Questions et réponses écrites Schriftelijke vragen en ... - de Kamer

Questions et réponses écrites Schriftelijke vragen en ... - de Kamer Questions et réponses écrites Schriftelijke vragen en ... - de Kamer

13.07.2015 Views

23142 QRVA 51 1192 - 5 - 2006selon l’Office, il s’agit d’un indépendant — ou lorsquel’ONSS décide d’assujettir un faux indépendant aurégime de sécurité sociale des travailleurs salariés,l’INASTI en est systématiquement informé. La personneconcernée est également avertie du fait quel’INASTI a été informé. L’arrêté royal du 25 janvier1991 a introduit — dans l’arrêté royal du 19 décembre1967 portant règlement général en exécution de l’arrêtéroyal n o 38 du 27 juillet 1967 organisant le statutsocial des travailleurs indépendants — une nouvelleprocédure de contrôle quant à l’affiliation des indépendantsà une caisse d’assurances sociales, connuesous le nom de «procédure de clignotant». Le modèlede déclaration d’affiliation introduit à l’époquecontient un champ qui doit être rempli par l’ancientravailleur qui passe du statut de salarié à celuid’indépendant. Quand il résulte de ceci quel’occupation professionnelle pour laquelle l’affiliationcomme indépendant est demandée a été jadis exercéecomme salarié, l’INASTI envoie une copie de la déclarationd’affiliation à l’ONSS pour demander sonaccord. L’ONSS procède alors à une enquête etcommunique son point de vue à l’INASTI. À ceniveau-ci, aucune procédure formelle n’est développéepour concilier les points de vue divergents. Grâce à lajurisprudence, le nombre de contestations entrel’ONSS et l’INASTI dans ces dossiers s’est considérablementréduit.5. L’ONSS n’est pas lié par les décisions del’INASTI et inversement. Il n’existe pas de forumd’arbitrage ou de décision, mais bien une procédureinformelle de concertation qui permet dans la plupartdes cas de fixer de commun accord entre les institutionsprécitées le statut de l’intéressé. Dès lors, lerecours devant les Cours et tribunaux est exceptionnel.Les contestations judiciaires qui pourraient surgirdans le cadre d’une requalification relèvent du tribunaldu travail de par les articles 580, 1 o et 2 o , et 581, 1 o et2 o du Code judiciaire.Le délai pour interjeter appel contre la décision dutribunal du travail relève de l’article 1051 du Codejudiciaire:» Le délai pour interjeter appel est d’unmois à partir de la signification du jugement ou de lanotification de celui-ci faite conformément à l’article792, alinéas 2 et 3 ...».6. Lorsque l’ONSS décide de procéder à la requalificationdu statut social d’une personne, cette personneet celui qui est qualifié à tort comme étant son employeuren sont informés. L’opposition contre la décisionde l’ONSS sous une forme standardisée et officiellen’est en aucune manière prévue. Si une desparties concernées ou les deux parties ne sont pasd’accord avec le point de vue de l’ONSS, il leur estdige is — of wanneer de RSZ beslist een schijnzelfstandigete onderwerpen aan de sociale zekerheid voorwerknemers, wordt het RSVZ hiervan systematisch opde hoogte gebracht. De persoon in kwestie wordt ookingelicht dat het RSVZ op de hoogte werd gebracht.Het koninklijk besluit van 25 januari 1991 heeft, watde aansluiting van zelfstandigen bij een sociaal verzekeringsfondsbetreft, een nieuwe controleprocedure,de zogenaamde «knipperlichtprocedure», ingevoerdin het koninklijk besluit van 19 december 1967 houdendealgemeen reglement in uitvoering van hetkoninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967, houdendeinrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen.Het model van aansluitingsverklaring dat toen werdingevoerd, bevat een vak dat moet ingevuld wordendoor de gewezen werknemer die van het statuut vanwerknemer overgaat naar dat van zelfstandige. Wanneerhieruit blijkt dat de beroepsbezigheid waarvoorde aansluiting als zelfstandige wordt gevraagd, voorheenwerd uitgeoefend als werknemer, stuurt hetRSVZ een kopie van de aansluitingsverklaring naar deRSZ om zijn akkoord te vragen. De RSZ voert dan eenonderzoek uit en deelt zijn standpunt mee aan hetRSVZ. Ook hier is er geen formele procedure uitgewerktom uiteenlopende standpunten te verzoenen.Mede door de rechtspraak is het aantal betwistingentussen de RSZ en het RSVZ in deze dossiers uiterstgering geworden.5. De RSZ is niet gebonden door de beslissingenvan het RSVZ en omgekeerd. Er bestaat geen arbitrage-of beslissingsforum, maar wel een informeleoverlegprocedure die in de meeste gevallen toelaat omin onderling overleg tussen de voornoemde instellingenhet statuut van de betrokkene te bepalen. Het isdan ook uitzonderlijk dat er rechtsmiddelen voor dehoven en rechtbanken worden ingeroepen.De gerechtelijke betwistingen die kunnen ontstaanin het kader van een herkwalifïcatie vallen onder debevoegdheid van de arbeidsrechtbank ingevolge artikel580, 1 o en 2 o , en artikel 581, 1 o et 2 o van hetGerechtelijk Wetboek.De termijn om hoger beroep aan te tekenen tegeneen vonnis van de arbeidsrechtbank is vastgesteld inartikel 1051 van het Gerechtelijk Wetboek: «Determijn om hoger beroep aan te tekenen is één maand,te rekenen vanaf de betekening van het vonnis of dekennisgeving overeenkomstig artikel 792, tweede enderde lid ...».6. Wanneer de RSZ de beslissing neemt om tot deherkwalificatie van het sociaal statuut van een persoonover te gaan, worden zowel deze persoon als de (onterechte)werkgever op de hoogte gebracht. Er is geensprake van een gestandaardiseerde, officiële procedureom verzet aan te tekenen tegen de beslissing van deRSZ. Indien een van de betrokken partijen of beidepartijen niet akkoord gaan met het standpunt van deCHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2005 2006 KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE

QRVA 51 119 231432 - 5 - 2006toujours loisible de présenter leurs arguments contrairessoit elles-mêmes directement, soit par l’entremised’un mandataire ou d’un avocat, que ce soit par écritou oralement. L’ONSS procédera alors à une nouvelleanalyse du dossier à la lumière des arguments invoqués.Si l’ONSS maintient son point de vue, les partiesqui se sentent lésées peuvent s’adresser au tribunal dutravail compétent.Lorsque l’ONSS décide d’assujettir un faux indépendant,les régularisations sont effectuées à charge del’employeur. En cas de non paiement, l’ONSS engagelui-même une procédure pour obtenir du tribunal laperception des cotisations sociales dues selon lui. Encas d’assujettissement frauduleux, l’ONSS peut égalementengager une procédure pour obtenir les sanctionsprévues par la loi.L’ONSS s’appuie sur l’article 42 de la loi du 27 juin1969 révisant l’arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernantla sécurité sociale des travailleurs pour déterminerle trimestre jusqu’auquel il faut remonter poursupprimer la déclaration erronée d’une personne enqualité de salariée ou lors de l’établissement d’office dela déclaration d’assujettissement d’un faux indépendant,si la période d’occupation de la personne dont ladéclaration a été supprimée ou celle de la personne àassujettir excède cinq années au moment où le statutde la personne concernée a été révisé. Étant donné quel’ONSS dispose, conformément à l’article 42 précité,d’un délai de cinq ans pour introduire une action enjustice, il ne procédera pas à la régularisation d’officepour l’assujettissement des faux indépendants pourune période dont les cotisations y afférentes ne sontpas exigibles. Il s’ensuit nécessairement que l’ONSSdispose également de cinq ans pour constater qu’uneaction relative à une personne non assujettie lui a étéintentée à tort. L’occupation dans un lien de subordination,la déclaration de cette occupation pour lapériode où elle a lieu et l’action en justice qui endécoule forment un tout qui doit être considéré dansson ensemble. L’action de l’ONSS et son fondement nesont pas dissociés l’un de l’autre, de sorte que la prescriptionquinquennale doit être appliquée à cet ensemble.Lorsque l’ONSS décide qu’une personne a été déclaréeerronément comme travailleur salarié, cettepersonne est supprimée des déclarations pour lapériode maximale non prescrite. Si «l’employeur»continue par la suite à déclarer cette personne, l’ONSSpourra le cas échéant décider de maintenir la suppressions’il résulte d’une enquête approfondie que lescirconstances de l’occupation n’ont pas été modifiées.Cette suppression est également communiquée auxdiverses institutions de sécurité sociale par lettre et viala Banque-Carrefour de la Sécurité Sociale. L’INASTIest également informé de cette décision. C’est àRSZ, kunnen zij altijd zelf of via een gemachtigde ofeen raadsman hun tegenargumenten voorleggen. Ditkan schriftelijk of mondeling gebeuren. De RSZ zaldan het dossier opnieuw analyseren in het licht van deaangebrachte argumenten. Behoudt de RSZ zijn standpunt,dan kunnen de partijen die zich benadeeldvoelen zich tot de bevoegde arbeidsrechtbank wenden.Wanneer de RSZ beslist een schijnzelfstandige teonderwerpen, worden er regularisaties opgesteld tenlaste van de werkgever. Bij niet betaling start de RSZzelf de procedure op om, uiteindelijk via de rechtbank,deze volgens de RSZ verschuldigde bijdragen in tevorderen. Ook bij frauduleuze onderwerpingen kan deRSZ een procedure opstarten om de wettelijk voorzienesancties te verkrijgen.De RSZ neemt artikel 42 van de wet van 27 juni1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid derarbeiders als leidraad bij de bepaling van het kwartaaltot hetwelk moet teruggegaan worden bij de schrappingvan een ten onrechte als werknemer aangegevenpersoon of bij het ambtshalve opstellen van aangiftenbij de onderwerping van een schijnzelfstandige, indiende periode van tewerkstelling van de te schrappen ofde te onderwerpen persoon tot meer dan vijf jaarteruggaat voor het moment van de herziening van hetstatuut van betrokkene. Vermits de RSZ overeenkomstigbovenvermeld artikel 42 over een termijn van vijfjaar beschikt om een vordering in te stellen, zal deRSZ geen ambtshalve regularisatie opstellen voor deonderwerping van schijnzelfstandigen voor eenperiode waarvoor de bijhorende bijdragen niet opeisbaarzijn. Het noodzakelijke corrolarium hiervan isdat de RSZ eveneens over vijf jaar beschikt om vast testellen dat hem ten onrechte een vordering werd toegekendbetreffende een niet onderworpen persoon. Detewerkstelling in ondergeschikt verband, de aangiftevan deze tewerkstelling voor de periode waarin zeplaatsvindt en de hieruit voortvloeiende vorderingvormen een geheel dat globaal dient bekeken teworden. De vordering van de RSZ en de basis hiervanstaan niet los van elkaar zodat de verjaring van vijfjaar op dit geheel moet worden toegepast.Wanneer de RSZ beslist dat iemand ten onrechte alswerknemer wordt aangegeven, dan wordt de betrokkenevoor maximaal de «niet verjaarde» periode vande aangiften geschrapt. Als de «werkgever» dezepersoon verder als werknemer blijft aangeven, zal deRSZ desgevallend en eventueel na verder onderzoekwaaruit blijkt dat de tewerkstellingsomstandighedenniet gewijzigd zijn, verder tot schrapping blijven overgaan.Deze schrapping wordt ook meegedeeld aan dediverse instellingen van de sociale zekerheid per briefen via de kruispuntbank. Ook aan het RSVZ wordtdeze beslissing meegedeeld. Het is aan het RSVZ omCHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2005 2006 KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE

23142 QRVA 51 1192 - 5 - 2006selon l’Office, il s’agit d’un indép<strong>en</strong>dant — ou lorsquel’ONSS déci<strong>de</strong> d’assuj<strong>et</strong>tir un faux indép<strong>en</strong>dant aurégime <strong>de</strong> sécurité sociale <strong>de</strong>s travailleurs salariés,l’INASTI <strong>en</strong> est systématiquem<strong>en</strong>t informé. La personneconcernée est égalem<strong>en</strong>t avertie du fait quel’INASTI a été informé. L’arrêté royal du 25 janvier1991 a introduit — dans l’arrêté royal du 19 décembre1967 portant règlem<strong>en</strong>t général <strong>en</strong> exécution <strong>de</strong> l’arrêtéroyal n o 38 du 27 juill<strong>et</strong> 1967 organisant le statutsocial <strong>de</strong>s travailleurs indép<strong>en</strong>dants — une nouvelleprocédure <strong>de</strong> contrôle quant à l’affiliation <strong>de</strong>s indép<strong>en</strong>dantsà une caisse d’assurances sociales, connuesous le nom <strong>de</strong> «procédure <strong>de</strong> clignotant». Le modèle<strong>de</strong> déclaration d’affiliation introduit à l’époqueconti<strong>en</strong>t un champ qui doit être rempli par l’anci<strong>en</strong>travailleur qui passe du statut <strong>de</strong> salarié à celuid’indép<strong>en</strong>dant. Quand il résulte <strong>de</strong> ceci quel’occupation professionnelle pour laquelle l’affiliationcomme indép<strong>en</strong>dant est <strong>de</strong>mandée a été jadis exercéecomme salarié, l’INASTI <strong>en</strong>voie une copie <strong>de</strong> la déclarationd’affiliation à l’ONSS pour <strong>de</strong>man<strong>de</strong>r sonaccord. L’ONSS procè<strong>de</strong> alors à une <strong>en</strong>quête <strong>et</strong>communique son point <strong>de</strong> vue à l’INASTI. À c<strong>en</strong>iveau-ci, aucune procédure formelle n’est développéepour concilier les points <strong>de</strong> vue diverg<strong>en</strong>ts. Grâce à lajurisprud<strong>en</strong>ce, le nombre <strong>de</strong> contestations <strong>en</strong>trel’ONSS <strong>et</strong> l’INASTI dans ces dossiers s’est considérablem<strong>en</strong>tréduit.5. L’ONSS n’est pas lié par les décisions <strong>de</strong>l’INASTI <strong>et</strong> inversem<strong>en</strong>t. Il n’existe pas <strong>de</strong> forumd’arbitrage ou <strong>de</strong> décision, mais bi<strong>en</strong> une procédureinformelle <strong>de</strong> concertation qui perm<strong>et</strong> dans la plupart<strong>de</strong>s cas <strong>de</strong> fixer <strong>de</strong> commun accord <strong>en</strong>tre les institutionsprécitées le statut <strong>de</strong> l’intéressé. Dès lors, lerecours <strong>de</strong>vant les Cours <strong>et</strong> tribunaux est exceptionnel.Les contestations judiciaires qui pourrai<strong>en</strong>t surgirdans le cadre d’une requalification relèv<strong>en</strong>t du tribunaldu travail <strong>de</strong> par les articles 580, 1 o <strong>et</strong> 2 o , <strong>et</strong> 581, 1 o <strong>et</strong>2 o du Co<strong>de</strong> judiciaire.Le délai pour interj<strong>et</strong>er appel contre la décision dutribunal du travail relève <strong>de</strong> l’article 1051 du Co<strong>de</strong>judiciaire:» Le délai pour interj<strong>et</strong>er appel est d’unmois à partir <strong>de</strong> la signification du jugem<strong>en</strong>t ou <strong>de</strong> lanotification <strong>de</strong> celui-ci faite conformém<strong>en</strong>t à l’article792, alinéas 2 <strong>et</strong> 3 ...».6. Lorsque l’ONSS déci<strong>de</strong> <strong>de</strong> procé<strong>de</strong>r à la requalificationdu statut social d’une personne, c<strong>et</strong>te personne<strong>et</strong> celui qui est qualifié à tort comme étant son employeur<strong>en</strong> sont informés. L’opposition contre la décision<strong>de</strong> l’ONSS sous une forme standardisée <strong>et</strong> officiell<strong>en</strong>’est <strong>en</strong> aucune manière prévue. Si une <strong>de</strong>sparties concernées ou les <strong>de</strong>ux parties ne sont pasd’accord avec le point <strong>de</strong> vue <strong>de</strong> l’ONSS, il leur estdige is — of wanneer <strong>de</strong> RSZ beslist e<strong>en</strong> schijnzelfstandig<strong>et</strong>e on<strong>de</strong>rwerp<strong>en</strong> aan <strong>de</strong> sociale zekerheid voorwerknemers, wordt h<strong>et</strong> RSVZ hiervan systematisch op<strong>de</strong> hoogte gebracht. De persoon in kwestie wordt ookingelicht dat h<strong>et</strong> RSVZ op <strong>de</strong> hoogte werd gebracht.H<strong>et</strong> koninklijk besluit van 25 januari 1991 heeft, wat<strong>de</strong> aansluiting van zelfstandig<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> sociaal verzekeringsfondsb<strong>et</strong>reft, e<strong>en</strong> nieuwe controleprocedure,<strong>de</strong> zog<strong>en</strong>aam<strong>de</strong> «knipperlichtprocedure», ingevoerdin h<strong>et</strong> koninklijk besluit van 19 <strong>de</strong>cember 1967 houd<strong>en</strong><strong>de</strong>algeme<strong>en</strong> reglem<strong>en</strong>t in uitvoering van h<strong>et</strong>koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967, houd<strong>en</strong><strong>de</strong>inrichting van h<strong>et</strong> sociaal statuut <strong>de</strong>r zelfstandig<strong>en</strong>.H<strong>et</strong> mo<strong>de</strong>l van aansluitingsverklaring dat to<strong>en</strong> werdingevoerd, bevat e<strong>en</strong> vak dat mo<strong>et</strong> ingevuld word<strong>en</strong>door <strong>de</strong> gewez<strong>en</strong> werknemer die van h<strong>et</strong> statuut vanwerknemer overgaat naar dat van zelfstandige. Wanneerhieruit blijkt dat <strong>de</strong> beroepsbezigheid waarvoor<strong>de</strong> aansluiting als zelfstandige wordt gevraagd, voorhe<strong>en</strong>werd uitgeoef<strong>en</strong>d als werknemer, stuurt h<strong>et</strong>RSVZ e<strong>en</strong> kopie van <strong>de</strong> aansluitingsverklaring naar <strong>de</strong>RSZ om zijn akkoord te <strong>vrag<strong>en</strong></strong>. De RSZ voert dan e<strong>en</strong>on<strong>de</strong>rzoek uit <strong>en</strong> <strong>de</strong>elt zijn standpunt mee aan h<strong>et</strong>RSVZ. Ook hier is er ge<strong>en</strong> formele procedure uitgewerktom uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong><strong>de</strong> standpunt<strong>en</strong> te verzo<strong>en</strong><strong>en</strong>.Me<strong>de</strong> door <strong>de</strong> rechtspraak is h<strong>et</strong> aantal b<strong>et</strong>wisting<strong>en</strong>tuss<strong>en</strong> <strong>de</strong> RSZ <strong>en</strong> h<strong>et</strong> RSVZ in <strong>de</strong>ze dossiers uiterstgering geword<strong>en</strong>.5. De RSZ is ni<strong>et</strong> gebond<strong>en</strong> door <strong>de</strong> beslissing<strong>en</strong>van h<strong>et</strong> RSVZ <strong>en</strong> omgekeerd. Er bestaat ge<strong>en</strong> arbitrage-of beslissingsforum, maar wel e<strong>en</strong> informeleoverlegprocedure die in <strong>de</strong> meeste gevall<strong>en</strong> toelaat omin on<strong>de</strong>rling overleg tuss<strong>en</strong> <strong>de</strong> voornoem<strong>de</strong> instelling<strong>en</strong>h<strong>et</strong> statuut van <strong>de</strong> b<strong>et</strong>rokk<strong>en</strong>e te bepal<strong>en</strong>. H<strong>et</strong> isdan ook uitzon<strong>de</strong>rlijk dat er rechtsmid<strong>de</strong>l<strong>en</strong> voor <strong>de</strong>hov<strong>en</strong> <strong>en</strong> rechtbank<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingeroep<strong>en</strong>.De gerechtelijke b<strong>et</strong>wisting<strong>en</strong> die kunn<strong>en</strong> ontstaanin h<strong>et</strong> ka<strong>de</strong>r van e<strong>en</strong> herkwalifïcatie vall<strong>en</strong> on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>bevoegdheid van <strong>de</strong> arbeidsrechtbank ingevolge artikel580, 1 o <strong>en</strong> 2 o , <strong>en</strong> artikel 581, 1 o <strong>et</strong> 2 o van h<strong>et</strong>Gerechtelijk W<strong>et</strong>boek.De termijn om hoger beroep aan te tek<strong>en</strong><strong>en</strong> teg<strong>en</strong>e<strong>en</strong> vonnis van <strong>de</strong> arbeidsrechtbank is vastgesteld inartikel 1051 van h<strong>et</strong> Gerechtelijk W<strong>et</strong>boek: «D<strong>et</strong>ermijn om hoger beroep aan te tek<strong>en</strong><strong>en</strong> is één maand,te rek<strong>en</strong><strong>en</strong> vanaf <strong>de</strong> b<strong>et</strong>ek<strong>en</strong>ing van h<strong>et</strong> vonnis of <strong>de</strong>k<strong>en</strong>nisgeving overe<strong>en</strong>komstig artikel 792, twee<strong>de</strong> <strong>en</strong><strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid ...».6. Wanneer <strong>de</strong> RSZ <strong>de</strong> beslissing neemt om tot <strong>de</strong>herkwalificatie van h<strong>et</strong> sociaal statuut van e<strong>en</strong> persoonover te gaan, word<strong>en</strong> zowel <strong>de</strong>ze persoon als <strong>de</strong> (onterechte)werkgever op <strong>de</strong> hoogte gebracht. Er is ge<strong>en</strong>sprake van e<strong>en</strong> gestandaardiseer<strong>de</strong>, officiële procedureom verz<strong>et</strong> aan te tek<strong>en</strong><strong>en</strong> teg<strong>en</strong> <strong>de</strong> beslissing van <strong>de</strong>RSZ. Indi<strong>en</strong> e<strong>en</strong> van <strong>de</strong> b<strong>et</strong>rokk<strong>en</strong> partij<strong>en</strong> of bei<strong>de</strong>partij<strong>en</strong> ni<strong>et</strong> akkoord gaan m<strong>et</strong> h<strong>et</strong> standpunt van <strong>de</strong>CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2005 2006 KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!