In memoriamHet unanieme eerbeto<strong>on</strong> aan professor Jean Stengers, overleden op 15 augustuslaatstleden, zal nooit het wetenschappelijke belang van de geleerde, de meeslependegeestdrift van de docent, de luisterbereidheid en beschikbaarheid van de ‘patr<strong>on</strong>’ en dewarmte en het n<strong>on</strong>-c<strong>on</strong><str<strong>on</strong>g>for</str<strong>on</strong>g>misme van de man weergeven, om wie we met velen rouwen.Wat ook de gevoelens mogenzijn van de auteur van deze tekstvoor diegene die hem als <strong>on</strong>geruste,panikerende en aan allestwijfelende <strong>on</strong>derzoeker opnieuwvertrouwen sch<strong>on</strong>k enhem wijsheid en enthousiasmebijbracht om wat <strong>on</strong>overkomelijkleek tot zijn juiste verhoudingenterug te brengen, is het hier nietde plek om de rijkgevulde carrièrevan Jean Stengers nog eenste beschrijven.Professor Jean Stengers op het colloquium in 1990 vanwat toen nog het Navorsings- en Studiecentrum voor deGeschiedenis van de Tweede Wereldoorlog heette.Le professeur Jean Stengers lors du colloque organiséen 1990 par le <str<strong>on</strong>g>Centre</str<strong>on</strong>g> de Recherches et d’Etudeshistoriques de la Sec<strong>on</strong>de Guerre m<strong>on</strong>diale.Als briljante leerling, als piepj<strong>on</strong>gestudent, als <strong>on</strong>middellijkopgemerkte en bekro<strong>on</strong>de <strong>on</strong>derzoekeren als veelgevraagdeprofessor had hij ‘enkel’ eengereputeerde academicus kunnenworden. Dat was hij natuurlijkook, maar omdat zijn strikteopvatting van het geschiedenisvakhem tot engagement verplichtte,nam hij bovendien metde mateloze nieuwsgierigheiddie hem eigen was deel aan hetintellectuele debat van zijn tijd.Het was in die geest dat hij in 1980 lid werd van het Wetenschappelijk Comité van<strong>on</strong>s Centrum. Hij had voor de periode die tot de opdracht behoorde van het Centrumeen rechtstreekse belangstelling die zich zou vertalen in opzienbarende publicities enhij was ook van mening dat het bestaan en de <strong>on</strong>twikkeling van de instellingnoodzakelijk was in het Belgische en internati<strong>on</strong>ale wetenschappelijke l<str<strong>on</strong>g>and</str<strong>on</strong>g>schap.4
Het aanvaarden van deze functie betekende meer dan eenvoudigweg een bijkomendevermelding op zijn visitekaartje of afspraak op een overvolle agenda. Hij deelde intensin de dagelijkse besognes, problemen en successen van het Centrum, interesseerde zichperso<strong>on</strong>lijk voor het pers<strong>on</strong>eel, was steeds beschikbaar voor advies, nam actief deel a<str<strong>on</strong>g>and</str<strong>on</strong>g>iscussies en schrok er niet voor terug om, als dat in zijn ogen nodig was, zich voor ietsin te zetten of zich ergens tegen te kanten. Zoals, het moet gezegd, al te zelden voorkomtin een door duizend verplichtingen verdeelde academische wereld, had Jean Stengersvan het Centrum ook ‘zijn’ zaak gemaakt en voelde hij er zich verantwoordelijk voor.Tot vlak voor zijn overlijden bleef hij zich over de toest<str<strong>on</strong>g>and</str<strong>on</strong>g> en de projecten van hetCentrum in<str<strong>on</strong>g>for</str<strong>on</strong>g>meren. Als men over Jean Stengers spreekt, kan men Fern<str<strong>on</strong>g>and</str<strong>on</strong>g> Erauw(<strong>on</strong>ze in 1997 overleden voorzitter) en het diepe respect dat ze voor elkaar hadden, niet<strong>on</strong>vermeld laten. Allebei hadden ze evenveel a<str<strong>on</strong>g>and</str<strong>on</strong>g>acht voor <strong>on</strong>ze toekomst.Jean Stengers die actief aanwezig was op al <strong>on</strong>ze colloquia en gepassi<strong>on</strong>eerd was doordeze periode, heeft op enkele essentiële elementen uit de geschiedenis van de TweedeWereldoorlog zijn stempel gedrukt. Zijn “deux politiques de 1940”, die op een ogenblikdat dit nog niet gebruikelijk was werd voorafgegaan door een m<strong>on</strong>delinge geschiedenis<strong>on</strong>derzoek,was een bestseller maar meer nog een essentieel keerpunt in de historiografievan de k<strong>on</strong>ingskwestie. We zouden er willen aan herinneren dat hij dit werk, dat uiteindelijkdoor zijn omvang leidde tot de uitgave van een boek, oorspr<strong>on</strong>kelijk voor deBijdragen van het Centrum voorbestemd had.Zijn “commentaren” op de publicities van Fauriss<strong>on</strong>, eigenlijk een uitgewerkte tekst vooreen seminarie dat het grote publiek getrokken had, vormen een voorbeeld van de benaderingvan Jean Stengers 1 . Steunend op de vereisten van de wetenschappelijk geschiedschrijvingverzette hij zich categoriek tegen diegene die hij verweet een “krankzinnigegeleerde” te zijn, omwille van de de<strong>on</strong>tologie, en niet vanwege het “afschuwelijke” ofde “immoraliteit” van zijn woorden. Hij riep historici op hun werk te doen om fantasieënof oplichterij te weerleggen, niet om wetten te stemmen om f<strong>on</strong>tasten en oplichters hetzwijgen op te leggen. Hij achtte het zijn plicht zich in deze strijd te engageren.Onbegrensde nieuwsgierigheid en passie: wie had zich kunnen voorstellen dat hij op diemanier opnieuw het type van de detectieve in het wetenschappelijk <strong>on</strong>derzoeksveld zouintroduceren, toen hij de mysteries van Enigma en de inlichtingsdiensten aanpakte, enkorte tijd later, met dezelfde gr<strong>on</strong>digheid een vergelijkend <strong>on</strong>derzoek deed naar deraciale theorieën van Hitler en Himmler.Nog één aspect van zijn perso<strong>on</strong>lijkheid belangt <strong>on</strong>s rechtstreeks aan. De a<str<strong>on</strong>g>and</str<strong>on</strong>g>acht v<str<strong>on</strong>g>and</str<strong>on</strong>g>e RTBF voor de oorlogsperiode, waaruit even prestigieuze als geslaagde reeksen zoalsTélé-Mémoires voortsproten, maar ook het <strong>on</strong>tstaan van Jours de Guerre, hebben we aan1J. STENGERS, “Quelques libres propos sur Fauriss<strong>on</strong>, Roques et Cie”, in Bijdragen-Cahiers, nr. 12,1989, p. 5-29.5
- Page 1 and 2: SOMA BERICHTENBLADBULLETIN DU CEGES
- Page 3: Voortaan informeer
- Page 7 and 8: Présent et actif à tous nos collo
- Page 9 and 10: Op 16 augustus 2002 overleed baron
- Page 11 and 12: - Onderzoekscollectie André Moyen
- Page 13 and 14: - Deelarchief Dienst Economische Re
- Page 15 and 16: parachutage dans la Poche de Falais
- Page 17 and 18: - Relaas van de uittocht van mei 19
- Page 19 and 20: Bibliotheek / BibliothèqueAanwinst
- Page 21 and 22: 37. Clément CHÉROUX, Mémoire des
- Page 23 and 24: 97. Mary KALDOR, Neue und alte Krie
- Page 25 and 26: 158. Wolfgang REINHARD, Geschichte
- Page 27 and 28: 214. Noël ANSELOT, La guerre des s
- Page 29 and 30: 264. ID., Directives et recomm<stro
- Page 31 and 32: ezirk Eupen), 2. Erweiterte und ver
- Page 33 and 34: 371. Bart VAN DER HERTEN, Michelang
- Page 35 and 36: 417. Christopher R. BROWNING, Juden
- Page 37 and 38: 479. Horst MÖLLER & Manfred KITTEL
- Page 39 and 40: 539. Anne BOITEL, Le camp de Rivesa
- Page 41 and 42: 605. Colonel PASSY, Mémoires du ch
- Page 43 and 44: 666. Martin ELANDS, Vechten, verbee
- Page 45 and 46: Kriegsgefangenenpolitik, Lagerallta
- Page 47 and 48: 782. Juan Carlos JIMÉNEZ DE ABERAS
- Page 49 and 50: 11. Afrika / Afrique (zie ook/voir
- Page 51 and 52: Beeld- en geluidsarchief /Iconograp
- Page 53 and 54: Montpellier), waar Rooms bediende w
- Page 55 and 56:
423. “29-5-2000 - Cenflumarin - K
- Page 57 and 58:
Publicaties van de onderzoekersPubl
- Page 59 and 60:
- “Les archives du mouvement wall
- Page 61 and 62:
Nieuwe onderzoeksthema’s /Nouveau
- Page 63 and 64:
Een collega verlaat onsFrans Selles
- Page 65 and 66:
Un collègue s’en vaFrans Sellesl
- Page 67 and 68:
Seminaries najaar 2002Séminaires a