Lion_513_web
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
[<br />
LION ZIJN<br />
De Ethiek van de <strong>Lion</strong><br />
De derde doelstelling<br />
DOOR ORTWIN REYMEN - PDG 112 B<br />
Het aspect “moral welfare” van de derde doelstelling van het<br />
<strong>Lion</strong>isme houdt in dat de <strong>Lion</strong> zich moet inzetten voor een positieve<br />
morele wording van de gemeenschap. (1) Daarvoor vertoeft hij liefst in een<br />
“tuin van gelijk gezinden” qua morele principes.<br />
De creatie van een dergelijke tuin veronderstelt een ethiek, die<br />
niet inhoudelijk bepaald is maar een formeel karakter vertoont zoals<br />
Immanuel Kant (1724-1804) heeft ontwikkeld.<br />
Adolf Eichmann de onbeduidende en banale uitvoerende<br />
ambtenaar (2) van nazi-Duitsland, die niettemin miljoenen Joden de<br />
dood kon insturen, verdedigde zich in zijn proces door te beweren dat<br />
hij handelde conform de moraal van Kant! Dergelijke wetenschap zou<br />
weerstand kunnen oproepen tegen de promotie van de moraal van Kant.<br />
We komen er infra op terug: het ging enkel om een kleinzielige poging om<br />
zijn hachje te redden.<br />
Moraal voor de <strong>Lion</strong>: homo homini semper in se ipsum finis<br />
Kant als filosoof is een exponent van het gedachtegoed van de<br />
Verlichting.<br />
Hij heeft zijn beroemde categorische imperatief gegrondvest op<br />
het typische gedachtegoed van de Verlichting: de mens is een redelijk<br />
en autonoom wezen zodat de rede haar zedenwet, waaraan ze zich<br />
(vrijwillig) onderwerpt, zelf stelt. (3)<br />
Wat is nu deze beroemde categorische imperatief en kan deze de<br />
grondslag zijn voor een moraal van het <strong>Lion</strong>isme?<br />
Onder categorische gedragsregel verstaat Kant een regel die zich<br />
absoluut en onvoorwaardelijk aan elk redelijk wezen opdringt. De<br />
categorische geldigheid van een regel kan zeker niet afgeleid worden uit<br />
de inhoud van de regel. Immers een dergelijke inhoud, een particuliere<br />
gedragsregel, roept altijd verdeeldheid (4) op zoals eerder aangetoond.<br />
Als in de formulering geen bepaalde inhoud naar voren wordt<br />
geschoven kan een gedragsregel zich enkel op grond van zijn vorm<br />
onvoorwaardelijk en absoluut opdringen. Deze vorm kan natuurlijk niet<br />
in de ervaring ontdekt worden. Dus moet hij wel door de rede achterhaald<br />
worden. We hebben reeds gezien dat het moreel handelen een minimum<br />
aan universaliteit vereist. De zedenwet door de rede opgesteld moet dus<br />
voldoen aan een eis van universaliteit. De ethische regel moet dus de<br />
vorm hebben van een universele wet. Kant formuleert zijn categorische<br />
imperatief als volgt:“Handle nur nach derjenige Maxime, durch die du<br />
zugleich wollen konnst, das sie ein allgemeine Gesetz werde.”<br />
“Handel alleen volgens die gedragsregel waarvan je tegelijkertijd<br />
kunt willen dat die gedragsregel een algemene wet wordt.”<br />
Dergelijk geformuleerde ethische regel heeft inderdaad de vorm<br />
van een universele wet. Het belang van dit universeel karakter kan<br />
moeilijk onderschat worden. Inderdaad uit deze universele wet kan een<br />
fundamenteel kenmerk van onze democratische maatschappij afgeleid<br />
worden: alle mensen hebben symmetrische rechten.<br />
De regel die Adolf Eichmann toepaste was totaal verschillend,<br />
namelijk “Handel alleen volgens die gedragsregel waarvan je<br />
tegelijkertijd weet dat die gedragsregel een door de Führer<br />
goedgekeurde handeling wordt (5) .”<br />
Er is wel wat postmoderne kritiek op de categorische imperatief, zoals<br />
er ook kritiek was (is?) vanuit kerkelijke hoek. Voor zover deze kritieken<br />
verantwoord zouden zijn veranderen ze toch niets aan de relevantie van<br />
de categorische imperatief.<br />
Door de vraag te stellen naar de beweegredenen of de drijfveren van<br />
de rede, stelt men de vraag naar haar doelstellingen. Een doelstelling, die<br />
in tegenstelling tot de meeste doelen, niet gerelateerd is aan een behoefte<br />
is een doel op zich, dus geen middel tot een ander doel. De waarde ervan<br />
is dan niet “relatief tot…” maar dus absoluut. Dergelijk doel op zich is<br />
de mens als persoon. De mens als persoon heeft een absolute waarde. De<br />
drijfveer van de rede, die de eis stelt van een universele wet, de categorische<br />
imperatief, kan slechts dat doel op zich zijn, namelijk de mens als persoon.<br />
In dit perspectief herformuleert (6) Kant zijn categorische imperatief als<br />
volgt: “Handle so dass du die Menscheit, sowoll in deinen Person als in<br />
der Person eines jeden anderen, jederzeit zugleich als Zweck, niemals<br />
bloss als Mittel brauchst.”<br />
“Handel zo dat je de mensheid zowel in uw persoon als in de<br />
persoon van iedere andere, altijd tegelijkertijd als doel, nooit louter als<br />
middel gebruikt.”<br />
Deze formulering van de ethische wet heb ik als gouverneur (2003–<br />
2004) in compacte vorm op mijn fanion geplaatst: homo homini semper<br />
in se ipsum finis. Het gaat om een uitdrukking die de waardigheid van<br />
de menselijke persoon bovenaan een objectieve waardenschaal stelt. Ik<br />
erken daarin dat<br />
- ieder mens het recht heeft zijn eigen doelen na te streven<br />
- ik de andere niet mag misbruiken ten dienste van mijn objectieven<br />
- ik de andere benader als een doel op zich<br />
- ik mezelf beschouw als een doel op zich.<br />
De mensheid in de eigen persoon als doel op zich beschouwen houdt in<br />
dat de moraal niet louter tot een sociale dimensie kan herleid worden en<br />
dat de moraal ook zelfrespect inhoudt. Tegelijkertijd ieder ander persoon<br />
als doel op zich benaderen houdt de erkenning in van de symmetrie van<br />
het recht van eenieder in het nastreven van zijn doelstellingen.<br />
Uit die twee aspecten volgt dat ik niet verplicht ben in te stemmen<br />
met de doelen die de andere zich stelt (Immers ik zou dan niet kunnen<br />
handelen zonder goedkeuring van de ander, wat in strijd zou zijn met de<br />
autonomie van mijn rede). Zodus ik erken dat ieder mens het recht heeft<br />
zijn eigen doelen na te streven terwijl ik er niet moet mee instemmen.<br />
Dat is wezenlijk voor een <strong>Lion</strong>smoraal vermits het <strong>Lion</strong>isme de<br />
tolerantiegedachte huldigt.<br />
Anderzijds kan er niet volgehouden worden dat het <strong>Lion</strong>isme open<br />
staat voor elke levensbeschouwing: iedere levensbeschouwing die de<br />
Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (7) niet erkent kan<br />
niet.<br />
De conclusie ligt voor de hand: iedere levensbeschouwing die de<br />
categorische imperatief kan integreren hoort thuis in het <strong>Lion</strong>isme,<br />
<strong>Lion</strong>isme dat zijn gedragscode stoelt op het principe dat een <strong>Lion</strong> steeds<br />
zo handelt dat zijn gedragsregel als een universele wet kan gelden en dat<br />
hij de mens nooit louter als middel steeds ook als doel op zich beschouwt<br />
en behandelt.<br />
1<br />
Cfr <strong>Lion</strong> nr 512<br />
2<br />
Hannah Ahrendt: “Eichmann in Jeruzalem: a Report on the Banality of Evil<br />
(1963)<br />
3<br />
Daaruit volgt dat de zedenwet een wet is die niet opgelegd wordt door een<br />
Godheid of door een andere gezagdragende instantie.<br />
4<br />
De pauselijke encycliek Humanae vitae bijvoorbeeld, heeft binnen de Katholieke<br />
gemeenschap zelf een golf van protest veroorzaakt.<br />
5<br />
Hannah Ahrendt, in tegenstelling tot de openbare aanklager, die Eicmann als<br />
een monster probeerde af te schilderen, doorzag de strafbaarheid van de uitvoerende<br />
ambtenaar in zijn onbenulligheid.<br />
6<br />
Doordat Kant meerder formuleringen van zijn categorische imperatieven<br />
bestaat de misvatting dat hij meerdere “categorische imperatieven zou voorstaan.<br />
7<br />
Deze verklaring, sterk Kantiaans geïnspireerd, is in 1948 tot stand gekomen<br />
ondanks weerstand van Moskou en van… het Vaticaan (!).<br />
Janvier 2017 januari 15