Duurzaamheidverslag opent de weg naar een groene toekomst - Febe

DUURZAAMHEIDDURABILITEThomas Coeck en Catherine Coeck, de nieuwe generatie bij het bedrijf, is overtuigd:“De toekomst zal duurzaam zijn of zal niet zijn.”Thomas Coeck et Catherine Coeck, la nouvelle génération de l’entreprise, sontconvaincus par l’idée suivante: “L’avenir sera durable ou ne sera pas”.Duurzaamheidsverslag opent deweg naar een groene toekomstLe rapport de durabilité ouvre lavoie vers un avenir écologiqueAls het op duurzaamheidaankomst, speelt BetonfabriekCoeck ongetwijfeld eenvoortrekkersrol in de sector.Onder het motto ‘De toekomstzal duurzaam zijn of zal nietzijn’, legden ze een objectiefportret van hun huidige situatievast. In alle geledingen vanhet bedrijf wordt hard gewerktom de duurzaamheidsfoto inde toekomst groener te latenkleuren. BETON praatte metCatherine Coeck, juriste, enThomas Coeck, project engineer,over de eerste ervaringen.Lorsqu’il est question dedéveloppement durable,l’entreprise Betonfabriek Coeckjoue incontestablement un rôlede pionnier dans le secteur.Suivant l’adage ‘L’avenir seradurable ou il ne sera pas’, ceuxciont dressé un portrait objectifde leur situation actuelle.Dans tous les départementsde l’entreprise, on travailled’arrache-pied pour rendrele développement durableplus écologique. BETON s’estentretenu avec Catherine Coeck,juriste, et Thomas Coeck, projectengineer, à propos de leurspremières expériences.Beton 215 30

DUURZAAMHEIDDURABILITEBETON: Iedereen heeft het voortdurend over duurzaamheid,jullie gaan echt tot actie over. Wat trok jullie over de streepvoor dit duurzaamheidsverslag?Thomas Coeck: “We zijn ervan overtuigd dat groei in detoekomst alleen nog op een duurzame manier mogelijk zalzijn. Wij willen dus duurzamer worden. Niet zonder meernatuurlijk, het gaat om een win-win situatie. Onze overtuigingis dat duurzaamheid en financieel rendement te combinerenzijn en hand in hand gaan.”Catherine Coeck: “Klanten stellen ook steeds meer vragennaar de duurzaamheid van sommige producten. Om aldie redenen besloten we onze duurzame voornemenssystematisch aan te pakken. Dan hoorden we over demogelijkheid om een duurzaamheidsverslag op te stellen. Datis een officieel document dat als objectief referentiekadergeldt.”Thomas Coeck: “Met het duurzaamheidsverslag hebben weeen belangrijk document in handen. We nemen er ook eenstandpunt mee in. Het zet externe druk. Je kan geen officieeldocument publiceren rond duurzaamheid en vervolgens alleslaten zoals het is.”Catherine Coeck: “Alles is nu in kaart gebracht, ook veelparameters waar we zonder dit officiële traject nooit tijd enenergie zouden in hebben gestoken, maar die wel belangrijkblijken.”BETON: Tout le monde parle sans cesse de développementdurable, mais vous, vous passez véritablement à l’action. Qu’estcequi vous a incité à entreprendre l’élaboration de ce rapport dedurabilité?Thomas Coeck: “Nous sommes convaincus qu’à l’avenir, lacroissance ne sera possible que de façon durable. Nous voulonsdonc devenir plus durables. Cette volonté ne s’exprime pas demanière pure et simple, mais implique aussi une situation winwin.Nous sommes persuadés que le développement durable etle rendement financier peuvent être combinés et qu’ils vont depair.”Catherine Coeck: “Les clients nous posent aussi de plus en plusde questions sur la durabilité de certains produits. Pour toutesces raisons, nous avons décidé de prendre systématiquementdes résolutions en termes de durabilité. C’est alors que nousavons entendu parler de la possibilité d’élaborer un rapport dedurabilité. Ce document officiel a valeur de cadre de référenceobjectif.”Thomas Coeck: “Ce rapport de durabilité constitue pour nousun document important. Nous y prenons aussi position. Il exerceune pression externe. On ne peut se permettre de publier undocument officiel au sujet du développement durable, pourensuite rester les bras croisés.”Catherine Coeck: “Nous avons à présent dressé un planexhaustif, incluant aussi de nombreux paramètres auxquels, sans31Beton 215

DUURZAAMHEIDDURABILITEMet dit verslagnemen we eenduidelijk standpunt in.Je kan geen officieeldocument publicerenrond duurzaamheid envervolgens alles latenzoals het isAvec ce rapport, nousadoptons une positionclaire. On ne peut pas sepermettre de publier undocument officiel au sujetdu développement durable,pour ensuite rester lesbras croisésBETON: Er bestaan verschillendemanieren om je niveau vanduurzaamheid in kaart te brengen.Jullie kozen voor de GRI-richtlijn.‘GRI’ staat dan voor Global ReportingInitiative.Catherine: “Qua duurzaamheidsverslaggevingis dat de meest dominanteen allesomvattende. Andere richtlijnenzoals LCA (Life Cycle Assessment ofLevenscyclus-analyse, nvdr.) en EPD(Environmental product declaration,nvdr.) focussen enkel op het ecologischeaspect van de producten zelf. GRI brengtde hele organisatie in kaart, en neemtook de relatie met de stakeholders mee.Het extern bureau BECO heeft samenmet ons de parameters van de GRIgeselecteerd die relevant zijn, rekeninghoudend met de context waarin wewerken. Het zou bijvoorbeeld een beetjezinloos zijn om in een Belgisch bedrijfhet respecteren van de mensenrechtenals indicator op te nemen.”Thomas: “Door de huidige situatie inkaart te brengen, vermijd je een aanpakin het wilde weg. Het is een objectiefstartpunt. In het volgende verslagmoeten er duidelijk verbeteringen zijngerealiseerd ten opzichte van vandaag.”Catherine: “De doelstellingen staan erook heel concreet in, als een richtlijn omons traject te volgen.”BETON: Ongetwijfeld zijn er dingen dieje anders gaat doen, dan wanneer je‘duurzaam’ zou zijn, maar zonder eentraject te volgen.Thomas: “Dat is een feit. Velen plaatsenzonnepanelen, omdat het rendementgroot is. Je kan dan zeggen ‘we zijngoed bezig’. Maar de goedkoopsteenergie is nog altijd energie die je nietgebruikt. De eerste reactie moet duszijn om het verbruik naar beneden tehalen en dan pas te bekijken hoe hetresterende verbruik kan opgevangencette démarche officielle, nous n’aurionsjamais consacré notre temps et notreénergie, mais qui semblent néanmoinsimportants.”BETON: Il existe différentes manièresd’évaluer son niveau de durabilité.Vous avez opté pour la directive GRI,l’abréviation ‘GRI’ signifiant GlobalReporting Initiative.Catherine: “En termes de rapport dedurabilité, c’est la directive la plusdominante et la plus exhaustive. D’autresdirectives comme LCA (Life CycleAssessment ou Evaluation du Cyclede Vie, ndlr) et EPD (Environmentalproduct declaration, ndlr) se concentrentexclusivement sur l’aspect écologiquedes produits à proprement parler. Ladirective GRI, quant à elle, tient comptede l’organisation dans son intégralité, etenglobe aussi la relation avec les partiesprenantes. Le bureau externe BECO asélectionné avec nous les paramètres dela GRI qui sont pertinents, compte tenu ducontexte dans lequel nous travaillons. Ilserait par exemple quelque peu insenséde prendre le respect des droits del’homme comme indicateur dans uneentreprise belge.”Thomas: “Le fait d’établir un rapportde la situation actuelle permet d’éviterune approche sans fondement. Il s’agitd’un point de départ objectif. Le prochainrapport doit clairement présenter desaméliorations vis-à-vis de la situationd’aujourd’hui.”Catherine: “Les objectifs y sont aussidécrits très concrètement, faisant officede directive pour la voie à suivre.”BETON: Votre approche seraincontestablement différente de celleque vous adopteriez si vous visiez le‘développement durable’, mais sanssuivre un trajet spécifique.Thomas: “C’est un fait. Beaucoup placentdes panneaux photovoltaïques, parce quele rendement en est élevé. On peut alorsaffirmer: ‘On est sur la bonne voie’. Or,l’énergie la moins chère est et reste cellequ’on ne consomme pas. La premièreréaction doit donc consister à réduirela consommation et à envisager ensuitecomment le reste de la consommationpeut être assurée par des sourcesrenouvelables. Dans le cadre de notrepolitique de développement durable, nousmettons tout en œuvre pour limiter notreconsommation d’énergie.”BETON: Comment une entreprise commela vôtre parvient-elle à réduire saconsommation d’énergie?Thomas: ”Depuis peu, nous contrôlons laconsommation sur l’ensemble du site. Un33Beton 215

DUURZAAMHEIDDURABILITEworden door hernieuwbare bronnen. In het kader vanons duurzaamheidsbeleid zijn we nu volop bezig om onsenergieverbruik naar beneden te halen.”BETON: Hoe haalt een bedrijf als dat van jullie zijnenergieverbruik naar beneden?Thomas: ”Sinds kort wordt het verbruik over de helesite gemonitord. Een fictief voorbeeld: op een bepaaldeproductielocatie is het vermogen 100kW als er niemand is. Alshet plots 150kW wordt, dan weet je dat er iets niet klopt. Erstaat nog iets aan dat niet de bedoeling is, een compressor dieis vergeten af te zetten bijvoorbeeld. Door dat verbruik in kaartte brengen kunnen we zien waar de grootste slokop zit en hoewe die naar beneden kunnen halen. We werken daarvoor ooksamen met een andere externe partner. Die doen een audit enbrengen mogelijke investeringen naar voor. Op basis daarvannemen we beslissingen volgens het verbeteringspotentieel.Nu, het is ook niet zo moeilijk. In dit soort van bedrijven zijnde compressoren vaak de grootste energieverslinders. Daarbeginnen we al mee: compressoren beter regelen.”BETON: Er is dus nog marge.Thomas: “Absoluut. Ik denk dat dit voor heel veel bedrijvengeldt. Anderzijds blijkt België toch tot de wereldtop tebehoren voor wat betreft energie-efficiëntie. Dat moet ook,want energie is waanzinnig duur. Dat is een nadeel, maar hetzet ons er toe aan om minder afhankelijk te worden van dieenergie.”BETON: We lazen in het verslag dat jullie ook dematerialenstroom zullen aanpakken.Thomas: “De materialenstroom is inderdaad een van depijlers. We hebben ons afvalverbruik in kaart gebracht en hetis de bedoeling om de uitval op de productie te verminderen.Opnieuw, dat helpt het milieu, maar dat helpt ook onsnatuurlijk, want dat is zeer kostenbesparend. Het is ook nietde bedoeling om heel grote sprongen te maken. Het is eencontinu verbeteringsproces; stap voor stap bekijken hoe we deuitval naar beneden halen.”Catherine: “Ja, maar opnieuw, het is wel door alles in kaart tebrengen dat we de meest frappante dingen hebben opgemerkt.exemple fictif: sur un site de production particulier, la puissanceest de 100kW quand il n’y a personne. Si, tout à coup, la puissancemonte à 150kW, on sait que la situation est anormale. Unemachine est encore allumée alors qu’elle ne devrait pas l’être,un compresseur qu’on aurait oublié d’éteindre par exemple.En tenant compte de cette consommation, nous pouvonsdiscerner les endroits de plus forte consommation et déterminerla meilleure façon de réduire cette consommation. Nouscollaborons aussi à cet effet avec un autre partenaire externe.Ceux-ci réalisent un audit et suggèrent les investissementspotentiels. Sur la base de ces informations, nous prenons nosdécisions en fonction du potentiel d’amélioration. Ce n’est pas sidifficile que cela. Dans ce genre d’entreprises, les compresseurssont souvent les plus gloutons en énergie. Nous savons dès lorspar où commencer: il faut mieux régler les compresseurs.”BETON: Il y a donc encore de la marge.Thomas: “Absolument. Je pense qu’il en va de même pourbeaucoup d’entreprises. Sinon, la Belgique semble malgré toutse placer dans le top mondial en ce qui concerne l’efficacitéénergétique. Et il vaut mieux, car l’énergie est incroyablementchère. C’est un désavantage, mais cela nous incite aussi à êtremoins dépendant de cette énergie.”BETON: Nous avons lu dans le rapport que vous envisagiez ausside vous pencher sur le flux de matériaux.Thomas: “Le flux de matériaux est en effet l’un des piliers. Nousavons élaboré un aperçu de notre production de déchets et notreobjectif consiste à réduire les excédents de production. Une foisde plus, c’est bon pour l’environnement, mais cela nous aideaussi, car c’est un excellent moyen de restreindre les coûts. Lebut n’est pas non plus d’opérer de grands changements en unefois. C’est un processus d’amélioration continu ; pas à pas, nousexaminons comment nous pouvons diminuer les excédents.”Catherine: “Oui, à nouveau, c’est effectivement en procédant à unrapport exhaustif que nous avons constaté les éléments les plusfrappants. Certains groupes de déchets fluctuent visiblementénormément et nous ne le savions pas auparavant. Il est apparuaussi que le contenu des groupes de déchets n’était pas toujoursconnu de manière détaillée. Avec ce rapport de durabilité, lesproblèmes deviennent soudainement plus frappants.”Beton 215 34

DUURZAAMHEIDDURABILITEDe duurzaamheidsgedachtemoet inalle geledingenvoorkomen. De mensenop de werkvloer zijnde belangrijksteinformatieverschaffersL’idée de durabilité doitgermer à tous les niveaux.Les collaborateurs sur lelieu de travail sont les plusimportants informateursSommige afvalgroepen fluctuerenblijkbaar enorm en dat wisten we vantevoren niet. Het werd ook duidelijkdat de inhoud van de afvalgroepenniet altijd in detail gekend was. Metdit duurzaamheidsverslag vallen deproblemen plots veel meer op.”BETON: Duurzaam zijn vraagt wel watenergie op dagelijkse basis.Catherine: “Ja, dat is zo. We probeerdenvroeger ook met duurzaamheid bezigte zijn, maar eerlijk: de piek lag vooralrond de indiening van de milieudossiers.Daarna lieten we dat weer even liggen.Nu zijn we er op constante basis meebezig. De aandacht wordt er dagelijks opgevestigd.“Thomas: “Er zijn nu inderdaad aparte‘duurzaamheidsvergaderingen’. Maarook daar halen we het niet mee.Uiteindelijk moet de gedachte vooralnaar alle geledingen doorstromenin het werk zelf. Het moet in allevergaderingen aanwezig zijn eningebakken zijn in alle evaluaties.”BETON: Komen mensen met creatievevoorstellen?Thomas: “Medewerkers horen dat weer mee bezig zijn en komen met huneigen inbreng. Bijvoorbeeld mensenvan de productie-eenheid zeggen: ja, deverlichting staat soms aan als ze nietmoet branden. Of er zitten waarschijnlijklekken op de compressor.”Catherine: “Dat geldt zeker ook voor hetafvalbeleid. Van zodra de medewerkerswisten dat wij ermee bezig waren,kwamen ze ons suggesties doen. Alser nu een soort afvalstroom is die zeniet kennen, wordt die niet zomaar ineen container gegooid, maar wordt ergeïnformeerd wat ze met heel specifiekedingen kunnen doen. Vroeger zou datgewoon bij het restafval beland zijn.De mensen op de werkvloer zijn debelangrijkste informatieverschaffers.”BETON: Een van jullie meest zichtbareprojecten op dit moment is het transportover water.Catherine: “Ja, we stimuleren ook onzeleveranciers zoveel mogelijk per schip tewerken. De grondstoffen komen per bulkbinnen. We hebben nu een vergunningom onze kade door te trekken, duszullen we – als alles goed gaat vanaf2013 – ook meer ruimte hebben. Op ditmoment proberen we ook te leverenper binnenschip. Dat is een leerproces,want het gaat dan om gepalletiseerdegoederen in plaats van goederen inbulk.” (zie kader)BETON: Une approche durable nécessitetout de même pas mal d’énergie auquotidien.Catherine: “Oui, c’est vrai. Nousavions déjà essayé précédemmentde nous attaquer à la durabilité, maishonnêtement: le grand engouementa surtout concerné l’introduction desdossiers environnement. Par la suite,nous avons laissé tout cela quelque peusur le côté. Aujourd’hui, nous nous enoccupons constamment. Notre attention yest focalisée au quotidien.”Thomas: “Aujourd’hui, il y a en effet des‘réunions de durabilité’ à part. Mais cesréunions ne suffisent pas à elles seules.En définitive, l’idée doit germer à tousles niveaux dans le travail proprementdit. Elle doit être présente dans toutesles réunions et faire partie intégrante detoutes les évaluations.”BETON: Certaines personnes voussoumettent-elles des propositionscréatives?Thomas: “Les collaborateurs savent quenous nous penchons sur la question etapportent leur contribution. Les gens del’unité de production disent par exemple:les lumières sont parfois allumées alorsqu’il est inutile d’éclairer. Ou il y a sansdoute des fuites dans le compresseur.”Catherine: “Cela vaut certainement aussipour la politique de gestion des déchets.A partir du moment où les collaborateursont su que nous y travaillions, ils sontvenus nous faire des suggestions. S’il y aun flux de déchets qu’ils ne connaissentpas, ils ne les jettent pas simplementdans un conteneur, mais s’informent surce qu’ils doivent des déchets spécifiques.Auparavant, ces déchets auraientsimplement abouti dans les déchetsrésiduels. Les collaborateurs sur lelieu de travail sont les plus importantsinformateurs.”BETON: L’un des vos projets les plus envue en ce moment est le transport fluvial.Catherine: “Oui, nous encourageons nosfournisseurs à travailler le plus possiblepar bateau. Les matières premièresarrivent en vrac. Nous avons à présentune autorisation pour agrandir notre quai,si bien que nous disposerons aussi – sitout va bien, d’ici 2013 – de plus d’espace.En ce moment, nous essayons aussi delivrer par la navigation intérieure. C’esttout un processus d’apprentissage, car ilfaut fournir les marchandises sur paletteset non plus en vrac.” (Voir cadre)35Beton 215

DUURZAAMHEIDDURABILITE“Minder bouwmaterialen op de weg”Betonfabriek Coeck werktmee aan Build over WaterBetonfabriek Coeck werkt ook mee aan Build overWater, een project dat het transport van gepalletiseerdebouwmaterialen organiseert via het water. Met ditinitiatief willen het VIM (Vlaams Instituut voor Mobiliteit)en sectororganisaties Feproma en Fema bekijken of hetconcept van Regionale Watergebonden Distributiecentraeen oplossing kan bieden aan de mobiliteitsproblematiekdie de bouwsector ondervindt. Tijdens het project zullenzes fabrikanten deelnemen aan 20 proefvaarten, waarvande eerste in december vorig jaar plaatsvond.Voor Build over Water stellen De Haven van Genk en logistiekdienstverlener Despriet (Harelbeke) hun watergebondenterreinen, infrastructuur en rollend materieel terbeschikking. Zes deelnemende fabrikanten, naast Coeckook CBR, Eternit, Gyproc, Wienerberger en Xella, leverenhun goederen aan tot aan de laadkade om vervolgensvia de waterweg naar het depot van de bestemde regiovervoerd te worden, vanwaar de klanten de goederen naarhun eindbestemming zullen brengen. Ship-it, Robemaen JoGo Shipping voeren de proefvaarten uit. Logistiekadviesbureau Phidan zal de volledige operatie begeleiden.Nv De Scheepvaart en Waterwegen & Zeekanaal nv zijnbetrokken als strategische partners.Met 7-8% van het BNP is de bouwsector de belangrijkeeconomische motor voor Vlaanderen en België. Dat merkenwe ook op onze snelwegen: maar liefst 25% van hetvrachtverkeer heeft te maken met de bouwsector. Parallelmet het modelproject zorgt het VIM daarom ook voor eenanalyse van de stromen van bouwmaterialen in Vlaanderenen voert ze een haalbaarheidsstudie uit voor een (optermijn) zelfbedruipende economische activiteit.(KDA, Bron VIM)“Moins de matériauxde construction sur la route”Betonfabriek Coeck contribueau projet Build over WaterBetonfabriek Coeck apporte sa contribution à Build overWater, un projet visant à organiser le transport de palettesde matériaux de construction par voie navigable. Par cetteinitiative, le VIM (Vlaams Instituut voor Mobiliteit ou InstitutFlamand pour la Mobilité) et les organisations sectoriellesFeproma et Fema souhaitent examiner si le concept de centresde distribution régionaux reliés par l’eau peut apporterune solution à la problématique de mobilité que connaît lesecteur de la construction. Dans le cadre de ce projet, sixfabricants participeront à 20 trajets d’essai, dont le premier aeu lieu en décembre l’année dernière.Pour Build over Water, le Port de Genk et le prestataire deservices logistiques Despriet (Harelbeke) mettent à dispositionleurs terrains reliés par l’eau, leur infrastructure etleur matériel roulant. Six fabricants participants, soit, outreCoeck, les entreprises CBR, Eternit, Gyproc, Wienerberger etXella, livrent leurs marchandises jusqu’au quai de chargementet celles-ci sont ensuite transportées par voie navigablevers le dépôt de la région de destination, d’où les clients emmènerontles marchandises jusqu’à leur destination finale.Ship-it, Robema et JoGo Shipping assurent les trajets d’essai.Le bureau de consultance logistique Phidan accompagneral’ensemble de l’opération. Les SA De Scheepvaart et Waterwegen& Zeekanaal sont impliquées en tant que partenairesstratégiques.Avec 7-8% du PNB, le secteur de la construction est unimportant moteur économique pour la Flandre et la Belgique.Nous le constatons aussi à nos autoroutes: pas moins de 25%du fret concerne le secteur de la construction. Parallèlementau projet-modèle, le VIM procède dès lors aussi à une analysedes flux de matériaux de construction en Flandre et il entreprendune étude de faisabilité pour une activité économiquequi (à terme) peut se suffire à elle-même.(KDA, Source VIM)Beton 215 36

DUURZAAMHEIDDURABILITEBETON: Levert dit jullie een certificaat op?Catherine: “Neen, maar dankzij de objectivering is het wel deeerste stap naar een certificaat ISO 14001 (ISO 14001 is éénvan de normen van de ISO 14000 serie en wordt wereldwijdtoegepast om milieumanagementsystemen op te zettenen te certificeren, nvdr ). Het is wel de basis voor verderecertificering. Er is nog een lange weg te gaan, maar de eerstestap is gezet.”BETON: We wensen jullie veel succes(KDA, EDE)BETON: Cela vous donne-t-il droit à un certificat?Catherine: “Non, mais grâce à l’objectivation, c’est là la premièreétape vers l’obtention d’un certificat ISO 14001 (la norme ISO14001 est l’une des normes de la série ISO 14000 et est appliquéeà l’échelle mondiale pour mettre sur pied et faire certifier dessystèmes de gestion environnementale, ndlr). Cela permetcependant de poser les jalons pour une certification ultérieure.Nous avons encore un long chemin à parcourir, mais le premierpas a été fait.”BETON: Nous vous souhaitons bonne chance(KDA, EDE)Concepten voor een esthetische en harmonieuzeomgevingConcepts pour un environnement esthétique etharmonieuxFunctionele producten voor verwerkings-,gebruiks- en onderhoudsgemakProduits fonctionnels facilitant le traitement,l'emploi et l'entretienOplossingen voor verkeersveiligheiden mobiliteitSolutions pour la sécurité routièreet la mobilitéOplossingen voor een duurzaam leefklimaatSolutions pour un cadre de vie durableOntdek meer opDécouvrez plus surwww.stradusinfra.be37Beton 215