Questions et réponses écrites Schriftelijke vragen en ... - de Kamer

QRVA 51 163 3182123 - 4 - 2007responsabilisation des agents de la TVA et des contributions,le ministre a décidé de confier dorénavant,par principe et de façon complète et exclusive, ladéfense juridique des recouvrements TVA et des impositionscontestés de même que toutes les prestationsmatérielles qui y sont liées (comme la rédaction desconclusions et les plaidoiries) aux fonctionnaires dirigeantsqui sont à l’origine des impositions et des piècesde recouvrement contestées.Or, sur le plan des contributions directes, l’examendes dossiers de réclamation était confié auparavanttant aux services d’inspection impartiaux et tutélairesdes services d’impôt classiques qu’aux services ducontentieux de l’ISI, qui ont été placés graduellementsur pied d’égalité avec les agents taxateurs, et auxcentres de contrôle. De plus, les inspecteursfonctionnairestaxateurs n’avaient alors pas du toutvoix au chapitre, ou n’avaient que fort peu voix auchapitre, lors de la prise de la décision directoriale.Compte tenu de l’implication désormais très importanteet renouvelée, et du rôle tout à fait déterminantdes agents taxateurs investis de la responsabilité finale,les questions suivantes, de portée générale et d’ordrepratique, se posent à cet égard.1. Quand et comment ces agents instructeurs de laTVA et des contributions, et ces managers (de crise)ont-ils été responsabilisés et ont-ils reçu des instructionspour la dernière fois?2. Quel rôle responsable sera attribué par la suite,dans le cadre de l’instruction et de la décision relativesà des impositions et à des recouvrements de TVAcontestés, pendant la phase administrative de réclamation,aux chefs de service qui ont signé les avis de rectificationde la déclaration et/ou les avis de régularisationet procès-verbaux en matière de TVA simultanésou non?3. Dans quelle mesure complète ou partielle lesagents taxateurs responsables des services classiquesde la TVA et des contributions, de l’ISI et des centresde contrôle pourront-ils ou devront-ils dorénavant êtreassociés largement au traitement de toutes les réclamationsen matière de TVA et de toutes les réclamationset requêtes au sens des articles 366 et 376 CIR 1992?4. Le but poursuivi sera-t-il toujours que plusieursagents taxateurs et du contentieux soient présents pourune même affaire lors de l’audience introductived’instance et, surtout, lors de l’audience en tant queplaideurs et membres de l’assistance, et ne serait-il paspréférable, dans ce cas, de réaliser des économies optimalesde coûts et de temps?5. Estimez-vous adéquat ou judicieux, dans l’intérêtde l’État belge, que des agents TVA (chefs de service)responsabilisering van de BTW- en belastingambtenarendoor de minister besloten werd de juridische verdedigingvan de betwiste BTW-invorderingen enbelastingaanslagen en alle daaraan verbonden materiëlewerkzaamheden (zoals zowel de opstelling van deconclusies als het voeren van de pleidooien) in principevoortaan volledig en uitsluitend in handen te gevenvan de leidinggevende ambtenaren die aan de basisliggen van de bestreden aanslagen en invorderingsstukken.Op het vlak van de directe belastingen was het onderzoekvan de bezwaardossiers voorheen echterzowel toevertrouwd aan de onpartijdige en toezichthoudendeinspectiediensten van de klassieke belastingdienstenals aan de gradueel op gelijke voet met detaxatieambtenaren staande geschillendiensten van deBBI en de controlecentra. Daarbij hadden de inspecteurs-aanslagambtenarentoen weinig of geeneindinspraak of zeggingschap bij het treffen van dedirectoriale beslissing.Gelet op de van nu af aan zeer grote en hernieuwdebetrokkenheid en de sterk doorslaggevende rol van deeindverantwoordelijke aanslagambtenaren rijzen in ditverband de volgende algemene praktische vragen.1. Wanneer en op welke wijze werden die ondezoekendeBTW- en belastingambtenaren en de(crisis)managers voor het laatst geresponsabiliseerd engeïnstrueerd?2. Welke verantwoordelijke rol wordt bij het onderzoeken bij de beslissing over betwiste belastingaanslagenen BTW-invorderingen in de administratievereclamatiefase in het vervolg toebedeeld aande dienstleiders die de berichten van wijziging vanaangifte en/of de al dan niet gelijktijdige regularisatieopgavenen processen-verbaal inzake BTW hebbenondertekend?3. In welke gehele of gedeeltelijke mate kunnen enmoeten de verantwoordelijke aanslagambtenaren vande klassieke BTW- en belastingdiensten, de BBI en decontrolecentra voortaan uitvoerig worden betrokkenbij de afwikkeling van alle BTW- reclamaties en vanalle bezwaarschriften en verzoekschriften in de zin vande artikelen 366 en 376 WIB 1992?4. Is het verder steeds de bedoeling dat meerderetaxatie- en geschillenambtenaren voor eenzelfderechtszaak ter inleidende zitting en vooral op derechtsdag als pleiters en als medetoehoorders samenaanwezeig zijn en moet hier inderdaad niet veeleeroptimaal kosten- en tijdbesparend worden gewerkt?5. Vindt u het in het belang van de Belgische Staatgepast of verantwoord dat BTW-ambtenaren (diensto-CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2006 2007 KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE