Questions et réponses écrites Schriftelijke vragen en ... - de Kamer

31980 QRVA 51 16323 - 4 - 2007demandeurs d’emploi qui subsistent constituent unnoyau dur déjà inactif depuis très longtemps etpouvant difficilement être remis au travail. Ce groupede personnes ne dispose pas des compétences, de lamotivation, de la flexibilité et du facteur mobilitédemandés d’ordinaire par l’industrie. De plus, lesdiverses initiatives sociales en matière d’emploi atteignentpeu à peu leur point de saturation. En chiffresabsolus, il ne s’agit que d’initiatives assez modestes.1. Quelle est votre réaction face à ces taux de croissancedu chômage de longue durée en Flandre occidentale?2.a) Le système d’activation est-il en mesure d’assurerla réinsertion de ce petit groupe de personnes sur lemarché du travail ou ces chômeurs nécessitent-ilsune autre approche?b) Dans l’affirmative, quel type d’approche? b) Zo ja, dewelke?3. Êtes-vous disposé à vous concerter avec votrecollègue en charge de l’Économie sociale au sujetd’une extension des initiatives sociales en matièred’emploi, ces dernières atteignant en effet leur point desaturation?Réponse du ministre de l’Emploi du 16 avril 2007, àla question n o 690 de M me Sabien Lahaye-Battheu du5 mars 2007 (N.):1. L’honorable membre observe, chiffres à l’appui,une remontée du chômage de longue durée dans diversarrondissements de Flandre occidentale. Ces chiffressont toutefois à relativiser en raison du bas niveau duchômage dans ces arrondissements. Rapportés à lasituation dans d’autres parties du pays, ces chiffres nerévèlent aucune urgence particulière et ne justifientdonc pas d’envisager la mise en place de dispositionsnouvelles qui relèveraient de la compétence du ministrefédéral de l’Emploi.2.a) Le Plan d’accompagnement et de suivi deschômeurs peut évidemment apporter sa contributionà l’activation de la catégorie de chômeursvisée par la question de l’honorable membre.b) Ce sont les services compétents du VDAB qui, enraison de leur connaissance du terrain et des potentialitésoffertes par les divers dispositifs disponibles,peuvent déterminer les meilleures solutionssusceptibles de rencontrer les besoins d’un telpublic. Pour plus de détails à ce propos, j’invitel’honorable membre à saisir le ministre régionalcompétent de cette question.3. Pour mise sur pied de toutes les politiques quiconcernent ce type de public, il y a bien sûr unefrictioneel. De groep werkzoekenden die over blijft, iseen harde kern die al zeer lang inactief is en nog zeermoeilijk tewerkgesteld kan worden. Deze groepbeschikt niet over de competenties, motivatie, mobiliteiten flexibiliteit die door de gangbare industriewordt gevraagd, en de diverse sociale tewerkstellingsinitiatievenbereiken stilaan een bepaald punt van verzadiging.Het gaat hier in absoluut aantal slechts overkleine aantallen.1. Hoe reageert u op deze cijfers uit West-Vlaanderen betreffende de stijging van de langdurigewerkloosheid?2.a) Kan het activeringssysteem ook deze kleine groepmensen opnieuw op de arbeidsmarkt krijgen, ofhebben zij een andere aanpak nodig?3. Bent u bereid met uw collega van Sociale Economiete overleggen over een uitbreiding van de socialetewerkstellingsintiatieven die inderdaad verzadigdraken?Antwoord van de minister van Werk van 16 april2007, op de vraag nr. 690 van mevrouw SabienLahaye-Battheu van 5 maart 2007 (N.):1. Het geachte lid merkt op basis van de cijfergegevensop dat de langdurige werkloosheid in diversearrondissementen van West-Vlaanderen toeneemt. Diecijfers moeten echter gerelativeerd worden omwillevan de lage werkloosheidsgraad in die arrondissementen.In het licht van de toestand in andere delen van hetland, vertonen die cijfers geen bijzonder dringendkarakter en rechtvaardigen zij geen nieuwe maatregelenvanwege de federale minister die bevoegd is voorWerk.2.a) Het begeleidings- en opvolgingsplan voor werklozenzal uiteraard bijdragen aan de activering vande in de vraag van het geachte lid bedoelde categoriewerklozen.b) De bevoegde VDAB-diensten, met hun kennis vanhet terrein en van de mogelijkheden die de diversebestaande voorzieningen bieden, kunnen uitmakenwelke oplossingen het best aansluiten bij debehoeften van de betrokken doelgroep. Voor meerdetails ter zake verzoek ik het geachte lid daaroverinformatie in te winnen bij de daartoe bevoegdegewestminister.3. Voor het uitwerken van alle beleidslijnen tenbehoeve van dat type doelgroep, pleeg ik uiteraard ookCHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2006 2007 KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE