant du 3 Para-Cdo à la Base de
Kamina, commandant du Régiment Para-Commando…
Une carrière qu’il terminera avec le grade de lieutenant-général que nous vous
présenterons à l’occasion du 80 ème anniversaire de l’opération « Bergbang ».
Texte : E. Genot et M. Neyt
Photos : E. Genot
Ses études militaires
V
an der Heyden Raymond, (John pour les intimes), Edmond,
Antoine, Pierre, Paul est né à Kilo-Moto (Congo Belge) le
12 juin 1917. Il est le fils de Raymond Van der Heyden, qui exerce
la profession de conducteur des ponts et chaussées et de Léonie
Van Lint.
Il achève ses humanités gréco-latines à l’Institut Saint-Louis à
Bruxelles en 1934. Il suit dans la même école, une année spéciale
scientifique en 1934-1935 afin de préparer les examens d’entrée à
l’Ecole Royale Militaire. Examens réussis, il est admis à la 96 ème
Promotion Artillerie Génie Polytechnique le 18 octobre 1935!
Nommé au grade de sous-lieutenant du cadre des officiers de
carrière le 26 décembre 1937 (matricule 38403), il passe ensuite à
l’Ecole d’Application de l’Artillerie le 26 août 1939 et est admis
dans le Corps des officiers d’Artillerie en 1940.
A la déclaration de guerre, le 10 mai 1940, sa promotion est dirigée
vers la France où de nombreux militaires belges vont se regrouper après
la Campagne des 18 jours en espérant reprendre le combat. Il y séjourne
du 18 mai au 21 août 1940. Rapatrié en Belgique après l’armistice
signé par Pétain, il se retrouve sans emploi en Belgique occupée.
Il décide de s’évader de Belgique le 28 mars 1941 et de tenter de
rejoindre l’Angleterre.
Il traverse la frontière belge, franchit la ligne de démarcation
entre la France occupée par les Allemands et la France de Vichy,
traverse les Pyrénées mais est arrêté par la police espagnole et détenu
à la Seguridad de Madrid du 19 avril au 5 mai 1941. Il est ensuite
interné dans le sinistre camp de concentration de Miranda de Ebro.
Libéré grâce à l’intervention de l’Ambassadeur de Belgique, il
est repris en force comme lieutenant aux Forces Belges de Grande-
Bretagne le 24 novembre 1941 et rejoint la 1st Belgian 7d Battery le
26 novembre 1941, passe ensuite à la Compagnie Aéronautique le 24
janvier 1942 comme volontaire pilote mais est déclaré inapte pour
vue insuffisante. Il est alors muté vers la Signal Section en mars 1942.
Officier SAS Parachutiste
V
an der Heyden se porte alors volontaire pour suivre l’entraînement
parachutiste. Il fait partie d’un quatrième groupe le
comprenant ainsi que le Capitaine E.Blondeel qui se rend à l’Ecole
de Parachutage de Ringway le 26 avril et les 20 volontaires sont tous
brevetés parachutistes le 2 mai 1942.
Il devient ensuite chef de peloton, à la création à la « D (Parachute)
Company du 2 ème Bataillon de Fusiliers » le 8 mai 1942 et
qui deviendra la « Belgian Independant Parachute Company »
en juillet 1942.
Il suit plusieurs stages de formation dans des écoles anglaises: à
la Polish Brigade en septembre 1942, à la 1st Airborne Division en
octobre 1942, le Street fighting course en février 1943 et à l’Airborne
Forces Experimental Establishment en avril 1943.
Friz Hill (England 1943)
D.g.à.d. / V.l.n.r.: Radino, Dr. J. Limbosch, Van der Heyden, F. Limbosch, G. Kirschen
21

Luitenant John Van der Heyden
Op het voorziene uur komen twee « Stirling » vliegtuigen aangevlogen
op lage hoogte boven de DZ waar het eerder afgeworpen
« squad » van de « advanced party », bevolen door Luitenant Ghys,
hen opwacht. De valschermen zijn met moeite open wanneer de SAS
de grond raken. Enkele, waaronder Sergeant-Majoor Devignez, zijn
zwaargekwetst aan de wervelkolom, met enkele maanden hospitaal in
het verschiet, maar de drie anderen zullen aan de volgende operaties
deelnemen. Het « squad » begint zijn opdracht van bestoken van
Duitse kolonnes en overmaken van inlichtingen.
… De bestokingsacties gebeuren soms in samenwerking met de
Weerstand. De Weerstand in mijn sector beslist van het dertigtal
Duitsers van Nogent-le-Rotrou te verjagen en vragen hen te steunen.
Wanneer de vijand de stad verlaat legt hij mijnen op de wegen. Het
« squad » van Luitenant Ghys neutraliseert er een zestigtal terwijl
mijn « squad » de terugtocht van de Duitsers in het noorden van de
lokaliteit tracht af te snijden.
Wanneer de Amerikanen op 14 augustus in het zicht van de stad
komen zijn alle toegangen open zodat van Le Mans tot Chartres
langs Nogent-le-Rotrou, de Amerikanen geen enkele Duitser meer
ontmoeten. De 15 e gaan we naar het hoofdkwartier van het 3 e Leger
en daarna naar Engeland via de haven van Arromanches.
(J. Van der Heyden).
John Van der Heyden wordt de nacht van 6 op 7 september
1944, met tien man, op 3 km ten zuiden van Monschau geparachuteerd
voor een tweede SAS opdracht met bestoking. Het is de
Operatie « Bergbang ». Door een vergissing bij het parachuteren,
de voorziene plaats was Solwaster, zijn deze mannen onvrijwillig
de eerste Geallieerden die, in uniform, Duitsland binnendringen.
Het « squad » moet nu, in de gietende regen en zonder kaart van
de streek, de hindernissen van de Siegfriedlinie overschrijden, om
België op 8 augustus te bereiken en bestokingsacties uit te voeren op
door de Duitsers gebruikte assen. Wanneer hij, na het bestoken van
de vijand, zijn basis bereikt, verneemt Van de Heyden dat Sergent
Pus en 11 parachutisten gedropt werden met containers munitie en
voedsel. De twee « squads » zetten zich in om het Duits verkeer tot
12 september te verstoren, datum waarop ze vaststellen dat er geen
Duitsers meer zijn in de streek.
Met een Ford, veroverd in de Duitse staf van Sart, met een andere
Ford en twee camionnetten, trekken de parachutisten naar het op 13
september bevrijde stadhuis van Brussel, waar Kapitein Blondeel,
geparachuteerd in Gedinne, rendez-vous had gegeven aan de zes
« squads », die in België waren geparachuteerd. Bij zijn aankomst
verneemt Van der Heyden dat zijn strijdmakker Luitenant Freddy
Limbosch en Sergeant Jean Melsens in Limburg zijn gesneuveld.
In het Eskadron SAS
Het gehergroepeerd eskadron komt terug uit Engeland en
installeert zich in oktober1944 in de Kazerne der Twee Leeuwen
in Tervuren. De eenheid groeit in personeel, wordt uitgerust met
een veertigtal half gepantserde jeeps en wordt het « Belgian SAS
Recce Squadron ».
Van der Heyden wordt commandant van de 1 e Verkennerstroop.
Wanneer op 16 december 1944 het offensief « von Rundstedt » begint,
voert hij van 19 tot 23 december 1944 met zijn « Troop » (24 jeeps)
patrouilles uit langs de Maas om inlichtingen in te winnen over de
bezetting van de bruggen door de Amerikanen.
…Patrouilleren van Luik tot Givet om te beletten dat de Duitsers
de Maas oversteken, wat neerkomt op meer dan honderd kilometer
kronkelende banen baan controleren met 24 jeeps. Wat een opdracht
« O boy, o boy » roept Van der Heyden uit.
Ze denken dat we een brigade zijn, zelfs een divisie!
Ondanks enkele moeilijkheden tijdens de uitvoering van hun
opdracht; de Amerikanen nemen de Belgische SAS voor de mannen
van Skorseny (1), vervult Van der Heyden perfect zijn opdracht en
keert naar Brussel terug met de gevraagde inlichtingen.
Kapitein / Capitaine Van der Heyden
Het eskadron wordt dan volledig ingezet in de operatie « Regent »
in het tegenoffensief in de Ardennen.
Van der Heyden leidt zijn mannen zonder onderbreking in het
gevecht van 28 december 1944 tot 13 januari 1945.
Hij voert verschillende verkenningspatrouilles uit op jeep vanaf
Froidfontaine, waar Kapitein E. Blondeel zijn commandopost heeft
opgesteld. Het eskadron heeft als opdracht patrouilles uit te voeren
op de vordering as van het 62 e Recce: Halma, Chanly, Tellin, Bure,
Saint-Hubert, terwijl het de Britse rechterflank dekt en verbinding
houdt met de Franse SAS, opgesteld in Libin en de linkerflank van
het 3 e Amerikaans leger beschermt.
Op 31 december worden twee groepen gevormd, een bevolen
door Luitenant Van der Heyden, de andere door Luitenant Renkin.
In het noorden bezet Van der Heyden de kapel van Bure om vanaf
deze observatiepost de Duitse kanonnen op te sporen. Hij slaat dan
de baan Telin-Wavreille in en na twee kilometer verlaat een van zijn
jeeps, bevolen door Sergeant G. d’Oultremont, de baan en rijdt over
het veld in de richting van de kapel. Daar vallen ze op zes Duitsers
die ze gevangennemen. De ploeg van Renkin vordert op de beboste
hoogten van de rechterflank. Na een vordering in verharde sneeuw,
door veldwegen en velden, vallen ze onder vuur van een belangrijke
weerstand. Een projectiel raakt de jeep van P. Renkin. De officier en
de parachutisten C. de Villermont en E. Lorphevre worden gedood.
Als machteloze getuige van het drama beslist Van der Heyden om
tot de actie over te gaan. Hij infiltreert tot aan de eerste huizen van
het dorp en ontdekt de juiste posities van de twee antitankkanonnen.
Deze informatie zal toelaten dat de artillerie ze vernietigt.
De daaropvolgende dagen zet het eskadron onvermoeid zijn opdracht
verder. Tijdens een patrouille komen Blondeel en Van der
Heyden aan de plaats waar Renkin en zijn ploeg gesneuveld zijn.
Maar door de intensiteit van het vijandelijk vuur slagen ze er niet in
de lichamen die dag te evacueren. (2).
(1) In het offensief « von Runstedt » had Skorseny ploegen Duitsers, uitgerust in Amerikaanse uniformen aangeworven, vervoerd met buitgemaakte Amerikaanse voertuigen met de
bedoeling de Amerikaanse linies te infiltreren.
(2) Ze zullen in februari worden begraven op het kerkhof van het dorp en daarna aan de families worden overhandigd.
22

Lieutenant John Van der Heyden
Il épouse une Anglaise, Dorothy Williams Hazel, le 19 décembre
1942 et détail amusant, c’est le Capitaine E.Blondeel qui accompagnera
la cérémonie de mariage au piano.
Son unité alors commandée officiellement par le Capitaine Eddy
Blondeel est affectée à la « Special Air Service Brigade » sous le
nom de « Belgian SAS Squadron » (5th SAS) le 4 février 1944. Il
y est alors commandant de la « A Troop »!
Il a encore l’occasion de suivre le « Demolition course » en
mars 1944.
En opération
J
ohn Van der Heyden, commissionné capitaine pour la durée
de sa mission, est parachuté en Normandie dans la nuit du 9
au 10 août 1944, au sud-est de Nogent-le-Rotrou avec 15 hommes
en mission de harcèlement, l’ « Opération Chaucer ».
A l’heure prévue, deux avions « Stirling » se profilent très bas au-dessus
de la zone de saut où les attend le « squad » de l’ « advanced party »
commandé par le Lieutenant Ghys parachuté quelques jours plus tôt.
Les parachutes ont à peine le temps de s’ouvrir que les SAS touchent
déjà le sol: quatre hommes sont blessés dont le Sergent-Major Devignez
gravement atteint à la colonne vertébrale ce qui lui occasionnera quelques
mois d’hôpital mais les trois autres participeront aux prochaines opérations.
Aussi le « squad » commence-t-il ses actions de harcèlement des
colonnes allemandes et de transmissions de renseignements.
… Les actions de harcèlement se déroulent parfois en collaboration
avec la Résistance. Dans mon secteur, les résistants décident
de déloger la trentaine d’Allemands de Nogent-le-Rotrou et nous
demande de les appuyer. En quittant la ville, l’adversaire place des
mines sur les routes. Le « squad » du Lieutenant Ghys en neutralise
une bonne soixantaine, tandis que mon « squad » s’efforce de couper
la retraite des Allemands au nord de la localité.
Lorsque les Américains arrivent en vue de la ville le 14 août, tous
les accès sont débloqués, si bien que du Mans à Chartres par Nogentle-Rotrou,
les Américains ne rencontreront pas un seul Allemand.
Le 15, nous rejoignons l’état-major de la 3 ème Armée, ensuite l’Angleterre
en passant par le port d’Arromanches. (J. Van der Heyden).
John Van der Heyden est parachuté pour une seconde opération
SAS dans la nuit du 6 au 7 septembre 1944, à 3 kilomètres au sud de
Monschau, avec dix hommes, toujours en mission de harcèlement
dans l’opération « Bergbang ». Par suite d’une erreur de largage,
alors qu’ils auraient dû atterrir à Solwaster, ces hommes sont involontairement
les premiers Alliés à pénétrer en uniforme en Allemagne.
Le « squad » doit franchir, par une pluie battante, à revers,
sans carte de la région, les obstacles de la Ligne Siegfried et rentrer
en Belgique le 8 octobre pour y remplir sa mission: effectuer du
harcèlement sur les routes fréquentées par les Allemands se retirant
vers l’Allemagne.
Ayant rejoint sa base, après avoir harcelé l’ennemi, Van de Heyden
apprend que le Sergent Pus et 11 parachutistes ont été parachutés
avec des conteneurs contenant des munitions et des vivres. Ces deux
« squads » vont s’efforcer de perturber le trafic allemand jusqu’au
12 septembre, date où ils constateront qu’il n’y a plus d’Allemands
dans la région.
A bord d’une Ford capturée à l’état-major allemand de Sart, d’une
autre Ford et de deux camionnettes, les parachutistes rejoignent
l’hôtel de ville de Bruxelles libérée, le 13 septembre où le Capitaine
Blondeel, parachuté à Gedinne, avait donné rendez-vous, en fin de
mission, aux six « squads » parachutés en Belgique.
En arrivant, Van der Heyden apprend que son camarade le Lieutenant
Freddy Limbosch et le Sergent Jean Melsens avaient perdu
la vie en opérant dans le Limbourg.
Au sein de l’Escadron SAS
L
’escadron regroupé, rentre d’Angleterre et prend ensuite
ses quartiers à la Casernes des Deux Lions à Tervuren en
octobre 1944. L’unité se renforce en personnel et est équipée d’une
quarantaine de jeeps semi-blindées pour se reconvertir en « Belgian
SAS Recce Squadron ».
Van der Heyden y est commandant de la 1 ère Troop de reconnaissance.
A la suite du déclenchement de l’offensive « von Rundstedt »,
le 16 décembre 1944, il exécute avec sa « Troop » (24 jeeps) une
mission de patrouilles, le long de la Meuse du 19 au 23 décembre
D.g.à.d. / V.l.n.r.: Van der Heyden, een Engels officier, Eddy Blondeel, E. Delelienne, G. Kirschen
23

Luitenant John Van der Heyden
De « Well done », voldoening uitgedrukt door Kapitein Blondeel
aan het adres van Luitenant Van der Heyden, klinkt droevig en bitter
op deze avond van 31 december, wanneer de gevechten worden verder
gezet terwijl de kapitein enkele lessen trekt uit de gebeurtenissen van
de dag: de helm moet permanent worden gedragen, de brand van de
jeep van Luitenant Renkin deed beslissen dat de volle tanks op de
achterkant van de jeeps moesten verdwijnen. Tenslotte, wanneer men
een dekking moet verlaten het beter is van te voet te gaan.
(J. Temmerman).
De operatie « Regent » eindigt op 13 januari en het Eskadron
keert terug naar de kazerne van Tervuren. Maar niet voor lang want
de 17e wordt het naar Antwerpen gestuurd. In die regio, geteisterd
door de V1 en V2 bommen, worden ze belast met een opdracht van
oppervlakteverdediging tot de 2 e februari.
In de schoot van het Regiment
SAS Parachutisten
Versterkt met de in september aangeworven vrijwilligers,
wordt de eenheid nu het « Belgian SAS Regiment » met
drie eskadrons, bevolen door Majoor E. Blondeel.
Op 5 april 1945 wordt Van der Heyden, aangesteld met de graad
van kapitein, commandant van het eerste Eskadron, bestaande uit
een troop op jeep en een Stormtroop.
…Het Regiment wordt, vanaf 5 april 1945, ononderbroken als
verkenningseenheid van het 2 e Canadese Corps ingezet in Holland,
in de operatie « Larkswood », Van der Heyden leidt zijn eskadron
ononderbroken in het gevecht tot 15 april 1945. Op 15 april, vordert
hij op de baan Beerta- Finsterwolde.
Het eskadron is verdeeld in drie groepen met jeeps en drie Stormtroops.
Jeeps : Luitenant Romnée, Stormtroop: Aspirant Tinchant.
Jeeps: Onderluitenant d’Oultremont, Stormtroop: Sergeant
Jeukens
Jeeps : Sergeant Crèvecoeur, Stormtroop : Sergeant Goffinet
Een Duitse achterwacht op fietsen wordt ingehaald aan de rand
van Beerta. De Duitsers installeren zich in een verlaten hoeve. De
Stormtroop van Aspirant Tinchant en die van Sergeant Jeukens
ontplooien en, onder dekking van het vuur der jeeps van Luitenant
Romnée en van Sergeant Van Broekhuizen vallen ze de hoeve aan.
De vijand vlucht in wanorde. Voortgaand op hun impuls veroveren
de parachutisten het dorp in lichte looppas. De Duitsers laten acht
doden en twee gekwetsten achter. Er worden 23 gevangenen gemaakt
met 20 geweren en bajonetten. De Duitsers slagen er in het munitiedepot,
die ze hadden ingericht in de school, in brand te steken.
Luitenant Romnée en Sergeant Van Broekhuizen gaan tot voorbij
het kruispunt buiten het dorp maar stoten op een vernielde brug. Om
16h30 uur, gaat de commandant van het Eskadron, Kapitein Van
der Heyden, tot aan het kruispunt om een nieuwe vordering as te
bepalen. Granaten en mortierbommen vallen met nauwkeurigheid
op het kruispunt. De kapitein wordt gekwetst door granaatscherven
voor hij een schuilplaats kon vinden en heeft een open wonde aan
de linkerarm. De Poolse liaisonofficier vraagt tegenbatterijvuur
aan. Luitenant Romnée beveelt de verspreiding van de voertuigen
en organiseert de verdediging van twee kruispunten van het dorp
want hij vreest dat de bommenregen de voorbode is van een tegenaanval
komend vanaf de Duitse grens. Een bericht verwittigt de
eenheid dat ze haar posities moet houden en dat bij aankomst van
een versterking van zes tanks ze de vordering in de richting van de
zee moet verderzetten. Ondanks de felle waarschuwingen van zijn
officieren weigert Kapitein Van der Heyden zich naar achter te laten
afvoeren voor de aankomst van de tanks. Met zijn open breuken van
de ellepijp en de linker radius wordt hij tenslotte afgevormd naar
een Canadees veldhospitaal.
(J. Timmerman).
Nieuwe opdracht …
de School voor Parachutage oprichten
Na de herstelperiode op het einde van de vijandelijkheden
wordt hij door Majoor Blondeel aangeduid om vanaf 1 april
1947 de School voor Parachutage te Schaffen op te richten. Het is
geen eenvoudige taak, er moeten despatchers worden gevormd, ook
plooiers en herstellers van valschermen, ballonisten. Bestellen en in
ontvangst nemen van materiaal. Het plein en de gebouwen moeten
tot 1949 gedeeld worden met de Elementaire Vliegschool van de
Luchtmacht.
Op 11 september 1947 vindt de eerste parachutage van DC-3
plaats op het plein van Schaffen en Kapitein Van der Heyden springt
als drifter.
De eskadrons met dienstplichtigen beginnen daarna te springen en
op vrijdag 17 oktober 1947 wordt de duizendste sprong uitgevoerd.
Op 28 november 1947 is de ballon operationeel en de drie eerste
kooien van de ballon met actief personeel springen op de DZ van
Schaffen.
Stafofficier
Van der Heyden wordt eindelijk benoemd met terug erkende
kracht op datum van 26 december 1946, met de graad van
kapitein op 23 juni 1947. Hij wordt leerling in de Krijgsschool op
3 november 1947. Hij wordt op 1 september 1948 benoemd tot ordonnansofficier
van de Prins Regent voor de duur van vier maanden.
Op 4 oktober 1948 wordt hem het brevet van Stafadjunct en
op 1 augustus 1950 het hoger stafbrevet toegekend. Hij wordt dan
op 2 augustus 1950 lid van het kader van de Krijgsshool en op
1 september 1951 lid van het HK van het 1(BE) Corps en benoemd
tot de graad van kapitein -commandant stafbrevethouder (SBH) op
26 december 1952.
In het Regiment Para-Commando
Hij wordt lid van het HK van het Regiment Para-Commando
op 7 maart 1955 en op 26 maart 1955, wordt hij benoemd
tot de graad van majoor SBH. Op l september 1955 wordt hij de
eerste Korpscommandant van het 3 e Bataljon Para-Commando, dat
de tradities van het Vrijwilligerskorps voor Korea overneemt en
gestationeerd wordt op de Basis van Kamina. Het is tijdens zijn
bevelvoering dat de overlevingsproef in 1956 wordt gestart onder
leiding van Kapitein Militis. Van der Heyden was een der eersten
om de proef te ondergaan.
24

Lieutenant John Van der Heyden
1944, afin d’obtenir des renseignements sur l’occupation des ponts
par les Américains.
…Patrouiller de Liège à Givet pour empêcher le franchissement
de la Meuse par les Allemands, soit donc plus de cent kilomètres de
routes sinueuses avec 24 jeeps, en voilà une mission. « Oh boy, oh
boy » s’exclame Van der Heyden. Ils croient que nous sommes une
brigade, voire une division!
Malgré quelques difficultés rencontrées lors de la mission; les
Américains prenant les SAS belges pour des hommes de Skorseny
(1), Van der Heyden remplît parfaitement sa mission et rentre à
Bruxelles avec les renseignements demandés.
L’escadron, en entier, est ensuite engagé dans l’opération « Regent
» au sein de la contre-offensive des Ardennes. Il mène sa troupe
au combat sans désemparer du 28 décembre 1944 au 13 janvier 1944.
Il participe à de nombreuses patrouilles de reconnaissance sur
jeeps à partir de Froidfontaine où le Capitaine E.Blondeel a installé
son poste de commandement.
L’escadron a pour mission d’organiser des patrouilles, sur l’axe de
progression du 62 Recce: Halma, Chanly, Tellin, Bure, Saint-Hubert
tout en protégeant le flanc droit britannique et en établissant la liaison
avec les SAS français basés à Libin qui assurent la protection du
flanc gauche de la 3 ème Armée américaine.
Le 31 décembre, deux groupes sont constitués, l’un commandé
par le Lieutenant Van der Heyden, l’autre par le Lieutenant Renkin.
Au nord, Van der Heyden occupe la chapelle de Bure pour s’efforcer
de cet observatoire, de distinguer les canons ennemis. Il s’engage
sur la route de Telin-Wavreille et après deux kilomètres, une de ses
jeeps, commandée par le Sergent G. d’Outremont, coupe à travers la
campagne en direction du calvaire. Le sergent et ses hommes tombent
sur six Allemands installés dans la chapelle et les font prisonniers.
L’équipe de Renkin s’avance en flanc droit sur les hauteurs boisées.
Après une progression dans la neige durcie, par des chemins de
campagne et à travers champs, elle tombe sous le feu d’une importante
résistance. Un obus touche la jeep de P. Renkin. L’officier ainsi que les
parachutistes C. de Villermont et E. Lorphevre sont tués sur le coup.
Témoin impuissant de ce drame, Van der Heyden décide de passer
à l’action; il se faufile jusqu’aux premières maisons du village,
découvre les positions exactes de deux canons Anti-Tanks et les
renseignements précis permettront à l’artillerie de les détruire.
Dans les jours qui suivent, l’escadron continue inlassablement
sa mission. Au cours d’une patrouille, Blondeel et Van der Heyden
parviennent à l’endroit où sont tombés Renkin et ses hommes. Mais la
densité du feu ennemi les empêche d’évacuer les corps ce jour-là (2).
…Le « Bien fait », satisfaction exprimée par le Capitaine Blondeel
au Lieutenant Van der Heyden, se teintait de tristesse et d’amertume en
ce soir du 31 décembre, toutefois les combats se poursuivaient et déjà
le capitaine tirait certaines leçons de la journée; le casque devait être
constamment porté, l’incendie de la jeep du Lieutenant Renkin indiquait
que les réservoirs placés à l’arrière devaient être supprimés; enfin s’il
fallait abandonner un couvert, il était préférable de le faire à pied.
(J. Temmerman).
Le 13 janvier, l’opération « Regent » se termine et l’Escadron
rejoint ses cantonnements de Tervuren. Mais pas pour longtemps
puisque le 17, il est dirigé vers Anvers. Dans cette région harcelée
par les bombes volantes V1 et V2, il est chargé d’une mission de
défense en surface jusqu’au 2 février.
Au sein du Régiment SAS Parachutiste
Renforcée par des volontaires recrutés en septembre, l’unité se
transforme en « Belgian SAS Regiment » à trois escadrons,
commandés par le Major E. Blondeel.
Van der Heyden commissionné au grade de capitaine le 5 avril
1945, devient commandant du 1er Escadron composé d’une troupe
sur jeeps et d’une troupe d’assaut.
(1) Au cours de l'offensive von Runstedt, Skorseny avait engagé, des équipes Allemandes
équipées d'uniformes et de véhicules Américains, afin de s'infiltrer derrière les lignes
Américaines.
(2) Ils seront enterrés en février 1945 dans le cimetièrre de Bure, avant d'être rendus aux
famille.
…Le régiment étant engagé dans l’offensive de Hollande comme
unité de reconnaissance du 2 ème Corps Canadien dans l’opération
« Larkwood » à partir du 5 avril 1945, Van der Heyden mène son
escadron, sans désemparer, au combat jusqu’au 15 avril 1945.
Le 15 avril, il progresse sur la route Beerta- Finsterwolde. Il a
réparti son unité en trois groupes de jeeps et trois groupes d’assaut.
Jeeps: Lieutenant Romnée, assaut: Aspirant Tinchant.
Jeeps: Sous-Lieutenant d’Oultremont, assaut: Sergent Jeukens
Jeeps: Sergent Crèvevoeur, assaut: Sergent Goffinet
Une arrière-garde ennemie à vélo est rejointe aux lisières de
Beerta. Les Allemands s’établissent dans une ferme isolée. Les sections
d’assaut de l’Aspirant Tinchant et du Sergent Jeukens se
déploient et, couvertes par le feu des jeeps du Lieutenant Romnée et
du Sergent Van Broekhuizen attaquent la ferme. L’ennemi s’enfuit
en désordre. Poursuivant sur leur lancée, les parachutistes nettoient
le village au pas de gymnastique. Les Allemands abandonnent huit
morts, deux blessés, 23 prisonniers, 20 fusils et des bicyclettes mais
parviennent à incendier le dépôt de munitions qu’ils avaient établi
à l’école.
Le Lieutenant Romnée et le Sergent Van Broekhuizen dépassent
le carrefour situé à la sortie du village et se heurtent à un pont détruit.
A 16h30, le commandant de l’Escadron, le Capitaine Van der
Heyden avance jusqu’au carrefour pour établir un nouvel axe de
progression vers le Lieutenant Romnée. Des obus et des bombes
mortiers s’abattent avec précision sur le carrefour, le capitaine,
touché par des éclats avant d’avoir trouvé un abri, a une fracture
ouverte du bras gauche.
L’officier de liaison polonais demande alors un tir de contrebatterie.
Le Lieutenant Romnée ordonne aux véhicules de se disperser
et organise la défense de deux carrefours du village, car il craint que
ce déluge d’obus ne soit prélude à une contre-attaque en provenance
de la frontière allemande.
Un message avise l’unité qu’elle doit garder ses positions et
qu’à l’arrivée d’un renfort de six tanks, continuer sa progression
vers la mer.
Malgré les objurgations de ses officiers, le Capitaine Van der
Heyden refuse de se laisser évacuer avant l’arrivée des tanks.
Atteint de fractures ouvertes du cubitus et du radius gauche, il
est finalement transporté vers un hôpital de campagne canadien.
(J. Timmerman).
Nouvelle mission …
créer l’Ecole de Parachutage
Sorti de convalescence après la cessation des hostilités, il est
chargé par le Major Blondeel, de créer l’Ecole de Parachutage
à Schaffen à partir du 1 avril 1947.
La tâche n’est guère aisée: il faut former des despatchers, des
plieurs et des réparateurs de parachutes, des ballonistes, commander
et réceptionner le matériel… tout en partageant la plaine et les
bâtiments avec l’Ecole de Pilotage Elémentaire de la Force aérienne
jusqu’en 1949.
Le 11 septembre 1947 a lieu le premier parachutage de DC-3
sur la plaine de Schaffen, et le Capitaine Van der Heyden saute
comme drifter.
Les escadrons de miliciens commencent ensuite à sauter et le
vendredi 17 octobre 1947, le millième saut est accompli.
Le 28 novembre 1947, le ballon est opérationnel et les trois premières
cages de ballon avec du personnel d’active sont droppés sur
la DZ de Schaffen.
Officier d’Etat-Major
Van der Heyden est enfin nommé, (avec effet rétroactif pour
l’ancienneté à la date du 26 décembre 1946), au grade de
capitaine le 23 juin 1947. Il passe comme élève à l’Ecole de Guerre
le 3 novembre 1947. Il est nommé officier d’ordonnance du Prince
Régent pour une durée de quatre mois le 1 er septembre 1948.
Il obtient ensuite le brevet d’adjoint d’Etat-Major le 4 octobre
1948 et le brevet supérieur d’Etat-Major le 1 août 1950. Il devient
alors membre du cadre de l’Ecole de Guerre le 2 août 1950.
Il est affecté ensuite au QG du 1(BE) Corps le 1 er septembre 1951
et est nommé au grade de capitaine-commandant breveté d’état-major
(BEM) le 26 décembre 1952.
25

Luitenant John Van der Heyden
…Als lid van het 7 e detachement op de Basis van Kamina, heb
ik gedurende iets meer dan zes maanden onder zijn bevel gewerkt.
Het is een veeleisend Korpscommandant met een grote ervaring,
opgedaan in de loop van zijn carriere. Hij dwingt respect af. Hij
is de man die ik het meest heb gewaardeerd in het Regiment Para-
Commando. (E.Genot).
Na twee jaar (6 e , 7 e en 8 e Afrikadetachementen) wordt hij Stafchef
van de Basis van Kamina.
Hij wordt op11 februari 1960 ambtshalve overgebracht naar het
korps der officieren van de infanterie.
Op 2 maart 1960 gaat hij naar het HK Regiment Para-Commando
en wordt benoemd tot luitenant-kolonel SBH op 26 maart 1960. Hij
is terug op de Basis van Kamina tijdens de onafhankelijkheid van
Congo en organiseert de bevrijding en evacuatie van veel Belgische
burgers door Para -Commando’s.
OP 24 augustus 1960 wordt hij benoemd tot commandant
van het Regiment Para-Commando, functie die hij uitoefent tot
1 februari 1963. Hij werkt aan de herscholing van het Regiment tot
steuneenheid van het 1 (BE) Corps.
In de functies van Generaal-Majoor
en Luitenant-Generaal
Na het verlaten van het Regiment Para-Commando gaat hij,
tot aan zijn pensioen, veel belangrijke functies bekleden.
Hij gaat naar het Defensiecollege van de NAVO in Parijs en daarna,
op 16 augustus 1963, naar het (BE) Part van het HK LANDCENT.
Op 1 januari 1964 wordt hij kabinetschef van de Chef van de
Landmacht Centraal Europa.
Op 26 september 1964 wordt hij benoemd tot kolonel SBH. Van
5 februari tot 19 oktober 1966 is hij ter beschikking gesteld van de
Militaire Technische Coöperatie in Congo.
Hij gaat op 2 december 1966 naar de Generale Stafen krijgt op
1 oktober 1968 de functie van Sectiechef Planning en Programmatie
in de Staf van de Landmacht. Hij wordt Generaal-Majoor op
26 september 1969.
Op 1 oktober 1969 wordt hij Militair Attaché te Land, ter Zee
en in de Lucht, bij de Ambassades van België in de VS en Canada
te Washington.
Hij zal nog op 17 oktober 1972 de functie bekleden van « Assistant
Chief of Staff, Logistic Division » van SHAPE.
Op 26 september 1973 wordt hij benoemd tot Luitenant-Generaal
en op 1 september 1974 tot Voorzitter van de Commissie voor de
Nationale Defensieproblemen.
Luitenant -Generaal John Van der Heyden gaat op 1 juli 1978
met pensioen.
Hij overlijdt in Tervuren op 14 oktober 1991.
Drager van een groot aantal
eervolle onderscheidingen
Groot officier in de Leopoldsorde, Groot officier in de
Kroonorde, Militair Ereteken 1 e Klas, Oorlogskruis 1940-
1945 met palm,
Herinneringsmedaille Oorlog 1940-19454 met gekruiste zwaarden,
Kruis van de Ontsnapten, Croix Militaire Française Oologskruis
met zilveren ster, Luxemburgs Oorlogskruis, 1939-1945, Star,
France and Germany Star (UK), Medaille van Bevrijd Frankrijk.
Vermelding bij het Military Cross
Lt Van der Heyden Raymond, John (38403)
SAS operation Bergbang in September 44 (Belgium)
Showed high qualities of courage and leadership. The group
under his command was dropped in Germany by error 35 miles away
from the intended DZ. He found his maps useless and was unable
to locate his position. His presence was immediately detected by the
enemy, yet he led his men fighting westwards through hostile country
and across the Siegfried Line, successfully engaging and destroying
interfering enemy. The party having reached Belgium in a state of
exhaustion, he inspired them by his example and started at once
harassing the enemy, so successfully that he forced the German Staff
established in Sart, to abandon their billets and leave for Germany.
3 Para - Défilé à Léopoldville / Défilé in Leopoldstad
En tête / Op kop Major BEM J. Van der Heyden, Major E. Debèfve, Adj Chef B. Schils
26

Lieutenant John Van der Heyden
L'Étendard du 3 Para / De standaard van 3 Para
Au Régiment Para-Commando
Il réintègre le QG du Régiment Para-Commando le 7 mars 1955
et le 26 mars 1955, il est nommé au grade de major BEM.
Il va ensuite devenir, le 1 er septembre 1955, le premier chef de
Corps du 3 ème Bataillon Para-Commando, reprenant les traditions du
Corps des Volontaires pour la Corée et stationné à la Base de Kamina.
C’est sous son commandement que sera créé l’exercice de survie
par le Capitaine Militis en 1956 et Van der Heyden a été parmi les
premiers à effectuer l’épreuve.
…Faisant partie du 7 ème détachement à la Base de Kamina, j’ai
l’occasion de travailler sous ses ordres pendant un peu plus de six
mois. Il est le chef de Corps exigeant mais ayant acquis une grande
expérience en cours de sa carrière, il en impose. Il est celui que
j’ai le plus apprécié au cours de ma carrière au Régiment Para-
Commando. (E.Genot).
Mais après deux ans (6 ème , 7 ème et 8 ème détachements d’Afrique) de
commandement, il devient chef d’Etat-Major de la Base de Kamina.
Il sera transféré d’office dans le Corps des officiers d’Infanterie
le 11 février 1960.
Il passe au QG Régiment Para-Commando le 2 mars 1960 et est
nommé au grade de lieutenant-colonel BEM le 26 mars 1960. Il se
retrouve à la Base de Kamina lors de l’Indépendance du Congo et
organise la libération et l’évacuation de nombreux civils belges par
des unités Para-Commandos.
Il est alors nommé commandant du Régiment Para-Commando
le 24 août 1960, fonction qu’il va exercer jusqu’au 1 er février 1963.
Il entamera alors la reconversion du Régiment Para-Commando en
une unité en appui du 1 (BE) Corps.
Dans les fonctions de Général-Major
et de Lieutenant-Général
Ayant quitté le Régiment Para-Commando, il va occuper de
nombreuses fonctions importantes jusqu’à sa pension.
Il passe au Collège de Défense de l’OTAN à Paris ensuite au (BE)
Part QG LANDCENT le 16 août 1963.
Il devient chef de cabinet du Chef des Forces Terrestres alliées
Centre Europe le 1 janvier 1964.
Il est nommé au grade de colonel BEM le 26 septembre 1964, sera
mis à la disposition de la Coopération Technique Militaire au Congo
le 5 février 1966, fonction qu’il exercera jusqu’au 19 octobre 1966.
Il passe ensuite à l’Etat-Major-Général le 2 décembre 1966, en
fonction de Chef de Section Plans et Programmes à l’Etat-Major de
la Force Terrestre le 1 octobre 1968. Et sera nommé général-major
le 26 septembre 1969.
Il occupera ensuite le poste d’Attaché Militaire, Naval et de l’Air
à Washington, auprès des Ambassadeurs de Belgique aux Etats-Unis
d’Amérique et du Canada le 1 er octobre 1969.
Il occupera encore la fonction de « Assistant Chief of Staff,
Logistic Division » du SHAPE le 17 octobre 1972.
Nommé au grade de Lieutenant-Général le 26 septembre 1973, il
deviendra Président de la Commission pour les Problèmes Nationaux
de Défense le 1 septembre 1974.
Le Lieutenant Général John Van der Heyden sera admis à la
pension le 1 juillet 1978.
Il décédera à Tervuren le 14 octobre 1991.
Porteur de nombreuses
Distinctions Honorifiques
Grand officier de l’Ordre de Léopold, Grand officier de
l’Ordre de la Couronne, Décoration Militaire de 1 ère
Classe, Croix de Guerre 1940-1945 avec palme, Médaille Commémorative
de la Guerre 1940-1945 avec deux sabres croisés et
croix en émail rouge, Croix des Evadés, Military Cross, Croix
de Guerre française avec étoile de vermeil, Croix de Guerre
luxembourgeoise, 1939-1945 Star, France and Germany Star
(UK), Médaille de la France Libérée.
Citation accompagnant l’attribution de la Military Cross
Lt Van der Heyden Raymond, John (38403)
SAS operation Bergbang in September 44 (Belgium)
Showed high qualities of courage and leadership. The group
under his command was dropped in Germany by error. 35 miles
away from the intended DZ. He found his maps useless and was
unable to locate his position. His presence was immediately detected
by the enemy, yet he led his men fighting westwards through hostile
country and across the Siegfried Line, successfully engaging and
destroying interfering enemy. The party having reached Belgium
in a state of exhaustion, he inspired them by his example and
started at once harassing the enemy, so successfully that he forced
the German Staff established in Sart, to abandon their billets and
leave for Germany.
27

Luitenant John Van der Heyden – Lieutenant John Van der Heyden
Vermelding op de dagorde van het Legerkorps (FR)
bij de toekenning van het Frans Oorlogskruis
Aan het hoofd van een peloton parachutisten, werd op 8 augustus
1944 in Normandië in de rug van de vijand geparachuteerd,
(Collines de Perche). Toonde grote dapperheid en aanvalskracht
in de bestokingsopdracht die hem werd bevolen en droeg zodoende
bij tot de ontreddering van de vijand en zijn neutralisatie.
Voorstel voor de Tekening van het Kruis van Officier
in de Kroonorde met palm en toekenning van
het Oorlogskruis met palm.
Officier die in actie de mooiste getuigenis heeft gebracht van
moed en zelfopoffering. Een eerste maal geparachuteerd op kop
van zijn manschappen achter de vijandelijke linies in Normandië
op 8 augustus 1944, daarna een tweede maal op 5 september
in Duitsland (de eerste Geallieerde militair in uniform op Duits
grondgebied), hij leidt op briljante wijze zijn manschappen in de
aanval, op de vijandelijke konvooien en depots. Na de Siegfriedlinie
te zijn overgestoken van oost naar west, komt hij terug aan in
België, waar hij een Duits HK in Sart (Luik) vernietigt. Gedurende
de Veldtocht in de Ardennen, tijdens het offensief von Rundstedt,
leidt hij persoonlijk raids met gepantserde jeeps op de vijandelijke
posities, daarbij handigheid durf en voorzichtigheid combinerend.
Hij speelde een grote en belangrijke rol in de Veldtocht in Holland
in April 1945.
Voortdurend in contact met de vijand, tijdens offensieve verkenningen,
heeft hij zich bijzonder onderscheiden aan het hoofd van
zijn eskadron, op 12 en 13 april, in de gevechten om Veele-Wedde
(waar zijn Regiment de overgang van een kanaal afdwong), hierbij
10% van zijn effectief verloor, dan op 15 april in Beerte, waar hij
met twee tegen drie aanviel en in hevige gevechten huis na huis
veroverde ( de vijand 50 % verliezen aan doden en gekwetsten
toebrengend) en achteraf stand hield in een hevig bombardement
van mortieren en zware kustbatterijen, maar in die actie een officier
en twee onderofficieren verloor. Zelf zwaargekwetst door shrapnel
blijft hij in bevel, ondanks de afkeuring van zijn officieren die aandrongen
op zijn evacuatie naar achter. Hij liet zich pas afvoeren na
aankomst van de versterkingen die de plaats veiligstelden voor een
vijandelijke tegenaanval. Het is dankzij het dynamisme van deze
jonge en energie chef dat we in grote mate de snelle vordering en
de beslissende resultaten van het Belgisch Regiment Parachutisten
België hebben te danken.
Kreeg het British Military Cross voor zijn briljante houding in
Normandië en in België.
Citation à l’Ordre du Corps d’Armée (FR) accompagnant l’attribution
de la Croix de Guerre française avec Etoile de vermeil.
Commandant un peloton de parachutistes, fût lâché derrière
les lignes en Normandie (Colline de Perche) le 8 août 1944. Fit
preuve d’une grande bravoure et d’un mordant splendide dans la
mission de harcèlement qui lui avait été confiée, contribuant ainsi
à la désorganisation des Forces adverses et à leur neutralisation.
Etat de proposition pour l’octroi de la Croix d’Officier de
l’Ordre de la Couronne avec palme et attribution de la Croix
de guerre avec palme.
Officier qui a montré en action les plus belles qualités de courage
et d’abnégation. Parachuté une première fois derrière les lignes
ennemies en Normandie le 8 août 1944 à la tête de ses hommes,
puis, une deuxième fois le 5 septembre en Allemagne (le premier
militaire allié en uniforme à fouler le sol ennemi), il mène brillamment
ses hommes à l’attaque de l’adversaire, détruisant ses convois
et ses dépôts, ayant traversé la ligne Siegfried d’Est en Ouest, il
rentre en Belgique, attaque et disperse un Etat-Major allemand à
Sart (Liège). Pendant la Campagne d’Ardennes, lors de l’offensive
von Rundstedt, il conduisit personnellement des raids en jeeps
blindées contre les positions allemandes, combinant habillement
audace et prudence.
Il joua un rôle de premier plan, lors de la campagne de Hollande
en avril 1945. Toujours au contact de l’ennemi, au cours de
reconnaissances offensives, il s’est particulièrement distingué à la
tête de son escadron, les 12 et 13 avril, aux combats de Veele-Wedde
(où son Régiment força le passage d’un canal) perdant 10% de
son effectif, puis le 15 avril, à Beerte, qu’il attaqua, deux contre
trois, et enleva, maison par maison, de haute lutte (infligeant à
l’ennemi 50 % de pertes en tués et blessés) et qu’il tint ensuite
sous un bombardement violent de mortiers et de batteries côtières
lourdes, perdant dans cette action un officier et deux sous-officiers.
Grièvement blessé par un schrapnell, il garda le commandement de
ses troupes, malgré les objurgations de ses officiers qui le pressaient
de se faire transporter vers l’arrière, il ne se laissa évacuer qu’après
l’arrivée de renforts mettant la place à l’abri d’une reprise par
l’ennemi. C’est au dynamisme de ce chef jeune et énergique que
l’on dut en grande partie l’avance rapide et les résultats décisifs
obtenus par le Régiment Parachutiste Belge au cours des missions
qui lui furent confiées.
S’est vu décerner la Military Cross britannique pour sa brillante
conduite en Normandie et en Belgique.
A l'occasion du 70ème anniversaire
de la Force Publique, les
Forces Métropolitaines ont organisé
à Léopoldville, le 5 juillet
1956, un meeting d'aviation et
de parachutage en collaboration
avec la Force Publique.
D.g.à.d. : Général-Major Janssens,
Commandant en Chef de
la Force Publique et le Colonel
Gheysen, Commandant en Chef
des Forces Métropolitaines,
Monsieur Léo A.M. Pétillon,
Gouverneur-Général du Congo
Belge et du Ruanda-Urundi, le
Major BEM Van der Heyden,
Commandant du 3 Para, le
Lieutenant-Colonel Danloy,
Fondateur des Commandos en
1942.
Ter gelegenheid van de 70ste
verjaardag van de Openbare
Machten, hebben de Metropolitaanse
Strijdkrachten te
Leopoldville, op 5 juli 1956, een
vliegmeeting georganieerd met
parachutage, in samenwerking
met de Openbare Machten.
V.l.n.r. : Generaal-Majoor
Janssens, Bevelhebber van de
Openbare Machten, Kolonel
Gheysen, Bevelhebber van
de Metropolitaanse Strijdkrachten,
De Heer Léo A.M.
Pétillon, Gouverneur-Generaal
van Belgisch Congo en Rwanda-Ururndi,
Majoor BEM Van
der Heyden, Bevelhebber van
3 Para, Luitenant-Kolonel
Danloy, Stichter van de Commandos
in 1942.
28

Boetiek ANPCV – Boutique ANPCV
Pins
Vétérans
Veteranen
4,00 Euros
Medaille 40 jaar/ans A.N.P.C.V 40,00 Euros
Ecrin/doos 40 ans/jaar A.N.P.C.V 6,00 Euros
Badge Blazer A.N.P.C.V.
16,00 Euros
Cravate
Das
A.N.P.C.V.
15,00 Euros
Ruban - Kraaglintje
ANPCV 5,00 Euros
Pins A.N.P.C.V
4,00 Euros
20,00 Euros
KW A.N.P.C.V
21,00 Euros
Pins Marguerite commémoration
1914/1918
Madeliefje herdenking
1914/1918
5,00 Euros
Médaille
Ops Humanitaires
Eretekens van
Humanitaire Ops
28,00 Euros
Porte emblème
Embleemhouder
8,50 Euros
Autocollant
Sticker
3,00 Euros
Barettes
Baretten
10,00 Euros
Chemise 70% coton / 3
0% polyester poche gauche
Hemd 70% katoen /
30% polyester linkerzak
LM 30,00 Euros
CM / KM 28 Euros
Pet
Casquette
22,00 Euros
Tous les articles peuvent être commandés via le site de l'ANPCV national rubrique "boutique".
Alle artikelen zijn via de site van de nationale ANPCV rubriek "boetiek" bestelbaar.
Frais de poste non-inclus- Verzendkosten niet inbegrepen
Prijslijst – Liste des prix
Badge
24,50 Euros
29

Guy Beck Ancien Para-Commando et Poète
Un homme de chez nous
Texte : E. Genot
Dans l’avant-propos de ce livre, il avait écrit :
…Ecrit dans la suite des événements qui ont marqué ces vingt
mois, pour relater des instants, captés sur le vif.
Chaque texte revit le moment du drame, de la passion, du désir,
des regrets qui marquent chaque fois l’émotion comme la révolte,
mais aussi la fascination du moment.
Chaque texte est encore une suite du précédent qui s’arrête
insaisissable et parfois…incompréhensible au dernier mot.
Les textes furent écrits durant mon service militaire du 1 er
février 1954 au 30 septembre 1955.
Compte tenu du caractère poétique et du style particulier de
l’auteur, nous avons décidé de ne pas les traduire en néerlandais
mais de les soumettre à votre réflexion en français.
En 2023, nous avons appris le décès de Guy Joseph Zoé Marie
Beck.
Cet ancien Para-Commando, était né le 11 août 1929, habitait
à Waremme et avait été incorporé en février 1954.
Il avait quitté Ostende à bord du TNA Kamina le 28 février 1955,
et séjourné au Congo, à la Base de Kamina au sein du 4 ème Détachement,
commandé par le Capitaine H. Hazée.
Milicien le plus âgé de sa promotion, il avait rejoint la Belgique
après avoir séjourné au Congo du 16 mars au 3 septembre 1955.
Après avoir débarqué du TNA Kamina à Ostende le 21 septembre
1955, il avait été démobilisé fin septembre après 20 mois de service
dont trois de volontaire de carrière à court terme.
Membre assidu de l’ANPCV, il avait été victime d’un accident.
Après avoir assisté à une cérémonie dans la province de Luxembourg
et en rentrant à Arlon à bord d’une voiture pilotée par le Lieutenant-Colonel
Hre Uytdebroeks, celui-ci avait eu un accident et était
décédé le 14 juin 2015 tandis que Guy avait été blessé gravement.
Membre très actif de l’ANPCV, il consacrait également une partie
de ses loisirs à l’écriture, il avait publié sept recueils de poésies,
sous le titre des « Les Cahiers du Geer » ; le Geer étant une rivière
prenant sa source au village de Geer en Wallonie et se jetant dans la
Meuse en aval de Liège.
Ses œuvres, publiées en quelques exemplaires pour ses proches
et dont il m’avait offert un exemplaire illustré de quelques belles
photos assez originales, comportent :
L’avent-Premier « Estivités »,
Le premier « Le Face à Main »
Le second « « La Voie Impériale »
Le troisième consacré à son service militaire, « Le Cheval Ailé »
Le quatrième « Domaine ».
Le cinquième « Colloque dans le Rêve »
Le sixième « Les Bas-Reliefs ».
Schaffen 29-09-1954
Attentif, ton fleuve
Poursuit
Nos destinées.
Nul ne te désire,
Et pourtant
On t’appèle.
Qu’ai-je à craindre
De tes flots glacés,
De ta main loyale ?
Ton lit gelé
Ne m’ouvre-t-il pas une voie
Nouvelle ?
Nul audacieux
N’a foulé ton onde.
Tu caresses mon rêve !
Né par ton appel ;
J’e t’espère
Et en vain t’éloigne.
Tu es mon fantôme !
Qu’attends-tu donc,
………..Pour agir
Dans le présent « Para-Commando » nous souhaitons lui
rendre hommage pour son engagement au 1 Para, sa participation
à nos activités et sa créativité poétique en publiant quelques
extraits de son « Le Cheval Ailé ».
Le livre situe le parcours des 20 mois de service vécus au CI
Para-Commando à Namur, ensuite à la Citadelle de Diest : au
1 Para 1 ère Compagnie 1 er Peloton, au C.E Para, au Camp de Poulseur
et au 4 ème détachement d’Afrique à Kamina.
30

Guy Beck Gewezen Para-Commando en dichter
Een man van bij ons
Sur le TNA Kamina
le 10-03-1955
…Mer :
Voile de soie bleue
Aux franges incolores
Où clignote
Des haleines étoilées.
…La voie marine
Est là sur la mappemonde…
Je suis seul
Avec mes rêves,
Avec mon cœur ému
Qui ne cesse de battre
Ce que mon esprit lui propose
En fait de taquineries,
Avec la mer
Qui est un autre cœur
(…Qui se bat et se déchire.)
…Je suis seul
Avec devant moi
Et la mer bleue,
Et le ciel bleu,
Et les nuages blancs,
Et les mouettes blanches,
Et là-bas, bien loin,
Ça doit être…l’horizon ?
Ah ! oui l’horizon…
Et, par-delà peut-être :
La terre…ferme ?
TERRE ! TERRE !
Vite, que je lance
A l’amarre lointaine,
Miroitant dans mes pensées,
Le filin de silence argenté
A ma très aimée ABSENCE…
Illusion d’optique…
Un lit aux draps d’eau claire
Ou se prélasse
Ma très limpide
… Aimée.
Que se ferment les portes
D’où se faufile le rêve
Qui m’enveloppe !
Au lit aux draps limpides
Plus de formes attendries :
Le lit VIDE !
Mon rêve se vide…
Devant moi…
C’est la mer aux mystérieuses
…Surprises,
C’est le ciel aux escapades
…Solitaires.
Là-bas, l’horizon se devine :
…Figure géométrique !
Et puis, il y a ça
Et en rêve…..
Tandis que le navire,
TNA-Kamina,
Suit sa voie maritime
….Tracée,
Tekst: E. Genot
Vertaling: W. Mertens
In 2023 vernamen we het overlijden van Guy Joseph
Zoë Marie Beck.
Deze oud- Para-Commando, geboren de 11 augustus
1929, woonachtig in Waremme, was in dienst getreden in
Februari1954 in het Opleidingscentrum van Namen.
Hij was uit Oostende afgevaren aan boord van de TNA
Kamina op 28 februari 1955 en verbleef in Congo op de
Basis van Kamima met het 4 e Detachement, bevolen door
Kapitein H. Hazée. Hij was de oudste milicien van zijn
promotie en was hij naar België teruggekeerd na een verblijf
in Congo van 16 maart tot 3 september 1955.
Na zijn ontscheping van de TNA Kamina in Oostende op
21 september 1955, was hij gedemobiliseerd eind september,
na 20 maanden dienst, waaronder drie als beroepsvrijwilliger
op korte termijn.
Trouw lid van ANPCV, was hij het slachtoffer geworden
van een ongeluk. Na een plechtigheid te hebben bijgewoond
in de provincie Luxemburg en bij het terug rijden
naar Aarlen aan boord van een voertuig bestuurd door Ere
Luitenant-Kolonel Uytebroeckx, hadden ze een ongeluk.
Uytebroeckx overleed op 14 juni 2015 terwijl Guy zwaargekwetst
was maar overleefde.
Als actief lid van ANPCV, besteedde hij een deel van zijn
vrije tijd aan het schrijven. Hij had al zeven verzamelbundels
gepubliceerd met als titel « Les Cahiers du Geer »: de Geer
is een rivier die in het dorp Geer in Wallonië ontspringt en
uitmondt in de Maas stroomafwaarts van Luik.
Dit werk, slechts uitgebracht in enkele exemplaren voor
zijn familieleden en waarvan ik een exemplaar had gekregen,
geïllustreerd met enkele mooie originele foto’s begint net:
de voorlaatste:
« Estivités »,
de eerste: « Le Face à Main »,
de tweede: « « La Voie Impériale »,
de derde, gewijd aan zijn militaire dienst: « Le Cheval
Ailé »,
de vierde: « Domaine »,
dee vijfde« Colloque dans le Rêve »,
de Zesde: « Les Bas-Reliefs ».
In deze « Para-Commando » willen we hem een hulde
brengen voor zijn inzet in het 1 Para, voor zijn deelname
aan onze activiteiten en zijn dichterlijke creativiteit door
enkele uittreksels uit zijn « Le Cheval Ailé » te publiceren.
Het boek vertelt het parcours van de 20 maanden in het
OC op de Citadel van Namen, in het 2 e Peloton, op de Citadel
van Diest: 1 Para 1 e Compagnie, 1 e Peloton, CE Para,
Kamp van Poulseur,4 e detachement van Afrika in Kamina.
In het voorwoord van dat boek had hij geschreven:
…Opgetekend naargelang de gebeurtenissen die deze
twintig maanden hebben gekenmerkt en ter plaats waren
genoteerd.
Een dramatisch moment herleeft in elk verhaal, maar
de passie, het verlangen, de spijt die moet telkens de emotie
verbergen, maar ook de fascinatie van elk moment.
Elke tekst is het vervolg van de voorgaande die onvatbaar
stopt en soms onbegrijpelijk wordt op het einde.
De tekst werd geschreven tijdens mijn militaire dienst
tussen 1februari 1954 en 30 september 1955.
Rekening houdend met het dichterlijk karakter en de
bijzondere stijl van de auteur, hebben we beslist van de
teksten niet in het Nederlands te vertalen maar ze u in de
originele versie aan te bieden.
31

Un homme de chez nous – Een man van bij ons
Là, sur la MAPPEMONDE.
Croix du SUD
Kamina, le 15 avril 1955.
Croix du Sud !
Brise fraiche du soir
Où mon visage tout entier
S’enfonce
Et me réjouit.
Croix du Sud !
Je suis du regard
Ta directive.
Quels pays illuminés
Vais-je connaître
Ainsi à te suivre ?
Croix du Sud !
Que de voies étranges
Nous entretiennent :
Et déjà me grisent !
Croix du Sud !
Dispense
Ton climat
Fugitivement
Complice.
Croix du Sud !
Quiète sérénité
Dans la lourde tiédeur du soir,
Où je me retrouve
Solitairement inquiet.
Croix du Sud !
Je me souviendrai longtemps encore
Comme, quand enfant,
Je rêvais d’étoiles
Ou d’imaginaires aventures.
Que de joies inconnues émues !
Ô CROIX du SUD…
Reste,
Reste bien là-haut
A me veiller
…Souverainement.
NAJE, l’eau pure !
La KILUBI, le 03 juin 1955.
A la frêle fontaine,
Je me suis baigné
Les pieds.
A la frêle fontaine
Je me suis baigné
Tout entier.
L’eau était si fraîche,
Si fraîche….
Qu’elle m’a bercé !
Et le chant des oiseaux
Si doux….
Que j’en fus enivré !
A la claire fontaine,
Un jour d’école buissonnière,
Tout entier,
Je m’y suis glisse.
Et l’eau,
Si fraîche…si frêle,
M‘a tant délassé.
Et, dans ce silence enchanté
Bercé de rêves et d’eau
Je m’endormis bientôt.
Et, à la pure fontaineµ
J’y dormis,
Dormis en l’eau si frêle,
Si frêle….
Que depuis, je ne me suis
…..Réveillé !
Venus du CIEL
Manono, 05 juillet 1955
De la D.Z. à Manono-ville.
…Bwana Sana !
Tu passes sans me regarder,
Tu passes la mine hautaine,
Et je balais ton chemin.
…Bwana Sana !
Dis-moi le murmure
Des nuages vus d’en bas ?
Et leurs chants mêlés d’azur !
…Bwana Sana !
Toi, tu as vu les nyota…
…Et la mwezi ?
…Bwana Sana !
Donne- moi un peu de ta joie
A traverser
A franchir
A conquérir
Ces fastueux espèces !
…Bwana Sana !
J’ai une calebasse pleine
De MAJI
Pour te fraichir
Et t’essuyer la sueur
Du visage.
…Ô Bwana Sana…
L’AIGLE
KINEMENA, 08-08-1955
Dans le ciel bleu,
Indolemment,
Un aigle planant,
L’œil aux aguets,
Et narguant le chasseur…
…L’aigle
S’est posé, là-bas,
Sur le roc tourmenté.
Hautain
Et l’orgueil à l’œil,
Il nargue le danger.
Mais il n’a pas vu
L’ignoble chasseur
Guettant…sa proie.
Et, frappé à mort,
Il est venu,
De son vol gracile et doux,
Se prosterner à genoux
Devant cet impitoyable rival.
Puis, dans sa suprême agonie,
Il s’est retourné,
Et de son ultime regard,
Il a salué
Ses roches hautaines
Et sa demeure escarpée
Où réside à jamais
…Son passé déchu.
32

Assemblée générale
de l’ANPCV (AG)
ANPCV
Algemene vergadering (AV)
Date : 26 juin 2024
Endroit : Caserne Cdt de Hemptine
Hertogstraat 184 3001 Heverlée
09 :30 - 10 :30 : accueil (café, eaux)
10 :30 - 11 :30 : assemblée générale
11 : 30 – 12 :15 : séance académique
12 :15 – 13 : 00 : apéritif et préparation salle
13 :00 – 16 : 30 : repas
16 :30 : clôture AG
Inscriptions pour le repas: 35 € p/p
À payer par régionale et à verser pour le 10 juin 2024 sur le compte
de la SROR nationale.
Indiquer : Nom Prénom membre/partenaire régionale.
ATTENTION : Suite au coût prohibitif de l’envoi de brochures
Para-Commando par courrier postal à l’étranger (+/- 2000 €/an), il
est instamment demandé aux destinataires des brochures résidant à
l’étranger de contacter par courrier postal le secrétaire général pour
confirmer leur adresse avant le 10 avril 2024. Les membres ne répondant
pas à cette demande NE recevront PLUS le Para-Commando
à partir du juillet 2024.
Une adresse mail est fortement recommandée.
Adresse du secrétaire général
Freddy De Mulder
Tuinwijk ter heide, 73
9050 Gentbrugge
Datum: 26 juni 2024
Plaats: Kazerne Cdt de Hemptine
Hertogstraat 184 3001 Heverlee
09:30 - 10:30: onthaal (Koffie, water)
10:30 - 11:30: algemene vergadering
11:30 – 12:15: academische toespraak
12:15 – 13: 00: Aperitief en voorbereiding zaal
13:00 – 16: 30: maaltijd
16:30: Sluiting AV
Inschrijvingen voor de maaltijd: 35 € p/p
Per regionale te betalen en op de rekening van nationale ANPCV
betalen voor 10 juni 2024
Wel specifiëren: Naam Voornaam Lid/partner Regionale
OPGEPAST: Rekening houdend met een te grote kost voor het
versturen van de brochures Para-Commando naar het buitenland
(+/- 2000 €/jaar), is het dringend gevraagd aan de bestemmelingen
in het buitenland per brief onze algemene secretaris te contacteren
om hun adressen te bevestigen voor 10 april 2024. De leden die geen
antwoord geven zullen de brochure Para-Commando vanaf juli 2024
NIET MEER krijgen.
Een mailadres is zeer wenselijk
Adres van de nationale secretaris
Freddy De Mulder
Tuinwijk ter heide, 73
9050 Gentbrugge
DATES A NE PAS OUBLIER – DATA OM NIET TE VERGETEN
Date Datum Régionale Activité - Activiteit
2024/04/19 National 10:30Hr : CEN CPA - 11 Hr Conseil des présidents
2024/05/08 National Escalade MLD - Klimdag MLD
2024/06/26 National AG Heverlee - AV Heverlee
2024/07/21 National Défilé Bruxelles - Defile Brussel
2024/09/13 National Me & my Pal Woluwe St Lambert
2024/10/11 National 10:30Hr : CEN CPA - 11 Hr Conseil des présidents
2024/10/25 National Fête Saint Michel - St Michaëls feest
2024/11/07 National Escalade MLD - Klimdag MLD
2024/11/11 National Cérémonies Armistice Bruxelles - Wapenstilstand plechtigheid Brussel
2024/11/15 National Fête du Roi - Koningsdag
2024/12/13 National 10:30Hr : CEN CPA - 11 Hr Conseil des présidents
33

Les Parachutistes de la 82 ème Airborne
dans la bataille de Cheneux
Texte : E. Genot
Photos : Archives de l’époque, E. Genot
Après la libération de la France, de la Belgique et l’échec de l’opération
« Market Garden » en septembre 1944, les Alliés se réorganisent durant
le dernier trimestre et s’installent en défensive derrière la Ligne Siegfried.
Mais lorsqu’en décembre, les Allemands déclenchent l’offensive « Herbstnebel » (1)
(Brouillard d’automne), l’effet de surprise est total chez les Alliés! Nos Ardennes,
libérées trois mois plus tôt, vont se retrouver au centre de violents combats.
Bastogne encerclé, deviendra célèbre par le « Nuts » du Général Mac Auliffe aux
Allemands lui demandant de se rendre…et par les combats victorieux des hommes du
Général Patton et de la 101 ème Airborne pour refouler les Allemands vers l’Allemagne.
Alors que les combats héroïques de la 82 ème Airborne dans le nord du saillant ont
été moins glorifiés, nous vous proposons de les développer dans le présent article.
Rappel historique
La bataille de Normandie s’est terminée par un échec des
Armées allemandes. Mais, après une retraite réorganisée
par le Feldmarschall Model, les forces du 3 ème Reich se regroupent
en Hollande et aux frontières de l’Allemagne. Hitler se convainc
de la nécessité d’une contre-offensive sur le front des Ardennes
belges avec pour objectif d’atteindre Anvers, par Bruxelles en se
développant entre Dinant et Liège.
Le 16 décembre à 5hr30, 250.000 combattants, 1.900 canons, 700
chars, concentrés dans l’Eifel, face aux forces américaines vont se
ruer vers l’ouest, de Monjoie à Echternach, en souhaitant réaliser la
même percée qu’en mai 1940.
Les Américains surpris par cette offensive doivent céder du terrain
face aux deux percées extrêmes : dans le nord, jusqu’à La Gleize et
dans le sud, jusqu’à Celles.
Initialement, les unités alliées impliquées dans la bataille font
partie de la 1 ère Armée américaine commandée par le Général Hodge.
Mais à partir du 20 décembre, sur ordre du Général Eisenhower une
articulation comprenant plusieurs divisions britanniques et canadiennes
(50.000 hommes) est effectuée. Certaines unités Belges
(bataillons de fusiliers, SAS belges) et SAS français étaient également
présents.
A 250 kilomètres de là, à Mourmelon, (France) le 18 décembre,
très tôt dans la matinée, 11.000 combattants de la 82 ème Airborne
étaient tirés en hâte de leur cantonnement, embarqués dans 380
camions et envoyés vers l’important noeux routier de Bastogne.
Mais arrivée sur place, l’unité recevra l’ordre de se diriger vers
Werbomont.
Six heures plus tard, la 101 ème Airborne avec 12.000 hommes et
420 camions démarrait à son tour vers son objectif initial Bastogne.
La Percée du Kampfgruppe dans le nord
Face au rideau des troupes américaines, se massait entre autres
la 1 ère SS Panzer Division fractionnée en quatre groupes principaux
dont le premier, commandé par l’Obersturmbannführer
Joachim Peiper comprenant le 1 er Régiment Panzer, le fer de lance
de la division. Celui-ci s’appuyait sur la puissance de troupes blindées
équipées des chars les plus perfectionnés du moment, mais
consommant énormément de carburant.
Il devait sans s’occuper de ses flancs, progresser vers l’ouest,
c’est-à-dire Stavelot, Trois-Ponts, Werbomont, Ouffet et Ombret-
Rausa près de Huy.
(1) Également nommé « Offensif Von Runstedt »
Carte présentant l’extrême avancée de Peiper
les 23 et 24 décembre.
Kaart met voorstelling van de extreme opmars
van Peiper op 23 en 24 december.
34

De Parachutisten van de 82 e Airborne
in de veldslag van Cheneux
Na de bevrijding van Frankrijk en België en na de mislukte operatie « Market
Garden » in september 1944, hergroeperen de Geallieerden zich gedurende
het laatste trimester en nemen defensieve stellingen in, achter de Siegfriedlinie.
Maar wanneer in december de Duitsers het « Herbstnebel »-offensief (1) ontketenen,
is het verrassingseffect totaal bij de Geallieerden!
Onze drie maanden eerder bevrijde Ardennen zullen zich in het centrum bevinden
van hevige gevechten. Bastogne geraakt ingesloten en wordt beroemd door het
« Nuts » van Generaal Mac Auliffe wanneer de Duitsers hem tot overgave willen
dwingen… en door de zegenrijke gevechten van de mannen van Generaal Patton
en van de 101 ste Airborne om de Duitsers terug te dringen richting de Rijn.
Terwijl de heldhaftige gevechten van de 82 e Airborne in het noorden van de Duitse
opmars minder glorierijk werden, willen wij deze gevechten hier nader toelichten.
Tekst: E. Genot
Foto’s: Archieven van destijds, E. Genot
Vertaling: G. Poriau
Historisch overzicht
De landing en de strijd om Normandië werden beslecht met
een nederlaag van de Duitse Legers. Maar na een gereorganiseerde
terugtocht door Feldmarschall Model, hergroeperen de
machten van het 3 e Reich zich in Holland en dicht bij de grenzen
met Duitsland. Hitler vindt het nodig een tegenoffensief te ontketenen
aan het front van de Belgische Ardennen met als objectief het
forceren van een doorbraak tussen Dinant en Luik om Antwerpen
te bereiken via Brussel.
Op 16 december om 5u30 gaan 250.000 soldaten, 1.900 kanonnen,
700 tanks, samengebracht in de Eiffel tegenover de Amerikaanse
troepen, oprukken naar het westen, van Monjoie tot Echternach, in
de hoop eenzelfde doorbraak te verwezenlijken als in 1940.
De Amerikanen zijn verrast door dit offensief en moeten terrein
prijsgeven tegenover de twee meest laterale doorbraken: in het noorden
tot aan La Gleize en in het zuiden tot aan Celles.
Aanvankelijk maken de geallieerde eenheden die in de strijd
verwikkeld zijn deel uit van het 1 ste Amerikaanse Legerkorps onder
bevel van Generaal Hodge. Maar vanaf 20 december wordt op bevel
van Generaal Eisenhower een geleding welke meerdere Britse
en Canadese divisies omvat (50.000 man) in de strijd geworpen.
Sommige Belgische eenheden (fuselierbataljons, Belgische SAS)
en Franse SAS maken daar eveneens deel van uit.
(1) Ook het « Offensief Van Runstedt » genaamd
Op 250 km daar vandaan, te Mourmelon in Frankrijk,
worden op 18 december bij het ochtendkrieken 11.000 strijders
van de 82 ste Airborne in allerijl uit hun kantonnement gehaald,
ingescheept in 380 vrachtwagens en naar het belangrijke
wegenknooppunt van Bastogne gestuurd. Daar krijgt de
eenheid echter het bevel zich naar Werbomont te begeven.
Zes uur later spoedt het 101 ste Airborne zich op zijn beurt met 12.000
man en 420 vrachtwagens naar het initiële objectief Bastogne.
Doorbraak van de Kampfgruppe
in het noorden
Tegenover dit gewapende gordijn der Amerikaanse troepen,
boetseert zich onder meer de 1 ste SS Panzer divisie, opgesplitst
in vier voornaamste gevechtsgroepen, waarvan de eerste,
aangevoerd door Obersturmbannführer Joachim Peiper, het 1 ste
Regiment Panzer omvat, de speerpunt van de divisie. De kracht van
deze pantsertroepen steunt op hun uitrusting met de meest geperfectioneerde
tanks van dat ogenblik, maar met als nadeel een enorm
verbruik van brandstof.
Zonder zich te hoeven bekommeren om de flankverdediging
moest de eenheid doorstoten naar het westen, namelijk Stavelot,
Trois-Ponts, Werbomont, Ouffet en Ombret-Rausa nabij Huy (Hoei).
Dessins sur la bataille réalisés par Philippe Jardinet
né en 1948 et habitant La Gleize
Tekeningen van het strijdtoneel gerealiseerd door
Philippe Jardinet geboren in 1948 en inwoner van La Gleize.
35

Nieuws Les Parachutistes van de Brigade la – 82 Nouvelles ème Airborne de la dans Bri- la bataille de Cheneux
Reuben Tucker
Après avoir eu plusieurs engagements avec des unités américaines
dont la pression s’accentue, les unités de tête arrivent le 19 décembre
à Cheneux. Des ponts sautés vont forcer Peiper à faire des détours,
de plus, il ne parviendra pas à s’emparer des dépôts d’essence américains
stationnés dans la région.
Et au soir, les Forces US vont arrêter l’élan de Peiper à la gare
de Stoumont.
Ses éléments avancés s’arrêtent à Cheneux où il parvient à franchir
l’Amblève, le pont n’ayant pas été détruit mais où de violents
combats vont se dérouler.
La population de Cheneux
e matin du 18 décembre 1944, la rumeur d’une nouvelle
…Linvasion allemande se répand dans la localité. L’instituteur
du village renvoie les élèves chez eux. Par peur de réquisitions,
beaucoup de jeunes quittent le village.
En début d’après-midi, les troupes allemandes conduites par
Peiper et venant de Trois-Ponts, traversent le village de La Gleize
et se dirigent vers Cheneux en espérant rejoindre la route de Werbomont
et ensuite Huy.
La colonne de chars allemands arrive... Quelques habitants circulent
à proximité du pont sur l’Amblève quand tout à coup, le char
de tête tire en direction du pont. Plusieurs habitants du village sont
tués ou blessés. Mais les Allemands poursuivent leur offensive.
Profitant d’une éclaircie, des bombardements alliés viennent
ralentir leur avancée. Un char se renverse dans le talus bordant la
rue de l’abreuvoir, un autre est à l’arrêt, ce qui ralentit la progression
de la colonne. Tandis que l’armée alliée bombarde, Peiper se
réfugie dans le fortin construit à l’entrée du village par l’Armée
belge fin des années 30.
Du 18 au 25 décembre 1944, les villages de La Gleize, Stoumont et
Cheneux sont au premier plan de cette dernière offensive allemande.
Face aux redoutables chars « Tigre Royal », les troupes américaines
ne parviennent à refouler l’attaque que le 25 décembre après
avoir essuyé de sévères pertes.
Au cours de ces combats, la population de Cheneux vit des moments
douloureux !
L’intervention de la 82 ème Airborne Division
L
’après-midi du 20 décembre, de l’autre côté de l’Amblève,
à quelques kilomètres, le 504 ème Régiment d’Infanterie parachutiste
de la 82 ème Division aéroportée envoie une patrouille vers
Cheneux. Son commandant, le Colonel Reuben H. Tucker devait
s’emparer du village parce que celui-ci était situé à une altitude plus
élevée que Rahier où se trouvaient ses propres troupes et parce que
Cheneux et son pont voisin aux mains des Allemands constituaient
une menace pour toute la division.
D’ailleurs comme le découvrit rapidement la patrouille, les Allemands
occupaient Cheneux en Force.
Au milieu de l’après-midi, un épais brouillard limitait la visibilité
à moins de 200 mètres. Tucker renvoya vers Cheneux, deux
compagnies (B et C) déployées en tirailleurs, à terrain découverts.
Le brouillard empêchait un tir d’artillerie précis. Tout à coup, les
hommes des deux compagnies s‘aplatirent au sol, menacés par le tir
des mitrailleuses et des canons anti-aériens allemands.
Quand la nuit tomba, les commandants de compagnies firent
replier leurs hommes à la lisière d’un petit bois.
Mais lorsque le Tucker fut informé du repli, il insista pour que
ses hommes repartent à l’assaut.
L’attaque du 18 décembre au pont de Cheneux
Aanval op 18 december aan de brug van Cheneux.
36

Na verschillende schermutselingen met Amerikaanse eenheden die de
druk opvoeren, bereiken de stooteenheden op 19 december Cheneux.
Opgeblazen bruggen dwingen Peiper lange omwegen te maken,
wat hem vooral verhindert zich meester te maken van aanzienlijk
benzinedepots opgeslagen door in de streek gestationeerde Amerikanen.
En tegen de avond zullen de US Forces het elan van Peiper
breken aan het station van Stoumont. Zijn voorposten worden gestopt
in Cheneux waar hij er toch in slaagt de niet vernietigde brug over
de Amblève te overschrijden en verder naar het dorp toe hevige
gevechten te ontketenen.
De Parachutisten Nieuws van de van 82 e Airborne de Brigade in – de Nouvelles veldslag van de la Cheneux Bri-
De bevolking van Cheneux
e ochtend van 18 december 1944 doet in het dorp het
…Dgerucht de ronde over een nieuwe Duitse invasie. De
dorpsonderwijzer stuurt zijn leerlingen terug naar huis. Uit schrik
voor opeisingen verlaten talrijke jongelui de streek.
In de vroege namiddag trekken de Duitse troepen komende van
Trois-Ponts onder leiding van Peiper door het dorp La Gleize richting
Cheneux, met de bedoeling de weg naar Werbomont en vervolgens
Huy te bereiken.
De Duitse tankkolonne ratelt naderbij… Enkele bewoners zijn op
pad in de omgeving van de brug over de Amblève, wanneer plots de
voorpost een salvo afvuurt in de richting van de brug. Verscheidene
dorpsbewoners zijn dood of gekwetst. Maar de Duitsers zetten hun
opmars verder.
Profiterend van een opklaring in het wolkendek komen geallieerde
bommenwerpers de Duitse opmars bestoken. Een tank kantelt in de
berm langsheen de weg naar de drenkplaats (rue de l’Abreuvoir), een
andere staat geblokkeerd, waardoor de kolonne opgehouden wordt.
Terwijl het geallieerde eskadron bommen uitgooit, zoekt Peiper
beschutting in de kleine bunker bij het binnenkomen van het dorp,
eind jaren 30 gebetonneerd door het Belgisch leger.
Van 18 tot 25 december 1944 bevinden de dorpen La Gleize, Stoumont
en Cheneux zich in de vuurlijn van dit ultiem Duitse offensief.
Tegenover de geduchte “Tigre Royal» pantsers, slagen de Amerikaanse
troepen er pas op 25 december in de aanval af te slaan,
echter niet zonder zware verliezen te hebben geleden, en het is evident
dat ook de burgerbevolking van Cheneux pijnlijke momenten heeft
meegemaakt tijdens deze gevechten.
James Gavin
De interventie van de 82 ste Airborne Divisie
De namiddag van 20 december, op enkele kilometers aan de
andere kant van de Amblève, stuurt het 504 e Regiment Parachutisten
Infanterie van de 82 ste Divisie Luchttroepen een patrouille
naar Cheneux. Zijn bevelhebber Kolonel Reuben H. Tucker had
tot taak het dorp te veroveren want het is hoger gelegen dan Rahier
waar zijn eigen troepen gelegerd waren en ook omdat Cheneux met
de nabijgelegen brug in handen van de Duitsers een rechtstreekse
bedreiging vormde voor de ganse divisie. Ten andere, zoals de patrouille
al gauw zou ondervinden, de Duitsers bezetten Cheneux met
een verpletterende macht.
Tegen halfweg de namiddag beperkte een dikke mist het zicht tot
minder dan 200 meter. Tucker stuurde naar Cheneux twee compagnies
(B en C) ontplooid “en tirailleurs” in onbeschut terrein. De mist
maakte een precies artillerievuur echter onmogelijk.
Les civils enfermés dans la chapelle de Cheneux.
Burgers opgesloten in de kapel van Cheneux.
37

Nieuws Les Parachutistes van de Brigade la – 82 Nouvelles ème Airborne de la dans Bri- la bataille de Cheneux
Dans l’obscurité, les parachutistes avancèrent malgré les clôtures
de barbelés qui déchiraient leurs uniformes.
Ils étaient à 200 mètres d’un barrage routier en bordure du village
lorsque les Allemands ouvrirent un feu foudroyant. De nouveau,
les hommes s’aplatirent au sol mais comme le tir continuait, le 1er
Sergent-Major Georges Walsh, de la Compagnie B, se leva et cria :
« Attrapons ces fils de garces », ce qui relança l’attaque. Des hommes
tombèrent… mais les survivants continuèrent d’avancer.
Walsh et quelques hommes furent bientôt sur le barrage. Luimême
jeta une grenade à main sur un véhicule d’artillerie AA, tuant
l’équipage. Un autre soldat sauta dans un véhicule antiaérien et tua
le pointeur.
Le combat corps à corps continuait quand deux chasseurs de chars
autotractés que, depuis des heures Tucker s’était efforcé de retrouver,
s’avancèrent enfin. Á l’aide de ces deux pièces, les survivants des
deux compagnies purent pénétrer dans le village mais si peu de soldats
restaient qu’ils furent incapables de nettoyer tous les bâtiments.
Entretemps, Tucker décida d’encercler le village afin d’arriver
derrière les Allemands au pont sur l’Amblève. Il envoya son 3 ème
Bataillon et ce n’est que tard dans l’après-midi du 21 décembre, que
ce bataillon arriva à la hauteur dominant le pont.
A ce moment, les Allemands étaient isolés à Cheneux et la Compagnie
G envoyée en renfort intervint pour terminer de nettoyer le
village.
Dans l’obscurité qui tombait, quelques-uns des Allemands s’enfuirent
et traversèrent l’Amblève. Ils laissaient derrière eux quatorze
véhicules antiaériens, une batterie de canons d’assaut de 105mm
autotractés, six half-tracks, quelques camions, d’autres véhicules et
de nombreux Panzergrenadiere SS morts.
Au cours de l’attaque contre Cheneux, les deux compagnies du
Bataillon de Harisson, perdirent 23 tués et 200 blessés. Ainsi, la
Compagnie B fut réduite à 18 hommes et la Compagnie C à 38
hommes et 3 officiers.
L’assaut de ces deux compagnies fut une action incroyablement
héroïque. Quel que fut le courage déployé, ce fut une attaque d’infanterie
sans appui d’artillerie, à travers des terrains découverts
entrecoupés de clôtures de barbelés.
Mais cette bataille de Cheneux marqua un tournant dans la
bataille des Ardennes car elle fut le signe que l’Armée Américaine,
après 5 jours de contre-offensives allemandes foudroyantes, était
elle-même capable de contre-attaquer avec succès.
Bunker à l’entrée du village où s’est abrité Peiper pendant un
bombardement allié.
Bunker aan de ingang van het dorp waar Peiper dekking zocht
gedurende een geallieerd bombardement.
Jochem Peiper
La place de Cheneux à la fin des combats.
Plaats van Cheneux tegen het einde van de strijd.
38

De Parachutisten Nieuws van de van 82 e Airborne de Brigade in – de Nouvelles veldslag van de la Cheneux Bri-
De brug van Cheneux.
Le pont de Cheneux.
Onverwacht barstten de salvo’s los. De mannen van de twee compagnies
moesten plat op de grond dekking zoeken onder dreigend
Duits mitrailleurvuur en luchtafweergeschut. Bij het vallen van de
avond lieten de compagniecommandanten hun mannen terugplooien
naar de rand van een klein bos. Maar dit paste niet in Tucker’s kraam
en hij beval de strijders onmiddellijk weer in de aanval te gaan.
In de duisternis vorderden de parachutisten, ondanks de prikkeldraad
afsluitingen die hun uniformen aan flarden scheurden. Zij
bevonden zich op 200 meter van een wegversperring aan de rand
van het dorp wanneer de Duitsers een moordend spervuur openden.
Opnieuw moesten de mannen tegen de grond maar het geschut hield
aan waarop 1 e Sergeant-Majoor Georges Walsh, van Compagnie
B, recht sprong en schreeuwde: «Vermorzel dat hoerengespuis »,
wat de aanval opnieuw aanjoeg. Soldaten sneuvelden… maar de
overlevenden konden weer vooruit.
Walsh en enkele van zijn mannen stonden weldra op de versperring.
Zelf gooide hij een handgranaat naar een voertuig van de
luchtartillerie waarbij de bemanning omkwam. Een andere soldaat
sprong in een voertuig van de luchtafweer en doodde de schutter.
Het lijf aan lijf gevecht bleef maar duren toen twee zelfrijdende
tankjagers, die Tucker al urenlang had trachten op te sporen, eindelijk
kwamen opdagen. Met de steun van deze twee geschutstukken
konden de overlevenden van de twee compagnies het dorp binnendringen
maar ze waren met zo weinig over dat het onmogelijk was
alle gebouwen te zuiveren.
Bijgevolg besloot Tucker het dorp om te trekken teneinde achter
de Duitsers te geraken aan de brug over de Amblève. Deze opdracht
vertrouwde hij toe aan zijn 3 e Bataljon en het is slechts laat in de
namiddag van 21 december, dat dit bataljon de dominante hoogte
bereikte aan de brug.
Op dat ogenblik waren de Duitsers in Cheneux geïsoleerd zodat
Compagnie G met versterking kon aanrukken om de zuivering van
het dorp te beëindigen.
Intussen konden enkele Duitsers van de ingevallen duisternis
gebruik maken om te ontkomen en de Amblève over te steken. Zij
lieten veertien luchtafweer voertuigen achter, evenals een batterij
zelfrijdende 105 mm aanvalskanonnen, zes halftracks, enkele vrachtwagens
en andere voertuigen met daarenboven talrijke gesneuvelde
SS Panzergrenadiere.
In de loop van de aanval tegen Cheneux, betreurden de twee
compagnies van het Bataljon van Harisson, 23 gesneuvelden en
200 gekwetsten. Zodoende werd Compagnie B gereduceerd tot 18
man en Compagnie C tot 38 man en 3 officieren.
De stormaanval door deze twee compagnies was een ongelooflijk
heldhaftige actie. Er werd danig veel moed betoond, het was
een infanterie aanval zonder artilleriesteun doorheen open terrein
doorsneden met prikkeldraad afsluitingen.
Maar het gevecht van Cheneux markeerde een ommezwaai
in de slag van de Ardennen vermits dit aantoonde dat het Amerikaanse
Leger, na 5 dagen verwoede Duitse tegenoffensieven te
hebben doorstaan, zelf in staat was met succes tegenaanvallen
op touw te zetten.
L'exode vers Rahier.
De vlucht naar Rahier.
39

Nieuws Les Parachutistes van de Brigade la – 82 Nouvelles ème Airborne de la dans Bri- la bataille de Cheneux
Témoignages de parachutistes
e mercredi 20 décembre, une première unité de la 82ème
…Ldivision aéroportée débarque à Werbomont des camions
non bâchés qui les ont trimbalés depuis Mourmelon, la veille. Ils
montent en file indienne vers plusieurs villages dont celui de Cheneux,
sur l’Amblève, près de Stoumont-La Gleize.
Le combat qui va s’engager est un des plus violents de toute
l’histoire de leur unité d’élite. Les Allemands, des grenadiers SS,
occupent Cheneux depuis la veille.
(Mike Holmstok faisant partie de la première vague d’assaut).
…La nuit était froide et brumeuse. Il devait être six ou huit heures
du soir quand nous avons quitté le couvert des bois pour traverser
500 mètres de prairies à découvert avant le village de Cheneux. Nous
étions à peu près au milieu du champs traversé par des clôtures,
quand les armes automatiques allemandes ont ouvert le feu. En plus
des mitrailleuses et mitraillettes, ils avaient plusieurs chenillettes
de canons anti-aériens qu’ils avaient tournées dans notre direction.
Heureusement pour moi, je passais sous une clôture à ce moment-là,
je n’ai pas été touché mais les rafales étaient terribles autour de
moi. Aussi, j’ai pu ramper jusqu’à une vingtaine de mètres d’une
des chenillettes de Flak, dans un petit fossé, près d’un pommier.
J’ai tiré sur les servants, mais ceux-ci ont perçu l’éclair de départ
de mon arme. Ils ont tourné leurs canons dans ma direction et je
pouvais voir les balles traçantes arriver dans ma direction. J’ai
plongé derrière un arbre, mais pas assez vite, car j’ai été touché au
front par un éclat et j’ai commencé à saigner abondamment. J’ai
reculé en rampant jusqu’à notre antenne médicale où je me suis fait
rafistoler avant de repartir au combat.
Á l’entrée du village, le Sergent Walsh attaquait une des chenillettes
avec quelques hommes. Ceux-ci ne parvenaient pas à sortir
des fossés et le sergent était grièvement blessé à la main et à l’épaule
gauche. Il a pris une grenade et me l’a tendue en me disant de la
dégoupiller, après quoi, il a couru jusqu’à la chenillette et balancé
la grenade à l’intérieur.
Le Panzer Tiger II 213 exposé devant le musée de La Gleize.
De Panzer Tiger II 213 opgesteld voor het museum van La Gleize.
Les Allemands étaient hors d’action. Puis le Sergent Snow et le
soldat Halliday ont sauté dans le véhicule. Ils ont réussi à le mettre
en marche et ont foncé dans le village en tirant sur les Allemands
avec leurs propres armes.
Avec d’autres vagues d’assaut successives, nous avons fermement
pris pied dans le village en attaquant à la baïonnette. C’était terrible :
au couteau, à la mitraillette, à la grenade…Je me souviens que le
lendemain matin à l’aube, j’étais assis sur un petit mur avec un
autre gars de ma compagnie et nous tremblions comme des feuilles.
Pas moyen d’arrêter de trembler ; c’était sans doute notre taux
d’adrénaline qui baissait. Nous avons été appelés pour entasser
les morts sur la route, afin que la commission mortuaire puisse les
identifier et les enterrer.
Le sol était rouge de sang. Il y avait des morts et de l’équipement
partout. Presque tous mes camarades étaient morts ou blessés. Je
ne comprends pas comment j’ai pu survivre …
Le Général James Gavin, commandant de la 82 ème Airborne a
déclaré plus tard :
…Pour moi, la bataille de Saint-Vith est beaucoup plus importante
que ce qui s’est passé à Bastogne parce que c’est au nord que les
Allemands voulaient passer.
Ils n’auraient jamais pu réussir ; ils auraient manqué de carburant
et nous aurions pu mettre en ligne des réserves bien plus grandes,
mais pour mon unité, la 82 ème Aéroportée, la bataille d’Ardenne a
été une des plus dures de toute la guerre. Nous nous sommes battus
dans le désert d’Afrique du Nord, en Sicile où les combats ont été
violents…en Italie, mais l’Ardenne avait quelque chose de terrible :
le froid glacial. Nous n’avions pas d’uniformes adaptés à la neige,
alors nous avons pris les draps de lit que les Belges nous donnaient
et comme toute division parachutiste a des machines à coudre pour
les réparations aux parachutes, nous nous sommes confectionné des
tenues de neige, devenues indispensables après Noël.
J’admire beaucoup la manière dont mes hommes ont tenu le coup
dans leur trou, nuit après nuit. Les pieds gelés ont été nombreux. Le
froid était glacial mais ils ont accompli leur travail…et bien.
Le château de Froidcourt, vu de Cheneux, situé à Stoumont qui
a été utilisé par les Allemands comme antenne médicale et de
lieu de détention de prisonniers américains. Peiper avait installé
son PC dans la maison du garde du château.
Kasteel van Froidcourt, gezien vanuit Cheneux, gelegen te
Stoumont. Werd door de Duitsers gebruikt als medische antenne
en voor detentie van Amerikaanse krijgsgevangenen.
Peiper had er zijn PC geïnstalleerd in het huis van de kasteelwachter.
Amis, si vous passer dans la région, ne manquez pas
d’aller visiter le musée de La Gleize où vous y trouverez
des pièces d’équipement et des armes des armées
retrouvées presque toutes sur le champ de bataille, des
reconstitutions historiques, des photos et une projection
de la bataille qui s’y est déroulée.
Vous pourrez voir à l’entrée le dernier type de char
allemand engagé dans la bataille, le Panzer II 213 (Tigre
Royal) (2), un nouveau char lancé peu avant le déclenchement
de l’offensive allemande et qui consommait 800 litres
d’essence au 100 kilomètres.
(2) Il n’existe plus que trois exemplaires de ce type de char, un à La Gleize, un à Saumur
en France et un troisième aux Etats-Unis.
40

De Parachutisten Nieuws van de van 82 e Airborne de Brigade in – de Nouvelles veldslag van de la Cheneux Bri-
Plaats te Werbomont waar de 82ste Airborne is neergestreken.
Een gedenkzuil werd er opgericht en er prijkt een kanon van
de artillerie-batterij.
Place à Werbomont où est arrivée la 82ème Airborne. Une stèle
commémorative a été érigée et un canon de la batterie d’artillerie
est exposé.
Gelukkig kroop ik op dat moment onderdoor een prikkeldraadafsluiting,
ik werd niet geraakt maar de kogelregen rondom mij was
verschrikkelijk. Ook kon ik tot op een twintigtal meter van één van
de FLAK rupswagens kruipen in een kleine gracht nabij een appelboom.
Ik schoot op de bedienaars maar zij moeten de lichtflits uit de
vuurmond van mijn geweer hebben bemerkt en draaiden ogenblikkelijk
hun kanonnen in mijn richting. Ik kon de lichtkogels op mij
af zien komen. Ik dook achter een boom maar blijkbaar niet snel
genoeg want ik kreeg een scherf in het voorhoofd en begon hevig te
bloeden. Al kruipend week ik terug tot aan onze medische antenne
waar ik mij liet oplappen alvorens mij weer in de strijd te werpen.
Bij de ingang van het dorp lanceerde Sergeant Walsh met enkele
van zijn mannen een aanval tegen een van de rupswagens. Ze
geraakten niet uit hun dekkingsgrachten en de sergeant was zwaargekwetst
aan de hand en de linker schouder. Hij greep een granaat,
hield me die voor om de pin uit te trekken, rende vervolgens tot aan
de rupswagen en gooide de granaat naar binnen.
De Duitsers waren uitgeschakeld. Daarop sprongen Sergeant
Snow en soldaat Halliday in het voertuig. Zij slaagden erin om dit
in gang te krijgen en ratelden het dorp in schietend op al wat Duits
was met diens eigen wapens.
Doorrazend met andere opeenvolgende aanvalsgolven hebben
wij vaste voet gekregen in het dorp al vechtend met de bajonet. Het
was verschrikkelijk: met de dolk, het machinepistool, granaten… Ik
herinner me nog dat ik ‘s anderendaags ‘s morgens op een muurtje
zat met een makker van mijn compagnie en dat we rilden als een
riet. Geen middel om het beven te doen stoppen; allicht was ons
adrenaline-gehalte danig laag gezakt. Er werd ons opgedragen de
doden langs de weg te leggen, opdat de commissie voor de overledenen
hen kon identificeren en begraven.
De aarde zag rood van het bloed. Overal lagen doden en stukken
uitrusting. Bijna al mijn kameraden waren dood of gekwetst. Ik
begreep zelf niet hoe ik het heb kunnen overleven…
Generaal James Gavin, commandant van de 82 ste Airborne, heeft
later verklaard:
…Voor mij is de slag van Sankt-Vith veel belangrijker dan
wat zich heeft afgespeeld in Bastogne omdat het juist in het
noorden is dat de Duitsers wouden doorbreken. Dat zou hen
nooit gelukt zijn; zij zouden brandstof tekortgekomen zijn en
wij zouden in lijn veel grotere reserves hebben kunnen aanleggen,
maar voor mijn eenheid, de 82 ste Luchtlandingsdivisie, was
de slag der Ardennen één van de hardste van de hele oorlog.
Wij streden in de woestijn van Noord-Afrika, in Sicilië waar ook
hevige gevechten woedden… in Italië, maar de Ardennen hadden iets
vreselijks: de ijselijke kou. Wij hadden geen uniformen aangepast
aan de sneeuw, terwijl wij ons moesten behelpen met de lakens die de
Belgen ons gaven, maar vermits elke parachutisten-divisie beschikt
over naaimachines om de parachutes te herstellen, konden wij onze
sneeuwovertrekken stikken, die onontbeerlijk werden na Kerstmis.
Ik sta in bewondering voor de manier waarop mijn mannen stand
hebben gehouden in hun vossenhol, nacht na nacht. Velen hadden
bevroren voeten. De koude was ijzig maar zij hebben zich van hun
taak gekweten… en hoe.
…O
Getuigenissen van parachutisten
p woensdag 20 december ontscheept een eerste eenheid
van de 82 ste Luchtlandings-divisie te Werbomont
in open vrachtwagens, die hen de vooravond al vanuit Mourmelon
hebben meegezeuld. In eenmanskolonne gaan ze op pad naar diverse
dorpen waaronder Cheneux op de Amblève nabij Stoumont-La Gleize.
Het gevecht dat zal losbarsten is een van de hevigste uit de ganse
geschiedenis van hun elite-eenheid. Duitse SS grenadiers bezetten
Cheneux sedert de vooravond.
(Mike Holmstok maakte deel uit van de eerste aanvalsgolf).
…De nacht was koud en mistig. Het moest tussen zes en acht uur
van de avond zijn wanneer we de beschutting van het bos hebben
verlaten om 500 meter open weiland over te steken voor het dorp
Cheneux. Wij bevonden ons ongeveer in het midden van het met prikkeldraad
doorsneden veld, wanneer de Duitse automatische wapens
het vuur openden. Behalve hun mitrailleurs en machinepistolen
(stenguns) hadden ze nog meerdere op rupsbanden gemonteerde
luchtafweerkanonnen die ze eveneens op ons richtten.
Vrienden, wanneer u in de streek bent, laat niet na een
bezoek te brengen aan het museum van La Gleize,
waar u uitrustingsstukken en wapenrustingen zult zien die
haast allemaal zijn teruggevonden op het slagveld. Er zijn
historische reconstructies voorhanden, o.m. met foto’s en
een film van de strijd die er is uitgevochten.
Aan de ingang ziet u het recentste type Duitse tank in
de strijd verwikkeld: Panzer II 213 (Tigre Royal) (2), een
nieuw type gevechtspantserwagen gelanceerd kort voor
het uitbreken van het Duitse offensief, met een verbruik
van 800 liter benzine per 100 km.
(2) Van dit type tank bestaan nog slechts 3 exemplaren, een in La Gleize, een in Saumur
in Frankrijk en een derde in de USA.
41

Un peu d'humour – Even lachen
Les derniers dessins de Stephane Stienlet : le Chef de Corps,
le RSM et le Caporal de Corps du Special Forces Group.
e nieuwe tekeningen van Stephane Stienlet: de Corps Comman-
de RSM en de Korporaal van het Special Forces Ddant, Group.

La vie dans les Régionales
La Régionale de Mouscron
Une exposition des Paras pendant le Service Militaire
Texte : T. Turillon (Presse Locale (L'Avenir)
Photos : Com. + D. Hooghe
y aller" est l'intitulé éloquent d'une exposition à voir au Musée de
folklore, à partir de ce vendredi, dans le cadre des 50 ans de l'amicale
«Fàllait
paracommando hurlue.
Commc nous avons déjà eu l'occasion de l'écrire, l'amicale
paracommando de Mouscron célèbre ses 50 ans. A cette
occasion, ses forces vives mettent en place plusieurs rendez-vous.
Aussi pour les écoles
Le prochain débute ce vendredi 1 er septembre avec une exposition
sur le service militaire belge. Pour l'occasion, le Musée
de folklore vie frontalière met certains de ses espaces à disposition.
« Instauré en 1913, le service militaire obligatoire est suspendu
en 1994. L'exposition se focalise sur le quotidien des militaires et
surtout sur l'évolution de leurs objets durant les décennies, en les
mettant en vis-à-vis : à quoi ressemblait par exemple une gourde
en 1914 et en 1994 ? Il y aura des objets communs et d'autres plus
rares, comme une boussole belge de la Première Guerre mondiale
recherchée par les collectionneurs. Il y aura des vitrines, des mannequins
avec des tenues spécifiques de l'armée belge et des pannaux
didactiques incluant photos et explications, détaille Dominique
Hooghe, visage de l'amicale hurlue et coordinateur de l'exposition.
Cela devrait rappeler bien des souvenirs à ceux qui ont effectué
leur service militaire mais ce sera aussi éclairant pour les jeunes
qui ne l'ont pas connu. On espère d'ailleurs voir des écoles visiter
l'exposition pour comprendre ce passé pas si lointain… »
Grâce à de nombreux acteurs de l'ombre
L
'amicale para remercie quelques personnes et associations pour
des prêts de mannequins, du matériel et des engins motorisés, à
savoir la conservatrice du Musée de folklore. Véronique Van de Voorde,
Bruno Marquant de la Fraternelle para-commando de Tournai, Aurélien
Deleforterie du Tir national de Tourcoing ainsi que Fernand Verheylesonne,
Hubert Fache, Johnny Knockaert, Alain Leplat, Philippe
Plateau, Mickaël Deconninck, Sébastien Lapie, Christophe Yzerbyt et
le Colonel Guy Dobbelaere, commandant de la Province de Hainaut.
Bivouac
Canif Militaire pour Ruban
Dinghy
Le merci de Mme la Bourgmestre
43

La vie dans les Régionales
Moto et Pers...
Le service militaire belge est suspendu – et non supprimé – en
1994. Il laisse bien des souvenirs que la Régionale de Mouscron
propose de retrouver mais aussi d'expliquer aux plus jeunes.
Speech de Mme la Bourgmestre
Visiteurs
Eqt anciens
Visiteurs