Questions et réponses écrites Schriftelijke vragen en ... - de Kamer

QRVA 51 163 3179123 - 4 - 2007matière d’abandon de famille, et notamment enmatière de transgression du droit aux relations personnelles?4. Existe-t-il des statistiques illustrant l’évolutiondu nombre de procès-verbaux dressés en matière detransgression du droit aux relations personnelles aucours des vingt dernières années?Réponse de la vice-première ministre et ministre dela Justice du 20 avril 2007, à la question n o 991 deM. Dylan Casaer du 7 avril 2006 (N.):1 et 2. Mon département ne dispose pas desdonnées chiffrées demandées. En effet, lorsque lesparents vivent séparés, le choix quant aux modalitésde l’hébergement des enfants ne fait pas toujoursl’objet d’une décision judiciaire. De plus lorsqu’unedécision est rendue par les tribunaux, les statistiquesétablies par mes services n’indiquent pas les variantesdu droit aux relations personnelles mais uniquement lenombre d’affaires concernant un droit aux relationspersonnelles avec les parents. À titre indicatif, il y alieu de relever qu’en 2004, le nombre d’affaires traitéespar les tribunaux de la jeunesse concernant un droitaux relations personnelles avec les parents s’élevait à3 457 affaires (voir rubrique «Statistiques» sur le sitedu SPF Justice).En outre, la loi du 18 juillet 2006 tendant à privilégierl’hébergement égalitaire de l’enfant dont lesparents sont séparés et réglementant l’exécution forcéeen matière d’hébergement d’enfant est entrée envigueur le 14 septembre 2006 (Moniteur belge du4 septembre 2006). Selon les travaux parlementaires,l’intention du législateur, en préconisant l’adoption dumodèle de l’hébergement égalitaire pour les enfantsdont les parents sont séparés, a été de permettre àl’enfant de conserver une relation privilégiée avecchacun d’eux (Doc. Parl., Chambre, Rapport fait aunom de la commission de la justice par Mme ValérieDéom, n o 51-1673/018, 24 mars 2006, p. 4). Il est ainsiprévu qu’à défaut d’accord entre les parents et lorsquel’autorité parentale est conjointe, le juge examine prioritairement,à la demande d’un des parents au moins,la possibilité de fixer un hébergement égalitaire del’enfant, tout en disposant d’un large pouvoird’appréciation (article 374, § 2 nouveau, du Codecivil).3. En ce qui concerne la question relative au nombrede procès verbaux en matière de non-respect dudroit aux relations personnelles, j’ai déjà eu l’occasionde répondre à des questions parlementaires similaires(voir Question écrite n o 3-627 du 3 février 2004 deMme C. Nyssens, Bulletin des Questions et Réponses,Sénat, n o 3-15, pp. 988 et ss; Question orale n o 3351 demaakt inzake familieverlating, meer specifiek inzakehet verhinderen van omgangsrecht?4. Zijn er statistieken voorhanden die de evolutievan het aantal processen-verbaal opgemaakt inzakehet verhinderen van omgangsrecht in de jongste twintigjaar aantonen?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Justitie van 20 april 2007, op de vraag nr. 991 vande heer Dylan Casaer van 7 april 2006 (N.):1 en 2. Mijn departement beschikt niet over degevraagde cijfers. Ingeval de ouders gescheiden leven,onderstelt de keuze met betrekking tot de wijzewaarop de kinderen worden gehuisvest immers nietaltijd een rechterlijke beslissing. Ingeval de rechtbankeneen beslissing wijzen, worden in de door mijndiensten opgestelde statistieken bovendien niet devarianten op het recht op persoonlijk contact vermeldmaar enkel het aantal zaken met betrekking tot eenrecht op persoonlijk contact met de ouders. Ter informatie,in 2004 behandelden de jeugdrechtbanken3 457 zaken inzake een recht op persoonlijk contactmet de ouders (zie rubriek «Statistieken» op dewebsite van de FOD Justitie).Bovendien is de wet van 18 juli 2006 (BelgischStaatsblad van 4 september 2006) tot het bevoorrechtenvan een gelijkmatig verdeelde huisvesting van hetkind van wie de ouders gescheiden zijn en tot regelingvan de gedwongen tenuitvoerlegging inzake huisvestingvan het kind in werking getreden op 14 september2006. Volgens de parlementaire werkzaamheden washet de bedoeling van de wetgever door aan te dringenop de goedkeuring van het model van de gelijkmatigverdeelde huisvesting voor kinderen wiens oudersgescheiden zijn, het kind de mogelijkheid te bieden eenbevoorrechte band met elk van hen te behouden(Gedr. St. Kamer, Verslag namens de Commissie voorde Justitie uitgebracht door mevrouw Valérie Déom,nr. 51-1673/018, 24 maart 2006, blz. 4). Aldus isbepaald dat, bij gebrek aan akkoord, in geval vangezamenlijk ouderlijk gezag, de rechtbank op vraagvan minstens één van de ouders bij voorrang de mogelijkheidonderzoekt om de huisvesting van het kind opeen gelijkmatige manier tussen de ouders vast teleggen. Daarbij beschikt de rechtbank echter over eenruime beoordelingsbevoegdheid (artikel 374, nieuwe§ 2, van het Burgerlijk Wetboek).3. Ter zake van de vraag met betrekking tot hetaantal processen-verbaal betreffende de niet-nalevingvan het recht op persoonlijk contact heb ik reeds degelegenheid gehad om op soortgelijke parlementairevragen te antwoorden (zie schriftelijke vraag nr. 3-627van 3 februari 2004 van mevrouw C. Nyssens, Bulletinvan Vragen en Antwoorden, Senaat, nr. 3-15, blz. 988CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2006 2007 KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE