Questions et réponses écrites Schriftelijke vragen en ... - de Kamer

31812 QRVA 51 16323 - 4 - 2007donner lieu à une exposition à l’amiante (= inventairenon destructif).À la demande des secrétaires généraux des départementsfédéraux, le ministre de l’époque responsablepour la Régie des Bâtiments, a délégué à la Régie desBâtiments la mission d’inventaire d’asbeste incombantaux différentes autorités fédérales (= employeurs).En raison de l’ampleur de cette mission et descompétences spécifiques requises, la Régie des Bâtimentsa confié la mission à des experts externes(privé).À partir de l’ensemble des inventaires d’asbeste, lesprojets de programmes de gestion du risque ont étéétablis et envoyés pour accord aux départements occupants.Les programmes de gestion du risque approuvés parces derniers déterminent les mesures recommandées:A = enlèvement;B = encapsulage;C = fixation;D = pas de travaux d’assainissement.À ces mesures sont associées des priorités dans letraitement des matériaux contenant de l’asbeste:P1 = action urgente;P2 = action dans un proche avenir;P3 = action à long terme;P4 = pas d’action spécifique.Sur la base de ces programmes de gestion du risque,la Régie des Bâtiments a réalisé des travaux depuisl’année 2000.Il est à noter que la mise à jour annuelle des inventairesd’asbeste et des programmes de gestion durisque en résultant est du ressort de l’employeur(= occupant).Lorsque l’inventaire de l’asbeste d’un bâtiment (qui,rappelons-le, ne concerne pas les zones «difficilementaccessibles») révèle la présence d’asbeste, il n’est pasimpératif de l’enlever. C’est pourquoi que desprogrammes de gestion du risque sont élaborés; eneffet, en fonction de l’application rencontrée et de sonétat de conservation, ce matériau peut être traité dequatre manières:— Si le matériau est fortement dégradé ou si sa cohésionest faible (flocage) il est en général directementprocédé à son enlèvement.heden geen aanleiding kunnen geven tot blootstellingaan asbest (= niet-destructieve inventaris).Op verzoek van de secretarissen-generaal van defederale departementen heeft de toenmalig ministerbevoegd voor de Regie der Gebouwen, de Regie derGebouwen belast met de opmaak van de asbestinventarisdie gold voor de verschillende federale autoriteiten(= werkgevers).Gezien de omvang van deze opdracht en van de vereistespecifieke bevoegdheden heeft de Regie derGebouwen de opdracht toevertrouwd aan externe(privé) deskundigen.Uitgaande van alle asbestinventarissen werden deontwerpen van de programma’s risicobeheer opgemaakten voor akkoord gezonden aan de bezettendedepartementen.De programma’s van het risicobeheer die door diedepartementen werden goedgekeurd, bepalen de aanbevolenmaatregelen:A = verwijdering;B = inkapseling;C = fixatie;D = geen saneringswerken.Aan deze maatregelen met betrekking tot de behandelingvan asbesthoudende materialen worden prioriteitentoegekend:P1 = dringende actie;P2 = actie in een nabije toekomst;P3 = actie op lange termijn;P4 = geen specifieke actie.Op basis van die programma’s van het risicobeheerheeft de Regie der Gebouwen werken uitgevoerdsedert het jaar 2000.Er zij opgemerkt dat de jaarlijkse bijwerking van deasbestinventarissen en van de eruit voortvloeiendeprogramma’s risicobeheer onder de bevoegdheid valtvan de werkgever (= bezetter).Wanneer de asbestinventaris van een gebouw (die,zoals reeds eerder gezegd, niet van toepassing is op de«moeilijk bereikbare» zones) de aanwezigheid vanasbest aantoont, is het niet absoluut noodzakelijk hetasbest te verwijderen. Daarom worden de programma’svan risicobeheer opgesteld.; inderdaad, infunctie van de aangetroffen toepassing en van de staatwaarin het verkeert kan dit materiaal behandeldworden op vier wijzen:— Indien het materiaal zwaar beschadigd is of indiende cohesie zwak is (asbest in vlokken), wordt overhet algemeen direct overgegaan tot verwijdering.CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2006 2007 KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE