Questions et réponses écrites Schriftelijke vragen en ... - de Kamer

31862 QRVA 51 16323 - 4 - 2007unités), la vente à tempérament (+ 44 522 unités) et leprêt à tempérament (+ 31 315 unités).» (Brochurestatistique 2006 de la Banque Nationale de Belgiquerelative à la Centrale des Crédits aux Particuliers).Pour l’ouverture de crédit, en particulier, il est, dansla pratique, quasiment impossible de donner, pourchaque prélèvement de crédit séparé, une indicationstatistique du type d’achat financé. De telles informationspourraient éventuellement être trouvées auprèsdes sociétés qui émettent les cartes de paiement ou decrédit.3. Les possibilités dont disposent les prêteurs en casde défaut de paiement sont les suivantes:98 117 eenheden), de verkoop op afbetaling (+ 44 522eenheden) en de lening op afbetaling (+ 31 315 eenheden).»(Statistische brochure van 2006 van de NationaleBank van België betreffende de Centrale voorKredieten aan Particulieren).Voor de kredietopening in het bijzonder is het in depraktijk quasi onmogelijk om voor iedere kredietopnemingafzonderlijk een statistische aanduiding te makenvan het soort aankoop dat gefinancierd werd. Dergelijkeinformatie zou eventueel kunnen teruggevondenworden bij de maatschappijen die betaal- of kredietkaartenuitgeven.3. De mogelijkheden waarover kredietverstrekkersbeschikken ingeval van niet terugbetaling zijn devolgende:— cession de rémunération ou d’autres revenus; — overdracht van loon of andere inkomsten;— le contrat de crédit peut contenir une clause deréserve de propriété sur la base de laquelle leprêteur peut réclamer la restitution du bienfinancé, à la condition que le contrat de créditmentionne l’article 491 du Code pénal.L’article 33bis de la loi du 12 juin 1991 relative aucrédit à la consommation a bien limité ce droit:«Lorsque le consommateur a déjà payé des sommeségales à au moins 40% du prix au comptant d’un bienfaisant l’objet, soit d’une clause de réserve depropriété, soit d’une promesse de gage avec mandatirrévocable, ce bien ne peut être repris qu’en vertud’une décision judiciaire ou d’un accord écrit concluaprès mise en demeure par lettre recommandée à laposte. L’article 54, § 1 er , reste d’application.Le prêteur doit, dans un délai de trente jours àcompter de la date de la vente du bien financé, notifierle prix obtenu au consommateur et lui restituer le tropperçu. En aucun cas, un mandat ou un accord concluen vue de la reprise d’un bien financé par un contrat decrédit ne peut donner lieu à un enrichissement injustifié.»;— le prêteur peut également recourir au recouvrementamiable des dettes et s’adresser à cet effet àune société de recouvrement, un avocat ou un huissierde justice. Ces personnes sont soumises, totalementou partiellement, à la loi du 20 décembre2002 relative au recouvrement amiable de dettes duconsommateur. Entre autres choses, seuls peuventêtre exigés les montants légaux et stipulés contractuellementet sont interdites les pratiques portantatteinte à la vie privée ou à la dignité humaine duconsommateur ou l’induisant en erreur;— de kredietovereenkomst kan een beding van eigendomsvoorbehoudbevatten op basis waarvan dekredietgever de teruggave van het gefinancierdegoed kan vorderen, mits vermelding in de kredietovereenkomstvan artikel 491 van het Strafwetboek.Artikel 33bis van de wet van 12 juni 1991 op hetconsumentenkrediet heeft dit recht wel ingeperkt:«Wanneer de consument reeds sommen gelijk aan tenminste 40% heeft betaald van de prijs bij contantebetaling van een goed dat het voorwerp is, hetzij vaneen beding van eigendomsvoorbehoud, hetzij van eenpandbelofte met onherroepelijke volmacht, kan ditgoed niet worden teruggenomen dan op grond van eengerechtelijke beslissing, of van een schriftelijke overeenkomst,gesloten na een ingebrekestelling bij ter postaangetekend schrijven. Artikel 54, § 1, blijft van toepassing.De kredietgever moet binnen een termijn van dertigdagen te rekenen vanaf de verkoopsdatum van hetgefinancierde goed de verkregen prijs ter kennis brengenvan de consument en hem het teveel gestorte terugstorten.In geen geval mag een lastgeving of eenakkoord gesloten met het oog op de terugname vaneen goed gefinancierd door een kredietovereenkomstleiden tot een ongerechtvaardigde verrijking»;— de kredietgever kan ook overgaan tot de minnelijkeinvordering van schulden en hiertoe eenincassobureau, advocaat of gerechtsdeurwaarderaanspreken. Deze personen zijn geheel of gedeeltelijkonderworpen aan de wet van 20 december2002 betreffende de minnelijke invordering vanschulden van de consument. Onder meer kunnenenkel wettelijke en contractueel bedongen bedrageningevorderd worden en zijn gedragingen ofpraktijken die het privé-leven of de menselijkewaardigheid van de consument schenden of hemmisleiden, verboden;CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2006 2007 KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE