Questions et réponses écrites Schriftelijke vragen en ... - de Kamer

31996 QRVA 51 16323 - 4 - 2007travail) et dans l’ensemble des tâches ayant uncontenu plus monotone comme caractéristique.3. Que savons-nous via la recherche sur la tâchedouble travail-famille de la femme?La recherche en matière de répartition du temps enFlandre menée en 1999 et 2004(1) nous apprend quele temps total par semaine consacré au travail salarié,aux tâches ménagères et aux soins des enfants et leuréducation est dein een takenpakket dat inhoudelijk monotoner ismet bijhorende kenmerken.3. Wat weten we via onderzoek over de dubbeletaak werk-gezin van de vrouw?Het onderzoek inzake de tijdsbesteding in Vlaanderenverricht in 1999 en 2004(1) leert ons het volgende.De totale tijd per week besteed aan loonarbeid, huishoudelijkwerk en kinderzorg/opvoeding bedraagtvoor— 56 h 07 pour les femmes travaillant à temps plein; — de voltijds werkende vrouw: 56.07 uur;— 52 h 44 pour les hommes travaillant à temps plein; — de voltijds werkende man: 52.44 uur;— 51 h 22 pour les femmes travaillant à mitemps(2);— de deeltijds werkende vrouw 51.22 uur(2);La charge la plus lourde revient à la femme travaillantà temps plein (+3 h 23), car elle consacre 7 h 37 deplus par semaine aux tâches ménagères et aux soinsdes enfants tandis que l’homme travaillant à tempsplein consacre 4 h de plus au travail salarié et fait lanavette une heure de plus. Elle prend principalementsur son temps libre.Les différences de chiffres sont peut-être moinsimportantes que prévues. Il existe une frontière supérieurenaturelle que l’on ne dépasse pas. Les tâchesménagères et les soins des enfants donnent de plus unsentiment subjectif plus pesant «de ne jamais en avoirterminé».De zwaarste last zit bij de voltijds werkende vrouw(+ 3.23 uur) omdat zij 7.37 uur per week meer besteedtaan huishoudelijke arbeid en kinderzorg terwijl devoltijds werkende man 4 uur meer aan loonarbeidbesteedt en een uur langer pendelt. Zij levert vooral inop haar vrije tijd.De cijferverschillen zijn misschien minder groot danverwacht. Er is een natuurlijke bovengrens die menniet overschrijdt. Huishoudelijke taken en kinderzorggeven bovendien wellicht een subjectief zwaardergevoel van nooit af te zijn.Secrétaire d’Étatà la Modernisation des Financeset à la Lutte contre la fraude fiscale,adjoint au ministre des FinancesStaatssecretarisvoor Modernisering van de Financiënen de Strijd tegen de fiscale fraude,toegevoegd aan de minister van FinanciënDO 2003200432081 DO 2003200432081Question n o 15 de M me Muriel Gerkens du 7 septembre2004 (Fr.) au secrétaire d’État à la Modernisationdes Finances et à la Lutte contre la fraudefiscale, adjoint au ministre des Finances:Lutte contre la fraude fiscale. — Conventions sectorielles.En réponse à une question orale en commission desFinances du 20 janvier 2004 (question n o 1297,(1) Glorieux, J. Minnen en J. Vandeweyer: «De tijd staatniet stil: veranderingen in de tijdsbesteding van vlamingentussen 1999 en 2004». http:/www.vub.ac.be/TOR/(2) Le nombre d’hommes travaillant à temps partiel étaittrop eu imprtant (N=30) dans l’étude pour pouvoir tirer desconclusions valables.Vraag nr. 15 van mevrouw Muriel Gerkens van 7 september2004 (Fr.) aan de staatssecretaris voorModernisering van de Financiën en Strijd tegende fiscale fraude, toegevoegd aan de minister vanFinanciën:Strijd tegen de fiscale fraude. — Met bedrijfssectorengesloten overeenkomsten.In antwoord op een mondelinge vraag in decommissie voor de Financiën van 20 januari 2004(1) Glorieux, J. Minnen en J. Vandeweyer: «De tijd staatniet stil: veranderingen in de tijdsbesteding van vlamingen tussen1999 en 2004». http:/www.vub.ac.be/TOR/(2) De deeltijds werkende mannen waren te weinig in getal(N=30) in de studie om valide conclusies te trekken.CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2006 2007 KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE