Questions et réponses écrites Schriftelijke vragen en ... - de Kamer

QRVA 51 163 3192723 - 4 - 2007peuvent être utilisés de façon plus fréquente etpendant de plus longues périodes que ne l’étaientles précédents lecteurs de musique. De plus, lareproduction digitale plus fidèle du son, même àdes intensités élevées, couplée à l’apparition d’uneaccoûtumance, fait en sorte que les utilisateurssont susceptibles d’écoûter de la musique pluslongtemps à des niveaux sonores plus élevés etdonc potentiellement préjudiciables.b) Il est difficile de répondre à cette question pertinente.La nocivité éventuelle de l’exposition aubruit et leurs coûts résultent de la combinaison del’intensité, de la durée d’exposition et de facteursindividuels (patrimoine génétique, facteurs métaboliqueset otologiques). C’est la raison pourlaquelle il n’est pas possible de chiffrer les fraisafférents aux conséquences de volumes sonoresélevés des lecteurs MP3. Dès qu’un dommage auditifsurvient, les coûts liés à la médication, auxdispositifs, à l’hospitalisation et aux soinsd’invalidité entrent en ligne de compte. De plus, ladiminution des capacités auditives s’accompagnede conséquences fâcheuses indirectes (diminutiondes facultés de communication) avec toutes lesconséquences qui en découlent au niveau social.2.a) et b) Je suis d’avis qu’il nous faut appréhender detoute urgence le problème des risques auditifsencourus lors d’activités de loisirs, et je voiscertaines possibilités, essentiellement denature préventive. Une option consisterait parexemple à organiser des campagnes d’informationà l’attention des jeunes et de leursparents (ainsi que des adultes en général) afinde leur faire prendre conscience des nuisancesinduites par une utilisation abusive de cesappareils.Afin de pouvoir suivre l’évolution de l’état de santédu système auditif de la population belge et desjeunes en particulier, une étude épidémiologiqueest nécessaire. Cette étude doit être réalisée aussibien par audiométrie tonale classique, que par latechnique des oto-émissions acoustiques (OEA).Cette dernière technique offre une plus grandesensibilité en ce qui concerne la détection précoced’un problème auditif.Je prendrai les initiatives nécessaires afind’élaborer un plan concret en collaboration avecles instances communautaires compétentes.c) En effet, dans le cadre de la loi de 1998 relative auxnormes de produits et de la loi de 1994 relative à lasécurité des produits et des services, une séried’instruments légaux permettent de soumettre lesfabricants de lecteurs de musique digitaux à certainesobligations. Ainsi, le Roi peut réglementer lesvroegere muziekspelers. Verder zorgt ook degetrouwere digitale weergave van het geluid zelfsbij hoge intensiteiten, samen met het optreden vangewenning, ervoor dat gebruikers langere tijd bijhogere en dus mogelijk schadelijke geluidsniveausnaar muziek kunnen luisteren.b) Het is moeilijk om antwoord te geven op dezeterechte vraag. De gehoorschade bij de blootstellingaan geluid en de kosten ervan komen voort uitde combinatie van de effecten van de intensiteit, deblootstellingduur en persoonlijke factoren (genetischepatroon, metabolische en otologische factoren).Daarom is het niet mogelijk om aan de gevolgenvan te hoge geluidsvolumes van mp3-spelerseen kostenplaatje te hangen. Eens de gehoorschadeis opgetreden, komen de kosten van genees- enhulpmiddelen, ziekenhuiszorg en gehandicaptenzorgin aanmerking. Bovendien gaat de verminderingvan het hoorvermogen gepaard met indirectenadelige gevolgen (vermindering van het communicatievermogen)met alle sociale gevolgen vandien.2.a) en b) Ik ben van mening dat het probleem van demogelijke gehoorbeschadiging tijdens de vrijetijdsbestedingdringend moet worden aangepakten ik zie hier een aantal mogelijkheden,vooral van preventieve aard. Een optie isbijvoorbeeld informatiecampagne(s) gerichtaan jongeren en hun ouders (evenals aanvolwassenen in het algemeen) om ze bewust temaken van de schadelijke gevolgen van hetverkeerd gebruik van muziekspelers.Om de evolutie van de gezondheidstoestand vanhet gehoorstelsel bij de Belgische bevolking en inhet bijzonder bij jongeren te kunnen volgen is eenepidemiologisch onderzoek noodzakelijk. Dit onderzoekmoet uitgevoerd worden zowel op basisvan de klassieke toonaudiometrie als door de techniekvan otoakoestische emissies (OAE). Dezelaatste techniek is meer gevoelig met betrekking tothet vroegtijdig detecteren van gehoorschade.Ik zal de nodige stappen ondernemen om insamenwerking met de bevoegde overheden van degemeenschappen een concreet plan uit te werken.c) In het kader van de wet betreffende de productnormenvan 1998 en in het kader van de wet van 1994betreffende de veiligheid van de producten endiensten is er inderdaad een aantal legale instrumentenbeschikbaar om verplichtingen op teleggen aan de producenten van digitale muziekspe-CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2006 2007 KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE