Questions et réponses écrites Schriftelijke vragen en ... - de Kamer

QRVA 53 035 1bqr document 035 - 53 - 12-07-2011SOMMAIREINHOUDI. Questions posées par les membres de la Chambre des représentants et réponses données par les ministres.I. Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en antwoorden van de ministers.Page/Blz. 3Premier ministre, chargé de la coordination de la Politique demigration et d'asileVice-premier ministre et ministre des Finances et des RéformesinstitutionnellesVice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de laSanté publique, chargée de l'Intégration socialeVice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères et desRéformes institutionnellesVice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalitédes chances, chargée de la Politique de migration et d'asilePageBlz.- Eerste minister, belast met de coördinatie van het Migratie- enasielbeleid- Vice-eersteminister en minister van Financiën en InstitutioneleHervormingen3 Vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken enVolksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie22 Vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken enInstitutionele Hervormingen58 Vice-eersteminister en minister van Werk en Gelijke Kansen,belast met het Migratie- en asielbeleidVice-premier ministre et ministre du Budget - Vice-eersteminister en minister van BegrotingMinistre des Pensions et des Grandes villes 64 Minister van Pensioenen en Grote StedenMinistre de la Justice 78 Minister van JustitieMinistre des PME, des Indépendants, de l'Agriculture et de laPolitique scientifique92 Minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw enWetenschapsbeleidMinistre de la Défense 132 Minister van LandsverdedigingMinistre du Climat et de l'Énergie 145 Minister van Klimaat en EnergieMinistre de la Fonction publique et des Entreprises publiques 152 Minister van Ambtenarenzaken en OverheidsbedrijvenMinistre pour l'Entreprise et la Simplification 171 Minister voor Ondernemen en VereenvoudigenMinistre de l'Intérieur 187 Minister van Binnenlandse ZakenMinistre de la Coopération au développement, chargé desAffaires européennes- Minister van Ontwikkelingssamenwerking, belast metEuropese ZakenSecrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre - Staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eersteministerSecrétaire d'État à la coordination de la Lutte contre la fraude,adjoint au premier ministre, et secrétaire d'Etat, adjoint auministre de la JusticeSecrétaire d'État à la Modernisation du service public fédéralFinances, à la Fiscalité environnementale et à la Lutte contre lafraude fiscale, adjoint au ministre des FinancesSecrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration etd'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturellesfédéralesSecrétaire d'État aux Affaires sociales, chargé des Personneshandicapées, adjoint à la ministre des Affaires sociales et de laSanté publique, chargée de l'Intégration socialeSecrétaire d'État à l'Intégration sociale et à la Lutte contre lapauvreté, adjoint à la ministre des Affaires sociales et de laSanté publique, chargée de l'Intégration sociale252 Staatssecretaris voor de coördinatie van de Fraudebestrijding,toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris,toegevoegd aan de minister van Justitie261 Staatssecretaris voor de Modernisering van de federaleoverheidsdienst Financiën, de Milieufiscaliteit en deBestrijding van de fiscale fraude, toegevoegd aan de ministervan Financiën263 Staatssecretaris voor Begroting, Migratie- en asielbeleid,Gezinsbeleid en Federale Culturele Instellingen- Staatssecretaris voor Sociale Zaken, belast met Personen meteen handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zakenen Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie278 Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie enArmoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van SocialeZaken en Volksgezondheid, belast met MaatschappelijkeIntegratieCHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 3Liste clôturée le 12/07/2011.Lijst afgesloten op 12/07/2011.(N.): Question posée en néerlandais. - (Fr.): Question posée en français.(Fr.): In het Frans gestelde vraag. - (N.): In het Nederlands gestelde vraag.I. Questions posées par les membres de la Chambre des représentants et réponses données par les ministres.I. Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en antwoorden van de ministers.Vice-première ministre et ministre des Affairessociales et de la Santé publique, chargée del'Intégration socialeVice-eersteminister en minister van Sociale Zakenen Volksgezondheid, belast met MaatschappelijkeIntegratieDO 2010201101526Question n° 160 de madame la députée AlexandraColen du 30 novembre 2010 (N.) à la vicepremièreministre et ministre des Affaires socialeset de la Santé publique, chargée de l'Intégrationsociale:Traitement à la relatine pour les enfants. - Dépenses del'INAMI.1. Au cours des cinq dernières années, et si possible aucours des dix dernières années, quel montant a été consacrépar l'INAMI pour le traitement d'enfants au moyen de rilatine?DO 2010201101526Vraag nr. 160 van mevrouw de volksvertegenwoordigerAlexandra Colen van 30 november 2010 (N.) aande vice-eersteminister en minister van SocialeZaken en Volksgezondheid, belast metMaatschappelijke Integratie:Rilatinebehandeling bij kinderen. - RIZIV-uitgaven.1. Welk bedrag werd door het RIZIV de voorbije vijfjaar, indien mogelijk gegevens voor tien jaar, uitgegevenbij kinderen voor behandelingen met rilatine?2. a) Peut-on constater une évolution dans ce domaine? 2. a) Is er een evolutie merkbaar?b) Dans l'affirmative, selon vous quelle en est la cause etquelles mesures envisagez-vous éventuellement de prendredans ce cadre?Réponse de la vice-première ministre et ministre desAffaires sociales et de la Santé publique, chargée del'Intégration sociale du 05 juillet 2011, à la questionn° 160 de madame la députée Alexandra Colen du30 novembre 2010 (N.):1. La Rilatine® est remboursable en Belgique depuisseptembre 2004. Pour cette raison, les dépenses INAMIenregistrées durant l'année 2004 ne doivent pas être utiliséespour calculer le taux de croissance des dépensesINAMI. Seuls les jeunes âgés entre 6 et 17 ans ont droit àun remboursement. De plus, il y a de nombreux patients(En 2008, 48% du nombre total des doses journalières duprincipe actif méthylphénidate, délivrées en officine publique,étaient non remboursés (données IMS)) qui sont traitésavec une médication non remboursée.b) Zo ja, wat is volgens u de oorzaak hiervan en welkemaatregelen overweegt u eventueel in dit verband?Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanSociale Zaken en Volksgezondheid, belast metMaatschappelijke Integratie van 05 juli 2011, op devraag nr. 160 van mevrouw de volksvertegenwoordigerAlexandra Colen van 30 november 2010 (N.):1. Rilatine® wordt sinds september 2004 vergoed in België.Daarom kunnen de RIZIV-uitgaven die in 2004 geregistreerdwerden, niet gebruikt worden om de jaarlijkse groeivan de RIZIV-uitgaven te meten. Enkel de jongeren tussen6 en 17 jaar komen in aanmerking voor vergoeding.Bovendien zijn er veel patiënten (In 2008 waren 48% vanhet aantal dagdosissen van het werkzaam bestanddeelmethylfenidaat, afgeleverd in een apotheek opengesteldvoor het publiek, niet terugbetaald (IMS-gegevens)) diemet niet-terugbetaalde medicatie worden behandeld.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

4 QRVA 53 035Le tableau 1 présente les dépenses annuelles INAMI (eneuro) et la consommation annuelle (exprimée en DDD -Defined Daily Dose (DDD): l'OMS a établi pour chaqueprincipe actif une unité d'étalonnage. Elle est appelée DoseMoyenne Journalière (DDD en abréviation de l'anglais).Cette dose journalière moyenne est établie en prenant enconsidération la dose journalière usuelle du médicamentutilisé dans sa principale indication chez un adulte. Decette façon, il existe quand même un lien avec la pratiquecourante. Il va sans dire qu'il s'agit d'un instrument demesure, pas d'une norme de bonne pratique) de Rilatine®pour la période septembre 2004-2010 (Rilatine® est rembourséen Belgique depuis septembre 2004), telles qu'ellesfigurent dans Pharmanet (spécialités pharmaceutiques délivréesen officine publique et remboursées par l'INAMI).Dans le tableau 1 vous trouverez aussi la consommationannuelle émanant des patients sous Rilatine, qui au coursde l'année concernée, ont pris le médicament pendant plusde six mois (consommation de longue durée).2. a) Il ressort de ce tableau que la consommationannuelle est passée de 1,73 million DDD en 2005 à 4,76millions DDD en 2010 soit une augmentation annuelle de22%.Au cours de la même période, les dépenses de l'INAMIsont passées de 1,30 millions d'euros à un montant estiméde 5,00 millions d'euros, soit une augmentation moyenneannuelle de 31%.Au cours de la période 2007-2009, la quote-part de laconsommation des consommateurs de longue durée (plusde six mois par an) est restée stable à un peu plus de 60%de la consommation totale annuelle (en DDD).Tabel 1 geeft de jaarlijkse RIZIV-uitgaven (in EUR) enhet jaarlijkse verbruik (uitgedrukt in DDD Defined DailyDose (DDD): de WHO heeft voor elk werkzaam bestanddeelnamelijk een ijkeenheid bepaald. Men noemt dat deDoorsneeDagDosis of afgekort DDD. Men bepaalt dezeDoorsneeDagDosis door zich te richten naar de gebruikelijkedagdosis voor een geneesmiddel dat aangewendwordt in zijn voornaamste indicatie bij een volwassene. Opdie manier is er toch een binding met de praktijk. Hetspreekt vanzelf dat het hier gaat om een meetinstrument enniet een norm van goede praktijk) weer van Rilatine® voorde periode september 2004-2010 (Rilatine® wordt in Belgiëterugbetaald vanaf september 2004), zoals ze in Farmanetvoorkomen (farmaceutische specialiteiten afgeleverd inapotheken opengesteld voor het publiek en terugbetaalddoor het RIZIV).In tabel 1 vindt u ook het jaarlijkse verbruik dat afkomstigis van de Rilatinepatiënten die gedurende het betreffendejaar het geneesmiddel meer dan zes maandeninnamen (langdurig gebruik).2. a) Uit deze tabel blijkt dat het jaarlijks verbruik steegvan 1,73 miljoen DDD in 2005 tot een geschatte 4,76 miljoenDDD in 2010, wat een gemiddelde jaarlijkse stijgingvan 22% betekent.In dezelfde periode stegen de RIZIV-uitgaven van 1,30miljoen euro naar een geschatte 5,00 miljoen euro, dit iseen gemiddelde jaarlijkse toename met 31%.In de periode 2007-2009 bleef het aandeel in verbruikvan langdurige gebruikers (meer dan zes maanden per jaar)stabiel op ruim 60% van het totale jaarlijkse verbruik (inDDD).CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 5Tableau 1: dépenses INAMI (en euro) et consommation(en DDD) de Rilatine® pour la période septembre 2004-2010.Tabel 1: RIZIV-uitgaven (in euro) en verbruik (in DDD)van Rilatine® voor de periode september 2004-2010.Médicament—GeneesmiddelAnnée dedélivrance—AfleveringsjaarDépenses INAMI( en EUR)—RIZIV – uitgaven( in EUR)DDDDDD consommation longue durée (plus de 6 mois)—DDD langdurig gebruik (meer dans 6 maanden)2004 188 990 252 831 /2005 1 298 067 1 727 617 /2006 2 259 112 2 676 261 /Rilatine® 2007 3 065 186 3 497 912 2 119 5142008 3 793 703 4 247 414 2 616 9802009 4 111 719 4 552 304 2 832 7032010 * 4 997 079 4 760 556 /* Les données Pharmanet pour l’entièreté de l’année 2010 ne sont pas encore complètes. Pour cette raison, j’ai fait uneextrapolation sur la base des données des 8 premiers mois. De plus, il convient de signaler qu’à partir du 1/1/2008, l’intégration des“petits risques” pour les indépendants à l’assurance maladie obligatoire provoque une augmentation de l’usage dans les donnéesPharmanet par comparaison avec les années précédentes. On estime la croissance due à cette intégration à environ 5,4 %.* De Farmanet-gegevens voor het ganse jaar 2010 zijn nog niet volledig. Daarom werd voor 2010 een extrapolatie gemaakt op basisvan de gegevens van de eerste 8 maanden. Verder dient er vermeld te worden dat er vanaf 1 januari 2008 door de opname van de“kleine risico’s” voor de zelfstandigen in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging een stijging van het verbruikwaar te nemen valt in de Farmanet-gegevens in vergelijking met de voorgaande jaren. De toename door deze integratie wordtgeschat op ongeveer 5,4 %.b) La forte croissance est due à divers facteurs. Le traitementsur plusieurs années explique évidemment une partiede cette croissance par un effet de cumul. Le succès de cemédicament est également lié à son efficacité. Enfin, uncertain effet sociétal existe avec l'obligation de réussite etla pression sur les enfants et les parents.En 2010, une table ronde sur la psychomédication a étéorganisée à mon initiative. Un des sujets approfondis étaitl'ADHD. Les conclusions et les recommandations qui enémanent ont été récemment communiquées à toutes lesparties concernées afin d'arriver à une utilisation rationnelledes traitements médicamenteux, notamment del'ADHD.Les recommandations portent sur le fait de combler leslacunes dans les connaissances, tant en terme d'efficacité etd'effets secondaires ou d'interactions des médicamentsqu'en terme d'alternatives non-médicamenteuses: le renforcementde la formation, de l'information et de la concertationentre les professionnels de la santé est nécessaire.b) Verschillende factoren verklaren de sterke stijging.Het cumuleffect van de behandeling over verscheidenejaren verklaart natuurlijk een deel van deze stijging. Hetsucces van dit geneesmiddel hangt ook samen met zijnwerkzaamheid. Ten slotte bestaat er ook een zekere socialeslaagplicht en druk op ouders en kinderen.In 2010 werd er op mijn initiatief een rondetafelconferentieover psychomedicatie georganiseerd. ADHD waseen van de thema's die men grondig onderzocht. De daaruitvoortvloeiende vaststellingen en aanbevelingen zijnonlangs aan alle betrokken actoren om tot een rationeelgebruik van medische behandelingen te komen, met namedie van ADHD.De aanbevelingen slaan op het feit dat men in de leemtesin de kennis, zowel in termen van efficiëntie en neveneffectenof interacties van de geneesmiddelen als in termenvan de niet op geneesmiddelen gebaseerde alternatieven,moet voorzien door de opleiding, de informatie en hetoverleg tussen de gezondheidswerkers te versterken.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

6 QRVA 53 035DO 2010201103258Question n° 384 de madame la députée ReinildeVan Moer du 11 mai 2011 (N.) à la vice-premièreministre et ministre des Affaires sociales et de laSanté publique, chargée de l'Intégration sociale:DO 2010201103258Vraag nr. 384 van mevrouw de volksvertegenwoordigerReinilde Van Moer van 11 mei 2011 (N.) aan device-eersteminister en minister van Sociale Zakenen Volksgezondheid, belast met MaatschappelijkeIntegratie:Medex. - Controles en scheidsrechtelijke procedures.Medex. - Contrôles et procédures d'arbitrage.Le Medex (l'Administration expertise médicale) du ServiceMedex (het Bestuur medische expertise) van de Federalepublic fédéral Santé publique effectue le contrôle des Overheidsdienst Volksgezondheid ziet toe op de afwezig-absences pour maladie des fonctionnaires fédéraux. heden wegens ziekte van federale ambtenaren.Pourriez-vous me fournir pour les années 2008, 2009 et Kan u voor de jaren 2008, 2009 en 2010 per Gewest de2010 les données suivantes, ventilées par Région: volgende gegevens meedelen:1. le nombre de contrôles effectués par le Medex; 1. het aantal controles uitgevoerd door Medex;2. le nombre de cas dans lesquels le fonctionnaire contrôléa contesté les constatations du médecin contrôleur donnantainsi lieu à l'introduction d'une procédure d'arbitrage;3. le nombre de cas dans lesquels le médecin arbitre aconfirmé la décision du médecin traitant;4. le nombre de cas dans lesquels le médecin arbitre aconfirmé la décision du médecin contrôleur;5. le nombre de cas dans lesquels le fonctionnaire acontesté la décision du médecin-arbitre devant un tribunal?Réponse de la vice-première ministre et ministre desAffaires sociales et de la Santé publique, chargée del'Intégration sociale du 01 juillet 2011, à la questionn° 384 de madame la députée Reinilde Van Moer du11 mai 2011 (N.):1. Vous trouverez ci-dessous le nombre de contrôles,effectués par Medex, dans le cadre des absences pourmaladie ou accident privé au sein de l'administration fédéraleet ce ventilés par région:2. het aantal gevallen waarin de gecontroleerde ambtenaarniet akkoord ging met de bevinding van de controleartsen er dus een scheidsrechtelijke procedure volgde;3. het aantal gevallen waarin door de arts-scheidsrechterde beslissing van de behandelende arts bevestigde;4. het aantal gevallen waarin de arts-scheidsrechter debeslissing van de controlearts bevestigde;5. het aantal gevallen waarin de ambtenaar de beslissingvan de arts-scheidsrechter betwistte voor de rechtbank?Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanSociale Zaken en Volksgezondheid, belast metMaatschappelijke Integratie van 01 juli 2011, op devraag nr. 384 van mevrouw de volksvertegenwoordigerReinilde Van Moer van 11 mei 2011 (N.):1. Hieronder vindt u per gewest het aantal controles datMedex uitvoerde in het kader van de afwezigheden in defederale administratie wegens ziekte of privé-ongeval:Région de Bruxelles-CapitaleBrussels Hoofdstedelijk GewestRégion wallonneWaals GewestRégion flamandeVlaams Gewest2008200920103 888 (5,9 %)4 012 (5,8 %)3 812 (6,5 %)28 130 (42,6 %)29 243 (42,0 %)24 673 (42,0 %)34 004 (51,5 %)36 454 (52,2 %)30 323 (51,5 %)2. En 2008, ce sont 25 fonctionnaires fédéraux qui ontintroduit une procédure en arbitrage à l'encontre de la décisiondu médecin-contrôleur;ils étaient 27 en 2009 et2. In 2008 startten in totaal 25 federale ambtenaren eenarbitrageprocedure tegen de beslissing van de controlearts;in 2009 waren er dat 27 en20 en 2010. 20 in 2010.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 7Ventilés par région, ces chiffres donnent:Per gewest geeft dat:Région de Bruxelles-CapitaleBrussels Hoofdstedelijk GewestRégion wallonneWaals GewestRégion flamandeVlaams Gewest20082009201001 (3,7 %)3 (15 %)10 (40 %)11 (40,7 %)5 (25 %)15 (60 %)15 (55,6 %)12 (60 %)3. En moyenne, dans 2 procédures d'arbitrage sur 3 (soit48 sur 72), l'avis du médecin traitant a été confirmé. Ventiléspar région, ces chiffres donnent:3. Gemiddeld werd in 2 arbitrageprocedures op 3 (48 op72) de opinie van de behandelende arts bevestigd. Pergewest:Région de Bruxelles-Capitale—Brussels Hoofdstedelijk GewestRégion wallonne—Waals GewestRégion flamande—Vlaams Gewest2008 0 7 (70 %) 6 (40 %)2009 1 (100 %) 9 (72 %) 12 (80 %)2010 3 (100 %) 4 (80 %) 6 (50 %)4. La décision du médecin-contrôleur a été confirmée enmoyenne dans un tiers des procédures d'arbitrage (24 sur72). Ventilés par région, ces chiffres donnent:4. In gemiddeld één derde van de arbitrageprocedures (24op 72) werd de beslissing van de controlearts bevestigd.Per gewest geeft dat:Région de Bruxelles-Capitale—Brussels Hoofdstedelijk GewestRégion wallonne—Waals GewestRégion flamande—Vlaams Gewest2008 0 3 (30 %) 9 (60 %)2009 0 2 (18 %) 3 (20 %)2010 0 1 (20 %) 6 (50 %)5. Il semble n'y avoir aucun cas où la décision du médecin-arbitrea été contestée devant les tribunaux.5. Er lijkt geen enkel geval te zijn waarin de beslissingvan de arts-scheidsrechter voor de rechtbank werd betwist.DO 2010201103277Question n° 390 de monsieur le député FrancoSeminara du 12 mai 2011 (Fr.) à la vice-premièreministre et ministre des Affaires sociales et de laSanté publique, chargée de l'Intégration sociale:Le cas de maltraitance animale constaté à Colfontaine(QO 4104).Les services de police de Colfontaine ont fait une tristedécouverte le 31 mars 2011.DO 2010201103277Vraag nr. 390 van de heer volksvertegenwoordigerFranco Seminara van 12 mei 2011 (Fr.) aan device-eersteminister en minister van Sociale Zakenen Volksgezondheid, belast met MaatschappelijkeIntegratie:Geval van dierenmishandeling in Colfontaine. (MV 4104)Op 31 maart 2011 deden de politiediensten van Colfontaineeen akelige ontdekking.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

8 QRVA 53 035Un jeune cheval a été retrouvé agonisant dans un box defortune. L'animal, emmuré vivant par son propriétaire, asubi d'atroces souffrances.L'animal a dû être euthanasié par le vétérinaire. Selonelle, le cheval a subi un "véritable martyre". En revanche,d'après son propriétaire, il était "bien soigné". Pourtant, lediagnostique en dit long sur l'état d'épuisement de l'animal.Affamé, l'oeil droit dans un piteux état, et au bout de sesforces, l'équidé était replié sur lui-même, en "position dumort".Sur le même site, un poney Shetland a été trouvé dans unétat tout aussi inquiétant. L'animal a été confié à l'asbl"Animaux en péril", qui évoque "l'un des pires cas jamaistraités".1. Le service Bien-être animal du SPF Santé publique a-tileu écho de ce cas très grave et, si oui, quelle a été la suitedonnée à ce dossier?2. Quelle est la législation en vigueur concernant le bienêtreminimum à respecter pour les citoyens qui possèdentun, voire plusieurs équidés?Réponse de la vice-première ministre et ministre desAffaires sociales et de la Santé publique, chargée del'Intégration sociale du 01 juillet 2011, à la questionn° 390 de monsieur le député Franco Seminara du12 mai 2011 (Fr.):1. Le parquet de Mons a transmis à mes services le dossierconcernant cette saisie en date du 7 april 2011 afin queceux-ci fixent la destination du poney Shetland.En application de l'article 42, § 2, de la loi du 14 août1986, mes services sont compétents pour fixer la destinationdes animaux saisis suite à une infraction à cette législation.Cette décision de destination peut être prisedirectement sans attendre le jugement de l'affaire. Dans cecas particulier, le poney a été confié définitivement àl'ASBL animaux en péril.Pour ce qui est de la suite donnée à ce dossier, la procédureest en cours au parquet de Mons. En application à laloi du 14 août 1986, le tribunal aura la possibilité de fixerune peine et accessoirement à une condamnation, d'interdiredéfinitivement ou pour une période d'un mois à troisans la détention d'animaux d'une ou plusieurs espèces.In een provisorische paardenbox werd er een zieltogendjong paard aangetroffen. Het dier, dat levend was opgeslotendoor zijn eigenaar, was gruwelijk toegetakeld.Het moest door een dierenarts uit zijn lijden verlost worden.Volgens die dierenarts had dat paard een 'echte martelgang'doorgemaakt. Volgens de eigenaar was het echter'goed verzorgd'. De diagnose van de dierenarts liet evenwelgeen twijfel bestaan over de staat van uitputting waarin hetdier verkeerde. Het was uitgehongerd, zijn rechteroog waser zeer erg aan toe, het was aan het einde van zijn krachtenen lag ineengedoken te wachten op de dood.Op hetzelfde terrein werd ook een shetlander aangetroffen,in een al even deerniswaardige toestand. Het dier werdaan de vzw Animaux en Péril toevertrouwd. Volgens dievzw was het een van de ergste gevallen die ze ooit hebbengezien.1. Is de dienst Dierenwelzijn van de FOD Volksgezondheidop de hoogte van dit ernstige geval van dierenmishandeling,en zo ja, op welke manier werd er gevolg gegevenaan dit dossier?2. Welke wetgeving met betrekking tot de minimalevoorwaarden inzake dierenwelzijn moeten de eigenaarsvan paarden in acht nemen?Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanSociale Zaken en Volksgezondheid, belast metMaatschappelijke Integratie van 01 juli 2011, op devraag nr. 390 van de heer volksvertegenwoordigerFranco Seminara van 12 mei 2011 (Fr.):1. Het parket van Mons heeft het dossier in verband metdeze inbeslagname op 7 april 2011 aan mijn dienstenbezorgd zodat zij de bestemming kunnen bepalen van deShetlandpony.In toepassing van artikel 42, § 2, van de wet van14 augustus 1986, zijn mijn diensten bevoegd voor hetbepalen de bestemming van de dieren die in beslag werdengenomen tengevolge van een inbreuk op deze wetgeving.Deze beslissing met betrekking tot de bestemming kanonmiddellijk worden genomen zonder de uitspraak over dezaak af te wachten. In dit geval werd de pony definitief toegewezenaan de vzw animaux en péril.Wat betreft het gevolg gegeven aan dit dossier, is de procedureaan de gang bij het parket van Mons. In toepassingvan de wet van 14 augustus 1986, zal de rechtbank demogelijkheid hebben om een straf op te leggen en om, bijkomendaan een veroordeling, het recht te ontzeggen definitiefof voor een termijn van één maand tot drie jaardieren van één of meer soorten te houden.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 92. La législation en vigueur est la Loi relative à la protectionet au bien-être des animaux du 14 août 1986 plus particulièrement,dans ce cas, son article 4. Cet article prévoiten termes très généraux que les animaux doivent être détenusdans des conditions conformes à leurs besoins physiologiqueset éthologiques et aussi que des exigencescomplémentaires peuvent être fixées par arrêté royal.En ce qui concerne spécifiquement les chevaux, il est àsignaler que le Conseil du Bien-être animal vient de remettre,à ma demande, un avis concernant la détention des chevauxen prairie. Cet avis contient une série de lignesdirectrices qui serviront de base aux contrôles des chevauxen prairie. Il est disponible via le lien suivant:www.conseildubienetreanimal.be.2. De geldende wetgeving is de wet betreffende debescherming en het welzijn der dieren van 14 augustus1986 en meer in het bijzonder, in dit geval, artikel 4 vandeze wet. Dit artikel bepaalt in zeer algemene bewoordingendat de dieren moeten gehouden worden in omstandighedendie in overeenstemming zijn met hun fysiologischeen ethologische behoeften en ook dat er bijkomende vereistenkunnen worden vastgelegd bij koninklijk besluit.Meer specifiek wat paarden betreft, dient te worden vermelddat de Raad voor Dierenwelzijn onlangs, op mijn verzoek,een advies heeft voorgelegd in verband met hethouden van paarden in de weide. Dit advies bevat eenreeks richtlijnen die als basis zullen dienen voor de controlesvan paarden in de weide. Het advies kan wordengeraadpleegd via de volgende link: www.raadvoordierenwelzijn.be.DO 2010201103368Question n° 420 de monsieur le député Peter Logghe du18 mai 2011 (N.) à la vice-première ministre etministre des Affaires sociales et de la Santépublique, chargée de l'Intégration sociale:Évolution de la situation en ce qui concerne les joueurs enligne pathologiques pris en charge dans des centres dedésintoxication.La Belgique compte également quelques milliers dejoueurs en ligne compulsifs et il est probable que très peud'entre eux font soigner cette addiction. Pourtant, certainscentres de désintoxication, comme le Limburgse Centrumvoor alcohol- en andere drugproblemen (CAD), ontconstaté une hausse considérable du nombre d'admissions.La question est bien évidemment de savoir si cette augmentationest déjà mesurable et si elle est également perceptibledans d'autres provinces et d'autres institutions. Ilconvient également de se demander si, de ce fait, le nombredes personnes traitées pour d'autres addictions diminueet comment les institutions réagissent face à ces nouvellesformes de dépendance.1. a) Pourriez-vous donner une évolution chiffrée dunombre estimé de joueurs en ligne pathologiques en Belgique?b) Disposez-vous d'estimations pour la période de 2005 à2010 inclus?2. Combien de joueurs en ligne les différents centres dedésintoxication accueillent-ils chaque année en Belgique?Pourriez-vous fournir des statistiques pour la période de2005 à aujourd'hui?DO 2010201103368Vraag nr. 420 van de heer volksvertegenwoordigerPeter Logghe van 18 mei 2011 (N.) aan de viceeersteministeren minister van Sociale Zaken enVolksgezondheid, belast met MaatschappelijkeIntegratie:Evolutie van verslaafde onlinegamers opgenomen inafkickcentra.Ook in België lopen ondertussen enkele duizendendwangmatige onlinegamers rond, waarvan slechts weinigenzich waarschijnlijk laten behandelen. Toch merkenbepaalde afkickinstellingen, zoals het Limburgse Centrumvoor alcohol- en andere drugproblemen (CAD) hun aantalwel fors toenemen. De vraag is natuurlijk of die stijging nual meetbaar is en of zij ook voelbaar is in andere provinciesen andere instellingen. Vraag is verder of hierdoor het aantalandere behandelde verslaafden afneemt en hoe deinstellingen op de instroom van nieuwe vormen van afhankelijkheidreageren.1. a) Is het mogelijk een cijfermatige evolutie te schetsenvan het geschatte aantal dwangmatige onlinegamers inBelgië?b) Zijn er schattingen van 2005 tot en met 2010?2. Hoeveel onlinegamers worden er jaarlijks opgevangenin de verschillende afkickcentra in België? Graag cijfersvan 2005 tot en met vandaag.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

10 QRVA 53 0353. Pourriez-vous également ventiler ces chiffres parrégion?4. a) Qu'en est-il de la prise en charge d'autres personnesdépendantes?b) Disposez-vous de données chiffrées annuelles concernantla prise en charge des toxicomanes et des alcooliques?5. a) D'autres formes d'addiction sont-elles constatées parles centres de désintoxication et retiennent-elles l'attentiondes responsables politiques?b) Qu'en est-il de la prise en charge de ces nouvelles formesde dépendance éventuelles?Réponse de la vice-première ministre et ministre desAffaires sociales et de la Santé publique, chargée del'Intégration sociale du 01 juillet 2011, à la questionn° 420 de monsieur le député Peter Logghe du 18 mai2011 (N.):1. a) et b) Il y a peu ou pas de données disponibles quipermettent d'esquisser une évolution en chiffres correctedu nombre de joueurs compulsifs en ligne en Belgique. Vial'étude internationale "Health Behaviour in School-AgedChildren", (HBSC) qui est effectuée tous les quatre anssous la supervision de l'Organisation mondiale de la Santé,il est possible de donner une indication en matière dejoueurs excessifs.Cette étude est réalisée en Belgique par l'Université Librede Bruxelles (ULB) dans la partie francophone du pays etpar l'Université de Gand (UG) dans la partie Néerlandophonedu pays. L'usage excessif, aussi bien de l'ordinateurque de la console (mais pas nécessairement en ligne) estdéfini comme la pratique des jeux pendant plus de quatreheures par jour.Toutefois il est important de faire une remarque. Évaluerles jeux compulsifs n'est pas simple, il n'existe pas encorede critères reconnus pour déterminer si quelqu'un estdépendant aux jeux ou non.Dans la littérature on dit que plus il y aura de gens quiconsacreront beaucoup de temps aux jeux plus les limitesde ce qui est considéré comme un comportement acceptablevarieront.Définir l'usage excessif uniquement en termes d'heurespar jour, ne serait alors pas un indicateur adéquat. Il sembleplus correct de parler d'usage problématique des jeux lorsquele temps consacré aux jeux a des répercussions sur lesactivités normales quotidiennes.3. Kan u die cijfers ook regionaal opsplitsen?4. a) Hoe zit het met de opvang van andere verslaafden?b) Heeft u cijfergegevens van de jaarlijkse opvang vandrugsverslaafden en alcoholverslaafden?5. a) Zijn er andere vormen van verslaving die onder deaandacht van de afkickcentra komen, en die de aandachtvan het beleid trekken?b) Hoe zit het met de opvang van die mogelijk nieuwevormen van verslaving?Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanSociale Zaken en Volksgezondheid, belast metMaatschappelijke Integratie van 01 juli 2011, op devraag nr. 420 van de heer volksvertegenwoordigerPeter Logghe van 18 mei 2011 (N.):1. a) en b) Er zijn weinig tot geen gegevens voorhandendie toelaten om een correcte cijfermatige evolutie te schetsenvan het aantal dwangmatige onlinegamers in België.Via de internationale studie "Health Behaviour in School-Aged Children" (HBSC), die om de vier jaar wordt afgenomenen uitgevoerd wordt onder toezicht van de WereldGezondheidsorganisatie, is het wel mogelijk om een indicatiete geven van het overmatig gamegebruik.Deze studie wordt in België uitgevoerd door de UniversitéLibre de Bruxelles (ULB) in het Franstalige landsgedeelteen door de Universiteit Gent (UG) in hetNederlandstalige landsgedeelte. Overmatig gamegebruik,zowel via computer als via console maar niet noodzakelijkonline, wordt hierbij gedefinieerd als het gebruik vangames gedurende meer dan vier uren per dag.Hierbij moet evenwel de volgende kanttekening geplaatstworden. Dwangmatig gamen beoordelen is niet eenvoudig,er bestaan immers nog geen erkende criteria die bepalen ofiemand gameverslaafd is of niet.In de literatuur wordt gesteld dat naarmate er meer mensenzijn die veel tijd besteden aan games, hierdoor ook degrenzen verschuiven van wat als toelaatbaar en gepastgamegedrag wordt ervaren.Overmatig gebruik uitsluitend definiëren in termen vanuren per dag, zou daarom geen geschikte indicator zijn.Het lijkt correcter om van problematisch gamegedrag tespreken wanneer de hoeveelheid tijd die aan het gamenwordt besteed ten koste gaat van normale dagelijkse activiteiten.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 11Selon les chiffres du service d'Information et PromotionÉducation Santé de l'ULB, il y a environ 12,4% de jeunesentre 12 et 20 ans en Communauté française qui en 2006consacrent plus de quatre heures par jour à jouer aux jeux.En 2010, ce chiffre s'est élevé à 12,8%.Pour la Flandre, les chiffres sont disponibles auprès de"Vakgroep Maatschappelijke Gezondheidkunde" de l'UG.En moyenne 13,4% des jeunes entre 11 et 18 ans ont jouéen 2006 plus de quatre heures par jour aux jeux. En 2010, ils'agit en moyenne de 14% des jeunes entre 11 et 18 ans.Il ressort de la recherche de l'ULB que les jeunes, aussibien francophones que néerlandophones sont restés en2006 en dessous de la moyenne des 40 pays examinés.Dans la tranche d'âge de 13 à 15 ans, les filles en Communautéfrançaise montrent une moyenne plus élevée quela moyenne internationale. Ces données ne sont pas(encore) disponibles pour 2010.2. et 3. Au vu des signaux issus de la littérature et du secteurde l'aide concernant le développement d'un nouveaucomportement à risque ou même une dépendance liée auxordinateurs, la cellule de recherche et d'information scientifiquea proposée, à l'initiative de mes services, de reprendrele thème "usage à risque des ordinateurs en Belgique:définition, ampleur, approche" dans le programme derecherche drogues de la Politique Scientifique Fédérale.Pour rappel, cette Cellule est une cellule de travail de laCellule Générale de Politique en matière de Drogues, danslaquelle toutes les autorités compétentes en matière depolitique Drogues siègent.En effet, il était souhaitable d'avoir une étude sur ce sujet,eu égard au manque de données objectives et d'instrumentsd'intervention validés. Si cette recherche est mise en place,il sera possible de vérifier si l'offre de soins existante estsuffisante.En ce moment, il n'est toutefois pas possible de donnerles chiffres concernant le nombre de joueurs qui sont prisen charge chaque année dans les différents centres dedésintoxication.4. En ce qui concerne l'accueil des personnes avec unproblème d'alcool ou de drogues il existe dans notre paysune offre très diversifiée et large, qui est financée par legouvernement fédéral et les Régions. Ces personnes peuventêtre accueillies par les médecins généralistes, les centresde soins de santé mentale, les centres spécialisés, leshôpitaux, etc.Volgens cijfers van de Service d'Information et PromotionÉducation Santé van de ULB heeft in de FranseGemeenschap in 2006 ongeveer 12,4% van de jongerentussen 12 en 20 jaar meer dan vier uren per dag besteed aanhet spelen van games. In 2010 bedroeg dit aantal 12,8%.Voor Vlaanderen zijn de cijfers beschikbaar via de VakgroepMaatschappelijke Gezondheidkunde van de UG.Gemiddeld speelde in 2006 ongeveer 13,4% van de jongerentussen 11 en 18 jaar meer dan vier uren per dag metgames. In 2010 gaat het om gemiddeld 14% van de jongerentussen 11 en 18 jaar.Uit onderzoek van de ULB blijkt dat zowel Franstaligeals Nederlandstalige jongeren in 2006 onder het gemiddeldevan de 40 onderzochte landen bleven.In de leeftijdscategorie 13 tot 15 jarigen scoorden demeisjes van de Franstalige Gemeenschap wel hoger danhet internationale gemiddelde. Voor 2010 zijn deze gegevens(nog) niet beschikbaar.2. en 3. Omdat er vanuit de literatuur en de hulpverleningsignalen komen in verband met de ontwikkeling van eennieuw riskant gedrag of zelfs 'verslaving', verbonden aanhet gebruik van computers, heeft de Cel Onderzoek enWetenschappelijke Informatie, op initiatief van mijn diensten,voorgesteld om het thema "Riskant computergebruikin België: definitie, omvang en aanpak" op te nemen in hetonderzoeksprogramma Drugs van Federaal Wetenschapsbeleid.Ter memorie: deze Cel is een werkcel van de AlgemeneCel Drugsbeleid, waarin alle bevoegde overheden ophet gebied van drugsbeleid zetelen.Wij vonden een studie over dit onderwerp inderdaadwenselijk, gelet op het ontbreken van objectieve gegevensen gevalideerde interventie-instrumenten. Dit onderzoekzou het mogelijk maken om na te gaan of het bestaandehulpverleningsaanbod voldoende is.Op dit moment is het evenwel niet mogelijk om cijfers tegeven met betrekking tot het aantal gamers die jaarlijksworden opgevangen in de verschillende afkickcentra.4. Wat betreft de opvang van personen met een alcoholofdrugprobleem bestaat er in ons land een zeer verschillenden ruim aanbod, dat wordt gefinancierd door de federaleoverheid en de gewesten. Deze mensen kunnenworden opgevangen bij huisartsen, centra voor geestelijkegezondheidszorg, gespecialiseerde centra, ziekenhuizen,enzovoort.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 13Réponse de la vice-première ministre et ministre desAffaires sociales et de la Santé publique, chargée del'Intégration sociale du 05 juillet 2011, à la questionn° 429 de madame la députée Minneke De Ridder du23 mai 2011 (N.):Le service Inspection du bien-être animal du Servicepublic fédéral Santé publique est dans l'impossibilité dedonner un aperçu des cas de négligence par type et parespèce d'animal.La négligence peut porter sur un seul point (par exempleabsence d'entretien des enclos, absence de soins médicaux,nourriture et eau insuffisantes, absence d'abri correct,pelage ou ongles, sabots ou griffes non entretenus, etc.)mais il s'agit la plupart du temps d'une combinaison de plusieursaspects relevés chez une ou plusieurs espèces d'animaux.Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanSociale Zaken en Volksgezondheid, belast metMaatschappelijke Integratie van 05 juli 2011, op devraag nr. 429 van mevrouw de volksvertegenwoordigerMinneke De Ridder van 23 mei 2011 (N.):De Inspectiedienst Dierenwelzijn van de Federale OverheidsdienstVolksgezondheid kan onmogelijk een overzichtgeven van dierenverwaarlozing per type en per soort dier.Verwaarlozing kan op één enkel vlak gebeuren (bijvoorbeeldhokken niet kuisen, geen medische verzorginggeven, te weinig voeder, te weinig drinken, geen degelijkebeschutting, vacht of nagels, hoeven of klauwen niet verzorgen,enzovoort) maar meestal is het een combinatie vanmeerdere aspecten die worden vastgesteld bij één soortmaar ook bij meerdere soorten dieren.DO 2010201103392Question n° 431 de madame la députée MinnekeDe Ridder du 23 mai 2011 (N.) à la vice-premièreministre et ministre des Affaires sociales et de laSanté publique, chargée de l'Intégration sociale:DO 2010201103392Vraag nr. 431 van mevrouw de volksvertegenwoordigerMinneke De Ridder van 23 mei 2011 (N.) aan device-eersteminister en minister van Sociale Zakenen Volksgezondheid, belast met MaatschappelijkeIntegratie:Dierenverkooppunten. - Controles.Animaleries. - Contrôles.1. a) Votre administration pourrait-elle me communiquerle nombre total d'animaleries, par province, pour les années2007, 2008, 2009 et 2010?b) Existe-il une liste de ces magasins? b) Bestaat hier een lijst van?2. Votre administration pourrait-elle me communiquer lenombre total de contrôles effectués dans ces magasins, parprovince, au cours de la période de 2007 à 2010?3. Votre administration pourrait-elle me communiquer lenombre de procès-verbaux, par province, pour les années2007 à 2010?4. Pour combien de ces magasins un ou plusieurs procèsverbauxont-ils été dressés? Je vous saurais gré de metransmettre ces chiffres par province pour la période de2007 à 2010.Réponse de la vice-première ministre et ministre desAffaires sociales et de la Santé publique, chargée del'Intégration sociale du 05 juillet 2011, à la questionn° 431 de madame la députée Minneke De Ridder du23 mai 2011 (N.):1. a) Nous considérons comme animaleries tous les établissementsagréés à l'exception des refuges et pensionspour animaux.1. a) Kan uw administratie het totaal aantal dierenverkooppuntenper provincie voor de jaren 2007, 2008, 2009en 2010 meedelen?2. Kan uw administratie het aantal uitgevoerde controlesin deze verkooppunten per provincie voor de jaren 2007 tot2010 meedelen?3. Kan uw administratie het aantal processen verbaal perprovincie voor de jaren 2007 tot 2010 meedelen?4. Voor hoeveel van deze verkooppunten werden eenmaligof meermaals processen-verbaal opgesteld; graag dezecijfers per provincie voor de periode 2007-2010?Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanSociale Zaken en Volksgezondheid, belast metMaatschappelijke Integratie van 05 juli 2011, op devraag nr. 431 van mevrouw de volksvertegenwoordigerMinneke De Ridder van 23 mei 2011 (N.):1. a) Wij beschouwen als dierenverkooppunten alleerkende inrichtingen met uitzondering van dierenasielen endierenpensions.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

14 QRVA 53 035Nous ne pouvons vous communiquer leur nombre par ancar nous ne tenons qu'une seule banque de données, àl'intérieur de laquelle nous supprimons ceux qui cessentleurs activités.Le nombre d'animaleries agréées en activité au 20 juin2011 est présenté dans le tableau qui suit.Wij kunnen het aantal niet per jaar meedelen omdat wijslechts één gegevensbank bijhouden waarin wij de stopzettingenschrappen.Het aantal erkende dierenverkooppunten die op 20 juni2011 aktief waren wordt in onderstaande tabel weergegeven.ProvinceNombre d’animaleries agréées—Aantal erkende dierenverkooppuntenagrément provisoirevoorlopigeagrément définitifdefinitieveProvincieBruxellesBrabant wallonHainautLiègeLuxembourgNamurBrabant flamandAnversFlandre orientaleFlandre occidentaleLimbourg0111899636123494203336731690145148344390325200BrusselWaals BrabantHenegouwenLuikLuxemburgNamenVlaams BrabantAntwerpenOost-VlaanderenWest-VlaanderenLimburgb) Pour cause de loi sur la protection de la vie privée, iln'existe actuellement aucune liste publique d'animaleriesagréées.2. Le nombre de contrôles réalisés dans des établissementsagréés est le suivant:b) Er bestaat geen actueel openbare lijst van erkende verkoopspuntenvan dieren; om reden van de wet op beschermingvan de privacy.2. Het aantal controles in erkende inrichtingen zijn:Nombre de contrôles effectués en Flandre età Bruxelles (dossiers néerlandophones)—Aantal verrichte controles in Vlaanderen enBrussel (Nederlandstalige dossiers)Nombre de contrôles effectués en Wallonie età Bruxelles (dossiers francophones)—Aantal verrichte controles in Wallonië enBrussel (Franstalige dossiers)2007 212 2322008 129 1362009 250 1602010 356 203CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 153. Le nombre de procès-verbaux dressés à l'encontred'établissements agréés est le suivant:3. Het aantal opgestelde processen-verbaal tegen erkendeinrichtingen zijn:Année—JaarNombre de PV dressés en Flandre et àBruxelles (dossiers néerlandophones)—Aantal opgestelde PV’s in Vlaanderen en inBrussel (Nederlandstalige dossiers)Nombre de PV dressés en Wallonie età Bruxelles (dossiers francophones)—Aantal opgestelde PV’s in Wallonië enin Brussel (Franstalige dossiers)2007 27 112008 25 192009 27 282010 24 204. Nombre de magasins ayant reçu plus d'un procès-verbalpar an:4. Aantal verkoopspunten in Vlaanderen met meer danéén proces-verbaal per jaar:Année—JaarNombre de magasins en Flandre et àBruxelles (dossiers néerlandophones)ayant reçu plus d’un PV—Aantal verkoopspunten in Vlaanderenen in Brussel (Nederlandstaligedossiers) met meer dan 1 PVNombre de magasins en Wallonie et à Bruxelles(dossiers francophones) ayant reçu plus d’un PV—Aantal verkoopspunten in Wallonië en in Brussel(Franstalige dossiers)2007 2 12008 4 72009 5 112010 4 2DO 2010201103400Question n° 433 de monsieur le député Peter Logghe du23 mai 2011 (N.) à la vice-première ministre etministre des Affaires sociales et de la Santépublique, chargée de l'Intégration sociale:Augmentation de la consommation de médicaments.Selon les données publiées par IMS Health (IMS Healthest le leader mondial des études et du conseil pour lesindustries du médicament et les acteurs de la santé), lesBelges auraient consommé environ 8,4 milliards de médicamentsau cours de l'année 2010, soit une augmentationde 260 millions ou 3% par rapport à 2009.DO 2010201103400Vraag nr. 433 van de heer volksvertegenwoordigerPeter Logghe van 23 mei 2011 (N.) aan de viceeersteministeren minister van Sociale Zaken enVolksgezondheid, belast met MaatschappelijkeIntegratie:Stijging van het gebruik van pillen.Uit cijfers van IMS Health (IMS Health is the global leaderin providing market research information, specializedanalytics and consulting to pharmaceutical companies andother clients around the world) zou blijken dat de burgersin 2010 zo'n 8,4 miljard pillen gebruikt hebben, een stijgingvan 260 miljoen ten opzichte van 2009, een stijgingvan ongeveer 3%.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

16 QRVA 53 035Dans le même temps, le montant global consacré àl'achat de tous ces médicaments a diminué, un autre recordhistorique. Cette diminution s'expliquerait par l'arrivée surle marché de médicaments génériques et l'expiration dubrevet d'un certain nombre de produits populaires.1. Pouvez-vous fournir des chiffres concernant laconsommation de médicaments au cours de la périodeallant de 2005 à ce jour (ou de 2005 à 2010 si des chiffresplus récents ne sont pas encore disponibles)?2. Disposez-vous de chiffres concernant spécifiquementla Région flamande, la Région wallonne et la Région deBruxelles-Capitale?3. Pouvez-vous fournir une répartition par catégorie demédicaments: antidépresseurs, médicaments hypocholestérolémiants,médicaments contre l'ostéoporose, complexesvitaminés et autres médicaments?4. Disposez-vous d'études ou d'enquêtes à propos de l'âgedes consommateurs de cette quantité phénoménale demédicaments?5. a) Combien de médicaments génériques ont entretempsété mis sur le marché pour remplacer la version princeps?b) Combien de médicaments sont-ils tombés dans ledomaine public au cours de cette période?Réponse de la vice-première ministre et ministre desAffaires sociales et de la Santé publique, chargée del'Intégration sociale du 01 juillet 2011, à la questionn° 433 de monsieur le député Peter Logghe du 23 mai2011 (N.):1. Durant la période 2005-2010 le volume (en DDD: dosemoyenne journalière) des spécialités pharmaceutiquesremboursées en officines publiques, prescrites par lesgénéralistes, les spécialistes et les dentistes, a augmentéannuellement en moyenne de 7,6%, passant de 3,23 à 4,66milliards DDD.Les dépenses INAMI ont augmenté en moyenne de4,4%, passant de 2,15 milliards euros à 2,67 milliardseuros, tandis que les tickets modérateurs ont augmenté enmoyenne de 0,8% passant de 0,50 milliard euros à 0,52milliard euros.Durant la même période, en officines hospitalières, uneestimation (les données 2010 ne sont pas encore complètes)indique que le volume (en DDD) des spécialités pharmaceutiquesremboursées a augmenté annuellement enmoyenne de 0,6%, passant de 0,236 à 0,243 milliard DDD.Tezelfdertijd blijkt dat we met z'n allen minder geld hebbenuitgegeven aan al die geneesmiddelen, ook een historischrecord. De komst van generische producten en het feitdat een aantal populaire producten hun patent zijn kwijtgeraakt,zouden aan de basis liggen van de daling van uitgaven.1. Kan u cijfergegevens meedelen betreffende hetgebruik van pillen in een periode van 2005 tot en met vandaag(of 2010, als nog geen recentere cijfers beschikbaarzijn)?2. Bestaan er regionaal opgesplitste cijfers wat betreft hetgebruik van pillen, in het Vlaamse Gewest, het WaalseGewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest?3. Kan u een opdeling geven betreffende de soort pillen:antidepressiva, cholesterolverlagende geneesmiddelen,botontkalking, vitaminen, andere pillen?4. Bestaan er studies of onderzoeken naar de leeftijd vande gebruikers van deze massa pillen?5. a) Hoeveel generische producten zijn er ondertussenbijgekomen, die de plaats van niet-generische hebben ingenomen?b) Hoeveel producten zijn hun patent in de betrokkenperiode kwijtgeraakt?Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanSociale Zaken en Volksgezondheid, belast metMaatschappelijke Integratie van 01 juli 2011, op devraag nr. 433 van de heer volksvertegenwoordigerPeter Logghe van 23 mei 2011 (N.):1. In de periode 2005-2010 is het volume (in DDD:defined daily dose) van vergoedbare farmaceutische specialiteitenin publieke officina's, voorgeschreven door huisartsen,geneesheer-specialisten en tandartsen, jaarlijks metgemiddeld 7,6% gestegen van 3,23 miljard DDD tot 4,66miljard DDD.De RIZIV-uitgaven stegen jaarlijks met gemiddeld 4,4%van 2,15 miljard euro tot 2,67 miljard euro, terwijl het persoonlijkaandeel jaarlijks met gemiddeld 0,8% toenam van0,50 miljard euro tot 0,52 miljard euro.Voor dezelfde periode geeft een schatting voor de ziekenhuisofficina's(de gegevens 2010 zijn nog niet volledig)aan dat het volume (in DDD) jaarlijks met gemiddeld 0,6%toenam van 0,236 miljard DDD tot 0,243 miljard DDD.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 17Les dépenses INAMI ont augmenté en moyenne de6,1%, passant de 0,94 milliard euros à 1,26 milliards euros,tandis que les tickets modérateurs ont baissé en moyennede 4,8% passant de 0,027 milliard euros à 0,021 milliardeuros.2. et 3. Le tableau 1 donne pour la période 2005-2010 levolume (en DDD), les dépenses INAMI (en euros) et lestickets modérateurs (en euros) des médicaments par catégorieet par région, tel qu'il apparaît dans Pharmanet (spécialitésdélivrées en officines publiques et remboursées parl'INAMI).Étant donné son caractère de pure documentation, il n'ya pas lieu de l'insérer au Bulletin des Questions et Réponses,mais il peut être consulté au Greffe de la Chambre desreprésentants (service des Questions parlementaires).4. Un certain nombre d'études ont été publiées ces dernièresannées qui, entre autres, ont étudié l'âge des utilisateursdans certaines catégories importantes demédicaments. Je pense ici aux études:- du Centre fédéral d'expertise des soins de santé (commepar exemple les rapports vol. 141A sur l'usage des statinesen Belgique et le vol. 126A sur les médicaments bon marché),- de l'INAMI (les infospots, publiés trimestriellement surun sujet de l'actualité du médicament et les Tableaux debord pharmaceutiques publiés annuellement),- des Mutualités socialistes (publications sur les psychomédications(janvier 2011) et la contraception (janvier2010)) et- des Mutualités chrétiennes (enquête sur l'usage des statines(MC-Informations décembre 2009), les psychomédications(MC-Informations mars 2009) et l'usage desantidépresseurs et antipsychotiques en maisons de repos(mai 2011)).5. a) Le tableau 2 présente les principes actifs, prescritspar les médecins généralistes, les médecins spécialistes etles dentistes pour lesquels l'usage des génériques en 2010est supérieur à celui des spécialités originales.Étant donné son caractère de pure documentation, il n'ya pas lieu de l'insérer au Bulletin des Questions et Réponses,mais il peut être consulté au Greffe de la Chambre desreprésentants (service des Questions parlementaires).De RIZIV-uitgaven stegen jaarlijks met gemiddeld 6,1%van 0,94 miljard euro tot 1,26 miljard euro, terwijl het persoonlijkaandeel jaarlijks met gemiddeld 4,8% daalde van0,027 miljard euro tot 0,021 miljard euro.2. en 3. Tabel 1 geeft het volume (in DDD), de RIZIVuitgaven(in euro) en het persoonlijk aandeel (in euro) vande geneesmiddelen weer per categorie van geneesmiddelenen per gewest in de periode 2005-2010, zoals ze in Farmanetvoorkomen (specialiteiten afgeleverd in een apotheekopengesteld voor het publiek en terugbetaald door hetRIZIV).Gezien het louter documentaire karakter ervan wordt detabel niet in het Bulletin van Vragen en Antwoorden opgenomenmaar ligt hij ter inzage bij de Griffie van de Kamervan volksvertegenwoordigers (dienst Parlementaire Vragen).4. Er werden in de loop van de voorbije jaren een aantalstudies gepubliceerd die onder andere ook de leeftijd vande gebruikers voor enkele belangrijke categorieën vangeneesmiddelen hebben onderzocht. Ik denk hierbij aan destudies van:- het Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (zoals bijvoorbeeldde rapporten vol. 141A over statinegebruik inBelgië en vol. 126A over goedkopere geneesmiddelen),- het RIZIV (de infospots, dit zijn trimestrieel uitgebrachtestudies over een actueel onderwerp rond geneesmiddelenen de jaarlijks uitgebrachte Kengetallen),- de Socialistische Mutualiteiten (publicaties over psychofarmaca(Flits januari 2011) en anticonceptie (Flitsjanuari 2010)) en- de Christelijke Mutualiteiten (onderzoek over statinegebruik(CM informatie december 2009), psychofarmaca(CM informatie maart 2009) en gebruik van antidepressivaen antipsychotica in rusthuizen (mei 2011)).5. a) Tabel 2 geeft de werkzame bestanddelen, voorgeschrevendoor de huisartsen, geneesheer-specialisten entandartsen, weer waarvoor het generisch verbruik in 2010hoger lag dan het verbruik van de originele specialiteiten.Gezien het louter documentaire karakter ervan wordt detabel niet in het Bulletin van Vragen en Antwoorden opgenomenmaar ligt hij ter inzage bij de Griffie van de Kamervan volksvertegenwoordigers (dienst Parlementaire Vragen).CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 19Réponse de la vice-première ministre et ministre desAffaires sociales et de la Santé publique, chargée del'Intégration sociale du 05 juillet 2011, à la questionn° 439 de madame la députée Minneke De Ridder du26 mai 2011 (N.):1. En 2010, le service Inspection du bien-être animal aprocédé à 174 saisies, pour un total de 2.495 animaux saisis.La liste des animaux saisis n'est pas répertoriée endétail. Outre les animaux domestiques et animaux d'exploitationtraditionnels, les animaux suivants ont été saisis en2011: cochons vietnamiens, singe magot, mangoustes, tortues,tortues d'eau, serpents, lézards, gerbilles, dégus, spermophilus,mastomys natalensis, souris rayées, chinchillas,opossums, perruches à collier, un faucon, un hibou grandducet une chouette effraie, une mygale.2. Le pic élevé pour certains animaux saisis s'explique leplus souvent par le fait qu'un nombre très important d'animauxde la même espèce sont saisis à un ou plusieursendroits:- des bovins dans certaines exploitations agricolesconfrontées à des problèmes financiers;- des chiens chez quelques grands éleveurs au noir, maisaussi chez des particuliers qui veulent en détenir trop;- des chats et des rongeurs dans des lieux où ils peuventêtre élevés sans retenue.Ce type de situation est souvent rencontré chez des personnesisolées qui, après un certain temps, ont tant d'animauxqu'elles finissent par ne plus être capablesphysiquement ou financièrement de s'en occuper correctement.Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanSociale Zaken en Volksgezondheid, belast metMaatschappelijke Integratie van 05 juli 2011, op devraag nr. 439 van mevrouw de volksvertegenwoordigerMinneke De Ridder van 26 mei 2011 (N.):1. In 2010 werden bij 174 inbeslagnames 2.495 dierendoor de Inspectiedienst Dierenwelzijn in beslag genomen.De lijst met inbeslaggenomen dieren wordt niet gedetailleerdgeïnventariseerd. Naast typische huisdieren en landbouwhuisdierenwerden er in 2011 nog volgende dieren inbeslag genomen: hangbuikvarkens, berberapen, mangoesten,schildpadden, waterschilpadden, slangen, hagedissen,gerbils, degoes, grondeekhoorns, veeltepelmuizen, grasmuizen,chinchilla's, buidelratten, halsbandparkieten, eenvalk, een oehoe en een kerkuil, een vogelspin.2. De hoge piek van bepaalde inbeslaggenomen dieren ismeestal te verklaren doordat op één of enkele plaatsen eenzeer groot aantal dieren van dezelfde soort in beslag zijngenomen:- runderen op een paar landbouwbedrijven met financiëleproblemen;- honden bij enkele grote zwartkwekers maar ook bij particulierendie er teveel willen houden;- katten en knaagdieren op enkele plaatsen waar ze ongebreideldmogen kweken.Dikwijls treft men dergelijke toestanden aan bij vereenzaamdemensen die na zekere tijd zodanig veel dieren hebbendat ze het fysiek of financieel niet meer aankunnen omze degelijk te verzorgen.DO 2010201103581Question n° 458 de madame la députée KarolienGrosemans du 14 juin 2011 (N.) à la vicepremièreministre et ministre des Affaires socialeset de la Santé publique, chargée de l'Intégrationsociale:Octroi d'avantages sociaux aux victimes de la guerre. -Collèges. - Commission supérieure d'appel.Au sein du Service public fédéral Sécurité sociale, uncollège est amené à statuer sur l'octroi d'avantages sociauxaux victimes de la guerre.DO 2010201103581Vraag nr. 458 van mevrouw de volksvertegenwoordigerKarolien Grosemans van 14 juni 2011 (N.) aan device-eersteminister en minister van Sociale Zakenen Volksgezondheid, belast met MaatschappelijkeIntegratie:Toekenning van sociale voordelen voor oorlogsslachtoffers.- Colleges. - Hogere Commissie van beroep.Binnen de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheidmoet er een college beslissen over de toekenning van socialevoordelen voor oorlogsslachtoffers.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

20 QRVA 53 035Il ressort des chiffres cités par le ministre de la DéfensePieter De Crem en réponse à une question orale demadame Zoé Genot (question n° 3450, Compte RenduIntégral, Chambre, 2010-2011, commission de la Défense,30 mars 2011, CRIV 53 COM 182, p. 1) que pour l'année2010:sur les 14 demandes de pension de guerre introduites enFlandre 3 ont été approuvées,contre 47 sur 65 en Wallonie.Un recours peut être introduit auprès de la Commissionsupérieure d'appel contre la décision prise par le collège ausein du Service public fédéral Sécurité sociale.1. Combien de dossiers ont été traités par la Commissionsupérieure d'appel après un rejet initial par les collèges?2. Dans combien de cas la Commission supérieured'appel a-t-elle rejeté le dossier?3. Pourriez-vous donner un aperçu dans le temps (par an)en indiquant clairement le nombre de dossiers néerlandophoneset francophones traités par la Commission supérieured'appel après avoir été rejetés par les collègesrespectifs.Réponse de la vice-première ministre et ministre desAffaires sociales et de la Santé publique, chargée del'Intégration sociale du 01 juillet 2011, à la questionn° 458 de madame la députée Karolien Grosemans du14 juin 2011 (N.):En réponse à votre question, je vous informe que l'objetde sa question relève de la compétence du ministre de laDéfense (question n° 181 du 1er juillet 2011).Op basis van cijfers die minister van LandsverdedigingPieter De Crem vrijgaf - in antwoord op een mondelingevraag van mevrouw Zoé Genot (vraag nr. 3450, IntegraalVerslag, Kamer, 2010-2011, commissie voor de Landsverdediging,30 maart 2011, CRIV 53 COM 182, blz. 1) -blijkt dat voor het jaar 2010 in Vlaanderen:3 van de 14 aanvragen voor een oorlogspensioen werdengoedgekeurd,tegenover 47 op 65 in Wallonië.Tegen de beslissing van het college dat binnen de FederaleOverheidsdienst Sociale Zekerheid is opgericht kanberoep worden aangetekend bij de Hogere Commissie vanberoep.1. Kan u meedelen hoeveel van deze dossiers de HogereCommissie van beroep heeft behandeld na een initiële verwerpingdoor de colleges?2. In hoeveel gevallen werden deze dossiers door deHogere Commissie verworpen?3. Gelieve een overzicht te geven in de tijd (per jaar) meteen duidelijke aanduiding van het aantal Nederlandstaligeen Franstalige dossiers dat bij de Hogere Commissie vanberoep werd behandeld na verwerping door de respectievelijkecolleges.Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanSociale Zaken en Volksgezondheid, belast metMaatschappelijke Integratie van 01 juli 2011, op devraag nr. 458 van mevrouw de volksvertegenwoordigerKarolien Grosemans van 14 juni 2011 (N.):In antwoord op uw vraag, laat ik u weten dat het onderwerpvan zijn vraag tot de bevoegdheid behoort van deminister van Landsverdediging (vraag nr. 181 van 1 juli2011).DO 2010201103649Question n° 462 de monsieur le député Filip De Man du21 juin 2011 (N.) à la vice-première ministre etministre des Affaires sociales et de la Santépublique, chargée de l'Intégration sociale:Office national des vacances annuelles. - Emploi des langues.Un correspondant ayant contacté par courriel l'Officenational des vacances annuelles, une institution publiquede sécurité sociale, a reçu le message suivant en anglais:DO 2010201103649Vraag nr. 462 van de heer volksvertegenwoordiger FilipDe Man van 21 juni 2011 (N.) aan de viceeersteministeren minister van Sociale Zaken enVolksgezondheid, belast met MaatschappelijkeIntegratie:Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie. - Taalgebruik.Een correspondent ontving volgend Engelstalig berichtvan de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie, een federaleopenbare instelling van sociale zekerheid, toen hij via elektronischepost contact opnam met deze dienst:"From: _MBINDIC@ONVA-RJV.fgov.be"From: _MBINDIC@ONVA-RJV.fgov.beTo: (...) To: (...)CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 21Subject: autoreply message.Subject: autoreply message.Date: Thu, 16 Jun 2011 08:13:33 +0000 Date: Thu, 16 Jun 2011 08:13:33 +0000Your message has been received and followed.Your message has been received and followed.For more information:For more information:RJV - ONVARJV - ONVAElyzeese Veldenstraat 12 R des Champs ElyséesElyzeese Veldenstraat 12 R des Champs Elysées1050 Brussel - Bruxelles 1050 Brussel - BruxellesTelTel02 627 97 60 - 02 627 97 65 02 627 97 60 - 02 627 97 65Mail: info.vakantiegeld@onva-rjv.fgov.beMail: info.vakantiegeld@onva-rjv.fgov.beinfo.pecule@onva-rjv.fgov.beinfo.pecule@onva-rjv.fgov.besite:site:www.onva-rjv.bewww.onva-rjv.bedo not respond at this message."do not respond at this message."1. Estimez-vous qu'un tel message est conforme à lalégislation sur l'emploi des langues en matière administrative,qui prévoit qu'un service public fédéral doit s'adresserau citoyen dans la langue nationale dont celui-ci faitusage?2. Dispose-t-on d'avis de la Commission permanente decontrôle linguistique qui légitiment l'utilisation de l'anglaisdans ce contexte?3. Quelles mesures ont-elles été prises entre-temps pourmettre ces messages en conformité avec la législation surl'emploi des langues en matière administrative?Réponse de la vice-première ministre et ministre desAffaires sociales et de la Santé publique, chargée del'Intégration sociale du 01 juillet 2011, à la questionn° 462 de monsieur le député Filip De Man du 21 juin2011 (N.):En réponse à votre question, je vous informe que soncontenu relève de la compétence exclusive de ma collègue,madame Joëlle Milquet, vice-première ministre et ministrede l'Emploi (Question n° 272 du 4 juillet 2011).1. Is een dergelijk bericht volgens u conform de taalwetgevingin bestuurszaken, waarin gesteld wordt dat eenfederale overheidsdienst zich tot de burger moet richten indiens landstaal?2. Zijn er adviezen van de Vaste Commissie voor Taaltoezichtvoorhanden die het gebruik van het Engels in dezezin rechtvaardigen?3. Welke maatregelen werden ondertussen genomen omdergelijke berichten in de zin van de bestuurstaalwetgevingaan te passen?Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanSociale Zaken en Volksgezondheid, belast metMaatschappelijke Integratie van 01 juli 2011, op devraag nr. 462 van de heer volksvertegenwoordiger FilipDe Man van 21 juni 2011 (N.):In antwoord op uw vraag, laat ik u weten dat de inhoudervan onder de uitsluitende bevoegdheid valt van mijn collega,mevrouw Joëlle Milquet, vice-eersteminister enminister van Werk (Vraag nr. 272 van 4 juli 2011).CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

22 QRVA 53 035Vice-premier ministre et ministre des Affairesétrangères et des Réformes institutionnellesVice-eersteminister en minister van BuitenlandseZaken en Institutionele HervormingenDO 2010201102165Question n° 139 de monsieur le député Denis Ducarmedu 25 janvier 2011 (Fr.) au vice-premier ministreet ministre des Affaires étrangères et desRéformes institutionnelles:La situation au Niger.Antoine de Léocour et Vincent Delory, deux Français de25 ans, ont été enlevés le 7 janvier 2011 dans un restaurantde Niamey au Niger par des hommes armés qui les ontemmenés vers la frontière malienne, au nord. Leurs corpsont été retrouvés le lendemain après une opération militairefranco-nigérienne destinée à les libérer, alors que les ravisseurstentaient de gagner la frontière malienne.Les autorités françaises privilégient la thèse de la responsabilitéd'Al-Qaeda au Maghreb islamique (Aqmi). Cegroupe a revendiqué, il y a trois mois, le rapt de cinq Français,d'un Togolais et d'un Malgache travaillant pour la plupartpour le groupe nucléaire français Areva et un soustraitantdu groupe de construction Vinci dans le nord duNiger.1. a) Quelle est la situation des Belges expatriés danscette région de l'Afrique où sévit l'Aqmi, notamment auNiger et au Mali?DO 2010201102165Vraag nr. 139 van de heer volksvertegenwoordigerDenis Ducarme van 25 januari 2011 (Fr.) aan device-eersteminister en minister van BuitenlandseZaken en Institutionele Hervormingen:De toestand in Niger.Op 7 januari 2011 werden Antoine de Léocour enVincent Delory, twee Fransen van 25 jaar, door gewapendemannen uit een restaurant in de Nigerese hoofdstad Niameyontvoerd en naar het noorden van het land, dichtbij deMalinese grens, gebracht. De volgende dag werden hunlichamen gevonden tijdens een Frans-Nigerese militairebevrijdingsoperatie, nadat de ontvoerders hadden getrachtde Malinese grens over te steken.De Franse autoriteiten gaan ervan uit dat Al Qaida in deIslamitische Maghreb (AQIM) achter de ontvoering zit.Drie maanden geleden heeft die terreurgroep immers al deverantwoordelijkheid opgeëist voor de ontvoering van vijfFransen, een Togolees en een Malagassiër, die hoofdzakelijkvoor de Franse kerngroep Areva en voor een onderaannemervan het bouwbedrijf Vinci in het noorden van Nigerwerkten.1. a) Hoe is de situatie van de Belgische expats in dieregio van Afrika waar AQIM actief is, meer bepaald inNiger en Mali?b) Combien de Belges sont expatriés dans cette région? b) Hoeveel Belgische expats verblijven er in die regio?2. Quel est l'état de la représentation diplomatique belgedans ces régions et des 26 autres États membres de l'Unioneuropéenne qui sont dans l'obligation d'apporter assistanceaux ressortissants européens au vu de l'article 20 du traitéinstituant la Communauté européenne (traité CE)?3. Les enlèvements et les attaques terroristes se sont multipliésdans cette région du monde.a) Quelle est la position du Service européen d'actionextérieure (SEAE) à ce sujet et du gouvernement belge?b) L'Union européenne envisage-t-elle de prendre desinitiatives, notamment en lien avec son partenariat avecl'Union africaine?2. Hoe staat het met de diplomatieke vertegenwoordigingvan België en van de overige 26 EU-lidstaten in die regio,die in overeenstemming met artikel 20 van het Verdrag totoprichting van de Europese Gemeenschap (het EG-Verdrag)bijstand moeten verlenen aan elkaars onderdanen diein het buitenland verblijven?3. Het aantal ontvoeringen en terroristische aanslagen indie regio is sterk toegenomen.a) Wat is het standpunt van de European External ActionService (EEAS) en van de Belgische regering hieromtrent?b) Zal de Europese Unie initiatieven nemen, meerbepaald in het kader van haar partnerschap met de AfrikaanseUnie?c) Si oui, quelles sont-elles? c) Zo ja, om welke initiatieven gaat het?4. a) Le gouvernement peut-il nous indiquer quelles sontles actions, notamment d'informations et de prévention,qu'il a prises envers nos compatriotes vivant dans cetterégion?4. a) Welke acties heeft de regering ondernomen, meerbepaald op het stuk van informatieverstrekking en preventie,ten aanzien van de Belgen die in die regio verblijven?CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 23b) Quelles sont les démarches et initiatives à envisager sila situation se détériore?Réponse du vice-premier ministre et ministre desAffaires étrangères et des Réformes institutionnelles du04 juillet 2011, à la question n° 139 de monsieur ledéputé Denis Ducarme du 25 janvier 2011 (Fr.):1. De nombreux ressortissants belges, notamment deshumanitaires, sont recensés dans la région sahélienne. Unecentaine de ressortissants belges sont inscrits auprès duposte diplomatique belge compétent pour le Mali, et unequarantaine pour le Niger.2. L'Ambassade de Belgique à Ouagadougou est compétentepour le Burkina Faso, le Mali et le Niger. Les ressortissantsbelges qui sont inscrits auprès de ce poste sontintégrés dans les plans de crise et d'évacuation de laFrance.3. a) La montée de la criminalité organisée et l'aggravationde la menace terroriste représentée par Al Qaeda auMaghreb islamique (AQMI) constituent des éléments dedéstabilisation de la région sahélienne (Mali, Niger, Mauritanie)déjà fragilisée par la prédominance de la pauvreté etle manque de capacité institutionnelle. Les récents incidentstouchant les Occidentaux ont encore accru l'attentioninternationale sur la zone.Le Sahel constitue en effet une zone grise, difficilementcontrôlable. Les facteurs déstabilisateurs sont légion: fragilitédes États, pression démographique sur des ressourceslimitées, manque de développement et de perspectivespour les populations locales, etc.Le Mali, le Niger et l'Algérie sont des pays de concentrationde notre aide bilatérale ce qui renforce notre attentionsur leur situation, la dégradation de la situation sécuritaireayant des conséquences sur la mise en oeuvre de certainsprojets.b) et c) Depuis juillet 2008, l'UE travaille à une approcheglobale pour la prévention et la réduction de l'instabilitédans cette région. La "Stratégie européenne pour la sécuritéet le développement au Sahel" couvre la Mauritanie, leMali et le Niger et met l'accent sur quatre dimensions:- développement, bonne gouvernance et résolution desconflits internes,b) Welke stappen moeten er worden gedaan indien detoestand verslechtert?Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanBuitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingenvan 04 juli 2011, op de vraag nr. 139 van de heervolksvertegenwoordiger Denis Ducarme van 25 januari2011 (Fr.):1. Veel Belgen, voornamelijk humanitaire medewerkers,wonen in de Sahel-regio. Een honderdtal Belgische onderdanenzijn ingeschreven bij de Belgische diplomatieke postbevoegd voor Mali, en een veertigtal voor Niger.2. De Belgische Ambassade te Ouagadougou is verantwoordelijkvoor Burkina Faso, Mali en Niger. De Belgischeonderdanen die ingeschreven zijn bij deze post,werden geïntegreerd in het crisis- en evacuatieplan vanFrankrijk.3. a) De Sahel-regio (Mali, Niger, Mauritanië) die doorde grote armoede en het gebrek aan institutionele capaciteitreeds zeer zwak is, wordt gedestabiliseerd door de toenemendegeorganiseerde misdaad en de alsmaar grotere terroristischedreiging van de kant van Al Qaeda in deIslamitische Maghreb (AQMI). Als gevolg van de recenteaanvallen tegen westerlingen, besteedt de internationalegemeenschap nog meer aandacht aan het gebied.De Sahel-regio is inderdaad een grijze zone die moeilijkcontroleerbaar is. De destabiliserende factoren zijn legio:kwetsbare staten, een grote demografische druk maarbeperkte rijkdommen, onderontwikkeling en geen vooruitzichtenvoor de lokale bevolkingsgroepen, enzovoort.Omdat Mali, Niger en Algerije concentratielanden zijnvan de Belgische bilaterale hulp, besteden we extra aandachtaan de situatie aangezien de verslechterde veiligheidssituatiegevolgen heeft voor de uitvoering vansommige projecten.b) en c) De EU werkt sinds juli 2008 aan een veelomvattendebenadering voor de preventie en het terugdringenvan de instabiliteit in de regio. De strategie ten aanzien vande Sahel omvat Mauritanië, Mali en Niger en legt denadruk op vier dimensies:- ontwikkeling, goed bestuur en oplossing van interneconflicten,- politique et diplomatie, - politiek en diplomatie,- sécurité et État de droit, - veiligheid en rechtsstaat,- lutte contre et prévention de la radicalisation islamiste. - strijd tegen en preventie van islamitische radicalisering.Pour chaque volet, différentes options sont proposées.Cette stratégie a été endossée par le Conseil Affaires étrangèresdu 21 mars 2011.Voor elk onderdeel zijn er verschillende opties voorgesteld.Deze strategie werd goedgekeurd op de Raad BuitenlandseZaken van 21 maart 2011.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

24 QRVA 53 0354. a) L'ambassade de Belgique à Ouagadougou, lesconsuls honoraires à Niamey et Bamako et le bureau decoopération au développement à Niamey jouent un rôleclef pour les contacts avec les ressortissants belges.Les postes diplomatiques belges sur place disposent,dans leur dossier de crise, d'un plan de communicationenvers les ressortissants belges qui se sont inscrits auprèsd'eux, et qui leur ont donc fourni leurs coordonnées. Ceplan de communication consiste en général en l'envoi decourriers et/ou mails et/ou messages téléphoniques aux ressortissantsbelges inscrits, ainsi que la publication d'informationssur le site internet du poste.De plus, les conseils aux voyageurs publiés sur le siteinternet du Service public fédéral Affaires étrangères permettentd'informer sur la situation sécuritaire tous les ressortissantsbelges résidant à l'étranger entre autres. Lesadaptations des conseils aux voyageurs sont proposées parle poste diplomatique sur place, et ce après analyse par leposte de l'évolution de la situation sécuritaire sur place,région par région. Ces conseils sont ensuite relus et éventuellementcorrigés par le centre de crise, le service géographiqueet la cellule stratégique concernée, avant d'êtrepubliés sur le site internet du Service public fédéral.b) Les ressortissants belges qui sont inscrits auprès del'Ambassade de Belgique à Ouagadougou seront pris encharge par la France, étant donné qu'ils sont intégrés dansles plans de crise et d'évacuation français. Ils sont informésrégulièrement de l'évolution de la situation et sur les consignesà suivre par le biais du réseau de communication audépart de l'Ambassade de Belgique à Ouagadougou.4. a) De Belgische ambassade in Ouagadougou, de ereconsulatente Niamey en Bamako en het bureau voor ontwikkelingssamenwerkingte Niamey spelen een sleutelrolvoor de contacten met Belgische residenten.De Belgische diplomatieke posten ter plaatse beschikkenin hun crisisdossier over een communicatieplan ten aanzienvan de Belgen die bij hen ingeschreven zijn, en waarvanze contactgegevens mochten ontvangen. Ditcommunicatieplan bestaat doorgaans uit het verzenden vanbrieven en/of e-mails en/of sms-berichten naar de ingeschrevenBelgische onderdanen, alsook uit de publicatievan informatie op de website van de post op internet.Tevens maken de reisadviezen die gepubliceerd zijn opde website van de Federale Overheidsdienst BuitenlandseZaken het mogelijk alle Belgische residenten in het buitenland,alsook anderen, te informeren over de veiligheidssituatie.De wijzigingen in de reisadviezen wordenvoorgesteld door de diplomatieke post ter plaatse, en dit naeen analyse van de evolutie van de veiligheidssituatie in deverschillende regio's. Deze reisadviezen worden vervolgensnagelezen en eventueel gecorrigeerd door het crisiscentrum,de geografische dienst en de desbetreffendebeleidscel, alvorens gepubliceerd te worden op de websitevan de Federale Overheidsdienst.b) De Belgische onderdanen die ingeschreven zijn bij deBelgische Ambassade in Ouagadougou worden verdergeholpen door Frankrijk, aangezien ze geïntegreerd werdenin het Franse crisis- en evacuatieplan. Ze wordenregelmatig geïnformeerd via het communicatienetwerkvanuit de Belgische Ambassade te Ouagadougou, over deevolutie van de situatie en over de op te volgen richtlijnen.DO 2010201102782Question n° 232 de madame la députée Nathalie Muylledu 03 mai 2011 (N.) au vice-premier ministre etministre des Affaires étrangères et des Réformesinstitutionnelles:Double rémunération de fonctionnaires détachés. (QO3316)La Belgique détache des fonctionnaires auprès d'organisationsinternationales. Il est d'usage que, lors d'un détachement,la rémunération continue à être versée alorsmême que l'organisation concernée paie le traitement et lesindemnités complémentaires. Dans les pays voisins, lemaintien du statut est la règle mais le paiement de la rémunérationest suspendu durant cette période.DO 2010201102782Vraag nr. 232 van mevrouw de volksvertegenwoordigerNathalie Muylle van 03 mei 2011 (N.) aan de viceeersteministeren minister van BuitenlandseZaken en Institutionele Hervormingen:Dubbele salariëring van gedetacheerde ambtenaren. (MV3316)België detacheert verschillende ambtenaren naar internationaleorganisaties. Er zou een praktijk bestaan om bijdetachering het salaris gewoon verder uit te betalen, hoewelde betrokken organisatie de wedde en bijkomende vergoedingenbetaalt. In de buurlanden is het gebruikelijk hetstatuut te behouden maar de uitbetaling van de bezoldigingop te schorten tijdens deze periode.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 25Pour les militaires mis à la disposition d'un gouvernementétranger ou d'une autre autorité ou détachés pourcause de mission officielle auprès d'une institution de droitinternational public, cette possibilité de double salaire estdorénavant exclue. Je renvoie à la disposition prise par leministre de la Défense, figurant à l'article 6 de la loi (I) du29 décembre 2010 portant des dispositions diverses.1. Combien de fonctionnaires ont été détachés auprèsd'organisations internationales ou mis à la disposition d'ungouvernement étranger ou d'un autre service public (uneautre autorité) en 2007, 2008, 2009 et 2010?2. Combien de fonctionnaires, par organisation internationaleou autorité, ont perçu une double rémunération en2007, 2008, 2009 et 2010?3. Quel est l'ordre de grandeur des économies éventuellesqui résulteraient de la suspension temporaire de la rémunération,pour le budget et en termes de droits à la pension?Voor militairen die ter beschikking worden gesteld vaneen buitenlandse regering of andere overheid, of diewegens officiële opdracht bij een instelling van internationaalpubliek recht worden gedetacheerd, wordt dergelijkemogelijke dubbele salariëring voortaan uitgesloten. Ik verwijsnaar de regeling van de minister van Landsverdedigingbepaald in artikel 6 van de wet (I) houdende diversebepalingen van 29 december 2010.1. Hoeveel ambtenaren werden gedetacheerd naar internationaleorganisaties of ter beschikking gesteld van eenbuitenlandse regering of andere overheid(sdienst) in 2007,2008, 2009 en 2010?2. Hoeveel ambtenaren ontvingen een dubbel salaris in2007, 2008, 2009 en 2010 uitgesplitst per internationaleorganisatie of overheid?3. Wat is de grootteorde van een mogelijke besparingdoor het tijdelijk opschorten van de bezoldiging voor debegroting en in termen van pensioenrechten?4. Quelles options politiques envisagez-vous à cet égard? 4. Wat zijn de beleidsopties die u ter zake overweegt tenemen?Réponse du vice-premier ministre et ministre desAffaires étrangères et des Réformes institutionnelles du04 juillet 2011, à la question n° 232 de madame ladéputée Nathalie Muylle du 03 mai 2011 (N.):1. Nombre de fonctionnaires des carrières extérieuresdétachés auprès d'organisations internationales:- en 2007: 8 diplomates - in 2007: 8 diplomaten- en 2008: 10 diplomates - in 2008: 10 diplomaten- en 2009: 12 diplomates - in 2009: 12 diplomaten- en 2010: 13 diplomates - in 2010: 13 diplomatenNombre de fonctionnaires des carrières extérieures mis àla disposition d'un gouvernement étranger ou d'une autreautorité étrangère:- en 2010: 3 diplomates dans le cadre du programme pourla Présidence trio de l'Union européenneAntwoord van de vice-eersteminister en minister vanBuitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingenvan 04 juli 2011, op de vraag nr. 232 van mevrouw devolksvertegenwoordiger Nathalie Muylle van 03 mei2011 (N.):1. Aantal ambtenaren van de buitenlandse carrières gedetacheerdnaar internationale organisaties:Aantal ambtenaren van de buitenlandse carrières terbeschikking gesteld van een buitenlandse regering ofandere buitenlandse overheid:- in 2010: 3 diplomaten in het kader van het programmavoor trio-Voorzitterschap van de Europese Unie.2. Aucun diplomate n'a reçu une double rémunération. 2. Geen enkele diplomaat heeft een dubbele wedde ontvangen.3. Sans objet. 3. Zonder voorwerp.4. Maintien du principe d'interdiction de cumuler lesrémunérations.4. Behoud van het principe van verbod op cumuleren vanwedden.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

26 QRVA 53 035DO 2010201102867Question n° 250 de madame la députée Kattrin Jadindu 17 mai 2011 (Fr.) au vice-premier ministre etministre des Affaires étrangères et des Réformesinstitutionnelles:L'aide apportée par la Belgique au Japon. - B-Fast. (QO3433)Aujourd'hui (le 11 mars 2011), le Japon connaît un granddrame. Récemment, un tremblement de terre d'une magnitudede 9 sur l'échelle de Richter accompagné d'un tsunamia dévasté le pays. On dénombre actuellement plusieursmilliers de morts.À ce drame s'ajoute également l'explosion d'un réacteurd'une centrale nucléaire dans la région de Fukushima. Faceà tous ces problèmes, l'économie nippone est égalementmise à mal, l'indice Nikkei chute terriblement.Le pays du soleil levant ne peut s'en sortir seul. Il est denotre devoir de venir en aide à la population grâce à la BelgianFirst Aid and Support Team, plus communémentappelée B-Fast. Nous ne pouvons pas rester les bras croisés,la solidarité doit rester en vigueur dans une telle situation!1. a) Une aide humanitaire a-t-elle été proposée pouraider le Japon?DO 2010201102867Vraag nr. 250 van mevrouw de volksvertegenwoordigerKattrin Jadin van 17 mei 2011 (Fr.) aan de viceeersteministeren minister van BuitenlandseZaken en Institutionele Hervormingen:Belgische steun voor Japan.- B-FAST.- (MV 3433)Japan wordt getroffen door een zware ramp (11 maart2011). Een aardbeving met magnitude 9 op de schaal vanRichter, gevolgd door een tsunami, heeft ongehoorde verwoestingenaangericht. Er werden al duizenden dodengeteld.Daarbovenop is er een ontploffing geweest in eenreactorgebouw van de kerncentrale in Fukushima. DeJapanse economie ondervindt ook de terugslag van al dieproblemen; de Nikkei-index is gekelderd.Het land van de rijzende zon kan dit niet alleen te bovenkomen. Het is onze plicht om de bevolking te hulp te schietenen het Belgian First Aid and Support Team, beterbekend als B-FAST, uit te sturen.Wij mogen niet werkeloosblijven toezien, in een dergelijke situatie moeten wesolidair zijn!1. a) Werd er humanitaire hulp aangeboden aan Japan?b) Si oui, quelle est la réponse du Japon? b) Zo ja, hoe heeft Japan op dat aanbod gereageerd?2. Ne faudrait-il pas envoyer la B-Fast sur les lieux afind'aider la population japonaise?2. Moet B-FAST niet worden uitgestuurd om de Japansebevolking te helpen?3. Une aide humanitaire européenne est-elle prévue? 3. Zal de Europese Unie humanitaire hulp verlenen?Réponse du vice-premier ministre et ministre desAffaires étrangères et des Réformes institutionnelles du04 juillet 2011, à la question n° 250 de madame ladéputée Kattrin Jadin du 17 mai 2011 (Fr.):Dès l'annonce de la catastrophe, j'ai réuni le comité deplanification de B-FAST afin de déterminer quels seraientles moyens que la Belgique pourrait mettre à disposition duJapon sinistré. Les modules définis par le comité de planificationB-FAST étaient: un hôpital de campagne avec uneéquipe médicale et logistique et trois systèmes de purificationsd'eau.Afin d'améliorer l'efficacité de l'aide fournie et d'éviterdes doublures, la Belgique - tout comme la plupart desautres États membres de l'Union européenne - a dès lorsdécidé de faire transiter l'assistance à travers le Centre demonitoring et d'Information de l'agence ECHO de l'Unioneuropéenne. Le Japon n'a pas retenu les modules proposéspar la Belgique.Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanBuitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingenvan 04 juli 2011, op de vraag nr. 250 van mevrouw devolksvertegenwoordiger Kattrin Jadin van 17 mei 2011(Fr.):Van bij de eerste berichtgeving over de ramp heb ik hetplanningcomité van B-FAST bijeengeroepen om te onderzoekenwelke middelen België kon ter beschikking stellenvan het getroffen Japan. De modules die het planningcomitéheeft weerhouden waren: één veldhospitaal met medischen logistiek team en drie waterzuiveringinstallaties.Teneinde de doeltreffendheid van de aangeboden hulp teverhogen en om dubbel gebruik te vermijden heeft België -net als het merendeel van de andere lidstaten van de EuropeseUnie - beslist het hulpaanbod te laten transiteren viahet Monitoring and Information Center van het agentschapECHO van de Europese Unie. Japan heeft uiteindelijk geengebruik gemaakt van de aangeboden modules.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 27Le Japon a formellement introduit une demande d'assistanceauprès de l'Union européenne. Il s'agit essentiellementd'une aide matérielle sous forme de couvertures,matelas, bouteilles d'eau minérale et de citernes d'eau. LeJapon a cependant expressément posé comme conditionque l'UE procède à la livraison de cette aide de façon autonomeet de préférence sous la direction d'une équipe detaille réduite.Outre cette aide matérielle, le Japon a également sollicitéla mise à disposition par l'UE de "spécialistes CBRN"(c'est-à-dire de spécialistes en matière de contaminationchimique, bactériologique, radiologique et nucléaire). Enrevanche, le Japon a explicitement demandé de ne pasenvoyer pour l'instant d'équipes médicales ou de brigadescanines. Enfin, une aide financière par le truchement dedons effectués à la Croix-Rouge a également été sollicitéepar le Japon.Japan heeft een formele hulpaanvraag gericht tot deEuropese Unie. Deze betreft voornamelijk materiële hulpbestaande uit dekens, matrassen, flessen mineraal water enwatertanks. Japan heeft wel expliciet als vereiste gestelddat de EU op autonome wijze deze hulp zou leveren en bijvoorkeur met een kleine begeleidende ploeg.Naast deze materiële hulp heeft Japan de EU eveneensgevraagd CBRN-specialisten (specialisten in chemische,bacteriologische, radiologische en nucleaire besmetting)ter beschikking te stellen. Japan heeft daarentegen explicietgevraagd op dit moment geen medische ploegen of hondenbrigadeste sturen. Ten slotte heeft Japan ook financiëlehulp gevraagd via giften aan het Rode Kruis.DO 2010201102955Question n° 220 de monsieur le député GerolfAnnemans du 06 avril 2011 (N.) au vice-premierministre et ministre des Affaires étrangères et desRéformes institutionnelles:Le rapatriement de citoyens belges depuis le Japon.Le 17 mars 2011, les Belges en séjour au Japon ont étéinformés par l'ambassade de Belgique que l'armée belgeallait envoyer un Airbus à l'aéroport de Narita (Tokyo)pour assurer le rapatriement des Belges qui le désiraient.Le vol devait passer par Séoul et ramener les candidats àZaventem le dimanche 20 mars 2011. L'ambassade a faitsavoir deux jours plus tard que contrairement à la premièreinformation, le vol de rapatriement partirait de l'aéroportdu Chubu Centrair International Airport (Nagoya) et nonplus de Tokyo.L'émission télévisée 'De Zevende Dag' a révélé que l'Airbus,retenu par une panne en Alaska, n'était jamais arrivéau Japon.1. Pourquoi les Belges séjournant au Japon ont-ils dûpatienter parfois jusqu'à une semaine avant de recevoir lespremières nouvelles de la part de notre ambassade?2. Pourquoi a-t-on soudain opté pour un autre aéroport dedépart?3. Est-il exact que l'Airbus de l'armée n'est jamais arrivéau Japon?4. Êtes-vous en mesure de donner davantage de détailssur la manière dont le rapatriement a été mis en oeuvre etsur les moyens affectés à cet effet?DO 2010201102955Vraag nr. 220 van de heer volksvertegenwoordigerGerolf Annemans van 06 april 2011 (N.) aan device-eersteminister en minister van BuitenlandseZaken en Institutionele Hervormingen:De repatriëring van Belgische staatsburgers uit Japan.Op 17 maart 2011 werden de Belgen die in Japan verblijven,door de Belgische ambassade ingelicht dat het Belgischeleger een Airbus naar de luchthaven van Narita(Tokyo) zou sturen voor de repatriëring van de Belgen diedat wensen.De vlucht zou de kandidaten via Seoel naar Zaventembrengen op zondag 20 maart 2011. Twee dagen later kwamer een bericht van de ambassade dat, in tegenstelling tot devorige aankondiging, de repatriëringsvlucht zou vertrekkenvanuit de luchthaven van Chubu Centrair International Airportin Nagoya en niet langer vanuit Tokyo.Op het tv-programma 'De Zevende Dag' kon vernomenworden dat de Airbus nooit in Japan is toegekomen omdathij in Alaska met pech stond.1. Waarom duurde het tot een week na de ramp vooraleerde in Japan verblijvende Belgen enig teken van leven vanwegeonze ambassade mochten ontvangen?2. Waarom werd hals over kop de luchthaven van vertrekgewijzigd?3. Klopt het dat de Airbus van het leger nooit in Japan istoegekomen?4. Kan u details geven over de wijze waarop en de middelenwaarmee de repatriëring werd uitgevoerd?CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

28 QRVA 53 0355. Les coûts ont-ils été pris en charge par l'État belge? 5. Werden de kosten ten laste genomen door de BelgischeStaat?6. D'autres vols de rapatriement sont-ils prévus pour lespersonnes qui, restées au Japon, désireraient finalementrevenir en Belgique en cas d'aggravation de la catastrophenucléaire?7. Le gouvernement a-t-il élaboré un plan détaillé concernantla situation des Belges au Japon et le danger potentielou réel qu'ils encourent à la suite de la catastrophe nucléairede Fukushima?8. Comment le gouvernement fédéral envisage-t-ild'accueillir les compatriotes qui optent pour un retour durableen Belgique (emploi, logement, sécurité sociale, etc.)?Réponse du vice-premier ministre et ministre desAffaires étrangères et des Réformes institutionnelles du04 juillet 2011, à la question n° 220 de monsieur ledéputé Gerolf Annemans du 06 avril 2011 (N.):1. Le 11 mars (2011), le jour où le Japon a été touché parle tremblement de terre et par le tsunami qui l'a suivi,l'Ambassade de Belgique a activé une cellule de criselocale avec un numéro d'urgence et a commencé à vérifierla situation des Belges au Japon. En même temps, le siteweb des Affaires étrangères publiait l'information disponible.2. Le plan initial prévoyait le transfert volontaire deTokyo à Séoul des compatriotes qui souhaitaient quittertemporairement le Japon mais qui rencontraient des problèmesà trouver des places dans les vols commerciaux, enun Airbus de la Défense, le samedi 19 mars.Cependant, une panne technique a tenu l'Airbus au sol àAnchorage. Sur base de du temps estimé requis pour laréparation, ce transfert a été remis d'un jour, pour avoir lieule 20 mars, toujours de Tokyo (aéroport de Narita) à Séoul.Lorsqu'il s'est avéré que la réparation prendrait plus tetemps que prévu et que le vol n'aurait lieu que le 21 mars, ila été décidé d'utiliser l'aéroport de Nagoya au lieu de celuide Tokyo (Narita) car les prévisions annonçaient un ventradioactif venant de Fukushima, accompagné de pluie, cequi aurait causé une précipitation radioactive. À côté desrisques pour les déplacements à Tokyo et ses alentours, iln'était pas sûr que l'aéroport de Narita reste ouvert.6. Zijn er verdere repatriëringsvluchten gepland voor de"achterblijvers" die in geval van escalatie van de nucleaireramp alsnog zouden wensen naar België terug te keren?7. Beschikt de regering over een omvattend plan van aanpakmet betrekking tot de situatie van de Belgen in Japanin verband met het potentiële of reële gevaar dat zij lopenals gevolg van de kernramp van Fukushima?8. Op welke wijze overweegt de federale regering delandgenoten op te vangen die kiezen voor duurzame remigratienaar België (tewerkstelling, huisvesting, socialezekerheid, enzovoort)?Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanBuitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingenvan 04 juli 2011, op de vraag nr. 220 van de heervolksvertegenwoordiger Gerolf Annemans van 06 april2011 (N.):1. Op 11 maart (2011), de dag waarop Japan werd getroffendoor de aardbeving en de daaropvolgende tsunami,heeft de Ambassade van België een lokale crisiscel metnoodnummer geactiveerd en is ze begonnen met hetnagaan van de situatie van de Belgen in Japan. Tegelijkwerd op de homepage van de website van BuitenlandseZaken de beschikbare informatie gepubliceerd.2. Het oorspronkelijke plan voorzag een vrijwillige transfervan Tokio naar Seoel van de landgenoten die wenstenJapan tijdelijk te verlaten, maar moeilijkheden ondervondenom plaatsen te boeken op commerciële lijnvluchten,door middel van een Airbus van Defensie op zaterdag19 maart.Een technisch defect heeft de Airbus echter in Anchorageaan de grond gehouden. Op basis van de geschatte tijd vanherstelling werd de transfer met een dag uitgesteld, omplaats te vinden op 20 maart, nog steeds van Tokio (luchthavenNarita) naar Seoel. Wanneer bleek dat die timingtoch niet kon gehaald worden, en de vlucht pas op 21 maartzou kunnen plaatsvinden, werd beslist de luchthaven vanNagoya te gebruiken in plaats van Tokio (Narita) omdat ereen verhoogd risico was dat Tokio vanaf die dag af te rekenenkreeg met een radioactieve wind komende van Fukushimaen met regen wat de radioactiviteit zou doenneerslaan. Naast de verhoogde risico's voor verplaatsingenin en nabij Tokio bestond hierdoor ook onduidelijkheid ofde luchthaven Narita wel open zou blijven.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 293. et 4. Finalement, l'Airbus n'a pu être réparé à tempspour effectuer l'opération le 21 mars. Il a été décidé defaire usage de la possibilité de faire voyager les Belges àbord d'un appareil affrété par l'Espagne pour quitter leJapon. Ce vol allait de Tokyo à Madrid, avec escale à Bangkok.Ensuite, un avion militaire a amené les Belges deMadrid à Bruxelles.5. Les places à bord de l'avion affrété par l'Espagne ontété offertes gratuitement. L'État belge a supporté les fraisdes déplacements de Nagoya à Tokyo, d'où partait le volespagnol, et de Madrid à Bruxelles.6. Les vols extra, organisés par la Belgique et d'autrespays de l'Union européenne, dans les premiers jours aprèsles explosions dans la centrale nucléaire de Fukushima, ontété organisés à cause des problèmes que des compatriotesrencontraient pour réserver des places dans des vols commerciaux.Après, ce problème ne se posait plus et il n'yavait, dès lors, plus de nouveaux vols prévus.7. L'Ambassade de Belgique maintenait le contact avecla communauté belge au Japon et informait où elle pouvait.Elle recevait également une réserve de comprimés d'iodequ'elle a distribuée à titre préventif aux Belges au Japon.3. en 4. De Airbus van Defensie kon uiteindelijk niet tijdighersteld geraken om de operatie uit te voeren op21 maart. Er werd toen beslist gebruik te maken van demogelijkheid om Belgen aan boord van een door Spanjegecharterd toestel te laten reizen om Japan te verlaten. Dievlucht ging van Tokio naar Madrid, met stop in Bangkok.De Belgen werden van Madrid naar Brussel overgevlogendoor een toestel van Defensie.5. De plaatsen aan boord van het toestel dat Spanje hadgecharterd werden kosteloos aangeboden. De BelgischeStaat stond in voor de verplaatsing van Nagoya naar Tokio,waar de Spaanse vlucht vertrok, en van Madrid naarBrussel.6. De extra vluchten, georganiseerd door België enandere EU-landen in de dagen na de ontploffingen in dekerncentrale van Fukushima, werden ingelegd omdat nogalwat landgenoten moeilijkheden ondervonden om plaatsente boeken op commerciële lijnvluchten. Dit probleemstelde zich daarna niet meer, en er werden dan ook geennieuwe vluchten meer gepland.7. De Ambassade van België bleef contact onderhoudenmet de Belgische gemeenschap in Japan en informeerdewaar ze kon. Ze kreeg tevens een voorraad jodiumtablettenuit België, die preventief werd verdeeld onder de Belgen inJapan.8. Je réfère à mes collègues concernés. 8. Ik verwijs graag naar mijn betrokken collega's.DO 2010201102998Question n° 223 de monsieur le député Peter Logghe du18 avril 2011 (N.) au vice-premier ministre etministre des Affaires étrangères et des Réformesinstitutionnelles:Nouvelle initiative de paix en Israël.Plusieurs anciens espions de haut niveau et chefs militairesisraéliens ont pris une initiative de paix remarquable.Ils demandent au gouvernement le retrait des troupes enCisjordanie et sur les hauteurs du Golan et souhaitent partagerJérusalem avec un futur État palestinien. La compositiondu groupe mérite d'être soulignée. Parmi lessignataires du manifeste, il faut citer Dany Yarom, ancienresponsable du Mossad, le service de renseignement extérieur;Ami Aylon, ancien chef du service de sécurité intérieurShin Bet et Ammon Lipkin-Shahak qui a été chefd'état-major des forces armées israéliennes.DO 2010201102998Vraag nr. 223 van de heer volksvertegenwoordigerPeter Logghe van 18 april 2011 (N.) aan de viceeersteministeren minister van BuitenlandseZaken en Institutionele Hervormingen:Een nieuw vredesinitiatief in Israël.Een aantal voormalige Israëlitische topspionnen en legerleidersheeft een opmerkelijk vredesinitiatief genomen. Zevragen de regering tot terugtrekking uit de WestelijkeJordaanoever en de Golanhoogte en willen Jeruzalem meteen toekomstige Palestijnse staat delen. De samenstellingvan de groep is zeer opvallend. Tot de ondertekenaarsbehoren Dany Yarom, voormalig hoofd van de buitenlandsespionagedienst Mossad, Ami Aylon, voormaligechef van de binnenlandse veiligheidsdienst Shin Bet, enAmmon Lipkin-Shahak die nog stafchef van de Israëlitischestrijdkrachten is geweest.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

30 QRVA 53 035De nombreuses autres personnalités ont signé le manifeste,et notamment Amram Mitzna, ancien président duparti travailliste et Yuval Rabin, fils du premier ministreYithzak Rabin, assassiné en 1995. Concrètement, ils proposentqu'à terme, un État palestinien soit créé en Cisjordanieet à Gaza et que le plateau du Golan occupé et annexésoit restitué à la Syrie. Il est indéniable que les chances depaix augmenteraient considérablement dans cette région siIsraël acceptait cette proposition.Heel wat meer andere prominenten hebben ook hunhandtekening gezet, zoals bijvoorbeeld Amram Mitzna,oud-voorzitter van de arbeiderspartij, en Yuval Rabin, zoonvan de in 1995 vermoorde eerste minister Yithzak Rabin.Ze stellen concreet voor dat er op termijn een Palestijnsestaat op de westelijke Jordaanoever en de Gazastrook zouworden opgericht en dat de bezette en geannexeerdeGolanhoogvlakte aan Syrië wordt teruggegeven. Het staatbuiten kijf dat de vredeskansen in dit gebied exponentieelzouden stijgen indien Israël op dit voorstel zou ingaan.1. Quelle est la position du gouvernement à ce sujet? 1. Wat is het standpunt van de regering hieromtrent?2. Des initiatives ont-elles été prises ou envisagées pourque ces propositions puissent être examinées?3. a) De quelle manière un ministre des Affaires étrangèresaborde-t-il généralement ce type de propositions depaix sympathiques?b) Une note d'approbation de notre gouvernement est-elleremise aux initiateurs?c) Dans l'affirmative, le message est-il transmis parl'intermédiaire de l'ambassadeur?2. Werden er stappen ondernomen of overwogen om dezevoorstellen bespreekbaar te maken?3. a) Op welke manier gaat een minister van BuitenlandseZaken meestal met dit soort sympathieke vredesvoorstellenom?b) Wordt een goedkeurende nota van onze regering aande initiatiefnemers overhandigd?c) Zo ja, gebeurt dit via de ambassadeur?d) Une concertation a-t-elle lieu avec les initiateurs? d) Wordt er overleg gepleegd met de initiatiefnemers?Réponse du vice-premier ministre et ministre desAffaires étrangères et des Réformes institutionnelles du04 juillet 2011, à la question n° 223 de monsieur ledéputé Peter Logghe du 18 avril 2011 (N.):1. L'initiative à laquelle l'honorable membre fait référence,qui bénéficie notamment du soutien de plusieursanciens membres des services de sécurité israéliens, n'estpas la première à émaner de citoyens et de groupementsqui s'attachent véritablement à la recherche de la paix auMoyen-Orient. Le plan présente de fortes similitudes avecdivers scénarios qui circulent et qui laissent à penser qu'unrèglement définitif devrait se rapprocher de cette formule.Le point très positif est que des personnalités israéliennesprésentent des propositions constructives.2. La proposition a reçu un accueil globalement positif ducôté palestinien. Les milieux officiels israéliens n'ont quantà eux pas réagi sur le fond.3. En mars et avril 2011, des contacts ont eu lieu entre lesinitiateurs et les diplomates européens en Israël. En outre,mes services et moi-même avons été informés du contenude l'initiative par notre ambassade à Tel Aviv. Si les initiateurstentaient d'approcher mes services à ce sujet, il yserait certainement donné suite. Ainsi, ma cellule stratégiquea récemment eu un entretien avec des représentants del'Israel Peer Institute, une autre initiative de la sociétéisraélienne.Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanBuitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingenvan 04 juli 2011, op de vraag nr. 223 van de heervolksvertegenwoordiger Peter Logghe van 18 april2011 (N.):1. Het initiatief waarnaar u verwijst, gesteund door ondermeer enkele voormalige leden van de Israëlische veiligheidsdiensten,is niet het eerste uitgaande van burgers engroeperingen die het goed menen met de zoektocht naarvrede in het Midden-Oosten. Het plan lijkt sterk op scenario'sdie de ronde doen en waarvan men ervan uitgaat dateen uiteindelijke regeling in die buurt zou moeten liggen.Het is positief dat Israëlische prominenten constructievevoorstellen doen.2. Het voorstel werd globaal gezien positief onthaalddoor de Palestijnse zijde. Langs officiële Israëlische zijdekwam er geen inhoudelijke reactie.3. In maart en april 2011 zijn er contacten geweest tussende opstellers en de Europese diplomaten in Israël. Daarnaastheeft de ambassade in Tel Aviv mijzelf en mijn dienstengeïnformeerd over de inhoud van het initiatief.Mochten de initiatiefnemers verzoeken mijn diensten tespreken, zal daar zeker gevolg aan worden gegeven. Zoheeft onlangs mijn beleidscel een onderhoud gehad metvertegenwoordigers van Israel Peer Institute, een ander initiatiefvan het Israëlisch middenveld.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 31DO 2010201103018Question n° 225 de madame la députée AlexandraColen du 19 avril 2011 (N.) au vice-premierministre et ministre des Affaires étrangères et desRéformes institutionnelles:L'accréditation délivrée par les Nations Unies au FreePalestine Movement.Il nous revient que les Nations Unies auraient accréditél'organisation non gouvernementale Free Palestine Movement(FPM).Cette organisation soutiendrait le Hamas et est impliquéedans l'organisation d'actions de boycott contre Israël.1. À quelles conditions une organisation non gouvernementale(ONG) doit-elle satisfaire pour obtenir une accréditationauprès des Nations Unies?2. a) Quelles sont les conséquences d'une telle accréditation?DO 2010201103018Vraag nr. 225 van mevrouw de volksvertegenwoordigerAlexandra Colen van 19 april 2011 (N.) aan device-eersteminister en minister van BuitenlandseZaken en Institutionele Hervormingen:De VN-accreditatie voor de Free Palestine Movement.De Verenigde Naties hebben naar verluidt accreditatieverleend aan de niet-gouvernementele organisatie FreePalestine Movement (FPM).Deze organisatie zou steun verlenen aan Hamas en isbetrokken bij het organiseren van boycotacties tegen Israël.1. Aan welke voorwaarden dient een niet-gouvernementeleorganisatie (ngo) te voldoen om accreditatie te krijgenbij de Verenigde Naties?2. a) Welke gevolgen heeft zo'n accreditatie?b) Quels en sont les avantages? b) Welke voordelen heeft het?3. a) Les Nations Unies consultent-elles la Belgique pourl'accréditation d'ONG auprès de cette organisation?b) Dans l'affirmative, quel a été l'avis formulé par la Belgiqueà propos de l'accréditation du FPM?4. a) Le gouvernement belge estime-t-il que l'accréditationdu FPM pourrait porter préjudice au processus de paixentre Palestiniens et Israéliens préconisé par les NationsUnies?b) Dans la négative, pourquoi? b) Zo neen, waarom niet?c) Dans l'affirmative, la Belgique entreprendra-t-elle desdémarches pour obtenir l'annulation de cette accréditation?Réponse du vice-premier ministre et ministre desAffaires étrangères et des Réformes institutionnelles du04 juillet 2011, à la question n° 225 de madame ladéputée Alexandra Colen du 19 avril 2011 (N.):1. En règle générale, les ONG introduisent leur demandede statut consultatif au sein des Nations Unies auprès duComité des ONG, un organe subsidiaire du Conseil économiqueet social des Nations Unies (ECOSOC).L'article 71 de la Charte des Nations unies dispose eneffet que l'ECOSOC peut prendre toutes dispositions utilespour consulter les organisations non gouvernementales quis'occupent de questions relevant de sa compétence. Larésolution ECOSOC 1996/31 réglemente la relation deconsultation entre ONG et l'ECOSOC.3. a) Wordt België door de VN geraadpleegd wanneer totaccreditatie van ngo's bij de VN wordt overgegaan?b) Zo ja, welk advies heeft België gegeven aangaande deaccreditatie van FPM?4. a) Acht de Belgische regering de accreditatie van FPMschadelijk voor het door de VN voorgestane vredesprocestussen Palestijnen en Israeli's?c) Zo ja, zal België dan stappen ondernemen om dieaccreditatie ongedaan te maken?Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanBuitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingenvan 04 juli 2011, op de vraag nr. 225 van mevrouw devolksvertegenwoordiger Alexandra Colen van 19 april2011 (N.):1. In de regel vragen ngo's hun consultatieve status bij deVerenigde Naties aan bij het ngo-comité, een hulporgaanvan de Economische en Sociale Raad (ECOSOC).Artikel 71 van het VN-Handvest bepaalt immers dat deECOSOC passende regelingen kan treffen voor het plegenvan overleg met niet-gouvernementele organisaties diebetrokken zijn bij binnen zijn bevoegdheid vallende aangelegenheden.De reglementering van de consultatieve relatievan ngo's met de ECOSOC ligt vervat in ECOSOC-resolutie1996/31.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

32 QRVA 53 035Tant les conditions d'obtention du statut consultatif queles privilèges y associés sont énumérés dans la résolution,que vous pourrez trouver sur le site http://esango.un.org,de même que les détails sur la procédure de demande.2. L'ONG 'Free Palestine Movement' n'a toutefois passollicité l'obtention du statut consultatif auprès de l'ECO-SOC. Cette ONG a par contre sollicité et obtenu une accréditationauprès du Comité pour l'exercice des droitsinaliénables du peuple palestinien. Ce Comité a été créé en1975 par la résolution 3376 de l'Assemblée générale. LesONG accréditées auprès de ce Comité sont invitées auxréunions et conférences du Comité et peuvent introduiredes déclarations et des rapports écrits auprès du Comité.3. Il appartient au Comité pour l'exercice des droits inaliénablesdu peuple palestinien de se prononcer sur lesdemandes d'accréditation des ONG. Ce Comité est composéde représentants de 24 États membres des NU. La Belgiquen'est pas membre du Comité.4. J'estime que l'accréditation de cette NGO n'est pas préjudiciablepour le processus de paix entre Palestiniens etIsraéliens soutenu par les NU. Le processus de paix et leComité et ses travaux sont deux questions distinctes.Zowel de voorwaarden voor het bekomen van consultatievestatus als de voorrechten verbonden aan deze status,worden opgesomd in de resolutie, die u samen met uitlegover de aanvraagprocedure kan terugvinden op de websitehttp://esango.un.org.2. De ngo 'Free Palestine Movement' heeft echter geenaanvraag voor consultatieve status bij ECOSOC ingediend.Deze ngo heeft wel een accreditatie gevraagd en bekomenbij het Comité voor de Uitoefening van de OnvervreemdbareRechten van het Palestijnse Volk. Dit Comité werd in1975 opgericht door resolutie 3376 van de Algemene Vergadering.Ngo's met een accreditatie bij dit Comité wordenuitgenodigd voor de vergaderingen en conferenties van hetComité en kunnen schriftelijke verklaringen en rapportenindienen bij het Comité.3. Het Comité voor de Uitoefening van de OnvervreemdbareRechten van het Palestijnse Volk beslist zelf over deaccreditatieaanvragen van ngo's. Dit Comité is samengestelduit 24 VN-lidstaten. België is geen lid van het Comité.4. Ik acht de accreditatie van deze ngo niet schadelijkvoor het door de VN voorgestane vredesproces tussenPalestijnen en Israëli's. Het vredesproces en het Comité enhaar werkzaamheden zijn twee onderscheiden kwesties.DO 2010201103019Question n° 226 de madame la députée AlexandraColen du 19 avril 2011 (N.) au vice-premierministre et ministre des Affaires étrangères et desRéformes institutionnelles:Irak. - La maltraitance des femmes.1. En vertu de l'article 41 du Code pénal irakien, la maltraitancede la femme est autorisée au sein du mariage.a) Cette problématique a-t-elle déjà été évoquée par laBelgique auprès des autorités irakiennes sur une base bilatéraleou à l'échelon européen?DO 2010201103019Vraag nr. 226 van mevrouw de volksvertegenwoordigerAlexandra Colen van 19 april 2011 (N.) aan device-eersteminister en minister van BuitenlandseZaken en Institutionele Hervormingen:Irak. - De mishandeling van vrouwen.1. Op grond van artikel 41 van het Iraakse Wetboek vanstrafrecht is mishandeling van de vrouw binnen het huwelijktoegestaan.a) Werd dit onderwerp door België op bilateraal of opEuropees niveau reeds aangekaart bij de Iraakse autoriteiten?b) Dans la négative, le sera-t-elle rapidement? b) Zo neen, zal dit spoedig gebeuren?c) Si elle ne l'est pas, quelles en sont les raisons? c) Indien dit onderwerp niet met de Iraakse autoriteitenzal worden besproken, wat is daar de reden voor?2. Les activistes Alaa Nabil, Salah Muhsin et HaidarShihab Ahmad ont été arrêtés à Bagdad lors de manifestations.Qu'en est-il aujourd'hui de ces arrestations?2. De activisten Alaa Nabil, Salah Muhsin en HaidarShihab Ahmad werden tijdens demonstraties in Bagdadgearresteerd.Wat is de stand van zaken met betrekking tot deze arrestanten?CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 333. L' 'Organisation for Women's Freedom Iraq' est misesous pression par les autorités irakiennes parce qu'elle participeaux protestations. Le 11 mars 2011, les services desécurité irakiens ont fait irruption dans le bureau de cetteorganisation.Que compte faire la Belgique pour améliorer les droitsdes femmes en Irak?Réponse du vice-premier ministre et ministre desAffaires étrangères et des Réformes institutionnelles du07 juillet 2011, à la question n° 226 de madame ladéputée Alexandra Colen du 19 avril 2011 (N.):1. L'article 41 du Code pénal irakien autorise en effet leschâtiments corporels au sein du mariage. Cet article n'a pasencore été discuté spécifiquement avec les autorités irakiennes.La modification de cet article est une des prioritésde la nouvelle secrétaire d'État pour les femmes, EbtihalAl-Zaidi.Au niveau provincial et fédéral, des travaux sont en courssur une loi pour lutter contre la violence domestique, ausujet de laquelle le PNUD (Programma des Nations Uniespour le développement) et UNIFEM (Le Fonds de développementdes Nations Unies pour la femme) ont offertleur assistance technique en vue de la rédaction et de lamise en oeuvre d'une telle loi.2. Selon nos informations, les activistes Alaa Nabil,Salah Muhsin en Haidar Shihab Ahmad appartiennent àl'ONG 'Iraqi Trade Union'. Les activistes se trouvaientparmi les manifestants qui ont été arrêtés pendant les manifestationsà Bagdad. Deux ont été relâchés. Monsieur HaidarSihab Ahmad n'a pas encore été relâché.3. La promotion et la protection des droits de la femmesont une priorité de l'Union européenne et de la diplomatiebelge. En 2008, le Conseil a adopté des lignes directriceseuropéennes en ce qui concerne la violence contre les femmeset la lutte contre toutes les formes de discriminationscontre les femmes. Les droits de femmes figurent aussirégulièrement à l'ordre du jour de nos contacts bilatéraux.Au sein de l'UE, la Belgique s'active en faveur de la miseen oeuvre des ces lignes directrices. L'UE et la Belgiques'impliquent également, dans le contexte des NationsUnies, sur la problématique de la violence contre les femmes.3. De 'Organisation for Women's Freedom Iraq' wordtonder druk gezet door de Iraakse overheid vanwege deelnameaan de protesten. Op 21 maart 2011 pleegden deIraakse veiligheidsdiensten een inval op het kantoor vandeze organisatie.Wat overweegt België te doen om de rechten van vrouwenin Irak te verbeteren?Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanBuitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingenvan 07 juli 2011, op de vraag nr. 226 van mevrouw devolksvertegenwoordiger Alexandra Colen van 19 april2011 (N.):1. Artikel 41 van de Irakese Strafwet laat lichamelijkestraffen binnen het huwelijk inderdaad toe. Dit artikel werdvooralsnog niet specifiek besproken met de Irakese autoriteiten.De aanpassing van dit artikel is echter één van deprioriteiten van de nieuwe staatssecretaris voor Vrouwenzaken,Ebtihal Al-Zaidi.Er wordt bovendien ook gewerkt aan een wet ter bestrijdingvan huiselijk geweld, zowel op federaal als op provinciaalniveau waarbij zowel UNDP (United NationsDevelopement Programme) als UNIFEM (United NationsDevelopment Fund For Women) technische bijstand biedenom op die manier een degelijke wet op te stellen en teimplementeren.2. Volgens onze informatie behoren de activisten AlaaNabil, Salah Muhsin en Haidar Shihab Ahmad tot de ngo'Iraqi Trade Union'. De activisten bevonden zich inderdaadtussen de demonstranten die werden gearresteerd tijdenshun demonstraties in Bagdad. Twee werden in vrijheidgesteld. De heer Haidar Sihab Ahmad werd nog niet invrijheid gesteld.3. De bevordering en bescherming van vrouwenrechtenis een prioriteit van de Europese en de Belgische diplomatie.In 2008 nam de Raad EU-richtsnoeren aan inzakegeweld tegen vrouwen en de bestrijding van alle vormenvan discriminatie van vrouwen. De rechten van vrouwenkomen dan ook regelmatig aan bod in onze bilaterale contacten.Binnen de EU zet België zich actief in voor de uitvoeringvan deze EU-richtsnoeren. Ook in de context vande Verenigde Naties zetten de EU en België zich in voor deproblematiek van geweld tegen vrouwen.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

34 QRVA 53 035DO 2010201103025Question n° 228 de madame la députée AlexandraColen du 20 avril 2011 (N.) au vice-premierministre et ministre des Affaires étrangères et desRéformes institutionnelles:Musulmans qui se sont rendus en Libye pour y participeraux combats.D'après la Sûreté de l'État néerlandaise (AIVD), des jihadistesnéerlandais se sont rendus en Libye pour y participeraux combats aux côtés des rebelles libyens.Savez-vous si des musulmans belges se sont rendus enLibye pour y participer aux combats?Réponse du vice-premier ministre et ministre desAffaires étrangères et des Réformes institutionnelles du04 juillet 2011, à la question n° 228 de madame ladéputée Alexandra Colen du 20 avril 2011 (N.):Il n'existe en Belgique pas de procédure administrativede contrôle de personnes quittant le territoire nationale, dequelque obédience religieuse soit-elle. Le Service publicfédéral Affaires étrangères ou une autre administrationbelge n'ont donc pas la possibilité d'évaluer les voyages dela Belgique vers la Lybie.Mais la Sûreté de l'État, le correspondant de l'AIVDnéerlandais, pourrait avoir des renseignements sur cesvoyages. Ce service ressort de la compétence du ministrede la Justice (cf. question n° 427 du 20 avril 2011).DO 2010201103025Vraag nr. 228 van mevrouw de volksvertegenwoordigerAlexandra Colen van 20 april 2011 (N.) aan device-eersteminister en minister van BuitenlandseZaken en Institutionele Hervormingen:Moslims die naar Libië zijn gereisd om deel te nemen aande gevechten.Volgens de Nederlandse Staatsveiligheid (AIVD) zijnNederlandse jihadisten vanuit Nederland naar Libië afgereisdom er aan de kant van de opstandelingen deel tenemen aan de gevechten in dat land.Heeft u weet van Belgische moslims die naar Libië zijngereisd om aan gevechten deel te nemen?Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanBuitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingenvan 04 juli 2011, op de vraag nr. 228 van mevrouw devolksvertegenwoordiger Alexandra Colen van 20 april2011 (N.):Er bestaat in België geen administratieve procedure voorde controle van personen, van welke geloofsbelijdenis ook,die het land uitreizen. Er is dus geen mogelijkheid voor deFederale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken of eenandere Belgische administratie om een inzicht te hebbenover reizen van België naar Libië.Dit neemt niet weg dat de Veiligheid van de Staat, dezusterdienst van de Nederlandse AIVD, inlichtingen zoukunnen hebben over zulke reizen. Deze dienst valt echteronder de bevoegdheid van de minister van Justitie (cfr.vraag nr. 427 van 20 april 2011).DO 2010201103178Question n° 237 de madame la députée Els Demol du10 mai 2011 (N.) au vice-premier ministre etministre des Affaires étrangères et des Réformesinstitutionnelles:DO 2010201103178Vraag nr. 237 van mevrouw de volksvertegenwoordigerEls Demol van 10 mei 2011 (N.) aan de viceeersteministeren minister van BuitenlandseZaken en Institutionele Hervormingen:La situation au Yémen (QO 3677). De toestand in Jemen (MV 3677).Le mercredi 23 mars 2011, le parlement yéménite a proclamél'état d'urgence à la demande du président Saleh,l'armée se voyant ainsi attribuer pour trente jours des pouvoirsétendus, dont celui de censurer les médias, d'interdiredes manifestations, de suspendre la Constitution et d'arrêterdes dissidents.Cette décision constitue un nouveau signal indiquant quele président Saleh a l'intention de tout mettre en oeuvrepour se maintenir au pouvoir et ne pas céder aux appels à ladémission.Het Jemenitische parlement heeft op verzoek van presidentSaleh op woensdag 23 maart 2011 de noodtoestandafgekondigd. Het leger krijgt gedurende dertig dagen verregaandebevoegdheden. Ze kunnen nu de media censureren,straatprotesten verbieden, de Grondwet opschorten endissidenten arresteren.De beslissing is een nieuw signaal dat Saleh van plan isalles in het werk te stellen om aan de macht te blijven enniet te buigen voor de roep om zijn aftreden.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

36 QRVA 53 035Vous vous êtes rendu récemment en Tunisie et vous aveznotamment rencontré votre homologue monsieur MouldiKefi et le premier ministre Béji Caïd Essebsi.1. Est-ce que la question de la ratification d'instrumentsinternationaux des droits de l'homme a été abordée, et enparticulier la question des réserves tunisiennes à laCEDAW?2. a) Si oui, quelle a été la réponse des autorités tunisiennes?U bent recentelijk naar Tunesië afgereisd en hebt daar uwambtgenoot, de heer Mouldi Kefi, en premier Beji CaïdEssebsi ontmoet.1. Zijn de ratificatie van internationale mensenrechteninstrumentenen meer bepaald de Tunesische reserves metbetrekking tot het CEDAW aan bod gekomen?2. a) Zo ja, wat was het antwoord van de Tunesischeautoriteiten?b) Si non, ce thème sera-t-il abordé ultérieurement? b) Zo niet, zal dat onderwerp in de toekomst aangekaartworden?Réponse du vice-premier ministre et ministre desAffaires étrangères et des Réformes institutionnelles du04 juillet 2011, à la question n° 238 de madame ladéputée Myriam Delacroix-Rolin du 10 mai 2011 (Fr.):Au cours de mes entretiens avec les autorités tunisiennesde transition lors de mon voyage en Tunisie du 27 au29 mars 2011, j'ai effectivement insisté auprès de mesinterlocuteurs tunisiens, sur l'importance que la nouvelleconstitution tunisienne soit en conformité avec les normesinternationales notamment en matière de droits del'homme.J'ai également plaidé auprès de mon homologue pour quela Tunisie retire autant que possible ses réserves aux traitéssur les droits de l'homme y compris les réserves à laConvention sur l'élimination de toutes les formes de discriminationà l'égard des femmes. Mon homologue a adoptéune position très volontariste à ce sujet.Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanBuitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingenvan 04 juli 2011, op de vraag nr. 238 van mevrouw devolksvertegenwoordiger Myriam Delacroix-Rolin van10 mei 2011 (Fr.):Tijdens de gesprekken die ik tijdens mijn reis naar Tunesiëvan 27 en 29 maart (2011) met de Tunesische overgangsautoriteitenhad, heb ik ten opzichte van mijngesprekspartners het belang van een nieuwe Tunesischegrondwet - conform met de internationale normen, meerbepaald op vlak van mensenrechten - benadrukt.Ik heb er bij mijn Tunesische homoloog eveneens voorgepleit om zo veel mogelijk zijn reserves ten opzichte vande verdragen over de mensenrechten te laten varen, metinbegrip de reserves ten aanzien van de Conventie over deeliminatie van alle vormen van discriminatie ten aanzienvan vrouwen. Mijn homoloog nam een zeer voluntaristischehouding aan over dit thema.DO 2010201103184Question n° 240 de monsieur le député Patrick Dewaeldu 10 mai 2011 (N.) au vice-premier ministre etministre des Affaires étrangères et des Réformesinstitutionnelles:La situation actuelle en Côte d'Ivoire et la reconstruction(QO 4373).Si l'arrestation de l'ancien président Laurent Gbagbo qui,après avoir perdu les élections, avait refusé de passer letémoin au vainqueur officiel M. Alassane Ouattara, a eupour effet de tempérer la violence en Côte d'Ivoire, celle-cin'est pas totalement jugulée, tant s'en faut. Les combattantsdu chef de guerre Ibrahim Coulibaly poursuivent leursexactions sans encombre et les partisans de Gbagbo refusentde déposer les armes.DO 2010201103184Vraag nr. 240 van de heer volksvertegenwoordigerPatrick Dewael van 10 mei 2011 (N.) aan de viceeersteministeren minister van BuitenlandseZaken en Institutionele Hervormingen:De actuele situatie in Ivoorkust en de wederopbouw (MV4373).Sinds de arrestatie van Laurent Gbagbo, de president diebij die verkiezing het onderspit delfde maar weigerde zijnfunctie over te dragen aan de officiële winnaar, AlassaneOuattara, is het geweld in Ivoorkust afgenomen maargeenszins gestopt. De strijders van de krijgsheer IbrahimCoulibaly gaan onverstoord verder, en de aanhangers vanGbagbo weigeren hun wapens in te leveren.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 37Depuis le début des troubles, plus de 150.000 réfugiésivoiriens ont traversé les frontières des pays voisinscomme le Liberia, le Ghana et la Guinée. L'UNHCR (HautCommissariat aux réfugiés) estime que ce nombre atteindra250.000 d'ici la fin mai 2011. Des organisations humanitairesen Côte d'Ivoire et dans les régions voisinespointent le manque de moyens. Par exemple, la directricedu camp d'Ampain (Ghana), Kelly Forson, fustige l'alarmantepénurie d'eau, d'aliments et de matériel médical.L'ONU et le NADMO (National Disaster ManagementOrganisation) n'arrivent plus à maîtriser le flux constant deréfugiés.Le 11 avril 2011, vous avez déclaré dans un communiquéen réaction à l'arrestation de l'ancien président LaurentGbagbo que "la Belgique était prête, avec l'Union européenne,à coopérer au redressement et à la reconstructionde la Côte d'Ivoire, dans un esprit de consensus et deréconciliation." Le 18 avril 2011, la Commission européennea doublé l'aide humanitaire aux victimes du confliten Côte d'Ivoire qui est passée de 30 à 60 millions d'euros.1. Pouvez-vous décrire la situation actuelle en Côted'Ivoire en épinglant les évolutions positives et négativesque vous discernez?2. La Belgique prévoira-t-elle des moyens supplémentairespour les organisations humanitaires en Côte d'ivoire, enplus de l'aide financière de l'Union européenne?3. a) Quel rôle la Belgique peut-elle jouer dans la reconstructiondu pays?b) Quelle est votre vision des choses? b) Wat is uw visie?Réponse du vice-premier ministre et ministre desAffaires étrangères et des Réformes institutionnelles du04 juillet 2011, à la question n° 240 de monsieur ledéputé Patrick Dewael du 10 mai 2011 (N.):1. La situation sécuritaire est en constante améliorationdepuis la chute de Gbagbo et la fin des pillages. L'Ouest dupays devra toutefois retenir une attention particulière, despoches d'insurrection sont encore bien présentes notammentdu fait de la présence de mercenaires libériens.Sinds de onrusten staken al meer dan 150.000 Ivoriaansevluchtelingen de grens over met buurlanden zoals Liberia,Ghana en Guinee. UNHCR (Hoge Commissaris voor deVluchtelingen) verwacht dat dit er 250.000 zullen zijntegen eind mei 2011. Humanitaire organisaties in Ivoorkusten in de grensgebieden klagen het gebrek aan middelenaan. Zo klaagde kampdirecteur van Ampain (Ghana) KellyForson over het schrijnend gebrek aan water, voedsel enmedisch materiaal aan. De VN en NADMO (NationalDisaster Management Organisation) kunnen de blijvendetoestroom van vluchtelingen niet meer de baas.Op 11 april 2011 zei u in een mededeling als reactie opde arrestatie van voormalig president Laurent Gbabo dat"België met ook de Europese Unie bereid is bij te dragentot het herstel en de wederopbouw van Ivoorkust, in eengeest van consensus en verzoening." De Europese Commissieheeft reeds op 18 april 2011 de humanitaire hulpvoor de slachtoffers van het conflict in Ivoorkust met 30miljoen euro verdubbeld tot 60 miljoen euro.1. Kan u een beeld schetsen van de huidige situatie inIvoorkust, en aanstippen welke positieve en negatieve evolutiesu onderscheidt?2. Zal België bijkomende middelen voorzien voor dehumanitaire organisaties in Ivoorkust, bovenop de middelenvan de Europese Unie?3. a) Welke rol zou België kunnen spelen in de wederopbouwvan het land?Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanBuitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingenvan 04 juli 2011, op de vraag nr. 240 van de heervolksvertegenwoordiger Patrick Dewael van 10 mei2011 (N.):1. Sinds het vertrek van Gbagbo is de veiligheidssituatiein het land er gestaag op vooruit gegaan en is er een eindegekomen aan de plunderingen. Toch moet de situatie in hetwesten van het land nauwlettend worden opgevolgd omdater her en der nog groepen opstandelingen actief zijn, metname als gevolg van de aanwezigheid van Liberiaansehuurlingen.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

38 QRVA 53 035La prestation de serment du Président Ouattara le 21 mai(2011) a marqué le début d'une nouvelle période pour laCôte d'Ivoire. Cette transition devra répondre à deux défismajeurs: la réconciliation nationale et la mise sur pied deforces de sécurité républicaines, crédibles et pluri ethniques.Les élections législatives, qui devraient se tenir ennovembre prochain, seront en outre une étape essentielle,le Parlement n'a pas été renouvelé depuis plus de dix ans.Le Président Ouattara a par ailleurs clairement établi larelance économique et l'appui au secteur privé commedomaine d'action prioritaire.2. La Belgique a débloqué des montants en faveur del'Unicef (750.000 euros) ainsi que du High Commissionerfor Refugees (1.000.000 euros).3. La Belgique suit attentivement les évolutions en Côted'Ivoire, en particulier par le biais de son Ambassade àAbidjan. Je me suis également rendu en Côte d'Ivoire àl'occasion de l'investiture du Président Ouattara. Cettevisite a été l'occasion de m'entrenir avec différents interlocuteurstels que le ministre des Affaires étrangères, leministre de l'Économie et des Finances ainsi que le Représentantspécial du SGNU en Côte d'Ivoire. Ces contactsm'ont de plus permis de constater les grands chantiers àvenir: la réconciliation nationale, la restructuration des forcesde sécurité et la relance économique du pays. J'ai égalementmis l'accent sur la nécessaire bonne gouvernance etl'indépendance de la justice.La Belgique et la Côte d'Ivoire peuvent devenir des partenairessur le plan économique. Il importe toutefois degarantir un environnement sécurisé pour les entreprisesdésireuses d'investir dans le pays.De eedaflegging van President Ouattara op 21 mei(2011) luidde voor Ivoorkust het begin in van een nieuwtijdperk. Tijdens de overgangsperiode zal moeten werkworden gemaakt van twee belangrijke punten: de nationaleverzoening en de oprichting van een Republiekeins legerdat geloofwaardig en pluri-etnisch is. Ook de wetgevendeverkiezingen die in november eerstkomend worden gehouden,zullen een mijlpaal zijn aangezien er in het land al tienjaar lang geen parlementsverkiezingen meer zijn gehouden.Daarnaast heeft President Ouattara reeds duidelijk tekennen gegeven dat bijzondere aandacht zal wordenbesteed aan de economische opleving en de steun aan deprivésector.2. België wees een bedrag toe van 750.000 euro voorUnicef en van 1.000.000 euro voor de High Commissionerfor Refugees.3. België volgt de evolutie in Ivoorkust op de voet, meerbepaald via zijn ambassade in Abidjan. Ik bracht eveneenseen bezoek aan Ivoorkust ter gelegenheid van de beëdigingvan President Ouattara. Dit bezoek was een gelegenheidom een onderhoud te hebben met een aantal gesprekspartnerszoals de minister van Buitenlandse Zaken, de ministervan Economie en Financiën en de speciale vertegenwoordigervan de SGVN in Ivoorkust. Uit deze gesprekken konik opmaken welke grote uitdagingen zich aftekenen: denationale verzoening, de herstructurering van het leger ende economische opleving van het land. Ik heb de vereisteinzake goed bestuur en een onafhankelijke justitie onder deaandacht gebracht.België en Ivoorkust kunnen economische partners worden.Het is evenwel zaak de veiligheid te garanderen vande bedrijven die wensen te investeren in het land.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 39DO 2010201103185Question n° 241 de monsieur le député Patrick Moriaudu 10 mai 2011 (Fr.) au vice-premier ministre etministre des Affaires étrangères et des Réformesinstitutionnelles:Irak. - L'attaque du camp d'Ashraf. (QO 4342)Des heurts meurtriers ont opposé les militaires irakiensaux réfugiés iraniens du camp d'Ashraf le 8 avril 2011.L'ONU et le Conseil national de la résistance en Iran évoquentla mort de 34 Iraniens, tués par une offensive del'armée irakienne. Nous ne disposons hélas que de peud'informations sur ce drame.Situé à 65 kilomètres au nord de Bagdad, Ashraf estdepuis 1981 la base de l'Organisation des moudjahidine dupeuple iranien (OMPI), opposés au régime de Téhéran.3.400 réfugiés, incluant des femmes et des enfants, yvivent derrière des murs, encerclés par les forces arméesirakiennes, depuis la mi-2009, date du transfert de la sécuritédu camp des Américains à l'armée irakienne.Depuis lors il semble que les c1ashs sanglants se sontmultipliés en plus de blocus médicaux inquiétants. Nouscondamnons fermement une telle situation.Mon Groupe avait déjà décrié cette situation dans unerésolution déposée en novembre 2010 et réclamant notammentde plaider auprès de l'ONU et de l'Union européennepour la réaffirmation du statut juridique des résidentsd'Ashraf comme des personnes protégées en vertu de la IVeconvention de Genève.1. Disposez-vous d'informations plus exactes quant à cesévènements sanglants qui n'ont hélas pas fait les grandstitres?2. Quelles actions envisagez-vous de mener au niveaueuropéen et des Nation-Unies afin qu'un véritable statut deprotection soit reconnu pour ce camp?3. Quand la Communauté internationale compte-t-elleenfin mettre fin aux différents blocus humanitaires qui touchentce camp?DO 2010201103185Vraag nr. 241 van de heer volksvertegenwoordigerPatrick Moriau van 10 mei 2011 (Fr.) aan de viceeersteministeren minister van BuitenlandseZaken en Institutionele Hervormingen:Irak. - Aanval op het vluchtelingenkamp Ashraf. (MV4342)Op 8 april 2011 kwam het tot bloedige gevechten tussenIraakse militairen en Iraanse vluchtelingen van het kampAshraf. Volgens de VN en de nationale verzetsraad vanIran kwamen er daarbij 34 Iraniërs om het leven. Zij zoudengedood zijn bij een aanval van het Iraakse leger. Wijhebben helaas weinig gegevens over deze dramatischegebeurtenis.Ashraf ligt op 65 kilometer ten noorden van Bagdad en issinds 1981 de thuisbasis van de People's Mojahedin Organizationof Iran (PMOI), die gekant is tegen het regime inTeheran. 3.400 vluchtelingen, onder wie ook vrouwen enkinderen, leven er achter muren en worden er omsingelddoor de Iraakse krijgsmacht sinds de Amerikanen midden2009 de beveiliging van het kamp aan het Iraakse legeroverdroegen.Sindsdien lijkt het aantal bloedige conflicten sterk te zijntoegenomen. Er zijn ook blokkades van medische hulp,wat onrustwekkend is. Wij veroordelen een dergelijke situatiescherp.Mijn fractie had de situatie al aan de kaak gesteld in eenresolutie die in november 2010 werd ingediend, waarinmeer bepaald wordt gevraagd om bij de VN en de EuropeseUnie te pleiten voor de herbevestiging van de juridischestatus van de bewoners van kamp Ashraf alsbeschermde personen op grond van de vierde conventievan Genève.1. Beschikt u over meer precieze informatie met betrekkingtot deze bloedige gebeurtenissen, die helaas weinigaandacht hebben gekregen in de pers?2. Wat bent u van plan te ondernemen op het Europeseniveau en op het niveau van de Verenigde Naties, teneindeervoor te zorgen dat het kamp een volwaardig beschermdstatuut krijgt?3. Wanneer is de internationale gemeenschap van planeen einde te maken aan de blokkades van humanitaire hulpdie het kamp treffen?CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

40 QRVA 53 035Réponse du vice-premier ministre et ministre desAffaires étrangères et des Réformes institutionnelles du04 juillet 2011, à la question n° 241 de monsieur ledéputé Patrick Moriau du 10 mai 2011 (Fr.):1. Les événements ne sont pas complètement connus. Lamission des Nations-Unies UNAMI a pu effectuer unevisite du Camp le 13 avril (2011). À une demande de monadministration, la Mission des Nations Unies en Irak aconfirmé que 34 personnes ont trouvé la mort à l'occasionde l'opération des services de sécurité irakiens contre leCamp. Les autorités irakiennes ont elles-mêmes annoncéqu'une enquête serait menée sur les circonstances des événementsqui se sont déroulés le 8 avril (2011).2. Le Camp et les résidents ne disposent pas de statut auregard du droit international. Le HCR est prêt à examinerle statut des résidents sur la base d'un entretien individuelet après qu'ils auront renoncé à la violence.3. Au-delà de nos fortes préoccupations face aux violenceset aux victimes qu'elles ont faites, l'Union européenne aappelé le gouvernement irakien à s'abstenir de recourir à laviolence et à respecter le droit humanitaire et les droits fondamentauxdes résidents du Camp Ashraf, y comprisl'accès aux soins médicaux. Selon les informations dont jedispose, les blessés sont désormais traités dans des hôpitauxirakiens. Ces messages, y compris la demande d'accèspour des observateurs internationaux indépendants, ont étérépétés directement au premier ministre Maliki par lesreprésentants européens à Bagdad.Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanBuitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingenvan 04 juli 2011, op de vraag nr. 241 van de heervolksvertegenwoordiger Patrick Moriau van 10 mei2011 (Fr.):1. De gebeurtenissen zijn niet volledig gekend. De VNmissieUNAMI heeft op 13 april (2011) het Kamp kunnenbezoeken. Na ondervraging door mijn administratie bevestigdede VN-missie in Irak dat er tijdens de operatie van deIrakese veiligheidsdiensten op het Kamp inderdaad 34doden gevallen zijn. De Irakese overheid heeft zelf aangekondigddat een onderzoek gevoerd zal worden naar deomstandigheden van de gebeurtenissen die zich op 8 april(2011) voltrokken.2. Het Kamp en de inwoners hebben geen statuut krachtenshet internationale recht. UNHCR is klaar om het statuutvan de inwoners te onderzoeken op basis van eenindividueel gesprek, nadat ze van het gebruik van geweldhebben afgezien.3. Naast onze sterke bezorgdheid over het geweld en deslachtoffers die hierdoor gemaakt werden, heeft de EuropeseUnie de Irakese regering opgeroepen om zich te onthoudenvan geweld en om het humanitaire recht en demensenrechten van de inwoners van Kamp Ashraf te respecteren,met inbegrip van de toegang tot medische zorg.Volgens mijn informatie worden de gewonden nu in ziekenhuizenin Irak behandeld. Deze berichten, met inbegripvan het verzoek tot toegang voor onafhankelijke internationalewaarnemers, werden direct aan premier Maliki doorde Europese vertegenwoordigers in Bagdad herhaald.DO 2010201103187Question n° 242 de monsieur le député Patrick Dewaeldu 10 mai 2011 (N.) au vice-premier ministre etministre des Affaires étrangères et des Réformesinstitutionnelles:DO 2010201103187Vraag nr. 242 van de heer volksvertegenwoordigerPatrick Dewael van 10 mei 2011 (N.) aan de viceeersteministeren minister van BuitenlandseZaken en Institutionele Hervormingen:La situation en Côte d'Ivoire (QO 3881). De situatie in Ivoorkust (MV 3881).Depuis le second tour des élections présidentielles enCôte d'Ivoire, le 28 novembre 2010, il ne s'est pas passé unjour sans hostilités armées dans le pays. La lutte entre levainqueur des élections Alassane Ouattara et le présidentsortant Laurent Gbagbo semble entrer dans une phase définitiveavec le siège d'Abidjan. Sur ces entrefaites, les troupesfrançaises sont également intervenues et ont attaqué lespositions de Gbagbo.Sinds de tweede ronde van de presidentsverkiezingen inIvoorkust op 28 november 2010 is er in het land geen dagvoorbijgegaan zonder wapengeweld. De strijd tussen dewinnaar van de verkiezingen Alassane Ouattara en uittredendpresident Laurent Gbagbo die de uitslag van de verkiezingenweigert te aanvaarden. Lijkt een beslissende fasein te gaan met het beleg van Abidjan. Ook Franse troepenhebben zich inmiddels in de strijd gemengd en bestokenposities van Gbagbo.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 411. Comment la Belgique a-t-elle réagi aux derniers événementsen Côte d'Ivoire, compte tenu de la présence surplace de soldats belges des DAS (Détachement d'Agents deSécurité) pour défendre notre ambassade?2. a) Avez-vous pris contact avec votre homologue françaispour discuter de l'éventuelle évacuation des Belges deCôte d'Ivoire?b) Quelles autres mesures la Belgique prend-t-elle afin depréparer leur éventuelle évacuation attendu que l'ONU adéjà évacué une partie de son personnel sur place?3. a) De quelles informations disposez-vous au sujet dubain de sang qui aurait eu lieu à Douékoué d'après la CroixRouge Internationale et d'autres ONG internationales, dansune zone contrôlée par les Forces Armées Républicainesde Ouattara?b) Cette nouvelle a-t-elle influencé la position belge parrapport au conflit?4. Quel rôle échoit à l'Union eropéenne au niveau humanitaireet diplomatique pour résoudre la crise en Côted'Ivoire?Réponse du vice-premier ministre et ministre desAffaires étrangères et des Réformes institutionnelles du04 juillet 2011, à la question n° 242 de monsieur ledéputé Patrick Dewael du 10 mai 2011 (N.):1. Une troupe de militaires belges a été envoyée à Abidjanafin d'y garantir la sécurité de l'Ambassade et de luipermettre de poursuivre ses activités. Il s'agissait égalementpour l'Ambassade de pouvoir venir en aide, le caséchéant, aux Belges qui se trouvaient encore en Côted'Ivoire. Entre-temps, ce dispositif de sécurité a été allégé.2. a) Depuis le déclenchement de la crise, des contactsont eu lieu avec les Français qui ont porté sur une éventuelleévacuation de la Côte d'Ivoire. Nos compatriotes quisouhaitaient quitter le pays en ont eu la possibilité, via lecamp militaire français du BIMA, et avec le soutien d'unConsul belge spécialement détaché pour cette mission.Dans ce cadre, l'assistance du détachement françaisLicorne a été essentielle.b) La France a déclaré qu'elle prendrait en charge l'évacuationde tous les citoyens européens si la situation sécuritairel'exigeait. La Belgique a pleinement souscrit auxplans d'évacuation français.1. Op welke manier heeft België gereageerd op de laatsteontwikkelingen in Ivoorkust, gelet op het feit dat er Belgischesoldaten van de DAS (Administratief Veiligheidsdepartement)ter plaatse zijn om onze ambassade tebeschermen?2. a) Heeft u contact gehad met uw Franse ambtsgenootom de eventuele evacuatie van Belgen uit Ivoorkust tebespreken?b) Welke andere maatregelen neemt België om een eventueleevacuatie voor te bereiden, gelet op het feit dat ookde VN al een deel van hun personeel ter plaatse in veiligheidhebben gebracht?3. a) Over welke informatie beschikt u aangaande hetbloedbad dat volgens het Internationale Rode Kruis enandere internationale ngo's in Douékoué zou zijn aangericht,in een gebied dus onder controle van de RepublikeinseStrijdkrachten van Ouattara?b) Heeft dit nieuws de Belgische positie ten opzichte vanhet conflict beïnvloed?4. Welke rol moet de Europese Unie spelen op humanitairen diplomatiek vlak in het oplossen van de crisis inIvoorkust?Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanBuitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingenvan 04 juli 2011, op de vraag nr. 242 van de heervolksvertegenwoordiger Patrick Dewael van 10 mei2011 (N.):1. Er werd een ploeg Belgische militairen gestuurd naarAbidjan om er de veiligheid van de Ambassade te verzekeren.Dit moest de Ambassade toelaten haar werkzaamhedenverder te zetten en waar nodig bijstand te verlenen aande Belgen die zich nog in Ivoorkust bevonden. Ondertussenwerd dit veiligheidsdispositief gereduceerd.2. a) Sinds het uitbreken van de crisis zijn er contactengeweest met de Fransen over een eventuele evacuatie uitIvoorkust. De landgenoten die het land wensten te verlatenhebben dit kunnen doen, via het Franse militaire kampBIMA, en bijgestaan door een speciaal daartoe uitgezondenBelgische Consul. De bijstand van het Franse detachementLicorne is daarbij essentieel geweest.b) Frankrijk heeft verklaard in te staan voor de evacuatievan alle Europese burgers mocht de veiligheidsituatie datvereisen. België heeft zich volledig ingeschreven in deFranse evacuatieplannen.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

42 QRVA 53 0353. Dès fin décembre 2010, la Communauté internationales'est vivement inquiétée de la détérioration de la situationdes droits de l'homme entachée de massacres et de nombreusesexactions contre les populations civiles. La situationactuelle continue d'être alarmante et je suisextrêmement attentif aux rapports des Nations Unies ainsique des grandes organisations de défense des droits del'homme.Les Nations Unies en Côte d'Ivoire ont enquêté sur lesviolations des droits de l'homme y compris sur les attaquesqui auraient été perpétrée par les FRCI (Forces républicainesde Côte d'Ivoire). La Division des droits de l'homme del'ONUCI a reçu des informations selon lesquelles les deuxcamps auraient perpétrées des crimes de masse. Des fossescommunes ont bien été mise à jour.Les nouvelles autorités ivoiriennes s'attachent à créer lesconditions d'un fonctionnement régulier des institutions.Dans ce cadre, elles poursuivent la pacification du pays,gage d'une reprise de la vie politique, économique etsociale apaisée.La Belgique soutient le Président Ouattara et son gouvernementde même que le peuple ivoirien dans leur travail deréconciliation, de relèvement et de développement. Je resterainéanmoins vigilant au respect de la lutte contrel'impunité qui constitue un ancrage pour une paix durable.4. L'Union européenne s'est montrée continuellementconcernée par la situation ivoirienne. Celle-ci fait l'objetd'un suivi attentif dans les différentes instances européennes.En étroite coordination avec l'ONU et les organisationsafricaines (CEDEAO - UA), l'UE ne manque pasd'accompagner les développements que connait la Côted'Ivoire.La Haute Représentante Ashton a initié une missioninterservices en Côte d'Ivoire fin avril (2011), rassemblantdes experts dans les divers domaines concernés (aide audéveloppement, gestion de crise, aide humanitaire, etc.).3. Eind december 2010 is de internationale gemeenschapzich ernstig zorgen beginnen te maken over de verslechteringvan de mensenrechtensituatie, wat gepaard ging metmoordpartijen en gewelddaden tegen de burgerbevolking.Omdat de situatie nog steeds zorgwekkend is, volg ik derapporten van de Verenigde Naties en van de grote mensenrechtenorganisatiesop de voet.De Verenigde Naties in Ivoorkust hebben een onderzoekingesteld naar schendingen van de mensenrechten, metinbegrip van de aanvallen die werden uitgevoerd door deFRCI (Forces républicaines de Côte d'Ivoire). Volgens deinformatie waarover de afdeling mensenrechten van deONUCI beschikt, zouden beide kampen zich schuldig hebbengemaakt aan massamoorden. Er werden daadwerkelijkmassagraven ontdekt.De nieuwe Ivoriaanse autoriteiten doen inspanningen omde voorwaarden te creëren die ervoor zorgen dat de instellingenop reguliere wijze kunnen functioneren. In het verlengdehiervan streven de autoriteiten ernaar de orde in hetland te herstellen zodat het politieke, economische en socialeleven weer in alle rust op gang kan komen.België steunt President Ouattara, zijn regering en het Ivoriaansevolk bij hun inspanningen op het gebied van verzoening,wederopbouw en ontwikkeling. Toch zal ik deeerbiediging van de strijd tegen de straffeloosheid waarineen duurzame vrede verankerd is, nauwlettend blijvenopvolgen.4. De Europese Unie heeft zich constant bezorgd getoondover de situatie in Ivoorkust, die binnen de verschillendeEuropese instanties aandachtig wordt opgevolgd. De EUbegeleidt de ontwikkelingen in Ivoorkust in nauwe samenwerkingmet de Verenigde Naties en de Afrikaanse organisaties(CEDEAO - AU).Eind april (2011) nam Hoge Vertegenwoordiger Ashtonhet initiatief voor een multidisciplinaire missie in Ivoorkust,die is samengesteld uit deskundigen inzake de verschillendebetrokken gebieden (ontwikkelingshulp,crisisbeheer, humanitaire hulp, enzovoort).CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 43En ce qui concerne le soutien financier, le CommissairePiebalgs a annoncé lors de son passage à Abidjan le 6 mai(2011) la reprise des projets dont la mise en oeuvre avaitété suspendue durant la crise. Il s'agit d'une enveloppe dequelque 70 millions d'euros portant notamment sur lesdomaines des transports (surtout en formation des capacités),de l'électricité, de la santé, de l'éducation et de la gouvernance.Il a également indiqué le souhait d'avancerrapidement dans la mise en oeuvre de programmes à hauteurde l'enveloppe de 180 millions d'euros annoncée lorsdu CAE d'avril.En ce qui concerne les domaines prioritaires, l'Unioneuropéenne insiste sur l'importance de la sécurité, avecnotamment la question du désarmement, de la démobilisationet de la réintégration (DDR). La seconde priorité estliée au redémarrage économique et en particulier la formationet l'emploi des jeunes.Wat de financiële steun betreft, deelde CommissarisPiebalgs tijdens zijn bezoek aan Abidjan op 6 mei (2011)mee dat zou worden verdergewerkt aan de projecten waarvande uitvoering tijdens de crisis was opgeschort. Het gaatom een bedrag van ongeveer 70 miljoen euro voor de sectorenvervoer (vooral wat de capaciteitsopbouw betreft),elektriciteit, gezondheidszorg, onderwijs en bestuur. CommissarisPiebalgs gaf ook te kennen dat hij vaart wil zettenachter de uitvoering van de programma's ten bedrage van180 miljoen euro, waartoe op de RBZ van april beslotenwerd.Wat de prioriteiten betreft, onderstreept de EU het belangvan de veiligheid, met name de kwestie van de ontwapening,de demobilisatie en de reïntegratie (DDR). Een anderspeerpunt is de economische opleving en in het bijzonderde opleiding en tewerkstelling van de jongeren.DO 2010201103189Question n° 243 de monsieur le député Patrick Dewaeldu 10 mai 2011 (N.) au vice-premier ministre etministre des Affaires étrangères et des Réformesinstitutionnelles:Mouvements de protestation en Syrie. - Sanctions contre lerégime. (QO 4230)Comme en Égypte, en Libye, au Bahreïn, etc., nousconstatons que le régime au pouvoir en Syrie a recours à larépression pour étouffer dans l'oeuf les mouvements deprotestation contre le régime, qui semblent pourtant sedérouler dans une atmosphère pacifique.Le régime du président Assad tente même à présent demettre fin au mouvement de révolte civile à Deraa, considérécomme le fief de l'opposition, en utilisant des chars. Ilne semble jusqu'à présent pas avoir réussi dans son entreprisemais plus de 300 civils auraient déjà perdu la vie aucours de cette action.Lors de récents mouvements de protestation similairesdans d'autres pays arabes, la communauté internationale atoujours sévèrement condamné l'utilisation de la violencecontre la population locale. C'est également le cas en Syrie.Le président américain Obama a déjà annoncé qu'il prendraitdes sanctions ciblées contre le régime du présidentAssad. La France, la Grande-Bretagne et l'Allemagne plaideraientégalement pour de telles sanctions. Ces trois paysprépareraient aussi une résolution au sein du Conseil desécurité des Nations Unies.1. La Belgique plaide-t-elle également pour des sanctionscontre le régime syrien?DO 2010201103189Vraag nr. 243 van de heer volksvertegenwoordigerPatrick Dewael van 10 mei 2011 (N.) aan de viceeersteministeren minister van BuitenlandseZaken en Institutionele Hervormingen:Het protest in Syrië. - Sancties tegen het regime (MV4230).Net als in Egypte, Libië, Bahrein, enzovoort zien we ookin Syrië dat het heersende regime repressie gebruikt om deprotesten tegen het regime in de kiem te smoren. Protestendie nochtans vreedzaam lijken te verlopen.Het regime van president Assad probeert nu zelfs metzware tanks de burgeropstand in Deraa, dat geldt als hetbolwerk van de oppositie, neer te slaan. Dit lijkt vooralsnogniet te lukken, maar deze actie zou wel al meer dan300 burgerlevens hebben gekost.Bij recente soortgelijke protesten in andere Arabischelanden heeft de internationale gemeenschap het gebruikvan geweld tegen de eigen bevolking altijd sterk veroordeeld.Ook nu gebeurt dat. Zo heeft de Amerikaanse presidentObama reeds aangekondigd gerichte sancties uit tevaardigen tegen het Assad-regime. Ook Frankrijk, Groot-Brittannië en Duitsland zouden hier voorstander van zijn.Zij zouden ook werken aan een resolutie voor de VN-Veiligheidsraad.1. Pleit ook België voor sancties tegen het regime inSyrië?CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

44 QRVA 53 0352. Quelles mesures envisagez-vous de prendre? 2. Aan welke maatregelen denkt u dan?3. a) Dans quel cadre, la Belgique serait-elle disposée, lecas échéant, à prendre ces sanctions?b) Estimez-vous qu'une résolution des Nations Uniesconstitue une condition indispensable?4. a) Une concertation européenne est-elle prévue en cequi concerne la situation en Syrie?3. a) In welk kader is België desgevallend bereid dezesancties te nemen?b) Meent u dat een VN-resolutie een noodzakelijke voorwaardeis?4. a) Is er over de problematiek in Syrië een Europeesoverleg gepland?b) Quelle position la Belgique y adoptera-t-elle? b) Welk standpunt zal België er innemen?Réponse du vice-premier ministre et ministre desAffaires étrangères et des Réformes institutionnelles du04 juillet 2011, à la question n° 243 de monsieur ledéputé Patrick Dewael du 10 mai 2011 (N.):Pour ce qui est des différentes initiatives prises par laBelgique je vous renvoie à ma réponse en session plénièredu parlement le 28 avril. (Compte Rendu Intégral, SéancePlénière, 28 avril 2011, CRIV 53 PLEN 030, p. 20).Je ne peux, entretemps, que vous confirmer que la répressionviolente se poursuit en Syrie (faisant encore des dizainesde nouvelles victimes et des centaines de détenus), cequi renforce encore la nécessité de ce que la Belgique préconisedéjà depuis quelques temps, à savoir le maintien dela pression diplomatique.Avec le soutien de nos partenaires européens et malgrél'impasse regrettable au Conseil de Sécurité de l'ONU, certainesinitiatives soutenues par la Belgique ont pu donnerdes résultats:- La réunion d'urgence, que nous avions soutenue, desAmbassadeurs COPS du 29 avril (2011) a débouché surune déclaration formelle de madame Ashton au nom des 27États membres dans laquelle l'Union européenne suspendimmédiatement la procédure relative à l'accord d'associationavec la Syrie, ainsi que sur le lancement immédiat depréparatifs à un embargo sur les armes et de sanctionsciblées à l'encontre des responsables du régime.- Ce même jour, les efforts de la Belgique et d'autresÉtats membres ont couronnés par l'adoption, lors d'une réuniond'urgence du Conseil des droits de l'homme à Genève,d'une résolution comprenant une condamnation explicitedes violences perpétrée à l'encontre de la populationsyrienne, ainsi qu'un mandat pour la Haute Commissairepour les Droits de l'Homme Pillay pour mener une "factfindingmission" en Syrie. Pour la Belgique, ceci doit êtrela première étape d'un processus qui mènera les responsablesdes violences gratuites perpétrées à l'encontre descitoyens à rendre des comptes pour les actes commis.Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanBuitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingenvan 04 juli 2011, op de vraag nr. 243 van de heervolksvertegenwoordiger Patrick Dewael van 10 mei2011 (N.):Voor de verschillende Belgische initiatieven verwijs ik ugraag naar mijn antwoord in de plenaire zitting van het parlementvan 28 april. (Integraal Verslag, Plenumvergadering,28 april 2011, CRIV 53 PLEN 030, blz. 20).Ik kan ondertussen niet anders dan vaststellen dat degewelddadige repressie in Syrië doorgaat (nog tientallendodelijke slachtoffers en honderden aanhoudingen), wathet belang van de door België al langer bepleite diplomatiekedruk alleen onderstreept.Met steun van onze EU-partners en ondanks de betreurenswaardigeimpasse in de VN-Veiligheidsraad, hebbenandere door België gesteunde initiatieven wel resultatenopgeleverd:- De door ons gesteunde spoedzitting van de EU COPSAmbassadeurs op 29 april (2011) is besloten door een formeleverklaring van mevrouw Ashton namens de 27 lidstatenwaarbij de EU onmiddellijk het Associatieverdrag metSyrië bevriest, alsmede onmiddellijk voorbereidingswerkonderneemt met het oog op een wapenembargo en gerichtesancties tegen de verantwoordelijken van het regime.- Dezelfde dag heeft de spoedzitting van de VN-Mensenrechtenraadin Genève de inspanningen van België enandere leden bekroond met de goedkeuring van een resolutiemet daarin een expliciete veroordeling van de gewelddadighedentegen de Syrische bevolking, alsmede eenmandaat voor de Hoge Commissaris voor de MensenrechtenPillay voor een fact-finding mission naar Syrië. Ditmoet voor België de eerste stap worden in een proceswaarbij de verantwoordelijken van het zinloze geweldtegen burgers rekenschap moeten afleggen voor hun daden.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 45Une fois de plus, ces initiatives permettent à la Communautéinternationale de montrer clairement au régimesyrien, d'une part, que seules les réformes politiques,concrétisées par des actes plus que par des paroles, sontune réponse appropriée aux aspirations démocratiques dela population syrienne. Et, d'autre part, que l'usage de laviolence brutale et la répression à l'encontre des manifestantsne peut en aucun cas être tolérée.Nogmaals, met deze initiatieven laat de internationalegemeenschap aan de Syrische overheid duidelijk blijkenenerzijds dat alleen politieke hervormingen, in daden nogmeer dan in woorden, de democratische verzuchtingen vande Syrische bevolking kunnen beantwoorden. En anderzijdsdat het gebruik van brutaal geweld en repressie tegenmanifestanten niet geduld kan worden.DO 2010201103255Question n° 247 de monsieur le député Peter Luykx du11 mai 2011 (N.) au vice-premier ministre etministre des Affaires étrangères et des Réformesinstitutionnelles:Le financement des élections au Congo.Les prochaines élections présidentielles au Congo aurontlieu à la fin 2011. Dans une réponse donnée le 25 janvier2011 en commission des Relations extérieures, vous avezclairement indiqué que la Belgique, tout comme, notamment,le Royaume-Uni et la Commission européenne,s'était engagée à soutenir financièrement le processus électoralau Congo (Question n° 2107, Compte Rendu Intégral,Chambre, 2010-2011, commission des Relations extérieures,25 janvier 2011, CRIV 53 COM 102, p. 1).Au total, le montant de l'aide de notre pays tourne autourde 16,5 millions d'euros, dont 6 millions de dollars proviennentde l'enveloppe qui était destinée au tour de scrutinprécédent. Les nouveaux montants prévus seront libéréspar le biais de la Coopération au développement (7,5 millionsd'euros via le Programme indicatif de coopérationavec le Congo) et des Affaires étrangères (5 millionsd'euros provenant de la ligne budgétaire Construction de lapaix). Il semblerait par ailleurs que notre pays ait d'ores etdéjà versé 11,5 millions d'euros au Congo dans la perspectivedes futures élections.Dans votre réponse, vous avez également indiqué clairementque le versement effectif de ces fonds dépendrait dela mesure dans laquelle les préparations du processus électoralse déroulent correctement. Or il ressort du rapport du5 mai 2011 de l'International Crisis Group que les préparatifstechniques et les activités de la Commission électoralenationale indépendante ne se déroulent pas de manièreoptimale. Il y a par ailleurs une rumeur qui circule selonlaquelle la date proposée pour la tenue des élections présidentiellesserait reportée à une date ultérieure.1. Quels critères d'évaluation notre pays a-t-il élaborésafin de juger si les progrès des préparatifs étaient satisfaisantsou non?DO 2010201103255Vraag nr. 247 van de heer volksvertegenwoordigerPeter Luykx van 11 mei 2011 (N.) aan de viceeersteministeren minister van BuitenlandseZaken en Institutionele Hervormingen:De financiering van de Congolese verkiezingen.De Congolese presidentsverkiezingen staan gepland vooreind 2011. In uw antwoord in de commissie voor de BuitenlandseBetrekkingen van 25 januari 2011 heeft u verduidelijktdat België, naast ondermeer het VerenigdKoninkrijk en de Europese Commissie, zich er toe heeftgeëngageerd om het verkiezingsproces in Congo financieelte ondersteunen (Vraag nr. 2107, Integraal Verslag, Kamer,2010-2011, commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen,25 januari 2011, CRIV 53 COM 102, blz. 1).In totaal bedraagt de bijdrage van ons land om en bij 16,5miljoen euro waarvan 6 miljoen dollar wordt overgedragenvan de vorige verkiezingsronde. De nieuwe gelden wordenvrijgemaakt via ontwikkelingssamenwerking (7,5 miljoeneuro via het Indicatief Samenwerkingsprogramma metCongo) en via Buitenlandse Zaken (5 miljoen euro uit debegrotingslijn vredesopbouw). Naar verluidt heeft ons landreeds 11,5 miljoen euro overgemaakt aan Congo met hetoog op de verkiezingen.Uit uw antwoord werd duidelijk dat de storting van dezefondsen afhankelijk is van de mate waarin de voorbereidingenvan het verkiezingsproces verder correct verlopen. Uithet rapport van de International Crisis Group van 5 mei2011 blijkt dat de technische voorbereidingen en de werkzaamhedenvan de Congolese Onafhankelijke Verkiezingscommissieniet optimaal verlopen. Zo gaat het gerucht datde vooropgestelde datum van de presidentsverkiezingennaar latere datum verplaatst moet worden.1. Welke beoordelingscriteria heeft ons land opgesteldwaartegen de vorderingen van de voorbereidingen wordenafgetoetst?CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

46 QRVA 53 0352. a) Le gouvernement a-t-il la possibilité de revenir sursa promesse financière si les autorités congolaisesn'accomplissent pas des progrès suffisants au regard de cescritères et des préparatifs techniques nécessaires?b) Dans l'affirmative, de quelle manière ces crédits peuvent-ilsêtre récupérés?3. a) Pouvez-vous décrire les efforts accomplis à ce jouren vue de prévenir la répétition des troubles qui se sontproduits durant les élections de 2006 et au cours desquelsdes milices rivales et des groupes ethniques se sont affrontésviolemment?b) Quelles leçons ont-elles été tirées du scrutin de 2006 etdes tensions qui sont apparues après les récentes électionsen Côte d'Ivoire?4. a) De quelle manière notre pays - en collaboration avecle département de la Défense - apportera-t-il un soutienorganisationnel et technique au processus électoral auCongo?b) Avez-vous une idée du calendrier de mise en oeuvrede ce soutien? Combien de personnes seront-ellesdéployées à cette occasion et en quel(s) lieu(x)?5. Avez-vous une idée du nombre d'observateurs électorauxque notre pays enverra au Congo (Chambre et Sénat,dans le cadre de l'OSCE, diplomatie, services, etc.)?Réponse du vice-premier ministre et ministre desAffaires étrangères et des Réformes institutionnelles du04 juillet 2011, à la question n° 247 de monsieur ledéputé Peter Luykx du 11 mai 2011 (N.):1. Les critères de jugement ne sont pas fixés. C'est unchoix conscient de notre part afin de pouvoir disposer de lamarge de manoeuvre nécessaire. Dans tous les cas, les élémentssuivants seront pris en compte dans notre évaluation:le respect du calendrier annoncé et, dans le cascontraire, les raisons de l'éventuel retard (politique ou technique?),le versement régulier et complet des contributionspromises par le gouvernement congolais, le comportementdes services d'ordre, le respect des Droits de l'homme, plusprécisément les droits des candidats de l'opposition, desjournalistes et des activistes des Droits de l'homme.2. S'il y a des problèmes durant le processus électoral, leversement des contributions belges restantes sera retardévoire, si besoin est, arrêté.3. a) Il n'y a plus de milices présentes à Kinshasa, la seuleville où il y a eu des troubles significatifs en 2006.2. a) Beschikt de regering over de mogelijkheid om definanciële belofte terug te schroeven indien de Congoleseoverheid onvoldoende vooruitgang boekt met betrekkingtot deze beoordelingscriteria en de technische voorbereidingen?b) Zo ja, op welke wijze kunnen deze kredieten teruggevorderdworden?3. a) Kan u toelichten welke inspanningen tot op hedengeleverd werden om de onlusten die tijdens de verkiezingenin 2006 - waarbij rivaliserende milities en etnischegroepen elkaar te lijf gingen - te vermijden?b) Welke lessen worden getrokken uit de stembusslagvan 2006 en de spanningen die ontstonden na de recenteverkiezingen in Ivoorkust?4. a) Op welke wijze zal ons land, in samenwerking methet departement Defensie, technische en organisatorischeondersteuning bieden aan het verkiezingsproces?b) Heeft u zicht op het tijdsbestek, de locatie en het aantalpersoneel dat hiervoor wordt ingezet?5. Heeft u zicht op het aantal verkiezingswaarnemers(Kamer en Senaat, in het kader van OVSE, diplomatie,diensten, enzovoort) dat ons land naar Congo zal zenden?Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanBuitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingenvan 04 juli 2011, op de vraag nr. 247 van de heervolksvertegenwoordiger Peter Luykx van 11 mei 2011(N.):1. De beoordelingscriteria liggen niet vast. Dit is eenbewuste keuze om zodoende over de nodige speelruimte tekunnen beschikken. In ieder geval zullen volgende elementenin aanmerking genomen worden bij onze beoordeling:het naleven van de aangekondigde agenda en de oorzakenvan een eventuele vertraging (politiek of technisch?), deregelmatige en volledige storting van de bedragen die doorde Congolese regering zijn toegezegd, het gedrag van deordediensten, respect voor de mensenrechten, meerbepaald voor de rechten van de kandidaten van de oppositie,van de journalisten en van de mensenrechtenactivisten.2. Als er problemen zijn tijdens het electorale proces zalde storting van de resterende Belgische bijdrage vertraagden desnoods stopgezet worden.3. a) Er zijn geen milities meer aanwezig in Kinshasa, deenige stad waar er significante onlusten waren in 2006.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 473. b) Vous devriez plutôt poser cette question à l'Ambassadeurdu Congo en Belgique. Mais sur la base de noscontacts réguliers avec les organisateurs congolais, je peuxvous dire que la plupart d'entre eux sont convaincus quedes élections crédibles et donc transparentes sont nécessairessi on veut éviter des tensions "à l'Ivoirienne".4. a) La Belgique a mis depuis 2009 un C130 avec 22personnes à disposition de la MONUSCO (Mission del'Organisation des Nations Unies pour la stabilisation enRépublique démocratique). Cet avion pourra être utilisépour le soutien des élections. De plus, nous poursuivonsnos efforts dans le domaine de la formation des bataillonscongolais à Kindu. Nous avons aussi lancé cette année uneformation de la police de Kinshasa en collaboration avecnotre Police fédérale. Ces efforts doivent être vus commeun soutien à long terme qui peut aussi avoir une influenceindirecte et positive sur le climat sécuritaire en RDC durantles élections.4. b) Il est difficile de répondre précisément à cette questionvu que ce chiffre change constamment. Il y a desagents de police belges à Kinshasa et à Goma (dans la missioneuropéenne EUPOL) et des soldats belges à Kinshasa,Kindu, Kalemie, Kisangani et Kananga. Et ce dans le cadrede la MONUSCO mais aussi des différents programmesbilatéraux.5. Il est encore trop tôt pour répondre à cette question. Iln'y aura en tout état de cause pas d'observateurs de l'OSCE(L'Organisation pour la sécurité et la coopération enEurope) puisque la RDC est en Afrique, pas en Europe.Nous espérons qu'il y aura une équipe d'observateurs duParlement belge, voire même une participation belge àl'équipe d'observateurs européens. Nos diplomates à Kinshasase joindront comme en 2006 aux observateurs européensà court terme.3. b) Deze vraag stelt u beter aan de Congolese Ambassadeurin België. Maar op basis van onze regelmatige contactenmet de Congolese organisatoren kan ik u zeggen dat demeesten van hen ervan overtuigd zijn dat de verkiezingengeloofwaardig en dus transparant moeten plaatsvinden alsmen "Ivoriaanse" spanningen in de DRC wenst te vermijden.4. a) België heeft al sinds 2009 een C130 met 22 mensenter beschikking gesteld van MONUSCO (VN-vredesmachtin Congo). Dit vliegtuig zal kunnen gebruikt worden terondersteuning van de verkiezingen. Bovendien zetten wijonze inspanningen op het vlak van de vorming van Congolesebataljons in Kindu verder. We hebben dit jaar ooksamen met de federale politie een vorming opgestart voorde politie in Kinshasa. Deze inspanningen moetenbeschouwd worden als steun op lange termijn die echterook tijdens de verkiezingen indirect een positieve invloedzal hebben op het veiligheidsklimaat in de DRC.4. b) Het is moeilijk om deze vraag precies te beantwoordenaangezien dit aantal constant schommelt. Er zijn Belgischepolitieagenten in Kinshasa en Goma (in de Europesemissie EUPOL) en Belgische soldaten in Kinshasa, Kindu,Kalemie, Kisangani en Kananga. Dit in opdracht van ofwelMONUSCO, ofwel van de verschillende bilaterale programma's.5. Het is nog te vroeg om deze vraag te kunnen beantwoorden.Er zullen in elk geval geen OVSE-waarnemers(Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa)zijn aangezien de DRC in Afrika en niet in Europa ligt. Wehopen op een waarnemingsteam van het Belgische Parlementen eveneens op de deelname van Belgen aan het teamvan Europese waarnemers. Onze diplomaten in Kinshasazullen zich zoals in 2006 bij de Europese kortetermijnwaarnemersaansluiten.DO 2010201103264Question n° 248 de monsieur le député DirkVan der Maelen du 11 mai 2011 (N.) au vicepremierministre et ministre des Affairesétrangères et des Réformes institutionnelles:L'utilisation éventuelle d'armes à uranium appauvri enLibye. (QO 3927)Selon certains observateurs et des organisations internationales,l'armée de l'air américaine aurait utilisé des projectilesà uranium appauvri en Libye.DO 2010201103264Vraag nr. 248 van de heer volksvertegenwoordiger DirkVan der Maelen van 11 mei 2011 (N.) aan de viceeersteministeren minister van BuitenlandseZaken en Institutionele Hervormingen:Het mogelijk gebruik van wapens met verarmd uranium inLibië. (MV 3927)Volgens waarnemers en internationale organisaties zoude Amerikaanse luchtmacht wapens met verarmd uraniumin Libië afgevuurd hebben.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

48 QRVA 53 035Monsieur Wouter De Vriendt a déjà interrogé à deuxreprises le ministre de la Défense à ce sujet. Dans lamesure où il n'a pas été répondu directement aux questions,on peut se poser les questions suivantes:1. Vos services ont-ils connaissance de l'utilisationd'armes à uranium appauvri par les membres de la "Coalitionof the willing"?2. Dans l'affirmative, envisagez-vous, conformément àl'esprit de la loi belge interdisant les armes à l'uranium, deplaider auprès des partenaires de la coalition contre l'utilisationde telles armes?3. Toujours dans l'affirmative, de quelle manière comptez-vousagir?Réponse du vice-premier ministre et ministre desAffaires étrangères et des Réformes institutionnelles du08 juillet 2011, à la question n° 248 de monsieur ledéputé Dirk Van der Maelen du 11 mai 2011 (N.):1. Je m'associe aux informations qui vous ont déjà étéapportées antérieurement à ce propos par mon collègue, leministre de la Défense.2. Comme vous le savez il n'existe pas d'instrument internationalqui établisse l'interdiction de l'usage d'armes àl'uranium appauvri. Notre pays est d'ailleurs toujours àl'heure actuelle le seul qui dispose d'une telle interdictionen vigueur dans sa législation.Notre loi repose essentiellement sur le principe de précaution.En l'absence d'une analyse menée au niveau internationalrelative à l'impact de telles armes sur la santé despersonnes et l'environnement, notre législateur a considéréqu'il était prudent de ne pas employer des armes à l'uraniumappauvri.La Belgique a clairement réaffirmé cette position dansson rapport de 2010 à ce propos au secrétaire général desNations Unies, rapport communiqué à tous les États membresdes Nations Unies. De ce fait, tous les pays partenaireset alliés en sont donc parfaitement informés.Volksvertegenwoordiger Wouter De Vriendt heeft deminister van Landsverdediging reeds tweemaal hieroverondervraagd. Aangezien er geen rechtstreeks antwoord opde vragen gegeven werd, rijzen de volgende vragen.1. Hebben uw diensten weet van het gebruik van wapensmet verarmd uranium door leden van de "coalition of thewilling"?2. Zo ja, overweegt u om, volgens de geest van de Belgischewet tegen uraniumwapens, bij de coalitiepartnerstegen het gebruik van deze wapens te pleiten?3. Zo ja, hoe overweegt u dit te doen?Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanBuitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingenvan 08 juli 2011, op de vraag nr. 248 van de heervolksvertegenwoordiger Dirk Van der Maelen van11 mei 2011 (N.):1. Ik sluit mij aan bij de informatie die hierover reeds eerderwerd verstrekt door de minister van Defensie.2. Zoals u weet bestaat er geen internationaal instrumentdat het gebruik van wapens met verarmd uranium aan bandenlegt. Ons land is op dit ogenblik nog steeds het enigedat een dergelijke verbodswetgeving in voege heeft.Onze wetgeving berust essentieel op het 'voorzorgsprincipe'.In afwezigheid van een internationaal gedragen analyseover de mogelijke impact van dergelijke wapens op degezondheid van mens en milieu, heeft onze wetgevergeoordeeld dat het niet aangewezen is wapens met verarmduranium te gebruiken.Deze positie heeft België duidelijk uiteengezet in de rapporteringhierover aan de Secretaris-generaal van de VerenigdeNaties die aan alle VN-lidstaten is meegedeeld,laatst nog in 2010. Wij kunnen er dan ook van uitgaan datalle landen, partners en bondgenoten hiervan perfect op dehoogte zijn.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 49DO 2010201103387Question n° 256 de monsieur le député Theo Franckendu 23 mai 2011 (N.) au vice-premier ministre etministre des Affaires étrangères et des Réformesinstitutionnelles:L'ambassadeur en Afghanistan. - La conclusion d'unmémorandum d'entente avec le gouvernement afghan.(QO 4262)Je vous ai interrogé il y a quelques mois sur l'ambassadeuren Afghanistan et la conclusion avec le gouvernementafghan d'un 'mémorandum d'entente' traitant d'une part durapatriement d'Afghans en situation illégale et d'autre partde la détention et de l'extradition de combattants talibanspar les forces armées belges (question n° 2276, CompteRendu Intégral, Chambre, 2010-2011, commission desRelations extérieures, 26 janvier 2011, CRIV 53 COM110, p. 33).Vous aviez répondu que vous aviez bon espoir que la présenceà Kaboul d'un ambassadeur à part entière ferait bientôtavancer les choses.DO 2010201103387Vraag nr. 256 van de heer volksvertegenwoordigerTheo Francken van 23 mei 2011 (N.) aan de viceeersteministeren minister van BuitenlandseZaken en Institutionele Hervormingen:De ambassadeur in Afghanistan. - Het sluiten van eenMemorandum of Understanding met de Afghaanse regering.(MV 4262)Enkele maanden geleden ondervroeg ik u over de ambassadeurin Afghanistan en het sluiten van het 'Memorandumof Understanding' met de Afghaanse regering enerzijdsmet betrekking tot de terugkeer van illegale Afghanen,anderzijds met betrekking tot de detentie en uitlevering vanTalibanstrijders door onze Belgische strijdkrachten (vraagnr. 2276, Integraal Verslag, Kamer, 2010-2011, commissievoor de Buitenlandse Betrekkingen, 26 januari 2011,CRIV 53 COM 110, blz. 33).U zei toen dat u er goede hoop op had dat - nu er een volwaardigeambassadeur in Kaboel zou zitten - er kortelingsschot in de zaak zou komen.1. Quel est l'état d'avancement des négociations? 1. Wat is de stand van zaken met betrekking tot de onderhandelingen?2. Où le problème se situe-t-il exactement? 2. Waar ligt juist het probleem?3. Quel est le calendrier en la matière? 3. Wat is de timing?Réponse du vice-premier ministre et ministre desAffaires étrangères et des Réformes institutionnelles du04 juillet 2011, à la question n° 256 de monsieur ledéputé Theo Francken du 23 mai 2011 (N.):1. Depuis 2004, des négociations avec les autoritésafghanes compétentes sont en cours en vue de signer unMemorandum of Understanding concernant le rapatriementde demandeurs d'asile exilés. Jusqu'à présent, nostentatives de conclure un tel Memorandum of Understandingsont restées sans succès. La transformation de notrebureau diplomatique à Kaboul en ambassade à part entièren'y a rien changé.Il en est de même pour le Memorandum of Understanding(MoU) sur la détention et l'extradition de personnesdétenues par les forces armées belges en Afghanistan. Legouvernement afghan ne souhaite conclure un MoU de cetype avec aucun pays.2. Quant au contenu, je vous suggérerais de vous adresserau secrétaire d'État à la Politique de migration et d'asile.Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanBuitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingenvan 04 juli 2011, op de vraag nr. 256 van de heervolksvertegenwoordiger Theo Francken van 23 mei2011 (N.):1. Sinds 2004 zijn onderhandelingen lopende met debevoegde Afghaanse autoriteiten met het oog op de ondertekeningvan een Memorandum of Understanding dat derepatriëring van uitgeprocedeerde asielzoekers tot doelheeft. De pogingen die tot op heden ondernomen werdenom een dergelijke Memorandum of Understanding af tesluiten bleven tot op heden zonder resultaat. Ook deupgrade van diplomatiek bureau naar ambassade heeft daarniets aan veranderd.Hetzelfde geldt inzake de Memorandum of Understanding(MoU) over de detentie en uitlevering van personendie mogelijk zouden worden vastgehouden door onze Belgischestrijdkrachten in Afghanistan. De Afghaanse overheidheeft aangegeven met geen enkel land dergelijk MoUte willen afsluiten.2. Wat de specifieke inhoud betreft, verwijs ik u naar destaatssecretaris bevoegd voor Migratie- en asielbeleid.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

50 QRVA 53 035Pour ce qui est du contenu du MoU sur la détention etl'extradition de personnes détenues par les forces arméesbelges en Afghanistan, je vous suggère de vous adresser auministre de la Défense (question n° 182 du 5 juillet 2011).3. Si un timing précis pour la conclusion de l'un ou l'autredes deux MoUs était en vue, les responsables gouvernementauxmentionnés ci-dessus devraient être à même devous fournir des précisions.Wat betreft de MoU over de detentie en uitlevering vanpersonen die mogelijk zouden worden vastgehouden dooronze Belgische strijdkrachten in Afghanistan, verwijs ik unaar de minister van Landsverdediging (vraag nr. 182 van5 juli 2011).3. Mocht van een concrete timing voor het afsluiten vanéén van beide MoU's reeds sprake zijn, dan zullen de hierbovenvermelderegeringsvertegenwoordigers u hieroverkunnen inlichten.DO 2010201103610Question n° 268 de madame la députée DaphnéDumery du 16 juin 2011 (N.) au vice-premierministre et ministre des Affaires étrangères et desRéformes institutionnelles:Déclarations du Commissaire européen Barnier sur la présidencede l'Union européenne (QO 4633).Le 9 mai 2011, à l'occasion de la "Journée de l'Europe",le Commissaire européen Michel Barnier s'est exprimé àl'Université Humboldt, à Berlin, au sujet de la fusion enune seule fonction de "Président de l'Europe" des fonctionsde président du Conseil européen, de président de la Commissioneuropéenne et de la présidence tournante."Un jour, le président de l'Union européenne, quel qu'ilsoit, présidera également le Conseil européen et la Commissioneuropéenne", a déclaré le commissaire Barnier auxétudiants présents. Pareille situation serait bénéfique, à lafois pour la transparence et pour pour la communicationavec la population ou à destination de celle-ci, disait-ondans l'entourage du commissaire.L'option d'une présidence unique à la tête de la Commissioneuropéenne et du Conseil européen n'est pas contraireau Traité de Lisbonne. Les deux fonctions pourraient êtreexercées par une seule et même personne dès 2014. Cetteannée-là, le groupe le plus important du Parlement européendevrait en effet présenter le nouveau président de laCommission, alors que le mandat de président du Conseileuropéen doit également être renouvelé. Aucune clause dutraité ne s'oppose à ce que les deux fonctions soient exercéespar la même personne.Cette option cadre aussi avec la proposition du présidentdu Parlement européen, monsieur Buzek. Ce dernier a eneffet émis l'idée que, lors des élections européennes, lesCommissaires européens soient placés en tête sur les listesnationales. Quant au groupe socialiste, il a proposé de désigneren 2014 le "gagnant" paneuropéen comme présidentde la Commission européenne.DO 2010201103610Vraag nr. 268 van mevrouw de volksvertegenwoordigerDaphné Dumery van 16 juni 2011 (N.) aan device-eersteminister en minister van BuitenlandseZaken en Institutionele Hervormingen:Uitspraken van Europees Commissaris Barnier over hetvoorzitterschap van de Europese Unie (MV 4633).Op 9 mei 2011, de "Dag van Europa", sprak EuropeesCommissaris Michel Barnier zich aan de Humboldt Universiteitin Berlijn uit over het samenvoegen van de functiesvan de voorzitter van de Europese Raad, de voorzittervan de Europese Commissie en de roterende voorzitter totéén globale "President van Europa"."Ooit zal de toekomstige president van de EuropeseUnie, wie hij of zij ook zal zijn, zowel de Europese Raadals de Europese Commissie voorzitten" zei commissarisBarnier aan de aanwezige studenten. Dit zou zowel detransparantie als de communicatie met en naar de bevolkingten goede komen, was te horen in de entourage van decommissaris.De optie van één president die zowel de Europese Commissieals de Europese Raad zou voorzitten is niet in strijdmet het Verdrag van Lissabon. Het is een mogelijkheid datin 2014 beide functies opgenomen worden door één endezelfde persoon. Dat jaar zou de nieuwe Commissievoorzittervoorgedragen worden door de sterkste fractie in hetEuropees Parlement en moet het mandaat van de presidentvan de Europese Raad worden vernieuwd. Niets in de verdragstekststaat in de weg dat beide functies door dezelfdepersoon worden uitgeoefend.Deze optie ligt ook in de lijn van wat de voorzitter vanhet Europees Parlement voorstelt. ParlementsvoorzitterBuzek opperde immers het idee om de Europese Commissarissenlijsttrekkers te maken van de nationale lijsten bijde Europese verkiezingen. De Europese socialistische fractiestelde dan weer voor om een pan-Europese "winnaar"aan te duiden als voorzitter van de Europese Commissie in2014.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 511. Partagez-vous l'opinion selon laquelle le cumul desdeux présidences ne requiert pas de modification du Traité?2. Seriez-vous partisan du cumul des deux présidences sicette formule était proposée par la Commission européenne,le Parlement européen ou le Conseil européen?Réponse du vice-premier ministre et ministre desAffaires étrangères et des Réformes institutionnelles du04 juillet 2011, à la question n° 268 de madame ladéputée Daphné Dumery du 16 juin 2011 (N.):1. Le Traité de Lisbonne n'exclut en effet pas explicitementla possibilité qu'une même personnalité préside leConseil européen et la Commission européenne. L'article15 du Traité sur l'Union européenne précise que le présidentdu Conseil européen ne peut pas exercer de mandatnational. Il ne dispose en revanche pas qu'il ne peut exercerd'autre mandat européen.Ceci étant, le Traité part quand même de l'hypothèse queles deux fonctions seront séparées. Le même article 15 préciseen effet que le Conseil européen est composé des chefsd'État et de gouvernement ainsi que de son président et duprésident de la Commission. La question peut aussi êtreposée de savoir si cette double fonction ne serait pasincompatible avec les dispositions relatives aux membresde la Commission.L'article 245 du Traité sur le fonctionnement de l'Unioneuropéenne précise par exemple que les membres de laCommission ne peuvent, pendant la durée de leurs fonctions,exercer d'autre activité professionnelle rémunérée ounon. Est-ce que cette disposition empêcherait le présidentde la Commission d'être en même temps président duConseil européen? Je serais tenté de considérer que non.Les auteurs du Traité visaient assurément d'autres typesd'activités. Tout est toutefois question d'interprétation et onpeut s'attendre à ce que le débat juridique fasse rage si uneproposition formelle en ce sens devait être formulée.2. La désignation d'une même personnalité cumulant lesfonctions de président du Conseil européen et de la Commissioneuropéenne aurait évidemment un grand avantageen termes de visibilité tant pour les citoyens que pour lemonde extérieur. Je ne crois toutefois pas qu'une propositionformelle en ce sens puisse être sérieusement discutéedans un proche avenir.1. Deelt u de mening dat het cumuleren van beide voorzitterschappengeen verdragswijziging behoeft?2. Zou u een cumulatie van beide voorzitterschappensteunen indien dit door de Europese Commissie, het EuropeesParlement of de voorzitter van de Europese Raadwordt voorgesteld?Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanBuitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingenvan 04 juli 2011, op de vraag nr. 268 van mevrouw devolksvertegenwoordiger Daphné Dumery van 16 juni2011 (N.):1. Het Verdrag van Lissabon sluit inderdaad de mogelijkheidniet uit dat eenzelfde persoon de Europese Raad en deEuropese Commissie voorzit. Artikel 15 van het Verdragbetreffende de Europese Unie preciseert dat de voorzittervan de Europese Raad geen nationaal mandaat mag uitoefenen,maar bepaalt niet dat hij geen ander Europees mandaatmag uitoefenen.Dit gezegd zijnde gaat het Verdrag er wel van uit dat detwee functies gescheiden zijn. Het zelfde artikel 15 preciseertimmers dat de Europese Raad bestaat uit de staatshoofdenen regeringsleiders, zijn voorzitter en de voorzittervan de Europese Commissie. De vraag kan ook gesteldworden of een dubbele functie niet incompatibel zou zijnmet de bepalingen betreffende de leden van de Commissie.Artikel 245 van het Verdrag betreffende de werking vande Europese Unie preciseert bijvoorbeeld dat de leden vande Commissie gedurende hun ambtsperiode geen andereberoepswerkzaamheden mogen verrichten, al dan niettegen beloning. Zou die bepaling de voorzitter van deCommissie verhinderen om gelijktijdig voorzitter van deEuropese Raad te zijn? Ik ben geneigd om daarop neen teantwoorden. De auteurs van het Verdrag dachten zeker aanandere soorten van activiteiten. Alles is echter een kwestievan interpretatie en men kan er van op aan dat een interessantjuridisch debat zou ontstaan indien een dergelijk voorstelformeel geformuleerd zou worden.2. De aanduiding van één persoon die de functies vanvoorzitter van de Europese Raad en van de Europese Commissiezou cumuleren zou uiteraard een groot voordeelhebben in termen van visibiliteit, zowel voor de burgers alsvoor de wereld buiten de Unie. Ik geloof echter niet dat eenformeel voorstel in die zin ernstig besproken zou kunnenworden in de nabije toekomst.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

52 QRVA 53 035Les nouvelles institutions établies par le Traité deLisbonne ne sont en place que depuis dix-huit mois. Lapriorité actuelle doit aller vers leur consolidation plutôt quede se lancer dans une nouvelle réforme dont on sait déjàqu'elle poserait de sérieux problèmes à certains États membres.De nieuwe instellingen die opgericht werden door hetVerdrag van Lissabon bestaan pas achttien maanden. Numoet de prioriteit gaan naar hun consolidering eerder dannaar het lanceren van een nieuwe hervorming waarvan weal weten dat ze problemen zou kunnen stellen voor sommigelidstaten.DO 2010201103611Question n° 269 de monsieur le député DirkVan der Maelen du 16 juin 2011 (N.) au vicepremierministre et ministre des Affairesétrangères et des Réformes institutionnelles:Examen de la posture de l'OTAN s'agissant de la défense etde la dissuasion. (QO 4544)Il a été décidé, lors du sommet de l'Organisation du TraitéAtlantique Nord (OTAN) à Lisbonne, de procéder àl'examen de la posture de l'OTAN s'agissant de la défenseet de la dissuasion et notamment, dans ce contexte, de lastratégie nucléaire de l'OTAN. Les conclusions finales decet exercice sont attendues pour le sommet de l'OTAN quise tiendra au printemps 2012 à Washington.L'examen de la posture de l'OTAN s'agissant de la défenseet de la dissuasion figurait également à l'ordre du jour dusommet des ministres des Affaires étrangères de l'OTAN,qui s'est tenu à Berlin les 14 et 15 avril 2011. À l'occasiond'un déjeuner de travail, un plan de travail et un calendrierauraient été approuvés.1. a) Par quelle instance l'examen de la posture del'OTAN s'agissant de la défense et de la dissuasion sera-t-ilmis en oeuvre?DO 2010201103611Vraag nr. 269 van de heer volksvertegenwoordiger DirkVan der Maelen van 16 juni 2011 (N.) aan de viceeersteministeren minister van BuitenlandseZaken en Institutionele Hervormingen:NAVO. - De Defence and Deterrence Posture Review. (MV4544)Op de NAVO-top in Lissabon werd beslist om een'Defence and Deterrence Posture Review' in gang te zetten,waarin onder andere de kernwapenstrategie van de NAVObesproken wordt als onderdeel van het afschrikkings- enverdedigingsbeleid van de NAVO. Eindresultaat daarvanwordt verwacht op de NAVO-top in Washington in hetvoorjaar van 2012.Op de NAVO-top van ministers van Buitenlandse Zakenop 14 en 15 april 2011 in Berlijn, stond de Defence andDeterrence Posture Review op de agenda. Tijdens eenwerkdiner zou een werkplan en timing voor de Reviewworden goedgekeurd.1. a) Wie gaat de Defence and Deterrence PostureReview uitvoeren?b) Quel calendrier a-t-il été prévu à cet égard? b) Wat is het geplande verloop en timing van de Defenceand Deterrence Posture Review?2. a) Quelles initiatives notre gouvernement envisage-t-ilde prendre en vue de garantir une transparence maximaledu processus?b) Comment le gouvernement associera-t-il le Parlementaux discussions et à la définition du point de vue du gouvernementbelge dans ce dossier?Réponse du vice-premier ministre et ministre desAffaires étrangères et des Réformes institutionnelles du04 juillet 2011, à la question n° 269 de monsieur ledéputé Dirk Van der Maelen du 16 juin 2011 (N.):1. a) La "Deterrence and Defense Posture Review"(DDPR) est réalisée par le Conseil de l'Atlantique Nord(NAC) avec l'imput des comités techniques.2. a) Welke stappen overweegt onze regering te zettenom te garanderen dat het proces zo transparant mogelijkverloopt?b) Hoe wil de regering het Parlement bij de discussies ende standpuntbepaling van de Belgische regering betrekken?Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanBuitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingenvan 04 juli 2011, op de vraag nr. 269 van de heervolksvertegenwoordiger Dirk Van der Maelen van16 juni 2011 (N.):1. a) De Deterrence and Defense Posture Review(DDPR) wordt uitgevoerd door de NAVO-raad (NAC,North Atlantic Council) met input van technische comités.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 53b) Un rapport intérimaire relatif au plan de travail duDDPR fut adopté lors de la Ministérielle des Affairesétrangères tenu les 14 et 15 avril 2011 à Berlin.Un rapport intérimaire relatif à l'exercice DDPR sera présentéaux ministres de la Défense lors de leur réuniond'octobre 2011. Ensuite débutera une deuxième phase (établissementdu rapport final) qui en principe devrait être terminéepour le Sommet OTAN qui se tiendra au printemps2012 aux USA.2. a) En ce qui concerne la transparence, il est évidentque ce sont les gouvernements des pays alliés qui donnentleurs instructions à leur ambassadeur auprès du ConseilOTAN.b) Il appartient aux parlementaires de demander l'informationad hoc via les canaux appropriés.b) Een vooruitgangsrapport over het werkplan voor deDDPR werd goedgekeurd op de NAVO ministeriële BuitenlandseZaken in Berlijn op 14 en 15 april 2011.Een vooruitgangsrapport over de DDPR oefening zalworden voorgelegd aan de ministers van Defensie op hunvergadering in oktober 2011. Daarna begint een tweedefase (opstellen van het eindrapport) die in principe tegen deNAVO-top in de VS in de lente van 2012 moet afgerondzijn.2. a) Wat betreft transparantie is het evident dat het deregeringen van de geallieerden zijn die hun instructiesgeven aan hun ambassadeurs bij de NAVO-raad.b) Het staat de parlementairen vrij om via de geëigendekanalen hierover informatie te vragen.DO 2010201103612Question n° 270 de monsieur le député Peter Luykx du16 juin 2011 (N.) au vice-premier ministre etministre des Affaires étrangères et des Réformesinstitutionnelles:L'exclusion du parti politique Sortu et l'exclusion - annulée- du parti politique Bildu lors des élections communalesen Espagne. (QO 4435)Le 23 mars 2011, la Haute Cour de Justice d'Espagne ainterdit au parti politique Sortu, qui fait partie de la gauchenationaliste basque, de participer aux élections communalesdu 22 mai 2011. Cette décision a été prise malgré lerejet explicite dans les statuts de ce parti de tout recours àla violence.Le 1er mai 2011, la même Haute Cour de Justice a égalementinterdit au nouveau parti basque Bildu, dont le nomsignifie " réunion", de se présenter aux élections. Bildu, quiregroupe des partis de gauche, comptait sur ses listes 254candidats. La Cour constitutionnelle a annulé cette décisionle 6 mai 2011; en définitive donc, la participation decette formation aux élections communales en Espagne adonc bien été jugée légale.La Haute Cour de Justice avait estimé dans son arrêt quecette coalition était susceptible d'être utilisée par le partiBatasuna, la branche politique de l'ETA, interdit depuis2003. Après l'arrestation de nombreux militants radicauxde l'ETA, les partis ont connu une épuration démocratique.Bien qu'ils aient inscrit l'abandon de la violence dans leursstatuts, ils sont toujours toujours associés à des faits passéset suspectés, aujourd'hui encore, d'entretenir des liens avecce qui subsiste de l'ETA.DO 2010201103612Vraag nr. 270 van de heer volksvertegenwoordigerPeter Luykx van 16 juni 2011 (N.) aan de viceeersteministeren minister van BuitenlandseZaken en Institutionele Hervormingen:De uitsluiting van de politieke partij Sortu en de verijdeldeuitsluiting van de politieke partij Bildu aan de Spaansegemeenteraadsverkiezingen. (MV 4435)Op 23 maart 2011 besloot het Spaanse Hooggerechtshofdat de politieke partij Sortu - die deel uitmaakt van de Baskischenationalistische linkerzijde - niet mocht deelnemenaan de gemeenteraadsverkiezingen van 22 mei 2011. Dezebeslissing kwam tot stand ondanks het feit dat de partijzich in haar statuten uitdrukkelijk distantieert van geweld.Op 1 mei 2011 oordeelde datzelfde Hooggerechtshof datook de nieuwe Baskische partij Bildu, wat "verzameling"betekent, uitgesloten werd van de verkiezingen. Bildugroepeert linkse partijen en telde 254 kandidaten voor haarlijsten. Op 6 mei 2011 heeft het Grondwettelijk Hof diebeslissing geannuleerd, zodat deelname aan de Spaansegemeenteraadsverkiezingen uiteindelijk toch legaal was.Het oordeel van het Hooggerechtshof was dat deze coalitieals instrument kon gebruikt worden door de sinds 2003verboden Batasuna (de sinds 2003 verboden politieke armvan de ETA). Na de aanhouding van vele radicale ETAmilitantenhebben de partijen een democratische zuiveringgekend. Ondanks het afzweren van geweld in de partijstatutengaan zij nog steeds gebukt onder de associaties methet verleden en worden zij verdacht van banden met de restantenvan het ETA.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

54 QRVA 53 0351. Quelle est la position du gouvernement belge face àl'exclusion du parti Sortu et l'interdiction - annulée - faiteau parti Bildu de participer aux élections communales enEspagne?2. Quel signal notre gouvernement envisage-t-ild'envoyer à l'Union européenne concernant l'exclusion departis démocratiques des élections locales?Réponse du vice-premier ministre et ministre desAffaires étrangères et des Réformes institutionnelles du06 juillet 2011, à la question n° 270 de monsieur ledéputé Peter Luykx du 16 juin 2011 (N.):1. La Cour constitutionnelle d'Espagne a permis entretempsà Bildu, successeur de Sortu, de présenter des listesaux élections communales. En ce faisant, la Cour constitutionnellen'a pas suivi l'argumentation de la Cour suprêmequi avait tracé un lien entre ces listes et la stratégie del'ETA.Lors des élections communales du 22 mai (2011), Bildu aremporté 25% des suffrages, 953 sièges aux conseils communauxau Pays Basque et 184 sièges en Navarre. Elledevient ainsi, après le PNV, le deuxième groupe politiqueau Pays Basque et le troisième en Navarre.2. Lesdits développements quant à la participation deBildu aux élections étaient le résultat de l'action des pouvoirsexécutif et judiciaire en Espagne, État membre deL'Union européenne, pays démocratique qui respecte lesprincipes de l'État de droit.1. Welk standpunt neemt de Belgische regering in tenopzichte van de uitsluiting van Sortu en de verijdelde uitsluitingvan Bildu aan de Spaanse gemeenteraadsverkiezingen?2. Welk signaal overweegt onze regering aan de EuropeseUnie te geven met betrekking tot de uitsluiting vandemocratische partijen aan de lokale verkiezingen?Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanBuitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingenvan 06 juli 2011, op de vraag nr. 270 van de heervolksvertegenwoordiger Peter Luykx van 16 juni 2011(N.):1. Het Spaanse Grondwettelijk Hof heeft intussen aanBildu, opvolger van Sortu, toegestaan om toch lijsten voorde gemeenteraadsverkiezingen in te dienen. Hierbij heeftvoornoemd Hof niet de argumentatie gevolgd van hetHoogste Gerechtshof dat een link tussen deze lijsten en eenETA-strategie had ontwaard.Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 22 mei (2011)heeft Bildu met 25% van de stemmen in Baskenland953 zetels en in Navarra 184 zetels in gemeenteradenbehaald. Ze wordt, na de PNV, de tweede politieke groeperingin Baskenland en de derde in Navarra.2. Vermelde ontwikkelingen in verband met de deelnamevan Bildu aan de verkiezingen vormden het resultaat vanhet optreden van de uitvoerende en de rechterlijke macht inSpanje, een Europese Unie-lidstaat en democratisch landdat de principes van de rechtsstaat respecteert.DO 2010201103616Question n° 275 de madame la députée AlexandraColen du 16 juin 2011 (N.) au vice-premierministre et ministre des Affaires étrangères et desRéformes institutionnelles:DO 2010201103616Vraag nr. 275 van mevrouw de volksvertegenwoordigerAlexandra Colen van 16 juni 2011 (N.) aan device-eersteminister en minister van BuitenlandseZaken en Institutionele Hervormingen:L'accroissement des violences en Ouganda. (QO 4880) Het toenemende geweld in Oeganda. (MV 4880)L'organisation de défense des droits de l'homme 'HumanRights Watch' (HRW) a récemment appelé le gouvernementougandais à mener une enquête indépendante sur lesrécentes violences en Ouganda.1. Pouvez-vous confirmer que l'on assiste à une escaladedes violences en Ouganda?2. La Belgique est-elle disposée, au niveau bilatéral oudans le cadre de l'UE, à insister auprès des autorités ougandaisespour qu'elles mettent un terme à la spirale de la terreuret de la violence en Ouganda?De mensenrechtenorganisatie 'Human Rights Watch'(HRW) riep zopas de Oegandese regering op om een onafhankelijkonderzoek in te stellen naar recente gewelddadighedenin Oeganda.1. Kan u bevestigen dat het geweld in Oeganda steedssterker toeneemt?2. Is België bereid om in bilateraal of EU-verband bij deOegandese autoriteiten aan te dringen om de spiraal vanterreur en geweld in Oeganda te doorbreken?CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 553. La Belgique estime-t-elle qu'il serait souhaitable deprendre des sanctions contre l'Ouganda si l'accroissementdes violences dans ce pays dirigé par le président Musevenidevait se poursuivre?Réponse du vice-premier ministre et ministre desAffaires étrangères et des Réformes institutionnelles du07 juillet 2011, à la question n° 275 de madame ladéputée Alexandra Colen du 16 juin 2011 (N.):La situation des droits de l'homme en Ouganda demeureune préoccupation majeure de la Belgique.La période de violences évoquée a fait suite à la pluscalme campagne électorale que l'Ouganda ait jamaisconnue (de novembre 2010 à février 2011). Durant cettepériode, tous les partis ont pu tenir leurs meetings sans rencontrerde problèmes. L'opposition n'a pas accepté lesrésultats des élections, mais les protestations sont restéessans écho. Finalement, ce sont les phénomènes combinésdu mécontentement face aux résultats électoraux et de laforte hausse des prix alimentaires et de l'essence qui sont àl'origine des émeutes qui ont principalement secoué Kampala(un des bastions de l'opposition). L'opposition s'estemployée à perturber autant que faire se peut la cérémoniede prestation de serment du président qui s'est tenue le12 mai 2011, suscitant une réaction musclée des autorités.Les ambassadeurs des États membres de l'UE à Kampalaont non seulement eu des entretiens avec le ministre de laSécurité et de l'Intérieur, mais également avec le chef del'opposition, Kizza Besigye. Mi-mai 2011, cette question aété évoquée au cours d'une rencontre du corps diplomatiqueavec le président Museveni. L'accent a été mis sur lanécessité d'une meilleure gestion des manifestations (pourles deux parties) et d'un dialogue entre les partis qui reconnaissentla légitimité des élections.Tout comme plusieurs autres États membres de l'UE, lesÉtats-Unis et le Haut-commissaire aux droits de l'hommedes Nations Unies ont exprimé leur préoccupation.Il va sans dire que la démocratie et la stabilité dans unpays partenaire comme l'Ouganda ne peuvent être desconcepts vides de sens, et que notre pays, en concertationavec les partenaires de l'UE et en dialogue avec les autoritésougandaises, continue à suivre de près la situation.3. Acht België sancties tegen Oeganda wenselijk indienhet geweld in het land onder leiding van de Oegandese presidentMuseveni blijft toenemen?Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanBuitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingenvan 07 juli 2011, op de vraag nr. 275 van mevrouw devolksvertegenwoordiger Alexandra Colen van 16 juni2011 (N.):De mensenrechtensituatie in Oeganda blijft een belangrijkaandachtspunt voor België.De periode van geweld volgde op een verkiezingscampagne(van november 2010 tot februari 2011) die de meestrustige was die Oeganda ooit gekend heeft. Alle partijenkonden tijdens deze periode ongestoord hun meetings houden.De oppositie aanvaardde de verkiezingsuitslag niet,maar protesten daarentegen kregen geen bijval. Het is uiteindelijkde koppeling van het ongenoegen tegenover deuitslag aan de sterk stijgende voedsel- en benzine prijzendie vooral in Kampala (een bolwerk van de oppositie)geleid heeft tot onlusten. Die oppositie koos ervoor om deeedaflegging door de president op 12 mei 2011 zoveelmogelijk te verstoren. De overheid heeft daarop met hardehand gereageerd.De ambassadeurs van de EU-lidstaten in Kampala hebbenniet alleen gesprekken gehad met de minister voor Veiligheiden Binnenlandse Zaken, maar ook metoppositieleider Besigye. Midden mei 2011 werd dezekwestie opgeworpen tijdens een ontmoeting van het diplomatiekecorps met president Museveni. Er werd aangedrongenop een beter beheer van manifestaties (voor beidepartijen), en op dialoog tussen de partijen die de legitimiteitvan de verkiezingen erkennen.Net als meerdere lidstaten van de EU, hebben de VS ende Commissaris voor de Mensenrechten van de VerenigdeNaties hun bezorgdheid geuit.Het spreekt voor zich dat democratie en stabiliteit in eenpartnerland als Oeganda geen ijdele begrippen mogen zijn,en dat ons land in samenspraak met de EU-partners en indialoog met de overheid de toestand op de voet blijft volgen.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

56 QRVA 53 035DO 2010201103621Question n° 279 de monsieur le député ChristianBrotcorne du 17 juin 2011 (Fr.) au vice-premierministre et ministre des Affaires étrangères et desRéformes institutionnelles:DO 2010201103621Vraag nr. 279 van de heer volksvertegenwoordigerChristian Brotcorne van 17 juni 2011 (Fr.) aan device-eersteminister en minister van BuitenlandseZaken en Institutionele Hervormingen:Les condamnations à mort à Bahreïn. (QO 4965) Terdoodveroordelingen in Bahrein.- (MV 4965)À l'instar d'autres pays arabes, des manifestations ont eulieu à Bahreïn en février et mars 2011 réclamant unemeilleure intégration de la majorité chiite de la populationdans ce pays dirigé par une dynastie sunnite. Cette révoltea été matée par l'intervention de troupes d'Arabie saouditeet des EAU (Émirats Arabes Unis) agissant dans le cadredu Conseil de Coopération du Golfe.On a appris le 22 mai 2011 qu'un tribunal spécial deBahreïn a confirmé en appel la peine de mort pour deuxchiites reconnus coupables du meurtre de deux policierspendant les manifestations, deux autres peines de mort ontété commuées en détention à perpétuité.On rappellera que les violences à Bahreïn ont fait officiellement24 morts, et beaucoup plus selon d'autres sources,et que quatre manifestants sont morts depuis endétention dans des circonstances suspectes.1. a) Au regard de la politique active de la Belgique pourlutter contre le peine de mort, la Belgique a-t-elle entreprisou compte-t-elle entreprendre des démarches en faveur deces deux condamnés à mort?Net als in andere Arabische landen vonden er in Bahreinin februari en maart 2011 manifestaties plaats. De bevolkingvan dit door een soennitische dynastie geregeerdeland eiste een betere integratie van de sjiitische meerderheidin de samenleving. De opstand werd neergeslagendoor de interventie van soldaten uit Saudi-Arabië en deVerenigde Arabische Emiraten, van de gemeenschappelijketroepenmacht van de Samenwerkingsraad voor deGolf (GCC).Op 22 mei 2011 raakte bekend dat een bijzondere rechtbankin Bahrein de veroordeling tot de doodstraf van tweesjiieten die schuldig bevonden werden aan de moord optwee politieagenten tijdens de manifestaties, in beroepheeft bevestigd. Twee andere doodvonnissen werdenomgezet in levenslange gevangenisstraf.Officieel vielen er bij het geweld in Bahrein 24 doden(volgens andere bronnen veel meer), en vier manifestantenkwamen na hun arrestatie in verdachte omstandigheden omhet leven in de gevangenis.1. a) Heeft België, in het licht van het actieve beleid datons land voert in de strijd tegen de doodstraf, demarchesondernomen om deze twee ter dood veroordeelden te hulpte komen, of zal ons land dat doen?b) Si oui, lesquelles? b) Zo ja, welke demarches?c) Si non, pourquoi? c) Zo niet, waarom niet?2. a) Des concertations ont-elles eu lieu au niveau européen?2. a) Wordt er overleg gepleegd op het Europese niveau?b) Si oui, à quels résultats ont-elles menées? b) Zo ja, wat heeft dat overleg opgeleverd?c) Si non, pourquoi et sont-elles prévues? c) Zo niet, waarom niet, en zal er alsnog overleg wordengepleegd?Réponse du vice-premier ministre et ministre desAffaires étrangères et des Réformes institutionnelles du04 juillet 2011, à la question n° 279 de monsieur ledéputé Christian Brotcorne du 17 juin 2011 (Fr.):Comme l'abolition de la peine de mort est en effet unepriorité, tant pour la Belgique que pour l'Union européenne,la Belgique et ses partenaires n'ont pas manqué de suivrece dossier tant avant qu'après le verdict du tribunalspécial du Bahreïn.Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanBuitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingenvan 04 juli 2011, op de vraag nr. 279 van de heervolksvertegenwoordiger Christian Brotcorne van17 juni 2011 (Fr.):Aangezien de afschaffing van de doodstraf zowel voorBelgië als voor de Europese Unie een prioriteit is, hebbenBelgië en zijn partners dit dossier voor en na de uitspraakvan het speciaal tribunaal van Bahrein van nabij opgevolgd.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 57Sur ce dossier, la Belgique est surtout intervenue dans lecadre de l'Union européenne comme en témoignent notammentles conclusions très claires que j'ai adoptées avec mescollègues ministres le 23 mai 2011 sur les condamnations àmort au Bahreïn. Pour le cas spécifique du Bahreïn quevous avez mentionné, des concertations ont mené à unedémarche de l'Union européen à Manama qui a été effectuéemi-mai 2011.Mes services ont par ailleurs réitéré la position belge eteuropéenne au sujet de la peine capitale à l'occasion d'unerencontre avec une délégation parlementaire du Bahreïnquelques jours après cette démarche. À titre national, laBelgique évoque aussi systématiquement la problématiquede la peine de mort dans ses propres interventions auniveau des Examens périodiques universels (EPU) àl'égard de pays tiers.In de eerste plaats, nam België ter zake een standpunt in,in het kader van de Europese Unie, zoals moge blijken uitde zeer duidelijke conclusies die ik op 23 mei 2011 samenmet mijn ambtgenoten heb aangenomen met betrekking totde terdoodveroordelingen in Bahrein. Naar aanleiding vanhet specifieke geval waarnaar u verwijst, besloot de EuropeseUnie in overleg tot de demarche die midden mei 2011in Manama werd ondernomenHet is ook zo dat mijn diensten het Belgische en Europesestandpunt inzake de doodstraf hebben herhaald tijdenseen ontmoeting met een parlementaire delegatie van Bahrein,die enkele dagen na deze demarche plaatshad. Opnationaal niveau brengt België het vraagstuk van de doodstrafsystematisch ter sprake tijdens de Universele PeriodiekeOnderzoeken (UPR) ten aanzien van derde landen.DO 2010201103642Question n° 289 de madame la députée AlexandraColen du 20 juin 2011 (N.) au vice-premierministre et ministre des Affaires étrangères et desRéformes institutionnelles:Les violences croissantes à l'encontre de manifestants auMaroc (QO 5212)Les forces de l'ordre marocaines répriment de plus enplus durement les manifestations de groupes d'opposition,comme le "Mouvement du 20 Février".1. Pouvez-vous confirmer que les violences exercées parla police à l'encontre de manifestants ont également fait desvictimes mortelles?2. a) Le gouvernement belge a-t-il fait part, soit au niveaubilatéral, soit dans le cadre de l'Union européenne, auxautorités marocaines de son inquiétude concernant l'interventionbrutale des forces de l'ordre marocaines?DO 2010201103642Vraag nr. 289 van mevrouw de volksvertegenwoordigerAlexandra Colen van 20 juni 2011 (N.) aan device-eersteminister en minister van BuitenlandseZaken en Institutionele Hervormingen:Het toenemend geweld tegen demonstranten in Marokko.(MV 5212)De Marokkaanse ordediensten treden steeds hardhandigerop bij demonstraties van oppositiegroepen, zoals de"20 Februari-Beweging".1. Kan u bevestigen dat er inmiddels ook dodelijkeslachtoffers vielen als gevolg van gewelddadig politieoptredentegen demonstranten?2. a) Maakte de Belgische regering, hetzij bilateraal, hetzijin Europese Unie-verband, zijn bezorgdheid overgeweld door de Marokkaanse ordediensten reeds kenbaaraan de Marokkaanse autoriteiten?b) Dans l'affirmative, de quelle manière? b) Zo ja, hoe?c) Quelle a été la réaction du gouvernement marocain? c) Hoe werd hierop gereageerd?Réponse du vice-premier ministre et ministre desAffaires étrangères et des Réformes institutionnelles du07 juillet 2011, à la question n° 289 de madame ladéputée Alexandra Colen du 20 juin 2011 (N.):1. L'évolution de la situation au Maroc est suivie de prèsautant par la Belgique que par l'Union européenne.Les manifestations qui ont débuté le 20 février (2011) etqui initialement se déroulaient de manière pacifique, ontconnu des épisodes plus répressifs qui sont, aujourd'hui,derrière nous.Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanBuitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingenvan 07 juli 2011, op de vraag nr. 289 van mevrouw devolksvertegenwoordiger Alexandra Colen van 20 juni2011 (N.):1. De ontwikkelingen in Marokko worden zowel doorBelgië als door de Europese Unie van nabij gevolgd.De betogingen die een aanvang namen op 20 februari(2011) kenden aanvankelijk een vreedzaam verloop maarwerden nadien gevolgd door meer repressieve opstoten dieondertussen echter achter de rug zijn.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

58 QRVA 53 035Depuis le 20 février, six personnes sont décédées dans lecadre des manifestations au Maroc. La majorité d'entreelles (cinq de ces six victimes) sont décédées le 20 févrierdans l'incendie d'une banque à Al Hoceima, dans le cadred'émeutes ayant suivi les manifestations et de tentatives depillage de la banque.La sixième victime, concerne un jeune du Mouvement du20 février décédé le 2 juin après avoir été blessé lors d'unemanifestation le 29 mai à Safi. Les autorités locales ontdéclaré "sur la base d'un rapport d'autopsie, que sa mort estliée à une prise en charge médicale tardive d'une déficiencerénale et à une crise cardiaque". La famille de la victime atoutefois réfuté cette version de fait et dénonce un tabassagede la part des forces de l'ordre marocaines à sonencontre. Une instruction judiciaire a été ouverte le 5 juin.2. Lors des manifestations du 29 mai, la police est eneffet intervenue de manière beaucoup plus musclée. Lorsdes manifestations plus récentes du 5 juin et du 19 juin, lapolice s'est à nouveau tenue plus à distance. L'attitude desforces de l'ordre va donc continuer à faire l'objet d'uneattention particulière mais n'a, pour l'heure, pas fait l'objetde démarches. La communauté internationale attend à présentla suite qui sera donnée aux réformes annoncées par leroi.Sinds 20 februari zijn er zes dodelijke slachtoffers gevallenbij betogingen in Marokko. Het merendeel daarvan(vijf van deze slachtoffers) viel te betreuren toen op20 februari in de Al Hoceima bank brand ontstond, dit ineen context van pogingen om de desbetreffende bank teplunderen.Het zesde slachtoffer is een jonge aanhanger van de'20 februari'-Beweging die op 2 juni overleed aan de verwondingenopgelopen bij een manifestatie op 29 mei inSafi. In een verklaring stelde de lokale overheid dat "blijkenshet autopsierapport het overlijden kan worden toegeschrevenaan het feit dat niet onmiddellijk medische hulpwerd geboden toen nierinsufficiëntie en een hartaanvaloptraden". De familie van het slachtoffer hecht geen geloofaan deze verklaring en laakt de slagen die door de Marokkaanseordediensten werden toegebracht. Op 5 juni werdeen gerechtelijk onderzoek geopend.2. Tijdens de betogingen van 29 mei trad de politie inderdaadveel hardhandiger op. Op de meer recente betogingenvan 5 juni en van 19 juni heeft de politie zich meer afzijdiggehouden. Het optreden van de ordediensten zal verder vannabij opgevolgd worden maar gaf dusver geen aanleidingtot demarches. De internationale gemeenschap kijkt inmiddelsuit naar de verdere opvolging van de hervormingendie eerder door de koning werden aangekondigd.Vice-première ministre et ministre de l'Emploi etde l'Égalité des chances, chargée de la Politique demigration et d'asileVice-eersteminister en minister van Werk enGelijke Kansen, belast met het Migratie- enasielbeleidDO 2010201103685Question n° 265 de madame la députée MirandaVan Eetvelde du 23 juin 2011 (N.) à la vicepremièreministre et ministre de l'Emploi et del'Égalité des chances, chargée de la Politique demigration et d'asile:L'influence du plan win-win sur le chômage des jeunes.(QO 5253)Entré en vigueur le 1er janvier 2010, le plan d'embauchewin-win vise à l'activation des jeunes, des aînés et des chômeursde longue durée. Je voudrais concentrer ma questionsur le chômage des jeunes étant donné le problème spécifiqueque constitue ce groupe cible. Le moment est idéal, unan et demi après l'entrée en vigueur de cette mesure, pouren évaluer l'incidence.DO 2010201103685Vraag nr. 265 van mevrouw de volksvertegenwoordigerMiranda Van Eetvelde van 23 juni 2011 (N.) aande vice-eersteminister en minister van Werk enGelijke Kansen, belast met het Migratie- enasielbeleid:De invloed van het win-winplan op de jongerenwerkloosheid.(MV 5253)Het win-win aanwervingsplan, dat op 1 januari 2010 vankracht werd, heeft als doel jongere, oudere en langdurigwerklozen te activeren. Gezien de jongerenwerkloosheideen specifiek probleem vormt, had ik mijn vraag graag opdeze doelgroep toegespitst. We zijn nu anderhalf jaar na deinvoering van de maatregel en dus is het een goed momentom het effect ervan te evalueren.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 591. a) Comment évaluez-vous l'incidence, jusqu'à présent,du plan win-win sur le chômage des jeunes et sur l'évolutiondes allocations d'attente?b) Observez-vous des différences régionales en ce quiconcerne cette incidence?2. Pouvez-vous étayer cette analyse par des statistiquesrégionales portant sur le taux de chômage des jeunes et lenombre d'ayants droit à une allocation d'attente en 2009,2010 et 2011 (données provisoires)?3. a) Combien de travailleurs ont été jusqu'à présentengagés sur la base d'une carte de travail délivrée dans lecadre du plan win-win et combien d'entre eux étaient desjeunes?b) Comment ces statistiques se répartissent-elles entre lesdiverses Régions?Réponse de la vice-première ministre et ministre del'Emploi et de l'Égalité des chances, chargée de laPolitique de migration et d'asile du 08 juillet 2011, à laquestion n° 265 de madame la députée Miranda VanEetvelde du 23 juin 2011 (N.):1. Le plan win-win présente selon moi un grand succès.Au 31 mai 2011, plus de 80.000 demandeurs d'emploi ontété en mesure d'obtenir un emploi par le biais de ce plan. Jevous transmets ici la répartition de ces bénéficiaires parcatégories et par Régions.En ce qui concerne l'impact sur le niveau de chômage, jevoudrais d'abord dire que, globalement, si on analyse lenombre de chômeurs sans tenir compte des modificationssuccessives de la réglementation, on constate que le niveaude chômage en 2010 était le deuxième plus bas des dix dernièresannées.Je me permets également de rappeler le point de vue del'Ires (L'Institut de recherches économiques et sociales),qui indiquait dans ses Prévisions Économiques du moinsd'avril 2011 que "durant la phase de reprise qui a suivi lacrise, l'emploi a progressé plus rapidement qu'attendu.Cette évolution positive semble due assez peu à la repriseéconomique en elle-même, mais plutôt à la prolongationrégulière des mesures de réduction du temps de travail parles pouvoirs publics et, surtout, à la mise en place en janvier2010 du plan win-win qui constitue un soutien trèsavantageux à l'embauche".1. a) Hoe beoordeelt u op heden het effect van het winwinplanop de jongerenwerkloosheid en op de evolutie vande wachtuitkeringen?b) Merkt u een verschillend regionaal effect?2. Kan u deze analyse staven met cijfers uit 2009, 2010en voorlopige cijfers van 2011 inzake jeugdwerkloosheidsgraaden aantal wachtuitkeringsgerechtigden per Gewest?3. a) Hoeveel werknemers werden tot nu toe aangeworvenmet een werkkaart in het kader van het win-winplan,en hoeveel daarvan betroffen jongeren?b) Hoe ziet de verhouding tussen de Gewesten er uit?Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanWerk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- enasielbeleid van 08 juli 2011, op de vraag nr. 265 vanmevrouw de volksvertegenwoordiger Miranda VanEetvelde van 23 juni 2011 (N.):1. Het win-win-plan is volgens mij een groot succes. Op31 mei 2011 hebben meer dan 80.000 werkzoekenden opbasis van dit plan een passende betrekking gevonden. Ikzal u de cijfers per categorie en per regio geven.Wat betreft de impact van het win-win-plan op de werkloosheidwil ik voorafgaandelijk opmerken dat, indien menhet aantal werkzoekenden analyseert zonder rekening tehouden met de opeenvolgende wijzigingen in de reglementering,men vaststelt dat het werkloosheidsniveau in 2010het tweede laagste van de afgelopen tien jaar was.Daarnaast kan de publicatie van het Ires (L'Institut derecherches économiques et sociales) aangehaald worden,"Perspectives économiques - avril 2011". Hierin wordtgesteld dat het herstel van de werkgelegenheid tijdens deeconomische heropleving na de crisis sneller is gegaan danverwacht, in hoofdzaak door de invoering van het plan'Win-Win' in januari 2010. Bovendien verwachten ze datdit effect tijdens de komende maanden zal blijven spelen,aangezien de maatregel in voege zal blijven. Hierdoor zullenbedrijven volgens hen waarschijnlijk hun bezettingblijven verhogen en zal de creatie van nieuwe jobs ook tijdensde volgende maanden hetzelfde tempo aanhouden.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

60 QRVA 53 035En ce qui concerne le nombre de chômeurs indemnisésde moins de 25 ans en avril 2011 (derniers chiffres disponibles):hormis 2008 (exceptionnelle au niveau de l'emploi),il est le plus bas de ces douze dernières années. Enmoyenne sur les premiers mois de 2011, il y avait 58.697chômeurs complets indemnisés de moins de 25 ans. En2009, il y en avait 65.535 en moyenne. Bien entendu, ceschiffres ne tiennent pas compte de l'augmentation que l'onaurait pu observer en l'absence de mise en oeuvre de lamesure win-win.2. En ce qui concerne le taux de chômage des jeunes,celui-ci est calculé par Eurostat, et n'est pas disponible auniveau mensuel réparti par Région. La répartition régionaleest certes disponible sur base régionale mais les donnéesles plus récentes datent de 2009. Le taux de chômage desjeunes au niveau national était de 21% au mois d'avril2011, contre 23,8% au début de l'année 2010.Je vous communique ci-joint les chiffres relatifs auxbénéficiaires des allocations d'attente.Les chiffres que je vous communique ici indiquent que legouvernement, même en affaires courantes, réalise un travailde qualité. Mais ils soulignent également la nécessitéde procéder à la réalisation de nouvelles réformes, de nouvellesmesures structurelles qui puissent augmenter le tauxd'emploi et respecter les engagements pris.1. Nombre de chômeurs complets indemnisés - Évolutionsur dix ans à réglementation constanteWat betreft het aantal vergoede werkzoekenden onder de25 jaar in april 2011 (dit zijn de laatst beschikbare cijfers):uitgezonderd 2008 (uitzonderlijk op werkgelegenheidsniveau)zijn dit de laagste van de afgelopen twaalf jaar.Gemiddeld over de eerste maanden van 2011 werden58.697 werkzoekenden jonger dan 25 vergoed. In 2009waren er dat nog gemiddeld 65.535. Deze cijfers houdenuiteraard geen rekening met de verhoging die we haddenkunnen vaststellen zonder plan 'win-win'.2. De jeugdwerkloosheidsgraad wordt berekend doorEurostat en is op maandbasis niet beschikbaar op regioniveau.De jeugdwerkloosheidsgraad op jaarbasis is welbeschikbaar op regioniveau, maar de meest recente gegevenszijn die voor 2009. De jeugdwerkloosheid bedroeg21% in de maand april 2011, tegen 23,8% in het begin van2010.Ik bezorg u ook nog de cijfers voor diegenen die van eenwachtuitkering genieten.De cijfers die ik u meedeel tonen aan dat de regering,zelfs in lopende zaken, kwaliteitswerk aflevert. Ze onderstrepenechter ook de noodzaak om over te gaan tot de realisatievan nieuwe hervormingen, nieuwe structurelemaatregelen die de werkgelegenheidsgraad zullen verhogenen de genomen engagementen zullen respecteren.1. Aantal volledige vergoede werklozen - Evolutie overtien jaar met constante reglementeringChômage indemnisé(CCI-DE et CCI NDE)—Vergoedewerkloosheid (UVW-WZ en UVW-NWZ)Populationactive—ActievebevolkingTaux—PercentageClass.—Klass.20002001200220032004200520062007200820092010450 561447 639483 004516 713524 658523 353499 519458 845421 018442 464440 7204 647 0004 701 0004 717 0004 768 0004 916 0004 844 0004 916 0004 963 0004 987 0005 037 0005 109 0009,70 %9,50 %10,20 %10,80 %10,80 %10,60 %10,10 %9,20 %8,40 %8,70 %8,60 %6581110974132CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 612. Taux de chômage des jeunes (EUROSTAT) 2. Jeugdwerkloosheidsgraad (EUROSTAT)Taux de chômage des jeunes (Eurostat) — Jeugdwerkloosheidsgraad (Eurostat)3. Situation au 31 mai 2011 3. Situatie op 31 mei 2011Contrats de travailFlandre Wallonie Bruxelles Belgique———— —Arbeidscontracten Vlaanderen Wallonië Brussel België< 26 ans sans diplôme de l’ESS< 26 jaar zonder diploma van het HSO< 26 ans avec maximum un diplôme de l’ESS< 26 jaar met maximum een diploma van het HSOPlus d’un an chômeurMeer dan 1 jaar werkloos50 ans et plus50 jaar en ouderTotalTotaal11 029 19 169 3 062 33 2605 251 9 895 1 228 16 3748 913 9 691 2 351 20 9555 080 3 613 904 9 59730 273 42 368 7 545 80 186Source - Bron: RVA - Directie StatistiekenCHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

62 QRVA 53 0354. Nombre de chômeurs complets indemnisés et demandeursd'emploi inoccupés de moins de 25 ans (Source:ONEM)4. Aantal volledige uitkeringgerechtigde werklozen enniet-werkende werkzoekenden van minder 25 jaar (Bron:RVA)Unités physiques—Fysieke eenhedenRég.flamande—VlaamsGewestRég.wallonne—WaalsGewestRég.Bruxelles-Cap—BrusselsHoofdstedelijkGewestPays—Land1999 26 088 36 011 7 737 69 8352000 20 972 32 359 7 638 60 9692001 21 106 32 683 7 674 61 4632002 26 234 35 698 8 850 70 7822003 30 683 38 544 9 642 78 8682004 29 257 39 063 9 578 77 8982005 27 170 37 392 9 132 73 6942006 24 264 36 322 8 855 69 4412007 19 714 34 769 8 286 62 7702008 17 622 33 123 7 699 58 4442009 22 718 34 764 8 052 65 5352010 22 149 33 695 8 147 63 9922011 - 4 mois/maand 20 119 30 854 7 724 58 697Janvier/Januari 2011 22 497 33 761 8 047 64 305Février/Februari 2011 20 419 31 161 7 832 59 412Mars/Maart 2011 19 312 29 672 7 786 56 770Avril/April 2011 18 249 28 821 7 229 54 299(source: stat info) (bron: stat info)CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 635. Nombre de prestataires d'allocation d'attente parRégion en unité physique selon le mois de présentation(source: ONEM)5. Het aantal wachtuitkeringsgerechtigden per Gewest infysieke eenheden volgens indieningsmaand (bron: RVA)Année—JaarMois—MaandRégionflamande—VlaamsGewestRégionwallonne—Waals GewestRégionBruxellesCapitale—BrusselsHoofdstedelijkGewestPays—Land2009 1 21 864 70 125 17 506 109 4952 21 737 67 504 16 783 106 0243 22 973 68 347 17 628 108 9484 20 192 64 186 16 371 100 7495 22 509 68 118 16 828 107 4556 24 538 71 069 18 131 113 7387 22 819 70 347 17 160 110 3268 27 009 74 553 18 969 120 5319 25 967 70 723 18 470 115 16010 25 179 68 675 17 941 111 79511 25 208 68 567 18 604 112 37912 21 509 64 808 16 392 102 7092010 1 26 394 71 480 19 540 117 4142 24 491 66 908 17 473 108 8723 23 727 65 044 17 750 106 5214 22 996 64 518 17 342 104 8565 24 496 66 540 17 482 108 5186 24 005 67 317 18 254 109 5767 24 273 69 845 18 087 112 2058 27 001 71 896 19 383 118 2809 24 678 67 779 18 527 110 98410 25 614 69 171 19 031 113 81611 24 047 65 379 18 262 107 68812 21 236 62 444 17 196 100 8762011 1 25 624 69 003 18 840 113 4672 23 267 64 333 18 008 105 6083 22 420 62 160 17 857 102 4374 21 491 61 406 17 224 100 121CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

64 QRVA 53 035Ministre des Pensions et des Grandes villesMinister van Pensioenen en Grote StedenDO 0000201000955Question n° 20 de madame la députée Maggie De Blockdu 05 octobre 2010 (N.) au ministre des Pensionset des Grandes villes:Organismes d'intérêt public. - Affiliation au Pool desparastataux.Les pensions de retraite des agents des organismes d'intérêtpublic sont à charge du Pool des parastataux.Ces organismes d'utilité publique versent au Pool desparastataux une cotisation de 7,5% prélevée sur le traitementde ces agents aux fins du financement des pensionsde survie et ils lui versent une cotisation de 22,5% aux finsdu financement des pensions de retraite.1. Quels organismes d'utilité publique sont affiliés auPool des parastataux (veuillez préciser comment ils serépartissent entre les différentes entités de notre pays)?2. Quelle a été, en 2009, la masse salariale par organismed'utilité publique affilié (veuillez en préciser la répartitionentre les différentes entités de notre pays)?3. Quelle a été, en 2009, la totalité des cotisations verséesaux fins du financement des pensions (veuillez en préciserla répartition entre les cotisations individuelles des agentset les cotisations des organismes d'intérêt public, et parorganisme d'intérêt public ainsi qu'entre les différentesentités de notre pays)?Réponse du ministre des Pensions et des Grandesvilles du 01 juillet 2011, à la question n° 20 de madamela députée Maggie De Block du 05 octobre 2010 (N.):Les organismes d'intérêt public (OIP) affiliés au régimede financement des pensions parastatales (l'ancien Pool desParastataux) versent au Service des Pensions du SecteurPublic (SdPSP) une cotisation (personnelle) de 7,5% surles traitements de leurs fonctionnaires nommés à titre définitifpour le financement des pensions de survie, et unecotisation patronale pour le financement des pensions deretraite. Cette dernière cotisation peut être adaptée chaqueannée en fonction de la charge des pensions.En 2009 cette cotisation patronale s'élevait à 29,5% (etnon 22,5% comme mentionné dans la question). La cotisationpour 2010 a été fixée à 30%.DO 0000201000955Vraag nr. 20 van mevrouw de volksvertegenwoordigerMaggie De Block van 05 oktober 2010 (N.) aan deminister van Pensioenen en Grote Steden:Instellingen van openbaar nut. - Aansluiting bij de Poolder Parastatalen.De rustpensioenen voor personeelsleden van instellingenvan openbaar nut zijn ten laste van de Pool der Parastatalen.Deze instellingen van openbaar nut betalen een bijdrage7,5% op de wedde van die ambtenaren ter financiering vande overlevingspensioenen en 22,5% voor de rustpensioenenaan de Pool der Parastatalen.1. Welke instellingen van openbaar nut zijn aangeslotenbij de Pool der Parastatalen, onderverdeeld in instellingenvan openbaar nut van de verschillende entiteiten van onsland?2. Wat was in 2009 de loonmassa per aangesloten instellingvan openbaar nut, onderverdeeld in instellingen vanopenbaar nut van de verschillende entiteiten van ons land?3. Wat was in 2009 de totaliteit van bijdragen ter financieringvan het pensioen opgesplitst in de individuele bijdragevan de ambtenaar en de bijdrage van de instellingvan openbaar nut en dit per instelling van openbaar nut,onderverdeeld in instellingen van openbaar nut van de verschillendeentiteiten van ons land?Antwoord van de minister van Pensioenen en GroteSteden van 01 juli 2011, op de vraag nr. 20 vanmevrouw de volksvertegenwoordiger Maggie De Blockvan 05 oktober 2010 (N.):De instellingen van openbaar nut (ION) aangesloten bijhet financieringsstelsel van de parastatale rustpensioenen(de gewezen Pool der Parastatalen) storten aan de Pensioendienstvoor de overheidssector (PDOS) enerzijds een(persoonlijke) bijdrage van 7,5% op de wedde van hunvastbenoemde ambtenaren ter financiering van de overlevingspensioenen,en anderzijds een werkgeversbijdrage terfinanciering van de rustpensioenen, die jaarlijks aangepastkan worden in functie van de te dragen pensioenlast.In 2009 bedroeg deze werkgeversbijdrage 29,5% (en niet22,5% zoals in de vraag vermeld staat). De bijdrage voor2010 werd vastgesteld op 30%.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 651. Dans le tableau en annexe vous trouvez un aperçu desorganismes d'intérêt public affiliés (OIP), divisés en organismesd'intérêt public des entités diverses de notre pays.2. Vous trouvez également dans ce tableau la masse salarialepar OIP affilié, divisée de nouveau par entité de notrepays. Cette masse salariale a été fixée sur la base des versementsde la cotisation patronale de 29,5% perçus entre le1er janvier 2009 et le 31 décembre 2009.3. Ce tableau donne également le total des cotisationspour le financement des pensions perçues par le SdPSPpendant l'année civile 2009, divisé en cotisation personnellede l'agent et la cotisation patronale, et ce divisé parOIP par entité de notre pays.Étant donné son caractère de pure documentation, il n'y apas lieu de l'insérer au Bulletin des Questions et Réponses,mais il peut être consulté au Greffe de la Chambre desreprésentants (service des Questions parlementaires).1. In bijgaande tabel vindt u een overzicht van de aangesloteninstellingen van openbaar nut (ION), onderverdeeldin instellingen van openbaar nut van de verschillende entiteitenvan ons land.2. U vindt in deze tabel eveneens de loonmassa per aangeslotenION, opnieuw onderverdeeld per entiteit van onsland. Deze loonmassa werd bepaald op basis van de ontvangenstortingen van de 29,5% werkgeversbijdrage tussen1 januari 2009 en 31 december 2009.3. Deze tabel geeft tevens het totaal weer van de bijdragenter financiering van het pensioen ontvangen door dePDOS gedurende het kalenderjaar 2009, opgesplitst in depersoonlijke bijdrage van de ambtenaar en de werkgeversbijdrage,en dit onderverdeeld per ION per entiteit van onsland.Gezien het louter documentaire karakter ervan wordt detabel niet in het Bulletin van Vragen en Antwoorden opgenomenmaar ligt hij ter inzage bij de Griffie van de Kamervan volksvertegenwoordigers (dienst Parlementaire Vragen).DO 2010201101366Question n° 33 de monsieur le député WouterDe Vriendt du 19 novembre 2010 (N.) au ministredes Pensions et des Grandes villes:Pensions de retraite et de survie. - Catégories d'allocations.Votre administration peut-elle répondre aux questionssuivantes?1. Combien de personnes bénéficient d'une pension deretraite? Pouvez-vous opérer une distinction entre les catégoriessuivantes:DO 2010201101366Vraag nr. 33 van de heer volksvertegenwoordigerWouter De Vriendt van 19 november 2010 (N.)aan de minister van Pensioenen en Grote Steden:Rust- en overlevingspensioen. - Uitkeringscategorieën.Kan uw administratie een antwoord geven op de volgendevragen?1. Wat is het aantal rechtmatige personen die nu van eenrustpensioen genieten en dit opgedeeld volgens:a) ouvriers et employés, salariés dans l'industrie privée; a) arbeiders en bedienden, weddentrekkende in de privateindustrie;b) indépendants; b) zelfstandigen;c) fonctionnaires des services publics; c) ambtenaren in overheidsdienst;d) travailleurs de services publics tels que la SNCB, lesadministrations locales, les provinces et les institutions disposantde leur propre régime de pensions?2. Combien de personnes bénéficient d'une pension desurvie? Pouvez-vous opérer une distinction entre les catégoriessuivantes:d) werknemers overheidsdiensten zoals NMBS en lokalebesturen en provincies, instellingen met een eigen pensioenregeling?2. Wat is het aantal rechtmatige personen die nu eenoverlevingspensioen ontvangen en dit opgedeeld volgens:a) ouvriers et employés, salariés dans l'industrie privée; a) arbeiders en bedienden, weddentrekkende in de privateindustrie;b) indépendants; b) zelfstandigen;c) fonctionnaires des services publics; c) ambtenaren in overheidsdienst;CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

66 QRVA 53 035d) travailleurs de services publics tels que la SNCB, lesadministrations locales, les provinces et les institutions disposantde leur propre régime de pensions?3. Quels sont les statistiques en matière de pensions brutes,par catégorie d'allocations et par an? Pouvez-vousmentionner les chiffres absolus et le pourcentage par rapportau total:d) werknemers overheidsdiensten zoals NMBS en lokalebesturen en provincies, instellingen met een eigen pensioenregime?3. Wat zijn de cijfers voor bruto pensioenen opgedeeldvolgens uitkeringscategorieën per jaar, met vermelding vande absolute cijfers en het percentage ten opzichte van hettotaal:a) jusqu'à 5.000 euros; a) tot 5.000 euro;b) de 5.001 à 10.000 euros; b) van 5.001 tot 10.000 euro;c) de 10.001 à 15.000 euros; c) van 10.001 tot 15.000 euro;d) de 15.001 à 20.000 euros; d) van 15.001 tot 20.000 euro;e) de 20.001 à 25.000 euros; e) van 20.001 tot 25.000 euro;f) de 25.001 à 30.000 euros; f) van 25.001 tot 30.000 euro;g) de 30.001 à 35.000 euros; g) van 30.001 tot 35.000 euro;h) de 35.001 à 40.000 euros; h) van 35.001 tot 40.000 euro;i) de 40.001 à 50.000 euros; i) van 40.001 tot 50.000 euro;j) de 50.001 à 60.000 euros; j) van 50.001 tot 60.000 euro;k) plus de 60.000 euros? k) meer dan 60.000 euro?4. a) Quelles mesures envisagez-vous de prendre pourréduire le fossé entre les pensions les plus élevées et lesplus basses?b) Quelles mesures envisagez-vous de prendre pourgarantir la liaison des pensions au bien-être à long termetout en confirmant les pensions légales dans leur rôle derevenu principal des aînés?Réponse du ministre des Pensions et des Grandesvilles du 01 juillet 2011, à la question n° 33 de monsieurle député Wouter De Vriendt du 19 novembre 2010(N.):A. Pensions payées par l'Office national des Pensions(ONP)1. Le total des bénéficiaires payés par l'Office nationaldes Pensions s'élevait en janvier 2010 à 1.791.526 personnes.Le tableau ci-dessous donne le nombre de bénéficiairesd'une pension de retraite payés en janvier 2010. Nousattirons l'attention sur le fait qu'un même bénéficiaire peutà la fois percevoir une pension de retraite dans le régimesalarié et le régime indépendant. En janvier 2010, c'était lecas de 277.582 personnes.4. a) Welke maatregelen overweegt u om de kloof tussende laagste en de hoogste pensioenen te verkleinen?b) Welke maatregelen denkt u te nemen om enerzijds dewelvaartvastheid van de pensioenen op lange termijn tekunnen garanderen en anderzijds de wettelijke pensioenenals grondpeiler voor het ouderen inkomen te bevestigen?Antwoord van de minister van Pensioenen en GroteSteden van 01 juli 2011, op de vraag nr. 33 van de heervolksvertegenwoordiger Wouter De Vriendt van19 november 2010 (N.):A. Pensioenen uitbetaald door de Rijksdienst voor Pensioenen(RVP)1. Het totaal aantal door de Rijksdienst voor Pensioenenbetaalde gerechtigden bedroeg 1.791.526 personen in januari2010. Onderstaande tabel toont het aantal gerechtigdenop een rustpensioen dat werd uitbetaald in januari 2010.Wij vestigen de aandacht op het feit dat eenzelfde gerechtigdetegelijkertijd een rustpensioen in de werknemersregelingen in de regeling voor zelfstandigen kan ontvangen. Injanuari 2010 was dit het geval voor 277.582 personen.Nombre de bénéficiaires de pension de retraite—Aantal gerechtigden op een rustpensioenRégime/RegelingSalariés/WerknemersIndépendants/ZelfstandigenNombre/Aantal1 430 082394 847CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 672. Le tableau ci-dessous donne le nombre de bénéficiairesd'une pension de survie payés en janvier 2010. Danscette catégorie de prestation sociale, le double comptageest également présent. Ainsi 82.391 personnes avaientbénéficié d'une pension de survie dans les deux régimes.2. Onderstaande tabel toont het aantal gerechtigden opeen overlevingspensioen dat werd uitbetaald in januari2010. In deze categorie sociale uitkering is de dubbele tellingook aanwezig. Zo ontvingen 82.391 personen eenoverlevingspensioen in de twee regelingen.Nombre de bénéficiaires de pension de survie—Aantal gerechtigden op een overlevingspensioenRégime/RegelingSalariés/WerknemersIndépendants/ZelfstandigenNombre/Aantal484 349123 023Le phénomène du double comptage se manifeste égalementau niveau du type de prestations puisque l'on peut à lafois bénéficier d'une prestation de retraite et d'une prestationde survie. C'était le cas de 280.802 personnes.3. Les tableaux ci-dessous donnent le nombre de bénéficiairesdes différents types de pensions par tranches derevenus annuels de 5.000,00 euros sur la base des montantspayés, par l'ONP, en janvier 2010. Il convient de noter queles situations familiales ne sont pas prises en compte dansces données, pas plus que d'éventuelles autres pensionsd'origine étrangère ou d'administrations publiques.Het fenomeen van de dubbele telling doet zich ook voorop het vlak van het soort uitkering aangezien er tegelijkertijdeen rust- en een overlevingspensioen kan worden ontvangen.Dit was het geval voor 280.802 personen.3. Onderstaande tabellen geven het aantal gerechtigdenweer op verschillende soorten pensioenen per jaarlijkseinkomensschijven van 5.000,00 euro op basis van de doorde RVP uitbetaalde bedragen in januari 2010. Er dient teworden opgemerkt dat bij deze gegevens geen rekening isgehouden met de gezinssituatie, evenmin als met eventueleandere buitenlandse of ambtenarenpensioenen.Bénéficiaires tous régimes et tous avantages confondus—Totaal aantal gerechtigden, ongeacht de regeling en het soort pensioenTranches de revenus / Inkomensschijven Nombre / Aantal Pourcentage / Percentagemoins de/minder dan 5 000 euro(s)[ 5 000 - 10 000 [[ 10 000 - 15 000 [[ 15 000 - 20 000 [[ 20 000 - 25 000 [[ 25 000 - 30 000 [[ 30 000 - 35 000 [[ 35 000 - 40 000 [[ 40 000 - 45 000 [[ 45 000 - 50 000 [[ 50 000 - 55 000 [[ 55 000 - 60 000 [421 710218 670694 805333 694106 79314 84353416714795581023,54 %12,21 %38,78 %18,63 %5,96 %0,83 %0,03 %0,01 %0,01 %0,01 %0,00 %0,00 %Total général/Totaal 1 791 526 100,00 %Pour les données reprises ci-dessus, le rapport du huitième décile au deuxième décile est de 4,5Voor de hierboven weergegeven gegevens, bedraagt de verhouding tussen het achtste deciel en het tweededeciel 4,5.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

68 QRVA 53 035Pour les données reprises ci-dessus, le rapport du huitièmedécile au deuxième décile est de 4,5.Voor de hierboven weergegeven gegevens, bedraagt deverhouding tussen het achtste deciel en het tweede deciel4,5.Bénéficiaires de retraite(s)—Gerechtigden op een rustpensioenTranches de revenus/Inkomensschijven Nombre/Aantal Pourcentage/PercentageRetraite salarié/Rustpensioen werknemer 1 430 082 100,00 %moins de / minder dan 5 000 euro(s)[ 5 000 - 10 000 [[ 10 000 - 15 000 [[ 15 000 - 20 000 [[ 20 000 - 25 000 [[ 25 000 - 30 000 [[ 30 000 - 35 000 [[ 35 000 - 40 000 [[ 40 000 - 45 000 [[ 45 000 - 50 000 [[ 50 000 - 55 000 [[ 55 000 - 60 000 [335 582171 334508 088297 462101 93214 74049115113995581023,47 %11,98 %35,53 %20,80 %7,13 %1,03 %0,03 %0,01 %0,01 %0,01 %0,00 %0,00 %Bénéficiaires de retraite(s)—Gerechtigden op een rustpensioenTranches de revenus/Inkomensschijven Nombre/Aantal Pourcentage/PercentageRetraite indépendant/Rustpensioen zelfstandige 394 847 100,00 %moins de / minder dan 5 000 euro(s)[ 5 000 - 10 000 [[ 10 000 - 15 000 [[ 15 000 - 20 000 [[ 20 000 - 25 000 [[ 25 000 - 30 000 [[ 30 000 - 35 000 [[ 35 000 - 40 000 [[ 45 000 - 50 000 [62 62184 135203 04236 5077 953566166115,86 %21,31 %51,42 %9,25 %2,01 %0,14 %0,00 %0,00 %0,00 %CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 69Bénéficiaires de survie(s)—Gerechtigden op een overlevingspensioenTranches de revenus/Inkomensschijven Nombre/Aantal Pourcentage/PercentageSurvie salarié/Overlevingspensioen werknemer 484 349 100,00 %moins de / minder dan 5 000 euro(s)[ 5 000 - 10 000 [[ 10 000 - 15 000 [[ 15 000 - 20 000 [[ 20 000 - 25 000 [[ 25 000 - 30 000 [[ 30 000 - 35 000 [[ 35 000 - 40 000 [[ 40 000 - 45 000 [[ 45 000 - 50 000 [71 65042 187254 09599 25716 5004961004416414,79 %8,71 %52,46 %20,49 %3,41 %0,10 %0,02 %0,01 %0,00 %0,00 %Bénéficiaires de survie(s)—Gerechtigden op een overlevingspensioenTranches de revenus/Inkomensschijven Nombre/Aantal Pourcentage/PercentageSurvie indépendant/Overlevingspensioen zelfstandige 123 023 100,00 %moins de / minder dan 5 000 euro(s)[ 5 000 - 10 000 [[ 10 000 - 15 000 [[ 15 000 - 20 000 [[ 20 000 - 25 000 [[ 25 000 - 30 000 [[ 35 000 - 40 000 [6 47712 70199 2424 352242815,26 %10,32 %80,67 %3,54 %0,20 %0,01 %0,00 %Les pourcentages mentionnés sont fixés sans tenircompte des différents cumuls mentionnés.4. a) D'après moi, le fossé entre la pension minimumgarantie et la pension maximale, existant dans la pratiquedans les différents régimes est bien plus bas que celui quel'on observe pour les salaires ou, pour les revenus des travailleursindépendants.b) Ces questions ont été soulevées dans le cadre de laConférence nationale des pensions, suspendue par la taskforce, ainsi que vous le savez, suite à la démission du gouvernement.Il appartiendra au nouveau gouvernement fédéralde décider de la suite du processus en vue de larédaction d'un éventuel "Livre blanc", "Livre blanc" quidevrait apporter des propositions de réponses et de solutionsà celles-ci.De vermelde percentages zijn vastgesteld zonder rekeningte houden met de verschillende vermelde cumuls.4. a) Mijns inziens is de kloof tussen het gewaarborgdminimumpensioen en het maximumpensioen, die in depraktijk in de verschillende stelsels bestaat, veel kleinerdan de kloof tussen de salarissen of tussen de inkomstenvan zelfstandigen.b) Deze vragen werden opgeworpen in het kader van deNationale Pensioenconferentie, opgeschort door de taskforce, zoals u weet, ten gevolge van het ontslag van deregering. Het komt toe aan de nieuwe federale regering omte beslissen over het vervolg van de procedure met het oogop de redactie van een eventueel 'Witboek' dat antwoordenen oplossingen zou moeten aanreiken op deze vragen.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

70 QRVA 53 035B. Service des Pensions du Secteur Public (SdPSP) B. Pensioendienst voor de Overheidssector (PDOS)1. Nombre actuel de pensions de retraite et pensions desurvie du secteur public gérées par le Service des Pensionsdu Secteur Public:- Nombre de bénéficiaires de pensions de retraite et depensions de survie du secteur public gérées par le SdPSP,sans tenir compte des pensions des pouvoirs provinciaux etlocaux et celles des entreprises publiques autonomes:1. Huidig aantal rust- en overlevingspensioenen van deoverheidssector, beheerd door de Pensioendienst voor deOverheidssector:- Aantal rechthebbenden op rust- en overlevingspensioenenvan de overheidssector, beheerd door de PDOS, zonderrekening te houden met de pensioenen van de provincialeen lokale overheden en die van de autonome overheidsbedrijven:Nombre de bénéficiaires de pensions de retraite/Aantal rechthebbenden op rustpensioenen 261 812Nombre de bénéficiaires de pensions de survie/Aantal rechthebbenden op overlevingspensioenen 61 002- Nombre de pensions de retraite et de survie des entreprisespubliques autonomes, gérées par le SdPSP:- Aantal rust- en overlevingspensioenen van de autonomeoverheidsbedrijven, beheerd door de PDOS:Entreprise publique—OverheidsbedrijfPensions de retraite—RustpensioenenPensions de survie—OverlevingspensioenenTota(a)lBELGACOMBELGACOM(Ex membres du personnel de l’IBPT/Gewezen leden van het BIPT)BELGOCONTROLLA POSTE/DE POSTOFFICE DE LA NAVIGATION/DIENST VOOR DE SCHEEPVAARTRÉGIE DES VOIES AÉRIENNES/REGIE DER LUCHTWEGENTHE BRUSSELS AIRPORT COMPANY (EX BIAC)13 10613353725 6213294 69651848 51011456717 80213872134 1311145396TOTA(A)L 39 726 13 608 53 334Le SdPSP ne dispose pas des données des autres entreprisespubliques, qui gèrent elles-mêmes leurs propres pensions.- Nombre de bénéficiaires de pensions de retraite et pensionsde survie des administrations locales, gérées par leSdPSP:De PDOS beschikt niet over de gegevens van de andereautonome overheidsbedrijven die hun pensioenen zelfbeheren.- Aantal rechthebbenden op rust- en overlevingspensioenenvan de lokale overheden, beheerd door de PDOS:NOM—NAAMPensions de retraite—RustpensioenenPensions de survie—OverlevingspensioenenTota(a)lCOMMUNES/GEMEENTENCPAS/OCMW’sINTERCOMMUNALES21 96212 7115 8678 8901 6471 73330 85214 3587 600TOTA(A)L 40 540 12 270 52 810CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 71- Nombre de bénéficiaires de pensions de retraite et pensionsde survie des administrations provinciales, gérées parle SdPSP:- Aantal rechthebbenden op rust- en overlevingspensioenenvan de provinciale overheden, beheerd door de PDOS:Pensions de retraite/Rustpensioenen 971Pensions de survie/Overlevingspensioenen 181Le SdPSP ne dispose pas des données des administrationslocales et provinciales qui ont un régime de pensionpropre ou dont la gestion de leurs pensions a été confiée àune institution de prévoyance.2. Nombre et pourcentage de bénéficiaires de pensions deretraite et pensions de survie par tranche de revenu de pensionsdu secteur public gérées par le SdPSP:2.1. Nombre actuel et pourcentage de bénéficiaires depensions de retraite et pensions de survie par tranche derevenu:- Nombre et pourcentage de bénéficiaires de pensions deretraite, par tranche de revenu:De PDOS beschikt niet over gegevens van de plaatselijkeen provinciale overheden die een eigen pensioenstelselhebben of die het beheer van hun pensioenen aan een voorzorgsinstellingoverlaten.2. Aantal en percentage rechthebbenden op rust- en overlevingspensioenper inkomensschijf van pensioenen van deoverheidssector, beheerd door de PDOS:2.1. Huidig aantal en percentage rechthebbenden oprust- en overleveingspensioenen per inkomensschijf:- Aantal en percentage rechthebbenden op rustpensioenen,per inkomensschijf:Tranches de Revenu en €—Inkomensschijf in €Jusqu’à / Minder dan 5 0005 001 – 10 00010 001 – 15 00015 001 – 20 00020 001 – 25 00025 001 – 30 00030 001 – 35 00035 001 – 40 00040 001 – 50 00050 001 – 60 000Plus de / Meer dan 60 000Nombre de bénéficiaires—Aantal rechthebbenden8 14021 68432 37242 85354 72158 79063 16523 99023 0736 8665 882Pourcentage—Percentage2,38 %6,35 %9,48 %12,55 %16,02 %17,21 %18,49 %7,02 %6,76 %2,01 %1,72 %TOTA(A)L 341 536 100 %CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

72 QRVA 53 035- Nombre et pourcentage de bénéficiaires de pensions desurvie, par tranche de revenu:- Aantal en percentage rechthebbenden op overlevingspensioenen,per inkomensschijf:Tranches de Revenu en €—Inkomensschijf in €Jusqu’à / Minder dan 5 0005 001 – 10 00010 001 – 15 00015 001 – 20 00020 001 – 25 00025 001 – 30 00030 001 – 35 00035 001 – 40 00040 001 – 45 00045 001 – 50 00050 001 – 60 000Nombre de bénéficiaires—Aantal rechthebbenden9 23617 22023 43416 9868 7895 0352 6181 4411 5547320Pourcentage—Percentage10,69 %19,93 %27,12 %19,66 %10,17 %5,83 %3,03 %1,67 %1,80 %0,08 %0,02 %TOTA(A)L 86 406 100 %- Nombre et pourcentage de bénéficiaires de pensions(retraite et survie), par tranche de revenu:- Aantal en percentage rechthebbenden op pensioenen(rust- en overlevingspensioenen), per inkomensschijf:Tranches de Revenu en €—Inkomensschijf i€ €Jusqu’à / Minder dan 5 0005 001 – 10 00010 001 – 15 00015 001 – 20 00020 001 – 25 00025 001 – 30 00030 001 – 35 00035 001 – 40 00040 001 – 50 00050 001 – 60 000Plus de 60 000Nombre de bénéficiaires—Aantal rechthebbenden13 78235 22554 00459 49464 15463 84566 16425 79324 9007 1135 914Pourcentage—Percentage3,28 %8,38 %12,85 %14,15 %15,26 %15,19 %15,74 %6,14 %5,92 %1,69 %1,41 %TOTA(A)L 420 388 100 %2.2. Rapport du huitième décile au deuxième décile desrevenus annuels de pensions du secteur public gérées par leSdPSP:- Le rapport du huitième décile au deuxième décile desrevenus annuels de pensions de retraite du secteur publicgérées par le SdPSP - situation 2010 - est de: 2,13;- Le rapport du huitième décile au deuxième décile desrevenus annuels de pensions de survie du secteur publicgérées par le SdPSP - situation 2010 - est de: 2,81;- Le rapport du huitième décile au deuxième décile desrevenus annuels de pensions (Retraite et survie) du secteurpublic gérées par le SdPSP - situation 2010 - est de: 2,43.2.2. Verhouding tussen het achtste en het tweede decielvan de jaarlijkse inkomens van pensioenen van de overheidssector,beheerd door de PDOS:De verhouding tussen het achtste en het tweede decielvan de jaarlijkse inkomens van de rustpensioenen van deoverheidssector, beheerd door de PDOS - situatie 2010 -bedraagt: 2,13.De verhouding tussen het achtste en het tweede decielvan de jaarlijkse inkomens van de overlevingspensioenenvan de overheidssector, beheerd door de PDOS - situatie2010 - bedraagt: 2,81.De verhouding tussen het achtste en het tweede decielvan de jaarlijkse inkomens van de pensioenen (rust- enoverlevingspensioenen) van de overheidssector, beheerddoor de PDOS - situatie 2010 - bedraagt: 2,43.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 73Plus spécifiquement la solidité des pensions du secteurpublic est garantie d'une part par les adaptations automatiquesà l'évolution de l'indice des prix à la consommation(indice santé) et par les adaptations biennales à la croissancedes salaires via la péréquation, qui peut se comparerau mécanisme d'adaptation au bien-être qui prévaut dans lesecteur privé. De plus le régime de pension du secteurpublic connaît des pensions minimum garanties d'un montantrelativement plus élevés que dans le secteur privé ainsiqu'un plafond maximum de revenus de pension par lesquelsle fossé entre les pensions les plus élevées et les plusbasses est sous contrôle.C. En guise de conclusion C. Bij wijze van besluitIl m'est aujourd'hui impossible d'exprimer une opinionpolitique au nom d'un Gouvernement en affaires courantes.Néanmoins, à titre strictement personnel, je pense que:- les revenus du patrimoine mobilier et immobilier doivent,davantage qu'aujourd'hui, contribuer à notre systèmede sécurité sociale;- les cotisations sociales sur les revenus du travail, idéalement,ne doivent pas augmenter. Mais il convient de combattrela fraude sociale partout où elle se trouve;- en matière de sécurité sociale des salariés et des indépendants,respectivement 63,1% et 56,47% (chiffresconclaves 2011) des recettes de la gestion globale proviennentdes cotisations sociales, et le solde essentiellement desimpôts. La lutte contre la fraude fiscale constitue dès lorsl'instrument par excellence pour renforcer la solidarité àl'avantage des pensions légales;- le deuxième pilier pourrait être généralisé à tous les travailleursafin de porter leur pension à ce que j'ai appelé le"seuil de bien-être", même si je suis conscient que ceci seradifficile dans certains secteurs;- quant au troisième pilier, il s'agit là pour ma part d'uneépargne à titre individuel, qui ne devrait plus bénéficier desmêmes réductions fiscales qu'aujourd'hui, ce qui rapporteraitquelques centaines de millions d'euros pour financer lepremier ou le deuxième pilier;- une réforme du financement du Fonds de vieillissements'avère nécessaire afin d'accroître les moyens destinés àlisser le coût du vieillissement démographique sur les pensions;- en restant actifs plus longtemps, les travailleurs de 55ans et plus manifesteraient, me semble-t-il, une forme desolidarité intergénérationnelle. Il faut cependant constaterque ce choix ne leur est pas toujours offert;Meer in het bijzonder is de welvaartvastheid van de pensioenenin de overheidssector gegarandeerd enerzijds doorde automatische aanpassingen aan de evolutie van hetindexcijfer der consumptieprijzen (gezondheidsindex) endoor de tweejaarlijkse aanpassingen aan de groei van delonen via de perequatie, die kan worden vergeleken met hetmechanisme van welvaartsaanpassing dat in de privésectorgeldt. Bovendien kent het pensioenstelsel van de overheidssectorgewaarborgde minimumpensioenen die relatiefhoger liggen dan in de privésector alsook een maximumplafondaan pensioeninkomens waardoor de kloof tussende hoogste en de laagste pensioenen onder controle is.Het is mij vandaag onmogelijk om in naam van een regeringin lopende zaken een politieke stelling naar voren teschuiven.Niettemin denk ik, louter ten persoonlijken titel, dat:- de inkomsten uit roerend en onroerend vermogen, meerdan nu het geval is, aan ons sociale zekerheidssysteemmoeten bijdragen;- de sociale bijdragen op de inkomsten uit arbeid idealiterniet mogen stijgen. Maar alle vormen van sociale fraudemoeten worden bestreden.- het globaal beheer van de sociale zekerheid van dewerknemers en dat van de zelfstandigen respectievelijk63,1% en 56,47% (cijfers van het conclaaf 2011) van zijninkomsten voornamelijk ontvangt uit sociale bijdragen, enhet saldo hoofdzakelijk uit de belastingen. Bijgevolg is destrijd tegen de fiscale fraude het instrument bij uitstek omde solidariteit ten voordele van de wettelijke pensioenen teversterken;- de tweede pijler zou veralgemeend kunnen worden naaralle werknemers toe ten einde hun pensioen te brengen totop wat ik de "welvaartsdrempel" heb genoemd, al ben ikmij ervan bewust dat dit in bepaalde sectoren moeilijk zalzijn;- wat de derde pijler betreft, het volgens mij gaat omindividueel sparen, dat niet meer van dezelfde fiscaleaftrekmogelijkheden zou mogen genieten als vandaag, hetgeenenkele honderden miljoenen euro zou opleveren omde eerste of de tweede pijler te financieren;- een hervorming van de financiering van het Zilverfondszich opdringt om de middelen te verhogen die dienen omde kosten van de vergrijzing en de gevolgen ervan voor depensioenen te matigen;- ten slotte, door langer te blijven werken, vijfenvijftigplussers,mijns inziens, een vorm van intergenerationelesolidariteit aan de dag zouden leggen. We moeten echtervaststellen dat zij niet altijd de keuze hebben;CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

74 QRVA 53 035- le mécanisme de bien-être permet et permettra encoretout prochainement d'augmenter les pensions des travailleurssalariés et des travailleurs indépendants.- het welvaartsmechanisme het mogelijk maakt en hetzeer binnenkort mogelijk zal maken om de pensioenen vanwerknemers en zelfstandigen te verhogen.DO 2010201103216Question n° 70 de monsieur le député Ben Weyts du10 mai 2011 (N.) au ministre des Pensions et desGrandes villes:Office national des Pensions. - Emploi des langues enmatière administrative dans le cadre de la demande depension. - Les six communes de la périphérie bruxelloise.- Région de langue néerlandaise et région de languefrançaise.J'aimerais obtenir des informations supplémentaires surl'emploi des langues dans le cadre des dossiers individuelsde pension pour les années de référence 2008, 2009 et2010.1. Combien de dossiers ont été introduits chaque annéerespectivement en français et en néerlandais auprès del'Office national des Pensions (ONP) pour chacune des sixcommunes de la périphérie bruxelloise (Drogenbos,Kraainem, Linkebeek, Sint-Genesius-Rode, Wemmel enWezembeek-Oppem) visées à l'article 7 des lois relatives àl'emploi des langues en matière administrative (du18 juillet 1966)?2. Combien de dossiers ont été introduits chaque annéerespectivement en français et en néerlandais auprès del'Office national des Pensions (ONP) dans chaque provincede la région de langue néerlandaise?3. Combien de dossiers ont été introduits chaque annéerespectivement en français et en néerlandais auprès del'Office national des Pensions dans chaque province de larégion de langue française?4. a) Sur la base de quelles données est-il décidé dans lecadre de ces dossiers de communiquer en français ou ennéerlandais avec l'intéressé?DO 2010201103216Vraag nr. 70 van de heer volksvertegenwoordiger BenWeyts van 10 mei 2011 (N.) aan de minister vanPensioenen en Grote Steden:Rijksdienst voor Pensioenen. - Het administratieve taalgebruikbij de pensioenaanvraag. - De zes randgemeentenrond Brussel. - Het Nederlands en Frans taalgebied.Graag verkreeg ik wat meer informatie inzake het taalgebruikbij individuele pensioendossiers, telkens voor dereferentiejaren 2008, 2009 en 2010.1. Hoeveel dergelijke dossiers werden per jaar enerzijdsin het Frans en anderzijds in het Nederlands ingediend bijde Rijksdienst voor Pensioenen (RVP) voor elk van de zesrandgemeenten rond Brussel (Drogenbos, Kraainem,Linkebeek, Sint-Genesius-Rode, Wemmel en Wezembeek-Oppem), bedoeld in artikel 7 van de wetten op het gebruikvan de talen in bestuurszaken (van 18 juli 1966)?2. Hoeveel dergelijke dossiers werden per jaar enerzijdsin het Frans en anderzijds in het Nederlands ingediend bijde RVP voor elke provincie van het Nederlandse taalgebied?3. Hoeveel dergelijke dossiers werden per jaar enerzijdsin het Frans en anderzijds in het Nederlands ingediend bijde RVP voor elke provincie van het Franse taalgebied?4. a) Op basis van welke gegevens wordt in deze dossiersbeslist te communiceren in het Frans of het Nederlands metde betrokkene?b) Comment cette procédure se déroule-t-elle? b) Hoe verloopt deze procedure?5. a) Si la personne concernée souhaite que l'on s'adresseà elle dans une autre langue, doit-elle réitérer cettedemande à chaque nouveau contact?b) Si ce n'est pas le cas, comment l'appartenance linguistiquede cette personne est-elle enregistrée?5. a) Indien de betrokkene een andere taal wenst te hanteren,moet deze dan bij elk contact de vraag tot gebruik vandeze andere taal herhalen?b) Zo neen, op welke wijze wordt de taalaanhorigheiddan bijgehouden?CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 75Réponse du ministre des Pensions et des Grandesvilles du 01 juillet 2011, à la question n° 70 de monsieurle député Ben Weyts du 10 mai 2011 (N.):L'honorable membre demande de plus amples informationsen ce qui concerne l'emploi des langues dans lesdemandes de pension dans les six communes de la périphériebruxelloise ainsi que dans les régions linguistiquesnéerlandophone et francophone.Pour toute clarté, il faut préciser que les dossiers de pensionarrivent par différents canaux. Cela peut se faire sur labase d'une demande via la commune où le demandeur ason lieu de résidence, directement auprès des services (siègecentral, bureaux régionaux ou permanences) de l'Officenational des Pensions et, depuis 2011, également depuisson domicile avec la carte d'identité électronique.Dans de très nombreux cas, il n'est plus exigé dedemande et l'Office constitue d'office un dossier: à l'âge de65 ans, en cas de décès d'un pensionné, en cas de polyvalenceavec demande dans un autre secteur, etc.Le nombre de demandes introduites directement auprèsde l'Office s'élève à:En 2009: 7.783 F et 4.749 NEn 2010: 12.067 F et 13.277 NLes chiffres ci-dessous concernent uniquement lesdemandes qui ont été introduites via la commune.En ce qui concerne les six communes de la périphériebruxelloise:Antwoord van de minister van Pensioenen en GroteSteden van 01 juli 2011, op de vraag nr. 70 van de heervolksvertegenwoordiger Ben Weyts van 10 mei 2011(N.):Het geacht lid vraagt meer informatie inzake het taalgebruikbij de pensioenaanvragen in de zes randgemeentenrond Brussel en in het Nederlands en Frans taalgebied.Voor alle duidelijkheid dient gezegd dat pensioendossiersvia verschillende kanalen worden aangelegd. Dit kan opbasis van een aanvraag via de gemeente waar de aanvragerzijn verblijfplaats heeft, rechtsreeks bij de diensten (hoofdzetel,gewestelijke kantoren of zitdagen) van de Rijksdienstvoor Pensioenen en vanaf 2011 ook van thuis uit metde elektronische identiteitskaart.In heel veel gevallen is geen aanvraag meer vereist enlegt de Rijksdienst ambtshalve een dossier aan: op de leeftijdvan 65, bij overlijden van een gepensioneerde, bijpolyvalentie met en aanvraag in een andere sector, enzovoort.Het aantal aanvragen die rechtstreeks bij de Rijksdienstwordt ingediend, bedraagt:In 2009: 7.783 F en 4.749 NIn 2010: 12.067 F en 13.277 NDe hiernavolgende cijfers hebben enkel betrekking op deaanvragen die via de gemeente werden ingediend.Wat de zes randgemeenten rond Brussel betreft:2009 2010F N F NCrainhem/Kraainem 34 14 31 16Drogenbos 16 4 25 6Linkebeek 14 0 10 6Rhode-Saint-Genèse / Sint-Genesius-Rode 38 32 39 34Wemmel 45 36 44 32Wezembeek-Oppem 32 14 20 44CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

76 QRVA 53 035En ce qui concerne les régions linguistiques néerlandophoneet francophone, réparties par province:Wat het Nederlands en Frans taalgebied betreft, opgedeeldper provincie:2009 2010F N F NAnvers / AntwerpenBrabant flamand / Vlaams BrabantFlandre occidentale / West-VlaanderenFlandre orientale / Oost-VlaanderenLimbourg / LimburgBrabant wallon / Waals-BrabantHainaut / HenegouwenLiège / LuikLuxembourg / LuxemburgNamur / Namen017985001 6104 9704 4071 2101 9428 5874 7097 5616 8854 39807000016962001 2463 8653 5971 0071 5137 8794 3937 2935 7614 332013000L'Office national des Pensions applique la législation linguistique.L'Office est une institution de sécurité sociale dont lacompétence couvre l'ensemble du territoire.L'Office dispose cependant également de 15 bureauxrégionaux avec des compétences géographiques bien délimitées.Le traitement d'une demande de pension de personnesrésidant en Belgique s'effectue dans les bureaux régionaux.Conformément à la législation linguistique, les bureauxrégionaux, dont l'activité couvre un territoire linguistiquehomogène, font usage de la langue de la région. Lesbureaux régionaux dont les communes à facilités linguistiquesressortissent également à la compétence, utilisentavec les habitants de ces communes la langue souhaitée parle demandeur.Lorsque l'intéressé ne maîtrise pas la langue, il lui estadressé, sur demande, une traduction de la décision ou desformulaires.Les services centraux de l'Office utilisent dans leurs relationsavec le citoyen la langue nationale officielle dont sesert le citoyen.Si l'intéressé souhaite utiliser une autre langue nationaleofficielle, il ne doit en principe le demander qu'une seulefois. Ceci est enregistré dans les banques de données desorte que lors de tout contact ultérieur avec le citoyen de lapart des services centraux, la langue souhaitée puisse êtreutilisée.De Rijksdienst voor Pensioenen past de taalwetgevingtoe.De Rijksdienst is een instelling van sociale zekerheidwaarvan de bevoegdheid het ganse grondgebied bestrijkt.De Rijksdienst beschikt echter ook over 15 gewestelijkekantoren waarvan de bevoegdheden geografisch bepaaldzijn.Het afhandelen van een pensioenaanvraag van personenin België woonachtig, gebeurt in de gewestelijke kantoren.Conform de taalwetgeving maken de gewestelijk kantorenwaarvan de activiteit een homogeen taalgebied bestrijkt,gebruik van de taal van de regio. De gewestelijke kantorenonder wier bevoegdheid ook gemeenten met taalfaciliteitenressorteren, gebruiken met inwoners van deze gemeentende door de aanvrager gewenste taal.Wanneer betrokkene de taal niet machtig is, wordt hem -op aanvraag - een vertaling van de beslissing of de formulierennagestuurd.De centrale diensten van de Rijksdienst gebruiken in hunbetrekkingen met de burger de officiële landstaal die deburger bezigt.Indien betrokkene een andere officiële landstaal wenst tehanteren dan hoeft hij dit in principe maar eenmalig te vragen.Dit wordt opgetekend in de databanken zodat bij elkelater contact met de burger vanuit de centrale diensten degewenste taal kan gehanteerd worden.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 77DO 2010201103222Question n° 71 de monsieur le député Ben Weyts du11 mai 2011 (N.) au ministre des Pensions et desGrandes villes:Office national des Pensions. - Emploi des langues enmatière administrative lors des demandes de pension. -Les dix-neuf communes de l'arrondissement administratifde Bruxelles-Capitale.J'aimerais obtenir des informations supplémentaires surl'emploi des langues dans les dossiers individuels de pensionpour les années de référence 2008, 2009 et 2010.1. a) Combien de dossiers de demande de pension ont-ilsété respectivement introduits en français et en néerlandaisauprès de l'Office national des Pensions (ONP) lors de chaqueannée considérée et dans chacune des dix-neuf communesde l'arrondissement administratif de Bruxelles-Capitale?2. a) Sur la base de quelles données l'ONP décide-t-il decommuniquer en français ou en néerlandais avec ses correspondants?DO 2010201103222Vraag nr. 71 van de heer volksvertegenwoordiger BenWeyts van 11 mei 2011 (N.) aan de minister vanPensioenen en Grote Steden:Rijksdienst voor Pensioenen. - Het administratieve taalgebruikbij de pensioenaanvraag. - De 19 gemeenten vanhet administratief arrondissement Brussel.Graag verkreeg ik wat meer informatie inzake het taalgebruikbij individuele pensioendossiers, telkens voor dereferentiejaren 2008, 2009 en 2010.1. Hoeveel dergelijke dossiers werden per jaar enerzijdsin het Frans en anderzijds in het Nederlands ingediend bijde Rijksdienst voor Pensioenen (RVP) voor elk van de 19gemeenten van het administratief arrondissement Brussel?2. a) Op basis van welke gegevens wordt in deze dossiersbeslist te communiceren in het Frans of het Nederlands metde betrokkene?b) Comment cette procédure se déroule-t-elle? b) Hoe verloopt deze procedure?3. a) Si une personne souhaite que l'on s'adresse à elledans une autre langue, doit-elle réitérer cette demande àchaque nouveau contact?b) Si ce n'est pas le cas, comment l'appartenance linguistiquede cette personne est-elle enregistrée?3. a) Indien de betrokkene een andere taal wenst te hanteren,moet deze dan bij elk contact de vraag tot gebruik vandeze andere taal herhalen?b) Zo neen, op welke wijze wordt de taalaanhorigheiddan bijgehouden?CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

78 QRVA 53 035Réponse du ministre des Pensions et des Grandesvilles du 01 juillet 2011, à la question n° 71 de monsieurle député Ben Weyts du 11 mai 2011 (N.):L'honorable membre demande de plus amples informationsen ce qui concerne l'emploi des langues dans lesdemandes de pension dans les 19 communes de l'arrondissementadministratif de Bruxelles.La présente réponse ne reprend pas les remarques formuléesdans le cadre de la réponse à la question n° 70 del'honorable membre qui s'appliquent également ici. (Questionset Réponses, Chambre, 2010-2011, n° 035).Antwoord van de minister van Pensioenen en GroteSteden van 01 juli 2011, op de vraag nr. 71 van de heervolksvertegenwoordiger Ben Weyts van 11 mei 2011(N.):Het geacht lid vraagt meer informatie betreffende hettaalgebruik bij de pensioenaanvragen in de 19 gemeentenvan het administratief arrondissement Brussel.Uiteraard gelden de opmerkingen die ik heb geformuleerdin het kader van de vraag nr. 70 van het geachte lideveneens voor dit antwoord. (Vragen en Antwoorden,Kamer, 2010-2011, nr. 035).2009 2010F N F NAnderlechtAuderghem / OudergemBerchem-Ste-Agathe / Sint-Agatha-BerchemBruxelles / BrusselEtterbeekEvereForestGanshorenIxelles / ElseneJetteKoekelbergMolenbeek-St-Jean / Sint-Jans-MolenbeekSaint-Gilles / Sint-GillisSaint-Josse-ten-Noode / St.-Joost-ten-NodeSchaerbeek / SchaarbeekUccle / UkkelWatermael-Boitsfort / Watermaal-BosvoordeWoluwe-St-Lambert / Sint-Lambrechts-WoluweWoluwe-St-Pierre / Sint-Pieters-Woluwe2811056926214013918964171152652041140248255971621143951131417687222111016876822788432361081181106712714549181840217221104157121242113751129118017301610799Tota(a)l 2 831 209 2 403 191Remarque: Pour 2009 et 2010, la commune de Saint-Josse-ten-Noode est venue introduire sur place les demandesde pensions au siège central de l'Office national desPensions, d'où la valeur '0'.Opmerking: De gemeente Sint-Joost-ten-Node heeft voor2009 en 2010 de pensioenaanvragen ter plaatse komenindienen in de centrale zetel van de Rijksdienst voor Pensioenen,vandaar de waarde '0'.Ministre de la JusticeMinister van JustitieDO 2010201101584Question n° 225 de monsieur le député Peter Logghe du02 décembre 2010 (N.) au ministre de la Justice:Harcèlement. - Condamnations.Un homme qui avait harcelé une dame pendant neuf ansa récemment dû se justifier devant le tribunal correctionnelde Bruxelles.DO 2010201101584Vraag nr. 225 van de heer volksvertegenwoordigerPeter Logghe van 02 december 2010 (N.) aan deminister van Justitie:Stalking. - Veroordelingen.Een man die een dame negen jaar lang heeft gestalkt,heeft zich recentelijk voor de correctionele rechtbank vanBrussel moeten verantwoorden.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 79Vu de l'extérieur, on a l'impression que le nombre de casde harcèlement augmente, notamment dans le cadre dedivorces et d'échecs amoureux.1. Disposez-vous de données chiffrées quant au nombreannuel de condamnations pour harcèlement au cours descinq dernières années?Als buitenstaander krijg je de indruk dat het aantal gevallenvan stalking toeneemt, vooral dan inzake echtscheidingenen stukgegane relaties.1. Heeft u cijfergegevens betreffende het jaarlijks aantalveroordelingen wegens stalking voor de jongste vijf jaar?2. a) Pourriez-vous répartir ces chiffres par Région? 2. a) Is het mogelijk het aantal veroordelingen ook regionaalop te splitsen?b) Combien de personnes ont été condamnées pour desfaits de harcèlement en Région flamande, en Région wallonneet dans la Région de Bruxelles-Capitale?3. Dans combien de cas un(e) ex-partenaire est-il/elle lavictime du harcèlement?4. La plupart des harceleurs sont-ils du sexe masculin oudu sexe féminin?5. Des chiffres relatifs à la récidive en matière de harcèlementsont-ils disponibles?Réponse du ministre de la Justice du 06 juillet 2011, àla question n° 225 de monsieur le député Peter Logghedu 02 décembre 2010 (N.):Le Service de la Politique criminelle publie les statistiquesen matière de condamnations, de suspensions etd'internements depuis 1994.Sa base de données est issue de la base de données duCasier judiciaire central. Celui-ci est chargé d'encoder dansson système les bulletins de décisions, passées en force dechose jugée, qui lui sont transmis par les greffes des courset tribunaux statuant en matière pénale.Les chiffres avancés concernent les années 2000 à 2008.Toutefois, les données à partir de 2005 restent provisoireset sujettes à une sous-estimation.Est pris en considération dans le tableau 1 en annexe lenombre de condamnations pour l'infraction "harcèlement"(Cp. 442bis). Une même personne peut être condamnéeplusieurs fois, soit la même année, soit dans des années différentes.Le nombre de condamnations y est également décliné enfonction du sexe de la personne condamnée.Parmi ces bulletins de condamnations pour "harcèlement",nous avons comptabilisé le nombre de cas de récidive.La récidive dont il est question ici est la récidive légale,qui n'est pas du tout équivalente à la récidive spécifique.Il n'est toutefois pas possible de répartir les statistiquesde condamnation par Région.b) Hoeveel in het Vlaams Gewest, het Waalse Gewest enhet Brussels Hoofdstedelijk Gewest?3. In hoeveel gevallen gaat het om stalking van een expartner?4. Is het merendeel van de stalkers van het mannelijkgeslacht dan wel van het vrouwelijk geslacht?5. Heeft men cijfers betreffende recidive inzake stalking?Antwoord van de minister van Justitie van 06 juli2011, op de vraag nr. 225 van de heervolksvertegenwoordiger Peter Logghe van 02 december2010 (N.):Sinds 1994 publiceert de Dienst voor het Strafrechtelijkbeleid statistieken inzake veroordelingen, opschortingen eninterneringen.Zijn gegevensbank is gebaseerd op de gegevensbank vanhet Centraal Strafregister. Deze is belast met het invoerenin het systeem van in kracht van gewijsde gegane beslissingsbulletinsdie hem door de griffies van de hoven enrechtbanken die in strafzaken uitspraak doen worden overhandigd.Deze cijfers hebben betrekking op de jaren 2000 tot2008. Vanaf 2005 gaat het evenwel om voorlopige gegevensdie mogelijk onderschat geweest zijn.In tabel 1 in bijlage werd het aantal veroordelingen voorhet misdrijf "belaging" (Sw. 442bis) opgenomen. Eenzelfdepersoon kan, ofwel in hetzelfde jaar, ofwel over verschillendejaren, meerdere malen worden veroordeeld.Het aantal veroordelingen wordt er ook in functie van hetgeslacht van de veroordeelde persoon weergegeven.Bij deze veroordelingsbulletins voor "belaging" werd hetaantal recidivegevallen geteld. Het gaat hierbij om de wettelijkerecidive. Deze komt hoegenaamd niet met de specifiekerecidive overeen.Het is echter niet mogelijk om de veroordelingsstatistiekenregionaal op te splitsen.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

80 QRVA 53 035AnnexeTableau 1: Nombre de personnes condamnées pour desinfractions relevant des articles 442bis du Code pénal,déclinaison en fonction du sexe et de la récidive légaleBijlageTabel 1: Aantal veroordeelde personen voor misdrijvenop basis van artikel 422bis van het Strafwetboek, in functievan het geslacht en de wettelijke recidiveCondamnations—Veroordelingen2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008Total / Totaal 82 182 242 316 453 484 505 616 682dont hommes / mannen 76 156 227 292 418 450 457 579 630dont femmes / vrouwen 6 25 14 23 35 34 47 35 52dont sexe inconnu /geslacht ongekend0 1 1 1 0 0 1 2 0dont récidive / recidive 0 2 15 26 47 62 49 88 88CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 81DO 2010201101633Question n° 234 de madame la députée Sophie De Witdu 07 décembre 2010 (N.) au ministre de laJustice:Évolution du nombre d'affaires d'assises.En commission de la Justice du mercredi 1er décembre2010, j'ai posé une question sur l'arrêt rendu en appel par laCEDH (Cour européenne des droits de l'homme) dansl'affaire Taxquet, pour obtenir des précisions sur la critiqueémise par la CEDH concernant l'impossibilité d'interjeterappel contre les arrêts rendus par les cours d'assises en Belgique.Le secrétaire d'État à la Coordination de la lutte contre lafraude, monsieur Carl Devlies, a précisé dans sa réponse cequi suit:"Durant les travaux parlementaires préparatoires à la loidu 21 décembre 2009, l'instauration d'un recours de pleinejuridiction a été envisagée. En définitive, il a été décidé derejeter l'appel circulaire et d'opter pour une solution danslaquelle la Cour de cassation pourrait exercer un contrôleélargi en vertu du devoir de motivation désormais instauré.La mise en place d'un appel circulaire a rencontré desobjections tant en ce qui concerne la mise en oeuvre pratiqueque l'économie des procédures. Un procès en assisesnécessite d'importants moyens en personnel et financiers.Par ailleurs, on enregistre une augmentation constante dunombre d'affaires d'assises et ce nombre augmenteraitencore par l'instauration d'un recours en appel. Un recoursde pleine juridiction constituerait en d'autres termes unelourde charge pour l'appareil judiciaire." (Question n°1121, Compte Rendu Intégral, Chambre, 2010-2011, commissionde la Justice, 1er décembre 2010, CRIV 53 COM056, p. 39.)La loi du 21 décembre 2009 relative à la réforme de lacour d'assises a étendu les possibilités de correctionnaliseret l'un de ses objectifs était notamment de réduire le nombred'affaires d'assises.1. a) Quelle est l'incidence de la loi susmentionnée du21 décembre 2009?DO 2010201101633Vraag nr. 234 van mevrouw de volksvertegenwoordigerSophie De Wit van 07 december 2010 (N.) aan deminister van Justitie:Evolutie van het aantal assisenzaken.In de commissie voor de Justitie van woensdag1 december 2010 stelde ik een vraag over de uitspraak inberoep van het EHRM (Europese Hof voor de Rechten vande Mens) in de zaak-Taxquet, waarin onder meer werdgepeild naar de kritiek van het EHRM over het gebrek aande mogelijkheid tot beroep na assisenzaken in België.Staatssecretaris voor de Coördinatie van de fraudebestrijdingCarl Devlies gaf in zijn antwoord mee dat:"Tijdens de parlementaire voorbereiding van de wet van21 december 2009 werd het invoeren van een hoger beroepmet volle rechtsmacht overwogen. Uiteindelijk werd hetcirculaire hoger beroep afgewezen en werd geopteerd vooreen verruimde controle door het Hof van Cassatie ingevolgede ingevoerde motiveringsplicht. Het invoeren vaneen circulair beroep stuitte op bezwaren zowel vanuit praktischehaalbaarheid als proceseconomisch oogpunt. Eenassisenprocedure vereist veel personele en financiële middelen.Bovendien is er een gestage toename van het aantalassisenzaken en via het hoger beroep zou het aantal assisenzakennog verhogen. Een hoger beroep met vollerechtsmacht zou met andere woorden een zware belastinginhouden van het gerechtelijk apparaat." (Vraag nr. 1121,Integraal Verslag, Kamer, 2010-2011, commissie voor deJustitie, 1 december 2010, CRIV 53 COM 056, blz. 39).De wet van 21 december 2009 tot hervorming van hethof van assisen verruimde de mogelijkheid om te correctionaliseren,en had evenwel onder meer tot doel het aantalassisenzaken te doen verminderen.1. a) Wat is de impact van deze voornoemde wet van21 december 2009?b) Estimez-vous que la loi a atteint son objectif? b) Vindt u dat de wet zijn doel heeft bereikt?2. a) Combien d'affaires d'assises ont été traitées en 2. a) Hoeveel assisenzaken vonden er in 2010 plaats?2010?b) Quel était ce nombre respectivement en 2009, 2008,2007, 2006 et 2005?3. Combien d'affaires ont été correctionnalisées depuisl'entrée en vigueur de la loi du 21 décembre 2009 et n'ontdonc pas été traitées en cour d'assises?b) Hoeveel waren er dit in respectievelijk 2009, 2008,2007, 2006 en 2005?3. Hoeveel zaken werden er sinds de voornoemde wetvan 21 december 2009 gecorrectionaliseerd en verschenendus niet voor assisen?CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

82 QRVA 53 035Réponse du ministre de la Justice du 06 juillet 2011, àla question n° 234 de madame la députée Sophie De Witdu 07 décembre 2010 (N.):1. a) Le Collège des procureurs généraux indique qu'àl'heure actuelle, l'incidence de la loi du 21 décembre 2009se fait principalement sentir au niveau de la complexificationaccrue de la procédure pénale. La multiplication desaudiences préparatoires, notamment l'audience préliminaire,prolonge le délai de fixation des affaires.En termes d'efficacité et de contribution à un meilleurdéroulement de la procédure, la loi n'a pas atteint sonobjectif.b) Quelques affaires de tentative de meurtre ont déjà puêtre correctionnalisées. La Cour de cassation (chambrefrancophone) a rendu un intéressant arrêt en la matière. Lapossibilité de correctionnaliser la tentative de meurtre étaitl'une des principales nécessités justifiant une nouvelle loi.Cet objectif est donc atteint et constitue en tous les cas unallègement de la charge de travail de la cour d'assises dontla portée exacte n'est toutefois pas encore mesurable.2. a) Voir annexe 1. 2. a) zie bijlage 1.Antwoord van de minister van Justitie van 06 juli2011, op de vraag nr. 234 van mevrouw devolksvertegenwoordiger Sophie De Wit van07 december 2010 (N.):1. a) Het College van procureurs-generaal meldt dat deimpact van de wet van 21 december 2009 op dit ogenblikvooral voelbaar is op gebied van het ingewikkelder wordenvan het strafproces. De vermenigvuldiging van voorbereidendezittingen, inzonderheid de preliminaire zitting, verlengtde termijn om zaken vast te stellen.Op het vlak van de efficiëntie en bijdrage tot een beterprocesverloop heeft de wet zijn doel niet bereikt.b) Enkele zaken van poging tot moord konden reedsgecorrectionaliseerd worden. Het Hof van Cassatie (Franstaligekamer) velde ter zake een interessant arrest. Demogelijkheid poging tot moord te kunnen correctionaliserenwas één van de belangrijkste noden van een nieuwewet. Die doelstelling wordt dus gerealiseerd en betekentalleszins een ontlasting van het hof van assisen. De juisteomvang van deze ontlasting is echter nog niet meetbaar.Total—TotaalRessort d’AnversRessort de GandAnvers: 9Antwerpen: 913Limbourg: 4 Limburg: 4Flandre orientale: 13Oost-Vlaanderen: 1318Flandre occidentale: 5 West-Vlaanderen: 5Rechtsgebied AntwerpenRechtsgebied GentLiège: 8Luik: 8Ressort de LiègeArlon: 6 21Aarlen: 6Namur: 7 Namen: 7Rechtsgebied LuikRessort de Mons Hainaut: 14 14 Henegouwen: 14 Rechtsgebied BergenBruxelles: 13Brussel: 13Ressort de BruxellesLouvain: 1 16Leuven: 1Nivelles: 2 Nijvel: 2Rechtsgebied Brusselb) Voir question parlementaire n° 17220 (ex 16300)(Compte Rendu Intégral, Chambre, 2009-2010, commissionde la Justice, 9 december 2009, CRIV 52 COM 725,p. 6 et suivantes).3. Mes services ne disposent pas des données chiffréesdemandées.b) Zie parlementaire vraag nr. 17220 (ex 16300) (IntegraalVerslag, Kamer, 2009-2010, commissie voor de Justitie,9 december 2009, CRIV 52 COM 725, blz. 6 envolgende).3. Mijn diensten beschikken niet over de gevraagde cijfergegevens.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 83DO 2010201102768Question n° 382 de monsieur le député Peter Logghe du22 mars 2011 (N.) au ministre de la Justice:Établissements pénitentiaires. - Détenus. - Régime linguistique.En ce qui concerne le régime linguistique appliqué dansl'établissement pénitentiaire d'Ypres, vous avez déclaré quesur les 102 détenus, 21 étaient officiellement francophoneset que, vu le grand nombre de détenus ne parlant pas lenéerlandais dans les établissements pénitentiaires, il étaitextrêmement important que l'on puisse communiquer dansles différentes langues avec ceux-ci. Dans ce contexte, etcomme des chiffres précis de la répartition linguistiqueparmi les détenus semblent exister, les questions suivantesse posent.1. Pouvez-vous donner une idée du nombre de détenusdans les établissements pénitentiaires belges (ainsi qu'à Tilburgévidemment) au 21 mars 2011?2. a) Pouvez-vous donner la répartition du nombre dedétenus par établissement pénitentiaire en Belgique?DO 2010201102768Vraag nr. 382 van de heer volksvertegenwoordigerPeter Logghe van 22 maart 2011 (N.) aan deminister van Justitie:Gevangenissen. - Gevangenen. - Taalregeling.Wat de taalregeling in de gevangenis van Ieper betreft,zei u dat van de 102 gedetineerden er 21 officieel Franstaligzijn, en dat men gelet op het groot aantal gedetineerdenin de gevangenissen dat geen Nederlands spreekt, het uitermatebelangrijk is in de verschillende talen met de gevangenente kunnen communiceren. In dat verband, en omdatik de indruk krijg dat er precieze cijfers worden bijgehoudenvan de taalopdeling onder gevangenen, rijzen de volgendevragen.1. Kan u een idee geven van het aantal gedetineerden inde Belgische gevangenissen (en die in Tilburg natuurlijk)op 21 maart 2011?2. a) Kan u een opdeling geven van het aantal gevangenenper gevangenis in België?b) Une répartition régionale est-elle possible? b) Is er een regionale opdeling mogelijk?c) Combien y a-t-il de détenus en Région flamande, enRégion wallonne et en Région de Bruxelles-Capitale?3. a) Peut-on, en outre, donner une répartition, à la mêmedate, du rôle linguistique des détenus?b) Combien de détenus parlent officiellement le néerlandais?c) Hoeveel gevangenen in het Vlaams Gewest, hoeveel inhet Waals Gewest en hoeveel in het Brussels HoofdstedelijkGewest?3. a) Kan men verder een opdeling geven op de vermeldedatum van de taalrol van de gevangenen?b) Hoeveel gevangenen gebruiken officieel het Nederlands?c) Combien parlent le français? c) Hoeveel het Frans?d) Quel est le nombre d'allophones? d) Hoeveel anderstaligen zitten er?e) Quelles langues parlent-ils? e) Welke talen gebruiken zij?4. a) De quelles facilités de traduction les détenus peuvent-ilsbénéficier dans les établissements pénitentiairesbelges?b) Les mêmes facilités de traduction sont-elles proposéesdans tous les établissements pénitentiaires?4. a) Van welke vertaalfaciliteiten kunnen de gevangenenin de Belgische gevangenissen gebruik maken?b) Gelden in alle gevangenissen dezelfde vertaalfaciliteiten?c) Quels coûts y sont liés? c) Welke kosten gaan hiermee gepaard?CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

84 QRVA 53 035Réponse du ministre de la Justice du 06 juillet 2011, àla question n° 382 de monsieur le député Peter Logghedu 22 mars 2011 (N.):1. À la date du 21 mars 2011, les établissements pénitentiairesbelges hébergeaient 11.021 détenus (en ce comprisles internés et les personnes ayant fait l'objet d'un dessaisissementqui, conformément à l'article 606 du Code d'Instructioncriminelle, séjournent dans les centres fédérauxfermés pour mineurs ayant commis un fait qualifié infraction).2. Pour la réponse à cette partie de la question, je renvoieau tableau en annexe.Antwoord van de minister van Justitie van 06 juli2011, op de vraag nr. 382 van de heer volksvertegenwoordigerPeter Logghe van 22 maart 2011 (N.):1. Op 21 maart 2011 bevonden zich 11.021 gedetineerden(met inbegrip van de geïnterneerden en de uithandengegevenpersonen die overeenkomstig artikel 606 van hetWetboek van Strafvordering verblijven in de gesloten federalecentra voor minderjarigen die een als misdrijfomschreven feit hebben gepleegd) in de Belgische gevangenissen.2. Voor het antwoord op deze vragen verwijs ik naar detabel in bijlage.Prison/GevangenisMerksplasWortel (+ Tilburg)AntwerpenMechelenTurnhoutHoogstratenLeuven-CentraalLeuven-HulpBruggeIeperRuiseledeGentOudenaardeDendermondeHasseltTongeren (Art.606 CIC)NivellesMonsTournaiJamioulxMarneffeLantinVerviersHuyPaifveArlonSaint-HubertSaint-Hubert (Art.606 CIC)NamurDinantAndenneIttreSaint-GillesForestBerkendael1476598056821623451915814923432122986118185757954035362354262281269652627420212619751369436617671Total Flandre/Totaal Vlaanderen 5 393Total Wallonie/Totaal Wallonië 4 254Total Bruxelles/Totaal Brussel 1 374Tota(a)l E P I 11 0213. La direction générale des Établissements pénitentiairesne dispose pas de données chiffrées concernant l'appartenancelinguistique des détenus.3. Het Directoraat-generaal van de penitentiaire inrichtingenbeschikt niet over cijfergegevens met betrekking tottaalaanhorigheid van gedetineerden.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 854. À l'égard d'un détenu qui ne comprend pas la langue dela région dans laquelle l'établissement pénitentiaire est établi,le directeur a recours a tout moyen de traduction raisonnablevers une langue que le détenu comprend afin delui permettre de saisir le contenu des informations qui luisont communiquées; intervention d'un membre du personnel,d'une personne extérieure (aumônier, visiteur, professeur,etc.), d'un membre de l'ambassade ou du consulat.Lorsqu'à défaut de ces différentes alternatives l'interventiond'un interprète est dispensable dans le cadre d'une procéduredisciplinaire par exemple, les frais sont à charge del'administration pénitentiaire. En 2010, ces frais se sontélevés à un montant de 130.750,00 euros pour l'État belge.Pour ses contacts avec son avocat, le détenu peut faireappel à un traducteur-interprète. Les frais y afférents nesont pas pris en charge par l'administration pénitentiaire.4. Voor de gedetineerde die de taal van de regio waar degevangenis gelegen is niet begrijpt, doet de directeur eenberoep op elk redelijk vertaalmiddel naar een taal die degedetineerde begrijpt teneinde hem toe te laten de inhoudvan de inlichtingen die hem worden verstrekt te bevatten:tussenkomst van een personeelslid, een externe persoon(aalmoezenier, bezoeker, docent, enzovoort), een lid van deambassade of het consulaat.Indien bij gebreke aan voormelde alternatieven, de tussenkomstvan een tolk noodzakelijk is voor bijvoorbeeldhet voeren van de tuchtprocedure, dan vallen de kosten tenlaste van het gevangeniswezen. In 2010 bedroegen dezekosten voor de Belgische Staat 130.750,00 euro.In zijn contacten met zijn advocaat kan de gedetineerdeeen beroep doen op een vertaler-tolk. Deze kosten wordenniet door het gevangeniswezen gedragen.DO 2010201102932Question n° 409 de madame la députée KristienVan Vaerenbergh du 05 avril 2011 (N.) auministre de la Justice:Cour de cassation. - Nombre d'affaires traitées.La Cour de cassation se compose de trois chambres.La première chambre est chargée des affaires civiles,économiques et commerciales, administratives et disciplinaires,tandis que la deuxième et la troisième chambre traitentrespectivement des affaires pénales et des affairessociales.Chaque chambre comprend une section francophone etune section néerlandophone.Les chambres siègent en audience plénière pour les affairesrelevant dans une large mesure de questions de principeet dans lesquelles il importe, pour garantir l'unité de lajurisprudence, de statuer avec les deux sections.Pourriez-vous me communiquer à cet égard les donnéessuivantes, par année, pour les cinq dernières années:1. Combien de nouvelles affaires la section néerlandophonede chaque chambre a-t-elle commencé à traiter?2. Combien de nouvelles affaires la section francophonede chaque chambre a-t-elle commencé à traiter?3. Combien d'arrêts ont-ils été prononcés, par chambre,dans la section francophone?4. Combien d'arrêts ont-ils été rendus, par chambre, dansla section néerlandophone?5. Combien d'arrêts doivent-ils encore être prononcés,par chambre, dans la section francophone?DO 2010201102932Vraag nr. 409 van mevrouw de volksvertegenwoordigerKristien Van Vaerenbergh van 05 april 2011 (N.)aan de minister van Justitie:Hof van Cassatie. - Het aantal behandelde zaken.Het Hof van Cassatie bestaat uit drie kamers.Een eerste kamer is belast met burgerlijke zaken van economischrecht en handelsrecht, administratieve en tuchtzaken,een tweede kamer is belast met strafzaken en eenderde kamer is belast met sociale zaken.Alle kamers bestaan uit een Nederlandstalige en eenFranstalige afdeling.Een voltallige kamer doet uitspraak in meer principiëlezaken waarbij voor een eenheid van rechtspraak de beideafdelingen samen beslissen.Graag had ik volgende gegevens verkregen van de jongstevijf jaar, per jaar:1. Hoeveel nieuwe zaken werden opgestart per kamer inde Nederlandstalige afdeling?2. Hoeveel nieuwe zaken werden opgestart per kamer inde Franstalige afdeling?3. Hoeveel arresten werden er uitgesproken per kamer inde Franstalige afdeling?4. Hoeveel arresten werden er gewezen per kamer in deNederlandstalige afdeling?5. Hoeveel arresten moeten nog worden uitgesproken perkamer in de Franstalige afdeling?CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

86 QRVA 53 0356. Combien d'arrêts doivent-ils encore être prononcés,par chambre, dans la section néerlandophone?7. Dans combien d'affaires les chambres ont-elles siégéen séance plénière, et combien d'arrêts ont-elles rendus etdoivent-elles encore rendre dans ces conditions?8. Quelle est la durée moyenne de la procédure par chambreet par section?Réponse du ministre de la Justice du 06 juillet 2011, àla question n° 409 de madame la députée Kristien VanVaerenbergh du 05 avril 2011 (N.):Les réponses aux points 1 à 6 ainsi qu'au point 8 figurentclairement dans le rapport annuel très détaillé que la Courde cassation publie chaque année et qui, conformément à laloi, est communiqué au Parlement et explicité annuellementpar les chefs de corps en commission de la Justice dela Chambre des représentants.L'honorable membre est invitée à se référer au rapportannuel 2010, pages 141 à 150 incluse, lequel peut êtreconsulté sous le lien www.cassonline.be/easycms/jaarverslagen.7. En ce qui concerne le point 7 de la question, la réponseest en fait que la Cour de cassation ne traite aucune affaireen "séance plénière".Il arrive par contre que des affaires soient traitées en"audience plénière" (article 131 du Code judiciaire) ou en"chambres réunies" (article 134 du Code judiciaire).Dans la mesure où le texte de la question parle d'affairesdans lesquelles les chambres ont siégé (et dont elles ontdonc été saisies), je présume que la question porte sur lesaffaires examinées en chambres réunies.En effet, il n'y a pas de saisine en soi pour les affairestraitées en audience plénière; ces affaires sont désignéespar le premier président conformément à l'article 131 duCode judiciaire précité. Le nombre d'affaires traitées enchambres réunies est également mentionné dans le rapportannuel.Les cinq affaires qui, au 27 avril 2011, devaient encoreêtre examinées par les chambres réunies, étaient présentéespour examen à l'audience du 30 mai prochain. Il s'agitd'affaires inscrites au rôle de la Cour en 2010.6. Hoeveel arresten moeten nog worden uitgesproken perkamer in de Nederlandstalige afdeling?7. Hoeveel zaken werden er aanhangig gemaakt, uitgesprokenen moeten nog worden uitgesproken door de voltalligekamers?8. Wat is de gemiddelde doorlooptijd van de zaken perkamer en per afdeling?Antwoord van de minister van Justitie van 06 juli2011, op de vraag nr. 409 van mevrouw devolksvertegenwoordiger Kristien Van Vaerenbergh van05 april 2011 (N.):Het antwoord op de vragen 1 tot en met 6, en 8, valt duidelijkaf te lezen uit het zeer uitgebreid jaarverslag dat hetHof van Cassatie jaarlijks publiceert en dat, zoals de wetbepaalt, aan het Parlement wordt medegedeeld en jaarlijksdoor de korpschefs wordt toegelicht in de commissie voorde Justitie van de Kamer van volksvertegenwoordigers.Het geachte lid wordt verwezen naar het jaarverslag2010, blz. 141 tot en met blz. 150 dat kan worden geraadpleegdonder de link www.cassonline.be/easycms/jaarverslagen.7. Wat betreft de vraag nr. 7 is het antwoord eigenlijk dathet Hof van Cassatie geen zaken behandelt in 'voltalligekamers'.Het komt wel voor dat zaken worden behandeld in 'voltalligezitting' (artikel 131 Gerechtelijk Wetboek) of in'verenigde kamers' (artikel 134 Gerechtelijk Wetboek).Omdat de parlementaire vraag spreekt van "aanhangiggemaakt", ga ik ervan uit dat de zaken behandeld 'in verenigdekamers' bedoeld worden.Inderdaad, zaken 'in voltallige zitting' worden als dusdanigniet aanhangig gemaakt, maar aangeduid door de eerstevoorzitter conform voormeld artikel 131 Gerechtelijk Wetboek.Ook het aantal zaken behandeld 'in verenigdekamers' wordt jaarlijks vermeld in het verslag.De op 27 april 2011 resterende vijf zaken 'in verenigdekamers' zijn voorgesteld voor behandeling ter zitting op30 mei aanstaande. Het betreft zaken ingeschreven op derol van het Hof in 2010.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 87DO 2010201103381Question n° 478 de monsieur le député Raf Terwingendu 20 mai 2011 (N.) au ministre de la Justice:Le recours aux nouveaux médias par Child Focus. (QO4401)Selon des initiés, le dispositif "Child Alert" créé enfévrier 2011 par Child Focus ne serait qu'une coquille vide.L'organisation Child Focus affirme qu'elle serait capabled'atteindre 80% des Belges par le biais de l'Internet maisqu'elle n'a pas encore atteint ce score.Estimant que Child Focus n'utilise pas suffisammentl'Internet pour mobiliser la population lors de la recherched'enfants, les parents de Nathalie Geijsbregts et Inge Breugelmansont à présent créé eux-mêmes "Child Alerter", unepage Facebook sur laquelle ils encouragent les membres àpartager des informations concernant des disparitions surla toile. Ils affirment vouloir ainsi compléter le bon travailfourni par Child Focus et expliquent qu'ils mettront fin à cemode d'action lorsque Child Focus prendra lui-même uneinitiative.Pourtant, lors d'une réunion de la commission spéciale"Abus sexuels", Child Focus a admis avoir observé, enmatière de faits d'abus sexuels, une hausse du nombre designalements relatifs à du matériel iconographique envoyépar le biais de sites de socialisation ou d'images ayant choquédes personnes sur de tels sites en 2010.La commission spéciale "Abus sexuels" avait d'ailleursrecommandé à toutes les autorités compétentes de réagiravec un surcroît d'efficacité aux faits d'abus sexuels et depédophilie commis par le biais d'internet ou à l'aide de cemédia.1. Pourquoi un organisation aussi importante que ChildFocus n'a-t-elle pas développé pleinement ses activités surl'Internet?2. Avez-vous déjà rencontré les responsables de ChildFocus en vue d'évoquer avec eux les recommandations formuléespar la commission spéciale "abus sexuels" et, dansl'affirmative, quels sont les résultats de cette rencontre?DO 2010201103381Vraag nr. 478 van de heer volksvertegenwoordiger RafTerwingen van 20 mei 2011 (N.) aan de ministervan Justitie:Het gebruik van de nieuwe media door Child Focus. (MV4401)Child Focus heeft in februari 2011 "Child Alert" opgericht,maar dit zou echter volgens insiders een lege dooszijn. Child Focus zegt zelf dat ze via het internet 80 procentvan de Belgen kunnen bereiken, maar dat ze daarmomenteel nog niet aan toe zijn.De ouders van Nathalie Geijsbregts en Inge Breugelmanshebben nu zelf "Child Alerter" opgericht omdat ChildFocus volgens hen het internet onvoldoende benut om debevolking te mobiliseren bij de speurtocht naar kinderen.Het betreft een Facebookpagina die leden aanmoedigt omverdwijningen via het internet te delen. Ze zeggen zelf hetgoede werk van Child Focus te willen aanvullen en delenmee als Child Focus zelf een initiatief neemt met het doorhen opgerichte initiatief te stoppen.Nochtans deelde Child Focus in de bijzondere commissieSeksueel Misbruik mee dat de organisatie in 2010 weliswaarvoor feiten van seksueel misbruik een trend waarnaminzake de toename van meldingen van beeldmateriaal dattoegezonden werd via social networking sites, of beeldenwaaraan mensen aanstoot nemen op social networkingsites.Het was tevens een aanbeveling van de bijzondere commissieSeksueel Misbruik voor alle bevoegde autoriteitenom eventueel na het sluiten van een samenwerkingsovereenkomst,efficiënter op te treden tegen seksueel misbruiken pedofiele handelingen via of met behulp van internet.1. Wat zijn de redenen voor het nalaten van een belangrijkeorganisatie zoals Child Focus om zich nog niet tenvolle te ontplooien op het internet?2. Hebt u reeds samengezeten met Child Focus om deaanbevelingen van de bijzondere commissie seksueel misbruikdoor te nemen, en zo ja, wat zijn de resultaten hiervan?CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

88 QRVA 53 035Réponse du ministre de la Justice du 06 juillet 2011, àla question n° 478 de monsieur le député Raf Terwingendu 20 mai 2011 (N.):Child Focus peut jouer un rôle sur plusieurs plans:Le point de contact Child Focus sur Internet (stopchildporno.be),a pour but de recueillir, de transférer sans délaiet d'assurer le suivi de toutes les informations relatives à lapornographie enfantine sur Internet. Le point de contactfournit au visiteur du site des informations sur la problématiquede la pornographie enfantine sur Internet d'une part etoffre la possibilité de faire une déclaration au sujet designaux présentant un caractère apparemment pédopornographiqued'autre part.Clicksafe.be est un site internet de Child Focus, réalisé encollaboration avec Sensoa et avec le soutien de la Commissioneuropéenne. Sur le site internet clicksafe.be, il est possiblede trouver toutes les informations nécessaires pourune utilisation sûre et responsable des technologies del'information et de la communication, et en particulierd'Internet.En outre, Child Focus sensibilise également le grandpublic au travers de matériel pédagogique, de journées etcampagnes de sensibilisation, etc.Autres exemples:Spots télévisés: Tous les deux ans, l'agence publicitaireGrey réalise pro bono un spot télévisé afin de sensibiliserle grand public à la problématique de la pornographieenfantine sur Internet. Ces spots mettent également pleinsfeux sur le point de contact civil stopchildporno.be. Par lebiais de ce point de contact, tout le monde peut signaler laprésence de matériel pédopornographique qu'il a rencontrépar hasard sur Internet.Journées de sensibilisation:- Safer Internet Day: chaque année en février, ChildFocus organise le Safer Internet Day en collaboration avecdes partenaires tels que Microsoft, ISPA Belgium et ActionInnocence. Au cours de cette journée, différents acteurs dusecteur donnent des explications concernant la sécurité enligne et font ensemble la promotion d'une utilisation sécuriséed'Internet.- Stands d'information et de sensibilisation: Child Focusest régulièrement présent avec un stand d'information et desensibilisation à des salons, des bourses, des journées pourles familles, etc. (salons éducatifs, Famiboom, etc.). C'estune façon d'attirer l'attention sur la problématique des disparitionsd'enfants et des abus sexuels sur les enfants et dedonner en même temps des conseils en matière de prévention,en particulier sur la sécurité en ligne.Antwoord van de minister van Justitie van 06 juli2011, op de vraag nr. 478 van de heer volksvertegenwoordigerRaf Terwingen van 20 mei 2011 (N.):Child Focus kan op verschillende vlakken een rol spelen:Het contactpunt Child Focus op het internet (stopchildporno.be),beoogt het ontvangen, onmiddellijk doorspelenen opvolgen van alle informatie met betrekking tot kinderpornografieop het internet. Het contactpunt geeft aan debezoeker van de site enerzijds informatie over de problematiekvan de kinderpornografie op het internet en anderzijdsbiedt het de mogelijkheid om aangifte te doen vansignalen met schijnbaar kinderpornografisch karakter.Clicksafe.be is een website van Child Focus, in samenwerkingmet Sensoa en met de steun van de EuropeseCommissie. Op de website clicksafe.be vindt men allenodige informatie om op een veilige en verantwoordemanier om te gaan met de Informatie- en Communicatietechnologieën,en in het bijzonder internet.Bovendien sensibiliseert Child Focus ook het grotepubliek via, pedagogisch materiaal, sensibiliseringsdagenen -campagnes, enzovoort.Andere voorbeelden:Televisiespots: Om de twee jaar maakt het reclameagentschap'Grey pro bono' een televisiespot om het grotepubliek te sensibiliseren over de problematiek van kinderpornografieop internet. Deze spots zetten ook het burgerlijkmeldpunt stopchildporno.be in de schijnwerpers.Iedereen kan via dit meldpunt kinderpornografisch materiaalmelden dat hij of zij per toeval online ontdekt heeft.Sensibiliseringsdagen:- Safer Internet Day: elk jaar in februari organiseert ChildFocus de Safer Internet Day in samenwerking met partnersals Microsoft, ISPA Belgium en Action Innocence. Opdeze dag geven verschillende spelers uit de sector meer uitlegover online veiligheid en promoten ze samen eenbeveiligd gebruik van internet.- Informatie- en sensibiliseringsstanden: Child Focus isregelmatig met een informatie-/ sensibiliseringsstand aanwezigop salons, beurzen, family days, enzovoort.(Opvoedkundige salons, Famiboom, en andere). Het is eenmanier om de problematiek van verdwijningen en seksueelmisbruik van kinderen onder de aandacht te brengen entegelijk preventietips mee te geven, in het bijzonder overveiligheid online.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 89Outils pédagogiques:- Le 'Kit de sécurité en ligne': Child Focus a lancé ce kitgratuit pour les parents et les enfant afin qu'ils apprivoisentensemble Internet.- 'Ma grille de sécurité pour une bonne utilisation desTIC': Dans le cadre de la huitième édition de la JournéeInternationale des Enfants Disparus (25 mai 2009), ChildFocus a suggéré aux professeurs du premier cycle del'enseignement secondaire d'organiser un cours où leursélèves apprennent à utiliser de manière responsable et sûreles nouvelles technologies de l'information et de la communication.- 'Chatter sans risque': l'affiche 'Click Safe' a été réaliséeen 2004 afin de faire obstacle aux inévitables risques liésaux TIC (technologies de l'information et de la communication)en constante évolution. En 2008, l'affiche a pris laforme d'une Z-card® originale.- 'Armadillo': Dans le cadre de la lutte contre les abussexuels sur les enfants, Child Focus et l'asbl Clefs pour lajeunesse ont lancé le projet 'Armadillo' à destination desparents et des enseignants des écoles primaires et maternelles.Ce projet comprend un livret pour l'équipe enseignante(théorie et pratique), une formation et une brochure d'informationpour les parents. Voir www.leefsleutels.be.Pedagogische hulpmiddelen:- Het 'Veilig Internet Gezinspakket': Child Focus lanceerdedeze gratis kit voor ouders en kinderen om internetsamen onder de knie te krijgen.- 'Mijn veiligheidsvoorschriften voor een veilig ICTgebruik':In het kader van de achtste editie van de InternationaleDag van Vermiste Kinderen (25 mei 2009) steldeChild Focus aan leerkrachten van de eerste graad van hetsecundair onderwijs voor om een les te organiseren waarbijhun leerlingen leren op een verantwoorde en veiligemanier om te gaan met nieuwe informatie- en communicatietechnologieën.- 'Veilig chatten': de affiche 'Click Safe' werd in 2004gemaakt om de onvermijdelijke risico's van de voortdurendevoluerende ICT (Informatie- en CommunicatieTechnologie)in te dijken. In 2008 kreeg de affiche de vorm van eenoriginele Z-card®.- 'Armadillo': In de strijd tegen seksueel misbruik vankinderen lanceerden Child Focus en vzw Leefsleutels voorouders en leerkrachten van basisscholen en kleuterscholenhet project 'Armadillo'. Dit project omvat een boekje voorhet leerkrachtenteam (met theorie + praktijk), een opleidingen een infofolder voor ouders. Zie www.leefsleutels.be.DO 2010201103647Question n° 515 de madame la députée Sabien Lahaye-Battheu du 21 juin 2011 (N.) au ministre de laJustice:L'appel du président de la Cour de cassation. - Nouvelleprocédure en référé pour les affaires civiles. - Occupationdu cadre des référendaires. - Avocat en matièrepénale. (QO 5057)Ghislain Londers, le président de la Cour de Cassation,tire la sonnette d'alarme dans le quotidien De Tijd du26 mai 2011. En 2010, cette Cour a dû absorber 10%d'affaires de plus qu'en 2009. On parle même d'un recordabsolu en 2010 avec 3.486 nouvelles affaires, une haussequi s'est poursuivie cette année.DO 2010201103647Vraag nr. 515 van mevrouw de volksvertegenwoordigerSabien Lahaye-Battheu van 21 juni 2011 (N.) aande minister van Justitie:De oproep van de voorzitter van het Hof van Cassatie. -Nieuwe kortgedingprocedure voor burgerlijke zaken. -Opvulling kader referendarissen. - Advocaat in strafzaken.(MV 5057)In de krant De Tijd van 26 mei 2011 luidt GhislainLonders, de voorzitter van het Hof van Cassatie, de alarmbel.In 2010 heeft het 10% meer nieuwe zaken moeten slikkendan in 2009. Met 3.486 nieuwe zaken in 2010 is ersprake van een absoluut record, en de stijging zou zich ditjaar al heel sterk hebben voortgezet.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

90 QRVA 53 035Jusqu'ici, les délais d'examen étaient restés très raisonnables.Dans certains cas, ces délais sont d'ailleurs fixés parla loi, par exemple pour les détenus en détention préventive.Si l'augmentation du nombre d'affaires se poursuit de lasorte, il est à craindre que la situation ne soit plus tenable.Étant donné que les affaires civiles durent en moyenne 12 à14 mois en Cassation, monsieur Londers plaide en faveurd'une nouvelle "procédure en référé" pour les affaires civilesprésentant un intérêt particulier pour la société. Cellescidevraient alors être clôturées dans le mois.La Cour de cassation ne réclame pas davantage deconseillers mais plutôt des référendaires pour les assister,en particulier dans les affaires pénales. Ces recrutementspourraient intervenir très rapidement étant donné qu'unconcours de recrutement de référendaires est actuellementen cours. La loi prévoit que la Cour de cassation peut obtenirau maximum 30 référendaires. Dans la pratique, ellen'en compte pour l'instant que dix.Selon monsieur Londers, les personnes condamnées sepourvoient trop facilement en Cassation. Dans les affairespénales, seules 11% des procédures ont donné lieu à uneannulation du jugement en 2010. Beaucoup de personnescondamnées se pourvoient immédiatement en cassationavant même de se concerter avec leur avocat. Dans denombreux cas, on n'indique même pas ce qui est reprochéau juge. Le délai de réflexion devrait pouvoir être prolongépar le biais d'une modification législative. De plus, il faudraitrendre l'intervention de l'avocat obligatoire, commec'est le cas en France et aux Pays-Bas. En matière civile,l'assistance d'un avocat en cassation est d'ores et déjà obligatoire.Le nombre d'affaires civiles qui donne finalementlieu à une annulation est dès lors sensiblement plus élevé(44% en 2010).1. a) Êtes-vous favorable à l'instauration d'une nouvelleprocédure en référé pour les affaires civiles?b) Dans l'affirmative, quelles initiatives peuvent-ellesêtre envisagées?Tot dusver konden de doorlooptijden zeer redelijk wordengehouden. In sommige gevallen zijn die doorlooptijdentrouwens wettelijk vastgelegd, bijvoorbeeld wanneerverdachten in voorlopige hechtenis zitten. Maar men vreestdat niet te kunnen volhouden als het aantal nieuwe zakenzo sterk blijft stijgen. Omdat burgerlijke zaken bij Cassatiegemiddeld 12 tot 14 maanden aanslepen, pleit de heerLonders voor een nieuwe "kortgedingprocedure" voor burgerlijkezaken met een groot maatschappelijk belang. Diezouden dan al binnen de maand afgerond worden.Het Hof van Cassatie vraagt niet meer raadsheren, maarwel meer referendarissen om hen bij te staan, zeker voor destrafzaken. Die aanwervingen zouden heel snel kunnengebeuren, want momenteel loopt een vergelijkend examenvoor referendarissen. De wet bepaalt dat Cassatie maximaal30 referendarissen kan krijgen. In de praktijk zijn ernu slechts tien aan de slag.Volgens de heer Londers is ook de drempel om naar Cassatiete stappen te laag. In strafzaken leidde slechts 11%van de procedures in 2010 tot een vernietiging van de uitspraak.Veel mensen die zijn veroordeeld, tekenen meteencassatieberoep aan, zonder eerst met hun advocaat te overleggen.In veel gevallen staat er zelfs niet vermeld wat mende rechter verwijt. Via een wetswijziging zou de termijnom na te denken verlengd kunnen worden. En de tussenkomstvan een advocaat zou moeten worden verplicht,zoals in Frankrijk en Nederland. In burgerlijke zaken is debijstand van een cassatieadvocaat nu al verplicht. Het aantalburgerlijke zaken dat uiteindelijk leidt tot een vernietiging,is dan ook opmerkelijk hoger (44% in 2010).1. a) Bent u het voorstel genegen om een nieuwe kortgedingprocedurevoor burgerlijke zaken te installeren?b) Zo ja, welke initiatieven kunnen worden overwogen?c) Dans la négative, quelles sont vos objections? c) Zo neen, wat zijn uw overwegingen?2. a) Comment réagissez-vous à la demande d'occupationdu cadre de 30 référendaires?b) Avez-vous une idée de la raison pour laquelle on neparvient pas à recruter le nombre (maximum) légal fixé?3. Que pensez-vous de la thèse selon laquelle la présenced'un avocat devrait être obligatoire en matière pénale?2. a) Wat is uw reactie op de vraag om het kader van 30referendarissen op te vullen?b) Heeft u er zicht op hoe het komt dat het wettelijkbepaalde (maximum)aantal niet ingevuld raakt?3. Wat is uw visie aangaande de stelling dat de tussenkomstvan een advocaat zou moeten worden verplicht instrafzaken?CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 91Réponse du ministre de la Justice du 06 juillet 2011, àla question n° 515 de madame la députée SabienLahaye-Battheu du 21 juin 2011 (N.):1. J'ai pris connaissance avec grand intérêt des différentespropositions d'adaptation de la procédure en matière civileà la Cour de cassation. Cette question fait actuellementl'objet d'une analyse approfondie. Il appartiendra à un gouvernementde plein exercice de procéder à l'élaborationconcrète d'une nouvelle procédure (ou d'une procédurerénovée).2. Le cadre des référendaires près la Cour de cassation estactuellement fixé à 15 unités.Trois postes sont pour l'instant vacants.Parmi les 12 référendaires nommés, un bénéficie d'uneinterruption de carrière, un deuxième travaille à 33% et untroisième sera en absence de longue durée pour raisonspersonnelles à partir du 1er juillet 2011.La possibilité de remplacer des référendaires par descontractuels sur la base de l'article 178 du Code judiciaireest à l'examen.La réserve de recrutement étant épuisée, une augmentationdu cadre n'a pour l'instant pas non plus de sens.Un concours de recrutement a déjà été annoncé dans leMoniteur belge du 21 avril 2011.Ensuite, les lauréats de ce concours devront encore passerun examen linguistique, comme le prévoit la loi du15 juin 1935 concernant l'emploi des langues en matièrejudiciaire, dont les modalités ont été définies par l'arrêtéroyal du 12 octobre 2009.Le recrutement prendra par conséquent encore un certaintemps.Je vous rappelle qu'en l'absence d'arguments convaincant,l'inspecteur des finances s'est déjà opposé à plusieursreprises à une augmentation du cadre de cinq unités.En outre, vous savez que tant que le gouvernement est enaffaires courantes, le principe de prudence budgétaires'applique et qu'aucune nouvelle initiative ne peut êtreprise.3. En matière pénale, le pourvoi en cassation est introduitpar une déclaration au greffe de la juridiction qui a prononcéla décision, par la partie ou son avocat, dans un registrespécialement tenu à cet effet.En matière pénale, les requêtes ne doivent pas êtresignées par un avocat près la Cour de cassation, alors quec'est une obligation en matière civile.Antwoord van de minister van Justitie van 06 juli2011, op de vraag nr. 515 van mevrouw devolksvertegenwoordiger Sabien Lahaye-Battheu van21 juni 2011 (N.):1. Ik heb met veel belangstelling kennis genomen vanverschillende voorstellen van een aanpassing van de procedurein burgerlijke zaken bij het Hof van Cassatie. Ditmaakt thans het voorwerp uit van een grondig onderzoek.De concrete uitwerking van een (ver)nieuwde procedurezal door een regering met volle bevoegdheid moeten opgenomenworden.2. Het kader van de referendarissen bij het Hof van Cassatieis momenteel vastgesteld op 15 eenheden.Drie plaatsen zijn momenteel vacant.Onder de 12 benoemde referendarissen, geniet ééniemand loopbaanonderbreking, werkt een tweede aan 33%en zal een derde afwezigheid van lange duur wegens persoonlijkeaangelegenheden nemen vanaf 1 juli 2011.De mogelijkheid om referendarissen op grond van artikel178 van het Gerechtelijk Wetboek te vervangen door contractuelenwordt momenteel onderzocht.Aangezien de wervingsreserve uitgeput is, heeft een verhogingvan het kader momenteel ook geen zin.Een wervingsexamen werd reeds aangekondigd in hetBelgisch Staatsblad van 21 april 2011.De laureaten van dat examen zullen vervolgens nog eentaalexamen dienen af te leggen zoals voorzien is in de wetvan 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszakenwaarvan de modaliteiten werden vastgesteld door hetkoninklijk besluit van 12 oktober 2009.De aanwerving zal bijgevolg nog een tijdje in beslagnemen.Ik herinner u eraan dat de inspecteur van Financiën zichreeds verschillende malen verzet heeft tegen een kaderverhogingmet vijf eenheden bij gebrek aan overtuigendeargumenten.Bovendien weet u dat zolang de regering in lopendezaken is, het principe van de budgettaire behoedzaamheidgeldt en er geen nieuwe initiatieven kunnen genomen worden.3. Cassatieberoep in strafzaken wordt ingesteld door eenverklaring ter griffie van de rechtsmacht die de uitspraakheeft gedaan, door de partij of haar advocaat, in een speciaaldaartoe bijgehouden register.In strafzaken dienen de verzoekschriften niet door eenadvocaat bij het Hof van Cassatie te worden ondertekend,wat wel verplicht is in burgerlijke zaken.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

92 QRVA 53 035Le délai d'introduction d'un pourvoi en cassation enmatière pénale est également plus court qu'en matièrecivile, à savoir quinze jours francs.La suite de l'analyse et la consultation de toutes les partiesconcernées devront montrer s'il est opportun d'adapterla procédure pour la Cour de cassation, et plus précisémentle délai et les modalités d'introduction du pourvoi en matièrepénale.À cet égard, il peut être fait mention de l'article 97, § 1er,alinéa 2, de la loi relative au statut juridique externe despersonnes condamnées à une peine privative de liberté etaux droits reconnus à la victime dans le cadre des modalitésd'exécution de la peine, modifié par la loi du 6 février2009 (Moniteur belge du 26 février 2009), qui prévoit quela déclaration de recours en cassation contre des décisionsdu tribunal de l'application des peines et du juge de l'applicationdes peines doit être signée par un avocat.Il est indéniable que les conséquences budgétaires d'uneadaptation éventuelle de la procédure en matière pénaledevront également être examinées.De termijn om cassatieberoep in te stellen in strafzaken isook korter dan in burgerlijke zaken, met name vijftien vrijedagen.Verder onderzoek en consultatie van alle betrokken actorenzal moeten uitwijzen of het opportuun is de rechtsplegingvoor het Hof van Cassatie, meer bepaald de termijn ende wijze voor het instellen van het cassatieberoep in strafzaken,aan te passen.In dit verband kan gewezen worden op artikel 97, § 1,tweede lid, van de wet betreffende de externe rechtspositievan de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan hetslachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten,zoals gewijzigd door de wet van6 februari 2009 (Belgisch Staatsblad, 26 februari 2009),dat voorziet dat de verklaring van cassatieberoep tegenbeslissingen van de strafuitvoeringsrechtbank en strafuitvoeringsrechterdoor een advocaat moet worden ondertekend.Ontegensprekelijk zal tevens moeten nagekeken wordenwat de budgettaire gevolgen zijn van een eventuele aanpassingvan de rechtspleging in strafzaken.Ministre des PME, des Indépendants, del'Agriculture et de la Politique scientifiqueMinister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw enWetenschapsbeleidDO 0000201000390Question n° 129 de monsieur le député GeorgesGilkinet du 19 avril 2011 (Fr.) à la ministre desPME, des Indépendants, de l'Agriculture et de laPolitique scientifique :La demande d'indemnité de la part du Fonds de l'économiesociale et durable à l'égard de la KBC.Le Fonds de l'économie sociale et durable avait investi25,5 millions d'euros pour des crédits reconditionnés(CDO) auprès de la KBC. La crise financière a eu pourconséquences l'échec de cet investissement et in fine laliquidation de ce Fonds.La KBC a récemment rejeté une demande d'indemnitésdu Fonds de l'économie sociale et durable.1. Pouvez-vous me confirmer qu'une demande d'indemnitésformulée par le Fonds de l'économie sociale et durablea bel et bien été rejetée par la KBC?2. a) Qui a pris l'initiative d'introduire une demanded'indemnités auprès de la KBC alors que la liquidation duFonds était déjà en cours?DO 0000201000390Vraag nr. 129 van de heer volksvertegenwoordigerGeorges Gilkinet van 19 april 2011 (Fr.) aan deminister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouwen Wetenschapsbeleid:Kringloopfonds. - Schadevordering tegen KBC.Het Kringloopfonds had bij KBC voor 25,5 miljoen euroin herverpakte kredieten (CDO's) belegd. Die investeringmoest ten gevolge van de financiële crisis volledig afgeschrevenworden en leidde uiteindelijk tot de liquidatie vanhet Fonds.KBC wees onlangs een schadevordering van het Kringloopfondsaf.1. Kan u bevestigen dat KBC inderdaad een schadevorderingvan het Kringloopfonds heeft afgewezen?2. a) Wie heeft het initiatief genomen om een schadevorderingin te dienen bij KBC, terwijl het Fonds al in vereffeningwas?b) À quelle date la demande a-t-elle été introduite? b) Wanneer werd die vordering ingediend?CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 93c) Avez-vous été impliqué dans la décision d'introduirecette demande?3. a) Quels arguments les gestionnaires du Fonds ont-ilsmis en avant afin d'appuyer la demande d'indemnités?b) Quels arguments ont été invoqués par la KBC pour larejeter?4. Une action judiciaire contre la KBC est-elle envisagéeafin récupérer une partie de la somme perdue à la suite decet investissement dans les produits reconditionnés?Réponse de la ministre des PME, des Indépendants,de l'Agriculture et de la Politique scientifique du01 juillet 2011, à la question n° 129 de monsieur ledéputé Georges Gilkinet du 19 avril 2011 (Fr.):J'ai l'honneur d'informer l'honorable membre que cettequestion ne relève pas de mes attributions, mais de cellesdu secrétaire d'État à Intégration sociale et à Lutte contre lapauvreté à qui cette question est également posée (questionn° 6 du 1er septembre 2010, Questions et Réponses, Chambre,2010-2011, n° 26, p. 117).c) Werd u gekend in de beslissing om die vordering in tedienen?3. a) Welke argumenten droegen de beheerders van hetFonds aan om de schadevordering te onderbouwen?b) Welke argumenten voerde KBC aan om die vorderingaf te wijzen?4. Zal er een rechtsvordering ingesteld worden tegenKBC om een deel van het bedrag dat verloren is gegaan tengevolge van de belegging in herverpakte kredieten, te recupereren?Antwoord van de minister van KMO's, Zelfstandigen,Landbouw en Wetenschapsbeleid van 01 juli 2011, opde vraag nr. 129 van de heer volksvertegenwoordigerGeorges Gilkinet van 19 april 2011 (Fr.):Ik heb de eer het geachte lid mee te delen dat deze vraagniet onder mijn bevoegdheden valt maar onder die van destaatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie enArmoedebestrijding, aan wie deze vraag eveneens werdgesteld (vraag nr. 6 van 1 september 2010, Vragen en Antwoorden,Kamer, 2010-2011, nr. 26, blz. 117).DO 0000201000555Question n° 18 de monsieur le député Denis Ducarmedu 15 septembre 2010 (Fr.) à la ministre desPME, des Indépendants, de l'Agriculture et de laPolitique scientifique :La viande clônée.Selon La Dernière Heure le 11 août 2010, de la viandeclonée serait arrivée en Belgique via le Royaume-Uni. Lesautorités belges ont été tenues au courant, précise le quotidien.L'affaire de la viande de bovins nés d'animaux clonésfait depuis quelques jours beaucoup de bruit en Grande-Bretagne. "The Guardian" évoque trois animaux qui seseraient retrouvés dans la chaîne alimentaire. De la viandeissue d'un taureau abattu en mai 2010 aurait été exportée enBelgique, selon le quotidien.L'agence britannique pour la sécurité de la chaîne alimentairea identifié huit animaux nés d'embryons d'unevache clonée aux États-Unis. Il s'agit de quatre taureaux etquatre vaches. Du "lait cloné" issu des animaux ainsi quede leurs descendants serait également en circulation, maisles experts de l'agence britannique n'ont pas encore pu ledémontrer.1. Pouvez-vous confirmer cette information et nousexpliquer comment cette situation a pu se produire?DO 0000201000555Vraag nr. 18 van de heer volksvertegenwoordiger DenisDucarme van 15 september 2010 (Fr.) aan deminister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouwen Wetenschapsbeleid:Vlees van gekloonde dieren.Volgens een bericht in La Dernière Heure van11 augustus 2010 zou er via het Verenigd Koninkrijk vleesafkomstig van gekloonde dieren in België zijn ingevoerd.De Belgische overheid zou hiervan op de hoogte gebrachtzijn, zo meldt de krant. In Groot-Brittannië zorgt de affairevan het vlees van gekloonde runderen sinds enkele dagenvoor veel opschudding. De Britse krant The Guardianheeft het over drie dieren waarvan het vlees in de voedselketenzou zijn terechtgekomen. Vlees van een in mei 2010geslachte stier zou naar België zijn uitgevoerd, aldus dekrant.Het Britse agentschap voor de veiligheid van de voedselketenkwam acht dieren, die uit embryo's van een in deVerenigde Staten gekloonde koe ontwikkelden, op hetspoor. Het gaat om vier stieren en vier koeien. Tevens zoumelk van de gekloonde dieren en van hun nageslacht in dehandel zijn gebracht, maar dat konden de Britse specialistennog niet bewijzen.1. Bevestigt u die informatie, en kan u verklaren hoe ditis kunnen gebeuren?CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

94 QRVA 53 0352. Quels sont les risques connus ou supposés induits parla consommation de tels produits pour la santé alimentaire?3. Manger de la viande issue d'animaux clonés est unepratique relativement courante aux États-Unis.2. Van welke gezondheidsrisico's die verband houdenmet de consumptie van dergelijke producten is het bestaanbekend of wordt het bestaan vermoed?3. In de Verenigde Staten is het eten van vlees vangekloonde dieren relatief gangbaar.a) L'Union européenne envisage-t-elle de faire de même? a) Is de Europese Unie van plan dat eveneens toe testaan?b) Quelle est la position de la Belgique à ce sujet? b) Wat is het standpunt van België hieromtrent?Réponse de la ministre des PME, des Indépendants,de l'Agriculture et de la Politique scientifique du07 juillet 2011, à la question n° 18 de monsieur ledéputé Denis Ducarme du 15 septembre 2010 (Fr.):1. Il n'existe actuellement pas de législation spécifiquedans l'Union européenne concernant l'importation et lecommerce d'embryons et de sperme issus d'animaux clonés.La commercialisation de ces produits n'est dès lors pasinterdite par la réglementation. Au Royaume-Uni, il y a, eneffet, huit animaux qui sont nés à partir d'embryons issusd'une vache clonée aux USA. Donc huit descendants d'animauxclonés.Les viandes d'animaux abattus dans un État membre etdéclarées propres à la consommation humaine par l'autoritécompétente locale, peuvent se retrouver dans un autre Etatmembre en vertu de la libre circulation des marchandises.C'est ainsi que de la viande d'un de ces descendants de lavache clonée a abouti en Belgique.2. Sur base des connaissances scientifiques actuelles, ycompris une évaluation par l'Autorité européenne de Sécuritéalimentaire (EFSA), on peut conclure qu'il n'y a pas derisque lié à la consommation de denrées alimentaires provenantd'animaux clonés et, a fortiori, de leurs descendants.3. a) La mise sur le marché de denrées alimentaires provenantdirectement d'animaux clonés relève du champd'application du règlement européen relatif aux nouveauxaliments et ingrédients alimentaires (Novel Foods; Règl.(CE) 258/97). Ces denrées alimentaires ne peuvent doncpas être mises sur le marché de l'Union européenne àmoins qu'une évaluation approfondie du risque n'ait étéeffectuée et que la Commission européenne ait donné uneautorisation pour sa mise sur le marché. Jusqu'à présent,aucune demande n'a été introduite dans l'UE pour de tellesdenrées alimentaires provenant d'animaux clonés. Ces exigencesne sont toutefois pas applicables aux denrées alimentairesprovenant des descendants d'animaux clonés.Antwoord van de minister van KMO's, Zelfstandigen,Landbouw en Wetenschapsbeleid van 07 juli 2011, opde vraag nr. 18 van de heer volksvertegenwoordigerDenis Ducarme van 15 september 2010 (Fr.):1. Momenteel bestaat er in de Europese Unie geen specifiekewetgeving betreffende de import van en handel inembryo's en sperma afkomstig van gekloonde dieren. Hetverhandelen van deze producten is vanuit wetgevend oogpuntdan ook niet verboden. In het Verenigd Koninkrijkzijn er inderdaad acht dieren geboren uit embryo's afkomstigvan een gekloonde koe uit de Verenigde Staten. Dusacht nakomelingen van gekloonde dieren.Vlees van dieren die in een lidstaat worden geslacht endat door de plaatselijke bevoegde autoriteit geschikt wordtbevonden voor humane consumptie, kan op grond van hetvrij verkeer van goederen in een andere lidstaat terechtkomen. Zo is er vlees van een van deze nakomelingen vande gekloonde koe in België terecht gekomen.2. Op basis van de huidige wetenschappelijke kennis,waaronder een evaluatie door de Europees Autoriteit voorVoedselveiligheid (EFSA) kan er besloten worden dat ergeen risico verbonden is aan de consumptie van voedingsmiddelenafkomstig van gekloonde dieren en, a fortiori,hun nakomelingen.3. a) Het op de markt brengen van voedingsmiddelen dierechtstreeks afkomstig zijn van gekloonde dieren, valt binnenhet toepassingsgebied van de Europese verordeningbetreffende nieuwe voedingsmiddelen en nieuwe voedselingrediënten(Novel Foods, Verordening (CE)258/97).Deze levensmiddelen mogen dus niet op de markt van deEuropese Unie worden gebracht tenzij er een grondige risicobeoordelingis uitgevoerd en er door de Europese Commissietoelating is gegeven voor het op de markt brengenervan. Tot nu toe is er in de EU nog geen aanvraag ingediendvoor dergelijke voedingsmiddelen, afkomstig vangekloonde dieren. Deze vereisten gelden echter niet voorvoedingsmiddelen afkomstig van de nakomelingen vangekloonde dieren.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 95b) Pour l'instant, on discute toutefois au niveau du Parlementeuropéen et du Conseil (deuxième lecture) une nouvelleproposition pour le règlement de l'UE relatif auxnouveaux aliments. Le statut des denrées alimentaires provenantd'animaux clonés et de leurs descendants constituele plus gros point de discussion.À ce jour, il n'a toujours pas été possible de dégager uncompromis entre États membres sur cette question. Laposition de la Belgique sera déterminée lorsqu'une nouvelleproposition de règlement sera disponible mais je suisd'avis qu'il n'y a pas lieu d'aller au-delà de la réglementationactuellement en vigueur.b) Op dit moment wordt er echter gediscussieerd op hetniveau van het Europees Parlement en de Raad (tweedelezing) over een nieuw voorstel voor de EU verordeningbetreffende nieuwe levensmiddelen. Het statuut van voedingsmiddelenafkomstig van gekloonde dieren en hunnakomelingen is hierbij het grootste discussiepunt.Tot op heden werd er geen compromis bereikt tussen delidstaten omtrent deze kwestie. Het standpunt van Belgiëzal worden bepaald op het moment dat er een nieuw voorstelvan verordening beschikbaar zal zijn, maar ik ben vanmening dat er geen reden is om verder te gaan dan de verordeningdie momenteel van kracht is.DO 2010201101735Question n° 79 de madame la députée Kattrin Jadin du31 janvier 2011 (Fr.) à la ministre des PME, desIndépendants, de l'Agriculture et de la Politiquescientifique :AFSCA. - Secteur horeca. - La version allemande du"guide autocontrôle".J'ai été interpellée récemment par plusieurs représentantsdu secteur horeca de ma région sur le manque, à ce jourencore, de la version allemande du "guide autocontrôle"publié par l'Agence fédérale pour la sécurité de la chaînealimentaire (AFSCA) à l'attention du secteur horeca.Dans la mesure où les contrôles devraient déjà se faire enallemand et que les formulaires émis à cet en effet, sontrédigés en allemand, je ne peux comprendre que ce ne soitpas encore possible de disposer de ce "guide autocontrôle"en allemand.Car, bien que les citoyens de ma région ont souvent debonnes connaissances de la langue française, vous comprendrezaisément que les dispositions précises et parfoiscomplexes relatives à l'autocontrôle dans le secteur horecapuissent être portés à leur connaissance dans leur languematernelle.1. Pourquoi le "guide autocontrôle" de l'AFSCA n'existet'-ilpas encore en allemand à ce jour, alors que l'allemandest une langue nationale au même titre que le français et lenéerlandais?2. Quand celui-ci sera-t'-il mis à la disposition des représentantsdu secteur horeca germanophones?DO 2010201101735Vraag nr. 79 van mevrouw de volksvertegenwoordigerKattrin Jadin van 31 januari 2011 (Fr.) aan deminister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouwen Wetenschapsbeleid:FAVV. - Horecasector. - Duitstalige versie van de autocontrolegids.Ik werd onlangs door verscheidene horeca-exploitantenuit mijn regio geïnterpelleerd over het feit dat er nog altijdgeen Duitstalige versie bestaat van de door het FederaalAgentschap voor de veiligheid van de voedselketen(FAVV) ten behoeve van de horeca gepubliceerde autocontrolegids.Er zouden al controles moeten plaatsvinden in het Duitsen de desbetreffende formulieren zijn ook al in het Duitsgesteld. Ik vind het dan ook onbegrijpelijk dat de autocontrolegidsnog altijd niet in het Duits verkrijgbaar is.U zal ook wel begrijpen dat mijn streekgenoten, dienochtans vaak goed Frans kennen, toch liever in hun eigentaal kennisnemen van de gedetailleerde en soms ingewikkeldevoorschriften met betrekking tot de autocontrole inde horecasector.1. Waarom bestaat de autocontrolegids van het FAVVvandaag nog altijd niet in het Duits, dat toch net als hetFrans en het Nederlands een officiële landstaal is?2. Wanneer zullen de Duitstalige horeca-exploitantenover die autocontrolegids kunnen beschikken?CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

96 QRVA 53 0353. Dans la mesure où celui-ci n'existe pas encore à ce jouren allemand, les restaurateurs germanophones quin'auraient pas de connaissances suffisantes de la languefrançaise pour se mettre parfaitement en ordre par rapportaux dispositions dudit contrôle, peuvent-ils pour ce motif,refuser le contrôle qu'on pourrait leur imposer le caséchéant?Réponse de la ministre des PME, des Indépendants,de l'Agriculture et de la Politique scientifique du08 juillet 2011, à la question n° 79 de madame ladéputée Kattrin Jadin du 31 janvier 2011 (Fr.):Les guides d'autocontrôle sont rédigés par les secteursprofessionnels eux-mêmes qui les soumettent à la validationde l'AFSCA et de son Comité scientifique.Les guides ne sont nullement imposés par la réglementationmais visent à aider les entreprises à mettre en placeleur propre système d'autocontrôle.Il appartient donc aux fédérations Horeca de traduire leurguide en allemand, j'engage les opérateurs germanophonesde ce secteur à effectuer des démarches en ce sens auprèsd'elles.Pour ce qui est des dispositions légales à respecter, labase principale est constituée par les règlements européensdont la version allemande est publiée.L'Agence alimentaire a aussi établi des check listes enallemand, disponibles sur son site www.afsca.be à l'intentiondes opérateurs germanophones. Son antenne de Saint-Vith est en mesure de leur donner, dans leur langue, toutesles explications souhaitées. Ce sont les check listes et nonles guides qui servent de ligne directrice lors de contrôles.3. Kunnen de Duitstalige restauranthouders die het Fransonvoldoende machtig zijn om de voorschriften met betrekkingtot die autocontrole tot in de puntjes na te leven, eeneventuele controle weigeren omdat die autocontrolegidsvandaag nog altijd niet beschikbaar is in het Duits?Antwoord van de minister van KMO's, Zelfstandigen,Landbouw en Wetenschapsbeleid van 08 juli 2011, opde vraag nr. 79 van mevrouw de volksvertegenwoordigerKattrin Jadin van 31 januari 2011 (Fr.):De autocontrolegidsen worden door de beroepssectorenzelf opgesteld. Zij leggen ze ter goedkeuring voor aan hetFAVV (Federaal Agentschap voor de veiligheid van devoedselketen) en zijn Wetenschappelijk Comité.De gidsen worden niet opgelegd door de reglementering,maar zijn erop gericht de ondernemingen te helpen die huneigen autocontrolesysteem willen invoeren.Het is dus aan de horecafederaties om hun gids naar hetDuits te vertalen. Ik nodig de Duitstalige operatoren vandeze sector uit in dit opzicht de nodige stappen bij hen teondernemen.Wat betreft de wettelijke bepalingen die moeten wordennageleefd, de basis wordt gevormd door de Europese verordeningenwaarvan de Duitse versie gepubliceerd werd.Het Voedselagentschap heeft ook checklists opgesteld inhet Duits, beschikbaar op zijn website www.favv.be voor deDuitstalige operatoren. De antenne van St-Vith kan henalle gewenste uitleg in hun taal geven. Het zijn de checklistsen niet de gidsen die als richtlijn dienen tijdens controles.DO 2010201101747Question n° 148 de monsieur le député Bert Schoofs du31 mai 2011 (N.) à la ministre des PME, desIndépendants, de l'Agriculture et de la Politiquescientifique :Bureau d'intervention et de restitution belge. - Contrôlesaccrus des colis alimentaires.Le Bureau d'intervention et de restitution belge (BIRB) aintensifié le contrôle des colis alimentaires au printemps2010. En principe, la distribution de certains produits eststrictement limitée par l'UE aux bénéficiaires du revenud'intégration.DO 2010201101747Vraag nr. 148 van de heer volksvertegenwoordiger BertSchoofs van 31 mei 2011 (N.) aan de minister vanKMO's, Zelfstandigen, Landbouw enWetenschapsbeleid:Belgisch Interventie- en Restitutiebureau. - Verstrengdecontroles op voedselpakketten.Het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau (BIRB)heeft in het voorjaar van 2010 de controle op voedselpakkettenverstrengd. Sommige producten mogen volgens deEU enkel nog worden geleverd aan mensen die principieelleven van het leefloon.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 97Or les personnes qui se situent juste au-delà de la limitedu revenu d'intégration ont souvent besoin des colis alimentairesou de certains produits qui composent ces colisactuellement réservés aux seuls bénéficiaires du revenud'intégration (lait, riz, choco et pâtes).Il s'agit de produits alloués par le BIRB à la SociétéSaint-Vincent de Paul.La Société Saint-Vincent de Paul est dès lors tenue depréparer des colis alimentaires différents pour les bénéficiairesdu revenu d'intégration et pour les personnes qui enont besoin, même si elles ne bénéficient pas du revenud'intégration.Mensen die net boven de leefloongrens zitten hebbenvaak nood aan voedselpakketten of bepaalde producten dietot deze pakketten behoren, doch dewelke momenteelalleen voor leefloners bestemd zijn (melk, rijst, choco enpasta).Het betreft producten die door het BIRB aan de Sint-Vincentiusverenigingworden verstrekt.Aldus moet de Sint-Vincentiusvereniging aparte voedselpakkettensamenstellen voor leefloners en mensen die hierevenveel nood aan hebben doch die niet leven van het leefloon.1. Avez-vous connaissance de ce problème? 1. Bent u op de hoogte van deze problematiek?2. Des mesures ont-elles été prises et si oui, lesquelles? 2. Zijn er inmiddels maatregelen genomen, en zo ja,welke maatregelen?3. Si aucune solution n'a encore été trouvée, quelles sontselon vous les mesures à prendre?Réponse de la ministre des PME, des Indépendants,de l'Agriculture et de la Politique scientifique du07 juillet 2011, à la question n° 148 de monsieur ledéputé Bert Schoofs du 31 mai 2011 (N.):Je suis bien entendu au courant de la problématique quevous soulevez car je suis en effet ministre de tutelle duBureau d'intervention et de restitution belge, chargé de lamise en oeuvre du programme européen d'aide aux plusdémunis (PEAD).Cette aide européenne constitue une part importante del'aide alimentaire distribuée en Belgique par les banquesalimentaires, les organisations caritatives (plus de 50% en2011) et les CPAS à l'attention des personnes les plusdémunies.Le BIRB se doit d'effectuer ses tâches dans le cadre desrèglements européens ad hoc, et de respecter les dispositionsqui y sont prévues, notamment au niveau du contrôlede la distribution effectuée par les organisations qui bénéficientde cette aide. À défaut, la Belgique pourrait se voirinfliger des sanctions financières.La notion de "plus démunis" était, par le passé (avant2011), définie comme personne dont les ressources ne sontpas suffisantes conformément à l'article 3, § 4, de la loi du26 mai 2002 concernant le droit à l'intégration sociale. Dece fait, les produits du PEAD ne pouvaient être distribuésqu'aux personnes dont les revenus ne dépassaient pas lerevenu d'intégration sociale. Cette position engendraitbeaucoup de critiques et de difficultés pratiques.3. Indien er nog geen oplossing werd gevonden, wat zijnvolgens u de te nemen maatregelen?Antwoord van de minister van KMO's, Zelfstandigen,Landbouw en Wetenschapsbeleid van 07 juli 2011, opde vraag nr. 148 van de heer volksvertegenwoordigerBert Schoofs van 31 mei 2011 (N.):Het spreekt voor zich dat ik op de hoogte ben van de problematiekdie u aanhaalt. Ik ben dan ook voogdijministervoor het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau datbelast is met de uitvoering van het Europees programmavoor voedselhulp aan minstbedeelden (EPVM).Deze Europese steun vormt een groot deel van de voedselhulpdie in België door de voedselbanken, de liefdadigheidsorganisaties(meer dan 50% in 2011) en de OCMW'saan de minstbedeelden wordt verdeeld.Het BIRB moet zijn opdrachten uitvoeren in het kadervan deze ad hoc Europese verordeningen en de bepalingennaleven die ze inhouden, met name wat betreft de controlevan de verdeling door de organisaties die deze steun ontvangen.Bij gebrek aan deze controle zouden aan Belgiëfinanciële sancties kunnen worden opgelegd.Onder meest behoeftige verstond men vóór 2011 een persoonvan wie de inkomsten onvoldoende zijn volgens artikel3, § 4, van de wet van 26 mei 2002 betreffende hetrecht op maatschappelijke integratie. Daardoor konden deproducten van het EPVM enkel worden verdeeld onder depersonen van wie de inkomsten onder het leefloon lagen.Deze situatie lokte heel wat kritiek uit en zorgde voor praktischemoeilijkheden.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

98 QRVA 53 035Lors de divers contacts avec les partenaires du secteur(Fédération des banques alimentaires, Union des Villes etCommunes - section CPAS, Fédération Saint Vincent dePaul, etc.), une solution a été recherchée, pour réformer dès2011 le système en profondeur et correspondre aux attentesdu secteur.Le nouveau système comporte de nombreux assouplissementsfondamentaux, notamment en ce qui concerne ladéfinition des plus démunis et le contrôle par le BIRB desopérations de distribution.Les principaux changements sont:- La définition restrictive des bénéficiaires, à savoir lesbénéficiaires du revenu d'intégration, avec dérogationéventuelle, a été élargie à cinq catégories de bénéficiairesrépondant aux conditions réglementaires:Naar aanleiding van verschillende contacten met de partnersvan de sector (Federatie van voedselbanken, Verenigingvan Steden en Gemeenten - sectie OCMW, Sint-Vincentiusvereniging, enzovoort), werd een oplossinggezocht om vanaf 2011 het systeem grondig te herzienzodat het beter beantwoordt aan de behoeften van de sector.Het nieuwe systeem houdt meerdere fundamentele versoepelingenin, met name wat de definitie van de minstbedeeldenen de controle van de verdelingsoperaties door hetBIRB betreft.De voornaamste veranderingen zijn:- De beperkende definitie van de begunstigden, metandere woorden de begunstigden van een leefloon, meteventuele afwijkingen, werd uitgebreid tot vijf categorieënbegunstigden die beantwoorden aan de reglementaire voorwaarden:i. bénéficiaires du revenu d'intégration (RIS), i. begunstigden van een leefloon,ii. personnes sans domicile fixe (SDF),ii. daklozen,iii. personnes sans papiers,iii. personen zonder papieren,iv. personnes en séjour illégal etiv. personen in illegaal verblijf env. personnes réfugiées. v. vluchtelingen.Par ailleurs, les CPAS sont autorisés à ajouter d'autrescatégories spécifiques à la situation locale, pour autantqu'elles répondent à la définition européenne des personnesles plus démunies et qu'elles soient préalablement communiquéesau BIRB.- Au cours de l'année, un bénéficiaire peut s'adresser tantau CPAS qu'aux associations actives dans sa commune.- Afin de respecter la loi sur la vie privée, l'identité desbénéficiaires n'est plus contrôlée par le BIRB.- La distribution des produits reçus avant le 31 décembre2011 peut avoir lieu jusqu'au 31 mars 2012, soit une prolongationde trois mois par rapport aux anciennes dispositions.- Le système de comptabilité matière est simplifié. Unmodèle établi par le BIRB est mis à la disposition des organisationsqui le désirent.- Un service d'aide administrative en ligne est organisépar le BIRB.Ce système et les modalités d'exécution ont été concertésavec la Fédération belge des Banques alimentaires etl'Union des Villes et Communes - section CPAS des troisRégions.Bovendien mogen de OCMW's andere categorieënbegunstigden bepalen in functie van de lokale situatie, voorzover deze categorieën overeenstemmen met de Europesedefinitie van de minstbedeelden en voor zover deze categorieënvooraf aan het BIRB worden medegedeeld.- In de loop van het jaar mag een begunstigde zich wendentot het OCMW maar ook tot de verenigingen die inzijn gemeente actief zijn.- Om de wet op de privacy na te leven, wordt de identiteitvan de begunstigden niet meer gecontroleerd door hetBIRB.- De verdeling van de producten die vóór 31 december2011 worden ontvangen, mag gebeuren tot 31 maart 2012.Dit is een verlenging met 3 maanden ten opzichte van hetvroegere systeem.- Het systeem van de grondstoffenboekhouding werd vereenvoudigd.Een template uitgewerkt door het BIRB wordtter beschikking gesteld van de organisaties die dat wensen.- Het BIRB biedt een online administratieve steun aan.Dit systeem en zijn uitvoeringsbepalingen werden inoverleg met de Belgische Federatie van voedselbanken ende Vereniging van steden en gemeenten - sectie OCMWvan de drie gewesten uitgewerkt.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 99En 2010, des réunions d'information ont été tenues dansles Banques alimentaires de chaque province à l'attentiondes organisations caritatives participantes, dont notammentles associations Saint-Vincent de Paul qui représentent29% de ces organisations caritatives actives.Sur place, le nouveau système a été accueilli positivementet salué, au regard des importants assouplissements,permettant de distribuer des colis alimentaires à de nombreusesautres catégories que les bénéficiaires du revenud'intégration sociale. Ces assouplissements seront évaluésà la fin de l'année 2011 et si nécessaire, des ajustementspourront être réalisés.Information complémentaireComme vous le savez probablement la Commission aadopté en date du 10 juin (2011). le plan annuel de distributiongratuite de denrées alimentaires aux personnes lesplus démunis pour l'exercice 2012. Le budget consacré àcette mesure a été considérablement amputé suite à l'arrêtdu 13 avril 2011 de la Cour de Justice européenne. De cefait, les moyens financiers mis à disposition de la Belgiquepour exécuter le plan 2012 seront de 2.795.058 euros, cequi correspond à une diminution de 74% par rapport à2011.J'en ai informé les ministres régionaux de l'Agricultureainsi que le secrétaire d'État à la Lutte contre la pauvreté,compétents en la matière, et ce afin que des solutions puissentêtre trouvées au plus vite. Il est évident néanmoinsqu'il faudra faire les choix judicieux dans la répartition decette aide l'année prochaine.In 2010 werden informatiesessies in de voedselbankenvan elke provincie georganiseerd voor de liefdadigheidsorganisatiesdie deelnamen aan het programma, waaronderde Sint-Vincentiusorganisaties, die 29% van de actieveliefdadigheidsorganisaties vertegenwoordigen.Op het terrein werd het nieuwe systeem gunstig ontvangen,vooral door de grote versoepelingen die het mogelijkmaken om levensmiddelen te verdelen onder menigeandere categorieën begunstigden dan de begunstigden vaneen leefloon. Deze versoepelingen zullen eind 2011 wordengeëvalueerd en, indien nodig, aangepast.Aanvullende informatieZoals u waarschijnlijk weet, heeft de Commissie op10 juni (2011) het jaarprogramma voor levering vanlevensmiddelen aan de meest behoeftigen voor het begrotingsjaar2012 goedgekeurd. Het budget gewijd aan dezemaatregel werd naar aanleiding van het arrest van 13 april2011 van het Europees Hof van Justitie aanzienlijk teruggeschroefd.Daardoor zullen de financiële middelen die terbeschikking zullen worden gesteld van België voor de uitvoeringvan het programma 2012 2.795.058 euro bedragen,of een vermindering met 74% in vergelijking met 2011.Ik heb de gewestministers van Landbouw en de staatssecretarisvoor Armoedebestrijding, die ter zake bevoegdzijn, hiervan op de hoogte gebracht opdat er zo snel mogelijkoplossingen zouden kunnen worden gevonden. Hetspreekt echter voor zich dat volgend jaar verstandige keuzeszullen moeten worden gemaakt in de verdeling vandeze hulp.DO 2010201101754Question n° 62 de monsieur le député Peter Logghe du15 décembre 2010 (N.) à la ministre des PME, desIndépendants, de l'Agriculture et de la Politiquescientifique :Pertes d'emplois dans les PME.Plus de cent emplois risquent d'être perdus dans uneentreprise importante qui vient d'être reprise par une sociétéjaponaise. Les Japonais sont prêts à reprendre et à maintenirl'entreprise industrielle mais insistent sur unerestructuration, qui supprimerait de nombreux emplois.Cette entreprise qui, suite à la restructuration, se recentrerasur les éoliennes et aura donc "le vent en poupe" et de bonnesperspectives pour l'avenir, se trouve à la base de cettequestion sur l'évolution des pertes d'emplois dans nosPME, qui restent l'épine dorsale de notre économie.DO 2010201101754Vraag nr. 62 van de heer volksvertegenwoordiger PeterLogghe van 15 december 2010 (N.) aan deminister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouwen Wetenschapsbeleid:Banenverlies in kmo's.Bij een belangrijk bedrijf, dat pas in Japanse handen isgekomen, dreigen er ruim 100 banen verloren te gaan. DeJapanners willen de industriële onderneming wel overnemenen behouden maar dringen aan op een herstructurering,waarbij dus heel wat banen zullen sneuvelen. Ditbedrijf, dat naar alle waarschijnlijkheid na de herstructureringzich zal focussen op windenergie en dus "de wind inde zeilen" zal hebben, en een vrij zekere toekomst, vormteigenlijk de aanleiding voor deze vraag naar de evolutievan het banenverlies in onze kmo's, toch nog steeds de ruggengraatvan onze economie.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

100 QRVA 53 0351. a) Combien de pertes d'emplois enregistre-t-on chaqueannée en Belgique?b) Pourriez-vous nous communiquer les chiffres pour lapériode allant de 2005 à aujourd'hui?2. Pourriez-vous nous indiquer l'évolution annuelle despertes d'emplois pour la même période mais exclusivementpour les PME?3. a) Combien d'emplois ont été perdus au cours de lamême période en ce qui concerne les entreprises reprisespar des sociétés étrangères?b) Qu'en est-il de l'évolution annuelle des pertesd'emplois?5. Pourriez-vous ventiler les pertes d'emploi par secteur:les services, le textile, l'horeca, la construction, etc.?6. Pourriez-vous nous communiquer les chiffres ventiléspar Région?Réponse de la ministre des PME, des Indépendants,de l'Agriculture et de la Politique scientifique du07 juillet 2011, à la question n° 62 de monsieur ledéputé Peter Logghe du 15 décembre 2010 (N.):De nombreux éléments de réponse aux questions del'honorable membre sont disponibles dans la publicationannuelle du Service public fédéral Économie, PME, Classesmoyennes et Énergie, intitulée "Panorama de l'économiebelge".Son édition 2009 propose, dans sa troisième partie réservéeà l'Entrepreneuriat, diverses analyses sur l'évolutiondes employeurs et de l'emploi selon la taille des entreprises(pages 338 à 346). Ce document est uniquement disponibleen version numérique sur le site du SPF vers lequel je renvoiel'honorable membre:http://economie.fgov.be/fr/modules/publications/general/belgian_economy_2009_fr.jspCes analyses utilisent les données de l'ONSS (Officenational de sécurité sociale). À ma connaissance, l'informationrelative à la situation des entreprises belges quiauraient été achetées par une firme étrangère, n'y est pasdisponible.1. a) Hoeveel banenverlies registreert men jaarlijks inBelgië?b) Graag cijfergegevens van 2005 tot en met vandaag?2. Kan u aangeven hoe het zit met de jaarlijkse evolutievan het banenverlies in dezelfde periode, maar dan in dekmo's alleen?3. a) Hoe zit dat met het banenverlies over dezelfde periode,maar dan in bedrijven die door buitenlandse firma'sovergenomen zijn?b) Wat is daar de jaarlijkse evolutie van het banenverlies?4. Kan u het banenverlies ook uitsplitsen naargelang desector waarin het banenverlies werd geconstateerd: dienstenbedrijven,textiel, horeca, bouwsector, enzovoort?5. Kan u ook de regionaal opgesplitste cijfergegevensmeedelen?Antwoord van de minister van KMO's, Zelfstandigen,Landbouw en Wetenschapsbeleid van 07 juli 2011, opde vraag nr. 62 van de heer volksvertegenwoordigerPeter Logghe van 15 december 2010 (N.):Talrijke elementen van antwoord betreffende de door hetgeachte lid gesteld vragen zijn beschikbaar in het "Panoramavan de Belgische economie", een jaarlijkse publicatievan de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstanden Energie.In het derde gedeelte van de uitgave 2009 rond hetthema 'Ondernemerschap', worden verschillende analysesmet betrekking tot de evolutie op het vlak van de werkgeversen de werkgelegenheid op basis van de grootte van deondernemingen (pagina's 338 tot 346) aangeboden. Ditdocument, waarnaar ik het geachte lid graag zou willenverwijzen, is alleen in de elektronische versie beschikbaarop de website van de FOD:http://economie.fgov.be/nl/modules/publications/general/belgian_economy_2009_fr.jspDeze analyses gebruiken de gegevens van de RSZ(Rijksdienst voor Sociale Zekerheid). Bij mijn weten zijnde gegevens inzake de situatie van de Belgische ondernemingendie door een buitenlands bedrijf werden overgenomendaar echter niet beschikbaar.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 101DO 2010201102003Question n° 73 de madame la députée Nathalie Muylledu 14 janvier 2011 (N.) à la ministre des PME, desIndépendants, de l'Agriculture et de la Politiquescientifique :Inondations. - Construction d'une station de mesure à Jabbeke.Les intempéries ont été nombreuses en 2010, provoquantdes inondations et entraînant des demandes de reconnaissancecomme calamité publique. Or on attend toujours leradar météorologique, en cours de réalisation à Jabbeke,qui doit permettre des observations précises. La tour estdéjà achevée, mais les équipements ne sont toujours pasopérationnels, malgré votre annonce en 2008 que leurentrée en service était prévue pour la mi-2010.1. Où en est l'installation des équipements de la tourradar de Jabbeke?DO 2010201102003Vraag nr. 73 van mevrouw de volksvertegenwoordigerNathalie Muylle van 14 januari 2011 (N.) aan deminister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouwen Wetenschapsbeleid:Overstromingen. - Bouw van een meetstation in Jabbeke.In 2010 is er heel wat weersellende geweest met overstromingenen erkenningen tot ramp tot gevolg. Voorexacte metingen is het echter nog steeds wachten op deradar die gebouwd wordt in Jabbeke. De toren is nu reedsaf, maar de apparatuur is nog steeds niet operationeel, hoewelu in 2008 meldde dat dit gepland was voor halfweg2010.1. Hoever staat de installatie van de apparatuur in Jabbeke?2. Quand seront-ils opérationnels? 2. Wanneer zal dit operationeel zijn?Réponse de la ministre des PME, des Indépendants,de l'Agriculture et de la Politique scientifique du07 juillet 2011, à la question n° 73 de madame ladéputée Nathalie Muylle du 14 janvier 2011 (N.):1. L'appel européen d'offres pour l'achat et l'installationd'un radar pluviométrique à Jabbeke a été publié dans leJournal officiel de l'Union européenne le 6 octobre 2010.L'IRM (Institut Royal Météorologique) a ouvert les soumissionsle 6 décembre 2010. Quatre offres lui sont parvenueset sont en cours d'évaluation.L'attribution du marché était prévue en mars 2011. Laconstruction du radar par le fabricant, l'installation à Jabbeke,sa mise en service et son intégration dans le réseaubelge de radars devrait prendre en tout une année supplémentaire.2. Selon la planification actuelle, le radar devrait êtreopérationnel en avril 2012.Antwoord van de minister van KMO's, Zelfstandigen,Landbouw en Wetenschapsbeleid van 07 juli 2011, opde vraag nr. 73 van mevrouw de volksvertegenwoordigerNathalie Muylle van 14 januari 2011 (N.):1. De Europese openbare aanbesteding voor de aankoopen installatie van de neerslagradar in Jabbeke werd gepubliceerdop 6 oktober 2010 in het Publicatieblad van deEuropese Unie.De offertes werden geopend op het KMI (KoninklijkMeteorologisch Instituut) op 6 december 2010. Er werdenvier offertes ontvangen en hun evaluatie is lopende.Het toekennen van de aanbesteding was gepland voormaart 2011. Het bouwen van de radar door de fabrikant, deinstallatie in Jabbeke, het in dienst nemen en de integratiein het Belgische radarnetwerk zou in zijn geheel één jaar inbeslag nemen.2. Volgens de huidige planning wordt de radar operationeelin april 2012.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

102 QRVA 53 035DO 2010201102240Question n° 80 de monsieur le député Georges Gilkinetdu 31 janvier 2011 (Fr.) à la ministre des PME,des Indépendants, de l'Agriculture et de laPolitique scientifique :Services publics fédéraux (SPF). - Bâtiments. - L'accessibilitéaux personnes à mobilité réduite.L'accessibilité aux bâtiments des services publics constitueun enjeu majeur pour les personnes à mobilité réduite.Quelles sont les initiatives qui ont été prises dans cedomaine, par les services dont vous avez la responsabilité?1. a) Des études préalables à la réalisation de travauxvisant à améliorer l'accessibilité des bâtiments publics ontellesété réalisées?DO 2010201102240Vraag nr. 80 van de heer volksvertegenwoordigerGeorges Gilkinet van 31 januari 2011 (Fr.) aan deminister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouwen Wetenschapsbeleid:Federale Overheidsdiensten (FOD's). - Gebouwen. - Toegankelijkheidvoor personen met beperkte mobiliteit.Zich toegang verschaffen tot de gebouwen van de overheidsdienstenvormt vaak een hele opgave voor personenmet beperkte mobiliteit. Wat werd er op dat vlak ondernomendoor de diensten waarvoor u bevoegd bent?1. a) Werden er studies uitgevoerd ter voorbereiding vanwerken met het oog op een betere toegankelijkheid van deoverheidsgebouwen?b) Quels ont été les prestataires de ces études? b) Wie heeft die studies uitgevoerd?c) Quels montants ont été engagés? c) Welke bedragen werden er daaraan besteed?2. a) Quels sont les travaux visant à favoriser l'accessibilitédes services dont vous avez la responsabilité?b) Pour quels montants? b) Voor welke bedragen?c) Dans quels lieux? c) Waar precies?d) À quelles dates? d) Op welke data?3. Quelles dispositions sont introduites dans les cahiersdes charges pour les nouveaux bâtiments afin de favoriserleur accessibilité?4. Quelles autres initiatives sont prises afin de garantirl'accessibilité des bâtiments publics?5. De quelle manière les différents services publics informent-ilsou entendent-ils informer à l'avenir, les personnesà mobilité réduite du niveau d'accessibilité de leurs bâtiments?Réponse de la ministre des PME, des Indépendants,de l'Agriculture et de la Politique scientifique du07 juillet 2011, à la question n° 80 de monsieur ledéputé Georges Gilkinet du 31 janvier 2011 (Fr.):2. a) Welke werken worden er uitgevoerd met het oog opeen betere toegankelijkheid van de diensten waarvoor ubevoegd bent?3. Welke vereisten worden er voor nieuwe gebouwen inde bestekken ingeschreven met het oog op een betere toegankelijkheid?4. Welke andere maatregelen worden er genomen om detoegankelijkheid van de overheidsgebouwen te garanderen?5. Op welke manier informeren de onderscheiden overheidsdienstenpersonen met beperkte mobiliteit over detoegankelijkheid van hun gebouwen, of hoe denken ze datin de toekomst te doen?Antwoord van de minister van KMO's, Zelfstandigen,Landbouw en Wetenschapsbeleid van 07 juli 2011, opde vraag nr. 80 van de heer volksvertegenwoordigerGeorges Gilkinet van 31 januari 2011 (Fr.):i. BIRB (Bureau d'Intervention et de Restitution belge) i. BIRB (Belgisch Interventie- en Restitutiebureau)Le BIRB ne travaille qu'avec des sociétés par courrier ouéchanges électroniques. Néanmoins, pour certaines démarcheseffectuées sur place, un local d'accueil sous surveillanceest situé directement à l'entrée du bâtiment. Cetespace est accessible aux personnes à mobilité réduite etdes sièges sont prévus.Het BIRB gebruikt enkel brieven en e-mails in haar contactenmet de ondernemingen. Bij bezoeken ter plaatsebevindt zich aan de ingang van het gebouw een ontvangstruimtemet videobewaking. Deze ruimte is toegankelijkvoor personen met beperkte mobiliteit en er staan stoelen.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 103Le reste du bâtiment n'est accessible qu'au personnel duBIRB, via des accès sécurisés. Il n'y a aucun problème àrecevoir toute personne à mobilité réduite, mais cela nes'est jamais présenté. Si nécessaire, un accès est possiblevia le parking en sous-sol et les ascenseurs. Dans ce cas, lapersonne qui le demanderait serait accompagnée par le personnelde l'accueil.Ces dispositions sont reprises sur l'Intranet réservé aupersonnel et sur Internet (site www.birb.be du BIRB).Aucune extension de bâtiment n'est prévue.Les réponses aux questions sont toutes négatives ou sansobjet.ii. AFSCA (Agence fédérale pour la sécurité de la Chaînealimentaire)L'Agence fédérale pour la Sécurité de la Chaîne alimentaireest hébergée dans dix-neuf bâtiments gérés par l'État.En général, les services n'occupent qu'une partie du bâtiment.L'AFSCA a eu l'opportunité d'héberger ses services dansdes bâtiments qui répondent aux normes modernes d'accessibilité.Les personnes à mobilité réduite disposent:De rest van het gebouw is enkel toegankelijk voor de personeelsledenvan het BIRB via beveiligde toegangspoorten.Er stelt zich geen probleem wanneer personen met eenbeperkte mobiliteit zich naar het BIRB begeven. Dit is echternog niet gebeurd. Indien nodig is toegang tot hetgebouw mogelijk via de ondergrondse parking en de liften.In dat geval zou de persoon die daarom vraagt, wordenbegeleid door de medewerkers van het onthaal.Deze bepalingen werden gepubliceerd op het intranet, datenkel kan worden geraadpleegd door de personeelsleden,en op de website (www.birb.be). Er staat geen uitbreidingvan het gebouw gepland.De antwoorden op de vragen zijn allemaal ontkennend ofzonder voorwerp.ii. FAVV (Federaal Agentschap voor de Veiligheid vande Voedselketen)Het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van deVoedselketen is ondergebracht in negentien door de Staatbeheerde gebouwen. Over het algemeen bezetten de dienstenvan het FAVV slechts een gedeelte van het gebouw.Het FAVV heeft de mogelijkheid gekregen om zijn dienstente huisvesten in gebouwen die voldoen aan de hedendaagsenormen inzake toegankelijkheid. De mindervalidepersonen beschikken over:- d'un accès de plain pied; - een ingang zonder niveauverschil;- d'un comptoir d'accueil où une aide peut être offerte; - bij de onthaalbalie is er iemand om hulp bieden;- d'un ascenseur pour accéder aux étages; - een lift om zich naar de verdiepingen te begeven;- d'une toilette adaptée et bien accessible. - een goed bereikbaar en aangepast toilet.Ce qui précède concerne aussi bien les bureaux del'administration centrale à Bruxelles que ceux des servicesde contrôle en province. Seul le service de contrôle "UPCLuxembourg" occupe cependant encore temporairementdeux bâtiments anciens, insuffisamment adaptés. Ces deuxendroits ne devraient plus être utilisés par l'AFSCA aprèsmi-2012.Par contre, en raison des contraintes techniques, les cinqlaboratoires de l'AFSCA ne répondent pas encore aux normes.Pour des raisons de sécurité et d'accréditation de qualité,leur accès est interdit au public. On veilleranéanmoins à les mettre en ordre dès que possible.Vu le nombre strictement limité d'emplacements de parking,le pictogramme bleu n'est pas systématiquementapposé. Si une situation spéciale survient, les collaborateurschargés de l'accueil veillent toujours à réserver temporairementune place appropriée. Toute aide nécessaireest de même apportée à des personnes qui présenteraientdes difficultés à voir ou entendre.Bovenvermelde faciliteiten staan zowel ter beschikkingbij de centrale administratieve diensten te Brussel als bij deprovinciale controlediensten. Enkel de provinciale controledienst"PCE Luxemburg" is nog tijdelijk gehuisvest intwee oudere, niet aangepaste gebouwen. Vanaf midden2012 zouden beide gebouwen niet meer door het FAVVworden gebruikt.Omwille van technische verplichtingen voldoen de vijflaboratoria van het FAVV niet aan deze normen. Ingevolgeveiligheidsredenen en omwille van de vereisten inzakekwaliteitsaccreditatie is hun toegang verboden aan publiek.Niettemin wil men, van zodra mogelijk, deze labo's aanpassenaan de normen.Overal zijn er parkeerplaatsen ter beschikking, maargelet op het strikt beperkt aantal plaatsen werd de blauwepictogram niet overal systematisch aangebracht. Bij eenspeciale gelegenheid kan het onthaalpersoneel steeds eengeschikte plaats tijdelijk reserveren. Alle noodzakelijkehulp zal aangeboden worden aan personen met visuele enauditieve problemen.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

104 QRVA 53 035En ce qui concerne les études, la réalisation et le financementdes travaux visant à améliorer l'accessibilité des bâtimentspublics, je renvoie l'honorable membre à la réponsede mon collègue compétent pour la Régie des Bâtiments.iii. CERVA (Centre d'Étude et de Recherches Vétérinaireset Agrochimiques)1. a) Le CERVA dispose de trois sites: à Uccle, à Tervurenet à Machelen. Étant donné que des risques spécifiquessont liés aux activités du CERVA, il existe sur nos sites uncontrôle d'accès; on ne peut donc pas considérer le CERVAcomme un institut public ouvert aux clients ou au public.Néanmoins nous avons analysé la possibilité d'accueillirdes personnes à mobilité réduite dans nos bâtiments administratifs.Cela s'est avéré possible pour Uccle et Tervuren,avec de petites adaptations. Pour Machelen, une étude a étémenée par la Régie des bâtiments. Un avis négatif a étédonné car le site n'est pas accessible au public et les coûtspour pouvoir prévoir un accès sont très élevés.b) / b) /c) / c) /2. a) Pas d'application. 2. a) Niet van toepassing.b) / b) /c) / c) /d) / d) /3. Pas d'application. 3. Niet van toepassing.4. Pas d'application. 4. Niet van toepassing.5. Pas d'application. 5. Niet van toepassing.iv. DG (Direction générale) PME du Service public fédéralÉconomie.En ce qui concerne la DG PME du SPF Économie, j'ail'honneur de me référer à la réponse donnée par mon collègue,le ministre pour l'Entreprise et la Simplification(Question n° 79, Questions et Réponses, Chambre, 2010-2011, n° 31, p. 112).v. SPP (Service public fédéral de programmation) PolitiquescientifiqueBetreffende de studies, uitvoering en financiering vanwerken in het kader van toegankelijkheid van publiekegebouwen, wil ik het geachte lid verwijzen naar het antwoordvan mijn collega bevoegd voor de Regie der Gebouwen(Vraag nr. 251 van 31 januari 2011).iii. CODA (Centrum voor Onderzoek in Diergeneeskundeen Agrochemie)1. a) Het CODA heeft drie sites; Ukkel, Tervuren enMachelen. Omdat we met specifieke risico's werken is ereen toegangscontrole op onze sites en kan het nietbeschouwd worden als een openbare instelling die klantenof publiek ontvangt. Nochtans hebben we de mogelijkhedenbekeken om toch minder mobiel personen te kunnenontvangen in onze administratieve gebouwen. Dit is geluktvoor Ukkel en Tervuren, mits kleine aanpassingen. VoorMachelen is er een studie gemaakt door de Regie derGebouwen. Hiervoor is een negatief advies gekomenomdat deze site niet toegankelijk is voor publiek en de kostenzeer hoog waren om een toegang te kunnen voorzien.iv. AD (Algemene Directie) KMO van de Federale OverheidsdienstEconomieWat de AD KMO van de FOD Economie betreft, heb ikde eer te verwijzen naar het antwoord van mijn collega, deminister voor Ondernemen en Vereenvoudigen (Vraag nr.79, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2010-2011, nr. 31, blz.112).v. POD (Programmatorische federale overheidsdienst)Wetenschapsbeleid1. Il n'y a pas eu d'études préalables. 1. Er werden geen voorafgaande studies uitgevoerd.2. Comme l'atteste un rapport, réalisé par un organismeindépendant ainsi que le prévoit la législation, le nouvelemplacement de la PSF, sélectionné par la Régie des Bâtiments,répond à toutes les normes en vigueur en matièred'accessibilité aux personnes à mobilité réduite (PMR). Ilest de plus conforme aux prescriptions du Règlement généralpour la protection du travail (RGPT).2. Zoals uit een verslag van een onafhankelijk orgaanblijkt, wat in de wet is voorzien, voldoet de nieuwe door deRegie der Gebouwen geselecteerde locatie voor het FederaalWetenschapsbeleid aan alle geldende normen inzaketoegankelijkheid voor personen met beperkte mobiliteit(PBM) en ook aan de voorschriften van het algemeenreglement voor de arbeidsbescherming (ARAB).CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 105a) Des emplacements de parking spécialement destinésaux PMR ont été aménagés. Le bâtiment est égalementpourvu, côté rue, d'un monte-escalier, de type plateformeGanser Gmbh., GTL 15/20, afin de donner la possibilitéaux personnes se déplaçant en fauteuil roulant d'y pénétreraisément.Une fois à l'intérieur, une signalétique et des dispositifsappropriés permettent aux PMR de circuler dans des conditionsnormales. A chaque niveau, des plans indiquent clairementle cheminement à emprunter pour une personne enchaise roulante depuis le parking réservé aux PMR.Chaque étage est pourvu d'équipements sanitaires (WC,lavabos, urinoirs) conformes à toutes les réglementationsen vigueur en fonction du taux d'occupation, y compris lenombre de sanitaires adaptés aux PMR (largeur de porte,hauteur d'assise, barres d'appui, etc.).b) Tous les travaux visant à favoriser l'accessibilité ontété entrepris dans le cadre d'une rénovation totale du bâtiment.c) Bâtiment Platinum, 231, avenue Louise, 1050 Bruxelles.a) Voor de PBM's werden specifiek daartoe bestemdeparkeerplaatsen ingericht. Aan de straatkant staat ook eenplatformlift van het type Ganser Gmbh, GTL 15/20, zodatrolstoelgebruikers vlot het gebouw kunnen betreden.Zodra zij binnen zijn, worden de PBM's verder normaalgeholpen met aangepaste pictogrammen. Op elke verdiepingis een plattegrond beschikbaar waarop aangegeven iswelke weg een rolstoelgebruiker zich vanaf de voor hemingerichte parkeerplaats moet volgen.Op elke verdiepingen zijn er sanitaire installaties (wc's,wastafels, urinoirs) die aan alle geldende reglementeringenvoldoen in het licht van de bezittingsgraad van het gebouw.Ook het aantal sanitaire voorzieningen voor PMB's zijnvoorhanden (brede deuren, regelbare zithoogte, steunstangen,enzovoort).b) Alle werkzaamheden voor een vlottere toegang tot hetgebouw werden verricht in het kader van een totale renovatievan het gebouw.c) Platinumgebouw, Louizalaan 231, 1050 Brussel.d) La PSF y est installée depuis le 31 mars 2010. d) Het Federaal Wetenschapsbeleid betrekt het gebouwsinds 31 maart 2010.3. Le choix du Platinum devait obligatoirement êtreconforme aux critères d'accessibilité les plus contraignants,c'est- à- dire ceux qui répondent aux besoins des personnescirculant en fauteuil roulant.4. Les caractéristiques d'accessibilité fondées sur lesimpératifs les plus stricts définis au point 3 sont donc compatiblesavec les exigences présentées pour les personnesvalides.5. Via le site de la PSF: www.belspo.be/belspo/about/acces.vi. En ce qui concerne l'INASTI (L'Institut nationald'assurances sociales pour travailleurs indépendants):1. a) Non. 1. a) Neen.b) Sans objet. 1. b) Zonder voorwerp.c) Sans objet. 1. c) Zonder voorwerp.2. a) Bureau régional de Malmedy: rampes d'accès; sanitairesadaptés.Bureau régional de Mons: mono lift; accès et sanitairesadaptés.Bureau régional de Wavre: accès et sanitaires adaptés (enprojet).Administration centrale de Bruxelles: accès et sanitairesadaptés (en projet).3. De keuze voor het Platinumgebouw diende verplicht tevoldoen aan de strengste toegankelijkheidscriteria, dat wilzeggen die welke tegemoetkomen aan de behoeften van derolstoelgebruikers.4. De op de strengste criteria gebaseerde toegankelijkheidskenmerkendie in punt 3 worden gedefinieerd, zijndus verenigbaar met de voor de valide personen voorgesteldevereisten.5. Via de webstek van het Federaal Wetenschapsbeleid:www.belspo.be/about/acces.vi. Wat het RSVZ betreft (Rijksinstituut voor de socialeverzekeringen der zelfstandigen):2. a) Gewestelijk kantoor Malmedy: oprijplaten; aangepastsanitair.Gewestelijk kantoor Bergen: monolift; aangepaste toegangen sanitair.Gewestelijk kantoor Waver: aangepaste toegang en sanitair(in projectfase).Centraal bestuur van Brussel: aangepaste toegang ensanitair (in projectfase)b) Montants intégrés dans les coûts de rénovation. b) Bedragen opgenomen in de renovatiekosten.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

106 QRVA 53 035c) Voir 2. a). c) Zie 2. a).d) De 2003 à 2011 (et suivants). d) Van 2003 tot 2011 (en volgende).3. Accès adapté aux personnes à mobilité réduite; 3. Toegang aangepast aan personen met beperkte mobiliteit;sanitaires adaptés aux personnes à mobilité réduite; sanitair aangepast aan personen met beperkte mobiliteit;largeur des couloirs adaptée aux personnes à mobilitéréduite;ascenseurs conformes aux nouvelles normes européennes.4. Adaptations réalisées dans le cadre de projets de rénovations.Formation du personnel d'accueil.breedte van de gangen aangepast aan personen metbeperkte mobiliteit;liften conform de nieuwe Europese normen.4. Aanpassingen gerealiseerd in het kader van renovatieprojecten.Opleiding van het onthaalpersoneel.5. Site web et brochures (en projet). 5. Website en brochures (in projectfase).vii. En ce qui concerne la DG (Direction générale) Indépendantsdu Service public fédéral Sécurité sociale:Je ne dispose pas des données demandées pour la DGIndépendants du SPF Sécurité Sociale. En effet, je ne suiscompétente que sur le plan de la matière.Pour toutes les autres questions (personnel, logistique,etc.) relatives au SPF Sécurité sociale, et donc aussi pour laDG Indépendants, c'est la ministre des Affaires Socialesqui est compétente (Question n° 255 du 31 janvier 2011).vii. Wat de DG (Directie-generaal) Zelfstandigen van deFederale Overheidsdienst Sociale Zekerheid betreft:Aangezien ik enkel inhoudelijk bevoegd ben voor de DGZelfstandigen van de FOD Sociale Zekerheid, beschik ikniet over de gevraagde gegevens.Voor alle andere onderwerpen (personeel, logistiek,enzovoort) met betrekking tot de FOD Sociale Zekerheid,en dus ook tot de DG Zelfstandigen, is het de minister vanSociale Zaken die bevoegd is (Vraag nr. 255 van 31 januari2011).DO 2010201102253Question n° 82 de madame la députée Rita De Bont du02 février 2011 (N.) à la ministre des PME, desIndépendants, de l'Agriculture et de la Politiquescientifique :L'analyse de la crise dans le secteur porcin par l'Observatoiredes prix.Vous précisez en réponse à la question orale n° 1270 demadame Nathalie Muylle sur les mesures que le niveaufédéral pourrait prendre par rapport à la crise dans le secteurporcin avoir demandé à l'Observatoire des prix de procéderà une analyse de ce problème (Compte RenduIntégral, Chambre, 2010-2011, commission de la Santépublique, 12 janvier 2011, CRIV53 COM088, p.10).Pouvez-vous me faire connaître les résultats de cette analyseeffectuée par l'Observatoire des prix?DO 2010201102253Vraag nr. 82 van mevrouw de volksvertegenwoordigerRita De Bont van 02 februari 2011 (N.) aan deminister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouwen Wetenschapsbeleid:De analyse van de crisis in de varkenssector door het Prijzenobservatorium.In antwoord op de mondelinge vraag nr. 1270 vanmevrouw Nathalie Muylle over de mogelijke maatregelendie het federale niveau zou kunnen nemen in verband metde crisis in de varkenssector, zei u dat u aan het Prijzenobservatoriumde opdracht had gegeven het probleem te analyseren(Integraal Verslag, Kamer, 2010-2011, commissievoor de Volksgezondheid, 12 januari 2011, CRIV53COM088, blz. 10).Kan u de bevindingen van het Prijzenobservatoriummeedelen?CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 107Réponse de la ministre des PME, des Indépendants,de l'Agriculture et de la Politique scientifique du07 juillet 2011, à la question n° 82 de madame ladéputée Rita De Bont du 02 février 2011 (N.):L'étude réalisée pour l'instant a porté sur les coûts de productiondans les exploitations porcines et peut être consultéesur le site internet du Service public fédéral Économie.Celle-ci a mis en évidence l'impact de l'augmentation ducoût de l'alimentation des porcs suite à la hausse du prixdes céréales. Ce coût a augmenté de 22% en six mois. Or,l'alimentation des porcs représente entre 46% et 62% descoûts totaux de production de la viande de porc. Le prix devente des porcs au niveau du producteur en Belgique est undes plus bas d'Europe avec 123,10 euros/100 kg pour139,25 euros/100 kg en moyenne au niveau européen(semaine du 31 janvier 2011 au 6 février 2011), ce quisignifie que la rentabilité n'est plus assurée dans de nombreusesexploitations.Les résultats de l'étude sous-entendent que le producteura, en raison de sa position dans la chaîne alimentaire, desdifficultés pour répercuter l'intégralité de la hausse de sescoûts de production vers l'aval, ce qui est particulièrementpréjudiciable dans un contexte de volatilité des prix desmatières premières agricoles comme nous le connaissonsaujourd'hui.L'enjeu est donc de pouvoir trouver la possibilité de mettreen place un système structurel qui permettrait de réduireles impacts de la volatilité des prix de ces produits dansl'ensemble de la filière. C'est précisément la tâche àlaquelle sont actuellement occupés les acteurs de la filièreporcine, avec le concours de l'expertise des services duService public fédéral Économie. Si des pistes de solutionse dégagent, il y aura lieu de les agender au niveau européen.Antwoord van de minister van KMO's, Zelfstandigen,Landbouw en Wetenschapsbeleid van 07 juli 2011, opde vraag nr. 82 van mevrouw de volksvertegenwoordigerRita De Bont van 02 februari 2011 (N.):De tot dusver uitgevoerde studie heeft betrekking op deproductiekosten in de varkenshouderijen en kan wordengeraadpleegd op de website van de Federale OverheidsdienstEconomie.Deze heeft de aandacht gevestigd op de impact van deverhoging van het varkensvoeder na de verhoging van degraanprijzen. Deze kost is in zes maanden met 22% gestegen.Varkensvoeder vertegenwoordigt tussen 46% en 62%van de totale productiekosten van varkensvlees. De verkoopprijsvan varkens op het niveau van de producenten inBelgië is een van de laagste in Europa met 123,10 euro/100kg, terwijl het Europese gemiddelde 139,25 euro/100 kgbedraagt (week van 31 januari 2011 tot 6 februari 2011).Daardoor is de rentabiliteit van talrijke ondernemingen nietlanger gegarandeerd.De resultaten van de studie laten doorschemeren dat deproducent, door zijn positie in de voedselketen, het moeilijkheeft om de volledige verhoging van de productiekostendoor te berekenen aan een later stadium. Dit is vooralnadelig in een context van de volatiliteit van de prijzen vanlandbouwgrondstoffen zoals we die nu kennen.De uitdaging bestaat er dus in om een mogelijkheid tevinden om een structureel systeem in te voeren dat zou toelatenom de impact van de volatiliteit van de prijzen vandeze producten in de hele sector te beperken. De actorenvan varkensvleessector houden zich hiermee bezig, met desteun van de expertise van de diensten van de FederaleOverheidsdienst Economie. Als er oplossingen uit de buszouden komen, dan moeten die op Europees niveau wordengeagendeerd.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

108 QRVA 53 035DO 2010201102506Question n° 91 de madame la députée Nathalie Muylledu 24 février 2011 (N.) à la ministre des PME, desIndépendants, de l'Agriculture et de la Politiquescientifique :Fonds national des Calamités agricoles. - Conditionsmétéorologiques exceptionnelles. - Critères. (QO 2710)Les dernières années, la Belgique est touchée de plus enplus fréquemment par des conditions météorologiquesextrêmes. Les étés deviennent plus chauds, mais en mêmetemps, les pluies deviennent de plus en plus véhémentes,ce qui entraîne une augmentation du nombre d'inondations.Rien qu'en Flandre occidentale, à neuf reprises, des conditionsmétéorologiques ont été reconnues comme calamitéen 2009 et 2010 et au moins un jour supplémentaire seraitsusceptible d'être reconnu comme calamité.Il convient dès lors de s'interroger quant au caractèreexceptionnel de ces conditions météorologiques et quantaux critères qui ont été définis pour la reconnaissance d'unecalamité.1. Examine-t-on si ces critères répondent toujours à ladéfinition de conditions exceptionnelles?2. Le Fonds des Calamités agricoles peut-il continuer àsupporter les charges financières de plus en plus importantes?Réponse de la ministre des PME, des Indépendants,de l'Agriculture et de la Politique scientifique du07 juillet 2011, à la question n° 91 de madame ladéputée Nathalie Muylle du 24 février 2011 (N.):1. Les conditions auxquelles un phénomène météorologiquedoit répondre pour être reconnu comme calamité ontété fixées par le Conseil des ministres du 18 avril 1986.Elles sont identiques tant pour les calamités publiques etque pour les calamités agricoles.Ainsi, aux termes de la loi, un événement peut être considérécomme une calamité si d'une part, le phénomène présenteun caractère exceptionnel ou une intensitéimprévisible et si d'autre part, il a provoqué des dégâtsimportants. Plus précisément, le phénomène doit présenterles caractéristiques suivantes:DO 2010201102506Vraag nr. 91 van mevrouw de volksvertegenwoordigerNathalie Muylle van 24 februari 2011 (N.) aan deminister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouwen Wetenschapsbeleid:Landbouwrampenfonds. - Uitzonderlijke weersomstandigheden.- Voorwaarden. (MV 2710)De jongste jaren wordt ons land steeds meer geteisterddoor extreme weersomstandigheden. De zomers wordenwarmer, maar het regent ook almaar harder. Steeds meerheeft dit overstromingen tot gevolg. In West-Vlaanderenalleen al leidde dit in 2009 en 2010 tot negen erkende rampen,en er zou wellicht nog zeker één datum voor erkenningin aanmerking komen.We moeten ons vragen stellen bij de uitzonderlijkheidvan deze weersomstandigheden en de voorwaarden dieomschreven zijn voor de erkenning van een ramp.1. Wordt er onderzocht of de voorwaarden nog wel voldoenom van uitzonderlijke weersomstandigheden te spreken?2. Kan het Landbouwrampenfonds dit nog financieel blijvendragen?Antwoord van de minister van KMO's, Zelfstandigen,Landbouw en Wetenschapsbeleid van 07 juli 2011, opde vraag nr. 91 van mevrouw de volksvertegenwoordigerNathalie Muylle van 24 februari 2011 (N.):1. De voorwaarden waaraan een weerfenomeen moetvoldoen om te worden erkend als ramp werden bepaalddoor de Ministerraad van 18 april 1986. Zij zijn dezelfdevoor de algemene rampen en de landbouwrampen.Zo kan, krachtens de wet, een gebeurtenis wordenbeschouwd als een ramp als enerzijds het fenomeen eenuitzonderlijk karakter heeft of van een uitzonderlijkehevigheid is, en anderzijds aanzienlijke schade aanricht.Het fenomeen moet meer bepaald de volgende eigenschappenvertonen:- une fréquence de retour d'au moins 20 ans; - een terugkeerperiode van minstens 20 jaar;- des dégâts totaux supérieurs à 1,24 millions d'euros; - totale schade van meer dan 1,24 miljoen euro;- des dégâts moyens par dossier supérieurs à 5.580 euros. - gemiddelde schade per dossier van meer dan 5.580euro.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 109Par ailleurs, la Commission européenne assimile, dans lerèglement (CE) n° 1857/2006 concernant les aides d'Etatau secteur agricole, les phénomènes météorologiques à unecatastrophe naturelle pour autant qu'ils détruisent plus de30% de la production annuelle moyenne.Pour l'instant, ces critères ne font pas l'objet d'un réexamen.Si une initiative devait être prise en la matière, cellecidevrait se faire de manière conjointe avec la ministre del'Intérieur. Néanmoins, je peux vous indiquer que dans lecadre de mes compétences dans le domaine de la Politiquescientifique, un projet de recherche financé par le SPP(Service public fédéral de programmation) Politique scientifiquevise à étudier la possibilité de se baser sur des critèresagrométéorologiques et de télédétection afin dedélimiter la zone et les cultures touchées par une calamitéde manière plus objective et plus précise.2. Le problème de sous financement du fonds des calamitésest bien connu. Le Conseil des ministres a rappelé lorsde la reconnaissance des dernières calamités publiques denovembre (2010) la nécessité de réaliser un business planenvisageant les diverses solutions à ce problème.L'évolution en matière de calamités agricoles s'orienteratrès probablement, comme pour les calamités publiques,vers la couverture des risques climatiques par des assurances.L'Union européenne incite cette approche, d'une part,en limitant les indemnisations en cas de calamités enl'absence de système d'assurance et, d'autre part, en autorisantles États membres à cofinancer les primes d'assurancerécolte, y compris en retenant, s'ils le souhaitent, une partiedes aides européennes aux revenus agricoles ("primePAC").Des contacts ont eu lieu notamment entre mon administrationet la Région flamande pour examiner les possibilitésd'articulation du fonds des calamités avec le systèmed'assurance récolte que cette dernière souhaiterait mettreen place.In verordening (CE) nr. 1857/2006 betreffende de staatssteunaan de landbouwsector, assimileert de EuropeseCommissie echter de weerfenomenen met een natuurrampvoor zover zij meer dan 30% van de gemiddelde jaarlijkseproductie vernietigen.Momenteel worden deze criteria niet opnieuw onderzocht.Als er een initiatief zou worden ondernomen in ditopzicht, zou dit samen met de minister van BinnenlandseZaken moeten gebeuren. Ik kan u echter zeggen dat, in hetkader van mijn bevoegdheden op het vlak van het Wetenschapsbeleid,een onderzoeksproject gefinancierd door dePOD (Programmatorische federale overheidsdienst)Wetenschapsbeleid de mogelijkheid bestudeert om zich tebaseren op agrometeorologische criteria en teledetectie omde zone af te bakenen die wordt getroffen door een rampop een objectievere en preciezere manier.2. Het probleem van de onderfinanciering van het rampenfondsis alom bekend. Bij de erkenning van de laatstealgemene rampen in november (2010) heeft de Ministerraadherinnerd aan de noodzaak een businessplan op testellen om verschillende oplossingen voor dit probleem tevoorzien.De evolutie inzake landbouwrampen zal zeer waarschijnlijkverlopen zoals voor de algemene rampen, namelijk inde richting van de dekking van klimaatrisico's door de verzekeringen.De Europese Unie spoort aan tot deze aanpak,enerzijds via de beperkingen van de schadeloosstellingeningeval van rampen bij gebrek aan een verzekeringssysteemen anderzijds via de toelating aan de lidstaten om deverzekeringspremies voor de oogst te cofinancieren, metinbegrip van de toelating, indien zij dat wensen, om eendeel van de Europese steun aan de landbouwinkomens in tehouden ("GLB-premie").Er zijn contacten geweest tussen mijn administratie enhet Vlaamse Gewest om de mogelijkheden tot koppeling teonderzoeken van het rampenfonds met het verzekeringssysteemvoor de oogst dat dit laatste zou willen invoeren.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

110 QRVA 53 035DO 2010201102674Question n° 106 de monsieur le député FrancoSeminara du 15 mars 2011 (Fr.) à la ministre desPME, des Indépendants, de l'Agriculture et de laPolitique scientifique :La corrélation entre l'utilisation des pesticides et le taux demortalité des abeilles.L'ONU a exprimé sa grande préoccupation face à la trèsforte mortalité des abeilles qui dans de nombreuses régionsdu monde succombent aux effets de la pollution et des pesticidesnotamment.Ce phénomène est principalement observé dans les paysindustrialisés de l'hémisphère nord, explique le Programmedes Nations Unies pour l'environnement (PNUE) dans unrapport publié le 10 mars 2011.Parmi la douzaine de facteurs explicatifs recensés dans ledocument figurent l'emploi des pesticides, la pollution del'air, la réduction du nombre de plantes à fleurs et d'apiculteursen Europe, ainsi que l'existence d'un parasite mortelqui tue uniquement les abeilles de l'hémisphère nord.La mortalité des abeilles est en progression - jusqu'à 85%dans certaines régions - et pourrait avoir de graves conséquencessur la production alimentaire puisque la plupartdes plantes, cultivées ou non, sont pollinisées par lesabeilles.Le fait est que sur les 100 espèces végétales qui fournissent90 pour cent de la nourriture dans le monde, plus de70 sont pollinisées par les abeilles.1. Partagez-vous l'inquiétude des scientifiques et intellectuelsconcernant la hausse de la mortalité des abeilles depar le monde?2. a) Ce taux de mortalité est-il également de mise dansnotre pays?DO 2010201102674Vraag nr. 106 van de heer volksvertegenwoordigerFranco Seminara van 15 maart 2011 (Fr.) aan deminister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouwen Wetenschapsbeleid:Correlatie tussen het gebruik van pesticiden en de bijensterfte.De Verenigde Naties hebben hun grote bezorgdheid uitgedruktover de massale sterfte onder bijen, die in veledelen van de wereld bezwijken aan de gevolgen van vervuiling,in het bijzonder van pesticiden.Dat verschijnsel wordt hoofdzakelijk waargenomen in degeïndustrialiseerde landen op het noordelijk halfrond, zostaat te lezen in een rapport van het Verenigde Naties-Milieuprogramma (UNEP: United Nations environmentprogramme) dat op 10 maart 2011 gepubliceerd werd.In het rapport worden een twaalftal factoren geïnventariseerddie de bijensterfte verklaren, waaronder het gebruikvan pesticiden, de luchtvervuiling, de daling van het aantaldrachtplanten en van het aantal imkers in Europa, en hetbestaan van een dodelijke parasiet die alleen de bijen ophet noordelijk halfrond doodt.De toenemende bijensterfte - tot 85 procent in bepaaldegebieden - zou ernstige gevolgen kunnen hebben voor devoedselproductie, aangezien de meeste planten, zowelgeteeld als in het wild, door bijen worden bestoven.Feit is dat er van de 100 plantensoorten die 90 procentvan de wereldvoedselproductie leveren, meer dan 70 bestovenworden door bijen.1. Deelt u de bezorgdheid van de wetenschappers enintellectuelen over de toenemende bijensterfte in dewereld?2. a) Is er in ons land ook sprake van een toenemende bijensterfte?b) Si oui, êtes-vous en possession de chiffres? b) Zo ja, beschikt u over cijfers?c) Quelles sont les alternatives possibles? c) Wat zijn de mogelijke alternatieven?3. D'aucuns insistent sur le laxisme des autorités européennesà prendre une décision responsable quant à l'usageintensif des pesticides sur le continent.Quelle est la position de notre pays au niveau européen?4. L'Union européenne impose à la Belgique de mettre enplace, pour 2012 au plus tard, un plan d'action national deréduction des pesticides.3. Sommige mensen wijzen op de laksheid en het getalmvan de Europese autoriteiten om een verantwoorde beslissingte nemen inzake het intensieve pesticidengebruik ophet Europese continent.Welk standpunt neemt ons land op het Europese niveauin?4. De Europese Unie verplicht België ertoe om uiterlijktegen 2012 een nationaal actieplan voor te leggen om hetgebruik van pesticiden terug te dringen.a) Ce plan est-il sur de bons rails? a) Vlot de uitwerking van dat plan?CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 111b) Travaillez-vous de concert avec les ministres concernés,tant au niveau fédéral que régional?Réponse de la ministre des PME, des Indépendants,de l'Agriculture et de la Politique scientifique du11 juillet 2011, à la question n° 106 de monsieur ledéputé Franco Seminara du 15 mars 2011 (Fr.):Je suis la problématique du dépérissement des abeilles deprès, en collaboration avec mon collègue Paul Magnettequi élabore un 'Plan Abeille fédéral', dans la foulée del'année internationale 2010 de la biodiversité et de l'importancede la valeur sociale et économique des services renduspar la nature. La pollinisation est une illustrationmajeure de la Biodiversité. Je partage donc à ce titre vospréoccupations.Depuis 1995, des apiculteurs belges ont manifesté leursinquiétudes face à une augmentation de la mortalité desabeilles de leurs ruchers. Ces dernières années, le phénomènedu dépérissement des abeilles a fait l'objet d'un monitoring.En Flandre, la mortalité hivernale est montée enmoyenne à 24% entre 2005 et 2010 avec un maximum de27.5% l'hiver 2007-2008. Les résultats en Wallonie sontsemblables.Le phénomène est reconnu aujourd'hui sous le nom desyndrome de dépérissement des colonies d'abeilles.L'hypothèse qui est actuellement la plus affirmée est cellede la multi-causalité du syndrome. Parmi les causes régulièrementinvoquées, il faut citer les bactéries, les virus etles parasites et le manque de moyens adéquats pour yremédier. Les modifications de l'environnement et notammentl'appauvrissement de l'abondance et de la diversitédes pollens sont également régulièrement citées à la barredes accusés. Enfin, les insecticides systémiques utilisésnotamment dans l'enrobage des semences ont été, depuis ledébut, soupçonnés d'être un, sinon le, facteur causal de cesyndrome. Ces soupçons n'ont pas été confirmés scientifiquementjusqu'à aujourd'hui.Je reste, à tout le moins, très attentive à la nécessité derecherches additionnelles spécifiques à ce propos. La questiondu déclin des Abeilles a par ailleurs été intégrée dansl'actualisation 2011-2012 du programme de réduction despesticides et des Biocides, afin de répondre notamment auconstat négatif du récent Rapport fédéral de l'Environnement2004/2008 sur le sujet.b) Werkt u samen met de betrokken ministers, zowel opfederaal als op gewestniveau?Antwoord van de minister van KMO's, Zelfstandigen,Landbouw en Wetenschapsbeleid van 11 juli 2011, opde vraag nr. 106 van de heer volksvertegenwoordigerFranco Seminara van 15 maart 2011 (Fr.):Ik volg de problematiek van de bijensterfte van dichtbijin samenwerking met mijn collega Paul Magnette, die een'Federaal Bijenplan' uitwerkt in het verlengde van het internationalejaar 2010 gewijd aan de biodiversiteit en hetbelang van de economische en sociale waarde van de dienstendie door de natuur worden geleverd. Het verspreidenvan pollen is een belangrijke illustratie van de biodiversiteit.In dit opzicht deel ik uw bezorgdheid.Sinds 1995 hebben Belgische imkers hun ongerustheidgeuit over een toenemende bijensterfte van hun bijenstanden.De laatste jaren heeft de bijensterfte een monitoringondergaan. In Vlaanderen is de mortaliteit in de wintergemiddeld met 24% gestegen tussen 2005 en 2010 met eenmaximum van 27.5 % tijdens de winter van 2007-2008. Deresultaten in Wallonië zijn gelijkaardig.Het verschijnsel wordt vandaag de dag ook erkend onderde naam "syndroom waarbij bijenkolonies uitsterven". Demomenteel meest bevestigde hypothese is dat het syndroomverschillende oorzaken heeft. Onder de oorzakendie het meest ter sprake worden gebracht, moeten de bacteriën,de virussen en parasieten waartegen geen geschiktemiddelen bestaan. Milieuveranderingen en onder meer eenverminderde toevloed van pollen en een verschraling vande diversiteit van pollen worden ook vaak als oorzaak vermeld.Tot slot wordt tevens vermoed dat systemischeinsecticiden die onder meer worden gebruikt in de zaadomhullingde oorzakelijke factor van dit syndroom zijn. Dezevermoedens werden totnogtoe niet wetenschappelijkbevestigd.Ik blijf op zijn minst bijzondere aandacht hebben voor denoodzakelijke specifieke bijkomende onderzoeken in ditkader. De achteruitgang van de bijen werd bovendienopgenomen in de actualisatie 2011-2012 van het programmatot vermindering van het gebruik van pesticidenen biociden teneinde ondermeer tegemoet te komen aan denegatieve vaststelling hieromtrent in het recente federaleverslag over het Leefmilieu 2004/2008.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

112 QRVA 53 035De nombreuses actions et études ont été entreprises. Àtitre d'exemple, le parasite varroa semble avoir un impactimportant dans le dépérissement et c'est pourquoi, il fautmaintenir les efforts de lutte dans ce domaine. Une concertationavec le secteur apicole est en cours afin formuler desrecommandations à ce sujet.Le risque pour les abeilles pourrait aussi résulter d'unemauvaise application des produits phytopharmaceutiquesautorisés. Les contrôles que nous effectuons à ce sujet nenous apportent pas de signaux alarmants. Cependant, nousmettons en place des mesures structurelles qui devraientpermettre de réduire systématiquement ce risque de mauvaiseapplication. Il y a d'une part, la Phytolicence qui seraobligatoire pour tous les utilisateurs professionnels de produitsphytopharmaceutiques. Cette Phytolicence attesterades connaissances suffisantes de ces opérateurs ainsi quede la participation à un nombre significatif de formationscontinuées.Une scission du marché des produits phytopharmaceutiquesa été prévue entre d'une part un marché professionnel,où l'achat est conditionné à la disposition de la Phytolicence,et d'autre part un marché amateur, où les produitsdisponibles sont nettement moins risqués. En outre, nousencadrerons ce marché amateur par des informations sur lebon usage et le risque des produits phytopharmaceutiquesdisponibles sur le lieu de la vente.De plus, il y a lieu de tenir compte du cadre législatif quiest fixé au niveau européen au niveau des substances actives.Vous devez savoir que les effets des produits phytopharmaceutiquessur les abeilles sont examinés lors de leuragréation pour une mise sur le marché national, commeprescrit par la législation européenne. Pour chaque produit,la toxicité pour les abeilles est évaluée et il en est tenucompte pour fixer ses conditions d'utilisation, comme ladose, la culture, le stade d'application, etc.Je suis bien consciente de la nécessité de réviser laméthode officielle européenne de l'Agence européenne dela Sécurité alimentaire qui permet d'évaluer le risque pourles abeilles. Nous étudions avec l'aide d'experts et de scientifiquesbelges indépendants la révision de cette méthoded'évaluation, en particulier la question de la toxicité chronique,afin de porter nos conclusions au niveau du Comitépermanent de la chaîne alimentaire et de la santé animalede la Commission européenne.Talrijke acties en studies werden uitgevoerd. Bij wijzevan voorbeeld, de varroaparasiet blijkt een aanzienlijkeimpact te hebben op het verdwijnen van de bijen endaarom moeten de inspanningen om dit te bestrijden, wordenbehouden. Er loopt momenteel overleg met de imkersectorteneinde aanbevelingen hierover te formuleren.Het risico voor de bijen kan ook het gevolg zijn van eenonoordeelkundige toepassing van de toegestane fytofarmaceutischeproducten. De controles die we hieromtrent uitvoeren,wijzen niet op alarmerende signalen. We voerenevenwel structurele maatregelen door die het mogelijkzouden moeten maken om systematisch dit risico oponoordeelkundige toepassing te beperken. Enerzijds zal deFytolicentie verplicht worden voor alle professionelegebruikers van fytofarmaceutische producten. Uit dezeFytolicentie zal blijken dat deze operatoren voldoende kennishebben en ze deelnemen aan een significant aantalvoortgezette opleidingen.Er werd een splitsing van de markt van de gewasbeschermingsmiddelenvoorzien in een markt voor professionelegebruikers, waar de aankoop gekoppeld is aan hetbezit van een Fytolicentie, en een markt voor hobbygebruikers,waar de beschikbare producten duidelijk minder risicovolzijn. Bovendien zullen we deze groep hobbygebruikersinformatie verstrekken over het goede gebruiken het risico van gewasbeschermingsmiddelen die beschikbaarzijn op de plaats van verkoop.Bovendien dient er rekening te worden gehouden met hetwetgevende kader dat op Europees niveau betreffende deactieve stoffen is vastgesteld. U dient te weten dat de effectenvan gewasbeschermingsmiddelen op bijen wordenonderzocht in het kader van de erkenning om deze productenop de nationale markt te brengen, zoals voorgeschrevendoor de Europese wetgeving. Voor elk product wordt detoxiciteit voor de bijen geëvalueerd en wordt hiermee rekeninggehouden om de gebruiksvoorwaarden ervan vast testellen zoals de dosis, de teelt, het toepassingsstadium,enzovoort.Ik ben me terdege bewust van de noodzaak om de offici?eEuropese methode van het Europese Agentschap voorVoedselveiligheid te herzien, waardoor het mogelijk wordthet risico voor de bijen nog nauwkeuriger te evalueren. Wijbestuderen met de hulp van deskundigen en onafhankelijkeBelgische wetenschappers de herziening van deze evaluatiemethode,inzonderheid de kwestie van de chronischetoxiciteit, om onze besluiten voor te dragen aan het BestendigComité van de Voedselketen en Diergezondheid van deEuropese Commissie.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 113Il se peut que des effets néfastes soient constatés après lamise sur le marché des produits phytopharmaceutiquesmalgré la stricte application de la législation. Nous avonseu récemment le cas en Europe avec l'intoxicationd'abeilles à proximité de semis de semences de maïs enrobéespar les insecticides incriminés. Il est apparu que lesinsecticides étaient disséminés à cet endroit via les poussièresformées lors du semis de ces semences, et que lesabeilles ont été intoxiquées par le butinage des fleurs où lespoussières s'étaient déposées. Bien que ce problème n'aitpas été observé en Belgique, nous l'avons étudié et prisl'initiative d'imposer des mesures préventives avantqu'elles ne soient rendues obligatoires par la Directive2010/21 (Directive du Conseil pour ce qui est des dispositionsspécifiques relatives à la clothianidine, au thiamethoxam,au fipronil et à l'imidacloprid). Il estmaintenant obligatoire de prendre des précautions lors dusemis de maïs, et en cas d'utilisation de semoirs pneumatiques,le flux de poussières doit être dirigé vers le sol afind'éviter une dispersion trop grande des poussières desemences.Enfin, conformément aux obligations de cette mêmedirective, nous avons imposé aux firmes phytopharmaceutiquesd'établir un monitoring des effets néfastes sur lesabeilles consécutifs à l'utilisation des produits incriminés.Le protocole de suivi est attendu pour la fin de cette annéeet les résultats du monitoring sont attendus pour juin 2013.Au niveau européen encore, la Belgique soutient pleinementl'initiative du Conseil dans sa communication à laCommission et au Parlement au sujet de la santé desabeilles. Dans cette communication, la problématique y estaussi, comme en Belgique, abordée sous différents angleset débouche sur plusieurs propositions d'actions que noussoutenons. Citons notamment le soutien au laboratoire deréférence (opérationnel depuis le 1er avril 2011) qui, entreautres sera chargé d'uniformiser les données du suivi dudépérissement des abeilles. Nous disposerons alors desinformations nécessaires à une analyse en profondeur desfacteurs influençant le dépérissement des abeilles.Er kunnen nefaste effecten worden vastgesteld na het opde markt brengen van de gewasbeschermingsmiddelenondanks de strikte toepassing van de wetgeving. Dit wasonlangs het geval in Europa waar bijen werden geïntoxiceerdlangs velden bezaaid met maïszaden die metbepaalde insecticiden werden behandeld. Zo bleek dat deinsecticiden op deze plaats zijn verspreid via het stof datwordt gevormd tijdens het zaaien van deze maïszaden alsookdat de bijen zijn geïntoxiceerd door honing in te zamelenop bloemen waarop stof is terechtgekomen. Alhoeweldit probleem niet in België is vastgesteld, hebben we ditprobleem geanalyseerd en het initiatief genomen om preventievemaatregelen op te leggen vooraleer deze maatregelenvia de omzetting van de Richtlijn 2010/21 (Richtlijnvan de Raad voor wat betreft de specifieke bepalingenbetreffende clothianidine, thiamethoxam, fipronil en imidacloprid)verplicht worden gemaakt. Momenteel is hetverplicht om voorzorgsmaatregelen te nemen bij het zaaienvan maïs, en bij gebruik van pneumatische zaaimachines,moet het stof naar de grond worden afgeleid zodat een tegrote verspreiding van het zaadstof wordt voorkomen.Conform de verplichtingen van diezelfde Richtlijn, hebbenwe de fytofarmaceutische firma's opgelegd om eenmonitoring van de nefaste effecten op bijen ten gevolgevan het gebruik van verdachte producten te verrichten. Hetopvolgingsprotocol wordt verwacht tegen eind dit jaar ende resultaten van de monitoring worden tegen juni 2013verwacht.Op Europees niveau ondersteunt België volledig het initiatiefvan de Raad in zijn mededeling aan de Commissieen het Parlement betreffende de gezondheid van de bijen.In deze mededeling wordt de problematiek, zoals in België,uit verschillende invalshoeken bestudeerd en leidt dittot verschillende voorstellen tot acties die wij ondersteunen.We kunnen onder meer de steun aan het referentielaboratorium(dat operationeel is sinds 1 april 2011) citeren,dat onder meer verantwoordelijk is voor de uniformiseringvan de gegevens inzake de follow-up van de bijensterfte.We zullen dan beschikken over de informatie die vereist isvoor een diepgaande analyse van de factoren die eeninvloed hebben op de bijensterfte.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

114 QRVA 53 035Le plan d'action national, appelé NAPAN, est en coursd'élaboration en concertation avec toutes les autorités compétentesen Belgique. Cette concertation se déroule au seinde la NAPAN Task Force établie par le Comité de concertationen février 2010. Il sera effectif à partir de 2012 et serarévisé tous les cinq ans, au minimum. Il sera basé sur desobjectifs chiffrés de réduction des risques et/ou de l'utilisationdes produits phytopharmaceutiques et des biocides.Ces objectifs, établis à partir d'indicateurs validés serontrencontrés par des mesures diverses planifiées dans uncalendrier d'actions dans lesquelles s'engagent les autorités.Sur base de la loi Norme(s) produit(s), les autorités fédéralesont, en fait, précédé ces obligations européennes parle Programme de Réduction des Pesticides et des Biocides.Het nationale actieplan NAPAN wordt momenteel uitgewerktin overleg met alle bevoegde overheden in België.Dit overleg wordt georganiseerd in de NAPAN Task Forcedie door het Overlegcomité in februari 2010 is opgericht.Het nationale actieplan NAPAN zal vanaf 2012 operationeelzijn en zal minstens om de vijf jaar worden herzien.Het nationale actieplan NAPAN zal gebaseerd zijn opbecijferde doelstellingen inzake de vermindering van derisico's en/of van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelenen biociden. Deze doelstellingen, die worden vastgesteldop basis van gevalideerde indicatoren, zullen wordenbehaald door middel van diverse maatregelen die wordengepland in een kalender met acties waartoe de overheidzich verbindt.Op basis van de wet betreffende de productnormen heeftde federale overheid in feite proactief gehandeld op dieverplichtingen door de implementatie van het programmatot vermindering van het gebruik van pesticiden en biociden.DO 2010201103134Question n° 147 de monsieur le député Bert Schoofs du27 mai 2011 (N.) à la ministre des PME, desIndépendants, de l'Agriculture et de la Politiquescientifique :Répression des infractions à la loi relative aux heuresd'ouverture dans le commerce, l'artisanat et les servicesdu 10 novembre 2006.En posant cette question, je voudrais savoir dans quellemesure ont été réellement réprimées au cours des années2006, 2007, 2008, 2009 et 2010 les infractions à la loi relativeaux heures d'ouverture dans le commerce, l'artisanat etles services du 10 novembre 2006.1. Combien d'infractions ont-elles été sanctionnées, danschaque arrondissement judiciaire et au cours de chacunedes années précitées, sanction consistant à inviter l'auteur àacquitter une somme d'argent dont le paiement éteintl'action pénale? Pourriez-vous ranger ces infractions danschacune des catégories mentionnées distinctement dans laloi, à savoir les commerces en général (à l'exception desmagasins de nuit et des bureaux privés pour les télécommunications),les magasins de nuit et les bureauxs privéspour les télécommunications?DO 2010201103134Vraag nr. 147 van de heer volksvertegenwoordiger BertSchoofs van 27 mei 2011 (N.) aan de minister vanKMO's, Zelfstandigen, Landbouw enWetenschapsbeleid:Beteugeling van inbreuken met betrekking tot de wet van10 november 2006 betreffende de openingsuren in handel,ambacht en dienstverlening.Met mijn vraag wens ik te vernemen in welke mate debeteugeling geschiedde van de inbreuken op de wet van10 november 2006 betreffende de openingsuren in handel,ambacht en dienstverlening in respectievelijk de jaren2006, 2007, 2008, 2009 en 2010.1. Hoeveel inbreuken werden er in elk der voornoemdejaren in elk gerechtelijk arrondissement gesanctioneerdmet een som waarvan de betaling de strafvordering doetvervallen, en zulks uitgesplitst naar elk van de de categorieëndie afzonderlijk in de wet zijn vermeld, namelijk dehandelszaken in het algemeen (met uitsluiting van denachtwinkels en de privaatwinkels voor telecommunicatie),de nachtwinkels en de winkels voor privaatbureausvoor telecommunicatie?CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 1152. Combien d'infractions ont-elles été sanctionnées, danschaque arrondissement judiciaire et au cours de chacunedes années précitées, d'une peine d'emprisonnement (etéventuellement d'une amende pécuniaire en sus)? Pourriezvousranger ces infractions dans chacune des catégoriesmentionnées distinctement dans la loi, à savoir les commercesen général (à l'exception des magasins de nuit etdes bureaux privés pour les télécommunications), lesmagasins de nuit et les bureaux privés pour les télécommunications?3. Combien d'infractions ont-elles été sanctionnéesexclusivement d'une amende pécuniaire, dans chaquearrondissement judiciaire et au cours de chacune desannées précitées? Pourriez-vous ranger ces infractionsdans chacune des catégories mentionnées distinctementdans la loi, à savoir les commerces en général (à l'exceptiondes magasins de nuit et des bureaux privés pour lestélécommunications), les magasins de nuit et les bureauxprivés pour les télécommunications?4. Combien de fermetures de commerces ont-elles étéordonnées par arrondissement judiciaire? Pourriez-vousranger ces fermetures dans chacune des catégories mentionnéesdistinctement dans la loi, à savoir les commercesen général (à l'exception des magasins de nuit et desbureaux privés pour les télécommunications), les magasinsde nuit et les bureaux privés pour les télécommunications?5. Dans combien de cas, par arrondissement judiciaire, aété prononcée une confiscation de biens saisis dans lecadre de la constatation de l'infraction? Pourriez-vous rangerces confiscations dans chacune des catégories mentionnéesdistinctement dans la loi, à savoir les commerces engénéral (à l'exception des magasins de nuit et des bureauxprivés pour les télécommunications), les magasins de nuitet les bureaux privés pour les télécommunications?Réponse de la ministre des PME, des Indépendants,de l'Agriculture et de la Politique scientifique du01 juillet 2011, à la question n° 147 de monsieur ledéputé Bert Schoofs du 27 mai 2011 (N.):1. à 5. La sanction judiciaire des infractions à la loi du10 novembre 2006 relative aux heures d'ouverture dans lecommerce, l'artisanat et les services relève de la compétencede mon collègue le ministre de Justice, à qui cette questiona également été posée (question n° 446 du 5 mai 2011)(Voir: Questions et Réponses, Chambre, 2010-2011,n° 031, p. 74).2. Hoeveel inbreuken werden er in elk der voornoemdejaren in elk gerechtelijk arrondissement gesanctioneerdmet een gevangenisstraf (en eventueel bijkomend een geldboete),en zulks uitgesplitst naar elk van de de categorieëndie afzonderlijk in de wet zijn vermeld, namelijk de handelszakenin het algemeen (met uitsluiting van de nachtwinkelsen de privaatwinkels voor telecommunicatie), denachtwinkels en de winkels voor privaatbureaus voor telecommunicatie?3. Hoeveel inbreuken werden er in elk der voornoemdejaren uitsluitend met een geldboete gesanctioneerd in elkgerechtelijk arrondissement, en zulks uitgesplitst naar elkvan de de categorieën die afzonderlijk in de wet zijn vermeld,namelijk de handelszaken in het algemeen (met uitsluitingvan de nachtwinkels en de privaatwinkels voortelecommunicatie), de nachtwinkels en de winkels voorprivaatbureaus voor telecommunicatie?4. Hoeveel sluitingen van handelszaken werden er bevolenper gerechtelijk arrondissement, en zulks uitgesplitstnaar elk van de de categorieën die afzonderlijk in de wetzijn vermeld, namelijk de handelszaken in het algemeen(met uitsluiting van de nachtwinkels en de privaatwinkelsvoor telecommunicatie), de nachtwinkels en de winkelsvoor privaatbureaus voor telecommunicatie?5. In hoeveel gevallen werd er per gerechtelijk arrondissementeen verbeurdverklaring uitgesproken van goederendie in het kader van de vaststelling van de inbreuk inbeslaggenomenwaren, en zulks uitgesplitst naar elk van dede categorieën die afzonderlijk in de wet zijn vermeld,namelijk de handelszaken in het algemeen (met uitsluitingvan de nachtwinkels en de privaatwinkels voor telecommunicatie),de nachtwinkels en de winkels voor privaatbureausvoor telecommunicatie?Antwoord van de minister van KMO's, Zelfstandigen,Landbouw en Wetenschapsbeleid van 01 juli 2011, opde vraag nr. 147 van de heer volksvertegenwoordigerBert Schoofs van 27 mei 2011 (N.):1. tot 5. De gerechtelijke sanctionering van inbreuken opde wet van 10 november 2006 betreffende de openingsurenin handel, ambacht en dienstverlening valt onder debevoegdheid van mijn collega de minister van Justitie, aanwie deze vraag eveneens gesteld werd (vraag nr. 446 van5 mei 2011) (Zie: Vragen en Antwoorden, Kamer, 2010-2011, nr. 031, blz. 74).CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

116 QRVA 53 035DO 2010201103135Question n° 131 de monsieur le député Bert Schoofs du06 mai 2011 (N.) à la ministre des PME, desIndépendants, de l'Agriculture et de la Politiquescientifique :Contrôles effectués dans le cadre de la loi du 10 novembre2006 relative aux heures d'ouverture dans le commerce,l'artisanat et les services.-Ma question porte sur le nombre de contrôles effectuésdans le cadre de la loi du 10 novembre 2006 relative auxheures d'ouverture dans le commerce, l'artisanat et les servicesen 2006, en 2007, en 2008, en 2009 et en 2010 danschaque ressort territorial par les inspecteurs et contrôleursde la Direction générale du Contrôle et de la Médiation duService public fédéral Économie, PME, Classes moyenneset Énergie.1. Quel est le nombre de contrôles effectués pendant chacunedes années susmentionnées dans les commerces, hormisles magasins de nuit et les bureaux privés pour lestélécommunications?2. Quel est le nombre de contrôles effectués pendant chacunedes années susmentionnées dans les magasins denuit?3. Quel est le nombre de contrôles effectués pendant chacunedes années susmentionnées dans les bureaux privéspour les télécommunications?4. Combien d'infractions aux dispositions de la loi précitéeont été constatées pendant chacune des années susmentionnéesdans les commerces, hormis les magasins de nuitet les bureaux privés pour les télécommunications?5. Combien d'infractions aux dispositions de la loi précitéeont été constatées pendant chacune des années susmentionnéesdans les magasins de nuit?6. Combien d'infractions aux dispositions de la loi précitéeont été constatées pendant chacune des années susmentionnéesdans les bureaux privés pour les télécommunications?Réponse de la ministre des PME, des Indépendants,de l'Agriculture et de la Politique scientifique du01 juillet 2011, à la question n° 131 de monsieur ledéputé Bert Schoofs du 06 mai 2011 (N.):Au cours des cinq dernières années, la Direction généraledu Contrôle et de la Médiation a effectué le nombre suivantd'enquêtes et a établi les nombres suivants de procès-verbauxd'avertissement et de procès-verbaux relativement àla loi sur les heures d'ouverture.DO 2010201103135Vraag nr. 131 van de heer volksvertegenwoordiger BertSchoofs van 06 mei 2011 (N.) aan de minister vanKMO's, Zelfstandigen, Landbouw enWetenschapsbeleid:Controles inzake de wet van 10 november 2006 betreffendede openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening.Met mijn vraag wens ik te vernemen hoeveel controles erwerden verricht inzake de wet van 10 november 2006betreffende de openingsuren in handel, ambacht en dienstverleningin respectievelijk de jaren 2006, 2007, 2008,2009 en 2010 in elke gebiedsomschrijving door de controleursvan de Algemene Directie Controle en Bemiddelingvan de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstanden Energie:1. Hoeveel controles werden er verricht in elk van devoornoemde jaren in handelszaken, evenwel met uitzonderingvan de nachtwinkels en de privaatbureaus voor telecommunicatie?2. Hoeveel controles werden er verricht in elk van devoornoemde jaren met betrekking tot de nachtwinkels?3. Hoeveel controles werden er verricht in elk van devoornoemde jaren in de privaatbureaus voor telecommunicatie?4. Hoeveel overtredingen werden er vastgesteld in elk dervoornoemde jaren in handelszaken, evenwel met uitsluitingvan de nachtwinkels en de privaatbureaus voor telecommunicatie?5. Hoeveel overtredingen werden vastgesteld in elk vande voornoemde jaren in de nachtwinkels?6. Hoeveel overtredingen werden vastgesteld in elk vande voornoemde jaren in de privaatbureaus voor telecommunicatie?Antwoord van de minister van KMO's, Zelfstandigen,Landbouw en Wetenschapsbeleid van 01 juli 2011, opde vraag nr. 131 van de heer volksvertegenwoordigerBert Schoofs van 06 mei 2011 (N.):De laatste vijf jaar heeft de Algemene Directie Controleen Bemiddeling het volgende aantal onderzoeken ingestelden het volgende aantal processen-verbaal van waarschuwingen processen-verbaal opgesteld, aangaande de wet opde openingsuren.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 1171. et 4. En ce qui concerne les magasins de commerce, àl'exception des magasins de nuit:1. en 4. Met betrekking tot handelszaken, met uitzonderingvan nachtwinkels:Nbre de contrôles—Aantal onderzoekenNbre de PVav—Aantal PVW’sNbre de Pro Justitia—Aantal Pro-Justitia’s200620072008200920104745054461 88027916545178635671411711281022. et 5. En ce qui concerne les magasins de nuit: 2. en 5. Met betrekking tot de nachtwinkels:Nbre de contrôles—Aantal onderzoekenNbre de PVav—Aantal PVW’sNbre de Pro Justitia—Aantal Pro-Justitia’s200620072008200920101399887470432238250372550183. et 6. En ce qui concerne les bureaux privés pour latélécommunication où il n'y a de chiffres disponibles qu'àpartir de 2009:3. en 6. Met betrekking tot de privaatbureaus voor telecommunicatiezijn er slechts specifieke cijfers beschikbaarvanaf het jaar 2009.Nbre de contrôles—Aantal onderzoekenNbre de PVav—Aantal PVW’sNbre de Pro Justitia—Aantal Pro-Justitia’s20092010192422218DO 2010201103379Question n° 141 de monsieur le député Peter Logghe du20 mai 2011 (N.) à la ministre des PME, desIndépendants, de l'Agriculture et de la Politiquescientifique :Indemnisations en matière de responsabilité payées par lesadministrations, les institutions et les services fédéraux.Il nous est récemment revenu qu'entre le 1er août 2008 etle 31 décembre 2010, la Région wallonne avait étécondamnée à 81 reprises dans des dossiers où sa responsabilitécivile était mise en cause. Le total des indemnités àverser dépasse les 3 millions d'euros. Dans 77 dossiers, laresponsabilité de la Région wallonne n'a pas été retenue, larequête a été rejetée et elle n'a dès lors pas dû verser desindemnités pour un montant total de 2,87 millions d'euros.DO 2010201103379Vraag nr. 141 van de heer volksvertegenwoordigerPeter Logghe van 20 mei 2011 (N.) aan deminister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouwen Wetenschapsbeleid:Uitbetalingen inzake aansprakelijkheid door federaleoverheden, instellingen en diensten.Onlangs geraakte bekend dat het Waalse Gewest tussen1 augustus 2008 en 31 december 2010, 81 veroordelingenheeft opgelopen in zaken betreffende haar burgerlijke aansprakelijkheid.Het totale bedrag van de sommen die moetenuitgekeerd worden, overschrijdt 3 miljoen euro. In 77zaken werd het Waalse Gewest niet verantwoordelijkgesteld, werd de eis afgewezen en moest het de sommen,voor een totaal van 2,87 miljoen euro niet betalen.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

118 QRVA 53 035On peut se poser la question de savoir comment se présentela situation à l'échelon fédéral et ce qu'il en est deséventuelles condamnations en matière de responsabilitécivile qui concernent les Régions flamande et de Bruxelles-Capitale.Je limite ma question aux compétences quivous sont dévolues et aux institutions, services (SPF), etc.placés sous votre tutelle.1. a) Vous serait-il possible de fournir des chiffres surl'évolution annuelle des actions intentées contre les institutionset les services ressortissant à votre compétence et quiengagent leur responsabilité civile?b) Je souhaiterais obtenir les chiffres de 2005 àaujourd'hui.2. a) Dans combien des dossiers visés à la question 1,l'administration a-t-elle été condamnée?b) Pouvez-vous fournir un récapitulatif chiffré par annéeconcernée?3. Au paiement de quels montants l'administration a-telleété condamnée?4. Dans combien de dossiers, la responsabilité de l'administrationn'a-t-elle pas été retenue?5. Quelles étaient les montants en jeu dans le cadre de laquestion 4?6. Combien d'actions restent pendantes et en attente d'unjugement?Réponse de la ministre des PME, des Indépendants,de l'Agriculture et de la Politique scientifique du04 juillet 2011, à la question n° 141 de monsieur ledéputé Peter Logghe du 20 mai 2011 (N.):i. Pour ce qui concerne le Service public fédéral Économie:En réponse aux questions posées, je me réfère à la réponsedonnée par mon collègue, le ministre pour l'Entreprise etla Simplification, à la question n° 130 (Questions etRéponses, Chambre, 2010-2011, n° 33, p. 236).ii. Pour ce qui concerne l'INASTI (L'Institut nationald'assurances sociales pour travailleurs indépendants):La responsabilité civile de l'INASTI n'a pas été mise encause devant les tribunaux dans la période concernée.iii. En ce qui concerne la DG Indépendants:Je ne dispose pas des données demandées pour la DGIndépendants du SPF Sécurité sociale. En effet, je ne suiscompétente que sur le plan de la matière.Pour toutes questions relatives au SPF Sécurité sociale, etdonc aussi pour la DG Indépendants, c'est la ministre desAffaires sociales qui est compétente.De vraag is wat de toestand op het federale vlak is, entegen welke veroordelingen inzake burgerlijke aansprakelijkheidhet Vlaamse Gewest en het Brussels HoofdstedelijkGewest aankijken. Ik beperk mij in deze vraagstellingtot uw bevoegdheden en de instellingen, (FOD-) dienstenenzovoort, die onder uw bevoegdheden vallen.1. a) Is het mogelijk cijfergegevens mee te delen inzakede jaarlijkse evolutie van vorderingen tegen instellingen endiensten die onder uw bevoegdheid vallen en waar de burgerlijkeaansprakelijkheid was betrokken?b) Graag cijfers van 2005 tot en met vandaag.2. a) In hoeveel van de gevallen onder vraag 1 werd deoverheid veroordeeld?b) Kan u een cijfermatig overzicht per betrokken jaargeven?3. Tot welke bedragen werd de overheid veroordeeld?4. In hoeveel van de gevallen werd de overheid vrijgesprokenvan aansprakelijkheid?5. Om welke sommen ging het in vraag 4?6. Hoeveel vorderingen zijn nog steeds hangend enwachten op een uitspraak?Antwoord van de minister van KMO's, Zelfstandigen,Landbouw en Wetenschapsbeleid van 04 juli 2011, opde vraag nr. 141 van de heer volksvertegenwoordigerPeter Logghe van 20 mei 2011 (N.):i. Wat de Federale Overheidsdienst Economie betreft:In antwoord op de gestelde vragen, verwijs ik naar hetantwoord dat door mijn collega, de minister voor Ondernemenen Vereenvoudigen, werd gegeven op de vraag nr. 130(Vragen en Antwoorden, Kamer, 2010-2011, nr. 33,blz. 236).ii. Wat het RSVZ betreft (Rijksinstituut voor de socialeverzekeringen der zelfstandigen):De burgerlijke aansprakelijkheid van het RSVZ maaktein de door u geviseerde periode geen voorwerp uit van eenrechtsprocedure.iii. Wat de DG Zelfstandigen betreft:Ik beschik niet over de gevraagde gegevens voor de DGZelfstandigen van de FOD Sociale Zekerheid aangezien ikenkel inhoudelijk bevoegd ben.Voor alle vragen met betrekking tot de FOD SocialeZekerheid, en dus ook tot de DG Zelfstandigen, is het deminister van Sociale Zaken die bevoegd is.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 119iv. Pour ce qui concerne le CERVA (Centre d'Étude et deRecherches vétérinaires et agrochimiques):Ces questions ne concernent pas le CODA-CERVA.v. Pour ce qui concerne le BIRB (Bureau d'Interventionet de Restitution belge):1. a) Il n'existe pas de cas de responsabilité civile où leBIRB est impliqué.b) Néant. b) nihil.2. a) Aucun cas. 2. a) Geen enkel geval.b) Néant. b) nihil.3. Pas d'application. 3. Niet van toepassing.4. Pas d'application. 4. Niet van toepassing.5. Pas d'application. 5. Niet van toepassing.6. Néant. 6. nihil.vi. Pour ce qui concerne le Service public fédéral de programmation(SPP) Politique scientifique:En ce moment il y a une seule action intentée contre leSPP Politique scientifique devant le tribunal de premièreinstance à Bruxelles. Il s'agit d'un litige sur base des articles1382, 1383 et 1384 du Code civil qui est intentée parune visiteuse des MRBA (les Musées royaux des Beaux-Arts de Belgique) qui avait fait une chute, selon elle en raisond'une statue moderne. Elle demande 1.500 euros à titreprovisionnel. Le prononcé du jugement est encore attendu.vii. Pour ce qui concerne l'AFSCA (l'Agence Fédéralepour la Sécurité de la Chaîne Alimentaire):iv. Wat het CODA-CERVA betreft (Centrum voor Onderzoekin Diergeneeskunde en Agrochemie):Deze vragen zijn voor het CODA-CERVA niet van toepassing.v. Wat het BIRB betreft (Belgisch Interventie- en Restitutiebureau):1. a) Er bestaan geen gevallen van burgerlijke aansprakelijkheidwaar het BIRB betrokken is.vi. Wat de Programmatorische federale overheidsdienst(POD) Wetenschapsbeleid betreft:Er loopt momenteel één enkele rechtszaak tegen de PODWetenschapsbeleid voor de rechtbank van eerste aanleg teBrussel. Het betreft een geschil op basis van artikel 1382,1383 en artikel 1384 van het Burgerlijk Wetboek dat werdingeleid door een bezoekster van de KMSKB (KoninklijkeMusea voor Schone Kunsten van België) die ten val wasgekomen. Volgens haar, was het over een modern beeldhouwwerk.Zij vraagt 1.500 euro provisioneel. Er is noggeen uitspraak.vii. Wat het FAVV betreft (Federaal Agentschap voor deveiligheid van de voedselketen):1. a) Oui, voir b). 1. a) Ja, zie b).b) Relevé des actions intentées contre l'AFSCA. b) Overzicht van vorderingen tegen het FAVV.Année—JaarNombre—Aantal2005 22006 32007 12008 42009 32010 22011 NihilCHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

120 QRVA 53 0352. a) Depuis 2005, l'AFSCA a été condamnée six fois autotal pour des affaires mettant en cause sa responsabilité.2. a) Sinds 2005 werd het FAVV in totaal zesmaal veroordeeldwegens aansprakelijkheid.b) Relevé des affaires perdues. b) Overzicht van de verloren zaken.Année—JaarNombre—Aantal2005 12006 Nihil2007 Nihil2008 Nihil2009 12010 42011 Nihil3. Montants totaux annuels auxquels l'AFSCA a étécondamnée, à titre définitif ou provisionnel.3. Totale jaarlijkse bedragen tot welke het FAVV werdveroordeeld, definitief of provisioneel.Année—JaarMontant total—Totaal bedrag2005 1 474,55 €2006 Nihil2007 Nihil2008 Nihil2009 2 000 000,00 €2010* 238 690,07 €(Définitif / Definitief)* 4 253 066,00 €(Provisionnel, et désignation d’un expert pour déterminer le dommage /Provisioneel en expert aangesteld om schade te bepalen).20114. Dans la période concernée, l'AFSCA a été acquittéedouze fois d'accusations mettant en cause sa responsabilité.4. Het FAVV werd in de betrokken periode twaalfmaalvrijgesproken van aansprakelijkheid.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 1215. Montants totaux annuels relatifs aux acquittements. 5. Totale jaarlijkse bedragen met betrekking tot vrijspraken.Année—JaarMontant total—Totaal bedrag2005 2 464 508,30 €2006 Nihil2007 311 961,91 €2008 Nihil2009 702 482,90 €2010 226 674,31 €2001 23 331,48 €6. Actuellement, il y a encore vingt affaires en courscontre l'AFSCA, en ce compris les affaires saisies avant2005.6. Momenteel zijn nog twintig zaken tegen het FAVVhangende. Hierin zijn ook de zaken begrepen die aanhangiggemaakt werden vóór 2005.DO 2010201103425Question n° 145 de madame la députée CarinaVan Cauter du 25 mai 2011 (N.) à la ministre desPME, des Indépendants, de l'Agriculture et de laPolitique scientifique :Indépendants. - Indemnités d'incapacité de travail etd'invalidité. - Séjour en prison.Le paiement des indemnités d'incapacité de travail oud'invalidité à des indépendants n'est pas suspendu au coursd'un éventuel séjour en prison. Au cours de cette période,toutefois, l'ayant droit sans charge de famille ne peut prétendrequ'à la moitié du montant des indemnités.1. Combien d'indépendants bénéficiaires d'indemnitésd'incapacité de travail ou d'invalidité avec charge defamille ont-ils perçu des indemnités durant leur séjour enprison au cours des années 2008, 2009 et 2010?2. Quel coût ont représenté les indemnités d'incapacité detravail et d'invalidité versées à des ayants droit qui ontséjourné en prison?3. Combien d'ayants droit indépendants sans charge defamille ont-ils perçu la moitié de leurs indemnités d'incapacitéde travail ou d'invalidité durant leur séjour en prison?4. Quel coût ont représenté les indemnités versées à desayants droit sans charge de famille qui ont séjourné en prison?DO 2010201103425Vraag nr. 145 van mevrouw de volksvertegenwoordigerCarina Van Cauter van 25 mei 2011 (N.) aan deminister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouwen Wetenschapsbeleid:Zelfstandigen. - Arbeidsongeschiktheidsuitkeringen eninvaliditeitsuitkeringen. - Verblijf in de gevangenis.De betaling van de arbeidsongeschiktheidsuitkering ofinvaliditeitsuitkering aan zelfstandigen wordt nietgeschorst tijdens de periode dat een rechthebbende verblijftin de gevangenis. De gerechtigde zonder gezinslastkan tijdens deze periode wel maar aanspraak maken op dehelft van het bedrag van de uitkering.1. Hoeveel rechthebbende zelfstandigen op een invaliditeitsuitkeringof invaliditeitsuitkering met gezinslast genotentijdens hun verblijf in de gevangenis van een uitkeringtijdens de jaren 2008, 2009 en 2010?2. Wat was de kost van de invaliditeitsuitkeringen enarbeidsongeschiktheidsuitkeringen voor rechthebbendendie in de gevangenis verbleven?3. Hoeveel rechthebbende zelfstandigen zonder gezinslastkregen tijdens hun verblijf in de gevangenis de helftvan hun invaliditeitsuitkering of arbeidsongeschiktheidsuitkeringuitbetaald?4. Wat was de kost van de uitkeringen aan die rechthebbendenzonder gezinslast die in de gevangenis verbleven?CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

122 QRVA 53 035Réponse de la ministre des PME, des Indépendants,de l'Agriculture et de la Politique scientifique du01 juillet 2011, à la question n° 145 de madame ladéputée Carina Van Cauter du 25 mai 2011 (N.):Le titulaire qui n'a pas de personne à charge et qui setrouve dans une période de détention préventive ou de privationde liberté, a droit à une indemnité réduite de moitié.Le titulaire avec charge de famille conserve son indemnitécomplète.Le tableau ci-dessous reprend pour la période 2008-2010le nombre de titulaires, les jours et les montants indemnisésaux invalides indépendants sans charge de famille.Le service des indemnités ne dispose pas de chiffres statistiquesen ce qui concerne les personnes avec charge defamille. Puisque ces titulaires conservent leur indemnitécomplète, ils ne sont pas codifiés séparément.En ce qui concerne la période d'incapacité primaire, leservice ne dispose pas non plus de chiffres statistiques. Lesdépenses d' incapacité primaire sont uniquement transmisesde manière globale, et sont donc non individualisées.Antwoord van de minister van KMO's, Zelfstandigen,Landbouw en Wetenschapsbeleid van 01 juli 2011, opde vraag nr. 145 van mevrouw de volksvertegenwoordigerCarina Van Cauter van 25 mei 2011 (N.):De gerechtigde die geen personen ten laste heeft en dieverkeert in een periode van voorlopige hechtenis of vrijheidsberovingheeft recht op een uitkering beperkt tot dehelft. De gerechtigde met gezinslast behoudt het volledigebedrag van zijn uitkering.In onderstaande tabel wordt voor het tijdsvak van invaliditeithet aantal rechthebbenden, het aantal uitkeringsdagenen de uitgekeerde bedragen weergegeven voor de invalidezelfstandigen zonder gezinslast voor de periode 2008-2010.De dienst voor uitkeringen beschikt over geen statistischcijfermateriaal voor wat betreft de personen met gezinslast.Aangezien deze personen hun volledige uitkering behouden,worden deze niet apart gecodeerd.Voor wat betreft de periode van primaire arbeidsongeschiktheidis er eveneens geen cijfermateriaal beschikbaar.De uitgaven in primaire arbeidsongeschiktheid wordenenkel globaal en dus niet individueel meegedeeld.INDÉPENDANTS / ZELFSTANDIGENIndemnités en cas de détention préventive ou de privation de liberté—Uitkeringen voor gerechtigden in voorlopige hechtenis of vrijheidsberovingINVALIDITÉ / INVALIDITEIT 2008 2009 2010Isolés / AlleenstaandenCas / GevallenJours / DagenMontants / Bedragen142 58845 818,45112 49347 180,4171 41827 416,97Cohabitants / SamenwonendenCas / GevallenJours / DagenMontants / Bedragen799111 690,1832916 696,03000Total - Sans charge de famille / Totaal zonder gezinslastCas / GevallenJours / DagenMontants / Bedragen213 57957 508,63142 78453 876,4471 41827 416,97CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 123DO 2010201103523Question n° 149 de monsieur le député FlorVan Noppen du 08 juin 2011 (N.) à la ministre desPME, des Indépendants, de l'Agriculture et de laPolitique scientifique :Sécurité alimentaire. - Analyses de laboratoire.Les laboratoires de notre pays jouent un rôle importantdans la protection de la sécurité alimentaire.1. Pouvez-vous fournir, par laboratoire, un récapitulatifdes analyses effectuées dans le cadre de la sécurité alimentaire?2. Quelle était la nature de ces analyses et combien ontété réalisées par laboratoire?3. Pouvez-vous également indiquer le coût par analyse etpar laboratoire?DO 2010201103523Vraag nr. 149 van de heer volksvertegenwoordiger FlorVan Noppen van 08 juni 2011 (N.) aan de ministervan KMO's, Zelfstandigen, Landbouw enWetenschapsbeleid:Voedselveiligheid. - Onderzoeken in laboratoria.Onze laboratoria spelen een belangrijke rol in de strijdvoor veilig voedsel.1. Kan u een overzicht geven - per labo - van de onderzoekendie in het kader van de voedselveiligheid werdenuitgevoerd?2. Om welke onderzoeken ging het en hoeveel werden eruitgevoerd, per labo?3. Kan u ook de kostprijs per onderzoek per labo meedelen?4. Pouvez-vous fournir ces données depuis 2007? 4. Kan u een overzicht geven vanaf 2007?Réponse de la ministre des PME, des Indépendants,de l'Agriculture et de la Politique scientifique du01 juillet 2011, à la question n° 149 de monsieur ledéputé Flor Van Noppen du 08 juin 2011 (N.):1. L'AFSCA (l'Agence Fédérale pour la Sécurité de laChaîne Alimentaire) possède cinq laboratoires propres etfait appel à un réseau de Laboratoires nationaux de référenceet de laboratoires externes agréés. Les cinq laboratoiresde l'AFSCA réalisent 70% des analyses dans le cadre duprogramme de contrôle.L'évolution du nombre d'échantillons (E) et d'analyses(A) dans les laboratoires AFSCA est reprise ci-dessous. Lamise en place de Foodlims en 2008 - un système performantde suivi des échantillons et résultats - a modifié lafaçon d'enregistrer le nombre d'analyses. La prudences'impose donc dans la comparaison entre 2007 et lesannées ultérieures.Antwoord van de minister van KMO's, Zelfstandigen,Landbouw en Wetenschapsbeleid van 01 juli 2011, opde vraag nr. 149 van de heer volksvertegenwoordigerFlor Van Noppen van 08 juni 2011 (N.):1. Het FAVV (Federaal Agentschap voor de veiligheidvan de voedselketen) heeft vijf eigen laboratoria en doetdaarbuiten beroep op een netwerk van Nationale ReferentieLaboratoria (NRL) en erkende externe laboratoria. 70%analyses uitgevoerd in het kader van het controleprogrammaworden in eigen beheer uitgevoerd.De evolutie van het aantal monsters (M) en het aantalanalyses (A) in de FAVV-laboratoria wordt hieronder weergegeven.Bij de evaluatie van deze data dient rekeninggehouden te worden met het gegeven dat sinds 2008 eennieuw performant Foodlims-systeem ingevoerd is. De vergelijkingvan de data van 2007 en voorgaande dient dusmet enige voorzichtigheid te gebeuren.Laboratoires—Laboratoria2007 2008 2009 2010E — M A — A E — M A — A E — M A — A E — M A — ALiège — Luik 5 054 8 374 5 124 9 140 5 178 8 810 5 229 8 572Tervuren 10 827 18 065 9 669 20 869 9 423 18 018 8 738 16 726Melle 12 463 22 257 10 720 20 175 12 886 23 141 12 563 23 715Gembloux 9 171 19 997 10 792 18 132 10 438 20 172 12 213 22 102Gentbrugge 23 807 45 744 20 763 62 111 21 809 65 867 21 571 66 397Total — Totaal 63 329 116 444 59 076 132 435 59 734 136 008 60 314 137 512CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

124 QRVA 53 0352. Le nombre d'échantillons et le nombre d'analyses sontreproduits dans le Tableau ci-dessus. Le domaine de travaildes laboratoires AFSCA s'étend sur un très grand nombrede domaines de la sécurité de la chaîne alimentaire. Dans lecadre de la rationalisation, il a été opté pour deux laboratoiresmicrobiologiques (Melle, Gembloux) et trois laboratoiresde chimie (Gentbrugge, Tervuren, Liège). Le domainede travail des différents laboratoires AFSCA est décrit cidessous.Liège:2. Het aantal monsters en het aantal analyses worden inbovenstaande tabel weergegeven. Het werkingsgebied vande FAVV-laboratoria strekt zich uit over een groot aantaldomeinen van de veiligheid van de voedselketen. In hetkader van de rationalisatie werd geopteerd voor tweemicrobiologische laboratoria (Melle, Gembloux) en driechemische laboratoria (Gentbrugge, Tervuren, Luik). Hieronderwordt het werkingsgebied weergegeven van de verschillendeFAVV-laboratoria.Luik:- Garanties des aliments pour animaux et des engrais - Garanties van diervoerders en meststoffen- Formulations de produits phytopharmaceutiques - Formuleringen van fytofarmaceutische producten- Protéines animales dans les aliments pour animaux - Dierlijke eiwitten in diervoeders- Triglycérides polymérisés et impuretés dans les graisses - Gepolymeriseerde glyceriden en onzuiverheden in vetten- Mycotoxines - Mycotoxinen- Résidus de pesticides organophosphorés dans les matrices- Oganofosforresiduen in dierlijke matricesanimales- Histamines, avermectines, allergènes, agents conservateurs,édulcorants et contaminants- Mise en évidence de l'irradiation - Aantonen van bestralingTervuren:Tervuren:- Contaminants, additifs, antibiotiques, coccidiostatiques,vitamines, mycotoxines- Dioxines et PCB dans les aliments pour animaux etdenrées alimentaires- Histamines, avermectines, allergenen, bewaarmiddelen,zoetstoffen en contaminanten- Contaminanten, additieven, antibiotica, coccidiostatica,vitamines, mycotoxinen- Dioxines en PCB's in diervoeders en levensmiddelen- Protéines animales dans les aliments pour animaux - Dierlijke eiwitten in diervoedersMelle:Melle:- Microbiologie des denrées alimentaires, aliments pouranimaux, eau, échantillons d'autres matrices- Microbiologie van levensmiddelen, diervoeders, water,milieumonsters- OGM (Organismes génétiquement modifiés) - GGO (genetisch gemodificeerde organismen)- Résidus de coquilles et membranes dans les ovoproduits- Residuen van schalen en vliezen in eiproducten- Étalonnage des thermomètres et testeurs d'huiles de friture- Kalibratie van thermometers en frituurtesters- Dispatching des échantillons - Dispatching- Nématodes à kystes de type Globodera de la pomme de - Aardappelcysten type Globodera in grondterreGembloux:Gembloux:- Microbiologie des denrées alimentaires, aliments pouranimaux, eau, échantillons d'environnement- Composition physico-chimique des denrées alimentaireset aliments pour animaux- Feu bactérien des rosacées et pourritures brune et annulairede la pomme de terre- Microbiologie van levensmiddelen, diervoeders, water,milieumonsters- Fysico-chemische samenstelling van levensmiddelen endiervoeders- Bacterievuur op planten uit de rozenfamilie en bruin- enringrot bij aardappelen- Dispatching des échantillons - Dispatching- Organisation de tests interlaboratoires - Organisatie van interlaboratoriumtestenCHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 125Gentbrugge:- Résidus de médicaments vétérinaires et substancesinterdites, antibiotiques, sédatifs, hormones dans les denréesalimentaires, les aliments pour animaux, les produitsd'origine animale, les préparations et les plasmas- Métaux dans les denrées alimentaires, aliments pouranimaux, engrais, amendements de sol et boues, oligoélémentsdans les aliments pour animaux, engrais, fluor dansles aliments pour animaux, paramètres physiques dans lesamendements de sol et bouesVu le grand nombre de méthodes et de paramètres pris encharge dans les laboratoires, seul un pourcentage par sousscopeest donné pour chaque laboratoire.Melle:Gentbrugge:- Residuen van diergeneesmiddelen en verboden stoffen,antibiotica, kalmerende middelen, hormonen in levensmiddelen,diervoeders, producten van dierlijke oorsprong,bereidingen en plasma- Metalen in levensmiddelen, diervoeders, meststoffen,bodemverbeterende middelen en slib sporenelementen indiervoeders, meststoffen, fluor in diervoeders, fysischeparameters in bodembeterende middelen en slibGezien het groot aantal methoden en parameters, wordtper laboratorium enkel een percentage weergegeven perdeelscope.Melle:Scope% du nombred’analyses réalisées—% van het aantaluitgevoerde analysesMicrobiologie 99Organismes génétiquement modifiés (OGM)Genetisch Gemodificeerde Organismen (GGO)1Gembloux:Gembloux:Scope% du nombred’analyses réalisées—% van het aantaluitgevoerde analysesMicrobiologie 87Chimie — Chemie 10Phytopathologie 3CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

126 QRVA 53 035Tervuren:Tervuren:ScopeContaminants et additifsContaminanten en additieven% du nombred’analyses réalisées—% van het aantaluitgevoerde analyses50Dioxines — Dioxines 20Mycotoxines et microscopieMycotoxinen en microscopie10Vitamines — Vitaminen 10Liège:Luik:ScopeComposition substantielle des échantillonsSubstantiële samenstelling van monsters% du nombred’analyses réalisées—% van het aantaluitgevoerde analyses35Farines animales — Dierenmelen 10Engrais — Meststoffen 25Analyses et contaminants chimiquesChemische analyses en contaminanten30Gentbrugge:Gentbrugge:Scope% du nombred’analyses réalisées—% van het aantaluitgevoerde analysesSubstances hormonalesHormonale stoffenContaminants chimiquesChemische contaminantenAnalyses chimiques anorganiques (métaux lourds, oligoéléments,…)Anorganische chemische analyses (zware metalen, oligo-elementen,…)501535CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 1273. Le tableau ci-dessous présente le coût des analyses.Une distinction est faite entre les montants effectifs payésau réseau de Laboratoires nationaux de référence (LNR) etde laboratoires externes agréés pour la réalisation des analysesdemandées par l'AFSCA, et le coût des analyseseffectuées en gestion propre (laboratoires AFSCA). L'estimationdes coûts des analyses effectuées en gestion propreest basée sur un modèle validé de calcul de prix par méthode.On tient ici compte des frais généraux, des frais administratifs,des frais liés à la gestion de la qualité, des fraisen matière de personnel, de matériel, de réactifs, d'investissementsnécessaires à la réalisation de ces analyses.3. In onderstaande tabel wordt de kostprijs van de analysesweergegeven. Hierbij wordt een onderscheid gemaakttussen de werkelijke bedragen betaald aan het netwerk vanNationale Referentie Laboratoria (NRL) en de erkendeexterne laboratoria voor de uitvoering van de gevraagdeanalyses door het FAVV, en de kostprijs van de analysesuitgevoerd in eigen beheer (FAVV-laboratoria). Bij deraming van de kostprijs van de analyses uitgevoerd ineigen beheer wordt rekening gehouden met de overheadkosten,de administratiekosten, de kosten omtrent kwaliteitsbeheer,de kosten qua personeel, materiaal, reagentia,investeringen die nodig zijn voor de uitvoering ervan.Année—JaarEstimation du coût deréalisation des analysespar le réseau de LNR et delaboratoires externes (€)—Raming van de kostprijs voorde uitvoering van analysesdoor het netwerk NRL enexterne laboratoria (€)Estimation du coût desanalyses réalisées par leslaboratoires AFSCA (€)—Raming van de kostprijs vande analyses uitgevoerd doorde FAVV-laboratoria (€)2007 2 315 000 7 320 0002008 2 439 642 7 834 8922009 2 373 259 7 901 6512010 2 700 184 7 224 0224. Voir question 3. 4. Zie vraag 3.DO 2010201103551Question n° 150 de madame la députée Nathalie Muylledu 10 juin 2011 (N.) à la ministre des PME, desIndépendants, de l'Agriculture et de la Politiquescientifique :Le logement des poules pondeuses.La directive européenne relative aux poules pondeuses(directive 1999/74/CE du Conseil du 19 juillet 1999 établissantles normes minimales relatives à la protection despoules pondeuses), que notre pays a transposée dans l'arrêtéroyal du 17 octobre 2005, prévoit que d'ici au 1er janvier2012, toutes les poules pondeuses devront être accueilliesdans des cages aménagées ou dans un système alternatif.Pour bon nombre de pays, et pas seulement la Belgique, cedélai est très serré.DO 2010201103551Vraag nr. 150 van mevrouw de volksvertegenwoordigerNathalie Muylle van 10 juni 2011 (N.) aan deminister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouwen Wetenschapsbeleid:De leghenhuisvesting.De Europese leghennenrichtlijn (richtlijn 1999/74/EGvan de Raad van 19 juli 1999 tot vaststelling van de minimumnormenvoor de bescherming van legkippen), die inons land is omgezet in een koninklijk besluit van17 oktober 2005, bepaalt dat tegen 1 januari 2012 alle leghennenin een verrijkte kooi of in een alternatief systeemmoeten worden gehuisvest. Voor veel landen, niet alleenBelgië, is deze tijdslijn zeer krap.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

128 QRVA 53 035Pour adopter une position définitive sur la transposition,la Commission européenne a demandé aux États membresde transmettre l'état des lieux de la transformation. Legroupe sectoriel "Volailles" du Boerenbond, la Fédérationnationale des aviculteurs et la Fédération nationale dessélectionneurs et accouveurs ont dressé un tableau de lasituation belge.Ces chiffres indiquent une nette diminution du nombred'exploitations mais le nombre de cages est demeuréinchangé en raison de l'aggrandissement des exploitations.Le nombre d'emplacements pour poules a diminué entre2004 et 2009 pour remonter en 2010.La transformation du logement des poules requise par ladirective européenne sera une réalité à la mi-2011 dans58% des exploitations belges. Si l'on compte en emplacementspour poules, on arrive à environ 50%. Les autresexploitations sont en train d'élaborer leurs plans, un certainnombre ne savent pas encore très bien comment s'y prendreet certaines autres songent à arrêter.Les organisations d'aviculteurs s'attendent à ce que plusde la moitié de ces exploitations envisagent malgré tout des'adapter dans une perspective d'avenir. Pour elles, forcer latransformation ne serait pas une bonne idée. Il faut unepériode de transition suffisamment longue pour que la transitionse déroule de manière judicieuse sur le plan économique.Om een definitief standpunt te bepalen over de omzettingheeft de Europese Commissie aan de lidstaten gevraagdom een stand van zaken te hebben over de omschakeling.Recentelijk hebben de sectorvakgroep "Pluimvee" van deBoerenbond, de Landsbond voor Bedrijfspluimveehoudersen de Nationale Beroepsvereniging voor Broeiers eenoverzicht van de Belgische situatie gemaakt.Deze cijfers tonen dat het aantal bedrijven sterk isgedaald, maar het aantal stallen is gelijk gebleven doorbedrijfsuitbreidingen. Het aantal henplaatsen nam af tussen2004 en 2009, maar steeg opnieuw in 2010.De omschakeling naar huisvesting volgens de Europeserichtlijn, zal halfweg 2011 in 58% van de Belgische bedrijveneen feit zijn. Naar dierplaatsen omgerekend zal hetongeveer de helft zijn. De andere bedrijven zijn bezig methun plannen, een aantal weet het nog niet goed en een aantaldenkt aan stoppen.De pluimveeorganisaties verwachten dat meer dan dehelft van die bedrijven toch nog zal overwegen het bedrijftoekomstgericht om te schakelen. Het is volgens hen geengoede zaak om de omschakeling te forceren. Er is een voldoendelange overgangsperiode nodig om de omschakelingop een economisch verantwoorde manier te laten geschieden.1. Avez-vous connaissance de cette étude? 1. Bent u op de hoogte van deze studie?2. Comment appréhendez-vous la date limite du 1er janvier2012?3. a) Quel message entendez-vous adresser à la Commissioneuropéenne?b) Envisagez-vous de plaider pour une période de tolérance?Réponse de la ministre des PME, des Indépendants,de l'Agriculture et de la Politique scientifique du01 juillet 2011, à la question n° 150 de madame ladéputée Nathalie Muylle du 10 juin 2011 (N.):Je vous informe que le sujet sur lequel vous m'interrogezrelève des compétences exclusives de la vice-premièreministre et ministre de la Santé publique, Laurette Onkelinxà qui la question a également été posée (questionn° 452 du 10 juin 2011).2. Hoe overweegt u om te gaan met de datum van1 januari 2012?3. a) Wat is uw boodschap naar de Europese Commissietoe?b) Overweegt u te pleiten voor een gedoogperiode?Antwoord van de minister van KMO's, Zelfstandigen,Landbouw en Wetenschapsbeleid van 01 juli 2011, opde vraag nr. 150 van mevrouw de volksvertegenwoordigerNathalie Muylle van 10 juni 2011 (N.):Ik stel u (dus) voor u te wenden tot het antwoord dat zalworden gegeven door mijn collega, vice-eersteminister enminister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, mevrouwOnkelinx, aan wie de vraag over dit onderwerp eveneenswerd gesteld (vraag nr. 452 van 10 juni 2011).CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 129DO 2010201103560Question n° 153 de monsieur le député FlorVan Noppen du 10 juin 2011 (N.) à la ministre desPME, des Indépendants, de l'Agriculture et de laPolitique scientifique :L'abattage rituel sans étourdissement.L'abattage rituel sans étourdissement est, jusqu'à nouvelordre, toujours permis dans notre pays.1. Pouvez-vous me communiquer des statistiques relativesau nombre d'abattages rituels sans étourdissement pratiquésà l'occasion de la fête islamique du sacrifice?DO 2010201103560Vraag nr. 153 van de heer volksvertegenwoordiger FlorVan Noppen van 10 juni 2011 (N.) aan de ministervan KMO's, Zelfstandigen, Landbouw enWetenschapsbeleid:Onverdoofde slachtingen.Het onverdoofd ritueel slachten van dieren is in ons landtot nader order nog steeds toegestaan.1. Kan u cijfers meedelen van het aantal onverdoofderituele slachtingen in het kader van het islamitische offerfeest?2. Idem mais pour le rituel juif (shehita)? 2. Kan u cijfers meedelen van het aantal onverdoofderituele slachtingen met betrekking tot de Joodse ritus (sjechieta)?3. L'on procède par ailleurs souvent à l'abattage sansanesthésie pour des raisons économiques.3. Daarnaast wordt ook om economische redenen vaakovergegaan tot slachting zonder verdoving.a) Pouvez-vous me fournir les chiffres à cet égard? a) Kan u hiervan de cijfers meedelen?b) Pouvez-vous me fournir un aperçu à partir de 2007? b) Kan u een overzicht geven vanaf 2007?Réponse de la ministre des PME, des Indépendants,de l'Agriculture et de la Politique scientifique du01 juillet 2011, à la question n° 153 de monsieur ledéputé Flor Van Noppen du 10 juin 2011 (N.):1. Les statistiques des abattages particuliers effectués lorsde la Fête du sacrifice selon le rite sont les suivantes:a) 20 décembre 2007: a) 20 december 2007:Antwoord van de minister van KMO's, Zelfstandigen,Landbouw en Wetenschapsbeleid van 01 juli 2011, opde vraag nr. 153 van de heer volksvertegenwoordigerFlor Van Noppen van 10 juni 2011 (N.):1. De statistieken van de particuliere slachtingen die volgensde ritus tijdens het Offerfeest uitgevoerd werden zijnde volgende:Ovins—SchapenCaprins—GeitenBovins—RunderenLieux temporairement agréésTijdelijke erkende slachtplaatsen20 830 0Pas d’applicationNiet van toepassingAbattoirs — Slachthuizen 11 504 1 2 479Total — Totaal 32 334 1 2 479b) 8 décembre 2008: b) 8 december 2008:Ovins—SchapenCaprins—GeitenBovins—RunderenLieux temporairement agréésTijdelijke erkende slachtplaatsen20 997 1Pas d’applicationNiet van toepassingAbattoirs — Slachthuizen 14 797 2 2 644Total — Totaal 35 794 3 2 644CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

130 QRVA 53 035c) 27 novembre 2009: c) 27 november 2009:Ovins—SchapenCaprins—GeitenBovins—RunderenLieux temporairement agréésTijdelijke erkende slachtplaatsen25 369 7Pas d’applicationNiet van toepassingAbattoirs — Slachthuizen 15 474 1 3 632Total — Totaal 40 843 8 3 632d) 16 novembre 2010: d) 16 november 2010:Ovins—SchapenCaprins—GeitenBovins—RunderenLieux temporairement agréésTijdelijke erkende slachtplaatsen27 658 1Pas d’applicationNiet van toepassingAbattoirs — Slachthuizen 15 219 0 3 820Total — Totaal 42 877 1 3 8202. Les abattages rituels juifs sont peu effectués en Belgique.2009: 100 2009: 1002010: 200 2010: 2002011: 50 2011: 503. Permettez-moi de souligner tout d'abord que la législationeuropéenne n'impose pas de mentionner la manièredont sont mis à mort les animaux, à savoir avec étourdissementou sans étourdissement, en particulier lors de l'abattagerituel.Ensuite, on peut souligner que si les bovins sont majoritairementabattus de manière conventionnelle en Belgique,il en est autrement en ce qui concerne les ovins qui sontabattus habituellement de manière rituelle. Mais il fautsouligner que la viande de mouton qui est vendue enBelgique provient majoritairement aussi bien d'autres paysde l'Union européenne (exemple: la Grande-Bretagne) quede pays tiers (exemple la Nouvelle-Zélande). J'attire votreattention sur le fait que la Belgique importe environ 83%de viande de mouton, le taux d'autosuffisance de viande demouton étant d'environ 17%.2. De rituele slachtingen volgens de Joodse ritus wordenweinig uitgevoerd in België.3. Sta me toe te benadrukken dat de Europese wetgevingniet verplicht de wijze te vermelden waarop de dierengedood worden, met of zonder verdoving en inzonderheidde rituele slachting.Vervolgens kunnen we onderlijnen dat in België de meerderheidvan de runderen op conventionele wijze wordtgeslacht. Anderzijds worden schapen gewoonlijk ritueelgeslacht. Er moet op gewezen worden dat het in Belgiëverkochte vlees voornamelijk afkomstig is, zowel vanandere landen van de Europese Unie (BijvoorbeeldGroot-Brittannië) als van derde landen (bijvoorbeeldNieuw-Zeeland). Ik vestig uw aandacht op het feit dat inBelgië ongeveer 83% van het schapenvlees wordt ingevoerd.De zelfvoorziening bedraagt dus 17%.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 131Les animaux abattus à des fins de consommation propre,dans des locaux d'abattage temporairement agréés ou desabattoirs agréés (par exemple à l'occasion d'abattages particulierseffectués lors de la Fête du sacrifice), n'entrent pasen ligne de compte puisque la viande ne peut pas être commercialisée,comme celle d'animaux qui sont abattus audomicile du propriétaire pour sa consommation propre.Dans ce dernier cas, les animaux doivent être étourdis.Statistiques:Remarque importante: les statistiques ne sont transmisesqu'à partir de 2008 car notre banque de donnée n'a été crééeque vers la fin de 2007.Viande déclarée propre à la consommation humaineDe dieren geslacht voor eigen consumptie in de tijdelijkeerkende slachtplaatsen of erkende slachthuizen (bijvoorbeeldter gelegenheid van particuliere slachtingen bij hetOfferfeest) worden niet meegerekend omdat het vlees nietwordt gecommercialiseerd net zoals dit afkomstig van dierendie in thuisslachting voor eigen consumptie wordengeslacht. In dit laatste geval dienen de dieren wel verdoofdte worden.Statistieken:Belangrijke opmerking: de statistieken worden enkelbezorgd vanaf 2008 omdat onze databank pas eind 2007opgericht werd.Vlees geschikt verklaard voor de menselijke consumptie2008Bovins—RunderenVeaux—KalverenOvins—SchapenAbattages avec étourdissementSlachtingen met bedwelmingAbattages rituelsRituële slachting486 833 249 910 35 06932 772 31 871 96 9082009Bovins—RunderenVeaux—KalverenOvins—SchapenAbattages avec étourdissementSlachtingen met bedwelmingAbattages rituelsRituële slachting443 453 307 674 33 78034 940 10 996 101 2062010Bovins—RunderenVeaux—KalverenOvins—SchapenAbattages avec étourdissementSlachtingen met bedwelmingAbattages rituelsRituële slachting460 471 322 425 31 05741 159 11 143 111 099CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

132 QRVA 53 035DO 2010201103596Question n° 156 de monsieur le député FlorVan Noppen du 15 juin 2011 (N.) à la ministre desPME, des Indépendants, de l'Agriculture et de laPolitique scientifique :AFSCA. - Répartition provinciale des contrôles.Je vous ai récemment demandé combien de contrôlesavaient été effectués par l'Agence fédérale pour la sécuritéde la chaîne alimentaire (AFSCA) au cours des dernièresannées, combien d'amendes administratives avaient étéproposées et combien d'amendes administratives avaientété effectivement perçues.Pourriez-vous répartir les chiffres en question, depuis2007, par province?Réponse de la ministre des PME, des Indépendants,de l'Agriculture et de la Politique scientifique du07 juillet 2011, à la question n° 156 de monsieur ledéputé Flor Van Noppen du 15 juin 2011 (N.):La réponse à cette question a été transmise directement àl'honorable membre. Étant donné son caractère de puredocumentation, il n'y a pas lieu de l'insérer au Bulletin desQuestions et Réponses, mais elle peut être consultée auGreffe de la Chambre des représentants (service des Questionsparlementaires).DO 2010201103596Vraag nr. 156 van de heer volksvertegenwoordiger FlorVan Noppen van 15 juni 2011 (N.) aan de ministervan KMO's, Zelfstandigen, Landbouw enWetenschapsbeleid:FAVV. - De provinciale spreiding van de controles.Onlangs vroeg ik u naar het totale aantal controles die deafgelopen jaren werden uitgevoerd door het FederaalAgentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen(FAVV), het aantal voorgestelde administratieve boetes enhet aantal administratieve boetes dat ook daadwerkelijkwerd geïnd.Kan u voor deze gegevens, dus vanaf 2007, de provincialespreiding meedelen?Antwoord van de minister van KMO's, Zelfstandigen,Landbouw en Wetenschapsbeleid van 07 juli 2011, opde vraag nr. 156 van de heer volksvertegenwoordigerFlor Van Noppen van 15 juni 2011 (N.):Het antwoord op deze vraag is het geachte Kamerlidrechtstreeks toegestuurd. Gezien het louter documentairekarakter ervan wordt het niet in het Bulletin van Vragen enAntwoorden opgenomen maar ligt het ter inzage bij deGriffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers (dienstParlementaire Vragen).Ministre de la DéfenseMinister van LandsverdedigingDO 2010201101489Question n° 81 de monsieur le député Ben Weyts du29 novembre 2010 (N.) au ministre de la Défense:Implication des institutions et des services publics dans desaffaires judiciaires.Une gouvernance efficace contribue à la sécurité juridiquepour les citoyens et les entreprises et tend à maintenirles 'frais évitables' à un niveau le plus bas possible.1. Dans combien d'affaires judiciaires les institutions etservices publics ressortissant à votre compétence ont-ilsété impliqués au cours des cinq dernières années (de 2005à 2010 inclus, si possible)?2. Quel a été le coût total annuel occasionné par ces affairesjudiciaires?Pour les questions 1 et 2, je vous saurais gré de bien vouloirrépartir ces chiffres par année et de me fournir, pour2010, les chiffres les plus récents disponibles.DO 2010201101489Vraag nr. 81 van de heer volksvertegenwoordiger BenWeyts van 29 november 2010 (N.) aan de ministervan Landsverdediging:Betrokkenheid van overheidsdiensten en overheidsinstellingenin rechtszaken.Doelmatig bestuur creëert rechtszekerheid voor burgersen bedrijven en probeert "te vermijden kosten" zo laagmogelijk te houden.1. In hoeveel rechtszaken waren de overheidsdiensten en-instellingen onder uw bevoegdheid betrokken in de afgelopenvijf jaar (van 2005 tot en met 2010, indien mogelijk)?2. Wat was per jaar de totale kostprijs die deze rechtszakenmet zich meebrachten?Voor vragen 1 en 2: gelieve in te delen per jaar en voorhet jaar 2010 de recentst mogelijke cijfers te geven.3. Quelle est la nature des litiges les plus fréquents? 3. Wat is de aard van de meest voorkomende geschillen?CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 133Réponse du ministre de la Défense du 30 juin 2011, àla question n° 81 de monsieur le député Ben Weyts du29 novembre 2010 (N.):1. Nombre de nouvelles affaires judiciaires pour leMinistère de la Défense:Antwoord van de minister van Landsverdediging van30 juni 2011, op de vraag nr. 81 van de heervolksvertegenwoordiger Ben Weyts van 29 november2010 (N.):1. Het aantal nieuwe rechtszaken voor het ministerie vanLandsverdediging:2005: 126 in 2005: 1262006: 110 in 2006: 1102007: 120 in 2007: 1202008: 177 in 2008: 1772009: 165 in 2009: 1652010: 234 in 2010: 2342. Coût total de ces affaires judiciaires: 2. De totale kostprijs van deze rechtszaken:en 2005: 492.388 eurosin 2005: 492.388 euroen 2006: 445.864 eurosin 2006: 445.864 euroen 2007: 511.672 eurosin 2007: 511.672 euroen 2008: 598.043 eurosin 2008: 598.043 euroen 2009: 738.849 eurosin 2009: 738.849 euroen 2010: 469.673 eurosin 2010: 469.673 euro3. Les litiges les plus fréquents sont: 3. De meest voorkomende geschillen zijn:accidents de roulage, équipement et matériel manquants,dommages corporels et litiges contractuels.verkeersongevallen, ontbrekende uitrusting en ontbrekendmaterieel, lichamelijke schade en contractuelegeschillen.DO 2010201102216Question n° 116 de monsieur le député Theo Franckendu 28 janvier 2011 (N.) au ministre de la Défense:La forte augmentation du nombre d'accidents lors d'opérations.Je me réfère à votre réponse à ma question écrite n° 47 du27 septembre 2010 concernant les accidents survenant lorsd'exercices militaires (Questions et Réponses, Chambre,2010-2011, n° 15, p. 152).Je suis frappée par la forte augmentation du nombred'accidents lors d'opérations. En effet, ce nombre est passéde 118 en 2005 à 631 en 2009, alors qu'au cours de lamême période, le nombre d'accidents dans le cadre du serviceou d'exercices normaux a fortement diminué, passantde 1.498 en 2005 à 943 en 2009.1. Les chiffres de 2010 sont-ils déjà disponibles dans leurintégralité?2. a) Quelle est la cause principale respectivement desblessures légères/ graves/ potentiellement létales?b) Veuillez me faire connaître (en pour cent) les cinqprincipales causes des'accidents survenus en 2000-2005-2009.DO 2010201102216Vraag nr. 116 van de heer volksvertegenwoordigerTheo Francken van 28 januari 2011 (N.) aan deminister van Landsverdediging:De sterke stijging van het aantal ongevallen tijdens operaties.Ik verwijs naar uw antwoord op mijn schriftelijke vraagnr. 47 van 27 september 2010 over de ongevallen tijdensmilitaire oefeningen (Vragen en Antwoorden, Kamer,2010-2011, nr. 15, blz. 152).Wat me opvalt is de sterke stijging van ongevallen tijdensoperaties, van 118 in 2005 tot 631 in 2009, ten opzichtevan een sterke daling in dezelfde periode van het aantalongevallen in gewone dienst of oefeningen, van 1.498 in2005 tot 943 in 2009.1. Zijn de cijfers voor 2010 al volledig beschikbaar?2. a) Wat is de voornaamste causaliteit van de respectievelijklichte/ zware/ levensbedreigende letsels?b) Gelieve (in percentagevorm) de voornaamste vijf oorzakenvan ongevallen voor de jaren 2000-2005-2009 medete delen.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

134 QRVA 53 035c) Je souhaiterais si possible un aperçu pour chaqueannée depuis 2000 et en tout cas depuis 2005.3. Comment s'expliquent ces substantielles augmentationet diminution?4. a) Pouvez-vous me fournir un aperçu du nombred'accidents survenus sur chaque théâtre d'opération depuis2005 et si possible depuis 2000?b) Quelles ont été les principales causes de ces accidents?Je souhaiterais connaître (en pour cent) les cinq causesprincipales des accidents survenus en 2000-2005-2009.b1) Je souhaiterais un aperçu par année depuis 2005 et sipossible depuis 2000.b2) Combien d'accidents ont respectivement entraîné desblessures légères/ graves/ potentiellement létales?b3) Dans combien de cas a-t-il fallu rapatrier le ou lesmilitaires concernés?5. a) Comment peut-on réduire le nombre d'accidents lorsd'opérations?c) Gelieve per jaar een overzicht te verschaffen sinds2000, indien mogelijk, zo niet alleszins sinds 2005.3. Hoe valt deze sterke stijging en dito daling te verklaren?4. a) Kan u een overzicht geven van het aantal ongevallenper operationeel theater sinds 2005, en indien mogelijksinds 2000?b) Wat waren de voornaamste oorzaken van dezeongevallen? Gelieve (in percentagevorm) de voornaamstevijf oorzaken van ongevallen voor de jaren 2000-2005-2009 mede te delen.b1) Gelieve per jaar een overzicht te verschaffen, beginnendebij het jaar 2005, indien mogelijk het jaar 2000.b2) Hoeveel van deze ongevallen hadden respectievelijkeen licht/ zwaar/l evensbedreigend lichamelijk letsel totgevolg?b3) Hoe vaak leidde dit tot het repatriëren van de betrokkensoldaat/ soldaten?5. a) Hoe kunnen we het aantal ongevallen tijdens operatiesverminderen?b) Quelle politique mettez-vous en oeuvre en la matière? b) Welk beleid voert u ter zake?Réponse du ministre de la Défense du 05 juillet 2011,à la question n° 116 de monsieur le député TheoFrancken du 28 janvier 2011 (N.):Auparavant, il est à noter que les chiffres fournis comportenttous les accidents déclarés formellement à l'Administrationde la Défense et donc pas uniquement lesaccidents de travail repris dans les rapports annuels du servicede prévention de la Défense. Ainsi, les chiffres fourniscomportent tous les accidents, même ceux qui n'ont pasentraîné de lésion immédiate ni d'incapacité de travail.1. En 2010, 1.070 accidents se sont produits en servicenormal ou lors d'exercices contre 542 en opérations.2. 2.a) L'Administration de la Défense ne classe pas les dossiersd'accident selon la distinction "blessures légères/ graves/menaçant la vie". Ils peuvent, par contre, êtreidentifiés selon la distinction "accident ou incident peugrave/ accident ou incident peu grave mais pouvant entraînerdes complications/ accident ou incident grave". Cettedistinction est établie sur base des données contenues dansun formulaire de déclaration d'accident utilisé par l'Administration.Antwoord van de minister van Landsverdediging van05 juli 2011, op de vraag nr. 116 van de heervolksvertegenwoordiger Theo Francken van 28 januari2011 (N.):Vooreerst dient opgemerkt te worden dat de geleverdecijfers alle ongevallen omvatten die formeel gemeld zijnaan de Administratie van Defensie en niet enkel dearbeidsongevallen die vermeld worden in de jaarlijkse verslagenvan de preventiedienst van Defensie. De geleverdecijfers betreffen dus alle ongevallen, zelfs indien ze geenonmiddellijk letsel of werkonbekwaamheid tot gevolg hebbengehad.1. In 2010 hebben zich 1.070 ongevallen voorgedaan innormale dienst of tijdens oefeningen, tegenover 542 inoperaties.a) De Administratie van Defensie klasseert de ongevallendossiersniet volgens het onderscheid "lichte/ zware/levensbedreigende letsels". Ze kunnen echter wel geïdentificeerdworden volgens het onderscheid "weinig ernstigongeval of incident/ weinig ernstig ongeval of incidentmaar met mogelijk ernstige verwikkelingen/ ernstig ongevalof incident". Dit onderscheid wordt gemaakt op basisvan de gegevens van een ongevallenaangifteformulier datgebruikt wordt door de Administratie.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 135Afin de pouvoir répondre de façon rigoureuse à la questionde l'honorable membre, il faudrait:- que les notions "blessures légères/ graves/ menaçant lavie" soient clairement précisées;- que chaque dossier en particulier soit soumis à l'examend'une autorité médicale compétente, pour en définir la qualificationexacte;- en fonction de cette qualification, déterminer la causeprincipale de l'accident.b) Les causes des accidents ne sont pas clairement répertoriéesdans une base de données. Pour faire le bilan (enpourcentages) des cinq principales causes d'accidents pourles années 2000-2005-2009, il faudrait faire une vérificationdossier par dossier. La plupart de ces dossiersdevraient être rappelés des archives. Toutefois, l'analysedes accidents de travail les plus graves visés par la loi du4 août 1996 relative au bien-être des travailleurs lors del'exécution de leur travail démontre qu'en opérations, ilssont dus principalement aux causes suivantes:- accident de sport en général - algemeen sportongeval- chute - valpartijen- manipulation de munitions - munitie behandeling- manipulation d'objets - tillen van voorwerpen- accident de circulation - verkeersongevallenL'automatisation des statistiques en matière d'accidentsde travail est reprise dans le Plan Global de Prévention dela Défense. Cela facilitera leur exploitation future.c) Comme expliqué aux points 2. a) et 2. b), un aperçugénéral par année n'est pas possible.3. Je prie l'honorable membre de se référer à la réponsefournie à sa question orale par la réponse fournie à la questionparlementaire n° 2320 (Compte Rendu Intégral,Chambre, 2010-2011, commission de la Défense nationale,26 janvier 2011, CRIV 53 COM 104, p. 52).Om een nauwkeurig antwoord te kunnen leveren op devraag van het geachte lid,- zouden de begrippen "lichte/ zware/ levensbedreigendeletsels" duidelijk moeten gedefinieerd worden;- zou elk afzonderlijk dossier onderzocht moeten wordendoor een bevoegde medische overheid om er de juiste kwalificatievan te bepalen;- zou, in functie van deze kwalificatie, de voornaamsteoorzaak van het ongeval moeten bepaald worden.b) De oorzaken van de ongevallen worden niet eenduidigopgenomen in een database. Om het bilan (in percentages)van de vijf voornaamste oorzaken van ongevallen op temaken voor de jaren 2000-2005-2009, zou dossier per dossiermoeten nagekeken worden. Deze dossiers zouden voorhet merendeel moeten opgehaald worden uit de archieven.Evenwel wijst de analyse van de ernstigste arbeidsongevallenbedoeld in de wet van 4 augustus 1996 betreffende hetwelzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk,erop dat zij in operaties voornamelijk te wijten zijn aan devolgende oorzaken:De automatisering van de arbeidsongevallenstatistiekenis opgenomen in het Globaal Preventieplan van Defensie.Dit zal hun toekomstige uitbating vergemakkelijken.c) Zoals blijkt uit de punten 2. a) en 2. b), kan een algemeenoverzicht per jaar niet worden gegeven.3. Ik verwijs het geachte lid naar het antwoord op zijnmondelinge vraag nr. 2320 (Integraal Verslag, Kamer,2010-2011, commissie voor de Landsverdediging,26 januari 2011, CRIV 53 COM 104, blz. 52).CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

136 QRVA 53 0354. 4.a) Le tableau ci-dessous reprend le nombre d'accidentspar théâtre d'opérations.a) Het aantallen ongevallen per operatietheater zijn inonderstaande tabel te vinden.Année—JaarOpération / Operatie—Accidents / OngevallenAFGHANISTAN LIBAN / LIBANON KOSOVO TCHAD / TSJAAD2000 Inconnu / Onbekend2001 912002 1212003 9 652004 63 392005 46 472006 22 3225(incomplet / onvolledig)2007 132 179 892008 131 196 105 252009 106 147 101 52010 155 64 9Cette demande se heurte aux mêmes difficultés que cellesévoquées en réponse aux questions 2. a) et 2. b).Deze vraag stuit op dezelfde moeilijkheden als die dievermeld worden in antwoord op de vragen 2. a) en 2. b).4. b.1) Idem réponse 2. c). 4. b.1) Idem antwoord 2. c).4. b.2) Idem réponse 2. a). 4. b.2) Idem antwoord 2. a).4. b.3) 4. b.3)En 2010, 19 victimes ont dû être rapatriées. Sur 4.489personnes ayant participé à l'opération BELUFIL depuis2006, 43 sont rentrées anticipativement en Belgique pourdes raisons médicales. Quatre décès sont à déplorer: undémineur et trois victimes d'un accident de la route.Sur 9.920 personnes ayant participé à l'opération ISAF,109 sont rentrées anticipativement pour des raisons médicalesdont un policier militaire légèrement blessé lors d'uneattaque à la roquette et un soldat blessé par balle lors d'unemauvaise manipulation d'arme. Un décès a été à déplorersuite à une maladie contractée durant l'opération et indépendantede celle-ci.In 2010 moesten 19 slachtoffers gerepatrieerd worden.Van de 4.489 personen die sinds 2006 hebben deelgenomenaan de operatie BELUFIL, zijn er 43 voortijdig teruggekeerdnaar België om medische redenen. Er vielen vieroverlijdens te betreuren: een ontmijner en drie slachtoffersvan een verkeersongeval.Van de 9.920 personen die hebben deelgenomen aan operatieISAF, zijn er 109 voortijdig teruggekeerd naar Belgiëvoor medische redenen. Een van hen was een militairepolitieagent die licht gewond was bij een raketaanval eneen soldaat die een schotwonde had opgelopen door eenongeval met een vuurwapen. Er viel één overlijden tebetreuren wegens een ziekte die tijdens de operatie werdwaargenomen maar die niet onmiddellijk aan de operatieverbonden was.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 1375. 5.a) Diverses mesures de prévention permettent de réduirele nombre d'accidents en opérations. Les principales mesuresde prévention sont:a) Diverse preventiemaatregelen laten toe het aantalongevallen tijdens operaties te beperken. De voornaamstepreventie-maatregelen zijn:- la sensibilisation du personnel; - de sensibilisering van het personeel;- la formation d'assistant en prévention et leur désignationau sein des détachements;- de opleiding van preventieassistenten en hun aanduidingin de schoot van de detachementen;- l'adaptation technique des situations de travail; - de technische aanpassing van de werksituaties;- des visites de conseillers en prévention sous forme decontact team.Si, malgré ces mesures de prévention, un accident de travailse produit quand même, il fait l'objet d'une enquêtedans le cadre de la politique de prévention. Dès que le servicede prévention est mis au courant d'un accident de travail,il procède à une enquête afin d'en identifier les causes.Dans son rapport d'accident, il formule des mesures de préventionpour l'autorité concernée afin d'éviter la reproductionde l'accident. L'autorité concernée décide ensuite desmesures qui doivent être effectuées dans un délai déterminé.b) La Défense s'efforce de réduire les accidents et les risquespour la santé à un minimum, aussi bien en opérationsqu'en dehors de celles-ci. L'approche en opérations faitl'objet d'un ordre permanent opérationnel prévoyant entreautres un système dynamique de gestion des risques. Celuiciattribue des tâches à divers acteurs aussi bien avant, pendantqu'après l'opération.À l'étranger, la Défense applique la législation en matièrede bien-être, dans la limite des moyens disponibles surplace et avec priorité accordée à l'exécution de la mission.Ainsi, la Défense offre à son personnel une protectionmaximale compte tenu des conditions locales. Si la nationhôte dispose de sa propre législation en matière de bienêtre,il en sera également tenu compte.- bezoeken van preventieadviseurs onder de vorm vancontact team.Doet zich, ondanks deze preventiemaatregelen toch eenarbeidsongeval voor, dan wordt dit onderzocht in het kadervan de preventiepolitiek. Wanneer de preventiedienst op dehoogte gebracht wordt van een arbeidsongeval, wordt eenonderzoek aangevat om de oorzaken op te sporen. In hetongevallenverslag worden preventie-maatregelen geformuleerdvoor de bevoegde overheid om de herhaling vanhet ongeval te vermijden. De bevoegde overheid beslistdaarna over de maatregelen die binnen een bepaalde termijnmoeten uitgevoerd wordenb) Defensie streeft ernaar ongevallen en gezondheidsrisico'szowel in operaties als daarbuiten tot een minimumterug te brengen. De aanpak in operaties maakt het onderwerpuit van een staand operationeel order dat onderandere voorziet in een dynamisch risicobeheersingsysteem.Hierin worden taken toebedeeld aan diverse actoren zowelvoor, tijdens als na de operatie.In het buitenland past Defensie de Belgische welzijnswetgevingtoe, binnen de perken van de middelen die terplaatse beschikbaar zijn en met prioriteit voor de uitvoeringvan de opdracht. Hierdoor biedt Defensie zijn personeeleen maximale bescherming rekening houdend met deplaatselijke omstandigheden. Indien de gastnatie beschiktover een eigen welzijnswetgeving, wordt hier eveneensmee rekening gehouden.DO 2010201102230Question n° 117 de madame la députée AlexandraColen du 31 janvier 2011 (N.) au ministre de laDéfense:Nombre d'heures de vol par F-16.La mission officielle des troupes belges en Afghanistanest plutôt une mission de formation et d'accompagnementqu'une mission de guerre sur le terrain.Dans quelle mesure les F-16 sont-ils utilisés sur placedans le cadre de cette mission?DO 2010201102230Vraag nr. 117 van mevrouw de volksvertegenwoordigerAlexandra Colen van 31 januari 2011 (N.) aan deminister van Landsverdediging:Het aantal vlieguren per F-16.Officieel heet het dat de Belgische troepen in Afghanistanbelast zijn met opleiding en begeleiding eerder danmet rechtstreekse oorlogsvoering.In welke mate worden de F16's ter plaatse in dezeopdracht benut?CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

138 QRVA 53 035Pouvez-vous fournir les données suivantes:1. le nombre total d'heures de vol des F-16, par appareil(numéro d'immatriculation) et par année, en 2006, 2007,2008, 2009 et 2010;2. le nombre moyen d'heures de vol par F-16 au cours descinq dernières années;3. l'évolution des coûts d'entretien des F-16, par heure devol et par année, de 2006 à 2010;4. l'augmentation, en pourcentage, des coûts d'entretiendes F-16, par poste de frais et par heure de vol, en 2006,2007, 2008, 2009 et 2010;5. le nombre d'heures de vol effectuées en Afghanistanpar appareil (numéro d'immatriculation) et par annéedurant lesquelles les F-16 étaient opérationnels dans cepays?Réponse du ministre de la Défense du 05 juillet 2011,à la question n° 117 de madame la députée AlexandraColen du 31 janvier 2011 (N.):Des F-16 belges participent depuis le 1 septembre (2008)à la mission FIAS.1. Le nombre total d'heures de vol par appareil (immatriculation)et par an durant les années 2006, 2007, 2008,2009 et 2010 se trouve en annexe A de cette réponse.2. Ces cinq dernières années, les F-16 ont presté enmoyenne 203 heures de vol par an.3. Les coûts d'entretien par heure de vol des F-16 évoluentdurant les années 2006, 2007, 2008, 2009 et 2010selon le tableau suivant.4. Les coûts d'entretien, subdivisés en différents postesde coût par heure de vol, évoluent par rapport à l'année deréférence 2006 selon le pourcentage suivant:Kan u de volgende gegevens meedelen:1. het totaal vlieguren F-16 per toestel (tail-nummer) perjaar gedurende de jaren 2006, 2007, 2008, 2009 en 2010;2. het aantal gemiddelde vlieguren per F-16 tijdens devoorbije vijf jaar;3. de kostenontwikkeling ten aanzien van het onderhoudper vlieguur van de F-16's over de jaren 2006, 2007, 2008,2009 en 2010;4. de procentuele stijging van de onderhoudskosten, uitgesplitstin verschillende kostenposten, per vlieguur van deF-16's over de jaren 2006, 2007, 2008, 2009 en 2010;5. het aantal gemaakte vlieguren in Afghanistan per tailnummeren per jaar dat de F-16's actief waren in dit land?Antwoord van de minister van Landsverdediging van05 juli 2011, op de vraag nr. 117 van mevrouw devolksvertegenwoordiger Alexandra Colen van31 januari 2011 (N.):Belgische F-16 nemen sinds 1 september 2008 deel aande ISAF opdracht.1. Het totaal aantal vlieguren per toestel (tail-nummer) enper jaar gedurende de jaren 2006, 2007, 2008, 2009 en2010 is bijgevoegd in Bijlage A van dit antwoord.2. De voorbije vijf jaar hebben de F-16's gemiddeld 203vlieguren per jaar gepresteerd.3. De kosten ten aanzien van het onderhoud per vlieguurvan de F-16's over de jaren 2006, 2007, 2008, 2009 en2010 evolueert volgens de onderstaande tabel.4. De onderhoudskosten, uitgesplitst in verschillendeonkosten posten per vlieguur, evolueren ten opzichte vanhet referentiejaar 2006 procentueel als volgt:SystèmesSystemenStructureStructuurMoteurMotorRéférenceReferentieRéférenceReferentieRéférenceReferentie2008 2009 201023,40% 0,00% 0,20% 4,10%41,90% -3,20% -1,20% -0,90%34,70% 3,20% 1,00% -3,20%5. Le nombre d'heures de vol prestées en Afghanistan parimmatriculation et par année, considérant uniquement lesannées pendant lesquelles les F-16 y étaient déployés, estrepris en annexe B de cette réponse.5. Het aantal gemaakte vlieguren in Afghanistan per tailnummeren per jaar, tijdens dewelke de F-16's daar ontplooidwaren, is bijgevoegd in Bijlage B van dit antwoord.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 139Étant donné leur caractère de pure documentation, il n'y apas lieu d'insérer les annexes au Bulletin des Questions etRéponses, mais elles peuvent être consultées au Greffe dela Chambre des représentants (service des Questions parlementaires).Gezien het louter documentaire karakter van de bijlagenworden zij niet in het Bulletin van Vragen en Antwoordenopgenomen maar liggen zij ter inzage bij de Griffie van deKamer van volksvertegenwoordigers (dienst ParlementaireVragen).DO 2010201102270Question n° 124 de monsieur le député Theo Franckendu 03 février 2011 (N.) au ministre de la Défense:Opérations militaires à l'étranger. - Accidents dus à dessituations de combat.Je vous ai déjà posé quelques questions récemment surdes accidents survenus au sein de la Défense. J'ai été frappépar le nombre relativement élevé d'accidents lors demissions à l'étranger, par rapport au nombre d'accidents enservice normal et/ou exercice.1. Au cours des cinq dernières années (si possible de2000 à 2010 inclus), parmi les accidents survenus lors demissions à l'étranger, combien étaient dus à des contactsavec l'ennemi?2. Pouvez-vous donner un aperçu par année en mentionnantles unités concernées et le théâtre d'opérations?a) Combien d'accidents étaient-ils dus à des tirs directs del'ennemi? Pouvez-vous communiquer un aperçu par an, enprécisant les unités concernées et le théâtre d'opérations?b) Combien d'accidents ont été provoqués indirectementpar l'ennemi? Par exemple par des mines ou des bombesposées au bords des routes? Pouvez-vous communiquer unaperçu par an, en précisant les unités concernées et le théâtred'opérations?c) Combien d'accidents étaient-ils dus à des 'tirs amis'?Pouvez-vous donner un aperçu par année en précisant lesunités concernées et le théâtre d'opérations?d) Combien d'accidents étaient-ils dus à d'autres causesencore? Par exemple des blessures musculaires ou articulairesencourues dans des situations de combat. Pouvezvousdonner un aperçu par an, en précisant les unitésconcernées et le théâtre d'opérations?e) Combien d'accidents étaient des accidents de la routedus à des situations de combat? Pouvez-vous donner unaperçu par an en précisant les unités concernées et le théâtred'opérations?DO 2010201102270Vraag nr. 124 van de heer volksvertegenwoordigerTheo Francken van 03 februari 2011 (N.) aan deminister van Landsverdediging:Militaire operaties in het buitenland. - Ongevallen doorgevechtssituaties.Ik stelde u onlangs reeds enkele vragen over ongevallenbij Defensie. Het viel me daarbij op dat het aantal ongevallentijdens buitenlandse missies redelijk hoog is, in vergelijkingmet het aantal ongevallen tijdens gewone dienst en/of oefeningen.1. Hoeveel van de ongevallen tijdens buitenlandse missiestijdens de jongste vijf jaar (indien mogelijk gegevensvoor de periode van 2000 tot en met 2010) ontstonden doorcontact met de vijand?2. Graag een overzicht per jaar met mededeling van debetrokken eenheden en het bewuste strijdtoneel.a) Hoeveel van deze ongevallen werden veroorzaakt doordirect vuur van de vijand? Graag een overzicht per jaar metmededeling van de betrokken eenheden en het bewustestrijdtoneel.b) Hoeveel van deze ongevallen werden indirect veroorzaaktdoor de vijand? Bijvoorbeeld door mijnen of bermbommen?Graag een overzicht per jaar met mededelingvan de betrokken eenheden en het bewuste strijdtoneel.c) Hoeveel van deze ongevallen werden veroorzaakt door"friendly fire": Graag een overzicht per jaar met mededelingvan de betrokken eenheden en het bewuste strijdtoneel.d) Hoeveel van deze ongevallen werden op anderemanieren veroorzaakt? Bijvoorbeeld spier- of gewrichtsblessuresdie ontstonden tijdens gevechtssituaties. Graageen overzicht per jaar met mededeling van de betrokkeneenheden en het bewuste strijdtoneel.e) Hoeveel van deze ongevallen waren verkeersongevallendie ontstonden door toedoen van gevechtssituaties?Graag een overzicht per jaar met mededeling van debetrokken eenheden en het bewuste strijdtoneel.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

140 QRVA 53 035Réponse du ministre de la Défense du 05 juillet 2011,à la question n° 124 de monsieur le député TheoFrancken du 03 février 2011 (N.):1. Néant 1. Nihil2. a) Néant 2. a) Nihilb) Aucun accident causé indirectement par l'ennemi n'aeu lieu entre 2000 et 2006.En Afghanistan, trois membres du 1 Bataillon Parachutistesont été blessés en 2007,Antwoord van de minister van Landsverdediging van05 juli 2011, op de vraag nr. 124 van de heervolksvertegenwoordiger Theo Francken van03 februari 2011 (N.):b) Geen enkel ongeval werd indirect veroorzaakt door devijand tussen 2000 en 2006.In Afghanistan werden drie leden van 1 Bataljon Parachutistengekwetst in 2007,un du Groupement Police Militaire en 2008, één van de Groep Militaire Politie in 2008,cinq de la Composante Air la même année (2008) et vijf van de Luchtcomponent in hetzelfde jaar (2008) entrois du Régiment des Chasseurs Ardennais en 2009. drie van het Regiment Ardeense Jagers in 2009.Aucun blessé dans ces circonstances n'est à déplorer en2010.c) Néant c) Nihild) Néant d) Nihile) Néant e) NihilEr is geen gekwetste in deze omstandigheden te betreurenin 2010.DO 2010201103023Question n° 154 de madame la députée AlexandraColen du 20 avril 2011 (N.) au ministre de laDéfense:Présence d'explosifs en mer du Nord.-Aux Pays-Bas, la présence de vieux engins explosifs enmer du Nord suscite l'émoi.Quel est l'ampleur du danger que représentent ces vieuxexplosifs en mer du Nord, et combien de ces engins ont puêtre neutralisés ces dernières années?Réponse du ministre de la Défense du 05 juillet 2011,à la question n° 154 de madame la députée AlexandraColen du 20 avril 2011 (N.):1. Il y a en effet encore bon nombre d'engins explosifs enMer du Nord, datant des Première et Deuxième Guerresmondiales. Pour la plupart, ces engins sont ensablés et setrouvent donc sous le fond marin. Par le mouvement desbancs de sable, l'emploi de techniques de pêche de raclagede fond et les travaux de dragage, ces engins refont surfaceet se retrouvent dans les filets ou dans les installations dedragage.2. Avant 2005, la plupart de ces engins explosifs étaientrejetés à la mer par des pêcheurs qui ne signalaient pas leurdécouverte.DO 2010201103023Vraag nr. 154 van mevrouw de volksvertegenwoordigerAlexandra Colen van 20 april 2011 (N.) aan deminister van Landsverdediging:Explosieven in de Noordzee.In Nederland is er commotie over de aanwezigheid vanoude explosieven in de Noordzee.Kan u meedelen hoe groot het gevaar is van oude explosievenin de Noordzee en hoeveel van deze explosieven devoorbije jaren onschadelijk werden gemaakt?Antwoord van de minister van Landsverdediging van05 juli 2011, op de vraag nr. 154 van mevrouw devolksvertegenwoordiger Alexandra Colen van 20 april2011 (N.):1. In de Noordzee zijn er inderdaad nog een groot aantalexplosieven aanwezig, afkomstig uit zowel Wereldoorlog Ials uit Wereldoorlog II. Deze explosieven zijn meestal volledigverzand en bevinden zich onder de bodemoppervlakte.Echter door het voortdurend verschuiven van dezandbanken, door het gebruik van vistechnieken metbodemgesleepte netten, en door baggerwerkzaamheden,komen er regelmatig van deze oude explosieven terug vrijen worden deze opgevist of opgezogen.2. Tot 2005 werden de meeste van deze opgeviste explosievenzonder vermelding door vissers terug in zeegedumpt.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 141En 2005, un engin remonté dans des filets à bord dubateau de pêche néerlandaise OD1 explosa et causa la mortde trois pêcheurs. Une campagne d'information fut lancée àl'intention des armateurs. Depuis lors, tous les engins trouvéssont rapportés à l'État-major maritime belgo-néerlandaisABNL à Den Helder: 1.275 rapportages dont 919engins explosifs détruits par les chasseurs de mines et lesplongeurs belges et néerlandais.3. Un Chasseur de mines belge ou néerlandais est disponibleen permanence pour la détection et la destruction desengins.4. Le tableau en annexe donne un aperçu des engins rapportés(UXO's - Unexploded Explosive Ordnance) etdétruits par année d'une part pour la zone Belgique/ Pays-Bas et d'autre part pour la zone Royaume Uni. Suite auxforts courants et à l'ensablage, certains engins rapportés nesont plus retrouvés. Ceux-ci sont repris sous le terme "nonretrouvés(N/R)".Étant donné son caractère de pure documentation, il n'y apas lieu d'insérer le tableau au Bulletin des Questions etRéponses, mais il peut être consulté au Greffe de la Chambredes représentants (service des Questions parlementaires).In 2005 ontplofte een mijn bij het ophalen van de nettenaan boord van het Nederlandse vissersvaartuig OD1 en ervielen drie dodelijke slachtoffers. Een informatiecampagnevoor de reders werd opgestart. Sindsdien worden alle aangetroffenexplosieven gemeld aan de Belgisch - NederlandsMarine Staf ABNL in Den Helder: 1.275 meldingenwaarvan 919 explosieven door Belgische en Nederlandsemijnenjagers en duikers vernietigd.3. Een Belgische of Nederlandse mijnenjager is permanentbeschikbaar om de explosieven op te sporen en te vernietigen.4. De tabel in bijlage geeft een overzicht van de gemeldeexplosieven (UXO's - Unexploded Explosive Ordnance) envernietigde explosieven per jaar enerzijds voor de zoneBelgië/ Nederland en anderzijds voor de zone Groot Britannië.Door de sterke stroming en verzanding wordensommige gemelde explosieven niet meer teruggevonden.Dit wordt vermeld als "niet aangetroffen explosief (N/A)".Gezien het louter documentaire karakter ervan wordt detabel niet in het Bulletin van Vragen en Antwoorden opgenomenmaar ligt hij ter inzage bij de Griffie van de Kamervan volksvertegenwoordigers (dienst Parlementaire Vragen).DO 2010201103340Question n° 162 de monsieur le député Bert Maertensdu 17 mai 2011 (N.) au ministre de la Défense:Primes linguistiques accordées aux militaires.-L'armée cherche à favoriser le bilinguisme des militairesde différentes manières. L'une d'elles est l'octroi d'une allocationde bilinguisme. Cette allocation ainsi que les conditionsd'octroi y afférentes sont définies à l'arrêté royal du23 décembre 1998. Tout cela soulève les questions suivantes:1. a) quelles sont les différentes allocations de bilinguismeet primes linguistiques dont peuvent bénéficier lesmilitaires?b) Quel est, pour chacune de ces allocations, le montantaccordé?2. Quel est le nombre de militaires bénéficiant actuellementd'une allocation de bilinguisme, et quelle est leurrépartition par rôle linguistique, rang et lieux d'activité?3. À combien se chiffre l'impact budgétaire global desprimes linguistiques?4. Comment le nombre d'allocations accordées et le montanttotal des allocations ont-ils évolué chaque annéedepuis 2006?DO 2010201103340Vraag nr. 162 van de heer volksvertegenwoordiger BertMaertens van 17 mei 2011 (N.) aan de ministervan Landsverdediging:Taalpremies voor militairen.In het leger probeert men de tweetaligheid van de militairente stimuleren op verschillende manieren. Een hiervan ishet uitbetalen van taalpremies. Deze taalpremies en hunvoorwaarden worden omschreven in het koninklijk besluitvan 23 december 1998. Over deze taalpremies rijzen devolgende vragen.1. a) Wat zijn de verschillende taalpremies die een militairkan ontvangen?b) Hoeveel bedragen deze premies telkens?2. Hoeveel militairen krijgen op dit moment een taalpremie?Graag een overzicht met aanduiding van de taalrol,rang en plaats van tewerkstelling.3. Wat is de totale budgettaire impact van de taalpremies?4. Wat was de jaarlijkse evolutie van het aantal taalpremiesen het totale premiebedrag sinds 2006?CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

142 QRVA 53 0355. a) Y a-t-il (eu) des projets d'instaurer ces allocations debilinguisme pour toutes les entités?b) Quel serait l'impact budgétaire de l'instauration desallocations de bilinguisme dans les unités unilingues?Réponse du ministre de la Défense du 05 juillet 2011,à la question n° 162 de monsieur le député BertMaertens du 17 mai 2011 (N.):1. a) Une allocation de bilinguisme est octroyée à l'officierqui a la connaissance approfondie de la deuxième languenationale ainsi qu'au sous-officier, soldat ou matelotqui possède la connaissance effective des deux languesnationales. Ceci pour autant que ces militaires soient affectésdans une unité à régime linguistique mixte ou dans uneunité unilingue de l'autre régime linguistique que celui desintéressés.b) Le montant mensuel de l'allocation de bilinguisme estfixé à 24,79 euros pour les officiers et à 12,40 euros pourles sous-officiers, soldats ou matelots. Les taux de l'allocationde bilinguisme sont liés à l'indice-pivot 138,01. Au 1erjuin 2011, les montants mensuels s'élèvaient respectivementà 38,33 euros et 19,17 euros.2. Le tableau 1 en annexe à cette réponse reprend l'évolutionpar sous-catégorie de personnel, du nombre de militairesayant bénéficié d'une allocation de bilinguisme entre2006 et 2010. Le second tableau reprend la situation endate du 1 avril 2011 répartie par régime linguistique et parlieu de travail.5. a) Zijn er plannen (geweest) om deze premies in tevoeren voor alle eenheden?b) Wat is de budgettaire impact wanneer de taalpremiesingevoerd worden in eentalige eenheden?Antwoord van de minister van Landsverdediging van05 juli 2011, op de vraag nr. 162 van de heervolksvertegenwoordiger Bert Maertens van 17 mei2011 (N.):1. a) Een toelage voor tweetaligheid wordt toegekend aande officier die de grondige kennis heeft van de tweedelandstaal evenals aan de onderofficier, soldaat of matroosdie de werkelijke kennis van beide landstalen bezit. Ditvoor zover deze militairen geaffecteerd zijn in een eenheidvan gemengd taalstelsel of in een eentalige eenheid van hetandere taalstelsel dan dat van de betrokkenen.b) Het maandelijkse bedrag van de toelage voor tweetaligheidwordt vastgesteld op 24,79 euro voor de officierenen op 12,40 euro voor de onderofficieren, soldaten ofmatrozen. De bedragen van de toelage voor tweetaligheidworden gekoppeld aan het spilindexcijfer 138,01. Op1 juni 2011 bedroegen deze bedragen respectievelijk 38,33euro en 19,17 euro.2. De tabel 1 in bijlage aan dit antwoord herneemt deevolutie per personeels- ondercategorieën van het aantalmilitairen die van een tweetaligheidstoelage hebben genotentussen 2006 en 2010. De tweede tabel herneemt de situatieop 1 april 2001 verdeeld per taalstelsel en per plaatsvan tewerkstelling.2006 2007 2008 2009 2010Officiers générauxOpperofficierenOfficiers supérieursHoofdofficierenOfficiers subalternesLager OfficierenSous-officiersOnderofficierenSoldats et matelotsSoldaten en matrozen34 35 38 35 30357 366 377 386 401182 183 178 180 177555 556 575 567 53550 53 55 52 49Total - Totaal 1 177 1 193 1 222 1 220 1 193CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 143Lieu de travail—WerkplaatsNFTotal—TotaalAnversAntwerpenR. Bruxelles C.Brussel H. G.HainautHenegouwenLimbourgLimburgLiègeLuikLuxembourgLuxemburgNamurNamenFlandre orientaleOost-VlaanderenBrabant flamantVlaams BrabantBrabant wallonWaals BrabantFlandre occidentaleWest-VlaanderenInternationalInternationaal6 0 6510 161 67119 10 2929 18 4722 9 3116 7 2316 2 1820 2 2296 18 11424 14 3872 29 10167 14 81Total — Totaal 897 284 1 1813. Le tableau 3 en annexe à cette réponse reprend unaperçu des budgets consacrés aux allocations de bilinguismeentre 2006 et 2010.3. De tabel 3 in bijlage aan dit antwoord herneemt eenoverzicht van de budgettaire middelen gewijd aan de tweetaligheidstoelagentussen 2006 en 2010.2006 2007 2008 2009 2010366 389 EUR 380 876 EUR 404 164 EUR 413 954 EUR 412 318 EUR4. Les tableaux 1 et 3 en annexe à cette réponse reprennentles données chiffrées demandées.5. a) La Défense étudie la possibilité d'attribuer l'allocationde bilinguisme aux militaires affectés dans une unitéunilingue du même régime linguistique que celui du militaireconcerné.b) L'impact budgétaire de cette mesure s'élèverait àl'heure actuelle à 38.180 euros.4. De tabellen 1 en 3 in bijlage aan dit antwoord hernemende gevraagde cijfergegevens.5. a) Defensie onderzoekt de mogelijkheid om de toelagevoor tweetaligheid toe te kennen aan militairen tewerkgesteldin een eentalige eenheid van hetzelfde taalstelsel alsdat van de betrokken militair.b) De budgettaire impact van deze maatregel zoumomenteel 38.180 euro bedragen.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

144 QRVA 53 035DO 2010201103367Question n° 163 de monsieur le député Bert Maertensdu 18 mai 2011 (N.) au ministre de la Défense:DO 2010201103367Vraag nr. 163 van de heer volksvertegenwoordiger BertMaertens van 18 mei 2011 (N.) aan de ministervan Landsverdediging:Buitenlanders in het Belgische leger.Étrangers au sein de l'armée belge.Pour entrer dans l'armée belge, il ne faut en principe pas Om toe te treden tot het Belgisch leger moet men in principeposséder la nationalité belge. Les ressortissants d'un Étatde Belgische nationaliteit niet hebben. Wie een staats-membre de l'Union européenne peuvent également participerburger is van een lidstaat van de Europese Unie kan ookaux épreuves de sélection de l'armée belge, à condition deelnemen aan de selectieproeven van het Belgisch leger,d'avoir satisfait, le cas échéant, aux lois sur la milice dans indien men voldaan heeft aan de mogelijke dienstplichtwettenleur pays d'origine.in het land van oorsprong.1. a) Combien d'étrangers se sont chaque année inscrits 1. a) Hoeveel buitenlanders hebben zich jaarlijks ingeschrevenpour les épreuves de sélection de la Défense au cours desvoor de selectieproeven van Defensie gedurendecinq dernières années (des dix dernières années si possible)?de jongste vijf jaar (indien mogelijk tien jaar)?b) Combien ont réussi les épreuves de sélection? b) Hoeveel hiervan slaagden in de selectieproeven?2. Combien d'étrangers travaillent actuellement au seinde l'armée?Pourriez-vous me faire connaître leur nationalité, unité etrang respectifs?3. Pendant combien de temps les étrangers restent-ils enmoyenne dans l'armée belge?4. Quel motif les étrangers invoquent-ils pour intégrerl'armée belge?2. Hoeveel buitenlanders werken er momenteel in hetleger?Graag met aanduiding van nationaliteit, eenheid en rang.3. Hoelang blijven buitenlanders gemiddeld in het Belgischleger?4. Welke reden geven de buitenlanders op om bij het Belgischleger binnen te komen?5. a) Quelle est votre position à ce sujet? 5. a) Hoe staat u hier tegenover?b) Quelle politique d'encouragement ou de dissuasionmettez-vous en oeuvre en la matière?Réponse du ministre de la Défense du 05 juillet 2011,à la question n° 163 de monsieur le député BertMaertens du 18 mai 2011 (N.):1. Le tableau 1 en annexe à cette réponse reprend les donnéeschiffrées demandées.Ce n'est que depuis 2004 que le recrutement d'étrangersen qualité de militaire est possible.2. Le tableau 2 en annexe à cette réponse reprend les donnéeschiffrées demandées.3. Les militaires étrangers restent en moyenne un an à laDéfense belge.4. Les motivations des postulants non-Belges sont identiquesà celles des postulants Belges.5. Les exigences de nationalité en vigueur sont mentionnéesdans la communication de recrutement. Il n'est menéaucune action de recrutement spécifique visant à attirer lesnon-Belges d'un état membre de l'UE.b) Welk beleid voert u om dit aan te moedigen of te ontraden?Antwoord van de minister van Landsverdediging van05 juli 2011, op de vraag nr. 163 van de heervolksvertegenwoordiger Bert Maertens van 18 mei2011 (N.):1. De tabel 1 in bijlage aan dit antwoord herneemt degevraagde cijfergegevens.Het is pas sedert 2004 dat de werving van buitenlandersin de hoedanigheid van militair mogelijk is.2. De tabel 2 in bijlage aan dit antwoord herneemt degevraagde cijfergegevens.3. De buitenlandse militairen blijven gemiddeld één jaarbij de Belgische Defensie.4. De motivaties van de niet-Belgische sollicitanten zijnidentiek aan deze van de Belgische sollicitanten.5. In de wervingscommunicatie wordt de geldende nationaliteitsvereistevermeld. Er worden geen specifieke wervingsactiesgevoerd om niet-Belgen van de EU-lidstatenaan te trekken.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 145Étant donné leur caractère de pure documentation, il n'y apas lieu d'insérer les tableaux au Bulletin des Questions etRéponses, mais ils peuvent être consultés au Greffe de laChambre des représentants (service des Questions parlementaires).Gezien hun louter documentaire karakter worden detabellen niet in het Bulletin van Vragen en Antwoordenopgenomen maar liggen zij ter inzage bij de Griffie van deKamer van volksvertegenwoordigers (dienst ParlementaireVragen).Ministre du Climat et de l'ÉnergieMinister van Klimaat en EnergieDO 0000201000866Question n° 123 de monsieur le député JefVan den Bergh du 13 mai 2011 (N.) au ministredu Climat et de l'Énergie:Dommages auditifs. - Qualité des bouchons auditifs.Il existe une prise de conscience grandissante du faitqu'assister à des fêtes, concerts ou festivals où la musiqueest diffusée à un niveau sonore très élevé n'est pas sansdanger. Le risque de dommages auditifs ne dépend cependantpas uniquement du nombre de décibels. La durée et lafréquence de l'exposition à un niveau sonore élevé jouentégalement un rôle important. De plus en plus de personnesutilisent dès lors des bouchons auditifs pour limiter les risques.Or il ressort d'un test comparatif mené par Test-Achatsqu'il existe de grandes différences de prix et de qualitéentre les différents modèles de bouchons auditifs. Lesdommages devraient être minimes avec une protection efficacemais les résultats des mesures effectuées dans le cadredu test démontrent que c'est malheureusement loin d'êtretoujours le cas. Par ailleurs, un prix élevé ne semble pasêtre synonyme de qualité.Il n'est dès lors guère aisé pour le consommateur de fairele bon choix.1. Êtes-vous disposé à chercher avec votre collègue de laSanté publique une solution pour améliorer la qualité desbouchons auditifs?2. Envisagez-vous d'imposer des critères plus sévèresaux fabricants de bouchons auditifs?Réponse du ministre du Climat et de l'Énergie du05 juillet 2011, à la question n° 123 de monsieur ledéputé Jef Van den Bergh du 13 mai 2011 (N.):Les bouchons auditifs sont des équipements de protectionindividuelle. Ceux-ci doivent satisfaire aux exigencesde l'arrêté royal du 31 décembre 1992 concernant la misesur le marché des équipements de protection individuelle.DO 0000201000866Vraag nr. 123 van de heer volksvertegenwoordiger JefVan den Bergh van 13 mei 2011 (N.) aan deminister van Klimaat en Energie:Gehoorschade. - Kwaliteit oordopjes.Meer en meer mensen worden zich bewust van de gevarenvan het bezoeken van fuiven, concerten en festivalswaar de muziek erg luid staat. Het risico op gehoorschadeis echter niet enkel afhankelijk van het aantal decibels. Ookde duur en frequentie van de blootstelling eraan, spelen eenbelangrijke rol. Om het risico op gehoorschade te beperken,worden steeds vaker oordopjes gedragen.Uit een vergelijkende test van Test-Aankoop blijkt echterdat er grote prijs- en kwaliteitsverschillen zijn wat de verschillendemodellen van oordopjes betreft. Gehoorschadezou slechts minimaal mogen zijn met doeltreffendegehoorbescherming, maar de metingresultaten van de testspreken dit jammer genoeg tegen. Verder blijkt dat eenhoge prijs geen garantie is voor kwaliteit.Het is dan ook niet makkelijk voor de consument om dejuiste keuze te maken.1. Bent u bereid om in overleg met de minister vanVolksgezondheid te zoeken naar een oplossing om de kwaliteitvan oordopjes te verbeteren?2. Overweegt u om de fabrikanten van oordopjes strengereeisen op te leggen?Antwoord van de minister van Klimaat en Energievan 05 juli 2011, op de vraag nr. 123 van de heervolksvertegenwoordiger Jef Van den Bergh van 13 mei2011 (N.):Oordopjes zijn persoonlijk beschermingsmiddelen. Persoonlijkebeschermingsmiddelen moeten voldoen aan devereisten van het koninklijk besluit van 31 december 1992betreffende het op de markt brengen van persoonlijkebeschermingsmiddelen.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

146 QRVA 53 035Dans le cadre de la surveillance du marché, j'ai déjàdemandé de lancer en 2011 une campagne de contrôle surla sécurité de la protection auditive et, notamment, sur lesbouchons auditifs et/ou autres protections auditives contrele bruit, destinée aussi bien à des particuliers qu'à des professionnels.Les aspects pratiques de cette campagne decontrôle (échantillonnage, laboratoire de test, etc.) sontpour l'instant à l'étude.Une fois que les résultats de cette campagne de contrôleseront connus, je communiquerai mes conclusions à laministre de la Santé publique et, si nécessaire, nous chercheronsensemble des solutions aux problèmes éventuellementconstatés.Dès que les résultats de ces contrôles seront connus, lesfabricants seront confrontés, pour autant que de besoin,aux manquements qui seraient constatés quant à leurs produitset il leur sera demandé de prendre les mesures nécessaireset appropriées.Compte tenu du fait que cette législation est une transpositiond'une directive européenne et que des normes européennesharmonisées sont utilisées pour traduire dans lapratique les exigences essentielles de sécurité, il n'est paspossible d'établir des exigences nationales plus sévères.Cependant, s'il devait ressortir de cette campagne qu'uneapproche plus sévère est indispensable, je ne manqueraipas d'aborder ce point au niveau européen et auprès desinstituts de normalisation.In het kader van markttoezicht heb ik al gevraagd in 2011een controlecampagne te starten naar de veiligheid vangehoorbescherming, meer specifiek van oordopjes en/ofandere oorbeschermers tegen geluid bestemd zowel voorparticulier als professioneel gebruik. De praktische aspectenvan deze controlecampagne (sampling, testlaboratorium,enzovoort) zijn momenteel in onderzoek.Eens de resultaten van deze controlecampagne bekendzullen zijn, zal ik mijn conclusies overmaken aan de ministervan Volksgezondheid, en indien noodzakelijk samennaar oplossingen zoeken voor de eventuele vastgesteldeproblemen.Zodra de resultaten van deze controles gekend zijn, zullende fabrikanten, voor zover nodig, geconfronteerd wordenmet de vastgestelde gebreken van hun product, en zalhen gevraagd worden de nodige en gepaste maatregelen tenemen.Aangezien deze wetgeving een omzetting is van eenEuropese richtlijn en er geharmoniseerde normen gebruiktworden om de essentiële veiligheidseisen naar de praktijkte vertalen, is het niet mogelijk om strengere nationaleeisen vast te leggen. Echter, indien uit deze controlecampagnemocht blijken dat er een strengere aanpak nodig is,zal ik niet nalaten dit op Europees niveau en bij de normalisatie-instellingenaan te kaarten.DO 2010201101532Question n° 61 de monsieur le député Ben Weyts du01 décembre 2010 (N.) au ministre du Climat etde l'Énergie:Départements. - Suivi du nombre de conseils consultatifs,commissions et autres organes.Vous avez déjà répondu par le passé à mes questions ou àcelles du député Peter Luykx en matière de conseilsconsultatifs, commissions, comités, conseils supérieurs,etc. relevant de votre compétence. À des fins de suivi, jesouhaiterais vous poser les questions ci-après.1. Quels conseils consultatifs, commissions, comités,conseils supérieurs, etc. ont-ils été supprimés depuis?2. Quels conseils consultatifs, commissions, comités,conseils supérieurs, etc. ont-ils été créés depuis?3. Quel a été, au total, le coût annuel de ces conseils,commissions, comités, etc. en 2009 et en 2010?DO 2010201101532Vraag nr. 61 van de heer volksvertegenwoordiger BenWeyts van 01 december 2010 (N.) aan de ministervan Klimaat en Energie:Departementen. - Opvolging aantal adviesraden, commissiesen andere organen.In het verleden beantwoordde u reeds mijn vragen of devragen van volksvertegenwoordiger Peter Luykx betreffendeadviesraden, commissies, comités, hoge raden, enzovoortdie onder uw bevoegdheid ressorteren. Teropvolging rijzen de volgende vragen.1. Welke adviesraden, commissies, comités, hoge raden,enzovoort werden er sindsdien afgeschaft?2. Welke adviesraden, commissies, comités, hoge raden,enzovoort zijn er sindsdien bijgekomen?3. Hoeveel bedroeg de gezamenlijke jaarlijkse kost vandeze raden, commissies, comités enzovoort in 2009 en2010?CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 147Réponse du ministre du Climat et de l'Énergie du07 juillet 2011, à la question n° 61 de monsieur ledéputé Ben Weyts du 01 décembre 2010 (N.):Pour ce qui concerne mes compétences sur le Servicepublic fédéral Santé publique, sécurité de la chaîne alimentaireet environnement, le Service public fédéral Économie,PME, classes moyennes et énergie et le Service publicfédéral de programmation Développement durable, je peuxapporter les éléments de réponse suivants:1. Seul le comité d'avis pour les produits biocides a étésupprimé.2. Aucune commission, comité, haut conseil, etc. n'a étécréé.3. Le tableau ci-dessous ventile les différentes dépensesentre les frais de déplacement, les jetons de présence et lesindemnités de séjours.Antwoord van de minister van Klimaat en Energievan 07 juli 2011, op de vraag nr. 61 van de heervolksvertegenwoordiger Ben Weyts van 01 december2010 (N.):Wat betreft mijn bevoegdheden over de Federale OverheidsdienstVolksgezondheid, veiligheid van de voedselketenen leefmilieu, de Federale Overheidsdienst Economie,KMO, middenstand en energie en de ProgrammatorischeFederale Overheidsdienst Duurzame Ontwikkeling, kan ikde volgende elementen van antwoord geven:1. Alleen het comité voor advies inzake biociden werdafgeschaft.2. Er werd geen enkele commissie, comité, hoge raad,enzovoort opgericht.3. De onderstaande tabel deelt de verschillende uitgavenin verplaatsingskosten, presentiegeld en verblijfsvergoedingenin.Année 2009 — Jaar 2009Commissions, comités, etc.—Commissies, comités, enz.Jetons deprésence—PresentiegeldFrais dedéplacement—VerplaatsingskostenIndem. deséjour—VerblijfsvergoedingenTotal—TotaalCommission des Clauses abusivesCommissie voor Onrechtmatige BedingenConseil de la ConsommationRaad voor het VerbruikConseil fédéral du développement durableFederale Raad voor Duurzame Ontwikkeling1 735,05 784,70 2 519,754 609,32 712,72 5 322,0430 986,00Total — Totaal 37 330,37 1 497,42 0,00 38 827,79Année 2010 — Jaar 2010Commissions, comités, etc.—Commissies, comités, enz.Jetons deprésence—PresentiegeldFrais dedéplacement—VerplaatsingskostenIndem. deséjour—VerblijfsvergoedingenTotal—TotaalCommission des Clauses abusivesCommissie voor Onrechtmatige BedingenConseil de la ConsommationRaad voor het VerbruikConseil fédéral du développement durableFederale Raad voor Duurzame Ontwikkeling1 871,38 637,02 2 508,404 584,84 500,28 5 085,1243 063,00 3 745,00Total — Totaal 49 519,22 4 882,30 0 54 401,52CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

148 QRVA 53 035Finalement, la Commission interdépartementale du développementdurable ne reçoit pas de jeton de présence, maisa un coût de 8.066 euros en 2009 et 11.153 euros en 2010pour son rapport annuel.Ten slotte, krijgt de Interdepartementale Commissie voorDuurzame Ontwikkeling geen presentiegeld maar heefteen kost van 8.066 euro in 2009 en 11.153 euro in 2010voor het jaarverslag.DO 2010201103183Question n° 122 de monsieur le député PhilippeBlanchart du 10 mai 2011 (Fr.) au ministre duClimat et de l'Énergie:DO 2010201103183Vraag nr. 122 van de heer volksvertegenwoordigerPhilippe Blanchart van 10 mei 2011 (Fr.) aan deminister van Klimaat en Energie:Publicité pour le crédit à la consommation (QO 4117). Reclame voor het consumentenkrediet (MV 4117).La loi du 13 juin 2010 modifiant la loi du 12 juin 1991relative au crédit à la consommation est entré en vigueur le1 décembre 2010.Parmi les objectifs principaux de la transposition de ladirective européenne en droit belge, on a pu noter une améliorationde la protection du consommateur visant à éviterau maximum les situations de surendettement par manqued'information, et donc préserver un équilibre entre lesdroits légitimes des prêteurs et la protection des consommateurs.Désormais, la quasi-totalité des crédits à laconsommation (même de petites sommes) relèvent duchamp d'application de cette législation.La loi précitée du 13 juin 2010 concerne certains domainesessentiels comme l'information précontractuelle,l'information contractuelle, le calcul du taux annuel effectifglobal (TAEG), l'indemnité en cas de remboursement anticipéet le droit de rétractation (le délai de réflexion), qui estpassé de 7 à 14 jours. En ce qui concerne le crédit à laconsommation, le texte impose notamment la mentionobligatoire sur toutes les publicités pour le crédit à laconsommation: "Attention! Emprunter coûte de l'argent",Cette loi oblige également d'indiquer dans une publicitépour un crédit à la consommation outre le taux annueleffectif global, les montants concrets correspondant à ceque le client devra rembourser (sur la base d'un exempleréel et pertinent).Malgré ces nouvelles améliorations, je m'étonne de voirencore des publicités plus qu'alléchantes, sous formes dedossiers attirants, arriver dans nos boîtes aux lettres et nerespectant ni les obligations de mentions obligatoires"Attention! Emprunter coûte de l'argent", ni les montantsconcrets que les clients devront rembourser.De plus certaines sociétés poussent versent même unesomme d'argent (minime) à l'ouverture d'une réserved'argent chez eux.De wet van 13 juni 2010 tot wijziging van de wet van12 juni 1991 op het consumentenkrediet is op 1 december2010 in werking getreden.Met de omzetting in Belgisch recht van de Europeserichtlijn werd onder meer beoogd de consumentenbeschermingte verbeteren met als doel zoveel mogelijk te voorkomendat consumenten door een gebrek aan informatieovermatige schulden aangaan, en dus de rechten van dekredietgevers en de consumentenbescherming in balans tehouden. Vrijwel alle consumentenkredieten (zelfs voorkleine bedragen) vallen tegenwoordig onder het toepassingsgebiedvan deze wetgeving.De wet van 13 juni 2010 heeft betrekking op een aantalessentiële zaken, zoals de precontractuele informatie, decontractuele informatie, het jaarlijkse kostenpercentage, devergoeding bij vervroegde terugbetaling en het herroepingsrecht(anders gezegd, de bedenktijd), waarvan de termijnwerd opgetrokken van 7 tot 14 dagen. Met betrekkingtot het consumentenkrediet stipuleert de tekst onder meerdat elke reclame voor het consumentenkrediet de boodschap"Let op, geld lenen kost ook geld" moet vermelden.Krachtens die wet moet naast het jaarlijkse kostenpercentageeveneens worden meegedeeld welke concrete bedragende klant zal moeten terugbetalen voor eenconsumentenkrediet (aan de hand van een representatiefvoorbeeld).Ondanks die nieuwe verbeteringen stel ik tot mijn verbazingvast dat er nog altijd uiterst aanlokkelijke reclames inonze brievenbussen belanden, in de vorm van aantrekkelijkedossiertjes, waar noch de verplichte boodschap "Letop, geld lenen kost ook geld", noch de verplichte vermeldingvan de concrete bedragen die de klant zal moetenterugbetalen in voorkomen.Bovendien doen bepaalde kredietgevers een (geringe)geldsom cadeau wanneer iemand bij hen een krediet aangaat.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 1491. Depuis presque une année que la nouvelle loi sur lecrédit à la consommation a été adoptée, les sociétés qui"chassent" littéralement le consommateur peuvent-ellesencore prétendre ne pas être au courant des modificationsde la législation?2. a) Qu'en est il du contrôle effectué sur les documentsmis en circulation qui risquent toujours de leurrer des personnesincitées par le crédit facile?b) Existe-t-il des données sur le nombre de ces contrôleset des actions qui ont pu en découler?Réponse du ministre du Climat et de l'Énergie du01 juillet 2011, à la question n° 122 de monsieur ledéputé Philippe Blanchart du 10 mai 2011 (Fr.):1. Je tiens à préciser à l'honorable membre que le slogan"Attention! Empruntez de l'argent coûte aussi de l'argent"n'est obligatoire que dans le cas d'une publicité ne faisantpas référence à un chiffre relatif au coût du crédit. Ce slogann'a pas pu être imposé dans le cadre des autres publicitéscar la Directive européenne 2008/48 relative au crédit àla consommation ne le permettait pas.Pour les publicités faisant référence à un chiffre, unexemple représentatif doit être mentionné pour chaquetype de contrat de crédit (par exemple une ouverture decrédit ou un prêt à tempérament) pour lequel est faite lapublicité. Chaque exemple représentatif doit être basé surle montant du crédit moyen qui est offert pour ce type decontrat par le prêteur ou par l'intermédiaire de crédit.Il n'est pas interdit d'offrir un avantage financier auconsommateur à la conclusion d'une ouverture de crédit.Cependant, après l'entrée en vigueur du futur arrêté royalrelatif notamment au calcul du taux annuel effectif global,actuellement soumis au contreseing des ministres compétents,un tel avantage ne pourra plus être pris en comptepour le calcul dudit taux. Il est possible que cela décourageraces sociétés d'offrir ce genre d'avantage à l'avenir.2. a et b) Depuis 2006, la Direction générale du Contrôleet de la Médiation (Service public fédéral Économie, PME,Classes moyennes et Énergie) a décidé de procéder à unesurveillance continue de la publicité pour le crédit à laconsommation. Pour ce faire, elle a mis sur pied un groupede travail "Task Force Crédit". Cette décision s'est inscritedans la "troisième priorité du Gouvernement fédéral", àsavoir la lutte contre la pauvreté et le surendettement.1. De nieuwe wet op het consumentenkrediet werd nubijna een jaar geleden aangenomen. Kunnen de kredietgevers,die letterlijk "jacht maken" op de consumenten, nogbeweren dat ze niet op de hoogte zijn van de wetswijzigingen?2. a) Hoe staat het met de controle op de verstrekte documentatie,die nog altijd het risico inhoudt dat consumentendie door makkelijk krediet worden aangelokt, zich lateninpakken?b) Zijn er gegevens beschikbaar over het aantal dergelijkecontroles en de acties die er eventueel uit volgen?Antwoord van de minister van Klimaat en Energievan 01 juli 2011, op de vraag nr. 122 van de heervolksvertegenwoordiger Philippe Blanchart van 10 mei2011 (Fr.):1. Ik dien het geachte lid er allereerst op te wijzen dat deslogan "Let op, geld lenen kost ook geld" enkel verplicht isin reclame die niet verwijst naar een cijfer betreffende dekosten van het krediet. Die slogan kon niet worden opgelegdvoor andere reclame, aangezien de Europese richtlijn2008/48 inzake consumentenkrediet dat niet toeliet.Reclame die verwijst naar een cijfer moet een representatiefvoorbeeld bevatten voor elke soort kredietovereenkomst(bijvoorbeeld een kredietopening of een lening opafbetaling) waarvoor reclame wordt gemaakt. Elk representatiefvoorbeeld moet gebaseerd zijn op het gemiddeldekredietbedrag dat voor die soort overeenkomst door de kredietgeverof door de kredietbemiddelaar wordt aangeboden.Het is niet verboden een financieel voordeel te biedenaan de consument bij het afsluiten van een kredietopening.Na de inwerkingtreding van het toekomstig koninklijkbesluit betreffende met name de berekening van het jaarlijkskostenpercentage, dat momenteel ter medeondertekeningbij de bevoegde ministers voorligt, zal een dergelijkvoordeel evenwel niet meer in aanmerking mogen wordengenomen voor de berekening van het voornoemde percentage.Het is mogelijk dat dat deze maatschappijen zal ontmoedigenom dergelijke voordelen in de toekomst aan tebieden.2. a en b) Sinds 2006 heeft de Algemene Directie Controleen Bemiddeling (Federale Overheidsdienst Economie,KMO, Middenstand en Energie) beslist permanenttoezicht te houden op de reclame voor consumentenkrediet.Daartoe heeft ze een werkgroep "Taskforce Krediet"in het leven geroepen. Die beslissing kaderde in de "derdeprioriteit van de federale regering", namelijk de strijd tegende armoede en de overmatige schuldenlast.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

150 QRVA 53 035Chaque année, le nombre de contrôles réalisés ainsi queles suites réservées sont publiées dans le rapport annuel dela Direction générale du Contrôle et de la Médiation(DGCM).Depuis 2009, dans le cadre d'un plan d'approche globalde la problématique, le nombre de contrôles a été substantiellementaugmenté, l'un des points étant une meilleureprotection et une meilleure information des consommateursen matière de crédit à la consommation.Pour l'année 2010, 587 publicités ont été contrôlées. Cescontrôles ont concerné toutes les méthodes de communication(Internet, presse, mailing, radio, etc.) ainsi que tous lesacteurs du secteur (banques, intermédiaires de crédit professionnels,secteur des meubles, de l'électroménager,garagistes, etc.).90,5% (531) de ces publicités étaient conformes à lalégislation en vigueur.Jaarlijks wordt het aantal uitgevoerde controles samenmet het gevolg dat daaraan gegeven werd gepubliceerd inhet jaarverslag van de Algemene Directie Controle enBemiddeling (ADCB).Sinds 2009 werd het aantal controles aanzienlijk opgedrevenin het kader van een globaal plan van aanpak van deproblematiek. Een van de punten daaruit is namelijk eenbetere bescherming en een betere voorlichting van de consumentinzake consumentenkrediet.Voor 2010 werden 587 reclames gecontroleerd. Die controleshadden betrekking op alle communicatiemethodes(internet, pers, mailing, radio, enzovoort) en op alle actorenuit de sector (banken, professionele kredietbemiddelaars,meubelsector, de sector van elektrischehuishoudapparatuur, garagisten, enzovoort).90,5% (531) van die reclames was in overeenstemmingmet de geldende wetgeving.49 avertissements et 7 procès-verbaux ont été rédigés. Er werden 49 waarschuwingen en 7 processen-verbaalopgesteld.Au total 146 infractions aux dispositions de la loi du12 juin 1991 relative à la publicité pour le crédit à laconsommation ont été constatées.On notera que ces contrôles ont eu lieu uniquementdurant les onze premiers mois de l'année. La DGCM adécidé de ne pas procéder d'initiative à des contrôles durantle mois de décembre 2010 en raison de l'entrée en vigueurde la loi du 13 juin 2010 et ce afin de permettre aux acteursdu secteur d'adapter leur campagne publicitaire (les campagnessont lancées parfois plusieurs mois avant leur publicationeffective).Depuis janvier 2011, les contrôles réalisés par la "TaskForce Crédit" ont repris leur rythme habituel.Au cours du premier trimestre 2011, 42 contrôles ont étéenregistrés.In totaal werden er 146 inbreuken vastgesteld op debepalingen van de wet van 12 juni 1991 betreffendereclame voor consumentenkrediet.Er kan worden vastgesteld dat deze controles enkel tijdensde eerste elf maanden van het jaar werden uitgevoerd.De ADCB heeft beslist om geen controles op eigen initiatiefte verrichten tijdens de maand december 2010 opgrond van de inwerkingtreding van de wet van 13 juni2010, om de actoren uit de sector de kans te geven hunreclamecampagne aan te passen (de campagnes wordensoms meerdere maanden voor hun effectieve publicatiegelanceerd).Sinds januari 2011 hebben de controles van de "TaskforceKrediet" hun normale ritme hernomen.Het eerste kwartaal van 2011 werden er 42 controlesgeregistreerd.11 avertissements et 1 procès-verbal ont été rédigés. Er werden 11 waarschuwingen en 1 proces-verbaal opgemaakt.Plus généralement, depuis le 1er décembre 2010, laDGCM n'a pas eu à connaître de plaintes de consommateursrelatives à la nouvelle loi.Meer algemeen heeft de ADCB sinds 1 december 2010niet moeten oordelen over klachten van consumenten metbetrekking tot de nieuwe wet.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 151DO 2010201103477Question n° 128 de monsieur le député PhilippeBlanchart du 31 mai 2011 (Fr.) au ministre duClimat et de l'Énergie:Indépendance en matière de régulation des pesticides.Traditionnellement, les pesticides étaient pulvérisésdirectement sur les plantes. Mais ils sont désormais égalementappliqués selon les conseils de l'industrie chimiquede façon systémique en enveloppant les graines d'unmélange toxique d'insecticides et de fongicides, en injectantdes pesticides dans la terre, en irriguant les culturesavec de l'eau contenant des pesticides ou en injectant ceuxcidirectement dans la plante. En conséquence, soit laplante absorbe les pesticides au cours de son développement,ou bien ceux-ci sont diffusés directement à traverstoute la plante, fleurs y compris.À chaque fois qu'une entreprise veut commercialiser unpesticide ou ses substances actives au sein de l'UE, elledoit composer un dossier comportant des études démontrantson impact sur la santé humaine et animale et surl'environnement.Des recherches doivent donc être effectuées par l'entrepriseconcernant l'impact sur diverses plantes, espècesd'animaux ou d'insectes. L'Autorité européenne de sécuritédes aliments (EFSA), établie en 2002 à la suite d'une sériede crises alimentaires majeures, est censée être une sourceindépendante de conseil scientifique et de communicationsur les risques liés à la chaîne alimentaire, et cela au servicedes institutions européennes.Cependant, plusieurs membres de panels de l'EFSA , etsa nouvelle présidente Diana Banati, font face à des accusationsde conflits d'intérêts en raison de leurs liens avecl'industrie des biotechnologies ou agroalimentaire.La Commission européenne et l'OEPP (l'associationintergouvernementale développant des directives pourl'évaluation des pesticides) ont, comme dans beaucoup decas, externalisé leur expertise à l'industrie, et sans surprise,les "experts" de l'industrie, dont des employés de BASF, deBayer Crop Science, de Dow Chemicals, de Syngenta etd'autres ont produit des propositions qui protègent leursintérêts mais ne correspondent pas aux efforts fondamentauxnécessaires pour enrayer les dangers totalement minimiséspar l'industrie et insoupçonnés par la population.DO 2010201103477Vraag nr. 128 van de heer volksvertegenwoordigerPhilippe Blanchart van 31 mei 2011 (Fr.) aan deminister van Klimaat en Energie:Onafhankelijke regulering van pesticidengebruik.Traditioneel worden pesticiden rechtstreeks op de plantenverstoven. Thans worden ze echter ook op aanradenvan de chemische industrie op systemische wijze aangebracht.Zo worden de zaden omhuld met een giftig mengselvan insecticiden en fungiciden, worden pesticiden in debodem geïnjecteerd, worden gewassen bevloeid met waterdat pesticiden bevat, of worden pesticiden rechtstreeks inplanten geïnjecteerd. De pesticiden worden dan door deplant tijdens zijn ontwikkeling geabsorbeerd of rechtstreeksvia de gehele plant, met inbegrip van de bloemen,verspreid.Wanneer een bedrijf een pesticide of de werkzamebestanddelen ervan in de EU op de markt wil brengen,moet het telkens een dossier samenstellen met studieswaaruit de impact van die stoffen op mens, dier en milieublijkt.Het bedrijf moet dus studies uitvoeren over de gevolgenvan het pesticidengebruik voor diverse planten, dieren eninsecten. De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid(EFSA), die in 2002 werd opgericht na een reeks grotevoedselcrisissen, zou ten dienste van de Europese instellingenonafhankelijk wetenschappelijk advies moeten verstrekkenover alle risico's in verband met de voedselketenen zou het publiek hierover moeten voorlichten.Meerdere leden van EFSA-panels en de nieuwe EFSAvoorzitter,mevrouw Diana Banati, worden echter beschuldigdvan belangenvermenging omwille van hun bandenmet de agro- en biotechindustrie.De Europese Commissie en de EOBP (Europese organisatievoor de bescherming van de planten, een intergouvernementeleinstelling die richtlijnen voor de evaluatie vanpesticiden opstelt) hebben, zoals dat vaak het geval is, hunknowhow uitbesteed aan de industrie. Het kan dan ookgeen verbazing wekken dat de 'deskundigen' uit hetbedrijfsleven, onder wie werknemers van BASF, BayerCropScience, Dow Chemicals, Syngenta en anderen, voorstellenhebben geformuleerd, die dienen om hun belangente beschermen, maar geen bijdrage leveren tot de fundamenteleinspanningen die nodig zijn om de gevaren diedoor de industrie volledig geminimaliseerd worden enwaarvan de bevolking niet op de hoogte is, te beperken.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

152 QRVA 53 0351. L'évaluation des risques et dangers encourus par l'utilisationmassive des pesticides dans notre pays est-elle réévaluéede manière indépendante par rapport aux directiveseuropéennes?1. Wordt de evaluatie van de risico's en gevaren alsgevolg van het massale gebruik van pesticiden in ons landop onafhankelijke wijze opnieuw bekeken in het licht vande EU-richtlijnen?2. Quels sont les mécanismes d'évaluation nationaux? 2. Waarin bestaan de nationale evaluatiemechanismen?3. Existe-t-il une étude sur l'augmentation du nombre decancers et l'absorption de pesticides de plus en plus puissantsdans l'alimentation quotidienne?Réponse du ministre du Climat et de l'Énergie du01 juillet 2011, à la question n° 128 de monsieur ledéputé Philippe Blanchart du 31 mai 2011 (Fr.):En réponse à ses questions, j'ai l'honneur de porter à laconnaissance de l'honorable membre les éléments suivants:L'introduction à ses questions laisse penser que son intérêtse concentre sur les produits phytopharmaceutiques quisont de la compétence des ministres de la Santé publique etde l'Agriculture. Mes compétences se limitent aux produitsbiocides (les pesticides non utilisés pour la protection desplantes de manière générale).La législation européenne, codifiée dans des directives etrèglements, s'applique dans les pays de l'Union. C'est auniveau européen, que sont évaluées les substances activesprésentes dans ce type de produits alors que les risques etl'efficacité des produits commerciaux eux-mêmes restentde la compétence des États membres.3. Bestaat er een studie over het stijgend aantal kankergevallenen de opname van steeds krachtigere pesticiden inde dagelijkse voeding?Antwoord van de minister van Klimaat en Energievan 01 juli 2011, op de vraag nr. 128 van de heervolksvertegenwoordiger Philippe Blanchart van 31 mei2011 (Fr.):Als antwoord op zijn vragen, heb ik de eer het geachte lidde volgende elementen ter kennis te brengen:De inleiding bij zijn vragen laat vermoeden dat zijn interessevooral uitgaat naar de fytofarmaceutische productendie behoren tot de bevoegdheid van de ministers vanVolksgezondheid en Landbouw. Mijn bevoegdheden zijnbeperkt tot de biociden (algemeen gezien, pesticiden dieniet voor de plantenbescherming worden gebruikt).De Europese wetgeving, gecodificeerd in richtlijnen enverordeningen, is van toepassing in de landen van de Unie.Het is op Europees niveau dat de werkzame stoffen dieaanwezig zijn in dit soort producten worden geëvalueerdterwijl de risico's en de doeltreffendheid van de productenzelf blijven behoren tot de bevoegdheid van de lidstaten.Ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiquesMinister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijvenDO 2010201101444Question n° 168 de monsieur le député StevenVandeput du 25 novembre 2010 (N.) à la ministrede la Fonction publique et des Entreprisespubliques:SNCB. - Les centres de formation agréés pour les conducteursde train.Début 2010, il ressortait d'une comparaison entre la nouvelleliste de métiers en pénurie de 2009 et celle de 2008que la profession de conducteur de trains ne figurait plusdans cette nouvelle liste. Nous pouvons par ailleurs liredans le rapport annuel de 2009 de la SNCB que 442conducteurs de trains avaient été recrutés. Le rapportannuel 2006 de la SNCB stipulait encore que les conducteursde trains devenaient une denrée rare.DO 2010201101444Vraag nr. 168 van de heer volksvertegenwoordigerSteven Vandeput van 25 november 2010 (N.) aande minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven:NMBS. - De erkende opleidingsinstellingen voor treinbestuurders.Begin 2010 bleek uit een vergelijking van de nieuwe lijstvan knelpuntberoepen van 2009 met die van 2008 dat hetberoep van treinbestuurder uit de lijst is verdwenen. Uit hetjaarverslag van de NMBS in 2009 bleek dat 442 treinbestuurderswerden aangenomen. In 2006 nog maakte hetjaarverslag van de NMBS melding van het feit dat treinbestuurderszeldzaam werden.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 153Tous les problèmes ne semblent pourtant pas résolus. Ilressort ainsi d'une question parlementaire précédente quedans certaines régions ainsi que dans les dépôts de trains demarchandises d'Anvers et de Liège il y a toujours pénuriede conducteurs de trains. La diminution du nombre deconducteurs - par exemple pour le transport de marchandises- ne pouvait être compensée que par une augmentationde la productivité des conducteurs et par une meilleur planning.Il y a enfin la question de la formation de nouveauxconducteurs de train, qui devrait être assurée par différentscentres. En Belgique, on compte pour l'instant quatre centresde formation agréés, à savoir Advies RenC, la SNCB,Crossrail Benelux et Trainsport.Ces centres publient chaque année un rapport d'activités,qui sert notamment à informer le ministre.À propos de ces centres, pouvez-vous répondre aux questionssuivantes:1. Avez-vous connaissance de nouvelles demandes ou dedemandes en cours visant l'agrément de nouveaux centresde formation pour conducteurs de train?2. a) À combien de personnes le brevet de conducteur detrains de marchandises (catégorie B2) a-t-il été délivré en2009 et 2010 par la SNCB, Crossrail Benelux et Trainsport?Toch blijken niet alle knelpunten opgelost. Uit een eerdergestelde parlementaire vraag bleek dat in sommige regio'sen in de Antwerpse en Luikse goederendepots nog steedseen tekort aan treinbestuurders werd ervaren. De dalingvan het aantal machinisten - bijvoorbeeld voor het goederenvervoer- kon enkel opgevangen worden met een productiviteitsstijgingvan de machinisten en een betereplanning.Tot slot is er de instroom van nieuwe treinbestuurders dieverzekerd zou moeten worden door middel van verschillendeopleidingsinstellingen. In België zijn op dit momentvier instellingen erkend, meer bepaald Advies RenC,NMBS, Crossrail Benelux en Trainsport.Deze instellingen bezorgen elk jaar een activiteitenverslagwaarmee onder meer de minister wordt geïnformeerd.Over de erkende opleidingsinstellingen rijzen de volgendevragen:1. Heeft u weet van nieuwe of lopende aanvragen tot hetbekomen van een erkenning als opleidingsinstelling voortreinbestuurders?2. a) Aan hoeveel personen werd het brevet voor bestuurdersvoor goederenvervoer (categorie B2) in 2009 en 2010afgeleverd bij de NMBS, Crossrail Benelux en Trainsport?b) Pouvez-vous ventiler ces chiffres par sexe? b) Kan dit opgedeeld worden naar aantal mannen/ vrouwen?c) Combien de personnes étaient-elles inscrites au c) Hoeveel personen schreven zich oorspronkelijk in?départ?3. a) À combien de personnes le brevet de conducteur detrains de passagers (catégorie B1) a-t-il été délivré en 2009et 2010 par la SNCB?3. a) Aan hoeveel personen werd het brevet voor bestuurdersvoor personenvervoer (categorie B1) afgeleverd bij deNMBS in 2009 en 2010?b) Pouvez-vous ventiler ces chiffres par sexe? b) Kan dit opgedeeld worden naar aantal mannen/ vrouwen?c) Combien de personnes étaient-elles inscrites au c) Hoeveel personen schreven zich oorspronkelijk in?départ?4. a) À combien de personnes le brevet de conducteur detrains pour les opérations de triage (catégorie A1) a-t-il étédélivré en 2009 et 2010 par la SNCB, Crossrail Benelux etTrainsport?4. a) Aan hoeveel personen werd het brevet voor bestuurdersvoor rangeringen (categorie A1) afgeleverd bij deNMBS, Crossrail Benelux en Trainsport?b) Pouvez-vous ventiler ces chiffres par sexe? b) Kan dit opgedeeld worden naar aantal mannen/ vrouwen?c) Combien de personnes étaient-elles inscrites au c) Hoeveel personen schreven zich oorspronkelijk in?départ?5. a) Combien de personnes ont-elles participé à un examenlié à une formation complémentaire à la SNCB?5. a) Hoeveel personen namen deel aan het examen vooraanvullende opleidingen bij de NMBS?CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

154 QRVA 53 035b) Pouvez-vous faire une distinction selon le type de formation(signalisation et trafic ferroviaire; nouvelles technologiescomme les systèmes ETCS, TBL1 ou 2, etc.)?b) Kan een opdeling worden gemaakt per type (seinen enverkeer; nieuwe technologieën zoals ETCS, TBL1 of 2,enzovoort)?c) Combien de personnes ont-elles réussi ces examens? c) Hoeveel personen slaagden in het examen?6. a) Combien de personnes ont-elles participé à l'examenorganisé à l'occasion du contrôle triennal des compétencesprofessionnelles?6. a) Hoeveel personen namen deel aan het examen naaraanleiding van de driejaarlijkse controle van de vakbekwaamheid?b) Combien de personnes ont-elles réussi cet examen? b) Hoeveel personen slaagden in het examen?Réponse de la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques du 05 juillet 2011, à la questionn° 168 de monsieur le député Steven Vandeput du25 novembre 2010 (N.):1. - 6. J'informe l'honorable membre que l'objet de cettequestion relève de la compétence du secrétaire d'État à laMobilité (question n° 169 du 5 juillet 2011).Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 05 juli 2011, op de vraagnr. 168 van de heer volksvertegenwoordiger StevenVandeput van 25 november 2010 (N.):1. - 6. Ik deel het geachte lid mee dat het voorwerp vandeze vraag onder de bevoegdheid van de staatssecretarisvoor Mobiliteit valt (vraag nr. 169 van 5 juli 2011).DO 2010201102143Question n° 238 de monsieur le député Bert Maertensdu 24 janvier 2011 (N.) à la ministre de laFonction publique et des Entreprises publiques:DO 2010201102143Vraag nr. 238 van de heer volksvertegenwoordiger BertMaertens van 24 januari 2011 (N.) aan deminister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven:Bpost. - Vervoermiddelen van de postbodes.bpost. - Moyens de locomotion des facteurs.Les facteurs ont le choix entre différents moyens de locomotionpour la distribution du courrier. Afin d'avoir uneidée plus précise de l'utilisation des différents moyens delocomotion, je souhaiterais vous poser les questions suivantes:1. Pourriez-vous me fournir, par moyen de locomotion etpar région postale, un relevé du nombre de tournées de distributioneffectuées en 2010?2. bpost a-t-elle l'intention de changer ou d'adapter lesmoyens de locomotion utilisés à l'avenir?3. a) Comment détermine-t-on le moyen de locomotion àutiliser par le facteur?b) Quels critères interviennent? b) Welke criteria gelden hiervoor?4. Pourriez-vous fournir, par moyen de locomotion et parrégion postale, un relevé pour l'année 2010 du nombred'accidents de la circulation impliquant des facteurs entournée?5. Pourriez-vous fournir, par moyen de locomotion, unrelevé de l'évolution du nombre d'accidents survenus en2008, 2009 et 2010?6. Quelles mesures bpost prend-elle afin de réduire lenombre d'accidents de la circulation?Postbodes kunnen gebruik maken van verschillende vervoermiddelenbij de bedeling van de post. Teneinde eenduidelijk beeld te hebben over het gebruik van de verschillendevervoermiddelen rijzen de volgende vragen.1. Graag een overzicht van het aantal dienstrondes pervervoermiddel, per postregio , in 2010.2. Welke plannen heeft bpost om de gebruikte vervoermiddelente veranderen/aan te passen in de toekomst?3. a) Hoe wordt het te gebruiken vervoermiddel voor depostbode bepaald?4. Graag een overzicht van het aantal verkeersongevallenwaarin postbodes betrokken waren tijdens de postronde,per vervoermiddel en per postregio, in 2010.5. Graag een overzicht van de evolutie van het aantal verkeersongevallen,per vervoermiddel, van de jaren 2008-2009-2010.6. Welke maatregelen neemt bpost nemen om het aantalverkeersongevallen terug te dringen?CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 155Réponse de la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques du 08 juillet 2011, à la questionn° 238 de monsieur le député Bert Maertens du24 janvier 2011 (N.):1. En 2010, la répartition des tournées par moyen delocomotion se présentait comme suit (chiffres par régionpostale):Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 08 juli 2011, op de vraagnr. 238 van de heer volksvertegenwoordiger BertMaertens van 24 januari 2011 (N.):1. In 2010, zag de verdeling van de ronden volgens vervoermiddeler als volgt uit (cijfers per postregio):Anvers/Limbourg—Antwerpen/LimburgBruxelles/Brabant—Brussel/BrabantHainaut/Namur—Henegouwen/NamenFlandres Occidentaleet Orientale—Oost- en West-VlaanderenLiège/Luxembourg—Luik/LuxemburgPied — Voet 82 619 156 1 127Vélo — Fiets 703 265 155 785 81Vélo électrique —Elektrische fiets150 60 41 393 14Vélomoteur — Bromfiets 807 512 310 542 127Auto — Auto 1 027 906 1 186 981 1 1422. À court terme, une partie des vélos et vélomoteurs seraencore remplacée par des vélos électriques. La part desvélos électriques augmentera pour atteindre un total de2.000 unités.À un peu plus long terme, on envisage de mettre en servicedes vélomoteurs électriques et des camionnettes électriquesou hybrides.3. Le moyen de locomotion est choisi en fonction de plusieurscaractéristiques de la tournée de distribution, tellesque les caractéristiques géographiques du paysage et ladensité d'urbanisation. La règle générale suivante estd'application (longueur de la tournée):2. Op korte termijn zal nog een deel van de fietsen enbromfietsen vervangen worden door elektrische fietsen. Intotaal zal het aantal elektrische fietsen stijgen tot 2.000eenheden.Op iets langere termijn wordt overwogen om elektrischebromfietsen en elektrische of hybride bestelwagen in tezetten.3. Het vervoermiddel wordt gekozen in functie van eenaantal kenmerken van de distributieronde zoals af te leggenafstand, geografische kenmerken van het landschap, en dedichtheid van bebouwing. Als algemene regel geldt (lengtevan de ronde):0 - 5 km: service piéton 0 - 5 km: voetdienst;5 - 20 km: service vélo 5 - 20 km: fietsdienst;15 - 25 km: service vélo électrique 15- 25 km: elektrische fietsdienst;20 - 35 km: service vélomoteur 20- 35 km: bromfietsdienst;35 km: service auto. 35 km: autodienst.4. et 5. Nombre d'accidents par moyen de locomotion: 4. en 5. Aantal ongevallen per vervoermiddel:2008 2009 2010Piéton — Voetganger 1 187 1 151 1 259Vélo — Fiets 131 123 214Vélomoteur — Bromfiets 549 740 698Auto — Auto 129 102 108CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

156 QRVA 53 035La répartition régionale n'est pas disponible.6. Bpost entend réduire au minimum le nombre d'accidents.Ainsi, par exemple, le nombre de services vélomoteur(services à risque plus élevé) a été réduit en optantrésolument pour des vélos électriques à titre d'alternativeau vélomoteur.En mai 2009, le plan "STOP" a été lancé dans le but dediminuer le nombre d'accidents. L'exécution de ce plans'est invariablement poursuivie en 2010. Il prévoit unecampagne de sensibilisation, des formations spécifiques etdes analyses approfondies des accidents en vue de mieuxcomprendre les causes de ces accidents et, dès lors, demieux y remédier. Bien que ce plan ait porté ses fruits, seseffets ne sont pas clairement perceptibles dans la diminutiondu nombre d'accidents du travail en raison des conditionsclimatiques extrêmes de 2010 (avec notamment 53jours d'enneigement).Een regionale opdeling is niet beschikbaar.6. Bpost wil het aantal ongevallen maximaal beperken.Zo werd bijvoorbeeld het aantal bromfietsdiensten (die eenhoger risico vertonen) verminderd door resoluut te opterenvoor elektrische fietsen als alternatief voor de bromfiets.In mei 2009 werd het plan "STOP" gelanceerd dat hetaantal ongevallen moet terugdringen. Dit plan werd in2010 onverminderd verder gezet en voorziet in een sensibiliseringscampagne,specifieke opleidingen en doorgedrevenanalyses van de ongevallen om de oorzaken ervanbeter te begrijpen om aldus beter te kunnen remidiëren.Hoewel dit plan zeker zijn effecten heeft, hebben deextreme weersomstandigheden in 2010 (met bijvoorbeeld53 sneeuwdagen) verhinderd dat deze effecten reeds duidelijkworden in de vermindering van het aantal arbeidsongevallen.DO 2010201102904Question n° 399 de monsieur le député Peter Logghe du06juin 2011 (N.) à la ministre de la Fonctionpublique et des Entreprises publiques:Coût de l'énergie afférent aux bâtiments fédéraux.Sous l'effet de certains facteurs externes, on insiste partoutet à tous les niveaux de pouvoir sur l'importance querevêtent les économies d'énergie. Outre la prise deconscience de l'épuisement à terme des réserves de combustiblesfossiles, la dépendance importante de la Belgiquede sources d'énergie étrangères, l'agitation politique graveau Moyen-Orient et les problèmes d'approvisionnementpotentiels de l'Europe jouent un rôle dans ce dossier. Cesraisons ont convaincu la plupart des familles à utiliserl'énergie à bon escient. J'aimerais connaître la réaction despouvoirs publics à tous ces phénomènes.1. Pourriez-vous me fournir des chiffres concernantl'évolution annuelle de la consommation d'énergie dans lesbâtiments fédéraux?2. Pourriez-vous préciser cette évolution au cours de lapériode de 2005 à 2010?3. Est-il possible d'établir une distinction entre les facturesde gaz et d'électricité?4. Quelles mesures sont envisagées pour réduire laconsommation d'énergie: isolation supplémentaire; autressources d'énergie; panneaux solaires?5. Mêmes questions, mais pour le parc automobile fédéral.DO 2010201102904Vraag nr. 399 van de heer volksvertegenwoordigerPeter Logghe van 06 juni 2011 (N.) aan deminister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven:Energiekosten federale gebouwen.Een aantal externe factoren zorgen ervoor dat momenteeloveral en op alle niveaus aangedrongen wordt op energiezuinigheid.Niet alleen is de wetenschap dat de fossielebrandstoffen eindig zijn, hiervoor een belangrijke oorzaak.Er is ook de belangrijke afhankelijkheid van België vanbuitenlandse energiebronnen, er is de belangrijke politiekeonrust in het Midden-Oosten en de mogelijke bevoorradingsproblemennaar Europa. Voldoende reden voor demeeste gezinnen om zorgvuldig om te springen met hunenergie. Benieuwd hoe de overheid reageert op al dezefenomenen.1. Kan u een cijfermatige jaarlijkse evolutie geven vanhet energiegebruik in de federale gebouwen?2. Is het mogelijk die evolutie te schetsen tussen 2005 en2010?3. Kan het onderscheid gemaakt worden tussen de gasenelektriciteitsrekeningen?4. Welke plannen heeft men om het energiegebruik terugte dringen: bijkomende isolatie; andere energie; zonnepanelen?5. Idem als voor de vragen 1 tot 4, maar dan wat betrefthet federale wagenpark.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 157Réponse de la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques du 04 juillet 2011, à la questionn° 399 de monsieur le député Peter Logghe du 06 juin2011 (N.):1. à 4. J'informe l'honorable membre que l'objet de cettequestion relève de la compétence du ministre des Finances(question n° 410 du 6 juin 2011).5. Il n'y a pas de gestion centrale pour le parc automobilefédéral.Chaque cellule stratégique et secrétariat et tout Servicepublic fédéral (SPF), Service public programmatique(SPP) ou organisme d'intérêt public gère son propre parcautomobile. Il existe des directives en ce qui concerne lacomposition du parc automobile fédéral (division de voituresen classes, attribution de voitures d'une certaine classeà certaines fonctions, des prix maximales pour l'achat et lalocation, des normes environnementales).Pour les cellules stratégiques et les secrétariats, ces directivessont imposées par la circulaire du premier ministre du1er février 2008 "Parc automobile des secrétariats et desorganes stratégiques".La circulaire 307quinquies "Acquisition de véhicules depersonnes destinés aux services de l'État et à certains organismesd'intérêt public" de la ministre de la Fonction publiquetraite ce sujet pour les SPF, les SPP et pour certainsorganismes d'intérêt public.Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 04 juli 2011, op de vraagnr. 399 van de heer volksvertegenwoordiger PeterLogghe van 06 juni 2011 (N.):1. - 4. Ik deel het geachte lid mee dat het voorwerp vandeze vraag onder de bevoegdheid van de minister vanFinanciën ressorteert (vraag nr. 410 van 6 juni 2011).5. Er is geen centraal beheer van het wagenpark.Elke beleidscel en secretariaat en elke Federale Overheidsdienst(FOD), Programmatorische Overheidsdienst(POD) of openbare instelling beheert zijn eigen wagenpark.Er bestaan wel richtlijnen met betrekking tot desamenstelling van het voertuigenpark (onderverdeling vande voertuigen in klassen, toewijzing van voertuigen vaneen bepaalde klasse aan sommige functies, maximale aankoop-en leasingprijzen, milieunormen).Voor de beleidscellen en de secretariaten worden dezerichtlijnen opgelegd door de omzendbrief van de eersteminister van 1 februari 2008 "Wagenpark van de secretariatenen beleidsorganen".Voor de FOD's, de POD's en voor sommige instellingenvan openbaar nut wordt deze aangelegenheid geregeld inomzendbrief 307quinquies van de minister van Ambtenarenzaken"Aanschaffen van personenvoertuigen bestemdvoor de Staatsdiensten en sommige instellingen van openbaarnut".DO 2010201102943Question n° 355 de monsieur le député Bert Maertensdu 05 avril 2011 (N.) à la ministre de la Fonctionpublique et des Entreprises publiques:bpost. - La vente de bureaux de poste.bpost possède de nombreux bâtiments, dont un grandnombre de bureaux de poste. bpost a fermé plusieursbureaux au cours des dernières années, du fait notammentde la restructuration et de la modernisation de l'entreprisepublique. Autre conséquence de la réorganisation des activitésde tri de bpost, récemment annoncée: certainsbureaux de poste n'auront bientôt plus d'utilité.1. Pouvez-vous donner un aperçu des bureaux de postequi ont été vendus chaque année depuis 2006, en mentionnant:DO 2010201102943Vraag nr. 355 van de heer volksvertegenwoordiger BertMaertens van 05 april 2011 (N.) aan de ministervan Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven:Bpost. - De verkoop van postkantoren.Bpost is eigenaar van heel wat gebouwen, in eersteinstantie de vele postkantoren. De afgelopen jaren slootbpost verschillende postkantoren, onder meer als gevolgvan de herstructurering en modernisering van het overheidsbedrijf.Ook als gevolg van de recent aangekondigdereorganisatie van de sorteeractiviteiten van bpost zullenbepaalde postkantoren niet langer gebruikt worden.1. Kan u een overzicht geven van de verkochte postkantorenper jaar sinds 2006, met aanduiding van:a) la commune où se situe le bâtiment; a) de gemeente waar het gebouw gevestigd is;b) la superficie (m²) du bâtiment vendu, terrain compris; b) de oppervlakte (m²) van het verkochte gebouw, inclusiefgrond;c) le produit de la vente; c) de opbrengst van de verkoop;CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

158 QRVA 53 035d) la nouvelle affectation des immeubles vendus? d) de nieuwe bestemming van de verkochte panden?2. Quelle est la procédure suivie par bpost pour la ventede propriétés?3. La réorganisation des activités de tri prévoit le transfertpartiel des activités actuellement effectuées dans lesbureaux de poste locaux aux mail centers industriels ouaux mail centers. Plusieurs bureaux ne seront de ce faitplus occupés qu'en partie. À ce propos, j'aimerais poser lesquestions suivantes:a) Quelle sera la politique suivie par bpost en la matièreet que compte-t-elle faire des bureaux de poste (partiellement)inoccupés?b) A combien est estimé le produit/coût total de cette restructurationpour bpost en termes de patrimoine et d'infrastructure?c) Quels bureaux de poste seront mis en vente? Pourriezvousfournir un aperçu en indiquant la commune où sesitue le bureau de poste?d) Quels bureaux de poste recevront une nouvelle affectation/fonctionau sein de bpost? Pourriez-vous fournir unaperçu en indiquant la commune où se situe le bureau deposte ainsi que la nouvelle fonction du bâtiment?e) Quels bureaux de poste seront mis en location? Pourriez-vousfournir un aperçu en indiquant la commune où sesitue le bureau de poste?Réponse de la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques du 08 juillet 2011, à la questionn° 355 de monsieur le député Bert Maertens du 05 avril2011 (N.):La réponse à cette question a été transmise directement àl'honorable membre. Étant donné son caractère de puredocumentation, il n'y a pas lieu de l'insérer au Bulletin desQuestions et Réponses, mais elle peut être consultée auGreffe de la Chambre des représentants (service des Questionsparlementaires).2. Wat is de werkwijze/procedure die bpost volgt bij deverkoop van eigendommen?3. In het kader van de reorganisatie van de sorteeractiviteiten,zullen een deel van de activiteiten die nu nog in hetlokaal postkantoor gebeuren, overgeheveld worden naar deIMC (Industriële Mailcentra) of MC (Mailcentra). Hierdoorzullen verschillende postkantoren (gedeeltelijk) leegkomen te staan. Hierover heb ik nog de volgende vragen:a) Welk beleid zal bpost ter zake voeren en wat zal bpostaanvangen met de (gedeeltelijk) leegstaande postkantoren?b) Wat is de totale geraamde opbrengst/kost voor bpostdie de herstructurering op het vlak van patrimonium eninfrastructuur tot gevolg zal hebben?c) Welke postkantoren zullen verkocht worden? Graageen overzicht met aanduiding van de gemeente waar hetpostkantoor gevestigd is.d) Welke postkantoren zullen een nieuwe bestemming/functie krijgen binnen de werking van bpost? Graag eenoverzicht met aanduiding van de gemeente waar het postkantoorgevestigd is en met vermelding van de nieuwefunctie van het gebouw.e) Welke postkantoren zullen worden verhuurd? Graageen overzicht met aanduiding van de gemeente waar hetpostkantoor gevestigd is.Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 08 juli 2011, op de vraagnr. 355 van de heer volksvertegenwoordiger BertMaertens van 05 april 2011 (N.):Het antwoord op deze vraag is het geachte Kamerlidrechtstreeks toegestuurd. Gezien het louter documentairekarakter ervan wordt het niet in het Bulletin van Vragen enAntwoorden opgenomen maar ligt het ter inzage bij deGriffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers (dienstParlementaire Vragen).CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 159DO 2010201103102Question n° 365 de monsieur le député PhilippeBlanchart du 03 mai 2011 (Fr.) à la ministre de laFonction publique et des Entreprises publiques:L'avenir de bpost face à la libéralisation du secteur.Afin de protester, entre autres, contre le plan stratégique2011-2015 qui prévoit une "révision en profondeur" del'organisation logistique de bpost, les syndicats avaientappelé, en front commun, à une grève générale le11 février 2011. Cette évolution passera notamment par latransformation des cinq centres de tri actuels (Bruxelles,Charleroi, Liège, Anvers et Gand) en centres de courrierindustriels.D'après ce que j'ai pu lire dans la presse, plus de 550bureaux de distribution viendraient à disparaître d'ici 2015.Ceux-ci, à l'avenir, s'occuperaient uniquement de la distributionet plus du tri. Tout le travail serait donc réalisé aupréalable par les cinq centres de tri régionaux et les troisnationaux. Les facteurs sont donc relégués à de simplesdistributeurs.Si je ne partage pas cette méthode, je peux comprendreque cette entreprise doit faire face à une diminution decourrier d'ici 2015 suite à la libéralisation du secteur depuisle 1er janvier 2011. La libéralisation aura définitivement euraison de nos services publics avec en prime une augmentationdu coût pour nos concitoyens. Une telle restructurationde bpost touche directement la masse salariale.Même si la direction essaie de rassurer ses travailleurs enexpliquant qu'il n'y aura que des départs naturels, je restesceptique quant au maintien d'une rentabilité que je qualifierai"d'humaine". Je crains donc qu'à long terme, les travailleurssoient pressés comme des citrons afin demaintenir un rendement compétitif et cela au détriment deleurs conditions de travail.1. Pourriez-vous nous éclairer sur les intentions des dirigeantsde bpost?2. Pouvez-vous communiquer le plan stratégique de cetteentreprise jusqu'en 2015?3. Ne croyez-vous pas que ces mesures risquent de détériorerles conditions de travail des travailleurs de bpost?4. Ne craignez-vous pas une perte de qualité du servicerendu à la population?DO 2010201103102Vraag nr. 365 van de heer volksvertegenwoordigerPhilippe Blanchart van 03 mei 2011 (Fr.) aan deminister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven:Liberalisering van de postmarkt. - Toekomst van bpost.Uit protest tegen onder meer het strategische plan 2011-1015, dat voorziet in een ingrijpende hervorming van delogistieke organisatie van bpost, had het gemeenschappelijkvakbondsfront opgeroepen tot een algemene staking op11 februari 2011. Die evolutie van het bedrijf houdt ondermeer in dat de vijf bestaande sorteercentra (Brussel, Charleroi,Luik, Antwerpen en Gent) omgevormd worden totindustriële mailcentra.Volgens de persberichten zouden er tegen 2015 meer dan550 uitreikingskantoren verdwijnen. De uitreikingskantorenzouden zich in de toekomst uitsluitend toeleggen op dedistributie en zich niet langer bezighouden met de sorteringvan de poststukken. Al het werk zou vooraf gebeuren in devijf regionale en de drie nationale sorteercentra. De postbodewordt zo gedegradeerd tot een eenvoudige postbesteller.Hoewel ik die werkwijze niet goedkeur, kan ik begrijpendat het bedrijf het hoofd moet bieden aan de verwachtedaling van het postvolume tegen 2015 als gevolg van deliberalisering van de postmarkt, die sinds 1 januari 2011volledig vrijgemaakt is. Onze overheidsdiensten hebbenzich moeten aanpassen en zullen definitief moeten meegaanmet de liberalisering. Bovendien zijn de kosten voorde burgers gestegen. De herstructurering van bpost heeftrechtstreekse gevolgen voor de loonpost.Ook al tracht de directie het personeel gerust te stellendoor enkel natuurlijke afvloeiingen in het vooruitzicht testellen, toch heb ik zo mijn twijfels over de haalbaarheidvan het behoud van wat ik een "menselijke" rentabiliteitzou noemen. Ik vrees namelijk dat de werknemers op langetermijn als een citroen uitgeknepen zullen worden teneindehet rendement op een competitief peil te houden, wat tenkoste van de werkomstandigheden zal gaan.1. Kan u ons nadere toelichting verstrekken over de plannenvan de top van bpost?2. Kan u ons het strategisch plan van het bedrijf voor deperiode tot 2015 overleggen?3. Vreest u niet dat de werkomstandigheden van het personeelvan bpost als gevolg van die maatregelen zullenverslechteren?4. Zal de kwaliteit van de dienstverlening aan de bevolkingdaar niet onder lijden?CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

160 QRVA 53 035Réponse de la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques du 08 juillet 2011, à la questionn° 365 de monsieur le député Philippe Blanchart du03 mai 2011 (Fr.):1. Bpost m'indique que des prévisions "prudentes" fontétat d'une baisse du volume de courrier adressé de l'ordrede 20% d'ici 2015 et d'une augmentation des coûts de 200millions d'euros de l'entreprise. Si bpost devait décider dene prendre aucune mesure face à ces deux phénomènes, lesrésultats de l'entreprise pourraient connaitre un impactnégatif de 600 millions d'euros.Cette baisse du volume de courrier s'explique non seulementpar la concurrence d'autres opérateurs mais surtoutpar la progression inéluctable de la concurrence électronique(email, sms, factures électroniques, etc.).2. Le plan "Vision 2020" de bpost s'inscrit dans le cadredu plan stratégique 2011-2015 de bpost, adopté par leConseil d'administration. Il s'agit d'un projet qui vise àadapter l'organisation de bpost le plus efficacement possibleaux variations de volumes et de diminuer les coûts engénérant des économies d'échelle au niveau de l'infrastructureet en réduisant l'emploi sans pour autant affecter laqualité du service. Bpost entend ainsi garantir sa stabilitéfinancière et respecter ses engagements par rapport au ServiceUniversel et du Contrat de gestion.La diminution de l'emploi se fera sans licenciements secset sur base de départs naturels. Bpost prévoit par ailleursdes mesures d'accompagnement de ses collaborateurs quiverront leurs tâches modifiées ou adaptées.Le projet s'inscrit dans la continuité des changementsopérés ces dernières années. Il est la suite logique de l'évolutiontechnologique qui fait que le tri local, c'est-à-direcelui réalisé jusqu'à présent dans les bureaux distributeurs,sera toujours plus automatisé et centralisé dans les centresde tri.3. Les modalités de mise en pratique du nouveau planstratégique ainsi, qu'entre autre, de l'amélioration de larémunération des agents auxiliaires étaient objet d'une procèdurede concertation et de négociation. La direction debpost s'est engagée à porter une attention particulière auxaspects humains du nouveau plan stratégique. Concrètement,par exemple, la charge de travail du nouveau modèlede distribution de la division Mail fera l'objet d'un examenapprofondi afin d'en vérifier la faisabilitéAntwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 08 juli 2011, op de vraagnr. 365 van de heer volksvertegenwoordiger PhilippeBlanchart van 03 mei 2011 (Fr.):1. Bpost deelt mij mee dat "voorzichtige" voorspellingenwijzen op een daling van het volume geadresseerde zendingenmet zo'n 20% tegen 2015 en op een stijging van dekosten van het bedrijf met 200 miljoen. Als bpost zoubeslissen om daartegen geen maatregelen te nemen, zoudende resultaten van het bedrijf een negatieve impact van600 miljoen euro kunnen vertonen.Die volumedaling is niet alleen het gevolg van de concurrentiedoor andere operatoren maar vooral te wijten aande onvermijdelijke opmars van de elektronische concurrentie(e-mail, sms, elektronische facturen enzovoort).2. Het plan "Visie 2020" van bpost sluit aan bij het strategischplan 2011-2015 van bpost, dat door de Raad vanBestuur werd goedgekeurd. Het is een project om de organisatievan bpost zo efficiënt mogelijk aan te passen aan devolumeschommelingen en om de kosten te drukken viaschaalvergroting op het vlak van de infrastructuur en doorde tewerkstelling af te bouwen zonder aan de kwaliteit vande dienst te raken. Op die manier wil bpost financieel stabielblijven en zijn verplichtingen inzake de algemenedienstverlening en het beheerscontract nakomen.De tewerkstelling zal worden afgebouwd zonder naakteontslagen en op basis van het natuurlijke verloop. Bovendienzal bpost maatregelen nemen om de medewerkers dieandere of aangepaste taken krijgen, te begeleiden.Het project ligt in de lijn van de veranderingen van delaatste jaren. Het is het logische gevolg van de technologischeevolutie die ertoe leidt dat de plaatselijke sortering,die tot nu toe in de uitreikingskantoren gebeurde, steedsmeer zal worden geautomatiseerd in de sorteercentra.3. De praktische uitvoeringsmodaliteiten van het nieuwestrategische plan met onder andere de verbetering van deverloning van de hulppostmannen waren voorwerp vanoverleg en onderhandeling met de vakorganisaties. Dedirectie van bpost heeft er zich toe verbonden om bijzondereaandacht te schenken aan de menselijke aspecten vanhet nieuwe strategische plan. Concreet betekent dat bijvoorbeelddat de werklast van het nieuwe uitreikingsmodelbij de divisie Mail grondig zal worden bestudeerd om dehaalbaarheid ervan te controleren.4. Vision 2020 n'affecte pas la qualité du service postal. 4. Dit plan ("Visie 2020") zal de kwaliteit van de postdienstverleningniet in het gedrang brengen.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 161DO 2010201103214Question n° 370 de monsieur le député Bert Maertensdu 10 mai 2011 (N.) à la ministre de la Fonctionpublique et des Entreprises publiques:Bpost. - Le plan de personnel.On peut lire dans le quotidien De Standaard du 6 mai2011 que, dans quelques années, bpost comptera 7.603 facteursde moins par rapport à aujourd'hui. Par contre, un peumoins de 1.500 emplois supplémentaires seront créés dansles centres de tri.1. Selon le plan de réorganisation de bpost, quel est lenombre d'équivalents temps plein (ETP) appelés à disparaîtrepar groupe de fonctions (par exemple facteurs,trieurs, chauffeurs) au cours des prochaines années (d'ici à2017)? Pourriez-vous me fournir un aperçu par année etpar province?2. Selon ce même plan, quel est le nombre d'ETP quidevraient être créés par groupe de fonctions dans les prochainesannées (d'ici à 2017)? Pourriez-vous me fournir unaperçu par année et par province?3. a) Comment l'entreprise postale se propose-t-elled'atteindre l'objectif prévu en matière d'effectifs?DO 2010201103214Vraag nr. 370 van de heer volksvertegenwoordiger BertMaertens van 10 mei 2011 (N.) aan de ministervan Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven:Bpost. - Het personeelsplan.In De Standaard van 6 mei 2011 staat dat bpost overenkele jaren 7.603 postbodes minder zal tellen dan vandaag.Er komen wel een kleine 1.500 jobs bij in de sorteercentra.1. Wat is het aantal voltijds equivalenten (VTE) per functiegroep(bijvoorbeeld postbodes, sorteerders, chauffeurs)dat volgens de plannen van bpost de volgende jaren (tot2017) zal verdwijnen? Graag een overzicht per jaar en perprovincie waar de werknemer aan de slag is.2. Wat is het aantal VTE per functiegroep dat er volgensde plannen van bpost de volgende jaren (tot 2017) bijkomt?Graag een overzicht per jaar en per provincie.3. a) Op welke manier zal bpost tot de vooropgesteldepersoneelsaantallen komen?b) Quelle sera la politique menée en la matière? b) Welk beleid zal het bedrijf ter zake voeren?Réponse de la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques du 08 juillet 2011, à la questionn° 370 de monsieur le député Bert Maertens du 10 mai2011 (N.):1. et 2. Ci-dessous l'impact global de l'exécution du planstratégique 'Vision 2020' sur l'emploi, par fonction et parrégion postale en ETP (équivalents temps plein). Un planningannuel détaillé ou comprenant le détail des départs etengagements n'est pas disponible. En raison de différentescirconstances, les chiffres peuvent être sujets à changement.Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 08 juli 2011, op de vraagnr. 370 van de heer volksvertegenwoordiger BertMaertens van 10 mei 2011 (N.):1. en 2. Hieronder de globale impact van de uitvoeringvan het strategisch plan 'Visie 2020' op de tewerkstelling,opgesplitst per functie en per postregio in VTE (voltijdseequivalenten). Een gedetailleerde planning per jaar of metonderscheid tussen afvloeiing en aanwerving is nietbeschikbaar. De cijfers kunnen nog onderhevig zijn aanveranderingen, ingevolge gewijzigde omstandigheden.Dis—UitrTri—SortTrans—TransTot—Tot2010 18 194 2 431 868 21 4932017 10 592 3 859 721 15 172CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

162 QRVA 53 035AL—BBr—HN—LL—FOO—AL BBr HN LL OWV2010 Dis — Uitr 4 163 4 005 3 164 2 498 4 365Tri — Sort 576 679 387 343 446Trans — Trans 200 187 168 132 181Tot — Tot 4 939 4 871 3 719 2 973 4 9922017 Dis — Uitr 2 428 2 139 2 025 1 598 2 402Tri — Sort 640 1 443 629 344 803Trans — Trans 182 152 153 99 135Tot — Tot 3 250 3 734 2 807 2 041 3 340Dis = distributionTri = triTrans = transportAL = Anvers - LimbourgBBr = Bruxelles - Brabant Flamand WallonHN = Hainaut - NamurLL = Liège - LuxembourgFOO = Flandre Orientale Occidentale3. a) et b) Le plan stratégique sera implémenté en concertationet négociation permanente avec les syndicats. bposts'est engagée à réaliser les objectifs du plan par l'attritionnaturelle, sans licenciements secs. En outre, l'entreprise aégalement décidé de partager le volume du travail disponibleen recourant au maximum aux services à temps plein.Uitr = uitreikingSort = sorteringTrans = transportAL = Antwerpen - LimburgBBr = Brussel - Vlaams en Waals BrabantHN = Henegouwen - NamenLL = Luik - LuxemburgOWV = Oost- en West-Vlaanderen3. a) en b) Het strategisch plan zal in permanent overlegen onderhandeling met de vakbonden worden uitgevoerd.bpost heeft zich geëngageerd om de doelstellingen van hetplan te realiseren via natuurlijke afvloeiingen en niet overte gaan tot naakte ontslagen. Daarnaast werd er ook voorgekozen om het beschikbare volume aan werk maximaal inte vullen met voltijdse jobs.DO 2010201103218Question n° 371 de monsieur le député Ben Weyts du11 mai 2011 (N.) à la ministre de la Fonctionpublique et des Entreprises publiques:Belgacom. - Application de la législation linguistique. -Les six communes de la périphérie bruxelloise. - Régionde langue néerlandaise et région de langue française.J'aimerais obtenir des informations supplémentaires surla langue utilisée sur les factures adressées aux citoyenspar Belgacom pour les années de référence 2008, 2009 et2010. Conformément à la loi du 21 mars 1991 relative à laréforme de certaines entreprises publiques économiques,Belgacom est en effet tenue au respect des lois relatives àl'emploi des langues en matière administrative.DO 2010201103218Vraag nr. 371 van de heer volksvertegenwoordiger BenWeyts van 11 mei 2011 (N.) aan de minister vanAmbtenarenzaken en Overheidsbedrijven:Belgacom. - Toepassing van de taalwetgeving. - De zesrandgemeenten rond Brussel. - Het Nederlands en Franstaalgebied.Graag verkreeg ik wat meer informatie over de taal vande facturatie aan burgers door Belgacom voor de referentiejaren2008, 2009 en 2010. Belgacom is immers overeenkomstigde wet van 21 maart 1991 betreffende dehervorming van sommige economische overheidsbedrijvenonderhevig aan de wetten op het gebruik van de talen inbestuurszaken.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 1631. a) Combien de personnes domiciliées dans l'une dessix communes (Drogenbos, Kraainem, Linkebeek, Rhode-Saint-Genèse, Wemmel et Wezembeek-Oppem) visées àl'article 7 des lois relatives à l'emploi des langues en matièreadministrative (du 18 juillet 1966) reçoivent-elles respectivementleurs factures en français et en néerlandais?b) Pouvez-vous répartir ces chiffres par commune et paran?2. a) Combien de personnes domiciliées en région de languenéerlandaise reçoivent-elles, dans chaque province etlors de chaque année considérée, leurs factures en français?b) Quel pourcentage du nombre total de personnesconcernées ce groupe représente-t-il dans chaque province?3. a) Combien de personnes domiciliées en région de languefrançaise reçoivent-elles, dans chaque province et lorsde chaque année considérée, leurs factures en néerlandais?b) Quel pourcentage du nombre total de personnesconcernées ce groupe représente-t-il dans chaque province?4. a) Sur la base de quelles données décide-t-on de communiqueren français ou en néerlandais?1. a) Hoeveel personen met domicilie in een van de zesrandgemeenten (Drogenbos, Kraainem, Linkebeek, Sint-Genesius-Rode, Wemmel en Wezembeek-Oppem), bedoeldin artikel 7 van de wetten op het gebruik van de talenin bestuurszaken (van 18 juli 1966), krijgen hun facturen inenerzijds het Frans en anderzijds in het Nederlands?b) Graag een uitsplitsing per gemeente en per jaar.2. a) Hoeveel personen krijgen in het Nederlands taalgebiedhun facturen in het Frans, uitgesplitst per provincie enper jaar?b) Wat betekent dat dan procentueel ten aanzien van hettotaal aantal geadresseerden per provincie?3. a) Hoeveel personen krijgen in het Frans taalgebiedhun facturen in het Nederlands, uitgesplitst per provincieen per jaar?b) Hoeveel bedraagt dat procentueel ten aanzien van hettotaal aantal geadresseerden per provincie?4. a) Op basis van welke gegevens wordt beslist te communicerenin respectievelijk het Frans of het Nederlands?b) Comment cette procédure se déroule-t-elle? b) Hoe verloopt deze procedure?5. a) Si une personne souhaite que l'on s'adresse à elledans une autre langue, doit-elle réitérer cette demande àchaque nouveau contact?b) Si ce n'est pas le cas, comment l'appartenance linguistiquede cette personne est-elle enregistrée?Réponse de la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques du 05 juillet 2011, à la questionn° 371 de monsieur le député Ben Weyts du 11 mai 2011(N.):1. Les chiffres en nombres absolus relèvent du secretd'affaires. Seuls des pourcentages peuvent être fournis.Les chiffres présentent la situation actuelle au niveau desclients résidentiels (mai 2011). Des données historiques nesont pas disponibles.5. a) Indien de betrokkene een andere taal wenst te hanteren,moet deze dan bij elk contact de vraag tot gebruik vandeze andere taal herhalen?b) Zo neen, op welke wijze wordt de taalaanhorigheiddan bijgehouden?Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 05 juli 2011, op de vraagnr. 371 van de heer volksvertegenwoordiger Ben Weytsvan 11 mei 2011 (N.):1. De getallen in absolute cijfers vallen onder het zakengeheim.Er mogen enkel percentages worden gegeven.De cijfers geven de huidige toestand bij de residentiëleklanten weer (mei 2011). Er is geen historiek van de gegevensbeschikbaar.FR NL DE ENDrogenbos 76,30 % 23,60 % 0,00 % 0,10 %Linkebeek 78,40 % 21,40 % 0,20 % 0,00 %Rhode-Saint-Genèse / Sint-Genesius-Rode 68,20 % 31,10 % 0,30 % 0,40 %Wemmel 58,30 % 41,60 % 0,10 % 0,00 %Kraainem 78,40 % 19,10 % 0,80 % 1,80 %Wezembeek-Oppem 73,80 % 23,20 % 1,60 % 1,40 %70,30 % 28,40 % 0,60 % 0,70 %CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

164 QRVA 53 0352. et 3. NB: Les chiffres pour le Brabant flamand ne comprennentpas les six communes à facilité mentionnées à laquestion 1.2. en 3. NB: Bij de cijfers voor Vlaams-Brabant zijn de invraag 1 vermelde zes faciliteitengemeenten niet inbegrepen.FR NL DE ENBrabant flamand / Vlaams Brabant 14,40 % 85,20 % 0,10 % 0,30 %Anvers / Antwerpen 0,80 % 98,90 % 0,00 % 0,20 %Limbourg / Limburg 0,90 % 99,10 % 0,00 % 0,00 %Flandre occidentale / West-Vlaanderen 2,60 % 97,30 % 0,10 % 0,10 %Flandre orientale / Oost-Vlaanderen 1,50 % 98,40 % 0,00 % 0,10 %Brabant wallon / Waals Brabant 98,40 % 1,30 % 0,10 % 0,30 %Liège / Luik 91,90 % 0,60 % 7,50 % 0,00 %Namur / Namen 99,50 % 0,50 % 0,00 % 0,00 %Hainaut / Henegouwen 98,90 % 0,70 % 0,10 % 0,40 %Luxembourg / Luxemburg 98,60 % 1,30 % 0,10 % 0,10 %4. et 5. En tant que service central, Belgacom est tenued'utiliser celle des trois langues nationales dont le particuliera fait usage.Le choix de la langue de facturation est effectué par leclient au moment de la souscription du service.Ce choix reste valable sauf demande contraire du client.Le client peut changer la langue de facturation sur simpledemande auprès de Belgacom (appel téléphonique,demande écrite ou visite dans un point de vente).4. en 5. Als centrale dienst is Belgacom verplicht van dedrie landstalen die te gebruiken waarin de particulier zichheeft uitgedrukt.De klant kiest de taal van zijn factuur op het ogenblik dathij intekent op de dienst.Deze keuze blijft geldig, tenzij anders gevraagd door deklant. De klant kan de taal van de facturatie wijzigen opeenvoudige aanvraag bij Belgacom (telefonisch of schriftelijk,of in een verkooppunt).DO 2010201103219Question n° 372 de monsieur le député Ben Weyts du11 mai 2011 (N.) à la ministre de la Fonctionpublique et des Entreprises publiques:Belgacom. - Application de la législation linguistique. -Communes de la Région bilingue de Bruxelles-Capitale.J'aimerais obtenir des informations supplémentaires surla langue utilisée sur les factures adressées aux citoyenspar Belgacom pour les années de référence 2008, 2009 et2010. Conformément à la loi du 21 mars 1991 relative à laréforme de certaines entreprises publiques économiques,Belgacom est en effet tenue au respect des lois relatives àl'emploi des langues en matière administrative.1. a) Combien de personnes domiciliées dans l'une descommunes de la Région bilingue de Bruxelles-Capitalereçoivent-elles respectivement leurs factures rédigées enfrançais et en néerlandais?DO 2010201103219Vraag nr. 372 van de heer volksvertegenwoordiger BenWeyts van 11 mei 2011 (N.) aan de minister vanAmbtenarenzaken en Overheidsbedrijven:Belgacom. - Toepassing van de taalwetgeving. - Gemeentenbehorend tot het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad.Graag verkreeg ik wat meer informatie over de taal vande facturatie aan burgers door Belgacom voor de referentiejaren2008, 2009 en 2010. Belgacom is immers overeenkomstigde wet van 21 maart 1991 betreffende dehervorming van sommige economische overheidsbedrijvenonderhevig aan de wetten op het gebruik van de talen inbestuurszaken.1. a) Hoeveel personen met domicilie in een van degemeenten behorend tot het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad krijgen hun facturen in enerzijds het Frans enanderzijds het Nederlands?CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 165b) Pouvez-vous répartir ces chiffres par commune et paran?2. a) Sur la base de quelles données décide-t-on de communiqueren français ou en néerlandais?b) Graag een uitsplitsing per gemeente en per jaar.2. a) Op basis van welke gegevens wordt beslist te communicerenin respectievelijk het Frans of het Nederlands?b) Comment cette procédure se déroule-t-elle? b) Hoe verloopt deze procedure?3. a) Si une personne souhaite que l'on s'adresse à elledans une autre langue, doit-elle réitérer cette demande àchaque nouveau contact?b) Si ce n'est pas le cas, comment l'appartenance linguistiquede cette personne est-elle enregistrée?Réponse de la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques du 05 juillet 2011, à la questionn° 372 de monsieur le député Ben Weyts du 11 mai 2011(N.):1. Les chiffres en nombres absolus relèvent du secretd'affaires. Seuls des pourcentages peuvent être fournis.Les chiffres présentent la situation actuelle au niveau desclients résidentiels (mai 2011). Des données historiques nesont pas disponibles.3. a) Indien de betrokkene een andere taal wenst te hanteren,moet deze dan bij elk contact de vraag tot gebruik vandeze andere taal herhalen?b) Zo neen, op welke wijze wordt de taalaanhorigheiddan bijgehouden?Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 05 juli 2011, op de vraagnr. 372 van de heer volksvertegenwoordiger Ben Weytsvan 11 mei 2011 (N.):1. De getallen in absolute cijfers vallen onder het zakengeheim.Er mogen enkel percentages worden gegeven.De cijfers geven de huidige toestand bij de residentiëleklanten weer (mei 2011). Er is geen historiek van de gegevensbeschikbaar.FR NL D ENGBRUXELLES-VILLE 85,10 % 12 % 0,70 % 2,10 % BRUSSEL-STADSCHAERBEEK 92,40 % 6,40 % 0,50 % 0,80 % SCHAARBEEKETTERBEEK 90,90 % 4,80 % 1,20 % 3,10 % ETTERBEEKIXELLES 91 % 5,60 % 0,90 % 2,50 % ELSENESAINT-GILLES 92,50 % 5,10 % 0,60 % 1,70 % SINT-GILLISANDERLECHT 91,60 % 8,20 % 0,00 % 0,20 % ANDERLECHTMOLENBEEK-SAINT-JEAN 90,80 % 8,90 % 0,10 % 0,30 % SINT-JANS-MOLENBEEKKOEKELBERG 90,20 % 9,50 % 0,00 % 0,30 % KOEKELBERGBERCHEM-SAINTE-AGATHE 87,70 % 12,20 % 0,00 % 0,10 % SINT-AGATHA-BERCHEMGANSHOREN 89,80 % 9,90 % 0,10 % 0,20 % GANSHORENJETTE 90,10 % 9,70 % 0,00 % 0,20 % JETTEEVERE 90,80 % 7,80 % 0,10 % 1,30 % EVEREWOLUWE-SAINT-PIERRE 89,60 % 6,10 % 0,90 % 3,30 % SINT-PIETERS-WOLUWEAUDERGHEM 92,20 % 4,80 % 0,40 % 2,50 % OUDERGEMWATERMAEL-BOITSFORT 94,90 % 3,90 % 0,30 % 0,90 % WATERMAAL-BOSVOORDEUCCLE 95,40 % 3,40 % 0,30 % 0,80 % UKKELFOREST 96,30 % 3,20 % 0,20 % 0,30 % VORSTWOLUWE-SAINT-LAMBERT 91,50 % 4,80 % 0,60 % 3,10 % WOLUWE-SAINT-LAMBERTSAINT-JOSSE-TEN-NOODE 88,40 % 9,60 % 0,40 % 1,70 % SINT-JOOST-TEN-NODETOTAL 91,10 % 7 % 0,50 % 1,50 % TOTAALCHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

166 QRVA 53 0352. Le choix de la langue de facturation est effectué par leclient au moment de la souscription du service.Ce choix reste valable sauf demande contraire du client.Le client peut changer la langue de facturation sur simpledemande auprès de Belgacom (appel téléphonique,demande écrite ou visite dans un point de vente).2. De klant kiest de taal van zijn factuur op het ogenblikdat hij intekent op de dienst.Deze keuze blijft geldig, tenzij anders gevraagd door deklant. De klant kan de taal van de facturatie wijzigen opeenvoudige aanvraag bij Belgacom (telefonisch of schriftelijk,of in een verkooppunt).DO 2010201103427Question n° 387 de monsieur le député Eric Jadot du25 mai 2011 (Fr.) à la ministre de la Fonctionpublique et des Entreprises publiques:Bpost. - La fermeture annoncée des bureausx de poste deSaint-Séverin, Saint-Gilles et Cour des Palais surl'agglomération liégeoise. (QO 4186)La fermeture des bureaux de poste de Saint-Séverin,Saint-Gilles et de Cour des Palais sur l'agglomération liégeoisea été annoncée en 2007, puis postposée à plusieursreprises dans l'attente de l'ouverture de PointsPoste situés àproximité et de la modernisation du bureau de poste deLiège-Perron. Pour toute réponse à la motion communalevotée par l'ensemble des membres du conseil communal deLiège, l'administrateur délégué de bpost jugeant que lesquartiers concernés disposaient d'une proximité suffisanteavec un PointPoste ou un bureau postal, confirme la fermetureau 28 mars 2011.Cette décision est apprise dans la consternation générale.La population trinque et la mission de service public s'évaporeune fois de plus. À Liège, cette décision est à la based'un mouvement de mobilisation intense des habitants duquartier Sainte-Marguerite.Le rapport de 2006 du service de médiation de La Postesoulignait que les fermetures de bureaux mécontentaient lapopulation. On peut également s'inquiéter sur le devenir dupersonnel travaillant au sein de ces bureaux de proximité.Pour ce qui est des PointsPoste, je constate que sur l'agglomérationliégeoise et en dépit du discours officiel de bpost,ceux-ci ne sont pas forcément situés à des endroits accessibles.À ce titre, le quartier Sainte-Marguerite est assezemblématique, au sein de cette zone urbaine ce sont biendes usagers fragilisés qui se voient retirer un service deproximité de qualité.Le contrat de gestion derrière lequel se réfugie bpost stipuleque: "La poste procédera à la modernisation progressivede son réseau de points de service postal enpoursuivant un double objectif: augmenter la satisfactiondu client et atteindre un équilibre financier."DO 2010201103427Vraag nr. 387 van de heer volksvertegenwoordiger EricJadot van 25 mei 2011 (Fr.) aan de minister vanAmbtenarenzaken en Overheidsbedrijven:bpost. - Aangekondigde sluiting van de postkantoren Saint-Séverin, Saint-Gilles en Cour des Palais in de Luikseagglomeratie. (MV 4186)In 2007 werd aangekondigd dat de postkantoren Saint-Séverin, Saint-Gilles en Cour des Palais in de Luikseagglomeratie gesloten zouden worden, maar die sluitingenwerden naderhand meermaals uitgesteld in afwachting dater in de buurt van die kantoren PostPunten geopend werdenen de moderniseringswerken aan het postkantoor Perronbeëindigd werden. Naar aanleiding van een door devoltallige gemeenteraad van Luik aangenomen gemeentelijkemotie over die sluitingen, bevestigde de CEO vanbpost zonder meer dat die kantoren op 28 maart 2011dichtgaan; naar zijn oordeel zijn de betrokken wijken voldoendedicht bij een PostPunt of postkantoor gelegen.Op die beslissing werd met verbijstering gereageerd. Debevolking is in dezen het kind van de rekening en de openbaredienstopdrachtvan bpost wordt eens te meer uitgehold.In Luik komen de bewoners van de wijk Sainte-Marguerite tegen die beslissing in 't geweer.In het jaarverslag 2006 van de Ombudsdienst voor depostsector werd benadrukt dat het sluiten van kantorenzorgt voor wrevel bij de bevolking. Ook de toekomst vanhet personeel dat in dergelijke wijkpostkantoren werkt,baart zorgen. Ik stel voorts vast dat de PostPunten in deLuikse agglomeratie zich niet altijd op toegankelijke plaatsenbevinden, het officiële discours van bpost ten spijt. Dewijk Sainte-Marguerite is daarvan een duidelijk voorbeeld:tal van zwakkere bevolkingsgroepen in deze stadswijk verliezeneen kwaliteitsvolle dienstverlening in hun buurt.De beheersovereenkomst waar bpost zich achter verschuilt,stipuleert: "De Post zal haar netwerk van postaleservicepunten geleidelijk aan moderniseren met als dubbeledoelstelling het verhogen van de klantentevredenheiden het bereiken van een financieel evenwicht."CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 1671. a) Quelle est l'analyse de votre département concernantla fermeture des trois bureaux de poste précités?1. a) Wat vindt uw departement van de sluiting van dedrie voornoemde postkantoren?b) Que va devenir le personnel de ces bureaux? b) Wat zal er met het personeel van die kantoren gebeuren?c) Sera-t-il réaffecté et dans l'affirmative, où? c) Zullen ze een andere job krijgen en, zo ja, waar?d) Des pertes d'emplois sont-elles prévues? d) Zullen er banen sneuvelen?2. Concernant la fermeture des bureaux précités, l'administrationse réfère au projet de La Poste de 2005 de transformationde son réseau de points de vente dans le cadre ducontrat de gestion. Depuis les événements de Louvain-La-Neuve, je ne cesse d'en prendre acte notamment de l'aspectde maintien d'un bureau par commune fusionnée.a) S'agissant de communes de la taille de celle de Liège,quelle est la pertinence de ce cadre?b) La décision de fermeture ne va-t-elle pas à rencontred'un maillage territorial satisfaisant de l'agglomération parbpost?c) L'ensemble des spécificités sociologiques et mobilitairesont-elles été prises en compte?2. Uw departement verwijst voor de sluiting van de voornoemdepostkantoren naar het plan van De Post van 2005met betrekking tot de herstructurering van haar retailnet inhet kader van de beheersovereenkomst. Na wat er in Louvain-la-Neuveis voorgevallen, blijf ik dat dossier voortdurendvolgen, vooral met betrekking tot het voorbestaan vaneen postkantoor per fusiegemeente.a) Hoe relevant zijn de in de beheersovereenkomst vastgelegdecriteria voor grote gemeenten zoals Luik?b) Staat de beslissing om die kantoren te sluiten niethaaks op het streven van bpost om in de agglomeratie eenadequaat retailnet uit te bouwen?c) Werd er rekening gehouden met de sociologischeeigenheid van de wijk en met de specifieke mobiliteitsmoeilijkheden?d) Si oui, selon quelle approche? d) Zo ja, welke benadering werd er daarbij gevolgd?3. Plusieurs articles du contrat de gestion stipulent lanotion de satisfaction du client.a) Cet objectif a-t-il été correctement pris en comptes'agissant de l'agglomération liégeoise?b) Envisagez-vous d'approfondir ces critères d'évaluationà l'aide de nouveaux indicateurs?c) Quelle réponse souhaitez-vous apporter aux associationset habitants actuellement mobilisés?4. Envisagez-vous de revenir sur la décision de fermeturedesdits bureaux?Réponse de la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques du 08 juillet 2011, à la questionn° 387 de monsieur le député Eric Jadot du 25 mai 2011(Fr.):1. En 2005, le réseau de points de vente de bpost étaitconstitué essentiellement de bureaux de poste. Ce réseau,non seulement n'était plus adapté aux besoins et comportementsdes clients de bpost, mais il présentait aussi unesituation structurellement déficitaire, susceptible de compromettrela viabilité de l'entreprise.3. Het begrip klantentevredenheid wordt in diverse artikelenvan de beheersovereenkomst gedefinieerd.a) Werd die doelstelling naar behoren in aanmerkinggenomen wat de Luikse agglomeratie betreft?b) Zult u die evaluatiecriteria verder verfijnen aan dehand van nieuwe indicatoren?c) Welk antwoord kunt u bieden aan de bewoners en verenigingendie tegen die beslissing in 't geweer zijn gekomen?4. Overweegt u de beslissing om die kantoren te sluiten,terug te draaien?Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 08 juli 2011, op de vraagnr. 387 van de heer volksvertegenwoordiger Eric Jadotvan 25 mei 2011 (Fr.):1. In 2005 bestond het netwerk van verkooppunten vanbpost hoofdzakelijk uit postkantoren. Dat netwerk was nietmeer aangepast aan de behoeften en het gedrag van deklanten van bpost. Bovendien was het ook structureel verlieslatend,waardoor de toekomst van het bedrijf in hetgedrang kon komen.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

168 QRVA 53 035Bpost a donc procédé à une profonde transformation deson réseau de points de vente. Celle-ci s'est faite dans lecadre du Contrat de gestion conclu avec l'État fédéral et quiprévoit notamment le maintien d'au moins un bureau deposte par commune fusionnée et un minimum de 1.300points de service postal (c'est-à-dire des bureaux de posteet des points poste) sur l'ensemble du territoire.Concrètement, cette transformation s'est traduite par lafermeture de bureaux de poste et l'ouverture de PointsPoste. Aujourd'hui, bpost est arrivée au terme de ce processusde transformation. La quasi-totalité des bureaux dont lafermeture a été annoncée il y a quelques années déjà ontété fermés et de nombreux Points Poste ont été ouverts. Enmai 2011, le réseau de points de vente de bpost était constituéde 685 bureaux de poste et 715 Points Poste, soit 1.400points de service postal. C'est 100 de plus que ce que prévoitle Contrat de gestion. Je signale aussi que le nombretotal d'heures d'ouvertures des points de service postal aainsi été augmenté de plus de 40%.La réorganisation n'a pas entrainé de perte d'emploi àLiège. Le personnel des bureaux concerné a été réaffectédans d'autres bureaux de la région, parmi lesquels LiègePerron et le nouveau bureau du boulevard d'Avroy.2. S'il est vrai que l'actuel Contrat de Gestion offrel'opportunité de maintenir un bureau de poste par communefusionnée, il est évident que pour une communecomme Liège, bpost envisage de maintenir plusieursbureaux. Le nombre a été déterminé en tenant compte à lafois de critères locaux (nombre d'habitants, contacts réalisésdans les points de vente (en nombre et type), opportunitésde regroupement et de modernisation des services debpost) et de la nécessité d'améliorer la rentabilité du réseaude point de vente.Bpost a estimé qu'un réseau constitué de huit bureaux deposte, dont plusieurs ont fait l'objet d'importants travaux demodernisation, et d'environ 30 Points Poste suffisait à Liègepour répondre aux besoins des clients. Pour rappel, lesPoints Poste offrent des produits postaux qui constituentenviron 90% des activités d'un bureau de poste. Dans unPoint Poste, hormis la possibilité d'effectuer des versementspour le paiement de factures inférieures à 300 euroset, pour les clients de la Banque de La Poste de déposer desbulletins de virements, seules les services et produits debancassurance ne sont pas disponibles.Bpost hervormde dus grondig zijn netwerk van verkooppunten.Dat gebeurde in het kader van het beheerscontractdat afgesloten werd met de federale overheid en dat ondermeervoorziet in het behoud van minstens één postkantoorper fusiegemeente en minstens 1.300 postale servicepunten(postkantoren en PostPunten samen) in heel België.Concreet ging die omvorming gepaard met de sluitingvan postkantoren en de opening van PostPunten. Bpost isnu aan het einde gekomen van dat omvormingsproces.Quasi alle postkantoren waarvan de sluiting al een aantaljaren geleden werd aangekondigd, zijn dicht en er gingental van PostPunten open. In mei 2011 bestond het netwerkvan verkooppunten van bpost uit 685 postkantoren en 715PostPunten, goed voor 1.400 postale servicepunten. Datzijn er 100 meer dan voorzien in het beheerscontract. Ikbenadruk eveneens dat het totaal aantal openingsuren vande postale servicepunten met meer dan 40% gestegen is.Door deze reorganisatie gingen in Luik geen banen verloren.Het personeel van de betrokken kantoren werd gereaffecteerdin andere kantoren in de regio, waaronder LiègePerron en het nieuwe kantoor aan de boulevard d'Avroy.2. Het is inderdaad zo dat het huidige beheerscontract demogelijkheid biedt om één postkantoor te behouden in elkefusiegemeente, maar het ligt voor de hand dat in eengemeente als Luik bpost meerdere kantoren wil behouden.Het aantal werd bepaald, rekening houdend met de lokalecriteria (aantal inwoners, contacten in de verkooppunten(aantal en soort), opportuniteiten om de diensten van bpostte groeperen en te moderniseren) en de noodzaak om hetnetwerk verkooppunten rendabeler te maken.Bpost gaat er van uit dat een netwerk van acht postkantoren,waarvan er in verschillende grote moderniseringswerkenwerden uitgevoerd, en ongeveer 30 PostPunten,voldoet in Luik om aan de behoeften van de klanten te voldoen.Ter herinnering: de PostPunten bieden postproductenaan die ongeveer 90% van de activiteiten in een postkantoorvertegenwoordigen. In een PostPunt zijn enkel debankverzekeringsproducten en -diensten niet voorhanden.Je kan er wel bedragen tot 300 euro storten en de klantenvan Bank van De Post kunnen er overschrijvingsformulierenindienen.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 1693. a) et b) La satisfaction des clients, particuliers et professionnelsconfondus, pour les bureaux de poste, s'élevaità 85% pour l'année 2010 (scores 5-6-7 sur une échelle de7). C'est 4% de mieux qu'en 2009 (81%). La satisfaction dela clientèle à l'égard de l'ensemble des services de bposts'élevait quant à elle à 82% (statu quo par rapport à 2009).3. c) et 4. La fermeture du bureau de poste de Saint Séverina été annoncée en 2007 et a été postposée à diversesreprises dans l'attente de l'ouverture d'un ou plusieursPoints Poste à proximité. Compte tenu de l'existence dePoints Poste et bureaux de poste situés à une distance raisonnablede ce quartier, et compte tenu du fait que lebureau de poste de Liège Perron, situé à proximité, est toutà fait modernisé depuis la mi-mars, bpost a décidé de fermerle bureau de poste de Saint-Séverin le 28 mars 2011.Cette décision de bpost respecte les termes du Contrat degestion.3. a) en b) De tevredenheid over de postkantoren van departiculiere en professionele klanten samen bedroeg voor2010 85% (scores 5-6-7 op een schaal van 7). Dat is 4%meer dan in 2009 (81%). De tevredenheid van de klantenover alle diensten van bpost samen bedroeg 82% (statusquoin vergelijking met 2009).3. c) en 4. In 2007 werd de sluiting van het poskantoorvan Saint-Séverin aangekondigd. Die sluitingsdatum werdherhaaldelijk verschoven in afwachting van de openingvan één of meerdere PostPunten in de buurt. Aangezien erPostPunten en postkantoren op een redelijke afstand vandie buurt zijn en aangezien het nabijgelegen postkantoorLiège Perron helemaal gemoderniseerd werd, ging hetpostkantoor van Saint Séverin op 28 maart (2011) dicht.Die beslissing van bpost strookt met de bepalingen uit hetbeheerscontract.DO 2010201103521Question n° 401 de monsieur le député FrancoSeminara du 08 juin 2011 (Fr.) à la ministre de laFonction publique et des Entreprises publiques:Bpost. - L'envoi aux médecins des attestations de soins(QO 2556).Certains médecins font état de dysfonctionnementsimputables à bpost en matière d'envoi des attestations desoins. Ainsi, nombreux sont ceux qui se retrouvent actuellementsans ces précieux documents qui, d'une part, leurpermettent d'être rémunérés et, d'autre part, assurent auxpatients la possibilité d'être remboursés.Pratiquement, les prestataires de soins commandent parfax, téléphone ou via le web ces carnets d'attestions. Aprèsréception d'une lettre de confirmation et du virement, bposts'engage à les livrer "9 jours après réception du paiement".Depuis 2006, l'INAMI a passé un contrat de concessionavec bpost qui doit ainsi assuré un service "clé sur porte"(impression des attestations, gestion des commandes etenvoi aux médecins). Ce contrat a semble-t-il été renouveléfin décembre 2010 et ce pour quatre ans.DO 2010201103521Vraag nr. 401 van de heer volksvertegenwoordigerFranco Seminara van 08 juni 2011 (Fr.) aan deminister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven:bpost. - Verzending van getuigschriften voor verstrektehulp. (MV 2556)Een aantal artsen melden dat bpost tekortschiet in de verzendingvan getuigschriften voor verstrekte hulp. Daardoorzitten velen onder hen momenteel zonder die onmisbaredocumenten, waarmee zijzelf betaald kunnen worden enook de patiënten een terugbetaling kunnen krijgen.Concreet bestelt de zorgverstrekker die getuigschriftenper fax, per telefoon of via de website, waarna hij eenbevestigingsbrief en een betalingsverzoek ontvangt. bpostverbindt zich ertoe de bestelde documenten binnen 9 dagenna ontvangst van de betaling te leveren.Sinds 2006 heeft het RIZIV een concessieovereenkomstmet bpost, dat een integrale dienstverlening moet aanbieden(drukken van de getuigschriften, beheer van de bestellingen,en verzending aan de zorgverstrekkers). Einddecember 2010 werd die overeenkomst naar verluidt vernieuwdvoor een termijn van vier jaar.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

170 QRVA 53 035Ces retards de début d'année semblent être malheureusementrécurrents car des ratés similaires ont été signalés lesannées précédentes. L'excuse avancée pour justifier cesretards, à savoir l'afflux de commande en début d'année, nesaurait être acceptée. Annuellement, à la même époque,l'entreprise sait pertinemment qu'elle devra honorer cetafflux. On attend d'elle qu'elle mette logiquement lesmoyens nécessaires à la bonne gestion de ces commandes.1. Quel est, à ce jour, le nombre de commandes nonhonorées dans les délais prévus?2. Sous quel délai, les prestataires de soins peuvent-ilsespérer un retour à la normal?3. Quelles améliorations du système devraient être apportéespour éviter, qu'à l'avenir, cet afflux pourtant prévisiblede commandes du mois de janvier enraye le système?4. Une clause de compensation, de sanction en cas denon-respect des obligations des parties est-elle prévue dansle contrat passé entre l'INAMI et bpost?Réponse de la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques du 08 juillet 2011, à la questionn° 401 de monsieur le député Franco Seminara du08 juin 2011 (Fr.):Tout d'abord les prestations de service délivrées par bpostpour compte de l'INAMI concernant les attestations desoins (la gestion des commandes, l'impression des attestations,l'envoi et la livraison) ne font pas partie du serviceuniversel ni des missions de service public. Elles ne relèventdonc pas de la compétence ministérielle.Néanmoins bpost m'informe qu'une soixantaine de commandesn'ont pu être exécutées dans les temps au mois dejanvier suite à un problème technique. Une dizaine deplaintes ont été introduites.À ce jour la situation est normalisée et il n'y a plus decommandes non honorées.Entretemps bpost a augmenté la capacité de productiondes carnets d'attestation de soins.Le contrat entre bpost et l'INAMI prévoit cinq ServiceLevel Agreements (SLA) avec respectivement des pénalitésà la clé, notamment concernant:Die vertragingen bij het begin van het jaar blijken jammergenoeg een recurrent probleem te zijn, want ook devorige jaren waren er soortgelijke meldingen dat het misliep.Het excuus waarmee die vertragingen worden vergoeilijkt- namelijk de piek in de bestellingen bij het beginvan het jaar - kan niet aanvaard worden. bpost weet immersgoed genoeg dat het elk jaar op hetzelfde moment dat grotevolume aan bestellingen moet verwerken. Er wordt vanhet postbedrijf verwacht dat het logischerwijs de nodigemiddelen uittrekt om die bestellingen in goede banen te leiden.1. Hoeveel bestellingen werden er tot op heden niet binnende vastgestelde termijn afgehandeld?2. Binnen welke termijn mogen de zorgverstrekkers verwachtendat de leveringen opnieuw normaal zullen verlopen?3. Op welke punten moet het systeem worden verbeterd,opdat het niet meer vastloopt door de nochtans te verwachtenjaarlijkse piek in de bestellingen in januari?4. Is er in de tussen het RIZIV en bpost gesloten overeenkomsteen compensatie- of sanctiebeding opgenomen voorhet geval dat de partijen hun verplichtingen niet zoudennakomen?Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 08 juli 2011, op de vraagnr. 401 van de heer volksvertegenwoordiger FrancoSeminara van 08 juni 2011 (Fr.):Vooreerst moet opgemerkt worden dat de diensten diebpost levert aan het RIZIV met betrekking tot de getuigschriftenvoor verstrekte hulp (het behandeling van bestellingen,het drukken, de verzending en aflevering) geenonderdeel zijn van de universele dienst of de opdrachtenvan openbare dienst. Zij vallen dan ook niet onder deministeriële bevoegdheid.Ter informatie kan meegedeeld worden dat een 60-talbestellingen in januari van dit jaar niet tijdig konden wordenafgehandeld als gevolg van een technisch probleem. Indit verband ontving bpost een tiental klachten.Op dit ogenblik is de situatie volledig normaal en is ergeen enkele niet-afgewerkte bestelling.Bpost heeft ondertussen de aanmaakcapaciteit vangetuigschriftenboekjes verhoogd.Het contract tussen bpost en het RIZIV voorziet vijf ServiceLevel Agreements (SLA) en daaraan verbonden sancties,met name voor:- l'impression et la livraison des attestations; - het drukken en het leveren van de getuigschriften;- la disponibilité de l'application; - het ter beschikking zijn van deze dienstverlening;- la qualité de reporting vis-à-vis l'INAMI; - de kwaliteit van de rapportering aan het RIZIV;CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 171- le fonctionnement du service desk; - het functioneren van de servicedesk;- le taux de satisfaction. - de graad van tevredenheid.Ministre pour l'Entreprise et la SimplificationMinister voor Ondernemen en VereenvoudigenDO 2010201101287Question n° 43 de monsieur le député Peter Logghe du16 novembre 2010 (N.) au ministre pourl'Entreprise et la Simplification:Crédits d'entreprise.Le volume d'octroi de crédits dans le secteur privé belgeest de nouveau en hausse, mais il est frappant de constaterque l'augmentation est à attribuer intégralement aux ménages.L'octroi de crédits aux entreprises continue donc àdiminuer et a apparemment atteint, fin août 2010, sonniveau le plus bas en deux ans. Par rapport au pic enregistréen février 2009, l'encours des crédits bancaires auxentreprises aurait diminué de 4,6%.DO 2010201101287Vraag nr. 43 van de heer volksvertegenwoordiger PeterLogghe van 16 november 2010 (N.) aan deminister voor Ondernemen en Vereenvoudigen:Bedrijfskredieten.Het volume van kredietverstrekking in België in de privésectorneemt terug toe, alleen is het opmerkelijk dat detoename volledig op rekening te schrijven valt van degezinnen. De kredietverlening aan bedrijven neemt metandere woorden nog steeds af, en is eind augustus 2010blijkbaar op het laagste peil beland in twee jaar. Tegenoverde piek van februari 2009 zouden bedrijven, volgensberichten, 4,6% minder krediet hebben uitstaan bij banken.1. a) Confirmez-vous ces chiffres? 1. a) Bevestigt u deze cijfers?b) Qu'en pensez-vous? b) Heeft u hierover bedenkingen?2. Pourriez-vous me fournir un aperçu chiffré mensuel del'encours des crédits aux entreprises pour la période du 1erjanvier 2008 au 1er septembre 2010?3. Pourriez-vous également fournir une répartition régionalede ces chiffres?4. Pourriez-vous me fournir un aperçu chiffré mensueldes nouvelles demandes introduites pour des créditsd'entreprise au cours de la même période?5. Pourriez-vous également fournir une répartition régionalede ces chiffres?6. Pourriez-vous me fournir un aperçu chiffré mensueldes nouveaux crédits accordés à des entreprises au cours dela même période?7. Et pourriez-vous me fournir également une répartitionrégionale?8. a) La diminution du volume des crédits aux entreprisesreflète-t-elle une baisse de la demande de crédits des entreprisesou une politique bancaire plus stricte en matière decrédits?b) Cette matière fait-elle l'objet d'une concertation régulièreentre les acteurs concernés?2. Graag een cijfermatig overzicht van het uitstaande kredietvolumeaan bedrijven op maandbasis over de periodevan 1 januari 2008 tot 1 september 2010.3. Kan u deze cijfergegevens ook regionaal opsplitsen?4. Graag een cijfermatig overzicht van de maandelijksenieuwe aanvragen voor bedrijfskredieten in dezelfde periode.5. Kan ook hier een regionale opsplitsing?6. Graag een cijfermatig overzicht van de maandelijkstoegestane nieuwe bedrijfskredieten over dezelfde periode.7. Kan ook hier een regionale opsplitsing?8. a) Wijst de daling van het kredietvolume bij bedrijvenop een dalende vraag van bedrijven naar krediet of op eenstrenger kredietbeleid vanwege de banken?b) Wordt hierover regelmatig overleg tussen de actorengeorganiseerd?c) Quel est le résultat de cette concertation? c) Wat is het resultaat van dit overleg?CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

172 QRVA 53 035Réponse du ministre pour l'Entreprise et laSimplification du 30 juin 2011, à la question n° 43 demonsieur le député Peter Logghe du 16 novembre 2010(N.):1. Les chiffres publiés par l'Observatoire du crédit auxsociétés non financières, sous l'égide de la BNB, divergentdes chiffres cités par l'honorable membre dans sa question.Selon les chiffres de l'Observatoire, il ressort au contraireque le volume d'encours de crédits professionnels a connuune progression constante depuis décembre 2009.Fin mars 2011, l'encours s'élevait à 112,624 milliardseuros, un nouveau sommet historique et une hausse de4,093 milliards euros ou 3,8 pour cent par rapport à lamême période en 2010.2. En réponse à la question 2, vous trouverez dans letableau ci-dessous les chiffres de l'encours des crédits auxentreprises pour la période demandée (en millions d'euros).Antwoord van de minister voor Ondernemen enVereenvoudigen van 30 juni 2011, op de vraag nr. 43van de heer volksvertegenwoordiger Peter Logghe van16 november 2010 (N.):1. De door het Observatorium voor Krediet aan nietfinanciëleondernemingen, onderdeel van de NBB, gepubliceerdecijfers wijken af van de cijfers die door de indienervan de vraag worden aangehaald.Uit de cijfers van het Observatorium blijkt integendeeldat het uitstaand volume van bedrijfskredieten sindsdecember 2009 gestaag gegroeid is.Eind maart 2011 bedroeg het uitstaande volume 112,624miljard euro, een nieuwe historische piek en een stijgingmet 4,093 miljard euro of 3,8 procent tegenover dezelfdeperiode in 2010.2. In antwoord op vraag 2, hieronder in de tabelvorm decijfers van het uitstaande kredietvolume aan bedrijvenvoor de gevraagde periode (in miljoen eur).En cours de crédits / Uitstaande kredietvolume2008 2009 2010 2011JanvierFévrierMarsAvrilMaiJuinJuilletAoûtSeptembreOctobreNovembreDécembre100 799 00099 802 000100 335 000104 908 000105 119 000104 350 000105 413 000105 062 000104 696 000105 752 000108 265 000106 447 000106 464 000106 546 000105 069 000108 609 000109 977 000110 069 000109 654 000108 718 000105 501 000104 712 000104 266 000106 354 000108 175 000108 394 000108 531 000109 690 000111 271 000110 866 000111 642 000111 245 000111 573 000112 595 000112 497 000112 607 000113 287 000112 217 000112 624 000JanuariFebruariMaartAprilMeiJuniJuliAugustusSeptemberOktoberNovemberDecember3. 5. et 7. S'agissant des questions 3, 5 et 7, il y a lieu deremarquer que les chiffres disponibles se rapportent toujoursaux crédits octroyés en Belgique, ce qui ne permetpas une ventilation régionale.4. et 6. En ce qui concerne les demandes de crédits professionnelset le nombre de demandes approuvées, Febelfinprévoit la publication de chiffres trimestriels.Le nombre de demandes de crédits professionnels amanifestement augmenté de 2,5 pour cent entre le quatrièmetrimestre de 2009 et 2010. Si l'on observe toutefois lemontant que représente cette augmentation, nous constatonsune progression de 15,7% sur la même période.3. 5. en 7. Wat betreft de vragen 3, 5 en 7 dient opgemerktte worden dat de beschikbare cijfers steeds betrekkinghebben op kredieten verstrekt binnen België, wat eenregionale opsplitsing niet mogelijk maakt.4. en 6. Aangaande de aanvragen voor bedrijfskredietenen het aantal goedgekeurde aanvragen, voorziet Febelfin inde publicatie van driemaandelijkse cijfers.Hieruit blijkt dat het aantal aanvragen voor bedrijfskredietenmet 2,5 procent steeg tussen het vierde kwartaal van2009 en 2010. Wanneer we echter kijken naar het bedragvertegenwoordigd door deze stijging, dan merken we eentoename van 15,7% over dezelfde periode.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 173Demandes de crédits professionnels / Aanvragen bedrijfskredietenNombreAantalMontantBedrag2009 T1 par rapport à 2008 T12009 T2 par rapport à 2008 T22009 T3 par rapport à 2008 T32009 T4 par rapport à 2008 T42010 T1 par rapport à 2009 T12010 T2 par rapport à 2009 T22010 T3 par rapport à 2009 T32010 T4 par rapport à 2009 T4-7,90 %-13,70 %-5,10 %-1,50 %-0,50 %-1,00 %0,30 %2,50 %-10,80 %-14,30 %-15,60 %2,00 %6,60 %11,80 %22,80 %15,70 %2009 Q1 t.o.v. 2008 Q12009 Q2 t.o.v. 2008 Q22009 Q3 t.o.v. 2008 Q32009 Q4 t.o.v. 2008 Q42010 Q1 t.o.v. 2009 Q12010 Q2 t.o.v. 2009 Q22010 Q3 t.o.v. 2009 Q32010 Q4 t.o.v. 2009 Q4Au quatrième trimestre de 2010, le nombre de créditsprofessionnels accordés était 0,6% plus élevé qu'au quatrièmetrimestre de 2009. Cette hausse en nombre représenteun accroissement en valeur de plus de 11%.Het aantal toegestane bedrijfskredieten lag in het vierdekwartaal van 2010 0,6% hoger dan in het vierde kwartaalvan 2009. Deze stijging in aantal vertegenwoordigt eenstijging in waarde van meer dan 11%.Crédits professionnels octroyés / Verstrekte bedrijfskredietenNombreMontant2009 T1 par rapport à 2008 T12009 T2 par rapport à 2008 T22009 T3 par rapport à 2008 T32009 T4 par rapport à 2008 T42010 T1 par rapport à 2009 T12010 T2 par rapport à 2009 T22010 T3 par rapport à 2009 T32010 T4 par rapport à 2009 T4-11,10 %-18,40 %-10,90 %-3,80 %4,00 %-6,70 %2,40 %0,60 %-21,80 %-11,50 %-24,20 %7,40 %9,20 %10,80 %15,80 %11,20 %2009 Q1 t.o.v. 2008 Q12009 Q2 t.o.v. 2008 Q22009 Q3 t.o.v. 2008 Q32009 Q4 t.o.v. 2008 Q42010 Q1 t.o.v. 2009 Q12010 Q2 t.o.v. 2009 Q22010 Q3 t.o.v. 2009 Q32010 Q4 t.o.v. 2009 Q48. En réponse à la question 8 relative à la politique decrédit, j'évoquerai l'enquête baptisée 'Bank Lending Survey'(BLS) réalisée chaque trimestre par la BNB et coordonnéepar la BCE. D'après les derniers résultats de cette enquête,les banques belges n'ont pas modifié les critères d'octroi decrédit aux sociétés non financières pour le septième trimestreconsécutif et ne prévoient pas de le faire au prochainsemestre.En réponse à la question relative à la concertation entreles acteurs concernés et aux éventuels résultats de celle-ci,je me réfère notamment à la plate-forme de concertation'Financement des Entreprises' mise en place par le secteurfinancier. Elle réunit des fédérations d'entrepreneurs, desentreprises individuelles, des conseillers en entreprises, leCeFiP et le Médiateur du crédit avec le secteur financier.8. In antwoord op vraag 8, betreffende het kredietbeleid,verwijs ik graag naar de 'Bank Lending Survey' (BLS) dieelk kwartaal wordt uitgevoerd door de NBB en gecoördineerdwordt door de ECB. Uit de jongste resultaten vandeze survey blijkt dat de Belgische banken de toekenningscriteriavoor kredieten aan niet-financiële vennootschappenvoor het zevende kwartaal op een rij ongewijzigdlieten. Uit dezelfde bevraging blijkt dat de Belgische bankenook niet verwachten de toekenningscriteria in hetkomende semester te wijzigen.In antwoord op de vraag betreffende het overleg tussende betrokken actoren en de eventuele resultaten van dergelijkoverleg, verwijs ik onder andere naar het door de financiëlesector opgezet overlegplatform 'Financiering vanOndernemingen'. Dit platform brengt ondernemersfederaties,individuele ondernemingen, bedrijfsadviseurs, KeFiKen de Kredietbemiddelaar samen met de financiële sector.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

174 QRVA 53 035Le site internet www.financementdesentreprises.be,source d'informations centrale pour les entreprises, leursconseillers et les dispensateurs de crédit, résulte de cetteconcertation. La plate-forme se penche notamment sur desthèmes clés tels que la transparence, l'information et lerétablissement de la confiance.De website www.financieringvanondernemingen.be, dieeen centrale bron van informatie is voor de onderneming,haar adviseurs en de kredietverstrekker, kwam voort uit ditoverleg. Verdere aandachtspunten waarrond het platformwerkt zijn transparantie, informatie en het herstel van vertrouwen.DO 2010201103146Question n° 119 de madame la députée Sabien Lahaye-Battheu du 09 mai 2011 (N.) au ministre pourl'Entreprise et la Simplification:Appels d'urgence aux numéros 100 et 112. - Appels 'fantômes'.- Blocages temporaires du numéro d'appel.Les appels d'urgence vers les numéros 100 et 112 augmententchaque année dans notre pays. Au total, dansl'ensemble des centres de secours, quelque 2,15 millionsd'appels ont été reçus en 2007, quelque 2,24 millionsd'appels en 2008 et quelque 2,25 millions d'appels en 2009.Environ 25% des appels émis vers les numéros d'urgencesont des appels dits fantômes. Ce terme reprend tous lesappels formés par accident, sans raison ou les appels deplaisantins.Afin de contrer les appels malveillants et les faux appels,il est possible, après des problèmes récurrents et un avertissementpréalable, de procéder au blocage temporaire dunuméro d'appel.Combien de blocages temporaires du numéro d'appel ontété effectués en 2008, 2009 et 2010?Réponse du ministre pour l'Entreprise et laSimplification du 07 juillet 2011, à la question n° 119 demadame la députée Sabien Lahaye-Battheu du 09 mai2011 (N.):Les services d'urgence offrant de l'aide sur place, à savoirl'aide médicale urgente, les services d'incendie et les servicesde police qui sont contactés au moyen des numéros100, 101 et 112, ne disposent d'une base légale pour mettreen oeuvre des systèmes visant à lutter contre les appelsmalveillants que depuis la modification de l'article 107 dela loi relative aux communications électroniques par la loidu 18 mai 2009 portant des dispositions diverses en matièrede communications électroniques (Moniteur belge du4 juin 2009).DO 2010201103146Vraag nr. 119 van mevrouw de volksvertegenwoordigerSabien Lahaye-Battheu van 09 mei 2011 (N.) aande minister voor Ondernemen enVereenvoudigen:Noodoproepen naar de 100 en 112. - Spookoproepen. - Tijdelijkeblokkeringen oproepnummer.Het aantal noodoproepen naar de 100 en 112 in ons landstijgt jaarlijks. In 2007 liepen op alle hulpcentra samen2,15 miljoen oproepen binnen, in 2008 2,24 miljoen en in2009 2,25 miljoen. Ongeveer 25% zijn "spookoproepen",oproepen die per ongeluk, zonder reden of als grap werdengevormd.Om pestoproepen en valse oproepen tegen te gaan, kan erna herhaaldelijke problemen en een voorafgaande verwittigingovergegaan worden tot een tijdelijke blokkering vanhet oproepnummer.Hoeveel tijdelijke blokkeringen van het oproepnummerwaren er in 2008, 2009 en 2010?Antwoord van de minister voor Ondernemen enVereenvoudigen van 07 juli 2011, op de vraag nr. 119van mevrouw de volksvertegenwoordiger SabienLahaye-Battheu van 09 mei 2011 (N.):De nooddiensten die ter plaatse hulp bieden, te weten: dedringende medische hulpverlening, de brandweer en depolitiediensten welke via de nummers 100, 101 en 112worden opgeroepen, hebben pas door de wijziging van hetartikel 107 van de wet betreffende de elektronische communicatiedoor de wet van 18 mei 2009 houdende diversebepalingen inzake elektronische communicatie (BelgischStaatsblad 4 juni 2009) een wettelijke basis om systemenin werking te stellen om kwaadwillige oproepen te bestrijden.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 175Le groupe ad hoc 'services d'urgence', qui est une plateformeinformelle de ces services d'urgence et de l'IBPT(Institut belge des services postaux et des télécommunications),a déjà délibéré en 2010 sur les éventuels systèmes àmettre en oeuvre afin de lutter contre les appels malveillantset dérangeants.Le groupe de travail n'a pas encore pudéterminer un systèmeapproprié pour identifier les appels malveillants quipourraient faire l'objet de poursuites. Par conséquent,l'arrêté ministériel légalement prévu à cet effet n'a pasencore pu être rédigé.Les services d'urgence ne sont dès lors pas encore intervenusà l'encontre d'appels malveillants ou dérangeants aumoyen du blocage temporaire de l'accès au numérod'urgence.De ad-hocgroep 'nooddiensten' die een informeel overlegplatformis van deze nooddiensten en het BIPT(Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie),heeft in 2010 reeds over de mogelijk in te zetten systemenvoor het bestrijden van stoor- en pestoproepenoverlegd.De werkgroep kon echter nog geen aangepast systeembepalen om pestoproepen die voor vervolging vatbaar zijnte identificeren. Het wettelijk voorziene te nemen ministeriëlebesluit hiervoor kon dan ook nog niet worden opgesteld.Bijgevolg zijn de nooddiensten nog niet opgetredentegen pest- of stooroproepen door middel van tijdelijkeblokkering van de toegang tot het noodnummer.DO 2010201103199Question n° 126 de monsieur le député David Clarinvaldu 10 mai 2011 (Fr.) au ministre pourl'Entreprise et la Simplification:Demande d'augmentation de prix introduite par Tecteo Voo(QO 4192).Récemment, le CRIOC (Centre de recherche et d'informationdes organisations de consommateurs) a mis endoute le bien-fondé de la demande d'augmentation de prixintroduite par Tecteo Voo, auprès de la Direction Généralede la Régulation et de l'Organisation du Marché. Unedemande faite en vertu de l'arrêté ministériel du 20 avril1993 portant dispositions particulières en matière de prix.Selon le CRIOC, cette demande n'a pas lieu d'être et leCentre réfute les arguments avancés par Tecteo Voo:Tecteo Voo annonce que la société est mise en péril etqu'elle a dû procéder à des investissements considérablespour adapter son réseau et la qualité de ses services. Or, en2009, cette société a absorbé NewIco et est aujourd'hui entrain de procéder au rachat du câblo-opérateur bruxellois,Numericable.Tecteo Voo indique que la Belgique est l'un des pays del'Union européenne où les prix pour la télévision sont lesplus bas. Cet argument provient d'une comparaison effectuéeauprès de 14 fournisseurs de télévision digitale donttrois sont belges! Le CRIOC rétorque que ce tableau estlacunaire et incomplet, et qu'il ne permet pas une comparaisonobjective des prix.DO 2010201103199Vraag nr. 126 van de heer volksvertegenwoordigerDavid Clarinval van 10 mei 2011 (Fr.) aan deminister voor Ondernemen en Vereenvoudigen:Door Tecteo Voo ingediende prijsverhogingsaanvraag.(MV 4192).Het OIVO (Onderzoeks- en Informatiecentrum van deVerbruikersorganisaties) plaatste onlangs vraagtekens bijde prijsverhogingsaanvraag die Tecteo Voo bij de algemenedirectie Regulering en Organisatie van de Markt hadingediend, op grond van het ministerieel besluit van20 april 1993 houdende bijzondere bepalingen inzakeprijzen.Volgens het OIVO is die aanvraag ongegrond en het centrummaakt brandhout van de argumenten die Tecteo Voonaar voor schuift.Volgens Tecteo Voo staat het voortbestaan van het bedrijfop de helling. Het zou aanzienlijke investeringen hebbenmoeten doen om zijn netwerk aan te passen en de kwaliteitvan zijn dienstverlening te verbeteren. In 2009 nam TecteoVoo NewIco nog over en momenteel is er een overnameoperatieaan de gang voor de Brusselse aanbieder vankabeldiensten Numericable.Tecteo Voo stelt dat België een van de Europese lidstatenis waar de prijzen voor televisie het laagst zijn. Dat argumentberust op een vergelijking tussen de prijzen van 14digitaletelevisieproviders, waaronder drie Belgische! Volgenshet OIVO is de tabel onvolledig en is er geen objectieveprijsvergelijking mogelijk op grond van diegegevens.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

176 QRVA 53 035Tecteo Voo met en avant l'argument de la concurrencepour augmenter les prix. Le CRIOC rappelle que la concurrencedoit avant tout se faire au bénéfice des consommateurset il estime donc cet argument totalement injustifié.En outre, en 2010, le CRIOC avait reçu de nombreusesplaintes de consommateurs au sujet de l'augmentationsubite des tarifs de Voo en matière de téléphonie.Le CRIOC rappelle enfin que l'article 74 de la loi du6 avril 2010 relative aux pratiques du marché et à la protectiondu consommateur autorise les consommateurs à mettrefin à leur contrat sans frais en cas d'augmentation du prix elleur recommande vivement de comparer attentivement lesprix des différents câblo-opérateurs.1. Quelle est votre analyse sur cette situation? 1. Wat is uw analyse?2. Tecteo Voo est-elle réellement dans une position luipermettant d'augmenter ses prix?3. Quelle est l'attitude de la Direction Générale de laRégulation et de l'Organisation du Marché sur ce dossier?Réponse du ministre pour l'Entreprise et laSimplification du 30 juin 2011, à la question n° 126 demonsieur le député David Clarinval du 10 mai 2011(Fr.):En date du 23 mars 2011, le Service des Prix de la Directiongénérale Organisation et Régulation du Marché demon département a reçu la demande de hausse de prixdatée du 18 mars 2011 introduite par Tecteo pour le secteurde la télédistribution (abonnement à la télédistribution horsTVA et hors droits d'auteurs).La demande de Tecteo était justifiée comme suit:- compte de résultat négatif de la division télédistribution:perte d'exploitation pour l'exercice 2009;- coûts liés à la modernisation du réseau et à la maintenance;Volgens Tecteo Voo is de prijsverhoging uit een concurrentieeloogpunt noodzakelijk. Het OIVO wijst erop dat deconcurrentie de consument ten goede moet komen enbeschouwt dit argument als totaal ongegrond.In de loop van 2010 ontving het OIVO al talrijke klachtenvan consumenten over de plotse stijging van de doorVoo gehanteerde telefoontarieven.Het CRIOC wijst er ten slotte op dat de consument opgrond van artikel 74 van de wet van 6 april 2010 betreffendemarktpraktijken en consumentenbescherming hetrecht heeft om de overeenkomst zonder kosten te beëindigenen ze raadt de consumenten sterk aan om de prijzenvan de verschillende aanbieders van kabeldiensten aandachtigte vergelijken.2. Is een prijsverhoging in het licht van de situatie vanTecteo Voo werkelijk gerechtvaardigd?3. Wat is het standpunt van de algemene directie Reguleringen Organisatie van de Markt in dit dossier?Antwoord van de minister voor Ondernemen enVereenvoudigen van 30 juni 2011, op de vraag nr. 126van de heer volksvertegenwoordiger David Clarinvalvan 10 mei 2011 (Fr.):Op 23 maart 2011 heeft de Prijzendienst van de AlgemeneDirectie Regulering en Organisatie van de Markt vanmijn departement, de prijsverhogingsaanvraag, gedateerdvan 18 maart 2011, ontvangen ingediend door Tecteo voorde sector van de teledistributie (abonnement op de teledistributieexclusief BTW en auteursrechten).De aanvraag door Tecteo was als volgt gerechtvaardigd:- negatieve resultatenrekening van de afdeling teledistributie:exploitatieverlies voor het boekjaar 2009;- kosten verbonden aan de modernisering van het net enhet onderhoud;- coûts liés à l'amélioration de la qualité du support; - kosten verbonden aan de verbetering van de kwaliteitvan de support;- augmentation du coût par abonné lié à la diminution dunombre de RGU (nombre moyen de type de service auquelun client souscrit);- stijging van de kost per abonnee verbonden aan de verminderingvan het aantal RGU (gemiddeld aantal typedienstenonderschreven door de klant);- augmentation des coûts liés à l'inflation. - stijging van de kosten verbonden aan de inflatie.En date du 7 avril 2011, la demande de hausse de prixintroduite par Tecteo a été soumise à l'avis préalable duComité permanent institué au sein de la Commission pourla Régulation des Prix. Les avis donnés par les membresprésents ne sont pas unanimes. Le CRIOC n'était pas présentà la réunion du 7 avril 2011 et n'a donc pas émis d'avissur cette demande.De prijsverhogingsaanvraag ingediend door Tecteo werdop 7 april 2011 voor advies voorgelegd aan het BestendigComité ingesteld binnen de Commissie tot Regeling derPrijzen. De adviezen gegeven door de leden waren nietunaniem. Het OIVO was niet aanwezig op de vergaderingvan 7 april 2011 en heeft dus geen advies uitgebracht overdeze aanvraag.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 177En date du 19 mai 2011, sur base des avis non unanimesdu Comité permanent institué au sein de la Commissionpour la Régulation des Prix et de la proposition faite par leService des Prix de la Direction générale Régulation etOrganisation du Marché, j'ai pris la décision de limiter lahausse demandée à l'inflation entre mars 2011 et juillet2008, date de la dernière autorisation accordée à Tecteo.Op basis van de niet-unanieme adviezen van het BestendigComité ingesteld binnen de Commissie tot Regelingder Prijzen, en het voorstel gedaan door de Prijzendienstvan de Algemene Directie Regulering en Organisatie vande Markt, heb ik op 19 mei 2011 de beslissing genomenom de verhoging te beperken tot de inflatie tussen maart2011 en juli 2008, datum van de laatste toelating verleendaan Tecteo.DO 2010201103403Question n° 131 de monsieur le député GeorgesGilkinet du 25 mai 2011 (Fr.) au ministre pourl'Entreprise et la Simplification:Les missions ministérielles à l'étranger.Dans le cadre de leurs attributions, les ministres et lessecrétaires d'État sont régulièrement amenés à effectuerdes missions à l'étranger.1. Combien de missions avez-vous effectuées à l'étrangerau cours des années 2009 et 2010?2. Pouvez-vous préciser les destinations de ces missionset la durée de celles-ci?3. Pour chaque mission, pouvez-vous communiquer decombien de personnes était composée la délégation quevous conduisiez en précisant le nombre de membres decabinet, de membres de l'administration et de tiers?4. Pouvez-vous communiquer le coût occasionné parchacune de ces missions?Réponse du ministre pour l'Entreprise et laSimplification du 30 juin 2011, à la question n° 131 demonsieur le député Georges Gilkinet du 25 mai 2011(Fr.):1. Douze missions en 2009 (dont quatre pour remplacerun autre ministre) et sept en 2010 (dont une pour remplacerun autre ministre).DO 2010201103403Vraag nr. 131 van de heer volksvertegenwoordigerGeorges Gilkinet van 25 mei 2011 (Fr.) aan deminister voor Ondernemen en Vereenvoudigen:Ministeriële zendingen in het buitenland.In het kader van hun bevoegdheden vertrekken de ministersen staatssecretarissen regelmatig op zending naar hetbuitenland.1. Hoe vaak bent u op zending geweest in het buitenlandin 2009 en 2010?2. Waarheen gingen deze zendingen, en hoe lang duurdeelke zending?3. Uit hoeveel personen bestond telkens de door u geleidedelegatie (aantal kabinetsleden, aantal ambtenaren en aantalderden)?4. Hoeveel kostte elk van die zendingen?Antwoord van de minister voor Ondernemen enVereenvoudigen van 30 juni 2011, op de vraag nr. 131van de heer volksvertegenwoordiger Georges Gilkinetvan 25 mei 2011 (Fr.):1. Twaalf zendingen in 2009 (waarvan vier ter vervangingvan een andere minister) en zeven zendingen in 2010(waarvan één ter vervanging van een andere minister).CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

178 QRVA 53 0352. 2.Missions à l’étranger - 2009 / Buitenlandse Missies - 2009DateDatumN°NrPays/LandMembres de la délégationDelegatieledenCoûttotalTotalekostenRemarqueOpmerking16-17/02/200918/03/200921-28/03/200904-05/04/200903-05/05/200912345Tchéquie - Prague /Tsjechië - PraagPays-Bas / NederlandMexique - PanamaMexico - PanamaUSA - WashingtonVS - WashingtonTchéquie - PraqueTsjechië - PraagMinistre / MinisterDirecteur adjoint / AdjunctdirecteurMinistre / MinisterPorte-parole / WoordvoerderConseiller / Adviseur5 journalistesMinistre / MinisterPorte-parole / WoordvoerderPrince Laurent / Prins LaurentDivers membres de délégationDiverse delegatieledenMinistre / MinisterMinistre / MinisterPorte-parole / Woordvoerder883,321313,5001363,97Coût à charge desAffaires étrangèreskosten ten laste vanBuitenlandse ZakenCoût à charge desAffaires étrangèreskosten ten laste vanBuitenlandse Zaken08-14/05/200917/06/200918/06/200930-02/07/200909-13/09/200914-15/10/20095/12/20096789101112Corée du SudZuid-KoreaFrance - Le BourgetFrankrijk - Le BourgetAllemagne - BerlinDuitsland - BerlijnRussie - MoscouRusland - MoskouChine - Dalian (WEF)China - Dalian (WEF)Suède - UmeaMonacoMinistre / MinisterPrince Laurent / Prins LaurentDivers membres de délégationDiverse delegatieledenMinistre / MinisterMinistre / MinisterPorte-parole / WoordvoerderConseiller / AdviseurMinistre / MinisterMinistre / MinisterPorte-parole / WoordvoerderMinistre / MinisterConseiller / AdviseurMinistre / ministre0128,961747,11360,8314281,961314,410Coût à charge desAffaires étrangèreskosten ten laste vanBuitenlandse ZakenCoût à charge de laDéfensekosten ten laste vanLandsverdedigingCHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 1793. 3.Missions à l’étranger - 2010 / Buitenlandse Missies - 2010Date / Datum N° Pays / LandMembres de ladélégationDelegatieledenCoût totalTotale kostenRemarqueOpmerking25/2/20101UkraineOekraïneMinistreMinister0Coût à chargedes Affairesétrangèreskosten ten laste vanBuitenlandse Zaken01-07/03/20102AustralieAustraliëMinistreMinister3 701,9518-19/04/20103Espagne - GrenadeSpanje - GranadaMinistreMinisterDirecteur adjointAdjunct-directeur1 975,0420/7/20104Royaume-Uni -LondresVerenigd Koninkrijk-LondenMinistreMinisterConseillerAdviseur749,5811-17/09/20105Chine - Pekin-Tianjin-HangzhouChina - Peking-Tianjin-HangzhouMinistreMinisterPorte-paroleWoordvoerder1 4790,1107-08/10/20106Allemagne - BerlinDuitsland - BerlijnMinistreMinisterConseillerAdviseur1 551,9928/10/20107France - ParisFrankrijk - ParijsMinistreMinisterPorte-paroleWoordvoerder6484. Voir tableaux. 4. Zie tabellen.DO 2010201103476Question n° 133 de monsieur le député Eric Thiébautdu 31 mai 2011 (Fr.) au ministre pourl'Entreprise et la Simplification:La période d'attente des soldes. - Législation. - Incertitudejuridique.Suite à la menace des autorités européennes de fairecondamner la Belgique pour l'illégalité présumée de notreréglementation sur la période d'attente des soldes, de nombreusesincertitudes juridiques pèsent sur nos commerçantsquant à l'organisation de ceux-ci.DO 2010201103476Vraag nr. 133 van de heer volksvertegenwoordiger EricThiébaut van 31 mei 2011 (Fr.) aan de ministervoor Ondernemen en Vereenvoudigen:Sperperiode voor de koopjes. - Wetgeving. - Rechtsonzekerheid.Nu de Europese autoriteiten ermee dreigen gerechtelijkestappen te ondernemen tegen België omdat de reglementeringmet betrekking tot de sperperiode onwettig zou zijn,vragen onze handelaars zich af hoe ze de koopjes nu moetenorganiseren, gezien de door de Europese demarche ontstanerechtsonzekerheid.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

180 QRVA 53 035Pour rappel, la Commission européenne avait menacé defaire condamner notre pays devant la Cour européenne deJustice car la période d'attente - qui stipule que durant unepériode de trois semaines précédant les soldes aucuneréduction de prix ne peut être annoncée - n'est pas dansl'intérêt des consommateurs.Si aujourd'hui, le gouvernement démissionnaire n'a toujourspas l'intention de supprimer la période d'attente dessoldes pour des raisons de protection de la concurrence, iln'en demeure pas moins que cette situation ouvre la porte àdes transgressions de la part de certains commerçants quine souhaitent plus respecter cette période d'attente.À cet égard, le fait qu'une chaîne de magasins n'a pas étécondamnée fin 2010 pour infraction à la législation en estun exemple inquiétant.1. Dans la mesure où il existe une insécurité juridiqueévidente, qu'est-ce qui justifie la position du gouvernementbelge de ne pas modifier la législation actuelle sur la périoded'attente des soldes?2. Sur base de quels éléments vous reposez-vous pourdéterminer si la période d'attente est contraire ou non auxrègles européennes?3. Le fait que certains commerces ne soient pas sanctionnéspour irrespect de la législation actuelle vous inquiète-til?Réponse du ministre pour l'Entreprise et laSimplification du 07 juillet 2011, à la question n° 133 demonsieur le député Eric Thiébaut du 31 mai 2011 (Fr.):1. et 2. À la suite de l'avis motivé de la Commission européenne,le gouvernement belge a fourni une réponse à laCommission, qui vous le comprendrez, a été rédigée enconcertation avec les deux autres collègues compétents enla matière.La clé de l'argumentaire juridique est la suivante:La directive 2005/29/CE ne s'applique pas, selon le gouvernement,aux dispositions nationales relatives aux pratiquescommerciales déloyales qui portent atteinteuniquement aux intérêts économiques de concurrents. LesÉtats membres conservent dans ce cas la faculté de réglementerlesdites pratiques.De Europese Commissie had ermee gedreigd ons landvoor het Hof van Justitie van de Europese Unie te dagenomdat de sperperiode - de periode van drie weken vóór dekoopjes waarin geen kortingen mogen worden geafficheerd- niet in het belang van de consument zou zijn.De huidige ontslagnemende regering mag dan nog altijdniet van plan zijn de sperperiode af te schaffen, omdat diede concurrentie zou vrijwaren, dat neemt niet weg dat dezesituatie de deur openzet voor wetsovertredingen door eenaantal handelaars die de sperperiode niet langer willen respecteren.Een onrustwekkend voorbeeld op dat vlak is het feit dateen kledingketen die de sperperiode aan haar laars lapte,eind 2010 niet werd veroordeeld wegens wetsschennis.1. Waardoor wordt het standpunt van de Belgische regering,die de huidige wetgeving betreffende de sperperiodeniet wil wijzigen, gerechtvaardigd, gezien de evidenterechtsonzekerheid?2. Waarop baseert u zich om te bepalen of de sperperiodeal dan niet in strijd is met de Europese regels?3. Verontrust het u dat bepaalde handelszaken nietbestraft worden wegens het niet naleven van de vigerendewetgeving?Antwoord van de minister voor Ondernemen enVereenvoudigen van 07 juli 2011, op de vraag nr. 133van de heer volksvertegenwoordiger Eric Thiébaut van31 mei 2011 (Fr.):1. en 2. Naar aanleiding van het met redenen omkleedadvies van de Europese Commissie heeft de Belgischeregering een antwoord verstrekt aan de Commissie. Ubegrijpt dat dit antwoord in overleg met de twee anderebevoegde collega's werd opgesteld.De kern van de juridische argumentatie is de volgende:De richtlijn 2005/29/EG is volgens de regering niet vantoepassing op de nationale bepalingen betreffende oneerlijkehandelspraktijken die enkel de economische belangenvan concurrenten schaden. De lidstaten behouden in datgeval de mogelijkheid om de genoemde praktijken tereglementeren.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 181La loi du 6 avril 2010 relative aux pratiques du marché età la protection du consommateur a profondément modifiéla réglementation des ventes en soldes. L'objectif de cettenouvelle réglementation réside dans la volonté de donner àl'ensemble des entreprises la possibilité de vendre rapidementdes biens qui sont difficilement vendables ou qui risquentde le devenir, ainsi que de leur permettre de seprocurer les moyens financiers nécessaires au financementdu renouvellement de leur assortiment. Il s'agit égalementde maintenir un équilibre entre entreprises.L'ensemble des dispositions de la loi qui y sont relativesont donc pour but de préserver uniquement les intérêts économiquesdes entreprises tout en garantissant la loyauté dela concurrence, particulièrement à l'égard des petites etmoyennes entreprises qui ne disposent pas de la mêmecapacité financière que les chaînes et multinationales.Le gouvernement défendra cette position devant la Courde Justice dans le cadre des questions préjudicielles poséesau sujet de la compatibilité de la législation belge avec ladirective 2005/29 relative aux pratiques commercialesdéloyales s'agissant de la période d'attente.Si la Cour de Justice estime que la période d'attente estcontraire à la directive européenne sur les pratiques commercialesdéloyales, la Belgique devra en tout état de causeadapter sa législation.2. La Direction générale Contrôle et Médiation du Servicepublic fédéral Économie, PME, Classes moyennes etÉnergie rédigera des pro-justitia à l'égard des entreprisesqui feront l'objet de plaintes pour non-respect des dispositionslégales et les transmettra au Parquet. Le Parquet décidetoujours en toute autonomie des suites qu'il réserve à unpro-justitia. En vertu du principe de la séparation des pouvoirs,le pouvoir judiciaire agit en toute indépendance.De wet van 6 april 2010 betreffende marktpraktijken enconsumentenbescherming heeft de soldenreglementeringgrondig gewijzigd. De doelstelling van deze nieuwe reglementeringis om alle ondernemingen de mogelijkheid tebieden om goederen die moeilijk verkoopbaar zijn of dreigenmoeilijk verkoopbaar te worden snel van de hand tedoen en ook om ze de gelegenheid te bieden zich de nodigefinanciële middelen te verschaffen om de vernieuwing vanhun assortiment te financieren. Het komt er ook op aan eenevenwicht tussen de ondernemingen in stand te houden.Alle desbetreffende wetsbepalingen hebben dus uitsluitendde bescherming van de economische belangen vanondernemingen tot doelstelling en hierbij eerlijke concurrentiete waarborgen, in het bijzonder ten aanzien van dekleine en middelgrote ondernemingen die niet overdezelfde financiële capaciteit beschikken als de winkelketensen multinationals.De regering zal dit standpunt verdedigen voor het Hofvan Justitie, naar aanleiding van de prejudiciële vragen diewerden gesteld over de verenigbaarheid van de Belgischewetgeving met de richtlijn 2005/29 betreffende oneerlijkehandelspraktijken op het vlak van de sperperiode.Indien het Hof van Justitie van oordeel is dat de sperperiodestrijdig is met de Europese richtlijn oneerlijke handelspraktijkenzal België in ieder geval haar wetgeving dienenaan te passen.2. De Algemene Directie Controle en Bemiddeling vande Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstanden Energie zal pro justitia's opstellen ten aanzien vanondernemingen waartegen klachten zijn gericht wegensniet-naleving van de wettelijke bepalingen en zal ze overmakenaan het parket. Het parket beslist altijd autonoomwat er verder met een pro justitia gebeurt. De rechterlijkemacht handelt op grond van het principe van de scheidingder machten volledig onafhankelijk.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

182 QRVA 53 035DO 2010201103500Question n° 135 de monsieur le député Peter Logghe du01 juin 2011 (N.) au ministre pour l'Entreprise etla Simplification:Événements musicaux et compétitions sportives. - Billetsd'entrée non valables, faux ou non conformes au marché.Des malversations à grande échelle auraient été commisesdans le cadre de la vente de billets d'entrée pour unconcert de Roger Waters, célèbre chanteur du groupe PinkFloyd. Des billets périmés ou non valables ont en effet étévendus à des fans du chanteur dans toute la Belgique. Lapolice a recommandé aux intéressés de vérifier le statutofficiel des points de vente et sites internet de vente debillets sur un site internet ad hoc. Cet incident ne représentequ'un exemple parmi beaucoup d'autres. Il semble que lemarché des billets non valables, faux ou non conformes aumarché se développe actuellement plus que jamais. Lenombre de clients ayant déboursé des sommes astronomiquessur le marché noir pour acquérir des billets d'entrée necesse de croître.1. Combien de cas de billets d'entrée non valables, fauxou non conformes au marché ont été constatés annuellemententre 2005 et 2010?2. Combien de cas portant sur l'organisation d'un marchénoir pour la vente de billets d'entrée a-t-on recensés?3. Dans combien de cas s'agissait-il respectivement decompétitions sportives et d'événements musicaux?DO 2010201103500Vraag nr. 135 van de heer volksvertegenwoordigerPeter Logghe van 01 juni 2011 (N.) aan deminister voor Ondernemen en Vereenvoudigen:Muziekoptredens en sportwedstrijden. - Valse, ongeldigeen niet marktconforme tickets.Er zou op grote schaal gesjoemeld zijn met tickets vooreen muziekoptreden van de gekende Pink Floyd-zangerRoger Waters. In gans België kregen fans oude, ongeldigetickets. De politie gaf de raad om op een bepaalde websitete gaan checken of bepaalde verkooppunten of ticketsiteswel aanvaardbaar zijn. Een voorval uit de zovele gevallengegrepen. De markt van valse, ongeldige en niet marktconformetickets bloeit blijkbaar als nooit tevoren. Men hoortook nog steeds verhalen van de zwarte markt van toegangstickets,waar onvoorstelbaar hoge prijzen wordengevraagd - én gekregen - voor toegangstickets.1. Hoeveel gevallen van valse, ongeldige of niet marktconformetickets werden jaarlijks vastgesteld tussen 2005en 2010?2. Hoeveel registraties gebeurden er van zwarte marktvoor de verkoop van toegangstickets?3. In hoeveel van de gevallen ging het om sportwedstrijden,dan wel om optredens?4. Combien de plaintes ont été enregistrées à ce sujet? 4. Hoeveel klachten kwamen hierover binnen?5. Combien de plaintes ont été suivies d'une procéduredevant un tribunal?Réponse du ministre pour l'Entreprise et laSimplification du 07 juillet 2011, à la question n° 135 demonsieur le député Peter Logghe du 01 juin 2011 (N.):1. - 2. En ce qui concerne les tickets de concert, la situationest la suivante. La revente de tickets de concert en soin'est pas interdite par la loi. Un vendeur secondaire de ticketspeut acheter des tickets de concert pour ensuite lesvendre, s'il s'agit d'un vendeur professionnel satisfaisant àtoutes les conditions légales pour pouvoir exercer son commerce.5. Hoeveel klachten werden uiteindelijk omgezet in eenzaak die voor de rechtbank werd gebracht?Antwoord van de minister voor Ondernemen enVereenvoudigen van 07 juli 2011, op de vraag nr. 135van de heer volksvertegenwoordiger Peter Logghe van01 juni 2011 (N.):1. - 2. Voor wat concerttickets betreft is de situatie alsvolgt. De doorverkoop van concerttickets op zich is nietwettelijk verboden. Een secundaire ticketverkoper magconcerttickets kopen, om ze nadien te verkopen, indien hetgaat om een professionele verkoper die voldoet aan allewettelijke voorwaarden om handel te mogen drijven.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 183Cependant, dans de nombreux cas, les conditions généralesde vente du vendeur officiel de tickets n'autorisentpas la revente de ceux-ci. Lorsque le vendeur officielapprend qu'un ticket de concert a été revendu, il peut endécréter la nullité ("blacklisting") suivant ses conditionsgénérales de vente. La revente d'un tel ticket pourra donctrès souvent être considérée comme une transgression deces conditions, sans pour autant constituer une infractionpénale.Il importe toutefois que le vendeur secondaire de ticketsinforme le consommateur clairement et sans ambiguïté:- de sa qualité: il doit préciser qu'il n'est pas vendeur officiel;- de la nature du ticket offert: il doit être clair pour leconsommateur qu'il achète un ticket revendu, et ce à unprix supérieur à celui figurant sur le ticket;- du risque pour le consommateur de voir son ticketannulé par le vendeur officiel et donc de ne pas avoir accèsau concert;- des modalités de remboursement en cas de blacklistinget en cas de déplacement ou d'annulation du concert.Quand un vendeur secondaire de tickets n'informe passuffisamment le consommateur sur les aspects précités, ilest question de pratique commerciale malhonnête. Lemême vaut pour l'offre des tickets falsifiés, ce qui est égalementsanctionée par le droit pénal. Si le vendeur n'est pasinscrit à la Banque-Carrefour des Entreprises, il y a travailfrauduleux. Dans les deux cas, les agents de la Directiongénérale du Contrôle et de la Médiation sont habilités àintervenir.In vele gevallen vermelden de algemene verkoopsvoorwaardenvan de officiële ticketverkoper evenwel dat de ticketsniet mogen doorverkocht worden. Wanneer deofficiële ticketverkoper weet heeft van het feit dat een concertticketis doorverkocht, kan hij dat ticket, volgens zijnalgemene verkoopsvoorwaarden, ongeldig verklaren("blacklisting"). Het doorverkopen van zo een concertticketkan dus in vele gevallen beschouwd worden als het nietnaleven van de algemene verkoopsvoorwaarden, maar isgeen strafrechtelijke inbreuk.Het is echter wel van belang dat de secundaire ticketverkoperde consument duidelijk en ondubbelzinnig informeertover:- zijn hoedanigheid: hij moet aangeven dat hij geen officiëleticketverkoper is;- de aard van het aangeboden ticket: het moet voor deconsument duidelijk zijn dat hij een doorverkocht ticketkoopt, en dat de prijs die ervoor moet betaald wordenhoger is dan de prijs die op het ticket vermeld staat;- het risico dat de consument loopt dat het ticket door deofficiële ticketverkoper ongeldig is verklaard en dus geentoegang geeft tot het concert;- de terugbetalingsmodaliteiten bij blacklisting, verplaatsingof afgelasting van het concert.Wanneer een secundaire ticketverkoper de consumentniet voldoende informeert over de hierboven vermeldeaspecten, is er sprake van een oneerlijke handelspraktijk.Hetzelfde geldt uiteraard voor het aanbieden van vervalstetickets, wat tegelijk strafrechtelijk gesanctioneerd wordt.Wanneer een verkoper niet is ingeschreven in de Kruispuntbankvan Ondernemingen, is er sprake van sluikwerk.Zowel tegen oneerlijke handelspraktijken als tegen sluikwerkkunnen de controleambtenaren van de AlgemeneDirectie Controle en Bemiddeling van de Federale OverheidsdienstEconomie optreden.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

184 QRVA 53 035Les contrôles des ventes en ligne de tickets de concertsont réalisés par la cellule "Veille sur Internet" de la Directiongénérale du Contrôle et de la Médiation (DGCM) duSPF Economie. Ils se font en continu. Les enquêtes ontrévélé que tous les vendeurs secondaires de tickets en ligneconnus sont établis à l'étranger. Lorsque la cellule "Veillesur internet" constate une pratique commerciale déloyaleimpliquant un vendeur établi dans un État membre del'Union européenne, en Norvège, en Islande ou au Liechtenstein,elle adresse une demande de collaboration internationaleà l'instance étrangère compétente. Il y a eu 23requêtes internationales de ce type en 2010, dont troisdemandes d'informations et vingt demandes de mesures.Si ses conditions générales de vente interdisent la reventesous peine d'invalidition du ticket, le vendeur officiel detickets est libre d'utiliser tous les moyens légaux autoriséspour repérer les tickets revendus et les déclarer non valables.En 2010, les initiateurs du site web www.ilovemyticket.com(Tele Ticket Service, Proximus Go For Music,Live Nation Belgium et Rock Werchter) ont, selon leursdires, bloqué 1.021 tickets parce qu'ils avaient été revendus.Les chiffres relatifs à la totalité du secteur ne sont pasdisponibles.3. La Direction générale du Contrôle et de la Médiationn'est pas compétente pour les matches de football. Il existela loi du 21 décembre 1998 relative à la sécurité lors desmatches de football, dont l'article 10, 5°, énonce que lesorganisateurs de matches nationaux ou internationaux defootball assurent le contrôle de la validité et de la détentionrégulière des titres d'accès. La constatation des infractionsà la revente de titres d'accès de ce type relève de la compétencedes services de police.4. La Direction générale du Contrôle et de la Médiation areçu les nombres de plaintes suivants:De controles op de online-verkoop van concertticketsworden uitgevoerd door de Cel "Internetbewaking" van deAlgemene Directie Controle en Bemiddeling (ADCB) vande Federale Overheidsdienst Economie. Deze controlesgebeuren op een continue basis. Onderzoek heeft uitgewezendat alle bekende secundaire online-ticketverkopers inhet buitenland gevestigd zijn. Wanneer door de Cel "Internetbewaking"een oneerlijke handelspraktijk wordt vastgesteld,en de verkoper is gevestigd in een lidstaat van deEuropese Unie, Noorwegen, IJsland of Liechtenstein,wordt een verzoek om internationale samenwerking verzondennaar de bevoegde buitenlandse instantie. In 2010werden 23 internationale verzoeken verstuurd waarvandrie verzoeken om informatie en twntig verzoeken ommaatregelen.Indien de algemene verkoopsvoorwaarden van de officiëleticketverkoper de doorverkoop verbieden op straffe vanongeldigheid van het ticket, staat het hem vrij om alle wettelijktoegestane middelen te gebruiken om doorverkochtetickets op te sporen en ongeldig te verklaren. In 2010 hebbende initiatiefnemers van de website www.ilovemyticket.com(Tele Ticket Service, Proximus Go For Music,Live Nation Belgium en Rock Werchter) naar eigen zeggen1.021 tickets geblokkeerd wegens doorverkoop. Cijfersover de hele sector zijn niet beschikbaar.3. De Algemene Directie Controle en Bemiddeling isniet bevoegd in verband met de voetbalwedstrijden. Erbestaat een wet van 21 december 1998 betreffende veiligheidbij voetbalwedstrijden die in artikel 10, 5°, stelt dat deorganisatoren van nationale of internationale voetbalwedstrijdende controle op de geldigheid en op het regelmatigbezit van de toegangsbewijzen voorzien. Het vaststellenvan inbreuken op de doorverkoop van dergelijke toegangsbewijzenvalt onder de bevoegdheid van de politiediensten.4. Het aantal klachten dat door de Algemene DirectieControle en Bemiddeling werden ontvangen zijn:- 9 plaintes en 2006; - 9 klachten in 2006;- 18 plaintes en 2007; - 18 klachten in 2007;- 32 plaintes en 2008; - 32 klachten in 2008;- 64 plaintes en 2009; - 64 klachten in 2009;- 180 plaintes en 2010; - 180 klachten in 2010;- 52 plaintes jusqu'à présent en 2011. - 52 klachten werden, tot op heden, ontvangen in 2011.Il n'y a pas de chiffres disponibles pour 2005.Voor het jaar 2005 zijn geen cijfergegevens bekend.Le nombre de plaintes a doublé presque chaque année.La forte hausse du nombre de plaintes en 2010 peut s'expliquerpar les contrôles effectués par la DGCM, notammentlors du concert de U2 fin septembre 2010.Bijna elk jaar kan een verdubbeling van het aantal klachtenin vergelijking met het voorgaande jaar opgetekendworden. De grote stijging van het aantal klachten in 2010kan mee verklaard worden door het opvoeren van de controlesdoor de ADCB, onder meer op het concert van U2eind september 2010.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 1855. Aucun; tous les vendeurs secondaires de tickets enligne connus sont établis à l'étranger.5. Geen; alle bekende secundaire online-ticketverkoperszijn in het buitenland gevestigd.DO 2010201103656Question n° 142 de monsieur le député FrancoSeminara du 21 juin 2011 (Fr.) au ministre pourl'Entreprise et la Simplification:L'intervention du Fonds de garantie Voyages.On a appris que le Fonds de garantie Voyages aurait aidé14.000 voyageurs qui risquaient de voir leur voyage tomberà l'eau suite à la faillite de sept assurés dont deuxgrands tour-opérateurs en 2010.Ainsi, les voyageurs lésés ont pu bénéficier de ce fondslors du nuage de cendres émis par l'éruption du volcanislandais Eyjafjallajökull en avril 2010 et lors de grèves enBelgique ou à l'étranger.Si cela se confirme, cela prouve l'efficacité du Fonds degarantie Voyages comme assureur pour protéger les voyageurscontre la faillite d'un tour-opérateur.1. Dans ce cadre, pourriez-vous m'indiquer l'évolution duFonds de garantie Voyages depuis sa constitution en 1995dans le giron de l'industrie du voyage?2. a) Quel est le nombre d'agences de voyage et de touropérateursaffiliés?DO 2010201103656Vraag nr. 142 van de heer volksvertegenwoordigerFranco Seminara van 21 juni 2011 (Fr.) aan deminister voor Ondernemen en Vereenvoudigen:Garantiefonds Reizen.Naar verluidt heeft het Garantiefonds Reizen in 201014.000 reizigers uit de nood geholpen wier reis in het waterdreigde te vallen doordat zeven bij het fonds aangeslotenreisorganisatoren - waaronder twee grote touroperators -failliet waren gegaan.Zo konden gedupeerde reizigers steun van het fondsgenieten toen de aswolk uit de IJslandse vulkaan Eyjafjallajökullin april 2010 het vliegverkeer lam legde, en bij stakingenin België of in het buitenland.Als die informatie correct is, is daarmee bewezen dat hetGarantiefonds Reizen doeltreffend als verzekeraar kanoptreden en reizigers tegen het faillissement van een touroperatorkan beschermen.1. Kan u in dat verband de ontwikkeling schetsen die hetGarantiefonds Reizen sinds zijn oprichting in 1995 binnende reisindustrie heeft doorgemaakt?2. a) Hoeveel reisbureaus en touroperators zijn erbij aangesloten?b) Ce dernier est-il en augmentation dans notre pays? b) Gaat het aantal aangesloten reisbureaus en touroperatorsin België in stijgende lijn?c) Si oui, quelle en est l'explication? c) Zo ja, hoe valt dat te verklaren?3. Quelle est la nature de l'aide dont ont pu bénéficier les14.000 voyageurs aidés par le Fonds en 2010?4. a) Leur voyage est-il entièrement ou en partie remboursé?3. Welke bijstand verleende het fonds precies aan de14.000 reizigers die er in 2010 een beroep op hebbengedaan?4. a) Werden hun reiskosten gedeeltelijk of volledigterugbetaald?b) Sur base de quels critères? b) Op grond van welke criteria gebeurde dat?Réponse du ministre pour l'Entreprise et laSimplification du 30 juin 2011, à la question n° 142 demonsieur le député Franco Seminara du 21 juin 2011(Fr.):Cette question ne relève pas de mes compétences, maisde celles de mon collègue, le ministre du Climat et del'Énergie (Question n° 136 du 1 juillet 2011).Antwoord van de minister voor Ondernemen enVereenvoudigen van 30 juni 2011, op de vraag nr. 142van de heer volksvertegenwoordiger Franco Seminaravan 21 juni 2011 (Fr.):Deze vraag behoort niet tot mijn bevoegdheden behoort,maar tot die van mijn collega, de minister van Klimaat enEnergie (Vraag nr. 136 van 1 juli 2011).CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

186 QRVA 53 035DO 2010201103752Question n° 145 de monsieur le député Eric Thiébautdu 01 juillet 2011 (Fr.) au ministre pourl'Entreprise et la Simplification:SNCB. - Les perturbations survenues sur le rail le 27 juin2011.Les critiques ne sont pas assez dures pour définir le calvairevécu par des dizaines de voyageurs et le traitementréservé aux usagers de la SNCB lors de la journée caniculairedu lundi 27 juin 2011.Chaos, absence ou mauvaise information, retards, ponctualitédéfaillante, matériel vétuste, situation financière del'opérateur SNCB, salaire des CEO, relation entre filialesautonomes de l'ex-SNCB unifiée, etc. Autant de problèmesqui reviennent à la surface!Une nouvelle fois, le chemin de fer refait la une desmédias après la terrible catastrophe de Buizingen, survenuele 15 février 2010.La pagaille du rail vécue le lundi 27 juin 2011 rappelleque le matériel roulant est vieux; que les heures de pointemobilisent tout ce qui roule; que le réseau est en chantierpermanent; que les voleurs de cuivre sèment la pagaille ouencore que l'ambiance sociale est explosive au sein del'entreprise.Aujourd'hui, pour de nombreuses personnes et plus particulièrementles voyageurs, la confiance n'est plus là. Lechemin de fer belge est fragilisé et baigne dans une incertitudepermanente.1. Vous avez évoqué la nécessité d'un plan d'investissementimportant à réaliser pour faire face à une "situation devulnérabilité extrême".En quoi consiste-t-il?2. Quelle sera votre action dans les prochaines semainespar rapport à celui-ci?3. Vous avez aussi insisté sur la nécessité d'un pland'information bien plus performant sur les quais et dans lesgares.DO 2010201103752Vraag nr. 145 van de heer volksvertegenwoordiger EricThiébaut van 01 juli 2011 (Fr.) aan de ministervoor Ondernemen en Vereenvoudigen:NMBS. - Verstoring van het treinverkeer op 27 juni 2011.Woorden schieten te kort om de calvarietocht te beschrijvendie tientallen treinreizigers op die snikhete maandag27 juni 2011 hebben moeten afleggen. De manier waaropze door de NMBS behandeld werden, tart eveneens alleverbeelding.Telkens weer steken dezelfde problemen de kop op:chaos, geen of foutieve informatie, vertragingen, gebrekaan stiptheid, verouderd materieel, de financiële toestandvan de NMBS, de lonen van de CEO's, de verhoudingentussen de autonome dochtermaatschappijen van de vroegereNMBS, enz. ...Eens te meer halen de spoorwegen de krantenkoppen, nade verschrikkelijke ramp in Buizingen van 15 februari2010.De chaos van maandag 27 juni 2011 op het spoor steldeeens te meer in het licht dat het rollend materieel verouderdis, dat tijdens de piekuren al het materieel wordt ingezet,dat er op het spoornet voortdurend werken aan de gangzijn, dat het treinverkeer ernstig verstoord wordt door dekoperdiefstallen en dat de sociale vrede in het bedrijf verzoek is.Vandaag hebben veel mensen - en in de eerste plaats dereizigers - alle vertrouwen in het bedrijf verloren. De Belgischespoorwegen verkeren in een diepe crisis en bovendienis de toekomst van het bedrijf erg onzeker.1. U heeft verklaard dat er een omvangrijk investeringsplannodig is om het hoofd te bieden aan de 'zeer grotekwetsbaarheid' van het bedrijf.Wat houdt dat plan precies in?2. Wat zal u de komende weken met betrekking tot datplan ondernemen?3. U heeft ook gewezen op de noodzaak van een performanterplan voor de informatieverstrekking aan de reizigersop de perrons en in de stations.a) Qu'en est-il réellement? a) Wat betekent dat concreet?b) Sera-t-il d'application prochainement? b) Zal dat plan snel in praktijk worden gebracht?CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 187Réponse du ministre pour l'Entreprise et laSimplification du 06 juillet 2011, à la question n° 145 demonsieur le député Eric Thiébaut du 01 juillet 2011(Fr.):Cette question ne relève pas de mes compétences mais decelles de ma collègue, la ministre de la Fonction publiqueet des Entreprises publiques. (Question n° 432 du 6 juillet2011).Antwoord van de minister voor Ondernemen enVereenvoudigen van 06 juli 2011, op de vraag nr. 145van de heer volksvertegenwoordiger Eric Thiébaut van01 juli 2011 (Fr.):Deze vraag behoort niet tot mijn bevoegdheden maar totdie van mijn collega, de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven. (Vraag nr. 432 van 6 juli 2011).Ministre de l'IntérieurMinister van Binnenlandse ZakenDO 0000201000162Question n° 18 de monsieur le député Tanguy Veys du05 août 2010 (N.) à la ministre de l'Intérieur:Exercice catastrophe dans la province de Flandre orientale.- Évaluation.Le 27 avril 2010, le plus grand exercice catastrophejamais réalisé a eu lieu dans la province de Flandre-Orientale.Lors de cet exercice, six cents écoliers et quatre centsadultes fuyaient une catastrophe nucléaire simulée à Doel.Ils ont été pris en charge au domaine provincial de Puyenbroeckà Wachtebeke.L'une des lacunes que cet exercice catastrophe a permisde mettre au jour est la lenteur avec laquelle il a été procédéà l'enregistrement des personnes évacuées. La procédured'enregistrement, qui a consisté en une lecture des cartesd'identité de ces personnes, a été beaucoup trop lente, cettelenteur excessive ayant même eu pour conséquence le nonenregistrementdes six cents enfants.DO 0000201000162Vraag nr. 18 van de heer volksvertegenwoordigerTanguy Veys van 05 augustus 2010 (N.) aan deminister van Binnenlandse Zaken:Rampoefening in de provincie Oost-Vlaanderen. - Evaluatie.Op 27 april 2010 vond de grootste rampoefening ooit inde provincie Oost-Vlaanderen plaats. Zeshonderd schoolkinderenen vierhonderd volwassenen waren op de vluchtvoor een gesimuleerde kernramp in Doel. Ze werden opgevangenin het provinciaal domein Puyenbroeck in Wachtebeke.De trage registratie van de geëvacueerden kwam als éénvan de pijnpunten naar boven: de registratieprocedurewaarbij de identiteitskaarten werden gelezen verliep veel telangzaam waardoor de zeshonderd kinderen zelfs werdenovergeslaan.1. Quelles lacunes ont été constatées? 1. Welke pijnpunten werden vastgesteld?2. Quelles conclusions ont été tirées? 2. Welke conclusies werden getrokken?3. Quelles mesures ont été prises? 3. Welke maatregelen werden genomen?Réponse de la ministre de l'Intérieur du 04 juillet2011, à la question n° 18 de monsieur le député TanguyVeys du 05 août 2010 (N.):1. Cet exercice au cours duquel un grand nombred'enfants et d'adultes ont été évacués vers le centred'accueil et de décontamination Puyenbroeck a révélé lespoints sensibles suivants:- la longue durée d'attente des personnes évacuées audébut de l'inscription;- le traitement des données dans le système d'inscriptionDIS était beaucoup trop lent;Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 04 juli 2011, op de vraag nr. 18 van de heervolksvertegenwoordiger Tanguy Veys van 05 augustus2010 (N.):1. Deze oefening waarbij een groot aantal kinderen envolwassenen geëvacueerd werden naar het opvang- endecontaminatiecentrum Puyenbroeck, heeft volgende pijnpuntennaar boven gebracht:- de lange wachtrijen van geëvacueerde personen bij aanvangvan de registratie;- de verwerking van de gegevens in het DIS- registratiesysteemgebeurde veel te traag;CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

188 QRVA 53 035- il était impossible de réclamer les fiches d'inscriptionune fois que celles-ci étaient complétées;- à un moment donné, bracelets n'ont pas pu être impriméeà temps;- het was niet mogelijk om de registratiefiches, eens ingevuld,terug op te vragen;- op een bepaald moment konden de armbanden niet tijdigafgedrukt worden;- l'endroit où l'inscription avait lieu était trop exigu. - de ruimte waar geregistreerd werd was te klein.2. Les conclusions suivantes ont pu être tirées de l'exercice:- le traitement des données doit être simple et faciled'usage;2. Uit de oefening werden volgende conclusies getrokken:- de verwerking van de gegevens moet eenvoudig engebruiksvriendelijk zijn;- le système d'inscription DIS doit être plus efficace; - het DIS-registratiesysteem moet efficiënter worden;- "Puyenbroeck" est un bon endroit pour accueillir les"évacués"; il y a plusieurs espaces pour toutes les actions etphases du processus d'accueil et de décontamination.- "Puyenbroeck" is een goede locatie voor de opvang vangeëvacueerden: er zijn verschillende ruimtes voor alleacties en fasen van het opvang- en decontaminatieproces.3. Les prochains points doivent être améliorés: 3. Volgende verbeterpunten worden vooropgesteld:- on utilisera une mini inscription: on ne demandera queles coordonnées de base aux personnes évacuées;- le trajet de l'inscription sera modifié: toutes les victimesseront accueillies dans la grande salle où elles seront systématiquementinscrites.- le plan d'urgence "Puyenbroeck" sera adapté en fonctionde cette observation.- er zal met een miniregistratie worden gewerkt: enkel debasisgegevens zullen nog gevraagd worden aan de geëvacueerdepersonen;- het traject van registreren zal aangepast worden: alleslachtoffers zullen in een grote zaal opvangen worden waarzij stelselmatig zullen ze geregistreerd worden;- het noodplan "Puyenbroeck" zal aangepast worden infunctie van deze vaststellingen.DO 0000201000305Question n° 32 de monsieur le député Tanguy Veys du19 août 2010 (N.) à la ministre de l'Intérieur:Condition physique des membres des services d'incendie.En Belgique, la condition physique des pompiers laissetellement à désirer qu'elle constitue un risque pour leursanté et pour la sécurité de la population. C'est l'avis formulépar deux associations francophones, le Conseil Nationalde l'Éducation Physique, de la Santé et des Sports(CNEPSS) et la Fédération Royale des Corps de Sapeurs-Pompiers de Belgique (FRCSPB), dans un communiquédiffusé récemment. "Dans la majorité des casernes, lespompiers n'ont pas l'occasion d'entretenir leur conditionphysique", regrette Marc Gilbert, le président de la fédérationFRCSPB. Toujours d'après celui-ci, "il n'y a aucuneuniformité dans les tests à l'embauche".DO 0000201000305Vraag nr. 32 van de heer volksvertegenwoordigerTanguy Veys van 19 augustus 2010 (N.) aan deminister van Binnenlandse Zaken:Fysieke conditie van het brandweerkorps.De fysieke conditie van de brandweermannen in Belgiëlaat zodanig te wensen over dat ze een risico vormt voorhun gezondheid en voor de veiligheid van de bevolking.Dat zeggen twee Franstalige verenigingen, le ConseilNational de l'Éducation Physique, de la Santé et des Sports(CNEPSS) en la Fédération Royale des Corps de SapeursPompiers Belge (FRCSPB), in een mededeling die recentverspreid werd. "In de meeste kazernes heeft de brandweerniet de mogelijkheid aan haar lichamelijke conditie te werken",betreurt Marc Gilbert, de voorzitter van de brandweerverenigingFRCSPB. Er is volgens hem ook geenenkele "eenvormigheid in de aanwervingstests".CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 189La condition physique des pompiers n'est plus évaluéeaprès leur recrutement. "Nous manquons de moyens pourfaire appel à des éducateurs physiques et à des médecinsspécialisés. Le manque d'infrastructures est criant. Et leseffectifs sont insuffisants, le personnel n'a pas le temps defaire du sport", indique Marc Gilbert. La FRCSPBdemande l'uniformisation des tests de recrutement et réclamedes moyens pour entretenir la condition physique despompiers. Elle propose aussi de soumettre le personnel àdes épreuves physiques chaque année, comme à l'armée.1. a) Partagez-vous l'analyse du Conseil National del'Éducation Physique, de la Santé et des Sports et de laFédération Royale des Corps de Sapeurs-Pompiers de Belgiqueconcernant la condition physique des membres desservices d'incendie?b) Dans l'affirmative, sur quel plan partagez-vous cetteanalyse et quelles mesures ont été prises?c) Dans la négative, sur quel plan votre analyse est-elledifférente et pourquoi?2. a) Adhérez-vous aux propositions du Conseil Nationalde l'Éducation Physique, de la Santé et des Sports et de laFédération Royale des Corps de Sapeurs-Pompiers de Belgiquepour améliorer la condition physique des pompiers?b) Dans l'affirmative, sur quel plan et quelles mesures ontété prises?Na hun aanwerving wordt de conditie van de brandweerliedenniet meer geëvalueerd. "We hebben middelen tekortom een beroep te doen op sportleraars en gespecialiseerdeartsen. Het gebrek aan infrastructuur is overduidelijk. En eris onvoldoende personeel om tijd te maken voor sport",aldus Marc Gilbert. FRCSPB vraagt uniforme tests voor deaanwerving van brandweerlieden en middelen om hen inconditie te houden. De vereniging stelt ook voor om hetpersoneel elk jaar lichamelijke proeven te laten afleggen,zoals in het leger gebruikelijk is.1. a) In welke mate deelt u de analyse van le ConseilNational de l'Éducation Physique, de la Santé et des Sportsen van la Fédération Royale des Corps de Sapeurs PompiersBelge inzake de fysieke conditie van het brandweerkorps?b) Zo ja, op welk vlak en welke maatregelen werdengenomen?c) Zo nee, op welk vlak niet en waarom niet?2. a) In welke mate deelt u de voorstellen van le ConseilNational de l'Éducation Physique, de la Santé et des Sportsen van la Fédération Royale des Corps de Sapeurs PompiersBelge om de fysieke conditie van de brandweerliedente verbeteren?b) Zo ja, op welk vlak en welke maatregelen werdengenomen?c) Dans la négative, sur quel plan et pourquoi? c) Zo nee, op welk vlak niet en waarom niet?Réponse de la ministre de l'Intérieur du 08 juillet2011, à la question n° 32 de monsieur le député TanguyVeys du 19 août 2010 (N.):La profession de 'sapeur-pompier' comprend un certainnombre de tâches pouvant être décrites comme physiquementcontraignantes. C'est pourquoi chaque pompier, tantlors de son entrée en service que durant sa carrière, devraitpouvoir témoigner d'une bonne résistance physique.À l'heure actuelle, les épreuves relatives à l'aptitude physiquelors du recrutement sont déterminées par la communequi recrute. Par conséquent, il est peu questiond'uniformité. Néanmoins, il existe une circulaire du16 septembre 1971 relative à l'arrêté royal du 6 mai 1971fixant les types de règlements communaux relatifs à l'organisationdes services communaux d'incendie que de nombreusescommunes utilisent comme modèle.Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 08 juli 2011, op de vraag nr. 32 van de heervolksvertegenwoordiger Tanguy Veys van 19 augustus2010 (N.):Het beroep 'brandweerman' omvat een aantal taken diezonder meer als fysiek belastend kunnen worden omschreven.Vandaar dat elke brandweerman, zowel bij zijnindiensttreding alsook tijdens de carrière, zou moeten kunnengetuigen van een goede fysieke weerbaarheid.Momenteel worden de proeven met betrekking tot delichamelijke geschiktheid bij aanwerving bepaald door deaanwervende gemeente. Bijgevolg is er van uniformiteitinderdaad weinig sprake. Niettemin bestaat er een omzendbriefvan 16 september 1971 betreffende het koninklijkbesluit van 6 mei 1971 tot vaststelling van de modellen vangemeentelijke reglementen betreffende de organisatie vande gemeentelijke brandweerdiensten die heel wat gemeentenals model aanwenden.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

190 QRVA 53 035En ce qui concerne le suivi de l'aptitude physique, unéducateur physique n'a été prévu que pour les plus grandscorps professionnels. Sa tâche consiste à maintenir l'aptitudephysique des membres du service à niveau et à ladévelopper. Cependant, une méthode pour entretenir cettecondition physique n'a pas été explicitement prévue.La divergence d'opinions concernant la meilleure manièred'évaluer l'aptitude physique a rendu indispensable l'élaborationd'un document étayé par la science. À la demandedu Service public fédéral Intérieur, une étude scientifique aété réalisée par la KUL (K.U.Leuven). L'étude traite aussibien des épreuves physiques lors du recrutement que d'unprogramme d'entraînement pour entretenir la conditionphysique pendant la carrière.L'étude a été rendue en mai 2010. Actuellement, on disposed'un projet de document relatif aux exigences enmatière d'aptitude physique lors du recrutement de pompiers,joint en annexe au nouveau statut du personnel desfutures zones de secours.En outre, l'étude peut servir de base pour le développementd'un programme d'entraînement destiné à entretenir lacondition physique des sapeurs-pompiers pendant leur carrière.J'espère également que, dans les zones où l'on constateun manque de moyens et d'infrastructure, ce manque a étépris en compte dans les conventions Pré-zones opérationelles(PZO), afin que les moyens libérés dans le cadre de ceprojet puissent, au moins en partie, remédier à ces manquements.Ainsi, dans le manuel PZO 2010, un plan zonal deformation avait été fixé comme un objectif possible. Ceplan de formation zonal comprend la réalisation d'un programmed'exercices physiques. En 2011 l'objectif ci-dessusest même devenu obligatoire dans les conventions PZO.Wat de opvolging van de fysieke geschiktheid betreft,werd enkel voor de louter grote beroepskorpsen voorzienin een monitor lichamelijke opvoeding, wiens taak erinbestaat de lichamelijke geschiktheid van de leden van dedienst op peil te houden en te ontwikkelen. Een wijze omdeze fysieke paraatheid op peil te houden werd echter nietexpliciet voorzien.De uiteenlopende opvattingen over hoe lichamelijkegeschiktheid het beste beoordeeld wordt maakten eenwetenschappelijk onderbouwd document onmisbaar. Inopdracht van de Federale Overheidsdienst BinnenlandseZaken werd een wetenschappelijke studie uitgevoerd doorde KUL (K.U.Leuven). De studie handelt zowel over defysieke proeven bij aanwerving, als over een oefenprogrammaom de fysieke conditie tijdens de carrière op peilte houden.De studie werd opgeleverd in mei 2010. Heden is er eenontwerpdocument beschikbaar omtrent de vereisten inzakelichamelijke geschiktheid bij aanwerving van brandweermannen,dat als bijlage hoort bij het nieuwe statuut vanpersoneelsleden van de toekomstige hulpverleningszones.De studie kan bovendien als basis dienen voor de ontwikkelingvan een trainingsprogramma, om de lichamelijkegeschiktheid van de brandweermannen op peil te houdentijdens hun carrière.Ik wens tevens mijn hoop uit te drukken dat in die zoneswaar een gebrek aan middelen en infrastructuur moet wordenvastgesteld, dit gebrek zijn weerslag heeft gevonden inde overeenkomsten OPZ (Operationele prezone), opdat dein het kader van dit project vrijgemaakte middelen, minstensvoor een deel, aan deze gebreken kunnen verhelpen.Zo werd in het draaiboek OPZ 2010 het opmaken van eenzonaal opleidingsplan voorgesteld als mogelijke doelstelling,met hierin inbegrepen de realisatie van een programmavan fysieke oefeningen. In 2011 is voormeldedoelstelling als een verplichting opgenomen in de OPZovereenkomst.DO 0000201000307Question n° 33 de monsieur le député Tanguy Veys du19 août 2010 (N.) à la ministre de l'Intérieur:Obligation d'identification des femmes voilées dans lesaéroports.Il apparaît que l'absence de contrôle dans les aéroportsdes femmes portant des vêtements traditionnels musulmansdissumulant le visage se fait de plus en plus fréquente.DO 0000201000307Vraag nr. 33 van de heer volksvertegenwoordigerTanguy Veys van 19 augustus 2010 (N.) aan deminister van Binnenlandse Zaken:Identificatieplicht voor gesluierde vrouwen op de luchthaven.Vrouwen gehuld in gezichtsbedekkende moslimkledinglijken op luchthavens steeds vaker ongecontroleerd door decontrole van de douane te komen.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 191Le personnel navigant et les passagers ont donc toutes lesraisons de s'inquiéter pour leur sécurité, en particulier àprésent qu'un passager a publié sur le net (http://www.youtube.com/watch?v=h-3frv4tnx8)une vidéo montrant comment,au Canada, des femmes portant le niqab franchissentsans entrave la porte d'embarquement d'Air Canada. Cettevidéo a suscité un vif émoi. Selon le ministre des Transportscanadien, monsieur Baird, il est inadmissible que desfemmes vêtues du niqab ou de la burqa ne soient pascontraintes de montrer leur visage.Aux Pays-Bas également, des passagers et des membresdu personnel navigant ont fait savoir que l'on observe qu'àSchiphol des femmes au visage voilé franchissent sansentrave le contrôle des douanes, les douaniers cherchantsouvent à éviter les incidents.1. a) Comment le respect de l'obligation d'identificationest-il imposé à l'aeroport de Zaventem aux femmes vêtuesd'habits traditionnels musulmans dissimulant le visage?Les femmes portant le niqab ou la burqa ne sont-elles pascontraintes de montrer leur visage?b) Dans l'affirmative, selon quelle procédure? b) Zo ja, op welke wijze?c) Dans la négative, pourquoi et comment envisagezvousde faire appliquer malgré tout l'obligation d'identification?Réponse de la ministre de l'Intérieur du 08 juillet2011, à la question n° 33 de monsieur le député TanguyVeys du 19 août 2010 (N.):L'obligation d'identification pour les femmes couvertesd'un vêtement musulman recouvrant le visage est imposéeà l'aéroport de Zaventem.Mais des facilités sont offertes à ces femmes pour s'identifier.Soit, elles sont assistées par un agent féminin de lapolice, soit elles sont emmenées dans les locaux de lapolice de l'aéroport afin de procéder à l'identification, cequi veut dire qu'elles ne doivent se découvrir qu'en présenced'autres femmes.Vliegtuigpersoneel en passagiers maken zich dan ookgrote zorgen over hun veiligheid, zeker nu een passagiereen filmpje op internet (http://www.youtube.com/watch?v=h-3frv4tnx8) heeft gezet dat laat zien hoe inniqaab geklede moslimvrouwen in Canada ongehinderd degate van Air Canada passeren. Het internetfilmpje heeftgrote ophef veroorzaakt. Volgens Transportminister Bairdvan Canada kan het niet zijn dat in niqaab of boerkageklede moslimvrouwen hun gezicht niet hoeven te tonen.Ook in Nederland is op Schiphol waargenomen dat vrouwendie hun gezicht hadden bedekt, ongehinderd door dedouanecontrole kwamen, laten passagiers en vliegtuigpersoneelweten. Vaak wil de douane geen gedoe.1. a) Op welke wijze wordt de identificatieplicht in deluchthaven van Zaventem afgedwongen bij in gezichtsbedekkendemoslimkleding gehulde vrouwen?Hoeven in niqaab of boerka geklede moslimvrouwen hungezicht niet te tonen?c) Zo nee, waarom niet en hoe wordt de identificatieplichtdan wel afgedwongen?Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 08 juli 2011, op de vraag nr. 33 van de heervolksvertegenwoordiger Tanguy Veys van 19 augustus2010 (N.):De identificatieplicht wordt afdwongen op de luchthavenvan Zaventem bij vrouwen die in gezichtsbedekkendemoslimkleding gehuld zijn.Maar er worden wel faciliteiten aangeboden aan dezevrouwen om zich te identificeren. Ofwel worden ze bijgestaandoor een vrouwelijke politieagent ofwel worden zeovergebracht naar de lokalen van de luchthavenpolitiealwaar de identificatie gebeurt, dit wil zeggen dat zij zichalleen aan andere vrouwen moeten onthullen.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

192 QRVA 53 035DO 0000201000320Question n° 40 de monsieur le député Tanguy Veys du20 août 2010 (N.) à la ministre de l'Intérieur:Panneaux solaires. - Dangers lors de l'extinction d'incendies.Selon un récent communiqué du Nederlands InstituutFysieke Veiligheid (NIFV), qui élabore notamment desdirectives à l'intention des services d'incendie, les panneauxsolaires présentent un danger pour les servicesd'incendie. Même lorsque le courant électrique est interrompupar un disjoncteur quand un incendie se déclare, lespanneaux restent sous tension au niveau du câblage. Levoltage de ces installations étant élevé, les pompiers risquentl'électrocution s'ils utilisent de l'eau pour tenterd'éteindre l'incendie.Même lorsque le courant électrique est interrompu, lespanneaux solaires se chargent d'électricité par la lumière,pas uniquement la lumière solaire mais aussi les flammesou les lumières des services d'intervention. Les panneauxsolaires produisent donc également du courant lorsqu'ilssont déconnectés. Selon le secrétaire de direction du NIFV,monsieur Lex Schruijer, les pompiers doivent faire preuvede prudence lorsqu'ils constatent la présence de panneauxsolaires.Les incendies de bâtiments équipés de panneaux solairesn'ont provoqué aucun incident aux Pays-Bas mais les servicesd'incendie ont rencontré des difficultés en Belgiquerécemment parce que le toit d'une habitation en feu étaitéquipé de panneaux solaires.1. Êtes-vous informé des dangers évoqués par le NederlandsInstituut Fysieke Veiligheid?2. a) Des mesures ont-elles été prises pour éviter de mettreen danger les pompiers lors d'incendies impliquant despanneaux solaires?DO 0000201000320Vraag nr. 40 van de heer volksvertegenwoordigerTanguy Veys van 20 augustus 2010 (N.) aan deminister van Binnenlandse Zaken:Gevaren bij blussen zonnepanelen.b) Dans l'affirmative, lesquelles? b) Zo ja, welke?c) Dans la négative, pourquoi aucune mesure n'a été c) Zo nee, waarom niet?prise?Réponse de la ministre de l'Intérieur du 08 juillet2011, à la question n° 40 de monsieur le député TanguyVeys du 20 août 2010 (N.):1. Je suis parfaitement au courant des dangers que mentionnela NIFV (Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid).2. J'ai donc ordonné le Centre de Connaissances pour laSécurité civile de constituer un groupe de travail en janvier2010.Zonnepanelen zijn bij een brand gevaarlijk voor debrandweer. Dat staat in een recente memo van het NederlandsInstituut Fysieke Veiligheid (NIFV), dat onder meerrichtlijnen opstelt voor de brandweer. Ook als de elektriciteitvia de hoofdschakelaar bij een brand wordt uitgeschakeld,blijven de panelen via de bedrading spanning leveren.Door de hoge voltages lopen brandweerlieden het gevaar teworden geëlektrocuteerd als ze de brand met water proberente blussen.Een zonnepaneel laadt op wanneer het licht opvangt, ookals de elektriciteit is uitgeschakeld. Dat licht hoeft niet vande zon te zijn, maar kan ook van vlammen of lichten vande hulpdiensten komen. Zonnepanelen geven daarom ookstroom af als ze niet aanstaan. Volgens de directiesecretarisvan het NIFV, Lex Schruijer, moeten brandweerlieden uitkijkenals ze zonnepanelen blussen.In Nederland zijn er geen incidenten geweest met zonnepanelenin brandhaarden, maar in België kon de brandweerrecent met moeite een huis blussen, omdat er zonnepanelenop het dak lagen.1. Bent u op de hoogte van bovenvermelde gevaren waarvoorhet Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid waarschuwt?2. a) Werden er maatregelen genomen om de gevarenvoor de brandweer aan te pakken bij het blussen van zonnepanelen?Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 08 juli 2011, op de vraag nr. 40 van de heervolksvertegenwoordiger Tanguy Veys van 20 augustus2010 (N.):1. Ik ben perfect op de hoogte van de gevaren die hetNIFV (Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid) vermeldt.2. Ik heb daarom het Kenniscentrum (voor de CivieleVeiligheid) de opdracht gegeven een werkgroep op te richtenin januari 2010.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 193Ce groupe a effectivement vu le jour et a obtenu ses premiersrésultats en collaboration avec le secteur photovoltaïqueet les corps de sapeurs-pompiers à l'étranger.Les résultats et contributions des différents secteurs dansce domaine ont été centralisés lors d'une grande conférencesur les panneaux solaires pour pompiers et spécialistes le16 décembre 2010. Les différentes présentations, ainsiqu'une première version de l'attitude à adopter lors d'interventionsont été publiés sur le site web de cette conférenceet sont toujours disponibles via ce lien:http://www.fireforumseminars.be/presentations.html.Compte tenu de l'évolution technologie permanente,nous recevons continuellement des solutions complémentairesen provenance des partenaires présents à la conférence.Ceci implique que le groupe de travail continue sesactivités.Comme vous le savez, la Région wallonne a égalementmis sur pied un groupe de travail sur ce même sujet. Unmembre du Centre fédéral de Connaissances pour la sécuritécivile suit l'évolution des travaux de ce groupe.Deze werkgroep werd aldus opgericht en kwam tot eersteresultaten in samenwerking met de sector en brandweerkorpsenuit het buitenland.De resultaten en de inbreng van de verschillende sectorenuit dit vakgebied werden gebundeld in een grote conferentieover zonnepanelen die gehouden werd voor bandweeren industrie op 16 december 2010. De verschillende presentaties,en de eerste versie van aan te nemen houding tijdensinterventies zijn gepubliceerd op de website van deconferentie, en nog steeds beschikbaar via deze hyperlink:http://www.fireforumseminars.be/presentaties.html.Gezien de technologische evolutie niet stil staat, zijn ernu reeds bijkomende oplossingen aangeboden door de verschillendepartners die aanwezig waren op het congres, watdus wil zeggen dat de werkgroep blijft verder werken.Zoals u weet heeft ook het Waalse Gewest in 2011 eenwerkgroep opgestart over deze materie. Een lid van hetKenniscentrum volgt de vorderingen van deze werkgroep.DO 0000201000363Question n° 44 de monsieur le député Stefaan Vercamerdu 25 août 2010 (N.) à la ministre de l'Intérieur:Caméras de surveillance des feux rouges installées auxcarrefours dangereux.Le fait d'ignorer un feu rouge est une infraction gravepouvant avoir des conséquences mortelles. Conformémentà l'arrêté royal du 30 septembre 2005 désignant les infractionspar degré aux règlements généraux pris en exécutionde la loi relative à la police de la circulation routière, le faitd'ignorer un feu rouge est considéré comme une infractiondu troisième degré, à savoir les infractions qui mettentdirectement en danger la sécurité des personnes mais quine sont pas de nature à mener presque irrémédiablement àdes dommages physiques lors d'un accident. Il s'agit alorsdans ce dernier cas d'infractions du quatrième degré,comme inciter un conducteur à rouler à une vitesse excessiveou encore traverser un passage à niveau dont les barrièressont fermées.DO 0000201000363Vraag nr. 44 van de heer volksvertegenwoordigerStefaan Vercamer van 25 augustus 2010 (N.) aande minister van Binnenlandse Zaken:Roodlichtcamera's op gevaarlijke kruispunten.Het negeren van een rood licht is een ernstige verkeersinbreukdie tot levensgevaarlijke situaties kan leiden. Volgenshet koninklijk besluit van 30 september 2005 totaanwijzing van de overtredingen per graad van de algemenereglementen genomen ter uitvoering van de wetbetreffende de politie over het wegverkeer, is het negerenvan het rood licht gecatalogeerd als een overtreding van dederde graad - zijnde: overtredingen die de veiligheid vanpersonen rechtstreeks in gevaar brengen maar die niet vandie aard zijn dat ze bij een ongeval bijna onvermijdbaar leidentot fysieke letsels. Die laatste zijn overtredingen van devierde graad zoals een bestuurder aansporen overdrevensnel te rijden of het dwarsen van een gesloten overweg.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

194 QRVA 53 035Il ressort des chiffres communiqués par la police fédéralede la route concernant la caméra de surveillance des feuxrouges installée le long de la N49 à Maldegem, à hauteurde la N410, que le nombre de feux rouges ignorés est particulièrementinquiétant. Pendant les 346 heures de fonctionnementde l'appareil, pas moins de 282 constatations ontété effectuées et 268 procès-verbaux ont été dressés. Laquestion se pose de savoir si ces chiffres sont le reflet d'unphénomène général ou témoignent simplement d'une situationexceptionnelle et s'il convient, le cas échéant, de prendredes mesures.1. Les mesures effectuées à proximité de carrefours similairesont-elles donné des résultats comparables?2. a) À combien d'endroits sont installées des caméras desurveillance des feux rouges?Op basis van de cijfergegevens van de federale wegpolitiemet betrekking tot de roodlichtcamera op de N49 terhoogte van de N410 te Maldegem, lijkt het aantal roodlichtovertredingenonrustwekkend. In een tijdspanne van346 uren waarin het toestel werkte, werden niet minder dan282 vaststellingen gedaan waarvan er 268 processen-verbaalwerden opgemaakt. De vraag rijst enerzijds of dezecijfers een illustratie zijn van een algemeen fenomeen ofeerder een uitzondering en anderzijds of ze van die aardzijn dat er ingegrepen moet worden.1. Hebben metingen op gelijkaardige kruispunten vergelijkbareresultaten opgeleverd?2. a) Op hoeveel plaatsen staan roodlichtcamera's opgesteld?b) Durant combien d'heures ont-elles fonctionné? b) Hoeveel uren hebben ze gewerkt?c) Combien d'infractions ont été constatées? c) Hoeveel overtredingen werden vastgesteld?d) Combien de procès-verbaux ont été dressés? Pourriezvousme fournir les chiffres pour 2008 et 2009, si possibleen fonction de la vitesse mesurée?d) Hoeveel pv's werden er opgesteld? Graag de cijfersvoor 2008 en 2009, indien mogelijk op basis van de gemetensnelheid?3. Ces chiffres sont-ils considérés comme inquiétants? 3. Worden deze cijfers als onrustwekkend ervaren?4. Des actions spécifiques sont-elles prévues pour renforcerles contrôles dans ce cadre?5. a) Dispose-t-on de chiffres concernant le lien qui pourraitêtre établi entre la présence de caméras de surveillancedes feux rouges et le nombre d'accidents?b) Décide-t-on le cas échéant d'installer des caméras enfonction des chiffres en question?c) Prévoit-on l'installation en 2010/2011 de caméras desurveillance des feux rouges en d'autres endroits dangereux?Réponse de la ministre de l'Intérieur du 08 juillet2011, à la question n° 44 de monsieur le député StefaanVercamer du 25 août 2010 (N.):1. et 2. a) b) c) Nous ne sommes pas en mesure de répondreà ces questions qui sont plus de la compétence desRégions et des communes.2. d) Le tableau ci-dessous reprend le nombre d'infractionsvitesse enregistrées par les services de police parrégime de vitesse et ce, pour les années 2008 et 2009.Ces données proviennent de la banque de données desinfractions routières. Nous ne sommes pas en mesure dedifférencier les infractions de vitesse aux feux rouges desautres infractions de vitesse.4. Zijn er specifieke acties gepland om de handhaving opdit vlak verder te intensifiëren?5. a) Worden er cijfers bijgehouden over de relatie tussenhet plaatsen van een roodlichtcamera en het aantal ongevallen?b) Worden desgewenst op basis van dergelijke cijferscamera's verplaatst?c) Worden er roodlichtcamera's gepland in 2010/2011 opandere gevaarlijke punten?Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 08 juli 2011, op de vraag nr. 44 van de heervolksvertegenwoordiger Stefaan Vercamer van25 augustus 2010 (N.):1. en 2. a) b) c) Wij zijn niet in de mogelijkheid te antwoordenop deze vragen die tot de bevoegdheid van deGewesten en gemeenten behoren.2. d) De onderstaande tabel geeft het aantal snelheidsinbreukenweer, geregistreerd tijdens de politiecontrolesvoor de jaren 2008-2009.De gegevens komen uit de gegevensbank verkeersinbreuken.Wij zijn echter niet in staat om een onderscheid temaken in de snelheidsinbreuken met rode lichten en anderesnelheidsinbreuken.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 1952008 20090-10 km trop vite 950 337 1 123 672 0-10 km te snel11-20 km trop vite 956 295 973 739 11-20 km te snel21-30 km trop vite 268 823 299 542 21-30 km te snel31-40 km trop vite 67 668 74 246 31-40 km te snel>40 km trop vite 25 190 27 955 >40 km te snel>? km trop vite 6 390 6 889 >? km te snelTotal vitesse 2 274 703 2 506 043 Totaal snelheid3. On note une forte hausse en 2009 par rapport à 2008en ce qui concerne la rubrique '31-40 km trop vite'.3. Er is een duidelijke stijging merkbaar in 2009 tenopzichte van 2008 voor wat betreft de rubriek '31-40 km tesnel'.4. Aucune action spécifique n'est prévue dans ce cadre. 4. Er zijn geen specifieke acties gepland in dit kader.5. a) Le placement d'un feu rouge ou d'une caméra destinéesà mesurer la vitesse dépend, entre autres, de la gravitéde l'insécurité routière à cet endroit, et plus particulièrement,du nombre d'accidents.b) et c) Sont de la compétence des Régions et des communes.5. a) Het plaatsen van een roodlicht- en/of snelheidscamerahangt onder meer af van de ernst van de verkeersonveiligheidop die plaats en meer bepaald van het aantalongevallen.b) en c) Behoren tot de bevoegdheid van de Gewesten engemeenten.DO 0000201000464Question n° 61 de monsieur le député Tanguy Veys du09 septembre 2010 (N.) à la ministre del'Intérieur:Renvoi au service d'aide aux victimes.Toute victime qui a été en contact avec l'auteur d'un délitou toute victime d'un cambriolage a droit à une assistancepsychologique. Ce droit est toutefois rarement mis enoeuvre dans la pratique. Une victime d'un délit sur dix seulementse verrait proposer une assistance et pas moins de90.000 personnes seraient abandonnées à leur sort.L'année dernière, les treize services d'aide aux victimesde Flandre ont accueilli 9.990 personnes et 2.228 victimesont, en définitive, bénéficié d'un accompagnement. SelonKris De Groof du "Steunpunt Algemeen Welzijnswerk", pasmoins de 90.000 personnes ne bénéficient d'aucune aideparce que la police ne renvoie pas toujours les victimesvers un service d'aide et que celles-ci ne reçoivent que desinformations lacunaires sur la prise en charge.DO 0000201000464Vraag nr. 61 van de heer volksvertegenwoordigerTanguy Veys van 09 september 2010 (N.) aan deminister van Binnenlandse Zaken:Doorverwijzing naar de Dienst Slachtofferhulp.Elk slachtoffer dat contact had met de dader van een misdrijfof iedereen die slachtoffer is van een woninginbraak,heeft recht op psychologische bijstand. In de praktijk komtdaar weinig van in huis. Slechts één op de tien slachtoffersvan een misdrijf zouden slachtofferhulp aangeboden krijgen,minstens 90.000 anderen blijven in de kou staan.De dertien diensten voor slachtofferhulp in Vlaanderenhebben vorig jaar 9.990 mensen opgevangen; 2.228 slachtofferszijn uiteindelijk begeleid. "Minstens 90.000 mensenkrijgen geen hulp. De doorverwijzing bij de politie zit nogniet goed. Slachtoffers krijgen gebrekkige informatie overhulpverlening", zegt Kris De Groof van het SteunpuntAlgemeen Welzijnswerk.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

196 QRVA 53 035Ces dernières années pourtant, les services de police sesont évertués à améliorer cette situation. Les inspecteursrédigent mieux leurs procès-verbaux, ils prennent les victimesau sérieux lorsqu'elles effectuent une déclaration et laplupart des corps disposent d'un responsable de l'accueildes victimes en première ligne. Toutefois, en raison de lacharge de travail, il arrive souvent que la communication àpropos de la prise en charge fasse défaut.1. Êtes-vous au courant du problème relatif au renvoi desvictimes par la police au service d'aide aux victimes?2. a) Des mesures ont-elles été prises pour améliorer/systématiserle renvoi des victimes par la police vers le serviced'aide aux victimes?b) Dans l'affirmative, lesquelles? b) Zo ja, welke?c) Dans la négative, pourquoi? c) Zo neen, waarom niet?Réponse de la ministre de l'Intérieur du 04 juillet2011, à la question n° 61 de monsieur le député TanguyVeys du 09 septembre 2010 (N.):J'ai pris note des déclarations faites par Kris De Groof,Centre de bien-être général.Pour autant que mes informations sont exactes, les résultatscommuniqués sont basés sur des faits et des chiffres de2005 (cf. l'étude "Atteindre les services aux victimes assezde victimes?" - Année académique 2006 à 2007 secondelic. Sciences Crim KUL), dans laquelle le volet "référence- la section 3.2" reprend les indications suivantes:"À l'heure actuelle 60% des victimes atteignent les servicesaux victimes à travers le système de référence tel querequis par l'accord de coopération. Cela implique une augmentationde 292% depuis l'introduction de l'accord decoopération en 1998.De cette façon, on tente de victimes autant que possiblepour aider. Pourtant, cette évolution aussi avoir un effetnégatif.Dans un nombre de régions, on est devenu plus prudentsdans cette sensibilisation, car il ne serait pas possible derépondre à chaque renvoi. Cela a un effet sur l'attitude despoliciers, qui pourrait les conduire à moins renvoyer. Lacombinaison de ne pas avoir le contrôle de l'afflux etl'engagement à peu de temps après le contact avec la victimerenvoi est un problème.Certains services sont donc les services de base, à la foisquantitativement et qualitativement plus garantie."Nochtans is er bij de politiediensten de voorbije jarenhard gewerkt om daar verbetering in te brengen. "Inspecteursleveren betere processen-verbaal af, ze nemen hunslachtoffers ernstig als ze aangifte doen en de meeste korpsenhebben een slachtofferbejegenaar voor de eersteopvang. Alleen: door de drukte schiet informatieverstrekkingover de nabehandeling er vaak bij in", aldus DeGroof.1. Bent u op de hoogte van het probleem van de doorverwijzingdoor de politie van slachtoffers naar de DienstSlachtofferhulp?2. a) Werden er maatregelen genomen om de doorverwijzingdoor de politie van slachtoffers naar de Dienst Slachtofferhulpbeter/vlotter te laten verlopen?Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 04 juli 2011, op de vraag nr. 61 van de heervolksvertegenwoordiger Tanguy Veys van 09 september2010 (N.):Ik heb kennis van de verklaringen van Kris De Groof vanhet Steunpunt Algemeen Welzijnswerk.Voor zover mijn informatie correct is, zijn de gecommuniceerderesultaten gebaseerd op feiten en cijfers van 2005(Cfr. de Studie "Bereiken de Diensten Slachtofferhulp voldoendeslachtoffers?" - Academiejaar 2006-2007 2e lic.Crim.Wet. KUL), waar binnen het luik 'doorverwijzing -punt 3.2' het volgende vermeld staat:"Op dit ogenblik bereiken 60% van de slachtoffers dediensten slachtofferhulp via het verwijzingssysteem zoalsvoorgeschreven door het samenwerkingsakkoord. Ditbetreft een stijging van 292% sinds de invoering van hetsamenwerkingsakkoord in 1998.Op deze manier poogt men de slachtoffers zoveel alsmogelijk te helpen. Toch blijkt deze evolutie ook een negatiefeffect te hebben.In een aantal regio's is men voorzichtiger geworden indeze sensibilisering omdat men het aantal doorverwijzingenniet meer zou aankunnen. Dit heeft dan weer een effectop de houding van de politieagenten dat ertoe kan leidendat zij minder zullen doorverwijzen. De combinatie van hetniet onder controle hebben van de instroom en het engagementom kort na de verwijzing contact op te nemen met hetslachtoffer is dus een probleem geworden.Sommige diensten kunnen daarom het basisaanbod,zowel kwantitatief als kwalitatief niet meer garanderen."CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 197Je me réfère à cet égard aux règles en vigueur:- la circulaire relative à l'utilisation des certificats uniformede dépôt de plainte, des lignes directrices pour lalivraison de ces certificats par la police du Collège des procureursgénéraux COL 05/2009, modifiée par la circulaireCOL 08/2005 (APO/VPV), qui est entrée en vigueur le 1erjanvier 2010: les attestations de confirmation de la plainteindiquent les services aux victimes avec adresse et numérode téléphone. Cette circulaire prévoit la réglementation del'information aux victimes concernant les progrès del'affaire.- circulaire GPI 58 concernant l'assistance policière auxvictimes dans la police intégrée, structurée à deux niveauxdu 4 mai 2007, qui stipule au point 6.2: "Le policier quimentionne l'offre de renvoi par formulaire dans le procèsverbal,mais ne mentionne pas de la décision de la victime."- l'accord de coopération du 7 avril 1998 entre l'État et laCommunauté flamande en matière de soins de la victime,approuvé par la loi du 11 avril 1999 (Moniteur belge du13 juillet 1999, Ed.3), qui prévoit que le gouvernementfédéral garantit que les services de police renvoient systématiquementtoutes les victimes qui ont été physiquementconfrontées avec le contrevenant et toutes les victimes decambriolage dans leur maison avec leur consentement versdes centres accrédités pour les victimes. Cet accord a par lasuite été étendu aux familles de ceux qui sont impliquésdans des accidents de la circulation et le suicide.La police peut, dans d'autres cas, également renvoyerlorsqu'ils le jugent nécessaire.Il ne faut pas oublier que les TCA ne sont pas toujours enmesure de satisfaire tous les renvoies et/ou demandesd'aide (ainsi, en octobre 2010, il y avait une liste d'attented'environ deux mois).À la suite de plusieurs constatations sur le terrain un certainnombre de dispositions pratiques ont été établies, telleque:- en cas de décès dans une école le dossier est seulementtransféré du service policier d'assistance aux victime versle service d'aide aux victimes des TCA au bout de cinqjours. Le service d'assistance aux victime suit le dossierjusqu'après les funérailles;- si la victime a immédiatement besoin d'assistance auxvictimes;- lors de "catastrophe" il est convenu que l'interventionimmédiate peut être demandé et "sera évaluée".Ik verwijs in dit verband naar de bestaande regelgeving:- de rondzendbrief betreffende het gebruik van eenvormigeattesten van klachtneerlegging, richtlijnen inzake deoverhandiging van deze attesten door de politiedienstenvan het College van procureurs-generaal COL 05/2009,gewijzigd door de rondzendbrief COL 08/2005 (APO/VPV), die in werking is getreden 1 januari 2010: de attestenvan klachtbevestiging bevatten de vermelding van deDienst Slachtofferhulp met adres en telefoonnummer. Dezeomzendbrief zorgt ook voor de regeling van de informatieaan slachtoffers over het verder verloop van de zaak.- omzendbrief GPI 58 betreffende politionele slachtofferbejegeningin de geïntegreerde politie, gestructureerd optwee niveaus van 4 mei 2007, waar punt 6.2 onder anderebepaalt: "De politieambtenaar vermeldt dit aanbod van verwijzingper formulier in het proces-verbaal, maar vermeldthierbij niet de beslissing van het slachtoffer."- het samenwerkingsakkoord van 7 april 1998 tussen deStaat en de Vlaamse gemeenschap inzake slachtofferzorg,goedgekeurd bij de wet van 11 april 1999 (Belgisch Staatsbladvan 13 juli 1999, Ed.3), dat bepaalt dat de federaleoverheid er voor instaat dat de politiediensten alle slachtoffersdie fysiek geconfronteerd worden met de dader en alleslachtoffers van inbraak in hun woning met hun instemmingsystematisch moeten doorverwezen worden naar deerkende centra voor slachtofferhulp. Later is dit uitgebreidtot de nabestaanden bij zelfdoding en de betrokkenen bijverkeersongevallen.De politie kan ook in andere gevallen doorverwijzen alsze dat nodig acht.Er mag niet uit het oog verloren worden dat ook de CAW(Centra Algemeen Welzijnswerk) niet steeds in staat zijnom alle doorverwijzingen en/of aanvragen tot hulp op tevangen (zo bestond er in oktober 2010 een wachtlijst vancirca twee maanden).Ingevolge verschillende vaststellingen op het terreinwerd een aantal praktische afspraken vastgelegd, zo ondermeer:- bij een overlijden binnen een school wordt het dossierslechts overgenomen van politionele dienst slachtofferbejegeningdoor CAW na vijf werkdagen. De dienst slachtofferbejegeningvolgt dan op tot na de begrafenis;- als het slachtoffer onmiddellijk behoefte heeft aanslachtofferhulp;- bij "rampen" is de afspraak dat de onmiddellijke tussenkomstmag gevraagd worden en "zal overwogen" worden.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

198 QRVA 53 035Plus important au renvoi est la collaboration et le feedbackréciproque, dans le respect du secret professionnel.Dans le cadre de la collaboration, une division claire desresponsabilités est essentiel afin de ne pas créer des attentesirréalistes.La police est souvent l'organisme le plus approprié pourdes informations spécifiques à la victime. (Cf. article 3bisdu Code de procédure pénale).Dans certains cas, la victime est d'avis de ne pas devoiraccepter volontairement l'offre de l'aide.Parfois la police est aussi trop commis pour une victimeet exerce une assistance de seconde ligne, ce qui n'est pasl'intention.Je note que les efforts de la police locale considérablessont déployés en termes d'aide aux victimes, y compris lerenvoi. Je pense que la critique n'est pas tout à fait valable.Les dysfonctionnements majeurs situés mi, par descontraintes financières et la capacité, et non au niveau de lavictime (TCA) que des victimes (police locale).Belangrijk naast de doorverwijzing is ook de samenwerkingen de wederzijdse feedback, met eerbiediging van het"beroepsgeheim". In het kader van de samenwerking is eenduidelijke taakafbakening essentieel teneinde geen onrealistischeverwachtingen te scheppen.De politie is vaak de meest aangewezen instantie voorconcrete informatieverstrekking aan de slachtoffer.(cfr.artikel 3bis van het Wetboek van strafvordering).In een aantal gevallen is het slachtoffer van mening dathet vrijwillig niet moet ingaan op het hulpaanbod.Soms engageert de politie zich soms te ver naar eenslachtoffer toe en gaat eigenlijk aan tweedelijns slachtofferhulpdoen, wat niet de bedoeling is.Ik stel vast dat er in de lokale politiezones aanzienlijkeinspanningen worden gedaan op het vlak van slachtofferbejegening,met inbegrip van de doorverwijzing. Ik vind dekritiek dan ook niet ten volle gefundeerd.De belangrijkste disfuncties situeren zich mijns inziens,door financiële en capaciteitsproblemen, eerder op hetniveau van slachtofferhulp (CAW) dan van slachtofferbejegening(lokale politie).DO 0000201000473Question n° 64 de madame la députée Leen Dierick du10 septembre 2010 (N.) à la ministre del'Intérieur:La condition physique des pompiers.À en croire deux fédérations francophones de pompiers,la condition physique des pompiers belges laisserait à cepoint à désirer qu'elle hypothéquerait leur santé ainsi que lasécurité des citoyens.Passée la phase du recrutement, la forme physique despompiers ne fait plus l'objet d'aucune évaluation. De plus,la profession est confrontée à un manque d'infrastructuresflagrant et ne dispose pas de moyens suffisants pour faireappel à des professeurs de sport ni à des médecins spécialisés.Par ailleurs, les effectifs sont trop peu nombreux pourpermettre la pratique d'un sport étant donné le temps quenécessitent de telles activités.1. Les fédérations proposent que le personnel soit tenu departiciper annuellement à des épreuves physiques, àl'image des pratiques en vigueur à l'armée.Souscrivez-vous à cette proposition?2. Serait-il possible de prendre des initiatives supplémentairesen vue d'améliorer la condition physique des pompierset de maintenir cette dernière à un niveau suffisant?DO 0000201000473Vraag nr. 64 van mevrouw de volksvertegenwoordigerLeen Dierick van 10 september 2010 (N.) aan deminister van Binnenlandse Zaken:Fysieke conditie van brandweerlieden.De fysieke conditie van de brandweermannen in Belgiëlaat zodanig te wensen over dat ze een risico vormt voorhun gezondheid en ook voor de veiligheid van de bevolking.Dit zeggen althans twee Franstalige brandweerverenigingen.Na hun aanwerving wordt de conditie van de brandweerliedennooit meer geëvalueerd. Er zijn ook middelen te kortom een beroep te doen op sportleraars en gespecialiseerdeartsen. Het gebrek aan infrastructuur is overduidelijk. En eris onvoldoende personeel om tijd te maken voor sport.1. De verenigingen stellen voor dat het personeel elk jaarverplicht zou worden lichamelijke proeven af te leggen, netzoals in het leger wordt gedaan.Bent u het eens met dit voorstel?2. Kunnen er bijkomende initiatieven genomen wordenom de fysieke conditie van de brandweerlieden te verbeterenen op peil te houden?CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 1993. Ce problème concerne-t-il l'ensemble des corps depompiers de notre pays?Réponse de la ministre de l'Intérieur du 08 juillet2011, à la question n° 64 de madame la députée LeenDierick du 10 septembre 2010 (N.):La profession de "sapeur-pompier" comprend un certainnombre de tâches pouvant être décrites comme physiquementcontraignantes. C'est pourquoi chaque pompier, tantlors de son entrée en service que durant sa carrière, devraitpouvoir témoigner d'une bonne résistance physique.À l'heure actuelle, en ce qui concerne le suivi de l'aptitudephysique, un éducateur physique n'a été prévu quepour les plus grands corps professionnels. Sa tâche consisteà maintenir la condition physique des membres du serviceà niveau et à la développer. Cependant, une méthode pourentretenir cette condition physique n'a pas été explicitementprévue.La divergence d'opinions concernant la meilleure manièred'évaluer l'aptitude physique a rendu indispensable l'élaborationd'un document étayé par la science. À la demandedu Service public fédéral Intérieur, une étude scientifique aété réalisée par la KUL (K.U.Leuven). L'étude traite aussibien des épreuves physiques lors du recrutement que d'unprogramme d'entraînement pour entretenir la conditionphysique pendant la carrière.L'étude a été rendue en mai 2010 et peut servir de basepour le développement d'un programme d'entraînementdestiné à entretenir la condition physique des sapeurs-pompierspendant leur carrière. Il me semble en effet indiquéd'évaluer régulièrement la condition physique des pompiersafin d'avoir une idée de leur aptitude physique. Lamanière dont cette politique sera exécutée dans la pratiquesera déterminée dans le futur statut des pompiers.On ne dispose actuellement pas d'une vision globale decette problématique pour l'ensemble des corps du pays. Onsait que ceci peut être fort différent d'un corps à l'autre. Unsubside pour l'élaboration d'un programma d'exercicesphysiques pour le maintien de la condition physique peutêtre obtenu dans le cadre du projet 'Prézones Opérationelles'.3. Is de gemelde problematiek veralgemeenbaar voor allekorpsen in het land?Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 08 juli 2011, op de vraag nr. 64 van mevrouw devolksvertegenwoordiger Leen Dierick van10 september 2010 (N.):Het beroep "brandweerman" omvat een aantal taken datzonder meer als fysiek belastend kunnen worden omschreven.Vandaar dat elke brandweerman, zowel bij zijnindiensttreding alsook tijdens de carrière, zou moeten kunnengetuigen van een goede fysieke weerbaarheid.Wat de opvolging van de fysieke geschiktheid betreftwordt heden enkel voor de louter grote beroepskorpsenvoorzien in een monitor lichamelijke opvoeding, wienstaak erin bestaat de lichamelijke geschiktheid van de ledenvan de dienst op peil te houden en te ontwikkelen. Eenwijze om deze fysieke paraatheid op peil te houden werdechter niet expliciet voorzien.De uiteenlopende opvattingen over hoe lichamelijkegeschiktheid het beste beoordeeld wordt maakten eenwetenschappelijk onderbouwd document onmisbaar. Inopdracht van deFederale Overheidsdienst BinnenlandseZaken werd een wetenschappelijke studie uitgevoerd doorde KUL (K.U.Leuven). Deze handelt zowel over defysieke proeven bij aanwerving, als over een oefenprogrammaom de fysieke conditie tijdens de carrière op peilte houden.De studie werd opgeleverd in mei 2010 en kan als basisdienen voor de ontwikkeling van een trainingsprogramma,om de lichamelijke geschiktheid van de brandweermannenop peil te houden tijdens hun carrière. Het lijkt me inderdaadaangewezen de fysieke geschiktheid regelmatig tetesten, teneinde een beeld te krijgen van de fysiekegeschiktheid van de brandweerman. De manier waarop ditbeleid in concreto zal uitgevoerd worden, zal wordenbepaald in het toekomstig statuut van de brandweer.Momenteel bestaat er geen globaal beeld van deze problematiekvoor alle korpsen in het land. Het is een gegevendat dit sterk kan verschillen van korps tot korps. In hetdraaiboek "Operationele Prezones" werd via de eventueelbijkomende doelstelling tot realisatie van een zonaal opleidingsplan,de mogelijkheid gegeven een subsidie te ontvangenvoor het opstellen van een programma van fysiekeoefeningen voor het behoud van de fysieke capaciteit.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

200 QRVA 53 035DO 0000201000772Question n° 91 de monsieur le député Ronny Balcaendu 24 septembre 2010 (Fr.) à la ministre del'Intérieur:La formation sur la circulation routière en cas d'interventiondes pompiers sur la voie publique.La circulaire ministérielle du 4 mars 2008 relative à lacompétence des services d'incendie de régler la circulationroutière en cas d'intervention sur la voie publique, expliquel'arrêté royal du 27 avril 2007 modifiant l'arrêté royal du1er décembre 1975 portant sur le Règlement général sur lapolice de la circulation routière et de l'usage de la voiepublique.Cette circulaire stipule qu'en l'absence de policiers, lespompiers disposent de certaines compétences pour réglerla circulation afin de ne pas se mettre en danger. Cettemême circulaire précise qu'une formation sera organisée encollaboration avec la police fédérale. À ce jour, celle-ci n'apas encore été dispensée alors que le texte de loi estd'application depuis presque trois ans.Pourriez-vous communiquer si vous envisagez de vouspencher sur ce dossier et si vous prévoyez une formationdes pompiers à court terme?Réponse de la ministre de l'Intérieur du 08 juillet2011, à la question n° 91 de monsieur le député RonnyBalcaen du 24 septembre 2010 (Fr.):Le Centre fédéral de connaissances pour la Sécuritécivile a développé - en concertation avec différents représentantsdes fédérations des corps de sapeurs-pompiers, dela Santé publique et de différents services de police - uneformation en deux niveaux (sapeur-pompier et commandant)autour de la sécurité des interventions sur la voiepublique.Dans ces formations, la compétence de régler la circulationest enseignée comme l'un des moyens disponiblespour atteindre l'objectif plus large de la sécurité des interventionssur la voie publique.Le Conseil supérieur de formation pour les servicespublics d'incendie a donné, le 4 mars 2010, son approbationpour ces formations plus complètes, de sorte que ceuxcipuissent également être subventionnés par le Servicepublic fédéral Intérieur.DO 0000201000772Vraag nr. 91 van de heer volksvertegenwoordigerRonny Balcaen van 24 september 2010 (Fr.) aande minister van Binnenlandse Zaken:Opleiding inzake het regelen van het wegverkeer bij eeninterventie van de brandweer op de openbare weg.De ministeriële omzendbrief van 4 maart 2008 inzake debevoegdheid van de brandweer tot het regelen van hetwegverkeer bij een interventie op de openbare weg verschaftnadere toelichting bij het koninklijk besluit van27 april 2007 tot wijziging van het koninklijk besluit van1 december 1975 houdende algemeen reglement op depolitie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbareweg.Deze omzendbrief bepaalt dat de brandweer, in afwezigheidvan de politie, over bepaalde bevoegdheden beschiktom het verkeer te regelen met het oog op het verzekerenvan de eigen veiligheid. In diezelfde omzendbrief wordtnog verduidelijkt dat er een opleiding zal worden georganiseerdin samenwerking met de federale politie. Tot nog toegebeurde dat echter niet, hoewel de wettekst al bijna driejaar van toepassing is.Zult u zich over dit dossier buigen, en plant u op kortetermijn een opleiding voor de brandweerlieden?Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 08 juli 2011, op de vraag nr. 91 van de heervolksvertegenwoordiger Ronny Balcaen van24 september 2010 (Fr.):Het Kenniscentrum (voor de Civiele Veiligheid) heeft inoverleg met vertegenwoordigers van de brandweerfederaties,volksgezondheid en de verschillende politiediensteneen opleiding bestaande uit twee niveaus (brandweermanen bevelvoerder) ontwikkeld rond de beveiliging van interventiesop de openbare weg.In deze opleidingen wordt de bevoegdheid tot het regelenvan het verkeer aangeleerd als één van de beschikbare middelenbinnen de bredere doelstelling van het beveiligen vaninterventies op de openbare weg.De Hoge Raad voor de opleiding voor de openbarebrandweerdiensten gaf op 4 maart 2010 zijn goedkeuringvoor deze ruimer opgevatte opleidingstrajecten, zodat ditook gesubsidieerd kan worden door de Federale OverheidsdienstBinnenlandse Zaken.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 201Simultanément, le Centre fédéral de connaissances pourla Sécurité civile a développé un syllabus uniforme pourtous les services publics (d'incendie), adapté aux besoinsspécifiques et ce, sur base des résultats d'un groupe de travailfédéral. Ce cours a déjà été dispensé aux membres dela protection civile, et a connu un tel succès que la matièresera également mise à disposition de la Santé Publique etde la Police.Un grand exercice interdisciplinaire a été organisé ce9 avril 2011 afin que les parties concernées valident la procédure.Un dvd d'instruction sera également développé parle Centre de connaissances.En collaboration avec les centres provinciaux de formation,ces formations seront réorganisées cet été à plusgrande échelle, pour tous les services de secours du pays.Le syllabus ainsi que les films d'instruction seront disponiblesen version électronique sur la plate-forme d'instructiondu Centre de connaissances dès le mois de juin 2011.Tegelijkertijd ontwikkelde het Kenniscentrum ook eenuniforme syllabus voor alle openbare (brandweer)diensten,aangepast aan de specifieke noden en dit op basis van deresultaten van een federale werkgroep. Deze cursus werd algegeven aan verschillende korpsen van de CivieleBescherming, en is zo'n succes dat de materie eveneens zalworden beschikbaar gesteld bij de Politie en Volksgezondheid.Een grootschalige interdisciplinaire oefening werd op9 april (2011) gehouden zodat alle betrokken partijen deprocedure hebben kunnen valideren. Er zal eveneens eeninstructie dvd ontwikkeld worden door het Kenniscentrum.In samenwerking met de provinciale opleidingscentra zaldeze materie vanaf deze zomer kunnen worden georganiseerdop grote schaal voor alle hulpdiensten van het land.De syllabus evenals de instructiefilms zullen in elektronischeversie beschikbaar zijn op het opleidingsplatform vanhet Kenniscentrum vanaf juni 2011.DO 0000201000773Question n° 92 de monsieur le député Ronny Balcaendu 24 septembre 2010 (Fr.) à la ministre del'Intérieur:La formation des pompiers sur les normes de base enmatière de prévention d'incendie.L'arrêté royal du 7 juillet 1994, sur les normes de base enmatière de prévention contre l'incendie et l'explosion, auxquellesles bâtiments nouveaux doivent satisfaire a étécomplété ultérieurement par l'annexe 6 qui concerne plusparticulièrement les bâtiments industriels.L'arrêté royal modificatif date du 1er mars 2009, il a étépublié au Moniteur belge le 15 juillet 2009 et est d'applicationdepuis le 15 août 2009. Le Service public fédéral del'Intérieur prévoyait une formation pour les officiers-préventionnistes.À l'heure actuelle, cette formation n'a toujourspas été dispensée.DO 0000201000773Vraag nr. 92 van de heer volksvertegenwoordigerRonny Balcaen van 24 september 2010 (Fr.) aande minister van Binnenlandse Zaken:Opleiding van brandweer in de basisnormen inzake brandpreventie.Het koninklijk besluit van 7 juli 1994 tot vaststelling vande basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing,waaraan nieuwe gebouwen moeten voldoen, werdlater aangevuld met een bijlage 6, die meer in het bijzonderde industriële gebouwen betreft.Het wijzigingsbesluit dateert van 1 maart 2009, het werdop 15 juli 2009 in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd enhet is sinds 15 augustus 2009 van toepassing. De FederaleOverheidsdienst Binnenlandse Zaken had een opleidinggepland voor de preventieambtenaren, maar tot op hedenwordt die opleiding niet gegeven.1. Cette formation est-elle prévue à court terme? 1. Zal die opleiding binnenkort alsnog worden georganiseerd?2. Pourriez-vous communiquer ce qu'il en serait de la responsabilitédes pompiers lors d'une éventuelle mauvaiseinterprétation de la réglementation étant donné que la formationn'a toujours pas eu lieu?2. Kan u mij meedelen hoe het staat met de aansprakelijkheidvan de brandweerlieden bij een eventuele misinterpretatievan de regelgeving, gelet op het feit dat er nogsteeds geen opleiding gegeven wordt?3. Pourraient-ils être tenus pour responsables? 3. Kunnen zij aansprakelijk gesteld worden?CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

202 QRVA 53 035Réponse de la ministre de l'Intérieur du 08 juillet2011, à la question n° 92 de monsieur le député RonnyBalcaen du 24 septembre 2010 (Fr.):1. Suite à la nouvelle réglementation en matière de préventionincendie dans les bâtiments industriels, le Centrefédéral de Connaissances pour la Sécurité civile a développéune formation de perfectionnement pour les préventionnistesen incendie.Fin 2009 déjà, 13 experts francophones et 17 expertsnéerlandophones ont été formés dans le but de dispenserles deux niveaux de cette formation dans les centres provinciauxde formation selon le principe 'train the trainer'.Après voir récolté les inscriptions auprès des servicespublics d'incendie, les budgets nécessaires ont égalementété engagés au niveau fédéral pour le financement del'organisation de ces formations dans les centres provinciauxde formation.Le premier niveau de la formation a entre-temps été déléguéaux centres provinciaux de formation. Dans plusieursprovinces, le premier niveau de la formation a déjà étéorganisé de manière effective.En ce qui concerne le second niveau de la formation, l'onapporte en ce moment même la touche finale au matérielde cours. Le lancement de cette formation est prévu aumois de septembre de cette année dans les différents centresprovinciaux de formation.2. et 3. Comme mentionné dans la circulaire du17 novembre 2009 relative au rapport de prévention incendie,la responsabilité des membres volontaires et professionnelsdes services publics d'incendie et des services dela protection civile est réglée par les articles 15 à 17 de laloi du 31 décembre 1963.En cas de dommage causé par un membre d'un serviced'incendie dans l'exercice de ses fonctions à des tiers ou àla personne publique dont il relève, l'auteur du dommagerépond:Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 08 juli 2011, op de vraag nr. 92 van de heervolksvertegenwoordiger Ronny Balcaen van24 september 2010 (Fr.):1. In navolging van de nieuwe reglementering aangaandebrandpreventie in industriële gebouwen, werd door hetFederaal Kenniscentrum voor de Civiele Veiligheid eenvervolmakingsopleiding voor de brandpreventionisten ontwikkeld.Reeds eind 2009 werden 17 Nederlandstalige en13 Franstalige experts opgeleid om de twee niveaus vandeze vervolmakingsopleiding te onderrichten in de provincialeopleidingscentra volgens het principe 'train the trainer'.Na een inschrijvingsronde bij de openbare brandweerdienstenwerden op het federale niveau eveneens de nodigebudgetten vastgelegd voor de financiering van de organisatievan deze opleidingen in de provinciale opleidingscentra.Het eerste niveau van de opleiding werd ondertussen toegewezenaan de provinciale opleidingscentra. In verschillendeprovincies werd het eerste niveau van de opleidingook al effectief georganiseerd.Voor het tweede niveau van de opleiding wordt actueelde laatste hand gelegd aan het cursusmateriaal. Deze opleidingis voorzien van start te gaan in de maand septembervan dit jaar, in de verschillende provinciale opleidingscentra.2. en 3. Zoals vermeld in de omzendbrief van17 november 2009 betreffende het brandpreventieverslag,wordt de aansprakelijkheid van de vrijwillige en beroepspersoneelsledenvan de openbare brandweerdiensten envan de diensten van de civiele bescherming geregeld doorde artikelen 15 tot 17 van de wet van 31 december 1963.In geval van schade veroorzaakt door een lid van debrandweer tijdens de uitoefening van zijn functies, aan derdenof aan de openbare rechtspersoon waaronder hij ressorteert,is de veroorzaker van de schade aansprakelijkvoor:- du dol et de la faute lourde; - het bedrog en de zware schuld;- de la faute légère si celle-ci présente dans son chef uncaractère habituel.La personne publique est responsable du dommage causéà des tiers par les membres de son personnel, conformémentà l'article 1384 du Code civil.- de lichte schuld, indien die bij hem eerder gewoonlijkvoorkomt.De openbare rechtspersoon is aansprakelijk voor deschade die zijn personeelsleden aan derden berokkenen,overeenkomstig artikel 1384 van het Burgerlijk Wetboek.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 2033. L'article 22 de l'arrêté royal du 8 novembre 1967 prévoitque le membre du service d'incendie titulaire du brevetde technicien en prévention de l'incendie et l'officier-chefde service signent le rapport de prévention incendie. Laresponsabilité des deux pompiers se limite à ce qui est précité.En tant que service, le service d'incendie communal nepeut pas être tenu responsable étant donné qu'il ne disposepas de la personnalité juridique. La commune, par contre,peut être tenue responsable des actes de son serviced'incendie. Les futures zones de secours disposeront toutefoisde la personnalité juridique et pourront donc dans certainscas être tenues responsables.3. Artikel 22 van het koninklijk besluit van 8 november1967 voorziet dat zowel het lid van de brandweer dat houderis van het brevet van technicus-brandvoorkoming alsde officier-dienstchef het brandpreventieverslag ondertekenen.De aansprakelijkheid van beide brandweerlieden isbeperkt tot wat hierboven werd vermeld.De gemeentelijke brandweer kan als dienst niet aansprakelijkgesteld worden aangezien zij geen rechtspersoonlijkheidbezit. De gemeente daarentegen kan wel aansprakelijkgesteld worden voor de handelingen van haar brandweerdienst.De toekomstige hulpverleningszones zullen welbeschikken over rechtspersoonlijkheid en kunnen aldus inbepaalde gevallen aansprakelijk gesteld worden.DO 0000201000979Question n° 105 de madame la députée Eva Brems du05 octobre 2010 (N.) à la ministre de l'Intérieur:Expulsion de groupes minoritaires, dont des Roms, vers leKosovo.Dans un nouveau rapport intitulé "Not welcomeanywhere: Stop the forcible return of Roma to Kosovo",Amnesty International décrit comment des Roms et desmembres d'autres minorités sont expulsés vers le Kosovo,et dans quelles conditions ils y sont accueillis.Selon le rapport, les Roms et d'autres groupes minoritairesqui rentrent au Kosovo y sont confrontés à un climat deviolence et de discrimination. Tant que les autorités kosovaresne seront pas en mesure de garantir les droitshumains des Roms et d'autres minorités, les États membresde l'Union européenne devraient leur offrir une protectioninternationale jusqu'à ce qu'ils puissent retourner auKosovo en toute sécurité.Au Kosovo, les violences interethniques se poursuiventet les discriminations à l'égard des Roms y sont profondémentenracinées. Les Roms parlent souvent le serbe etvivent dans les régions serbes du Kosovo, ce qui crée laperception qu'ils entretiennent des liens avec la communautéserbe.Les autorités kosovares ont récemment pris une série demesures visant à améliorer l'accueil et la réintégration desRoms mais pour l'heure, elles n'ont ni la volonté politiqueni les moyens nécessaires pour garantir un retour durable.DO 0000201000979Vraag nr. 105 van mevrouw de volksvertegenwoordigerEva Brems van 05 oktober 2010 (N.) aan deminister van Binnenlandse Zaken:De uitwijzing van minderheidsgroepen, waaronder Roma,naar Kosovo.In een nieuw rapport "No welcome anywhere: Stop theforcible return of Roma to Kosovo" beschrijft AmnestyInternational de manier waarop Roma en andere minderhedenuitgewezen worden naar Kosovo en in welke omstandighedenze daar terechtkomen.Volgens het rapport komen Roma en andere minderheidsgroepenin Kosovo terecht in een klimaat van geweld endiscriminatie. Zolang de Kosovaarse autoriteiten er niet inslagen om de mensenrechten van Roma en andere minderhedente garanderen, zouden de EU-lidstaten hen internationalebescherming moeten bieden totdat het voor henveilig is om naar Kosovo terug te keren.In Kosovo houdt het interetnisch geweld nog steeds aanen discriminatie van Roma is er diepgeworteld. Roma sprekenvaak Servisch en leven in Servische delen van Kosovowaardoor de perceptie leeft dat ze banden hebben met deServische gemeenschap.De Kosovaarse overheid heeft onlangs een aantal maatregelengetroffen om de ontvangst en re-integratie van Romate verbeteren, maar voorlopig ontbreekt het de overheidaan voldoende middelen en politieke wil om een duurzameterugkeer te garanderen.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

204 QRVA 53 035Les retours forcés sont basés sur un accord bilatéral du20 octobre 2009, en vertu duquel 25 personnes ont déjà étérapatriées au Kosovo. Selon Amnesty International, cetaccord n'offre pas suffisamment de garanties en matière deprotection des droits humains des personnes rapatriées.1. Notre pays procède-t-il actuellement à l'expulsion forcéede Roms kosovars vers le Kosovo?2. Quelle est votre attitude à l'égard du point de vue,défendu par Amnesty International, selon lequel on ne peutexpulser des membres de minorités kosovares vers leKosovo parce que leur sécurité n'y est pas garantie?Réponse de la ministre de l'Intérieur du 08 juillet2011, à la question n° 105 de madame la députée EvaBrems du 05 octobre 2010 (N.):Le problème évoqué relève de la compétence du secrétaired'État à la Politique de migration et d'asile (Question n°143 du 8 juillet 2011).De gedwongen terugkeer van Roma vindt plaats opgrond van een bilateraal akkoord van 20 oktober 2009. Inuitvoering van het akkoord werden intussen 25 personenteruggestuurd naar Kosovo. Volgens Amnesty Internationalbiedt dit akkoord onvoldoende waarborgen voor debescherming van de mensenrechten van personen die wordenteruggestuurd.1. Worden Kosovaarse Roma op dit moment door onsland gedwongen uitgewezen naar Kosovo?2. Wat is uw reactie op de stelling van Amnesty Internationaldat leden van Kosovaarse minderheden niet kunnenuitgewezen worden naar Kosovo aangezien hun veiligheiddaar niet gegarandeerd is?Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 08 juli 2011, op de vraag nr. 105 van mevrouw devolksvertegenwoordiger Eva Brems van 05 oktober2010 (N.):De aangehaalde problematiek behoort tot de bevoegdheidvan de staatssecretaris bevoegd voor Migratie- enasielbeleid (Vraag nr. 143 van 8 juli 2011).DO 2010201101063Question n° 111 de madame la députée AlexandraColen du 15 octobre 2010 (N.) à la ministre del'Intérieur:Menace d'attentats terroristes dans certains pays voisinsde la Belgique.Récemment, le niveau de la menace d'attentats terroristesdans certains pays voisins de la Belgique et notamment laFrance, l'Allemagne et la Grande-Bretagne a été relevé.Selon les médias, les mesures de sécurité ont été renforcéesdans les aéroports, les gares et les lieux où de nombreusespersonnes se rassemblent.1. Dans quels lieux cette vigilance accrue est-elle envigueur dans notre pays? Comment est-elle assurée concrètement?2. Pendant combien de temps cette situation se prolongera-t-elle?DO 2010201101063Vraag nr. 111 van mevrouw de volksvertegenwoordigerAlexandra Colen van 15 oktober 2010 (N.) aan deminister van Binnenlandse Zaken:De dreiging van terreuraanslagen in een aantal buurlanden.Onlangs werd het dreigingsniveau voor terreuraanslagenin een aantal buurlanden, waaronder Frankrijk, Duitslanden Groot-Brittannië, verhoogd.Volgens de media werd de beveiliging van luchthavens,stations en plaatsen waar veel mensen samenkomen verhoogd.1. Op welke plaatsen in ons land is deze verhoogdewaakzaamheid van toepassing en hoe wordt dit uitgevoerd?2. Hoe lang blijft deze situatie van kracht?3. Notre pays se concerte-t-il avec ses voisins à ce sujet? 3. Wordt hierover overlegd met de buurlanden?4. Dans l'affirmative, comment? 4. Zo ja, op welke manier?Réponse de la ministre de l'Intérieur du 04 juillet2011, à la question n° 111 de madame la députéeAlexandra Colen du 15 octobre 2010 (N.):Ce n'est pas parce que le niveau de menace passe auniveau supérieur dans nos pays voisins, que ceci est automatiquementle cas en Belgique.Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 04 juli 2011, op de vraag nr. 111 van mevrouw devolksvertegenwoordiger Alexandra Colen van15 oktober 2010 (N.):Het is niet zo dat omdat in onze buurlanden het dreigingsniveauwordt opgetrokken, dat dit ook voor Belgiëautomatisch het geval is.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 205Le gouvernement se base sur des informations provenantdes services de renseignement et de sécurité pour augmenterou pas le niveau de la menace. Si le niveau de lamenace est relevé, on demandera à chacun de faire preuvede plus de vigilance et les effectifs de police seront - enfonction de l'information - adaptes aux endroits où lamenace est plus élevée, surtout dans les lieux où de nombreusespersonnes se rassemblent et aussi longtemps que lasituation l'exige.Les services de renseignement et de sécurité rassemblenten permanence des informations et les analysent pour obtenirune analyse performante de la menace. L'échanged'informations avec d'autres pays et notamment les paysvoisins représente évidemment un point important. Dans lecadre des rencontres entre les ministres de l'Intérieur et dela Justice au niveau européen, on parle aussi à chaque foisdes éventuelles menaces en vigueur.De regering baseert zich op informatie komende van deinlichtingen- en veiligheidsdiensten om het dreigingsniveaual dan niet te verhogen. Indien het dreigingsniveauverhoogd wordt, dan zal aan eenieder gevraagd worden eengrotere waakzaamheid aan de dag te leggen en zal er -naargelang de informatie - een verhoogde politieinzetvoorzien worden ten aanzien van de plaatsen waar een verhoogdedreiging geldt, vooral dan op die plaatsen waarvele personen samen komen en dit zolang de situatie ditvereist.De inlichtingen- en veiligheidsdiensten verzamelen deklok rond informatie en analyseren deze om tot een performanteanalyse van de dreiging te kunnen komen. De informatieuitwisselingmet andere landen en onder meer ookmet de buurlanden is hier vanzelfsprekend een belangrijkpunt. En ook in het kader van de ontmoetingen tussen deministers van Binnenlandse Zaken en Justitie op Europeesvlak wordt er telkens gesproken over mogelijke bestaandedreigingen.DO 2010201101095Question n° 114 de monsieur le député FrancoSeminara du 22 octobre 2010 (Fr.) à la ministrede l'Intérieur:La fiabilité des tests salivaires.Alors que l'IBSR (Institut belge de la sécurité routière) etla police fédérale ont annoncé l'entrée en vigueur au 1eroctobre 2010 du test salivaire pour détecter un conducteursous influence de drogue, de nombreuses études viennentde dénoncer le peu de fiabilité de ces tests.Ainsi, il ressort des résultats que les tests salivairesconduiraient à 16% de faux positifs - 16% des tests salivairesindiquent à tort que le conducteur a consommé des stupéfiants- et 19% de faux négatifs - les mêmes testssalivaires indiquent à tort dans un cas sur cinq que l'automobilisteest safe.Pour des avocats spécialisés dans la matière du roulage,une fiabilité des tests réduite à 92%, qui laisse place à uneerreur de 8%, risque de poser problème devant les tribunauxde police car la marge d'erreur reste bien trop importanteen justice.1. Vos services disposent-ils des mêmes résultats queceux énoncés par les études précitées sur la fiabilité destests?DO 2010201101095Vraag nr. 114 van de heer volksvertegenwoordigerFranco Seminara van 22 oktober 2010 (Fr.) aande minister van Binnenlandse Zaken:Betrouwbaarheid van de speekseltests.Het BIVV (Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid)en de federale politie kondigden aan dat de speekseltestwaarmee wordt nagegaan of een bestuurder drugs heeftgebruikt vanaf 1 oktober 2010 in gebruik zal worden genomen.Heel wat studies tonen echter aan dat deze tests verrevan betrouwbaar zijn.Uit de resultaten blijkt immers dat speekseltests in 16procent van de gevallen een vals positief resultaat geven endus verkeerdelijk uitwijzen dat de bestuurder drugs heeftgebruikt. In 19 procent van de gevallen geven de testsbovendien een vals negatief resultaat: in één geval op vijfwordt dus ten onrechte geconcludeerd dat de bestuurderniet heeft gebruikt.Volgens een aantal advocaten gespecialiseerd in verkeersrechtdreigt een betrouwbaarheid van slechts 92 procenten dus een foutenpercentage van 8 procent problemenop te leveren voor de politierechtbanken.1. Beschikken uw diensten over dezelfde resultaten alsdie van de voornoemde studies over de betrouwbaarheidvan de tests?CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

206 QRVA 53 0352. a) La marge d'erreur des tests telle qu'elle ressort desétudes n'est-elle pas inquiétante pour le bon déroulementde la justice de roulage?b) N'est-elle pas la porte ouverte à une multitude derecours comme l'indiquent divers avocats?Réponse de la ministre de l'Intérieur du 08 juillet2011, à la question n° 114 de monsieur le député FrancoSeminara du 22 octobre 2010 (Fr.):Cette question relève de la compétence du secrétaired'État à la Mobilité (Question n° 171 du 8 juillet 2011).2. a) Brengt het hoge foutenpercentage van de tests datblijkt uit die studies de behoorlijke rechtsbedeling op hetstuk van verkeerszaken niet in het gedrang?b) Zet het de deur niet open voor een groot aantal beroepen,zoals door verscheidene advocaten wordt geopperd?Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 08 juli 2011, op de vraag nr. 114 van de heervolksvertegenwoordiger Franco Seminara van22 oktober 2010 (Fr.):Deze vraag behoort tot de bevoegdheid van de staatssecretarisvoor Mobiliteit (Vraag nr. 171 van 8 juli 2011).DO 2010201101120Question n° 115 de monsieur le député PhilippeBlanchart du 26 octobre 2010 (Fr.) à la ministrede l'Intérieur:La cartographie du sous-sol.Chaque jour, une centaine de canalisations de gaz, d'électricitéou d'autres câbles sont endommagés par des travaux.Six ans après la catastrophe de Ghislenghien, il semble querien n'ait changé au niveau des dispositions prises pourassurer la sécurité des citoyens lors de travaux effectuésdans le sous sol.Contrairement à d' autres pays dont le Québec, où a étéconstituée une corporation - info excavation - auprès delaquelle les entrepreneurs peuvent obtenir un plan précisdu sous-sol en trois jours, il faut une moyenne de huitsemaines, quand cela est possible, pour obtenir des renseignementsen Belgique. De plus, il n'existe chez nous toujoursaucune relation entre les entreprises et lesgestionnaires de réseau, ces derniers reléguant aux entrepreneursl'entière responsablité en cas d'accident.Malgré des tentatives de créer une telle corporation àBruxelles et les travaux du PICC (Projet Informatique deCartographie Continue), en Région wallonne, qui devaitdevenir voici vingt ans l'organisme de référence pour cettecartographie, rien n'existe à ce jour. Aucune réponsen'existe non plus quant aux motivations de l'arrêt des travauxdu PICC dans ce sens.1. Quels moyens envisagez-vous de mettre en oeuvre afinque ces travaux de cartographie, ayant pourtant été entaméspuissent aboutir concrètement?2. Quels moyens sont mis en oeuvre afin de contraindreles gestionnaires de réseau à prendre leur part de responsabilité?DO 2010201101120Vraag nr. 115 van de heer volksvertegenwoordigerPhilippe Blanchart van 26 oktober 2010 (Fr.) aande minister van Binnenlandse Zaken:Het in kaart brengen van de ondergrond.Elke dag raakt een honderdtal gas- en elektriciteitsleidingenen kabels beschadigd bij de uitvoering van werken.Zes jaar na de ramp in Gellingen werden er blijkbaar nogsteeds geen maatregelen genomen om de veiligheid van deburgers te verzekeren bij de uitvoering van werken in deondergrond.In een aantal landen, zoals Québec, werd een corporatie(info excavation) opgericht, waar de aannemers binnen eentijdspanne van drie dagen een duidelijk plan van de ondergrondkunnen krijgen. In België bedraagt de wachttijd achtweken, als de informatie al beschikbaar is. Bovendien opererende bedrijven en de netbeheerders in ons land los vanelkaar en wentelen de netbeheerders de volledige verantwoordelijkheidaf op de aannemers wanneer zich een ongevalvoordoet.Ondanks de pogingen om in Brussel een dergelijke corporatieop te richten en ondanks de inspanningen in hetkader van het PICC (Projet Informatique de CartographieContinue) in het Waals Gewest, dat twintig jaar geledenwerd opgezet als dé referentie-instantie voor het in kaartbrengen van die gegevens, bestaat er vandaag nog steedsniets. Het is evenmin duidelijk waarom de activiteiten vanhet PICC werden stopgezet.1. Wat zult u ondernemen om ervoor te zorgen dat dewerkzaamheden met het oog op het in kaart brengen van deondergrond, waarmee nochtans een aanvang werd genomen,alsnog hun beslag kunnen krijgen?2. Wat wordt er gedaan om de netbeheerders te dwingenhun deel van de verantwoordelijkheid op te nemen?CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 207Réponse de la ministre de l'Intérieur du 08 juillet2011, à la question n° 115 de monsieur le députéPhilippe Blanchart du 26 octobre 2010 (Fr.):La matière relève de la compétence du Service publicfédéral Économie, PME, Classes moyennes et Énergie,Direction générale Énergie. Je souhaite dès lors vous renvoyerà mon collègue, monsieur Paul Magnette, ministrede l'Énergie (Question n° 138 du 8 juillet 2011).Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 08 juli 2011, op de vraag nr. 115 van de heervolksvertegenwoordiger Philippe Blanchart van26 oktober 2010 (Fr.):Deze aangelegenheid valt onder de bevoegdheid van deFederale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstanden Energie, Algemene Directie Energie. Graag verwijs ik udus door naar mijn collega, de heer Paul Magnette, ministervan Energie (Vraag nr. 138 van 8 juli 2011).DO 2010201101135Question n° 117 de madame la députée DaphnéDumery du 27 octobre 2010 (N.) à la ministre del'Intérieur:Le règlement européen "Code des visas". - Refus dedemandes de visas.Le "Code des visas" du 13 juillet 2009 (Règlement (CE)n° 810/2009 du Parlement européen et du Conseil établissantun code communautaire des visas (Code des visas))est entré en vigueur le 5 avril 2010. Ce règlement européeninstaure un cadre commun pour les procédures et conditionsde délivrance de visas pour les transits sur le territoiredes États membres de l'espace Schengen ou les séjours prévussur le territoire des États membres d'une durée maximalede trois mois sur une période de six mois.1. Combien de demandes de visas pour d'autres Étatsmembres ont déjà été refusés par la Belgique?2. Dans combien de cas une procédure de recours contreces refus a-t-elle été introduite auprès du Conseil ducontentieux des étrangers?Réponse de la ministre de l'Intérieur du 08 juillet2011, à la question n° 117 de madame la députéeDaphné Dumery du 27 octobre 2010 (N.):Le problème évoqué relève de la compétence du secrétaired'État à la Politique de migration et d'asile (Questionn° 144 du 8 juillet 2011).DO 2010201101135Vraag nr. 117 van mevrouw de volksvertegenwoordigerDaphné Dumery van 27 oktober 2010 (N.) aan deminister van Binnenlandse Zaken:De Europese verordening "Visumcode". - Weigering visumaanvragen.Op 5 april 2010 trad de zogenaamde "Visumcode" van13 juli 2009 in werking (Verordening (EG) nr. 810/2009van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009tot vaststelling van een gemeenschappelijke visumcode(Visumcode)). Deze Europese verordening is het gemeenschappelijkekader voor de procedures en voorwaardenvoor de afgifte van visa voor de doorreis over het grondgebiedvan de lidstaten van de Schengenzone of een voorgenomenverblijf op het grondgebied van die lidstaten vanten hoogste drie maanden binnen een periode van zesmaanden.1. Hoeveel visumaanvragen bestemd voor andere lidstatenheeft België reeds geweigerd?2. In hoeveel gevallen werd een beroepsprocedure hiertegeningesteld en ingeleid bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen?Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 08 juli 2011, op de vraag nr. 117 van mevrouw devolksvertegenwoordiger Daphné Dumery van27 oktober 2010 (N.):De aangehaalde problematiek behoort tot de bevoegdheidvan de staatssecretaris bevoegd voor Migratie- enasielbeleid (Vraag nr. 144 van 8 juli 2011).CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

208 QRVA 53 035DO 2010201101275Question n° 137 de monsieur le député Peter Logghe du16 novembre 2010 (N.) à la ministre del'Intérieur:Violences commises par des étrangers ou par des personnesd'origine étrangère.Au vu de l'actualité, on ne peut qu'être frappé par le nombred'agressions physiques graves qui sont commises pardes étrangers ou par des personnes d'origine étrangère.Des violences graves sont évidemment aussi commisespar des autochtones.À Saint-Trond, par exemple, une jeune femme a été égorgéerécemment par un homme d'origine arménienne. Unerupture était à l'origine du drame, qui a coûté la vie à lajeune femme.1. Pourriez-vous nous fournir les chiffres relatifs à l'évolutionde la violence grave enregistrée en Belgique entre2005 et aujourd'hui?2. a) Des statistiques sur les auteurs de violences physiquesgraves existent-elles?b) Combien étaient de nationalité étrangère au momentdes faits?DO 2010201101275Vraag nr. 137 van de heer volksvertegenwoordigerPeter Logghe van 16 november 2010 (N.) aan deminister van Binnenlandse Zaken:Geweldplegingen door allochtonen of mensen met allochtoneachtergrond.Als men het nieuws volgt, valt het toch wel op hoeveelgevallen van zwaar lichamelijk geweld door allochtonen ofmensen met een allochtone achtergrond worden gepleegd.Natuurlijk gebeurt er ook zwaar geweld door autochtonen.In Sint-Truiden bijvoorbeeld werd onlangs een jongevrouw de keel overgesneden door een man van Armeenseafkomst. De reden was een gebroken relatie, de vrouwoverleefde het geweld niet.1. Kan u cijfergegevens meedelen betreffende de evolutievan het geregistreerd zwaar geweld in België tussen 2005en vandaag?2. a) Worden er cijfergegevens bijgehouden betreffendede daders van dit zwaar fysiek geweld?b) Hoeveel hadden een buitenlandse nationaliteit in debetrokken periode?c) Combien étaient d'origine étrangère? c) Hoeveel hadden een allochtone achtergrond?3. Dans combien de cas la ou les victimes ont-elles ététuées?4. Dans combien de cas y a-t-il eu des séquelles physiquespermanentes?3. In hoeveel van de gevallen werd het slachtoffer of werdende slachtoffers gedood?4. In hoeveel van de gevallen ging het om blijvendelichamelijke letsels?5. Dans combien de cas l'auteur a-t-il été arrêté et jugé? 5. In hoeveel van de gevallen werd de dader ook gesnapten veroordeeld?Réponse de la ministre de l'Intérieur du 04 juillet2011, à la question n° 137 de monsieur le député PeterLogghe du 16 novembre 2010 (N.):1. En réponse à la question ci-dessus, nous vous transmettonsles données suivantes. Il s'agit du nombre de délitscontre l'intégrité physique commis au niveau national pourla période 2005-2009 ainsi que pour le 1er trimestre 2010.Ces données sont également disponibles sur www.polfed.be.Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 04 juli 2011, op de vraag nr. 137 van de heervolksvertegenwoordiger Peter Logghe van16 november 2010 (N.):1. Ingevolge bovenstaande vraag maak ik u in bijlage degevraagde gegevens over. Het betreft het aantal geregistreerdemisdrijven tegen de lichamelijke integriteit opnationaal niveau voor de periode 2005-2009 evenals voorhet eerste kwartaal van 2010. Deze gegevens zijn tevensraadpleegbaar op www.fedpol.be.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 209Le nombre de délits contre l’intégrité physique commis au niveau national pour la période 2005-2009ainsi que pour le 1 er trimestre 2010—Aantal geregistreerde misdrijven tegen de lichamelijke integriteit op nationaal niveau voor de periode 2005-2009evenals voor het eerste kwartaal van 2010Infr. contre l’intégrité physique — Misdr. tegen de lichamelijke integriteit2005 2006 2007 2008 2009 2010Coups et blessuresSlagen en verwondingenAutresAndereAttentat à la pudeurAanranding aan de eerbaarheidViolVerkrachtingMeurtre et assassinatMoord en doodslagTorture et maltraitanceMarteling en mishandeling67 690 71 245 74 222 76 056 76 506 17 5308 205 8 062 8 178 8 784 9 147 2 1062 909 3 116 3 094 3 081 3 188 7843 030 3 187 3 215 3 068 2 835 672962 922 915 881 923 22781 77 103 123 128 31Tota(a)l: 82 877 86 609 89 727 91 993 92 727 21 3502. Les données relatives aux auteurs ne sont pas traitéesdans les statistiques policières de criminalité.3. et 4. La police ne dispose pas de chiffres relatifs à cesquestion.5. La réponse à cette question est de la compétence duministre de la Justice (Question n° 541 du 5 juillet 2011).2. Dadergegevens maken geen deel uit van de politiëlecriminaliteitsstatistieken.3. en 4. De politie beschikt niet over cijfers met betrekkingtot deze vragen.5. Het antwoord op deze vraag behoort tot de bevoegdheidvan de minister van Justitie (Vraag nr. 541 van 5 juli2011).DO 2010201101311Question n° 147 de monsieur le député Eric Jadot du17 novembre 2010 (Fr.) à la ministre del'Intérieur:La mise en place d'outils de lutte et de prévention contre leterrorisme. - Le "processus de radicalisation" corollaire(QO 749).Le programme de La Haye prévoit l'établissement d'unestratégie européenne à long terme en matière de luttecontre la radicalisation violente. Cette action s'inscrit dansle cadre d'une approche globale de la lutte contre le terrorismeet se double de préconisations de l'Union européenneincitant à la construction de plans d'actions nationaux deprévention en la matière.DO 2010201101311Vraag nr. 147 van de heer volksvertegenwoordiger EricJadot van 17 november 2010 (Fr.) aan de ministervan Binnenlandse Zaken:Invoering van instrumenten ter bestrijding en voorkomingvan terrorisme. - Radicaliseringsproces (MV 749).Het Haags Programma voorziet in de uitstippeling vaneen Europees langetermijnbeleid inzake de bestrijding vangewelddadige radicalisering. Dat programma vormt eenonderdeel van een globale approach van terrorismebestrijdingen gaat gepaard met aanbevelingen van de EuropeseUnie om nationale actie- en preventieplannen op datgebied uit te werken.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

210 QRVA 53 035Le 16 octobre 2010 dernier vous avez déclaré souhaiteraméliorer la connaissance des processus de radicalisationdans notre pays en vue de mettre en place un plan d'actionvisant à prévenir tout acte terroriste. Votre départementaurait ainsi pris connaissance d'une étude sur les processusde radicalisation en Belgique menée par l'Université deGand. Il ressort de cette étude que ce sont surtout lespublics "jeunes" qui seraient les plus vulnérables lorsqu'ilsse retrouvent en prise avec les exclusions ou les discriminations.L'étude pointe en outre les particularités juvéniles"d'assemblages idéologiques éclectiques" ainsi que la possibilitéd'identification de "signes avant-coureur" de radicalisation.Si une part des pistes suggérées en matière de prévention,à l'image de la promotion d'initiatives politiques dans lesdomaines ide l'emploi et de l'enseignement, restent deprime abord louables, les notions de "signes avant-coureur"ainsi que la focale mise sur des groupes et individusprétendus "à risque" pose question. L'identification decatégories individualisantes de surcroît, hypothétiquement"pathogènes" semblent en effet renouer avec une anthropométried'un autre siècle.1. a) Quels sont les enjeux identifiés par votre départementquant aux processus de radicalisation?b) Quelle est votre analyse de l'étude réalisée par l'Universitéde Gand sur ce processus?c) Quel type de programme escomptez-vous pouvoirdévelopper sur base de cette analyse?d) Une évaluation des lois anti-terroristes a été entaméeet jamais terminée sous la précédente législature, pourquoidès lors poursuivre de nouveaux programmes! avantd'avoir pu établir une évaluation des dispositifs préexistants?2. Je constate que la mise en avant de concepts peu clairstels que ceux des "signes avant -coureur" et "groupes à risque"semblent trouver une nouvelle jeunesse dans le cadrelégislatif. Je pense ici à l'utilisation de ces termes au seinde la loi du 4 février 2010 relative aux méthodes de recueildes données par les services de renseignement et de sécurité.a) L'emploi de ceux-ci ainsi que l'usage d'une définitiontrop large du "processus de radicalisation" ne risque-t-ilpas de prêter le flanc à certaines dérives, mise à mal de laliberté d'expression, stigmatisation de certains groupes etcommunautés de notre pays?Op 16 oktober 2010 zei u de kennis over het radicaliseringsprocesin ons land te willen verbreden met het oog opeen actieplan voor terrorismebestrijding. Uw departementzou kennis hebben genomen van een studie van de UniversiteitGent over het radicaliseringsproces in België. Daaruitblijkt dat vooral jongeren kwetsbaar zijn wanneer ze zichuitgesloten of gediscrimineerd voelen. In de studie wordter tevens op gewezen dat jongeren de neiging hebben uitverschillende ideologieën hun eigen ideologie te puren, endat men voortekenen die op radicalisering duiden, kan herkennen.Sommige van de voorgestelde mogelijkheden inzake preventie,naar het voorbeeld van de beleidsinitiatieven die ophet vlak van werk en onderwijs worden gestimuleerd, blijvenop het eerste gezicht lovenswaardig, maar het gebruikvan termen als "voortekenen die op radicalisering duiden"en het focussen op zogenaamde risicogroepen en -personen,doen vragen rijzen. Het vaststellen van persoonscategorieën,die bovendien mogelijkerwijs 'pathogeen' zijn,doen denken aan de antropometrische benadering van criminaliteituit een vorige eeuw.1. a) Wat zijn volgens uw departement de uitdagingenmet betrekking tot het radicaliseringsproces?b) Hoe analyseert u de studie van de Universiteit Gentover het radicaliseringsproces in België?c) Welk soort programma denkt u op grond van die analyseuit te kunnen werken?d) Tijdens de vorige zittingsperiode werd er een begingemaakt met de evaluatie van de antiterrorismewetgeving,maar dat werk werd niet afgerond. Waarom wil u nieuweprogramma's uitwerken nog voordat de reeds bestaandeinstrumenten geëvalueerd konden worden?2. Blijkbaar zijn vage concepten als de "voortekenen dieop radicalisering duiden" en "risicogroepen" op wetgevendvlak opnieuw in zwang. Ik denk hierbij aan het gebruik vandergelijke termen in de wet van 4 februari 2010 betreffendede methoden voor het verzamelen van gegevens doorde inlichtingen- en veiligheidsdiensten.a) Dreigen het gebruik van dergelijke termen en een teruime definitie van het radicaliseringsproces bepaalde uitwassenniet in de hand te werken, mede door het fnuikenvan de vrije meningsuiting en de stigmatisering vanbepaalde bevolkingsgroepen en gemeenschappen in onsland?CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 211b) Dans l'affirmative, une redéfinition du phénomène estelleenvisagée pour cadrer tout dispositif à venir et ce, afinde garantir notre état de droit?3. La sortie de J'étude de l'Université de Gand m'amène àm'interroger sur le projet de coordination européenne"CoPPRa" (Community policing and prevention of radicalisation)visant la mise en place d'outils de lutte contre laradicalisation et le terrorisme. La Suède a jusqu'ici assuméle rôle de chef de file dudit projet revenant dans les mainsde la police fédérale dans le cadre de la présidence belge del'UE. Dans le cadre de ce projet, une "liste d'indicateurssusceptibles d'attirer l'attention sur le processus de radicalisation"ainsi qu'un listing de "bonnes pratiques afférentes àla lutte et la prévention contre la radicalisation" ont étéévoquées.b) Zo ja, zal de definitie van dat fenomeen aangepastworden teneinde alle toekomstige instrumenten in hetbeleid in te passen en aldus onze rechtsstaat veilig te stellen?3. Naar aanleiding van de publicatie van de studie van deUniversiteit Gent heb ik vragen bij het Europese coördinatieprojectCoPPRa (Community policing and prevention ofradicalisation) waarmee men instrumenten wil invoerenom radicalisering en terrorisme te kunnen bestrijden. Zwedenheeft dat project, dat met het Belgische EU-voorzitterschapin handen is gekomen van de Belgische federalepolitie, tot nu toe aangestuurd. In het kader van dat projectwerd er gewag gemaakt van een lijst van indicatoren die opradicalisering kunnen duiden en van een opsomming vanbest practices voor het bestrijden en voorkomen van radicalisering.a) Pouvez-vous m'éclairer quant à leurs grandes lignes? a) Kan u de grote lijnen daarvan schetsen?b) Plus largement, quels développements souhaitez-vousimpulser quant au projet CoPPRa dans le cadre de la présidencebelge de l'Union européenne?Réponse de la ministre de l'Intérieur du 08 juillet2011, à la question n° 147 de monsieur le député EricJadot du 17 novembre 2010 (Fr.):1. - 2. Mon administration a proposé une définition et unedescription du "processus de radicalisation" sur la base dela recherche scientifique de l'Université de Gand. Cettedéfinition se base également sur des études provenant de laCommission européenne, d'autres États membres et dedivers centres de recherches.Il ressort de ces travaux de recherche que le processus deradicalisation peut apparaître lorsqu'un terreau de frustrationsest présent. Ce processus se développe par divers sentimentsde frustrations tels que la discrimination,l'humiliation ou encore l'exclusion auxquels un individupeut se trouver confronté. Dans une situation normale,l'individu aura tendance d'avoir une réflexion critique surdes messages radicaux violents et à chercher d'autresmoyens de remédier à ses problèmes. Cependant, lorsquel'individu en question traverse une période de crise, ilarrive qu'il accepte plus facilement les messages radicauxviolents et qu'il voit en eux le seul moyen de s'en sortir.b) Meer algemeen, welke ontwikkelingen in verband methet CoPPRa-project wil u in het kader van het BelgischeEU-voorzitterschap bevorderen?Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 08 juli 2011, op de vraag nr. 147 van de heervolksvertegenwoordiger Eric Jadot van 17 november2010 (Fr.):1. - 2. Mijn administratie heeft een omschrijving enbeschrijving voorgesteld van het "radicaliseringsproces"op basis van wetenschappelijk onderzoek van de Universiteitvan Gent. Deze omschrijving is ook gebaseerd op studiesvan de Europese Commissie, van andere lidstaten envan diverse onderzoekcentra.Uit dit onderzoekswerk blijkt dat het radicaliseringsprocesde kop kan opsteken wanneer er een groeibodem aanfrustraties bestaat. Dit proces ontwikkelt zich met als voedingsbodemfrustratiegevoelens zoals discriminatie, vernederingof uitsluiting waarmee een individu geconfronteerdkan worden. In een normale situatie heeft men de tendenskritisch te reflecteren over gewelddadige radicale berichtenen te zoeken naar andere middelen om zijn problemen teverhelpen. Wanneer de persoon in kwestie evenwel een crisisdoormaakt, dan kan het gebeuren dat hij gemakkelijkergewelddadige radicale berichten aanvaardt en dat hijdaarin het enig middel ziet om eruit te komen.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

212 QRVA 53 035L'étude menée par l'Ugent révèle que la radicalisation estun phénomène extrêmement complexe qui rend quasimentimpossible l'identification des facteurs prédictifs de comportementtypique. Il ressort néanmoins de l'étude que lesjeunes sont probablement plus enclins à la radicalisationviolente par autorecrutement. Cela signifie qu'ils recherchenteux-mêmes des réponses à leurs questions et finissentainsi, sur Internet et en fréquentant des personnes quipartagent les mêmes opinions (dont la famille et les amis),par tomber dans la radicalisation.Il convient dès lors d'accompagner davantage les jeunesdans leurs questions identitaires et de renforcer leur capacitéde résistance aux messages radicaux auxquels ils sontconfrontés sur Internet. Il apparaît donc clairement qu'uneapproche préventive de la radicalisation peut jouer un rôleimportant dans la lutte contre ce phénomène.L'étude des cas existants de radicalisation violente montreque les personnes qui agissent dans l'environnementimmédiat des individus vulnérables (les intervenants depremière ligne, comme les enseignants, les éducateurs oules collaborateurs de CPAS) sont dans la plupart des cas àmême de percevoir des signes de mal-être chez ceux-ci. Leproblème est qu'ils ne savent souvent pas à qui adresserleurs questions ou préoccupations à ce sujet. Une occasionmanquée donc, étant donné que la même recherche démontreque la prise en charge sociale précoce de la radicalisationviolente ou de la polarisation offre les meilleuresgaranties de prévention du phénomène.Il s'avère également que ce sont précisément ces acteursde première ligne et l'entourage immédiat des individusvulnérables qui sont les plus aptes à influencer positivementces derniers. Et ce, sans entreprendre d'emblée dedémarches policières ou judiciaires et sans hypothéquer larelation de confiance entre eux et la population. Un signalementaux services d'ordre n'est pertinent qu'en cas dedanger pressant ou de menace. Ce n'est toutefois pasl'objectif de la stratégie de prévention, qui vise plutôt à renforcerles secteurs sociaux et la société civile.C'est pourquoi j'ai demandé à mon administration dedévelopper une approche socio-préventive de la radicalisationviolente visant à limiter autant que possible le terreaude frustrations et à renforcer la résistance morale des individusles plus vulnérables aux messages radicaux violents.Uit onderzoek van Ugent blijkt dat radicalisering eenzeer complex fenomeen is, waarbij het vaststellen van predictievefactoren van typisch gedrag vrijwel onmogelijk is.Niettemin blijkt uit het onderzoek wel naar voren te komendat jongeren meer waarschijnlijk geneigd zijn om gewelddadigte radicaliseren via zelf-rekrutering. Dit betekent datzij zelf op zoek gaan naar antwoorden op hun vragen en zovia internet en andere gelijkgestemden (waaronder familieen vrienden) verstrengeld raken in het radicaliseringsproces.Jongeren dienen dus meer begeleid te worden bij identiteitsvraagstukkenen meer weerbaar worden gemaakt,zowel digitaal, tegen radicale boodschappen. Hieruit wordtduidelijk dat een preventieve benadering van radicaliseringeen belangrijke rol kan spelen bij de bestrijding ervan.Uit onderzoek naar bestaande gevallen van gewelddadigeradicalisering blijkt dat actoren (eerstelijnswerkers zoalsleerkrachten, jeugdwerkers of OCMW-medewerkers) in deonmiddellijke omgeving van kwetsbare individuen in velegevallen signalen kunnen opvangen dat het niet zo goedgaat met deze personen. Probleem blijkt echter dat ze vaaknergens terecht kunnen met hun vragen of bezorgdhedenhieromtrent. Een gemiste kans zo blijkt, aangezien hetzelfdeonderzoek aantoont dat indien gewelddadige radicaliseringof polarisering vroegtijdig kan wordenopgevangen en hier een sociaal antwoord op kan wordengegeven, dit de beste waarborgen biedt om dit fenomeen tevoorkomen.Vooral eerstelijnswerkers en mensen in de onmiddellijkeomgeving van kwetsbare individuen blijken het meestgeschikt voor het geven van een dergelijk antwoord. En ditzonder het onmiddellijk opstarten van politionele ofgerechtelijke initiatieven en zonder de vertrouwensrelatietussen hen en de bevolking te hypothekeren. Een aanmeldingbij de ordediensten is pas relevant wanneer een acuutgevaar of dreiging wordt waargenomen. Maar dit is niet dedoelstelling van de preventiestrategie, die veeleer denadruk legt op het versterken van de sociale sectoren en hetmiddenveld.Daarom heb ik aan mijn administratie gevraagd een sociaalpreventievebenadering van gewelddadige radicaliseringte ontwikkelen om zoveel mogelijk de groeibodemvan frustraties te beperken en om de morele weerstand vande meest kwetsbare individuen tegen gewelddadige radicaleberichten te versterken.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 213Des phénomènes comme la radicalisation et la polarisationexigent une approche large et une approche socio-préventivequi est complémentaire à l'approche sécuritaire. Enoutre, le développement d'une telle politique socio-préventiven'est pas liée à l'évaluation des lois anti-terroristes, lesquellesvisent les aspects policiers et de renseignement.3. Le projet CoPPRa est un projet à destination des policiersde première ligne. Ce projet a été co-financé par laCommission européenne et par la présidence belge a puêtre développé grâce à la participation de dix autres Étatsmembres (Bulgarie, Chypre, Danemark, Allemagne,Angleterre, Finlande, Lettonie, Luxembourg, Pays-Bas etSuède).Ce projet vise ,donc, à informer les policiers sur ce quepeuvent être des signes de radicalisation. Ces policiers ontdes contacts avec la population, la connaissent et ont ainsiun rôle important à jouer dans le cadre plus général de lalutte contre la radicalisation, quelle qu'elle soit.L'objectif de la Présidence belge est la création d'unmanuel destiné à ces policiers contenant des explicationssur le processus de radicalisation ainsi que les éléments quidoivent être pris avec attention, dans ce contexte.En parallèle, il est prévu tout une série de formations afinque ces policiers puissent correctement analyser les signesauxquels ils sont confrontés.Enfin, le projet s'articule autour de deux objectifs:- la prévention: via la détection de signes avant coureurde radicalisation;- la réaction: en agissant de concert avec tous les acteursimpliqués de la société civile.Il est naturellement prévu d'échanger les pratiques etl'expérience au niveau européen. Ce projet est un processusen développement.Fenomenen zoals radicalisering en polarisatie vereiseneen veelomvattende benadering en een sociaalpreventievebenadering die complementair is aan de veiligheidsbenadering.Bovendien is de ontwikkeling van een dergelijkesociaalpreventieve benadering niet verbonden met de evaluatievan de antiterrorismewetten, die politie- en inlichtingenaspectenbeogen.3. CoPPRa is een project voor eerstelijns politiemensen.Dit project is mede gefinancierd door de Europese Commissieen door het Belgische Voorzitterschap en kon wordenontwikkeld dankzij de deelname van tien anderelidstaten (Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland,Engeland, Finland, Letland, Luxemburg, Nederland enZweden).Doel van dit project is de politiemensen te informerenover tekenen van radicalisering. Deze politiemensen hebbencontacten met de bevolking, ze kennen ze en spelenaldus een belangrijke rol in een meer algemeen kader vande bestrijding van radicalisering, in welke vorm ook.Doel van het Belgische Voorzitterschap is het aanmakenvan een handleiding voor politiemensen die uitleg bevatover het radicaliseringsproces, alsook over de elementendie in deze context aandachtig bekeken moeten worden.Daarnaast is voorzien in een hele reeks opleidingen,opdat de politiemensen correct de tekenen kunnen analyserenwaarmee ze geconfronteerd worden.Tot slot heeft het project twee doelstellingen:- de preventie: door het detecteren van de voortekenenvan signalen van radicalisering;- door reactie: door overlegd op te treden met alle betrokkenactoren van de burgermaatschappij.Er wordt natuurlijk voorzien om goede praktijkvoorbeeldenen ervaringen op Europees vlak uit te wisselen. Ditproject is een proces in wording.DO 2010201101378Question n° 159 de monsieur le député OlivierMaingain du 22 novembre 2010 (Fr.) à la ministrede l'Intérieur:Écoles du feu. - Répartitions par province. - Inscriptions. -Personnel.La formation des pompiers, tant professionnels quevolontaires, revêt une importance considérable.Celle-ci est assurée par les écoles du feu qui sont répartiespar province.1. Quel est le nombre actuellement d'écoles du feu existanten Belgique et leur répartition géographique?DO 2010201101378Vraag nr. 159 van de heer volksvertegenwoordigerOlivier Maingain van 22 november 2010 (Fr.) aande minister van Binnenlandse Zaken:Brandweerscholen. - Verdeling over de provincies. -Inschrijvingen. - Personeel.-De opleiding van het beroeps- en het vrijwillige brandweerpersoneelis van groot belang.Die opleiding wordt georganiseerd in de provincialebrandweerscholen.1. Hoeveel brandweerscholen zijn er vandaag in België,en hoe zijn ze over het land verdeeld?CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

214 QRVA 53 0352. Au sein de chacune d'elles, quel est actuellement lenombre d'inscrits aux formations sur les trois dernièresannées (2009, 2008, 2007), par année de formation?3. Quel est le nombre de membres du personnel d'encadrement(formateurs et personnel administratif)?4. Quel est le budget actuellement consacré par votredépartement globalement ainsi que école par école?5. Quelle est la ventilation budgétaire de l'enveloppeainsi consacrée à ces écoles, d'une part par l'État fédéral, et,d'autre part, par les provinces, et ce province par province?Réponse de la ministre de l'Intérieur du 08 juillet2011, à la question n° 159 de monsieur le député OlivierMaingain du 22 novembre 2010 (Fr.):1. Actuellement, nous comptons onze centres provinciauxde formation en Belgique. Ces institutions sontréparties à ratio d'une par province:Gand, Ranst, Zedelgem, Releghem et Genk pour la Flandre,Braine-l'Alleud, Marche-en-Famenne, Liège, Jurbise, etNamur pour la Wallonie etune école à Bruxelles.2. Le nombre d'élèves inscrits dépend de la demande desservices de secours car ce sont les communes qui inscriventleurs "élèves" en fonction des besoins en formation etdu recrutement au sein de la commune. Vous trouverezcomme indication les statistiques de formation pour lesannées 2009-2008-2007 en annexe de la présente.3. Le nombre de membres du personnel d'encadrementdépend fortement de la structure de l'école et est très variable.Nous avons des écoles qui fonctionnent avec deuxmembres permanents et des instructeurs free-lance, et desécoles avec un staff de plus de vingt membres permanents.La gestion de ces écoles et la structure d'organisationvarient également fortement d'une province à l'autre. Il y ades écoles sous forme d'asbl et d'autres sous forme d'institutionpublique provinciale. Vous trouverez un aperçu parécole en annexe.2. Hoeveel personen waren er de voorbije drie jaar (2009,2008, 2007) per jaar voor een opleiding ingeschreven bijelk van die scholen?3. Hoeveel personeelsleden zorgen er voor de omkaderingvan de cursisten (instructeurs en administratief personeel)?4. Welke budgettaire enveloppe trekt uw departement inglobo uit voor de brandweerscholen, en hoeveel ontvangtelke school afzonderlijk?5. Wat is het aandeel van de federale overheid enerzijdsen van de afzonderlijke provincies anderzijds in de budgettaireenveloppe voor deze scholen?Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 08 juli 2011, op de vraag nr. 159 van de heervolksvertegenwoordiger Olivier Maingain van22 november 2010 (Fr.):1. Momenteel tellen we in België elf provinciale opleidingscentra.Ze zijn verdeeld à rato van één per provincie:Gent, Ranst, Zedelgem, Relegem en Genk voor deVlaamse kant,Eigenbrakel, Marche-en-Famenne, Luik, Jurbeke, enNamen, voor de Waalse kant enéén school in Brussel.2. Het aantal ingeschreven leerlingen is sterk afhankelijkvan de vraag van de hulpdiensten. Het zijn de gemeentendie hun "leerlingen" inschrijven in functie van de opleidingsbehoeftenen de rekrutering binnen de gemeente. Ukan bij wijze van indicatie de statistieken van opleidingvoor brandweerpersoneel in 2009-2008-2007 in bijlagevinden.3. Het aantal stafleden van een school hangt sterk af vande structuur van de school, en is dus zeer variabel. We kennenscholen met slechts twee vaste stafleden met daarnaastfreelancerinstructeurs, en scholen met een staf van meerdan twintig leden. Het beheer van deze scholen, en deorganisatiestructuur verschillen sterk van provincie tot provincie.Er zijn scholen die een vzw-structuur hebben, enscholen die functioneren onder de vorm van een openbareprovinciale instelling. U kunt een overzicht per school vindenin bijlage.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 2154. Notre département disposait jusqu'en 2009 d'un budgetde 2.2 millions d'euros pour la formation du personnel dela sécurité civile en Belgique. Les écoles reçoivent unmontant pour leurs frais de fonctionnement et des subsidesliés aux formations qui sont réglés par un arrêté royal, etsont attribués en fonction du nombre d'élèves ayant suiviune formation subsidiable. Par exemple, celle de sapeurpompierou de sergent. Il est donc logique que si le nombred'élèves augmente, le montant des subsides augmenteraégalement proportionnellement. Un tableau de subsidesoctroyés par école se trouve en annexe.Je tiens encore à vous signaler que pour l'année 2010, lemontant octroyé à la formation a été augmenté considérablementet est maintenant de 8.364 millions d'euros. Lesnouveaux montants des subsides sont repris dans l'arrêtéroyal du 9 octobre 2010.5. Pour cette réponse, je tiens à me référer au point 4 dema réponse. Le montant injecté par la province dépendégalement de la volonté de contribution de cette dernière etpeut énormément varier de province en province. D'aprèsles informations obtenues par mon administration, voustrouverez un aperçu de l'estimation de ces montants dans letableau ci-joint.Étant donné leur caractère de pure documentation, il n'y apas lieu d'insérer les annexes au Bulletin des Questions etRéponses, mais elles peuvent être consultées au Greffe dela Chambre des représentants (service des Questions parlementaires).4. Ons departement beschikte tot 2009 over een budgetvan 2.2 miljoen euro voor de vorming van alle personeelvan de civiele veiligheid in België. De opleidingsinstitutenontvangen een subsidiebedrag aan werkingskosten en desubsidies voor opleiding zijn geregeld per koninklijkbesluit en hangen af van het aantal leerlingen dat een subsidieerbareopleiding volgde. Bijvoorbeeld brandweerman ofsergeant. Het is dus vanzelfsprekend dat als het aantal leerlingenverhoogt, het bedrag van de toegekende subsidieproportioneel volgt. Een tabel van de toegekende subsidiesper school kunt u in bijlage vinden.Ik wens u er tevens op te wijzen dat het budget vooropleiding in 2010 gevoelig werd verhoogd naar 8.364 miljoen(euro). De nieuwe subsidiebedragen staan vermeld inhet koninklijk besluit van 9 oktober 2010.5. Voor dit antwoord wens ik te verwijzen naar punt 4van mijn antwoord. Het bedrag toegekend door de provinciesverschilt ook sterk van provincie tot provincie enhangt af van de effectieve wil om in opleiding te investeren.Uit informatie die mijn administratie heeft bekomen,vind u een benaderend overzicht van de bedragen in de bijgevoegdetabel.Gezien hun louter documentaire karakter worden de bijlagenniet in het Bulletin van Vragen en Antwoorden opgenomenmaar liggen zij ter inzage bij de Griffie van deKamer van volksvertegenwoordigers (dienst ParlementaireVragen).DO 2010201101538Question n° 183 de monsieur le député Peter Logghe du01 décembre 2010 (N.) à la ministre del'Intérieur:Ecoles islamiques saoudiennes.Une information préoccupante nous vient de Grande-Bretagne: il semblerait en effet que plusieurs écoles islamiquesbritanniques utilisent des manuels saoudiens antisémiteset homophobes, comme l'a révélé une enquêteréalisée par la chaîne britannique BBC. On pourrait ainsilire dans ces manuels que certains juifs se transforment enporcs et en singes et que les homosexuels peuvent être misà mort; l'on explique également comment couper correctementles mains et les pieds d'un voleur. Cette informationest préoccupante dans la mesure où ces jeunes sont peutêtreles citoyens de demain. Ces manuels font égalementl'éloge de la jurisprudence de la charia.1. Existe-t-il, selon vos informations, des écoles subventionnéespar l'Arabie saoudite en Belgique?DO 2010201101538Vraag nr. 183 van de heer volksvertegenwoordigerPeter Logghe van 01 december 2010 (N.) aan deminister van Binnenlandse Zaken:Saoedische moslimscholen.Verontrustend nieuws uit Groot-Brittannië: in verschillendeBritse moslimscholen wordt gebruik gemaakt vanSaoedische schoolboeken met antisemitisch en homofoobmateriaal, zo bleek uit een onderzoek van de Britse omroepBBC. De boeken zouden aankaarten dat sommige joden inapen en varkens veranderen. Homoseksuelen mogen terdood worden gebracht, aldus nog de boeken, en verderwordt er ook aangeleerd wat de correcte manier is om handenen voeten van een dief af te hakken. Verontrustendomdat deze jongeren misschien wel de burgers van morgenzijn. De sharia-rechtspraak wordt er ook uitgebreid aangeprezen.1. Heeft u weet van door Saoedie-Arabië gesubsidieerdescholen in België?CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

216 QRVA 53 0352. a) Combien d'écoles de ce type notre pays compte-t-il? 2. a) Hoeveel van die scholen zijn er in België actief?b) Combien d'élèves comptent-elles? b) Hoeveel leerlingen zijn er?3. a) Qu'en est-il du contrôle du matériel didactique? 3. a) Op welke manier wordt het lesmateriaal gecontroleerd?b) De quand date le contrôle le plus récent? b) Van wanneer dateert de recentste controle?c) Quels ont été les résultats de ce contrôle? c) Wat waren de resultaten?4. Des indications d'antisémitisme ont-elles été constatées?4. Werden hierin antisemitische aanwijzingen gevonden?5. De quelle manière peut-on obliger les écoles à renoncerà l'utilisation de matériel didactique à caractère offensant?Réponse de la ministre de l'Intérieur du 04 juillet2011, à la question n° 183 de monsieur le député PeterLogghe du 01 décembre 2010 (N.):Je ne dispose pas de l'information utile pour vous donnerune réponse à ces questions.En ce qui concerne les questions 1 et 2, il relève de laSûreté de l'État de suivre cette matière et je souhaite vousrenvoyer à mon collègue le ministre de la Justice, monsieurDe Clerck, dont la Sûreté de l'État relève de sa compétence.(Question n° 542 du 5 juillet 2011).Compte tenu du fait que l'enseignement n'est pas unematière fédérale mais communautaire, je vous renvoie pourles questions 3 à 5 à ce niveau de gestion.5. Op welke manier kan men de scholen dwingen om lesmateriaaluit circulatie te nemen als het aanstootgevendzou zijn?Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 04 juli 2011, op de vraag nr. 183 van de heervolksvertegenwoordiger Peter Logghe van 01 december2010 (N.):Ik beschik niet over de nodige informatie om antwoord tekunnen geven op deze vragen.Voor wat de vragen 1 en 2 betreft, is het aan de Veiligheidvan de Staat deze materie op te volgen en ik wens u te verwijzennaar mijn collega, de minister van Justitie, mijnheerDe Clerck, onder wiens bevoegdheid de Veiligheid van deStaat valt. (Vraag nr. 542 van 5 juli 2011).Gelet op het feit dat het onderwijs geen federale, docheen gemeenschapsmaterie betreft, wens ik u voor wat devragen 3 tot en met 5 aangaat, te verwijzen naar datbeleidsniveau.DO 2010201101583Question n° 195 de monsieur le député Peter Logghe du02 décembre 2010 (N.) à la ministre del'Intérieur:Mariages de ressortissants belges avec des étrangers.Il est parfois question des difficultés d'intégration desBelges d'origine turque qui épousent une femme de leurpays d'origine, dans la mesure où il faut alors recommencerà zéro le processus d'intégration. Ce phénomène serait trèsrépandu plus particulièrement au sein de certains groupesde population, ce qui m'incite à demander des statistiquessur la base desquelles des mesures pourraient alors le caséchéant être envisagées.1. a) Combien de ressortissants belges se sont mariésavec des ressortissants thaïlandais au cours des cinq dernièresannées?b) Des chiffres provisoires pour 2010 sont-ils déjà disponibles?c) Pourriez-vous également préciser le sexe des ressortissantsbelges concernés?DO 2010201101583Vraag nr. 195 van de heer volksvertegenwoordigerPeter Logghe van 02 december 2010 (N.) aan deminister van Binnenlandse Zaken:Huwelijken van Belgen met vreemdelingen.Men heeft het wel eens over moeilijke integratie vanTurkse Belgen die hun bruid uit hun thuisland halen en opdie manier ervoor zorgen dat de integratie helemaalopnieuw moet worden gestart. Vooral in bepaalde bevolkingsgroepenzou dit fenomeen wijdverspreid zijn, wat mijertoe aanzet om hierover toch eens wat cijfergegevens opte vragen en dan eventueel te kijken welke maatregelenhier tegenover moeten worden gezet.1. a) Hoeveel Belgische staatsburgers hebben een huwelijkgesloten met Thaise staatsburgers de jongste vijf jaar?b) Zijn er al voorlopige cijfers voor 2010?c) Kan men ook het geslacht van de betrokken Belgenvermelden?CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 217d) Combien de ressortissants belges ont des liens avec laThaïlande, sont d'origine thaïlandaise ou ont un ou plusieursparents thaïlandais?2. Même question qu'au point 1 mais pour les mariagesentre des ressortissants belges et philippins.3. Même question qu'au point 1 mais pour des mariagesentre des ressortissants belges et turcs.4. Même question qu'au point 1 mais pour des mariagesentre des ressortissants belges et marocains.5. Même question qu'au point 1 mais pour des ressortissantstunisiens.6. Même question qu'au point 1 mais pour des ressortissantsalgériens.7. Même question qu'au point 1 mais pour des ressortissantsrusses.8. Même question qu'au point 1 mais pour des ressortissantsukrainiens.Réponse de la ministre de l'Intérieur du 08 juillet2011, à la question n° 195 de monsieur le député PeterLogghe du 02 décembre 2010 (N.):La réponse à cette question a été transmise directement àl'honorable membre. Étant donné son caractère de puredocumentation, il n'y a pas lieu de l'insérer au Bulletin desQuestions et Réponses, mais elle peut être consultée auGreffe de la Chambre des représentants (service des Questionsparlementaires).d) Hoeveel Belgische staatsburgers hebben een Thaiseachtergrond, zijn van Thaise afkomst, of hebben één ofmeerdere Thaise ouders?2. Idem als 1, maar dan wat betreft de huwelijken tussenBelgische staatsburgers en Filippijnse staatsburgers.3. Idem als 1, maar dan wat betreft huwelijken tussenBelgen en staatsburgers uit Turkije.4. Idem als 1, maar dan wat betreft huwelijken tussenBelgen en Marokkaanse staatsburgers.5. Idem als 1, maar wat betreft Tunesische staatsburgers.6. Idem als 1, maar wat betreft Algerijnse staatsburgers.7. Idem als 1, maar wat betreft Russische staatsburgers.8. Idem als 1, maar wat betreft staatsburgers uit Oekraïne.Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 08 juli 2011, op de vraag nr. 195 van de heervolksvertegenwoordiger Peter Logghe van 02 december2010 (N.):Het antwoord op deze vraag is het geachte Kamerlidrechtstreeks toegestuurd. Gezien het louter documentairekarakter ervan wordt het niet in het Bulletin van Vragen enAntwoorden opgenomen maar ligt het ter inzage bij deGriffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers (dienstParlementaire Vragen).DO 2010201101638Question n° 198 de madame la députée Zoé Genot du07 décembre 2010 (Fr.) à la ministre del'Intérieur:Cercles de développement de l'administration. - Emploides langues.Les cercles de développement sont, au sein de l'administrationfédérale, un système d'évaluation des performanceset des compétences des fonctionnaires. Des objectifs sontfixés avec le chef fonctionnel et des feed-back sont régulièrementdonnés sur le travail accompli et des initiatives sontprises pour améliorer le travail au quotidien.L'un des éléments clés de cette approche est donc la responsabilisation:le collaborateur assume une part de responsabilitédans ses activités. Le chef fonctionnel, quant àlui, a pour mission de stimuler l'implication et la participationde ses collaborateurs.DO 2010201101638Vraag nr. 198 van mevrouw de volksvertegenwoordigerZoé Genot van 07 december 2010 (Fr.) aan deminister van Binnenlandse Zaken:Ontwikkelcirkels voor ambtenaren - Gebruik van de talen.De federale overheid heeft een systeem ingevoerd om deprestaties en competenties van de ambtenaren te evalueren:de ontwikkelcirkels. Samen met de functionele chef wordendoelstellingen vastgelegd. Geregeld wordt er feedbackgegeven over het verrichte werk en er worden initiatievengenomen om het dagelijks werk te verbeteren.Een van de sleutelfactoren in die aanpak is dus responsabilisering:de medewerker neemt de medeverantwoordelijkheidop voor zijn werk. De functionele chef heeft tottaak de betrokkenheid en de participatie van zijn medewerkerste stimuleren.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

218 QRVA 53 035Les lois coordonnées sur l'emploi des langues en matièreadministrative s'appliquent également dans ce domainepuisque seul un chef fonctionnel bilingue légal peut évaluerun agent d'un autre rôle linguistique.La durée du cercle de développement s'étale sur uneannée et se clôture par une mention positive ou négativequant aux objectifs de prestation demandés.1. Les différentes Directions générales et instances duService public fédéral Intérieur appliquent-elles, lors descercles de développement, toutes les dispositions linguistiquestelles que prévues par les articles des lois coordonnéesdu 18 juillet 1966 sur l'emploi des langues en matièreadministrative?2. Dans la négative: pour quelles raisons et quelles sontles dispositions concrètes prises par le Service public fédéralIntérieur afin que le déroulement des cercles de développementau sein des Directions générales et instancessoit conforme aux lois coordonnées précitées du 18 juillet1966 sur l'emploi des langues en matière administrative?3. En cas de difficultés pour assurer des évaluations pardes bilingues légaux quelles sont les dispositions concrètesprises par votre Service public fédéral afin que vos agentsdes Directions générales et instances du Service publicfédéral Intérieur soient alors évalués par un chef fonctionneld'un même rôle linguistique?Réponse de la ministre de l'Intérieur du 04 juillet2011, à la question n° 198 de madame la députée ZoéGenot du 07 décembre 2010 (Fr.):1. Au sein des services qui relèvent de ma compétence, lecollaborateur est évalué par son chef fonctionnel. Le cheffonctionnel est celui qui a la direction et/ou le contrôlejournalier du fonctionnement de l'évalué et qui assure lacommunication informelle et formelle dans le cadre ducycle d'évaluation (arrêté royal du 2 août 2002).Dans la mesure du possible, lorsque le chef fonctionneln'appartient pas au même rôle linguistique que l'évalué etn'a pas réussi l'examen linguistique visé aux articles 7 ou12 de l'arrêté royal du 8 mars 2001 fixant les conditions dedélivrance des certificats de connaissances linguistiques, ilse fait assister par un bilingue légal.De gecoördineerde wetten op het gebruik van de talen inbestuurszaken zijn ook in dat domein van toepassing, aangezienenkel een wettelijk tweetalige functionele chef eenambtenaar van een andere taalrol kan evalueren.Een ontwikkelcirkel loopt over een periode van een jaar,en wordt afgesloten met een positief of negatief evaluatieverslagvan het functioneren van de medewerker tenopzichte van de gevraagde prestatiedoelstellingen.1. Passen de onderscheiden Algemene Directies en dienstenvan de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zakenalle taalbepalingen van de gecoördineerde wetten van18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszakentoe op de ontwikkelcirkels?2. Zo niet, waarom niet, en welke concrete maatregelenneemt de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zakenopdat de afwikkeling van de ontwikkelcirkels bij de AlgemeneDirecties en diensten zou stroken met de voormeldewetten van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen inbestuurszaken?3. Welke concrete maatregelen neemt uw Federale Overheidsdienst,indien er moeilijk wettelijk tweetalige personenkunnen worden gevonden voor de evaluaties, opdat uwambtenaren van de Algemene Directies en diensten van deFederale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken dan geëvalueerdzouden worden door een functionele chef vandezelfde taalrol?Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 04 juli 2011, op de vraag nr. 198 van mevrouw devolksvertegenwoordiger Zoé Genot van 07 december2010 (Fr.):1. Bij de diensten die onder mijn bevoegdheid vallen,wordt de medewerker geëvalueerd door zijn functionelechef. De functionele chef is diegene die de dagelijkse leidingen/of toezicht heeft over het functioneren van degeëvalueerde en die de formele en informele communicatiein het kader van de evaluatiecyclus verzekert (koninklijkbesluit van 2 augustus 2002).In de mate van het mogelijke, wanneer de functionelechef niet tot dezelfde taalrol behoort als de geëvalueerde,en niet geslaagd is voor het taalexamen bedoeld in de artikelen7 of 12 van het koninklijk besluit van 8 maart 2001tot vaststelling van de voorwaarden voor het uitreiken vande bewijzen omtrent de taalkennis, laat hij zich bijstaandoor een wettelijk tweetalige.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 219Par ailleurs, les entretiens se font toujours dans la languede l'évalué et les documents qui rendent compte des entretiensmenés dans le cadre du cercle de développement sonttoujours rédigés dans la langue de l'évalué.2. Il est pratiquement impossible pour l'évaluateur de sefaire assister par un bilingue légal lors de chaque entretiend'un cercle de développement étant donné le nombre limitéde bilingues légaux.En effet, les services qui relèvent de ma compétence disposentau total de 31 bilingues légaux dont certains sontdétachés, en congé ou exercent une fonction de mandat.Cela étant, si le chef fonctionnel ne connaît pas suffisammentla langue de l'évalué, un autre évaluateur du mêmerôle linguistique que l'évalué ou un bilingue légal est désigné.3. Comme précisé ci-avant, lorsque le chef fonctionnelne connaît pas suffisamment la langue de l'évalué, un autreévaluateur du même rôle linguistique que l'évalué ou unbilingue légal est désigné.Par ailleurs, au sein des services qui relèvent de ma compétence,les agents sont incités à suivre les formations enlangue organisées par le Selor et à passer l'examen linguistiquevisé aux articles 7 ou 12 de l'arrêté royal du 8 mars2001 fixant les conditions de délivrance des certificats deconnaissances linguistiques.Bovendien, de gesprekken verlopen steeds in de taal vande geëvalueerde en de documenten die de neerslag vormenvan de gesprekken gevoerd in het kader van de ontwikkelcirkelworden steeds opgemaakt in de taal van de geëvalueerde.2. Het is voor de evaluator quasi onmogelijk zich bij elkgesprek van een ontwikkelcirkel te laten bijstaan door eenwettelijk tweetalige gelet op het beperkt aantal wettelijktweetaligen.Immers, de diensten die onder mijn bevoegdheid vallenbeschikken in totaal over 31 wettelijk tweetaligen waarvaner een aantal zijn gedetacheerd, in verlof of een mandaatfunctieuitoefenen.Dit gesteld zijnde, indien de functionele chef onvoldoendede taal van de geëvalueerde kent, wordt een anderepersoon van dezelfde taalrol als de geëvalueerde of eenwettelijk tweetalige aangeduid om de evaluatie uit te voeren.3. Zoals hiervoor bepaald, wanneer de functionele chefonvoldoende de taal van de geëvalueerde kent, wordt eenandere persoon van dezelfde taalrol als de geëvalueerde ofeen wettelijk tweetalige aangeduid om de evaluatie uit tevoeren.Bovendien worden de ambtenaren in de diensten dieonder mijn bevoegdheid vallen, aangezet om taalopleidingente volgen bij Selor en het taalexamen af te leggen datbedoeld wordt in artikelen 7 of 12 van het koninklijkbesluit van 8 maart 2001 tot vaststelling van de voorwaardenvoor het uitreiken van de bewijzen omtrent de taalkennis.DO 2010201101697Question n° 209 de monsieur le député Peter Logghe du10 décembre 2010 (N.) à la ministre del'Intérieur:Accueil des candidats réfugiés politiques. - Initiatives localesd'accueil. - Répartition régionale.Les Initiatives locales d'accueil (ILA) se chargent, à lademande des autorités fédérales, de l'accueil d'un nombrelimité de candidats réfugiés politiques. Aujourd'hui, desILA d'une capacité d'accueil plus ou moins importante ontété créées dans pratiquement toutes les Régions du pays etmême dans les plus petites communes. La répartitionrégionale des Initiatives locales d'accueil soulève plusieursquestions.DO 2010201101697Vraag nr. 209 van de heer volksvertegenwoordigerPeter Logghe van 10 december 2010 (N.) aan deminister van Binnenlandse Zaken:Opvang kandidaat-politiek vluchtelingen. - Lokale Opvanginitiatieven.- Regionale spreiding.Een Lokaal Opvanginitiatief (LOI) staat, op vraag van defederale overheid, in voor de opvang van een beperkt aantalkandidaat-politiek vluchtelingen. Ondertussen werdenin zowat alle Gewesten van België min of meer in uitgebreideLOI voorzien, tot in de kleinste gemeentes toe. Misschientoch wel het moment om enkele vragen te stellenbetreffende de regionale spreiding van de Lokale Opvanginitiatieven.1. Quelle est l'évolution du nombre d'ILA depuis 2005? 1. Is het mogelijk een cijfermatige evolutie te schetsenvan het aantal LOI vanaf 2005 tot en met vandaag?CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

220 QRVA 53 0352. Combien de places d'accueil ont été prévues annuellementdans le cadre de ces ILA pour la période compriseentre 2005 et 2010 inclus?2. Hoeveel plaatsen werden jaarlijks voorzien in dezeLOI vanaf 2005 tot en met 2010?3. a) Pouvez-vous répartir ces chiffres par Région? 3. a) Kan u het hierboven gevraagde cijfermateriaal ookregionaal opsplitsen?b) Combien compte-t-on d'ILA en Région wallonne, enRégion flamande et en Région de Bruxelles-Capitale?c) Combien de places d'accueil ont été prévues dans cecadre dans les différentes Régions?4. a) Quels sont les projets en la matière à court et moyenterme?b) Hoeveel LOI in het Vlaamse Gewest, in het WaalseGewest en in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest?c) Hoeveel plaatsen werden hierdoor in de verschillendeGewesten voorzien?4. a) Wat zijn de plannen op korte en middellange termijn?b) Qu'en est-il de la répartition régionale de ces projets? b) Kan u ook hiervan de voorziene regionale spreidinggeven?Réponse de la ministre de l'Intérieur du 08 juillet2011, à la question n° 209 de monsieur le député PeterLogghe du 10 décembre 2010 (N.):Le problème évoqué relève de la compétence du secrétaired'État à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté(Question n° 101 du 8 juillet 2011).Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 08 juli 2011, op de vraag nr. 209 van de heervolksvertegenwoordiger Peter Logghe van 10 december2010 (N.):De aangehaalde problematiek behoort tot de bevoegdheidvan de staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratieen Armoedebestrijding (Vraag nr. 101 van 8 juli 2011).DO 2010201101776Question n° 223 de monsieur le député Peter Logghe du16 décembre 2010 (N.) à la ministre del'Intérieur:Déprédations dues à des tags. - Enregistrement par les servicesde police.Selon la "Vlaams Agentschap Wegen en Verkeer", lenombre de déprédations dues à des tags sur les routesrégionales flamandes a diminué au cours des dernièresannées.Après une hausse au cours de la période 2005-2007 - lenombre de ces déprédations passant de 48 à 112 -, l'on aobservé une baisse, de 95 en 2008 à 65 en 2009. Les chiffresrelatifs à 2010 n'étaient pas encore disponibles.La question qui se pose est évidemment de savoir commentont évolué les déprédations dues globalement à cestags. L'on peut se demander si une tendance à la baisse estégalement perceptible sur ce plan et où les tags sont principalementapposés.1. a) Combien de déprédations dues à des tags sontannuellement signalées et enregistrées?b) Disposez-vous de chiffres relatifs à la période 2005 à2009 inclus?c) Des chiffres provisoires relatifs à 2010 sont-ils déjàdisponibles?DO 2010201101776Vraag nr. 223 van de heer volksvertegenwoordigerPeter Logghe van 16 december 2010 (N.) aan deminister van Binnenlandse Zaken:Gevallen van graffitischade. - Registratie door politiediensten.Het Vlaams Agentschap Wegen en Verkeer berekendedat het aantal gevallen van schade door graffiti op deVlaamse gewestwegen de jongste jaren afgenomen is.Na een stijging van 48 naar 112 gevallen in de periode2005 tot 2007 is het aantal gevallen afgenomen tot 95 in2008 en 65 in 2009. Cijfers voor 2010 waren nog nietbeschikbaar.Vraag is natuurlijk hoe de evolutie van de algemene graffitischadeeruit ziet. Vraag is of ook daar een daling merkbaaris. Vraag is waar de schade vooral wordt aangebracht.1. a) Hoeveel gevallen van schade door graffiti wordenjaarlijks gemeld en geregistreerd?b) Heeft u cijfergegevens van 2005 tot en met 2009?c) Zijn er al voorlopige cijfers met betrekking tot 2010?CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 2212. a) Pourriez-vous fournir une répartition de ces chiffrespar Région?b) Où la présence de tags a-t-elle été décelée? Combiende tags ont été observés en Région flamande, en Régionwallonne et dans la Région de Bruxelles-Capitale?3. a) Avez-vous une idée des lieux où l'on trouve proportionnellementle plus de déprédations dues à des tags?b) Est-ce que ce sont principalement les écoles, les habitationsprivées, les églises et d'autres édifices religieux oudes bâtiments publics qui sont principalement victimes deces déprédations dues aux tags?4. Avez-vous une idée - une idée traduite en chiffres - desdéprédations causées chaque année par les tags?5. a) Dans combien de cas l'auteur ou les auteurs de cestags ont-ils pu être pris sur le fait?b) Dans combien de cas les déprédations ont-elles étéindemnisées par l'auteur ou les auteurs des tags?Réponse de la ministre de l'Intérieur du 04 juillet2011, à la question n° 223 de monsieur le député PeterLogghe du 16 décembre 2010 (N.):En réponse aux questions 1, 2 et 3, veuillez trouver cijointle nombre de faits en matière de 'graffiti' au niveaudes Régions pour la période 2005-2009 ainsi que pour lepremier trimestre 2010. Une répartition est également établieen fonction du lieu où le fait a été commis.2. a) Kan u een regionale opsplitsing geven?b) Waar werden de gevallen van graffiti aangetroffen:hoeveel in het Vlaams Gewest, hoeveel in het WaalsGewest en hoeveel in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest?3. a) Heeft men een idee waar de graffitischade verhoudingsgewijzewordt aangebracht?b) Gaat het vooral om scholen die worden beschadigd,particuliere woonsten, kerken of andere religieuze gebouwen,openbare gebouwen?4. Heeft men een becijferd idee van de jaarlijkse schadedie hiermee wordt aangericht?5. a) In hoeveel van de gevallen heeft men de dader(s)kunnen aantreffen?b) In hoeveel van de gevallen werd de schade door henvergoed?Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 04 juli 2011, op de vraag nr. 223 van de heervolksvertegenwoordiger Peter Logghe van 16 december2010 (N.):In antwoord op de vragen 1, 2 en 3, gelieve hierbij hetaantal geregistreerde feiten inzake 'graffiti' te vinden, opgewestelijk niveau, voor de periode 2005-2009, evenalsvoor het eerste kwartaal van 2010. Er wordt tevens eenopsplitsing gemaakt in functie van plaats waar het feitwerd gepleegd.Nombre de faits en matière de “graffiti” au niveau des régions pour la période 2005-2009ainsi que pour le premier trimestre 2010—Aantal geregistreerde feiten inzake “graffiti” op gewestelijk niveau voor de periode 2005-2009evenals voor het eerste kwartaal van 2010Graffiti2005 2006 2007 2008 2009 2010Région Flamande 1 550 755 1 019 2 806 2 976 730 Vlaams GewestRégion Wallonne 1 445 659 928 2 515 2 281 475 Waals GewestRégion Bruxelles Capitale 783 501 738 1 194 936 237 Brussels Hoofdstedelijk GewestInconnu 3 4 OnbekendTotal 3 781 1 915 2 685 6 519 6 193 1 442 TotaalCHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

222 QRVA 53 035Nombre de faits en matière de “graffiti” au niveau national pour la période 2005-2009 ainsi que pour le premier trimestre 2010Répartition en fonction du lieu où le fait a été commis—Aantal geregistreerde feiten inzake “graffiti” op nationaal niveau voor de periode 2005-2009 evenals voor het eerste kwartaal van 2010Opsplitsing functie van de bestemming van de pleegplaatsGraffitiLieu où le fait a été commis 2005 2006 2007 2008 2009 2010 Bestemming van de pleegplaatsHabitation: résidence principaleVoie publiqueInstitution d’enseignementHabitation: non préciséeMagasinHabitation: garageCulture et loisirsTerrainStation de bus / métro et gare de chemin de ferEntrepriseService publicHorecaParkingBâtiment administratifHabitation: dépendancesAutreInfrastructure sportiveEdifice religieux / lieu du culteInconnueHabitation: alléeChantierServiceBanque / institution financièreHabitation: résidence secondaireMoyen de transport: train / tram / métroMoyen de transport: autreHabitation: jardinBureau de policeStade de footballMoyen de transport: voitureArrêt de bus / tramMédecin / dentiste / pharmacienMaison de reposStation essenceCimetièreHôpitalAéroportInstallation militaireEaux intérieures et maritimesEmplacement de véloMaison de débauche733530234175216172114259453101887545544038445542412422231975124141812810410662-1-231939012011913477571107356442944342929262713181314915351113442155544-23---55257616216419312697695175635150503039523222192418242092113787119884993---1 3511 373399418416302261165902081451051271111011061059173716055574514302431342320241517131311103111 4401 26540641935725822414381190158126101891241057785824360333352122433262514252117617786-1-3742939092706348241835342524243018311714910161154661029109242-2--1-Woning: hoofdverblijfOpenbare wegOnderwijsinstellingWoning: onbepaaldWinkelWoning: garageRecreatie en cultuurTerreinSpoorwegstation / busstation / metrostationBedrijfOpenbare dienstHorecaParkingBestuurlijk gebouwWoning: aanhorigheidAndereSportinfrastructuurReligieus gebouwOnbekendWoning: opritWerfDienstBank / financiële instellingWoning: tweede verblijfVervoermiddel: trein / tram / metrotreinVervoermiddel: andereWoning: tuinPolitiebureauVoetbalstadionVervoermiddel: autoBushalte / tramhalteDokter / tandarts / apothekerRusthuisBenzinestationBegraafplaatsZiekenhuisLuchthavenMilitaire installatieWaterlopen en zeeënFietsenstandplaatsOntuchthuisTotal 3 781 1 915 2 685 6 519 6 193 1 442 TotaalPour ce qui concerne les deux autres questions, il n'y apas de données centralisées disponibles au sein de mondépartement.Wat de twee overige vragen betreft, zijn er binnen mijndepartement geen gecentraliseerde gegevens beschikbaar.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 223DO 2010201102065Question n° 267 de monsieur le député Bert Schoofs du18 janvier 2011 (N.) à la ministre de l'Intérieur:Répression des infractions routières. - Obtention de renseignementsde pays étrangers.Il semblerait qu'il ne soit pas toujours évident d'obtenirde certains pays les renseignements nécessaires concernantdes ressortissants ayant commis des infractions routièresen Belgique.Pourriez-vous me fournir un aperçu des pays réagissantpeu souplement à ce type de demande? Qu'en est-il desproblèmes concrets par pays, au sein et en dehors del'Europe?Réponse de la ministre de l'Intérieur du 04 juillet2011, à la question n° 267 de monsieur le député BertSchoofs du 18 janvier 2011 (N.):L'échange entre États membres de la CEE de donnéesrelatives aux véhicules et détenteurs de numéro de plaque(lors d'une infraction au code de la route, un accident avecdélit de fuite, etc.) ne pose aucun problème vu que cela estréglé dans le Traité de Prüm.Pour ce qui concerne notre pays, ces échanges ponctuelsse font via la DIV (Direction pour l'Immatriculation desVéhicules).L'échange de données à grande échelle, par exempleaprès des actions policières avec des caméras fixes, doiventcependant être réglé par des accords billatéraux.Il y a dans ce cadre, il est vrai, des discussions en coursau sein du parlement Européen , en vue d'une directive enmatière de "Road Safety".Ce dossier est géré par le département Mobilité, en collaborationavec la police fédérale.DO 2010201102065Vraag nr. 267 van de heer volksvertegenwoordiger BertSchoofs van 18 januari 2011 (N.) aan de ministervan Binnenlandse Zaken:Beteugeling van verkeersovertredingen. - Verkrijging vangegevens van buitenlandse staten.Naar verluidt bestaan er een aantal problemen met sommigelanden in verband met het verkrijgen van de nodigegegevens van hun onderdanen die in België verkeersovertredingenhebben begaan.Kan u een overzicht geven van de landen die zich mindersoepel ter zake opstellen en welke de concrete problemenzijn per land, zowel binnen als buiten de EU?Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 04 juli 2011, op de vraag nr. 267 van de heervolksvertegenwoordiger Bert Schoofs van 18 januari2011 (N.):De uitwisseling tussen de EU-lidstaten van gegevensbetreffende voertuigen en nummerplaathouders (bij eenverkeersoverteding, een ongeval met vluchtmisdrijf, enzovoort)schept geen probleem, gezien dit geregeld werd inhet Verdrag van Prüm.Wat ons land betreft, gebeuren die punctuele uitwisselingenvia de DIV (Directie Inschrijvingen van Voertuigen).Het op grote schaal uitwisselen van gegevens, bijvoorbeeldnaar aanleiding van politionele acties met onbemandecamera's moet evenwel worden geregeld viabilaterale akkoorden.Er zijn in dit kader weliswaar besprekingen aan de gangbinnen het Europees parlement, met het oog op een richtlijninzake "Road Safety".Dit dossier wordt beheerd door het departement Mobiliteit,in samenwerking met de federale politie.DO 2010201102142Question n° 278 de madame la députée Sabien Lahaye-Battheu du 24 janvier 2011 (N.) à la ministre del'Intérieur:DO 2010201102142Vraag nr. 278 van mevrouw de volksvertegenwoordigerSabien Lahaye-Battheu van 24 januari 2011 (N.)aan de minister van Binnenlandse Zaken:L'usage du détecteur de mensonges. (QO 2072) Het gebruik van de leugendetector. (MV 2072)Je me réfère à la réponse fournie par le ministre de la Justiceà ma question écrite relative à l'usage du détecteur demensonges (Question n° 109 du 24 septembre 2010, Questionset Réponses, Chambre, 2010-2011, n° 8, p. 65).Le nombre de tests au détecteur de mensonges effectuésannuellement en Belgique reste stable:Ik verwijs naar het antwoord van de minister van Justitieop mijn schriftelijke vraag over het gebruik van de leugendetector(vraag nr. 109 van 24 september 2010, Vragen enAntwoorden, Kamer, 2010-2011, nr. 8, blz. 65).Het aantal leugendetectortesten per jaar blijft in ons landstabiel:CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

224 QRVA 53 035356 en 2007, 356 in 2007,385 en 2008 et 385 in 2008 en366 en 2009. 366 in 2009.Une audition avec détecteur de mensonges est toujoursréalisée par la police à la demande d'un magistrat et aide àl'orientation de l'enquête. Les résultats sont laissés àl'appréciation des magistrats.À l'heure actuelle, les tests au détecteur de mensongessont principalement réalisés à Bruxelles, dès lors que leslocaux spécifiques s'y trouvent. À l'avenir, lorsque lesconditions techniques seront remplies dans les entitésdécentralisées de la police judiciaire, ces tests pourrontégalement être pratiqués au niveau local.Le ministre de la Justice m'a renvoyé à vous pour obtenirde plus amples renseignements à ce sujet et pour connaîtrele nombre de tests au détecteur de mensonges effectués en2010.1. Combien de tests au détecteur de mensonges ont étéréalisés en 2010?2. a) Savez-vous quand les conditions techniques serontremplies dans les entités décentralisées de la police judiciaire,de sorte que celles-ci puissent également effectuerces tests?Een verhoor met een polygraaf wordt door de politiealtijd uitgevoerd in opdracht van een magistraat en is richtinggevendvoor het onderzoek. De resultaten ervan blijventer appreciatie van de magistraten.Polygraaftesten worden tot nu toe hoofdzakelijk in Brusselafgenomen, daar de lokalen zich daar bevinden. In detoekomst zouden ze, wanneer de technische voorwaardenvervuld zullen zijn in de gedecentraliseerde gerechtelijkepolitie-eenheden, ook lokaal worden afgenomen.Voor meer informatie hierover en voor het aantal polygraaftestendat werd uitgevoerd in 2010, verwees de ministervan Justitie mij door naar u.1. Hoeveel leugendetectortesten werden er in 2010 afgenomen?2. a) Hebt u zicht op de timing wanneer de technischevoorwaarden vervuld zullen zijn om de leugendetectortestenook bij de lokale eenheden van de gerechtelijke politieuit te voeren?b) De quelles entités s'agira-t-il exactement? b) Om welke eenheden gaat het precies?c) Est-il prévu de sélectionner un seul site par province? c) Gaat het bijvoorbeeld om één plaats per provincie?d) Ou rien n'a-t-il encore été concrétisé? d) Of is er nog niets concreets gepland?Réponse de la ministre de l'Intérieur du 04 juillet2011, à la question n° 278 de madame la députée SabienLahaye-Battheu du 24 janvier 2011 (N.):1. En 2010, 335 tests de détecteurs de mensonges ont étéeffectivement pris,contre 207 en 2009, tegenover 270 in 2009,320 en 2008 et 320 in 2008 en303 en 2007. 303 in 2007.Les chiffres que je vous mentionne pour 2009, 2008 et2007 (respectivement 366, 385 et 356 tests de détecteurs demensonges concerne le nombre de tests planifiés où la personneconcernée était d'accord d'être soumise au test: uncertain nombre de personnes ne sont pas venues, et doncles tests n'ont pu avoir lieu.En 2010, 112 personnes ne sont pas venues pour un testplanifié.2. Actuellement il n'existe pas de planning pour décentraliserles détecteurs de mensonges.Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 04 juli 2011, op de vraag nr. 278 van mevrouw devolksvertegenwoordiger Sabien Lahaye-Battheu van24 januari 2011 (N.):1. In 2010 werden 335 leugendetectortesten effectiefafgenomen,De cijfers die u vermeldt voor 2009, 2008 en 2007 (respectievelijk366, 385 en 356 leugendetectortesten) betrefthet aantal geplande testen waarbij de betrokken persoondus akkoord ging om de test te ondergaan: een aantal personendaagde echter niet op, zodat die testen niet kondenplaatsvinden.In 2010 daagden 112 personen niet op voor een geplandetest.2. Momenteel bestaat er geen planning om de leugendetectortestente decentraliseren.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 225Dans le futur, une décentralisation limitée pourrait êtreprise en considération, par exemple jusqu'au niveau descirconscriptions des cours d'appel, mais pour cela il manque,actuellement, les moyens nécessaires.En outre, le développement de l'expertise dans cedomaine va donc aussi continuer à être dirigé de manièrecentrale.In de toekomst zou een beperkte decentralisatie kunnenoverwogen worden, bijvoorbeeld tot op het niveau van deomschrijvingen van de hoven van beroep, maar daartoeontbreken momenteel de noodzakelijke middelen.Bovendien, zal de ontwikkeling van de expertise in ditdomein hoe dan ook centraal blijven aangestuurd worden.DO 2010201102603Question n° 332 de madame la députée Sabien Lahaye-Battheu du 04 mars 2011 (N.) à la ministre del'Intérieur:Personnes de même sexe. - Mariages civils.À la suite de ma question précédente relative aux mariagescivils contractés entre des personnes de même sexe(question n° 77 du 16 janvier 2009, Questions et Réponses,Chambre, 2008-2009, n° 53, p. 343), je souhaiterais obtenirune réponse aux querstions suivantes:1. a) Combien de mariages (civils) ont été contractés, en2009 et 2010, entre personnes homosexuelles, lesbiennesou bisexuelles belges?b) Pouvez-vous répartir ces statistiques selon qu'il s'agitd'un mariage entre homosexuels d'une part et entre lesbiennesd'autre part?c) Dans quelles communes belges ces mariages ont-ilsété contractés?d) Parmi ces mariages, combien ont déjà été dissousjusqu'à présent?2. a) Combien de mariages entre une personne homosexuelle,lesbienne ou bisexuelle de nationalité belge et unpartenaire étranger ont été reconnus en 2009 et 2010?b) de quels pays les partenaires étrangers étaient-ils originaires?c) Pouvez-vous répartir ces statistiques selon qu'il s'agitd'un mariage entre homosexuels d'une part et entre lesbiennesd'autre part?d) Dans quelles communes belges ces mariages (entreune personne homosexuelle, lesbienne ou bisexuelle denationalité belge et un partenaire étranger) ont-ils étécontractés?e) Parmi ces mariages (entre une personne homosexuelle,lesbienne ou bisexuelle de nationalité belge et un partenaireétranger), combien ont-ils déjà été dissous jusqu'àprésent?DO 2010201102603Vraag nr. 332 van mevrouw de volksvertegenwoordigerSabien Lahaye-Battheu van 04 maart 2011 (N.)aan de minister van Binnenlandse Zaken:Personen van hetzelfde geslacht. - Burgerlijke huwelijken.In opvolging van een eerder gestelde vraag betreffendede burgerlijke huwelijken tussen personen van hetzelfdegeslacht (vraag nr. 77 van 16 januari 2009, Vragen en Antwoorden,Kamer, 2008-2009, nr. 53, blz. 343) rijzen devolgende vragen.1. a) Hoeveel holebi's, waarvan beide partners Belg zijn,traden in het huwelijk (burgerlijk) in 2009 en 2010?b) In hoeveel van deze huwelijken ging het om homo's enin hoeveel gevallen ging het om lesbiennes?c) In welke Belgische gemeentes werden deze huwelijkenafgesloten?d) Hoeveel van deze huwelijken zijn op vandaag al ontbonden?2. a) Hoeveel huwelijken tussen een holebi met de Belgischenationaliteit en een buitenlandse partner werdenerkend in 2009 en 2010?b) Uit welke landen waren de buitenlandse partners respectievelijkafkomstig?c) In hoeveel van deze huwelijken ging het om homo's enin hoeveel gevallen ging het om lesbiennes?d) In welke Belgische gemeentes werden deze huwelijken(holebi met Belgische nationaliteit en een buitenlandsepartner) afgesloten?e) Hoeveel van deze huwelijken (holebi met Belgischenationaliteit en een buitenlandse partner) zijn op vandaagal ontbonden?CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

226 QRVA 53 035Réponse de la ministre de l'Intérieur du 08 juillet2011, à la question n° 332 de madame la députée SabienLahaye-Battheu du 04 mars 2011 (N.):Le Registre national n'enregistre pas les mariages ou lesdivorces en tant que tels mais bien le nombre de personnesconcernées.Les chiffres sont basés sur un recensement du nombre dedossiers individuels au Registre national des personnesphysiques qui reprennent une information relative à l'étatcivil, type d'information 120.1. a) Durant la période du 1er janvier 2009 au31 décembre 2010, 3.249 mariages entre personnes dumême sexe, dont les deux partenaires sont de nationalitébelge ont été enregistrés dans le Registre national des personnesphysiques.Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 08 juli 2011, op de vraag nr. 332 van mevrouw devolksvertegenwoordiger Sabien Lahaye-Battheu van04 maart 2011 (N.):Het Rijksregister registreert niet als zodanig huwelijkenof echtscheidingen, maar wel het aantal personen dat daarbijbetrokken is.De cijfers zijn gebaseerd op een telling van het aantalindividuele dossiers in het Rijksregister van de natuurlijkepersonen die een informatie met betrekking tot de burgerlijkestaat, informatietype 120, bevatten.1. a) Over het tijdvak van 1 januari 2009 tot 31 december2010 werden in het Rijksregister van de natuurlijke personen3.249 huwelijken geregistreerd tussen personen vanhetzelfde geslacht van wie de beide partners Belg zijn.b) La répartition par sexe se présente comme suit: b) De opsplitsing naar geslacht ziet er uit als volgt:- en 2009: 737 homosexuels et 869 lesbiennes; - 2009: 737 homo's en 869 lesbiennes;- en 2010: 702 homosexuels et 941 lesbiennes. - 2010: 702 homo's en 941 lesbiennes.c) La liste du nombre d'enregistrements par communebelge figure en annexe.d) Durant la période précitée, au total, 43 dissolutions demariages ont été enregistrées, respectivement:- en 2009: 20 mariages d'homosexuels et 19 mariages delesbiennes;- en 2010: 3 mariages d'homosexuels et 1 mariage de lesbiennes.2. a) Durant la période du 1er janvier 2009 au31 décembre 2010, 704 mariages entre personnes du mêmesexe, dont un partenaire possède la nationalité belge, etl'autre, une nationalité étrangère, ont été enregistrés dans leRegistre national des personnes physiques, dont:- 377 pendant l'année 2009 et - 377 in het jaar 2009 en- 327 pendant l'année 2010. - 327 in het jaar 2010.b) En ce qui concerne le pays d'origine des partenairesétrangers: voir tableau Excel figurant en annexe.c) Het overzicht van het aantal registraties per gemeentein België gaat als bijlage.d) Er werden tijdens genoemd tijdvak in totaal 43 ontbindingenvan het huwelijk geregistreerd, waarvan in hetjaar:- 2009: 20 huwelijken van homo's en 19 huwelijken vanlesbiennes;- 2010: 3 huwelijken van homo's en 1 huwelijk van lesbiennes.2. a) Over het tijdvak van 1 januari 2009 tot 31 december2010 werden in het Rijksregister van de natuurlijke personen704 huwelijken geregistreerd tussen personen van hetzelfdegeslacht van wie één partner de Belgischenationaliteit heeft en de andere een vreemde nationaliteitwaarvan:b) Het land van herkomst van de buitenlandse partners:zie bijgevoegde Excel-tabel in bijlage.c) La répartition par sexe se présente comme suit: c) De opsplitsing naar geslacht ziet er uit als volgt:- en 2009: 287 homosexuels et 90 lesbiennes; - 2009: 287 homo's en 90 lesbiennes;- en 2010: 235 homosexuels et 92 lesbiennes. - 2010: 235 homo's en 92 lesbiennes.d) La liste du nombre d'enregistrements par communebelge figure en annexe.e) Durant la période précitée, au total, trois dissolutionsde mariages ont été enregistrées, respectivement:d) Het overzicht van het aantal registraties per gemeentein België gaat als bijlage.e) Er werden tijdens genoemd tijdvak in totaal drie ontbindingenvan het huwelijk geregistreerd, waarvan in hetjaar:- en 2009: 1 homosexuel et 2 lesbiennes; - 2009: 1 homo en 2 lesbiennes;- en 2010: 0. - 2010: 0.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 227Étant donné leur caractère de pure documentation, il n'y apas lieu d'insérer les annexes au Bulletin des Questions etRéponses, mais elles peuvent être consultées au Greffe dela Chambre des représentants (service des Questions parlementaires).Gezien hun louter documentaire karakter worden de bijlagenniet in het Bulletin van Vragen en Antwoorden opgenomenmaar liggen zij ter inzage bij de Griffie van deKamer van volksvertegenwoordigers (dienst ParlementaireVragen).DO 2010201102991Question n° 374 de monsieur le député GeorgesGilkinet du 11 avril 2011 (Fr.) à la ministre del'Intérieur:Les pratiques frauduleuses sur Internet.Je voudrais faire le point avec vous sur les mesures prisespar votre département en vue de combattre la multiplicationdes pratiques frauduleuses via Internet. En effet, il estde plus en plus fréquent pour les utilisateurs de la toile derecevoir des courriers électroniques qui visent à escroquerdes citoyens, notamment en reprenant les apparences d'institutionsconnues (notamment des réseaux de paiement) eten cherchant à obtenir des renseignements bancaires personnels.Il convient en effet de protéger nos concitoyens, particulièrementles plus âgés, au risque d'escroquerie.1. Pouvez-vous me dire combien de dossiers de fraudesvia Internet la 'Federal Computer Crime Unit' a-t-elle traitéeau cours des années 2009 et 2010?Quel est le bilan chiffré des résultats obtenus?2. Pouvez-vous m'indiquer quels moyens particuliershumains et matériels ont été mis en oeuvre pour luttercontre ce type de fraude?3. Quels moyens nouveaux sont-ils envisagés dans lefutur afin de lutter contre ce type d'escroquerie?4. Comment la coopération s'organise-t-elle à ce sujetavec les autres pays, notamment ceux dont sont originairesles escrocs informatiques?Réponse de la ministre de l'Intérieur du 04 juillet2011, à la question n° 374 de monsieur le députéGeorges Gilkinet du 11 avril 2011 (Fr.):1. La 'Fédéral Computer Crime Unit' (FCCU) fait partiede la Direction centrale de Lutte contre la Fraude (DJF) ausein de la Police judiciaire fédérale. Ses missions de basesont notamment l'analyse des phénomènes et des dossiers,la coordination des enquêtes, la fourniture de l'expertisespécialisée/ du soutien aux unités opérationnelles, l'interventioncomme point de contact (inter)national et ce, dansles phénomènes pour lesquels elle est compétente: la criminalitéinformatique, la fraude sur internet et la fraude à lacarte de paiement.DO 2010201102991Vraag nr. 374 van de heer volksvertegenwoordigerGeorges Gilkinet van 11 april 2011 (Fr.) aan deminister van Binnenlandse Zaken:Internetfraude.Ik zou samen met u de balans willen opmaken van dedoor uw departement getroffen maatregelen om de forsetoename van de internetfraude tegen te gaan. Steeds vakerkrijgen internetgebruikers zogenaamde phishingmails, ditzijn e-mails die erop gericht zijn mensen op te lichten: hetslachtoffer wordt naar een valse website gelokt die heelsterk lijkt op de site van een bekende (financiële) instelling,waar dan getracht wordt hem zijn persoonlijke(bank)gegevens te ontfutselen.Het is zaak de burgers, en dan vooral bejaarde mensen,tegen dergelijke oplichtingspraktijken te beschermen.1. Hoeveel internetfraudedossiers heeft de 'Federal ComputerCrime Unit' in 2009 en 2010 behandeld?Kan u een becijfering geven van de behaalde resultaten?2. Welke specifieke personele en materiële middelenwerden er ingezet om deze vorm van fraude te beteugelen?3. Welke nieuwe middelen zullen er in de toekomst in destrijd geworpen worden tegen deze vorm van oplichterij?4. Hoe wordt er op dat vlak samengewerkt met anderelanden, meer bepaald met de landen van herkomst van decyberoplichters?Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 04 juli 2011, op de vraag nr. 374 van de heervolksvertegenwoordiger Georges Gilkinet van 11 april2011 (Fr.):1. De 'Federal Computer Crime Unit' (FCCU) maakt deeluit van de centrale Directie van de Fraudebestrijding (DJF)binnen de Federale Gerechtelijke Politie (FGP). Haarbasistaken zijn onder meer fenomeen- en dossieranalyse,coördinatie van onderzoeken, verlenen van gespecialiseerdeexpertise/ steun aan de operationele eenheden,optreden als (inter)nationaal contactpunt, en dit in de fenomenenwaartoe ze bevoegd is: ICT-criminaliteit, internetfraudeen betaalkaartfraude.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

228 QRVA 53 035La FCCU ne mène, à son niveau, normalement pasd'enquête autonome concernant la fraude sur internet. Cesont les zones de police et, par extension, les services opérationnelsde la PJF au niveau de l'arrondissement quimènent les enquêtes en question. La FCCU ne peut doncfournir aucune réponse à la première question.Des chiffres généraux pour la Belgique sont toutefoisdisponibles. Le tableau ci-dessous reflète le nombre defaits enregistrés de fraudes sur internet et de phishing. Celasignifie seulement que, dans chacun de ces cas, un procèsverbala été établi. Cela ne dit rien sur le nombre d'enquêtesqui ont été effectivement menées. Nous constatons eneffet que les dossiers de fraude sur internet sont rapidementclassés sans suite dans de nombreux cas. Les chiffres pour2010 ne sont pas encore disponibles.FCCU voert op haar niveau normaliter geen autonomeonderzoeken inzake internetfraude; het zijn de lokale politiezonesen bij uitbreiding de operationele diensten van deFGP's op arrondissementeel niveau die de eigenlijkeonderzoeken voeren. FCCU kan derhalve geen antwoordgeven op de eerste vraag.Algemene cijfers voor België zijn wel beschikbaar.Onderstaande tabel geeft het aantal geregistreerde feiteninternetfraude en phishing weer. Dit betekent enkel dat inelk van deze gevallen proces-verbaal werd opgemaakt; hetzegt niets over het aantal onderzoeken dat effectief werdgevoerd. We stellen immers vast dat de dossiers internetfraudein veel gevallen snel geseponeerd worden. De cijfersvoor 2010 zijn nog niet beschikbaar.Faits—Feiten2 008 2 009Fraude sur internet / Internetfraudedont / waarvan phishing4 486574 98974La FCCU reçoit, par l'intermédiaire du point de contacteCops, des signalements d'internautes sur le phishing. Pourles dernières années, le nombre de signalements a évoluécomme suit:FCCU ontvangt via het meldpunt eCops meldingen vaninternauten over phishing. Voor de laatste paar jaar evolueerthet aantal meldingen als volgt:2008 5022009 9192. La cellule fraude sur internet au sein de la FederalComputer Crime Unit compte deux ETP. En outre, troisETP gèrent chaque jour le point de contact en ligne eCops.Les auteurs de fraude sur internet en général et dephishing en particulier, se trouvent très souvent à l'étranger,ce qui rend difficile, voire impossible, leur rechercheet leur poursuite. Étant donné qu'une intervention réactiveest peu effective, éviter la victimisation par la préventions'avère essentiel. Quand une nouvelle vague d'attaquesphishing ou un nouveau modus operandi sont constatés, lapolice diffuse un communiqué de presse à ce sujet et donnedes informations complémentaires dans les médias.2. De cel internetfraude binnen de Federal ComputerCrime Unit telt twee FTE's. Daarnaast beheren drie FTE'sop dagelijkse basis het online meldpunt eCops.De daders van internetfraude in het algemeen, enphishing in het bijzonder, bevinden zich zeer vaak in hetbuitenland, waardoor opsporing en vervolging moeilijk ofzelfs onmogelijk worden. Gezien een reactief optredenweinig effectief is, is slachtofferschap voorkomen doorpreventie extra belangrijk. Wanneer een nieuwe golf vanphishingaanvallen of een nieuwe modus operandi wordtvastgesteld, brengt de politie daarover een persbericht uiten geeft extra toelichting in de media.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 229Sur le plan réactif, la FCCU se concentre sur la mise horsligne immédiate des sites de phishing qui sont hébergés surdes serveurs qui se trouvent sur le territoire belge ou quiont comme TLD ".be" of ".eu". Dans les autres cas, laFCCU a conclu un protocole d'accord avec la CERT (ComputerEmergency Response Team), qui veille à la diffusionde l'information aux partenaires étrangers compétents. Letemps de réaction est, dans ces cas, souvent considérablementplus long.3. Tout comme il est possible de bloquer certains sitesweb au contenu illégal aux internautes belges sur la base del'article 39bis du Code d'instruction criminelle, le magistratpeut décider de procéder au blocage de l'accès aux sites dephishing. Ceci peut surtout être utile quand ils se trouvent àl'étranger, car comme nous l'avons dit, cela peut durerlongtemps avant que les instances compétentes parviennentà mettre hors ligne le contenu illégal. Les internautesbelges sont ainsi protégés et ne seront pas victimes de criminels.Dans la pratique, cette mesure est cependant rarement,voire jamais appliquée.Une attention continue des médias pour le phénomène etune campagne de prévention relayée par les médias peuventaccroître la vigilance du citoyen et prévenir ainsi lavictimisation.Enfin, une bonne collaboration internationale est crucialedans la lutte contre le phishing: afin d'obtenir d'une part untemps de réaction rapide dans la mise hors ligne des sitesde phishing et de pouvoir d'autre part identifier et poursuivreeffectivement les auteurs de tels faits.4. Avec certains pays, comme la Roumanie, qui est traditionnellementun pays au départ duquel de nombreuxcybercriminels opèrent, il existe une bonne collaboration.Néanmoins, la collaboration internationale et l'échange dedonnées restent des points faibles, bien que ce soit un facteurcritique de succès dans toute enquête en matière decriminalité ICT. Les cybercriminels séjournent ou opèrentsouvent de pays dont on sait qu'ils ne collaborent pas facilementavec la justice et la police d'autres pays. Concrètement,il s'agit d'un grand nombre d'États de l'ex-Unionsoviétique et de certains pays asiatiques. Beaucoup depoints doivent encore être améliorés en la matière.Europol a voulu répondre au besoin des États membresde disposer d'une plate-forme pour l'échange d'informationsen démarrant en 2010 la 'Analytical Work FileCyborg'. La police belge collabore activement à cet 'AnalyticalWork File' en alimentant régulièrement le systèmeavec de nouvelles informations.Op het reactieve vlak focust FCCU zich op het onmiddellijkoffline halen van phishingsites die gehost worden opservers die zich op het Belgische grondgebied bevinden ofwaarvan het TLD1 ".be" of ".eu" is. Voor de andere gevallenheeft FCCU een samenwerkingsprotocol gesloten metde CERT (Computer Emergency Response Team), die zorgtvoor de verdere verspreiding van de informatie naar debevoegde buitenlandse partners. De responstijd is in diegevallen vaak aanzienlijk langer.3. Zoals het mogelijk is om op basis van artikel 39bis, Sv(Wetboek van Strafvordering), bepaalde websites met illegaleinhoud te blokkeren voor Belgische internauten, kande magistraat beslissen om over te gaan tot het blokkerenvan de toegang tot phishingsites. Dit kan vooral nuttig zijnwanneer deze zich in het buitenland bevinden, omdat hetzoals gezegd in die gevallen lang kan duren vooraleer debevoegde instanties erin slagen de illegale inhoud offline tekrijgen. Op die manier worden de Belgische internautenbeschermd en kunnen ze geen slachtoffer worden van decriminelen. In de praktijk wordt dit echter zelden tot nooittoegepast.Blijvende media-aandacht voor het fenomeen en eencross-mediale preventiecampagne kunnen de alertheid bijde burger vergroten en zo slachtofferschap voorkomen.Ten slotte is een goede internationale samenwerking cruciaalin de strijd tegen phishing: om enerzijds een snelleresponstijd te realiseren in het offline brengen van dephishingwebsites, en anderzijds om effectief daders te kunnenidentificeren en vervolgen.4. Met bepaalde landen, zoals bijvoorbeeld Roemenië,dat traditioneel een land is van waaruit veel cybercriminelenwerken, bestaat er een goed uitgewerkte en vlottesamenwerking. Niettemin blijven internationale samenwerkingen gegevensuitwisseling, hoewel het een kritiekesuccesfactor is in elk onderzoek naar ICT-criminaliteit, eenzwak punt. Cybercriminelen verblijven of werken vaakvanuit landen waarvan geweten is dat ze niet vlot met justitieen politie van andere landen samenwerken. Concreetgaat het om een groot aantal ex-USSR staten, en een aantallanden in Azië. Er is nog veel ruimte tot verbetering op datvlak.Europol heeft tegemoet willen komen aan de nood van deEuropese lidstaten aan een platform voor informatie-uitwisselingdoor in 2010 de 'Analytical Work File Cyborg'op te starten. De Belgische politie werkt actief mee aandeze 'Analytical Work Files' door het systeem geregeld tevoeden met nieuwe informatie.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

230 QRVA 53 035DO 2010201103027Question n° 379 de monsieur le député Peter Logghe du20 avril 2011 (N.) à la ministre de l'Intérieur:Villes et communes. - Officiers de l'état civil. - Victimesd'actes de violence.Vous avez répondu à une question de Mme la députéeLeen Dierick que chaque jour six membres des services desecours sont victimes d'actes de violence dans l'exercice deleur mission (question n° 170 du 25 novembre 2010, Questionset Réponses, Chambre, 2010-2011, n° 25, p. 45 et46). Il s'agit entre autres d'agents de police, de médecins etd'enseignants et les chiffres sont en augmentationconstante. Le nombre d'incidents pendant les interventionsdes services de secours est nettement plus élevé en Flandrequ'en Wallonie et à Bruxelles. Il serait toutefois intéressantd'obtenir également des données chiffrées pour un certainnombre d'autres professions "à risques".1. a) Pourriez-vous fournir les chiffres concernant lesfaits d'agression verbale ou physique enregistrés chaqueannée contre des officiers de l'état civil dans les différentesvilles et communes de Belgique?b) Pourriez-vous fournir ces chiffres pour la périodeallant de 2005 à aujourd'hui?2. a) Serait-il possible de répartir les chiffres par Régionoù les faits ont été commis?b) Combien de faits ont été commis en Région flamande,en Région wallonne et dans la Région de Bruxelles-Capitale?3. a) Combien d'incidents ont entraîné une incapacitéphysique temporaire?b) Combien d'incidents ont entraîné une incapacité physiquepermanente?c) Pourriez-vous également répartir les chiffres parRégion?4. a) Combien d'heures de travail ont été perdues au fildes ans en raison de ces incidents?DO 2010201103027Vraag nr. 379 van de heer volksvertegenwoordigerPeter Logghe van 20 april 2011 (N.) aan deminister van Binnenlandse Zaken:Steden en gemeenten. - Ambtenaren van de burgerlijkestand. - Slachtoffers van geweld.In antwoord op een vraag van volksvertegenwoordigerLeen Dierick antwoordde u dat dagelijks zes hulpverlenershet slachtoffer van geweld worden bij de uitoefening vanhun opdracht (vraag nr. 170 van 25 november 2010, Vragenen Antwoorden, Kamer, 2010-2011, nr. 25, blz. 45 en46). Dat gaat van politieagenten tot dokters en leerkrachten,en de cijfers gaan in stijgende lijn. Het aantal incidententijdens interventies van de hulpdiensten ligt inVlaanderen beduidend hoger dan in Wallonië en Brussel.Toch wel nuttig om ook voor een aantal andere "risicovolle"beroepen cijfergegevens op te vragen.1. a) Kan u cijfergegevens verstrekken betreffende dejaarlijkse geregistreerde incidenten van verbale of fysiekeaard tegen ambtenaren van de burgerlijke stand in de verschillendegemeenten en steden in België?b) Kan u cijfermateriaal meedelen van 2005 tot en metvandaag?2. a) Is het mogelijk dit cijfermateriaal regionaal op tesplitsen volgens de plaats van het gebeuren?b) Hoeveel in het Vlaams Gewest, in het Waalse Gewesten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest?3. a) Hoeveel gevallen van tijdelijke lichamelijke onbekwaamheidhadden die incidenten voor gevolg?b) Hoeveel gevallen van blijvende lichamelijke ongeschiktheid?c) Ook hier graag regionaal opgesplitste cijfers.4. a) Hoeveel arbeidsuren gingen in de loop van de jarenhierdoor verloren?b) Pourriez-vous répartir le nombre d'heures par Région? b) Graag regionaal opgesplitste uren zo mogelijk.5. Quel est pour la société le coût total des actes de violenceperpétrés contre ces fonctionnaires?Réponse de la ministre de l'Intérieur du 04 juillet2011, à la question n° 379 de monsieur le député PeterLogghe du 20 avril 2011 (N.):Des données ne sont pas disponibles au sein de mondépartement.5. Wat is de totale jaarlijkse maatschappelijke kostprijsvan het geweld tegen deze ambtenaren?Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 04 juli 2011, op de vraag nr. 379 van de heervolksvertegenwoordiger Peter Logghe van 20 april2011 (N.):De gegevens zijn niet beschikbaar binnen mijn departement.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 231DO 2010201103136Question n° 403 de monsieur le député Bert Schoofs du06 mai 2011 (N.) à la ministre de l'Intérieur:Contrôles effectués dans le cadre de la loi du 10 novembre2006 relative aux heures d'ouverture dans le commerce,l'artisanat et les services.-Ma question porte sur le nombre de contrôles effectuésdans le cadre de la loi du 10 novembre 2006 relative auxheures d'ouverture dans le commerce, l'artisanat et les servicesen 2006, en 2007, en 2008, en 2009 et en 2010 danschaque arrondissement judiciaire, tant par la police localeque par la police fédérale.1. Quel est le nombre de contrôles effectués durant chacunedes années susmentionnées dans les commerces, hormisles magasins de nuit et les bureaux privés pour lestélécommunications?2. Quel est le nombre de contrôles effectués durant chacunedes années susmentionnées dans les magasins denuit?3. Quel est le nombre de contrôles effectués durant chacunedes années susmentionnées dans les bureaux privéspour les télécommunications?4. Combien d'infractions aux dispositions de la loi précitéeont été constatées durant chacune des années susmentionnéesdans les commerces, hormis les magasins de nuitet les bureaux privés pour les télécommunications?5. Combien d'infractions aux dispositions de la loi précitéeont été constatées durant chacune des années susmentionnéesdans les magasins de nuit?6. Combien d'infractions aux dispositions de la loi précitéeont été constatées durant chacune des années susmentionnéesdans les bureaux privés pour les télécommunications?Réponse de la ministre de l'Intérieur du 04 juillet2011, à la question n° 403 de monsieur le député BertSchoofs du 06 mai 2011 (N.):Ces données ne sont pas disponibles au sein de mondépartement.DO 2010201103136Vraag nr. 403 van de heer volksvertegenwoordiger BertSchoofs van 06 mei 2011 (N.) aan de minister vanBinnenlandse Zaken:Controles inzake de wet van 10 november 2006 betreffendede openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening.Met mijn vraag wens ik te vernemen hoeveel controles erwerden verricht inzake de wet van 10 november 2006betreffende de openingsuren in handel, ambacht en dienstverleningin respectievelijk de jaren 2006, 2007, 2008,2009 en 2010 in elk gerechtelijk arrondissement doorzowel de lokale als de federale politie:1. Hoeveel controles werden er verricht in elk van devoornoemde jaren in handelszaken, evenwel met uitzonderingvan de nachtwinkels en de privaatbureaus voor telecommunicatie?2. Hoeveel controles werden er verricht in elk van devoornoemde jaren met betrekking tot de nachtwinkels?3. Hoeveel controles werden er verricht in elk van devoornoemde jaren in de privaatbureaus voor telecommunicatie?4. Hoeveel overtredingen werden er vastgesteld in elk dervoornoemde jaren in handelszaken, evenwel met uitsluitingvan de nachtwinkels en de privaatbureaus voor telecommunicatie?5. Hoeveel overtredingen werden vastgesteld in elk vande voornoemde jaren in de nachtwinkels?6. Hoeveel overtredingen werden vastgesteld in elk vande voornoemde jaren in de privaatbureaus voor telecommunicatie?Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 04 juli 2011, op de vraag nr. 403 van de heervolksvertegenwoordiger Bert Schoofs van 06 mei 2011(N.):Deze gegevens zijn niet beschikbaar binnen mijn departement.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

232 QRVA 53 035DO 2010201103156Question n° 405 de monsieur le député Eric Jadot du09 mai 2011 (Fr.) à la ministre de l'Intérieur:La sécurisation des infrastructures informatiques des SPFcontre les cyber-attaques (QO 4162).Il y a peu, une cyber-attaque d'ampleur visant le ministèredes Finances français a défrayé la chronique durant touteune semaine. Durant plusieurs jours, la totalité du ministères'est retrouvé sans connexion à l'Internet. Outre uneintrusion massive, l'accaparement de données confidentielleset cette brutale coupure de connexion, cette attaque arévélé la fragilité des infrastructures informatiques.Apparemment, cette cyber-offensive avait pour objectifde collecter des informations ayant trait à la future présidencefrançaise du G8. L'apogée de cette intrusion informatiquea été atteinte le week-end du 6 mars 2011, weekendau cours duquel l'ensemble du ministère a subi unecoupure totale de sa connexion à l'Internet.Il s'agissait là d'un acte loin d'être isolé, puisque leCanada a lui-même dû faire face à la même crise. On saitd'ores et déjà que cette cyber-attaque en France était préparéede longue date, depuis décembre 2010, et que les hackersimpliqués savaient exactement quelles personnes viseret qu'ils se sont renseignés à leur sujet avec minutie, aupoint de pouvoir infecter leurs ordinateurs par le biais demails en lien avec leur travail mais contenant un cheval deTroie.Je m'interroge dès lors sur la capacité des servicespublics belges à faire face à de telles menaces.1. a) Les SPF, font-ils régulièrement l'objet de telles tentativesd'intrusions?b) Existe-t-il une collaboration spécifique entre les SPFet vos services afin de prévenir et de gérer de telles cyberattaques?2. a) Quelles sont les mesures de sécurité prises actuellementpour prévenir et contrer ces attaques potentielles?b) Font-elles l'objet de révisions systématiques à mesureque le progrès technologique permet de lancer avec unedéconcertante facilité ces vols d'information?3. En cas de cyber-attaque similaire à celle subie par laFrance, quelles sont les mesures d'urgence qui sont prévues?DO 2010201103156Vraag nr. 405 van de heer volksvertegenwoordiger EricJadot van 09 mei 2011 (Fr.) aan de minister vanBinnenlandse Zaken:Beveiliging van de IT-infrastructuur van de FOD's tegencyberaanvallen (MV 4162).Onlangs beheerste een groot opgezette cyberaanval tegenhet Franse ministerie van Financiën een week lang hetnieuws. Dagenlang had het volledige ministerie geen internetverbinding.Los van de grootschalige hacking, het ontvreemdenvan vertrouwelijke gegevens en het plotsewegvallen van de internetconnectie blijkt uit die aanvalhoe kwetsbaar de IT-infrastructuur is.Het doel van de cyberaanval was blijkbaar informatie teverzamelen over het komende Franse voorzitterschap vande G8. De inbraak in het computersysteem bereikte zijnhoogtepunt tijdens het weekend van 6 maart 2011, toen hethele ministerie volledig van het internet werd afgesneden.Het ging hier trouwens lang niet om een alleenstaandgeval: ook Canada heeft zo een aanval te verwerken gekregen.Het is inmiddels bekend dat die cyberaanval in Frankrijkal lang werd voorbereid - sinds december 2010 - en datde betrokken hackers precies wisten op welke personen zehun pijlen moesten richten; ze hadden over die personennauwgezet inlichtingen ingewonnen, en slaagden er zo inde pc's van hun doelwit te infecteren door middel vanwerkgerelateerde e-mails die evenwel een Trojan horsebevatten.Ik vraag me dan ook af in hoeverre de Belgische overheidsdienstenin staat zijn dergelijke dreigingen af te slaan.1. a) Hebben de FOD's geregeld te maken met dergelijkepogingen tot hacking?b) Bestaat er een specifieke samenwerking tussen deFOD's en uw diensten om dergelijke cyberaanvallen tevoorkomen en op te vangen?2. a) Welke beveiligingsmaatregelen zijn er op dit ogenblikin voege met het oog op het voorkomen en het afslaanvan eventuele aanvallen?b) Worden die maatregelen systematisch herbekeken telkenswanneer het dankzij de technologische vooruitgangopnieuw mogelijk wordt om met ontstellend gemak informatiete ontvreemden?3. Welke noodmaatregelen zijn er uitgewerkt ingeval ertegen ons land een soortgelijke cyberaanval zou wordenopgezet als tegen Frankrijk?CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 233Réponse de la ministre de l'Intérieur du 08 juillet2011, à la question n° 405 de monsieur le député EricJadot du 09 mai 2011 (Fr.):1. a) Non 1. a) Neeb) Il n'y a pas d'accords de coopération formels ou légauxdéfinis. Des organisations telles que la FCCU (FederalComputer Crime Unit), Cert.be et Cert de la Défense ontdéveloppé une coopération et cherchent sans cesse desopportunités pour améliorer cette coopération dans le cadrede la gestion des incidents2. - 3. La publication d'informations concernant desmesures de sécurité opérationnelles fournit aux hackers desinformations suffisantes pour choisir une 'cible facile' ausein des autorités en vue d'une attaque virtuelle. Des informationsconcernant des mesures de sécurité opérationnellesne sont dès lors pas divulguées.Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 08 juli 2011, op de vraag nr. 405 van de heervolksvertegenwoordiger Eric Jadot van 09 mei 2011(Fr.):b) Er zijn geen formele of wettelijke samenwerkingsverbandengedefiniëerd. Organisaties zoals FCCU (FederalComputer Crime Unit), Cert.be en Cert Defensie hebbeneen samenwerking ontwikkeld en zoeken steeds opportuniteitenom deze samenwerking te verbeteren binnen hetkader van incident management.2. - 3. Het publiceren van informatie omtrent operationeleveiligheidsmaatregelen levert voor hackers voldoendeinformatie om een 'gemakkelijk doelwit' binnen de overheiduit te kiezen voor een virtuele aanval. Informatieomtrent operationele veiligheidsmaatregelen wordt derhalveniet vrijgegeven.DO 2010201103166Question n° 407 de monsieur le député Bert Schoofs du10 mai 2011 (N.) à la ministre de l'Intérieur:Mariages forcés.Depuis la loi du 25 avril 2007 insérant un article391sexies dans le Code pénal et modifiant certaines dispositionsdu Code civil en vue d'incriminer et d'élargir lesmoyens d'annuler le mariage forcé, ce type de mariage estclairement devenu punissable.Les chiffres relatifs au nombre de mariages forcés sonttoutefois rares et les chiffres existants sont largementdépassés.1. Disposez-vous de chiffres récents sur le nombre demariages forcés?2. Certaines villes disposent de guichets pour le signalementdes mariages de complaisance et des mariages forcés.a) Combien de villes proposent des guichets de ce typeou des points de contact pour les mariages de complaisance,mais également pour les mariages forcés?b) Pouvez-vous fournir des chiffres sur le nombre demariages forcés signalés à ces endroits?3. Etes-vous favorable à la création d'un guichet centralpour le signalement des mariages forcés?DO 2010201103166Vraag nr. 407 van de heer volksvertegenwoordiger BertSchoofs van 10 mei 2011 (N.) aan de minister vanBinnenlandse Zaken:Gedwongen huwelijken.Sinds de wet van 25 april 2007 tot invoeging van eenartikel 391sexies in het Strafwetboek en tot wijziging vaneen aantal bepalingen van het Burgerlijk Wetboek met hetoog op de strafbaarstelling en het uitbreiden van de middelentot nietigverklaring van het gedwongen huwelijk, isdeze laatste vorm van huwen duidelijk strafbaar gesteld.Cijfers over het aantal gedwongen huwelijken zijn echternauwelijks voorhanden en diegene die bestaan zijn enormverouderd.1. Beschikt u over recente cijfers over het aantal gedwongenhuwelijken?2. In een aantal steden bestaan er loketten voor schijn- enafgedwongen huwelijken.a) In hoeveel steden bestaan dergelijke, dus niet alleenvoor schijnhuwelijken maar ook voor gedwongen huwelijken,loketten of meldpunten?b) Beschikt u over cijfers van de daar aangegeven meldingenover gedwongen huwelijken?3. Bent u voorstander van het oprichten van één centraalmeldpunt voor gedwongen huwelijken?CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

234 QRVA 53 035Réponse de la ministre de l'Intérieur du 04 juillet2011, à la question n° 407 de monsieur le député BertSchoofs du 10 mai 2011 (N.):Je me dois d'attirer l'attention de l'honorable membre surle fait que la problématique des mariages forcés, qui estréglée par le Code pénal et le Code civil, relève des compétencesde mon collègue le ministre de la Justice (questionn° 538 du 4 juillet 2011).Sur la base du Registre national, il n'est pas possible defournir les chiffres relatifs au nombre de mariages forcés.Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 04 juli 2011, op de vraag nr. 407 van de heervolksvertegenwoordiger Bert Schoofs van 10 mei 2011(N.):Ik dien er de aandacht van het geachte lid op te vestigendat de problematiek van de gedwongen huwelijken, geregeldin het Strafwetboek en het Burgerlijk Wetboek, tot debevoegdheden behoort van mijn collega de minister vanJustitie (vraag nr. 538 van 4 juli 2011).Aan de hand van het Rijksregister is het niet mogelijk cijfergegevenste bezorgen over het aantal gedwongen huwelijken.DO 2010201103212Question n° 416 de monsieur le député Peter Logghe du10 mai 2011 (N.) à la ministre de l'Intérieur:Faux policiers.Selon des informations parues dans la presse, le nombred'actes criminels commis par des faux policiers ne cesseraitde croître. Selon un article paru dans le quotidien Gazetvan Antwerpen du 5 mai 2011, pas moins de 389 victimesauraient été dénombrées au cours des neuf premiers moisde 2010. Les personnes âgées constituent le principal groupescibles de ces malfaiteurs parce qu'elles conserventsouvent des bijoux et de l'argent chez elles et ont généralementdes agents de police une image positive . Munis d'unefausse carte de policier, les malfaiteurs accèdent plus facilementau domicile des victimes pour y commettre desactes criminels, tels que des vols. De plus en plus d'automobilistessont par ailleurs également victimes de volscommis par des faux policiers.1. Disposez-vous de données chiffrées concernant lenombre annuel de faits criminels commis par de faux policiersenregistrés de 2005 à 2010?2. Pourriez-vous également répartir les chiffres parRégion?3. Avez-vous une idée de l'importance des butins au fildes années?4. a) Quelles personnes ont été la cible de ces actes criminelsau cours des dernières années?b) Un glissement des personnes âgées vers les automobilistespar exemple est-il perceptible ou les faux policierss'en prennent-ils de plus en plus souvent aux jeunes ménages?5. a) Dans combien de cas les autres faits criminels(généralement des vols) ont-ils également été accompagnésde violence physique?DO 2010201103212Vraag nr. 416 van de heer volksvertegenwoordigerPeter Logghe van 10 mei 2011 (N.) aan deminister van Binnenlandse Zaken:Nepagenten.Volgens persberichten zou het aantal nepagenten dat toeslaat,hand over hand toenemen. In de eerste negen maandenvan 2010 zouden ze niet minder dan 389 slachtoffershebben gemaakt, aldus een bericht in Gazet van Antwerpen(5 mei 2011). Hun doelgroepen zijn vooral bejaarden,omdat die vaak juwelen en geld thuis bewaren en omdat zeook meestal een positief beeld van agenten hebben, zodatdie gemakkelijker het huis binnen geraken. Met een valsepolitiekaart geraken deze nepagenten vlotjes binnen eneens daar worden de criminele activiteiten - meestal diefstal- zonder problemen uitgevoerd. Maar ook steeds meerautobestuurders worden door neppolitieagenten beroofd.1. Heeft u een cijfermatig overzicht van het jaarlijks aantalgeregistreerde feiten van nepagenten vanaf 2005 tot enmet 2010?2. Kan u de feiten ook regionaal opsplitsen?3. Heeft u ook zicht op de hoegrootheid van de buit in deloop van de jaren?4. a) Welke slachtofferdoelen werden in de afgelopenjaren geviseerd?b) Is er een verschuiving merkbaar van bejaarden naarautobestuurders bijvoorbeeld of gaat het steeds meer omjongere gezinnen?5. a) In hoeveel van de gevallen ging er ook fysiekgeweld gepaard met de andere criminele feiten (meestaldiefstal)?CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 235b) Dans combien de cas a-t-il été fait appel au serviced'aide aux victimes?6. Quelles mesures envisagez-vous de prendre pour mettrefin à la croissance de ce type de délits?Réponse de la ministre de l'Intérieur du 08 juillet2011, à la question n° 416 de monsieur le député PeterLogghe du 10 mai 2011 (N.):Question 1. Vraag 1.b) In hoeveel van de gevallen moest slachtofferhulp bijstandverlenen?6. Welke maatregelen overweegt u te nemen om een verderegroei van dit soort misdrijven tegen te gaan?Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 08 juli 2011, op de vraag nr. 416 van de heervolksvertegenwoordiger Peter Logghe van 10 mei 2011(N.):2005 2006 2007 2008 2009 2010Faux policiersNepagenten306 343 260 360 286 549Question 2. Vraag 2.2005 2006 2007 2008 2009 2010Région Wallonne 202 157 142 127 110 248 Waals GewestRégion Flamande 83 145 58 128 123 145 Vlaams GewestRégion Bruxelles-Capitale 20 41 60 105 53 156 Brussels Hoofdstedelijk GewestInconnu 1 OnbekendTotal 306 343 260 360 286 549 TotaalQuestion 3. Vraag 3.Concernant le butin par année, il n'existe pas de chiffresdisponibles. Les faits montrent que le butin dans un faitavec de faux agents peut monter de quelques centainesd'euros jusqu'à plus de 100.000 euros. Outre l'argent qui estvolé, de la bijouterie de grande valeur est également prisée.Question 4. Vraag 4.a) Les personnes âgées étaient et restent les victimes lesplus importantes des faux agents. D'autres catégoriesd'âges sont parfois également victimes, mais dans unemoindre mesure.Une autre catégorie de victimes sont des personnes étrangères.Dans ces cas là, les faits se passent surtout sur lavoie publique.b) Il n'y a pas de déplacement perceptible de faits commissur des personnes âgées vers des automobilistes ou desjeunes familles.Betreffende de totale buit per jaar zijn er geen cijfersbeschikbaar. De feiten tonen aan dat bij een feit met nepagentende buit kan oplopen van enkele honderden euro totbedragen van meer dan 100.000 euro. Het gaat hierbij nietalleen om geld maar vaak ook om waardevolle juwelen dieworden gestolen.a) Bejaarden waren en blijven de voornaamste slachtoffersvan nepagenten. Af en toe zijn ook personen uit andereleeftijdscategorieën het slachtoffer maar dit in veel minderemate.Een andere categorie van slachtoffers zijn buitenlanders.In dat geval, vinden de feiten vooral plaats op de openbareweg.b) Er is geen verschuiving merkbaar van feiten gepleegdop bejaarden naar autobestuurders of jongere gezinnen.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

236 QRVA 53 035Les personnes âgées sont clairement une proie plus facileque les jeunes familles. Les auteurs choisissent leurs victimespar exemple sur les parkings des supermarchés pendantqu'ils font leurs courses. Il s'agit donc souvent d'uneobservation intentionnelle des auteurs, qui, une fois que lechoix est fait, exécutent leurs scénarios connus, avec desaccessoires nécessaires comme des costumes bleus foncés,des radios, des objets soi-disant volés, etc.Question 5. Vraag 5.a) Dans plus de 20% des cas, l'une ou l'autre forme deviolence ou de menace est utilisée. Lorqru'il y a violenceou menace, il s'agit souvent de maintenir la victime souscontrôle ou de lui donner des coups. Des armes sont parfoisutilisées.De bejaarden zijn duidelijk een makkelijkere prooi danjongere gezinnen. De slachtoffers worden door de dadersvan tevoren uitgekozen op bijvoorbeeld parkings vansupermarkten, terwijl ze hun boodschappen doen. Het gaathem dus vaak om een doelgerichte observatie van dedaders, die eenmaal hun keuze bepaald is, hun gekendescenario uitvoeren, met de nodige rekwisieten zoals donkerblauwekledij, draagbare radios, zogezegde gestolenvoorwerpen, enzovoort.a) In meer dan 20% van de gevallen wordt een of anderevorm van geweld of bedreiging gebruikt. Indien er sprakevan geweld of bedreiging, gaat het vaak om het in bedwanghouden van slachtoffers of het toebrengen van slagen.Soms wordt er ook gebruik gemaakt van wapens.b) Pas de données disponibles. b) Hierover zijn geen gegevens beschikbaar.Question 6. Vraag 6.Par le passé, mon Administration a déjà pris différentesinitiatives dans le cadre de l'approche du phénomène de volpar ruse.Fin 2006, plus précisément le 11 décembre 2006, unecampagne nationale de prévention a ainsi été lancée par laDirection générale Sécurité et Prévention en collaborationavec la police fédérale et la police locale et en concertationavec les fédérations et associations concernées. Plusieursoutils ont alors été mis au point dans le but d'agir préventivementsur le phénomène: une brochure, une présentationPowerPoint et un dépliant sur le vol par ruse. Des outilsqui, vu le peu de changement au niveau du modus operandi,restent de grande actualité.En mai 2009, une deuxième campagne "Plus de sécuritépour les seniors" a été organisée sur le phénomène du volpar ruse. Outre la brochure "Plus de sécurité pour lesseniors! Ce que les communes peuvent faire en la matière",qui se veut un point de départ pour les autorités localesdésireuses d'élaborer un plan d'action intégral et intégrépour les seniors, et le jeu de cartes 'Jouez la carte de lasécurité' destiné aux seniors, un quatrième outil a égalementété présenté, à savoir le spot "Vol par ruse". Ce spotillustre le modus operandi d'un faux électricien poursuivipar de faux agents de police.Mijn Administratie heeft in het verleden reeds verschillendeinitiatieven genomen in de aanpak van het fenomeendiefstal met list.Zo werd eind 2006, 11 december 2006, een nationalepreventiecampagne gelanceerd door de Algemene DirectieVeiligheid en Preventie in samenwerking met de Federaleen Lokale Politie in overleg met de betreffende federatiesen verenigingen. Verschillende instrumenten werden toenontwikkeld om preventief in te werken op dit fenomeen:een brochure, een powerpointpresentatie en een folder'diefstal met list'. Instrumenten die, gezien de weinig veranderendemodus operandi, nog altijd erg actueel zijn.'Diefstal met list' werd in mei 2009 in een tweede campagne'Meer veiligheid voor senioren' opnieuw onder deaandacht gebracht. Naast de map ''Meer Veiligheid voorsenioren! Wat de gemeenten hiervoor kunnen doen', die delokale overheden een kapstok aanbiedt die een integraal engeïntegreerd actieplan willen opmaken voor senioren, enhet kaartspel voor senioren 'Veiligheid troef', werd ook eenvierde instrument gepresenteerd, de spot 'diefstal met list'.Deze spot illustreert de modus operandi van een valse elektriciengevolgd door de valse politieagenten.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 237Une concertation sera organisée dans le but d'évaluertous les efforts consentis, d'apporter des adaptations sinécessaire et de développer de nouveaux outils adaptésafin de lutter de manière intégrale et intégrée contre cephénomène. Une attention particulière sera accordée à cetégard à la problématique des faux agents de police maisaussi aux autres catégories de malfaiteurs, comme les fauxemployés des compagnies d'électricité, de gaz et des eauxet à toute personne qui commet des vols par ruse en utilisantde faux prétextes ou stratagèmes.Een overleg wordt georganiseerd om alle inspanningen teevalueren, bij te sturen daar waar nodig en nieuwe aangepasteinstrumenten te ontwikkelen om dit fenomeen op eenintegrale en geïntegreerde manier aan te pakken. Bijzondereaandacht zal daarbij uitgaan naar de valse politieagentenmaar ook naar de andere categoriën daders, zoals valsebediendes van elektriciteits-, gas- en watermaatschappijenen allen die via valse voorwendsels of listen dergelijkediefstallen met list plegen.DO 2010201103224Question n° 418 de monsieur le député Ben Weyts du11 mai 2011 (N.) à la ministre de l'Intérieur:Les élections dans les communes de Fourons et de Comines-Warneton.Conformément à l'article 89bis du Code électoral, lesélecteurs inscrits sur les listes des communes de Fourons etde Comines-Warneton peuvent, par dérogation à l'article 4,voter respectivement à Aubel et à Heuvelland, et ce, aubureau de vote désigné par le ministre de l'Intérieur.1. Combien d'électeurs des communes concernées ont-ilsutilisé cette possibilité lors des élections législatives du13 juin 2010, par rapport au nombre total d'électeurs inscritsdans ces communes?2. Pouvez-vous également donner les chiffres correspondantspour les élections de 2007?Réponse de la ministre de l'Intérieur du 08 juillet2011, à la question n° 418 de monsieur le député BenWeyts du 11 mai 2011 (N.):Lors des élections législatives fédérales du 13 juin 2010,940 des 2.458 électeurs inscrits sur la liste des électeurs dela commune de Fourons ont voté à Aubel dans un bureaude vote désigné par le ministre de l'Intérieur, utilisant ainsiune faculté octroyée par l'article 89bis du Code électoral.De même, 64 des 10.408 électeurs inscrits sur la liste desélecteurs de la commune de Comines-Warneton ont voté àHeuvelland (canton de Messines).De tels chiffres n'ont pas été archivés par les bureauxprincipaux des cantons de Aubel et de Messines en ce quiconcerne les élections législatives fédérales du 10 juin2007.DO 2010201103224Vraag nr. 418 van de heer volksvertegenwoordiger BenWeyts van 11 mei 2011 (N.) aan de minister vanBinnenlandse Zaken:De verkiezingen in de gemeenten Voeren en Komen-Waasten.Overeenkomstig artikel 89bis van het Kieswetboek kunnenkiezers die zijn ingeschreven op de kiezerslijsten vande gemeenten Voeren en Komen-Waasten, in afwijking vanartikel 4, hun stem uitbrengen respectievelijk in Heuvellanden Aubel, in het door de minister van BinnenlandseZaken aangeduide bureau.1. Hoeveel kiezers vergeleken met het aantal ingeschrevenkiezers hebben in de vermelde gemeenten bij de parlementsverkiezingenvan 13 juni 2010 van dezemogelijkheid gebruik gemaakt?2. Is het ook mogelijk om deze cijfers te geven voor deverkiezingen van 2007?Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 08 juli 2011, op de vraag nr. 418 van de heervolksvertegenwoordiger Ben Weyts van 11 mei 2011(N.):Tijdens de federale wetgevende verkiezingen van 13 juni2010, hebben 940 van de 2.458 kiezers die ingeschrevenstonden op de kiezerslijst van de gemeente Voeren,gestemd in Aubel in een door de minister van BinnenlandseZaken aangeduid stembureau, waarvoor zij dus eenmogelijkheid benutten die toegekend werd door artikel89bis van het Kieswetboek.Op dezelfde wijze hebben 64 van de 10.408 kiezers dieingeschreven stonden op de kiezerslijst van de gemeenteKomen-Waasten, in Heuvelland gestemd (kanton Mesen).Dergelijke cijfers werden niet gearchiveerd door de kantonhoofdbureausvan Aubel en Mesen voor de federalewetgevende verkiezingen van 10 juni 2007.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

238 QRVA 53 035DO 2010201103402Question n° 429 de monsieur le député Eric Thiébautdu 23 mai 2011 (Fr.) à la ministre de l'Intérieur:La présence de nouvelles drogues en Europe et en Belgique.L'Observatoire européen des drogues et Europol attirentl'attention sur le fait que de nouvelles drogues envahissentl'Europe à une vitesse jamais vue auparavant.Ainsi, en 2010, pas moins de 41 nouvelles substancespsychoactives ont été signalées auprès de ces organes, soitun record lorsque l'on sait qu'en 2009, on en avait dénombré24, et 13 en 2008.Ces nouvelles substances sont de natures diverses, bienque le cannabis de synthèse soit particulièrement dominant.En effet, en 2010, 11 nouveaux cannabis synthétiquesont été répertoriés, portant leur nombre global à 27 enEurope.En outre, l'UE a récemment décidé d'interdire la vente demephedrone mais 15 dérivés ont depuis été découverts.L'Observatoire européen des drogues et Europol soulignentle fait qu'un grand nombre de ces substances synthétiqueséchappent à la législation et sont vendues surinternet comme "legal highs" (défonces légales), alorsqu'elles présentent d'importants risques sanitaires.1. À ce sujet, quelle est la situation pour le cas de la Belgique?2. a) Comme pour l'Europe, assiste-t-on à une évolutiondans le panel de drogues présentes en Belgique au coursdes dernières années?DO 2010201103402Vraag nr. 429 van de heer volksvertegenwoordiger EricThiébaut van 23 mei 2011 (Fr.) aan de ministervan Binnenlandse Zaken:Nieuwe drugs in Europa en België.Het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslavingen Europol luiden de alarmbel over de nooitgeziene snelheid waarmee de Europese markt door almaarnieuwe drugs overspoeld wordt.Zo werden er in 2010 niet minder dan 41 nieuwe psychoactievestoffen gemeld bij die instanties, en dat is eenrecordaantal, want in 2009 waren het er slechts 24 en in2008, 13.Er werden verschillende soorten nieuwe stoffen aangetroffen,maar synthetische cannabis vertegenwoordigt welhet leeuwendeel.In 2010 werden 11 nieuwe types synthetische cannabisgeregistreerd, wat hun totale aantal in Europa op 27 brengt.Bovendien werd de verkoop van mephedrone onlangsdoor de Europese autoriteiten verboden, maar sindsdienwerden al 15 derivaten ontdekt.Het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslavingen Europol wijzen erop dat een groot aantal vandie synthetische stoffen niet onder de toepassing van dewetgeving vallen en op internet worden verkocht als legalhighs, hoewel ze een ernstig gezondheidsrisico inhouden.1. Wat is de situatie in België?2. a) Is er, zoals in de rest van Europa, ook in ons land dejongste jaren een evolutie merkbaar wat de drugs betreftdie op ons grondgebied worden aangetroffen?b) Si oui, de quelles nouvelles substances s'agit-il? b) Zo ja, welke nieuwe stoffen zijn er in ons land opgedoken?3. Votre département s'en inquiète-t-il? 3. Vindt uw departement deze evolutie zorgwekkend?4. Pourriez-vous communiquer si des mesures complémentairessont prises afin de lutter contre le nouveau phénomèneen expansion de vente de "legal highs"?Réponse de la ministre de l'Intérieur du 04 juillet2011, à la question n° 429 de monsieur le député EricThiébaut du 23 mai 2011 (Fr.):1. à 3. Le suivi des (nouvelles) drogues en circulationrelève de la compétence de mon collègue de la Santé publique(Question n° 471 du 5 juillet 2011).4. Worden er aanvullende maatregelen genomen tegen deverkoop van legal highs, die sterk in opmars is?Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 04 juli 2011, op de vraag nr. 429 van de heervolksvertegenwoordiger Eric Thiébaut van 23 mei 2011(Fr.):1. - 3. De opvolging van (nieuwe) drugs in omloop,behoort tot de bevoegdheid van mijn collega van Volksgezondheid(Vraag nr. 471 van 5 juli 2011).CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 239Néanmoins, je peux vous apporter quelques éléments deréponse sur base de l'activité policière, ces informationsétant davantage orientées vers l'offre de drogue que vers lademande.Ainsi, je peux vous informer que quelques sociétés installéessur le territoire belge assurent le commerce de certainsproduits qualifiés de "legal highs"; que les services depolice et de douanes ont procédé, à plusieurs reprises àl'interception de ces substances, que ce soit au moment deleur importation en Belgique ou de leur exportation versd'autres pays; que la suite qui est réservée à ces interceptionsdépendant des résultats des analyses commanditéespar les autorités judiciaires et donc des infractions qui sontou pas constatées.Des interceptions faites par ces services, il ressort que lesproduits appartiennent principalement à la famille des cannabinoïdeset cathinones synthétiques. Il serait fastidieuxde communiquer ici la liste des appellations scientiques deces produits.Bien que le sujet soit d'abord de la responsabilité de moncollègue de la Santé publique, pour ce qui est de l'évaluationde la dangerosité des produits, ou de mon collègue dela Justice, pour ce qui est de la poursuite des éventuellesinfractions, je tiens à vous informer que mes départementsse sont inquiétés de la situation.La police fédérale a en effet provoqué une réunion avecdes départements de la Santé (AFMPS) et de la Justice(NICC) dès la fin du mois de février 2011 pour envisager laréponse qu'il convenait de développer face à cette nouvellesituation. Les partenaires ont pris des engagements à l'issuede cette réunion et nous sommes dans l'attente de leur réalisation.4. À l'exception de l'échange internationaux de renseignements,la police ne peut actuellement pas développer demesures particulières pour contrer une activité qui pourl'instant n'est pas illégale en Belgique.Ik kan u echter enkele antwoordelementen geven opbasis van de activiteiten van de politie. Deze informatie isniettemin veeleer gericht op het aanbod van, dan op devraag naar drugs.Zo kan ik u meedelen dat enkele ondernemingen op hetBelgische grondgebied zich inlaten met de handel inbepaalde producten, "legal highs" genoemd; dat deze substantiesreeds verschillende malen werden onderscheptdoor de politie- en douanediensten, hetzij op het ogenblikvan hun invoer in België, hetzij op het ogenblik van hunuitvoer naar het buitenland; dat het gevolg dat wordt gegevenaan deze onderscheppingen afhangt van de resultatenvan de analyses waartoe opdracht werd gegeven door degerechtelijke autoriteiten en dus van de misdrijven die aldan niet worden vastgesteld.Uit de door deze diensten uitgevoerde onderscheppingenblijkt dat de producten voornamelijk behoren tot de familievan cannabinoïden en synthetische cathinonen. Het zouons te ver leiden hier de lijst op te sommen met de wetenschappelijkebenamingen voor deze producten.Hoewel het fenomeen in de eerste plaats onder de verantwoordelijkheidvalt van mijn collega van Volksgezondheid,voor wat de evaluatie betreft van het gevaar van deproducten, of van mijn collega van Justitie, voor wat devervolging van de eventuele misdrijven betreft, meld ik udat mijn diensten verontrust zijn over de situatie.De federale politie heeft eind februari (2011) inderdaadeen vergadering belegd met departementen van Volksgezondheid(FAGG) en Justitie (NICC) om een gepast antwoordte zoeken voor deze nieuwe situatie. Na afloop vande vergadering werden verbintenissen aangegaan door deverschillende partners. Wij wachten dan ook op de realisatiehiervan.4. Met uitzondering van de internationale uitwisselingvan inlichtingen, kan de politie thans geen bijzonderemaatregelen nemen om een activiteit te bestrijden die opheden niet illegaal is in België.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

240 QRVA 53 035DO 2010201103429Question n° 431 de monsieur le député Peter Logghe du25 mai 2011 (N.) à la ministre de l'Intérieur:Plaques d'immatriculation radiées, volées ou contrefaites.Récemment, la presse a relaté une étrange histoire: unhomme dont la voiture a été volée en 1997 a reçu, il y apeu, deux procès-verbaux pour excès de vitesse avec lavoiture immatriculée sous ce numéro. Il avait pourtantveillé à ce que cette plaque soit radiée et en avait reçu laconfirmation de la Direction pour l'Immatriculation desVéhicules (DIV). Étrange affaire qui relève sans douted'une erreur matérielle, mais qui invite tout de même àdemander certaines données chiffrées à ce sujet.1. a) Combien de plaques d'immatriculation sont enregistréeschaque année par les services de police comme étantvolées?b) Possédez-vous ces données pour la période de 2005 ànos jours?2. Est-il possible de répartir ces chiffres par région,d'après le lieu d'immatriculation des véhicules?3. a) Combien de plaques d'immatriculation sont signaléeschaque année comme étant contrefaites?b) J'aimerais obtenir ces chiffres pour la même période etventilés par région.4. a) Conserve-t-on un registre séparé contenant ces données?b) La DIV et les compagnies d'assurances en sont-ellesaverties?DO 2010201103429Vraag nr. 431 van de heer volksvertegenwoordigerPeter Logghe van 25 mei 2011 (N.) aan deminister van Binnenlandse Zaken:Geschrapte, gestolen of nagemaakte nummerplaten.Een bijzonder vreemd verhaal in de pers onlangs: eenman wiens wagen in 1997 werd gestolen, kreeg onlangstwee processen-verbaal binnen voor snelheidsovertredingenmet het voertuig dat op die nummerplaat was ingeschreven.Nochtans had hij ervoor gezorgd dat denummerplaat geschrapt werd, en kreeg hij hiervan bevestigingvan de Dienst voor Inschrijving van de Voertuigen(DIV). Een vreemde zaak, die waarschijnlijk berust op eenmateriële vergissing. Tijd om toch om cijfers op te vragen.1. a) Hoeveel nummerplaten worden jaarlijks door depolitiediensten geregistreerd als zijnde gestolen?b) Heeft u cijfergegevens van 2005 tot en met vandaag?2. Is het mogelijk deze cijfergegevens ook regionaal op tesplitsen, volgens de plaats van inschrijving van het voertuig?3. a) Hoeveel nummerplaten worden jaarlijks geregistreerdals nagemaakt?b) Graag ook cijfers over dezelfde periode en regionaalgespreid.4. a) Houdt men hiervan een apart register bij?b) Worden de DIV en de verzekeringsmaatschappijenhiervan verwittigd?CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 241Réponse de la ministre de l'Intérieur du 04 juillet2011, à la question n° 431 de monsieur le député PeterLogghe du 25 mai 2011 (N.):1., 2. et 3. Il s'agit d'abord du nombre de faits enregistrésen matière de "Vol et extorsion" pour lesquelles une plaqued'immatriculation volée était impliquée.Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 04 juli 2011, op de vraag nr. 431 van de heervolksvertegenwoordiger Peter Logghe van 25 mei 2011(N.):1., 2. en 3. Het betreft in eerste instantie het aantal geregistreerdefeiten inzake "Diefstal en afpersing" waarbij eengestolen nummerplaat betrokken was.Plaques d’immatriculation — NummerplaatVol et extorsion — Diefstal en afpersing2005 2006 2007 2008 2009 2010 (trim 3)Région walloneWaals GewestRégion flamandeVlaams GewestRégion BXL CapitaleBrussels Hoofdstedelijk Gewest9 809 10 436 9 796 9 697 9 847 7 1817 748 8 118 7 499 7 207 7 716 5 7835 213 5 182 5 094 4 505 4 682 3 277Total — Totaal 22 770 23 736 22 389 21 409 22 245 16 241Ensuite il s'agit du nombre de faits enregistrés en matièrede "Contrefaçon/ falsification" pour lesquelles une plaqued'immatriculation, comme produit de l'infraction, étaitimpliquée.Tevens wordt het aantal geregistreerde feiten inzake"Namaak/ Vervalsing" weergegeven waarbij een nummerplaat,voortkomend uit misdrijf, betrokken was.Plaques d’immatriculation — NummerplaatContrefaçon/Falsification — Namaking/Vervalsing2005 2006 2007 2008 2009 2010 (trim 3)Région walloneWaals GewestRégion flamandeVlaams GewestRégion BXL CapitaleBrussels Hoofdstedelijk Gewest57 43 49 46 48 4649 36 34 41 37 3024 15 19 26 28 32Total — Totaal 130 94 102 113 113 108Ces données sont représentées au niveau des régionspour les années complètes 2005 jusqu'à 2009, ainsi quepour les trois premiers trimestres de 2010.Les données ont été réalisées sur base des chiffres disponiblesdans la Banque de données nationale générale(BNG) clôturée au 28 janvier 2011.La question 4 relève de la compétence de mon collègue,le secrétaire d'État à la Mobilité (Question n° 170 du5 juillet 2011).Deze gegevens worden weergegeven op het niveau vande gewesten, voor de volledige jaren 2005 tot en met 2009alsook voor de eerste drie kwartalen van 2010.De gegevens werden opgemaakt op basis van de afsluitingvan de Algemene nationale gegevensbank (ANG) op28 januari 2011.Vraag 4 behoort tot de bevoegdheid van mijn collega, destaatssecretaris voor Mobiliteit (Vraag nr. 170 van 5 juli2011).CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

242 QRVA 53 035DO 2010201103432Question n° 432 de madame la députée JacquelineGalant du 25 mai 2011 (Fr.) à la ministre del'Intérieur:Les problèmes rencontrés par la base du SHAPE de Casteau.(QO 4610)Ma question concerne le SHAPE (Supreme HeadquartersAllied Powers Europe), sa situation, son avenir et lesdifficultés que la base rencontre dans son fonctionnementau jour le jour.Récemment encore, je suis intervenue au sujet du projetdu secrétaire d'État Courard d'ouvrir un centre pour réfugiésjuste en face de la base. Ce projet a fort heureusementété abondonné depuis. Je me réjouis également de l'adaptationde la résolution visant à maintenir le SHAPE en Belgique,à Casteau (Doc. parl., Chambre, 2010-2011, n° 1002/3).Il y a cependant d'autres raisons de s'intéresser à la situationdu SHAPE. Je ne pense pas seulement aux demandesrécurrentes de la base de faire installer un feu de signalisationdevant son entrée principale ou des plaintes de la basequant à l'état et à la qualité des installations de la SHAPEInternational School. Il y a des raisons encore plus sérieuseset préoccupantes de s'intéresser à la situation duSHAPE.J'ai notamment appris que la police fédérale interféreraitde plus en plus avec le fonctionnement interne de la base.Il faut préciser que la présence de forces de police nationaleà l'intérieur d'une base de l'OTAN est déjà un faitquasi exceptionnel en soi et qu'initialement, la gendarmerieavait été autorisée à accéder au SHAPE pour des cas relevantde l'assistance à l'immatriculation de véhicules, deformalités communales, d'enregistrement d'armes à feu privéesou des raisons de sécurité des installations. Or, il sembleraitque, de plus en plus, la police se distancie de cesmissions et se mêle de procédures internes et d'activitésofficielles du SHAPE.En revanche, l'attention que porte la police fédérale auxaspects de sécurité extérieur des installations de la baseserait, d'après le SHAPE, insatisfaisante et incomplète. Dece fait, le SHAPE se verrait dans l'obligation de consacrerun budget annuel de plus d'un million d'euros pour recouriraux services de firmes de sécurité privées.Et que dire des tentatives du gouvernement wallon qui,depuis 2004, tente de prélever des charges pour la consommationd'eau des installations de la base et ce, malgrél'exemption dont jouit le SHAPE en vertu du Protocole deParis (28 août 1952).DO 2010201103432Vraag nr. 432 van mevrouw de volksvertegenwoordigerJacqueline Galant van 25 mei 2011 (Fr.) aan deminister van Binnenlandse Zaken:Problemen bij SHAPE in Casteau. (MV 4610)Mijn vraag gaat over de situatie met betrekking tot en detoekomst van SHAPE (Supreme Headquarters AlliedPowers Europe) en de problemen waarmee de basis in haardagelijkse werking wordt geconfronteerd.Nog niet zo lang geleden heb ik het woord genomen inverband met de plannen van staatssecretaris Courard omeen opvangcentrum voor vluchtelingen tegenover SHAPEte openen. Inmiddels is men gelukkig van dat idee afgestapt.Daarnaast ben ik blij dat de resolutie voor het behoudvan SHAPE in Casteau - België met andere woorden - aangenomenwerd (Parl. St., Kamer, 2010-2011, nr. 1002/3).Er zijn niettemin andere redenen om stil te staan bij detoestand van SHAPE. Ik denk niet alleen aan de herhaaldelijkeverzoeken van de basis om een verkeerslicht voor dehoofdingang te plaatsen of klachten van de basis over destaat en de kwaliteit van de gebouwen van de SHAPEInternational School. Er zijn nog ernstigere en verontrustendereredenen om de toestand van SHAPE onder de loepte nemen.Naar verluidt mengt de federale politie zich steeds meerin de interne werking van de basis. Men mag echter nietvergeten dat het überhaupt zeer uitzonderlijk is dat er eendetachement van de nationale politie op een NAVO-basisaanwezig is en dat de rijkswacht oorspronkelijk toegang tothet SHAPE-domein had gekregen om te helpen bij deinschrijving van voertuigen, het vervullen van gemeentelijkeformaliteiten, de registratie van privévuurwapens ofom de beveiliging van de basis te verzekeren. Naar verluidtzou de politie zich steeds minder op die taken richten enzich mengen in interne procedures en officiële werkzaamhedenvan SHAPE.Volgens SHAPE zou de federale politie te weinig aandachtbesteden aan de externe beveiliging van de basis.SHAPE zou bijgevolg jaarlijks een budget van meer daneen miljoen euro uit moeten trekken om particuliere veiligheidsbedrijvenin te schakelen.En dan is er nog de Waalse regering die sinds 2004 probeertom belasting te heffen op het waterverbruik van debasis, hoewel SHAPE op grond van het Protocol van Parijs(28 augustus 1952) vrijstellingen geniet.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 2431. a) Êtes-vous au courant des problèmes que j'évoque? 1. a) Bent u op de hoogte van bovenvermelde problemen?b) Si oui, depuis quand? b) Zo ja, sinds wanneer?2. Quelle est votre réaction face aux plaintes du SHAPEen ce qui concerne l'immixtion de la police fédérale dans lefonctionnement interne de la base?3. Comment réagissez-vous aux préoccupations duSHAPE concernant le manque d'attention que la policefédérale consacrerait à la surveillance et à la protection dela base?4. Quelle est votre réaction face à l'affirmation duSHAPE selon laquelle le gouvernement wallon essaieraitde prélever des charges quant à la consommation d'eau desinstallations de la base?5. Quelles mesures ou quelles initiatives spécifiquesavez-vous prises depuis l'adoption par la Chambre desreprésentants de la résolution relative au maintien duSHAPE à Casteau?Réponse de la ministre de l'Intérieur du 04 juillet2011, à la question n° 432 de madame la députéeJacqueline Galant du 25 mai 2011 (Fr.):1. De manière concrète, ni l'Officier en charge du Servicede la Police fédérale auprès du SHAPE, en contact permanentavec le Chef de la Police militaire internationale auniveau de l'exécution des tâches policières et de sécurité, nile Représentant national de la Police fédérale, au niveau ducommandement SHAPE, ne sont informés par SHAPEd'un quelconque reproche actuel qui leur serait adressé ausujet "d'une interférence de la Police fédérale de plus enplus avec le fonctionnement interne de la base".La collaboration entre les deux services au niveau exécutionest la plus optimale possible, dans le respect des compétencesrespectives de chacun, à savoir la Police fédéralebelge pour le respect des lois belges et la Police militaireinternationale pour ce qui concerne le respect des directivesSHAPE.L'échange d'informations sur les compétences de chacunest permanent et nécessaire. Il est dû essentiellement à laspécificité des accords de police à SHAPE, conjugué avecles rotations fréquentes des Chefs et du personnel de laPolice militaire internationale, originaire des 28 nations del'OTAN.2. Vu la réponse à la question 1, cette question est horspropos.2. Wat is uw reactie op de klachten van SHAPE betreffendede inmenging van de federale politie in de internewerking van de basis?3. Wat vindt u van de bezorgdheid van SHAPE over degeringe aandacht die de federale politie zou besteden aande bewaking en de beveiliging van de basis?4. Wat is uw reactie op de bewering van SHAPE dat deWaalse regering belasting probeert te heffen op het waterverbruikvan de basis?5. Welke specifieke maatregelen of initiatieven heeft ugenomen sinds de resolutie over het behoud van SHAPE inCasteau door de Kamer van volksvertegenwoordigers werdaangenomen?Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 04 juli 2011, op de vraag nr. 432 van mevrouw devolksvertegenwoordiger Jacqueline Galant van 25 mei2011 (Fr.):1. Noch de Officier die verantwoordelijk is voor deDienst van de Federale Politie bij de SHAPE en die permanentin contact staat met de internationale militaire Politiechefvoor de uitvoering van politie- en veiligheidstaken,noch de Nationale Vertegenwoordiger van de FederalePolitie op niveau van het SHAPE-commando, werden concreetgeïnformeerd door de SHAPE over om het even welkverwijt dat ze zouden hebben gekregen over "meer en meerinterferentie door de Federale Politie in de interne werkingvan de basis".De samenwerking tussen de twee diensten op vlak vanuitvoering is zo optimaal mogelijk binnen de inachtnemingvan ieders respectieve bevoegdheden, namelijk deBelgische Federale Politie voor de inachtneming van deBelgische wetten en de internationale militaire politie voorde inachtneming van de SHAPE-richtlijnen.De informatie-uitwisseling over eenieders bevoegdhedenis permanent en noodzakelijk. In essentie is ze verplichtdoor de specificiteit van de politieakkoorden bij deSHAPE, gecombineerd met de regelmatige rotaties van deChefs en het personeel van de Internationale Militaire Politie,die afkomstig zijn uit de 28 landen van de NAVO.2. Gezien het antwoord op vraag 1, is deze vraag ongegrond.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

244 QRVA 53 0353. De même, il n'y a pas de reproche actuel connu desdeux niveaux de la Police fédérale à SHAPE en ce quiconcerne des plaintes de SHAPE en rapport avec l'attentionque porterait la Police fédérale du SHAPE aux aspectsde la sécurité extérieure de la base. Cela est d'autant moinsvrai que la Police fédérale du SHAPE n'est pas en chargespécifiquement de la sécurité extérieure de la base.4. L'objet de la question ne relève pas de la compétencedu ministre de l'Intérieur.5. Dans mon domaine de compétence, hormis la prise demesures appropriées pour assurer la sécurité du SHAPE, jen'ai pris aucune mesure particulière.Il va de soi qu'il s'agit d'une matière qui concerne le gouvernementdans son entièreté et pas uniquement le Ministèrede l'Intérieur. À ce titre, je vous renvoie à mon collèguele ministre des Affaires étrangères qui a sous son autoritéle Comité interministériel pour la Politique de Siège(CIPS). (Question n° 272 du 25 mai 2011).3. Insgelijks heeft geen van beide Federale Politieniveausbij de SHAPE kennis van enig verwijt vanwege de SHAPEover de aandacht die de Federale Politie zou besteden aande uitwendige veiligheidsaspecten van de basis. Dat is deste minder het geval omdat de Federale Politie van deSHAPE niet specifiek verantwoordelijk is voor de uitwendigeveiligheid van de basis.4. Het voorwerp van deze vraag valt niet onder debevoegdheid van de minister van Binnenlandse Zaken.5. Binnen mijn bevoegdheidsdomein heb ik, buiten degeschikte maatregelen om de veiligheid van de SHAPE teverzekeren, geen enkele specifieke maatregel genomen.Het spreekt voor zich dat dit een aangelegenheid is dievoor de regering in haar geheel van belang is en niet alleenvoor het ministerie van Binnenlandse Zaken. In dat opzichtverwijs ik u naar mijn collega de minister van BuitenlandseZaken, die het Interministerieel Comité voor het Zetelbeleid(ICZ) onder zijn hoede heeft. (Vraag nr. 272 van25 mei 2011).DO 2010201103449Question n° 434 de monsieur le député JefVan den Bergh du 27 mai 2011 (N.) à la ministrede l'Intérieur:Dispositions linguistiques lors des contrôles d'alcoolémie.Le tribunal de police de Bruxelles a récemment acquittéun habitant de Wezembeek-Oppem de la prévention deconduite sous influence, au motif que le document surlequel figuraient les résultats du contrôle d'alcoolémie étaitrédigé en français.L'automobiliste en question a été intercepté en 2008 alorsqu'il roulait avec un taux d'alcool de 0,8 pour mille dans lesang. Lors du contrôle de police, il avait indiqué qu'il parlaitle néerlandais et qu'il souhaitait qu'on communiqueavec lui dans cette langue. Toutefois, le texte figurant sur labandelette de papier produite par l'appareil destiné à releverson taux d'alcoolémie était en français.L'avocat du chauffeur a plaidé la cause de son client eninvoquant le fait qu'en l'espèce, la législation linguisitquen'avait pas été respectée. Le tribunal de police a suivi leraisonnement de la défense et a acquitté le chauffeur.Depuis quelques années, après l'acquittement d'un chauffeurpour non-respect de ses droits linguistiques, les agentsde police emportent avec eux des documents en plusieurslangues. On peut craindre que ce dernier acquittemententraîne de nouvelles difficultés pratiques pour les agents.1. Comment envisagez-vous de prévenir de tels acquittementsà l'avenir?DO 2010201103449Vraag nr. 434 van de heer volksvertegenwoordiger JefVan den Bergh van 27 mei 2011 (N.) aan deminister van Binnenlandse Zaken:Taalbepalingen bij alcoholcontroles.De Brusselse politierechtbank sprak onlangs een man uitWezembeek-Oppem vrij van rijden onder invloed omdathet papiertje waarop de resultaten van de alcoholcontrolestonden, in het Frans was opgesteld.De man werd in 2008 betrapt met 0,8 promille alcohol inhet bloed. Bij de verkeerscontrole had hij aangegeven dathij Nederlands sprak en in die taal wou worden behandeld.Het papieren strookje dat uit het blaastoestel kwam met deresultaten van de controle, was evenwel in het Frans.De advocaat van de chauffeur bepleitte dat dit in strijdwas met de taalwetgeving. De politierechtbank volgde deverdediging en sprak de chauffeur vrij.Sinds enkele jaren dragen politieagenten papieren inmeerdere talen mee nadat een bestuurder was vrijgesprokenwiens taalrechten niet waren verleend. Er kan wordengevreesd dat ook deze vrijspraak praktische moeilijkhedenzal meebrengen voor de agenten.1. Hoe plant u dergelijke vrijspraken in de toekomst tevoorkomen?CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 2452. Un même appareil peut-il générer des bandelettes enplusieurs langues, ou cette décision signifie-t-elle que lesagents vont devoir dorénavant emmener plusieurs appareils?Réponse de la ministre de l'Intérieur du 04 juillet2011, à la question n° 434 de monsieur le député Jef Vanden Bergh du 27 mai 2011 (N.):1. Malgré le fait que le choix de la langue soit expliquétant dans la formation policière que dans le manuel del'appareil, une erreur des agents verbalisants n'est pas complètementà exclure.Le problème ne se pose toutefois que dans les communesà statut bilingue. Dans les communes unilingues, la loi nepermet que l'utilisation d'une seule langue nationale.2. Avant de procéder à un test ou une analyse d'haleine, lechoix de la langue de l'appareil peut être adapté de manièresimple, au moyen des touches fonction sur le clavier fourniavec l'appareil. L'utilisation d'un appareil différent par languenationale n'est donc pas exigée. Aussitôt que le test oul'analyse est entamé, il n'est plus possible de changer lalangue.2. Kan één toestel papieren strookjes in meerdere talengenereren of leidt deze beslissing ertoe dat agenten voortaanmeerdere toestellen zullen moeten meenemen?Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 04 juli 2011, op de vraag nr. 434 van de heervolksvertegenwoordiger Jef Van den Bergh van 27 mei2011 (N.):1. Ondanks het feit dat zowel in de politieopleiding als inde handleiding van het toestel de taalinstelling uitgelegdwordt, kan een vergissing van de verbaliserende agentenniet volledig uitgesloten worden.Het probleem stelt zich weliswaar enkel in gemeentenmet een tweetalig statuut. In de ééntalige gemeenten laat dewet enkel het gebruik van één enkele landstaal toe.2. Vooraleer over te gaan tot een ademtest of -analyse kande taalinstelling van het toestel op eenvoudige wijze aangepastworden, door middel van de functietoetsen op hetbijgeleverde klavier. Het gebruik van verschillende toestellenper landstaal is dus niet vereist. Eens de test of analyseaangevat wordt, kan de taal niet meer gewijzigd worden.DO 2010201103450Question n° 435 de madame la députée Leen Dierick du27 mai 2011 (N.) à la ministre de l'Intérieur:Augmentation du nombre de contrôles d'alcoolémie.À propos de l'augmentation du nombre de contrôlesd'alcoolémie, vous avez déclaré que grâce aux nouveauxappareils destinés à effectuer ces contrôles, la durée destests pourrait être ramenée à deux minutes, au lieu des sixminutes nécessaires actuellement. Par conséquent, avec lamême capacité, la police serait en mesure d'effectuer troisfois plus de contrôles (cf. question n° 4653, Compte renduintégral, Chambre, 2010-2011, commission de l'Intérieur,des Affaires générales et de la Fonction publique, 18 mai2011, CRIV 53 COM 234, p. 2).1. Selon les agents de police, le test lui-même et l'attentedu résultat ne représentent en réalité que 30% du tempsconsacré à un contrôle. Dans la pratique, c'est le fait d'arrêterles voitures et d'établir un contact avec le conducteurqui prend le plus de temps.Comment pensez-vous pouvoir, dans ces conditions,multiplier le nombre de contrôles par trois?2. S'est-on déjà préoccupé d'adapter la réglementation demanière à y intégrer les nouvelles procédures et techniquesliées à ce nouvel équipement?DO 2010201103450Vraag nr. 435 van mevrouw de volksvertegenwoordigerLeen Dierick van 27 mei 2011 (N.) aan deminister van Binnenlandse Zaken:Verhoging van het aantal alcoholcontroles.In verband met het verhogen van het aantal alcoholcontroles,zei u dat met het nieuw materiaal om alcoholcontrolesuit te voeren, de duur van de controle beperkt zoukunnen worden tot twee minuten in plaats van de huidigezes minuten. De politie zou dan met dezelfde capaciteitdriemaal zo veel controles kunnen uitvoeren (vraag nr.4653, Integraal Verslag, Kamer, 2010-2011, commissievoor de Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en hetOpenbaar Ambt, 18 mei 2011, CRIV 53 COM 234, blz. 2).1. Volgens de politiemensen maakt de test afnemen enwachten op het resultaat slechts 30% uit van de tijd die jeaan een controle besteedt. In de praktijk verlies je vooraltijd aan het doen stoppen van de wagen en contact makenmet de bestuurder.Hoe ziet u dan de verdrievoudiging van de controleshaalbaar?2. Zijn er al aanzetten tot het overeenstemmen van deregelgeving met de nieuwe procedures en technieken diebij dat nieuwe materiaal passen?CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

246 QRVA 53 035Réponse de la ministre de l'Intérieur du 04 juillet2011, à la question n° 435 de madame la députée LeenDierick du 27 mai 2011 (N.):1. Il est possible de s'adresser de manière très briève à unconducteur qui doit se soumettre à un test: il n'est pasnécessaire de se lancer dans des explications détailléespour lui faire comprendre que l'on attend sa collaborationlors du contrôle.Pour le reste, je ne peux que répéter que, lors de l'investissementpour le nouveau matériel, il sera tenu compte dela nécessité de la mise en conformité de la réglementation àdes nouvelles procédures et techniques, qui permettront deraccourcir considérablement le délai de traitement desrésultats.2. Une étude sur les appareils disponibles sur le marchéest actuellement encore en cours. Dès que toutes les possibilitésseront connues en détail, les réglementations serontadaptées si nécessaire.Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 04 juli 2011, op de vraag nr. 435 van mevrouw devolksvertegenwoordiger Leen Dierick van 27 mei 2011(N.):1. Het aanspreken van een bestuurder die aan een testonderworpen wordt kan zeer kort gehouden worden: hetverduidelijken van de gewenste medewerking bij de controlehoeft geen uitgebreide uiteenzetting te omvatten.Voor het overige kan ik enkel maar herhalen dat bij deinvestering voor het nieuwe materiaal rekening zal gehoudenworden met de noodzaak om de regelgeving in overeenstemmingte brengen met nieuwe procedures entechnieken, die zullen toelaten de verwerkingstijd van devaststellingen drastisch in te korten.2. Op dit ogenblik is een studie van de op de marktbeschikbare toestellen nog aan de gang. Zodra alle mogelijkhedenin detail gekend zijn, kunnen indien nodig deregelgevingen aangepast worden.DO 2010201103484Question n° 440 de monsieur le député Peter Logghe du01 juin 2011 (N.) à la ministre de l'Intérieur:Enregistrement des agressions commises par des détenuscontre des gardiens de prison et d'autres membres dupersonnel.La justice est à la recherche de personnes non encoreidentifiées, probablement d'anciens détenus, qui auraientmis le feu à plusieurs voitures de gardiens de prison. Plusieurssyndicats estiment d'ailleurs que le nombre d'agressionscommises par des (anciens) détenus contre desgardiens et d'autres membres du personnel ne cesse d'augmenterces dernières années et revêt parfois des formesinquiétantes (menaces à l'encontre de membres de lafamille de gardiens, par exemple). Avant de prendre desinitiatives en la matière, les questions suivantes se posent.1. Pourriez-vous fournir un aperçu chiffré du nombreannuel d'agressions commises contre des gardiens de prisonet d'autres membres du personnel de 2005 à 2010 (sipossible de 2000 à 2010)?2. Pourriez-vous également fournir une ventilation régionalede ces chiffres?3. Combien d'agressions ont-elles été commises avecviolence?4. Combien de cas d'agressions verbales ou physiquescontre des membres de la famille de membres du personnela-t-on enregistrés au cours de la période visée?DO 2010201103484Vraag nr. 440 van de heer volksvertegenwoordigerPeter Logghe van 01 juni 2011 (N.) aan deminister van Binnenlandse Zaken:Registratie van agressie van gevangenen tegen cipiers enander personeel.Het gerecht is op zoek naar onbekenden, waarschijnlijkex-gedetineerden, die verantwoordelijk zouden zijn voorhet in brand steken van verschillende auto's van cipiers.Verschillende vakbonden menen trouwens dat het aantalgevallen van agressie van (ex-)gevangenen tegen cipiers enander personeel de jongste jaren alleen maar toeneemt ensoms zelfs onrustwekkende vormen aanneemt (dreigemententegen familie van cipiers bijvoorbeeld). Vooraleer initiatieventer zake te nemen, rijzen de volgende vragen.1. Kan u een cijfermatig overzicht geven van het jaarlijksaantal gevallen van agressie tegen cipiers en ander personeelvan 2005 tot en met 2010 (indien mogelijk van 2000tot 2010)?2. Is het mogelijk deze gewelddaden ook regionaal op tesplitsen?3. Hoeveel gevallen van agressie gingen met geweldgepaard?4. Hoeveel gevallen van mondelinge of fysieke agressiein de betrokken periode tegen familieleden van de personeelsleden?CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 2475. Dans combien de cas des biens mobiliers et/ou immobiliersappartenant à des membres du personnel pénitentiaireont-ils été visés et endommagés?6. a) Est-il possible de procéder à une estimation desdommages escomptés?b) Le remboursement de ces dommages sera-t-il réclaméauprès des tiers responsables?Réponse de la ministre de l'Intérieur du 04 juillet2011, à la question n° 440 de monsieur le député PeterLogghe du 01 juin 2011 (N.):Cette question parlementaire ne relève pas de notre compétencemais bien de celle du Service public fédéral Justice(question n° 540 du 5 juillet 2011).5. In hoeveel van de gevallen werden roerende en/ofonroerende goederen, eigendom van de personeelsledenvan de gevangenissen, geviseerd en beschadigd?6. a) Is het mogelijk een schatting te maken van de verwachteschade?b) Wordt die schade teruggevorderd van de aansprakelijkederden?Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 04 juli 2011, op de vraag nr. 440 van de heervolksvertegenwoordiger Peter Logghe van 01 juni 2011(N.):Deze parlementaire vraag valt niet onder onze bevoegdheid,maar onder de bevoegdheid van de Federale OverheidsdienstJustitie (vraag nr. 540 van 5 juli 2011).DO 2010201103604Question n° 462 de monsieur le député Peter Logghe du16 juin 2011 (N.) à la ministre de l'Intérieur:Vols de voitures.Dans le secteur des assurances, les célèbres statistiquesde la police sur les vols de voitures constituent un sujet deconversation privilégié. Souvent, les chiffres sont resservispour vendre des assurances omnium en arguant du fait quesi votre véhicule n'est pas couvert, vous payerez vousmêmel'addition.Pourtant, ces dernières années, le nombre de vols déclaréssemble avoir légèrement diminué par rapport à la périodeprécédente. Les moyens dont dispose la police - l'accèsaux données informatiques des compagnies d'assurance etde la Direction de l'immatriculation des véhicules (DIV) -ont sans doute facilité le repérage des véhicules volés.1. Combien de vols de véhicules ont été déclarés annuellementde 2005 à nos jours?2. Est-il possible d'opérer la répartition régionale enfonction du lieu d'immatriculation du véhicule ou du domiciledu propriétaire-conducteur?3. Constate-t-on une évolution du nombre de véhiculesvolés en fonction de la marque?DO 2010201103604Vraag nr. 462 van de heer volksvertegenwoordigerPeter Logghe van 16 juni 2011 (N.) aan deminister van Binnenlandse Zaken:Autodiefstallen.In de verzekeringssector werd er vaak over gesproken: debefaamde statistieken van de politie over autodiefstallen.Vaak werden de cijfers als argument bovengehaald omomniumverzekeringen te verkopen, want voor een nietgedekt voertuig draai je tenslotte zelf op.Nochtans kreeg men de afgelopen jaren de indruk dat hetaantal geregistreerde diefstallen van voertuigen een stuklager ligt dan vroeger. De middelen waarover politiebeschikt - de toegang tot computergegevens van verzekeringsmaatschappijenen de Dienst voor Inschrijving van deVoertuigen (DIV) - zou opsporing van gestolen voertuigenmisschien ook moeten vergemakkelijken.1. Hoeveel geregistreerde diefstallen van voertuigennoteerde men jaarlijks vanaf 2005 tot en met vandaag?2. Is het mogelijk een regionale opsplitsing te maken volgensplaats van inschrijving van het voertuig of volgenswoonplaats van de eigenaar-bestuurder?3. Is er een evolutie merkbaar in het aantal geregistreerdevoertuigen wat betreft de merken?4. a) Qu'en est-il du vol avec ou sans violence? 4. a) Hoe zit het met de diefstal met of zonder geweld?b) Le contexte criminel est-il différent selon que le vol seproduit dans une contrée rurale, un milieu citadin ou unerégion touristique?5. Quid des circonstances aggravantes du vol de voitureavec violence grave (mettant la vie en péril): constate-t-onune évolution au cours des années concernées?b) Is er een ander misdrijfbeeld naargelang de diefstalplaatsgreep in een landelijk gebied dan wel stedelijkgebied of toeristische regio?5. Quid met de verzwarende omstandigheid van autodiefstalmet zwaar (levensbedreigend) geweld: is daar een evolutieover de betrokken jaren zichtbaar?CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

248 QRVA 53 0356. a) Quel est le taux d'élucidation? 6. a) Hoe zit het met ophelderingsgraad?b) Combien de véhicules volés sont retrouvés ensuite àl'étranger?Réponse de la ministre de l'Intérieur du 08 juillet2011, à la question n° 462 de monsieur le député PeterLogghe du 16 juin 2011 (N.):1. Apercu du nombre annuel de vols et tentatives de volsde véhicules enregistrés dans notre pays entre 2006 et2010. Des données pour 2005 ne sont pas disponibles.b) Hoeveel van de gestolen voertuigen worden later inhet buitenland teruggevonden?Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 08 juli 2011, op de vraag nr. 462 van de heervolksvertegenwoordiger Peter Logghe van 16 juni 2011(N.):1. Overzicht van het jaarlijkse aantal geregistreerde voertuigdiefstallenen pogingen tot voertuigdiefstallen in onsland tussen 2006 en 2010. Gegevens voor 2005 zijn nietbeschikbaar.2006 2007 2008 2009 2010Count % Count % Count % Count % Count %Faits accomplisVoltrokken feitenTentativesPogingenTotalTotaal19 470 84,21 % 18 506 85,25 % 18 114 85,67 % 17 045 85,90 % 15 899 88,09 %3 652 15,79 % 3 201 14,75 % 3 029 14,33 % 2 798 14,10 % 2 150 11,91 %23 122 100 % 21 707 100 % 21 143 100 % 19 843 100 % 18 049 100 %2. Répartition régionale des données ci-dessus (faitsaccomplis et tentatives ensemble) - selon le lieu du vol.2. Regionale opsplitsing van voorgaande cijfers (voltooidefeiten en pogingen samen) - volgens de plaats vande diefstal.2006 2007 2008 2009 2010Count % Count % Count % Count % Count %Région WallonneWaals gewestRégion FlamandeVlaams gewestRégion de Bruxelles capitaleBrussels Hoofdstedelijk gewestTotalTotaal11 030 47,70 % 10 326 47,57 % 10 474 49,54 % 9 502 47,89 % 8 412 46,61 %7 465 32,29 % 70 002 32,26 % 6 758 31,96 % 6 555 33,03 % 6 229 34,51 %4 627 20,01 % 4 379 20,17 % 3 911 18,50 % 3 786 19,08 % 3 408 18,88 %23 122 100 % 21 707 100 % 21 143 100 % 19 843 100 % 18 049 100 %CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 2493. Répartition des vols de véhicules par marque de véhicules(uniquement les faits accomplis - TOP 15).3. Voertuigdiefstallen opgesplitst volgens voertuigmerk(enkel de voltooide feiten - TOP 15).2006 2007 2008 2009 2010Évolution — Evolutie2006-2010VOLKSWAGEN 2 309 2 163 2 343 2 044 1 960 -15,11%FORD 3 135 2 714 2 549 2 047 1 583 -49,51%MERCEDES 1 453 1 534 1 382 1 234 1 255 -13,63%PEUGEOT 1 234 1 204 1 242 1 178 1 146 -7,13%BMW 1 057 1 072 959 1 047 1 133 7,19%RENAULT 1 112 1 105 1 104 1 074 1 096 -1,44%OPEL 1 379 1 211 1 154 1 056 990 -28,21%CITROEN 838 860 895 863 919 9,67%YAMAHA 659 656 662 672 662 0,46%AUDI / AUTO UNION 684 745 662 658 642 -6,14%TOYOTA 621 553 527 663 519 -16,43%FIAT 570 496 496 451 435 -23,68%NISSAN / DATSUN 616 525 465 337 364 -40,91%HONDA 444 453 458 404 357 -19,59%SUZUKI 341 361 310 322 324 -4,99%AUTRES 3 151 3 219 3 146 3 106 3 056 -3,01%TOTALTOTAAL19 603 18 871 18 354 17 156 16 441 -16,13%* Marques indéfinies / Merk onbepaald : 1070 véhicules / voertuigen - 1,49%4. Le tableau ci-dessous donne un aperçu du nombre decar et home jackings pendant la période 2006-2010. Cesfaits particuliers de vol de véhicules sont commis avec violenceou menace vis-à-vis de la victime. Cette image nousapprend que ces vols qualifiés ne représentent qu'une partielimitée du nombre total des vols de véhicules et montrentune tendance plutôt stable.Les lieux les plus touchés sont les quatre grands arrondissementsjudiciaires: Bruxelles-19, Liège, Charleroi etAnvers qui totalisent 52,67% du vol de véhicules.4. Onderstaande tabel geeft een overzicht van het aantalcar- en homejackings doorheen de periode 2006-2010.Deze bijzondere vormen van voertuigdiefstal gaan gepaardmet geweld of bedreigingen tegenover het slachtoffer. Debeeldvorming leert dat dergelijke zware diefstallen eenheel beperkt deel uitmaken van het totale aantal voertuigdiefstallenen de laatste jaren een vrij stabiele tendens vertonen.De meest getroffen plaatsen zijn de vier grote gerechtelijkearrondissementen: Brussel-19, Luik, Charleroi enAntwerpen, die samen 52,67% vertegenwoordigen van devoertuigdiefstallen.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

250 QRVA 53 0352006 2007 2008 2009 2010Count % Count % Count % Count % Count %RetrouvésTeruggevondenNon retrouvésNiet teruggevondenTOTALTOTAAL11 273 56,75 % 11 528 60,22 % 10 831 58,21 % 10 209 58,56 % 8 798 52,65 %8 592 43,25 % 7 614 39,78 % 7 775 41,79 % 7 225 41,44 % 7 912 47,35 %19 865 100 % 19 142 100 % 18 606 100 % 17 434 100 % 16 710 100 %5. En ce qui concerne les vols de véhicules commis avecdes circonstances aggravantes, se reporter à la réponse à laquestion 4 (données concernant les car et home jackings).6. Nous présentons ci-dessous sous forme d'un tableau lenombre de véhicules volés, retrouvés et non-retrouvés dansles années.5. Voor wat de voertuigdiefstallen gepleegd met verzwarendeomstandigheden betreft, verwijzen we naar het antwoordop vraag 4 (gegevens over car- en homejacking).6. Hierna het aantal teruggevonden en niet-teruggevondengestolen voertuigen doorheen de jaren weergegeven ineen tabel.2006 2007 2008 2009 2010Count % Count % Count % Count % Count %BelgiqueBelgiëÉtrangerBuitenlandTOTALTOTAAL10 620 94,21 % 10 803 93,71 % 10 044 92,73 % 9 546 93,51 % 8 242 93,68 %653 5,79 % 725 6,29 % 787 7,27 % 663 6,49 % 556 6,32 %11 273 100 % 11 528 100 % 10 831 100 % 10 209 100 % 8 798 100 %2006 2007 2008 2009 2010Count % Count % Count % Count % Count %Vols de véhicules(excl. car/homejacking)Diefstal van voertuigen(excl. car/homejacking)Escroquerie et abus de confianceOplichting en misbruik vanvertrouwenCarjackingCarjackingHomejackingHomejackingTOTALTOTAAL19 247 83,24 % 17 637 81,25 % 16 829 79,60 % 15 464 77,93 % 13 828 76,61 %3 008 13,01 % 3 268 15,06 % 3 536 16,72 % 3 483 17,55 % 3 396 18,82 %719 3,11 % 667 3,07 % 643 3,04 % 766 3,86 % 675 3,74 %148 0,64 % 135 0,62 % 135 0,64 % 130 0,66 % 150 0,83 %23 122 100 % 21 707 100 % 21 143 100 % 19 843 100 % 18 049 100 %CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 251DO 2010201103716Question n° 471 de monsieur le député AnthonyDufrane du 28 juin 2011 (Fr.) à la ministre del'Intérieur:Les test salivaires lors des contrôles de police.Depuis le 1er octobre 2010, l'arrêté royal du17 septembre 2010, relatif au modèle et aux modalitésd'application de la check-list standarisée pour la constatationdes indications de signes d'usage récent de droguedans la circulation routière, est entré en vigueur.La mise en place d'un tel test (l'analyse salivaire) présentel'avantage d'être plus rapide et d'éviter le recours à aménagementsanitaire mobile lors des contrôles routiers.1. Depuis l'instauration de ces tests durant les contrôlesde police, combien de tests salivaires ont été réalisés?DO 2010201103716Vraag nr. 471 van de heer volksvertegenwoordigerAnthony Dufrane van 28 juni 2011 (Fr.) aan deminister van Binnenlandse Zaken:Speekseltests bij politiecontroles.Sinds 1 oktober 2010 is het koninklijk besluit van17 september 2010 betreffende het model en de toepassingsregelsvan de gestandaardiseerde checklist tot vaststellingvan indicaties van tekenen van recent druggebruikin het verkeer van kracht.Een dergelijke test (de speekseltest) biedt als voordeeldat hij snel kan worden afgenomen en dat er bij de wegcontrolesgeen mobiele sanitaire inrichting nodig is.1. Hoeveel speekseltests werden er afgenomen sinds dietest werd ingevoerd bij politiecontroles?2. Combien de conducteurs ont été contrôlés positifs? 2. Hoeveel bestuurders werden er positief bevonden?3. Parmi ces conducteurs contrôlés positifs, combiend'entre eux avaient entre 18 et 24 ans?4. Quelles sont les drogues les plus souvent rencontréeslors des examens approfondis en laboratoire?5. a) Quel bilan tirez-vous de l'utilisation de ces tests salivairesdepuis leur mise en place?b) Constatez-vous une diminution du nombre de conducteursconduisant sous l'influence de la drogue?Réponse de la ministre de l'Intérieur du 08 juillet2011, à la question n° 471 de monsieur le députéAnthony Dufrane du 28 juin 2011 (Fr.):Le suivi et l'évaluation du test salivaire relève de lacomptétence de mon collègue, le secrétaire d'État à laMobilité (question n° 172 du 11 juillet 2011).3. Hoeveel van de positief bevonden bestuurders warentussen 18 en 24 jaar oud?4. Welke drugs worden er tijdens de verdere laboratoriumanalyseshet vaakst aangetroffen?5. a) Als we de balans opmaken van het gebruik van diespeekseltests sinds de invoering ervan, wat is dan uw conclusie?b) Wordt er een daling vastgesteld van het aantal bestuurdersdie rijden onder invloed van drugs?Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 08 juli 2011, op de vraag nr. 471 van de heervolksvertegenwoordiger Anthony Dufrane van 28 juni2011 (Fr.):De opvolging en evaluatie van de speekseltest behoort totde bevoegdheid van mijn collega, de staatssecretaris voorMobiliteit (vraag nr. 172 van 11 juli 2011).DO 2010201103718Question n° 472 de monsieur le député AnthonyDufrane du 28 juin 2011 (Fr.) à la ministre del'Intérieur:DO 2010201103718Vraag nr. 472 van de heer volksvertegenwoordigerAnthony Dufrane van 28 juni 2011 (Fr.) aan deminister van Binnenlandse Zaken:Les contrôles routiers effectués par la police en 2010. Verkeerscontroles door de politie in 2010.L'année 2010 a vu le nombre de tués sur nos routes baisserde 12%. Il n'a jamais été aussi bas.Cependant, de nombreuses infractions au Code de laroute sont encore quotidiennement constatées: non-port dela ceinture de sécurité, téléphone au volant, non-respect dela priorité, etc. Ces infractions sont, pourtant, bien souventà l'origine de nombreux accidents ou de décès sur nos routes.In 2010 daalde het aantal verkeersdoden in ons land met12 procent. Nooit tevoren was het zo laag.Toch wordt er elke dag nog een groot aantal verkeersovertredingenvastgesteld: het niet-dragen van de veiligheidsgordel,het gebruik van de gsm achter het stuur, hetniet -verlenen van voorrang, enzovoort. Dergelijke overtredingenleiden vaak tot ongevallen, soms met dodelijkeafloop.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

252 QRVA 53 035La prévention et les contrôles routiers restent donc essentielspour lutter contre ces infractions routières.1. Pouvez-vous communiquer combien de contrôles routiersont été réalisé par la police durant l'année 2010?2. Quelles sont les infractions rencontrées lors de cescontrôles et combien d'entre elles ont mené à une amendeou à une condamnation par un tribunal de police?3. Combien de dossiers non urgents ou de moindreimportance ont été classés sans suite pour l'année 2010?Réponse de la ministre de l'Intérieur du 08 juillet2011, à la question n° 472 de monsieur le députéAnthony Dufrane du 28 juin 2011 (Fr.):Le nombre total de contrôles routiers effectués par les195 zones de police locale et les infractions constatées lorsde ces contrôles ne sont pas disponibles au niveau central.Les poursuites judiciaires de ces infractions relèvent dela compétence des autorités judiciaires et de mon collèguede la Justice (question n° 544 du 11 juillet 2011).Preventie en verkeerscontroles blijven dus essentieel omdie verkeersovertredingen te bestrijden.1. Hoeveel verkeerscontroles hebben de politiedienstenin 2010 uitgevoerd?2. Welke overtredingen werden daarbij vastgesteld en inhoeveel gevallen werd er een boete opgelegd of een veroordelinguitgesproken door een politierechtbank?3. Hoeveel niet-dringende of minder belangrijke dossierswerden er voor het jaar 2010 geseponeerd?Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 08 juli 2011, op de vraag nr. 472 van de heervolksvertegenwoordiger Anthony Dufrane van 28 juni2011 (Fr.):Het totale aantal wegcontroles uitgevoerd door de 195lokale politiezones en de tijdens die controles vastgesteldeinbreuken zijn niet beschikbaar op het centrale niveau.De gerechtelijke vervolging van deze inbreuken behoorttot de bevoegdheid van de gerechtelijke overheden en vanmijn collega van Justitie (vraag nr. 544 van 11 juli 2011).Secrétaire d'État à la coordination de la Luttecontre la fraude, adjoint au premier ministre, etsecrétaire d'Etat, adjoint au ministre de la JusticeStaatssecretaris voor de coördinatie van deFraudebestrijding, toegevoegd aan de eersteminister, en staatssecretaris, toegevoegd aan deminister van JustitieDO 2010201102579Question n° 28 de madame la députée Nadia Sminatedu 02 mars 2011 (N.) au secrétaire d'État à lacoordination de la Lutte contre la fraude, adjointau premier ministre, et secrétaire d'Etat, adjointau ministre de la Justice:Contrôle DIMONA. - Documents sociaux. - Emploi illégal.- Travail à temps partiel.Dans le cadre de la lutte contre la fraude sociale et le travailillégal, les services d'inspection du Service publicfédéral ETCS (contrôle des lois sociales), du Servicepublic fédéral Sécurité sociale (inspection sociale) et lesinstitutions publiques de sécurité sociale (Onem, ONSS etINAMI) sont compétents en matière de contrôle de laréglementation relative aux documents sociaux et au systèmeDimona.Certains de ces contrôles sont menés d'une manièreconjointe par le biais des cellules d'arrondissement. Le Serviced'information et de recherches sociales (SIRS) secharge de la collecte des données.DO 2010201102579Vraag nr. 28 van mevrouw de volksvertegenwoordigerNadia Sminate van 02 maart 2011 (N.) aan destaatssecretaris voor de coördinatie van deFraudebestrijding, toegevoegd aan de eersteminister, en staatssecretaris, toegevoegd aan deminister van Justitie:Controle DIMONA. - Sociale documenten. - Illegaletewerkstelling. - Deeltijdse arbeid.In het kader van de strijd tegen de sociale fraude en deillegale arbeid, hebben de inspectiediensten van de FederaleOverheidsdienst WASO (Toezicht op de Sociale Wetten),de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid(Sociale Inspectie) en de openbare instellingen van socialezekerheid (RVA, RSZ en RIZIV) de gemeenschappelijkebevoegdheid om de reglementering met betrekking tot desociale documenten en Dimona te controleren.Een gedeelte van deze controles wordt via de arrondissementscellengezamenlijk uitgevoerd. De Sociale Inlichtingen-en Opsporingsdienst (SIOD) verzamelt hetcijfermateriaal.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 253La présente question vise à obtenir des précisions sur lescontrôles menés par les cellules d'arrondissement.Pourriez-vous, pour chaque arrondissement, me fournirles précisions suivantes pour les années 2007, 2008, 2009et 2010:1. le nombre d'actions organisées par les cellules d'arrondissement:Deze vraag heeft tot doel gegevens te bekomen metbetrekking tot deze arrondissementscelcontroles.Kan u meedelen voor de jaren 2007, 2008, 2009 en 2010voor elk van de arrondissementen:1. het aantal protocolacties;2. le nombre de participations de l'inspection sociale; 2. het aantal deelnames van de Sociale Inspectie;3. le nombre de participations du contrôle des lois sociales;4. le nombre de participations de l'Office national desécurité sociale;5. le nombre de participations de l'Office national pourl'emploi;6. Le nombre de participations de l'Institut nationald'assurance maladie-invalidité;7. le nombre d'actions par secteur (construction, horeca,commerce de détail, horticulture et agriculture, métal ettransports);8. Le nombre d'infractions constatées par secteur (mêmessecteurs que pour la question 7), en précisant:a) en ce qui concerne les infractions en matière d'emploide travailleurs étrangers sans permis de travail:3. het aantal deelnames van Toezicht op de Sociale Wetten;4. het aantal deelnames van de Rijksdienst voor SocialeZekerheid;5. het aantal deelnames van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening;6. het aantal deelnames van het Rijksinstituut voorziekte- en invaliditeitsverzekering;7. het aantal protocolacties per sector (voor bouw,horeca, kleinhandel, tuin- en landbouw, metaal en vervoer);8. het aantal vaststellingen van inbreuken per sector(zelfde sectoren als onder vraag 7) met specificatie van:a) wat de inbreuk tewerkstellen buitenlandse werknemerszonder arbeidsvergunning betreft;1. le nombre d'employeurs verbalisés; 1. het aantal werkgevers dat geverbaliseerd werd;2. le nombre de travailleurs illégaux concernés par cesinfractions;2. het aantal illegale werknemers betrokken bij dezeinbreuken;b) en ce qui concerne les infractions Dimona: b) wat de inbreuken Dimona betreft:1. le nombre d'employeurs verbalisés; 1. het aantal werkgevers dat geverbaliseerd werd;2. le nombre de travailleurs concernés par ces infractions; 2. het aantal werknemers betrokken bij deze inbreuken;c) en ce qui concerne les infractions en matière d'établissementde comptes individuels:c) Wat de inbreuken op het opstellen van individuelerekeningen betreft:1. le nombre d'employeurs verbalisés; 1. het aantal werkgevers dat geverbaliseerd werd;2. le nombre de travailleurs concernés par ces infractions; 2. het aantal werknemers betrokken bij deze inbreuken;d) en ce qui concerne les infractions en matière de travail d) wat de inbreuken deeltijdse arbeid betreft:à temps partiel:1. le nombre d'employeurs verbalisés; 1. het aantal werkgevers dat geverbaliseerd werd;2. le nombre de travailleurs concernés par ces infractions; 2. het aantal werknemers betrokken bij deze inbreuken;9. le nombre d'avertissements par secteur (même secteursque pour la question 7)?9. het aantal waarschuwingen per sector (zelfde als ondervraag 7)?CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

254 QRVA 53 035Réponse du secrétaire d'État à la coordination de laLutte contre la fraude, adjoint au premier ministre, etsecrétaire d'Etat, adjoint au ministre de la Justice du29 juin 2011, à la question n° 28 de madame la députéeNadia Sminate du 02 mars 2011 (N.):Tout d'abord, je me permets d'attirer l'attention de l'honorablemembre sur le fait que le Service d'Information et deRecherche Sociale (SIRS) ne dispose que depuis le débutde 2011 d'une banque électronique de données permettantde demander des statistiques sur mesure. Pour les annéesantérieures, le traitement des résultats chiffrés des cellulesd'arrondissement exige beaucoup de manipulations, ce quia pour conséquence que seul un nombre limité de statistiques,néanmoins complètes, est établi annuellement.Ces particularités étant précisées, elle trouvera ci-dessousles données demandées relatives à la participation des différentsservices d'inspection aux actions des cellulesd'arrondissement durant l'année 2010 (les données desannées précédentes ne sont plus disponibles).Antwoord van de staatssecretaris voor de coördinatievan de Fraudebestrijding, toegevoegd aan de eersteminister, en staatssecretaris, toegevoegd aan deminister van Justitie van 29 juni 2011, op de vraagnr. 28 van mevrouw de volksvertegenwoordiger NadiaSminate van 02 maart 2011 (N.):Vooreerst ben ik zo vrij de aandacht van het geachte lid tevestigen op het feit dat de Sociale Inlichtingen en Opsporingsdienst(SIOD) slechts sinds begin 2011 beschikt overeen elektronische database die toelaat statistieken op maatop te vragen. Voor de voorgaande jaren vereist de verwerkingvan de resultaten in cijfers van de arrondissementscellenzeer veel bewerkingen, waardoor jaarlijks slechts eenbeperkt aantal, maar niettemin volledige, statistieken wordenopgesteld.Nu deze bijzonderheden vermeld zijn, gelieve hieronderde gevraagde gegevens te willen vinden betreffende dedeelname van de verschillende inspectiediensten aan deacties van de arrondissementscellen in het jaar 2010 (degegevens voor de vorige jaren zijn niet meer beschikbaar).Nombre de participations par service d’inspection: 2010—Aantal deelnames per inspectiedienst: 2010CELLULESCELLENInspection socialeSociale InspectieContrôle des Lois SocialesToezicht van Sociale WettenONSSRSZONEMRVATOTALTOTAALAntwerpenBrugge-VeurneBruxelles-BrusselCharleroiDendermondeGentHalle-VilvoordeHuyKortrijk-Roeselare-IeperLeuvenLiègeLimburgLuxembourgMechelenMonsNamurNivellesOudenaardeTournaiTurnhoutVerviers-EupenEupen (Verviers)4965423925422017496533792834311831173430148637232516739261633812112527354420301737331881436203020252515243521271234322220142012125625476336625271555723110918303922321739181761882271701531781319863161253106340851331468211365130936127TOTAL / TOTAAL 770 895 475 863 3 003Remarque: l’INAMI n’a pas été repris séparément en 2010 / Opmerking: het RIZIV werd in 2010 niet afzonderlijk geregistreerdEn ce qui concerne les chiffres des années 2007 et 2008,relatifs aux infractions qui ont été constatées lors descontrôles menés dans le cadre des cellules d'arrondissement,ils peuvent être consultés sur le site web du SIRS:www.SIOD.belgie.be.Voor wat betreft de beschikbare cijfers voor de jaren2007 en 2008 aangaande de inbreuken, die werden vastgesteldtijdens de controles, uitgevoerd in het kader van dearrondissementscellen, deze kunnen worden geconsulteerdop de website van de SIOD: www.SIOD.belgie.be.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 255En ce qui concerne les chiffres des années 2009 et 2010,relatifs aux infractions qui ont été constatées lors descontrôles menés dans le cadre des cellules d'arrondissement,ils seront communiqués séparément parce que leurvolume atteint plus de 30 tableaux de statistiques.Étant donné leur caractère de pure documentation, il n'ya pas lieu de les insérer au Bulletin des Questions et Réponses,mais elles peuvent être consultées au Greffe de laChambre des représentants (service des Questions parlementaires).Voor wat betreft de beschikbare cijfers voor de jaren2009 en 2010 aangaande de inbreuken, die werden vastgesteldtijdens de controles, uitgevoerd in het kader van dearrondissementscellen, deze zullen afzonderlijk wordenmeegedeeld, aangezien het volume aan informatie meerdan 30 tabellen met statistieken bedraagt.Gezien het louter documentaire karakter ervan worden zeniet in het Bulletin van Vragen en Antwoorden opgenomenmaar liggen zij ter inzage bij de Griffie van de Kamer vanvolksvertegenwoordigers (dienst Parlementaire Vragen).DO 2010201103379Question n° 31 de monsieur le député Peter Logghe du20 mai 2011 (N.) au secrétaire d'État à lacoordination de la Lutte contre la fraude, adjointau premier ministre, et secrétaire d'Etat, adjointau ministre de la Justice:Indemnisations en matière de responsabilité payées par lesadministrations, les institutions et les services fédéraux.Il nous est récemment revenu qu'entre le 1er août 2008 etle 31 décembre 2010, la Région wallonne avait étécondamnée à 81 reprises dans des dossiers où sa responsabilitécivile était mise en cause. Le total des indemnités àverser dépasse les 3 millions d'euros. Dans 77 dossiers, laresponsabilité de la Région wallonne n'a pas été retenue, larequête a été rejetée et elle n'a dès lors pas dû verser desindemnités pour un montant total de 2,87 millions d'euros.On peut se poser la question de savoir comment se présentela situation à l'échelon fédéral et ce qu'il en est deséventuelles condamnations en matière de responsabilitécivile qui concernent les Régions flamande et de Bruxelles-Capitale.Je limite ma question aux compétences quivous sont dévolues et aux institutions, services (SPF), etc.placés sous votre tutelle.1. a) Vous serait-il possible de fournir des chiffres surl'évolution annuelle des actions intentées contre les institutionset les services ressortissant à votre compétence et quiengagent leur responsabilité civile?b) Je souhaiterais obtenir les chiffres de 2005 àaujourd'hui.2. a) Dans combien des dossiers visés à la question 1,l'administration a-t-elle été condamnée?b) Pouvez-vous fournir un récapitulatif chiffré par annéeconcernée?3. Au paiement de quels montants l'administration a-telleété condamnée?DO 2010201103379Vraag nr. 31 van de heer volksvertegenwoordiger PeterLogghe van 20 mei 2011 (N.) aan destaatssecretaris voor de coördinatie van deFraudebestrijding, toegevoegd aan de eersteminister, en staatssecretaris, toegevoegd aan deminister van Justitie:Uitbetalingen inzake aansprakelijkheid door federaleoverheden, instellingen en diensten.Onlangs geraakte bekend dat het Waalse Gewest tussen1 augustus 2008 en 31 december 2010, 81 veroordelingenheeft opgelopen in zaken betreffende haar burgerlijke aansprakelijkheid.Het totale bedrag van de sommen die moetenuitgekeerd worden, overschrijdt 3 miljoen euro. In 77zaken werd het Waalse Gewest niet verantwoordelijkgesteld, werd de eis afgewezen en moest het de sommen,voor een totaal van 2,87 miljoen euro niet betalen.De vraag is wat de toestand op het federale vlak is, entegen welke veroordelingen inzake burgerlijke aansprakelijkheidhet Vlaamse Gewest en het Brussels HoofdstedelijkGewest aankijken. Ik beperk mij in deze vraagstellingtot uw bevoegdheden en de instellingen, (FOD-) dienstenenzovoort, die onder uw bevoegdheden vallen.1. a) Is het mogelijk cijfergegevens mee te delen inzakede jaarlijkse evolutie van vorderingen tegen instellingen endiensten die onder uw bevoegdheid vallen en waar de burgerlijkeaansprakelijkheid was betrokken?b) Graag cijfers van 2005 tot en met vandaag.2. a) In hoeveel van de gevallen onder vraag 1 werd deoverheid veroordeeld?b) Kan u een cijfermatig overzicht per betrokken jaargeven?3. Tot welke bedragen werd de overheid veroordeeld?CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

256 QRVA 53 0354. Dans combien de dossiers, la responsabilité de l'administrationn'a-t-elle pas été retenue?5. Quelles étaient les montants en jeu dans le cadre de laquestion 4?6. Combien d'actions restent pendantes et en attente d'unjugement?Réponse du secrétaire d'État à la coordination de laLutte contre la fraude, adjoint au premier ministre, etsecrétaire d'Etat, adjoint au ministre de la Justice du06 juillet 2011, à la question n° 31 de monsieur ledéputé Peter Logghe du 20 mai 2011 (N.):4. In hoeveel van de gevallen werd de overheid vrijgesprokenvan aansprakelijkheid?5. Om welke sommen ging het in vraag 4?6. Hoeveel vorderingen zijn nog steeds hangend enwachten op een uitspraak?Antwoord van de staatssecretaris voor de coördinatievan de Fraudebestrijding, toegevoegd aan de eersteminister, en staatssecretaris, toegevoegd aan deminister van Justitie van 06 juli 2011, op de vraag nr. 31van de heer volksvertegenwoordiger Peter Logghe van20 mei 2011 (N.):Réponse à la question n° 1 à 6: Antwoord op vraag nr. 1 tot en met 6:Je n'ai pas la tutelle d'une administration, d'une institutionpublique ou d'un service public.Er vallen geen administraties, overheidsinstellingen ofdiensten onder mijn bevoegdheid.DO 2010201103669Question n° 33 de madame la députée Carina VanCauter du 23 juin 2011 (N.) au secrétaire d'État àla coordination de la Lutte contre la fraude,adjoint au premier ministre, et secrétaire d'Etat,adjoint au ministre de la Justice:DO 2010201103669Vraag nr. 33 van mevrouw de volksvertegenwoordigerCarina Van Cauter van 23 juni 2011 (N.) aan destaatssecretaris voor de coördinatie van deFraudebestrijding, toegevoegd aan de eersteminister, en staatssecretaris, toegevoegd aan deminister van Justitie:Les banques aident les sites de paris (QO 4862). Banken helpen gokwebsites (MV 4862).Je voudrais faire référence à la loi du 10 janvier 2010modifiant la loi du 7 mai 1999 sur les jeux de hasard, lesétablissements de jeux de hasard et la protection desjoueurs, en ce qui concerne la Commission des jeux dehasard. Cette loi vise notamment à lutter contre les sites deparis illégaux.Selon un article paru le samedi 21 mai 2011 dans le quotidienDe Tijd, les banques belges refuseraient de collaborerà la mise en oeuvre de cet objectif.Selon la Commission des jeux de hasard, les banquescontinueraient en effet à mettre des comptes bancaires etdes services de cartes de crédit à la disposition des intéressés.Or la Commission des jeux de hasard est formelle: cefaisant, les banques enfreignent la loi.Febelfin (la fédération-coupole du secteur financierbelge) défend cependant les banques en arguant del'absence à ce jour d'un cadre juridique clair en la matière.Les arrêtés d'exécution, qui devaient énoncer clairementles devoirs des banques et, à l'inverse, les contraintes quine peuvent leur être imposées, n'ont semble-t-il pas encoreété publiés. Les deux secteurs se sont déjà rencontrés à cesujet le jeudi 19 mai 2011.Ik verwijs naar de wet van 10 januari 2010 tot wijzigingvan de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de kansspelinrichtingenen de bescherming van de spelers, wat deKansspelcommissie betreft. De wet heeft onder meer alsdoelstelling de illegale goksites te bestrijden.In De Tijd van zaterdag 21 mei 2011 lazen wij dat de Belgischebanken niet zouden willen meewerken.Volgens de Kansspelcommissie zouden deze immers blijvendbankrekeningen en kredietkaartdiensten ter beschikkingstellen. De Kansspelcommissie is formeel: hiermeeovertreden de banken de wet.Febelfin (de overkoepelende federatie voor de Belgischefinanciële sector) echter verdedigt de banken door te stellendat er momenteel nog geen duidelijk juridisch kaderbestaat. De uitvoeringsbesluiten, die duidelijk bepalen water verwacht en net niet verwacht wordt van de banken,zouden nog niet gepubliceerd zijn. Beide sectoren zatenhierover reeds samen op donderdag 19 mei 2011.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 2571. Une concertation a-t-elle effectivement eu lieu entreles banques belges et la Commission des jeux de hasard?2. Confirmez-vous que les banques ne collaborent pas auprocessus et qu'elles continuent à mettre à la dispositiondes intéressés des comptes et des services relatifs à des cartesde crédit ou manque-t-il des arrêtés d'exécution régissantcette matière?3. Quelles mesures envisagez-vous de prendre à cetégard?Réponse du secrétaire d'État à la coordination de laLutte contre la fraude, adjoint au premier ministre, etsecrétaire d'Etat, adjoint au ministre de la Justice du06 juillet 2011, à la question n° 33 de madame ladéputée Carina Van Cauter du 23 juin 2011 (N.):1. Dans le cadre de l'implémentation de la nouvelle loisur les jeux de hasard et plus particulièrement en fonctionde la lutte contre l'offre illicite de jeux de hasard sur l'Internet,la Commission des jeux de hasard a pris contact avecdifférents intervenants concernés. C'est ainsi qu'elle a priscontact avec Febelfin en sa qualité d'organisation professionnellereprésentative des banques individuelles. Eneffet, sans possibilité de procéder au paiement, un joueurne pourra pas participer à un jeu de hasard illicite offert viaInternet.Il y a donc eu effectivement une concertation avec desreprésentants de Febelfin. Par la suite, la Commission desjeux de hasard a transmis un projet de note de coopérationà Febelfin. La Commission a insisté sur la nécessité des'attaquer énergiquement au problème de l'exploitation desjeux de hasard illicites.À la mi-mai 2011, Febelfin a fait savoir à la Commissiondes jeux de hasard qu'elle doutait de la légalité de la coopérationdemandée.Ensuite, le journal "de Tijd" a publié un article danslequel on disait que les banques ne voulaient pas coopérerà la lutte contre les sites web de jeux de hasard illicites.Pour être complet, il faut observer que la Commissiondes jeux de hasard n'a pas pris contact avec des banquesindividuellement.2. En fait, cette information est dépassée parce qu'entretemps,le CEO de Febelfin a repris contact avec la Commissiondes jeux de hasard pour voir dans quelle mesureune coopération concrète pouvait être mise sur pied.À la suite de cela, une concertation a eu lieu le 14 juin2011 entre Febelfin et la Commission des jeux de hasard.Un de mes conseillers y a assisté.1. Is er effectief overleg geweest tussen de Belgischebanken en de Kansspelcommissie?2. Is de berichtgeving correct dat de banken niet meewerkendoor blijvend bankrekeningen en kredietkaartdienstenter beschikking te stellen of ontbreken inderdaad de uitvoeringsbesluitenom dit alles te regelen?3. Wat overweegt u terzake te doen?Antwoord van de staatssecretaris voor de coördinatievan de Fraudebestrijding, toegevoegd aan de eersteminister, en staatssecretaris, toegevoegd aan deminister van Justitie van 06 juli 2011, op de vraag nr. 33van mevrouw de volksvertegenwoordiger Carina VanCauter van 23 juni 2011 (N.):1. In het kader van de implementatie van de nieuwe kansspelweten meer in het bijzonder in functie van de strijdtegen het illegaal aanbod aan Internet-kansspelen nam deKansspelcommissie contact op met verschillende betrokkenpartijen. Zo werd Febelfin gecontacteerd als representatieveberoepsorganisatie voor de individuele banken.Zonder mogelijkheid tot betaling zal een speler immersniet aan een illegaal, via het Internet aangeboden kansspelkunnen deelnemen.Er heeft dan effectief overleg plaats gevonden met vertegenwoordigersvan Febelfin. Een ontwerp van samenwerkingsnotawerd vervolgens aan Febelfin overgemaakt doorde Kansspelcommissie. Deze laatste drong aan op eendoortastende aanpak van het probleem van de exploitatievan illegale kansspelen.Medio mei 2011 heeft Febelfin dan aan de Kansspelcommissielaten weten de gevraagde medewerking vanuitlegistiek oogpunt in vraag te stellen.Daarop is dan in "de Tijd" het artikel verschenen dat aangafdat de banken niet zouden willen meewerken aan hetbestrijden van de illegale kansspel-websites.Er dient volledigheidshalve opgemerkt te worden dat deKansspelcommissie geen individuele banken heeft aangesproken.2. De berichtgeving is in feite reeds achterhaald omdatondertussen de CEO van Febelfin opnieuw contact heeftgezocht met de Kansspelcommissie om na te gaan in welkemate een concrete samenwerking kan worden opgezet.Als gevolg daarvan vond er op 14 juni 2011 een overlegplaats tussen Febelfin en de Kansspelcommissie. Eén vanmijn adviseurs was daarbij aanwezig.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

258 QRVA 53 035La réunion s'est déroulée dans un esprit constructif.Febelfin a dit explicitement qu'elle voulait coopérer avec laCommission des jeux de hasard. L'étape suivante sera laprise des accords concrets nécessaires.3. Lors des travaux préparatoires de la nouvelle loi sur lesjeux de hasard, le législateur a dit sans conteste que celuiqui est coresponsable de l'exploitation illicite de jeux dehasard devait être sanctionné lui aussi. En effet, le nouvelarticle 4 de la loi sur les jeux de hasard prévoit en effetexplicitement que quiconque facilite l'exploitation d'un jeude hasard non autorisé sera sanctionné lui aussi. Et, commeje l'ai déjà précisé, la participation à des jeux de hasard illicitesn'est possible qu'après paiement, soit, en d'autresmots, après intervention des banques.Par conséquent, la Commission des jeux de hasard ditclairement qu'il n'est pas nécessaire d'avoir des arrêtésroyaux pour mettre une collaboration sur pied. Elle ditaussi que si les banques ne sont pas disposées à coopérer,elles risquent des poursuites pénales.4. Comme je l'ai déjà précisé, les intervenants concernésse réunissent à nouveau pour voir s'il est possible d'élaborerun accord de coopération compte tenu de la réglementationen vigueur. En outre, étant donné que, comme je l'aiprécisé aussi, la loi est suffisamment claire en soi, la questiond'une nouvelle réglementation ne se pose pas.De vergadering is constructief verlopen. Febelfin heeftuitdrukkelijk aangegeven te willen meewerken met deKansspelcommissie. Er zal thans getracht worden denodige concrete afspraken te maken.3. De wetgever heeft bij de totstandkoming van denieuwe kansspelwet onmiskenbaar aangegeven dat wiemee verantwoordelijk is voor de illegale exploitatie vankansspelen mee moet worden bestraft. Het nieuwe artikel 4van de Kansspelwet bepaalt immers uitdrukkelijk dat ookzij die de exploitatie van een illegaal kansspel vergemakkelijkenstrafbaar zijn. En, zoals reeds aangegeven, zal dedeelname aan illegale kansspelen enkel maar mogelijk zijnna betaling, zijnde met andere woorden na tussenkomstvan de banken.De Kansspelcommissie stelt bijgevolg duidelijk dat ergeen uitvoeringsbesluiten nodig zijn om een samenwerkingte regelen. Ook geeft ze aan dat als de banken nietbereid zijn om samen te werken, zij strafrechtelijke vervolgingriskeren.4. Zoals reeds aangegeven zullen de betrokken actorenopnieuw samen komen om te zien of een samenwerkingsakkoordkan worden uitgewerkt binnen de voorliggenderegelgeving. Vermits daarenboven, zoals eveneens reedsaangegeven, de wet op zich voldoende duidelijk is, is devraag naar nieuwe regelgeving niet aan de orde.DO 2010201103674Question n° 35 de madame la députée Ann Vanheste du29 juin 2011 (N.) au secrétaire d'État à lacoordination de la Lutte contre la fraude, adjointau premier ministre, et secrétaire d'Etat, adjointau ministre de la Justice:DO 2010201103674Vraag nr. 35 van mevrouw de volksvertegenwoordigerAnn Vanheste van 29 juni 2011 (N.) aan destaatssecretaris voor de coördinatie van deFraudebestrijding, toegevoegd aan de eersteminister, en staatssecretaris, toegevoegd aan deminister van Justitie:Messages d'hameçonnage (QO 5256). Phishing-berichten (MV 5256).Le phénomène de l'hameçonnage (ou phishing) est enpleine expansion. On a en effet constaté, au cours des derniersmois, une énorme augmentation du nombre de courrielsd'hameçonnage. Le but de tels messages est d'obtenirde manière détournée différentes données financières,comme des numéros de carte ou de code.Het fenomeen van phishing-berichten is bezig aan eenware opmars. De jongste maanden werd er een enorme toenamevastgesteld van het aantal phishing e-mails. Aan dehand van dergelijke e-mails tracht men om verschillendefinanciële gegevens, zoals kaartnummers en codes, te ontfutselen.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 259Pour l'instant, ce sont surtout les banques Rabobank etING qui sont visées par ce genre d'attaques lancées vial'internet. J'ai moi-même déjà reçu de très nombreux courrielsdans lesquels on me demandait de communiquer mesdonnées, alors que je ne suis même pas client auprès de cesbanques. Le gros problème est que les adresses mail paraissentcorrectes, mais il est vrai que ces adresses sont trèsfaciles à falsifier. Ces courriels d'hameçonnage sont enoutre liés à des sites Web pratiquement identiques aux sitesofficiels des banques concernées. De fil en aiguille, cesfaux sites poussent les internautes à encoder leurs donnéesde connexion. À partir de ce moment-là, c'est un vrai jeud'enfant pour les fraudeurs de se connecter au service debanque par internet en utilisant les données communiquéespar leurs victimes.1. Avez-vous une idée du nombre de personnes dupéesdont le compte bancaire a été piraté?2. Ne serait-il pas souhaitable de lancer une campagned'information pour mieux faire connaître ce phénomène aupublic et surtout pour que chacun sache où porter plaintes'il est victime de telles pratiques?Réponse du secrétaire d'État à la coordination de laLutte contre la fraude, adjoint au premier ministre, etsecrétaire d'Etat, adjoint au ministre de la Justice du06 juillet 2011, à la question n° 35 de madame ladéputée Ann Vanheste du 29 juin 2011 (N.):1. Les sites web de phishing sont connus depuis longtempsdéjà comme étant un moyen dont les criminels seservent pour subtiliser les données personnelles ou lescodes de sécurité de leurs victimes.De nos jours, grâce à la sécurisation des applications d'ebankingen Belgique, il est impossible d'avoir accès auxcomptes bancaires uniquement à l'aide de données subtilisésavec des sites de phishing.En 2010, il n'y eut encore qu'un seul cas enregistré devictime d'escroquerie à l'e-banking.Toutefois, cela ne signifie pas que les sites web dephishing ne constituent pas un danger en Belgique. Eneffet, il existe beaucoup d'autres services via l'internet,comme les services de courriel et les comptes de réseauxsociaux, qui ne sont protégés que par un nom d'utilisateuret un mot de passe.L'industrie de l'information et les entreprises de sécurisations'affairent à identifier des tels sites aussi vite que possibleet à les éliminer du net ou à les marquer comme sitesdangereux dans le navigateur. Elles se basent sur des analysesdes courriels-spams et sur des plaintes.Op dit moment zijn voornamelijk de banken Rabobanken ING de dupe van dergelijke internetaanvallen. Ook ikheb al ettelijke mails ontvangen waarin men vraagt ommijn gegevens achter te laten, terwijl ik niet eens klant benbij deze banken. Het grote probleem is dat de e-mailadressenecht lijken te zijn, en ze zijn uiteraard zeer makkelijk tevervalsen. In dergelijke e-mails staat een koppeling naareen website die zo goed als identiek is aan de officiëlewebsite van de banken. Men probeert de ontvanger zo verte krijgen om zijn klantengegevens in te vullen op de website.Daarna is het voor de fraudeurs kinderspel om in teloggen op de online banking van degene die zijn gegevensinvulde.1. Heeft u zicht op het aantal gedupeerden wiens bankrekeningwerd gekraakt?2. Zou het niet wenselijk zijn om een voorlichtingscampagnete voeren, zodat iedereen weet dat dit bestaat envooral dat iedereen weet waar men zo'n klacht moetendeclareren?Antwoord van de staatssecretaris voor de coördinatievan de Fraudebestrijding, toegevoegd aan de eersteminister, en staatssecretaris, toegevoegd aan deminister van Justitie van 06 juli 2011, op de vraag nr. 35van mevrouw de volksvertegenwoordiger AnnVanheste van 29 juni 2011 (N.):1. Phishing websites is reeds lang een gekende wijzewaardoor criminelen hun slachtoffers hun persoonsgegevensof beveiligingscodes ontfutselen.Door de beveiliging van de e-bankingtoepassingen inBelgië vandaag is het onmogelijk om louter op basis vangegevens verkregen met phishingwebsites toegang te verkrijgentot bankrekeningen.In 2010 was er nog slechts één geregistreerd geval vanmisbruik van e-banking.Dit betekent echter niet dat phishing websites in Belgiëgeen gevaar zouden betekenen. Er bestaan immers heelveel andere internetdiensten die wel slechts met gebruikersnaamen paswoord zijn beschermd, denk maar aan allewebmaildiensten en sociale netwerk accounts.De informatie industrie en de securitybedrijven maken ereen punt van om zo snel mogelijk dergelijke sites te identificerenen ze offline te krijgen of ze in de browser aan teduiden als gevaarlijke websites. Ze werken hierbij op basisvan analyses van spammails en op basis van meldingen.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

260 QRVA 53 035Si un tel site est localisé en Belgique et fait l'objet d'uneplainte auprès de la police ou est signalé à Cert.be, il estmis hors service après quelques heures. Pour ce faire, lesbanques, la police et Cert.be coopèrent.2. Les victimes peuvent communiquer leurs plaintes àleur banque ou à la police. L'existence de sites de phishingpeut être signalée au point de contact belge en ligne "ecops"(www.ecops.be) et le signalement fait l'objet d'untraitement par la Police fédérale ou le Service public fédéralÉconomie.Ceci dit, nous ne pouvons pas exclure que de nouveauxsites ou courriels de phishing apparaissent. Dans ce cas, ilappartient à l'utilisateur d'Internet de réagir de manièreadéquate. En effet, un homme/ une femme averti(e) en vautdeux.C'est pourquoi les campagnes de prévention constituentdes outils importants pour porter les dangers de la criminalitéen ligne, et notamment les sites de phishing, à l'attentiond'un large public.C'est une responsabilité partagée de tous ceux qui ont unrôle directeur dans notre société: les écoles, les entreprises,les organisations de consommateurs et les pouvoirs publicsdoivent jouer leur rôle. Et, cela va de soi, les médias audiovisuelset la presse écrite mais principalement aussi les servicesd'information en ligne ont également une tâcheimportante à remplir.Toutefois, pour que la prévention soit efficace, il faut quele message soit actuel, clair et répété suffisamment. Unecombinaison de communiqués de presse, de séancesd'information, de campagnes nationales et de sites d'informationen ligne est indiquée et est déjà une réalité.Différentes organisations et écoles organisent annuellementdes séances d'information pour les personnes de leurcommunauté. Les pouvoirs publics (entre autres les CCUde la police et Fedict), l'industrie (entre autres Microsoft),des ONG (Child Focus, le CRIOC) donnent chaque annéequelques centaines de séances d'information à travers lepays.La campagne "Surfez en sécurité" avec des recommandationshebdomadaires dans des spots à la radio et sur le siteweb de la Police fédérale:- La campagne "Saferinternet.be" de Child focus et duCRIC, avec une journée internationale de prise deconscience;Indien een dergelijke website zich in België bevindt en erwordt een klacht neergelegd bij politie of een meldinggemaakt bij Cert.be dan wordt een dergelijke website binneneen periode van enkele uren buiten werking gesteld.Hiervoor is er samenwerking tussen de banken, de politieen Cert.be.2. Slachtoffers kunnen steeds terecht met hun klachtenbij hun bank en bij de politie. Meldingen omtrent hetbestaan van phishing websites kunnen steeds wordengedaan op het overheidsmeldpunt inzake internetmisbruikwww.ecops.be waarbij de afhandeling gebeurt door deFederale politie of door de Federale Overheidsdienst Economischezaken.Toch kunnen we hiermee niet uitsluiten dat er nieuwephishing websites en phishing e-mails opduiken. En dan ishet natuurlijk aan de internetgebruiker om gepast te reageren.Een verwittigd man/ vrouw is er immers twee waard.Daarom zijn preventiecampagnes belangrijke elementenom de gevaren van internetcriminaliteit met onder anderede phishingwebsites onder de aandacht van een breedpubliek te brengen.Dit is een gedeelde verantwoordelijkheid van allen die inde maatschappij een leidinggevende rol spelen: zowel descholen, bedrijven, (consumenten-)organisaties als deoverheid dienen hierin hun rol te spelen. En vanzelfsprekendis ook hier een belangrijke taak weggelegd voor demedia, de geschreven pers maar voornamelijk ook voor deinformatiediensten in de cyberwereld.Preventie is echter maar effectief als de boodschap actueel,helder en voldoende malen wordt gebracht. Een combinatievan persberichten, informatiesessies, landelijkecampagnes en informatiewebsites is aangewezen. En dit isvandaag zeker reeds van toepassing.Diverse organisaties en scholen organiseren jaarlijksinformatiesessies voor mensen uit hun leefgemeenschap.Vanuit de overheid (onder meer CCU's van de politie,Fedict), de industrie (bijvoorbeeld Microsoft), ngo's (ChildFocus, OIVO) worden jaarlijks enkele honderden informatiesessiesgegeven over het gehele land:- De campagne "Veilig surfen" met wekelijkse aanbevelingenin radiospots en op de website van de Federale politieen radiospots;- De campagne "Saferinternet.be" Child Focus en OIVOmet een internationale bewustmakingsdag;- La campagne "Clicksafe.be"; - De campagne "Clicksafe.be";CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 261- Le site d'information "Spamsquad.be" où les secteurspublic et privé coopèrent pour limiter les spams;- Le guide d'information pour les utilisateurs d'Internetédité par le Service public fédéral Économie et qui peutêtre obtenu via son site web;- Les pages d'information "e-Banking en sécurité" sur lesite web de Febelfin.Dans le passé, le Service public fédéral Économie a menéaussi différentes campagnes, destinées principalement auxjeunes mais aussi aux moins jeunes, avec des bandes dessinées:notamment "Bob et Bobette - Le Site Sinistre" et"Lucky Luke - L'Arnaque".- De informatiewebsite: Spamsquad.be publiek-privatesamenwerking om spam te beperken;- De informatiegids voor internetgebruikers van FederaleOverheidsdienst Economische Zaken verkrijgbaar viawebsite;- De informatie webpagina's "veilig internetbankieren"op de website van Febelfin.In het verleden werden ook reeds diverse campagnesgevoerd door de Federale Overheidsdienst EconomischeZaken waarbij voornamelijk de jeugd maar ook ouderenwerden aangesproken met stripverhalen: onder meer"Suske en Wiske en de Sinistere Site" en "Lucky Luke -Sluipend bedrog".Secrétaire d'État à la Modernisation du servicepublic fédéral Finances, à la Fiscalitéenvironnementale et à la Lutte contre la fraudefiscale, adjoint au ministre des FinancesStaatssecretaris voor de Modernisering van defederale overheidsdienst Financiën, deMilieufiscaliteit en de Bestrijding van de fiscalefraude, toegevoegd aan de minister van FinanciënDO 2010201103324Question n° 23 de monsieur le député Peter Logghe du16 mai 2011 (N.) au secrétaire d'État à laModernisation du service public fédéralFinances, à la Fiscalité environnementale et à laLutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministredes Finances:Feux de bruyères. - Villes et communes. - Assurance incendie.La commune de Meeuwen-Gruitrode qui a subi d'importantsdommages à la suite de feux de forêt et de bruyèrestenterait à présent de récupérer les dommages par le biaisdes assurances incendie. Pas moins de 350 des 2.100 hectaresde zone naturelle ont été détruits. L'assureur incendiepourrait alors se substituer à la commune et tenter de répercuterle montant versé à titre de dédommagement surd'éventuels tiers responsables.1. a) Est-il déjà arrivé par le passé que des communes oudes villes tentent d'obtenir une indemnisation par le biaisde leur assurance incendie pour une surface forestière oude bruyère détruite par un incendie?b) Pouvez-vous communiquer les chiffres pour les cinqdernières années, de 2005 à 2010?DO 2010201103324Vraag nr. 23 van de heer volksvertegenwoordiger PeterLogghe van 16 mei 2011 (N.) aan destaatssecretaris voor de Modernisering van defederale overheidsdienst Financiën, deMilieufiscaliteit en de Bestrijding van de fiscalefraude, toegevoegd aan de minister vanFinanciën:Heidebranden. - Steden en gemeenten. - Brandverzekering.De gemeente Meeuwen-Gruitrode, die forse schademoest ondervinden ten gevolge van een bos- en heidebrand,zou nu proberen de schade via de brandverzekeringentetug te halen. Er zijn niet minder dan 350 hectarenvan de 2.100 hectaren natuurgebied vernield. Door deschade terug te halen zou de brandverzekeraar in de plaatsworden gesteld van de gemeente en zou ze kunnen proberenhet uitbetaalde schadebedrag te verhalen op eventueleverantwoordelijke derde partijen.1. a) Is dit in het verleden nog gebeurd: gemeenten of stedendie proberen via hun brandverzekering een vergoedingte krijgen voor stukken bos of heide die door een uitslaandebos- of heidebrand zijn vernield?b) Kan u cijfergegevens meedelen van de jongste vijfjaar, tussen 2005 en 2010?CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

262 QRVA 53 0352. Concernant la récupération des dédommagements versésauprès de tiers responsables, il semblerait que les assureursincendie ne récupéraient pas ou peu lesdédommagements versés auprès de tiers responsables lorsqueleurs bénéfices n'étaient pas sous pression.Disposez-vous de chiffres sur l'évolution des procéduresde récupération introduites annuellement par des compagniesd'assurance vis-à-vis de tiers responsables?3. Dans quels secteurs (incendie, automobile, particuliers,sociétés) des dédommagements ont-ils été récupérésauprès des parties responsables?4. Quels montants ont été récupérés par les assureurs aucours des années concernées?5. Pourriez-vous présenter une répartition régionale deschiffres visés dans les questions 1 à 4?Réponse du secrétaire d'État à la Modernisation duservice public fédéral Finances, à la Fiscalitéenvironnementale et à la Lutte contre la fraude fiscale,adjoint au ministre des Finances du 07 juillet 2011, à laquestion n° 23 de monsieur le député Peter Logghe du16 mai 2011 (N.):Préambule: permettez-moi tout d'abord de rappeler queles questions relatives aux Assurances doivent être adresséesau ministre des Finances, en charge de la réglementationen matière d'assurances. Je puis néanmoins vous fairepart des informations suivantes.1. La politique des villes et des communes concernantl'assurance incendie n'appartient pas au domaine de compétencede l'autorité fédérale. Cependant, une bonne politiqued'assurance doit certainement être encouragée,compte tenu du fait qu'elle témoigne d'un comportementproactif de la protection du patrimoine communal.2. à 5. L'entreprise d'assurance décide de manière autonomedu recours après indemnisation des dommages. Eneffet, de manière générale, lorsqu'un assureur a indemniséson assuré, il est subrogé dans les droits de celui-ci àl'égard d'un éventuel responsable ou de son assureur RC.L'exercice du droit de recours est laissé à l'appréciation del'assureur qui pourra, par exemple, tenir compte de l'enjeuet des caractéristiques du dossier, pour décider d'intenterou non le recours contre le responsable.Les chiffres individuels y afférents ne sont pas connus.Cependant, la Banque nationale publie une statistique desopérations d'assurance directe 'non vie' en Belgique. Cettestatistique reprend les données de 107 produits depuis2003.2. Over het verhalen van de uitbetaalde schade op verantwoordelijkederden: men heeft de indruk dat brandverzekeraars,in tijden dat hun winsten niet onder druk stonden, deuitbetaalde schades weinig of niet gingen verhalen op verantwoordelijkederden.Heeft u cijfergegevens betreffende de evolutie van dejaarlijkse verhaalprocedures van verzekeringsmaatschappijenop verantwoordelijke derde partijen?3. In welke sectoren werd er verhaald op de verantwoordelijkederden: brand, auto, particulieren, bedrijven?4. Welke sommen werden door de verzekeringssectorover de betrokken jaren teruggehaald?5. Zou u de cijfergegevens op de vragen 1 tot en met 4kunnen regionaliseren?Antwoord van de staatssecretaris voor deModernisering van de federale overheidsdienstFinanciën, de Milieufiscaliteit en de Bestrijding van defiscale fraude, toegevoegd aan de minister vanFinanciën van 07 juli 2011, op de vraag nr. 23 van deheer volksvertegenwoordiger Peter Logghe van 16 mei2011 (N.):Woord vooraf: Ik zou er in de eerste plaats aan willenherinneren dat vragen over verzekeringen gesteld moetenworden aan de minister van Financiën, bevoegd voor deverzekeringsreglementering. Ik kan u evenwel de volgendeinformatie verstrekken.1. Het stedelijke of gemeentelijke beleid met betrekkingtot de brandverzekering behoort niet tot het bevoegdheidsdomeinvan de federale overheid. Evenwel moet een goedverzekeringsbeleid aangemoedigd worden aangezien hetgetuigt van een proactieve houding bij de bescherming vanhet gemeentelijke patrimonium.2. - 5. Over het verhaal van de uitbetaalde schade beslistde verzekeringsonderneming autonoom. Wanneer een verzekeraarde schade van een verzekerde heeft uitbetaald,wordt immers over het algemeen in diens rechten getredentegenover een eventuele aansprakelijke of zijn BA-verzekeraar.De uitoefening van het verhaalrecht wordt terbeoordeling voorgelegd aan de verzekeraar die bijvoorbeeldde inzet en de karakteristieken van het dossier in aanmerkingkan nemen in zijn beslissing om al dan nietverhaal tegen de aansprakelijke in te stellen.Individuele cijfers hierover zijn niet bekend. Echterpubliceert de Nationale Bank een statistiek van de rechtstreekseverzekeringsverrichtingen 'niet-leven' in België.Deze statistiek bevat de gegevens van 107 producten sinds2003.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 263Pour chaque produit est reprise une ligne 2.4. 'chargestechniques à récupérer'. Sont portées sous ce poste, lessommes récupérées provenant des recours, des franchises,de l'acquisition des droits des assurés vis-à-vis des tiers(subrogation) ou de l'obtention de la propriété légale desbiens assurés (sauvetage), sans préjudice de dispositionslégales ou réglementaires particulières. Ces montants nesont pas anodins.Voor elk product herneemt de statistiek een lijn 2.4.'Teruggewonnen technische lasten'. Het gaat hier meerbepaald over ontvangen bedragen uit verhaal, de vrijstellingen,de verkrijging van de rechten van de verzekerdenjegens derden (subrogatie) of de verkrijging van de wettigeeigendom van de verzekerde goederen (berging) onverminderdde wettelijke en reglementaire bepalingen. Dezebedragen zijn niet onbeduidend.Secrétaire d'État au Budget, à la Politique demigration et d'asile, à la Politique des familles etaux Institutions culturelles fédéralesStaatssecretaris voor Begroting, Migratie- enasielbeleid, Gezinsbeleid en Federale CultureleInstellingenDO 0000201000238Question n° 136 de monsieur le député Denis Ducarmedu 21 juin 2011 (Fr.) au secrétaire d'État auBudget, à la Politique de migration et d'asile, à laPolitique des familles et aux Institutionsculturelles fédérales:Le programme de réinstallation du HCR.Le Haut Commissariat des Nations Unies pour les réfugiés(UNHCR) a appelé le 6 juillet 2010 à une augmentationsignificative des places offertes par des pays tiers pourla réinstallation de réfugiés, estimant que d'ici trois à cinqans, plus de 805.000 réfugiés auront besoin d'être réinstallés,alors que 80.000 places seulement sont offertes.Plus de 80% des réfugiés dans le monde vivent dans despays en développement, où nombre d'entre eux ne sont pasen sécurité et n'ont aucune possibilité d'intégration. Pour denombreux réfugiés, la réinstallation dans un pays tiers estle seul moyen de trouver durablement la sécurité et un nouveau"chez-soi".Alors que le rapatriement librement consenti reste lasolution préférée par la plupart des réfugiés dans le monde,un conflit persistant ou une crainte de persécution empêchesouvent les personnes de rentrer dans leur pays d'origine.DO 0000201000238Vraag nr. 136 van de heer volksvertegenwoordigerDenis Ducarme van 21 juni 2011 (Fr.) aan destaatssecretaris voor Begroting, Migratie- enasielbeleid, Gezinsbeleid en Federale CultureleInstellingen:Hervestigingsprogramma van de UNHCR.Op 6 juli 2010 riep de UNHCR (United Nations HighCommissioner for Refugees) op tot een aanzienlijke verhogingvan het aantal plaatsen dat door derde landen voor dehervestiging van vluchtelingen wordt aangeboden. Binnendrie tot vijf jaar zullen immers meer dan 805.000 vluchtelingennood hebben aan hervestiging, terwijl er slechts80.000 plaatsen beschikbaar zijn.Meer dan 80 procent van de vluchtelingen bevindt zich inontwikkelingslanden, waar velen van hen in onveiligeomstandigheden leven, zonder enige kans op integratie.Voor tal van vluchtelingen is hervestiging in een derde landde enige manier om in veiligheid te kunnen leven en eennieuwe thuis te vinden.Voor het merendeel van de vluchtelingen overal terwereld blijft vrijwillige repatriëring natuurlijk de uitverkorenoplossing. Vaak kunnen zij echter niet naar hun landvan herkomst terugkeren omdat er een langdurig conflictwoedt of omdat zij vrezen voor vervolging.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

264 QRVA 53 035Le HCR mène en ce moment des consultations annuellessur cette question avec des représentants des gouvernementset d'organisations non gouvernementales. Un nombreencore limité de pays participe aux programmes deréinstallation du HCR, en acceptant des réfugiés dans lecadre d'un système annuel de quotas. Ces États offrentaujourd'hui 80.000 places, alors que les projections duHCR prévoient que 747.000 personnes auront besoin d'uneréinstallation en 2010 et 805.000 en 2011, un record.1. a) La Belgique et l'Union européenne participent-ellesaux programmes de réinstallation du HCR?b) Si oui, est-il envisagé d'augmenter le nombre de places?Samen met regeringsvertegenwoordigers en ngo's houdtde UNHCR momenteel jaarlijkse raadplegingen over dezekwestie. Een beperkt aantal landen neemt deel aan de hervestigingsprogramma'svan de UNHCR en aanvaardtvluchtelingen in het kader van een jaarlijks quotasysteem.Die landen bieden vandaag 80.000 plaatsen aan, terwijl deUNHCR heeft becijferd dat in 2010 maar liefst 747.000personen nood zullen hebben aan hervestiging. In 2011 zoudat cijfer zelfs oplopen tot 805.000, een nieuw record.1. a) Nemen België en de Europese Unie deel aan de hervestigingsprogramma'svan de UNHCR?b) Zo ja, zullen er bijkomende plaatsen ter beschikkingworden gesteld?c) Dès lors quelle serait cette augmentation? c) Over hoeveel plaatsen zou het dan gaan?2. En septembre 2009, la Commission européenne proposaitde créer un programme européen commun de réinstallation.Où en est l'évolution de ce projet?Réponse du secrétaire d'État au Budget, à la Politiquede migration et d'asile, à la Politique des familles et auxInstitutions culturelles fédérales du 05 juillet 2011, à laquestion n° 136 de monsieur le député Denis Ducarmedu 21 juin 2011 (Fr.):1. a) La Belgique ne dispose pas actuellement d'une politiquede réinstallation à part entière mais participe sur unebase ad hoc à différentes opérations de réinstallation organiséesà l'initiative du HCR (Haut Commissariat desNations Unies pour les réfugiés) et de la Commission européenne.En 2009, la Belgique avait mis sur pied un projet pilotequi a permis de réinstaller 50 femmes vulnérables en provenanced'Irak. Le gouvernement belge vient par ailleursde décider de réinstaller 25 réfugiés qui ont fui la Libyesuite aux événements qui affectent la région.D'autres États membres de l'UE disposent de programmesde réinstallation basés sur des quotas annuels fixes.b) et c) Suite à un appel lancé par la Commission européenne,plusieurs États membres de l'Union européenne,dont la Belgique, ont décidé de réinstaller un certain nombrede réfugiés en provenance de Libye. La Suède s'estengagée à réinstaller 200 de ces réfugiés, le Portugal 30, laBelgique 25 et les Pays-Bas 20. Pour tous ces pays, sauf laBelgique, ce chiffre entre dans le quota annuel de réinstallation.2. In september 2009 stelde de Europese Commissie voorom een gemeenschappelijk Europees hervestigingsprogrammaop poten te zetten. Hoever is dat project ondertussengeëvolueerd?Antwoord van de staatssecretaris voor Begroting,Migratie- en asielbeleid, Gezinsbeleid en FederaleCulturele Instellingen van 05 juli 2011, op de vraagnr. 136 van de heer volksvertegenwoordiger DenisDucarme van 21 juni 2011 (Fr.):1. a) België heeft op dit ogenblik geen volwaardig hervestigingsbeleid,maar neemt wel ad hoc deel aan verschillendehervestigingsinitiatieven die op vraag van UNHCR(United Nations High Commissioner for Refugees) en deEuropese Commissie worden georganiseerd.Zo heeft België in 2009 een pilootproject opgezet voorde hervestiging van 50 kwetsbare vrouwen uit Irak. Recentheeft de Belgische regering ook besloten om, naar aanleidingvan de ontwikkelingen in Noord-Afrika, 25 vluchtelingenuit Libië te hervestigen.Daarnaast hebben verschillende andere Europese lidstatenhervestigingsprogramma's, met een vast jaarlijks quotum.b) en c) Naar aanleiding van een oproep van de EuropeseCommissie hebben verschillende Europese lidstaten, waaronderBelgië, besloten om een aantal vluchtelingen uitLibië te hervestigen. Zo heeft Zweden zich geëngageerdom 200 vluchtelingen te hervestigen, Portugal 30, België25 en Nederland 20. Behalve voor België gaat het hierbijniet om bijkomende plaatsen, maar om plaatsen die reedsvoorzien waren in het jaarlijkse quotum.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 2652. Sous la présidence suédoise, la Commission a en effetlancé en 2009 une proposition visant à développer unepolitique européenne de réinstallation. Les discussions surle sujet ont progressé très rapidement au début, mais ledossier est bloqué depuis un certain temps en raison d'undésaccord fondamental entre le Parlement européen, d'unepart, et le Conseil et la Commission, d'autre part. Le désaccordporte sur le volet institutionnel de la proposition, àsavoir le recours à la comitologie pour fixer les prioritésannuelles.La présidence hongroise cherche actuellement à dégagerun compromis permettant d'harmoniser les points de vuedes différents acteurs législatifs de l'Union (européenne).2. Onder Zweeds voorzitterschap heeft de Commissieinderdaad in 2009 een voorstel gelanceerd voor de ontwikkelingvan een Europees hervestigingsbeleid. Hoewel deonderhandelingen hierover bijzonder voorspoedig verliepen,is het dossier nu reeds enige tijd geblokkeerd omwillevan een fundamentele onenigheid tussen het Europese Parlementenerzijds en de Europese Raad en de EuropeseCommissie anderzijds, met betrekking tot een institutioneelelement van het voorstel, met name het gebruik vancomitologie voor het vastleggen van de jaarlijkse prioriteiten.Het Hongaarse voorzitterschap werkt op dit ogenblik aaneen compromis om de verschillende wetgevende actorenop EU-niveau terug op één lijn te brengen.DO 0000201000388Question n° 18 de monsieur le député Tanguy Veys du01 septembre 2010 (N.) au secrétaire d'État auBudget, à la Politique de migration et d'asile, à laPolitique des familles et aux Institutionsculturelles fédérales:Absentéisme du personnel fédéral.L'absentéisme des travailleurs belges coûte chaque année5,2 milliards d'euros aux employeurs. En moyenne, un travailleurbelge est malade durant 7,3 jours par période demaladie, et ce chiffre ne cesse de croître, comme le montreune étude réalisée récemment par la société Aon Consulting.En 2008, la Belgique a enregistré un taux d'absentéismede 4,5%, soit le plus important des quatre pays concernéspar l'étude (à savoir la France, l'Allemagne, les Pays-Bas etla Belgique). En revanche, pour l'ensemble de la période2005-2008, notre pays obtient le taux d'absentéisme le plusfaible des quatre États pris en considération (4,06%). Toujoursselon Aon Consulting, c'est en Belgique (29%) que lacroissance la plus importante a été relevée au cours de lamême période.Si les travailleurs allemands ne sont malades que durant6,6 jours en moyenne par période de maladie (contre7,3 jours pour les travailleurs belges), leurs collègues françaiset néerlandais affichent, avec respectivement 13,5 et10 jours, des scores moins bons que celui des travailleursbelges. Selon l'étude, le travailleur belge est malade enmoyenne 2,3 fois par an, contre 2,4 fois pour l'allemand,2 fois pour le néerlandais et 1,8 fois pour le français.L'étude est basée sur les données de 200 employeursreprésentant plus de 370.000 travailleurs.DO 0000201000388Vraag nr. 18 van de heer volksvertegenwoordigerTanguy Veys van 01 september 2010 (N.) aan destaatssecretaris voor Begroting, Migratie- enasielbeleid, Gezinsbeleid en Federale CultureleInstellingen:Absenteïsme federaal personeel.Het absenteïsme onder de werkende Belgen kost dewerkgevers jaarlijks 5,2 miljard euro. Gemiddeld is eenBelgische werknemer 7,3 dagen ziek per ziekteperiode,een getal dat in stijgende lijn zit. Dat blijkt uit een recentestudie van consultant Aon Consulting.In 2008 tekende België de hoogste afwezigheidsgraad op(4,5 procent) onder de vier onderzochte landen in de studie(Frankrijk, België, Duitsland en Nederland). Over de periode2005-2008 was de Belgische afwezigheidsgraad(4,06 procent) wel de laagste van de vier landen. De stijgingvan het ziekteverzuim in de periode 2005-2008 wasmet 29 procent het grootst in België, aldus Aon Consulting.De Belgische werknemer is gemiddeld 7,3 dagen ziek perziekteperiode. Duitsland doet beter met 6,6 dagen. Frankrijken Nederland scoren slechter met respectievelijk13,5 en 10 dagen. De Belg is volgens de studie gemiddeld2,3 keer per jaar ziek. In Duitsland is dat 2,4, in Nederlanden Frankrijk respectievelijk 2 en 1,8 keer.De studie is gebaseerd op gegevens van 200 werkgevers,goed voor meer dan 370.000 werknemers.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

266 QRVA 53 0351. Quel est le nombre annuel moyen de jours de maladiedes membres du personnel dans le cadre de leur domainede compétences et comment ce chiffre a-t-il évolué aucours des dernières années?2. Quel est le nombre moyen de jours de maladie desmembres du personnel par période de maladie dans lecadre de leur domaine de compétences et comment ce chiffrea-t-il évolué au cours des dernières années?3. Quel est le taux moyen d'absentéisme du personneldans le cadre de leur domaine de compétences et commentce chiffre a-t-il évolué au cours des dernières années?4. À combien de reprise les membres du personnel sontilsmalades par an dans le cadre de leur domaine de compétenceset comment ce chiffre a-t-il évolué au cours des dernièresannées?5. Quel a été le coût engendré par l'absentéisme du personnelen 2009, par domaine de compétence, et commentce chiffre a-t-il évolué au cours des dernières années?6. a) A-t-on pris des mesures en vue d'abaisser le tauxd'absentéisme?b) Dans l'affirmative, quelles mesures a-t-on prises à cetégard et quels en sont les résultats?1. Hoeveel dagen per jaar is een personeelslid binnenzijn/haar bevoegdheidsdomeinen gemiddeld ziek en hoe isdit cijfer de voorbije jaren geëvolueerd?2. Hoeveel dagen per ziekteperiode is een personeelslidbinnen zijn/haar bevoegdheidsdomeinen gemiddeld zieken hoe is dit cijfer de voorbije jaren geëvolueerd?3. Wat is de gemiddelde afwezigheidsgraad van het personeelper bevoegdheidsdomein gemiddeld ziek en hoe isdit cijfer de voorbije jaren geëvolueerd?4. Hoeveel keer per jaar is een personeelslid binnen zijn/haar bevoegdheidsdomeinen gemiddeld ziek en hoe is ditcijfer de voorbije jaren geëvolueerd?5. Wat is de kostprijs van het absenteïsme van het personeelper bevoegdheidsdomein in 2009 en hoe is dit cijferde voorbije jaren geëvolueerd?6. a) Werden er maatregelen genomen om absenteïsme tedoen dalen?b) Zo ja, welke en met welk resultaat?c) Dans la négative, pourquoi? c) Zo neen, waarom niet?Réponse du secrétaire d'État au Budget, à la Politiquede migration et d'asile, à la Politique des familles et auxInstitutions culturelles fédérales du 01 juillet 2011, à laquestion n° 18 de monsieur le député Tanguy Veys du01 septembre 2010 (N.):1. à 5. 1. tot en met 5.Le tableau ci-dessous montre l'évolution des chiffresdemandés pour la période 2008-2010.Les quatre premiers indicateurs proviennent de la base dedonnées Medex en date du 10 mars 2011.En ce qui concerne le coût de l'absentéisme, aucun chiffreexact n'est disponible. Le chiffre indiqué est une estimationobtenue en multipliant le nombre de jours de congéde maladie mentionnés dans la base de données Medex parle coût moyen d'un jour de travail pour un agent.Antwoord van de staatssecretaris voor Begroting,Migratie- en asielbeleid, Gezinsbeleid en FederaleCulturele Instellingen van 01 juli 2011, op de vraagnr. 18 van de heer volksvertegenwoordiger Tanguy Veysvan 01 september 2010 (N.):In onderstaande tabel ziet u de evolutie van de gevraagdecijfers voor de periode 2008-2010.De bovenste vier indicatoren zijn afkomstig uit deMedex-databank op 10 maart 2011.Over de kostprijs van het absenteïsme zijn geen exactecijfers voorhanden. Het vermelde cijfer is een raming diebekomen wordt door het aantal ziektedagen vermeld in deMedex-databank te vermenigvuldigen met de gemiddeldekostprijs van één werkdag voor één personeelslid.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 2672008 2009 2010Nombre moyen de jours de congé de maladie par agent par annéeGemiddeld aantal dagen ziekteverlof per personeelslid per jaarNombre moyen de jours de congé de maladie par période de maladieGemiddeld aantal dagen ziekteverlof per ziekteperiodePourcentage moyen d’absentéisme (pour cause de maladie)Gemiddeld ziekteverzuimpercentageNombre moyen de fois qu’un congé de maladie est pris par agent par annéeGemiddeld aantal keer ziekteverlof per personeelslid per jaarCoût de l’absentéismeKostprijs van het absenteïsme13,14 12,81 13,336,14 5,57 6,085,48 % 5,33 % 5,54 %2,14 2,3 2,195 321 063 € 5 999 316 € 6 585 335 €6. Bien que les indicateurs révèlent une augmentation del'absentéisme, des mesures ont été prises afin de maintenirles absences pour maladie sous contrôle.Il s'agit d'une part d'agir préventivement:- en menant une politique de bien-être qui tienne comptede l'équilibre entre vie professionnelle et vie privée(horaire plus flexible, télétravail, garderie) et de la santédes agents (campagne de sensibilisation sur la grippe, vaccinationgratuite contre la grippe, aide à la désaccoutumanceau tabac, incitation des agents à bouger, adaptation despostes de travail en concertation avec un médecin du travailet un conseiller en prévention dans le cadre de la surveillancede la santé, etc.);- en favorisant une politique HR et un leadership efficaces(entretiens sur l'absentéisme entre dirigeants et collaborateursconcernés, accompagnement des malades de longuedurée par le Service social).D'autre part, des mesures répressives sont prises en faisantréaliser des contrôles médicaux par Medex et en intervenanten cas de non-respect de la procédure prévue pourles congés de maladie (absence injustifiée avec perte detraitement lorsqu'un agent ne signale pas correctement samaladie ou n'envoie pas les certificats médicaux requis).Aucun chiffre n'est disponible quant au résultat de cesmesures.6. Niettegenstaande de indicatoren duiden op een toenamevan het ziekteverzuim, werden er wel degelijk maatregelengenomen om het ziekteverzuim onder controle tehouden.Enerzijds wordt er preventief gewerkt:- door het voeren van een welzijnsbeleid met oog voorwork-life balance (flexibeler uurregeling, telewerk, kinderopvang)en gezondheid (sensibiliserings-campagne rondgriep, gratis griepvaccinatie, rookstopbegeleiding, personeelsledenstimuleren om te bewegen, aanpassing vanwerkposten in overleg met arbeidsgeneesheer en preventieadviseurin het kader van het gezondheidstoezicht, enzovoort);- door het stimuleren van goed HR-beleid en leiderschap(ziekteverzuimgesprekken tussen leidinggevenden enzieke medewerkers, begeleiding van langdurig zieken doorde sociale dienst).Anderzijds wordt er repressief gewerkt door het laten uitvoerenvan medische controles door Medex en door op tetreden indien de correcte ziekteprocedure niet gerespecteerdwerd (ongewettigde afwezigheid met verlies vanwedde wanneer iemand zijn ziekte niet correct meldt of denodige medische attesten niet opstuurt).Er zijn geen cijfers voorhanden over het resultaat vandeze maatregelen.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

268 QRVA 53 035Les tableaux ci-dessous reprennent les statistiquesdemandées pour les années 2008 et 2009 en ce quiconcerne le Service public fédéral Budget et Contrôle de laGestion (SPF BCG).1. 1.De hierna vermelde tabellen bevatten de gevraagde statistiekenvoor de jaren 2008 en 2009 voor wat de FederaleOverheidsdienst Budget en Beheerscontrole (FOD BB)betreft.Année / JaarNombre moyen de journées de maladie / Gemiddeld aantal ziektedagen2008 8,182009 9,232. 2.Année—JaarNombre moyen de journées de maladie par période de maladie—Gemiddeld aantal ziektedagen per ziekteperiode2008 10,312009 7,753. 3.Année / JaarDegré moyen d’absence / Gemiddelde afwezigheidsgraad2008 3.34%2009 3.65%4. 4.Année / JaarFréquence moyenne / Gemiddelde frequentie2008 0,782009 1,145. 5.Année / JaarCoût de l’absentéisme / Kostprijs absenteïsme2008 270.0002009 285.0006. a) Oui. 6. a) JaCHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 269b) - Le Service public fédéral BCG utilise un guide pratiquepour les fonctionnaires dirigeants en vue de lesconscientiser de l'absentéisme et de ses effets. Le guidecomprend entre autres les concepts théoriques de l'absentéisme,des fiches pratiques, des adresses et des informationsutiles.- Le SPF BCG offre aux fonctionnaires dirigeants uneformation "Absence pour maladie" organisée par l'IFA(Institut de Formation de l'Administration fédérale).- Le SPF BCG assure le suivi des données relatives àl'absentéisme, tout en les intégrant dans les indicateurs deressources humaines.- Il assure également la clarté et l'uniformité de la procédureen matière d'absence pour cause de maladie.- Le SPF BCG a réalisé une analyse des risques psychosociauxainsi qu'une étude ergonomique des lieux de travailet a repris les actions y afférentes au plan d'action2010-2011 du bien-être au travail.c) Pas d'application. c) Niet van toepassing.b) - De Federale Overheidsdienst BB gebruikt een praktischegids voor de leidinggevenden. Deze gids heeft tot doelde leidinggevenden bewust te maken van het ziekteverzuimen de gevolgen ervan. In deze gids komen onder meervolgende aspecten aan bod: theoretische conceptenomtrent ziekteverzuim, praktische fiches, adressen en nuttigeinformatie.- De FOD BB biedt de leidinggevenden van de diensteneen opleiding "Ziekteverzuim" aan georganiseerd door hetOFO (Opleidingsinstituut van de Federale Overheid).- De FOD BB staat in voor de opvolging van de gegevensin verband met ziekteverzuim en integreert die in de HRindicatoren.- Hij biedt een duidelijke en eenvormige procedure ophet gebied van afwezigheid wegens ziekte.- De FOD BB realiseerde een analyse van de psychosocialerisico's en ergonomische studie van de arbeidsplek, enheeft gerelateerde acties opgenomen in het jaaractieplan2010- 2011 met betrekking tot welzijn op het werk.DO 2010201103165Question n° 113 de monsieur le député Theo Franckendu 10 mai 2011 (N.) au secrétaire d'État auBudget, à la Politique de migration et d'asile, à laPolitique des familles et aux Institutionsculturelles fédérales:Personnel des centres fermés de l'Office des Étrangers. -Congés de maladie.Les centres fermés de l'Office des Étrangers (OE) représententun maillon indispensable dans l'organisation d'unepolitique adéquate de rapatriement. Il est dès lors essentielde procéder à un suivi scrupuleux de leur fonctionnement.Actuellement, l'Office des Étrangers dispose de quatrecentres fermés: le Centre de rapatriement 127bis, et lestrois centres d'accueil des étrangers en séjour illégal situésrespectivement à Merksplas, Bruges et Vottem.Pouvez-vous indiquer pour chacun des centres, le nombrede jours de congé de maladie pris chaque année par lepersonnel depuis 2005?DO 2010201103165Vraag nr. 113 van de heer volksvertegenwoordigerTheo Francken van 10 mei 2011 (N.) aan destaatssecretaris voor Begroting, Migratie- enasielbeleid, Gezinsbeleid en Federale CultureleInstellingen:Personeel in de gesloten centra van de Dienst Vreemdelingenzaken.- Ziekteverlof.De gesloten centra van de Dienst Vreemdelingenzaken(DVZ) zijn onmisbaar voor een adequaat terugkeerbeleid.Daarom is het van vitaal belang dat de werking van dezecentra grondig wordt opgevolgd.De Dienst Vreemdelingenzaken heeft op dit moment viergesloten centra: het Repatriëringscentrum 127bis, en dedrie centra voor de opvang van illegalen, respectievelijk inMerksplas, Brugge en Vottem.Kan u een overzicht per jaar en per centrum geven vanhet aantal dagen ziekteverlof dat sinds 2005 werd opgenomendoor het personeel van deze centra?CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

270 QRVA 53 035Réponse du secrétaire d'État au Budget, à la Politiquede migration et d'asile, à la Politique des familles et auxInstitutions culturelles fédérales du 05 juillet 2011, à laquestion n° 113 de monsieur le député Theo Franckendu 10 mai 2011 (N.):Remarques préalables:- Bien que le centre de transit 127/ INAD de l'Office desÉtrangers, situé à Melsbroek, ne soit pas expressémentmentionné dans votre question, les chiffres relatifs à cecentre ont été repris dans les tableaux ci-après.- Les chiffres mentionnés ont trait à la période 2007-2009et proviennent de la base de données Medex (rapport du10 mars 2011). Pour la période 2005-2006, aucune donnéecomparable n'est disponible, la base de données centraleMedex n'ayant été utilisée pour la première fois que fin2006.- Afin de vous permettre de vous faire une idée plus globaledes absences pour maladie dans les centres de l'Officedes Étrangers, sont mentionnés, non seulement le nombretotal de jours de congé de maladie, mais aussi le nombre dejours d'absence pour maladie par travailleur, le nombre dejours d'absence pour maladie par période de maladie, letaux d'absentéisme pour cause de maladie, ainsi que la fréquencede ces absences. Le tableau ci-dessous contient lesdéfinitions utilisées par Medex. Les termes en gras ont étérepris dans le rapport et calculés sur la base des termes nonsurlignés en gras.- Les chiffres relatifs aux centres de l'Office des Étrangerssont indicatifs dans la mesure où le nombre de joursouvrables à prester et le nombre de jours d'absence sontcalculés par le Medex de manière identique pour les servicescontinus et non-continus (voir définitions en annexe àla fin de ce bulletin, p. 315). Actuellement, le Medex nedispose pas des possibilités techniques lui permettant detenir compte dans ses chiffres des régimes horaires effectivementprévus pour les agents travaillant en servicecontinu.Antwoord van de staatssecretaris voor Begroting,Migratie- en asielbeleid, Gezinsbeleid en FederaleCulturele Instellingen van 05 juli 2011, op de vraagnr. 113 van de heer volksvertegenwoordiger TheoFrancken van 10 mei 2011 (N.):Voorafgaande opmerkingen:- Ook de cijfers voor het Transitcentrum 127/ INADSvan de Dienst Vreemdelingenzaken te Melsbroek, zijnopgenomen in de onderstaande tabellen, hoewel u dit centrumniet uitdrukkelijk heeft vermeld in uw vraag.- De vermelde cijfers hebben betrekking op de periode2007-2009 en zijn afkomstig uit de Medex-databank (rapportvan 10 maart 2011). Voor de periode 2005-2006 zijner geen vergelijkbare gegevens beschikbaar aangezien decentrale Medex-databank pas in gebruik werd genomeneind 2006.- Om u een vollediger beeld te geven van de ziekteverlovenin de centra van de Dienst Vreemdelingenzaken zijnniet alleen het total aantal dagen ziekteverlof vermeld,maar ook het aantal ziektedagen per personeelslid, het aantalziektedagen per ziekteperiode, het % ziekteverzuim ende frequentie van het ziekteverzuim. In de tabel onderaanvindt u de door Medex gehanteerde definities. De vetgedruktetermen zijn opgenomen in de rapportering en zijnberekend op basis van de niet-vetgedrukte termen.- De cijfers voor de centra van de Dienst Vreemdelingenzakenzijn indicatief want het aantal te presteren werkdagenen het aantal verzuimdagen wordt door Medex opdezelfde manier berekend voor niet-continudiensten encontinudiensten (zie definities in bijlage achteraan dit bulletin,blz. 315). Het is momenteel technisch niet mogelijkvoor Medex om in haar cijfers rekening te houden met dewerkelijk voorziene uurroosters voor de personeelsledendie in continudienst werken.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 271Aperçu des congés de maladie dans les centres fermés del'Office des Étrangers:Overzicht van de ziekteverloven in de gesloten centravan de Dienst Vreemdelingenzaken:Nbre total de jours de maladie par centre—Totaal ziektedagen per centrum2007 2008 2009 2010Moyenne 2007-2010—Gemiddelde 2007-2010166020 OE - Centre pour illégaux de Merksplas166020 DVZ - Centrum Illegalen Merksplas166030 OE - CR 127 bis166030 DVZ - RC 127bis166040 OE - Centre pour illégaux de Brugge166040 DVZ - Centrum Illegalen Brugge166050 OE - Centre pour illégaux de Vottem166050 DVZ - Centrum Illegalen Vottem166060 OE - CT 127 / INAD166060 DVZ - TC 127 / INADSTotal des centres de l’OETotaal centra DVZ2 254 3 187 2 128 1 980 2 3871 670 1 814 1 825 1 875 1 7961 091 958 1 402 1 202 1 1632 849 2 840 2 674 3 030 2 848863 977 725 778 8368 726 9 776 8 755 8 865 9 030Nbre de jours de maladie par travailleur par an—Ziektedagen per personeelslid per jaar2007 2008 2009 2010Moyenne 2007-2010—Gemiddelde 2007-2010166020 OE - Centre pour illégaux de Merksplas166020 DVZ - Centrum Illegalen Merksplas166030 OE - CR 127 bis166030 DVZ - RC 127bis166040 OE - Centre pour illégaux de Brugge166040 DVZ - Centrum Illegalen Brugge166050 OE - Centre pour illégaux de Vottem166050 DVZ - Centrum Illegalen Vottem166060 OE - CT 127 / INAD166060 DVZ - TC 127 / INADSMoyenne des centres de l’OEGemiddelde centra DVZ13,66 16,02 9,99 9,47 12,2814,39 13,44 12,67 12,76 13,329,32 7,42 10,39 9,11 9,0621,11 18,09 16,21 18,25 18,4114,38 14,59 8,84 10,11 11,9814,57 13,91 11,62 11,94 13,01Nbre de jours de maladie par période de maladie—Ziektedagen per ziekteperiode2007 2008 2009 2010Moyenne 2007-2010—Gemiddelde 2007-2010166020 OE - Centre pour illégaux de Merksplas166020 DVZ - Centrum Illegalen Merksplas166030 OE - CR 127 bis166030 DVZ - RC 127bis166040 OE - Centre pour illégaux de Brugge166040 DVZ - Centrum Illegalen Brugge166050 OE - Centre pour illégaux de Vottem166050 DVZ - Centrum Illegalen Vottem166060 OE - CT 127 / INAD166060 DVZ - TC 127 / INADSMoyenne des centres de l’OEGemiddelde centra DVZ7,56 8,93 5,91 5,41 6,956,55 6,17 5,32 6,77 6,27,74 5,01 5,75 5,54 6,018,21 7,59 5,58 6,73 7,0311,66 13,21 7,8 9,05 10,438,34 8,18 6,07 6,7 7,32CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

272 QRVA 53 035Fréquence d’absentéisme—Frequentie ziekteverzuim2007 2008 2009 2010Moyenne 2007-2010—Gemiddelde 2007-2010166020 OE - Centre pour illégaux de Merksplas166020 DVZ - Centrum Illegalen Merksplas166030 OE - CR 127 bis166030 DVZ - RC 127bis166040 OE - Centre pour illégaux de Brugge166040 DVZ - Centrum Illegalen Brugge166050 OE - Centre pour illégaux de Vottem166050 DVZ - Centrum Illegalen Vottem166060 OE - CT 127 / INAD166060 DVZ - TC 127 / INADSMoyenne des centres de l’OEGemiddelde centra DVZ1,86 1,95 1,87 1,87 1,892,28 2,31 2,57 2,13 2,321,25 1,54 1,9 1,67 1,592,77 2,55 3 2,84 2,791,36 1,16 1,3 1,2 1,261,9 1,9 2,13 1,94 1,97% d’absentéisme—% ziekteverzuim2007 2008 2009 2010Moyenne 2007-2010—Gemiddelde 2007-2010166020 OE - Centre pour illégaux de Merksplas166020 DVZ - Centrum Illegalen Merksplas166030 OE - CR 127 bis166030 DVZ - RC 127bis166040 OE - Centre pour illégaux de Brugge166040 DVZ - Centrum Illegalen Brugge166050 OE - Centre pour illégaux de Vottem166050 DVZ - Centrum Illegalen Vottem166060 OE - CT 127 / INAD166060 DVZ - TC 127 / INADSMoyenne des centres de l’OEGemiddelde centra DVZ6,26 % 7,62 % 4,83 % 4,46 % 5,79 %6,22 % 5,93 % 5,65 % 5,95 % 5,94 %3,88 % 3,08 % 4,39 % 3,71 % 3,77 %9,25 % 7,80 % 6,72 % 7,87 % 7,91 %6,17 % 5,95 % 4,03 % 4,32 % 5,12 %6,36 % 6,08 % 5,12 % 5,26 % 5,70 %CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 273DO 2010201103291Question n° 116 de madame la députée Sarah Smeyersdu 13 mai 2011 (N.) au secrétaire d'État auBudget, à la Politique de migration et d'asile, à laPolitique des familles et aux Institutionsculturelles fédérales:Le grand nombre de patients arméniens atteints d'uneaffection rénale dans notre pays.Dans un article paru récemment dans la presse (De Morgen,7 mai 2011) des responsables de l'hôpital AZ Turnhoutattirent l'attention sur le grand nombre d'Arméniensqui viennent en Belgique (illégalement) dans l'espoird'obtenir une dialyse rénale. Souvent, on leur raconte dansleur pays qu'ils peuvent plus facilement bénéficier d'unetransplantation chez nous, que le traitement est gratuit enBelgique et qu'ils bénéficient d'une allocation dans l'intervalle.Certains pensent même que le transport est gratuit deet vers l'hôpital, explique M. Paul Arnouts, médecin à l'AZTurnhout.Généralement, ces patients, très gravement malades, sontlittéralement 'débarqués' au service des urgences de noshôpitaux à un moment où ils ont d'urgence besoin d'un traitement.Ils demandent ensuite l'asile; ils ne peuvent alorspas être renvoyés étant donné que le retour dans leur payspourrait mettre leur vie en danger. En 2008, 400 demandesd'asile avaient été introduites par des Arméniens; il y enavait déjà 986 en 2010. Si leur demande est rejetée, ilsintroduisent généralement une demande de régularisationmédicale.1. Combien d'étrangers ayant introduit une demanded'asile pour des raisons médicales depuis le début del'année 2010, étaient des patients souffrant d'une affectionrénale qui ont introduit une telle demande parce qu'ilsdevaient impérativement subir une dialyse dans notrepays?2. Quel est le "top 3" des pays d'origine des patientsatteints d'une affection rénale demandant l'asile?3. a) Combien de ces demandes se sont avérées justifiées:combien de personnes ont obtenu un visa médical temporaire(valable trois mois) qui n'a pas été prolongé?b) Dans combien de cas ce visa temporaire a-t-il été prolongépour une durée déterminée?4. a) Combien de personnes ont obtenu un permis deséjour d'une durée illimitée parce qu'elles ne peuvent bénéficierde la dialyse rénale que dans notre pays?DO 2010201103291Vraag nr. 116 van mevrouw de volksvertegenwoordigerSarah Smeyers van 13 mei 2011 (N.) aan destaatssecretaris voor Begroting, Migratie- enasielbeleid, Gezinsbeleid en Federale CultureleInstellingen:Het hoge aantal Armeense nierpatiënten in ons land.Onlangs verscheen in de pers (De Morgen, 7 mei 2011)een artikel waarin het AZ Turnhout klaagt over het hogeaantal Armenen die naar België komen (lees: wordengesmokkeld) in de hoop hier gratis een nierdialyse te verkrijgen.Veelal wordt hen in eigen land verteld dat zij hiervlotter in aanmerking komen voor een transplantatie en datze in België gratis behandeld worden en in tussentijd leefgeldontvangen. Sommigen denken zelfs dat er gratis vervoergeregeld wordt van en naar het ziekenhuis, aldusdokter Paul Arnouts van het AZ.Deze patiënten worden hier meestal letterlijk doodziek"gedumpt" op de spoedafdeling van onze ziekenhuizen, ophet moment dat ze dringend een behandeling nodig hebben.Vervolgens vragen ze asiel aan; ze kunnen dan nietteruggestuurd worden aangezien de terugkeer levensbedreigendkan zijn. In 2008 bedroeg het aantal Armeenseaanvragen voor asiel 400, in 2010 al 986. Als hun aanvraagwordt afgewezen, dient men veelal een aanvraag tot medischeregularisatie in.1. Hoeveel vreemdelingen die sinds begin 2010 tot opheden een asielaanvraag op medische basis indienden,waren nierpatiënten die dit deden omdat zij noodzakelijkerwijzein ons land nierdialyse moeten krijgen?2. Uit welke landen kwam de "top 3" van medische asielaanvragendoor nierpatiënten?3. a) Hoeveel onder hen bleken gerechtvaardigd: hoeveelverkregen een tijdelijk medisch visum (geldig gedurendedrie maanden) dat niet werd verlengd?b) Bij hoeveel werd dit tijdelijk visum voor bepaalde tijdverlengd?4. a) Hoeveel van hen kregen een onbeperkte verblijfsvergunningomdat zij enkel in ons land de aangewezennierdialyse kunnen krijgen?b) Combien d'entre elles étaient d'origine arménienne? b) Hoeveel onder hen waren Armenen?c) Après les examens nécessaires, combien de personnesont-elles déjà été inscrites sur une liste d'attente de donsd'organes?c) Hoeveel werden er, na de nodige onderzoeken, al opeen wachtlijst van orgaandonatie geplaatst?CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

274 QRVA 53 0355. a) Dans les deux cas: ces demandeurs d'asile reconnusont-ils pu donner une raison individuelle pour laquelle ilsdoivent bénéficier d'une dialyse dans notre pays, et pasdans un pays voisin du leur comme la Turquie par exemple?b) Dans l'affirmative, quelles étaient les explications lesplus courantes?c) Dans la négative, sur quelle base ont-ils obtenu ce permisde séjour illimité?6. Dans l'article, on laisse entendre que la plupart desArméniens arrivent dans notre pays à l'instigation de trafiquantsd'êtres humains, un problème sur lequel se penchela cellule Traite des êtres humains de la police fédérale.a) Savez-vous où en est cette enquête: peut-on déjà évaluercombien d'Arméniens ayant obtenu un permis deséjour illimité en raison de leurs problèmes rénaux depuisdébut 2010, ont abusé de la procédure (et sont venus cheznous uniquement pour des raisons financières)?b) Connaissez-vous le surcoût financier de cet affluxpour nos hôpitaux?c) Leur permis leur sera-t-il retiré s'il s'avère qu'ils peuventbénéficier d'une dialyse dans leur pays ou en Turquie?d) Les patients inscrits indûment sur une liste d'attentepour une transplantation rénale en sont-ils radiés?7. a) Dispose-t-on d'indications selon lesquelles le mêmeproblème se poserait pour d'autres pays d'origine?5. a) In beide gevallen: konden deze erkende asielzoekerseen individuele reden aanduiden waarom zij in ons landnierdialyse moeten krijgen, en bijvoorbeeld niet in buurlandTurkije?b) Zo ja, wat waren de meest courante verantwoordingen?c) Zo neen, op basis waarvan kregen zij dan deze onbeperkteverblijfsvergunning?6. In het artikel uit men het vermoeden dat de meesteArmenen naar hier komen onder invloed van mensensmokkelaars,een probleem dat wordt onderzocht door de celMensenhandel van de Federale Politie.a) Weet u hoever dit onderzoek reeds staat: kan men alinschatten hoeveel van de Armenen die sinds begin 2010een onbeperkte verblijfsvergunning op basis van hun nierproblemenkregen, misbruik maakten van de procedure (enenkel uit financiële overwegingen naar hier kwamen)?b) Weet u wat de financiële meerkost hiervan bedroegvoor onze hospitalen?c) Zal hun vergunning worden ingetrokken als blijkt datzij evengoed in eigen land of in Turkije dialyse kunnenkrijgen?d) Worden de patiënten die onrechtmatig op een lijst voorniertransplantatie kwamen hiervan geschrapt?7. a) Zijn er vermoedens dat deze problematiek ook voorandere herkomstlanden geldt?b) Une enquête est-elle menée à ce sujet? b) Wordt er ook hier onderzoek naar gevoerd?8. Les autorités ont déjà décidé, à juste titre, que lesdemandes provenant de ce pays doivent en tout état decause être examinées plus rapidement. Cette mesure commenceà porter ses fruits. Le nombre de demandes d'asilearméniennes a chuté début 2011 à cinquante par mois,alors qu'elles étaient encore au nombre d'une centaine en2009.a) Pour ces nationalités ou pour d'autres, des contrôlessupplémentaires axés sur ce type d'abus seront-ils menés?b) Dans l'affirmative, lesquels? b) Zo ja, welke?Réponse du secrétaire d'État au Budget, à la Politiquede migration et d'asile, à la Politique des familles et auxInstitutions culturelles fédérales du 05 juillet 2011, à laquestion n° 116 de madame la députée Sarah Smeyersdu 13 mai 2011 (N.):Pour toutes vos questions, je puis vous renvoyer à maréponse précédente à votre question n° 107 du 29 avril2011. Toutes les erreurs similaires et les mauvaises interprétationsavaient déjà été rectifiées.8. De overheid besliste reeds, terecht, dat aanvragen uitdit land sowieso versneld afgehandeld moeten worden. Eenmaatregel die zijn vruchten begint af te werpen. Het aantalArmeense asielaanvragen is begin 2011 gedaald tot vijftigper maand, terwijl dat in 2009 nog schommelde rond de100.a) Zullen er, voor deze of andere nationaliteiten, bijkomendecontroles toegespitst worden op dit soort misbruik?Antwoord van de staatssecretaris voor Begroting,Migratie- en asielbeleid, Gezinsbeleid en FederaleCulturele Instellingen van 05 juli 2011, op de vraagnr. 116 van mevrouw de volksvertegenwoordiger SarahSmeyers van 13 mei 2011 (N.):Voor alle vragen kan ik u verwijzen naar mijn eerder antwoordop uw vraag nr. 107 dedato 29 april 2011. Allegelijkaardige misvattingen en foutieve percepties werdentoen reeds uit de doeken gedaan.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 275Je puis néanmoins encore préciser ce qui suit:Ik kan evenwel nog het volgende toevoegen:- En Belgique, il n'existe pas "de demande d'asile pourraisons médicales";- Er bestaat in Belgisch recht geen "asielaanvraag ommedische redenen";- Il n'existe pas non plus de "visa médical temporaire"; - Er bestaat evenmin een "tijdelijk medisch visum";- La problématique du don d'organes et des frais de fonctionnementdes hôpitaux ne relève pas de mes attributions;- Si une enquête judiciaire est en cours concernant un traficd'êtres humains dans le contexte arménien, comme danstoute enquête judiciaire, il convient de respecter le secretde l'enquête.- De problematiek van orgaandonatie en werkingskostenvan ziekenhuizen behoort niet tot mijn bevoegdheid;- Indien een strafonderzoek gaande is betreffende mensensmokkelin Armeense context dan geldt, zoals in allestrafonderzoeken, het geheim van het onderzoek.DO 2010201103533Question n° 127 de madame la députée Sarah Smeyersdu 09 juin 2011 (N.) au secrétaire d'État auBudget, à la Politique de migration et d'asile, à laPolitique des familles et aux Institutionsculturelles fédérales:DO 2010201103533Vraag nr. 127 van mevrouw de volksvertegenwoordigerSarah Smeyers van 09 juni 2011 (N.) aan destaatssecretaris voor Begroting, Migratie- enasielbeleid, Gezinsbeleid en Federale CultureleInstellingen:Evasions de centres d'accueil fermés. Ontsnappingen uit gesloten asielcentra (MV 4763).Au cours de la période 2005-2010, 248 étrangers se sontévadés de centres d'accueil fermés. Pour la seule année2010, 28 évasions ont déjà été dénombrées. Aucun desétrangers qui se sont évadés en 2009 n'a été de nouveauintercepté. En 2010, 3 des 28 évadés ont pu être de nouveauinterceptés.En complément à ces informations, vous avez préciséque toute évasion donne lieu "en toute circonstance à uneenquête approfondie" et que des mesures ad hoc sont prisessi nécessaire afin de remédier aux faiblesses constatées surle plan des contrôles effectués ou sur le plan des infrastructures(Belga, 16 mai 2011).1. a) Combien de temps a-t-il fallu en moyenne en 2010et en 2011 pour intercepter de nouveau les étrangers évadés?b) Avez-vous le moindre indice concernant les étrangersévadés qui n'ont pas été de nouveau interceptés?In de periode 2005-2010 ontsnapten er 248 vreemdelingenuit gesloten asielcentra, in 2010 alleen waren dat er al28. Van de vreemdelingen die in 2009 ontsnapten, werd ergeen enkele opnieuw opgepakt, voor 2010 was dit hetgeval met 3 van de 28 ontsnapten.U voegde daar nog aan toe dat er naar aanleiding van eenontsnapping "steeds een omstandig onderzoek" wordt uitgevoerden dat er indien nodig ad-hocmaatregelen genomenworden om de vastgestelde zwaktepunten betreffendede uitgevoerde controles of de infrastructuur te verbeteren(Belga, 16 mei 2011).1. a) Hoelang duurde het in 2010 en in 2011 gemiddeldalvorens de ontsnapte vreemdelingen opnieuw gevat werden?b) Heeft u enige weet van zij die niet opnieuw werdenopgepakt?c) Sont-ils encore recherchés activement? c) Wordt er nog actief verder gezocht naar hen?2. a) Des chiffres y afférents relatifs à 2011 sont-ils déjà 2. a) Zijn er in dit verband al cijfers van 2011 gekend?connus?b) Combien d'illégaux se sont-ils évadés au cours descinq premiers mois de 2011, et combien d'entre eux ont-ilsété de nouveau interceptés?3. Ces tentatives d'évasion ont-elles eu certaines conséquencespour les intéressés après leur nouvelle interception?Je songe à des conséquences en ce qui concerne leurséjour en centre d'accueil fermé.b) Hoeveel illegalen ontsnapten tijdens de eerste vijfmaanden van 2011, en hoeveel onder hen werden opnieuwgevat?3. Had de poging tot ontsnapping uiteindelijk een gevolgvoor de vreemdeling in kwestie, nadat hij opnieuw werdopgepakt; met name op zijn verblijf in het gesloten asielcentrum?CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

276 QRVA 53 0354. a) Si un illégal entreprend plusieurs tentatives d'évasionpendant son séjour dans un centre d'accueil fermé, dequelles sanctions est-il passible?b) Cela a-t-il de quelconques répercussions sur son séjourdans le centre?Réponse du secrétaire d'État au Budget, à la Politiquede migration et d'asile, à la Politique des familles et auxInstitutions culturelles fédérales du 05 juillet 2011, à laquestion n° 127 de madame la députée Sarah Smeyersdu 09 juin 2011 (N.):Toutes les évasions sont rapportées par les centres à lapolice locale, responsable de la zone où le centre est situé.Celle-ci donne le signalement de la personne dans la BNG(la Banque de données nationale générale). L'évasion estégalement enregistrée dans le dossier de l'étranger, pourque celui-ci puisse être enfermé à nouveau à son arrestation.Etant donné que les étrangers évadés séjournent illégalementen Belgique, nous ne disposons pas toujours d'uneadresse d'une résidence antérieure. Si l'adresse est connue,la police vérifiera si la personne concernée y réside. Or,souvent, tel n'est pas le cas. Vu que le signalement del'étranger est repris dans la BNG et que l'évasion est mentionnéedans son dossier, une attention spécifique y seraaccordée, de sorte que, en cas de nouveau repérage, il soiteffectivement arrêté.La plupart des nouvelles arrestations d'habitants évadésdu centre se font par hasard.Il n'existe pas de données concernant le temps moyen quise déroule entre l'évasion et la nouvelle arrestation de lapersonne concernée.Une évasion en soi ne peut être poursuivie en justice(comme c'est d'ailleurs également le cas pour les évasionsdes institutions pénitentiaires). Le parquet peut toutefoisentamer des poursuites si la personne évadée a employé laviolence ou a causé des dégâts.L'arrêté royal du 2 août 2002, modifié le 8 juin 2009,reprend les différentes sanctions en cas de tentative d'évasion.Le directeur du centre peut notamment proposer demettre l'habitant dans un local d'isolement pour une duréede 48 heures, si cet habitant effectue des manipulations envue de s'évader ou de faciliter une évasion. S'il est recommandé,la personne concernée sera éloignée sous escorte.Chiffres:En 2010, les quatre évadés ont été arrêtés de nouveau lejour-même de leur évasion.4. a) Als blijkt dat een illegaal gedurende zijn termijn ineen gesloten asielcentrum verschillende ontsnappingspogingenonderneemt, welke sancties worden er dan genomen?b) Heeft dit enige invloed op zijn verblijf in het centrum?Antwoord van de staatssecretaris voor Begroting,Migratie- en asielbeleid, Gezinsbeleid en FederaleCulturele Instellingen van 05 juli 2011, op de vraagnr. 127 van mevrouw de volksvertegenwoordiger SarahSmeyers van 09 juni 2011 (N.):Alle ontsnappingen worden door de centra aan de lokalepolitie, verantwoordelijk voor de zone waarin het centrumgelegen is, gemeld. Deze seint de persoon in het ANG(Algemene nationale gegevensbank). De ontsnappingwordt ook geregistreerd in het dossier van de vreemdeling,zodat deze bij nieuwe aanhouding opnieuw kan opgeslotenworden.Gezien de ontsnapte vreemdelingen illegaal in Belgiëverblijven, beschikken we niet steeds over een adres vanvroegere verblijfsplaats. De politie zal - in geval vangekend adres - controle uitvoeren of betrokkene daar verblijft,maar dit is in de meeste gevallen niet het geval.Gezien de vreemdeling in het ANG geseind is en ook deontsnapping in het vreemdelingendossier is vermeld, zalhier specifieke aandacht aan gegeven worden, zodat hij bijnieuw aantreffen effectief aangehouden wordt.De meeste nieuwe arrestaties van ontsnapte centrumbewonersgebeuren toevallig.Er bestaan geen gegevens betreffende de gemiddelde tijddie zich afspeelt tussen de ontsnapping en de nieuwe aanhoudingvan de betrokkene.Een ontsnapping an sich kan niet wettelijk vervolgd worden(zoals dit overigens ook geldt voor ontsnappingen uitde strafinstellingen). Er kan wel vervolging door het parketbeslist worden indien de ontsnapte persoon geweld heeftgebruikt of materiële schade heeft aangericht.In het koninklijk besluit van 2 augustus 2002, gewijzigdop 8 juni 2009, worden de mogelijke sancties ingeval vanpoging tot ontsnapping opgenomen, namelijk de centrumdirecteurkan voorstellen om de bewoner in een afzonderingsruimtete plaatsen, voor een termijn van achtenveertiguur indien een bewoner handelingen stelt met het oog opontvluchting of het vergemakkelijken van een ontvluchting.Indien het aangewezen is, zal betrokkene onderescorte verwijderd worden.Cijfers:In 2010 werden de vier ontsnapten de dag van de ontsnappingopnieuw gevat.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 277Du 1er janvier 2011 au 30 avril 2011 il y a eu sept évasions,dont deux d'un centre, trois d'un hôpital et deux aucours d'un transfert.Van 1 januari 2011 tot 30 april 2011 vonden er zeven ontsnappingenplaats, waarvan twee vanuit een centrum, drievanuit een ziekenhuis en twee tijdens een transfer.DO 2010201103537Question n° 128 de madame la députée Sarah Smeyersdu 09 juin 2011 (N.) au secrétaire d'État auBudget, à la Politique de migration et d'asile, à laPolitique des familles et aux Institutionsculturelles fédérales:Marche de protestation de personnes en séjour illégal.(QO 4826)Il y a quelque temps, des tentes ont une nouvelle fois étéinstallées devant le bâtiment de l'Office des Étrangers. Ils'agissait, selon le quotidien "La Libre Belgique", d'unequarantaine de demandeurs d'asile déboutés, principalementdes Afghans et des Irakiens, réclamant leur régularisation.Ce n'était pas la première action de protestation dugenre.Une action de beaucoup plus grande envergure, égalementmenée par des personnes en séjour illégal, a eu lieu lemercredi 11 mai 2011. Sur le site Web de Samenlevingsopbouw-Vlaanderen,on peut lire que le programme de cetteaction comprenait une marche en cortège à destination del'Office des Étrangers, ainsi que la réception, à votre cabinet,d'une délégation de personnes en séjour illégal. Euégard au fait que de tels événements sont difficilementcompatibles avec votre obligation de faire exécuter l'ordrelégal de quitter le territoire qui avait été donné à ces personnes,pourriez-vous répondre aux questions suivantes?1. Avez-vous effectivement reçu une délégation de personnesen séjour illégal à votre cabinet?2. Dans l'affirmative, cette délégation comprenait-elledes personnes en possession d'un ordre exécutoire de quitterle territoire?3. Dans l'affirmative, ces personnes en séjour illégal ontellesété arrêtées en vue de leur rapatriement, comme la loil'exige?Réponse du secrétaire d'État au Budget, à la Politiquede migration et d'asile, à la Politique des familles et auxInstitutions culturelles fédérales du 05 juillet 2011, à laquestion n° 128 de madame la députée Sarah Smeyersdu 09 juin 2011 (N.):Des collaborateurs de mon cabinet ont en effet reçu unedélégation de candidats à la régularisation. Cette délégationétait escortée par la police.DO 2010201103537Vraag nr. 128 van mevrouw de volksvertegenwoordigerSarah Smeyers van 09 juni 2011 (N.) aan destaatssecretaris voor Begroting, Migratie- enasielbeleid, Gezinsbeleid en Federale CultureleInstellingen:De protestmars van illegalen. (MV 4826)Enige tijd geleden is er opnieuw een tentenkamp opgedokenvoor de Dienst Vreemdelingenzaken. Het gaat luidensde krant "La Libre Belgique" om een veertigtal geweigerdeasielzoekers uit voornamelijk Afghanistan en Irak die hunregularisatie eisen. Dit is niet de enige protestactie.Op woensdag 11 mei 2011 vond er een veel grotere protestactieplaats van illegalen. Op de website van Samenlevingsopbouw-Vlaanderenstaat daarover te lezen dat hetprogramma een optocht inhield naar de Dienst Vreemdelingenzakenen dat een delegatie van illegalen zou wordenontvangen op uw kabinet. Gelet op het feit dat deze gangvan zaken niet bepaald strookt met het feit dat de betrokkeniIIegalen een wettelijk bevel om het grondgebied teverlaten hebben dat door u zou moet worden afgedwongen,rijzen de volgende vragen.1. Klopt het dat u een delegatie van illegalen hebt ontvangenop uw kabinet?2. Zo ja, behoorden er tot die delegatie illegalen met eenuitvoerbaar bevel om het grondgebied te verlaten?3. Zo ja, werden deze illegalen aangehouden met het oogop repatriëring, zoals de wet van u vereist?Antwoord van de staatssecretaris voor Begroting,Migratie- en asielbeleid, Gezinsbeleid en FederaleCulturele Instellingen van 05 juli 2011, op de vraagnr. 128 van mevrouw de volksvertegenwoordiger SarahSmeyers van 09 juni 2011 (N.):Medewerkers van mijn kabinet hebben inderdaad eendelegatie ontvangen van kandidaat-geregulariseerden.Deze delegatie stond onder begeleiding van de politie.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

278 QRVA 53 035Les collaborateurs de mon cabinet n'avaient pas autoritépour effectuer un contrôle des documents d'identité auprèsdes membres de cette délégation. S'ils avaient fait cela,cela aurait été totalement illégal.Mijn kabinetsmedewerkers hebben niet de autoriteit omover te gaan tot een controle van de identiteitsdcumentenvan deze delegatie. Indien zij dit wel hadden gedaan, wasdit volkomen onwettig geweest.Secrétaire d'État à l'Intégration sociale et à laLutte contre la pauvreté, adjoint à la ministre desAffaires sociales et de la Santé publique, chargéede l'Intégration socialeStaatssecretaris voor Maatschappelijke Integratieen Armoedebestrijding, toegevoegd aan deminister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,belast met Maatschappelijke IntegratieDO 2010201102078Question n° 45 de madame la députée Rita De Bont du19 janvier 2011 (N.) au secrétaire d'État àl'Intégration sociale et à la Lutte contre lapauvreté, adjoint à la ministre des Affairessociales et de la Santé publique, chargée del'Intégration sociale:Revenus d'insertion octroyés à des citoyens de l'UE.Début 2008, un revenu d'insertion était alloué à256 citoyens de l'Union européenne à Anverset à 241 à Gand.Deux ans plus tard, début, 2010, 270 citoyens de l'UEbénéficiaient du revenu d'insertion à Anvers etpas moins de 881 à Gand.DO 2010201102078Vraag nr. 45 van mevrouw de volksvertegenwoordigerRita De Bont van 19 januari 2011 (N.) aan destaatssecretaris voor Maatschappelijke Integratieen Armoedebestrijding, toegevoegd aan deminister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,belast met Maatschappelijke Integratie:Leeflonen die worden toegekend aan EU-burgers.Begin 2008 werd in Antwerpen een leefloon uitgekeerdaan 256 EU-burgers.In Gent ontvingen 241 EU-burgers een leefloon.Twee jaar later, begin 2010, waren er in Antwerpen270 EU-leefloontrekkers, terwijlin Gent het aantal EU-leefloontrekkers tot maar liefst881 was gestegen.En septembre 2010, les chiffres étaient de 249 pour In september 2010 was het cijfer voor Antwerpen 249 enAnvers etde 984 pour Gand. voor Gent 984.Si le chiffre est resté stable à Anvers, il a quadruplé àGand. Cette différence dans l'évolution résulterait d'uneinterprétation divergente de la législation par les CPAS.À Gand, un citoyen de l'UE qui demande à résider plusde trois mois peut y demander d'emblée le revenu d'insertion.Le CPAS de Gand se fonde pour cela, conformémentau point de vue de l'Association flamande des Villes etCommunes (VVSG), sur la loi du 26 mai 2002 relative audroit à l'insertion sociale (DIS), aux termes de laquelle lescitoyens de l'UE et leur famille peuvent en principe prétendreau même service social que les citoyens belges.Terwijl het Antwerpse cijfer stabiel bleef, is er wat Gentbetreft een verviervoudiging. Deze verschillende evolutiezou het gevolg zijn van een uiteenlopende interpretatie vande wetgeving door de OCMW's van de betreffende steden.In Gent kan een EU-burger die een aanvraag doet omhier meer dan drie maanden te verblijven, meteen ook eenleefloon aanvragen. Het OCMW van Gent beroept zichdaarvoor, conform het standpunt van de Vereniging vanVlaamse Steden en Gemeenten (VVSG), op de wet van26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijkeintegratie (RMI), volgens dewelke EU-onderdanen en hunfamilieleden in principe recht hebben op dezelfde maatschappelijkedienstverlening als Belgen.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 279L'étranger originaire de l'UE peut en principe introduireune telle demande dès son arrivée en Belgique. Il sera alorsinscrit, sans contrôle de domicile préalable, dans le registred'attente et recevra une 'annexe 19' comme preuve de sademande d'une déclaration d'inscription. La pratique àGand revient à faire en sorte que le citoyen originaire del'UE peut en principe demander un revenu d'insertion dèsle jour '1' de son séjour en Belgique.Mais cette pratique du CPAS de Gand est contraire à ladirective européenne sur le droit de séjour des citoyens del'UE et aux dispositions de la loi belge du 15 décembre1980 sur les étrangers qui est fondée sur cette directive.Le droit de l'UE dispose que les citoyens de l'UE ont ledroit de séjourner plus de trois mois dans un autre Étatmembre s'ils exercent une activité économique en qualitéde salarié ou d'indépendant ou s'ils disposent de suffisammentde moyens d'existence et sont couverts par une assurancemaladie pour éviter qu'ils soient à charge du régimed'assistance du pays hôte pendant son séjour.Il en résulte qu'un citoyen issu de l'UE ne peut séjournerplus de trois mois dans un autre État de l'UE s'il émarge aurégime d'assistance du pays hôte. En outre, un citoyen del'UE qui possède un droit de séjour de plus de trois moisdoit satisfaire pendant trois ans aux conditions de séjourtelles qu'elles sont définies. Au cours de ces trois années, ilne peut donc bénéficier d'une aide s'il veut conserver sondroit de séjour.Le CPAS d'Anvers considère, pour traiter les dossiersindividuels, que les citoyens de l'UE qui s'établissent enBelgique dans le cadre de la libre circulation doivent enprincipe veiller à disposer de leurs propres moyens de subsistance.Le CPAS d'Anvers en conclut donc qu'un revenud'insertion ne peut être accordé à un citoyen de l'UE quedans des circonstances exceptionnelles.Le CPAS de Gand en revanche dissocie le droit aurevenu d'insertion de la législation sur le séjour. Le raisonnementest qu'il ne peut refuser d'accorder une aide aucitoyen de l'UE, qui doit pouvoir subvenir à ses besoinspour obtenir ou conserver son droit au séjour, pour le motifqu'il a lui-même déclaré dans sa demande de séjour qu'iltravaillerait pour jouir de revenus suffisants!De aanvraag bij de gemeente van een zogenaamde verklaringvan inschrijving kan de EU-vreemdeling in principemeteen na zijn aankomst in België indienen. Hij wordtdan, zonder voorafgaande woonstcontrole, ingeschreven inhet wachtregister en ontvangt een 'bijlage 19' als bewijsvan zijn aanvraag van een verklaring van inschrijving. DeGentse praktijk komt er dus op neer dat de EU-burger inprincipe vanaf dag één van zijn verblijf in België een leefloonkan aanvragen.De praktijk van het OCMW van Gent is echter in strijdmet de Europese richtlijn betreffende het verblijfsrecht vanEU-burgers en de daarop gebaseerde bepalingen uit deBelgische Vreemdelingenwet van 15 december 1980.Het EU-recht bepaalt dat EU-burgers het recht hebbenom meer dan drie maanden in een andere lidstaat te verblijvenals ze hetzij een economische activiteit uitoefenen alswerknemer of zelfstandige, hetzij over voldoendebestaansmiddelen beschikken en een ziektekostenverzekeringhebben om te voorkomen dat de EU-burger tijdenszijn verblijf ten laste valt van de bijstandsregeling van hetgastland.Daaruit volgt dat een EU-burger niet langer dan driemaanden in een ander EU-land mag verblijven als hij of zijvan de bijstand leeft in het gastland. Bovendien moet eenEU-burger met een verblijfsrecht van meer dan drie maandengedurende een periode van drie jaar blijven voldoenaan de genoemde verblijfsvoorwaarden. Tijdens die driejaar mag hij dus geen bijstand ontvangen, wil hij zijn verblijfsrechtbehouden.Als uitgangspunt bij de behandeling van individuele dossiershanteert het OCMW van Antwerpen dat burgers vande Unie die zich in het kader van het vrij verkeer in Belgiëvestigen, principieel in hun eigen levensonderhoud moetenvoorzien. Het OCMW van Antwerpen gaat er dan ook vanuitdat slechts in uitzonderlijke omstandigheden een leefloonkan toegekend worden aan een EU-burger.Het OCMW van Gent daarentegen koppelt het recht opleefloon los van de verblijfswetgeving. De redenering isdat aan de EU-burger, die in zijn levensonderhoud moetkunnen voorzien om zijn verblijfsrecht te krijgen of tebehouden, geen steun kan geweigerd worden door hetOCMW enkel omwille van het feit dat hij bij zijn verblijfsaanvraagzelf heeft verklaard te zullen werken om voldoendeinkomsten te hebben!CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

280 QRVA 53 0351. Envisagez-vous de publier des directives pour que lesCPAS n'octroient plus de revenu d'insertion à des citoyensde l'UE qui ne satisfont manifestement pas aux conditionsrequises pour séjourner plus de trois mois en Belgique, lesquellesrésultent du droit de l'UE et de la loi belge sur lesétrangers qui en est la résultante?2. Envisagez-vous de donner pour instruction que lesCPAS doivent informer l'Office des Étrangers des demandesintroduites par des citoyens de l'UE qui souhaitentbénéficier du revenu d'insertion, étant donné qu'il ressortclairement d'une telle demande que l'intéressé ne réunit pasles conditions pour obtenir ou conserver un droit de séjourde longue durée?3. a) Existe-t-il à votre estime une contradiction entred'une part la loi sur les étrangers du 15 décembre 1980, quiest notamment fondée sur le droit de l'UE, et d'autre part laloi sur le DIS du 26 mai 2002?b) La loi sur le DIS du 26 mai 2002 ne mine-t-elle pas lalégislation sur les étrangers et les dispositions du droit del'UE concernant la libre circulation des citoyens de l'UE?c) Comment convient-il selon vous de lever cette éventuellecontradiction?d) Une solution est-elle envisageable sans modifiicationde la loi du 26 mai 2002 sur le DIS?Réponse du secrétaire d'État à l'Intégration sociale età la Lutte contre la pauvreté, adjoint à la ministre desAffaires sociales et de la Santé publique, chargée del'Intégration sociale du 07 juillet 2011, à la questionn° 45 de madame la députée Rita De Bont du 19 janvier2011 (N.):Avant de répondre à vos différentes questions, il y a lieude revenir sur le contenu de certaines de vos affirmations.Il est tout d'abord inexact d'affirmer que les citoyens del'Union peuvent en principe prétendre au même servicesocial que les citoyens belges sur le territoire du Royaume.En effet, seuls les citoyens de l'Union qui ont un droit deséjour permanent en Belgique peuvent prétendre à uneidentité de traitement, avec les citoyens belges, concernantl'aide à laquelle ils peuvent prétendre auprès des CPAS. Ils'agit donc uniquement des citoyens de l'Union qui ontséjournés légalement sur le territoire belge pendant unedurée de trois ans - s'ils ont la qualité de travailleurs salariés,non salariés, chercheurs d'emploi ou de personnes disposantde ressources suffisantes - ou une durée de cinq anslorsqu'il s'agit d'étudiants.1. Overweegt u richtlijnen uit te vaardigen opdatOCMW's niet langer een leefloon toekennen aan EU-burgersdie klaarblijkelijk niet voldoen aan de voorwaardenom langer dan drie maanden in België te verblijven, welkevoorwaarden voortvloeien uit het EU-recht en de daaropgebaseerde Belgische vreemdelingenwetgeving?2. Overweegt u de instructie uit te vaardigen dat deOCMW's de Dienst Vreemdelingenzaken in kennis moetenstellen van aanvragen van EU-burgers tot het verkrijgenvan een leefloon, aangezien uit een dergelijke aanvraagduidelijk blijkt dat betrokkene niet voldoet aan de voorwaardenom een langdurig verblijfsrecht te verkrijgen of tebehouden?3. a) Bestaat er volgens u een contradictie tussen enerzijdsde Vreemdelingenwet van 15 december 1980, dieonder meer gebaseerd is op het EU-recht, en anderzijds deRMI-wet van 26 mei 2002?b) Ondermijnt de RMI-wet van 26 mei 2002 dan niet devreemdelingenwetgeving en de bepalingen van het EUrechtdie betrekking hebben op het vrij verkeer van EUburgers?c) Op welke manier moet volgens u deze eventuele contradictieopgelost worden?d) Is een oplossing mogelijk zonder wijziging van deRMI-wet van 26 mei 2002?Antwoord van de staatssecretaris voorMaatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding,toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken enVolksgezondheid, belast met MaatschappelijkeIntegratie van 07 juli 2011, op de vraag nr. 45 vanmevrouw de volksvertegenwoordiger Rita De Bont van19 januari 2011 (N.):Alvorens uw verschillende vragen te beantwoorden,wensik terug te komen op de inhoud van een aantal van uwbeweringen.Het is om te beginnen onjuist te beweren dat de burgersvan de Unie op het grondgebied van het Rijk in principeaanspraak kunnen maken op dezelfde sociale dienstverleningals de Belgische burgers.Enkel burgers van de Unie die een permanent verblijfsrechthebben in België kunnen immers aanspraak makenop een gelijke behandeling met de Belgische burgers watbetreft de steun waarop ze aanspraak kunnen maken bij deOCMW's. Het gaat dus enkel om de burgers van de Uniedie gedurende drie jaar legaal op het Belgische grondgebiedhebben verbleven - als het gaat om werknemers, zelfstandigen,werkzoekenden of personen die over voldoendebestaansmiddelen beschikken - of gedurende vijf jaar alshet om studenten gaat.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 281Les citoyens de l'Union qui n'ont pas de droit de séjourpermanent mais qui disposent d'un droit de séjour de plusde trois mois peuvent effectivement prétendre au droit àl'intégration sociale en vertu de l'article 3 de la loi du26 mai 2002 concernant le droit à l'intégration sociale.J'attire votre attention sur le fait que cet article transpose lecontenu de la directive 2004/38/CE et a donc été rédigé enconformité avec le droit européen.Par contre, le recours à l'intervention du CPAS, par lescitoyens de l'Union qui dispose d'un droit de séjour de plusde trois mois, est limité. En effet, contrairement auxcitoyens belges, s'ils constituent une charge déraisonnablepour le système d'aide sociale du Royaume, ils peuvent sevoir retirer leur droit de séjour conformément aux dispositionsde la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire,le séjour, l'établissement et l'éloignement de étrangers, quitranspose notamment la directive 2004/38/CE, et dès lors,ils ne pourront plus prétendre au droit à l'intégrationsociale puisque la condition liée au séjour n'est plus remplie.Seuls les travailleurs salariés, non salariés et les chercheursd'emploi ne sont pas visés par le critère de la chargedéraisonnable conformément aux dispositions de la directiveeuropéenne précitée. Cependant, il est important derappeler que lorsqu'un citoyen de l'Union ne possède plusla qualité, qu'il a invoquée à la base de son droit de séjourde plus de trois mois, l'OE (L'Office des Étrangers) peut luiretirer ce droit de séjour.Dès lors, même si la catégorie travailleurs salariés, nonsalariés et chercheurs d'emploi, n'est pas visée par le critèrede la charge déraisonnable, le fait pour un citoyen de cettecatégorie d'obtenir l'aide financière du CPAS pourra êtreconsidéré, comme un indice devant amenait l'autorité compétenteà vérifier si cette personne possède bien cette qualité.Si ce n'est pas le cas, il sera alors procéder le caséchéant au retrait du droit de séjour et dès lors au retrait del'aide du CPAS qui est lié à l'existence du droit de séjour deplus de trois mois.De burgers van de Unie die geen permanent verblijfsrechthebben maar over een verblijfsrecht van meer dandrie maanden beschikken, kunnen wel degelijk aanspraakmaken op het recht op maatschappelijke integratie krachtensartikel 3 van de wet van 26 mei 2002 betreffende hetrecht op maatschappelijke integratie. Ik vestig uw aandachtop het feit dat dit artikel de richtlijn 2004/38/EG omzet endat het dus in overeenstemming met het Europees rechtwerd geschreven.Burgers van de Unie die over een verblijfsrecht van meerdan drie maanden beschikken kunnen evenwel slechtsbeperkt beroep doen op de bijstand van het OCMW. Integenstelling tot Belgische burgers, kan hen immers, wanneerze een onredelijke last betekenen voor het Belgischesysteem van sociale steun, hun verblijfsrecht worden ontnomen,overeenkomstig de bepalingen van de wet van15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied,het verblijf, de vestiging en de verwijdering vanvreemdelingen, die met name richtlijn 2004/38/EG omzet,waardoor ze niet langer aanspraak kunnen maken op hetrecht op maatschappelijke integratie aangezien niet langeris voldaan aan de verblijfsvoorwaarde.Enkel werknemers, zelfstandigen en werkzoekendenvallen overeenkomstig de bepalingen van de voornoemdeEuropese richtlijn niet onder dit criterium van onredelijkelast. Het is evenwel belangrijk erop te wijzen dat wanneereen Europese burger niet langer de hoedanigheid bezitwaarop zijn verblijfsrecht van meer dan drie maanden isgebaseerd, de DVZ (Dienst Vreemdelingenzaken) dit verblijfsrechtkan intrekken.Dus ook al valt de categorie werknemers, zelfstandigenen werkzoekenden niet onder het criterium van de onredelijkelast, toch kan het feit dat een burger van deze categoriefinanciële steun ontvangt van het OCMW wordenbeschouwd als een aanwijzing die de bevoegde autoriteitertoe moet aanzetten om na te gaan of deze persoon dezehoedanigheid bezit. Wanneer dat niet het geval is, zal invoorkomend geval worden overgegaan tot de intrekkingvan het verblijfsrecht en derhalve ook tot de intrekking vande OCMW-steun die gekoppeld is aan het bestaan van hetverblijfsrecht van meer dan drie maanden.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

282 QRVA 53 035Les citoyens de l'Union qui affirment auprès de l'administrationcommunale appartenir à une des catégories quibénéficient d'un droit de séjour de plus de trois mois et quise sont vus délivrer une annexe 19 (demande d'attestationd'enregistrement) ne peuvent pas prétendre au droit à l'intégrationsociale. Cependant, ils peuvent , dans certains cas,et toujours au terme d'un enquête sociale approfondie prétendreà l'aide sociale auprès du CPAS.Cependant, il est important de rappeler que conformémentaux informations transmises par l'Office des Étrangersaux administrations communales, les citoyens del'Union qui ont la nationalité Roumaine ou Bulgare et laqualité de travailleurs salariés se voient délivrer dans unpremier temps une annexe 3ter (déclaration d'arrivée),celle-ci ne leur ouvre pas le droit à l'aide sociale (lesditesinstructions sont valables jusqu'au 31 décembre 2011). Ilsne pourront y prétendre que lorsqu'ils seront mis en possessiond'une annexe 19, qui ne sera délivrée qu'après unepériode d'un an.Les citoyens de l'Union qui ont un droit de séjour demoins de trois mois ne peuvent pas non plus prétendre àl'intervention du CPAS. En effet, dans ce cas d'espèce, ils'agit d'un séjour de type touristique.1. En réponse à votre première question, je vous informequ'une question similaire en rapport avec la même problématiquea été récemment posée ( question orale n° 2406 demonsieur Tanguy Veys) et que j'y ai déjà apporté les éclaircissementssuivants: seuls les citoyens de l'Union, quibénéficient d'un droit de séjour de plus de trois mois, peuventprétendre au droit au revenu d'intégration conformémentaux dispositions de la loi du 26 mai 2002 précitée(article 3, 3°, 2ème tiret).La reconnaissance de l'existence du droit de séjour deplus de trois mois concernant un citoyen de l'Union, qui sematérialise par la remise d'une annexe 8 (attestation d'enregistrement),appartient dans certains cas à l'autorité communaleet dans d'autres cas à l'Office des Étrangers.Dès les modifications législatives qui sont intervenuesfin 2006 en ces matières, mon administration a rédigé unnombre considérables de FAQ's qui explicitent clairementles types d'annexes et leurs impacts en terme d'aide àaccorder à l'intéressé. Elles expliquent donc étape par étapele cheminement du droit de séjour d'un citoyen de l'Unionsur le territoire belge et son influence sur l'aide à laquelle ilpeut prétendre auprès du CPAS. Ces FAQ's peuvent toujoursêtre consultés sur notre site internet www.mi-is.be.De burgers van de Unie die bij het gemeentebestuurbevestigen dat ze tot een van de categorieën behoren dieeen verblijfsrecht van meer dan drie maanden genieten enaan wie een bijlage 19 (aanvraag van een verklaring vaninschrijving) is uitgereikt, kunnen geen aanspraak makenop het recht op maatschappelijke integratie. Toch kunnenze, in bepaalde gevallen en steeds na een grondig sociaalonderzoek, maatschappelijke hulp aanvragen bij hetOCMW.Het is evenwel belangrijk erop te wijzen dat, overeenkomstigde informatie die door de Dienst Vreemdelingenzakenis meegedeeld aan de gemeentebesturen, aan deburgers van de Unie die de Roemeense of Bulgaarse nationaliteithebben en die werknemers zijn, in eerste instantieeen bijlage 3ter (melding van aanwezigheid) wordt uitgereikt,die geen recht geeft op maatschappelijke hulp (dezeinstructies zijn geldig tot 31 december 2011). Ze kunnen erslechts aanspraak op maken wanneer ze in het bezit wordengesteld van een bijlage 19, die pas wordt uitgereikt naeen periode van een jaar.Ook burgers van de Unie met een verblijfsrecht van minderdan drie maanden kunnen geen aanspraak maken opbijstand van het OCMW. Het gaat in dat geval immers omeen toeristisch verblijf.1. In antwoord op uw eerste vraag, kan ik u meedelen dater onlangs een gelijkaardige vraag met betrekking totdezelfde problematiek werd gesteld (mondelinge vraag nr.2406 van de heer Tanguy VEYS) en dat ik daarop reeds devolgende verduidelijkingen heb gegeven: enkel de burgersvan de Unie die een verblijfrecht van meer dan drie maandengenieten, kunnen aanspraak maken op het leefloon,overeenkomstig de voornoemde wet van 26 mei 2002 (artikel3, 3°, tweede streepje).De erkenning van het bestaan van het verblijfsrecht vanmeer dan drie maanden voor een burger van de Unie, waarbijeen bijlage 8 (verklaring van inschrijving) wordt uitgereikt,is in bepaalde gevallen de bevoegdheid van degemeentelijke autoriteit en in andere gevallen de bevoegdheidvan de Dienst Vreemdelingenzaken.Sinds de wetswijzigingen die eind 2006 op dit vlak werdendoorgevoerd, heeft mijn administratie een aanzienlijkaantal FAQ's opgesteld die duidelijke uitleg verschaffen bijde types bijlagen en de impact die deze hebben op het vlakvan de aan de betrokkene toe te kennen steun. Ze leggenstap voor stap uit hoe het verblijfsrecht van een burger vande Unie op het Belgisch grondgebied kan evolueren enwelke invloed dat heeft op de steun waarop hij aanspraakkan maken bij het OCMW. Deze FAQ's kunnen steedsworden geraadpleegd op de website www.mi-is.be.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 2832. Ensuite, en réponse à votre deuxième interrogation, jevous informe que depuis que la directive 2004/38/CE a ététransposée en droit belge, notre administration, en étroitecollaboration avec l'Office des Étrangers et la Banque-Carrefour de Sécurité sociale, a travaillé sans relâche à lamise en place de flux de données informatiques entre notreService public fédéral de programmation Is (Intégrationsociale) et l'OE via la Banque-Carrefour de Sécuritésociale.En effet, les données dont nous disposons sont nécessairesà l'Office des Étrangers pour pouvoir effectuer correctementune partie de sa mission. Il s'agit principalement decelle qui consiste d'une part à vérifier la qualité invoquéepar l'intéressé à la base de son droit de séjour de plus detrois mois et de vérifier l'existence ou non d'une chargedéraisonnable dans le chef de l'intéressé. Ces deux examenspouvant notamment aboutir au refus du droit deséjour de plus de trois mois ou au retrait du droit de séjourde plus de trois mois et dès lors au retrait de l'aide socialeou du revenu d'intégration du CPAS.La mise en place de tels flux est une opération complexe.En effet, tout d'abord, cela a demandé des modificationslégislatives afin pouvoir identifier clairement les personnesconcernées au sein des registres de la population. Ensuite,chaque demande de flux de données doit obtenir uneréponse favorable de la part de la Commission de protectionde la vie privée qui procède à l'examen de la demandeen analysant la légitimité de la finalité poursuivie, la pertinencedes données transmises et la non excessivité de celles-cien fonction de la finalité poursuivie, ainsi que lecaractère indispensable de cet échanges de données.À l'heure actuelle, les données relatives aux citoyens del'Union qui ont la qualité d'étudiants et bénéficient durevenu d'intégration sont déjà transmises à l'Office desÉtrangers via la Banque Carrefour de Sécurité Sociale, lademande de création d'un flux de données concernant lespersonnes qui disposent de ressources suffisantes qui perçoiventle revenu d'intégration a reçu une réponse favorablede la part de la Commission de protection de la vieprivée, ce flux est donc techniquement en cours d'élaboration.Il est important de rappeler cependant que pour seconformer au droit européen, l'Office des Étrangers ne peutse contenter uniquement des données qui lui parviennentpar le biais des flux de données, il doit procéder concernantle critère de la charge déraisonnable, à l'examen de la situationindividuelle de l'intéressé.2. In antwoord op uw tweede vraag kan ik u vervolgensmeedelen dat richtlijn 2004/38/EG werd omgezet in hetBelgisch recht en dat onze administratie, in nauwe samenwerkingmet de Dienst Vreemdelingenzaken en de Kruispuntbankvan de sociale zekerheid, onophoudelijk heeftgewerkt aan het tot stand brengen van elektronische gegevensstromentussen onze Programmatorische federaleoverheidsdienst Maatschappelijke Integratie en de DienstVreemdelingenzaken, via de Kruispuntbank van de socialezekerheid.Om een gedeelte van zijn taak correct uit te voeren, heeftde Dienst Vreemdelingenzaken immers de gegevens nodigwaarover wij beschikken. Het gaat hoofdzakelijk om decontrole van de hoedanigheid waarop de betrokkene zijnverblijfsrecht van meer dan drie maanden baseert en decontrole van het feit of de betrokkene al dan niet een onredelijkelast vormt. Deze twee controles kunnen leiden totde weigering of de intrekking van het verblijfsrecht vanmeer dan drie maanden en derhalve tot de intrekking vande sociale steun of het leefloon van het OCMW.Het tot stand brengen van dergelijke gegevensstromen isheel complex. Eerst en vooral waren er immers wetswijzigingennodig om de betrokken personen duidelijk te kunnenidentificeren in de bevolkingsregisters. Vervolgensmoet elke aanvraag voor het tot stand brengen van eengegevensstroom een gunstig advies krijgen van de Commissievoor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,die bij het onderzoeken van de aanvraag analyseertof de doeleinden gerechtvaardigd zijn, of de uitgewisseldegegevens, uitgaande van de doeleinden, ter zake dienenden niet overmatig zijn en of deze gegevensuitwisselingecht noodzakelijk is.Thans worden de gegevens met betrekking tot studentenuit de Unie die een leefloon ontvangen reeds uitgewisseldmet de Dienst Vreemdelingenzaken via de kruispuntbankvan de sociale zekerheid. De aanvraag voor het tot standbrengen van een gegevensstroom met betrekking tot personendie over voldoende bestaansmiddelen beschikken eneen leefloon ontvangen heeft een gunstig advies gekregenvan de Commissie voor de bescherming van de persoonlijkelevenssfeer en er wordt dan ook gewerkt aan de technischerealisatie van deze gegevensstroom.Het is echter belangrijk erop te wijzen dat de DienstVreemdelingenzaken, om zich te voegen naar het Europeesrecht, zich niet enkel tevreden mag stellen met de gegevensdie hij uit gegevensstromen heeft. Voor het criterium vande onredelijke last moet de Dienst immers de individuelesituatie van de betrokkene onderzoeken.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

284 QRVA 53 0353. Concernant votre troisième question, force est deconstater que toute l'argumentation qui précède prouvebien qu'il n'y a pas de contradiction entre les lois du15 décembre 1980 et du 26 mai 2002 précitées. Ces deuxlégislations sont à lire en parallèle car elles se complètent.De plus, les flux de données qui sont effectifs ou en coursd'élaboration veillent bien à ce que le système fonctionneconformément à la directive 2004/38/CE.En effet, ces flux donnent à l'Office des Étrangers desindices en vue de lui permettre, après un examen de lasituation personnelle de l'intéressé, de statuer sur l'existenceou non de la qualité invoquée à la base de son droitde séjour ou d'une charge déraisonnable pour l'État belge.3. Wat uw derde vraag betreft, moet men vaststellen datde bovenstaande argumentatie aantoont dat er geen contradictieis tussen de wet van 15 december 1980 en de wetvan 16 mei 2002. Deze beide wetten moeten naast elkaarworden gelezen want ze vullen elkaar aan. Bovendien zorgende bestaande en de nog tot stand te brengen gegevensstromenervoor dat het systeem in overeenstemming metrichtlijn 2004/38/EG werkt.Deze gegevensstromen geven de Dienst Vreemdelingenzakenimmers aanwijzingen die hem toelaten om na eenonderzoek van de persoonlijke situatie van de betrokkenete besluiten of de betrokkene de hoedanigheid waarop hijzijn verblijfsrecht baseert wel degelijk heeft en of hij al danniet een onredelijke last betekent voor de Belgische staat.DO 2010201102110Question n° 47 de monsieur le député Theo Franckendu 19 janvier 2011 (N.) au secrétaire d'État àl'Intégration sociale et à la Lutte contre lapauvreté, adjoint à la ministre des Affairessociales et de la Santé publique, chargée del'Intégration sociale:La prime de réintégration en cas de retour volontaire.Une politique d'asile et de migration qui se veut effectiveet sociale nécessite une politique de retour stricte maisjuste. Le retour volontaire joue un rôle extrêmementimportant à cet égard.À la suite de la création du Fonds européen pour les réfugiés,des moyens ont été dégagés afin de permettre l'extensiondu programme existant. Plusieurs organisations ontdéveloppé des projets combinant le retour volontaire avecune assistance sur place.Christian Dupont, ministre de l'Intégration sociale enexercice en 2006, a décidé de réunir les différents projetspilotes et de les développer pour constituer un programmegénéral d'aide à la réintégration, complémentaire au programmeREAB existant.Ce programme prévoit une aide matérielle dans le paysd'origine d'une valeur de 700 euros par personne (maximum1.750 euros par dossier). Pour les groupes vulnérables,un soutien supplémentaire de 700 euros par personneest prévu. Aucun critère supplémentaire d'admission auprogramme de réintégration n'est défini: toute personneentrant en considération pour le programme REAB peutdemander cette aide supplémentaire à la réintégration.DO 2010201102110Vraag nr. 47 van de heer volksvertegenwoordiger TheoFrancken van 19 januari 2011 (N.) aan destaatssecretaris voor Maatschappelijke Integratieen Armoedebestrijding, toegevoegd aan deminister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,belast met Maatschappelijke Integratie:De herintegratiepremie bij vrijwillige terugkeer.Een streng maar rechtvaardig terugkeerbeleid is eenonontbeerlijk deel van een goed en sociaal asiel- en migratiebeleid.Vrijwillige terugkeer speelt daarbij een uiterstbelangrijke rol.Met de installatie van het Europees Vluchtelingenfondskwamen middelen vrij om het bestaande vrijwillige terugkeerprogrammauit te breiden. Verschillende organisatiesontwikkelden projecten waarbij een vrijwillige terugkeerwerd gecombineerd met een ondersteuning ter plaatse.In 2006 besliste de toenmalige minister voor MaatschappelijkeIntegratie, Christian Dupont, om de verschillendepilootprojecten samen te voegen en uit te breiden tot eenalgemeen programma voor ondersteuning bij herintegratie,complementair aan het bestaande REAB-programma.Dit programma voorziet in materiële ondersteuning inhet herkomstland ter waarde van 700 euro per persoon(maximum 1.750 euro per dossier). Voor kwetsbare groepenkan een bijkomende ondersteuning van 700 euro perpersoon worden voorzien. Er worden geen bijkomende toelatingscriteriagedefinieerd; iedereen die in aanmerkingkomt voor het REAB-programma kan bijkomende ondersteuningaanvragen.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 285Le programme de réintégration est mis en oeuvre par lespartenaires de réintégration établis en Belgique (OIM etCaritas). Via leurs antennes locales (appelées "partenairesde réintégration locaux"), ils répartissent les moyens disponiblesen concertation avec le migrant rapatrié.Entre 2006 et 2008, quelque 2.000 personnes auraient eurecours à cette aide supplémentaire.1. a) Pourriez-vous fournir un aperçu annuel du nombrede personnes rentrées volontairement dans leur pays etayant bénéficié dans le pays d'origine de l'aide matériellede 700 euros par personne depuis le 1er janvier 2006?b) Je souhaiterais obtenir un aperçu par sexe et par catégoried'âge.Het herintegratieprogramma wordt geïmplementeerddoor herintegratiepartners die gevestigd zijn in België(IOM en Caritas). Via hun lokale antennes (de zogenaamdelokale herintegratiepartners) besteden zij de beschikbaremiddelen in samenspraak met de teruggekeerde migrant.In de loop van de periode 2006-2008 zouden ongeveer2.000 personen gebruik gemaakt hebben van de bijkomendeondersteuning.1. a) Kan u een overzicht per jaar geven van het aantalvrijwillige terugkeerders dat sinds 1 januari 2006 gebruikmaakte van de materiële ondersteuning in het herkomstlandter waarde van 700 euro per persoon?b) Graag een lijst per geslacht en leeftijdscategorie.c) Idem, mais par pays d'origine. c) Graag een lijst per land van herkomst.d) Pouvez-vous communiquer le taux de réussite (nombrede tentatives ayant échoué/réussi)?e) Parmi ces personnes, combien étaient des demandeursd'asile déboutés et combien des illégaux qui n'ont jamaisintroduit de demande d'asile?2. a) Combien de personnes vulnérables ont bénéficiéd'une aide supplémentaire de 700 euros par personnedepuis 2006?d) Graag het slaagpercentage (hoeveel pogingen mislukten/lukten).e) Hoeveel uitgeprocedeerde asielzoekers zaten hier tussenen hoeveel illegalen die nooit een asielaanvraag indienden?2. a) Hoeveel kwetsbare personen kregen sinds 2006 eenbijkomende ondersteuning van 700 euro per persoon?b) Je souhaiterais obtenir un aperçu par année. b) Graag een overzicht per jaar.c) Idem, mais par sexe et par catégorie d'âge. c) Graag een lijst per geslacht en leeftijdscategorie.d) Idem, mais par pays d'origine. d) Graag een lijst per land van herkomst.e) Pouvez-vous communiquer le taux de réussite (nombrede tentatives ayant échoué/réussi)?f) Parmi ces personnes, combien étaient des demandeursd'asile déboutés et combien des illégaux qui n'ont jamaisintroduit de demande d'asile?3. a) Dans combien de cas a-t-on accordé le montantmaximal de 1.750 euros depuis 2006?Pourriez-vous fournir un aperçu annuel:e) Graag het slaagpercentage (hoeveel pogingen mislukten/lukten).f) Hoeveel uitgeprocedeerde asielzoekers zaten hier tussenen hoeveel illegalen die nooit een asielaanvraag indienden?3. a) Hoe vaak werd sinds 2006 het maximale bedrag van1.750 euro uitgereikt?Graag een overzicht per jaar:b) par sexe et par catégorie d'âge? b) Graag een lijst per geslacht en leeftijdscategorie.c) par pays d'origine? c) Graag een lijst per land van herkomst.d) du taux de réussite (nombre de tentatives ayantéchoué/réussi)?e) Parmi ces personnes, combien étaient des demandeursd'asile déboutés et combien des illégaux qui n'ont jamaisintroduit de demande d'asile?d) Graag het slaagpercentage (hoeveel pogingen mislukten/lukten).e) Hoeveel uitgeprocedeerde asielzoekers zaten hier tussenen hoeveel illegalen die nooit een asielaanvraag indienden?4. a) Quand ce montant supplémentaire est-il octroyé? 4. a) Wanneer wordt dit extra bedrag uitgereikt?b) Au moment de l'arrivée dans le pays d'origine ou lors b) Bij aankomst in het land van herkomst of bij vertrek?du départ de la Belgique?5. a) Quand les personnes concernées reçoivent-elles leurbillet d'avion et la prime de 250 euros?b) Qui les leur remet? b) Wie overhandigt dit?5. a) Wanneer ontvangen ze hun vliegtuigticket en hun250 euro?CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

286 QRVA 53 0356. Il semblerait que toute personne entrant en considérationpour le programme REAB puisse demander l'aide supplémentaireà la réintégration.a) Combien de personnes ont demandé cette aide supplémentaire?6. Blijkbaar kan iedereen die in aanmerking komt voorhet REAB-programma bijkomende ondersteuning aanvragen.a) Hoeveel mensen vroegen deze bijkomende ondersteuningaan?b) Quels sont les critères d'attribution? b) Wat zijn de criteria om het al dan niet toe te kennen?Réponse du secrétaire d'État à l'Intégration sociale età la Lutte contre la pauvreté, adjoint à la ministre desAffaires sociales et de la Santé publique, chargée del'Intégration sociale du 30 juin 2011, à la question n° 47de monsieur le député Theo Francken du 19 janvier2011 (N.):1. a) Le montant de l'aide matérielle aux personnes quifont appel au programme de Retour volontaire est calculéen fonction du nombre de personnes par dossier. Le montantde l'aide est de 700 euros par personne avec un maximumde 1.750 euros par dossier. Ces dossiers ne sont pasenregistrés séparément par montant attribué. Les chiffresrepris ci-dessous englobent donc le total des dossiersconcernés.Antwoord van de staatssecretaris voorMaatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding,toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken enVolksgezondheid, belast met MaatschappelijkeIntegratie van 30 juni 2011, op de vraag nr. 47 van deheer volksvertegenwoordiger Theo Francken van19 januari 2011 (N.):1. a) De materiële ondersteuning aan vrijwillige terugkeerderswordt toegekend op basis van het aantal personenper dossier. Het ondersteuningsbedrag bedraagt 700 europer persoon met een maximum van 1.750 euro per dossier.De dossiers worden niet apart geregistreerd per uitgekeerdbedrag. De hieronder opgenomen cijfers en details betreffendus het totaal van de betrokken dossiers.REAB—REABOIM (personnes)—IOM (personen)Caritas—CaritasAutres opérateurs—Andere operatorenTotal—Totaal200620072008200920102 8112 5932 6692 6592 95744251511444659--172358257302--50127----444731 001701961b) La répartition par sexe n'est que reprise depuis 2010dans les statistiques et est la suivante:b) De opdeling per geslacht wordt pas vanaf 2010 systematischstatistisch verwerkt.TOTAL / TOTAALHommesFemmesEnfants < 18 ans510248203MannenVrouwenKinderen < 18 jaarTOTAL 961 TOTAALc) Veuillez trouver en annexe, à la fin de ce bulletin(p. 319), la liste des personnes par pays d'origine.c) Gelieve in bijlage, achteraan dit bulletin (blz. 319), eenlijst per land van herkomst te vinden.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 287d) En ce qui concerne votre question relative au pourcentagede réussite, je souhaite répéter que pour le retourvolontaire il ne convient pas de parler de pourcentage deréussite. Les personnes qui souhaitent retourner sont libresde le faire. Par contre, il existe un pourcentage d'annulation.Toutes les personnes qui ont introduit une demande,peuvent à tout moment retirer leur demande (car cela resteun acte libre).e) Veuillez trouver ci-dessous l'aperçu du nombre dedemandeurs d'asile, des personnes en fin de procéduresainsi que des migrants irréguliers qui ont fait appel au programmede retour volontaire.d) Wat betreft het slaagpercentage wens ik te herhalen datmen bij vrijwillige terugkeer niet kan spreken van eenslaagpercentage. Iedereen die wenst terug te keren, kanvertrekken. Wel spreken we van een annulatie-percentage.Iedereen die een aanvraag indient om terug te keren, kanop elk moment die aanvraag terug intrekken (het blijftimmers vrijwillig).e) Gelieve hieronder het overzicht te willen vinden vanhet aantal asielzoekers, uitgeprocedeerde asielzoekers enirreguliere migranten die beroep hebben gedaan op het programmavan vrijwillige terugkeer.2007 2008 2009 2010Demandeurs d’asileDemandeurs d’asile en fin de procédureMigrants irréguliers10 %57 %33 %12 %52 %36 %13 %37 %50 %23 %33 %44 %AsielzoekersUitgeprocedeerde asielzoekersIrreguliere migranten2. a) et b) Veuillez trouver ci-dessous un aperçu parannée du nombre de personnes vulnérables qui depuis2006 ont perçu une aide supplémentaire de 700 euros parpersonne.2. a) en b) Gelieve hieronder een overzicht per jaar tewillen vinden van het aantal kwetsbare personen die sinds2006 een bijkomende ondersteuning van 700 euro per persoonontvingen.2007 2008 2009 2010Personnes vulnérables 70 105 211 272 Kwetsbare personenc), d) et f) La répartition par sexe, catégorie, nationalitéou état de procédure des personnes vulnérables ayant perçuune aide supplémentaire financière, ne peut pas être isoléestatistiquement des chiffres globaux, mais est reprise dansl'aperçu général dans ma réponse à la première question.e) En ce qui concerne le pourcentage de réussite, je vousredirige vers ma réponse supra.3. Comme déjà mentionné à la première question, l'aideest attribuée en fonction de la composition du dossier et lenombre de personnes est le seul critère qui est utilisé. Larépartition par sexe, catégorie, nationalité ou état de procéduredes personnes dont le dossier a atteint le montantmaximal de 1.750 euros, ne peut pas être isolée statistiquementdes chiffres globaux, mais sont repris dans l'aperçugénéral dans ma réponse à la première question.c), d) en f) De onderverdeling geslacht, categorie, nationaliteiten stand van procedure van de kwetsbare personendie bijkomende ondersteuning ontvingen, kunnen nietafzonderlijk statistisch opgevraagd worden, maar werdenopgenomen in het algemene statistische overzicht opgenomenonder punt 1.e) Wat betreft het slaagpercentage verwijs ik u naar mijnbovenstaand antwoord.3. Zoals hoger reeds gesteld wordt de ondersteuning toegekendop basis van de samenstelling van het dossier en ishet aantal personen het enige criterium dat wordt gehanteerd.De kenmerken (geslacht, categorie, nationaliteit,enzovoort) van de dossiers die het maximale bedrag van1.750 euro ontvangen zijn opgenomen in het algemene statistischeoverzicht opgenomen onder punt 1.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

288 QRVA 53 0354. L'aide de réintégration de 700 euros depuis 2010(350 euros pour les mineurs d'âge) n'est pas remise directementau migrant, mais bien au partenaire locale de réintégration(la mission de l'OIM/ département de Caritas dansle pays d'origine). Cette organisation gère l'utilisation deces moyens en concertation avec le migrant qui est retourné.5. Le ticket d'avion n'est pas remis au migrant, maiscelui-ci est informé de la réservation de la place d'avion quia été faite en son nom. En plus du ticket d'avion, le programmeREAB prévoit également une prime de 250 eurospour le voyage de retour. Juste avant le départ (dans lazone de transit de l'aéroport) sa prime lui est remise par descollaborateurs de l'OIM.6. a) Le nombre de personnes qui ont fait appel au programmede retour volontaire est repris dans mes réponsesaux questions n°s 1, 2 et 3.b) En principe tout le monde qui entre dans les critèrespour un retour dans le cadre du programme de retourvolontaire, peut faire la demande pour une aide supplémentaire.Pour les migrants irréguliers il y a cependant des critèressupplémentaires. Ainsi, ils doivent avoir reçu un ordre dequitter le territoire ou avoir séjourné au moins douze moissur le territoire. Cette dernière condition a pour objectifd'éviter que les personnes transitent par la Belgique en vuede faire appel au programme de retour volontaire.4. De ondersteuning bij reïntegratie ten bedrage van700 euro (350 euro voor de minderjarigen) wordt nietrechtstreeks uitgereikt aan de migrant, maar wordt overgemaaktaan de lokale reïntegratiepartner (de missie vanIOM/ afdeling van Caritas in het land van herkomst). Dezeorganisatie besteedt de middelen in overleg met de ondertussenteruggekeerde migrant.5. Het vliegtuigticket wordt niet overhandigd. Demigrant wordt geïnformeerd over de boeking die op zijn/haar naam is gemaakt. Naast het vliegtuigticket voorziethet REAB-programma ook een premie ten bedrage van250 euro voor de terugreis. Net voor vertrek (in de transitzonevan de luchthaven) wordt de premie overhandigddoor medewerkers van het IOM.6. a) U kan het aantal mensen die in aanmerking komenvoor het REAB-programma en bijkomende ondersteuningaanvragen terugvinden onder (mijn antwoorden op) de vragennrs 1, 2 en 3.b) In principe kan iedereen die toegang heeft tot het programmavoor vrijwillige terugkeer bijkomende ondersteuningaanvragen.Voor irreguliere migranten zijn er echter een aantal voorwaarden.Ze moeten een bevel om het grondgebied te verlatengekregen hebben of tenminste twaalf maanden op hetgrondgebied verblijven. Deze laatste voorwaarde werdgesteld om te vermijden dat personen met het oog op eenterugkeer doormigreren naar België.DO 2010201102115Question n° 48 de monsieur le député Theo Franckendu 20 janvier 2011 (N.) au secrétaire d'État àl'Intégration sociale et à la Lutte contre lapauvreté, adjoint à la ministre des Affairessociales et de la Santé publique, chargée del'Intégration sociale:Le retour en Belgique après le retour volontaire vers lepays d'origine.Une politique de retour sévère mais juste est indispensableà la mise en oeuvre d'une politique d'asile et de migrationadéquate et socialement responsable. Le retourvolontaire joue un rôle extrêmement important à cet égard.Il n'est pas interdit aux personnes faisant appel au programmeREAB de revenir en Belgique. Toutefois, ellesdoivent signer une déclaration qui stipule qu'elles vontrembourser les frais du voyage si elles reviennent en Belgiquedans un délai de cinq ans.DO 2010201102115Vraag nr. 48 van de heer volksvertegenwoordiger TheoFrancken van 20 januari 2011 (N.) aan destaatssecretaris voor Maatschappelijke Integratieen Armoedebestrijding, toegevoegd aan deminister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,belast met Maatschappelijke Integratie:De terugkeer naar België na de vrijwillige terugkeer naarhet land van herkomst.Een streng maar rechtvaardig terugkeerbeleid is eenonontbeerlijk deel van een goed en sociaal asiel- en migratiebeleid.Vrijwillige terugkeer speelt daarbij een uiterstbelangrijke rol.Personen die een beroep doen op het REAB-programmakrijgen geen re-entry ban. Wel moeten zij een verklaringondertekenen die bepaalt dat ze de kosten van de reis zullenterugbetalen indien ze binnen een termijn van vijf jaarterug naar België komen.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 289En pratique, cette disposition semble difficile à mettre enoeuvre. L'Organisation internationale pour les migrations(OIM) ne pouvant en effet accéder qu'à ses propres fichiersde données, le personnel de cette organisation n'a la possibilitéd'activer cette disposition que lorsqu'une personneintroduit une deuxième demande de retour dans un délai decinq ans.1. Pouvez-vous me donner un aperçu annuel des étrangersqui sont retournés volontairement dans leur pays d'origineet sont ensuite revenus en Belgique depuis le 1erjanvier 2005 (si possible depuis le 1er janvier 2000)?2. Je voudrais obtenir une liste par sexe et par catégoried'âge.3. Je voudrais obtenir une liste par pays d'origine et statutde séjour (demandeur d'asile, demandeur débouté ou personneen séjour illégal).4. Je voudrais un aperçu annuel du nombre de personnesqui ont été tenues de rembourser les coûts de leur voyagedepuis 2005 (si possible depuis 2000)?Réponse du secrétaire d'État à l'Intégration sociale età la Lutte contre la pauvreté, adjoint à la ministre desAffaires sociales et de la Santé publique, chargée del'Intégration sociale du 30 juin 2011, à la question n° 48de monsieur le député Theo Francken du 20 janvier2011 (N.):1. Mon administration a connaissance des personnesretournées vers leur pays d'origine grâce au programmeREAB (le programme de retour 'simple'). Si ces mêmespersonnes reviennent en Belgique et font de nouveau appelau programme REAB, elles sont directement reconnuesgrâce à la base de données et leur dossier est alors refusépar l'OIM (l'Organisation internationale pour les migrations).En effet, le migrant ne peut pas faire appel au programmede Retour volontaire plus d'une fois. En pratique, l'OIMreçoit toutes les demandes de retour volontaire par les partenaireset analyse le dossier. Toutes les deuxièmes demandesde retour volontaire sont donc refusées et l'OIM clôturealors le dossier en cours.Nous avons les statistiques de l'OIM sur le nombre dedossiers clôturés pour toute sorte de raisons, mais pas lenombre exact de dossiers clôturés sur base d'une deuxièmedemande de retour volontaire.2. et 3. Vu que les données ne sont pas informatisées systématiquement,il n'est pas possible d'effectuer des listespas sexe, par catégorie d'âge, par pays d'origine ou par statutde séjour.Deze bepaling blijkt in de praktijk moeilijk afdwingbaar.De Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) heeftimmers enkel toegang tot haar eigen databestanden, waardoorze deze bepaling enkel kan activeren wanneer iemandbinnen de termijn van vijf jaar een tweede aanvraag totterugkeer indient.1. Kan u een overzicht per jaar geven van alle vreemdelingendie sinds 1 januari 2005 (indien mogelijk sinds1 januari 2000) vrijwillig terugkeerden naar hun land vanherkomst en vervolgens terugkeerden naar België?2. Graag een lijst per geslacht en leeftijdscategorie.3. Graag een lijst per land van herkomst en verblijfsstatuut(asielzoeker, uitgeprocedeerde asielzoeker, illegaal).4. Hoeveel mensen moesten de kosten van hun reis terugbetalensinds 2005 (indien mogelijk sinds 2000)? Graageen overzicht per jaar.Antwoord van de staatssecretaris voorMaatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding,toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken enVolksgezondheid, belast met MaatschappelijkeIntegratie van 30 juni 2011, op de vraag nr. 48 van deheer volksvertegenwoordiger Theo Francken van20 januari 2011 (N.):1. Mijn administratie heeft kennis van de personen diedankzij het REAB-programma (Return and Emigration ofAsylum seekers ex-Belgium) naar hun land van herkomstzijn teruggekeerd. Indien deze personen terug naar Belgiëkomen en opnieuw op het REAB-programma een beroepdoen, worden ze dankzij de databank en hun dossieronmiddellijk herkend en worden ze dus door de IOM(Internationale Organisatie voor Migratie) geweigerd.De migrant kan slechts één keer een beroep doen op hetprogramma voor vrijwillige terugkeer. In de praktijk ontvangtde IOM alle aanvragen voor vrijwillige terugkeervan de partners en analyseert ze het dossier. Alle tweedeaanvragen voor vrijwillige terugkeer worden dus geweigerden de IOM sluit dan het lopende dossier.We beschikken over de statistieken van de IOM over hetaantal gesloten dossiers voor alle soorten redenen maarniet het exact aantal gesloten dossiers voor een tweede aanvraagvoor vrijwillige terugkeer.2. en 3. Aangezien er geen systematische gegevens bijgehoudenworden, is het niet mogelijk om een lijst pergeslacht, per leeftijdscategorie of per herkomst en verblijfsstatuutop te maken.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

290 QRVA 53 0354. Si des personnes sont déjà retournées dans leur paysd'origine via un programme REAB, comme dans la question1, elles ne peuvent non seulement plus faire appel auprogramme mais doivent également rembourser les frais deleur voyage précédent.Il y a eu deux cas au cours des deux dernières années. Lespossibilités de récupérer les frais sont cependant très minimesdans la pratique. D'autant plus que les frais pour récupérerl'argent dépasseraient rapidement le montant dû parle demandeur d'asile.4. Indien personen, zoals hierboven gesteld, reeds eerdermet het REAB-programma zijn teruggekeerd wordt henniet alleen meegedeeld dat zij geen beroep meer kunnendoen op het programma, maar ook dat zij de kosten van deeerdere reis moeten terugbetalen.In de loop van de voorbije twee jaar zijn er twee effectieveinvorderingen geweest. De mogelijkheden om dezekosten effectief terug te vorderen, zijn zeer beperkt. Hetopsporen en effectief terugvorderen van irregulieremigranten is verre van vanzelfsprekend. De kostprijs vaneen terugvordering zou al snel het bedrag van de terugvorderingovertreffen.DO 2010201102123Question n° 50 de monsieur le député Theo Franckendu 20 janvier 2011 (N.) au secrétaire d'État àl'Intégration sociale et à la Lutte contre lapauvreté, adjoint à la ministre des Affairessociales et de la Santé publique, chargée del'Intégration sociale:Le retour volontaire vers un pays tiers.Une politique de retour sévère mais juste est indispensableà la mise en oeuvre d'une politique d'asile et de migrationadéquate et socialement responsable. Le retourvolontaire joue un rôle extrêmement important à cet égard.Le retour volontaire est semble-t-il également envisageablevers un pays autre que le pays d'origine. Les étrangersdisposant des documents de voyage et de séjour requispeuvent ainsi partir vers un pays tiers.1. Pouvez-vous me donner un aperçu annuel des étrangersqui sont retournés volontairement vers un pays tiersdepuis le 1er janvier 2005 (si possible depuis le 1er janvier2000)?2. Je voudrais obtenir une liste par sexe et par catégoried'âge.3. Je voudrais obtenir une liste par pays tiers et par paysd'origine.4. Je voudrais connaître le pourcentage de réussite (nombrede tentatives fructueuses/infructueuses).5. Combien de demandeurs d'asile déboutés et combiende personnes en séjour illégal n'ayant jamais introduit dedemande d'asile font partie de ces statistiques?DO 2010201102123Vraag nr. 50 van de heer volksvertegenwoordiger TheoFrancken van 20 januari 2011 (N.) aan destaatssecretaris voor Maatschappelijke Integratieen Armoedebestrijding, toegevoegd aan deminister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,belast met Maatschappelijke Integratie:De vrijwillige terugkeer naar een derde land.Een streng maar rechtvaardig terugkeerbeleid is eenonontbeerlijk deel van een goed en sociaal asiel- en migratiebeleid.Vrijwillige terugkeer speelt daarbij een uiterstbelangrijke rol.Blijkbaar is de notie vrijwillige terugkeer niet beperkt tothet land van herkomst. Vreemdelingen kunnen, indien zebeschikken over de nodige reis- en verblijfsdocumenten,naar een derde land terugkeren.1. Kan u me een overzicht per jaar geven van alle vreemdelingendie sinds 1 januari 2005 (indien mogelijk sinds1 januari 2000) vrijwillig terugkeerden naar een derdeland?2. Graag een lijst per geslacht en leeftijdscategorie.3. Graag een lijst per derde land en land van herkomst.4. Graag het slaagpercentage (hoeveel pogingen mislukten/lukten).5. Hoeveel uitgeprocedeerde asielzoekers zaten hier tussenen hoeveel illegalen die nooit een asielaanvraag indienden?CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 291Réponse du secrétaire d'État à l'Intégration sociale età la Lutte contre la pauvreté, adjoint à la ministre desAffaires sociales et de la Santé publique, chargée del'Intégration sociale du 30 juin 2011, à la question n° 50de monsieur le député Theo Francken du 20 janvier2011 (N.):En réponse à vos questions n°s 1 et 3, je vous prie detrouver dans le tableau ci-dessous l'aperçu de tous lesétrangers qui sont retournés sur base volontaire depuis le1er janvier 2005, ainsi que leur répartition par pays d'origineet pays de destination.Antwoord van de staatssecretaris voorMaatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding,toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken enVolksgezondheid, belast met MaatschappelijkeIntegratie van 30 juni 2011, op de vraag nr. 50 van deheer volksvertegenwoordiger Theo Francken van20 januari 2011 (N.):Gelieve in antwoord op uw eerste en uw derde vraag inverband met een overzicht per jaar geven van alle vreemdelingendie sinds 1 januari 2005 vrijwillig terugkeerdennaar een derde land en deze lijst per derde land en land vanherkomst, de onderstaande tabellen te willen vinden:2005Destination Country Citizenship TotalARMENIAAUSTRALIACANADACZECH REPUBLICEL SALVADORISRAELKAZAKHISTANKYRGYSTANLEBANONMOLDAVIANIGERPERURUSSIAN FEDERATIONUKRAINEUNITED STATESRUSSIAN FEDERAIONBOSNIA-HERZEGOVINABELARUSCONGO, DRCIVORY COASTDJIBUTIIRANKYRYGYSTANCAYMAN ISLANDSKAZKHSTANRUSSIAN FEDERAIONCHADUKRAINEUZBEKISTANSLOVAKIAHONDURASPERUARMENIAKAZKHSTANJORDANKAZKHSTANNIGERIAECUADORBELARUSKYRYGYSTANKAZKHSTANCHADUZBEKISTANMOLDOVAPALESTINARUSSIAN FEDERAIONUZBEKISTANIRANRWANDA1324212124611281112121134512111141Grand Total 74CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

292 QRVA 53 0352006Destination Country Citizenship TotalARGENTINAAUSTRALIABELARUSBRAZILCANADACZECH REPUBLICDOMINICAN REPUBLICEL SALVADORKOSOVO (YUGOSLAVIA)RUSSIAN FEDERATIONRWANDASOUTH AFRICATANZANIAUNITED STATESVENEZUELAPARAGUAYRUSSIAN FEDERATIONRWANDASOMALIAYUGOSLAVIARUSSIAN FEDERATIONECUADORBELARUSCONGO, DRCKYRGYSTANKAZAKHISTANMONGOLIARUSSIAN FEDERATIONUKRAINESLOVAKIAECUADORGUATEMALAFYROMARMENIABELARUSGEORGIAKAZAKHISTANUZBEKISTANCONGO, DRCZAMBIABURUNDIIRANECUADOR1411311313433341412213211712Grand Total 64CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 2932007Destination Country Citizenship TotalBOSNIA-HERZEGOVINACANADACZECH REPUBLICGEORGIAINDIAKAZAKHSTANMOLDOVANIGERIAROMANIARUSSIAN FEDERATIONSERBIA MONTENEGROSLOVAKIAUKRAINECRBENINIRANKYRGYSTANSLOVAKIAAZERBAIJANSAUDI ARABIAARMENIAUKRAINELIBERIAMOLDOVA REPUBLICBELARUSKYRGYSTANUZBEKISTANCROATIACZECH REPUBLICIRAQMOLDAVIAROMANIARUSSIAN FEDERATION13251112111112421112Grand Total 342008Destination Country Citizenship TotalARMENIAAZERBAIJANBELARUSBENINBOLIVIABRAZILCHILECONGO, THE DEMOCRATICREPUBLIC OF THEKAZAKHSTANRUSSIAN FEDERATIONSERBIASLOVAKIAUZBEKISTANRUSSIAN FEDERATIONRUSSIAN FEDERATIONRUSSIAN FEDERATIONNIGERPERUCOLOMBIABRAZILRWANDABELARUSUKRAINECROATIAMONTENEGROCZECH REPUBLICSIERRA LEONERUSSIAN FEDERATION112121111312411Grand Total 23CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

294 QRVA 53 0352009Destination Country Citizenship TotalBRAZILISRAELJORDANLITHUANIAPAKISTANROMANIARUSSIAN FEDERATIONRWANDASYRIAN ARAB REPUBLICTURKEYUZBEKISTANCHILECOLOMBIAGEORGIAUKRAINEEGYPTIRAQGEORGIARUSSIAN FEDERATIONCANADAAZERBAIJANUKRAINEKENYAJORDANIRAQRUSSIAN FEDERATIONUKRAINE1111311111211112Grand Total 202010Destination Country Citizenship TotalBELARUSBENINBOLIVIABRAZILINDIAIRAN, ISLAMICREPUBLIC OFIRAQMONGOLIAPAKISTANRUSSIAN FEDERATIONSERBIARUSSIAN FEDERATIONNIGERIABRAZILCONGO, THE DEMOCRATICREPUBLIC OF THECHINACANADALEBANONCHINANIGERIASOUTH AFRICAARMENIABOSNIA ANDHERZEGOVINAMACEDONIA, THE FORMERYUGOSLAV REPUBLIC OF1111141111111Grand Total 20Je ne peux cependant pas vous présenter les répartitionspar sexe ainsi que par catégorie d'âge, ni le nombre dedemandeurs d'asile qui étaient en fin de procédure, ou lesillégaux qui n'avaient jamais introduit une demande d'asile,vu que ces informations ne font en ce moment pas partiedes données systématiquement introduites dans les statistiques.Ik kan u echter geen overzichten geven met betrekkingtot de indeling van deze lijsten per geslacht en leeftijdscategoriealsook in verband met het aantal uitgeprocedeerdeasielzoekers hiertussen alsook het aantal illegalen die nooiteen asielaanvraag indienden, aangezien deze gegevens opdit ogenblik niet systematisch statistisch verwerkt worden.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 295En ce qui concerne votre question relative au pourcentagede réussite, je tiens à souligner que pour le retourvolontaire il ne convient pas de parler de pourcentage deréussite. Les personnes qui souhaitent retourner sont libresde le faire. Par contre, il existe un pourcentage d'annulation.Toutes les personnes qui ont introduit une demande,peuvent à tout moment retirer leur demande (car cela resteun acte libre). Le nombre de personnes qui retire finalementleur demande s'élève à 25 jusqu'environ 30%.Wat betreft het slaagpercentage wens ik te herhalen datmen bij vrijwillige terugkeer niet kan spreken van eenslaagpercentage. Iedereen die wenst terug te keren, kanvertrekken. Wel spreken we van een annulatiepercentage.Iedereen die een aanvraag indient om terug te keren, kanop elk moment die aanvraag terug intrekken (het blijftimmers vrijwillig). Het aandeel van de personen die hunaanvraag uiteindelijk annuleert, bedraagt tussen de 25 en30%.DO 2010201102652Question n° 67 de monsieur le député Peter Logghe du09 mars 2011 (N.) au secrétaire d'État àl'Intégration sociale et à la Lutte contre lapauvreté, adjoint à la ministre des Affairessociales et de la Santé publique, chargée del'Intégration sociale:Fonds mazout. - Interventions.J'ai appris récemment que plus de 105.000 ménages ontfait appel au Fonds mazout en 2010, ce qui représente uneaugmentation de 7,2% par rapport à 2009. Le coût total duFonds mazout est ainsi passé de 18,5 à 19,8 millionsd'euros.Le secrétaire d'État aurait prévu un budget de 21 millionsd'euros pour 2011.Le Fonds mazout a été créé en 2005 pour intervenir partiellementdans la facture de mazout, à hauteur de maximum300 euros par ménage.1. Comment a évolué le nombre de ménages qui ont faitappel annuellement au Fonds mazout au cours de la période2005-2010?2. a) Je souhaiterais également obtenir un aperçu parRégion.b) Combien de ménages y ont recouru respectivement enRégion flamande, en Région bruxelloise et en Région wallonne?DO 2010201102652Vraag nr. 67 van de heer volksvertegenwoordiger PeterLogghe van 09 maart 2011 (N.) aan destaatssecretaris voor Maatschappelijke Integratieen Armoedebestrijding, toegevoegd aan deminister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,belast met Maatschappelijke Integratie:Stookoliefonds. - Tussenkomsten.Recentelijk vernam ik dat in 2010 ruim 105.000 gezinneneen beroep hebben gedaan op het Stookoliefonds, een verhogingvan 7,2% in vergelijking met 2009. Het totale kostenplaatjevan het Stookoliefonds steeg daarmee van18,5 miljoen euro tot 19,8 miljoen euro.De staatssecretaris zou voor 2011 een bedrag van 21 miljoeneuro uittrekken.De bedoeling in 2005 was om tussen te komen in degedeeltelijke betaling van de stookoliefactuur, waarbij demaximale tussenkomst per gezin 300 euro bedraagt.1. Kan u de evolutie meedelen van het jaarlijks aantalgezinnen dat een beroep deed op het Stookoliefonds vanaf2005 tot en met 2010?2. a) Kan u eveneens een regionale opsplitsing maken?b) Hoeveel gezinnen in het Vlaams Gewest, hoeveel inhet Brussels Hoofdstedelijk Gewest en hoeveel in hetWaalse Gewest?3. a) Combien étaient des jeunes ménages? 3. a) Hoeveel jonge gezinnen?b) Combien étaient des personnes âgées/pensionnés? b) Hoeveel bejaarden/gepensioneerden?4. Combien de ménages allochtones ont fait appel auFonds mazout?5. Pour 2011, un montant de 21 millions d'euros a étédégagé.Sur quels indicateurs ce montant est-il fondé?4. Hoeveel allochtone gezinnen deden een beroep op eentussenkomst van het Stookoliefonds?5. Voor 2011 maakt men een bedrag vrij van 21 miljoeneuro.Op welke indicatoren is dit bedrag gebaseerd?CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

296 QRVA 53 035Réponse du secrétaire d'État à l'Intégration sociale età la Lutte contre la pauvreté, adjoint à la ministre desAffaires sociales et de la Santé publique, chargée del'Intégration sociale du 05 juillet 2011, à la questionn° 67 de monsieur le député Peter Logghe du 09 mars2011 (N.):En réponse à votre question susmentionnée, je vous communiqueles informations suivantes:1. - Pour la période allant du 1er septembre 2005 au30 avril 2006,Antwoord van de staatssecretaris voorMaatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding,toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken enVolksgezondheid, belast met MaatschappelijkeIntegratie van 05 juli 2011, op de vraag nr. 67 van deheer volksvertegenwoordiger Peter Logghe van09 maart 2011 (N.):In antwoord op uw voormelde vraag deel ik u de volgendeinformatie mede:1. - Voor de periode van 1 september 2005 tot 30 april200699.682 ménages ont bénéficié du Fonds mazout. hebben 99.682 gezinnen een beroep gedaan op hetStookoliefonds.- Pour la période allant du 1er septembre 2006 au 30 avril - Voor de periode van 1 september 2006 tot 30 april 20072007,86.990 ménages ont bénéficié du Fonds mazout. hebben 86.990 gezinnen een beroep gedaan op hetStookoliefonds.- Pour la période allant du 1er septembre 2007 au 30 avril - Voor de periode van 1 september 2007 tot 30 april 20082008,190.882 ménages ont bénéficié du Fonds mazout. hebben 190.882 gezinnen een beroep gedaan op hetStookoliefonds.L'augmentation pour cette période s'explique par l'élargissementdu public cible aux ménages à revenus modestes(catégorie 4) à partir du 1er janvier 2008.- Pour la période allant du 1er septembre 2008 au31 décembre 2008,De toename voor deze periode wordt verklaard door hetuitbreiden van de doelgroep naar gezinnen met lage inkomens(categorie 4) vanaf 1 januari 2008.- Voor de periode van 1 september 2008 tot 31 december2008101.976 ménages ont bénéficié du Fonds mazout. hebben 101.976 gezinnen een beroep gedaan op hetStookoliefonds.- Pour la période allant du 1er janvier 2009 au31 décembre 2009,- Voor de periode van 1 januari 2009 tot 31 december200992.677 ménages ont bénéficié du Fonds mazout. hebben 92.677 gezinnen een beroep gedaan op het Stookoliefonds.(À partir du 1er janvier 2009, la catégorie 4 est transféréeau Service public fédéral Économie).- Pour la période allant du 1er janvier 2010 au31 décembre 2010,(Vanaf 1 januari 2009 wordt categorie 4 overgedragennaar de Federale Overheidsdienst Economie).- Voor de periode van 1 januari 2010 tot 31 december2010112.898 ménages ont bénéficié du Fonds mazout. hebben 112.898 gezinnen een beroep gedaan op hetStookoliefonds.2. a) La répartition par période de chauffe est possible àpartir de 2007-2008.2. a) De opsplitsing per verwarmingsperiode is mogelijkvanaf 2007-2008.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 297b) Répartition par Région: b) Opsplitsing per Gewest:Période—PeriodeWallonie—WalloniëFlandre—VlaanderenBruxelles—Brussel2007-2008 101 644 87 430 1 8082008 51 252 50 059 6652009 45 243 46 580 8542010 56 341 55 521 1 0363. a) Il n'y a pas de données chiffrés concernant lesfamilles de jeunes ayant bénéficié du Fonds mazout.b) Il n'y a pas de données chiffrées concernant le nombrede personnes du troisième âge ou pensionnées ayant bénéficiédu Fonds mazout.4. Il n'y a pas de données chiffrées concernant le nombrede personnes allochtones ayant bénéficié du Fonds mazout.5. Le subside complémentaire de 21.700.000 euros estbasé sur des estimations des frais des années précédentes etde l'évolution des prix du mazout de chauffage.3. a) Er zijn geen cijfers betreffende de jonge gezinnendie een beroep hebben gedaan op het Stookoliefonds.b) Er zijn geen cijfers betreffende het aantal ouderen ofgepensioneerden die een beroep hebben gedaan op hetStookoliefonds.4. Er zijn geen cijfers betreffende het aantal allochtonepersonen die een beroep hebben gedaan op het Stookoliefonds.5. De aanvullende toelage van 21.700.000 euro is gebaseerdop de ramingen van de kosten van de voorbije jarenen van de evolutie van de stookolieprijzen.DO 2010201103036Question n° 80 de monsieur le député WouterDe Vriendt du 26 avril 2011 (N.) au secrétaired'État à l'Intégration sociale et à la Lutte contrela pauvreté, adjoint à la ministre des Affairessociales et de la Santé publique, chargée del'Intégration sociale:Soutien des autorités fédérales à l'intégration des personnessans abri.Dans une circulaire du 7 mai 2007, le ministre de l'époqueen charge de l'Intégration sociale, monsieur ChristianDupont, informe les présidents des centres publics d'actionsociale sur la loi du 26 octobre 2006 modifiant la loi du26 mai 2002 relative au droit à l'intégration sociale afind'encourager l'effort d'intégration des personnes sans abriconsenti par un centre public d'action sociale.Cette modification de la loi concernait l'encouragementpar les autorités fédérales de l'effort consenti par un CPASpour l'intégration des sans abri.DO 2010201103036Vraag nr. 80 van de heer volksvertegenwoordigerWouter De Vriendt van 26 april 2011 (N.) aan destaatssecretaris voor Maatschappelijke Integratieen Armoedebestrijding, toegevoegd aan deminister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,belast met Maatschappelijke Integratie:Steun van de federale overheid voor de integratie van daklozen.In een omzendbrief van 7 mei 2007 heeft de toenmaligeminister bevoegd voor Maatschappelijke Integratie, deheer Christian Dupont, informatie verstrekt aan de voorzittersvan de openbare centra voor maatschappelijk welzijnover de wet van 26 oktober 2006 tot wijziging van de wetvan 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijkeintegratie, tot aanmoediging van de inspanning die eenopenbaar centrum voor maatschappelijk welzijn levertvoor de integratie van daklozen.Die wetswijziging had betrekking op een aanmoedigingvan de federale overheid van de inspanning die eenOCMW levert voor de integratie van daklozen.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

298 QRVA 53 035Plus concrètement, cette loi visait une plus grande interventionde l'État en faveur des CPAS afin de leur permettrede garantir un revenu d'intégration de "personne isolée"aux sans abri qui "cohabitent" à titre temporaire. Les sansabri doivent en effet bénéficier d'une aide supplémentaire"pour sortir de l'exclusion sociale" (cfr. circulaire du 7 mai2007). Il s'agit donc dans le cas présent de personnes provisoirementaccueillies par des particuliers pour les tirerd'embarras dans l'attente de disposer de leur propre logement.Cela vaut expressément aussi pour les personnes quitrouvent refuge sucessivement "çà et là" à titre provisoire.Cette circulaire est toujours d'application.Or, lors de sa réunion du 11 février 2011, le conseil del'aide sociale du CPAS de Gand a décidé de considérer les"sans abri résidant temporairement çà et là" non pluscomme isolés mais comme cohabitants pour ce qui est del'aide sociale. Le but est de prévenir les "abus" éventuels.Cette décision est en parfaite contradiction avec la politiqueédictée par les autorités fédérales. Du fait de la suppressionde cette catégorie, à savoir les sans abri résidant"çà et là", ces clients n'ont plus droit au revenu d'intégrationde catégorie 2 et ne peuvent plus bénéficier d'uneprime d'installation. Le CPAS de Gand ne leur attribueraplus non plus d'adresse de référence à moins qu'ils n'en fassentla demande.1. Comment vous situez-vous par rapport à cette interprétationdivergente des "personnes sans abri"?2. Pourrait-il y avoir des implications en ce qui concernel'aide complémentaire allouée par l'État au CPAS de Gandà titre d'encouragement de l'aide aux sans abri?Réponse du secrétaire d'État à l'Intégration sociale età la Lutte contre la pauvreté, adjoint à la ministre desAffaires sociales et de la Santé publique, chargée del'Intégration sociale du 07 juillet 2011, à la questionn° 80 de monsieur le député Wouter De Vriendt du26 avril 2011 (N.):1. En réponse à sa question, je peux tout d'abord communiquerà l'honorable membre que les catégories en matièrede revenu d'intégration sont fixées par la loi.Un CPAS ne peut donc pas y déroger de sa propre initiative,étant donné qu'il est tenu d'agir en toute légalité.L'évaluation de la catégorie applicable est basée sur lasituation réelle du demandeur, qui est constatée à l'occasionde l'enquête sociale obligatoire.Meer concreet beoogde die wet een verhoogde staatstegemoetkomingaan de OCMW's teneinde hen in de mogelijkheidte stellen een leefloon van 'alleenstaande' tewaarborgen voor daklozen die tijdelijk ergens 'samenwonen'.Daklozen dienen immers een extra steun te krijgen'om uit hun sociale uitsluiting te raken' (zie de omzendbriefvan 7 mei 2007). Het betreft hier dus personen die voorlopigopgevangen worden door particulieren om hen tijdelijkuit de nood te helpen in afwachting dat ze een eigen woongelegenheidter beschikking hebben. Dat geldt uitdrukkelijkook voor personen die achtereenvolgens 'her en der'tijdelijk ergens onderdak krijgen en vinden.Die omzendbrief is nog steeds van kracht.Nu heeft de raad voor maatschappelijk welzijn van hetGentse OCMW op de vergadering van 11 februari 2011beslist de tijdelijk her en der verblijvende daklozen voorhun maatschappelijke ondersteuning niet langer tebeschouwen als alleenstaanden, maar als samenwonenden.Men wil op die manier mogelijk "misbruik" aan bandenleggen.Die beslissing strookt duidelijk niet met het beleid zoalsuitgestippeld door de federale overheid. Door het verdwijnenvan deze categorie, de "her en der" verblijvende daklozen,hebben deze cliënten niet langer recht op leeflooncategorie 2 en komen ze ook niet langer in aanmerkingvoor een installatiepremie. Het OCMW Gent zal dezemensen ook niet langer een referentieadres toekennen,indien ze hierom zouden vragen.1. Wat is uw standpunt in verband met deze afwijkendeinterpretatie van 'daklozen'?2. Zal dit implicaties hebben voor de toegekende bijkomendestaatssteun aan het OCMW van Gent, als aanmoedigingvoor de ondersteuning van daklozen?Antwoord van de staatssecretaris voorMaatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding,toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken enVolksgezondheid, belast met MaatschappelijkeIntegratie van 07 juli 2011, op de vraag nr. 80 van deheer volksvertegenwoordiger Wouter De Vriendt van26 april 2011 (N.):1. In antwoord op zijn vraagstelling kan ik het geachte lidvooreerst meedelen dat de categorieën inzake het leefloonwettelijk bepaald zijn.Een OCMW kan daar dus niet eigengereid van afwijken,vermits het gebonden is door het beginsel van de wettelijkheid.De beoordeling van de toepasselijke categorie wordtgebaseerd op de feitelijke situatie van de aanvrager dievastgesteld wordt ter gelegenheid van het verplicht sociaalonderzoek.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 299Par la circulaire du 7 mai 2007, les CPAS ont été informésde la modification apportée à l'époque à la loi du26 mai 2002, et plus précisément à l'article 14, § 1er, 2°. Ily était précisé que cette modification implique qu'une personnesans abri qui bénéficie du revenu d'intégration, pourlaquelle un projet individualisé d'intégration sociale a étéétabli, a droit au montant correspondant à la catégorie 'isolé'.Simultanément, il était également précisé que, dansl'hypothèse où la personne sans abri est réellement isolée,elle a évidemment droit au montant correspondant à lacatégorie "isolé", même au cas où elle ne bénéficierait pasd'un projet individualisé d'intégration sociale. Le fait devivre dans la rue comme sans-abri ne peut donc pas déterminerl'octroi d'un montant inférieur à celui correspondantà la catégorie 'isolé'".Je ne peux également pas adhérer à une interprétationdivergente de la notion de 'sans-abri'. Dans la circulaireprécitée, le ministre a explicitement rappelé qu'il fallaitentendre par 'sans-abri' "la personne qui ne dispose pasd'un logement, qui n'est pas en mesure de l'obtenir par sespropres moyens et qui n'a dès lors pas de lieu de résidence,ou qui réside temporairement dans une maison d'accueil enattendant qu'un logement personnel soit mis à sa disposition.Sont également visées, les personnes qui sont hébergéesprovisoirement par un particulier en vue de leur portersecours de manière transitoire et passagère, en attendantqu'elles disposent d'un logement. Par contre, une personnesans-abri qui va cohabiter de façon durable avec quelqu'unperd sa qualité de sans-abri et ne peut prétendre appartenirà la catégorie "personne isolée", étant donné qu'elle répondalors aux critères de la catégorie "personne cohabitante".2. La subvention majorée de l'État à 100% durant deuxannées au lieu d'une année n'est accordée au CPAS qu'à lacondition qu'une personne ait perdu sa qualité de sans-abrisuite à l'occupation d'une nouvelle habitation. Par cettesubvention supplémentaire, le législateur souhaite encouragerles CPAS qui aident les sans-abri à trouver un logementsur le territoire de la commune.In de rondzendbrief van 7 mei 2007 werden de OCMW'sgeïnformeerd over de toenmalige wijziging van de wetvan 26 mei 2002, meerbepaald van artikel 14, § 1, 2°.Hierbij werd opgemerkt dat deze wijziging inhoudt dat eenop het leefloon gerechtigde dakloze persoon, voor wie eengeïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratieis vastgesteld, recht heeft op het bedrag voor de categoriealleenstaande.Tezelfdertijd werd echter ook verduidelijkt dat in de veronderstellingdat de dakloze persoon daadwerkelijk alleenstaandeis, hij vanzelfsprekend recht heeft op het bedragvan de categorie 'alleenstaande', zelfs indien hij niet vaneen geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratiezou genieten. Het feit dat men als dakloze op straatleeft, kan er dus niet toe leiden dat een lager bedrag dan'alleenstaande' zou worden toegekend.Ik kan mij evenmin aansluiten bij een afwijkende interpretatievan het begrip 'dakloze'. In voornoemde rondzendbriefherinnerde de minister er trouwens expliciet aandat onder 'dakloze' wordt verstaan "de persoon die nietover een eigen woongelegenheid beschikt, die niet de middelenheeft om daar op eigen krachten voor te zorgen endaardoor geen verblijfplaats heeft of die tijdelijk in eentehuis verblijft in afwachting dat hem een eigen woongelegenheidter beschikking wordt gesteld.Zijn hier ook inbegrepen, de personen die voorlopigopgevangen worden door particulieren om hen tijdelijk enkortstondig uit de nood te helpen, in afwachting dat betrokkeneneen eigen woongelegenheid ter beschikking hebben.Een dakloze persoon die daarentegen op een duurzamewijze gaat samenwonen met iemand verliest zijn hoedanigheidvan dakloze en kan geen aanspraak maken op de categoriealleenstaande, omdat hij alsdan beantwoordt aan decategorie van de 'samenwonende'".2. De verhoogde staatstussenkomst aan 100% gedurendetwee jaar in plaats van één jaar, wordt enkel aan hetOCMW toegekend op voorwaarde dat een persoon zijnhoedanigheid van dakloze heeft verloren door een nieuwewoonst in gebruik te nemen. Met deze extra betoelagingwil de wetgever de OCMW's belonen die daklozen begeleidennaar een woning op het grondgebied van degemeenteCHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

300 QRVA 53 035Mon administration vérifie, pour l'octroi de la subvention,si le CPAS a observé les critères légaux. Outre lescontrôles prévus dans le cadre du programme de remboursement,il existe également un contrôle réalisé sur place parle Service d'Inspection qui vérifie si la situation réelle, telleque constatée lors de l'enquête sociale, correspond bien à lacatégorie octroyée. En veillant à l'application uniforme dela réglementation fédérale en matière d'intégration sociale,il est possible de s'assurer que les usagers des CPAS sonttraités de manière équivalente.Mijn administratie gaat voor de betoelaging na of hetOCMW de wettelijke criteria heeft gevolgd. Naast de inhet terugbetalingsprogramma voorziene controles, is erook een controle ter plaatse door de inspectiedienst die deovereenstemming nagaat tussen de feitelijke situatie zoalsvastgesteld in het sociaal onderzoek en de toegekende categorie.Door toe te zien over een uniforme toepassing vande federale reglementering inzake maatschappelijke integratiekan men er over waken dat de gebruikers van deOCMW's op een gelijke manier behandeld worden.DO 2010201103082Question n° 83 de madame la députée Sabien Lahaye-Battheu du 28 avril 2011 (N.) au secrétaire d'Étatà l'Intégration sociale et à la Lutte contre lapauvreté, adjoint à la ministre des Affairessociales et de la Santé publique, chargée del'Intégration sociale:DO 2010201103082Vraag nr. 83 van mevrouw de volksvertegenwoordigerSabien Lahaye-Battheu van 28 april 2011 (N.)aan de staatssecretaris voor MaatschappelijkeIntegratie en Armoedebestrijding, toegevoegdaan de minister van Sociale Zaken enVolksgezondheid, belast met MaatschappelijkeIntegratie:Expulsion du locataire. - CPAS. - Copies des requêtes. Uithuiszetting van huurder uit zijn woning. - OCMW's. -Afschriften van verzoekschriften.L'article 1344ter, § 2, respectivement § 3, du Code judiciairedispose que, lorsque la demande d'expulsion du locataireest introduite par requête écrite ou par comparutionvolontaire, respectivement par citation, le greffier, respectivementl'huissier de justice envoie - après un délai de quatrejours suivant l'inscription de l'affaire au (rôle),respectivement suivant la signification de l'exploit - unecopie de la requête écrite au CPAS.Telle est la procédure sous réserve d'opposition du preneurconformément à l'article 1344ter, § 4, du Code judiciaire.Combien de ces copies les CPAS ont-ils reçues des greffiers,respectivement des huissiers de justice, en 2008,2009 et 2010?Réponse du secrétaire d'État à l'Intégration sociale età la Lutte contre la pauvreté, adjoint à la ministre desAffaires sociales et de la Santé publique, chargée del'Intégration sociale du 07 juillet 2011, à la questionn° 83 de madame la députée Sabien Lahaye-Battheu du28 avril 2011 (N.):En ce qui concerne la question posée, je peux communiquerl'honorable membre que mon administration ne disposepas des informations demandées.Artikel 1344ter, paragraaf 2, respectievelijk paragraaf 3,van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt dat, wanneer de uithuiszettingvan de huurder uit zijn woning wordt gevorderdbij verzoekschrift of bij vrijwillige verschijningrespectievelijk bij dagvaarding, de griffier respectievelijkde gerechtsdeurwaarder - na een termijn van vier dagen nade inschrijving op de (rol) van de vordering tot uithuiszettingrespectievelijk na de betekening van het exploot - eenafschrift van het verzoekschrift bezorgt aan het OCMW.Dat gebeurt behoudens verzet van de huurder, zoalsbepaald in artikel 1344ter, paragraaf 4, van het GerechtelijkWetboek.Hoeveel dergelijke afschriften ontvingen de OCMW'svan de griffiers, respectievelijk de gerechtsdeurwaarders,in 2008, 2009 en 2010?Antwoord van de staatssecretaris voorMaatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding,toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken enVolksgezondheid, belast met MaatschappelijkeIntegratie van 07 juli 2011, op de vraag nr. 83 vanmevrouw de volksvertegenwoordiger Sabien Lahaye-Battheu van 28 april 2011 (N.):Wat de gestelde vraag betreft, kan ik aan het geachte lidmededelen dat mijn administratie niet over de gevraagdeinformatie beschikt.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 301En effet, je peux vous informer que 7.616 primes d'installationont été octroyées en 2010 à des sans-abris. Parmiceux-ci figurent des personnes qui ont été expulsées et quin'ont pas été en mesure par leurs propres moyens de retrouverun logement.Ik kan wel meegeven dat er in 2010 7.616 installatiepremiesaan daklozen werden toegekend. In dit getal zittenook personen inbegrepen die werden uitgewezen en dieniet in staat waren met eigen middelen in hun huisvestingte voorzien.DO 2010201103410Question n° 91 de madame la députée CarinaVan Cauter du 25 mai 2011 (N.) au secrétaired'État à l'Intégration sociale et à la Lutte contrela pauvreté, adjoint à la ministre des Affairessociales et de la Santé publique, chargée del'Intégration sociale:Revenu d'intégration. - Suspension du paiement pourséjour en prison.Conformément à l'article 39 de l'arrêté royal du 11 juillet2002 portant règlement général en matière de droit à l'intégrationsociale, le paiement du revenu d'intégration est suspenduau cours de la période durant laquelle la personnesubit une peine privative de liberté.1. Pour combien de bénéficiaires du revenu d'intégrationle paiement a-t-il été suspendu en raison d'un séjour en prison,et ce pour les années 2008, 2009 et 2010?2. Quelles ont été les économies réalisées à la suite de lasuspension du paiement du revenu d'intégration?Réponse du secrétaire d'État à l'Intégration sociale età la Lutte contre la pauvreté, adjoint à la ministre desAffaires sociales et de la Santé publique, chargée del'Intégration sociale du 07 juillet 2011, à la questionn° 91 de madame la députée Carina Van Cauter du25 mai 2011 (N.):Dans la procédure de remboursement que doivent suivreles CPAS, il ne convient pas d'indiquer la raison pourlaquelle une décision déterminée a été révisée, suspendue,retirée ou interrompue. En effet, cette information n'est pasnécessaire dans le cadre du traitement, entièrement automatisé,des demandes de subventions.Il va de soi qu'un contrôle est bel et bien prévu, maiscelui-ci est effectué sur place, par le service d'inspection demon administration. Ces inspections comprennent tant uncontrôle comptable qu'un contrôle des rapports sociaux.Lorsque les rapports des enquêtes sociales sont contrôlés,la raison pour laquelle un dossier déterminé a été suspendupeut être constatée. Ces contrôles ne permettent toutefoispas de générer des statistiques générales.DO 2010201103410Vraag nr. 91 van mevrouw de volksvertegenwoordigerCarina Van Cauter van 25 mei 2011 (N.) aan destaatssecretaris voor Maatschappelijke Integratieen Armoedebestrijding, toegevoegd aan deminister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,belast met Maatschappelijke Integratie:Leefloon. - Opschorting van betaling wegens verblijf in degevangenis.De betaling van het leefloon wordt krachtens artikel 39van het koninklijk besluit van 11 juli 2002 houdende hetalgemeen reglement betreffende het recht op maatschappelijkeintegratie, opgeschort tijdens de periode waarin eenpersoon een vrijheidsberovende straf ondergaat.1. Voor hoeveel rechthebbenden op leefloon werd debetaling opgeschort naar aanleiding van een verblijf in degevangenis en dit telkens voor de jaren 2008, 2009 en2010?2. Wat was de minder-uitgave als gevolg van de opschortingvan de betaling van het loofloon?Antwoord van de staatssecretaris voorMaatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding,toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken enVolksgezondheid, belast met MaatschappelijkeIntegratie van 07 juli 2011, op de vraag nr. 91 vanmevrouw de volksvertegenwoordiger CarinaVan Cauter van 25 mei 2011 (N.):In de terugbetalingsprocedure die OCMW's dienen tevolgen, moet niet worden meegedeeld waarom eenbepaalde beslissing werd herzien, geschorst, ingetrokkenof stopgezet. Deze informatie is immers niet noodzakelijkin het kader van de volautomatische verwerking van desubsidie-aanvragen.Natuurlijk is er hier wel een controle op voorzien, maardeze gebeurt ter plaatse door de inspectiedienst van mijnadministratie. Deze inspecties omvatten zowel een boekhoudkundigecontrole, als een controle van de sociale verslagen.Bij de controle van de verslagen van de gevoerde socialeonderzoeken kan worden vastgesteld waarom een bepaaldedossier werd geschorst. Deze controles laten echter niet toeom algemene statistieken op te maken.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

302 QRVA 53 035CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 303II. Sommaire par ministre et mentionnant l'objet.II. Inhoudsopgave volgens minister met vermelding van het onderwerp.DODODateDatumQuestion n°Vraag nr.AuteurAuteurObjetVoorwerpPageBlz.Vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de l'Intégration socialeVice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie2010201101526 30-11-2010 160 Alexandra Colen Traitement à la relatine pour les enfants. - Dépenses del'INAMI.Rilatinebehandeling bij kinderen. - RIZIV-uitgaven.2010201103258 11-05-2011 384 Reinilde Van Moer Medex. - Contrôles et procédures d'arbitrage.Medex. - Controles en scheidsrechtelijke procedures.2010201103277 12-05-2011 390 Franco Seminara Le cas de maltraitance animale constaté à Colfontaine(QO 4104).Geval van dierenmishandeling in Colfontaine. (MV 4104)2010201103368 18-05-2011 420 Peter Logghe Évolution de la situation en ce qui concerne les joueursen ligne pathologiques pris en charge dans des centresde désintoxication.Evolutie van verslaafde onlinegamers opgenomen inafkickcentra.2010201103390 23-05-2011 429 Minneke De Ridder Négligence envers les animaux. - Contrôles.Verwaarlozing van dieren. - Controles.2010201103392 23-05-2011 431 Minneke De Ridder Animaleries. - Contrôles.Dierenverkooppunten. - Controles.2010201103400 23-05-2011 433 Peter Logghe Augmentation de la consommation de médicaments.Stijging van het gebruik van pillen.2010201103433 26-05-2011 439 Minneke De Ridder Cas de négligence envers des animaux. - Analyse desrésultats.Dierenverwaarlozing. - Analyse van de resultaten.2010201103581 14-06-2011 458 Karolien Grosemans Octroi d'avantages sociaux aux victimes de la guerre. -Collèges. - Commission supérieure d'appel.Toekenning van sociale voordelen voor oorlogsslachtoffers.- Colleges. - Hogere Commissie van beroep.2010201103649 21-06-2011 462 Filip De Man Office national des vacances annuelles. - Emploi des langues.Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie. - Taalgebruik.3679121315181920Vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères et des Réformes institutionnellesVice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen2010201102165 25-01-2011 139 Denis Ducarme La situation au Niger.De toestand in Niger.2010201102955 06-04-2011 220 Gerolf Annemans Le rapatriement de citoyens belges depuis le Japon.De repatriëring van Belgische staatsburgers uit Japan.2010201102998 18-04-2011 223 Peter Logghe Nouvelle initiative de paix en Israël.Een nieuw vredesinitiatief in Israël.222729CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

304 QRVA 53 035DODODateDatumQuestion n°Vraag nr.AuteurAuteurObjetVoorwerpPageBlz.2010201103018 19-04-2011 225 Alexandra Colen L'accréditation délivrée par les Nations Unies au FreePalestine Movement.De VN-accreditatie voor de Free Palestine Movement.2010201103019 19-04-2011 226 Alexandra Colen Irak. - La maltraitance des femmes.Irak. - De mishandeling van vrouwen.2010201103025 20-04-2011 228 Alexandra Colen Musulmans qui se sont rendus en Libye pour y participeraux combats.Moslims die naar Libië zijn gereisd om deel te nemen aande gevechten.2010201102782 03-05-2011 232 Nathalie Muylle Double rémunération de fonctionnaires détachés. (QO3316)Dubbele salariëring van gedetacheerde ambtenaren. (MV3316)2010201103178 10-05-2011 237 Els Demol La situation au Yémen (QO 3677).De toestand in Jemen (MV 3677).31323424342010201103181 10-05-2011 238 Myriam Delacroix-RolinTunisie. - La ratification d'instruments internationaux desdroits de l'homme. (QO 3793)Tunesië. - Ratificatie van internationale mensenrechteninstrumenten.(MV 3793)352010201103184 10-05-2011 240 Patrick Dewael La situation actuelle en Côte d'Ivoire et la reconstruction(QO 4373).De actuele situatie in Ivoorkust en de wederopbouw (MV4373).2010201103185 10-05-2011 241 Patrick Moriau Irak. - L'attaque du camp d'Ashraf. (QO 4342)Irak. - Aanval op het vluchtelingenkamp Ashraf. (MV4342)2010201103187 10-05-2011 242 Patrick Dewael La situation en Côte d'Ivoire (QO 3881).De situatie in Ivoorkust (MV 3881).2010201103189 10-05-2011 243 Patrick Dewael Mouvements de protestation en Syrie. - Sanctions contrele régime. (QO 4230)Het protest in Syrië. - Sancties tegen het regime (MV4230).2010201103255 11-05-2011 247 Peter Luykx Le financement des élections au Congo.De financiering van de Congolese verkiezingen.2010201103264 11-05-2011 248 Dirk Van der Maelen L'utilisation éventuelle d'armes à uranium appauvri enLibye. (QO 3927)Het mogelijk gebruik van wapens met verarmd uranium inLibië. (MV 3927)2010201102867 17-05-2011 250 Kattrin Jadin L'aide apportée par la Belgique au Japon. - B-Fast. (QO3433)Belgische steun voor Japan.- B-FAST.- (MV 3433)2010201103387 23-05-2011 256 Theo Francken L'ambassadeur en Afghanistan. - La conclusion d'unmémorandum d'entente avec le gouvernement afghan.(QO 4262)De ambassadeur in Afghanistan. - Het sluiten van eenMemorandum of Understanding met de Afghaanseregering. (MV 4262)3639404345472649CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 305DODODateDatumQuestion n°Vraag nr.AuteurAuteurObjetVoorwerpPageBlz.2010201103610 16-06-2011 268 Daphné Dumery Déclarations du Commissaire européen Barnier sur la présidencede l'Union européenne (QO 4633).Uitspraken van Europees Commissaris Barnier over hetvoorzitterschap van de Europese Unie (MV 4633).2010201103611 16-06-2011 269 Dirk Van der Maelen Examen de la posture de l'OTAN s'agissant de la défenseet de la dissuasion. (QO 4544)NAVO. - De Defence and Deterrence Posture Review.(MV 4544)2010201103612 16-06-2011 270 Peter Luykx L'exclusion du parti politique Sortu et l'exclusion - annulée- du parti politique Bildu lors des élections communalesen Espagne. (QO 4435)De uitsluiting van de politieke partij Sortu en de verijdeldeuitsluiting van de politieke partij Bildu aan deSpaanse gemeenteraadsverkiezingen. (MV 4435)2010201103616 16-06-2011 275 Alexandra Colen L'accroissement des violences en Ouganda. (QO 4880)Het toenemende geweld in Oeganda. (MV 4880)2010201103621 17-06-2011 279 Christian Brotcorne Les condamnations à mort à Bahreïn. (QO 4965)Terdoodveroordelingen in Bahrein.- (MV 4965)2010201103642 20-06-2011 289 Alexandra Colen Les violences croissantes à l'encontre de manifestants auMaroc (QO 5212)Het toenemend geweld tegen demonstranten in Marokko.(MV 5212)505253545657Vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances, chargée de la Politique de migration et d'asileVice-eersteminister en minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid2010201103685 23-06-2011 265 Miranda VanEetveldeL'influence du plan win-win sur le chômage des jeunes.(QO 5253)De invloed van het win-winplan op de jongerenwerkloosheid.(MV 5253)58Ministre des Pensions et des Grandes villesMinister van Pensioenen en Grote Steden0000201000955 05-10-2010 20 Maggie De Block Organismes d'intérêt public. - Affiliation au Pool desparastataux.Instellingen van openbaar nut. - Aansluiting bij de Poolder Parastatalen.2010201101366 19-11-2010 33 Wouter De Vriendt Pensions de retraite et de survie. - Catégories d'allocations.Rust- en overlevingspensioen. - Uitkeringscategorieën.2010201103216 10-05-2011 70 Ben Weyts Office national des Pensions. - Emploi des langues enmatière administrative dans le cadre de la demande depension. - Les six communes de la périphérie bruxelloise.- Région de langue néerlandaise et région de languefrançaise.Rijksdienst voor Pensioenen. - Het administratieve taalgebruikbij de pensioenaanvraag. - De zes randgemeentenrond Brussel. - Het Nederlands en Frans taalgebied.646574CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

306 QRVA 53 035DODODateDatumQuestion n°Vraag nr.AuteurAuteurObjetVoorwerpPageBlz.2010201103222 11-05-2011 71 Ben Weyts Office national des Pensions. - Emploi des langues enmatière administrative lors des demandes de pension. -Les dix-neuf communes de l'arrondissement administratifde Bruxelles-Capitale.Rijksdienst voor Pensioenen. - Het administratieve taalgebruikbij de pensioenaanvraag. - De 19 gemeenten vanhet administratief arrondissement Brussel.77Ministre de la JusticeMinister van Justitie2010201101584 02-12-2010 225 Peter Logghe Harcèlement. - Condamnations.Stalking. - Veroordelingen.2010201101633 07-12-2010 234 Sophie De Wit Évolution du nombre d'affaires d'assises.Evolutie van het aantal assisenzaken.2010201102768 22-03-2011 382 Peter Logghe Établissements pénitentiaires. - Détenus. - Régime linguistique.Gevangenissen. - Gevangenen. - Taalregeling.7881832010201102932 05-04-2011 409 Kristien VanVaerenberghCour de cassation. - Nombre d'affaires traitées.Hof van Cassatie. - Het aantal behandelde zaken.852010201103381 20-05-2011 478 Raf Terwingen Le recours aux nouveaux médias par Child Focus. (QO4401)Het gebruik van de nieuwe media door Child Focus. (MV4401)872010201103647 21-06-2011 515 Sabien Lahaye-BattheuL'appel du président de la Cour de cassation. - Nouvelleprocédure en référé pour les affaires civiles. - Occupationdu cadre des référendaires. - Avocat en matièrepénale. (QO 5057)De oproep van de voorzitter van het Hof van Cassatie. -Nieuwe kortgedingprocedure voor burgerlijke zaken. -Opvulling kader referendarissen. - Advocaat in strafzaken.(MV 5057)89Ministre des PME, des Indépendants, de l'Agriculture et de la Politique scientifiqueMinister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid0000201000555 15-09-2010 18 Denis Ducarme La viande clônée.Vlees van gekloonde dieren.2010201101754 15-12-2010 62 Peter Logghe Pertes d'emplois dans les PME.Banenverlies in kmo's.2010201102003 14-01-2011 73 Nathalie Muylle Inondations. - Construction d'une station de mesure à Jabbeke.Overstromingen. - Bouw van een meetstation in Jabbeke.2010201101735 31-01-2011 79 Kattrin Jadin AFSCA. - Secteur horeca. - La version allemande du"guide autocontrôle".FAVV. - Horecasector. - Duitstalige versie van de autocontrolegids.939910195CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 307DODODateDatumQuestion n°Vraag nr.AuteurAuteurObjetVoorwerpPageBlz.2010201102240 31-01-2011 80 Georges Gilkinet Services publics fédéraux (SPF). - Bâtiments. - L'accessibilitéaux personnes à mobilité réduite.Federale Overheidsdiensten (FOD's). - Gebouwen. - Toegankelijkheidvoor personen met beperkte mobiliteit.2010201102253 02-02-2011 82 Rita De Bont L'analyse de la crise dans le secteur porcin par l'Observatoiredes prix.De analyse van de crisis in de varkenssector door het Prijzenobservatorium.2010201102506 24-02-2011 91 Nathalie Muylle Fonds national des Calamités agricoles. - Conditionsmétéorologiques exceptionnelles. - Critères. (QO2710)Landbouwrampenfonds. - Uitzonderlijke weersomstandigheden.- Voorwaarden. (MV 2710)2010201102674 15-03-2011 106 Franco Seminara La corrélation entre l'utilisation des pesticides et le tauxde mortalité des abeilles.Correlatie tussen het gebruik van pesticiden en de bijensterfte.0000201000390 19-04-2011 129 Georges Gilkinet La demande d'indemnité de la part du Fonds de l'économiesociale et durable à l'égard de la KBC.Kringloopfonds. - Schadevordering tegen KBC.2010201103135 06-05-2011 131 Bert Schoofs Contrôles effectués dans le cadre de la loi du 10 novembre2006 relative aux heures d'ouverture dans le commerce,l'artisanat et les services.-Controles inzake de wet van 10 november 2006 betreffendede openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening.2010201103379 20-05-2011 141 Peter Logghe Indemnisations en matière de responsabilité payées par lesadministrations, les institutions et les services fédéraux.Uitbetalingen inzake aansprakelijkheid door federaleoverheden, instellingen en diensten.2010201103425 25-05-2011 145 Carina Van Cauter Indépendants. - Indemnités d'incapacité de travail etd'invalidité. - Séjour en prison.Zelfstandigen. - Arbeidsongeschiktheidsuitkeringen eninvaliditeitsuitkeringen. - Verblijf in de gevangenis.2010201103134 27-05-2011 147 Bert Schoofs Répression des infractions à la loi relative aux heuresd'ouverture dans le commerce, l'artisanat et les servicesdu 10 novembre 2006.Beteugeling van inbreuken met betrekking tot de wet van10 november 2006 betreffende de openingsuren inhandel, ambacht en dienstverlening.2010201101747 31-05-2011 148 Bert Schoofs Bureau d'intervention et de restitution belge. - Contrôlesaccrus des colis alimentaires.Belgisch Interventie- en Restitutiebureau. - Verstrengdecontroles op voedselpakketten.2010201103523 08-06-2011 149 Flor Van Noppen Sécurité alimentaire. - Analyses de laboratoire.Voedselveiligheid. - Onderzoeken in laboratoria.2010201103551 10-06-2011 150 Nathalie Muylle Le logement des poules pondeuses.De leghenhuisvesting.2010201103560 10-06-2011 153 Flor Van Noppen L'abattage rituel sans étourdissement.Onverdoofde slachtingen.1021061081109211611712111496123127129CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

308 QRVA 53 035DODODateDatumQuestion n°Vraag nr.AuteurAuteurObjetVoorwerpPageBlz.2010201103596 15-06-2011 156 Flor Van Noppen AFSCA. - Répartition provinciale des contrôles.FAVV. - De provinciale spreiding van de controles.132Ministre de la DéfenseMinister van Landsverdediging2010201101489 29-11-2010 81 Ben Weyts Implication des institutions et des services publics dansdes affaires judiciaires.Betrokkenheid van overheidsdiensten en overheidsinstellingenin rechtszaken.2010201102216 28-01-2011 116 Theo Francken La forte augmentation du nombre d'accidents lors d'opérations.De sterke stijging van het aantal ongevallen tijdens operaties.2010201102230 31-01-2011 117 Alexandra Colen Nombre d'heures de vol par F-16.Het aantal vlieguren per F-16.2010201102270 03-02-2011 124 Theo Francken Opérations militaires à l'étranger. - Accidents dus à dessituations de combat.Militaire operaties in het buitenland. - Ongevallen doorgevechtssituaties.2010201103023 20-04-2011 154 Alexandra Colen Présence d'explosifs en mer du Nord.-Explosieven in de Noordzee.2010201103340 17-05-2011 162 Bert Maertens Primes linguistiques accordées aux militaires.-Taalpremies voor militairen.2010201103367 18-05-2011 163 Bert Maertens Étrangers au sein de l'armée belge.Buitenlanders in het Belgische leger.132133137139140141144Ministre du Climat et de l'ÉnergieMinister van Klimaat en Energie2010201101532 01-12-2010 61 Ben Weyts Départements. - Suivi du nombre de conseils consultatifs,commissions et autres organes.Departementen. - Opvolging aantal adviesraden, commissiesen andere organen.2010201103183 10-05-2011 122 Philippe Blanchart Publicité pour le crédit à la consommation (QO 4117).Reclame voor het consumentenkrediet (MV 4117).0000201000866 13-05-2011 123 Jef Van den Bergh Dommages auditifs. - Qualité des bouchons auditifs.Gehoorschade. - Kwaliteit oordopjes.2010201103477 31-05-2011 128 Philippe Blanchart Indépendance en matière de régulation des pesticides.Onafhankelijke regulering van pesticidengebruik.146148145151Ministre de la Fonction publique et des Entreprises publiquesMinister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven2010201101444 25-11-2010 168 Steven Vandeput SNCB. - Les centres de formation agréés pour les conducteursde train.NMBS. - De erkende opleidingsinstellingen voor treinbestuurders.152CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 309DODODateDatumQuestion n°Vraag nr.AuteurAuteurObjetVoorwerpPageBlz.2010201102143 24-01-2011 238 Bert Maertens bpost. - Moyens de locomotion des facteurs.Bpost. - Vervoermiddelen van de postbodes.2010201102943 05-04-2011 355 Bert Maertens bpost. - La vente de bureaux de poste.Bpost. - De verkoop van postkantoren.2010201103102 03-05-2011 365 Philippe Blanchart L'avenir de bpost face à la libéralisation du secteur.Liberalisering van de postmarkt. - Toekomst van bpost.2010201103214 10-05-2011 370 Bert Maertens Bpost. - Le plan de personnel.Bpost. - Het personeelsplan.2010201103218 11-05-2011 371 Ben Weyts Belgacom. - Application de la législation linguistique. -Les six communes de la périphérie bruxelloise. -Région de langue néerlandaise et région de languefrançaise.Belgacom. - Toepassing van de taalwetgeving. - De zesrandgemeenten rond Brussel. - Het Nederlands enFrans taalgebied.2010201103219 11-05-2011 372 Ben Weyts Belgacom. - Application de la législation linguistique. -Communes de la Région bilingue de Bruxelles-Capitale.Belgacom. - Toepassing van de taalwetgeving. - Gemeentenbehorend tot het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad.2010201103427 25-05-2011 387 Eric Jadot Bpost. - La fermeture annoncée des bureausx de poste deSaint-Séverin, Saint-Gilles et Cour des Palais surl'agglomération liégeoise. (QO 4186)bpost. - Aangekondigde sluiting van de postkantorenSaint-Séverin, Saint-Gilles en Cour des Palais in deLuikse agglomeratie. (MV 4186)2010201102904 06-06-2011 399 Peter Logghe Coût de l'énergie afférent aux bâtiments fédéraux.Energiekosten federale gebouwen.2010201103521 08-06-2011 401 Franco Seminara Bpost. - L'envoi aux médecins des attestations de soins(QO 2556).bpost. - Verzending van getuigschriften voor verstrektehulp. (MV 2556)154157159161162164166156169Ministre pour l'Entreprise et la SimplificationMinister voor Ondernemen en Vereenvoudigen2010201101287 16-11-2010 43 Peter Logghe Crédits d'entreprise.Bedrijfskredieten.1712010201103146 09-05-2011 119 Sabien Lahaye-BattheuAppels d'urgence aux numéros 100 et 112. - Appels 'fantômes'.- Blocages temporaires du numéro d'appel.Noodoproepen naar de 100 en 112. - Spookoproepen. -Tijdelijke blokkeringen oproepnummer.1742010201103199 10-05-2011 126 David Clarinval Demande d'augmentation de prix introduite par TecteoVoo (QO 4192).Door Tecteo Voo ingediende prijsverhogingsaanvraag.(MV 4192).2010201103403 25-05-2011 131 Georges Gilkinet Les missions ministérielles à l'étranger.Ministeriële zendingen in het buitenland.175177CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

310 QRVA 53 035DODODateDatumQuestion n°Vraag nr.AuteurAuteurObjetVoorwerpPageBlz.2010201103476 31-05-2011 133 Eric Thiébaut La période d'attente des soldes. - Législation. - Incertitudejuridique.Sperperiode voor de koopjes. - Wetgeving. - Rechtsonzekerheid.2010201103500 01-06-2011 135 Peter Logghe Événements musicaux et compétitions sportives. - Billetsd'entrée non valables, faux ou non conformes au marché.Muziekoptredens en sportwedstrijden. - Valse, ongeldigeen niet marktconforme tickets.2010201103656 21-06-2011 142 Franco Seminara L'intervention du Fonds de garantie Voyages.Garantiefonds Reizen.2010201103752 01-07-2011 145 Eric Thiébaut SNCB. - Les perturbations survenues sur le rail le 27 juin2011.NMBS. - Verstoring van het treinverkeer op 27 juni 2011.179182185186Ministre de l'IntérieurMinister van Binnenlandse Zaken0000201000162 05-08-2010 18 Tanguy Veys Exercice catastrophe dans la province de Flandre orientale.- Évaluation.Rampoefening in de provincie Oost-Vlaanderen. - Evaluatie.0000201000305 19-08-2010 32 Tanguy Veys Condition physique des membres des services d'incendie.Fysieke conditie van het brandweerkorps.0000201000307 19-08-2010 33 Tanguy Veys Obligation d'identification des femmes voilées dans lesaéroports.Identificatieplicht voor gesluierde vrouwen op de luchthaven.0000201000320 20-08-2010 40 Tanguy Veys Panneaux solaires. - Dangers lors de l'extinction d'incendies.Gevaren bij blussen zonnepanelen.0000201000363 25-08-2010 44 Stefaan Vercamer Caméras de surveillance des feux rouges installées auxcarrefours dangereux.Roodlichtcamera's op gevaarlijke kruispunten.0000201000464 09-09-2010 61 Tanguy Veys Renvoi au service d'aide aux victimes.Doorverwijzing naar de Dienst Slachtofferhulp.0000201000473 10-09-2010 64 Leen Dierick La condition physique des pompiers.Fysieke conditie van brandweerlieden.0000201000772 24-09-2010 91 Ronny Balcaen La formation sur la circulation routière en cas d'interventiondes pompiers sur la voie publique.Opleiding inzake het regelen van het wegverkeer bij eeninterventie van de brandweer op de openbare weg.0000201000773 24-09-2010 92 Ronny Balcaen La formation des pompiers sur les normes de base enmatière de prévention d'incendie.Opleiding van brandweer in de basisnormen inzake brandpreventie.187188190192193195198200201CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 311DODODateDatumQuestion n°Vraag nr.AuteurAuteurObjetVoorwerpPageBlz.0000201000979 05-10-2010 105 Eva Brems Expulsion de groupes minoritaires, dont des Roms, vers leKosovo.De uitwijzing van minderheidsgroepen, waaronder Roma,naar Kosovo.2010201101063 15-10-2010 111 Alexandra Colen Menace d'attentats terroristes dans certains pays voisinsde la Belgique.De dreiging van terreuraanslagen in een aantal buurlanden.2010201101095 22-10-2010 114 Franco Seminara La fiabilité des tests salivaires.Betrouwbaarheid van de speekseltests.2010201101120 26-10-2010 115 Philippe Blanchart La cartographie du sous-sol.Het in kaart brengen van de ondergrond.2010201101135 27-10-2010 117 Daphné Dumery Le règlement européen "Code des visas". - Refus dedemandes de visas.De Europese verordening "Visumcode". - Weigeringvisumaanvragen.2010201101275 16-11-2010 137 Peter Logghe Violences commises par des étrangers ou par des personnesd'origine étrangère.Geweldplegingen door allochtonen of mensen met allochtoneachtergrond.2010201101311 17-11-2010 147 Eric Jadot La mise en place d'outils de lutte et de prévention contrele terrorisme. - Le "processus de radicalisation" corollaire(QO 749).Invoering van instrumenten ter bestrijding en voorkomingvan terrorisme. - Radicaliseringsproces (MV 749).2010201101378 22-11-2010 159 Olivier Maingain Écoles du feu. - Répartitions par province. - Inscriptions. -Personnel.Brandweerscholen. - Verdeling over de provincies. -Inschrijvingen. - Personeel.-2010201101538 01-12-2010 183 Peter Logghe Ecoles islamiques saoudiennes.Saoedische moslimscholen.2010201101583 02-12-2010 195 Peter Logghe Mariages de ressortissants belges avec des étrangers.Huwelijken van Belgen met vreemdelingen.2010201101638 07-12-2010 198 Zoé Genot Cercles de développement de l'administration. - Emploides langues.Ontwikkelcirkels voor ambtenaren - Gebruik van de talen.2010201101697 10-12-2010 209 Peter Logghe Accueil des candidats réfugiés politiques. - Initiativeslocales d'accueil. - Répartition régionale.Opvang kandidaat-politiek vluchtelingen. - LokaleOpvanginitiatieven. - Regionale spreiding.2010201101776 16-12-2010 223 Peter Logghe Déprédations dues à des tags. - Enregistrement par les servicesde police.Gevallen van graffitischade. - Registratie door politiediensten.2010201102065 18-01-2011 267 Bert Schoofs Répression des infractions routières. - Obtention de renseignementsde pays étrangers.Beteugeling van verkeersovertredingen. - Verkrijging vangegevens van buitenlandse staten.203204205206207208209213215216217219220223CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

312 QRVA 53 035DODODateDatumQuestion n°Vraag nr.AuteurAuteurObjetVoorwerpPageBlz.2010201102142 24-01-2011 278 Sabien Lahaye-Battheu2010201102603 04-03-2011 332 Sabien Lahaye-BattheuL'usage du détecteur de mensonges. (QO 2072)Het gebruik van de leugendetector. (MV 2072)Personnes de même sexe. - Mariages civils.Personen van hetzelfde geslacht. - Burgerlijke huwelijken.2232252010201102991 11-04-2011 374 Georges Gilkinet Les pratiques frauduleuses sur Internet.Internetfraude.2010201103027 20-04-2011 379 Peter Logghe Villes et communes. - Officiers de l'état civil. - Victimesd'actes de violence.Steden en gemeenten. - Ambtenaren van de burgerlijkestand. - Slachtoffers van geweld.2010201103136 06-05-2011 403 Bert Schoofs Contrôles effectués dans le cadre de la loi du 10 novembre2006 relative aux heures d'ouverture dans le commerce,l'artisanat et les services.-Controles inzake de wet van 10 november 2006 betreffendede openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening.2010201103156 09-05-2011 405 Eric Jadot La sécurisation des infrastructures informatiques des SPFcontre les cyber-attaques (QO 4162).Beveiliging van de IT-infrastructuur van de FOD's tegencyberaanvallen (MV 4162).2010201103166 10-05-2011 407 Bert Schoofs Mariages forcés.Gedwongen huwelijken.2010201103212 10-05-2011 416 Peter Logghe Faux policiers.Nepagenten.2010201103224 11-05-2011 418 Ben Weyts Les élections dans les communes de Fourons et de Comines-Warneton.De verkiezingen in de gemeenten Voeren en Komen-Waasten.2010201103402 23-05-2011 429 Eric Thiébaut La présence de nouvelles drogues en Europe et en Belgique.Nieuwe drugs in Europa en België.2010201103429 25-05-2011 431 Peter Logghe Plaques d'immatriculation radiées, volées ou contrefaites.Geschrapte, gestolen of nagemaakte nummerplaten.2010201103432 25-05-2011 432 Jacqueline Galant Les problèmes rencontrés par la base du SHAPE de Casteau.(QO 4610)Problemen bij SHAPE in Casteau. (MV 4610)2010201103449 27-05-2011 434 Jef Van den Bergh Dispositions linguistiques lors des contrôles d'alcoolémie.Taalbepalingen bij alcoholcontroles.2010201103450 27-05-2011 435 Leen Dierick Augmentation du nombre de contrôles d'alcoolémie.Verhoging van het aantal alcoholcontroles.2010201103484 01-06-2011 440 Peter Logghe Enregistrement des agressions commises par des détenuscontre des gardiens de prison et d'autres membres dupersonnel.Registratie van agressie van gevangenen tegen cipiers enander personeel.2010201103604 16-06-2011 462 Peter Logghe Vols de voitures.Autodiefstallen.227230231232233234237238240242244245246247CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 313DODODateDatumQuestion n°Vraag nr.AuteurAuteurObjetVoorwerpPageBlz.2010201103716 28-06-2011 471 Anthony Dufrane Les test salivaires lors des contrôles de police.Speekseltests bij politiecontroles.2010201103718 28-06-2011 472 Anthony Dufrane Les contrôles routiers effectués par la police en 2010.Verkeerscontroles door de politie in 2010.251251Secrétaire d'État à la coordination de la Lutte contre la fraude, adjoint au premier ministre, et secrétaire d'Etat, adjoint auministre de la JusticeStaatssecretaris voor de coördinatie van de Fraudebestrijding, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris,toegevoegd aan de minister van Justitie2010201102579 02-03-2011 28 Nadia Sminate Contrôle DIMONA. - Documents sociaux. - Emploi illégal.- Travail à temps partiel.Controle DIMONA. - Sociale documenten. - Illegaletewerkstelling. - Deeltijdse arbeid.2010201103379 20-05-2011 31 Peter Logghe Indemnisations en matière de responsabilité payées par lesadministrations, les institutions et les services fédéraux.Uitbetalingen inzake aansprakelijkheid door federaleoverheden, instellingen en diensten.2010201103669 23-06-2011 33 Carina Van Cauter Les banques aident les sites de paris (QO 4862).Banken helpen gokwebsites (MV 4862).2010201103674 29-06-2011 35 Ann Vanheste Messages d'hameçonnage (QO 5256).Phishing-berichten (MV 5256).252255256258Secrétaire d'État à la Modernisation du service public fédéral Finances, à la Fiscalité environnementale et à la Lutte contre lafraude fiscale, adjoint au ministre des FinancesStaatssecretaris voor de Modernisering van de federale overheidsdienst Financiën, de Milieufiscaliteit en de Bestrijding vande fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financiën2010201103324 16-05-2011 23 Peter Logghe Feux de bruyères. - Villes et communes. - Assuranceincendie.Heidebranden. - Steden en gemeenten. - Brandverzekering.261Secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturellesfédéralesStaatssecretaris voor Begroting, Migratie- en asielbeleid, Gezinsbeleid en Federale Culturele Instellingen0000201000388 01-09-2010 18 Tanguy Veys Absentéisme du personnel fédéral.Absenteïsme federaal personeel.2010201103165 10-05-2011 113 Theo Francken Personnel des centres fermés de l'Office des Étrangers. -Congés de maladie.Personeel in de gesloten centra van de Dienst Vreemdelingenzaken.- Ziekteverlof.2010201103291 13-05-2011 116 Sarah Smeyers Le grand nombre de patients arméniens atteints d'uneaffection rénale dans notre pays.Het hoge aantal Armeense nierpatiënten in ons land.2010201103533 09-06-2011 127 Sarah Smeyers Evasions de centres d'accueil fermés.Ontsnappingen uit gesloten asielcentra (MV 4763).265269273275CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

314 QRVA 53 035DODODateDatumQuestion n°Vraag nr.AuteurAuteurObjetVoorwerpPageBlz.2010201103537 09-06-2011 128 Sarah Smeyers Marche de protestation de personnes en séjour illégal.(QO 4826)De protestmars van illegalen. (MV 4826)0000201000238 21-06-2011 136 Denis Ducarme Le programme de réinstallation du HCR.Hervestigingsprogramma van de UNHCR.277263Secrétaire d'État à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjoint à la ministre des Affaires sociales et de laSanté publique, chargée de l'Intégration socialeStaatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken enVolksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie2010201102078 19-01-2011 45 Rita De Bont Revenus d'insertion octroyés à des citoyens de l'UE.Leeflonen die worden toegekend aan EU-burgers.2010201102110 19-01-2011 47 Theo Francken La prime de réintégration en cas de retour volontaire.De herintegratiepremie bij vrijwillige terugkeer.2010201102115 20-01-2011 48 Theo Francken Le retour en Belgique après le retour volontaire vers lepays d'origine.De terugkeer naar België na de vrijwillige terugkeer naarhet land van herkomst.2010201102123 20-01-2011 50 Theo Francken Le retour volontaire vers un pays tiers.De vrijwillige terugkeer naar een derde land.2010201102652 09-03-2011 67 Peter Logghe Fonds mazout. - Interventions.Stookoliefonds. - Tussenkomsten.2010201103036 26-04-2011 80 Wouter De Vriendt Soutien des autorités fédérales à l'intégration des personnessans abri.Steun van de federale overheid voor de integratie van daklozen.2782842882902952972010201103082 28-04-2011 83 Sabien Lahaye-BattheuExpulsion du locataire. - CPAS. - Copies des requêtes.Uithuiszetting van huurder uit zijn woning. - OCMW's. -Afschriften van verzoekschriften.3002010201103410 25-05-2011 91 Carina Van Cauter Revenu d'intégration. - Suspension du paiement pourséjour en prison.Leefloon. - Opschorting van betaling wegens verblijf inde gevangenis.301CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 (annexe – bijlage)315ANNEXEBIJLAGE(Voir réponse à la question n° 113 de monsieur le député Theo Franckendu 10 mai 2011 à la page 270 du bulletin 53K035).(Cfr. antwoord op de vraag nr. 113 van de heer volksvertegenwoordiger Theo Franckenvan 10 mei 2011 op blz. 270 van het bulletin 53K035).CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

316 QRVA 53 035 (annexe – bijlage)TERME / TERMNombre de travailleursAantal personeelsledenNombre moyen de travailleursDEFINITION / DEFINITIEIl s’agit du nombre total de travailleurs pris individuellement qui, pendant la période considérée, ontété au moins un jour en service actif.Het totaal aantal unieke personeelsleden dat gedurende de bestudeerde periode voor minstens ééndag actief in dienst was.Il s’agit du nombre moyen de travailleurs par mois, pendant la période considérée. Chaque mois oùun collaborateur aura été au moins un jour en service actif comptera pour 1/12è lorsque le chiffred’absentéisme est calculé pour une année calendrier.Gemiddeld aantal personeelsledenETPVTE’sNombre moyen d’ETPGemiddeld aantal personeelsleden per maand in de bestudeerde periode. Elke maand waarin eenpersoneelslid voor minstens één dag actief in dienst was, telt hij voor 1/12de mee wanneer hetverzuimcijfer voor een kalenderjaar wordt berekend.Il s’agit du nombre de travailleurs multiplié par la proportion du contrat et le pourcentage éventueldes prestations réduites.Aantal personeelsleden vermenigvuldigd met verhouding van het contract en het eventuele % van deverminderde prestaties.Il s’agit du nombre moyen d’ETP pendant la période considérée. Chaque mois où un collaborateuraura été au moins un jour en service actif comptera pour 1/12è lorsque le chiffre d’absentéisme estcalculé pour une année calendrier.Gemiddeld aantal VTE’sNombre de jours ouvrables à presterGemiddeld aantal VTE’s per maand in de bestudeerde periode. Elke maand waarin een personeelslidvoor minstens één dag actief in dienst was, telt hij voor 1/12de mee wanneer het verzuimcijfer vooreen kalenderjaar wordt berekend.Une année calendrier comporte 261 jours ouvrables à prester pour un ETP : 365 – (52 samedis + 52dimanches).Les jours fériés, les jours de pont et les jours de vacances sont considérés comme étant à prester parcequ’ils sont payés par l’employeur.Aantal te presteren werkdagenEen kalenderjaar telt 261 te presteren werkdagen voor een VTE: 365 – (52 zaterdagen + 52zondagen).Feest-, brug- en vakantiedagen worden als te presteren beschouwd omdat ze betaald zijn door dewerkgever.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 (annexe – bijlage)317TERME / TERMNombre de déclarations de maladieDEFINITION / DEFINITIEIl s’agit du nombre de périodes de maladie nouvellement commencées d’une durée d’un jour ou plus.Une absence qui a pris cours en 2007 et qui se prolonge en 2008 ne compte donc pas pour le nombrede déclarations d’absence de 2006. En cas de prolongation ou de rechute, on ne comptera pas denouvelle déclaration de maladie (à moins que le diagnostic ne soit différent du précédent).Aantal ziektemeldingenHet aantal nieuw begonnen ziekteperiodes van één of meerdere dagen.Een afwezigheid die gestart is in 2007 en voortduurt in 2008 telt dus niet mee voor het aantalziektemeldingen in 2006.Bij verlenging of herval wordt geen nieuwe ziektemelding geteld (tenzij de diagnose verschillend isvan de vorige).Nombre de jours d’absenceIl s’agit du nombre de jours ouvrables qui n’ont pas été prestés pendant la période considérée.Le nombre de jours d’absence des travailleurs à temps partiel est donc calculé au prorata.Aantal verzuimdagenHet aantal niet gepresteerde werkdagen in de bestudeerde periode.Het aantal afwezigheidsdagen van deeltijdse medewerkers wordt dus geproratiseerd.% d’absentéisme% ZiekteverzuimFréquenceFrequentieDurée moyenne par absenceGemiddelde duur per afwezigheidNombre moyen de jours de maladie partravailleurGemiddeld aantal ziektedagen perwerknemerIl s’agit du nombre de jours d’absence pour maladie x 100 divisé par le produit du nombre moyend’ETP et du nombre de jours ouvrables (à l’exclusion des samedis et des dimanches).Het aantal dagen ziekteverzuim x 100 gedeeld door het product van het gemiddeld aantal VTE’s enhet aantal werkdagen (zaterdagen en zondagen uitgezonderd).Il s’agit du nombre de jours d’absence pris dans la période considérée divisé par le nombre moyen detravailleurs pendant la période considérée.Aantal verzuimdagen in de bestudeerde periode gedeeld door het gemiddeld aantal personeelsledenin de bestudeerde periode.Il s’agit du nombre de jours d’absence pris dans la période considérée divisé par le nombre dedéclarations d’absence pour maladie pendant cette même période.Aantal verzuimdagen in de bestudeerde periode gedeeld door het aantal ziektemeldingen in dieperiode.Il s’agit du nombre de jours d’absence pris dans la période considérée divisé par le nombre moyen detravailleurs pendant cette même période.Aantal verzuimdagen in de bestudeerde periode gedeeld door het gemiddeld aantal werknemers indie periode.CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

318QRVA 53 035 (annexe – bijlage)CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 (annexe – bijlage)319ANNEXEBIJLAGE(Voir réponse à la question n° 47 de monsieur le député Theo Franckendu 19 janvier 2011 à la page 286 du bulletin 53K035).(Cfr. antwoord op de vraag nr. 47 van de heer volksvertegenwoordiger Theo Franckenvan 19 januari 2011 op blz. 286 van het bulletin 53K035).CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

320 QRVA 53 035 (annexe – bijlage)Country of Return 2006 2007 2008 2009 2010AFGHANISTANALBANIAALGERIAANGOLAARGENTINAARMENIAARUBAAUSTRALIAAUSTRIAAZERBAIJANBANGLADESHBELARUSBENINBOLIVIABOSNIA-HERZEGOVINABOTSWANABRAZILBULGARIABURKINA FASOBURUNDICAMBODIACAMEROONCANADACENTRAL AFRICAN REPCAPE VERDECHADCHILECHINACOLOMBIACOMOROSCONGO-BRAZZAVILLECONGO-KINSHASACOSTA RICACROATIACUBACYPRUSCZECH REPUBLICCZECHOSLOVAKIA(84-91)DJIBOUTIDOMINICAN REPUBLICECUADOREGYPTERITREAEL SALVADOREQUATORIAL GUINEAESTONIAETHIOPIAFYROMGABONGAMBIAGEORGIAGHANAGUADELOUPEGUAMGUATEMALAGUINEAGUYANAHAITIHONDURASHONGKONGHUNGARYINDIAINDONESIAIRANIRAQIRELANDISRAELITALYIVORY COAST3147122132203112456123543431852533941151771152567134713832438101123142911418425361132416111394312141131729872276201226274478101113569285142410111132213476118811573115410531725053CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

QRVA 53 035 (annexe – bijlage)321Country of Return 2006 2007 2008 2009 2010JAMAICAJAPANJORDANKAZAKHSTANKENYAKOREAKOSOVO, UNSCC 1244KYRGYSZSTANLAOSLATVIALEBANONLESOTHOLIBERIALIBYALITHUANIAMADAGASCARMALAYSIAMALIMALTAMAURITANIAMAURITIUSMEXICOMOLDOVA REPUBLICMONGOLIAMONTENEGROMOROCCOMOZAMBIQUENAMIBIANEPALNEW ZEALANDNICARAGUANIGERNIGERIANORWAYPAKISTANPANAMAPARAGUAYPERUPHILIPPINESPOLANDPORTUGALROMANIARUSSIAN FED.RWANDASENEGALSERBIA-MONTENEGRO (EX– FRY)SERBIASEYCHELLES ISLANDSSIERRA LEONESINGAPORESLOVAKIASLOVENIASOMALIASOUTH AFRICASRI LANKASUDANSURINAMESWEDENSWITZERLANDSYRIA11111112325141762127820109261163282241169181787111550363028221214810230114811411111281223351227124138476038173253151123111112341711182211123100633141716CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE 2010 2011KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

322QRVA 53 035 (annexe – bijlage)Country of Return 2006 2007 2008 2009 2010TAJIKISTANTANZANIATHAILANDTOGOTUNISIATURKEYUGANDAUKRAINEUN. ARAB EMIRATESURUGUAYUSAUSSR (84-91)UZBEKISTANVENEZUELAVIETNAMYEMENYUGOSLAVIA (84-92)ZAMBIAZIMBABWE137413711113486161123223432142612112010CHAMBRE 2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE KAMER 2e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODEImprimerie centrale – Cette publication est imprimée exclusivement sur du papier certifié FSCCentrale drukkerij – Deze publicatie wordt uitsluitend gedrukt op FSC gecertificeerd papier2011