A-61/2- 95/96 - weblex.irisnet.be - Région de Bruxelles-Capitale

A-61/2- 95/96 A-61/2- 95/96CONSEIL DE LA REGIONDE BRUXELLES-CAPITALEBRUSSELSEHOOFDSTEDELIJKE RAADSESSION ORDINAIRE 1995-199622 MARS 1996GEWONE ZITTING 1995-199622 MAART 1996PROJET D'ORDONNANCEinstituant une taxe surle déversement des eaux usées(N°A-61/1 -95/96)ONTWERPVAN ORDONNANTIEtot instelling van een heffingop de lozing van afvalwater(Nr. A-61/1-95/96)PROPOSITION D'ORDONNANCEcréant une redevance surle déversement des eaux usées(N°A-14/1- 95/96)VOORSTEL VAN ORDONNANTIEhoudende de invoering van een retributieop het lozen van afvalwater(Nr. A-14/1-95/96)RAPPORTfait au nom de la Commissionde l'environnement,de la conservation de la nature etde la politique de l'eaupar Mme Danielle CARON (F)et M. Philippe SMITS (F)VERSLAGuitgebracht namens de Commissievoor Leefmilieu,Natuurbehouden Waterbeleiddoor mevrouw Danielle CARON (F)en de heer Philippe SMITS (F)Ont participé aux travaux de la Commission:1. Membres effectifs: Mme Danielle Carton de Wiart, MM. Stéphanede Lobkowicz, Michel Hecq, François Roelants du Vivier, Mme FrançoiseSchepmans, M. Philippe Smits, Mine Ghislaine Dupuis, MM. RobertHotyat, Mahfoudh Romdhani, Mine Magdeleine Willame-Boonen, MM.Alain Adriaens, Jan Béghin.2. Membres suppléants: MM. Jean Demannez, Willem Draps,Mmes Sylvie Poucart, Andrée Guillaume-Vanderroost, Béatrice Fraiteur,M. Benoît Veldekens.3. Autres membres: MM. Jean-Pierre Cornelissen, Mohamed Daïf,Thierry de Looz-Corswarem, Serge de Patoul, Bmile Eloy, Mme EvelyneHuytebroeck, MM. Juan Lemmens, Eric Van Weddingen.Assistent à la réunion:- M. Didier Gosuin, ministre chargé de l'Environnement et de la Politiquede l'Eau, de la Rénovation, de la Conservation de la Nature et de la Propretépublique et deux membres de son cabinet et un expert en droit fiscal.- Un représentant de l'IBDE et un représentant de la CIBE.Voir:Documents du Conseil:A-61/1 - (95-96): Projet d'ordonnance.A-14/1 - (95/96): Proposition d'ordonnance.Aan de werkzaamheden van de Commissie hebben deelgenomen:l. Vaste leden: mevr. Danielle Carton de Wiart, de heren Stéphane deLobkowicz, Michel Hecq, François Roelants du Vivier, mevr. FrançoiseSchepmans, de heer Philippe Smits, mevr. Ghislaine Dupuis, de herenRobert Hotyat, Mahfoudh Romdhani, mevr. Magdeleine Willame-Boonen,de heer Alain Adriaens, Jan Béghin.2. Plaatsvervangers: de heren Jean Demannez, Willem Draps, mevrouwenSylvie Foucart, Andrée Guillaume-Vanderroost, Béatrice Praiteur, deheer Benoît Veldekens.3. Andere leden: de heren Jean-Pierre Cornelissen, Mohamed Daïf,Thierry de Looz-Corswarem, Serge de Patoul, Emile Eloy, mevr. EvelyneHuytebroeck, de heren Juan Lemmens, Eric Van Weddingen.Wonen de vergadering bij:- De heer Didier Gosuin, minister belast met Leefmilieu en Waterbeleid,Renovatie, Natuurbehoud en Openbare Netheid, en twee leden van zijnkabinet en een fiskale deskundige.- Een vertegenwoordiger van de BIWD en een vertegenwoordiger van deBIWM.Zie:Stukken van de Raad:A-61/1 - (95-96): Ontwerp van ordonnantie.A-14/1 - (95/96): Voorstel van ordonnantie.

A-61/2-95/96 -6- A-61/2-95/96Ces deux éléments conditionnement le dimensionnementdes collecteurs et/ou des stations d'épuration.On cherche donc à taxer les rejets d'eau usée tant pourleurs aspects quantitatifs que qualitatifs.Deze twee elementen zijn bepalend voor de afmetingenvan de collectoren en/of zuiveringsstations.Het streefdoel bestaat er dus in de afvalwaterlozingenzowel voor de kwantitatieve als kwalitatieve aspecten tebelasten.3.2. Les redevablesPour la détermination du redevable, le Gouvernement avoulu viser le plus directement possible la personne quidéverse effectivement des eaux usées domestique ou non.C'est pourquoi est désigné comme le redevable de la taxela personne au nom de laquelle est ouvert un compteurd'eau auprès du distributeur d'eau, qu'il soit locataire oupropriétaire. L'hypothèse retenue étant que le volume d'eauconsommé au sein d'un ménage ou d'une entreprise correspond,sauf preuve contrainte, au volume d'eau qui est rejetépar ces mêmes agents.Le principe de solidarité prévu dans le projet d'ordonnance,impose à toutes les personnes auxquelles l'abonnéfournit de l'eau, de participer au payement de la taxe et ce,au prorata de leur consommation propre.C'est ainsi que dans le cas d'un immeuble à appartementsmultiples ne disposant que d'un seul compteur d'eau,le propriétaire ou le locataire de l'immeuble est le redevablede la taxe, mais chacun de ses locataires ou sous-locatairessera tenu en fonction de l'article 6 du projet d'ordonnancede lui rembourser la partie de la taxe relative à sa consommation.Accessoirement, est redevable également de la taxe surle déversement des eaux usées, la ou les personnes quicapte(nt) de l'eau sur le territoire de la Région de Bruxelles-Capitale.Quant aux exemptions, elles concernent les personnesrelevant des Centres Publics d'Aide Sociale et les personnesdont les revenus sont égaux ou inférieurs au seuil minimumd'existence, soit environ 7% de la population bruxelloise.3.2. De heffingsplichtigenVoor de bepaling van de heffingsplichtige, wenste deRegering op een zo rechtstreeks mogelijke manier de persoonte bedoelen die daadwerkelijk al dan niet huishoudelijkafvalwater loost.Om die reden wordt als heffingsplichtige aangewezen depersoon op naam van wie een watermeter bij de waterverdeleris geopend, ongeacht of deze huurder of eigenaar is.Vermits wordt uitgegaan van de stelling dat het verbruiktewatervolume binnen een gezin of een bedrijf, behoudenstegenbewijs, overeenkomt met het watervolume dat doordiezelfde personen wordt geloosd.Het in het ontwerp van ordonnantie voorziene solidariteitsbeginselverplicht alle personen aan wie de geabonneerdewater levert, deel te nemen aan de betaling van deheffing en dit, naar rato van hun eigen verbruik.Aldus is, in het geval van een gebouw met meerdereappartementen dat slechts over één enkele watermeter beschikt,de eigenaar of de huurder van het gebouw de heffingsplichtige,maar zullen op grond van artikel 6 van hetontwerp van ordonnantie alle huurders of onderhuurdersverplicht zijn hem het gedeelte van de heffing betreffendehun verbruik terug te betalen.In tweede instantie is of zijn tevens de heffing op delozing van afvalwater verschuldigd de persoon of personendie op het grondgebied van het Brussels HoofdstedelijkGewest water winnen.Wat de vrijstellingen betreft, deze slaan op de personendie afhangen van de Openbare Centra voor MaatschappelijkWelzijn en de personen van wie de inkomens gelijk of lagerzijn dan de drempel van het bestaansminimum, d.w.z. 7%van de Brusselse bevolking.3,3. Calcul de la taxe3.3.1. PrincipesL'ordonnance distingue les rejets de type «domestique»des rejets de type «autre que domestique» en fonction del'usage qui est fait de l'eau.Les usages «domestiques» correspondent aux besoins del'hygiène humaine, la cuisine, le nettoyage des biens meu-3.3 Berekening van de heffing3.3.1 BeginselenDe ordonnantie maakt een onderscheid tussen lozingenvan het «huishoudelijk» type en lozingen van het «niethuishoudelijk»type afhankelijk van het gebruik dat van hetwater wordt gemaakt.Het «huishoudelijk» gebruik van het water voldoet aande behoeften van de menselijke hygiëne, de keuken, de rei-

A-61/2- 95/96 -7- A-61/2-95/96bles ou immeubles ainsi que tout autre usage analogue àceux précités. Par usage analogue, on peut citer en particulierl'usage de l'eau qui est fait par le secteur tertiaire, lesecteur HORECA, le secteur des lavoirs, les coiffeurs etc.Les usages «autres que domestiques» correspondentquant à eux à ceux qui sont effectués dans le cadre des activitésde nature «industrielle» telles que reprises à l'annexeII du projet d'ordonnance.Toutefois, dans un premier temps, aux fins d'assurer uneperception efficace de la taxe sans recourir à un personnelpléthorique, il a été décidé d'assimiler à l'usage «domestique»de l'eau, tout usage «autre que domestique» effectuédans le cadre de la réalisation d'activités par une personnephysique ou morale occupant moins de sept personnes.Comme précisé plus avant, deux faits générateurs sontpris en considération pour l'établissement de la taxe d'unepart la quantité d'eau déversée et d'autre part le degré depollution de ces eaux.Le volume rejeté dans les ouvrages collectifs de collectedes eaux usées a en effet une influence directe sur le dimensionnementdes stations d'épuration et des collecteurs et parconséquent sur le montant des investissements.La charge polluante rejetée a quant à elle une influencenon seulement sur le dimensionnement des ouvrages d'épurationmais également sur le type de traitement à pourvoir,je pense particulièrement au traitement des boues et auxnuisances environnementales liées à la plus ou moinsgrande facilité de traitement des substances rejetées.Précisons que les tarifs prévus dans le projet d'ordonnancesont plus élevés en ce qui concerne les rejets de polluantsdans les eaux de surface par rapport aux rejets dans leségouts, étant entendu que la pollution ainsi créée se diffusedans le milieu et est dès lors irrécupérable.niging van roerende of onroerende goederen, alsook elkander gebruik voor doeleinden analoog met bovengenoemde.Onder analoog gebruik kan worden vermeld het waterverbruikvan de tertiaire sector, de HORECA-sector, de sectorvan de wasserijen, de kapsalons enz.Het «niet-huishoudelijk» gebruik komt overeen met hetgebruik van water in het kader van de activiteiten van«industriële» aard, zoals deze hernomen in bijlage II van hetontwerp van ordonnantie.Teneinde een doeltreffende invordering van de heffing tewaarborgen zonder een beroep te moeten doen op een tegroot aantal personeelsleden, werd echter in een eerste fasebeslist met het «huishoudelijk» gebruik gelijk te stellen elk«niet-huishoudelijk» gebruik van het water in het kader vanactiviteiten die worden uitgevoerd door een natuurlijke ofrechtspersoon die minder dan zeven personen tewerkstelt.Zoals gepreciseerd hierboven, worden voor de vestigingvan de heffing twee grondbeginselen in aanmerking genomenenerzijds de hoeveelheid geloosd water en anderzijdsde vervuilingsgraad van dit water.Het geloosde volume in de collectieve inrichtingen voorde opvang van afvalwater heeft, inderdaad, een rechtstreekseinvloed op de afmetingen van de zuiveringsstations encollectoren en bijgevolg op het bedrag van de investeringen.Wat de geloosde vuilvracht betreft, deze heeft niet alleeneen invloed op de afmetingen van de zuiveringsstations,maar ook op het soort behandeling waarin moet wordenvoorzien, en dan denk ik in het bijzonder aan de behandelingvan het slib en de milieuhinder afhankelijk van degemakkelijkheidsgraad van de behandeling van de geloosdestoffen. Laten we verduidelijken dat de in het ontwerpvan ordonnantie voorziene tarieven hoger liggen voor delozingen van vervuilende stoffen in het oppervlaktewaterdan voor de lozingen in de afvoeren, omdat de aldus veroorzaaktevervuiling zich verspreidt in het milieu en bijgevolgniet recupereerbaar is.3.2.2. Usage domestique de l'eauLe Gouvernement sur base des besoins de financementnécessaires, et sur base du niveau de taxation pratiqué dansles autres Régions, propose de taxer les particuliers et lessecteurs assimilés à 14 F/m 1 de manière forfaitaire. En effet,il a été démontré que la pollution de l'eau résultant del'usage dit «domestique» de l'eau ne diffère pas significativementselon les ménages. De surcroît, il n'est pas concevabled'imposer des analyses précises des rejets d'eauxusées à l'ensemble des ménages.3.3.2 Huishoudelijk gebruik van het waterOp grond van de nodige financieringsbehoeften en opgrond van het in de andere Gewesten toegepaste aanslagniveaustelt de Regering voor de particulieren en de gelijkgesteldesectoren forfaitair te belasten op 14 fr./m\ Er werdimmers aangetoond dat er in de watervervuiling die voortvloeituit het zogenaamde «huishoudelijk» gebruik van hetwater geen veelbetekenend verschil is van gezin tot gezin.Bovendien is het ondenkbaar ieder gezin te verplichten preciezeanalyses van de afvalwaterlozingen te laten uitvoeren.

A-61/2 - 95/96 A-61/2- 95/96Toutefois, afin respecter le principe d'égalité, les particulierset les secteurs assimilés peuvent, s'ils le souhaitentet à l'instar des secteur dits «autres que domestiques» faireprocéder à des analyses de leur rejets et être ainsi taxés enfonction de la pollution réelle qu'ils génèrent.A titre de comparaison, en Région wallonne, le montantpour les rejets «domestiques» s'élève depuis le 1" janvier1996 à 16 F/m\ En Région flamande, le montant fluctue enfonction de la quantité annuelle consommée et avoisinepour un ménage type avec un enfant les 14,4 F/m\Je rappelle que le coût de l'eau en Région bruxelloise estactuellement de 53 F/m 1 HTVA. Une taxe portée à 14 F/m 1correspond à une augmentation d'environ 20% du prix del'eau. La consommation moyenne par habitant à son domicileétant d'environ 35 mVan, le montant de la taxe seradonc en moyenne de 500 F par personne et par an.Le volume déversé est par hypothèse, et sauf preuvecontraire, estimé égal au volume consommé. Dans la plupartdes cas, il suffira donc de se fier aux compteurs del'Intercommunale Bruxelloise de Distribution d'Eau pourle calcul de la taxe.Toch kunnen in naleving van het gelijkheidsbeginsel particulierenen hiermee gelijkgestelde sectoren, indien ze hetwensen en naar het voorbeeld van de zogenaamde «niethuishoudelijke»sectoren, analyses van het door hengeloosd afvalwater laten uitvoeren en aldus worden belastnaargelang van de reële vervuiling die ze veroorzaken.Bij wijze van vergelijking, beloopt, in het WaalseGewest, het bedrag voor de «huishoudelijke» afvalwateriozingensinds januari 1996 16 fr./m 3 . In het Vlaamse Gewestschommelt het bedrag naargelang de jaarlijkse verbruiktehoeveelheid en benadert voor elk gezin met een kind14,4 fr./m 1 .Ik herinner eraan dat de kostprijs van het water in hetBrusselse Gewest momenteel 53 fr./m 1 ZBTW bedraagt.Een heffing die wordt gebracht op 14 fr./m 1 , komt over-eenmet een toename van ongeveer 20% van de prijs van hetwater. Vermits het gemiddelde verbruik per inwoner ongeveer35mVjaar bedraagt, zal het bedrag van de heffing dusgemiddeld 500 fr. per persoon en per jaar belopen.Het geloosde volume wordt bij hypothese, en behoudenstegenbewijs, gelijk geacht aan het verbruikte volume. In demeeste gevallen zal het dus volstaan voort te gaan op demeters van de Brusselse Intercommunale Watermaatschappijvoor de berekening van de heffing.3.3.3. Usages «autres que domestiques»En ce qui concerne les secteurs «autres que domestiques»,la niveau de taxation sera calculé en fonction de laformule reprise à l'article 11 du projet d'ordonnance. Cetteformule, comme je l'ai déjà précisé reprend deux termes,l'un lié au volume rejeté (a Vr), l'autre à la charge polluante(P Cp).T = a Vr + P CpLe volume rejeté sera soit mesuré via l'installation d'undébitmètre sur les conduites de rejets, soit estimé sur basede la consommation en eau. La consommation inclut nonseulement l'eau prélevée sur le circuit de distribution maiségalement les eaux captées.Afin de calculer la charge polluante rejetée, les entreprisessont tenues de faire analyser leurs eaux usées tous lesmois et par dérogation une fois par an au cours du mois deplus grande activité par un laboratoire agréé.Néanmoins, les entreprises dont le niveau de pollutionrejetée est inférieur à un certain seuil fixé dans le projetd'ordonnance, peuvent recourir au système forfaitaire pourle calcul de leur charge polluante, ce qui leur permettrad'éviter les coûts liés aux analyses. Le calcul forfaitaire esteffectué par le biais des concentrations moyennes établiespar secteur d'activité dans l'annexe II du projet d'ordonnance.3.3.3. «Niet-huishoudelijk» gebruikWat de «niet-huishoudelijke» sectoren betreft, zal hetaanslagniveau worden berekend naargelang de in artikel 11hernomen formule van het ontwerp van ordonnantie. Zoalsik reeds heb verduidelijkt, bestaat deze formule uit tweeleden; het ene heeft betrekking op het geloosde volume(a Vr), het andere op de vuilvracht (p Cp).T = a Vr + P CpHet geloosde volume zal hetzij worden gemeten via deinstallatie van een debietmeter op de afvoerleidingen, hetzijworden geschat op basis van het waterverbruik. Het verbruikomvat niet alleen het op het watervoorzieningscircuitafgetapte water, maar ook het gewonnen water.Teneinde de geloosde vuilvracht te berekenen, zijn deondernemingen verplicht hun afvalwater maandelijks en bijafwijking één keer per jaar in de loop van de maand met degrootste activiteit door een erkend laboratorium te latenanalyseren.Niettemin kunnen de bedrijven waarvan de vervuilingsgraadlager ligt dan een welbepaalde drempel, vastgesteldin het ontwerp van ordonnantie, voor de berekening van hunvuilvracht een beroep doen op het forfaitaire stelsel, wathen de kosten verbonden aan analyses doet besparen. Deforfaitaire berekening wordt uitgevoerd via de gemiddeldeconcentraties, die in bijlage II van het ontwerp van ordonnantieper activiteitssector zijn vastgelegd,

A-61/2- 95/96 -9. A-61/2 - 95/96II me paraît important de préciser que contrairement à cequi se passe trop souvent dans les autres Régions ou dansles pays voisins, le Gouvernement bruxellois a été soucieuxd'assurer la plus grande cohérence possible entre le systèmede taxation des rejets d'eaux usées et le régime d'autorisationde rejets.Het lijkt me belangrijk nader toe te lichten dat, in tegenstellingtot wat al te vaak in andere Gewesten of buurlandengebeurt, de Brusselse Regering ervoor heeft gezorgd hetaanslagstelsel van de afvalwaterlozingen zo goed mogelijkaf te stemmen op het stelsel van de lozingsvergunningen.3.4. Matières polluantes considérées pour le calcul de lataxeLes matières polluantes qui, dans un premier temps,feront l'objet d'une taxation sont:- les matières oxydables;- les matières en suspension;- les nutriments;- les métaux lourds suivants; le plomb, le mercure, l'argent,le zinc, le cuivre, l'arsenic, le cadmium et le nickel.Pour chacune de ces matières, des coefficients de pondérationont été établis en fonction:- de leur difficulté d'élimination;- du coût relatif de leur traitement;- des objectifs de réduction de la pollution.Ainsi, pour les matières qui sont traitées dans les stations,les tarifs visent à couvrir les frais occasionnés par leurtraitement, pour celles qui sont difficilement voir non traitablesen stations d'épuration urbaines, les tarifs sont établisde manière à inciter les entreprises à ne plus ou à moins lesrejeter.Par exemple, les matières en suspension qui sont facilementtraitables en station ont un coefficient de 1, alors queles métaux lourds qui vont se retrouver dans les bouesd'épuration et dans les cendres d'incinération ont des coefficientsqui s'échelonnent de 60 à 2.400 selon les métaux.Ces coefficients sont repris dans l'annexe 1 du projet d'ordonnance.3.4. Vervuilende stoffen in acht genomen voor de berekeningvan de heffingDe vervuilende stoffen die, in een eerste fase, het voorwerpzullen uitmaken van een belastingheffing, zijn:- de oxydeerbare stoffen;- de stoffen in suspensie;- de voedingsstoffen;- de volgende zware metalen: lood, kwik, zilver, zink,koper, arsenicum, cadmium en nikkel.Voor ieder van deze stoffen werden de wegingscoëfficiëntenvastgelegd naar gelang van:hun moeilijkheidsgraad van verwijdering;- de relatieve kostprijs van hun behandeling;- de doelstellingen ter beperking van de vervuiling.Aldus beogen de tarieven, voor de stoffen die in de stationsworden behandeld, de door hun behandeling veroorzaaktekosten te dekken; voor de stoffen die moeilijk zelfsniet in de stedelijke zuiveringsstations kunnen worden behandeld,worden de tarieven zo vastgesteld dat ze de bedrijvenertoe aanzetten deze stoffen niet meer of in minderemate te lozen.Zo bijvoorbeeld hebben de stoffen in suspensie die zichgemakkelijk tot behandeling in een zuiveringsstation lenen,een coëfficiënt l, terwijl de zware metalen die zich in hetzuiveringsslib en in de verbrandingsassen zullen bevinden,coëfficiënten hebben die schommelen tussen 60 en 2 400naargelang de metalen. Deze coëfficiënten worden hernomenin bijlage I van het ontwerp van ordonnantie.4. Application pratiqueLe système de taxation a également été conçu de tellemanière à assurer une perception efficace, à un coût limité,en recourant aux services existants de la Région; à savoirl'IBDE, l'IBGE et le Ministère des Finances.Comment cela se passera-t-il en pratique?Que le redevable fasse partie de la catégorie «domestique»ou «autre que domestique», il verra apparaître sur sa4. Praktische toepassingHet aanslagstelsel werd tevens zo opgevat dat het metweinig kosten een doeltreffende inning waarborgt, door eenberoep te doen op de in het Gewest bestaande diensten; metname de BIWD, het BIM en het Ministerie van Financiën.Hoe zal dit in de praktijk gebeuren?Ongeacht of de heffingsplichtige behoort tot de «huishoudelijke»of «niet-huishoudelijke» categorie, hij zal op

A-61/2 - 95/96 -10- A-61/2-95/96facture de consommation d'eau, le montant dû pour la partievolume rejeté de la taxe sur l'eau. Ce montant calculé parl'IBDE constitue un versement anticipé. Au niveau desménages, le montant de la taxe correspond aux versementsanticipés. Par contre, au niveau des entreprises un décomptedevra être fait entre le montant facturé par l'IBDE qui estbasé sur le volume d'eau consommé et le montant effectivementdû qui inclut la charge polluante rejetée.L'enrôlement de la taxe sera donc limité à deux cas:- aux redevables dits «domestiques» qui ne payeraient pasleur taxe- aux entreprises rejetant des eaux «autres que domestiques».L'IBDE adjoindra à la facture d'eau, un formulaire dedéclaration à l'attention des entreprises rejetant des eauxusées autres que domestiques. Les entreprises concernéesdevront soit y mentionner le résultat de leurs analysesd'eaux usées, soit si elles font appel au système forfaitairey indiquer les éléments nécessaires au calcul de la taxe. Cedocument sera envoyé à l'IBGE afin que l'Institut puissecalculer la charge polluante rejetée par les entreprises eteffectuer le décompte dont question.L'IBDE sera chargée d'effectuer un premier et undeuxième rappel en cas de non-payement des versementsanticipés. L'Intercommunale versera les montants perçus auMinistère de la Région tous les 15 du mois. Le Ministèresera quant à lui chargé du recouvrement de la taxe.La consommation d'eau annuelle en Région bruxelloiseest de l'ordre de 58.500.000 mVan. Avec une taxe de14 P/m\ et environ 7% de la population qui sera exemptée,on peut s'attendre à un rendement brut de l'ordre de 760millions. De ce montant, il faut déduire les coûts de prélèzijnfactuur van het waterverbruik het bedrag te zien krijgendat hij verschuldigd is voor het gedeelte geloosd volumevan de heffing op het water. Dit door de BIWD berekendebedrag vormt een voorafbetaling. Op het niveau van degezinnen stemt het bedrag van de heffing overeen met devoorafbetalingen. Daarentegen zal op het niveau van debedrijven een aftrekking dienen te gebeuren tussen het doorde BIWD gefactureerde bedrag, dat gebaseerd is op het verbruiktwatervolume, en het werkelijk verschuldigde bedrtigdat de geloosde vuilvracht omvat.De inkohiering van de heffing zal zich dus beperken toltwee gevallen:- tot de zogenaamde «huishoudelijke» heffingsplichtigendie hun heffing niet zouden betalen,- tot de bedrijven die «niet-huishoudelijk» water lozen.De BIWD zal voor de bedrijven die niet-huishoudelijkafvalwater lozen, bij de waterfactuur een aangifteformuliervoegen. De betrokken bedrijven zullen er hetzij het resultaatvan hun afvalwateranalyses op vermelden, hetzij, indienze een beroep doen op het forfaitaire stelsel, de voor deheffingsberekening nodige elementen op aangeven. Ditdocument zal naar het BIM worden verstuurd, opdat hetInstituut de door de bedrijven geloosde vuilvracht zou kunnenberekenen en de aftrek waarvan sprake, zou kunnen uitvoeren.De BIWD zal worden gelast een eerste en een tweedeaanmaning te versturen in geval van niet-betaling van devoorafbetalingen. De Intercommunale zal elke 15e van demaand de geïnde bedragen overmaken aan het Ministerievan het Gewest. Het Ministerie zal van zijn kant belast wordenmet de invordering van de heffing.5. Etablissement et recouvrement de la taxeDans le souci constant du respect de l'égalité entre lesredevables, les règles de procédure de taxation et de recouvrementreflètent le plus fidèlement possible la législationdu Code des impôts sur les revenus.Le Code des impôts sur les revenus a également servi debase pour définir les procédures d'investigation et decontrôle ainsi que les sanctions pénales.5. Vestiging en invordering van de heffingVanuit de blijvende bekommernis om de naleving vanhet gelijkheidsbeginsel tussen de heffingsplichtigen, zijn deaanslag- en invorderingsprocedureregels een zo getrouwmogelijke weerspiegeling van de wetgeving van het Wetboekvan de inkomstenbelastingen.Het Wetboek van de inkomstenbelastingen heeft tevensals basis gediend voor de bepaling van de onderzoeks- encontroleprocedures, alsook van de strafbepalingen.6. Rendement de la taxe6. Opbrengst van de heffingHet jaarlijks waterverbruik in het Brusselse Gewest bedraagt58.500.000 mVjaar. Met een heffing van 14 fr./m\ enongeveer 7% van de bevolking dat zal worden vrijgesteld,kan een bruto-opbrengst worden verwacht van 760 miljoen.Van dit bedrag dienen de kosten voor de inning van heffing

A-61/2- 95/96 -11- A-61/2-95/96vement de la taxe par l'IBDE, par l 'IBGE et par Ie Ministèredes Finances.door de BIWD, door het BIM en door het Ministerie vanFinanciën te worden afgetrokken.7. Economies possiblesAvant de terminer cet exposé, je voudrais attirer l'attentionsur le fait qu'une campagne d'information sur la taxesur l'eau sera lancée dans les prochaines semaines à l'attentiondes bruxellois. Cette campagne d'information seraprincipalement axée sur des aspects préventifs.Au niveau de la consommation domestique de l'eau, uneinformation sera fournie en ce qui concerne les volumesd'eau utilisés en moyenne pour les divers besoins domestiques(baignoires, douches, lave vaisselle, lave linge,chasses d'eau, etc) et les possibilités à portée de chacunpour réduire cette consommation.Une attention particulière sera portée sur le fait que surla quantité annuelle utilisée, seul environ 1 m 1 est consommécomme boisson et que dès lors il pourrait être avantageuxpour certains d'utiliser des sources d'eau différentes quecelle du réseau de distribution, telle que par exemple l'eaude pluie.L'accent sera également mis sur les fuites d'eau. En effet,par manque d'information, la plupart des consommateursn'ont pas conscience de l'importance que peuvent avoir desfuites, aussi minimes soient-elles sur leur facture d'eau. Atitre d'exemple, un robinet qui coule au goutte peut avoircomme effet d'augmenter le volume d'eau consommée de35 mVan, une chasse d'eau qui fuit peut faire augmenter laconsommation de 100 voire 200 m Van.Ces chiffres représentent bien entendu des moyennesdonnées à titre indicatif.J'entends également favoriser les réutilisation ou l'installationde citernes d'eau de pluie dans les habitations, pourles usages qui ne requièrent pas d'eau potable. J'envisageen particulier de faciliter l'accès aux primes à la rénovationpour ce type de travaux.Des explications seront également fournies en ce quiconcerne l'utilisation qui sera faite des montants perçus, enmettant en évidence le fait qu'il s'agit d'une taxe intégralementaffectée à la politique d'assainissement des eaux uséesen Région de Bruxelles-Capitale.7. Mogelijke besparingenAlvorens deze uiteenzetting te beëindigen, zou ik de aandachtwillen vestigen op het feit dat in de komende wekenvoor de Brusselaars een informatiecampagne over de heffingop het water van start zal gaan. Deze informatiecampagnezal voornamelijk gericht zijn op de preventieveaspecten.Op het vlak van het waterverbruik voor huishoudelijkedoeleinden zal informatie worden verstrekt wat de gemiddeldgebruikte watervolumes betreft voor de verscheidenebehoeften van huishoudelijke aard (baden, douches, vaatwas,wasmachine, doorspoeling, enz.) en de mogelijkhedendie in ieders bereik liggen om dit verbruik te verminderen.Er zal vooral rekening worden gehouden met het feit datop de jaarlijkse gebruikte hoeveelheid er slechts ongeveerl m 3 als drinkwater wordt verbruikt en dat het bijgevolgvoor sommigen voordelig zou zijn andere waterbronnenaan te wenden dan die van het watervoorzieningsnet, zoalsbijvoorbeeld het regenwater.Ook zal nadruk worden gelegd op de waterlekken. Inderdaad,door gebrek aan informatie, zijn de meeste verbruikerser zich niet van bewust hoe belangrijke gevolgen lekkenkunnen hebben, hoe miniem ze ook zijn op hun waterfactuur.Bij wijze van voorbeeld, kan een kraan diedruppelt, een toename van het verbruikt watervolume met35 m' 1 als gevolg hebben; een waterdoorspoeling die lekt,kan het verbruik doen verhogen met 100 zelfs 200 mVjaar.Deze cijfers zijn vanzelfsprekend gemiddelden die terinformatie worden gegeven.Ik ben tevens voornemens het hergebruik en de installatievan reservoirs met regenwater in de woningen te bevorderen,voor het gebruik dat geen drinkwater vergt. Ik overweegin het bijzonder de toegang tot de renovatiepremicsvoor dit type werkzaamheden te vergemakkelijken.Tevens zal uitleg worden gegeven over het gebruik datzal worden gemaakt van de geïnde bedragen, waarbij denadruk zal worden gelegd op het feit dat het gaat om eenheffing integraal bestemd voor het gezondmakingsbeleidvan het afvalwater in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.8. ConclusionsEn conclusion, je tiens à dire que le texte qui vous estprésenté est le fruit d'une mûre réflexion menée à la fois parl'IBGE, par l'IBDE et par mon cabinet.8. BesluitenTot besluit wens ik te zeggen dat de tekst die u wordtvoorgelegd, het resultaat is van rijp beraad door het BIM, deBIWD en door mijn Kabinet.

A-61/2- 95/96 -12- A.61/2 - 95/96Mon souci a en effet été de faire en sorte que la levée enRégion bruxelloise d'une taxe sur l'eau s'inscrive dans unevision politique cohérente qui ne se résume pas uniquementà la recherche de moyens nouveaux. En intégrant à ce textela notion de «taxe affectée», de nombreux aspects préventifs,ainsi qu'une nouvelle volonté planificatrice dans ledomaine de l'eau, je vous soumets aujourd'hui un authentiqueinstrument d'éco-fiscalité qui procède d'une analysetransversale qui, j'en suis convaincu servira de modèle àd'autres pays ou aux autres régions.Mijn bekommernis bestond er immers in te bewerkstelligendat de heffing in het Brusselse Gewest van een heffingop het water in de lijn ligt van een samenhangende politiekevisie die zich niet enkel beperkt tot het zoeken naar nieuwemiddelen. Door in deze tekst het begrip «bestemde heffing»,talrijke preventieve aspecten en een nieuw planningsstreveninzake waterbeleid op te nemen, stel ik u vandaageen authentiek milieubelastingsinstrument voor dat helresultaat is van een transversale analyse die, zoals ik ervanovertuigd ben, als model zal dienen voor andere landen ofandere gewesten.II. Exposé de l'auteurde la propositionLorsque son groupe a déposé, il y a quatre ans déjà, uneproposition de création d'une redevance sur le déversementdes eaux usées, ses motivations étaient fort semblables àcelles exprimées dans l'exposé des motifs du projet duGouvernement.L'épuration des eaux usées de la Région bruxelloiseapparaissait comme une obligation, aussi bien vis-à-vis deshabitants de la ville, que vis-à-vis de ceux des Régions voisineset plus particulièrement de la population en aval deBruxelles qui héritait de la pollution que Bruxelles déversedans les cours d'eau. Bien plus, la volonté de l'auteur d'uncomportement responsable dépassait le cadre de notreépoque car il ne veut pas léguer aux générations futures uncadre de vie dégradé. Il pense plus précisément à la Mer duNord dont le dépérissement est causé par les rejets polluantsvenus des terres.Déjà à l'époque, des Conventions internationales contraignaientBruxelles à prendre des mesures énergiques(convention Mer du Nord). Mais l'auteur savait que le coûtde l'épuration était énorme et que la Région bruxelloisen'aurait jamais les moyens de la réaliser sans rassembler lesmoyens financiers nécessaires. L'auteur estimait alors lecoût global des investissements à l'épuration à 25 milliardset il n'ignorait pas que depuis 1981, année de la mise enoeuvre du plan directeur pour l'assainissement des eaux àBruxelles, à peine 1 milliard avait été dépensé. Il y avaitdonc urgence à agir et en déposant la proposition l'auteurespérait activer un Exécutif un peu inerte. Hélas, les tergiversationsont duré et malgré les inscriptions successives àquatre budgets, la taxe sur les eaux usées ne vit pas le jour.Au début de cette législature, le groupe a fait le point :cette fois, le coût actualisé de l'épuration des eaux étaitestimé à 30 milliards et un peu plus de 2 milliards avaientété dépensés en 15 ans. Une directive européenne nousenjoint d'épurer la totalité de nos eaux (agglomération deplus de 15.000 équivalents-habitant/an) d'ici l'an 2000. Ledossier était donc enlisé et les auteurs ont donc redéposé laII. Uiteenzetting van de indienervan het voorstelToen zijn fractie vier jaar geleden reeds een voorstelindiende tot instelling van een heffing op de lozing vanafvalwater, waren de beweegredenen nagenoeg dezelfde alsdie welke geformuleerd zijn in de memorie van toelichtingvan het ontwerp van de regering.De zuivering van het afvalwater van het Brussels HoofdstedelijkGewest bleek een noodzaak te zijn, zowel voor deBrusselaars, als voor de inwoners van de buurgewesten enin het bijzonder die van het buurgewest stroom afwaartswaar het vervuilde water naartoe stroomt. De indiener woubovendien toekomstgericht handelen want hij wou dekomende generaties geen aangetast milieu nalaten; hijdenkt met name aan de Noordzee die vervuild wordt dooidelozingen vanuit het land.Reeds toen bestonden er internationale verdragen dieBrussel verplichtten doortastend op te treden (het Noordzeeverdrag).De indiener wist dat de kosten voor de zuiveringzeer hoog waren en dat het Brussels HoofdstedelijkGewest dat niet zou aankunnen zonder de nodige financiëlemiddelen. Hij raamde dan ook de totaalkost van de investeringenvoor de zuivering op 25 miljard. Hij wist dat ersedert 1981, het jaar van de uitvoering van het richtplanvoor de waterzuivering in Brussel, amper l miljard uitgegevenwas. Het werd dus hoog tijd iets te ondernemen enmet het voorstel hoopte hij de Executieve, die bij de pakkenbleef zitten, ertoe aan te sporen maatregelen te nemen.Helaas is zij blijven treuzelen en, ondanks de opeenvolgendeinschrijvingen op vier begrotingen, is de heffing ophet afvalwater er nooit gekomen.Aan het begin van deze zittingsperiode heeft de fractieeen balans opgemaakt : de huidige kost van de waterzuiveringwordt op 30 miljard geraamd en iets meer dan tweemiljard zijn in vijftien jaar uitgegeven. Een Europese richtlijnverplicht ons al het afvalwater (agglomeratie van meerdan 15.000 Equivalent-inwoner/jaar) te zuiveren tegen hetjaar 2000. De zaak zat dus in het slop en de indieners heb-

A-61/2- 95/96 -13- A-61/2-95/96même proposition, même si l'expérience acquise depuislors aurait pu les inciter à modifier le texte.Celui-ci était basé sur le principe du pollueur/payeur ets'articulait autour de deux volets :- l'un pour les particuliers consommant peu d'eau et ydéversant une pollution de type organique et des détergents;- l'autre concernant les entreprises plus grandes consommatricesd'eau et rejetant parfois des substancestoxiques.Dans chaque cas, les auteurs établissaient une formuledestinée à demander à chaque pollueur, petit ou grand, unecontribution proportionnelle à la charge polluante émise.L'auteur principal constate avec plaisir que leGouvernement a retenu exactement la même philosophiepour son projet et il sera donc plus facile de comparer ce quiles unil et ce qui les différencie. La volonté constructive del'auteur, déjà affirmée ici, se traduira donc par la volonté dejuger si le texte du Gouvernement remplit bien ses objectifsénoncés, plus particulièrement sur les plans de la faisabilité,de l'équité et de la justice sociale, des considérations essentiellespour son groupe, dans un texte de loi qui s'apparented'abord à la fiscalité environnementale.L'auteur s'attachera plus aux aspects politiques du textequ'à ses détails techniques mais en étant, sur ce point, attentifà l'applicabilité du projet d'ordonnance.ben hetzelfde voorstel opnieuw ingediend, ook al hadden zeop grond van de sindsdien opgedane ervaring de tekst kunnenwijzigen.De tekst stoelde op het principe dat de vervuiler betaalten bevatte twee delen :- een deel had betrekking op particulieren die weinigwater verbruiken en het organisch en met detergentenvervuilen;- een ander deel richtte zich tot de ondernemingen diemeer water verbruiken en soms giftige stoffen lozen.Voor elk geval hadden de indieners een formule die vaniedere vervuiler, groot of klein, een bijdrage vraagt die inverhouding staat tot de vervuiling.Het verheugt de hoofdindiener dat de regering hetzelfdedoel nastreeft met haar ontwerp. Het zal dus gemakkelijkerzijn de punten van overeenkomst en verschil te vergelijken.De indiener bevestigt dan ook zijn constructieve houding enhij zal dus in dezelfde geest oordelen of de tekst van deregering wel degelijk aan zijn doelstellingen beantwoordt,meer in het bijzonder op het vlak van de haalbaarheid, debillijkheid en de sociale rechtvaardigheid. Zijn fractie vindtzulks van essentieel belang in een wettekst die op de eersteplaats met milieuheffingen te maken heeft.De indiener zal meer belang hechten aan de politiekeaspecten van de tekst dan aan de technische details, maarzal op dit punt toezien op de uitvoering van het ontwerp vanordonnantie.III. Discussion généraleExposé d'un représentant de la CIBE sur l'élaborationde la taxe sur les eaux uséesDonnéesSix facteurs déterminants interviennent dans la formuleélaborée pour calculer la taxe sur les eaux usées:* le choix des polluants;* le niveau de la taxe en fonction de la nature du polluant;* un même polluant, une même taxe (principe d'équité);* les références utilisées : européennes, nationales et internationales;III. Algemene besprekingUiteenzetting van een vertegenwoordiger van de BIWMover de invoering van een heffing op het afvalwaterGegevensBij de berekening van de heffing op het afvalwater wordtrekening gehouden met zes belangrijke factoren, namelijk:* de keuze van de verontreinigende stoffen;* de hoogte van de heffing afhankelijk van de aard van deverontreinigende stof;* dezelfde heffing voor dezelfde verontreinigende stof(beginsel van billijkheid);* de gebruikte referenties: Europees, nationaal en internationaal;

A-61/2- 95/96 14- A-61/2-95/96* la formule devait être réaliste et crédible à la fois sur lesplans politique, juridique, scientifique et économique;* la charge de la taxe devait être évolutive en fonction despolluants supplémentaires, de la tarification et de l'épuration.* de formule diende realistisch en geloofwaardig te zijn oppolitiek, juridisch, wetenschappelijk en economischvlak;* het bedrag van de heffing diende aangepast te kunnenworden aan de bijkomende verontreinigende stoffen, detarifering en de zuivering.MéthodologieA partir de la documentation qui reprenait les texteslégaux de différentes régions et différents pays, un diagrammede flux a été élaboré qui a mené à l'élaborationd'une formule reprenant deux termes; un terme, fonction duvolume des eaux usées et un second terme, fonction de lacharge polluante.Ensuite, une formulation générale a été élaborée en classifiantles usages et un modèle mathématique combiné a étéréalisé pour pouvoir tenir compte des incidences économiques.En partant des différentes législations, que ce soitwallonne, flamande, néerlandaise, française, anglaise, unecomparaison économique des redevances a été réalisée pouréviter des distorsions. A partir de là, un lissage a été effectuécar il y a ± 100 secteurs avec chaque fois environ cinqsous-secteurs, ce qui représente ± 500 secteurs. Ensuite, despropositions ont été discutées et analysées en groupe et enfait le travail a été bouclé au niveau du Cabinet ministériel.MethodologieAan de hand van de documentatie over de wetteksten vanverschillende gewesten en landen, werd een fluxdiagramopgesteld dat als basis gediend heeft voor een formule mettwee termen. Een eerste term die functie is van het volumeafvalwater en een tweede term die functie is van de vuilvracht.Vervolgens werd een algemene formulering uitgewerktmet een classificatie van het gebruik. Een gecombineerdwiskundig model is opgesteld om rekening te houden metde economische repercussies. Op grond van verschillendewetgevingen, namelijk de Waalse, Vlaamse, Nederlandse,Franse en de Engelse, werd een economische vergelijkingvan de heffingen gemaakt om distorsies te voorkomen.Daarna heeft men de cijfergegevens moeten corrigerenwant er zijn ongeveer 100 sectoren met telkens ongeveervijf subsectoren, wat in totaal ongeveer 500 sectoren is.Enkele voorstellen werden groepsgewijs besproken en geanalyseerden op het kabinet heeft men de laatste handgelegd.RésultatsLes résultats de ce travail sont naturellement le projet detaxe sur le déversement des eaux usées. D'un côté, on a lataxe pour l'usage domestique de l'eau ou assimilé (entreprisesemployant moins de sept personnes). Cette taxe estde 14 F par m 1 d'eau déversée. Par souci d'équité, le secteurdomestique ou assimilé peut également demander que lataxe soit calculée selon la formule valable pour les usagesautres que domestiques en fonction du volume et de lacharge polluante réelle.Le volume d'eau déversé calculé est la somme de deuxéléments: le volume fourni par le distributeur d'eau ainsique le volume capté. L'eau captée est soit mesurée par undébilmètrc, soit calculée en fonction de la capacité de lapompe installée.Les usagers domestiques peuvent également contestercette taxation forfaitaire et passer à la deuxième possibilité,c'est-à-dire à la formule qui prend en compte à la fois l'effetvolume et l'effet de la charge polluante. La taxe est égaleà a Vr + B Cp.ResultatenEen en ander resulteerde in dit ontwerp tot invoering vaneen heffing op de lozing van afvalwater. Enerzijds is er deheffing op het huishoudelijk gebruik van het water en hetdaarmee gelijkgesteld gebruik (bedrijven die minder danzeven personen tewerkstellen). Deze heffing bedraagt14 frank per m 1 geloosd water. Billijkheidshalve kan dehuishoudelijke of de daarmee gelijkgestelde sector vragendat de heffing berekend wordt aan de hand van de formulevoor het niet-huishoudelijk gebruik waarbij rekening wordtgehouden met het volume en de werkelijke vuilvracht.Het berekende volume geloosd water is de optelsom vantwee elementen, namelijk het volume water dat door dewaterleidingmaatschappij wordt geleverd en het volumegewonnen water. Het gewonnen water wordt gemeten dooreen debietmeter of berekend aan de hand van een formulevolgens het debiet van de pomp.Wie water verbruikt voor huishoudelijk gebruik, kandeze forfaitaire heffing betwisten en de tweede mogelijkheidkiezen, dit is de formule die rekening houdt met hetvolume en de vuilvracht. De heffing is gelijk aan a Vr +BCp.

A-61/2- 95/96 -15- A-61/2-95/96Le représentant de la CIBE signale que certaines législationsne prévoient qu'un élément mais que, par soucid'équité, le Gouvernement de Bruxelles-Capitale a optépour une formule de taxation en fonction à la fois du volumeet de la charge polluante. La formule varie en fonction dufait que les eaux sont rejetées à l'égout public ou pas. Sielles ne sont pas rejetées à I 'égout public, la formule devientT = 0,018 CP. Si les eaux sont déversées à l'égout public, laformule est la suivante : T = 3,1 VR + 0,014 CP.De vertegenwoordiger van de BIWM wijst erop dat menzich in sommige wetteksten beperkt tot een term, maar deBrusselse Hoofdstedelijke Regering heeft uit billijkheidgekozen vooreen heffingsformule die zowel het volume alsde vuilvracht in rekening brengt. De formule is verschillendnaargelang het water in openbare riolen geloosd wordt ofniet. Als het water niet in openbare riolen geloosd wordt,wordt de formule T = 0,018 Cp. Indien het water in de openbareriolen geloosd wordt, wordt de formule T = 3,1 Vr +0,014 Cp.Charge polluanteDeux calculs sont possibles pour la charge polluanteselon que le nombre d'unités de pollution est inférieur à 20millions si les eaux usées sont rejetées dans les égouts et à5 millions si les eaux usées sont rejetées dans la nappephréatique.A. Des analyses ne sont pas effectuées. A ce moment-là, lacharge polluante est une charge polluante forfaitaire calculéeen fonction du volume d'activité et d'un coefficientS qui est repris à l'annexe II.B. Des analyses sont effectuées.Si les unités de pollution sont supérieures à 20 millionspour un rejet à l'égout ou à 5 millions pour un rejet dans lanappe phréatique, la charge polluante est la charge polluanteréelle et elle est calculée en fonction des volumes derejet et des concentrations en matière en suspension, matièresoxydables, nutriments et métaux lourds.Après avoir effectué une comparaison avec ce qui existedans les deux autres Régions, en France, aux Pays-Bas, enAllemagne et au Royaume-Uni, une pondération des différentesmatières polluantes en fonction de leur toxicité a étéeffectuée.Le résultat en est l'annexe I.L'annexe I reprend les différents coefficients de pondérationpour les matières taxées.L'annexe n reprend les activités et la dernière colonnespécifie le calcul des unités de pollution par unité d'activité.Et en fait, cette annexe reprend les différents secteurs etsous-secteurs. Cette annexe peut être lue par activité; lerésultat du calcul est mentionné en dernière colonne: S(unité de pollution/unité d'activité). Le détail des treizecoefficients est donné pour que l'industriel puisse évaluerlui-même s'il lui est plus favorable d'avoir recours à la taxeforfaitaire ou à la taxe calculée sur la charge polluanteréelle.C'est dès lors l'industriel lui-même qui déterminera s'ila intérêt à faire effectuer les analyses de ses eaux usées.***VuilvrachtDe vuilvracht kan op twee manieren berekend wordennaargelang het aantal vervuilingseenheden lager is dan 20miljoen in het geval van lozing in riolen, of 5 miljoen eenhedenbedraagt in het geval van lozing in de grondwaterlaag.A. Er worden geen analyses uitgevoerd. In dat geval is devuilvracht een forfaitaire vuilvracht berekend volgenshet activiteitenvolume en een coëfficiënt S vermeld inbijlage II.B. Er worden analyses uitgevoerd.Indien de vervuilingseenheden hoger zijn dan 20 miljoenin het geval van lozing in de riolen of hoger dan 5 miljoenin het geval van lozing in de grondwaterlaag, is de vuilvrachtgelijk aan de werkelijke vuilvracht en wordt ze berekendop grond van de lozingsvolumes en de concentratieszwevende stoffen, oxydeerbare stoffen, voedingsstoffen enzware metalen.Nadat we de maatregelen vergeleken hadden in de tweeandere Gewesten, Frankrijk, Nederland, Duitsland en hetVerenigd Koninkrijk, hebben we de verschillende vervuilendestoffen gewogen naar gelang van hun giftigheid.Het resultaat ervan is opgenomen in bijlage I.Bijlage I geeft de verschillende wegingscoëfficiëntenvoor de belaste stoffen weer.Bijlage n geeft de activiteiten weer en de laatste kolomgeeft de gedetailleerde berekeningswijze van de vervuilingseenhedenper activiteitseenheid weer. Deze bijlageomvat eigenlijk de verschillende sectoren en de ondersectoren.Deze bijlage kan per activiteit gelezen worden; hetresultaat van de berekening staat in de laatste kolom: S (vervuilingseenheid/activiteitseenheid).De dertien coëfficiëntenworden gespecificeerd. Aldus kan de bedrijfsleider zelfoordelen of het interessanter is een forfaitaire heffing te vragendan wel een heffing berekend op grond van de werkelijkevuilvracht.De bedrijfsleider zelf zal dus uitmaken of hij er belangbij heeft analyses van zijn afvalwater te laten uitvoeren.

A-61/2 - 95/96 -16- A-61/2-95/96Un commissaire s'interroge quant à l'effet dissuasifdansle calcul de la taxe pour que l'industriel ne rejette pas seseaux usées dans la nappe phréatique.Le ministre souligne qu'il y a plusieurs effets dissuasifs.Lorsque les eaux usées ne sont pas rejetées à l'égout, la taxeest proportionnelle à la charge polluante corrigée par unparamètre, un coefficient de 0,018 au lieu de 0,014 dans lecas où les eaux sont rejetées à l'égout. Secundo, il faut uneautorisation de rejet d'eaux usées et celles-ci favorisent lesrejets en égouts par rapport à ceux en eaux de surface et tertio,il faut également avoir l'infrastructure nécessaire pourpouvoir effectuer ces rejets.Un membre rappelle que lors de la discussion budgétaire,en décembre 1995 il avait demandé le plan pluriannuel desinvestissements pour la politique de l'eau étant donné l'encoursde 4 milliards en crédits dissociés.Le ministre vient d'affirmer que la taxe rapporterait 350millions alors qu'au budget, sont inscrits 760 millions.Sur ce dernier point, le ministre précise d'ores et déjà quela différence entre l'apport attendu de la taxe et l'apport réels'explique par le fait que l'année 1996 ne sera pas couverteentièrement.Un commissaire souhaite aborder le point de la campagned'information que le ministre va entreprendre en vued'informer les consommateurs et de diminuer en fait leurconsommation d'eau.Il s'inquiète de la diminution de bénéfices pour les intercommunales.Est-ce réellement bénéfique pour ces dernières?Il souligne, par ailleurs, que des personnes non reliéesaux égouts (à Uccle 30% des habitants sont dans le cas)devront payer cette taxe; dans quelle mesure ces gens doivent-ilspayer pour un service dont ils ne jouissent pas?Le commissaire se demande par ailleurs pourquoi on nepourrait pas renverser la présomption en faveur du consommateur;en effet, comment le consommateur qui paiera unetaxe de ± 500 F/an/personne pourra-t-il payer des analysesqui lui reviendraient déjà à 2.000 F; s'il a une fosse septique,pourquoi doit-il encore payer cette taxe? Ces analysesne peuvent-elles pas être financées par les pouvoirs publics?Le membre constate que dans la logique du projet d'ordonnance,toute eau qui est utilisée pour l'arrosage du jardinne devrait pas être taxée étant donnée qu'elle retournesans pollution à la nappe phréatique. Ici aussi, il faudraitune présomption en faveur du consommateur tout commeEen lid van de commissie vraagt hoe men bij de berekeningvan de heffing de bedrijfsleider ervan kan overtuigenzijn afvalwater niet in het grondwater te lozen.De minister wijst erop dat er verscheidene ontradingseffectenzijn. Wanneer het afvalwater niet in de riool geloosdwordt, is de heffing evenredig met de vuilvracht gecorrigeerddoor een parameter, te weten een coëfficiënt van0,018 in de plaats van 0,014, die geldt voor de lozing vanafvalwater in de riool. Ten tweede is er een vergunningnodig voor de lozing van afvalwater, wat er de gebruikerstoe aanzet het water eerder in de rioleringen te lozen dan inde oppervlaktewateren. Ten derde is er ook een infrastructuurvereist om dat afvalwater te kunnen lozen.Een lid herinnert eraan dat hij op het ogenblik van debegrotingsbespreking in december 1995, om het meerjarenplanvoor de investeringen in het kader van het waterbeleidheeft gevraagd, in het licht van het uitstaande bedrag van4 miljard gesplitste kredieten.De minister heeft zopas verklaard dat de heffing 350 miljoenzal opbrengen, terwijl een bedrag van 760 miljoen opde begroting ingeschreven is.In verband met dit laatste punt zegt de minister nu reedsdat het verschil tussen de verwachte opbrengst van de heffingen de werkelijke opbrengst, te verklaren valt door hetfeit dat het slechts over een gedeelte van 1996 zal gaan.Een lid van de commissie wil het hebben over de voorlichtingscampagnedie de minister zal opzetten om deconsumenten op de hoogte te brengen en aldus hun waterverbruikte verminderen.Hij is verontrust over de verminderde winst van de intercommunales.Hebben ze daar werkelijk baat bij?Het lid onderstreept voorts dat personen die niet op deriolen aangesloten zijn (zoals 30% van de inwoners vanUkkel) deze heffing zullen moeten betalen; in welke matemoeten deze mensen betalen voor een dienst waar zij nietsaan hebben?Het lid vraagt zich voorts af waarom men het vermoedenniet doet gelden voor de consument; hoe kan een consumentdie een heffing van ongeveer 500 frank/jaar/persoonbetaalt, immers analyses bekostigen van 2.000 frank? Alshij een septic tank heeft, waarom moet hij dan nog de heffingbetalen? Kan de overheid deze analyses niet betalen?Het lid stelt vast dat, indien men de redenering van hetontwerp van ordonnantie volgt, het water voor het besproeienvan de tuin vrijgesteld zou moeten worden van deheffing, aangezien het water onvervuild in het grondwaterterugkeert. Ook hier zou het vermoeden in het voordeel van

A-61/2- 95/96 17- A-61/2-95/96pour les gens qui possèdent une piscine ou un petit étang oùl'eau retourne sans problème à la nature.Enfin, le commissaire constate qu'en fait toute eau achetéeou captée est taxée. Pourtant, dans l'eau captée, il y ad'une part l'eau captée dans la nappe phréatique et par ailleursl'eau de pluie qui est recueillie. Il faudrait exclure dela taxation l'eau de pluie qui est accumulée dans une citerne.Un commissaire se demande si la taxe est sujette à laTVA.En ce qui concerne la planification des investissements,le ministre a demandé une évaluation des investissementsprévus par le nouveau service de l'AED qui a été instaurépour l'eau.Quant à l'imputation budgétaire, le ministre renvoie àl'article 49; il va de soi que la Région ne pourra taxer rétroactivement.Les factures ne reprendront le versement anticipé de lataxe due que pour l'eau fournie à partir de la date d'entréeen vigueur de l'ordonnance.Le ministre précise que les particuliers qui paient leurfacture d'eau 1996 avant l'entrée en vigueur de l'ordonnancen'auront naturellement pas à payer de versementsanticipés.Le ministre précise qu'il y a lieu d'examiner ce problèmeconjointement avec celui du renversement de la présomptionque l'eau acquise ou captée est consommée: le ministreannonce que le Gouvernement déposera un amendement àl'article 8 permettant au redevable usagé d'eau domestiquede renverser cette présomption.En ce qui concerne les interventions d'un membre etnotamment sa préoccupation pour les bénéfices des intercommunalesqui seraient des dividendes en moins pour lescommunes, le ministre souligne que tant le Gouvernementde la Région de Bruxelles-Capitale que les intercommunalesfavoriseront toutes les économies possibles pour nepas gaspiller la ressource naturelle qu'est l'eau. L'eau estune denrée rare que l'on ne peut galvauder. Même s'il n'y apas de pénurie d'eau à Bruxelles, l'on ne peut se permettrece gaspillage.Tant la CIBE que l'IBDE optent par ailleurs pour lamême position et tentent d'améliorer le rendement dureseau bruxellois de distribution.L'article 3 sera aménagé afin de répondre aux préoccupationsdes personnes qui disposent de citernes récoltantl'eau de pluie.de verbruiker moeten gelden, net zoals voor de mensen dieeen zwembad of een kleine vijver hebben waarvan hetwater terug naar de natuur vloeit.Het lid stelt vast dat in feite al het gekochte of gewonnenwater belast wordt. Het gewonnen water bestaat echterenerzijds uit het water gewonnen uit de grondwaterlaag enanderzijds uit het opgevangen regenwater. Het regenwaterdat in regenputten opgevangen wordt, zou buiten de toepassingvan de heffing moeten vallen.Een lid van de commissie vraagt zich af of op de heffingBTW verschuldigd is.In verband met de planning van de investeringen, heeftde minister een evaluatie van de investeringen gevraagd diede nieuwe dienst van het BUV, belast met het water, plant.Wat de inschrijving op de begroting betreft, verwijst deminister naar artikel 49. Het spreekt vanzelf dat het Gewestde heffing niet met terugwerking zal kunnen invoeren.Op de facturen zal alleen de voorafbetaling worden vermeldvan de heffing die verschuldigd is voor het water datna de datum van inwerkingtreding van de ordonnantie isgeleverd.De minister preciseert dat de individuen die de rekeningvan het water betalen vóór de datum van inwerkingtredingvan de ordonnantie voor 1996 uiteraard geen voorafbetalingenzullen moeten doen.De minister preciseert dat dit probleem dient te wordenonderzocht samen met dat van de omkering van het vermoedendat het verworven of gewonnen water verbruikt is :de minister deelt mede dat de regering een amendement zalindienen op artikel 8 om het de heffingsplichtige die watergebruikt voor huishoudelijke doeleinden mogelijk te makendit vermoeden om te keren.In verband met de opmerkingen van een lid, en in het bijzonderzijn bezorgdheid over de verminderde winst van deintercommunales die minder dividenden zou opleverenvoor de gemeenten, onderstreept de minister dat zowel deBrusselse Hoofdstedelijke Regering als de intercommunalesalles in het werk zullen stellen om de natuurlijke rijkdomdie het water is, niet te verkwisten. Water is eenschaars goed dat niet verkwanseld mag worden, ook al is ergeen watertekort in Brussel.Zowel de BIWM als de BIWD delen dit standpunt enstreven naar een beter rendement van het waterleidingnet.Artikel 3 zal worden aangepast teneinde tegemoet tekomen aan de bezorgdheid van de personen die het regenwateropvangen in een put.

A-61/2- 95/96 -18- A-61/2-95/96Un membre a pris bonne note que le rendement brut dela taxe sera de ± 760 millions. Il souhaite savoir si leministre connaît déjà la répartition entre les usages domestiqueset assimilés, c'est-à-dire les entreprises de moins desept personnes et les particuliers d'une part et le secteurindustriel d'autre part.Le ministre précise que ce montant n'est pas encore précis.Le Gouvernement s'est attaché à modaliser la taxe detelle façon qu'elle atteigne réellement son objectif écologique.Le principe de base est que la taxe est fonction de la pollutioncausée par les eaux usées.Un autre souci du Gouvernement a été de garantir à laRégion un paiement correct de cette taxe en appliquant unprincipe en vigueur au niveau fédéral (le précompte professionnelou le versement anticipé): un acompte valant danscertains cas impôt sera dû à l'occasion du décompte fournipar l'IBDE reprenant le relevé de la consommation.S'il convient d'appliquer le principe de la taxe en fonctionde la pollution, il faut par contre également tenircompte des difficultés administratives de calculer cette pollutionauprès de tous les redevables. Pour éviter un surcroîtde tonnai isme pour l'usage domestique de l'eau, le Gouvernementa opté pour une taxe forfaitaire de 14 F par m'saufsi le consommateur privé ou assimilé (les entreprises demoins de sept personnes) décide d'opter pour un calcul réelparce qu'il estime que sa charge polluante ou son volumerejeté sont moins importants que ce qu'ils peuvent être évaluésau forfait.Pour les consommateurs privés qui ne choisissent pas ledroit d'option, le versement anticipé vaudra taxe et ceux-ciseront exonérés de déclaration.Dès lors, pour la très grande majorité des Bruxellois, lataxe n'engendrera aucune formalité. Personne n'aime payerde taxe mais elle est encore moins bien perçue lorsqu'elleest accompagnée de formalités à accomplir.Le concept de versement anticipé se doit d'être expliquéface, à deux autres concepts, celui de période imposable etcelui d'exercice d'imposition. La période imposable est lapériode sur base de laquelle on impose la taxe et l'exerciced'imposition est l'année civile à laquelle on rattache la taxe.Cette distinction est faite pour des raisons de bonne gestionet de facilité. Le projet d'ordonnance s'inspire en lamatière totalement du code des impôts sur les revenus. Onlaisse la liberté au Gouvernement de fixer la période impo-Een lid neemt akte van het feit dat het brutorendemenlvan de heffing ongeveer 760 miljoen zal bedragen. Hel lidwil weten of de minister reeds de verhouding kent tussenenerzijds het huishoudelijk en daarmee gelijkgesteld verbruik,dit is het verbruik van de bedrijven met minder danzeven personen en van de individuen, en anderzijds het verbruikvan de bedrijven.De minister preciseert dat het bedrag nog niet preciesgekend is.De regering heeft er werk van gemaakt om via de heffinghet ecologisch opzet ervan echt te bereiken.Het basisprincipe is dat de heffing in verhouding staat tolde vervuiling die het afvalwater veroorzaakt.Een andere zorg van de regering bestond erin het Gewestte garanderen dat deze heffing correct wordt betaald dooreen principe van de federale overheid toe te passen (debedrijfsvoorheffing of de voorafbetaling) : op het ogenblikdat de BIWD de afrekening bezorgt met de opmeting vanhet verbruik zal een voorschot moeten worden betaald datin sommige gevallen zal gelden als heffing.Het principe dat de heffing in verhouding moet staan totde vervuiling moet weliswaar worden toegepast, maar mendient tevens rekening te houden met de administratieve problemendie gepaard gaan met het berekenen van deze vervuilingvoor alle heffingsplichtigen. Om de formaliteitenvoor het huishoudelijk waterverbruik tot een minimum tebeperken, legt de regering een forfaitaire heffing van14 frank per m-' op, tenzij de particuliere of hiermee gelijkgesteldeverbruiker (de bedrijven met minder dan zevenpersonen) een reële berekening verkiest, omdat hij vindt datzijn vuilvracht of het volume dat hij loost minder zijn danforfaitair kan worden geraamd.De voorafbetalingen van de privé-personen die niet opterenvoor de keuzemogelijkheid gelden als betaling van deheffing en deze personen worden vrijgesteld van aangifte.Voor de overgrote meerderheid van de Brusselaars zal debelasting geen enkele formaliteit meebrengen. Niemandbetaalt graag belastingen, maar het gebeurt met nog meertegenzin als er nog formaliteiten vervuld moeten worden.Voor een beter begrip van de voorafbetaling, moeten weook nog twee andere begrippen uitleggen: de aanslagperiodeen het aanslagjaar. De aanslagperiode is de periodeop basis waarvan de heffing wordt bepaald en het aanslagjaaris het kalenderjaar tijdens hetwelk de heffing wordtgevestigd.Er wordt een onderscheid gemaakt ter wille van een goedbeheer en om een en ander eenvoudiger te maken. Voor hetontwerp van ordonnantie heeft het wetboek van de inkomstenbelastingenmodel gestaan. De regering mag het belast-

A-61/2- 95/96 -19- A-61/2-95/96sable, ce qui permet notamment de rencontrer les problèmesauxquels certaines entreprises sont notamment confrontées,en cas de création en cours d'année ou de cessation d'activités.Le ministre transmet une note exposant les principesqu'il compte suivre à cet égard (voir annexe II au rapport).Le versement anticipé sera perçu par l'IBDE au momentdu paiement de la facture d'eau annuelle par le consommateur.En régime de croisière - par exemple en ] 999 - tous lesredevables domestiques vont recevoir la demande de paiementde la taxe sur base de leur consommation annuelle. Siles consommateurs domestiques optent pour la taxe calculéesur base de la pollution réelle, des analyses leur serontimposées ainsi que la mesure du débit. L'année civileconcernée sera donc 1999 et l'exercice d'imposition seral'an 2000, tant pour les consommateurs taxés forfaitairementque pour ceux taxés sur leur pollution réelle.En ce qui concerne les usages autres que domestiques,les consommateurs sont soumis à des analyses de la chargepolluante ainsi qu'à une mesure du débit des eaux uséesrejetées. Toutefois, par dérogation, les entreprises qui rejettentdes eaux usées dont la charge polluante est inférieure àun certain seuil fixé dans le projet d'ordonnance, peuventpasser par la formule forfaitaire. Comme les comptes annuelsdes entreprises se clôturent pour la plupart égalementau 31 décembre, dans ce cas-ci l'imposition sera égalementdécalée d'un an.En ce qui concerne la première période imposable, ils'agit d'une période particulière puisque ce ne sera pas unexercice plein.Pour les usagers qui auront reçu leur relevé de consommationd'eau avant l'entrée en vigueur de la taxe, ils nepaieront rien en 1996 mais dans d'autres communes, celuiqui reçoit son relevé juste après l'entrée en vigueur auraitlui à payer la taxe en 1996. C'est la raison pour laquelle unarrêté à prendre après l'entrée en vigueur de l'ordonnanceest actuellement à l'étude. Il définirait comme premièrepériode imposable le moment entre l'entrée en vigueur de lataxe et le 31 décembre 1997.Le membre se demande s'il n'est pas possible de relevertous les compteurs au 31 décembre.L'expert du ministre précise que, comme l'IBDE lesignalera par ailleurs, techniquement il est impossibled'avoir relevé tous les compteurs au 31 décembre.Un commissaire suppose que si le Gouvernement ademandé à son expert en droit fiscal de faire un exposé,baar tijdperk vrij bepalen, zodat men onder meer een oplossingkan vinden voor de problemen waarmee bepaaldebedrijven te kampen hebben die in de loop van het jaar wordenopgericht of gesloten.De minister overhandigt een nota waarin de principes diehij in dit verband wenst te hanteren, worden uiteengezet (ziebijlage II van het verslag).De voorafbetaling wordt geïnd door de BIWD op hetogenblik dat de gebruiker zijn jaarlijkse rekening van hetwater betaalt.Eens we op kruissnelheid zijn - bijvoorbeeld in 1999 -,zullen alle heffingsplichtigen die de heffing verschuldigdzijn voor het lozen van huishoudelijk afvalwater, belastworden op basis van hun jaarlijks verbruik. Indien de verbruikerswensen dat de heffing berekend wordt op basis vanhun werkelijke vervuiling, moeten ze analyses laten uitvoerenen hun debiet laten meten. Het kalenderjaar in kwestieis dus 1999 en het aanslagjaar het jaar 2000, zowel voor deverbruikers die forfaitair belast worden als voor de verbruikersdie op basis van hun werkelijke vervuiling belast worden.Wat het niet-huishoudelijk gebruik betreft, zal de vuilvrachtvan het geloosde afvalwater onderzocht en het debietvan het water gemeten worden. De bedrijven die waterlozen waarvan de vuilvracht lager is dan een in het ontwerpvan ordonnantie vastgelegde drempel kunnen echter eenafwijking krijgen en gebruik maken van de forfaitaire formule.Aangezien de meeste bedrijven hun jaarrekeningenop 31 december afsluiten, zal in dit geval de heffing een jaaruitgesteld worden.De eerste aanslagperiode is een bijzondere periode aangezienhet geen volledig dienstjaar is.De verbruikers die de rekening van het water voor deinwerkingtreding van de heffing krijgen, zullen in 1996niets betalen, maar wie in andere gemeenten zijn rekeningnet na de inwerkingtreding krijgt zou dan wel de heffing in1996 moeten betalen. Daarom in een besluit dat moet uitgevaardigdworden na de inwerkingtreding van de ordonnantiethans in studie. De eerste aanslagperiode zou begrepenzijn tussen de inwerkingtreding van de heffing en 31 december1997.Het lid vraagt zich af of het niet mogelijk is overal hetwaterverbruik op te meten voor 31 december.De deskundige van de minister preciseert dat het technischniet mogelijk is overal het waterverbruik op te metenvoor 31 december. Ook de BIWD is die mening toegedaan.Een lid vermoedt dat de regering haar deskundige in fiscaalrecht om een uiteenzetting gevraagd heeft, omdat ze

A-61/2-95/96 -20- A-61/2- 95/96c'est qu'il y a un risque de recours contre certaines dispositionsde l'ordonnance. Il souhaiterait savoir quels sont lespoints qui pourraient être contestés par les usagers tantdomestiques qu'industriels.vreest dat tegen sommige bepalingen van de ordonnantieberoep zal worden ingesteld. Het lid zou willen wetenwelke punten door de huishoudelijke en industriële verbruikersbetwist zouden kunnen worden.Aucune loi, aucune ordonnance ne peut éviter les risquesde recours mais l'expert du ministre souligne toutefois quele Conseil d'Etat a fait essentiellement des remarques sur laforme mais aucune observation fondamentale sur les inégalitésou recours éventuels.Er bestaat altijd een risico dat een wet of een ordonnantieaangevochten wordt, maar de deskundige van de ministerwijst erop dat de Raad van State voornamelijk opmerkingenheeft gemaakt over de vorm en geen enkele fundamenteleopmerking over de ongelijkheden of de mogelijkebetwistingen.Le ministre réitère que chaque contribuable est mis surun pied d'égalité, ce qui n'est pas le cas en Régions wallonneet flamande. Il souligne qu'il s'agit là d'une modificationsubstantielle par rapport aux autres législations dansles autres régions et pays. Le Conseil d'Etat n'a fait aucuneobservation de fond sur un manque d'égalité entre imposables.Le souci d'égalité entre redevables a été omniprésent.C'est pour cela qu'on prévoit pour les usages domestiquesla possibilité d'opter pour la taxe calculée sur la pollutionréelle et non pas sur un forfait au m 3 .De minister herhaalt dat iedere belastingplichtige gelijkbehandeld wordt, wat niet het geval is in het Vlaamse ofWaalse Gewest. Hij onderstreept dat dit een grondige wijzigingis in vergelijking met de wetsbepalingen in de andereGewesten en landen. De Raad van State heeft geen enkeleopmerking ten gronde gemaakt over een gebrek aan gelijkheidtussen de belastingplichtigen. Er werd steeds gestreefdnaar gelijkheid tussen de heffingsplichtigen. Daarom krijgtde huishoudelijke gebruiker de mogelijheid om een heffingte betalen berekend op grond van de werkelijke vervuilingin plaats van op grond van een forfaitair bedrag per m'.Le ministre souligne que le Gouvernement a égalementsouhaité qu'il y ait un strict équilibre entre les différentssecteurs industriels. Le ministre informe qu'en Région flamande,la taxe est sujette à discussion (cf. presse de ce lundi5 février) parce qu'il n'y a pas une stricte égalité entre lesdifférents secteurs industriels.De minister onderstreept dat de regering een streng evenwichtwou tussen de verschillende bedrijfssectoren. Deminister zegt dat de heffing in het Vlaamse Gewest omstredenis omdat de verschillende bedrijfssectoren niet gelijkbehandeld worden.Un membre s'interroge sur ce qui passe si un habitantdéménage. Est-il remboursé en partie de la taxe qu'il auraitpayée anticipativement?Een lid vraagt wat er gebeurt indien een inwoner verhuist.Krijgt hij een deel terug van de heffing die hij voorafbetaald heeft?L'expert du ministre précise que si cet habitant reçoit sonrelevé au 1" mai et qu'il quitte l'habitation au 1 er septembre,l'IBDE taxera proportionnellement aux mois de consommationet enverra ensuite un deuxième décompte de clôture.De deskundige van de minister preciseert dat indien dezeinwoner zijn rekening op l mei krijgt en op l septemberverhuist, de BIWD de heffing zal berekenen volgens helaantal maanden verbruik en vervolgens een tweede eindafrekeningzal sturen.Un commissaire se demande s'il y a égalité entre contribuableslorsque le coût des analyses est supérieur au coût dela taxe, ce qui est le cas pour les petits consommateurs.Een lid vraagt of de belastingplichtigen gelijk behandeldworden wanneer de kosten voor de analyses hoger zijn dande heffing, wat het geval is met de kleine verbruikers.Le ministre s'en réfère à l'amendement que le Gouvernementdéposera sur le renversement de la présomptiond'utilisation de l'eau.De minister verwijst naar het amendement dat de regeringzal indienen met betrekking tot de omkering van hetvermoeden omtrent het gebruik van het water.En réalité l'option pour une taxation de la pollution réellereste toujours ouverte et ne devrait intervenir que dans descas tout à fait particuliers. La distortion entre le coût del'analyse et de la taxe ne devrait donc pas se poser.In feite is het nog steeds mogelijk de belasting in te voerenvoorde werkelijke vervuiling, maar zulks zou slechts inuitzonderlijke gevallen geschieden. Het probleem van dediscrepantie tussen de kosten voor de analyse en de kostenvan de heffing wordt dus niet gesteld.

A-61/2- 95/96 -22- A-61/2 - 95/96connaîtraient une consommation d'eau croissante et que leGouvernement allait mener une campagne pour que leshabitants gaspillent moins d'eau en Région bruxelloise. Oren examinant toujours les mêmes indicateurs statistiques,on constate qu'en 1989 il y avait en Région bruxelloise276.698 compteurs d'eau installés et en 1994 il y en avait277.120, c'est-à-dire presque mille de plus. Or la consommationest passée de ± 57 millions en 1989 à 53 millions.Elle a dès lors déjà fortement diminué.Le membre souhaite savoir si le ministre a fait une analyseplus raffinée pour établir ce chiffre de première estimationde recettes de la taxe et si par ailleurs il a tenucompte de l'exonération pour les 7% de minimexés enRégion bruxelloise. Ou au contraire a-t-il assimilé pourcette première estimation les usages domestiques et autreset dès lors a-t-on compté pour les industriels une même taxeforfaitaire de 14 F au m 3 .Le ministre réitère que la taxe se basait sur le principe dupollueur-payeur. Idéalement, dans le futur, la recette de lataxe devrait diminuer.La taxe ayant pour objet l'épuration des eaux, le commissairesouhaite savoir s'il existe en la matière une politiquevolontariste? Le ministre peut-il soumettre à la commissionun plan d'épuration des eaux avec la planificationdes investissements à faire dans les années à venir?En ce qui concerne la notion de redevable, le membresouligne qu'on suppose là une solidarité entre les propriétaireset les locataires. Elle rappelle à cet égard qu'enRégion bruxelloise il y a beaucoup de maisons de rapportavec un seul compteur d'eau. Quel sera l'impact de la taxesur les locataires?Un commissaire regrette le mode de versement anticipatif.Son groupe aurait préféré que la taxe soit basée sur laconsommation réelle.Le projet d'ordonnance prévoit une exonération de lataxe pour les minimexés. Le Gouvernement a-t-il prévu desmesures pour les familles nombreuses ainsi que pour lesfamilles avec un revenu proche du minimex? Ces mesurespourraient être par exemple un taux préférentiel sans pourautant être une exemption totale de la taxe.Qu'en est-il des écoles et des hôpitaux qui ont desconsommations d'eau importantes?La taxe étant perçue par l'IBDE qui se charge par la suitede restituer ce montant au Ministère des finances, ce servicepeut-il être rendu gratuitement puisqu'il s'agit d'un servicepublic?Le même commissaire s'étonne que le projet d'ordonnancese centre uniquement sur la taxe à proprement parlersans mesures pour orienter les consommateurs ni pour assubruikenen dat de Regering een campagne op het getouwging zetten om de inwoners ertoe aan te sporen minderwater te verkwisten. Uit diezelfde statistieken blijkt echterdat er in 1989 276.698 watermeters in het Brussels Gewestgeïnstalleerd waren en dat dit aantal in 1994 tot 277.120was gestegen, d.w.z. met bijna meer dan l .000, maar dat hetverbruik aanzienlijk gedaald is, te weten van ± 57 miljoenm' in 1989 tot ± 53 miljoen m\Het lid vraagt of de minister een meer verfijnde analyseheeft uitgevoerd om tot die eerste ontvangstenraming tekomen en of hij er rekening mee heeft gehouden dat de 7%bestaansminimumtrekkers van het Brussels Gewest vrijstellinggenieten. Heeft hij voor die eerste raming geen onderscheidgemaakt tussen huishoudelijk en ander gebruik enbijgevolg ook voor de industrie een forfaitair bedrag van14 frank/m 1 aangerekend?De minister herhaalt dat de heffing stoelt op het beginseldat de vervuiler betaalt. Normaliter zou de ontvangst in detoekomst moeten dalen.Daar de heffing moet worden gebruikt om het afvalwaterte zuiveren, wenst het commissielid te weten of er ter zakeeen slagvaardig beleid bestaat. Kan de minister de commissieeen waterzuiveringsplan voorleggen, met een planningvan de investeringen voor de komende jaren?In verband met het begrip 'heffingsplichtige', wijst hetlid erop dat men een solidariteit onderstelt tussen de eigenaarsen de huurders. Het lid herinnert er ter zake aan dat erin het Brussels Gewest veel huurpanden zijn met maar éénmeter. Welke gevolgen heeft de heffing voor de huurders?Een commissielid betreurt de regeling van het voorafbetalenvan de heffing. Zijn fractie zou liever hebben gehad datde heffing berekend wordt op basis van het reële verbruik.Het ontwerp van ordonnantie voorziet in een vrijstellingvan de heffing voor de bestaansminimumtrekkers. Heeft deRegering maatregelen ingebouwd voor de grote gezinnenen voor de gezinnen waarvan de inkomsten rond dat minimumliggen? Men zou bijvoorbeeld een gunsttarief kunnenoverwegen in plaats van een volledige heffingsvrijstelling.En wat met grote waterverbruikers zoals scholen en ziekenhuizen?De heffing wordt geïnd door de BIWD, die het bedragdaarna aan het ministerie van financiën doorstort. Is dat gratis?Het betreft immers een openbare dienstverlening.Het verbaast hetzelfde lid dat het ontwerp van ordonnantiealleen betrekking heeft op de eigenlijke heffing en geenmaatregelen bevat om de verbruikers wegwijs te maken of

A-61/2- 95/96 -21- A-61/2-95/96Exposé d'un représentant de l'IBDEII explicite brièvement la manière de facturer. Il rappelleque pour les 19 communes bruxelloises, il y a en fait quatrepériodes où des relevés sont effectués. Pour Schaerbeek p.e.il faut plus ou moins deux mois et demi pour relever tous lescompteurs. Une personne de l'IBDE se rend au domicile duconsommateur pour effectuer le relevé, la facture est faite lanuit même et le lendemain elle est envoyée au consommateur.L'IBDE compte environ 270.000 abonnés. Dans la majoritédes cas ils reçoivent une facture annuelle. Les grosconsommateurs peuvent demander des factures tous lesdeux mois ou tous les quatre mois et pour septante-deuxconsommateurs bruxellois la facture est mensuelle. Autotal, l'IBDE traite ± 350.000 factures par an.Sur ces 350.000 factures, 30.000 factures concernent desdéménagements et 45.000 sont des factures intermédiairespour les gros consommateurs.A 15% des abonnés, l'IBDE se voit obligée d'envoyer unpremier rappel, après ce premier rappel il reste encore 6%d'impayés. Le taux d'irrécouvrables représente ± 1.000abonnés, ce qui représente un coût en fait de 20 centimes surune facture de 100 F.»**Uiteenzetting van een vertegenwoordiger van de BIVVDHij legt kort uit hoe er gefactureerd wordt. In de 19gemeenten van Brussel wordt de meter vier keer opgenomen.Om bijvoorbeeld in Schaarbeek alle meters op tenemen, is er ongeveer twee en een halve maand nodig. EenBIWD-medewerker begeeft zich ten huize van de aangesloteneen neemt er de meter op; de factuur wordt 's nachtsopgesteld en de volgende dag naar de verbruiker gestuurd.De BIWD heeft ongeveer 270.000 aangeslotenen, vanwie de meesten een jaarlijkse factuur ontvangen. De groteverbruikers kunnen vragen om de twee of vier maanden eenfactuur te ontvangen; 72 Brusselse verbruikers krijgeniedere maand een factuur. De BIWD verstuurt jaarlijks intotaal ± 350.000 facturen.Van die 350.000 facturen, worden er 30.000 na eenverhuizing en 45.000 tussentijdse facturen voor grote verbruikersopgemaakt.De BIWD moet 15% van de aangeslotenen een eersteherinneringsbrief sturen, waarna nog 6% van de rekeningenonbetaald blijft. Zowat 1.000 facturen worden nooit betaald,wat neerkomt op een kostprijs van 20 centiem per factuurvan 100 frank.*si;*Le ministre spécifie qu'après le second rappel effectuépar l'IBDE, c'est l'Administration des Finances qui prendalors en charge le recouvrement des montants de la taxe quiresteraient impayés.Un membre se demande si le calcul de la taxe se fera demanière proportionnelle à la consommation. Si une personneest domiciliée dans la Région de Bruxelles-Capitaledepuis le 1er avril et que l'enrôlement se fait à partir de lafin mai, est-ce que la taxe sera calculée sur ce laps de tempsde deux mois?Un autre membre se demande comment le ministrearrive au calcul des recettes escomptées de la taxe, c'est-àdireà 760 millions par an.En parcourant les indicateurs statistiques de la Régionbruxelloise, ce même membre constate que la consommationtotale d'eau en Région bruxelloise est de53.627.893 m 3 , en multipliant ce chiffre par 14 F/m 3 onarrive à 750.680.000 F. Pourtant il pensait que des calculsavaient été faits en fonction des besoins d'épuration deseaux de la Région ainsi qu'en tenant compte des capacitéscontributives des habitants de la Région de Bruxelles-Capitale.Il marque son étonnement en ce qui concerne les affirmationsdu ministre sur le fait que les habitants bruxelloisDe minister zegt dat, na het versturen van de tweede rappelbriefdoor de BIWD, het ministerie van financiën deonbetaalde bedragen van de heffing int.Een lid vraagt of de heffing wordt berekend volgens hetverbruik. Zal de heffing van iemand die sedert l april in hetBrussels Gewest woont en die vanaf eind mei ingekohierdwordt, berekend worden op basis van het verbruik van dietwee maanden?Een ander lid wenst te vernemen hoe de minister deverhoopte ontvangsten van de heffing berekent en aan 760miljoen frank per jaar komt.Uit de statistieken voor het Brussels Gewest valt volgenshet lid op te maken dat het totale waterverbruik in hetBrussels Gewest 53.627.893 m 3 bedraagt. Wanneer men ditcijfer met 14 frank/m 3 vermenigvuldigt, komt men uit op750.680.000 frank. Het lid meende nochtans te weten dat erberekeningen waren gemaakt met het oog op de waterzuiveringin het Gewest en dat daarbij ook rekening is gehoudenmet de draagkracht van de inwoners van het BrusselsHoofdstedelijk Gewest.Het lid is verwonderd over de verklaringen van de minister,die beweert dat de Brusselaars alsmaar meer water ver-

A-61/2- 95/96 -23- A-61/2-95/96rer l'épuration des eaux (il n'est même rien prévu pour lesconsommateurs qui utilisent de l'eau de pluie).Sur ce dernier point le président rappelle que la discussiona été entamée et que l'intention du Gouvernement estde ne pas taxer le captage d'eau de citerne.Un membre souhaiterait savoir ce qu'il en est de l'eauqui est distribuée mais non reversée à l'égout. Dans certainescommunes, les jardins sont plus importants, il s'agitde l'eau qui retourne en fait après l'arrosage du jardin dansla nappe phréatique sans pollution. Est-il justifié de taxercette consommation d'eau?Un autre membre observe qu'il ressort clairement del'exposé du représentant de l'IBDE que le nombre d'abonnésn'est pas le nombre de ménages qui jouissent d'uneconsommation d'eau dans la Région de Bruxelles-Capitale.Est-ce que l'IBDE possède des statistiques sur le nombreréel de ména-ges payant une facture d'eau ou une partied'une facture d'eau? A combien revient le placement d'uncompteur IBDE? Combien de nouveaux compteurs sont-ilsplacés annuellement? Qui supporte le coût de placementd'un compteur : l'IBDE ou l'abonné?Il souligne qu'il y a une contradiction entre l'article 3 oùil est établi que quelle que soit la source de l'eau ou le modede déversement des eaux usées la taxe est applicable et l'article5 qui prévoit uniquement une taxe pour l'eau distribuéepar l'IBDE ou captée dans la nappe phréatique.Pour le commissaire ne pas taxer les eaux de pluie estune mesure écologique d'autant plus que si quelqu'un necapte pas l'eau de pluie, celle-ci ne fait que diluer les eauxusées qui sont ainsi encore plus difficiles à épurer. Il soulignepar ailleurs qu'il serait absurde que le ministre ayantl'environnement dans ses compétences taxe l'eau de pluiealors que le ministre qui a l'urbanisme dans ses attributionsprévoit une prime à l'installation d'une citerne d'eau depluie.Le commissaire s'interroge par ailleurs sur l'organisationpratique pour l'exemption des personnes les plusdémunies. Dans le projet d'ordonnance il est signalé que cespersonnes pourront jouir d'une exemption de la taxe surl'eau sur base des informations fournies par les CPAS. Quidde la confidentialité dans ce cas?Le commissaire évoque le cas d'un propriétaire quiapprend que son locataire est minimexé; ce locataire nerisque-t-il pas de perdre son logement?Il rappelle sur ce point les débats menés lors des ordonnancessur les coupures d'eau et d'électricité. Le milieuassociatif estimait que la préservation de la confidentialitéétait une priorité.het water te zuiveren (er is niets bepaald voor de verbruikersdie regenwater gebruiken).De voorzitter wijst er in dat verband op dat het debat opgang is gebracht en dat de Regering niet van plan is hetgebruik van regenwater te belasten.Een lid wenst te weten wat er is van het water dat weliswaarvia het leidingnet wordt afgenomen maar dat niet in deriolering geloosd wordt. Het lid denkt aan de grote tuinen insommige gemeenten en aan het water dat na het sproeienvan de tuin onvervuild in de waterlaag terechtkomt. Moetdat soort verbruik worden belast?Een ander lid wijst erop dat uit de uiteenzetting van devertegenwoordiger van de BIWD duidelijk blijkt dat meneen onderscheid moet maken tussen het aantal aangeslotenenen het aantal gezinnen dat in het Brussels HoofdstedelijkGewest water verbruikt. Beschikt de BIWD over statistiekenbetreffende het reële aantal gezinnen dat de waterfactuurvolledig of deels betaald? Hoeveel kost het plaatsenvan een BIWD-meter? Hoeveel nieuwe meters worden erjaarlijks geplaatst? Wie betaalt dat? De BIWD of de aangeslotene?Het lid wijst op een tegenstrijdigheid tussen artikel 3 -waarin wordt bepaald dat de heffing hoe dan ook wordt toegepastongeacht de herkomst van het water of de lozingswijze- en artikel 5 - luidens welk er alleen een heffingverschuldigd is voor water dat door de BIWD wordt verdeeldof dat in de waterlaag wordt gewonnen.Het lid is van mening dat het niet-belasten van regenwatereen ecologisch verantwoorde maatregel is, te meer daarregenwater dat niet wordt gebruikt het afvalwater verdunt,waardoor dit nog moeilijker te zuiveren is. Het lid wijst erbovendien op dat het absurd zou zijn dat de minister voorleefmilieu het regenwater zou belasten terwijl de ministervoor stedebouw een premie geeft voor het plaatsen vanregenwaterputten.Het lid vraagt zich bovendien ook af hoe men de vrijstellingvoor de kansarmen in de praktijk gaat regelen. In hetontwerp van ordonnantie wordt bepaald dat aan deze personenvrijstelling van heffing kan worden verleend op basisvan de door de OCMW's meegedeelde informatie. Wat metde vertrouwelijkheid van de gegevens in dergelijk geval?Het lid geeft als voorbeeld het geval van een eigenaar dieverneemt dat zijn huurder een bestaansminimumtrekker is.Loopt die huurder niet het gevaar zijn woning te verliezen?Het lid herinnert ter zake aan de debatten over de ordonnantiesbetreffende de gas- en elektriciteitsafsluitingen. Deverenigingen beschouwden vertrouwelijkheid toen als eenprioriteit.

A-61/2- 95/96 -24- A-61/2-95/96Le commissaire se demande si la formule prévue à l'article7 ne devra pas être revue.Enfin, il souligne la complexité du calcul de l'enrôlementet ensuite de la restitution de la recette de la taxe auministère des finances. Trois agents publics interviennentdans cette opération: l'IBGE calcule et contrôle, l'IBDEenvoie la facture avec la taxe et puis restitue la recette de lataxe au Ministère des finances et c'est le ministère desfinances en fin de compte qui poursuit dans les cas problématiques.Ce commissaire se demande pourquoi le Gouvernementa opté pour cette formule compliquée.Il s'interroge par ailleurs sur l'opportunité ou non de soumettreà nouveau le texte au Conseil d'Etat car depuisl'avant-projet il y a eu pas mal de modifications et il s'agitpar ailleurs d'une ordonnance pour laquelle des sommesnon négligeables sont en jeu : 3/4 de milliard par an n'estpas une somme négligeable.A l'article 11, le coefficient a est fixé à 3,1 F par m 1 pourl'eau déversée dans les égouts et à 0 lorsqu'elle ne l'est pas.Le ministre peut-il montrer par un exemple tiré de la réalitéet chiffré que cette différence est suffisamment compenséepar le coefficient 6 pour dissuader les entreprises de déverserleurs eaux usées dans la nappe phréatique?Le réseau de collecte des eaux est unitaire à Bruxelles.Le ministre peut-il donner la proportion des eaux qui aboutirontaux deux stations d'épuration selon leur origine:- les eaux réellement usées des ménages ou des industries;- les eaux de ruissellement;- les eaux provenant de la nappe phréatique via des collecteursdrainants (cette eau qui est pure se mélange en faitaux eaux sales et techniquement à la limite l'épurationest encore plus compliquée parce qu'il s'agit d'eauxdiluées).Enfin dans l'exposé du ministre, le commissaire a relevéque la recette de la taxe ira à un fonds qui servira à l'épurationdes eaux. II se demande si les uniques deniers pourl'épuration des eaux proviendront de la recette de la taxe ousi le Gouvernement prévoit d'autres crédits en plus.Un autre membre souhaite recevoir une note technique etbudgétaire pour nourrir le débat.Dans sa déclaration Gouvernementale, le Gouvernementavait énoncé quatre priorités pour les habitants de la Régionde Bruxelles-Capitale:Het lid vraagt zich af of de formulering in artikel 7 nietzal moeten worden herzien.Ten slotte wijst het lid op de complexe berekening van deinkohiering en op de doorstorting van de opbrengst van deheffing aan het ministerie van financiën. Drie openbare instantieshebben een rol: het BIM, dat het verbruik berekenten controleert; de BIWD, die de factuur van de heffing verstuurten de opbrengst aan het ministerie van financiëndoorstort; het ministerie van financiën, dat zich met de probleemgevallenbezighoudt.Het lid vraagt waarom de regering voor die ingewikkeldeprocedure heeft gekozen.Het lid vraagt zich bovendien af of men het ontwerp nietopnieuw aan de Raad van State zou voorleggen. Het voorontwerpis immers grondig gewijzigd en er staan bovendienaanzienlijke bedragen op het spel: driekwart miljard is nietniks!In artikel 11 wordt de coëfficiënt a vastgesteld op3,1 frank per m 1 voor water dat in de riolen wordt geloosden op nul frank indien dit niet het geval is. Kan de ministermet concrete cijfers aantonen dat dat verschil voldoendegecompenseerd wordt door de coëfficiënt B teneinde debedrijven ertoe aan te zetten hun afvalwater niet in dewaterlaag te lozen?Brussel heeft één afvoernet. Kan de minister meedelenhoeveel water naar elk van de beide stations zal vloeien enter zake een (herkomst)onderscheid maken tussen:- het echte afvalwater van de gezinnen en de bedrijven:- het regenwater;- het water dat via draineerbuizen vanuit de waterlaagnaar het station vloeit (dat water, dat zuiver is, mengtzich in feite met het vuile water dat, door die verdunning,technisch nog moeilijker te zuiveren is).Het lid wijst erop dat de minister in zijn uiteenzettingheeft gezegd dat de opbrengst van de heffing zal gaan naareen fonds voor de waterzuivering. Het lid vraagt zich af ofde middelen voor de waterzuivering alleen uit de opbrengstvan de heffing zullen komen. Of voorziet hij daarnaast nogin andere kredieten?Een ander lid wenst een technische en begrotingstechnischefinanciële nota om het debat te stofferen.In haar regeerverklaring heeft de regering vier prioriteitenvoor de inwoners van het Brussels Hoofdstedelijk Gewestvooropgesteld:

A-61/2 - 95/96 -25- A-61/2 - 95/96* le maintien de la distribution d'eau potable à un coût raisonnableet la préservation des ressources en eau;* la lutte contre les inondations dans les quartiers à risque;* la collecte et l'épuration des eaux usées pluviales;* la gestion intégrée des eaux usées pluviales.Dès cette année-ci, le Gouvernement s'était engagé à présenterun plan "eau" accompagné d'un programme quinquennald'investissements. Le commissaire souhaite dès lorsune note technique développant ces priorités énoncées politiquementdans la déclaration Gouvernementale et parailleurs une note budgétaire permettant d'examiner dansquelle mesure ces priorités seront développées dans la réalité.En ce qui concerne l'explication sur le versement anticipé,ce membre n'est pas satisfait quant à ce qui est fiscalementune des philosophies fondamentales, c'est-à-direqu'il ne représente pas d'avantage pour les contribuables (leGouvernement ne prévoit pas d'abattement pour le versementanticipatif).Le commissaire souhaite que ce système soit comparéavec d'autres situations.Il aborde également le problème de l'exonération pour lesminimexés. Plusieurs membres ont déjà soulevé les problèmespratiques que cela pose, notamment dans les immeublesà appartements multiples mais également les problèmessociaux. Le commissaire se demande si le ne peutélargir le spectre touché par l'exonération de la taxe. LeGouvernement pourrait peut-être développer l'idée d'unmontant plancher en-dessous duquel la taxe n'est pas due (denombreux revenus avoisinent le minimex).Un système équivalent a été adopté en matière de récupérationdes débours des CPAS.En matière d'aide sociale, les arrêtés royaux successifsqui ont été pris sont extrêmement précis et ciblent bien lesrevenus modestes. Le Gouvernement aurait-il abandonnécette piste délibérément pour des raisons techniques? Lecommissaire souhaiterait entendre le ministre sur ce point.Le membre ne suit pas tout à fait la philosophie en ce quiconcerne la prime pour les citernes d'eau de pluie parce quecette exonération éventuelle viserait essentiellement dessituations privilégiées où il y a piscine et grand jardin. Pourle membre, il ne s'agit pas d'une priorité au niveau fiscal.Un membre signale que cela concerne également lespotagers.* het behoud van de drinkwaterverdeling, tegen een redelijkekostprijs en het in stand houden van de waterwinningsvoorraad;* de strijd tegen de overstromingen in de risicowijken;* de opvang en de zuivering van gebruikt regenwater;* het geïntegreerd beheer van gebruikt regenwater.Vanaf dit jaar heeft de regering een «waterplan» beloofd,vergezeld van een vijfjarenplan inzake investeringen. Hetlid wenst dan ook een technische nota waarin die in deregeerverklaring aangekondigde beleidsprioriteiten wordenuitgewerkt én een begrotingsnota om na te gaan in hoeverredie prioriteiten kunnen worden verwezenlijkt.Het lid wijst erop dat de voorafbetaling blijkens de uitlegeen aanfluiting is van een van de grondbeginselen inzakebelastingheffing: deze voorafbetaling levert de heffing.splichtigeimmers geen voordeel op (de Regering geeft geenvermindering in geval van voorafbetaling).Het lid wenst die regeling te toetsen aan andere regelingen.Het lid brengt eveneens het probleem te berde van devrijstelling voor de bestaansminimumtrekkers. Verscheideneleden hebben reeds op de praktische problemen ervangewezen, onder andere in de appartementsgebouwen. Er rijzenook problemen op sociaal vlak. Het lid vraagt zich af ofde Regering het aantal vrijstellingen niet zou kunnen uitbreidenen bijvoorbeeld een minimumbedrag vaststellenwaaronder de heffing niet verschuldigd is (vele inkomensschommelen rond het bestaansminimum).Een gelijksoortige regeling bestaat voor de terugvorderingvan de door de OCMW's gegeven voorschotten.Inzake maatschappelijke hulp zijn de opeenvolgendekoninklijke besluiten, die vooral betrekking hebben op debescheiden inkomens, heel duidelijk. Bewandelt de regeringom technische redenen doelbewust een andere weg?Het lid wenst ter zake uitleg van de minister.Het is het lid niet duidelijk waarom er premies voorregenwaterputten worden toegekend. Een eventuele vrijstellingzou hoofdzakelijk een aantal welgestelden ten goedekomen, die een zwembad hebben en een grote tuin. Het lidziet dat niet als een prioriteit op fiscaal vlak.Een lid wijst erop dat die vrijstelling ook de tuinders tengoede komt.

A-61/2- 95/96 -26- A-61/2-95/96Le commissaire précédent suppose que ces potagers nesont pas très nombreux à Bruxelles.Het vorige lid meent dat die in Brussel niet zo talrijk zijn.Un commissaire se demande s'il existe un cadastre desciternes. Il a l'impression que les citernes d'eau de pluiesont moins importantes en périphérie qu'au centre de laRégion de Bruxelles-Capitale.Un commissaire aborde différents problèmes de principequi touchent à des articles spécifiques.Il estime que l'article 7 veut être trop précis et exclut uncertain nombre de gens tels que les handicapés, les pensionnés,les invalides de guerre. En outre, cet article ledérange par principe car il ne préserve pas la confidentialité.Un autre principe dérange le commissaire, c'est celui quiest repris à l'article 15 et qui spécifie que: "les agents duministère peuvent emporter des livres, pièces et registrescontre remise d'un récépissé".Et lorsque le commissaire lit le commentaire des articlesà la page 12, il constate clairement que ces dispositions sonten fait inspirées des articles 315, 316, 317, 318 et 319 ducode des impôts sur les revenus qui prévoit notammentl'obligation de communiquer les livres et documents nécessaires.Il y a une marge entre "communiquer" et "pouvoiremporter".Een lid vraagt zich af of er een regenputkadaster bestaat.Het lid heeft de indruk dat er in de randgemeenten minderregenputten zijn dan in het centrum van het BrusselsHoofdstedelijk Gewest.Een lid snijdt verschillende principiële problemen aandie op specifieke artikelen betrekking hebben.Het lid is van mening dat artikel 7 te beperkend is enaldus een aantal personen uitsluit, bijvoorbeeld gehandicapten,gepensioneerden, oorlogsinvaliden. Dit artikel is hemprincipieel een doorn in het oog omdat het het beginsel vande vertrouwelijkheid van de gegevens met voeten treedt.Het lid ergert zich ook aan een ander principe, te wetenhet beginsel dat is opgenomen in artikel 15, dat bepaalt datde beambten van het Ministerie de boeken, stukken enregisters kunnen meenemen tegen overhandiging van eenontvangstbewijs.Bij het lezen van de commentaar bij de artikelen(blz. 12), stelt het lid duidelijk vast dat die voorschriften infeite gebaseerd zijn op de artikelen 315, 316, 317, 318 en319 van het wetboek van de inkomstenbelastingen, datonder andere voorziet in de verplichting om de nodige boekenen stukken mee te delen. Er is echter een groot verschiltussen 'meedelen'en 'kunnen meenemen'.Il signale par ailleurs que les agents du ministère ne sontau demeurant pas des personnes assermentées.Le commissaire se demande ce qu'il se passera parexemple dans le cas où un agent du Ministère emporte leslivres d'une entreprise qui serait en défaut de payer la taxesur l'eau. Que ferait cette entreprise si le contrôleur de laTVA s'amenait à ce moment-là et qu'elle n'était plus enpossession de ses livres?Un autre principe devrait être éclairci, c'est celui qui estspécifié plus loin (à l'article 43); une partie des recettes dela taxe pourrait être utilisée à des aides à l'investissementselon les modalités à fixer par le Gouvernement. Dans lecommentaire des articles, rien n'est explicité à ce sujet. Leministre peut-il fournir de plus amples informations sur cepoint?Het lid wijst er bovendien op dat de beambten van hetministerie geen beëdigde ambtenaren zijn.Het lid vraagt zich af wat er bij voorbeeld zou gebeurenwanneer een beambte van het ministerie de boeken meeneemtvan een bedrijf dat de waterheffing niet betaalt. Watzou dat bedrijf doen in geval de BTW-controleur op datogenblik langskomt en het bedrijf hem de boeken niet kanvoorleggen?Ook een ander beginsel moet nader worden verklaard, teweten hetgeen bepaald wordt in artikel 43; een deel van deopbrengst van de heffing kan worden aangewend voorinvesteringssteun, volgens door de Regering te bepalenregels. In de commentaar bij de artikelen wordt daaroverechter met geen woord gerept. Kan de minister ter zakemeer uitleg verschaffen?Enfin, le commissaire avoue qu'il n'apas vérifié la loi du12 décembre 1991 créant les fonds budgétaires et il sedemande comment va être organisée la surveillance de lagestion de ce fonds budgétaire créé spécifiquement pourl'eau.Ten slotte geeft het lid weliswaar toe dat hij de wet van12 december 1991 tot oprichting van de begrotingsfondsener niet op heeft nageslagen, maar toch vraagt hij zich af hoehet beheer van dit specifiek voor de waterzuivering in hetleven geroepen begrotingsfonds zal worden gecontroleerd.

A-61/2- 95/96 -27- A-61/2-95/96Un membre souhaite également poser une question en cequi concerne les aides à l'investissement. Il a enregistré quele ministre a prévu des aides à l'investissement pour lesentreprises qui font des efforts en aval. Quid des entreprisesqui font des efforts de prévention, c'est-à-dire des efforts enamont?L'auteur de la proposition d'ordonnance créant une redevancesur le déversement des eaux usées souligne que lataxe sur l'eau a un double but, d'une part récolter des fondspour financer l'épuration des eaux dans la Région deBruxelles-Capitale et d'autre part dissuader les comportementspar trop polluants, tant des consommateurs domestiquesque des industriels.Il estime que si on multiplie les cas d'exonération, le premierobjectif sera annulé. Il rappelle à ce sujet les difficultésde la taxe PSU où une administration de cent personness'employait à tenter de toucher la moitié des recettes prévuesinitialement.Le commissaire estime que pour une taxe qui représenterapour un ménage moyen 1.500 F par an, le calcul desdérogations reviendra plus cher que la taxe elle-même car ilfaudra des communications incessantes entre les différentspouvoirs publics concernés.Le commissaire propose la formule reprise dans sa propositiond'ordonnance, qui suggère que les 30 premiers m 1ne soient pas taxés.Le commissaire signale qu'en 1994 sur 270.873 abonnés,54.575 abonnés consommaient moins de 20 m'par an.Selon le commissaire, 20% de la population ne devrait ainsipas payer la taxe sur l'eau. 46.000 consommateurs consommentde 30 à 60 m' par an (c'est-à-dire 17% des consommateurstotaux). 49.000 consommateurs consomment 60 à100 m'd'eau par an (c'est-à-dire 18%) et 120.000 consommateurs(parmi ceux-ci tant des privés que des industriels)consomment plus de 100 m'par an et cette dernière catégorieconsomme en fait ± 89% de la consommation totaled'eau dans la Région de Bruxelles-Capitale, représentant45% des consommateurs.Il compare ce chiffre en fait à la consommation de la premièrecatégorie qui consomme moins de 20 m 3 par an et quiconsomme donc moins de 1% de l'eau.Un commissaire souligne que le raisonnement du commissairene pourrait être appliqué dans les nombreux immeublesà rapport dans la Région bruxelloise.L'auteur de la proposition rappelle au commissaire précédentqu'il a déjà demandé à l'IBDE les statistiques sur lesménages non détenteurs d'un compteur d'eau et la solutionbien évidemment est que tous les ménages possèdent uncompteur d'eau.Een lid wenst eveneens een vraag te stellen over deinvesteringssteun. Het lid heeft onthouden dat de ministervoorziet in investeringssteun voor die bedrijven welke inspanningendoen om hun afvalwater te zuiveren. Maar watmet de bedrijven die preventief tewerkgaan en inspanningendoen om zo weinig mogelijk afvalwater te produceren?De indiener van het voorstel van ordonnantie houdendede invoering van een retributie op het lozen van afvalwaterwijst erop dat met de heffing op het water een tweevoudigdoel wordt nagestreefd: enerzijds middelen verzamelen omde waterzuivering in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tefinancieren en anderzijds een gedragswijziging te bewerkstelligenbij de grote vervuilers , zowel gezinnen als bedrijven.Het lid is van mening dat men het eerste doel niet zalbereiken indien men te veel vrijstellingen invoert. Het lidherinnert ter zake aan de problemen met de belasting op destadsreinheid en -veiligheid. Een administratie van honderdman poogde de helft van de oorspronkelijke becijferde ontvangstbinnen te rijven.Het lid is van mening dat het bepalen van de afwijkingenvoor deze heffing, die een modaal gezin l .500 frank per jaarkost, duurder zal uitvallen dan de heffing zelf omdat debetrokken overheidsdiensten voortdurend met elkaarcontact zullen moeten opnemen.Het lid stelt voor de formule uit zijn voorstel van ordonnantieover te nemen, d.w.z. voor de eerste 30 m 3 heffingsvrijstellingte verlenen.Het lid wijst erop dat in 1994, 54.575 van de 270.873aangeslotenen jaarlijks minder dan 20 m 3 verbruikten.Volgens het lid zou 20% van de bevolking aldus geen heffingmoeten betalen. Zowat 46.000 abonnees verbruikenjaarlijks 30 à 60 m 3 (d.w.z. 17% van alle verbruikers),49.000 aangeslotenen verbruiken 60 à 100 m' (18%) en120.000 aangeslotenen (onder wie zowel particulieren alsbedrijven) verbruiken jaarlijks meer dan 100 m 3 . Die laatstecategorie (45% van alle aangeslotenen) is goed voor 89%van het totale waterverbruik in het Brussels HoofdstedelijkGewest.Het lid vergelijkt dat cijfer met het verbruik van de eerstecategorie, die per jaar minder dan 20 m 3 verbruikt, d.w.z.minder dan 1% van het totale waterverbruik.Een lid wijst erop dat het voorstel van het lid niet toepasbaaris voor de talrijke huurpanden in het BrusselsGewest.De indiener van het voorstel herinnert het vorige lideraan dat hij de BIWD reeds gevraagd heeft hem mee tedelen hoeveel gezinnen niet over een watermeter beschikken.De oplossing bestaat er uiteraard in ervoor te zorgendat alle gezinnen een meter hebben.

A-61/2- 95/96 -28. A-61/2 - 95/96Le commissaire précédent souligne que dans certainslogements anciens il est impossible de segmenter laconsommation d'eau par logement. Qu'en est-il par exempledes sanitaires qui se trouvent à l'entresol?L'auteur de la proposition souligne que lorsqu'il y avolonté politique, il y a toujours solution technique.Les compteurs de passage agréés permettraient decontrôler la situation.Un commissaire se demande comment sera organiséel'exemption des minimexés par rapport aux versementsanticipés. Cela signifie-t-il que le minimexé paiera d'abordla taxe et sera ensuite remboursé?Ne pourrait-on songer par ailleurs à étendre cette exemptionà une population fragilisée, non pas par une exemptionen tant que telle mais par un tarif social et par l'éducation àla consommation? Le commissaire souligne que souvent lespopulations fragilisées ont une consommation d'eau importantedu fait que lorsqu'il y a une fuite d'eau, les réparationsnécessaires ne sont pas effectuées. C'est la raison pourlaquelle il est essentiel de coupler une taxe différenciée àune éducation à la consommation rationnelle de l'eau.En ce qui concerne l'eau de pluie des citernes, le commissaireestime qu'il faudrait quand même les taxer mêmesi c'est une taxe différenciée car ces eaux produisent égalementdes eaux usées. Le commissaire souligne que ces eauxde pluie peuvent être utilisées entre autres pour les chassesd'eau et pour les machines à laver le linge.Enfin le commissaire se demande s'il est prévu quelquechose pour raccorder les personnes qui sont seulement enpossession de fosses septiques aux égouts, solution plusécologique pour le déversement des eaux usées.Un commissaire s'interroge quant à l'affectation desrecettes de la taxe.Dans son exposé, le ministre parle du fonctionnementdes ouvrages de collecte et d'épuration des eaux usées ainsique de l'amélioration du réseau d'égouttage qui en découle.Au total, une somme de ± 20 milliards est prévue mais pratiquementrien n'est retenu pour la construction de collecteursprincipaux.Le commissaire estime qu'il y a discrimination entre lesdifférents quartiers et communes de la Région de Bruxelles-Capitale. Il estime que le raccord aux égouts à la fin du 20 esiècle dans la capitale de l'Europe est une opération vraimentcruciale. Il souligne par ailleurs que la directive européennesur les eaux résiduaires urbaines l'impose.Het vorige lid wijst erop dat het in sommige oude gebouwenniet mogelijk is het waterverbruik per woning vast testellen. En wat met bijvoorbeeld de sanitaire voorzieningenop de tussenverdieping?De indiener van het voorstel wijst erop dat er altijd eentechnische oplossing mogelijk is indien de politieke wilaanwezig is.Met erkende tussenmeters kan de situatie gecontroleerdworden.Een lid vraagt zich af hoe men de vrijstelling voor debestaansminimumtrekkers zal regelen, gelet op de voorafbetalingen.Betekent dit dat de bestaansminimumtrekker deheffing eerst moet betalen en dat hij daarna zal wordenterugbetaald?Zou men niet kunnen overwegen die vrijstelling uit tebreiden tot de personen die een onzeker bestaan leiden, nietdoor vrijstelling als dusdanig te verlenen maar door eensociaal tarief in te voeren en de consument op te voeden?Het lid wijst erop dat die kwetsbare bevolkingsgroep dikwijlseen aanzienlijk waterverbruik heeft omdat, in gevalvan een lek, de nodige herstellingen niet altijd worden uitgevoerd.Vandaar dat het belangrijk is naast een differentiëleheffing ook te voorzien in opvoeding tot rationeelwatergebruik.Het lid is van mening dat de personen die regenwatergebruiken toch zouden moeten worden belast, zij het meteen differentiële heffing. Ze lozen immers ook afvalwater.Het lid wijst erop dat regenwater onder meer gebruikt kanworden voor het toilet en de wasmachine.Ten slotre wenst het lid te weten of er voorzien is in maatregelenom de personen die alleen over een septic tank beschikkenop het rioolnet aan te sluiten, wat inzake lozingvan afvalwater ecolologisch verantwoorder is.Een lid stelt zich vragen over de besteding van deopbrengst van de heffing.In zijn uiteenzetting heeft de minister het gehad over dewerking van opvang- en zuiveringsinstallaties en het verbeterenvan het rioleringsnet. In totaal is daarmee een bedragvan 20 miljard gemoeid. Er is echter haast geen geld uitgetrokkenvoor de bouw van hoofdriolen.Het lid meent dat er discriminatie is tussen de verschillendewijken en gemeenten van het Brussels HoofdstedelijkGewest. Het lid is van mening dat de aansluiting op het rioleringsnetop het einde van de twintigste eeuw in de hoofdstadvan Europa van cruciaal belang is. Het lid wijst erbovendien op dat de Europese richtlijn inzake stedelijkafvalwater daartoe verplicht.

A-61/2- 95/96 -29- A-61/2-95/96Pour ce faire, les frais de collecteurs principaux seront àcharge de la Région mais les collecteurs dérivés seront àcharge des particuliers.De kosten voor de hoofdrioleringen zouden door hetGewest moeten worden betaald. De kosten voor de riolenvan de huizen naar de hoofdriolering zouden door de particulierenmoeten worden betaald.Le coût pour la Région ne sera dès lors pas exagéré puisqu'ily a une participation des habitants.De kosten zouden voor het Gewest dan niet buitensporigzijn omdat de inwoners hun bijdrage zouden leveren.Le ministre comprend les interventions des membresmais il attire leur attention sur le fait qu'une taxe qui secompliquerait avec une multiplication de facteurs d'exonérationen fonction du public ou de la provenance de l'eaun'atteindra pas les objectifs souhaités et engendrera un surcoûtconsidérable. Il rappelle que l'enrôlement de la taxePSU représente plus de 100 millions par an. C'est précisémentpour réduire les coûts financiers qu'il a été prévu deporter le montant de 1a taxe sur le déversement des eauxusées sur la facture de consommation d'eau. L'opération seréalisera dès lors à un coût bien moindre que s'il avait falluaffecter une administration pour ce faire.De minister begrijpt de bezorgdheid van de leden maarvestigt hun aandacht op het feit dat men met een heffing metal te veel vrijstellingen volgens de categorie verbruikers ofde herkomst van het water, het doel niet zal bereiken en datzoiets een aanzienlijke meerkost inhoudt. Hij herinnerteraan dat de inkohiering van de belasting op de stadsreinheiden -veiligheid jaarlijks meer dan 100 miljoen kost. Hetis precies om de kosten te beperken dat het bedrag van deheffing op het lozen van afvalwater zal vermeld worden opde waterfactuur. De procedure kost dan veel minder danwanneer men een administratie moet inschakelen.Un membre se demande si la taxe wallonne à la production- en Région wallonne sont prévues à la fois une taxe àla consommation et une taxe à la production - aura un effetchez nous. Dans ce cas, peut-on déterminer le coût finalpour le consommateur.Een lid vraagt zich af of de Waalse heffing op de waterproduktie(in het Waals Gewest bestaat er een heffing op hetverbruik en een heffing op de produktie) gevolgen heeftvoor het Gewest. Kan men dan de uiteindelijke kostprijsvoor de verbruiker vaststellen?Le ministre informe que cette taxe est déjà en vigueur etqu'elle est déjà intégrée dans le coût du m 1 d'eau. Elle représente3 francs.De minister zegt dat die heffing reeds van kracht is en datze reeds in de kostprijs per kubieke meter water is verrekend.Die heffing bedraagt 3 frank.Ce dont il est question aujourd'hui en Région wallonne,c'est de la taxe à l'épuration qui est passée au 1" janvier1996 de 8 à 16 francs.Vandaag gaat het in het Waals Gewest over de heffing opde zuivering, die op l januari 1996 gestegen is van 8 tot16 frank.Le ministre souligne que la taxe sur les captages d'eaudate encore de l'époque où André Cools était ministre compétentpour cette matière en Région wallonne.De minister wijst erop dat de belasting op de waterwinningnog dateert van de periode waarin André Cools terzake in het Waals Gewest bevoegd was.Le ministre reconnaît qu'il y a une série de recours contrecette taxe.De minister geeft toe dat er tegen die heffing een reeksberoepen is ingesteld.Il répond ensuite aux questions d'ordre budgétaires,techniques et environnementales avant de passer aux implicationssociales et juridiques du texte proposé.Hij antwoordt vervolgens op de vragen over de begroting,de technische aspecten en het leefmilieu. Ten slottelicht hij de sociale en juridische gevolgen van de tekst toe.Au point de vue budgétaire, le plan d'investissement pluriannuelde la Politique de l'Eau est actuellement remis àjour par le Service du budget de l'AED et sera remis aucours des débats. Le programme qui sera présenté reprendles différentes priorités qui ont été définies par le Gouvernementau début de cette législature.Op budgettair vlak wordt op dit ogenblik het meerjareninvesteringsplanvan het waterbeleid door de Dienst Begrotingvan het BUV bijgewerkt. Dit plan zult u in de loop vande debatten ontvangen. Het programma dat zal wordenvoorgelegd, bevat de verschillende prioriteiten die aan hetbegin van deze legislatuur door de Regering werden vastgelegd.

A-61/2 - 95/96 -30- A-61/2-95/96Les travaux en cours (station sud, bassin d'orage duWatermaelbeek et travaux d'assainissement du Maelbeek)sont bien évidemment poursuivis, et les nouveaux projetssont principalement orientés sur l'amélioration et la régulationdes eaux usées et pluviales. Vu la nature unitaire duréseau de collecte en Région bruxelloise (les eaux usées etpluviales sont collectées ensemble et amenées ensemblevers les stations d'épuration), améliorer et compléter leréseau revient à lutter contre les inondations. L'approche etla logique des investissements ne peuvent qu'être intégréesdans notre Région. Opposer l'épuration à la lutte contre lesinondations serait à tout le inoins un non-sens.Le ministre rappelle que ces investissements serontfinancés autant via le budget régional, qui s'élève actuellementà 900 millions par an, que par le projet d'ordonnanceinstituant une taxe dont le rendement brut en période decroisière sera de l'ordre de 760 millions.Le ministre précise que la taxe n'aura pas d'effet rétroactif,ce qui signifie que son rendement sera limité la premièreannée, par rapport au rendement attendu en périodede croisière; d'où le montant de 350 millions inscrit au budget96. Ce chiffre correspond à une estimation et va évidemmentdépendre du montant de l'entrée en vigueur del'ordonnance.Pour répondre à la question d'un membre relative aumode de calcul du rendement attendu de la taxe, le ministresignale qu'il a été établi en fonction du volume d'eau distribuépar l'IBDE ces dernières années; soit en moyenne58.500.000 m 1 et non pas 53.600.000 m 1 comme cela a étédit. Les chiffres de l'IBDE ne correspondent pas en effet àceux qui lui ont été fournis par le Bureau du Plan. Parailleurs, la participation financière des entreprises a étécomptabilisée dans un premier temps à 14 F/m'. Ce chiffredépendra in fine des rejets réels qui seront constatés.L'exonération des 7% de Bruxellois relevant de CPAS ouayant un revenu égal ou inférieur au minimex a été prise enconsidération dans les recettes mentionnées.Le ministre confirme par ailleurs que le calcul de larecette repose à la fois sur la capacité contributive des habitantset sur les besoins budgétaires de la Région.Un membre s'interrogeait sur la logique de l'affectationde la taxe en posant la question de savoir si, dans les annéesà venir, l'épuration des eaux usées serait seulement financéepar le fonds. Ce sera bien évidemment au Gouvernementsuivant de trancher à cet égard. C'est toutefois clair que lesecteur de l'épuration a souffert d'un retard considérable,l'Etat fédéral n'ayant quasiment rien investi avant la miseen place de la Région bruxelloise. Une fois ce retard com-De aan de gang zijnde werken (station zuid, stormbekkenvan de Watermaalbeek en saneringswerking van de Maalbeek)worden vanzelfsprekend verdergezet, en de nieuweprojecten zijn voornamelijk gericht op de verbetering en deregeling van het afval- en regenwater. Gezien het eenheidskaraktervan het netwerk van opvangwater in het BrusselseGewest (afval- en regenwater worden samen opgevangenen naar zuiveringsstations afgevoerd), komt de verbeteringen vervollediging van dit netwerk neer op de bestrijding vanoverstromingen. Deze investeringen kunnen slechts benaderden begrepen worden binnen het kader van ons Gewest.Waterzuivering en bestrijding van overstromingen tegenovermekaar stellen, houdt geen steek.De minister heraalt dat deze investeringen zullen wordengefinancierd zowel via de gewestelijke begroting, diemomenteel 900 miljoen per jaar bedraagt, als via de heffingwaarvan sprake, dat in een periode van kruissnelheid eenbruto-opbrengst van 760 miljoen zal opleveren.De minister wenst nader toe te lichten dat de heffing nietvan terugwerkende kracht zal zijn, wat betekent dat deopbrengst het eerste jaar gering zal zijn, in vergelijking metde verwachte opbrengst in een periode van kruissnelheid;vandaar het bedrag van 350 miljoen ingeschreven op debegroting 96. Dit cijfer, dat een schatting is, zal vanzelfsprekendafhangen van de datum van inwerkingtreding vande ordonnantie.Om te antwoorden op de vraag van een lid aangaande deberekeningswijze van de verwachte opbrengst van de heffing,zou de minister er haar willen op wijzen dat dezelaatste jaren door de BIWD werd geleverd; dit wil zeggengemiddeld 58.500.000 m 1 en niet 53.600.000 m', zoals werdgezegd. De cijfers van de BIWD komen immers niet overeenmet de cijfers die haar werden verstrekt door hetPlanbureau. Overigens werd in een eerste fase een financiëlebijdrage vanwege de ondernemingen geboekt van14 f r. /m\ Dit cijfer zal uiteindelijk afhankelijk zijn van dereële lozingen die zullen worden vastgesteld. In de vermeldeontvangsten werd rekening gehouden met de vrijstellingvoor de 7 % Brusselaars die van de OCMW's afhangenof een inkomen hebben gelijk aan of minder dan het bestaansminimum.De minister bevestigt overigens dat de berekening van deontvangsten berust zowel op het bijdragenvermogen van deinwoners, als op de begrotingsbehoeften van het Gewest.Een lid stelde zich vragen omtrent de logica van de bestemmingvan de heffing en wilde weten of in de komendejaren de zuivering van het afvalwater enkel door het fondszou worden gefinancierd. Hierover zal vanzelfsprekend devolgende Regering een beslissing moeten nemen. Het isevenwel duidelijk dat de sector van de waterzuivering eengrote achterstand had opgelopen, vermits de federale Staatvóór de totstandkoming van het Brusselse Gewest in dit

A-61/2- 95/96 -31 A-61/2-95/96blé, les besoins d'investissements seront nettement plusréduits qu'ils ne le sont actuellement.Le ministre aborde ensuite des questions plus techniques;un membre s'interrogeait sur la possibilité et le coûtpour les particuliers de faire placer un compteur IBDE dansleur habitation.En 1995,995 compteurs ont été installés. Le coût du placementrevient environ à 6.500 F hors TVA, montant qui estintégralement à charge du demandeur.Il existe actuellement environ 205.000 logements enRégion bruxelloise qui disposent d'un compteur IBDEcontre 310.000 qui soit n'ont pas de compteurs, soit disposentde compteurs de passage dont l'IBDE n'assure pas lagestion.Financièrement, il serait tout à fait irréaliste de croire quela mise en place de compteurs IBDE puisse être étendue àl'ensemble des logements de la Région bruxelloise. D'unepart l'installation de ces compteurs nécessiterait, vu lavétusté de la plupart des installations, la réalisation d'importantstravaux dans tous les immeubles. D'autre part, lesconduites d'amenée d'eau dans les immeubles à appartementsmultiples desservent généralement plusieurs appartementset chaque appartement peut être desservi par plusieursconduites différentes. Ceci impliquerait que plusieurscompteurs devraient être installés par appartement ce quirendrait l'opération extrêmement lourde financièrement etne pourrait conduire qu'à l'augmentation du prix des logements.Un membre s'est dit étonné que dans sa commune 30%des habitations ne sont pas reliées aux égouts mais sont seulementpourvues de système d'assainissement autonomes.Il est vrai que c'est un chiffre important mais il y a lieu depréciser toutefois que ce pourcentage est seulement de 5%pour l'ensemble de la Région bruxelloise ce qui représenteun excellent score.Quoique les travaux régionaux de collecte des eauxusées contribueront en partie à diminuer encore ce pourcentage,et en particulier le collecteur du Verrewinkelbeek dansla commune d'Uccle, le ministre rappelle que l'égouttageest de compétence communale et qu'il n'entre nullementdans ses intentions de substituer la Région aux responsabilitésdes communes.Toutefois il est important de préciser que la directive surle traitement des eaux urbaines précise en son article 3 que:«Lorsque l'installation d'un système de collecte ne sejustifie pas, soit parce qu'il ne présenterait pas d'intérêtpour l'environnement, soit parce que son coût serait excessif,des systèmes individuels ou d'autres systèmes approdomeinnagenoeg niets had geïnvesteerd. Zodra deze achterstandis ingehaald, zullen de behoeften aan investeringenheel wat geringer zijn dan nu het geval is.De minister gaat over tot de meer technische vragen; eenlid stelde zich vragen over de mogelijkheid en de kostprijsvoor particulieren om een BIWD-teller in hun woning telaten installeren.In 1995 werden 995 tellers geïnstalleerd. De kostprijsvan de plaatsing komt op ongeveer 6.500 fr. zonder BTW,volledig voor rekening van de aanvrager.Op dit ogenblik telt het Brusselse Gewest ongeveer205.000 woningen die over een BIWD-teller beschikkentegen 310.000 die ofwel geen teller, ofwel voorlopige tellershebben die niet door de BIWD worden beheerd.Financieel gezien zou het zeker niet realistisch zijn tegeloven dat het mogelijk is BIWD-tellers te plaatsen in allewoningen van het Brusselse Gewest. Enerzijds zouden,gezien de verouderde staat van de meeste installaties, voorde plaatsing van deze tellers omvangrijke werken in al dezegebouwen nodig zijn. Anderzijds bedienen de wateraanvoerleidingenin appartementsgebouwen in het algemeenmeerdere appartementen en kan elk appartement doorverschillende leidingen worden bediend. Dit zou inhoudendat per appartement meerdere tellers zouden moeten wordenen geïnstalleerd, wat de operatie financieel uiterstzwaar zou maken en slechts tot de verhoging van de prijsvan de woningen zou kunnen leiden.Een lid zegt verwonderd te zijn dat in zijn gemeente30 % van de woningen niet verbonden is met het rioolnet,maar enkel voorzien is van autonome saneringssystemen.Het gaat weliswaar om een aanzienlijk cijfer, maar er dientnochtans verduidelijkt dat dit cijfer slechts 5 % bedraagtvoor het hele Brusselse Gewest, wat een uitstekende scorevertegenwoordigt.Ook al zullen de regionale werken voor de opvang vanafvalwater gedeeltelijk bijdragen tot de verdere daling vandit percentage, en ik denk meer bepaald aan de collector vande Verrewinkelbeek in de gemeente Ukkel, wens de ministereraan te herinneren dat het waterafvoernet onder debevoegdheid van de gemeente valt en het geenszins mijnbedoeling is het Gewest te doen optreden voor verantwoordelijkhedenvan de gemeenten.Niettemin is het van belang te verduidelijken dat derichtlijn over de behandeling van het stadswater in artikel 3bepaalt dat :«Wanneer de installatie van een wateropvangsysteemniet is verantwoord, ofwel omdat het zonder nut zou zijnvoor het leefmilieu, ofwel omdat de kostprijs te hoog zouliggen, zal gebruik gemaakt worden van individuele of

A-61/2 - 95/96 -32- A-61/2-95/96priés assurant un niveau identique de protection de l'environnementseront utilisés».En d'autres terme, le respect de la Directive n'impliquepas que les communes soient obligées d'installer un réseaud'égouttage sur l'ensemble de leur territoire.Toutefois, étant donné qu'actuellement la plupart desfosses septiques ou des puits perdus ne sont pas géréesd'une manière appropriée et sont à l'origine de pollutionsoccasionnelles dans les nappes aquifères, la Région pourraitprendre des mesures visant à obliger les communes à réglementeret à contrôler, l'utilisation des fosses/puits. Ces dispositionsse feraient alors hors du cadre du projet d'ordonnancequi nous intéresse en ce moment.Au point de vue de la taxe sur l'eau et moyennant unelégère adaptation du texte qui sera proposée lors de la discussionsur les articles, tous les redevables ont la possibilitéd'opter pour un système de taxation réel de leurs déversements,que ce soit au niveau qualitatif de leur rejets ou auniveau quantitatif. Ce principe s'applique également pourles propriétaires de fosses septiques ou de puits perdus. Envue de respecter le principe d'égalité entre les redevables, leministre estime qu'il n'y a pas lieu de prévoir de dispositionsspécifiques à leur égard.Le principe d'égalité a été quelque peu mis en doute parun membre qui se demande si celui-ci est réellement respectédans le sens ou, pour les particuliers le coût des analysessera nettement supérieur au montant de la taxe. Leministre apporte deux éléments de réponse à cette question.Premièrement le droit d'option a été ouvert aux usagersdomestiques de l'eau. Font partie de cette catégorie, les particuliersbien évidemment, mais également les entreprisesqui font un usage de l'eau qui peut être assimilé à celui desparticuliers et c'est important, les entreprises de moins desept personnes.En effet, comment justifier le fait que le propriétaired'une petite entreprise de moins de sept personnes soitobligé de payer 14 F/m' 1 , alors qu'un de ses concurrent quiemploie une personne supplémentaire pourrait avoir lechoix entre ce système et le système réel?Deuxièmement, le droit d'option peut ne s'appliquer, siun redevable domestique le souhaite, que sur l'aspect quantitatifde l'eau. La mise en place d'un débitmètre est unemesure à la portée de tous. A noter que les deux autresRégions ne se sont nullement encombrées de ces considérations.Chaque citoyen payant forfaitairement quelque soitl'origine, l'usage ou la destination de l'eau.Plusieurs membres ont souhaité recevoir des éclaircissementssur les citernes d'eaux de pluie. Actuellement cellescisont visées dans le projet d'ordonnance. En effet, l'intenandereaangepaste systemen die een gelijkaardige niveauvan milieubescherming waarborgen».Met andere woorden, de naleving van de richtlijn houdtniet in dat de gemeenten verplicht zijn een afvoernetwerk teinstalleren over het hele grondgebied.Nochtans worden op dit ogenblik de meeste zink- ofseptischeputten niet op een adequate manier beheerd en zijn zijde oorzaak van occasionele vervuiling in het grondwater.Het Gewest zou derhalve maatregelen kunnen treffen om degemeenten te verplichten het gebruik van putten te reglementerenen te controleren. Deze bepalingen zouden danbuiten het kader vallen van het ontwerp van ordonnantie datons momenteel bezighoudt.Wat de heffing op het water betreft, hebben, mits eenkleine aanpassing van de tekst die bij de bespreking van deartikelen zal worden voorgesteld, alle heffingsplichtigen demogelijkheid te opteren voor een systeem van reële heffingop hun lozingen, ongeacht of dit op kwalitatief of kwantitatiefniveau is. Dit principe is tevens van toepassing op deeigenaars van zink- en septische putten. Met het oog op denaleving van het principe van gelijkheid tussen de heffingsplichtigen,ben ik van mening dat er geen specifieke bepalingenten aanstaan van hen dienen te worden voorzien.Het principe van gelijkheid werd enigszins in twijfelgetrokken door een lid dat zich afvraagt of het wel daadwerkelijkwordt nageleefd in die zin dat, voor de particulieren,de kostprijs van de analyses duidelijk hoger ligt dan hetbedrag van de heffing. De minister antwoordt op deze vraagtwee elementen willen aanbrengen.Ten eerste werd een keuzerecht geopend voor de huishoudelijkewaterverbruikers. Tot deze categorie behorenvanzelfsprekend de particulieren, maar ook de ondernemingenmet een waterverbruik dat kan worden gelijkgesteldmet dat van de particulieren en, dit is belangrijk, de ondernemingenvan minder dan zeven personen.Inderdaad, hoe verantwoorden dat de eigenaar van eenkleine onderneming met minder dan zeven personen verplichtis 14 fr./m 1 te betalen, terwijl één van haar concurrentendie één persoon meer tewerkstelt, zou kunnen kiezentussen dit systeem en het reële systeem?Ten tweede, kan het keuzerecht, indien een huishoudelijkeheffingsplichtige het wenst, slechts toegepast wordenop het kwantitatieve aspect van het water. De plaatsing vaneen debietteller is een maatregel binnen ieders bereik. Erdient opgemeikt dat de beide andere Gewesten zich geenszinshebben gebogen over dergelijke overwegingen. Wantelke burger betaalt op de forfaitaire wijze, ongeacht de oorsprong,het gebruik of de bestemming van het water.Verscheidene leden wensten nadere toelichtingen overde reservoirs van regenwater. Momenteel worden dezeopgenomen in het ontwerp van ordonnantie. Aanvankelijk

A-61/2- 95/96 -33- A-61/2-95/96tion initiale était de taxer le plus correctement possible ledéversement des eaux usées. Toutefois, dans la mesure oùelles participent à une gestion harmonieuse des ressourcesnaturelles et qu'elles ont une influence bénéfique sur larégularisation des débits qui arriveront aux stations d'épuration,un amendement sera présenté afin d'exclure duchamp d'application de la taxe les citernes à usage domestique.Un membre, mentionnant le fait que le volume rejetén'est pas taxé en cas de déversement hors égout s'estinquiété de savoir si le coefficient p avait été adapté enconséquence afin de ne pas favoriser les rejets dans la nappephréatique.Tout d'abord, il convient de souligner que les entreprisessont soumises à autorisation de rejet, et ne sont pas libres dedéverser leurs eaux usées où elles le désirent. Il est clair, quelors de l'établissement des autorisations, la liaison auxégouts est toujours préférée quand c'est possible aux rejetsdans les eaux de surface, et ce, indépendamment de la taxe.Le problème est donc restreint. Toutefois, lors de l'établissementdu coefficient p pour les rejets hors égouts, il aété tenu compte du fait que la pollution diffuse est irrécupérableet que dès lors il convient de ne pas inciter aux rejetsdes eaux usées en dehors des égouts publics.Divers exemples de calculs confirment que dans la plusgrande majorité des cas, les rejets en eaux de surface oudans la nappe aquifère seront toujours plus taxés que ceuxeffectués dans le réseau d'égouttage.En ce qui concerne la nature des eaux qui aboutiront auxstations d'épuration selon leur origine, le ministre rappelleque nous avons hérité d'un système de collecte de type unitaire,ce qui signifie que les eaux usées et les eaux de ruissellementaboutissent dans un réseau unique contrairementaux systèmes séparatifs.En ce qui concerne la zone Bruxelles-Sud, la proportiond'eaux usées et d'eau d'infiltration qui arriveront à la stationa été estimée à 85 et 15% respectivement. Les eauxusées sont composées de 79% d'eau domestique et de 21%d'eau de type industriel. La station d'épuration de Bruxelles-sud,a été dimensionnée de manière à pouvoir traiter 2.5fois le débit de temps sec par voie biologique et 5 x le débitde temps sec par traitement primaire uniquement.En ce qui concerne la zone Bruxelles-Nord, la proportiondes eaux de ruissellement qui arrivera à la station a été estiméeà 12% et celle des eaux usées à 88%. La compositiondes eaux usées est similaire à celle que l'ont retrouve dansla zone sud de la Région.was het immers de bedoeling de lozing van afvalwater opeen zo correct mogelijke wijze te belasten. Voor zover dezereservoirs bijdragen tot een harmonieus beheer van denatuurlijke bronnen en ze een gunstige invloed hebben opde regularisering van de debielen die in de zuiveringsstationszullen terechtkomen, zal een amendement wordenvoorgelegd, teneinde de reservoirs voor huishoudelijkgebruik uit het toepassingsveld van de heffing uit te sluiten.Een lid dat vermeldt dat het geloosde volume niet wordtbelast in geval van lozing buiten het rioolnet, wenste teweten of de coëfficiënt p dienovereenkomstig was aangepast,teneinde geen lozingen van afvalwater in de watervoerendelaag te bevorderen.Eerst en vooral dient onderstreept dat de ondernemingenworden onderworpen aan een lozingsvergunning en nietzomaar hun afvalwater kunnen lozen waar ze het willen.Het hoeft geen betoog dat, bij de opstelling van de vergunningen,steeds de voorkeur wordt gegeven aan, indienmogelijk, een aansluiting op het rioolnet dan aan lozingenvan afvalwater in het oppervlaktewater, en dit, onafhankelijkvan de heffing.Het probleem is dus beperkt. Bij de vastlegging van hetcoëfficiënt R voor de lozingen buiten het rioolnet, werd erevenwel rekening mee gehouden dat de verspreide vervuilingonherstelbaar is en dat bijgevolg het lozen van afvalwaterbuiten het rioolnet niet mag worden aangemoedigd.Verscheidene berekeningsvoorbeelden bevestigen dat, inde meeste gevallen, de lozingen van afvalwater in hetoppervlakte- of grondwater steeds zwaarder zullen wordenbelast dan die in het afvoernet.Wat de aard van het water betreft dat, al naargelang zijnafkomst, in de zuiveringsstations zal terechtkomen, herhaaltde minister dat wij een opvangsysteem van het eenheidstypehebben geërfd, wat betekent dat het afval- en afvloeiendwater in één enkel netwerk in plaats van in afzonderlijkesystemen terechtkomen.Wat de zone Brussel-Zuid betreft, werd de verhoudingafvalwater en doorsijpelend water die in het zuiveringsstationzullen terechtkomen, geschat op 85 % respectievelijk 15 %.Het afvalwater is samengesteld uit 79 % huishoudelijk wateren uit 21 % water van het industriële type. Ik zal hier tevensaan toevoegen dat het zuiveringsstation van Brussel-Zuid vandie omvang is dat het 2.5 maal het debiet bij droog weer viade biologische weg en 5 maal het debiet bij droog weer doorenkel primaire behandeling kan verwerken.Wat de zone van Brussel-Noord betreft, werd het percentageafvloeiend water dat in het zuiveringsstation zalterechtkomen, geschat op 12 % en dat van het afvalwater op88 %. De samenstelling van het afvalwater is gelijkaardigaan die welke terug te vinden is in de zuidelijke zone vanhet Gewest.

A-61/2- 95/96 -34- A-61/2-95/96Au niveau des aides à l'investissement, deux membresont souhaité recevoir des précisions quant aux objectifs précisde cette aide et aux montants qui y seront affectés.L'article 43 du projet d'ordonnance précise en effet que «lapartie du produit de la taxe des eaux usées autres quedomestique prélevée sur les matières polluantes qui ne sontpas traitées dans les ouvrages collectifs d'épuration peutêtre affectée à des aides à l'investissement.»L'idée est donc que les recettes perçues pour les rejets desubstances qui sont difficilement ou non traitables en stationd'épuration urbaines soient réinjectés dans les entreprisesafin de les aider à s'équiper de dispositifs spécifiquesleur permettant d'éviter ce type de rejets; que ce soit à lasource, par traitement sur le site même de l'entreprise oupar recyclage. C'est le cas des métaux lourds pour lesquelsil vaut nettement mieux qu'ils n'aboutissent pas dans nosstations où ils se retrouvent concentré dans les boues. Il fautdonc éviter leur rejet et espérer à long terme un rendementnul de la taxe sur ces polluants. Il est toutefois difficile depréciser à l'heure actuelle quel sera le niveau de ces montants.Les modalités pratiques d'octroi des aides feront l'objetd'un arrêté spécifique du Gouvernement qui sera établi enconcertation avec le ministre de l'économie.Un membre s'étonne en outre que l'administration desfinances puisse emporter les livres et documents et sedemande comment justifier cela vis-à-vis d'un contrôleurde la TVA par exemple qui viendrait à faire un contrôlesimilaire. Vu la technicité de la matière il a paru nécessairede prévoir une clause permettant à l'Administration de pouvoiremporter des documents si nécessaire, ce qui ne pourraévidemment se faire que contre remise d'un récépissé. Siune autre administration fiscale devait réclamer ces mêmesdocuments ou livres, l'entreprise pourra, sans difficultés,produire à son égard le récépissé.Plusieurs membres se sont intéressés aux exonérationsen faveur des personnes en difficulté. Avant de répondre àleurs questions, le ministre veut insister à nouveau sur le faitque la taxe a, un double objectif; d'une part elle vise à assurerdes moyens suffisamment importants pour pouvoirmener une politique réelle d'assainissement des eaux uséesen Région bruxelloise et d'autre part elle doit inciter lesredevables à modifier leur comportement dans le sens d'unplus grand respect de l'environnement. Il s'agit donc biend'une taxe à vocation environnementale et pas d'une taxede redistribution de moyens. Ce serait une lourde erreur devouloir mêler d'autres objectifs au texte. Plus personne nes'y retrouverait.Op het vlak van de steun bij investeringen, wensten tweeleden nadere toelichtingen te verkrijgen over de preciezedoelstellingen van deze steunmaatregel en over de bedragendie hiervoor zullen worden uitgetrokken. Artikel 43 van hetontwerp van ordonnantie verduidelijkt immers dat «het deelvan de opbrengst van de belasting op het niet-huishoudelijkafvalwater, die wordt geheven op de vervuilende stoffen dieniet worden behandeld in de collectieve waterzuiveringsinstallaties,kan worden aangewend voor de steun bij investeringen...».Het idee bestaat er dus in de geïnde ontvangsten voor delozingen van stoffen die moeilijk of niet behandelbaar zijnin stedelijke zuiveringsstations, terug te brengen in deondernemingen om hen te helpen zich uit te rusten met specifiekeinstallaties dankzij welke dit type van lozingen kanworden vermeden; ongeacht of dit gebeurt bij de bron, doorbehandeling op de site van de onderneming zelf of doorrecyclage. Dit is het geval met de zware metalen die beterniet in onze stations binnenstromen waar ze in geconcetreerdevorm terug te vinden zijn in het slib. Er zit dus nietsanders op dan het lozen van zware metalen te vermijden enop lange termijn te hopen op een nulopbrengst van de heffingop deze vervuilende stoffen. Het is evenwel moeilijkop dit ogenblik te preciseren welk niveau deze bedragenzullen bereiken.De praktische toekenningsmodaliteiten van de steun zullenhet voorwerp uitmaken van een specifiek regeringsbesluitdat zal worden opgesteld in overleg met de ministervan Economie.Een lid is bovendien verwonderd dat de administratievan financiën de boeken en documenten mag meenemen envraagt zich af hoe men zich dan moet verantwoorden tenopzichte van een controleur van de belastingen bijvoorbeelddie een gelijkaardige controle zou komen uitvoeren.Gezien de techniciteit van de materie leek het noodzakelijkte voorzien in een clausule op grond waarvan de administratieindien nodig documenten kan meenemen, wat vanzelfsprekendslechts mogelijk zal zijn mits afgifte van eenontvangstbewijs. Mocht een andere administratie van debelastingen diezelfde documenten of boeken opeisen, danzal de onderneming, zonder probleem, het ontvangstbewijskunnen voorleggen.Verscheidene leden toonden belangstelling voor de vrijstellingenten gunste van personen in moeilijkheden. Alvorenste antwoorden op hun vragen, wil de minister opnieuw onderstrependat de heffing, een tweeledige doelstelling nastreeft;enerzijds beoogt zij in voldoende middelen te voorzien omeen waar saneringsbeleid van het afvalwater in het BrusselseGewest te kunnen voeren en anderzijds moet zij de heffingsplichtigenaanzetten tot een gedragsverandering in de zin vaneen grotere eerbied voor het leefmilieu. Het gaat dus weldegelijk om een heffing met een milieuvriendelijke roepingen niet om een heffing voor een herverdeling van middelen.Het zou zeker fout zijn andere doelstellingen aan de tekst tekoppelen. Niemand zou er nog duidelijk inzicht in hebben.

A-61/2 - 95/96 -35- A-61/2-95/96Toutefois, pour des raisons sociales, le projet d'ordonnancedans sa forme actuelle prévoit une exonération pourles personnes qui relèvent d'un CPAS ou qui prouvent queleurs revenus sont égaux ou inférieurs au seuil minimumd'existence. La volonté a été de prendre en considérationtoutes les personnes dont les revenus sont égaux ou inférieursau minimum de moyens d'existence; la notion n'estdonc pas réduite aux seuls bénéficiaires du minimex.Plusieurs membres ont toutefois souhaité que le textesoit moins restrictif à cet égard et que l'exonération de lataxe vise également d'autres catégories de personnes etentre autre les personnes dont le salaire avoisine celui duminimex.Il serait très délicat de définir de nouvelles bases de calculpour fixer un montant plafond; il parait moins arbitrairede se baser sur un montant fixé dans le cadre d'une loi existantetel que la loi de 1974 relative au minimum de moyensd'existence.Les exemptions prévues à l'article 7 sont identiques àcelles précisées dans l'article 4, § 1 er de l'ordonnance relativeà la taxe régionale. Dans un souci de simplicité et doncde justice, il faut que l'Administration des Finances puissetravailler sur des bases comparables pour les deux taxes enquestion. De plus, il me paraît difficilement concevable quele même législateur régional définisse des catégoriesd'exemptions différentes d'un texte fiscal à l'autre.Voilà qui répond également à la question d'un membrede savoir pourquoi la référence à la notion de «revenusmodestes» n'avait pas été choisie. Cette notion qui est utiliséeentre autre en matière de logement social, varie en fonctionde plusieurs facteurs, dont certains en constante évolution,comme notamment, la composition de la famille, lenombre d'enfants à charge ou encore le nombre et le niveaudes revenus. Si la complexité des facteurs pris en considérationse justifie dans le cadre de l'octroi de logements, iln'en va pas de même dans le domaine qui nous intéresseactuellement.Une autre proposition a été faite qui consiste à accorderune exonération en dessous d'un certain niveau de consommationd'eau, par exemple en dessous de 30 mVan. Ce systèmene pourrait pas rencontrer l'objectif social poursuivi.En effet, une famille, avec cinq enfants, minimexée ou àcharge du CPAS consommera bien plus que 30 m 3 d'eau paran et ne se verrait exonérée que pour ces 30 premiers m 3 . Aucontraire d'un autre ménage dont les revenus peuvent êtreimportants ou bénéficiant d'une pension qualifiée deconfortable qui se verrait lui exonéré. De plus, et c'estlogique, la plus grande majorité des abonnés qui consommentmoins de 30 m3/an résident dans des maisons unifamiliales.Or, il va de soi que ce n'est pas dans ce type d'ha-Om maatschappelijke redenen voorziet het ontwerp vanordonnantie in zijn huidige vorm in een vrijstelling voorpersonen die van een OCMW afhangen of die bewijzen dathun inkomen gelijk is aan of lager ligt dan het bestaansminimum.De bedoeling was rekening te houden met alle personenwaarvan het inkomen gelijk is aan of lager ligt danhet bestaansminimum; het begrip beperkt zich dus niet totenkel de gerechtigden op het bestaansminimum.Verscheidene leden wensten evenwel dat de tekst in ditverband minder beperkend zou zijn en dat de vrijstellingvan de heffing tevens andere categorieën van personen zoubeogen, onder andere personen van wie het loon het bedragvan het bestaansminimum benadert.Het zou zeer gevoelig liggen, indien er een nieuwe berekeningsbasiszouden worden bepaald om een plafondbedragvast te leggen; het lijkt mij minder willekeurig zich tebaseren op een bedrag dat is vastgesteld in het kader van eenbestaande wet zoals de wet van 1974 betreffende het minimumaan bestaansmiddelen.De minister preciseert dat de vrijstellingen voorzien inartikel 7 identiek zijn met die welke nader bepaald wordenin artikel 4 § l van de ordonnantie betreffende de gewestelijkeheffing. Met het oog op vereenvoudiging en dus rechtvaardigheid,is het nodig dat de administratie van financiënkan werken op vergelijkbare bases voor beide heffingenwaarvan sprake. Bovendien lijkt het mij moeilijk denkbaardat dezelfde gewestelijke wetgever catergorieën vastlegtvan vrijstellingen die verschillen van de ene fiscale tekst totde andere.Dit is meteen ook het antwoord op de vraag van een lidnl. waarom niet werd gekozen voor de verwijzing naar hetbegrip «bescheiden inkomens». Dit begrip die onder andereinzake sociale huisvesting wordt gebruikt, varieert afhankelijkvan verscheidene factoren, waarvan sommige in constanteevolutie, zoals meer bepaald, de samenstelling van defamilie, het aantal kinderen ten laste of nog het aantal en hetniveau van de inkomens. De complexiteit van de inachtgenomenfactoren mag nog verantwoord zijn in het kader vande toekenning van sociale woningen, dit geldt niet in hetdomein waarnaar onze aandacht momenteel uitgaat.Een ander voorstel bestond erin een vrijstelling toe tekennen onder een welbepaald niveau van waterverbruik,bijvoorbeeld onder 30 mVjaar. Een dergelijk systeem zou,naar mijn mening, niet kunnen tegemoet komen aan hetnagestreefde sociaal doel. Want een gezin met vijf kinderendat een bestaansminimum ontvangt of afhankelijk is van hetOCMW, zal heel wat meer verbruiken dan 30 m 3 water perjaar en zou slechts worden vrijgesteld voor die eerste 30 m'.In tegenstelling tot een ander gezin dat een aanzienlijk inkomenkan hebben of een ruim pensioen kan genieten, dat welzou vrijgesteld worden. Bovendien is het logisch dat demeeste personen die aangesloten zijn en minder dan30 mVjaar verbruiken, in éénsgezinswoningen verblijven.

A-61/2- 95/96 -36- A-61/2-95/96bitation que résident les personnes que nous souhaitonsexonérer dans le cadre de cette ordonnance.De la même manière, la mise en place d'un tarif différentielrendrait le calcul de la taxe périlleux et n'atteindraitpas l'objectif escompté.Un membre aurait souhaité que l'exonération vise égalementles personnes âgées, les handicapés, les veuves d'invalidesde guerre, etc. Il est bien entendu que toutes ces personnes,pour autant qu'elles établissent que leurs revenussont inférieurs ou égaux au minimex bénéficieront del'exemption.Dans le même ordre d'idée, la suggestion d'envisagerque des mesures spéciales soient prises en faveur des hôpitauxet des écoles ne me semble pas opportune. Du fait quel'objectif de la taxe est environnemental, les établissementsen question ne doivent pas échapper à des mesures visant àpréserver notre environnement.Plusieurs membres de la Commission se sont souciés durespect de la confidentialité de la situation sociale des personnesen difficulté vis-à-vis du propriétaire abonné auréseau de distribution. Il faut préciser à cet égard, que c'estl'administration des Finances uniquement qui sera habilitéeà constater l'exemption ou à la reconnaître sur base desinformations qu'elle recueille auprès des CPAS ou à lademande du redevable ou de la personne démunie. Cetteadministration est tenue au strict respect de la confidentialité.Dans le projet d'ordonnance, les personnes en difficultésociale sont exemptées de la taxe selon deux procédés:soit ces personnes, ou l'abonné qui leur délivre de l'eau,informe l'Administration des finances, avec preuve àl'appui, de leur statut;Les personnes qui le souhaitent auront ainsi la possibilitéde demander à leur propriétaire (dans le cas d'un appartementà logements multiples) une preuve écrite du payementqu'ils lui ont versé dans le cadre de la taxe. Cettepreuve pourra être envoyée à l'Administration desfinances afin que le remboursement soit effectué directementà la personne demanderesse, sans passer par le propriétaire.soit, elles sont exemptées sur base des listes qui pourraientéventuellement être remises à l'Administrationdes finances par les centres publics d'aide sociales (avecl'accord de la personne en difficulté).En ce qui concerne le principe de remboursement prévuà l'article 7, plusieurs membres auraient souhaité que lesToch ligt het voor de hand dat de personen die wij in hetkader van deze ordonnantie wensen vrij te stellen, niet in ditsoort woningen verblijven.Tevens zou de invoering van een differentieel tarief deberekening van de heffing in het gedrang brengen en niethet vooropgestelde doel bereiken.Een lid zou gewenst hebben dat de vrijstelling ook zouslaan op bejaarden, gehandicapten, weduwes van oorlogsinvaliden,enz. Het spreekt voor zichzelf dat al deze personenvoor deze vrijstelling in aanmerking zullen komen,voor zover ze verklaren dat hun inkomens lager liggen danof gelijk zijn aan het bestaansminimum.In diezelfde gedachtengang lijkt het voorstel van een lidom speciale maatregelen te overwegen voor ziekenhuizenen scholen, niet geschikt. Vermits de doelstelling van deheffing milieuvriendelijk is, moeten de instellingen waarvansprake, niet ontsnappen aan maatregelen voor de beschermingvan ons leefmilieu.Verscheidene personen van de Commissie drukten hunverontrustheid uit over de eerbied voor de vertrouwelijkheidvan de sociale situatie van personen in moeilijkhedenten opzichte van de eigenaar die op het watervoorzieningsnetis aangesloten. In dit verband dient verduidelijkt dat hetenkel de administratie van Financiën is die gemachtigd zalzijn om de vrijstelling vast te stellen ofte erkennen op basisvan de informatie die ze inwint bij de OCMW's of op aanvraagvan de heffingsplichtige of van de persoon in moeilijkheden.Deze administratie is verplicht de vertrouwelijkheidstrikt te eerbiedigen.In het ontwerp van ordonnantie worden de personen insociale moeilijkheden vrijgesteld van de heffing volgenstwee procédés:- ofwel informeren deze personen, of de aangeslotene diehen water levert, de administratie van financiën overhun statuut, met bewijzen ter ondersteuning;De personen die het wensen, zullen aldus de mogelijkheidhebben aan hun eigenaar (in geval van een gebouwmet meerdere appartementen) een geschreven bewijs tevragen van de betaling die ze voor hem hebben uitgevoerdin het kader van de heffing. Dit bewijs kan naar deadministratie van financiën worden verstuurd, opdat deterugbetaling rechtstreeks aan de vragende persoon zougeschieden, zonder via de eigenaar te gaan.- ofwel worden ze vrijgesteld op basis van de lijsten dieeventueel door de Openbare Centra voor MaatschappelijkWelzijn (met het akkoord van de persoon in moeilijkheden)aan de administratie van financiën zoudenkunnen zijn doorgegeven.Wat het terugbetalingsprincipe betreft, voorzien in artikel7, zouden verscheidene leden de wens hebben uitge-

A-61/2- 95/96 -37- A-61/2-95/96personnes en difficulté soient exemptées de payer les versementsanticipés plutôt que de recourir à un principe de remboursement.Il serait très difficile pour l'IBDE de vérifier lors de l'établissementdes factures si l'abonné ou une personne à qui ildélivre de l'eau directement ou indirectement, bénéficie desconditions d'exemptions prévues à l'article 7. L'IBDEdevrait être tenue au courant de tous les changements de statutsdes redevables avant l'émission des factures. C'est laraison pour laquelle il nous a paru plus sûr et plus praticablede prévoir les exemptions via un remboursement des versementsanticipés par l'administration des finances.Il est à noter qu'une pratique courante suivie par lesCPAS consiste à avancer les allocations de chômage ou lesallocations des personnes handicapées lorsque ces personnesse trouvent en difficulté. En matière de factures degaz, d'eau et d'électricité, le CPAS, en cas de nécessité, paie100% de la facture directement à la société de distributionet prélève 50% du montant sur le minimex, par exemple, enétalant le solde sur une période plus ou moins longue.Cette pratique d'avance pourrait être étendue en cas deréelle nécessité aux personnes visées à l'article 7.En ce qui concerne la perception de la taxe, un membrea mentionné le fait que l'IBDE, en tant qu'organismepublic, pourrait assister la Région gratuitement. Un autremembre a souhaité quant à lui recevoir des éclaircissementssur les raisons qui ont conduit aux choix de 2 interlocuteurspour l'ensemble des opérations de perception et de contrôlesoit, le Ministère et l'IBGE.Le ministre signale que le travail de l'IBDE ne se résumerapas uniquement a rajouter une simple ligne sur la facturede consommation d'eau. L'IBDE sera chargée d'effectuerle calcul de la taxe, d'envoyer un premier et un deuxièmerappel aux personnes en retard de payement et defaire parvenir à l'Administration un listing des impayés. Latâche assumée par l'IBDE sera donc assez conséquente etimpliquera des frais supplémentaires. Ces frais supplémentairesdevront nécessairement être repercutés sur leconsommateur. Que cette répercussion se fasse via une augmentationdu prix de l'eau ou par le biais de la taxe, revientin fine au même pour le redevable.L'objectif de répartition des missions sur lequel leGouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale a marquéson accord à la fois dans l'avant-projet d'ordonnance etdans le projet d'ordonnance se définit schématiquementcomme suit:- L'IBDE a pour mission de percevoir les versementsanticipés de la taxe pour le compte de la Région (dans ladrukt dat de personen in moeilijkheden zouden worden vrijgesteldvan de voorafbetalingen eerder dan dat ze eenberoep zouden moeten doen op het terugbetalingsprincipe.Het zou voor de BIWD uitermate moeilijk zijn bij de opstellingvan de facturen na te gaan of de aangeslotenen ofeen persoon aan wie rechtstreeks of onrechtstreeks waterwordt geleverd, voldoet aan de vrijstellingsvoorwaardenvoorzien in artikel 7. De BIWD zou op de hoogte moetenworden gebracht van alle veranderingen van statuten van deheffingsplichtigen, alvorens de facturen worden uitgegeven.Dit is de reden waarom het ons veiliger en praktischerleek de vrijstellingen te voorzien via een terugstorting vande voorafbetalingen door de administratie van financiën.Er dient opgemerkt dat een door de OCMW's veelvuldigtoegepaste praktijk erin bestaat werkloosheidsuitkeringenof uitkeringen van gehandicapten vooruit te betalen, wanneerdeze personen in moeilijkheden verkeren. Wat degas-, water- en electriciteitsfacturen betreft, betaalt hetOCMW, in geval van nood, 100 % van de factuur rechtstreeksaan de distributiemaatschappij en trekt het 50 % vanhet bedrag af van het bestaansminimum, bijvoorbeeld, doorhet saldo te verspreiden over een min of meer lange periode.Deze praktijk van vooruitbetaling zou, in geval van werkelijkenood, kunnen worden uitgebreid tot de personenbedoeld in artikel 7.Wat de invordering van de heffing betreft, haalde een lidhet feit aan dat de BIWD, als overheidsinstelling, hetGewest gratis zou kunnen bijstaan. Een ander lid, van zijnkant, wenste meer uitleg over de redenen die geleid hebbentot de keuze van 2 onderhandelingspartners voor alleinnings- en controleverrichtingen, het ministerie en hetBIM.De minister wenst op te merken dat het werk van deBIWD zich niet zal beperken tot het eenvoudigweg toevoegenvan een regel op de factuur van het waterverbruik. DeBIWD zal worden belast met de berekening van de heffing,met het versturen van een eerste en een tweede aanmaningaan de wanbetalers en de verzending van een listing van deonbetaalde rekeningen naar de administratie. De taak vande BIWD zal dus tamelijk zwaar zijn en bijkomende kostenmet zich brengen. Deze bijkomende kosten zullen noodzakelijkerwijsop de verbruiker moeten worden afgewenteld.Dat deze afwenteling gebeurt via een prijsverhoging van hetwater of via de heffing, komt in fine voor de heffingsplichtigeop hetzelfde neer.De doelstelling van taakverdeling waaraan de BrusselseHoofdstedelijke Regering zowel in het voorontwerp vanordonnantie als in het ontwerp van ordonnantie haar goedkeuringheeft gegeven wordt, schematisch als volgtbepaald :- De BIWD heeft als opdracht voor rekening van hetGewest (in de waterfactuur) de voorafbetalingen van de

A-61/2- 95/96 -38- A-61/2-95/96facture d'eau), envoi et suivi des rappels et communicationdes listes des impayés au Ministère des finances dela Région;Le Ministère des finances est responsable de l'enrôlementet du recouvrement;L'IBGE est chargée de vérifier les déclarations des redevablesdéversant des eaux usées autres que domestiques,de procéder ou faire procéder à des analyses si nécessaireet, enfin, d'élaborer un programme quinquennal de préventionde la pollution de l'eau.Dans l'avant-projet d'ordonnance cependant, la référenceà l'Institut et au Ministère n'avait pas été précisée etavait été regroupée sous le terme «Service désigné par leGouvernement». L'explication des missions qui incombaientsoit au Ministère soit à l'Institut avait été fourniedans le commentaire des articles. Le Conseil d'Etat a fait lademande explicite que le projet d'ordonnance désignedirectement les différents services visés afin de clarifier lesrôles et les responsabilités de chacun.Le partage des responsabilités a été effectué selon unebase fonctionnelle. Il a paru évident de confier a l'administrationdes finances tenue au secret professionnel tout ce quiconcerne les procédures de taxation et le recouvrement del'impôt, et de confier à l'IBGE les missions de type techniquetelles que le contrôle des déclarations et des analysesd'eau ainsi que les analyses et contre-analyses éventuelles.Un commissaire souhaite pouvoir examiner le texteremis par le ministre en commission. Il souhaite par ailleurségalement lire attentivement la note remise par l'expertdu ministre concernant le mode de perception de lataxe. Le ministre a-t-il traité le problème des immeubles derapport?Un membre prend bonne note de l'effort que le Gouvernementsouhaite faire pour les familles ayant comme revenusle minimex. Qu'en est-il par ailleurs des chômeurs etdes familles nombreuses? Il signale que ces personnes-làont en général déjà des difficultés à honorer leur factureactuelle.Un autre membre souhaite également pouvoir examinerle texte remis en séance par le ministre.Il aborde par ailleurs le problème de l'assimilation desentreprises de moins de sept personnes à des consommateursdomestiques. Il rappelle que des entreprises de moinsde sept personnes peuvent polluer énormément et que cesentreprises sont légion en Région bruxelloise (cf. éludessectorielles de l'IBGE).heffing in te vorderen, de aanmaningen te verzenden enop te volgen en de lijsten van de onbetaalde rekeningendoor te geven aan het ministerie van Financiën van hetGewest;- De minister van Financiën is verantwoordelijk voor deinkohiering en de invordering;- Het BIM wordt belast met het nagaan van de aangiftenvan de heffingsplichtigen die niet-huishoudelijk afvalwaterlozen, met het uitvoeren of laten uitvoeren vananalyses, indien nodig en, ten slotte, met het uitwerkenvan een vijfjarenprogramma ter voorkoming van dewatervervuiling.In het voorontwerp van ordonnantie was de verwijzingnaar het Instituut en naar het Ministerie niet expliciet enwerden beide onder de term «door de Regering aangewezendienst» gehergroepeerd. De uitleg over de taken die ofwelaan het ministerie ofwel aan het Instituut waren toegewezen,werd vestrekt in de commentaar bij de artikelen. DeRaad van State heeft uitdrukkelijk gevraagd dat het ontwerpvan ordonnantie de verschillende bedoelde diensten rechtstreekszou noemen, teneinde ieders functies en verantwoordelijkhedente verduidelijken.De verdeling van de verantwoordelijkheden gebeurdevolgens een functionele basis; het leek logisch dat aan deadministratie van financiën, die gebonden is aan het beroepsgeheim,zou worden toevertrouwd al wat aanslagproceduresen invordering van de belasting aangaat, en helBIM zou worden belast met de opdrachten van technischeaard, zoals de controle van de aangiften en de wateranalyses,alsook de analyses en tegenanalyses.Een commissielid wenst de tekst die de minister in decommissie heeft overhandigd te kunnen onderzoeken.Tevens wenst hij de nota van de deskundige van de ministerover de wijze van inning van de heffing aandachtig telezen. Heeft de minister het probleem van de huurpandenbehandeld?Een lid neemt nota van de inspanning die de regeringwenst te doen voor de gezinnen met een bestaansminimum.Wordt er ook gedacht aan de werklozen en de kroostrijkegezinnen? Hij wijst erop dat deze mensen het doorgaans nual moeilijk hebben om hun factuur te betalen.Een ander lid wenst eveneens de tekst die de minister tijdensde vergadering heeft overhandigd onder de loep tenemen.Anderzijds snijdt hij het probleem aan van het gelijkstellenvan bedrijven met minder dan zeven werknemers methuishoudelijke gebruikers. Hij wijst erop dat bedrijven metminder dan zeven werknemers zeer vervuilend kunnen zijnen dat ze in hel Brussels Gewest zeer talrijk zijn (zie sectoriëleonderzoeken van het BIM).

A-61/2- 95/96 -39- A-61/2-95/96II estime que fixer la frontière entre la consommationdomestique et la consommation industrielle au nombre depersonnes employées par une entreprise est contradictoireaux objectifs environnementaux poursuivis dans l'ordonnance.Hij meent dat een grens trekken tussen huishoudelijk enindustrieel verbruik op grond van het aantal tewerkgesteldepersonen in strijd is met milieudoelstellingen van de ordonnantie.Le membre rappelle que la formule pour le calcul de lataxe en fonction du volume de rejets et de la charge polluanteest très simple.Het lid herinnert eraan dat de formule voor het berekenenvan de heffing op grond van het volume geloosd water en devuilvracht zeer eenvoudig is.Il estime que la politique suivie depuis des années parl'IBDE d'un seul compteur par immeuble rend toute politiqueenvironnementale sélective impossible.Hij is van mening dat het beleid dat de BIWD sinds jarenvoert en dat erin bestaat slechts één meter per gebouw teplaatsen het onmogelijk maakt een selectief milieubeleid tevoeren.Comme le ministre l'a rappelé, il y a 310.000 ménages àBruxelles sans compteur. Si à court terme les choses sontimmuables, à moyen terme, il conviendrait que tout ménageait son compteur pour pouvoir contrôler sa consommation.Cela éviterait également beaucoup de problèmes sociaux etde contestations de la consommation d'eau qui leur estimpartie.De minister heeft erop gewezen dat 310.000 Brusselsegezinnen geen meter hebben. Op korte termijn kan er nietsworden gedaan. Op middellange termijn zou er voor elkgezin echter een meter moeten zijn teneinde zijn verbruik tekunnen nagaan. Op die manier zouden tevens heel watsociale problemen en betwistingen over het waterverbruikkunnen worden vermeden.Le membre souhaiterait avoir confirmation que si pourun immeuble de rapport, il n'y a qu'un seul compteur, tousles ménages sont bien redevables de la redevance pourl'eau.Het lid wenst dat wordt bevestigd dat, in geval van eenhuurpand met slechts één meter, de heffing op de lozing vanafvalwater verschuldigd is door alle gezinnen die er wonen.Il souhaiterait avoir des éclaircissements en ce quiconcerne les définitions de l'usage domestique de l'eau etl'usage "autre que domestique de l'eau". Il constate à l'article2 que ces usages autres que domestique sont définiscomme "tout usage de l'eau nécessaire pour la réalisationdes activités dans les secteurs mentionnés à l'annexe 2". Orà l'annexe 2, il constate qu'il y a un point "M. autres" quicontient par ailleurs également en dernier lieu un point"Autres activités (occasionnant des rejets de nature différenteà ceux visés à l'article 2, secundo de la présenteordonnance)". Cela veut-il dire que certaines activités, difficilesà cerner, seront assimilées de facto à des usagesdomestiques de l'eau?Het lid wenst een nadere omschrijving van de begrippen«huishoudelijk gebruik» en «gebruik voor niet-huishoudelijkedoeleinden». Hij stelt vast dat dit laatste in artikel 2wordt omschreven als «elk ander gebruik van het water datnodig is voor de verwezenlijking van de activiteiten in de inbijlage n vermelde sectoren». In bijlage II staat er echtereen punt «M. andere» waarvan de laatste rubriek luidt :«Andere activiteiten (die lozingen met zich brengen verschillendvan die bedoeld in artikel 2, 2° van deze ordonnantie)».Betekent dit dat sommige moeilijk te omschrijvenactiviteiten de facto zullen worden gelijkgesteld met hethuishoudelijk gebruik van water?Selon le commissaire, il y a là une contradiction quipourra mener à des recours contre l'ordonnance.Volgens het commissielid is er hier een tegenstrijdigheiddie zou kunnen leiden tot een hele reeks beroepen tegen deordonnantie.Un membre en revient au mode de perception de la taxe.II se demande si la perception anticipative de la taxe vautégalement pour les personnes qui gèrent les infrastructuresculturelles et sportives. D'autre part, il s'inquiète des répercussionsde cette taxe sur ces activités-là ainsi que pour certainescatégories de contribuables : les petits indépendantset les indépendants complémentaires. La taxe pourrait êtretrop importante pour ces catégories de personnes.Een lid komt terug op de wijze van inning van de heffingen vraagt zich af of het voortijdig innen ook geldt voor debeheerders van culturele en sportinfrastructuren. Anderzijdsmaakt hij zich zorgen over de gevolgen van dezebelasting voor dergelijke activiteiten en voor sommige categorieënbelastingplichtigen, met name de kleine zelfstandigenen de zelfstandigen in bijberoep, voor wie de heffing tezwaar zou kunnen zijn.

A-61/2 - 95/96 -40- A-61/2-95/96Un commissaire souligne que lors de la séance précédente,un membre avait rappelé les priorités Gouvernementalesen matière d'eau et l'ordre de ces priorités qui estimportant. En premier lieu, il y a le maintien de la distributiond'eau potable à un coût acceptable à Bruxelles; en deuxièmelieu, la lutte contre les inondations dans les quartiersà risque; en troisième lieu, la collecte et l'épuration deseaux usées pluviales et en quatrième lieu, la gestion intégréedes eaux usées et pluviales.Le commissaire se demande pourquoi le ministre inversel'ordre des priorités.En ce qui concerne les versements anticipés de la taxe àeffectuer par les personnes minimexées, un membre souligneque la loi sur le minimex prévoit que celui-ci doit êtreversé de manière intégrale. Ces personnes ne pourront pasdemander d'avance pour le paiement de la taxe.Il réitère que le projet d'ordonnance n'accentue pas suffisammentles mesures parallèles à la perception de la taxe.En ce qui concerne la problématique des locataires et dupropriétaire, le ministre souligne qu'il a déjà expliqué quela perception de la taxe dans ce cas se base sur le mêmeprincipe que celui pour le paiement de la facture d'eau,c'est-à-dire le principe de solidarité entre l'abonné et lesconsommateurs qui jouissent de cet abonnement à la distributiond'eau.Ce système ne va pas être perturbé par la taxe.Le commissaire constate dès lors que le locataire va voiraugmenter ses charges.Le ministre repond par l'affirmative.Si les commissaires estiment qu'il convient d'exonérertout le monde, à ce moment-là il ne faut pas lever de taxe.Il souligne cependant qu'une taxe sur le déversement del'eau usée est également une manière de responsabiliser lesconsommateurs à l'égard de la rareté du bien qu'est l'eau.Le ministre spécifie que la rubrique «M. autres» à l'annexeII reprend comme toute l'annexe II des usages autresque domestiques, c'est-à-dire autres que l'hygiène et le nettoyage.Cette catégorie reprise au point M. vise des entreprisesqui ne seraient pas reprises dans les rubriques précédentes.Il s'agit également de consommateurs qui ont uneutilisation autre que l'hygiène et le nettoyage.Le chiffre de sept dans le critère des sept personnes a étérepris des législations existantes, notamment le décret wallonsur la taxe sur l'eau et la loi de 1971 sur la protection desEen commissielid wijst erop dat tijdens de vorige vergaderingeen lid heeft herinnerd aan de door de regering gesteldeprioriteiten inzake water en aan de volgorde ervan,die belangrijk is. In de eerste plaats moet de prijs van het leidingwaterin Brussel aanvaardbaar blijven; ten tweede is erde strijd tegen de overstromingen in de risicowijken; tenderde is er het opvangen en zuiveren van vervuild regenwateren in de vierde plaats het geïntegreerd beheer van hetafvalwater en van het regenwater.Het commissielid vraagt zich af waarom de minister devolgorde van de prioriteiten omkeert.Wat de voorafbetalingen van de heffing door bestaansminimumtrekkersbetreft, wijst een lid erop dat krachtensde wet op het bestaansminimum het volledige bedrag vandeze uitkering dient te worden overgemaakt. Deze personenkunnen dan ook geen voorschot vragen voor het betalen vande heffing.Hij herhaalt dat het ontwerp van ordonnantie onvoldoendede nadruk legt op de maatregelen die in de margevan de heffing worden genomen.In verband met de problematiek van de huurders en deeigenaar, wijst de minister erop dat hij reeds heeft uitgelegddat de inning van de belasting in dit geval op hetzelfde principestoelt als voor de betaling van de waterfactuur, namelijkhet principe van de hoofdelijkheid tussen de persoon opwiens naam een watermeter is geopend en de verbruikers diehet genot hebben van dit abonnement op de waterverdeling.Het systeem zal door de heffing niet worden verstoord.Het commissielid stelt dan ook vast dat de lasten van dehuurder zullen stijgen.De minister beaamt dit.Indien de commissieleden menen dat iedereen moet wordenvrijgesteld, is het niet nodig een belasting in te voeren.Hij wijst er echter op dat een heffing op het lozen vanafvalwater tevens een manier is om de verbruikers verantwoordelijkheidbij te brengen. Het water is immers eenschaars goed.De minister preciseert dat rubriek «M. andere» in bijlageII, zoals trouwens de hele bijlage, betrekking heeft opgebruik van water voor niet-huishoudelijke doeleinden, ditwil zeggen niet voor de hygiëne en het schoonmaken. Punt«M» heeft betrekking op een categorie van bedrijven dieniet in de voorgaande rubrieken zouden zijn opgenomen.Het gaat hier eveneens over watergebruikers die het waterniet aanwenden voor de hygiëne en het schoonmaken.Het cijfer zeven in het criterium van de zeven personenis in feite overgenomen van bestaande wetgevingen, ondermeer het Waalse decreet inzake de heffing op het water en

A-61/2 - 95/96 -41- A-61/2-95/96eaux de surface qui vise également les ateliers employantplus de sept personnes.Ce critère a en outre été choisi en fonction des possibilitésadministratives de gestion des dossiers. Cette notionpeut dès lors évoluer dans le temps; aujourd'hui c'est lamesure la plus réaliste.Le ministre souligne à l'égard du même commissaireque demander l'individualisation des compteurs et de laconsommation d'eau est irréaliste dans le cadre du bâti existanten Région de Bruxelles-Capitale.Le commissaire reconnaît qu'à court terme cela estimpossible.Le ministre signale que cela engendrerait des frais considérablesparce que dans les vieux immeubles il faudrait parfoisquatre compteurs de passage : un reprenant les tuyauteriesmenant à la cuisine à l'avant du bâti par exemple, un àl'arrière où il y a une chambre avec un lavabo, un sur le côtépour une salle de bains et un, par exemple, au milieu pourles toilettes.Le ministre souligne également qu'en 1995 l'IBDE aplacé 995 nouveaux compteurs.Quant aux priorités du Gouvernement en matière d'eau,la première des priorités est aujourd'hui d'assumer ce quiest en chantier; la station sud, un certain nombre de bassinsd'orage, ainsi que les collecteurs menant les eaux usées versla station sud.Le Gouvernement a également très clairement spécifiéque les nouveaux chantiers qui seraient ouverts sont deschantiers de gestion des eaux pluviales pour lutter contre lesinondations dans les quartiers à risque. Il s'agit de l'assainissementdu Maelbeek, d'un projet à Forest et d'un projetà Jette (il faut en la matière une coopération avec la Régionflamande car ce sont des eaux en provenance de la Régionflamande), et d'un projet à Molenbeek.Le ministre rappelle que souvent lors de la constructionde collecteurs, ces travaux permettent de rencontrer les problèmesd'inondations. Ainsi lorsque l'on va construire uncertain nombre de collecteurs menant les eaux vers la stationsud, on résoudra certains problèmes d'inondations.Comme on est dans un réseau unitaire, on gère par ailleursautomatiquement les eaux pluviales quand on effectuedes travaux de collecte d'eaux usées.Le ministre n'inverse dès lors pas les priorités quiavaient été définies par le Gouvernement lors de sa déclarationGouvernementale.de wet van 1971 op de bescherming van het oppervlaktewaterdie eveneens betrekking heeft op de bedrijven metmeer dan zeven werknemers.Dat criterium is tevens gekozen met het oog op de administratievemogelijkheden inzake het dossierbeheer. Ditbegrip kan derhalve in de toekomst worden gewijzigd, maarop dit ogenblik is het de meest realistische maatstaf.Hetzelfde commissielid geeft de minister te kennen dathet, gelet op de toestand van de gebouwen in het BrusselsHoofdstedelijk Gewest, niet opgaat te vragen dat er overalindividuele meters worden geplaatst.Het commissielid geeft toe dat zulks op korte termijnonmogelijk is.De minister wijst op de hoge kosten die dit met zich zoubrengen omdat in sommige oude gebouwen wel tot viermeters zouden moeten worden geplaatst : één voor de buizendie naar de keuken leiden bij voorbeeld aan de voorkantvan het gebouw; één aan de achterkant waar zich een kamermet wastafel bevindt; één aan de zijkant voor een badkameren één in het midden voor de toiletten.De minister wijst er tevens op dat de BIWD in 1995 995nieuwe meters heeft geplaatst.De eerste prioriteit van de regering inzake water bestaaterin het werk voort te zetten dat in uitvoering is : het stationzuid, een aantal stormbekkens en de hoofdriolen die hetafvalwater moeten afvoeren naar het station zuid.De regering heeft tevens duidelijk gesteld dat de werkendie zouden worden aangevangen betrekking hebben op debeheersing van het regenwater om overstromingen tegen tegaan in de risicowijken. Het betreft de sanering van deMaalbeek, een project in Vorst en een project in Jette (in ditverband dient te worden samengewerkt met het VlaamseGewest omdat het water daar vandaan komt) en een projectin Molenbeek.De minister herinnert eraan dat het bouwen van hoofdriolenhet doorgaans mogelijk maakt het overstromingsgcvaaraf te wenden. Op die manier zal het bouwen van eenaantal hoofdriolen die het water naar het station zuid afvoereneen oplossing bieden voor bepaalde overstromingsproblemen.Wij beschikken over één enkel net. Wanneer men werkenonderneemt om het afvalwater op te vangen, beheert menderhalve automatisch het regenwater.De minister verandert dus niets aan de volgorde van deprioriteiten gesteld in de regeringsverklaring.

A-61/2 - 95/96 -42- A-61/2-95/96L'engagement du Gouvernement est clairement identifiépar rapport aux chantiers en cours et aux nouveaux chantiersqui pourraient être entrepris, qui seront également deschantiers d'assainissement.Quant à l'article 7, la clause de l'exonération est inspiréede l'ordonnance du 23 juillet 1992 relative à la taxe régionaleà charge des occupants d'immeubles et titulaires dedroits réels sur des immeubles non affectés à résidence bâtissitués sur le territoire de la Région de Bruxelles-Capitalequi prévoit une exonération en faveur des chefs de ménageà charge des CPAS ou qui établissent que leurs revenus sontégaux ou inférieurs au minimum de moyen d'existence.Afin de préserver la confidentialité de la situation socialed'une personne minimexée ou à charge d'un CPAS, c'estl'administration des Finances et non l'IBDE qui peutconstater l'exemption ou la reconnaître sur base des informationsqu'elle recueille auprès des CPAS mêmes ou à lademande du redevable.L'Administration des Finances peut éventuellement demanderaux CPAS un relevé systématique des personnesminimexées ou à charge du CPAS.En matière de prévention, que fait le Gouvernement? Leministre rappelle que toute la philosophie du projet d'ordonnanceest une philosophie de prévention.Aujourd'hui, le prix de l'eau ne correspond pas au coûtréel de l'eau qui comprend non seulement la gestion et lecaptage dans les nappes phréatiques mais également l'acheminementde l'eau vers les consommateurs et le coût del'épuration.Le représentant de l'IBDE confirme que tous les ménagesqui jouissent de la distribution de l'eau paient la redevance.En fait, tout consommateur doit payer pour la mise àdisposition du branchement à la distribution de l'eau.Lorsqu'il y a plusieurs logements sur un seul compteur, ilfaut adapter les branchements en fonction du nombre delogements.Un membre est étonné par la réaction du groupe auquelappartient l'auteur de la proposition. Il estime que l'auteurde la proposition a été beaucoup plus modéré dans ses réactionsque ne l'est son groupe dans la presse.Ce groupe politique qualifie l'ordonnance voulant instaurerune taxe, d'antisocial dans la mesure où il n'y amême pas d'exonération de la taxe pour les 30 premiers m 3 .Le principe même d'une taxe serait à rejeter. L'environnementserait-il le dernier domaine où on taxerait encore lesgens? Cette qualification étonne le commissaire dans laDe belofte van de regering is duidelijk ten aanzien van deaan gang zijnde werken en ten aanzien van de nieuwe werken,die eveneens betrekking zullen hebben op de sanering.De vrijstellingsclausule in artikel 7 is ontleend aan deordonnantie van 23 juli 1992 betreffende de gewestbelastingten laste van bezetters van bebouwde eigendommen enhouders van een zakelijk recht op onroerende goederen nietbestemd om in te wonen, gelegen op het grondgebied vanhet Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Die ordonnantie kenteen vrijstelling toe aan de gezinshoofden die van hetOCMW afhangen of die aantonen dat hun inkomen gelijkaan of lager is dan het bestaansminimum.Met het oog op het vrijwaren van de vertrouwelijkheidinzake de sociale situatie van een bestaansminimumtrekkerof van een persoon ten laste van het OCMW wordt de beslissingmet betrekking tot de vrijstelling niet door deBIWD genomen of erkend maar door de administratie vanfinanciën, op grond van de inlichtingen die zij krijgt van hetOCMW of op vraag van de heffingsplichtige.De administratie van financiën kan eventueel aan deOCMW's vragen een lijst op te stellen van de bestaansminimumtrekkersen van de personen die ten laste zijn van hetOCMW.Wat doet de regering inzake preventie? De ministerherinnert eraan dat het ontwerp van ordonnantie in zijngeheel gericht is op preventie.Op dit ogenblik stemt de waterprijs niet overeen met dewerkelijke kostprijs. In deze laatste zijn begrepen : helbeheer en het winnen van het water in de grondwaterlagenmaar tevens het vervoer van het water naar de verbruikersen de zuiveringskosten.De vertegenwoordiger van de BIWD bevestigt dat debelasting wordt betaald door alle gezinnen die leidingwatergebruiken. In feite moet elke verbruiker die aangesloten isop het waterleidingnet hiervoor betalen. Indien verschillendewoningen gebruik maken van één enkele meter moetende aansluitingen worden aangepast aan het aantalwoningen.Een lid is verwonderd over de reactie van de fractiewaarvan de indiener van het voorstel deel uitmaakt. Hij isvan mening dat de reacties van de indiener van het voorste]in de pers veel gematigder waren dan die van zijn fractie.Volgens deze politieke fractie is de ordonnantie tot instellingvan een heffing antisociaal omdat er zelfs geen vrijstellingis voor de eerste 30 m\Het principe zelf van een heffing zou moeten wordenverworpen. Zou het milieu het laatste gebied zijn waaropmen de mensen nog zou belasten? Het commissielid is hier-

A-61/2- 95/96 -43- A-61/2-95/96mesure où le groupe est l'auteur des écotaxes sur les emballages.Enfin, ce groupe estime que le principe pollueur-payeurne serait pas respecté dans le projet d'ordonnance.Le commissaire reconnaît que l'auteur de la propositionn'a pas exactement repercuté les mêmes opinions que songroupe. Il se demande dès lors s'il y a réellement une cohérenceentre les discours des uns et des autres au sein de cegroupe.L'auteur de la proposition estime quant à lui qu'une taxesur le rejet des eaux usées est un principe tout à fait défendable.Le ministre a souvent affirmé qu'il ne voulait pasimproviser. L'auteur est cependant d'avis qu'après quatreans de préparation le texte relève d'une certaine approximation.Le commissaire cite l'exemple du rendement de la taxe.Il eût espéré que le ministre puisse au moins présenter encommission une évaluation de son rendement pour lesusages domestiques ainsi que pour les usages industriels. Lecommissaire a été très étonné que le calcul du ministre selimite en fait à la multiplication des 58 millions de m 3 d'eauconsommée à Bruxelles annuellement par 14 moins les 7%de minimexés pour arriver au chiffre rond de 760 millions.Tout cela ne semble pas très sérieux et ne permet en tout caspas une application fine du principe pollueur-payeur.S'il est vrai que la formule proposée dans le projet pourcalculer la pollution réelle des eaux usées est cohérente, il ymanque des choses. L'ordonnance ne prend pas en comptela pollution par les solvants organiques, or cette pollutionimportante peut enrayer les mécanismes d'épuration deseaux dans les stations d'épuration.La pollution thermique qui a des conséquences gravessur les possibilités d'auto-épuration des eaux est égalementnégligée.Ensuite, la formule appliquée pour calculer la chargepolluante réelle est limitée aux industries de plus de septpersonnes. Cela signifie qu'on n'encourage ni les particuliers,ni les petites entreprises à faire des efforts dans uneutilisation plus rationnelle de l'eau ni à polluer moins. Dèslors le principe du pollueur-payeur n'est pas appliqué.D'autre part, le commissaire souligne qu'à Bruxelles il ya de nombreuses entreprises qui emploient moins de septpersonnes.L'IBGE a bien étudié ces secteurs qui comportent desgarages, des entreprises de nettoyage à sec, l'industrie graoververwonderd omdat het precies deze fractie is die hetinitiatief genomen heeft voor de invoering van de ecotaksop verpakkingen.Ten slotte meent deze fractie dat het ontwerp van ordonnantiehet beginsel «de vervuiler betaalt» niet in acht neemt.Het commissielid geeft toe dat de indiener van het voorstelen de fractie waartoe hij behoort niet dezelfde meninghebben geuit. Hij vraagt zich dan ook af of er in deze fractieeensgezindheid bestaat.De indiener van het voorstel is van mening dat een hel'-fmg op de lozing van afvalwater volkomen verdedigbaar is.De minister heeft echter meer dan eens gezegd dat hij niethoudt van improviseren. De indiener van het voorstel isechter de mening toegedaan dat de tekst na vier jaar nogalonduidelijk is.Het commissielid haalt het voorbeeld aan van het rendementvan de heffing. Hij had gehoopt dat de minister in decommissie op zijn minst een raming van de opbrengst voorhuishoudelijk en industrieel gebruik zou voorleggen. Hij iser ten zeerste over verwonderd dat de berekening van deminister in feite beperkt is tot het vermenigvuldigen van de58 miljoen m 3 water die jaarlijks in Brussel worden verbruiktmet 14, min de 7 % voor de bestaansminimum trekkers.Volgens deze berekening bedraagt de opbrengst precies760 miljoen. Dit lijkt niet zeer ernstig en maakt het inieder geval niet mogelijk het beginsel «de vervuiler betaalt»toe te passen.De in het voorstel vervatte formule voor de berekeningvan de vuilvracht van het afvalwater is weliswaar logisch,maar er ontbreken een aantal elementen in. De ordonnantiehoudt geen rekening met de vervuiling door organischeoplosmiddelen. Deze aanzienlijke vervuiling kan echter demechanismen waarvan in de zuiveringsstations gebruikwordt gemaakt, blokkeren.Ook de thermische vervuiling, die ernstige gevolgenheeft voor de zelfreiniging van het water, komt niet aan bod,Vervolgens heeft de formule voor de berekening van dereële vuilvracht uitsluitend betrekking op bedrijven metmeer dan zeven werknemers. Derhalve worden noch deindividuen noch de kleine bedrijven ertoe aangespoordverstandiger om te springen met het water of minder te vervuilen.Het beginsel «de vervuiler betaalt» wordt dan ookniet toegepast.Het commissielid wijst er anderzijds op dat heel watBrusselse bedrijven minder dan zeven personen te werkstellen.De garages, de stomerijen, de grafische industrie en delaboratoria voor het ontwikkelen van foto's, maken deel uit

A-61/2 - 95/96 -44- A-61/2-95/96phique el des laboratoires photo. Il faut absolument trouverun autre critère que le nombre de personnes employées,d'autant plus que ces petites entreprises sont extrêmementpolluantes.Après concertation avec différentes associations quis'occupent de personnes minimexées et d'autres personnesen difficulté, le commissaire a conclu que la meilleure façonde toucher ces personnes est en fait d'envisager un remboursementde la taxe à finalité environnementale. Ainsi cesminimexés ne devront pas participer au financement de laréparation des dégâts à l'environnement causés par les eauxusées.Il lui semble en effet que le remboursement est lameilleure façon de viser ces personnes en tenant compte dufait que trois cent mille ménages à Bruxelles n'ont pas decompteur propre et qu'il convient par ailleurs de respecterla confidentialité.Il propose toutefois de signaler à ces ménages sur les facturesIBDE qu'elles peuvent se faire rembourser du montantde la taxe.Il faut également que ce remboursement soit mieux spécifiédans l'ordonnance car le texte parle d'exonération etnon de remboursement.Le commissaire souligne que les associations qui se préoccupentdes personnes démunies ainsi que des familles,entre autres la Ligue des familles sont également préoccupéesen ce qui concerne les factures d'eau pour les famillesnombreuses. Il conviendrait de prévoir une écofiscalité quireprendrait un large spectre d'entreprises d'une part et lesparticuliers d'autre part. Cette écofiscalité prévoirait uneprogressivité pour le prix de l'eau. Ainsi la proposition del'auteur de prévoir les 30 premiers m 3 gratuits reste pertinente.Seule la progressivité des tarifs de l'eau peut engendrerdes comportements qui poussent à l'économie.Un membre souhaite que le commissaire précédent proposeune autre formule pour approximer la recette globalede la taxe. Que propose l'auteur de la proposition?L'auteur de la proposition propose d'une part un prixprogressif : les trente premiers m'gratuits. Il ne fera cependantpas le calcul du rendement de la taxe à la place duministre.Le ministre souhaite savoir comment l'auteur de la propositiona calculé les coefficients de conversion dans sesannexes.L'auteur de la proposition reconnaît qu'il a estimé uniquementla consommation domestique. Pour l'estimationde la consommation des entreprises, il souligne que songroupe a moins de moyens financiers que le ministre. Ilreconnaît en outre que la formule proposée par le Gouvervandeze sector, die door het BIM grondig werd bestudeerd.Deze kleine bedrijven zijn uiterst vervuilend en er moet dusabsoluut worden gezocht naar een ander criterium dan hetaantal werknemers.Na overleg met verschillende verenigingen die zichbezighouden met de bestaansminimumtrekkers en metandere personen in moeilijkheden is het commissielid tolhet besluit gekomen dat het terugbetalen van deze milieuheffingvoor die mensen de beste oplossing is. Op diemanier moeten de bestaansminimumtrekkers niet bijdragenaan de financiering van het herstellen van de schade die helafvalwater aan het milieu aanricht.Rekening houdend met het feit dat 300.000 Brusselsegezinnen geen eigen meter hebben en dat de vertrouwelijkheiddient te worden gevrijwaard, meent hij dat de terugbetalingvoor deze mensen de beste oplossing is.Hij stelt evenwel voor dat op de facturen van de BIWDwordt vermeld dat deze gezinnen het bedrag van de heffingkunnen terugvorderen.Ook de tekst van de ordonnantie dient te worden aangepastomdat daarin sprake is van vrijstelling en niet vanterugbetaling.Het commissielid wijst erop dat de verenigingen die zichbezighouden met de kansarmen en met de gezinnen (onderandere de Bond der grote en jonge gezinnen) zich eveneenszorgen maken over de waterfacturen voor de grote gezinnen.Er dient een milieubelasting te worden ingevoerd diezowel betrekking heeft op een brede waaier van bedrijvenals op de particulieren. In het kader daarvan zou de waterprijsprogressief worden berekend. Het voorstel van deindiener waarbij de eerste 30 m 3 gratis zijn, is dus nog steedsrelevant. Alleen progressieve watertarieven kunnen de verbruikersertoe aanzetten zuiniger te zijn.Een lid wenst dat het vorige commissielid een andereformule voorstelt voor de schatting van de totale opbrengstvan de heffing. Wat stelt de indiener voor?De indiener van het voorstel is voorstander van een progressieftarief : de eerste 30 m 3 gratis. Het berekenen van deopbrengst van de heffing laat hij echter aan de minister over.De minister wenst te weten hoe de indiener van helvoorstel de conversiecoëfficiënten vermeld in de bijlagen,heeft berekend.De indiener van het voorstel geeft toe dat zijn schattingenkel betrekking heeft op het huishoudelijk gebruik. Wat deschatting van het verbruik van de bedrijven betreft, wijst hijerop dat zijn fractie over minder financiële middelen beschiktdan de minister. Hij erkent bovendien dat de door de

A-61/2 - 95/96 -45- A-61/2-95/96nement dans son projet est cohérente. Il réitère toutefoisqu'il faut estimer la charge polluante.Le ministre informe que la foi-mule a été établie aprèsconcertation avec les industriels. Il souligne qu' il est impossiblede vérifier très exactement les rejets de 20.000 entreprisessauf à engager plusieurs centaines de fonctionnairespour cette tâche.Quant à l'assimilation de la consommation des entreprisesde moins de sept personnes à celle des usagersdomestiques, le ministre s'est référé à la loi de 1971. Ilreconnaît toutefois qu'il s'agit d'une étape et que la législationpourra évoluer au fur et à mesure que les connaissancesdu monde des entreprises en cette matière s'affineront.L'auteur de la proposition d'ordonnance estime quant àlui qu'il est vrai que calculer la charge polluante réelle seraitun travail titanesque mais calculer la charge polluante forfaitairepour les entreprises bruxelloises est une tâche facile.Il se porte candidat si le ministre lui octroie un subside de2 millions. En trois mois, il lui donne les résultats et il rapportedes millions de recettes de taxe supplémentaires.Le ministre souligne que ces résultats seraient approximatifs.En faisant des extrapolations sur un certain nombred'entreprises et en prenant comme coût moyen 14 F par m 1on n'est pas loin d'une réalité tout aussi plausible.L'auteur de la proposition d'ordonnance estime que lamoyenne n'est pas proche de 14 F au m'mais de 15,7 F aum3. Il cite le cas d'une entreprise de nettoyage à sec quitraite 25 tonnes de linge et emploie seulement deux personnes: avec le système proposé par le ministre, cette entreprisepaiera 700 F de taxe par an. Par contre, si on calculesa charge polluante forfaitaire annuelle, elle est au moins de17.000F.Un commissaire revient au problème de la dissuasion desentreprises pour ne pas rejeter les eaux usées dans la nappephréatique en-dehors des égouts.Le ministre réitère qu'il y a une législation en matière derejet d'eaux usées. Les entreprises ne peuvent rejeter sansautorisation, ni des volumes incontrôlés. Il existe descontrôles avec des sanctions à la clé.Un membre demande qu'on ne clôture pas la discussiongénérale aujourd'hui. Il souhaite pouvoir examiner les différentesréponses du ministre.Un commissaire expose la position de son groupe en cequi concerne le projet d'ordonnance.Dans le passé, son groupe soutenait le principe de l'organisationd'une taxe sur les eaux usées et il ne change doncpas aujourd'hui de position.regering in het voorstel opgegeven formule logisch is.Niettemin herhaalt hij dat de vuilvracht dient te wordenbecijferd.De minister deelt mede dat de formule is samengesteldna overleg met de bedrijven. Hij wijst er echter op dat voorhet nauwkeurig bepalen van de vuilvracht van het afvalwatervan 20.000 bedrijven honderden ambtenaren moetenworden in dienst genomen.Wat het gelijkstellen van het verbruik van bedrijven metminder dan zeven werknemers met het huishoudelijkgebruik betreft, beroept de minister zich op de wet van1971. Hij geeft echter toe dat dit slechts een eerste stap is endat de wetgeving naderhand kan worden aangepast naarmate men in dit opzicht een beter inzicht heeft in hetbedrijfsgebeuren.De indiener van het voorstel van ordonnantie is het er overeens dat het berekenen van de reële vuilvracht een titanenwerkis. Het berekenen van een forfaitaire vuilvracht voor deBrusselse ondernemingen is niet moeilijk. Hij stelt zich kandidaatindien de minister hem een subsidie van 2 miljoen toekent.Binnen drie maand legt hij de resultaten voor en stijgendankzij hem de belastinginkomsten met ettelijke miljoenen.De minister wijst erop dat deze resultaten slechts eenschatting zouden zijn die berust op een extrapolatie van degegevens van een aantal bedrijven. Anderzijds is de gemiddeldeprijs van 14 fr. niet onrealistisch en steekhoudend.Volgens de indiener van het voorstel van ordonnantie isde gemiddelde prijs per m 1 niet ongeveer 14 fr. maar om enbij de 15,7 fr. Hij haalt het voorbeeld aan van een stomerijdie 25 ton wasgoed verwerkt en slechts twee personen indienst heeft. Ingevolge de door de minister voorgestelderegeling zal dit bedrijf jaarlijks een heffing van 700 fr. betalen.Indien men echter jaarlijks de forfaitaire vuilvrachlberekent, bedraagt deze heffing minstens 17.000 fr.Een commissielid komt terug op het probleem hoe mende bedrijven ervan kan overtuigen hun afvalwater niet Ielozen in het grondwater in plaats van in de rioleringen.De minister wijst er nogmaals op dat er een wetgevingbestaat inzake lozing van afvalwater. De bedrijven moeteneen vergunning hebben om te mogen lozen en het volume isniet onbeperkt. Er bestaan controles en sancties.Een lid vraagt dat de algemene bespreking niet vandaagwordt afgerond. Hij wenst de verschillende antwoorden vande minister te kunnen onderzoeken.Een commissielid zet het standpunt van zijn fractie overhet ontwerp van ordonnantie uiteen.Zijn fractie is nog steeds voorstander van het invoerenvan een heffing op het afvalwater.

A-61/2 - 95/96 -46- A-61/2-95/96En effet, le problème posé par le déversement des eauxusées en Région bruxelloise est énorme, et à cette fin songroupe a maintes fois rappelé au ministre de l'environnementqu'il y avait lieu de mettre en oeuvre la directive européenneprévoyant l'épuration de la totalité de l'eau ménagèreet industrielle pour l'an 2006.Pour atteindre cet objectif, des recettes complémentairessont indispensables au financement de l'épuration de l'eauet il est généralement admis aujourd'hui que le pollueur soitmis à contribution (principe pollueur/payeur).Mais c'est dans ce cadre strict que cette taxe doit s'inscrirepour le groupe du commissaire, et ce n'est qu'à cesconditions que le groupe peut soutenir qu'on la lève. Lataxe doit être limitée quant à son objet et limitée dans letemps.Le ministre en charge de cette compétence sous la précédentelégislature avait promis depuis longtemps un projetd'ordonnance relatif à une taxe sur le déversement des eauxusées. Les deux autres Régions ont déjà légiféré en lamatière. Pour différentes raisons, dont l'avis du Conseild'Etat, le projet a été de multiples fois retardé (il est vrai quec'est le genre de texte peu populaire que l'on présente rarementen fin de législature et encore moins quelques semainesavant les élections).Le ministre a donc remis un projet ficelé en décembre1995. Après la lecture de ce projet, les membres du groupedu commissaire ont posé différentes questions. Ils ontensuite analysé les réponses du ministre. Ils sont doncaujourd'hui en possession des différents éléments requispour prendre position quant au projet d'ordonnance.Le groupe du membre ne peut cacher sa déception etquant à la forme et quant au fond du projet tel qu'il est soumispar le ministre de l'environnement. Après avoir tantattendu son groupe osait espérer que le texte proposé soit unchef d'oeuvre en son genre, le ministre ayant dit dans sonexposé qu'il proposait un "authentique instrument d'écofiscalitéqui servira de modèle à d'autres pays ou d'autresrégions".Il semble que des études de faisabilité avaient été commandéespour un montant de 20 millions. A quoi ont-ellesservi?Les membres du groupe du commissaire croyaient naïvementque le calcul de la recette faisait l'objet d'une analysefine. Au lieu de cela on constate que l'évaluation de larecette a été analysée grossièrement : la consommationd'eau en Région bruxelloise multipliée par 14 F, cela nenécessitait pas des années d'études; d'autant plus que lamontagne accouche d'une souris. Le calcul des eaux uséespeut se résumer pour l'essentiel au calcul de l'eau qui sortde nos robinets.Het lozen van afvalwater is in het Brussels Gewest inderdaadeen groot probleem en zijn fractie heeft de ministervan leefmilieu er dan ook meer dan eens op gewezen dat deEuropese richtlijn die vaststelt dat tegen het jaar 2006 al hethuishoudelijk en industrieel water moet worden gezuiverd,dient te worden uitgevoerd.Daartoe moet men over bijkomende inkomsten beschikkenom de waterzuivering te financieren. Op dit ogenblikwordt algemeen aanvaard dat aan de vervuiler een bijdragewordt gevraagd (principe van de vervuiler betaalt).Voor de fractie waartoe het commissielid behoort, moetde heffing passen in dit strikte kader en zij zal het invoerenervan slechts steunen voor zover aan deze voorwaarden isvoldaan. De heffing moet beperkt blijven, zowel wat helonderwerp betreft als in de tijd.De minister die tijdens de vorige regeerperiode voordeze materie bevoegd was, had reeds geruime tijd een ontwerpvan ordonnantie tot instelling van een heffing op delozing van afvalwater beloofd. In de twee andere Gewestenzijn terzake reeds wetten gemaakt. Het ontwerp werd meerdan eens uitgesteld wegens uiteenlopende redenen, waaronderhet advies van de Raad van State (hel is inderdaad zo datdit soort onpopulaire teksten zelden wordt ingediend op heteinde van een zittingsperiode en nog minder enkele wekenvóór de verkiezingen).De minister heeft dus in december 1995 een ontwerpingediend. Na het lezen van dit ontwerp hebben de ledenvan de fractie waartoe het lid behoort een aantal vragen gesteld.Vervolgens hebben zij de antwoorden van de ministeronderzocht. Zij beschikken dus over de nodige elementenom een standpunt te bepalen ten aanzien van het ontwerpvan ordonnantie.De fractie van het commissielid is zeer teleurgesteld overzowel de vorm als de inhoud van het ontwerp zoals het doorde minister van leefmilieu is ingediend. Na zo lang te hebbengewacht, hoopte deze fractie dat de door de ministervoorgelegde tekst een meesterwerk zou zijn, te meer omdathij in zijn voorstelling had gezegd dat hij «een authentiekmilieubelastingsinstrument voorstelde] die (...) als modelzal dienen voor andere landen of andere gewesten».Naar verluidt zou 20 miljoen zijn uitgegeven aan uitvoerbaarheidsonderzoeken.Waartoe hebben ze gediend?De leden van de fractie waartoe het lid behoort, waren zonaïef te geloven dat de opbrengst nauwkeurig zou wordenberekend. In de plaats daarvan werd de opbrengst grof geschat: het waterverbruik in het Brussels Gewest wordt vermenigvuldigdmet 14 fr. Dit vergde geen jaren onderzoek,te meer omdat de berg een muis gebaard heeft. De berekeningvan het volume afvalwater beperkt zich tot het berekenenvan het volume water dat uit onze kranen stroomt.

A-61/2 - 95/96 -47- A-61/2 - 95/96Au-delà de cette déception, la qualité du texte proposédoit être analysée au regard d'un triple principe :1. La perception de la taxe doit assurer la clarté et la transparence.2. Le texte doit contenir un volet pédagogique qui encourageà la moindre consommation et à la moindre pollutionet doit donc être accompagné de mesures sociales.3. En application du principe pollueur/payeur, le produit dela taxe doit être exclusivement affecté à un fonds et leprélèvement de celle-ci doit être limité dans le temps.Or le projet qui nous est soumis ne présente pas de garantiesuffisante au regard de ce triple principe. Sans entrerdans les détails qui feront l'objet des différents amendementsproposés dans la discussion article par article, songroupe peut déjà citer les points principaux sur lesquels il nepeut marquer son accord :1. Le principe suivant lequel la taxe sur le déversement deseaux usées domestiques fait l'objet d'un versement anticipatifn'est pas une garantie de transparence.En effet, le paiement anticipatifd'une taxe est basé généralementsur la distinction entre l'exercice d'impositionet la période imposable. Or dans le cas de l'eau à usagedomestique, l'exercice d'imposition et la période imposable(cf. p. 4 de la note de l'expert en droit fiscal) sontassimilés pour l'usage de la cause, à savoir que l'eau captéeest présumée de manière irréfragable être l'eau rejetée(il est vrai qu'il n'est pas facile d'établir où et quandelle sera rejetée). Le système mis en place n'est pas clair.Il en découle qu'il ne s'agit pas d'une taxe sur le déversementdes eaux usées à usage domestique mais bien surle captage d'eau à usage domestique. Afin d'assurerclarté et transparence, le groupe du commissaire proposerade modifier le titre de l'ordonnance comme suit:"ordonnance instituant une taxe sur le captage de l'eau àusage domestique et sur le déversement des eaux uséesautres que domestiques".Ainsi, pour la taxe sur l'eau à usage domestique il n'yaura plus lieu de parler de versements anticipatifs qui, enfait, n'en sont pas au regard du droit fiscal.* On ne peut connaître la période imposable car on nepeut que présumer le moment où l'eau est déversée.Afgezien daarvan moet de voorgestelde tekst getoetstworden aan volgende drie principes :l. het innen van de belasting moet duidelijk en doorzichtiggebeuren.2. de tekst zou een educatief gedeelte moeten bevatten omer de mensen toe aan te zetten minder te verbruiken ente vervuilen, en hij zou moeten gepaard gaan met socialemaatregelen.3. met toepassing van het principe dat de vervuiler betaalt,moet het innen van de heffing beperkt zijn in de tijd enmoet de opbrengst ervan uitsluitend bestemd zijn vooreen fonds.Het ingediende ontwerp biedt echter te weinig waarborgenin het licht van dit drievoudig beginsel. Zonder in detailste treden, zaken die aan bod zullen komen in de amendementendie ter gelegenheid van de artikelsgewijze besprekingzullen worden ingediend, wijst zijn fractie reeds op devoornaamste punten waarmee zij niet akkoord kan gaan :l. het principe van het vooraf betalen van de heffi ng op hethuishoudelijk afvalwater biedt geen waarborgen inzakedoorzichtigheid.De voorafbetaling van een heffing berust doorgaans ophet onderscheid tussen het aanslagjaar en het belastbaartijdperk. Wat het water voor huishoudelijk gebruik betreft,wordt in het belang van de zaak het aanslagjaargelijkgesteld met de aanslagperiode (zie bladzijde 4 vande nota van de deskundige in fiscaal recht). Men gaat erimmers van uit dat er een onweerlegbaar vermoeden isdat het volume geloosd water gelijk is aan het volumegewonnen water (het is inderdaad niet gemakkelijk tebepalen waar en wanneer het water zal worden geloosd).De regeling is dus niet duidelijk.Daaruit vloeit voort dat het hier geen heffing op hetlozen van huishoudelijk afvalwater betreft maar op helwinnen van water voor huishoudelijk gebruik. Duidclijkheidshalveen ter wille van de doorzichtigheid zal defractie waartoe het commissielid behoort, voorstellenhet opschrift van de ordonnantie als volgt te wijzigen :«ordonnantie tot instelling van een heffing op hel winnenvan water voor huishoudelijk gebruik en op hetlozen van niet-huishoudelijk afvalwater».Derhalve zal er voor de heffing op het water voor huishoudelijkgebruik geen sprake meer zijn van voorafbetalingen,te meer omdat deze volgens het belastingrechtgeen voorafbetalingen zijn.* men kan niet weten wat de aanslagperiode is omdatmen slechts kan vermoeden op welk ogenblik hetwater wordt geloosd.

A-6I/2 - 95/96 -48- A-61/2-95/96* Le versement anticipatif n'est jamais l'objet d'undécompte final. Il est présumé correspondre au montantde la taxe.* Celui qui n'aurait pas fait de versement anticipatifn'est pas pénalisé par une majoration du montant de lataxe.2. En Région bruxelloise, 30% des personnes sont des locataires.L'article 5 du texte en projet définit le redevablede la taxe, à savoir : la ou les personne(s) au nom desquellesest ouvert un compteur d'eau auprès du distributeurd'eau sur le territoire de la Région de Bruxelles-Capitale.Ainsi, dans tous les cas c'est le titulaire du compteurd'eau qui est redevable de la taxe. Dans de nombreuxcas, il s'agira du propriétaire car de très nombreuximmeubles bruxellois n'ont pas de compteurs individuels.Afin d'éviter de nombreux litiges où la Région se retrouveraitpartie, et surtout pour ne pas s'immiscer dans lesrelations contractuelles entre le propriétaire et le locataire,il n'y a pas lieu -selon le groupe du commissaire -d'établir que les locataires et autres usagers sont solidairementtenus du paiement de la taxe.L'argument du ministre suivant lequel une telle solidaritéa été établie dans le cadre de l'ordonnance réglementantla fourniture d'eau alimentaire distribuée par réseau enRégion bruxelloise, ne trouve pas à s'appliquer ici.En effet, le problème posé dans le cadre de cette ordonnanceest différent.Le débiteur de la facture d'eau est l'usager et ce n'est quelorsque l'usager n'est pas l'abonné que celui-ci est solidairementet indivisiblement tenu envers le distributeurdu paiement de toutes sommes impayées par l'usager.Dans le cadre de la présente ordonnance, il n'y a pas lieud'établir un mécanisme de solidarité "à l'envers" puisquec'est le propriétaire qui est redevable de la taxe. Lesrecours éventuels seront plus simples s'il y a un seulredevable et le rapport entre propriétaire et locataire restesoumis au droit commun.3. Aux yeux du ministre, l'augmentation réelle du prix del'eau pour l'usager suite à la taxe sera insignifiante... Legroupe du commissaire ne partage pas cet avis. En effet,il s'agira en fait d'une augmentation de 22% du prix del'eau. L'eau de distribution autrefois bien presque sansvaleur est un bien rare qui va devenir de plus en plus* een voorafbetaling is nooit een eindafrekening. Erwordt verondersteld dat de voorafbetaling overeenstemtmet het bedrag van de heffing.* degene die nalaat de voorafbetaling te doen, wordtniet gestraft door een vermeerdering van het bedragvan de heffing.2. 30 % van de inwoners van het Brussels Gewest zijnhuurders. In artikel 5 van de ontworpen tekst wordt bepaaldwie heffmgsplichtig is, namelijk : «de persoon ofpersonen op wiens naam bij de waterverdeler op hetgrondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewesteen watermeter is geopend».Aldus is in alle gevallen de persoon op wiens naam eenwatermeter is geopend heffingsplichtig. In heel watgebouwen in het Brussels Gewest zijn er geen individuelemeters zodat meestal de eigenaar de heffingsplichtigeis.Teneinde een groot aantal geschillen te vermijden waarinhet Gewest partij zou zijn en vooral om zich niet temengen in de contractuele betrekkingen tussen de eigenaaren de huurder meent de fractie waartoe het commissielidbehoort, dat er niet dient te worden bepaald dalde huurders en de andere gebruikers hoofdelijk gehoudenzijn de heffing te betalen.Het argument van de minister volgens hetwelk een dergelijkehoofdelijkheid is ingevoerd in het kader van deordonnantie tot regeling van de drinkwatervoorzieningvia het waterleidingnet in het Brussels HoofdstedelijkGewest gaat hier niet op.In het kader van deze ordonnantie rijst immers een anderprobleem.De schuldenaar van de waterfactuur is de gebruiker enhet is slechts wanneer de verbruiker niet de aangesloteneis dat deze laatste hoofdelijk gehouden is de waterleidingmaatschappijalle bedragen te betalen die degebruiker niet heeft betaald.In het raam van deze ordonnantie is de eigenaar de heffingsplichtigeen er moet dus geen omgekeerde solidariteitworden ingesteld. Indien er slechts één hcifingsplichtigeis, zullen de eventuele bezwaren eenvoudigerzijn en blijven de betrekkingen tussen de eigenaar en dehuurder onder de toepassing vallen van het gemeen recht.3. Volgens de minister zal de prijs van het water door deinvoering van de heffing slechts in geringe mate verhogen.De fractie waartoe het commissielid behoort, is helhiermee niet eens omdat in werkelijkheid de waterprijsmet 22 % zal toenemen. Vroeger was het leidingwaterbijna waardeloos. Nu nu is het echter schaars en het zal

A-61/2- 95/96 -49- A-61/2-95/96cher. L'établissement de la présente taxe doit répondre àdes objectifs pédagogiques et sociaux.dan ook steeds duurder worden. Met de invoering vandeze heffing moet een pedagogisch en sociaal doel wordennagestreefd.a. sociauxLe montant de la taxe devrait d'abord avoir uncoefficient modérateur lorsque les usagers sont desfamilles nombreuses.Les ménages qui dépendent du CPAS ou qui ont unrevenu inférieur au minimex doivent être purementexonérés de la taxe. Le système d'un remboursementproposé par le ministre (article 7) ne répondpas aux besoins de cette population. Le groupe ducommissaire ne partage pas l'avis du ministre quidans sa réponse a renvoyé cette problématique auservice ad hoc des CPAS. Pour le groupe du commissaire,les CPAS sont déjà suffisamment débordésque pour devoir encore se charger de faire rembourserla taxe sur l'eau à ceux qui dépendent duminimex.a) Sociale doelstellingen- Het bedrag van de heffing zou een matigendecoëfficiënt moeten hebben ingeval de gebruikersgrote gezinnen zijn.- De gezinnen die steun krijgen van het OCMW ofwier inkomen lager is dan het bestaansminimummoeten zonder meer worden vrijgesteld van dezeheffing. De door de minister voorgestelde regelingvan terugbetaling (artikel 7) beantwoordt niet aande noden van deze bevolkingsgroep. De fractiewaartoe het commissielid behoort, is het niet eensmet de minister die, in zijn antwoord, deze problematiekverwezen heeft naar de betrokken dienstenvan de OCMW's. Volgens de fractie waartoe hetcommissielid behoort, zijn de OCMW's overstelptmet werk en hoeven zij zich derhalve niet bezig tehouden met de terugbetaling van de heffing op hetafvalwater aan de bestaansminimumtrekkers.b. pédagogiquesLe taux de la taxe devrait ensuite être progressif afind'encourager à une utilisation parcimonieuse de l'eau.Le texte devrait être accompagné de primes à des dispositifsde récupération de l'eau (pour l'usage dechasses d'eau par exemple).Il faut donc encourager ceux qui utilisent d'autressources d'eau telle que l'eau de pluie et éventuellementl'eau de source. L'usage d'une telle eau doit êtreexonéré de taxe à cette fin.L'usage de l'eau dans les fontaines publiques n'usantl'eau que pour le plaisir des yeux ne peut pas non plusêtre soumis à la taxe.Le critère suivant lequel une entreprise de moins de septpersonnes est présumée avoir un usage domestique del'eau n'est pas cohérent. En effet, en Région bruxelloise,de petites entreprises peuvent être très polluantes (p.e.les garages, les teintureries,...) alors que de nombreusesentreprises occupant plus de personnel (p.e. des bureaux,...)ont un usage domestique de l'eau. La distinctionentre les deux régimes de taxation doit être mieuxadaptée à la situation des entreprises dans notre Région.Pour conclure, si on peut admettre que soit établie unetaxe sur la consommation d'eau afin de financer le traitementdes eaux usées, cette taxe ne peut en aucun casb) Educatieve doelstellingVoorts zou het tarief van de heffing progressief moetenzijn teneinde er de gebruikers toe aan te zettenzuinig om te springen met het water. In de tekst zoudenpremies moeten worden opgenomen voor voorzieningenvoor het recupereren van het water (bijvoorbeeld voor het doorspoelen van de WC's).De personen die ander dan leidingwater (regenwateren eventueel bronwater) gebruiken, moeten dus wordenaangemoedigd en het gebruik van dat water dientdan ook van de heffing te worden vrijgesteld.Ook op het water van de openbare fonteinen, dat uitsluitendom esthetische redenen wordt gebruikt, moetgeen belasting worden betaald.4. De veronderstelling dat een bedrijf met minder danzeven werknemers uitsluitend water gebruikt voor huishoudelijkedoeleinden is niet logisch. In het BrusselsGewest kunnen kleine bedrijven immers zeer vervuilendzijn (bij voorbeeld de garages en de ververijen, ...), terwijlheel wat bedrijven die meer personeel in dienst hebben(bij voorbeeld de bureaus, ...) het water uitsluitendgebruiken voor huishoudelijke doeleinden. Het onderscheidtussen de twee belastingsstelsels dient dus beter teworden aangepast aan de bedrijven van ons Gewest.Men kan weliswaar instemmen met een heffing op hetwaterverbruik teneinde het zuiveren van het afvalwaterte financieren, maar deze heffing mag in geen geval een

A-61/2- 95/96 -50- A-61/2-95/96être un nouvel impôt déguisé qui permettrait de financerle budget régional. Le produit de cette taxe doit doncdans tous les cas rester affecté.Si on peut admettre que le consommateur "pollueur" soitmis à contribution pour le financement de l'épuration del'eau, son obligation doit s'éteindre lorsque l'objectif estatteint. Cette taxe doit avoir une limite dans le temps :quinze ans. C'est la raison pour laquelle il est essentielque soit annexé au présent projet d'ordonnance un planpluriannuel relatif à l'affectation du budget dudit fonds(ce que le groupe du commissaire a réclamé plusieursfois, que le ministre a promis et que les commissairesattendent toujours).Ledit groupe déposera des amendements pour rencontrerces différentes remarques. Si ces remarques et modificationssont rencontrées par le texte tel qui sera définitivementadopté, le groupe pourra soutenir le projet. Dans le cascontraire, il se verra contraint de constater qu'on lève unetaxe détournée de son objectif, inéquitable et socialementinjuste.Le ministre tient à répondre au commissaire que tous lespoints qui viennent d'être soulevés se trouvaient dans lepremier projet d'ordonnance sur la taxe qui a été déposé etapprouvé par le Gouvernement Picqué I, dont un ministreappartenait au groupe du commissaire. Les membres de cegroupe ont-ils changé totalement d'avis depuis qu'ils seretrouvent dans l'opposition?Quelques modifications ont été apportées au projet d'ordonnancemais aucune ne touche aux problèmes soulevéspar le commissaire précédent.Le ministre estime en effet que son texte sera cité enexemple dans les années à venir. Il souligne par ailleursqu'il n'a pas voulu prévoir de mesures rétroactives parceque le Gouvernement souhaitait travailler dans la clarté.Pour ce qui est des craintes en matière de versementsanticipatifs, le ministre réitère que cela ne touchera pas lesparticuliers puisque le versement effectué pour la taxe lorsdu paiement de la facture d'eau vaut dans la majorité des caspaiement de la taxe. Il s'applique essentiellement aux entreprisespuisqu'il y aura dans la majorité des cas a posterioricalcul de la charge polluante et du volume des eaux uséesrejetées.Le commissaire reproche également au ministre de nepas incorporer de mesures pédagogiques dans le texte. Leministre rappelle au commissaire qu'on ne peut insérer desmesures pédagogiques dans un texte à portée fiscale. Il rappellecependant que celles-ci ne manquent point dans l'exposédes motifs. Le ministre espère bien que le comportenieuweverkapte belasting zijn die het zou mogelijkmaken de kas van het Gewest te stijven. De opbrengstvan deze heffing dient in ieder geval een toegewezenontvangst te blijven.Men kan er weliswaar mee instemmen dat op de «vervuilende»verbruiker een beroep wordt gedaan voor definanciering van de waterzuivering, maar zodra het doelbereikt is, komt er een einde aan de verplichtingen vandeze gebruiker. Deze heffing dient te worden beperkt inde tijd, namelijk vijftien jaar. Daarom is het zeer belangrijkdat er bij dit ontwerp van ordonnantie een meerjarenplanwordt gevoegd met betrekking tot de bestemmingvan de begroting van het genoemde fonds (de fractiewaartoe het commissielid behoort heeft dit meer daneens geëist, de minister heeft het beloofd en de commissieledenwachten nog steeds).Deze fractie zal amendementen indienen teneinde opdeze verschillende opmerkingen te antwoorden. Deze fractiezal het ontwerp steunen indien de tekst die definitief zalworden goedgekeurd, gewijzigd wordt en aan deze opmerkingentegemoetkomt. Zoniet zal deze fractie moeten vaststellendat een belasting wordt ingevoerd die afwijkt vanhaar doelstelling, die onbillijk en sociaal onrechtvaardig is.De minister antwoordt dat alle aangehaalde puntenwaren opgenomen in het eerste ontwerp van ordonnantieover deze heffing dat door de regering Picqué I werd ingedienden goedgekeurd, en dat één van de ministers van dezeregering lid was van de fractie waartoe het commissielidbehoort. Hebben de leden van deze fractie hun standpuntvolledig gewijzigd sinds zij in de oppositie zitten?Er werden enkele wijzigingen aangebracht in het ontwerpvan ordonnantie maar geen enkele daarvan heeftbetrekking op de door het vorige commissielid aangehaaldeproblemen.De minister meent dat zijn tekst in de toekomst als voorbeeldzal worden gesteld. Bovendien wijst hij erop dat hijgeen maatregelen met terugwerkende kracht heeft willennemen omdat de regering duidelijkheid wenste.Wat de bezorgdheid over de voorafbetalingen betreft,herhaalt de minister dat die geen betrekking zullen hebbenop de individuen aangezien in de meeste gevallen de stortingvoor de heffing bij het betalen van de waterfactuur,geldt als betaling van de heffing. De voorafbetalingen hebbenvoornamelijk betrekking op de bedrijven aangezien inde meeste gevallen de vuilvracht en het volume van hetgeloosde afvalwater achteraf zullen worden berekend.Het commissielid verwijt de minister eveneens dat in detekst geen educatieve maatregelen zijn opgenomen. Deminister herinnert het commissielid eraan dat het onmogelijkis in een tekst met betrekking tot belastingen educatievemaatregelen op te nemen. Hij wijst er echter op dat het in dememorie van toelichting geenszins aan dergelijke maatre-

A-61/2- 95/96 -51- A-61/2-95/96ment des consommateurs tant domestiques qu'industrielsva changer à l'égard de la consommation de ce bien rarequ'est l'eau.Quant aux minimexés, le ministre estime qu'il n'y aurapas de surcroît de travail en la matière puisque les CPASadressent déjà au Ministère des finances des listes avec lespersonnes qui peuvent être exonérées de la taxe régionale.Le commissaire estime quant à lui que le ministre auraitpu prendre des initiatives induisant des changements decomportement en concomitance s'il ne peut le faire dans lecorps du projet d'ordonnance.Le ministre rappelle au commissaire qu'il a annoncéqu'il lancerait des campagnes informatives visant à uneconsommation rationnelle de l'eau et à fournir les renseignementssur la taxe sur l'eau. Un appel d'offres a d'ailleursété lancé pour ces campagnes.La mission d'information sera essentiellement centréesur les mesures de prévention et les mesures d'économied'eau.En ce qui concerne la distinction entre les entreprises demoins de sept personnes et celles de plus de sept personnes,le ministre réitère que pour qu'un projet d'ordonnance réussisse,il faut qu'il soit praticable. Il réitère qu'en outre ils'est basé sur des textes similaires existants par ailleurs (laloi de 1971 sur le déversement des eaux usées). Il ne fautpas multiplier les critères pour les différents textes de loi oud'ordonnance.De toute façon dans un cas comme dans l'autre, leconsommateur tant domestique qu'industriel peut opter soitpour la taxe forfaitaire, soit pour le calcul de la chargeréelle.Quant à la solidarité entre le propriétaire et les locataires,le ministre est d'avis que si l'on veut que le texte soit praticableet simple, il vaut mieux reprendre les mêmes principespour la facturation de l'eau que pour la taxe et se basersur la longue expérience de l'IBDE.Sans cela, le ministre aurait été contraint de mettre surpied une administration sui generis.En ce qui concerne la solidarité entre le redevable etl'usager, il s'agit de garantir le droit du ministère des financesde percevoir la taxe. Ce principe est inscrit dans le codeTVA, c'est l'article 5\bis (celui-ci est d'ailleurs encore plussévère). Si la solidarité n'existait pas, on devrait se référerau droit commun. La loi permet au locataire d'intervenirdans le contrôle des sommes à payer. Les paiements effectuéspar les tiers sont sensés être effectués pour le compte età décharge du redevable de la taxe. Le ministre réitère qu'ilgelen ontbreekt. De minister hoopt dat zowel de individuenals de industrie hun gedrag inzake het gebruik van water,dat schaars is, zullen wijzigen.Wat de bestaansminimumtrekkers betreft, meent deminister dat dit geen toename van het werkvolume met zichzal brengen aangezien de OCMW's nu reeds aan het ministerievan financiën de lijst doen geworden van de personendie van de gewestbelasting kunnen worden vrijgesteld.Het commissielid meent dat de minister, voor zover hijzulks niet kon doen in het ontwerp van ordonnantie zelf,tegelijk initiatieven had kunnen nemen om het gedrag vande gebruikers te wijzigen.De minister wijst er het commissielid op dat hij voorlichtingscampagnesheeft aangekondigd met het oog op hetrationeel gebruik van water. Er is trouwens voor deze campagneseen offerteaanvraag uitgeschreven.De voorlichtingscampagne zal voornamelijk toegespitstzijn op de voorzorgsmaatregelen en de besparingsmaatregeleninzake waterverbruik.Wat het onderscheid tussen bedrijven met minder danzeven werknemers en bedrijven met meer dan zeven werknemersbetreft, herhaalt de minister dat een ontwerp vanordonnantie uitvoerbaar moet zijn om succes te hebben. Hijwijst erop dat hij bovendien een beroep heeft gedaan opbestaande en gelijkaardige teksten terzake (de wet van 1971op het lozen van afvalwater). Men moet niet steeds bijkomendecriteria invoeren voor de verschillende wetten enordonnanties.Wat er ook van zij, zowel in het ene als in het anderegeval kan de verbruiker, of het nu een privé-persoon of eenbedrijf betreft, kiezen voor de forfaitaire heffing of voor hetberekenen van de werkelijke vuilvracht.Wat de solidariteit tussen de eigenaar en de huurdersbetreft, is de minister van mening dat, indien men wenst datde tekst uitvoerbaar en eenvoudig is, men beter voor de waterfactuuren voor de heffing dezelfde principes kan hanterenen een beroep doen op de jarenlange ervaring van deBIWD.Zoniet zou de minister verplicht geweest zijn een specifiekeadministratie in het leven te roepen.Wat de solidariteit tussen de heffingsplichtige en degebruiker betreft, is het van belang het recht van het ministerievan financiën tot het innen van de heffing te waarborgen.Dit beginsel is opgenomen in artikel 5} bis van hetBTW-wetboek (dat trouwens nog strenger is). Indien ergeen solidariteit bestond, zou men zich moeten beroepen ophet gemeen recht. Krachtens de wet kan de huurder tussenbeidekomen in de controle op de te betalen bedragen. Debetalingen door derden worden geacht uitgevoerd te wor-

A-61/2- 95/96 -52- A-61/2-95/96faut éviter de rendre la taxe trop complexe, de la surchargerde dispositifs d'exonération et autres, de faire de l'ingénieriefiscale et de rendre ainsi l'ordonnance inapplicable.Le membre, qui a largement exposé le point de vue deson groupe, réagit à l'accusation du ministre qui estime queson groupe fait preuve d'un manque de loyauté. Le commissairesouligne que son collègue qui était ministre àl'époque n'a pas eu l'occasion de déposer des amendementssur l'avant-projet d'ordonnance. Ces amendements sont engénéral déposés par les partis de la majorité après le retourde l'avant-projet du Conseil d'Etat.Le ministre nie cette affirmation. Il fournira au commissairecopie de tous les documents en question.Le commissaire souligne que le ministre n'a pas réponduà la problématique des familles nombreuses. Il n'a rien proposésur ce point. Un taux dégressif pour les familles nombreusesne serait-il pas envisageable?Un commissaire estime que ce n'est pas sur le principemême d'une taxe à affecter que se situent les principauxreproches du groupe dont mention précédemment.Il pense qu'une taxe qui est de 14 F/m' sera lourde à porterpour de multiples ménages. Il faut dès lors bien penser lajustification de la nécessité de cette taxe. La justification decette taxe est bien le financement des stations d'épuration etdes bassins d'orage. Il réitère la demande de différents commissairesd'obtenir la note technique à joindre au rapportpour pouvoir juger de l'opportunité de lever une taxe pources projets qui visent le long terme.Il est d'avis qu'une taxe de 14 F/m 1 ne couvre qu'unepartie du financement de ces ouvrages.Le ministre envisage-t-il une participation des communespour les différents bassins d'orage?Le commissaire estime par ailleurs que pour éviter unprincipe compliqué tel que le versement anticipatif de lataxe, il vaudrait mieux opter pour une modification du titreet d'envisager de parler de captage d'eau. Le membre estd'avis que pour les ménages la taxe se base en fait sur lecaptage d'eau tandis que pour les entreprises la taxe se baseeffectivement sur le déversement des eaux usées.En ce qui concerne le débat sur la solidarité entre locataireset propriétaire, le commissaire estime qu'il faut éviterd'interférer constamment dans le droit privé. C'est le propriétairequi est responsable de la gestion de son bien privé.den voor rekening en tot ontlasting van de heffingsplichtige.De minister herhaalt dat er dient te worden vermedende heffing al te ingewikkeld te maken, haar te overladen metvrijstellings- en andere bepalingen, aan belastingingengineeringte doen en op die manier de ordonnantie onuitvoerbaarte maken.Het commissielid, dat het standpunt van zijn fractiebreedvoerig heeft toegelicht, antwoordt nu op de beschuldigingvan de minister die deze fractie een gebrek aan loyauteitverwijt. Het commissielid wijst erop dat zijn collega diein die tijd minister was, de mogelijkheid niet heeft gehadamendementen op het voorontwerp van ordonnantie in tedienen. Doorgaans worden deze amendementen ingedienddoor de meerderheid nadat de Raad van State over het voorontwerpadvies heeft uitgebracht.De minister ontkent dit. Hij zal aan het commissielid eenafschrift bezorgen van alle betrokken documenten.Het commissielid wijst erop dat de minister niet heeftgeantwoord op de problematiek van de kroostrijke gezinnen.Hij heeft in dit verband geen enkel voorstel gedaan. Ishel niet mogelijk voor de kroostrijke gezinnen een degressiefbelastingtarief te overwegen?Een commissielid meent dat de belangrijkste verwijtenvan de voormelde fractie geen betrekking hebben op hetprincipe zelf van een toegewezen heffing.Volgens hem zal een heffing van 14 fr. per m 1 voor heelwat gezinnen een harde dobber zal zijn. Er dient dan ookgoed te worden nagedacht over de verantwoording van denoodzaak van deze heffing. Deze heffing moet dienen omde waterzuiveringsinstallaties en de stormbekkens te financieren.Evenals een aantal andere commissieleden wenst hijde technische nota te verkrijgen die bij het verslag moetworden gevoegd teneinde na te gaan of het gepast is eenheffing in te voeren voor deze projecten op lange termijn.Volgens hem dekt een heffing van 14 fr. per m' slechtseen deel van de financiering van deze werken.Overweegt de minister een bijdrage van de gemeentenvoor de verschillende stormbekkens?Bovendien is het commissielid van mening dal, om eeningewikkeld principe als de voorafbetaling van de heffing tevermijden, men beter zou kiezen voor een wijziging van detitel en het hebben over waterwinning. Volgens dit commissielidberust de heffing voor de gezinnen in feite op dewaterwinning terwijl zij voor de bedrijven daadwerkelijkberust op het lozen van afvalwater.Wat het debat over de hoofdelijkheid tussen huurders eneigenaar betreft, meent het commissielid dat men moet vermijdenvoortdurend met het privaatrecht te interfereren. Deeigenaar is verantwoordelijk voor het beheer van zijn privégoed.

A-61/2- 95/96 -53. A-61/2-95/96II souhaite également que la problématique des famillesnombreuses soit abordée.Hij wenst eveneens dat de problematiek van de kroostrijkegezinnen wordt aangesneden.Un commissaire se demande ce qui se passe si un contribuablepaie régulièrement sa facture d'eau mais ne paie pasla taxe qui sera jointe lors de sa prochaine facture d'eau.Een commissielid vraagt zich af wat er gebeurt indieneen belastingplichtige zijn waterfactuur nauwgezet betaaltmaar niet de heffing die bij de volgende waterfactuur zalworden gevoegd.Le ministre ne répondra pas au premier commissaire caril a exprimé la position de son groupe comme le premiercommissaire qui a pris la parole ce jour. Il réitère cependantque le propriétaire étant titulaire du compteur de l'IBDEc'est lui qui recevra la taxe à payer et la répartition se feracomme pour la consommation d'eau.De minister zal geen antwoord geven aan het eerste commissielidomdat deze, evenals het eerste commissielid datvandaag het woord heeft genomen, het standpunt van zijnfractie heeft uiteengezet. Hij herhaalt echter dat de eigenaarals aangeslotene bij de BIWD de te betalen heffing zal ontvangenen dat de verdeling zal geschieden op dezelfdemanier als voor het waterverbruik.En ce qui concerne la note technique sur les différentsouvrages en matière d'épuration d'eau et leur financement,le ministre rappelle qu'il a fourni cette note pour le budgetde 1995 et, mutatis mutandis, ce plan pluriannuel demeured'application. Le plan pluriannuel sera réactualisé et seracommuniqué à la Commission avant la fin de ses travaux.Wat de technische nota over de verschillende werkeninzake waterzuivering en de financiering ervan betreft,herinnert de minister eraan dat hij deze nota heeft overhandigdin het kader van de begroting voor 1995 en dat ditmeerjarenplan van overeenkomstige toepassing blijft. Ditplan zal worden bijgewerkt en zal vóór het einde van dewerkzaamheden aan de commissie worden bezorgd.Le commissaire souhaite que la commission puisserendre avis sur la note technique que le ministre déposera.Het commissielid wenst dat de commissie haar advieskan geven over de technische nota die de minister zal voorleggen.Le président n'y voit aucun inconvénient sauf que cettediscussion doit avoir lieu en-dehors de la discussion sur lataxe sur l'eau.De voorzitter heeft daar geen bezwaar tegen, maar dezebespreking dient buiten de bespreking over de waterheffingte worden gevoerd.Au commissaire qui s'interroge sur les sanctions dans lecas de non-paiement de l'impôt, le ministre répond que lessanctions sont prévues dans le texte de l'ordonnance. Leministre renvoie à la discussion des articles. Elles sont similairesà celles en vigueur pour d'autres types d'impôts.Een commissielid heeft vragen gesteld omtrent de sanctiesbij het niet-betalen van de heffing. De minister antwoordtdat de ordonnantie in deze sancties voorziet. Deminister verwijst naar de artikelsgewijze bespreking. Hetzijn soortgelijke sancties aan deze welke gelden voorandere belastingen.Un commissaire souhaite aborder le problème du propriétairequi a introduit une demande auprès de l'IBDE pourobtenir des compteurs d'eau individualisés pour ses locataires.Een commissielid wenst het probleem aan te kaarten vande eigenaar die bij de BIWD een aanvraag heeft ingediendvoor individuele watermeters voor zijn huurders.En général, l'IBDE refuse ces compteurs individualiséset propose des décompteurs d'eau. Est-ce que la solidaritéentre le propriétaire et ses locataires est toujours de misedans cette situation?Doorgaans weigert de BIWD deze individuele tellers enstelt hij voor tussenmeters te plaatsen. Is er dan nog sprakevan hoofdelijkheid tussen de eigenaar en zijn huurders?Le ministre informe que c'est évidemment le titulaire ducompteur qui paie la taxe et les décompteurs ne servent enfait qu'à assurer la répartition des charges. Cela permet simplementaux locataires de ne pas avoir à payer la taxe deDe minister deelt mede dat de heffing uiteraard wordtbetaald door de persoon op wiens naam een watermeter isgeopend en dat de tussenmeters enkel dienen voor de verdelingvan de kosten ten laste van de huurder. Op die manier

A-61/2- 95/96 .54- A-61/2-95/96manière forfaitaire au sein de l'immeuble mais en fonctionde leur part de consommation au sein de l'immeuble.Le ministre rappelle toutefois qu'en 1995 la CIBE a installé995 nouveaux compteurs en Région bruxelloise. Il précisepar ailleurs que souvent les propriétaires demandentque la compagnie des eaux installe plutôt des décompteursparce que le coût en est moindre (l'organisation individuellepour le comptage de l'eau obère fortement les frais de gestiond'un immeuble).Un commissaire revient au problème des familles nombreusesqui peuvent avoir des revenus moindres que lesminimexés.Le ministre réitère que la taxe est fonction de la consommationd'eau et qu'il convient de prévoir les aides notammentaux familles nombreuses par d'autres biais qu'à traversune exonération pour une taxe environnementale.Un commissaire souhaite avoir confirmation que leGouvernement prévoit toujours un remboursement pour lespersonnes exonérables.Le ministre répond par l'affirmative en soulignant que ceremboursement pourra se faire de manière concomitante àl'imposition de la taxe puisqu'il y a cinquante jours entre lepremier rappel et le deuxième rappel.Un commissaire est déçu de l'attitude du ministre en cequi concerne les familles nombreuses. Il était d'avis qu'unprincipe d'équité entre familles nombreuses et autres àrevenus égaux aurait été souhaitable.moeten de huurders voor de heffing geen vast bedrag betalenmaar wordt dit bepaald op grond van hun aandeel in hetverbruik in het gebouw.De minister herinnert er echter aan dat de BIWM in 1995in het Brussels Gewest 995 nieuwe tellers heeft geplaatst.Bovendien preciseert hij dat de eigenaars vaak aan de watermaatschappijvragen tussenmeters te plaatsen omdatdeze goedkoper zijn (het tellen van het individueel waterverbruikbrengt een aanzienlijke stijging van de beheerkostenvan een gebouw met zich).Een commissielid komt terug op het probleem van dekroostrijke gezinnen, wier inkomen lager kan zijn dan datvan de bestaansminimumtrekkers.De minister herhaalt dat de heffing afhankelijk is van hetwaterverbruik en dat de steun aan de kroostrijke gezinnenop andere manieren dient te geschieden dan via een vrijstellingvoor een milieuheffing.Een commissielid wenst dat er wordt bevestigd dat deregering nog steeds voorziet in een terugbetaling voor depersonen die van de heffing kunnen worden vrijgesteld.De minister antwoordt bevestigend en wijst erop datdeze terugbetaling zal kunnen geschieden samen met debelastingheffing aangezien er na het versturen van de eersteaanmaningsbrief vijftig dagen wordt gewacht alvorens eentweede rappelbrief te verzenden.Een commissielid betreurt de houding van de ministermet betrekking tot de kroostrijke gezinnen. Het lid was vanmening dat een beginsel van billijkheid tussen kroostrijkeen andere gezinnen met hetzelfde inkomen wenselijk zouzijn geweest.IV. Discussion des articles et votesIntitulé de l'ordonnanceUn amendement n° 25 a été déposé pour modifier l'intituléde l'ordonnance comme suit: "Projet d'ordonnance instituantune taxe sur le captage d'eau à usage domestique etsur le déversement des eaux usées non domestiques".Le système mis en place par le texte en projet, à savoirune taxe sur le déversement des eaux usées versée demanière anticipative, ne répond pas à la logique de tels versements:- le versement anticipatif est basé sur la distinction entrel'exercice d'imposition et la période imposable. Or, onne peut connaître la période imposable car on ne peut queprésumer le moment où l'eau est déversée. Pour la cause,le texte établit une présomption irréfragable, à savoir queIV. Artikelsgewijze bespreking en stemmingenOpschrift van de ordonnantieEr is een amendement (nr. 25) ingediend om het opschriftvan de ordonnantie als volgt te wijzigen : «Ontwerpvan ordonnantie tot invoering van een heffing op de winningvan water voor huishoudelijk gebruik en op de lozingvan niet-huishoudelijk afvalwater.»De regeling die door de ontworpen tekst wordt ingevoerd,te weten een heffing, betaald door middel van voorafbetalingen,op het lozen van afvalwater, is in strijd met debedoeling van dergelijke voorafbetalingen :- de voorafbetaling is gebaseerd op het onderscheid tussenaanslagjaar en aanslagperiode. Die aanslagperiodekunnen we echter niet kennen omdat we niet kunnenvermoeden wanneer het water precies geloosd wordt.Daarom gaat men in de tekst uit van een onweerlegbaar

A-61/2- 95/96 -55- A-61/2-95/96pour l'usage d'eau domestique, l'eau captée est l'eaurejetée et que donc exercice d'imposition et périodeimposable se confondent;- le projet d'ordonnance prévoit que le montant de la taxeest égal au versement anticipatif et que celui-ci ne faitdonc pas l'objet d'un décompte final;- le redevable qui n'a pas fait de versement anticipatifn'est pas pénalisé par une majoration du montant de lataxe.Par souci de clarté et de transparence, il y a lieu d'appliquerle principe de la réalité et de dire ce qui est et non cequ'on voudrait qui soit sans en accepter les conséquences.Il s'agit en fait d'une taxe sur le captage d'eau et non sur ledéversement des eaux usées domestiques. Si on veut appliquerle principe de la taxe sur le déversement des eauxusées, il faudrait accepter que la taxe ne puisse pas être perçueavant 1998 alors que sa recette est déjà inscrite au budget1996 par le Gouvernement.Le ministre ne peut accepter cet amendement. Il s'agitd'une proposition excessive. En fait le captage vise essentiellementle captage dans les eaux de surface et les eauxsouterraines ainsi que la récupération des eaux de pluie.Il réitère par ailleurs que le consommateur domestiquequi récupère l'eau de pluie est exonéré pour ce captaged'eau-là.On ne peut dès lors parler de captage d'eau pour la taxationqui porte sur l'eau distribuée par l'Intercommunalebruxelloise des eaux.Le commissaire précédent souhaite savoir ce qui se passelorsqu'un consommateur remplit sa piscine. Cette eau n'estrejetée qu'après quelques années.Le ministre réitère que tout particulier a la possibilitéd'être taxé sur l'eau rejetée; s'il garde la même eau dans sapiscine il ne sera pas taxé sur cette eau pendant trois-quatreans.Le commissaire souligne que cela touche également lapartie de l'eau qui vise à arroser les jardins.Selon lui, en envisageant une série d'exonérations leministre suppose en fait que toute eau captée via le réseaude distribution existant ou via la récupération des eaux depluie n'est pas égale au volume des eaux usées.Un commissaire fait observer que le commissaire précédentparle de présomption irréfragable tandis que le gouvermoedendat, voor huishoudelijk gebruik, de hoeveelheidgewonnen water gelijk is aan de hoeveelheid geloosdwater en dat aanslagjaar en aanslagperiode dushetzelfde zijn;- het ontwerp van ordonnantie bepaalt dat het bedrag vande heffing gelijk is aan het bedrag van de voorafbetalingen dat er dus geen eindafrekening gemaakt wordt;- de heffingsplichtige die geen voorafbetaling heeft gedaan,wordt niet bestraft met een verhoging van hetbedrag van de heffing.Duidelijkheidshalve en ter wille van de doorzichtigheidmoet men rekening houden met de realiteit, d.w.z met watis en niet met wat men zou willen dat is zonder de gevolgendaarvan te aanvaarden. Het gaat hier inderdaad over eenheffing op de winning van water en niet op het lozen vanhuishoudelijk afvalwater. Indien men een heffing wil invoerenop het lozen van afvalwater, dan moet men er rekeningmee houden dat die heffing niet vóór 1998 kan wordengeïnd. De regering heeft die opbrengst echter al ingeschrevenin de begroting van 1996.De minister kan dit amendement niet aanvaarden omdathet een buitensporig voorstel is. De winning heeft in feitevoornamelijk betrekking op de oppervlaktewateren, hetondergronds water en het regenwater.Hij wijst er bovendien nogmaals op dat de huishoudelijkeverbruiker die het regenwater opvangt voor deze winningwordt vrijgesteld.Er kan derhalve geen sprake zijn van waterwinning voorde heffing die betrekking heeft op het water dat door deBIWD wordt verdeeld.Het vorige commissielid wenst te weten wat er gebeurtwanneer een verbruiker zijn zwembad vult. Dit water wordtpas na enkele jaren geloosd.De minister herhaalt dat alle particulieren de mogelijkheidhebben de verschuldigde heffing te laten berekenen opgrond van het werkelijk geloosde water. Indien ze hetzelfdewater in hun zwembad houden, worden ze gedurende drieof vier jaar niet op dit water belast.Het commissielid onderstreept dat dit ook geldt voor hetwater waarmee tuinen besproeid worden.Volgens het lid gaat de minister, door een reeks vrijstellingente overwegen, er eigenlijk van uit dat al het water datvan het bestaande waterleidingnet afkomstig is of dat regenwateris, niet gelijk is aan het volume van het afvalwater.Een commissielid doet opmerken dat het vorige lid hetheeft over een onweerlegbaar vermoeden, terwijl de

A.61/2-95/96 -56- A-61/2 - 95/96vernement affirme exactement le contraire; le Gouvernementparle lui de iuris tantum, d'une présomption réfragable.Le commissaire peut citer deux exemples où cette présomptionest renversée. D'une part, le parc de Wolvendaeloù il y a un étang qui est alimenté par l'eau de la CIBE, uneeau qui sera non taxée. Cette eau qui disparaîtra soit parévaporation, soit par infiltration dans le sol ne sera, selon lecommissaire, pas taxée.Le membre cite par ailleurs un autre cas qui est celui desconsommateurs qui ne sont pas reliés aux égouts. Le systèmede déversement des eaux usées se fait par d'autresmoyens (des puits perdus ou des fosses septiques). Soit leconsommateur rejette de l'eau sale, soit il rejette de l'eaupure et, dans ce cas-là, le projet d'ordonnance prévoit qu'ilpeut avoir recours au calcul de la taxe selon la charge réelle.Le consommateur renverse la présomption et il n'est pastaxé sur l'eau qu'il a consommé mais qu'il n'a toutefois pasrejetée usée soit dans l'égout, soit dans la nature.Un commissaire croit savoir que le coût d'un débitmètreest assez onéreux, au moins une dizaine de milliers defrancs. Qu'est-ce qui assure que le consommateur qui n'estpas relié à l'égout ne va pas rejeter ses eaux usées dans lefossé? L'ordonnance ne devrait-elle pas prendre en considérationdes dispositifs légaux interdisant ce genre de pratique?Le ministre ne peut prendre en compte des procéduresillégales; pour pouvoir rejeter des eaux usées, il faut uneautorisation de rejets.D'autre part, il revient au particulier à évaluer s'il estplus intéressant pour lui d'installer un débitmètre et de fairefaire une analyse de ses eaux usées que d'avoir recours ausystème de taxation forfaitaire. L'ordonnance approfonditdonc le principe de l'égalité des contribuables.L'auteur de la proposition estime, quant à lui, que les différentscommissaires donnent des significations différentesaux termes utilisés. Pour un commissaire, les eaux uséessont usées à partir du moment où elles ont été consomméestandis que pour d'autres elles sont usées lorsqu'elles sontpolluées. Le membre souligne que le Gouvernement entendégalement par eaux usées, les eaux qui ont été consomméeset notamment mesurées au compteur d'eau. Dans ce senslà,"usées" signifie, plutôt consommer tandis que si onentend le mot "usées" de la même façon que le commissaireprécédent il faudrait à ce moment-là définir des paramètresde pollution.L'auteur de )a proposition souligne qu'il faudrait non pasretenir une taxe au captage d'eau comme le propose l'amendementn° 25 mais plutôt une taxe à la consommation d'eaucar pour les usages domestiques, il s'agit d'une taxe proportionnelleà la consommation d'eau. D'après le texte del'ordonnance, si un consommateur utilise de l'eau pourregering net het tegendeel beweert; de regering heeft hetoverjuris tantum, een weerlegbaar vermoeden.Het lid kan twee voorbeelden geven waar dit vermoedenomgekeerd wordt. In het Wolvendaalpark is er bijvoorbeeldeen vijver waarvan het water van de BIWM afkomstig is.Dit water zal niet belast worden. Het zal ofwel verdampenofwel in de grond sijpelen.Het lid geeft ook nog het voorbeeld van de verbruikersdie niet op de riolen aangesloten zijn. Het afvalwater wordtop een andere manier geloosd (zinkputten of septic tanks).De verbruiker loost ofwel vuil water, ofwel zuiver water enin dat geval bepaalt het ontwerp van ordonnantie dat de heffingop grond van de werkelijke vuilvrachl berekend kanworden. De verbruiker keert het vermoeden om en wordtniet belast op het verbruikte water dat hij niet als afvalwaterin de riool of in de natuur geloosd heeft.Een lid meent te weten dat de kosten voor een debietmeterzeer hoog zijn, ten minste 10.000 frank. Hoe kan men erzeker van zijn dat de verbruiker die niet op de riool aangeslotenis zijn afvalwater niet in de sloot loost? Moet deordonnantie geen wettelijke bepalingen bevatten die zoietsverbieden?De minister kan geen rekening houden met illegale handelingen;om afvalwater te mogen lozen moet men eenlozingsvergunning hebben.Anderzijds moet de particulier nagaan of het voor hemvoordeliger is een debietmeter te plaatsen en een analyse telaten uitvoeren van zijn afvalwater, in plaats van een forfaitaireheffing te betalen. De ordonnantie bevestigt dus helprincipe van de gelijkheid van de belastingplichtigen.De indiener van het voorstel vindt dat de leden uiteenlopendeinterpretaties geven aan de gebruikte terminologie.Volgens een lid wordt het afvalwater pas echt afvalwaterwanneer het verbruikt is, terwijl andere leden vinden datmen over afvalwater spreekt wanneer het vervuild is. Hellid onderstreept dat volgens de regering onder afvalwatereveneens het water is verstaan dat verbruikt is en door dewatermeter gemeten is. In die betekenis is het afvalwaterhet verbruikte water. Indien men aan het afvalwater de betekenisgeeft van het vorige lid, zou men parameters voor devervuiling moeten bepalen.De indiener van het voorste] onderstreept dat men geenheffing op de waterwinning moet instellen zoals voorgesteldwordt in amendement nr. 25, maar eerder een heffingop het waterverbruik want voor het huishoudelijk verbruikbetreft het een heffing die evenredig is met het waterverbruik.De tekst van de ordonnantie bepaalt dat, indien een

A-61/2- 95/96 -57- A-61/2 - 95/96arroser son jardin et qu'il ne peut pas prouver que l'eau estreversée dans le sol non polluée, cette eau-là sera égalementconsidérée comme usée.Le ministre précise que si l'arrosage du jardin s'effectueau moyen de la citerne où sont stockées les eaux de pluie,l'arrosage de jardin ne sera pas taxé mais si l'arrosage s'effectueeffectivement avec l'eau du distributeur d'eaubruxellois, cette consommation d'eau n'échappe pas auprincipe de la taxation sauf en cas d'usage de débitmètre.L'auteur de la proposition estime, quant à lui, que théoriquementon pourrait déduire l'eau qui sert à arroser le jardinsi elle ne vient pas d'une citerne qui reprend les eaux depluie mais, dans la pratique, il ne voit pas comment cela seferait.Le commissaire estime que le consommateur qui installeune mini-station d'épuration des eaux pour sa consommationprivée devrait pouvoir prouver qu'il peut être exemptéde la taxe sur l'eau.L'auteur de la proposition se demande comment le captaged'eau dans la nappe phréatique par un particulier estprise en compte dans la formule de la CIBE? Théoriquement,un privé pourrait avoir un puits, capter l'eau, l'utiliseret puis la déverser.Le ministre souligne que les captages d'eau sont soumisà autorisation même pour les captages privés. Comme ilfaut une autorisation pour capter dans la nappe phréatique,automatiquement les autorités ont connaissance du débit eton suppose que le débit capté est égal au débit consommé.Un commissaire s'interroge sur les permis nécessairespour avoir un puits artésien. Faut-il un permis d'urbanismeet un permis d'environnement?Le ministre informe qu'il faut d'une part un permis d'urbanismeet d'autre part une autorisation de captage.Un commissaire s'interroge toujours sur le cas du particulierqui installe une mini-station d'épuration. Y a-t-il présomptionréfragable dans ce cas-là; ce consommateur peutilêtre exonéré de la taxe?Pour un commissaire, le principe de l'égalité des Belgesdevant la loi n'est pas respecté pour les Bruxellois qui n'ontpas de raccordement à l'égout. Ces personnes paient parailleurs déjà l'épuration de leurs eaux à l'entreprise privéequi assure la vidange de leur fosse septique. Il n'est dès lorspas normal qu'ils paient de surcroît la taxe.Le ministre réitère qu'il y a un strict système d'égalitéparce que le consommateur privé peut opter pour le calculverbruiker water gebruikt om zijn tuin te besproeien en hijniet kan bewijzen dat het water onvervuild in de bodem sijpelt,dit water ook als afvalwater beschouwd wordt.De minister preciseert dat het besproeien van de tuinenniet belast wordt indien het gebeurt met regenwater uit deregenput. Indien voor het sproeien water uit het Brusselsewaterleidingnet gebruikt wordt, is men hiervoor een heffingverschuldigd, behalve indien gebruik wordt gemaakt vaneen debietmeter.De indiener van het voorstel vindt dat men in theorie hetwater voor het besproeien van de tuin buiten beschouwingzou moeten laten indien het niet uit een regenwatertankkomt, maar in de praktijk ziet het lid niet in hoe dat mogelijkis.Het lid vindt dat de verbruiker die een mini-waterzuiveringsstationvoor eigen verbruik plaatst, zou moeten kunnenbewijzen dat hij van de heffing op het water kan vrijgesteldworden.De indiener van het voorstel vraagt zich af hoe de grondwaterwinningdoor een particulier in de formule van deBIWM verrekend is? In theorie zou een particulier eenregenput kunnen hebben, water winnen, het verbruiken endaarna lozen.De minister onderstreept dat voor waterwinningen eenvergunning vereist is, ook voor de particuliere waterwinningen.Aangezien men een vergunning nodig voor eengrondwaterwinning, kent de overheid automatisch hetdebiet en gaat ze ervan uit dat het gewonnen debiet gelijk isaan het verbruikte debiet.Een lid vraagt welke vergunningen men nodig heeft vooreen artesische put. Heeft men een stedebouwkundige vergunningen een milieuvergunning nodig?De minister antwoordt dat een stedebouwkundige vergunningen een waterwinningsvergunning noodzakelijkzijn.Een lid heeft nog steeds vragen bij het geval van de particulierendie een mini-waterzuiveringsstation plaatsen. Isdit een geval van weerlegbaar vermoeden; kan deze verbruikervan de heffing vrijgesteld worden?Een lid vindt dat het principe dat alle Belgen gelijk zijnvoor de wet niet in acht wordt genomen voor de Brusselaarsdie niet op de riolen aangesloten zijn. Deze personen betalenreeds hun waterzuivering aan de privé-ondernemingendie hun septic tank leegmaken. Het is dan ook niet normaaldat ze nog eens de heffing betalen.De minister herhaalt dat iedereen gelijk behandeld wordtomdat de particuliere verbruiker kan kiezen voor de berc-

A-61/2-95/96 -58- A-61/2-95/96de la charge réelle et/ou de l'eau déversée et il peut démontrerque ses eaux sont épurées par ailleurs.Un commissaire insiste; dans le cas où la fosse septiqueest entretenue, existe-t-il une présomption en faveur de ceconsommateur?Un autre commissaire souligne qu'il ne faut pas seulemententretenir une fosse septique mais il faut p.e. aussi utiliserdes produits lessiviels particuliers. Il conviendrait parailleurs d'avoir des entreprises agréées qui exercent lecontrôle du système d'épuration effectuée par le biais de lafosse septique.Le ministre rappelle que la Cour d'arbitrage accepte uneperception de type forfaitaire d'une taxe en vue de sa praticabilité.Il réitère que tout particulier peut apporter lapreuve qu'il peut être exonéré de la taxe.Un commissaire estime, quant à lui, que le projet d'ordonnance- dans le cas où il est adopté - entraînera d'importantscontentieux administratifs et judiciaires.Comment rembourser une taxe dans le cas de la présomptionréfragable alors qu'il y a eu versement anticipatif?Il estime qu'il faudrait faire un projet de taxe simple etapplicable pour éviter toutes les réclamations.Le ministre ne voit pas ce type de complication. Il rappellepar ailleurs que le chiffre de 30% de personnes nonraccordées aux égouts à Uccle est un chiffre exagéré et qu'ilfaudrait encore que les fosses septiques soient efficaces.Pour l'auteur de la proposition, il subsiste des contradictionsfondamentales dans le projet d'ordonnance car la taxesera levée sur les eaux usées quel que soit leur mode dedéversement. Dès lors, quelqu'un qui rejette de l'eau aprèsl'avoir épurée à travers une mini-station d'épuration ou unefosse septique individuelle sera taxé en fin de compte. Ilpourra avoir recours à la taxe calculée et pourra en effetprouver que sa charge polluante est inexistante mais parcontre, il ne pourra pas prouver que son volume est nul puisqu'ily a un volume d'eau. Tous ceux qui ne sont pas raccordésà l'égout paieront en fait pour un service qui ne leurest pas rendu : l'épuration des eaux. Il serait plus logique depréciser dans un article que la taxe est levée si le déversementest effectué dans les égouts publics. Les déversementsétant soumis à autorisation, on pourra en soustraire l'eau quia été épurée.L'auteur aborde par ailleurs le problème de l'égouttage.Une directive européenne prévoit que toutes les communesdevront avoir un système d'égouttage avant l'an 2000.Uccle devra dès lors payer pour que ses administrés soientreliés au système d'égouts.kening van de reële vuilvracht en/of van het volumegeloosd water en hij mag aantonen dat zijn afvalwatergezuiverd wordt.Een lid dringt verder aan : als de septic tank onderhoudenwordt, bestaat er dan een vermoeden ten gunste vandeze verbruiker?Een ander lid onderstreept dat men niet alleen een septictank moet onderhouden, maar dat men bijvoorbeeld ookaangepaste wasmiddelen moet gebruiken. Men zou ook eenberoep moeten doen op erkende bedrijven die het zuiveringssysteemvan de put controleren.De minister herhaalt dat het Arbitragehof de forfaitaireinning van een heffing toestaat om ze uitvoerbaar te maken.Hij herhaalt dat iedere particulier het bewijs mag leverendat hij van de heffing vrijgesteld kan worden.Een lid vindt dat de goedkeuring van het ontwerp vanordonnantie tal van administratieve geschillen en rechtszakentot gevolg zal hebben.Hoe kan men een heffing terugbetalen in het geval vanhet weerlegbare vermoeden indien er reeds een voorafbetalingis gedaan? Het lid acht een eenvoudig en uitvoerbaarontwerp tot instelling van de heffing noodzakelijk om bezwarente voorkomen.De minister verwacht geen dergelijke verwikkelingen.Hij herinnert er ook aan dat het cijfer van 30 % personen diein Ukkel niet op het rioolnet aangesloten zijn overdreven isen dat de septic tanks dan ook nog efficiënt zouden moetenzijn.Volgens de indiener van het voorstel bevat het ontwerpvan ordonnantie nog steeds fundamentele tegenstrijdighedenwant er is een heffing op het afvalwater onverschillig dewijze waarop er wordt geloosd. Iemand die water loost nahet via een mini-waterzuiveringsstation gezuiverd te hebbenof water loost in zijn septic tank, zal uiteindelijk de heffingverschuldigd zijn. Hij zal wel de heffing kunnen latenberekenen en aantonen dat er geen vuilvracht is, maar zalniet kunnen bewijzen dat het volume gelijk is aan nul daarer een watervolume is. Wie niet is aangesloten op het rioolnetbetaalt in feite voor een dienst die hem niet verleendwordt : de waterzuivering. Het zou logischer zijn in een artikelte preciseren dat de heffing verschuldigd is indien er inhet openbare rioolnet geloosd wordt. Aangezien er om temogen lozen een vergunning vereist is, kan men het gezuiverdewater aftrekken.De indiener heeft het ook over het probleem van de afwatering.Een Europese richtlijn bepaalt dat alle gemeentenvoor het jaar 2000 een afwateringsnetwerk moeten hebben.Ukkel zal dan ook de aansluiting van zijn inwoners op helrioolnet moeten betalen.

A-61/2- 95/96 -59- A-61/2-95/96Le commissaire, qui est intervenu sur ce point et quihabite dans cette commune, souligne que les particuliersdoivent prendre en charge une partie de leur raccordementaux égouts.Le ministre réitère qu'il maintient le principe d'une taxeunique à Bruxelles. Il ne faut pas deux taxes en Régionbruxelloise.L'auteur de la proposition regrette que les auteurs del'amendement utilisent à mauvais escient le mot "captage"plutôt que "consommation". C'est pourquoi il s'abstiendralors du vote de cet amendement.Un des auteurs de l'amendement reitère qu'il s'agitd'élaborer un texte simple et d'éviter toutes les complications.Il a déjà justifié cet amendement.Le ministre réitère que la proposition d'amendement estimpropre. Cela induirait une double taxation sur les captagesd'eau, ce qui est tout à fait inacceptable. Par ailleurs,cela rompt le principe d'égalité entre les'redevables puisquecertains seraient taxés d'une manière et d'autres d'une autremanière. D'autant plus qu'il y a des entreprises de plus desept personnes qui peuvent être assimilées au secteurdomestique et qui ne seraient pas traitées de la mêmemanière que les entreprises de moins de sept personnes.Cela entraînerait de multiples recours. C'est pourquoi leministre propose de rejeter l'amendement.Le vote sur l'amendement n° 24 est reporté en fin de discussiondes articles.Het lid dat dit punt aangehaald heeft en in deze gemeentewoont, onderstreept dat de particulieren een deel van hunaansluiting op het rioolnet zelf moeten betalen.De minister herhaalt dat hij het principe van een enkeleheffing in Brussel blijft verdedigen. Er zijn geen twee heffingennodig in het Hoofdstedelijk Gewest.De indiener van het voorstel betreurt dat de indieners vanhet amendement onopzettelijk het woord «winning»gebruiken in plaats van het woord «verbruik». Daarom zalhij zich bij de stemming over dit amendement onthouden.Eén van de indieners van het amendement herhaalt dathet van belang is een eenvoudige tekst op te stellen en demoeilijkheden te voorkomen. Hij heeft dit amendementreeds verantwoord.De minister herhaalt dat het voorstel van amendementongeschikt is. Het zou leiden tot een dubbele heffing op dewaterwinning, wat onaanvaardbaar is. Bovendien doet hetafbreuk aan het principe van de gelijkheid van de heffingsplichtigenomdat de heffing niet voor iedereen dezelfde zouzijn, temeer daar er bedrijven zijn met meer dan zevenwerknemers waarvan het verbruik kan worden gelijkgesteldmet dat van de huishoudelijke verbruikers en die niet opdezelfde manier zouden worden behandeld als de bedrijvenmet minder dan zeven werknemers. Dit zou aanleidinggeven tot een groot aantal beroepen. Daarom stelt de ministervoor het amendement te verwerpen.De stemming over het amendement nr. 24 zal plaatsvindenna de artikelsgewijze bespreking.Article J"VoteL'article 1 est adopté à l'unanimité des neuf membresprésents.Artikel lStemmingArtikel l wordt aangenomen bij eenparigheid van denegen aanwezige leden.Article 2L'amendement n° 22 vise à remplacer le 4° de l'articlepar la disposition suivante:"4° Pour l'application de la présente ordonnance etdurant une période transitoire de trois ans à dater de sa miseen vigueur, est assimilé à l'usage domestique de l'eau, toutusage autre que domestique de l'eau effectué dans le cadrede la réalisation d'activités reprises à l'annexe II pourautant que la charge polluante qui en résulte, calculéeconformément à l'article 11, paragraphe 3, soit inférieure à8.000."Artikel 2Amendement nr. 22 sterkt ertoe het 4° van het artikel tevervangen door de volgende bepaling :«4° Voor de toepassing van deze ordonnantie en gedurendeeen overgangsperiode van driejaar te rekenen vanaf dedatum van de inwerkingtreding, wordt gelijkgesteld aan hethuishoudelijk gebruik van het water, elk ander niet-huishoudelijkgebruik van het water in het kader van de verwezenlijkingvan de in bijlage H hernomen activiteiten, voor zover deeruit voortvloeiende en overeenkomstig artikel 11, paragraaf3, berekende vuilvracht minder dan 8.000 bedraagt.»

A-61/2- 95/96 -60- A-61/2-95/96L'auteur de l'amendement estime que le fait d'assimilerà un usage domestique, un usage non domestique de l'eaupar une personne dont l'activité est reprise à l'annexe IIlorsque celle-ci emploie moins de sept personnes, sansprendre en considération le type et l'importance de l'activitédu redevable, consiste à utiliser un critère qui est sansrelation aucune avec l'objectif d'incitation à prendre desmesures en vue de diminuer notamment la pollution deseaux usées des auteurs du projet formulé en page 2, deuxièmealinéa de l'exposé des motifs.L'auteur de l'amendement estime que c'est l'amendementle plus important qu'il dépose à celte ordonnance.Pour lui, il est essentiel d'avoir un autre critère de différenciationdes entreprises car une entreprise de deux personnespeut polluer de manière importante tandis qu'une entreprisede plus de cent personnes (p.e. une entreprise du secteur tertiaire)peut ne pas polluer plus qu'une pollution domestique.Il invite dès lors le Gouvernement à revoir les catégoriesd'entreprises.Son amendement vise à revoir le critère de discriminationentre les entreprises sur base de l'annexe II.Dans le cas où le ministre se tenait à son premier critèrequi est celui de la distinction entre les entreprises de moinsde sept personnes et les entreprises de plus de sept personnes,il souhaite que le ministre puisse chiffrer le nombred'entreprises appartenant aux deux catégories, celles assimiléesau secteur domestique et les autres.Le ministre a longuement motivé son choix de distinctionentre les catégories d'entreprises en disant qu'il ne fallaitpas trop surcharger les administrations concernées. Or,le commissaire rappelle que le directeur général de l'IBGElors de la présentation du programme de travail de l'IBGEa bien signalé que sont engagés à l'IBGE pour travailler surla taxe quatre niveaux 1 et quatre niveaux 2. Selon lui, celapermet un travail plus approfondi, dont la revision des catégoriesd'entreprises.Un membre d'un autre groupe estime également que ladistinction entre entreprises de moins de sept personnes etde plus de sept personnes est tout à fait indéfendablepuisque de multiples entreprises de moins de sept personnespolluent beaucoup à Bruxelles.Le ministre signale que cet amendement propose unediscrimination entre entreprises tout à fait arbitraire baséesur la charge polluante et qui pourrait induire des situationsDe indiener van het amendement meent dat het gelijkstellenaan het huishoudelijk gebruik van water dat voor niethuishoudelijkedoeleinden wordt gebruikt door een persoonwier activiteit is opgenomen in bijlage II wanneer hij minderdan zeven personen tewerkstelt, zonder daarbij rekening tehouden met het soort activiteit van de heffingsplichtige en deomvang ervan, inhoudt dat een criterium wordt gehanteerddat geen verband houdt met de doelstelling van de indienersvan het ontwerp zoals die geformuleerd is in de memorie vantoelichting (bladzijde 2, § 2). Men wil er immers voor zorgendat maatregelen worden genomen om de vervuiling van hetafvalwater te verminderen.De indiener van het amendement zegt dat dit het belangrijksteamendement is dat hij op deze ordonnantie indient.Volgens hem is het van essentieel belang over een ander criteriumte beschikken om een onderscheid te maken tussende bedrijven omdat een bedrijf met twee werknemers uiterstvervuilend kan zijn, terwijl het mogelijk is dat een bedrijfmet meer dan honderd werknemers (bij voorbeeld in dedienstensector) minder vervuilt dan een bedrijf met minderdan zeven werknemers. Derhalve verzoekt hij de regeringde categorieën van bedrijven te wijzigen.Zijn amendement strekt ertoe het criterium ter onderscheidingvan de bedrijven aan te passen op grond van bijlagen.Indien de minister zijn eerste criterium, namelijk dat vanhet aantal werknemers waardoor een onderscheid wordtgemaakt tussen de bedrijven met minder dan zeven werknemersen de bedrijven met meer dan zeven werknemers,behoudt, wenst de indiener dat hij becijfert hoeveel bedrijventot elk van deze categoriën behoren, welke wordengelijkgesteld met de verbruikers voor huishoudelijke doeleindenen welke de andere zijn.De minister heeft zijn criterium ter onderscheiding vande categorieën bedrijven breedvoerig gemotiveerd en eraantoegevoegd dat men de betrokken administratieve dienstenbest niet overstelpt met werk. Het commissielid wijst erechter op dat het hoofd van het BIM ter gelegenheid van devoorstelling van het werkprogramma van dit instituut heeftgezegd dat het BIM vier personen van niveau l en vier personenvan niveau 2 in dienst heeft genomen in het kader vande heffing. Volgens hem kan het werk aldus grondiger wordenverricht en kunnen de categorieën van bedrijven wordenherzien.Een lid van een andere fractie meent eveneens dat hetonderscheid tussen bedrijven met minder dan zeven werknemersen bedrijven met meer dan zeven werknemers volkomenonhoudbaar is omdat er in Brussel heel wat bedrijvenzijn met minder dan zeven werknemers die zeer vervuilendzijn.De minister wijst erop dat het in dit amendement voorgesteldeonderscheid tussen de bedrijven op grond van devuilvracht volkomen willekeurig is en dat de vervuiling van

A-61/2- 95/96 -61 A-61/2-95/96où la pollution des entreprises est sous-évaluée et, en outre,cet amendement, s'il était adopté, supposerait qu'onconnaisse exhaustivement la situation des entreprises exante.Le ministre réitère que le critère retenu se base sur la loidu 26 mars 1971 sur la protection des eaux de surface contrela pollution, loi qui est à la base des autorisations de rejet.On ne peut multiplier les critères retenus selon les lois.L'auteur de l'amendement réitère que son amendementest une formule simple et qui permet une évaluation plus oumoins précise selon le type d'activité de l'entreprise.Un amendement (n° 25) est déposé. Il vise à remplacer le4° par la disposition suivante :"4° Pour l'application de la présente ordonnance, estassimilé à l'usage domestique de l'eau, tout usage de l'eaupar une entreprise qui n'occasionne pas de rejets de naturedifférente à ceux visés au 2° ci-dessous."Selon les auteurs de l'amendement, le nombre debureaux en Région bruxelloise est particulièrement élevé. Acet effet, la distinction entre eau usée domestique et eauusée autre que domestique n'est pas suffisamment clairedans l'ordonnance en projet.Le projet établit une présomption suivant laquelle touteentreprise de plus de sept personnes rejette de l'eau usée autreque domestique (article 2, 4°) à condition que son activitéoccasionne des rejets de nature différente de celui de l'usagedomestique de l'eau (annexe H M in fine et article 2,2°).Selon le ministre, les auteurs de l'amendement proposentque :- les entreprises qui occasionnent des rejets de naturedomestique soient assimilés aux "domestiques";- la référence aux sept personnes faite dans le projet d'ordonnancesoit retirée.Or, il est déjà prévu dans l'ordonnance que les entreprisesdont les rejets sont similaires à ceux des particuliersfassent partie de la catégorie dite "domestique"; ainsi lesbureaux qui semblent préoccuper le groupe des auteurs del'amendement (voir justification de leur amendement) onttoujours été considérés comme "domestiques".Le but de la référence aux sept personnes a déjà été explicitéeau cours des débats et en particulier dans le cadre de laproposition d'amendement du commissaire précédent.sommige bedrijven aldus in een aantal gevallen kan wordenonderschat. Indien dit amendement wordt aangenomen,onderstelt dit bovendien dat men de situatie van de bedrijvenvan te voren grondig kent.De minister herhaalt dat het gebruikte criterium ontleendis aan de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van deoppervlaktewateren tegen verontreiniging en dat de lozingsvergunningenop grond van deze wet worden afgegeven.Het is onmogelijk voor elke wet andere criteria te hanteren.De indiener van het amendement wijst er nogmaals opdat zijn amendement een eenvoudige formule bevat om eenmin of meer nauwkeurige evaluatie te maken naargelang deactiviteit van het bedrijf.Er is een amendement (nr. 25) ingediend dat ertoe strekthet 4° te vervangen door volgende bepaling :«4° Voor de toepassing van deze ordonnantie, wordtgelijkgesteld met het huishoudelijk gebruik van water, elkgebruik van water door een bedrijf dat geen andere lozingteweegbrengt dan die bedoeld in punt 2°.»Volgens de indieners van het amendement zijn er in hetBrussels Gewest bijzonder veel kantoren. In dit opzicht ishet onderscheid dat in het ontwerp van ordonnantie tussenhuishoudelijk en niet-huishoudelijk afvalwater wordtgemaakt onvoldoende duidelijk.In het ontwerp wordt ervan uitgegaan dat (artikel 2, 4°)elk bedrijf met meer dan zeven werknemers niet-huishoudelijkafvalwater loost op voorwaarde dat het anderwater loost dan het water dat voor huishoudelijk gebruik isverbruikt (bijlage II, punt M in fine en artikel 2, 2°).Volgens de minister stellen de indieners van het amendementvoor dat :- de bedrijven die huishoudelijk afvalwater lozen, wordengelijkgesteld met «huishoudelijke» gebruikers;- de in het ontwerp van ordonnantie opgenomen verwijzingnaar zeven personen wordt geschrapt.Volgens de ordonnantie worden de bedrijven waarvan delozingen te vergelijken zijn met die van de particuliereningedeeld in de categorie van «huishoudelijke» vervuilers.De kantoren, waarover de fractie van de indieners van hetamendement zich blijkbaar zorgen maken (zie de verantwoordingvan hun amendement), zijn dus steeds beschouwdals «huishoudelijke» vervuilers.De reden van de verwijzing naar de 7 personen is reedsuiteengezet tijdens de besprekingen en meer bepaald in hetkader van het voorste] van amendement van het vorig commissielid.

A-61/2-95/96 -62- A-61/2-95/96Un amendement (n° 26) vise, quant à lui, à ajouter in finedu 2° les mots "à l'exception des fontaines publiques".Les auteurs de l'amendement estiment que de la combinaisondes paragraphes 1° et 2° de l'article 2, il faut comprendreque l'eau utilisée à des fins autres que celles qui ysont prévues, ne sont pas soumises à la taxe sur le déversementdes eaux usées.Ainsi, l'usage de l'eau dans les fontaines publiques n'usel'eau que pour le plaisir des yeux et ne peut donc pas êtresoumis à la taxe.Le ministre estime que les auteurs de l'amendement ontune très mauvaise connaissance du fonctionnement des fontaines.L'eau des fontaines ne va pas à l'égout et si c'était lecas quelque part cela serait rapidement corrigé.Un des auteurs demande dès lors qu'il n'y ait pas de taxepour les eaux des fontaines publiques, car il y a recyclage.Un commissaire estime que l'amendement introduit uneproblématique intéressante qui est celle de l'eau consomméequi n'est pas égale à l'eau rejetée.D'après les chiffres de l'IBDE, on livre à la Région deBruxelles-Capitale ± 69 millions de m 1 d'eau dont seulement54 à 55 millions de m' sont facturés.La différence s'explique d'une part parce qu'il y a despertes dans le réseau mais également par les approvisionnementsnon facturés et non taxés.Cela vise entre autres le nettoyage des rues et les prisesd'eau pour les pompiers p.e. Est-ce que les fontaines publiquesne seraient pas également exemptées d'un compteur(et ne donneraient dès lors pas lieu ni à facture, ni à taxe).Le ministre confirme que dans cette partie non facturée,il y a une partie essentielle qui vise les services publics.L'auteur de l'amendement n° 22 demande que le ministreprécise le chiffre exact des entreprises employant plus desept personnes, qui ne sont pas assimilées aux consommateursdomestiques.Le ministre confirme que seulement 2.500 entreprisesdans la Région de Bruxelles-Capitale correspondraient àces cas.Le commissaire n'en revient pas que le ministre va utiliserhuit personnes à faire des déclarations pour les 2.500Een amendement (nr. 26) strekt ertoe aan het slot van 2°de volgende woorden toe te voegen : «met uitzondering vande openbare fonteinen».De indieners van het amendement menen dat uit de insamenhang gelezen punten l en 2 van artikel 2 moet wordenopgemaakt dat er geen heffing is op het water dat voorandere dan de in dit artikel vermelde doeleinden wordtgebruikt.In de openbare fonteinen wordt het water uitsluitendvoor esthetische doeleinden gebruikt en kan het derhalveniet worden belast.De minister meent dat de indieners van het amendementniet weten hoe de fonteinen werken. Het water van de fonteinenwordt niet in de riolering geloosd en indien zulksergens het geval zou zijn, zal daar snel verandering inkomen.Een van de indieners vraagt dat er geen heffing zou zijnop het water van de fonteinen omdat het opnieuw wordtgebruikt.Een commissielid is van mening dat het amendement eeninteressante problematiek aan de orde stelt, namelijk dievan het verschil tussen het volume gebruikt water en hetvolume geloosd water.Uit de cijfers van de BIWD blijkt dat aan het BrusselsHoofdstedelijk Gewest ongeveer 69 miljoen m 1 wordt geleverdwaarvan slechts 54 à 55 miljoen m' wordt gefactureerd.Het verschil is te verklaren door de verliezen in het leidingneten door de bevoorradingen die niet gefactureerd enniet belast worden.Het betreft bij voorbeeld het schoonmaken van de stratenen het water voor de brandweer. Is het niet mogelijk ook defonteinen vrij te stellen van een meter (waardoor er daarvoorgeen factuur en geen heffing zou zijn)?De minister bevestigt dat een belangrijk deel van helniet-gefactureerde water betrekking heeft op de openbarediensten.De indiener van amendement nr. 22 vraagt aan de ministerte preciseren hoeveel bedrijven meer dan zeven personentewerkstellen en niet worden gelijkgesteld met de huishoudelijkeverbruikers.De minister zegt dat er in het Brussels HoofdstedelijkGewest slechts 2.500 dergelijke bedrijven zijn.Het commissielid is stomverbaasd dat de minister achtpersonen zal belasten met het opstellen van verklaringen

A-61/2-95/96 -63- A-61/2-95/96entreprises qui ne sont pas assimilées au secteur domestique.Le ministre signale que cela ne se limite pas à une déclaration.Il faut aussi exercer le contrôle et, exécuter un "planeau". Il y aura des analyses à faire et des contre-analyses. Enoutre, dans ce personnel il y a du personnel d'exécution.Le commissaire souligne que ce qu'il souhaite n'est pasqu'on taxe plus ou moins d'entreprises mais qu'on inciteplutôt les entreprises à utiliser de manière plus rationnelle laressource rare qu'est l'eau. Car si on applique la formuleprévue à l'article 11, § 3 aux entreprises assimilées au secteurdomestique qui ne polluent pas outre mesure, cela veutdire qu'un particulier paierait 1.400 F pour une consommationde 100 m 3 et une entreprise paierait 1570 F pour lamême consommation.Un commissaire constate que le principe du pollueur/payeurn'est pas d'application dans cette ordonnancepuisque des teintureries, des garages ou autres, employantmoins de sept personnes, peuvent opter pour la taxe forfaitaireen étant assimilés au secteur domestique.Le ministre réitère qu'il prend un critère légal en considération.Même si sur le fond l'amendement proposé peutparaître logique, en pratique, il pose des difficultés importantesde mise en oeuvre. En effet, cela signifierait quel'IBGE devrait envoyer un formulaire dès la première annéeà toutes les entreprises de la Région de Bruxelles-Capitaleafin de connaître leur charge polluante. Les données fourniespar ces 20.000 entreprises seraient bien évidemment àvérifier. D'autre part, le choix d'un seuil de pollution peuts'avérer délicat; en effet, l'activité des petites entreprisespeut varier fortement d'une année à l'autre, ce qui pourraitavoir comme conséquence que certaines d'entre elles changentrégulièrement de catégorie selon les périodes.L'objectif recherché par le Gouvernement est aucontraire d'assimiler dans un premier temps une série d'entreprisesreprises à l'annexe II aux domestiques afin :- d'éviter le recours à une administration pléthorique et lescoûts en résultant (plus de 20.000 dossiers à gérer);de laisser le temps à l'administration de se familiariseravec les entreprises les plus importantes de la Régionavant de se pencher sur les autres. Il serait illusoire decroire que dès la mise en oeuvre de l'ordonnance,l'IBGE pourrait du jour au lendemain traiter 20.000 dossiers.Le critère retenu par le Gouvernement pour atteindre cetobjectif (sept personnes) est inspiré de la loi du 26 marsvoor de 2.500 bedrijven die niet met de huishoudelijke verbruikersworden gelijkgesteld.De minister wijst erop dat het niet bij een verklaringblijft maar dat er tevens een controle en een «waterplan»alsmede onderzoeken en tegenonderzoeken dienen te wordenuitgevoerd. Bovendien is een deel van dit personeelbelast met uitvoerende taken.Het commissielid wijst erop dat hij niet zozeer wenst datmeer of minder bedrijven worden belast maar dat zij wordenaangezet tot rationeel gebruik van het water, dat schaarsis. Indien de in artikel 11, derde lid, vervatte formule wordttoegepast op de met de huishoudelijke verbruikers gelijkgesteldebedrijven die niet buitensporig vervuilen, betekentdit dat een particulier l .400 fr. voor een verbruik van 100 m 1zou betalen en een bedrijf l .570 fr.Een commissielid stelt vast dat het principe van de vervuilerbetaalt niet van toepassing is in deze ordonnantieomdat de ververijen, de garages en andere bedrijven metminder dan zeven werknemers worden gelijkgesteld mei dehuishoudelijke verbruikers en dus kunnen opteren voor deforfaitaire heffing.De minister herhaalt dat hij een wettelijk criterium hanteert.Ook al lijkt het amendement in wezen logisch, de toepassingervan doet aanzienlijke problemen rijzen. Dit zouimmers betekenen dat het BIM reeds het eerste jaar aan allebedrijven van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een formulierzou moeten versturen om hun vuilvracht te kennen.De door deze 20.000 bedrijven verschafte gegevens zoudenuiteraard moeten worden gecontroleerd. Bovendien is hetniet makkelijk een vervuilingsdrempel vast te stellen omdatde activiteit van de kleine bedrijven van jaar tol jaar zeerverschillend kan zijn, wat er kan toe leiden dat sommigeervan geregeld van categorie veranderen.Het door de regering beoogde doel bestaat er daarentegenin een aantal bedrijven die zijn opgenomen in bijlage IIin een eerste fase gelijk te stellen met de huishoudelijkeverbruikers teneinde :- te vermijden dat al te veel personeel moet worden ingeschakeldmet extra kosten (er dienen meer dan 20.000dossiers te worden behandeld);- de administratieve diensten de tijd te gunnen om zichvertrouwd te maken met de belangrijkste bedrijven vanhet Gewest alvorens zich met de overige bezig te houden.Men maakt zich illusies als men denkt dat het BIMonmiddellijk na de inwerkingtreding van de ordonnantievan de ene dag op de andere 20.000 dossiers kanbehandelen.Het criterium (zeven personen) dat de regering hanteert,is ontleend aan de wet van 26 maart 1971 op de bescher-

A-61/2- 95/96 -64- A-61/2-95/961971 relative à la protection des eaux de surface contre lapollution, qui est à la base des autorisations de rejet. Il paraîtlogique en effet qu'une entreprise qui est considérée commeétant de nature "autre que domestique" au regard des autorisationsde rejet le soit également au regard de la taxe surles eaux usées.Le ministre souligne qu'en outre, s'il n'appliquait pas lemême critère que les deux autres Régions, il pourrait encorey avoir des recours pour distorsion de concurrence entre lesdifférentes entreprises en Belgique.En outre, le ministre précise qu'en ce qui concerne lespetites entreprises de moins de sept personnes et qui peuventêtre polluantes, l'IBGE mène un travail approfondid'encadrement et de prévention; un travail sectoriel qui sepoursuivra bien entendu.L'auteur de l'amendement n° 22 souligne qu'il n'y a paseu de discussion sur la partie de son amendement qui proposed'adopter une période transitoire de trois ans.Le ministre estime qu'il serait dangereux et inutile defixer une échéance pour ce faire. La durée de cette périodetransitoire sera déterminée en fonction de l'expérience. Lecritère de sept personnes qui est aujourd'hui d'applicationest un critère qui peut évoluer en concertation avec les secteursconcernés et avec les autres Régions."Article 3II est établi une taxe annuelle sur le déversement de l'eauusée déversée sur le territoire de Bruxelles-Capitale quelsque soient son mode de déversement ou sa source, à l'exmingvan de oppervlaktewateren tegen verontreiniging enhet is op grond van deze wet dat de lozingsvergunningenworden afgegeven. Het lijkt inderdaad logisch dat eenbedrijf dat inzake lozingsvergunningen wordt beschouwdals een «andere dan huishoudelijke» vervuiler ook als dusdanigwordt beschouwd wat de heffing op het afvalwaterbetreft.Bovendien wijst de minister erop dat, indien hij niet hetzelfdecriterium zou hanteren als de twee andere Gewesten,er nogmaals beroepen zouden kunnen worden ingesteldwegens concurrentievervalsing tussen de verschillendeBelgische bedrijven.Voorts preciseert de minister dat het BIM ten behoevevan de kleine bedrijven met minder dan zeven werknemersen die vervuilend kunnen zijn veel aandacht besteedt aanbegeleiding en preventie, uiteraard ook per sector.De indiener van amendement nr. 22 wijst erop dat hetgedeelte van zijn amendement waarin hij een overgangsperiodevan driejaar voorstelt niet werd besproken.De minister meent dat het gevaarlijk en nutteloos zouzijn te dien einde een termijn vast te stellen. De duur vandeze overgangsperiode zal worden bepaald op grond van deervaring. Het criterium van de zeven personen dat op ditogenblik van toepassing is, kan worden gewijzigd na overlegmet de betrokken sectoren en met de andere Gewesten.VotesL'amendement n° 26 est rejeté par 8 voix contre 1 et1 abstention.L'amendement n° 22 est rejeté par 8 voix contre 1 et1 abstention.L'amendement n° 25 est rejeté par 8 voix contre 2.L'amendement n° 1 esl adopté par 9 voix et 1 abstention.L'article 2, tel qu'amendé, est adopté par 8 voix contre 2.StemmingenAmendement nr. 26 wordt verworpen met 8 stemmentegen I stem, bij l onthouding.Amendement nr. 22 wordt verworpen met 8 stemmentegen l stem, bij l onthouding.Amendement nr. 25 wordt verworpen met 8 stemmentegen 2.Amendement nr. l wordt aangenomen met 9 stemmen bijl onthouding.Artikel 2, aldus geamendeerd, wordt aangenomen met8 stemmen tegen 2.Article 3L'amendement n° 23 vise à remplacer l'article par la dispositionsuivante :ArtikelsAmendement nr. 23 sterkt ertoe het artikel te vervangendoor de volgende bepaling :«Artikel 3«Er wordt een jaarlijkse heffing ingevoerd op het afvalwaterdat op het grondgebied van het Brussels HoofdstedelijkGewest wordt geloosd, ongeacht de lozingswijze

A-61/2- 95/96 -65- A-61/2-95/96clusion des eaux provenant de la collecte des eaux depluie."L'auteur de l'amendement souligne qu'à Bruxelles, leréseau d'égouttage est unitaire, ce qui signifie que toute eaude ruissellement aboutit dans un égout où elle se mélangeaux eaux usées et justifie donc une épuration. Le fait quecette eau soit recueillie, utilisée et ensuite rejetée n'a doncaucun impact sur le volume des eaux devant être traitées.De plus, cette exemption des eaux de pluie se justifie parla grande difficulté technique, voire l'impossibilité deconnaître les volumes recueillis.Enfin, taxer les eaux de pluies serait en contradictionavec la politique régionale de primes à la rénovation desciternes qui a un double but louable : lutter contre les inondationset économiser l'eau de distribution.Un amendement n° 29 est déposé. II vise à ajouter aprèsles mots "quelle que soit la source de l'eau" les mots "àl'exception de l'eau de pluie recueillie dans des citernes àusage domestique et des puits à usage domestique".Les eaux déversées provenant des citernes d'eau de pluieet des puits à usage domestique sont exclues de l'ordonnance.En effet, on peut considérer que ces ouvrages permettent,lors de pluies abondantes, d'éviter une surabondancede déversement et peuvent contribuer dans une certainemesure à limiter le surdimensionnement des collecteurs.Par contre, lorsque ces ouvrages sont utilisés à des finsautres que domestiques, vu la nature des rejets et les objectifspoursuivis par la taxe, ils restent visés par l'ordonnance:en effet, l'effet positif évoqué ci-avant n'a pas de communemesure avec le coût de traitement des eaux usées déversées.Le ministre opte pour l'amendement n° 29 qui est plusprécis et soucieux de l'usage environnemental de l'eau touten excluant les entreprises.L'amendement n° 27 vise à supprimer le mot "déversée"parce qu'il s'agit d'une redondance.Le ministre précise que cette tautologie est bien nécessairepour préciser qu'il s'agit uniquement de déversementdes eaux sur le territoire de la Région.Un commissaire estime quant à lui qu'il ne faut pas pousserles précisions juridiques jusqu'à l'absurde.of de herkomst ervan, met uitsluiting van het regenwater.»De indiener van het amendement wijst erop dat Brusseléén rioolnet heeft, wat betekent dat al het regenwater in eenriool terechtkomt waar het zich mengt met het afvalwater endus moet worden gezuiverd. Het feit dat regenwater wordtopgevangen, gebruikt en daarna geloosd, verandert nietsaan het volume van het te zuiveren water.Gelet op het grote technische probleem - zo niet deonmogelijkheid - om te meten hoeveel regenwater er wordtopgevangen, is het bovendien verantwoord het regenwaterniet te belasten.Dat zou ook ingaan tegen het gewestelijke beleid om premiestoe te kennen voor het renoveren van regenputten, wateen tweevoudig lovenswaardig doel heeft : het draagt bij tothet voorkomen van overstromingen en het bespaart leidingwater.Er wordt een amendement (nr. 29) ingediend dat ertoestrekt na de woorden «ongeacht de herkomst van hetwater», de woorden «, met uitzondering van water dat intanken en putten met een huishoudelijk gebruik wordt opgevangen»toe te voegen.Het geloosde water afkomstig van watertanken en puttenmet een huishoudelijk gebruik wordt van de toepassing vande ordonnantie uitgesloten. Men kan er immers van uitgaandat deze uitrustingen bij hevige regen een overdrevenlozing kunnen vermijden en in zekere mate tot de beperkingvan de overmaat van collectoren kunnen bijdragen.Daarentegen, wanneer deze uitrustingen met anderedoeleinden dan huishoudelijke worden gebruikt, blijven ze,gezien de aard van de lozing en de door de heffing nagestreefdedoelstellingen, onder de toepassing van de ordonnantievallen : uiteraard is voormelde gunstige weerslag niette vergelijken met de verwerkingen van het geloosde afvalwater.De minister geeft de voorkeur aan amendement nr. 29omdat het nauwkeuriger is en omdat het oog heeft voor hetmilieuvriendelijk gebruik van water en daarbij de bedrijvenuitsluit.Amdendement nr. 27 sterkt ertoe het woord «geloosd» telaten vervallen omdat het een nodeloze herhaling is.De minister preciseert dat deze herhaling noodzakelijk isomdat duidelijk dient te worden gesteld dat het uitsluitendgaat over het lozen van afvalwater op het grondgebied vanhet Gewest.Het commissielid is van mening dat de juridische preciseringenniet tot in het absurde moeten worden doorgedreven.

A-61/2-95/96 -66- A-61/2- 95/96Un nouvel amendement est déposé (n° 42); il vise à remplacerle mot "déversée" par le mot "effectué".Un amendement n° 28 vise à ajouter après les mots"quelle que soit la source de l'eau" les mots "à l'exceptionde l'eau de pluie et de l'eau de source".Même si a priori le rejet de telles eaux n'est pas exemptde pollution, il y a lieu d'encourager la récupération del'eau de pluie ou éventuellement l'usage de l'eau de source.En effet, l'eau distribuée devient un bien rare et donc deplus en plus cher, et il y a lieu d'encourager les autres modesd'utilisation de l'eau qui resteront de toute manière marginauxpar rapport à la consommation générale de l'eau.Le ministre signale que cela voudrait dire que les entreprisesqui ont une autorisation de captage dans la nappephréatique ou dans les eaux de surface et qui utilisent ceseaux pour un processus industriel pourraient rejeter ceseaux sans être taxées.L'auteur de l'amendement n° 23 souhaite encore recevoirdes précisions. Est-ce qu'une entreprise qui recueillel'eau de pluie dans une citerne et l'utilise pour des usagesassimilés à des usages domestiques sans pollution majeureest exonérée de la taxe pour cette utilisation d'eau-là?Le ministre répond par l'affirmative.Ce commissaire-là souhaite savoir également si l'eauvisée à l'amendement n° 29 est bien une eau qui n'est pascaptée très profondément dans la nappe phréatique.Le ministre rassure le commmissaire sur ce point.L'auteur de l'amendement n° 23 retire dès lors son amendement.Après avoir reçu l'assurance du ministre que toute entreprisedoit bien avoir une autorisation de captage pour pomperelle-même l'eau, l'auteur de l'amendement n° 28 retireson amendement.Er wordt een nieuw amendement (nr. 42) ingediend datertoe strekt het woord «geloosd» te doen vervallen.Amendement nr. 28 strekt ertoe na de woorden «ongeachtde herkomst van het water», de woorden «, met uitzonderingvan regenwater en bronwater,» toe te voegen.Zelfs als dergelijk water niet zonder enige vervuilingwordt geloosd, moet het opvangen van regenwater en hetgebruik van bronwater worden aangemoedigd.Leidingwater wordt alsmaar schaarser en dus duurder.Het gebruik van ander water dan leidingwater, zij het dat ditaltijd beperkt zal blijven, dient te worden aangemoedigd.De minister wijst erop dat dit zou betekenen dat debedrijven die een vergunning hebben om water te winnenuit de grondwater! agen of uit de oppervlaktewateren en diedit water gebruiken voor industriële doeleinden, het zoudenkunnen lozen zonder daarvoor te worden belast.De indiener van amendement nr. 23 wenst nog enkeleverduidelijkingen. Wordt een bedrijf dat het regenwateropvangt in een regenput en het gebruikt voor doeleinden dieworden gelijkgesteld met huishoudelijke zonder daarbijernstig te vervuilen, vrijgesteld van heffing voor hetgebruik van dit water?De minister beaamt dit.Hetzelfde commissielid wenst tevens te weten of helwater bedoeld in amendement nr. 29 op grote diepte in degrondwaterlagen wordt gewonnen.De minister stelt het commissielid dienaangaande gerust.De indiener van amendement nr. 23 trekt derhalve zijnamendement in.Nadat de minister hem heeft verzekerd dat elk bedrijf datzelf water wenst op te pompen over een vergunning dient tebeschikken, trekt de indiener van amendement nr. 28 zijnamendement in.VotesL'amendement n° 42 est adopté par 10 voix et 1 abstention.L'amendement n° 29 est adopté par 10 voix et 1 abstention.L'article 3, tel qu'amendé, est adopté par 9 voix contre 2.StemmingenAmendement nr. 42 wordt aangenomen met 10 stemmenbij l onthouding.Amendement nr. 29 wordt aangenomen met l O stemmenbij l onthouding.Artikel 3, aldus geamendeerd, wordt aangenomen met 9stemmen tegen 2.

A-61/2- 95/96 -67- A-61/2-95/96Am'c/e4Un amendement n 0 3 vise à corriger une erreur matériellede renvoi d'article. Il convient de remplacer au premier alinéales mots "fixées à l'article 12" par les mots "fixées àl'article 13".Un autre amendement est déposé. Il s'agit de l'amendementn° 39 qui suggère de remplacer au premier alinéa lesmots "sont tenus d'" par "peuvent" et de supprimer le deuxièmealinéa.Si le principe du versement anticipé est adopté par le projetd'ordonnance, il faut appliquer celui-ci en tenant comptedu principe qu'en droit fiscal, le versement anticipé estvolontaire (cf. manuel de Droit fiscal de Tiberghien p. 220et l'article 157CIR).Quant à la suppression du deuxième alinéa, il est proposéen application du principe suivant lequel tous les redevablessont égaux devant la taxe. Le débit d'eau doit donc êtremesuré à la source.Un commissaire estime que cet amendement vide l'ordonnanced'une bonne partie de son efficacité. D'un pointde vue administratif, il est par ailleurs totalement ingérable.Le ministre souligne que le principe est basé sur le versementanticipé de la taxe. Ces versements valent impôtdans le cas où les redevables qui font un usage domestiquede l'eau optent pour la taxe forfaitaire. Le ministre rappelleque la taxe sous forme de versement anticipé est obligatoirede la même manière que le précompte immobilier.Artikel 4Amendement nr. 3 strekt ertoe een verkeerde verwijzingnaar een artikel te verbeteren en in het eerste lid de woorden«bepaald door artikel 12» te vervangen door «bepaald doorartikel 13».Er wordt een ander amendement (nr. 39) ingediend datertoe strekt in het eerste lid de woorden «zijn ertoe gehouden(...) te verrrichten» te vervangen door de woorden«kunnen (...) verrichten» en het tweede lid te doen vervallen.Indien het principe van de voorafbetaling door het ontwerpvan ordonnantie wordt aangenomen, dient er bij detoepassing ervan rekening te worden gehouden met het feitdat, ingevolge het belastingrecht, de voorafbetaling vrijwilliggeschiedt (zie Handboek voor belastingrecht vanTiberghien, bladzijde 200 en artikel 157 van het Wetboekvan de inkomstenbelasting).Het doen vervallen van het tweede lid wordt voorgesteldmet toepassing van het beginsel volgens hetwelk alle heffingsplichtingengelijk moeten worden behandeld. Hetwaterdebiet moet dus aan de bron gemeten worden.Een commissielid meent dat de doelmatigheid van deordonnantie door dit amendement grotendeels wordt uitgehold.Bovendien is het uit administratief oogpunt onmogelijkte beheren.De minister wijst erop dat het principe berust op de voorafbetalingvan de heffing. Ingeval de huishoudelijke verbruikersde voorkeur geven aan de forfaitaire heffing, geldendeze stortingen als belasting. De minister herinnerteraan dat ook de onroerende voorheffing dient te wordenbetaald door middel van een voorafbetaling.VotesL'amendement n° 3 est adopté par 9 voix et 2 abstentions.L'amendement n° 39 est rejeté par 10 voix contre 1.L'article 4, tel qu'amendé, est adopté par 9 voix contre 2.StemmingenAmendement nr. 3 wordt aangenomen met 9 stemmen bij2 onthoudingen.Amendement nr. 39 wordt verworpen met l O stemmentegen l stem.Artikel 4, aldus geamendeerd, wordt aangenomen met9 stemmen tegen 2 stemmen.Article 5VoteL'article est adopté par 9 voix contre 2.Artikel 5StemmingHet artikel wordt aangenomen met 6 stemmen tegen 2.

A-61/2 - 95/96 .68- A-61/2-95/96Article 6Un amendement n° 40 est déposé. Il vise à supprimerl'article.Les auteurs de l'amendement estiment que dans notreRégion, 70% des habitants sont locataires et nombre deceux-ci n'ont pas de compteurs d'eau individuels.Dans le texte en projet, le redevable de la taxe est le titulairedu compteur, donc le propriétaire dans la majorité descas. Il faut donc laisser jouer les règles de droit commun; ilest inutile d'établir une solidarité entre le propriétaire et lelocataire quant au paiement de la taxe.Le ministre a répondu qu'il applique le même systèmeque dans l'article 51 bis du Code TVA.Le groupe des commissaires ne partage pas tout à fait cepoint de vue. En effet, dans le cas cité, le concontractant estsolidairement tenu avec le redevable au paiement de la TVAdans le cas où "la facture dont la délivrance est requise n'apas été délivrée, ou est incomplète, ou est inexacte ...".Il faut donc que le cocontractant n'ait pas rempli les obligationsqui lui sont imposées par le Code TVA, pour êtretenu solidairement à titre de "punition".Le cas ne peut donc pas être comparé avec celui de locatairesà qui l'ordonnance relative à la taxe sur les eaux uséesn'impose aucune obligation et n'a donc pas de motif d'être"puni".Le ministre réitère que l'article 6 pose le principe de lasolidarité entre le redevable et l'usager de biens immobiliersauxquels le redevable fournit l'eau à titre gratuit ou àtitre onéreux.Cet usager est défini en fonction des concepts du Droitcivil, à savoir : le locataire, le copropriétaire, l'emphytéote,le supcrficiaire ainsi que le titulaire d'un droit d'usage oud'habitation.Toutefois, la disposition prévoit que la personne àlaquelle est fourni l'eau est déchargée de cette solidaritédans la mesure où elle apporte la preuve d'avoir payé auredevable la part de la taxe afférant à son usage de l'eau.Le cas visé est celui de l'immeuble à appartements multiplesavec un seul compteur d'eau, cas de 60% des logementsen Région de Bruxelles-Capitale.Comme en matière de TVA où il existe une solidaritéentre le fournisseur et le client, il a paru indispensable, pourgarantir les droits de l'administration des finances, d'ins-Art'ikel 6Er wordt een amendement nr. 40 ingedienddat ertoestrekt het artikel te doen vervallen.Volgens de indieners van het amendement is in onsGewest 70% van de inwoners huurder. Velen van hen hebbengeen eigen watermeter.Volgens de ontworpen tekst is de hcffingsplichtigedegene op wiens naam de meter geopend is, met anderewoorden de eigenaar in de meeste gevallen. Men moet dusde regels van het gemeen recht laten spelen. Hel heeft dusgeen zin om voor de betaling van de heffing een hoofdelijkheidtussen eigenaar en huurder tot stand te brengen.De minister heeft geantwoord dat hij dezelfde regelingtoepast als die welke is vervat in artikel 51 bis van het BTWwetboek.De fractie is het daar niet helemaal mee eens. In het aangehaaldegeval is de medecontractant immers hoofdelijkmet de heffingsplichtige ertoe gehouden de BTW te betaleningeval de te bezorgen factuur niet werd afgegeven, onvolledigis of een onjuiste vermelding bevat.Het volstaat dus dat de medecontractant de hem door hetBTW-wetboek opgelegde verplichtingen niet nakomt ombij wijze van straf hoofdelijk aansprakelijk gesteld te worden.Het geval kan dus niet worden vergeleken met dat van dehuurder aan wie de ordonnantie betreffende de heffing ophet afvalwater geen enkele verplichting oplegt en die dusniet kan worden gestraft.De minister herhaalt dat artikel 6 bepaalt dat de heffingsplichtigeen de gebruiker van onroerende goederen waaraande heffingsplichtige gratis of tegen betaling water levert,hoofdelijk gehouden zijn de heffing te betalen.Deze gebruiker wordt omschreven aan de hand van debegrippen uit het burgerlijk wetboek, namelijk : de huurder,de mede-eigenaar, de erfpachter, de houder van een opstalrecht,alsook van een gebruiks- of woonrecht.De bepaling zegt evenwel dat de persoon aan wie hetwater geleverd wordt van de hoofdelijkheid ontslagenwordt wanneer hij het bewijs levert dat hij aan de heffingsplichtigehet deel van de heffing betreffende zijn eigenwaterverbruik heeft betaald.Dit is het geval met appartementsgebouwen met slechtséén watermeter : 60% van de woningen in het BrusselsHoofdstedelijk Gewest behoren tot deze categorie.Zoals voor de BTW, waarvoor de leverancier en de klanthoofdelijk aansprakelijk zijn, is het ook noodzakelijk geblekendeze hoofdelijkheid in te voeren om de rechten van de

A-61/2 - 95/96 -69- A-61/2-95/96taurer celte solidarité afin d'éviter une distorsion flagrantede concurrence entre les usagers de l'eau. Il est ajouté queles paiements faits par des tiers, sont sensés être effectuéspour compte et à la décharge du redevable de la taxe.Puisque le projet se base sur le redevable, pourquoi parlerde solidarité entre le propriétaire et les locataires?Le ministre souligne que cela est nécessaire pour les raisonsdéveloppées auparavant. La proposition de supprimerl'article 6 en fait romprait le principe d'égalité des redevablesdevant la taxe.L'auteur de la proposition d'ordonnance résume l'article6 du projet d'ordonnance du Gouvernement dans le faitqu'il donne droit au Ministère des finances d'avoir recoursen justice lorsqu'un locataire n'a pas payé sa taxe.Le ministre affirme que c'est bien là l'objet visé par cetarticle.Il s'agit de cas marginaux mais qu'il faut traiter.Un commissaire se demande comment se passent leschoses pour les gens qui déménagent?Le ministre signale qu'il n'y a aucun problème puisqu'ily a fermeture de compteur à cette occasion.Il réitère à l'égard des auteurs de l'amendement visant àsupprimer l'article qu'il ne faut pas reporter sur les propriétairesles carences de certains locataires.Un commissaire ne comprend pas l'objectif poursuivipar les auteurs de l'amendement. Il rappelle que le principede solidarité est essentiel. Ce principe a été instauré dansune autre ordonnance (l'ordonnance sur les coupuresd'eau). Il s'étonne que le groupe auquel appartiennent lesdeux auteurs de l'amendement ne veuille pas défendre lespetits propriétaires contre les irresponsabilités de certainslocataires.Un des auteurs de l'amendement signale que l'uniqueobjectif poursuivi est de simplifier la vie des administrationset des propriétaires qui s'arrangeront bien avec leslocataires. II souhaite recevoir une note de l'administrationsur la praticabilité de ce système.Le ministre réitère qu'il s'agit d'une ordonnance à portéefiscale et environnementale. Il s'agit de responsabiliserl'usager de l'eau.administratie van financiën te vrijwaren en om een flagranteconcurrentievervalsing tussen de gebruikers van het waterte voorkomen. Er dient nog aan toegevoegd dat de betalingendoor derden geacht worden uitgevoerd te zijn voorrekening en tot ontlasting van de heffingsplichtige.Aangezien het ontwerp uitgaat van de heffingsplichtige,waarom heeft men het dan nog over een hoofdelijkheid tussende eigenaar en de huurders?De minister onderstreept dat dat nodig is om de redenendie voordien zijn opgegeven. Het voorstel om artikel 6 tedoen vervallen, zou in strijd zijn met het beginsel van degelijkheid van de heffingsplichtigen.De indiener van het voorstel van ordonnantie vat artikel6 van het ontwerp van ordonnantie van de regering als volgtsamen : het geeft het ministerie van financiën het recht zichtot de rechter te wenden als een huurder zijn heffing nietbetaald heeft.De minister bevestigt dat dit inderdaad het doel van hetartikel is.Het zijn marginale gevallen maar ze moeten behandeldworden.Een lid vraagt zich af welke regeling geldt voor mensendie verhuizen?De minister zegt dat er geen enkel probleem is aangeziende meter in dergelijke gevallen wordt afgesloten.Hij herhaalt voor de indieners van het amendement diehet artikel willen doen vervallen, dat de eigenaars niet aansprakelijkgesteld moeten worden wanneer bepaalde huurdersnalaten te betalen.Een lid begrijpt niet wat de bedoeling is van de indienersvan het amendement. Het lid herhaalt dat het hoofdelijkheidsbeginselvan essentieel belang is. Dit principe is ookingevoerd in een andere ordonnantie (de ordonnantie op dewaterafsluitingen). Het verbaast hem dat de fractie van detwee indieners van het amendement niet bereid is de kleineeigenaars te verdedigen wanneer bepaalde huurders ingebreke blijven.Een van de indieners van het amendement wijst erop dathet louter de bedoeling is het werk van de besturen en vande eigenaars te vereenvoudigen, met dien verstande dat delaatstgenoemden wel een regeling met de huurders zullentreffen. Hij wenst een nota van het bestuur over de uitvoerbaarheidvan deze regeling.De minister herhaalt dat deze ordonnantie een fiscale enecologische strekking heeft. De gebruiker van het watermoet op zijn verantwoordelijkheid gewezen worden.

A-61/2- 95/96 -70- A-61/2-95/96Le ministre signale qu'un cas pourrait se présenter où unpropriétaire loue des locaux à une entreprise et où ce propriétairen'a accès à aucune information de l'entreprise,entre autres à l'information nécessaire pour le calcul de lataxe.La Cour d'arbitrage a par ailleurs entériné le principe desolidarité inverse. Il est applicable dans ce sens-ci aussi.L'auteur de la proposition d'ordonnance estime qu'il nefaut pas s'engager dans un débat idéologique mais qu'il fautavoir une logique de justice. L'arrêt de la Cour d'arbitrageest clair. Le principe de solidarité peut être instauré.Il rappelle en outre que le locataire est un consommateurd'eau. Dans une logique environnementale, il est dès lorslogique qu'on puisse le poursuivre. N'oublions pas quecette ordonnance a un aspect pédagogique.De minister wijst erop dat een eigenaar soms lokalenverhuurt aan een bedrijf en geen enkele toegang heeft tot deinformatie van het bedrijf, waaronder de informatie dienodig is voor de berekening van de heffing.Het Arbitragehof heeft trouwens het principe van deomgekeerde hoofdelijkheid bekrachtigd. In deze zin is hetook hier van toepassing.De indiener van het voorstel van ordonnantie vindt dalmen geen debat over ideeën moet voeren maar dat mengewoon rechtvaardig moet optreden. Het arrest van hetArbitragehof is duidelijk. Het hoofdelijkheidsbeginsel magtoegepast worden.Hij herinnert er ook aan dat de huurder een waterverbruikeris. Uit zorg voor het milieu is het dan ook logischdat hij vervolgd kan worden. We mogen niet vergeten datdeze ordonnantie educatieve elementen bevat.VotesL'amendement n° 40 est rejeté par 10 voix contre 1.L'article 6 est adopté par 9 voix contre 2.StemmingenAmendement nr. 40 wordt verworpen met 10 stemmentegen l stem.Artikel 6 wordt aangenomen met 9 stemmen tegen 2.Article 7Un amendement n° 4 vise à remplacer au premier alinéales mots "... les redevables à charge des Centres publicsd'aide sociale ou qui établissent que leurs revenus sontégaux ou inférieurs au minimum de moyens d'existence..."par les mots "... les redevables qui, à l'issue de la périodeimposable, sont à charge des Centres publics d'aide socialeou qui établissent que leurs revenus de la période considéréesont égaux ou inférieurs au minimum de moyensd'existence...".Il s'impose de préciser la période à laquelle se rapportela prise en charge par les Centres publics d'aide sociale oule niveau de revenus pour prétendre à l'exonération.Un autre amendement n° 5 vise à supprimer au troisièmealinéa le mot "notamment".L'exemption se fera toujours par voie de remboursement.Un amendement (n° 36) vise à insérer un troisième alinéa,libellé comme suit :"Toute personne physique, redevable ou visée à l'article6, qui établit qu'elle a à sa charge trois enfants au moins, estexemptée du paiement de la taxe relative à l'usage domes-Artikel 7Een amendement (nr. 4) strekt ertoe in het eerste lid dewoorden «... de heffingsplichtingen ten laste van de openbarecentra voor maatschappelijk welzijn of die verklarendat hun inkomens gelijk zijn aan of lager zijn dan het bestaansminimum... » te vervangen door de woorden «... deheffingsplichtigen die op het einde van de aanslagperiodeten laste zijn van de openbare centra voor maatschappelijkwelzijn of die verklaren dat hun inkomens gelijk zijn aan oflager zijn dan het bestaansminimum ...».De periode van de tenlasteneming door de openbare centravoor maatschappelijk welzijn of de inkomensgrenswaaronder men aanspraak kan maken op vrijstelling dienenverduidelijkt te worden.Een ander amendement (nr. 5) strekt ertoe in het derde lidde woorden «meer bepaald» te doen vervallen.De vrijstelling zal steeds door middel van terugbetalinggeschieden.Een amendement (nr. 36) strekt ertoe een derde lid in tevoegen, luidend :«Elke natuurlijke persoon, heffingsplichtige of bedoeldin artikel 6, die bewijst dat hij ten minste drie kinderen tenlaste heeft, wordt vanaf het derde kind ten belope van

A-61/2- 95/96 -71 A-61/2-95/96tique de l'eau qui lui est propre à concurrence de 250 F pourchaque enfant à partir du troisième."Cette disposition vise à ne pas pénaliser les famillesnombreuses, dont les besoins en eau sont a fortiori plusimportants.Une disposition similaire a été adoptée par le Conseil flamanddans son décret du 21 décembre 1990.Le ministre informe les commissaires que le Gouvernementavait abordé la problématique des familles nombreuses.Il n'a pas adopté d'exonération pour les familles nombreusesparce que toutes les familles ne sont pas dans lebesoin.Le décret flamand sur lequel se base l'auteur de la propositiona par ailleurs été modifié depuis 1991 et entreautres, l'exemption des familles nombreuses a été abrogéeparce qu'il y a eu trop de plaintes.Un commissaire signale que son groupe estime qu'exonérerpurement et simplement les familles nombreusesconstituerait exactement l'inverse d'une discriminationpositive parce qu'on ne tiendrait pas compte du niveau desrevenus. C'est pour cela que son groupe ne peut souscrire àl'amendement.Ce même commissaire reconnaît toutefois que les catégoriesexonérées par le projet d'ordonnance sont les catégoriesusuelles et il est d'avis qu'on pourrait innover à ceniveau mais il ne s'agit pas de le faire à l'occasion du dépôtd'une ordonnance portant sur une matière fiscale et environnementale.Le ministre partage l'opinion du commissaire précédent.Il n'improvisera pas en la matière ici. Il souligne par ailleursque l'IBDE ne peut avoir connaissance de toute une série desituations sociales. Heureusement d'ailleurs, parce que celaremettrait en cause le principe de la confidentialité.Un amendement n° 41 est déposé.Il vise à:- supprimer au premier alinéa les mots "conformément àl'article 6".- supprimer le troisième alinéa.- ajouter un quatrième alinéa: "La taxe est réduite de 50%lorsque soit le redevable, soit celui auquel le redevablefournit l'eau, est un chef de famille nombreuse".250 frank per kind vrijgesteld van de heffing op het huishoudelijkafvalwater.»Deze bepaling strekt ertoe de grote gezinnen, die a fortiorimeer water verbruiken, niet te benadelen.In zijn decreet van 21 december 1990 heeft de VlaamseRaad een soortgelijke bepaling goedgekeurd.De minister zegt aan de leden dat de regering het probleemvan de grote gezinnen besproken heeft.Ze heeft geen vrijstelling voor de grote gezinnen verleendomdat niet alle gezinnen financiële problemen hebben.Het Vlaamse decreet waarop de indiener van het voorstelzich gebaseerd heeft is trouwens sinds 1991 gewijzigd : devrijstelling voor grote gezinnen is opgeheven omdat er teveel klachten waren.Een lid verklaart dat zijn fractie vindt dat het zondermeer vrijstellen van grote gezinnen juist het tegendeel isvan positieve discriminatie omdat men geen rekening houdtmet het niveau van de inkomens. Daarom wil zijn fractiezich niet verenigen met het amendement.Hetzelfde lid erkent evenwel dat de door het ontwerp vanordonnantie vrijgestelde categorieën, de gebruikelijke categorieënzijn. Hij vindt dat hierin best verandering magkomen, maar zulks mag niet gebeuren bij de indiening vaneen ordonnantie met fiscale en milieubepalingen.De minister is het hiermee eens. Hij zal in deze aangelegenheidniet zomaar een regeling treffen. Hij onderstreeptvoorts dat de BIWD niet op de hoogte kan zijn van allerleisociale toestanden. Gelukkig trouwens, want anders zou devertrouwelijkheid geschonden worden.Er wordt een amendement (nr. 41) ingediend,dat ertoe strekt:- in het eerste lid, de woorden «overeenkomstig artikel 6»te doen vervallen;- het derde lid te doen vervallen;- een vierde lid toe te voegen, luidend: «De heffing wordtmet 50% verminderd wanneer de heffingsplichtige of depersoon aan wie de heffingsplichtige water levert hoofdis van een groot gezin.».

A-61/2- 95/96 -72- A-61/2-95/96L'article 7 prévoit un remboursement du versement anticipatifpour les ménages qui dépendent du CPAS ou ont unrevenu inférieur au minimex. Si l'objectif social de cettemesure est louable, il est doublement insuffisant.Artikel 7 voorziet in de terugbetaling van de voorafbetalingenvoor de gezinnen die van het OCMW steun krijgenof waarvan het inkomen lager is dan het bestaansminimum.Het sociaal doel van die maatregel is weliswaar lovenswaardig,maar is om twee redenen onvoldoende.Les auteurs de l'amendement ne peuvent accepter qu'ilsoit demandé à un public fragile de payer anticipativementla taxe et d'entrepren-dre par la suite les démarches pourêtre remboursé. L'auteur du projet a suggéré que ce travailsoit effectué par les CPAS. Les services des CPAS sont surchargéset ce n'est pas une solution raisonnable de les surchargerencore. Ainsi, la seule mesure réellement sociale estd'accorder une exemption pure et simple de la taxe et d'accompagnercette mesure d'une information suffisante.De indieners van het amendement kunnen niet aanvaardendat een kwetsbare bevolkingsgroep gevraagd wordtvoorafbetalingen te doen en daarna stappen te ondernemenom die te worden terugbetaald. De auteur van het ontwerpheeft voorgesteld dat de OCMW's die stappen doen. DeOCMW-diensten hebben echter te veel werk en het is danook onredelijk hun nog meer werk te bezorgen. De enigeecht sociale maatregel is die groep zonder meer vrijstellingvan heffing te verlenen en over die maatregel voldoendeinformatie te verstrekken.Pour les ménages dépendant des CPAS ou qui ont unrevenu inférieur au minimex, la taxe sur l'eau représenteraune dépense supplémentaire importante. Mais, pour d'autrescontribuables aussi, l'augmentation du coût de l'eausera difficilement tolérable pour les familles nombreuses.Voor de gezinnen die OCMW-steun krijgen of waarvanhet inkomen lager is dan het bestaansminimum betekent deheffing op het water een aanzienlijke extra uitgave. Maarook voor andere heffingsplichtigen, met name voor de grotegezinnen, zal de verhoging van kostprijs van het water pijnlijkzijn.Un des auteurs de l'amendement proposant 50% deréduction de la taxe pour les familles nombreuses signaleque ce principe est le même que celui qui est appliqué pourles allocations familiales. Selon lui, cela permettrait auxfamilles nombreuses d'éviter de subir la tentation del'exode urbain.Een van de indieners van dit amendement zegt dat devermindering van de heffing voor grote gezinnen dezelfdeis als die welke voor de kinderbijslag geldt. Volgens het lidkan men aldus voorkomen dat de grote gezinnen de stadontvluchten.L'auteur de la proposition d'ordonnance signale qu'ilfaut être le plus simple possible et regarder également l'applicabilitédes mesures dérogatoires.De indiener van het voorstel van ordonnantie wijst eropdat men de grootste eenvoud moet betrachten en erop moettoezien dat de toegestane afwijkingen uitgevoerd kunnenworden.Il souligne qu'en proposant de supprimer le mot "notamment"le ministre fait que toutes les exonérations s'effectuerontpar des remboursements. Il tient à souligner quepour des familles démunies, il s'agit d'un processus difficile.Ces personnes ne sont souvent pas habituées auxdémarches administratives. Le commissaire espère doncque la campagne d'information du Gouvernement et les facturesde l'IBDE sur lesquelles figurera la taxe seront suffisammentclaires pour inviter les personnes concernées àeffectuer les démarches nécessaires.Hij onderstreept dat het voorstel van de minister om dewoorden «meer bepaald» te doen vervallen ertoe leidt datalle vrijstellingen zullen worden toegepast in de vorm vanterugbetaling. Hij onderstreept dat dit voor kansarme gezinneneen moeilijke procedure is. Deze personen zijn niet vertrouwdmet administratieve procedures. Het lid hoopt danook dat de voorlichtingscampagne van de regering en derekeningen van de BIWD met de heffing, de betrokken personenvoldoende wegwijs zullen maken.L'auteur de la proposition ne retirera pas son amendementqui visait à exonérer les familles nombreuses de 250 Fà partir du troisième enfant parce qu' il signale qu'en Régionflamande les personnes concernées étaient exonérées dès ledépart. Il n'y avait pas de versement anticipatif et c'est celaqui a entraîné des problèmes. Beaucoup de personnespayaient la taxe et puis se rendaient compte qu'elles n'auraientpas dû la payer.De indiener van het voorstel trekt zijn amendement datertoe strekt de grote gezinnen een vermindering van250 frank toe te kennen vanaf het derde kind,niet in, omdatde betrokken personen in het Vlaamse Gewest vanaf helbegin vrijgesteld waren. Er was geen voorafbetaling. Ditzorgt voor problemen. Heel wat mensen betaalden de heffingen stelden nadien vast dat ze die niet verschuldigdwaren.

A-61/2- 95/96 -73- A-61/2 - 95/96VotesL'amendement n 0 4 est adopté par 9 voix et 2 abstentions.L'amendement n° 5 est adopté par 9 voix contre 1 et1 abstention.L'amendement n 36 est rejeté par 9 voix contre I et1 abstention.L'amendement n° 41 :a) rejeté par 10 voix contre 1 ;b) rejeté par 10 voix contre 1 ;c) rejeté par 9 voix contre 2.L'article, tel qu'amendé, est adopté par 9 voix contre 2.StemmingenAmendement nr. 4 wordt aangenomen met 9 stemmen,bij 2 onthoudingen.Amendement nr. 5 wordt aangenomen met 9 stemmentegen l stem, bij l onthouding.Amendement nr. 36 wordt verworpen met 9 stemmentegen l stem, bij l onthouding.Amendement nr. 41 :a) wordt verworpen met 10 stemmen tegen l stem;b) wordt verworpen met 10 stemmen tegen l stem;c) wordt verworpen met 9 stemmen tegen 2.Het aldus geamendeerde artikel wordt aangenomen met9 stemmen tegen 2.Article 8Un amendement n° 37 vise à remplacer le premier paragraphepar la disposition suivante :"La taxe due sur le déversement des eaux usées domestiquesest égale à 16 F/m 1 , avec une exonération d'autant defois 30 m' qu'il y a de tenues fixes dans la facture del'IBDE."L'eau est un bien de première nécessité. L'auteur del'amendement considère donc que chaque ménage a droit àun minimum de 30 m 1 d'eau sans taxe.D'autre part, une telle formule a la conséquence d'établirune tarification progressive, formule qui incite fortementles usagers à diminuer leur consommation, objectif environnementalmajeur.Etant donné qu'il y a environ 400.000 ménages enRégion bruxelloise, ceci signifie que 12 millions de m 3d'eau ne seraient plus taxés par rapport au projet initial, cequi diminuerait les recettes d'environ 168 millions. Pourcompenser cette perte, l'auteur de l'amendement proposede porter les m' au-delà du 30 Î °" ! à 16 F/m 3 .Un commissaire est sensible à l'argumentation du commissaireprécédent. II rappelle cependant que l'eau est unbien de première nécessité. En principe, il pourrait êtrefavorable à l'exonération, cependant il faudrait compenser.Comme l'exonération est linéaire, il s'agirait de reporterle coût global de l'opération sur l'ensemble de la consommmation.Cette mesure n'aurait pas de véritable bénéficesocial.Artikel 8Een amendement (nr. 37) strekt ertoe de eerste paragraafdoor de volgende bepaling te vervangen:«De heffing die voor het lozen van huishoudelijk afvalwaterverschuldigd is, bedraagt 16 fr/m\ met een vrijstellingvoor 30 m 1 voor elk vast gedeelte in de factuur van deBIWD».Water is levensnoodzakelijk. De indiener van het amendementgaat er dus van uit dat elk gezin recht heeft op minimum30 m' heffingsvrij verbruik.Anderzijds zorgt die formule voor een progressieve tariferingen zet ze de gebruikers ertoe aan hun verbruik drastischte beperken, wat een van de hoofddoelstellingen is opmilieugebied.Aangezien er in het Brussels Gewest ongeveer 400.000gezinnen zijn, betekent dit dat, in vergelijking met het oorspronkelijkeontwerp, 12 miljoen m 1 water vrijgesteld zouworden van heffing, waardoor de ontvangsten met ongeveer168 miljoen zouden teruglopen. Om dat verlies te compenseren,stellen we voor elke m 3 boven de 30 m 1 te belastentegen 16 fr./m' 1 .Een lid heeft begrip voor de argumenten van de vorigespreker. Het lid herinnert er echter aan dat het water levensnoodzakelijkis. Het lid zou in principe wel akkoord gaanmet de vrijstelling, maar er is compensatie nodig.Aangezien de vrijstelling lineair is, zou de totaalkost vande operatie moeten worden verrekend in het totale verbruik.Deze maatregel brengt geen echte sociale voordelen mee.

A-61/2- 95/96 -74- A-61/2-95/96Un commissaire souligne que l'exonération pour lesfamilles nombreuses est plus importante.L'auteur de l'amendement n° 37 reconnaît que cet amendementest moins cohérent étant donné que l'amendementn 0 23 qui prévoyait l'exonération de 250 F à partir du troisièmeentant à charge a été rejeté.Le ministre informe les commissaires que cette exonérationdes 30 premiers m' était également prévue dans le premierdécret de la Région flamande. Son sort a été le mêmeque celui réservé à l'exonération pour les familles nombreusesaprès l'introduction de nombreuses plaintes.L'auteur de l'amendement signale qu'en Région flamandela taxe est progressive.Le ministre reconnaît que la taxe est progressive enRégion flamande mais cette progression est défavorableaux familles nombreuses.L'auteur de l'amendement qui est à la fois l'auteur de laproposition d'ordonnance rappelle que son souci est d'aiderles familles les plus démunies qui consomment parfois plusd'eau. Il signale qu'une exonération pour les 30 premiers m 1et une exonération de 250 F à partir du troisième enfant pourles familles nombreuses, les familles aisées ne le sentiraientmême pas passer tandis que les pauvres si. Dans ce cas-là,cela ne le dérangerait pas de faire un cadeau aux riches carles pauvres en bénéficieraient réellement.L'amendement n° 7 vise à remplacer à l'alinéa 2 les mots"aux articles 5, 1 °" par les mots "aux articles 5, 1 ° et 2°".Il s'agit simplement de corriger une erreur matérielle derenvoi.L'amendement n° 6 quant à lui vise à remplacer l'alinéa3 par la disposition suivante:"Pour les redevables qui n'exercent pas l'option visée àl'alinéa 2 et qui ne souscrivent pas de déclaration, conformémentà l'article 14, leur permettant de mesurer conformémentà l'article 10, § l", le volume d'eau usée qu'ilsdéversent :- le volume d'eau déversée est présumé égal au volumed'eau porté en compte au cours de la période imposablepar le distributeur d'eau;- la taxe est égale aux versements anticipés à opérer aucours de la période imposable".Il s'indique de permettre aux redevables déversant del'eau domestique tout en jouissant du tarif de 14F/m\ depouvoir renverser la présomption selon laquelle l'eau por-Een lid onderstreept dat de vrijstelling voor grote gezinnenvan groter belang is.De indiener van het amendement nr. 37 erkent dat ditamendement minder logisch is na het verwerpen van amendementnr. 23 dat een vermindering met 250 frank toekendevanaf het derde kind ten laste.De minister informeert de leden dat deze vrijstellingvoor de eerste 30 m 1 ook opgenomen was in het eerstedecreet van het Vlaamse Gewest. Ze heeft hetzelfde lotgekend als de vrijstelling voor grote gezinnen nadat er talvan klachten ingediend zijn.De indiener van het amendement wijst erop dat de heffingin het Vlaamse Gewest progressief is.De minister erkent dat de heffing in het Vlaamse Gewestprogressief is, maar dit is ongunstig voor de grote gezinnen.De indiener van het amendement, die ook het voorstelvan ordonnantie heeft ingediend, herhaalt dat hij de kansarmegezinnen die soms meer water verbruiken, wil helpen,Hij wijst erop dat de gegoede gezinnen, in tegenstelling totde arme gezinnen, amper iets zouden merken van de vrijstellingvoor de eerste 30 m 1 en van de vermindering met250 frank vanaf het derde kind. Hij zou er in dat geval geenbezwaar tegen hebben een geschenk te geven aan de rijkenals ook de armen er echt iets aan hebben.Amendement nr. 7 strekt ertoe in het tweede lid de woorden«in artikel 5, 1°» te vervangen door de woorden «in artikel5, l°en2°».Het gaat om een verbetering van een verkeerde verwijzing.Amendement nr. 6 strekt ertoe het derde lid door de volgendebepaling te vervangen:«Voor de heffïngsplichtigen die de in het tweede lidbedoelde keuze niet maken en die geen aangifte doen overeenkomstigartikel 14 waarbij het geloosde volume waterovereenkomstig artikel 10, § l mag worden gemeten:- wordt het geloosde volume water geacht gelijk te zijnaan het watervolume dat tijdens de aanslagperiode doorde waterverdeler in rekening wordt gebracht;- is de heffing gelijk aan de voorafbetalingen die tijdensde aanslagperiode moeten worden verricht.»De heffïngsplichtigen die huishoudelijk afvalwater lozenen het tarief van 14 frank/m' betalen, moeten het vermoedenkunnen weerleggen dat het aangerekende water na gebruik

A-61/2- 95/96 -75- A-61/2-95/96tée en compte est déversée après utilisation, mais cela évidemmentmoyennant le respect des obligations de mesurede l'eau déversée.L'auteur de la proposition d'ordonnance constate quel'amendement n 0 7 vise à rajouter à l'article 8 le 2° de l'article5, c'est-à-dire le point qui vise les personnes qui captentde l'eau. Or le captage de l'eau est traité à l'article 14 et là ilest clair que les redevables sont tenus de faire une déclaration.Ceux qui sont obligés de faire cette déclaration, c'estnotamment les personnes visées à l'article 5, 2°, c'est-à-direles personnes qui captent de l'eau. Le commissaire ne comprendpas comment le ministre autorise une démarche pourcertains redevables, qui leur est par ailleurs obligatoire.L'article 8 porte sur le droit d'option du redevabledomestique tandis que l'article 14 porte sur l'obligation deremplir la déclaration en cas d'exercice de ce droit d'option.En écoutant la réponse du ministre, le commissaire précédentrefléchit au fait dès lors que le ministre autorisequ'un redevable prouve que le volume rejeté n'est pas égalau volume capté.Le ministre signale que c'est par exemple le cas lorsqu'unredevable arrose son jardin ou son potager.Le commissaire estime dès lors que cela est incompatibleavec l'article 3 qui établit une taxe sur l'eau quelle que soitsa source et quel que soit son mode de déversement.Le ministre précise qu'il s'agit du déversement d'eauxusées.Cela veut-il dire que le ministre entend par eaux usées,non pas eaux utilisées comme le pensait le commissaire,mais des eaux polluées?Le ministre confirme.Le commissaire estime que cela donnera lieu à de multiplesrecours contre l'ordonnance.Le ministre ne le pense pas. Le consommateur peut toujoursprouver que sa charge polluante n'est pas importante.Le commissaire constate dès lors que si un consommateurveut laver ses poireaux il sera taxé, si par contre ilarrose ses poireaux dans son jardin il ne le sera pas.Le commissaire constate que le système est très compliqué.S'il a accepté facilement qu'on pouvait opter soit pourle calcul de la charge polluante, soit pour la taxe forfaitaire,les options laissées par le ministre en matière de volumesd'eaux rejetées, il ne les comprend pas. A la limite, il auraitété plus facile, et en cela il rejoint un autre commissaire,d'opter pour taxer uniquement les eaux qui sont déversées àl'égout.geloosd wordt, mits ze uiteraard het geloosde water latenmeten.De indiener van het voorstel van ordonnantie stelt vastdat amendement nr. 7 ertoe strekt punt 2° van artikel 5 aanartikel 8 toe te voegen. Dit punt heeft betrekking op personendie water winnen. De waterwinning valt echter onderartikel 14 dat bepaalt dat de heffingsplichtigen verplichtzijn een aangifte te doen. De personen die verplicht zijndeze aangifte te doen zijn onder meer de personen die waterwinnen bedoeld in artikel 5, 2°. Het lid begrijpt niet waaromde minister voor bepaalde heffingsplichtigen iets toestaatdat elders verplicht wordt gesteld.Artikel 8 heeft betrekking op het keuzerecht van de huishoudelijkegebruiker terwijl artikel 14 betrekking heeft opde verplichting om de aangifte in te vullen.Het voorgaande lid leidt uit het antwoord van de ministeraf dat hij de heffingsplichtige de mogelijkheid geeft tebewijzen dat het volume geloosde water niet gelijk is aanhet volume gewonnen water.De minister wijst erop dat dit bijvoorbeeld het geval iswanneer een heffingsplichtige zijn tuin of zijn moestuinbesproeit.Het lid vindt dan ook dat het onverenigbaar is met artikel3 dat een heffing op het water invoert onverschillig deherkomst of de wijze van lozen ervan.De minister preciseert dat het gaat om de lozing vanafvalwater.Wil dat zeggen dat de minister onder afvalwater niet hetgebruikte water verstaat, zoals het lid dacht, maar wel hetvervuilde water?De minister bevestigt dat.Het lid vindt dat dit zal leiden tot talloze beroepen tegende ordonnantie.De minister denkt van niet. De verbruiker kan steedsbewijzen dat zijn vuilvracht niet erg groot is.Het lid stelt vast dat een verbruiker belast wordt als hijzijn prei wast, maar niet als hij zijn prei water geeft in detuin.Het lid stelt dat de regeling erg ingewikkeld is. Hij konmoeiteloos aannemen dat een keuze geboden werd tussende berekening van de vuilvracht en de forfaitaire heffing,maar begrijpt niet waarom de minister verschillende optiesbiedt voor de geloosde volumes water. Het zou eenvoudigergeweest zijn dat, zoals een ander lid zei, enkel het water datin de riolen geloosd wordt, belast wordt.

A-61/2-95/96 -76- A-61/2-95/96Un commissaire souhaite savoir ce qui se passe dans lecas où l'entreprise est une centrale électrique, qui utilise del'eau qu'elle rejette sans pollution, mais à une températuresupérieure.Le ministre signale que cette entreprise fera évaluer lacharge polluante et les conclusions seront prises en fonctionde celle-ci.Un commissaire estime que l'amendement n° 6 rend l'articleencore plus confus qu'il ne l'était auparavant.Le ministre réitère que cette construction juridique visesimplement à introduire la présomption réfragable que levolume d'eau déversé est égal au volume d'eau porté encompte au cours de la période imposable par le distributeurd'eau.Een lid wil weten wat er gebeurt in het geval van eenelektriciteitscentrale die onvervuild maar opgewarmd waterloost.De minister wijst erop dat het bedrijf de vuil vracht zallaten meten. Op grond van deze analyse zal een beslissinggenomen worden.Een lid vindt dat amendement nr. 6 het artikel nog onduidelijkermaakt dan het al was.De minister herhaalt dat met deze juridische constructiealleen het weerlegbaar vermoeden wordt ingevoerd dal helvolume geloosd water gelijk is aan het volume water dat tijdensde aanslagperiode door de waterleidingmaatschappijin rekening wordt gebracht.VotesL'amendement n° 37 est rejeté par 9 voix contre 1 et 1abstention.L'amendement n° 6 est adopté par 9 voix contre 2.L'amendement n° 7 est adopté par 9 voix contre 2.L'article 8, tel qu'amendé, est adopté par 9 voix contre 1.StemmingenAmendement nr. 37 wordt verworpen met 9 stemmentegen l stem, bij l onthouding.Amendement nr. 6 wordt aangenomen met 9 stemmentegen 2.Amendement nr. 7 wordt aangenomen met 9 stemmentegen 2.Artikel 8, aldus geamendeerd, wordt aangenomen met 9stemmen tegen l stem.Article 9Selon un membre, le § 5 est peu compréhensible. Ildevrait plutôt être rédigé de la manière suivante: "Le redevableconserve néanmoins la faculté de bénéficier de l'applicationdes § 1 à4".Le ministre estime qu'il s'impose de maintenir la dernièrephrase du § 5 en la complétant de la manière suivantepour préciser la faculté que le redevable conserve: "conformémentaux § 1 à 4". Il dépose un amendement n° 44 en cesens.Le même membre interroge le ministre sur l'obligationimposée aux redevables, qui déversent de l'eau usée autreque domestique, de procéder tous les mois à l'analyse del'eau qu'ils déversent. Les entreprises ne vont-elles pass'arranger pour procéder à une analyse de leur eau aumoment où elle n'est pas ou peu polluée? Comment éviterles fraudes?Un autre membre répond que le § 3 du même article permetà l'Institut de faire procéder à une contre-analyse lorsqu'ildoute de l'honnêteté du contribuable.Artikel 9Volgens een lid valt § 5 moeilijk te begrijpen. Het zoubeter als volgt worden geredigeerd: «de heffingsplichtigebehoudt niettemin de mogelijkheid om onder de toepassingvan de §§ l tot 4 te vallen».De minister is van mening dat de laatste zin van § 5 moetbehouden blijven, doch als volgt moet worden aangevuldteneinde mogelijkheid die de heffingsplichtige behoudt Iepreciseren: «, overeenkomstig de §§ l tot 4». De ministerdient een amendement (nr. 44) in die zin in.Hetzelfde lid ondervraagt de minister over de verplichtingvoorde hetïingsplichtigen die niet-huishoudelijk afvalwaterlozen om dat water elke maand te laten analyseren.Zullen de bedrijven het er niet op aanleggen hun afvalwaterte laten analyseren op het ogenblik dat het niet of weinigvervuild is? Hoe zal men fraude voorkomen?Een ander lid antwoordt dat § 3 van datzelfde artikel hetInstituut de mogelijkheid biedt een tegenanalyse uit te voerenwanneer het twijfelt aan de eerlijkheid van de heffingsplichtige.

A-61/2 - 95/96 -77- A-61/2-95/96Le ministre ajoute que les analyses de l'eau devront êtrefaites par les contribuables selon les méthodes et les modalitésfixées par le Gouvernement. Dans un arrêté, le Gouvernementdéterminera les méthodes ainsi que les moments oùces analyses doivent avoir lieu. Il imposera deux échantillons,l'un pour l'entreprise, l'autre pour l'administration.Si l'échantillon est suspect, l'Institut pourra procéder à unecontre-analyse.De minister voegt daaraan toe dat de heffingsplichtigenhun afvalwater zullen moeten laten analyseren volgens demethoden en de regels die door de regering zijn vastgesteld.Deze laatste zal in een besluit bepalen hoe en wanneer dieanalyses moeten geschieden. Er zullen twee monsternemingenplaatshebben, te weten een voor het bedrijf en een voorhet bestuur. Is het monster verdacht, dan kan het Instituuteen tegenanalyse laten uitvoeren.VotesL'amendement n° 44 est adopté à l'unanimité des huitmembres présents.L'article 9, tel qu'amendé, est adopté par 7 voix contreStemmingenAmendement nr. 44 wordt aangenomen bij eenparigheidvan de 8 aanwezige leden.Artikel 9, zoals het geamendeerd is, wordt aangenomenmet 7 stemmen tegen l stem.Article 10L'amendement n° 8 du Gouvernement vise à corriger uneerreur matérielle de renvoi. II en est de même de l'amendementn° 9.Artikel 10Amendement nr. 8 van de regering strekt ertoe een verkeerdeverwijzing recht te zetten. Ook amendement nr. 9strekt daartoe.VotesLes amendements n° 8 et 9 sont adoptés par 7 voix contre1.L'article 10, tel qu'amendé, est adopté par le même vote.StemmingenDe amendementen nrs. 8 en 9 worden aangenomen met7 stemmen tegen l stem.Artikel 10, zoals het geamendeerd is, wordt aangenomenmet eenzelfde stemming.Article I]L'amendement n° 10 du Gouvernement vise à corrigerune erreur matérielle de renvoi d'articles.Un amendement n° 38 déposé par un membre vise àprendre en compte la pollution thermique spécifique, résultantdu déversement d'eaux de refroidissement et ne comportantpas par elle-même de substances polluantes, maisentraînant un déséquilibre écologique dans le cours d'eaumême. En effet, ces eaux sont généralement directementprises et rejetées dans des cours d'eaux de surface ou dansle canal.Le ministre souligne que la réflexion du commissaire atrait aux industries lourdes dont le processus industrielinduit des différentiels thermiques importants. Ces industriesne sont pas présentes en Région bruxelloise.Il signale par ailleurs que la Région flamande avait inclusce paramètre. La "Vlaamse Milieumaatschappij" vientd'annoncer que cela était trop lourd à porter pour les entreprisesconcernées. Suite aux nombreuses plaintes et à unArtikel 11Amendement nr. 10 van de regering strekt ertoe een verkeerdeverwijzing naar artikelen recht te zetten.Een lid dient een amendement (nr. 38) in, dat ertoe strektrekening te houden met de specifieke thermische vervuilingdie het gevolg is van het lozen van de koelwater dat niet inde produktieprocessen wordt aangewend en dat dus in principegeen vervuilende bestanddelen bevat, doch wel hetecologisch evenwicht van de waterloop zelf verstoort. Datwater wordt in het algemeen rechtstreeks opgepompt en inde oppervlaktewateren of in het kanaal geloosd.De minister wijst erop dat de opmerkingen van het commissielidbetrekking hebben op de zware industrie waarvande processen aanzienlijke thermische differentialen veroorzaken.Het Brussels Gewest heeft geen dergelijke bedrijven.Hij wijst er bovendien op dat het Vlaamse Gewest dieparameter heeft opgenomen. De Vlaamse Milieumaatschappijheeft zopas aangekondigd dat dit voor de betrokkenondernemingen echter een te zware last was. Ten gc-

A-61/2- 95/96 -78- A-61/2 - 95/96arrêt de 1a Cour d'arbitrage du 9 novembre 1993 imposantde nouveaux mécanismes, la Région est à la recherche d'unnouveau paramètre.Vraisemblablement, la taxe pour la pollution thermiquesera diminuée d'un facteur 10.La Région de Bruxelles-Capitale ne peut improviserpour un problème qui ne la concerne que modérément.S'il y a lieu, en temps voulu, des mesures ad hoc serontprises. Jusqu'à présent, Bruxelles n'a pas encore de centralesnucléaires.Le membre rétorque toutefois que s'il n'y a pas de pollutionthermique importante à Bruxelles pour le moment, ilfaut également légiférer pour l'avenir. A 200 m de la Régionbruxelloise existe une centrale thermique gaz-vapeur (centraleTGV à Drogenbos). Quant à la pondération de ce facteurthermique, le membre est prêt à la calculer si la commissionretient son amendement.Le ministre préfère ne pas improviser en la matière,d'autant plus que le problème se pose dans une faiblemesure actuellement et que d'autres mécanismes decontrôle, tels que le permis d'environnement et les étudesd'incidences et autorisations de rejet existent.L'amendement n° 11 du Gouvernement vise, selon leministre, à permettre aux entreprises, dont le montant desversements anticipés annuels excède de 200% la taxe,d'être dispensées de payer anticipativement la partie de cesversements correspondant à l'excédent. Il faut en effet évivolgevan de talrijke klachten en een arrest van liet Arbitragehofvan 9 november 1993 waarin nieuwe mechanismenworden opgelegd, zoekt het Gewest nu naar een nieuweparameter.Waarschijnlijk zal de heffing voor thermische vervuilingmet een factor 10 worden verminderd.Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest mag niet improviserenvoor een probleem dat slechts in geringe mate op zijngrondgebied betrekking heeft.Mocht dat ooit wel het geval zijn, zullen er gepaste maatregelenworden genomen. Tot nog toe heeft Brussel geenkerncentrales.Het lid zegt dat er in Brussel op dit ogenblik weliswaargeen aanzienlijke thermische verontreiniging is, maar datmen moet vooruitzien. Tweehonderd meter buiten hetgrondgebied van het Brussels Gewest ligt er een warmtekrachtkoppelingscentrale(Drogenbos). Het lid zegt dat hijbereid is de weging van die thermische factor te berekenenwanneer de commissie zijn amendement behoudt.De minister verkiest ter zake niet te improviseren, temeerdaar het probleem zich op dit ogenblik slechts in geringemate stelt en er andere controlemechanismen bestaan, zoalsde milieuvergunning, de effectenstudies en de lozingsvergunningen.VotesL'amendement n° 38 est rejeté par 8 voix contre 1 etabstention.L'amendement n° 10 est adopté par 9 voix contre 2.L'article 11, tel qu'amendé, est adopté par le même vote.StemmingenAmendement nr. 38 wordt verworpen met 8 stemmentegen l stem, bij l onthouding.Amendement nr. 10, zoals het geamendeerd is, wordtaangenomen met 9 stemmen tegen 2.Artikel 11, zoals het geamendeerd is, wordt aangenomenmet eenzelfde stemming.Article 12VoteCet article ne fait l'objet d'aucune observation et estadopté par 8 voix contre 2.Artikel 12StemmingEr worden bij het artikel geen opmerkingen geformuleerd.Artikel 12 wordt aangenomen met 8 stemmen legen 2.Article ]3Artikel 13Amendement nr. 11 van de regering strekt er volgens deminister toe om, voor de bedrijven waarvan de jaarlijksevoorafbetalingen de heffing met 200% overschrijden, devrijstelling van voorafbetaling te beperken tot het deel datmet de overbetalina overeenkomt. Men moet voorkomen

A-61/2-95/96 -79- A-61/2-95/96ter que les entreprises doivent avancer des sommes disproportionnéespar rapport au montant effectivement dû.Un membre se demande comment l'administrationpourra savoir, avant le calcul de la taxe, que le versementanticipé excédera de 200% la taxe.Le ministre répond que cet amendement concernenotamment des entreprises telles que les brasseries ou lesecteur agroalimentaire qui risquent d'être pénalisées, parceque l'eau est incorporée dans le processus de production.Un membre dépose un amendement n° 49 consistant àajouter au § 3 les mots "de l'année précédente" entre lesmots "eaux usées" et "s'impose".Le ministre répond qu'il est exact que pour la deu-xièmeannée aucun problème ne se pose étant donné que l'on disposed'une année de référence. En adoptant l'amendement,l'administration pénaliserait cependant les entreprises pourla première année, entreprises qui de-vraient faire desavances de trésorerie à la Région.Le membre s'interroge toujours sur la manière dont lecalcul se fera la première année.Le ministre repond que son amendement n° 11 fait référenceà un arrêté du Gouvernement qui déterminera lesconditions permettant de ne pas pénaliser ces entreprises.Un autre membre estime préférable de faire référencedans les travaux préparatoires à certains secteurs d'activités,plutôt que de pénaliser les entreprises la premièreannée.Un membre demande si, dans l'arrêté du Gouvernementpris en exécution de cet article 13, le contenu de son amendementn° 49 sera repris.Le ministre répond par l'affirmative.Un membre défend l'amendement n° 45 qui consiste àsupprimer au § 6 les mots "ainsi que la rétribution du distributeurd'eau pour frais occasionnés par la perception desversements anticipés". La perception de la taxe sera principalementassurée pour les usages domestiques par les distributeursd'eau. Or, ceux-ci jouissent d'un quasi monopoleet ont une mission d'utilité publique. Ce service devrait dèslors être fourni par eux gratuitement.Le ministre répond qu'il est normal de rétribuer lesdistributeurs d'eau pour ce service qui entraînera des fraissupplémentaires (rappels, transmis à l'Administration desfinances, etc...). Il ne serait pas sain que l'IBDE augmentele prix de l'eau pour inclure les frais résultant de ce service.dat de bedrijven voorafbetalingen moeten doen die nietevenredig zijn met het werkelijk verschuldigde bedrag.Een lid vraagt zich af hoe de administratie zal welen,alvorens het de heffing zal berekenen, dat de voorafbetalingde heffing met 200% overschrijdt.De minister antwoordt dat dit amendement met namebetrekking heeft op bedrijven zoals de brouwerijen of op devoedingsmiddelensector, die dreigen gestraft te worden,ofschoon het water tijdens het produktieproces wordt aangewend.Een lid dient een amendement (nr. 49) in, dat ertoe strektin § 3, tussen de woorden «het afvalwater» en het woord«overschrijdt», de woorden «van het vorige jaar» in te voegen.De minister antwoordt dat het juist is dat er zich voor hettweede jaar geen enkel probleem stelt omdat men over eenreferentiejaar beschikt. Door het amendement aan te nemen,zou het overheidsbestuur de bedrijven voor het eerstejaar straffen. Ze zouden het Gewest immers voorschottenmoeten betalen.Het lid stelt zich nog altijd vragen over de wijze waaropde heffing het eerste jaar zal worden berekend.De minister antwoordt dat zijn amendement (nr. 11) verwijstnaar een besluit van de regering, waarin de voorwaardenzullen worden vastgesteld om te voorkomen dat diebedrijven worden benadeeld.Een ander lid vindt het beter om tijdens de voorbereidendewerkzaamheden naar sommige bedrijfssectoren ieverwijzen, in plaats van de bedrijven het eerste jaar te benadelen.Een lid vraagt of zijn amendement nr. 49 zal worden verwerktin het besluit dat de regering ter uitvoering van ditartikel 13 zal vaststellen.De minister bevestigt dat.Een lid verdedigt amendement nr. 45, dat ertoe strekt in§ 6 de woorden «, alsook de betaling van de waterverdelcrvoor de door de inning van de heffing veroorzaakte kosten»te doen vervallen. De heffing op het huishoudelijk afvalwaterzal hoofdzakelijk door de water verdelers worden geïnd.Deze hebben echter een quasi-monopolie en hebben eenopdracht van algemeen nut. Die dienstverlening zou bijgevolggratis moeten zijn.De minister antwoordt dat het normaal is dat de waterverdelersvoor die dienstverlening worden vergoed omdatdie extra kosten met zich brengt (herinneringsbrieven, verzendingnaar het bestuur van financiën, enz.). Het zou nietopgaan dat de BIWD de prijs van het water verhoogt om dekosten van die dienstverlening te dekken.

A-61/2-95/96 -80- A-61/2-95/96Un autre membre partage le point de vue du ministre.L'IBDE est une intercommunale. Si la Région augmente sesrecettes par la perception de cette taxe, elle ne peut imposerune nouvelle charge aux communes représentées dans l'intercommunale.Un membre rappelle que l'objectif de la taxe est, notamment,de financer les stations d'épuration et les bassinsd'orages qui profiteront aux communes et aux habitants. Iln'est dès lors pas anormal que celles-ci participent aux fraisde perception de la taxe par l'intermédiaire de l'IBDE.Een ander lid deelt het standpunt van de minister. DeBIWD is een intercommunale. Indien het Gewest zijn ontvangstenverhoogt door die heffing te innen, kan ze degemeenten die in de intercommunale zijn vertegenwoordigdgeen nieuwe lasten opleggen.Een lid herinnert eraan dat de heffing er onder meer toestrekt de zuiveringsstations en de stormbekkens te financieren.Dat komt de gemeenten en de inwoners ten goede. Hetis dan ook niet abnormaal dat deze via het BIWD bijdragentot het dekken van de kosten die de inning van de heffingmet zich brengt.VotesL'amendement n° 49 est rejeté par 11 voix contre 1 et1 abstention.L'amendement n° 45 est rejeté par 12 voix contre 1.L'amendement n° 11 est adopté par 11 voix contre 1 et1 abstention.L'article 13, tel qu'amendé, est adopté par 11 voix contre2.StemmingenAmendement nr. 49 wordt verworpen met 11 stemmentegen l stem, bij l onthouding.Amendement nr. 45 wordt verworpen met 12 stemmentegen l stem.Amendement nr. 13 wordt aangenomen met 11 stemmentegen l stem, bij l onthouding.Artikel 13, zoals het geamendeerd is, wordt aangenomenmet 11 stemmen tegen 2.Article J 4Les amendements n" 12, 13 et 14 du Gouvernementvisent, selon le ministre, à confirmer la procédure à suivredans le cas où le redevable souhaite exercer sa faculté demesurer le volume d'eau usée effectivement déversée.Par l'amendemment n° 15, la terminologie du § 5,2° estprécisée.Un membre se demande pourquoi au § 1 de cet article, ilest prévu que les redevables doivent transmettre une déclarationà l'Institut, alors que dans d'autres cas il est questiondu Ministère des finances.Le ministre répond que le Conseil d'Etat a demandé despécifier les tâches de l'IBGE d'une part, et du Ministèredes finances d'autre part. L'IBGE vérifie les déclarationspour les transmettre ensuite au Ministère des finances qui aen charge le recouvrement de la taxe. Cette répartition destâches est rationnelle et permet de raccourcir les délais deprocédure.Un membre constate que selon l'alinéa 2 du § 1, il appartientau Gouvernement d'établir le formulaire de déclaration.Si le Gouvernement reste en défaut de le faire, lecontribuable a-t-il toutefois la possibilité de faire une déclaration?Artikel 14De amendementen nrs. 12, 13 en 14 van de regeringstrekken er volgens de minister toe de procedure te bevestigendie moet worden gevolgd ingeval de heffingsplichtigevan de hem geboden mogelijkheid gebruik wil maken omhet werkelijk geloosde volume water te meten.In amendement nr. 15 wordt de terminologie van § 5, 2°gepreciseerd.Een lid vraagt zich af waarom er in § l van dit artikelwordt bepaald dat de heffingsplichtigen het Instituut eenaangifte moeten zenden, terwijl in andere gevallen sprake isvan het ministerie van financiën.De minister antwoordt dat de Raad van State verzochtheeft om de taken van enerzijds het BIM en anderzijds hetministerie van financiën nader te omschrijven. Het BIMverifieert de aangiften en zendt deze vervolgens aan deministerie van financiën, dat belast is met het innen van deheffing. Deze taakverdeling is logisch en laat toe de proceduretermijnenin te korten.Een lid stelt vast dat het, volgens het tweede lid van deeerste paragraaf, de regering toekomt het aangifteformulierop te stellen. Kan de heffingsplichtige nog altijd een aangiftedoen ingeval de regering het formulier niet opstelt?

A-61/2- 95/96 -81- A-61/2-95/96Le ministre repond que les modèles de formulaire sontdéjà prêts.De minister antwoordt dat de typeformulieren klaar zijn.VotesLes amendements n° 12, 13, 14 et 15 sont adoptés par 12voix et 1 abstention.L'article 14, tel qu'amendé, est adopté par 11 voix contre2.StemmingenDe amendementen nrs. 12, 13, 14 en 15 worden aangenomenmet 12 stemmen, bij l onthouding.Artikel 14, aldus geamendeerd, wordt aangenomen met11 stemmen tegen 2.Article 15L'amendement n° 43 du Gouvernement rencontre, selonle ministre, certaines objections formulées au cours de ladiscussion générale quant au pouvoir accordé aux agents duMinistère. Les livres, pièces et registres ne peuvent êtreemportés que pour une durée maximale de 48 heures. Enoutre, les livres non clôturés ne peuvent être emportés.Un membre se demande si un contrôle sur place n'auraitpas été préférable.Le ministre répond que ce contrôle est également possibleet que cette disposition est moins large que ce que prévoit leCode des impôts sur les revenus, puisque le délai pendantlequel certaines pièces peuvent être emportées est plus bref.Artikel 15Met amendement nr. 43 van de regering wordt volgensde minister tegemoet gekomen aan sommige tijdens dealgemene besprekingen geformuleerde bezwaren over debevoegdheid van de ambtenaren van het Ministerie. Deboeken, stukken en registers mogen slechts voor maximum48 uur worden meegenomen en de niet-afgesloten boekenmogen helemaal niet worden meegenomen.Een lid vraagt zich af of het niet beter geweest was eencontrole ter plaatse te organiseren.De minister zegt dat zoiets eveneens mogelijk is en datdeze bepaling minder ruim is dan hetgeen in het wetboek vande inkomstenbelastingen voorgeschreven is, daar de termijntijdens welke stukken kunnen worden meegenomen korter is.VotesL'amendement n° 43 est adopté par 12 voix et 1 abstention.L'article 15, tel qu'amendé, est adopté par 11 voix contre1 et 1 abstention.StemmingenAmendement nr. 43 wordt aangenomen met 12 stemmenbij l onthouding.Artikel 15, zoals het geamendeerd is, wordt aangenomenmet 11 stemmen tegen l stem, bij l onthouding.Articles 16, 17 et 18Les articles 16, 17 et 18 ne font l'objet d'aucune obser- •vation.Artikelen 16, 17 en 18Er worden geen opmerkingen bij deze artikelen geformuleerd.VotesIls sont adoptés par 11 voix contre 2.StemmingenDe artikelen 16, 17 en 18 worden aangenomen met 11stemmen tegen 2.Article 19Un membre se demande si ce texte se réfère aux dispositionsexistantes en matière fiscale.Artikel 19Een lid vraagt zich af of deze tekst verwijst naar de bestaandebelastingbepalingen.

A-61/2-95/96 -82- A-61/2- 95/96Le ministre répond qu'il a demandé à son expert fiscal dese référer à la législation fiscale existante, que le Ministèredes finances de la Région a été consulté et que le Conseild'Etat n'a fait aucune remarque.De minister zegt dat hij zijn belastingdeskundige gevraagdheeft naar de bestaande belastingwetgeving te verwijzen,dat het Ministerie van Financiën van het Gewestgeraadpleegd is en dat de Raad van State geen enkel opmerkingheeft gemaakt.VoteL'article 19 est adopté par 11 voix contre 2.StemmingArtikel 19 wordt aangenomen met 11 stemmen tegen 2.Article 20Artikel 20VoteCet article ne fait l'objet d'aucune observation et estadopté par 12 voix contre 2.StemmingEr worden geen opmerkingen bij dit artikel geformuleerd.Artikel 20 wordt aangenomen met 12 stemmen tegen 2.Article 2 JPar un amendement n° 16, le Gouvernement remplacecet article par une autre disposition pour figer la collaborationentre le Ministère des finances et l'IBGE.Un membre s'interroge sur les limites des pouvoirs desagents de l'IBGE.Le ministre répond que ces agents doivent assister leMinistère des finances, mais il ne leur appartient pas de sesubstituer au Ministère des finances ni d'exercer ses pouvoirs.L'IBGE a uniquement un rôle d'assistance active.Un membre estime que la multiplication des acteurspublics (IBDE, IBGE et Ministère des finances) crée unsystème complexe, susceptible d'entraîner des contestations,notamment, entre le Ministère et l'IBGE. Ne résultet-ilpas de la volonté politique de renforcer l'IBGE?Pourquoi ne pas avoir créé une cellule spéciale au sein duMinistère des finances, d'autant plus que du personnel a dûêtre engagé par l'IBGE pour cette mission d'assistance?Le ministre répond que l'IBGE gère les autorisations derejet, les permis d'environnement et les autorisations decaptage, et doit dès lors mettre en corrélation les déclarationsavec ces différentes autorisations. Une unicité decontrôle s'impose pour éviter le manque de cohérence dansla transmission des informations et un rallongement desdélais.Artikel 21Amendement nr. 16 van de regering strekt ertoe dit artikeldoor een andere bepaling te vervangen om de samenwerkingtussen het Ministerie van Financiën en het BIMhechter te maken.Een lid vraagt zich af hoever de bevoegdheid van deambtenaren van het BIM reikt.De minister antwoordt dat die ambtenaren het Ministerievan Financiën moeten bijstaan, maar dat ze zich niet in deplaats van het Ministerie van Financiën mogen stellen nochde bevoegdheden ervan uitoefenen. Het BIM mag alleenactieve bijstand verlenen.Een lid is van mening dat er door de veelheid aan overheidsinstanties(BIWD, BIM en Ministerie van Financiën)een ingewikkelde regeling tot stand komt, die kan leiden totbetwistingen tussen onder andere het Ministerie en de BIM.Is er geen politieke wil om de rol van het BIM te versterken?Waarom is er in het Ministerie van Financiën geen bijzonderedienst opgericht, temeer daar het BIM personeelheeft moeten aanwerven om die bijstandsopdracht uit tevoeren.De minister antwoordt dat het BIM de dossiers betreffendede lozingsvergunningen, de milieuvergunningen ende waterwinningsvergunningen beheert en dat het de aangiftenin verband moet brengen met de verschillende vergunningen.Er is één controle nodig teneinde gebrek aansamenhang in het verstrekken van de informatie en langeretermijnen te voorkomen.

A-61/2-95/96 •83- A-61/2-95/96VotesL'amendement n° 16 est adopté par 11 voix contre l et 1abstention.L'article 21, tel qu'amendé, est adopté par 11 voix contreStemmingenAmendement nr. 16 wordt aangenomen met 11 stemmentegen l stem, bij l onthouding.Artikel 21, zoals het geamendeerd is, wordt aangenomenmet 11 stemmen tegen 2.Article 22Un membre demande si le particulier qui applique le systèmede pollution réelle, peut le prouver par tous les moyensde preuves de droit commun à l'exception du serment.Le ministre répond par l'affirmative.Artikel 22Een lid vraagt of de particulier die de regeling van dewerkelijke verontreiniging toepast, dit mag bewijzen metalle bewijsmiddelen die door het gemene recht worden toegelaten,met uitzondering van de eed.De minister bevestigt dat.VoteL'article 22 est adopté par 11 voix contre 2.StemmingArtikel 22 wordt aangenomen met 11 stemmen tegen 2.Article 23Un membre demande si cet article vise l'hypothèsed'une fausse déclaration du redevable et renvoie dès lorsaux sanctions.Le ministre répond que cet article est un article de préventionde la fraude.Selon un autre membre, cet article concerne uniquementapparemment les entreprises. Est-ce bien exact?Le ministre répond que si l'article est général, de facto, ilvise les entreprises.Un membre rappelle qu'à l'article 9 des possibilités decontre-expertise par l'IBGE sont prévues.L'article 23 n'est-il pas dès lors surabondant?Le ministre répond que cet article ne porte pas uniquementsur le contrôle de la charge polluante, mais égalementsur le volume d'eau. En outre, l'expertise visée à l'article 9est limitée dans le temps.Un membre demande comment l'évaluation de la baseimposable peut-elle se fonder sur des indices et de quelrecours dispose l'entreprise? L'administration ne dispose-tellepas en l'espèce d'un pouvoir discrétionnaire?En ce qui concerne la taxation d'après les "signes etindices", le ministre explique qu'il s'agit d'une présomptionlégale iuris tantum (réfragable) appelée présomptionincidiaire.Artikel 23Een lid vraagt of dit artikel betrekking heeft op het gevalvan een valse aangifte van de heffingsplichtige en bijgevolgverwijst naar de sancties.De minister antwoordt dat dit artikel ertoe strekt fraudete voorkomen.Een ander lid zegt dat dit artikel blijkbaar alleen betrekkingheeft op de ondernemingen. Is dat zo?De minister antwoordt dat het artikel van algemene aardis en de facto betrekking heeft op de bedrijven.Een lid herinnert eraan dat er in artikel 9 voorzien wordtin mogelijke tegenanalyses door het BIM.Is artikel 23 bijgevolg niet redundant?De minister antwoordt dat dit artikel niet alleen betrekkingheeft op de controle van de vuil vracht, maar ook op hetvolume water. Bovendien is de in artikel 9 bedoelde expertisein de tijd beperkt.Een lid vraagt hoe men bij het bepalen van de belastinggrondslagkan steunen op aanwijzingen en welke voorzieningende bedrijven kunnen instellen. Heeft het bestuur terzakegeen discretionaire bevoegdheid?Wat de heffing op basis van «tekenen en aanwijzingen»betreft, legt de minister uit dat het gaat over een wettelijkvermoeden juris tantum (weerlegbaar vermoeden), dat men«vermoeden op basis van indiciën» noemt.

A-61/2 - 95/96 A-61/2 - 95/96Concrètement, l'administration doit s'appuyer sur desfaits et des éléments concrets dûment prouvés (volumed'activité, pollution excédant celle résultant des donnéesdéclarées).La présomption ne peut elle-même se fonder sur d'autresprésomptions (car présomption sur présomption ne vaut)(QP n° 138 de M. de Clippele du 16 janvier 1987, BQR,Sénat, n° 20, 24 février 1987, p. 1261).En IPP, selon les travaux préparatoires, les indices doiventrévéler une aisance "nettement supérieure" à celle quidécoule des revenus déclarés.La preuve contraire doit être apportée par le redevable: ilpeut contester par des éléments positifs concluants etcontrôlables que les indices produits par l'administrationsont erronés. Il ne peut se borner à opposer au fisc desimples affirmations (Cass. 23 avril 1987, Pas., 1987, I,p. 990).Un membre demande quels indices et quels signes peuventêtre pris en considération.Le ministre répond que ces signes et indices sont notammentle volume d'activité, le chiffre d'affaires, la chargepolluante.Concreet moet het bestuur zich dus baseren op feilen enbehoorlijk bewezen concrete gegevens (omvang van deactiviteit, verontreiniging die groter is dan die welke uil demeegedeelde gegevens blijkt).Het vermoeden zelf mag niet steunen op andere vermoedens(want vermoeden op basis van vermoeden gaat nietop) (PV nr. 138 van de heer de Clippele van 16 januari1987, BVA, Senaat, nr. 20, 24 februari 1987, blz. 1261).Op het vlak van het inkomstenbelasting moeten, volgensde parlementaire voorbereiding, de aanwijzingen een «duidelijkgrotere» welstand aan het licht brengen dan die welkeuit de aangegeven inkomsten voortvloeit.De heffingsplichtige moet het tegendeel bewijzen: hijkan met afdoende positieve en controleerbare gegevensbewijzen dat de door het bestuur verzamelde aanwijzingenonjuist zijn. Üij mag zich er niet toe beperken tegen debelastingdienst louter beweringen aan te voeren (Cassatie,23 april 1987, Pas. 1987,1, blz. 990).Een lid vraagt met welke aanwijzingen en met welketekenen men rekening zal houden.De minister antwoordt dat het gaat over mei name deomvang van de activiteit, de omzet en de vuilvracht.VoteL'article 23 est adopté par 9 voix contre 2.StemmingArtikel 23 wordt aangenomen met 9 stemmen tegen 2.Article 24Cet article ne fait l'objet d'aucune observation.Geen opmerkingen.Artikel 24VoteII est adopté par 9 voix contre 2.StemmingArtikel 24 wordt aangenomen met 9 stemmen tegen 2.Article 25Un membre constate qu'à cet article la rectification de ladéclaration se fait de manière plus officielle qu'à l'article23. Quelle différence y a-t-il avec la procédure prévue àce dernier article?Le ministre répond que l'article 23 est un moyen depreuve offert à l'administration. En revanche, l'article 25concerne la procédure à suivre par l'administration pourremettre en cause une déclaration.Un membre estime que la transposition des procéduresprévues par le Code des impôts sur les revenus, telles queArtikel 25Een lid stelt vast dat de wijziging van de aangifte officiëlergeschiedt dan in artikel 23. Welk verschil is er met dein dit laatste artikel vastgestelde procedure?De minister antwoordt dat artikel 23 voor de administratievediensten een bewijsmiddel is. Artikel 25 daarentegenheeft betrekking op de door de administratieve diensten tevolgen werkwijze om een aangifte in twijfel te trekken.Een lid meent dat de omzetting van de door het wetboekvan de inkomstenbelastingen voorgeschreven procedures in

A-61/2 - 95/96 -85- A-61/2-95/96prévues par le projet d'ordonnance, peut soulever desdifficultés d'application. Comment se référer à des signesextérieurs d'activité?Le ministre répond que repiendre la procédure prévue àl'article 346 du code des impôts sur les revenus offre aucontribuable une sécurité juridique, surtout dans unematière fiscale. Il connaît déjà ses droits, ses devoirs et laprocédure.Le membre constate que si le ministre fait référence àl'article 346 du code des impôts sur les revenus, cette référencene figure pas à l'article 25.Le ministre répond qu'elle se trouve dans le commentairede l'article 25 du projet d'ordonnance qui précise lesgaranties dont dispose le redevable sur la base de l'article346CIR(Doc.A-61/l,p. 14).die vervat in het ontwerp van ordonnantie moeilijkhedenkan doen rijzen inzake de toepassing ervan. Hoe kan menzich beroepen op uiterlijke tekenen van activiteit?De minister antwoordt dat het overnemen van de in artikel346 van het wetboek van de inkomstenbelastingen vervatteprocedure aan de belastingplichtige rechtszekerheidbiedt, vooral in een belastingaangelegenheid. Hij kent reedszijn rechten, zijn plichten en de procedure.Het lid stelt vast dat de minister verwijst naar artikel 346van het wetboek van de inkomstenbelastingen, maar datdeze verwijzing niet in artikel 25 te vinden is.De minister antwoordt dat dit te vinden is in de commentaarop artikel 25 van het ontwerp van ordonnantie,waarin de waarborgen waarover de belastingplichtige opgrond van artikel 346 van het wetboek van de inkomstenbelastingenbeschikt, worden vermeld (stuk A-61/1,blz. 14).VoteL'article 25 est adopté par 10 voix contre deux.StemmingArtikel 25 wordt aangenomen met l O stemmen tegen 2.Article 26Un membre constate que cet article fait référence au faitque le contribuable aurait omis de fournir dans le délai lesrenseignements qui lui ont été demandés aux fins de vérifiersa situation fiscale. Cette disposition est également inspiréedu code des impôts sur les revenus : est-elle toutefois applicableen l'espèce?Un autre membre estime que la situation fiscale ne peutapporter que des indices. Il n'existe qu'un lien ténu entrecelle-ci et la base imposable.Le ministre répond que la situation fiscale ne comprendpas uniquement la déclaration, mais inclut une série d'annexéstelles que les bilans, les comptes analytiques, lesinventaires, le chiffre d'affaires, etc...Artikel 26Een lid stelt vast dat dit artikel verwijst naar het feit datde belastingplichtige zou hebben nagelaten binnen de gesteldetermijn de inlichtingen te verschaffen die hem werdengevraagd om zijn fiscale situatie te controleren. Dezebepaling stoelt eveneens op het wetboek van de inkomstenbelastingen.Is zij in dit geval echter toepasbaar?Een ander lid is van mening dat de fiscale toestandslechts aanwijzingen kan opleveren. Er bestaat slechts eenklein verband tussen de fiscale toestand en de belastinggrondslag.De minister antwoordt dat de fiscale situatie niet enkelbestaat uit de aangifte, maar dat ook uit een aantal bijlagenzoals de balansen, de overzichtrekeningen, de inventarissen,de omzet, enz.VoteL'article est adopté par 9 voix contre 2.StemmingArtikel 26 wordt aangenomen met 9 stemmen tegen 2.Articles 27, 28 et 29VotesCes articles ne font l'objet d'aucune observation et sontadoptés par 9 voix contre 2.Artikelen 27, 28 en 29StemmingenOver deze artikelen is geen enkele opmerking gemaakten zij worden aangenomen met 9 stemmen tegen 2.

A-61/2-95/96 -86- A-61/2- 95/96Art/c/c 30Selon le ministre, l'amendement n 0 30 du Gouvernementpennet de définir clairement le mode de calcul du seuil desept personnes visé à l'article 2,4 e . Ce seuil sera défini selonla méthode suivie par le Gouvernement fédéral pour le calculdu seuil de sept personnes, nécessitant la création d'uncomité de sécurité et d'hygiène.Un membre constate qu'une habilitation est accordée auGouvernement à cet effet. Il se demande comment le calculdu seuil sera établi si une entreprise débute ses activités aumois de janvier avec sept personnes et en perd deux aucours de l'année?Le minisire répond que ce mode de calcul est déterminédans la circulaire du ministre de l'Emploi et du Travail,publié au Moniteur belge du 15 septembre 1994, p. 23389.Un membre constate que l'exercice d'imposition commencele 1 er janvier et se termine le 31 décembre. En revanche,les versements anticipés ont lieu tout au long de l'année.Il y a dès lors une discordance entre l'exercice d'impositionet les versements anticipés.A titre de réponse, le ministre renvoie à la note de l'experten droit fiscal qui a été développée en commission etqui figure en annexe au présent rapport.Artikel 30Volgens de minister biedt amendement nr. 30 van deregering de mogelijkheid de berekeningswijze van de drempelvan 7 personen bedoeld in artikel 2, 4°, duidelijk teomschrijven. Deze drempel zal worden bepaald volgens dedoor de federale regering gevolgde werkwijze voor hetberekenen van de drempel van 7 personen, welke geldt voorde oprichting van een comité voor veiligheid en gezondheid.Een lid stelt vast dat er daartoe aan de regering machtigingwordt veleend. Hij vraagt zich af hoe de drempel zalworden berekend ingeval een bedrijf in januari 7 werknemersheeft en in de loop van het jaar 2 ervan verliest.De minister antwoordt dat deze berekeningswijze is vastgelegdin de omzendbrief van de minister voor Arbeid enTewerkstelling, die is bekendgemaakt in het BelgischStaatsblad van 15 september 1994, blz. 23389.Een lid stelt vast dat het aanslagjaar begint op l januarien eindigt op 31 december. De voorafbetalingen wordendaarentegen het hele jaar door gedaan. Er is dus een discrepantietussen het aanslagjaar en de voorafbetalingen.De minister verwijst naar de nota van de deskundige infiscaal recht die in commissie werd uiteengezet en die alsbijlage gaat bij dit verslag.VotesL'amendement n° 30, tel qu'amendé, est adopté par 10voix et 2 abstentions.L'article 30 est adopté par 10 voix contre 2.StemmingenAmendement nr. 30 wordt aangenomen met l O stemmen,bij 2 onthoudingen.Artikel 30, zoals het geamendeerd is, wordt aangenomenmet 10 stemmen tegen 2.Article s 31 et 32VotesCes articles ne font l'objet d'aucune observation et sontadoptés par 10 voix contre 2.Artikelen 31 en 32StemmingenOver deze artikelen is geen enkele opmerking gemaakten zij worden aangenomen met 10 stemmen tegen 2.Article 33Un membre souligne qu'il s'agit, par le biais de cetamendement, de rétablir l'égalité entre les entreprises et lesparticuliers. Il se demande également pourquoi il n'a pas ététenu compte de la règle générale en matière fiscale selonlaquelle les versements anticipés sont assortis de bonification.Artikel 3 3Een lid wijst erop dat men met dit amendement de gelijkheidtussen de bedrijven en de particulieren wil herstellen.Hij vraagt zich eveneens af waarom er geen rekening isgehouden met de algemene regel in belastingzaken volgenswelke de voorafbetalingen belastingvermindering opleveren.

A-61/2-95/96 -87- A-61/2- 95/96Le ministre répond que les délais sont identiques qu'il yait versement anticipé ou enrôlement. Les versements anticipéssont payés en même temps que la facture de l'IBDE,c'est-à-dire, annuellement.Un membre voudrait savoir si les mois sont des moiscivils ou échus.Le ministre répond qu'il s'agit de mois échus.Le même membre se demande s'il est nécessaire de fixerl'intérêt à 0,8% dans le texte de l'ordonnance alors que lestaux d'intérêts peuvent évoluer.Le ministre répond qu'en matière fiscale les taux d'intérêtsdoivent être fixés légalement.De minister antwoordt dat de termijnen voor de voorafbetalingen voor de inkohiering dezelfde zijn. De voorafbetalingenworden samen met de factuur van de BIWDbetaald, dit wil zeggen jaarlijks.Een lid wenst te weten of het kalendermaanden of vervallenmaanden betreft.De minister antwoordt dat het over vervallen maandengaat.Hetzelfde lid vraagt of het nodig is in de tekst van deordonnantie de rente op 0,8 % vast te stellen omdat de rentevoetenkunnen veranderen.De minister antwoordt dat de rentevoeten in belastingzakenbij wet moeten worden vastgesteld.VotesL'amendement n° 46 est rejeté par 10 voix contre 1 et 1abstention.L'article 33 est adopté par 10 voix contre 2.StemmingenAmendement nr. 46 wordt verworpen met 10 stemmentegen l stem, bij l onthouding.Artikel 33 wordt aangenomen met 10 stemmen tegen 2.Article 34VoteCet article ne fait l'objet d'aucune observation et estadopté par 10 voix contre 2.Artikel 34StemmingOver dit artikel is geen enkele opmerking gemaakt en hetwordt aangenomen met 10 stemmen tegen 2.Article 35Un membre propose de supprimer la référence à l'article33 qui ne contient aucun délai.Le ministre accepte cet amendement oral.Le même membre estime que l'exploit de huissier coûtetrès cher (2.000 à 3.000 F.) pour une taxe qui peut être de600 à 700 F. Pourquoi ne pas prévoir également le recommandéd'huissier de justice?Le ministre dépose un amendement n° 50 en ce sens.L'administration aura donc le choix entre l'exploit ou lerecommandé d'huissier de justice.Artikel 35Een lid stelt voor de verwijzing naar artikel 33, waaringeen enkele termijn wordt vermeld, te doen vervallen.De minister aanvaardt dit mondeling amendement.Hetzelfde lid meent dat een deurwaardersexploot zeerduur is (2.000 à 3.000 frank) in vergelijking met een heffingdie 600 à 700 frank kan bedragen. Is het niet mogelijk datde deurwaarder een aangetekend schrijven verzendt?De minister dient een amendement (nr. 50) in die zin in.De administratieve diensten zullen dus kunnen kiezen tusseneen deurwaardersexploot en een aangetekend schrijvenvan de gerechtsdeurwaarder.VotesL'amendement oral est adopté par 10 voix contre 1 et1 abstention.StemmingenHet mondeling amendement wordt aangenomen met10 stemmen tegen l stem, bij l onthouding.

A-61/2-95/96 A-61/2- 95/96L'amendement n° 50 est adopté à l'unanimité des douzemembres présents.L'article 35, tel qu'amendé, est adopté par 10 voix contredeux.Amendement nr. 50 wordt aangenomen bij eenparigheidvan de 12 aanwezige leden.Artikel 35, zoals het geamendeerd is, wordt aangenomenmet 10 stemmen tegen 2.Article 36VoteCet article ne fait l'objet d'aucune observation et estadopté par 10 voix contre 2.Artikel 36StemmingOver dit artikel is geen enkele opmerking gemaakt en hetwordt aangenomen met 10 stemmen tegen 2.Article 37Un membre constate qu'à l'article 36, la saisie arrêt-exécutiondes sommes et effets dus au redevable peut se faireen dehors du territoire de la Région de Bruxelles-Capitale.En revanche, l'hypothèque légale sur les biens appartenantau redevable est limitée aux biens situés sur le territoire dela Région de Bruxelles-Capitale. Pourquoi cette différence?Prévoir une hypothèque légale sur les biens situés dans uneautre Région, soulève-t-il un problème de compétences?Le ministre répond par la négative et dépose un amendementn° 51 pour supprimer les termes "situés sur le territoirede la Région de Bruxelles-Capitale" à l'article 37.Artikel 37Een lid stelt vast dat het in artikel 36 bedoelde uitvoerendbeslag op de sommen en effecten die zijn verschuldigd doorde heffingsplichtige buiten het grondgebied van hetBrussels Hoofdstedelijk Gewest kan worden gelegd. Dewettelijke hypotheek op de goederen van de heffingsplichtigeis daarentegen beperkt tot de goederen gelegen in hetBrussels Gewest. Waarom wordt dit onderscheid gemaakt?Doet een wettelijke hypotheek op goederen die in een andergewest gelegen zijn een bevoegdheidsprobleem rijzen?De minister antwoordt ontkennend en dient een amendementnr. 51 in dat ertoe strekt in artikel 37 de woorden «enin het Brussels Gewest gelegen» te doen vervallen.VotesCet amendement est adopté à l'unanimité.L'article 37 est adopté par 10 voix contre deux.StemmingenDit amendement wordt eenparig aangenomen.Artikel 37, zoals het geamendeerd is, wordt aangenomenmet 10 stemmen tegen 2.Artikel 38VotesUn amendement oral visant à insérer les mots «ourecommandé» est adopté par 12 voix et 2 abstentions.L'article, tel qu'amendé, est adopté par 10 voix contre 2.Artikel 38StemmingenEen mondeling amendement, dat ertoe strekt tussen dewoorden «deurwaardersexploot» en «betekend», de woorden«of aangetekende brief van de gerechtsdeurwaarder» inte voegen, wordt aangenomen met 12 stemmen, bij 2 onthoudingen.Artikel 38, zoals het geamendeerd is, wordt aangenomenmet 10 stemment tegen 2.Article 39VoteL'article est adopté par 10 voix contre 2.Artikel 39StemmingArtikel 39 wordt aangenomen met l O stemmen tegen 2.

A-61/2- 95/96 -89- A-61/2 - 95/96Article 40Un amendement (n° 17) est déposé. Cet amendementvise à supprimer les mots "d'un emprisonnement de huitjours à deux ans et", ainsi que les mots "ou d'une de cespeines seulement".Le ministre spécifie que la peine de prison apparaît disproportionnéedans le cadre d'une ordonnance régionale enmatière fiscale portant sur le déversement d'eaux usées dontl'application pour les entreprises est empreinte d'une complexiténécessaire pour atteindre son objectif.VotesL'amendement n° 17 est adopté par 10 voix et uneabstention.L'article 40, tel qu'amendé, est adopté par 10 voixcontre 2.Artikel 40Er wordt een amendement (nr. 17) ingediend om dewoorden «met een gevangenisstraf van acht dagen tot tweejaar en» alsmede de woorden «of met een van deze straffenalleen» te doen vervallen.De minister preciseert dat een gevangenisstraf overdrevenlijkt in het kader van een gewestelijke ordonnantie inbelastingzaken die betrekking heeft op de lozing van afvalwateren waarvan de toepassing voor de bedrijven ingewikkeldis.StemmingenAmendement nr. 17 wordt aan genomen met 10 stemmen,bij l onthouding.Artikel 40, zoals het geamendeerd is, wordt aangenomenmet 10 stemmen tegen 2.Article 41Un amendement (n° 18) similaire au précédent déposé àl'article 40 vise à modifier les peines.Un commissaire s'étonne que le terme de faux en écriturepublique ne soit pas repris dans la justification del'amendement n° 18.Un commissaire se demande si on ne devrait pas préciserde quel Ministère il s'agit.Le ministre souligne que le Ministère a été défini à l'article2.Un membre constate que l'amendement vise en effet àdiminuer les peines.Un autre commissaire a fait allusion aux intentions frauduleusesqui ne sont pas reprises en tant que telles parl'amendement. Il voudrait s'assurer que, avec cet amendement,on ne se met pas en porte à faux par rapport à d'autreslégislations.Le ministre informe les membres que pour la PSU cespeines ne sont pas non plus prévues. S'il y a faux en écriture,rien n'interdit au Ministère de demander la poursuiteet à ce moment-là, la procédure pénale s'enclenche.VotesL'amendement n° 18 est adopté par 10 voix contre 2.Artikel 4 JEr wordt een soortgelijk amendement (nr. 18) ingediendaan het vorige amendement op artikel 40 en dat ertoe strektde straffen te wijzigen.Het verwondert een commissielid dat de woorden «valsheidin openbare geschriften» niet zijn opgenomen in deverantwoording van amendement nr. 18.Een commissielid vraagt of er niet zou moeten wordengepreciseerd over welk ministerie het gaat.De minister wijst erop dat dit in artikel 2 te lezen staat.Een lid stelt vast dat het amendement er inderdaad toestrekt de straffen te verminderen.Een ander commissielid heeft er op gewezen dat hetbedrieglijk opzet niet als dusdanig in het amendement vermeldis. Hij wenst er zich van te vergewissen dat men metdit amendement niet in een moeilijke situatie terechtkomtten opzichte van andere wetgevingen.De minister deelt mede dat evenmin in deze straffen isvoorzien voor wat de belasting op de stadsveiligheid en-reinheid betreft. In geval van valsheid in geschriften beletniets het ministerie te eisen dat vervolgingen worden ingesteld,wat betekent dat op dat ogenblik een strafprocedurewordt ingezet.StemmingenAmendement nr. 18 wordt aangenomen met 10 stemmentegen 2.

A-61/2- 95/96 -90- A-61/2-95/96L'article, lel qu'amendé, est adopté par 10 voix contre 2.Artikel 41, zoals het geamendeerd is, wordt aangenomenmet 10 stemmen tegen 2.Article 42Un amendement vise à supprimer le deuxième alinéa.Sur base de la dernière jurisprudence de la Cour d'arbitrage,la sanction n'étant pas prévue au livre I du Codepénal, elle excéderait la compétence de la Région deBruxelles-Capitale: c'est la raison pour laquelle elle est supprimée.Artikel 42Er is een amendement ingediend om het tweede lid tedoen vervallen.Op grond van de jongste rechtspraak van het Arbitragehof,zou men, gelet op het feit dat er in boek I van hetStrafwetboek geen straf gesteld is, bijgevolg de bevoegdheidvan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te buiten gaan.Daarom moet deze straf vervallen.VotesL'amendement est adopté à l'unanimité (12 voix).L'article 42, tel qu'amendé, est adopté par 10 voixcontre 2.StemmingenDit amendement wordt aangenomen bij eenparigheidvan 12 stemmen.Artikel 42, zoals het geamendeerd is, wordt aangenomenmet 10 stemmen tegen 2.Article 43Un amendement (n 0 31 ) vise à remplacer le premier alinéapar: "Le produit de la taxe est affecté au Fonds pour lagestion des eaux usées et pluviales visé à l'article 48 de laprésente ordonnance".Le ministre signale que l'intitulé du Fonds est modifiépour traduire plus correctement la nature des affectationsqui en seront faites.Cet amendement a été déposé parce que, lors de la discussiongénérale, plusieurs commissaires ont demandé quel'intitulé de ce fonds soit bien cohérent avec la déclarationGouvernementale.Ce fonds doit servir à l'épuration des eaux usées et pluvialesainsi qu'à la construction et l'entretien des bassinsd'orage.Un amendement (n° 32) vise à ajouter un troisième alinéa,libellé comme suit :"Le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitaleétablit un programme quinquennal des investissementsrépondant aux objectifs prioritaires définis à l'article 48.Le programme du Gouvernement est communiqué auConseil de la Région de Bruxelles-Capitale pour informationau plus tard le 30 du mois qui suit l'entrée en vigueurde la présente ordonnance".Artikel 4 3Een amendement (nr. 31) strekt ertoe het eerste lid te vervangendoor : «De opbrengst van de heffing wordt toegewezenaan het Fonds voor het beheer van afval- en regenwaterzoals bedoeld in artikel 48 van onderhavige ordonnantie».De minister wijst erop dat het opschrift van het Fondsgewijzigd wordt om te preciseren waartoe de opbrengstwordt aangewend.Dit amendement is ingediend omdat tijdens de algemenebespreking verschillende commissieleden hebben gevraagddat het opschrift van dit Fonds in overeenstemming zou zijnmet de regeringsverklaring.Dit Fonds moet dienen voor de zuivering van het afvalwateren van het regenwater en voor het bouwen en helonderhouden van de stormbekkens.Een amendement (nr. 32) strekt ertoe een derde lid toe tevoegen, luidend :«De Brusselse Hoofdstedelijke Regering stelt een vijfjarenprogrammaop van de investeringen die overeenstemmenmet de prioritaire doelstellingen bepaald in artikel 48.Het programma van de regering wordt ter informatie aande Brusselse Hoofdstedelijke Raad medegedeeld, uiterlijkop de dertigste dag van de maand volgend op de inwerkingtredingvan deze ordonnantie.».

A-61/2-95/96 -91- A-61/2- 95/96Ce nouvel alinéa est conforme à la volonté affichée parle Gouvernement d'établir un "plan eau" accompagné d'unprogramme pluriannuel des investissements.En outre, lors de la discussion générale, plusieurs commissairesont demandé d'obtenir ce plan pluriannuel.Un commissaire se demande si ce fonds pourrait serviren fait à une assistance dans les domaines visés au coup parcoup pour un quartier victime d'inondations p.e.. Ou, aucontraite, ce fonds servira-t-il uniquement à réaliser desinvestissements dans les domaines prévus?Le ministre signale que la réponse à cette question estfournie à l'article 48 et par l'amendement n° 34 qui y estdéposé, qui sont conformes à la déclaration de politique duGouvernement.Le commissaire signale toutefois que, à l'article 48, 5°,sont prévus "des frais de surveillance de l'état des eaux desurface et de celles collectées dans les égouts".Le ministre réitère que les recettes de la taxe serviront àla collecte et à l'épuration des eaux usées et des eaux pluviales.Il faut par ailleurs également entretenir les infrastructures.Il y aura dès lors de grandes dépenses d'investissementsmais également des dépenses courantes dans lesquellesrentre ce quinto.Le commissaire s'inquiète: jamais cette taxe sur les eauxusées ne tendra vers zéro?Le ministre constate que le commissaire s'inquiète dutaux de biodégradabilité de la taxe. Il signale que la taxepeut toujours être adaptée.Le commissaire estime qu'une fois les grands investissementsréalisés, il faudrait alléger la charge pour le contribuable.Il est rejoint en cela par un autre commissaire.Un membre constate qu'on a introduit dans la discussionl'interrogation sur l'affectation de la taxe et la pertinence dela liaison immédiate de la taxe avec les travaux à effectueren matière d'épuration. Il estime que cette discussion n'estpas évidente; pourquoi n'a-t-on pas plutôt prévu une redevance?Il pense aux habitants d'Uccle qui ne jouissent pasd'égouts et qui paieront une taxe pour un service rendu àd'autres usagers.Quelle est la philosophie qui soutient cette volonté?Dit nieuwe lid is volledig in overeenstemming met de wilvan de regering om een «waterplan» op te stellen vergezeldvan een meerjarenprogramma voor de investeringen.Bovendien hebben verschillende commissieleden tijdensde algemene bespreking gevraagd dit meerjarenplan te verkrijgen.Een commissielid vraagt of dit Fonds zou kunnen wordenaangesproken om in de bedoelde domeinen in bepaaldegevallen bij te springen; bij voorbeeld voor een wijk waargeregeld overstromingen zijn. Of zal dit Fonds daarentegenuitsluitend dienen voor de investeringen in de vastgesteldegebieden?De minister wijst erop dat het antwoord op deze vraag isopgenomen in artikel 48 en in het amendement nr. 34 daterop is ingediend. Beide teksten stemmen overeen met debeleidsverklaring van de regering.Het commissielid wijst er echter op dat er in artikel 48,5°, sprake is van «de kosten betreffende het toezicht op detoestand van het oppervlaktewater en het in de riolen opgevangenwater».De minister herhaalt dat de opbrengst van de heffing zalworden aangewend voor het opvangen en de zuivering vanhet afvalwater en van het regenwater. Voorts dient ook deinfrastructuur te worden onderhouden. In hel kader van ditpunt 5° zullen aanzienlijke uitgaven worden gedaan, zowelvoor investeringen als voor lopende uitgaven.Een commissielid vraagt zich af of deze heffing dannooit nagenoeg nul zal zijn.De minister stelt vast dat het commissielid bezorgd isover de mate waarin deze heffing biologisch afbreekbaar is.Hij wijst erop dat deze heffing steeds kan worden aangepast.Het commissielid is van mening dat de last voor debelastingbetaler dient te worden verlicht zodra de groteinvesteringen achter de rug zijn.Een ander commissielid sluit zich hierbij aan.Een lid stelt vast dat het probleem van de aanwendingvan de heffing en dat van de relevantie van het rechtstreeksverband tussen de heffing en de uit te voeren werken op hetvlak van de waterzuivering aan de orde worden gesteld inde bespreking. Hij meent dat deze bespreking niet vanzelfsprekendis en vraagt waarom men niet eerder een retributieheeft ingevoerd. Hij denkt aan de inwoners van Ukkeldie, hoewel er in deze gemeente geen rioleringen zijn, tocheen heffing zullen betalen voor een dienst die aan anderegebruikers wordt verleend.Wat is de ratio hiervan?

A-61/2 - 95/96 -92. A-61/2-95/96II croit savoir que le ministre propose de changer la dénominationdu fonds sur la demande insistante d'un des partisde la majorité. Il estime personnellement qu'il s'agit là plutôtd'un problème du Gouvernement que du législatif. Ilconstate que tous les partis de la majorité n'ont pas la mêmeconfiance dans déclaration du Gouvernement.Un commissaire estime que cette discussion n'a rien àvoir avec l'article 43.Un autre membre souligne au contraire que l'articletraite de l'affectation de la taxe et qu'il faut dès lors être trèsprécis sur cette affectation.Le ministre constate que le commissaire qui s'interrogesur le bien-fondé de lever cette taxe et de l'affecter à la collecteet à l'épuration des eaux usées et pluviales a évoluédepuis le débat sur les écotaxes.Le Gouvernement tient, quant à lui, à être clair à l'égarddu citoyen. Il est préoccupé de la qualité de vie à Bruxelles.Et cette qualité de vie a un coût pour l'ensemble de lasociété. Il faut par ailleurs que les citoyens acquièrent descomportements respectueux vis-à-vis de l'environnement.Il s'agit dès lors de responsabiliser les citoyens, ce qui neserait pas le cas si la taxe n'était pas clairement affectée.L'usage du fonds est précisé à l'article 48.Le ministre souligne que c'est le rôle des partis de lamajorité d'attirer l'attention du Gouvernement sur le bien -fondé de changer un intitulé. Il n'y a aucune méfiance entreles différents partis.Le commissaire qui a abordé cette problématique ne voitdès lors pas pourquoi il fallait confirmer la déclarationGouvernementale.Un amendement n° 47 vise à ajouter in fine de l'article ladisposition suivante :'- Le produit de la taxe ne peut en aucun cas ne pas êtreaffecté au fonds pour le traitement des eaux usées viséà l'article 2, 11° de l'ordonnance du 12 décembre 1991créant des fonds budgétaires.- La taxe sur les eaux usées s'éteint dès le moment où lefonds pour le traitement des eaux usées s'autofinance.Il est joint en annexe à la présente ordonnance un planpluriannuel relatif à l'affectation du budget dudilfonds".Hij meent te weten dat de minister voorstelt de benamingvan het fonds te wijzigen op uitdrukkelijk verzoek van éénvan de partijen van de meerderheid. Volgens hem is dit eerdereen probleem voor de regering dan voor de wetgevendemacht. Hij stelt vast dat de meerderheidspartijen niet allemaalevenveel vertrouwen hebben in de regeringsverklaring.Een commissielid meent dat dit niets te maken heeft metartikel 43.Een ander lid wijst er daarentegen op dat het artikel handeltover de toewijzing van de heffing en dat er dienaangaandeduidelijkheid vereist is.De minister stelt vast dat het commissielid dat vragenheeft bij de deugdelijkheid van deze heffing en van de toewijzingvan de opbrengst ervan aan het opvangen en helzuiveren van het afvalwater en van het regenwater sinds heldebat over de ecotaksen van mening veranderd is.De regering wenst duidelijk te zijn voor de burger. Zij isbegaan met het leefklimaat in Brussel en daarvoor dient dehele maatschappij een prijs te betalen. Bovendien dienen deburgers in hun gedragingen meer eerbied te hebben voor hetleefmilieu.Het is dus de bedoeling de verantwoordelijkheidszin vande burgers te vergroten, wat geenszins het geval zou zijnindien de opbrengst van de heffing geen duidelijke toewijzingheeft.Het gebruik van het fonds is nauwkeurig bepaald in artikel48.De minister wijst erop dat het de taak is van de meerderheidspartijende aandacht van de regering te vestigen op dedeugdelijkheid van het wijzigen van een opschrift. Er isgeen sprake van wantrouwen tussen de verschillende partijen.Het commissielid dat deze problematiek heeft aangesneden,begrijpt derhalve niet waarom de regeringsverklaringmoet worden bevestigd.Een amendement nr. 47 strekt ertoe aan het einde van helartikel volgende twee leden toe te voegen :De opbrengst van de heffing dient in elk geval bestemdte zijn voor het Fonds voor waterzuivering bedoeld inartikel 2, 11 ° van de ordonnantie van 12 december 1991houdende oprichting van begrotingsfondsen.De heffing op hel afvalwater wordt opgeheven zodrahet Fonds voor waterzuivering met eigen middelengefinancierd wordt. Als bijlage wordt bij deze ordonnantieeen meerjarenplan gevoegd met betrekking totde bestemming van de begroting van het hierbovenvcrmeldefonds.»

A-61/2 - 95/96 -93- A-61/2-95/96Si les auteurs de l'amendement peuvent admettie quesoit établi une taxe sur la consommation de l'eau afin definancer le traitement des eaux usées, cette taxe ne peut enaucun cas être un nouvel impôt déguisé qui permettrait definancer le budget régional.Si on peut admettre également que le consommateur pollueursoit mis à contribution pour le financement de l'épurationde l'eau, son obligation doit s'éteindre lorsque l'objectifest atteint.C'est la raison pour laquelle il doit être annexé au présentprojet d'ordonnance, un plan pluriannuel relatif à l'affectationdu budget dudit fonds.Le ministre préfère la formulation juridique qu'il a proposée;le produit de la taxe est ainsi clairement affecté.Il signale que cet amendement n'a aucune précision juridique.Les auteurs de cet amendement proposent par ailleursque le fonds s'autofinance; il se demande comment.Un commissaire signale que "est" signifie en logiquejuridique "doit être".L'amendement n° 47 est retiré.De indieners van het amendement kunnen weliswaaraannemen dat een heffing op het waterverbruik wordt ingevoerdteneinde het zuiveren van het afvalwater te financieren,maar deze heffing mag in geen geval een nieuwe verkaptebelasting zijn die het mogelijk zou maken de kas vanhet Gewest te stijven.Men kan er weliswaar van uitgaan dat op de «vervuilende»verbruiker een beroep wordt gedaan voor de financieringvan de waterzuivering, maar zodra het doel bereiktis, komt er een einde aan de verplichtingen van deze gebruiker.Daarom dient er als bijlage bij deze ordonnantie eenmeerjarenplan te worden gevoegd met betrekking tot debestemming van de begroting van het voormelde fonds.De minister geeft de voorkeur aan de juridische formuleringdie hij heeft voorgesteld; op die manier is duidelijk watde bestemming is van de opbrengst van de heffing.De minister wijst erop dat het amendement juridisch zeeronduidelijk is.De indieners van dit amendement stellen bovendien voordat het Fonds met eigen middelen gefinancierd wordt; hijvraagt zich af hoe dit mogelijk is.Een commissielid wijst erop dat volgens de juridischelogica «is» betekent «dient te zijn».Amendement nr. 47 wordt ingetrokken.VotesL'amendement n° 31 est adopté par 9 voix contre 2.L'amendement n° 32 est adopté par 10 voix contre 1.StemmingenAmendement nr. 31 wordt aangenomen met 9 stemmentegen 2.Amendement nr. 32 wordt aangenomen met 10 stemmentegen l stem.2.L'article 43, tel qu'amendé, est adopté par 9 voix contreArtikel 43, zoals het geamendeerd is, wordt aangenomenmet 9 stemmen tegen 2.Article 43bisArtikel 43bisUn amendement (n° 48) vise à insérer un article 43bis(nouveau) entre les articles 43 et 44, intitulé comme suit:"Les communes de la Région bruxelloise participeront(pour 10%) au montant de la taxe suivant la clé de répartitionprévue par le fonds des communes".Les auteurs de l'amendement estiment qu'il est normalque les communes financent une partie dudit fonds.Een amendement (nr. 48) strekt ertoe tussen de artikelen43 en 44 een nieuw artikel 43bis in te voegen, luidend :«De gemeenten van het Brussels Gewest zullen (tenbelope van 10 %) bijdragen aan het bedrag van de heffing,overeenkomstig de verdeelsleutel van het Gemeentefonds.»De indieners van het amendement vinden het normaaldat de gemeenten het voormelde fonds gedeeltelijk financieren.

A-61/2- 95/96 -94- A-61/2-95/96Le ministre reconnaît qu'il ne comprend pas la portée decet amendement et constate qu'il y a une interférence decompétences.Un commissaire signale que si cet amendement étaitadopté, les communes les plus pauvres devraient payer pourles plus riches de par l'application de la clé de repartition'dufonds des communes.Un commissaire s'interroge si on a demandé l'avis de laConférence des bourgmestres.Un autre commissaire voit dans cet amendement l'informationcomme quoi les bassins d'orage seraient payésentièrement par la Région.Le ministre spécifie que les installations d'égouttagesont effectuées par les communes mais que la Région lessubsidie en partie.Un autre membre constate que le financement deChomé-WolIès a été effectué par un partenariat des communesde Schaerbeek, d'Evere et de la Région. Il soulignequ'en général, les problèmes d'inondations relèvent d'investissementsen amont.Le ministre informe les différents commissaires que laRégion ne finance pas tous les travaux. S'il y a des travauxayant un impact communal à effectuer sur un site, celarentre dans les travaux subsidies et si l'impact est totalementrégional, cela rentre bien dans ledit fonds.De minister zegt dat hij de draagwijdte van dit amendementniet begrijpt. Hij stelt vast dat er een bevoegdheidsvermengingis.Een commissielid wijst erop dat, indien dit amendementwordt aangenomen, ten gevolge van de toepassing van deverdeelsleutel, de armste gemeenten zouden moeten betalenvoor de rijkere.Een commissielid vraagt of het advies werd gevraagdvan de conferentie van de burgemeesters.Een ander commissielid maakt uit dit amendement opdat de stormbekkens volledig door het Gewest zouden wordenbetaald.De minister preciseert dat de afwateringsinstallaties dooidegemeenten worden uitgevoerd maar dat het Gewest dezewerken gedeeltelijk subsidieert.Een ander lid stelt vast dat voor de financiering vanChomé-WolIès een partnership is gesloten tussen degemeenten Schaarbeek en Evere en het Gewest. Hij wijsterop dat de overstromingsproblemen doorgaans het gevolgzijn van het gebrek aan investeringen stroomopwaarts.De minister deelt aan de commissieleden mede dat nietalle werken door het Gewest worden gefinancierd. Indienwerken eerder gevolgen hebben op gemeentelijk vlak zijnhet gesubsidieerde werken, indien zij gevolgen hebben voorhet hele gewest komen zij in aanmerking voor financieringdoor het voormelde fonds.VotesL'amendement n° 48 est rejeté par 9 voix contre 1 et uneabstention.StemmingenAmendement nr. 48 wordt verworpen met 9 stemmentegen l stem, bij l onthouding.Article 44VotesL'amendement n° 33 est adopté par 9 voix contre 1 et uneabstention.L'article 44, tel qu'amendé, est adopté par 9 voixcontre 2.Artikel 44StemmingenAmendement nr. 33 wordt aangenomen met 9 stemmentegen l stem, bij l onthouding.Artikel 44, zoals het geamendeerd is, wordt aangenomenmet 9 stemmen tegen 2.Article 45VoteL'article est adopté par 9 voix contre 2.Artikel 45StemmingArtikel 45 wordt aangenomen met 9 stemmen tegen 2.Article 46VoteL'article est adopté par 9 voix contre 2.Artikel 46StemmingArtikel 46 wordt aangenomen met 9 stemmen tegen 2.

A-61/2- 95/96 -95- A-61/2-95/96Article 47VoteL'article est adopté par 9 voix contre 2.Artikel 47StemmingArtikel 47 wordt aangenomen met 9 stemmen tegen 2.Article 48Un amendement (n° 20) vise à ajouter un 7° rédigécomme suit:"7° Les remboursements de la différence entre les montantsdes versements anticipés perçus et les montants de lataxe due ainsi que les remboursements des versements anticipésversés par les redevables visés à l'article 7".Cet amendement vise à reprendre de manière expressel'utilisation du fonds.Un autre amendement (n° 34) vise, quant à lui, à remplacerl'article 48 par :"A l'article 2, 11° de l'ordonnance du 12décembre 1991créant des fonds budgétaires,A. Remplacer le titre "Fonds pour le traitement des eaux"par "Fonds pour la gestion des eaux usées et pluviales".B. Remplacer le dernier alinéa par les dispositions suivantes:"Les moyens du Fonds, à l'exception des recettes provenantde la participation de la Région flamande à la réalisationde stations d'épuration et à leur fonctionnement, sontaffectés :1° aux investissements liés au coût des études, des travauxet des acquisitions (en ce compris d'éventuelles chargesfinancières) de biens immeubles rencontrant les objectifssuivants, énumérés par ordre d'utilité :- lutter contre les inondations dans les quartiers àrisques;- collecter et épurer les eaux usées et pluviales;- assurer une gestion intégrée des eaux usées et pluviales.2° aux frais de fonctionnement des organismes d'épuration;3° aux frais de perception de la taxe par le Ministère et parl'Institut via un transfert d'une partie de fonds vers lesrecettes régionales;4° aux frais entraînés par l'établissement de statistiques;Artikel 48Amendement nr. 20 strekt ertoe een punt 7° toe te voegen,luidend :«7° De terugbetaling van het verschil tussen het bedragvan de geïnde voorafbetalingen en het bedrag van de verschuldigdeheffing evenals de terugbetalingen van de voorafbetalingengestort door de in artikel 7 bedoelde heffingsplichtige.»Dit amendement strekt ertoe het gebruik van het fondsnogmaals uitdrukkelijk te vermelden.Een ander amendement (nr. 34) strekt ertoe artikel 48 tevervangen door :«In artikel 2, 11° van de ordonnantie van 12 december1991 tot stichting van begrotingsfondsen,A. De titel «Fonds voor de waterverwerking» vervangendoor «Fonds voor het beheer van afval- en regenwater».B. Het laatste lid vervangen door de volgende bepalingen :«De middelen van het Fonds, met uitzondering van deontvangsten afkomstig van de deelname van het VlaamseGewest ter verwezenlijking van zuiveringsstations en dewerking ervan, worden toegewezen aan :l ° de investeringen gebonden aan de studie-, werk- en verwervingskosten(met inbegrip van eventuele financiëlelasten) van onroerende goederen die aan volgende doelstellingen,opgesomd in nuttige volgorde, beantwoorden :- de strijd tegen overstromingen in risicowijken;— de opvang en zuivering van afval- en regenwater;- de waarborg van een geïntegreerd beheer van afvalenregenwater.2° aan de werkingskosten van de zuiveringsinstallaties;3° aan de inningskosten van de heffing door het Ministerieen door het Instituut via een overdracht van een deel vanhet Fonds naar de gewestelijke ontvangsten toe;4° aan de kosten veroorzaakt door de opstelling van statistieken;

A-61/2 - 95/96 -96- A-61/2 - 95/965° aux frais de surveillance de l'état des eaux de surface etde celles collectées dans les égouts;6° aux frais d'acquisition de biens corporels et incorporelsnécessaires pour la protection et la valorisation des eauxsouterraines et de surface.7° aux remboursements de la différence entre les montantsdes versements anticipés perçus et les montants de lataxe due ainsi qu'aux remboursements des versementsanticipés versés par les redevables visés à l'article 7.Les recettes provenant de la participation de la Régionflamande à la réalisation des stations d'épuration et à leurfonctionnement, sont affectés exclusivement aux frais d'investissementet de fonctionnement des organismes d'épuration."Le Fonds doit être intitulé de manière à correspondre auxdifférentes affectations des moyens qui en seront faites etqui reprennent les priorités définies dans la déclarationGouvernementale.D'autre part, il y a lieu de préciser que les recettes provenantde la Région flamande ne peuvent être affectées qu'àl'épuration et à la collecte des eaux usées.Le 7° a été rajouté en vue d'éviter tout doute quant à l'affectationdes moyens du Ponds.Cet amendement spécifie clairement l'intitulé du fondspour qu'il corresponde bien aux différentes affectations desmoyens.L'amendement n° 20 est ainsi redondant. Il est retiré.Un amendement n° 53 vise à rajouter un 8, libellé commesuit:"8° aux primes qui sont accordées aux particuliers pour :- l'installation de citernes d'eau de pluie;- la mise en conformité environnementale des systèmesd'épuration individuelle des eaux usées pour les habitationsqui ne sont pas reliées au réseau d'égouts publics."L'auteur de l'amendement estime qu'il faut prévoir quelquechose pour les habitants qui ne sont pas reliés auxéeouts.5° aan de kosten betreffende het toezicht op de toestand vanhet oppervlaktewater en het in de riolen opgevangenwater;6° aan de verwervingskosten van materiële en immateriëlegoederen die noodzakelijk zijn voor de bescherming ende herwaardering van het grond- en oppervlaktewater.7° de terugbetalingen van het verschil tussen de bedragenvan de geïnde voorafbetalingen en tussen de bedragenvan de verschuldigde heffing, evenals aan de terugbetalingenvan voorafbetalingen gestort door de in artikel 7bedoelde heffingsplichtigen.De ontvangsten afkomstig van de deelname van helVlaamse Gewest ter verwezenlijking van de zuiveringsstationsen de werking ervan, worden uitsluitend toegewezenaan de investerings- en werkingskosten van de zuiveringsinstallaties.»Het Fonds dient op dergelijke wijze te worden opgeschrevendat het met de verschillende bestedingen klopt vande geldmiddelen die zullen worden verricht en die de in deRegeringsverklaring bepaalde prioriteiten vervatten.Anderzijds dient te worden verduidelijkt dat de ontvangstenafkomstig van het Vlaamse Gewest, enkel aan de zuiveringen aan de opvang van afvalwater mogen worden besteed.7° werd toegevoegd om elke twijfel aangaande de bestemmingvan de Fondsmiddelen te beletten.Dit amendement legt het opschrift van het fonds duidelijkvast opdat het zou overeenstemmen met de verschillendebestemmingen van de middelen.Amendement nr. 20 is een nodeloze herhaling en wordtderhalve ingetrokken.Een amendement (nr. 53) strekt ertoe een punt 8° toe tevoegen, luidend :«8° premies die aan de particulieren worden toegekendvoor :- de plaatsing van regenwaterputten- het in overeenstemming brengen van de individuelewaterzuiveringsinstallaties van de woningen die niet zijnaangesloten op het openbaar rioolnet, met de milieuwetgeving.»De indiener van het amendement meent dat iets moetworden gedaan voor de inwoners wier woning niet op hetrioolnet is aangesloten.

A-61/2 - 95/96 -97- A-61/2-95/96II souligne par ailleurs que la Région de Bruxelles-Capitalecomme toutes les autres Régions se verra dans l'obligationde transposer prochainement une directive européennequi impose que tous les habitants soient reliés auxégouts.Le ministre signale que les primes sont déjà prévues pourles citernes par le ministre compétent pour la rénovation(lui-même). Prochainement, un projet d'arrêté sera déposéau Gouvernement, qui augmentera encore le montant prévu.Quant à la mise en conformité avec la directive européennequi prévoit que pour l'an 2000 tous les habitantssoient reliés aux égouts, le ministre ne peut reprendre cettepartie de l'amendement car il faut agir avec prudence. LaRégion de Bruxelles-Capitale l'ait des efforts considérablesen la matière mais dans certains cas, tels que dans certainsquartiers de la commune d'Uccle, là où il y a des pentesimportantes, il faudra des accords avec la Région flamandep.e..Le commissaire, qui a déposé l'amendement, signale querien n'empêche le ministre de déposer une prime dans lecadre de cette ordonnance étant donné qu'il disposera demoyens financiers supplémentaires.Un commissaire, signale que l'amendement précédent aau inoins l'intérêt de souligner l'importance qu'il y aura àinformer convenablement les habitants de la Région deBruxelles-Capitale sur les différentes primes existantespour qu'ils améliorent leur comportement en matière deconsommation d'eau.Le ministre réitère que toutes les affectations sontd'ordre général et il ne faudrait pas qu'une disposition soitprise en vue de viser seulement une partie des usagers de laRégion.Un commissaire souhaite savoir comment sera payél'IBDE pour ses frais de perception? Est-ce bien leMinistère des finances qui indemnisera l'IBDE?Le ministre le rassure sur ce point.VotesL'amendement n° 53 est rejeté par 9 voix contre 1 et uneabstention.L'amendement n° 34, remplaçant l'article, est adopté par9 voix et deux abstentions.Hij wijst er bovendien op dat de Gewesten binnenkorteen Europese richtlijn zullen moeten omzetten die bepaaltdat alle woningen op het rioolnet moeten aangesloten zijn.De minister wijst erop dat de minister belast met renovatie(hijzelf) nu reeds premies toekent voor de renovatie vanregenwaterputten. Binnenkort zal bij de regering een ontwerpvan besluit worden ingediend om het bedrag ervan teverhogen.Rekening houdend met de Europese richtlijn die bepaaltdat vóór het jaar 2000 alle woningen moeten aangeslotenzijn op het rioolnet, zegt de minister dat hij dit gedeelte vanhet amendement niet kan overnemen omdat men behoedzaamtewerk moet gaan. Het Brussels HoofdstedelijkGewest doet in dit opzicht grote inspanningen maar in sommigegevallen (zoals in bepaalde wijken van Ukkel) waar ersteile hellingen zijn, zullen overeenkomsten moeten wordengesloten, bij voorbeeld met het Vlaamse Gewest.De indiener van dit amendement stelt dat de ministerover bijkomende financiële middelen zal beschikken en dathij dus een premie kan invoeren.Een commissielid wijst erop dat dit amendement op zijnminst de verdienste heeft dat het wijst op het belang van eengoede voorlichting van de inwoners van het BrusselsHoofdstedelijk Gewest over de verschillende premies opdatzij hun gedrag inzake waterverbruik zouden verbeteren.De minister herhaalt dat alle toewijzingen van algemeneaard zijn en dat er geen bepaling mag worden vastgestelddie uitsluitend betrekking zou hebben op een deel van degebruikers van het Gewest.Een commissielid wenst te weten hoe de BIWD voor deinningskosten zal worden vergoed. Zal de terugbetaling welgeschieden door het ministerie van financiën?De minister stelt het lid dienaangaande gerust.StemmingenAmendement nr. 53 wordt verworpen met 9 stemmentegen l stem, bij l onthouding.Amendement nr. 34, dat het artikel vervangt, wordt aangenomenmet 9 stemmen, bij 2 onthoudingen.Article 49L'article est adopté par 9 voix et deux abstentions.Artikel 49Artikel 49 wordt aangenomen met 9 stemmen, bij 2 onthoudingen.

A-61/2-95/96 -98- A-61/2 - 95/96Article 50L'article est adopté par 9 voix et deux abstentions.Artikel 50Artikel 50 wordt aangenomen met 9 stemmen, bij 2 onthoudingen.Annexe IL'annexe I est adoptée par 9 voix et deux abstentions.Bijlage IBijlage I wordt aangenomen met 9 stemmen, bij 2 onthoudingen.Annexe IIUn amendement (n 21 ) est déposé à l'annexe II. Il vise àcorriger des erreurs matérielles. Le paramètre plomb n'apas été repris dans le tableur à l'ordinateur.Un autre amendement (n° 35) - cf. annexe - vise égalementà corriger une erreur.Bijlage IIOp bijlage II wordt een amendement (nr. 21) ingedienddat ertoe strekt vergissingen recht te zetten. De parameter«lood» is niet in het elektronisch rekenblad opgenomen.Een ander amendement (nr, 35) - zie bijlage - strekt ereveneens toe een vergissing recht te zetten.VotesLes deux amendements sont adoptés par 9 voix contre 2.L'annexe n, telle qu'amendée, est adoptée par 9 voixcontre 2.StemmingenBeide amendementen worden aangenomen met 9 stemmentegen 2.Bijlage II, aldus geamendeerd, wordt aangenomen met 9stemmen tegen 2.Amendement "Intitulé de l'ordonnance"Ce point a été largement discuté auparavant.Amendement «Opschrift van de ordonnantie»Dit punt is reeds uitvoerig besproken.VoteL'amendement n° 24 est rejeté par 9 voix contre 1 et uneabstention.StemmingAmendement nr. 24 wordt verworpen met 9 stemmentegen l stem, bij l onthouding.Vote sur l'ensembledu projet d'ordonnanceLe projet d'ordonnance est adoptée par 9 voix contre 2.Suite au vote du projet d'ordonnance, la propositiond'ordonnance de M. Alain Adriaens créant une redevancesur le déversement des eaux usées devient sans objet.Les services de traduction du Conseil ont vérifié laconcordance entre le texte français et le texte néerlandais duprojet d'ordonnance et ont soumis une série de correctionsterminologiques à la commission. Celles-ci ont été adoptées.Les services ont en outre été chargés d'adopter, le caséchéant, le texte à la terminologie du Code des impôts surles revenus.Le rapport a été approuvé par 10 voix et 1 abstention.Stemming over het ontwerpvan ordonnantie in zijn geheelHet ontwerp van ordonnantie wordt aangenomen met 9stemmen tegen 2 stemmen.Gelet op de goedkeuring van het ontwerp van ordonnantieis het voorstel van ordonnantie van de heer AlainAdriaens houdende de invoering van een retributie op hetlozen van afvalwater zonder voorwerp.De vertaaldienst van de Raad heeft de concordantieonderzocht tussen de Franse en de Nederlandse tekst vanhet ontwerp van ordonnantie en heeft de commissie eenreeks terminologische correcties voorgelegd. Deze werdenaangenomen en de diensten werden ermee belast om detekst, waar nodig, aan te passen aan de terminologie van hetwetboek van de inkomstenbelasting.Het rapport is aangenomen met 10 stemmen, bij 1 onthouding.Les Rapporteurs,Le Président,De Rapporteurs,De Voorzitter,Mme Danielle CARON (F)M. Philippe SMITS (F)M. François POELANTSdu VIVIER (F)Mme Danielle CARON (F)M. Philippe SMITS (F)M. François POELANTSdu VIVIER (F)

A-61/2 - 95/96 -99. A-61/2 - 95/96Texte adopté par la CommissionPROJET D'ORDONNANCEinstituant une taxe surle déversement des eaux uséesCHAPITRE IDispositions généralesArticle l"La présente ordonnance règle une matière visée à l'article39 de la Constitution.Aangenomen tekst van de CommissieONTWERP VAN ORDONNANTIEtot instelling van een heffingop de lozing van afvalwaterHOOFDSTUK IAlgemene bepalingenArtikel lDeze ordonnantie regelt een aangelegenheid bedoeld bijartikel 39 van de Grondwet.Article 2Au sens de la présente ordonnance, on entend par:l°Egouts publics: toutes voies publiques d'écoulementd'eau existant sous forme, soit de conduites souterrainesdes eaux usées, des eaux pluviales ou des eaux mixtes,soit de rigoles ou de fossés à ciel ouvert, soit de voiesnaturelles d'écoulement des eaux et menant à des installationsde collecte des eaux usées.2° Usage domestique de l'eau: tout usage de l'eau pour lesbesoins de l'hygiène humaine, de lacuisine, du nettoyagedes biens meubles ou immeubles, ainsi que de tout usageanalogue aux usages précités,- par une personne ou un groupe de personnes vivantselon un mode familial ou communautaire, dans deslieux qui ne sont normalement pas accessibles au public;- par toute autre personne poursuivant ou non un butde lucre, de droit privé ou public.3° Usage autre que domestique de l'eau: tout usage de l'eaunécessaire pour la réalisation des activités dans les secteursmentionnés à l'annexe D.4° Pour l'application de la présente ordonnance, est assimiléà l'usage domestique de l'eau, tout usage autre quedomestique de l'eau effectué dans le cadre de la réalisationd'activités reprises à l'annexe II par une personnephysique ou morale occupant moins de sept personnes.5° Distributeur d'eau: toute personne autorisée à distribuerde l'eau dans la Région de Bruxelles-Capitale.6° Institut: Institut bruxellois pour la gestion de l'environnement.7° Ministère: Administration des finances et du budget duMinistère de la Région de Bruxelles-Capitale.Artikel 2In deze ordonnantie verstaat men onder:1° Openbare riolen: elke openbare afwatering, aangelegdhetzij als ondergrondse leidingen van afvalwater, regenwaterof gemengd water, hetzij als openluchtgreppels of-grachten, hetzij als natuurlijke waterafvoerwegen en dieleiden naar afvalwatercollectoren.2° Huishoudelijk gebruik van het water: elk gebruik vanhet water voor de behoefte van de menselijke hygiëne,de keuken, de schoonmaak van roerende of onroerendegoederen, alsook voor elk gelijkaardig gebruik,— door een persoon of groep van personen die in gezinsverbandof in een gemeenschap leven, in plaatsen,die gewoonlijk niet toegankelijk zijn voor het publiek;- door elk andere privaat- of publiekrechtelijke persoondie al dan niet een winstgevend doel nastreeft.3° Niet-huishoudelijk gebruik van het water: elk ander gebruikvan het water dat nodig is voor de verwezenlijkingvan de activiteiten in de in bijlage II vermelde sectoren.4° Voor de toepassing van deze ordonnantie, wordt gelijkgesteldaan het huishoudelijk gebruik van het water, elkander niet-huishoudelijk gebruik van het water in hetkader van de verwezenlijking van in bijlage II vermeldeactiviteiten door een natuurlijk of rechtspersoon die minderdan zeven personen tewerkstelt.5° Waterverdeler: elke persoon die ertoe gemachtigd is omhet water in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te verdelen.6° Instituut: Brussels Instituut voor Milieubeheer.7° Ministerie: Bestuur van Financiën en Begroting van hetMinisterie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

A-61/2 - 95/96 -100- A-61/2 95/96CHAPITRE 11Assiette de la taxeArticle 3I] est établi une taxe annuelle sur le déversement de l'eauusée effectué sur le territoire de la Région de Bruxelles-Capitale, quelle que soit la source de l'eau à l'exception del'eau de pluie recueillie dans des citernes à usage domestiqueet des puits à usage domestique et quel que soit son modede déversement.HOOFDSTUK UGrondslag van de heffingArtikel 3Er wordt een jaarlijkse heffing ingesteld op de lozingvan afvalwater, uitgevoerd op het grondgebied van het BrusselsHoofdstedelijk Gewest, ongeacht de herkomst van hetwater met uitzondering van het regenwater dat in tankenen putten met een huishoudelijk gebruik wordt opgevangenen ongeacht de lozingswijze.Article 4Les redevables de la taxe sont tenus d'opérer un versementanticipé de la taxe dans les conditions fixées à l'article13. Les versements anticipés dus par le redevable serontimputés sur le montant de la taxe et restitués en cas dedépassement du montant de la taxe.Sont exemptées d'opérer un versement anticipé de la taxeles personnes qui ont la jouissance d'une installation decaptage d'eau sur le territoire de Bruxelles-Capitale pource qui concerne l'eau qui n'est pas délivrée par le distributeurd'eau.Artikel 4De heffingsplichtingen zijn ertoe gehouden voorafbetalingenvan de heffing te verrichten, onder de in artikel 13gestelde voorwaarden. De door de heffingsplichtigeverschuldigde voorafbetalingen zullen worden afgetrokkenvan het bedrag van de heffing en worden terugbetaald, indiende voorafbetalingen het bedrag van de heffing overschrijden.Van de verplichting om een voorafbetaling op de heffingte storten worden vrijgesteld de personen die over eenwateropvanginstallatie beschikken op het grondgebied vanBrussel-Hoofdstad, wat het water betreft dat niet door dewaterverdeler wordt geleverd.Est redevable de la taxe:CHAPITRE mRedevablesArticle 51° La ou les personnes au nom desquelles est ouvert uncompteur d'eau auprès du distributeur d'eau sur leterritoire de la Région de Bruxelles-Capitale.2° La ou les personnes qui ont la jouissance d'une installationde captage d'eau sur le territoire de la Région deBruxelles-Capitale, en ce qui concerne l'eau qui n'estpas délivrée par le distributeur d'eau.HOOFDSTUK mHeffingsplichtigenArtikel 5De heffing is verschuldigd door:1° De persoon of personen op wiens of wier naam bij dewaterverdeler op het grondgebied van het Brussels HoofdstedelijkGewest een watermeter is geopend.2° De persoon of personen die over een waterwinningsinstallatiebeschik(t)(ken) op het grondgebied van hetBrussels Hoofdstedelijk Gewest, wat betreft het water datniet wordt geleverd door de waterverdeler.Article 6Les locataires ou les usagers de biens immobiliers envertu de contrats y apparentés, les co-propriétaires, lesemphytéotes, les superficiaires, les titulaires d'un droitd'usage ou d'habitation auxquels le redevable de la taxefournit de l'eau à titre gratuit ou à titre onéreux, sont solidairementtenus avec le redevable au paiement de celle-ci,chacun au prorata de la quantité d'eau utilisée, sauf s'ilsapportent la preuve d'avoir payé au redevable la part de lataxe afférente à l'usage de l'eau qui leur est propre.Artikel 6De huurders of de gebruikers van onroerende goederenkrachtens hiermee gelijkgestelde overeenkomsten, demedeëigenaars, de erfpachters, de houders van een reditvan opstal, alsook van een gebruiks- of woonrecht aan wiede heffingsplichtige gratis of tegen betaling water levert,zijn hoofdelijk met de heffingsplichtige de betaling ervanverschuldigd, elk naar evenredigheid van de hoeveelheidgebruikt water, behalve indien ze het bewijs voorleggen datze aan de heffingsplichtige het deel van de heffing betreffendehun eigen waterverbruik hebben betaald.

A-61/2 - 95/96 101- A-61/2 - 95/96Les paiements par des tiers sont censés être effectuéspour compte et à la décharge du redevable de la taxe.De betalingen door derden worden geacht uitgevoerd teworden voor rekening en tot ontlasting van de heffmgsplichtige.Article 7Sont exemptés de la taxe sur les eaux usées domestiquesdéversées, soit les redevables qui à l'issue de la périodeimposable sont à charge des Centres publics d'aide socialeou qui établissent que leurs revenus de la période considéréesont égaux ou inférieurs au minimum de moyens d'existence,soit les redevables qui établissent aux conditions à fixer parle Gouvernement, qu'ils fournissent de l'eau, conformémentà l'article 6, à des personnes taisant partie d'un tel ménage.Le Ministère peut constater qu'un redevable est exemptésur la base des informations recueillies auprès des Centrespublics d'aide sociale. Le Ministère peut également reconnaîtrel'exemption à la demande du redevable. Cettedemande, accompagnée de pièces justificatives, estintroduite auprès du Ministère au plus tard dans les deuxmois suivant la fin de la période imposable.Le Gouvernement fixe les modalités d'application del'exemption par voie de remboursement après applicationobligatoire du versement anticipé.Artikel 7Van de heffing op het geloosde huishoudelijk afvalwaterworden vrijgesteld, hetzij de heffingsplichtigen die op heteinde van de aanslagperiode ten laste zijn van de Openbarecentra voor maatschappelijk welzijn of die verklaren dathun inkomens gelijk zijn aan of lager zijn dan het bestaansminimum,hetzij de heffingsplichtigen die onder de doorde regering te stellen voorwaarden verklaren dat ze, overeenkomstigartikel 6, water leveren aan de personen die deeluitmaken van een dergelijk huishouden.Het Ministerie kan verklaren dat een heffingsplichtigewordt vrijgesteld op basis van de inlichtingen die wordeningewonnen bij de Openbare Centra voor MaatschappelijkWelzijn. Het Ministerie kan tevens de vrijstelling erkennenop aanvraag van de heffingsplichtige. Deze aanvraag, vergezeldvan bewijsstukken, wordt bij het Ministerie ingedienduiterlijk binnen twee maanden na het einde van de aanslagperiode.De regering legt de regels vast voor de toepassing vande vrijstelling via terugbetaling na verplichte toepassingvan de voorafbetaling.CHAPITRE IVCalcul de la taxeSECTION 1Eau usée domestiqueArticle 8La taxe due sur le déversement des eaux usées domestiquesest égale à 14 F/m 1 d'eau déversée.Les redevables de la taxe peuvent, aux conditions à fixerpar le Gouvernement, opter pour la formule de taxationréelle visée à l'article 11, §§ 1 er et 2. Cette formule de taxationdoit s'appliquer si une personne visée aux articles 5,1 ° et 2° et 6, a manifesté, conformément aux dispositionsde l'article 14, le souhait d'y recourir.Pour les redevables qui n'exercent pas l'option visée àl'alinéa 2 et qui ne souscrivent pas de déclaration, conformémentà l'article 14, leur permettant de mesurer conformémentà l'article 10, § 1 er , le volume d'eau usée qu'ilsdéversent:- le volume d'eau déversée est présumé égal au volumed'eau porté en compte au cours de la période imposablepar le distributeur d'eau;HOOFDSTUK IVBerekening van de heffingAFDELING lHuishoudelijk afvalwaterArtikel 8De heffing, verschuldigd voor het lozen van huishoudelijkafvalwater, is gelijk aan 14 fr./m 1 geloosd water.De heffingsplichtigen kunnen, onder de door de regeringte stellen voorwaarden, kiezen voor de formule van heffingsberekeningals bedoeld in artikel 11, §§ l en 2. Dezeformule van heffingsberekening moet worden toegepast,indien een in de artikelen 5, l ° en 2° en 6 bedoelde persoon,overeenkomstig de bepalingen van artikel 14, de wens heeftgeuit zich hierop te beroepen.Voorde heffingsplichtigen die de in het tweede lid bedoeldekeuze niet maken en die geen aangifte doen overeenkomstigartikel 14 waarbij het geloosde watervolume overeenkomstigartikel 10, § l, mag worden gemeten:wordt het geloosde watervolume geacht gelijk te zijn aanhet watervolume dat tijdens de aanslagperiode door dewaterverdeler in rekening wordt gebracht;

A-61/2 - 95/96 -102- A-61/2 - 95/96la taxe est égale aux versements anticipés à opérer aucours de la période imposable.is de heffing gelijk aan de voorafbetalingen die tijdensde aanslagperiode moeten worden verricht.SECTION 2Eau usée autre que domestiqueArticle 9§ 1 e1 '. - Pour le calcul de la taxe, les redevables qui déversentde l'eau usée autre que domestique sont tenus deprocéder, tous les mois, à l'analyse de l'eau qu'ils déversent,selon les méthodes et modalités fixées par le Gouvernement.Les matières polluantes dont la mesure des concentrationsdoit figurer dans les analyses, sont celles qui sont reprisesà l'annexe I de la présente ordonnance.Le montant de la taxe est déterminé, sur la base de lamoyenne des résultats des analyses réalisées par l'applicationde la formule visée à l'article 11, §§ 1 e ' et 2.§ 2. - A défaut de procéder eux-mêmes à une analysemensuelle, les redevables sont tenus lors de chaque périodeimposable de faire procéder à une analyse annuelle de l'eauqu'ils déversent par un laboratoire de leur choix agréé parle Gouvernement conformément aux modalités et méthodesfixées par lui.Cette analyse doit être faite durant le mois correspondantau mois de plus grande activité de la période imposableantérieure.Le Gouvernement fixe la période de un mois visée à l'alinéaprécédent notamment lorsqu'une période imposable deréférence fait défaut.Le montant de la taxe est déterminé sur la base desrésultats de l'analyse réalisée par le laboratoire agréé.Le redevable informe l'Institut au minimum un mois àl'avance de la date à laquelle l'analyse de l'eau qu'il déverseaura lieu. Le redevable est tenu de notifier par lettre recommandéeà l'Institut, les résultats de cette analyse dans lesquinze jours qui suivent la réception de ceux-ci.§ 3. - L'Institut peut toujours procéder ou faire procéderà ses frais à une analyse dénommée contre-analyse de l'eaudéversée par tout redevable.La contre-analyse est effectuée dans un délai d'un moisà compter de la notification des résultats de l'analyseeffectuée par le redevable.AFDELING 2Niet-huishoudelijk afvalwaterArtikel 9§ l. - Voor de berekening van de heffing zijn de heffingsplichtigendie niet-huishoudclijk afvalwater lozen er elkemaand toe gehouden het water dat ze lozen te analyserenvolgens de methodes en regels, vastgesteld door de regering.De vervuilende stoffen waarvan de meting van de concentratiein de analyses moet worden vermeld, zijn welke dieworden opgenomen in bijlage l van deze ordonnantie.Het bedrag van de heffing wordt bepaald, op basis vanhet gemiddelde van de resultaten van de analyses die mettoepassing van de in artikel 11, §§ l en 2 bedoelde formulewerden uitgevoerd.§ 2.-Indien ze zelf maandelijks geen analyse uitvoeren,zijn de heffingsplichtigen verplicht om tijdens elke aanslagperiodehet water dat ze lozen jaarlijks te laten analyserendoor een laboratorium naar keuze dat door de regering werderkend, overeenkomstig de regels en methodes vastgestelddoor de regering.Deze analyse moet gebeuren in de loop van de maandtijdens welke de heffingsplichtige in de voorafgaandeaanslagperiode de meeste activiteiten verrichtte.De regering bepaalt de periode van één maand, bedoeldin het vorige lid, met name wanneer een referentieaanslagperiodeontbreekt.Het bedrag van de heffing wordt bepaald op basis van deresultaten van de analyse die door het erkende laboratoriumwerd uitgevoerd.De heffingsplichtige brengt ten minste één maand opvoorhand het Instituut op de hoogte van de datum waaropde analyse van het water dat hij loost, zal plaatsvinden. Deheffingsplichtige is verplicht de resultaten van deze analysebinnen 14 dagen na ontvangst hiervan per aangetekendebrief aan het Instituut te betekenen.§ 3. -Het Instituut kan steeds een analyse, die een tegenanalysewordt genoemd, van het door elke heffingsplichtigegeloosde water uitvoeren of op zijn kosten laten uitvoeren.De tegenanalyse wordt uitgevoerd binnen een termijnvan één maand te rekenen vanaf de betekening van de resultatenvan de analyse die door de heffingsplichtige werduitgevoerd.

A-61/2 - 95/96 103- A-61/2 - 95/96La contre-analyse se fait selon les mêmes modalités etméthodes que l'analyse.Lorsqu'il est fait procéder à une contre-analyse, le montantde la taxe est déterminé sur la base des résultats de lacontre-analyse de l'eau déversée au cas où ces résultats démontrentune charge polluante plus importante que celleissue de l'analyse.§ 4. - Lorsque contrairement aux paragraphes précédentset sans préjudice de l'application du § 5, il n'a pas étéprocédé ou fait procéder aux analyses prévues, l'Institut peuttoujours d'initiative décider de faire procéder à une analysede l'eau déversée. Dans ce cas, le coût est à charge duredevable et le montant de la taxe est déterminé sur la basedes résultats de cette analyse.§ 5.- Par dérogation aux dispositions des § 1 er à 4, nesont pas tenus de pro'éder eux-mêmes aux analyses ou defaire procéder à l'analyse des eaux usées les redevables pourlesquels, au cours de la période antérieure à la périodeimposable, par application de la formule visée au § 3 del'article 11, la charge polluante est inférieure à:- 20 millions d'unités de pollution pour les redevables quidéversent des eaux usées dans les égouts publics;- 5 millions d'unités de pollution pour les redevables quine déversent pas des eaux usées dans les égouts publics.Dans ce cas, le montant de la taxe est déterminé sur labase de l'application de la formule visée à l'article 11, § 3.Le redevable conserve néanmoins la faculté de procéderou de faire procéder à l'analyse de l'eau, conformémentaux§§ 1 er à 4.De tegenanalyse gebeurt volgens dezelfde regels enmethodes als de analyse.Wanneer een tegenanalyse wordt uitgevoerd, wordt hetbedrag van de heffing bepaald op basis van de resultatenvan de tegenanalyse van het geloosde water, indien dezeresultaten aantonen dat de vuilvracht groter is dan welkedie uit de analyse wordt afgeleid.§ 4.-Wanneer, in tegenstelling tot de vorige paragrafenen onverminderd de toepassing van § 5, de voorziene analysesniet werden uitgevoerd, kan het Instituut steeds op eigeninitiatief een analyse van het geloosde water laten uitvoeren.In dit geval komen de kosten voor rekening van de heffingsplichtigeen wordt het bedrag van de heffing bepaaldop basis van de resultaten van deze analyse.§ 5. - In afwijking van de bepalingen van de § l tot 4,zijn de heffingsplichtigen niet verplicht om het water datze lozen, zelf te analyseren of te laten analyseren, indienvoor hen, tijdens de periode voorafgaand aan de aanslagperiode,met toepassing van de formule bedoeld in § 3 vanhet artikel 11, de vuilvracht lager is dan:- 20 miljoen vervuilingseenheden voor de heffingsplichtigendie afvalwater in de openbare riolen lozen;- 5 miljoen vervuilingseenheden voor de heffingsplichtigendie geen afvalwater in de openbare riolen lozen.In dit geval wordt het bedrag van de heffing bepaald opbasis van de toepassing van de formule bedoeld in artikel11, §3.De heffingsplichtige behoudt niettemin de mogelijkheidover te gaan of te laten overgaan tot de analyse van hetwater, overeenkomstig de §§ l en 4.Article 10§ l ct . - Pour le calcul de la taxe, les redevables sont tenusde procéder à des mesures du volume d'eau usée qu'ils déversentselon les méthodes et modalités fixées par le Gouvernement.A défaut de ce faire, le volume de l'eau déversée estprésumé, sauf preuve contraire, égal au volume d'eau captéadditionné du volume d'eau porté en compte au cours de lapériode imposable par le distributeur d'eau.§ 2. - Le volume des eaux captées au cours de la périodeimposable est égal:— soit au volume de l'eau captée mesuré dans les conditionsfixées par le Gouvernement;- soit à C x 365 x 24Artikel 10§ l. - Voor de berekening van de heffing dienen de heffingsplichtigenmetingen uit te voeren van het afvalwatervolumedat ze lozen, volgens de door de regering vastgesteldemethodes en regels.Indien ze dit niet doen, wordt het volume van het geloosdewater, behoudens tegenbewijs, verondersteld gelijk te zijnaan het volume water dat gewonnen is, vermeerderd methet volume water, verrekend door de waterverdeler tijdensde aanslagperiode.§ 2.- Het volume van het water, gewonnen tijdens deaanslagperiode is gelijk aan:- hetzij het volume van het gewonnen water dat wordtgemeten onder de voorwaarden vastgesteld door de regering;- hetzij C x 365 x 24

A-61/2 - 95/96 -104- A-61/2 - 95/96où C = capacité de la pompe utilisée pour capter l'eau(exprimée en mVheure).§ 3.- Lorsque des eaux usées autres que domestiquessont déversées en mélange avec des eaux domestiques:1° il y a lieu de tenir compte du total du volume rejeté aucours de la période imposable pour l'application de laformule de calcul telle que visée à l'article 11, § 1 er et§2;2° pour l'application de la formule de calcul telle que viséeà l'article 11, § 1 er et § 3 le volume des eaux domestiquesrejetées en mélange au cours de la période imposable estprésumé, sauf preuve contraire, égal:soit au volume de l'eau capté par le redevable additionnédu volume d'eau porté en compte au redevablepar le distributeur d'eau, exclusivement pour l'usagedomestique lorsque le redevable dispose, pour cet usage,d'un circuit autonome;soit lorsque le redevable ne dispose pas de pareil circuità 20 m 1 x N + 35 m 1 x Poù N = le nombre moyen de personnes employées parle redevable au cours de la période imposable,tel que déterminé conformément à la réglementationen matière du droit du travailwaarin C = vermogen van de pomp, gebruikt voor hetwinnen van water (uitgedrukt in m-Vuur).§ 3.-Wanneer niet-huishoudelijk afvalwater vermengdmet huishoudelijk afvalwater wordt geloosd:1° dient, voor de toepassing van de berekeningsformulezoals bedoeld in artikel 11, § l en § 2, rekening te wordengehouden met het totaal van het volume dat tijdens deaanslagperiode werd geloosd;2° wordt, voor de toepassing van de berekeningsformulezoals bedoeld in artikel 11, § l en § 3, het volume vanhet huishoudelijk water dat tijdens de aanslagperiode invermengde toestand wordt geloosd, behoudens tegenbewijs,verondersteld gelijk te zijn:- hetzij aan het volume van het water, gewonnen dooideheffingsplichtige, vermeerderd met het volume vanhet water, verrekend aan de heffingsplichtige door dewaterverdeler, uitsluitend voor huishoudelijk gebruik,wanneer de heffingsplichtige hiertoe over afzonderlijkeleidingen beschikt;- hetzij aan 20 m' x N + 35 m 3 x P, indien de heffingsplichtigeniet over een dergelijke leiding beschiktwaarin N = het gemiddelde aantal personen tewerkgestelddoor de heffingsplichtige tijdens deaanslagperiode, zoals vastgesteld overeenkomstigde reglementering inzake arbeidsrechtet P =le nombre de personnes résidant de manièrepermanente au cours de la période imposableau domicile du redevable.en P =het aantal personen die permanent in de woningvan de heffingsplichtige verblijven gedurendede aanslagperiode.Article 11Artikel II§ 1 e '. - La taxe due sur le déversement de l'eau uséeautre que domestique est égale au montant obtenu parl'application de la formule suivante:§ l. - De heffing verschuldigd voor het lozen van niethuishoudelijkafvalwater is gelijk aan het bedrag verkregendoor toepassing van de volgende formule:T= axVr+fixCPT= axVr+jïxCPoù:waarin:l ° T= le montant de la taxe exprimé en francs belgespar an.1°T = het bedrag van de heffing, uitgedrukt in Belgischefrank per jaar;2° a x Vr = le paramètre de la taxe relatif au volume d'eaudéversée.où2° a x Vr = de parameter van de heffing met betrekkingtot het volume water dat geloosd is.waarinasoit 3,1 F/m 3 , lorsque les eaux sont déverséesdans les égouts publicsahetzij 3,1 fr./m' 1 wanneer het water in deopenbare riolen wordt geloosd.

A-61/2 - 95/96 -105- A-61/2 - 95/96= soit O F/m 3 lorsque les eaux ne sont pas déverséesdans les égouts publics= hetzij O fr./m 3 wanneer het water niet inde openbare riolen wordt geloosd.Vr= le volume d'eau déversée par le redevable aucours de la période imposable exprimé en m 3Vr= het volume water geloosd door de heffingsplichtigegedurende de aanslagperiode, uitgedruktin m 33° P x CP = le paramètre de la taxe relatif à la chargepolluanteou3° P x CP = de parameter van de heffing betreffende devuilvrachtwaarinPsoit 0,014 F/unité de pollution lorsque leredevable déverse ses eaux usées dans leségouts publicsP= hetzij 0,014 fr./vervuilingseenheid wanneerde heffingsplichtige zijn afvalwater in deopenbare riolen loostsoit 0,018 F/unité de pollution lorsque leredevable ne déverse pas ses eaux dans leségouts publics= hetzij 0,018 fr./vervuilingseenheid wanneerde heffingsplichtige zijn afvalwater niet in deopenbare riolen loost.et oùen waarinCP= la charge polluante des eaux usées déverséesau cours de la période imposable exprimée enunités de pollution et dénommée Pr ou Pf selonles distinctions mentionnées aux §§ 2 et 3:CP= de vuilvracht van het afvalwater, geloosd tijdensde aanslagperiode, uitgedrukt in vervuilingseenhedenen Pr of PF genoemd volgenshet volgende onderscheid gemaakt in §§ 2en 3:§ 2.- Dans l'hypothèse où conformément à l'article 9,§ 1 er à 4 des analyses de l'eau déversée sont réalisées:§ 2. - In de veronderstelling dat, overeenkomstig artikel9, § l tot 4 de analyses van het geloosde water worden uitgevoerd:CP= CPr = Vr x (D, + D; + D,).CP= CPr = Vr x (D, + D, + D,).étant entendu dans ce cas que:waarbij vaststaat dat in dit geval:Vr= le volume d'eau déversée par le redevable aucours de la période imposable exprimé en m 3Vr= het volume water geloosd door de heffingsplichtigegedurende de aanslagperiode, uitgedruktin m 3 .D| = Q| x {(2 x DBO + DCO)} : 3 + Q, x MsoùD| = la charge polluante causée par les matières ensuspension et les matières oxydables, (expriméeen unités de pollution par m 3 ).Op Q, = coefficients de pondération tels que définisdans l'annexe I.D, = Q,x{(2xBOD+COD)} : 3 + Q, x MswaarinD, = de vuilvracht veroorzaakt door de zwevendestoffen en de oxydeerbare stoffen (uitgedruktin vervuilingseenheden per m 3 )Q,, Q^ = de wegingscoëfficienten, zoals bepaald inbijlage I.DBO= demande biochimique en oxygène pendantcinq jours (exprimée en g/m 3 ) des eaux usées.BOD= de biochemische zuurstofbehoefte gedurende5 dagen (uitgedrukt in g/m 3 ) van het afvalwater.DCOdemande chimique en oxygène (exprimée eng/m 3 ) des eaux usées déversées.COD = de chemische zuurstofbehoefte (uitgedrukt ing/m 3 ) van het geloosde afvalwater.MSteneur des matières en suspension (expriméeen g/m 3 ) des eaux usées déversées.MS= gehalte aan zwevende stoffen (uitgedruktin g/m 3 ) van het geloosde afvalwater.

A-61/2 - 95/96 -106- A-61/2 - 95/96D, =Q,xN+Q,xPoùD, = la charge polluante causée par les nutriments(azote et phosphore), (exprimée en unités depollution par in' 1 ).Qy Q^ == coefficients de pondération tels que définis enannexe I.D, = Q.xN+Q^xPwaarinD, = de vuilvracht veroorzaakt door de nutriënten(stikstof en fosfor), (uitgedrukt in vervuilingseenhedenper m 1 )Qy Q^ = de wegingscoëfficiënten, zoals bepaald inbijlage I.N= concentration d'azote dans les eaux déversées(exprimée en g/m 1 )N= de stikstofconcentratie in het geloosde water(uitgedrukt in g/m' 1 )P= concentration de phosphore dans les eaux déversées(exprimée en g/m 1 )P= de fosforconcentratie in het geloosde water(uitgedrukt in g/m 1 )D,ouQ, x Hg + Q^ x Cd + Q-, x Pb + Qg x As + Q, xCr + Q,„ x Ni + Q|| x Ag + Q|, x Cu + Q^ xZnD, = Q,xHg+Q^xCd+Q,xPb+QgXAs+Q,xCr + Q,„ x Ni + Q„ x Ag + Q„ x Cu + Q„ xZnwaarinD, = la charge polluante des métaux lourds, (expriméeen unités de pollution par m"')D^= de vuilvracht van de zware metalen (uitgedruktin vervuilingseenheden per m 1 )Q,,...Q^ = coefficients de pondération tels que définisen annexe I.Hg, Cd, Pb, As, Cr, Ni, Ag, Cu, Zn: concentration desmétaux lourds (respectivement: le mercure, le cadmium, leplomb, l'arsenic, le chrome, le nickel, l'argent, le cuivre, lezinc) dans les eaux déversées (exprimée en g/m 3 )§ 3.- Dans l'hypothèse où, conformément à l'article 9,§ 5, des analyses de l'eau déversée ne sont pas réalisées:Q,,...Q^ = de wegingscoëfficiënten, zoals bepaald inbijlage I.Hg, Cd, Pb, As, Cr, Ni, Ag, Cu, Zn: concentratie vanzware metalen (respectievelijk: kwik, cadmium, lood, arscnicum,chroom, nikkel, zilver, koper, zink) in het geloosdewater (uitgedrukt in g/m"')§ 3.- In de veronderstelling dat, overeenkomstig artikel9, § 5, geen analyses van het geloosde water wordenuitgevoerd:CP= CPf=AxSCP= CPf=AxSétant entendu dans ce cas que:waai bij vaststaat dat in dit geval :A= le nombre d'unité d'activité (telle que définiedans l'annexe II de la présente ordonnance)au cours de la période imposableA= het activiteitseenheidsaantal (zoals bepaald inbijlage II van deze ordonnantie) tijdens de aanslagperiodeS= la charge polluante estimée pour chaque unitéd'activité (exprimée en unité de pollution parunité d'activité) telle que définie à l'annexeII.S= de geraamde vuilvracht voor elke activiteitseenheid(uitgedrukt in vervuilingseenheid peractiviteitseenheid), zoals bepaald in bijlage II.Article 12Artikel 12§ 1.- Les redevables qui déversent de l'eau usée nondélivrée par le distributeur d'eau, sont, sur base d'analysesde l'eau effectuées selon les modalités et méthodes del'article 9, autorisés, pour le calcul de la taxe, à déduire dela charge polluante de l'eau déversée, la charge polluantede l'eau non délivrée par le distributeur d'eau.§ l. -De heffingsplichtigen die afvalwater lozen dat nietwerd geleverd door de waterverdeler, worden, op basis vananalyses van het water, uitgevoerd volgens de regels enmethodes van artikel 9, voor de berekening van de heffing,gemachtigd de vuilvracht van het geloosde water af tetrekken van de vuilvracht van het water dat niet door dewaterverdeler werd geleverd.

A-61/2 - 95/96 107- A-61/2 - 95/96§ 2.- Lorsque plusieurs activités telles que décrites àl'annexe II de la présente ordonnance sont à l'origine d'unmême déversement d'eau usée, il convient pour l'applicationde la formule visée à l'article 11, § 3 d'additionner lesrésultats obtenus, par application de cette formule, pourchacune des activités considérées.§ 3.- Pour l'application de la formule visée à l'article11, § 3, lorsque les valeurs fixées par l'annexe II de la présenteordonnance sont supérieures aux valeurs indiquéessoit, dans le permis d'environnement ou dans l'autorisationde déversement ou à défaut dans les normes sectoriellesapplicables, la taxe est déterminée sur la base des valeursindiquées dans le permis d'environnement ou dans l'autorisationde déversement ou, à défaut, dans les normes sectoriellesapplicables, pour autant que le redevable en fassela demande à l'Institut et qu'il produise les informationsfixées par le Gouvernement pour déterminer l'écart.§ 2. - Wanneer verschillende activiteiten, zoals beschrevenin bijlage II bij deze ordonnantie, aan de basis liggenvan eenzelfde afvalwaterlozing, dienen voor de toepassingvan de in artikel 11, § 3 bedoelde formule, de verkregenresultaten te worden opgeteld, door toepassing van dezeformule voor elk van de beschouwde activiteiten.§ 3. - Wanneer, voor de toepassing van de in artikel 11,§ 3, bedoelde formule, de door bijlage II bij deze ordonnantievastgestelde waarden hoger liggen dan de waarden vermeldhetzij in de milieuvergunning of de lozingsvergunning,hetzij bij ontstentenis in de sectorale normen van toepassing,wordt de heffing bepaald op basis van de waardenvermeld in de milieuvergunning of in de lozingsvergunningof, bij ontstentenis, in de sectorale normen van toepassing,voor zover de heffingsplichtige hiervoor een aanvraagindient bij het Instituut en de door de regering vastgesteldeinformatie verstrekt om het verschil te bepalen.CHAPITRE VCalcul et modalités de payement du versementanticipé de la taxeArticle 13§l.i- Pour les redevables de la taxe visés à l'article 5,1° les versements anticipés sont effectués lors de chaquedécompte de la fourniture d'eau délivrée par le distributeurd'eau. Le versement anticipé s'élève à 14 F/m 1 porté encompte au cours de la période imposable par le distributeurd'eau.§ 2. - Le distributeur d'eau est chargé pour le compte dela Région de la perception des versements anticipés.Le distributeur d'eau est tenu de payer au Ministère, lequinzième jour de chaque mois, les versements anticipésrecueillis le mois précédent.§ 3.- Lorsque le montant des versements anticipés annuelsexcède de 200% le montant de la taxe annuelle sur ledéversement des eaux usées, le redevable peut être sur demandeet aux conditions fixées par le Gouvernement de laRégion de Bruxelles-Capitale dispensé de payer anticipativementla partie de ces versements correspondant à l'excédent.§ 4. - Tout décompte délivré dans les conditions quirégissent la fourniture d'eau et qui porterait sur un remboursementd'une facture afférente à une livraison d'eau opéréedès l'entrée en vigueur de la présente ordonnance, comporteraun remboursement de versement anticipé à concurrencede 14 F le m 1 d'eau délivrée.§ 5. - Le distributeur d'eau est autorisé à porter les remboursementsdu mois précédent en vertu du § 4 en déductiondes sommes dues en vertu du § I".HOOFDSTUK VBerekening en wijze van betaling vande voorafbetaling van de heffingArtikel 13§ l.-Voor de heffingsplichtigen bedoeld in artikel 5, 1°worden de voorafbetalingen uitgevoerd bij elke afrekeningvan het water dat door de waterverdeler wordt geleverd. Devoorafbetaling bedraagt 14,- fr./m 1 die tijdens de aanslagperiodedoor de waterverdeler in rekening wordt gebracht.§ 2. - De waterverdeler is voor rekening van het Gewestbelast met de inning van de voorafbetalingen.De waterverdeler is ertoe gehouden om op de 15e dagvan elke maand aan het ministerie de voorafbetalingen tebetalen die tijdens de maand daarvoor werden ontvangen.§ 3.- Wanneer het bedrag van de jaarlijkse voorafbetalingenhet bedrag van de jaarlijkse heffing op de lozingvan het afvalwater met 200% overschrijdt, kan de heffingsplichtigeop aanvraag en onder de voorwaarden vastgestelddoor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering vrijgesteldworden van het gedeelte van deze voorafbetalingen dat meteen overschot overeenkomt.§ 4. - Elke afrekening afgegeven onder de voorwaardendie voorde waterlevering gelden, die zou betrekking hebbenop een terugbetaling van een factuur betreffende een waterleveringverricht vanaf de inwerkingtreding van deze ordonnantie,zal een terugbetaling van de voorafbetaling inhoudenten belope van 14 fr per m 1 geleverd water.§ 5. - De waterverdeler wordt ertoe gemachtigd om dekrachtens § 4 verrichte terugbetalingen van de vorige maandaf te trekken van de krachtens § l verschuldigde bedragen.

A-61/2 - 95/96 108. A-61/2 - 95/96§ 6.-Le Gouvernement fixe les modalités d'applicationdes §§ I e ' à 5 ainsi que la rétribution du distributeur d'eaupour frais occasionnés par la perception des versements anticipés.§ 6. - De regering bepaalt de wijze van toepassing van§§ l tot 5, alsook de vergoeding van de door de waterverdelervoor de inning van de heffing gemaakte kosten.CHAPITRE VIEtablissement et recouvrement de la taxeSECTION 1DéclarationArticle 14§ 1. - Les redevables de la taxe sont tenus, avant le 31mars de chaque année, de remplir et de remettre à l'Institutune déclaration certifiée exacte, datée et signée.La déclaration est faite aux conditions et suivant unmodèle fixé par le Gouvernement. Ce modèle contient toutesles données nécessaires au calcul de la taxe.§ 2.- Les redevables qui font un usage domestique del'eau sont dispensés de l'obligation visée au § 1°, excepté:1 ° lorsqu'ils se prévalent de l'application de l'article 8 alinéa2 ou lorsqu'ils veulent la présomption visée à l'article 8,alinéa 3, premier tiret;2° lorsqu'ils fournissent de l'eau aux personnes visées àl'article 6 et que celles-ci en font un usage autre quedomestique ou veulent se prévaloir de l'application del'article 8, alinéa 2, ou renverser la présomption visée àl'article 8, alinéa 3, premier tiret. Dans ce cas, ces personnesdoivent fournir au redevable les données nécessairesà l'établissement de sa déclaration;3° lorsque, conformément à l'article 5, 2°, ils captent del'eau.§ 3. - Lorsque le redevable est décédé ou a été déclaré enfaillite, l'obligation de souscrire la déclaration incombe dansle premier cas aux héritiers ou aux légataires et dans ledeuxième cas au curateur.§ 4.- L'Institut transmet la formule de déclaration auxredevables tenus de la faire.§ 5. - Les redevables doivent, en temps utile, se procurerla formule de déclaration auprès de l'Institut dans les casoù:1° ils font un usage domestique de l'eau et veulent se prévaloirde l'application de l'article 8, alinéa 2 ou renverserla présomption visée à l'article 8, alinéa 3, premier tiret;2° ils n'auraient pas reçu la formule alors qu'ils sont tenusde la remplir.HOOFDSTUK VIVestiging en invordering van de heffingAFDELING lAangifteArtikel 14§ l.-De heffingsplichtingen zijn ertoe gehouden iederjaar voor 31 maart aan het Instituut een aangifte voor teleggen, ingevuld, voor juist verklaard, gedagtekend enondertekend.De aangifte wordt gedaan onder de voorwaarden envolgens een model, vastgesteld door de regering. Dit modelbevat de nodige gegevens voor de berekening van de heffing.§ 2.- De hcffingsplichtigen die het water voor huishoudelijkedoeleinden gebruiken, worden vrijgesteld van deverplichting bedoeld in § l, uitgezonderd:1° wanneer ze zich beroepen op de toepassing van artikel8, tweede lid of het in artikel 8, derde lid, eerste streepjebedoelde vermoeden willen weerleggen;2° wanneer ze water leveren aan de in artikel 6 bedoeldepersonen en deze laatsten dit gebruiken voor niet-huishoudelijkedoeleinden of zich willen beroepen op detoepassing van artikel 8, tweede lid, of het in artikel 8,derde lid, eerste streepje bedoelde vermoeden weerleggen.In dit geval moeten deze personen aan de heffingsplichtigede nodige gegevens verstrekken voor de opstellingvan de aangifte;3° wanneer ze, overeenkomstig artikel 5, 2°, water winnen.§ 3. -Wanneer de heffingsplichtige is overleden of faillietwerd verklaard, rust de verplichting tot aangifte, in het eerstegeval, op de erfgenamen of de legatarissen en, in het tweedegeval, op de curator.§ 4. - Het Instituut bezorgt het aangifteformulier aan deheffingsplichtigen die de aangifte moeten doen.§ 5.-De heffingsplichtigen moeten te gelegener tijd bijhet Instituut het aangifteformulier aanvragen in geval:1° ze het water gebruiken voor huishoudelijke doeleindenen zich willen beroepen op artikel 8, tweede lid, of hetin artikel 8, derde lid, eerste streepje, bedoelde vermoedenweerleggen;2° ze het formulier niet hebben gekregen, terwijl ze verplichtzijn de aangifte in te vullen.

A-61/2 - 95/96 109- A-61/2 - 95/96SECTION 2Investigation et contrôleArticle 15Les redevables de la taxe, et les personnes visées à l'article6, ont l'obligation, lorsqu'ils en sont requis par le Ministèrede lui communiquer, tous les livres et documents nécessairesà la détermination des éléments nécessaires au calcul de lataxe.Sauf lorsqu'ils sont saisis par la justice, ou sauf dérogationaccordée par le Ministère, les livres et documents de natureà permettre la détermination des éléments nécessaires aucalcul de la taxe doivent être conservés à la disposition duMinistère, dans le bureau, l'agence, la succursale ou toutautre local professionnel ou privé du contribuable où ceslivres et documents ont été tenus, établis ou adressés, jusqu'àl'expiration de la cinquième année ou du cinquième exercicecomptable qui suit la période imposable.Les agents du Ministère peuvent emporter pour une duréemaximale de 48 heures, les livres, pièces et registres mentionnésci-avant contre remise d'un récépissé. Toutefois, ilsne peuvent pas emporter les livres qui ne sont pas clôturés.Article 16Sans préjudice du droit du Ministère de demander desrenseignements verbaux, les redevables de la taxe et lespersonnes visées à l'article 6, ont l'obligation, de lui fournir,par écrit, dans le mois de la date d'envoi de la demande,ce délai pouvant être prolongé pour de justes motifs, tousrenseignements qui leur sont réclamés aux fins de vérifierleur situation fiscale dans le cadre de l'application de laprésente ordonnance.Article 17Les vérifications et demandes de renseignements viséesaux articles 15 et 16, peuvent porter sur toutes les opérationsauxquelles le redevable a été partie et les renseignementsainsi recueillis peuvent également être invoqués en vue del'imposition de tiers.Par dérogation aux dispositions de l'alinéa 1, et sanspréjudice de l'application des articles 15et 16, le Ministèren'est pas autorisé à recueillir, dans les comptes, livres etdocuments des établissements de banque, de change, decrédit et d'épargne, des renseignements en vue de l'impositionde leurs clients.Article 18Les redevables et les personnes visées à l'article 6 sonttenus d'accorder aux agents du Ministère et chargés d'effec-AFDELING 2Onderzoek en controleArtikel !5De heffingsplichtigen en de personen bedoeld bij artikel6 zijn verplicht alle boeken en documenten, die noodzakelijkzijn om de voor de berekening van de heffing noodzakelijkegegevens te bepalen, voor te leggen, wanneer hetministerie hierom verzoekt.Behoudens wanneer zij door het gerecht in beslag genomenzijn of behoudens een afwijking toegestaan door hetministerie, moeten de boeken en bescheiden aan de handwaarvan de voorde berekening van de heffing noodzakelijkegegevens worden bepaald, ter beschikking van hetMinisterie worden bewaard in het kantoor, agentschap, bijhuisof elk ander beroeps- of privélokaal van de heffingsplichtige,waar die boeken en bescheiden worden gehouden,opgesteld of toegezonden, tot het verstrijken van helvijfde jaar of boekjaar volgend op de aanslagperiode.De ambtenaren van het Ministerie kunnen voormeldeboeken, stukken en registers meenemen voor de duur vanhoogstens 48 uur, tegen overhandiging van een ontvangbewijs.Ze worden echter niet gemachtigd de boeken dieniet gesloten zijn, mee te nemen.Artikel 16Onverminderd het recht van het ministerie om mondelingeinlichtingen te vragen, zijn de heffingsplichtigen ende personen bedoeld bij artikel 6, verplicht hem binnen eenmaand na de datum van verzending van de aanvraag, welketermijn wegens wettige redenen kan worden verlengd,schriftelijk alle inlichtingen te verstrekken die van henworden gevorderd met het oog op het onderzoek van hunfiscale toestand in het kader van de toepassing van dezeordonnantie.Artikel 17De in de artikelen 15 en 16 bedoelde verificaties en aanvragenom inlichtingen mogen slaan op alle verrichtingenwaaraan de heffingsplichtige heeft deelgenomen en de aldusingewonnen inlichtingen kunnen eveneens worden ingeroepenmet het oog op het belasten van derden.In afwijking van de bepalingen van het eerste lid, enonverminderd de toepassing van de artikelen 15 en 16, ishet ministerie niet gemachtigd in de rekeningen, boekenen documenten van de bank-, wissel-, krediet-, en spaarinstellingeninlichtingen in te zamelen met het oog op hetbelasten van hun cliënt.Artikel 18De heffingsplichtigen en de personen bedoeld in artikel6 zijn ertoe gehouden om aan de ambtenaren van het mi-

A-61/2 - 95/96 110- A-61/2 - 95/96tuer un contrôle ou une enquête se rapportant à l'applicationde la présente ordonnance, le libre accès, à toutes les heuresoù une activité s'y exerce, à leurs locaux professionnels telsque fabriques, usines, ateliers, magasins, remises, garagesou à leurs terrains servant d'usine, d'atelier ou de dépôt demarchandises, à l'effet de permettre à ces agents de constaterla nature et l'importance de ladite activité et de vérifierl'existence, la nature et la quantité de marchandises et objetsde toute espèce que ces personnes y possèdent ou y détiennentà quelque titre que ce soit, en ce compris les moyensde production et de transport et de procéder à des constatationssusceptibles de contribuer à la perception correctede la taxe.Les redevables et les personnes visées à l'article 6 sont,aux conditions de l'alinéa 1, tenus à l'obligation de permettreaux agents de l'Institut de procéder aux analyses visées àl'article 9, §§ 3 et 4.Les agents du Ministère peuvent lorsqu'ils sont chargésde la même mission, réclamer le libre accès à tous autreslocaux, bâtiments, ateliers ou terrains qui ne sont pas visésà l'alinéa 1 er et où des activités sont effectuées ou sontprésumées être effectuées. Toutefois, ils ne peuvent pénétrerdans les bâtiments ou les locaux habités que de cinq heuresdu matin à neuf heures du soir et uniquement avecl'autorisation du juge de police.nisterie, belast met het verrichten van een controle of eenonderzoek betreffende de toepassing van deze ordonnantie,tijdens de uren dat er een activiteit wordt uitgeoefend, vrijetoegang te verlenen tot hun beroepslokalen, zoals fabrieken,werkplaatsen, werkhuizen en bergplaatsen, garages of tothun terreinen, welke als werkplaats of opslagplaats van voorradendienst doen, teneinde aan die ambtenaren de mogelijkheidte verschaffen de aard en de belangrijkheid van bedoeldeactiviteit vast te stellen en het bestaan, de aard en dehoeveelheid na te zien van de voorraden en voorwerpenvan om het even welke aard die deze personen er bezittenof er uit welken hoofde ook bewaren, met inbegrip van deinstallaties en het rollend materieel en vaststellingen teverrichten die kunnen bijdragen tot de correcte inning vande heffing.De heffingsplichtigen en de personen bedoeld bij artikel6 zijn, onder de voorwaarden van het eerste lid, verplichtde ambtenaren van het Instituut toe te laten de analyses,bedoeld bij artikel 9, §§ 3 en 4, te laten verrichten.De ambtenaren van het ministerie mogen, wanneer zijmet dezelfde taak belast zijn, vrije toegang eisen tot alleandere lokalen, gebouwen, werkplaatsen of terreinen dieniet bedoeld zijn in het eerste lid en waar werkzaamhedenverricht of vermoedelijk verricht worden. Tot particulierewoningen of bewoonde lokalen hebben zij evenwel alleentoegang tussen vijf uur 's morgens en negen uur 's avondsen met machtiging van de rechter in de politierechtbank.Article 19Tout renseignement, pièce, procès-verbal ou acte, découvertou obtenu dans l'exercice de ses fonctions par un agentdu Ministère ou de l'Institut, soit directement, soit parl'entremise d'un des services, administrations, sociétés,associations, établissements ou organismes de droit publicde la Région ou qui lui serait communiqué par des servicesadministratifs de l'Etat, y compris les parquets et les greffesdes Cours et de toutes les juridictions, des communautés,des régions, des provinces ou communes, peut être invoquépour la recherche de toute somme due en vertu de la présenteordonnance.Artikel 19Elke inlichting, elk stuk, proces-verbaal of akte, welkedoor een ambtenaar van het ministerie of van het Instituutbij het uitoefenen van zijn functie, hetzij rechtstreeks, hetzijdoor tussenkomst van één van de publiekrechtelijke diensten,besturen, vennootschappen, verenigingen, instellingenof inrichtingen van het Gewest werden ontdekt of verkregenof die hem werden meegedeeld door de administratiedienstenvan de Staat, met inbegrip van de parketten en degriffies der Hoven en van alle rechtscolleges van de gemeenschappen,de gewesten, de provincies of gemeenten, kanworden ingeroepen voor het opsporen van elke krachtensdeze ordonnantie verschuldigde som.Article 20Sans préjudice des pouvoirs conférés au Ministère parles articles 26 à 27, celui-ci peut procéder aux investigationsvisées aux articles 16 à 19 et à l'établissement éventuelde taxes ou de suppléments de taxes, même lorsque ladéclaration du redevable a déjà été admise et que les taxes yafférentes ont été payées.Les investigations susvisées peuvent être effectuées sanspréavis, dans le courant de la période imposable ainsi quedans le délai prévu à l'article 28, alinéa 1.Artikel 20Onverminderd de bevoegdheden die aan het Ministeriebij de artikelen 26 tot 27 zijn toegekend, kan het de in deartikelen 16 tot 19 bedoelde onderzoekingen verrichten, eneventueel heffingen of aanvullende heffingen vaststellenzelfs wanneer de aangifte van de heffingsplichlige reedswerd aangenomen en de desbetreffende heffingen reeds werdenbetaald.Bedoelde onderzoekingen mogen zonder voorafgaandekennisgeving worden verricht gedurende de aanslagperiodeevenals binnen de termijn bedoeld in artikel 28. eerste lid.

A-61/2 - 95/96 111- A-61/2 - 95/96Elles peuvent en outre être exercées pendant le délai supplémentairede deux ans prévu à l'article 28, alinéa 2 àcondition que le Ministère ait notifié préalablement aucontribuable, par écrit et de manière précise, les indices defraude fiscale qui existent, en ce qui le concerne, pour lapériode considérée.Cette notification préalable est prescrite à peine de nullitéde l'imposition.Article 21Le Ministère, dans l'exercice de ses pouvoirs d'investigationet de contrôle visés aux articles 15 à 20, peut sefaire assister par des agents de l'Institut qui seront tenuspar toutes les obligations auxquelles est soumis le Ministère,notamment en ce qui concerne le secret professionnel.Les redevables doivent fournir à l'Institut tous les renseignementset documents nécessaires à la réalisation de lamission qui lui est impartie par l'article 9, de procéder àdes analyses, contre-analyses ou analyses d'initiative.Le Ministère peut échanger, avec l'Institut, tous renseignementssusceptibles de permettre la détermination deséléments nécessaires au calcul de la taxe. A cette fin, l'Institutpeut contrôler les données de la déclaration.Zij mogen bovendien worden verricht gedurende de inartikel 28, tweede lid, bedoelde aanvullende termijn vantwee jaar, op voorwaarde dat het ministerie de heffingsplichtigevooraf schriftelijk en op nauwkeurige wijze kennisheeft gegeven van de aanwijzingen inzake belastingontduikingdie ten aanzien van hem bestaan voor de bedoeldeperiode.Deze voorafgaande kennisgeving is voorgeschreven opstraffe van nietigheid van de aanslag.Artikel 21In de uitoefening van zijn onderzoeks- en toezichtsbevoegdheden,zoals bedoeld in de artikelen 15 tot 20, kanhet ministerie zich laten bijstaan door ambtenaren van hetInstituut die gebonden zijn aan alle verplichtingen waaraanhet ministerie is onderworpen, met name wat het beroepsgeheimbetreft.De heffingsplichtigen moeten aan het Instituut allenodige inlichtingen en documenten verstrekken voor deuitvoering van de door artikel 9 aan het Instituut toegekendeopdracht om analyses of tegenanalyses uit te voeren of opeigen initiatief uit te voeren.Het Ministerie kan, met het Instituut, alle inlichtingenuitwisselen op basis waarvan de voor de berekening van deheffing nodige elementen kunnen worden bepaald. Daartoekan het Instituut de gegevens van de aangifte controleren.SECTION 3Moyens de preuveArticle 22Pour déterminer si une personne est soumise à la taxe, etdéterminer le montant de la taxe, le Ministère peut recourirà tous les moyens de preuve admis par le droit communsauf le serment, y compris les procès-verbaux qu'il dresse.Article 23Sauf preuve contraire, l'évaluation de la base imposablepeut être faite d'après les signes ou indices d'où résulte uneconsommation d'eau supérieure à la consommation résultantdes données déclarées ou un volume d'activité ou de déversementsupérieur à celui résultant des données déclarées.Article 24A défaut d'éléments probants fournis par les redevables,par le Ministère ou l'Institut, la base d'imposition de lataxe peut être déterminée pour chaque redevable, eu égardà la taxe à charge d'au moins trois redevables similaires eten tenant compte, suivant le cas, du capital investi, du chiffred'affaires, du nombre d'ouvriers, de la force motrice utilisée,de la valeur locative des terres exploitées, de la quantitéAFDELING 3BewijsmiddelenArtikel 22Om te bepalen of een persoon aan de heffing is onderworpenen wat het bedrag is van de heffing, kan hetMinisterie alle door het gemeen recht toegelaten bewijsmiddelenaanvoeren, met uitzondering van de eed, metinbegrip van de processen-verbaal die het opmaakt.Artikel 23Behoudens tegenbewijs mag de raming van de belastbaregrondslag worden gedaan volgens tekenen en indiciënwaaruit een groter waterverbruik blijkt dan uit de aangegevengegevens of waaruit een grotere activiteit of lozingsvolumeblijkt dan uit de aangegeven gegevens.Artikel 24Bij gebreke van bewijskrachtige gegevens, die wordenverstrekt hetzij door de heffingsplichtigen, hetzij door hetministerie of het Instituut, kan de belastbare grondslag voorelke heffingsplichtige worden bepaald, naar de heffing tenlaste van ten minste drie soortgelijke heffingsplichtingenen met inachtneming, volgens het geval, van het aangewendekapitaal, van de omzet, van het aantal werklieden,

A-61/2 - 95/96 -112. A-61/2 - 95/96d'eau utilisée, du niveau de déversement, du volume d'activité,ainsi que de tout autre renseignement utile.van de benuttigde drijfkracht, van de huurwaarde van dein bedrijf genomen gronden, van de hoeveelheid gebruiktwater, de lozingsgraad, het activiteitenvolume alsook vanalle andere nuttige inlichtingen.SECTION 4Procédure de taxation1. Rectification de la déclarationArticle 25Lorsque le Ministère estime devoir rectifier la base d'impositionainsi que les autres éléments que le redevable amentionnés dans sa déclaration, répondant aux conditionsde forme et de délai prévues à l'article 14, le Ministère faitconnaître au redevable, par lettre recommandée à la poste,la base d'imposition et les autres éléments qu'il se proposede substituer à ceux qui ont été déclares ou admis par écriten indiquant les motifs qui lui paraissent justifier la rectification.Lorsque le Ministère fait usage du moyen de preuve prévuà l'article 24, il communique de la même manière le montantde la taxe due par trois redevables similaires, ainsi que leséléments nécessaires pour établir proportionnellement lemontant de la base imposable et de la taxe du redevableconcerné.Un délai d'un mois à compter de l'envoi de cet avis, cedélai pouvant être prolongé pour de justes motifs, est laisséau redevable pour faire valoir ses observations par écrit; lataxe ne peut être établie avant l'expiration de ce délai, éventuellementprolongé, sauf si le redevable a marqué son accordpar écrit sur la rectification de sa déclaration ou si lesdroits du Ministère sont en péril pour une cause autre quel'expiration des délais d'imposition.AFDELING 4Aanslagprocedurel. Wijziging van de aangifteArtikel 25Indien het Ministerie meent de belastbare grondslag enandere gegevens te moeten wijzigen die de heffmgsplichtigeheeft vermeld in zijn aangifte, die voldoet aan de vorm- enterm ij n vereisten gesteld in artikel 14, stelt het Ministeriede heffingsplichtige bij een ter post aangetekende brief inkennis van de belastbare grondslag en andere gegevens diehet voornemens is in de plaats te stellen van die welkewerden aangegeven of schriftelijk erkend, en vermeldt hetde redenen die naar zijn oordeel de wijziging rechtvaardigen.Wanneer het Ministerie gebruik maakt van het bewijsmiddelbedoeld in artikel 24, deelt het op dezelfde wijzehet bedrag mee van de heffing verschuldigd door drie gelijksoortigeheffingsplichtigen alsook de gegevens die nodigzijn voor het verhoudingsgewijs bepalen van het bedragvan de belastbare grondslag en van de heffing van debetrokken heffingsplichtige.Binnen de termijn van een maand na de verzending vandit bericht, welke termijn om wettige redenen kan wordenverlengd, kan de heffingsplichtige schriftelijk zijn opmerkingeninbrengen; de heffing mag niet worden vastgesteldalvorens die, eventueel verlengde, termijn verstreken is,behoudens indien de heffingsplichtige met de wijziging vanzijn aangifte schriftelijk instemt of indien de rechten vanhet Ministerie in gevaar verkeren wegens een andereoorzaak dan het verstrijken van de aanslagtermijn.2. Taxation d'officeArticle 26Le Ministère peut procéder à la taxation d'office en raisonde la base imposable et de la catégorie ou sous-catégoried'usage de l'eau fait par le redevable ou par les personnesvisées à l'article 6 qu'il peut présumer, eu égard aux élémentsdont il dispose dans le cas où le contribuable a omis:soit de remettre une déclaration dans les délais prévuspar l'article 14 ou par les dispositions prises en exécutionde cet article, dans la mesure où cette obligation luiincombait sur la base de l'article 14;soit d'éliminer dans le délai consenti à cette fin, le ou lesvices de forme dont serait entachée sa déclaration;2. Aanslag van ambtswege.Artikel 26Het Ministerie kan de aanslag ambtshalve vestigen opgrond van de heffingsgrondslag en de categorie of subcategorievan het waterverbruik van de heffingsplichtige ofvan de personen, bedoeld in artikel 6, die het kan vermoedenop grond van de gegevens waarover het beschikt, in degevallen waarin de heffingsplichtige nagelaten heeft:- ofwel een aangifte te doen binnen de termijnen bedoeldin artikel 14 of in de bepalingen genomen ter uitvoeringvan dit artikel, voor zover deze verplichting op hem rustteop basis van artikePH;- ofwel de vormgebreken waarmede de aangifte is aangetastbinnen de daarvoor toegestane termijn, te verhelpen;

A-61/2 - 95/96 -113- A-61/2 - 95/96soit de communiquer les livres, documents ou registresnécessaires à la détermination du montant de la taxe due;soit de fournir dans le délai les renseignements qui luiont été demandés aux fins de vérifier sa situation fiscale;- soit de répondre dans les délais fixés à l'article 25, àl'avis dont il y est question.Avant de procéder à la taxation d'office, le Ministèrenotifie au redevable par lettre recommandée à la poste, lesmotifs du recours à cette procédure, le calcul de la baseimposable et les autres éléments sur lesquels la taxationsera basée.Sauf si les droits du Ministère sont en péril pour unecause autre que l'expiration des délais d'imposition, un délaid'un mois à compter de l'envoi de cette notification est laisséau redevable pour faire valoir ses observations par écrit etla taxe ne peut être établie avant l'expiration de ce délai.- ofwel de boeken, bescheiden of registers voor te leggendie noodzakelijk zijn voor het bepalen van het bedragvan de verschuldigde heffing;- ofwel de met het oog op het onderzoek van zijn fiscaletoestand gevraagde inlichtingen binnen de termijn teverstrekken;- ofwel binnen de in artikel 25 gestelde termijn te antwoordenop het erin bedoelde bericht.Alvorens de aanslag ambtshalve wordt gevestigd, geefthet Ministerie bij een ter post aangetekende brief aan de heffingsplichtigekennis van de redenen waarom het van dieprocedure gebruik maakt, van de berekening van de belastbaregrondslag en andere gegevens waarop de aanslag zal steunen.Behalve indien de rechten van het Ministerie in gevaarverkeren door een andere oorzaak dan het verstrijken vande aanslagtermijnen, wordt aan de heffingsplichtige eentermijn van een maand, vanaf de verzending van de kennisgeving,toegestaan om zijn opmerkingen schriftelijk in tebrengen en mag de heffing niet voor het verstrijken vandeze termijn worden vastgesteld.1. Délais d'impositionSECTION 5ImpositionArticle 27La taxe due sur la base des éléments mentionnés dans ladéclaration répondant aux conditions de forme et de délaiprévues à l'article 14 peut être valablement établie jusqu'au30 septembre de l'année suivant celle dont le millésimedésigne l'exercice d'imposition.l. AanslagtermijnenAFDELING 5AanslagArtikel 27De heffing die is verschuldigd op basis van de gegevens,vermeld in de aangifte, die voldoet aan de vorm- en termijnvereistengesteld in artikel 14, kan op geldige wijze wordenvastgelegd tot 30 september van het jaar dat volgt op hetjaar waarnaar het aanslagjaar wordt genoemd.Article 28En cas d'absence de déclaration ou de remise tardive decelle-ci ou lorsque la taxe due est supérieure à celle quiressort des éléments mentionnés dans la déclaration répondantaux conditions de forme et de délai prévues à l'article14, la taxe ou le supplément de taxe peut, par dérogation àl'article 27, être établi pendant trois ans à partir du 1 er jan vierde l'année qui désigne l'exercice d'imposition pour 'equella taxe est due.Ce délai est prolongé de deux ans en cas d'infractionaux dispositions de la présente ordonnance ou des arrêtéspris pour son exécution, commise dans une intention frauduleuseou à dessein de nuire.Artikel 28Bij niet-aangifte, bij laattijdige overlegging van aangifte,of wanneer de verschuldigde heffing hoger is dan de heffingdie gebaseerd is op de gegevens vermeld in de aangifte, dievoldoet aan de vorm- en termijnvereisten gesteld in artikel14, mag de heffing of de aanvullende heffing, in afwijkingvan artikel 27, worden vastgesteld gedurende driejaar vanafl januari van het jaar waarnaar het aanslagjaar wordtgenoemd, waarvoor de heffing is verschuldigd.Deze termijn wordt met twee jaar verlengd in geval vanovertreding van de bepalingen van deze ordonnantie of vande ter uitvoering ervan vastgestelde besluiten, gedaan metbedrieglijk opzet of met het oogmerk te schaden.Article 29La taxe ou le supplément de taxe peut être établi mêmeaprès l'expiration du délai prévu à l'article 28 dans les casoù:Artikel 29De heffing of de aanvullende heffing mogen worden vastgesteld,zelfs nadat de in artikel 28 bedoelde termijn is verstrekenin geval:

A-61/2 - 95/96 -114. A.61/2 - 95/961° une action judiciaire fait apparaître que la taxe n'a pasété déclarée au cours d'une des cinq années qui précèdentcelle de l'intentement de l'action;2° des éléments probants font apparaître que des élémentsnécessaires au calcul de la taxe n'ont pas été déclarés aucours d'une des cinq années qui précèdent celle pendantlaquelle ces éléments probants sont venus à la connaissancedu Ministère ou de l'Institut. Dans ce cas, la taxedoit être établie dans les douze mois à compter de la dateà laquelle:1 ° la décision, dont l'action judiciaire a fait l'objet, n'estplus susceptible de recours;2° les éléments probants sont venus à la connaissancedu Ministère ou de l'Institut.2. Exercice d'imposition et période imposableArticle 30L'exercice d'imposition commence le 1 er janvier et setermine le 31 décembre suivant.La taxe due et les versements anticipés prévus à l'article14 pour un exercice d'imposition, sont établis sur le déversementde l'eau usée sur le territoire de la Région bruxelloisedéversée par le redevable au cours de la période imposablequi s'y rapporte.Le Gouvernement détermine la période imposable et fixela date et les modalités d'application sur la base desquellesest établi le volume annuel de l'eau déversée, captée ouportée en compte par le distributeur d'eau, ainsi que le modede calcul et la période sur laquelle porte le calcul pour établirsi le seuil de sept personnes visé à l'article 2, premier alinéa,4° est ou non dépassé.3. RôlesArticle 31Sauf s'il est fait application de l'article 8 alinéa 3, lataxe est perçue par voie de rôle. Les rôles sont arrêtés par lefonctionnaire désigné par le Gouvernement. Ils sont rendusexécutoires par le Gouvernement.Les rôles mentionnent:1 ° le nom de la Région;2° les nom, prénoms et adresse du redevable de la taxe;3° le nom du fonctionnaire responsable;4° une référence à la présente ordonnance;5° le montant de la taxe et le fait qui en justifie l'exigibilité;6° l'exercice;7° le numéro d'article;8° la date du visa exécutoire.l°een rechtsvordering uitwijst dat de heffing niet werdaangegeven in één van de vijfjaren vóór het jaar waarinde vordering is ingesteld;2° bewijskrachtige gegevens uitwijzen dat gegevens dienoodzakelijk zijn voor de berekening van de heffing nietwerden aangegeven in de loop van één van de vijfjarenvóór het jaar waarin het Ministerie of het Instituut kenniskrijgt van deze bewijskrachtige gegevens. In dit gevalmoet de heffing vastgesteld worden binnen een termijnvan twaalf maanden, te rekenen vanaf de datum waarop:l "tegen de beslissing over de rechtsvordering, geenvoorziening meer mogelijk is;2° het Ministerie of het Instituut kennis heeft genomenvan de bewijskrachtige gegevens.2. Aanslagjaar en aanslagperiodeArtikel 30Het aanslagjaar begint op l januari en eindigt op dedaaropvolgende 31e december.De verschuldigde heffing en de voorafbetalingen vermeldin artikel 14 voor een aanslagjaar worden vastgesteld op delozing van afvalwater op het grondgebied van het BrusselsGewest, geloosd door de heffmgsplichtige tijdens de aanslagperiodedie hierop betrekking heeft.De regering bepaalt de aanslagperiode en legt de toepassingsdatumen -regels vast op basis waarvan het jaarlijksevolume geloosd water, dat wordt gewonnen of door dewaterverdeler in rekening wordt gebracht, evenals de berekeningswijzeen de periode waarop de berekening betrekkingheeft, teneinde vast te stellen of de drempel van zevenpersonen zoals bedoeld in artikel 2, eerste lid, 4°, al danniet overschreden is.3. KohierenArtikel 3JBehoudens wanneer artikel 8, derde lid wordt toegepast,wordt de heffing geïnd door middel van kohieren. Dekohieren worden vastgesteld door de door de regering aangewezenambtenaar. Ze worden door de regering uitvoerbaarverklaard.De kohieren vermelden:l ° de naam van het Gewest;2° de naam, voornamen en adres van de heffingsplichtigc;3° de naam van de verantwoordelijke ambtenaar;4° een verwijzing naar deze ordonnantie;5° het bedrag van de heffing en het feit dat de invorderbaarheidervan rechtvaardigt;6° het dienstjaar;7° het artikelnummer;8° de datum van het uitvoerbaar visum.

A-61/2 - 95/96 -115- A-61/2 - 95/96L'avertissement-extrait de rôle est, à peine de forclusion,notifié au redevable dans les six mois à compter de la datedu visa exécutoire. Il est daté et porte les mentions indiquéesau § 1 er .La taxe doit être payée au plus tard dans les deux moissuivant l'envoi de l'avertissement-extrait de rôle.Les intérêts visés à l'article 33 sur les versements anticipésqui n'auraient pas été acquittés conformément à l'article13 sont perçus conformément aux alinéas précédents.Het aanslagbiljet wordt op straffe van verval, aan deheffingsplichtige betekend binnen zes maanden na de datumvan het uitvoerbaar visum. Het is gedateerd en draagtde in § l genoemde vermeldingen.De heffing moet uiterlijk binnen twee maanden na deverzending van het aanslagbiljet worden betaald.De interesten, bedoeld in artikel 33, op de voorafbetalingendie niet overeenkomstig artikel 13 zouden zijnbetaald, worden overeenkomstig de voorafgaande leden ontvangen.4. Dégrèvement administratif des surtaxesArticle 32Le fonctionnaire désigné par le Gouvernement accorded'office le dégrèvement des surtaxes résultant d'erreursmatérielles, de doubles emplois, ainsi que de celles qui apparaîtraientà la lumière de documents ou faits nouveaux probants,dont la production ou l'allégation tardive par le redevableest justifiée par de justes motifs à condition que cessurtaxes aient été constatées par l'administration ou signaléespar le redevable à celle-ci dans les trois ans à partir du1er janvier de l'année au cours de laquelle l'impôt a étéétabli.4. Administratieve ontheffing van de overbelastingenArtikel 32De door de regering aangewezen ambtenaar verleentambtshalve ontheffing van de overbelastingen die voortvloeienuit materiële vergissingen, uit dubbele belasting,alsmede van die welke zouden komen uit afdoende bevondennieuwe bescheiden of feiten waarvan het laattijdig voorleggenof inroepen door de heffingsplichtige wordt verantwoorddoor wettige redenen en op voorwaarde dat die overbelastingendoor de administratie werden vastgesteld of dooideheffingssplichtige aan de administratie werden bekendgemaaktbinnen driejaar, vanaf de Ie januari van het jaarwaarin de belasting werd vastgesteld.SECTION 6RecouvrementArticle 33A défaut de paiement de la taxe dans le délai prévu à1 ' article 31 ou à défaut de paiement des versements anticipésafférents à une facture d'eau dans les deux mois de l'envoide cette facture, les sommes dues sont productives pour ladurée de retard d'un intérêt fixé à 0,8 % par mois civil.AFDELING 6InvorderingArtikel 33Bij gebreke van betaling van de heffing binnen de inartikel 31 gestelde termijn of bij gebreke van betaling vande voorafbetalingen met betrekking tot een factuur voor water,binnen twee maanden na de verzending van deze factuur,brengen de verschuldigde sommen voor de duur van hetverwijl een interest op, die is vastgesteld op 0,8 % per kalendermaand.Article 34L'action en recouvrement de la taxe et des intérêts seprescrit par cinq ans à compter du jour où elle est née.Artikel 34De invordering van de heffing en van de interestenverjaart na vijfjaar vanaf de dag waarop ze ontstaat.Article 35§ 1°. - En cas de non-paiement de la taxe et des intérêtsdans les délais prévus à l'article 31, une contrainte estdécernée par le fonctionnaire chargé du recouvrement de lataxe portant commandement de payer dans les vingt-quatreheures à peine d'exécution par voie de saisie.Artikel 35§ l. - Bij niet-betaling van de heffing en van de interestenbinnen de in artikel 31 gestelde termijnen, wordt een dwangbeveluitgevaardigd door de ambtenaar belast met deinvordering van de heffing houdende het bevelschrift tebetalen binnen vierentwintig uur op straffe van uitvoeringdoor inbeslagneming.

A-61/2 - 95/96 116- A-61/2 - 95/96Elle est visée et rendue exécutoire par le fonctionnairedésigné à cet effet par le Gouvernement. Elle est signifiée àl'intéressé par exploit ou recommandé d'huissier de justice.§ 2.- Cette signification:interrompt le délai de prescription pour le recouvrementde la taxe et des intérêts;permet l'inscription de l'hypothèque légale visée à l'article37;permet au redevable de faire opposition à l'exécution dela contrainte de la manière prévue à l'article 38;fait courir les intérêts moratoires conformément à l'article33.Ze wordt voor gezien getekend en uitvoerbaar verklaarddoor de ambtenaar die hiertoe door de regering werd aangewezen.Hiervan wordt aan de betrokkene kennis gegevenbij een exploot of aangetekende brief van de gerechtsdeurwaarder.§ 2.- Deze kennisgeving:- stuit de verjaringstermijn voor de invordering van deinteresten en de heffing;- maakt de inschrijving van de wettelijke hypotheek,bedoeld in artikel 37, mogelijk;- maakt het de heffingsplichtige mogelijk verzet aan Ietekenen tegen de uitvoering van het dwangbevel op dein artikel 38 bepaalde wijze;- doet de moratoire rente lopen overeenkomstig artikel 33.Article 36Après la signification visée à l'article 35, § 1 er , lefonctionnaire chargé du recouvrement de la taxe.peut faireprocéder, par exploit d'huissier de justice, à la saisie-arrêtexécutionentre les mains d'un tiers sur les sommes et effetsdus au redevable. La saisie-arrêt doit également êtredénoncée au redevable par exploit d'huissier de justice.Cette saisie produit ses effets à dater de la significationde l'exploit au tiers saisi.Artikel 36Na de kennisgeving bedoeld in artikel 35, § l, kan deambtenaar, belast met de invordering van de heffing, bijeen deurwaardersexploot uitvoerend beslag onder derdenlaten leggen op de sommen en effecten die zijn verschuldigddoor de heffingsplichtige. Het derdenbeslag dient eveneensbij exploot van de gerechtsdeurwaarder te worden gemeldaan de heffingsplichtige.Dit beslag heeft uitwerking te rekenen vanaf de kennisgevingvan het exploot aan de beslagen derde.Article 37§ 1 e '. - Pour le recouvrement de la taxe, des intérêts etdes frais, la Région de Bruxelles-Capitale a un privilègegénéral sur tous les biens meubles du redevable, à l'exceptiondes navires et bateaux, et une hypothèque légale sur tousles biens appartenant au redevable et qui sont susceptiblesd'hypothèque.§ 2. - Le privilège prend rang après tous les autres privilègeslégaux existants.§ 3. - L'hypothèque légale prend rang à compter du jourde l'inscription qui en est faite en vertu de la contraintedécernée, rendue exécutoire et signifiée au redevable conformémentà l'article 35. L'inscription a lieu à la requête duGouvernement nonobstant opposition, contestation ou recours,sur présentation d'une copie, certifiée conforme parle fonctionnaire visé à l'article 35, § 1 er , deuxième alinéa,de la contrainte mentionnant la date de la signification.Artikel 37§ l.— Voor de invordering van de heffing, interesten ende kosten heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest eenalgemeen voorrecht op alle roerende goederen van de heffingsplichtige,met uitzondering van schepen en boten, enkan het een wettelijke hypotheek nemen op al de daarvoorvatbare goederen van de heffingsplichtige.§ 2.- Het voorrecht neemt onmiddellijk rang na alleandere bestaande wettelijke voorrechten.§ 3.- De wettelijke hypotheek neemt rang vanaf de dagvan haar inschrijving krachtens het, overeenkomstig artikel35, aan de heffingsplichtige uitgevaardigde, uitvoerbaar verklaardeen betekende dwangbevel. De hypotheek wordt ingeschrevenop verzoek van de regering, niettegenstaandeverzet, betwisting of beroep, op voorlegging van een afschrift,dat eensluidend wordt verklaard door de ambtenaarbedoeld in artikel 35, § l, tweede lid, van het dwangbevelwaarop de betekeningsdatum is vermeld.

A-61/2 - 95/96 -117- A-61/2 - 95/96Article 38L'exécution de la contrainte ne peut être interrompueque par une opposition motivée, formulée par le redevable,avec citation en justice; cette opposition est faite par unexploit signifié à la Région dans le mois de la significationde l'exploit ou recommandé d'huissier de justice.Artikel 38De uitvoering van het dwangbevel kan slechts wordenonderbroken door een met redenen omkleed verzet, ingedienddoor de heffingsplichtige, met dagvaarding voor hetgerecht; dit verzet wordt bij exploot betekend aan het Gewestbinnen de maand van de betekening van het exploot of deaangetekende brief van de gerechtsdeurwaarder.CHAPITRE VnSanctionsArticle 39Le fonctionnaire désigné par le Gouvernement peut appliquerpour toute infraction aux dispositions de la présenteordonnance ainsi que des arrêtés pris pour leur exécution,une amende de 500 F à 50.000 F.Cette amende est recouvrée suivant les règles prévuesaux articles 33 à 38.HOOFDSTUK VUStrafbepalingenArtikel 39De door de regering aangewezen ambtenaar kan voorelke overtreding van de bepalingen van deze ordonnantie,alsook van de uitvoeringsbesluiten ervan, een boete van500 fr. tot 50.000 fr. opleggen.Deze boete wordt ingevorderd volgens de in de artikelen33 tot 38 gestelde regels.Article 40Sans préjudice des sanctions administratives, sera punid'une amende de 100 F à 500 F celui qui, dans une intentionfrauduleuse ou à dessein de nuire, contreviendra auxdispositions de la présente ordonnance ou des arrêtés prispour son exécution.Article 41Sera puni d'une amende de 100 F à 1.000 F celui qui, envue de commettre une des infractions visées à l'article 39aura commis un faux en écritures publiques, de commerceou privées, ou qui aura fait usage d'un tel faux.Celui qui, sciemment, établira un faux certificat pouvantcompromettre les intérêts du Ministère ou fera usage depareil certificat, sera puni des mêmes peines.Artikel 40Onverminderd de administratieve sancties, zal met eenboete van 100 fr. tot 500 fr. worden gestraft hij die, met debedoeling de belasting te ontduiken of te schaden, debepalingen van deze ordonnantie of van haar uitvoeringsbesluitenzal overtreden.Artikel 41Met een boete van 100 fr. tot l .000 fr. zal worden gestrafthij die, met het oogmerk om een van de in artikel 39 bedoeldemisdrijven te plegen, in openbare geschriften, in handelsgeschriftenof in private geschriften valsheid pleegt, of dievan een zodanig vals geschrift gebruik maakt.Hij die, wetens en willens, een vals getuigschrift opsteltdat de belangen van het Ministerie kan schaden of die vaneen zodanig getuigschrift gebruik maakt, wordt gestraft metdezelfde straffen.Article 42Les personnes qui auront été condamnées comme auteursou complices d'infractions visées aux articles 40 et 41 seronttenues solidairement au paiement de l'impôt éludé.Artikel 42Personen die als daders of als medeplichtigen van misdrijven,bedoeld in de artikelen 40 en 41, werden veroordeeld,zijn hoofdelijk gehouden tot betaling van de ontdokenbelasting.CHAPITRE VmAffectation de la taxeArticle 43Le produit de la taxe est affecté au Fonds pour la gestiondes eaux usées et pluviales visé à l'article 48 de la présenteordonnance.HOOFDSTUK VfflBestemming van de heffingArtikel 43De opbrengst van de heffing wordt toegewezen aan hetFonds voor het beheer van afval- en regenwater zoalsbedoeld in artikel 48 van deze ordonnantie.

A-61/2 - 95/96 118- A-61/2 - 95/96La partie du produit de la taxe des eaux usées autres quedomestiques prélevée sur les matières polluantes qui ne sontpas traitées dans les ouvrages collectifs d'épuration peutêtre affectée à des aides à l'investissement visant à diminuerla pollution des déversements d'eaux usées en provenancedes entreprises rejetant des eaux usées autres que domestiques,selon les modalités à fixer par le Gouvernement.Le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitaleétablit un programme quinquennal des investissementsrépondant aux objectifs prioritaires définis à l'article 48.Le programme du Gouvernement est communiqué auConseil de la Région de Bruxelles-Capitale pour informationau plus tard le 30 du mois qui suit l'entrée en vigueurde la présente ordonnance.Het deel van de opbrengst van de belasting op het niethuishoudelijkafvalwater, dat wordt geheven op de vervuilendestoffen die niet worden behandeld in de collectievewaterzuiveringsinstallaties, kan worden aangewend voorsteun bij investeringen met als doel de vermindering vande vervuiling, veroorzaakt door lozingen van niet-huishoudelijkafvalwater door de ondernemingen, volgens dedoor de regering vast te stellen regels.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering maakt een vijfjarenprogrammaop van de investeringen die overeenstemmenmet de prioritaire doelstellingen zoals bepaald inartikel 48.Het programma van de Regering wordt ter informatieaan de Brusselse Hoofdstedelijke Raad uiterlijk op dedertigste dag van de maand volgend op de inwerkingtredingvan deze ordonnantie, medegedeeld.CHAPITRE IXElaboration et exécution des programmes de collecte,d'assainissement et d'épuration des eauxArticle 44Le service désigné au sein du Ministère de la Région deBruxelles-Capitale aura pour tâche:1° d'assurer la conception, la réalisation et l'accompagnementde tous travaux hydrauliques et notamment, parordre d'utilité, les ouvrages destinés à :- assainir les zones sujettes à inondation;- collecter et épurer les eaux usées et pluviales.2° de gérer ou exploiter ou de faire gérer ou exploiter lesinstallations assurant la collecte et l'épuration des eauxusées et pluviales et les infrastructures d'assainissementdes zones sujettes à inondation.HOOFDSTUK IXUitwerking en uitvoering van programma's voorde opvang, drooglegging en waterzuiveringArtikel 44De Dienst die binnen het Ministerie van het BrusselsHoofdstedelijk Gewest wordt aangewezen, zal als taak hebben:l ° te zorgen voor het ontwerpen, het uitvoeren en het begeleidenvan alle hydraulische werken en onder meer, innuttige volgorde, de werken bestemd voor:- de drooglegging van de aan overstroming onderhevigegebieden;- de opvang en zuivering van afval- en regenwater.2° de inrichtingen bestemd voor de opvang en de zuiveringvan afval- en regenwater, en voor de drooglegging vande aan overstroming onderhevige gebieden, te beherenof te exploiteren of te laten beheren of exploiteren.Article 45L'Institut élabore un programme quinquennal de préventionde la pollution de l'eau:1° l'état de la situation en matière de qualité des eaux desurface et un inventaire des types de déversements, parsecteur d'activité;2° les objectifs de qualité des eaux de surface à atteindreainsi que les délais à respecter pour réaliser ces objectifs;Artikel 45Het Instituut werkt een vijfjarenprogramma uit ter voorkomingvan de watervervuiling:l ° stand van zaken inzake de kwaliteit van het oppervlaktewateren een inventaris van de soorten lozingen, perbedrijfstak;2° de te bereiken kwaliteitsdoelstellingen van het oppervlaktewater,alsook de in acht te nemen termijnen omdeze doelstellingen te bereiken;

A-61/2 - 95/96 -119- A-61/2 - 95/963° dos propositions de mesures susceptibles d'envisager unelimitation tant qualitative que quantitative des rejetsd'eaux usées dans le milieu aquatique;4° des mesures de sensibilisation des particuliers et desentreprises à la limitation de la pollution dans le milieuaquatique et à une utilisation plus rationnelle des ressourcesen eau.Ce programme est approuvé par le Gouvernement aprèsavis du service visé à l'article 44.Chaque année, l'Institut procède à une évaluation du programme.3° voorstellen van maatregelen die een eventuele zowelkwalitatieve, als kwantitatieve beperking van de lozingenvan afvalwater in het watermilieu beogen;4° maatregelen voor de bewustmaking van particulieren enbedrijven voor een beperking van de vervuiling in hetwatermilieu en vooreen rationeler gebruik van de watervoorraden.Dit programma wordt na advies van de in artikel 44 bedoeldedienst door de regering goedgekeurd.Jaarlijks gaat het Instituut over tot een beoordeling vanhet programma.CHAPITRE XDispositions abrogatoiresArticle 46L'article 10 de la loi du 26 mars 1971 sur la protectiondes eaux de surface contre la pollution, modifié par la loidu 16 juin 1989, est remplacé en ce qui concerne la Régionde Bruxelles-Capitale par la disposition suivante:«Article 10: l'Institut est chargé d'exercer un contrôle surles déversements d'eaux usées soumis à autorisationen application de l'article 5 et derechercher toute cause éventuelle de pollutiondes eaux».HOOFDSTUK XOpheffïngsbepalingenArtikel 46Artikel 10 van de wet van 26 maart 1971 op de beschermingvan het oppervlaktewater tegen vervuiling, gewijzigdbij de wet van 16 juni 1989, wordt, wat het Brussels HoofdstedelijkGewest betreft, vervangen door de volgende bepaling:«Artikel 10: Het Instituut is belast met de uitoefening vaneen controle op de afvalwaterlozingen, onderworpenaan een vergunning met toepassingvan artikel 5, en met het onderzoek naar alleeventuele oorzaken van watervervuiling».Article 47Les articles 16 à 25 de la même loi sont abrogés en cequi concerne la Région de Bruxelles-Capitale.Artikel 47De artikelen 16 tot 25 van dezelfde wet worden, wat hetBrussels Hoofdstedelijk Gewest betreft, opgeheven.Article 48A l'article 2, 11° de l'ordonnance du 12 décembre 1991créant des fonds budgétaires,A. Remplacer le titre «Fonds pour le traitement des eaux»par «Fonds pour la gestion des eaux usées et pluviales».B. Remplacer le dernier alinéa par les dispositions suivantes:«Les moyens du Fonds, à l'exception des recettes provenantde la participation de la Région flamande à laréalisation de stations d'épuration et à leur fonctionnement,sont affectés:1° aux investissements liés au coût des études, des travauxet des acquisitions (en ce compris d'éventuelles chargesArtikel 48In artikel 2, 11°, van de ordonnantie van 12 december1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen,A. De titel «Fonds voor de waterzuivering» vervangen door«Fonds voor het beheer van afval- en regenwater».B. Het laatste lid vervangen door de volgende bepalingen:«De middelen van het Fonds, met uitzondering van deontvangsten afkomstig van de bijdrage van het VlaamseGewest tot de verwezenlijking van zuiveringsstations en dewerking ervan, worden aangewend voor:l°de investeringen gebonden aan de studie-, werk, enverwervingskosten (met inbegrip van eventuele financiële

A-61/2 - 95/96 -120- A-61/2 - 95/96financières) de biens immeubles rencontrant les objectifssuivants, énumérés par ordre d'utilité:- lutter contre les inondations dans les quartiers à risques;- collecter et épurer les eaux usées et pluviales;- assurer une gestion intégrée des eaux usées et pluviales.2° aux frais de fonctionnement des organismes d'épuration;3° aux frais de perception de la taxe par le Ministère et parl'Institut via un transfert d'une partie du Fonds vers lesrecettes régionales;4° aux frais entraînés par l'établissement de statistiques;5° aux frais de surveillance de l'état des eaux de surface etde celles collectées dans les égouts;6° aux frais d'acquisition de biens corporels et incorporelsnécessaires pour la protection et la valorisation des eauxsouterraines et de surface;7° aux remboursements de la différence entre les montantsdes versements anticipés perçus et les montants de lataxe due ainsi qu'aux remboursements des versementsanticipés versés par les redevables visés à l'article 7.Les recettes provenant de la participation de la Régionflamande à la réalisation des stations d'épuration et à leurfonctionnement, sont affectées exclusivement aux fraisd'investissement et de fonctionnement des organismesd'épuration.lasten) van onroerende goederen die aan volgende doelstellingen,opgesomd in nuttige volgorde, beantwoorden:- de strijd tegen overstromingen in risicowijken;- de opvang en zuivering van afval- en regenwater;- een geïntegreerd beheer van afval- en regenwater.2° de werkingskosten van de zuiveringsinstellingen;3° de inningskosten van de heffing door het Ministerie endoor het Instituut via een overdracht van een deel vanhet Fonds aan de gewestelijke ontvangsten;4° de kosten veroorzaakt door de opstelling van statistieken;5° de kosten betreffende de controle van de toestand vanhet oppervlaktewater en het in de riolen opgevangenwater;6° aan de verwervingskosten van materiële en immateriëlegoederen die noodzakelijk zijn voor de bescherming ende valorisatie van het grond- en oppervlaktewater;7° de terugbetalingen van het verschil tussen de bedragen,de geïnde voorafbetalingen en de bedragen van deverschuldigde heffing, evenals de terugbetalingen vanvoorafbetalingen gestort door de in artikel 7 bedoeldeheffingsplichtigen.De ontvangsten afkomstig van de bijdrage van hetVlaamse Gewest tot de verwezenlijking van de zuiveringsstationsen de werking ervan, worden uitsluitend aangewendvoor de investerings- en werkingskosten van de zuiveringsinstellingen.CHAPITRE XIDispositions transitoiresArticle 49En ce qui concerne la détermination, par le Gouvernement,de la période imposable, il ne pourra, pour la premièrepériode imposable être tenu compte, sous réserve del'application des présomptions prévues par l'ordonnance,que des déversements d'eau usée déversée à dater de sonentrée en vigueur.HOOFDSTUK XIOvergangsbepalingenArtikel 49Wat betreft de bepaling, door de regering, van de aanslagperiode,zal er, voor de eerste aanslagperiode, ondervoorbehoud van de toepassing van de vermoedens bedoelddoor de ordonnantie, slechts rekening mogen worden gehoudenmet de afvalwaterlozingen die zich sedert de inwerkingtredingvan de ordonnantie hebben voorgedaan.Article 50La présente ordonnance entre en vigueur le jour de sapublication au Moniteur belge.Artikel 50Deze ordonnantie treedt in werking de dag waarop hetin het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

A-61/2 - 95/96 121 A-61/2 - 95/96ANNEXEIMatières polluantes et coefficients de pondérationBIJLAGE IVervuilende stoffen en wegingscoëfficiëntenMatières polluantesCoefficientVervuilende stoffenCoëfficiëntMatières oxydablesMOX(')Ql 1Oxydeerbare StroffenMOX(')QllMatières en suspensionMSQ2 1Stoffen in suspensieMSQ2lAzote totalNQ3 3Totaal StikstokNQ3 3Phosphore totalPQ4 4Totaal fosforPQ4 4Métaux lourdsMercureCadmiumPlombArsenicChromeNickelArgentCuivreZincHgCdPbAsCrNiAgCuZnQ5 2400Q6 600Q7 60Q8 60Q9 60QIO 120Q11 600Q12 300Q13 60Zware metalenKwikCadmiumLoodArsenicumChroomNikkelZilverKoperZinkHgCdPbAsCrNiAgCuZnQ5 2400Q6 600Q7 60Q8 60Q9 60QIO 120Q11 600Q12 300Q13 60( 1 ) Les matières oxydables sont calculées comme suit:MOX = (2xDB05 + DCO)/3OùDB05 = Demande biologique en oxygène (5 jours)DCO = Demande chimique en oxygène( 1 ) De oxydeerbare stoffen zijn gelijk aan :MOX =(2x DB05+DCO)/3waarinBD05 = Biochemische zuurstofbehoefte gedurende (5 dagen)COD = Chemische zuurstofbehoefte

ANNEXEnActivitésN° B Ml M2 M3 M4 M5 M6 M7 M8 M9 M 10 Mil M 12 M 13 Sactivité Unité d'Activité MS MOX N P Hg Cd Pb As Cr Ni Ag Cu Zn Unités deg/Unité g/Unité g/Unité g/Unité g/Unité g/Unité g/Unité g/Unité g/Unité g/Unité g/Unité g/Unité g/Unitépollution/unitéd'activité d'acdv. d'activ. d'activ. d'activ. d'acdv. d'activ. d'activ. d'activ. d'activ. d'activ. d'activ. d'activ. d'activitéA. INDUSTRIES AGRO-ALIMENTAIRES (I)Industrie laitièreAmenée de lait et traitement primaireProduction de fromage (sauf fromage frais)Fabrication de beurre et poudre de laitProduction de lait de consommationProduits frais et fromage fraisA.010A.011A.012A.013A.0141000 1 de lait amené1000 l de lait amené1000 I de lait amené1000 1 de lait amené1000 1 de lait amené420 420600 600780 7802100 21002700 27000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000,00 0,000,00 0,000,00 0,000,00 0,000,00 0,000,00 0,00 0,000,00 0,00 0,000,00 0,00 0,000,00 0,00 0,000,00 0,00 0,000,00 0,00 0,00 8400,00 0,00 0,00 12000,00 0,00 0.00 15600,00 0,00 0,00 42000,00 0,00 0,00 5400Abattoirssans découpage, sans nettoyage boyauxet d'estomacsdécoupage, sans nettoyage boyaux et estomacdécoupage et nettoyage boyaux et estomacA.020A.021A.0221000 kg de carcasse 1500 3000 18001000 kg de carcasse 2250 4500 27001000 kgdecarcasse 3750 7500 45000000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000.000,0099001485024750Clos d'équarrissageA.0301000 kgdepr.fabr. 18000 36000 1800000,000,000,000,000,000,000,000,000,00108000Transformation de la viandeA.0401000 kgàlraiter 1800 3999 000,000,000,000,000,000,000,000,000,005799Abattoirs de volaillesA.0501000 tête abattue 6000 10000 600000,000,000,000,000,000,000,000,000,0034000Conserveries de poissonA.0601000 kg pois. brut 3000 3500 000,000,000,000,000,000,000,000,000,006500GélatineProduction de gélatineProduction d'osséineProduction de colle naturelleA.070A.071A.0721000 kg de produit 4000001333200 800000 40000 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 42932001000 kg de produit 75000 399975 127500 11250 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 9024751000 kg de produit 75000 399975 127500 11250 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0.00 902475( 1 ) Calcul de la charge polluante par unité d'activité:S = (Ql x Ml) + (Q2 x M2) + (Q3 x M3) + (Q4 x M4) + (Q5 x M5) + (Q6 x M6) + (Q7 x M7) (Q8 x M8) + (Q9 x M9) + (Q10 x M10) + (Ql 1 x Ml 1) + (Q12 x M12) + (Q13 x M13)oùMl. M2,... M 13 = coefficients de conversion tels que définis par type d'activité dans le présent tableau (exprimés en g/unité d'activité)Ql, Q2,... Q 13 = Coefficients de pondération tels que figurant à l'annexe ICalcul de la charge polluante totale:Cpf=AxSoù A = nombre d'unités d'activité de l'entreprise (au cours de la période imposable considérée)

BIJLAGE nActiviteitenActiviteitsnummerBActiviteitseenheidMlMSg/Activ.eenheidM2MOXg/Activ.eenheidM3Ng/Activ.eenheidM4Pg/Activ.eenheidM 5Hgg/Activ.eenheidM6Cdg/Activ.eenheidM7Pbg/Activ.eenheidM8Asg/Activ.eenheidM9Crg/Activ.eenheidM 10Wg/Acüv.eenheidM 11Agg/Activ.eenheidM 12Cug/Activ.eenheidM 13Zng/Activ.eenheidsvervuilingseenheden/activ.eenheidA. VOEDERMIDDELENlNDUSTRIE(l)ZuivelindustrieAanvoer van melk en primaire behandelingKaasproduktie (behalve verse kaas)Boter-en melkpoeder fabricatieConsumptiemelkproduktieVerse produkten en verse kaasA.OIOA.011A.012A.013A.0141000 laangev.melk1000 laangev.melk1000 laangev.melk1000 laangev.melk1000 laangev.melk420600780210027004206007802100270000000000000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,008401200156042005400Slachthuizenzonder versnijding, zonder reiniging vandarmen en magenversnijding, zonder reiniging van darmenen magenversnijding, reiniging van darmen en magenVilbeluikenA.020A.021A.022A.0301000 kg karkas1000 kg karkas1000 kg karkas1500225037501000 kggefabr.pro 18000300045007500360001800270045001800000000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,009900148502475010800003VleeswarenverwerkingA.0401000 kg te verwerken 18003999000,000,000,000,000,000,000,000,000,005799i 0wMPluimvleeslachterijenA.0501000 geslachtdier600010000600000,000,000,000,000,000,000,000,000,0034000VisconservenfabriekenA.0601000 kg vis30003500000,000,000,000,000,000,000,000,000,006500GelatineProduktie van gelatineProduktie van osseïneProduktie van lijmA.070 1000 kgprodukt 4000001333200800000 40000 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 4293200A.071 1000 kgprodukt 75000 399975 127500 11250 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 902475A.072 1000 kgprodukt 75000 399975 127500 11250 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 902475( 1 ) Berekening van de vuil vracht per activiteitseenheidS = (Ql x Ml) + (Q2 x M2) + (Q3 x M3) + (Q4 x M4) + (Q5 x M5) + (Q6 x M6) + (Q7 x M7) (Q8 x M8) + (Q9 x M9) + (Q10 x M10) + (Qll x Ml l) + (Q12 x M12) + (Q13 x M13)waarinMl, M2,... M 13 = conversiecoëfficiënten zoals gedefinieerd per type activiteit in deze tabel (uitgedrukt in g/activiteitseenheid)Ql, Q2,... Q13 = wegingscoëfficiënten zoals weergegeven in bijlage I.Berekening van de totale vuil vrachtCpf=AxSwaarin A = aantal activiteitseenheden van de onderneming (tijdens de in aanmerking genomen aanslagperiode)

Activités N° B Ml M2 M3 M4 M5 M6 M7 M8 M9 M 10 Mil M 12 M 13 Sactivité Unité d'Activité MS MOX N P Hg Cd Pb As Cr Ni Ag Cu Zn Unitésdeg/Unité g/Unité g/Unité g/Unité g/Unité g/Unité g/Unité g/Unité g/Unité g/Unité g/Unité g/Unité g/Unité pollution/d'activité d'activ. d'activ. d'activ. d'activ. d'activ. d'activ. d'activ. d'activ. d'activ- d'activ. d'activ. d'acdv. Unité d'activ.A. INDUSTRIES AGRO-ALIMENTAIRES (suite)(l)Matières grasses (transformation etproduction d'huiles et graisses animaleset végétales à l'exclusion des savonneries)Toutes activités confonduesRaffinage d'huiles brutes uniquementA.080A.0811000 kgdeprod.fini 9000 22500 O1000 kgdeprod.fini 5400 13500 00 315000 18900Fabrication de savon, parfums, cosmétiques,produits de nettoyageA.090m- 1 d'eau utilisée 600 1500 00 0 0 0 0 0 0 0 0 2100Brasseries, malteries, limonaderies,conditionnement et mise en bouteilleBrasserieMalterie à trempage par aspersionMalterie à trempage par immersionConditionnement de boissons non alcooliséesLimonaderies et entreprisesd'eau en bouteillesConditionnement de boissons alcooliséesA.100A.101A.102A.103A.104A.I0510001 bière1000 kg d'orge1000 kg d'orge10001 de boissons10001 de boissons10001 de boissons42006004200150015002100581083058102075207529050000000000000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000.000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,0010010143010010357535755005Distilleries et levureriesDistillerie à partir de mélange de canneDistillerie à partir de mélasse de betteraveLevurerie (levure à 30% de matière sèche)Conserverie fruits-légumesA.110 10001 d'alcool pur 6600A. Ill 10001 d'alcool pur 6600A. 112 1000 kg de levure 10800A. 120 1000 kg de prod. brut 90001540000352000050400024000000000000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000.000,000,00 0,00 0,000,00 0,00 0,000,00 0,00 0,000,00 0,00 0,000,00 0,000,00 0,000,00 0,000,00 0,000,00 15466000,00 35266000,00 5148000,00 33000Traitement de pommes-de-terreA. 130 1000 kg de prod. fabr. 24006400000,000,000,000,00 0,00 0,000.00 0,000,00 8800Production et transformation d'amidon+féculerieA. 140 1000 kg fabriqués 20004000000,000,000,000,00 0,00 0,000,00 0,000,00 6000Agro-alimentaire; autresA.500 l m 3 d'eau utilisée 8001500000000 0 00 00 2300( 1 ) Calcul de la charge polluante par unité d'activité:S =(Q1 x Ml) +(Q2 x M2) + (Q3 x M3) + (Q4 x M4) + (Q5 x M5) + (Q6 x M6) + (Q7 x M7) (Q8 x M8) + (Q9 x M9) + (QIO x M10) + (Ql 1 x Mil) + (Q12 x M12) + (Q13 x M 13)oùM 1, M2,... Ml 3 = coefficients de conversion tels que définis par type d'activité dans le présent tableau (exprimés en g/unité d'activité)Q 1, Q2,... Q 13 = Coefficients de pondération tels que figurant à l'annexe ICalcul de la charge polluante totale:Cpf=AxSou A = nombre d'unités d'activité de l'entreprise (au cours de la période imposable considérée)

ActiviteitenActiviteil:s- numme: rBActiviteits-M IMSM2MOXf, 13NM4Peenheid g/Activ. g/Activ. g// tCtiv. g; 'Activ.eenheid eenheid eeriheid efinheidM 5Hgg/Activ.eenheidM6Cdg/Acriv.eenheidM7Pbg/Activ.eenheidM8Asg/Activ.eenheidM9Crg/Activ.eenheidM 10Nig/Activ.eenheidM 11Agg/Activ.eenheidM 12Cug/Activ.eenheidM 13Zng/Aciiv.eenheidsvervuilingseenheden/adiv.eenheidA. VOEDERMIDDELENlNDUSTRIE(vervolg)d) )Vetstoffen (produktie en verwerkingvan plantaardige en dierlijke oliënen vetten met uitzondering van de zeepziederijen)Alle activiteiten zonder onderscheidEnkel raffinering van ruwe oliënA.080A.0811000 kg afgew. produkt90001000 kg afgew. produkt5400225001350000000000000000000000003150018900Fabricage van zeep, parfums, cosmeticaen onderhoudsproduktenA.090l in' gebruikt water 6001500000000000002100Bierbrouwerijen, mouterijen, limonadefabriekendrankconditioneringen bottelarijenBierbrouwerijMouterij met werking doorbesprenkelingMouterij mat werking door indompelingConditionering van niet-alcoholhoudendedrankenLimonadefabrieken en fabrieken voorwater in flessenConditionering van alcoholhoudende drankenA. 100A.101A. 102A. 103A. 104A. 10510001 bier 42001000 kg gerst 6001000 kg gerst 420010001 drank 150010001 drank 15001000 l drank 2100581083058102075207529050000000000000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000.000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000.000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,0010010143010010357535755005Spiritus en gistfabriekenFabrieken voor spiritus op basisvan rietmelasseFabrieken voor spiritus op basisvan bietmelasseGistfabrieken (gist tegen 30%droog produkt)A.110A.lllA.11210001 zuiver alcohol 660010001 zuiver alcohol 66001000 kg gist 10800154000035200005040000000000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,0015466003526600514800Vruchten en groentenconservenfabriekenîVerwerking van aardappelenA. 120A. 1301000 kg bruto produkt 90001000 kg gefab. produkt240024000640000000,000,000.000.000,000,000,000,000,000,000.000,000,000,000,000,000.000,00330008800Zetmeelproduktie-en verwerking+ zetmeelfabriekA. 1401000 m 3 gefabriceerd 20004000000,000,000.000,000,000,000,000,000,006000Voedermiddelenindustrie - andereA.500l m 1 gebruikt water 8001500000000000002300( 1 ) Berekening van de vuilvracht per activiteitseenheidS =(Q1 x M l) + (Q2 x M2) + (Q3 x M3) + (Q4 x M4) + (Q5 x M5) + (Q6 x M6) + (Q7 x M7) (Q8 \ M8) + (Q9 x M9) + (Q10 x M10) + (Ql l x Ml l) + (Q12 x M12) + (Q13 x M13)waarinM I, M2,... M 13 = conversiecoëfficiënten zoals gedefinieerd per type activiteit in deze tabel (uitgedrukt in g/activiteitseenheid)Ql, Q2,... Q13 = wegingscoëfficiënten zoals weergegeven in bijlage I.Berekening van de totale vuilvracht Cpf= A x SwaarinA = aantal activiteitseenheden van de onderneming (tijdens de in aanmerking genomen aanslagperiode)

Activités N° B Ml M 2 M 3 M4 M 5 M 6 M 7 M 8 M 9 M 10 M 11 M 12 M 13 SUnitéactivité Unité d'Activité MS MOX N P Hg Cd Pb As Cr Ni Ag Cu Zn depollution/g/Unité g/Unité g/Unité g/Unité g/Unité g/Unité g/Unité g/Unité g/Unité g/Unité g/Unité g/Unité g/Unité Unitéd'activité d'activ. d'activ. d'activ. d'activ. d'activ. d'activ. d'activ. d'activ. d'activ. d'activ. d'activ. d'activ. d'activ.B. INDUSTRIES DES METAUX ETDERIVES(l)Métaux non-ferreuxIndustrie de l'aluminium B.010 1 m 3 d'eau utilisée 600 1700Industrie du cuivre B.011 1 m 3 d'eau utilisée 600 1700Autres industries des métaux non-ferreux, B.019 1 m 3 d'eau utilisée 600 1700en ce compris l'industrie du plomb, zinc,cadmium, composés du mercure, la productionrécupération, transformation des métaux non-ferreux0 0,05O 0,05O 0,050,200,200,202,002,002,001,001,001,005,005,005,003,003,003,000,100,100,104,00 7,006,00 7,004,00 7,00506056605060Mécanique, transformation, traitement de surface métauxToutes installations B.021 1 m 3 d'eau utilisée 600 1800Supplément phosphatation B.022 l m 3 d'eau utilisée 0 0Supplément revêtement organique B.023 1 m 3 d'eau utilisée 0 1800Supplément traitement de surface B.024 1 m 3 d'eau utilisée 0 0etémailleries000020130000,000,000,000,000,000,000,000,600,000.000.001,000,000,000,000,500,000,000,005,000,000,000,005.000,000,000,000,000,000,000,004,000,000,000,007,00248052018002970Fabrication batteries primaires et secondairesSans mercure B.030 1 m 3 d'eau utilisée 600 1900Avec mercure B.031 1 m 3 d'eau utilisée 600 190020200,000,060,600,601,001,000,500,505,005,005,005,001,001,004,004,007,007,0061506294Garages, ateliers de réparations et d'entretiende véhicules (automobiles, trains, tram, bus,autres véhicules à moteur)Sans installation de peinture B.040 1 m 3 d'eau utilisée 600 1800Avec installation de peinture B.041 1 m 3 d'eau utilisée 600 18000,020,020,400,401,501,500,750,755,005,004,004,000,500,504,004,007,007,0055235523(1) Calcul de la charge polluante par unité d'activité :S = (Ql x Ml) + (Q2 x M2) + (Q3 x M3) + (Q4 x M4) + (Q5 x M5) + (Q6 x M6) + (Q7 x M7) (Q8 x M8) + (Q9 x M9) + (Q10 x M10) + (Qll x Ml 1) + (Q12 x M12) + (Q13 x M13)oùM 1, M2,... Ml 3 = coefficients de conversion tels que définis par type d'activité dans le présent tableau (exprimés en g/unité d'activité)Ql, Q2,... Q 13 = Coefficients de pondération tels que figurant à l'annexe ICalcul de la charge polluante totale : Cpf= A x SA = nombre d'unités d'activité de l'entreprise (au cours de la période imposable considérée)

Activiteiten Acriviteits- Bnummer ActiviteitseenheidMl M2 M3 M4 M5 M6 M7 M8 M9 M10 Mil M 12 M 13 SMS MOX N P Hg Cd Pb As Cr Ni Ag Cu Zn vervuüingsg/Acliv. g/Acriv. g/Aetiv. g/Activ. g/Activ. g/Activ. g/Activ. g/Activ. g/Activ. g/Activ. g/Activ. g/Activ. g/Activ. eenheden/eenheid eenheid eenheid eenheid eenheid eenheid eenheid eenheid eenheid eenheid eenheid eenheid eenheid activ.eenheidB. METAALNU VERHEID EN DERIVATEN ( l )Non-ferrometalenAluminiumnijverheidB.O l OKopernijverheid B.011Andere non-ferrometaalnijverhedenmet inbegrip van de lood-, zink-, cadmiumenkwikhoudende nijverheid, de produktie,de terugwinning, de bewerkingvan non-ferrometalen B.019l m'gebruikt waterI m 1 gebruikt waterl m' gebruikt water60060017001700600 17000 0,05 0,20 2,000 0,05 0,20 2,000,051,00 5,00 3,00 0,10 4,00 7,001,00 5,00 3,00 0,10 6,00 7,000,20 2,00 1,00 5,00 3,00 0,10 4,00 7,00506056605060Werktuigbouw, bewerking en oppervlaktebehandelingAlle installaties B.021Supplement fosfatering B.022Supplement organisch bedekken B.023Supplement oppervlaktebehandelingenemauwarenfabrieken B.024l m 3 gebruikt waterl m 3 gebruikt waterl m 3 gebruikt waterl m' 1 gebruikt water600001800O180020 0,00130 0,000 0,000,000,000,000,00 0,600,000,000,001,000,000,000,000,000,000,000,00 0,000,00 0,000,00 0,000,00 0,000,00 0,000,00 0,000.50 5,00 5,00 0,00 4,00 7,00248052018002970Fabricage van primaire en secundaire batterijenZonderkwik B.030Met kwik B.031l m 3 gebruikt waterl m 1 gebruikt water600600190019000 20 0,000 20 0,060,60 1,00 0,50 5,00 5,00 1,00 4,00 7,000,60 1,00 0,50 5,00 5,00 1,00 4,00 7,0061506294Garages, herstelling- en onderhoudwerkplaatsenvoor voertuigen (auto's, treinen, trams, bussenen andere motorvoertuigen)Zonder verfinstallatie B.040Metverfinstallaoe B.041l m'gebruikt water 600l m 3 gebruikt water 600180018000 0 0,020 0 0,020,40 1,50 0,75 5,00 4,00 0,50 4,00 7,000,40 1,50 0,75 5,00 4,00 0,50 4,00 7,0055235523( 1 ) Berekening van de vuil vracht per activiteitseenheidS = (Ql x Ml) + (Q2 x M2) + (Q3 x M3) + (Q4 x M4) + (Q5 x M5) + (Q6 x M6) + (Q7 x M7) (Q8 x M8) + (Q9 x M9) + (QlOx M10) + (Ql l x Ml l) + (Q12 x M12) + (QI3 x M13)waarinM l, M2,... M 13 = conversiecoëfficiënten zoals gedefinieerd per type activiteit in deze tabel (uitgedrukt in g/activiteitseenheid)Ql, Q2,... QI3 =wegingscoëfficiënten zoals weergegeven in bijlage I.Berekening van de totale vuilvracht Cpf = A x SwaarinA = aantal activiteitseenheden van de onderneming (tijdens de in aanmerking genomen aanslagperiode)

ActivitésN°Bactivité; Unitéd'ActivitéM 1 M2MS MOXg/Unité: g/Unitéd'activité d'activ.M3 M4N Pg/Unité g/Unitéd'activ. d'activ.M5Hgg/Unitéd'activ.M6Cdg/Unitéd'activ.M7Pbg/Unitéd'activ.M8Asg/Unitéd'activ.M9Crg/Unitéd'activ.M 10Nig/Unitéd'activ.MilAgg/Unitéd'activ.M 12Cug/Unitéd'activ.M 13Zng/Unitéd'activ.S Unitéide pollution/Unitéd'activ.2UESET DERIVES (1)Pétrochimie et chimie organique en dérivantC.0101 m'd'eau utilisée10008660000,000,000,000,000,000,000,000,000,009666Production de Na,C03C.0201000 kg fabriqués22000110003300000,000,000,000,000,000,000,000,000,00132000PeroxydesInorganiquesOrganiquesC.030C.0311000 kg finis1000 kg finis5400 1499460000 20000000000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,0020394260000Industries pharmaceutiquesFabrication de médicament par synthèsechimique pureAutre fabrication de médicaments,formes pharmaceutiques,...C.040C.0411 m 3 d'eau utilisée1 m 3 d'eau utilisée60060015001500150150000,000,000,000,000,400,200,300,100,300,100,300,100,300,100,000,000,400,2028502658Laboratoires (au sens de l'A.R. du 2/10/85)C.050l m 1 d'eau utilisée600500000,010,050,000,010,000,000,000,000,001155Industrie chimiques (autres)C.5001 m 3 d'eau utilisée10008666000,000,000,000,000,000,000,000,000,009666STRIES GRAPHIQUES, LABORATOIRES PHOTO (1)Vernis, peintures, encres et pigmentsProduction de vernisProduction de peintures à l'eauProduction de peintures à solvantsProduction d'encres d'imprimerieAutresD.OIOD.011D.012D.013D.01910001 fabriqués10001 fabriqués10001 fabriqués10001 fabriqués1 m 3 d'eau utilisée600600600300600110011001100550110000000000000,010,010,010,010,010,000,000,000,000,001,001,001,000,501,000,500,500,500,250,505,005,005,002,505,004,004,004,002,004,000,000,000,000,000,001,001,001,000,501,0015,0015,0015,007.5015,0037943794379418973794Industries graphiquesLaboratoires photo et radiographiesD.020 1 m'd'eau utilisée 600 600 0D.030 1 m-'d'eau utilisée 600 500 00 0,001 0,60 20,00 0,00 2,00 0,00 3,00 2,00 5,00 55820 0,01 0,05 0 0,01 0 0 30 0 0 19155( 1 ) Calcul de la charge polluante par unité d'activité :S = (Ql x Ml) + (02 x M2) + (Q3 x M3) +(Q4 x M4) + (Q5 x M5) + (Q6 x M6) + (Q7 x M7) (Q8 x M8) + (Q9 x M9) + (Q10 x M10) + (Qll x Mil) + (Q12 x M12) + (Q13 x M13)oùMl. M2,... M13 = coefficients de conversion tels que définis par type d'activité dans le présent tableau (exprimés en g/unité d'activité)Q 1,02,... Q 13 = Coefficients de pondération tels que figurant à l'annexe 1Calcul de la charge polluante totale : Cpf= A x SA = nombre d'unités d'activité de l'entreprise (au cours de la période imposable considérée)

ActiviteitenAcdviteitsnummerBActiviteitseenheidMlMSg/Activ.eenheidM2MOXg/Activ.eenheidM3Ng/Activ.eenheidM4Pg/Activ.eenheidM5Hgg/Activ.eenheidM6Cdg/Activ.eenheidM7Pbg/Acdv.eenheidM8Asg/Activ.eenheidM9Crg/Activ.eenheidM 10Nig/Activ.eenheidMilAgg/Activ.eenheidM 12Cug/Activ.eenheidM 13Zng/Activ.eenheidSvervuilingseenheden/activ.eenheîdC. CHEMISCHE, FARMACEUTISCHE NIJVERHEID EN DERIVATEN ( l )Petrochemie en daarvan afgeleide organischechemieC.010l m 3 gebruikt water10008660000,000,000,000,000,000,000,000,000,009666Produktie van Na,CO,C.0201000 kg gefabriceerd 22000110003300000,000,000,000,000,000,000,000,000,00132000PeroxydenAnorganischeOrganischeC.030C.0311000 kg afgewerkt1000 kg afgewerkt5400 1499460000 20000000000,000,000,000,000,000,000.000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,0020394260000Farmaceutische nijverheidFabricage van geneesmiddelen doorzuivere scheikundige syntheseAndere fabricage van geneesmiddelen,farmaceutische vormen,...C.040C.041l m 3 gebruikt waterl m 3 gebruikt water60060015001500150150000,000-000,000,000,400.200,300,100,300,100,300,100,300,100,000,000,400,2028502658Laboratoria (in de zin van het K.B. van 2/10/85)C.050l m 3 gebruikt water600500000,010,050,000,010,000,000,000,000,001155Chemische nijverheid (andere)C.500l m 3 gebruikt water10008666000,000,000,000,000,000,000,000,000,009666D. LAK - EN VERFFABRIEKEN, GRAFISCHE INDUSTRIE, FOTOLABORATORIA (l)Lak, verf, inkt en pigmentenLakproduktieWaterverfproduktieProduktie van verf met oplosmiddelenDrukinktproduktieAndereD.010D.011D.012D.013D.01910001 gefabriceerd10001 gefabriceerd10001 gefabriceerd10001 gefabriceerdl m 3 gebruikt water600600600300600110011001100550110000000000000,010,010,010,010,010,000,000,000,000,001,001,001,000,501,000,500,500,500,250,505,005,005,002,505,004,004,004,002,004,000,000,000,000,000,001,001,001,000,501,0015,0015,0015,007,5015,0037943794379418973794Grafische industrieLaboratoria voor foto's en röntgenfoto'sD.020 l m 3 gebruikt water 600 600D.030 l m 3 gebruikt water 600 500O 0,001 0,60 20,00 0,00 2,00 0,00 3,00 2.00 5,00 55820 0,01 0,05 0 0,01 0 0 30 0 0 19155( 1 ) Berekening van de vuilvracht per activiteitseenheidS= (QlxMl)+(Q2xM2)+(Q3xM3)+(Q4xM4)+(Q5xM5)+(Q6xM6)+(Q7xM7)(Q8xM8)+(Q9xM9)+(Q10xM10)+(Qll x Mll)+(Q12xM12)+(Q13xM13)waarinMl, M2,... M13 = conversiecoëfficiënten zoals gedefinieerd oertype activiteit in deze tabel (uitgedrukt in g/activiteitseenheid)Ql, Q2,... Q13 = wegingscoëfBciënten zoals weergegeven in bijlage I.Berekening van de totale vuilvracht Cpf = ' x SwaarinA = aantal activiteitseenheden van de onderneming (tijdens de in aanmerking genomen aanslagperiode)

ActivitésN°activitéBUnité d'ActivitéM 1 M2MS MOXg/Unité g/Unitéd'activité d'activ.M3Ng/Unitéd'activ.M4Pg/Unitéd'activ.M5Hgg/ünitéd'activ.M6Cdg/Unitéd'activ.M7Pbg/Unitéd'activ.M8Asg/Unitéd'activ.M9Crg/Unitéd'activ.M10Nig/Unitéd'activ.MilAgg/Unitéd'activ.M 12Cug/Unitéd'activ.M 13Zng/Unitéd'activ.S Unitéde pollution/Unitéd'activ.E. INDUSTRIES TEXTILES, TANNERIES ( 1)Lavage de la laineEnnoblissement textileE.010E.0201000 kg laine brute1000 kg traités9000 40140080000 122640040000040000.001,600,004,000,0080,000.000,000,00320,000,0080,000,000,000,0040,000,00800,00410400438480Tanneries, mégisseries, pelleteriesTannage au chrome sans travail de rivièreTannage au chrome avec travail de rivièreTannage végétal sans travail de rivièreTannage végétal avec travail de rivièreTannageàl'huileProduction de viscoseE.030E.031E.032E.033E.034E.0401000 kg peaux brutes1000 kg peaux brutes1000 kg peaux brutes1000 kg peaux brutes1000 kg peaux brutes240003600012000240001200016000024000080000160000800001000 kg de produit 240000 3332000000000000000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,00120,00180,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000.000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,002400019120028680092000184000920002013200Blanchisseries - nettoyages à sec (exceptés salons lavoirs)Sans teinture E.050Avec teinture E.0511000 kg de linge1000 kg de linge1500030000450009000000000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,0060000120000Industrie textile - autresFabrication textile, habillement, ameublementarticles en cuir E.500Autres industries textiles-fibres naturelles E.501Autres industries textiles-fibres synthétiques E.5021 m'd'eau utilisée1 m'd'eau utilisée1 m 3 d'eau utilisée10001000600300020008330250002500,000,010,000,000,030,000,000,500,000,000,000.000,002,000,000,000,500,000,000,000,000,000,250,000,005,0060,00400044745033F. INDUSTRIE DU PAPIER/CARTON/BOIS (I)Pâtes à papier, papiers et cartonsFabrique de papiers-cat.I (kraft, tissu)Fabrique de papiers-cat.II (papier couché)Fabrique de papiers-caLlIl (récup. de papier)Fabrique de papiers-cat.I V (papier spécYcarton)Industries du boisPanneaux en fibre de boisAutresF.010F.011F.012P.013F.020F.0291000 kg de papiers1000 kg de papiers1000 kg de papiers1000 kg de papiers1000 kg fabriqués1 m 3 d'eau utilisée300003375030000750001800080060000675005000010000029988175080090010001000Production de méthylcellulose F.030 1000 kg fabriqués 39000 119145 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 1581450080090010001000000,000,000.000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000.000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,009560010755087000182000479882550( 1 ) Calcul de la charge polluante par unité d'activité :S= (Ql xMI)+(Q2xM2)+(Q3xM3)+(Q4xM4)+(Q5xM5)+(Q6xM6)+(Q7xM7)(Q8xM8)+(Q9xM9)+(Q10xM10)+(QllxMll)+(Q12xMI2)+(Q13xM13)oùMl, M2,... M 13 = coefficients de conversion tels que définis par type d'activité dans le présent tableau (exprimés en g/unité d'activité)Ql, Q2,... Q 13 = Coefficients de pondération tels que figurant à l'annexe 1Calcul de la charge polluante totale : Cpf= A x SA = nombre d'unités d'activité de l'entreprise (au cours de la période imposable considérée)

ActiviteitenE. TEXTIELINDUSTRIE, LEERLOOIERIJEN ( l)WolwasserijTextielveredelingLeer- en witlooierijen, pelterijenChroom looien zonder rivierwerkChroom looien met rivierwerkLooien met plantaardige stoffenzonder rivierwerkLooien met plantaardige stoffenmet rivierwerkLooien met oliënViscoseproduktieWasserijen, droogkuis (uitgezonderd wassalons)Zonder ververijMet ververijTextielindustrie - andereFabricage van textiel, kledingstukken,meubelstoffen, lederartikelenAndere textielindustriën-natuurlijke vezelsAndere textielindustriën-synthetische vezelsAcüviteilis-nuromerE.010E.020E.030E.031E.032E.033E.034E.040E.050E.051E.500E.501E.502BActiviteitseenheid1000 kg ruwe wol1000 kg behandeld1000 kg ruwe huiden 24000 1600001000 kg ruwe huiden 36000 2400001000 kg ruwe huiden1000 kg ruwe huiden1000 kg ruwe huidenlOOOkgprodukt 240000 3332001000 kg wasgoed1000 kg wasgoedl m'gebruikt waterl m 3 gebruikt waterl m 3 gebruikt waterM l M2MS MOXg/Activ. g/Acliv.eenheid eenheid9000 40140080000 12264012000 8000024000 16000012000 8000015000 4500030000 900001000 30001000 2000600 833M3Ng/Activ.eenheid0400000000000002500M4Pg/Activ.eenheid04000000000000250M 5Hgg/Activ.eenheid0,001,600,000,000,000,000,000,000,000,000,000,010,00M6Cdg/Activ.eenheid0,004,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,030,00M7Pbg/Activ.eenheid0,0080,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,500,00M8Asg/Activ.eenheid0,000.000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,00M9Crg/Activ.eenheid0,00320,00120,00180,000,000,000,000,000,000,000,002,000,00M 10Nig/Activ.eenheid0,0080,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,500,00M 11Agg/Activ.eenheid0,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000.00M 12Cug/Activ.eenheid0,0040,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,250,00M 13Zng/Activ.eenheid0,00800,000,000,000,000,000,00240000,000,000,005,0060,00svervuilingseenheden/acriv.eenheid4104004384801912002868009200018400092000201320060000120000400044745033P. PAPIER-KARTON-EN HOUTNU VERHEID (l)Pulp, papieren kartonPapierfabriek-cat.I (kraft, tissues)Papiefrabriek-cat.II (gestreken papier)Papierfabriek-cat.IU (kringlooppapier)Papierfabriek-cat.IV (speciaal papier/karton)HoutnijverheidHoutvezelplatenAndereMethylcelluloseproduktieF.010R011R012R013R020R0291000 kg papier1000 kg papier1000 kg papier1000 kg papier1000 kg gefabriceerdl m 3 gebruikt water30000 6000033750 6750030000 5000075000 10000018000 29988800 1750800900100010000080090010001000000,000,000,000,000,000,00R030 1000 kg gefabriceerd 39000 119145 0 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000.000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000.000,000,000,000,009560010755087000182000479882550158145( I ) Berekening van de vuilvracht per activiteitseenheidS= (QlxMl)+(Q2xM2)+(Q3xM3)+(Q4xM4)+(Q5xM5)+(Q6xM6)+(Q7xM7)(Q8xM8)+(Q9xM9)+(Q10xM10)+(Qll xMll)+(Q12xM12)+(Q13 xM13)waarinMl, M2,... M 13 = conversiecoëfficiënten zoals gedefinieerd per type activiteit in deze tabel (uitgedrukt in g/activiteitseenheid)Q l, Q2,... Q 13 = wegingscoëfficiënten zoals weergegeven in bijlage I.Berekening van de totale vuilvracht Cpf= A x SwaarinA = aantal activiteitseenheden van de onderneming (tijdens de in aanmerking genomen aanslagperiode)

Activités N° B Ml M2 M3 M4 M 5 M6activité Unité d'Activité MS MOX N P Hg Cdg/Unité g/Unité g/Unité g/Unité g/Unité g/Unitéd'activité d'activ. d'activ. d'activ. d'activ. d'activ.G.CARR1ERES, INDUSTRIES DU VERRE, DE L'AMIANTE, PRODUITS MINERAUX NON METALLIQUES (1)Carrières, cimenteries, sablières et dragageAvec étang de décantationSans étang de décantationIndustrie verrièreFabrique de verre plat (ou utilisation)Fabrique de verre creuxFabrique dérivés du verre (laine, billes,mousses,...)Miroiterie et matage du verreIndustrie produits non métalliquesMatériaux de constructionFinition de produits d'amiante-ci ment,décontami nationAutres industries de produits minérauxnon métalliquesG.010G.OllG.020G.021G.022G.023G.030G.031G.0391 m'd'eau utilisée1 m- 1 d'eau utilisée1 m'd'eau utilisée1 m 3 d'eau utilisée1 m 3 d'eau utilisée1 m 3 d'eau utilisée1 m 1 d'eau utilisée1 m 3 d'eau utilisée1 m 3 d'eau utilisée60018006006006006001200480600300300400400400400300186,440050505010004000303030300800M7 M8 M9Pb As Crg/Unité g/Unité g/Unitéd'activ. d'activ. d'activ.0,00 0,00 0,00 0,00 0,000,00 0,00 0,00 0,00 0,000,00 0,60 0,00 0,00 0,000,00 0,60 3,00 0,00 5,000,00 0,60 0,00 0,00 0,000,00 0,60 0,00 0,00 0,000,00 0,00 0,00 0,00 0,000,00 0,00 0,00 0,00 0,800,00 0,60 0,00 0,00 0,00M 10 MilNi Agg/Unité g/Unitéd'activ. d'activ.M 12 M 13Cu Zng/Unité g/Unitéd'activ. d'activ.S Uni téde pollution/Unitéd'activ.0,00 0,00 0.00 0,00 9000,00 0,00 0,00 0,00 21005,005,000,005,000,500,000,000,504,000,000,004,000,000,000,000.0037302710163038800,00 0,00 0,00 0,00 15000,00 0,00 0,00 0,00 22345,00 0,50 4,00 0,00 3460H. INSTALLATIONS DE NETTOYAGE (1)Installations de nettoyage de véhiculesNettoyage de véhicules et bateaux fluviauxaffectés au transport de liquidesInstallation pour le nettoyage des fûtH.OIOH.020H.030I m- 1 d'eau utilisée1 m 1 d'eau utiliséel m 3 d'eau utilisée60010006006004500600600002000,010,1 0,50,20,61100,54505010315 231030595204454M. AUTRES (1)Entreprises recyclage et traitement déchetsDéchets contenant du mercureDéchets sans mercureExploitations agricoles - horticultureImmeubles collectifs - hospitaliersDentistesExploitation de piscinesAutres activités (occasionnant des rejets denature différente à ceux visésà l'article 2,2° de la présente ordonnance)(1) Calcul de la cliarge polluante par unité d'activité :S = (Ql x Ml) + (Q2 x M2) + (Q3 x M3) + (Q4 x M4) + (Q5 x M5) + (Q6 x M6) + (Q7 x M7) (Q8 x M8) + (Q9 x M9) + (Q10 x M10) + (Qll x Mil) + (Q12 x M12) + (QI3 x M13)oùM 1, M2,... M 13 = coefficients de conversion tels que définis par type d'activité dans le présent tableau (exprimés en g/unité d'activité)Q I, Q2,... Q 13 = Coefficients de pondération tels que figurant à l'annexe 1Calcul de la charge polluante totale : Cpf= A x SM.010M.011M.020M.021M.023M025M.500l m 3 d'eau utiliséel m 3 d'eau utiliséel m 3 d'eau utiliséel m 3 d'eau utiliséel m 3 d'eau utiliséel m 3 d'eau utiliséel m 3 d'eau utilisée6006006006006001600A =s nombre d'unités d'activité de l'entreprise (au cours de la période imposable considérée)2500250030030030013300000004000000100,30000001,500000000000000000000000000000000000000000000000000000004720310090090090030900

ActiviteitenSteengroeven, cementbedrijven, zandgroeven en baggerwerken ;erwerkenMet bezinkingsvijverG.010Zonder bezinidngsvij verG.011GlasnijverheidFabriek voor plat glas (of gebruik)Fabriek voor hol glasFabriek voor glasderi vaten (glaswol, kogels,vezels,...)Spiegelfabriek en produktie van matglasIndustrie van niet-metaalhoudende minerale produkten ïnBouwmaterialenG.030Afwerking van asbestcementprodukten,sanerenG.031Andere industries voor niet-metaalhoudendeminerale produktenG.039H. REJNrGINGSINRICHTINGEN(l)Inrichtingen voor de reinigingvan voertuigenReinigen van wagens en binnenschepenwelke vloeibare produkten transporterenInrichtigen voor het reinigen van vatenM. ANDERE (l)Recycling en afvalverwerking ondernemingenKwikhoudend afvalAfval zonder kwikLand- en tuinbouwbedrijvenM.020Collectieve ziekenhuisgebouwenM.021TandartsenM.023Uitbaüng van zwembadenM 025Andere activiteiten (die lozingen met zich brengenverschillend van die bedoeld in artikel 2,2° van deze ordonnantie) M.500WEID, NIET -METAALHOUDENDE MINERALE PRODUKTEN ( l )G.020G.021G.022G.023H.010H.020H.030M.010M.011ActiviteitsnummerActiviteitseenheidl m'gebruikt waterl m'gebruikt waterl m 1 gebruikt waterl m 3 gebruikt waterl m 3 gebruikt waterl m 3 gebruikt waterl m 3 gebruikt waterl m 3 gebruikt waterl m 3 gebruikt waterl m 3 gebruikt water1 m 3 gebruikt waterl m 3 gebruikt waterl m 3 gebruikt waterl m 3 gebruikt waterl m 3 gebruikt waterl m 3 gebruikt waterl m 3 gebruikt waterl m 3 gebruikt waterM IMSg/Activ.eenheid6001800600600600600120048060060010006006006006006006001M2MOXg/Activ.eenheid300300400400400400300186,440060045006002500250030030030013! m 3 gebruikt water 600 300(l) Berekening van de vuilvracht per activiteitseenheidS = (Ql x Ml) + (Q2 x M2) + (Q3 x M3) + (Q4 x M4) + (Q5 x M5) + (Q6 x M6) + (Q7 x M7) (Q8 x M8) + (Q9 x M9) + (Q10 x M10) + (Qll x Ml l) + (Q12 x M12) + (Q13xM13)waarinM l, M2,... M 13 = conversiecoefficiënten zoals gedefinieerd per type activiteit in deze tabel (uitgedrukt in g/activiteitseenheid)Ql, Q2,... Q13 = wegingscoëfficiënten zoals weergegeven in bijlage I.Berekening van de totale vuilvracht Cpf= A x SwaarinA = aantal activiteitseenheden van de onderneming (tijdens de in aanmerking genomen aanslagperiode)M3Ng/Activ.eenheid0050505010004000060000000004M4Pg/Activ.eenheid003030303008000020000001M5Hgg/Activ.eenheid0,000,000,000,000,000,000,000,000,00000,010,30000M6Cdg/Activ.eenheid0,000,000,600,600,600,600,000,000,600,10,20,61.500000M7Pbg/Activ.eenheid0,000,000,003,000,000,000,000,000,000,51I000000M8Asg/Activ.eenheid0,000,000,000,000,000,000,000,000,00000,5000000M9Crg/Activ.eenheid0,000,000,005,000.000,000,000,800,00245000000M 10Nig/Activ.eenheid0,000,005,005,000,005,000,000,005,00005000000M 11Agg/Activ.eenheid0,000,000,500,000,000,500,000,000,5000'000000OM 12Cug/Activ.eenheid0,000,004,000,000,004,000,000,004,00003000000OM 13Zng/Activ.eenheid0.000,000,000,000,000,000,000,000,0015305000000Svervuilingseenheden/activ.eenheid900210037302530163038801500223434602280946043944720310090090090030900

A-61/2 - 95/96 134 A-61/2 - 95/96VI. ANNEXEAnnexe 1 : AmendementsVI. BIJLAGEBijlage l : AmendementenN 0 lNr. lArticle 2Remplacer les mots au 7° «Ministère des Finances dela Région de Bruxelles-Capitale» par les mots «Administrationdes Finances et du Budget du Ministère de laRégion de Bruxelles-Capitale».Artikel 2In 7° de woorden «Ministerie van Financiën van hetBrussels Hoofdstedelijk Gewest» te vervangen door «Bestuurvan Financiën en Begroting van het Ministerie vanhet Brussels Hoofdstedelijk Gewest».JUSTIFICATIONLa dénomination du Ministère des Finances a été corrigée pour respecterl'appellation correcte.VERANTWOORDINGDe naam van het Ministerie van Financiën werd verbeterd om de correctebenaming te eerbiedigen.?2Article 3Ajouter après les mots «quelle que soit la source del'eau» les mots «à l'exception de l'eau de pluie recueilliedans des citernes à usage domestique».Nr. 2Artikel 3Na de woorden «ongeacht de waterbron» de woordentoe te voegen «met uitzondering van het regenwater datvoor huishoudelijk gebruik in tanken wordt opgevangen».JUSTIFICATIONLes eaux déversées provenant des citernes d'eau de pluie sont excluesde l'ordonnance. En effet, ces citernes permettent, lors de pluies abondantes,d'éviter une surabondance de déversement et peuvent contribuerdès lors à limiter le surdimensionnement des collecteurs.Par contre, les citernes d'eau de pluie à usage autre que domestique,vu la nature des rejets et les objectifs poursuivis par la taxe, restent viséespar l'ordonnance : en effet, l'effet positif évoqué ci-avant n'a pas de communemesure avec le coût de traitement des eaux usées déversées.VERANTWOORDINGDe regenwatertanken zijn van de ordonnantie uitgesloten. Deze tankenimmers voorkomen de overdreven afmetingen van collectoren tcneindehet hoofd te kunnen bieden in toestanden van overvloedige regenbuien.Daarentegen blijven de regenwatertanken met een ander doel dan hethuishoudelijk gebruik, aangezien de aard van de lozing en de doelstellingenbeoogd door de heffing, aan de ordonnantie onderworpen : de voornoemdegunstige invloed immers is niet te vergelijken met de kostprijsvan de behandeling van het geloosde afvalwater.?3Article 4Remplacer au 1er alinéa les mots «fixées à l'article 12»par les mots «fixées à l'article 13».Nr. 3Artikel 4In het eerste lid de woorden «bepaald door artikel 12»te vervangen door de woorden «bepaald door artikel I3».JUSTIFICATIONII s'impose de corriger une erreur matérielle de renvoi d'article.VERANTWOORDINGEen materiële fout van artikelverwijzing verbeteren dringt zich op.

A-61/2 - 95/96 135— A-61/2 - 95/96?4Nr. 4Article 7Remplacer au premier alinéa les mots «... les redevablesà charge des Centres publics d'aide sociale ou quiétablissent que leurs revenus sont égaux ou inférieurs auminimum de moyens d'existence ...» par les mots «... lesredevables qui à l'issue de la période imposable sont àcharge des Centres publics d'aide sociale ou qui établissentque leurs revenus de la période considérée sont égauxou inférieurs au minimum de moyens d'existence ...».Artikel 7In het eerste lid de woorden «... de heffmgsplichtigenten laste van de Openbare Centra voor MaatschappelijkWelzijn of die verklaren dat hun inkomens gelijk zijn aanof lager zijn dan het bestaansminimum...» te vervangendoor de woorden «... de heffingsplichtigen die op het eindevan de aanslagperiode ten laste zijn van de OpenbareCentra voor Maatschappelijk Welzijn of die verklaren dathun Inkomens gelijk zijn aan of lager zijn dan het bestaansminimum...».JUSTIFICATIONII s'impose de préciser la période à laquelle se rapporte la prise encharge par les Centres publics d'aide sociale ou le niveau de revenus pourprétendre à l'exonération.VERANTWOORDINGDe periode met betrekking tot de tenlasteneming door de OpenbareCentra voor Maatschappelijk Welzijn of het peil van inkomsten om aanspraakte kunnen maken op vrijstelling, dient verduidelijkt te worden.?5Article 7Supprimer au troisième alinéa le mot «notamment».Nr. 5Artikel 7In het derde lid de woorden te schrappen «meer bepaald».JUSTIFICATIONL'exemption se fera toujours par voie de remboursement et non pasnotamment.VERANTWOORDINGDe vrijstelling zal steeds door middel van terugbetaling geschieden enniet meer bepaald.?6Article 8Remplacer l'alinéa 3 par la disposition suivante :«Pour les redevables qui n'exercent pas l'option visée àl'alinéa 2 et qui ne souscrivent pas de déclaration, conformémentà l'article 14, leur permettant de mesurer conformémentà l'article 10, § 1 er , le volume d'eau usée qu'ilsdéversent :- le volume d'eau déversée est présumé égal au volumed'eau porté en compte au cours de la période imposablepar le distributeur d'eau;- la taxe est égale aux versements anticipés à opérer aucours de la période imposable».Nr. 6Artikel 8Lid 3 te vervangen door de volgende tekst :«Voor de heffingsplichtigen die de in het tweede lidbedoelde keuze niet maken en die geen aangifte doen overeenkomstigartikel 14 waarbij het geloosde watervolumeovereenkomstig artikel 10, § l mag worden gemeten :- wordt het geloosde watervolume geacht gelijk te zijnaan het watervolume dat tijdens de aangslagperiodedoor de waterverdeler in rekening wordt gebracht;- is de heffing gelijk aan de voorafbetalingen die tijdensde aanslagperiode moeten worden verricht.JUSTIFICATIONII s'indique de permettre aux redevables déversant de l'eau domestiquetout en jouissant du tarif de 14P/in' 1 , de pouvoir renverser la présomptionselon laquelle l'eau portée en compte est déversée après utilisation, maiscela évidemment moyennant le respect des obligations de mesure de l'eaudéversée.VERANTWOORDIINGHet ligt voor de hand dat de heffingsplichtigen die huishoudelijk afvalwaterlozen en de tarifering van 14P/m3 genieten, het vermoeden moetenkunnen tegenspreken waarbij het aangerekende water, na gebruik geloosdwordt, met vanzelfsprekende inachtneming van de plichten vetbonden aanhet meten van het geloosde water.

A-61/2 - 95/96 136— A-61/2 - 95/96?7Nr. 7Article 8Remplacer à l'alinéa 2 les mots «aux articles 5, 1°» parles mots «aux articles 5, 1° et 2°».Artikel 8In het tweede lid de woorden te vervangen «in artikel5, 1°» door de woorden «in artikel 5, 1° en 2°».JUSTIFICATIONII s'impose de corriger une erreur matérielle de renvoi.VERANTWOORDINGDe verbetering van een materieel verkeerde verwijzing dringt zich op.?8Article 10Remplacer au paragraphe 3, 1° les mots «à l'article11, § 2» par les mots «à l'article 11, § l" et § 2».Nr. 8Artikel 10In paragraaf 3, 1° de woorden te vervangen «in artikel11, § 2» door de woorden «in artikel 11, § l en § 2».JUSTIFICATIONII s'impose de corriger une erreur matérielle de renvoi.VERANTWOORDINGDe verbetering van een materiële vergissing in de verwijzing dring!zich op.?9Article 10Remplacer au paragraphe 3, 2°, premier alinéa, lesmots «visée à l'article 11, § 3» par les mots «visée àl'article 11, § 1er et § 3».Nr. 9Artikel 10In paragraaf 3, 2°, eerste lid de woorden «zoalsbedoeld in artikel 11, § 3» te vervangen door de woorden«zoals bedoeld in artikel J J, § J en § J?».JUSTIFICATIONII s'impose de corriger une erreur matérielle de renvoi d'article.VERANTWOORDINGDe verbetering van een materiële vergissing in de verwijzing naar eenartikel dringt zich op.N 0 10Article 11Remplacer au paragraphe 2 les mots «conformémentà l'article 10» par les mots «conformément à l'article 9,§§ 1er à 4».Nr. 10Artikel 77In paragraaf 2 de woorden «overeenkomstig artikell O» te vervangen door de woorden «overeenkomstig artikel9, § l tot 4».JUSTIFICATIONII s'impose de corriger une erreur matérielle de renvoi d'article.VERANTWOORDINGEen materieel verkeerde verwijzing verbeteren dringt zich op.

A-61/2 - 95/96 137— A-61/2 - 95/96N° 11Nr. 11Arftc/c 13Remplacer au paragraphe 3, les mots «le redevablepeut être sur demande dispensé de payer anticipativementces versements» par les mots «le redevable peut être surdemande et aux conditions fixées par le Gouvernement dela Région de Bruxelles-Capitale, dispensé de payer anticipativementla partie de ces versements correspondant àl'excédent».Artikel 13In paragraaf 3 de woorden «kan de heffingsplichtigeop aanvraag vrijgesteld worden van deze voorafbetaling»te vervangen door de woorden «kan de heffingsplichtigeop aanvraag en onder de voorwaarden vastgesteld door deBrusselse Hoofdstedelijke Regering, vrijgesteld wordenvan een deel van de voorafbetalingen dat met een overbetalingovereenkomt».JUSTIFICATIONPour les entreprises dont le montant des versements anticipés annuelsexcède de 200% la taxe, il s'impose de limiter cette dispense à la partiecorrespondant à l'excédent.L'objectif étant d'éviter aux entreprises d'avancer des sommes disproportionnéespar rapport au montant effectivement dû.VERANTWOORDINGVoor bedrijven waarvan de jaarlijkse voorafbetalingen de heffing met200% overschrijdt, dringt het zich op deze vrijstelling te beperken tot hetdeel dat met een overbetaling strookt.Er wordt naar gestreefd te voorkomen dat door bedrijven overmatigevoorafbetalingen worden verricht, in verhouding met het werkelijk verschuldigdebedrag.N° 12Article 14Rajouter au paragraphe 2, 1° après les mots «del'article 8, alinéa 2» les mots «ou renverser la présomptionvisée à l'article 8, alinéa 3, premier tiret».Nr. 12Artikel 14In paragraaf 2, 1° na de woorden «artikel 8, tweedelid» de woorden toe te voegen «of het in artikel 8, derdelid, eerste streepje bedoeld vermoeden tegenspreken».JUSTIFICATION11 s'impose de confirmer la procédure à suivre dans le cas où le redevablesouhaite exercer sa faculté de mesurer le volume d'eau usée effectivementdéversé.VERANTWOORDINGDe bevestiging van de te volgen procedure ingeval de heffingsplichtigeernaar streeft zijn vermogen uit te oefenen om het werkelijk geloosdewatervolume te nieten, dringt zich op.N° 13Article 14Rajouter au paragraphe 2, 2° après les mots «del'application de l'article 8, alinéa 2» les mots «ou renverserla présomption visée à l'article 8, alinéa 3, premiertiret».Nr. 13Artikel 14In paragraaf 2, 2° na de woorden «van de toepassingvan artikel 8, tweede lid» de woorden toe te voegen «ofhet in artikel 8, derde lid, eerste streepje bedoeld vermoedentegenspreken».JUSTIFICATIONII s'impose de confirmer la procédure à suivre dans le cas où le redevablesouhaite exercer sa faculté de mesurer le volume d'eau usée effectivementdéversé.VERANTWOORDINGDe bevestiging van de te volgen procedure ingeval de heffingsplichtigeernaar streeft zijn vermogen uit te oefenen om het werkelijk geloosdewatervolume te meten, dringt zich op.

A-61/2 - 95/96 —138— A-61/2 - 95/96N° 14Nr. 14Article 14Rajouter au paragraphe 5, 1° après les mots «del'application de l'article 8, alinéa 2» les mots «ou renverserla présomption visée à l'article 8, alinéa 3, premiertiret».Artikel j 4In paragraaf 5, 1° na de woorden «van de toepassingvan artikel 8, tweede lid» de woorden toe te voegen «ofhet in artikel 8, derde lid, eerste streepje bedoeld vermoedentegenspreken».JUSTIFICATIONII s'impose de confirmer la procédure à suivre dans le cas où le redevablesouhaite exercer sa faculté de mesurer le volume d'eau usée effectivementdéversé.VERANTWOORDINGDe bevestiging van de te volgen procedure ingeval de heffingsplichtigeernaar streeft zijn vermogen uit te oefenen om het werkelijk geloosdewatervolume te meten, dringt zich op.N° 15Article 14Remplacer au paragraphe 5, 2° les mots «tenus de lafaire» par les mots «tenus de la remplir».Nr. 15Artikel 14In paragraaf 5, 2° de woorden «eraan gehouden dezete doen» te vervangen door de woorden «eraan gehoudendeze te vullen».JUSTIFICATIONII s'impose de corriger le terme pour une meilleure compréhension dutexte.VERANTWOORDINGDe wijziging van een woord om een verhoogd begrip van de tekstdringt zich op.N° 16Article 2 JRemplacer l'article 21 par le dispositif suivant :«Le Ministère, dans l'exercice de ses pouvoirs d'investigationet de contrôle visés aux articles 15 à 20, peut sefaire assister par des agents de l'Institut qui seront tenuspar toutes les obligations auxquelles est soumis leMinistère, notamment en ce qui concerne le secret professionnel.Les redevables doivent fournir à l'Institut tous les renseignementset documents nécessaires à la réalisation dela mission qui lui est impartie par l'article 9, de procéderà des analyses, contre-analyses ou analyses d'initiative.Le Ministère peut échanger, avec l'Institut, tous renseignementssusceptibles de permettre la détermination deséléments nécessaires au calcul de la taxe. A cette fin,l'Institut peut contrôler les données de la déclaration».Nr. 16Artikel 21Artikel 21 te vervangen door de volgende tekst :«In de uitoefening van zijn onderzoeks- en toezichtsbevoegdheden,zoals bedoeld in de artikelen 15 tot 20, kanhet Ministerie zich laten bijstaan door beambten van hetInstituut die gebonden zijn aan alle verplichtingen waaraanhet Ministerie is onderworpen, met name wat hetberoepsgeheim betreft.De heffingsplichtigen moeten het Instituut alle nodigeinlichtingen en documenten verstrekken voor de uitvoeringvan zijn opdracht waarmee het door artikel 9 wordt belast,zoals het uitvoeren van analyses, tegenanalyses op eigeninitiatief.Het Ministerie kan, met het Instituut, alle inlichtingenuitwisselen op basis waarvan de voor berekening van deheffing nodige elementen kunnen bepaald. Daartoe kan hetInstituut de gegevens van de aangifte controleren.

A-61/2 - 95/96 139 A-61/2 - 95/96JUSTIFICATIONCompte tenu de la technicité de la détermination de la taxe pour lesentreprises, il s'indique, dans un souci notamment du respect d'égalité,que des experts scientifiques puissent assister le Ministère dans l'exercicede ses fonctions.Ces agents, comme le texte le précise clairement, ne sont pas chargésde l'investigation ou du contrôle qui appartiennent aux fonctionnaires duMinistère et n'auront donc qu'une mission d'assistance active moyennantle respect des obligations imparties auxdits fonctionnaires, notamment ence qui concerne le secret professionnel.11 s'indique, par ailleurs, de préciser que les redevables doivent fournirtous renseignements ou documents nécessaires à l'accomplissementpar l'Institut de sa mission d'analyse.VERANTWOORDINGGezien het technische karakter van de bepaling van de heffing voor deondernemingen, is het aangewezen dat, meer bepaald met het oog op denaleving van het gelijkheidsprincipe, wetenschappelijke deskundigen hetMinisterie kunnen bijstaan bij de uitoefening van zijn functies.Zoals de tekst duidelijk nader bepaalt, worden deze beambten nietbelast met het onderzoek en de controle die toebehoren aan de ambtenarenvan het Ministerie, en zullen ze dus slechts een taak van actieve bijstandhebben, mits inachtneming van de aan de ambtenaren toegekendeverplichtingen, meer bepaald wat het beroepsgeheim betreft.Br dient overigens verduidelijkt dat de heffingsplichtigen alle nodigeinlichtingen of documenten moeten verstrekken, opdat het Instituut zijnanalyse-opdracht zou kunnen uitvoeren.N° 17Article 40Supprimer les mots «d'un emprisonnement de 8 joursà deux ans et» ainsi que les mots «ou d'une de ces peinesseulement».JUSTIFICATIONLa peine de prison apparaît disproportionnée dans le cadre d'une ordonnancerégionale en matière fiscale portant sur le déversement d'eau uséedont l'application pour les entreprises est empreinte d'une complexiténécessaire pour atteindre son objectif.Nr. 17Artikel 40De woorden «van een gevangenisstraf van 8 dagen lottwee jaar en» te schrappen, evenals de woorden «of enkeleen van deze straffen».VERANTWOORDINGEen gevangenisstraf blijkt overmatig op het vlak van een gewestelijkeordonnantie inzake belastingopbrengst in verband met de lozing vanafvalwater waarvan de toepassing op de bedrijven de vereiste verwikkelingenomvat om de doelstelling te bereiken.N° 18Article 4 JSupprimer les mots «d'un emprisonnement d'un moisà un an et» ainsi que les mots «ou d'une de ces peines seulement».JUSTIFICATIONLa peine de prison apparaît disproportionnée dans le cadre d'une ordonnancerégionale en matière fiscale portant sur le déversement d'eau uséedont l'application pour les entreprises est empreinte d'une complexiténécessaire pour atteindre son objectif.Nr. 18Artikel 41De woorden «van een gevangenisstraf van een maandtot een jaar en» te schrappen, evenals de woorden «ofenkel een van deze straffen».VERANTWOORDINGEen gevangenisstraf blijkt overmatig op het vlak van een gewestelijkeordonnantie inzake belastingopbrengst in verband met de lozing vanafvalwater waarvan de toepassing op de bedrijven de vereiste verwikkelingenomvat om de doelstelling te bereiken.N° 19Supprimer l'alinéa 2.Article 42JUSTIFICATIONSur base de la dernière jurisprudence de la Cour d'Arbitrage, la sanctionn'étant pas prévue au livre I du Code pénal, elle excéderait la compétencede la Région de Bruxelles-Capitale : c'est la raison pour laquelleelle est supprimée.Nr. 19Artikel 42Het tweede lid te schrappen.VERANTWOORDINGOp grondslag van de jongste rechtspraak van het Arbitragehof, is destraf in boek I van het Strafwetboek niet voorzien en gaat deze bijgevolgde bevoegdheid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te buiten : dezewordt bijgevolg geschrapt.

A-61/2 - 95/96 —140— A-61/2 - 95/96?20Nr. 20Article 48Ajouter un 7° rédigé comme suit :«7° Aux remboursements de la différence entre les montantsdes versements anticipés perçus et les montants de lataxe due ainsi qu 'aux les remboursements des versementsanticipés versés par les redevables visés à l'article 7».Artikel 48Een 7° paragraaf luidend als volgt toe te voegen :«7° De terugbetaling van het verschil tussen tiet bedragvan de geïnde voorafbetalingen en het bedrag van de verschuldigdeheffing evenals de terugbetalingen van de voorafbetalingengestort door de in artikel 7 bedoelde heffingspllchtlge».JUSTIFICATIONEn vue d'éviter tout doute quant à l'affectation des moyens du fonds,il a paru nécessaire de compléter en ce sens l'article 48.VERANTWOORDINGTen einde twijfels te beletten aangaande de bestemming van de middelenvan het fonds, leek noodzakelijk artikel 48 in die zin te vervolledigen.?21Annexe If1. Versions française et néerlandaiseActivités n°B.010 remplacer SB.011 remplacer SB.019 remplacer SB.024 remplacer SB.030 remplacer SB.031 remplacer SB.040 remplacer SB.041 remplacer S: 4940 par S = •5060; 5540 par S -- .5660•• 4940 par S -- 5060•• 2910 par S -- 2910•• 6090 par S = •6150: 6234 par S --•• 5433 par S =: 5433 par S •-.6294.5523.5523Activités n°C.040 remplacer S = 2826 par S = 2850C.041 remplacer S = 2646 par S = 2658Activités n°D.010 remplacer SD.011 remplacer SD.012 remplacer S .D.013 remplacer S .D.019 remplacer SD.020 remplacer S ;•- 3734 par S =•• 3734 par S =•• 3734 par S =: 1867 par S =: 3734 par S•• 4382 par S3 ly^379437941897-3794=5582Activités n°E.020 remplacer S = 433 680 par S = 438 480E.501 remplacer S = 4444 par S = 4474Activité n°G.021 remplacer S = 2530 par S = 2710Activités n°H.010 remplacer S = 2280 par S = 2310H.020 remplacer S = 9460 par S = 9520H.030 remplacer S = 4394 par S = 4454Nr. 21Bijlage IIl. Franse en Nederlandse versiesActiviteiten nr.B.010 vervangen S ; • 4940 door S ; 5060B.011 vervangen S : : 5540 door S ; ^5660B.019 vervangen S ; : 4940 door S ; ^5060B.024 vervangen S : : 2910 door S •• •2970B.030 vervangen S : : 6090 door S : ^6150B.031 vervangen S : : 6234 door S : ^6294B.040 vervangen S ; : 5433 door S ; ^5523B.041 vervangen S ; : 5433 door S ::5523Activiteiten nr.C.040 vervangen S = 2826 door S = 2850C.041 vervangen S = 2646 door S = 2658Activiteiten nr.D.010 vervangen S : : 3734 door S = 3794D.011 vervangen S ; : 3734 door S = 3794D.012 vervangen S : • 3734 door S = 3794D.013 vervangen S : • 1867 door S = 1897D.019 vervangen S ; : 3734 door S = 3794D.020 vervangen S : : 4382 door S = 5582Activiteiten nr.E.020 vervangen S = 433 680 door S =438 480E.501 vervangen S = 4444 door S = 4474Activiteit nr.G.021 vervangen S = 2530 door S = 2710Activiteiten nr.H.010 vervangen S :H.020 vervangen S :H.030 vervangen S :: 2280 door S =2310: 9460 door S = 9520• 4394 door S = 4454

A-61/2 - 95/96 141 — A-61/2 - 95/96JUSTIFICATIONII s'impose de corriger des erreurs de calcul.VERANTWOORDINGDe verbetering van rekenfouten dringt zich op.2. Version néerlandaiseActivité A.080 remplacer «1000 afgew. produkt» par«1000 kg afgew. produkt».Activité A.081 remplacer «1000 afgew. produkt» par«1000 kg afgew. produkt».Activité A.101 remplacer «1000 l gerst» par «J 000 kggerst».Activité A. 102 remplacer «1000 l gerst» par «1000 kggerst».Activité M.500 remplacer MOX = 600 par MOX =300.2. Nederlandse versieActiviteit A.080 vervangen «1000 afgew. produkl»door «J 000 kg afgew. produkt».Activiteit A.081 vervangen «1000 afgew. produkt»door «1000 kg afgew. produkt».Activiteit A.101 vervangen «1000 l gerst» door«1000 kg gerst».Activiteit A.102 vervangen «1000 l gerst» door«1000 kg gerst».Activiteit M.500 vervangen MOX = 600 door MOX =300.JUSTIFICATIONII s'impose de corriger des erreurs de dactylographie.VERANTWOORDINGDe verbetering van tikfouten dringt zich op.?22Article 2Remplacer le 4° par la disposition qui suit :«4° Pour l'application de la présente ordonnance etdurant une période transitoire de trois ans à dater de samise en vigueur, est assimilé à l'usage domestique de l'eau,tout usage autre que domestique de l'eau effectué dans lecadre de la réalisation d'activités reprises à l'annexe IIpour autant que la charge polluante qui en résulte, calculéeconformément à l'article 11. paragraphe 3, soit inférieureà 8.000. »Nr. 22Artikel 2Het 4° van artikel 2 als volgt te vervangen:«Voorde toepassing van deze ordonnantie en gedurendeeen overgangsperiode van drie jaar te rekenen vanaf dedatum van inwerkingtreding, wordt gelijkgesteld aan hethuishoudelijk gebruik van het water, elk ander niet-huishoudelijkgebruik van het water in het kader van de verwezenlijkingvan de in bijlage II hernomen activiteiten,voor zover de eruit voortvloeiende en overeenkomstig artikel11, paragraaf 3, berekende viiilvracht minder dan8.000 bedraagt.»JUSTIFICATIONLe fait d'assimiler à un usage domestique, un usage non domestiquede l'eau par une personne dont l'activité est reprise à l'annexe II lorsquecelle-ci emploie moins de sept personnes, sans prendre en considérationle type et l'importance de l'activité du redevable, consiste à utiliser uncritère qui est sans relation aucune avec l'objectif d'incitation à prendredes mesures en vue de diminuer notamment la pollution des eaux uséesdes auteurs du projet formulé en page 2, deuxième alinéa de l'exposé desmotifs.Vu le grand nombre à Bruxelles, de personnes inorales et physiquesemployant inoins de sept personnes et exerçant une activité visée àl'annexe II, et par conséquent, a fortiori, l'importance relative de leurcontribution à la pollution des eaux usées, il serait malheureux de les écarterde l'effet incitatif de la taxe du fait précisément, de leur nombre et dusurcroît de travail résultant du traitement de leur dossier.VERANTWOORDINGDoor een niet-huishoudelijk gebruik van water door een persoon dieeen in bijlage II vermelde activiteiten uitoefent en die minder dan zevenpersonen tewerkstelt, gelijk te stellen met het huishoudelijk gebruik vanwater, zonder rekening te houden met het soort en de omvang van de activiteitvan de belastingschuldige, hanteert men een criterium dat geen verbandhoudt met de in de tweede alinea van bladzijde twee geformuleerdedoelstelling van de auteurs van de memorie van toelichting, te weten hetaanmoedigen tot maatregelen om met name de vervuiling van het afvalwaterterug te dringen.Gelet op het grote aantal Brusselse rechts- en natuurlijke personen dieminder dan zeven personen tewerkstellen en die een in bijlage II bedoeldeactiviteit uitoefenen en a fortiori gelet op de omvang van hun vervuilingvan het afvalwater, zou het, uitgerekend wegens hun aantal en vooral hetmeerwerk dat de behandeling van hun dossier inhoudt, te betreuren vallenmocht het stimulerend effect van de belasting aan hen voorbijgaan.

A-61/2 - 95/96 142 A-61/2 - 95/96Considérant les difficultés pouvant en résulter et afin de rencontrer lesouhait du gouvernement à cet égard, nous proposons d'établir unepériode transitoire de trois ans à dater de l'entrée en vigueur de l'ordonnancependant laquelle pourra être assimilé à un usage domestique,l'usage de l'eau fait par une personne exerçant une activité visée àl'annexe II à laquelle est imputable une charge polluante des eaux uséescalculée en fonction du type et de l'importance de l'activité conformémentà l'article 11, paragraphe 3, inférieure à 8.000.La détermination d'une période transitoire laissera également aux personnesbénéficiant de cet article un délai durant lequel elles pourrontprendre des mesures en vue de diminuer leur charge polluante.Rekening Iioudend met de problemen die daaruit kunnen voortvloeienen met de wens van de Regering ter zake, stellen we voor een overgangsperiodevan driejaar vast te stellen, te rekenen vanaf de datum van inwerkingtredingvan de ordonnantie en tijdens welke het watergebruik van eenpersoon die een in bijlage II vermelde activiteit uitoefent en wiens vuilvrachtvan het afvalwater - die overeenkomstig artikel 11, paragraaf 3berekend wordt volgens het type en de omvang van de activiteit - op minderdan 8.000 becijferd wordt, gelijkgesteld wordt met huishoudelijkgebruik.Een overgangsperiode zal de personen op wie dat artikel van toepassingis de tijd geven om maatregelen te treffen om hun vuilvracht te redu-?23Article 3Remplacer l'article par la disposition suivante :«II est établi une taxe annuelle sur le déversement del'eau usée déversée sur le territoire de Bruxelles-Capitalequels que soient son mode de déversement ou sa source, àl'exclusion des eaux provenant de la collecte des eaux depluie. »Nr.23Artikel 3Artikel 3 als volgt te vervangen:«Er wordt een jaarlijkse heffing ingevoerd op het afvalwaterdat op het grondgebied van het Brussels HoofdstedelijkGewest wordt geloosd, ongeacht de lozingswijzeof de herkomst ervan, met uitsluiting van het regenwater.»JUSTIFICATIONA Bruxelles, le réseau d'égouttage est unitaire, ce qui signifie que touteeau de ruissellement aboutit dans un égout où elle se mélange aux eauxusées et justifie donc d'une épuration. Le fait que cette eau soit recueillie,utilisée et ensuite rejetée n'a donc aucun impact sur le volume des eauxdevant être traitées.De plus, cette exemption des eaux de pluie se justifie par la grande difficultétechnique, voire l'impossibilité de connaître les volumes recueillis.Enfin, taxer les eaux de pluies serait en contradiction avec la politiquerégionale de primes à la rénovation des citernes qui a un double butlouable : lutter contre les inondations et économiser l'eau de distribution.VERANTWOORDINGBrussel heeft één rioolstelsel, wat betekent dat al het regenwater in eenriool terechtkomt waar het zich mengt met het afvalwater en dus moetworden gezuiverd. Het feit dat regenwater wordt opgevangen, gebruikt endaarna geloosd, verandert niets aan het volume van het te zuiveren water.Gelet op het grote technische probleem - zo niet de onmogelijkheid -om te meten hoeveel regenwater er wordt opgevangen, is het bovendienverantwoord het regenwater niet te belasten.Dat zou ook ingaan tegen het gewestelijke beleid om premies toe tekennen voor het renoveren van regenputten, wat een tweevoudig lovenswaardigdoel heeft: het draagt bij tot het voorkomen van overstromingenen het bespaart leidingwater.?24Intitulé de l'ordonnanceModifier l'intitulé de l'ordonnance comme suit :«Projet d'ordonnance instituant une taxe sur le captaged'eau à usage domestique et sur le déversement des eauxusées non domestiques».Nr. 24Opschrift van de ordonnantieHet opschrift van de ordonnantie als volgt te vervangen:«Ontwerp van ordonnantie tot invoering van een heffingop de winning van water voor huishoudelijk gebruik en opde lozing van niet-liuishoudelijk afvalwater»JUSTIFICATIONLe système mis en place par le texte en projet, à savoir une taxe sur ledéversement des eaux usées versée sous forme de versements anticipatifs,ne répond pas à la logique de tels versements ;VERANTWOORDINGDe regeling die door de ontworpen tekst wordt ingevoerd, te weten eenheffing, betaald door middel van voorafbetalingen, op het lozen van afvalwater,is in strijd met de bedoeling van dergelijke voorafbetalingen:

A-61/2 - 95/96 143— A-61/2 - 95/96le versement anticipatif est basé sur la distinction entre l'exerciced'imposition et période imposable. Or on ne peut connaître la périodeimposable car on ne peut que présumer le moment où l'eau est déversée.Pour la cause, le texte établit une présomption irréfragable, àsavoir que pour l'usage d'eau domestique, l'eau captée est l'eau rejetéeet que donc exercice d'imposition et période imposable se confondent;le projet d'ordonnance prévoit que le montant de la taxe est égal auversement anticipatif et que celui-ci ne fait donc pas l'objet d'undécompte final;- le redevable qui n'a pas fait de versement anticipatif n'est pas pénalisépar une majoration du montant de la taxe.Par souci de clarté et de transparence, il y a lieu d'appliquer le principede la réalité et de dire ce qui est et non ce qu'on voudrait qui soitsans en accepter les conséquences.Il s'agit en fait d'une taxe sur le captage d'eau et non sur le déversementdes eaux usées domestiques.Si on veut appliquer le principe de la taxe sur le déversement des eauxusées, il faudrait accepter que la taxe ne puisse pas être perçue avant 1998alors que sa recette est déjà inscrite au budget 1996 par le gouvernement.- de voorafbetaling is gebaseerd op het onderscheid tussen aanslagjaaren aanslagperiode. Die aanslagperiode kunnen we echter niet kennenomdat we niet kunnen vermoeden wanneer het water precies geloosdwordt. Daarom gaat men in de tekst uit van een onweerlegbaar vermoedendat, voor huishoudelijk gebruik, de hoeveelheid gewonnenwater gelijk is aan de hoeveelheid geloosd water en dat aanslagjaaren aanslagperiode dus hetzelfde zijn;het ontwerp van ordonnantie bepaalt dat het bedrag van de heffinggelijk is aan het bedrag van de voorafbetaling en dat er geen eindafrekeninggemaakt wordt;- de belastingschuldige die geen voorafbetalingen heeft gedaan, wordtniet bestraft met een verhoging van de bedrag van de heffing,Duidelijkheidshalve en ter wille van de doorzichtigheid moet men rekeninghouden met de realiteit, d.w.z met wat is en niet met wat men wildat is zonder de gevolgen daarvan te aanvaarden.Het gaat hier inderdaad over een heffing op de winning van water enniet op het lozen van huishoudelijk afvalwater.Indien men een heffing wil invoeren op het lozen van afvalwater, danmoet men er rekening mee houden dat die heffing niet voor 1998 kan wordengeïnd. Anderzijds heeft de regering die opbrengst al ingeschreven inde begroting van 1996.?25Article 2Remplacer le 4° par la disposition suivante :«4° Pour l'application de la présente ordonnance, estassimilé à l'usage domestique de l'eau, tout usage de l'eaupar une entreprise qui n 'occasionne pas de rejets de naturedifférente à ceux visés au 2° ci-dessous.»JUSTIFICATIONLe nombre de bureaux en Région bruxelloise est particulièrementélevé. A cet effet, la distinction entre eau usée domestique et eau uséeautre que domestique n'est pas suffisamment claire dans l'ordonnance enprojet.Le projet établit une présomption suivant laquelle toute entreprise deplus de 7 personnes rejette de l'eau usée autre que domestique (art. 2,4°)à condition que son activité occasionne des rejets de nature différente decelui de l'usage domestique de l'eau (annexe II Min. fine et art. 2, 2°).Or, en Région bruxelloise, de nombreuses entreprises de moins de 7personnes ont souvent un usage de l'eau autre que domestique (ex. garage,teinturerie,...) d'une part et d'autre part de très nombreuses sociétés deplus de 7 personnes ont un usage domestique de l'eau (usage de l'eau pourle nettoyage de biens meubles et immeubles).Ainsi, l'application du projet engendrerait que de nombreuses petitesentreprises qui polluent fortement l'eau seraient taxées à un taux intéressantpour elles car moindre que si on appliquait la formule prévue àl'annexe II et ne seraient pas soumises à déclaration alors que de nombreusessociétés ne produisant que du «papier» y seraient elles soumises?Ainsi, le présent amendement a pour objet de ne pas baser la distinctionsur le nombre de personnes occupées par l'entreprise, ce qui n'estpas un critère, mais sur la nature de l'eau rejetée qui aurait subi un usageautre que domestique.Nr. 25Artikel 24° als volgt te vervangen:«Voor de toepassing van deze ordonnantie, wordt gelijkgesteldmet liet huishoudelijk gebruik van water, elkgebruik van water door een bedrijf dat geen andere lozingteweegbrengt dan die bedoeld in punt 2°.»VERANTWOORDINGIn het Brussels Gewest zijn er bijzonder veel kantoren. In dit opziclitis het onderscheid dat in het ontwerp van ordonnantie tussen huishoudelijken niet-huishoudelijk afvalwater wordt gemaakt onvoldoende duidelijk.In het ontweip wordt ervan uitgegaan dat (artikel 2, vierde lid) elkbedrijf met meer dan 7 werknemers niet-huishoudelijk afvalwater loost opvoorwaarde dat het ander water loost dan het water dat voor huishoudelijkgebruik is verbruikt (bijlage 11, punt M in fine en artikel 2, tweede lid).In het Brussels Gewest zijn er echter enerzijds heel wat bedrijven metminder dan 7 werknemers die vaak water gebruiken voor andere dan huishoudelijkedoeleinden (bij voorbeeld : garages, ververijen, ...) en anderzijdseen zeer groot aantal bedrijven met meer dan 7 werknemers die voorhuishoudelijk gebruik water verbruiken (voor het schoonmaken van roerendeen onroerende goederen).De toepassing van het ontwerp van ordonnantie zou dus met zich brengendat een groot iiantal kleine maar sterk vervuilende bedrijven een heffingzouden betalen die voor hen voordeliger is omdat het tarief lager isdan ingeval de formule vermeld in bijlage II zou worden toegepast engeen aangifte zouden moeten doen terwijl heel wat bedrijven die enkel«papier» voorbrengen zulks wel zouden moeten doen.Dit amendement strekt er dus toe geen onderscheid te maken op grondvan het aantal werknemers, wat geen criterium is, maar op grond van deaard van het afvalwater dat voor andere dan huishoudelijke doeleindenzou zijn gebruikt.

A-61/2 - 95/96 144. A-61/2 - 95/96?26Nr. 26Article 2Ajouter in fine du 2° les mots«à l'exception des fontaines publiques».Artikel 2Aan het slot van 2° de volgende woorden toe te voegen:«met uitzondering van de openbare fonteinen.»JUSTIFICATIONDe la combinaison des paragraphes 1° et 2° de l'article 2, il faut comprendreque l'eau utilisée à des fins autres que celles qui y sont prévues,ne sont pas soumises à la taxe sur le déversement des eaux usées.Ainsi, l'usage de l'eau dans les fontaines publiques n'use l'eau quepour le plaisir des yeux et ne peut donc pas être soumis à la taxe.VERANTWOORDINGUit de punten l en 2 van artikel 2 in samenhang gelezen, moet wordenopgemaakt dat er geen heffing is op het water dat voor andere dan de indit artikel vermelde doeleinden wordt gebruikt.In de openbare fonteinen wordt het water uitsluitend voor esthetischeredenen gebruikt en kan het derhalve niet worden belast.?27Article 3Supprimer le mot «déversée».JUSTIFICATIONRedondance.Nr. 27Artikel 3Het woord «, geloosd op» te laten vervallen.VERANTWOORDINGNodeloze herhaling.?28Article 3Ajouter après les mots «quelle que soit la source del'eau» les mots «a l'exception de l'eau de pluie et de l'eaude source».JUSTIFICATIONMême si a priori le rejet de telles eaux n'est pas exempt de pollution,il y a lieu d'encourager la récupération de l'eau de pluie ou éventuellementl'usage de l'eau de source.En effet, l'eau distribuée devient un bien rare et donc de plus en pluschei, et il y a lieu d'encouragé les autres modes d'utilisation de l'eau quiresteront de toute manière marginaux par rapport à la consommation généralede l'eau.Nr. 28Artikel 3Na de woorden «ongeacht de herkomst van het water»,toe te voegen : «, met uitzondering van regenwater enbronwater,».VERANTWOORDINGZelfs als dergelijk water niet zonder enige vervuiling wordt geloosd,moet het opvangen van regenwater en het gebruik van bronwater wordenaangemoedigd.Leidingwater wordt alsmaar schaarser en dus duurder. Het gebruik vanander water dan leidingwater, zij het dat dit altijd beperkt zal blijven, dientte worden aangemoedigd.?29Article 3Ajouter après les mots «quelle que soit la source del'eau» les mots «à l'exception de l'eau de pluie recueilliedans des citernes à usage domestique et des puits à usagedomestique».Nr. 29Artikel 3Na de woorden «ongeacht de herkomst van het water»de woorden toe te voegen «met uitzondering van het waterdat in tanken en putten met een huishoudelijk gebruikwordt opgevangen».

A-61/2 - 95/96 145 A-61/2 - 95/96JUSTIFICATIONLes eaux déversées provenant des citernes d'eau de pluie et des puitsà usage domestique sont exclues de l'ordonnance. En effet, on peut considérerque ces ouvrages permettent, lors de pluies abondantes, d'éviter unesurabondance de déversement et peuvent contribuer dans une certainemesure à limiter le surdimensionnement des collecteurs.Par contre, lorsque ces ouvrages sont utilisés à des fins autres quedomestiques, vu la nature des rejets et les objectifs poursuivis par la taxe,ils restent visés par l'ordonnance : en effet, l'effet positif évoqué ci-avantn'a pas de commune mesure avec le coût de traitement des eaux uséesdéversées.VERANTWOORDINGHet geloosde water afkomstig van watertanken en putten met een huishoudelijkgebruik worden van de ordonnantie uitgesloten. Het kan immersin overweging worden genomen dat deze uitrustingen bij hevige regen,een overdreven lozing kunnen vermijden en in zekere mate tot de beperkingvan de overmaat van collectoren kunnen bijdragen.Daarentegen, wanneer deze uitrustingen met andere doeleinden danhuishoudelijke worden gebruikt, blijven ze, aangezien de aard van delozing en de door de heffing nagestreefde doelstellingen, aan de ordonnantieonderworpen : uiteraard, voormelde gunstige weerslag is niet tevergelijken met de verwerkingen van het geloosde afvalwater.?30Article 30Ajouter au troisième alinéa, après les mots «ou portéeen compte par le distributeur d'eau», les mots suivants«ainsi que le mode de calcul et la période sur laquelle portele calcul pour établir si le seuil de sept personnes visé àl'article 2, premier alinéa, 4° est ou non dépassé».?.30Artikel 30Na de woorden «of door de waterverdeler in rekeningwordt gebracht», de volgende woorden toe te voegen«evenals de berekeningswijze en de termijn in verband metde berekening, teneinde vast te stellen of de drempel vanzeven personen zoals bedoeld in artikel 2, eerste lid, 4° aldan niet overschreden is».JUSTIFICATIONII s'indique pour toute sécurité juridique, de prévoir une délégationexpresse d'exécution pour le calcul du seuil de 7 personnes visé à l'article2, 4° pour lequel le gouvernement compte s'inspirer de la circulaire dul.'i septembre 1994 du Ministère de l'emploi et du travail.VERANTWOORDINGVoor redenen van rechtszekerheid wordt het aangewezen dat een opzettelijkeuitvoeringsmachtiging wordt voorgeschreven voor de berekeningvan de drempel van zeven personen zoals bedoeld in artikel 2, 4° waarvoorde Regering voornemens is zich te laten inspireren door de omzendbriefvan 15 september 1994 van het Ministerie van Tewerkstelling enWerkgelegenheid.?31Article 43Remplacer le premier alinéa par :«Le produit de la taxe est affecté au Fonds pour la gestiondes eaux usées et pluviales visé à l'article 48 de la p résenteordonnance».Nr. 31Artikel 43Het eerste lid te vervangen door :«De opbrengst van de heffing wordt toegewezen aan hetFonds voor het beheer van afval- en regenwater zoalsbedoeld in artikel 48 van onderhavige ordonnantie».JUSTIFICATIONL'intitulé du Fonds est modifié pour traduire plus correctement lanature des affectations qui en seront faites.VERANTWOORDINGHet opschrift van het Fonds is gewijzigd om de aard van de te verrichtenbestedingen beter om te zetten.?32Article 43Ajouter un troisième alinéa (nouveau), libellé commesuit :Nr. 32Artikel 43Een derde (nieuw) lid, luidend als volgt, toe te voegen:

A.61/2 - 95/96 —146 A-61/2 - 95/96«Le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitaleétablit un programme quinquennal des Investissementsrépondant aux objectifs prioritaires définis à l'article 48.Le programme du Gouvernement est communiqué auConseil de la Région de Bruxelles-Capitale pour informationau plus tard le 30 du mois qui suit l'entrée en vigueurde la présente ordonnance».«De Brusselse Hoofdstedelijke Regering maakt een vijfjarenprogrammaop van de 'investeringen die overeenstemmenmet de prioritaire doelstellingen zoals bepaald inartikel 48.Het programma van de Regering wordt ter informatieaan de Brusselse Hoofdstedelijke Raad uiterlijk op de dertigstedag van de maand volgend op de inwerkingtredingvan onderhavige ordonnantie, medegedeeld».JUSTIFICATIONCe nouvel alinéa est conforme à la volonté affichée par le Gouvernementd'établir un plan «eau» accompagné d'un programme pluriannueldes investissements.VERANTWOORDINGDit nieuw lid stemt overeen met de openlijke Regeringswil om een«water» plan op te maken, vergezeld door een meerjarenprogramma vande investeringen.?33Remplacer le 1° par :Article 44«/° d'assurer la conception, la réalisation et l'accompagnementde tous travaux hydrauliques et notamment, parordre d'utilité, les ouvrages destinés à :- assainir les zones sujettes à inondation;— collecter et épurer les eaux usées et pluviales».Nr. 331° te vervangen door :Artikel 44«/° in te staan voor het ontwerpen, het uitvoeren en lietbegeleiden van alle hydraulische werken en meer bepaald,in nuttige volgorde, de werken bestentd voor :- de drooglegging van de aan overstroming onderhevigegebieden;- de opvang en zuivering van afval- en regenwater».JUSTIFICATIONCet amendement s'inscrit dans le respect des objectifs fixés dans ladéclaration gouvernementale.VERANTWOORDIINGDit amendement schrijft zich in met de naleving van de in de Regeringsverklaringvastgestelde doelstellingen.?34Article 48Remplacer l'article 48 par :«A l'article 2, J}° de l'ordonnance du 12 décembre 1991créant des fonds budgétaires,A. Remplacer le titre «Fonds pour le traitement des eaux»par «Fonds pour la gestion des eaux usées et pluviales».B. Remplacer le dernier alinéa par les dispositions suivantes:«Les moyens du Fonds, à l'exception des recettes provenantde la participation de la Région flamande à Sa réa-Nr. 34Artikel 48Artikel 48 te vervangen door :«In artikel 2, ï]° van de ordonnantie van 12 december1991 tot stichting van begrotingsfondsen,A. De titel «Fonds voor de watervenverking» vervangendoor «Fonds voor het beheer van afval- en regenwater».B. Het laatste lid vervangen door de volgende bepalingen:«De middelen van liet Fonds, met uitzondering van deontvangsten afkomstig van de deelname van het Vlaamse

A-61/2 - 95/96 147— A-61/2 - 95/96lisatlon de stations d'épuration et à leur fonctionnement,sont affectés :] ° aux investissements liés au coût des études, des travauxet des acquisitions (en ce compris d'éventuelles chargesfinancières) de biens immeubles rencontrant lesobjectifs suivants, énumérés par ordre d'utilité :- lutter contre les inondations dans les quartiers àrisques;- collecter et épurer les eaux usées et pluviales;— assurer une gestion 'intégrée des eaux usées et pluviales.2° aux frais de fonctionnement des organismes d'épuration;3° aux frais de perception de la taxe par le Ministère etpar l'Institut via un transfert d'une partie de fonds versles recettes régionales;»4° aux frais entraînés par l'établissement de statistiques;5° aux frais de surveillance de l'état des eaux de surfaceet de celles collectées dans les égouts;6° aux frais d'acquisition de biens corporels et incorporelsnécessaires pour la protection et la valorisationdes eaux souterraines et de surface.7° aux remboursements de la différence entre les montantsdes versements anticipés perçus et les montants de lataxe due ainsi qu'aux les remboursements des versementsanticipés versés par les redevables visés àl'article 7.Les recettes provenant de la participation de la Régionflamande à la réalisation des stations d'épuration et à leurfonctionnement, sont affectées exclusivement aux fraisd'investissement et de fonctionnement des organismesd'épuration.»Gewest ter verwezenlijking van zulveringsstations en dewerking ervan, worden toegewezen aan :1° de investeringen gebonden aan de studie-, werk- en verwervingskosten(met inbegrip van eventuele financiëlelasten) van onroerende goederen die aan volgendedoelstellingen, opgesomd in nuttige volgorde, beantwoorden:- de strijd tegen overstromingen in risicowijken;- de opvang en zuivering van afval- en regenwater;- de waarborg van een geïntegreerd beheer van afval-en regenwater.2° aan de werkingskosten van de zuiveringsinstallaties;3° aan de inningskosten van de heffing door het Ministerieen door het Instituut via een overdracht van een deelvan het Fonds naar de gewestelijke ontvangsten toe;4° aan de kosten veroorzaakt door de opstelling van statistieken;5° aan de kosten betreffende het toezicht op de toestandvan het oppervlaktewater en het in de riolen opgevangenwater;6° aan de verwervingskosten van materiële en immateriëlegoederen die noodzakelijk zijn voor de bescherming ende herwaardering van het grond- en oppervlaktewater.7° «7° De terugbetaling van het verschil tussen het bedragvan de geïnde voorafbetalingen en het bedrag van deverschuldigde heffing evenals de terugbetalingen vande voorafbetalingen gestort door de in artikel 7bedoelde heffingsplichtige».De ontvangsten afkomstig van de deelname van hetVlaamse Gewest ter verwezenlijking van de zuiveringsstationsen de werking ervan, worden uitsluitend toegewezenaan de investerings- en werkingskosten van de zuiveringsinstallaties.»JUSTIFICATIONLe Fonds doit être intitulé de manière à correspondre aux différentesaffectations des moyens qui en seront faites et qui reprennent les prioritésdéfinies dans la déclaration gouvernementale.D'autre part, il y a lieu de préciser que les recettes provenant de laRégion flamande ne peuvent être affectées qu'à l'épuration et à la collectedes eaux usées.Le 7° a été rajouté en vue d'éviter tout' doute quant à l'affectation desmoyens du Fonds.VERANTWOORDINGHet Fonds dient op dergelijke wijze te worden opgeschreven dat hetmet de verschillende bestedingen klopt van de geldmiddelen die zullenworden verricht en die de in de Regeringsverklaring bepaalde prioriteitenvervatten.Anderzijds dient te worden verduidelijkt dat de ontvangsten afkomstigvan het Vlaamse Gewest, enkel aan de zuivering en aan de opvang vanafvalwater mogen worden besteed.Ter wille van de duidelijkheid over de bestemming van de middelenvan het Fonds, werd een 7° toegevoegd.

A-61/2 - 95/96 148— A-61/2 - 95/96?35Nr. 35Annexe IIA l'Annexe II ajouter une catégorie M 025 : exploitation de piscines.Bijlage lfBij de Bijlage II, een categorie M 025 toe te voegenuitbating van zwembaden.•s11-12.si^r•s>' sjfi|idj u•aSa 3^ll 0•a^Ir300 ui •Ü >•asIE;^-,S's^ •§ !•ïi.^S £:•a |Szii-Ï'.-",xSfa •§ 'g s•s?,a•a .a— M •3 >^ib'•a 3>.'g^11" ai yf^, g-—l •LI^aSZ^-gs,. ^ all'll' :s §,8SS. •a, "'i•azSIIPJUSTIFICATIONII s'indique de prévoir, à l'annexe II de l'ordonnance dans la catégorieM, une distinction spécifique pour l'exploitation des piscines étant donnéla nature peu polluante des rejets.VERANTWOORDINGBij bijlage II van de ordonnantie in de categorie M, dient in een specifiekonderscheid te worden voorzien voor de uitbating van de zwembaden,gezien de weinig vervuilende aard van de uitgevoerde lozingen.

A-61/2 - 95/96 149— A-61/2 - 95/96?36Nr. 36Article 7Insérer un troisième alinéa, libellé comme suit :«Toute personne physique, redevable ou visée à l'article6, qui établit qu 'elle a à sa charge trois enfants au moins,est exemptée du paiement de la taxe relative à l'usagedomestique de l'eau qui lui est propre à concurrence de250 F pour chaque enfant à partir du troisième.»Artikel 7Een vierde lid (nieuw) in te voegen, luidend:«Elke natuurlijke persoon, heffingsplichtlge of bedoeldin artikel 6, die bewijst dat hij ten minste drie kinderen tenlaste heeft, wordt vanaf het derde kind ten belope van 250frank per kind vrijgesteld van de heffing op het huishoudelijkafvalwater.».JUSTIFICATIONCette disposition vise à ne pas pénaliser les familles nombreuses, dontles besoins en eau sont a fortiori plus importants.Une disposition similaire a été adoptée par le Conseil flamand dans sondécret du 21 décembre 1990.VERANTWOORDINGDeze bepaling strekt ertoe de grote gezinnen, die a fortiori meer waterverbruiken, niet te benadelen.In zijn decreet van 21 december 1990 heeft de Vlaamse Raad een soortgelijkebepaling goedgekeurd.?37Article 8Remplacer le premier paragraphe par la dispositionsuivante :«La taxe due sur le déversement des eaux usées domestiquesest égale à 16 F/m3, avec une exonération d'autantde fols 30 m3 qu 'il y a de termes fixes dans la facture del'IBDE.»Nr. 37Artikel 8De eerste paragraaf door de volgende bepaling te vervangen:«De heffing die voor het lozen van huisiwiidelijk afvalwaterverschuldigd is, bedraagt 16 BEF/m3, met een vrijstellingvoor 30 m 3 voor elk vaste gedeelte dat op de factuurvan het BIWD is vermeld. ».JUSTIFICATIONL'eau est un bien de première nécessité. L'auteur de l'amendementconsidère donc que chaque ménage a droit à un minimum de 30 m 3 d'eausans taxe.D'autre part, une telle formule a la conséquence d'établir une tarificationprogressive, formule qui incite fortement les usagers à diminuer leurconsommation, objectif environnemental majeur.Etant donné qu'il y a environ 400.000 ménages en Région bruxelloise,ceci signifie que 12 millions de m. 1 d'eau ne seraient plus taxés par rapportau projet initial, ce qui diminuerait les recettes d'environ 168 millions.Pour compenser cette perte l'auteur de l'amendement propose deporter les m 1 au-delà du 30i"" à 16 F/m?.VERANTWOORDINGWater is levensnoodzakelijk. Wij zijn dus van oordeel dat elk gezinrecht heeft op minimum 30 m. 1 heffingsvrij verbruik.Anderzijds zorgt die bepaling een progressieve tarifering en zet ze degebruikers er sterk toe aan hun verbruik drastisch te beperken, wat eenvan de hoofddoelen is op milieuvlak.Aangezien er in het Brussels Gewest ongeveer 400.000 gezinnen zijn,betekent dit dat, in vergelijking met het oorspronkelijke ontwerp m.\12 miljoen m3 water vrijgesteld zou worden van heffing, waardoor de ontvangstenmet ongeveer 168 miljoen zouden teruglopen. Om dat verlies tecompenseren, stellen we voor elke m? boven de 30 m? te belasten tegen16 BEF/m. 1 .?38Article 11a. Modifier au paragraphe 2, 1 er alinéa la formule ence sens :«CP = VrJ (DJ + D2 + D3) + Vr2 (D4)?.38Artikel 11a. In het eerste lid van de tweede paragraaf, de formuleals volgt te wijzigen:«CP = Vri (Dl +D2 + D3) + Vr2 (D4)

A-61/2 - 95/96 150 A-61/2 - 95/96étant entendu dans ce cas que :waarbij:'•Vri = le volume d'eau déversée par le redevable aucours de la période imposable exprimé en m 3 ,sans considération des eaux utilisées exclusivementà des fins de refroidissement.Vr2 = le volume d'eau de refroidissement déversée parle redevable au cours de la période imposableexprimé en m 3 . Ce volume est présumé, sousréserve d'en apporter la preuve contraire, égalà celui dont le déversement est autorisé à cetitre».b. Ajouter après la définition du paramètre D3, unnouveau paramètre :«où D4 = Q14 x TouD4 •• la charge polluante thermique des eaux derefroidissement exprimée en unité de pollutionpar m 3 .Vri = het in m 3 uitgedrukte watervoliime dat door deheffingsplichtige gedurende de aanslagperlodewordt geloosd, zonder rekening te houden methet water dat alleen als koelwater gebruiktwordt,Vr2 = het in m 3 uitgedrukte koelwater dat door de heffingsplichtigegedurende de aanslagperiodewordt geloosd. Dit volume is, tot het bewijs vanhet tegendeel wordt geleverd, gelijk aan hetvolume dat als koelwater geloosd mag worden.»b. Na de definitie van de parameter D3, een nieuweparameter in te voegen, te weten:«waarin D4 = Q14 x TwaarinD4 = de in vervuilingseenheden per m 3 uitgedruktethermische vuilvracht van het koelwater;Q14 = le coefficient de pondération tel que défini enannexe I.Q14 = de wegingscoëfficiënt zoals bedoeld in bijlage I.T = la différence moyenne de température au cours del'année imposable, exprimée en degrés Celsius,entre les eaux de refroidissement déversées et leseaux dans lesquelles elles sont déversées».T = het tijdens het aanslagjaar vastgestelde en in gradenCelsius uitgedrukte gemiddelde temperatuurverschiltussen het geloosde koelwater en het waterwaarin dit wordt geloosd.JUSTIFICATIONLe présent amendement vise à prendre en compte la pollution thermiquespécifique résultant du déversement d'eaux de refroidissement quin'interviennent pas dans les procédés de production et ne comportent doncen principe pas de substance polluante liée à ces procédés.Ces eaux sont généralement directement prises et rejetées dans descours d'eau et n'entraînent pas réellement de surcoût de traitement deseaux mais bien un déséquilibre écologique dans le cours d'eau même.A notre connaissance, ce genre d'utilisation de l'eau est peu développéen Région bruxelloise mais il peut parfaitement l'être à partir des eaux ducanal (comme le prouve l'exemple de la centrale TGV de Drogenbos). Untexte de loi devant prévoir les situations futures possibles, il nous paraîtimportant d'ajouter ce terme à la formule relative à la charge polluanteréelle.Il s'agit bien d'une forme de pollution des eaux dont la taxation rencontreun objectif de diminution de la pollution des eaux par son potentielincitatif et qui est fondée sur le coût écologique d'une telle pollutionet ce, quand bien même l'épuration ne traiterait pas ou ne saurait traiterce problème.VERANTWOORDINGDit amendement strekt ertoe rekening te houden met de specifieke thermischevervuiling die het gevolg is van het lozen van koelwater dat nietin de produktieprocessen wordt aangewend en dat dus in principe geenvervuilende bestanddelen bevat die met deze processen verband houden.Dat water wordt in het algemeen rechtstreeks opgepompt wordt en inwaterlopen geloosd. Het zorgt niet echt voor meer werk bij het behandelenvan het water, maar verstoort wel het ecologisch evenwicht van dewaterloop zelf.Bij ons weten wordt in het Brussels Gewest weinig koelwater gebruikt,ofschoon water van het kanaal daar perfect voor zou kunnen dienen (zoalshet voorbeeld van de SKK-centrale in Drogenbos aantoont). Aangezieneen wettekst toekomstige situaties moet voorzien, lijkt het van belangdaarmee rekening te houden in de formule betreffende de echte vuilvracht.Wij hebben dus te maken met waterverontreiniging waarop een heffingwordt ingevoerd die, door het mogelijk stimulerend effect, bedraagt tothet terugdringen van de verontreiniging en die steunt op de ecologischekosten van een dergelijke verontreiniging, ook al kan dit probleem nietdoor zuivering worden verholpen.

A-61/2 - 95/96 151 A-61/2 - 95/96?39Nr. 39Article 4Au premier alinéa, remplacer les «sont tenus d'» par«peuvent».Supprimer le 2e alinéa.Artikel 4In het eerste lid, de woorden «zijn ertoe gehouden (...)te verrichten» te vervangen door de woorden «kunnen(...) verrichten».Het tweede lid te doen vervallen.JUSTIFICATION\« alinéa :Si le principe du versement anticipé est adopté par le projet d'ordonnance,il faut appliquer celui-ci en tenant compte du principe qu'en droitfiscal, le versement anticipé est volontaire (cf. manuel de Droit fiscal deTiberghien p. 220 et l'article 157 CIR).Suppression du 2" alinéa :Application du principe suivant lequel tous les redevables sont égauxdevant la taxe. Le débit d'eau doit donc être mesuré à la source.VERANTWOORDING1ste lid :Bij de toepassing van het in dit ontwerp van ordonnantie vastgesteldebeginsel van de voorafbetalingen moet ermee rekening worden gehoudendat, volgens het fiscaal recht, voorafbetalingen in principe vrijwillig geschieden(zie handboek fiscaal recht van Tibelghien, blz. 220 en artikel157 van het WIB).Vervallen van het 2e lid :Toepassing van het beginsel volgens welk alle heffingsplichtigen opgelijke voet moeten worden gesteld. Het waterdebiet moet dus aan de brongemeten worden.?40Supprimer l'article 6.Article 6Nr. 40Artikel 6Dit artikel te doen vervallen.JUSTIFICATIONDans notre Région, 70% des habitants sont locataires et nombre deceux-ci n'ont pas de compteurs d'eau individuels.Dans le texte en projet, le redevable de la taxe est le titulaire du compteur,donc le propriétaire dans la majorité des cas. 11 faut donc laisser jouerles règles de droit commun; il est inutile d'établir une solidarité entre lepropriétaire et le locataire quant au paiement de la taxe.Le ministre a répondu qu'il applique le même système que dansl'article 51 bis du Code TVA.Le groupe des commissaires ne partage pas tout à fait ce point de vue.En effet, dans le cas cité, le concontractant est solidairement tenu avec leredevable au paiement de la TVA dans le cas où «la facture dont la délivranceest requise n'a pas été délivrée, ou est incomplète, ou estinexacte...».Il faut donc que le cocontractant n'ait pas rempli les obligations qui luisont imposées par le Code TVA, pour être tenu solidairement à titre de«punition».Le cas ne peut donc pas être comparé avec celui de locataires à quil'ordonnance relative à la taxe sur les eaux usées n'impose aucune obligationet n'a donc pas de motif d'être «puni»VERANTWOORDINGIn ons Gewest is 70% van de inwoners huurder. Velen van hen hebbengeen eigen watenneter.Volgens de ontworpen tekst is de heffingsplichtige degene op wiensnaam de meter geopend is, m.a.w. de eigenaar in de meeste gevallen. Menmoet dus de regels van het gemene recht laten spelen. Het heeft dus geenzin om voor de betaling van de heffing een hoofdelijkheid tussen eigenaaren huurder tot stand te brengen.Minister Gosuin heeft geantwoord dat hij dezelfde regeling toepast alsdie welke is vervat in artikel 5 Ibis van het BTW-wetboek.De fractie is het daar niet mee eens. Volgens dat artikel is de medecontractantimmers, hoofdelijk met de heffingsplichtige, ertoe gehoudende BTW te betalen ingeval de te bezorgen factuur niet werd afgegeven,onvolledig is of een onjuiste vermelding bevat.Het volstaat dus dat de medecontractant de hem door het BTW-wetboekopgelegde verplichtingen niet nakomt om bij wijze van straf hoofdelijkaansprakelijk gesteld te worden.Het geval kan dus niet worden vergeleken met dat van de huurder aanwie de ordonnantie betreffende de heffing op het afvalwater geen enkeleverplichting oplegt en die dus niet kan worden gestraft.

A-61/2 - 95/96 —152— A-61/2 - 95/96?41Nr. 41Article 7Artikel 71er alinéa :a. Supprimer les mots «conformément à l'article 6».b. Supprimer le 3 e alinéa.c. Ajouter un 4e alinéa : «La taxe est réduite de 50%lorsque soit le redevable, soit celui auquel le redevablefournit l'eau, est un chef de famille nombreuse».1ste lida. de woorden «overeenkomstig artikel 6» te doen vervallen.b. Het derde lid te doen vervallen.c. Een vierde lid toe te voegen, luidend: «De heffingwordt met 50% verminderd wanneer de hejfmgspllchtigeof de persoon aan wie de heffingsplichtige waterlevert hoofd is van een groot gezin.».JUSTIFICATIONL'article 7 prévoit un remboursement du versement anticipatifpour lesménages qui dépendent du CPAS ou ont un revenu inférieur au minimex.Si l'objectif social de cette mesure est louable, il est doublement insuffisant.1. Nous ne pouvons accepter qu'il soit demandé à un public fragile depayer anticîpativement la taxe et d'entreprendre par la suite lesdémarches pour être remboursé. L'auteur du projet a suggéré que cetravail soit effectué par les CPAS. Les services des CPAS sont surchargéset ce n'est pas une solution raisonnable de les surchargerencore. Ainsi, la seule mesure réellement sociale est d'accorder uneexemption pure et simple de la taxe et d'accompagner cette mesured'une information suffisante.2. Pour les ménages dépendant des CPAS ou qui ont un revenu inférieurau minimex, la taxe sur l'eau représentera une dépense supplémentaireimportante. Mais, pour d'autres contribuables aussi, l'augmentationdu coût de l'eau sera difficilement tolérable pour lesfamilles nombreuses.VERANTWOORDINGArtikel 7 voorziet in de terugbetaling van de voorafbetalingen voor degezinnen die van het OCMW steun krijgen of waarvan het inkomen lageris dan het bestaansminimum. Het sociaal doel van die maatregel is weliswaarlovenswaardig, maar is om twee redenen onvoldoende.l. We kunnen niet aanvaarden dat een kwetsbare bevolkingsgroepgevraagd wordt voorafbetalingen te doen en daarna stappen te ondernemenom die te worden terugbetaald. De auteur van het voorstelheeft voorgesteld dat de OCMW's die stappen doen. De OCMWdienstenhebben echter te veel werk en het is dan ook onredelijk hunnog meer werk te bezorgen. De enige echt sociale maatregel is diegroep zonder meer vrijstelling van heffing te verlenen en over diemaatregel voldoende informatie te verstrekken.2. Voor de gezinnen die OCMW-steun krijgen of waarvan het inkomenlager is dan het bestaansminimum betekent de heffing op het watereen aanzienlijke extra uitgave. Maar ook voor andere heffingsplichtigen,met name voor de grote gezinnen, zal de verhoging van kostprijsvan het water pijnlijk zijn.?42Article 3Remplacer le mot «déversée» par le mot «effectué».Nr. 42Artikel 3De woorden «, geloosd» te doen vervallen.Eviter la tautologie.JUSTIFICATIONTautologie vermijden.VERANTWOORDING?43Article 15Remplacer le dernier alinéa par ;«Les agents du Ministère peuvent emporter pour unedurée maximale de 48 heures, les livres, pièces et registresmentionnés ci-avant contre remise d'un récépissé.Nr. 43Artikel 15Het laatste lid vervangen door :«De beambten van het Ministerie kunnen voormelde boeken,stukken en registers meenemen voor een duur vanhoogstens 48 uur, tegen overhan-diging van een ontvangst-

A-61/2 - 95/96 153 A-61/2 - 95/96Toutefois, ils ne peuvent pas emporter les livres qui ne sontpas clôturés.»bewijs. Ze worden echter niet gemachtigd de boeken dieniet gesloten zijn, mee te nemen.»JUSTIFICATIONLe redevable qui a l'obligation de communiquer, à la demande duMinistère tous les livres et documents nécessaires à la détermination deséléments nécessaires au calcul de la taxe, ne peut être contraint de déplacerles livres et documents pour les présenter à l'administration.Dès lors :soit le Ministère se rend auprès du redevable conformément aux alinéas1 et 2;soit, dans la mesure où une étude approfondie des documents s'avèreindispensable, le Ministère peut emporter les documents à trois conditions:1. la durée ne doit pas excéder 48 heures;2. les documents doivent être indispensables à la détermination des élémentsnécessaires au calcul de la taxe;3. ils ne peuvent emporter que les livres clôturés.VERANTWOORDINGDe heffingsplichtige die verplicht is, als het Mnisterie erom verzoektalle boeken en documenten mee te delen die noodzakelijk zijn om de voorde berekening van de heffing noodzakelijke gegevens te bepalen, mag nietworden gedwongen de boeken en documenten te verplaatsen om deze aande Administratie voor te leggen.Bijgevolg :- hetzij begeeft het Ministerie zich bij de heffingsplichtige overeenkomstigeerste en tweede lid;- hetzij, voor zover een grondige studie der documenten onont-beerlijkblijkt, mag het Ministerie de documenten mee-nemen onder drie voorwaarden:l. de duur mag niet 48 uur overschrijden;2. de documenten moeten noodzakelijk zijn om de voor de berekeningvan de heffing noodzakelijke gegevens te bepalen;3. ze mogen enkel gesloten boeken meenemen.?44Article 9Ajouter in fine de l'article, les mots suivants : «conformémentaux paragraphes 1 à 4».Nr. 44Artikel 9Aan het einde van artikel 9 volgende woorden toe tevoegen : «overeenkomstig §§ J tot 4».JUSTIFICATIONMieux préciser la faculté que le redevable conserve.VERANTWOORDINGDit amendement strekt ertoe de mogelijkheid die de heffingsplichtigebehoudt te verduidelijken.?45Article 13Supprimer au § 6 les mots : «ainsi que la rétribution dudistributeur d'eau pour frais occasionnés par la perceptiondes versements anticipés».Nr. 45Artikel 13In § 6 de woorden «, alsook de betaling van de waterverdelervoor de door de inning van de heffing veroorzaaktekosten» te doen vervallen.JUSTIFICATIONLa perception de la taxe sera principalement assurée en tout cas pourles eaux usées domestiques, par le distributeur d'eau. Celui-ci est chargéde restituer le montant de la taxe au ministère des finances de notreRégion.Les distributeurs d'eau jouissant qu'un quasi monopole et ayant unemission d'utilité publique, ce service devrait être fourni par eux gratuitement.VERANTWOORDINGHet is hoofdzakelijk de waterleidingmaatschappij die zal instaan voorde inning van de heffing, in elk geval voor wat het huishoudelijk afvalwaterbetreft. Het bedrag van de heffing dient door deze maatschappij teworden overgemaakt aan het ministerie van Financiën van ons Gewest.De waterleidingmaatschappijen hebben zo goed als een monopolie enzij vervullen een taak van algemeen nut. Derhalve zouden zij deze dienstkosteloos moeten verstrekken.

A-61/2 - 95/96 —154 A-61/2 - 95/96?46Nr. 46Article 33Artikel 33Supprimer les mots : «dans le délai prévu à l'article 31ou à défaut de paiement des versements anticipés afférentsà une facture d'eau endéans les deux mois de l'envoi decette facture».De woorden «binnen de in artikel 31 voorziene termijnof bij gebrek aan betaling van de voorafbetalingen metbetrekking tot een factuur voor water, binnen de tweemaanden vanaf de verzending van deze factuur,» te doenvervallen.JUSTIFICATIONVERANTWOORDINGLe délai «a quo» à partir duquel l'intérêt de retard court, doit être lemême pour tous les contribuables sans quoi ceux-ci ne sont pas sur unpied d'égalité.Met het oog op de gelijkheid van behandeling dient de termijn waaropde verwijlintresten betrekking hebben voor alle belastingplichtingen ophetzelfde ogenblik in te gaan.?47Article 43Ajouter in fine de l'article la disposition suivante :- Le produit de la taxe ne peut en aucun cas ne pas êtreaffecté au fonds pour le traitement des eaux usées viséà ['article 2, 11° de l'ordonnance du 12 décembre1991 créant des fonds budgétaires.La taxe sur les eaux usées s'éteint dès le moment où lefonds pour le traitement des eaux usées s'autofinance.Il est joint en annexe à la présente ordonnance un planplurlannuel relatif à l'affectation du budget duditfonds».Nr. 47Artikel 43Aan het einde van het artikel volgende twee leden toete voegen :«- De opbrengst van de heffing dient in elk geval bestemdte zijn voor het Fonds voor waterzuivering bedoeld inartikel 2, 11° van de ordonnantie van 12 december1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen.«De heffing op het afvalwater wordt opgeheven zodrahet Fonds voor waterzuivering met eigen middelengefinancierd wordt. Als bijlage wordt bij deze ordonnantieeen meerjarenplan gevoegd met betrekking totde bestemming van de begroting van het hierbovenvermeldefonds.»JUSTIFICATIONSi on peut admettre que soit établi une taxe sur la consommation del'eau afin de financer le traitement des eaux usées, cette taxe ne peut enaucun cas être un nouvel impôt déguisé qui permettrait de financer le budgetrégional.Si on peut admettre également que le consommateur «pollueur» soitmis à contribution pour le financement de l'épuration de l'eau, son obligationdoit s'éteindre lorsque l'objectif est atteint.C'est la raison pour laquelle il doit être annexé au présent projetd'ordonnance, un plan pluriannuel relatif à l'affectation du budget duditfonds. C'est une condition essentielle au vote de la présente taxe.VERANTWOORDINGMen kan weliswaar instemmen met een heffing op het waterveibruikteneinde het zuiveren van het afvalwater te financieren, maar deze heffingmag in geen geval een nieuwe verkapte belasting zijn die het zoumogelijk maken de kas van het Gewest te spijzen. De opbrengst van dezeheffing dient in ieder geval een toegewezen ontvangst te blijven.Men kan er weliswaar mee instemmen dat op de «vervuilende» verbruikereen beroep wordt gedaan voor de financiering van de waterzuivering,maar zodra het doel bereikt is, komt er een einde aan de verplichtingenvan deze gebruiker.Daarom wordt als bijlage bij deze ordonnantie een meerjarenplangevoegd met betrekking tot de bestemming van de begroting van het hierbovenvermeldefonds. Dit is een essentiële voorwaarde waarmee bij degoedkeuring van deze heffing rekening dient te worden gehouden.

A-61/2 - 95/96 155— A-61/2 - 95/96?48Nr. 48Article 43bïs (nouveau)Insérer un article 43bis (nouveau) entre les articles 43et 44, intitulé comme suit :«Les communes de la Région bruxelloise participeront(pour 10%) au montant de la taxe suivant la clé de répartitionprévue par le fonds des communes».Artikel 43bis (nieuw)Tussen de artikelen 43 en 44 een nieuw artikel 43bisin te voegen, luidend :«De gemeenten van het Brussels Gewest zullen (tenbelope van 10%) bijdragen aan het bedrag van de heffing,overeenkomstig de verdeelsleutel van het Gemeentefonds.»JUSTIFICATIONLes bassins d'orage seront pris en charge par le fonds budgétaire, cequi devrait alléger les finances communales.Il est donc normal que les communes financent par ailleurs ledit fonds.VERANTWOORDINGDe stormbekkens zullen ten laste komen van het begrotingsfonds, wateen ontlasting van de gemeentefinanciën met zich zou moeten brengen.Het is derhalve logisch dat de gemeenten het hierbovenvennelde fondsfinancieren.?49Article 29Ajouter au paragraphe 3 les mots «de l'année précédente»entre les mots «eaux usées» et les mots «le redevable».?.49Artikel 29In § 3 tussen de woorden «afvalwater» en «overschrijdt»de woorden «van het vorige jaar» toe te voegen.?50Article 35Ajouter à l'alinéa 2 du § 1er, après les mots «à l'intéressé»,les mots «par exploit ou recommandé d'huissier dejustice».Nr. 50Artikel 35In het tweede lid van § l, na het woord «deurwaardersexploot»,de woorden «of bij een aangetekend schrijvenvan een deurwaarder» toe te voegen.?51Article 37Supprimer au § 1er les mots «et situés sur le territoirede la Région de Bruxelles-Capitale».Nr. 51Artikel 37In §1, de woorden «en in het Brusselse Gewest gelegen»te doen vervallen.?52Article 38Insérer après le mot «exploit», les mots «ou recommandé».?.52Artikel 38Na het woord «deurwaardersexploot», de woorden «ofbij een aangetekend schrijven van een deunvaarder» toete voegen.

A-61/2 - 95/96 —156 A-61/2 - 95/96?53Nr. 53Article 48Ajouter un 8° libellé comme suit :«8° aux primes qui sont accordées aux particuliers pour:- l'installation de citernes d'eau de pluie;- la mise en conformité environnementale des systèmesd'épuration individuelle des eaux usées pour les habitationsqui ne sont pas reliées au réseau d'égoutspublics.»Artikel 48Een punt 8° toe te voegen, luidend :«8° die premies die aan de particulieren worden toegekendvoor :- de plaatsing van regenwaterpiitten- het in overeenstemming brengen van de individuelewaterzuiveringsinstallaties van de woningen die nietzijn aangesloten op het openbaar rioolnet, met demilieuwetgeving. »

A-61/2 - 95/96 —157— A-61/2 - 95/96ANNEXE 2Note concernantle mode de perception etde recouvrement de la taxesur le déversement des eaux uséessur le territoire de la Régionde Bruxelles-Capitaletel que prévu parle projet d'ordonnanceBIJLAGE 2Nota van de fiscale deskundigebetreffende de innings- eninvorderingswijze van de heffingop de lozing van het afvalwaterop het grondgebied van hetBrussels Hoofdstedelijk Gewestzoals voorgeschreven door het ontwerpvan ordonnantie§ 1. MODE DE PERCEPTIONI. PRINCIPES GENERAUXAinsi que le précise l'article 3 du projet d'ordonnance,la taxe sur le déversement d'eau usée est, à l'instar del'impôt sur les revenus, une taxe annuelle qui sera donc rattachéeà un exercice d'imposition correspondant à uneannée civile, conformément à l'art. 30, al. 1 du projet.Le projet d'ordonnance s'est efforcé de présenter uneordonnance axée sur la pollution effective et cela, contrairementà la voie simplificatrice poursuivie par d'autresRégions de l'Etat fédéral mais moins appropriée à l'objectifd'imposer en principe les redevables en fonction de lapollution des eaux déversées. Cet objectif est poursuividans le double but de cibler le niveau de la taxe au comportementnégatif quant à la pollution de l'eau et d'inciterles redevables à maîtriser leur pollution de l'eau usée.Toutefois, pour des raisons de praticabilité de taxe etpour éviter aux consommateurs domestiques des formalitéslourdes de déclaration et d'analyse de l'eau liées à lamesure de la pollution, un régime simplifié a été prévu pourceux-ci.Pour garantir la Région bruxelloise d'une perceptionrégulière de la taxe, a été organisée, comme en matièred'impôt sur le revenu, une perception intitulée « versementsanticipés » qui s'apparente au précompte professionnelobligatoire qui sera à verser, en vertu de l'art. 12du projet, lors des factures portées en compte par le distributeurde l'eau.Pour les consommateurs domestiques, ces versementsanticipés, s'ils sont correctement effectués au distributeurde l'eau chargé pour le compte de la Région de leur perception,vaudront taxe et ils seront dispensés de souscrireune déclaration. Toutefois, ils pourront opter pour lerégime imposé aux autres consommateurs s'ils estimentque l'évaluation de 14 F le m3 faite pour la pollutiondomestique retenue à l'art. 8 et identique au montant prévu§ l. INNINGSWÜZEI. ALGEMENE BEGINSELENZoals nader bepaald in artikel 3 van het ontwerp vanordonnantie, is de heffing op de lozing van afvalwater, naarhet voorbeeld van de inkomstenbelasting, een jaarlijkseheffing die dus zal worden gekoppeld aan een aanslagjaarovereenstemmend met een kalenderjaar, overeenkomstigart. 30, eerste lid van het ontwerp.Het ontwerp van ordonnantie beoogt een ordonnantievoor te leggen, gericht op de werkelijke vervuiling en dit,in tegenstelling tot het vereenvoudigingsbeginsel nagestreefddoor andere Gewesten van de federale Staat, maarminder aangepast aan de doelstelling om, in principe, deheffmgsplichtigen te belasten op grond van de vervuilingsgraadvan het afvalwater. Deze doelstelling wordt nagestreefdmet een tweeledige bedoeling, nl, het peil van deheffing afstemmen op de negatieve houding tegenover dewatervervuiling en de heffmgsplichtigen aansporen tot eenbeter beheer van de eigen vervuiling van het afvalwater.Voor een betere toepassing van de heffing en om de huishoudelijkeverbruikers zware aangifte- en wateranalyseformaliteitengebonden aan de meting van de vervuiling tebesparen, werd voor hen in een vereenvoudigd stelsel voorzien.Om aan het Brussels Gewest een regelmatige inning vande heffing te waarborgen, werd, zoals inzake inkomstenbelasting,een inning, «voorafbetalingen» genoemd, georganiseerddie gelijkenis vertoont met de verplichte bedrijfsvoorheffingen die, krachtens art. 12 van het ontwerp, moetworden gestort bij de door de waterverdeler in rekeninggebrachte facturen.Voor de huishoudelijke gebruikers, zullen deze voorafbetalingen,indien ze correct worden verricht aan de waterverdelerbelast met de inning ervan voor rekening van hetGewest, de heffing evenwaardig zijn en zullen ze wordenvrijgesteld van de verplichting om een aangifte te doen. Zezullen evenwel kunnen kiezen voor het aan andere verbruikersopgelegde stelsel, indien ze van oordeel zijn datde raming van 14 fr. per m3 voor de huishoudelijke ver-

A-61/2 - 95/96 — 158 A-61/2 - 95/96pour les versements anticipés par l'art. 13, § 1, excède leurpollution domestique : ils seront alors logiquement tenusde se soumettre aux mêmes obligations que les redevablesordinaires (analyse et mesure du débit de l'eau).vuiling, die in artikel 8 werd opgenomen en gelijk is aanhet door art. 13, § l voorgeschreven bedrag voor de voorafbetalingen,hoger ligt dan hun huishoudelijke vervuiling :ze zullen dan logischerwijze verplicht zijn zich te onderwerpenaan dezelfde verplichtingen als de gewone heffingsplichtigen(analyse en meting van het debiet).II. LES VERSEMENTS ANTICIPES FACE A LAPERIODE IMPOSABLE ET A L'EXERCICED'IMPOSITION Y AFFERENT EN PERIODE DECROISIEREn. DE VOORAFBETALINGEN TEGENOVER DEAANSLAGPERIODE EN HET DESBETREFFENDEAANSLAGJAAR IN PERIODE VAN KRUISSNEL-HEIDLes versements anticipés de 14 F le m3 seront perçuscomme précisé au I, à l'occasion de chaque décompte ouclôture d'un compteur d'eau comportant un relevé deconsommation, délivré par le distributeur d'eau chargé parla Région de la perception des versements anticipés.De voorafbetalingen van 14 fr. per m3 zullen wordengeïnd zoals bepaald in I., bij elke afrekening of afsluitingvan een waterteller met een verbruiksstaat, afgegeven doorde waterverdeler belast door het Gewest met de inning vande voorafbetalingen.Ce versement sera à charge de la ou des personnes aunom desquelles est ouvert un compteur d'eau, redevable dela taxe, en vertu de l'art. 5, al. I, 1°.Deze voorafbetaling zal ten laste zijn van de perso(o)n(en)op naam van wie een waterteller is geopend, dieheffingsplichtig is (zijn), krachtens art. 5, lid 1,1°.Comme les décomptes comportant un relevé de consommationsont délivrés à des dates différentes en fonction descommunes et/ou du type de redevable, les versements anticipésseront dus à des moments différents. Il y a toutefoislieu de noter que, sauf exceptions telle la clôture de compteur,ces décomptes sont toujours annuels.Aangezien de afrekeningen met een verbruiksstaat wordenafgegeven op verschillende data afhankelijk van degemeenten en/of de soort heffingsplichtige, zijn de voorafbetalingenop verschillende tijdstippen verschuldigd. Erdient evenwel opgemerkt dat, behalve uitzonderingen zoalsde afsluiting van een teller, deze afrekeningen steeds jaarlijkszijn.En période de croisière, chaque redevable sera donc soumisà la perception de versements anticipés n'excédant pasune consommation d'eau sur une période de 12 mois.In periode van kruissnelheid, wordt elke heffingsplichtigedus onderworpen aan de inning van voorafbetalingen,indien zijn verbruik niet hoger ligt dan het waterverbruikover een periode van 12 maanden.Il sera décrit au III ci-après les mesures qui seront adoptéespour respecter au mieux le principe d'égalité et de perceptionannuelle au cours de la période entre la dated'entrée en vigueur et le 31.12.1997.In punt III hierna zullen de maatregelen worden beschrevendie zullen worden getroffen voor een striktere toepassingvan het gelijkheidsbeginsel en het beginsel van jaarlijkseinning in de periode tussen de datum van inwerkingtredingen 31/12/1997.Pour les versements anticipés comme pour le précompteprofessionnel (art. 199 de i'AR d'exécution CIR), lapériode imposable correspondra avec l'année dont le millésimedésigne l'exercice d'imposition. Seront donc rattachésà l'année civile d'une année considérée à la foiscomme période imposable et comme exercice d'imposition,le ou les versements anticipés portant sur un relevé deconsommation figurant sur un décompte délivré au coursde cette année, même si celui-ci n'est adressé au redevableou reçu par lui que l'année suivante ou porte sur une partiede l'année précédente.Voor de voorafbetalingen, net zoals voor de bedrijfsvoorheffing(art. 199 van het KB ter uitvoering van helWIB), zal de aanslagperiode overeenkomen met het jaarwaarvan het cijfer het aanslagjaar aanduidt. Zullen dusworden gekoppeld aan het kalenderjaar van een jaar dattegelijkertijd als aanslagperiode en aanslagjaar wordt beschouwd,de voorafbetaling(en) met betrekking tot een verbruiksstaatdie voorkomt op een afrekening afgegeven inde loop van dit jaar, ook al wordt deze naar de heffingsplichtigeverzonden of door hem slechts ontvangen het volgendejaar of heeft deze betrekking op een deel van hetvorige jaar.

A-61/2 - 95/96 —159 A-61/2 - 95/96III. LA TAXE FACE A LA PERIODE IMPOSABLE ETA L'EXERCICE D'IMPOSITION EN PERIODE DECROISIEREA. Remarque préalableA l'instar de l'article 360 CIR, l'art. 30 du projetd'ordonnance a confié au pouvoir exécutif le soin de fixerla période imposable qui se rapporte à un exercice d'impositionfixé, lui, à une année civile.m. DE HEFFING TEGENOVER DE AANSLAG-PERIODE EN HET AANSLAGJAAR IN PERIODEVAN KRUISSNELHEIDA. Voorafgaande opmerkingNaar het voorbeeld van artikel 360 WIB, heeft art. 30van het ontwerp van ordonnantie aan de uitvoerende machtde taak toevertrouwd om de aanslagperiode vast te leggendie slaat op een aanslagjaar dat, op zijn beurt, aan eenkalenderjaar is gebonden.B. Déversement d'eau domestique usée pour lequel lataxe à charge du redevable correspond aux versementsanticipésComme déjà précisé au I. ci-avant pour les versementsanticipés, la période imposable et l'exercice d'imposition,comme pour le précompte professionnel en matièred'impôts sur les revenus (art. 199 de l'AR d'exécution)coïncideront.^Toutefois, dans un souci d'uniformité avec les autressituations visées aux C et D, pour la taxe, la période imposablesera l'année dont le millésime précède celui de l'exerciced'imposition.La période imposable s'étendra à l'année civile pourlaquelle un ou des relevés de consommation annuellemême portant sur une partie de l'année antérieure, figureradans un ou des relevés et cela même si le ou les décomptesoù ils figurent sont adressés ou reçus par le redevablel'année suivante.B. Lozing van huishoudelijk afvalwater waarvoor deheffing ten laste van de heffingsplichtige overeenstemtmet de voorafbetalingenZoals reeds bepaald in I. hierboven voor de voorafbetalingen,zullen de aanslagperiode en het aanslagjaar, zoalsvoor de bedrijfsvoorheffing inzake inkomstenbelastingen,(art. 199 van het KB ter uitvoering) samenvallen.In een streven naar gelijkvormigheid met de andere in Cen D bedoelde toestanden, zal de aanslagperiode, voor deheffing, evenwel het jaar zijn waarvan het cijfer voorafgaataan dat van het aanslagjaar.De aanslagperiode zal worden uitgebreid tot het kalenderjaarwaarvoor een of de jaarlijkse verbruikssta(a)t(en)met betrekking tot een deel van het vorige jaar, zal (zullen)voorkomen op een of de verbruikssta(a)t(en) en dit ook alworden de afreken ing(en) waarop hij (ze) voorkomen, aande heffingsplichtige gericht of door hem ontvangen het jaardaarop.C. Déversement d'eau domestique usée pour laquelle leredevable à opté pour la taxation sur base de la pollutionréelleComme déjà précisé, ces redevables d'eau domestiqueseront tenus aux obligations des autres redevables taxés surla pollution réelle. Ils seront donc tenus de procéder à desmesures de la pollution ainsi qu'à des mesures du volumed'eau déversée.Il est donc proposé de faire correspondre, en période decroisière, la période imposable à l'année civile et l'exerciced'imposition à l'année civile suivante au cours delaquelle ces redevables devront, en vertu de l'art. 14, déposerune déclaration avant le 31 mars. Ce faisant, onapplique le régime prévu par l'art. 200 de l'AR d'exécutionCIR.C. Lozing van huishoudelijk afvalwater waarvoor deheffingsplichtige heeft gekozen voor een belastingheffingop grond van de werkelijke vervuilingZoals reeds verduidelijkt, zullen deze huishoudelijke hel'-fingsplichtigen gehouden zijn aan dezelfde verplichtingenals de andere heffingsplichtigen die op de werkelijke vervuilingworden belast. Ze zullen dus verplicht zijn metingenvan de vervuiling, alsook van het geloosde watervolumete laten uitvoeren.Er wordt dus voorgesteld, in een periode van kruissnelheid,de aanslagperiode te laten overeenstemmen met hetkalenderjaar en het aanslagjaar met het volgende kalenderjaarwaarin deze heffingsplichtigen, krachtens art. 14,vóór 31 maart een aangifte moeten doen. Hierbij past menhet stelsel toe, voorgeschreven door art. 200 van het KBter uitvoering WIB.

A-61/2 - 95/96 160 A-61/2 - 95/96D. Déversement d'eau usée autre que domestiqueLes redevables visés par la taxe sur la pollution, à savoirles entreprises, puiseront de manière beaucoup plus aiséedans leurs comptes annuels, les éléments tels que les quantitésproduites, particulièrement en ce qui concerne lesredevables visés à l'art. 10, § 4 du projet d'ordonnance, dispensésd'analyses jouissant d'un calcul simplifié de la taxe.C'est la raison pour laquelle il est envisagé dans l'arrêtéd'exécution, de faire coïncider, comme en matière d'impôtsur les revenus (art. 201 CIR), la période imposable àl'exercice comptable et l'exercice imposable à l'annéecivile qui suit l'exercice comptable.Ces redevables dont la majorité clôturent d'ailleurs leurscomptes annuels le 31 décembre, seront donc harmonieusementsoumis au même régime que les redevables visésaux A, B et C ci-avant.D. Lozing van niet-huishoudelijk afvalwaterDe door de heffing op de vervuiling bedoelde heffingsplichtigen,met name de ondernemingen, zullen op een heelwat gemakkelijkere wijze in hun jaarrekeningen kunnenputten, daar de elementen zoals de voortgebrachte hoeveelheden,vooral wat de heffingsplichtigen betreft, bedoeldin art. 10, § 4, van het ontwerp van ordonnantie, dievan analyses zijn vrijgesteld, een vereenvoudigde berekeningswijzevan de heffing genieten.Dit is de reden waarom in het uitvoeringsbesluit helvoornemen wordt uitgedrukt om, zoals inzake inkomstenbelastingen(art. 201 WIB), de aanslagperiode te doensamenvallen met het boekjaar en het aanslagjaar met hetkalenderjaar dat volgt op het boekjaar.Deze heffingsplichtigen waarvan overigens de meerderheidhun jaarrekeningen afsluiten op 31 december, zullendus op harmonische wijze worden onderworpen aan hetzelfdestelsel als de heffingsplichtigen bedoeld in puntenA, B en C hiervoor.E. Cas particulier de la première période imposableComme l'ordonnance devrait entrer en vigueur en coursd'année à dater de sa publication au Moniteur (art. 50 duprojet d'ordonnance), il est proposé ce qui suit en vue derespecter au mieux le principe d'égalité et d'annualité dela taxe.E. Bijzonder geval van de eerste aanslagperiodeVermits de ordonnantie in werking zou moeten treden inhet jaar na de bekendmaking ervan in het Staatsblad (art. 50van het ontwerp van ordonnantie), wordt het volgendevoorgesteld met het oog op een striktere naleving van hetgelijkheids- en eenjarigheidsbeginsel van de heffing.7. Redevables déversant de l'eau usée domestique pourlesquels les versements anticipés correspondent à lataxeII est proposé de fixer la période imposable depuis la dated'entrée en vigueur non pas jusqu'au 31 décembre 1996mais jusqu'au 31 décembre 1997 pour le premier exerciced'imposition, à savoir l'exercice d'imposition 1998 de tellesorte que tous ces redevables aient au moins reçu undécompte annuel.En effet, si la première période imposable se terminait le31 décembre 1996 et le premier exercice d'impositionchoisi était l'année 1997, les contribuables dont lesdécomptes sont délivrés avant la date d'entrée en vigueurde l'ordonnance, n'auraient payé aucune taxe pour le premierexercice d'imposition.Ce faisant, l'arrêté à prendre pour fixer la période imposables'inspire de l'art. 201 d'exécution du CIR qui prévoit,lui aussi, une période imposable plus longue qu'un anpour des entreprises qui ont un exercice comptable supérieurà une année.l. Heffingsplichtigen die huishoudelijk afvalwater lozenvoor wie de voorafbetalingen overeenstemmen met deheffingEr wordt voorgesteld de aanslagperiode vanaf de datumvan inwerkingtreding vast te leggen niet tot en met 31 december96 maar tot en met 31 december 97 voor het eersteaanslagjaar, met name het aanslagjaar 1998, zodat al dezeheffingsplichtigen ten minste één jaarlijkse afrekening hebbenontvangen.Inderdaad, indien de eerste aanslagperiode zou aflopenop 31 december 1996 en het eerste gekozen aanslagjaar heljaar 1997 zou zijn, zouden de belastingplichtigen waarvande afrekeningen worden bezorgd vóór de datum van inwerkingtredingvan de ordonnantie, geen heffing voor heleerste aanslagjaar hebben betaald.Zodoende, steunt het besluit, dat moet worden getroffenvoor het vastleggen van de aanslagperiode, op art. 201 teruitvoering van het WIB dat, op zijn beurt, voorziet in eenlangere aanslagperiode dan één jaar voor ondernemingendie een boekjaar hebben langer dan een jaar.

A-61/2 - 95/96 161 A-61/2 - 95/962. Autres redevablesPour tous les autres redevables, à savoir ceux qui, pourles eaux domestiques ont opté pour une taxation réelle etles redevables déversant de l'eau autre que domestique,pour des raisons similaires, en l'occurrence en ce qui lesconcerne, de disposer de données d'un exercice comptableannuel au moins, la première période imposable va ausside la date d'entrée en vigueur de l'ordonnance jusqu'au31.12.97, comme décrit au E.l).Toutefois, étant donné que pour ces redevables, l'exerciced'imposition est l'année qui suit celle de la périodeimposable, le premier exercice d'imposition sera égalementl'année civile 1998.En application notamment de l'article 49 du projet, ledéversement opéré durant la partie de l'exercice comptablesitué entre la date d'entrée en vigueur de l'ordonnance etla première clôture de compte précédant l'exercice comptableannuel suivant, sera déterminé par des données probantesfournies par le redevable ou, à défaut, en fonctiondes mois identiques de la période correspondante suivante(il sera tenu compte des éléments probants fournis par leredevable quant à une fluctuation notable de la pollutionde l'eau déversée).2) Andere heffingsplichtigenVoor alle andere heffingsplichtigen, ondermeer diegenendie, voor het huishoudelijk afvalwater, hebben gekozenvoor een werkelijke aanslag en de heffingsplichtigen dieniet-huishoudelijk afvalwater lozen en hiervoor kiezen omgelijkaardige redenen en, in hun geval, om te beschikkenover gegevens van ten minste één boekjaar, zal de eersteaanslagperiode tevens lopen vanaf de datum van inwerkingtredingvan de ordonnantie tot en met 31/12/97, zoalsbeschreven in E.l).Aangezien voor deze heffingsplichtigen, het aanslagjaarevenwel het jaar is volgend op dat van de aanslagperiode,zal het eerste aanslagjaar tevens het kalenderjaar 1988 zijn.Met toepassing ondermeer van artikel 49 van het ontwerp,zal de lozing uitgevoerd in het boekjaar tussen de dedatum van inwerkingtreding van de ordonnantie en deeerste afsluiting van de rekening voorafgaand aan het volgendboekjaar, worden bepaald door de bewijsstukken vande heffingsplichtige of, bij ontstentenis, op basis vandezelfde maanden van de volgende corresponderende periode(er zal met de bewijsstukken van de heffingsplichtigerekening worden gehouden in geval van een opmerkelijkeschommeling van de vervuiling van het geloosde water).3. Egalité des redevablesLes dérogations indispensables au prélèvement d'unetaxe annuelle entrant en vigueur en cours d'année pour lapremière période d'imposition et le premier exercice respectele principe d'égalité entre l'entrée en vigueur del'ordonnance et l'abrogation éventuelle de celle-ci. Si cetteabrogation prend effet un 31 décembre, règle qui s'imposeranaturellement au Conseil régional de la Région deBruxelles-Capitale pour respecter l'article 10 de la Constitution,un relevé de consommation devra alors être imposéau 31 décembre pour tous les redevables.En tout état de cause, l'arrêté à prendre pour fixer lespériodes imposables prévoira qu'en cas d'abrogation del'ordonnance, la dernière période imposable aura pouréchéance le 31 décembre de l'année civile au cours delaquelle intervient cette abrogation.Dans cette optique, si un redevable déversant de l'eaudomestique pour lequel les versements anticipés correspondentà la taxe, voit son relevé de consommation établile jour de l'entrée en vigueur de l'ordonnance (ex. :1er avril 1996), il aura :• pour la première période imposable, à effectuer un paiementà concurrence d'une consommation de 12 mois;3) Gelijkheid van de heffingsplichtigenDe onontbeerlijke afwijkingen op de invordering van eenjaarlijkse heffing worden van kracht in de loop van het jaarvoor de eerste aanslagperiode en het eerste dienstjaar eerbiedigthet gelijkheidsbeginsel tussen de inwerkingtredingvan de ordonnantie en de eventuele opheffing ervan. Indiendeze opheffing van kracht wordt op 31 december, regel dievanzelfsprekend bindend zal zijn voor de gewestraad vanhet Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het naleven vanartikel 10 van de Grondwet, zal dan ook voor alle heffingsplichtigentegen 31 december een verbruiksstaat verplichtzijn.In elk geval, zal het besluit, dat moet worden getroffenvoor het vastleggen van de aanslagperiodes, bepalen dat,in geval van opheffing van de ordonnantie, de laatste aanslagperiodeals vervaldatum zal hebben de 31ste decembervan het kalenderjaar waarin deze opheffing plaatsvindt.Indien een heffingsplichtige die huishoudelijk afvalwaterloost, waarvoor de voorafbetalingen overeenstemmenmet de heffing, zijn verbruiksstaat opgesteld ziet op de dagvan inwerkingtreding van de ordonnantie (vb. : l april1996), zal hij :• voor de eerste aanslagperiode een betaling moeten verrichtenten bedrage van een verbruik van 12 maanden;

A-61/2 - 95/96 162. A-61/2 - 95/96pour la dernière période imposable, à effecteur un paiementà concurrence de 12 mois + 9 mois (1er avril au31 décembre de l'année où intervient l'abrogation).Par contre, un redevable du même type dont le relevé estétabli au 31 décembre aura à effectuer pour :• la première période imposable, un paiement à concurrencede 9 mois (1er avril 1996 au 31 décembre 1996)+ 12 mois (du 1er janvier 1997 au 31 décembre 1997);• la dernière période imposable, seulement un paiementà concurrence de 12 mois).Dans une perspective temporelle donc, ces deux redevablessont mis sur pied d'égalité. En tout état de cause, lamême situation existe pour la facturation de l'eau dont leprix est nettement supérieur à la taxe.• voor de laatste aanslagperiode een betaling moeten verrichtenten belope van 12 maanden + 9 maanden (l apriltot 31 december van het jaar waarin de opheffingplaatsvindt).»Daarentegen, zal een gelijksoortige heffingsplichtigcwaarvan de verbruiksstaat wordt opgesteld op 31 december :• voor de eerste aanslagperiode een betaling moeten verrichtenten bedrage van 9 maanden (l april 1996 tot31 december 1996) + 12 maanden (l januari 1997 tol31 december 1997);• de laatste aanslagperiode enkel een betaling moetenverrichten ten bedrage van 12 maanden.In een tijdelijk vooruitzicht dus, staan deze heffingsplichtigenop gelijke voet. In elk geval bestaat dezelfdegang van zaken voor de facturering van het water waarvande prijs duidelijk hoger ligt dan de heffing.§ 2. L'ENROLEMENT ET LE RECOUVREMENTI. L'ENROLEMENTL'enrôlement de la taxe prévue par l'art. 31 du projetd'ordonnance, est le titre par lequel l'inscription au rôle parle fonctionnaire désigné par le Gouvernement, suivi d'unenotification au redevable par l'avertissement-extrait derôle, constitue le titre exécutoire affirmant le montant de lataxe et permettant le recouvrement de celle-ci en l'absencede paiement dans le délai de deux mois par le redevable.En cas de non-paiement, le rôle qui constitue le titre exécutoirede l'Administration, permet à celle-ci d'entamer lespoursuites directes qui comprennent le commandement àpayer (contrainte) et les saisies (Tiberghien, Manuel dudroit fiscal, n° 1791).La signification de cette contrainte à payer dans les24 heures est prévue par l'art. 35 du projet de décret; elleinterrompt la prescription et permet l'inscription de l'hypothèquetout en autorisant le redevable à faire opposition dela manière prévue par l'art . 38 de l'ordonnance.§ 2. DE INKOHIERING EN DE INVORDERINGI. DE INKOHIERINGDe inkohiering van de heffing, zoals voorgeschrevendoor artikel 31 van het ontwerp van ordonnantie, is de titelwaardoor de inschrijving in het kohier door de door deRegering aangewezen ambtenaar, gevolgd door een kennisgevingaan de heffingsplichtige via het aanslagbiljet, deuitvoerende titel vormt. Deze laatste is de bevestiging vanhet heffingsbedrag en maakt de invordering van dit bedragmogelijk bij niet-betaling door de heffingsplichtige binnende termijn van twee maanden.In geval van niet-betaling, kan de administratie dankzijhet kohier dat haar uitvoerende titel vertegenwoordigt.rechtstreekse vervolgingen instellen die het bevel tot betalen(dwangbevel) en het beslag omvatten (Tiberghien,Handboek van fiscaal recht, nr. 1791).De betekening van dit binnen de 24 uur te betalen dwangbevelwordt voorgeschreven door art. 35 van het decreetontwerp;zij onderbreekt de verjaring en maakt de inschrijvingvan de hypotheek mogelijk, waarbij de heffingsplichtigede toelating heeft verzet aan te tekenen zoalsvoorgeschreven in art. 38 van de ordonnantie.IL VERSEMENTS ANTICIPES ET TAXES FAISANTL'OBJET D'UN ENROLEMENTLes versements anticipés ne font, en principe, pas l'objetd'un enrôlement. Toutefois, sur base de l'art. 31, dernieralinéa du projet, les versements anticipés qui n'auraient pasété acquittés conformément à l'art. 13, seront enrôlés :cette exception vise, en fait, à permettre de créer un titreexécutoire pour les redevables pour qui la taxe correspondaux versements anticipés (redevables qui déversent desn. VOORAFBETALINGEN EN HEFFINGEN DIE HETVOORWERP UITMAKEN VAN EEN INKOHIE-RINGIn beginsel, maken de voorafbetalingen niet het voorwerpuit van een inkohiering. Op grond van art. 31, laatstelid van het ontwerp, zullen evenwel de voorafbetalingendie niet zouden zijn verricht overeenkomstig art. 13, in helkohier worden ingeschreven : in feite, beoogt deze uitzonderingde mogelijkheid om een uitvoerende titel te creërenvoor de heffingsplichtigen voor wie de heffing overeens-

A-61/2 - 95/96 163— A-61/2 - 95/96eaux domestiques sans avoir fait l'option sur base réelle quiimplique notamment une mesure du volume des eauxdéversées et une déclaration).Cette exception est totalement justifiée puisque, dans cecas, pour lesdits redevables qui s'acquittent correctementde leur obligation de payer leurs versements anticipés,conformément aux règles à fixer par le Gouvernement envertu de l'art. 13, § 6 du projet d'ordonnance et qui sontdéchargés de la déclaration, cet enrôlement n'aurait aucuneffet utile.Il fallait, par contre, procéder à cet enrôlement en cas dedéfaillance puisque les versements anticipés valent taxe etque la taxe n'a donc pas été payée.Tous les autres redevables soumis à une déclarationferont l'objet d'un enrôlement et recevront un avertissement-extraitde rôle.temt met de voorafbetalingen (heffingsplichtigen die huishoudelijkafvalwater lozen zonder de keuze te hebbengemaakt van de werkelijke aanslag die ondermeer eenmeting van het geloosde watervolume en een aangifteveronderstelt).Deze uitzondering is helemaal verantwoord, vermits indit geval, voor deze heffingsplichtigen die zich op correctewijze kwijten van hun verplichting tot het verrichten vanhun voorafbetalingen, overeenkomstig de door de Regeringvast te leggen regels krachtens art. 13, § 6, van het ontwerpvan ordonnantie, en die ontlast worden van de aangifte,deze inkohiering geen enkel nuttig effect zou hebben.Daarentegen diende tot deze inkohiering te worden overgegaan,wanneer de heffingsplichtige in gebreke bleef, vermitsde voorafbetalingen de heffing evenwaardig zijn en deheffing dus niet werd betaald.Alle andere heffingsplichtigen onderworpen aan een aangifte,zullen het voorwerp uitmaken van een inkohiering enzullen een aanslagbiljet ontvangen.III. LE RECOUVREMENTLes règles de recouvrement, compte tenu de l'absenced'une procédure de réclamation de type judiciaire devantle directeur des contributions telle celle existant en matièred'imposition sur les revenus, déjà décrites au I. ci-avant,sont calquées non pas sur le Code des impôts sur les revenusmais plus logiquement sur les articles 85 et suivants ducode TVA.Il y a toutefois lieu de noter que le redevable pourra,avant que ne soit entamé le recouvrement, demander undégrèvement de surtaxes résultant d'erreurs matérielles dedouble emploi ou de document ou faits nouveaux probants,et cela sur base de l'art. 32 du projet d'ordonnance.Remarquons que, même après le recouvrement, ce dégrèvementde surtaxe peut encore être accordé dans les 3 ansà partir du 1er janvier de l'année au cours de laquelle lataxe a été établie.III. DE INVORDERINGBij afwezigheid van een gerechtelijke invorderingsprocedurebij de directeur van de belastingen, zoals deze bestaandeinzake de inkomstenbelastingen en reeds beschrevenin punt I hierboven, zijn de invorderingsregels geïnspireerdniet op het Wetboek van de Inkomstenbelasting,maar logischer gezien op de artikelen 85 en volgende vanhet BTW-wetboek.Er dient evenwel opgemerkt dat, alvorens de invorderingwordt aangevat, de heffingsplichtige een ontheffing van deoverbelastingen moet aanvragen die voortvloeien uit materiëlevergissing, uit dubbele belasting of uit nieuwe bewijskrachtigedocumenten of feiten, en dit op basis van artikel32 van het ontwerp van ordonnantie.Laten we opmerken dat, zelfs na de invordering, dezeontheffing van overbelasting nog kan worden toegekendbinnen 3 jaar na de eerste januari van het jaar waarin deheffing werd gevestigd.

0396/5906l.P.M. COLOR PRINTING©02/218.68.00