RET_2015-01-02-03-04_Flipbook

De rol van flexibiliteit in onze energievoorziening – Wim Cardinaels
Vermits er bij transport verliezen optreden, werden de centrales ingeplant in
industriegebieden dichtbij de grote bedrijven en steden om de afstanden, en dus ook
netwerkverliezen en investeringen te beperken.
Om de lijnspanning binnen de vastgelegde toleranties te houden moest men vooral
rekening houden met de principes dat de spanning daalt in functie van het afgenomen
vermogen en de afstand tot de transformator.
2 NUCLEAIR
Door de introductie van nucleaire energie in de jaren ‘70 veranderde de interacties
tussen productie, opslag, flexibiliteit en netwerken. Een beperking van onze
kerncentrales is dat ze niet flexibel regelbaar zijn en dus bij voorkeur continu hun
nominaal vermogen leveren. Dus een kerncentrale kan het principe niet waarmaken dat
het zijn vermogen vlot aanpast aan de netfrequentie en dus de energievraag. Om dit
probleem op te lossen zijn er op dat moment vanuit een systeemaanpak een aantal
begeleidende maatregelen genomen. Er is flexibiliteit gecreëerd door opslag te
voorzien – denk aan de pompcentrales van Coo-Trois-Ponts en Plate-Taille. Daarnaast is
er ook vraagsturing geïmplementeerd via variabele tarieven: het dag/nacht-tarief. Er is
zelfs een specifiek product gelanceerd: het uitsluitend nachttarief voor elektrische
warmwaterboilers en accumulatieverwarming en ook uitgebreide straatverlichting om te
zorgen dat er ook ’s nachts voldoende vraag zou zijn.
3 HERNIEUWBARE ENERGIE
De productie van wind en zonne-energie is volledig afhankelijk van het weer en
reageert net als kerncentrales niet op een variatie van de energievraag. Terwijl bij een
kerncentrale het productieprofiel voorspelbaar en vlak is, is dit profiel bij wind en zon
veel grilliger en moeilijker te voorspellen. Specifiek bij zonne-energie spelen ook de
aspecten dag/nacht en zomer/winter. Batterijen en vraagsturing kunnen een grote rol
spelen bij het dag/nacht aspect maar tegelijkertijd dienen we ook een oplossing uit te
werken voor het winter/zomer aspect.
Het elektriciteitsnet kan in tegenstelling tot wat de terugdraaiende teller laat uitschijnen
geen elektriciteit opslaan. Daarnaast zijn windmolens en zonnepanelen decentraal in het
net aangesloten waardoor ook netbeheer en netplanning een andere aanpak vragen.
Dat we in tegenstelling tot de jaren 70 ook nog eens rekening moeten houden met de
vrijgemaakte energiemarkt in Europa en met de regionalisatie van het energiebeleid in
België, maakt de complexiteit enkel groter. Er is absoluut nood aan een breed
gedragen systeemaanpak om de juiste inzichten te verwerven en begeleidende
maatregelen te nemen die elkaar versterken.
Revue E Tijdschrift – 131 ste jaargang/131 e année – n° 1-2-3-4-2015 (publication mars/publicatie maart 2017) 3