Questions et réponses écrites Schriftelijke vragen en ... - de Kamer

31976 QRVA 51 16323 - 4 - 2007Il n’est dès lors pas possible de répertorier facilementles situations concernées. Une appréciation de lasituation concrète sur la base des données personnellesreste donc nécessaire. Toutefois, l’administrationcentrale, afin de garantir un traitement uniforme desdossiers, rappellera aux bureaux du chômage quel’activité bénévole en tant qu’arbitre avec des indemnitésqui ne dépassent pas les plafonds fiscaux, est enprincipe compatible avec le droit aux allocations dechômage.Het is dan ook niet mogelijk om de betreffendesituaties op eenvoudige wijze in kaart te brengen. Eenappreciatie van de concrete situatie op grond van depersoonlijke gegevens blijft dus noodzakelijk. Wél zalhet hoofdbestuur, met het oog op een uniforme behandelingvan de dossiers, de werkloosheidsbureaus inherinnering brengen dat de vrijwillige activiteit alsscheidsrechter met vergoedingen die de fiscale grensbedragenniet overschrijden, in principe verenigbaar ismet het recht op werkloosheidsuitkeringen.DO 2006200709881 DO 2006200709881Question n o 688 de M me Maggie De Block du 2 mars2007 (N.) au ministre de l’Emploi:Entreprises. — Harcèlement. — Étude de la KULeuven.Une étude sur le harcèlement dans les entreprises,réalisée par des chercheurs de la KULeuven à lademande du ministre, révèle que le risque de harcèlementaugmente avec la taille des entreprises. D’aprèsl’étude, le phénomène du harcèlement est en moyennedeux fois plus important dans les entreprises quiemploient plus de 50 personnes que dans les PME. Cerésultat conforte les milieux des classes moyennes dansla conviction qu’il n’y a pas lieu d’introduire la représentationsyndicale dans les petites entreprises. Dans lemême temps, l’Unizo affirme dans son magazine qu’endépit de ces résultats, les PME se voient toujoursimposer par la loi des conseillers anti-harcèlementvirtuels et souvent inutiles.1. Estimez-vous que les résultats de l’étude précitéeindiquent réellement que l’absence de représentationsyndicale dans les petites entreprises ne constitue pasun facteur déterminant dans le cadre de la préventiondu harcèlement?2. Envisagez-vous de donner suite à la suggestion del’Unizo de modifier la législation pour les petites entreprisesdans le but de ne plus leur imposer des conseillersanti-harcèlement virtuels ?3. Envisagez-vous d’adapter la législation en ce quiconcerne les petites entreprises?4. Quelle suite concrète comptez-vous réserver auxrésultats de l’étude précitée?Réponse du ministre de l’Emploi du 16 avril 2007, àla question n o 688 de M me Maggie De Block du2 mars 2007 (N.):L’étude qui a été menée par les chercheurs de laKULeuven mentionne uniquement que le harcèlementest deux fois plus présent dans les entreprises contenantplus de cinquante membres du personnel queVraag nr. 688 van mevrouw Maggie De Block van2 maart 2007 (N.) aan de minister van Werk:Bedrijven. — Pestgedrag. — Studie KULeuven.Uit een studie die onderzoekers van de KULeuvenuitvoerden op vraag van de minister over het pestgedragin bedrijven, blijkt dat de kans op pesterijen stijgtnaarmate de grootte van de ondernemingen. In bedrijvenmet meer dan vijftig personeelsleden wordt blijkensde studie gemiddeld twee keer zoveel gepest als inde KMO’s. In middenstandskringen wordt dit resultaatgepercipieerd als de weerlegging van de noodzaakvoor vakbondsvertegenwoordiging in kleine ondernemingen.Tevens stelt Unizo in zijn magazine dat al diestudieresultaten nog altijd niet beletten dat ook deKMO’s bij wet worden opgezadeld met papieren,vaak nutteloze anti-pestadviseurs.1. Bent u van mening dat de resultaten van voornoemdestudie inderdaad aantonen dat de afwezigheidvan vakbondsvertegenwoordiging in kleine ondernemingenniet determinerend is om pestgedrag te voorkomen?2. Overweegt u om in te gaan op de suggestie vanUnizo om voor kleine ondernemingen de wetgevingaan te passen om hen niet langer «op te zadelen metpapieren anti-pestadviseurs»?3. Overweegt u bijsturingen van de wetgeving naarkleine ondernemingen toe?4. Welke concrete gevolgen overweegt u te verbindenaan de resultaten van bovengenoemde studie?Antwoord van de minister van Werk van 16 april2007, op de vraag nr. 688 van mevrouw Maggie DeBlock van 2 maart 2007 (N.):De studie die werd uitgevoerd door onderzoekersvan de KULeuven vermeldt enkel dat in bedrijven metmeer dan vijftig personeelsleden twee keer zoveelgepest wordt als in KMO’s. Hieruit kan enkel afgeleidCHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2006 2007 KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE