Schriftelijke vragen en antwoorden Questions et ... - de Kamer

QRVA 52 020 QRVA 52 020BELGISCHE KAMER VANVOLKSVERTEGENWOORDIGERS————CHAMBRE DES REPRÉSENTANTSDE BELGIQUE————Schriftelijkevragen enantwoordenQuestionset réponsesécrites2 - 6 - 2008KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3822 QRVA 52 0202 - 6 - 2008cdH : centre démocrate HumanisteCD&V - N-VA : Christen-Democratisch en Vlaams/Nieuw-Vlaamse AlliantieEcolo - Groen! : Écologistes Confédérés pour l’organisation de luttes originales - GroenFN : Front NationalLDD : Lijst DedeckerMR : Mouvement RéformateurOpen Vld : Open Vlaamse liberalen en democratenPS : Parti Socialistesp•a + Vl.Pro : socialistische partij anders + VlaamsProgressievenVB : Vlaams BelangAfkortingen bij de nummering van de publicaties:Abréviations dans la numérotation des publications:DOC 52 0000/000: Parlementair document van de 52e zittingsperiode+ basisnummer en volgnummerDOC 52 0000/000: Document parlementaire de la 52e législature,suivi du n o de base et du n o consécutifQRVA: Schriftelijke Vragen en Antwoorden QRVA: Questions et Réponses écritesCRIV:Voorlopige versie van het Integraal Verslag CRIV: Version Provisoire du Compte Rendu Intégral(groene kaft)(couverture verte)CRABV: Beknopt Verslag (blauwe kaft) CRABV: Compte Rendu Analytique (couverture bleue)CRIV:Integraal Verslag, links met het definitieveintegraal verslag en rechts het vertaaldCRIV:Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte renduintégral et, à droite, le compte rendu analytique traduit desbeknopt verslag van de toesprakeninterventions (avec les annexes) (PLEN: couverture blanche;(met de bijlagen) (PLEN: witte kaft;COM: couverture saumon)COM: zalmkleurige kaft)PLEN: Plenum PLEN: Séance plénièreCOM: Commissievergadering COM: Réunion de commissionMOT: Moties tot besluit van interpellaties(beigekleurig papier)MOT: Motions déposées en conclusion d’interpellations(papier beige)Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer vanvolksvertegenwoordigersBestellingen:Publications officielles éditées par la Chambre desreprésentantsCommandes:Natieplein 2 Place de la Nation 21008 Brussel 1008 BruxellesTel.: 02/549 81 60 Tél.: 02/549 81 60Fax: 02/549 82 74 Fax: 02/549 82 74www.deKamer.bee-mail: publicaties@dekamer.bewww.laChambre.bee-mail: publications@lachambre.beKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 38232 - 6 - 2008INHOUDSOMMAIREII. Cumulatieve lijst van de vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn,vanaf de buitengewone zitting 2007.II. Liste cumulative des questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement,à partir de la session extraordinaire 2007. Blz./Page 3827II. Nieuwe vragen waarop niet binnen de door het reglement bepaalde termijn geantwoord is.(Art. 123, eerste tot vierde lid van het reglement van de Kamer).II. Nouvelles questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement.(Art. 123, alinéas 1 er à 4 du règlement de la Chambre). Blz./Page 3843Blz.PageEerste minister — Premier ministreVice-eersteminister en minister van Financiënen Institutionele Hervormingen 3843Vice-eersteminister en minister van Sociale Zakenen Volksgezondheid 3891Vice-premier ministre et ministre des Financeset des Réformes institutionnellesVice-première ministre et ministre des Affaires socialeset de la Santé publiqueVice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken 3912 Vice-premier ministre et ministre de l’IntérieurVice-eersteminister en minister van Justitie enInstitutionele Hervormingen 3928Vice-eersteminister en minister van Werk enGelijke Kansen 3970Vice-premier ministre et ministre de la Justice etdes Réformes institutionnellesVice-première ministre et ministre de l’Emploiet de l’Égalité des chancesMinister van Buitenlandse Zaken 4021 Ministre des Affaires étrangèresMinister van KMO’s, Zelfstandigen, Landbouw enWetenschapsbeleid 4031Minister van Maatschappelijke Integratie, Pensioenenen Grote Steden 4032Ministre des PME, des Indépendants, de l’Agriculture etde la Politique scientifiqueMinistre de l’Intégration sociale, des Pensions etdes Grandes villesMinister van Landsverdediging 4038 Ministre de la DéfenseMinister van Klimaat en Energie 4039 Ministre du Climat et de l’ÉnergieMinister van Ontwikkelingssamenwerking 4040 Ministre de la Coopération au développementMinister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven 4041 Ministre de la Fonction publique et des Entreprises publiquesMinister voor Ondernemen en Vereenvoudigen 4085 Ministre pour l’Entreprise et la SimplificationMinister van Migratie- en asielbeleid 4087 Ministre de la Politique de migration et d’asileStaatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegdaan de eerste minister 4089Staatssecretaris voor de Coördinatie van defraudebestrijding, toegevoegd aan de eerste minister 4097Secrétaire d’État à la Mobilité, adjointau premier ministreSecrétaire d’État à la Coordination de la lutte contrela fraude, adjoint au premier ministreStaatssecretaris, toegevoegd aan de minister van Financiën 4098 Secrétaire d’État, adjoint au ministre des FinancesStaatssecretaris voor Buitenlandse Zaken, belastmet de Voorbereiding van het Europese Voorzitterschap,toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken —Staatssecretaris voor Personen met een handicap, toegevoegdaan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid 4099Staatssecretaris voor Begroting, toegevoegd aan de eersteminister, en staatssecretaris voor Gezinsbeleid, toegevoegdaan de minister van Werk —Staatssecretaris voor Armoedebestrijding, toegevoegd aan deminister van Maatschappelijke Integratie, Pensioenenen Grote Steden 4099Secrétaire d’État aux Affaires étrangères, chargéde la Préparation de la Présidence européenne, adjointau ministre des Affaires étrangèresSecrétaire d’État aux Personnes handicapées, adjointeà la ministre des Affaires sociales et de la Santé publiqueSecrétaire d’État au Budget, adjoint au premier ministre, etsecrétaire d’État à la Politique des familles, adjoint à laministre de l’EmploiSecrétaire d’État à la Lutte contre la pauvreté, adjointà la ministre de l’Intégration sociale, des Pensions etdes Grandes VillesKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 38252 - 6 - 2008III. Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigersen antwoorden van de ministers.III. Questions posées par les membres de la Chambre des représentantset réponses données par les ministres. Blz./Page 4101Blz.PageEerste minister 4101 Premier ministreVice-eersteminister en minister van Financiënen Institutionele Hervormingen 4104Vice-eersteminister en minister van Sociale Zakenen Volksgezondheid 4128Vice-premier ministre et ministre des Financeset des Réformes institutionnellesVice-première ministre et ministre des Affaires socialeset de la Santé publiqueVice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken 4146 Vice-premier ministre et ministre de l’IntérieurVice-eersteminister en minister van Justitie enInstitutionele Hervormingen 4229Vice-eersteminister en minister van Werk enGelijke Kansen —Vice-premier ministre et ministre de la Justice etdes Réformes institutionnellesVice-première ministre et ministre de l’Emploiet de l’Égalité des chancesMinister van Buitenlandse Zaken 4277 Ministre des Affaires étrangèresMinister van KMO’s, Zelfstandigen, Landbouw enWetenschapsbeleid 4293Minister van Maatschappelijke Integratie, Pensioenenen Grote Steden 4303Ministre des PME, des Indépendants, de l’Agriculture etde la Politique scientifiqueMinistre de l’Intégration sociale, des Pensions etdes Grandes villesMinister van Landsverdediging 4311 Ministre de la DéfenseMinister van Klimaat en Energie 4316 Ministre du Climat et de l’ÉnergieMinister van Ontwikkelingssamenwerking 4325 Ministre de la Coopération au développementMinister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven 4329 Ministre de la Fonction publique et des Entreprises publiquesMinister voor Ondernemen en Vereenvoudigen 4359 Ministre pour l’Entreprise et la SimplificationMinister van Migratie- en asielbeleid 4407 Ministre de la Politique de migration et d’asileStaatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegdaan de eerste minister 4433Staatssecretaris voor de Coördinatie van defraudebestrijding, toegevoegd aan de eerste minister —Secrétaire d’État à la Mobilité, adjointau premier ministreSecrétaire d’État à la Coordination de la lutte contrela fraude, adjoint au premier ministreStaatssecretaris, toegevoegd aan de minister van Financiën — Secrétaire d’État, adjoint au ministre des FinancesStaatssecretaris voor Buitenlandse Zaken, belastmet de Voorbereiding van het Europese Voorzitterschap,toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken 4446Staatssecretaris voor Personen met een handicap, toegevoegdaan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid —Staatssecretaris voor Begroting, toegevoegd aan de eersteminister, en staatssecretaris voor Gezinsbeleid, toegevoegdaan de minister van Werk 4447Staatssecretaris voor Armoedebestrijding, toegevoegd aan deminister van Maatschappelijke Integratie, Pensioenenen Grote Steden —Secrétaire d’État aux Affaires étrangères, chargéde la Préparation de la Présidence européenne, adjointau ministre des Affaires étrangèresSecrétaire d’État aux Personnes handicapées, adjointeà la ministre des Affaires sociales et de la Santé publiqueSecrétaire d’État au Budget, adjoint au premier ministre, etsecrétaire d’État à la Politique des familles, adjoint à laministre de l’EmploiSecrétaire d’État à la Lutte contre la pauvreté, adjointà la ministre de l’Intégration sociale, des Pensions etdes Grandes VillesVragen gesteld aan de ministers-ledenvan de Europese Raad van ministers via het adviescomitévoor Europese aangelegenheden —In fine van het Bulletin is een zaakregister afgedruktQuestions posées aux ministres-membresdu Conseil des ministres européen via le comité d’avischargé de questions européennesUn sommaire par objet est reproduit in fine du BulletinIV. Inhoudsopgave volgens minister met vermelding van het onderwerp.IV. Sommaire par ministre et mentionnant l’objet. Blz./Page 4457KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 38272 - 6 - 2008I. Cumulatieve lijst van de vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn,vanaf de buitengewone zitting 2007. *I. Liste cumulative des questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement,à partir de la session extraordinaire 2007. *Datum Vraag nr. Blz. Datum Vraag nr. Blz.Date Question n o AuteurPage Date Question n o AuteurPageVice-eersteminister en minister van Financiënen Institutionele HervormingenVice-premier ministre et ministre des Financeset des Réformes institutionnelles9- 4-2008 5 Geert Versnick 28409- 4-2008 6 Bert Schoofs 28419- 4-2008 7 Dirk Van der Maelen 28419- 4-2008 8 Mw. Leen Dierick 28429- 4-2008 9 Guido De Padt 28429- 4-2008 10 Dirk Van der Maelen 28439- 1-2008 12 Jan Jambon 5739- 4-2008 13 Dirk Van der Maelen 28439- 1-2008 14 Dirk Van der Maelen 5749- 4-2008 14 Dirk Van der Maelen 28449- 4-2008 16 Dirk Van der Maelen 28459- 4-2008 18 Dirk Van der Maelen 28459- 4-2008 19 Dirk Van der Maelen 28459- 4-2008 20 Dirk Van der Maelen 284610- 1-2008 23 Georges Gilkinet 57710- 4-2008 23 Dirk Van der Maelen 305910- 4-2008 25 Wouter De Vriendt 306010- 1-2008 26 Georges Gilkinet 57910- 4-2008 28 Georges Gilkinet 306111- 1-2008 29 Peter Logghe 58010- 4-2008 29 Georges Gilkinet 306211- 1-2008 30 Peter Logghe 58010- 4-2008 30 Georges Gilkinet 306311- 4-2008 31 Jean-Marc Nollet 306414- 4-2008 33 M me Marie-ChristineMarghem 306514- 4-2008 36 M me Valérie De Bue 306614- 4-2008 37 Mw. Barbara Pas 359414- 4-2008 38 Mw. Barbara Pas 306714- 4-2008 40 Bart Laeremans 306715- 4-2008 45 Stefaan Van Hecke 307115- 4-2008 47 Guy D’haeseleer 360017- 4-2008 51 Wouter De Vriendt 344518- 4-2008 57 Peter Logghe 344918- 4-2008 58 Peter Logghe 344918- 4-2008 59 Peter Logghe 345014- 1-2008 60 Bart De Wever 61114- 1-2008 61 Peter Logghe 61218- 4-2008 61 Peter Logghe 345118- 4-2008 63 Peter Logghe 345215- 1-2008 65 Dirk Van der Maelen 61218- 4-2008 65 Peter Logghe 345215- 1-2008 66 Dirk Van der Maelen 61318- 4-2008 66 Peter Logghe 345318- 4-2008 67 Peter Logghe 345415- 1-2008 68 Dirk Van der Maelen 61315- 1-2008 69 Dirk Van der Maelen 61322- 4-2008 70 Guido De Padt 345615- 1-2008 73 Mw. Linda Vissers 61524- 4-2008 73 Robert Van de Velde 384324- 4-2008 74 François Bellot 384415- 1-2008 75 Dirk Van der Maelen 61625- 4-2008 75 Christian Brotcorne 384515- 1-2008 78 Michel Doomst 61715- 1-2008 79 Dirk Van der Maelen 61728- 4-2008 79 Dirk Van der Maelen 384528- 4-2008 81 Dirk Van der Maelen 384615- 1-2008 82 Dirk Van der Maelen 62015- 1-2008 83 Dirk Van der Maelen 62128- 4-2008 83 Herman De Croo 384628- 4-2008 84 Mw. Hilde Vautmans 384728- 4-2008 86 Luk Van Biesen 384728- 4-2008 87 Luk Van Biesen 384916- 1-2008 88 Guy D’haeseleer 62428- 4-2008 88 Mw. Maggie De Block 384928- 4-2008 90 Mw. Sabien Lahaye-Battheu 385017- 1-2008 91 Michel Doomst 116117- 1-2008 92 Michel Doomst 116217- 1-2008 94 Guido De Padt 116217- 1-2008 96 M me Valérie De Bue 116329- 4-2008 96 Mw. Ingrid Claes 3850* Lijst afgesloten op 30 mei 2008* Liste clôturée le 30 mai 2008KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 38292 - 6 - 2008Datum Vraag nr.Blz. Datum Vraag nr.Blz.AuteurAuteurDate Question n o Page Date Question n o Page14- 1-2008 48 Mw. Sonja Becq 64515- 4-2008 48 Guy D’haeseleer 308914- 1-2008 49 Jean-Marc Nollet 64517- 4-2008 51 Mw. Sonja Becq 345818- 4-2008 53 Guy D’haeseleer 345818- 4-2008 56 Peter Logghe 345916- 1-2008 57 Bruno Stevenheydens 64718- 4-2008 57 Peter Logghe 346018- 4-2008 58 Peter Logghe 346018- 4-2008 59 Guido De Padt 346121- 4-2008 60 Pierre-Yves Jeholet 346218- 1-2008 61 Guido De Padt 116922- 4-2008 61 Mw. Rita De Bont 346318- 1-2008 62 Mw. Maggie De Block 117022- 4-2008 62 Mw. Rita De Bont 346422- 4-2008 63 Mw. Rita De Bont 346418- 1-2008 65 Guido De Padt 117223- 4-2008 65 M me Kattrin Jadin 346523- 4-2008 66 Maxime Prévot 346723- 4-2008 67 Pierre-Yves Jeholet 346818- 1-2008 68 Luk Van Biesen 117323- 4-2008 69 Guido De Padt 346923- 4-2008 70 Guido De Padt 347023- 4-2008 71 Guido De Padt 347123- 4-2008 72 Guido De Padt 347223- 4-2008 73 Mw. Maggie De Block 347328- 1-2008 74 Mw. Maggie De Block 154024- 4-2008 74 François Bellot 389124- 4-2008 76 M me Clotilde Nyssens 389225- 4-2008 77 Mw. Carina VanCauter 389228- 4-2008 78 Mw. Sofie Staelraeve 389328- 4-2008 79 Mw. Sofie Staelraeve 389328- 4-2008 80 Mw. Hilde Vautmans 389428- 1-2008 82 Mw. Maggie De Block 154128- 4-2008 84 Luk Van Biesen 389528- 4-2008 85 Mw. Maggie De Block 389628- 4-2008 86 Mw. Maggie De Block 389728- 1-2008 87 Mw. Maggie De Block 154328- 4-2008 87 Mw. Maggie De Block 389728- 4-2008 88 Mw. Maggie De Block 389828- 1-2008 89 Mw. Maggie De Block 154328- 4-2008 89 Mw. Maggie De Block 389928- 4-2008 90 Mw. Maggie De Block 390028- 4-2008 92 Mw. Maggie De Block 390028- 4-2008 93 Mw. Maggie De Block 390128- 4-2008 94 Mw. Maggie De Block 390128- 4-2008 95 Mw. Maggie De Block 390228- 4-2008 96 Mw. Sabien Lahaye-Battheu 390329- 4-2008 98 Pierre-Yves Jeholet 390429- 4-2008 99 M me Zoé Genot 390429- 4-2008 100 Hendrik Bogaert 390530- 4-2008 102 Michel Doomst 390529- 1-2008 103 Mw. Maggie De Block 154830- 4-2008 103 Mw. Sonja Becq 390530- 4-2008 104 Mw. Sonja Becq 390630- 4-2008 105 Mw. Sonja Becq 390730- 4-2008 106 Mw. Sonja Becq 390830- 4-2008 107 Mw. Katia Della Faillede Leverghem 390930- 4-2008 108 Mw. Mia De Schamphelaere391031- 1-2008 112 Mw. Sonja Becq 18381- 2-2008 113 Pierre-Yves Jeholet 18391- 2-2008 114 Pierre-Yves Jeholet 18391- 2-2008 116 Mw. Sonja Becq 18404- 2-2008 118 Mw. Hilde Vautmans 18424- 2-2008 119 Mw. Barbara Pas 18435- 2-2008 123 Mw. Alexandra Colen 18445- 2-2008 124 Mw. Alexandra Colen 18446- 2-2008 126 Georges Gilkinet 184612- 2-2008 130 Mw. Sabien Lahaye-Battheu 213112- 2-2008 131 Guido De Padt 213213- 2-2008 132 François Bellot 213313- 2-2008 133 Geert Versnick 213420- 2-2008 137 Mw. Hilde Vautmans 2406Vice-eersteminister enminister van Binnenlandse ZakenVice-premier ministre etministre de l’Intérieur7- 4-2008 1 Joseph Arens 28567- 4-2008 2 Geert Versnick 28579- 1-2008 3 Christian Brotcorne 6507- 4-2008 3 Guido De Padt 28587- 4-2008 4 Guido De Padt 28598- 4-2008 5 Peter Logghe 28598- 4-2008 6 Peter Logghe 28609- 1-2008 8 Christian Brotcorne 65410- 4-2008 9 Jan Peeters 3089KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3830 QRVA 52 0202 - 6 - 2008Datum Vraag nr.Blz. Datum Vraag nr.Blz.AuteurAuteurDate Question n o Page Date Question n o Page9- 1-2008 10 Jan Jambon 65710- 4-2008 10 Michel Doomst 30909- 1-2008 11 Michel Doomst 65810- 4-2008 11 Michel Doomst 30909- 1-2008 12 Jean-Luc Crucke 65810- 4-2008 12 Patrick Moriau 309111- 4-2008 14 Jean-Marc Nollet 309311- 4-2008 15 Jean-Marc Nollet 30939- 1-2008 16 Michel Doomst 66211- 4-2008 17 Mw. Leen Dierick 309511- 4-2008 18 Jenne De Potter 309514- 4-2008 19 Olivier Maingain 309610- 1-2008 20 Mw. Katrien Partyka 66314- 4-2008 20 Olivier Maingain 309614- 4-2008 21 Jean-Luc Crucke 309710- 1-2008 22 Jean-Marc Nollet 66414- 4-2008 22 Jean-Luc Crucke 309714- 4-2008 23 Mw. Barbara Pas 309810- 1-2008 24 Jean-Marc Nollet 66514- 4-2008 24 Mw. Barbara Pas 309914- 4-2008 25 Mw. Barbara Pas 309914- 4-2008 26 Mw. Barbara Pas 310014- 4-2008 27 Mw. Barbara Pas 310114- 4-2008 28 Mw. Barbara Pas 362914- 4-2008 29 Michel Doomst 310214- 4-2008 30 Michel Doomst 310214- 4-2008 31 Bart Laeremans 310214- 4-2008 32 Bart Laeremans 363014- 4-2008 33 Bart Laeremans 310314- 4-2008 34 Bart Laeremans 310410- 1-2008 35 Guy D’haeseleer 66811- 1-2008 39 Peter Logghe 66911- 1-2008 40 Peter Logghe 67015- 4-2008 40 Bruno Stevenheydens 310815- 4-2008 42 Bruno Stevenheydens 311015- 4-2008 43 Bruno Stevenheydens 311015- 4-2008 46 Filip De Man 311215- 4-2008 47 Filip De Man 311315- 4-2008 48 Filip De Man 311415- 4-2008 49 Filip De Man 311415- 4-2008 50 Francis Van den Eynde 311516- 1-2008 51 Guy D’haeseleer 67415- 4-2008 51 Francis Van den Eynde 311616- 1-2008 52 Guy D’haeseleer 67415- 4-2008 52 Francis Van den Eynde 311615- 4-2008 53 Francis Van den Eynde 311715- 4-2008 54 Jef Van den Bergh 311715- 4-2008 55 Guy D’haeseleer 311817- 1-2008 57 Michel Doomst 117517- 1-2008 60 Guy D’haeseleer 117616- 4-2008 60 Mw. Sabien Lahaye-Battheu 312117- 1-2008 61 Guy D’haeseleer 117716- 4-2008 61 Guido De Padt 312216- 4-2008 62 Guido De Padt 312316- 4-2008 64 Ludwig Vandenhove 312416- 4-2008 65 Ludwig Vandenhove 312517- 4-2008 66 Guido De Padt 347417- 4-2008 67 François Bellot 347517- 1-2008 68 Geert Versnick 117917- 1-2008 69 Guido De Padt 118017- 1-2008 70 Guido De Padt 118017- 1-2008 71 Geert Versnick 118118- 4-2008 71 Jan Mortelmans 347717- 1-2008 72 Guido De Padt 118118- 4-2008 72 Mw. Linda Vissers 347817- 1-2008 74 Guido De Padt 118318- 4-2008 75 Mw. Linda Vissers 347918- 4-2008 76 Guido De Padt 348018- 4-2008 77 Peter Logghe 348018- 1-2008 78 Mw. Barbara Pas 118418- 4-2008 78 Peter Logghe 348118- 1-2008 80 Guido De Padt 118518- 4-2008 80 Peter Logghe 348224- 1-2008 84 Guido De Padt 155221- 4-2008 84 M me Valérie De Bue 348421- 4-2008 86 Bruno Van Grootenbrulle348521- 4-2008 87 Bruno Van Grootenbrulle348628- 1-2008 88 Francis Van den Eynde 155421- 4-2008 88 Jan Mortelmans 348828- 1-2008 89 Francis Van den Eynde 155522- 4-2008 90 Bart Somers 348929- 1-2008 91 Mw. Linda Vissers 155629- 1-2008 92 Ludwig Vandenhove 155723- 4-2008 95 Guido De Padt 349231- 1-2008 96 Peter Logghe 184723- 4-2008 97 Guido De Padt 34931- 2-2008 98 Mw. Leen Dierick 184823- 4-2008 98 Guido De Padt 349423- 4-2008 100 Guido De Padt 349523- 4-2008 101 Guido De Padt 3496KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 38312 - 6 - 2008Datum Vraag nr.Blz. Datum Vraag nr.Blz.AuteurAuteurDate Question n o Page Date Question n o Page4- 2-2008 102 Mw. Barbara Pas 185023- 4-2008 102 Guido De Padt 349623- 4-2008 103 Guido De Padt 349723- 4-2008 104 Guido De Padt 349724- 4-2008 105 Guido De Padt 39128- 2-2008 106 Bart Laeremans 213524- 4-2008 106 François Bellot 39138- 2-2008 107 Bart Laeremans 213524- 4-2008 107 Christian Brotcorne 39138- 2-2008 108 Mw. Leen Dierick 213611- 2-2008 110 Filip De Man 213611- 2-2008 111 Filip De Man 213712- 2-2008 112 Guido De Padt 213812- 2-2008 114 Mw. Maggie De Block 213925- 4-2008 115 Christian Brotcorne 391413- 2-2008 116 Jean-Luc Crucke 213913- 2-2008 117 Filip De Man 214013- 2-2008 118 Mw. Els De Rammelaere214125- 4-2008 118 Hagen Goyvaerts 391513- 2-2008 119 Peter Logghe 214113- 2-2008 120 Hagen Goyvaerts 214228- 4-2008 120 Mw. Hilde Vautmans 391528- 4-2008 121 Mw. Katia Della Faillede Leverghem 391615- 2-2008 122 George Joseph 240715- 2-2008 123 Mw. Barbara Pas 240829- 4-2008 123 Christian Brotcorne 391715- 2-2008 124 M me Zoé Genot 240929- 4-2008 124 Pierre-Yves Jeholet 391715- 2-2008 125 Mw. Barbara Pas 240918- 2-2008 126 Filip De Man 241029- 4-2008 126 Bruno Van Grootenbrulle391818- 2-2008 127 Francis Van den Eynde 241129- 4-2008 127 Claude Eerdekens 391918- 2-2008 128 Ludwig Vandenhove 241119- 2-2008 129 Mw. Linda Vissers 241229- 4-2008 129 Eric Thiébaut 391919- 2-2008 130 Mw. Linda Vissers 241219- 2-2008 131 Filip De Man 241329- 4-2008 131 Hendrik Bogaert 392029- 4-2008 132 Jan Jambon 392120- 2-2008 133 Michel Doomst 241329- 4-2008 133 Jan Jambon 392220- 2-2008 134 Michel Doomst 241420- 2-2008 135 Mw. Hilde Vautmans 241429- 4-2008 135 Mw. Leen Dierick 392220- 2-2008 136 Michel Doomst 241529- 4-2008 136 Mw. Leen Dierick 392329- 4-2008 138 Mw. Leen Dierick 392430- 4-2008 139 Mark Verhaegen 392430- 4-2008 141 Michel Doomst 392530- 4-2008 142 Michel Doomst 392530- 4-2008 150 Michel Doomst 392630- 4-2008 151 Michel Doomst 392630- 4-2008 152 Roel Deseyn 3927Vice-eersteministeren minister van Justitie enInstitutionele HervormingenVice-premier ministreet ministre de la Justice etdes Réformes institutionnelles9- 1-2008 1 Georges Gilkinet 7097- 4-2008 1 Bruno Stevenheydens 28629- 1-2008 2 Georges Gilkinet 7107- 4-2008 2 Bruno Stevenheydens 28637- 4-2008 3 Bert Schoofs 286410- 1-2008 4 Mw. Sarah Smeyers 7127- 4-2008 4 Bert Schoofs 286410- 1-2008 5 Guy D’haeseleer 71210- 1-2008 6 Mw. Els De Rammelaere7138- 4-2008 6 Jenne De Potter 28668- 4-2008 7 Francis Van den Eynde 286710- 1-2008 8 Mw. Els De Rammelaere7159- 4-2008 9 Mw. Mia De Schamphelaere286810- 1-2008 10 Peter Logghe 7169- 4-2008 10 Dirk Van der Maelen 286910- 1-2008 11 Guy D’haeseleer 71710- 1-2008 12 Guy D’haeseleer 71710- 1-2008 13 Guy D’haeseleer 71710- 1-2008 14 Guy D’haeseleer 71811- 1-2008 15 Filip De Man 71811- 4-2008 16 Georges Gilkinet 312711- 4-2008 17 Georges Gilkinet 312811- 1-2008 18 Peter Logghe 72011- 4-2008 18 Jean-Marc Nollet 312811- 1-2008 19 Peter Logghe 72111- 4-2008 19 M me Zoé Genot 3129KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3832 QRVA 52 0202 - 6 - 2008Datum Vraag nr.Blz. Datum Vraag nr.Blz.AuteurAuteurDate Question n o Page Date Question n o Page11- 1-2008 20 Peter Logghe 72211- 1-2008 21 Peter Logghe 72311- 4-2008 21 Georges Gilkinet 313014- 4-2008 24 M me Marie-ChristineMarghem 313215- 1-2008 25 Jean-Jacques Flahaux 72614- 4-2008 25 Olivier Maingain 313415- 1-2008 26 Mw. Els De Rammelaere72714- 4-2008 26 Olivier Maingain 313415- 1-2008 27 Mw. Linda Vissers 72715- 1-2008 28 Mw. Linda Vissers 72814- 4-2008 28 Mw. Alexandra Colen 313516- 1-2008 29 Michel Doomst 72914- 4-2008 29 Mw. Alexandra Colen 313516- 1-2008 30 Robert Van de Velde 72914- 4-2008 30 Mw. Barbara Pas 313617- 1-2008 31 Michel Doomst 122814- 4-2008 31 Mw. Barbara Pas 313617- 1-2008 32 Michel Doomst 122917- 1-2008 33 Mw. Carina VanCauter 123014- 4-2008 33 Mw. Barbara Pas 313717- 1-2008 34 Guido De Padt 123017- 1-2008 35 Guido De Padt 123117- 1-2008 36 Guido De Padt 123117- 1-2008 37 Guido De Padt 123217- 1-2008 38 Guido De Padt 123315- 4-2008 38 Bert Schoofs 314017- 1-2008 39 Guido De Padt 123315- 4-2008 39 Bruno Stevenheydens 314015- 4-2008 40 Bruno Stevenheydens 314115- 4-2008 42 Bruno Stevenheydens 314117- 1-2008 43 Guido De Padt 123715- 4-2008 43 Bruno Stevenheydens 314215- 4-2008 45 Filip De Man 314315- 4-2008 47 Mw. Sabien Lahaye-Battheu 314415- 4-2008 48 Filip De Man 314515- 4-2008 49 Filip De Man 314618- 1-2008 50 Mw. Hilde Vautmans 124015- 4-2008 50 Filip De Man 314715- 4-2008 51 Francis Van den Eynde 314718- 1-2008 52 Mw. Maggie De Block 124215- 4-2008 52 Gerolf Annemans 314818- 1-2008 54 Mw. Maggie De Block 124316- 4-2008 54 Guy D’haeseleer 315016- 4-2008 55 Guy D’haeseleer 315016- 4-2008 56 Guy D’haeseleer 315016- 4-2008 57 Guy D’haeseleer 315123- 1-2008 58 Mw. Barbara Pas 124616- 4-2008 58 Guy D’haeseleer 315123- 1-2008 59 Mw. Carina VanCauter 48716- 4-2008 59 Guy D’haeseleer 315216- 4-2008 60 Guy D’haeseleer 315216- 4-2008 61 Stefaan Van Hecke 315325- 1-2008 62 Guy D’haeseleer 156928- 1-2008 63 Mw. Sabien Lahaye-Battheu 157017- 4-2008 63 Mw. Sabien Lahaye-Battheu 349828- 1-2008 64 Mw. Sabien Lahaye-Battheu 157117- 4-2008 65 Geert Versnick 350028- 1-2008 66 Mw. Sabien Lahaye-Battheu 157217- 4-2008 66 Mw. Hilde Vautmans 350128- 1-2008 67 Mw. Sabien Lahaye-Battheu 157317- 4-2008 67 Bert Schoofs 350128- 1-2008 68 Mw. Sabien Lahaye-Battheu 157317- 4-2008 68 François Bellot 350228- 1-2008 70 Mw. Sabien Lahaye-Battheu 157428- 1-2008 71 Mw. Sabien Lahaye-Battheu 157518- 4-2008 71 Guy D’haeseleer 350428- 1-2008 72 Mw. Sabien Lahaye-Battheu 157618- 4-2008 72 Mw. Linda Vissers 350418- 4-2008 73 Mw. Linda Vissers 350518- 4-2008 74 Mw. Linda Vissers 350618- 4-2008 75 Mw. Linda Vissers 350618- 4-2008 76 Mw. Linda Vissers 350729- 1-2008 77 Guy D’haeseleer 157721- 4-2008 77 Mw. Sabien Lahaye-Battheu 350729- 1-2008 78 Mw. Linda Vissers 157829- 1-2008 79 Mw. Linda Vissers 157822- 4-2008 79 Francis Van den Eynde 350922- 4-2008 80 Peter Logghe 350930- 1-2008 81 Mw. Hilde Vautmans 157922- 4-2008 81 Peter Logghe 3510KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 38332 - 6 - 2008Datum Vraag nr.Blz. Datum Vraag nr.Blz.AuteurAuteurDate Question n o Page Date Question n o Page30- 1-2008 82 Mw. Hilde Vautmans 158022- 4-2008 82 Peter Logghe 351130- 1-2008 83 Mw. Hilde Vautmans 158130- 1-2008 84 Mw. Hilde Vautmans 158122- 4-2008 84 Peter Logghe 351230- 1-2008 85 M me Clotilde Nyssens 158222- 4-2008 85 Peter Logghe 351230- 1-2008 86 M me Clotilde Nyssens 158322- 4-2008 86 Peter Logghe 351322- 4-2008 87 Guido De Padt 351422- 4-2008 88 Mw. Carina VanCauter 351522- 4-2008 89 Mw. Carina VanCauter 351531- 1-2008 90 Peter Logghe 186822- 4-2008 90 Pierre-Yves Jeholet 35161- 2-2008 91 Pierre-Yves Jeholet 186923- 4-2008 91 François Bellot 351823- 4-2008 92 François Bellot 35181- 2-2008 93 Flor Van Noppen 18701- 2-2008 94 Mw. Els De Rammelaere187123- 4-2008 94 François Bellot 35191- 2-2008 95 Mw. Els De Rammelaere187123- 4-2008 95 Guido De Padt 35194- 2-2008 96 Bert Schoofs 187223- 4-2008 97 Guido De Padt 35215- 2-2008 99 Olivier Maingain 187423- 4-2008 99 Guido De Padt 35225- 2-2008 100 Filip De Man 187423- 4-2008 100 Guido De Padt 35235- 2-2008 101 Mw. Alexandra Colen 187523- 4-2008 101 Guido De Padt 35245- 2-2008 102 Mw. Alexandra Colen 187523- 4-2008 102 Guido De Padt 35257- 2-2008 103 Bart Laeremans 21487- 2-2008 104 Gerolf Annemans 214923- 4-2008 104 Guido De Padt 352524- 4-2008 105 Guido De Padt 392824- 4-2008 106 François Bellot 392924- 4-2008 107 M me Clotilde Nyssens 393024- 4-2008 108 M me Clotilde Nyssens 393112- 2-2008 109 Filip De Man 215012- 2-2008 111 Mw. Els De Rammelaere215225- 4-2008 111 Christian Brotcorne 393212- 2-2008 112 Mw. Els De Rammelaere215325- 4-2008 112 Renaat Landuyt 393312- 2-2008 113 Mw. Els De Rammelaere215425- 4-2008 113 Renaat Landuyt 393412- 2-2008 114 Mw. Els De Rammelaere215525- 4-2008 114 Michel Doomst 393413- 2-2008 115 Dirk Van der Maelen 215528- 4-2008 115 Bart Laeremans 393414- 2-2008 116 Mw. Els De Rammelaere242628- 4-2008 116 Michel Doomst 393514- 2-2008 117 Mw. Sabien Lahaye-Battheu 242828- 4-2008 117 Mw. Hilde Vautmans 393514- 2-2008 118 Mw. Katrien Partyka 242928- 4-2008 118 Mw. Hilde Vautmans 393614- 2-2008 119 Dirk Van der Maelen 243028- 4-2008 119 Mw. Hilde Vautmans 393618- 2-2008 121 Mw. Barbara Pas 243128- 4-2008 121 Mw. Hilde Vautmans 393719- 2-2008 122 Mw. Barbara Pas 243228- 4-2008 122 Mw. Hilde Vautmans 393820- 2-2008 123 Michel Doomst 243328- 4-2008 123 Mw. Hilde Vautmans 393920- 2-2008 124 Mw. Hilde Vautmans 243328- 4-2008 124 Mw. Maggie De Block 393928- 4-2008 125 Mw. Maggie De Block 394028- 4-2008 126 Mathias De Clercq 394028- 4-2008 127 Mw. Sabien Lahaye-Battheu 394228- 4-2008 128 Mw. Sabien Lahaye-Battheu 394328- 4-2008 129 Mw. Sabien Lahaye-Battheu 394428- 4-2008 130 Mw. Sabien Lahaye-Battheu 394528- 4-2008 131 Mw. Sabien Lahaye-Battheu 394528- 4-2008 132 Mw. Sabien Lahaye-Battheu 394628- 4-2008 133 Mw. Sabien Lahaye-Battheu 394628- 4-2008 134 Mw. Sabien Lahaye-Battheu 394828- 4-2008 137 François Bellot 3948KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 38352 - 6 - 2008Datum Vraag nr.Blz. Datum Vraag nr.Blz.AuteurAuteurDate Question n o Page Date Question n o Page21- 1-2008 40 Mw. Maggie De Block 120221- 4-2008 41 Mw. Maggie De Block 352922- 4-2008 42 Peter Logghe 352922- 4-2008 43 Peter Logghe 353021- 1-2008 44 Mw. Maggie De Block 120422- 4-2008 44 Peter Logghe 353122- 4-2008 45 Peter Logghe 353221- 1-2008 46 Mw. Maggie De Block 120522- 4-2008 46 Mw. Rita De Bont 353221- 1-2008 47 Mw. Maggie De Block 120622- 4-2008 47 Geert Versnick 353321- 1-2008 48 Mw. Maggie De Block 120622- 4-2008 48 Geert Versnick 353321- 1-2008 49 Mw. Maggie De Block 120722- 4-2008 49 Geert Versnick 353421- 1-2008 50 Mw. Maggie De Block 120722- 4-2008 50 Geert Versnick 353421- 1-2008 51 Mw. Maggie De Block 120823- 4-2008 51 Mw. Maggie De Block 353521- 1-2008 52 Mw. Maggie De Block 120923- 4-2008 52 Guido De Padt 353623- 4-2008 53 Guido De Padt 353724- 4-2008 54 François Bellot 397025- 4-2008 55 Mw. Katia Della Faillede Leverghem 397128- 4-2008 56 Mw. Hilde Vautmans 397221- 1-2008 57 Mw. Maggie De Block 121128- 4-2008 57 Mw. Hilde Vautmans 397328- 4-2008 58 Mw. Hilde Vautmans 397428- 4-2008 59 Mw. Hilde Vautmans 397428- 4-2008 60 Mw. Hilde Vautmans 397528- 4-2008 61 Mw. Maggie De Block 397621- 1-2008 62 Mw. Maggie De Block 121528- 4-2008 62 Mw. Maggie De Block 397621- 1-2008 63 Mw. Maggie De Block 121628- 4-2008 63 Mw. Maggie De Block 397721- 1-2008 64 Mw. Maggie De Block 121628- 4-2008 64 Mw. Maggie De Block 397821- 1-2008 65 Mw. Maggie De Block 121728- 4-2008 65 Mw. Maggie De Block 397821- 1-2008 66 Mw. Maggie De Block 121828- 4-2008 66 Mw. Maggie De Block 397921- 1-2008 67 Mw. Maggie De Block 121928- 4-2008 67 Mw. Maggie De Block 397928- 4-2008 68 Mw. Maggie De Block 398021- 1-2008 69 Mw. Maggie De Block 122028- 4-2008 69 Mw. Maggie De Block 398121- 1-2008 70 Mw. Maggie De Block 122128- 4-2008 70 Mw. Maggie De Block 398121- 1-2008 71 Mw. Maggie De Block 122228- 4-2008 71 Mw. Maggie De Block 398221- 1-2008 72 Mw. Maggie De Block 122228- 4-2008 72 Mw. Maggie De Block 398321- 1-2008 73 Mw. Maggie De Block 122328- 4-2008 73 Mw. Maggie De Block 398421- 1-2008 74 Mw. Maggie De Block 122328- 4-2008 74 Mw. Maggie De Block 398421- 1-2008 75 Mw. Maggie De Block 122428- 4-2008 75 Mw. Maggie De Block 398521- 1-2008 76 Mw. Maggie De Block 122528- 4-2008 76 Mw. Maggie De Block 398621- 1-2008 77 Mw. Maggie De Block 122528- 4-2008 77 Mw. Maggie De Block 398721- 1-2008 78 Mw. Maggie De Block 122628- 4-2008 78 Mw. Maggie De Block 398722- 1-2008 79 Mw. Maggie De Block 122728- 4-2008 79 Mw. Maggie De Block 398822- 1-2008 80 Mw. Maggie De Block 122728- 4-2008 80 Mw. Maggie De Block 398928- 4-2008 81 Mw. Maggie De Block 399025- 1-2008 82 Guy D’haeseleer 156428- 4-2008 82 Mw. Maggie De Block 399128- 4-2008 83 Mw. Maggie De Block 399128- 1-2008 84 Mw. Maggie De Block 156528- 4-2008 84 Mw. Maggie De Block 399228- 1-2008 85 Mw. Maggie De Block 156528- 4-2008 85 Mw. Maggie De Block 399328- 1-2008 86 Mw. Sabien Lahaye-Battheu 156628- 4-2008 86 Mw. Maggie De Block 399328- 1-2008 87 Guy D’haeseleer 156728- 4-2008 87 Mw. Maggie De Block 399429- 1-2008 88 Guy D’haeseleer 156828- 4-2008 88 Mw. Maggie De Block 399429- 1-2008 89 Guy D’haeseleer 156828- 4-2008 89 Mw. Maggie De Block 399529- 1-2008 90 Guy D’haeseleer 156928- 4-2008 90 Mw. Maggie De Block 399628- 4-2008 91 Mw. Maggie De Block 39971- 2-2008 92 Mw. Hilde Vautmans 185928- 4-2008 92 Mw. Maggie De Block 39971- 2-2008 93 Guy D’haeseleer 1860KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3836 QRVA 52 0202 - 6 - 2008Datum Vraag nr.Blz. Datum Vraag nr.Blz.AuteurAuteurDate Question n o Page Date Question n o Page28- 4-2008 93 Mw. Maggie De Block 39981- 2-2008 94 Mw. Hilde Vautmans 186128- 4-2008 94 Mw. Maggie De Block 39981- 2-2008 95 Guy D’haeseleer 186228- 4-2008 95 Mw. Maggie De Block 39991- 2-2008 96 Guy D’haeseleer 186228- 4-2008 96 Mw. Maggie De Block 40001- 2-2008 97 Guy D’haeseleer 186228- 4-2008 97 Mw. Maggie De Block 40014- 2-2008 98 Guy D’haeseleer 186328- 4-2008 98 Mw. Maggie De Block 40024- 2-2008 99 Mw. Barbara Pas 186328- 4-2008 99 Mw. Maggie De Block 400328- 4-2008 100 Mw. Maggie De Block 40035- 2-2008 101 Mw. Sabien Lahaye-Battheu 186428- 4-2008 101 Mw. Maggie De Block 40046- 2-2008 102 Mw. Alexandra Colen 186528- 4-2008 102 Mw. Maggie De Block 40056- 2-2008 103 Mw. Maggie De Block 186628- 4-2008 103 Mw. Maggie De Block 400528- 4-2008 104 Mw. Maggie De Block 400612- 2-2008 105 Mw. Sonja Becq 214428- 4-2008 105 Mw. Maggie De Block 400712- 2-2008 106 Mw. Maggie De Block 214428- 4-2008 106 Mw. Maggie De Block 400712- 2-2008 107 Mw. Maggie De Block 214528- 4-2008 107 Mw. Maggie De Block 400812- 2-2008 108 Mw. Maggie De Block 214628- 4-2008 108 Mw. Sabien Lahaye-Battheu 400913- 2-2008 109 Mw. Maggie De Block 214728- 4-2008 109 Mw. Sabien Lahaye-Battheu 401013- 2-2008 110 Mw. Maggie De Block 214728- 4-2008 110 Mw. Sabien Lahaye-Battheu 401115- 2-2008 111 Geert Versnick 242228- 4-2008 111 Mw. Sabien Lahaye-Battheu 401218- 2-2008 112 Mw. Maggie De Block 242228- 4-2008 112 Mw. Sabien Lahaye-Battheu 401218- 2-2008 113 Mw. Rita De Bont 242328- 4-2008 113 Mw. Sabien Lahaye-Battheu 401318- 2-2008 114 Geert Versnick 242329- 4-2008 114 Pierre-Yves Jeholet 401418- 2-2008 115 Mw. Maggie De Block 242429- 4-2008 115 Mw. Ingrid Claes 401518- 2-2008 116 Mw. Maggie De Block 242429- 4-2008 116 Flor Van Noppen 401519- 2-2008 117 Mw. Maggie De Block 242529- 4-2008 117 Luc Goutry 401620- 2-2008 118 Mw. Barbara Pas 242530- 4-2008 118 Mw. Sonja Becq 401730- 4-2008 119 Mw. Sonja Becq 401730- 4-2008 120 Mw. Sonja Becq 401830- 4-2008 121 Georges Gilkinet 401830- 4-2008 122 Servais Verherstraeten 401930- 4-2008 123 Mw. Katia Della Faillede Leverghem 4020Minister van Buitenlandse ZakenMinistre des Affaires étrangères7- 4-2008 1 Wouter De Vriendt 28739- 4-2008 7 Wouter De Vriendt 287710- 4-2008 8 Wouter De Vriendt 317810- 4-2008 9 Patrick Moriau 363814- 1-2008 10 Luk Van Biesen 68110- 4-2008 10 M me Valérie De Bue 318014- 4-2008 16 Mw. Alexandra Colen 318217- 1-2008 19 Geert Versnick 118715- 4-2008 20 Bart Laeremans 318415- 4-2008 21 Bart Laeremans 318415- 4-2008 22 Bert Schoofs 364617- 1-2008 23 Gerolf Annemans 119015- 4-2008 24 Francis Van den Eynde 318615- 4-2008 25 Gerolf Annemans 364716- 4-2008 26 David Geerts 318728- 1-2008 27 Francis Van den Eynde 155817- 4-2008 27 Wouter De Vriendt 353828- 1-2008 29 Bert Schoofs 155918- 4-2008 30 Peter Logghe 354018- 4-2008 31 Peter Logghe 35401- 2-2008 32 Mw. Alexandra Colen 185418- 4-2008 32 Peter Logghe 354121- 4-2008 33 Francis Van den Eynde 354221- 4-2008 34 Mw. Rita De Bont 35437- 2-2008 35 David Geerts 21427- 2-2008 36 Bart Laeremans 214322- 4-2008 37 Geert Versnick 3545KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 38372 - 6 - 2008Datum Vraag nr.Blz. Datum Vraag nr.Blz.AuteurAuteurDate Question n o Page Date Question n o Page22- 4-2008 38 Geert Versnick 354615- 2-2008 39 Geert Versnick 241622- 4-2008 39 Geert Versnick 354615- 2-2008 40 M me Zoé Genot 241618- 2-2008 41 Bart Laeremans 241725- 4-2008 41 Jean-Luc Crucke 402119- 2-2008 42 Geert Versnick 241825- 4-2008 42 M me Brigitte Wiaux 402220- 2-2008 43 Mw. Hilde Vautmans 241825- 4-2008 43 Patrick Moriau 402325- 4-2008 44 Xavier Baeselen 402425- 4-2008 45 Jean-Luc Crucke 402525- 4-2008 46 M me Brigitte Wiaux 402625- 4-2008 47 M me Brigitte Wiaux 402625- 4-2008 49 Jean-Luc Crucke 402728- 4-2008 53 Luk Van Biesen 402829- 4-2008 54 M me Brigitte Wiaux 402829- 4-2008 55 Pierre-Yves Jeholet 402929- 4-2008 56 Mw. Hilâl Yalçin 403029- 4-2008 57 Mw. Katrien Partyka 4030Minister van KMO’s, Zelfstandigen, Landbouwen WetenschapsbeleidMinistre des PME, des Indépendants, de l’Agricultureet de la Politique scientifique22- 4-2008 23 Peter Logghe 354722- 4-2008 29 Peter Logghe 354828- 4-2008 35 Mw. Maggie De Block 4031Minister van Maatschappelijke Integratie,Pensioenen en Grote StedenMinistre de l’Intégration sociale,des Pensions et de Grandes villes8- 4-2008 1 Guido De Padt 369910- 1-2008 3 Bruno Stevenheydens 69110- 1-2008 5 Georges Gilkinet 69310- 4-2008 6 Peter Logghe 370210- 1-2008 7 Guy D’haeseleer 69410- 4-2008 7 Georges Gilkinet 319216- 1-2008 8 Robert Van de Velde 69511- 4-2008 8 Geert Versnick 319311- 4-2008 9 Georges Gilkinet 319417- 1-2008 10 Guido De Padt 119415- 4-2008 13 Bert Schoofs 319715- 4-2008 14 Bruno Stevenheydens 370421- 1-2008 15 Mw. Maggie De Block 119715- 4-2008 15 Filip De Man 319915- 4-2008 16 Filip De Man 320015- 4-2008 17 Guy D’haeseleer 370628- 1-2008 18 Mw. Maggie De Block 156028- 1-2008 19 Mw. Maggie De Block 156016- 4-2008 20 Mw. Dalila Douifi 320117- 4-2008 21 Geert Versnick 354928- 1-2008 22 Bert Schoofs 156230- 1-2008 23 Bruno Van Grootenbrulle156321- 4-2008 23 Guido De Padt 355022- 4-2008 26 Peter Logghe 355222- 4-2008 27 Peter Logghe 35526- 2-2008 28 Georges Gilkinet 185822- 4-2008 28 Peter Logghe 355314- 2-2008 30 Geert Versnick 241922- 4-2008 30 Geert Versnick 355314- 2-2008 31 Jean-Marc Nollet 242022- 4-2008 31 Geert Versnick 355415- 2-2008 32 Geert Versnick 242123- 4-2008 32 Guido De Padt 355523- 4-2008 33 Guido De Padt 355524- 4-2008 34 Guido De Padt 403224- 4-2008 36 François Bellot 403328- 4-2008 38 Mw. Maggie De Block 403428- 4-2008 39 Mw. Maggie De Block 403428- 4-2008 41 Mw. Sabien Lahaye-Battheu 403528- 4-2008 42 Jan Mortelmans 403529- 4-2008 43 Xavier Baeselen 403629- 4-2008 44 Jan Jambon 403730- 4-2008 45 Mw. Sarah Smeyers 4038Minister van LandsverdedigingMinistre de la Défense10- 4-2008 13 Jan Jambon 371624- 4-2008 24 François Bellot 4038Minister van Klimaat en EnergieMinistre du Climat et de l’Énergie7- 4-2008 1 Mw. Meyrem Almaci 2879KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3838 QRVA 52 0202 - 6 - 2008Datum Vraag nr.Blz. Datum Vraag nr.Blz.AuteurAuteurDate Question n o Page Date Question n o Page8- 4-2008 4 Mw. Katrien Partyka 288010- 1-2008 5 Georges Gilkinet 7326- 2-2008 19 François Bellot 187628- 4-2008 22 Mw. Maggie De Block 403914- 2-2008 23 Maxime Prévot 2434Minister van OntwikkelingssamenwerkingMinistre de la Coopération au développement24- 4-2008 10 François Bellot 4040Minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijvenMinistre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques7- 4-2008 1 Peter Luykx 28817- 4-2008 4 Georges Gilkinet 28827- 4-2008 5 Georges Gilkinet 28837- 4-2008 6 Georges Gilkinet 28847- 4-2008 7 Georges Gilkinet 28857- 4-2008 8 Jef Van den Bergh 28867- 4-2008 9 Peter Luykx 28877- 4-2008 10 Mw. Dalila Douifi 28888- 4-2008 13 Dirk Van der Maelen 28898- 4-2008 15 Peter Logghe 28898- 4-2008 17 Mw. Leen Dierick 28908- 4-2008 19 Jenne De Potter 28908- 4-2008 20 Georges Gilkinet 28918- 4-2008 21 Georges Gilkinet 289210- 1-2008 22 Bruno Stevenheydens 7378- 4-2008 23 Jenne De Potter 289310- 1-2008 27 Georges Gilkinet 7399- 4-2008 27 Stefaan Van Hecke 289510- 4-2008 28 Jan Peeters 320810- 4-2008 29 Michel Doomst 320910- 4-2008 30 Koen Bultinck 321010- 4-2008 31 Jef Van den Bergh 321010- 4-2008 32 Peter Logghe 373810- 4-2008 33 Mw. Leen Dierick 321211- 4-2008 34 Georges Gilkinet 321211- 1-2008 35 Guy D’haeseleer 74111- 4-2008 36 Georges Gilkinet 321411- 4-2008 37 Jean-Marc Nollet 321511- 4-2008 39 Michel Doomst 321811- 1-2008 40 Guy D’haeseleer 74211- 4-2008 40 Michel Doomst 321811- 1-2008 41 Guy D’haeseleer 74214- 4-2008 41 M me Thérèse Snoy etd’Oppuers 321914- 4-2008 43 François Bellot 321914- 4-2008 45 Olivier Maingain 322014- 4-2008 46 Olivier Maingain 373914- 4-2008 47 Pierre-Yves Jeholet 322115- 1-2008 52 Mw. Els De Rammelaere74614- 4-2008 52 Mw. Barbara Pas 322315- 1-2008 53 Georges Gilkinet 74614- 4-2008 53 Mw. Barbara Pas 322314- 4-2008 54 Mw. Barbara Pas 322415- 4-2008 58 Michel Doomst 322615- 4-2008 60 Bruno Stevenheydens 322715- 4-2008 61 Bruno Stevenheydens 322815- 4-2008 63 Francis Van den Eynde 322815- 4-2008 64 Francis Van den Eynde 322915- 1-2008 65 Guy D’haeseleer 75115- 4-2008 65 Francis Van den Eynde 322915- 4-2008 66 Francis Van den Eynde 323015- 4-2008 67 Francis Van den Eynde 323015- 4-2008 68 Francis Van den Eynde 323015- 4-2008 69 Francis Van den Eynde 323115- 4-2008 70 Francis Van den Eynde 323115- 4-2008 71 Francis Van den Eynde 323215- 4-2008 72 Francis Van den Eynde 323215- 4-2008 73 Francis Van den Eynde 323215- 4-2008 74 Francis Van den Eynde 323315- 4-2008 75 Francis Van den Eynde 323315- 4-2008 76 Francis Van den Eynde 323315- 4-2008 77 Francis Van den Eynde 323415- 4-2008 78 Francis Van den Eynde 323416- 4-2008 79 Mw. Mia De Schamphelaere374916- 4-2008 80 Peter Luykx 323517- 1-2008 81 Michel Doomst 124816- 4-2008 81 Guy D’haeseleer 323617- 1-2008 82 Michel Doomst 124817- 1-2008 83 Michel Doomst 124917- 1-2008 84 Bart Tommelein 125016- 4-2008 84 Guy D’haeseleer 323616- 4-2008 85 Guy D’haeseleer 323716- 4-2008 86 Guy D’haeseleer 323716- 4-2008 87 Guy D’haeseleer 3238KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 38392 - 6 - 2008Datum Vraag nr.Blz. Datum Vraag nr.Blz.AuteurAuteurDate Question n o Page Date Question n o Page18- 1-2008 88 Guido De Padt 125216- 4-2008 88 Guy D’haeseleer 323916- 4-2008 91 Mw. Dalila Douifi 323916- 4-2008 92 David Geerts 324016- 4-2008 93 Jan Peeters 324116- 4-2008 94 Mw. Maya Detiège 324217- 4-2008 95 Guido De Padt 356018- 1-2008 96 Guido De Padt 125517- 4-2008 96 Hagen Goyvaerts 356117- 4-2008 97 Francis Van den Eynde 356218- 1-2008 98 Guido De Padt 125718- 4-2008 98 Jan Mortelmans 356218- 4-2008 99 Jan Mortelmans 356318- 1-2008 100 Jan Mortelmans 125818- 4-2008 100 Jan Mortelmans 356318- 1-2008 101 Guido De Padt 125818- 4-2008 101 Jan Mortelmans 356318- 1-2008 102 Guido De Padt 125918- 4-2008 102 Jan Mortelmans 356418- 4-2008 103 Jan Mortelmans 356418- 4-2008 104 Jan Mortelmans 356518- 4-2008 109 Jan Mortelmans 356618- 4-2008 110 Jan Mortelmans 356618- 1-2008 111 Herman De Croo 126318- 4-2008 111 Jan Mortelmans 356718- 4-2008 112 Jan Mortelmans 356718- 1-2008 113 Mw. Katia Della Faillede Leverghem 126418- 4-2008 113 Jan Mortelmans 356818- 4-2008 115 Mw. Linda Vissers 356918- 4-2008 116 Guido De Padt 356921- 4-2008 118 Jan Mortelmans 357021- 4-2008 119 Bruno Van Grootenbrulle357121- 4-2008 120 François Bellot 357223- 1-2008 121 Jef Van den Bergh 126524- 1-2008 122 Jef Van den Bergh 158422- 4-2008 123 Bart Tommelein 357223- 4-2008 125 Eric Thiébaut 357423- 4-2008 126 Guido De Padt 357528- 1-2008 127 Mw. Sabien Lahaye-Battheu 158523- 4-2008 127 Guido De Padt 357523- 4-2008 128 Guido De Padt 357628- 1-2008 130 Francis Van den Eynde 158624- 4-2008 130 Eric Thiébaut 404124- 4-2008 131 M me Linda Musin 404124- 4-2008 133 M me Camille Dieu 404224- 4-2008 135 François Bellot 404228- 1-2008 136 Francis Van den Eynde 158824- 4-2008 136 Mw. Linda Vissers 404324- 4-2008 137 Guido De Padt 404424- 4-2008 138 David Lavaux 404525- 4-2008 139 David Geerts 404625- 4-2008 140 Guido De Padt 404625- 4-2008 141 Guido De Padt 404725- 4-2008 142 David Geerts 404828- 4-2008 144 Bruno Stevenheydens 404928- 4-2008 145 Guido De Padt 404928- 1-2008 146 Jan Mortelmans 158928- 4-2008 146 Guido De Padt 405028- 1-2008 147 Jan Mortelmans 158928- 4-2008 147 Guido De Padt 405128- 1-2008 148 Jan Mortelmans 159028- 4-2008 148 Guido De Padt 405128- 4-2008 149 Guido De Padt 405228- 1-2008 150 Jan Mortelmans 159028- 4-2008 150 Guido De Padt 405328- 1-2008 151 Jan Mortelmans 159128- 4-2008 151 Guido De Padt 405428- 1-2008 152 Mw. Leen Dierick 159128- 4-2008 152 Guido De Padt 405528- 1-2008 153 Francis Van den Eynde 159328- 4-2008 153 Guido De Padt 405528- 4-2008 154 Herman De Croo 405628- 4-2008 155 Mw. Katia Della Faillede Leverghem 405728- 4-2008 156 Ludo Van Campenhout405828- 4-2008 157 Mw. Maggie De Block 405928- 4-2008 158 Mw. Sabien Lahaye-Battheu 406028- 4-2008 160 François Bellot 406128- 4-2008 161 François Bellot 406131- 1-2008 162 Jef Van den Bergh 187728- 4-2008 162 Jean-Marc Nollet 406128- 4-2008 163 David Geerts 406229- 4-2008 164 Pierre-Yves Jeholet 406329- 4-2008 165 Eric Thiébaut 40641- 2-2008 166 Pierre-Yves Jeholet 187929- 4-2008 166 Mw. Ingrid Claes 406429- 4-2008 167 Mw. Els De Rammelaere406529- 4-2008 168 Jef Van den Bergh 4065KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3840 QRVA 52 0202 - 6 - 2008Datum Vraag nr.Blz. Datum Vraag nr.Blz.AuteurAuteurDate Question n o Page Date Question n o Page29- 4-2008 169 Jef Van den Bergh 40664- 2-2008 170 David Geerts 188029- 4-2008 170 Jef Van den Bergh 406729- 4-2008 171 Jef Van den Bergh 40684- 2-2008 172 Jef Van den Bergh 188229- 4-2008 172 Jef Van den Bergh 40694- 2-2008 173 Mw. Barbara Pas 188229- 4-2008 173 Jef Van den Bergh 40694- 2-2008 174 Guido De Padt 188329- 4-2008 174 Jef Van den Bergh 407029- 4-2008 175 Mw. Katrien Partyka 40705- 2-2008 176 Jean-Marc Nollet 188429- 4-2008 176 Mw. Katrien Partyka 40715- 2-2008 177 Georges Gilkinet 188529- 4-2008 177 Mw. Leen Dierick 407130- 4-2008 178 Michel Doomst 407330- 4-2008 179 Michel Doomst 40735- 2-2008 180 Hagen Goyvaerts 188630- 4-2008 180 Michel Doomst 407430- 4-2008 181 Michel Doomst 407530- 4-2008 182 Michel Doomst 407530- 4-2008 183 Peter Luykx 407530- 4-2008 184 Peter Luykx 407730- 4-2008 185 Roel Deseyn 407830- 4-2008 186 Roel Deseyn 407930- 4-2008 187 Roel Deseyn 40807- 2-2008 188 Mw. Katrien Partyka 215630- 4-2008 188 Roel Deseyn 408030- 4-2008 189 Roel Deseyn 408111- 2-2008 191 Roel Deseyn 215730- 4-2008 191 Roel Deseyn 408230- 4-2008 192 Servais Verherstraeten 408211- 2-2008 193 Guido De Padt 215830- 4-2008 193 Stefaan De Clerck 408330- 4-2008 194 David Geerts 408411- 2-2008 195 Roel Deseyn 215930- 4-2008 196 David Geerts 408411- 2-2008 197 Ludo Van Campenhout216130- 4-2008 197 Jan Mortelmans 408512- 2-2008 198 François Bellot 216212- 2-2008 199 François Bellot 216313- 2-2008 208 Roel Deseyn 216413- 2-2008 209 Eric Thiébaut 216414- 2-2008 214 Francis Van den Eynde 243514- 2-2008 215 Michel Doomst 243514- 2-2008 217 Guido De Padt 243614- 2-2008 218 Michel Doomst 243715- 2-2008 220 Guido De Padt 243818- 2-2008 223 Mw. Barbara Pas 243918- 2-2008 224 Francis Van den Eynde 243919- 2-2008 227 Francis Van den Eynde 243919- 2-2008 229 Francis Van den Eynde 244019- 2-2008 230 Francis Van den Eynde 244019- 2-2008 231 Francis Van den Eynde 244119- 2-2008 232 Francis Van den Eynde 244119- 2-2008 233 Francis Van den Eynde 244119- 2-2008 234 Francis Van den Eynde 244219- 2-2008 235 Francis Van den Eynde 244219- 2-2008 236 Francis Van den Eynde 244219- 2-2008 237 Jef Van den Bergh 244320- 2-2008 238 Michel Doomst 2443Minister voor Ondernemenen VereenvoudigenMinistre pour l’Entrepriseet la Simplification10- 4-2008 2 David Geerts 375615- 4-2008 4 Filip De Man 376015- 4-2008 5 Guido De Padt 376215- 4-2008 6 Mw. Leen Dierick 376315- 4-2008 9 Jenne De Potter 376416- 4-2008 10 Willem-FrederikSchiltz 376816- 4-2008 11 Mw. Mia De Schamphelaere377016- 4-2008 12 Mw. Mia De Schamphelaere377116- 4-2008 13 Mw. Freya Van denBossche 377430- 4-2008 35 Stefaan Vercamer 4085Minister van MigratieenasielbeleidMinistre de la Politique de migrationet d’asile23- 4-2008 16 Filip De Man 358724- 4-2008 17 Filip De Man 408724- 4-2008 18 François Bellot 408825- 4-2008 19 Filip De Man 4089KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 38412 - 6 - 2008Datum Vraag nr.Blz. Datum Vraag nr.Blz.AuteurAuteurDate Question n o Page Date Question n o PageStaatssecretaris voor Mobiliteit,toegevoegd aan de eerste ministerSecrétaire d’État à la Mobilité,adjoint au premier ministre24- 4-2008 35 Christian Brotcorne 408925- 4-2008 38 Guido De Padt 409028- 4-2008 41 Mw. Hilde Vautmans 409128- 4-2008 43 M me Josée Lejeune 409228- 4-2008 44 M me Linda Musin 409330- 4-2008 49 Roel Deseyn 409430- 4-2008 50 Roel Deseyn 409530- 4-2008 51 Tobback Bruno 4096Staatssecretaris voor de Coördinatievan de fraudebestrijding, toegevoegdaan de eerste ministerSecrétaire d’État à la Coordinationde la lutte contre la fraude,adjoint au premier ministre7- 4-2008 1 Geert Versnick 290224- 4-2008 5 François Bellot 4097Staatssecretaris, toegevoegdaan de minister van FinanciënSecrétaire d’État, adjointau ministre des FinancesStaatssecretaris voor Personen met een handicap,toegevoegd aan de minister van Sociale Zakenen VolksgezondheidSecrétaire d’État aux Personnes handicapées,adjointe à la ministre des Affaires socialeset de la Santé publique14- 4-2008 1 Guido De Padt 326718- 4-2008 5 Michel Doomst 358924- 4-2008 6 François Bellot 4099Staatssecretaris voor Begroting,toegevoegd aan de eerste minister,en staatssecretaris voor Gezinsbeleid,toegevoegd aan de minister van WerkSecrétaire d’État au Budget,adjoint au premier ministre,et secrétaire d’État à la Politique des familles,adjoint à la ministre de l’Emploi14- 4-2008 2 Jean-Jacques Flahaux 327114- 4-2008 4 Olivier Maingain 3273Staatssecretaris voor Armoedebestrijding,toegevoegd aan de ministervan Maatschappelijke Integratie,Pensioenen en Grote StedenSecrétaire d’État à la Luttecontre la pauvreté, adjointà la ministre de l’Intégration sociale,des Pensions et des Grandes Villes24- 4-2008 4 François Bellot 409824- 4-2008 5 François Bellot 4099KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 38432 - 6 - 2008(Fr.): In het Frans gestelde vraag. — (N.): In het Nederlands gestelde vraag.(N.): Question posée en néerlandais. — (Fr.): Question posée en français.II. Nieuwe vragen waarop niet binnen de door het reglement bepaalde termijn geantwoord is.(Art. 123, eerste tot vierde lid van het reglement van de Kamer).II. Nouvelles questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement.(Art. 123, alinéas 1 er à 4 du règlement de la Chambre).Vice-eersteministeren minister van Financiënen Institutionele HervormingenVice-premier ministreet ministre des Financeset des Réformes institutionnellesDO 2007200802458 DO 2007200802458Vraag nr. 73 van de heer Robert Van de Velde van24 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Financiën en Institutionele Hervormingen:FOD. — Organisatie en werking. — Peiling naarmening belastingplichtigen.De FOD Financiën heeft niet de beste reputatie vanalle federale overheidsdiensten (FODs). Alvast de30 000 ambtenaren zijn niet onverdeeld gelukkig metde werking van de dienst. Ambtenaren protesteerdenal meermaals omdat de modernisering van de overheidsdienstFinanciën niet slaagt, met andere woorden,ze willen dat hun dienst beter, efficiënter werkt. Het«Copernicus plan» is duidelijk dode letter gebleven.Terwijl we voor het niveau van de belastingen duidelijkaan de top van de wereldwijde rankings vertoeven,bevinden we ons qua efficiëntie helemaal onderaan.Dat bleek al uit cijfers van het World EconomicForum. Misschien hangen deze twee rankings welsamen.Voor de ambtenaren is de belastingwetgeving veel tecomplex. Er zijn bovendien teveel politieke benoemingen.Het departement is geplaagd geweest door groteblunders en fouten. Het computerprogramma faaldemeermaals. Sommige belastingplichtigen kregen eenaanslag van ettelijke miljoenen in de bus. Het «lottoformulier»dat de belastingaangifte is geworden leiddeen leidt tot problemen bij de invulling en bij het inscannen.Question n o 73 de M. Robert Van de Velde du 24 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles:SPF. — Organisation et fonctionnement. — Sondagesur l’avis des contribuables.Le SPF Finance n’est pas le service public fédéral(SPF) qui jouit de la meilleure réputation. Ses 30 000fonctionnaires, qui ne sont pas non plus tous satisfaitsdu fonctionnement de leur service, ont déjà dénoncé àplusieurs reprises l’échec de la modernisation duservice public des Finances. En d’autres termes, ilsveulent un service plus efficace. Le «Plan Copernic»est manifestement resté lettre morte. Tandis nous noussituons clairement dans le haut du classement mondialen ce qui concerne le niiveau d’imposition, nous occuponsplutôt eune place en fin de classement sur le plande l’efficacité. C’est du moins ce qui ressort des chiffresdu World Economic Forum. Mais ces deux classementssont peut-être liés.Les fonctionnaires jugent la législation sur lesimpôts beaucoup trop compliquée. Ils dénoncentégalement le trop grand nombre de nominations politiques.Le département n’a pas non plus été épargné parles bévues et les erreurs. Le programme informatiques’étant plusieurs fois révélé défaillant, il est arrivé quedes contribuables reçoivent dans leur boîte aux lettresdes impositions de plusieurs millions. La déclarationfiscale, qui prend aujourd’hui des allures de formulaireLotto, a été et reste source de difficultés, qu’il s’agissede la remplir ou de la soumettre à la lecture optique.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3844 QRVA 52 0202 - 6 - 2008Maar hoe zit het met de belastingplichtigen? Particulierebelastingplichtigen en ondernemers blijken ookniet zo tevreden te zijn met de werking van de FOD.Maar naar hun mening wordt niet gevraagd.In Nederland bijvoorbeeld is er jaarlijks een«Fiscale Monitor». In dit jaarlijks onderzoek vraagtde belastingdienst naar de mening van belastingplichtigen.De uitkomsten worden onder andere gebruiktvoor de verbetering van de organisatie en de werkingvan de belastingdienst.Wat de FOD onder uw bevoegdheid betreft, rijzende volgende vragen.1. Wat zijn de jaarlijkse administratieve kosten omde FOD te runnen?2. Wat is het aantal ambtenaren en evolutie ervangedurende de jongste vijf jaar?3. Wat is het precieze bedrag dat is besteed voor deautomatisering gedurende de jongste vijf jaar?4. Wat werd er recentelijk ondernomen om de werkingen de organisatie van de FOD te verbeteren?Mais qu’en est-il des contribuables? Il semble queles particuliers et les entrepreneurs ne soient pas nonplus vraiment satisfaits du fonctionnement du SPFmais on ne leur demande pas leur avis.Aux Pays-Bas, il est procédé chaque année à un«Fiscale Monitor», une enquête dans le cadre delaquelle le service des impôts recueille l’avis des contribuables.Les résultats de cette enquête servent, entreautres, à améliorer l’organisation et le fonctionnementdu service des impôts.Les questions suivantes se posent donc à propos duSPF qui ressortit à votre compétence.1. À combien s’élèvent, sur une base annuelle, lesfrais administratifs pour la gestion du SPF?2. Quel est le nombre de fonctionnaires et commenta-t-il évolué au cours des cinq dernières années?3. Quel montant a été consacré exactement àl’automatisation au cours des cinq dernières années?4. Quelles mesures ont été prises récemment pouraméliorer le fonctionnement et l’organisation du SPF?DO 2007200803054 DO 2007200803054Vraag nr. 74 van de heer François Bellot van 24 april2008 (Fr.) aan de vice-eersteminister en ministervan Financiën en Institutionele Hervormingen:Departementen. — Energiebesparingsprogramma.Mijn vraag betreft het investeringsprogramma dat uop uw departement heeft opgezet om het energieverbruikterug te dringen.1. Welke maatregelen worden er in uw departementgetroffen:a) met het oog op de vervanging van de enkele beglazingdoor dubbele;b) met het oog op het gebruik van milieuvriendelijkerevoertuigen;c) met het oog op een optimale verlichting van dekantoren, waarbij de verlichting in ongebruiktegemeenschappelijke ruimten uitgeschakeld wordt?2. Welke instructies moeten de ambtenaren volgenmet betrekking tot de computerapparatuur, wanneerze hun kantoor verlaten (verplicht uitzetten van depc’s)?3. Welke maatregelen zouden uw departementen,ingeval een van uw departementen kantoorruimte zouhuren, hebben getroffen om de eigenaars ertoe aan teQuestion n o 74 de M. François Bellot du 24 avril 2008(Fr.) au vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles:Départements. — Programme d’économie d’énergie.Ma question concerne le programme d’investissementsque vous avez mis en œuvre dans votre départementen vue de réduire la consommation d’énergie.1. Quelles mesures sont prises dans votre département:a) pour assurer le remplacement des simples vitragespar des doubles vitrages;b) pour utiliser des véhicules à indices environnementauxplus respectueux de l’environnement;c) pour assurer une qualité d’éclairage optimale pourles occupants des bureaux tout en assurant l’arrêtde ces éclairages dans les locaux communs nonutilisés?2. Quelles mesures sont prises notamment eu égardau fonctionnement du matériel informatique (fermetureobligatoire des PC) dès que les agents quittent lesbureaux?3. Dans l’hypothèse où l’un de vos départementslouerait des surfaces de bureaux, quelles mesures incitativesvos départements auraient-ils prises pourKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 38452 - 6 - 2008zetten de noodzakelijke energiebesparende technischeingrepen te doen?suggérer aux propriétaires d’apporter les mesurestechniques indispensables pour réduire la consommationd’énergie?DO 2007200803075 DO 2007200803075Vraag nr. 75 van de heer Christian Brotcorne van25 april 2008 (Fr.) aan de vice-eersteminister enminister van Financiën en Institutionele Hervormingen:Aftrek voor risicokapitaal. — Fusie door overneming.De aftrek voor risicokapitaal is van toepassingvanaf het aanslagjaar 2007 en wordt berekend op basisvan het eigen vermogen, verminderd met een aantalelementen, zoals de financiële deelnemingen in anderebedrijven. Met die methode wordt met name een«cascadeaftrek» in de holdingvennootschappen voorkomen.Bij een fusie door overneming die aangegaan werdin de loop van het jaar 2006, zal de overnemendevennootschap dus een dergelijke aftrek kunnen genieten,ten belope van een bedrag dat pro rata temporisberekend en verminderd wordt met haar deelnemingin de dochtervennootschap. De overgenomen vennootschapdaarentegen zal geen aanspraak kunnen makenop die maatregel, aangezien haar boekjaar afgeslotenwordt in de loop van 2006, dus in het aanslagjaar2006.1. Hoe moet die maatregel worden toegepast als diefusie aangemerkt wordt als vrijgesteld op grond vanhet Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992?2. Wordt de gefuseerde entiteit niet benadeeld,terwijl de voorgenomen operatie toch geacht wordt«transparant» te zijn wat de belasting betreft?Question n o 75 de M. Christian Brotcorne du 25 avril2008 (Fr.) au vice-premier ministre et ministredes Finances et des Réformes institutionnelles:Déduction pour capital à risque. — Fusion par absorption.Applicable à partir de l’exercice d’imposition 2007,la déduction pour capital à risque est calculée sur basedes capitaux propres diminués de plusieurs élémentsdont les participations financières détenues dansd’autres entreprises. Cette méthode permet notammentd’éviter une déduction «en cascade» dans les sociétésholdings.Appliquée dans le cadre d’une fusion par absorptionréalisée au cours de l’année 2006, la société absorbantepourra donc bénéficier de cette déduction à concurrencedu montant annulé de sa participation dans lafiliale et de manière pro rata temporis. Par contre, lasociété absorbée ne pourra bénéficier de cette mesurepuisque la clôture de son exercice comptable se situeraau cours de l’année 2006 et par conséquent dansl’exercice d’imposition 2006.1. Pourriez-vous nous préciser comment cettemesure doit dès lors être appliquée si l’on considèreque cette fusion est qualifiée d’exonérée au regard duCode des impôts sur les revenus 1992?2. L’entité fusionnée ne subit-elle pas un préjudicealors que l’opération projetée est censée être«transparente» au regard de l’impôt?DO 2007200803111 DO 2007200803111Vraag nr. 79 van de heer Dirk Van der Maelen van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Financiën en Institutionele Hervormingen:FOD. — Contractuelen.1. Kan u meedelen hoeveel contractuelen zijn aangeworvenbij de FOD Financiën in de jaren 2003, 2004,2005, 2006 en 2007?2. Kan u een opsplitsing geven naar de woonplaatsvan de aangeworven mensen?Question n o 79 de M. Dirk Van der Maelen du28 avril 2008 (N.) au vice-premier ministre etministre des Finances et des Réformes institutionnelles:SPF. — Contractuels.1. Pouvez-vous préciser le nombre d’agents contractuelsengagés au SPF Finances en 2003, 2004, 2005,2006 et 2007?2. Pourriez-vous ventiler ces chiffres en fonction dulieu du domicile du personnel engagé?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3846 QRVA 52 0202 - 6 - 2008DO 2007200803113 DO 2007200803113Vraag nr. 81 van de heer Dirk Van der Maelen van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Financiën en Institutionele Hervormingen:Gebouw van Financiën in Tienen. — Slechte staat.Het gebouw van Financiën in Tienen is al jaren eendoorn in het oog van velen. Het dak lekt als een zeef,velen hebben hun bureau zodanig gezet dat hij niet natwordt bij regenweer.Question n o 81 de M. Dirk Van der Maelen du28 avril 2008 (N.) au vice-premier ministre etministre des Finances et des Réformes institutionnelles:Bâtiment des Finances de Tirlemont. — Délabrement.Depuis des années, le bâtiment des Finances deTirlemont est un sujet d’exaspération pour de nombreusespersonnes. Le toit fuit de toutes parts etnombreux sont ceux qui ont dû agencer leur bureau demanière à ce qu’il ne soit pas mouillé par tempspluvieux.1. Zijn er herstellingswerken gepland? 1. Des travaux de réfection sont-ils prévus?2. Zo ja, voor wanneer zijn die gepland? 2. Dans l’affirmative, pour quand sont-ils programmés?3. Zo neen, waarom niet? 3. Dans la négative, pourquoi?DO 2007200803130 DO 2007200803130Vraag nr. 83 van de heer Herman De Croo van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Financiën en Institutionele Hervormingen:Inkomstenbelastingen. — Fietsvergoeding.Dankzij de wet van 8 augustus 1997 tot wijzigingvan artikel 38 van het Wetboek van de inkomstenbelasting1992 om het fietsgebruik voor het woon-werkverkeerfiscaal aan te moedigen, is de fietsvergoedingvrij van inkomstenbelasting tot 0,15 euro per afgelegdekilometer. Een werknemer die de fiets, al dan niet incombinatie met een ander vervoermiddel, gebruiktvoor de verplaatsing van en naar het werk, en nietvoor de forfaitaire beroepskosten kiest maar wel zelfzijn of haar beroepskosten berekent, kan gebruikmaken van de fiscaal aftrekbare fietsvergoeding. Hij ofzij hoeft de fietsvergoeding dus niet aan te geven bijzijn belastingaangifte indien deze niet groter is dan0,15 euro per kilometer.1. Hoeveel belastingplichtigen kozen er in 2006voor hun beroepskosten zelf te berekenen en maaktenhierbij gebruik van deze fietsvergoeding?2. Hoe groot was de financiële impact in 2006 vandeze maatregel, gegeven dat niet alleen werknemersmaar ook werkgevers fiscale voordelen hebben bijdeze fietsvergoeding?Question n o 83 de M. Herman De Croo du 28 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles:Impôts sur les revenus. — Indemnité de bicyclette.En vertu de la loi du 8 août 1997 modifiant l’article38 du Code des impôts sur les revenus 1992, en vued’encourager fiscalement l’utilisation de la bicyclettesur le chemin du travail, l’indemnité de bicyclette estexonérée de l’impôt sur les revenus jusqu’à 0,15 europar kilomètre parcouru. Le travailleur qui utilise labicyclette, éventuellement combinée à un autre moyende transport, pour se rendre au travail et qui calculelui-même ses frais professionnels sans opter pour lesfrais professionnels forfaitaires peut prétendre àl’indemnité de bicyclette déductible fiscalement. Iln’est dès lors pas tenu de déclarer l’indemnité de bicyclettesi elle ne dépasse pas 0,15 euro au kilomètre.1. Combien de contribuables ont préféré, en 2006,calculer eux-mêmes leurs frais professionnels et ontfait appel à cette indemnité de bicyclette?2. Quel a été l’impact financier de cette mesure en2006, étant donné que non seulement les travailleurs,mais également les employeurs tirent un avantagefiscal de cette indemnité?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 38472 - 6 - 2008DO 2007200803132 DO 2007200803132Vraag nr. 84 van mevrouw Hilde Vautmans van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Financiën en Institutionele Hervormingen:Personen met een handicap. — Vrijstellingen op deverkeersbelasting. — Circulaire.Personen met een handicap krijgen een vrijstellingop de verkeersbelasting voor hun voertuig. De persoonin kwestie moet evenwel in de auto aanwezig zijnanders kan een boete opgesteld worden. De circulaireAINV nr. 3/2004 en AOIF nr. 15/2004 van 10 maart2004 geeft aan dat er geen kritiek meer geleverd zalworden op het gebruik van het voertuig zonder deinvalide die minderjarig is voorzover het gaat om eengebruik van het voertuig door de wettige vertegenwoordigervan de invalide en het ook het enige voertuigvan het gezin betreft.Op een eerder gestelde vraag antwoordde de ministerdat het een te recente wijziging was om al conclusieste trekken (vraag nr. 1230 van 19 april 2006,Vragen en Antwoorden, Kamer, 2005-2006, nr. 122,blz. 23790). We zijn nu bijna twee jaar later.1. Hoeveel vrijstellingen op de verkeersbelastingwerden er gegeven in 2006 en 2007?2.a) Is er ondertussen een analyse gebeurd van de veranderingennaar aanleiding van de circulaire?Question n o 84 de M me Hilde Vautmans du 28 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles:Personees handicapées. — Dispense de taxe de circulation.— Circulaire.Les personnes handicapées bénéficient d’unedispense de taxe de circulation pour leur véhicule. Lapersonne handicapée doit toutefois être présente dansla voiture. Sinon, une amende peut être infligée. Lescirculaires AREC n o 3/2004 et AFER n o 15/2004 du10 mars 2004 disposent qu’aucune critique ne sera plusémise concernant l’utilisation d’un véhicule en dehorsde la présence du handicapé mineur d’âge si le véhiculeest utilisé par les représentants légaux du handicapé oude l’invalide et s’il s’agit de l’unique véhicule duménage.En réponse à une question posée précédemment leministre a indiqué que la modification était troprécente pour que l’on puisse déjà en tirer des conclusions(question n o 1230 du 19 avril 2006, Questions etRéponses, Chambre, 2005-2006, n o 122, p. 23790).Depuis, deux années se sont écoulées.1. Combien de dispenses de taxe de circulation ontété accordées au cours des années 2006 et 2007?2.a) A-t-il été procédé dans l’intervalle à une analysedes changements survenus à la suite de la circulaire?b) Zo ja, wat waren de conclusies? b) Dans l’affirmative, quelles en étaient les conclusions?DO 2007200803160 DO 2007200803160Vraag nr. 86 van de heer Luk Van Biesen van 28 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Financiën en Institutionele Hervormingen:Aandelenopties. — Herkwalificatie.De wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgischactieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdendediverse bepalingen bepaalt dat opties belastbaar zijnop het moment van toekenning. Het moment van toekenningvalt op de 60ste dag volgend op het aanbodvan de opties.Verder bepaalde de wet aanvankelijk dat een werknemerautomatisch geacht werd het aanbod te aanvaarden,tenzij hij het aanbod vóór de 60ste dag schriftelijkweigerde.Question n o 86 de M. Luk Van Biesen du 28 avril 2008(N.) au vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles:Options sur action. — Requalification.La loi du 26 mars 1999 relative au plan d’actionbelge pour l’emploi 1998 et portant des dispositionsdiverses stipule que les options sont imposables aumoment de leur attribution, c’est-à-dire lors du60 e jour qui suit la notification de l’offre.En outre, la loi prévoyait à l’origine qu’un travailleurest censé avoir accepté l’offre, à moins qu’il n’y aitrenoncé par écrit avant l’expiration de ce délai de60 jours.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3848 QRVA 52 0202 - 6 - 2008Deze regel werd met ingang van 2003 bij programmawet(I) van 24 december 2002 omgekeerd. Voortaanbepaalt de wet dat de werknemer automatisch geachtwordt het aanbod te weigeren, tenzij hij dit aanbodvóór de 60ste dag schriftelijk aanvaardt. Zoniet wordthij vanuit fiscaal oogpunt geacht de aandelenopties teweigeren. De aandelenopties kunnen dan niet wordenbelast volgens de principes van de wet van 26 maart1999.Maar in vele gevallen bepaalt het optieplan dat menbijvoorbeeld 90 dagen de tijd heeft om de opties schriftelijkte aanvaarden, of zelfs dat men helemaal niet uitdrukkelijkmoet aanvaarden.Indien de werknemer de opties dan niet binnen60 dagen aanvaardt, wordt hij fiscaal geacht ze teweigeren. Toch betekent deze «fiscale weigering» nietipso facto dat de werknemer dan geen aandelenoptiesheeft gekregen.De vraag rijst hoe de opties, die pas na de termijnvan 60 dagen worden aanvaard, worden belast.Hierover zijn uiteenlopende standpunten terug tevinden: ofwel vallen de opties onder de gemeenschappelijkefiscale regeling, ofwel is er een herkwalificatiein een aandelenplan waarbij het prijsvoordeel dat dewerknemer heeft bij aankoop van de aandelen, belastwordt als een voordeel van alle aard.Dit laatste standpunt wordt door de ministergevolgd (vraag nr. 228 van 20 januari 2004 van volksvertegenwoordigerF. Bellot, Vragen en Antwoorden,Kamer, 2003-2004, nr. 27 van 5 april 2004, blz. 4179).1. Kan men opties, die vermoed worden geweigerdte zijn of die pas schriftelijk aanvaard worden na60 dagen, belasten op de verkoopprijs bij uitoefeningwanneer er fiscaal eigenlijk geen sprake is van opties?2. Als men opties (welke pas worden aanvaard na60 dagen of vermoed geweigerd geweest te zijn in deperiode van 60 dagen) effectief gelijk stelt met een aandelenplan,betekent dit dan dat de werkgever de«korting» die men krijgt bij «de aankoop van de aandelen»op de loonfiche moet zetten en bedrijfsvoorheffingen sociale bijdragen moet inhouden?Depuis 2003, en application de la loi-programme du24 décembre 2002, cette règle est inversée. Depuis lors,la loi stipule que le travailleur est réputé avoir refusél’offre à défaut de l’avoir acceptée dans les 60 jours.S’il ne le fait pas, il est, fiscalement parlant, censé avoirrefusé les options sur action. Celles-ci ne peuvent dèslors être imposées selon les principes de la loi du26 mars 1999.Or dans de nombreux cas, le plan d’options préciseque l’on dispose d’un délai de, par exemple, 90 jourspour accepter les options par écrit, ou même qu’il n’estabsolument pas nécessaire de les accepter expressément.Si le travailleur n’accepte pas les options dans ledélai de 60 jours, le fisc considérera donc qu’il y aurarenoncé. Cependant, ce «refus fiscal» ne signifie pasipso facto que le travailleur n’a pas reçu d’options suraction.La question est de savoir comment les options quine sont acceptées qu’après l’expiration du délai de60 jours doivent être imposées.Les avis divergent sur cette question: pour certains,les options concernées doivent être soumises au régimefiscal général, tandis que pour d’autres, il y a dans cecas une requalification en plan d’actions, et l’avantagefinancier obtenu par le travailleur lors de l’achat desactions doit être imposé en tant qu’avantage de toutenature.Cette dernière interprétation est celle suivie par leministre (cf. question n o 228 de M. François Bellot du20 janvier 2004, Questions et Réponses, Chambre,2003-2004, n o 27 du 5 avril 2004, p. 4179).1. Les options qui sont censées avoir été refusées ouqui n’ont été acceptées par écrit qu’une fois passé ledélai de 60 jours peuvent-elles être taxées sur le prix devente à l’exercice alors que, du point de vue fiscal, iln’est pas question d’options?2. Si l’on assimile effectivement les options (acceptéesaprès le délai de 60 jours ou censées avoir été refuséesdans ce délai de 60 jours) à un plan d’actions, celasignifie-t-il que l’employeur doit inscrire la «ristourne»obtenue par le bénéficiaire lors de l’«achat desactions» sur sa fiche de salaire et effectuer les retenuesnécessaires en matière de précompte professionnel etde cotisations sociales?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 38492 - 6 - 2008DO 2007200803161 DO 2007200803161Vraag nr. 87 van de heer Luk Van Biesen van 28 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Financiën en Institutionele Hervormingen:Voorzitters van de fracties wetgevende vergaderingen.— Terugbetaling van bepaalde uitgaven.De voorzitters van de fracties in de diverse wetgevendevergaderingen van het land (Senaat, Kamer vanvolksvertegenwoordigers, Waals Parlement, Parlementvan de Franstalige Gemeenschap), dienen in deze specifiekehoedanigheid een bepaald aantal specifieke uitgavente doen die verband houden met hun rol vancoördinator van de werkzaamheden van de groepbinnen de betrokken vergadering.Deze werkzaamheden kunnen al dan niet plaatshebbenin verenigingen met een afzonderlijke rechtspersoonlijkheid.Deze uitgaven worden hen terugbetaald in de matedat het gaat om uitgaven eigen aan de betrokken groepomdat deze volkomen verschillend zijn van de uitgavendie gedaan worden door deze fractievoorzitters inhet kader van hun eigen parlementaire werkzaamheden.De terugbetaalde uitgaven vormen dus wel degelijkuitgaven die specifiek zijn voor hun activiteit van voorzittervan de fractie.Kan u bevestigen dat de terugbetaling van dergelijkeuitgaven een terugbetaling is van kosten eigen aan degroep en bijgevolg in geen geval een belastbaar inkomenis in hoofde van deze fractieleiders?Question n o 87 de M. Luk Van Biesen du 28 avril 2008(N.) au vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles:Présidents des groupes politiques des assembléeslégislatives. — Remboursement de certaines dépenses.Les présidents des groupes politiques des diversesassemblées législatives du pays (Sénat, Chambre desreprésentants, Parlement wallon, Parlement de laCommunauté française) sont amenés, en cette qualitéspécifique, à effectuer un certain nombre de dépensesspécifiques liées à leur rôle de coordinateur destravaux du groupe au sein de l’assemblée concernée.Ces travaux peuvent ou non avoir lieu au sein l’associationsdotées d’une personnalité juridiquedistincte.Ces dépenses leur sont remboursées dans la mesureoù il s’agit de dépenses propres au groupe concernéparce qu’elles diffèrent totalement des dépenses effectuéespar ces présidents de groupe dans le cadre deleurs activités parlementaires propres.Les dépenses remboursées constituent donc bien desdépenses propres à leur activité de président degroupe.Pouvez-vous confirmer que le remboursement detelles dépenses couvre les frais propres au groupe et neconstitue dès lors en aucun cas un revenu imposablepour ces présidents de groupe?DO 2007200803165 DO 2007200803165Vraag nr. 88 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Financiën en Institutionele Hervormingen:PWA-cheques. — Dienstencheques. — Fiscale aftrekbaarheid.1. Hoeveel PWA-cheques, opgesplitst per regio,werden, in 2006, ingebracht voor fiscale aftrekbaarheid?2. Wat was de budgettaire impact van de fiscale aftrekbaarheidvan PWA-cheques?3. Hoeveel was het totale bedrag aan dienstenchequesdat werd ingebracht voor fiscale aftrekbaarheid?Question n o 88 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles:Chèques ALE. — Titres-services. — Déductibilitéfiscale.1. Combien de chèques ALE, par région, ont faitl’objet d’une demande de déduction fiscale en 2006?2. Quel a été l’incidence budgétaire de la déductibilitéfiscale des chèques ALE?3. À combien s’est élevé le montant total des titresservicesayant donné lieu à une demande de déductionfiscale?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3850 QRVA 52 0202 - 6 - 20084. Wat was de budgettaire impact van de fiscale aftrekbaarheidvan dienstencheques?4. Quel a été l’incidence budgétaire de la déductibilitéfiscale des titres-services?DO 2007200803239 DO 2007200803239Vraag nr. 90 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Financiën en Institutionele Hervormingen:Belastingplichtigen. — Aanvragen tot «onbeperkt uitstel»belastingcontroleur.Sinds begin 2005 komen belastingplichtigen in aanmerkingvoor «onbeperkt uitstel» van hun belastingcontroleur,mits ze een deel van de schuld betalen. Hetmoet gaan om belastingschulden in de directe belasting.Sinds 1 januari 2005 ontving de fiscus al5 764 aanvragen (cijfer van februari 2007).In dit kader werd de oprichting van een fiscalebemiddelingsdienst aangekondigd die ten laatste inseptember 2007 in werking zou treden. De bemiddelaarsmoeten de fiscus en de belastingplichtige bij eenconflict proberen te verzoenen.1.a) Hoeveel aanvragen tot «onbeperkt uitstel» werdentot op vandaag al ingediend?b) Hoeveel daarvan kregen een positief of negatiefantwoord en hoeveel aanvragen werden ingetrokken?2.a) Wat is de stand van zaken met betrekking tot deoprichting van een fiscale bemiddelingsdienst?Question n o 90 de M me Sabien Lahaye-Battheu du28 avril 2008 (N.) au vice-premier ministre etministre des Finances et des Réformes institutionnelles:Contribuables. — Demandes de «surséance indéfinie»au contrôleur des contributions.Depuis début 2005, les contribuables entrent enligne de compte pour obtenir une «surséance indéfinie»de leur contrôleur des contributions, à conditionde payer une partie de la dette. Il doit s’agir de dettesfiscales dans le domaine des contributions directes.Depuis le 1 er janvier 2005, le fisc a déjà reçu 5 764 demandes(chiffres de février 2007).Dans ce cadre, on avait annoncé la création d’unservice de médiation fiscale qui devait être opérationnelen septembre 2007 au plus tard. Les médiateurs ontpour mission de tenter de réconcilier le fisc et le contribuableen cas de conflit.1.a) Combien de demandes de «surséance indéfinie»ont déjà été introduites à ce jour?b) Combien ont reçu une réponse positive ou négativeet combien ont été retirées?2.a) Où en est la création d’un service de médiationfiscale?b) Uit hoeveel leden bestaat de dienst? b) Quel sera l’effectif du service?c) Welk statuut hebben deze ambtenaren? c) Quel sera le statut des fonctionnaires de ce service?d) Langs welke weg kan de bemiddelingsdienstgecontacteerd worden?d) Par quelle voie le service de médiation fiscalepourra-t-il être contacté?DO 2007200803297 DO 2007200803297Vraag nr. 96 van mevrouw Ingrid Claes van 29 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Financiën en Institutionele Hervormingen:Bezwaar- en antwoordtermijnen inzake directe belastingen.— Discriminatie. — Schending van de rechtenvan de verdediging.Volgens het arrest nr. 162/2007 van het GrondwettelijkHof van 19 december 2007 druist het vaststellenQuestion n o 96 de M me Ingrid Claes du 29 avril 2008(N.) au vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles:Délais de réclamation et de réponse en matièred’impôts directs. — Discrimination. — Violationdes droits de la défense.Aux termes de l’arrêt 162/2007 de la Cour constitutionnelledu 19 décembre 2007, la fixation du délai deKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 38512 - 6 - 2008van een bezwaar- of beroepstermijn in fiscale zaken oponevenredige wijze in tegen de rechten van de verdediging.Artikel 371 van het Wetboek van de inkomstenbelasting1992 bepaalt thans dat reclamaties binnen eentermijn van zes maanden moeten worden ingediendvanaf de datum van «verzending» van het aanslagbiljetwaarop de bezwaartermijn vermeld staat.In de praktijk echter varieert de termijn voor hetindienen van een gemotiveerd bezwaarschrift inzakeinkomstenbelastingen enerzijds, naargelang de tijd diede FOD Financiën gebruikt heeft om het aanslagbiljetaf te geven aan De Post en, anderzijds de tijd die depostdiensten materieel nodig hebben om de gewonezending naar de bestemmeling te brengen. Omwillevan die redenen zouden alle belastingschuldigen nietover een even lange termijn beschikken, hetgeen eendiscriminatie inhoudt.De doelstelling om rechtsonzekerheid te vermijdenzou, volgens het Grondwettelijk Hof, evengoedkunnen worden bereikt indien de termijn zou ingaanop de dag waarop de geadresseerde, naar alle waarschijnlijkheid,kennis ervan heeft kunnen nemen, ditwil zeggen de derde werkdag volgend op die waarophet aanslagbiljet aan de postdiensten werd overhandigd,tenzij de geadresseerde het tegendeel bewijst (zie:huidig artikel 53bis, 2 o van het Gerechtelijk Wetboek).1. Welke praktische en klantvriendelijke onderrichtingenzullen er ten behoeve van de belastingambtenarenop dat punt weldra worden uitgevaardigd opdat:a) alle belastingschulden meteen zo snel mogelijk gelijkzouden worden berechtigd;b) de rechten van de verdediging voortaan niet meerzouden worden geschonden?2. Bent u van nu af aan van oordeel dat ingevolgedit belangwekkend arrest de bezwaartermijnen inzakedirecte belastingen dringend aan een wettelijke herzieningtoe zijn, vermits de huidige termijn immers begintte lopen op het ogenblik dat de bestemmeling nog geenweet kan hebben van het bestaan van een aanslagbiljet?3. Dienen daarbij tezelfdertijd ook de antwoordtermijnenop de vragenlijsten 332, de berichten van wijzigingvan aangifte en op de kennisgevingen van aanslagvan ambtswege niet te worden herzien naar analogievan de eerder genoemde bepalingen van artikel 53bis,2 o van het Gerechtelijk Wetboek?recours ou de réclamation en matière fiscale restreintde manière disproportionnée les droits de la défense ducontribuable.L’article 371 du Code des’impôts sur les revenus1992 dispose actuellement que les réclamationsdoivent être introduites dans un délai de six mois àpartir de la date d’envoi de l’avertissement-extrait derôle mentionnant le délai de réclamation.Dans la pratique, le délai d’introduction d’uneréclamation motivée en matière d’impôts sur les revenusvarie en fonction, d’une part, du délai dans lequelle service public fédéral Finances dépose l’avertissement-extraitde rôle à La Poste et, d’autre part, dutemps nécessaire pour que celle-ci fasse parvenirl’envoi ordinaire à destination. Tous les contribuablesne disposant pas du même délai de réclamation, cettedisposition génère dès lors une discrimination.L’objectif d’éviter l’insécurité juridique pourrait,selon la Cour constitutionnelle, être réalisé aussi sûrementsi le délai commençait à courir le jour où le destinatairea pu, en toute vraisemblance, en prendreconnaissance, c’est-à-dire le troisième jour ouvrableaprès le dépôt de l’avertissement-extrait de rôle à LaPoste, sauf preuve contraire apportée par le destinataire(voir l’article 53bis, 2 o actuel du Code judiciaire).1. Quelles instructions pratiques et soucieuses del’intérêt du contribuable vont être adressées à brefdélai aux agents taxateurs, pour:a) permettre incessamment un traitement égal detoutes les dettes fiscales;b) mettre fin à la violation des droits de la défense?2. Considérez-vous désormais qu’à la suite de cetarrêt intéressant, il convient de revoir rapidement lesdélais légaux de réclamation en matière d’impôtsdirects, étant donné que le délai actuel prend cours àun moment où le destinataire ne peut pas encore avoirpris connaissance de l’avertissement-extrait de rôle?3. Ne conviendrait-il pas de revoir en même tempsles délais de réponse aux questionnaires 332, aux avisde rectification de la déclaration et aux notificationsd’imposition d’office, par analogie avec les dispositionssusvisées de l’article 53bis, 2 o du Code judiciaire?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3852 QRVA 52 0202 - 6 - 2008DO 2007200803298 DO 2007200803298Vraag nr. 97 van mevrouw Ingrid Claes van 29 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Financiën en Institutionele Hervormingen:Verzekeringsmaatschappijen. — Beleggingsproducten.— Fiscale en boekhoudkundige gevolgen.Door de verzekeringsmaatschappijen worden aanrechtspersonen, onderworpen aan de vennootschapsbelasting,thans producten aangeboden die enigszinsverwant zijn met de groeps- of bedrijfsleidersverzekeringenen individuele pensioentoezeggingen, doch opburgerlijk vlak als beleggingsproducten moetenworden aangemerkt en in principe als dusdanig wellichtook als activabestanddelen moeten wordengeboekt.Ter zake rijzen daarbij zowel op fiscaal als op boekhoudkundigvlak de volgende algemene praktischevragen.1. Onder welke rubrieken of op welke overgangsrekeningenvan de jaarrekening (balans, resultatenrekeningen toelichting) en rekeningennummers moetende onderstaande elementen jaarlijks worden ondergebrachtof voorzichtig worden gewaardeerd, geraamden toegelicht?Question n o 97 de M me Ingrid Claes du 29 avril 2008(N.) au vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles:Compagnies d’assurances. — Produits de placement.— Effets fiscaux et comptables.Les compagnies d’assurances proposent aujourd’huiaux personnes morales assujetties à l’impôt des sociétéscertains produits apparentés d’une certaine façonaux assurances de groupe ou aux assurances de dirigeantsd’entreprises ainsi qu’aux engagements individuelsde pension mais qui, sur le plan civil, doiventêtre considérés comme des produits de placement etqui doivent sans doute également être comptabilisés, àce titre, comme des éléments de l’actif.En la matière se posent à cet égard, du point de vuetant fiscal que comptable, les questions de portée généraleet d’ordre pratique suivantes:1. Sous quelles rubriques ou sur quels comptes transitoiresdes comptes annuels (bilan, compte de résultatset justification) et numéros de compte doiventannuellement être classés ou encore être évalués, estiméset justifiés avec circonspection les éléments cidessous:a) De (uitgesplitste) eenmalige premie of storting; a) la prime ou le versement unique (scindé);b) De (uitgesplitste) jaarlijkse premies of stortingen; b) les primes ou versements annuels (scindés);c) De bijdragen inzake back-service; c) les cotisations en matière de back-service;d) De inhaalbijdragen; d) les cotisations de rattrapage;e) De wettelijke verzekeringstaksen; e) les taxes légales sur les assurances;f) Het commissieloon van de verzekeringsmaatschappij;g) Andere kosten en/of rechten aangerekend door deverzekeringsmaatschappij;h) De kapitalen; h) les capitaux;f) la commission de la compagnie d’assurances;g) les autres coûts et/ou droits facturés par la compagnied’assurances;i) De jaarlijks verworven opbrengsten of renten; i) les recettes ou rentes acquises annuellement;j) De winstdeelnames; j) les participations au bénéfice;k) Eventueel alle andere elementen voorkomende opde jaarlijkse inlichtingenfiches en op de kwitanties.2.a) Welke gegevens, die in principe moeten overeenstemmenmet de pensioen- of andere spaarreglementen,moeten de zogenaamde «inlichtingenfiches»verplichtend allemaal bevatten en wanneermoeten die «inlichtingenfiches» door de verzekerings-en beleggingsmaatschappijen telkens jaarlijksworden uitgereikt, wetende dat vele rechtsper-k) Eéentuellement tous les autres éléments figurantsur les fiches de renseignements annuelles et sur lesquittances?2.a) Quelles données, devant en principe être enconformité avec les règlements d’épargne-pensionou autres règlements d’épargne, doivent comporterces «fiches de renseignements» et quand ces«fiches de renseignements» doivent-elles être délivréesannuellement par les compagnies d’assuranceset les sociétés de placements, sachant en effetKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 38532 - 6 - 2008sonen hun jaarrekeningen inderdaad niet steedsafsluiten op 31 december?b) Welke reglementaire bepalingen regelen de inhouden de periodieke uitreiking van die inlichtingenfiches?3. Kunt u punt per punt uw algemene ziens- enhandelwijze meegeven in het licht van de boekhoudwetgeving,de verzekeringswetgeving en van debeschikkingen waarvan onder meer sprake in de artikelen2, § 2, 8 o en 9 o ; 24, eerste lid, 4 o ; 49: 183; 185;360; 361 en 362bis WIB 1992 van het Wetboek van deinkomstenbelastingen 1992?que nombre de personnes morales ne clôturent pastoujours leurs comptes annuels à la date du 31décembre?b) Quelles dispositions réglementaires régissent lecontenu de ces fiches de renseignements et leurdélivrance périodique?3. Pourriez-vous exposer, point par point, vosconception et méthodologie générales à la lumière dela législation comptable, de la législation relative auxassurances et des dispositions dont il est notammentquestion aux articles 2, § 2, 8 o et 9 o ; 24, premier alinéa,4 o ; 49; 183; 185; 360; 361 et 362bis CIR 1992 du Codedes impôts sur les revenus 1992?DO 2007200803299 DO 2007200803299Vraag nr. 98 van mevrouw Ingrid Claes van 29 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Financiën en Institutionele Hervormingen:Onderlinge samenwerking tussen FOD Economie enFOD Financiën. — Handelaars. — Verbod op betalingin contanten.Artikel 10ter van de wet van 11 januari 1993 totvoorkoming van het gebruik van het financiële stelselvoor het witwassen van geld en de financiering vanterrorisme, ingevoegd bij artikel 19 van de wet van12 januari 2004, bepaalt dat de prijs van de verkoopdoor een handelaar van een goed ter waarde van15 000 euro of meer niet in contanten mag worden vereffend.1. In welke mate hebben alle btw-, belasting-,douane- en accijnsambtenaren een directe schriftelijkemeldingsplicht aan de bevoegde diensten van de AlgemeneDirectie Controle en Bemiddeling van de FederaleOverheidsdienst Economie?2. Werden hieromtrent algemene en officiëlesamenwerkingsprotocollen uitgewerkt?3. Op welke wijze en aan welke lokale en/of centralediensten Economie en Financiën moeten de in dekasdagboeken en in de dagontvangstenboeken vanhandelaars en van rechtspersonen (al dan niet btwplichtigen)vastgestelde onregelmatigheden en strafbareovertredingen eventueel rechtsgeldig al dan nietlangs hiërarchische weg worden uitgewisseld zonderdat er sprake is van machtsafwending?4. Hoe dient het begrip «handelaar» in dit verbandte worden gedefinieerd of omschreven en welke(rechts)personen moeten er allemaal onder wordengecatalogeerd?5. Werden dienaangaande nationaal geldende en/ofgemeenschappelijke instructies of circulaires uitgev-Question n o 98 de M me Ingrid Claes du 29 avril 2008(N.) au vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles:Collaboration entre le SPF Économie et le SPF Finances.— Commerçants. — Interdiction des paiementsen espèces.L’article 10ter de la loi du 11 janvier 1993 relative àla prévention de l’utilisation du système financier auxfins du blanchiment de capitaux et du financement duterrorisme, inséré par l’article 19 de la loi du 12 janvier2004, dispose que le prix de la vente par un commerçantd’un article dont la valeur atteint ou excède15 000 euros ne peut être acquitté en espèces.1. Les fonctionnaires de la TVA, des contributionset des douanes et accises sont-ils tenus par un devoir denotification écrite vis-à-vis des services compétents ausein de la Direction générale Contrôle et Médiation duSPF Économie?2. A-t-on élaboré des protocoles de collaborationgénéraux et officiels à cet effet?3. Comment et à quels services locaux et/oucentraux de l’Économie et des Finances convient-iléventuellement de communiquer valablement, par lavoie hiérarchique ou non, les irrégularités et infractionspénales constatées dans les journaux de caisse etjournaux des recettes de commerçants et de personnesmorales (assujetties ou non à la TVA) sans qu’il soitquestion de détournement de pouvoir?4. Comment définir ou décrire la notion de «Commerçant» dans ce contexte et quelles personnes(morales) font partie de cette catégorie?5. A-t-on élaboré des instructions ou circulairescommunes et/ou applicables à l’échelon national en laKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3854 QRVA 52 0202 - 6 - 2008aardigd ten behoeve van alle bevoegde opsporings-,taxatie- en geschillenambtenaren van de beide betrokkenFOD’s?6. Zal voor de eventuele mededeling een specifiekadministratief drukwerk worden ontworpen of zal deuitwisseling zonder meer meteen rechtstreeks telkenslangs elektronische weg kunnen gebeuren?7. Welke economische en fiscale straf- en administratievesancties kunnen er worden getroffen?8. Kunt u punt per punt uw handelwijze en voorschriftenmeedelen niet alleen in het licht vangenoemde «witwaswet», de samenwerkingsprotocollen,de bepalingen inzake het beroepsgeheim, maartevens in het licht van de bepalingen van de artikelen327, 335 en 336 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen1992, artikel 93quaterdecies van het BTWwetboeken de wettelijke en reglementaire bepalingeninzake douane en accijnzen?matière à l’intention de tous les fonctionnaires de larecherche, de la taxation et du contentieux compétentsau sein des deux SPF concernés?6. Va-t-on concevoir un formulaire administratifspécifique pour ces éventuelles notifications oupourra-t-on échanger ces informations directement parla voie électronique?7. Quelles sanctions pénales et administrativespeut-on infliger aux contrevenants, tant sur le planéconomique que fiscal?8. Pouvez-vous me faire part, point par point, devos méthodes et des instructions afférentes à la lumièrenon seulement de la loi anti-blanchiment précitée, desprotocoles de collaboration et des dispositions relativesau secret professionnel, mais également des dispositionsdes articles 327, 335 et 336 du Code des impôtssur les revenus 1992, de l’article 93quaterdecies duCode de la TVA et des dispositions légales et réglementairesen matière de douanes et accises?DO 2007200803300 DO 2007200803300Vraag nr. 99 van mevrouw Ingrid Claes van 29 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Financiën en Institutionele Hervormingen:Aanvullende pensioenbijdragen voor zelfstandigen. —Persoonlijke en werkgeversbijdragen van groepsverzekeringen.— Individuele pensioentoezeggingen. —Fiscale cumulatievoorwaarden. — Beroepskosten.— Berekening van de 80%-grens. — Belastingvoordelen.Overeenkomstig de verzekeringswetgeving zou naarverluidt vanaf 1 januari 2004 een individueel contractvan de types gewoon en sociaal «vrij aanvullendpensioen» (VAPZ en Sociaal VAP) zowel voor allezelfstandige beoefenaars van vrije beroepen (metinbegrip van de geneesheren, advocaten en apothekers)als voor alle andere zelfstandige bedrijfsleiders mogenworden gecumuleerd met een groepsverzekering en/ofeen individuele pensioentoezegging (IPT).Vermits de wet van 25 juni 1992 op de landsverzekeringsovereenkomsthet Burgerlijk Wetboek en debelastingwetgeving volstrekt niet op elkaar zijn afgestemd,rijzen op belastingvlak zowel voor de aanslagjaren2004 en vorige als voor de aanslagjaren 2005 envolgende inzake personenbelasting en vennootschapsbelastingnog steeds de volgende algemene praktischevragen.Question n o 99 de M me Ingrid Claes du 29 avril 2008(N.) au vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles:Cotisations de pension complémentaire pour indépendants.— Cotisations personnelles et patronalesd’assurances groupe. — Engagements individuels depension. — Conditions fiscales du cumul. — Fraisprofessionnels. — Calcul du plafond de 80%. —Avantages fiscaux.Conformément à la législation sur les assurances, ildevait être possible, à partir du 1 er janvier 2004 — tantpour les titulaires indépendants d’une profession libérale(y compris les médecins, les avocats et les pharmaciens)que pour tous les autres chefs d’entreprise indépendants— de cumuler un contrat individuel de«pension libre complémentaire» (PLCI et PLCsociale), de type ordinaire ou social, avec une assurancegroupe et/ou un engagement individuel depension (EIP).Étant donné que la loi du 25 juin 1992 sur le contratd’assurance terrestre, le Code civil et la législationfiscale ne sont aucunement harmonisés, les questionspratiques et générales suivantes continuent à se poseren matière fiscale tant pour l’exercice d’imposition2004 et les exercices précédants d’une part que pourl’exercice d’imposition 2005 et les exercices suivantsd’autre part, en ce qui concerne l’impôt des personnesphysiques et l’impôt des sociétés.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 38552 - 6 - 20081.a) In welke mate mogen op louter fiscaal vlak degewone en de sociale bijdragen voor «vrij aanvullendpensioen» (VAPZ en Sociaal VAP) en eengroepsverzekering (= zowel persoonlijke als werkgeversbijdragen)en/of een individuele pensioentoezeggingzowel vóór 1 januari 2004 als vanaf1 januari 2004 worden gecumuleerd?1.a) Dans quelle mesure les cotisations ordinaires etsociales peuvent elles, d’un point de vue purementfiscal, être cumulées pour une «pension librecomplémentaire» (PLCI et PLC sociale) et uneassurance groupe (=cotisations personnelles etpatronales) et/ou un engagement individuel depension, d’une part avant le 1 er janvier 2004 etd’autre part à partir du 1 er janvier 2004?b) Welke al dan niet beperkte invloed had dit oudecumulverbod en heeft die nieuwe cumulmogelijkheidop de wiskundige vaststelling van de 80%-grens, zowel vóór of na 1 januari 2004 (cf. inzonderheidde bepaling van het bedrag van de wettelijkepensioenen voor de aanslagjaren 2004 envolgende inzake vennootschapsbelasting)?b) Quelle a été l’incidence, limitée ou importante, decette ancienne interdiction de cumul et quelle estl’incidence de cette nouvelle possibilité de cumulsur le calcul du plafond de 80%, avant et après le1 er janvier 2004 (cf. en particulier la fixation dumontant des pensions légales pour les exercicesd’imposition 2004 et suivants en matière d’impôtdes sociétés)?2.a) In welke precieze mate zijn al die extralegalegewone en sociale pensioenbijdragen (VAPZ,Sociaal VAP en IPT) met inbegrip van zowel depersoonlijke als de werkgeversbijdragen van eengroepsverzekeringscontract respectievelijk als«beroepskosten» of als «sociale bijdragen» aftrekbaarof vrijstelbaar inzake personenbelasting en/ofinzake vennootschapsbelasting?2.a) Dans quelle mesure précise l’ensemble de ces cotisationsde pension extralégale, ordinaires et sociales(PLCI, PLC sociale et EIP) en ce compris lescotisations personnelles et patronales d’un contratd’assurance groupe sont-elles déductibles ouexonérables respectivement au titre de «fraisprofessionnels» ou de «cotisations sociales» dansle cadre de l’impôt des personnes physiques et/oude l’impôt des sociétés?b) Onder al welke gecodeerde rubrieken van de aangifteformulierennrs. 276.1 en 275.1 moeten diegewone en sociale bijdragen en/of premies wordenopgenomen om hun juiste belastingregime inzakepersonenbelasting en inzake vennootschapsbelastingte kunnen ondergaan of om de bestaandebelastingvoordelen te kunnen genieten?b) Sous quelles rubriques codées des formulaires dedéclaration n o 276.1 et 275.1 ces cotisations ordinaireset sociales et/ou primes doivent-elles figurerpour que soient appliqués le régime fiscal exact enmatière d’impôt des personnes physiques et d’impôtdes sociétés ou les avantages fiscaux existants?3. Welke specifieke fiscale attesten of fiches moetener dienaangaande door de erkende sociale verzekeringsfondsenen/of door de verzekeringsmaatschappijenaan de belastingplichtigen voortaan eventueelworden uitgereikt met het oog op het bekomen van diefiscale aftrekken en/of op het genieten van die belastingverminderingenop die bijdragen en premies?3. Quelles attestations ou fiches fiscales spécifiquesdoivent désormais être éventuellement remises par lesfonds d’assurance sociale agréés et/ou par les compagniesd’assurances aux contribuables en vue d’obtenirces déductions fiscales et/ou de bénéficier de ces abattementsfiscaux sur ces cotisations et primes?4. Kan u, mede met het oog op de afhandeling vanalle hangende procedures punt per punt uw huidigealgemene zienswijze meedelen uitsluitend in het lichtvan de fiscale wetgeving waarvan onder meer sprakein de artikelen 49; 52, 2 o , b en c; 52, 7 o en 7 o bis; 52,10 o ; 59, 60, 183, 185 en 195 van het Wetboek van deinkomstenbelastingen 1992?4. En vue notamment du règlement de toutes lesprocédures en cours, pouvez-vous communiquer,point par point, votre conception générale actuelle à lalumière de la législation fiscale dont il est notammentquestion aux articles 49; 52, 2 o , b et c; 52, 7 o et 7 o bis;52, 10 o ; 59, 60, 183, 185 et 195 du Code des impôts surles revenus 1992?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3856 QRVA 52 0202 - 6 - 2008DO 2007200803301 DO 2007200803301Vraag nr. 100 van mevrouw Ingrid Claes van 29 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Financiën en Institutionele Hervormingen:Toetreding tot een btw-eenheid. — Herziening in hetnadeel van de belastingplichtige. — Herziening inhet voordeel van de btw-eenheid. — Saldo.Naar aanleiding van mijn mondelinge vraagnr. 14787 van 28 maart 2007 (Integraal Verslag,Kamer, 2006-2007, commissie voor de Financiën en deBegroting, 28 maart 2007, CRIV 51 COM 1259,blz. 16) en de schriftelijke vraag nr. 3-6890 van senatorNyssens (Vragen en Antwoorden, Senaat, 2006-2007,nr. 3-88, 9883) hebben de staatssecretaris voor Moderniseringvan de Financiën en de Strijd tegen de fiscalefraude en uzelf laten verstaan dat de belastingplichtigedie toetreedt tot een btw-eenheid een herziening moetverrichten in het voordeel van de Schatkist van deoorspronkelijk in aftrek gebrachte btw met betrekkingtot de investeringsgoederen die hij nog bezit op dattijdstip, voor zover uiteraard het herzieningstijdsvakniet is verstreken. Anderzijds kan de btw-eenheid eenherziening in haar voordeel verrichten van de belastingdie door het toetredend lid wordt teruggestort, rekeninghoudend evenwel met het gebruik dat de btweenheidzal maken van die investeringsgoederen en vanhet stelsel van recht op aftrek dat op die btw-eenheidvan toepassing is.Blijkbaar zou de administratie de herziening in hetvoordeel van de btw-eenheid niet langer beperken totde belasting die door het toetredend lid wordt teruggestort.1. Deelt u het administratieve standpunt of blijft ubij het eerder ingenomen standpunt?2. Zal de btw die oorspronkelijk niet werd afgetrokkendoor een toetredend lid, door de btw-eenheidin haar voordeel kunnen worden herzien, rekeninghoudend met de nog niet verstreken herzieningstijdvakkenen het gebruik dat de btw-eenheid zal makenvan de investeringsgoederen en van het stelsel vanrecht op aftrek dat op die btw-eenheid van toepassingis?3. Indien het ministerieel standpunt wijzigt, is deminister het nog steeds eens met de staatssecretaris datde budgettaire impact van de invoering van de btweenheideen beperkt budgettair effect zal hebben?4.a) Hoeveel aanvragen tot oprichting van een btweenheidwerden er in 2007 ingediend?Question n o 100 de M me Ingrid Claes du 29 avril 2008(N.) au vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles:Entrée dans une unité TVA. — Révision au préjudicede l’assujetti. — Révision en faveur de l’unité TVA.— Solde.En réponse à ma question orale n o 14787 du 28 mars2007 (Compte rendu intégral, Chambre, 2006-2007,commission des Finances et du Budget, 28 mars 2007,CRIV 51 COM 1259, p. 16) et à la question écrite n o 3-6890 de la sénatrice Mme Nyssens (Questions etRéponses, Sénat, 2006-2007, n o 3-88, 9883), le secrétaired’État à la Modernisation des Finances et à laLutte contre la fraude fiscale et vous-même avez indiquéque l’assujetti qui entre dans une unité TVA esttenu d’opérer en faveur du Trésor une révision de laTVA initialement portée en déduction et relative auxbiens d’investissement qu’il possède encore en cemoment, pour autant, évidemment, que la période derévision ne soit expirée. D’autre part, l’unité TVApeut opérer en sa faveur une révision de la taxe reverséepar le membre entrant, en tenant compte toutefoisde l’utilisation qu’elle fera de ces biens d’investissementet du régime du droit à déduction qui lui estapplicable.Il semblerait que l’administration ne limite plus larévision en faveur de l’unité TVA au montant de lataxe reversée par le membre entrant.1. Souscrivez-vous à la position de l’administrationou confirmez-vous la position que vous aviez adoptéeantérieurement?2. La TVA qui n’avait pas initialement été portée endéduction par un membre entrant, pourra-t-elle fairel’objet d’une révision en faveur de l’unité TVA, entenant compte des périodes de révision non écoulées,de l’utilisation que l’unité TVA fera de ces biensd’investissement et du régime du droit à déduction quilui est applicable?3. Si le ministre modifiait sa position en la matière,partage-t-il toujours l’avis du secrétaire d’État selonlequel l’incidence budgétaire de l’instauration del’unité TVA sera restreinte?4.a) Combien de demandes d’identification d’une unitéTVA ont été introduites en 2007?b) Hoeveel vennootschappen zijn daarbij betrokken? b) Combien de sociétés concernent-elles?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 38572 - 6 - 20085. Hoeveel btw-eenheden zijn momenteel reedsoperationeel?6. Wat is de budgettaire impact van de herzieningvan de btw door de invoering van de btw-eenheid in2007?7. Wat is de geraamde budgettaire kostprijs van deherziening van de btw door de invoering van de btweenheidin 2008?5. Combien d’unités TVA sont déjà opérationnellesen ce moment?6. Quelle est l’incidence budgétaire de la révision dela TVA à la suite de l’instauration de l’unité TVA en2007?7. Quel est, pour 2008, le coût budgétaire estimé dela révision de la TVA à la suite de l’instauration del’unité TVA?DO 2007200803302 DO 2007200803302Vraag nr. 101 van mevrouw Ingrid Claes van 29 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Financiën en Institutionele Hervormingen:Bijzondere aanslagen inzake vennootschapsbelastingen belastingverhoging.De belastingambtenaren aangewezen om grondigecontroles bij vennootschappen uit te voeren maken inde praktijk als drukkingsmiddel soms vlijtig gebruikvan de zogenaamde «aanslag geheime commissielonen»en leggen daarbij nog eens een belastingverhogingvan 10% of 50% op.Ter zake rijzen de volgende algemene praktischevragen.1. Zijn uw belastingadministraties inderdaadtelkens voorstander van de toepassing van de strengebepalingen van artikel 219, WIB 1992 houdende toepassingvan een tarief van 30%, nog te verhogen metde crisisbelasting (9%), van zodra er maar enigszinssprake kan zijn van:a) een slechts gedeeltelijke beroepsmatige aftrek vanwelbepaalde kosten zoals huur, verzekeringspremies,autokosten, receptie, representatie, reiskosten,kledij, enzovoort;b) alle al dan niet forfaitaire sommen belastbaar ofvrijgesteld in de personenbelasting die dienen verantwoordte worden overeenkomstig de wettelijkeen reglementaire bepalingen van artikel 57, 1 o tot3 o , WIB 1992;c) op datum van de jaarvergadering betaalbaargestelde tantièmes nog niet opgenomen op de loonfichesnr. 281.20 van het (lopende of volgende)boekjaar;d) reglementair in meer te belasten, doch nietgeboekte en/of onvoldoende geboekte of gefactureerdevoordelen van alle aard?Question n o 101 de M me Ingrid Claes du 29 avril 2008(N.) au vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles:Taxations spéciales en matière d’impôt des sociétés etaccroissement d’impôt.Les agents fiscaux qui sont chargés de procéder àdes contrôles approfondis auprès de sociétés utilisentparfois assidûment comme moyen de pression, dans lapratique, la «cotisation sur les commissions secrètes»,et imposent encore en outre un accroissement d’impôtsupplémentaire de 10 ou 50%.En la matière, les questions pratiques généralessuivantes se posent.1. Les administrations fiscales sont-elles effectivementsystématiquement favorables à l’application desdispositions sévères de l’article 219 du CIR 1992prévoyant l’application d’un taux de 30%, à majorerd’une contribution complémentaire de crise (9%), dèsque se présente une situation pouvant s’apparenter untant soit peu à l’un des cas suivants:a) une déduction seulement partielle à titre professionnelde certains frais bien précis tels que frais delocation, primes d’assurance, frais automobiles,frais de réception ou de représentation, frais devoyage, vêtements, etc.;b) toutes les sommes forfaitaires ou non imposablesou exonérées dans l’impôt des personnes physiquesqu’il convient de justifier conformément aux dispositionslégales et réglementaires de l’article 57,1 o à 3 o , du CIR 1992;c) tantièmes mis en paiement à la date de l’assembléeannuelle et qui ne sont pas encore mentionnés surles fiches de rémunération 281.20 de l’année comptable(en cours ou suivante);d) avantages de toute nature réglementairementimposables mais non comptabilisés et/ou insuffisammentcomptabilisés ou facturés?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3858 QRVA 52 0202 - 6 - 20082.a) Hoe dient het begrip «niet verantwoord» waarvanmelding gemaakt in de gecodeerde rubriek nr. 120van het aangifteformulier nr. 275.1 precies teworden uitgelegd?b) Worden hier uitsluitend alle sommen geviseerd alsbedoeld in de bepalingen van artikel 57,WIB 1992?c) Of gaat het daarenboven onder meer ook om alleandere kosten zoals beoogd in de artikelen 49, 53,183, 185, 195 en 198, WIB 1992?3.a) Kan er wettelijk gezien op die afzonderlijke en bijzondereaanslagen wegens «niet verantwoordekosten en verdoken meerwinsten» nog wel eenbelastingverhoging worden opgelegd wetende dater daarop een belastingtarief van 300% van toepassingis en de oplegging van een extra belastingverhogingmet andere woorden niet in strijd met debepalingen van artikel 444, eerste lid WIB 1992(cf. maximum van 200%)?b) Zijn alle computerberekeningsprogramma’sinzake vennootschapsbelasting aan die problematiekvan wettelijke begrenzing technisch aangepast?4. Welke vermeldingen moeten er met het oog op deopvolging van de gradatie van de belastingverhogingenop de aanslagbiljetten en op de berekeningsnota’sspecifiek worden aangebracht met betrekking tot hettoegepaste verhogingspecentage en tot het effectievebedrag aan geëiste belastingverhoging?5. Kan er na de vernietiging van een bijzondere aanslagin de vennootschapsbelasting ingevolge bezwaarschriftbij het vestigen van een subsidiaire gewone aanslagnog eenzelfde of een lager gemotiveerd percentageaan belastingverhoging worden opgelegd als op hetaanslagbiljet van de vernietigde bijzondere aanslagslechts een «nulbedrag» als belastingverhoging vermeldwas?6. Kunt u punt per punt uw algemene zienswijze ennieuwe aanbevelingen meedelen onder meer in hetlicht van de beschikkingen van de artikelen 31, 32, 49,53, 57, 183, 185, 197, 219, 355 en 444 WIB 1992 en artikel18, §§ 3 en 4 van het KB/WIB 1992 en in het kadervan een klantvriendelijk en behoorlijk fiscaal beleidinzake vennootschapsbelasting en van de filosofie van«beter en coherenter taxeren»?2.a) Comment convient-il d’interpréter exactement leterme «non justifié» mentionné à la rubriquecodée n o 120 du formulaire de déclarationn o 275.1?b) S’agit-il exclusivement en l’occurrence de toutes lessommes visées par les dispositions de l’article 57,du CIR 1992?c) Ou s’agit-il aussi, entre autres, de tous les autresfrais visés aux articles 49, 53, 183, 185, 195 et 198,du CIR 1992?3.a) Est-il possible du point de vue légal d’imposerencore sur ces cotisations distinctes et spécialespour cause de «frais non justifiés et bénéfices dissimulés»un accroissement d’impôt sachant qu’untaux d’imposition de 300% est déjà d’application?Autrement dit, l’application d’un accroissementd’impôt supplémentaire n’est-elle pas contraireaux dispositions de l’article 444, alinéa 1 er duCIR 1992 (cf. maximum de 200%)?b) Tous les logiciels de calcul en matière d’impôt dessociétés sont-ils techniquement adaptés à cettequestion du plafonnement légal?4. Quelles mentions doivent-elles être spécifiquementindiquées sur les avertissements-extraits de rôleet les notes de calcul en vue du suivi de la gradationdes accroissements d’impôt en ce qui concerne le pourcentaged’accroissement appliqué et le montant réel del’accroissement d’impôt exigé?5. Est-il possible après l’annulation d’une taxationspéciale dans l’impôt des sociétés à la suite d’une réclamationque pour l’établissement d’une cotisation ordinairesubsidiaire le même taux ou un taux inférieurmotivé soit appliqué à l’accroissement d’impôt alorsque l’avertissement-extrait de rôle de la taxationspéciale annulée indiquait seulement un «montantnul» comme accroissement d’impôt?6. Pouvez-vous indiquer pour chaque point votreconception générale et vos nouvelles recommandationsà la lueur, entre autres, des dispositions des articles31, 32, 49, 53, 57, 183, 185, 197, 219, 355 et 444 duCIR 1992 et de l’article 18, §§ 3 et 4 de l’AR/CIR 1992,ainsi que dans le cadre d’une politique fiscale convivialeet correcte en matière d’impôt des sociétés et de laphilosophie d’une taxation meilleure et plus cohérente?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 38592 - 6 - 2008DO 2007200803303 DO 2007200803303Vraag nr. 102 van mevrouw Ingrid Claes van 29 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Financiën en Institutionele Hervormingen:Vennootschapsbelastingen. — Taxatieregime. —Geboekte kosten voor kledij. — Verworpen uitgavenwegens inkomen voordelen alle aard of reservebestanddeel.Overeenkomstig artikel 53, 7 o van het Wetboek vande inkomstenbelastingen 1992 worden «kosten voorkledij» niet als «beroepskosten» aangemerkt. Alleen«specifieke beroepskledij» komt eventueel wel in aanmerkingvoor aftrek.Ingevolge de beschikkingen van de artikelen 183 en185, WIB 1992 is voornoemde bepaling van artikel 53,7 o , WIB 1992 in principe eveneens van strikte toepassinginzake vennootschapsbelasting.De wetgever heeft het dus duidelijk alleen overgeboekte of betaalde «kosten voor kledij» en maaktnoch een onderscheid tussen zuiver private of werk- enstadskledij, noch tussen de aard van die geboekte kledijkosten(werkelijk of forfaitair).Op het aangifteformulier nr. 275.1 inzakevennootschapsbelasting, waarvan het model jaarlijksin het Belgisch Staatsblad wordt gepubliceerd en daardoorook kracht van wet heeft, werd bovendien eenafzonderlijk gecodeerde rubriek nr. 034 ingelast om aldergelijke «kosten voor kledij» als een «verworpenuitgave» te laten aangeven.In de praktijk wordt echter algemeen vastgesteld datde belastingambtenaren die al dan niet forfaitair en/ofvia rekening courant geboekte betaalde «kosten voorkledij» wensen te beschouwen als een «aanvullendinkomen» (= voordelen van alle aard) belastbaar inhoofde van de bedrijfsleiders en/of van de werknemersof die aanmerken als een reservebestanddeel tegoed opzaakvoerders bestuurders of kaderleden in plaats vanzoals al aangegeven als een «verworpen uitgave».1. Kan voornoemde algemene handelwijze integraalworden bijgetreden wat betreft:a) kosten voor gewone arbeids- of werkkledij waarvooreen factuur of betalingsbewijs voorhanden isbij en op naam van de vennootschap;b) forfaitaire kosten uit hoofde van beroepsmatigaangewende klassieke stadskledij al dan nietgeboekt via rekening-courant van de bedrijfsleidersof van de kaderleden;c) louter private kledij van de bedrijfsleiders, dekaderleden of van de werknemers?Question n o 102 de M me Ingrid Claes du 29 avril 2008(N.) au vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles:Impôts des sociétés. — Régime de taxation. — Fraisvestimentaires comptabilisés. — Dépenses rejetées etrevenu (avantages de toute nature) ou élément deréserve.En vertu de l’article 53, 7 o du Code des impôts surles revenus 1992, les «frais de vêtements» ne constituentpas des «frais professionnels». Seuls les«vêtements professionnels spécifiques» peuvent éventuellementêtre déduits.Conformément aux articles 183 et 185, CIR 1992, ladisposition précitée de l’article 53, 7 o , CIR 1992 est enprincipe également d’application stricte en matièred’impôt des sociétés.Le législateur vise donc clairement et exclusivementles «frais de vêtements» comptabilisés ou payés etn’établit de distinction ni entre les vêtements d’usagepurement privé ou les vêtements professionnels et deville, ni en ce qui concerne la nature de ces frais vestimentairescomptabilisés (réellement ou forfaitairement).Une rubrique codée distincte n o 034 a en outre étéincluse dans le formulaire de déclaration n o 275.1 enmatière d’impôt des sociétés, dont le modèle est publiéannuellement au Moniteur belge et qui a dès lors forcede loi, pour permettre la déclaration de tels «fraisvestimentaires» à titre de «dépense rejetée».Dans la pratique toutefois, on constate généralementque les fonctionnaires fiscaux tendent à considérerces «frais vestimentaires» payés et comptabilisésforfaitairement ou non et/ou par le biais d’un comptecourant comme un «revenu complémentaire» (= avantagesde toute nature) imposable dans le chef des dirigeantsd’entreprise et/ou des travailleurs ou les considèrentcomme élément de réserves externes de gérants,d’administrateurs ou de cadres plutôt que comme une«dépense rejetée» telle que visée ci-avant.1. Peut-on souscrire intégralement au procédé généraldécrit ci-avant en ce qui concerne:a) les frais relatifs à des vêtements professionnels oude travail ordinaires, pour lesquels la sociétédispose d’une facture établie à son nom;b) les frais forfaitaires relatifs à des tenues de villeclassiques à usage professionnel, comptabilisés ounon sur un compte courant des dirigeantsd’entreprise ou des cadres;c) les vêtements d’usage purement privé des dirigeantsd’entreprise, des cadres ou des travailleurs?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3860 QRVA 52 0202 - 6 - 20082. Wordt het bestaan van de gecodeerde rubrieknr. 034 dan niet compleet doelloos of met anderewoorden in al welke praktische gevallen mag of moetdit vak dan wel nog worden gebruikt als de belastingambtenarende als «verworpen uitgaven» aangegevenbedragen toch telkens een ander taxatieregimeals «inkomen» willen toemeten?3. Rust de bewijslast van het bestaan en van dehoegrootheid van een belastbaar «bedrijfsinkomen»of van een reservebestanddeel uit hoofde van privaatgebruik van arbeids- werk- of stadskledij niet veeleeruitsluitend op de belastingadministratie?4. Welke bepalingen hebben inzake vennootschapsbelastingwettelijk voorrang: de beschikkingen vanartikel 53, 7 o of die van artikel 24, eerste lid, 4 o , artikel31, tweede lid, 2 o of artikel 32, tweede lid, 2 o vanhet Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992?5. Is de Centrale administratie algemeen voorstandervan een pragmatische oplossing van soortgelijkebetwistingen inzake vennootschapsbelasting of heeftzij algemene instructies uitgevaardigd om de bedoeldewijzigingen van taxatieregime tot belastbaar inkomentoch steeds te laten doorvoeren?6. In welke mate mogen de getroffen werknemersen bedrijfsleider hun werkelijke beroepskosten inzakeal dan niet-specifieke kledijkosten dan eventueel tochnog bewijzen in de zin van artikel 49 van het Wetboekvan de inkomstenbelastingen 1992?7. Kan u punt per punt uw algemene ziens- enhandelwijze meedelen uitsluitend in het licht van dewetgeving inzake vennootschapsbelasting?2. La rubrique codée n o 034 n’est-elle dès lors pastotalement inutile ou, en d’autres termes, dans quelscas pratiques cette case peut-elle ou doit-elle dès lorsencore être utilisée si les fonctionnaires taxateursentendent systématiquement soumettre les montantsdéclarés à titre de «dépenses rejetées» à un autrerégime de taxation en tant que «revenu»?3. La charge de la preuve de l’existence et de lahauteur d’un «revenu professionnel» imposable oud’un élément de réserves du chef de l’usage privé devêtements professionnels, de travail ou de villen’incombe-t-elle pas plutôt exclusivement à l’administrationfiscale?4. Quelles dispositions sont légalement prioritairesen matière d’impôt des sociétés: les dispositions del’article 53, 7 o ou celles de l’article 24, alinéa 1 er , 4 o , del’article 31, alinéa 2, 2 o ou de l’article 32, alinéa 2, 2 odu Code des impôts sur les revenus 1992?5. De manière générale, l’Administration centraleest-elle favorable à une résolution pragmatique detelles contestations en matière d’impôt des sociétés oua-t-elle diffusé des instructions générales pour que lamodification visée du régime de taxation et la qualificationà titre de revenu imposable soit malgré toutappliquée à chaque fois?6. Néanmoins, dans quelle mesure les travailleurs etle dirigeant d’entreprise concernés peuvent-ils éventuellementencore prouver leurs frais professionnelsréels relatifs à des vêtements spécifiques ou non ausens de l’article 49 du Code des impôts sur les revenus1992?7. Pourriez-vous exposer point par point vosconception et méthode générales, à la lumière exclusivede la législation en matière d’impôt des sociétés?DO 2007200803305 DO 2007200803305Vraag nr. 104 van mevrouw Ingrid Claes van 29 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Financiën en Institutionele Hervormingen:Polyvalente en gezamenlijke onderzoeken inzakedirecte belastingen en inzake btw. — Machtsafwendingen machtsoverschrijding.Zowel de ambtenaren verbonden aan de Controlecentravan de administratie van de Ondernemings- enInkomensfiscaliteit als aan de Bijzondere Belastinginspectiekunnen in principe de toepassing van allebelastingen controleren en beschikken daarbij over debevoegdheden die de fiscale wetten hen voor de tecontroleren belastingen bepalen.In de praktijk wordt echter algemeen vastgesteld datde btw-ambtenaren de boekhouding al dan niet tegenQuestion n o 104 de M me Ingrid Claes du 29 avril 2008(N.) au vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles:Enquêtes polyvalentes et communes en matièred’impôts directs et de TVA. — Détournement etabus de pouvoir.Les fonctionnaires des centres de contrôle de l’administrationde la Fiscalité des entreprises et des revenuscomme ceux de l’Inspection spéciale des impôtspeuvent en principe contrôler l’application del’ensemble des impôts et disposent à cet effet descompétences qui leur sont conférées par les lois fiscalesdans le cadre du contrôle des impôts.Dans la pratique toutefois, on constate généralementque les fonctionnaires de la TVA emportent laKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 38612 - 6 - 2008ontvangstmelding meenemen om ten kantore door debelastingambtenaren te laten verifiëren en om vervolgensaan de hand daarvan berichten van wijziging opte stellen en/of administratieve sancties op te leggen.De door de btw-ambtenaren meegenomen boekhoudkundigestukken worden meestal zelf door de belastingambtenarenterugbezorgd aan de belastingplichtige.Omgekeerd valt het eveneens veel voor dat de belastingambtenarennamens de btw-sector op hun beurt opgrond van artikel 322 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen1992 vragen om inlichtingen versturen.Aan de hand van de daarmee al dan niet indiciair ingewonneninlichtingen worden door de btw-ambtenarendan btw-boeten opgelegd en correctie- of regularisatieopgavenopgesteld.Het merendeel van de fiscalisten en de rechtspraakis enerzijds overtuigend van mening dat het in aldergelijke gevallen om ongeoorloofde «machtsafwending»of «machtsoverschrijding» gaat en dat anderzijdsal die onwettig ingezamelde informatie buitenbeschouwing moet worden gelaten dat de daaruitvoortvloeiende aanslagen of invorderingstukken nietigmoeten worden verklaard.Machtsafwending of machtsoverschrijding wordtalgemeen gedefinieerd als een vorm van illegaliteit vanbestuurshandelingen wanneer het bestuur een handelingof een onderzoeksdaad stelt met een anderoogmerk dan datgene dat door de eigen wet isbedoeld.Ter zake rijzen dan ook de volgende algemene praktischevragen in verband met gezamenlijke of polyvalenteverificaties.1.a) Werden in dit verband al administratieve onderrichtingenof specifieke instructies uitgevaardigd ofinterne handleidingen opgesteld?comptabilité, contre accusé de réception ou non, afinde la soumettre à la vérification des fonctionnairesfiscaux en leurs bureaux et d’établir ensuite, sur labase des vérifications, des avis de rectification et/oud’imposer des sanctions administratives. Les fonctionnairesfiscaux restituent généralement eux-mêmes auxcontribuables les documents comptables emportés parles fonctionnaires de la TVA.Inversement, il arrive aussi fréquemment que lesfonctionnaires fiscaux envoient régulièrement, au nomdu secteur de la TVA, des demandes de renseignementssur la base de l’article 332 du Code des impôtssur les revenus 1992. Les fonctionnaires de la TVAinfligent ensuite des amendes de TVA et établissent desrelevés de rectification ou de régularisation au moyendes informations recueillies ou non sur une base indiciaire.La majorité des fiscalistes et la jurisprudence sontpersuadés, d’une part, qu’il s’agit en l’occurrence de«détournement de pouvoir» illicite ou d’«abus depouvoir» et, d’autre part, qu’il ne faut pas tenircompte des renseignements collectés illégalement etque les impositions ou les documents de recouvrementqui en résultent doivent être déclarés nuls.Le détournement ou l’abus de pouvoir se définitgénéralement comme une forme d’acte administratifillégal lorsque l’administration accomplit un acte ouun devoir d’enquête à une autre fin que celle définiepar la loi.Les questions pratiques d’ordre général suivantes seposent dès lors en ce qui concerne les vérificationscommunes ou polyvalentes.1.a) Des instructions administratives ou spécifiquesont-elles déjà été édictées en l’occurrence ou desnotices explicatives internes ont-elles déjà étéélaborées?b) Zo neen, waarom nog altijd niet? b) Dans la négative, pourquoi se font-elles attendre?2. Impliceert de huidige btw- en belastingwetgevingwel dat die polyvalente ambtenaren bij het gezamenlijkonderzoek van één belasting zonder meer integraalgebruik mogen maken van de onderzoeksmethodendie slechts voorzien zijn in één van de «andere»directe of indirecte belastingwetgeving?3. Mogen zowel de btw- als de belastingambtenarenover het algemeen trachten gegevens te verzamelenvia een andere weg of via het omzeilen van de procedureregelenrespectievelijk alleen eigen aan de btwsectorof aan de belastingsector?2. Les actuelles législations fiscale et en matière deTVA impliquent-elles effectivement que ces fonctionnairespolyvalents peuvent recourir sans plus àl’ensemble des méthodes d’enquête qui ne sont prévuesque dans l’une des «autres» législations fiscales directeou indirecte dans le cadre d’une enquête communed’un seul impôt?3. Les fonctionnaires fiscaux comme ceux de laTVA peuvent-ils, en règle générale, essayer de recueillirdes données par un autre moyen ou en contournantles règles de procédure propres au secteur de la TVAou au secteur fiscal?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3862 QRVA 52 0202 - 6 - 20084. Op welke wijze en bij welke hogere instantieskunnen de belastingplichtigen zich zowel in fase vanonderzoek als in fase van reclamatie tegen die zogezegdevorm van machtsafwending of machtsoverschrijdingtelkens verzetten?5. Kan u punt per punt uw performante en klantvriendelijkeziensen handelwijze meedelen onder meerin het licht van de bepalingen van de artikelen 335 en336 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen1992, de artikelen 93quaterdecies, § 2 en 3 van hetBTW-Wetboek en van alle beginselen van behoorlijkbestuur waaronder het verbod van machtsafwending,alsook in het licht van het deontologisch kader voor deambtenaren zoals uiteengezet in de omzendbriefnr. 573 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van27 augustus 2007?4. De quelle manière et auprès de quelles instancessupérieures les contribuables peuvent-ils s’opposersystématiquement à cette forme de détournement oud’abus de pouvoir tant pendant de la phase del’enquête que de celle de la réclamation?5. Pouvez-vous préciser, point par point, votreméthode performante et respectueuse des intérêts descontribuables, notamment à la lumière des dispositionsdes articles 335 et 336 du Code des impôts sur lesrevenus 1992, de l’article 93quaterdecies, §§ 2 et 3, duCode de la TVA et de tous les principes de bonneadministration dont l’interdiction de détournement depouvoir, ainsi qu’à la lumière du cadre déontologiquepour les fonctionnaires tel qu’exposé dans la circulairen o 573 publiée au Moniteur belge du 27 août 2007?DO 2007200803306 DO 2007200803306Vraag nr. 105 van mevrouw Ingrid Claes van 29 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Financiën en Institutionele Hervormingen:Online inzage en beheer van het elektronische geschillendossier.— Project «Workflow Geschillen».De inbreng, het beheer en het onderzoek van zowelde administratieve als de gerechtelijke geschilleninzake inkomstenbelastingen en inzake btw gebeurtvoortaan aan de hand van de zogenaamde automatischetoepassing «Workflow Geschillen» waarbijtevens alle informatie en correspondentie van en metde rechtzoekende belastingplichtigen volledig elektronischwordt ingelezen.Ter zake rijzen meteen de volgende algemene vragenmet betrekking tot de praktische toepassing van hetgrondwettelijke inzagerecht en tot het recht tot kopiename.1. Wanneer zullen alle btw- en belastingplichtigendoor middel van authentificatie via een certificaat, viahun gebruikersnaam, paswoord en token of via hunelektronische identiteitskaart hun volledig geschillendossieronline kunnen raadplegen, met inbegrip vanalle administratieve nota’s en verslagen en van allegerechtelijke stukken en processen-verbaal die op heneventueel geheel of gedeeltelijk betrekking zoudenhebben en er tezelfdertijd kopie of afschrift kunnenvan nemen en zelf kosteloos kunnen afdrukken?2. Op welke wijze en bij welke instantie moeten dereclamanten voortaan hun aanvraag tot het bekomenvan het (elektronisch) inzage- en kopienamerecht inQuestion n o 105 de M me Ingrid Claes du 29 avril 2008(N.) au vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles:Consultation et gestion en ligne du dossier électroniquedu contentieux. — Projet «Flux de productionContentieux».L’introduction, la gestion et l’instruction de litigesadministratifs aussi bien que judiciaires en matièred’impôts sur les revenus et en matière de tvas’effectuent dorénavant avec l’application automatique«Flux de production Contentieux» qui permet deconsulter électroniquement toutes les informationsrelatives aux contribuables justiciables ainsi que touteleur correspondance et toute la correspondance échangéeavec eux.En cette matière se posent automatiquement lesquestions d’ordre général suivantes concernantl’application pratique du droit constitutionnel deconsultation et concernant le droit de prendre copie.1. Quand tous les assujettis à la tva et tous lescontribuables pourront-ils, au moyen d’une authentificationpar un certificat, leur nom d’utilisateur, leurmot de passe et leur code d’accès ou au moyen de leurcarte d’identité électronique, consulter en ligne leurdossier contentieux complet, en ce compris toutes lesnotes et rapports administratifs, et tous les procèsverbauxet pièces judiciaires qui se rapporteraientéventuellement à eux-mêmes, en tout ou en partie, eten même temps en prendre copie, voire les imprimereux-mêmes gratuitement?2. Comment et auprès de quelle instance les réclamantsdoivent-ils dorénavant procéder à l’enregistrementofficiel préalable de leur demande visant à obte-KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 38632 - 6 - 2008hun geschillendossier voorafgaandelijk officieel registreren?3. Zal ieder administratief en gerechtelijk geschillendossierinzake directe belastingen en/of inzake btwvan nu af aan daarnaast ook automatisch aan het elektronischedossier «My Minfin» (www.myminfin.be)en/of aan «Intervat» worden toegevoegd, zodat hetook via deze elektronische snelweg onbeperkt en volledigonline zou kunnen worden geraadpleegd?4. Welke adviezen werden er door de Raad vanState en door Commissie voor de bescherming van depersoonlijke levenssfeer eventueel reeds verstrekt naaraanleiding van het invoeren van de toepassing«Worfklow Geschillen» bij de administratie van deOndernemings- en Inkomensfiscaliteit en bij de administratievan de Bijzondere Belastinginspectie?5. Kan u, mede in het kader van een performantopenbaar fiscaal bestuur uw huidige ziens- en handelwijzemeedelen in het licht van de bepalingen van artikel32 van de Gecoördineerde Grondwet, artikel 4 vande wet van 11 april 1994 betreffede de openbaarheidvan bestuur, het nr. 11 van de omzendbrief nr. 573 metbetrekking tot het deontologisch kader van het federaaladministratief openbaar ambt, de wet van 8 december1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer,de wet-Franchimont en van de wettelijkebepalingen van de artikelen 327, § 1, 337 en 379 vanhet Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en deaanverwante bepalingen van het Btw-Wetboek?nir le droit de consultation et de prendre copie (électronique)dans leur dossier contentieux?3. Chaque dossier contentieux administratif et judiciaireen matière d’impôts directs et/ou de tva est-il désormaisajouté de surcroît automatiquement au dossierélectronique «My Minfin» (www.myminfin.be) et/ouà «Intervat» de façon à pouvoir être consulté égalementen ligne par le biais de cette autoroute électronique,et ce de façon illimitée et complète?4. Quels avis le Conseil d’État et la Commission dela protection de la vie privée ont-ils déjà rendus le caséchéant à la suite de l’introduction de l’application«Flux de production Contentieux» à l’Administrationde la fiscalité des entreprises et des revenus, et àl’Administration de l’inspection spéciale des impôts?5. Pourriez-vous, notamment dans le cadre d’uneadministration fiscale publique performante, faire partde vos conception et méthodologie actuelles comptetenu des dispositions de l’article 32 de la Constitutioncoordonnée, de l’article 4 de la loi du 11 avril 1994 surla publicité de l’administration, du n o 11 de la circulairen o 573 concernant le cadre déontologique de lafonction publique administrative fédérale, de la loi du8 décembre 1992 relative à la protection de la vieprivée, de la loi Franchimont, des dispositions légalesdes articles 327, § 1 er , 337 et 379 du code des impôtssur les revenus 1992 et des dispositions annexes ducode de la TVA?DO 2007200803308 DO 2007200803308Vraag nr. 107 van mevrouw Ingrid Claes van 29 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Financiën en Institutionele Hervormingen:Taxatie van meerwinsten en omzettekorten. — Bijzondereaanslag inzake vennootschapsbelasting. — Bewijsvoeringen motivering. — Toepasselijk btwtarief.Krachtens artikel 219, eerste lid, laatste zinsdeel vanhet Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 mageen afzonderlijke aanslag worden gevestigd op de verdokenmeerwinsten die niet onder de bestanddelen vanhet vermogen van de vennootschap worden teruggevonden.Ter zake rijzen de volgende algemene procedurevragen.Question n o 107 de M me Ingrid Claes du 29 avril 2008(N.) au vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles:Taxation de bénéfices et de pertes de chiffre d’affaires.— Taxation spéciale en matière d’impôt des sociétés.— Administration de la preuve et motivation. —Taux de TVA applicable.L’article 219, alinéa 1 er , dernier paragraphe, duCIR 1992 dispose qu’une cotisation distincte peut êtreétablie sur les bénéfices dissimulés qui ne figurent pasparmi les éléments du patrimoine de la société.En la matière, les questions générales de procédureci-après sont soulevées.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3864 QRVA 52 0202 - 6 - 20081. Kan ermee worden ingestemd dat alle belastingadministratieshet «meervoudig» en het «positievebewijs» moeten leveren van:a) de precieze hoegrootheid van de beweerde nietaangegeven meerwinsten of van de vastgesteldeomzettekorten;b) het feit dat er effectief verdoken «belastbare nettomeerwinsten»bestaan;c) het feit dat die «verdoken belastbare nettomeerwinsten»vervolgens het patrimonium van derechtspersoon daadwerkelijk hebben verlaten?2.a) Op welke wijze kunnen, mogen of moeten de aanslagambtenarendit derde bewijs leveren en hunberichten van wijziging van aangifte afdoendemotiveren?b) Volstaat het zonder meer dat de administraties eennetto-meerwinst hebben vastgesteld die niet in deboekhouding is opgenomen om meteen de zogenaamderegeling «geheime commissielonen»wettelijk te mogen toepassen (of negatief bewijs)met de oplegging van een belastingverhoging vanminstens 50%?3. Mag van de belastingplichtigen een onmogelijk(tegen)bewijs worden geëist dat enerzijds de anoniemeverkrijgers toch zouden worden vereenzelvigd enanderzijds dat ze aantonen welke redenen er voor dieuitkeringen waren?4.a) Moet bij de becijfering van die «verborgen(netto)winsten» het bedrag van de niet geboekteaankopen steeds van het theoretisch, forfaitair en/of baremiek bepaalde of werkelijk vastgestelde«omzettekort» worden afgetrokken?1. Peut-on considérer que toutes les administrationsfiscales doivent fournir la «preuve positive» et«multiple» des éléments suivants:a) l’ampleur exacte des bénéfices prétendument nondéclarés ou des pertes de chiffre d’affaires constatées;b) l’existence réelle de «bénéfices nets imposables»dissimulés;c) le fait que ces «bénéfices nets imposables dissimulés»aient ensuite réellement disparu du patrimoinede la personne morale?2.a) Comment les fonctionnaires taxateurs peuvent oudoivent-ils fournir cette troisième preuve et motiverdûment leurs avis de modification de déclaration?b) Suffit-il, sans plus, que les administrations aientconstaté un bénéfice net ne figurant pas dans lacomptabilité pour qu’elles puissent appliquerimmédiatement et légalement la disposition dite«commissions secrètes» (ou preuve négative) etimposer une majoration d’impôt de 50% aumoins?3. Une preuve (contraire) impossible peut-elle êtreexigée des assujettis, à savoir que les bénéficiairesanonymes soient malgré tout identifiés d’une part etqu’ils fournissent les raisons de ces versements d’autrepart?4.a) Pour l’établissement de ces «bénéfices (nets) dissimulés»,le montant des achats non comptabilisésdoit-il toujours être retranché de la «perte de chiffred’affaires» qui a été établie de manière théorique,forfaitaire et/ou barémique ou qui a été réellementconstatée?b) Zo neen, waarom niet? b) Dans la négative, pourquoi?5. Kunnen inzake vennootschapsbelasting bij of naeen gezamenlijke verificatie, in samenspraak met debtw-ambtenaren, zowel in fase van onderzoek, in fasevan bezwaar als in fase van gerechtelijke geschil«dadingen» worden getroffen omtrent de te belastennetto-meerwinsten of omzetverhogingen en omtrenthet erop verschuldigde btw-tarief en het totale btwbedrag?6.a) Wanneer, in welke mate en tegen welk tarief moetde verschuldigde omzetbelasting aan het bedragvan die belastbare «netto-meerwinst» eventueelnog worden toegevoegd om eveneens aan die bijzondereaanslag van 309% te worden onderworpen?5. En matière d’impôt des sociétés, lors d’une vérificationcommune ou après celle-ci, des «arrangements»peuvent-ils être conclus de commun accordavec les fonctionnaires de la TVA, pendant la phased’examen comme pendant la phase de réclamation etde contentieux juridique, en ce qui concerne les bénéficesnets ou les majorations de chiffres d’affaires àimposer ainsi que le taux de la TVA due sur cessommes et le montant total de la TVA?6.a) À quel moment, dans quelle mesure et à quel tauxl’impôt dû sur le chiffre d’affaires doit-il encoreêtre éventuellement ajouté au montant de ce«bénéfice net» imposable pour être égalementsoumis à la taxation spéciale de 309%?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 38652 - 6 - 2008b) Of ondergaat het daarop betrekking hebbendebtw-bedrag slechts de gewone belastingregelinginzake vennootschapsbelasting (reservebestanddeel,verworpen uitgave of een gewone liberaliteit)?7. Kunt u punt per punt uw algemene ziens- enhandelwijze meedelen zowel in het kader van de performantebeginselen van «beter taxeren» als in hetlicht van de beschikkingen van de artikelen 24, 49, 183,185, 197, 219, 340 en 444, eerste lid van het Wetboekvan de inkomstenbelastingen 1992, de aanverwantewettelijke en reglementaire bepalingen inzake btw enbij analogie van de bepalingen van artikel 1315, eerstelid van het Burgerlijk Wetboek en van artikel 870 vanhet Gerechtelijk Wetboek?b) Ou le montant de la TVA y afférent n’est-il soumisqu’à la règle d’imposition habituelle en matièred’impôt des sociétés (élément de réserve, dépenserejetée ou simple libéralité)?7. Pouvez-vous indiquer, pour chaque point, vosconceptions et méthodes générales tant dans le cadredes principes performants concernant une «meilleuretaxation» qu’à la lumière des dispositions des articles24, 49, 183, 185, 197, 219, 340 et 444, alinéa premierdu Code des impôts sur les revenus 1992, des dispositionslégales et réglementaires apparentées en matièrede TVA et, par analogie, des dispositions de l’article1315, alinéa premier, du Code civil et de l’article870 du Code judiciaire?DO 2007200803309 DO 2007200803309Vraag nr. 108 van mevrouw Ingrid Claes van 29 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Financiën en Institutionele Hervormingen:Inkomstenbelastingen en btw. — Gerechtelijkegeschillenprocedure. — Administratieve geschillenprocedure.— Verhouding advocaten en fiscaleambtenaren.In de circulaire nr. Ci.RH.863/557 192 (AOIF 34/2003) van 18 december 2003 werd het akkoordprotocoltot regeling van de verhoudingen tussen deFranstalige en Duitstalige orde van advocaten en debelastingambtenaren becommentarieerd (zie: Bulletinder belastingen, nr. 843, blz. 3226-3265) en nationaaltoepasselijk verklaard.Gelet op het fors stijgende fiscale bezwaarschriften,verzoekschriften en gerechtelijke geschillen zowelinzake btw als inzake inkomstenbelastingen rijzenthans evenwel de volgende algemene praktischevragen.1. Is genoemd akkoordprotocol in het licht van dehuidige fiscale wetgeving en van het GerechtelijkWetboek op heden nog steeds volledig en nationaalvan toepassing, ook voor de Nederlandstalige ordevan advocaten (zie: nr. 4 van genoemde circulaire)?2.a) Geldt de uitzonderingsbepaling van artikel 13 vandit akkoordprotocol eveneens in geval van behandelingof het onderzoek van een al dan niet tijdigbezwaarschrift en/of verzoekschrift in de zin vande artikelen 366 en 376 van het Wetboek van deinkomstenbelastingen 1992?b) Zo neen, welke soortgelijke instructies kunnen erin de administratieve fase van de geschillenbehandelingdan wel worden aanbevolen voor hetQuestion n o 108 de M me Ingrid Claes du 29 avril 2008(N.) au vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles:Impôts sur les revenus et TVA. — Procédure contentieusejudiciaire. — Procédure contentieuse administrative.— Relations entre les avocats et les fonctionnairesfiscaux.La circulaire n o Ci.RH.863/57 192 (AFER 34/2003)du 18 décembre 2003 commente et déclare applicableau niveau national le protocole d’accord visant àrégler les relations entre les ordres des barreaux francophoneset germanophone et les fonctionnairesfiscaux (voir: Bulletin des contributions, n o 843,pp. 3226-3265).Eu égard à l’augmentation importante du nombrede réclamations fiscales, de requêtes et de litiges judiciaires,en matière de TVA comme d’impôts sur lesrevenus, les questions pratiques et générales suivantesse posent toutefois.1. Le protocole d’accord mentionné ci-avant est-il àce jour, à la lumière de la législation fiscale actuelle etdu Code judiciaire, toujours intégralement d’applicationà l’échelon national, donc également à l’Ordre desbarreaux néerlandophones (voir n o 4 de la circulaireprécitée)?2.a) La disposition dérogatoire de l’article 13 de ceprotocole d’accord s’applique-t-elle égalementdans le cadre du traitement ou de l’analyse d’uneréclamation et/ou une requête introduite dans lesdélais ou non, au sens des articles 366 et 376 duCode des impôts sur les revenus 1992?b) Dans la négative, quelles instructions similairespourrait-on dès lors recommander dans la phaseadministrative du traitement des litiges en vue duKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3866 QRVA 52 0202 - 6 - 2008vlot en georganiseerd verloop van de besprekingenen de briefwisseling tussen de advocaten en detaxatie-, geschillen- of de directieambtenaren?3.a) Geldt dit akkoordprotocol mutatis mutandiseveneens voor de met de raadsmannen te voerenbesprekingen en correspondentie tijdens het onderzoeken de constructieve afhandeling van alleadministratieve en gerechtelijke betwistingeninzake btw?déroulement efficace et organisé des discussions etde la correspondance entre les avocats et les fonctionnairesde taxation, du contentieux ou de ladirection?3.a) Ce protocole d’accord s’applique-t-il égalementmutatis mutandis aux discussions et à la correspondanceà échanger avec les avocats dans le cadrede l’analyse et du traitement constructif de toutesles contestations administratives et judiciaires enmatière de TVA?b) Zo neen, waarom (nog) niet? b) Dans la négative, pourquoi n’est-ce pas (encore) lecas?4.4.a) Gelden alle basisprincipes van dit akkoordprotocolzowel op het vlak van de inkomstenbelastin-s’appliquent-ils en matière d’impôts sur les revenusa) Tous les principes de base de ce protocole d’accordgen als op het vlak van de btw eveneens in de comme de TVA et tant au cours de la périodeperiode nà een vonnis van de rechtbank van eerste suivant un jugement du tribunal de premièreaanleg als in de periode vóór de eventuele indieningvan een beroepsakte bij het hof van beroep? éventuel d’un acte d’appel auprès de la courinstance qu’au cours de celle précédant le dépôtd’appel?b) Zo neen, welke praktische gezamenlijke aanbevelingenen/of initiatieven kunnen er ter zake wordenuitgevaardigd ter vermijding van een procedurevoor rechtsplegingsvergoedingen (zie koninklijkbesluit van 26 oktober 2007)?5. Kunt u punt per punt uw huidige en geactualiseerdealgemene en nationaal geldende ziens- enhandelwijze meedelen zowel in het licht van artikel379 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen1992 en de aanverwante btw-wetgeving en -reglementeringals van het Gerechtelijk Wetboek?DO 2007200803310 DO 2007200803310Vraag nr. 109 van mevrouw Ingrid Claes van 29 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Financiën en Institutionele Hervormingen:Horen en ondervragen van derden. — Fiscaal getuigenverhoor.— Deontologie en beroepsgeheim.Ter gelegenheid van grondige en gezamenlijke onderzoekenvan vennootschapsdossiers worden door debelasting- en btw-ambtenaren, al dan niet behorendetot niveau A, soms ook mondelinge onderzoeken enondervragingen bij derden ingesteld.Uit de gemeenschappelijke controleverslagen blijktdat, naast de zaakvoerders en bestuurders, de onderstaandenatuurlijke personen eveneens kunnen wordengehoord of ondervraagd al dan niet op het adres vande maatschappelijke zetel van de onderzochtevennootschap dan wel op het privaat of op het bedrijfsadresvan de gehoorde of ondervraagde derde:a) de interne loontrekkende boekhouder al dan nietin zijn hoedanigheid van bediende bij de vennootschap(zonder mandaat om de vennootschap tevertegenwoordigen);b) Dans la négative, quelles recommandations pratiquescommunes et/ou initiatives pourrait-onformuler en la matière pour éviter des indemnitésde procédure (voir l’arrêté royal du 26 octobre2007)?5. Pourriez-vous faire part, point par point, devotre conception et méthode générales actuelles etactualisées, dans le contexte national, tant à la lumièrede l’article 379 du Code des impôts sur les revenus1992 et de la législation et réglementation TVAconnexe que du Code judiciaire?Question n o 109 de M me Ingrid Claes du 29 avril 2008(N.) au vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles:Audition et interrogatoire de tiers. — Audition fiscalede témoins. — Déontologie et secret professionnel.Dans le cadre de l’examen fouillé et commun dedossiers de sociétés, des fonctionnaires du fisc et de laTVA, de niveau A ou pas, procèdent parfois aussi àdes enquêtes et interrogatoires oraux auprès de tiers.Il ressort des rapports de contrôle communs,qu’outre les gérants et les administrateurs, les personnesphysiques ci-dessous peuvent également être entenduesou interrogées à l’adresse du siège social de lasociété examinée, à l’adresse privée ou à l’adresseprofessionnelle du tiers entendu ou interrogé:a) le comptable salarié interne en sa qualité ou nond’employé de la société (sans mandat de représentationde la société);KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 38672 - 6 - 2008b) de externe zelfstandige accountant al dan nietzaakvoerder van een accountantskantoor;c) de fiscale raadgevers en bedrijfsrevisoren (al danniet met een geschreven mandaat);d) de bestuurders of zaakvoerders van aanverwantevennootschappen of van verbonden ondernemingen;b) l’expert-comptable externe indépendant, gérant ounon d’une fiduciaire;c) les conseillers et réviseurs d’entreprises (avec ousans mandat écrit);d) les administrateurs ou gérants de sociétés apparentéesou associées;e) klanten en leveranciers; e) les clients et fournisseurs;f) verhuurders van onroerende goederen; f) les locataires de biens immobiliers;g) familieleden en partners van de bedrijfsleiders; g) les membres de la famille et les partenaires des dirigeantsd’entreprise;h) klachtindieners die zich kenbaar hebben gemaakt,doch om discretie verzoeken.Ter zake rijzen de volgende algemene procedurevragen.1. Welke plichtplegingen moeten de onderzoekendefiscale ambtenaren en hun verantwoordelijke dienstoverstenbehorende tot de sector directe belastingen entot de btw-sector zowel voorafgaandelijk als op hetogenblik van het verhoor of ondervraging zelf striktnaleven opdat alle toepasselijke wetgevingen, reglementeringenen deontologische voorschriften zoudenworden gerespecteerd?2. In al welke gevallen bevelen de fiscale administratiesdergelijke getuigenverhoren van derden aan deonderzoekende btw en belastingambtenaren thansaan?3. Moet van ieder getuigen- of derdenverhoortelkens een afzonderlijk onderzoeksverslag, rapport ofeen proces-verbaal worden opgesteld?4. Wat zijn de juridische gevolgen voor de getuigenissen,de belastingaanslagen en voor de opgemaaktebtw-invorderingsstukken als de voorgeschrevenrechtsregels niet nauwgezet en/of tijdig werden nageleefd?5. Mogen de beide ambtenaren en hun dienstoverstenvan elkanders wetgeving onderling gebruikmaken bij het afnemen van zo’n fiscaal verhoor en ditzowel in de bedrijfsruimten als in de private vertrekkenvan alle voornoemde derden?6. Kunt u uw algemene huidige zienswijze meedelenonder meer in het licht van de bepalingen van deartikelen 322, 325, 326, 337 en 340 van het Wetboekvan de inkomstenbelastingen 1992, de aanverwantebtw-wetgeving, het Gerechtelijk Wetboek, het BurgerlijkWetboek, het Wetboek van Koophandel, hetWetboek van Strafvordering, de bepalingen metbetrekking tot de privacy, het beroepsgeheim en dedeontologie van de federale ambtenaren en de wet van21 februari 1985 tot hervorming van het bedrijfsrevisoraat?h) les auteurs d’une plainte qui se sont fait connaître,mais qui demandent la discrétion.Les questions de procédure générales suivantes seposent en l’espèce.1. Quelles formalités les fonctionnaires fiscauxenquêteurs et leurs supérieurs hiérarchiques responsablesappartenant au secteur des impôts directs et ausecteur de la TVA doivent-ils observer strictement,avant l’audition ou l’interrogatoire comme après, pourque toutes les législations, réglementations et prescriptionsdéontologiques en vigueur soient respectées?2. Dans quels cas les administrations fiscalesrecommandent-elles actuellement ce type d’audition detémoins de tiers aux fonctionnaires enquêteurs du fiscet de la TVA?3. Faut-il rédiger pour chaque audition de témoinou de tiers un rapport d’enquête ou un procès-verbaldistinct?4. Quelles conséquences juridiques le non-respectscrupuleux et/ou le non-respect dans les délais desrègles de droit entraîne-t-il pour les témoignages, lesavertissements-extraits de rôle et les documents derecouvrement de la TVA établis?5. Lors d’une telle audition fiscale, les deux fonctionnaireset leurs supérieurs hiérarchiques peuvent-ilsinvoquer indifféremment leurs législations respectives,dans les locaux professionnels comme dans les locauxprivés de tous les tiers précités?6. Pouvez-vous communiquer votre point de vueactuel en la matière, à la lumière notamment desdispositions des articles 22, 325, 326, 337 en 340 duCode des impôts sur les revenus 1992, de la législationrelative à la TVA apparentée, du Code judiciaire, duCode cvil, du Code du commerce, du Code d’instructioncriminelle, des dispositions relatives à la protectionde la vie privée, du secret professionnel et de ladéontologie des fonctionnaires fédéraux ainsi que de laloi du 21 février 1985 relative à la réforme du révisoratd’entreprises?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3868 QRVA 52 0202 - 6 - 2008DO 2007200803311 DO 2007200803311Vraag nr. 110 van mevrouw Ingrid Claes van 29 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Financiën en Institutionele Hervormingen:Afhandeling bezwaarschriften en fiscale verzoekschriften.— Redelijke termijnen. — Charter voor eenklantvriendelijke overheid.Op datum van 22 juni 2006 werd door de ministerraadhet Charter voor een klantvriendelijke overheidgoedgekeurd (zie: Kafka-nieuwsbrief nr. 30 —www.kafka.be).Het nr. 4 van dit charter luidt als volgt:«Elke overheidsdienst stuurt binnen de 15 dagen nahet ontvangen van een aanvraag van een burger, eenonderneming of een vereniging een ontvangstmelding,tenzij de aanvraag kan worden afgehandeld binneneen termijn van drie weken.De aanvraag behandelt ze binnen een redelijketermijn. Deze termijn mag in principe een maximumtermijnvan vier maanden niet overschrijden.Voor ingewikkelde dossiers streeft de dienst naar debehandelingstermijn van maximum acht maanden. Indergelijke gevallen moet na vier maanden een voorlopigantwoord worden gegeven dat tevens de behandelingstermijnpreciseert.».1. Ter zake rijst de vraag of al deze aanbevolen(maximum)termijnen voortaan eveneens gelden voorde afhandeling van alle bezwaarschriften en verzoekschriftenwaarvan sprake in de artikelen 366 en 376van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992,alsook voor de beslissingen over alle verzoekschrifteninzake indirecte belastingen?2. Zo neen, waarom geldt dit charter voor eenklantvriendelijke overheid dan niet voor de behandelingvan alle eenvoudige en/of ingewikkelde fiscalegeschillen inzake inkomstenbelastingen en inzake indirectebelastingen?3. Graag uw reactie in het licht van alle beginselenvan een behoorlijk en modern fiscaal bestuur alsookvan een duurzaam en strategisch performantiemanagement.DO 2007200803312 DO 2007200803312Vraag nr. 111 van mevrouw Ingrid Claes van 29 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Financiën en Institutionele Hervormingen:Belastingadministratie. — Openingsuren. — Indieningvan bezwaarschriften. — Tijdstip.In antwoord op de schriftelijke vraag nr. 3-898 van2 april 2004 van mevrouw Vandermeersch stelde udat:«Wanneer gesteld wordt dat een bezwaarschriftvóór het verstrijken van de termijn van artikel 371,Question n o 110 de M me Ingrid Claes du 29 avril 2008(N.) au vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles:Traitement des réclamations et des requêtes fiscales.— Délais raisonnables. — Charte pour une administrationà l’écoute des usagers.Le 22 juin 2006, le Conseil des ministres avaitapprouvé la Charte pour une administration à l’écoutedes usagers (cf. bulletin Kafka n o 30 —www.kafka.be).Le point n o 4 de cette charte est libellé comme suit:«Tout service public enverra un accusé de réceptiondans les quinze jours suivant la réception d’unedemande émanant d’un citoyen ou d’une entreprise, àmoins que la demande ne puisse être traitée dans undélai de trois semaines.Cette demande sera traitée dans un délai raisonnablequi ne pourra, en principe, pas dépasser les quatremois.Pour des dossiers complexes, le service met tout enœuvre pour traiter le dossier dans un délai de huitmois au maximum. Dans ce cas, une réponse provisoire,qui précise en outre le délai de traitement, devraêtre fournie après quatre mois.»1. En cette matière se pose la question de savoir sitous ces délais (maximaux) recommandés valentdésormais également pour le traitement de toutes lesréclamations et requêtes dont il est question aux articles366 et 376 du Code des impôts sur les revenus1992, ainsi que pour les décisions concernant toutes lesrequêtes en matière d’impôts indirects?2. Dans la négative, pourquoi cette charte pour uneadministration à l’écoute des usagers ne vaut-elle paspour le traitement de tous les litiges fiscaux simples et/ou complexes en matière d’impôts sur les revenus et enmatière d’impôts indirects?3. J’aimerais connaître votre réaction compte tenude tous les principes tendant à promouvoir une administrationfiscale opérante et moderne ainsi qu’unmanagement de performance durable et stratégique.Question n o 111 de M me Ingrid Claes du 29 avril 2008(N.) au vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles:Administration fiscale. — Heures d’ouverture. —Introduction de réclamations. — Délais.En réponse à la question écrite n o 3-898 qui vous aété adressée le 2 avril 2004 par Mme Vandermeersch,vous avez indiqué ceci:«Quand il est prescrit que la réclamation doit parvenirau directeur des contributions compétent avantKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 38692 - 6 - 2008WIB 1992, bij de bevoegde directeur der belastingenmoet toekomen dan wordt hiermee bedoeld dat hetbezwaarschrift binnen de kantooruren bij die directeurmoet toekomen (zie in die zin Cass., 28 juni 1955,Pas. I, 1179). Onder kantooruren wordt verstaan deuren tijdens welke ambtenaren op hun kantoor aanwezigzijn en niet de uren dat die kantoren voor hetpubliek toegankelijk zijn. Een bezwaarschrift dat in deloop van de namiddag van de laatste nuttige dag bij debevoegde directeur der belastingen toekomt is bijgevolgtijdig.» (Vragen en Antwoorden, Senaat, 2003-2004, nr. 3-19, blz. 1202).In twee recente vonnissen (Rb Antwerpen, 28 oktober2005 en Rb Luik, 17 november 2005 (weergave),Fiscoloog, 2006, nr. 1016, 10) werd verschillendgevonnist. In deze laatste rechterlijke uitspraak werdverwezen naar de wijziging van de Franstalige tekstvan artikel 317 WIB 1992 naar aanleiding van de procedurehervormingin 1999. De Franstalige wettekstgebruikt onder de nieuwe procedure nu ook het begrip«introduites» in plaats van «présentées». Conformartikel 52 Ger. W. oordeelde de rechtbank van Luikdat «de termijn wordt gerekend van middernacht totmiddernacht». Bezwaarschriften kunnen volgens ditvonnis rechtsgeldig in de brievenbus worden gedeponeerdtussen het einde van de kantooruren en middernacht.1. Voegt de minister een voorwaarde toe aan de wetwanneer een bezwaarschrift op de vervaldag tijdens dekantooruren moet worden «aangeboden»?2. Bent u van mening dat de termijnen voor deinkomstenbelasting worden berekend van middernachttot middernacht, conform artikel 52 Ger. W.,tenzij de fiscale wet hiervan expliciet afwijkt?3. Bent u van mening dat de berekening van debezwaartermijn volgens de Franstalige en Nederlandstaligewettekst identiek moet zijn of bent u van meningdat de bezwaartermijn voor Vlamingen iets korter isdan voor Franstaligen?4. Worden bezwaarschriften tijdig ingediend opvervaldag tussen het einde van de kantooruren enmiddernacht?l’expiration du délai prévu par l’article 371, CIR 1992,cela signifie que la réclamation doit parvenir à cedirecteur pendant les heures de bureau (voir en ce sensCass., 28 juin 1955, Pas. I, 1179). Par heures debureau, on entend les heures pendant lesquelles lesfonctionnaires sont présents au bureau et non lesheures pendant lesquelles ce bureau est accessible aupublic. Une réclamation qui parvient au directeur descontributions compétent dans le courant de l’aprèsmididu dernier jour utile est, par conséquent, introduitedans les délais.» (Questions et Réponses, Sénat,2003-2004, n o 3-19, p. 1202).Deux jugements récents (Trib. Anvers, 28 octobre2005 et Trib. Liège, 17 novembre 2005 (reproduction),Fiscoloog, 2006, n o 1016, 10) divergent de ce point devue. Cette dernière décision judiciaire fait référence àla modification du texte français de l’article 371CIR 1992 apportée lors de la réforme de la procédureen 1999. Dans le cadre de la nouvelle procédure, letexte légal français comporte désormais également leterme «introduites» et non plus «présentées». Conformémentà l’article 52 du Code judiciaire, le tribunal deLiège a estimé que le délai se comptait de minuit àminuit. Sur la base de ce jugement, les réclamationspeuvent être valablement déposées dans la boîte auxlettres entre la fin des heures de bureau et minuit.1. Le ministre ajoute-t-il une condition à la loi enindiquant qu’à l’échéance, une réclamation doit être«présentée» pendant les heures de bureau?2. Estimez-vous que dans le cadre de l’impôt sur lesrevenus, les délais doivent se compter de minuit àminuit, conformément à l’article 52 du Code judiciaire,sauf si la loi fiscale déroge explicitement à cetterègle?3. Estimez-vous que le calcul du délai de réclamationdoit être identique que l’on se base sur le textelégal français ou néerlandais ou que le délai de réclamationdoit être un peu plus court pour les Flamandsque pour les francophones?4. À l’échéance, les réclamations sont-elles introduitesen temps voulu entre la fin des heures de bureauet minuit?DO 2007200803313 DO 2007200803313Vraag nr. 112 van mevrouw Ingrid Claes van 29 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Financiën en Institutionele Hervormingen:Procedure ambtshalve ontheffing. — Termijn. — Betekenisvan «ambtshalve» ontheffen.In praktijk komt het voor dat er te veel belastingenworden geevstigd in vergelijking met de gegevensQuestion n o 112 de M me Ingrid Claes du 29 avril 2008(N.) au vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles:Procédure de dégrèvement d’office. — Délais. —Signification de la notion de dégrèvement d’office.Il arrive dans la pratique que l’imposition soit tropélevée par rapport aux données dont dispose l’admi-KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3870 QRVA 52 0202 - 6 - 2008waarover de administratie beschikt. Zo wordentalrijke verminderingen (zoals voor personen ten laste,handicap, enzovoort) al eens over het hoofd gezien bijde inkohiering.Deze vergetelheden of misslagen strekken zich somsuit over verscheidene jaren.1. Bent u van mening dat de administratie de overbelastingambtshalve behoort vast te stellen?2. Wat betekent het «ambtshalve» optreden in artikel376, WIB 1992?3. Kan of moet de administratie steeds binnen dedrie jaar vanaf 1 januari van het aanslagjaar waartoede belasting behoort de overbelasting vaststellen aande hand van de gegevens waarover zij (steeds meerinformatorisch) beschikt?4. Volstaat het dat de administratie binnen de driejaar vanaf 1 januari van het jaar waarin de belasting isgevestigd, kennis heeft van het feit opdat zij ambtshalveonthefing verleent of vereist artikel 376,WIB 1992 dat de belastingschuldige dit steeds moetvragen?5. Deelt u de mening dat artikel 376, WIB 1992 nietvereist dat in dergelijk geval de belastingplichtige deadministratie binnen de drie jaar in kennis stelt vanaf1 januari van het jaar waarin de belasting is gevestigd,aangezien zij reeds de overbelasting binnen dezetermijn ambtshalve moest vaststellen aan de hand vande gegevens waarover zij tijdig beschikte?6. Kan de procedure van ambtshalve ontheffingonbeperkt in de tijd worden ingeroepen door de belastingschuldigewanneer hij het bewijs levert dat deadministratie beschikte over de gegevens en feiten, dieaanleiding geven tot de ontheffing, binnen de drie jaarvanaf 1 januari van het jaar waarin de belasting isgevestigd?nistration. Une série de réductions (personnes àcharge, handicap, etc.) ne sont ainsi parfois pas prisesen compte lors l’enrôlement.Ces oublis ou négligences portent parfois surplusieurs années.1. Estimez-vous qu’il appartient à l’administrationde constater d’office la surtaxe?2. Que signifie l’intervention «d’office» visée àl’article 376, CIR 1992?3. L’administration peut-elle ou doit-elle constater,systématiquement dans les trois ans à partir du 1 er janvierde l’exercice d’imposition auquel appartientl’impôt, la surtaxe sur la base des données (de plus enplus souvent informatisées) dont elle dispose?4. Suffit-il que l’administration ait connaissance dela situation dans les trois ans à partir du 1 er janvier del’exercice d’imposition auquel appartient l’impôt pouroctroyer le dégrèvement d’office, ou l’article 376,CIR 1992 exige-t-il que le contribuable demande systématiquementce dégrèvement?5. Estimez-vous que l’article 376, CIR 1992 n’exigepas que dans pareil cas, le contribuable informe l’administrationdans les trois ans à partir du 1 er janvier del’exercice d’imposition auquel appartient l’impôt,étant donné que l’administration devait déjà constaterla surtaxe d’office dans ce délai sur la base des donnéesdont elle disposait en temps opportun?6. La procédure de dégrèvement d’office peut-elleêtre invoquée dans un délai illimité par le contribuablelorsqu’il fournit la preuve que l’administration disposaitdes données et des faits qui justifient le dégrèvement,dans les trois ans à partir du 1 er janvier del’exercice d’imposition auquel appartient l’impôt?DO 2007200803314 DO 2007200803314Vraag nr. 113 van mevrouw Ingrid Claes van 29 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Financiën en Institutionele Hervormingen:Fase van bezwaar. — Onderzoekende aanslag- engeschillenambtenaren. — Inzage onderzoeks- enwerknota’s.In principe heeft iedere belastingplichtige toegangtot alle stukken van zijn aanslag- en (elektronisch)bezwaardossier, met inbegrip van de correspondentievan en met alle buitenlandse fiscale administraties, alsooktot de diverse schriftelijke adviezen, tenzij dezeonder één van de uitzonderingsgronden zouden vallenQuestion n o 113 de M me Ingrid Claes du 29 avril 2008(N.) au vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles:Phase de réclamation. — Fonctionnaires instructeurs,taxateurs et du contentieux. — Consultation desnotes de l’instruction et des notes de travail.En principe, tout contribuable a accès à toutes lespièces de son dossier de taxation et de réclamation(électronique), y compris à la correspondance émanantde toutes les administrations fiscales étrangères ouéchangées avec celles-ci, ainsi qu’aux divers avis écrits,à moins que ceux-ci ne relèvent d’un des motifsKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 38712 - 6 - 2008zoals bepaald in artikel 6 van de wet van 11 april 1994betreffende de openbaarheid van bestuur.Naar verluidt zouden persoonlijke werknota’snochtans niet aan de belastingplichtige «moeten»worden meegedeeld, om reden dat het meestal onafgewerktedocumenten betreft, die aanleiding kunnengeven tot misvattingen.In de praktijk gaat het merendeel van de onderzoekendeaanslag- en geschillenambtenaren zich echtervolledig achter die laatstgenoemde onderrichtingenverschuilen. Bijgevolg worden vele al dan niet tussentijdseen definitieve onderzoeks- en adviesnota’s ofwerkverslagen integraal als interne nota’s, als vertrouwelijkedocumenten en/of als persoonlijke werknota’sbeschouwd zodat die daardoor niet ter inzagezouden moeten worden voorgelegd.Evenwel heeft het nr. 374/33, zevende punt van deadministratieve commentaar op het WIB 1992 hetalleen over persoonlijke nota’s «zonder rechtstreeksverband met de betwisting».Ook het nr. 50 van de circulaire van 18 september2001 (nr. CI.RH.863/530 827) stelt enkel dat persoonlijkenota’s «zonder rechtstreeks verband met debetwisting» uit het dossier «mogen» worden weggelatenop grond van artikel 6, § 3, 1 o en 2 o van de voornoemdewet van 11 april 1994.Ter zake rijzen de volgende praktische en pertinentevragen in verband met deze eerder dubbelzinnige, tegenstrijdigeof ongerijmde administratieve interpretatiesof benaderingswijzen.1. Gaat het hier daadwerkelijk om een volstrekthiërarchisch verbod en/of «mogen» of «moeten» degeschillenambtenaren al die zogezegde interne, vertrouwelijkeen persoonlijke «werknota’s» en adviezentoch aan de belastingplichtigen meedelen:a) wanneer ze wel effectief betrekking hebben op defiscale betwistingen;d’exception comme il est prévu à l’article 6 de la loi du11 avril 1994 sur la publicité de l’administration.Il me revient que les notes de travail personnelles ne«doivent» toutefois pas être communiquées au contribuablepour le motif qu’il s’agit généralement de documentsinaboutis pouvant donner lieu à des interprétationserronées.En pratique, la majorité des fonctionnaires instructeurs,qu’ils soient taxateurs ou du contentieux, seretranche totalement derrière ces dernières instructions.Il en résulte que nombre de notes d’enquête etd’avis ou de rapports de travail intermédiaires ou définitifssont considérés intégralement comme des notesinternes, comme des documents confidentiels et/oucomme des notes de travail personnelles de sorte qu’ilsne devraient pas être présentés au contribuableconcerné afin de lui permettre de les consulter.Toutefois, le n o 374/33, septième point du commentaireadministratif du CIR 1992, parle seulement denotes personnelles «sans lien direct avec la contestation».De même, le point n o 50 de la circulaire du 18 septembre2001 (n o CI.RH.863/530 827) dispose seulementque les notes personnelles «sans lien direct avecla contestation» «peuvent» être retranchés du dossiersur la base de l’article 6, § 3, 1 o et 2 o de la loi précitéedu 11 avril 1994.En la matière se posent les questions pratiques etpertinentes suivantes pour ce qui regarde ces interprétationsou approches administratives plutôt ambiguës,voire contradictoires, voire même absurdes.1. S’agit-il en l’occurrence réellement d’une interdictiontout à fait hiérarchique et/ou les fonctionnairesdu contentieux «peuvent-ils» ou «doivent-ils» néanmoinscommuniquer aux contribuables tous ces avis et«notes de travail» prétendument internes, confidentielset personnels:a) s’ils ont effectivement trait à des contestationsfiscales;b) geen aanleiding kunnen geven tot misverstanden? b) s’ils ne peuvent donner lieu à des malentendus?2. Welk ander logisch, zinvol, praktisch en tijdsbesparendadministratief nut hebben die «persoonlijkewerknota’s» dan wel nog, als die zogezegd eigenlijkvan geen enkele betekenis zijn bij het onderzoek vande fiscale betwisting?3. Wanneer en op welke positieve en controleerbarewijze kunnen alle reclamanten met trefzekerheid inrechte en in feite weten en oordelen of er al dan nietsprake kan zijn van «eventuele» misvattingen en/ofvan louter persoonlijke notities zonder belang voor hetgeschil?2. Quelle autre utilité administrative, du point devue de la logique, du bon sens, de la pratique ou d’uneéconomie de temps, revêtent encore ces «notes detravail personnelles» si elles ne présentent, au fond,aucun intérêt dans le cadre de l’examen de la contestationfiscale?3. Quand et de quelle manière positive et contrôlabletous les réclamants peuvent-ils savoir — et juger —avec certitude, en droit et en fait, s’il peut y avoir ounon interprétations erronées «éventuelles» et/ouannotations purement personnelles dénuées d’intérêtpour le litige?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3872 QRVA 52 0202 - 6 - 20084. Kan er van de belastingplichtigen in fase vanbezwaar een onmogelijke en/of een negatief bewijsworden geëist, wetende dat zij van welbepaalde«persoonlijke werknota’s» die wel met de betwistingverband (moeten) houden geen kennis zouden kunnennemen?5. Kunnen de reclamanten, wanneer de belastingambtenarenhun weigering tot inzage van al diepersoonlijke werknota’s blijven handhaven, zichnaderhand in gerechtelijke fase beroepen op debeschikkingen van artikel 877 van het GerechtelijkWetboek?6. Kunt u mede in het kader van artikel 32 van deGecoördineerde Grondwet, het respect voor de rechtenvan de verdediging en het Europees recht op eeneerlijk proces, de beschikkingen van artikel 379,WIB 1992, nrs. 11, 22 en 23 van de omzendbriefnr. 573 in het Belgisch Staatsblad van 27 augustus2007, alle beginselen van behoorlijk bestuur en van deperformatente princpes van «beter taxeren» en dedeugdelijke en snelle werking van de administratievegeschillenfilter punt per punt uw algemene geactualiseerdeen klantvriendelijke zienswijze meegeven?4. Peut-il être exigé des contribuables, en phase deréclamation, une preuve impossible et/ou négative,sachant qu’ils ne pourraient prendre connaissance decertaines «notes de travail personnelles» qui ont bientrait — ou doivent avoir trait — à la contestation?5. Les réclamants peuvent-ils, si les fonctionnairesdu fisc persistent à leur refuser de consulter toutes cesnotes de travail personnelles, invoquer ensuite, dansune phase judiciaire, les dispositions de l’article 877 duCode judiciaire?6. Pourriez-vous, notamment dans le cadre de l’article32 de la Constitution coordonnée et compte tenude l’obligation de respecter les droits de la défense et ledroit européen à un procès équitable, compte tenuégalement des dispositions de l’article 379, CIR 1992,n os 11, 22 et 23 de la circulaire n o 573 parue au Moniteurbelge du 27 août 2007, ainsi que de tous les principesde bonne administration et des principes de«meilleure taxation» et enfin dans l’optique d’unfonctionnement opérant et rapide du filtre du contentieuxadministratif, faire part point par point de votreposition globale actualisée et conviviale envers lescontribuables?DO 2007200803315 DO 2007200803315Vraag nr. 114 van mevrouw Ingrid Claes van 29 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Financiën en Institutionele Hervormingen:Inkomstenbelastingen. — Banken en spaarinstellingen.— Spaaracties met wijnflessen.Door verschillende banken en spaarinstellingenworden er jaarlijks spaaracties en klantenavondengeorganiseerd waarbij nieuwe of speciale beleggingsproductenworden (her)aangekondigd.De zelfstandige agenten, kantoorhouders en verzekeraarsworden vanuit de hoofdzetels opgelegd diespaaracties en beleggingsformules zelf sterk mee tepromoten door het hanteren van de voorgeschrevenverkoopstechnieken.Een van die verplichte technieken bestaat erinpotentiële beleggers aan te trekken door middel vanhet aanbieden van flessen wijn.De gezamenlijke aanschaffing van die wijnen wordtgeorganiseerd door de hoofdzetels en de zelfstandigeagenten, die al dan niet in vennootschapsvorm uitba-Question n o 114 de M me Ingrid Claes du 29 avril 2008(N.) au vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles:Impôts sur les revenus. — Banques et établissementsd’épargne. — Actions d’épargne. — Bouteilles devin.Un certain nombre de banques et d’établissementsd’épargne organisent chaque année des actionsd’épargne et des soirées clients dans le cadre du lancementde nouveaux produits de placement ou deproduits de placement spéciaux.Les agents indépendants, les gérants d’agence et lesassureurs sont obligés par les responsables des siègesprincipaux à œuvrer activement à la promotion de cesactions d’épargne et formules de placement, en recourantaux techniques de vente prescrites.L’une de ces techniques consiste à attirer les investisseurspotentiels en leur offrant des bouteilles de vin.L’achat collectif de ces vins est organisé par lessièges centraux, et les agents indépendants, qu’ils sesoient constitués en société ou non, sont tenus de seKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 38732 - 6 - 2008ten, moeten die aankoopstrategie strikt opvolgen,doch de betaling van de aankoopfacturen moetrechtstreeks of onrechtstreeks door hen worden uitgevoerd.Die kantoorhouders kunnen met andere woordenniet vrij beslissen aan welke beleggers zij een fles wijnaanbieden. Alle criteria en ontvangstvoorwaarden(inleg van een spaartegoed) worden voorgeschrevendoor de financiële of verzekeringsinstelling.De belastingplichtigen zijn van mening dat de uitgavenmet betrekking tot die flessen wijn in werkelijkheidniet de aard hebben van een relatiegeschenk in dezin van de artikelen 53, 8 o of 53, 8 o bis van hetWetboek van de inkomstenbelastingen 1992, maardaarentegen wel een volledig aftrekbare beroepskostvormen in de zin van artikel 49 van hetzelfdeWetboek.De meningen onder de aanslag- en geschillenambtenarenbij de diverse ambtsgebieden zijn daaromtrentevenwel nog sterk verdeeld.Kan u uw algemeen bindend, rechtlijnig, nationaaleenvormig en gemotiveerd standpunt meedelen, ondermeer in het licht van de wettelijke beschikkingen vande artikelen 49; 53, 8 o ; 53, 8 o bis; 183 en 185 van hetWetboek van de inkomstenbelastingen 1992?soumettre à cette stratégie d’achat, alors que les fraisleur sont directement ou indirectement facturés.Cela signifie que les gérants d’agence ne peuvent pasdécider eux-mêmes à quelles personnes ils souhaitentoffrir une bouteille de vin. Tous les critères et conditions(apport d’une épargne) sont imposés par lesétablissements financiers et d’assurance.Les contribuables estiment que les dépenses afférentesà ces bouteilles de vin n’ont pas la nature decadeaux d’affaires au sens des articles 53, 8 o ou 53,8 o bis du Code des impôts sur les revenus 1992, maisconstituent par contre des frais professionnels intégralementdéductibles au sens de l’article 49 du mêmeCode.Les avis des agents taxateurs et du contentieux desdifférentes circonscriptions administratives sont toutefoistrès partagés.Pourriez-vous me faire connaître votre point de vuecontraignant, applicable sur l’ensemble du territoire etmotivé, notamment à la lumière des dispositions desarticles 49; 53, 8 o ; 53, 8 o bis; 183 et 185 du Code desimpôts sur les revenus 1992?DO 2007200803316 DO 2007200803316Vraag nr. 115 van mevrouw Ingrid Claes van 29 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Financiën en Institutionele Hervormingen:Herkwalificatie van individuele pensioentoezeggingen(IPT) tot beleggingsproducten.Door zeer vele rechtspersonen werden in het verledenin het voordeel van hun bedrijfsleiders en topkaderleden«groepsverzekeringen» (thans «individuelepensioentoezeggingen» of IPT) van het stelsel vastelast afgesloten met de volgende algemene waarborgenen kenmerken.Kapitaal bij overlijden: de waarde van de opgebouwdespaarreserves.Kapitaal bij leven: de totale spaarreserve.Door sommige taxatieambtenaren wordt dergelijkeIPT-formule voortaan geherkwalificeerd tot een«beleggingsproduct» en worden de jaarlijks betaaldepremies (taksen en kosten inbegrepen) in hun totaliteitniet meer aangemerkt als aftrekbare premies in de zinvan de artikelen 49, 52-3 o , 59 en 195 van het Wetboekvan de inkomstenbelastingen 1992, niettegenstaandede 80%-regel meestal wel nauwgezet werd nageleefd.Question n o 115 de M me Ingrid Claes du 29 avril 2008(N.) au vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles:Requalification d’engagements individuels de pension(EIP) en produits de placement.De très nombreuses personnes morales ont conclupar le passé des «assurances-groupe» (dites aujourd’hui«engagements individuels de pension») enfaveur de leurs cadres dirigeants et supérieurs, dans lerégime des charges fixes assorti des garanties et caractéristiquesgénérales suivantes.Capital en cas de décès: la valeur des réservesd’épargne constituées.Capital en cas de vie: le montant total de l’épargne.Certains fonctionnaires taxateurs requalifient dorénavantcette formule EIP en «produit de placement» etl’ensemble des primes versées annuellement (taxes etfrais inclus) ne sont plus considérées comme desprimes déductibles au sens des articles 49, 52-3 o , 59 et195 du Code des impôts sur les revenus 1992, bien quela règle des 80% soit en général scrupuleusementrespectée.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3874 QRVA 52 0202 - 6 - 2008Ingevolge die nieuwe taxatietendens worden degeboekte premies van nu af aan integraal beschouwd,ofwel als reservebestanddeel in de zin van artikel 24,eerste lid, 4 o en artikel 361, WIB 1992, ofwel jaarlijksals een verworpen uitgave (zie gecodeerde rubriekennrs. 031 en 042 van het aangifteformulier) omdat hetverzekeringstechnisch niet om een kanscontract zougaan en/of om louter «spaarreserves» zou gaan.1. Wat is nu eigenlijk voortaan het juiste taxatie- ofvrijstellingsregime inzake vennootschapsbelasting vandie individuele pensioentoezeggingsverzekeringspremiesmet voornoemde algemene waarborg- en spaarkenmerken,in wezen bestemd voor de opbouw vaneen extra wettelijk pensioen?2. Hoe moet, ter vermijding van willekeurige ennietige belastingaanslagen, door de verantwoordelijkeaanslagambtenaar desgevallend het belastbare bedragaan reservebestanddeel en/of aan verworpen uitgavenprecies geheel of gedeeltelijk jaarlijks op balansdatumactuarieel worden becijferd, rekening houdende metwinstdeelnames en in de wetenschap dat de verzekeringstaksenen de dossierkosten noch fiscaal, noch opverzekeringsvlak als spaarreserves recupereerbaarzijn?3. Welk belastingregime inzake vennootschapsbelastingondergaat in al dergelijke gevallen, alsook voorde berekening van de 80%-grens, zowel het bedragaan levensverzekeringstaks als het bedrag aan gebeurlijkedossierkosten dat in de betaalde verzekeringspremiesvervat zit?4. Kunt u mede in het kader van alle beginselen vanbehoorlijk bestuur, het Charter van 22 juni 2007 vooreen klantvriendelijke overheid en van de algemenerichtlijnen tot «beter taxeren» ter zake dringend nationaalgeldende onderrichtingen uitvaardigen met hetoog op een volledige gelijkberechtiging van alle belastingplichtigendie in eenzelfde IPT-verzekeringssituatieverkeren?Étant donné cette nouvelle tendance en matière detaxation, les primes émises sont désormais considéréesdans leur intégralité, soit à titre d’élément de réserveconformément à l’article 24, premier alinéa, 4 o et àl’article 361, CIR 1992, soit annuellement à titre dedépense non admise (voir rubriques codées n os 031 et042 du formulaire de déclaration) parce que, au regarddes techniques d’assurances, il ne s’agit ni d’un contrataléatoire ni de pures «réserves d’épargne».1. Dans le cadre de l’impôt des sociétés, quel régimede taxation ou d’exonération doit dorénavant êtreappliqué à ces primes d’assurance d’engagments individuelsde pension assortis des garanties et caractéristiquesgénérales susdites, destinées en réalité à la constitutiond’un régime de pension extralégal?2. Pour éviter toute imposition arbitraire et nulle,comment l’agent taxateur responsable doit-il le caséchéant arrêter exactement le montant actuariel imposableà titre d’élément de réserve et/ou de dépense nonadmise, sur base annuelle en tout ou en partie, à ladate de clôture bilantaire, compte tenu des participationsbénéficiaires et étant entendu que les taxesd’assurances et les frais de dossier ne sont pas récupérablesà titre de réserves de l’épargne, ni au plan fiscal,ni en matière d’assurances?3. Dans tous ces cas, concernant l’impôt des sociétés,quel régime fiscal est appliqué, également pour lecalcul du plafond des 80%, au montant de la primed’assurance-vie et au montant de frais de dossier éventuelscompris dans les primes d’assurances versées?4. Dans le cadre notamment de l’ensemble des principesde bonne administration, de la Charte du 22 juin2007 pour une administration à l’écoute des usagers etdes directives générales pour une «meilleure taxation»,pouvez-vous édicter d’urgence des instructionsapplicables à l’échelon national en vue d’aligner entièrementles droits de tous les contribuables qui bénéficientd’une assurance EIP?DO 2007200803319 DO 2007200803319Vraag nr. 118 van mevrouw Ingrid Claes van 29 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Financiën en Institutionele Hervormingen:Schuldsaldoverzekering. — Belasting fictieve rente. —Werkelijke verkrijger.In de circulaire van 14 februari 2007 [nr. Ci.R.H.241/580 919 (AFER 6/2007)], sluit de administratiezich aan bij de jurisprudentie zodat het gedeelte van dekapitalen dat wordt vereffend ter uitvoering van individuelelevensverzekeringscontracten of pensioen-Question n o 118 de M me Ingrid Claes du 29 avril 2008(N.) au vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles:Assurance solde restant dû. — Taxation de la rentefictive. — Bénéficiaire réel.Dans la circulaire du 14 février 2007 (n o Ci.R.H.241/580 919 (AOIF 6/2007), l’administration se rallie àla jurisprudence, estimant que la partie des capitauxliquidés en exécution de contrats d’assurance-vie individuelleou de contrats d’assurance d’épargne-pensionKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 38752 - 6 - 2008spaarverzekeringscontracten waarvan de premies bijde verzekeringsnemer tot enigerlei belastingaftrek ofbelastingvermindering aanleiding hebben gegeven endat dient voor het wedersamenstellen of het waarborgenvan een hypothecaire lening die voor een woningwerd aangegaan, niet langer belastbaar is bij de in hetcontract vermelde begunstigde die naar aanleiding vandie vereffening geen enkel rechtstreeks of onrechtstreeksvoordeel heeft verkregen.Vanaf aanslagjaar 2006 lijkt mij de administratienog steeds op basis van de (gewijzigde) begunstigingclausulewat de aftrek van de premie betreft (artikel145, 4, 2 o , b, en 145 9, eerste lid, 2 o , b, WIB 1992),af te leiden dat als belastingschuldige van de fictieverente dient te worden aangemerkt diegenen die ingevolgehet overlijden van de verzekerde de volle eigendomof het vruchtgebruik van die woning verwerven.In de administratieve beslissing van 16 maart 1999,nr. EE/97086 neemt de administratie van het Kadaster,de Registratie en de Domeinen (AKRED) het standpuntin dat door de inpandgeving van de verzekeringspolishet recht van de begunstigde werd aangetast enhij geen recht van verhaal heeft ten opzichte van denalatenschap van de verzekeringsnemer. Als dusdanigwordt de begunstigde in de successierechten ten belopevan het saldo belast en wordt de schuld niet opgenomenin het passief van de nalatenschap.1. Dient er in rechte een onderscheid gemaakt teworden tussen de verwerving «ingevolge» dan wel«door» het overlijden, van een woning?2. Bent u van mening dat de personen die het voordeelgenieten dat na het overlijden van de verzekeringsnemer/verzekerdegeen schuld meer moet wordenafgelost steeds dezelfde personen zijn die burgerrechtelijkingevolge het overlijden van de verzekerde de volleeigendom of het vruchtgebruik van die woning verwerven,of zijn dit niet steeds dezelfde personen?3. Bent u van mening dat als het steeds dezelfdepersonen zijn, de aandelen van de genieters van het«voordeel» ingevolge de schuldsaldoverzekering altijdgelijk zijn aan de aandelen die zij burgerrechtelijk verwervenin volle of blote eigendom of in vruchtgebruikvan de woning?4. Maakt het een verschil dat de levensverzekeringin pand wordt gegeven of overgedragen ten titel vanzekerheid?5. Bent u van mening dat voorgaande vier vragenop dezelfde wijze dienen beantwoord te wordeninzake successierechten als inzake personenbelasting?6. Bent u van mening dat als de woning vóór hetoverlijden werd vervreemd, er geen personen zijn diequi sert à la reconstitution d’un emprunt hypothécairecontracté pour une habitation et dont les primes ontdonné lieu, dans le chef du preneur d’assurance, à unequelconque déduction fiscale ou réduction d’impôt,n’est plus imposable dans le chef du bénéficiairementionné dans le contrat lorsque celui-ci n’a obtenudirectement ou indirectement aucun avantage à la suitede cette liquidation.À partir de l’exercice fiscal 2006, il semblerait quel’administration, sur la base de la clause bénéficiaire(modifiée) relative à la déduction de la prime (article145, 4, 2 o , b, et 145, 9, 1 er alinéa, 2 o , b, CIR 1992),considère toujours comme redevables de la rentefictive les personnes qui, à la suite du décès de l’assuré,acquièrent la pleine propriété ou l’usufruit de cettehabitation.Dans la décision administratieve du 16 mars 1999,n o EE/97086, l’administration du Cadastre, del’Enregistrement et des Domaines (ACED) estime que,à la suite de la mise en gage de la police d’assurance, ilest porté atteinte au droit du bénéficiaire, celui-ci nedisposant dès lors pas d’un droit de répétition à l’égardde la succession du preneur d’assurance. Le bénéficiairesera ainsi taxé, sur le plan des droits de succession,à concurrence du solde et la dette ne sera pasreprise au passif de la succession.1. Convient-il, en droit, d’établir une distinctionentre l’acquisition d’une habitation «à la suite dudécès» et l’acquisition «du fait du décès»?2. Estimez-vous que les personnes bénéficiant del’avantage d’être dispensées du remboursement de ladette après le décès du preneur d’assurance/assuré sontinvariablement les mêmes personnes qui, civilement,acquièrent, à la suite du décès de l’assuré, la pleinepropriété ou l’usufruit de l’habitation en question, ouces personnes ne sont-elles pas toujours les mêmes?3. Dans l’hypothèse où il s’agit toujours des mêmespersones, estimez-vous que les parts des bénéficiairesde «l’avantage» découlant de l’assurance solde restantdû sont toujours identiques aux parts qu’elles acquièrentsur le plan civil en pleine ou en nue-propriété ouen usufruit de l’habitation?4. Y a-t-il lieu d’établir une distinction selon quel’assurance-vie fait l’objet d’une mise en gage ou d’untransfert à titre de garantie?5. Les réponses apportées aux quatre questionsdans le domaine des droits de succession sont-elleségalement valables pour l’impôt des personnes physiques?6. Estimez-vous que, dans l’hypothèse oùl’habitation a fait l’objet d’une aliénation avant leKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3876 QRVA 52 0202 - 6 - 2008ingevolge het overlijden van de verzekerde de volleeigendom of het vruchtgebruik van die woning verwervenen dat:a) bijgevolg niemand kan belast worden op defictieve rente;décès, personne n’acquiert la pleine propriété oul’usufruit de cette habitation à la suite du décès et que:a) personne ne peut dès lors être taxé sur la rentefictive;b) bijgevolg er toch iemand zich verrijkt? b) quelqu’un s’est tout de même enrichi?c) Volgens welke wetsbepaling zijn deze laatstenbelastingplichtig?7. Gelet op de onrechtvaardige taxaties die in hetverleden hebben plaatsgevonden in de personenbelasting,wat zou de budgettaire kostprijs zijn om defictieve rente in de personenbelasting niet langer tebelasten in hoofde van de werkelijke verkrijgers, metdien verstande dat de reductie van 11% op het verzekerdekapitaal inzake successierechten (Adm. Beslissing31 december 1970 en 8 januari 1988, nr. EE/81609en EE/E.L.961) eveneens vervalt?c) sur la base de quelle disposition légale la personnes’étant enrichie est-elle soumise à l’impôt?7. Eu égard aux taxations inéquitables opéréesprécédemment dans le cadre de l’impôt des personnesphysiques, quel serait le coût budgétaire lié à lasuppression de la taxation de la rente fictive dans lechef des bénéficiaires réels, dans le cadre de l’impôtdes personnes physiques, étant entendu que la réductionde 11% sur le capital assuré en matière de droitsde succession (Décisions administratives du 31 décembre1970 et du 8 janvier 1988, n os EE/81609 et EE/E.L.961) serait également supprimée.DO 2007200803320 DO 2007200803320Vraag nr. 119 van mevrouw Ingrid Claes van 29 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Financiën en Institutionele Hervormingen:Vruchtgebruikconstructies. — Gronden en gebouwen.— Fiscale waardebepaling. — Ramings- en waarderingsmethodes.— Vennootschapsbelasting. —Taxatieregime bij overwaardering.Het aanwenden van vruchtgebruikconstructies is bijtal van vennootschappen inmiddels een courante praktijkgeworden.Evenwel is de fiscale behandeling van de rechtsfiguur«vruchtgebruik» door de belastingadministratiesblijkbaar nog steeds niet op een afdoende wijzebecommentarieerd geworden, waardoor het aantalbetwistingen inzake de waardebepaling en inzake hettaxatieregime legio is en blijft.Ten einde met kennis van zaken alle lopende discussiesover het ganse grondgebied op een rechtlijnigewijze snel te kunnen afhandelen en het aantalbezwaarschriften drastisch te kunnen beperken,wensen de rechtzoekende burgers dringend een algemeenantwoord op de volgende praktijkvragen.1.a) Op welke wettelijke en objectieve wijze moetinzake inkomstenbelastingen bij vennootschappende waardering van de aankoop van een «vruchtgebruik»zowel met betrekking tot gronden als totgebouwen voortaan geschieden?Question n o 119 de M me Ingrid Claes du 29 avril 2008(N.) au vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles:Constructions basées sur l’usufruit. — Terrains etbâtiments. — Valorisation fiscale. — Méthodesd’estimation. — Impôt des sociétés. — Régime detaxation en cas de surévaluation.Le recours à des constructions basées sur l’usufruitest devenu monnaie courante dans de nombreusessociétés.Cependant, le traitement fiscal par les administrationsde la figure juridique qu’est l’usufruit n’ayantmanifestement pas encore fait l’objet de commentairessuffisamment probants, le nombre de litiges portantsur des valorisations ainsi que sur le régime de taxationreste très élevé.Les justiciables souhaitent obtenir dans les meilleursdélais une réponse d’ordre général aux questions pratiquessuivantes dans le but de pouvoir clôturer rapidement,linéairement et en connaissance de cause toutesles discussions en cours sur l’ensemble du territoire etde limiter radicalement le volume des réclamations.1.a) En ce qui concerne l’impôt sur les revenus,comment devra-t-on désormais estimer, dans lessociétés, la valeur de l’acquisition d’un «usufruit»,en ce qui concerne des terrains ou des bâtiments,tout en respectant les principes de légalité etd’objectivité?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 38772 - 6 - 2008b) Mogen of moeten de taxatie- en geschillenambtenarenzich hierbij beroepen op de waarderingsmethodesgehanteerd in het Burgerlijk Wetboek, zichlaten inspireren door de formules toegepast inzakesuccessie- of registratierechten waarbij het adviesvan de experts van de AKRED (administratie vanhet Kadaster, de Registratie en de Domeinen) dientte worden ingewonnen of moeten zij veeleer eenvolledige eigen (economische) waarderings-,ramings- en actualiseringsmethode aanwenden metaparte onbetwistbare of vaste parameters zoalsonder meer een correcte en nationaal geldendemarktrente?2. Hoe, wanneer, bij welke belastingplichtige(n) entegen welke al dan niet bijzondere of afzonderlijkeaanslagtarief moet een «overwaardering» van hetvruchtgebruik worden belast inzake personenbelastingen/of inzake vennootschapsbelasting (voordeel vanalle aard, liberaliteit, abnormaal of goedgunstig voordeel,andere verworpen uitgaven of niet verantwoordekosten en bedragen) dit zowel met betrekking tot«gebouwde» als tot «ongebouwde» onroerende goederen?3. Kunt u, mede met het oog op een vlotte en uniformeafhandeling van alle hangende belastingprocedures,punt per punt uw huidige algemene zienswijzemeedelen zowel in het licht van de thans vigerendebelastingwetgeving als in het kader van de administratieveprincipes van «beter taxeren», het Chartervan 22 juni 2006 voor een klantvriendelijke overheiden van de nrs. 24 en 25 van de omzendbrief nr. 573 metbetrekking tot het deontologisch kader voor de federaleambtenaren (zie: Belgisch Staatsblad van 27augustus 2007)?b) Les fonctionnaires taxateurs et du contentieuxpeuvent-ils ou doivent-ils se fonder à cet égard surles méthodes d’estimation prévues par le Codecivil, ou s’inspirer des formules appliquées auniveau des droits de succession ou d’enregistrement,l’avis des experts de l’ACED (Administrationdu cadastre, de l’enregistrement et des domaines)étant dès lors requis, ou doivent-ils plutôtrecourir à leur propre méthode (économique)d’estimation et d’actualisation comprenant desparamètres distincts incontestables ou fixes telsqu’un taux du marché correct et valable au niveaunational?2. Comment, quand, pour quel(s) contribuable(s) età quel taux d’imposition particulier ou distinct la «surévaluation» de l’usufruit est-elle taxée en matièred’impôt des personnes physiques et/ou des sociétés(avantage de toute nature, libéralité, avantage anormalou bénévole et autres dépenses rejetées ou montants etdépenses non justifiés), qu’il s’agisse d’immeublesbâtis ou non bâtis?3. Dans le but de régler uniformément et avec céléritél’ensemble des procédures d’imposition pendantes,pouvez-vous me faire part, point par point, de vosconceptions actuelles générales, à la lumière de lalégislation fiscale en vigueur comme dans le cadre desprincipes administratifs de « meilleure taxation», dela Charte du 22 juin 2006 pour une administration àl’écoute des contribuables et des numéros 24 et 25 de lacirculaire n o 573 relative au cadre déontologique desagents de la fonction publique administrative fédérale(cf. Moniteur belge du 27 août 2007)?DO 2007200803322 DO 2007200803322Vraag nr. 121 van mevrouw Ingrid Claes van 29 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Financiën en Institutionele Hervormingen:Behandeling van bezwaarschriften en rechtszaken. —Raadpleging en taak van de taxatieambtenaren. —Workflow geschillen.Luidens interne instructies daterend van 12 augustus1998, 26 juni 2001 en 11 september 2001 zouden bij hetonderzoek van bezwaarschriften inzake directe belastingende onderzoekende geschillenambtenaren deeerder tussengekomen taxatieambtenaren en/of hundienstchefs blijkbaar steeds moeten raadplegen.Mede naar aanleiding van de geleidelijke invoeringvan het elektronisch systeem «Workflow» en zowel inhet licht van de bepalingen van artikel 379, WIB 1992Question n o 121 de M me Ingrid Claes du 29 avril 2008(N.) au vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles:Traitement des réclamations et actions en justice. —Consultation et rôle des agents taxateurs. — WorkflowContentieux.Aux termes d’instructions internes du 12 août 1998,du 26 juin 2001 et du 11 septembre 2001, les agents ducontentieux chargés de l’examen de réclamations enmatière d’impôts directs devraient toujours consulterles agents taxateurs initialement en charge du dossieret/ou leurs chefs de service.Dans le cadre de la mise en place progressive dusystème électronique «Workflow» et à la lumière desdispositions de l’article 379, CIR 1992 ainsi que desKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3878 QRVA 52 0202 - 6 - 2008als in het kader van de rechtsbeginselen inzake«onpartijdigheid» rijzen op heden de volgende algemenevragen.1.a) Zijn voornoemde interne instructies nog steeds vantoepassing bij de administratie van de Ondernemings-en Inkomensfiscaliteit (AOIF) en bij de BijzondereBelastinginspectie (BBI)?b) Zo neen, welke aanpassingen werden hieraan ondertussenreeds aangebracht?2. Werd die blijkbaar voorgeschreven handelwijzeinmiddels al volledig geïncorporeerd in het project vande Workflow?3.a) Kunnen de bezwaarindieners van die raadplegingsnota’sen van de advies- of antwoordnota’s van detaxatieambtenaar volledig inzage en kopie nemen?principes de droit relatifs au devoir d’impartialité, lesquestions suivantes d’ordre général se posent.1.a) Les instructions internes susvisées sont-ellestoujours d’application au sein de l’Administrationde la fiscalité des entreprises et des revenus (AFER)et de l’Inspection spéciale des impôts (ISI)?b) Dans la négative, quelles modifications ont étéapportées à ces instructions dans l’intervalle?2. La procédure telle que prescrite a-t-elle dansl’intervalle été entièrement intégrée au projet relatif auWorkflow?3.a) Les réclamants ont-ils accès à l’ensemble de cesnotes de consultation et des notes d’avis ou deréponse de l’agent taxateur et peuvent-ils en fairecopie?b) Zo neen, waarom niet? b) Dans la négative, pourquoi?4. Hebben bedoelde interne instructies nog wel eenpraktisch en een juridisch nut wetende dat, medeonder andere gelet op artikel 379, WIB 1992, de verantwoordelijke«taxatie- of aanslagambtenaren» naarverluidt voortaan altijd zelf hun eigen geschillen volledigmoeten behandelen?5.a) Op wiens persoonlijke naam wordt zowel bij eenControlecentrum als bij de klassieke belastingdienstenen bij de BBI een bezwaarschrift en eenrechtszaak in het systeem van de WorkflowGeschillen ingebracht? Op naam van de onderzoekendetaxatieambtenaar of zijn verantwoordelijkedienstleider of op naam van een geschillenambtenaar?b) Welke verantwoordelijke ambtenaar of directielidkan de reclamant steeds contacteren?6. Wie moet in geval van een rechtszaak voortaande antwoordconclusies opstellen en de betwistingvolledig persoonlijk pleiten voor de rechtbanken vaneerste aanleg: de dienstleider van onderzoekende taxatieambtenaar,de taxatiemabtenaar zelf of de geschillenambtenaar?In de praktijk wordt helaas bij voortdurendheidvastgesteld dat hieromtrent nog steeds geen uniformehandelwijze wordt toegepast. In het kader van eenbehoorlijke rechtsbedeling is een gelijke werkwijze opalle diensten immers nationaal sterk nodig.7. Is de circulaire van 1 maart 2002, nr. Ci.RH.863/547 570 (Bulletin der belastingen, nr. 825, blz. 1230-1245) en de circulaire van 29 juli 2002, nr. Ci.RH.81/4. Les instructions internes susvisées ont-elle encoreune utilité pratique et juridique, dès lors que les agentstaxateurs seraient dorénavant tenus, eu égard notammentà l’article 379, CIR 1992, de traiter eux-mêmestoutes les phases des dossiers de contentieux dont ilssont chargés?5.a) Sous le nom de quelle personne une réclamation ouune action en justice sont-elles introduites dans lesystème du Workflow Contentieux, aussi bien auniveau d’un centre de contrôle qu’au sein desadministrations fiscales classiques et de l’ISI: sousle nom de l’agent taxateur chargé de l’examen dudossier, voire du chef de service responsable ousous le nom de l’agent du contentieux?b) Quel fonctionnaire responsable ou quel membrede la direction le réclamant peut-il toujourscontacter?6. Dans le cadre d’une action en justice, à quiappartient-il dorénavant de rédiger les conclusions enréponse et d’assurer en personne l’ensemble des plaidoiriesrelatives à la contestation devant les tribunauxde première instance: au chef de service de l’agenttaxateur en charge du dossier, à l’agent taxateur luimêmeou à l’agent du contentieux?Dans la pratique, force est de constater qu’aucuneprocédure uniforme n’est appliquée en la matière. Envue d’une bonne administration de la justice, ilfaudrait absolument que la même procédure soit miseen œuvre par tous les services du pays.7. Les circulaires du 1 er mars 2002, n o Ci.RH.863/547 570 (Bulletin des Contributions, n o 825, p. 1230-1245) et du 29 juillet 2002, n o Ci.RH.81/548 628KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 38792 - 6 - 2008548 628 (Bulletin der belastingen, nr. 830, blz. 2650-2656) nog steeds integraal van toepassing?8. Kunt u punt per punt ter zake de nodige algemeneverduidelijkingen en actualiseringen meedelenen alle betrokken lokale managers hieromtrent gevoeligsensibiliseren zodat voortaan over te lande op eenvolledig «identieke» wijze correct wordt gehandeld?(Bulletin des Contributions, n o 830, p. 2650-2656)sont-elles toujours intégralement d’application?8. Pourriez-vous, point par point, communiquer lesprécisions et actualisations générales nécessaires en lamatière et sensibiliser les managers locaux à ce sujetafin qu’une procédure correcte soit suivie de manièreidentique dans l’ensemble du pays?DO 2007200803323 DO 2007200803323Vraag nr. 122 van mevrouw Ingrid Claes van 29 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Financiën en Institutionele Hervormingen:Inbreng van afschrijfbare investeringsgoederen vanuiteen privaat patrimonium naar een nieuwe eenmanszaak.— Fiscale stimulansen en fiscaal regime inzakebtw en inzake directe belastingen.De overheden en de diverse beroepsverenigingensporen de loontrekkers aan om zich als zelfstandige inhoofdberoep of in bijberoep te gaan vestigen.In de praktijk rijzen daarbij echter veelal de onderstaandealgemene vragen met betrekking tot de fiscalestimulansen en het fiscale regime van de in eeneenmanszaak ingebrachte en voortaan beroepsmatigaangewende investeringen van roerende activa encomputermaterialen (soft- en hardware).1. Inzake btw: 1. En matière de TVA:a) Op grond van welke wettelijke of reglementairebepalingen, in welke gedeeltelijke mate, op welkewijze en binnen welke herzieningsperiodes kunnendie nieuwe btw-belastingplichtigen de btw op deuit hun voorheen privaat patrimonium ingebrachteroerende investeringsgoederen wettelijk toch nogworden gerecupereerd en terugbetaald?b) Tot al welke btw-instanties of ombudsdienstenkunnen zij zich hiervoor rechtstreeks wenden enwelke formaliteiten dienen zij hiervoor binnen eenof andere welbepaalde wettelijke termijn schriftelijkte vervullen?c) In welke gecodeerde rubrieken of vakken van deperiodieke btw-kwartaalaangiften kunnen dierecupereerbare en terugbetaalbare btw-bedragendesnoods rechtstreeks manueel of elektronisch via«Intervat» worden ogenomen?d) Welk boekhoudkundig verantwoordingsstuk moet— naast de bestaande private aankoopfacturen —zowel ter gelegenheid van die inbreng vanuit hetprivate vermogen als ter gelegenheid van het indienenvan de periodieke btw-kwartaalaangifteneventueel worden opgesteld en/of voorgelegd?Question n o 122 de M me Ingrid Claes du 29 avril 2008(N.) au vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles:Apport de biens d’investissement amortissables d’unpatrimoine privé à une nouvelle société d’unepersonne. — Incitants fiscaux et régime fiscal enmatière de TVA et de contributions directes.Les pouvoirs publics et les différentes organisationsprofessionnelles incitent les salariés à s’établir commeindépendant à titre principal ou complémentaire.Dans la pratique toutefois se posent souvent lesquestions générales suivantes concernant les incitantsfiscaux et le régime fiscal des investissements en actifsmobiliers et en matériel informatique (logiciels etmatériel) apportés à une société d’une personne etdorénavant utilisés à titre professionnel.a) En vertu de quelles dipositions légales ou réglementaires,dans quelle mesure, de quelle manièreet dans le cadre de quelles périodes de révision cesnouveaux assujettis à la TVA peuvent-ils encoreobtenir légalement la récupération et le remboursementde la TVA sur les biens d’investissementmobiliers apportés et appartenant auparavant àleur patrimoine privé?b) À quels services de la TVA ou de médiationpeuvent-ils directement s’adresser à cet effet etquelles formalités écrites doivent-ils remplir dansun délai légal précis?c) Dans quelles rubriques ou cases codées de la déclarationtrimestrielle à la TVA ces montants de TVArécupérables et remboursables peuvent-ils le caséchéant être directement inscrits, manuellement oupar voie électronique via «Intervat»?d) Outre les factures d’achat privées existantes, quellepièce comptable justificative doit le cas échéantêtre établie et/ou présentée tant lors de l’apport àpartir du patrimoine privé que lors del’introduction des déclarations trimestrielles à laTVA?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3880 QRVA 52 0202 - 6 - 20082. Inzake personenbelasting: 2. En matière d’impôt des personnes physiques:a) Op welke al dan niet herleide aanschaffings- ofbeleggingswaarden kunnen die vanuit het privaatpatrimonium ingebrachte investeringsgoederen encomputermaterialen en de verhoudingswijzedaarop betrekking hebbende niet-recupereerbareof niet-aftrekbare btw uit belastingoogpuntworden afgeschreven in die nieuwe eenmanszaak?b) Welk boekhoudkundig en fiscaal verantwoordingsstukmoet er zowel ter gelegenheid van dieinbreng vanuit het private vermogen als ter gelegenheidvan het indienen van de jaarlijkse aangiftenr. 276 in de personenbelasting eventueel wordenopgesteld en toegevoegd?3. Kunt u punt per punt uw huidige klantvriendelijkeziens- en handelwijze meedelen in het licht van dewettelijke en reglementaire bepalingen van het btw-Wetboek en van het Wetboek van de inkomstenbelastingen1992?a) À quelles valeurs d’acquisition ou d’investissementces biens d’investissement et ce matériel informatiqueapportés du patrimoine privé et la TVÀ nonrécupérableou non-déductible y ayant proportionnellementtrait peuvent-ils d’un point de vue fiscalêtre amortis dans cette nouvelle société d’unepersonne?b) Quelle pièce comptable et fiscale justificative doitle cas échéant être établie et produite tant lors del’apport à partir du patrimoine privé que lors del’introduction de la déclaration annuelle n o 276 àl’impôt des personnes physiques?3. Pouvez-vous faire part, point par point, desméthode et conceptions générales respectueuses desintérêts de la clientèle qui sont les vôtres actuellement,à la lumière des dispositions légales et réglementairesdu Code de la TVA et du Code des impôts sur les revenus1992?DO 2007200803325 DO 2007200803325Vraag nr. 124 van mevrouw Ingrid Claes van 29 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Financiën en Institutionele Hervormingen:«Workflow Geschillen» bij de AOIF en bij de BBI. —Federale ombudsman. — Fiscale bemiddelaar.Wanneer een fiscaal bezwaarschrift of een verzoekschriftniet binnen een redelijke termijn wordt opgelostof wanneer er ernstige spanningen met de taxatie- engeschillenambtenaren blijven bestaan, kunnen dereclamanten zich in bepaalde gevallen ook nogwenden tot de federale ombudsman en/of tot de fiscalebemiddelaar.Sinds enige tijd is echter het elektronisch systeemvan de «Workflow Geschillen» praktisch in voegegetreden bij de administratie van de Ondernemings- enInkomensfiscaliteit (AOIF) en bij de Bijzondere Belastinginspectie(BBI).1.a) Zijn de twee voornoemde stappen van de bezwaarenbemiddelingsprocedure eveneens opgenomen inhet systeem van de «Workflow Geschillen»?Question n o 124 de M me Ingrid Claes du 29 avril 2008(N.) au vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles:«Workflow contentieux» auprès de l’AFER et de l’ISI.— Médiateur fédéral. — Médiateur fiscal.Si une réclamation fiscale ou une requête ne trouventpas de solution dans un délai raisonnable, oulorsque de sérieuses tensions avec les fonctionnairestaxateurs et du contentieux subsistent, les réclamantsont encore la possibilité dans certains cas de s’adresserau médiateur fédéral et/ou au médiateur fiscal.Or, depuis quelque temps le système électronique du«Workflow contentieux» est quasiment opérationnelau sein de l’Administration de la fiscalité des entrepriseset des revenus (AFER) et de l’Inspection spécialedes impôts (ISI).1.a) Les deux étapes précitées de la procédure de réclamationet de médiation ont-elles également étéintégrées dans le système du «Workflow contentieux»?b) Zo neen, waarom (nog) niet? b) Dans la négative, pourquoi?2.a) Kan of zal zowel de federale ombudsman als defiscale bemiddelaar onbeperkt toegang krijgen totiedere administratieve stap van het automatischgeschillenbeheer?2.a) Le médiateur fédéral et le médiateur fiscal disposeront-ilsd’un accès illimité à chaque étape administrativede la gestion automatique du contentieux?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 38812 - 6 - 2008b) Zo neen, waarom niet? b) Dans la négative, pourquoi?DO 2007200803329 DO 2007200803329Vraag nr. 127 van mevrouw Ingrid Claes van 29 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Financiën en Institutionele Hervormingen:Inkomstenbelastingen. — Aandelen op naam. — Verlaagdtarief roerende voorheffing.Artikel 269, derde lid WIB 1992 voorziet in een verlagingvan het tarief van de roerende voorheffing (15 inplaats van 25%) voor aandelen op naam.1. Kan u meedelen of de uitgifte van de gedematerialiseerdeeffecten of aandelen op naam ook aanleidingkan zijn tot de toepassing van dit verlaagd tariefvanaf de omzetting van de aandelen aan toonder?2. Als het verlaagd tarief volgens de minister nietvan toepassing zou zijn, hoe kan deze ongelijke behandelingtussen de diverse effecten, die immers alle nietaan toonder luiden, woren verantwoord?Question n o 127 de M me Ingrid Claes du 29 avril 2008(N.) au vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles:Impôts sur les revenus. — Actions nominatives. —Taux réduit du précompte mobilier.L’article 269, alinéa 3, du CIR 1992 prévoit uneréduction du taux du précompte mobilier (15% aulieu de 25%) pour les actions nominatives.1. Pouvez-vous me faire savoir si ce taux réduit peutégalement être appliqué à l’émission des titres dématérialisésou des actions nominatives à partir de laconversion des actions au porteur?2. Si le ministre estime que le taux réduit n’est pasd’application, comment ce traitement inégal entre lesdivers titres, dont aucun n’est effectivement auporteur, peut-il être justifié?DO 2007200803354 DO 2007200803354Vraag nr. 128 van de heer Hendrik Bogaert van29 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Financiën en Institutionele Hervormingen:Inkomstenbelastingen. — Herkwalificatie. — Toepassingvan artikel 344, § 1, WIB 1992.1. Kan de administratie, in geval een vennootschapopgericht wordt door middel van een inbreng incontanten (vergoed door aandelen) gevolgd door deverkoop van een vroegere éénmanszaak (quasiinbreng),besluiten dat dit een eenheid van handelenvormt?2. Is er herkwalificatie mogelijk in een inbreng innatura?3. De financiële eindsituatie en het vermogen vande vennootschappen blijven in beide gevallen identiek.Ik verduidelijk met een voorbeeld:1. Bij de oprichting met storting in contanten voor1 000 wordt geboekt: bank aan kapitaal voor 1 000(de bedrijfsleider stort met privégelden 1 000);2. Enkele maanden later bij de quasi-inbreng voor5 000 (verkoop van de eenmanszaak) wordt geboekt:vast actief aan de lopende rekening zaakvoerder voor5 000 (de zaakvoerder heeft 5 000 tegoed).Question n o 128 de M. Hendrik Bogaert du 29 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles:Impôt sur les revenus. — Requalification. — Applicationde l’article 344, § 1 er , CIR 1992.1. Lorsqu’une société est créée par le biais d’unapport en espèces (rémunéré par des actions), suivi parla vente d’une société unipersonnelle (quasi-apport),l’administration peut-elle conclure qu’il est questiond’actes distincts réalisant une même opération?2. Une requalification en apport en nature est-ellepossible?3. Le bilan financier final et le patrimoine des sociétésrestent identiques dans les deux cas.Voici un exemple afin de préciser mon propos:1. Lors de la création d’une société, un versementen espèces pour 1 000 est effectué; on comptabilise:banque à capital pour 1 000 (le dirigeant d’entrepriseeffectue sur fonds privés un versement de 1 000).2. Quelques mois plus tard, lors du quasi-apport de5 000 (vente de la société unipersonnelle), on comptabilise:actif fixe à compte courant gérant pour 5 000 (legérant a un crédit de 5 000).KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3882 QRVA 52 0202 - 6 - 2008a) Kan de administratie voorhouden dat bij het toepassenvan de herkwalificatieregeling, bepaald bijartikel 344, § 1, WIB 1992, door de kapitaalstortingen de quasi-inbreng te herleiden tot eeninbreng in natura, bij die herkwalificatie ereenzelfde eindsituatie ontstaat voor de vennootschapals voor de bedrijfsleider?(1 000 betalen en 5 000terug is 4 000 of te herkwalificerentot een inbreng in natura door de twee opeenvolgendehandelingen zijnde kapitaalstorting en quasiinbrengte laten overvloeien in vast actief 5 000 aankapitaal 1 000 en aan lopende rekening zaakvoerder4 000).Indien herkwalificatie zou kunnen in onderhavigesituatie dan is er bij latere uitkeringen van dividendengeen verlaagd tarief inzake roerende voorheffing van15% bepaald in het WIB 1992 (dividenden met betrekkingtot aandelen in contanten) mogelijk, doch wordthet tarief 25%.b) Kan de administratie voorhouden dat een kapitaalstortinggevolgd door een quasi-inbreng vooreen hoger bedrag, een constructie is gedaan ombelasting te ontwijken?c) Wat indien de vennootschap leent om de quasiinbrengte financieren?d) Indien er tot herkwalificatie zou kunnen overgegaanworden is er dan geen aanpassing nodig vanhet wetsartikel betreffende de roerende voorheffing?Wat is uw standpunt hieromtrent?a) L’administration peut-elle affirmer, en appliquantles règles de requalification prévues à l’article 344,§ 1 er , du CIR 1992 et en considérant la libérationde capital ainsi que ce quasi-apport comme unapport en nature, que cette requalificationentraînera le même résultat final, tant pour lasociété que pour le dirigeant d’entreprise?(le paiement de 1 000 et le quasi-apport de 5 000donne un résultat de 4 000; cette opération peut êtrerequalifiée en un apport en nature en transformant lesdeux transactions consécutives, à savoir la libérationde capital et le quasi-apport, en actif fixe 5 000 à capital1 000 et à compte courant gérant 4 000).Si une requalification est envisageable dans la situationqui nous occupe, lors des paiements ultérieurs dedividendes, il ne pourra être question d’appliquer letaux de précompte mobilier réduit de 15% défini parle CIR 1992 (dividendes relatifs à des parts en espèces),mais le taux de 25% sera d’application.b) L’administration peut-elle avancer qu’une libérationde capital suivie d’un quasi-apport pour unmontant supérieur signifie qu’une construction aété mise en place dont le but était d’éviter l’impôt?c) Qu’en est-il si la société contracte un emprunt pourfinancer le quasi-apport?d) Si une requalification pouvait être opérée, neconviendrait-il pas de modifier l’article relatif auprécompte mobilier?Quelle est votre position en la matière?DO 2007200803358 DO 2007200803358Vraag nr. 129 van de heer Jan Jambon van 29 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Financiën en Institutionele Hervormingen:Personenbelastingen. — Aantal gecontroleerdedossiers.1. Kan u meedelen hoeveel dossiers «personenbelasting»jaarlijks door de administratie werdengecontroleerd de jongste vijf jaar, in respectievelijkVlaanderen, Wallonië en Brussel?2. Hoeveel van deze dossiers hebben geleid tot eenbijkomende aanslag, en hoeveel hebben deze bijkomendeaanslagen jaarlijks per Gewest opgeleverd?3. Kan u ook toelichten aan hoeveel procent van debezwaarschriften in Vlaanderen, Wallonië en Brusselpositief gevolg werd gegeven gedurende dezelfdeperiode?Question n o 129 de M. Jan Jambon du 29 avril 2008(N.) au vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles:Impôt des personnes physiques. — Nombre dedossiers contrôlés.1. Au cours des cinq dernières années, combien dedossiers relatifs à l’impôt des personnes physiques ontété contrôlés annuellement par l’administration,respectivement en Flandre, en Wallonie et à Bruxelles?2. Dans combien de ces dossiers a été établie unecotisation complémentaire et combien ces cotisationscomplémentaires ont-elles rapporté par an et parRégion?3. Au cours de cette même période, quel pourcentagedes réclamations introduites en Flandre, enWallonie et à Bruxelles se sont soldées favorablement?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 38832 - 6 - 20084. Hoeveel dossiers werden in deze periode geopendtegen Nederlandstalige belastingplichtigen enhoeveel tegen Franstalige belastingplichtigen?4. Combien de dossiers ont été ouverts au cours decette période, respectivement contre des contribuablesnéerlandophones et contre des contribuables francophones?DO 2007200803359 DO 2007200803359Vraag nr. 130 van de heer Jan Jambon van 29 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Financiën en Institutionele Hervormingen:Aantal gecontroleerde dossiers vennootschapsbelasting.— Aantal gecontroleerde btw-dossiers.In mijn schriftelijke vragen nrs. 11 en 13 van 9 januari2008 vroeg ik u gegevens omtrent het aantaldossiers vennootschapsbelasting en btw die de jongstevijf jaar door de administratie werden gecontroleerd inrespectievelijk Vlaanderen, Wallonië en Brussel(Vragen en Antwoorden, Kamer, 2007-2008, nr. 11).In het antwoord dat u geeft voor de dossiers«VennB» worden de resultaten opgesplitst tussen deklassieke controles en de controlecentra, die specifiekinstaan voor controles. Volgens de verstrekte cijferszouden de controlecentra in Vlaanderen 10 515 dossiershebben gecontroleerd, terwijl er 235 595 klassiekecontroles zouden geweest zijn. De controlecentrazouden dus minder dan een twintigste controleren dande klassieke kantoren. Bovendien blijkt uit een vorigeschriftelijke vraag die ik u stelde dat er in 2005 in hetVlaams Gewest 219 648 vennootschappen waren. Volgensuw cijfers zijn alle Vlaamse vennootschappen in2005 dus gecontroleerd, en sommige zelfs twee keer.Dit is niet ernstig.Idem voor het aantal gecontroleerde btw-dossiers:daar zouden de controlecentra ook slechts een achtstevan het aantal van de klassieke kantoren hebbengecontroleerd, terwijl sommige lokale btw-kantorenrichtlijnen hebben over een te halen doelstelling vanslechts een tiental gecontroleerde dossiers uit dataminingper jaar.1. Kan u voor beide vragen ernstige cijfers inzakecontroles meedelen: voor de vennootschappenbelastingde werkelijke controles, dus zonder in order stellingen,en voor de btw-kantoren de werkelijke controles,dus al deze die beginnen met code 1?2. Kan u deze gegevens meedelen opnieuw opgesplitstvolgens de opdeling klassieke controle versusQuestion n o 130 de M. Jan Jambon du 29 avril 2008(N.) au vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles:Nombre de dossiers contrôlés dans le secteur del’impôt des sociétés. — Nombre de dossiers TVAcontrôlés.Dans mes questions écrites n os 11 et 13 du 9 janvier2008, je vous ai demandé des informations concernantle nombre de dossiers d’impôt des sociétés et de TVAqui ont été contrôlés au cours de ces cinq dernièresannées par l’administration en Flandre, en Wallonie età Bruxelles (Bulletin des Questions et Réponses,Chambre, 2007-2008, n o 11).Dans la réponse que vous m’avez fournie pour lesdossiers «Isoc», les résultats sont répartis entre lescontrôles classiques et les centres de contrôle chargésspécifiquement des contrôles. Selon les chiffrescommuniqués, les centres de contrôle auraientcontrôlé 10 515 dossiers en Flandre alors qu’il auraitété procédé à 235 595 contrôles classiques. Par conséquent,les centres de contrôle n’effectueraient mêmepas un vingtième des contrôles effectués par lesbureaux classiques. De plus, il ressort d’une questionécrite que je vous ai posée précédemment qu’en 2005,la Flandre comptait 219 648 sociétés. Selon vos chiffres,toutes les sociétés flamandes ont donc été contrôléesen 2005, certaines l’ayant même été deux fois. Cen’est pas sérieux.Idem pour le nombre de dossiers TVA contrôlés.Dans ce domaine aussi, les centres de contrôlen’auraient effectué qu’un huitième des contrôles effectuéspar les bureaux classiques, certains bureaux deTVA locaux ayant même reçu des directives aux termesdesquelles l’objectif qui leur est assigné est decontrôler par la méthode du «datamining» unedizaine de dossiers par an seulement.1. Pourriez-vous, pour les deux questions concernées,communiquer des données chiffrées sérieuses enmatière de contrôles? Par «données sérieuses»,j’entends, pour l’impôt des sociétés, celles relatives auxcontrôles réels, c’est-à-dire les contrôles sans remise enordre, et pour les bureaux de TVA, celles relatives auxcontrôles réels également, c’est-à-dire tous ceuxcommençant par le code 1?2. Pourriez-vous communiquer ces données en lesrépartissant à nouveau suivant la subdivision contrôleKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3884 QRVA 52 0202 - 6 - 2008controlecentra, en volgens regio (Vlaanderen, Walloniëen Brussel), alsook de bij deze controles bijkomendingevorderde bedragen, eveneens regionaal uitgesplitst,en opnieuw voor de periode van de jongste vijfjaar?classique/centres de contrôle, et en fonction de laRégion (Flandre, Wallonie et Bruxelles)? Quels ont étéles montants supplémentaires recouvrés à l’occasionde ces contrôles, également répartis par région et ànouveau pour la période des cinq dernières années?DO 2007200803373 DO 2007200803373Vraag nr. 132 van de heer Jenne De Potter van 29 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Financiën en Institutionele Hervormingen:Roerende voorheffing. — Dividend. — Splitsing vanvennootschap. — Resultaten van de studie.Wanneer een vennootschap een bedrijfsactiviteitafsplitst door oprichting van een inbreng van eengedeelte van haar activa in een nieuwe vennootschapzonder dat de bestaande vennootschap ophoudt tebestaan, verkrijgen de aandeelhouders van de overdragendevennootschap nieuwe aandelen van de verkrijgendevennootschap. Na de verrichting zal de waardevan de aandelen van de overdragende vennootschap endie van de verkrijgende vennootschap in principe gelijkzijn aan de waarde van de aanelen van de overdragendevennootschap vóór de verrichting. De Belgischeaandeelhouder zal bijgevolg twee verschillende aandelenin plaats van één aandeel bezitten zonder dat hijnaar aanleiding van de verrichting een extra waardeheeft verkregen of inkomen heeft verworven.Het Wetboek van de inkomstenbelastingen merktechter de verdeling van het maatschappelijke vermogenvan een vennootschap ten gevolge van ontbinding,of enige andere redenen, aan als dividend, zijnde hetpositieve verschil tussen de uitkering in effecten en degerevaloriseerde waarde van het gestorte kapitaal(artikel 18, 2 o ter en artikel 209, WIB 92).De belastingheffing overeenkomstig artikel 209,WIB 1992 blijft achterwege voor zover de inbrengenworden vergoed met nieuwe aandelen die daartoeworden uitgegeven. Hierbij dient de verkrijgendevennootschap wel een binnenlandse vennootschap tezijn en dient de verrichting te voldoen aan de voorwaardenvan het Wetboek van vennootschappen evenalsaan een rechtmatige financiële of economischebehoeften te beantwoorden (artikel 211, WIB 1992).In uw antwoord op de vraag nr. 423 van 24 juni2004 van de heer Pieter De Crem, verklaarde u dat er,gelet op de complexiteit van de materie, een onderzoekzou worden ingesteld door de gespecialiseerde dienstenvan uw administratie (Vragen en Antwoorden,Kamer, 2004-2005, nr. 63, blz. 10186). In antwoord opzijn vraag nr. 762 van 2 mei 2005 deelde u mee dat hetonderzoek bij de gespecialiseerde diensten van uwadministratie nog niet werd afgerond op 22 maartQuestion n o 132 de M. Jenne De Potter du 29 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles:Précompte mobilier. — Dividende. — Scission desociété. — Résultats de l’étude.Lorsqu’une société scinde une activité par créationet apport d’une partie de ses actifs au sein d’unenouvelle société sans que la société existante ne cessed’exister, la société transférante attribue à ses actionnairesde nouvelles actions de la société bénéficiaire. Àl’issue de l’opération, la valeur des actions de la sociététransférante et de la société bénéficiaire équivaudra enprincipe à celle des actions de la société transféranteavant l’opération. L’actionnaire belge possédera parconséquent deux actions différentes au lieu d’une seuleet même action sans avoir réalisé une plus-value ouperçu un revenu à la suite de l’opération.Le Code des impôts sur les revenus considère toutefoisle partage de l’avoir social d’une société, par suitede sa dissolution ou de toute autre cause, comme undividende correspondant à l’excédent que présententles sommes réparties en titres sur la valeur réévaluéedu capital libéré (article 18, 2 o ter, et article 209,CIR 1992).L’imposition prévue à l’article 209, CIR 1992 nes’applique pas dans la mesure où les apports sontrémunérés par des actions ou parts nouvelles, émises àcette fin. Notons à cet égard que la société bénéficiairedoit être une société résidente et que l’opération doitêtre réalisée conformément aux dispositions du Codedes sociétés et répondre à des besoins légitimes decaractère financier ou économique (article 211,CIR 1992).En réponse à la question n o 423 du 24 juin 2004 deM. Pieter De Crem, vous avez précisé que vu lacomplexité de cette matière, les services spécialisés devotre administration seraient chargés de procéder àune étude (Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, n o 63, p. 10186). En réponse à la question n o 762posée le 2 mai 2005 par le même auteur, vous avezindiqué que les services spécialisés de votre administrationn’avaient pas encore clôturé cette étude auKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 38852 - 6 - 20082006. U zou niet nalaten hem op de hoogte te brengenover de resultaten van dat onderzoek (Vragen enAntwoorden, Kamer, 2005-2006, nr. 114, blz. 21895).Ondertussen herhaalde zich deze problematiek in2007. Het aandeel Tyco International, bijvoorbeeld,werd opgesplitst in drie beursgenoteerde activiteiten,met name Tyco Electronics, Covidien en Tyco International.Doordat de afgesplitste delen om en bij de 70%van de totale waarde uitmaken moesten de Belgischeaandeelhouders maar liefst 6 USD per aandeel(34 USD) aan roerende voorheffing betalen. Eenzelfdefinanciële aderlating dreigt voor de aangekondigdeopsplitsing van Altria. De Belgische belegger zou bij deafsplitsing ruim 13 USD roerende voorheffing moetenafdragen, of maar even 17% van de beurskoers aan77,60 USD afgeroomd ziet zonder dat hij maar enigeffectief inkomen of meerwaarde realiseert. In plaatsvan één aandeel krijgt hij er twee waarvan de totaalwaardebij de afsplitsing gelijk moet zijn aan dewaarde van het ene aandeel.1. Indien het onderzoek werd afgerond, kan u debevindingen meedelen?2. Indien het onderzoek nog niet werd afgerond,kan u meedelen:A) Betekent het dat in bovenstaande geval er geensprake is van een dividend en bijgevolg ook geen roerendevoorheffing verschuldigd is?B) Wanneer de overdragende en verkrijgendevennootschappen niet in België gevestigde vennootschappenzijn kan nooit voldaan worden aan de voorwaardedat de verkrijgende vennootschap een binnenlandsevennotschap is.a) Dient een Belgische financiële instelling in dergelijkgeval 25 % roerende voorheffing in te houdenwanneer zij op de effectenrekening van haar klanthet nieuwe aandeel van de verkrijgende vennootschapbijschrijft?b) Zo ja, wordt hier niet het gelijkheidsbeginselgeschonden?c) Zo ja, wanneer de overdragende en verkrijgendevennootschappen in de EER gevestigd zijn, is ditconform het vrij verkeer van kapitaal?d) Zo ja, wanneer de overdragende en verkrijgendevennotschappen Britse of USA vennootschappenzijn, is dit conform de dubbelbelastingverdragengesloten met deze landen?3. Kan er in het algemeen wel sprake zijn van eendividend waarop roerende voorheffing verschuldigd isaangezien de aandeelhouder geen inkomen verkrijgt?4. Schenden deze bepalingen het realiteitsbeginselwanneer het «dividend» waarop roerende voorheffing22 mars 2006. Vous ne manqueriez pas de le mettre aucourant des résultats (Questions et Réponses, Chambre,2005-2006, n o 114, p. 21895).Entre-temps, cette problématique s’est répétée en2007. L’action Tyco International, par exemple, a étéscindée en trois activités cotées en bourse, à savoirTyco Electronics, Covidien et Tyco International.Étant donné que les parts scindées représentent environ70% de la valeur totale, les actionnaires belges ontdû s’acquitter d’un précompte mobilier de pas moinsde 6 USD par action (34 USD). Une ponction financièreanalogue est à prévoir dans le cadre de la scissionannoncée d’Altria. En cas de scission, l’investisseurbelge devrait verser un précompte mobilier de pasmoins de 13 USD et donc voir le cours boursier de77,60 USD s’éroder de 17%, sans recueillir effectivementun revenu ou une plus-value. Au lieu d’une seuleet même action, il en recevra deux dont la valeurtotale, lors de la scission, doit équivaloir à la valeur del’action unique.1. Si l’étude est terminée, pourriez-vous en communiquerles résultats?2. Si l’étude n’est pas encore terminée:A) Cela signifie-t-il que dans le cas mentionné ciavant,il n’est pas question d’un dividende et qu’aucunprécompte mobilier n’est donc dû?B) Lorsque les sociétés transférante et bénéficiaire nesont pas établies en Belgique, la condition de résidenceimposée à la société bénéficiaire ne peut jamais êtreremplie.a) Un établissement financier belge doit-il, danspareil cas, prélever un précompte mobilier de 25%lorsqu’il inscrit au compte-titres de son client lanouvelle action de la société bénéficiaire?b) Dans l’affirmative, le principe d’égalité n’est-il pasviolé dans ce cas?c) Dans l’affirmative, lorsque les sociétés transféranteet bénéficiaire sont établies dans l’EEE, ce prélèvementest-il conforme à la libre circulation des capitaux?d) Dans l’affirmative, lorsque les sociétés transféranteet bénéficiaire sont des sociétés britanniques ouaméricaines, ce prélèvement est-il conforme auxconventions préventives de la double impositionconclues avec ces pays?3. Peut-il, en règle générale, être question d’un dividendesoumis au précompte mobilier étant donné quel’actionnaire n’acquiert aucun revenu?4. Ces dispositions n’enfreignent-elles pas le principede réalité lorsque le «dividende» soumis auKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3886 QRVA 52 0202 - 6 - 2008verschuldigd is in feite geen inkomen vertegenwoordigt?précompte mobilier ne représente en fait pas unrevenu?DO 2007200803374 DO 2007200803374Vraag nr. 133 van de heer Jenne De Potter van 29 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Financiën en Institutionele Hervormingen:Aannemersschuldenregeling. — Ontstaan en voorwerpvan de hoofdelijke aansprakelijkheid.In reactie op het arrest van 9 november 2006 van hetHof van Justitie werden artikelen 400 tot 408 WIB1992 gewijzigd bij de programmawet van 27 april 2007waarvan de inwerkingtreding werd uitgesteld tot 1 januari2009.Behoudens correcte inhoudingen en stortingen zijningevolge artikel 402, § 1 en § 2, WIB 1992 de opdrachtgeverof de aannemer die een beroep doen opeen (onder)aannemer die fiscale schulden heeft op hetogenblik van het afsluiten van de overeenkomst,hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van defiscale schulden van zijn medecontractant. In artikel402, § 6, WIB 1992 wordt vooropgesteld dat dehoofdelijke aansprakelijkheid bedoeld in dit artikeleveneens van toepassing is op de fiscale schulden vande aannemer of de onderaannemer die ontstaan in deloop van de uitvoering van de overeenkomst.1. Volgt uit de duidelijke bewoording in artikel402, § 1 en § 2 WIB 1992 dat de hoofdelijke aansprakelijkheiduitsluitend ontstaat op het ogenblik van hetafsluiten van de overeenkomst en in zoverre de aannemerop dat moment fiscale schulden heeft of bent uvan mening dat de hoofdelijke aansprakelijkheid ooknog op een later tijdstip kan ontstaan zoals de memorievan toelichting doet uitschijnen (Parl. St., Kamer,2006-2007, nr. 51-3058/1,61)?2. Zo ja, op welke wettelijke bepaling steunt u uwvisie?3. Volgt uit de samenlezing van artikel 402, § 1 en §2, WIB 1992 met artikel 402, § 6, WIB 1992 dat hetvoorwerp van de hoofdelijke aansprakelijkheid zichuitstrekt tot de schulden die bestaan op het ogenblikvan het contracteren alsmede de fiscale schulden dieontstaan in de loop van de uitvoering van de overeenkomst?4. Is de uitbreiding van het voorwerp van de aansprakelijkheidtot de schulden die ontstaan in de loopvan de uitvoering van de overeenkomst in overeenstemmingmet het arrest van het Hof van Justitie van9 november 2006?Question n o 133 de M. Jenne De Potter du 29 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles:Réglementation en matière de dettes des entrepreneurs.— Naissance et objet de la responsabilité solidaire.À la suite de l’arrêt de la Cour de Justice du 9 novembre2006, les articles 400 à 408 du CIR 1992 ont étémodifiés par la loi-programme du 27 avril 2007 dontl’entrée en vigueur a été reportée au 1 er janvier 2009.À défaut de retenues et de versements corrects, lecommettant ou l’entrepreneur qui fait appel à unentrepreneur ou à un sous-traitant qui a des dettesfiscales au moment de la conclusion de la conventionest solidairement responsable du paiement des dettesde son cocontractant en vertu de l’article 402, §§ 1 er et2, du CIR 1992. L’article 402, § 6, du CIR 1992 stipuleque la responsabilité solidaire visée au présent articles’applique également aux dettes fiscales del’entrepreneur ou du sous-traitant qui prennent naissanceen cours d’exécution de la convention.1. Résulte-t-il clairement de l’énoncé de l’article402, §§ 1 er et 2, du CIR 1992 que la responsabilitésolidaire naît exclusivement au moment de la conclusionde la convention et dans la mesure oùl’entrepreneur a des dettes fiscales à cet instant ou estimez-vousque la responsabilité solidaire peut encorenaître à un moment ultérieur tel que le laisse entendrel’exposé des motifs (Doc. parl., Chambre, 2006-2007,n o 51-3058/1, p. 61)?2. Dans l’affirmative, sur quelle disposition légalefondez-vous votre position?3. Résulte-t-il de la lecture conjointe des §§ 1 er et 2et du § 6 de l’article 402 du CIR 1992 que l’objet de laresponsabilité solidaire porte sur les dettes qui existentau moment de la conclusion de la convention, ainsique sur les dettes fiscales qui naissent pendant l’exécutionde la convention?4. L’extension de l’objet de la responsabilité auxdettes qui naissent pendant l’exécution de la conventionest-elle conforme à l’arrêt de la Cour de Justice du9 novembre 2006?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 38872 - 6 - 2008DO 2007200803375 DO 2007200803375Vraag nr. 134 van de heer Jenne De Potter van 29 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Financiën en Institutionele Hervormingen:Aannemersschuldenregeling. — Voorwerp van dehoofdelijke aansprakelijkheid. — Tijdstip vaststellingbelastingschulden. — Nog niet gevestigde belastingen.In reactie op het arrest van 9 november 2006 van hetHof van Justitie werden artikelen 400 tot 408,WIB 1992 gewijzigd bij de programmawet van 27 april2007 waarvan de inwerkingtreding werd uitgesteld tot1 januari 2009.De belasting wordt verschuldigd door het samentreffenvan drie elementen, met name voltrekken vanhet belastbaar feit, de organieke belastingwet die ditfeit omschrijft en de jaarlijkse begrotings- of financiewet.Inzake inkomstenbelasting dient de belastingschuldook nog te worden geformaliseerd. Ten aanzienvan de hoofdelijke aansprakelijheid inzake aannemersschuldenwordt expliciet bepaald dat zij van toepassingis voor de betaling in hoofdsom, verhogingen,kosten en intresten, ongeacht de datum van vestiging(artikel 402, § 4, tweede lid WIB 1992).1. Heeft deze bepaling tot gevolg dat de belastingschuldeninzake directe en met de inkomstenbelastinggelijkgestelde belastingen van het lopende kalenderjaarevenals die van de vorige kalenderjaren die nogniet werden gevestigd binnen de normale aanslagtermijn(artikel 353 WIB 1992) of de drie- en vijfjarigeaanslagtermijn (artikel 354, WIB 1992), de hertaxatietermijnvan artikel 355, WIB 1992 of de bijzonderetermijnen van artikel 358, WIB 1992 door middel vaneen (aanvullende) aanslag, geacht worden te bestaanop het ogenblik van het sluiten van de overeenkomst?2. Kan u toelichten hoe de administratie voornoemdeschulden zal kunnen vaststellen en aan deopdrachtgever of aannemer zal kunnen attesteren datop het moment van de betaling van een deel of geheelvan de prijs al dan niet deze fiscale schulden bestaan?3. Verschilt op dit punt de aannemerschuldenregelingniet fundamenteel van de aannemersregistratieregelingin die zin dat deze laatste regeling aanknooptmet de registratie van de aannemer terwijl de nieuweregeling aanknoopt met de vaststelling of een belastingschuldbestaat op datum van betaling?4. Dient derhalve de tekst van artikel 402, § 4,tweede lid WIB 1992 niet te worden aangepast?Question n o 134 de M. Jenne De Potter du 29 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles:Régime relatif aux dettes des entrepreneurs. — Objetde la responsabilité solidaire. — Délai de fixationdes dettes fiscales. — Impositions non encoreétablies.En réaction à l’arrêt de la Cour de Justice du 9 novembre2006, les articles 400 à 408 CIR 1992 ont étémodifiés par la loi-programme du 27 avril 2007, dontl’entrée en vigueur a été reportée au 1 er janvier 2009.L’impôt est dû par la concomitance de troiséléments, à savoir l’apparition du fait générateur de lataxe, la loi fiscale organique définissant ce fait et la loibudgétaire ou de finances annuelle. En matière d’impôtsur les revenus, la dette fiscale doit égalementencore être formalisée. En ce qui concerne la responsabilitésolidaire relative aux dettes d’entrepreneurs, ilest explicitement prévu qu’elle s’applique au paiementen principal, aux accroissements et aux frais et intérêts,quelle que soit leur date d’établissement (article402, § 4, alinéa 2, CIR 1992).1. Résulte-t-il de cette disposition que sont présuméesexister, au moment de la conclusion de laconvention, les dettes fiscales en matière d’impôtsdirects et de taxes assimilées à l’impôt sur les revenusde l’année civile en cours et des années civiles précédentes,qui n’ont pas encore été établies dans le délaid’imposition normal (article 353, CIR 1992) ou dans ledélai d’imposition de trois ou de cinq ans (article 354,CIR 1992), le délai d’établissement d’une nouvellecotisation prévu à l’article 355, CIR 1992 ou les délaisspéciaux visés à l’article 358, CIR 1992 par le biaisd’une cotisation (supplémentaire)?2. Pourriez-vous indiquer comment l’administrationpourra établir les créances susmentionnées etpourra certifier au commettant ou à l’entrepreneurqu’au moment du paiement partiel ou intégral du prix,ces dettes fiscales existaient ou pas?3. Sur ce point, le régime relatif aux dettes desentrepreneurs ne diffère-t-il pas fondamentalement dela réglementation relative à l’agrément des entrepreneursen ce sens que ce dernier régime a trait à l’enregistrementde l’entrepreneur, alors que le nouveaurégime part du constat de l’existence ou non d’unedette fiscale à la date du paiement?4. Ne conviendrait-il pas, dès lors, d’adapter letexte de l’article 402, § 4, alinéa 2 CIR 1992?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3888 QRVA 52 0202 - 6 - 2008DO 2007200803376 DO 2007200803376Vraag nr. 135 van de heer Jenne De Potter van 29 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Financiën en Institutionele Hervormingen:Executie van kohier tegen personen die er niet in zijnopgenomen. — Hoofdelijke aansprakelijkheidbestuurders — Hoofdelijke aansprakelijkheid aannemersschuldenregeling.Artikel 393, § 2, WIB 1992, gewijzigd bij de programmawetvan 27 april 2007, bepaalt dat het kohieruitvoerbaar is tegen de personen die er niet zijn in opgenomenin de mate dat zij gehouden zijn tot de betalingvan de belastingschuld op grond van het gemeenrecht of op grond van de bepalingen van het Wetboekvan de inkomstenbelastingen. Krachtens artikel442quater, WIB 1992 worden onder de in dat artikelgestelde voorwaarden de bestuurders van een vennootschaphoofdelijk aansprakelijk gesteld voor de bedrijfsvoorheffingen interesten van de vennootschap.1. Is de hoofdelijke aansprakelijkheid van debestuurders op grond van artikel 442quater, WIB 1992volgens u een civielrechtelijke foutaansprakelijkheidof is het een hoofdelijke aansprakelijkheid?2. Betalen de bestuurders met andere woorden eenschadevergoeding dan wel de bedrijfsvoorheffing vande vennootschap?3. Wanneer een bestuurder zijn aansprakelijkheidop grond van artikel 442quater, WIB 1992 betwist,dient de ontvanger zich naar de rechter te wenden omte horen vaststellen dat de tekortkoming aan de betalingsverplichtingdoor de vennootschap het gevolg isvan een bestuursfout in de zin van artikel 1382 van hetBurgerlijk Wetboek.a) Vordert de ontvanger de betaling van de bedrijfsvoorheffing?b) Vordert hij de vaststelling dat aan de toepassingsvoorwaardevan artikel 442quater, WIB 1992 isvoldaan?c) Is het vonnis een declaratief dan wel een constitutiefvonnis?d) Kan de ontvanger op basis van artikel 393,WIB 1992, gewijzigd bij de programmawet van27 april 2007, de bedrijfsvoorheffing ingekohierdop naam van de vennootschap rechtstreeks uitvoerenten aanzien van de hoofdelijk gehoudenbestuurder?e) Op welk tijdstip wordt geacht de schuld te ontstaanin hoofde van de hoofdelijk gehoudenbestuurder?Question n o 135 de M. Jenne De Potter du 29 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles:Caractère exécutoire du rôle contre des personnes quin’y sont pas reprises. — Dirigeants solidairementresponsables. — Règlement de dettesd’entrepreneurs solidairement responsables.L’article 393, § 2 du CIR 1992, modifié par la loiprogrammedu 27 avril 2007, dispose que «le rôle estexécutoire contre les personnes qui n’y sont pas reprisesdans la mesure où elles sont tenues au paiement dela dette fiscale sur la base du droit commun ou sur labase des dispositions du Code des impôts sur les revenus».En vertu de l’article 442quater du CIR 1992,dans les conditions énumérées dans cet article, laresponsabilité solidaire en matière de précompteprofessionnel et d’intérêts est étendue aux dirigeantsd’une société.1. La responsabilité solidaire des dirigeants sur labase de l’article 442quater du CIR 1992 constitue-telle,selon vous, une responsabilité pour faute telle queprévue dans le droit civil ou une responsabilité solidaire?2. Autrement dit, les dirigeants paient-ils uneindemnisation ou le précompte professionnel del’entreprise?3. Lorsqu’un dirigeant conteste sa responsabilitésur la base de l’article 442quater du CIR 1992, ilincombe au receveur de s’adresser au juge afin quecelui-ci statue que le manquement à l’obligation depaiement de l’impôt par la société est imputable à unefaute de gestion au sens de l’article 1382 du Code civil.a) Le receveur requiert-il le paiement du précompteprofessionnel ?b) Requiert-il la conclusion que la conditiond’application de l’article 442quater du CIR 1992est remplie?c) Le jugement est-il un jugement déclaratif ou constitutif?d) Le receveur peut-il, sur la base de l’article 393 duCIR 1992, modifié par la loi-programme du27 avril 2007, exécuter directement le précompteprofessionnel enrôlé au nom de la société vis-à-visdu dirigeant solidairement responsable?e) À quel moment la dette est-elle supposée se constituerdans le chef du dirigeant solidairementresponsable?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 38892 - 6 - 20084. Wanneer een bestuurder-aannemer hoofdelijkaansprakelijk wordt gehouden voor de bedrijfsvoorheffingvan diens vennootschap, is deze fiscale schuldmede het voorwerp van de hoofdelijke aansprakelijkheidvan de opdrachtgever of hoofdaannemer zodradeze laatste wetgeving terug in werking treedt?5. Hoe verhouden zich de tijdstippen waarop deschuld van de bedrijfsvoorheffing in hoofde van devennootschap en in hoofde van de hoofdelijk gehoudenbestuurder-aannemer geacht worden te ontstaanten aanzien van het tijdstip waarop de hoofdelijke aansprakelijkheidontstaat van de bouwheer of aannemer(op datum van het contracteren dan wel in de loop vande uitvoering van het contract ontstaat)?4. Lorsqu’un dirigeant-entrepreneur est considérécomme solidairement responsable en matière de précompteprofessionnel de sa société, cette dette fiscaleest-elle aussi l’objet de la responsabilité solidaire dumaître d’ouvrage ou de l’entrepreneur principal àpartir du moment où cette dernière dispositions’applique de nouveau?5. Quel est le rapport entre les moments où lesdettes en matière de précompte professionnel sontprésumées apparaître dans le chef de la société et dansle chef du dirigeant-entrepreneur solidairementresponsable et le moment où la responsabilité solidairedu maître de l’ouvrage ou de l’entrepreneur est établie(à la date de la conclusion du contrat ou pendant l’exécutiondu contrat)?DO 2007200803440 DO 2007200803440Vraag nr. 143 van mevrouw Sonja Becq van 30 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Financiën en Institutionele Hervormingen:Toepassing kostenforfait vrijwilligers. — Combinatiedagforfait met bewijs van werkelijke kosten.Het onbezoldigd karakter van het vrijwilligerswerkbelet niet dat de door de vrijwilliger voor de organisatiegemaakte kosten door de organisatie worden vergoed.De realiteit en de omvang van deze kostenmoeten niet bewezen worden, voor zover het totaalvan de ontvangen vergoedingen niet meer bedraagtdan 24,79 euro (niet-geïndexeerd) per dag en991,57 euro (niet-geïndexeerd) per jaar (Circulairenr. Ci.RH.241/509 803 van 5 maart 1999).In principe zou een combinatie van de twee systemen,namelijk de forfaitaire onkostenvergoeding en devergoedingsregeling op basis van de reële kosten nietmogelijk zijn. In het geval er wordt geopteerd voor hetbewijs van de werkelijke kosten, kunnen zij bewezenworden door middel van bewijsstukken of op hunbeurt forfaitair worden geraamd. Zo wordt een forfaitairekilometervergoeding van 0,2940 euro/km(geïndexeerd) dewelke ook aan ambtenaren wordttoegekend, als een redelijke raming van de werkelijkekosten aangenomen.In praktijk rijzen er enkele praktische vragen in verbandmet de combinatie van beide systemen ten eindede vergoedingen niet als belastbare inkomsten aan temerken. We veronderstellen hierbij dat de som van detoegekende forfaitaire dagvergoedingen van24,79 euro (niet-geïndexeerd), exclusief de vergoedingenop basis van de werkelijke kosten, het jaarforfaitvan 991,57 euro (niet-geïndexeerd) niet overschrijdt.Question n o 143 de M me Sonja Becq du 30 avril 2008(N.) au vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles:Application du forfait pour frais des volontaires. —Combinaison du forfait journalier et de la déclarationdes frais réels.Le caractère non rémunéré du volontariatn’empêche pas que le volontaire puisse être indemnisépar l’organisation des frais qu’il a supportés pourcelle-ci. Le volontaire n’est pas tenu de prouver laréalité et le montant de ces frais, pour autant que lemontant total des indemnités perçues n’excède pas24,79 euros (non indexés) par jour et 991,57 euros(non indexés) par an (Circulaire n o . Ci.RH.241/509 803 du 5 mars 1999).En principe, une combinaison des deux systèmes, àsavoir l’indemnité forfaitaire pour frais et le régimed’indemnisation sur la base des frais réels n’est paspossible. S’il est opté pour la déclaration des fraisréels, ceux-ci peuvent être prouvés au moyen de piècesjustificatives ou à leur tour être estimés forfaitairement.C’est ainsi qu’une indemnité kilométriqueforfaitaire de 0,2940 euro/km (indexé), telle qu’elle estaccordée aux fonctionnaires, est considérée commeune estimation raisonnable des frais réels.Dans la pratique se posent un certain nombre dequestions à propos de la combinaison de ces deuxsystèmes pour que les indemnités ne soient pas considéréescomme des revenus imposables. Nous considéronsdans ce cadre que la somme des indemnités journalièresforfaitaires de 24,79 euros (non indexés) quisont accordées, à l’exclusion des indemnités basées surles frais réels, ne dépasse pas le forfait annuel de991,57 euros (non indexés).KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3890 QRVA 52 0202 - 6 - 20081. Bent u van mening dat voor het vrijwilligerswerkverricht bij eenzelfde organisatie voor eenzelfde daggeen beroep kan gedaan worden op het kostenforfaitvan 24,79 euro (niet-geïndexeerd) per dag en het systeemvan werkelijke kosten op basis van het ambtenarenkilometerforfaitvoor de gereden kilometers?2. Bent u van mening dat een vrijwilliger eenberoep kan doen op het kostenforfait van 24,79 euro(niet-geïndexeerd) per dag voor het werk verricht vooreen vrijwilligersorganisatie «A» en voor dezelfde dageen beroep kan doen op het systeem van werkelijkekosten op basis van het ambtenarenkilometerforfaitvoor de gereden kilometers voor een vrijwilligersorganisatie«B»?3. Bent u van mening dat een vrijwilliger eenberoep kan doen op het kostenforfait van 24,79 euro(niet-geïndexeerd) per dag voor iedere dag die hij vooreen vrijwilligersorganisatie «A» werkt en voor deandere dagen een beroep kan doen op het systeem vanwerkelijke kosten op basis van het ambtenarenkilometerforfaitvoor de gereden kilometers voor een vrijwilligersorganisatie«B»?4. Bent u van mening dat een vrijwilliger eenberoep kan doen op het kostenforfait van 24,79 euro(niet-geïndexeerd) per dag voor bepaalde dagen die hijvoor een vrijwilligersorganisatie «A» werkt en voorde andere dagen een beroep kan doen op het systeemvan werkelijke kosten op basis van het ambtenarenkilometerforfaitvoor dezelfde vrijwilligersorganisatie?5. Wat is uw mening indien voorgaande vier gevallenworden hernomen maar waarbij wordt vastgestelddat de som van de vergoedingen van 24,79 euro (nietgeïndexeerd)per dag vermeerderd met de vergoedingenop basis van de werkelijke kosten, het jaarforfaitvan 991,57 euro (niet-geïndexeerd) overschrijdt?1. Estimez-vous que pour le volontariat exercéauprès d’une même organisation pour une même journée,il n’est pas possible de prétendre au forfait pourfrais de 24,79 euros (non indexés) par jour et ausystème des frais réels basés sur le forfait kilométriquedes fonctionnaires pour les kilomètres parcourus?2. Estimez-vous qu’un volontaire peut prétendre auforfait pour frais de 24,79 euros (non indexés) par jourpour le volontariat exercé pour une organisation devolontaires «A» et pour la même journée prétendre ausystème des frais réels basés sur le forfait kilométriquedes fonctionnaires pour les kilomètres parcourus pourune organisation de volontaires «B»?3. Estimez-vous qu’un volontaire peut prétendre auforfait pour frais de 24,79 euros (non indexés) par jourpour chaque jour de volontariat exercé pour une organisationde volontaires «A» et pour les autres joursprétendre au système des frais réels basés sur le forfaitkilométrique des fonctionnaires pour les kilomètresparcourus pour une organisation de volontaires «B»?4. Estimez-vous qu’un volontaire peut prétendre auforfait pour frais de 24,79 euros (non indexés) par jourpour certains jours de volontariat exercé pour uneorganisation de volontaires «A» et pour les autresjours prétendre au système des frais réels basés sur leforfait kilométrique des fonctionnaires pour les kilomètresparcourus pour la même organisation de volontaires?5. Quelle est votre position si, en reprenant encompte les quatre cas précités, il est constaté que lasomme des indemnités de 24,79 euros (non indexés)par jour majorée des indemnités basées sur les fraisréels dépasse le forfait annuel de 991,57 euros (nonindexés)?DO 2007200803459 DO 2007200803459Vraag nr. 144 van de heer Joseph Arens van 30 april2008 (Fr.) aan de vice-eersteminister en ministervan Financiën en Institutionele Hervormingen:CGSU. — SIE. — Verbouwingswerken aan infrastructuur.De Regie der Gebouwen plant verbouwingswerkenaan de infrastructuur van het Speciaal InterventieEskadron (SIE) van de Directie van de speciale eenhedenvan de federale politie (CGSU) in het de Witte deHaelen Complex in Etterbeek.1. Welke bedragen werden er voor deze werken inde begroting ingeschreven, zowel voor de renovatieQuestion n o 144 de M. Joseph Arens du 30 avril 2008(Fr.) au vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles:CGSU. — ESI. — Travaux d’aménagement des infrastructures.Des travaux d’aménagement des infrastructures del’Escadron Spécial d’Intervention (ESI) des Unitésspéciales de la Police fédérale (CGSU) sont prévus parla Régie des Bâtiments au sein du Complexe de Wittede Haelen à Etterbeek.1. Pouvez-vous communiquer les montants exactsqui ont été budgétisés pour ces travaux, tant pour laKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 38912 - 6 - 2008van Blok F als voor de aanpassingswerken aanBlok E?2. Volgens welk tijdpad zullen deze bedragenbeschikbaar worden gesteld?rénovation du Bloc F que pour les adaptations duBloc E?2. Pourriez-vous communiquer le calendrier exactde la libération des ces montants?Vice-eersteministeren minister van Sociale Zakenen VolksgezondheidVice-première ministreet ministre des Affaires socialeset de la Santé publiqueDO 2007200803054 DO 2007200803054Vraag nr. 74 van de heer François Bellot van 24 april2008 (Fr.) aan de vice-eersteminister en ministervan Sociale Zaken en Volksgezondheid:Departementen. — Energiebesparingsprogramma.Mijn vraag betreft het investeringsprogramma dat uop uw departement heeft opgezet om het energieverbruikterug te dringen.1. Welke maatregelen worden er in uw departementgetroffen:a) met het oog op de vervanging van de enkele beglazingdoor dubbele;b) met het oog op het gebruik van milieuvriendelijkerevoertuigen;c) met het oog op een optimale verlichting van dekantoren, waarbij de verlichting in ongebruiktegemeenschappelijke ruimten uitgeschakeld wordt?2. Welke instructies moeten de ambtenaren volgenmet betrekking tot de computerapparatuur, wanneerze hun kantoor verlaten (verplicht uitzetten van depc’s)?3. Welke maatregelen zouden uw departementen,ingeval een van uw departementen kantoorruimte zouhuren, hebben getroffen om de eigenaars ertoe aan tezetten de noodzakelijke energiebesparende technischeingrepen te doen?Question n o 74 de M. François Bellot du 24 avril 2008(Fr.) à la vice-première ministre et ministre desAffaires sociales et de la Santé publique:Départements. — Programme d’économie d’énergie.Ma question concerne le programme d’investissementsque vous avez mis en œuvre dans votre départementen vue de réduire la consommation d’énergie.1. Quelles mesures sont prises dans votre département:a) pour assurer le remplacement des simples vitragespar des doubles vitrages;b) pour utiliser des véhicules à indices environnementauxplus respectueux de l’environnement;c) pour assurer une qualité d’éclairage optimale pourles occupants des bureaux tout en assurant l’arrêtde ces éclairages dans les locaux communs nonutilisés?2. Quelles mesures sont prises notamment eu égardau fonctionnement du matériel informatique (fermetureobligatoire des PC) dès que les agents quittent lesbureaux?3. Dans l’hypothèse où l’un de vos départementslouerait des surfaces de bureaux, quelles mesures incitativesvos départements auraient-ils prises poursuggérer aux propriétaires d’apporter les mesurestechniques indispensables pour réduire la consommationd’énergie?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3892 QRVA 52 0202 - 6 - 2008DO 2007200803064 DO 2007200803064Vraag nr. 76 van mevrouw Clotilde Nyssens van24 april 2008 (Fr.) aan de vice-eersteminister enminister van Sociale Zaken en Volksgezondheid:Regularisatieaanvragers. — Aansluiting bij een ziekenfonds.Wie een regularisatieaanvraag indient op grond vanartikel 9ter van de wet van 15 december 1980, kan aanspraakmaken op het leefloon zodra zijn aanvraagdoor de Dienst Vreemdelingenzaken ontvankelijk isverklaard. De betrokkenen krijgen een leefloon gedurendeeen periode van 3 maanden min 1 dag. Hoewelze een verblijfsvergunning hebben, weigeren de ziekenfondsenhen als lid in te schrijven, met als argumentdat enkel houders van een verblijfsvergunning vanmeer dan drie maanden zich kunnen aansluiten.1. Vindt u dit antwoord van de ziekenfondsen nietinadequaat? De bij artikel 9ter vastgelegde proceduredie met de hervorming van de wet van 15 december1980 werd ingevoerd, heeft immers onder meer totdoel de betrokkenen toe te laten zich bij een ziekenfondsaan te sluiten. Op die manier kan worden voorkomendat zij tijdens de periode waarin hun aanvraagwordt onderzocht, onder de regeling van de dringendemedische hulp vallen en dat hun ziektekosten dientengevolgevoor rekening komen van de Belgische Staat.2. Nu vallen deze mensen, die legaal in ons landverblijven zodra ze een leefloon ontvangen, dus nietlanger onder de regeling van de dringende medischehulp, maar onder die van de gezondheidskaart, waarbijde kosten door de OCMW’s moeten worden vergoed.Welke maatregelen denkt u te nemen om datprobleem op te lossen?Question n o 76 de M me Clotilde Nyssens du 24 avril2008 (Fr.) à la vice-première ministre et ministredes Affaires sociales et de la Santé publique:Demandeurs de régularisation. — Affiliation auxmutuelles.Un demandeur de régularisation introduit unedemande sur base de l’article 9ter de la loi du15 décembre 1980. Il se voit alors délivrer une AI (allocationd’intégration) dès que sa demande est considéréecomme étant recevable par l’Office des étrangers,ladite AI étant valable 3 mois — 1 jour.Cependant,bien que cette personne soit titulaire d’un titre deséjour, les mutuelles refusent son affiliation car ellesconditionnent cette affiliation à la détention d’un titrede séjour valable plus de trois mois.1. Dans la mesure où la procédure de l’article 9ter aété mise en place lors de la réforme de la loi du15 décembre 1980, notamment afin de permettre uneaffiliation à la mutuelle et d’éviter ainsi que cespersonnes ne soient à charge de l’État belge dans lecadre de l’aide médicale urgente durant l’examen deleur demande, ne trouvez-vous pas cette réponse de lapart des mutuelles inadéquate?2. En effet, à présent, ces personnes, bien qu’enséjour régulier dès délivrance de l’AI, ne sont doncplus considérées comme entrant dans les conditions del’aide médicale urgente mais de la carte santé que lesCPAS sont contraints de prendre en charge. Commentenvisagez-vous vous y prendre afin de résoudre ceproblème?DO 2007200803095 DO 2007200803095Vraag nr. 77 van mevrouw Carina Van Cauter van25 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Sociale Zaken en Volksgezondheid:«Kankerplan». — Maatregelen.Sinds 1999 onder meer met de invoering van het«Globaal Medisch Dossier» werd de tendens gezet dehuisarts een centrale rol te laten spelen in de basisgezondheidszorg.Dit leidt tot continuïteit, integrale zorgen contextgerelateerde zorg.In het «Kankerplan» wordt vooropgesteld 380 miljoeneuro uit te trekken, onder meer om rokers van desigaret af te helpen door de rookstopbegeleiding bijtabacologen terug te betalen.Question n o 77 de M me Carina Van Cauter du 25 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministredes Affaires sociales et de la Santé publique:«Plan cancer». — Mesures.Depuis 1999, et notamment depuis l’introduction du«Dossier Médical Global», on observe une tendancequi consiste à faire jouer au médecin généraliste unrôle central dans le secteur des soins de santé de base,ce qui présente le triple avantage de garantir la continuitédes soins médicaux, des soins intégraux et unlien contextuel.Le « plan cancer» prévoit de réserver 380 millionsd’euros, notamment pour aider les fumeurs à renoncerà la cigarette en remboursant l’aide au sevrage chez untabacologue.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 38932 - 6 - 20081. Druisen deze maatregelen niet juist in tegen detendens welke werd gevolgd? Thans kunnen patiëntendie willen stoppen met roken immers een beroep doenop de huisarts (consultaties die reeds terugbetaaldworden) alwaar het rookprobleem globaal kan aangepaktworden.2. Is het nodig maatregelen te nemen wanneersommige ziekenfondsen zelfs reeds in deze terugbetalingvoorzien?3. Wanneer dergelijke maatregel toch zou ingevoerdworden, zijn er dan voldoende tabacologen (ikverneem 78 in Vlaanderen en Brussel samen) teneindeaan deze vraag te voldoen?1. Ces mesures ne vont-elles pas justement à contrecourantde la tendance suivie depuis 1999?Aujourd’hui, en effet, les patients qui veulent arrêterde fumer peuvent faire appel à leur médecin généraliste(consultations qui sont déjà remboursées) auprèsduquel le tabagisme peut être l’objet d’une approcheglobale.2. Est-il utile de prendre des mesures étant donnéque certaines mutuelles prévoient déjà ce remboursement?3. Si une mesure de ce type devait être adoptée, yaurait-il suffisamment de tabacologues (il me revientqu’il y en aurait 78 pour la Flandre et Bruxelles) poursatisfaire cette demande?DO 2007200803117 DO 2007200803117Vraag nr. 78 van mevrouw Sofie Staelraeve van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Sociale Zaken en Volksgezondheid:Creatie van specifieke bedden. — Financiering vanmobiele teams en overlegplatforms.In de beleidsbrief Volksgezondheid stelt de ministerdat er een verderzetting komt van de maatregelen diegenomen zijn in 2007, meer bepaald de creatie vanspecifieke bedden en nieuwe eenheden, de financieringvan mobiele teams en overlegplatforms.1. Waar werden die specifieke bedden opgericht enwat is de kostprijs?2.a) Hoeveel mobiele teams zijn er en waar zijn dezegevestigd?b) Wat is de kostprijs hiervan? b) Quel est leur coût?3. Hoeveel overlegplatforms zijn er en over welkefinanciële middelen beschikken deze?Question n o 78 de M me Sofie Staelraeve du 28 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministredes Affaires sociales et de la Santé publique:Création de lits spécifiques. — Financement des équipesmobiles et des plateformes de concertation.Nous pouvons lire dans la note de politique Santépublique que les mesures prises en 2007 seront prolongées,notamment en ce qui concerne la création de litsspécifiques et de nouvelles unités, le financement deséquipes mobiles et les plateformes de concertation.1. Où ces lits spécifiques ont-ils été implantés etquel en est le coût?2.a) Combien d’équipes mobiles existe-t-il et où sontellesimplantées?3. Combien de plateformes de concertation existe-tilet de quels moyens financiers disposent-elles?DO 2007200803119 DO 2007200803119Vraag nr. 79 van mevrouw Sofie Staelraeve van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Sociale Zaken en Volksgezondheid:Drugsbeleid. — Proefproject psychiatrische ziekenhuizen.In het kader van het drugsbeleid voorziet de ministerin haar beleidsbrief Volksgezondheid in het verderzettenvan een proefproject met als doel in twee psychiatrischeziekenhuizen de geïntegreerde behandelingvan personen met een dubbele diagnose te testen, metQuestion n o 79 de M me Sofie Staelraeve du 28 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministredes Affaires sociales et de la Santé publique:Politique en matière de drogues. — Projet-pilote dansdes hôpitaux psychiatriques.Dans le cadre de la politique en matière de drogues,la ministre prévoit dans sa note de politique généraleSanté publique la poursuite d’un projet-pilote visant àtester dans deux hôpitaux psychiatriques le traitementintégré de personnes présentant un double diagnostic,KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3894 QRVA 52 0202 - 6 - 2008name de combinatie van een psychotische stoornis eneen problematiek betreffende de consumptie van producten.à savoir la combinaison d’un trouble psychotique etd’un problème lié à la consommation de produits1. In welke twee ziekenhuizen loopt dit project? 1. Quels sont les deux hôpitaux concernés par ceprojet?2. Hoeveel patiënten met een dubbele diagnoseworden in elk van deze ziekenhuizen behandeld?3. Wat is de kostprijs per ziekenhuis van dit proefproject?2. Combien de patients présentant un doublediagnostic sont traités dans chacun de ces hôpitaux?3. Quel est le coût de ce projet-pilote par hôpital?4. Wanneer wordt dit proefproject geëvalueerd? 4. Quand ce projet-pilote fera-t-il l’objet d’uneévaluation?DO 2007200803136 DO 2007200803136Vraag nr. 80 van mevrouw Hilde Vautmans van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Sociale Zaken en Volksgezondheid:Kanker. — Schatkist. — Bedragen van medicijnen enkankerresearch.Iedereen kent wel iemand die kanker heeft of gehadheeft.1.a) Hoeveel personen kregen de diagnose dat zekanker hebben?b) Kan u deze opdelen per soort kanker en per jaarsinds 2000 (of gegevens voor de jongste vijf jaar)?2.a) Hoeveel personen sterven elk jaar aan kanker?Question n o 80 de M me Hilde Vautmans du 28 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministredes Affaires sociales et de la Santé publique:Cancer. — Trésor. — Montants consacrés aux médicamentset à la recherche sur le cancer.Chacun connaît certainement dans son entourageune personne ayant ou ayant eu un cancer.1.a) Combien de personnes ont-elles été diagnostiquéescomme ayant un cancer?b) Pouvez-vous répartir ce chiffre par type de canceret par an depuis 2000 (ou pour les cinq dernièresannées)?2.a) Quel est le taux annuel de mortalité due au cancer?b) Kan u een opdeling geven per soort kanker? b) Pouvez-vous répartir ce chiffre par type de cancer?3. Welk bedrag betaalt de Schatkist sedert 2000 (ofgegevens voor de jongste vijf jaar) jaarlijks globaalvoor het gebruik van medicijnen tegen kanker?4. Welke bedragen werden betaald voor de medicijnen:Avastin, Sunitinib, Sorafinib, Herceptin, andere?5. Wat is de kostprijs van deze medicijnen perbehandeling?6. Welk bedrag wordt sedert 2000 (of gegevens voorde jongste vijf jaar) jaarlijks globaal door de Schatkistbesteed aan kankerresearch?3. Quels montants globaux les pouvoirs publicsfédéraux consacrent-ils annuellement depuis 2000 (ouchiffres pour les cinq dernières années) aux médicamentscontre le cancer?4. Quels montants ont été affectés aux médicamentsAvastin, Sunitinib, Sorafinib, Herceptin, et autres?5. Quel est le coût de ces médicaments par traitement?6. Quel montant global les pouvoirs publics fédérauxconsacrent-ils annuellement depuis 2000 (ou chiffrespour les cinq dernières années) à la recherche surle cancer?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 38952 - 6 - 2008DO 2007200803162 DO 2007200803162Vraag nr. 84 van de heer Luk Van Biesen van 28 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Sociale Zaken en Volksgezondheid:Aandelenopties. — Herkwalificatie.De wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgischactieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdendediverse bepalingen bepaalt dat opties belastbaar zijnop het moment van toekenning. Het moment van toekenningvalt op de 60ste dag volgend op het aanbodvan de opties.Verder bepaalde de wet aanvankelijk dat een werknemerautomatisch geacht werd het aanbod te aanvaarden,tenzij hij het aanbod vóór de 60ste dag schriftelijkweigerde.Deze regel werd met ingang van 2003 bij programmawet(I) van 24 december 2002 omgekeerd. Voortaanbepaalt de wet dat de werknemer automatisch geachtwordt het aanbod te weigeren, tenzij hij dit aanbodvóór de 60ste dag schriftelijk aanvaardt. Zoniet wordthij vanuit fiscaal oogpunt geacht de aandelenopties teweigeren. De aandelenopties kunnen dan niet wordenbelast volgens de principes van de wet van 26 maart1999.Maar in vele gevallen bepaalt het optieplan dat menbijvoorbeeld 90 dagen de tijd heeft om de opties schriftelijkte aanvaarden, of zelfs dat men helemaal niet uitdrukkelijkmoet aanvaarden.Indien de werknemer de opties dan niet binnen de60 dagen aanvaardt, wordt hij fiscaal geacht ze teweigeren. Toch betekent deze «fiscale weigering» nietipso facto dat de werknemer dan geen aandelenoptiesheeft gekregen.De vraag rijst hoe de opties, die pas na de termijnvan 60 dagen worden aanvaard, worden belast.Hierover zijn uiteenlopende standpunten terug tevinden: ofwel vallen de opties onder de gemeenschappelijkefiscale regeling, ofwel is er een herkwalificatiein een aandelenplan waarbij het prijsvoordeel dat dewerknemer heeft bij aankoop van de aandelen, belastwordt als een voordeel van alle aard.Dit laatste standpunt wordt door de ministergevolgd (vraag nr. 228 van 20 januari 2004 van volksvertegenwoordigerF. Bellot, Vragen en Antwoorden,Kamer, 2003-2004, nr. 27 van 5 april 2004, blz. 4179).1. Volgt de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid deminister van Financiën in de stelling tot herkwalificatieen zijn bijgevolg sociale bijdragen verschuldigdQuestion n o 84 de M. Luk Van Biesen du 28 avril 2008(N.) à la vice-première ministre et ministre desAffaires sociales et de la Santé publique:Options sur action. — Requalification.La loi du 26 mars 1999 relative au plan d’actionbelge pour l’emploi 1998 et portant des dispositionsdiverses stipule que les options sont imposables aumoment de leur attribution, c’est-à-dire le 60 e jour quisuit la notification de l’offre.En outre, la loi prévoyait à l’origine qu’un travailleurest censé avoir accepté l’offre, à moins qu’il n’y aitrenoncé par écrit avant l’expiration de ce délai de60 jours.Depuis 2003, en application de la loi-programme du24 décembre 2002, cette règle est inversée. Depuis lors,la loi stipule que le travailleur est réputé avoir refusél’offre à défaut de l’avoir acceptée dans les 60 jours.S’il ne le fait pas, il est, fiscalement parlant, censé avoirrefusé les options sur action. Celles-ci ne peuvent dèslors être imposées selon les principes de la loi du26 mars 1999.Or dans de nombreux cas, le plan d’options préciseque l’on dispose d’un délai de, par exemple, 90 jourspour accepter les options par écrit, ou même qu’il n’estabsolument pas nécessaire de les accepter expressément.Si le travailleur n’accepte pas les options dans ledélai de 60 jours, le fisc considérera donc qu’il y arenoncé. Cependant, ce «refus fiscal» ne signifie pasipso facto que le travailleur n’a pas reçu d’options suraction.La question est de savoir comment les options quine sont acceptées qu’après l’expiration du délai de60 jours doivent être imposées.Les avis divergent sur cette question: pour certains,les options concernées doivent être soumises au régimefiscal général, tandis que pour d’autres, il y a dans cecas une requalification en plan d’actions, et l’avantagefinancier obtenu par le travailleur lors de l’achat desactions doit être imposé en tant qu’avantage de toutenature.Cette dernière interprétation est celle suivie par leministre (cf. question n o 228 de M. François Bellot du20 janvier 2004, Questions et Réponses, Chambre,2003-2004, n o 27 du 5 avril 2004, p. 4179).1. L’Office national de sécurité sociale suit-il l’avisdu ministre des Finances dans le sens d’une requalificationet, par conséquent, des cotisations sociales sont-KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3896 QRVA 52 0202 - 6 - 2008op opties die vermoed worden geweigerd te zijn of diepas schriftelijk aanvaard worden na 60 dagen?2. Is deze stelling dan niet bekritiseerbaar nu eenvoordeel moet beantwoorden aan de wettelijke definitievan loon om onderworpen te kunnen worden aansocialezekerheidsbijdragen?elles dues sur des options qui sont présumées avoir étérefusées ou qui ne sont acceptées par écrit qu’une foispassé le délai de 60 jours?2. Cette position n’est-elle pas critiquable dans lamesure où un avantage doit correspondre à la définitionlégale d’une rémunération pour pouvoir êtresoumis aux cotisations de sécurité sociale?DO 2007200803167 DO 2007200803167Vraag nr. 85 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Sociale Zaken en Volksgezondheid:Studentenarbeid. — Marktverstoring. — Laaggeschooldewerknemers.Het ABVV heeft in de zomer van vorig jaar zijn ongenoegengeuit over het stijgend aantal studenten datstudentenarbeid verricht. Deze tendens zou nefast zijnvoor hun studieresultaten en zou bovendien marktverstorendwerken ten aanzien van laaggeschoolden.In antwoord op mijn vragen hieromtrent verwijst deminister van Werk naar zijn collega van Sociale Zakenomdat «de versoepeling van de regelgeving metbetrekking tot studentenarbeid zijn oorsprong niet inhet arbeidsrecht maar wel in de reglementering inzakesociale zekerheid vindt» (vraag nr. 85 van 20 november2007, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2007-2008,nr. 7, blz. 471-472).1.a) Klopt de bewering dat andere, hoofdzakelijk laaggeschooldewerknemers het slachtoffer zijn vanstudentenjobs?b) Werkt studentenarbeid met andere woordenmarktverstorend voor laaggeschoolde werknemers?Question n o 85 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministredes Affaires sociales et de la Santé publique:Travail des étudiants. — Effet pertubateur du marché.— Travailleurs peu qualifiés.L’été dernier, la FGTB a exprimé son mécontentementface au nombre croissant d’étudiants qui travaillent.Elle estime que cette tendance aurait des effetsnéfastes sur les résultats scolaires des étudiants etqu’elle perturberait en outre le marché au détrimentdes travailleurs peu qualifiés. En réponse à mes questionsà ce sujet, le ministre de l’Emploi renvoie à soncollègue des Affaires sociales parce que «l’assouplissementde la réglementation relative au travail desétudiants trouve son origine non pas dans le droit dutravail mais bien dans la réglementation relative à lasécurité sociale» (question n o 85 du 20 novembre 2007,Questions et Réponses, Chambre, 2007-2008, n o 7,pp. 471-472).1.a) Est-il exact que d’autres travailleurs, principalementpeu qualifiés, seraient lésés par le travail desétudiants?b) En d’autres termes, le travail des étudiants a-t-il uneffet pertubateur du marché pour les travailleurspeu qualifiés?c) Zo ja, waaruit blijkt dat concreet? c) Dans l’affirmative, quels en sont les indicesconcrets?2. Gegeven het feit dat studenten vaak tijdens deweekends of ’s avonds werken — tijdstippen waaropreguliere werknemers door de band genomen lieverniet werken — en het verwijt van het ABVV dat zemarktverstorend werken ten aanzien van laaggeschooldewerknemers, impliceert dit dan dat hetbegrip passende dienstbetrekking voor werkzoekendenmoet worden uitgebreid tot avond- en weekendwerk?2. Étant donné que les étudiants travaillent souventle soir ou le week-end — soit à des moments où lestravailleurs réguliers préfèrent généralement ne pastravailler — et vu le reproche, exprimé par la FGTB,qu’ils perturbent le marché au détriment des travailleurspeu qualifiés, ceci implique-t-il dès lors que lanotion «d’emploi convenable» doit englober le travaildu soir et du week-end?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 38972 - 6 - 2008DO 2007200803168 DO 2007200803168Vraag nr. 86 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Sociale Zaken en Volksgezondheid:EU-lidstaten. — Gedetacheerde buitenlandse werknemers.— Formulier E101.Gedetacheerde buitenlandse werknemers uit andereEU-lidstaten blijven in eigen land sociaal verzekerdmiddels het formulier E101. Wanneer de sociale inspectiemeent dat niet aan de voorwaarden voldaan is,moet zij haar buitenlandse collega’s vragen om dieE101 in te trekken. Indien daarover geen onderlingeovereenstemming wordt bereikt, moet dit punt wordenvoorgelegd in de administratieve Commissie van deSociale Zekerheid waarin de 27 EU-lidstaten vertegenwoordigdzijn.Dienaangaande kreeg ik graag antwoord opvolgende vragen voor de periode 2004 tot heden:1. Hoeveel aanvragen tot het intrekken van formulierE101 heeft de sociale inspectie jaarlijks ingediend?De cijfers graag opgedeeld per EU-lidstaat.2. Hoeveel van die aanvragen werden door elk vande betrokken EU-lidstaten jaarlijks opgevolgd?3. Hoeveel dossiers werden bij gebrek aan overeenstemmingjaarlijks voorgelegd aan de administratieveCommissie van de Sociale Zekerheid?4. Blijkt uit de praktijk dat deze procedure goedwerkt?Question n o 86 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministredes Affaires sociales et de la Santé publique:États membres de l’UE. — Travailleurs étrangers détachés.— Formulaire E101.Les travailleurs étrangers détachés d’États membresde l’UE conservent leur couverture sociale dans leurpropre pays grâce au formulaire E101. Lorsque l’inspectionsociale estime que les conditions n’ont pas étérespectées, elle doit prier ses homologues étrangères deprocéder au retrait de ce formulaire E101. En l’absenced’un consensus en la matière, l’affaire doit être portéedevant la Commission administrative pour la Sécuritésociale, où les 27 États membres de l’UE sont représentés.À ce propos, je voudrais vous poser les questionssuivantes relatives à la période 2004-2007:1. Combien de demandes de retrait du formulaireE101 l’inspection sociale a-t-elle introduites chaqueannée (par État membre de l’UE)?2. Parmi ces demandes, combien ont-elles faitl’objet, par année, d’un suivi de la part de chacun desÉtats membres concernés?3. Combien de dossiers ont été transmis par année àla Commission administrative pour la Sécurité socialeà la suite d’un désaccord ?4. La pratique révèle-t-elle un bon fonctionnementde cette procédure?5. Zo neen, wat zijn de belangrijkste hinderpalen? 5. Dans la négative, quels sont les principaux obstaclesà surmonter?6. Werd reeds overwogen om een Europese instellingof Europees orgaan in het leven te roepen om tebeslissen over dergelijke gevallen waarbij geen onderlingeovereenstemming wordt bereikt?6. A-t-on déjà envisagé de créer une institution ouun organe européen qui serait chargé de prendre desdécisions dans les cas où aucun consensus n’a pu êtredégagé?DO 2007200803169 DO 2007200803169Vraag nr. 87 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Sociale Zaken en Volksgezondheid:Private en openbare instellingen van de federalegezondheidssectoren. — Extra verlofdagen.In de sociale akkoorden voor de private en de openbareinstellingen van de federale gezondheidssectorenis voorzien in een aantal extra verlofdagen met als doelde mensen langer aan het werk te houden. In de privatesectoren worden de bijkomende verlofdagen toe-Question n o 87 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministredes Affaires sociales et de la Santé publique:Organismes privés et publics des secteurs fédéraux dela santé. — Jours de congé supplémentaires.Les accords sociaux applicables aux organismesprivés et publics relevant des secteurs fédéraux de lasanté prévoient l’octroi d’un certain nombre de joursde congé supplémentaires afin de faire en sorte que lesBelges restent plus longtemps dans la vie active. DansKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3898 QRVA 52 0202 - 6 - 2008gekend in drie tijdsschijven, namelijk op 50 jaar,5 dagen, op 52 jaar 10 dagen en op 55 jaar 20 dagen.In de openbare sector zijn de bijkomende verlofdagenvanaf de leeftijd van 52 jaar toegekend en verhogenper leeftijdsjaar om 20 dagen te bedragen op de leeftijdvan 58 jaar.Vanuit de federale overheid wordt een financieringvooropgesteld voor het aantal voltijdse equivalentendie zullen worden aangeworven om deze verlofdagente compenseren. Dit geldt trouwens ook voor de arbeidsduurverminderingvoor degenen die er automatischrecht op hebben. Deze maatregel zorgt er dusvoor dat de betrokkene zijn loon blijft behouden endat er tegelijkertijd, om te vermijden dat de werkdrukzou verhogen, kan voorzien worden in een vervangingdie ten laste wordt genomen.1. Hoeveel werknemers in respectievelijk de privésectoren de openbare sector hebben sinds de invoeringvan de maatregel reeds een beroep gedaan op de extraverlofdagen?2. Hoeveel werknemers (opgedeeld mannen envrouwen) krijgen vandaag extra verlofdagen op grondvan bovengenoemde maatregel?3. Komen ook werknemers van het Fonds voor Beroepsziektenin aanmerking om deze maatregel tegenieten?4. Heeft een aantal werknemers de extra dagen nietkunnen opnemen of geweigerd op te nemen?5. Hoeveel bedraagt de financiering die de federaleoverheid vooropstelt om extra mensen aan te werven?6. Hoeveel voltijdse equivalenten werden sinds deinvoering van de maatregel jaarlijks aangeworven?les secteurs privés, les jours de congé supplémentairessont octroyés en trois tranches: 5 jours à 50 ans,10 jours à 52 ans et 20 jours à 55 ans. Dans le secteurpublic, les jours de congé supplémentaires sont octroyésà partir de l’âge de 52 ans et leur nombre s’accroîtgraduellement en fonction de l’âge pour atteindre20 jours à l’âge de 58 ans.L’autorité fédérale prévoit un financement pour lenombre d’équivalents temps plein qui seront recrutéspour compenser ces jours de congé. Un tel financementest d’ailleurs prévu également pour la réduction dutemps de travail dont bénéficient celles et ceux qui yont automatiquement droit. Cette mesure garantitdonc à l’intéressé ou à l’intéressée le maintien de sonsalaire tout en permettant de prévoir un remplacementdont le financement est assuré pour éviter une augmentationde la pression du travail.1. Combien de travailleurs salariés employés respectivementdans le secteur privé et dans le secteurpublic ont-ils déjà recouru à ces jours de congé supplémentairesdepuis l’instauration de cette mesure?2. Combien de travailleurs et combien de travailleusesreçoivent-ils ou reçoivent-elles aujourd’hui desjours de congé supplémentaires sur la base de lamesure susmentionnée?3. Les travailleurs du Fonds des maladies professionnellesentrent-ils aussi en considération pour bénéficierde cette mesure ?4. Certains travailleurs ont-ils été dansl’impossibilité de prendre ces jours de congé supplémentairesou ont-ils refusé de les prendre?5. À combien se chiffre le financement prévu parl’autorité fédérale pour recruter du personnel supplémentaire?6. Combien d’équivalents temps plein ont-ils étérecrutés annuellement depuis l’instauration de lamesure?DO 2007200803170 DO 2007200803170Vraag nr. 88 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Sociale Zaken en Volksgezondheid:Personen met een arbeidshandicap. — Activiteitsvallen.— Herscholingsproces.Voor personen met een arbeidshandicap bestaat eenaantal activiteitsvallen. Toch werd er sinds juli 2002een aantal experimenten in Mechelen, Luik en deDuitstalige Gemeenschap opgestart om een herscholingsprocesop te starten, alsook een meer genuan-Question n o 88 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministredes Affaires sociales et de la Santé publique:Personnes affectées d’un handicap professionnel. —Pièges à l’emploi. — Processus de rééducationprofessionnelle.Les personnes affectées d’un handicap professionnelsont confrontées à une série de pièges à l’emploi.Néanmoins, plusieurs expériences sont menées depuisjuillet 2002 à Malines, Liège et au sein de la Communautégermanophone visant à entamer un processus deKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 38992 - 6 - 2008ceerde aanpak van de betrokken doelgroep in het algemeen.De lessen die daaruit werden getrokken, moestennaar de andere regio’s van het land worden doorgetrokken.rééducation professionnelle et à adopter une approchegénérale plus nuancée vis-à-vis de ce groupe cible. Lesenseignements qui en ont été tirés devaient égalementêtre utiles pour les autres régions du pays.1. Lopen deze experimenten na vijf jaar nog steeds? 1. Ces expériences, qui ont démarré il y a cinq ans,sont-elles toujours en cours?2. Wat zijn hun concrete resultaten? 2. Quels en sont les résultats concrets?3. Hoe werden ze geëvalueerd en wat zijn de voornaamsteproblemen?4. Zijn de lessen die daaruit werden getrokkenintussen doorgetrokken naar de andere regio’s van hetland?5. Hoeveel personen met een arbeidshandicapkonden intussen deeltijds of voltijds opnieuw aan deslag (cijfers opgedeeld per Gewest)?6. Zijn er nog bijkomende maatregelen nodig ominactiviteitsvallen voor personen met een arbeidshandicapuit de wereld te helpen?3. Comment ont-elles été évaluées et quels sont lesprincipaux problèmes?4. Les enseignements qui en ont été tirés ont-ilsservi dans les autres régions du pays?5. Combien de personnes affectées d’un handicapprofessionnel ont entre-temps trouvé un emploi àtemps partiel ou à temps plein (chiffres ventilés parRégion)?6. Des mesures supplémentaires sont-elles nécessairesafin d’éliminer les pièges à l’emploi pour lespersonnes affectées d’un handicap professionnel?DO 2007200803171 DO 2007200803171Vraag nr. 89 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Sociale Zaken en Volksgezondheid:Land- en tuinbouwers. — Dimona-aangiften. — Paritairecomités.Naar verluidt zou uit de aangiften van seizoenpersoneelblijken dat veel land- en tuinbouwers onvoldoendeop de hoogte zijn van de sector waarin ze zelfwerkzaam zijn. De Dimona-aangiften worden om diereden vaak niet correct gedaan. Bij elke Dimonaaangiftemoet immers melding worden gemaakt vanhet paritair comité waar de werkgever onder valt: 144voor de landbouw en 145 voor de tuinbouw.1. Blijkt uit de Dimona-aangiften dat er inderdaadeen probleem bestaat bij heel wat land- en tuinbouwersmet betrekking tot het aangeven van het paritaircomité waaronder ze ressorteren?2. Hoeveel foute aangiften werden sinds de invoeringvan Dimona gedaan?3. Welke acties onderneemt de administratie omdergelijke fouten zo soepel mogelijk recht te zetten?4. Hebben sommige land- en tuinbouwers al boetesopgelopen voor een verkeerde Dimona-aangifte?Question n o 89 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministredes Affaires sociales et de la Santé publique:Agriculteurs et horticulteurs. — Déclarations Dimona.— Commissions paritaires.Il ressortirait des déclarations relatives à l’emploi depersonnel saisonnier que de nombreux agriculteurs ethorticulteurs ne connaissent pas bien le secteur danslequel ils sont actifs. Dès lors, les déclarations Dimonasont souvent remplies de manière incorrecte. Danschaque déclaration Dimona, il y a en effet lieud’indiquer la commission paritaire dont relèvel’employeur: 144 pour l’agriculture et 145 pourl’horticulture.1. Ressort-il des déclarations Dimona que denombreux agriculteurs et horticulteurs ne savent enfait pas très bien de quelle commission paritaire ilsrelèvent?2. Combien de déclarations incorrectes a-t-on déjàenregistrées depuis l’instauration de Dimona?3. Quelles démarches l’administration entreprendelleafin de corriger ces erreurs de la manière la plussouple possible?4. Certains agriculteurs et horticulteurs se sont-ilsdéjà vu infliger des amendes en cas de déclarationDimona incorrecte?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3900 QRVA 52 0202 - 6 - 20085. Welke acties overweegt u te ondernemen om deland- en tuinbouwers te helpen om hun aangifte in detoekomst zo correct mogelijk te doen?5. Quelles mesures comptez-vous prendre afind’aider les agriculteurs et horticulteurs à remplir leurdéclarations le plus correctement possible à l’avenir?DO 2007200803172 DO 2007200803172Vraag nr. 90 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Sociale Zaken en Volksgezondheid:Accrediteringsgraad van huisartsen en specialisten.In het verleden bleek dat er grote verschillen warenin accrediteringsgraad van de huisartsen tussen Vlaanderenen Wallonië.1. Hoeveel huisartsen werden geaccrediteerd in2006 en 2007, opgesplitst tussen Vlaanderen en Wallonië?2. Wat was de accrediteringsgraad van de specialisten,onderverdeeld per specialisme, in 2006 en 2007opgesplitst tussen Vlaanderen en Wallonië?Question n o 90 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministredes Affaires sociales et de la Santé publique:Degré d’accréditation des médecins généralistes etspécialistes.Il s’est avéré par le passé que le degré d’accréditationdes généralistes variait fortement entre la Flandre et laWallonie.1. Combien de généralistes ont-ils été accrédités en2006 et 2007, respectivement en Flandre et en Wallonie?2. Quel était le degré d’accréditation des spécialistes,répartis par spécialité, en 2006 et en 2007, respectivementen Flandre et en Wallonie?DO 2007200803174 DO 2007200803174Vraag nr. 92 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Sociale Zaken en Volksgezondheid:Seizoenarbeiders. — Nieuwe tewerkstelling.Voor seizoenarbeiders geldt een soepele overgangvan seizoenarbeid naar reguliere tewerkstelling. Werkgeversmoeten voor hen vanaf de 66ste dag normalesociale bijdragen betalen. Indien men evenwel eenwerknemer langer dan 65 dagen laat werken, geldt erechter een wachttermijn van twee volle kwartalenvooraleer die opnieuw als seizoenwerknemer aan deslag kan. Dat kan zeer vervelende gevolgen hebben.Wanneer iemand bijvoorbeeld tot in oktober ofnovember werkt en de 65-dagen overschreven heeft,moet hij of zij wachten tot 1 juli van het daaropvolgendejaar om opnieuw als seizoenwerknemer ingeschakeldte kunnen worden. Dat is rijkelijk laat, vermitsde seizoenwerknemers ook al vroeger op het jaarnodig zijn. Bovendien geldt in de sector een krapte omvoldoende werknermers te vinden.1. Waarom wordt vastgehouden aan de termijn vantwee kwartalen vooraleer een werknemer opnieuw alsseizoenwerknemer aan de slag kan?2. Overweegt u een inkorting van de termijn tot éénkwartaal met het oog op het remediëren aan de krapteop de arbeidsmarkt voor seizoenarbeid?Question n o 92 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministredes Affaires sociales et de la Santé publique:Travailleurs saisonniers. — Réembauche.Les travailleurs saisonniers peuvent passer ensouplesse d’un travail saisonnier à un emploi régulier.Leurs employeurs doivent payer pour eux des cotisationssociales normales à partir du 66 eme jour. Toutefois,s’ils emploient un travailleur saisonnier plus de65 jours, ils sont tenus de respecter un délai d’attentede deux trimestres complets avant de pouvoir les réembaucher,ce qui peut entraîner pour les intéressés desdésagréments importants. Lorsqu’un travailleurtravaille par exemple jusqu’en octobre ou en novembreet dépasse la limite des 65 jours, il — ou elle —doit attendre le 1 er juillet de l’année suivante pourpouvoir retravailler comme saisonnier. C’est fort tardétant donné que les employeurs ont aussi besoin deleurs services plus tôt dans l’année. De plus, ce secteursouffre d’une pénurie de main-d’œuvre.1. Pourquoi persiste-t-on à imposer aux employeursun délai d’attente de deux trimestres avant de pouvoirréembaucher un travailleur saisonnier?2. Envisagez-vous de réduire ce délai à un seultrimestre afin de remédier au problème de pénurie quiaffecte le travail saisonnier sur le marché de l’emploi?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 39012 - 6 - 20083. Welke timing denkt u te respecteren? 3. Quel calendrier comptez-vous respecter?DO 2007200803175 DO 2007200803175Vraag nr. 93 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Sociale Zaken en Volksgezondheid:Kinderbijslagen. — Ongelijke behandeling tussenlesbische koppels en heterokoppels.Op het vlak van kinderbijslagen lijkt er volgendeongelijke bahandeling te bestaan tussen lesbische koppelsen heterokoppels: indien in een lesbische relatiebeide partners elk een kind krijgen, ontvangen zetelkens een kinderbijslag voor een eerste kind. In eenheterorelatie daarentegen zijn de kinderbijslagen aangepastomdat er twee kinderen in dat gezin zijn. In defeiten is dat bij het lesbische koppel ook het geval.Bijgevolg zou dat koppel eenzelfde regeling moetenkrijgen als het heterokoppel.1. Werd u vanuit holebikringen reeds attentgemaakt op deze verschillende behandeling van lesbische-en heterokoppels?2. Waarom worden lesbische koppels andersbehandeld dan heterokoppels?3. Overweegt u om deze ongelijke situatie recht tetrekken?4. Op welke termijn overweegt u een maatregel terzake te nemen?Question n o 93 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministredes Affaires sociales et de la Santé publique:Allocations familiales. — Inégalité de traitement entrecouples lesbiens et couples hétérosexuels.Il semble qu’en matière d’allocations familiales, ilexiste une inégalité de traitement entre les coupleslesbiens et les couples hétérosexuels. Ainsi, à la naissancede son premier enfant, chacune des deux partenairesd’un couple lesbien bénéficie à chaque foisd’allocations familiales pour un premier enfant. Pourles couples hétérosexuels, ces allocations familialessont adaptées parce que le ménage compte deuxenfants. Dans la pratique, toutefois, c’est aussi le casdu couple lesbien. Celui-ci devrait donc se voir appliquerle même régime que le couple hétérosexuel.1. Cette inégalité de traitement entre coupleslesbiens et couples hétérosexuels vous a-t-elle déjà étésignalée par les milieux homosexuels?2. Comment cette inégalité de traitements’explique-t-elle?3. Envisagez-vous de remédier à cette inégalité?4. Dans quel délai envisagez-vous de prendre unemesure en la matière?DO 2007200803176 DO 2007200803176Vraag nr. 94 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Sociale Zaken en Volksgezondheid:Ziekenfondsen. — Aanvullende verzekeringen. —Tegemoetkomingen. — Weigeringen.Artikel 3 van de wet van 6 augustus 1990 betreffendede ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen,bepaalt duidelijk wat toegelaten is inzake deziekte- en invaliditeitsverzekering, namelijk de uitvoeringervan en alles wat daarmee in verband staat. Opbasis van dit artikel voorzien een aantal ziekenfondsen,in het kader van hun aanvullende verzekeringvoor hun leden, in een tegemoetkoming voor vaccinatiesvoor zuigelingen.De ouders kunnen zich voor deze vaccins wendenbij ofwel de consultatiebureaus van Kind en Gezinofwel rechtstreeks bij de huisarts.Question n o 94 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministredes Affaires sociales et de la Santé publique:Mutualités. — Assurances complémentaires. — Interventions.— Refus.L’article 3 de la loi du 6 août 1990 relative auxmutualités et aux unions nationales de mutualités définitclairement ce qui est permis en matière d’assurancemaladie et invalidité, à savoir la mise en œuvre de cetteassurance et de tout ce qui s’y rapporte. Sur la base decet article, un certain nombre de mutualités proposentà leurs membres, dans le cadre de l’assurance complémentaire,une intervention dans les frais de vaccinationdes nourrissons.Pour ces vaccins, les parents peuvent s’adresser soitaux bureaux de consultation de la Ligue des Familles,soit directement à leur médecin traitant.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3902 QRVA 52 0202 - 6 - 2008Indien de verzekerde ervoor opteert om dit via dehuisarts te laten doen, kan de huisarts ofwel het vaccinbestellen ofwel een voorschrift aan de patiënt meegeven.Met dit voorschrift kan de patiënt het vaccin afhalenbij de apotheker. In dat laatste geval levert de apothekereen attest van vergoedbare farmaceutische verstrekkingaf. Indien de aanvullende verzekering in eentegemoetkoming voorziet, krijgt de verzekerde eendeel terugbetaald.Er zijn evenwel gevallen gekend waarbij het ziekenfondsweigert om terug te betalen ook al is betrokkenenaanvullend verzekerd.1. Bent u op de hoogte van weigeringen in het kadervan een aanvullende verzekering?2. Zo ja, hoeveel dergelijke weigeringen zijn ergeweest in het afgelopen jaar 2007?3. Zo neen, overweegt u aan de Controledienstvoor de Ziekenfondsen te vragen om dergelijke weigeringente willen onderzoeken?Si l’assuré choisit de passer par son médecin traitant,celui-ci peut soit commander le vaccin, soitdonner une ordonnace au patient, grâce à laquellecelui-ci peut obtenir le vaccin auprès d’un pharmacien.Dans ce dernier cas, le pharmacien délivre au patientune attestation de fournitures pharmaceutiquesremboursables. Si l’assurance complémentaire prévoitune intervention, l’assuré obtient alors un remboursementpartiel du vaccin.Il semble toutefois qu’il y ait des cas où la mutualitérefuse le remboursement, alors que les personnesconcernées souscrivent à l’assurance complémentaire.1. Avez-vous connaissance de cas de refus dans lecadre d’une assurance complémentaire?2. Dans l’affirmative, combien de refus de ce type ya-t-il eus en 2007?3. Dans la négative, envisagez-vous de demander àl’Office de contrôle des mutualités d’examiner de telsrefus?DO 2007200803177 DO 2007200803177Vraag nr. 95 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Sociale Zaken en Volksgezondheid:Landbouworganisaties. — Gelegenheidswerknemers.— Afschaffing gelegenheidsformulieren.De landbouworganisaties zijn vragende partij omhet gelegenheidsformulier voor gelegenheidswerknemersaf te schaffen. Evenwel bleek er nog geen haalbaaren betaalbaar alternatief te zijn gevonden om dearbeidsrelaties en de evolutie van de prestaties vangelegenheidswerknemers consistent op te volgen. Hetgelegenheidsformulier is zolang immers noodzakelijkomdat het formulier in hoofdzaak wordt gebruikt vooreen categorie van werknemers voor wie geen enkeleverplichting bestaat om een geschreven arbeidsovereenkomstop te stellen.1. Is er intussen verder gezocht naar een alternatiefvoor het gelegenheidsformulier?2.a) Hebben de landbouworganisaties, die vragendepartij zijn voor de afschaffing van het gelegenheidsformulier,al concrete suggesties gedaan omadministratieve vereenvoudigingen door te voeren?Question n o 95 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministredes Affaires sociales et de la Santé publique:Organisations agricoles. — Travailleurs occasionnels.— Suppression des formulaires occasionnels.Les organisations agricoles demandent la suppressiondu formulaire occasionnel pour les travailleursoccasionnels. Il semble toutefois qu’il n’existe pas deformule de rechange réaliste et financièrement abordablepermettant d’assurer de manière cohérente le suivides relations de travail et de l’évolution des prestationsdes travailleurs occasionnels. En attendant une solution,le formulaire occasionnel reste toutefois nécessaireparce qu’il est essentiellement utilisé pour unecatégorie de travailleurs pour lesquels il n’existeaucune obligation de rédiger une convention de travailécrite.1. A-t-on dans l’intervalle continué à rechercherune formule pour remplacer le formulaire occasionnel?2.a) Les organisations agricoles, qui demandent lasuppression du formulaire occasionnel, ont-ellesdéjà formulé des suggestions concrètes pour lamise en œuvre de simplifications administratives?b) Zo ja, welke voorstellen liggen ter tafel? b) Dans l’affirmative, quelles propositions sont àl’étude?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 39032 - 6 - 2008c) Zijn ze realiseerbaar en zo ja, op welke termijnzullen ze worden doorgevoerd?3. Welke timing streeft u na om het gelegenheidsformulieraf te schaffen en te vervangen door een haalbaaren betaalbaar alternatief?c) Sont-elles réalisables et, dans l’affirmative, dansquel délai seront-elles mises en œuvre?3. Quel échéancier vous êtes-vous fixé pour lasuppression du formulaire occasionnel et son remplacementpar une formule réaliste et financièrementabordable?DO 2007200803240 DO 2007200803240Vraag nr. 96 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Sociale Zaken en Volksgezondheid:Vervoerskosten van en naar de dagverzorgingscentra.— Overheidsbijdrage.Ik ga even terug in de tijd. Het punt inzake het vervoervan beperkt mobiele of afhankelijke ouderenwerd op de agenda geplaatst van de vergadering vande interkabinetten werkgroep «te voeren beleid voorouderen» van 28 oktober 2004. De oprichting van eensubgroep om over deze specifieke problematiek na tedenken werd goedgekeurd op 6 december 2004.De werkgroep kwam voor het eerst samen op24 februari 2005, en tijdens deze eerste ontmoetingwerd de werkmethode bepaald. Er werd beslist eenexhaustieve lijst op te stellen van studies die hieromtrental werden uitgevoerd, en elke Gemeenschap enelk Gewest verbond zich ertoe een stand van zaken tegeven van de kosten van het transport voor de patiënt,voor het zorgcentrum en voor het budget van debevoegde autoriteit.Vanf 12 april 2005 vonden maandelijks vergaderingenplaats.1.a) Wat waren de resultaten van de vergaderingen vande interkabinetten werkgroep?Question n o 96 de M me Sabien Lahaye-Battheu du28 avril 2008 (N.) à la vice-première ministre etministre des Affaires sociales et de la Santé publique:Frais de transport de et vers les centres de soins dejour. — Intervention publique.Je remonte un peu dans le temps. Le point concernantle transport des personnes âgées à mobilitéréduite ou dépendantes a été placé à l’agenda de laréunion du groupe de travail intercabinets «politique àmener pour les personnes âgées» du 28 octobre 2004.La création d’un sous-groupe chargé de réfléchir à ceproblème spécifique a été approuvée le 6 décembre2004.Le groupe de travail s’est réuni la première fois le24 février 2005 et a défini, lors de cette premièrerencontre, la méthode de travail du groupe. Il avait étédécidé d’établir une liste exhaustive des études déjàeffectuées sur le sujet et toutes les Communautés ettoutes les régions s’étaient engagées à fournir un étatdes coûts du transport des patients, le centre de soinset le budget de l’autorité compétente.À partir du 12 avril 2005 , des réunions ont eu lieutous les mois.1.a) Quels ont été les résultats des réunions du groupede travail intercabinets?b) Welke maatregelen vloeiden hieruit voort? b) Quelles mesures en ont découlé?2.a) Is de federale overheid bereid een bijdrage te leverenin de vervoerskosten van en naar de dagverzorgingscentra?b) Genieten de werkgevers op vandaag al van dezemaatregel?2.a) Les autorités fédérales sont-elles prêtes à participeraux frais de transport vers les centres de soins dejour et inversement?b) Les employeurs bénéficient-ils déjà aujourd’hui decette mesure?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3904 QRVA 52 0202 - 6 - 2008DO 2007200803278 DO 2007200803278Vraag nr. 98 van de heer Pierre-Yves Jeholet van29 april 2008 (Fr.) aan de vice-eersteminister enminister van Sociale Zaken en Volksgezondheid:Departement. — Indienstneming van personen meteen handicap.Overeenkomstig het koninklijk besluit van 5 maart2007 tot organisatie van de werving van personen meteen handicap in het federaal administratief openbaarambt is elke overheidsdienst verplicht personen meteen handicap tewerk te stellen ten belope van 3% vanzijn effectief. Dat percentage moet gehaald wordentegen 1 januari 2010.Uit cijfers die in februari 2008 werden bekendgemaaktdoor de minister van Ambtenarenzaken, blijktdat de FOD Volksgezondheid momenteel 2,5% werknemersmet een handicap in dienst heeft.1. Zullen er concrete maatregelen worden getroffenop dat departement teneinde de toegang tot werk voorpersonen met een handicap te bevorderen en de doelstellingvan 3% binnen de gestelde termijn te bereiken?2. Voorziet het personeelsplan 2008 van uw departementin de indienstneming van personen met eenhandicap?3. Beschikt u daarnaast over een inventaris perfunctieniveau van de functies die op uw departementreeds worden vervuld door werknemers met eenhandicap?Question n o 98 de M. Pierre-Yves Jeholet du 29 avril2008 (Fr.) à la vice-première ministre et ministredes Affaires sociales et de la Santé publique:Département. — Emploi de personnes handicapées.L’arrêté royal du 5 mars 2007 organisant le recrutementdes personnes handicapées dans la fonctionpublique administrative fédérale, prévoit que les servicespublics doivent mettre au travail des personneshandicapées à concurrence de 3% de leur effectif. Cepourcentage de 3% devra être atteint pour le 1 er janvier2010.Il ressort des chiffres communiqués en février 2008par la ministre de la Fonction publique que le SPFSanté publique occupe actuellement 2,50% de travailleurshandicapés.1. Des mesures concrètes sont-elles envisagées ausein de ce département afin de promouvoir l’accès àl’emploi pour les personnes handicapées et d’atteindrel’objectif des 3% dans le délai prescrit?2. Le plan de personnel 2008 de votre départementprévoit-il le recrutement de personnes handicapées?3. Disposez-vous par ailleurs d’un inventaire parniveau de fonction des emplois qui sont déjà occupés,au sein de votre département, par des travailleurshandicapés?DO 2007200803326 DO 2007200803326Vraag nr. 99 van mevrouw Zoé Genot van 29 april2008 (Fr.) aan de vice-eersteminister en ministervan Sociale Zaken en Volksgezondheid:Question n o 99 de M me Zoé Genot du 29 avril 2008(Fr.) à la vice-première ministre et ministre desAffaires sociales et de la Santé publique:Leefloon. — Samenwonenden. — Gezinshoofden. Revenu d’Intégration Sociale (RIS). — Cohabitants. —Chefs de ménage.Kan u, voor de jongste vijf jaar, volgende gegevensmeedelen:1. het aantal mannen en vrouwen die een leefloongenieten als samenwonende;2. het aantal mannen en vrouwen die een leefloongenieten als gezinshoofd?Pourriez-vous communiquer pour les cinq dernièresannées:1. le nombre d’hommes et de femmes ayant un RISet qui sont cohabitants;2. le nombre d’hommes et de femmes ayant un RISet qui ont le statut de chef de ménage?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 39052 - 6 - 2008DO 2007200803355 DO 2007200803355Vraag nr. 100 van de heer Hendrik Bogaert van29 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Sociale Zaken en Volksgezondheid:Ziekenfondsen. — Aanbod van commerciële voordelen.Verschillende ziekenfondsen proberen extra leden telokken door hen allerlei voordelen aan te bieden.Sommige kortingen hebben echter nog nauwelijksenige affiniteit met de kerntaak van deze ziekenfondsenen zorgen voor oneerlijke concurrentie op demarkt. Ik verwijs hierbij bijvoorbeeld naar de kortingdie leden krijgen wanneer zij hun reis boeken bij eenJetair-center of wanneer zij een wagen van een bepaaldautomerk aankopen.Overweegt u wettelijke beperkingen te stellen omaan deze praktijken een einde te maken?Question n o 100 de M. Hendrik Bogaert du 29 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministredes Affaires sociales et de la Santé publique:Mutualités. — Offre d’avantages commerciaux.Des mutualités cherchent à allécher des affiliéspotentiels en leur proposant toutes sortes d’avantages.Certaines ristournes n’ont toutefois plus guère de lienavec la mission essentielle de ces mutualités etentraînent une concurrence déloyale sur le marché. Jecite à titre d’exemple la ristourne sur des voyages queles affiliés réservent auprès d’un centre Jetair ou à laréduction offerte à l’achat d’une voiture d’une marquedéterminée.Envisagez-vous d’imposer des restrictions légalespour mettre fin à ces pratiques?DO 2007200803399 DO 2007200803399Vraag nr. 102 van de heer Michel Doomst van 30 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Sociale Zaken en Volksgezondheid:Patiënten. — Bezit van een Globaal Medisch Dossier.Na de discussies tussen de huisdokters en de ziekenfondsenis gebleken dat patiënten met een «GlobaalMedisch Dossier» amper iets zullen merken van detariefverhoging. Het belang van het hebben van eenGlobaal Medisch Dossier wordt alsmaar groter.1. Hoeveel Belgen hebben reeds een GlobaalMedisch Dossier? Graag een overzicht per Gewest enper geslacht.2. Hoeveel Belgen hebben in 2007 enerzijds eendossier geopend, anderzijds gesloten?3. Veel mensen weten niet wat een GlobaalMedisch Dossier inhoudt.Worden hiervoor concrete stappen in de toekomstoverwogen (bijvoorbeeld informatiecampagne, enzovoort)?Question n o 102 de M. Michel Doomst du 30 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministredes Affaires sociales et de la Santé publique:Patients. — Dossier médical global.Il ressort des pourparlers récents entre les médecinsgénéralistes et les mutualités que les patients possédantun ’dossier médical global’ n’auront guère à pâtir del’augmentation des honoraires médicaux. Il devientdès lors toujours plus important de disposer d’undossier médical global.1. Combien de Belges possèdent déjà un dossiermédical global? Pourriez-vous faire une distinctionentre les régions d’une part et les sexes d’autre part?2. Combien de Belges ont ouvert/clôturé un teldossier en 2007?3. De nombreuses personnes ne savent pas cequ’implique un dossier médical global.Envisagez-vous de prendre des initiatives concrètesen la matière (comme par exemple une campagne d’information,etc.)?DO 2007200803441 DO 2007200803441Vraag nr. 103 van mevrouw Sonja Becq van 30 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Sociale Zaken en Volksgezondheid:Zorgprogramma cardiologie.Door het arrest van de Raad van State van 7 november2007 werd het koninklijk besluit van 8 maart 2007Question n o 103 de M me Sonja Becq du 30 avril 2008(N.) à la vice-première ministre et ministre desAffaires sociales et de la Santé publique:Programme de soins cardiologie.L’arrêt du Conseil d’État du 7 novembre 2007 aannulé l’arrêté royal du 8 mars 2007 (à l’exception deKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3906 QRVA 52 0202 - 6 - 2008vernietigd (met uitzondering van artikel 8). Hierdoortreedt het koninklijk besluit van 15 juli 2004, zoals vantoepassing voor 2007, opnieuw in werking. Hierdoorrijst een probleem van interpretatie bij gelijktijdigelezing van de artikelen 24 en 24bis (uitbating zorgprogrammacardiologie B. op diverse vestigingsplaatsen).1. Welk artikel primeert in de toepassing van voornoemdewet: artikel 24, dan wel artikel 24bis?2. Worden instellingen geïnformeerd over de tehanteren interpretatie?3. Door deze vernietiging wordt de voorziene herstructureringvolledig op de helling gezet. Werden terzake reeds nieuwe initiatieven genomen en wat zijndan de krachtlijnen hiervan?l’article 8). Il en résulte que l’arrêté royal du 15 juillet2004, tel que d’application avant 2007, entre denouveau en vigueur. Un problème d’interprétation sepose dès lors en cas de lecture simultanée des articles24 et 24bis (exploitation du programme de soinscardiologie B sur divers sites).1. Quel article prime en ce qui concernel’application de la loi susmentionnée: l’article 24 ou24bis?2. Les institutions sont-elles informées del’interprétation à suivre?3. Cette annulation remet entièrement en questionla restructuration prévue. Des nouvelles initiatives ontellesdéjà été prises en l’occurrence et quelles en sontles lignes de force?DO 2007200803442 DO 2007200803442Vraag nr. 104 van mevrouw Sonja Becq van 30 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Sociale Zaken en Volksgezondheid:Fonds voor Collectieve Uitrustingen en Diensten. —Kinderopvanginitiatieven.Het Fonds voor Collectieve Uitrustingen en Diensten(FCUD) wordt sinds 1999 structureel gefinancierdmet werkgeversbijdragen (0,05 % van de loonmassa).Met dit geld worden kinderopvanginitiatieven gefinancierddie instaan voor:Question n o 104 de M me Sonja Becq du 30 avril 2008(N.) à la vice-première ministre et ministre desAffaires sociales et de la Santé publique:Fonds des équipements et des services collectifs. —Initiatives en matière d’accueil d’enfants.Depuis 1999, le Fonds des équipements et des servicescollectifs est alimenté de manière structurelle pardes cotisations patronales égales à 0,05% de la massesalariale.Ce Fonds intervient dans le financement d’initiativesen matière d’accueil d’enfants chargées d’organiser:— buitenschoolse kinderopvang; — l’accueil extrascolaire d’enfants;— opvang van zieke kinderen; — l’accueil d’enfants malades;— flexibele opvang; — l’accueil flexible;— noodopvang. — l’accueil d’urgence.1. Graag kreeg ik zicht op de verdeling van demiddelen over de verschillende soorten initiatieven enop de verdeling over de verschillende Gemeenschappen.a) Hoeveel middelen (in absolute bedragen en inprocenten) gingen er de jongste vijf jaar (indienmogelijk gegevens van 2000 tot heden) naar initiatievengelegen in Wallonië, in Vlaanderen en inBrussel?b) Voor deze laatste graag een aanduiding of het omeen initiatief van de Franse, dan wel van deVlaamse Gemeenschap gaat.2. Graag een overzicht voor de jongste vijf jaar(indien mogelijk gegevens van 2000 tot heden) van het1. Comment les moyens de ce Fonds sont-ils répartisentre les différents types d’initiatives ainsi qu’entreles différentes Communautés?a) Au cours des cinq dernières années (si possible, de2000 à ce jour), quels moyens (en chiffres absoluset en pourcentages) ont-ils été octroyés à des initiativesen Wallonie, en Flandre et à Bruxelles?b) En ce qui concerne la région de Bruxelles-Capitale,pourriez-vous indiquer si les initiatives émanent dela Communauté française ou de la Communautéflamande?2. Pour les cinq dernières années (si possible, de2000 à ce jour), pourriez-vous me fournir un aperçu duKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 39072 - 6 - 2008totale budget en de verdeling (binnen elke Gemeenschap)ervan al naargelang de aard van de kinderopvanginitiatieven(buitenschoolse opvang, opvang vanzieke kinderen, flexibele opvang, noodopvang, enzovoort).3. Graag ook met aanduiding van het aantal opgevangenkinderen (en de wijze waarop dit berekendwordt).budget total ainsi que de sa répartition (au sein dechaque Communauté) selon le type d’initiatived’accueil d’enfants (accueil extrascolaire, accueild’enfants malades, accueil flexible, accueil d’urgence,etc.)?3. Pourriez-vous également indiquer le nombred’enfants accueillis (ainsi que le mode de calcul utiliséen la matière)?DO 2007200803443 DO 2007200803443Vraag nr. 105 van mevrouw Sonja Becq van 30 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Sociale Zaken en Volksgezondheid:Rusthuizen. — Personeelskosten. — RIZIVterugvorderingen.Eind 2007 werden vele rusthuizen vergast op eenonverwacht eindejaarscadeau: de terugvordering vande financiering van het «boven norm zorgpersoneel enhet administratief, technisch en werkliedenpersoneel»in uitvoering van het akkoord van 1 maart 2000. Voordat personeel engageerde de overheid zich om een toeslagte betalen bovenop het basisloon, opdat al hetpersoneel (en niet alleen het RIZIV-gesubsidieerdpersoneel) zou kunnen genieten van de barema’s zoalsin de ziekenhuizen (de zogenaamde harmonisatie).Dit engagement werd nadien via sectoralecao’s door de werkgevers- en werknemersorganisatiesvastgelegd.Als reden wordt aangehaald dat de ontvangengelden voorschotten zijn, die nu (tot drie jaar later)definitief worden afgerekend. Er werd immers — eind2007 — vastgesteld dat de tewerkstellingsaangroei inde betrokken periode veel hoger ligt dan eerderbudgettair vooropgesteld.1.a) Hoeveel voorzieningen respectievelijk in Vlaanderen,Wallonië en Brussel worden er door dezemaatregel getroffen?b) Wat is het globale bedrag dat wordt teruggevorderdrespectievelijk in Vlaanderen, Wallonië enBrussel en hoeveel extra-personeelsleden (VTE ofvoltijds equivalenten per categorie en per Gewest)staan hier tegenover?2. Kan u ook een overzicht geven van diezelfdegegevens voor respectievelijk openbare rusthuizen,vzw-voorzieningen en voorizeningen met een commerciëlerechtsvorm?Question n o 105 de M me Sonja Becq du 30 avril 2008(N.) à la vice-première ministre et ministre desAffaires sociales et de la Santé publique:Maisons de repos. — Frais de personnel. — Recouvrementspar l’INAMI.Fin 2007, de nombreuses maisons de repos ont reçuun cadeau de fin d’année inattendu: le recouvrementpar l’INAMI du financement du ’personnel de soinshors normes et du personnel administratif, techniqueet ouvrier’, en exécution de l’accord du 1 er mars 2000.Dans le cadre d’une opération d’harmonisation, legouvernement s’était engagé à allouer un supplémentau-dessus de la rémunération de base à ces catégoriesde personnel, pour que tous les membres du personnel(et non seulement le personnel subventionné parl’INAMI) puissent bénéficier des barèmes tels qu’ilss’appliquent dans les hôpitaux.Cet engagement a ensuite été confirmé par des CCTsectorielles conclues par les organisations représentativesdes employeurs et des travailleurs.Ce recouvrement est motivé par le fait que lesmontants versés aux maisons de repos seraient desavances qui doivent maintenant (jusqu’à trois ans plustard) faire l’objet d’un décompte définitif. En effet, il aété constaté fin 2007 que la croissance de l’emploipendant la période concernée était nettement plusélevée que prévu initialement dans le budget.1.a) Combien d’établissements cette mesure touche-telleen Flandre, en Wallonie et à Bruxelles?b) Quel est le montant global que l’INAMI tente derécupérer en Flandre, en Wallonie et à Bruxelles?Combien de membres du personnel supplémentaires(équivalents temps plein par catégorie et parRégion) cela représente-t-il?2. Pouvez-vous fournir un aperçu de ces donnéespour les maisons de repos publiques, les ASBL et lesmaisons de repos ayant une forme juridique commerciale?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3908 QRVA 52 0202 - 6 - 20083. Is het mogelijk om per voorziening (en gerangschiktper provincie) zicht te krijgen op het aantalwooneenheden, het aantal extra (boven de RIZIVbetoelaging)tewerkgestelde VTE (per categorie), evenalshet teruggevorderde bedrag?3. Pouvez-vous communiquer, par établissement etpar province, le nombre d’unités de logement, lenombre d’équivalents temps plein supplémentaires(non subventionnés par l’INAMI) occupés par catégorieainsi que le montant dont la récupération estdemandée?DO 2007200803444 DO 2007200803444Vraag nr. 106 van mevrouw Sonja Becq van 30 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Sociale Zaken en Volksgezondheid:Toepassing kostenforfait vrijwilligers. — Combinatiedagforfait met bewijs van werkelijke kosten.Overeenkomstig artikel 10 van de wet van 3 juli2005 betreffende de rechten van vrijwilligers belet hetonbezoldigd karakter van het vrijwilligerswerk nietdat de door de vrijwilliger voor de organisatiegemaakte kosten door de organisatie worden vergoed.De realiteit en de omvang van deze kosten moeten nietbewezen worden, voor zover het totaal van de ontvangenvergoedingen niet meer bedraagt dan 24,79 euro(niet-geïndexeerd) per dag en 991,57 euro (nietgeïndexeerd)per jaar.Bedraagt het totaal van de door de vrijwilliger vaneen of meerdere organisatie(s) ontvangen vergoedingenmeer dan de in het eerste lid bedoelde bedragen,dan kunnen deze enkel als een terugbetaling van doorde vrijwilliger voor de organisatie(s) gemaakte kostenworden beschouwd, indien de realiteit en het bedragvan deze kosten kunnen aangetoond worden aan dehand van bewijskrachtige documenten. Het bedragvan de kosten mag worden vastgesteld overeenkomstighet koninklijk besluit van 26 maart 1965 houdende dealgemene regeling van de vergoedingen, toelagen enpremies van alle aard toegekend aan het personeel vande federale overheidsdiensten.In principe zou een combinatie van de twee systemen,namelijk de forfaitaire onkostenvergoeding en devergoedingsregeling op basis van de reële kosten nietmogelijk zijn. In het geval er wordt geopteerd voor hetbewijs van de werkelijke kosten, kunnen zij bewezenworden door middel van bewijsstukken of op hunbeurt forfaitair worden geraamd. Zo wordt een forfaitairekilometervergoeding van 0,2940 euro/km(geïndexeerd) dewelke ook aan ambtenaren wordttoegekend, als een redelijke raming van de werkelijkekosten aangenomen. In praktijk rijzen er enkele praktischevragen in verband met de combinatie van beidesystemen. We veronderstellen hierbij dat de som vande toegekende forfaitaire dagvergoedingen van24,79 euro (niet-geïndexeerd), exclusief de vergoedin-Question n o 106 de M me Sonja Becq du 30 avril 2008(N.) à la vice-première ministre et ministre desAffaires sociales et de la Santé publique:Application du forfait pour frais des volontaires. —Combinaison du forfait journalier et de la déclarationdes frais réels.Conformément à l’article 10 de la loi du 3 juillet2005 relative aux droits des volontaires,le caractèrenon rémunéré du volontariat n’empêche pas que levolontaire puisse être indemnisé par l’organisation desfrais qu’il a supportés pour celle-ci. Le volontaire n’estpas tenu de prouver la réalité et le montant de ces frais,pour autant que le montant total des indemnitésperçues n’excède pas 24,79 euros (non indexés) parjour et 991,57 euros (non indexés) par an.Si le montant total des indemnités que le volontairea perçues d’une ou de plusieurs organisations excèdeles montants visés à l’alinéa 1 er , ces indemnités nepeuvent être considérées comme un remboursementdes frais supportés par le volontaire pour l’organisationou pour les organisations que si la réalité et lemontant de ces frais peuvent être justifiés au moyen dedocuments probants. Le montant des frais peut êtrefixé conformément à l’arrêté royal du 26 mars 1965portant réglementation générale des indemnités et allocationsde toute nature accordées au personnel desservices publics fédéraux.En principe, une combinaison des deux systèmes, àsavoir l’indemnité forfaitaire pour frais et le régimed’indemnisation sur la base des frais réels n’est paspossible. S’il est opté pour la déclaration des fraisréels, ceux-ci peuvent être prouvés au moyen de piècesjustificatives ou à leur tour être estimés forfaitairement.C’est ainsi qu’une indemnité kilométriqueforfaitaire de 0,2940 euro/km (indexé), telle qu’elle estaccordée aux fonctionnaires, est considérée commeune estimation raisonnable des frais réels. Dans lapratique se posent un certain nombre de questions àpropos de la combinaison de ces deux systèmes. Nousconsidérons dans ce cadre que la somme des indemnitésjournalières forfaitaires de 24,79 euros (non indexés)qui sont accordées, à l’exclusion des indemnitésKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 39092 - 6 - 2008gen op basis van de werkelijke kosten, het jaarforfaitvan 991,57 euro (niet-geïndexeerd) niet overschrijdt.1. Bent u van mening dat voor het vrijwilligerswerkverricht bij eenzelfde organisatie voor eenzelfde daggeen beroep kan gedaan worden op het kostenforfaitvan 24,79 euro (niet-geïndexeerd) per dag en het systeemvan werkelijke kosten op basis van het ambtenarenkilometerforfaitvoor de gereden kilometers?2. Bent u van mening dat een vrijwilliger eenberoep kan doen op het kostenforfait van 24,79 euro(niet-geïndexeerd) per dag voor het werk verricht vooreen vrijwilligersorganisatie «A» en voor dezelfde dageen beroep kan doen op het systeem van werkelijkekosten op basis van het ambtenarenkilometerforfaitvoor de gereden kilometers voor een vrijwilligersorganisatie«B»?3. Bent u van mening dat een vrijwilliger eenberoep kan doen op het kostenforfait van 24,79 euro(niet-geïndexeerd) per dag voor iedere dag die hij vooreen vrijwilligersorganisatie «A» werkt en voor deandere dagen een beroep kan doen op het systeem vanwerkelijke kosten op basis van het ambtenarenkilometerforfaitvoor de gereden kilometers voor een vrijwilligersorganisatie«B»?4. Bent u van mening dat een vrijwilliger eenberoep kan doen op het kostenforfait van 24,79 euro(niet-geïndexeerd) per dag voor bepaalde dagen die hijvoor een vrijwilligersorganisatie «A» werkt en voorde andere dagen een beroep kan doen op het systeemvan werkelijke kosten op basis van het ambtenarenkilometerforfaitvoor dezelfde vrijwilligersorganisatie?5. Wat is uw mening indien voorgaande vier gevallenworden hernomen maar waarbij wordt vastgestelddat de som van de vergoedingen van 24,79 euro (nietgeïndexeerd)per dag vermeerderd met de vergoedingenop basis van de werkelijke kosten, het jaarforfaitvan 991,57 euro (niet-geïndexeerd) overschrijdt?basées sur les frais réels, ne dépasse pas le forfaitannuel de 991,57 euros (non indexés).1. Estimez-vous que pour le volontariat exercéauprès d’une même organisation pour une même journée,il n’est pas possible de prétendre au forfait pourfrais de 24,79 euros (non indexés) par jour et ausystème des frais réels basés sur le forfait kilométriquedes fonctionnaires pour les kilomètres parcourus?2. Estimez-vous qu’un volontaire peut prétendre auforfait pour frais de 24,79 euros (non indexés) par jourpour le volontariat exercé pour une organisation devolontaires «A» et pour la même journée prétendre ausystème des frais réels basés sur le forfait kilométriquedes fonctionnaires pour les kilomètres parcourus pourune organisation de volontaires «B»?3. Estimez-vous qu’un volontaire peut prétendre auforfait pour frais de 24,79 euros (non indexés) par jourpour chaque jour de volontariat exercé pour une organisationde volontaires «A» et pour les autres joursprétendre au système des frais réels basés sur le forfaitkilométrique des fonctionnaires pour les kilomètresparcourus pour une organisation de volontaires «B»?4. Estimez-vous qu’un volontaire peut prétendre auforfait pour frais de 24,79 euros (non indexés) par jourpour certains jours de volontariat exercé pour uneorganisation de volontaires «A» et pour les autresjours prétendre au système des frais réels basés sur leforfait kilométrique des fonctionnaires pour les kilomètresparcourus pour la même organisation de volontaires?5. Quelle est votre position si, en reprenant encompte les quatre cas précités, il est constaté que lasomme des indemnités de 24,79 euros (non indexés)par jour majorée des indemnités basées sur les fraisréels dépasse le forfait annuel de 991,57 euros (nonindexés)?DO 2007200803452 DO 2007200803452Vraag nr. 107 van mevrouw Katia Della Faille deLeverghem van 30 april 2008 (N.) aan de viceeersteministeren minister van Sociale Zaken enVolksgezondheid:Ziekenhuizen. — Informatieplicht tegenover patiënten.— Arts als uitvoeringsagent.In artikel 8, § 1, eerste lid van de wet van 22 augustus2002 betreffende de rechten van de patiënt wordtbepaald dat: «de patiënt het recht heeft om geïnformeerd,voorafgaandelijk en vrij toe te stemmen in iederetussenkomst van de beroepsbeoefenaar».Question n o 107 de M me Katia Della Faille de Leverghemdu 30 avril 2008 (N.) à la vice-premièreministre et ministre des Affaires sociales et de laSanté publique:Hôpitaux. — Devoir d’information envers les patients.— Le médecin en tant qu’exécutant.L’article 8, § 1 er , alinéa 1 er de la loi du 22 août 2002relative aux droits du patient dispose que «le patient ale droit de consentir librement à toute intervention dupraticien professionnel moyennant information préalable».KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3910 QRVA 52 0202 - 6 - 2008Het ziekenhuis heeft een informatieplicht tegenoverhaar patiënt wanneer de arts een uitvoeringsagent isvan het ziekenhuis. In artikel 17novies van de gecoördineerdewet van 7 augustus 1987 op de ziekenhuizen(ook de «Ziekenhuiswet» genoemd) lezen we dat hetziekenhuis aansprakelijk is voor tekortkomingenbegaan door de arts in het kader van de informatieverstrekking.Bijgevolg kan het ziekenhuis aansprakelijkworden gesteld voor de tekortkomingen van dearts wanneer deze laatste zich niet houdt aan zijninformatieverplichting.Artikel 17novies, vierde lid van de ziekenhuiswetgeeft het ziekenhuis de mogelijkheid om aan haar aansprakelijkheidinzake informatieverstrekking te ontsnappenwanneer zij aangeeft dat de arts niet als uitvoeringsagentvan het ziekenhuis optreedt. Het ziekenhuisdient evenwel duidelijk en voorafgaandelijk aande tussenkomst van de beroepsbeoefenaar te meldendat de arts niet optreedt als een uitvoeringsagent vanhet ziekenhuis.Nergens in de wetgeving is er een duidelijkebeschrijving te vinden over welke informatie een ziekenhuisdient te geven. er staat wel een vermelding dathet ziekenhuis een informatieverplichting heeft tegenoverde patiënten die met een arts contracteren waarbijdeze laatste optreedt als een uitvoeringsagent van hetziekenhuis. Over welke informatie het ziekenhuisdient te geven, staat evenwel niets vermeld in de bovenvermeldewetgeving.1. Op welke manier moet het ziekenhuis aan de artsmededelen dat de arts geen uitvoeringsagent is?2. Moet er een clausule in de overeenkomst wordenopgenomen waarin het ziekenhuis zich uitdrukkelijkvan haar informatieverplichting onthoudt of is hetvoldoende dat het ziekenhuis meldt dat de patiënt meteen «zelfstandige arts» contracteert?3. Moet dit in duidelijke bewoordingen wordenmedegedeeld of is een juridische formulering reedsvoldoende?4. Dient dit mondeling of schriftelijk te wordenmedegedeeld?5. Heeft het ziekenhuis de verplichting om depatiënt te informeren over de wetgeving inzake deinformatieverplichting?L’hôpital a un devoir d’information envers sonpatient lorsque le médecin est un agent exécutant del’hôpital. L’article 17novies de la loi sur les hôpitaux,coordonnée le 7 août 1987 (aussi appelée «Loi sur leshôpitaux») stipule que l’hôpital est civilement responsabledes manquements commis par le praticien dansle cadre de la fourniture d’informations. L’hôpitalpeut, par conséquent, être tenu civilement responsabledes manquements commis par le médecin lorsquecelui-ci ne se conforme pas à son obligation d’information.L’article 17novies, alinéa 4 de la loi sur les hôpitauxpermet aux hôpitaux de se libérer de leur responsabilitéen matière de fourniture d’informations lorsqu’ilssignalent que le praticien n’intervient pas en tantqu’exécutant de l’hôpital. Toutefois, l’hôpital doitmentionner clairement, préalablement à l’interventiondu praticien professionnel, que celui-ci n’intervient pasen tant qu’exécutant de l’hôpital.La législation ne comporte aucune description clairedes informations qu’un hôpital est tenu de fournir. Il yest certes mentionné que l’hôpital est dans l’obligationd’informer les patients qui s’engagent avec un médecinintervenant en tant qu’exécutant de l’hôpital. Cependant,la législation précitée ne précise aucunement lanature des informations devant être fournies parl’hôpital.1. De quelle manière l’hôpital doit-il indiquer aumédecin qu’il n’est pas un agent exécutant?2. L’accord doit-il inclure une clause dans laquellel’hôpital se libère formellement de son obligation d’informationou suffit-il que l’hôpital mentionne que lepatient s’engage avec un «médecin indépendant»?3. Cette information doit-elle être communiquée entermes clairs ou une formulation juridique suffit-elle?4. La communication de cette information doit-elleêtre orale ou écrite?5. L’hôpital est-il tenu de porter à la connaissancedu patient la législation en matière de devoir d’information?DO 2007200803460 DO 2007200803460Vraag nr. 108 van mevrouw Mia De Schamphelaerevan 30 april 2008 (N.) aan de vice-eersteministeren minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid:Rilatine-gebruik.De jongste jaren blijkt er een verdubbeling te zijn inhet gebruik van Rilatine ter behandeling van kinderenQuestion n o 108 de M me Mia De Schamphelaere du30 avril 2008 (N.) à la vice-première ministre etministre des Affaires sociales et de la Santé publique:Consommation de Rilatine.Selon l’ISM (Institut de statistique médicale), laconsommation de Rilatine aurait doublé au cours desKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 39112 - 6 - 2008onder andere met ADHD (Attention Decifit HyperactivityDisorder). Dit blijkt uit de cijfers van het IMS(Instituut voor de Medische Statistiek).De helft van deze medicatie blijkt niet voorgeschrevente zijn door een kinderpsychiater, noch door eenneuroloog. Zij doen uitgebreide onderzoeken (in eenCentrum voor ontwikkelingsstoornissen) op ADHD.Jammer genoeg zijn de wachtlijsten voor dergelijkeonderzoeken op heden reeds opgelopen tot twee jaar.Het is zelfs verontrustend hoe Rilatine veelal wordtgebruikt als «leerpil» om de concentratie te verhogen.De kinderen krijgen hun Rilatine op voorschrift vanhun huisarts of via illegale handel (op bijvoorbeeldscholen). Het zou bewezen zijn dat langdurig gebruikvan Rilatine voor kinderen ernstige gezondheidsrisico’skan inhouden. Kleuters krijgen Rilatine toegediendterwijl deze pas effectief «zou» werken vanaf deleeftijd van zes jaar. Rilatine wordt heel vaak toegepastals gemakkelijkheidoplossing omdat kinderendan een heel stuk rustiger worden.1.a) Overweegt u maatregelen te nemen om de wachtlijstvan de erkende ADHD-onderzoekscentra in tekorten?dernières années dans le cadre du traitement desenfants atteints notamment de TDAH (trouble déficitairede l’attention avec hyperactivité).La moitié de ces médicaments ne seraient pas prescritspar un pédopsychiatre ou encore un neurologue.Ces spécialistes se livrent à des recherches approfondies(dans un centre pour les troubles du développement)sur le TDAH. Malheureusement, les listesd’attente atteindraient déjà les deux années.Il est même inquiétant de constater que la Rilatineest souvent utilisée comme «pilule pour apprendre»,afin de permettre une meilleure concentration. Lesenfants reçoivent de la Rilatine prescrite par le médecingénéraliste ou par le biais d’un commerce illégal(dans les écoles par exemple). Il serait prouvé quel’usage prolongé de la Rilatine comporte des risquesimportants pour la santé des enfants. Même de toutpetits enfants se voient administrer le produit alors quela Rilatine ne serait efficace qu’à partir de l’âge de sixans. La Rilatine est souvent utilisée par facilité pourcalmer les enfants.1.a) Envisagez-vous de prendre des mesures pour diminuerles listes d’attente auprès des centres derecherche TDAH reconnus?b) Zo ja, welke? b) Dans l’affirmative, lesquelles?c) Zo neen, wat zijn volgens u haalbare alternatieven?2. Welke initiatieven worden genomen om hetvoorschrijfgedrag van Rilatine sterk te reglementeren(bijvoorbeeld door enkel kinderspychiaters en neurologenmogelijkheid te geven dit voor te schrijven)?3.a) Is er al overleg geweest met de betrokken departementenbetreffende deze problemen (onder meermet de gemeenschapsministers van onderwijs)?c) Dans la négative, quelles sont les alternativesréalistes?2. Quelles initiatives sont prises pour réglementersévèrement les comportements prescripteurs enmatière de Rilatine (par exemple, en n’autorisant laprescription de ce médicament que par les pédopsychiatreset les neurologues)?3.a) Une concertation a-t-elle déjà eu lieu avec lesdépartements concernés à propos de ces problèmes(notamment avec les ministres communautairesayant l’enseignement dans leurs attributions)?b) Zo ja, wat is het resultaat van dit overleg? b) Dans l’affirmative, quels sont les résultats de cetteconcertation?c) Zo neen, zal er een overleg gepland worden om ditprobleem structureel aan te pakken?4. Hoeveel effectieve gevallen van ADHD zijn ergekend?5. Zijn er reeds gevallen van verslaving (aan Rilatine),spychose en andere belangrijke nevenwerkingengemeld aan het Belgisch Centrum voor geneesmiddelenbewaking?c) Dans la négative, une concertation sera-t-elleprévue pour s’attaquer au problème d’une manièrestructurelle?4. Combien de cas effectifs de TDAH sont-ilsconnus?5. Des cas de dépendance (à la Relatine), depsychose ou d’autres effets secondaires importantsont-ils été signalés au Centre belge de pharmacovigilance?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3912 QRVA 52 0202 - 6 - 20086. Zijn er reeds artsen ter verantwoording geroepen(betreffende hun voorschrijfgedrag van psychotropemiddelen) bij de provinciale Geneeskundige Commissie?7. Zij er nadelen en bijwerkingen ten gevolge vanlangdurig Rilatine-gebruik?6. Des médecins ont-ils déjà été amenés à se justifier (àpropos de la prescription de produits psychotropes)devant la Commission médicale provinciale?7. Qu’en est-il des effets secondaires, éventuellementnuisibles, en cas d’utilisation prolongée de laRilatine?Vice-eersteminister enminister van Binnenlandse ZakenVice-premier ministre etministre de l’IntérieurDO 2007200803039 DO 2007200803039Vraag nr. 105 van de heer Guido De Padt van 24 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken:Ouderenmishandelingen. — Klachten en vervolgingen.Het aantal meldingen van ouderenmishandelingstijgt jaarlijks. Dat meldt het Vlaams Meldpunt Ouderenmishandeling.In 2007 was sprake van 516 meldingen,tegenover 437 in 2006. Naar schatting zou zo’n20% van de ouderen in aanraking kunnen komen metmishandeling. Dat betekent 280 000 potentiële slachtoffersin Vlaanderen alleen. Maar vaak wordt de mishandelingniet gemeld door het taboe dat er nog altijdop rust.Volgens het Vlaams Meldpunt moet de vermoedelijkedader meestal in de familiale kringen gezochtworden en de meest voorkomende vorm van ouderenmishandelingbetreft psychische mishandeling. Op datvlak verschilt Vlaanderen van het buitenland. Daarkomt fysieke mishandeling vaak op de eerste plaats.Ook regionaal zijn er sterke verschillen te noteren.In Oost-Vlaanderen zijn vorig jaar bijvoorbeeld183 gevallen gemeld terwijl dat er bij de NederlandstaligeBrusselaars maar twaalf zijn. Volgens het VlaamsMeldpunt ligt een beleidsbeslissing van de Vlaamseminister van Welzijn hieraan ten grondslag. De ministerbesliste vorig jaar om het Vlaamse Meldpunt structureelte steunen, maar tegelijkertijd de steun aan deprovinciale steunpunten af te bouwen.1. Beschikt u over nationale cijfergegevens (opgesplitstper Gewest) betreffende het aantal klachten vanQuestion n o 105 de M. Guido De Padt du 24 avril 2008(N.) au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:Maltraitance de personnes âgées. — Plaintes et poursuites.Le nombre de cas de maltraitance de personnesâgées augmente chaque année. C’est ce qu’annonce leVlaams Meldpunt Ouderenmishandeling (point decontact contre la maltraitance de personnes âgées). En2007, il était question de 516 cas, contre 437 en 2006.Selon les estimations, environ 20% des personnesâgées pourraient être victimes de maltraitance, ce quireprésente 280 000 victimes potentielles, rien qu’enFlandre. Mais dans la plupart des cas, les maltraitancesne sont pas dénoncées en raison du tabou quientoure encore le problème.Selon le Vlaams Meldpunt, l’auteur présumé estsouvent un membre de la famille et la maltraitancepsychique constitue la forme la plus répandue demaltraitance de personnes âgées. À cet égard, la situationest différente en Flandre par rapport à l’étrangeroù la maltraitance physique occupe souvent lapremière place.Des différences considérables sont également constatéesau niveau régional. En Flandre orientale parexemple, 183 cas ont été signalés l’année dernière,alors que ce nombre ne s’élevait qu’à 12 pour lesBruxellois flamands. Selon le Vlaams Meldpunt, unedécision politique de la ministre flamande du Bien-êtreest à l’origine de cette différence. La ministre a décidél’année dernière d’apporter un soutien structurel auVlaams Meldpunt mais de réduire en même temps lesoutien aux points d’appui provinciaux.1. Disposez-vous de données chiffrées nationales(mais par Région) relatives au nombre de plaintes deKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 39132 - 6 - 2008ouderenmishandeling dat de politie de afgelopen vijfjaar binnen kreeg?2. Beschikt u over nationale cijfergegevens (opgesplitstper Gewest) betreffende het aantal vervolgingenvoor ouderenmishandeling die de afgelopen vijf jaarwerd ingesteld?3. Welke interpretatie geeft u aan die cijfers watbetreft de ernst en de omvang en de evolutie van hetfenomeen?4. Mogen we initiatieven en/of maatregelen verwachtenom aan de problematiek tegemoet te komen.maltraitance de personnes âgées introduites auprès dela police au cours des cinq dernières années ?2. Disposez-vous de données chiffrées nationales(toujours par Région) relatives au nombre de poursuitespour maltraitance de personnes âgées intentées aucours des cinq dernières années?3. Comment interprétez-vous les chiffres quant à lagravité, l’ampleur et l’évolution du phénomène?4. Envisagez-vous de prendre des initiatives et/oudes mesures visant à résoudre le problème?DO 2007200803054 DO 2007200803054Vraag nr. 106 van de heer François Bellot van 24 april2008 (Fr.) aan de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken:Departementen. — Energiebesparingsprogramma.Mijn vraag betreft het investeringsprogramma dat uop uw departement heeft opgezet om het energieverbruikterug te dringen.1. Welke maatregelen worden er in uw departementgetroffen:a) met het oog op de vervanging van de enkele beglazingdoor dubbele;b) met het oog op het gebruik van milieuvriendelijkerevoertuigen;c) met het oog op een optimale verlichting van dekantoren, waarbij de verlichting in ongebruiktegemeenschappelijke ruimten uitgeschakeld wordt?2. Welke instructies moeten de ambtenaren volgenmet betrekking tot de computerapparatuur, wanneerze hun kantoor verlaten (verplicht uitzetten van depc’s)?3. Welke maatregelen zouden uw departementen,ingeval een van uw departementen kantoorruimte zouhuren, hebben getroffen om de eigenaars ertoe aan tezetten de noodzakelijke energiebesparende technischeingrepen te doen?Question n o 106 de M. François Bellot du 24 avril2008 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:Départements. — Programme d’économie d’énergie.Ma question concerne le programme d’investissementsque vous avez mis en œuvre dans votre départementen vue de réduire la consommation d’énergie.1. Quelles mesures sont prises dans votre département:a) pour assurer le remplacement des simples vitragespar des doubles vitrages;b) pour utiliser des véhicules à indices environnementauxplus respectueux de l’environnement;c) pour assurer une qualité d’éclairage optimale pourles occupants des bureaux tout en assurant l’arrêtde ces éclairages dans les locaux communs nonutilisés?2. Quelles mesures sont prises notamment eu égardau fonctionnement du matériel informatique (fermetureobligatoire des PC) dès que les agents quittent lesbureaux?3. Dans l’hypothèse où l’un de vos départementslouerait des surfaces de bureaux, quelles mesures incitativesvos départements auraient-ils prises poursuggérer aux propriétaires d’apporter les mesurestechniques indispensables pour réduire la consommationd’énergie?DO 2007200803060 DO 2007200803060Vraag nr. 107 van de heer Christian Brotcorne van24 april 2008 (Fr.) aan de vice-eersteminister enminister van Binnenlandse Zaken:Telecommunicatienetwerk ASTRID. — Kostprijs vanmateriaal en verbindingen.Het materiaal en de verbindingen die in het kadervan het communicatienetwerk ASTRID worden ge-Question n o 107 de M. Christian Brotcorne du 24 avril2008 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:Réseau de télécommunication ASTRID. — Coûtsd’achat du matériel et des communications.Les coûts d’achat du matériel et des communicationsdestinés à l’utilisation du réseau de télécommu-KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3914 QRVA 52 0202 - 6 - 2008bruikt, zijn erg duur en in ieder geval duurder dan dehuidige lokale analoge systemen.1. Beschikt u over een precieze evaluatie van demeerkosten die ASTRID in vergelijking met de lokaleanaloge systemen meebrengt?2.a) Zo ja, over welke bedragen gaat het?b) Moet de federale overheid dergelijke meerkostenniet ten laste nemen?3. Zo niet, is het niet aangewezen de meerkostenvan ASTRID precies te becijferen opdat ze door defederale overheid zouden worden gedragen?nication «ASTRID» sont très élevés et certainementplus élevés que les systèmes analogiques locauxactuels.1. Disposez-vous d’une évaluation précise dessurcoûts générés par ASTRID par rapport aux systèmesanalogiques locaux?2.a) Si oui, quels sont les chiffres?b) De tels surcoûts ne devraient-ils pas être supportéspar l’autorité fédérale?3. Si non, ne serait-il pas opportun d’effectuer lecalcul précis des surcoûts générés par ASTRID afinqu’ils soient supportés par l’autorité fédérale?DO 2007200803079 DO 2007200803079Vraag nr. 115 van de heer Christian Brotcorne van25 april 2008 (Fr.) aan de vice-eersteminister enminister van Binnenlandse Zaken:Federale politie. — Hondensteundienst. — Effectief.De geschreven pers gaf onlangs ruchtbaarheid aaneen ’vertrouwelijke’ nota die de directie van deHondensteundienst aan de Algemene Directie van defederale politie heeft gericht. Volgens die nota zou heteffectief van de dienst dermate ontoereikend zijn datzelfs geen minimumdienst meer kan worden verzekerd.Volgens de informatie waarover ik beschik, zou deHondensteundienst op dit ogenblik over minder dande helft van de honden beschikken die hij nodig heeftom zijn opdrachten uit te voeren in de prioritairesectoren (terrorisme- en drugsbestrijding, het tracerenvan vermiste personen en het opsporen van explosieven).Voor die laatste opdracht zou de Hondensteundienstnog slechts over vier explosievenhondenbeschikken, hoewel in ons land intussen al twee maandenlang niveau 3 van het terreuralarm geldt.Wat het politiepersoneel zelf betreft, is de toestandal niet veel rooskleuriger, want van de vijftien opleiderswaarin de personeelsformatie voorziet, zouden ervandaag slechts negen effectief in dienst zijn.Question n o 115 de M. Christian Brotcorne du 25 avril2008 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:Police fédérale. — Service d’appui canin. — État deseffectifs.La presse écrite s’est récemment fait l’écho d’unenote «confidentielle» adressée par la Direction duService d’appui canin à la Direction générale de lapolice fédérale. Cette note faisait, entre autres, état —je cite — «... d’effectifs à ce point squelettiques quemême un appui minimal ne peut plus être assuré ...».Selon mes informations, le Service d’appui canin dela police fédérale ne disposerait plus aujourd’hui de lamoitié des chiens dont elle a besoin pour assurer lesmissions dans ses secteurs prioritaires du terrorisme,de la drogue, de la recherche des personnes disparueset de la détection d’explosifs. Dans ce dernier secteur,alors que notre pays est en stade 3 d’alerte terroristedepuis deux mois maintenant, le Service d’appui caninn’aurait plus que quatre chiens formés à la détectiond’explosifs.La situation n’est guère plus brillante au niveau deseffectifs humains puisque, sur un cadre de quinzeformateurs, il n’y aurait aujourd’hui que neuf formateursréellement en service.1. Klopt die informatie? 1. Confirmez-vous cette situation?2. Welke maatregelen zal u nemen om het tekortaan politiehonden en aan personeel bij die federalepolitiedienst te verhelpen?3. Wanneer zullen die maatregelen in voorkomendgeval in praktijk worden gebracht?2. Quelles mesures envisagez-vous de prendre pourremédier à la carence constatée, tant en effectifshumains que canins, dans ce service de la police fédérale?3. Quand ces éventuelles mesures entreront-elleseffectivement en pratique?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 39152 - 6 - 2008DO 2007200803097 DO 2007200803097Vraag nr. 118 van de heer Hagen Goyvaerts van25 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Binnenlandse Zaken:Richtlijnen en normen voor radioactiviteit in bouwmaterialen.Het is een bekend gegeven dat heel wat constructiematerialenzoals gipsplaten (bijvoorbeeld van het typeGyproc) een aanzienlijke hoeveelheid natuurlijkeradioactiviteit kunnen bevatten.Bovendien is het ook zo dat heel wat overheidsadministratiesin verouderde gebouwen zijn ondergebracht,waar vele ambtenaren dagelijks werken.Zo wordt op de website «Morsum Magnificat»melding gemaakt van de resultaten van een onderzoekuitgevoerd in 2006 door het Nederlandse NRG bij deRijksdienst Jaarlijkse Vakantie in Elsene. Uit dat onderzoekis gebleken dat men in de aanwezige gipswandentot 670 Bq/kg Radium 226 heeft teruggevonden.1. Op welke manier wordt het Federaal Agentschapvoor Nucleaire Controle (FANC) betrokken bij hetopsporen en inventariseren van de aanwezigheid vanradioactiviteit bij het gebruik van bouwmaterialen meteen aanzienlijke hoeveelheid (natuurlijke) radioactiviteit(bijvoorbeeld gipsplaten) in (overheids)gebouwen?2. In welke mate betrekt het FANC de erkendediensten voor fysische controle (AIB-Vinçotte, Controlatom,enz) bij deze problematiek?3. Welke richtlijnen worden gehanteerd ten aanzienvan producenten of verdelers van bouwmaterialen omde hoeveelheid (natuurlijke) radioactiviteit in bouwmaterialente beperken?4. Welke normen of grenswaarden zijn van toepassingvoor de aanwezigheid van radio-elementen bij hetgebruik van bouwmaterialen?5.a) Betreft het hier een algemene norm of zijn dezenucleïde specifiek opgesteld?b) Zo ja, op welke manier is deze informatie publiektoegankelijk?Question n o 118 de M. Hagen Goyvaerts du 25 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:Directives et normes pour la radioactivité des matériauxde construction.Chacun sait que de nombreux matériaux de construction,tels que les panneaux de plâtre (par exemplede type Gyproc) peuvent contenir une importantequantité de radioactivité naturelle.Bien des administrations publiques sont en outrehébergées dans des bâtiments vétustes où de nombreuxfonctionnaires travaillent quotidiennement.Le site internet «Morsum Magnificat» mentionneles résultats d’une enquête réalisée en 2006 par legroupe de recherche néerlandais NRG auprès del’Office national des vacances annuelles à Ixelles.Cette enquête révèle que les parois en plâtre du bâtimentcontenaient jusqu’à 670 Bq/kg de radium 226.1. De quelle manière l’Agence fédérale de contrôlenucléaire (AFCN) est-elle impliquée dans la détectionet le recensement de la présence de radioactivité lors del’utilisation de matériaux de construction contenantune quantité importante de radioactivité (naturelle)(par exemple des panneaux de plâtre) dans des bâtiments(publics)?2. Dans quelle mesure l’AFCN associe-t-elle lesservices agréés de contrôle physique (AIB-Vinçotte,Controlatom, etc.) à ce problème ?3. Quelles directives les producteurs ou distributeursde matériaux de construction doivent-ils suivreafin de limiter la quantité de radioactivité (naturelle)présente dans les matériaux de construction?4. Quelles normes ou valeurs limites sont appliquéesen ce qui concerne la présence d’élémentsradioactifs lors de l’utilisation de matériaux de construction?5.a) S’agit-il en l’occurrence d’une norme générale ouexiste-t-il une liste spécifique de ces nucléides?b) Dans l’affirmative, sous quelle forme cette informationpublique est-elle accessible?DO 2007200803139 DO 2007200803139Vraag nr. 120 van mevrouw Hilde Vautmans van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Binnenlandse Zaken:Huwelijken tussen personen van hetzelfde geslacht.Op 1 juni 2003 trad de wet van 13 februari 2003 totopenstelling van het huwelijk voor personen vanQuestion n o 120 de M me Hilde Vautmans du 28 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:Mariages entre personnes de même sexe.La loi du 13 février 2003 ouvrant le mariage à despersonnes de même sexe et modifiant certaines dispo-KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3916 QRVA 52 0202 - 6 - 2008hetzelfde geslacht en tot wijziging van een aantal bepalingenvan het Burgerlijk Wetboek in werking. Sinds1 oktober 2004 zijn ook huwelijken mogelijk tussenpersonen van gelijk geslacht met een buitenlandsepartner.Op een eerder gestelde vraag gaf de minister deglobale cijfers over deze huwelijken (vraag nr. 689 van14 juli 2005, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 91, blz. 16275).1. Hoeveel huwelijken werden «jaarlijks» sinds2003 gesloten tussen personen van gelijk geslacht enhoeveel scheidingen werden uitgesproken:a) in het Vlaams Gewest; a) en Région flamande;b) in het Waals Gewest; b) en Région wallonne;sitions du Code civil est entrée en vigueur le 1 er juin2003. Depuis le 1 er octobre 2004, les mariages entrepersonnes de même sexe et de nationalité étrangèresont également possibles.En réponse à une question antérieure, le ministre afourni des chiffres globaux relatifs à ce type de mariages(question n o 689 du 14 juillet 2005, Questions etRéponses, Chambre, 2004-2005, n o 91, p. 16275).1. Combien de mariages ont été conclus chaqueannée depuis 2003 entre des personnes de même sexe etcombien de divorces ont été prononcés:c) in het Brussel Hoofdstedelijk Gewest? c) dans la Région de Bruxelles-Capitale?2. Hoeveel van deze huwelijken werden gesloten enhoeveel scheidingen werden uitgesproken (opgesplitstper jaar):a) tussen twee mannen; a) entre deux hommes;b) tussen twee vrouwen? b) entre deux femmes?3. Hoeveel huwelijken werden in diezelfde periode«jaarlijks» gesloten tussen personen van verschillendgeslacht en hoeveel scheidingen (per jaar):a) in het Vlaams Gewest; a) en Région flamande;b) in het Waals Gewest; b) en Région wallonne;2. Parmi ces mariages, combien ont été conclus etcombien de divorces ont été prononcés (répartis parannée):3. Durant cette même période, combien de mariagesont été conclus chaque année entre des personnesde sexe différent et combien de divorces ont étéprononcés:c) in het Brussel Hoofdstedelijk Gewest? c) dans la Région de Bruxelles-Capitale?DO 2007200803157 DO 2007200803157Vraag nr. 121 van mevrouw Katia Della Faille deLeverghem van 28 april 2008 (N.) aan de viceeersteministeren minister van BinnenlandseZaken:Bevolkingsregisters. — Weekendzones. — Voorlopigeinschrijvingen. — Arrondissement Leuven.Gemeenten zijn verplicht om inwoners die zichvestigen in weekendzones en dergelijke, in te schrijvenin de bevolkingsregisters, door middel van een voorlopigeinschrijving. Tegelijkertijd moet de gemeente ookeen proces-verbaal opstellen voor inbreuk op de stedenbouwregelgeving.1. Hoeveel inwoners werden er in de voorbije jaren2005, 2006 en 2007 voorlopig ingeschreven in weekendzonesin de respectievelijke gemeenten van hetarrondissement Leuven?Question n o 121 de M me Katia Della Faille de Leverghemdu 28 avril 2008 (N.) au vice-premier ministreet ministre de l’Intérieur:Registres de la population. — Zones récréatives. —Inscriptions provisoires. — Arrondissement deLouvain.Les communes sont obligées d’inscrire les personnesqui s’installent dans des zones récréatives ou autreszones de même nature dans les registres de la population,au moyen d’une inscription provisoire. Lescommunes doivent en même temps dresser un procèsverbalpour infraction au règlement urbanistique.1. Combien de personnes résidant dans des zonesrécréatives ont été inscrites provisoirement dans lesregistres de la population des différentes communes del’arrondissement de Louvain au cours des années 2005,2006 et 2007?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 39172 - 6 - 20082. Hoeveel processen-verbaal met betrekking tot destedenbouwregelgeving werden er per gemeente in hetarrondissement Leuven opgesteld in dezelfde periode?2. Combien de procès-verbaux relatifs à des infractionsau règlement urbanistique ont été dressés parcommune de l’arrondissement de Louvain au cours deces mêmes années?DO 2007200803273 DO 2007200803273Vraag nr. 123 van de heer Christian Brotcorne van29 april 2008 (Fr.) aan de vice-eersteminister enminister van Binnenlandse Zaken:Voetbalveld te Ans. — Veiligheidsnormen.Naar verluidt zou een voetbalclub uit derde klassein afwijking van de regels wedstrijden in tweede klassemogen spelen op het voetvalveld te Ans.Volgens de informatie waarover ik beschik, voldoetdat terrein echter niet aan de huidige veiligheidsnormenvoor sportwedstrijden in die klasse.Kan uw administratie me meedelen of het voetbalveldte Ans al dan niet voldoet aan de geldende veiligheidsnormenvoor matches in tweede klasse?Question n o 123 de M. Christian Brotcorne du 29 avril2008 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:Terrain de football de Ans. — Normes de sécurité.Il me revient qu’un club de football de division IIIpourrait obtenir une dérogation afin de pouvoir disputerdes matches de division II sur le terrain de footballde Ans.Selon mes informations, le terrain dont question nerépond pas aux normes de sécurité actuelles indispensablesà cette catégorie de rencontres sportives.Votre administration peut-elle communiquer si leterrain de football de Ans répond ou non aux normesde sécurité en vigueur pouvant permettre d’y disputerdes matches de division II?DO 2007200803276 DO 2007200803276Vraag nr. 124 van de heer Pierre-Yves Jeholet van29 april 2008 (Fr.) aan de vice-eersteminister enminister van Binnenlandse Zaken:Departement. — Indienstneming van personen meteen handicap.Overeenkomstig het koninklijk besluit van 5 maart2007 tot organisatie van de werving van personen meteen handicap in het federaal administratief openbaarambt is elke overheidsdienst verplicht personen meteen handicap tewerk te stellen ten belope van 3 % vanzijn effectief. Dat percentage moet gehaald wordentegen 1 januari 2010.Uit cijfers die in februari 2008 werden bekendgemaaktdoor de minister van Ambtenarenzaken, blijktdat de FOD Binnenlandse Zaken momenteel 1,95 %werknemers met een handicap in dienst heeft.1. Zullen er concrete maatregelen worden getroffenop dat departement teneinde de toegang tot werk voorpersonen met een handicap te bevorderen en de doelstellingvan 3% binnen de gestelde termijn te bereiken?2. Voorziet het personeelsplan 2008 van uw departementin de indienstneming van personen met eenhandicap?Question n o 124 de M. Pierre-Yves Jeholet du 29 avril2008 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:Département. — Emploi de personnes handicapées.L’arrêté royal du 5 mars 2007 organisant le recrutementdes personnes handicapées dans la fonctionpublique administrative fédérale, prévoit que les servicespublics doivent mettre au travail des personneshandicapées à concurrence de 3% de leur effectif. Cepourcentage de 3% devra être atteint pour le 1 erjanvier 2010.Il ressort des chiffres communiqués en février 2008par la ministre de la Fonction publique que le SPF Intérieuroccupe actuellement 1,95% de travailleurshandicapés.1. Des mesures concrètes sont-elles envisagées ausein de ce département afin de promouvoir l’accès àl’emploi pour les personnes handicapées et d’atteindrel’objectif des 3% dans le délai prescrit?2. Le plan de personnel 2008 de votre départementprévoit-il le recrutement de personnes handicapées?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3918 QRVA 52 0202 - 6 - 20083. Beschikt u daarnaast over een inventaris perfunctieniveau van de functies die op uw departementreeds worden vervuld door werknemers met eenhandicap?3. Disposez-vous par ailleurs d’un inventaire parniveau de fonction des emplois qui sont déjà occupés,au sein de votre département, par des travailleurshandicapés?DO 2007200803287 DO 2007200803287Vraag nr. 126 van de heer Bruno Van Grootenbrullevan 29 april 2008 (Fr.) aan de vice-eersteministeren minister van Binnenlandse Zaken:Brandweer. — Gebrek aan personele en structurelemiddelen.Ik heb uit de pers vernomen dat u van plan bent denieuwe wet betreffende de civiele veiligheid, die eenprioriteit moet zijn voor de huidige interim-regering,snel ten uitvoer te leggen.Met deze nieuwe wet kunnen tal van problemenwaarmee de brandweerkorpsen van het Rijk tekampen hebben, ondervangen worden. De voorzittervan de Fédération Royale des Corps de Sapeurs-Pompiers de Belgique verklaarde onlangs nog dat allekazernes van het land worden geconfronteerd met eengroot tekort aan geschikt personeel en materieel, endat ook de infrastructuur niet toereikend is om de veiligheidvan de burgers te verzekeren.Wat het personeelsbestand betreft, voldoet eengroot aantal kazernes momenteel niet aan de door hetwettelijk kader vastgestelde voorwaarden, en in dehuidige stand van zaken wordt het voor de gemeentenzeer moeilijk bijkomende financiële steun te verlenenom deze verplichting na te komen.Naast het effectief baart ook het vrijwilligerswerkzorgen. De opleiding van de vrijwilligers is van cruciaalbelang. Die opleiding duurt evenwel anderhalfjaar, waardoor het niet mogelijk is een apert personeelsgebrekbinnen een redelijke termijn weg tewerken. Daarenboven moet men vaststellen datsommige brandweermannen, gelet op de bestaandeleemten op dat gebied, overdag werkzaam zijn in deberoepsbrandweer en ’s avonds en ’s nachts in anderekazernes als vrijwilligers werken, met alle gevolgenvan dien voor de veiligheid van onze medeburgers envan de spuitgasten zelf!Ten slotte mag de oproep van voormelde Federatievan de brandweerkorpsen met betrekking tot deslechte staat van bepaalde kazernes of het gebrek aanmaterieel dat geschikt is voor de noodsituaties waaraande brandweer vaak het hoofd moet bieden, niemandonverschillig laten.1. Welke termijnen werden er bepaald voor de uitvoeringvan de nieuwe wet, gelet op het bovenstaandeQuestion n o 126 de M. Bruno Van Grootenbrulle du29 avril 2008 (Fr.) au vice-premier ministre etministre de l’Intérieur:Services de pompiers. — Manque de moyens humainset structurels.J’ai appris, par voie de presse, votre volonté demettre rapidement en œuvre la nouvelle loi sur la sécuritécivile, laquelle doit constituer une priorité del’actuel gouvernement intérimaire.Cette nouvelle loi permettrait de faire face à demultiples manquements auxquels sont confrontés lesservices incendie du Royaume. En effet, le président dela Fédération royale des sapeurs-pompiers de Belgiquea récemment affirmé que toutes les casernes du paysétaient confrontées à un manque important de personnel,de matériel et d’infrastructures adaptés permettantd’assurer la sécurité des citoyens.En matière d’effectif, nombre de casernes ne répondentpas actuellement aux conditions fixées par lecadre légal et, dans l’état actuel des choses, il devienttrès difficile pour les communes d’apporter un soutienfinancier supplémentaire afin de remédier à cette obligation.Outre l’aspect effectif, celui du volontariat est égalementpréoccupant. La formation des volontaires estessentielle. Cependant, étendue sur une année et demi,cette formation ne pemet pas de combler dans desdélais raisonnables un manque d’effectif avéré. Parailleurs, compte tenu des lacunes existantes en cedomaine, force est de constater que certains pompiersprofessionnels le jour sont volontaires le soir et la nuitdans d’autres casernes! Inutile de vous signaler lespossibles conséquences sécuritaires tant pour nosconcitoyens que pour les «professionnels du feu» quecrée cet état de fait!Enfin, nul ne peut rester insensible à l’appel de laFédération des pompiers au sujet de l’insalubrité decertaines casernes ou le manque de matériel adaptéaux situations d’urgence auxquelles les sapeurspompierssont souvent confrontés.1. Au regard de ces éléments, compte tenu égalementdu fait qu’il ne s’agit pas d’une situation nouvelleKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 39192 - 6 - 2008en rekening houdend ook met het feit dat die situatieniet nieuw is maar al twintig jaar aansleept?2. Welke impact zal deze nieuwe wet op de gemeentefinanciënhebben?3. Hoe staat het met de uitwerking van een kadervoor de herwaardering van het beroep van brandweerman?mais effective depuis une vingtaine d’années, quelsdélais ont été définis afin de rendre effective la mise enœuvre de ladite nouvelle loi?2. Quel impact cette dernière aura-t-elle sur lesfinances des communes?3. Qu’en est-il de l’émergence d’un cadre de valorisationde la fonction de sapeurs-pompiers?DO 2007200803289 DO 2007200803289Vraag nr. 127 van de heer Claude Eerdekens van29 april 2008 (Fr.) aan de vice-eersteminister enminister van Binnenlandse Zaken:Wet betreffende de geïntegreerde politie. — Koninklijkbesluit. — Facturering van de kosten van depolitiediensten.Uit hoofde van artikel 90 van de wet van 7 december1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst,gestructureerd op twee niveaus, kan degemeenteraad of de politieraad een reglement vaststellenbetreffende de inning van een vergoeding vooropdrachten van bestuurlijke politie van de lokale politie.In datzelfde artikel wordt bepaald dat de Koning,bij een in Ministerraad overlegd besluit, de voorwaardenen de nadere regels van deze inning regelt.Dat koninklijk besluit is vandaag, verscheidenejaren na de inwerkingtreding van de wet betreffendede geïntegreerde politie, nog steeds niet goedgekeurd.Question n o 127 de M. Claude Eerdekens du 29 avril2008 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:Loi sur la police intégrée. — Arrêté royal. — Facturationdes frais des services de police.La loi du 7 décembre 1998 organisant un service depolice intégrée, structurée à deux niveaux, prévoit, enson article 90 la possibilité pour le conseil communalou le conseil de police d’arrêter un règlement relatif àla perception d’une rétribution pour des missions depolice administrative de la police locale.Ce même article dispose que le Roi règle les conditionsde cette perception et ses modalités.Or, à ce jour, soit plusieurs années après l’entrée envigueur de la loi sur la police intégrée, cet arrêté royaln’a toujours pas été adopté.1. Waarom is dat nog altijd niet gebeurd? 1. Pourriez-vous communiquer les raisons de ceretard?2. Zal dat koninklijk besluit eerlang worden goedgekeurd?2. Pouvez-vous communiquer si cet arrêté royalsera bientôt adopté?DO 2007200803291 DO 2007200803291Vraag nr. 129 van de heer Eric Thiébaut van 29 april2008 (Fr.) aan de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken:Question n o 129 de M. Eric Thiébaut du 29 avril 2008(Fr.) au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:Indienstneming van centralisten voor de 101-centrales. Embauche de centralistes pour le 101.In de pers verscheen onlangs een artikel over deindienstneming van centralisten voor de dienst 101.Die centralisten behandelen allerlei noodoproepen,bijvoorbeeld van mensen die melden dat er een holdupaan de gang is, oproepen over buren die een glaasjete veel op hebben, over struikbranden, over spoedgevallendie niet altijd even urgent zijn.La presse a récemment publié un article au sujet del’embauche de centralistes pour le service 101.Les centralistes du 101 gèrent les urgences telles quehold-up en cours, voisins éméchés, feux de broussailles,urgences parfois relatives.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3920 QRVA 52 0202 - 6 - 2008Ze moeten dan ook in staat zijn belangrijke vanminder belangrijke situaties te onderscheiden. Dat vereistde nodige ervaring en bekwaamheid, alsook denodige koelbloedigheid en helderheid van geest. Dievereisten zijn niet gemakkelijk te verzoenen met eenzware werkdruk en stress.De centralisten van de nooddienst 101 hebben naarverluidt hun ongenoegen te kennen gegeven over deonderbezetting van de dienst, waardoor het aantalnachtelijke overuren oploopt. Daarop werd aangekondigddat een honderdtal centralisten in dienst zouworden genomen. Het zou gaan om neutraal burgerpersoneel.Tegelijk blijft de de aanwezigheid van politiepersoneelcruciaal, aangezien die mensen over eengrote praktijkervaring beschikken.1. Wat is de stand van zaken en hoe ziet u de toekomst?2. Werd beslist die extra centralisten effectief indienst te nemen, en welke procedure moeten de kandidatenvolgen?Aussi faut-il être apte à faire le tri et avoirl’expérience et la compétence tout en gardant l’espritserein et clair. Cela ne s’accommode pas toujoursd’une surcharge de travail et de pression.Il semble que les centralistes du service d’urgence101 ont manifesté leur mécontentement relatif auxproblèmes de sous-effectifs engendrant notammentl’accumulation d’heures supplémentaires la nuit, suiteà quoi on a annoncé l’engagement d’une centaine decentralistes, personnel neutre et venant du civil. Enparallèle, la présence policière reste primordialecompte tenu de l’expérience du terrain.1. Quelle est la situation actuelle et quelles sont vosperspectives?2. Une décision a-t-elle été prise pour l’engagementeffectif de ces centralistes et quelle est la procédure àsuivre pour les candidats?DO 2007200803356 DO 2007200803356Vraag nr. 131 van de heer Hendrik Bogaert van29 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Binnenlandse Zaken:Astrid-communicatie van de brandweer.De brandweerkorpsen in de zone Noordoost West-Vlaanderen kampen met een probleem van dekking bijde Astrid-communicatie.Het gebrek aan dekking is te wijten aan een ongunstigeopstelling van de antennes. Niet alleen buiten-,maar ook binnenshuis kan er niet altijd gewerktworden via het netwerk. Bij onvoldoende dekking kangewerkt worden zonder netwerkdekking, maar hier isde beperkte reikwijdte en het ontbreken van netwerkfaciliteitenzoals een noodknop een groot nadeel.Verder kampt het DMO-systeem met een aantalproblemen. Niet alle types gevalideerde radio’skunnen met elkaar samenwerken. Dit is een digitaalgebeuren dus synchronisatie is vereist. Deze synchronisatiegebeurt door de radio’s maar zij kunnen in conflictkomen waardoor het radioverkeer volledig wegvalt.De aanpassing van bestaande en de installatie vanbijkomende sites zou bovendien geen oplossing biedenvoor ondergrondse verbindingen in bijvoorbeeld groteparkeergarages.Question n o 131 de M. Hendrik Bogaert du 29 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:Réseau de communication Astrid des servicesd’incendie.Les services d’incendie de la zone nord-est de laFlandre occidentale sont confrontés à un problème decouverture qui touche le réseau de communicationAstrid.Le manque de couverture est dû à l’installation desantennes dans des sites inappropriés. Le réseau n’estpas toujours accessible, à l’intérieur mais aussi àl’extérieur des bâtiments. En cas de couverture insuffisante,il est possible de travailler sans couverture deréseau mais, dans ce cas, la portée limitée et l’absencedes facilités du réseau, telles qu’un bouton d’alerte,constituent un désavantage considérable.Par ailleurs, le système DMO rencontre un certainnombre de problèmes. Il n’est pas possible de communiqueravec tous les types de radios validées. Il s’agitd’un système digital qui nécessite donc une synchronisation.Celle-ci est effectuée au moyen des radios quipeuvent toutefois entrer en conflit. Il en résulte alorsune coupure complète des communications radio.L’adaptation des sites existants et l’installation desites supplémentaires n’offriraient en outre aucunesolution pour les liaisons souterraines, notammentdans les grands parkings.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 39212 - 6 - 2008De problemen situeren zich hier op technisch vlak:— bij slechte dekking komt overbelasting van eenbasisstation omdat het systeem geen ander stationkan vinden;— er is geen duidelijkheid omtrent de capaciteit vanhet systeem (hoeveel radio’s er tegelijkertijd in uitzendingkunnen gaan?);En l’occurrence, les problèmes se présentent auniveau technique:— une mauvaise couverture entraîne la surcharged’une station de base, parce que le système n’estpas en mesure de détecter une autre station;— la capacité du système n’est pas clairement définie(on ignore le nombre de radios pouvant émettresimultanément);— de capaciteit kan verschillen van mast tot mast. — la capacité peut différer d’une antenne à l’autre.1. Zijn deze problemen binnen uw departementgekend en hoe kan men tot een oplossing komen?2. Overweegt u op korte termijn wetgeving die toelaatom van de leveranciers kwaliteitseisen te stellenzoals een verzekerde radiodekking in ondergrondseparkeergarages en andere risicogebouwen?1. Votre département est-il au courant de cesproblèmes et comment peut-il y remédier?2. Envisagez-vous d’élaborer à brève échéance unelégislation permettant d’imposer des normes qualitativesaux fournisseurs, telles que la garantie d’unecouverture radio dans les parkings souterrains et dansd’autres immeubles à risque?DO 2007200803362 DO 2007200803362Vraag nr. 132 van de heer Jan Jambon van 29 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken:Civiele Bescherming in Limburg.De Civiele Bescherming (CB) in Limburg wordt alenige tijd stiefmoederlijk behandeld. Zo hangt de CBvan Limburg af van de hoofdpost in Brasschaat,zouden de voorposten in Lommel, Riemst en Houthalenworden opgeheven en is Limburg de enige provinciezonder permanente dienst. Daardoor moet de CBvan Limburg bij interventies eerst naar Brasschaat afzakken,om vervolgens terug te keren naar Limburg.De plannen voor de implementatie van een hoofdpostin Hasselt zouden dan weer voor onbepaalde tijd uitgesteldzijn. Dit alles heeft tot gevolg dat de CB inLimburg nog nauwelijks vrijwilligers kan aantrekken.Met volgende vragen, had ik graag meer inzichtgekregen in de verdere werking van de Civiele Beschermingin Limburg.1. Worden de voorposten in Lommel, Riemst enHouthalen inderdaad opgeheven?2.a) Heeft u reeds een beslissing genomen die de implementatievan een nieuwe hoofdpost voor de CivieleBescherming in Hasselt mogelijk maakt?b) Zo ja, welke beslissing werd genomen? Wat houdtdeze beslissing in concreto in (met betrekking totpersoneel, statuut, locatie, enzovoort)? Welk tijdspadzal worden gevolgd?Question n o 132 de M. Jan Jambon du 29 avril 2008(N.) au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:Protection civile dans le Limbourg.Depuis quelque temps déjà, la protection civile dansle Limbourg est traitée en parent pauvre. Ainsi, laprotection civile du Limbourg dépend du poste principalde Brasschaat, les postes avancés de Lommel,Riemst et Houthalen seraient supprimés et le Limbourgest la seule province qui ne dispose pas d’unservice fonctionnant sur une base permanente. Lorsd’interventions, la protection civile doit dès lors serendre d’abord à Brasschaat pour retourner ensuitedans le Limbourg. Les projets d’établissement d’unposte principal à Hasselt seraient remis à une dateindéterminée. Tout ceci a pour conséquence que laprotection civile dans le Limbourg ne parvient plusque très difficilement à recruter des volontaires.Les réponses aux questions suivantes devraient mepermettre d’avoir une vision plus précise du fonctionnementfutur de la protection civile dans le Limbourg.1. Les postes avancés de Lommel, Riemst etHouthalen seront-ils effectivement supprimés?2.a) Avez-vous déjà pris une décision qui permet l’établissementd’un nouveau poste principal de laprotection civile à Hasselt?b) Dans l’affirmative, quelle décision a été prise?Quelles en sont les implications concrètes (concernantle personnel, le statut, la localisation, etc.)?Quel calendrier sera suivi?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3922 QRVA 52 0202 - 6 - 2008c) Voorziet de planning van de nieuwe hoofdpost inLimburg in een oplossing voor het feit dat deLimburgse vrijwilligers voor opleidingen en examenszich moeten verplaatsen naar Brasschaat enBrussel?3. Is er (eventueel in afwachting van de creatie vaneen hoofdpost in Hasselt) in een systeem voorzien voorhet oproepen van vrijwilligers in Limburg dat de onnodigeen tijdrovende verplaatsing naar Brasschaatvervangt?4. Bestaat de mogelijkheid dat de Limburgse vrijwilligers(eventueel in afwachting van de creatie vaneen hoofdpost in Hasselt) hun opleidingen en examenskunnen volgen en afleggen in de brandweerschool vanGenk?c) Le projet relatif au nouveau poste principal dans leLimbourg prévoit-il une solution pour éviter queles volontaires limbourgeois doivent se déplacer àBrasschaat et à Bruxelles pour suivre des formationset pour présenter des examens?3. Dans l’attente le cas échéant de la création d’unposte principal à Hasselt, mettra-t-on en place unsystème permettant l’appel des volontaires dans leLimbourg, de manière à éviter le déplacement, aussilong qu’inutile, à Brasschaat?4. Dans l’attente le cas échéant de la création d’unposte principal à Hasselt, les volontaires limbourgeoisne pourraient-ils suivre leurs formations et présenterleurs examens à l’école de sapeurs-pompiers de Genk?DO 2007200803363 DO 2007200803363Vraag nr. 133 van de heer Jan Jambon van 29 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken:FOD. — Gebruik van diensten door de koninklijkefamilie.Kan u meedelen op welke diensten van de FOD BuitenlandseZaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerkingde leden van de koninklijke familiein 2007 beroep hebben gedaan, welk gebruik vanbudgettaire middelen hiermee gepaard ging en opwelke basisallocaties deze uitgaven zijn aangerekend?Question n o 133 de M. Jan Jambon du 29 avril 2008(N.) au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:SPF. — Utilisation de services par la famille royale.Pouvez-vous me faire savoir à quels services du SPFAffaires étrangères, Commerce extérieur et Coopérationau Développement les membres de la familleroyale ont recouru en 2007, quels moyens budgétairesont été utilisés à cet effet et sur quelles allocations debase ces dépenses ont été imputées?DO 2007200803384 DO 2007200803384Vraag nr. 135 van mevrouw Leen Dierick van 29 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken:Civiele Bescherming.De Civiele Bescherming treedt op ter beschermingvan de bevolking, ter vrijwaring van het nationaalpatrimonium in crisistoestanden en bij rampen, catastrofenen zware schadegevallen.De hulpverlening die deze organisatie biedt, is vaakvan cruciaal belang voor de veiligheid van de bevolking.Bovendien ontlast zij, door de coördinatie van dehulpoperatie, andere hulpdiensten en is de hulpverleningaan burgers bij rampen verzekerd. Deze federalehulpdienst heeft zich tevens gespecialiseerd in debescherming van de bevolking en van het milieu tegenzware, chemische en nucleaire risico’s en tegenrisico’s verbonden aan milieuvervuiling.Question n o 135 de M me Leen Dierick du 29 avril 2008(N.) au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:Protection civile.La protection civile intervient pour protéger lapopulation, pour préserver le patrimoine nationaldans des situations de crise et en cas d’événementscalamiteux, de catastrophes et de sinistres.Les secours assurés par cette organisation revêtentsouvent une importance cruciale pour la sécurité de lapopulation. En coordonnant les opérations de secours,elle décharge par ailleurs les autres services de secourset permet ainsi de secourir la population en cas decalamités. En outre, ce service fédéral de secours s’estspécialisé dans la protection de la population et del’environnement contre les risques graves, chimiques etnucléaires et contre les risques liés à la pollution del’environnement.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 39232 - 6 - 2008Momenteel kampt Dendermonde, en in het bijzonderde deelgemeente Grembergen, met het probleemvan de stopzetting van de lokale civiele beschermingpost.De reden hiervoor is het gebrek aan interesse vanvrijwilligers/beroepskrachten en het ontbreken vaneen aantrekkelijk statuut.1. Hoeveel beroepskrachten en vrijwilligers telt deciviele bescherming?2. In welke mate kunnen de diensten versterktworden?3. Welke acties kunnen genomen worden om meerberoepskrachten en vrijwilligers te enthousiasmeren?4. Wat is de stand van zaken voor de uitvoering vande wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid,meer bepaald wat betreft het administratief engeldelijk statuut van de leden van de civiele bescherming?La ville de Termonde, et plus particulièrementl’ancienne commune de Grembergen, doit actuellementfaire face au problème de la fermeture du postelocal de la protection civile. Celle-ci serait attribuableau manque d’intérêt des volontaires/agents professionnelset à l’absence d’un statut attrayant.1. Combien d’agents professionnels et de volontairesla protection civile compte-t-elle?2. Dans quelle mesure les services pourront-ils êtrerenforcés?3. Quelles actions peut-on entreprendre pour insufflerun plus grand enthousiasme aux agents professionnelset aux volontaires?4. Où en est l’exécution de la loi du 15 mai 2007 surla sécurité civile, plus particulièrement en ce quiconcerne le statut administratif et pécuniaire desmembres de la protection civile?DO 2007200803385 DO 2007200803385Vraag nr. 136 van mevrouw Leen Dierick van 29 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken:Raad voor Vreemdelingenbetwistingen.Sinds 1 juni 2007 is de Raad voor Vreemdelingenbetwistingenbevoegd om kennis te nemen van de inartikel 39/1 van de Vreemdelingenwet van 15 december1980 bepaalde beroepen.1. Aan hoeveel vreemdelingen heeft de Raad voorVreemdelingenbetwistingen de vluchtelingenstatustoegekend overeenkomstig artikel 48/3 van de Vreemdelingenwet,en welke zijn de landen van oorsprong?2. Aan hoeveel vreemdelingen heeft de Raad voorVreemdelingenbetwistingen het subsidiaire beschermingsstatuuttoegekend overeenkomstig artikel 48/4van de Vreemdelingenwet, opgesplitst naar de risico’svermeld in § 2 en naar de landen van oorsprong?3. Hoeveel vreemdelingen werden door de Raadvoor Vreemdelingenbetwistingen uitgesloten van devluchtelingenstatus respectievelijk de subsidiairebeschermingsstatus vreemdelingen, opgesplitst volgensde redenen opgesomd in artikel 55/4 van de Vreemdelingenwet?4. Wat is het totaal aantal beslissingen van de Raadvoor Vreemdelingenbewistingen sinds diens inwerkingtreding?5. Wat is het totaal aantal beslissingen tot bevestiging,hervorming of terugsturing in die zaken waar deQuestion n o 136 de M me Leen Dierick du 29 avril 2008(N.) au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:Conseil du contentieux des étrangers.Depuis le 1 er juin 2007, le Conseil du contentieuxdes étrangers est habilité à connaître des recours visésà l’article 39/1 de la loi du 15 décembre 1980 sur lesétrangers.1. À combien d’étrangers le Conseil du contentieuxa-t-il octroyé le statut de réfugié en vertu de l’article48/3 de la loi sur les étrangers, et quels sont lespays d’origine concernés?2. À combien d’étrangers le Conseil du contentieuxa-t-il octroyé le statut de protection subsidiaire envertu de l’article 48/4 de la loi sur les étrangers?Pouvez-vous ventiler les chiffres en fonction desrisques mentionnés au § 2 et en fonction des paysd’origine?3. Combien d’étrangers ont-ils été respectivementexclus du statut de réfugié et du statut de protectionsubsidiaire par le Conseil du contentieux? Pouvezvousventiler la réponse selon les motifs énumérés àl’article 55/4 de la loi sur les étrangers?4. Quel est le nombre total de décisions prises par leConseil du contentieux des étrangers depuis son entréeen fonction?5. Quel est le nombre total de décisions de confirmation,de réforme ou de renvoi prises par le ConseilKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3924 QRVA 52 0202 - 6 - 2008Raad voor Vreemdelingenbetwistingen volle rechtsmachtheeft?6. Hoeveel bedraagt het aantal annulatie- en schorsingsbeslissingenvan de Raad voor Vreemdelingenbetwistingenin die zaken waar er geen beroep tengronde kan worden ingediend?7. Zal de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen inde toekomst dergelijke informatie systematisch openbaarmaken en zo ja op welke wijze, naast het jaarlijksverplichte activiteitenverslag?8. Zal de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen inde toekomst zij volledige rechtspraak publiceren?du contentieux des étrangers dans des affaires où ildisposait de la pleine juridiction?6. Combien de fois le Conseil du contentieux desétrangers a-t-il pris des décisions d’annulation et desuspension dans des affaires ne pouvant faire l’objetd’un recours sur le fond?7. À l’avenir, outre le rapport d’activité annuel obligatoire,le Conseil du contentieux des étrangersrendra-t-il systématiquement publiques ce genre d’informationset, si oui, de quelle manière?8. Le Conseil du contentieux des étrangerspubliera-t-il également à l’avenir l’intégralité de sajurisprudence?DO 2007200803387 DO 2007200803387Vraag nr. 138 van mevrouw Leen Dierick van 29 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken:Aantal vrouwen bij politie- en brandweerdiensten.Vrouwen zijn nog steeds in de minderheid bij politie-en brandweerdiensten. Het zou nochtans nuttigkunnen zijn dat de personeelsbezetting op dat gebiedovereenstemt met de samenleving die deze dienstenbedient.1. Hoeveel vrouwelijke personen zijn er in de Belgischepolitiezones werkzaam, en meer bepaald in dievan Oost-Vlaanderen?2. Hoeveel vrouwelijke personen werken er bij deBelgische brandweerdiensten (vrijwilligers en beroepskrachten),en meer bepaald in Oost-Vlaanderen?3. Welke stappen kunnen genomen worden ombovengenoemde diensten bij vrouwen te promoten?Question n o 138 de M me Leen Dierick du 29 avril 2008(N.) au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:Nombre de femmes au sein des services de police etd’incendie.Les femmes sont toujours minoritaires au sein desservices de police et d’incendie. Il serait toutefois utileque la composition du personnel de ces services correspondeà la composition de la population de la sociétéau sein de laquelle ces services fonctionnent.1. Combien de femmes sont actives au sein deszones de police et plus particulièrement au sein deszones de police de Flandre orientale?2. Combien de femmes sont actives au sein desservices d’incendie (membres volontaires et membresprofessionnels) et plus particulièrement au sein desservices d’incendie de Flandre orientale?3. Quelles initiatives pourraient être prises pourpromouvoir ces services auprès des femmes?DO 2007200803393 DO 2007200803393Vraag nr. 139 van de heer Mark Verhaegen van30 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Binnenlandse Zaken:Betalend parkeren in steden en gemeenten.Door de benarde financiële toestand bij de meestelokale besturen hebben een aantal steden en gemeentenmomenteel concrete plannen om hun tarieven vanbetalend parkeren te gaan verhogen.Question n o 139 de M. Mark Verhaegen du 30 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:Stationnement payant dans les villes et communes.La situation financière critique pousse certainesvilles et communes à développer des projets visant àaugmenter les tarifs en matière de stationnementpayant.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 39252 - 6 - 20081.a) Welke Belgische steden en gemeenten passenmomenteel betalend parkeren toe?1.a) Quelles villes et communes belges appliquentactuellement le stationnement payant?b) Wat zijn de uurtarieven? b) Quels sont les tarifs horaires?2. Welke jaaropbrengsten werden hierbij doorbetrokken steden en gemeenten gegenereerd in dejongste drie jaar, namelijk 2005, 2006 en 2007?2. Quelles recettes annuelles le stationnementpayant a-t-il générées dans les villes et communesconcernées en 2005, en 2006 et en 2007?DO 2007200803400 DO 2007200803400Vraag nr. 141 van de heer Michel Doomst van 30 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken:Aantal aanhoudingen door de lokale politie.De werklast van de verschillende politiezones wordtin belangrijke mate bepaald door de aanhoudingen.1. Bestuurlijke aanhoudingen per zone in 2005 —2006 — 2007?a) graag een overzicht per zone; a) par zone;b) graag een overzicht per provincie; b) par province;c) graag een overzicht per Gewest. c) par Région?2. Gerechtelijke aanhoudingen per zone in 2005 —2006 — 2007?a) graag een overzicht per zone; a) par zone;b) graag een overzicht per provincie; b) par province;c) graag een overzicht per Gewest. c) par Région?Question n o 141 de M. Michel Doomst du 30 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:Nombre d’arrestations effectuées par la police locale.La charge de travail des différentes zones de policedépend principalement des arrestations.1. Combien d’arrestations administratives ont étéeffectuées en 2005, en 2006 et en 2007:2. Combien d’arrestations judiciaires ont été effectuéesen 2005, en 2006 et en 2007:DO 2007200803401 DO 2007200803401Vraag nr. 142 van de heer Michel Doomst van 30 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken:Politiezones. — Buurt Informatie Netwerken.Vóór 15 december 2007 moest elke politiezonebeslissen of ze voortdoet met het Buurt InformatieNetwerk (BIN). Uit gegevens blijkt dat weinig zoneswillen voortdoen.1. Hoeveel zones willen werkelijk voortdoen methet BIN?2. Welke middelen worden voor deze zones terbeschikking gesteld om het extra werk te verrichten?3. Wat zijn de voornaamste redenen waarom zoveelzones ophouden met het BIN?Question n o 142 de M. Michel Doomst du 30 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:Zones de police. — Réseaux d’Information de Quartier.Chaque zone de police devait se prononcer avant le15 décembre 2007 sur le maintien ou non du Réseaud’Information de Quartier (RIQ). Il s’avère que peu dezones souhaitent le maintenir.1. Combien de zones veulent réellement maintenirle RIQ?2. Quels moyens sont mis à la disposition de ceszones pour assumer le surplus de travail?3. Quelles sont les principales raisons pour lesquellesautant de zones abandonnent le RIQ?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3926 QRVA 52 0202 - 6 - 20084. Is er een globale evaluatie gebeurd van ditnetwerk?5. Wat is de totale meerkost voor de politiezoneswaar het BIN bestaat?4. Une évaluation globale de ce réseau a-t-elle étéréalisée?5. Quel est le surcoût total du RIQ pour les zonesde police où ce réseau existe?DO 2007200803409 DO 2007200803409Vraag nr. 150 van de heer Michel Doomst van 30 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken:Agressie tegenover politieagenten.Politiemensen komen steeds meer in aanraking metagressie tegenover henzelf, tijdens de uitoefening vanhet ambt, soms met zware letsels als gevolg.In de buurlanden is men volop bezig met het zoekennaar mogelijke hulpinstrumenten om dit fenomeentegen te gaan. Zo bestaat er bijvoorbeeld de«bobbycam», een camera in de helm van de agenten.1. Hoeveel agressiedaden tegenover politieagentenwerden gemeld in 2006 — 2007?Graag een overzicht per Gewest.Graag een overzicht per dienst (federale/lokale).2. Hoeveel meldingen van lichamelijke letselswerden geteld als gevolg van deze agressie in 2006 —2007?Graag een overzicht per Gewest.Graag een overzicht per dienst (federale/lokale).3. Welke maatregelen worden momenteel onderzochtom dit probleem te helpen tegengaan?Question n o 150 de M. Michel Doomst du 30 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:Agressions d’agents de police.Les agents de police sont de plus en plus souventvictimes d’agressions, dans l’exercice de leurs fonctions,entraînant parfois de graves séquelles.Dans les pays voisins, on s’active à rechercher desméthodes pour lutter contre ce phénomène. On pourraitainsi citer la «bobbycam», une caméra installéedans le casque des agents.1. Combien d’actes d’agression vis-à-vis d’agents depolice ont été signalés en 2006-2007?Pourriez-vous me fournir un aperçu par région?Pourriez-vous me fournir un aperçu par service(police fédérale/police locale)?2. Combien de cas de dommages corporels ont étédénombrés à la suite de ces agressions en 2006-2007?Pourriez-vous me fournir un aperçu par Région?Pourriez-vous me fournir un aperçu par service(police fédérale/police locale)?3. Quelles mesures sont envisagées pour luttercontre ce phénomène?DO 2007200803410 DO 2007200803410Vraag nr. 151 van de heer Michel Doomst van 30 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken:Tuchtraad van de geïntegreerde politie. — Dossiers.De tuchtraad van de geïntegreerde politie is eenorgaan dat het beroep behandelt, ingediend door depersoneelsleden tegen zware tuchtstraffen.1. Hoeveel dossiers werden bij de tuchtraad ingediendin 2005, 2006 en 2007?Graag een overzicht voor de federale politie.Question n o 151 de M. Michel Doomst du 30 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:Conseil de discipline de la police intégrée. — Dossiers.Le conseil de discipline de la police intégrée est unorgane qui traite les recours introduits par lesmembres du personnel contre des peines disciplinairesmajeures.1. Combien de dossiers ont été déposés auprès duconseil de discipline en 2005, 2006 et 2007?Pourriez-vous me fournir ces chiffres pour la policefédérale?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 39272 - 6 - 2008Graag een overzicht voor de lokale politie, opgedeeldper Gewest.2. Hoeveel dossiers werden behandeld en uitgesprokenin 2005, 2006 en 2007?Graag een overzicht voor de federale politie.Graag een overzicht voor de lokale politie, opgedeeldper Gewest.Pourriez-vous me fournir ces chiffres pour la policelocale, par Région?2. Combien de dossiers ont été traités et finalisés en2005, 2006 et 2007?Pourriez-vous me fournir ces chiffres pour la policefédérale?Pourriez-vous me fournir ces chiffres pour la policelocale, par Région?DO 2007200803429 DO 2007200803429Vraag nr. 152 van de heer Roel Deseyn van 30 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken:Elektronische identiteitskaarten.Bijna vijf jaar geleden werd met grote trom het systeemvan de elektronische identiteitskaart (eID) in onsland geïntroduceerd. Veel mensen beschikken reedsover een elektronisch exemplaar, maar uit de reactiesvan de burger kan ik afleiden dat de kennis over hettoepassingsgebied niet altijd even duidelijk is. Ooklees ik in de gespecialiseerde pers regelmatig bedenkingen(onder andere van de Belgische topman van Microsoft)omtrent de universaliteit van het systeem. Eenevaluatie over de invoering van het systeem dringt zichdan ook op.Het eID-systeem heeft de potentie om een belangrijkeconomisch exportproduct voor de Belgische ICTindustriete worden. Het zou zonde zijn om een dergelijkekans niet op te nemen.1.a) Kan u een duidelijk overzicht geven van het aantaleID-kaarten die reeds zijn uitgedeeld en aangevenin hoeverre dit het vooropgestelde schema volgt?b) Kan een overzicht gegeven worden van de verschillendepublieke en private diensten die reedsgebruik maken van het systeem?c) Kan een overzicht gegeven worden van het aantalpersoneelsleden dat op federaal vlak bezig is metde ontwikkeling en implementatie van de eID?d) Over welk budget beschikken deze mensen en voorwat wordt dit hoofdzakelijk aangewend?2.a) Kan u meedelen aan welke internationale kwaliteits-en veiligheidsnormen het eID-systeembehoort te voldoen en in hoeverre hieraan wordtvoldaan?b) Kan worden toegelicht hoe regelmatig en door wiedit wordt gecontroleerd en gecertifieerd?Question n o 152 de M. Roel Deseyn du 30 avril 2008(N.) au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:Cartes d’identité électroniques.Il y a près de cinq ans maintenant qu’a été introduitdans notre pays à grand renfort de publicité le systèmede la carte d’identité électronique (eID). Si de nombreusespersonnes disposent déjà d’une carte électronique,les réactions des citoyens m’amènent à croire queles applications potentielles de ce système ne sont pastoujours bien connues. La presse spécialisée fait régulièrementétat de doutes (notamment exprimés par ledirigeant belge de Microsoft) quant au caractèreuniversel du système. Une évaluation de la mise enœuvre de la eID semble dès lors s’imposer.Le système eID constituant un produitd’exportation potentiel économiquement importantpour l’industrie TIC belge, il serait regrettable de nepas saisir cette opportunité.1.a) Pourriez-vous me fournir un aperçu précis dunombre de cartes eID délivrées à ce jour et indiquerdans quelle mesure le calendrier prévu a étérespecté?b) Pourriez-vous me faire savoir quels services publicset privés ont déjà recours à ce système?c) Combien de fonctionnaires sont-ils chargés dudéveloppement et de la mise en œuvre de l’eID auniveau fédéral?d) De quel budget ces personnes disposent-elles et àquoi est-il essentiellement affecté?2.a) Pourriez-vous me faire savoir à quelles normes dequalité et de sécurité internationales le système eIDdoit répondre et dans quelle mesure ceci est effectivementle cas?b) Par quelle instance le respect de ces normes est-ilcontrôlé et certifié et à quelle fréquence?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3928 QRVA 52 0202 - 6 - 20083.a) Welke initiatieven worden genomen om het eIDsysteemook over de landgrenzen te hanteren?b) Bestaat er hiervoor een meertalig communicatieplatform?c) Hoe wordt hiervan de professionaliteit en deskundigheidgewaarborgd?3.a) Quelles initiatives ont été prises pour tenter defaire connaître et adopter également le système eIDau-delà des frontières nationales?b) Une plate-forme de communication plurilingue estelleprévue à cet effet?c) De quelle manière sont garantis le professionnalismeet l’expertise d’une telle plate-forme?Vice-eersteministeren minister van Justitieen Institutionele HervormingenVice-premier ministreet ministre de la Justiceet des Réformes institutionnellesDO 2007200803039 DO 2007200803039Vraag nr. 105 van de heer Guido De Padt van 24 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Justitie en Institutionele Hervormingen:Ouderenmishandelingen. — Klachten en vervolgingen.Het aantal meldingen van ouderenmishandelingstijgt jaarlijks. Dat meldt het Vlaams Meldpunt Ouderenmishandeling.In 2007 was sprake van 516 meldingen,tegenover 437 in 2006. Naar schatting zou zo’n20% van de ouderen in aanraking kunnen komen metmishandeling. Dat betekent 280 000 potentiële slachtoffersin Vlaanderen alleen. Maar vaak wordt de mishandelingniet gemeld door het taboe dat er nog altijdop rust.Volgens het Vlaams Meldpunt moet de vermoedelijkedader meestal in de familiale kringen gezochtworden en de meest voorkomende vorm van ouderenmishandelingbetreft psychische mishandeling. Op datvlak verschilt Vlaanderen van het buitenland. Daarkomt fysieke mishandeling vaak op de eerste plaats.Ook regionaal zijn er sterke verschillen te noteren.In Oost-Vlaanderen zijn vorig jaar bijvoorbeeld183 gevallen gemeld terwijl dat er bij de NederlandstaligeBrusselaars maar twaalf zijn. Volgens het VlaamsMeldpunt ligt een beleidsbeslissing van de Vlaamseminister van Welzijn hieraan ten grondslag. De ministerbesliste vorig jaar om het Vlaamse Meldpunt structureelte steunen, maar tegelijkertijd de steun aan deprovinciale steunpunten af te bouwen.Question n o 105 de M. Guido De Padt du 24 avril 2008(N.) au vice-premier ministre et ministre de laJustice et des Réformes institutionnelles:Maltraitance de personnes âgées. — Plaintes et poursuites.Le nombre de cas de maltraitance de personnesâgées augmente chaque année. C’est ce qu’annonce leVlaams Meldpunt Ouderenmishandeling (point decontact contre la maltraitance de personnes âgées). En2007, il était question de 516 cas, contre 437 en 2006.Selon les estimations, environ 20% des personnesâgées pourraient être victimes de maltraitance, ce quireprésente 280 000 victimes potentielles, rien qu’enFlandre. Mais dans la plupart des cas, les maltraitancesne sont pas dénoncées en raison du tabou quientoure encore le problème.Selon le Vlaams Meldpunt, l’auteur présumé estsouvent un membre de la famille et la maltraitancepsychique constitue la forme la plus répandue demaltraitance de personnes âgées. À cet égard, la situationest différente en Flandre par rapport à l’étrangeroù la maltraitance physique occupe souvent lapremière place.Des différences considérables sont également constatéesau niveau régional. En Flandre orientale parexemple, 183 cas ont été signalés l’année dernière,alors que ce nombre ne s’élevait qu’à 12 pour lesBruxellois flamands. Selon le Vlaams Meldpunt, unedécision politique de la ministre flamande du Bien-êtreest à l’origine de cette différence. La ministre a décidél’année dernière d’apporter un soutien structurel auVlaams Meldpunt mais de réduire en même temps lesoutien aux points d’appui provinciaux.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 39292 - 6 - 20081. Beschikt u over nationale cijfergegevens (opgesplitstper Gewest) betreffende het aantal klachten vanouderenmishandeling dat de politie de afgelopen vijfjaar binnen kreeg?2. Beschikt u over nationale cijfergegevens (opgesplitstper Gewest) betreffende het aantal vervolgingenvoor ouderenmishandeling die de afgelopen vijf jaarwerd ingesteld?3. Welke interpretatie geeft u aan die cijfers watbetreft de ernst en de omvang en de evolutie van hetfenomeen?4. Mogen we initiatieven en/of maatregelen verwachtenom aan de problematiek tegemoet te komen.1. Disposez-vous de données chiffrées nationales(mais par Région) relatives au nombre de plaintes demaltraitance de personnes âgées introduites auprès dela police au cours des cinq dernières années ?2. Disposez-vous de données chiffrées nationales(toujours par Région) relatives au nombre de poursuitespour maltraitance de personnes âgées intentées aucours des cinq dernières années?3. Comment interprétez-vous les chiffres quant à lagravité, l’ampleur et l’évolution du phénomène?4. Envisagez-vous de prendre des initiatives et/oudes mesures visant à résoudre le problème?DO 2007200803054 DO 2007200803054Vraag nr. 106 van de heer François Bellot van 24 april2008 (Fr.) aan de vice-eersteminister en ministervan Justitie en Institutionele Hervormingen:Departementen. — Energiebesparingsprogramma.Mijn vraag betreft het investeringsprogramma dat uop uw departement heeft opgezet om het energieverbruikterug te dringen.1. Welke maatregelen worden er in uw departementgetroffen:a) met het oog op de vervanging van de enkele beglazingdoor dubbele;b) met het oog op het gebruik van milieuvriendelijkerevoertuigen;c) met het oog op een optimale verlichting van dekantoren, waarbij de verlichting in ongebruiktegemeenschappelijke ruimten uitgeschakeld wordt?2. Welke instructies moeten de ambtenaren volgenmet betrekking tot de computerapparatuur, wanneerze hun kantoor verlaten (verplicht uitzetten van depc’s)?3. Welke maatregelen zouden uw departementen,ingeval een van uw departementen kantoorruimte zouhuren, hebben getroffen om de eigenaars ertoe aan tezetten de noodzakelijke energiebesparende technischeingrepen te doen?Question n o 106 de M. François Bellot du 24 avril2008 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre dela Justice et des Réformes institutionnelles:Départements. — Programme d’économie d’énergie.Ma question concerne le programme d’investissementsque vous avez mis en œuvre dans votre départementen vue de réduire la consommation d’énergie.1. Quelles mesures sont prises dans votre département:a) pour assurer le remplacement des simples vitragespar des doubles vitrages;b) pour utiliser des véhicules à indices environnementauxplus respectueux de l’environnement;c) pour assurer une qualité d’éclairage optimale pourles occupants des bureaux tout en assurant l’arrêtde ces éclairages dans les locaux communs nonutilisés?2. Quelles mesures sont prises notamment eu égardau fonctionnement du matériel informatique (fermetureobligatoire des PC) dès que les agents quittent lesbureaux?3. Dans l’hypothèse où l’un de vos départementslouerait des surfaces de bureaux, quelles mesures incitativesvos départements auraient-ils prises poursuggérer aux propriétaires d’apporter les mesurestechniques indispensables pour réduire la consommationd’énergie?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3930 QRVA 52 0202 - 6 - 2008DO 2007200803066 DO 2007200803066Vraag nr. 107 van mevrouw Clotilde Nyssens van24 april 2008 (Fr.) aan de vice-eersteminister enminister van Justitie en Institutionele Hervormingen:Dove mensen met psychische stoornissen. — Gebrekaan opvang.In de media verscheen onlangs het trieste verhaalvan een 23-jarige dove jongeman met psychische stoornissen,die men zou hebben opgesloten in een inrichtingtot bescherming van de maatschappij waargevaarlijke geesteszieken verblijven en waar geenvoorzieningen zijn voor doofstommen. Het gaat omeen bijzonder schrijnend geval, aangezien deze jongemanniet kan communiceren, ook niet in gebarentaal,want hij beheerst geen gebarentaal. Hij gebruikt zijneigen codes om te communiceren.Dit tragische geval is evenwel symptomatisch vooreen groot structureel probleem: het is absoluut noodzakelijkdat er in België gespecialiseerde plaatsen in depsychiatrie worden gecreëerd voor de specifieke opvangvan doofstommen met een psychische stoornis,die al dan niet een gevaar vormen voor de samenleving.Er bestaat voor dit ziektebeeld momenteel geengespecialiseerde opvang in België.Geesteszieken horen in het algemeen niet thuis in degevangenis. Ze moeten een behandeling kunnen krijgendie aangepast is aan hun ziekte.1. De vorige minister van Justitie had een plan opgesteldwaarmee het aantal geïnterneerden in de strafinrichtingenmet 228 verminderd zou kunnen worden.Bedoeling is om de 800 plaatsen in de gevangenissendie op dit moment ingenomen worden door geesteszieken,vrij te maken.Zal u verder uitvoering geven aan dit beleidsvoornemen?2.a) Hoe denkt u het probleem van de specifieke begeleidingvan doven met psychische stoornissen, dieal dan niet mogelijk een gevaar vormen voor desamenleving, op te lossen?b) Is het niet wenselijk om bijzondere opvangcentrain te richten?c) Welke oplossingen staat u voor in deze aangelegenheid?Question n o 107 de M me Clotilde Nyssens du 24 avril2008 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre dela Justice et des Réformes institutionnelles:Personnes sourdes avec troubles psychiatriques. —Absence de place.Les médias se sont faits récemment l’écho du casmalheureux d’un jeune homme de 23ans, sourdprofond, présentant des troubles d’ordre psychiatrique,qui aurait été enfermé dans un établissement dedéfense sociale où résident des malades mentauxdangereux et où rien n’est prévu pour les sourdsmuets.Ce cas est particulièrement dramatique car cejeune homme est incapable de communiquer, mêmedans la langue des signes, car il ne comprend pas celangage. Il utilise ses propres codes.Au-delà de ce cas individuel très malheureux, il y aun gros problème structurel: il est indispensable decréer en Belgique des lits spécialisés en psychiatriepermettant un accueil spécifique des sourds qui souffrentde troubles mentaux et qui, pour certains d’entreeux, peuvent présenter un danger pour la société. Il n’ya pas de centre adapté pour ce genre de pathologie enBelgique.De manière générale, la place des personnes souffrantde troubles mentaux n’est pas en prison. Ilsdoivent pouvoir bénéficier de traitements adaptés àleur pathologie.1. La précédente ministre de la Justice avait lancéun plan qui aurait permis de diminuer de 228 unités lenombre d’internés présents dans les établissementspénitentiaires, avec pour objectif de libérer les 800 placesde prison actuellement occupées par des personnessouffrant de troubles mentaux.Continuerez-vous à vous inscrire dans cette perspective?2.a) Quelle solution préconisez-vous quant à l’accueilspécifique des sourds qui souffrent de troublesmentaux et qui, pour certains d’entre eux, peuventprésenter un danger pour la société?b) N’est-il pas opportun de prévoir des lieux d’accueilspécifiques?c) Que préconisez-vous à cet égard?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 39312 - 6 - 2008DO 2007200803067 DO 2007200803067Vraag nr. 108 van mevrouw Clotilde Nyssens van24 april 2008 (Fr.) aan de vice-eersteminister enminister van Justitie en Institutionele Hervormingen:Gedetineerden. — Reclassering.Wat de uitvoeringsmodaliteiten van de vrijheidsstraffenvan meer dan drie jaar betreft, bepaalt artikel48 van de wet van 17 mei 2006 dat het dossier vande veroordeelde een sociaal reclasseringsplan dient tebevatten waaruit zijn perspectieven op reclasseringblijken.Artikel 9, § 2, van de basiswet van 12 januari 2005betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositievan de gedetineerden bepaalt dat de tenuitvoerleggingvan de vrijheidsstraf onder meer gericht is op «derehabilitatie van de veroordeelde en op de geïndividualiseerdevoorbereiding van zijn re-integratie in devrije samenleving». Artikel 9, § 3, schrijft explicietvoor dat de veroordeelde in de gelegenheid wordtgesteld «constructief mee te werken aan de realiseringvan het individueel detentieplan, bedoeld in titel IV,hoofdstuk II». Dit artikel 9 is reeds in werking getreden.In het jaarverslag 2006 van de Federale ombudsmanwordt erop gewezen dat het momenteel kan gebeurendat, wanneer de uitwerking van het reclasseringsplande medewerking van de Gemeenschappen en/of Gewestenvereist, een gedetineerde de facto in de onmogelijkheidwordt geplaatst om aan de voorwaardenvan de wet te voldoen. Dit is met name het gevalwanneer een behandeling in een ziekenhuis noodzakelijkblijkt voor de reclassering en de ziekenhuizen dieonder de bevoegdheid van de Gemeenschappen of deGewesten vallen, weigeren de gedetineerde op tenemen. De Federale ombudsman beveelt aan de nodigemaatregelen te nemen opdat de gedetineerde daadwerkelijkde kans krijgt om zijn reclassering voor te bereiden.Dit houdt in dat de federale Staat doelmatige endoeltreffende samenwerkingsakkoorden met debevoegde Gemeenschappen en/of Gewesten dient af tesluiten.1. Wat is de stand van zaken met betrekking tot desamenwerkingsakkoorden die met de Gemeenschappenof Gewesten dienen gesloten te worden om dereclassering van de gedetineerden metterdaad mogelijkte maken?2. Hoe staat het meer bepaald met de reclasseringvan mensen met psychische stoornissen die een specifiekebehandeling vereisen?3. Wanneer zal titel IV betreffende de detentieplanning,en in het bijzonder hoofdstuk II betreffende hetQuestion n o 108 de M me Clotilde Nyssens du 24 avril2008 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre dela Justice et des Réformes institutionnelles:Détenus. — Reclassement.En ce qui concerne les modalités d’exécution despeines privatives de liberté de plus de trois ans, l’article48 de la loi du 17 mai 2006 dispose que les dossiersdoivent contenir un plan de réinsertion sociale indiquantles perspectives de réinsertion du condamné.L’article 9, § 2 de la loi de principes du 12 janvier2005 concernant l’administration pénitentiaire ainsique le statut juridique des détenus, prescrit que l’exécutionde la peine privative de liberté est notammentaxée sur «la réhabilitation du condamné et sur lapréparation de manière personnalisée, de sa réinsertiondans la société libre». L’article 9, § 3 prescritexplicitement que le condamné se voit offrir la possibilitéde «collaborer de façon constructive à la réalisationdu plan de détention individuel visé au titre IV,chapitre II». Cet article 9 est déjà entré en vigueur.Le rapport 2006 du médiateur fédéral indiquequ’actuellement, il peut arriver qu’un détenu ne puissede facto satisfaire aux conditions posées par la loilorsque la réalisation du plan de reclassement requiertla collaboration des Communautés et/ou des Régions.C’est notamment le cas quand le reclassement nécessiteun traitement en milieu hospitalier et que les hôpitauxqui relèvent des Communautés ou des Régionsrefusent de prendre en charge le détenu. Le médiateurrecommande de prendre les mesures nécessaires pourque le détenu ait la possibilité effective de préparer sonreclassement. Cela implique que l’État fédéral concluedes accords de coopération efficients et efficaces avecles Communautés et/ou Régions compétentes.1. Quel est l’état de la situation concernant lesaccords de coopération nécessaires avec les Communautésou les Régions pour permettre le reclassementeffectif des détenus?2. En particulier quelle est la situation en matière dereclassement des personnes présentant des troublespsychiatriques nécessitant des traitements spécifiques?3. Pouvez-vous m’indiquer quand le titre IV de laloi précitée de principes du 12 janvier 2005 concernantKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3932 QRVA 52 0202 - 6 - 2008individueel detentieplan, van voormelde basiswet van12 januari 2005 in werking treden?la planification de la détention, en particulier le chapitre2 concernant le plan de détention individuel, estsusceptible d’entrer en vigueur?DO 2007200803080 DO 2007200803080Vraag nr. 111 van de heer Christian Brotcorne van25 april 2008 (Fr.) aan de vice-eersteminister enminister van Justitie en Institutionele Hervormingen:Administratieve sancties. — Artikel 119bis, § 8 en§ 8bis van de nieuwe gemeentewet.Artikel 119bis, § 8, tweede lid van de nieuwegemeentewet bepaalt het volgende:«Indien de inbreuk bestraft kan worden met eenadministratieve sanctie bedoeld in § 2, tweede lid, 1 o ofmet een straf bepaald door de artikelen 526, 537, 545,559, 1 o , 561, 1 o en 563, 2 o en 3 o van het Strafwetboek,beschikt de procureur des Konings over een termijnvan twee maanden, te rekenen van de dag van de ontvangstvan het origineel van het proces-verbaal, om deambtenaar in te lichten dat een opsporingsonderzoekof een gerechtelijk onderzoek werd opgestart, vervolgingwerd ingesteld, dan wel dat hij oordeelt hetdossier te moeten seponeren bij gebrek aan toereikendebezwaren. Deze mededeling doet de mogelijkheidvervallen voor de ambtenaar om een administratievegeldboete op te leggen.Vóór het verstrijken van deze termijn kan de ambtenaargeen administratieve geldboete opleggen. Na hetverstrijken ervan kunnen de feiten enkel nog administratiefrechtelijkworden bestraft. De ambtenaar kanevenwel een administratieve geldboete opleggen vooraleerdeze termijn is verstreken indien de procureurdes Konings heeft laten weten dat, zonder het materieelelement van de overtreding in twijfel te trekken,hij geen gevolg aan de feiten zal geven.»Artikel 119, § 8bis stelt daarenboven het volgende:«Indien buiten de gevallen van samenloop vermeldin § 7, een feit zowel een strafrechtelijke als een administratiefrechtelijkeinbreuk vormt, dient te wordengehandeld volgens de procedures die gelden voorinbreuken bedoeld in de artikelen van boek II, titel Xvan het Strafwetboek en de artikelen 526, 537 en 545van het Strafwetboek.»Uit deze twee bepalingen volgt dat het parket, watde voornoemde artikelen betreft, feitelijk twee maandende tijd heeft om stappen te doen.1. Is die termijn van twee maanden waarover hetparket beschikt om te reageren, ook van toepassingindien er in de gemeente waar zich de feiten hebbenQuestion n o 111 de M. Christian Brotcorne du 25 avril2008 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre dela Justice et des Réformes institutionnelles:Sanctions administratives. — Article 119bis, § 8 et§ 8bis de la nouvelle loi communale.L’article 119bis, § 8, alinéa 2 de la nouvelle loicommunale dispose que:«Si l’infraction est passible d’une sanction administrative,visée au § 2, alinéa 2, 1 o ou d’une peine prévuepar les articles 526, 537, 545, 559, 1 o , 561, 1 o et 563, 2 oet 3 o du Code pénal, le procureur du Roi dispose d’undélai de deux mois, à compter du jour de la réceptionde l’original du procès-verbal, pour informer le fonctionnaire(sanctionnateur) qu’une information ou uneinstruction a été ouverte ou que des poursuites ont étéentamées ou qu’il estime devoir classer le dossier àdéfaut de charges suffisantes. Cette communicationéteint la possibilité pour le fonctionnaire d’imposerune amende administrative.Le fonctionnaire ne peut infliger l’amende administrativeavant l’échéance de ce délai. Passé celui-ci, lesfaits ne pourront être sanctionnés que de manièreadministrative. Le fonctionnaire peut, cependant, infligerune amende administrative avant l’échéance de cedélai si, avant l’expiration de celui-ci, le procureur duRoi, sans remettre en cause la matérialité de l’infraction,a fait savoir qu’il ne réservera pas de suite auxfaits.».Par ailleurs l’article 119, § 8bis précise que:«Si, en dehors des cas de concours mentionnés au§ 7, un fait constitue à la fois une infraction pénale etune infraction administrative, les procédures prévuespour les infractions visées aux articles du Livre II, titreX du Code pénal et aux articles 526, 537 et 545 duCode pénal, sont d’application».Il résulte de ces deux dispositions que, pour les articlesénoncés, le Parquet dispose en fait de deux moispour réagir.1. Pourriez-vous communiquer si ce délai de deuxmois dont dispose le parquet pour réagir, est égalementd’application s’il n’existe pas, dans la communeKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 39332 - 6 - 2008voorgedaan, niet bij politieverordening in een administratievesanctie werd voorzien voor de inbreukenbedoeld in de artikelen 526, 537, 545, 559, 1 o , 561, 1 oen 563, 2 o en 3 o van het Strafwetboek?2. Zo ja, vreest u niet dat de maatregel, die ertoestrekte het werk van de parketten te verlichten, geletop de hoge werklast van sommige parketten de straffeloosheidvan de daders uiteindelijk net in de handwerkt, en tot gevolg heeft dat het nu helemaal onmogelijkwordt de slachtoffers in de praktijk schadelooste stellen? De meeste slachtoffers verwacht doorgaansvan het parket dat het daders opspoort en laat berechten,alvorens zich zelf burgerlijke partij te stellen teneindeeen schadeloosstelling te verkrijgen.3. Zal u artikel 119bis, § 8 herformuleren en het uitdovendekarakter van de publieke strafvordering natwee maanden opheffen, waarbij de sanctionerendeambtenaar wel de mogelijkheid moet krijgen om zijntaak uit te voeren?4. Zal u, in het verlengde van vraag 3, de fout latenverbeteren in het begin van artikel 119, § 8 («Indien deinbreuk bestraft kan worden met een administratievesanctie [...] of met een straf bepaald door de artikelen...»)?Zoals overigens ook in een aantal werken over derechtsleer benadrukt werd, zou de «of» in deze zinvolgens mij een «en» moeten zijn en ook als dusdaniggeïnterpreteerd worden. Beide voorwaarden zijnimmers cumulatief. Anders is de bepaling die in 2005werd ingevoegd, volstrekt contradictoir en zelfs niettoepasbaar.où les faits se sont produits, une ordonnance de policeprévoyant une sanction administrative pour les infractionsvisées aux articles 526, 537, 545, 559, 1 o , 561, 1 oet 563, 2 o et 3 o du Code pénal?2. Si la réponse à la première question est positive,et vu l’encombrement de certains parquets, ne craignez-vouspas que la mesure qui visait à alléger lamission des parquets ne renforce en définitive tantl’impunité des auteurs que l’absence de possibilitéd’indemniser en pratique les victimes dont la plupartattendent généralement du Parquet qu’il découvre etfasse punir les auteurs, avant de se porter elles-mêmespartie civile pour être indemnisées?3. Envisagez-vous de revoir la formulation de l’article119bis, § 8 de manière à abroger le caractère extinctifde l’action publique pénale après deux mois tout enlaissant à partir de ce délai la possibilité au fonctionnairesanctionnateur d’exercer son rôle?4. Dans la foulée de la question 3, envisagez-vousfaire corriger l’erreur qui figure au début de l’article119, § 8 lorsqu’il dispose «si l’infraction est passibled’une sanction administrative ou d’une peineprévue par les articles ...»?Il me semble, en effet, comme l’ont d’ailleurs soulignéplusieurs ouvrages de doctrine, que ce «ou» auraitdû être un «et» et doit être interprété comme tel. Lesdeux conditions sont en effet cumulatives. Sans cela, ladisposition insérée en 2005 est totalement contradictoireet même inapplicable.DO 2007200803102 DO 2007200803102Vraag nr. 112 van de heer Renaat Landuyt van25 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Justitie en Institutionele Hervormingen:Elektronisch toezicht.Één van de aandachtspunten in uw beleidsbriefbetreft het elektronisch toezicht en meer bepaald deefficiënte en doeltreffende toepassing ervan.1. Hoeveel veroordeelden onder elektronisch toezichtrespecteren het regime van elektronisch toezichten hoeveel veroordeelden overtreden de regels verbondenaan het elektronisch toezicht in 2006, 2007 en 2008tot heden?2. Kan u ook de cijfers geven hieromtrent pergerechtelijk ressort?Question n o 112 de M. Renaat Landuyt du 25 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre dela Justice et des Réformes institutionnelles:Surveillance électronique.L’un des points de votre note de politique concernela surveillance électronique et, plus précisément, lamise en œuvre efficace de cette surveillance.1. Combien de condamnés sous surveillance électroniquerespectent le régime de surveillance électroniqueet combien enfreignent les règles en vigueur dansce domaine? Pouvez-vous donner les chiffres pour2006, 2007 et 2008 (jusqu’à ce jour)?2. Pouvez-vous également ventiler ces chiffres parressort judiciaire?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3934 QRVA 52 0202 - 6 - 2008DO 2007200803103 DO 2007200803103Vraag nr. 113 van de heer Renaat Landuyt van25 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Justitie en Institutionele Hervormingen:Leeftijdsstructuur van de magistratuur.Question n o 113 de M. Renaat Landuyt du 25 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre dela Justice et des Réformes institutionnelles:Pyramide des âges dans la magistrature.In uw beleidsnota duidt u de omgekeerde piramidaleleeftijdsstructuur van de magistratuur aan als een dans la magistrature fait partie des priorités importan-La problématique de la pyramide des âges inverséebelangrijk aandachtspunt voor de toekomst.tes de votre note de politique.1. Kunt u deze stelling staven met concrete cijfers 1. Pouvez-vous étayer la situation telle que présentéeà l’aide de chiffres concrets concernant le nombreover het aantal magistraten per leeftijdscategorie?de magistrats pour chaque catégorie d’âge?2. Welke concrete stappen overweegt u te ondernemenom deze problematiek aan te pakken?prendre pour résoudre cette problématique?2. Quelles initiatives concrètes envisagez-vous de3. Welke timing is hiervoor vooropgesteld? 3. Quel est le calendrier prévu à cet égard?DO 2007200803104 DO 2007200803104Vraag nr. 114 van de heer Michel Doomst van 25 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Justitie en Institutionele Hervormingen:Gevangenissen. — Ontsnapte gedetineerden.Maandag 14 april 2008 werd de ontsnapping vantwee gevangenen in Verviers vastgesteld.1. Hoeveel gedetineerden wisten te ontsnappen in2004, 2005, 2006 en 2007?Graag een overzicht per gevangenis.2. Hoeveel van deze personen werden opnieuwingerekend in 2004, 2005, 2006 en 2007?3. Hoeveel van deze voortvluchtigen lopen sinds2004 nog steeds op vrije voeten?Question n o 114 de M. Michel Doomst du 25 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre dela Justice et des Réformes institutionnelles:Prisons. — Détenus évadés.Le lundi 14 avril 2008, l’évasion de deux détenus aété constatée à Verviers.1. Combien de détenus ont réussi à s’évader en2004, 2005, 2006 et 2007?Pouvez-vous me fournir les chiffres par prison?2. Combien de ces évadés ont été repris en 2004,2005, 2006 et 2007?3. Parmi les détenus qui se sont évadés depuis 2004,combien sont encore en fuite?DO 2007200803116 DO 2007200803116Vraag nr. 115 van de heer Bart Laeremans van 28 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Justitie en Institutionele Hervormingen:Overvallen op apotheken.In de maanden januari, februari en maart 2008waren er talrijke overvallen op apotheken in Strombeek-Beveren Koningslo. Alles wijst erop dat het hierom dezelfde bende gaat.Eind maart 2008 besteedde het programma«Telefacts Crime» aandacht aan de kwestie en werdeen opsporingsbericht verspreid op basis van eenrobotfoto.Question n o 115 de M. Bart Laeremans du 28 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre dela Justice et des Réformes institutionnelles:Attaques de pharmacies.Au cours des mois de janvier, février et mars 2008,de nombreuses pharmacies de Strombeek-Bever et deKoningsol ont été attaquées.Tout porte à croire qu’ils’agit de la même bande.Fin mars 2008, le programme «Telefacts Crime» aconsacré une émission à ce thème et un avis de recherchea été diffusé sur la base d’un portrait robot.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 39352 - 6 - 20081. Kan u meedelen of er sinds de uitzending opnieuwovervallen werden gepleegd op apotheken inGrimbergen of Vilvoorde?2.a) Leverde het tv-programma nuttige tips op?1. Pouvez-vous me dire si de nouvelles attaques ontencore été commises contre des pharmacies de Grimbergenou de Vilvorde depuis cette émission?2.a) Le programme TV a-t-il permis de donner desconseils utiles?b) Werden er inmiddels mensen aangehouden? b) Des personnes ont-elles été arrêtées depuis?3.a) Werden er initiatieven genomen om de apothekersin de betrokken streek beter te beschermen?3.a) Des initiatives ont-elles été prises pour mieuxprotéger les pharmaciens de la région concernée?b) Zo ja, welke? b) Dans l’affirmative, lesquelles?DO 2007200803118 DO 2007200803118Vraag nr. 116 van de heer Michel Doomst van 28 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Justitie en Institutionele Hervormingen:Gedetineerden. — Penitentiair verlof. — Voortvluchtigen.Op 14 april 2008 kon de Brusselse politie een manoppakken, die sinds 20 februari 2008 voortvluchtigwas. Hij keerde immers niet weer na penitentiair verlof.1. Hoeveel gedetineerden kregen penitentiair verlofin 2004, 2005, 2006 en 2007?2. Hoeveel van deze personen keerden niet tijdigterug uit hun penitentiair verlof in 2004, 2005 , 2006 en2007?3. Hoeveel van deze voortvluchtigen werden alsnogopnieuw opgepakt in 2004, 2005, 2006 en 2007?4. Hoeveel van de voortvluchtigen sinds 2004 lopennog steeds op vrije voeten?Question n o 116 de M. Michel Doomst du 28 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre dela Justice et des Réformes institutionnelles:Détenus. — Congé pénitentiaire. — Fugitifs.La police de Bruxelles est parvenue à intercepter le14 avril 2008 un homme qui, n’étant jamais rentréd’un congé pénitentiaire, était en fuite depuis le20 février 2008.1. Combien de détenus ont obtenu un congé pénitentiaireen 2004, 2005, 2006 et 2007?2. Parmi ces derniers, combien ne sont pas rentrés àtemps de leur congé pénitentiaire en 2004, 2005, 2006et 2007?3. Parmi ces fugitifs, combien ont été interceptés en2004, 2005, 2006 et 2007?4. Combien de personnes sont toujours en libertédepuis 2004?DO 2007200803146 DO 2007200803146Vraag nr. 117 van mevrouw Hilde Vautmans van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Justitie en Institutionele Hervormingen:Verkiezingen. — Opkomstplicht. — Inbreuken.De verkiezingen liggen weer enkele maanden achterons. Ook deze keer was er nog een opkomstplicht.1. Hoeveel inbreuken op de opkomstplicht zijn erper verkiezing sinds 2003 geweest?Question n o 117 de M me Hilde Vautmans du 28 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre dela Justice et des Réformes institutionnelles:Élections. — Obligation de vote. — Infractions.Quelques mois se sont écoulés depuis les dernièresélections à l’occasion desquelles l’obligation de voteétait de rigueur, comme à l’accoutumée.1. Combien d’infractions à l’obligation de vote ontellesété commises par scrutin électoral depuis 2003?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3936 QRVA 52 0202 - 6 - 20082. Hoe vaak leidde dit tot een veroordeling? 2. Combien de ces infractions ont donné lieu à unecondamnation?3. Hoe vaak leidde dit tot een sanctie? 3. Combien de ces infractions ont entraîné unesanction?4. Wat was de aard van de gegeven sancties? 4. Quelle était la nature des sanctions infligées?DO 2007200803147 DO 2007200803147Vraag nr. 118 van mevrouw Hilde Vautmans van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Justitie en Institutionele Hervormingen:Hanengevechten. — Kweken van vechthanen.Question n o 118 de M me Hilde Vautmans du 28 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre dela Justice et des Réformes institutionnelles:Combats de coqs. — Élevage de coqs de combat.Hanengevechten zijn verboden (krachtens de wet Si les combats de coqs sont interdits (en vertu de lavan 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en loi du 14 août 1986 relative à la protection et au bienêtredes animaux), l’élevage des coqs de combat esthet welzijn der dieren) maar het kweken van vechthanenblijft toegelaten.toujours autorisé.1. Hoeveel klachten werden er ingediend tegen 1. Combien de plaintes ont été déposées relativementà des combats de coqs:hanengevechten:a) per provincie; a) par province;b) per jaar, sinds 2002? b) par an, depuis 2002?2. Hoeveel gerechtelijke procedures werden opgestart:a) per provincie; a) par province;b) per jaar, sinds 2002? b) par an, depuis 2002?3. Hoeveel personen zijn er veroordeeld/vrijgesproken voor het organiseren van of deelnemenaan hanengevechten:a) per provincie; a) par province;b) per jaar, sinds 2002? b) par an, depuis 2002?2. Combien de procédures judiciaires ont étélancées:3. Combien de personnes ont été condamnées/acquittées pour l’organisation de ou la participation àdes combats de coqs:4. Welke straffen kregen veroordeelden: 4. Quelles sanctions ont été infligées aux personnescondamnées:a) per provincie; a) par province;b) per jaar, sinds 2002? b) par an, depuis 2002?5. Overweegt u om in de nabije toekomst hetkweken van vechthanen te verbieden?5. Envisagez-vous d’interdire dans un proche avenirl’élevage de coqs de combat?DO 2007200803148 DO 2007200803148Vraag nr. 119 van mevrouw Hilde Vautmans van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Justitie en Institutionele Hervormingen:Huwelijken. — Leeftijdsvereiste. — Minderjarigen.Artikel 144 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt datniemand een huwelijk mag aangaan vóór hij de leeftijdQuestion n o 119 de M me Hilde Vautmans du 28 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre dela Justice et des Réformes institutionnelles:Mariages. — Condition d’âge. — Mineurs.L’article 144 du Code civil dispose que nul ne peutcontracter mariage avant dix-huit ans. Toutefois, leKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 39372 - 6 - 2008van achttien jaar heeft bereikt. Om gewichtige redenenkan de jeugdrechtbank deze verbodsbepaling opheffen.Artikel 148 van het Burgerlijk Wetboek bepaaltdat zonder toestemming van zijn ouders een minderjarigegeen huwelijk mag aangaan. Die toestemmingwordt vastgesteld door de rechtbank waarbij de vorderingtot ontheffing van de leeftijdsvereiste aanhangig isgemaakt.Hieruit mag geconcludeerd worden dat iedereminderjarige de toestemming van de rechtbank nodigheeft om te mogen huwen.1. Hoeveel keer sinds 2002 werd de leeftijdsvereiste,per geslacht, per jaar, per provincie, per leeftijd opgehevenzodat een minderjarige in het huwelijk kan treden?2. Wat was voor het huwen voor minderjarigenonder de zestien jaar de belangrijkste motivatie om dittoe te laten?3.a) Wanneer er geen toestemming was van één ofbeide ouders, hoe vaak werd deze toch verleenddoor de rechtbank?b) Met welke motivatie? Graag opdeling per jaarsinds 2002, per provincie, per leeftijd en geslacht.4. Zijn er richtlijnen die gevolgd worden door derechtbanken om een toestemming al dan niet toe tekennen om de leeftijdsvereiste al dan niet op te heffen?tribunal de la jeunesse peut, pour motifs graves, levercette prohibition. L’article 148 du Code civil prévoitque le mineur ne peut contracter mariage sans leconsentement de ses père et mère. Ce consentement estconstaté par le tribunal saisi de la demande dedispense d’âge.Il peut être inféré de ce qui précède que tout mineurdoit obtenir le consentement du tribunal pour pouvoirse marier.1. Combien de fois, depuis 2002, la condition d’âgea-t-elle été levée, par sexe, pour permettre à un mineurde contracter mariage ?2. Quelle a été la principale motivation du consentementaux mariages de mineurs âgés de moins de seizeans?3.a) Dans combien de cas le tribunal a-t-il accordé sonconsentement en l’absence de celui d’un ou desdeux parents?b) Quelle était sa motivation? Pourriez-vous ventilerce chiffre par âge, par sexe et par année depuis2002?4. Les tribunaux se fondent-ils sur des directivespour consentir ou non à lever la condition d’âge?DO 2007200803150 DO 2007200803150Vraag nr. 121 van mevrouw Hilde Vautmans van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Justitie en Institutionele Hervormingen:Personen met een handicap. — Vrijstelling verkeersbelasting.— Voorwaarden. — Boetes. — Circulaire.Personen met een handicap krijgen een vrijstellingop de verkeersbelasting voor hun voertuig. De persoonin kwestie moet evenwel in de auto aanwezig zijnanders kan een boete opgesteld worden. De circulaireAINV nr. 3/2004 en AOIF nr. 15/2004 van 10 maart2004 geeft aan dat er geen kritiek meer geleverd zalworden op het gebruik van het voertuig zonder deinvalide die minderjarig is voorzover het gaat om eengebruik van het voertuig door de wettige vertregenwoordigersvan de invalide en het ook het enige voertuigvan het gezin betreft.Question n o 121 de M me Hilde Vautmans du 28 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre dela Justice et des Réformes institutionnelles:Personnes handicapées. — Dispense de taxe de circulation.— Conditions. — Amendes. — Circulaire.Les personnes handicapées bénéficient d’unedispense de taxe de circulation pour leur véhicule. Lapersonne handicapée doit toutefois être présente dansla voiture. Sinon, une amende peut être infligée. Lescirculaires AREC n o 3/2004 et AFER n o 15/2004 du10 mars 2004 disposent qu’aucune critique ne sera plusémise concernant l’utilisation d’un véhicule en dehorsde la présence du handicapé mineur d’âge si le véhiculeest utilisé par les représentants légaux du handicapé oude l’invalide et s’il s’agit de l’unique véhicule duménage.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3938 QRVA 52 0202 - 6 - 20081.a) Hoeveel boetes werden er de jongste vijf jaar uitgeschrevenvoor personen die met een voertuig rijdenzonder verkeersbelasting zonder dat de invalideaan boord is?1.a) Combien d’amendes ont été appliquées ces cinqdernières années à des personnes roulant sans taxede circulation alors que le handicapé ou l’invalidene se trouve pas à bord du véhicule?b) Kan u dit opsplitsen per jaartal? b) Pourriez-vous ventiler ce nombre par année?2. Werden er ondanks de circulaire nog boetes uitgeschrevenaan ouders van gehandicapte of invalidekinderen?3.a) Werden er nog boetes uitgeschreven aan verantwoordelijkenvoor niet-minderjarige invaliden ofgehandicapten?2. Des amendes ont-elles encore été appliquées,malgré cette circulaire, aux parents d’enfants handicapésou invalides?3.a) Des amendes ont-elles encore été appliquées à desresponsables d’invalides ou de handicapés nonmineurs d’âge?b) Zo ja, hoeveel? b) Dans l’affirmative, combien?DO 2007200803151 DO 2007200803151Vraag nr. 122 van mevrouw Hilde Vautmans van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Justitie en Institutionele Hervormingen:Aangiftes van fysiek en seksueel geweld binnen hethuwelijk.Volgens een onderzoek dat we terugvinden op dewebsite van «Sensoa», zijn in totaal 40% van de vrouwenen 25% van de mannen ooit slachtoffer geweestvan seksueel misbruik. Een kwart van het misbruikwordt gepleegd door onbekenden. Bij vrouwen is in21% van de gevallen de partner pleger van het seksueelmisbruik en/of van fysiek geweld. Mannen zijn in7,7% van de gevallen slachtoffer van seksueel gewelddoor hun partner.In 2006 werden er twee omzendbrieven verstuurdvan het College van procureurs-generaal bij de hovenvan beroep, die volgens het antwoord van uw voorgangerop een eerder gestelde vraag, op zeer kortetermijn in werking zouden treden om het gebrek aanstatistische gegevens op te vangen. Vanaf eind maart2006 zou het informaticasysteem operationeel zijn enzouden er cijfers beschikbaar zijn (vraag nr. 879 van4 januari 2006, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2005-2006, nr. 122, van 29 mei 2006, blz. 23753).1. Hoeveel aangiftes zijn er gedaan van enerzijdsfysiek anderzijds seksueel geweld binnen het huwelijkin 2006 en 2007?2. Kan u de aangiftes opsplitsen naar mannelijke envrouwelijke slachtoffers en daders?3. Hoeveel van deze aangiftes hebben geleid tot eenveroordeling?Question n o 122 de M me Hilde Vautmans du 28 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre dela Justice et des Réformes institutionnelles:Dénonciations de violences conjugales tant physiquesque sexuelles.Si l’on en croit une enquête dont les résultats ont étépubliés sur le site web de «Sensoa», 40% des femmeset 25% des hommes ont été abusés sexuellement unjour. Un quart de ces abus est commis par des inconnus.Dans 21% des cas, pour les femmes, c’est le partenairequi commet les abus sexuels et/ou les violencesphysiques. Quant aux hommes, ils subissent dans7,7% des cas des actes de violence de la part de leurpartenaire.En 2006, deux circulaires ont été envoyées par leCollège des procureurs généraux près les cours d’appelqui, d’après la réponse fournie par votre prédécesseurà une précédente question, devaient entrer en vigueurtrès rapidement pour remédier au manque de donnéesstatistiques. À partir de fin mars 2006, le système informatiqueserait opérationnel et des statistiques seraientdisponibles (question n o 879 du 4 janvier 2006, Questionset Réponses, Chambre, 2005-2006, n o 122,29 mai 2006, p. 23753).1. Combien de faits de violence physique, d’unepart, et de violence sexuelle, d’autre part, ont étédénoncés en 2006 en 2007 ?2. Pouvez-vous ventiler les dénonciations en fonctiondu sexe des victimes et des auteurs des faits?3. Parmi ces dénonciations, combien ont débouchésur une condamnation?4. Welke straffen zijn hiervoor uitgesproken? 4. Quelles peines ont été prononcées?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 39392 - 6 - 2008DO 2007200803152 DO 2007200803152Vraag nr. 123 van mevrouw Hilde Vautmans van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Justitie en Institutionele Hervormingen:Question n o 123 de M me Hilde Vautmans du 28 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre dela Justice et des Réformes institutionnelles:Agressie in het openbaar vervoer. — Veroordelingen. Agressions dans les transports en commun. —Condamnations.1. Hoeveel veroordelingen wegens agressie in hetopenbaar vervoer werden er sinds 2002 uitgesproken?2. Kunt u deze overtredingen indelen naar transportmiddelen naar categorieën van slachtoffers:a) de bestuurder; a) le conducteur;b) andere gebruikers; b) d’autres usagers;c) controleurs? c) des contrôleurs?1. Combien de condamnations pour agressionsdans les transports en commun ont été prononcéesdepuis 2002?2. Pouvez-vous établir une distinction entre cesinfractions selon le mode de transport et les catégoriesde victimes:DO 2007200803234 DO 2007200803234Vraag nr. 124 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Justitie en Institutionele Hervormingen:Homofobe misdrijven. — Gerechtelijke arrondissementen.— Coördinatoren.In het Verenigd Koninkrijk blijkt uit de cijfers datdaders van homofobe misdrijven vaker voor de rechtermoeten verschijnen dan vroeger. In het VerenigdKoninkrijk heeft elk gerechtelijk arrondissement ééncoördinator die zich bezig houdt met homofobe misdrijven.1. Hoe evolueerde het aantal rechtszaken op jaarbasisde afgelopen vijf jaar in ons land?2. Is er een verschillende tendens merkbaar in dedrie regio’s (Vlaanderen, Brussel, Wallonië)?3. Hoeveel rechtszaken betroffen misdrijven tegenhomoseksuelen, respectievelijk lesbische vrouwen entransseksuelen?4. Hoeveel daders van homofobe misdrijvenwerden schuldig bevonden?5. Hoeveel van die daders werden ook effectief veroordeeld?6. Is er ook in ons land één coördinator per gerechtelijkarrondissement aangeduid die zich bezig houdtmet homofobe misdrijven?Question n o 124 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre dela Justice et des Réformes institutionnelles:Infractions à caractère homophobe. — Arrondissementsjudiciaires. — Coordinateurs.Les statistiques indiquent qu’au Royaume-Uni, desauteurs d’infractions à caractère homophobe comparaissentdevant un juge plus fréquemment que par lepassé. Au Royaume-Uni, chaque arrondissement judiciairedispose d’un coordinateur chargé des infractionsà caractère homophobe.1. Comment le nombre d’affaires judiciaires a-t-ilévolué annuellement chez nous ces cinq dernièresannées?2. Observe-t-on une évolution différente entre lestrois régions (Flandre, Bruxelles, Wallonie)?3. Combien d’affaires judiciaires concernaient desinfractions commises à l’encontre d’homosexuels,hommes et femmes, et de transsexuels?4. Combien d’auteurs d’infractions à caractèrehomophobe ont-ils été reconnus coupables?5. Parmi ces auteurs, combien ont été réellementcondamnés?6. A-t-on également désigné dans notre pays uncoordinateur chargé des infractions à caractère homophobedans chaque arrondissement judiciaire?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3940 QRVA 52 0202 - 6 - 2008DO 2007200803235 DO 2007200803235Vraag nr. 125 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Justitie en Institutionele Hervormingen:Erkenning en invoering van wettelijke regelingen voorhet samenleven van koppels van gelijk geslacht. —Initiatieven op EU-vlak.Samen met Nederland, Spanje en het VerenigdKoninkrijk is België één van de EU-lidstaten waar hethuwelijk voor personen van hetzelfde geslacht is ingevoerd.Sinds 1 oktober 2004 is in België ook het probleemopgelost aangaande de erkenning van eenhomohuwelijk tussen een Belgische en een buitenlandsepartner.Omdat het homohuwelijk in de meeste andere (nog)niet is erkend, blijft er internationaal een probleembestaan inzake de erkenning en het toestaan vanhomohuwelijken. Daarom zou België samen met deandere EU-lidstaten waar het homohuwelijk welerkend is, op Europees en internationaal niveau hetvoortouw kunnen nemen om te pleiten voor een erkenningen invoering van een wettelijke regeling voor hetsamenleven van koppels van gelijk geslacht.1. Heeft u op EU-vlak of andere internationale forareeds initiatieven genomen om:a) de regeling zoals die in België bestaat inzake hethomohuwelijk uit te leggen aan andere lidstaten;b) te pleiten voor de erkenning en invoering van eenwettelijke regeling voor het samenleven van koppelsvan gelijk geslacht?2. Overweegt u in de nabije toekomst overleg aan teknopen met Nederland, Spanje en het VerenigdKoninkrijk om in EU-verband het voortouw te nemenom te pleiten voor een erkenning en invoering van eenwettelijke regeling voor het samenleven van koppelsvan gelijk geslacht?Question n o 125 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre dela Justice et des Réformes institutionnelles:Reconnaissance et instauration de régimes légaux devie commune des couples homosexuels . — Initiativesau niveau européen.La Belgique est, avec les Pays-Bas, l’Espagne et leRoyaume-Uni, un des États membres de l’UE où lemariage de personnes de même sexe est désormaisreconnu. Depuis le 1 er octobre 2004, la Belgique aégalement résolu le problème de la reconnaissanced’un mariage homosexuel entre un citoyen belge et unpartenaire étranger.Étant donné que le mariage homosexuel n’est pas(encore) reconnu dans la plupart des autres pays, unproblème subsiste au niveau international en ce quiconcerne la reconnaissance et l’autorisation des mariageshomosexuels. La Belgique pourrait dès lors, encollaboration avec les autres États membres où lemariage homosexuel est également reconnu, prendrel’initiative au niveau européen et international et plaideren faveur de la reconnaissance et de l’instaurationd’un régime légal de vie commune des couples homosexuels.1. Avez-vous déjà pris des initiatives au niveaueuropéen ou au sein d’autres forums internationaux envue de:a) présenter à d’autres États membres le régimeadopté par la Belgique en matière de mariagehomosexuel;b) plaider en faveur de la reconnaissance et del’instauration d’un régime légal de vie communedes couples homosexuels?2. Envisagez-vous, dans un avenir proche, de menerune concertation avec les Pays-Bas, l’Espagne et leRoyaume-Uni dans le but de prendre l’initiative auniveau de l’UE et de plaider ensemble pour la reconnaissanceet l’instauration d’un régime légal de viecommune des couples homosexuels?DO 2007200803238 DO 2007200803238Vraag nr. 126 van de heer Mathias De Clercq van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Justitie en Institutionele Hervormingen:Gevangeniswezen.In het kader van het Belgische gevangeniswezenrijzen volgende vragen.Question n o 126 de M. Mathias De Clercq du 28 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre dela Justice et des Réformes institutionnelles:Administration pénitentiaire.Les questions suivantes se posent dans le cadre del’administration pénitentiaire belge.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 39412 - 6 - 20081.a) Vanuit welke budgetten wordt de exploitatie vande gevangenissen gefinancierd?b) Staat deze verscheidenheid in budgetten een coherentlange termijnbeleid in de weg?2.a) Zijn er reeds vormen van private inmenging in hethuidige Belgische gevangeniswezen?1.a) Quels budgets financent l’exploitation desprisons?b) La diversité des budgets entrave-t-elle une politiquecohérente à long terme?2.a) Existe-t-il déjà des formes de participation privéeau sein de l’actuelle administration pénitentiairebelge?b) Zo ja, welke? b) Dans l’affirmative, lesquelles?c) Hebt u hiervan een overzicht? c) Disposez-vous d’un aperçu de la situation?3. De nota «SOS Justitie» van april 2007 spreektover publiek-private samenwerkingen voor de gevangenissen.a) Welke taken zouden juist uitbesteed worden aanprivate partners?3. Dans la note «SOS Justice» d’avril 2007, il estquestion d’une collaboration des secteurs public etprivé pour les prisons.a) Quelles tâches seraient précisément confiées auxpartenaires privés?b) Zijn hiervoor reeds initiatieven genomen? b) Des initiatives ont-elles déjà été prises à cet égard?c) Zijn hiervoor reeds studies verricht? c) Des études ont-elles déjà été menées à ce sujet?4.a) Wat is de rol van de FOD Justitie en de Regie derGebouwen bij de bouw van nieuwe gevangenissen?4.a) Quel est le rôle du SPF Justice et de la Régie desBâtiments dans la construction de nouvellesprisons?b) Hoe verloopt de taakverdeling en de financiering? b) Comment se déroule la répartition des tâches et lefinancement ?5.a) Wat is de taakverdeling tussen de Regie derGebouwen en de individuele gevangenissen opvlak van onderhoud?b) Welke afspraken zijn er rond deze materiegemaakt of zullen er gemaakt worden?6. Welke tijd loopt er gemiddeld tussen de aanvraagvan onderhoudswerken door de individuele gevangenissenen de uitvoering ervan door de Regie derGebouwen?7.a) Doen de onderhoudsploegen van de gevangenissenook zelf aan preventief onderhoud?b) Welk percentage van hun tijd besteden zij hier ongeveeraan?c) Welke opleidingen zijn beschikbaar voor de onderhoudsploegen?d) Zijn zij voldoende opgeleid om te voorzien in hetonderhoud van installaties?8.a) Wat was de gebudgetteerde en de werkelijkekostprijs van de gevangenissen van Hasselt enIttre?5.a) Quelle est la répartition des tâches entre la Régiedes Bâtiments et les prisons individuelles en ce quiconcerne l’entretien?b) Quelles accords ont été ou seront conclus en lamatière?6. Quel est le délai moyen entre la demande detravaux d’entretien par les prisons individuelles etl’exécution des travaux par la Régie des Bâtiments?7.a) Les équipes d’entretien des prisons effectuent-elleségalement des entretiens préventifs?b) Quel pourcentage de leur temps de travail y consacrent-elles?c) Quelles formations les équipes d’entretien peuventellessuivre ?d) Ont-elles bénéficié d’une formation suffisante pourentretenir les installations?8.a) Quel était le coût budgétisé et quel a été le coût réeldes prisons de Hasselt et de Ittre?b) Wat was de oorzaak van dit verschil? b) Quelle était la raison de cette différence?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3942 QRVA 52 0202 - 6 - 2008c) Welke tijd liep er tussen de aanbesteding, de bouwen de uitbating van deze gevangenissen?9.a) Hoeveel bijkomende plaatsen zijn nodig om deoverbevolking van de gevangenissen op te vangen?b) Welke bestaande gevangenissen zijn aan vervangingtoe?c) Quel a été le délai entre l’adjudication, la constructionet l’exploitation de ces prisons?9.a) Combien de places supplémentaires sont nécessairespour résoudre la problème de la surpopulationdans les prisons?b) Quelles prisons existantes devront être remplacées?DO 2007200803248 DO 2007200803248Vraag nr. 127 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheuvan 28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteministeren minister van Justitie en Institutionele Hervormingen:Deskundigenonderzoek. — Rechtsprocedures. — Wetvan 15 mei 2007.De wet van 15 mei 2007 tot wijziging van hetGerechtelijk Wetboek betreffende het deskundigenonderzoeken tot herstel van artikel 509quater van hetStrafwetboek, strekt ertoe het deskundigenonderzoekbij rechtsprocedures vlotter te laten verlopen.1. Zo voorziet de wetswijziging in een mogelijkheidtot het houden van een installatievergadering in deraadkamer voor de rechter, die ofwel het deskundigenonderzoekheeft bevolen of deze die belast is met decontrole ervan en dit in het bijzijn van de betrokkenpartijen. De aanwezigheid van de deskundige is evenwelniet voorzien. Hier stelt het artikel dat deze telefonischof via enig ander telecommunicatiemiddel kanworden bereikt. Bij ontstentenis van het voorzien vaneen systematisch overlegmoment met de deskundigetijdens de installatievergadering en gelet op de mogelijkheiddat de invulling van de opdracht op basis vandeze vergadering kan worden gewijzigd is het immersmogelijk dat de bevolen expertise voor de aangesteldedeskundige onmogelijk uitvoerbaar is.Lijkt het in voorkomend geval daarom niet efficiënterdat tijdens deze installatievergadering een dergelijkoverlegmoment wordt ingebouwd?2. Het ingevoerd artikel 972, § 2, van het GerechtelijkWetboek omschrijft duidelijk welke elementen dena afloop van een eventueel gehouden installatievergaderinggenomen beslissing dient te omvatten.Het gaat hier onder meer ook over de plaats, de dagen het uur van de verdere werkzaamheden van de deskundige.Echter, zonder hem daarover in de installatievergaderingte contacteren zou het best wel eenskunnen zijn dat de datum in de beslissing reeds isvoorbehouden voor een andere expertise.Question n o 127 de M me Sabien Lahaye-Battheu du28 avril 2008 (N.) au vice-premier ministre etministre de la Justice et des Réformes institutionnelles:Expertise. — Procédures judiciaires. — Loi du 15 mai2007.La loi du 15 mai 2007 modifiant le Code judiciaireen ce qui concerne l’expertise et rétablissant l’article509quater du Code pénal tend à accélérer les expertiseseffectuées dans le cadre de procédures judiciaires.1. La modification de loi prévoit notamment lapossibilité de tenir une réunion d’installation en chambredu conseil devant le juge qui a ordonné l’expertiseou qui est chargé du contrôle de celle-ci et en présencedes parties impliquées. La présence de l’expert n’estcependant pas prévue, l’article disposant que cedernier peut être joint téléphoniquement ou par toutautre moyen de télécommunication. À défaut deprévoir un moment de concertation systématique avecl’expert lors de la réunion d’installation et eu égard àla possibilité de modifier le contenu de la mission surla base de cette réunion, il se peut en effet que l’expertdésigné soit dans l’impossibilité de réaliser l’expertisequi a été ordonnée.Ne serait-il pas plus efficace, en l’espèce, de prévoirun moment de concertation au cours de cette réuniond’installation?2. Le nouvel article 972, § 2 du Code judiciairedécrit clairement les éléments que doit comprendre ladécision prise à l’issue d’une éventuelle réuniond’installation.Il s’agit notamment des lieu, jour et heure destravaux ultérieurs de l’expert. Cependant, si l’on neprend pas contact avec ce dernier durant la réuniond’installation, il se peut que la date inscrite dans ladécision soit déjà réservée pour une autre expertise.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 39432 - 6 - 2008Lijkt de oude werkwijze waarbij de expert zelf inoverleg met alle betrokken partijen een datum bepaaltniet een betere oplossing?3. Wat betreft de noodzaak voor de deskundigenom al dan niet een beroep te doen op technische raadgeverszal het, indien hij niet in het bezit is van alledienstige overtuigingsstukken voor hem moeilijk totonmogelijk zijn om hierover een beslissing of advies tekunnen geven. Veelal blijkt immers ook maar in deloop van het onderzoek of bijkomend gespecialiseerdadvies aangewezen is.Ware het dan niet aangewezen dat uitdrukkelijkwordt bepaald dat de deskundige steeds gemachtigd iseen specialist naar zijn keuze te raadplegen of een laboonderzoeken te laten uitvoeren?4. Wat betreft de kosten hiervan dient op voorhandaan de partijen een raming gegeven te worden vanhoeveel deze tussenkomst zal bedragen. Hiervoorzouden de partijen dan een bijkomende consignatiedienen uit te voeren, zodanig dat de deskundige in hetbezit kan gesteld worden van een bijkomende provisie,voordat hij de tussenkomst door derden kan bestellen.Het lijkt haast onmogelijk om de kostprijs van eendeskundigenonderzoek op voorhand getrouw tekunnen ramen. Een expertise is dikwijls een onderzoekdat alle kanten kan uitgaan en dat meestal bepaaldwordt door de complexiteit van bepaalde materies diehet onderwerp uitmaken van de opdracht. In dit verbandzou de suggestie kunnen gedaan worden om dealgemene kostprijs te bepalen door het voorleggen vaneen volledige meetstaat van eenheidsprijzen die tijdensde expertise zullen gevolgd worden.Wat is uw standpunt hierover?5. Wat geldt voor de kostprijs, geldt evenzeer voorde termijn inzake neerlegging van het eindverslag.Daar waar in het verleden deze termijn bepaald werdop drie maanden na inwerkingstelling van de deskundigebepaalt het Gerechtelijk Wetboek dat enkel derechter de termijn voor de neerlegging kan verlengen.De praktijk blijkt echter uit te wijzen dat de initieelvoorop gestelde termijn bijna nooit haalbaar is.Verdient het bijgevolg geen aanbeveling dat dezetermijn in de toekomst automatisch zou kunnenworden aangepast, indien wordt aangetoond en gemotiveerddat de vooruitgang van de expertise dit vereist?L’ancienne méthode qui permettait à l’expertd’arrêter lui-même une date en concertation avectoutes les parties impliquées ne constituerait-elle pasune meilleure solution?3. En ce qui concerne la nécessité pour l’expert defaire appel ou non à des conseillers techniques, il luisera difficile, voire impossible de prendre une décisionou de rendre un avis en la matière s’il n’est pas enpossession de toutes les pièces à conviction utiles.L’intérêt ou non de demander l’avis complémentairede spécialistes n’apparaît en effet souvent qu’en coursd’expertise.Ne serait-il dès lors pas judicieux de disposerexpressément que l’expert est toujours habilité àrequérir l’avis d’un spécialiste de son choix ou de faireeffectuer des analyses par un laboratoire ?4. Concernant les coûts, les parties doivent êtremises préalablement en possession d’une estimation dumontant de cette intervention. À cet effet, les partiesdevraient ensuite procéder à une consignation supplémentaireafin que l’expert puisse disposer d’une provisioncomplémentaire avant de pouvoir commander destravaux à des tiers.Il apparaît presque impossible d’effectuer préalablementune estimation fiable du coût d’une expertise. Ledéroulement d’une expertise est souvent imprévisibleet est généralement tributaire de la complexité decertaines matières sur lesquelles porte l’investigation.À cet égard, on pourrait suggérer de déterminer le coûtglobal en soumettant un relevé complet de prix unitairesapplicables dans le cadre de l’expertise.Quel est votre point de vue en la matière?5. Les observations relatives aux coûts s’appliquentégalement au délai pour le dépôt du rapport final. Si cedélai était auparavant fixé à trois mois à dater de ladésignation de l’expert, le Code judiciaire disposedésormais que seul le juge peut prolonger le délai pourle dépôt du rapport final. La pratique tend cependant àdémontrer que le délai initial est presque toujoursimpossible à respecter.Ne s’indiquerait-il dès lors pas de permettre àl’avenir la modification automatique de ce délai s’il estdémontré, motivation à l’appui, que le déroulement del’expertise l’exige?DO 2007200803249 DO 2007200803249Vraag nr. 128 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheuvan 28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteministeren minister van Justitie en Institutionele Hervormingen:Gevangenissen. — Niet-Belgische gedetineerden.Sinds de inwerkingtreding van de wet van 26 mei2005 kan een veroordeelde zijn straf uitzitten in hetQuestion n o 128 de M me Sabien Lahaye-Battheu du28 avril 2008 (N.) au vice-premier ministre etministre de la Justice et des Réformes institutionnelles:Prisons. — Détenus non belges.Depuis l’entrée en vigueur de la loi du 26 mai 2005,une personne condamnée peut purger sa peine dansKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3944 QRVA 52 0202 - 6 - 2008land van herkomst zonder dat de toestemming van degevonniste persoon nodig is.De wet is een bevestiging van het aanvullend protocolbij het Verdrag over de overbrenging van veroordeeldepersonen uit 1997 en maakt het mogelijk buitenlandsegedetineerden op initiatief van het land waarde veroordeling werd uitgesproken, over te brengennaar het land van oorsprong indien het betrokken landdaarmee instemt.1.a) Hoeveel niet-Belgische gedetineerden bevindenzich op vandaag in de Belgische gevangenissen?b) Hoeveel% is dit van de totale gevangenispopulatieop vandaag?2. Hoeveel van deze niet-Belgen zitten in voorlopigehechtenis?3. Hoeveel van deze niet-Belgen werden al gevonnisten zitten bijgevolg hun definitieve straf uit?4. Hoeveel van deze niet-Belgen komen in aanmerkingom hun straf in het land van herkomst uit tezitten?5.a) Hoeveel niet-Belgen werden op vandaag sinds deinwerkingtreding van de wet al overgebracht naarhun thuisland om daar hun straf uit te zitten?son pays d’origine sans que son consentement ne soitnécessaire à cet effet.La loi confirme le protocole additionnel à laConvention de 1997 sur le transfèrement des personnescondamnées et permet, à l’initiative du pays où lacondamnation a été prononcée, de transférer des détenusétrangers dans leur pays d’origine moyennant leconsentement de ce pays.1.a) Combien de détenus non belges sont actuellementincarcérés dans les prisons belges?b) Quel pourcentage ce chiffre représente-t-il parrapport à l’ensemble de la population carcéraleactuelle?2. Combien de ces détenus non belges sont endétention provisoire?3. Combien de ces détenus non belges ont déjà étécondamnés et purgent dès lors leur peine définitive?4. Combien de ces détenus non belges entrent enligne de compte pour purger leur peine dans leur paysd’origine?5.a) Combien de détenus non belges ont, depuisl’entrée en vigueur de la loi jusqu’à ce jour, déjà ététransférés vers leurs pays d’origine pour y purgerleur peine?b) Om welke nationaliteiten ging het? b) Quelle était la nationalité des détenus concernés?DO 2007200803250 DO 2007200803250Vraag nr. 129 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheuvan 28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteministeren minister van Justitie en Institutionele Hervormingen:Gedetineerden. — Tuchtprocedures.Sinds de invoering van de basiswet van 12 januari2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositievan de gedetineerden, heeft de gedetineerde hetrecht zich tijdens de tuchtprocedure te laten bijstaandoor een advocaat of door een vertrouwenspersoon.1. Hoeveel tuchtprocedures werden sinds de invoeringvan de basiswet door de directies van de respectievelijkverschillende gevangenissen opgestart?2. In hoeveel van deze procedures zijn op vandaagtuchtsancties uitgesproken?Question n o 129 de M me Sabien Lahaye-Battheu du28 avril 2008 (N.) au vice-premier ministre etministre de la Justice et des Réformes institutionnelles:Détenus. — Procédures disciplinaires.Depuis l’entrée en vigueur de la loi de principes du12 janvier 2005 concernant l’administration pénitentiaireainsi que le statut juridique des détenus, cesderniers ont le droit de se faire assister par un avocatou par une personne de confiance pendant la procéduredisciplinaire.1. Combien de procédures disciplinaires les directionsdes différents établissements pénitentiaires ontellesrespectivement engagées depuis l’entrée envigueur de la loi de principes?2. Combien de ces procédures ont donné lieu à dessanctions disciplinaires?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 39452 - 6 - 20083. Wat zijn de voornaamste redenen voor het opstartenvan een tuchtprocedure?3. Quels sont les principaux motifs d’introductiond’une procédure disciplinaire?DO 2007200803252 DO 2007200803252Vraag nr. 130 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheuvan 28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteministeren minister van Justitie en Institutionele Hervormingen:Aantal in hechtenis genomen personen.1.a) Hoeveel personen werden tijdens het gerechtelijkverlof 2007 in hechtenis genomen?b) Hoeveel personen werden tijdens het voorbijegerechtelijk jaar 2006-2007 in hechtenis genomen?2. Kunnen deze cijfers vergeleken worden metcijfers van voorbije jaren (telkens de periode gerechtelijkverlof ten opzichte van het gerechtelijk jaar)?Question n o 130 de M me Sabien Lahaye-Battheu du28 avril 2008 (N.) au vice-premier ministre etministre de la Justice et des Réformes institutionnelles:Nombre de personnes détenues.1.a) Combien de personnes ont été incrcérées pendantles vacances judiciaires de 2007?b) Combien de personnes ont été incarcérées au coursde l’année judiciaire 2006-2007?2. Pouvez-vous établir une comparaison entre ceschiffres et ceux des années précédentes (toujours pourles vacances judiciaires par rapport à l’année judiciaire)?3. Welke conclusies trekt u uit deze cijfers? 3. Quelles conclusions tirez-vous de ces chiffres?DO 2007200803253 DO 2007200803253Vraag nr. 131 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheuvan 28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteministeren minister van Justitie en Institutionele Hervormingen:Aantal gedetineerden onder het systeem van elektronischtoezicht.In het regeerakkoord 2003-2007 staat de doelstellingdat het aantal gedetineerden onder elektronisch toezicht(ET) in de komende jaren uitgebreid zal wordenmet minimaal duizend eenheden, met name naar1 300.1. Hoeveel veroordeelden onder elektronisch toezichtzijn er intussen volgens de jongste cijfers?2. Hoe is de territoriale spreiding van deze veroordeeldenonder elektronisch toezicht:Question n o 131 de M me Sabien Lahaye-Battheu du28 avril 2008 (N.) au vice-premier ministre etministre de la Justice et des Réformes institutionnelles:Nombre de détenus placés sous surveillance électronique.L’accord de gouvernement 2003-2007 stipule que lenombre de détenus placés sous surveillance électronique(SE) doit être étendu d’au moins 1 000 unités aucours des prochaines années et qu’il concernera dèslors 1 300 détenus.1. Pourriez-vous me communiquer les derniers chiffresrelatifs au nombre de détenus sous surveillanceélectronique?2. Quelle est la répartition territoriale des détenussous surveillance électronique:a) hoeveel in Vlaanderen; a) Combien sont-ils en Flandre?b) hoeveel in Wallonië; b) Combien sont-ils en Wallonie ?c) hoeveel per provincie? c) Combien sont-ils dans chaque province?3. Hoeveel van deze mensen onder ET werkeneffectief (vol- of halftijds), hoeveel volgen een opleiding,zijn werkzoekende, genieten een ziekteuitkering,enzovoort?3. Combien de personnes placées sous surveillanceélectronique travaillent effectivement (à plein temps ouà mi-temps), combien suivent une formation, combiensont demandeurs d’emploi et combien bénéficientd’une allocation maladie-invalidité, etc.?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3946 QRVA 52 0202 - 6 - 20084.a) Hoeveel van deze veroordeelden onder ET ontvangeneen financiële tegemoetkoming van de FODJustitie?b) Hoeveel bedraagt deze tegemoetkoming voor eensamenwonende/alleenstaande?4.a) Combien de personnes condamnées placées soussurveillance électronique perçoivent une allocationfinancière du SPF Justice?b) Quel est le montant de cette allocation pour uncohabitant et pour une personne isolée?DO 2007200803254 DO 2007200803254Vraag nr. 132 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheuvan 28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteministeren minister van Justitie en Institutionele Hervormingen:Justitiehuizen. — Strafinrichtingen. — Aanwervingpersoneel.Op vlak van strafuitvoering werd de afgelopen jarenveel en belangrijk wetgevend werk verricht. Zie ondermeer: de basiswet van 12 januari 2005 betreffende hetgevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden,de wet van 17 mei 2006 betreffende deexterne rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstrafen de aan het slachtoffer toegekende rechtenin het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten en dewet van 17 mei 2006 houdende oprichting van strafuitvoeringsrechtbanken.Opdat deze wetten zoudenwerken op het terrein, zijn bijkomende mensen enmiddelen nodig. Dit betekent dat zowel de justitiehuizenals het gevangeniswezen moeten worden versterkt.1. Hoeveel personeelsleden (justitieassistenten enandere) werden sinds 2003 aangeworven voor de werkingvan de justitiehuizen?2. Hoeveel personeelsleden (penitentiaire beambten,maatschappelijke werkers en andere) werdensinds 2003 aangeworven in de strafinrichtingen?3. Zullen er in de toekomst nog personeelsledenworden aangeworven en zullen zij worden ingeschakeldin de justitiehuizen of het gevangeniswezen?Question n o 132 de M me Sabien Lahaye-Battheu du28 avril 2008 (N.) au vice-premier ministre etministre de la Justice et des Réformes institutionnelles:Maisons de justice. — Établissements pénitentiaires.— Recrutement de personnel.Un important travail législatif a été réalisé cesdernières années en ce qui concerne l’exécution despeines, avec notamment le vote de la loi de principesdu 12 janvier 2005 relative à l’administration desétablissements pénitentiaires ainsi qu’au statut juridiquedes détenus, de la loi du 17 mai 2006 relative austatut juridique externe des personnes condamnées àune peine privative de liberté et aux droits reconnus àla victime dans le cadre des modalités d’exécution dela peine, et de la loi du 17 mai 2006 instaurant destribunaux de l’application des peines, pour ne citerque celles-ci. Or, pour que l’application de ces lois soiteffective sur le terrain, il faudra mobiliser davantagede moyens matériels et humains, et donc aussi renforcerl’action des maisons de justice et de l’administrationdes établissements pénitentiaires1. Combien de personnes (assistants de justice etautres collaborateurs) ont été embauchées depuis 2003pour la bonne marche des maisons de justice?2. Combien de personnes (agents pénitentiaires,assistants sociaux et autres) ont été embauchées depuis2003 dans les établissements pénitentiaires?3. Des recrutements supplémentaires sont-ils prévuset, dans l’affirmative, ces nouveaux membres dupersonnel seront-ils, le cas échéant, affectés auxmaisons de justice ou à l’administration des établissementspénitentiaires?DO 2007200803255 DO 2007200803255Vraag nr. 133 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheuvan 28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteministeren minister van Justitie en Institutionele Hervormingen:Personen van hetzelfde geslacht. — Burgerlijke huwelijken.In België is het, op basis van de wet van 13 februari2003, tot openstelling van het huwelijk voor personenQuestion n o 133 de M me Sabien Lahaye-Battheu du28 avril 2008 (N.) au vice-premier ministre etministre de la Justice et des Réformes institutionnelles:Personnes de même sexe. — Mariages civils.En Belgique, le mariage civil entre des personnes demême sexe est possible depuis le 1 er juin 2003 en vertuKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 39472 - 6 - 2008van hetzelfde geslacht en tot wijziging van een aantalbepalingen van het Burgerlijk Wetboek, sinds 1 juni2003 mogelijk dat twee personen van hetzelfdegeslacht in het burgerlijk huwelijk treden.Aanvankelijk rezen nog enkele problemen voor deerkenning van huwelijken tussen een holebi met deBelgische nationaliteit en een buitenlandse partner.Sinds 1 oktober 2004 is dit euvel opgelost. Die dag tradartikel 46 van de nieuwe IPR-codex (Codex InternationaalPrivaatrecht) in werking. Het artikel bepaalt datde voorwaarden voor de geldigheid van het huwelijkvoor elke echtgenoot worden beheerst door het rechtvan de staat waarvan hij bij de voltrekking van hethuwelijk de nationaliteit heeft. Een bepaling van dattoepasselijk recht die het huwelijk tussen personen vanhetzelfde geslacht verbiedt, is niet van toepassingindien een van de personen de nationaliteit bezit vaneen staat waarvan het recht een dergelijk huwelijk toestaatof op het grondgebied van een dergelijke staatzijn gewone verblijfplaats heeft.In de omzendbrief van de minister van Justitie van23 september 2004 betreffende de aspecten van de wetvan 16 juli 2004 houdende het Wetboek van internationaalprivaatrecht die betrekking hebben op hetpersoneel statuut, wordt nogmaals herhaald. Concreetbetekent het dat in België het huwelijk tussen personenvan hetzelfde geslacht steeds kan voltrokken worden,mits één van de toekomstige echtgenoten Belg is ofsinds meer dan drie maanden zijn gewone verblijfplaatsin België heeft.1.a) Hoeveel holebi’s, waarvan beide partners Belgzijn, traden in het huwelijk (burgerlijk) sinds 1 juni2003?b) In hoeveel van deze huwelijken ging het omhomo’s en in hoeveel gevallen ging het om lesbiennes?c) In welke Belgische gemeentes werden deze huwelijkenafgesloten?d) Hoeveel van deze huwelijken zijn op vandaag alontbonden?2.a) Hoeveel huwelijken tussen een holebi met de Belgischenationaliteit en een buitenlandse partnerwerden erkend sinds 1 oktober 2004 en uit welkland is de buitenlandse partner afkomstig?b) In hoeveel van deze huwelijken ging het omhomo’s en in hoeveel gevallen ging het om lesbiennes?c) In welke Belgische gemeentes werden deze huwelijken(holebi met Belgische nationaliteit en een buitenlandsepartner) afgesloten?de la loi du 13 février 2003 ouvrant le mariage à despersonnes de même sexe et modifiant certaines dispositionsdu Code civil.Initialement, la reconnaissance des mariages entreune personne homosexuelle, lesbienne ou bisexuelle denationalité belge et un partenaire étranger posaitencore certains problèmes. Cette difficulté est aplaniedepuis le 1 er octobre 2004, avec l’entrée en vigueur del’article 46 du nouveau Code de DIP (Code de droitinternational privé). Cet article dispose que les conditionsde validité du mariage sont régies, pour chacundes époux, par le droit de l’État dont il a la nationalitéau moment de la célébration du mariage. Une dispositiondu droit applicable qui interdit le mariage depersonnes de même sexe n’est pas d’application lorsquel’une d’elles a la nationalité d’un État ou a sa résidencehabituelle sur le territoire d’un État dont le droitpermet un tel mariage.La circulaire du 23 septembre 2004 de la ministre dela Justice relative aux aspects de la loi du 16 juillet2004 portant le Code de droit international privéconcernant le statut personnel rappelle une fois encorece principe. Concrètement, en Belgique, il est toujourspossible de contracter un mariage entre deux personnesde même sexe à la condition qu’un des futursépoux soit belge ou que sa résidence habituelle soitsituée en Belgique depuis plus de trois mois.1.a) Combien de mariages (civils) ont-ils été contractésdepuis le 1 er juin 2003 entre personnes homosexuelles,lesbiennes ou bisexuelles belges?b) Pouvez-vous répartir ces statistiques en mariagesentre homosexuels d’une part et entre lesbiennesd’autre part?c) Dans quelles communes belges ces mariages ont-ilsété contractés?d) Parmi ces mariages, combien ont-ils déjà étédissous jusqu’à présent?2.a) Combien de mariages entre une personne homosexuelle,lesbienne ou bisexuelle de nationalité belgeet un partenaire étranger ont-ils été reconnusdepuis le 1 er octobre 2004 et de quel pays le partenaireétranger était-il originaire?b) Pouvez-vous répartir ces statistiques en mariagesentre homosexuels d’une part et entre lesbiennesd’autre part?c) Dans quelles communes belges ces mariages (entreune personne homosexuelle, lesbienne ou bisexuellede nationalité belge et un partenaire étranger)ont-ils été contractés?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3948 QRVA 52 0202 - 6 - 2008d) Hoeveel van deze huwelijken (holebi met Belgischenationaliteit en een buitenlandse partner) zijn opvandaag al ontbonden?d) Parmi ces mariages (entre une personne homosexuelle,lesbienne ou bisexuelle de nationalité belgeet un partenaire étranger), combien ont-ils déjà étédissous jusqu’à présent?DO 2007200803256 DO 2007200803256Vraag nr. 134 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheuvan 28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteministeren minister van Justitie en Institutionele Hervormingen:Gevangenissen. — Maximumcapaciteit. — Elektronischtoezicht.De Belgische gevangenissen zitten overvol. Het opdrijvenvan het aantal gedetineerden onder elektronischtoezicht wordt genoemd als één van de oplossingenvoor deze overbevolking.1. Kunt u een opsomming geven van de Belgischegevangenissen en hun maximumcapaciteit?2. Hoeveel gedetineerden zitten op vandaag in elkvan deze instellingen opgesloten?3. Hoeveel gedetineerden stonden in elk van dezegevangenissen onder elektronisch toezicht op31 december 2003, 31 december 2004, 31 december2005 en 31 december 2006?Question n o 134 de M me Sabien Lahaye-Battheu du28 avril 2008 (N.) au vice-premier ministre etministre de la Justice et des Réformes institutionnelles:Prisons. — Capacité maximum. — Surveillance électronique.Les prisons belges sont surpeuplées. Pour remédier àce problème, l’on pourrait notamment augmenter lenombre de détenus placés sous surveillance électronique.1. Pouvez-vous fournir une liste des prisons belges,en indiquant leur capacité maximale?2. Combien de détenus sont actuellement incarcérésdans chacun de ces établissements?3. Combien de détenus étaient-ils placés soussurveillance électronique dans chacun de ces établissementsaux 31 décembre 2003, 31 décembre 2004,31 décembre 2005 et 31 décembre 2006?DO 2007200803264 DO 2007200803264Vraag nr. 137 van de heer François Bellot van 28 april2008 (Fr.) aan de vice-eersteminister en ministervan Justitie en Institutionele Hervormingen:Voorwaardelijke invrijheidstelling. — Elektronischeenkelband.Kan uw administratie me voor elk gerechtelijkarrondissement meedelen hoeveel personen er op31 maart 2008 voorwaardelijk in vrijheid warengesteld in het kader van het elektronisch toezicht?Question n o 137 de M. François Bellot du 28 avril2008 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre dela Justice et des Réformes institutionnelles:Libération conditionnelle. — Bracelet électronique.Votre administration peut-elle fournir, arrondissementjudiciaire par arrondissement judiciaire, lenombre de personnes bénéficiant d’une libérationconditionnelle sous condition d’être pourvue d’unbracelet électronique et ce au 31 mars 2008?DO 2007200803331 DO 2007200803331Vraag nr. 139 van mevrouw Ingrid Claes van 29 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Justitie en Institutionele Hervormingen:Inkomstenbelastingen en btw. — Gerechtelijkegeschillenprocedure. — administratieve geschillenprocedure.— Verhouding advocaten en fiscaleambtenaren.In de circulaire nr. Ci.RH.863/557 192 (AOIF 34/2003) van 18 december 2003 werd het akkoordpro-Question n o 139 de M me Ingrid Claes du 29 avril 2008(N.) au vice-premier ministre et ministre de laJustice et des Réformes institutionnelles:Impôts sur les revenus et TVA. — Procédure contentieusejudiciaire. — Procédure contentieuse administrative.— Relations entre les avocats et les fonctionnairesfiscaux.La circulaire n o Ci.RH.863/57 192 (AFER 34/2003)du 18 décembre 2003 commente et déclare applicableKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 39492 - 6 - 2008tocol tot regeling van de verhoudingen tussen deFranstalige en Duitstalige orde van advocaten en debelastingambtenaren becommentarieerd (zie: Bulletinder belastingen, nr. 843, blz. 3226-3265) en nationaaltoepasselijk verklaard.Gelet op het fors stijgende fiscale bezwaarschriften,verzoekschriften en gerechtelijke geschillen zowelinzake btw als inzake inkomstenbelastingen rijzenthans evenwel de volgende algemene praktischevragen.1. Is genoemd akkoordprotocol in het licht van dehuidige fiscale wetgeving en van het GerechtelijkWetboek op heden nog steeds volledig en nationaalvan toepassing, ook voor de Nederlandstalige ordevan advocaten (zie: nr. 4 van genoemde circulaire)?2.a) Geldt de uitzonderingsbepaling van artikel 13 vandit akkoordprotocol eveneens in geval van behandelingof het onderzoek van een al dan niet tijdigbezwaarschrift en/of verzoekschrift in de zin vande artikelen 366 en 376 van het Wetboek van deinkomstenbelastingen 1992?b) Zo neen, welke soortgelijke instructies kunnen erin de administratieve fase van de geschillenbehandelingdan wel worden aanbevolen voor hetvlot en georganiseerd verloop van de besprekingenen de briefwisseling tussen de advocaten en detaxatie-, geschillen- of de directieambtenaren?3.a) Geldt dit akkoordprotocol mutatis mutandiseveneens voor de met de raadsmannen te voerenbesprekingen en correspondentie tijdens het onderzoeken de constructieve afhandeling van alleadministratieve en gerechtelijke betwistingeninzake btw?au niveau national le protocole d’accord visant àrégler les relations entre les ordres des barreaux francophoneset germanophone et les fonctionnairesfiscaux (voir: Bulletin des contributions, n o 843,pp. 3226-3265).Eu égard à l’augmentation importante du nombrede réclamations fiscales, de requêtes et de litiges judiciaires,en matière de TVA comme d’impôts sur lesrevenus, les questions pratiques et générales suivantesse posent toutefois.1. Le protocole d’accord mentionné ci-avant est-il àce jour, à la lumière de la législation fiscale actuelle etdu Code judiciaire, toujours intégralement d’applicationà l’échelon national, donc également à l’Ordre desbarreaux néerlandophones (voir n o 4 de la circulaireprécitée)?2.a) La disposition dérogatoire de l’article 13 de ceprotocole d’accord s’applique-t-elle égalementdans le cadre du traitement ou de l’analyse d’uneréclamation et/ou une requête introduite dans lesdélais ou non, au sens des articles 366 et 376 duCode des impôts sur les revenus 1992?b) Dans la négative, quelles instructions similairespourrait-on dès lors recommander dans la phaseadministrative du traitement des litiges en vue dudéroulement efficace et organisé des discussions etde la correspondance entre les avocats et les fonctionnairesde taxation, du contentieux ou de ladirection?3.a) Ce protocole d’accord s’applique-t-il égalementmutatis mutandis aux discussions et à la correspondanceà échanger avec les avocats dans le cadrede l’analyse et du traitement constructif de toutesles contestations administratives et judiciaires enmatière de TVA?b) Zo neen, waarom (nog) niet? b) Dans la négative, pourquoi n’est-ce pas (encore) lecas?4.a) Gelden alle basisprincipes van dit akkoordprotocolzowel op het vlak van de inkomstenbelastingenals op het vlak van de btw eveneens in deperiode nà een vonnis van de rechtbank van eersteaanleg als in de periode vóór de eventuele indieningvan een beroepsakte bij het hof van beroep?b) Zo neen, welke praktische gezamenlijke aanbevelingenen/of initiatieven kunnen er ter zake wordenuitgevaardigd ter vermijding van een procedurevoor rechtsplegingsvergoedingen (zie koninklijkbesluit van 26 oktober 2007)?4.a) Tous les principes de base de ce protocole d’accords’appliquent-ils en matière d’impôts sur les revenuscomme de TVA et tant au cours de la périodesuivant un jugement du tribunal de premièreinstance qu’au cours de celle précédant le dépôtéventuel d’un acte d’appel auprès de la courd’appel?b) Dans la négative, quelles recommandations pratiquescommunes et/ou initiatives pourrait-onformuler en la matière pour éviter des indemnitésde procédure (voir l’arrêté royal du 26 octobre2007)?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3950 QRVA 52 0202 - 6 - 20085. Kunt u punt per punt uw huidige en geactualiseerdealgemene en nationaal geldende ziens- enhandelwijze meedelen zowel in het licht van artikel379 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen1992 en de aanverwante btw-wetgeving en -reglementeringals van het Gerechtelijk Wetboek?5. Pourriez-vous faire part, point par point, devotre conception et méthode générales actuelles etactualisées, dans le contexte national, tant à la lumièrede l’article 379 du Code des impôts sur les revenus1992 et de la législation et réglementation TVAconnexe que du Code judiciaire?DO 2007200803333 DO 2007200803333Vraag nr. 141 van mevrouw Els De Rammelaere van29 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Justitie en Institutionele Hervormingen:Gepresteerde arbeid in gevangenissen.In De Standaard van 6 oktober 2007 verscheen eenartikel over werken in de gevangenis onder de titel«Een gevangenis is ook een soort bedrijf» naar aanleidingvan de «Open Bedrijvendag». De krant schreefdat van de ongeveer 10 000 gevangenen er 5 000 zijndie een loon ontvangen voor werk dat zij in de gevangenispresteren.Naar aanleiding hiervan rijzen er vragen in verbandmet wat er zich in de Belgische gevangenissen afspeeltop het gebied van werk en resocialisatie.1. Hoeveel gevangenen ontvingen een loon in dejaren 2002, 2003, 2004, 2005 en 2006?2. Voor elk van de vijf opgesomde jaren, wat is deverhouding van loontrekkende gevangenen tegenoverde totale gevangenisbevolking, uitgedrukt in%?3. Welke loonmassa werd er in totaal uitgekeerdaan gevangenen in 2002, 2003, 2004, 2005 en 2006?4. Wat is het basisuurloon dat aan gevangenenwordt uitgekeerd in de Belgische gevangenissen?5. Wat was het totale gemiddelde loon dat eengevangene verdiende in de jaren 2002, 2003, 2004, 2005en 2006?6. Welke gevangenissen zijn uitgerust met eenwerkplaats?7. Welke en hoeveel bedrijven maken gebruik vangedetineerden om hun producten te vervaardigen?8. Wat zijn de tien producten die het meest gefabriceerdworden in gevangenissen en wat is hun aantalper product?9.a) Mogen gevangenen ook voor werkgevers werkenbuiten de gevangenismuren?Question n o 141 de M me Els De Rammelaere du29 avril 2008 (N.) au vice-premier ministre etministre de la Justice et des Réformes institutionnelles:Prestations de travail dans les prisons.À la suite de l’«Open Bedrijvendag», le quotidien«De Standaard» du 6 octobre 2007 a publié un articleintitulé «Une prison est aussi une sorted’entreprise», consacré au travail effectué dans lesprisons. Selon le quotidien, 5 000 des quelque10 000 détenus perçoivent une rémunération pour lesprestations de travail qu’ils effectuent en prison.Cet article soulève des questions sur le travail et laresocialisation dans les prisons belges.1. Combien de détenus ont perçu une rémunérationen 2002, en 2003, en 2004, en 2005 et en 2006?2. Quel est, pour chacune de ces années, le pourcentagede la proportion de détenus rémunérés parrapport à la population carcérale totale?3. Quelle était la masse salariale totale versée auxdétenus en 2002, en 2003, en 2004, en 2005 et en 2006?4. Quel est le salaire horaire de base versé aux détenusdans les prisons belges?5. Quel était le montant total du salaire moyen d’undétenu en 2002, en 2003, en 2004, en 2005 et en 2006?6. Quelles prisons sont équipées d’un atelier?7. Quelles entreprises font appel aux services desdétenus pour la fabrication de leurs produits etcombien sont-elles?8. Quels sont les dix produits les plus fabriquésdans les prisons et quelle est la quantité de chaqueproduit?9.a) Les détenus peuvent-ils également travailler pourdes employeurs en dehors des prisons?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 39512 - 6 - 2008b) Zo ja, in welke gevangenissen gebeurt dit, voorwelke soort gevangenen wordt dit toegestaan enhoeveel gevangenen in totaal maken hier gebruikvan?10. Kunnen gevangenen verplicht aan het werkworden gezet of gebeurt dit enkel op vrijwillige basis?b) Dans l’affirmative, quelles prisons accordent cetteautorisation, à quelle catégorie de détenusl’accordent-elles et quel est le nombre total de détenusqui en font usage?10. Les détenus peuvent-ils être contraints à travaillerou ne s’agit-il que d’un système de volontariat?DO 2007200803334 DO 2007200803334Vraag nr. 142 van mevrouw Els De Rammelaere van29 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Justitie en Institutionele Hervormingen:Versoepeling van de nationaliteitsvoorwaarde voorpenitentiair beambten.In De Morgen van 29 oktober 2007 verscheen eenbericht waaruit blijkt dat de FOD Justitie de nationaliteitsvereistevoor cipiers terugschroeft en niet langer«in strikte zin toepast». Een evaluatie hierover zal inde toekomst worden voorgelegd aan de nieuwsteminister van Justitie, maar blijkbaar is men nu albegonnen met de aanwerving van cipiers zonder Belgischeidentiteitskaart.1. Kan u meedelen wat de benoemingsvoorwaardenmet betrekking tot de nationaliteit zijn van statutaireen contractuele penitentiair beambten?2.a) In welke omstandigheden hebben alleen Belgischeonderdanen toegang tot de functie?Question n o 142 de M me Els De Rammelaere du29 avril 2008 (N.) au vice-premier ministre etministre de la Justice et des Réformes institutionnelles:Assouplissement de la condition de nationalité pourles agents pénitentiaires.Selon un article publié dans le quotidien «DeMorgen» le 29 octobre 2007, le SPF Justice annuleraitla condition de nationalité pour les gardiens de prison,qu’elle «n’appliquerait plus au sens strict». Uneévaluation sera soumise au futur ministre de la Justice,mais le recrutement de gardiens de prison non titulairesd’une carte d’identité belge aurait déjà débuté,semble-t-il.1. Quelles sont les conditions de nomination en cequi concerne la nationalité des agents pénitentiairesstatutaires et contractuels ?2.a) Dans quelles conditions seuls des citoyens belgesont-ils accès à cette fonction?b) In welke omstandigheden de EU-inwoners? b) Quelles sont ces conditions pour les citoyens del’UE?c) In welke omstandigheden de inwoners met eennationaliteit van buiten de Europese Unie?3.a) Wat waren de geplande personeelsformaties voorpenitentiair beambten per gevangenis op 31 oktober2007?b) In welke mate werden de personeelsformaties pergevangenis effectief ingevuld door penitentiairebeambten op 31 oktober 2007?4.a) In absolute cijfers en per gevangenis, hoeveel niet-Europeanen en Belgen van allochtone afkomstwerden in de jaren 2004, 2005, 2006, 2007 (voorzover hier cijfers over zijn) als penitentiair beambteaangeworven?b) Gebeurde dit enkel op contractuele basis, of ookop statutaire basis en wat zijn de cijfers hierover?c) Quelles sont ces conditions pour les citoyens d’unÉtat ne faisant pas partie de l’Union européenne?3.a) Quels cadres de personnel étaient prévus, danschaque prison, pour les agents pénitentiaires au31 octobre 2007?b) Dans quelle mesure ces cadres de personnelétaient-ils effectivement occupés par des agentspénitentiaires au 31 octobre 2007?4.a) Combien de citoyens non européens et de Belgesd’origine étrangère ont-ils été recrutés commeagents pénitentiaires en 2004, 2005, 2006 et 2007(pour autant que ces derniers chiffres soient disponibles),en chiffres absolus et par prison?b) A-t-il été procédé à ces recrutements sur une baseuniquement contractuelle, ou aussi sur une basestatutaire et quels sont les chiffres en la matière?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3952 QRVA 52 0202 - 6 - 2008c) Hoeveel van deze aangeworven penitentiairbeambten beschikken over een bewijs een van deBelgische landstalen te kunnen spreken?c) Parmi les agents pénitentiaires recrutés, combiensont en possession d’un certificat attestant leurconnaissance d’une des langues nationales?DO 2007200803335 DO 2007200803335Vraag nr. 143 van mevrouw Els De Rammelaere van29 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Justitie en Institutionele Hervormingen:Samenstelling van de gevangenisbevolking.Naar aanleiding van een bericht in De Standaardvan 12 januari 2006 «Justitie kijkt door gekleurdebril»), rijzen de volgende vragen.1. Kunt u meedelen hoeveel niet-Belgen (opgesplitstper nationaliteit), Belgen van vreemde afkomst (pervroegere nationaliteit, indien mogelijk), en Belgen vanniet-vreemde afkomst er momenteel in de Belgischegevangenissen verblijven als gevolg van een veroordelingtot gevangenisstraf?2.a) Zelfde vraag, maar dan voor de jaren 2003, 2004,2005, 2006 en 2007.b) Kunt u ook de gemiddelde duur van de opgelegdegevangenisstraf in ieder jaar voor iedere categoriemeedelen?3.a) Kunt u meedelen hoeveel niet-Belgen (opgesplitstper nationaliteit), Belgen van vreemde afkomst(per vroegere nationaliteit, indien mogelijk), enBelgen van niet-vreemde afkomst er in 2007 eentaakstraf werden opgelegd?b) Kunt u ook de gemiddelde duur van de opgelegdetaakstraf voor iedere categorie meedelen?4. Zelfde vraag, maar dan voor de jaren 2003, 2004,2005 en 2006.5. Kunt u meedelen hoeveel niet-Belgen (opgesplitstper nationaliteit), Belgen van vreemde afkomst (pervroegere nationaliteit, indien mogelijk), en Belgen vanniet-vreemde afkomst er momenteel in voorlopigehechtenis verblijven?6.a) Zelfde vraag, maar dan voor de jaren 2003, 2004,2005, 2006 en 2007?b) Kunt u ook de gemiddelde duur van de voorlopigehechtenis in ieder jaar voor iedere categorie meedelen?Question n o 143 de M me Els De Rammelaere du29 avril 2008 (N.) au vice-premier ministre etministre de la Justice et des Réformes institutionnelles:Composition de la population carcérale.Un article publié le 12 janvier 2006 par le quotidien«De Standaard» sous le titre «La subjectivité de laJustice» («Justitie kijkt door gekleurde bril») appelleles questions suivantes.1. Combien de non-Belges (répartis par nationalité),de Belges d’origine étrangère (si possible répartisen fonction de leur ancienne nationalité) et de Belgesd’origine non étrangère séjournent actuellement dansles prisons belges à la suite d’une condamnation à unepeine d’’emprisonnement?2.a) Même question pour les années 2003, 2004, 2005,2006 et 2007.b) Quelle est la durée moyenne de la peine de prisoninfligée, pour chaque année considérée et pourchaque catégorie susmentionnée?3.a) Combien de non-Belges (répartis par nationalité),de Belges d’origine étrangère (si possible répartisen fonction de leur ancienne nationalité) et deBelges d’origine non étrangère se sont vu imposerune peine d’utilité sociale en 2007?b) Quelle est la durée moyenne de la peine d’utilitésociale infligée (répartition par catégorie)?4. Même question pour les années 2003, 2004, 2005et 2006.5. Combien de non-Belges (répartis par nationalité),de Belges d’origine étrangère (si possible répartisen fonction de leur ancienne nationalité) et de Belgesd’origine non étrangère se trouvent actuellement endétention préventive?6.a) Même question pour les années 2003, 2004, 2005,2006 et 2007.b) Quelle est la durée moyenne de la détentionpréventive pour chaque année considérée et pourchaque catégorie?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 39532 - 6 - 2008DO 2007200803336 DO 2007200803336Vraag nr. 144 van mevrouw Els De Rammelaere van29 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Justitie en Institutionele Hervormingen:Aantal justitie-assistenten.1. Hoeveel bedraagt het wettelijk toegelaten aantaljustitie-assistenten en hoeveel van dat aantal ismomenteel opgevuld?2.a) Wat zijn de inspanningen die met betrekking tothet aantal justitie-assistenten zullen worden geleverdin de toekomst?b) Wat is dus de prognose voor de aanwerving vanjustitie-assistenten voor de het jaar 2008 en dedaaropvolgende jaren?Question n o 144 de M me Els De Rammelaere du29 avril 2008 (N.) au vice-premier ministre etministre de la Justice et des Réformes institutionnelles:Nombre d’assistants de justice.1. Quel est le cadre légal des assistants de justice etcombien d’emplois sont actuellement pourvus?2.a) Quelles initiatives seront prises dans le futur pourle recrutement des assistants de justice?b) Quelles sont dès lors les prévisions en ce quiconcerne le recrutement d’assistants de justice en2008 et pour les années suivantes?c) Welk budget wordt hiervoor opzijgezet? c) Quel est le budget prévu dans ce cadre?DO 2007200803337 DO 2007200803337Vraag nr. 145 van mevrouw Els De Rammelaere van29 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Justitie en Institutionele Hervormingen:Voorwaardelijke invrijheidstellingen.Inzake de voorwaardelijke invrijheidsstelling, rijzenvolgende vragen.1.a) Kunt u meedelen hoeveel gedetineerden er in dejaren 2004, 2005, 2006 en 2007 in aanmerkingkwamen voor voorwaardelijke invrijheidstelling,en dit in absolute cijfers alsook als percentage vande totale gevangenisbevolking per opgegeven jaar?b) Hoeveel van deze personen dienden ook daadwerkelijkeen aanvraag tot voorwaardelijke invrijheidstellingin?2. Zelfde vraag, maar dan met betrekking tot personendie in aanmerking kwamen voor voorwaardelijkeinvrijheidstelling uit voorlopige hechtenis.3.a) Kunt u meedelen hoeveel van de gedetineerden, diein de jaren 2004, 2005, 2006 en 2007 in aanmerkingkwamen voor voorwaardelijke invrijheidstelling(zie antwoord op vraag 1), er ook daadwerkelijkzijn vrijgelaten?b) Hoeveel aanvragen tot voorwaardelijke invrijheidstellingzijn er met andere woorden in diejaren geweigerd en hoeveel werden er ingewilligd?Question n o 145 de M me Els De Rammelaere du29 avril 2008 (N.) au vice-premier ministre etministre de la Justice et des Réformes institutionnelles:Libérations conditionnelles.Les questions suivantes se posent en ce qui concernela libération conditionnelle:1.a) Combien de détenus entraient en ligne de comptepour une libération conditionnelle en 2004, 2005,2006 et 2007, tant en chiffres absolus qu’en pourcentagede la population carcérale totale?b) Combien de ces personnes ont effectivement introduitune demande de libération conditionnelle?2. Pourriez-vous me fournir les mêmes renseignementspour les personnes entrant en ligne de comptepour une libération conditionnelle pendant une détentionpréventive?3.a) Combien de détenus entrant en ligne de comptepour une libération conditionnelle en 2004, 2005,2006 et 2007 (cf. réponse à la question n o 1) onteffectivement été mis en liberté?b) En d’autres termes, combien de demandes de libérationconditionnelle ont été rejetées et combienont été acceptées au cours des années en question?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3954 QRVA 52 0202 - 6 - 2008Gelieve de cijfers op te splitsen per commissie voorvoorwaardelijke invrijheidsstelling en, vanaf1 februari 2007, per strafuitvoeringsrechtbank.4. Zelfde vraag, maar dan met betrekking tot depersonen die in aanmerking kwamen voor voorwaardelijkeinvrijheidstelling uit voorlopige hechtenis.Pourriez-vous communiquer ces chiffres parcommission de libération conditionnelle et, àpartir du 1 er février 2007, par tribunal del’application des peines?4. Pourriez-vous me fournir les mêmes renseignementspour les personnes entrant en ligne de comptepour une libération conditionnelle pendant une détentionpréventive?DO 2007200803338 DO 2007200803338Vraag nr. 146 van mevrouw Els De Rammelaere van29 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Justitie en Institutionele Hervormingen:Repatriëring van landgenoten in voorarrest.Meer en meer worden Belgen in het buitenlandogpepakt op verdenking van misdrijven.Naar aanleiding van deze gebeurtenissen rijzenvolgende vragen.Mijn vraag betreft de landgenoten die in voorarrestzitten in het buitenland en vóór hun veroordelingworden overgebracht naar België.1.a) Hoeveel Belgen werden in de jaren 2006 en 2007opgesloten in Europese en hoeveel in niet-Europeselanden?Question n o 146 de M me Els De Rammelaere du29 avril 2008 (N.) au vice-premier ministre etministre de la Justice et des Réformes institutionnelles:Rapatriement de compatriotes placés en détentionpréventive.Un nombre croissant de Belges soupçonnés d’avoircommis des délits sont arrêtés à l’étranger.À la suite de ces événements, les questions suivantesse posent.Ma question concerne les Belges placés en détentionpréventive à l’étranger qui sont transférés en Belgiqueavant leur condamnation.1.a) En 2006 et 2007, combien de Belges ont été incarcérésdans des pays européens et combien dans despays non-européens?b) Van welke delicten werden zij verdacht? b) De quels délits étaient-ils soupçonnés?c) In welke landen gebeurden deze arrestaties? c) Dans quels pays ces arrestations ont-elles étéopérées?2. Hoeveel van hen werden in de jaren 2006 en 2007naar België gerepatrieerd?3. Vanuit welke landen gebeurden deze repatriëringen?4.a) Hoeveel dossiers werden na repatriëring door hetBelgische gerecht verder onderzocht?b) Hoeveel van deze personen werden in België effectiefveroordeeld?2. Combien parmi les intéressés ont été rapatriés enBelgique au cours des années 2006 et 2007?3. De quels pays ont-ils été rapatriés?4.a) De combien de dossiers la justice belge a-t-ellepoursuivi l’instruction après le rapatriement?b) Combien parmi les intéressés ont été effectivementcondamnées en Belgique?c) Hoeveel van deze dossiers werden geseponeerd? c) Combien de ces dossiers ont été classés sans suite?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 39552 - 6 - 2008DO 2007200803339 DO 2007200803339Vraag nr. 147 van mevrouw Els De Rammelaere van29 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Justitie en Institutionele Hervormingen:Penitentiair beambten. — Aanwerving van niet-Belgen.Op 13 november 2007 stelde ik aan de voormaligeminister van Justitie, mevrouw Laurette Onkelinx, eenduidelijke vraag betreffende de nationaliteitsvoorwaardenvoor cipiers (op basis van het krantenartikelin De Morgen van 29 oktober 2007). Er zou blijkbaareen regeling zijn waar mensen zonder de Belgischenationaliteit worden aangeworven als penitentiairbeambte. Dit is echter in strijd met artikel 10 van deGrondwet dat bepaalt dat alleen Belgen kunnenworden benoemd in burgerlijke en militaire bedieningen.Er werd mij toen meegedeeld dat een werkgroepzich over deze materie zou buigen om adviezen uit tebrengen aan de nieuwe minister.1. Wanneer werd deze werkgroep samengesteld enwie maakt daar deel van uit?2. Wat zijn de adviezen van de werkgroep betreffendede aanwerving van niet-Belgische onderdanenuit de Europese Unie in het ambt van penitentiairbeambte?3. Hoeveel niet-Belgen werden sinds 2007 aangeworvenin het ambt van penitentiair beambte?Question n o 147 de M me Els De Rammelaere du29 avril 2008 (N.) au vice-premier ministre etministre de la Justice et des Réformes institutionnelles:Agents pénitentiaires. — Recrutement de non-Belges.Le 13 novembre 2007, j’ai posé à la ministre de laJustice de l’époque, Mme Laurette Onkelinx, unequestion précise à propos des conditions de nationalitédes gardiens de prison (sur la base d’un article publiédans le quotidien «De Morgen» du 29 octobre 2007).Apparemment, une disposition permettrait de recrutercomme agents pénitentiaires des personnes n’ayant pasla nationalité belge. Toutefois, ceci est contraire àl’article 10 de la Constitution, disposant que seuls lesBelges sont admissibles aux emplois civils et militaires.À l’époque, il m’avait été répondu qu’un groupe detravail étudierait la question et formulerait un avispour le nouveau ministre.1. Quand ce groupe de travail a-t-il été constitué etqui en fait partie?2. Quels avis ce groupe de travail a-t-il formulésconcernant le recrutement de non-Belges ressortissantsde l’Union européenne comme agents pénitentiaires?3. Combien de non-Belges ont-ils été recrutéscomme agents pénitentiaires depuis 2007?DO 2007200803340 DO 2007200803340Vraag nr. 148 van mevrouw Els De Rammelaere van29 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Justitie en Institutionele Hervormingen:Repatriëring van landgenoten na veroordeling.Meer en meer worden Belgen in het buitenland opgepaktop verdenking van misdrijven en er ook effectiefveroordeeld.Naar aanleiding van deze gebeurtenissen rijzenvolgende vragen.1.a) Hoeveel van deze personen werden in het buitenlandook effectief veroordeeld tot een gevangenisstrafover de jaren 2006 en 2007?b) Hoeveel hebben daarna hun straf uitgezeten in debuitenlandse gevangenis?Question n o 148 de M me Els De Rammelaere du29 avril 2008 (N.) au vice-premier ministre etministre de la Justice et des Réformes institutionnelles:Rapatriement de concitoyens après une condamnation.Il arrive de plus en plus fréquemment que des Belgessuspectés d’un délit soient appréhendés à l’étranger ety fassent l’objet d’une condamnation effective.Ces incidents soulèvent les questions suivantes.1.a) Combien de ces personnes ont effectivement étécondamnées à l’étranger à une peine de prison en2006 et en 2007?b) Combien ont ensuite purgé leur peine une prisonétrangère?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3956 QRVA 52 0202 - 6 - 2008c) Hoeveel werden vervroegd vrijgelaten in het buitenland?d) Hoeveel werden overgebracht naar België om hunstraf in een Belgische strafinrichting uit te zitten?e) Wat is de gemiddelde kostprijs (per jaartal) vandergelijke repatriëringen?f) Hoeveel Belgen zijn na hun repatriëring vervroegdvrijgelaten?2.a) Wat is de standaardprocedure, door de Belgischeregering ingevoerd, om Belgen in buitenlandsegevangenissen naar Belgische gevangenissen tekrijgen?b) Op welke basis wordt beslist om een landgenoot aldan niet te laten overkomen?3.a) Welke ondersteuning krijgen Belgen in buitenlandsegevangenissen?c) Combien ont fait l’objet d’une libération anticipéeà l’étranger?d) Combien ont été transférées en Belgique pour ypurger leur peine dans un établissement pénitentiairebelge?e) Quel est le coût moyen (par année) de tels rapatriements?f) Combien de Belges ont bénéficiéd’une libérationanticipée après leur rapatriement?2.a) Quelle procédure standard, instaurée par legouvernement belge, applique-t-on pour rapatrierdes Belges emprisonnés à l’étranger vers desprisons belges?b) Sur quelle base décide-t-on de rapatrier ou non unconcitoyen?3.a) De quel soutien bénéficient les Belges incarcérésdans des prisons étrangères?b) Hoeveel bezoeken krijgen zij van de ambassade? b) Combien de visites reçoivent-ils de l’ambassade?c) Welke juridische ondersteuning — vanuit België— kunnen zij genieten?d) Welke taalondersteuning (bijvoorbeeld tolken,vertaling documenten, enzovoort) kunnen zijgenieten?e) Welke diensten zijn hiermee belast, hoeveel personenen wat is de gemiddelde kostprijs?c) De quelle aide juridique peuvent-ils bénéficierdepuis la Belgique?d) Quel soutien linguistique (interprètes, traductionde documents, etc.) peuvent-ils obtenir?e) De quels services s’agit-il, combien de personnessont chargés de cette assistance et quel en est lecoût moyen par dossier?DO 2007200803341 DO 2007200803341Vraag nr. 149 van mevrouw Els De Rammelaere van29 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Justitie en Institutionele Hervormingen:Kindersmokkel.Het artikel «Baby te koop, prijs o.t.k.», in HetNieuwsblad van 28 januari 2008, onthult dat er eensteeds toenemende handel is in Afrikaanse kinderen.Deze kinderen worden verkocht aan Europese enAmerikaanse gezinnen en dit veelal met medewetenvan hun straatarme ouders. In het kader van dit artikelrijzen volgende vragen betreffende kindersmokkel.1.a) Op welke manier wordt onderzoek gedaan naarkindersmokkel in België?b) Hoeveel personeelsleden waren in 2006 en 2007met deze onderzoeken belast?Question n o 149 de M me Els De Rammelaere du29 avril 2008 (N.) au vice-premier ministre etministre de la Justice et des Réformes institutionnelles:Trafic d’enfants.L’article «Baby te koop, prijs o.t.k.» (Bébé àvendre, prix à convenir) publié dans «Het Nieuwsblad»du 28 janvier 2008, révèle que le trafic d’enfantsen provenance d’Afrique est en hausse. Ces enfantssont vendus à des familles européennes et américaineset ceci, le plus souvent avec l’accord de leurs parentsdémunis. Cet article soulève les questions suivantesconcernant le trafic d’enfants.1.a) De quelle manière étudie-t-on le phénomène dutrafic d’enfants en Belgique?b) Combien de membres du personnel se sont occupésde ces études en 2006 et en 2007?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 39572 - 6 - 2008c) Wat was de totale kostprijs voor dergelijke onderzoekenin de jaren 2006 en 2007?2.a) Hoeveel dossiers betreffende kindersmokkelwerden behandeld in de jaren 2006 en 2007?b) Hoeveel kinderen betreffen deze dossiers (gelieveeveneens in te delen per jaar) en welke nationaliteithebben zij?c) Wat is de leeftijd van de kinderen die Belgiëworden binnengesmokkeld?d) Hoeveel van deze kinderen werden intussen uitgewezen?e) Hoeveel kinderen verblijven nog steeds in België enhoeveel zijn geregulariseerd?3. Welke maatregelen worden genomen omkindersmokkel naar België te voorkomen?4. Welke maatregelen worden genomen om dezekinderen in hun levensonderhoud te helpen voorzien?5. Welke maatregelen worden genomen ten opzichtevan landen waaruit de kinderen wordengesmokkeld?c) À combien s’est élevé le coût total de ces étudespour les années 2006 et 2007?2.a) Combien de dossiers concernant le trafic d’enfantsa-t-on traité en 2006 et en 2007?b) Ces dossiers concernent combien d’enfants (égalementpar an) et quelle est leur nationalité?c) Quel est l’âge des enfants introduits en fraude enBelgique?d) Combien de ces enfants ont-ils entre-temps étéexpulsés?e) Combien d’enfants séjournent toujours en Belgiqueet combien d’entre eux ont été régularisés?3. Quelles sont les mesures prises pour empêcher letrafic d’enfants en Belgique?4. Quelles sont les mesures prises pour contribuer àassurer la subsistance de ces enfants?5. Quelles sont les mesures prises par rapport auxpays à l’origine du trafic de ces enfants?DO 2007200803342 DO 2007200803342Vraag nr. 150 van mevrouw Els De Rammelaere van29 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Justitie en Institutionele Hervormingen:Sluiting van het drugshulpverleningscentrum De Sleutelte Brugge.De Standaard van 19 januari 2008 bericht dat hetdrugshulpverleningscentrum in Brugge de deurendreigt te moeten sluiten.Er werken totaal 14 personeelsleden waarvoorslechts 6,5 FTE (voltijds equivalenten) betaald wordendoor het RIZIV. De overige personeelsleden wordenbetaald via personeelssubsidies van de federale overheid(onder andere de GAM of gerechtelijke alternatievemiddelen). In Brugge werken drie personeelsledenwaarvan de loonkost wordt betaald met deze«gerechtelijke alternatieve middelen». Tevens zijn ernog vier personeelsleden die betaald worden via hetsysteem van «veiligheids- en preventiecontracten»(VPC’s). Aangezien de federale subsidies begrenst zijndient de stad Brugge jaarlijks ook tussen te komenvoor een heuse opleg aan loonlasten. Dit wensen zijniet langer te doen waardoor sluiting van De Sleutelpraktisch onvermijdelijk blijkt.Question n o 150 de M me Els De Rammelaere du29 avril 2008 (N.) au vice-premier ministre etministre de la Justice et des Réformes institutionnelles:Fermeture du centre d’accueil pour toxicomanes DeSleutel à Bruges.Selon des informations parues dans «De Standaard»du 19 janvier 2008, le centre d’accueil pourtoxicomanes de Bruges risque de devoir fermer sesportes.Ce centre emploie au total 14 personnes, dont seuls6,5 ETP (équivalents temps plein) sont rémunérés parl’INAMI. Les autres membres du personnel sont rémunéréspar le biais de subventions fédérales (notammentles MJA ou mesures judiciaires alternatives). Le centrede Bruges emploie trois personnes dont le coût salarialest financé par ces «mesures judiciaires alternatives».En outre, quatre membres du personnel sont rémunéréspar le biais du système des «contrats de sécurité etde prévention» (CSP). Les subventions fédérales étantplafonnées, la ville de Bruges doit couvrir annuellementune partie importante des charges salariales. Or,la ville n’est plus disposée à financer ces coûts, ce quientraînera presque inévitablement la fermeture ducentre De Sleutel.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3958 QRVA 52 0202 - 6 - 20081.a) Kunt u meedelen hoeveel middelen uit de GAMwerking(gefinancierd door Justitie) jaarlijksworden geïnvesteerd in de vijf ambulante centravoor drugshulpverlening in Vlaanderen?b) Wat is de maximale tussenkomst bij middel vanfederale subsidies?2. Kunt u meedelen hoeveel personeelsledenwerken in deze centra?1.a) Pourriez-vous communiquer le montant de«MJA» (financées par le département de laJustice) investi annuellement dans les cinq centresambulatoires d’assistance aux toxicomanes enFlandre?b) À quel montant sont plafonnées les subventionsfédérales?2. Combien de personnes ces centres emploient-ils?a) Gelieve in te delen per centra. a) Je souhaiterais obtenir un aperçu par centre.b) Gelieve ook mee te delen op welke manier (en percentra) de loonkosten worden gedragen en hoeveel(GAM, RIZIV, Stad, VPC en financiering door hetcentrum zelf).c) Op welke basis wordt het personeelsquotumbepaald.3.a) Kunt u meedelen hoeveel patiënten er jaarlijksworden behandeld per centra en dit voor de jaren2006 en 2007?b) Hoeveel van bovenbeschreven patiënten recidiverenna begeleiding in deze centra?4. Overweegt u maatregelen te treffen om De Sleutelin Brugge (op korte termijn) en de overige ambulantedagcentra (op lange termijn) open te houden?5.a) Overweegt u maatregelen te nemen tot behoud vandeze centra?b) Overweegt u dit desgevallend via overheveling vanpersoneel naar het RIZIV dan wel de verhogingvan de subsidies?b) Pourriez-vous également préciser (par centre) lemode de financement des coûts salariaux et lesmontants concernés (MJA, INAMI, Ville, CSP etautofinancement par le centre)?c) Sur quelle base détermine-t-on le quota des effectifs?3.a) Combien de patients chaque centre a-t-il traités en2006 et en 2007, respectivement?b) Combien des patients susmentionnés récidiventaprès avoir été traités dans ces centres?4. Envisagez-vous de prendre des mesures pour maintenirouverts (à court terme) le centre brugeois DeSleutel et (à long terme) les autres centres de jourambulatoires?5.a) Envisagez-vous de prendre des mesures pourconserver ces centres?b) Dans l’affirmative, envisagez-vous à cet effet detransférer du personnel à l’INAMI ou plutôtd’augmenter les subventions?DO 2007200803343 DO 2007200803343Vraag nr. 151 van mevrouw Els De Rammelaere van29 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Justitie en Institutionele Hervormingen:Vredegerechten. — Vonnissen. — Kopieën.Er bereiken mij berichten dat sommige vredegerechten(bijvoorbeeld in Brussel) geen kopie meer sturenvan een vonnis dat op de banken werd uitgesproken,en dit in tegenspraak met artikel 792 van het GerechtelijkWetboek.Men moet dan onmiddellijk een expeditie bestellenen bijgevolg extra gerechtskosten maken vooraleerQuestion n o 151 de M me Els De Rammelaere du29 avril 2008 (N.) au vice-premier ministre etministre de la Justice et des Réformes institutionnelles:Justices de paix. — Jugements. — Copies.Il me revient que certaines justices de paix (parexemple à Bruxelles) n’envoient plus de copies d’unjugement rendu au tribunal, et ce en contradictionavec l’article 792 du Code judiciaire.Il faut donc immédiatement commander un envoi etdès lors supporter des frais de justice supplémentairesKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 39592 - 6 - 2008men de tekst van het vonnis heeft. Deze praktijk verschiltvan vredegerecht tot vredegerecht.1. Bent u op de hoogte van deze praktijken en kan uze bevestigen?avant de pourvoir obtenir le texte du jugement. Cettepratique diffère d’une justice de paix à l’autre.1. Êtes-vous au courant de ces pratiques et pouvezvousles confirmer?2. Wat overweegt u te doen om dit te verhelpen? 2. Quelles mesures envisagez-vous afin de remédierà cette situation?DO 2007200803344 DO 2007200803344Vraag nr. 152 van mevrouw Els De Rammelaere van29 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Justitie en Institutionele Hervormingen:Tsjaad. — Repatriëring van een Belgisch onderdaan.Op 10 november 2007 werd de heer JacquesWilmart overgebracht naar België. Hij werd in Tsjaadvastgehouden op verdenking van betrokkenheid bij deomstreden adoptie van 103 kinderen door de Franseorganisatie Ark Van Zoe.Deze repatriëring kostte de Belgische Staat nietalleen veel geld maar zorgde er tevens voor dat betrokkeneontsnapte aan enige buitenlandse veroordeling.Dit in tegenstelling met zijn kompanen die zware straffenopliepen (acht jaar dwangarbeid).Werd aan de procureur des Konings verder onderzoekbevolen naar betrokkenheid van de heer Wilmartop basis van het positief injunctierecht?Question n o 152 de M me Els De Rammelaere du29 avril 2008 (N.) au vice-premier ministre etministre de la Justice et des Réformes institutionnelles:Tchad. — Rapatriement d’un ressortissant belge.Le 10 novembre 2007, M. Jacques Wilmart a ététransféré en Belgique. Il avait été détenu au Tchadpour son implication présumée dans l’adoptioncontroversée de 103 enfants par l’organisation françaiseArche de Zoé.Ce rapatriement n’a pas seulement coûté cher àl’État belge mais a également permis à la personneconcernée d’échapper à une condamnation àl’étranger, contrairement à ses complices qui ontencouru des peines majeures (huit ans de travauxforcés).Le ministre a-t-il usé de son pouvoir d’injonctionpositive pour demander au procureur du Roi de poursuivrel’enquête relative à l’implication de M.Wilmart?DO 2007200803345 DO 2007200803345Vraag nr. 153 van mevrouw Els De Rammelaere van29 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Justitie en Institutionele Hervormingen:Scholen. — Criminaliteit. — Wapenbezit.Op 18 februari 2008 werd de 18-jarige Chatar Soufianevlak bij zijn school neergestoken door een 16-jarige klasgenoot. Het betreft een persoon die vorigjaar een tijdje in de jeugdinstelling te Mol heeft verbleven.Volgens bepaalde media is er een duidelijke toenameaan agressie bij jongeren. Studenten blijken ooksteeds vaker een mes mee te nemen naar school.1. Wat is uw strategie om dergelijke schoolse ennaschoolse criminaliteit aan te pakken?Question n o 153 de M me Els De Rammelaere du29 avril 2008 (N.) au vice-premier ministre etministre de la Justice et des Réformes institutionnelles:Écoles. — Criminalité. — Détention d’armes.Le 18 février 2008, le jeune Chatane Soufiane,18 ans, a été poignardé près de son école par un camaradede classe de 16ans. Celui-ci avait séjourné quelquetemps à l’institution de protection de la jeunessede Mol l’an passé.D’après certains médias, les faits d’agression sont ennette augmentation chez les jeunes. Il s’avère parailleurs que des étudiants emportent de plus en plussouvent un couteau à l’école.1. Quelle est votre stratégie pour lutter contre cettecriminalité dans le cadre scolaire?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3960 QRVA 52 0202 - 6 - 20082. Wat is uw strategie om wapenbezit op scholen enbij jongeren in het algemeen te controlen/aan tepakken?2. Quelle est votre stratégie pour contrôler et luttercontre la détention d’armes dans les écoles et par lesjeunes en général?DO 2007200803346 DO 2007200803346Vraag nr. 154 van mevrouw Els De Rammelaere van29 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Justitie en Institutionele Hervormingen:Onschuldige opsluitingen. — Eisen tot schadevergoeding.Naar verluidt werd een man met de Nederlandsenationaliteit zes weken onschuldig opgesloten in eenBelgische cel (zie: onder meer Het Nieuwsblad van19 februari 2008). Blijkbaar werd zijn reispas voordiengestolen.De man is van plan een schadevergoeding te eisenvan de Belgische Staat.Question n o 154 de M me Els De Rammelaere du29 avril 2008 (N.) au vice-premier ministre etministre de la Justice et des Réformes institutionnelles:Détention d’une personne innocente. — Demande endommages et intérêts.Il me revient qu’un homme de nationalité néerlandaisea été détenu dans une prison belge pendant sixsemaines alors qu’il était innocent (cf. notamment«Het Nieuwsblad» du 19 février 2008). Son passeportlui avait été volé, semble-t-ilL’intéressé a l’intention de réclamer des dommageset intérêts à l’État belge.1. Wat is de stand van zaken in dit dossier? 1. Quel est l’état de ce dossier?2. Hoeveel bedraagt de gevorderde schadevergoeding?3. Wat overweegt u te doen om een snelle schaderegelingte bekomen in de toekomst?2. À combien s’élèvent les dommages et intérêtsréclamés?3. Quelles mesures envisagez-vous pour mettre enplace pour l’avenir un régime d’indemnisation rapide?DO 2007200803348 DO 2007200803348Vraag nr. 156 van mevrouw Els De Rammelaere van29 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Justitie en Institutionele Hervormingen:Baby’s in de gevangenissen.Naar verluidt verblijven in België op dit momentzeven baby’s permanent in de gevangenis (cf. HetNieuwsblad van 11 februari 2008).Het zijn de moeders die de beslissing hebben genomenom hun baby al dan niet bij zich te houden.In België blijft het aantal baby’s in de gevangenisbeperkt maar naar aanleiding van bovenbeschrevenartikel rijzen toch volgende vragen.1.a) Hoeveel baby’s werden geboren binnen de penitentiaireinstellingen over de jaren 2003, 2004,2005, 2006 en 2007 (gelieve eveneens in te delen pergevangenis)?Question n o 156 de M me Els De Rammelaere du29 avril 2008 (N.) au vice-premier ministre etministre de la Justice et des Réformes institutionnelles:Nouveaux-nés en prison.Il me revient qu’actuellement en Belgique, septnouveaux-nés séjournent en permanence en prison (cf.«Het Nieuwsblad» du 11 février 2008).Ce sont les mères qui ont décidé de garder auprèsd’elles leur nouveau-né.Dans notre pays, le nombre de nouveaux-nés séjournanten prison reste limité mais la publication de l’articlede presse susmentionné soulève néanmoins certainesquestions, que voici:1.a) Combien de nouveaux-nés sont-ils nés dans unétablissement pénitentiaire au cours des années2003, 2004, 2005, 2006 et 2007 (veuillez aussi ventilerce nombre par établissement pénitentiaire)?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 39612 - 6 - 2008b) Hoeveel van deze baby’s verbleven bij de moederbinnen de penitentiaire instelling?b) Combien de ces nouveaux-nés ont séjourné avecleur mère dans un établissement pénitentiaire?c) Tot op welke leeftijd verbleven zij daar? c) Jusqu’à quel âge y ont-ils séjourné?d) Waar werden/worden zij nadien ondergebracht? d) Où ont-ils été, où sont-ils, ensuite hébergés?e) Waar werden de baby’s ondergebracht die enkel inde gevangenis werden geboren maar er nooit verbleven?2.a) Welke accommodatie dient een gevangenis tehebben om het verblijf van deze kinderen comfortabelte maken (speelgoed, speelruimte binnen enbuiten, enzovoort)?b) Welke gevangenissen hebben de vereiste accommodatie?c) Hoeveel kinderen kunnen er telkens opgevangenworden?3.a) Krijgen de vaders van deze kinderen een bijzonderebezoekregeling?e) Où ont été hébergés les nouveaux-nés qui sont nésdans une prison mais n’y ont jamais séjourné?2.a) De quels équipements doit être dotée une prisonafin que des enfants puissent y séjourner confortablement(jouets, espace récréatif à l’intérieur et àl’extérieur, etc.)?b) Quelles prisons sont pourvues des équipementsrequis?c) Combien d’enfants peuvent y être pris en charge àchaque fois?3.a) Les pères de ces enfants bénéficient-ils de dispositionsspéciales en matière de droit de visite?b) zo ja, hoe is deze regeling? b) Dans l’affirmative, que prévoient ces dispositions?4. De kinderen moeten de gevangenis verlaten enworden dus van hun moeder gescheiden wanneer zijdrie jaar geworden zijn.a) Op welke manier wordt de moeder en haar kindhierin begeleid?b) Hoe is de verdere bezoekregeling voor de moederindien zij verder gedetineerd blijft?c) Kan de moeder van de verplichte gevangenisverlatingvan haar kind gebruik maken om voorwaardelijkvrij te komen en zo ja, onder welke voorwaardendan wel?5.a) Overweegt u om maatregelen te treffen teneindeeen traumatisch scheiden (na 3jaar) tussen moederen kind op te lossen?4. Quand les enfants atteignent l’âge de trois ans, ilsdoivent quitter la prison et sont donc séparés de leurmère.a) Quel accompagnement est prévu pour la mère etson enfant?b) Si la mère reste incarcérée, quelles dispositionsrelatives au droit de visite sont prévues à son intention?c) La mère peut-elle profiter du fait que son enfantdoit obligatoirement quitter la prison pour bénéficierd’une mesure de libération conditionnelle et,dans l’affirmative, sous quelles conditions?5.a) Envisagez-vous de prendre des mesures afin derésoudre le problème posé par cette séparationtraumatisante (dans la mesure où elle a lieu aprèstrois ans) entre la mère et son enfant?b) Wat denkt u van volgende voorbeelden: b) Que pensez-vous des exemples de mesuressuivants:— door het vermijden van baby’s in Belgische gevangenissen;— door het verblijf langer dan drie jaar mogelijk temaken;— door het kind vroeger te scheiden van de moederop bijvoorbeeld één jaar?— éviter que des nouveaux-nés ne séjournent dans desprisons belges;— permettre que les nouveaux-nés puissent séjournerplus de trois ans en prison;— séparer la mère et l’enfant plus tôt, par exemplelorsque l’enfant a un an?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3962 QRVA 52 0202 - 6 - 2008DO 2007200803349 DO 2007200803349Vraag nr. 157 van mevrouw Els De Rammelaere van29 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Justitie en Institutionele Hervormingen:Ontsnapte geïnterneerde gevangenen.Naar verluidt (pers van 5 februari 2008) zijn tweezware geïnterneerde straatcriminelen ontsnapt uit degevangenis van Antwerpen.De twee geïnterneerden hadden op basis van hunbetrouwbaarheid een job gekregen bij de groendienstvan de gevangenis. Zij ontsnapten echter gedurendehun dagtaak door over een laag muurtje te kruipen.Vijftig zwaar bewapende agenten werden ingeschakeldom beide mannen te zoeken, echter zonder succes.1. Op basis van welke criteria kan eengeïnterneerde toestemming krijgen om te werken buitende gevangenismuren?2. Hoeveel geïnterneerde gevangenen werken buitende gevangenismuren?a) Gelieve in de delen voor de jaren 2003, 2004, 2005,2006 en 2007.Question n o 157 de M me Els De Rammelaere du29 avril 2008 (N.) au vice-premier ministre etministre de la Justice et des Réformes institutionnelles:Évasion de détenus internés.Il m’est revenu (presse du 5 février 2008) que deuxgrands délinquants urbains internés se sont échappésde la prison d’Anvers.Jugés dignes de confiance, les deux internés avaientété affectés au service de jardinage de la prison. Ils sesont échappés pendant leur service en passant audessusd’un muret.Cinquante agents lourdement armés ont été lancés àleur poursuite, sans succès toutefois.1. Sur la base de quels critères un interné peut-ilobtenir l’autorisation de travailler en dehors des mursde la prison?2. Combien de détenus internés travaillent endehors des murs de la prison?a) Pouvez-vous me fournir ces chiffres par année pourles années 2003, 2004, 2005, 2006 et 2007?b) Gelieve in te delen per gevangenis. b) Pouvez-vous fournir ces chiffres par prison?c) Hoeveel van hen ontsnapten tijdens hun werk enhoeveel zijn intussen opnieuw gevat (gelieve ook inte delen voor de jaartallen zoals beschreven in1 a)?3. Hoeveel geïnterneerde gevangenen zijn binnen degevangenismuren tewerkgesteld?a) Gelieve in te delen voor de jaren 2003, 2004, 2005,2006 en 2007.c) Combien d’entre eux se sont échappés au cours deleur travail et combien ont été repris depuis lors(chiffres par année également)?3. Combien de détenus internés travaillent àl’intérieur de l’enceinte de la prison?a) Pouvez-vous fournir ces chiffres par année pour lesannées 2003, 2004, 2005, 2006 et 2007?b) Gelieve in te delen per gevangenis. b) Pouvez-vous fournir ces chiffres par prison?DO 2007200803350 DO 2007200803350Vraag nr. 158 van mevrouw Els De Rammelaere van29 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Justitie en Institutionele Hervormingen:Drugstrafiek in België.In het jaarrapport «International Narcotics ControlStrategy Report» van het Amerikaanse ministerie vanBuitenlandse Zaken staan enkele opvallende zakenbetreffende internationale drugstrafiek beschreven.Question n o 158 de M me Els De Rammelaere du29 avril 2008 (N.) au vice-premier ministre etministre de la Justice et des Réformes institutionnelles:Trafic de drogues en Belgique.Le rapport annuel «International Narcotics ControlStrategy Report» du ministère américain des Affairesétrangères fait état, à propos du trafic de drogue àl’échelle internationale, d’informations qui nemanquent pas d’interpeller.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 39632 - 6 - 2008België blijft één van de belangrijkste drugstransitzones(25% van de drugstrafiek vanuit of naar Zuid-Amerika komt ook via België) te zijn in de wereld.Deze transit gebeurt hoofdzakelijk via de Antwerpsehaven en de luchthaven van Zaventem. Turkse groepenzijn hoofdverantwoordelijke hiervoor. Verderworden volgende punten vermeld:La Belgique reste l’une des principales zones detransit de drogues dans le monde (25% du trafic dedrogues provenant ou à destination de l’Amérique duSud passent également par la Belgique). La droguetransite essentiellement par le port d’Anvers etl’aéroport de Zaventem. Des groupements turcs ensont les principaux responsables. Par ailleurs, les faitssuivants sont épinglés:— 116 drugskoeriers werden gearresteerd in 2007; — 116 passeurs de drogue ont été arrêtés en 2007;— 46 (hoofdzakelijk DHL) postpakjes met drugsinhoudwerden onderschept in 2007;— 6 clandestiene, drugsproducerende labo’s werdenopgerold in 2007;— vele tientallen kilo’s drugs (hoofdzakelijk cocaïneen heroïne) werden onderschept (wat slechts eenfractie van het vermoedelijke totaal is).1. Volgens hetzelfde rapport blijkt dat de aanpak inBelgië tekortschiet door tekorten aan fondsen maarook door onvoldoende manschappen bij de Belgischepolitiediensten.Hoe overweegt u dat in de toekomst aan te pakkenwetend dat er een frappante toename is van drugstrafiekin België?2. De Turkse groeperingen blijken hoofdverantwoordelijkete zijn voor deze trafieken. Deze zoudenechter door de Belgische autoriteiten moeilijk te infiltrerenzijn door taalbarrières.Hoe overweegt u deze problemen aan te pakken ominfiltratie in dergelijke milieus alsnog mogelijk temaken (bijvoorbeeld door het uitschrijven van vacaturesvoor mensen met de Belgische nationaliteit diehet Turks machtig zijn)?3. Antwerpse havenarbeiders zijn betrokkene in hetladen en lossen van cocaïne in de Antwerpse haven.— 46 colis postaux (essentiellement DHL) contenantde la drogue ont été interceptés en 2007;— 6 laboratoires clandestins producteurs de droguesont été fermés en 2007;— plusieurs dizaines de kilos de drogues (essentiellementde la cocaïne et de l’héroïne) ont été interceptés(ce qui représente une partie seulement dutotal supposé).1. Selon le même rapport, il s’avère que la politiquemenée par la Belgique en la matière n’est pas efficace,par pénurie non seulement de moyens mais égalementde personnel au sein des services de police belges.Comment envisagez-vous d’aborder la situation àl’avenir étant donné que le trafic de drogues en Belgiqueconnaît une augmentation importante?2. Les groupements turcs s’avèrent être les principauxresponsables de ces trafics. Ils seraient néanmoinsdifficiles à infiltrer par les autorités belges àcause de la barrière linguistique.Comment envisagez-vous de vous attaquer à cesproblèmes et de rendre possible l’infiltration de telsmilieux (par exemple en lançant des vacances pour lespersonnes de nationalité belge parlant turc)?3. Des dockers anversois sont concernés par le chargementet le déchargement de cocaïne dans le portd’Anvers.a) Was u hiervan op de hoogte? a) En étiez-vous informé?b) Hoe wordt deze betrokkenheid in de havensgecontroleerd en zal de controle van de Haven vanAntwerpen in de toekomst uitgebreid worden?c) Hoeveel arbeiders zijn betrokken en hoeveelwerden reeds vervolgd in de jaren 2005, 2006 en2007?4. Eveneens volgens het rapport zouden 166 koeriersgearresteerd zijn op de luchthaven van Zaventem.Meestal mensen van Afrikaanse nationaliteit.a) Hoeveel van dergelijke arrestaties hebben ertoegeleid dat ook kopstukken in de drugstrafiekwerden aangehouden?b) Comment cette implication des dockers est-ellecontrôlée et comment le contrôle du port d’Anverssera-t-il renforcé à l’avenir?c) Combien d’ouvriers sont concernés et combienont-ils déjà été poursuivis dans les années 2005,2006 et 2007?4. Selon le même rapport, 166 passeurs auraient étéarrêtés à l’aéroport de Zaventem. Il s’agit le plussouvent d’Africains.a) Combien d’arrestations de ce type ont-elles donnélieu à l’arrestation de grosses pointures du trafic dedrogues?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3964 QRVA 52 0202 - 6 - 2008b) hoeveel drugsnetwerken werden naar aanleidingvan arrestaties opgerold?c) Hoeveel drugskoeriers werden gearresteerd in dejaren 2003, 2004, 2005 en 2006?5. Als laatste blijkt dat de VS graag zou samenwerkenmet België inzake durgsgerelateerde criminaliteit.b) Combien de réseaux de stupéfiants ont-ils étédémantelés à la suite d’arrestations?c) Combien de passeurs de drogues ont-ils été arrêtésdans les années 2003, 2004, 2005 et 2006?5. Enfin, il s’avère que les États-Unis souhaiteraientcollaborer avec la Belgique en matière de criminalitéliée à la drogue.a) Wat is de inhoud van dergelijke samenwerking? a) En quoi consiste une telle collaboration?b) Werden desbetreffend reeds gesprekken gevoerd enwat was het resultaat?c) Hoe ziet u dergelijke samenwerking en binnenwelke termijn wenst u dergelijke samenwerkingverwezenlijkt te zien?6. Welke prioriteiten stelt u inzake drugsgerelateerdecriminaliteit in België?b) Des discussions ont-elles déjà été menées et quel enfut le résultat?c) Comment envisagez-vous une telle collaboration etdans quel délai souhaitez-vous la réaliser?6. Quelles sont vos priorités en matière de criminalitéliée à la drogue en Belgique?DO 2007200803353 DO 2007200803353Vraag nr. 159 van de heer Flor Van Noppen van29 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Justitie en Institutionele Hervormingen:Verjaring van hormonenmisdrijven en misdrijveninzake voedselveiligheid.Inzake de verjaring van hormonenmisdrijven enmisdrijven inzake voedselveiligheid rijzen volgendevragen.1. Kunt u meedelen hoeveel gerechtelijke onderzoekener opgestart werden inzake hormonenmisdrijvenen illegale hormonenhandel in het kader van de wetvan 15 juli 1985 betreffende het gebruik bij dieren vanstoffen met hormonale, anti-hormonale, beta-adrenergischeof produktiestimulerende werking de jongstevijf jaar?2. Zelfde vraag, maar dan met betrekking tot hetopstarten van gerechtelijke onderzoeken inzake voedselveiligheidin het kader van de wet van 24 januari1977 betreffende de bescherming van de gezondheidvan de verbruikers op het stuk van de voedingsmiddelenen andere producten.3. Kunt u meedelen, zowel voor vraag 1 en vraag 2,hoeveel van deze opgestarte onderzoeken, voor elkjaar afzonderlijk, werden stopgezet, hoeveel er hebbengeleid tot een veroordeling, hoeveel er hebben geleidtot een vrijspraak, en hoeveel er hebben geleid tot geenveroordeling wegens verjaring van het misdrijf?Question n o 159 de M. Flor Van Noppen du 29 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre dela Justice et des Réformes institutionnelles:Prescription de délits en matière d’hormones et desécurité alimentaire.Les questions suivantes se posent quant à la prescriptionde délits en matière d’hormones et de sécuritéalimentaire.1. Pouvez-vous préciser combien d’instructionsjudiciaires relatives à des délits en matière d’hormoneset de trafic d’hormones ont été ouvertes, au cours descinq dernières années, dans le cadre de la loi du 15 juillet1985 relative à l’utilisation de substances à effethormonal, à effet antihormonal, à effet beta-adrénergiqueou à effet stimulateur de production chez lesanimaux?2. Même question pour les instructions judiciairesrelatives à la sécurité alimentaire dans le cadre de la loidu 24 janvier 1977 relative à la protection de la santédes consommateurs en ce qui concerne les denréesalimentaires et les autres produits.3. Pouvez-vous préciser, pour ces deux questions etpar an, combien de ces instructions ont été arrêtées,combien ont donné lieu à une condamnation, combiense sont soldées par un acquittement et combien n’ontpas abouti à une condamnation pour cause de prescriptiondu délit?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 39652 - 6 - 2008DO 2007200803381 DO 2007200803381Vraag nr. 161 van mevrouw Katrien Partyka van29 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Justitie en Institutionele Hervormingen:Totale kwijtschelding van schulden in collectieveschuldenregeling. — Gevolgen voor de schuldbemiddelaar.De wet van 13 december 2005 houdende bepalingenbetreffende de termijnen, het verzoekschrift op tegenspraaken de procedure van collectieve schuldregelingvoerde de mogelijkheid in van totale kwijtscheldingvan schulden bij collectieve schuldenregeling (artikel1675/13bis van het Gerechtelijk Wetboek). Mijnvragen betreffen de gevolgen van de totale kwijtscheldingvoor de schuldbemiddelaar.1. De totale kwijtschelding van schulden is weliswaarstrikt genomen geen nieuwe aanzuiveringsregelingnaast de twee bestaande aanzuiveringsregelingen(minnelijke en gerechtelijke). Maar de totale kwijtscheldinglijkt toch sterk op die twee regelingen enneemt er tal van elementen uit over:— overname van de meeste verplichtingen die geldenbij gedeeltelijke kwijtscheldingen van schulden inde gerechtelijke regeling (verplichting tot verkoopvan voor beslagbare goederen, geen kwijtscheldingvoor onderhoudsgelden, voldoen aan de voorwaardeninzake schulden uit een faillissement,enzovoort);— mogelijkheid van de rechter om gedurende maximaalvijf jaar begeleidingsmaatregelen op teleggen, te vergelijken met het toezicht dat deschuldbemiddelaar tijdens de minnelijke of gerechtelijkeregeling op de schuldenaar uitoefent;— de kwijtschelding van schulden is slechts definitiefverworven na vijf jaar, tenzij «terugkeer tot beterfortuin», een voorwaarde die ook van toepassingis voor de gedeeltelijke kwijtschelding.Het lijkt dus niet meer dan logisch dat de schuldbemiddelaartot vijf jaar na de totale kwijtschelding jaarlijksverslag uitbrengt aan de rechter, en hiervoor vergoedwordt.1. Kan u bevestigen dat deze interpretatie van degevolgen van de toepassing van artikel 1675/13bis vanhet Gerechtelijk Wetboek correct is?Question n o 161 de M me Katrien Partyka du 29 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre dela Justice et des Réformes institutionnelles:Remise totale des dettes en règlement collectif de dette.— Conséquences pour le médiateur de dettes.La loi du 13 décembre 2005 portant des dispositionsdiverses relatives aux délais, à la requête contradictoireet à la procédure en règlement collectif de dette, ainstauré la possibilité d’accorder la remise totale desdettes en cas de règlement collectif de dette (article1675/13bis du Code judiciaire). Mes questionsportent sur les conséquences de la remise totale desdettes pour le médiateur de dettes.1. Strictement parlant, la remise totale des dettes neconstitue pas, il est vrai, un nouveau plan de règlements’ajoutant aux deux plans de règlement existants(amiable et judiciaire) mais elle y est très semblable etelle en comporte de nombreux éléments:2. Een tweede vraag betreft de toepassing van artikel1675/14 van het Gerechtelijk Wetboek bij totalekwijtschelding van de schulden.a) Wat indien zich nieuwe feiten voordoen, bijvoorbeeldde schuldenaar heeft onverwachte en nietvoorzienbare kosten (hospitalisatiekosten, aan-— la mention de la plupart des obligations quis’appliquent aux remises partielles de dettes dansle cadre du règlement judiciaire (obligation devendre les biens saisissables, pas de remise dedettes relatives à des créances alimentaires, respectdes conditions en matière de dettes à la suite d’unefaillite, etc.);— la possibilité pour le juge d’imposer des mesuresd’accompagnement pendant cinq ans au maximum,qui est comparable à la surveillance exercéepar le médiateur de dettes sur le débiteur pendantle plan amiable ou judiciaire;— la remise de dettes n’est acquise qu’au bout de cinqans, sauf «retour à meilleure fortune»; cette conditions’applique également à la remise partielle dedettes.Il semble tout à fait logique, dès lors, que le médiateurde dettes adresse un rapport annuel au jugejusqu’à cinq ans après la remise totale des dettes etqu’il soit rémunéré pour cela.1. Pouvez-vous confirmer que cette interprétationdes conséquences de l’application de l’article 1675/13bis du Code judiciaire est correcte?2. Une deuxième question concerne l’application del’article 1675/14 du Code judiciaire dans le cadre de laremise totale des dettes.a) Que se passe-t-il si des faits nouveaux se produisent,par exemple si le débiteur doit faire face à desdépenses imprévues et imprévisibles (frais d’hospi-KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3966 QRVA 52 0202 - 6 - 2008koop van noodzakelijke gebruiksgoederen zoalseen wasmachine en dergelijke meer)?b) Moet de schuldbemiddelaar hiervoor toelatingvragen aan de rechter, of volstaat het dat dit in hetjaarverslag van de bemiddelaar wordt opgenomen?talisation, achat de biens de consommation durablescomme un lave-linge, par exemple)?b) Le médiateur de dettes doit-il demander l’autorisationdu juge à cet effet, ou est-il suffisant qu’il enfasse mention dans son rapport annuel?DO 2007200803395 DO 2007200803395Vraag nr. 162 van de heer Mark Verhaegen van30 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Justitie en Institutionele Hervormingen:Gevangenispopulatie. — Samenstelling.Na Luxemburg, Zwitserland, Cyprus en Oostenrijkkomt België met 42,0% vreemdelingen in onze gevangenissenop een vijfde plaats van de 49 landen die totde OESO of Europa behoren. Dat is een spectaculairhoger percentage dan onze grotere buurlanden.Daarenboven was het gevolg van de «Snel-Belgwet»dat er een spectaculaire toename van de nationaliteitsverklaringenen naturalisatieverzoeken gekomenis. Immers door genoemde wijziging in 2000 van hetWetboek Belgische Nationaliteit (WBN, 1984), werdde verblijfsduur voor naturalisatie herleid tot drie jaar(dit is de kortste verblijfsduur voor naturalisatie inheel de EU, de andere landen zouden minstens vijf jaartellen). Gevolg hiervan was ook een aanzuigeffect voorvreemdelingen en dat bijna één op tien van onze inwonersvan vreemde nationaliteit is.Alle deskundigen staan op één standpunt: deze wetis absoluut niet sluitend en de hieraan verbonden veiligheidsrisico’szijn niet te overzien. De adviestermijnen,de toelaatbaarheid van alternatieve akten inplaats van akten van geboorte, het opheffen van eenvereiste om integratiewil te tonen door het vermoedenvan integratie als uitgangspunt te nemen heeft dewetgever een sterke hefboom voor integratie uithanden gegeven, de vele cascade-effecten van hetnieuwe nationaliteitsrecht, zoals de verregaandeinvloed van artikel 12bis, § 1, 2 o WBN op de toepassingvan de verblijfsreglementering, enzovoort.De georganiseerde criminaliteit heeft ontdekt dat deBelgische nationaliteit eenvoudig kan verkregenworden (soepelste van heel Europa) en dat deze ongekendevoordelen biedt (onbeperkt reisvisum in heelEuropa, geen uitwijzing mogelijk, enzovoort).Question n o 162 de M. Mark Verhaegen du 30 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre dela Justice et des Réformes institutionnelles:Population carcérale. — Composition.La population carcérale en Belgique se composepour 42,0% de personnes de nationalité étrangère.Notre pays occupe ainsi la cinquième place sur les49 pays faisant partie de l’OCDE ou de l’Europe,après le Luxembourg, la Suisse, la république deChypre et l’Autriche. Ce pourcentage est nettementplus élevé que dans les pays voisins plus grands.La loi d’acquisition rapide de la nationalité belge aen outre entraîné une augmentation spectaculaire dunombre de déclarations de nationalité et de demandesde naturalisation. À la suite de la modification duCode de la nationalité belge (CNB, 1984) en 2000, lacondition de séjour afférente à la naturalisation a eneffet été réduite à trois ans (il s’agit, dans le cadre desnaturalisations, de la durée de séjour la plus courte detoute l’UE, cette durée étant d’au moins cinq ans dansles autres pays). Il en a résulté un effet d’aspiration desorte qu’en Belgique près d’un habitant sur dix est denationalité étrangère.Tous les experts s’accordent pour dire que cette loiest loin d’être parfaite et que les risques en matière desécurité sont incommensurables. Ils dénoncent notammentles délais d’avis trop restreints et la possibilité deproduire d’autres actes en lieu et place de l’acte denaissance. En supprimant l’exigence pour le demandeurde faire preuve d’une volonté d’intégration et enpartant du principe de la présomption de la volontéd’intégration, le législateur a en outre renoncé à unlevier essentiel d’intégration. N’oublions pas non plusles nombreux effets de cascade du nouveau droit de lanationalité, comme l’incidence considérable de l’article12bis, § 1, 2 o CNB sur l’application de la réglementationen matière de séjour, etc.Dans les milieux du crime organisé, on s’est renducompte qu’il est facile d’acquérir la nationalité belge(le système est le plus souple d’Europe) et que celle-ciprésente des avantages considérables (visa de voyageillimité dans toute l’Europe, pas d’expulsion possible,etc.).KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 39672 - 6 - 20081.a) Welk percentage van de 58% Belgen in onzegevangenissen zijn van «autochtone» oorsprong?b) Hoeveel% en welke vreemde nationaliteitenhebben de «nieuwe» Belgen, die door nationaliteitsverwervingBelg zijn geworden, in deze groep?2.a) Hoeveel Belgen van de gevangenispopulatiehebben een dubbele nationaliteit?b) Worden deze bij de Belgen gecatalogeerd en hoeveelprocent van de tweede nationaliteit behoortbij welke vreemde nationaliteit?3. Hoeveel procent en welke vreemde nationaliteitenkunnen worden toegeschreven aan de 42% niet-Belgen in onze gevangenissen?1.a) Quelle proportion des 58% de Belges dans nosprisons est d’origine «autochtone»?b) Quel est, au sein de ce groupe, le pourcentage de«nouveaux» Belges ayant acquis la nationalitébelge par acquisition de nationalité et quelle estleur nationalité d’origine?2.a) Combien de Belges incarcérés ont la double nationalité?b) Sont-ils statistiquement considérés comme Belges?Quels pourcentages représentent les nationalitésétrangères respectives?3. Quels pourcentages représentent les différentesnationalités étrangères dans le groupe des 42% denon-Belges dans nos prisons?DO 2007200803411 DO 2007200803411Vraag nr. 163 van de heer Michel Doomst van 30 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Justitie en Institutionele Hervormingen:Diefstallen van stookolie.De jongste tijd zijn er steeds meer meldingen vandiefstallen van stookolie. Het gaat hier telkens omgrote hoeveelheden die worden ontvreemd.1. Hoeveel diefstallen van stookolie zijn de voorbijetwaalf maanden gemeld?Graag een overzicht per Gewest. Graag een overzichtper maand.Question n o 163 de M. Michel Doomst du 30 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre dela Justice et des Réformes institutionnelles:Vols de mazout.Ces derniers temps, les réserves de mazout sont deplus en plus souvent la cible de voleurs. A chaque fois,ce sont de grandes quantités de mazout qui disparaissentdes cuves.1. Combien de vols de mazout ont été enregistrésces douze derniers mois?Pourriez-vous fournir un aperçu par région et parmois?2. Om hoeveel liter gaat het in zijn geheel? 2. De combien de litres s’agit-il au total?Graag een overzicht per Gewest. Graag een overzichtper maand.3. Hoeveel personen werden in beschuldiginggesteld voor deze diefstallen en hoeveel zijn er reedsveroordeeld?4. Overweegt u om op korte termijn maatregelen tenemen tegen deze situatie?Pourriez-vous fournir un aperçu par région et parmois?3. Combien de personnes ont été inculpées pourleur implication dans de tels vols et combien ont déjàfait l’objet d’une condamnation?4. Envisagez-vous de prendre des mesures à courtterme pour à remédier à cette situation?DO 2007200803412 DO 2007200803412Vraag nr. 164 van de heer Michel Doomst van 30 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Justitie en Institutionele Hervormingen:Gevangenissen. — Cipiers. — Agressie.De cipiers van gevangenissen klagen steeds meer datze dagelijks het slachtoffer zijn van agressie. Zij voelenQuestion n o 164 de M. Michel Doomst du 30 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre dela Justice et des Réformes institutionnelles:Prison. — Gardiens. — Agressions.Les gardiens de prison se plaignent de plus en plusde subir quotidiennement des agressions. Ils estimentKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3968 QRVA 52 0202 - 6 - 2008zich te weinig gesteund en er zou te weinig opvangzijn. In het verleden zouden er meermaals beloften zijngedaan om de situatie te verbeteren, maar tot op hedenzijn eventuele maatregelen weinig zichtbaar.1. Welke maatregelen werden in het verleden reedsgenomen om dit probleem op te lossen?2.a) Welke maatregelen overweegt u in de toekomst tenemen?b) Wordt er in de toekomst een betere opvang/ondersteuning voor de cipier vooropgesteld?3. Hoeveel klachten werden er dit jaar reeds gesignaleerd?Graag een overzicht per gevangenis.4. In welke mate en op welke wijze worden dedaders van die agressie aangepakt/gesanctioneerd?être trop peu soutenus et l’accompagnement dont ilsbénéficient serait insuffisant. Dans le passé, l’on seserait engagé à plusieurs reprises à remédier à la situationmais l’on remarque fort peu, jusqu’ici, des mesureséventuellement prises.1. Quelles mesures ont déjà été prises dans le passépour résoudre ce problème?2.a) Quelles mesures envisagez-vous de prendre àl’avenir?b) Se propose-t-on d’améliorer à l’avenirl’accompagnement et le soutien fournis auxgardiens de prison?3. Combien de plaintes ont-elles déjà été signaléescette année? Pourriez-vous fournir des chiffres détailléspar prison?4. Dans quelle mesure et comment les auteursd’agressions sont-ils sanctionnés?DO 2007200803413 DO 2007200803413Vraag nr. 165 van de heer Michel Doomst van 30 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Justitie en Institutionele Hervormingen:Openbaar vervoer. — Vastgestelde inbreuken.De voorbije jaren werden steeds meer mensen,zowel personeel als reiziger, slachtoffer van agressieop het openbaar vervoer. Ook andere inbreuken op dereglementering gingen in stijgende lijn.1. Hoeveel inbreuken op het openbaar vervoerwerden strafrechtelijk vervolgd?Graag hiervan een overzicht van de verschillendesoorten inbreuken, evenals een overzicht per Gewest.2. Aan hoeveel meldingen van agressie werd strafrechtelijkeen gevolg gegeven?Graag een overzicht voor de NMBS, De Lijn, deTEC en de MIVB. Voor de NMBS had ik ook graageen overzicht per Gewest.3. Hoeveel inbreuken op «zwartrijden» werdenvastgesteld en vervolgd?Graag hierover een overzicht voor de NMBS, DeLijn, de TEC en de MIVB. Voor de NMBS had ik ookgraag een overzicht per Gewest.Question n o 165 de M. Michel Doomst du 30 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre dela Justice et des Réformes institutionnelles:Transports en commun. — Infractions constatées.Au cours des dernières années, les agressions àl’encontre de voyageurs et de membres du personneldes transports en commun se sont multipliées. Lesautres infractions à la réglementation sont égalementen augmentation.1. Combien d’infractions ont-elles fait l’objet depoursuites pénales?Pourriez-vous me fournir un aperçu des différentstypes d’infractions, ainsi qu’un aperçu par région?2. Combien de cas d’agression ont-ils fait l’objet depoursuites pénales?Pourriez-vous me fournir un aperçu de ces donnéespour la SNCB, De Lijn, les TEC et la STIB? En ce quiconcerne la SNCB, je souhaiterais également obtenirun aperçu par région.3. Combien de cas de resquillage ont-ils été constatéset poursuivis?Pourriez-vous me fournir un aperçu de ces donnéespour la SNCB, De Lijn, les TEC et la STIB? En ce quiconcerne la SNCB, je souhaiterais également obtenirun aperçu par région.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 39692 - 6 - 2008DO 2007200803414 DO 2007200803414Vraag nr. 166 van de heer Michel Doomst van 30 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Justitie en Institutionele Hervormingen:Opheldering van eigendomsdelicten.Een verhoging van de ophelderingsgraad, en in hetbijzonder voor de meest zware eigendomsdelicten, iséén van de beleidsdoelstellingen in het nieuwe veiligheidsplan.1. Hoeveel eigendomsdelicten vonden er plaats in2004, 2005, 2006 en 2007? Graag een overzicht perGewest.2. Hoeveel eigendomsdelicten, daterend uit 2004 —2007 werden opgehelderd?Graag een overzicht per Gewest.Question n o 166 de M. Michel Doomst du 30 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre dela Justice et des Réformes institutionnelles:Élucidation des délits contre la propriété.L’augmentation du taux d’élucidation, notammentdes délits contre la propriété les plus graves, constituel’un des objectifs majeurs du nouveau plan de sécurité.1. Combien de délits contre la propriété ont-ils étécommis dans chacune des Régions en 2004, 2005, 2006et 2007?2. Combien de délits contre la propriété commis aucours de la période 2004-2007 ont-ils été élucidés danschacune des Régions?DO 2007200803415 DO 2007200803415Vraag nr. 167 van de heer Michel Doomst van 30 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Justitie en Institutionele Hervormingen:Onderzoek naar gekraakte politiewebsite.Een paar maanden geleden werd de website van depolitiezone Rupel gekraakt. Om het onderzoek niet teschaden werd geen inhoud van het onderzoek vrijgegeven.Er werd toen wel verzekerd dat alles in hetwerk zou gesteld worden om dergelijk voorval in detoekomst te voorkomen. Hiervoor zou onder meer dehulp ingeroepen worden van Federal Computer CrimeUnit.Question n o 167 de M. Michel Doomst du 30 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre dela Justice et des Réformes institutionnelles:Enquête sur le piratage d’un site internet de la police.Le site internet de la zone de police Rupel a étépiraté voici quelques mois. Pour ne pas nuire àl’enquête, aucune information n’a été divulguée sur lesujet. Il a toutefois été assuré, à l’époque, que toutserait mis en œuvre pour éviter que pareils incidents sereproduisent. À cet effet, il serait fait appel, entreautres à la Federal Computer Crime Unit.1. Hoever staat het onderzoek naar de hackers? 1. Où en est l’enquête sur les pirates informatiques?2. Zijn er maatregelen getroffen om dergelijk incidentin de toekomst te voorkomen?2. Des mesures ont-elles été prises pour éviter larépétition de tels incidents?DO 2007200803438 DO 2007200803438Vraag nr. 169 van mevrouw Sarah Smeyers van30 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Justitie en Institutionele Hervormingen:Belspelletjes op televisie. — Licenties.In januari 2007 trad het koninklijk besluit van10 oktober 2006, dat een wettelijk kader moest scheppenvoor de zogenaamde «belspelletjes op televisie»,in werking. Nadat de Kansspelcommissie in het voorjaarvan 2007 de Vlaamse televisiezenders effectief eenQuestion n o 169 de M me Sarah Smeyers du 30 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre dela Justice et des Réformes institutionnelles:Jeux téléphoniques à la télévision. — Licences.L’arrêté royal du 10 octobre 2006, qui devait créerun cadre légal pour les «jeux téléphoniques à la télévision»,est entré en vigueur en janvier 2007. Malgré laréglementation existante, de nombreuses infractionsont encore été constatées après que la Commission desKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3970 QRVA 52 0202 - 6 - 2008vergunning voor het uitzenden van deze belspelletjestoekende, werden — ondanks de bestaande reglementering— nog tal van overtredingen vastgesteld.In mei 2007 zou de Kansspelcommissie echter dehuidige licenties evalueren.jeux de hasard avait effectivement octroyé au printemps2007 une licence aux chaînes de télévisionflamandes pour l’émission de ces jeux téléphoniques.En mai 2007, la Commission des jeux de hasarddevait toutefois soumettre les licences actuelles à uneévaluation.1. Kan u het resultaat van deze evaluatie meedelen? 1. Pouvez-vous communiquer le résultat de cetteévaluation?2. De Kansspelcommissie zou ook tweemaal perjaar de bestaande belspelletjes controleren.2. La Commission des jeux de hasard devait égalementcontrôler les jeux téléphoniques existants deuxfois par an.a) Is er al zo’n controle gehouden? a) Un tel contrôle a-t-il déjà eu lieu?b) Zo ja, wat waren de resultaten daarvan? b) Dans l’affirmative, quels en ont été les résultats?c) Zo neen, wanneer staat deze controle gepland? c) Dans la négative, quand ce contrôle est-il prévu?DO 2007200803465 DO 2007200803465Vraag nr. 170 van de heer Renaat Landuyt van30 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Justitie en Institutionele Hervormingen:Invordering van penale boetes.Het Rekenhof besluit uit een onderzoek dat zij in2007 voerde dat, wat betreft de invordering van penaleboetes, er op de FOD Justitie en de FOD Financiënheel wat verkeerd loopt. Meer dan de helft van de nietbetaaldepenale boetes zou niet meer worden ingevorderd.1. Heeft u cijfers over het aantal niet-betaaldepenale boetes voor het jaar 2007?2. Hoe verhouden deze cijfers zich tot de vorigejaren?3. Kan u ook een opsplitsing geven van deze cijfersper gerechtelijk arrondissement?Question n o 170 de M. Renaat Landuyt du 30 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre dela Justice et des Réformes institutionnelles:Recouvrement des amendes pénales.La Cour des comptes conclut d’une enquête relativeau recouvrement des amendes pénales qu’elle a menéeen 2007 que le SPF Justice et le SPF Finances sontconfrontés à de nombreux problèmes. Plus de la moitiédes amendes pénales non payées ne seraient plusrecouvrées.1. Disposez-vous de chiffres concernant le nombred’amendes pénales non payées en 2007?2. Comment ces chiffres ont-ils évolué par rapportaux années précédentes?3. Pourriez-vous également répartir ces chiffres pararrondissement judiciaire?Vice-eersteministeren minister van Werken Gelijke KansenVice-première ministreet ministre de l’Emploiet de l’Égalité des chancesDO 2007200803054 DO 2007200803054Vraag nr. 54 van de heer François Bellot van 24 april2008 (Fr.) aan de vice-eersteminister en ministervan Werk en Gelijke Kansen:Departementen. — Energiebesparingsprogramma.Mijn vraag betreft het investeringsprogramma dat uop uw departement heeft opgezet om het energieverbruikterug te dringen.Question n o 54 de M. François Bellot du 24 avril 2008(Fr.) à la vice-première ministre et ministre del’Emploi et de l’Égalité des chances:Départements. — Programme d’économie d’énergie.Ma question concerne le programme d’investissementsque vous avez mis en œuvre dans votre départementen vue de réduire la consommation d’énergie.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 39712 - 6 - 20081. Welke maatregelen worden er in uw departementgetroffen:a) met het oog op de vervanging van de enkele beglazingdoor dubbele;b) met het oog op het gebruik van milieuvriendelijkerevoertuigen;c) met het oog op een optimale verlichting van dekantoren, waarbij de verlichting in ongebruiktegemeenschappelijke ruimten uitgeschakeld wordt?2. Welke instructies moeten de ambtenaren volgenmet betrekking tot de computerapparatuur, wanneerze hun kantoor verlaten (verplicht uitzetten van depc’s)?3. Welke maatregelen zouden uw departementen,ingeval een van uw departementen kantoorruimte zouhuren, hebben getroffen om de eigenaars ertoe aan tezetten de noodzakelijke energiebesparende technischeingrepen te doen?1. Quelles mesures sont prises dans votre département:a) pour assurer le remplacement des simples vitragespar des doubles vitrages;b) pour utiliser des véhicules à indices environnementauxplus respectueux de l’environnement;c) pour assurer une qualité d’éclairage optimale pourles occupants des bureaux tout en assurant l’arrêtde ces éclairages dans les locaux communs nonutilisés?2. Quelles mesures sont prises notamment eu égardau fonctionnement du matériel informatique (fermetureobligatoire des PC) dès que les agents quittent lesbureaux?3. Dans l’hypothèse où l’un de vos départementslouerait des surfaces de bureaux, quelles mesures incitativesvos départements auraient-ils prises poursuggérer aux propriétaires d’apporter les mesurestechniques indispensables pour réduire la consommationd’énergie?DO 2007200803096 DO 2007200803096Vraag nr. 55 van mevrouw Katia Della Faille deLeverghem van 25 april 2008 (N.) aan de viceeersteministeren minister van Werk en GelijkeKansen:Oudere holebi’s. — Uitvoering resolutie.Op 2 juni 2005 werd in het Parlement een resolutiegoedgekeurd tot erkenning van de specifieke problematiekvan oudere holebi’s in België (Parl. St., Senaat,2003-2004, nrs. 3-703/1 tot 4). Concreet werd de regeringgevraagd: de nodige wettelijke maatregelen tebewaken om de gelijke behandeling te waarborgen; erbij de regeringen van de deelgebieden op aan te dringenom maatregelen te treffen om het geestelijke enfysiek welzijn van oudere holebi’s te ondersteunen; derust- en verzorgingstehuizen te verplichten een holebivriendelijkebeleid te voeren; aandacht te hebben voorde grote eenzaamheidsproblematiek bij oudereholebi’s.Uit het antwoord op een eerder gestelde schriftelijkevraag bleek dat er begin 2007 nog niet veel wasgebeurd om deze resolutie uit te voeren. Nu we opnieuwmeer dan een jaar later zijn, en er een nieuwebevoegde minister voor Gelijke Kansen is, rijst devraag welk statuut deze resolutie, waarvan de inhoudmeer dan ooit actueel blijft, nog zal krijgen. (VraagQuestion n o 55 de M me Katia Della Faille de Leverghemdu 25 avril 2008 (N.) à la vice-premièreministre et ministre de l’Emploi et de l’Égalitédes chances:Personnes âgées homosexuelles, lesbiennes et bisexuelles.— Exécution de la résolution.Le 2 juin 2005, le Parlement a adopté une résolutionvisant à reconnaître les problèmes spécifiquesauxquels sont confrontées en Belgique les personnesâgées homosexuelles, lesbiennes et bisexuelles (Doc.parl., Sénat, 2003-2004, nos 3-703/1 à 4). Concrètement,il avait été demandé au gouvernement de veillerà l’application des mesures légales permettant degarantir l’égalité de traitement, d’insister auprès desgouvernements des communautés et régions pourqu’ils prennent des mesures visant à renforcer le bienêtremental et physique des personnes âgées gay,lesbiennes et bisexuelles, d’obliger les maisons derepos et de soins à mener une politique accueillante àl’égard de ces dernières et de se pencher sur le grandproblème de solitude auquel elles sont confrontées.Il ressort d’une réponse à une question écrite poséeprécédemment que, début 2007, quasiment aucuneinitiative n’avait été prise pour exécuter cette résolution.Plus d’une année s’est écoulée aujourd’hui. Aprésent que le nouveau ministre pour l’égalité deschances a été désigné, on peut se demander quelle suitesera réservée à cette résolution dont le contenu est plusKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3972 QRVA 52 0202 - 6 - 2008nr. 96 van 13 maart 2006 van Annemie Turtelboom,Vragen en Antwoorden, Kamer, 2006-2007, nr. 155van 26 februari 2007, blz. 30 104).1. Overweegt u zich ertoe te verbinden om de resolutiedie tijdens de vorige legislatuur werd aangenomen,maar niet uitgevoerd werd, zelf verder uit tevoeren?2. Welke maatregelen, die expliciet waren gerichtop de uitvoering van deze resolutie, werden er in hetverleden reeds genomen?3. Welke maatregel en acties overweegt u, en bijuitbreiding de ganse regering, te nemen met het oog opde uitvoering van elk van deze vier punten van dezeresolutie?4. Welke maatregelen staan meer bepaald op stapelmet betrekking tot het implementeren van een holebivriendelijkbeleid in rusthuizen.5. Overweegt u uw bevoegde collega’s van de deelgebiedenaan te manen om maatregelen te treffen omhet geestelijk en fysiek welzijn van oudere holebi’steondersteunen?actuel que jamais. (Question n o 96 du 13 mars 2006d’Annemie Turtelboom, Questions et Réponses,Chambre, 2006-2007, n o 155 du 26 février 2007,p. 30 104).1. Comptez-vous vous engager à poursuivre l’exécutionde la résolution adoptée mais non exécutée sousla précédente législature?2. Quelles mesures destinées à exécuter cette résolutionont été prises par le passé?3. Quelles mesures et actions envisagez-vouspersonnellement — et l’ensemble du gouvernementpar extension en vue de la mise en œuvre des quatrepoints de cette résolution?4. Quelles mesures sont plus spécifiquement enpréparation en ce qui concerne l’instauration d’unepolitique favorable aux personnes homosexuelles,lesbiennes et bisexuelles dans les maisons de repos?5. Envisagez-vous d’inviter vos collègues compétentsdes entités fédérées à prendre des mesures pourcontribuer au bien-être mental et physique des personnesâgées homosexuelles, lesbiennes et bisexuelles?DO 2007200803141 DO 2007200803141Vraag nr. 56 van mevrouw Hilde Vautmans van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Werk en Gelijke Kansen:Question n o 56 de M me Hilde Vautmans du 28 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministrede l’Emploi et de l’Égalité des chances:Dimona-aangiften. — Website. — Problemen. Déclarations Dimona. — Site Internet. — Problèmes.Vanaf 1 juli 2006 startte de verplichte aangifte van À partir du 1 er juillet 2006, la déclaration Dimonagelegenheidsarbeid voor de sectoren landbouw (PC obligatoire a été élargie aux travailleurs occasionnels144), tuinbouw (PC 145), horeca (PC 302) en interim dans les secteurs de l’agriculture (CP 144), de(PC 322). De zogenaamde «Dimona».l’horticulture (CP 145), de l’horeca (CP 302) et del’intérim (CP 322).De Dimona-aangifte kan gedaan worden via één La déclaration Dimona peut s’effectuer par l’un desvan onderstaande kanalen:canaux suivants:— via een telefoon met druktoetsen (vocale server); — au moyen d’un téléphone à touches (serveur vocal);— via internet, door gebruik te make van de Dimonatoepassing;— par l’Internet, en utilisant l’application Dimona;— via internet, door gebruik te maken van de toepassingMulti-Dimona (Dimona via het personeelsbestand);— par l’Internet, en utilisant l’application Multi-Dimona (Dimona par fichier du personnel);— via GSM (Quick Smart Dimona-toepassing); — par GSM (application Quick Smart Dimona);— door gebruik te maken van gestructureerde berichten.— par messages structurés.Internet biedt een goedkope en snelle manier omdeze dagelijkse rompslomp efficiënt af te werken. HetL’Internet offre une solution avantageuse et rapidepour remplir efficacement ces formalités journalières.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 39732 - 6 - 2008systeem zou echter vaak plat liggen waardoor het uiteindelijkmeer tijd kost dan het gebruiken van eenalternatieve methode.1.a) Hoeveel mensen maken gebruik van de verschillendeaangiftemogelijkheden?b) Kan u een overzicht geven per methode, per sector,per provincie?2. Hoe vaak ligt de website waar de aangiftegedaan moet worden, plat?Or le système serait souvent inaccessible et la déclarationélectronique prendrait finalement plus de tempsqu’une autre méthode.1.a) Combien de personnes utilisent les canauxsusmentionnés pour faire une déclarationDimona?b) Pourriez-vous me fournir un aperçu par méthode,secteur et province?2. À quelle fréquence le site Internet dédié auxdéclarations Dimona est-il hors service?3. Hoelang duren deze onderbrekingen telkens? 3. Combien de temps durent ces interruptions?4.a) Is hiernaar reeds onderzoek verricht?b) Zo ja, wat waren de conclusies en worden er maatregelengetroffen?c) Zo neen, waarom niet en is dit gepland voor detoekomst?4.a) Ce problème a-t-il déjà été étudié?b) Dans l’affirmative, quelles ont été les conclusionsde l’étude et des mesures seront-elles prises?c) Dans la négative, pourquoi et est-il prévu del’étudier à l’avenir?DO 2007200803142 DO 2007200803142Vraag nr. 57 van mevrouw Hilde Vautmans van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Werk en Gelijke Kansen:Externe diensten voor preventie en bescherming op hetwerk.Uit casuïstiek blijkt dat de inspectie problemenmaakt over een situatie waarin verpleegkundigen vanéén bedrijf werken voor een naburig bedrijf met eenexterne arts. Dit zou niet in overeenstemming zijn metartikel 25 van het koninklijk besluit van 27 maart 1998betreffende de externe diensten voor preventie enbescherming op het werk. Dat bepaalt dat de preventieadviseur-arbeidsgeneesheeruitsluitend wordt bijgestaandoor personeel dat deel uitmaakt van de afdelingbelast met het medisch toezicht. Evenwel bepaalt hetartikel niet uitdrukkelijk dat het moet gaan om personeelvan de eigen externe dienst.1. Is de situatie waarbij verpleegkundigen van éénbedrijf werken voor een naburig bedrijf met eenexterne arts niet conform artikel 25 van het koninklijkbesluit van 27 maart 1998 betreffende de externe dienstenvoor preventie en bescherming op het werk?2. Uit welke bewoordingen in het voornoemdekoninklijk besluit van 27 maart 1998 blijkt precies datQuestion n o 57 de M me Hilde Vautmans du 28 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministrede l’Emploi et de l’Égalité des chances:Services externes pour la prévention et la protection autravail.Il semblerait que les services d’inspection dénoncentla situation dans laquelle des infirmiers d’une entreprisetravaillent pour le compte d’une entreprisevoisine disposant, pour sa part, d’un médecin externe.Une telle collaboration ne serait pas conforme au prescritde l’article 25 de l’arrêté royal du 27 mars 1998relatif aux services externes pour la prévention et laprotection au travail, qui dispose que le conseiller enprévention-médecin du travail est exclusivementassisté par du personnel appartenant à la section chargéede la surveillance médicale. Cet article ne prévoitcependant pas explicitement que ce personnel doitfaire partie du service externe de l’entreprise ellemême.1. Une situation dans laquelle des infirmiers quidépendent d’une entreprise travaillent pour une entreprisevoisine disposant d’un médecin externe va-t-elleà l’encontre du prescrit de l’article 25 de l’arrêté royaldu 27 mars 1998 relatif aux services externes pour laprévention et la protection au travail?2. Quelles dispositions de l’arrêté royal du 27 mars1998 susvisé permettent de conclure que le conseillerKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3974 QRVA 52 0202 - 6 - 2008het moet gaan om personeel van de eigen externedienst?3. Heeft u kennis van meerdere probleemgevallendienaangaande?4. Hoeveel «overtredingen» in deze zin heeft de inspectievorig jaar vastgesteld?en prévention ne peut se faire assister que par dupersonnel du service externe de l’entreprise ellemême?3. Avez-vous connaissance d’autres situations dumême type?4. Combien d’«infractions» de ce type l’inspectiona-t-elle constatées l’an dernier?DO 2007200803143 DO 2007200803143Vraag nr. 58 van mevrouw Hilde Vautmans van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Werk en Gelijke Kansen:Schildersbedrijven. — Verplicht wassen van de werkkledij.Een schildersbedrijf wordt met een specifiek probleemgeconfronteerd met betrekking tot het verplichtwassen van de kledij van het personeel. Een probleemdat overigens ook in andere ondernemingen kan voorvallen.Meer bepaald blijken er werknemers te zijn dieweigeren om hun werkkledij door de onderneming telaten wassen omdat ze allergisch reageren op demeeste wasproducten.1. Heeft een werknemer het recht om aan zijn werkgeverte weigeren om zijn werkkledij te laten schoonmaken?Question n o 58 de M me Hilde Vautmans du 28 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministrede l’Emploi et de l’Égalité des chances:Entreprises de peinture. — Nettoyage obligatoire desvêtements de travail.Une entreprise de peintures est confrontée à unproblème spécifique relatif au nettoyage obligatoiredes vêtements de son personnel. Ce problème peutégalement se poser dans d’autres entreprises. Il s’avèreainsi que des travailleurs refusent de faire nettoyerleurs vêtements de travail par l’entreprise parce qu’ilssont allergiques à la plupart des produits de lessive.1. Un travailleur a-t-il le droit de refuser que sonemployeur nettoie ses vêtements de travail?2. Zo ja, wanneer? 2. Dans l’affirmative, dans quels cas?3. Welke oplossing moet een werkgever bieden aanhet probleem van een werknemer die weigert om zijnwerkkledij te laten schoonmaken omwille van allergischereacties?4.a) Welke regeling bepaalt de wetgeving?b) Zo er geen is, overweegt u een initiatief te nemenom dit hiaat weg te werken?3. Quelle solution un employeur doit-il proposerlorsqu’un travailleur refuse que ses vêtements detravail soient nettoyés parce qu’il est allergique auxproduits de lessive?4.a) Quelle est la réglementation prévue dans la législation?b) S’il n’y en a pas, envisagez-vous de prendre uneinitiative pour régler ce problème?5. Welke regeling denkt u te treffen? 5. Quelles mesures pensez-vous prendre?DO 2007200803144 DO 2007200803144Vraag nr. 59 van mevrouw Hilde Vautmans van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Werk en Gelijke Kansen:Schildersbedrijven. — Schoonmaken van werkkledij.— Definitie van «werkkledij».Schildersbedrijven zijn verplicht om de werkkledijvan hun personeel te laten schoonmaken. EvenwelQuestion n o 59 de M me Hilde Vautmans du 28 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministrede l’Emploi et de l’Égalité des chances:Entreprises de peinture. — Nettoyage de vêtements. —Définition de la notion de «vêtements de travail».Les entreprises de peinture sont tenues de faireprocéder au nettoyage des vêtements de travail de leurKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 39752 - 6 - 2008blijkt in de praktijk dat werknemers niet alleen hunwerkkledij maar ook onderbroeken, kousen, zakdoekenen dergelijke inleveren om te laten wassen.1. Wat wordt er precies verstaan onder«werkkledij»?2. Mogen of moeten werknemers ook hun ondergoed,kousen, zakdoeken en dergelijke toevoegen aande te wassen werkkledij?3. Zo neen, kan de werkgever zonder meer weigerenom deze stukken te laten reinigen?personnel. Or, il s’avère dans la pratique que lestravailleurs donnent ainsi à nettoyer non seulementleurs vêtements de travail mais aussi caleçons, chaussettes,essuie-mains, etc.1. Que faut-il entendre exactement par la notion de«vêtements de travail»?2. Les travailleurs peuvent-ils ou doivent-ils égalementjoindre aux vêtements à laver leurs sousvêtements,chaussettes, essuie-mains, etc?3. Dans la négative, l’employeur peut-il toutsimplement refuser de faire procéder aux nettoyage deces pièces?DO 2007200803145 DO 2007200803145Vraag nr. 60 van mevrouw Hilde Vautmans van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Werk en Gelijke Kansen:Schildersbedrijven. — Reglementering inzake technischewerkloosheid.Schildersbedrijven stoten vaak op problemen inzakede regelgeving omtrent technische werkloosheid. Hunwerknemers mogen maximaal 25 dagen werkloos zijnwegens slecht weer of omwille van economische redenen.Vanaf de 26ste dag moet de baas het stempelgeldhelpen betalen. Gezien ons vochtig klimaat, wordt hetwerken vaak onmogelijk gemaakt. Daarenbovenstoten kleine schildersbedrijven, die veel werken bijparticulieren, ook op andere zaken die het werkenbemoeilijken. Zo wensen particulieren dergelijkewerken niet te laten uitvoeren tijdens examens- of verlofperiodes.Ook in de nieuwjaarsperiode wenst mendit liever niet. Wanneer een schilder de werken wilstarten op vrijdag bijvoorbeeld, krijgt hij de vraag tewillen wachten tot na het weekend. Ander voorbeeld:wanneer de werken van een nieuwbouw in vertragingzijn, wordt het schildersbedrijf pas op het laatsteogenblik verwittigd zodat het niet altijd mogelijk is deplanning om te gooien. Rekening houdend met al dezeomstandigheden, is het duidelijk dat 25 dagen technischewerkloosheid werkelijk miniem zijn.Schildersbedrijven die een periode van vier wekenwerkloosheid aanvragen worden daarenboven verplichtom na afloop van die periode opnieuw aan deslag te gaan. Indien dan op het laatste nippertje blijktdat de werf niet klaar geraakt, kan er geen werkloosheidmeer worden ingeroepen.Question n o 60 de M me Hilde Vautmans du 28 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministrede l’Emploi et de l’Égalité des chances:Entreprises de peinture en bâtiment. — Réglementationen matière de chômage technique.La réglementation en matière de chômage techniquepose souvent des problèmes aux entreprises de peintureen bâtiment. Les travailleurs actifs dans ce secteurpeuvent chômer un maximum de 25 jours en raisond’intempéries ou pour des raisons économiques, aprèsquoi le patron doit intervenir dans le paiement desallocations de chômage. Or il arrive fréquemment quenotre climat humide entraîne l’interruption forcée destravaux. Par ailleurs, les petites entreprises de peinture,souvent actives chez des particuliers, sont encoreconfrontées à d’autres problèmes rendant difficile cetteactivité. Ainsi, les particuliers ne souhaitent pas faireexécuter ces travaux de peinture durant les périodesd’examens ou de vacances ou encore, aux alentours dela nouvelle année. Nous pouvons encore citerl’exemple du peintre désireux de commencer à travaillerle vendredi auquel il sera demandé de venir après leweek-end ou de l’entreprise de peinture qui, avertie inextremis d’un retard dans la construction d’unnouveau bâtiment, ne peut pas toujours modifier sonplanning. Compte tenu de toutes ces circonstances, ilest clair que les 25 jours de chômage technique accordésà ces sociétés constituent un quota extrêmementfaible.Les entreprises de peinture en bâtiment qui demandentune période de quatre semaines de chômage sontde plus tenues de reprendre le travail à l’issue de cettepériode. S’il apparaît au dernier moment que le chantiern’est pas achevé, plus aucun jour de chômage nepeut être obtenu.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3976 QRVA 52 0202 - 6 - 20081. Werd u reeds op de hoogte gebracht van de praktischeproblemen die de reglementering inzake technischewerkloosheid stelt aan de schildersbedrijven?2. Overweegt u overleg te plegen met de sector omde probleempunten te inventariseren?3. Overweegt u om de huidige reglementering bij testuren in functie van de noden van de sector?1. Les difficultés d’ordre pratique auxquelles laréglementation en matière de chômage techniqueexpose les entreprises de peinture ont-elles déjà étéportées à votre connaissance?2. Envisagez-vous une concertation avec le secteuren vue de dresser un inventaire des problèmes?3. Envisagez-vous une modification de la réglementationactuelle en fonction des besoins du secteur?DO 2007200803186 DO 2007200803186Vraag nr. 61 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Werk en Gelijke Kansen:Werklozen die ziekte inroepen om een job te weigeren.— Werkgevers. — Onjuiste verklaringen.In antwoor op mijn schriftelijke vraag met betrekkingtot werklozen die ziekte inroepen om een job teweigeren verwijst de minister naar het feit dat de RVAeen proces-verbaal kan opstellen wanneer die meentdat werkgevers onjuiste verklaringen hebben afgelegddie aanleiding kunnen geven tot betaling van uitkeringenwaarop de werknemer geen aanspraak kan maken(vraag nr. 17 van 23 oktober 2007, Vragen enAntwoorden, Kamer, 2007-2008, nr. 7, blz. 460-463).1. Hoeveel processen-verbaal werden in de periode2003-2007 opgesteld tegen werkgevers in het Vlaamse,respectievelijk Waalse Gewest en in Brussel, die onjuisteverklaringen hebben afgelegd?2. In hoeveel gevallen hebben die processen-verbaalgeleid tot een schorsing van de uitkering van debetrokken werknemers?3. Hoeveel uitkeringsgelden heeft de RVA teruggevorderd(opgedeeld per jaar en per regio)?4. Welke sancties zijn er aan dergelijke onjuiste verklaringengekoppeld in hoofde van de werkgevers?Question n o 61 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministrede l’Emploi et de l’Égalité des chances:Chômeurs qui invoquent une maladie pour refuser unemploi. — Employeurs. — Fausses déclarations.En réponse à ma question écrite relative auxchômeurs qui invoquent une maladie pour refuser unemploi, le ministre fait allusion au fait que l’ONEmpeut dresser un procès-verbal lorsqu’il estime que desemployeurs ont fait de fausses déclarations pouvantdonner lieu au paiement d’allocations auxquelles letravailleur n’avait pas droit (question n o 17 du 23 octobre2007, Questions et Réponses, Chambre, 2007-2008, n o 7, pp. 460-463).1. Combien de procès-verbaux ont été dressés aucours de la période 2003-2007 à l’encontred’employeurs des Régions flamande, wallonne etbruxelloise respectivement qui avaient fait de faussesdéclarations?2. Dans combien de cas, ces procès-verbaux ont-ilsconduit à une suspension du paiement de l’allocationpour les travailleurs concernés?3. De quels montants au total l’ONEm a-t-ilréclamé la récupération (par an et par région)?4. Quelles sont, pour les employeurs, les sanctionsliées à ce type de fausses déclarations?DO 2007200803187 DO 2007200803187Vraag nr. 62 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Werk en Gelijke Kansen:Vakbondsafdelingen. — Statuut van onderneming inmoeilijkheden of herstructurering.In antwoord op mijn schriftelijke vraag blijkt datvorig jaar een vijftal vakbondsafdelingen het statuutvan onderneming in moeilijkheden of herstructureringQuestion n o 62 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministrede l’Emploi et de l’Égalité des chances:Sections syndicales. — Statut d’entreprise en difficultéou en restructuration.En réponse à ma question écrite, il m’a été communiquéque cinq sections syndicales ont obtenu l’annéedernière le statut d’entreprise en difficulté ou enKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 39772 - 6 - 2008hebben verkregen (vraag nr. 42 van 13 november 2007,Vragen en Antwoorden, Kamer, 2007-2008, blz. 464-466). In een verklaring naar de oorzaak van de problemenverwijst ABVV-voorzitter Rudy De Leeuw naarde fors negatieve kasstroom in de betrokken werkloosheidskassen.Die negatieve kasstroom zou dan weerhet gevolg zijn van de dalende werkloosheid.1. Hoeveel bedroegen de administratieve onkostenvergoedingen,opgesplitst per regionale afdeling en perjaar, die de overheid heeft betaald aan de verschillendevakbonden voor het uitbetalen van de werkloosheidsuitkeringenin de periode 2003-2007?2. Hoeveel heeft de overheid, opgesplitst per regionaleafdeling van elke betrokken vakbond, afgelopenjaar kunnen besparen omwille van de dalende werkloosheid?restructuration (question n o 42 du 13 novembre 2007,Questions et Réponses, Chambre, 2007-2008, pp. 464-466). Amené à s’expliquer sur les raisons de ces difficultés,le président de la FGTB flamande, Rudy DeLeeuw, a fait référence au flux de caisse très négatifsdans les caisses de chômage concernées. Ce flux decaisse négatif résulterait lui-même de la baisse duchômage.1. À combien se sont élevées les indemnités administrativespour frais supportés, ventilées par sectionrégionale et par année, que les pouvoirs publics ontversées aux différents syndicats pour leur permettre depayer les allocations de chômage au cours de lapériode 2003-2007?2. Combien les pouvoirs publics ont-ils pu économiserl’année dernière grâce à la baisse du chômage?Pourriez-vous répartir ce montant entre les différentessections régionales de chaque syndicat concerné?DO 2007200803188 DO 2007200803188Vraag nr. 63 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Werk en Gelijke Kansen:Dienstboden. — Verzekeringsovereenkomsten.Krachtens artikel 18 van het koninklijk besluit van28 november 1969 tot uitvoering van de wet van27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van28 december 1944 betreffende de maatschappelijkezekerheid der arbeiders, is de RSZ-wetgeving niet vantoepassing op dienstboden die hoofdzakelijk huishoudelijkearbeid van lichamelijke aard verrichten en dieniet inwonen bij hun werkgever op voorwaarde dat zijgeen vier uur per dag bij eenzelfde werkgever of 24 uurper week bij verschillende werkgevers presteren. Dezewerknemers zijn wel onderhevig aan de arbeidsongevallenwet,waardoor de werkgevers voor hen een verzekeringsovereenkomstmoeten sluiten.Hoeveel verzekeringsovereenkomsten werden in hetjaar 2005 en in het jaar 2006 gesloten voor dergelijkewerknemers in:Question n o 63 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministrede l’Emploi et de l’Égalité des chances:Personnel de maison. — Contrats d’assurances.En vertu de l’article 18 de l’arrêté royal du 28 novembre1969 pris en exécution de la loi du 27 juin 1969revisant l’arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant lasécurité sociale des travailleurs, la législation relative àla sécurité sociale ne s’applique pas aux employés demaison qui effectuent principalement des travauxménagers de nature physique et qui ne sont pas logéschez leur employeur, lorsque la durée de leur occupationn’atteint pas quatre heures par jour chez un mêmeemployeur, ni vingt-quatre heures par semaine chez unou plusieurs employeurs. Ces travailleurs sont néanmoinssoumis à la loi sur les accidents du travail envertu de laquelle les employeurs sont tenus de conclureun contrat d’assurances pour ces travailleurs.Combien de contrats d’assurances ont-ils étéconclus pour ces travailleurs au cours des années 2005et 2006 en:1. het Vlaamse Gewest; 1. Région flamande;2. het Waalse Gewest; 2. Région wallonne;3. het Brusselse Gewest? 3. Région bruxelloise?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3978 QRVA 52 0202 - 6 - 2008DO 2007200803189 DO 2007200803189Vraag nr. 64 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Werk en Gelijke Kansen:Werklozen- Opstarten van een zelfstandige activiteit.— Toekenning achtergestelde leningen.In de periode 2000-2004 werden 2004 achtergesteldeleningen toegekend aan werklozen die een zelfstandigeactiviteit opstartten. In de periode mei 2005-juli 2005evalueerde het Participatiefonds in het kader van eenproject alle toenmalige 117 steunpunten gespecialiseerdin de begeleiding (waaronder KMO-organisaties).1. Hoeveel achtersgestelde leningen werden in 2005en 2006jaarlijks toegekend aan werklozen? Graagkreeg ik de cijfers opgesplitst per Gewest en volgensgeslacht.2.a) Hoeveel van de ondernemingen die in deze periodezijn opgestart werden vroegtijdig stopgezet?b) In welke sectoren en regio’s vonden de meestestopzettingen plaats?c) Hoeveel procent van de werklozen die in Vlaanderen,respectievelijk Brussel en Wallonië een eigenzaak opstartten hielden het langer dan negen jaarvol?3.a) Werden er sinds de evaluatie door het Participatiefondsvan de 117 steunpunten gespecialiseerd inbegeleiding bijsturingen doorgevoerd?Question n o 64 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministrede l’Emploi et de l’Égalité des chances:Chômeurs se lançant dans une activité indépendante.— Octroi de prêts subordonnés.Au cours de la période 2000-2004, 2004 prêts subordonnésont été accordés à des chômeurs qui se sontlancés dans une activité indépendante. Pendant lapériode mai 2005-juillet 2005, le Fonds de participationa évalué, dans le cadre d’un projet, l’ensemble des117 structures d’appui spécialisées dans l’accompagnementexistant à l’époque (dont notamment des organisationsde PME).1. Combien de prêts subordonnés ont-ils été octroyéschaque année à des chômeurs en 2005 et 2006,ventilés si possible par Région et par sexe?2.a) Parmi les entreprises qui ont démarré leurs activitésau cours de cette période, combien ont-elles misprématurément un terme à leurs activités?b) Quels sont les secteurs et régions qui présentent leplus de cessations?c) Quel est le pourcentage des chômeurs qui se sontlancés dans une activité indépendante en Flandre,en Wallonie et à Bruxelles et qui ont maintenu leuractivité durant plus de neuf ans?3.a) Des corrections ont-elles été apportées depuisl’évaluation par le Fonds de participation des117 structures d’appui spécialisées dans l’accompagnement?b) Zo ja, welke? b) Dans l’affirmative, lesquelles?c) Hebben deze bijsturingen zich al ten goede latengevoelen op het terrein?c) Ces corrections ont-elles déjà porté leurs fruits surle terrain?DO 2007200803190 DO 2007200803190Vraag nr. 65 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Werk en Gelijke Kansen:Studentenarbeid.Met betrekking tot studentenarbeid ontving ik voorde periode 2005 tot en met september 2007 graag eenantwoord op de volgende vragen, telkens opgedeeldper jaar en per Gewest:Question n o 65 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministrede l’Emploi et de l’Égalité des chances:Travail des étudiants.En ce qui concerne le travail des étudiants, jesouhaiterais obtenir, pour la période de 2005 à septembre2007, une réponse par année et par Région auxquestions suivantes:KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 39792 - 6 - 20081. Hoeveel studenten verrichtten studentenarbeidonder het specifieke rsz-regime voor studenten?2. Hoeveel arbeidsdagen vertegenwoordigt hetvolume gewerkte uren in het kader van studentenarbeid?3. Wat was het aandeel van de uitzendkantoren inhet aantal contracten in het kader van studentenarbeid?4. Hoeveel bedroeg de opbrengst van sociale bijdragenuit studentenarbeid voor de sociale zekerheid?1. Combien d’étudiants ont travaillé sous le régimeONSS spécifique pour les étudiants?2. Combien de journées de travail représente levolume des heures de travail dans le cadre du travaildes étudiants?3. Quelle a été la part des bureaux d’intérim dans lenombre de contrats conclus dans le cadre du travaildes étudiants?4. Quel a été, pour la sécurité sociale, le montantdes recettes des cotisations sociales dues sur le travaildes étudiants?DO 2007200803191 DO 2007200803191Vraag nr. 66 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Werk en Gelijke Kansen:Dienstencheques. — Gemeenten arrondissementHalle-Vilvoorde.Met betrekking tot de dienstencheques rijzen devolgende vragen voor alle gemeenten van het arrondissementHalle-Vilvoorde:1. Over hoeveel erkende dienstenchequeondernemingenbeschikt elke gemeente of stad?Question n o 66 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministrede l’Emploi et de l’Égalité des chances:Titres-services. — Communes de l’arrondissement deHal-Vilvorde.En ce qui concerne les titres-services, les questionssuivantes se posent pour l’ensemble des communes del’arrondissement de Hal-Vilvorde:1. De combien d’entreprises de titres-servicesagréées chaque commune ou ville dispose-t-elle?2. Waar zijn ze gevestigd? 2. Où sont-elles établies?3. Hoeveel dienstencheques werden sinds juni2004 maandelijks aangekocht, respectievelijk ingewisseldin dit arrondissement?4. Hoeveel banen in absolute getallen heeft dit inhet arrondissement opgeleverd?5.a) Zijn er PWA-kantoren in deze gemeenten die noggeen aanvraag tot erkenning als erkende dienstenchequeonderneminghebben ingediend?3. Combien de titres-services ont été achetés etremboursés, par mois, depuis juin 2004, dans cetarrondissement?4. Combien d’emplois, en chiffres absolus, ont étécréés dans le cadre du système des titres-services danscet arrondissement?5.a) Certaines ALE dans ces communes n’ont-elles pasencore introduit de demande d’agrément commeentreprise de titres-services?b) Zo ja, welke? b) dans l’affirmative, lesquelles?DO 2007200803192 DO 2007200803192Vraag nr. 67 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Werk en Gelijke Kansen:Question n o 67 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministrede l’Emploi et de l’Égalité des chances:Uitzendarbeid. — Jaarlijkse groei. — Jongeren. Travail intérimaire. — Croissance annuelle. —Jeunes.Naar intussen jaarlijkse traditie voerde het ABVVop 19 september 2007 actie tegen uitzendarbeid.Comme chaque année, la FGTB a organisé le19 septembre 2007 une action contre le travail intéri-KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3980 QRVA 52 0202 - 6 - 2008Vooral het precaire statuut en het feit dat uitzendarbeidals instroomkanaal voor jongeren werkt, stootblijkbaar tegen de borst. De socialistische vakbondwijst op de geweldige groei van uitzendarbeid om aante tonen dat het met onze arbeidsmarkt de verkeerdekant op gaat. Evenwel hanteert men in de cijfers ookde overeenkomsten inzake studentenarbeid, terwijlmen het erover eens kan zijn dat bemiddeling van uitzendkantorenprecies heeft bijgedragen tot een grotererechtszekerheid voor studenten die een job uitvoeren.1. Hoeveel bedraagt de jaarlijkse groei van uitzendarbeidin Vlaanderen, respectievelijk Wallonië enBrussel de afgelopen drie jaar in absolute aantallen enin procent:maire. Elle s’insurge surtout contre le statut précairedes travailleurs intérimaires et contre le fait que letravail intérimaire se présente comme une voie d’accèsimportante au marché du travail pour les jeunes. Lesyndicat socialiste souligne l’essor important queconnaît le travail intérimaire pour démontrer quenotre marché du travail n’évolue pas de manière favorable.Les chiffres comprennent cependant aussi lescontrats d’occupation d’étudiants, alors qu’il est généralementadmis que le recours aux agences intérimairesa précisément contribué à offrir une plus grandesécurité juridique aux étudiants jobistes.1. Quelle a été la croissance annuelle du travailintérimaire en Flandre, en Wallonie et à Bruxelles aucours des trois dernières années, et ce en chiffres absoluset en pourcentage:a) zonder de studentenovereenkomsten; a) les contrats d’occupation d’étudiants non compris;b) met de studentenovereenkomsten? b) les contrats d’occupation d’étudiants inclus?2. Kan uit deze groei besloten worden dat uitzendarbeidleidt tot een meer precaire situatie vanwerknemers op de arbeidsmarkt?3. Hoe verhoudt het aandeel van uitzendarbeid(exclusief studentenovereenkomsten!) in België zichtot het aandeel van uitzendarbeid bij onze drie belangrijkstehandelspartners in de periode 2004-2007?4. Mag worden beweerd dat uitzendcontracten dekansen van jongeren op de arbeidsmarkt, en meerbepaald de kansen op een vast arbeidscontract, hypothekeren?5. Heeft het beroep doen op uitzendcontracten doorjobstudenten hun positie op de arbeidsmarkt verzwakt?6. Blijkt uit de cijfers dat uitzendcontracten de contractenvan onbepaalde duur meer en meer beginnen teverdringen?2. Peut-on déduire de cette croissance que le travailintérimaire entraîne une précarisation des travailleurssur le marché du travail?3. Comment se positionne la Belgique par rapport ànos trois principaux partenaires commerciaux en cequi concerne la part du travail intérimaire (les contratsd’occupation d’étudiants non compris) au cours de lapériode 2004-2007?4. Peut-on affirmer que les contrats de travail intérimairehypothèquent les chances des jeunes sur lemarché du travail, et plus particulièrement les chancesd’obtenir un contrat de travail à durée indéterminée?5. Le recours à des contrats de travail intérimairepour des emplois d’étudiants a-t-il affaibli la positionde ceux-ci sur le marché du travail?6. Ressort-il des chiffres que les contrats de travailintérimaire supplantent de plus en plus les contrats àdurée indéterminée?DO 2007200803193 DO 2007200803193Vraag nr. 68 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Werk en Gelijke Kansen:Dienstencheques. — Ondernemingen. — Verbaliseringenen sanctioneringen.Met betrekking tot dienstencheques moet de overheidtoezien op de naleving van de regelgeving.1. Hoeveel ondernemingen (opgedeeld per Gewest)werden in 2005 en 2006 door de inspectie geverbaliseerd,respectievelijk gesanctioneerd wegens:Question n o 68 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministrede l’Emploi et de l’Égalité des chances:Titres-services. — Entreprises. — Verbalisations etsanctions.Les pouvoirs publics doivent veiller au respect de laréglementation relative aux titres-services.1. En 2005 et 2006, combien d’entreprises (parRégion) ont été verbalisées et/ou sanctionnées par lesservices d’inspection pour avoir:a) het uitoefenen van niet toegelaten activiteiten; a) exercé des activités non autorisées;KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 39812 - 6 - 2008b) het vragen van meer dienstencheques dan het aantalgepresteerde uren;c) het niet dateren of antidateren van dienstencheques;d) het laten verrichten van prestaties in onderaanneming;e) de gebruiker te verplichten om niet gepresteerdeuren met dienstencheques te betalen in geval hijafwezig is?2. Hoeveel onterecht uitbetaalde tegemoetkomingendoor de overheid werden teruggevorderd?b) demandé plus de titres-services que le nombred’heures prestées;c) omis de dater ou avoir antidaté des titres-services;d) fait prester des services en sous-traitance;e) obligé l’utilisateur en cas d’absence de payer lesheures non prestées avec des titres-services?2. À combien s’élève le montant des interventionsindûment payées qui ont été récupérées par lespouvoirs publics?DO 2007200803194 DO 2007200803194Vraag nr. 69 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Werk en Gelijke Kansen:Question n o 69 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministrede l’Emploi et de l’Égalité des chances:Invoering label voor diversiteit. — Pilootproject. Instauration d’un label de diversité. — Projet-pilote.In het kader van de diversiteit op de arbeidsmarkt Dans le cadre de la diversité sur le marché duliep een pilootproject voor de invoering van een label travail, un projet-pilote portait sur l’instauration d’unvoor diversiteit. De evaluatie van het pilootproject en label de diversité. L’évaluation du projet-pilote et duhet label op zich was gepland voor eind februari 2007. label proprement dit étaient programmés pour finDe definitieve invoering van het label zou dan even février 2007. L’instauration définitive du label devaitnadien gebeuren.intervenir peu après.1. Hoeveel kandidaturen ontving de overheid voor 1. Combien de candidats à la participation audeelname aan het pilootproject?projet-pilote se sont-ils fait connaître auprès des autorités?2. Welke twaalf organisaties werden uiteindelijk 2. Quelles sont les douze organisations qui ont finalementété sélectionnées?geselecteerd?3. Hoe werd het pilootproject geëvalueerd? 3. Comment le projet-pilote a-t-il été évalué?4. Welke bijsturingen zijn noodzakelijk vooraleerhet «diversiteitslabel» definitief wordt ingevoerd?4. Quelles corrections sont nécessaires avantd’instaurer définitivement le «label de diversité»?5. Wanneer wordt het label definitief ingevoerd? 5. Quand le label sera-t-il définitivement instauré?6. Zal er — zoals vooropgesteld — een breedschaligeinformatiecampagne worden ontwikkeld?6. Une large campagne d’information sera-t-ellemenée, comme prévu ?7. Welk budget is daarvoor uitgetrokken? 7. Quel budget est prévu à cet effet?DO 2007200803195 DO 2007200803195Vraag nr. 70 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Werk en Gelijke Kansen:Werknemers. — Variabel deeltijds uurrooster. —Afwijkingsdocumenten. — Vervangende registratie.Werknemers tewerkgesteld in een variabel deeltijdsuurrooster moeten op de hoogte worden gebracht vanQuestion n o 70 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministrede l’Emploi et de l’Égalité des chances:Travailleurs. — Horaire variable à temps partiel. —Documents de dérogation. — Horaires de remplacement.Les travailleurs engagés dans un régime de travail àtemps partiel variable doivent être informés des modi-KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3982 QRVA 52 0202 - 6 - 2008eventuele wijzigingen in hun uurrooster. Deze afwijkingsdocumentenof de vervangende registratiemoeten door de werkgever vijf jaar worden bijgehoudenomdat ze een weerslag hebben op de loonberekeningmet de berekening van eventuele meeruren voorde bijkomende prestaties. Een aantal werkgevers isvan oordeel dat de plicht om deze documenten vijf jaarte bewaren voor administratieve overlast zorgt.1. Overweegt u te onderzoeken of de bewaartermijnvan afwijkingsdocumenten of de vervangenderegistratie kan worden ingekort of vervangen door eenadministratief eenvoudiger alternatief?2. Kan u voor 2006 en het eerste semester 2007meedelen:a) Bij hoeveel bedrijven, opgesplitst per Gewest,werden inbreuken inzake deeltijdse arbeid vastgesteld?b) Hoeveel van deze inbreuken werden vervolgd doorde correctionele rechtbank, of was er een minnelijkeschikking door de arbeidsauditeur?c) Hoeveel van deze inbreuken werden gesanctioneerdmet een administratieve geldboete?d) Hoeveel van deze vastgestelde inbreuken werdengeseponeerd?e) Hoeveel van deze inbreuken zijn nog in behandelingbij de arbeidsauditeur of bij de dienst administratieveGeldboeten?fications éventuelles de leur horaire. L’employeur doitconserver pendant cinq ans les documents relatifs à cesmodifications parce qu’ils ont une influence sur lecalcul de la rémunération des éventuelles heurescomplémentaires accomplies dans le cadre des prestationssupplémentaires. Un certain nombre d’employeursestiment que l’obligation de conserver cesdocuments pendant cinq ans représente une surchargeadministrative.1. Envisagez-vous d’examiner la possibilité deraccourcir le délai de conservation des documents dedérogation et des horaires de remplacement ou dechercher une autre solution plus simple sur le planadministraf?2. Pouvez-vous, pour 2006 et le premier semestre2007, me fournir les précisions suivantes:a) Dans combien d’entreprises, par région, des infractionsont-elles été constatées en matière de travail àtemps partiel?b) Combien d’infractions ont été poursuivies par letribunal correctionnel, ou pour combiend’infractions l’auditeur du travail a-t-il proposéune transaction?c) Combien d’infractions ont été sanctionnées parune amende administrative?d) Combien d’infractions ont été classées sans suite?e) Combien de dossiers d’infraction sont encore encours d’examen auprès de l’auditeur du travail oudu service des Amendes administratives?DO 2007200803196 DO 2007200803196Vraag nr. 71 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Werk en Gelijke Kansen:Overuren. — Foutieve informatie. — Processenverbaal.Met betrekking tot de controle op het correct uitvoerenvan overuren rijzen de volgende vragen voor2006 en het eerste semester 2007:1. Hoeveel processen-verbaal werden door de inspectieopgesteld inzake foutieve informatie betreffendeoveruren?2. Hoeveel van deze processen-verbaal resulteerdenin een correctionele veroordeling of minnelijke schikkingdoor de arbeidsauditeur?3. Hoeveel van deze processen-verbaal resulteerdenin een geldboete?Question n o 71 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministrede l’Emploi et de l’Égalité des chances:Heures supplémentaires. — Informations erronées. —Procès-verbaux.Les questions suivantes se posent en ce qui concerneles prestations légales d’heures supplémentaires en2006 et au cours du premier semestre 2007:1. Combien de procès-verbaux l’inspection a-t-elledressés dans le cadre d’informations erronées fourniesà propos des prestations d’heures supplémentaires?2. Combien de ces procès-verbaux ont résulté enune condamnation correctionnelle ou en une transactionproposée par l’auditeur du travail?3. Combien ont résulté en une amende pécuniaire?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 39832 - 6 - 20084. Hoeveel van deze processen-verbaal zijn nog inbehandeling?5. Hoeveel van deze processen-verbaal werdengeseponeerd?6.a) Heeft de inspectie bij de controles ondervondendat een aantal foutieve informaties door ondernemingeneerder te maken hadden met onwetendheidof onbewuste fouten?b) Zo ja, wat waren daarvan de belangrijkste redenen?4. Combien sont encore en traitement?5. Combien ont été classés sans suite?6.a) L’inspection a-t-elle eu l’impression, lors descontrôles, que les entreprises avaient fourni certainesinformations erronées plutôt par ignorance ouqu’il s’agissait d’erreurs involontaires?b) Dans l’affirmative, quelles en étaient les raisonsprincipales ?DO 2007200803197 DO 2007200803197Vraag nr. 72 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Werk en Gelijke Kansen:PWA’s. — Controles op zwartwerk van PWA-ers.Over de PWA’s blijven verhalen circuleren datsommige werkzoekenden naast het aantal officiëleuren in het kader van de PWA ook een aantal uren inhet zwart verrichten. Dit met de bedoeling om hetmaximum aantal uren dat is vastgelegd in de werkloosheidsreglementeringniet te overschrijden. Indiendeze verhalen kloppen zouden de PWA’s nog een groterewerkloosheidsval worden dan ze nu al zijn. Decontroles op zwartwerk van PWA-ers zouden naarverluidt op dezelfde wijze gebeuren als controles opzwartwerk van andere werklozen. Hamvraag is echterhoe de inspecteurs de controles kunnen verrichten,vermits PWA-ers bij particulieren thuis arbeidsprestatiesleveren.1. Op welke manier gebeuren de PWA-controlesconcreet?2.a) Gaan de sociale inspecteurs effectief aanbellen bijparticulieren die PWA-ers tewerkstellen en dan inhun woning ook de controle verrichten?b) Zo ja, hoeveel controles werden er door socialeinspecteurs bij particulieren dan verricht in deperiode 2005 tot heden?c) Zo neen, op welke manier kan dan gechecktworden of er geen oneigenlijk gebruik van dePWA-ers wordt gemaakt?Question n o 72 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministrede l’Emploi et de l’Égalité des chances:ALE. — Contrôles du travail au noir effectué par destravailleurs ALE.Des rumeurs persistentes laissent entendre à proposdes ALE que certains demandeurs d’emploi effectuentdans le cadre des agences des heures de travail nondéclarées qui s’ajoutent au nombre d’heures officiellesautorisées dans le cadre des ALE. L’’objectif est de nepas dépasser le nombre maximum d’heures fixées parla réglementation du chômage. Si ces informationssont exactes, les ALE seraient un piège à l’emploi plusgrand encore qu’elles ne le sont déjà. Il semblerait quele contrôle du travail au noir par d travailleurs ALE seferait comme pour les autres chômeurs. La questionfondamentale est dès lors de savoir comment les inspecteurspeuvent procéder à des contrôles puisque lestravailleurs ALE travaillent au domicile de particuliers.1. Comment les ALE effectuent-elles concrètementdes contrôles?2.a) Les inspecteurs sociaux se rendent-ils effectivementau domicile des particuliers qui font appel auxservices des travailleurs ALE et procèdent-ils aucontrôle sur place?b) Dans l’affirmative, combien de contrôles les inspecteurssociaux ont-ils effectué au domicile departiculiers de 2005 à aujourd’hui?c) Dans la négative, comment peut-on vérifier s’iln’est pas recouru abusivement aux services detravailleurs ALE?3. Hoeveel overtredingen werden vastgesteld? 3. Combien d’infractions ont été constatées?4. Hoeveel sancties werden opgelegd? 4. Combien de sanctions ont été prononcées?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3984 QRVA 52 0202 - 6 - 2008DO 2007200803198 DO 2007200803198Vraag nr. 73 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Werk en Gelijke Kansen:Bedienden van het aanvullend paritair comité. — Opleidingen bijscholing.Sinds 2006 kunnen de bedienden van het aanvullendparitair comité (ANPC) opleiding en bijscholingvolgen via het sectoraal opleidingsfonds. Gedurendetwee jaar krijgen ze recht op vijf opleidingsdagen, vierdagen tijdens de werkuren en één ’s avonds en/oftijdens de weekends. Daarbovenop vangen degenendie op het aanbod ingaan een premie van 40 euro peruur. Naar verluidt kende de maatregel met amper eenzevenhonderdtal geïnteresseerden op een doelgroepvan ongeveer 370 000 werknemers een mager succes.1. Hoeveel bedienden uit het ANPC hebben opgesplitstper Gewest, ingeschreven op deze opleidingen bijscholing via het sociaal opleidingsfonds?Question n o 73 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministrede l’Emploi et de l’Égalité des chances:Employés relevant de la Commission paritaire auxiliaire.— Formation et recyclage.Depuis 2006, les employés ressortissant à laCommission paritaire nationale auxiliaire pouremployés (CPNAE) peuvent suivre des formations etdes cours de recyclage par le biais du fonds de formationsectoriel. Durant une période de deux ans, cesemployés ont droit à 5 journées de formation, dont4 organisées pendant les heures de travail et unecinquième le soir et/ou pendant le week-end. Enprime, les personnes qui décident d’user de cette possibilitéreçoivent une indemnité forfaitaire de 40 euros.Or, avec quelque sept cents intéressés à peine sur ungroupe cible d’environ 370 000 travailleurs au total,cette mesure n’a pas rencontré un grand succès.1. Combien d’employés relevant de la CPNAE ontrépondu, dans chaque Région, à cette offre de formationet de recyclage proposée par le fonds de formationsectoriel?2. Waarom kende de maatregel zo weinig bijval? 2. Comment se fait-il que cette mesure suscite un sifaible intérêt?3. Is het probleem te situeren bij het feit dat één vande vijf opleidingsdagen buiten de werkuren valt?4. Overweegt u de vakbonden aan te porren om bijhun leden de maatregel meer kenbaar te maken en hente wijzen op de voordelen die het volgen van dergelijkeopleiding biedt?5. Zullen andere acties worden ondernomen om demaatregel meer kenbaar en attractiever te maken?3. Le problème résiderait-il dans le fait que l’unedes cinq journées de formation est organisée en dehorsdes heures de travail?4. Envisagez-vous d’exhorter les organisationssyndicales à donner plus de publicité à cette mesureauprès de leurs affiliés et à leur rappeler tous les avantagesd’une telle formation?5. D’autres actions sont-elles prévues afin dedonner plus de publicité à la mesure et de la rendreplus attrayante?DO 2007200803199 DO 2007200803199Vraag nr. 74 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Werk en Gelijke Kansen:Personen met een handicap. — «Begeleid werken». —Arbeidsongevallenwet.In een eerder gestelde vraag werd het probleem aangekaartvan personen die in het kader van «BegeleidWerken» actief zijn. Een persoon met een handicapdie een invaliditeitsuitkering geniet en onder bepaaldevoorwaarden wordt opgenomen in het arbeidscircuitzonder dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst,Question n o 74 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministrede l’Emploi et de l’Égalité des chances:Handicapés. — «Travail encadré». — Loi sur les accidentsdu travail.Dans une question posée précédemment avait étéabordé le problème des personnes employées dans lecadre du «travail encadré». Les personnes présentantun handicap bénéficiaires d’une indemnité d’invaliditéet intégrées sous certaines conditions dans le circuit dutravail sans qu’elles travaillent pour autant sous lesKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 39852 - 6 - 2008krijgt te maken met een aantal onduidelijkheden watde toepassing van de arbeidsongevallenwet van10 april 1971 betreft.Bij koninklijk besluit van 7 maart 1995 tot aanvullingvan artikel 1 van het koninklijk besluit van25 oktober 1971 tot uitbreiding van het toepassingsgebiedvan de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971wordt voorzien in een uitbreiding van het toepassingsgebiedvan de arbeidsongevallenwet tot personen meteen handicap. Dit is echter geen oplossing voor personendie in het kader van «Begeleid Werken» actiefzijn, die nog steeds onder het toepassingsgebied van dewet vallen.De minister heeft het probleem erkend en gesteld dathij «zijn diensten op de hoogte zal brengen om hetprobleem te onderzoeken zodat, indien nodig, eenpassende oplossing gevonden wordt» (vraag nr. 576van 17 juli 2006 van volksvertegenwoordiger FilipAnthuenis, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2005-2006, nr. 134, blz. 26491).liens d’un contrat de travail sont confrontées à touteune série d’imprécisions en ce qui concerne l’applicationde la loi du 10 avril 1971 sur les accidents dutravail.Par arrêté royal du 7 mars 1995 complétant l’article1 er de l’arrêté royal du 25 octobre 1971 élargissantle champ d’application de la loi du 10 avril 1971 sur lesaccidents du travail, il est prévu un élargissement duchamp d’application de la loi sur les accidents dutravail aux personnes présentant un handicap.Toutefois, cet élargissement ne résout pas leproblème auquel sont confrontées les personnes occupéesdans le cadre du «travail encadré», étant donnéqu’elles ressortissent à la loi.Le ministre n’a pas nié le problème puisqu’il adéclaré qu’il «informerait ses services de manière àexaminer le problème afin de trouver, si nécessaire,une solution appropriée» (question n o 576 du 17 juillet2006 du député Filip Anthuenis, Questions et Réponses,Chambre, 2005-2006, n o 134, p. 26491).1. Werd het probleem intussen onderzocht? 1. Ce problème a-t-il été examiné?2. Wat waren de bevindingen? 2. À quelles conclusions est-on parvenu au terme decet examen?3. Kan het toepassingsgebied van de arbeidsongevallenwetuitgebreid worden tot personen die in hetkader van «Begeleid Werken» actief zijn?3. Le champ d’application de la loi sur les accidentsdu travail peut-il être étendu aux personnes employéesdans le cadre du «travail encadré»?DO 2007200803200 DO 2007200803200Vraag nr. 75 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Werk en Gelijke Kansen:RVA. — Werkzoekenden. — Weigering jobaanbod.Meer en meer klagen horeca-uitbaters, kappers enandere beroepen met a-typische werktijden over hetfeit dat ze geen personeel vinden. Een belangrijkereden schijnt te zijn dat heel wat werkzoekenden nietbereid zijn om te werken tijdens het weekend, feestdagenof ’s avonds. Nochtans gaat het vaak om jobswaarvoor heel wat werkzoekenden in aanmerkingkomen.Uit casuïstiek blijkt echter dat sommige«werkzoekenden» zich nogal wat kunnen permitterenzonder daarvoor door de RVA op de vingers getikt teworden: slechts enkele dagen komen werken en danzonder enig teken niet meer komen opdagen of zelfshelemaal niet komen opdagen op de eerste werkdag,... Het maakt dat een aantal werkgevers ontmoedigdgeraakt om personeel te zoeken. SommigenQuestion n o 75 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministrede l’Emploi et de l’Égalité des chances:ONEm. — Demandeurs d’emploi. — Refus d’offresd’emploi.Les exploitants du secteur horeca, des salons decoiffure et d’autres secteurs aux horaires atypiques seplaignent de plus en plus fréquemment de la pénuriede personnel. Cette situation est notamment due aufait que les demandeurs d’emploi ne sont pas prêts àtravailler le week-end, les jours fériés ou le soir. Ils’agit pourtant souvent d’emplois qui correspondent àleur profil.La pratique montre néanmoins que certains«demandeurs d’emploi» peuvent se permettre denombreuses libertés sans être rappelés à l’ordre parl’ONEm: ils ne viennent travailler que quelques jourspuis disparaissent sans explication ou ne prennent pasmême la peine de venir travailler le premier jour, ...Plusieurs employeurs sont dès lors démotivés à chercherdu personnel. Certains préfèrent ralentir leur acti-KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3986 QRVA 52 0202 - 6 - 2008bouwen hun zaak eerder af dan verder op precies omzo min mogelijk besognes over personeel te moetenhebben. Zulke toestanden zijn nefast voor de groei vanonze economie en arbeidsmarkt.1. Wordt de weigering van een werkzoekende omin te gaan op een jobaanbod uit bijvoorbeeld dehoreca, de kapperswereld of andere sectoren met onregelmatigewerktijden door de RVA beschouwd alsgeldige reden tot jobweigering?2. Welke inspanningen doen de RVA-facilitatoren(in samenspraak met de gewestelijke arbeidsbemiddelingsdiensteneventueel) om werkzoekenden toe teleiden naar vacatures in deze sectoren en hen daarbijdiets te maken dat het de bedoeling is dat ze ook effectiefop deze vacatures ingaan?3. Welke bijkomende inspanningen worden ondernomenom werkzoekenden vanuit de RVA te stimulerendergelijke vacatures te aanvaarden?4. Zal dienaangaande het sanctioneringsbeleid verstrengdworden?vité plutôt que de la développer et devoir engager dupersonnel. Une telle situation nuit à la croissanceéconomique et au marché du travail.1. Le refus d’un demandeur d’emploi de réagir àune offre relevant par exemple du secteur horeca, de lacoiffure ou d’autres secteurs parce que les horairessont irréguliers est-il considéré comme un motif derefus valable par l’ONEm?2. Quels efforts les facilitateurs de l’ONEm (éventuellementen concertation avec les offices de placementrégionaux) fournissent-ils pour attirer les demandeursd’emploi vers des postes vacants dans cessecteurs et leur faire comprendre qu’ils doivent effectivementréagir positivement à ces vacances?3. Quelles mesures supplémentaires sont-elles prisespour stimuler les demandeurs d’emploi de l’ONEm àaccepter de telles offres d’emploi?4. Les sanctions seront-elles renforcées en lamatière?DO 2007200803201 DO 2007200803201Vraag nr. 76 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Werk en Gelijke Kansen:Werknemers die overstappen van de openbare naar deprivate sector. — Berekening jaarlijks betaald verlof.Een werknemer die overstapt van de openbare naarde private sector zou zijn prestaties van het jaar voordienin de overheidssector niet kunnen laten meetellenin de berekening met het oog op het krijgen van hetjaarlijks betaald verlof.1. Op basis van welke precieze wettelijke bepalingenis het mogelijk om prestaties in de overheidssectorniet te laten meetellen voor het betaald verlof wanneermen overstapt naar de private sector?2. Wat is de achterliggende bedoeling van dezeregeling?3. Geldt ook de omgekeerde regeling voor werknemersuit de private sector die overstappen naar depublieke sector?4. Op hoeveel werknemers is deze bepaling jaarlijksgemiddeld van toepassing?5. Is het behoud van deze regeling nog aangewezenmet het oog op het realiseren van een flexibiliseringvan de arbeidsmarkt?Question n o 76 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministrede l’Emploi et de l’Égalité des chances:Travailleurs qui passent du secteur public au secteurprivé. — Calcul des congés payés annuels.Lorsqu’un travailleur passe du secteur public ausecteur privé, les prestations qu’il a fournies l’annéeprécédente dans le secteur public ne pourraient êtreprises en considération en vue de l’octroi des congéspayés annuels.1. Quelles dispositions légales précises empêchentde tenir compte de prestations fournies dans le secteurpublic pour le calcul des congés payés en cas de transfertvers le secteur privé?2. Quel est l’objectif sous-jacent de cette réglementation?3. La réglementation inverse s’applique-t-elle auxtravailleurs du secteur privé qui passent au secteurpublic?4. À combien de travailleurs cette dispositions’applique-t-elle en moyenne annuellement?5. Est-il souhaitable de maintenir cette réglementationdans la perspective de la réalisation de la flexibilisationdu marché du travail?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 39872 - 6 - 2008DO 2007200803202 DO 2007200803202Vraag nr. 77 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Werk en Gelijke Kansen:RVA. — Thuiscontroles bij werkzoekenden. — Effectievegezinstoestand.In 1999 werden wijzigingen doorgevoerd aan deprocedure voor thuiscontroles bij werkzoekenden.Deze controles moeten de RVA in staat stellen zich tevergewissen van de effectieve gezinstoestand van debetrokken sociaalverzekerden met het oog op hetgaranderen van een gepaste werkloosheidsuitkering.1. Voor de periode 2004 — eerste semester 2007rijzen de volgende vragen, telkens opgesplitst per jaaren per Gewest:a) het aantal oproepingen dat de RVA heeft verrichtvoor een onderhoud met werkzoekenden over hungezinstoestand;b) het aantal werkzoekenden dat aanwezig was ophet onderhoud;c) het aantal werkzoekenden dat zonder geldigereden afwezig was op het onderhoud;d) het aantal werkzoekenden waarbij een niet conformesituatie werd vastgesteld;Question n o 77 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministrede l’Emploi et de l’Égalité des chances:ONEm. — Contrôles au domicile des demandeursd’emploi. — Situation familiale réelle.En 1999, la procédure relative aux contrôles à domicilechez les demandeurs d’emploi a été modifiée. Cescontrôles doivent permettre à l’ONEm de se rendrecompte de la situation familiale réelle des assuréssociaux concernés afin de garantir un versementcorrect des allocations de chômage.1. Pourriez-vous, pour la période entre 2004 et lepremier semestre 2007, me communiquer les donnéessuivantes, par année et par Région:a) Combien de convocations ont été envoyées parl’ONEm à des demandeurs d’emploi en vue d’unentretien au sujet de leur situation familiale?b) Combien de demandeurs d’emploi se sont présentésà l’entretien?c) Combien de demandeurs d’emploi ne se sont pasprésentés à l’entretien sans motif valable?d) Combien de demandeurs d’emploi n’étaient pas enrègle sur le plan de leur situation familiale?e) het aantal sancties dat werd uitgesproken? e) Combien de sanctions ont été prononcées?2.a) Hoe vaak heeft de RVA in de periode 2004 —eerste semester 2007jaarlijks een beroep gedaan opde voorzitters van de arbeidsrechtbanken om eenhuisbezoek juridisch af te dwingen?b) In hoeveel gevallen heeft de RVA van de voorzittervan de arbeidsrechtbank de toestemming gekregenom een huisbezoek juridisch af te dwingen?3.a) Vond er intussen een evaluatie plaats van de procedure?b) Welke eventuele tekortkomingen zijn voor remediëringvatbaar of werden intussen bijgestuurd?2.a) Au cours de la période entre 2004 et le premiersemestre 2007, à combien de reprises, par année,l’ONEm s’est-il adressé aux présidents des tribunauxdu travail pour imposer une visite à domicilepar la voie judiciaire?b) Dans combien de cas l’ONEm a-t-il obtenu l’autorisationdu président du tribunal du travail?3.a) La procédure a-t-elle été évaluée dans l’intervalle?b) Le cas échéant, quelles lacunes pourraient êtrecomblées ou l’on déjà été dans l’intervalle?DO 2007200803203 DO 2007200803203Vraag nr. 78 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Werk en Gelijke Kansen:Bijsturing «anti-pest-wet». — Klachten. — Rechtzaken.Eind vorig jaar werd de wet van 11 juni 2002 betreffendede bescherming tegen geweld, pesterijen en on-Question n o 78 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministrede l’Emploi et de l’Égalité des chances:Aménagement de la loi contre le harcèlement. —Plaintes. — Procédures judiciaires.Fin 2006, des correctifs ont été apportés à la loi du11 juin 2002 relative à la protection contre la violenceKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3988 QRVA 52 0202 - 6 - 2008gewenst seksueel gedrag op het werk, de zogenaamde«anti-pest-wet», bijgestuurd. Hierdoor kwam eronder meer een grotere nadruk op primaire preventiete liggen, werd het statuut van de vertrouwenspersonenversterkt en kregen interne procedures voorrang.1. Hoeveel formele klachten ontvingen de vijf directiesvan de Medische Inspectie elk jaarlijks in deperiode 2003 — derde kwartaal 2007?2. Hoeveel van deze klachten hebben geleid tot eenrechtszaak?3. In hoeveel van deze rechtszaken werden debetrokken werknemers in het gelijk gesteld?4. Is er een significant verschil tussen het aantalvrouwelijke, respectievelijk mannelijke werknemersdat een formele klacht indient?5. Heeft de bijsturing van de anti-pestwet al geleidtot een duidelijke toename van het aantal vertrouwenspersonenin ondernemingen?6. Is er verschil in het indienen van formeleklachten vanuit ondernemingen die wel of niet een vertrouwenspersoonhebben aangesteld?7. Is er een statistische link te leggen tussen degrootte van de ondernemingen en het al dan niet snellerindienen van een formele klacht?8. Wordt intussen ook een registratie van deformele klachten gemaakt naargelang de grootte vande ondernemingen (minder dan 50 werknemers ofgroter)?et le harcèlement moral ou sexuel au travail, dite loicontre le harcèlement. Celle-ci privilégie désormais laprévention primaire, renforce le statut de la personnede confiance et donne la priorité aux procédures internes.1. Combien de plaintes formelles chacune des cinqdirections de l’Inspection médicale ont-elles reçues paran entre 2003 et le troisième trimestre de 2007?2. Combien de ces plaintes ont donné lieu à uneprocédure judiciaire?3. Dans combien de ces litiges les plaignants ont-ilsobtenu gain de cause?4. Constate-t-on un écart significatif entre le nombrede femmes et le nombre d’hommes qui déposentune plainte formelle?5. L’aménagement de la loi contre le harcèlement a-t-il déjà conduit à une augmentation significative dunombre de personnes de confiance au sein des entreprises?6. Constate-t-on une différence au niveau du dépôtde plaintes formelles par des travailleurs en fonctionde la présence ou non d’une personne de confiancedans leur entreprise?7. Peut-on établir un lien statistique entre la taillede l’entreprise et la facilité avec laquelle le travailleurprocédera au dépôt d’une plainte formelle?8. Les plaintes formelles sont-elles aujourd’huiaussi répertoriées en fonction de la taille de l’entreprise(moins ou plus de 50 travailleurs)?DO 2007200803204 DO 2007200803204Vraag nr. 79 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Werk en Gelijke Kansen:Oprichting van een aparte databank voor thuis- entelewerkers.Er blijken websites te bestaan die jobs aanbiedenaan mensen die thuis iets willen bijverdienen. Evenwelklagen gebruikers van dergelijke websites over eenaantal mistoestanden. Sommige sites zenden aan demensen die hun naam hebben opgegeven een mailwaarin hen wordt gevraagd naar een 0903-lijn te telefoneren.Daar worden de bellers een tijdje aan de lijngehouden om vervolgens hun coördinaten te moetengeven en niets meer te horen. Een contactpersoon,contactnummer of contactadres is meestal niet vermeld.De algemene verkoopvoorwaarden wordennergens gespecificeerd, een btw-tarief wordt niet ver-Question n o 79 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministrede l’Emploi et de l’Égalité des chances:Création d’une base de données spécifique pour lestravailleurs à domicile et les télétravailleurs.Il semble qu’il existe des sites internet offrant dutravail à des personnes désireuses de se faire des à-côtés à domicile. Des utilisateurs de ces sites dénoncenttoutefois des pratiques abusives. Ainsi, certains deces sites envoient un courriel aux personnes qui onttransmis leur indentité, les invitant à appeler unnuméro 0903. Une fois qu’ils ont formé ce numéro, lesappelants sont mis en attente pendant un certaintemps, après quoi ils sont invités à décliner leurs coordonnées.Ensuite, tout contact est rompu. C’est généralementen vain qu’on cherchera le nom d’unepersonne à contacter, un numéro ou une adresse. LesKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 39892 - 6 - 2008meld en mensen kunnen dus ook geen factuur aanvragen.Naar andere sites moeten geïnteresseerden eenomslag opsturen met een aantal priorzegels. Eenandere site stuurt een zogenaamd «starterspakket»voor een bedrag van 25 euro. De aanvrager moet datpakket dan gewoon doorverkopen aan anderegeïnteresseerden.Over de wettelijkheid van deze praktijken moet hetfederale niveau oordelen, maar naar de inhoud toeblijkt dat er wel degelijk interesse bestaat om te telewerkenof om andere jobs van thuis uit te doen. Probleemis echter dat er geen centrale instantie zich bezighoudt met het groeperen van de vacatures. Met hetoog op een gerichte matching tussen vraag en aanboden het uitsluiten van misbruiken hebben thuiswerkersrecht op een eigen databank. Het kan een aantal mistoestandenof gemiste kansen voorkomen.1. Bent u gewonnen voor de idee om een apartedatabank voor thuisen telewerkers op te richten methet oog op een betere matching van vraag en aanboden om mistoestanden te voorkomen?2. Overweegt u dienaangaande overleg op te startenmet uw gewestelijke collega’s om de oprichting vandergelijke databank voor thuis- en telewerkers op terichten in de schoot van de regionale diensten voorarbeidsbemiddeling en beroepsopleiding?3. Bent u van oordeel dat ook de private arbeidsmarktintermediairenhierbij betrokken moetenworden?conditions générales de vente ne sont pas spécifiées,aucune mention n’est faite d’un taux de TVA, et il estpar conséquent impossible de demander une facture.Sur d’autres sites web, il est demandé aux intéressésd’envoyer une enveloppe contenant un certain nombrede timbres Prior. Un autre site encore envoie un «setpour débutants» au prix de 25 euros. Au destinataireensuite de revendre ce set à d’autres intéressés.S’il appartient aux autorités fédérales de juger de lalégalité de ces pratiques, il me semble, plus fondamentalement,que la possibilité même de pratiquer le télétravailou de travailler depuis son domicile suscitel’intérêt des travailleurs. À cet égard, l’absence d’uneinstance centrale chargée de regrouper les vacancesconstitue un problème. Les travailleurs à domicilemériteraient de disposer d’une base de données spécifiquementaxée sur leurs besoins afin de permettre uneadéquation entre l’offre et la demande et d’exclure toutabus. L’existence d’une telle base de données permettraitd’éviter les dérives et les occasions manquées.1. Êtes-vous favorable à l’idée de créer une base dedonnées spécifique pour les télétravailleurs et lestravailleurs à domicile, afin de permettre une meilleureadéquation entre l’offre et la demande et pour éviterles abus?2. Envisagez-vous de vous concerter avec voshomologues régionaux en vue de la création d’unetelle base de données pour les télétravailleurs et lestravailleurs à domicile au sein des services régionauxchargés du placement des demandeurs d’emploi et dela formation professionnelle?3. Faut-il selon vous également associer les intérmédiairesprivés du marché du travail à cette initiative?DO 2007200803205 DO 2007200803205Vraag nr. 80 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Werk en Gelijke Kansen:RVA. — Vrijwilligerswerk werkzoekenden.Werkzoekenden die vrijwilligerswerk willen verrichtenmoeten de RVA hiervan op de hoogte stellen.Die heeft dan tien dagen de tijd om een veto te stellentegen het geplande vrijwilligerswerk. Indien er na tiendagen geen reactie van de RVA is, wordt het vrijwilligerswerkgeacht toegestaan te zijn.1. Hoeveel kennisgevingen van werkzoekenden dievrijwilligerswerk willen verrichten heeft de RVA ontvangensinds de inwerkingtreding van de wet van 3 juliQuestion n o 80 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministrede l’Emploi et de l’Égalité des chances:ONEm. — Travail de bénévolat effectué par desdemandeurs d’emploi.Les demandeurs d’emploi désireux de travaillerbénévolement doivent en informer l’ONEm, quidispose alors d’un délai de dix jours pour s’opposer àl’activité bénévole envisagée. En l’absence de réactionde l’ONEm après dix jours, le bénévolat est présuméconsenti.1. Combien de notifications (par Région) dedemandeurs d’emploi désireux de travailler bénévolementl’ONEm a-t-il reçues depuis l’entrée en vigueurKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3990 QRVA 52 0202 - 6 - 20082005 betreffende de rechten van de vrijwilligers (cijfersopgesplitst per Gewest)?2. Hoeveel van deze kennisgevingen werden doorde RVA afgekeurd (cijfers opgesplitst per Gewest)?3. Wat waren de meest voorkomende redenen omde aanvragen voor vrijwilligerswerk te weigeren?4. Hoeveel beroepen hebben werkzoekenden wiensaanvraag tot vrijwilligerswerk niet werd toegestaanaangetekend?5. Hoeveel van hen werden in het gelijk gestelddoor de arbeidsrechtbank?de la loi du 3 juillet 2005 relative aux droits des volontaires?2. Combien de ces notifications ont-elles débouchésur un refus de l’ONEm (par Région)?3. Quels ont été les motifs les plus fréquemmentinvoqués pour refuser une demande de bénévolat?4. Combien de demandeurs d’emploi dont lademande de bénévolat a été refusée ont-ils introduit unrecours?5. Combien d’entre eux ont-ils obtenu gain de causedevant le tribunal du travail?DO 2007200803206 DO 2007200803206Vraag nr. 81 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Werk en Gelijke Kansen:Werklozen. — Toegelaten inkomsten uit zelfstandigenevenactiviteiten. — Maximumbarema’s. — Elektronischegegevensuitwisselingen.Teneinde te onderzoeken of de maximumbarema’sbetreffende de toegelaten inkomsten uit de zelfstandigenevenactiviteit van een werkloze niet overschredenzijn, worden betrokkenen door de RVA verzocht omhet origineel of een duidelijke kopie mee te delen. Inhet kader van administratieve vereenvoudiging is hetbizar dat de burger postbode moet spelen tussen tweeoverheidsdiensten.De minister antwoordde op een eerder gesteldevraag dat binnen de Kruispuntbank voor SocialeZekerheid verschillende werkgroepen de problemenaan het besturen waren. Het was de bedoeling tekomen tot een optimaal gebruik van de verschillendedatabanken, zodat de gegevensstromen elektronischkunnen gaan in plaats van via de werknemers (vraagnr. 451 van 13 februari 2006 van volksvertegenwoordigerAnnemie Turtelboom, Vragen en Antwoorden,Kamer, 2005-2006, nr. 119, blz. 23200-23201).1. Wat is de huidige stand van de werkzaamhedenvan voornoemde werkgroepen?2. Welke concrete vereenvoudigingen werden intussendoorgevoerd?3.a) Is intussen ook de elektronische gegevensuitwisselingtussen RVA en Financiën tot stand gekomenwat de overdracht van het aanslagbiljet voorpersonenbelastingen betreft?Question n o 81 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministrede l’Emploi et de l’Égalité des chances:Chômeurs. — Revenus autorisés provenant d’une activitéindépendante accessoire. — Plafonds. — Échangede données électronique.Afin de déterminer si les plafonds de revenus autoriséspour l’activité accessoire exercée par un chômeuren qualité d’indépendant n’ont pas été dépassés, lebénéficiaire d’une allocation de chômage est prié parl’ONEm de lui communiquer l’original ou une copielisible de son avertissement-extrait de rôle. Dans uncontexte de simplification administrative, il est étonnantque le citoyen doive servir de facteur entre deuxservices publics.Le ministre a répondu à une précédente questionque différents groupes de travail mis en place au seinde la Banque Carrefour de la Sécurité Socialeétudiaient ces problèmes. L’objectif consistait à aboutirà une utilisation optimale des différentes bases dedonnées de façon à remplacer la communication dedonnées par les travailleurs par des flux électroniques(question n o 451 du 13 février 2006 de la députéeAnnemie Turtelboom, Questions et Réponses, Chambre,2005-2006, n o 119, p. 23200-23201).1. Quel est l’état d’avancement actuel des travauxdes groupes de travail précités?2. Quels éléments concrets de simplification a-t-onentre-temps mis en œuvre?3.a) A-t-on entre-temps également mis en œuvre unsystème d’échange de données électronique entrel’ONEm et les Finances pour la transmission del’avertissement-extrait de rôle à l’impôt despersonnes physiques?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 39912 - 6 - 2008b) Zo neen, op welke termijn zal dit gerealiseerdworden?b) Dans la négative, dans quels délais cette évolutionverra-t-elle le jour?DO 2007200803207 DO 2007200803207Vraag nr. 82 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Werk en Gelijke Kansen:RVA. — Kennisgevingen van bruggepensioneerdendie vrijwilligerswerk willen verrichten.Bruggepensioneerden die vrijwilligerswerk willenverrichten moeten de RVA hiervan op de hoogte stellen.Die heeft dan tien dagen de tijd om een veto testellen tegen het geplande vrijwilligerswerk. Indien erna tien dagen geen reactie van de RVA is, wordt hetvrijwilligerswerk geacht toegestaan te zijn.1. Hoeveel kennisgevingen van bruggepensioneerdendie vrijwilligerswerk willen verrichten heeft deRVA ontvangen sinds de inwerkingtreding van de wetbetreffende de rechten van de vrijwilliger (cijfers opgesplitstper Gewest)?2. Hoeveel van deze kennisgevingen werden doorde RVA afgekeurd (cijfers opgesplitst per Gewest)?3. Wat waren de meest voorkomende redenen omde aanvragen voor vrijwilligerswerk te weigeren?4. Hoeveel beroepen hebben bruggepensioneerdenwiens aanvraag tot vrijwilligerswerk niet werd toegestaanaangetekend?5. Hoeveel van hen werden in het gelijk gestelddoor de arbeidsrechtbank?Question n o 82 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministrede l’Emploi et de l’Égalité des chances:ONEm. — Notifications par des prépensionnéssouhaitant exercer une activité bénévole.Les prépensionnés qui souhaitent exercer une activitébénévole doivent en informer l’ONEm. Celui-cipeut y opposer son veto dans les dix jours suivant lanotification. Si, après dix jours l’ONEm n’a pas réagi,la demande du prépensionné est réputée acceptée.1. Combien de notifications (par Région) par desprépensionnés souhaitant exercer une activité bénévolel’ONEm a-t-il reçues depuis l’entrée en vigueur de laloi relative aux droits des volontaires?2. Combien de notifications (par Région) l’ONEma-t-il refusées?3. Quels étaient les motifs principaux de rejet desdemandes?4. Combien de prépensionnés ayant reçu uneréponse négative ont-ils interjeté appel de cette décision?5. Combien d’entre eux ont-ils obtenu gain de causedevant le tribunal du travail?DO 2007200803208 DO 2007200803208Vraag nr. 83 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Werk en Gelijke Kansen:Question n o 83 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministrede l’Emploi et de l’Égalité des chances:Startbaanovereenkomsten.Conventions de premier emploi.Sinds 1 januari 2004 werd de doelgroep van het Le 1 er janvier 2004, le groupe cible du système desstartbanenstelsel uitgebreid tot alle jonge werknemers conventions de premier emploi a été étendu à tous lesdie nog geen 26 jaar zijn of in het beschouwd kwartaal jeunes travailleurs de moins de 26 ans ou qui atteignentl’âge de 26 ans au cours du trimestre concerné.26 jaar worden.Met betrekking tot de periode 2004 tot en met het Les questions suivantes se posent en ce qui concernederde kwartaal 2007 rijzen de volgende vragen, opgedeeldper Gewest en per jaar:trimestre de 2007 inclus (pourriez-vous ventiler lesla période qui s’étend de l’année 2004 au troisièmedonnées par Région et par année?):1. Hoeveel startbaanovereenkomsten werden gesloten:premier emploi:1. Combien dénombre-t-on de conventions dea) volgens type 1 (arbeidsovereenkomst); a) de type 1 (contrat de travail);KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3992 QRVA 52 0202 - 6 - 2008b) volgens type 2 (arbeidsovereenkomst gecombineerdmet opleiding);c) volgens type 3 (leerovereenkomst of aanverwante)?2. Hoeveel van de startbaanovereenkomstenwerden toegekend aan:b) de type 2 (contrat de travail combiné à une formation);c) de type 3 (contrat d’apprentissage ou contrat similaire)?2. Combien des conventions de premier emploi ontété attribuées à:a) laaggeschoolden; a) des personnes peu qualifiées;b) gehandicapten; b) des handicapés;c) werknemers van buitenlandse origine? c) des travailleurs d’origine étrangère?3. Zijn er opvallende verschillen inzake het aandeelvan vrouwelijke, respectievelijk mannelijke werknemersdie in het kader van een startbaanovereenkomstaan de slag kunnen?3. Observe-t-on des différences significatives en cequi concerne la proportion de travailleurs féminins etmasculins, respectivement, embauchés dans le cadred’une convention de premier emploi?DO 2007200803209 DO 2007200803209Vraag nr. 84 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Werk en Gelijke Kansen:Tijdelijke uitstapformules.Het succes van de tijdelijke uitstapformules gaat instijgende lijn. Dat heeft echter ook een budgettaireweerslag op de uitgaven van de RVA.1. Wat is het precieze bedrag dat aan werknemersvan de private, respectievelijk de publieke sector en deoverheidsbedrijven in 2006 werd uitgekeerd in hetkader van:Question n o 84 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministrede l’Emploi et de l’Égalité des chances:Formules de cessation temporaire de l’activité professionnelle.Les formules de cessation temporaire de l’activitéprofessionnelle connaissent un succès grandissant, quia cependant une incidence budgétaire sur les dépensesde l’ONEm.1. À combien se sont élevés exactement lesmontants alloués en 2006 à des travailleurs dessecteurs privé et public et des entreprises publiques,respectivement, dans le cadre:a) deeltijds, respectievelijk voltijds tijdskrediet; a) du crédit-temps, à mi-temps et à temps plein;b) deeltijdse, respectievelijk voltijdse loopbaanonderbreking;c) themaverloven (opgesplitst naar ouderschapsverlof,palliatief verlof en verlof voor medische bijstand)?2. Hoeveel mannelijke, respectievelijk vrouwelijkewerknemers stapten telkens in elk van de bovengenoemdeformules?3. Hoeveel Vlaamse, respectievelijk Waalse enBrusselse werknemers stapten in elk van de bovengenoemdeformules?4. Met welke groeivoet van het totale budget voortijdelijke uitstapformules wordt de komende jarenrekening gehouden?b) de l’interruption de carrière, à mi-temps et à tempsplein;c) de congés thématiques (en ventilant les donnéesselon qu’il s’agit d’un congé parental, d’un congépour soins palliatifs et d’un congé pour assistancemédicale)?2. Combien de travailleurs, respectivement masculinset féminins, ont opté pour chacune des formulessusmentionnées?3. Combien de travailleurs, respectivementflamands, wallons et bruxellois, ont opté pourchacune des formules susmentionnées?4. Quel taux de croissance du budget total affectéaux formules de cessation temporaire de l’activitéprofessionnelle prévoit-on pour les années à venir?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 39932 - 6 - 2008DO 2007200803210 DO 2007200803210Vraag nr. 85 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Werk en Gelijke Kansen:PWA’s. — Poetshulp.Met betrekking tot de PWA’s rijzen de volgendevragen, telkens opgesplitst per jaar, voor de periode2006 tot en met het derde kwartaal 2007, en opgesplitstper regio en per geslacht.1. Hoeveel PWA-cheques werden besteed aanpoetshulp, respectievelijk tuinonderhoud?2. Hoeveel van de PWA-cheques werden aangekochtdoor particulieren, respectievelijk vzw’s?3. Hoeveel van die PWA-cheques werden effectiefbesteed door particulieren, respectievelijk vzw’s?Question n o 85 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministrede l’Emploi et de l’Égalité des chances:ALE. — Aide au nettoyage.En ce qui concerne les ALE, je souhaiterais obtenirles renseignements suivants, par année, par région etpar sexe, pour la période allant de début 2006 au troisièmetrimestre 2007:1. Combien de chèques ALE ont été utilisés pourl’aide au nettoyage d’une part et pour l’aide au jardinagede l’autre?2. Combien de chèques ALE ont été acquis par desparticuliers d’une part et des ASBL de l’autre?3. Combien de ces chèques ALE ont effectivementété utilisés par des particuliers d’une part et des ASBLde l’autre?DO 2007200803211 DO 2007200803211Vraag nr. 86 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Werk en Gelijke Kansen:PWA-ers. — Doorstroming naar reguliere baan in hetstelsel van de dienstencheques.Sinds de invoering van de dienstencheques is de instroomvan de PWA-ers voor poetshulp ingeperkt.PWA-ers worden aangemoedigd om door te stromennaar een reguliere job in het kader van de dienstencheques.Wie problemen heeft met de nieuwe werksituatiekrijgt een terugkeergarantie naar het PWA-regime.Ik kreeg graag een antwoord op de volgende vragen,telkens opgesplitst per jaar en per Gewest:1. Hoeveel PWA-ers zijn er sinds de invoering vande diensten cheques doorgestroomd naar een regulierebaan in het stelsel van dienstencheques?2. Hoeveel van deze werknemers werden aangeworvendoor een PWA met een sui generis afdelingdienstencheques?3. Hoeveel van deze werknemers werden aangeworvendoor:Question n o 86 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministrede l’Emploi et de l’Égalité des chances:ALE. — Transition vers un emploi régulier dans lerégime des titres-services.Depuis l’instauration des titres-services, l’afflux detravailleurs ALE pour les activités d’aide ménagères’est réduit. Les travailleurs ALE sont encouragés àaccéder à un emploi régulier dans le cadre des titresservices.Les personnes qui rencontrent des problèmesdans cette nouvelle situation professionnelle se voientoffrir une garantie de retour au régime ALE.Pourrais-je obtenir pour chacune des questionssuivantes une réponse détaillée par année et parRégion:1. Combien de travailleurs ALE ont-ils accédé,depuis l’instauration du régime des titres-services, à unemploi régulier dans ce régime?2. Combien de ces travailleurs ont-ils été recrutéspar une ALE ayant une section titres-services sui generis?3. Combien de ces travailleurs ont-ils été recrutéspar:a) een handelsvennootschap; a) une société commerciale;b) interimbedrijf; b) une société de travail intérimaire;c) invoegonderneming; c) une entreprise d’insertion;KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3994 QRVA 52 0202 - 6 - 2008d) vzw; d) une ASBL ;e) gemeenten, OCMW’s of andere? e) des communes, CPAS ou autres?4. Hoeveel werknemers hebben gebruik gemaaktvan de terugkeergarantie?5. Hoeveel werknemers zijn er ingestroomd in hetPWA-systeem?4. Combien de travailleurs ont-ils fait usage de lagarantie de retour?5. Combien de travailleurs se sont-ils inscrits dansle régime ALE ?DO 2007200803212 DO 2007200803212Vraag nr. 87 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Werk en Gelijke Kansen:Inspectiediensten. — Personeel. — Natuurlijke afvloeiingen.De vorige regering heeft besloten om het personeelvan de verschillende inspectiediensten te verhogen met92 eenheden. Daarnaast worden de inspectiedienstenechter geconfronteerd met natuurlijke afvloeiingen vanambtenaren die op pensioen gaan.1. Hoeveel personeelsleden van de inspectiedienstenvan de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en SociaalOverleg, opgedeeld per taalrol, zijn er in de periode2003 — eerste semester 2007jaarlijks op natuurlijkewijze afgevloeid, het weze via pensionering, het wezeom een andere reden?2. Hoeveel van deze afgevloeide personeelsledenwerden er jaarlijks, en opgedeeld per taalrol, effectiefvervangen?3. Hoeveel van deze functies staan er momenteelnog open (opgedeeld per taalrol)?4. Hoeveel bijkomende inspecteurs werden in deperiode 2005 tot heden jaarlijks en opgedeeld per taalrolaangeworven?5. Zijn er momenteel nog aanwervingsprocedureslopende?6. Hebben de bijkomende aanwervingen geresulteerdin een hoger aantal vaststellingen van misdrijvenen een hogere opbrengst in de strijd tegen de socialefraude?Question n o 87 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministrede l’Emploi et de l’Égalité des chances:Services d’inspection. — Personnel. — Départs naturels.Si les services d’inspection ont vu leurs effectifsrenforcés de 92 unités à la suite d’une décision dugouvernement sortant, ils sont toutefois confrontésaux départs naturels des agents admis à la retraite.1. Combien de départs naturels (ventilés par rôlelinguistique), à la suite d’une admission à la retraite oupour un autre motif, les services d’inspection du SPFEmploi, Travail et Concertation sociale ont-ils enregistrésannuellement au cours de la période entre 2003et le premier semestre 2007?2. Combien de ces agents, ventilés par rôle linguistique,ont effectivement été remplacés par an?3. Combien de ces fonctions sont encore vacantes àl’heure actuelle (par rôle linguistique)?4. Combien d’inspecteurs supplémentaires, ventiléspar rôle linguistique, ont annuellement été engagés aucours de la période entre 2005 et aujourd’hui?5. Des procédures de recrutement sont-elles actuellementen cours?6. Les recrutements supplémentaires ont-ils aboutià un nombre plus élevé de constats de délits, ainsi qu’àun surcroît de recettes dans le cadre de la lutte contrela fraude sociale?DO 2007200803213 DO 2007200803213Vraag nr. 88 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Werk en Gelijke Kansen:RVA. — Werkloosheidsbureaus. — Controleurs.Om de naleving op de werkloosheidsreglementeringte controleren beschikt de RVA over inspecteurs enadministratief en leidinggevend personeel.Question n o 88 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministrede l’Emploi et de l’Égalité des chances:ONEm. — Bureaux de chômage. — Contrôleurs.Pour contrôler le respect de la réglementation relativeau chômage, l’ONEm dispose d’inspecteurs ainsique de personnel administratif et dirigeant.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 39952 - 6 - 20081. Over hoeveel controleurs in voltijdse equivalentenbeschikt elke werkloosheidsbureau?2. Hoeveel bedraagt het aantal inspecteurs in verhoudingtot het aantal te controleren werkzoekendenanno 2006?3. Over hoeveel administratief en leidinggevendpersoneel beschikte elk werkloosheidsbureau anno2006?4. Hoeveel bedraagt hun aantal in verhouding tothet aantal te controleren werklozen?5. Hoeveel controles werden in 2006 door de inspecteursper werkloosheidsbureau uitgevoerd inabsolute aantallen en in verhouding tot het aantal tecontroleren werkzoekenden?6. Hoeveel dossiers werden door het administratiefen leidinggevend personeel afgehandeld per werkloosheidsbureauin 2006 in verhouding tot het aantal tecontroleren werkzoekenden?7. Hoeveel vacatures van RVA-controleurs zijn ermomenteel vacant?8. Zijn er momenteel werkloosheidsbureaus diekampen met een personele onderbezetting rekeninghoudend met het aantal werklozen in hun ambtsgebied?1. De combien de contrôleurs, en équivalents tempsplein, chaque bureau de chômage dispose-t-il?2. Quel était, en 2006, le rapport entre le nombred’inspecteurs et le nombre de demandeurs d’emploisfaisant l’objet d’un contrôle ?3. De combien d’agents administratifs et de fonctionnairesdirigeants chaque bureau de chômage disposait-ilen 2006?4. Quel est le rapport entre le nombre d’agentsadministratifs et de fonctionnaires dirigeants, d’unepart, et le nombre de chômeurs à contrôler, d’autrepart?5. Combien de contrôles, par bureau de chômage,les inspecteurs ont-ils effectués en 2006, en chiffresabsolus, d’une part, et par rapport au nombre dedemandeurs d’emploi à contrôler, d’autre part?6. Quel était, en 2006 et par bureau de chômage, lerapport entre le nombre de dossiers traités par lepersonnel administratif et dirigeant et le nombre dedemandeurs d’emploi à contrôler?7. Combien de postes de contrôleur de l’ONEmsont vacants à l’heure actuelle?8. Certains bureaux de chômage sont-ils actuellementconfrontés à une pénurie de personnel, comptetenu du nombre de chômeurs de leur ressort?DO 2007200803215 DO 2007200803215Vraag nr. 89 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Werk en Gelijke Kansen:Werklozen. — Schorsing wegens langdurige werkloosheid.— RVA-verwittigingen.Sinds het tweede semester van 2004 is het activeringssysteemvoor werkzoekenden gefaseerd vankracht. Voor de werkzoekenden die (nog) niet tot dedoelgroep behoorden bleef het oude systeem van artikel80 van het koninklijk besluit van 25 november1991 alias de schorsing wegens langdurige werkloosheid,van kracht.Ik kreeg graag een antwoord op de volgende vragenvoor de periode 2005-heden, telkens opgesplitst perjaar, per Gewest en daarbinnen volgens geslacht:1. Hoeveel werklozen ontvingen een verwittigingvan de RVA dat ze in aanmerking kwamen voor eenschorsing op basis van artikel 80 van het koninklijkbesluit van 25 november 1991?Question n o 89 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministrede l’Emploi et de l’Égalité des chances:Chômeurs. — Suspension pour cause de chômage delongue durée. — Avertissements de l’ONEm.Le système d’activation pour les demandeursd’emploi est progressivement entré en vigueur depuisle deuxième semestre de 2004. L’ancien système del’article 80 de l’arrêté royal du 25 novembre 1991(suspension pour cause de chômage de longue durée)est resté en vigueur pour les demandeurs d’emploi quin’appartenaient pas (encore) au groupe cible.Pourriez-vous, pour la période 2005-2007, me fournirles précisions suivantes, par année, par région etpar sexe:1. Combien de chômeurs ont-ils reçu un avertissementde l’ONEm les informant qu’ils entraient enligne de compte pour une suspension sur la base del’article 80 de l’arrêté royal du 25 novembre 1991?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3996 QRVA 52 0202 - 6 - 20082.a) Hoeveel werklozen tekenden beroep aan bij deNationale administratieve Commissie van de RVAop basis van objectieve redenen?b) Hoeveel van deze beroepen werden positief beoordeeld?3.a) Hoeveel werklozen tekenden beroep aan bij deRVA-directeur op basis van subjectieve redenen?b) Hoeveel van deze beroepen werden positief beoordeeld?4.a) Hoeveel huisbezoeken vonden er plaats bij werklozenom hun gezinstoestand te controleren?2.a) Combien de chômeurs ont-ils interjeté appelauprès de la Commission administrative nationalede l’ONEm sur la base de raisons objectives?b) Combien de ces recours ont-ils fait l’objet d’unedécision positive?3.a) Combien de chômeurs ont-ils interjeté appelauprès du directeur de l’ONEm sur la base deraisons subjectives?b) Combien de ces recours ont-ils fait l’objet d’unedécision positive?4.a) Combien de visites ont-elles été effectuées au domiciledes chômeurs pour vérifier leur situation familiale?b) Hoeveel inbreuken werden vastgesteld? b) Combien d’infractions ont-elles été constatées?c) Hoeveel sancties werden uitgesproken? c) Combien de sanctions ont-elles été infligées?DO 2007200803216 DO 2007200803216Vraag nr. 90 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Werk en Gelijke Kansen:Monitoring in callcenterbedrijven.De christelijke vakbond is een sensibiliseringscampagneomtrent monitoring in callcenterbedrijvengestart. Daarin wordt aandacht gevraagd voor de«twijfelachtige praktijken op het gebied van controlevan de werknemers» door middel van een systeem vanmonitoring. Concreet zouden soms gesprekken metklanten worden afgeluisterd en geregistreerd. Diepraktijk strookt volgens de vakbond niet met debescherming van de persoonlijke levenssfeer.1. Klopt het dat dergelijke monitoring wordt toegepastin callcenterbedrijven?Question n o 90 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministrede l’Emploi et de l’Égalité des chances:Monitoring dans les centres d’appels (call centers).Le syndicat chrétien a lancé une campagne de sensibilisationsur le monitoring dans les centres d’appels(call centers). L’objectif consiste à attirer l’attentionsur les pratiques douteuses en matière de surveillancedes employés par le biais d’un système de monitoring.Concrètement, les conversations avec les clientsseraient parfois mises sur écoute et enregistrées. Lesyndicat juge cette pratique contraire au principe deprotection de la vie privée.1. Est-il exact qu’un tel monitoring soit effectuédans les centres d’appels?2. Is deze praktijk wettelijk toegestaan? 2. Cette pratique est-elle légalement autorisée?3. Zo ja, op basis van welke bepalingen? 3. Dans l’affirmative, sur la base de quelles dispositions?4. Zo neen, overweegt u er bij de sociale partnersop aan te dringen een oplossing voor te stellen?4. Dans la négative, envisagez-vous d’inviter lespartenaires sociaux à proposer une solution?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 39972 - 6 - 2008DO 2007200803217 DO 2007200803217Vraag nr. 91 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Werk en Gelijke Kansen:Misbruiken bij uitzendarbeid.In antwoord op mijn schriftelijke vraag over misbruikenbij uitzendarbeid deelt de minister mee dat deInspectie Toezicht Sociale Wetten niet beschikt overhet gevraagde cijfermateriaal (vraag nr. 71 van 14november 2007, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2007-2008, nr. 7, blz. 467-468). Evenwel bevatte de vraagnog drie andere items waarop niet geantwoord werd.1. Betalen uitzendkantoren effectief bepaaldesociale voordelen waarop uitzendkrachten rechthebben niet uit?2. Zo ja, wat wordt er gedaan om deze mistoestandenweg te werken?3. Zo neen, vanwaar komen deze beweringen enmet welk recht wordt de uitzendsector dan in diskredietgebracht?Question n o 91 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministrede l’Emploi et de l’Égalité des chances:Abus dans le cadre du travail intérimaire.En réponse à ma question écrite sur les abus dans lecadre du travail intérimaire, le ministre a précisé quel’Inspection du Contrôle des Lois sociales ne disposepas des chiffres demandés (question n o 71 du 14novembre 2007, Questions et Réponses, Chambre,2007-2008, n o 7, p. 467-468). Toutefois, la questioncontenait également trois autres éléments restés sansréponse.1. Est-il exact que les agences d’interim ne versentpas certains avantages sociaux auxquels les intérimairesont droit?2. Dans l’affirmative, que compte-t-on faire pourremédier à ces dysfonctionnements?3. Dans la négative, d’où proviennent ces allégationset de quel droit jette-t-on ainsi le discrédit sur lesecteur des agences d’interim?DO 2007200803218 DO 2007200803218Vraag nr. 92 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Werk en Gelijke Kansen:Werknemers. — Scholingsrekeningen. — Vormingsspaarrekeningen.Onderstaande vraag werd reeds voorgelegd aan uwvoorganger, maar deze verwees het antwoord door(vraag nr. 87 van 21 november, 2007, Vragen enAntwoorden, Kamer, 2007-2008, nr. 7, blz. 472).In Nederland en Vlaanderen gaan stemmen op omiedereen op arbeidsleeftijd een scholingsrekening ofvorminsspaarrekening te laten openen. Bedoeling isom werknemers deels te responsabiliseren door henzelf geld te laten storten op deze rekening waardoor zefondsen voor bijkomende vorming en opleidingkunnen opsparen, hierin aangemoedigd door de overheiden eventueel versterkt door een bijdrage van dewerkgevers.1. Hoe staat u tegenover deze piste van vormingssparen?2. Op welke manier zou de overheid deze formulehet best kunnen ondersteunen?Question n o 92 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministrede l’Emploi et de l’Égalité des chances:Travailleurs salariés. — Comptes d’apprentissage. —Comptes d’épargne-formation.La question ci-dessous a déjà été soumise à votreprédécesseur, qui a laissé à son successeur le soin d’yrépondre (question n o 87 du 21 novembre 2007, Questionset Réponses, Chambre, 2007-2008, n o 7, p. 472).Des voix s’élèvent en Flandre comme aux Pays-Baspour que chaque personne en âge de travailler puisseouvrir un «compte d’apprentissage» ou un «compted’épargne-formation». L’objectif est de responsabiliserles travailleurs salariés en leur permettant deverser eux-mêmes de l’argent sur de tels comptes et dese constituer ainsi une épargne à affecter à des formationset des apprentissages complémentaires. Lespouvoirs publics pourraient les y encourager et lesemployeurs pourraient également y apporter leurcontribution.1. Que pensez-vous de ce principe d’épargneformationpour les travailleurs?2. Quelle serait, pour les pouvoirs publics, la meilleurefaçon de soutenir cette formule?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

3998 QRVA 52 0202 - 6 - 20083. Overweegt u de sociale partners te verzoeken eenvoorstel ter zake uit te werken en daarover ook deGemeenschappen, die uiteindelijk bevoegd zijn voorvorming, te consulteren?3. Comptez-vous demander aux partenairessociaux d’élaborer une proposition en la matière etenvisagez-vous également de consulter les Communautés,dès lors qu’elles sont compétentes en matière deformation?DO 2007200803219 DO 2007200803219Vraag nr. 93 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Werk en Gelijke Kansen:Studentenovereenkomsten. — Seizoenarbeiders. —Schriftelijke overeenkomsten.Indien studenten worden tewerkgesteld met eenklassieke studentenovereenkomst, moet er een schriftelijkeovereenkomst worden gesloten zodat de betrokkenstudent 23 dagen kan werken. Wanneer echterstudenten worden tewerkgesteld als seizoenarbeider(65 of 30 dagen per jaar) wenst de inspectie dat er ookhier een schriftelijke overeenkomst wordt opgemaakt.Bijgevolg worden werkgevers geconfronteerd met eenbijkomende administratieve verplichting in vergelijkingmet andere gelegenheidswerknemers.1. Wat is de meerwaarde van de verplichting tot hetopmaken van deze twee overeenkomsten?2. Is er mogelijkheid om deze dubbele overeenkomstte vereenvoudigen en te integreren tot één overeenkomst?3. Overweegt u hierover overleg op te starten metde vertegenwoordigers uit de land- en tuinbouwsector?Question n o 93 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministrede l’Emploi et de l’Égalité des chances:Contrats d’étudiant. — Travailleurs saisonniers. —Contrats écrits.Lorsqu’un étudiant est employé sous le régime d’uncontrat d’étudiant classique, il y a lieu de rédiger uncontrat écrit lui permettant de travailler 23 jours.Lorsqu’un étudiant est employé comme travailleursaisonnier (65 ou 30 jours par an), l’inspectionsouhaite également la rédaction d’un contrat écrit. Parconséquent, les employeurs sont confrontés à une obligationadministrative supplémentaire par rapport à lasituation applicable aux autres travailleurs occasionnels.1. Quelle est la plus-value de l’obligation de rédigerces deux contrats?2. N’est-il pas possible de simplifier ces deuxcontrats et de les couler en un seul document?3. Envisagez-vous d’initier une concertation à cesujet avec les secteurs agricole et horticole?DO 2007200803220 DO 2007200803220Vraag nr. 94 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Werk en Gelijke Kansen:C-formulieren. — Papieren en elektronische invulling.Een aantal C-formulieren moet nog steeds op papierworden ingevuld. Andere, waaronder het C4-formulier, moeten zowel elektronisch als op papierworden ingevuld. Nog andere formulieren moetenelektronisch worden ingevuld, maar betekenen geentijdswinst voor bedrijven. Een voorbeeld hiervan is hetformulier C131B of de verklaring van arbeid in eendeeltijdse arbeidsregeling. De werkgever moet ditformulier invullen en maandelijks afleveren aan dedeeltijdse werknemer met een inkomensgarantie-uitke-Question n o 94 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministrede l’Emploi et de l’Égalité des chances:Formulaires C. — Utilisation de la version papier et dela version électronique.Un certain nombre de formulaires C continuent àdevoir être complétés dans leur version papier.D’autres, dont le formulaire C4, doivent être complétésà la fois en version électronique et sur papier.D’autres formulaires encore doivent être complétés enversion électronique, sans que cela représente pourautant un gain de temps pour les entreprises. Citons,par exemple, le formulaire C131B ou la déclaration detravail dans un régime de travail à temps partiel.L’employeur est tenu de compléter ce formulaire et deKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 39992 - 6 - 2008ring. Het formulier invullen via de webapplicatieneemt meer tijd in beslag dan het invullen van depapieren versie.1. Kan u een volledig overzicht geven van alle C-formulieren die:l’envoyer chaque mois au travailleur à temps partielbénéficiant d’une allocation de garantie de revenus. Ilfaut plus de temps à l’employeur pour remplir leformulaire par internet que pour compléter le formulairedans sa version papier.1. Pouvez-vous me fournir un aperçu exhaustif detous les formulaires C qui:a) enkel op papier mogen worden ingevuld; a) ne peuvent être complétés qu’en version papier;b) enkel elektronisch mogen worden ingevuld; b) ne peuvent être complétés qu’en version électronique;c) zowel elektronisch als op papier moeten wordeningevuld?2. Overweegt u om op korte termijn de papieren C-formulieren te vervangen door elektronische versies,waarvan het invullen bovendien minder tijd in beslagneemt dan het invullen van de papieren versie?3. Waarom blijft het probleem om een C4-formulier niet alleen elektronisch te kunnen lateninvullen?c) doivent être complétés à la fois en version électroniqueet papier?2. Envisagez-vous de remplacer à court terme lesformulaires C papier par des versions électroniques,lesquelles représentent en outre un gain de temps parrapport à la version papier?3. Pourquoi le formulaire C4 ne peut-il toujours pasêtre complété uniquement en version électronique?4. Overweegt u dit te verhelpen? 4. Envisagez-vous de remédier à cette situation?5. Overweegt u op korte termijn een evaluatie doorte voeren van het C131B-formuilier met het oog op eensnelle aanpassing, zodat de elektronische invulling nietlanger meer hoeft te duren dan het invullen van depapieren versie?5. Envisagez-vous de procéder, à brève échéance, àune évaluation du formulaire C131B en vue d’uneadaptation rapide, de sorte qu’il ne faille plus consacrerdavantage de temps à compléter la version électroniqueque la version papier?DO 2007200803221 DO 2007200803221Vraag nr. 95 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Werk en Gelijke Kansen:Werknemers die ook een vennootschap bezitten. —Opzegvergoedingen. — Werkloosheidsuitkeringen.Voor werknemers die naast hun gewone job eeneigen vennootschap bezitten waaruit ze gelden verwerven,hetzij als bezoldiging, hetzij op een anderemanier, stellen zich enkele praktische vragen indien zijhun job verliezen. Meer bepaald wat het recht opwerkloosheidsuitkeringen betreft, alsook voor de opzegvergoeding,worden mensen geconfronteerd meteen aantal onduidelijkheden.1. Welke gevolgen heeft het feit dat iemand eenvennootschap bezit op het ogenblik dat hij of zij werklooswordt voor diens werkloosheidsuitkeringen:a) indien betrokkene een loon blijft ontvangen uit dievennootschap: heeft betrokkene met andere woordendan überhaupt recht op een werkloosheidsuitkering;Question n o 95 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministrede l’Emploi et de l’Égalité des chances:Salariés ayant aussi leur propre société. — Indemnitésde préavis. — Allocations de chômage.Des questions d’ordre pratique se posent aux salariéslorsqu’ils perdent leur travail alors qu’en plus deleur emploi habituel, ils possèdent leur propre sociétédont ils tirent des revenus soit au titre de rémunérationsoit d’une autre manière. Ces personnes se retrouventface à une situation confuse en ce qui concerne plusprécisément le droit aux allocations de chômage ainsique l’indemnité de préavis.1. Quelles sont les conséquences, en matière d’allocationsde chômage, du fait qu’une personne possèdeune société au moment où elle perd son emploi:a) si l’intéressé continue de percevoir un salaire de lasociété en question, auquel cas on peut se poser laquestion de savoir s’il a tout simplement droit àdes allocations de chômage;KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4000 QRVA 52 0202 - 6 - 2008b) indien betrokkene geen loon ontvangt, maar enkeleen dividend wordt toegekend, een onkostenvergoedingontvangt of gelden uit die vennootschapopneemt via een rekening-courant?2. Welke gevolgen heeft het feit dat iemand eenvennootschap bezit op het ogenblik dat hij of zij wordtontslagen voor diens opzegvergoeding, indien de regelingvan de betrokken onderneming voorziet datiemands opzegvergoeding ophoudt van zodra hij of zijeen nieuwe job heeft gevonden?3. Is het voor de opzegvergoeding van belang dat ergelden worden opgenomen uit de vennootschap, hetzijals bezoldiging, hetzij op een andere manier?4. Kan een werkgever, wiens ontslagregelingbepaalt dat de betrokken ontslagen werknemer nietlanger een opzegvergoeding ontvangt van zodra hij ofzij een nieuwe job heeft gevonden, de opzegvergoedingmeteen stopzetten indien de betrokken ontslagenwerknemer een eigen vennootschap heeft:b) si l’intéressé ne perçoit pas de salaire mais seulementun dividende, une indemnité pour frais ou s’ilretire de l’argent de cette société par le biais d’uncompte courant?2. Quelles sont les conséquences, en matièred’indemnité de préavis, du fait qu’une personnepossède une société au moment où elle est licenciée sile règlement de l’entreprise concernée prévoit quel’indemnité de préavis prend fin à partir du momentoù le bénéficiaire trouve un nouvel emploi?3. Le fait que de l’argent soit retiré de la société, quece soit en tant que rémunération ou d’une autremanière, entre-t-il en compte dans le cadre de l’octroid’une indemnité de préavis?4. L’employeur dont le règlement en matière delicenciement prévoit que l’employé licencié ne perçoitplus d’indemnité de préavis à partir du moment où iltrouve un nouvel emploi, peut-il suspendre immédiatementle paiement de l’indemnité de préavis sil’intéressé a sa propre entreprise:a) waaruit hij of zij een loon krijgt; a) dont il perçoit un salaire;b) waaruit hij of zij andere inkomsten dan een loonontvangt (dividenden bijvoorbeeld)?5. Wat gebeurt er met het recht op werkloosheidsuitkeringenen opzegvergoding indien de ontslagenwerknemer vanaf het ogenblik van zijn of haar ontslaghet loon dat hij of zij uit de eigen vennootschap ontvingmeteen herleidt tot nul en enkel een dividend ofandere vergoeding verkrijgt?6. Kan een werkgever zich zonder meer van deplicht onttrekken om een ontslagen werknemer geenvolledige opzegvergoeding te betalen indien die zijnganse opzegtermijn niet uitdient?b) dont il perçoit des revenus autres qu’un salaire(comme des dividendes, par exemple)?5. Qu’en est-il du droit aux allocations de chômageet de l’indemnité de préavis si, dès son licenciement, letravailleur licencié supprime immédiatement le salairequ’il percevait de sa propre société, pour ne plus recevoirqu’un dividende ou une autre rémunération?6. Un employeur peut-il se soustraire sans autreforme de procès à l’obligation de ne pas payerd’indemnité de préavis complète à un employé licenciési celui-ci ne travaille pas pendant toute la durée de cepréavis?DO 2007200803222 DO 2007200803222Vraag nr. 96 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Werk en Gelijke Kansen:Callcenters. — Arbeidsomstandigheden.Blijkens een artikel in Knack van 6 februari 2008over callcenters, blijkt dat de arbeidsomstandighedenen verloning in deze sector erg te wensen overlaten. Zozouden de arbeidsomstandigheden erg stresserend zijn,onder meer omdat de temperatuur op de werkplaats telaag is, chefs onaangekondigd meeluisteren met dewerknemers en allochtonen zich zelfs onder eenandere, westerse naam moeten voorstellen aan deklanten die ze opbellen. Het hoeft dan ook niet te ver-Question n o 96 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministrede l’Emploi et de l’Égalité des chances:Centres d’appel. — Conditions de travail.Un article paru dans l’hebdomadaire «Knack» du6 février 2008 dénonce les conditions de travail difficilesdans les centres d’appel ainsi que le faible niveaudes rémunérations versées au personnel. L’auteurévoque ainsi un degré élevé de stress au travail, surtoutdû à des températures trop basses sur les lieux detravail, à l’écoute — sans préavis — des conversationspar les chefs et à la nécessité, pour les personnesd’origine étrangère, de se présenter sous un nom occi-KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 40012 - 6 - 2008wonderen dat het personeelsverloop in de sector grootis en het ziekteverzuim ver boven het gemiddelde ligt.1.a) Worden er bij callcenters controles verricht inzakede temperatuur van de werkplaats?b) Welke sanctie kan een werkgever krijgen indienblijkt dat het personeel moet werken in een tekoude werkomgeving?2.a) Kan een wergever een allochtone werknemerdwingen om een andere, westerse naam aan tenemen aan de telefoon?b) Welk verhaal heeft de werknemer hiertegen enwelke sanctie kan de werkgever oplopen?c) Kan dergelijke praktijk worden bestempeld als eendaad van discriminatie?3.a) Heeft de werkgever van een callcenter het recht omonaangekondigd mee te luisteren wanneer eenwerknemer gesprekken met klanten voert?b) Welk verhaal heeft de werknemer tegen deze praktijken?4.a) Blijkt uit controles dat de arbeidstijdenwet in callcentersniet wordt nageleefd?b) Hoe overweegt u er in de toekomst op toe te ziendat er wel volgens het boekje wordt gewerkt?5. Overweegt u de algemene controles inzake dearbeidsomstandigheden bij callcenters op te drijven?dental aux clients qu’ils appellent. Il ne faut dès lorspas s’étonner de constater dans ce secteur une rotationparticulièrement importante du personnel ainsi qu’unabsentéisme nettement supérieur à la moyenne.1.a) Contrôle-t-on la température des lieux de travaildans les centres d’appel?b) Quelle sanction un employeur peut-il se voir infligers’il apparaît que le personnel doit travaillerdans un environnement trop froid?2.a) Un employeur peut-il obliger un travailleurd’origine étrangère à se présenter au téléphonesous un nom occidental?b) Quelles sont les possibilités de recours du travailleurcontre ce type de mesures et quelle sanctionl’employeur peut-il se voir infliger?c) Peut-on qualifier ces pratiques d’actes discriminatoires?3.a) L’employeur d’un centre d’appel a-t-il le droitd’écouter sans avertissement les conversations téléphoniquesengagées par un membre du personnelavec des clients?b) Quelles sont les possibilités de recours du travailleurcontre ce type de mesures?4.a) A-t-on constaté, lors de contrôles, le non-respectde la loi sur les temps de travail dans certainscentres d’appel?b) Comment envisagez-vous, à l’avenir, de veiller aurespect des règles en matière de travail?5. Envisagez-vous un renforcement des contrôlesgénéraux relatifs aux conditions de travail dans lescentres d’appel?DO 2007200803223 DO 2007200803223Vraag nr. 97 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Werk en Gelijke Kansen:Werkgevers in de social profit-sector. — Oudere werknemers.— Extra verlofdagen.Naar verluidt zouden werkgevers in de social profitsectorontmoedigd worden oudere werknemers indienst te nemen omwille van de speciale verlofregelingdie geldt voor deze mensen. Vermits zij recht hebbenop extra verlofdagen betekent dit voor de werkgeverseen feitelijke meerkost. Op die manier blijkt deze rege-Question n o 97 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministrede l’Emploi et de l’Égalité des chances:Employeurs dans le secteur non marchand. — Travailleursâgés. — Jours de congé supplémentaires.Il me revient que la réglementation spéciale enmatière de congé en vigueur pour les travailleurs âgésdécouragerait les employeurs du secteur non marchandà engager ces personnes. Étant donné que cestravailleurs ont droit à des jours de congé supplémentaires,il en résulte un réel surcoût pour les emplo-KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4002 QRVA 52 0202 - 6 - 2008ling, die initieel bedoeld was om de werkdruk vooroudere werknemers te verminderen en hun alduslanger in het arbeidsproces te houden, contraproductiefte werken voor oudere werknemers die nog in desector aan de slag willen. Recentelijk is gebleken datde social profit-sector een potentieel van 60 000 jobsheeft de volgende jaren. De inschakeling van ouderewerknemers moet bijgevolg aangemoedigd worden.1. Hebben de werkgevers uit de social profit-sectorhet probleem van de extra verlofdagen als remmendefactor voor de aanwerving van vijftigplussers reedsgesignaleerd aan de minister?2. Erkent u het probleem en overweegt u een oplossingte zoeken zodat de aanwerving van oudere werknemersin de social profit-sector attractiever wordtvoor werkgevers?3. Op welke manier overweegt u de feitelijke meerkostvoor de werkgevers te neutraliseren?yeurs. Cette réglementation, dont l’objectif initial étaitde réduire la charge de travail pour les travailleursâgés afin de les maintenir plus longtemps au travail,semble ainsi produire un effet contre-productif pourles travailleurs âgés souhaitant demeurer actifs dans cesecteur. Il s’est avéré récemment que, pour les années àvenir, il existe un potentiel de 60 000 emplois dans lesecteur non marchand. Il convient dès lors d’encouragerl’insertion de travailleurs âgés.1. Les employeurs du secteur non marchand ont-ilsdéjà signalé au ministre le problème des jours de congésupplémentaires qui constitue une entrave pourl’engagement de personnes de plus de 50ans?2. Reconnaissez-vous le problème et envisagez-vousde chercher une solution afin de rendre l’engagementde travailleurs âgés dans le secteur non marchand plusattrayant pour les entrepreneurs?3. Comment envisagez-vous de neutraliser lesurcoût pour les employeurs?DO 2007200803224 DO 2007200803224Vraag nr. 98 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Werk en Gelijke Kansen:Aanwerving van oudere werknemers. — Tijdskrediet.Werkgevers worden vaak met de vinger gewezenomdat ze niet bereid zouden zijn oudere werknemersaan te werven. Evenwel blijkt een aantal maatregelenontradend te werken omdat ze kostenverhogendkunnen werken of de arbeidsorganisatie belemmeren.Het recht op 4/5 tijdskrediet voor vijftigplussersbijvoorbeeld blijkt zo’n drempel voor de aanwervingvan oudere werknemers te zijn, te meer omdat werknemersdit recht reeds kunnen laten gelden na een vrijkorte anciënniteit.1. Blijkt uit de praktijk dat het recht op 4/5 tijdskredietvoor vijftigplussers een remmende factor is in deaanwerving van oudere werknemers?2. Overweegt u te overleggen met de werkgeversom te onderzoeken welke de precieze probleempuntenzijn van deze regeling?3. Overweegt u de nadere regels van deze regelingdesgevallend bij te sturen ten einde te voorkomen dateen maatregel die initieel bedoeld is om oudere werknemerslanger aan het werk te houden een contraproductiefeffect zou hebben op de aanwerving van ouderewerknemers?Question n o 98 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministrede l’Emploi et de l’Égalité des chances:Engagement de travailleurs âgés. — Crédit-temps.Les employeurs se font souvent montrer du doigt dufait qu’ils ne seraient pas disposés à engager destravailleurs âgés. Or, certaines mesures auraient à cetégard un effet dissuasif, parce qu’elles augmentent lecoût de ces travailleurs ou entravent la bonne organisationdu travail. Ainsi, le droit au crédit-temps à 4/5pour les personnes d’au moins 50 ans constituerait unobstacle à l’embauche de travailleurs âgés, d’autantplus que ces travailleurs peuvent faire valoir ce droitaprès une ancienneté assez limitée.1. Le droit au crédit-temps à 4/5 met-il sur le terrainun frein à l’engagement de travailleurs âgés?2. Entendez-vous vous concerter avec les employeurspour relever les écueils de ce système?3. Envisagez-vous, le cas échéant, d’aménager lesmodalités de ce système pour éviter qu’une mesuretendant à maintenir au travail les travailleurs âgés nes’avère contre-productive quant à l’engagement decette même catégorie de travailleurs?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 40032 - 6 - 2008DO 2007200803225 DO 2007200803225Vraag nr. 99 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Werk en Gelijke Kansen:Werknemers. — Flexibelere invulling arbeidstijd.Tijdens een debat op de studiedag «Grijswerkersgezocht. Oplossingen voor een arbeidsmarkt onderdemografische druk» van 1 februari 2008 in het LeuvenseProvinciehuis bleek dat een aantal allochtonewerknemers vragende partij is om tijdens de zomermaandenanderhalve maand of twee maanden verlof tekrijgen om op die manier de gelegenheid te hebben dezomervakantie bij de familie in het land van herkomstdoor te brengen. De betrokkenen zijn de rest van hetjaar dan bereid om langere dagen te werken om dezearbeidstijd te compenseren. Ofschoon werkgeversgeneigd zijn om op deze vraag in te gaan, worden zeechter verhinderd door de wetgeving inzake arbeidsduurom dergelijke flexibele regeling toe te staan.Het probleem is exemplarisch voor het brederethema van werknemersflexibiliteit, maar toont andermaalaan dat er op de werkvloer nood is aan grotereflexibiliteit die dus ook in het voordeel van de werknemersspeelt. Ingevolge de huidige belemmeringen iseen aantal werknemers genoodzaakt om deeltijds tewerken of raken mensen ontmoedigd een job te aanvaardenindien de problematiek van de werkloosheidsvallenspeelt.1. Heeft u weet van de vraag van allochtone werknemersom hun arbeidstijd op jaarbasis flexibeler tespreiden opdat ze hun vakantie kunnen doorbrengenbij hun familie in hun land van herkomst?2. Bent u bereid om naar een oplossing te zoeken,eventueel na overleg met de sociale partners, zodat allewerknemers die dat wensen en wiens job het toestaat,de mogelijkheid krijgen tot een flexibelere invullingvan hun arbeidstijd?Question n o 99 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministrede l’Emploi et de l’Égalité des chances:Travailleurs. — Plus grande flexibilité du temps detravail.Il est apparu dans le cadre d’un débat mené lorsd’une journée d’étude sur le marché du travail, organiséele 1 er février 2008 en la maison provinciale deLouvain, qu’un certain nombre de travailleursallochtones verraient d’un bon œil la possibilitéd’obtenir au cours des mois d’été un mois et demi àdeux mois de congé pour pouvoir ainsi passer lesvacances d’été auprès de la famille dans leur paysd’origine. En compensation, les travailleurs en questionseraient alors disposés à prester de plus longuesjournées de travail le reste de l’année. Alors que lesemployeurs seraient plutôt favorables à une telle flexibilité,la législation sur le temps de travail empêche lamise en pratique de telles formules.Le problème est révélateur dans le cadre plus largede la flexibilité au travail. Cette flexibilité devrait êtreaugmentée, y compris à l’avantage des travailleurs. Lesrestrictions actuelles forcent un certain nombre detravailleurs à travailler à temps partiel tandis que lephénomène des pièges à l’emploi en découraged’autres à accepter un emploi.1. Êtes-vous au courant de la demande de travailleursallochtones de pouvoir étaler leur temps detravail d’une manière plus flexible sur l’année afin depouvoir passer des vacances auprès de la famille dansleur pays d’origine?2. Êtes-vous disposé à chercher une solution à ceproblème, le cas échéant après avoir consulté les partenairessociaux, afin que tous les travailleurs qui lesouhaitent et dont la nature de l’emploi le permet puissentavoir la possibilité d’organiser leur temps detravail de manière plus flexible?3. Welke concrete oplossing acht u haalbaar? 3. Quelle solution concrète est envisageable selonvous?DO 2007200803226 DO 2007200803226Vraag nr. 100 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Werk en Gelijke Kansen:Callcenters. — Inbreuken inzake verloning.Blijkens een artikel in Knack van 6 februari 2008over callcenters blijkt dat de arbeidsomstandighedenQuestion n o 100 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministrede l’Emploi et de l’Égalité des chances:Callcenters. — Infractions sur le plan des rémunérations.Il ressort d’un article publié dans l’hebdomadaire«Knack» du 6 février 2008 et consacré aux callcentersKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4004 QRVA 52 0202 - 6 - 2008en verloning in deze sector erg te wensen overlaten. Zozouden de lonen ver onder de minimumgrens liggen enwerknemers willekeurig ontslagen worden. Het hoeftdan ook niet te verwonderen dat het personeelsverloopin de sector groot is.1. Hoeveel controles van de sociale inspectiedienstenvonden de afgelopen drie jaar jaarlijks plaats incallcenters?2. Hoeveel inbreuken werden vastgesteld inzake deverloning?3. Wat waren de andere voornaamste inbreuken diewerden vastgesteld?4. Hoeveel processen-verbaal werden uitgeschrevenen hoeveel sancties werden effectief opgelegd?5. Op welke manier kunnen de getroffen werknemershet loon waarop ze wettelijk recht hadden alsnogterugkrijgen?6. Welke maatregelen neemt u om in de toekomstna te gaan of de verloning in de sector correct zalgebeuren?que les conditions de travail et de rémunération dansce secteur laissent fortement à désirer. C’est ainsi queles traitements se situeraient bien en deça du seuil minimum.Des travailleurs seraient en outre licenciésarbitrairement. Il n’est dès lors guère étonnant que larotation du personnel dans ce secteur soit importante.1. Combien de contrôles les services de l’inspectionsociale ont-ils menés par an, au cours des trois dernièresannées, dans des callcentres?2. Combien d’infractions ont été constatées sur leplan de la rémunération?3. Quelles autres infractions ont principalement étéconstatées?4. Combien de procès-verbaux ont été dressés etcombien de sanctions ont effectivement été prononcées?5. Comment les travailleurs concernés pourraient-ilencore percevoir le traitement auquel ils avaient légalementdroit?6. Quelles mesures avez-vous l’intention de prendrepour vérifier si les conditions de rémunération dans lesecteur sont correctes?DO 2007200803227 DO 2007200803227Vraag nr. 101 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Werk en Gelijke Kansen:Uitbetaling werkloosheidsuitkeringen. — Vakbondenen HVW. — Beheersvergoedingen.Voor de uitbetaling van de werkloosheidsuitkeringenhebben de uitbetalingsinstellingen van de vakbondenen de Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen(HVW) recht op een beheersvergoeding van de overheid.In 2007 bleek dat de federale overheid 143,1 miljoeneuro aan deze instellingen heeft betaald, een stijgingvan 3,7% ten opzichte van 2006. Een opvallendcijfer, want de werkloosheid daalde, zelfs in die matedat een aantal vakbondsinstellingen zich genoodzaaktzag het statuut van onderneming in moeilijkheden aante vragen.1. Hoeveel bedroeg de beheersvergoeding die elkevakbond en de Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringenjaarlijks hebben ontvangen in de periode 2003-2007?2. Om welke precieze redenen is het budget van debeheersvergoeding in 2007 gestegen met 3,7% terwijlde werkloosheid in haar totaliteit afnam?Question n o 101 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministrede l’Emploi et de l’Égalité des chances:Paiement des allocations de chômage. — Syndicats etCAPAC. — Indemnités de gestion.En ce qui concerne le paiement des allocations dechômage, les organismes de paiement des syndicats etla Caisse auxiliaire de paiement des allocations dechômage (CAPAC) ont droit à une indemnité degestion des pouvoirs publics. En 2007, les autoritésfédérales ont payé 143,1 millions d’euros à ces organismes,ce qui représente une augmentation de 3,7% parrapport à 2006. Un chiffre étonnant puisque lechômage a diminué, au point même qu’une série d’organisationssyndicales se sont vues obligées de demanderle statut d’entreprise en difficulté.1. À combien s’est élevée l’indemnité de gestionreçue chaque année par les différents syndicats et parla Caisse auxiliaire de paiement des allocations dechômage au cours de la période 2003-2007?2. Pour quelles raisons précises, le budget del’indemnité de gestion a-t-il augmenté de 3,7% en2007 alors que dans son ensemble le chômage a diminué?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 40052 - 6 - 20083. Hoe is deze stijging van het budget voor debeheersvergoedingen te rijmen met het feit dat enkelevakbondsinstellingen het statuut van onderneming inmoeilijkheden moesten aanvragen?3. Alors que le budget alloué pour les indemnités degestion a augmenté, comment peut-on expliquer le faitque plusieurs organisations syndicales ont dû demanderle statut d’entreprise en difficulté?DO 2007200803228 DO 2007200803228Vraag nr. 102 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Werk en Gelijke Kansen:Ondernemingen. — Bewaring elektronische documenten.— Externe archiveringsdienst.Strikt juridisch gezien zijn werkgevers sinds 1 september2007 verplicht om hun elektronische documentenbij een externe archiveringsdienst voor vijf jaar inbewaring te geven. Evenwel blijkt er onduidelijkheidte bestaan over wie precies die rol van archiveringsdienstop zich mag nemen.1. Wie mag of moet de rol van externe archiveringsdienstvoor zijn rekening nemen voor het bewaren vanelektronische documenten van ondernemingen?2. Welke sancties worden opgelegd voor ondernemingendie deze verplichting niet naleven?3. Op welke manier zullen werkgeversgeïnformeerd worden over de correcte uitvoering vandeze verplichting ten einde te voorkomen dat ondernemingenongewild in de fout staan?Question n o 102 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministrede l’Emploi et de l’Égalité des chances:Entreprises. — Conservation de documents électroniques.— Service d’archivage externe.D’un point de vue strictement juridique, les employeurssont tenus, depuis le 1 er septembre 2007, dedéposer leurs documents électroniques auprès d’unservice d’archivage externe pendant cinq ans. Laconfusion règne néanmoins sur la question de savoirqui exactement peut assumer le rôle de serviced’archivage.1. Qui peut ou doit assumer le rôle de serviced’archivage externe pour la conservation de documentsélectroniques d’entreprises?2. Quelles sanctions sont-elles imposées aux entreprisesqui ne respectent pas cette obligation?3. De quelle manière les employeurs seront-ilsinformés des modalités exactes de mise en œuvre decette obligation, afin d’éviter que les entreprises nesoient prises en défaut malgré elles?DO 2007200803229 DO 2007200803229Vraag nr. 103 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Werk en Gelijke Kansen:Chirurgische diensten. — Verpleegkundigen.Met betrekking tot de tewerkstelling van verpleegkundigenop chirurgische diensten blijkt er op hetterrein enige onduidelijkheid te bestaan inzake depersoneelsbezetting tijdens de nacht en het aantalvakantiedagen waarop personeel dat nachtprestatieslevert recht heeft.1. Zijn vanaf 1 januari 2007 de geldende normeninzake personeelsbezetting op chirurgische dienstenveranderd?2. Zo ja, hoeveel personeelsleden moeten vanaf1 januari 2007 officieel aanwezig zijn op een chirurgischedienst van zestig bedden gedurende de nacht?Question n o 103 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministrede l’Emploi et de l’Égalité des chances:Services de chirurgie. — Personnel infirmier.Il règne une certaine confusion sur le terrain en cequi concerne le nombre d’infirmiers requis pour lespermanences de nuit au sein des services de chirurgieet le nombre de jours de congé auxquels ces personnespeuvent prétendre.1. Les normes en vigueur en ce qui concerne leseffectifs au sein des services de chirurgie ont-elles étémodifiées à partir du 1 er janvier 2007?2. Dans l’affirmative, à dater du 1 er janvier 2007,combien de membres du personnel doivent-ils officiellementêtre présents la nuit au sein d’un service dechirurgie comptant soixante lits?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4006 QRVA 52 0202 - 6 - 20083. Op hoeveel vakantiedagen heeft een full time dienachtprestaties levert officieel recht?3. À combien de jours de congé les membres dupersonnel travaillant à temps plein et effectuant desprestations de nuit peuvent-ils officiellement prétendre?DO 2007200803230 DO 2007200803230Vraag nr. 104 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Werk en Gelijke Kansen:Uitbetaling werkloosheidsuitkeringen. — Vergelijkingadministratiekosten uitbetalingsinstellingen.Voor de uitbetaling van de werkloosheidsuitkeringenhebben de uitbetalingsinstellingen van de vakbondenen de Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringenrecht op een beheersvergoeding van de overheid. In2007 bleek dat de federale overheid 143,1 miljoen euroaan deze instellingen heeft betaald, een stijging van3,7% ten opzichte van 2006. De rol van de vakbondenals uitbetalingsinstelling wordt veelal verdedigd methet argument dat uit een vergelijking van de administratiekostenvan de uitbetalingsinstellingen niet blijktdat de openbare uitbetalingsinstelling goedkoperwerkt dan de uitbetalingsinstellingen die opgericht zijndoor de werknemersorganisatie. Tevens wordtbeklemtoond dat de uitbetalingsinstellingen onderworpenzijn aan een aantal externe controles en hunerkenning kan ingetrokken worden indien misbruikenworden vastgesteld.1. Wanneer werd de laatste officiële vergelijkingvan de administratiekosten van de vier uitbetalingsinstellingengerealiseerd?2. Met welke frequentie wordt deze vergelijkingdoorgevoerd?3. Wat zijn de cijfermatige bevindingen en welkeconclusies kunnen daaruit getrokken worden?4. Aan welke externe controles zijn de uitbetalingsinstellingenonderworpen?5. Hoeveel controles werden in de periode 2003-2007jaarlijks verricht bij elk van de vier uitbetalingsinstellingen?6.a) Werden er inbreuken of misbruiken vastgesteld?Question n o 104 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministrede l’Emploi et de l’Égalité des chances:Paiement des allocations de chômage. — Comparaisondes frais d’administration des organismes depaiement.Les organismes de paiement des syndicats et laCaisse auxiliaire des allocations de chômage sont endroit de percevoir de l’État une indemnité de gestionpour leur mission de paiement des allocations dechômage. En 2007, les autorités fédérales ont versé àces organismes un montant de 143,1 millions d’euros,ce qui représente une hausse de 3,7% par rapport à2006. Pour défendre le rôle des syndicats en tantqu’organisme de paiement, on argumente généralementqu’une comparaison des frais d’administrationdes différentes instances ne permet pas d’établir quel’organisme public de paiement génère moins de fraisque les pendants de celui-ci créés par les organisationssyndicales. En outre, les organismes de paiement sontsoumis à un certain nombre de contrôles externes etleur agrément peut être retiré en cas de constat d’abus.1. À quand remonte la dernière comparaison officielledes frais d’administration des quatre organismesde paiement?2. Avec quelle fréquence cette comparaison est-elleétablie?3. Quels sont les constats chiffrés et quelles conclusionspeut-on en tirer?4. À quels contrôles externes les organismes depaiement sont-ils soumis?5. Combien de contrôles ont été effectués annuellementau cours de la période 2003-2007 auprès dechacun des quatre organismes de paiement?6.a) A-t-on constaté des infractions ou des abus?b) Zo ja, waar en welke? b) Dans l’affirmative, où et quelle est la nature de cesinfractions?7. Welke sancties werden eventueel genomen? 7. Quelles sanctions ont éventuellement été prises?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 40072 - 6 - 2008DO 2007200803231 DO 2007200803231Vraag nr. 105 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Werk en Gelijke Kansen:Vlaamse werkgevers. — Discriminatie van Waalsewerkzoekenden.In De Standaard van 12 februari 2008 beweert deburgemeester van Komen dat de inwoners van Komenworden gediscrimineerd in Vlaanderen. Alhoewel zede nodige technische kennis hebben en perfect in defabrieken aan de slag kunnen, krijgen ze geen werk.Als de werkgever ziet dat hun identiteitskaart niet inhet Nederlands is, worden ze niet aangenomen. Eenopmerkelijke uitspraak van de burgemeester die eraantoevoegt dat «de Fransen die in Komen wonen wélwerk in Vlaanderen krijgen omdat ze geëxcuseerdworden voor het feit dat ze geen Nederlands spreken».1. Heeft u weet van effectieve gevallen van discriminatievan Waalse werkzoekenden door Vlaamsewerkgevers?2. Zijn hierover al formele klachten ingediend bijde RVA?3. Worden de RVA-facilitatoren effectief geconfronteerdmet dergelijke verhalen indien zij werkzoekendenuit Komen ontvangen in het kader van het activeringsprogrammavoor werklozen?4. Blijkt uit de praktijkervaringen dat van Franseninderdaad geen taalkennis wordt vereist door deVlaamse werkgevers?5. Is het de gewoonte dat een werknemer bij eensollicitatie zijn of haar identiteitskaart moet tonen aande werkgevers?Question n o 105 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministrede l’Emploi et de l’Égalité des chances:Employeurs flamands. — Discrimination envers desdemandeurs d’emploi wallons.Dans le quotidien «De Standaard» du 12 février2008, le bourgmestre de Comines affirme que les habitantsde sa commune sont victimes d’une discriminationen Flandre. Bien qu’ils possèdent les connaissancestechniques requises et pourraient parfaitementtravailler dans les usines de la région, ils ne trouventpas de travail. Lorsqu’un employeur constate que leurcarte d’identité n’est pas établie en néerlandais, ils nesont pas engagés. Le bourgmestre ajoute à cette étonnanteobservation que «par contre, les Français habitantComines trouvent du travail en Flandre parce queleur méconnaissance du néerlandais est excusée».1. Avez-vous connaissance de cas réels de discriminationenvers des demandeurs d’emploi wallons pardes employeurs flamands?2. Des plaintes formelles ont-elles déjà été introduitesà ce sujet après de l’ONEm?3. Les facilitateurs de l’ONEm ont-ils réellement dûfaire face à de tels cas, alors qu’ils s’occupaient dedemandeurs d’emploi habitant Comines, dans le cadredu programme d’activation des demandeurs d’emploi?4. L’expérience du terrain montre-t-elle effectivementque les employeurs flamands n’exigent pas desdemandeurs d’emploi français qu’ils connaissent lalangue?5. Est-il habituel qu’on doive montrer sa carted’identité à des employeurs pour postuler un emploi?DO 2007200803232 DO 2007200803232Vraag nr. 106 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Werk en Gelijke Kansen:Veiligheid op het werk. — Onvoldoende beschikbaaronderzoek.Uit een onderzoek van de ULB komt naar voor datfysieke moeilijkheden een realiteit op de werkvloerblijven. Zo blijkt dat 70% van de werknemersafgevaardigdeneen onaangepaste werkhouding als gevarentypebestempelt. Een onaangepaste werkhouding staatdaarmee met stip op één bij de fysieke klachten. Evenwellegt het onderzoek nog een ander probleem bloot:Question n o 106 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministrede l’Emploi et de l’Égalité des chances:Sécurité au travail. — Manque d’études.Il ressort d’une étude réalisée par l’ULB que lesproblèmes physiques restent une réalité sur le lieu detravail. Il apparaît ainsi que 70% des représentants destravailleurs considèrent une mauvaise posture detravail comme un danger type. Les positions de travailinadaptées constituent ainsi le principal sujet de plaintessur le plan physique. Cette étude a également faitKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4008 QRVA 52 0202 - 6 - 2008er zijn in België weinig gegevens beschikbaar over degezondheid op het werk. Buiten statistieken over dearbeidsongevallen op het werk beschikken we nietover nationaal onderzoek over het onderwerp veiligheidop het werk.1. Deelt u de kritiek van de onderzoekster van deULB dat we in ons land over onvoldoende onderzoekbeschikken aangaande veiligheid op het werk?2. Overweegt u een initiatief te nemen om het probleemte verhelpen?ressortir un autre problème: en Belgique on ne disposeque de peu de données sur la santé au travail. Endehors des statistiques sur les accidents du travail, onne dispose d’aucune étude nationale sur le thème de lasécurité au travail.1. Partagez-vous l’avis de la chercheuse de l’ULBqui critique le fait qu’en Belgique on ne dispose pas desuffisamment d’études sur la sécurité au travail?2. Envisagez-vous de prendre une initiative pourremédier à ce problème?3. Wat overweegt u desgevallend te ondernemen? 3. Dans l’affirmative, qu’envisagez-vous plus exactementde faire?4. Overweegt u erover te waken de ondernemingenniet extra administratief te belasten bij het opzettenvan een nationaal onderzoek over het onderwerp veiligheidop het werk?4. Envisagez-vous de veiller à ce que les entreprisesne soient pas soumises à une charge administrativesupplémentaire en cas de mise sur pied d’une étudenationale sur le thème de la sécurité au travail?DO 2007200803233 DO 2007200803233Vraag nr. 107 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Werk en Gelijke Kansen:Opstarten van een zelfstandige activiteit. — Werkgelegenheidsvallen.Bij werknemers krijgt de problematiek van de werkloosheids-of werkgelegenheidsvallen vrij veel aandacht.Terecht, maar vaak wordt voorbij gegaan aanhet feit dat dergelijke vallen zich ook voordoen voormensen die een zelfstandige activiteit zouden willenopstarten. Een schoolverlater die onmiddellijk zelfstandigwil worden schiet er zijn wachttijd en dusrecht op werkloosheidsvergoedingen bij in. Ookoudere werkzoekenden die na hun 45ste een zelfstandigeactiviteit opstarten, zullen die net voor het verstrijkenvan het negende jaar veiligheidshalve stopzettenomdat ze anders niet meer kunnen terugkeren naarde werkloosheidsverzekering en in de problemenkomen indien hun gezondheidstoestand negatief evolueert.1. Werd er in het recente verleden een oplijstinggemaakt van de werkgelegenheidsvallen die mensenontmoedigen om een zelfstandige activiteit op te starten?2. Zo ja, wat zijn de belangrijkste werkgelegenheidsvallenvoor:a) schoolverlaters die een zelfstandige activiteit willenopstarten;Question n o 107 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministrede l’Emploi et de l’Égalité des chances:Démarrage d’une activité d’indépendant. — Pièges àl’emploi.Les travailleurs sont souvent confrontés aux piègesdu chômage ou aux pièges à l’emploi. Leur préoccupationest compréhensible. On oublie bien souvent queces pièges concernent aussi des personnes qui souhaiteraientse lancer dans une activité d’indépendant. Lesjeunes qui ont terminé leurs études et veulent immédiatementdevenir indépendants perdent le bénéfice dustage d’attente et donc leur droit aux allocations dechômage. Par ailleurs, les travailleurs âgés quicommencent une activité d’indépendant après leur 45 eanniversaire y mettront un terme juste avant la fin dela neuvième année pour des raisons de sécurité. Eneffet, s’ils poursuivaient leur activité, ils ne pourraientplus bénéficier de l’assurance chômage etconnaîtraient des difficultés en cas de problèmes desanté.1. A-t-on récemment établi un inventaire des piègesà l’emploi qui découragent les gens de se lancer dansune activité d’indépendant?2. Dans l’affirmative, quels sont les principauxpièges à l’emploi pour:a) les jeunes qui terminent leurs études et veulents’établir comme indépendants;b) ouderen die zich als zelfstandige willen vestigen; b) les travailleurs âgés qui veulent s’établir commeindépendants;KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 40092 - 6 - 2008c) andere werkzoekenden die een zelfstandig beroepwillen uitoefenen;d) herintreders die een zelfstandig beroep willen uitoefenen?3. Zo neen, overweegt u in de toekomst ook dezewerkgelegenheidsvallen te laten onderzoeken?4. Overweegt u bovendien maatregelen te nemenom de overstap van het statuut van werknemer naarzelfstandige en omgekeerd vlotter te laten verlopen enniet langer te ontmoedigen?5. Werd er ondertussen al werk gemaakt van hetvoornemen om de negenjarengrens voor werkzoekende45-plussers, die een zelfstandige activiteit opstarten,op te heffen, zodat zij een terugkeermogelijkheidnaar de werkloosheidsverzekering hebben indienzij hun zaak stopzetten na meer dan negen jaar?c) d’autres demandeurs d’emploi qui veulent exercerune activité d’indépendant;d) les personnes ’rentrantes’ qui veulent exercer uneactivité d’indépendant?3. Dans la négative, envisagez-vous de demanderl’examen de ces pièges à l’emploi dans le futur?4. Envisagez-vous par ailleurs de prendre des mesurespour faciliter le passage du statut d’employé austatut d’indépendant et inversement et ne plus découragercette transition?5. Dans l’intervalle, avez-vous déjà pris des mesuresconcrètes pour supprimer la limite des neuf ans pourles demandeurs d’emploi de plus de 45ans qui veulentse lancer dans une activité d’indépendant, afin qu’ilspuissent toujours bénéficier de l’assurance chômages’ils mettent un terme à leur activité après plus de neufans?DO 2007200803242 DO 2007200803242Vraag nr. 108 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheuvan 28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteministeren minister van Werk en Gelijke Kansen:Belgische en Franse grensarbeiders. — Wijzigingfiscaal statuut.Tussen Frankrijk en België is een akkoord in demaak dat het fiscaal statuut van de grensarbeiderwijzigt vanaf 1 januari 2008. Vandaag betaalt deFranse grensarbeider nog zijn socialezekerheidsbijdrage(lager dan in Frankrijk) in België en zijn personenbelasting(lager dan in België) in Frankrijk. Om teweten te komen op hoeveel mensen dit akkoord eenimpact zal hebben, stel ik u deze vraag naar cijfers.Inkomende en uitgaande grensarbeid wordt geregistreerddoor het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering,dat in dit verband jaarlijks statistiekenopmaakt met als referentiedatum 30 juni. Metandere woorden: op vandaag is de plaats van inschrijvingin een ziekenfonds determinerend bij de opmaakvan statistieken.1.a) Hoeveel Franse grensarbeiders werken er volgensde laatste telling in België?Question n o 108 de M me Sabien Lahaye-Battheu du28 avril 2008 (N.) à la vice-première ministre etministre de l’Emploi et de l’Égalité des chances:Travailleurs frontaliers belges et français. — Modificationdu statut fiscal.La France et la Belgique s’apprêtent à conclure unaccord modifiant le statut fiscal des travailleurs frontaliersà partir du 1 er janvier 2008. Aujourd’hui, letravailleur frontalier français paie les cotisations desécurité sociale en Belgique (à un taux moins élevéqu’en France) et l’impôt des personnes physiques enFrance (à un taux moins élevé qu’en Belgique). Pourme permettre de connaître le nombre de personnesconcernées par ce nouvel accord, pourriez-vous mefournir les chiffres suivants?Les travailleurs frontaliers entrants et sortants sontenregistrés par l’Institut national d’assurance maladieinvalidité,qui établit des statistiques annuelles aveccomme date de référence le 30 juin. Autrement dit: lelieu d’inscription dans une mutualité est déterminantpour l’élaboration des statistiques1.a) Selon le dernier comptage, combien de travailleursfrontaliers français travaillent en Belgique?b) In welke provincies werken deze Fransen? b) Dans quelles provinces ces ressortissants françaistravaillent-ils?2.a) Hoeveel Belgische grensarbeiders werken ervolgens de laatste telling in Frankrijk?2.a) Combien de travailleurs frontaliers belges travaillenten France, selon le dernier comptage?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4010 QRVA 52 0202 - 6 - 2008b) In welke regio’s werken deze Belgen? b) Dans quelles régions ces Belges travaillent-ils?3.a) Kunnen de cijfers van het aantal grensarbeidersvoortaan niet gehaald worden uit de Kruispuntbankvan de Sociale Zekerheid?3.a) La Banque-Carrefour de la sécurité sociale nepermet-elle pas dorénavant de connaître le nombrede travailleurs frontaliers?b) Zo ja, ontving ik deze cijfers graag. b) Dans l’affirmative, pourriez-vous me fournir ceschiffres?4.a) Kan uit de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheidhet aantal Walen dat in Vlaanderen werktgehaald worden, en het aantal Vlamingen dat inWallonië werkt?4.a) La Banque-Carrefour de la sécurité sociale permetellede connaître le nombre de Wallons travaillanten Flandre et le nombre de Flamands travaillant enWallonie?b) Zo ja, ontving ik deze cijfers graag. b) Dans l’affirmative, pourriez-vous me communiquerces chiffres?DO 2007200803243 DO 2007200803243Vraag nr. 109 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheuvan 28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteministeren minister van Werk en Gelijke Kansen:Werklozen. — Mobiliteitspremies.De federale mobiliteitstoeslag van 743 euro (eenmalig)die wordt toegekend aan uitkeringsgerechtigdewerklozen die een job aanvaarden op meer dan 25 kmvan huis en die een reistijd vergt van meer dan 4 uurper dag (of een totale afwezigheid van huis van meerdan 12 uur), kent een zeer bescheiden succes. In Vlaanderenwerd de premie in 2006 bijvoorbeeld slechts elfkeer aangevraagd. Mogelijke redenen van het geringesucces zijn de strenge voorwaarden, het lage bedrag ofde onbekendheid van de maatregel. Nochtans zou ditinstrument dienstig kunnen zijn als stimulerende maatregelin het debat over de interregionale mobiliteit vanwerkzoekenden. Dat debat zal meer dan ooit moetenworden aangezwengeld en resultaten opleveren numinister van Financiën Reynders op 13 december 2007de avenant op het Belgisch-Frans dubbelbelastingsverdragheeft ondertekend, waardoor het na de overgangstermijnvoor Franse werknemers minder interessantwordt om naar ons land te komen werken.1. Kan u de precieze cijfers meedelen van het aantalmobiliteitspremies dat in de periode 2005-2007 jaarlijkswerd toegekend aan Vlaamse, respectievelijkWaalse en Brusselse werknemers?2. Heeft het geringe succes van de mobiliteitspremieook te maken met het uitblijven van een activerendbeleid ten aanzien van werkzoekenden waarin zeworden aangemoedigd om een job verder van hunwoonplaats te aanvaarden?Question n o 109 de M me Sabien Lahaye-Battheu du28 avril 2008 (N.) à la vice-première ministre etministre de l’Emploi et de l’Égalité des chances:Chômeurs. — Primes de mobilité.La prime fédérale (unique) de mobilité de 743 eurosoctroyée aux chômeurs indemnisés qui acceptent unemploi localisé à plus de 25 km de leur domicile etnécessitant un trajet de plus de 4 heures par jour (ouune absence totale du domicile de plus de 12 heures)connaît un succès très mitigé. En Flandre, cette primen’a ainsi été sollicitée qu’à onze reprises en 2006. Cefaible succès peut s’expliquer par les conditions strictesd’obtention, le faible montant de la prime ou le peu devisibilité de la mesure. Cet instrument pourrait pourtants’avérer utile comme incitant dans le cadre dudébat sur la mobilité interrégionale des demandeursd’emploi. Ce débat devra absolument être relancé etfournir des résultats à présent que le ministre desFinances, M. Reynders, a signé le 13 décembre 2007l’avenant à la convention franco-belge préventive de ladouble imposition. À l’issue de la période transitoire,il sera en effet moins intéressant pour les Français devenir travailler dans notre pays.1. Pourriez-vous fournir les chiffres précis relatifsau nombre de primes de mobilité octroyées annuellement,au cours de la période 2005-2007, à des travailleursflamands, francophones et bruxellois, respectivement?2. Le faible succès de la prime de mobilité est-ilégalement lié à l’absence d’une politique d’activationdes demandeurs d’emploi, visant à les encourager àaccepter un emploi à une plus grande distance de leurdomicile?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 40112 - 6 - 20083. Overweegt u de maatregel — in overleg met uwregionale collega’s — op korte termijn te evalueren inhet kader van het debat van de (interregionale) mobiliteitvan werkzoekenden?4. Overweegt u de algemene toekenningsvoorwaardente versoepelen?5. Zal het bedrag van de mobiliteitspremie wordenopgetrokken?6. Overweegt u een extra verhoging van de premievoor werkzoekenden die een job aanvaarden in eenander Gewest?7. Welke inspanningen overweegt u te doen om demaatregel bekender te maken bij de doelgroep?3. Envisagez-vous d’évaluer prochainement lamesure — en concertation avec vos collègues régionaux— dans le cadre du débat sur la mobilité (interrégionale)des demandeurs d’emploi?4. Envisagez-vous d’assouplir les conditions généralesd’octroi?5. Le montant de la prime de mobilité sera-t-ilaugmenté?6. Envisagez-vous une augmentation supplémentairede la prime en faveur des demandeurs d’emploiqui acceptent un emploi dans une autre région?7. Quelles initiatives envisagez-vous de prendrepour assurer une plus grande publicité à cette mesureauprès du groupe cible?DO 2007200803244 DO 2007200803244Vraag nr. 110 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheuvan 28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteministeren minister van Werk en Gelijke Kansen:Ondernemingen. — Schilder- en behangsector. —Chauffeurs. — Oogtesten.Om de vijf jaar moet het personeel van ondernemingenin de schilder- en behangsector een oogtest ondergaan.Werkgevers verwonderen zich erover dat nietalleen de ogen onderzocht worden, maar de volledigefysieke conditie van werknemers die een bedrijfsvoertuigbesturen. De testen blijken vrij streng te zijn, zelfsin die mate dat sommige kleinere ondernemingen in deproblemen dreigen te komen. Uit casuïstiek blijkt eenonderneming in de problemen te zijn gekomen toenslechts één van de werknemers als chauffeur de tweeandere mocht meenemen naar het werk en die ziekwerd. Bijgevolg moesten de twee andere werknemerselk apart naar de werf rijden omdat ze elkaar nietmochten meenemen. Volgens Mediwet zou een enander te wijten zijn aan de strenge Europese eisen.1. Klopt het dat vooral Europa zeer strenge eisenoplegt aan werknemers die collega’s mogen vervoerennaar het werk?2. Hoeveel ongevallen van en naar het werk gebeurener gemiddeld op jaarbasis als gevolg van oogafwijkingenvan de chauffeurs?3. Waarom omvat de oogtest meteen een gansfysiek onderzoek?4. Overweegt u een aantal versoepelingen in dewetgeving teneinde praktische problemen voor kleineondernemingen te voorkomen, uiteraard zonder daarbijde zorg voor een veilig verkeer van en naar hetwerk uit het oog te verliezen?Question n o 110 de M me Sabien Lahaye-Battheu du28 avril 2008 (N.) à la vice-première ministre etministre de l’Emploi et de l’Égalité des chances:Entreprises. — Secteur de la peinture et de la tapisserie.— Conducteurs. — Tests oculaires.Tous les cinq ans, le personnel des entreprises dusecteur de la peinture et de la tapisserie doit subir untest oculaire. Les employeurs s’étonnent que l’examenporte sur les yeux mais également sur la conditionphysique générale des travailleurs qui conduisent unvéhicule de société. Les tests sont assez stricts, au pointmême que certaines petites entreprises risquent d’êtreconfrontées à des problèmes. Ainsi, il me revientqu’une entreprise a rencontré des problèmes lorsque leseul de ses ouvriers autorisé à véhiculer deux autrescollègues jusqu’au lieu de travail est tombé malade. Enconséquence, les deux autres ouvriers ont dû se rendreséparément au chantier parce qu’ils n’étaient pas autorisésà faire du covoiturage. Selon Mediwet, de tellessituations seraient dues à la rigidité des exigenceseuropéennes.1. Est-il exact que l’Europe, principalement, imposedes exigences très strictes aux travailleurs autorisés àvéhiculer des collègues jusqu’au lieu de travail?2. Combien d’accidents surviennent annuellement,en moyenne, sur le chemin du travail en raison d’uneanomalie oculaire du chauffeur?3. Pourquoi le test oculaire donne-t-il nécessairementlieu à un examen physique complet?4. Envisagez-vous d’assouplir la législation pouréviter des problèmes pratiques aux petites entreprises,sans négliger bien entendu le souci de garantir la sécuritédes trajets entre le domicile et le lieu de travail?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4012 QRVA 52 0202 - 6 - 2008DO 2007200803245 DO 2007200803245Vraag nr. 111 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheuvan 28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteministeren minister van Werk en Gelijke Kansen:Bedrijven uit de schilder- en decoratiesector. —Medisch onderzoek.Werkgevers van kleine bedrijven uit de schilder- endecoratiesector stellen zich vragen bij het nut van deverplichting om hun werknemers tweemaal per jaarmedisch te laten controleren. Niet de zorg voor degezondheid van de werknemer wordt daarbij in vraaggesteld, maar wel de kwaliteit van het onderzoek. Integenstelling tot grote ondernemingen, waar een«onderzoekswagen» ter plekke komt om de werknemerste onderzoeken, moeten kleine werkgevers hunpersoneel naar een medisch centrum sturen. Aangezienschilders soms op een werf ver van het medisch centrumkunnen tewerkgesteld zijn, betekent het voor dewerkgever dat het medisch onderzoek een dure aangelegenheidwordt omdat zij ook de uren van en naar hetonderzoek moeten vergoeden.1. Heeft u reeds klachten ontvangen van werkgeversof werknemers die zich beklagen over de kwaliteitvan het medisch onderzoek?2. Hoe wordt erop toegezien dat de werknemerswel degelijk goed en volledig worden onderzocht?3. Overweegt u tegemoet te komen aan de kritiekvan werkgevers van kleine ondernemingen dat hetmedisch onderzoek van hun werknemers — dat opzich niet in vraag wordt gesteld — hun slechts eenminimale meerkost vergt rekening houdend met deverplaatsingen van en naar de plaats van het onderzoek?4. Is er een mogelijkheid om ook voor kleinerebedrijven mobiele onderzoekscentra in te schakelen?Question n o 111 de M me Sabien Lahaye-Battheu du28 avril 2008 (N.) à la vice-première ministre etministre de l’Emploi et de l’Égalité des chances:Entreprises du secteur de la peinture et de la décoration.— Examen médical.Les patrons de petites entreprises de peinture et detapisserie s’interrogent sur l’opportunité de soumettreobligatoirement leur personnel à un examen médicalsemestriel. À cet égard, ils ne remettent pas en cause lesouci pour la santé du personnel mais bien la qualitéde l’examen. Contrairement aux grandes entreprises,où un camion médical se rend sur place pour l’examendes travailleurs, les petites sociétés doivent envoyerleur personnel dans un centre médical. Étant donnéque les peintres travaillent parfois sur un chantier éloignédu centre médical, l’examen médical peut représenterun coût élevé pour l’employeur parce qu’il doitégalement rémunérer les heures consacrées aux déplacementsoccasionnés par la visite médicale.1. Avez-vous déjà reçu des plaintes d’employeursou de travailleurs à propos de la qualité de l’examenmédical?2. Comment veille-t-on à ce que l’examen médicaldes travailleurs soit effectué correctement et complètement?3. Envisagez-vous de tenir compte des critiques despatrons de petites entreprises qui estiment quel’examen médical de leur personnel — qu’ils ne remettentpas en question — ne devrait représenter qu’uncoût supplémentaire minimum compte tenu des déplacementsnécessités par la visite médicale?4. Le recours à des centres d’examen mobiles est-ilégalement envisageable pour les petites entreprises?DO 2007200803246 DO 2007200803246Vraag nr. 112 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheuvan 28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteministeren minister van Werk en Gelijke Kansen:Schilderwerken. — Steigers.Vanaf een hoogte van twee meter moeten schilderenandere werken uitgevoerd worden vanop een steigerof hoogtewerker. Voor schilderwerken betekentdit een meerkost van 2 500 euro tot 3 700 euro voorhet verven van een doorsnee villa. Klanten brengendaarvoor weinig begrip op en kiezen vaak voor schil-Question n o 112 de M me Sabien Lahaye-Battheu du28 avril 2008 (N.) à la vice-première ministre etministre de l’Emploi et de l’Égalité des chances:Travaux de peinture. — Échafaudages.À partir d’une hauteur de deux mètres, les travauxde peinture ou autres doivent être effectués à l’aided’un échafaudage ou d’une voiture à échelle. En ce quiconcerne les travaux de peinture, cette mesure représenteun surcoût de 2 500 à 3 700 euros pour la peintured’une villa moyenne. Les clients se montrent peuKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 40132 - 6 - 2008ders die zich van de regelgeving weinig of niets aantrekkenomdat de controle hierop toch nihil zou zijn.1. Klopt de bewering van een aantal schilders dat erzelden of nooit gecontroleerd wordt op het plaatsenvan steigers bij schilderwerken op een hoogte die detwee meter overschrijdt?2. Werd reeds onderzocht of de limiet van tweemeter een verantwoord criterium is of dat het mogelijkte streng is?3. Overweegt u een aanpassing van de reglementeringinzake het plaatsen van steigers?compréhensifs à cet égard et préfèrent souvent faireappel à des peintres qui ne se soucient que peu ou proude la réglementation, étant donné que le contrôle seraiten fait inexistant.1. Est-il exact, comme le disent un certain nombrede peintres, qu’en cas de travaux de peinture à unehauteur supérieure à deux mètres, la présence d’unéchafaudage n’est que rarement ou jamais contrôlée?2. S’est-on déjà demandé si la limite de deux mètresest un critère adéquat ou peut-être trop sévère?3. Envisagez-vous d’adapter la réglementation relativeà l’installation d’échafaudages?DO 2007200803247 DO 2007200803247Vraag nr. 113 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheuvan 28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteministeren minister van Werk en Gelijke Kansen:Schildersondernemingen. — Werkzaamheden. —Veiligheidsfiches.Sedert enkele jaren moeten schildersondernemingenvoor iedere werkzaamheid die ze uitvoeren een veiligheidsfichemaken. De werknemers hebben de gansebundel ontvangen en ondertekend voor ontvangst. Uitpraktijkvoorbeelden blijkt echter dat heel wat werknemersweinig interesse betonen wanneer de werkgeverde fiches met hen wil overlopen. Bijgevolg lijken deveiligheidsfiches in eerst instantie papieren tijgers.Het Nationaal Actiecomité voor veiligheid enhygiëne in het bouwbedrijf (NAVB) wil dat werkgeversvoor alle producten waar ze mee werken, dus ookdiegene waarmee slechts sporadisch wordt gewerkt,een veiligheidsfiche opmaken. Deze fiches wordengratis ter beschikking gesteld door de leveranciers enfabrikanten, maar omdat ze zo uitgebreid zijn (2 tot4 pagina’s per product) eist het NAVB dat al dezefiches gereduceerd worden tot één pagina per productzodat het personeel ze makkelijk kunnen lezen. «Makkelijk»is relatief want er zijn ongeveer 1 000 productenwaarmee schilders worden geconfronteerd. In depraktijk gaat het dus om een heuse «encyclopedie», temeer omdat men niet tevreden is met één fiche voorproducten van eenzelfde groep. bijvoorbeeld allewatergedragen verven, alle synthetische verven, enzovoort).Voor alle producten moet er een aparte ficheworden opgesteld. Bovendien moeten beide bundels(werkfiches en productfiches) in ieder wagen ter inzageliggen.Question n o 113 de M me Sabien Lahaye-Battheu du28 avril 2008 (N.) à la vice-première ministre etministre de l’Emploi et de l’Égalité des chances:Entreprises de peinture. — Travaux. — Fiches dedonnées de sécurité.Depuis quelques années, les entreprises de peinturesont tenues de rédiger une fiche de données de sécuritépour tous les travaux qu’elles effectuent. Les travailleursreçoivent l’ensemble du dossier et signent unaccusé de réception. Or, dans la pratique, il apparaîtque bon nombre de travailleurs ne se montrent guèreintéressés lorsque l’employeur souhaite parcourir lesfiches avec eux. C’est dire que les fiches de données desécurité apparaissent en premier lieu comme un coupd’épée dans l’eau.Le Comité national d’action pour la Sécurité etl’Hygiène dans la Construction (CNAC) souhaite queles employeurs créent une fiche de données de sécuritépour chacun des produits qu’ils utilisent, y comprisceux dont ils ne se servent que sporadiquement. Cesfiches sont proposées gratuitement par les fournisseurset les fabricants, mais étant donné leur volume (il fautcompter 2 à 4 pages pour chaque produit), le CNACdemande qu’une fiche ne prenne pas plus d’une pagepar produit, ce qui devrait rendre les fiches faciles àlire pour le personnel. Cela dit, le concept «facile àlire» est tout relatif, car les peintres peuvent être appelésà manipuler quelque 1 000 produits différents. Ils’agit en réalité donc d’une véritable encyclopédie,d’autant qu’on ne se contente pas d’une seule fichepour les produits appartenant à un même groupe,comme par exemple les peintures à l’eau, les peinturessynthétiques, etc. Au contraire, chaque produit doitfaire l’objet d’une fiche individuelle. De plus, les deuxdossiers (fiches de travail et fiches de produits) doiventêtre consultables dans chaque véhicule.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4014 QRVA 52 0202 - 6 - 2008Het is duidelijk dat in deze administratie vereenvoudigingnodig is. Welzijn en veiligheid op het werkmoeten immers niet alleen op papier, maar vooral inpraktijk worden gerealiseerd.1. Overweegt u overleg te plegen met de sector omte komen tot een systeem van veiligheidsfiches dat nietalleen op papier maar ook in de praktijk effectief is?2. Zal er worden gestreefd naar een vereenvoudigdsysteem voor het opmaken van veiligheidsfiches, datrekening houdt met de praktische haalbaarheid?3. Overweegt u om te komen tot een uniforme veiligheidsfichevoor producten van eenzelfde groep inplaats van een fiche voor ieder product afzonderlijk?4.a) Zullen andere mogelijkheden dan aanwezigheid inde bedrijfswagens worden overwogen om de werkfichesen productfiches aan de werknemers terbeschikking te stellen?Il est clair que la simplification s’impose dans cetteadministration. Le bien-être et la sécurité au travailsont des principes à réaliser non seulement sur lepapier, mais avant tout sur le terrain.1. Envisagez-vous de vous concerter avec le secteurpour développer une système de fiches de données desécurité non seulement effectif sur le papier mais aussidans la pratique?2. Cherchera-t-on à mettre au point un systèmesimplifié pour la rédaction des fiches de données desécurité, qui tienne compte des aspects de faisabilité?3. Envisagez-vous d’aboutir à une fiche de donnéesde sécurité uniforme pour l’ensemble des produitsappartenant à un même groupe, plutôt que d’avoir unefiche spécifique pour chaque produit?4.a) Envisagera-t-on d’autres moyens de mettre lesfiches de travail et de produit à la disposition destravailleurs que la seule consultation dans les véhiculesde la société?b) Kan de digitale technologie hierbij van dienst zijn? b) La technologie numérique pourrait-elle servir à ceteffet?DO 2007200803277 DO 2007200803277Vraag nr. 114 van de heer Pierre-Yves Jeholet van29 april 2008 (Fr.) aan de vice-eersteminister enminister van Werk en Gelijke Kansen:Departement. — Indienstneming van personen meteen handicap.Overeenkomstig het koninklijk besluit van 5 maart2007 tot organisatie van de werving van personen meteen handicap in het federaal administratief openbaarambt is elke overheidsdienst verplicht personen meteen handicap tewerk te stellen ten belope van 3 % vanzijn effectief. Dat percentage moet gehaald wordentegen 1 januari 2010.Uit cijfers die in februari 2008 werden bekendgemaaktdoor de minister van Ambtenarenzaken, blijktdat de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en SociaalOverleg momenteel 2,34% werknemers met eenhandicap in dienst heeft.1. Zullen er concrete maatregelen worden getroffenop dat departement teneinde de toegang tot werk voorpersonen met een handicap te bevorderen en de doelstellingvan 3% binnen de gestelde termijn te bereiken?2. Voorziet het personeelsplan 2008 van uw departementin de indienstneming van personen met eenhandicap?Question n o 114 de M. Pierre-Yves Jeholet du 29 avril2008 (Fr.) à la vice-première ministre et ministrede l’Emploi et de l’Égalité des chances:Département. — Emploi de personnes handicapées.L’arrêté royal du 5 mars 2007 organisant le recrutementdes personnes handicapées dans la fonctionpublique administrative fédérale, prévoit que les servicespublics doivent mettre au travail des personneshandicapées à concurrence de 3% de leur effectif. Cepourcentage de 3% devra être atteint pour le 1 er janvier2010.Il ressort des chiffres communiqués en février 2008par la ministre de la Fonction publique que le SPFEmploi, Travail et Concertation sociale occupe actuellement2,34% de travailleurs handicapés.1. Des mesures concrètes sont-elles envisagées ausein de ce département afin de promouvoir l’accès àl’emploi pour les personnes handicapées et d’atteindrel’objectif des 3% dans le délai prescrit?2. Le plan de personnel 2008 de votre départementprévoit-il le recrutement de personnes handicapées?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 40152 - 6 - 20083. Beschikt u daarnaast over een inventaris perfunctieniveau van de functies die op uw departementreeds worden vervuld door werknemers met eenhandicap?3. Disposez-vous par ailleurs d’un inventaire parniveau de fonction des emplois qui sont déjà occupés,au sein de votre département, par des travailleurshandicapés?DO 2007200803330 DO 2007200803330Vraag nr. 115 van mevrouw Ingrid Claes van 29 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Werk en Gelijke Kansen:Niet-geordonnanceerde kredieten op 31 december2007.1.a) Wat was het bedrag van de binnengekomen facturenwaarvoor op 31 december 2007 nog geenordonnancering gebeurde bij de administraties ende andere instellingen die onder uw toezicht staan?b) Om hoeveel facturen gaat het precies en op welkedatum werden ze opgemaakt?2.a) Wat is de reden voor het feit dat desgevallend geenordonnancering gebeurde?b) Had dit te maken met de zogenaamde onderbenuttingvan kredieten zoals opgelegd door het ankerprincipeof waren de in de begroting 2007 vooropgesteldeordonnanceringskredieten ontoereikend?Question n o 115 de M me Ingrid Claes du 29 avril 2008(N.) à la vice-première ministre et ministre del’Emploi et de l’Égalité des chances:Crédits non ordonnancés au 31 décembre 2007.1.a) Quel était le montant des factures entrantes pourlesquelles les administrations et les autres institutionsrelevant de votre tutelle n’avaient encoreeffectué aucun ordonnancement au 31 décembre2007?b) De combien de factures s’agit-il exactement et dequand datent-elles?2.a) Le cas échéant, pour quelle raison aucun ordonnancementn’a-t-il été effectué?b) Est-ce lié à la sous-utilisation de crédits, tellequ’imposée par le principe de l’ancre, ou certainscrédits d’ordonnancement prévus au budget 2007étaient-ils insuffisants?c) In het laatste geval, wat is hiervan de oorzaak? c) Dans le dernier cas, quelle en est la cause?DO 2007200803352 DO 2007200803352Vraag nr. 116 van de heer Flor Van Noppen van29 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Werk en Gelijke Kansen:Ontgassing van containers die aankomen in Belgischehavens.In de haven van Antwerpen worden jaarlijks20 000 containers bedoeld voor de export behandeldmet gas om zo ongedierte te verdelgen. Het gaat omhet uiterst giftige methylbromide, levensgevaarlijkvoor de mens en uiterst belastend voor het milieu.Sinds vorig jaar bestaat er een verplichting om deze inde haven begaste containers te ontgassen, waarbij minstens80% van het gas opnieuw moet worden opgevangen.Deze containers vertrekken dus gasvrij naarhet buitenland.Grote problemen doen zich echter voor met containersdie vanuit het buitenland aankomen in onzeQuestion n o 116 de M. Flor Van Noppen du 29 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministrede l’Emploi et de l’Égalité des chances:Dégazage des conteneurs qui arrivent dans les portsbelges.Dans le port d’Anvers, 20 000 conteneurs destinés àl’exportation sont traités chaque année au gaz dans lebut d’en éliminer les vermines. Le gaz employé est lebromure de méthyle, un gaz hautement toxique quiprésente un danger de mort pour l’homme et est desurcroît extrêmement dommageable pour l’environnement.Depuis l’an dernier, il est obligatoire de dégazerles conteneurs traitéss dans le port d’Anvers et, lors decette opération, il faut de surcroît récupérer au moins80% du gaz. Ces conteneurs sont donc complètementdégazés lorsqu’ils partent à l’étranger.Là où de gros problèmes se posent, c’est au niveaudes conteneurs étrangers qui arrivent dans nos ports.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4016 QRVA 52 0202 - 6 - 2008Belgische havens. Deze containers worden namelijk inhet buitenland begast, maar slechts heel zelden ookontgast. Wanneer ze dan in België aankomen, zitten zenog vol methylbromide. Men schat dat 20% van deingevoerde containers behandeld zijn met gifgas, wat700 000 containers per jaar betekent. Hoewel dezecontainers in het buitenland moeten worden voorzienvan een waarschuwingsteken, ontbreekt dit bijnaaltijd. Deze gang van zaken is een grote bedreigingvoor de gezondheid van havenarbeiders, douanebeambtenen zelfs de eindbestemmeling van de container.Het is duidelijk dat het systeem van verplichtelabeling niet afdoende is om deze mensen te beschermen.Een mogelijke oplossing is een wet die de gasvrijverklaringvan (buitenlandse) containers verplicht.Enkel containers die in het buitenland gasvrij werdenverklaard, zouden dan in de Belgische havens verwerktmogen worden.1. Bent u op de hoogte van de problemen die zichvoordoen met betrekking tot deze in het buitenlandbegaste containers?2. Welke maatregelen overweegt u te nemen om ditgevaar voor de volksgezondheid weg te werken?En effet, ces conteneurs-là sont gazés à l’étranger et nesont que très rarement dégazés. Quand ils arriventchez nous, ils contiennent donc d’importants résidusde bromure de méthyle. Selon les estimations, 20%des conteneurs importés sont traités avec ce gaz toxique,ce qui représente 700 000 conteneurs par an.Alors que ces conteneurs devraient être munis, àl’étranger, d’un signe de mise en garde, cette précautionest presque toujours omise. Cette situation constitueune menace grave pour la santé des dockers, desdouaniers et même pour les destinataires finaux desconteneurs. Le système de labellisation obligatoire nesuffit manifestement pas à assurer la protection de cespersonnes. Ce problème pourrait être résolu en élaborantune loi rendant obligatoire une déclaration dedégazage des conteneurs (étrangers). Seuls les conteneursqui auront été déclarés dégazés à l’étrangerpourront alors être traités dans les ports belges.1. Êtes-vous informé des problèmes qui se posentavec ces conteneurs gazés à l’étranger?2. Quelles mesures envisagez-vous de prendre pouréliminer la menace qu’ils font peser sur la santé publique?DO 2007200803390 DO 2007200803390Vraag nr. 117 van de heer Luc Goutry van 29 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Werk en Gelijke Kansen:Verzorging zieke familieleden. — Loopbaanonderbreking.— Palliatief zorgverlof.Personen die zelf wensen in te staan voor de verzorgingvan een ziek familielid thuis hebben recht oploopbaanonderbreking. Deze onderbreking kan maximaaléén jaar voltijds bedragen of twee jaar halftijds.1. Hoeveel mensen maakten hiervan gebruik in hetjaar 2006 en 2007, indien mogelijk opgesplitst perGewest?2. Personen die een stervend familielid thuis palliatiefwillen verzorgen, hebben recht op één maandpalliatief zorgverlof, mogelijk te verlengen met éénmaand.Hoeveel mensen maakten hiervan gebruik in 2006en 2007, indien mogelijk opgesplitst per Gewest?Question n o 117 de M. Luc Goutry du 29 avril 2008(N.) à la vice-première ministre et ministre del’Emploi et de l’Égalité des chances:Soins de membres de la famille malades. — Interruptionde carrière. — Congé de soins palliatifs.Les personnes qui souhaitent soigner elles-mêmesun membre de la famille malade à domicile ont droit àune interruption de carrière. Celle-ci peut être d’unedurée maximale d’un an à temps plein ou de deux ansà temps partiel.1. Combien de personnes ont recouru à cette possibilitéen 2006 et en 2007? Pourriez-vous ventiler leschiffres par région?2. Les personnes qui souhaitent dispenser des soinspalliatifs à un membre de la famille en phase terminaleont droit à un mois de congé de soins palliatifs, quipeut-être prolongé d’un mois.Combien de personnes ont recouru à cette possibilitéen 2006 et en 2007? Pourriez-vous ventiler les chiffrespar Région?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 40172 - 6 - 2008DO 2007200803445 DO 2007200803445Vraag nr. 118 van mevrouw Sonja Becq van 30 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Werk en Gelijke Kansen:Dienstencheque-ondernemingen. — ArrondissementHalle-Vilvoorde.Op internet zijn diverse dienstenchequeondernemingenterug te vinden op grond van het werkingsgebieden de vestigingsplaatsen. Over de gebruikersis minder bekend.1. Is het mogelijk om per gemeente van het arrondissementHalle-Vilvoorde te beschikken over het aantaldienstencheque-gebruikers en het aantal dienstencheque-werknemers(voltijds en deeltijds)? Graag ookeen overzicht van de gemeenten die niet over een eigendienstencheque-onderneming beschikken.2. Hoeveel dienstencheques werden in 2004, 2005,2006 en 2007 aangekocht, respectievelijk ingewisseldin het arrondissement Halle-Vilvoorde?3. Hoeveel banen in absolute aantallen en involtijdse equivalenten heeft dit in elke gemeente vanhet arrondissement Halle-Vilvoorde opgeleverd?4.a) Zijn er PWA-kantoren in gemeenten van hetarrondissement Halle-Vilvoorde die geen aanvraagtot erkenning als erkende dienstenchequeondernemingindienden?Question n o 118 de M me Sonja Becq du 30 avril 2008(N.) à la vice-première ministre et ministre del’Emploi et de l’Égalité des chances:Entreprises de titres-services. — Arrondissement Hal-Vilvorde.Sur Internet, on peut trouver les coordonnées dediverses entreprises de titres-services sur la base de leurdomaine d’activité ou de leur siège. Les données sur lesutilisateurs sont beaucoup plus rares.1. Est-il possible de connaître le nombred’utilisateurs des titres-services et le nombre de travailleursoccupés (à temps plein et à temps partiel) parcommune de l’arrondissement Hal-Vilvorde? Pourriez-vousme fournir également un aperçu des communesqui ne disposent pas encore de leur propre entreprisede titres-services?2. Combien de titres-services ont été achetés etéchangés en 2004, 2005, 2006 en 2007 dans l’arrondissementHal-Vilvorde?3. Combien d’emplois, en nombres absolus et enéquivalents temps plein ont ainsi été créés dans chaquecommune de l’arrondissement Hal-Vilvorde?4.a) Certains agences ALE dans les communes de l’arrondissementHal-Vilvorde n’ont-elles pas introduitde demande de reconnaissance en tantqu’entreprise de titres-services agréée?b) Zo ja, welke? b) Dans l’affirmative, lesquelles?DO 2007200803446 DO 2007200803446Vraag nr. 119 van mevrouw Sonja Becq van 30 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Werk en Gelijke Kansen:Dienst Administratieve Geldboeten. — Overtredingeninzake sociale fraude.De bestraffing van de sociale fraude gebeurt grotendeelsdoor de Dienst administratieve Geldboeten.Naar verluidt heeft deze dienst te kampen met eenernstige achterstand.1. Kan u een overzicht geven van de overtredingendie inzake sociale fraude werden vastgesteld, namelijk:Question n o 119 de M me Sonja Becq du 30 avril 2008(N.) à la vice-première ministre et ministre del’Emploi et de l’Égalité des chances:Service des amendes administratives. — Infractions enmatière de fraude sociale.La répression de la fraude sociale est principalementassurée par le service des amendes administratives. Ilm’est revenu que ce service est confronté à un importantarriéré.1. Pouvez-vous donner un aperçu des infractionsconstatées en matière de fraude sociale et plus précisément:a) aard van de overtredingen; a) de la nature des infractions;b) aard van de sector waar overtredingen wordenvastgesteld;b) de la nature des secteurs dans lesquels ces infractionsont été constatées;KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4018 QRVA 52 0202 - 6 - 2008c) verdeling naargelang Gewest van vestiging; c) de leur répartition par région;d) grootte van de boete? d) du montant de l’amende?2. Kan u een overzicht geven met betrekking tot deachterstand: over welke dossiers (aard overtreding,sector, Gewest, boete) en over welke periode gaat het?3.a) Op welke wijze overweegt u initiatieven te nemenom deze achterstand weg te werken?b) Hoe groot zijn de boetes die op dit ogenblik nietgeïnd worden?2. Pouvez-vous donner un aperçu de l’arriéré: quelssont les dossiers (nature de l’infraction, secteur,Région, amende) et la période concernés?3.a) Quelles mesures envisagez-vous de prendre pourrésorber cet arriéré?b) À combien s’élève le montant des amendes quin’ont pas encore été perçues à ce jour?DO 2007200803447 DO 2007200803447Vraag nr. 120 van mevrouw Sonja Becq van 30 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Werk en Gelijke Kansen:Opleidingsfonds voor de dienstencheques. — Werkingen besteding.Op 11 juli 2007 trad het opleidingsfonds voor dedienstencheques in werking. Mijn vragen betreffen dewerking en de besteding ervan.1. Hoeveel van de middelen werden respectievelijktoegezegd en uitbetaald?2. Hoe groot is het aantal aangevraagde, respectievelijkgoedgekeurde opleidingen? Aanvragen naargelanghet gaat om dienstenchequebedrijven van openbarebesturen, vzw’s of interimkantoren.3. Hoelang is de gemiddelde duur van een opleiding?Question n o 120 de M me Sonja Becq du 30 avril 2008(N.) à la vice-première ministre et ministre del’Emploi et de l’Égalité des chances:Fonds de formation titres-services. — Fonctionnementet utilisation.Le fonds de formation titres-services est entré enfonction le 11 juillet 2007. Mes questions concernent lefonctionnement et l’utilisation de ce fonds.1. Quelles parts des moyens financiers de ce fondsont été respectivement affectées et versées?2. Combien de formations ont fait l’objet d’unedemande de soutien financier et combien ont étéapprouvées? Pouvez-vous donner une ventilation desdemandes selon qu’il s’agissait d’entreprises de titresservicesliées à des administrations, à des ASBL ou àdes bureaux d’intérim?3. Quelle est la durée moyenne d’une formation?DO 2007200803450 DO 2007200803450Vraag nr. 121 van de heer Georges Gilkinet van30 april 2008 (Fr.) aan de vice-eersteminister enminister van Werk en Gelijke Kansen:Dienstencheques. — Ontwerp van koninklijk besluit.De Ministerraad heeft onlangs een ontwerp vankoninklijk besluit goedgekeurd tot inwerkingstellingvan de budgetaire richtlijnen inzake dienstencheques.Het systeem zal op verschillende punten wordenbijgestuurd. Ik zou graag de cijfers kennen die dezekeuze rechtvaardigen.1. Hoeveel gebruikers hebben in 2005, 2006 en 2007dienstencheques aangekocht?Question n o 121 de M. Georges Gilkinet du 30 avril2008 (Fr.) à la vice-première ministre et ministrede l’Emploi et de l’Égalité des chances:Titres-services. — Projet d’arrêté royal.Le Conseil des ministres a approuvé récemment unprojet d’arrêté royal mettant en œuvre les orientationsbudgétaires en matière de titres-services. Plusieursmodifications seront apportées au dispositif; j’aimeraisconnaître les statistiques qui sous-tendent ces choix.1. Combien d’utilisateurs ont acheté des titresservicesen 2005, 2006 et 2007?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 40192 - 6 - 20082. Wat is het gemiddeld aantal aangekochte dienstenchequesper gebruiker voor deze drie jaren?3. Wat is het gemiddeld aantal gebruikte dienstenchequesper gebruiker voor deze drie jaren?4.a) Hoeveel gebruikers hebben in 2007 minder dan100 dienstencheques gebruikt?b) Over welk publiek ging het dan (ouderen genietendvan inkomensgarantie, alleenstaande ouders,enzovoort)?5.a) Hoeveel gebruikers hebben in 2007 tussen de 100en de 300 dienstencheques gebruikt?b) Over welk publiek ging het dan (ouderen genietendvan inkomensgarantie, alleenstaande ouders,enzovoort)?6.a) Hoeveel gebruikers hebben in 2007 meer dan750 dienstencheques gebruikt?b) Over welk publiek ging het dan (ouderen genietendvan inkomensgarantie, alleenstaande ouders,enzovoort)?2. Quel est le nombre moyen de titres achetés parutilisateur pou chacune de ces trois années?3. Quel est le nombre moyen de titres utilisés parusager pour chacune de ces trois années?4.a) Combien d’utilisateurs ont utilisé moins de 100 titres-servicesen 2007?b) De quel type de public s’agissait-il (Grapa, parentcélibataire, etc.)?5.a) Combien d’utilisateurs ont utilisé entre 100 et300 titres-services en 2007?b) De quel type de public s’agissait-il (Grapa, parentcélibataire, etc)?6.a) Combien d’utilisateurs ont utilisé plus de 750 titres-servicesen 2007?b) De quel type de public s’agissait-il (Grapa, parentcélibataire, etc.)?DO 2007200803455 DO 2007200803455Vraag nr. 122 van de heer Servais Verherstraeten van30 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Werk en Gelijke Kansen:Adoptieverlof.De wet van 1 maart 2007 houdende diverse bepalingenbevat een hoofdstuk in verband met het adoptieverlof.Het hoofdstuk bepaalt dat de adopterende werknemeradoptieverlof kan opnemen binnen de twee maandenvolgend op het daadwerkelijke onthaal van hetkind in het adoptiegezin. Dit hoofdstuk treedt in werkingop een bij koninklijk besluit te bepalen datum.Bij gebreke aan enig koninklijk besluit op vandaag,geldt evenwel nog steeds de regel dat het adoptieverlofkan worden opgenomen binnen de twee maandenvanaf de inschrijving van het kind in het bevolkingsregister.Doordat het tijdsverloop tussen de aankomst vanhet kind in diens adoptiegezin en de datum van inschrijvingvan het kind in het bevolkings- of vreemdelingenregistersterk verschilt naargelang de gemeentewaar de inschrijving gebeurt (deze termijn schommelttussen een week en twee maanden), zouden verschei-Question n o 122 de M. Servais Verherstraeten du30 avril 2008 (N.) à la vice-première ministre etministre de l’Emploi et de l’Égalité des chances:Congé d’adoption.La loi du 1 er mars 2007 portant des dispositionsdiverses comporte un chapitre consacré au congéd’adoption.Ce chapitre, dont la date d’entrée en vigueur doitêtre fixée par un arrêté royal, dispose que le travailleuradoptant peut prendre un congé d’adoption dans lesdeux mois qui suivent l’accueil effectif de l’enfant dansla famille d’adoption.En l’absence d’arrêté royal en la matière à ce jour, larègle selon laquelle le congé d’adoption peut être prisdans les deux mois qui suivent l’inscription de l’enfantau registre de la population reste d’application.Comme la période qui s’écoule entre l’arrivée del’enfant dans sa famille adoptive et la date del’inscription de l’enfant au registre de la population oudes étrangers diffère fortement selon la commune où sedéroule l’inscription (ce délai va d’une semaine à deuxmois), un certain nombre de familles adoptives ontKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4020 QRVA 52 0202 - 6 - 2008dene adoptiegezinnen problemen ondervinden bij hetuitbetalen van de uitkeringen in het kader van hunadoptieverlof.rencontré des problèmes lors du paiement des allocationsdans le cadre du congé d’adoption.1. Erkent u deze problematiek? 1. Reconnaissez-vous l’existence de ce problème?2. Wordt er gewerkt aan een koninklijk besluit en 2. Où en est l’élaboration de l’arrêté royal?wat is de stand van zaken dienaangaande?3. Op 25 juli 2004 werd de regeling inzake hetadoptieverlof uitgebreid.a) Erkent u dat het niet gerechtvaardigd is dat adoptieoudersomwille van vertragingen inzake de inschrijvingvan hun adoptiekind in het bevolkingsregisterdie niet aan henzelf te wijten is hiervan hetslachtoffer worden en hun uitkering kwijtspelen ofverminderd zien?b) Overweegt u een initiatief te nemen om HoofdstukII van Titel VIII van de wet van 1 maart 2007retroactieve werking te verlenen en in werking telaten treden met ingang van 25 juli 2004?3. Le système du congé d’adoption a été élargi le25 juillet 2004.a) Admettez-vous qu’il est injustifiable que lesparents adoptifs soient les victimes de retards quine leur sont pas imputables dans l’inscription deleur enfant adoptif au registre de la population etque, de ce fait, ils perdent ou voient diminuer leurallocation?b) Envisagez-vous de prendre une initiative tendant àla rétroactivité du Chapitre II du Titre VIII de la loidu 1 er mars 2007 de façon à faire entrer ce dernieren vigueur au 25 juillet 2004?c) Zo ja, binnen welke timing? c) Dans l’affirmative, quel calendrier avez-vousarrêté en la matière?DO 2007200803456 DO 2007200803456Vraag nr. 123 van mevrouw Katia Della Faille deLeverghem van 30 april 2008 (N.) aan de viceeersteministeren minister van Werk en GelijkeKansen:Holebi’s. — Onderzoek naar mogelijke loondiscriminatie.Het regeerakkoord bepaalt onder meer dat de regeringbesluiten trekt uit het verslag over gelijke lonen enmaatregelen neemt om op dat vlak de gelijkheid tussenmannen en vrouwen te realiseren. Een zeer wenselijkebeslissing. Evenwel zijn er in het buitenland indicatiesdat er ook ongelijkheden inzake verloning zoudenbestaan voor holebi’s. Uit een studie van het Centre forEconomic Development in 2006 is gebleken datEngelse mannen met een homorelatie gemiddeld zesprocent minder verdienen dan mannen met een heterorelatie.Homo’s zouden ook meer risico lopen omgeen werk te hebben. Vrouwen met een lesbische relatiedaarentegen zouden gemiddeld elf% meer verdienendan vrouwen die hun leven delen met een man. Zezouden tevens minder risico lopen om werkloos teworden dan heterovrouwen.In Nederland is uit een onderzoek van het tijdschrift«Management Team» gebleken dat er zoiets blijkt tebestaan als een «roze plafond» in het Nederlandsebedrijfsleven. De absolute top van het bedrijfsleven isQuestion n o 123 de M me Katia Della Faille de Leverghemdu 30 avril 2008 (N.) à la vice-premièreministre et ministre de l’Emploi et de l’Égalitédes chances:«Holebis» (Personnes homosexuelles, lesbiennes etbisexuelles). — Enquête portant sur d’éventuellesdiscriminations salariales.L’accord de gouvernement prévoit notamment quele gouvernement doit tirer des conclusions du rapportrelatif à l’égalité des salaires et prendre des mesurespour rétablir l’égalité salariale entre les hommes et lesfemmes. Cette une décision est tout à fait bienvenue.Toutefois, à l’étranger, certains indices tendent àmontrer que les holebis subissent également des inégalitésd’ordre salaria. Une étude de 2006 du Centre forEconomic Development a démontré que les hommesanglais homosexuels avaient, en moyenne, un revenuinférieur de six pour cent à celui des hommes hétérosexuels.Les homosexuels courraient également davantagede risques d’être sans emploi. Par contre, leslesbiennes gagneraient en moyenne onze pour cent deplus que les femmes partageant leur vie avec unhomme. Elles risqueraient également moins que lesfemmes hétérosexuelles d’être privées d’emploi.Aux Pays-Bas, une enquête du magazine«Management Team» a révélé l’existence d’une sortede «plafond rose» dans l’économie néerlandaise. Lescimes de la vie économique sont apparemment inac-KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 40212 - 6 - 2008schijnbaar onbereikbaar voor holebi’s. Anderzijdsstelde het tijdschrift vast dat een aantal grote bedrijveninitiatieven hebben genomen om de mentaliteit tenopzichte van homoseksualiteit te verbeteren.In ons land werd tot nog toe weinig of geen onderzoeknaar loondiscriminatie of het «roze plafond»verricht.1. Overweegt u in het kader van het streven van deregering naar gelijke lonen ook onderzoek te laten verrichtennaar mogelijke loondiscriminatie van holebi’s?2. Overweegt u een studieopdracht om na te gaanof er ook in ons land sprake kan zijn van een «rozeplafond»?3. Is hier een taak weggelegd voor de Hoge Raadvoor de Werkgelegenheid of overweegt u andere instantiesin te schakelen om deze problematiek te bestuderen?4. Overweegt u initiatieven te nemen om grotebedrijven bij wijze van voorbeeldfunctie aan te zettentot initiatieven die de mentaliteit van de holebi’s op dewerkvloer moet verbeteren?5. Overweegt u het gegeven «holebi’s op de werkvloer»op te nemen als één van de prioriteiten in hetdiversiteitsbeleid op de arbeidsmarkt?cessibles aux holebis. Par ailleurs, le magazine constateque certaines grandes entreprises ont pris desinitiatives pour faire évoluer les mentalités vis-à-vis del’homosexualité.Dans notre pays, on compte peu d’enquêtes (voireaucune) relatives à la discrimintion salariale ou à unéventuel «plafond rose».1. Dans le cadre de l’aspiration du gouvernement àtendre vers l’égalité salariale, envisagez-vous de faireenquêter également sur les éventuelles discriminationssalariales dont les holebis seraient victimes?2. Envisagez-vous de faire procéder à une étudepour vérifier l’existence éventuelle d’un «plafondrose» dans notre pays également?3. Une mission serait-elle dévolue dans ce cadre auConseil supérieur de l’Emploi ou envisagez-vous defaire appel à d’autres instances pour étudier ceproblème?4. Envisagez-vous de prendre des initiatives pouramener les grandes entreprises à montrer l’exemple età adopter des initiatives destinées à faire évoluer favorablementla mentalités des holebis sur le lieu detravail?5. Envisagez-vous de placer le thème «holebis sur lelieu de travail» au rang des priorités de la politique dediversité sur le marché du travail?Minister van Buitenlandse ZakenMinistre des Affaires étrangèresDO 2007200803083 DO 2007200803083Vraag nr. 41 van de heer Jean-Luc Crucke van 25 april2008 (Fr.) aan de minister van BuitenlandseZaken:Mediterrane Unie.Toen ik u op 22 januari 2008 in de commissie voorde Buitenlandse Betrekkingen ondervroeg over hetvoorstel van president Sarkozy om een ’MediterraneUnie’ op te richten, werd er onder meer op gewezendat dit project binnen de Europese Unie verdeeldheiddreigde te zaaien, omdat de Franse plannen aanvankelijkenkel betrekking hadden op de Europese landendie aan de Middellandse Zee grenzen. Een en anderleidde inzonderheid in Duitsland en bij mevrouwMerkel tot beroering.Voortaan zullen evenwel de 27 Europese lidstatenkunnen meewerken aan de uitwerking van dat project,Question n o 41 de M. Jean-Luc Crucke du 25 avril2008 (Fr.) au ministre des Affaires étrangères:Union de la Méditerranée.Lorsque je vous interrogeais le 22 janvier 2008 encommission des Relations extérieures sur la propositiondu président Sarkozy de créer une «Union pour laMéditerranée», il avait notamment été question durisque de division interne à l’Union européenne que ceprojet incarnait puisque, initialement, seuls les payseuropéens bordant la Méditerranée étaient intégrésdans le projet français. L’Allemagne et madameMerkel s’en étaient particulièrement émues.Dorénavant, ce sont les 27 États membres del’Union européenne qui pourront participer àKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4022 QRVA 52 0202 - 6 - 2008dat officieel de «Unie voor het Middellandse Zeegebied»zal heten. We zijn blij te vernemen dat het risicoop spanningen tussen de Europese landen aldus afgewendis.1. Welke andere beslissingen werden er met betrekkingtot dit dossier genomen?2. Hoe staat het vandaag met de totstandkomingvan de Mediterrane Unie?3. Zal men verder gaan dan vooropgesteld in hetproces van Barcelona?4. Zal de totstandkoming van deze Unie louter metde voor het proces van Barcelona bestemde middelenworden gefinancierd?5. Welke andere middelen zullen er daarvoorworden uitgetrokken?6. Hoe zal de Mediterrane Unie concreet te werkgaan?l’élaboration de ce projet qui portera le nom officield’«Union de la Méditerranée». L’éloignement durisque de tensions internes entre les pays de l’Unioneuropéenne est une information heureuse.1. Quelles ont été les autres décisions prises en lienavec le dossier?2. Où en est-on aujourd’hui dans le développementde l’Union de la Méditerranée?3. Sortira-t-on du cadre du processus de Barcelone?4. Seuls les fonds affectés à ce processus viendrontilsfinancer la constitution de cette Union?5. Quels autres moyens lui seront attribués?6. Comment l’action de l’Union de la Méditerranéeva-t-elle se déployer?7. Volgens welke nadere regels zal ze opereren? 7. Quelles sont les modalités de son fonctionnementopérationnel?DO 2007200803084 DO 2007200803084Vraag nr. 42 van mevrouw Brigitte Wiaux van 25 april2008 (Fr.) aan de minister van BuitenlandseZaken:Plan voor een Mediterrane Unie.Op de jongste bijeenkomst van de Europese Raadvan staatshoofden en regeringsleiders werd het projectvoor een Unie voor het Middellandse Zeegebied goedgekeurd.Volgens de documenten die bij die gelegenheidwerden verspreid, beoogt de Unie voor het MiddellandseZeegebied de samenwerking in de betrokkenregio in een nieuwe fase in te leiden, door het procesdat in 1995 in Barcelona op gang werd getrokken, eennieuw elan te geven.De Unie voor het Middellandse Zeegebied zalworden voorgezeten door twee voorzitters: datcovoorzitterschap zal voor een periode van twee jaargezamenlijk worden uitgeoefend door een niet-EUlidstaaten een EU-lidstaat. De Unie zal projecten opregionaal niveau opstarten, teneinde de solidariteittussen de lidstaten te vergroten.1. Kan u de doelstellingen van de Unie voor hetMiddellandse Zeegebied nader toelichten?2. Welk standpunt zal u innemen op de top van13 juli 2008 over de Unie voor het Middellandse Zeegebied,waaraan de 27 EU-lidstaten en de landen rondde Middellandse Zee zullen deelnemen?Question n o 42 de M me Brigitte Wiaux du 25 avril2008 (Fr.) au ministre des Affaires étrangères:Projet d’Union pour la Méditerranée.Lors du dernier Conseil européen des chefs d’État,le projet d’Union pour la Méditerranée a été avalisé.Selon les documents diffusés à cette occasion,l’Union pour la Méditerranée a pour objectif d’ouvrirune nouvelle étape de la coopération en Méditerranée,en conférant un nouvel élan au processus inauguré àBarcelone en 1995.L’Union comportera une coprésidence, assuréeconjointement pour deux ans par un État non membred’Union européenne et par un État membre de l’Unioneuropéenne. Elle visera à développer des projets dedimension régionale, en vue d’accroître la solidaritéentre ses membres.1. Pouvez-vous indiquer plus précisément quel seral’objet de l’Union pour la Méditerranée?2. Quelle sera votre position lors du sommet du13 juillet 2008 consacrée à l’Union pour la Méditerranéeréunissant les 27 membres de l’Union européenneet les États riverains?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 40232 - 6 - 2008DO 2007200803085 DO 2007200803085Vraag nr. 43 van de heer Patrick Moriau van 25 april2008 (Fr.) aan de minister van BuitenlandseZaken:Zwarte lijst van terroristische organisaties van de EU.— Schrappen van de People’s Mujahidin Organisationof Iran (PMOI).Iran kent sinds 2004 een opleving van het religieuzeen politieke autoritarisme dat gepaard gaat met ernstigeschendingen van de rechten van de mens en eenmeer dan verdacht kernprogramma.De People’s Mujahidin Organisation of Iran (Organisatievan de Mujahedin van het Iraanse Volk,PMOI) is de belangrijkste oppositiebeweging tegen ditregime. In het verleden heeft deze organisatie militairemiddelen gebruikt in het kader van wat door ULBjuristEric David omschreven wordt als een «nietinternationaalgewapend conflict tussen de opeenvolgendeIraanse regimes en het Iraanse verzet». Volgensde Iraanse verzetsleidster Maryan Radjavi, Presidentelectof the National Council of Resistance of Iran,heeft de PMOI echter sinds 2001 alle militaire actiesstopgezet en kiest de beweging nu voor de diplomatiekeweg om het huidige regime omver te werpen eneen seculiere en pluralistische democratie in te voeren.Nadat de PMOI op de Engelse lijst van terroristischeorganisaties werd gezet, werd de beweging op2 mei 2002 ook aan de zwarte lijst van terroristischeorganisaties van de EU toegevoegd. Tot op vandaagstaat de PMOI op die lijst.Maar:— de Belgische Senaat en de Kamer van volksvertegenwoordigerskeurden respectievelijk in december2005 en in april 2006 unaniem resoluties goedwaarin gewezen wordt op de mensenrechtensituatiein Iran en waarin gevraagd wordt «om inhet kader van de EU te onderzoeken of het, opbasis van alle relevante en geactualiseerde gegevens,gerechtvaardigd is om [...][de PMOI] al danniet op de Europese lijst van terroristische organisatieste handhaven»;— in zijn arrest T-228/021 van 12 december 2006 verklaardede rechtbank van eerste aanleg van deEuropese Gemeenschappen te Luxemburg debeslissing van de Raad van de EU (2005/930/EG)waarbij de PMOI op de zwarte lijst van terreurorganisatiesgehandhaafd wordt, nietig;— bovendien oordeelde de Britse commissie vanberoep betreffende verboden organisaties, deProscribed Organisations Appeal Commission(POAC), op 30 november 2007 dat het op deEngelse zwarte lijst van terreurorganisaties plaat-Question n o 43 de M. Patrick Moriau du 25 avril 2008(Fr.) au ministre des Affaires étrangères:Liste noire des organisations terroristes de l’UE. —Suppression de l’Organisation des Moudjahidinesdu Peuple d’Iran (OMPI).Depuis 2004, l’Iran connaît une recrudescence del’autoritarisme religieux et politique qui s’accompagnede violations graves du respect des Droits de l’Hommeet d’un programme nucléaire des plus suspicieux.Le principal mouvement d’opposition à ce régimeest l’Organisation des Moudjahidines du Peuple d’Iran(OMPI). Par le passé, cette organisation a utilisé desmoyens militaires dans le cadre de ce que le juriste del’ULB Eric David qualifie de conflit armé non internationalentre les régimes iraniens successifs et la résistanceiranienne. Toutefois depuis 2001, selon lespropos de madame Maryan Radjavi, «Présidente de laRépublique élue» du Conseil national de la Résistanceiranienne (CNRI), l’OMPI a stoppé toutes actionsmilitaires et prêne désormais la diplomatie pourrenverser le régime actuel et instaurer une démocratielaïque et pluraliste.Depuis le 2 mai 2002, suite à l’inscription de l’OMPIsur la liste anglaise des organisations terroristes, cettedernière a été consignée, jusqu’à ce jour, sur la listenoire des organisations terroristes de l’UE.Toutefois:— en décembre 2005 et en avril 2006, respectivementle Sénat et la Chambre des représentants avaientapprouvé à l’unanimité des résolutions mettant enexergue la situation du respect des Droits del’Homme en Iran et demandaient, je cite,«d’examiner, dans le cadre de l’UE, s’il est justifié,sur la base de toutes les informations actualisées,de continuer à mentionner l’OMPI sur la listeeuropéenne des organisations terroristes»;— le 12 décembre 2006, le tribunal de premièreinstance des Communautés européennes, situé auLuxembourg, a annulé, dans son arrêt T-228/021,la décision du Conseil de l’UE (2005/930/CE) quimaintient l’OMPI sur sa liste noire du terrorisme;— de plus, le 30 novembre 2007, la Commissiond’Appel des Organisations Proscrites (POAC),tribunal britannique, a jugé sur le fond, et pasuniquement sur la forme, «perverse» et «viciée»l’inscription de l’OMPI sur la liste noire anglaiseKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4024 QRVA 52 0202 - 6 - 2008sen van de PMOI zowel inhoudelijk als formeel alseen «kwalijke» «en ongeldige» daad dient teworden beschouwd. De POAC heeft de Engelseminister van Binnenlandse Zaken gevraagd dePMOI van de lijst te schrappen, wat de ministerweigert;— op 23 januari 20078 onderstreepte de ParlementaireVergadering van de Raad van Europa, opgrond van het rapport van Dick Marty van decommissie Juridische Zaken en Mensenrechtenvan de Parlementaire Vergadering van de Raadvan Europa, het illegale en discriminerende karaktervan de handhaving van de PMOI op de zwartelijst van de EU.du terrorisme et a demandé au ministre anglais del’Intérieur de supprimer l’OMPI de la liste et quecelui-ci refuse, toujours, de la radier;— mais encore le 23 janvier 20078, sur base durapport de Dick Marty de la Commission des questionsjuridiques et des Droits de l’Homme del’Assemblée parlementaire du Conseil de l’Europe,l’Assemblée souligne le caractère illégal et discriminatoirede maintenir l’inscription de l’OMPI surla liste noire de l’UE.1. Welk standpunt neemt België in dit dossier in? 1. Quelle est la position de la Belgique concernantce dossier?2. Denkt u niet dat de PMOI voor de democratischelanden een alternatief en een bevoorrechte gesprekspartnerkan zijn om vreedzaam te ijveren voor deinvoering van pluralisme en democratie in Iran?3. Waarom blijft de PMOI op de zwarte lijst vanterroristische organisaties van de EU staan?4. Weet u waarom het Verenigd Koninkrijk wil datde PMOI op zijn lijst van terreurorganisaties vermeldblijft staan, en druk uitoefent op de Raad om dezeorganisatie niet van de zwarte lijst van de EU teschrappen?5. Welke standpunten nemen de andere landen overdeze kwestie in?6. Kan u de Raad van de EU vragen om de procedurevolgens welke personen of organisaties op dezwarte lijst van terroristische organisaties van de EUgeplaatst of ervan geschrapt worden, te verduidelijkenen te verbeteren teneinde de rechtsregels te doen naleven,zoals aangegeven in het rapport-Marty?2. Ne pensez-vous pas que l’OMPI peut être unealternative et un interlocuteur privilégié pour les paysdémocratiques afin de romouvoir pacifiquement l’établissementdu pluralisme et d’une démocratie en Iran?3. Quelles sont les raisons pour lesquelles l’OMPIreste inscrite sur la liste noire du terrorisme de l’UE?4. Savez-vous pourquoi le Royaume-Uni continuede maintenir l’OMPI sur sa liste du terrorisme et qu’ilfait pression sur le Conseil pour qu’elle figure toujourssur la liste noire de l’UE?5. Quelles sont les positions des autres pays sur lesujet?6.Vous serait-il possible de requérir auprès duConseil de l’UE de clarifier et d’améliorer la procédured’inscription et de radiation des personnes ou desorganismes sur la liste noire du terrorisme de l’UE afinde faire respecter les règles de droit comme le remarquele rapport Marty?DO 2007200803086 DO 2007200803086Vraag nr. 44 van de heer Xavier Baeselen van 25 april2008 (Fr.) aan de minister van BuitenlandseZaken:Turkije. — Confrontatie tussen de voorstanders vande lekenstaat en de regerende AKP-partij.Op 14 maart 2008 ontketende de procureur van hetTurkse Hof van Cassatie, Abdurrhaman Yalçinkaya,een politiek-juridische kruistocht tegen de Partij voorRechtvaardigheid en Ontwikkeling (AKP), die ontstaanis uit de moslimbeweging. De partij van de eersteminister, Recep Tayyip Erdogan, die sinds 2002 aanhet bewind is en bij de jongste parlementsverkiezingenvan juli 2007 met een comfortabele voorsprong herver-Question n o 44 de M. Xavier Baeselen du 25 avril 2008(Fr.) au ministre des Affaires étrangères:Turquie. — Confrontation entre le camp laïque et leparti au pouvoir, l’AKP.Le procureur de la Cour de cassation turque,Abdurrhaman Yalçinkaya, s’est lancé le 14 mars 2008dans une croisade politico-judiciaire contre le Parti dela justice et du développement (AKP), issu du courantislamiste. Le mouvement du premier ministre, RecepTayyip Erdogan, au pouvoir depuis 2002 et confortablementréélu lors ds élections législatives de juillet2007 avec 46,6% des voix, est accusé de représenter unKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 40252 - 6 - 2008kozen werd (46,6% van de stemmen), wordt ervanbeschuldigd een «bolwerk van antiseculiere activiteiten»te zijn en plannen te koesteren om Turkije tot eenislamitische Staat om te vormen.Enkele weken na de goedkeuring van een grondwetshervormingwaarbij het verbod op het dragen vaneen hoofddoek aan de universiteit werd afgeschaft,verdenkt de procureur de regering ervan, onder hetmom van een «gematigde islam», de fundamenten vande Republiek te willen ondergraven en daarbij zelfs hetterrorisme niet te schuwen. Hij eist tevens dat 71 AKPleiderstot vijf jaar onverkiesbaarheid zouden wordenveroordeeld.In het buitenland en in Europa werd er forse kritiekgeuit op het verzoek van de procureur van het TurkseHof van Cassatie om een proces in te stellen teneindede AKP-partij te verbieden.1. Wat is het officiële Belgische standpunt dienaangaande?2. Welke reactie mag er van onze autoriteitenworden verwacht?3. Werd deze kwestie op Europees niveau aangekaarten welke gevolgen zou een rechterlijk verbodhebben op de kwestie van de uitbreiding?«foyer d’activités antilaïques» et de chercher à transformerla Turquie en un État islamique.Quelques semaines après l’adoption d’une réformeconstitutionnelle autorisant le port du voile àl’université, le gouvernement est soupçonné par leprocureur de vouloir s’attaquer aux fondements de laRépublique, y compris en «recourant au terrorisme»,et de dissimuler son dessein derrière un «islamismemodéré». Il réclame également la condamnation àcinq ans d’inéligibilité de 71 dirigeants de l’AKP.Suite à la demande d’ouverture par le procureur dela Cour de cassation turque d’un procès visant àfermer l’AKP, de vives critiques se sont élevées àl’étranger et en Europe.1. Quelle est la position officielle de la Belgique à cesujet?2. Quelle réaction est à attendre de la part de nosautorités?3. Pourriez-vous communiquer si cette question aété évoquée au niveau européen et quelles seraient lesconséquences d’une décision judiciaire d’interdictionsur la question de l’élargissement?DO 2007200803087 DO 2007200803087Vraag nr. 45 van de heer Jean-Luc Crucke van 25 april2008 (Fr.) aan de minister van BuitenlandseZaken:Lijst van terroristische organisaties. — Iran. — PMOI.Een aantal Europarlementsleden hebben de Raadvan ministers van de Europese Unie (EU) ertoe aangemaandom de People’s Mujahidin Organisation ofIran (PMOI) onverwijld van de lijst van terroristischeorganisaties te schrappen. Die 34 parlementsleden vande Europese Volkspartij willen dat de Raad de beslissingvan 12 december 2006 van het Europees Hof vanJustitie in acht neemt. Uit die beslissing volgt meerbepaald dat de People’s Mujahidin Organisation ofIran, die door de Raad was toegevoegd aan de lijst vanterroristische organisaties, van die lijst verwijderdmoet worden.Question n o 45 de M. Jean-Luc Crucke du 25 avril2008 (Fr.) au ministre des Affaires étrangères:Liste des associations terroristes. — Iran. — OMPI.Plusieurs eurodéputés ont appelé le Conseil des ministresde l’Union européenne (EU) à retirer immédiatementles Moudjahidines du peuple d’Iran de la listedes associations terroristes. Ces députés, au nombre de34, issus du parti populaire européen, entendent que leConseil des ministres respecte la décision du 12 décembre2006 de la Cour européenne de justice entraînantle retrait de l’Organisation des Moudjahidines duPeuple d’Iran (OMPI) de cette liste l’associations terroristesdans laquelle le Conseil des ministres l’avaitversée.1. Is die stellingname naar uw mening opportuun? 1. Cette prise de position est-elle opportune à vosyeux?2. Wilt u die houding nuanceren? 2. Souhaitez-vous y apporter des nuances?3. Vindt u dat een wenselijke demarche? 3. Souhaitez-vous une telle démarche?4. Onderschrijft u de bewering dat zelfs de ruimstedefinities van terrorisme niet van toepassing zijn opdie organisatie?4. Cautionnez-vous l’affirmation selon laquelle«même les définitions les plus larges du terrorisme nes’appliquent pas l’organisation»?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4026 QRVA 52 0202 - 6 - 20085. Moet de PMOI bijgevolg van de zwarte lijstgeschrapt worden?5. Y a-t-il lieu, en conséquence, de retirer l’OMPIde la liste noire?6. Wat is uw standpunt hierover? 6. Quelle est votre position sur ce point?7. Zal u hiervoor pleiten tijdens een volgendebijeenkomst van de Raad van de EU?8. Zal de EU de beslissingen van haar eigen Hofvan Justitie in acht nemen?7. Envisagez-vous de plaider en ce sens lors d’unprochain Conseil des ministres de l’UE?8. L’UE va-t-elle respecter les décisions de sa propreCour de justice?DO 2007200803088 DO 2007200803088Vraag nr. 46 van mevrouw Brigitte Wiaux van 25 april2008 (Fr.) aan de minister van BuitenlandseZaken:EU. Lijst van de terreurorganisaties. — De PMOI.Onlangs gingen in het Europees Parlement stemmenop om de Organisatie van Volksmujahedeen van Iran(PMOI) van de lijst terreurorganisaties te halen. DeEuropese Unie stelt deze lijst op in het kader van haarzogenaamde bevoegdheden van de tweede pijler.Volgens ons impliceert het arrest van het Hof vanJustitie van de Europese Gemeenschappen van12 december 2006 echter geenszins een dergelijkeschrapping. Dit arrest herinnert er in feite enkel aandat het waarborgen van de rechten van de verdedigingin principe integraal van toepassing is wanneer eenbeslissing genomen wordt om in het kader van destrijd tegen terrorisme tegoeden te bevriezen vanbepaalde personen en entiteiten.1. Volstaat het volgens u, teneinde het arrest vanhet Hof na te leven, te zorgen voor een betere mededelingvan de dossierstukken aan de PMOI vooraleerbesloten wordt de fondsen te bevriezen?2. Moet de PMOI niet uit de lijst terreurorganisisatiesworden geschrapt?Question n o 46 de M me Brigitte Wiaux du 25 avril2008 (Fr.) au ministre des Affaires étrangères:UE. — Liste des associations terroristes. — L’OMPI.Récemment plusieurs voix se sont faites entendre,jusqu’au sein du Parlement européen, pour quel’Organisation des Moudjahidines du Peuple d’Iran(OMPI) ne soit plus incluse dans la liste des groupementsterroristes dressée par l’Union européenne, dansle cadre de ses compétences dites du deuxième pillier.Il nous semble cependant que l’arrêt de la Cour dejustice des Communautés européennes du 12 décembre2006 n’implique nullement ce retrait. Cet arrêt seborne en réalité à rappeler entre autres que «la garantiedes droits de la défense est, en principe, pleinementapplicable dans le contexte de l’adoption d’une décisionde gel des fonds à l’encontre de certaines personneset entités dans le cadre de la lutte contre le terrorisme».1. Pensez-vous que, pour respecter l’arrêt de laCour, il suffit de mieux communiquer à l’OMPI lespièces de son dossier avant d’arrêter une décision degel des fonds?2. Le retrait de l’OMPI de la liste des groupementsterroristes ne s’impose-t-il pas?DO 2007200803089 DO 2007200803089Vraag nr. 47 van mevrouw Brigitte Wiaux van 25 april2008 (Fr.) aan de minister van BuitenlandseZaken:Colombia. — Vrijlating van Ingrid Betancourt.Het aanhoudende klimaat van onzekerheid alsgevolg van het afspringen van het vredesproces inColombia en de ontvoeringen van senatoren en andereprominente politici, in de eerste plaats de ontvoeringvan Ingrid Betancourt, vormen een ernstige bedreigingvoor de democratie en de mensenrechten in dat land.Question n o 47 de M me Brigitte Wiaux du 25 avril2008 (Fr.) au ministre des Affaires étrangères:Colombie. — Libération d’Ingrid Betancourt.Le climat d’incertitude persistant engendré parl’interruption du processus de paix en Colombie, demême que les enlèvements de sénateurs et autrespersonnalités politiques, à commencer par celuid’Ingrid Betancourt portent gravement atteinte aufonctionnement du régime démocratique, mais égalementau respect des droits de l’homme dans ce pays.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 40272 - 6 - 2008Het Europees Parlement heeft al meermaals resolutiesaangenomen waarin die toestand aan de kaakwordt gesteld en waarin de Europese instellingenwordt gevraagd maatregelen te nemen om uit deimpasse te geraken.1. Welke initiatieven zal u daartoe nemen en welkestrategie zal u volgen ten aanzien van de Revolutionairestrijdkrachten van Colombia (FARC-EP)?2. Bent u van plan eerlang met uw Europese ambtgenotendemarches te ondernemen om Ingrid Betancourtvrij te krijgen?Le Parlement européen a plusieurs fois adopté desrésolutions condamnant cette situation et invitant lesinstitutions européennes à adopter des mesures visantà sortir de l’impasse.1. Quelles initiatives envisagez-vous de prendre ence sens et quelle sera votre stratégie à l’égard desForces armées révolutionnaires (FARC-EP)?2. Envisagez-vous de prendre, dans l’immédiat,avec vos homologues de l’Union européenne, desinitiatives visant à obtenir la libération d’Ingrid Betancourt?DO 2007200803092 DO 2007200803092Vraag nr. 49 van de heer Jean-Luc Crucke van 25 april2008 (Fr.) aan de minister van BuitenlandseZaken:Evolutie van de toestand in Myanmar.In september 2007 maakte Myanmar een behoorlijkbewogen periode door, toen boeddhistische monnikenvreedzaam in verzet kwamen tegen het gevestigde militaireregime.Die betogingen werden in bloed gesmoord. De velearrestaties van monniken, opposanten en journalistenwerden scherp veroordeeld.Beelden van dat repressieve optreden zijn de wereldrondgegaan, wat de grote internationale druk op deMyanmarese militaire junta verklaart.Die druk heeft geleid tot het bezoek van een specialeVN-gezant, die Aung San Suu Kyi, symbool van hetverzet tegen de militaire junta, heeft kunnen ontmoeten.1.a) Hoe evolueert de situatie in Myanmar?b) Werden de in september 2007 aangehouden opposantenvrijgelaten?2. In welk opzicht vormt de nieuwe grondwet die inseptember 2007 werd opgesteld, een vooruitgang ophet stuk van de democratie?3. Wordt er in de VN-Veiligheidsraad gesprokenover de toestand in Myanmar en zijn er bilateralecontacten in dat verband?4. Zullen er in mei 2008 waarnemers naar Myanmarafreizen om toe te zien op het verloop van hetreferendum over de grondwet?Question n o 49 de M. Jean-Luc Crucke du 25 avril2008 (Fr.) au ministre des Affaires étrangères:Évolution de la situation en Birmanie.La Birmanie a connu une période plutôt mouvementéeau mois de septembre 2007, lorsque des bonzes sesont pacifiquement rebellés contre le pouvoir militaireen place.Ces manifestations ont été matées dans le sang et denombreuses arrestations de bonzes, d’opposants et dejournalistes ont été dénoncées.Ces répressions ont été largement diffusées de par lemonde, ce qui explique une pression internationaleimportante contre la junte militaire birmane.Cette pression a abouti à la visite d’un émissaire del’ONU, qui a pu rencontrer Aung San Suu Kyi, figureemblématique de l’opposition à la junte militaire.1.a) Quelle est l’évolution de la situation en Birmanie?b) Les opposants arrêtés en septembre 2007 ont-ils étérelâchés?2. Quelles sont les avancées démocratiques contenuesdans la nouvelle Constitution rédigée au mois deseptembre 2007?3. La situation en Birmanie fait-elle l’objet dediscussions et de contacts bilatéraux au sein duConseil de Sécurité de l’ONU?4. Est-il prévu que des observateurs se rendront enBirmanie au mois de mai 2008 afin de surveiller leprocessus de référendum sur la Constitution?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4028 QRVA 52 0202 - 6 - 2008DO 2007200803164 DO 2007200803164Vraag nr. 53 van de heer Luk Van Biesen van 28 april Question n o 53 de M. Luk Van Biesen du 28 avril 20082008 (N.) aan de minister van Buitenlandse (N.) au ministre des Affaires étrangères:Zaken:BLEU. — Prijzen. — Administratieve Commissie. UEBL. — Prix. — Commission administrative.De overeenkomst tot oprichting van de Belgisch- Le traité datant de 1922 et instituant l’Union économiquebelgo-luxembourgeoise (UEBL), dispose qu’ilLuxemburgische Economische Unie (BLEU) van 1922,bepaalt dat er tussen België en het Groothertogdom existe une union économique entre la Belgique et leLuxemburg een economische unie bestaat.Grand-Duché de Luxembourg.1. Artikel 24.1. bepaalt dat de Partijen «in nauw 1. L’article 24.1. dispose que les parties contractantes«poursuivent, en étroite consultation mutuelle, unegezamenlijk overleg een gecoördineerd beleid nastrevenop economisch, financieel en sociaal gebied en op politique coordonnée en matière économique, financièreet sociale et en matière de prix».het vlak van de prijzen».a) Kan u aangeven in welke mate dit effectief gebeurt a) Pouvez-vous indiquer dans quelle mesure ceci estof gebeurde?effectivement ou a effectivement été le cas?b) Is de bepaling inzake prijzen conform de Europese b) La disposition relative aux prix est-elle conforme àregelgeving?la réglementation européenne?2. Artikel 24.1. bepaalt tevens dat de Partijen «de 2. L’article 24.1. dispose également que les partieswettelijke, reglementaire en administratieve bepalingenbeogen, welke rechtstreeks van invloed zijn op de tions légales, réglementaires et administratives qui ontcontractantes «tendent au rapprochement des disposi-werking van de Unie, nader tot elkaar te brengen». une incidence directe sur le fonctionnement del’Union».Op welke vlakken is dit effectief gebeurd?Dans quels domaines ceci a-t-il effectivement été lecas?3. Artikel 42 richt een «Administratieve Commissie»op.trative».3. L’article 42 institue une «Commission adminis-a) Wat is de samenstelling van deze Commissie? a) Quelle est la composition de cette Commission?b) Wat is het reglement van organisatie en orde? b) Quel en est le règlement d’ordre et d’organisation?c) Kan u een overzicht geven van de voorstellen diede Commissie heeft uitgewerkt, en welke hetComité van Ministers aanvaard heeft?c) Pouvez-vous dresser un inventaire des propositionsformulées par la Commission et qui ont été adoptéespar le Comité des ministres?DO 2007200803272 DO 2007200803272Vraag nr. 54 van mevrouw Brigitte Wiaux van 29 april2008 (Fr.) aan de minister van BuitenlandseZaken:Opvolging van de situatie in Myanmar.Nu alle ogen op Tibet gericht zijn, is het misschiengoed eraan te herinneren dat de internationale mediaaandachtzich zes maanden geleden nog volledig opMyanmar toespitste. Nu hoor je er niets meer over,hoewel de situatie in dat land er niet op verbeterd is.Op 10 mei 2008 moeten de Myanmarezen zich ineen referendum uitspreken over een nieuwe grondwet.Die grondwet werd opgesteld door de regerende mili-Question n o 54 de M me Brigitte Wiaux du 29 avril2008 (Fr.) au ministre des Affaires étrangères:Suivi de la situation en Birmanie.Alors que le monde entier a les yeux rivés sur leTibet, il n’est pas inutile de se rappeler qu’il y a sixmois, c’était la Birmanie qui focalisait l’attentionmédiatique internationale. Plus personne n’en parle.Depuis pourtant, la situation ne s’est pas améliorée.Le 10 mai 2008, les Birmans seront appelés à seprononcer par référendum sur une nouvelle Constitution.Rédigée par la junte militaire au pouvoir, cetteKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 40292 - 6 - 2008taire junta, en moet officieel een stap zijn op de «wegnaar de democratie».Krachtens de voorgestelde grondwet zouden demilitairen 25% van de zetels in het Myanmarese Parlementbehouden. Volgens de oppositie, geleid door debekende Aung San Suu Kyi, die onder huisarrest staat,werd de tekst op maat van de junta opgesteld: de oppositieheeft de bevolking dan ook opgeroepen om«neen» te stemmen bij het referendum.De politieke oppositie heeft haar amendementen opde ontwerpgrondwet trouwens niet kunnen doengelden. Het Myanmarese regime heeft dat verzoek, datnochtans gesteund werd door de VN, verworpen,aldus de speciale gezant van de Europese Unie voorMyanmar, Piero Fassino.Ten slotte zullen niet alle Myanmarezen aan hetreferendum van 10 mei 2008 mogen deelnemen: de400 000 boeddhistische monniken die in augustus enseptember 2007 mee tegen tegen het regime hebbengedemonstreerd, hebben geen stemrecht.1. Hoe zijn de betrekkingen tussen de Belgischeregering en de Myanmarese overheid?2. Worden er op Europees niveau commerciëlesancties overwogen?Constitution doit officiellement faire partie du«chemin vers la démocratie».Selon la Constitution présentée, les militairesconserveraient 25 % des sièges au Parlement birman.Pour l’opposition birmane, menée par la célèbre opposanteassignée à résidence, Aung San Suu Kyi, le textea été rédigé de manière partiale: elle a appelé à voter«non» au référendum.L’opposition politique n’a d’ailleurs pas pu intégrerses amendements au projet de Constitution. Selonl’envoyé spécial de l’Union européenne pour la Birmanie,Piero Fassino, le régime birman a refusé cettedemande, qui était pourtant soutenue par l’ONU.Enfin, tous les Birmans ne pourront pas s’exprimerlors du référendum du 10 mai 2008: les 400 000 moinesbouddhistes qui avaient participé aux manifestationscontre le régime, en août et septembre 2007,n’ont pas le droit de voter.1. Quel est l’état des relations du gouvernementbelge avec les autorités birmanes?2. Est-ce que des sanctions de type commercial sontenvisagées au niveau européen?DO 2007200803275 DO 2007200803275Vraag nr. 55 van de heer Pierre-Yves Jeholet van29 april 2008 (Fr.) aan de minister van BuitenlandseZaken:Departement. — Indienstneming van personen meteen handicap.Overeenkomstig het koninklijk besluit van 5 maart2007 tot organisatie van de werving van personen meteen handicap in het federaal administratief openbaarambt is elke overheidsdienst verplicht personen meteen handicap tewerk te stellen ten belope van 3 % vanzijn effectief. Dat percentage moet gehaald wordentegen 1 januari 2010.Uit cijfers die in februari 2008 werden bekendgemaaktdoor de minister van Ambtenarenzaken, blijktdat de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handelen Ontwikkelingssamenwerking momenteel 1,8%werknemers met een handicap in dienst heeft.1. Zullen er concrete maatregelen worden getroffenop dat departement teneinde de toegang tot werk voorpersonen met een handicap te bevorderen en de doelstellingvan 3% binnen de gestelde termijn te bereiken?Question n o 55 de M. Pierre-Yves Jeholet du 29 avril2008 (Fr.) au ministre des Affaires étrangères:Département. — Emploi de personnes handicapées.L’arrêté royal du 5 mars 2007 organisant le recrutementdes personnes handicapées dans la fonctionpublique administrative fédérale, prévoit que les servicespublics doivent mettre au travail des personneshandicapées à concurrence de 3% de leur effectif. Cepourcentage de 3% devra être atteint pour le 1 er janvier2010.Il ressort des chiffres communiqués en février 2008par la ministre de la Fonction publique que le SPFAffaires étrangères, Commerce extérieur et Coopérationau Développement occupe actuellement 1,80% detravailleurs handicapés.1. Des mesures concrètes sont-elles envisagées ausein de ce département afin de promouvoir l’accès àl’emploi pour les personnes handicapées et d’atteindrel’objectif des 3% dans le délai prescrit?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4030 QRVA 52 0202 - 6 - 20082. Voorziet het personeelsplan 2008 van uw departementin de indienstneming van personen met eenhandicap?3. Beschikt u daarnaast over een inventaris perfunctieniveau van de functies die op uw departementreeds worden vervuld door werknemers met eenhandicap?2. Le plan de personnel 2008 de votre départementprévoit-il le recrutement de personnes handicapées?3. Disposez-vous par ailleurs d’un inventaire parniveau de fonction des emplois qui sont déjà occupés,au sein de votre département, par des travailleurshandicapés?DO 2007200803357 DO 2007200803357Vraag nr. 56 van mevrouw Hilâl Yalçin van 29 april2008 (N.) aan de minister van BuitenlandseZaken:Lastigvallen van Belgische en Turkse staatsburgers opdoorreis door Bulgarije.Sinds 1 januari 2007 is Bulgarije toegetreden tot deEU.Echter, uit contacten met mensen verneem ik dat erzich serieuze problemen voordoen tijdens hun doorreisdoor dit Europese land.Belgen, van Turkse origine laten weten dat ze lastiggevallenworden door douaneambtenaren en politie ophun reis door Bulgarije naar Turkije. Ook personenmet de Belgische nationaliteit, die op doorreis zijn,ervaren dezelfde problemen.In antwoord op een eerdere vraag stelt u dat hetministerie van Buitenlandse Zaken in Sofia eencontactpunt heeft opgericht waar gedupeerden zichkunnen beklagen.U deelde tevens mee dat u deze probleemstelling zouovermaken aan uw Bulgaarse collega.1. kan u een overzicht geven van het aantal gemeldeincidenten via het contactpunt en de gevolgen die hieraanwerden gegeven?2. Wat was het resultaat van het bilateraal overlegmet uw Bulgaarse ambtgenoot omtrent deze problematiek?3. Heeft de Bulgaarse overheid reeds initiatieven terpreventie genomen?Question n o 56 de M me Hilâl Yalçin du 29 avril 2008(N.) au ministre des Affaires étrangères:Problèmes rencontrés par des citoyens belges et turcsde passage en Bulgarie.La Bulgarie a adhéré à l’Union européenne le1 er janvier 2007.Il me revient toutefois que de sérieux problèmes seposeraient lors du transit de voyageurs par ce payseuropéen.Des Belges d’origine turque affirment avoir étéimportunés par des agents des douanes et par la policelors de leur transit par la Bulgarie vers la Turquie. Despersonnes de nationalité belge en transit également ontrencontré les mêmes problèmes.En réponse à une question précédente, vous avezindiqué que le ministère des Affaires étrangères a crééà Sofia un point de contact auquel les victimes peuventadresser leurs plaintes.Vous avez par ailleurs ajouté que vous soumettriezle problème à votre collègue bulgare.1. Pourriez-vous fournir un aperçu du nombred’incidents signalés par le biais du point de contact etdes suites qui y ont été données?2. Quel est le résultat de la concertation bilatéraleavec votre homologue bulgare à propos de cetteproblématique?3. Les autorités bulgares ont-elles déjà pris desmesures préventives?DO 2007200803380 DO 2007200803380Vraag nr. 57 van mevrouw Katrien Partyka van29 april 2008 (N.) aan de minister van BuitenlandseZaken:Bezoekrecht door familieleden van de «Cuban five» inde Verenigde Staten. — Mensenrechten.Vijf Cubaanse onderdanen, de zogenaamde «Cubanfive», werden in 2001 veroordeeld door een rechtbankQuestion n o 57 de M me Katrien Partyka du 29 avril2008 (N.) au ministre des Affaires étrangères:Droit de visite pour les membres de la famille des«Cuban five» aux États-Unis. — Droits del’homme.Cinq ressortissants cubains, connus sous le nom de«Cuban five», ont été condamnés en 2001 par unKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 40312 - 6 - 2008in Miami voor spionage tegen de Verenigde Staten enandere feiten.Mensenrechtenorganisaties beoordelen de rechtszaaktegen de vijf als oneerlijk en de uitgesprokenstraffen als disproportioneel. Ook tijdens de beroepsproceduresdie de betrokkenen aanspanden warensommige rechtbanken en magistraten van oordeel dater geen eerlijk proces was geweest.Een gerespecteerde mensenrechtenorganisatie alsAmnesty International is van oordeel dat deze Cubanende facto bijkomend worden gestraft door henbezoek van hun familie te weigeren (de Amerikaanseautoriteiten weigeren hen een visum onder het momvan terrorisme).1. Volgt uw departement de zaak van de «CubanFive» wat betreft het aspect inzake het recht op eeneerlijk proces?2. Overweegt u de weigering van het bezoekrechtvan de familieleden aan te kaarten bij de VerenigdeStaten? Het gaat hier toch om een schending van demensenrechten!tribunal de Miami pour espionnage à l’encontre desÉtats-Unis ainsi que pour d’autres faits encore.Selon certaines organisations de défense des droitsde l’homme, ce procès n’était pas équitable et lespeines prononcées sont disproportionnées. Lors desprocédures de recours également, certains tribunaux etmagistrats ont estimé que les intéressés n’ont pas eudroit à un procès équitable.Selon la très respectable organisation de défense desdroits de l’homme Amnesty International, ces ressortissantscubains sont en fait doublement sanctionnés,puisqu’ils ne peuvent recevoir la visite de leur famille(les autorités américaines refusent de délivrer un visapour des motifs de terrorisme).1. Votre département suit-il le dossier des «CubanFive» sur le plan du droit à un procès équitable?2. Envisagez-vous d’aborder la question du refus dudroit de visite pour les membres de la famille des intéressésauprès des autorités américaines? Il s’agit eneffet d’une violation des droits de l’homme!Minister van KMO’s,Zelfstandigen, Landbouwen WetenschapsbeleidMinistre des PME,des Indépendants, de l’Agricultureet de la Politique scientifiqueDO 2007200803180 DO 2007200803180Vraag nr. 35 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de minister van KMO’s,Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid:FAVV. — Verhoging dotatie.Tijdens de recentste begrotingsbesprekingen werdbeslist om de dotatie aan het Federaal Agentschapvoor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) metmeer dan 58% te verhogen. De jaarlijkse dotatiebedraagt dan 112 miljoen euro.1. Hoeveel van deze verhoging van de dotatie zalworden gespendeerd aan vergoedingen voor de negatievegevolgen van de blauwtongziekte?2. Hoeveel verschilt de positie van België inzakeaandeel van overheidsfinanciering van het FAVV nade herfinanciering nog met het Europees gemiddelde?3. Maakt deze herfinanciering een actualisering vanhet businessplan noodzakelijk?Question n o 35 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) à la ministre des PME, des Indépendants,de l’Agriculture et de la Politique scientifique:AFSCA. — Augmentation de la dotation.Dans le cadre des dernières discussions budgétaires,il a été décidé de relever la dotation annuelle del’Agence fédérale pour la Sécurité de la Chaîne alimentairede 58%, soit à 112 millions d’euros.1. Dans quelle mesure ces moyens supplémentairesseront-ils affectés au dédommagement des conséquencesnéfastes de la maladie de la langue bleue?2. Quelle est encore, après ce refinancement, ladifférence entre la part du financement public del’AFSCA et la moyenne européenne en la matière?3. Ce refinancement nécessite-t-il une actualisationdu businessplan?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4032 QRVA 52 0202 - 6 - 20084. Zal de gedelegeerd bestuurder van het FAVVworden gevraagd dergelijke actualisering door te voeren?5. Maakt de verhoging van het aandeel van de overheidsfinancieringruimte vrij om de betrokkenenbinnen de voedselketen voor een stuk te ontlasteninzake financiële bijdragen voor het FAVV?6. Welke prioriteiten zullen dienaangaande wordengesteld?4. L’administrateur général de l’AFSCA sera-t-ilchargé d’opérer une telle actualisation?5. L’augmentation de la part du financement publicouvre-t-elle des marges de manœuvre permettant dedécharger partiellement les acteurs de la chaînealimentaire de leurs cotisations financières àl’AFSCA?6. Quelles seront les priorités en la matière?Minister van Maatschappelijke Integratie,Pensioenen en Grote StedenMinistre de l’Intégration sociale,des Pensions et de Grandes villesDO 2007200803041 DO 2007200803041Vraag nr. 34 van de heer Guido De Padt van 24 april2008 (N.) aan de minister van MaatschappelijkeIntegratie, Pensioenen en Grote Steden:OCMW’s. — Behoeftige personen. — Lijkbezorgingskosten.Er kunnen zich bevoegdheidsconflicten voordoen,wanneer een behoeftig persoon overlijdt (bijvoorbeeldingevolge een dringende opname in een nabijgelegenziekenhuis dat zich over de gewestgrens bevindt) in eenander Gewest dan waar hij ingeschreven staat in debevolkingsregisters.Indien er geen familie of andere personen zijn, diede overledene willen «repatriëren» om deze te begravenin zijn woonplaats, dan zit er niets anders op danlokaal (in de gemeente waar het ziekenhuis zichbevindt) het nodige te doen. De begrafenisondernemerdie wordt gevorderd om de lijkbezorging uit te voerenof diegenen die zich uit humanitaire overwegingengelasten met de lijkbezorging, worden geconfronteerdmet de vraag aan wie de factuur van de lijkbezorgingmoet worden bezorgd.Artikel 14 van het Vlaams decreet van 16 januari2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, steltdat de kosten van de lijkbezorging van behoeftigen tenlaste zijn van de gemeente van het Vlaams Gewestwaar zij in de bevolkingsregisters zijn ingeschreven.Hier gaat het dus enkel over de onderlinge verhoudingentussen de Vlaamse gemeenten.In de Waalse «Code de la démocratie locale et de ladécentralisation» vindt men enkel het volgende terug:«La mise en bière et le transport des corps des indigentsse font gratuitement et d’une manière décente».Question n o 34 de M. Guido De Padt du 24 avril 2008(N.) à la ministre de l’Intégration sociale, desPensions et des Grandes villes:CPAS. — Personnes indigentes. — Frais de sépulture.Des conflits de compétence peuvent apparaîtrelorsqu’une personne indigente décède dans une autreRégion que celle où elle est inscrite aux registres de lapopulation, par exemple à la suite d’une hospitalisationurgente dans un établissement proche de sonlieu de résidence mais situé dans une autre Région.Si aucun membre de la famille ni aucune autrepersonne n’est désireux de « rapatrier» le défunt pourl’enterrer dans la localité où se trouvait son domicile,les dispositions nécessaires seront prises dans lacommune où se situe l’hôpital. L’entrepreneur depompes funèbres réquisitionné pour la sépulture ou lespersonnes qui se chargent de cette dernière par soucihumanitaire sont confrontés à la question de savoir àqui il convient d’envoyer la facture.Aux termes de l’article 14 du décret flamand du16 janvier 2004 sur les funérailles et sépultures, lesfrais de sépulture des indigents sont à charge de lacommune de la Région flamande où ils sont inscritsdans le registre de la population. Cette disposition nerégit dès lors que les rapports mutuels entre descommunes flamandes.Le Code wallon de la démocratie locale et de ladécentralisation ne prévoit quant à lui que la dispositionsuivante: « La mise en bière et le transport descorps des indigents se font gratuitement et d’unemanière décente».KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 40332 - 6 - 2008Over het lot van de kosten van de lijkbezorging vanbehoeftigen die in een ander Gewest zijn gedomicilieerddan waar ze zijn overleden, wordt dus nergens— ook niet voor het Brusselse Gewestgehandeld.Blijkbaar moet ten deze teruggegrepen worden naarfederale wetgeving.De wet van 2 april 1965 betreffende het ten lastenemen van de steun verleend door de OCMW’s,bepaalt immers dat enkel de gemeente waar de hulpbehoevendepersoon gewoonlijk verblijft, in aanmerkingwordt genomen om te bepalen welk het bevoegdOCMW is.1. Kan u aangeven welk OCMW in voormeldecasus verplicht is om in te staan voor de lijkbezorgingskostenvan behoeftige personen?2. Kan de gemeente, een ziekenhuis of een particulierde lijkbezorgingskosten die werden betaald vooreen behoeftige persoon die voor het overlijden gedomicilieerdwas in een ander Gewest, recupereren vanhet OCMW van de verblijfplaats van de behoeftige?Aucune disposition régionale — même dans laRégion de Bruxelles-Capitale — ne précise dès lors cequ’il advient des frais de sépulture des indigents domiciliésdans une autre Région que celle de leur décès. Ilconvient manifestement de se tourner, en l’espèce, versla législation fédérale.La loi du 2 avril 1965 relative à la prise en chargedes secours accordés par les CPAS dispose en effet quele seul CPAS compétent est celui de la commune où lapersonne démunie séjourne habituellement.1. Pouvez-vous indiquer, dans le cas décrit plushaut, quel CPAS est tenu de supporter les frais desépulture d’une personne indigente?2. La commune, un hôpital ou un particulier peut-ils’adresser au CPAS du domicile d’une personne indigentepour récupérer les frais exposés pour la sépulturede cette dernière si elle était domiciliée dans une autreRégion avant son décès?DO 2007200803054 DO 2007200803054Vraag nr. 36 van de heer François Bellot van 24 april2008 (Fr.) aan de minister van MaatschappelijkeIntegratie, Pensioenen en Grote Steden:Departementen. — Energiebesparingsprogramma.Mijn vraag betreft het investeringsprogramma dat uop uw departement heeft opgezet om het energieverbruikterug te dringen.1. Welke maatregelen worden er in uw departementgetroffen:a) met het oog op de vervanging van de enkele beglazingdoor dubbele;b) met het oog op het gebruik van milieuvriendelijkerevoertuigen;c) met het oog op een optimale verlichting van dekantoren, waarbij de verlichting in ongebruiktegemeenschappelijke ruimten uitgeschakeld wordt?2. Welke instructies moeten de ambtenaren volgenmet betrekking tot de computerapparatuur, wanneerze hun kantoor verlaten (verplicht uitzetten van depc’s)?3. Welke maatregelen zouden uw departementen,ingeval een van uw departementen kantoorruimte zouhuren, hebben getroffen om de eigenaars ertoe aan teQuestion n o 36 de M. François Bellot du 24 avril 2008(Fr.) à la ministre de l’Intégration sociale, desPensions et des Grandes villes:Départements. — Programme d’économie d’énergie.Ma question concerne le programmed’investissements que vous avez mis en œuvre dansvotre département en vue de réduire la consommationd’énergie.1. Quelles mesures sont prises dans votre département:a) pour assurer le remplacement des simples vitragespar des doubles vitrages;b) pour utiliser des véhicules à indices environnementauxplus respectueux de l’environnement;c) pour assurer une qualité d’éclairage optimale pourles occupants des bureaux tout en assurant l’arrêtde ces éclairages dans les locaux communs nonutilisés?2. Quelles mesures sont prises notamment eu égardau fonctionnement du matériel informatique (fermetureobligatoire des PC) dès que les agents quittent lesbureaux?3. Dans l’hypothèse où l’un de vos départementslouerait des surfaces de bureaux, quelles mesures incitativesvos départements auraient-ils prises pourKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4034 QRVA 52 0202 - 6 - 2008zetten de noodzakelijke energiebesparende technischeingrepen te doen?suggérer aux propriétaires d’apporter les mesurestechniques indispensables pour réduire la consommationd’énergie?DO 2007200803184 DO 2007200803184Vraag nr. 38 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de minister vanMaatschappelijke Integratie, Pensioenen enGrote Steden:Steunpunt duurzame overheidsopdrachten.Ofschoon het in de praktijk al scheen te werken,was het steunpunt duurzame overheidsopdrachteneind vorig jaar nog niet officieel opgericht. Het steunpuntwas onder meer bezig met de voorbereiding vaneen hele reeks praktische informatie en een handboek.1. Werd het steunpunt duurzame overheidsopdrachtenintussen officieel opgericht?2. Werd er een specifiek budget opgesteld voor dewerking van het steunpunt?3. Welke activiteiten heeft het steunpunt intussenontplooid?4. Hoeveel oproepen heeft het steunpunt inmiddelsontvangen?Question n o 38 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) à la ministre de l’Intégration sociale,des Pensions et des Grandes villes:Point d’appui marchés publics durables.Alors qu’il semblait déjà opérationnel sur le terrain,le point d’appui marchés publics durables n’avaittoujours pas officiellement été mis en place à la fin del’année dernière. Le point d’appui préparait notammentune série d’informations pratiques ainsi qu’unmanuel.1. Le point d’appui marchés publics durables a-t-ilété officiellement créé dans l’intervalle?2. Un budget spécifique a-t-il été affecté au fonctionnementde ce service?3. Quelles activités le point d’appui a-t-il développéesdans l’intervalle?4. Combien d’appels le point d’appui a-t-il reçusdans l’intervalle?DO 2007200803185 DO 2007200803185Vraag nr. 39 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de minister vanMaatschappelijke Integratie, Pensioenen enGrote Steden:Kinderbijslagen. — Ongelijke behandeling tussenlesbische koppels en heterokoppels.Op het vlak van kinderbijslagen lijkt er volgendeongelijke behandeling te bestaan tussen lesbische koppelsen heterokoppels: indien in een lesbische relatiebeide partners elk een kind krijgen, ontvangen zetelkens een kinderbijslag voor een eerste kind. In eenheterorelatie daarentegen zijn de kinderbijslagen aangepastomdat er twee kinderen in dat gezin zijn. In defeiten is dat bij het lesbische koppel ook het geval.Bijgevolg zou dat koppel eenzelfde regeling moetenkrijgen als het heterokoppel.1. Bent u van oordeel dat lesbische koppels waarelk van beide partners één kind heeft gekregen binneneen lesbische relatie recht hebben op eenzelfde behan-Question n o 39 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) à la ministre de l’Intégration sociale,des Pensions et des Grandes villes:Allocations familiales. — Inégalité de traitement entreles couples lesbiens et les couples hétérosexuels.Il semble que les couples lesbiens et les couples hétérosexuelsne soient pas traités sur un pied d’égalité:lorsque les deux partenaires d’une relation lesbienneont chacune un enfant, elles perçoivent toutes deux lesallocations familiales pour un premier enfant. Dansune relation hétérosexuelle, en revanche, les allocationsfamiliales sont adaptées parce que ce ménagecompte deux enfants. Or c’est également le cas ducouple lesbien qui devrait donc faire l’objet du mêmetraitement que le couple hétérosexuel.1. Estimez-vous que les couples lesbiens dontchaque partenaire a un enfant doivent être traités de lamême manière que les couples hétérosexuels avec deuxKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 40352 - 6 - 2008deling als heterokoppels die twee kinderen krijgeninzake de bepaling van de hoogte van de kinderbijslagen?2. Overweegt u een initiatief te nemen om aan dezesociale ongelijkheid een einde te maken?3. Op welke termijn overweegt u actie te ondernemen?enfants en ce qui concerne la hauteur des allocationsfamiliales qui leur sont allouées?2. Envisagez-vous de prendre une initiative pourmettre fin à cette inéquité sociale?3. Dans quel délai pensez-vous prendre cette initiative?DO 2007200803241 DO 2007200803241Vraag nr. 41 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van28 april 2008 (N.) aan de minister vanMaatschappelijke Integratie, Pensioenen enGrote Steden:Question n o 41 de M me Sabien Lahaye-Battheu du28 avril 2008 (N.) à la ministre de l’Intégrationsociale, des Pensions et des Grandes villes:Geneeskundige controle van leefloners. Contrôle médical des bénéficiaires du revenud’intégration.Wanneer het OCMW de genieter van een leeflooneen job aanbiedt, stelt deze in bepaalde gevallen lichamelijkniet geschikt te zijn die welbepaalde job te aanvaarden.Zij leggen hierbij een geneeskundig attest vanhun huisarts voor.Daar betrokkene geen werknemer of ambtenaar isvan het OCMW kan het OCMW geen beroep doen opde eigen arbeidsgeneesheer om een geneeskundigecontrole te laten uitvoeren. Ze zien zich vaak genoodzaaktom een andere huisarts aan te duiden. De ervaringleert dat de ene huisarts niet makkelijk de diagnosevan de ander huisarts van dezelfde gemeente tegenspreekt.Heel veel OCMW’s voelen dan ook de noodzaakaan een centrale, onafhankelijke controledienst zoalsdie bijvoorbeeld bestaat in het kader van de tegemoetkomingenvoor gehandicapten.1.a) Bent u op de hoogte van de problematiek?Certains bénéficiaires du revenu d’intégration qui sevoient offrir un emploi par le CPAS affirment ne pasêtre physiquement aptes à l’exercer et présentent uncertificat médical établi par leur médecin généraliste.L’intéressé ne faisant pas partie du personnel duCPAS, ce dernier ne peut faire appel à son médecin dutravail pour procéder à un contrôle médical. Le CPASse voit dès lors souvent contraint de désigner un autremédecin généraliste. L’expérience démontre qu’il esttrès rare qu’un médecin généraliste contredise lediagnostic d’un collègue de la même commune.De nombreux CPAS sont dès lors convaincus de lanécessité de disposer d’un service de contrôle, tel quecelui qui existe dans le cadre des allocations auxhandicapés, par exemple.1.a) Êtes-vous au courant de ce problème?b) Wat is uw reactie op deze probleemstelling? b) Quelle est votre réaction?2. Bent u bereid om bij de POD MaatschappelijkeIntegratie, Armoedebestrijding en Sociale Economieeen soort van geneeskundige controledienst te installeren?2. Êtes-vous disposé à instaurer un service decontrôle médical auprès du SPP Intégration sociale,Lutte contre la pauvreté et Économie sociale?DO 2007200803268 DO 2007200803268Vraag nr. 42 van de heer Jan Mortelmans van 28 april2008 (N.) aan de minister van MaatschappelijkeIntegratie, Pensioenen en Grote Steden:Pensioenen. — Ombudsmannen. — FOD SocialeZekerheid. — Weigering dotatieverhoging.Tijdens de hoorzitting met de OmbudsdienstPensioenen in de commissie voor de VerzoekschriftenQuestion n o 42 de M. Jan Mortelmans du 28 avril2008 (N.) à la ministre de l’Intégration sociale,des Pensions et des Grandes villes:Pensions. — Médiateurs. — SPF Sécurité sociale. —Refus d’augmenter la dotation.Il s’est avéré lors de l’audition du Service de médiationdes pensions à la commission des Pétitions, queKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4036 QRVA 52 0202 - 6 - 2008bleek dat de ombudsmannen dit jaar voor het eerstberoep hebben aangetekend tegen de beslissing van deFOD Sociale Zekerheid hun dotatie niet te verhogen.Volgens de ombudsmannen zullen zij zonder een verhogingvan het budget niet meer de middelen hebbenom zich kenbaar te maken.c’est la première année que les médiateurs introduisentun recours contre la décision du SPF Sécurité socialede ne pas augmenter leur dotation. Selon les médiateurs,sans augmentation de leur budget, ils n’aurontplus les moyens de se faire connaître.1. Bent u van deze problematiek op de hoogte? 1. Êtes-vous au courant de ce problème?2. Welke maatregelen heeft u desgevallend getroffenom ervoor te zorgen dat de Ombudsdienst Pensioenennaar behoren kan functioneren?2. Quelles mesures avez-vous prises, le cas échéant,pour veiller à ce que le Service de médiation despensions puisse fonctionner correctement?DO 2007200803271 DO 2007200803271Vraag nr. 43 van de heer Xavier Baeselen van 29 april2008 (Fr.) aan de minister van MaatschappelijkeIntegratie, Pensioenen en Grote Steden:OCMW. — Territoriale bevoegdheid betreffende detegemoetkoming van het Sociaal Waterfonds in hetFrans taalgebied.Artikel 2, § 5, van de wet van 2 april 1965 betreffendehet ten laste nemen van de steun verleend doorde openbare centra voor maatschappelijk welzijnbepaalt dat het OCMW van de gemeente waar eenkandidaat-vluchteling of een in artikel 54, § 1, eerstelid, van de wet van 15 december 1980 betreffende detoegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestigingen de verwijdering van vreemdelingen bedoeldepersoon in het wachtregister of in de bevolkingsregistersof in het vreemdelingenregister is ingeschreven,bevoegd is om maatschappelijke dienstverlening toe tekennen aan deze persoon.Op grond van die bepaling kan uitgemaakt wordenwelk OCMW bevoegd is voor steunaanvragen in hetkader van het Sociaal Waterfonds, opgericht bij hetdecreet van de Waalse Gewestraad van 20 februari2003 houdende oprichting van een Sociaal Waterfondsin het Waalse Gewest (enkel van toepassing in hetFranse taalgebied), nu de artikelen 309 en volgendevan het Waalse Waterwetboek.In een nota van 17 februari 2005 met specifieke instructiesbetreffende de bevoegdheden van deOCMW’s voor de tegemoetkoming van het SociaalWaterfonds voor politieke vluchtelingen, stelt deSociété publique de Gestion de l’Eau (OpenbareMaatschappij voor Waterbeheer van het Waals Gewest)echter dat, zoals beslist werd door het Directiecomitévan de Fédération des CPAS bij de Union desVilles et Communes de Wallonie, het OCMW van dewerkelijke verblijfplaats van de asielzoeker bevoegd isom de aanvraag van deze asielzoeker te beoordelen.In het kader van een bevoegdheidsconflict tussenOCMW’s betreffende de beoordeling van een aan-Question n o 43 de M. Xavier Baeselen du 29 avril 2008(Fr.) à la ministre de l’Intégration sociale, desPensions et des Grandes villes:CPAS. — Compétence territoriale concernant l’accèsau Fonds social de l’eau dans la région de languefrançaise.L’article 2, § 5, de la loi du 2 avril 1965 relative à laprise en charge des secours accordés par les CPASdispose qu’est compétent pour accorder l’aide sociale àun candidat réfugié ou une personne visée à l’article54, § 1 er , alinéa 1 er , de la loi du 15 décembre 1980sur l’accès au territoire, le séjour, l’établissement etl’éloignement des étrangers, le CPAS de la communeoù il est inscrit au registre d’attente de la populationou des étrangers.Sur base de cette disposition, on peut identifier leCPAS qui serait compétent pour examiner unedemande d’intervention dans le cadre du Fonds socialde l’eau institué par un décret du Conseil régionalwallon du 20 février 2003 relatif à la création d’unFonds social de l’eau en Région wallonne (applicabledans la seule région de langue française), aujourd’huiles articles 309 et suivants du Code wallon de l’eau.Cependant, la Société publique de gestion de l’eau(Région wallonne) dans une note du 17 février 2005comportant des instructions spécifiques de compétencesdes CPAS pour l’accès au Fonds social de l’eaupour les réfugiés politiques indique que conformémentà une décision du Comité directeur de la Fédérationdes CPAS, le CPAS compétent pour l’examen de lademande d’un demandeur d’asile est celui du lieu derésidence effective dudit demandeur d’asile.Confronté à une demande de règlement d’un conflitde compétence entre des CPAS au sujet de l’examenKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 40372 - 6 - 2008vraag om een tegemoetkoming van het Sociaal Waterfondsvan een kandidaat-vluchteling (het ene OCMWwilde voorvermelde wet toepassen, het andereOCMW voorvermelde instructies) heeft de DienstBevoegdheidsconflicten van de POD MaatschappelijkeIntegratie verklaard dat noch een decreet van hetWaals Parlement, noch een besluit van de Waalse regeringde reglementering van de Société publique deGestion de l’Eau kunnen veranderen.Als reactie op deze situatie zegt de Fédération desCPAS van de Union des Villes et Communes de Wallonie,waarvan het Directiecomité aan de voornoemdenota van de Société publique de Gestion de l’Eau tengrondslag lag, dat de OCMW’s die bij een bevoegdheidsconflictbetrokken zijn, oog moeten hebben voorhet delicate karakter van de situatie en bij eventueleconflicten in het belang van de hulpvrager zo mogelijkeen minnelijke oplossing moeten uitwerken.De Fédération des CPAS is geenszins van plan omhaar standpunt te veranderen omdat het dan volgenshaar voor heel wat asielzoekers die in Wallonië verblijvendefinitief onmogelijk zou worden om steun tegenieten van het Sociaal Waterfonds.Bevestigt u de interpretatie van uw bestuur? Zal ubinnen het bestek van uw bevoegdheid de wetgevingaanpassen, rekening houdend met het standpunt vande Fédération des CPAS van de Union des Villes etCommunes de Wallonie over het risico dat asielzoekersgeen beroep meer zullen kunnen doen op hetSociaal Waterfonds?d’une demande d’un candidat réfugié relative àl’intervention du Fonds social de l’eau (l’un souhaiteappliquer la loi susvisée, l’autre les instructions précitées),le service Conflits de compétences du SPP Intégrationsociale considère que ni un décret du Parlementwallon ni un arrêté du Gouvernement wallon nepeuvent changer la réglementation émanant de laSociété publique de gestion de l’eau.Cependant, interrogée sur cette situation, la Fédérationdes CPAS de l’Union des Villes et Communes deWallonie dont le Comité directeur a inspiré la Sociétépublique de gestion de l’eau pour la rédaction de lanote précitée considère que les CPAS parties à un éventuelconflit de compétences doivent être attentifs aucaractère délicat de la situation et, autant que faire cepeut, résoudre les conflits éventuels à l’amiable dansl’intérêt du demandeur d’aide.Ladite Fédération n’entend d’ailleurs pas modifiersa position dès lors que, de son point de vue, ce seraitrendre définitivement impossible pour de nombreuxdemandeurs d’asile résidant en Wallonie de pouvoirbénéficier du Fonds social de l’eau.Pour autant que vous confirmez l’interprétation devotre administration et compte tenu du point de vue dela Fédération des CPAS de l’Union des Villes etCommunes de Wallonie quant aux risques que desdemandeurs d’asile ne puissent pas bénéficier dudispositif du Fonds social de l’eau, envisagez-vous demodifier la législation qui est de votre compétence?DO 2007200803364 DO 2007200803364Vraag nr. 44 van de heer Jan Jambon van 29 april2008 (N.) aan de minister van MaatschappelijkeIntegratie, Pensioenen en Grote Steden:Uitbreiding sociaal stookoliefonds. — OCMW’s. —Aanvragen verwarmingstoelage. — Code.Nu de uitbreiding van het sociaal stookoliefondstoch (bijna) een feit is, werd ik vanuit deOCMW’s geconfronteerd met een specifiek probleemvan administratieve ingewikkeldheid, namelijk dat deinkomensgrenzen inzake begunstiging door het stookoliefonds«sui generis» zijn, dit wil zeggen niet gebaseerdop inkomensgrenzen die al gelden voor andereuitkeringen. Wanneer een aanvrager van een verwarmingstoelagegeen gegevens heeft over zijn inkomen,dient het betrokken OCMW de gegevens op te vragenbij het Financiecentrum te Antwerpen. Dit dient tegebeuren via een in te vullen formulier dat door debetrokkene wordt ondertekend. Het OCMW is ookverplicht een code in te vullen. Nu bestaat er wel eencode inzake aanvragen van een leefloon, maar voor hetQuestion n o 44 de M. Jan Jambon du 29 avril 2008(N.) à la ministre de l’Intégration sociale, desPensions et des Grandes villes:Élargissement du Fonds social mazout. — CPAS. —Demandes d’allocation de chauffage. — Code.Alors que l’élargissement du Fonds social mazoutest (quasiment) une réalité, les CPAS m’ont interrogésur un problème administratif complexe, à savoir queles limites de revenus fixées pour bénéficier du Fondssocial mazout le sont «sui generis», c’est-à-direqu’elles ne sont pas basées sur les limites de revenusdéjà d’application pour d’autres allocations. Lorsquele demandeur d’une allocation de chauffage ne disposepas de données relatives à ses revenus, le CPASconcerné doit demander les données au Centre desFinances à Anvers. Il doit à cet effet compléter unformulaire signé par l’intéressé. Le CPAS est égalementtenu d’indiquer un code. Il existe aujourd’hui uncode pour les demandes relatives au revenud’intégration mais un tel code n’existerait pas pour lesKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4038 QRVA 52 0202 - 6 - 2008onderzoek naar het inkomen in verband met de aanvraagvan een verwarmingstoelage bestaat er blijkbaargeen code.Kan er gezorgd worden om een code toe te kennenvoor de aanvragen van een verwarmingstoelage?enquêtes sur les revenus dans le cadre d’une demanded’allocation de chauffage.Un code peut-il être prévu pour les demandes d’allocationde chauffage?DO 2007200803437 DO 2007200803437Vraag nr. 45 van mevrouw Sarah Smeyers van 30 april2008 (N.) aan de minister van MaatschappelijkeIntegratie, Pensioenen en Grote Steden:OCMW’s. — Leefloon.Zowel in het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewestals het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest konden we indecember 2007 een daling vaststellen tegenover december2006 op vlak van het aantal werklozen, vergoeddoor de RVA. Ook de cijfers van langdurig werklozenen werklozen onder de 25jaar, vertonen een dalendetrend. Dat lezen we althans onder meer in de krant HetLaatste Nieuws.De vrees bestaat dat de mensen die officieel uit dewerkloosheidscijfers verdwijnen, echter niet aan hetwerk zijn, maar geschorst zijn door de diensten van deRVA en nu aanspraak maken op een leefloon van hetOCMW.1. Wat zijn de cijfers van het aantal mensen dat eenleefloon ontving in 2005, 2006 en 2007?2. Wat zijn de cijfers van het aantal mensen jongerdan 25jaar dat een leefloon ontving in 2005, 2006 en2007?3. Zijn er voor de periode 2005, 2006 en 2007 gegevensbeschikbaar over hoe lang (duur van de periode)mensen aanspraak maken op een leefloon?4. Kan u alle cijfergegevens opsplitsen per maand,per provincie en per Gewest?Question n o 45 de M me Sarah Smeyers du 30 avril 2008(N.) à la ministre de l’Intégration sociale, desPensions et des Grandes villes:CPAS. — Revenu d’intégration.En décembre 2007, nous avons constaté en Régionflamande aussi bien qu’en Région wallonne et dans laRégion de Bruxelles-Capitale une baisse du nombre dechômeurs indemnisés par l’ONEm par rapport àdécembre 2006. Les chiffres se rapportant auxchômeurs de longue durée et aux chômeurs de moinsde 25ans évoluent eux aussi à la baisse. C’est du moinsce que nous apprenons en lisant entre autres «HetLaatste Nieuws».Mais on peut craindre que les demandeurs d’emploiqui disparaissent officiellement des statistiques duchômage n’aient pas retrouvé un emploi mais aient étésuspendus par les services de l’ONEm et demandentdésormais à bénéficier d’un revenu d’intégrationoctroyé par le CPAS.1. Combien dénombrait-on de bénéficiaires durevenu d’intégration en 2005, 2006 et 2007?2. Combien dénombrait-on de bénéficiaires demoins de vingt-cinq ans en 2005, 2006 et 2007?3. Dispose-t-on de données relatives à 2005, 2006 et2007 en ce qui concerne la durée de la période pendantlaquelle les ayants droit ont demandé à bénéficier d’unrevenu d’intégration?4. Pourriez-vous ventiler toutes ces données chiffréespar mois, province et Région?Minister van LandsverdedigingMinistre de la DéfenseDO 2007200803054 DO 2007200803054Vraag nr. 24 van de heer François Bellot van 24 april2008 (Fr.) aan de minister van Landsverdediging:Departementen. — Energiebesparingsprogramma.Mijn vraag betreft het investeringsprogramma dat uop uw departement heeft opgezet om het energieverbruikterug te dringen.Question n o 24 de M. François Bellot du 24 avril 2008(Fr.) au ministre de la Défense:Départements. — Programme d’économie d’énergie.Ma question concerne le programme d’investissementsque vous avez mis en œuvre dans votre départementen vue de réduire la consommation d’énergie.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 40392 - 6 - 20081. Welke maatregelen worden er in uw departementgetroffen:a) met het oog op de vervanging van de enkele beglazingdoor dubbele;b) met het oog op het gebruik van milieuvriendelijkerevoertuigen;c) met het oog op een optimale verlichting van dekantoren, waarbij de verlichting in ongebruiktegemeenschappelijke ruimten uitgeschakeld wordt?2. Welke instructies moeten de ambtenaren volgenmet betrekking tot de computerapparatuur, wanneerze hun kantoor verlaten (verplicht uitzetten van depc’s)?3. Welke maatregelen zouden uw departementen,ingeval een van uw departementen kantoorruimte zouhuren, hebben getroffen om de eigenaars ertoe aan tezetten de noodzakelijke energiebesparende technischeingrepen te doen?1. Quelles mesures sont prises dans votre département:a) pour assurer le remplacement des simples vitragespar des doubles vitrages;b) pour utiliser des véhicules à indices environnementauxplus respectueux de l’environnement;c) pour assurer une qualité d’éclairage optimale pourles occupants des bureaux tout en assurant l’arrêtde ces éclairages dans les locaux communs nonutilisés?2. Quelles mesures sont prises notamment eu égardau fonctionnement du matériel informatique (fermetureobligatoire des PC) dès que les agents quittent lesbureaux?3. Dans l’hypothèse où l’un de vos départementslouerait des surfaces de bureaux, quelles mesures incitativesvos départements auraient-ils prises poursuggérer aux propriétaires d’apporter les mesurestechniques indispensables pour réduire la consommationd’énergie?Minister van Klimaat en EnergieMinistre du Climat et de l’ÉnergieDO 2007200803236 DO 2007200803236Vraag nr. 22 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de minister van Klimaaten Energie:Dienstenchequesondernemingen. — Aanbieding van«extra service» aan cliënteel.Uit casuïstiek blijkt dat sommige dienstenchequesondernemingenaan hun cliënteel een «extra service»aanbieden. De poetshulp kan zelf een pakketje metprofessionele schoonmaakproducten meebrengen. Datpakketje omvat onder meer een allesreiniger, een sanitairereiniger, een product tegen kalkaanslag en sponzenen microvezeldoekjes. Het betreft een set die voorelke cliënt persoonlijk wordt voorzien. Daarvoorbetaalt de cliënt een jaarlijkse bijdrage waarvan dehoogte bepaald wordt naargelang het aantal urenpoetshulp dat op jaarbasis wordt verricht.Deze extra service is optioneel. De kostprijs ervan isbovendien zeer redelijk en stelt bijgevolg geen problemen,temeer omdat de poetshulpen een extra opleidinghebben gevolgd om deze producten optimaal tekunnen gebruiken en een betere service aan de klantenkunnen leveren.Question n o 22 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) au ministre du Climat et de l’Énergie:Entreprises de titres-services. — Offre de «servicesupplémentaire» à la clientèle.Il ressort de la casuistique que certaines entreprisesde titres-services proposent un «service supplémentaire»à leurs clients. Ainsi, l’aide ménagère peutapporter un lot de produits d’entretien professionnels.Ce lot comporte, entre autres, un nettoyant universel,un détergent sanitaire, un produit contre les dépôts detartre, des éponges et des chiffons microfibres. Il s’agitd’un lot prévu personnellement pour chaque client,qui paie à cet effet une contribution annuelle calculéesur la base du nombre d’heures d’aide ménagère effectuéespar an.Ce service supplémentaire est facultatif. De plus,son coût est très raisonnable et ne pose par conséquentpas de problème, d’autant plus que les aides ménagèresont suivi une formation spéciale pour utiliser cesproduits de manière optimale et pour fournir auxclients un meilleur service.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4040 QRVA 52 0202 - 6 - 2008Evenwel wordt aan poetshulpen gevraagd om informeelaan de cliënten te laten verstaan dat wie niet ophet aanbod ingaat, als eerste uit de boot kan vallenwanneer er ingevolge ziekte een aantal poetshulpenniet beschikbaar zijn. Wanneer er bij gebrek aanvoldoende personeel met andere woorden een keuzemoet worden gemaakt, zullen cliënten die het aanbodvan de poetsproducten hebben aanvaard voorrangkrijgen.Cependant, il est demandé de manière informelleaux aides ménagères de laisser entendre que les clientsn’ayant pas accepté cette offre seront aussi les premiersà ne pas pouvoir être servis si des aides ménagères sontindisponibles pour cause de maladie. Autrement dit, siun choix devait être opéré en raison d’un manque depersonnel, les clients ayant accepté l’offre de produitsde nettoyage seraient prioritaires.1. Is deze gang van zaken wettelijk toegestaan? 1. Ce procédé est-il légalement autorisé?2. Zo neen, welk verhaal heeft de cliënt die hiervanhet slachtoffer dreigt te worden?3. Welke maatregelen overweegt u te nemen omdeze vorm van «overtuigingskracht» om in te tekenenop een extra service te voorkomen?2. Dans la négative, de quel recours dispose le clientqui risque d’en devenir la victime?3. Quelles mesures envisagez-vous de prendre pouréviter le recours à ce type de «force de persuasion»pour que les clients souscrivent à un service supplémentaire?Minister van OntwikkelingssamenwerkingMinistre de la Coopération au développementDO 2007200803054 DO 2007200803054Vraag nr. 10 van de heer François Bellot van 24 april2008 (Fr.) aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking:Departementen. — Energiebesparingsprogramma.Mijn vraag betreft het investeringsprogramma dat uop uw departement heeft opgezet om het energieverbruikterug te dringen.1. Welke maatregelen worden er in uw departementgetroffen:a) met het oog op de vervanging van de enkele beglazingdoor dubbele;b) met het oog op het gebruik van milieuvriendelijkerevoertuigen;c) met het oog op een optimale verlichting van dekantoren, waarbij de verlichting in ongebruiktegemeenschappelijke ruimten uitgeschakeld wordt?2. Welke instructies moeten de ambtenaren volgenmet betrekking tot de computerapparatuur, wanneerze hun kantoor verlaten (verplicht uitzetten van depc’s)?3. Welke maatregelen zouden uw departementen,ingeval een van uw departementen kantoorruimte zouhuren, hebben getroffen om de eigenaars ertoe aan teQuestion n o 10 de M. François Bellot du 24 avril 2008(Fr.) au ministre de la Coopération au développement:Départements. — Programme d’économie d’énergie.Ma question concerne le programme d’investissementsque vous avez mis en œuvre dans votre départementen vue de réduire la consommation d’énergie.1. Quelles mesures sont prises dans votre département:a) pour assurer le remplacement des simples vitragespar des doubles vitrages;b) pour utiliser des véhicules à indices environnementauxplus respectueux de l’environnement;c) pour assurer une qualité d’éclairage optimale pourles occupants des bureaux tout en assurant l’arrêtde ces éclairages dans les locaux communs nonutilisés?2. Quelles mesures sont prises notamment eu égardau fonctionnement du matériel informatique (fermetureobligatoire des PC) dès que les agents quittent lesbureaux?3. Dans l’hypothèse où l’un de vos départementslouerait des surfaces de bureaux, quelles mesures incitativesvos départements auraient-ils prises pourKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 40412 - 6 - 2008zetten de noodzakelijke energiebesparende technischeingrepen te doen?suggérer aux propriétaires d’apporter les mesurestechniques indispensables pour réduire la consommationd’énergie?Minister van Ambtenarenzakenen OverheidsbedrijvenMinistre de la Fonction publiqueet des Entreprises publiquesDO 2007200803042 DO 2007200803042Vraag nr. 130 van de heer Eric Thiébaut van 24 april2008 (Fr.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Stiptheid van de treinen in de provincieHenegouwen.In maart 2008 publiceerde de Gazet van Antwerpenprecieze cijfers over de stiptheid van de treinen in deprovincie Antwerpen.1. Kunt u even nauwkeurige informatie geven(zowel voor de daluren als voor de spitsuren) over destiptheid van de treinen in de provincie Henegouwen?2. U heeft de nodige aandacht besteed aan de stiptheidvan de treinen op de lijn Charleroi-Antwerpen.Kan u nu ook bijzondere aandacht besteden aan delijnen Brussel-Charleroi en Brussel-Bergen, waarop detreinen regelmatig met vertraging rijden?Question n o 130 de M. Eric Thiébaut du 24 avril 2008(Fr.) à la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques:SNCB. — Ponctualité des trains en province duHainaut.La «Gazet van Antwerpen» nous donnait en mars2008 des chiffres précis quant à la ponctualité destrains en province d’Anvers.1. Pouvez-vous donner des informations aussiprécises (en heures creuses comme en heures de pointe)concernant la ponctualité des trains en province duHainaut?2. La ponctualité de la ligne Charleroi-Anversayant fait l’objet de votre attention, pouvez-vousporter une attention particulières aux lignes Bruxelles-Charleroi et Bruxelles-Mons qui connaissent desretards fréquents?DO 2007200803044 DO 2007200803044Vraag nr. 131 van mevrouw Linda Musin van 24 april2008 (Fr.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Stiptheid van de treinen in de provincieLuik.In maart 2008 stond in de Gazet van Antwerpen telezen dat de stiptheid van de treinen in de provincieAntwerpen, en meer bepaald op de lijn Charleroi-Antwerpen, te wensen overlaat. De in dat artikelgepubliceerde gegevens zijn waardevol omdat er ookeen onderscheid wordt gemaakt tussen de piek- en dedaluren, wat de NMBS zelf doorgaans maar zeldendoet als zij hierover communiceert.Kan u dezelfde gegevens verstrekken voor de provincieLuik, en daarbij bijzondere aandacht bestedenaan de belangrijkste lijnen?Question n o 131 de M me Linda Musin du 24 avril 2008(Fr.) à la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques:SNCB. — Ponctualité des trains en province de Liège.La «Gazet van Antwerpen» nous informait en mars2008 de la ponctualité défaillante des trains enprovince d’Anvers, et ce notamment sur la ligneCharleroi-Anvers. Cette information est précieusepuisqu’elle faisait également la distinction entre lesheures de pointe et les heures creuses, ce qui est loind’être fréquent dans les informations données habituellementpar la SNCB.Pouvez-vous communiquer les mêmes données pourla province de Liège, avec une attention particulièrepour les lignes plus importantes?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4042 QRVA 52 0202 - 6 - 2008DO 2007200803046 DO 2007200803046Vraag nr. 133 van mevrouw Camille Dieu van 24 april2008 (Fr.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:Infrabel. — Bouw spoorwegstation voor de verbindingvan de luchthavens Brussel en Charleroi.Een ontwerp voor de bouw van een spoorwegstationdat de luchthavens Brussel en Charleroi moet verbinden,ligt op dit ogenblik ter studie. Het station zou30 meter onder de luchthaven van BSCA in Charleroi,of ten noorden van de «autoroute de Wallonie», deE42, gebouwd worden. De door Transitec en CSDIngénieur-Conseil verrichte studie werd nog steeds nietoverhandigd aan de studiedienst van Infrabel, tochwordt in persberichten de optie ten noorden van desnelweg al aangemoedigd.Volgens die persberichten zou die oplossing verscheidenevoordelen bieden: ze zou 25% goedkoperzijn dan het project van ondergronds station, het stationzou gebruikt worden door de bevolking uit hetnoorden van de agglomeratie en de duur voor de bouwzou minder lang zijn. Het enige minpunt is dat het trajectstation-luchthaven drie minuten langer zou duren.De duur van het totale traject zou dus zeven minutenbedragen en er zou een moderne en comfortabelemonorailbaan komen om de twee voorzieningen metelkaar te verbinden.Question n o 133 de M me Camille Dieu du 24 avril 2008(Fr.) à la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques:Infrabel. — Projet de gare ferroviaire reliant l’aéroportde Bruxelles à celui de Charleroi.Un projet de gare ferroviaire reliant l’aéroport deBruxelles à celui de Charleroi est à l’étude. Cette garedevrait être implantée soit à 30 mètres en-dessous del’aérogare de BSCA à Charleroi ou au nord del’autoroute de Wallonie, la E42. Alors que l’étudeeffectuée par Transitec et CSD Ingénieur-Conseil n’atoujours pas été remise aux mains du service d’étuded’Infrabel, des informations favorisant le projet degare au nord de l’autoroute sont divulguées dans lapresse.D’après cette dernière, cette solution cumuleraitplusieurs avantages: elle serait 25% moins coûteuseque le projet de gare enterrée, elle serait plus visible àpartir de l’autoroute, elle pourrait être fréquentée parla population du nord de l’agglomération et ses délaisde mise en œuvre seraient moindres. Le seul pointnégatif serait que celle-ci augmenterait la durée dutrajet des usagers entre la gare et l’aéroport de troisminutes. Le trajet total serait donc de sept minutes etun monorail moderne et confortable serait mis enplace pour relier les deux infrastructures.1. Bevestigt u deze informatie? 1. Confirmez-vous les informations citées cidessus?2. Hoe komt het dat deze informatie in de pers verschijntterwijl de hoofdbetrokkene, Infrabel, nogsteeds de volledige resulaten van de studie niet ontvangenheeft?3. Welke criteria zullen doorslaggevend zijn bij dekeuze?4. Indien men kiest voor het ontwerp ten noordenvan het station, is de kost voor de monorailbaan danal begrepen in de begroting van het project datmomenteel ter studie ligt?2. Comment se fait-il que ces informations soientindiquées dans la presse alors que le principal intéressé,c’est-à-dire Infrabel, n’a toujours pas reçu lesrésultats complets de l’étude?3. Quels seront in fine les critères sur lesquels sebaseront le choix du projet de gare?4. Si le projet d’implantation au nord de la gareétait retenu, le coût du monorail est-il déjà inclus dansle budget du projet actuellement à l’étude?DO 2007200803054 DO 2007200803054Vraag nr. 135 van de heer François Bellot van 24 april2008 (Fr.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:Departementen. — Energiebesparingsprogramma.Mijn vraag betreft het investeringsprogramma dat uop uw departement heeft opgezet om het energieverbruikterug te dringen.Question n o 135 de M. François Bellot du 24 avril2008 (Fr.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:Départements. — Programme d’économie d’énergie.Ma question concerne le programme d’investissementsque vous avez mis en œuvre dans votre départementen vue de réduire la consommation d’énergie.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 40432 - 6 - 20081. Welke maatregelen worden er in uw departementgetroffen:a) met het oog op de vervanging van de enkele beglazingdoor dubbele;b) met het oog op het gebruik van milieuvriendelijkerevoertuigen;c) met het oog op een optimale verlichting van dekantoren, waarbij de verlichting in ongebruiktegemeenschappelijke ruimten uitgeschakeld wordt?2. Welke instructies moeten de ambtenaren volgenmet betrekking tot de computerapparatuur, wanneerze hun kantoor verlaten (verplicht uitzetten van depc’s)?3. Welke maatregelen zouden uw departementen,ingeval een van uw departementen kantoorruimte zouhuren, hebben getroffen om de eigenaars ertoe aan tezetten de noodzakelijke energiebesparende technischeingrepen te doen?1. Quelles mesures sont prises dans votre département:a) pour assurer le remplacement des simples vitragespar des doubles vitrages;b) pour utiliser des véhicules à indices environnementauxplus respectueux de l’environnement;c) pour assurer une qualité d’éclairage optimale pourles occupants des bureaux tout en assurant l’arrêtde ces éclairages dans les locaux communs nonutilisés?2. Quelles mesures sont prises notamment eu égardau fonctionnement du matériel informatique (fermetureobligatoire des PC) dès que les agents quittent lesbureaux?3. Dans l’hypothèse où l’un de vos départementslouerait des surfaces de bureaux, quelles mesures incitativesvos départements auraient-ils prises poursuggérer aux propriétaires d’apporter les mesurestechniques indispensables pour réduire la consommationd’énergie?DO 2007200803056 DO 2007200803056Vraag nr. 136 van mevrouw Linda Vissers van 24 april2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Treinbegeleiders. — Reizen zonder geldigvervoerbewijs.Op 15 januari 2008 stelde ik aan de minister verschillendeinformatievragen in verband met reizigersdie van het openbaar vervoer (NMBS) gebruik makenzonder te beschikken over een geldig vervoerbewijs.Mijn vragen handelden onder andere over informatieover het jaar 2007.In het eerste onderdeel van uw antwoord wordtgesteld dat er op 29 februari 2008 nog geen cijfers van2007 beschikbaar zijn (Vraag nr. 61 van 15 januari2008, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2007-2008,nr. 11, blz. 1774).Verwonderlijk is dat in de pers op dinsdag19 februari 2008 de precieze cijfers van 2007 wel alwerden gepubliceerd.1. Hoeveel vaststellingen van een onregelmatigheid(C170) werden er uitgeschreven in 2007 en dit opgedeeldper provincie?2. Welk bedrag aan boetes werd in 2007 uitgeschreven?3. Wat was de opbrengst van het te innen bedragaan boetes in het jaar 2007?Question n o 136 de M me Linda Vissers du 24 avril2008 (N.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:SNCB. — Accompagnateurs de train. — Voyageurssans titre de transport valable.Le 15 janvier 2008, j’ai posé différentes questions auministre en ce qui concerne les voyageurs qui utilisentles transports publics (SNCB) sans titre de transportvalable. Mes questions portaient entre autres sur desdonnées pour l’année 2007.Dans la première partie de votre réponse, vous affirmezqu’aucune donnée chiffrée n’est disponible pourl’année 2007 en date du 29 février 2008 (Questionn o 61 du 15 janvier 2008, Questions et Réponses,Chambre, 2007-2008, n o 11, p. 1774).Pourtant, les chiffres exacts de 2007 ont déjà parudans la presse le mardi 19 février 2008.1. Combien de constats d’irrégularité (formulairesC170) ont-ils été complétés en 2007 et ceci parprovince?2. À combien s’est élevé le montant des amendesinfligées au cours de cette même année?3. À combien s’est élevé le montant effectivementperçu des amendes en 2007?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4044 QRVA 52 0202 - 6 - 20084. Hoeveel bedroeg%ueel het aantal betaaldedossiers in 2007?5. Welke richtlijnen worden gegeven aan de treinbegeleidersals zij geconfronteerd worden met recidivistendie pertinent blijven weigeren om een vervoerbewijsaan te kopen?6. Zijn er cijfers bekend van moedwillige volhardendezwartrijders en dit per provincie over de jaren2005-2006 en 2007?7. Op een vraag hoe hoog de invorderbare boetesoplopen van deze recidivisten antwoordde u dat ditafhankelijk is van het aantal onregelmatige reizen endergelijke.a) Kan u ter verduidelijking meedelen hoeveel recidivisten-dossiersgekend zijn en over welke teinnen bedragen het handelt?b) Kan het antwoord uitgesplitst worden over 2005-2006 en 2007?8. U heeft ook gesteld dat het hoogste invorderbaarbedrag van één persoon 168 681,08 euro bedraagt.a) Kan u een verklaring geven hoe het mogelijk is datdit bedrag dit niveau heeft kunnen bereiken?b) Welke initiatieven heeft u genomen om een eindete maken aan dit laakbaar gedrag?9. De treinbegeleiders beschikken over de identiteiten een foto van betrokken recidivist. Hoe dient eentreinbegeleider zich te gedragen indien betrokkeneopnieuw als zwartrijder gebruik maakt van de dienstenvan de NMBS en weigert zijn vervoerbewijs tebetalen?4. Que représente en pourcentage le nombre dedossiers payés en 2007?5. Quelles directives les accompagnateurs de traindoivent-ils appliquer lorsqu’ils sont confrontés à desrécidivistes qui refusent catégoriquement d’acheter untitre de transport?6. Connaît-on le nombre de fraudeurs délibérémentrécidivistes et ceci par province pour les années 2005,2006 et 2007?7. À une question relative au montant des amendesà percevoir de ces récidivistes, vous avez répondu quecelui-ci dépend de facteurs tels que le nombre de voyagesirréguliers, etc.a) Pouvez-vous préciser combien de dossiers de récidivistessont connus et de quels montants à percevoiril s’agit?b) Pouvez-vous répartir ces montants sur 2005, 2006et 2007?8. Vous avez également déclaré que le montant leplus élevé à percevoir pour une personne s’élève à168 681,08 euros.a) Pouvez-vous expliquer comment il est possible quece montant ait pu atteindre un tel niveau?b) Quelles initiatives avez-vous prises pour mettre unterme à ce comportement répréhensible?9. Les accompagnateurs de train disposent del’identité et d’une photo du récidiviste concerné.Comment un accompagnateur de train doit-il réagir sil’intéressé utilise à nouveau les services de la SNCB enfraudant et refuse de payer son titre de transport?DO 2007200803057 DO 2007200803057Vraag nr. 137 van de heer Guido De Padt van 24 april2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:De Post. — Overheidsinstellingen. — Achterstalligebetalingen.Sommige parketten krijgen poststukken met moeitetijdig verstuurd. Aangetekende zendingen en oproepingsbrievenvan betichten van het gerecht wordenniet of te laat verstuurd. Reden daarvoor zijn openstaanderekeningen van Justitie bij De Post.Terwijl Justitie het probleem bevestigt doet De Postdit daarentegen niet. De Post geeft namelijk geencommentaar over de inhoud van de relatie tussenQuestion n o 137 de M. Guido De Padt du 24 avril 2008(N.) à la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques:La Poste. — Entreprises publiques. — Arriérés depaiement.Certains parquets sont aux prises à des difficultés ence qui concerne l’expédition du courrier. Des envoisrecommandés et des convocations adressés à despersonnes inculpées ne sont pas expédiés ou le sonttardivement. L’existence de factures non réglés par laJustice auprès de La Poste serait à l’origine de ces difficultés.Contrairement à La Poste, le département de laJustice confirme le problème. En effet, La Poste nefournit aucun commentaire sur le contenu de la rela-KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 40452 - 6 - 2008dienstverlener en klant. Het enige dat De Post kwijtkan, is dat zij al hun klanten op dezelfde manier envolgens dezelfde procedure behandelt.1. Beschikt u over cijfergegevens (opgesplitst perGewest en per overheidsbedrijf) betreffende het aantalachterstallige betalingen van overheidsinstellingen vande afgelopen drie jaar die werden genoteerd ten aanzienvan de De Post?2.a) Op welke wijze worden die achterstallige betalingengeïnd ?b) Welke procedure wordt er gevolgd ingeval vanniet-betaling?c) Werden in de voormelde jaren verwijlintrestenbetaald, en zo ja voor welke bedragen?tion entre le prestataire de services et le client, si cen’est que La Poste traite tous ses clients de la mêmemanière et conformément à la même procédure.1. Disposez-vous de données chiffrées (par région etpar entreprise publique) concernant le nombred’arriérés de paiement d’institutions publiques enregistrésau cours des trois dernières années auprès de LaPoste?2.a) Comment ces arriérés de paiement sont-ils perçus?b) Quelle procédure est intentée en cas de nonpaiement?c) Au cours des années susmentionnées, des intérêtsde retard ont-ils été payés et, dans l’affirmative, àconcurrence de quels montants?DO 2007200803070 DO 2007200803070Vraag nr. 138 van de heer David Lavaux van 24 april2008 (Fr.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Technisch bestek voor de toekomstigemotorstellen van het Brusselse GEN.Naar verluidt zouden er in het technisch bestek vande NMBS voor de toekomstige motorstellen van hetBrusselse GEN alleen maar dubbele motorstellen enmotorstellen met één verdieping opgenomen zijn.Als dat klopt, zou dat voorwaar een zeer eigenaardigekeuze zijn.Voor alle grote GEN- of S-Bahnnetwerken inEuropa wordt in de eerste plaats geopteerd voordubbeldekstreinen. Dat is zo in Zürich en Bern, envoor het Parijse regionale expresnetwerk (RéseauExpress régional of RER). Het private spoornet BLSLötschbergbahn — dat de S-Bahn van de Zwitsersehoofdstad Bern exploiteert — heeft overigens onlangsnog dubbeldeksrijtuigen (Dosto) van de Luxemburgsespoorwegen uitgetest die bij die gelegenheid getrokkenwerden door in meerdere landen inzetbare meerspanningslocomotievenvan het type Traxx.Daarnaast lijkt de keuze voor tweeledige in plaatsvan vierledige treinstellen al even vreemd, want daarvoorzouden er dan weer meer treinbegeleiders moetenworden ingezet. Doorgaans zijn er treinen nodig metvierledige treinstellen, dat is bestaande uit vier rijtuigen.Kan u ons meer informatie verschaffen over dietoekomstige technische clausules in het bestek, en is debovengenoemde keuze slechts een optie dan wel deQuestion n o 138 de M. David Lavaux du 24 avril 2008(Fr.) à la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques:SNCB. — Cahier des charges technique des futuresrames automotrices du RER bruxellois.Il me revient que la SNCB ne retiendrait pas dansson cahier des charges technique des futures ramesautomotrices du RER bruxellois que des automotricesdoubles et à un seul étage.Ce choix, s’il était confirmé, semblerait vraimenttrès curieux.Tous les grands réseaux RER ou S-Bahn en Europe,choisissent en priorité du matériel à double étage.C’est le cas de Zurich, de Berne ou du RER parisien.Récemment d’ailleurs, le réseau privé BLS Lötschbergbahnqui gère le S-Bahn de Berne, capitale de laConfédération Helvétique, a testé du matériel doubleétage Dosto des chemins de fer luxembourgeois remorquéà l’occasion par les locomotives Traxx multifrontièreset polycourants.D’autre part, choisir des automotrices doubles, aulieu de quadruples, semblerait être un choix tout aussiétrange, puisqu’il imposerait la présence d’un nombreplus important d’accompagnateurs. En général, il fautdes trains d’automotrices quadruples, c’est-à-direcomposés de quatre wagons.Pourriez-vous nous donner plus d’informations surces futures clauses techniques du cahier des charges, etpourriez-vous communiquer si ce choix ne seraitKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4046 QRVA 52 0202 - 6 - 2008definitieve keuze, wat in dat laatste geval zeer tebetreuren zou zijn?qu’une option ou bien si c’était un choix définitif, cequi serait très regrettable au demeurant?DO 2007200803090 DO 2007200803090Vraag nr. 139 van de heer David Geerts van 25 april2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Nieuwe treinstellen. — Toegankelijkheidvoor reizigers met een beperkte mobiliteit.De recente aankoop van 305 nieuwe treinstellen zalin principe veel meer comfort moeten leveren aan dereizigers.De bestelling werd uiteindelijk aan Siemens toevertrouwden dit na een vergelijking van de verschillendeoffertes. 60% van de punten stond op de prijs, 40%op een aantal technische criteria. Eén hiervan was detoegankelijkheid van de toestellen voor reizigers meteen beperkte mobiliteit.1. Op hoeveel punten stond de toegankelijkheidvoor personen met een beperkte mobiliteit?2. Is er voldoende comfort voorzien voor mensen ineen rolstoel?Question n o 139 de M. David Geerts du 25 avril 2008(N.) à la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques:SNCB. — Nouvelles rames ferroviaires. — Accessibilitéaux voyageurs à mobilité réduite.L’acquisition récente de 305 nouvelles rames ferroviairesdoit en principe améliorer le confort des voyageurs.La commande a finalement été attribuée à Siemensau terme d’une comparaison des différentes offres.60% des points portaient sur le prix et 40% concernaientdes critères techniques. L’un de ces critères étaitl’accessibilité des voitures pour les voyageurs à mobilitéréduite.1. Combien de points du total représenait ce critèred’accessibilité pour les personnes à mobilité réduite?2. Un niveau de confort suffisant a-t-il été prévupour les personnes circulant en fauteuil roulant?DO 2007200803098 DO 2007200803098Vraag nr. 140 van de heer Guido De Padt van 25 april2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:Personeelsleden overheidsbedrijven. — Externe mobiliteit.De programmawet van 22 december 2003 creëert demogelijkheid om statutaire personeelsleden van overheidsbedrijvenin te zetten in welbepaalde projecten bijelke Belgische overheid waardoor voor de eerste maalwedertewerkstelling buiten het overheidsbedrijf mogelijkwerd. De programmawet van 27 december 2006geeft een permanent karakter aan de externe mobiliteit.Dit alles kadert in de doelstelling om de vastbenoemdepersoneelsleden van de overheidsbedrijveneen zo groot mogelijke mobiliteit aan te bieden. Op diemanier kunnen statutaire personeelsleden van overheidsbedrijvenin de toekomst andere horizonten opzoekenbij alle FOD’s zonder hun statuut te verliezen.Alle koninklijke besluiten die externe mobiliteit in depraktijk werkbaar maken werden in 2007 genomen. Inseptember 2007 is het nieuwe concept van externemobiliteit echt goed van start gegaan. Intussen hebbenQuestion n o 140 de M. Guido De Padt du 25 avril 2008(N.) à la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques:Membres du personnel des entreprises publiques. —Mobilité externe.La loi-programme du 22 décembre 2003 crée lapossibilité d’affecter des membres du personnel statutairesd’entreprises publiques à des projets bien précisau sein de chaque service public belge. La remise autravail en dehors de l’entreprise publique a ainsi étérendue possible pour la première fois. La loiprogrammedu 27 décembre 2006 confère un caractèrepermanent à la mobilité externe.Cette mesure a été prise pour offrir un maximum demobilité aux membres du personnel des entreprisespubliques nommés à titre définitif. Les membres dupersonnel statutaires des entreprises publiques peuventainsi partir à la découverte d’autres horizons auprès del’ensemble des SPF sans perdre leur statut. Tous lesarrêtés royaux de mise en œuvre de la mobilité externeont été pris en 2007. Le nouveau concept de mobilitéexterne a réellement été mis en application en septembre2007. Entre-temps, divers SPF ont manifesté leurKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 40472 - 6 - 2008verschillende FOD’s hun interesse laten blijken om viadit vernieuwd kader van externe mobiliteit personeelsledenvan de overheidsbedrijven, voorlopig beperkt totDe Post en Belgacom, te willen aantrekken.1. Beschikt u over nationale cijfergegevens (peroverheidsbedrijf, per FOD en per project) met betrekkingtot het aantal personeelsleden dat sinds 2004 in depilootprojecten gebruik heeft gemaakt van dezenieuwe mogelijkheid tot externe mobiliteit?2. Beschikt u over nationale cijfergegevens metbetrekking tot het aantal personeelsleden dat sindsseptember 2007 gebruik heeft gemaakt van dezenieuwe mogelijkheid tot externe mobiliteit?3.a) Acht u, op basis van de hier opgevraagde cijfers,het concept van externe mobiliteit een succes?b) Komt het concept tegemoet aan de vooropgesteldedoelstellingen?4. Acht u het noodzakelijk om maatregelen of initiatievente nemen om externe mobiliteit op de agendate houden als volwaardige rekruteringskanaal voor deFOD’s?intérêt pour l’engagement de membres du personneldes entreprises publiques, provisoirement limitées à LaPoste et à Belgacom, par le biais de ce nouveau cadrede la mobilité externe.1. Disposez-vous de statistiques nationales (parentreprise publique, par SPF et par projet) relatives aunombre de membres du personnel qui, depuis 2004,ont fait usage de cette nouvelle possibilité de mobilitéexterne?2. Disposez-vous de statistiques nationales relativesau nombre de membres du personnel qui, depuisseptembre 2007, ont fait usage de cette nouvelle possibilitéde mobilité externe?3.a) Estimez-vous, sur la base des statistiques demandées,que le concept de mobilité externe peut êtrequalifié de succès?b) Le concept répond-il aux objectifs fixés?4. Jugez-vous utile de prendre des mesures ou desinitiatives afin de veiller à ce que la mobilité externedemeure un moyen de recrutement à part entière pourles SPF?DO 2007200803099 DO 2007200803099Vraag nr. 141 van de heer Guido De Padt van 25 april2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:Project «I-line». — Terbeschikkingstelling van internetlijnen.Het project «I-line» verwijst naar de wettelijke verplichtingvan Belgacom om ziekenhuizen, scholen enopenbare bibliotheken een internetlijn ter beschikkingte stellen. Deze taak van openbare dienst wordt zoweldoor Belgacom als door andere operatoren, op basisvan een groothandelsversie van Belgacom, aangeboden.De Belgische Staat financiert deze verplichting.De wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronischecommunicatie bepaalt een nieuwe regelgevingvoor de terbeschikkingstelling van die internetlijnen.Daarvoor is een uitvoeringsbesluit vereist, te nemendoor de bevoegde minister. De nieuwe regelgevinggaat van kracht zodra het koninklijk besluit in werkingis getreden. In afwachting daarvan blijven devroegere wettelijke bepalingen van kracht.Tot op heden is er nog niet voorzien in nieuwe uitvoeringsbesluiten.Om dat mogelijk te maken, is ertrouwens eerst nog een wetswijziging nodig om delagere scholen terug op te nemen in de groep vanQuestion n o 141 de M. Guido De Padt du 25 avril 2008(N.) à la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques:Projet «I-line». — Mise à disposition de connexionsinternet.Le projet «I-line» fait référence à l’obligation légalepour Belgacom de mettre une ligne internet à la dispositiondes hôpitaux, des écoles et des bibliothèquespubliques. Cette mission de service public est proposéeaussi bien par Belgacom que par d’autres opérateurs,sur la base d’une version grossiste de Belgacom. Cetteobligation est financée par l’État belge.La loi du 13 juin 2005 relative aux communicationsélectroniques a fixé une nouvelle législation en ce quiconcerne la mise à disposition des connexions internet.Mais pour qu’elle puisse entrer en vigueur, il faut quele ministre compétent prenne un arrêté d’exécution. Lanouvelle législation entrera donc en vigueur dès quel’arrêté royal sera entré en vigueur. En attendant, lesanciennes dispositions légalesi restent d’application.Jusqu’ici aucun nouvel arrêté d’exécution n’estencore prévu. Pour le permettre, il faut d’abord procéderà une modification de loi pour inclure les écolesprimaires dans le groupe des bénéficiaires. Dans la loiKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4048 QRVA 52 0202 - 6 - 2008begunstigden. In de voornoemde wet van 13 juni 2005werden deze immers over het hoofd gezien.De federale overheid financiert deze verplichting.Belgacom kan de jaarlijkse kost in mindering brengenvan haar dividend aan de Staat. Dit bedrag dekt nietalleen de kosten van Belgacom maar ook de sommendie Belgacom in de loop van het jaar doorstort aan deandere operatoren. Belgacom stelt dat de financiëleverrekening van 2007 nog niet is geregeld.1.a) Hoeveel bedraagt de totale kost van het «I-line»project voor 2007?b) Hoeveel lijnen zijn er geregistreerd en wat is deopsplitsing tussen de verschillende operatoren?2. Denk u dat de regering haar belofte inzake definanciering zal nakomen en dus mogelijk maken datbelgacom haar jaarlijkse kost voor 2007 in minderingkan brengen van haar dividend aan de Belgische Staat?3. Overweegt u een wetswijziging door te voerenteneinde de lagere scholen terug op te nemen in degroep van begunstigden?précitée du 13 juin 2005, elles avaient, en effet, étéoubliées.Les autorités fédérales financent cette obligation.Belgacom peut donc en déduire le coût annuel de sondividende à l’État. Ce montant couvre non seulementles frais de Belgacom mais aussi les sommes reverséespar Belgacom à d’autres opérateurs au cours del’année. Belgacom constate que la compensation financièren’a pas encore été effectuée pour 2007.1.a) À combien s’élève le coût total du projet «I-line»pour 2007?b) Combien de connexions ont été enregistrées etquelle est leur répartition entre les différents opérateurs?2. Pensez-vous que le gouvernement respectera sapromesse de financement et permettra donc à Belgacomde déduire le coût annuel de ce projet pour 2007du dividende dû à l’État belge?3. Envisagez-vous de procéder à une modificationde loi pour inclure les écoles primaires dans le groupedes bénéficiaires?DO 2007200803107 DO 2007200803107Vraag nr. 142 van de heer David Geerts van 25 april2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Toegankelijkheid van het station inAntwerpen-Berchem.Op de website van de NMBS kan men de gegevenslezen in verband met de toegankelijkheid van het stationAntwerpen-Berchem.Rolstoelpatiënten stellen dat zij moeilijk in het stationvan Berchem terecht kunnen. Als ik op de websitekijk, zijn er een aantal elementen die bijkomendevragen oproepen.1. Is er op een totaal van 432 parkeerplaatsen geenplaats voorbehouden voor personen met een handicap?2. Het station van Berchem is een belangrijk knooppunt.Zo wordt het station veelvuldig gebruikt doormensen die naar de kust willen reizen.Is er op korte termijn een budget uitgetrokken omeen lift te installeren?Question n o 142 de M. David Geerts du 25 avril 2008(N.) à la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques:SNCB. — Accessibilité de la gare d’Anvers-Berchem.Le site web de la SNCB publie des données relativesà l’accessibilité de la gare d’Anvers-Berchem.Les voyageurs en chaise roulante peuvent y lire quecette gare leur est difficilement accessible. En surfantsur ce site web, plusieurs autres questions me sontvenues à l’esprit.1. Sur un total de 432 places de parking, n’y en a-t-ilréellement pas une seule réservée aux personnes handicapées?2. La gare de Berchem constitue un nœud ferroviaireimportant et est donc fort fréquentée par lespersonnes qui se rendent à la côte.Un budget est-il prévu à court terme pour installerun ascenseur?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 40492 - 6 - 2008DO 2007200803114 DO 2007200803114Vraag nr. 144 van de heer Bruno Stevenheydens van28 april 2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:Ongeval aan overweg in havengebied te Antwerpen.Op 12 maart 2008 heeft er zich een zwaar ongevalvoorgedaan in de Moerstraat in het havengebied teAntwerpen. Een vrachtwagen werd gegrepen door eentrein. Volgens de vrachtwagenbestuurder stonden delichten aan de overweg op groen toen of net voordathet ongeval gebeurde. Een verkeersdeskundige werdaangesteld om de juiste omstandigheden van het ongevalte bestuderen.1. Wat is er gebeurd volgens het verslag van de deskundige?2. Deed er zich een probleem voor met de seinlichten?3. Hoeveel ongevallen doen er zich jaarlijks vooraan overwegen zonder slagbomen?Question n o 144 de M. Bruno Stevenheydens du28 avril 2008 (N.) à la ministre de la Fonctionpublique et des Entreprises publiques:Accident à un passage à niveau dans la zone portuaired’Anvers.Le 12 mars 2008, un accident grave s’est produitdans la Moerstraat, située dans la zone portuaired’Anvers. Un camion a été happé par un train. Selon lechauffeur du camion, les feux au passage à niveauétaient verts au moment où l’accident s’est produit oujuste avant qu’il ne se produise. Un expert en sécuritéroutière a été chargé de faire toute la lumière sur lescirconstances exactes de cet accident.1. Que s’est-il passé selon le rapport de l’expert?2. Un problème s’est-il posé concernant le fonctionnementdes feux de signalisation?3. Combien d’accidents à des passages à niveausans barrière se produisent-ils annuellement?DO 2007200803120 DO 2007200803120Vraag nr. 145 van de heer Guido De Padt van 28 april2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Loonkosten spoorwegpersoneel. — Vergelijkingin EU-landen.De loonkosten wegen soms gevoelig op de leefbaarheiden rendabiliteit van een bedrijf. Bij de spoorwegenzal dit niet minder het geval zijn. Met dit gegevenmoet uiteraard rekening worden gehouden bij het inschattenvan de gevolgen van de liberalisering van hetspoor.1.a) Beschikt u over vergelijkende cijfers van de hoogtevan de loonkosten van het spoorwegpersoneel inde EU-landen?Question n o 145 de M. Guido De Padt du 28 avril 2008(N.) à la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques:SNCB. — Coûts salariaux du personnel ferroviaire. —Comparaison avec les autres États membres de l’UE.Les coûts salariaux pèsent parfois lourdement sur laviabilité et la rentabilité d’une entreprise. Les cheminsde fer n’échappent certainement pas à cette régle. Il estévident qu’il faudra tenir compte de cet élément dansle cadre de l’évaluation des conséquences de la libéralisationdu secteur ferroviaire.1.a) Disposez-vous de chiffres comparatifs relatifs auxcoûts salariaux du personnel ferroviaire dans lesautres États membres de l’UE?b) Zo ja, kan u de gegevens ervan meedelen? b) Dans l’affirmative, pourriez-vous me les communiquer?c) Zo neen, overweegt u opdracht te geven om diegegevens te verzamelen?2. In welke mate wegen eventuele loonkostenverschillennu reeds door op de concurrentiepositie vande NMBS en in welke mate zal dat eventueel ook in detoekomst het geval zijn?3. Wat is de pensioenleeftijd van het rijdend personeelin de andere EU-landen?c) Dans la négative, envisagez-vous de charger votredépartement de recueillir ces données?2. Dans quelle mesure d’éventuelles différences decoûts salariaux influencent-elles déjà la positionconcurrentielle de la SNCB et qu’en sera-t-il le caséchéant à l’avenir?3. À quel âge le personnel roulant part-il à laretraite dans les autres États membres de l’UE?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4050 QRVA 52 0202 - 6 - 20084. Welke extralegale voordelen ontvangen despoorwegpersoneelsleden in ons land en in de andereEU-landen?5. Hoeveel statutaire (en welke) werden er (van de1 500 die waren vooropgesteld) in 2006 en 2007 al aangeworven?6. Hoeveel bedroegen de kosten van het uitbestedenvan poetsdiensten in 2004, 2005, 2006 en 2007?4. Quels avantages extralégaux sont-ils accordésaux cheminots belges et à leurs collègues dans lesautres États membres de l’UE ?5. Des 1 500 recrutements d’agents statutairesprévus, combien ont-ils déjà eu lieu en 2006 et 2007 (etlesquels)?6. À combien s’est élevé le coût de la sous-traitancedes services de nettoyage en 2004, 2005, 2006 et 2007?DO 2007200803121 DO 2007200803121Vraag nr. 146 van de heer Guido De Padt van 28 april2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Actualisatie «benchmarking».De NMBS bestelde enkele jaren terug een studie omde maatschappij te «plaatsen» tegen een virtuele Europesespoorwegmaatschappij die zou zijn samengestelduit vergelijkbare componenten van andere spoorwegmaatschappijen.Daaruit bleek dat geen enkel Europeesland inzake treinkilometer per voltijdse werknemerhet slechter deed dan België. Een Belgische medewerkerproduceert de helft minder treinkilometer danbijvoorbeeld in Portugal, Denemarken of Duitsland enhet materieel wordt nergens (behalve in Italië) slechteringezet dan in ons land. Aangenomen mag worden datde NMBS sindsdien deze «benchmarking» zal hebbengeactualiseerd.1. Kan u de meest relevante gegevens meedeleninzake de evolutie van de met betrekking tot het jaar2000 «gebenchmarkte» parameters, zoals de Belgischekost van «Reizigers Nationaal», «Reizigers Internationaal»,«Goederen en Infrastructuur», tegenover debenchmark?2. Kan u dezelfde evolutieve gegevens meedeleninzake het aantal personeelsleden van voormelde opgesplitsteactiviteiten tegenover de benchmark?3. Hoe verhoudt de inzetbaarheid van het personeel(aantal uren dat een werknemer inzetbaar is per jaar),zich tegenover de andere Europese spoorwegmaatschappijen(evolutie vanaf 2001)?4. Op welke wijze heeft de NMBS gereageerd engeanticipeerd op de talrijke indicatoren en statistiekendie volgens de «benchmarks» wezen op een gebrekkigewerking van de NMBS?5. In welke mate moet de Belgische overheid in2006 en 2007 meer subsidies (per belastingbetaler enper reiziger) uitkeren aan het spoor in vergelijking metde andere EU-landen?Question n o 146 de M. Guido De Padt du 28 avril 2008(N.) à la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques:SNCB. — Actualisation du «benchmarking».Il y a quelques années, la SNCB a commandé uneétude afin de positionner la société par rapport à unesociété européenne virtuelle de chemins de fer quiserait constituée de composantes comparables d’autresentreprises ferroviaires. Cette étude a révélé qu’entermes de kilomètres-train par travailleur à tempsplein, aucun pays européen ne se classe moins bien quela Belgique. Un travailleur belge produit 50% de kilomètres-trainen moins que le Portugal, le Danemark oul’Allemagne, par exemple, et nulle part ailleurs (saufen Italie), le matériel n’est aussi mal exploité que dansnotre pays. Il est probable que la SNCB aura depuisactualisé ce «benchmarking».1. Pourriez-vous communiquer les données les pluspertinentes concernant l’évolution des paramètresévalués pour l’année 2000, tels que le coût belge dessecteurs d’activités «Voyageurs National», «VoyageursInternational», «Marchandises et Infrastructure»par rapport au benchmark?2. Pourriez-vous communiquer les mêmes donnéesévolutives concernant les effectifs des secteursd’activités précités par rapport au benchmark?3. Qu’en est-il de la disponibilité du personnel(nombre d’heures annuel pendant lesquelles un travailleurest mobilisable) par rapport aux autres entreprisesferroviaires européennes (évolution depuis 2001)?4. Comment la SNCB a-t-elle anticipé et réagi auxmultiples indicateurs et statistiques qui, selon les«benchmarks», ont révélé un mauvais fonctionnementde la société?5. Dans quelle mesure les autorités belges devrontelles,en 2006 et 2007, allouer davantage de subventions(par contribuable et par voyageur) aux cheminsde fer, par rapport aux autres États membres del’Union européenne?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 40512 - 6 - 20086.a) Hoeveel overheidssubsidies ontving de NMBSgroepin 2006 en 2007?b) Hoeveel daarvan (uitgedrukt in% van het brutobinnenlands product) is bestemd voor de exploitatie,pensioenen en investeringen?7. Op welk besparingspercentage voor de investeringenin materieel wordt gerekend tengevolge van deinvoering van een Europees lastenboek voor sleutelcomponentenvan treinstellen?6.a) Quel est le montant des subventions publiquesperçues par le groupe SNCB en 2006 et 2007?b) Quelle proportion (exprimée en pourcentage duproduit intérieur brut) est destinée à l’exploitation,aux pensions et aux investissements?7. Quel pourcentage d’économies prévoit-on entermes d’investissements en matériel à la suite del’instauration d’un cahier des charges européen relatifaux principaux composants des rames?DO 2007200803122 DO 2007200803122Vraag nr. 147 van de heer Guido De Padt van 28 april2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Project «NMBS Nachtnet».Vanuit het oogpunt van de verkeersveiligheid en vanhet ’s nachts weren van voertuigen op onze wegen, kanhet heel belangrijk en nuttig zijn dat ook in België,naar analogie van wat in Nederland in voege is, een«NMBS Nachtnet» zou worden opgestart. Aldus zoumen ook wat langer kunnen vertoeven in onze centrumsteden,om nadien op een verkeersveilige engebruiksvriendelijke manier naar huis te gaan.1. Heeft de NMBS reeds onderzoek gedaan naar dehaalbaarheid van dergelijk project en zo ja, wat zijn deresultaten ervan?2. Hoe kijkt u zelf aan tegen een meer uitgebreidedienstverlening tijdens de nacht?3. Zijn er plannen om op korte of middellangetermijn nachtvervoer aan te bieden of de opdrachtdaartoe te negotiëren bij de opmaak van de nieuwebeheersovereenkomst met de NMBS?Question n o 147 de M. Guido De Padt du 28 avril 2008(N.) à la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques:SNCB. — Projet «Réseau de nuit SNCB».Pour renforcer la Sécurité routière et réduire lenombre de véhicules circulant la nuit sur nos routes,un «réseau de nuit SNCB» pourrait utilement êtrelancé en Belgique, par analogie au système en vigueuraux Pays-Bas. Les gens pourraient ainsi se promenerplus tard en ville et rentrer chez eux facilement et entoute sécurité.1. La SNCB a-t-elle déjà examiné la rentabilité d’untel projet et dans l’affirmative, quels en sont les résultats?2. Que pensez-vous personnellement d’un élargissementde l’offre de nuit?3. Des projets existent-ils pour proposer un servicede nuit à court ou moyen terme ou allez-vous menerdes négociations à ce sujet avec la SNCB dans le cadrede l’élaboration du nouveau contrat de gestion?DO 2007200803123 DO 2007200803123Vraag nr. 148 van de heer Guido De Padt van 28 april2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Treinbestuurders. — Tuchtovertredingen.De NMBS past een tuchtstatuut toe voor de treinbestuurders.Het is voor het parlement nuttig te wetenin welke mate tuchtovertredingen worden begaan.Question n o 148 de M. Guido De Padt du 28 avril 2008(N.) à la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques:SNCB. — Conducteurs de trains. — Infractions disciplinaires.La SNCB applique un statut disciplinaire auxconducteurs de trains. Il est utile pour le Parlement desavoir dans quelle mesure des infractions disciplinairessont commises.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4052 QRVA 52 0202 - 6 - 20081. Kan u voor de jaren 2005, 2006 en 2007 een overzichtgeven van het aantal inbreuken en de opgelegdestraffen in zware fouten:a) overschrijden van een sein einde bovenleiding ofeen grenssein kleine beweging;b) merkelijke overschrijding van de toegelaten snelheid;c) een tractiebestuurder die opzettelijk de automatischewaakinrichting uitgeschakeld heeft of derijrichtingsdruk tijdens de beweging in de neutralestand gezet heeft?2. Zelfde vraag in verband met nalatigheden bij hettoepassen van veiligheidsmaatregelen:1. Pourriez-vous, pour les années 2005, 2006 et2007, fournir un aperçu du nombre d’infractionscommises et des sanctions infligées en cas de fautegrave:a) franchissement d’un signal «fin de la caténaire» oud’un signal limite «petit mouvement»;b) dépassement manifeste de la vitesse autorisée;c) un conducteur de véhicule de traction ayant délibérémentdéconnecté le dispositif de veille automatiqueou ayant placé la pression du sens de circulationau point mort pendant le déplacement?2. Même question, mais concernant cette fois lesnégligences commises lors de l’application des mesuresde sécurité:a) niet stoppen na miszending; a) ne pas marquer d’arrêt après une fausse manœuvre;b) trein buiten perron tot stilstand brengen; b) immobiliser le train en dehors des quais;c) niet of slecht uitvoeren van de remproef; c) absence ou mauvaise exécution de l’essai de freins;d) tijdens rangeringen:aanzetten zonder bevel, niet inacht nemen van het rijden op zicht, te laat stoppen,bruuske beweging, enzovoort;e) een krachtvoertuig achterlaten, zonder de voorgeschrevenvoorzorgsmaatregelen voor het vastzettenervan te hebben genomen;f) onoordeelkundig gebruik van de reminrichtingwaardoor er abnormale reacties in de trein ontstaan;g) nalatigheid die beschadiging van materieel veroorzaaktenzovoort.3.a) In hoeveel van de gevallen gingen de werknemersin beroep bij de «raad van beroep»?b) In hoeveel gevallen werd de initieel opgelegde strefverminderd of verzwaard?d) pendant les triages: mettre en marche sans en avoirreçu l’ordre, ne pas respecter la conduite à vue,s’arrêter trop tard, effectuer des mouvements brusques,etc.;e) quitter un engin de traction sans avoir respecté lesmesures de précaution prescrites pour son blocage;f) utiliser sans discernement le dispositif de freinage,provoquant de ce fait des réactions anormales dansle train;g) négligence occasionnant des dégâts au matériel,etc.3.a) Dans combien de cas les travailleurs ont-ils introduitun recours auprès du «Conseil des recours»?b) Dans combien de cas la peine initialement infligéea-t-elle été réduite ou, au contraire, alourdie?DO 2007200803124 DO 2007200803124Vraag nr. 149 van de heer Guido De Padt van 28 april2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Verslechterde stiptheidscijfers van deNMBS-Groep.In 2007 daalde de stiptheid van de reizigerstreinenonder de drempel van 90%. Voor het derde jaar op rijstijgt het aantal treinen dat met een vertraging vanmeer dan vijf minuten arriveert.Question n o 149 de M. Guido De Padt du 28 avril 2008(N.) à la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques:SNCB. — Détérioration des résultats du GroupeSNCB en matière de ponctualité.En 2007, la ponctualité des trains de voyageurs estpassée sous le seuil des 90%. Le nombre de trains arrivantavec plus de cinq minutes de retard est enaugmentation pour la troisième année consécutive.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 40532 - 6 - 2008De stiptheid moet de topprioriteit zijn binnen dedienstverlening van de NMBS. De reizigers willenbetalen voor het openbaar vervoer, maar dan moet dekwaliteit van het aanbod voor de reizigers voldoendehoog zijn. Ook de communicatie over de regelmaatnaar de reizigers toe is nog voor veel verbeteringvatbaar.In de stiptheidscijfers wordt nog steeds geen rekeninggehouden met geschrapte treinen of met gemisteaansluitingen.Het is belangrijk de vertragingen die de reizigersoplopen te meten. In veel gevallen zijn de dienstregelingenvan de treinen immers nipt op elkaar afgestemd,waardoor een kleine vertraging al oorzaak kan zijnvan het missen van een aansluitende trein of bus.Momenteel onderhandelt de minister met de NMBSover een nieuw beheerscontract.1. Welke maatregelen overweegt u te nemen om eenglobaal en correct beeld te krijgen van de stiptheid vande treinen?2. Bent u bereid om een externe audit uit te voerennaar de oorzaken en verantwoordelijkheden van deondermaatse prestaties van de NMBS op het vlak vanstiptheid?3. Overweegt u het meetsysteem voor het meten vande stiptheid bij te sturen?4. Zal voortaan ook rekening gehouden wordenmet geschrapte treinen en met het effect van gemisteaansluitingen?5. Zal de vertraging die de reiziger oploopt gemetenworden in plaats van de vertraging van de trein?6. Overweegt u werk te maken van meer gedetailleerdestiptheidscijfers, waarbij de stiptheid per lijngemeten wordt, opgesplitst volgens piek- en daluren?7. Eerder lanceerde u al het idee om het compensatiesysteemvoor vertragingen grondig te hervormen.a) Kan u de krachtlijnen van deze hervorming toelichten?b) Hoe zal de klantvriendelijkheid ervan verbeterdworden?La ponctualité doit constituer la priorité majeuresur le plan du service proposé par la SNCB. Les voyageurssont prêts à payer pour utiliser les transportspublics mais, en contrepartie, ils s’attendent à uneoffre de qualité. La communication aux voyageurs enmatière de régularité pourrait également encore êtreaméliorée à bien des égards.Les chiffres en matière de ponctualité ne tiennenttoujours pas compte des trains annulés ou des correspondancesmanquées.Il est important de mesurer les retards encourus parles voyageurs. Dans de nombreux cas, les horaires desdifférents trains sont calculés au plus juste de sortequ’un léger retard peut dès lors déjà être la cause d’unecorrespondance manquée avec un train ou un bus.La ministre négocie actuellement un nouveaucontrat de gestion avec la SNCB.1. Quelles mesures envisagez-vous de prendre pourobtenir un aperçu global et correct de la ponctualitédes trains?2. Êtes-vous disposée à faire exécuter un auditexterne portant sur les raisons et les responsabilités deces résultats médiocres de la SNCB en matière deponctualité?3. Envisagez-vous d’adapter le système de mesurede la ponctualité ?4. Sera-t-il également tenu compte à l’avenir destrains annulés et des conséquences des correspondancesmanquées?5. Mesurera-t-on le retard encouru par le voyageurau lieu du retard du train?6. Envisagez-vous de vous veiller à ce que l’onpuisse disposer de chiffres plus détaillés en matière deponctualité, en mesurant celle-ci par ligne ferroviaireet en faisant la distinction entre les heures de pointe etles heures creuses?7. Vous aviez déjà annoncé votre intention demodifier de manière approfondie le système decompensation pour les retards.a) Pourriez-vous commenter les lignes de force decette réforme?b) Quelles mesures seront prises pour améliorer laconvivialité du système?DO 2007200803125 DO 2007200803125Vraag nr. 150 van de heer Guido De Padt van 28 april2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — De nieuwe beheerscontracten van deNMBS groep.Volgens het tienpuntenplan van Verhofstadt III zaler op korte termijn een nieuwe beheersovereenkomstgesloten worden met de NMBS groep.Question n o 150 de M. Guido De Padt du 28 avril 2008(N.) à la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques:SNCB. — Nouveaux contrats de gestion du GroupeSNCB.Le programme en dix points du gouvernementVerhofstadt III prévoit la conclusion, à brèveéchéance, d’un nouveau contrat de gestion avec leGroupe SNCB.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4054 QRVA 52 0202 - 6 - 2008De huidige beheerscontracten tussen de Staat enerzijdsen de NMBS Holding, Infrabel en NMBS anderzijdswerden van kracht op 1 januari 2005 en nemeneen einde op 31 december 2007.Eerder kondigde de regering al aan om tegen 201225% meer reizigers per spoor te vervoeren.Om die ambitieuze doelstelling te realiseren zullende nieuwe beheerscontracten duidelijke afspraken ennieuwe accenten moeten omvatten die de dienstverleningvan de spoorwegmaatschappij verder verbeteren.1. Kan u de krachtlijnen van de nieuwe beheerscontractentoelichten?2. Komt er een nieuwe methode voor het meten vanvertragingen en zal het compensatiesysteem bij vertragingenklantvriendelijker worden?3. Zullen in de beheerscontracten afsprakengemaakt worden omtrent een gewaarborgde minimaledienstverlening tijdens stakingen?4. Hoe evolueert de financiële bijdrage van de Staatvoor de uitvoering van de taken van openbare dienst?5. Zullen de operationele activiteiten binnen dedrieledige NMBS structuur herschikt worden om deslagkracht en dienstverlening te verbeteren?6. Zullen alle klantgerichte activiteiten, zoals devernieuwing, uitrusting en onthaal in de stations en hetbeleid inzake de aanleg en uitbating van autoparkingsen fietsenstallingen, integraal overgeheveld wordenvan de Holding naar de NMBS vervoersmaatschappij?Les contrats de gestion actuellement en vigueurconclus par l’État fédéral d’une part et la SNCBHolding, Infrabel et SNCB de l’autre, ont pris effet le1 er janvier 2005 et expirent le 31 décembre 2007.Le gouvernement avait précédemment déjà annoncéson intention d’augmenter de 25% le nombre de voyageurspar rail d’ici à 2010.Afin de réaliser cet objectif ambitieux, les nouveauxcontrats de gestion devront contenir des accords préciset fixer de nouvelles priorités pour améliorer encore leservice offert par la société des chemins de fer.1. Pouvez-vous préciser les lignes de force desnouveaux contrats de gestion?2. Une nouvelle méthode sera-t-elle élaborée pourla mesure des retards et le système des compensationsen cas de retards de trains sera-t-il amélioré pour lesvoyageurs?3. Les contrats de gestion comporteront-ils desaccords concernant un service minimum garanti en casde grève?4. Quelle a été l’évolution de la contribution financièrede l’État pour l’exécution des missions de servicepublic?5. Les activités opérationnelles au sein de la structureà trois entités de la SNCB seront-elles remaniées,afin d’augmenter le dynamisme et d’optimiser leservice?6. Toutes les activités qui concernent la clientèle,telles que les travaux de rénovation, les équipements etl’accueil dans les gares, ainsi que la politique enmatière d’aménagement et d’exploitation des parkingset des emplacements pour bicyclettes, seront-elles intégralementtransférées de la Holding à la sociétéSNCB?DO 2007200803126 DO 2007200803126Vraag nr. 151 van de heer Guido De Padt van 28 april2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Spoorwegmuseum.De oude vestiging van het Spoorwegmuseum in hetBrusselse Noordstation wordt opgedoekt. De NMBSvindt dat het museum dringend aan vernieuwing toe is.Er is sprake dat het Spoorwegmuseum zou verhuizennaar Vlaanderen. Maar dat zien de Brusselaarsniet zitten. Zowel de Frans- als de Nederlandstaligeafgevaardigden in het Brusselse Parlement willen dathet Spoorwegmuseum in het Brussels Gewest blijft.Question n o 151 de M. Guido De Padt du 28 avril 2008(N.) à la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques:SNCB. — Musée des chemins de fer.Le musée des chemins de fer en gare de Bruxelles-Nord va être fermé. La SNCB estime qu’une modernisationdu musée s’impose d’urgence.Il serait question de déménager le musée vers laFlandre, ce qui ne plaît guère aux Bruxellois. Lesreprésentants tant néerlandophones que francophonesau sein du Parlement bruxellois souhaitent que lemusée des chemins de fer reste implanté en Région deBruxelles-capitale.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 40552 - 6 - 20081. Hoeveel bezoekers noteerde het Spoorwegmuseumper jaar van 2002 tot 2007?2. Welke kosten en opbrengsten gingen er in voormeldejaren gepaard met de openstelling van dergelijkmuseum?3. Waar zal het nieuw museum komen en welkeinvesterings- en exploitatielasten zullen daaraan verbondenzijn?4. Wat gebeurt er met het huidig museum nadat hetvoor die functie zal gedesaffecteerd zijn?1. Combien de visiteurs le musée des chemins de fera-t-il accueillis par an entre 2002 et 2007?2. Quels ont été, au cours des années en question,les coûts et les recettes liés à l’exploitation de cemusée?3. Où le nouveau musée sera-t-il implanté et quellescharges d’investissement et d’exploitation y sont liées?4. Qu’adviendra-t-il des bâtiments de l’actuelmusée, une fois désaffectés?DO 2007200803127 DO 2007200803127Vraag nr. 152 van de heer Guido De Padt van 28 april2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Personeelsleden. — Hospitalisatieverzekering.De personeelsleden van de NMBS kunnen genietenvan een gratis collectieve hospitalisatieverzekering.Naar verluidt laat de transparantie van een en ander tewensen over en zijn de personeelsleden niet echt op dehoogte van de waarborgen die zijn verzekerd. Zijbeschikken overigens over geen schriftelijke polis,waardoor ook geen controle mogelijk is. Anderzijdsworden sommige facturen pas meer dan een jaar nadatum uitbetaald.1. Hoeveel klachten en aanvragen om informatieontvingen de sociale diensten van de NMBS over devoormelde hospitalisatieverzekering in de jaren 2006en 2007?2. Kunnen de personeelsleden niet individueel inhet bezit worden gesteld van de verzekeringspolis?Question n o 152 de M. Guido De Padt du 28 avril 2008(N.) à la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques:SNCB. — Membres du personnel. — Assurancehospitalisation.Les membres du personnel de la SNCB bénéficientd’une assurance hospitalisation collective gratuite. Ilsemblerait qu’il y ait un manque de transparence dansce cadre et que les membres du personnel ne seraientpas véritablement au courant des garanties contenuesdans cette assurance. Ils ne disposent par ailleurs pasd’une police écrite, ce qui empêche tout contrôle. Parailleurs, certaines factures seraient payées avec unretard de plus d’un an.1. Combien de plaintes et de demandes d’informationles services sociaux de la SNCB ont-ils reçues àpropos de cette assurance hospitalisation au cours desannées 2006 et 2007?2. Un exemplaire de la police d’assurance ne pourrait-ellepas être mise à la disposition de chaquemembre du personnel?DO 2007200803128 DO 2007200803128Vraag nr. 153 van de heer Guido De Padt van 28 april2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Treinstations. — Proefproject «gratiswoon-werkverkeer».Sinds 16 augustus 2005 loopt in twaalf Belgischetreinstations het proefproject «gratis woonwerkverkeer».Dit betekent concreet dat wie over eentreinkaart beschikt, een gratis parkeerplaats aan hetgeselecteerde station krijgt.Question n o 153 de M. Guido De Padt du 28 avril 2008(N.) à la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques:SNCB. — Gares. — Projet-pilote «parking gratuitpour les déplacements domicile-lieu de travail».Le projet pilote «parking gratuit pour les déplacementsdomicile-lieu de travail» est en cours depuis le16 août 2005 dans douze gares. Les titulaires d’unecarte train bénéficient d’une place de parking gratuitedans les gares sélectionnées dans le cadre du projet.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4056 QRVA 52 0202 - 6 - 2008Dit project leidt in Aalst tot een onoverzichtelijkechaos van wildparkeren en overbezetting. De parkingwordt geblokkeerd door wildparkeerders, er is blikschadeen auto’s worden weggesleept. Door het gratismaken van een dienstverlening wordt immers hetgebruik van de wagen aangemoedigd. Door het proefprojectstijgt het autogebruik o korte afstand, en daalthet busgebruik en het aantal pendelaars dat te voetnaar het station komt. Hierdoor kan de meerderheidvan de pendelaars die de parking gratis aangebodenkrijgt niet van deze dienst genieten door een gebrekaan capaciteit. Uit de antwoorden op eerdere parlementairevragen over dit onderwerp erkende toenmaligstaatssecretaris Bruno Tuybens de ongewensteneveneffecten van het proefproject.Na een evaluatie van het project werd dan ook deherinvoering van een gedifferentieerde tarifering aangekondigd.Deze gedifferentieerde tarifering zou in hetbegin van 2008 worden ingevoerd.Op de pendelparkings met een beperkte capaciteitzou het systeem dankzij deze gedifferentieerde tariferingterug rechtvaardig worden. Nu kunnen immersenkel de pendelaars die voor 7u30 de trein nemen,genieten van een gratis parking. Alle andere reizigershebben geen plaats, zelfs niet indien ze er zoudenwillen voor betalen.1. Welke besluiten trekt u uit de evaluatie van hetproefproject «gratis woon-werkverkeer»?2.a) Wordt het proefproject in Aalst afgerond en wordter terug overgegaan tot een gedifferentieerde tariferingzoals eerder aangekondigd?À Alost, ce projet a conduit à un immense chaos dufait du stationnement sauvage et de la suroccupationdu parking. Le parking est bloqué par des voituresstationnées, les dégâts de carrosserie sont fréquents etdes voitures doivent parfois être enlevées. La gratuitéencourage en effet l’utilisation de la voiture. Le projetpilote a engendré un recours accru à l’automobile pourles courtes distances, au détriment de l’utilisation del’autobus et de la marche à pied pour se rendre à lagare. Il en résulte que la majorité des navetteurs quiont droit à une place gratuite ne peuvent pas bénéficierde ce service, faute de capacité. Dans les réponsesdonnées à des questions parlementaires posées antérieurementà ce sujet, le secrétaire d’État de l’époque,M. Tuybens, a reconnu que le projet-pilote a engendrédes effets pervers non souhaités.À la suite de l’évaluation du projet, la réintroductiond’une tarification différenciée a dès lors étéannoncée pour début 2008.Cette tarification différenciée permettrait de restaurerun système équitable sur les parkings de gare àcapacité réduite. Actuellement, seuls les navetteurs quiprennent le train avant 7h30 peuvent garer leur voituregratuitement. Tous les autres voyageurs n’y trouventplus de place, même pas contre paiement.1. Quelles conclusions tirez-vous de l’évaluation duprojet pilote «parking gratuit pour les déplacementsdomicile-lieu de travail»?2.a) Sera-t-il mis un terme au projet-pilote à Alost etune tarification différenciée sera-t-elle réintroduitecomme annoncé antérieurement?b) Zo ja, wanneer zal dit gebeuren? b) Dans l’affirmative, dans quel délai?DO 2007200803131 DO 2007200803131Vraag nr. 154 van de heer Herman De Croo van28 april 2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Subsidies voor NMBS-groep.Recentelijk berichtte de media over de winst van89,3 miljoen euro die de NMBS-groep in de eerstejaarhelft van 2007 heeft geboekt. Tijdens dezelfdeperiode een jaar eerder werd nog een verlies van 50,4miljoen euro genoteerd.Ook de NMBS-Holding boekte in de eerste jaarhelftvan 2007 een winst van 58,7 miljoen euro tegenovereen verlies van 41,2 miljoen euro één jaar gelden. BijInfrabel steeg de winst van 21 miljoen euro tot 51miljoen euro.Question n o 154 de M. Herman De Croo du 28 avril2008 (N.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:SNCB. — Subventions allouées au Groupe SNCB.Récemment, les médias ont fait état du bénéfice de89,3 millions d’euros réalisé par le Groupe SNCB pourle premier semestre de 2007. Un an plus tôt, pour lamême période, la société enregistrait encore un déficitde 50,4 millions d’euros.La SNCB-Holding aussi a enregistré un bénéfice de58,7 millions d’euros au premier semestre 2007, alorsqu’elle accusait un déficit de 41,2 millions d’eurosvoici un an. Les bénéfices d’Infrabel sont passés de 21millions à 51 millions d’euros.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 40572 - 6 - 2008De totale spoorwegmaatschappij slaagde er alzo inhaar verlies te verminderen met ruim 10 miljoen euro.Bij al deze positieve berichten zouden we echter uithet oog verliezen dat de NMBS en de drie ondermaatschappijenechter fors gesubsidieerd worden doorde federale overheid.Hoeveel bedroegen de overheidstegemoetkomingenten laste van de FOD in 2006 en 2007 ten voordele vande NMBS-groep (Infrabel, NMBS-Holding en NMBS),uitgedrukt in miljoen euro?Globalement donc, la société des chemins de fer estparvenue à réduire son déficit de plus de 10 millionsd’euros.On pourrait oublier, à la lecture de bonnes nouvelles,que les autorités fédérales allouent de substantiellessubventions à la SNCB et aux trois entités qui laconstituent.À combien se sont élevées en 2006 et en 2007 lesinterventions publiques du SPF au bénéfice du GroupeSNCB (Infrabel, SNCB-Holding et SNCB), expriméesen millions d’euros?DO 2007200803158 DO 2007200803158Vraag nr. 155 van mevrouw Katia Della Faille deLeverghem van 28 april 2008 (N.) aan de ministervan Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven:Question n o 155 de M me Katia Della Faille de Leverghemdu 28 avril 2008 (N.) à la ministre de laFonction publique et des Entreprises publiques:NMBS. — Snelle treinverbindingen. — Vertragingen.— Gebrek aan communicatie. — Klachten.Sinds een aantal maanden kunnen reizigers vanuitLimburg en Oost-Brabant ’s ochtends en ’s avonds eenberoep doen op snelle treinverbindingen die dankzij deaanleg van de «bocht van Leuven» rechtstreeks naarBrussel sporen. Evenwel, de avondtrein van 16u59 inBrussel-Centraal komt zelden stipt op tijd aan inAarschot. Opvallend is dat er in de trein zelden ofnooit gecommuniceerd wordt over de reden van devertragingen.1. Hoeveel klachten ontving de NMBS van reizigersover de vertragingen van de «snel»-treinen vanuitLimburg naar Brussel sinds de ingebruikname van debocht van Leuven?SNCB. — Liaisons ferroviaires rapides. — Retards. —Manque de communication. — Réclamations.Depuis quelques mois, les voyageurs en provenancedu Limbourg et du Brabant oriental peuvent emprunter,en matinée et en soirée, des liaisons rapides quirejoignent Bruxelles directement grâce à la «boucle deLouvain» qui a été aménagée. Toutefois, le train de16h59 à Bruxelles-Central arrive rarement à l’heure engare d’Aarschot. Fait étonnant: la raison du retardn’est jamais communiquée ou ne l’est que rarement.1. Combien de réclamations la SNCB a-t-elle reçuesau sujet des retards de ces trains «rapides» provenantdu Limbourg et allant à Bruxelles depuis la mise enservice de la boucle de Louvain?2. Hoeveel van deze klachten werden beantwoord? 2. À combien de réclamations la SNCB a-t-ellerépondu?3. Aan hoeveel van deze klachten werd daadwerkelijkgevolg gegeven?4. Waarom wordt er zo weinig gecommuniceerddoor de treinconducteurs over vertragingen, zelfs alsdie oplopen tot tien minuten of meer?5. Doen zich ook op andere lijnen gelijkaardigeproblemen voor waar de reizigers zich beklagen overde gebrekkige communicatie?6. Welke maatregelen neemt u om de NMBS te verzoekenmeer en duidelijker te communiceren tegen dereizigers indien er vertragingen zijn?3. À combien de réclamations la SNCB a-t-elle vraimentdonné suite ?4. Pourquoi les conducteurs de ces trains communiquent-ilssi peu concernant les retards, même lorsqu’ilsatteignent dix minutes, voire davantage?5. Des problèmes similaires incitant les voyageurs àse plaindre du manque de communication se posent-ilssur d’autres lignes?6. Quelles mesures comptez-vous prendre pourdemander à la SNCB de communiquer davantage etplus clairement en cas de retard?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4058 QRVA 52 0202 - 6 - 2008DO 2007200803159 DO 2007200803159Vraag nr. 156 van de heer Ludo Van Campenhout van28 april 2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Verbinding Antwerpen. — Noorderkempen.— Station Brecht-Noorderkempen.De verbinding Antwerpen-Noorderkempen looptparallel met de E19-snelweg die voortdurend overbelasten zeer filegevoelig is. De investering in de hst-lijnbedroeg ongeveer 1,5 miljard euro, een zware investeringmet overheidsmiddelen die al bijna twee jaar nietrendeert.1. Een mobiliteitsstudie wijst op de noodzaak vaneen halte in Brecht.Question n o 156 de M. Ludo Van Campenhout du28 avril 2008 (N.) à la ministre de la Fonctionpublique et des Entreprises publiques:SNCB. — Liaison Anvers. — Noorderkempen. —Gare de Brecht-Noorderkempen.La liaison Anvers-Noorderkempen longel’autoroute E19, qui est continuellement saturée et trèssujette aux embouteillages. Cela fait presque deux ansque l’investissement public de non moins de 1,5milliard d’euros dans la ligne TGV n’est toujours pasrentabilisé.1. Une étude de mobilité met en évidence la nécessitéd’un arrêt à Brecht.a) Kan u de resultaten van deze studie toelichten? a) Pourriez-vous commenter les résultats de cetteétude?b) Hoeveel bedraagt het reizigerspotentieel van hetstation Brecht?2. Volgens de NMBS is de vertraging in de invoeringvan de dienstregeling Antwerpen-Brecht te wijtenaan technische problemen, waarvoor de verantwoordelijkheidniet eenduidig vast te stellen valt.Infrabelheeft de hst-lijn conform de Europese regelgeving, uitgerustmet het veiligheidssysteem ETCS. De NMBSbeschikt evenwel over nog geen aangepast materieelom over deze lijnen te rijden. De NMBS zou reeds bijInfrabel gevraagd hebben om met één trein per uurnaar Brecht te mogen rijden met een vereenvoudigdebeveiliging. Infrabel heeft deze vraag evenwel afgewezenomdat de lijn is gecategoriseerd als «nieuweHSL» en volgens Europese regelgeving mag dezealleen worden uitgebaat met ETCS.a) Wanneer zal de dienstregeling van de NMBS inwerking treden?b) Quel est le potentiel de voyageurs de la gare deBrecht?2. Selon la SNCB, le retard dans la mise en placed’un service de train Anvers-Brecht est dû à des problèmestechniques, dont la responsabilité ne peut êtreétablie de façon univoque. Conformément à la réglementationeuropéenne, Infrabel a équipé la ligne TGVdu système de sécurité ETCS. La SNCB ne disposetoutefois pas encore du matériel adapté pour utiliserces lignes. La SNCB aurait déjà demandé à Infrabel depouvoir faire circuler un train par heure à destinationde Brecht, moyennant une sécurisation simplifiée.Infrabel a toutefois rejeté cette demande parce que laligne a été répertoriée en tant que «nouvelle LGV» et,conformément à la réglementation européenne, elle nepeut être exploitée qu’avec l’ETCS.a) Quand l’exploitation de cette ligne débutera-t-elle?b) Welke lessen trekt u uit dit verhaal? b) Quelles leçons tirez-vous de cette situation?c) Zal men bij de NMBS voortaan beter anticiperenen reageren op Europese regelgeving om problemenmet de dienstregeling te vermijden?3. Het potentieel van het station Brecht-Noorderkempen is in belangrijke mate afhankelijk vande frequentie en het reizigersonthaal die op deze lijnzal aangeboden worden.a) Welke dienstfrequentie zal de NMBS aan zijnklanten aanbieden?b) Zal de frequentie aangepast worden tijdens depiekuren?c) Zal deze frequentie worden aangepast op middellangetermijn in functie van de verdere realisatievan het Masterplan?c) La SNCB veillera-t-elle désormais à mieux anticiperet réagir à la réglementation européenne pouréviter de tels problèmes?3. Le potentiel de la gare de Brecht-Noorderkempen dépend dans une large mesure de lafréquence de desserte et de l’accueil qui sera réservéaux voyageurs sur cette ligne.a) Quelle fréquence de desserte la SNCB proposera-telleà ses clients?b) La fréquence sera-t-elle adaptée pendant les heuresde pointe?c) Cette fréquence sera-t-elle adaptée à moyen termeen fonction de la poursuite de la réalisation duMasterplan?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 40592 - 6 - 2008d) Zal in Brecht een volwaardig station uitgebouwdworden met reizigerscomfort en parkeerplaatsen?4. Zowel om de aantrekkingskracht en bereikbaarheidvan het station te vergroten als om dubbelinvesteringente vermijden moet de dienstregeling van deNMBS afgestemd zijn op die van de regionale vervoersmaatschappijDe Lijn voor het organiseren vanvoor- en natransport naar en van het station Brecht-Noorderkempen?d) Compte-t-on aménager à Brecht une gare à partentière, dotée d’un parking et du confort nécessairepour les voyageurs?4. Pour accroître l’attrait et l’accessibilité de la gareet pour éviter les doubles investissements, il conviendraitde faire concorder les horaires de la SNCB avecceux de la société de transport régionale De Lijn pourl’organisation des déplacements complémentaires endirection et au départ de la gare de Brecht-Noorderkempen.a) Hoever staat het daarmee? a) Qu’en est-il à ce niveau?b) Als het nodige werd gedaan wat zijn de resultaten? b) Si c’est chose faite, quels sont les résultats?DO 2007200803237 DO 2007200803237Vraag nr. 157 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Infrabel. — Berekening treinvertragingen.Zoals recentelijk andermaal is gebleken laat destiptheid van de treinen regelmatig te wensen over.Tevens bleek dat de officiële stipheidscijfers van Infrabelniet altijd overeenkomen met hetgeen de reizigersin de praktijk ervaren. Zo blijken er bijvoorbeeldproblemen te zijn met ambtenaren, komende van richtingLeuven, die moeten afstappen in Brussel-Zuid endie recht hebben op recuperatie van de arbeidstijd vanzodra de trein tien minuten of meer vertraging heeft.Aangezien deze mensen moeten prikken van zodra zeop hun werkplaats aankomen, kan de personeelsdienstop het eind van de maand de vertragingen verrekenenin de bepaling van hun arbeidsduur. Dat heeft danweer gevolgen voor het aantal arbeids(over-)uren datdeze mensen mogen recupereren.De personeelsdiensten checken de vertragingen vande treinen bij Infrabel teneinde misbruiken te voorkomen.Evenwel blijkt dat de officiële vertragingen dieInfrabel aangeeft vaak minder hoog uitvallen dan devertragingen die de ambtenaren in de praktijk ervaren.Naar verluidt heef de discrepantie te maken met hetfeit dat de NMBS zich baseert op de tijdstippen vanaankomst in Brussel-Centraal, terwijl iedere ervaringsdeskundigeweet dat de trein flink wat vertraging kanoplopen tussen Brussel-Centraal en Brussel-Zuid.Door deze veronachtzaamheid van de NMBS mislopende betrokken reizigers een deel recuperatie van hunarbeidstijd en worden zij ten tweede male gestraft inde plaats van de NMBS die er niet in slaagt om de treinop tijd te laten rijden.Question n o 157 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:SNCB. — Infrabel. — Calcul du retard des trains.Même si, comme il est une nouvelle fois apparurécemment, la ponctualité des trains laisse régulièrementà désirer, les statistiques officielles de ponctualitépubliées par Infrabel ne correspondent pas toujours auvécu quotidien des voyageurs. Ainsi, un problème sepose pour des fonctionnaires qui, venant de Louvain etdevant descendre à Bruxelles-Midi, bénéficient d’unsystème de récupération du temps de travail dès que letrain arrive avec un minimum de dix minutes deretard. Étant donné que ces personnes doivent pointerdès qu’elles arrivent sur leur lieu de travail, le servicedu personnel est en mesure, à la fin du mois, d’inclureles retards dans le calcul de la durée du travail. Cesystème n’est cependant pas sans conséquences sur lenombre d’heures (supplémentaires) de travail que cesfonctionnaires peuvent récupérer.Dans le but d’éviter les abus, les services du personnelvérifient les retards des trains auprès d’Infrabel. Ilapparaît cependant que les retards officiellementcommuniqués par Infrabel sont souvent moins imortantsque ceux auxquels sont réellement confrontés lesfonctionnaires concernés. Cet écart aurait semble-t-ilpour origine le choix de la SNCB de se baser sur lesheures d’arrivée à Bruxelles-Central, en dépit desretards importants pouvant survenir entre Bruxelles-Central et Bruxelles-Midi, une réalité pourtant bienconnue des habitués. Par cette négligence de la SNCB,les voyageurs concernés se voient dans l’impossibilitéde récupérer une partie de leur temps de travail et sontainsi sanctionnés une deuxième fois au lieu du vrairesponsable, la SNCB, qui n’est pas en mesure de fairerouler les trains à l’heure.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4060 QRVA 52 0202 - 6 - 2008Wat geldt voor deze mensen die werken in Brussel-Zuid en komen vanuit de richting Leuven, geldt vermoedelijkook voor mensen die van de andere kantBrussel binnenrijden en afstappen in Brussel-Noord.1. Klopt het dat Infrabel zich voor het melden vanvertragingen aan werkgevers baseert op de tijdstippenvan aankomst in Brussel-Centraal?2. Zo ja, waarom wordt er geen rekening gehoudenmet de (veelvuldige) vertragingen die de treinen oplopentussen Brussel-Centraal en Brussel-Zuid?3. Overweegt u cijfermatig te laten nagaan hoeveelvertraging de treinen tijdens de ochtend- en avondspitsoplopen tussen Brussel-Centraal en Brussel-Zuid enerzijdsen Brussel-Centraal en Brussel-Noord anderzijds?4. Overweegt u maatregelen te nemen opdat Infrabelde correcte vertragingen meedeelt aan de werkgeversdie daarom vragen opdat de betrokken werknemerszich van een correcte afrekening van hun arbeidstijd(en dus ook de berekening van hun recuperatieverlof)verzekerd weten?5. Welke maatregelen neemt u ter zake en welketiming denkt u hierbij te respecteren?Cette expérience vécue par les voyageurs venant deLouvain et travaillant à Bruxelles-Midi est probablementégalement le lot des usagers arrivant dans la capitaledans le sens opposé et devant descendre à Bruxelles-Nord.1. Est-il exact qu’Infrabel se fonde sur les heuresd’arrivée à Bruxelles-Central pour communiquer lesretards aux employeurs?2. Dans l’affirmative, pourquoi ne prend-on pas enconsidération les retards (fréquents) accumulés par lestrains entre Bruxelles-Central et Bruxelles-Midi?3. Envisagez-vous de faire établir des statistiquessur l’importance des retards des trains aux heures depointe d’une part, entre Bruxelles-Central et Bruxelles-Midi, et d’autre part, entre Bruxelles-Central etBruxelles-Nord?4. Envisagez-vous de prendre des mesures pourqu’Infrabel communique aux employeurs qui en fontla demande des données exactes concernant lesretards, de façon à garantir aux travailleurs concernésun calcul correct de leur temps de travail (et partant,de leurs congés de récupération)?5. Quelles mesures allez-vous prendre en la matièreet selon quel calendrier?DO 2007200803259 DO 2007200803259Vraag nr. 158 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheuvan 28 april 2008 (N.) aan de minister vanAmbtenarenzaken en Overheidsbedrijven:NMBS. — Lijn 69 tussen Kortrijk en Poperinge.In ons land blijft het al dan niet behouden van regionalespoorlijnen actueel. Sommige topmensen van deNMBS denken eraan regionale spoorlijnen te vervangendoor busdiensten.De spoorlijn 69 tussen Kortrijk en Poperinge is zoeen typisch regionale lijn. De afschaffing ervan is voorde mensen in de regio echter gewoon ondenkbaar.1. Hoeveel reizigers namen de trein van Kortrijknaar Poperinge (en omgekeerd) in het jaar 2004, 2005en 2006?2. Voor hoeveel werkgelegenheid zorgt de lijn 69tussen Kortrijk en Poperinge (machinisten, hoofdwachters,enzovoort)?3. In welke omstandigheden kan de NMBS beslissenom een bepaalde spoorlijn af te schaffen?4. Kan u bevestigen dat er geen sprake is van plannenom de spoorlijn 69 tussen Kortrijk en Poperinge afte schaffen?Question n o 158 de M me Sabien Lahaye-Battheu du28 avril 2008 (N.) à la ministre de la Fonctionpublique et des Entreprises publiques:SNCB. — Ligne 69 Courtrai-Poperinge.Dans notre pays, le maintien ou la suppression desliaisons ferroviaires régionales reste une questiond’actualité. Certains dirigeants de la SNCB envisagentde remplacer ces lignes par des services d’autobus.La ligne ferroviaire 69, entre Courtrai et Poperinge,est l’une de ces liaisons typiquement régionales. Or, ilest tout simplement inconcevable pour les habitants dela région qu’elle soit supprimée.1. Combien de voyageurs ont-ils pris le train deCourtrai à Poperinge (et inversement) en 2004, en 2005et en 2006?2. Combien d’emplois (machinistes, chefs-gardes,etc.) la ligne 69 Courtrai-Poperinge représente-t-elle?3. Dans quels cas la SNCB peut-elle décider desupprimer une liaison ferroviaire en particulier?4. Pouvez-vous confirmer qu’il n’est aucunementquestion de supprimer la ligne 69 Courtrai-Poperinge?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 40612 - 6 - 2008DO 2007200803263 DO 2007200803263Vraag nr. 160 van de heer François Bellot van 28 april2008 (Fr.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:Federale besturen. — Statutaire en contractuele ambtenaren.— Als gehandicapte erkende ambtenaren. —Ambtenaren met een startbaanovereenkomst.Hoeveel ambtenaren en beambten waren er op31 december 2007 in dienst bij de federale besturen?Hoeveel daarvan waren statutair en hoeveel contractueel?Hoeveel waren er erkend als gehandicapte enhoeveel waren er aan de slag in het kader van een startbaanovereenkomst(Rosettaplan)?Question n o 160 de M. François Bellot du 28 avril2008 (Fr.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:Administrations fédérales. — Agents statutaires etcontractuels. — Agents reconnus handicapés. —Agents employés sous contrat de premier emploi.Pourriez-vous communiquer quel était au 31 décembre2007, le nombre d’agents et de fonctionnairesemployés dans les administrations fédérales, en distinguantles agents statutaires, contractuels et parmiceux-ci les agents reconnus handicapés et ceux employéssous contrat de premier emploi («Rosetta»)?DO 2007200803265 DO 2007200803265Vraag nr. 161 van de heer François Bellot van 28 april2008 (Fr.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:Overwegen.Question n o 161 de M. François Bellot du 28 avril2008 (Fr.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:Passages à niveau.1. Hoeveel overwegen telt ons land, per provincie? 1. Quel est le nombre de passages à niveaux,province par province?2. Hoeveel botsingen deden zich in 2007 voor vaneen trein en een voertuig dat een overweg overstak?3. Hoe staat het met het programma voor de vervangingvan overwegen door tunnels of bruggen gedurendede volgende vijf jaar?2. En 2007, quel a été le nombre de collisions survenuesentre un véhicule franchissant un passage àniveau et un train?3. Quel est le programme de remplacement despassages à niveau par des tunnels ou des ponts dans lescinq prochaines années?DO 2007200803267 DO 2007200803267Vraag nr. 162 van de heer Jean-Marc Nollet van28 april 2008 (Fr.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Situatie in het station van Marchienne-au-Pont.Het station van Marchienne-au-Pont is een van degrote stations van de regio Charleroi. De reizigers diehier op- en afstappen komen soms van erg ver weg,onder meer uit de zuidwestelijke rand van de agglomeratieCharleroi.1.a) Wanneer zal de NMBS zich eindelijk verwaardigenom zitmeubilair te plaatsen in de wachtzaal vanhet station?Question n o 162 de M. Jean-Marc Nollet du 28 avril2008 (Fr.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:SNCB. — Situation à la gare de Marchienne-au-Pont.La gare de Marchienne-au-Pont est une des grandesgares de la région de Charleroi et elle dessert un publicqui vient parfois de très loin, notamment en provenancede la périphérie Sud-Ouest du Grand Charleroi.1.a) Quand la SNCB va-t-elle enfin daigner installer dessièges dans la salle d’attente de la gare?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4062 QRVA 52 0202 - 6 - 2008b) Mensen die op de trein wachten en daarbij willenzitten, moeten op de grond gaan zitten, ongeachthun leeftijd of gezondheidstoestand of eventuelehandicap. Vindt u dat aanvaardbaar?2. Wanneer zal de NMBS de wachthuisjes op deperrons herstellen? De meeste ramen in die wachthuisjeszijn al jaren gebroken, en werden nooit vervangen.3.a) Waarom is er na 18u32 geen directe treinverbindingmeer tussen Brussel-Centraal en Marchienneau-Pont?b) Les personnes devant attendre leur train, quel quesoit leur âge ou leur état de santé ou de handicap,sont obligées de s’asseoir par terre. Estimez-vouscela acceptable?2. Quand la SNCB va-t-elle restaurer les abrisdisposés sur les quais? La plupart des vitres de cesabris sont cassées depuis de nombreuses années sansêtre remplacées.3.a) Pourquoi n’y a-t-il plus de trajet direct entreBruxelles Central et Marchienne-au-Pont au-delàde 18h32?b) Is het niet mogelijk om, bijvoorbeeld op de lijnBrussel-Charleroi, na 18.30u op zijn minst éénextra halte per uur in te lassen?4. Waarom is het niet mogelijk om internationalevervoerbewijzen te kopen in het station van Marchienne-au-Pont?5. Kunt u, gelet op de plannen voor de bouw vaneen nieuw station ten noorden van Charleroi, garanderendat de lijn tussen dat nieuwe station en het stationvan Luttre geen nadelige gevolgen zal hebben voor lijn124?6. Kan er niet voorzien worden in ruimere openingsurenvoor het loket en de diensten die informatieverstrekken over vertragingen, in het bijzonder in devroege ochtend?7. Waarom zijn er in dit belangrijke station geenschermen waarop de treinen elektronisch worden aangekondigd?b) N’y a-t-il pas moyen d’au moins ajouter un arrêtpar heure, par exemple sur la ligne qui relieBruxelles à Charleroi au-delà de 18h30?4. Pourquoi n’est-il pas possible d’acheter desbillets internationaux en gare de Marchienne-au-Pont?5. Dans le cadre du projet de création d’unenouvelle gare au Nord de Charleroi, pouvez-vousgarantir que la ligne qui reliera cette nouvelle gare à lagare de Luttre ne pénalisera pas la ligne 124?6. Ne serait-il pas possible d’élargir les horairesd’ouverture du guichet et des services permettantd’informer les voyageurs des retards, notamment aupetit matin?7. Pourquoi cette gare importante ne bénéficie-tellepas d’écrans avec affichage électronique des horaires?DO 2007200803270 DO 2007200803270Vraag nr. 163 van de heer David Geerts van 28 april2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — «Diabolo»project. — GEN.De ontsluiting van de Nationale Luchthaven is éénvan de belangrijkste projecten van de spoorwegen. Hetzogenaamde «Diabolo»project moet in principesamen benaderd worden met het GEN (GewestelijkExpressnet).Nu blijkt dat voor de ontsluiting van de luchthavener geen vergunningen zijn voor een strook van 500 meterdie over het Brussels Hoofdstedelijk Gewest lopen.1. Wat is de reden dat er nog steeds geen vergunningvoor deze 500 meter is?Question n o 163 de M. David Geerts du 28 avril 2008(N.) à la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques:SNCB. — Projet «Diabolo». — RER.Le désenclavement de l’aéroport national constituel’une des priorités majeures des chemins de fer. Enprincipe, le projet «Diabolo» doit être appréhendé enmême temps que le RER (réseau express régional).Il semble à présent que, pour le désenclavement del’aéroport, les permis relatifs à une zone de 500 mètressur le territoire de la Région de Bruxelles-Capitalefassent défaut.1. Pourquoi le permis n’a-t-il toujours pas été délivrépour cette zone de 500 mètres?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 40632 - 6 - 20082. Welke acties worden er ondernomen om alsnogtot een oplossing te komen en wat is de timing?3. Zijn er nog andere problemen inzake vergunningenen dit zowel voor het Diaboloproject als voor hetGEN?4. Wat is de kostprijs van een eventuele vertragingvan de uitvoering van de werken en wie dient hiervoorop te draaien?2. Quelles initiatives seront prises pour encoreparvenir à une solution et quel est en l’espècel’échéancier?3. D’autres problèmes de permis se posent-ils pourle projet Diabolo et pour le RER?4. Combien coûtera un éventuel retard dans laréalisation de ces travaux et qui en supportera le coût?DO 2007200803279 DO 2007200803279Vraag nr. 164 van de heer Pierre-Yves Jeholet van29 april 2008 (Fr.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:Departement. — Indienstneming van personen meteen handicap.Overeenkomstig het koninklijk besluit van 5 maart2007 tot organisatie van de werving van personen meteen handicap in het federaal administratief openbaarambt is elke overheidsdienst verplicht personen meteen handicap tewerk te stellen ten belope van 3 % vanzijn effectief. Dat percentage moet gehaald wordentegen 1 januari 2010.Uit cijfers die in februari 2008 werden bekendgemaakt,blijkt dat de FOD Personeel en Organisatiemomenteel 2,6% werknemers met een handicap indienst heeft.1. Zullen er concrete maatregelen worden getroffenop dat departement teneinde de toegang tot werk voorpersonen met een handicap te bevorderen en de doelstellingvan 3% binnen de gestelde termijn te bereiken?2. Voorziet het personeelsplan 2008 van uw departementin de indienstneming van personen met eenhandicap?3. Beschikt u daarnaast over een inventaris perfunctieniveau van de functies die op uw departementreeds worden vervuld door werknemers met eenhandicap?4. Beschikt u daarenboven ook over gegevens metbetrekking tot de indienstneming van werknemers meteen handicap bij de overheidsbedrijven (NMBS, DePost, Belgacom en de Nationale Loterij), ook al zijn dewettelijke voorschriften van het koninklijk besluit van5 maart 2007 niet van toepassing op die bedrijven?Question n o 164 de M. Pierre-Yves Jeholet du 29 avril2008 (Fr.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:Département. — Emploi de personnes handicapées.L’arrêté royal du 5 mars 2007 organisant le recrutementdes personnes handicapées dans la fonctionpublique administrative fédérale, prévoit que les servicespublics doivent mettre au travail des personneshandicapées à concurrence de 3% de leur effectif. Cepourcentage de 3% devra être atteint pour le 1 erjanvier 2010.Il ressort des chiffres communiqués en février 2008que le SPF Personnel et Organisation occupe actuellement2,60% de travailleurs handicapés.1. Des mesures concrètes sont-elles envisagées ausein de ce département afin de promouvoir l’accès àl’emploi pour les personnes handicapées et d’atteindrel’objectif des 3% dans le délai prescrit?2. Le plan de personnel 2008 de votre départementprévoit-il le recrutement de personnes handicapées?3. Disposez-vous par ailleurs d’un inventaire parniveau de fonction des emplois qui sont déjà occupés,au sein de votre département, par des travailleurshandicapés?4. Disposez-vous également de données concernantl’emploi de travailleurs handicapés dans les entreprisespubliques (SNCB, La Poste, Belgacom et la LoterieNationale) même si ces entreprises ne sont pas soumisesaux prescriptions légales de l’arrêté royal du5 mars 2007?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4064 QRVA 52 0202 - 6 - 2008DO 2007200803292 DO 2007200803292Vraag nr. 165 van de heer Eric Thiébaut van 29 april2008 (Fr.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Grote aantal dodelijke ongevallen in destations.De vele ongevallen met dodelijke afloop die zich dejongste tijd in de NMBS-stations hebben voorgedaan,zijn een onrustwekkend gegeven dat ons niet onverschilligmag laten.In de pers werd weliswaar gewezen op de onvoorzichtigheidvan de slachtoffers, maar dat neemt nietweg dat de veelvuldigheid van de tragische ongevallenin de stations tot nadenken moet stemmen.Zo vind ik de reactie van spoorwegnetbeheerderInfrabel, die zich ertoe beperkt de reizigers tot voorzichtigheiden waakzaamheid aan te manen, niet helemaalbevredigend.De NBMS en de gemeenten zouden bijvoorbeeldsamen kunnen bekijken hoe de toegang voor voetgangerstot de spoorweg vanuit de omgelegen openbareplaatsen kan worden geoptimaliseerd.Andere oplossingen die in dezelfde lijn liggen en diemijns inziens zouden kunnen worden onderzocht, zijnefficiëntere waarschuwingssystemen voor de doortochtvan een hogesnelheidstrein, de plaatsing van eenhek aan het uiteinde van bepaalde sporen, het inzettenvan specifiek personeel voor preventie in gevaarlijkezones, of het laten vertragen van de treinen tijdens dedoorrit door het station.1. Zal u in een eerste fase samen met Infrabel dehuidige gevarenzones en de bestaande voorzorgsmaatregelentegen het licht houden?2. Kan er samen met Infrabel worden nagedachtover bijkomende maatregelen om te voorkomen datdergelijke drama’s zich in de toekomst nog zo vaakvoordoen?Question n o 165 de M. Eric Thiébaut du 29 avril 2008(Fr.) à la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques:SNCB. — Multiplicité des accidents mortels dans lesgares.La multiplicité des accidents mortels dans les garesdu réseau ferroviaire, ces derniers temps, est un faitinquiétant et ne peut laisser indifférent.Si le manque de prudence des victimes a été soulignédans la presse, il n’en reste pas moins que la répétitivitédes accidents tragiques dans les gares mérite réflexion.Ainsi, la réaction d’Infrabel, le gestionnaire duréseau ferroviaire, qui se contente de rappeler les utilisateursà la prudence et à la vigilance, ne me satisfaitpas entièrement.La SNCB et les communes pourraient étudierensemble, par exemple, la manière d’optimiser lesaccès piétons aux voies à partir des différents lieuxpublics avoisinants.Dans le même ordre d’idée, des alarmes plus efficacesannonçant la vue d’un train à grande vitesse,l’installation de clôtures aux extrémités de certainesvoies, la présence de personnel spécialement affecté àla prévention des usagers en zone sensible ou encore leralentissement des trains traversant une gare sont, àmon sens, autant de solutions qui pourraient êtreétudiées.1. Envisagez-vous, dans un premier temps, deprocéder, avec Infrabel, à une évaluation à la fois despoints à risques existants et des mesures de précautiondéjà en vigueur actuellement?2. Est-ce qu’une réflexion pourra être menée encollaboration avec Infrabel sur les dispositionscomplémentaires à prendre afin d’éviter que ce genrede drames ne se répète plus aussi régulièrement àl’avenir?DO 2007200803330 DO 2007200803330Vraag nr. 166 van mevrouw Ingrid Claes van 29 april2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:Niet-geordonnanceerde kredieten op 31 december2007.1.a) Wat was het bedrag van de binnengekomen facturenwaarvoor op 31 december 2007 nog geenordonnancering gebeurde bij de administraties ende andere instellingen die onder uw toezicht staan?Question n o 166 de M me Ingrid Claes du 29 avril 2008(N.) à la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques:Crédits non ordonnancés au 31 décembre 2007.1.a) Quel était le montant des factures entrantes pourlesquelles les administrations et les autres institutionsrelevant de votre tutelle n’avaient encoreeffectué aucun ordonnancement au 31 décembre2007?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 40652 - 6 - 2008b) Om hoeveel facturen gaat het precies en op welkedatum werden ze opgemaakt?2.a) Wat is de reden voor het feit dat desgevallend geenordonnancering gebeurde?b) Had dit te maken met de zogenaamde onderbenuttingvan kredieten zoals opgelegd door het ankerprincipeof waren de in de begroting 2007 vooropgesteldeordonnanceringskredieten ontoereikend?b) De combien de factures s’agit-il exactement et dequand datent-elles?2.a) Le cas échéant, pour quelle raison aucun ordonnancementn’a-t-il été effectué?b) Est-ce lié à la sous-utilisation de crédits, tellequ’imposée par le principe de l’ancre, ou certainscrédits d’ordonnancement prévus au budget 2007étaient-ils insuffisants?c) In het laatste geval, wat is hiervan de oorzaak? c) Dans le dernier cas, quelle en est la cause?DO 2007200803351 DO 2007200803351Vraag nr. 167 van mevrouw Els De Rammelaere van29 april 2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Station van Izegem. — Treinongeval.Op donderdag 26 april 2007 botsen twee treinen inhet station van Izegem. Er waren gelukkig geen dodelijkeslachtoffers, maar de schade was aanzienlijk.Het onderzoek van het parket van Kortrijk toondeaan dat een menselijke fout aan de basis lag van hettreinongeval. Er werden werken uitgevoerd aan deseinuitrusting, waarbij de elektrische stroomkringenvan de lichtseinen, die de opeenvolging van het treinverkeerregelen, moesten worden aangepast. Eén vandeze stroomkringen werd op een verkeerde manieropnieuw aangekoppeld.1. Hoeveel bedroeg de totale materiële schade doorhet ongeval, opgesplitst in schade aan de spoorinfrastructuur,schade aan het rollend materiaal, schadeaan de stationsinfrastructuur en andere schade?2. Hoeveel bedroeg de lichamelijke schade aan reizigersen personeel?3. Zijn er slachtoffers die zich burgerlijke partijstelden?Question n o 167 de M me Els De Rammelaere du29 avril 2008 (N.) à la ministre de la Fonctionpublique et des Entreprises publiques:SNCB. — Gare d’Izegem. — Accident ferroviaire.Le jeudi 26 avril 2007, deux trains sont entrés encollision en gare d’Izegem. Aucun décès n’a heureusementété déploré mais les dommages furent considérables.Selon l’enquête du parquet de Courtrai, l’accidentétait dû à une erreur humaine. Des travaux avaient étéréalisés à l’équipement de signalisation et notammentaux circuits électriques de la signalisation lumineusequi règle le trafic ferroviaire. L’un de ces circuits électriquesa été reconnecté erronément.1. À combien s’élevait le dommage matériel totaldû à l’accident, réparti entre les dommages àl’infrastructure ferroviaire, au matériel roulant, àl’infrastructure de la gare et d’autres dommages?2. Quelle était l’importance du dommage physiqueaux voyageurs et au personnel?3. Des victimes se sont-elles constituées partiecivile?4. Stelde de stad Izegem zich burgerlijke partij? 4. La ville d’Izegem s’est-elle constituée partiecivile?5. Welke maatregelen nam de NMBS om dergelijkemenselijke fouten te voorkomen?5. Quelles mesures la SNCB a-t-elle prises pouréviter ce type d’erreurs humaines?DO 2007200803366 DO 2007200803366Vraag nr. 168 van de heer Jef Van den Bergh van29 april 2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Onaangepaste perrons.Om mensen aan te sporen de trein te nemen zijn nietalleen een goede uurregeling, stiptheid en reiscomfortQuestion n o 168 de M. Jef Van den Bergh du 29 avril2008 (N.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:SNCB. — Quais inadaptés.L’utilisation du train peut être stimulée non seulementgrâce à la qualité des horaires, à la ponctualité etKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4066 QRVA 52 0202 - 6 - 2008van belang maar ook een gebruiksvriendelijke stationsinfrastructuur.Zo is het belangrijk dat reizigers opeen makkelijke en veilige manier op en van de treinkunnen. Spijtig genoeg is dit niet altijd het geval. Zo ishet perron in het station van Heist-op-den-Berg te laagwaardoor het op- en afstappen zeer moeilijk verloopt,niet alleen voor senioren maar ook voor kinderen ofpersonen met buggy’s.1.a) Worden er zelf inspecties uitgevoerd om moeilijkeopstapplaatsen te identificeren?au confort mais aussi grâce à une infrastructure ferroviaireconviviale. Il est notamment important que lesvoyageurs puissent monter à bord et descendre dutrain aisément et en toute sécurité. Ce n’est malheureusementpas toujours le cas. Le quai de la gare d’Heistop-den-Bergpar exemple est trop bas etl’embarquement et le débarquement sont dès lors trèsmalaisés, pas uniquement pour les personnes âgéesmais aussi pour les enfants ou les personnes qui transportentdes poussettes.1.a) Des inspections sont-elles réalisées pour identifierles points d’arrêt difficiles?b) Zijn daar cijfers van bekend? b) Dispose-t-on de chiffres en la matière?c) Zijn er nog klachten over onaangepaste perrons inandere stations?2. Zal er actie ondernomen worden om het perronwaarvan sprake en bij uitbreiding alle andere onaangepasteperrons te heraanleggen om het op- en afstappente vergemakkelijken?c) Des plaintes ont-elles été formulées en ce quiconcerne des quais inadaptés dans d’autres gares?2. Des initiatives seront-elles prises pour réaménagerle quai en question et éventuellement tous lesautres quais inadaptés pour faciliter la montée et ladescente du train?DO 2007200803367 DO 2007200803367Vraag nr. 169 van de heer Jef Van den Bergh van29 april 2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Treinen. — Oorzaken vertragingen.Infrastructuurbeheerder Infrabel en operator NMBSzijn er in 2007 niet in geslaagd de treinen stipter telaten rijden. Volgens de criteria van de NMBS kwamin 2007 slechts 89,3% van de treinen op tijd. Dat is eendaling van 1,5% in vergelijking met 2006 en hetslechtste resultaat sinds 1998. Zoals u weet houdt ditcijfer geen rekening met afgeschafte treinen, vertragingentot vijf minuten en gemiste aansluitingen. Als wedit mee in rekening nemen, reed slechts 47% van detreinen op tijd.Deze cijfers zijn zeer verontrustend. Met mijn vraagwens ik te vernemen wat het aandeel is van elke mogelijkeoorzaak in het totaal van het aantal vertragingenen afgeschafte treinen in 2007. Meer bepaald, hoeveelvertragingen en afgeschafte treinen zijn te wijten aan:Question n o 169 de M. Jef Van den Bergh du 29 avril2008 (N.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:SNCB. — Trains. — Causes des retards.lnfrabel, le gestionnaire de l’infrastructure, etl’opérateur SNCB ne sont pas parvenus à accroître laponctualité des trains en 2007 puisque l’an dernier,89,3% seulement des trains sont arrivés à l’heure selonles critères de la SNCB, ce qui représente une baisse de1,5% par rapport à 2006 et constitue en même tempsle plus mauvais résultat depuis 1998. Comme vous lesavez, ce chiffre ne tient pas compte des trains supprimés,des retards n’excédant pas cinq minutes et descorrespondances manquées. Si nous prenons ceséléments en considération, nous devons constater quele pourcentage des trains arrivés à l’heure en 2007 n’estplus que de 47%.Ces données chiffrées sont très inquiétantes. Si jepose cette question à la ministre, c’est parce que jevoudrais savoir quelle part du total des retards et dessuppressions de train a représenté en 2007 chaquecause possible. Ainsi, combien de retards et desuppressions de train sont imputables à:a) verkeersongevallen; a) des accidents de la circulation;b) zelfdodingen; b) des suicides;c) defecten rollend materieel; c) des défectuosités du matériel roulant;d) defecten infrastructuur: d) des défectuosités de l’infrastructure:KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 40672 - 6 - 2008— defecten seinen; — affectant les signaux;— defecten wissels; — affectant les aiguillages;— defecten bovenleiding; — affectant la caténaire;— defecten sporen; — affectant les voies;e) infrastructuurwerken; e) des travaux d’infrastructure;f) menselijke fouten op de werkvloer: f) des erreurs humaines commises dans le cadre del’activité professionnelle:— bij Traffic Control; — chez Traffic Control;— in de seinhuizen; — dans les cabines de signalisation;— andere; — ailleurs;g) menselijke fouten bij mensen op de trein; g) des erreurs humaines commises par des personnesse trouvant à bord du train;h) kabeldiefstallen; h) des vols de câbles;i) andere? i) autres?2. Bovendien kan u meedelen hoeveel treinen er in2007 zijn afgeschaft, en welk percentage dit vertegenwoordigtin de dienstregeling?2. Pourriez-vous en outre communiquer le nombrede trains supprimés en 2007 et le pourcentage que cenombre représente par rapport à l’offre de trains?DO 2007200803368 DO 2007200803368Vraag nr. 170 van de heer Jef Van den Bergh van29 april 2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Grensoverschrijdende spoorverbindingen.Op basis van het beheerscontract 2005-2007 met deNMBS-vervoermaatschappij worden een aantalbinnenlandse spoorverbindingen verlengd tot enkelegrote stations net over de landsgrens: Aken, Rijsel,Jeumont, Luxemburg, Trois-Vierges, Maastricht enRoosendaal.1. Wat is de lengte van de respectievelijke verbindingenvanaf de landsgrens tot aan deze stations? Metandere woorden over hoeveel kilometer buitenlandsspoor wordt er gereden per verbinding?2.a) Wat zijn, per verbinding, de modaliteiten voordeze aanpak?b) Zijn deze dezelfde voor elke gensoverschrijdendeverbinding, of zijn er verschillende afspraken?3. Wat is het bedrag per verbinding dat door deNMBS jaarlijks aan de spoorbedrijven van de onsomringende landen wordt betaald als infrastructuurvergoeding?4. Zijn de reizigersinkomsten die gegenereerdworden tussen de landsgrens en het station in het bui-Question n o 170 de M. Jef Van den Bergh du 29 avril2008 (N.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:SNCB. — Liaisons ferroviaires transfrontalières.En vertu du contrat de gestion 2005-2007 concluavec la société de transport public SNCB, certainesliaisons ferroviaires intérieures sont prolongées versquelques grandes gares situées juste au-delà de la frontière:Aix-la-Chapelle, Lille, Jeumont, Luxembourg,Trois-Vierges, Maastricht et Roosendaal.1. Quelle est pour chaque liaison concernée, ladistance entre la frontière et les gares en question? End’autres mots, sur combien de kilomètres les trainscirculent-ils à l’étranger?2.a) Quelles sont, pour chacune des liaisons, les modalitésde cette approche?b) Ces modalités sont-elles les mêmes pour toutes lesliaisons ferroviaires transfrontalières ou desaccords spécifiques ont-ils été conclus?3. Quel montant la SNCB paie-t-elle annuellementaux sociétés de chemins de fer des pays voisins à titrede redevance d’infrastructure pour l’utilisation dechacune de ces liaisons?4. La SNCB perçoit-elle la totalité des recettes voyageursgénérées sur le trajet entre la frontière et la gareKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4068 QRVA 52 0202 - 6 - 2008tenland volledig ten gunste van de NMBS of voor welkpercentage?5. Wat zijn de inkomsten van de grensoverschrijdendetreinreizen — enkel voor het deel van de verbindingop buitenlands grondgebied — per verbinding?6. Nog niet zo lang realiseert de NMBS de verbindingMaastricht-Luik-Brussel.a) Kan u reeds eerste indicaties geven inzake rendabiliteitvan de verbinding Maastricht-Luik (gemiddeldebezettingsgraad, ontvangsten, exploitatiekosten,enzovoort)?étrangère ou n’en touche-t-elle qu’un pourcentage et,le cas échéant, lequel?5. À combien s’élèvent les recettes provenant desvoyages transfrontaliers effectués sur chacune des liaisonset relatives à la seule partie du trajet sur le territoireétranger?6. La SNCB assure depuis peu la liaison Maastricht-Liège-Bruxelles.a) Pouvez-vous déjà fournir une première indicationde la rentabilité de la liaison Maastricht-Liège(taux d’occupation moyen, recettes, coût d’exploitation,etc.)?b) Hoe verhoudt zich dit tot andere lijnen? b) À quel niveau cette rentabilité se situe-t-elle encomparaison avec celle d’autres lignes?c) Wat was de houding van Nederland bij de ontderhandelingenvoor de realisatie van deze grensoverschrijdendeverbinding?d) Is er een financiële bijdrage van de stad Maastrichtom deze verbinding te bedienen door de NMBS?e) Hoeveel bedraagt die eventuele bijdrage, en inhoeverre draagt die bij tot een aanvaardbarekostendekking?c) Quelle était la position des Pays-Bas lors des négociationsrelatives à la réalisation de cette liaisonferroviaire transfrontalière?d) La ville de Maastricht verse-t-elle une contributionfinancière à la SNCB qui assure cette liaison?e) Le cas échéant, à combien s’élève cette participationet dans quelle mesure contribue-t-elle à unecouverture suffisante des frais d’exploitation?DO 2007200803369 DO 2007200803369Vraag nr. 171 van de heer Jef Van den Bergh van29 april 2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Graffiti.Niet alleen stations en andere infrastructuur, maarook treinen worden in toenemende mate «versierd»met graffiti. Ook het allernieuwste rollend materieelzoals de dubbeldekkers wordt niet gespaard. Alsgebruiker krijgt men er het ongemakkelijk gevoel bijdat men plaatsneemt in een voertuig dat zeker niet«net» is.1. Kan u meedelen wat het beleid van de NMBS isin dat verband?2. Met welke snelheid reageert de NMBS op eenweer een nieuwe «versierbeurt» op rollend materieel?Men krijgt de indruk dat de NMBS toch maar lauwreageert, wat zeker het imago niet ten goede komt.3. Welk bedrag heeft de NMBS in de voorbije jarengespendeerd aan het verwijderen van graffiti (personeelskosten,materialen ter verwijdering, enzovoort)?4.a) Is het onmogelijk om de stelplaatsen waar de treinen’s nachts staan, zodanig in te richten dat zeontoegankelijk worden voor graffiti-«kunstenaars»?Question n o 171 de M. Jef Van den Bergh du 29 avril2008 (N.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:SNCB. — Tags.Les tags n’ornent pas seulement les gares et d’autresinfrastructures, ils garnissent aussi — et de plus enplus — les trains eux-mêmes, n’épargnant pas même lematériel roulant le plus récent, les voitures à étage. Entant qu’usager, on éprouve la sensation déplaisante deprendre place dans un véhicule dont la «propreté» esttrès relative.1. Pourriez-vous préciser quelle politique met enœuvre la SNCB à cet égard?2. Quel est le délai de réaction de la SNCB lorsqueson matériel roulant est une fois de plus tagué? On al’impression que la SNCB réagit avec tiédeur, ce dontsouffre forcément son image.3. Quel montant la SNCB a-t-elle consacré cesdernières années au nettoyage de tags (frais de personnel,coût du matériel de nettoyage, etc.)?4.a) Ne serait-il pas possible d’aménager les lieux où lestrains sont rangés la nuit de façon à empêcher lestagueurs d’y accéder?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 40692 - 6 - 2008b) Is er misschien een ander degelijk preventiebeleidinzake graffiti op rollend materieel?b) Une autre politique préventive efficace en matièrede lutte contre les tags apposés sur le matérielroulant serait-elle envisageable?DO 2007200803370 DO 2007200803370Vraag nr. 172 van de heer Jef Van den Bergh van29 april 2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Station Sint-Katelijne-Waver. — Toekomstplannen.Het stationsgebouw van Sint-Katelijne-Waver staatal vele jaren leeg. De 700 reizigers die er dagelijks detrein nemen, klagen over het feit dat het sanitair nietlanger toegankelijk is en dat lamentabele schuilhokjesop de perrons de vroegere wachtruimte van hetgebouw moeten vervangen. Bovendien zijn de perronsniet toegankelijk voor personen met een handicap. Hetgebouw heeft nog steeds geen nieuwe bestemminggekregen en de verloedering neemt toe.Kan u meedelen wat de plannen van de NMBS zijnmet betrekking tot het station van Sint-Katelijne-Waver?Question n o 172 de M. Jef Van den Bergh du 29 avril2008 (N.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:SNCB. — Gare de Sint-Katelijne-Waver. — Projetsd’avenir.La gare de Sint-Katelijne-Waver est désaffectéedepuis de nombreuses années. Les 700 voyageurs qui yprennent le train quotidiennement se plaignent du faitque les installations sanitaires ne sont plus accessibleset que de lamentables abris sur les quais remplaçentl’ancienne salle d’attente. Les quais ne sont en outrepas accessibles aux personnes souffrant d’un handicap.Le bâtiment n’a pas encore reçu de nouvelle affectationet se dégrade de jour en jour.Pourriez-vous nous communiquer quels sont lesprojets de la SNCB concernant la gare de Sint-Katelijne-Waver?DO 2007200803371 DO 2007200803371Vraag nr. 173 van de heer Jef Van den Bergh van29 april 2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Boom. — Weekendtreinen.Boom wil met zijn «Masterplan» voor de binnenstaden de kaaien en het toekomstige winkelpark «DeKlamp» veel volk naar de gemeente lokken. Uiteraardvereist een grotere volkstoestroom vooraf een grondigemobiliteitseffectenstudie om te anticiperen op eventueleproblemen. Eén van de zaken waar het gemeentebestuurin dit kader voor ijvert is het inleggen vanweekendtreinen naar de gemeente.Kan u meedelen of de NMBS bereid is dergelijkeweekendtreinen in te leggen en wat de termijn iswaarop zulks kan gebeuren?Question n o 173 de M. Jef Van den Bergh du 29 avril2008 (N.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:SNCB. — Boom. — Trains de week-end.En développant son «Masterplan» pour le centrevilleet les quais et en projetant de créer le centrecommercial «De Klamp», Boom cherche à attirerbeaucoup de monde. Une étude d’incidence«mobilité» détaillée devra bien évidemment être effectuéepour anticiper les problèmes pouvant résulterd’une augmentation de l’afflux de personnes. La miseen place d’un service de trains de week-end desservantla commune constitue un des objectifs de l’administrationcommunale à cet effet.Pouvez-vous me faire savoir si la SNCB est disposéeà mettre en circulation ces trains de week-end et dansquel délai elle pourra le faire?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4070 QRVA 52 0202 - 6 - 2008DO 2007200803372 DO 2007200803372Vraag nr. 174 van de heer Jef Van den Bergh van29 april 2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Machinisten. — Gegevens over het kerenvan rijrichting in Antwerpen-Centraal.Als we recente berichtgeving mogen geloven wordtde tijdsdruk aan machinisten opgelegd tijdens hundienst alsmaar groter. Zo moeten bestuurders die ineen eindstation aankomen, altijd maar sneller klaarzijn om opnieuw in de omgekeerde richting te vertrekken.Meer bepaald hebben in Antwerpen-Centraal demachinisten vijf minuten de tijd om te keren. In dietijdspanne moeten ze de motor uitschakelen, enkeletechnische handelingen uitvoeren, uitstappen, aan deandere kant instappen en daar een hele reeks handelingenen veiligheidsproeven uitvoeren. Door die hogetijdsdruk bestaat het risico dat men die veiligheidsproevengaat overslaan.1. Kan u statistische gegevens meedelen over hetkeren van rijrichting in Antwerpen-Centraal over deperiode september 2007 tot en met januari 2008?2. Wat is de gemiddelde keertijd in Antwerpen-Centraal?3. Hoeveel keer per week dient er gekeerd teworden en hoeveel maal lukt dit binnen de vooropgesteldetijd van vijf minuten en hoe vaak niet?Question n o 174 de M. Jef Van den Bergh du 29 avril2008 (N.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:SNCB. — Machinistes. — Données relatives au changementde sens de circulation à Anvers-Central.À en croire de récentes informations, les machinistesmanquent de plus en plus de temps pour effectuer leurstâches pendant leur service. Ainsi, les conducteurs quiarrivent dans une gare terminus disposent de moins enmoins de temps pour repartir en sens inverse. Lesmachinistes disposent, plus particulièrement à Anvers-Central, de cinq minutes pour effectuer cette opération.Dans ce délai, ils doivent arrêter le moteur, effectuerquelques actes techniques, descendre du train etremonter à l’autre extrémité pour y effectuer uncertain nombre d’actions, ainsi que des tests de sécuritéqui risquent d’être omis en raison du manque detemps.1. Pourriez-vous fournir des statistiques concernantle changement de sens de circulation à Anvers-Centralpour la période de septembre 2007 à janvier 2008inclus?2. Quel est le temps moyen pour changer de sens decirculation à Anvers-Central?3. À combien de reprises par semaine faut-il changerde sens circulation et à combien de reprises lesmachinistes parviennent-ils et ne parviennent-ils pas àeffectuer cette opération dans le temps imparti de cinqminutes?DO 2007200803382 DO 2007200803382Vraag nr. 175 van mevrouw Katrien Partyka van29 april 2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Investeringen in het station te Tienen.Mijn vraag betreft de investeringen die de NMBSgepland heeft tijdens de eerstkomende jaren in het stationte Tienen.1. Is er een verhoging van de perrons in het vooruitzichtgesteld, en zo ja, tegen wanneer?2. Komen er nieuwe fietsenstallingen? De stallingin het oude stationsgebouw is aanzienlijk te klein.Daarbij komt nog dat het bovenste gedeelte van dezestalling onbruikbaar is voor kinderen of bejaardenomdat men zijn fiets ongeveer 1,50m moet optillen omhem in het rek te plaatsen.Question n o 175 de M me Katrien Partyka du 29 avril2008 (N.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:SNCB. — Investissements à la gare de Tirlemont.Ma question concerne les investissements prévuspar la SNCB pour la gare de Tirlemont dans lesprochaines années.1. Un rehaussement des quais est-il prévu et dansl’affirmative, à quelle échéance?2. De nouveaux emplacements pour vélos sont-ilsprévus? Le dépôt pour vélos de l’ancien bâtiment de lagare est beaucoup trop exigu. La partie supérieure dece dépôt ne peut par ailleurs pas être utilisée par lesenfants ou les personnes âgées étant donné que le vélodoit être soulevé d’environ 1,50 m pour être placé dansle râtelier.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 40712 - 6 - 20083. Komt er een tweede tunnel onder de sporen,zodat de parkings gemakkelijker toegankelijkworden?4. Worden er werken gepland aan de overkappingenvan de perrons, want die kunnen een opknapbeurtgebruiken?5. Welke investeringen worden nog gepland in hetstation?3. Un deuxième tunnel sera-t-il construit sous lesvoies, de sorte que les parkings soient plus facilementaccessibles?4. Des travaux sont-ils prévus aux recouvrementsdes quais, dont l’état laisse à désirer?5. Quels investissements sont-ils encore prévuspour cette gare?DO 2007200803383 DO 2007200803383Vraag nr. 176 van mevrouw Katrien Partyka van29 april 2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Bestemming van het oude postgebouw aanhet station in Tienen.Het oude postgebouw aan het station in Tienenstaat sinds de sluiting van het postkantoortje sederteen aantal maanden helemaal leeg. Voordien stondreeds het grootste gedeelte van het gebouw leeg naaraanleiding van de ingebruikname van het nieuwe postkantoorin Tienen in 1996 en daarvoor nog het verdwijnenvan het postsorteercentrum Tienen X.Het gebouw zou eigendom zijn van de NMBS.Kan u meedelen welke bestemming de NMBS plantvoor dit grote maar sterk onderkomen gebouw?Question n o 176 de M me Katrien Partyka du 29 avril2008 (N.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:SNCB. — Affectation de l’ancien bâtiment de la posteà la gare de Tirlemont.L’ancien bâtiment de la poste à la gare de Tirlemontest totalement désaffecté depuis la fermeture du petitbureau de poste voici quelques mois. La plus grandepartie de ce bâtiment était déjà inoccupée depuisl’ouverture du nouveau bureau de poste à Tirlemonten 1996 et, avant cela, depuis la fermeture du centre detri postal de Tienen X (Tirlemont X).La SNCB serait propriétaire de ce bâtiment.Pourriez-vous préciser quelle affectation la SNCBenvisage de donner à ce bâtiment qui est vaste maisfort délabré?DO 2007200803388 DO 2007200803388Vraag nr. 177 van mevrouw Leen Dierick van 29 april2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Toegankelijkheid van stations en treinenvoor minder mobiele reizigers.In opdracht van het Vlaams Fonds voor socialeintegratie van personen met een handicap onderzochtde vzw Toegankelijkheidsbureau van 1 oktober 1998tot 1 oktober 1999 de toegankelijkheid van de achttienNMBS-stations in Vlaanderen. Zowel de stationsgebouwen,de perrons, de stationsomgeving, de dienstverleningen de informatieverstrekking werden onderzocht,dit door middel van een checking ter plaatse endoor een gebruikersonderzoek. Zo kwam men tot eeninventarisatie van knelpunten en een reeks aanbevelingenvoor de verbetering van de infrastruktuur en vande dienstverlening. Het eindresultaat was een normenbundel,een soort handleiding die door architecten zoukunnen gebruikt worden bij het (ver)bouwen van sta-Question n o 177 de M me Leen Dierick du 29 avril 2008(N.) à la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques:SNCB. — Accessibilité des gares et des trains auxvoyageurs à mobilité réduite.À la demande du Fonds flamand d’intégrationsociale des personnes handicapées, l’asbl«Toegankelijkheidsbureau» a étudié l’accessibilité desdix-huit gares de la SNCB en Flandre entre le 1 er octobre1998 et le 1 er octobre 1999. Les bâtiments de lagare, les quais, les abords de la gare, le service et l’informationaux voyageurs ont été examinés, par le biaisd’un contrôle sur place et d’une enquête auprès desusagers. Un inventaire des problèmes et une liste derecommandations ont dès lors été établis pour améliorerl’infrastructure et le service. Un recueil de normes aainsi pu être rédigé. On peut le considérer comme unesorte de «manuel» qui pourrait être utilisé par lesarchitectes lors de la construction/transformation desKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4072 QRVA 52 0202 - 6 - 2008tions en stationsomgeving, om de toegankelijkheidvoor allen te verhogen.Eind 2008 startte een tweede onderzoek naar detoegankelijkheid van de NMBS-stations, ditmaal voorheel België. De eeste fase van dit project werd afgerondeind 2001. In een tweede fase van dit project werd denadere advisering inzake toegankelijkheid, de verdereopvolging van de concrete stationswerken en de verfijningvan de normenbundel bekeken. Het lijdt dus geentwijfel dat de nodige initiatieven lopen. Anderzijdsblijft de indruk bestaan dat veranderingen in de praktijkbijzonder moeizaam verlopen en dat veel mindermobiele reizigers ook vandaag nog absoluut niet aanhun trekken komen.Zo plant de NMBS, genoodzaaktdoor personeelsverschuivingen, haar dienstverleningvoor rolstoelgebruikers aan het station van Kwatrechtbij Wetteren af te schaffen. Dat is een zware tegenslagvoor de leerlingen en bewoners van het MPI Sint-Lodewijk, dat vlakbij het station ligt. Met het wegvallenvan de begeleiding op het perron, verdwijnen eenstuk van de onafhankelijkheid en de integratiekansenvan de mensen van Sint-Lodewijk die een motorischehandicap hebben. De rolstoelafhankelijke bewonersverliezen door deze vrijheidsbeperkende maatregelenbovendien hun sociaal-culturele contacten zoals familiebijeenkomsten,toneelopvoeringen, enzovoort.1.a) Is voor minder mobiele treinreizigers (bijvoorbeeldin een rolstoel) nog steeds de verplichting vankracht dat men 24 uur voor de treinreis een aanvraagmoet richten aan het desbetreffende station?gares et de leurs abords, en vue d’en améliorerl’accessibilité.Par après, une deuxième enquête relative àl’accessibilité des gares de la SNCB a été menée, cettefois dans toute la Belgique. La première phase de ceprojet a été clôturée fin 2001. La deuxième phase duprojet était axée sur des conseils plus précis en matièred’accessibilité, le suivi des travaux réalisés etl’affinement du recueil de normes. S’il ne fait doncaucun doute que toute une série d’initiatives sontprises, on a toutefois l’impression dans la pratique queles changements se concrétisent très difficilement etque les préoccupations de nombreux voyageurs àmobilité réduite ne sont absolument pas encorerencontrées aujourd’hui. Ainsi, à la suite de mutationsde personnel, la SNCB envisage de supprimer sonservice aux usagers en chaise roulante à la gare deKwatrecht près de Wetteren. Le coup est rude pour lesélèves et les résidants de l’IMP Sint-Lodewijk, situé àproximité de la gare. La disparition de l’accompagnementsur le quai réduit fortement l’indépendance et lespossibilités d’intégration des résidants de Sint-Lodewijk souffrant d’un handicap moteur. Cettemesure, qui limite l’autonomie des personnes enfauteuil roulant, entraîne par ailleurs la disparition deleurs contacts socio-culturels: réunions de famille,représentations théâtrales, etc.1.a) Pour les usagers du train à mobilité réduite (enfauteuil roulant par exemple), l’obligation deprévenir du voyage en train que l’on souhaite effectuer24 heures à l’avance est-elle toujoursd’application?b) Voor welke stations geldt deze regeling? b) Pour quelles gares ces mesures s’appliquent-elles?2. Kan u voor elk van de hieronder volgende (elementaire)toegankelijkheidscriteria het percentagemeedelen van NMBS-stations:a) de toegankelijkheid van perrons voor rolstoelgebruikers;2. Pour chacun des critères d’accessibilité (élémentaires)cités ci-dessous, pouvez-vous communiquer lepourcentage de gares de la SNCB qui y répondent?a) l’accessibilité des quais aux personnes en fauteuilroulant;b) de toegankelijkheid van het stationsgebouw zelf; b) l’accessibilité du bâtiment de la gare proprementdit;c) de faciliteiten om rolstoelen gemakkelijk op detrein te krijgen;d) een minimum aantal loketten aangepast aanminder mobiele reizigers;e) voldoende parkeerplaatsen voor mensen met eenhandicap aan het station;f) voldoende bewegwijzering in en rond het stationgericht op minder mobiele reizigers;g) aangepaste toiletten; g) des toilettes adaptées;c) le matériel pour hisser facilement le fauteuil à borddu train;d) un nombre minimum de guichets adaptés auxvoyageurs à mobilité réduite;e) un nombre suffisant de places réservées auxpersonnes handicapées sur le parking de la gare;f) une signalisation suffisante dans la gare et auxabords de la gare pour les voyageurs à mobilitéréduite;h) aangepaste telefooncellen; h) des cabines téléphoniques adaptées;KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 40732 - 6 - 2008i) voldoende faciliteiten voor doven, blinden enslechtzienden?3. Is er de nodige samenwerking mogelijk metandere overheden (bijvoorbeeld wat betreft het toegankelijkmaken van de stationsomgevingen)?4. Kunnen er geen minimale maatregelen getroffenworden op relatief korte termijn om in alle Belgischestations de toegankelijkheid ernstig te verbeteren?i) des facilités suffisantes pour les personnes sourdes,aveugles et malvoyantes?3. Une indispensable collaboration avec d’autresautorités est-elle possible (par exemple en ce quiconcerne l’accessibilité des abords de la gare)?4. Des mesures minimales ne peuvent-elles êtreprises à relativement court terme pour améliorer sensiblementl’accessibilité de l’ensemble des gares belges?DO 2007200803416 DO 2007200803416Vraag nr. 178 van de heer Michel Doomst van 30 april2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Infrastructuurinvesteringen tussen 2004 en2007.Het akkoord over de spoorinvesteringen 2004-2007reserveerde 601 miljoen euro voor het GewestelijkExpressnet (GEN). Men voorzag werken in de tunnelSchuman-Josaphat, de bocht Nossegem-Luchthaven,de lijn 161 Watermaal-Bosvoorde-Louvain-la-Neuve,de lijn 124 Eigenbrakel-Ukkel en Eigenbrakel —Nijvel en de lijn 50a Brussel Denderleeuw. Verderzouden ook een aantal stations en parkings voor bijna40 miljoen euro aangepast worden.1. Hoever staan deze werken? Graag een detaillistischoverzicht per werf (aanvangsdatum, einddatum,kostprijs, enzovoort).2. Hoeveel is er in totaliteit aan deze werken uitgegeven?Question n o 178 de M. Michel Doomst du 30 avril2008 (N.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:SNCB. — Travaux d’infrastructure entre 2004 et 2007.L’accord sur les investissements ferroviaires 2004-2007 prévoyait d’affecter 601 millions d’euros à laconstruction du Réseau express régional (RER). Leschantiers prévus concernaient le tunnel Schuman-Josaphat, la courbe de Nossegem (raccordement avecl’aéroport), la ligne 161 Watermael-Boitsfort-Louvainla-Neuve,la ligne 124 Braine-l’Alleud-Uccle et Brainel’Alleud-Nivelleset la ligne 50a Bruxelles-Denderleeuw. En outre, un budget de près de 40millions d’euros était prévu pour l’aménagement d’uncertain nombre de gares et de parkings.1. Où en sont ces travaux? Pouvez-vous donner unaperçu détaillé par chantier (date de début et de fin,coût, etc.)?2. Quel est le coût total des travaux?DO 2007200803417 DO 2007200803417Vraag nr. 179 van de heer Michel Doomst van 30 april2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Verkoop van treintickets via het internet.Sinds de invoering in 2004 stijgt jaarlijks de verkoopvan treintickets via het internet. Ook andere toepassingeninzake vervoersbewijzen zitten in de lift.1.a) Hoeveel tickets werden er dit jaar reeds verkochtvia het internet?Question n o 179 de M. Michel Doomst du 30 avril2008 (N.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:SNCB. — Vente de billets de train par internet.Depuis le lancement du système en 2004, la vente debillets de train par internet progresse chaque année.D’autres applications liées aux titres de transportconnaissent également un succès croissant.1.a) Combien de billets de train ont-ils déjà été venduscette année via le site internet de la SNCB?b) Hoeveel% van de totale verkoop houdt dit in? b) Quel pourcentage des ventes totales cela représente-t-il?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4074 QRVA 52 0202 - 6 - 2008Graag ook een overzicht per Gewest.2. Hoeveel andere verrichtingen, zoals bijvoorbeeldhet verlengen van een abonnement, zijn er in 2007reeds geregistreerd?Graag een algemeen overzicht.3.a) Welke toepassingen zijn tegenwoordig allemaalmogelijk via het internet?b) Worden er in de directe toekomst nog nieuwetoepassingen verwacht?Pouvez-vous donner un aperçu par Région?2. Combien d’autres opérations pouvant être effectuéespar internet, comme, par exemple, la prolongationd’un abonnement, ont-elles déjà été enregistréesen 2007?Pourriez-vous tracer un tableau global de la situation?3.a) Quelles applications sont actuellement proposéessur le site internet de la SNCB?b) D’autres applications sont-elles prévues dans unavenir immédiat?b) Zo ja, dewelke? c) Si oui, lesquelles?DO 2007200803418 DO 2007200803418Vraag nr. 180 van de heer Michel Doomst van 30 april2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Gebrekkige communicatie in treinstations.In grote stations worden de treinen, evenals huneventuele vertragingen, met luidsprekers aangekondigd.Deze communicatie verloopt blijkbaar niet altijdeven goed. Op maandag 21 januari 2008 waren dependelaars in Brussel-Zuid aan het wachten op detrein naar Aalst-Gent Sint-Pieters van 17.56 uur.Andere pendelaars stonden te wachten op de treinnaar Geraardsbergen van 17.51 uur. Minuten verstrekenen de pendelaars bleven in het ongewisse. Enkel deafschaffing van de trein naar Gent/Oostende van17.44 uur, wegens problemen met de deuren, werdrond 18 uur omgeroepen. Om 18.15 uur werd de treinnaar Geraardsbergen aangekondigd, van de vertraginggeen woord. Een ogenblik later werd de trein naarAalst-Gent Sint-Pieters aangekondigd met een vermoedelijkevertraging van 25 minuten. Op dat momentwaren er reeds 20 minuten voorbij. Uiteindelijk kwamhij na 27 minuten vertraging toe, een paar minutenvoor de volgende trein met dezelfde bestemming. Eenlaatste vaststelling was dat treinen met een vertragingvan maximum vijf minuten volgens de NMBS op tijdzijn. Deze krijgen immers op de infoborden geen aankondiging.Welke maatregelen overweegt u te nemen om decommunicatie beter te laten verlopen zodat de reizigersniet in het ongewisse blijven staan?Question n o 180 de M. Michel Doomst du 30 avril2008 (N.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:SNCB. — Communication déficiente dans les gares.Dans les grandes gares, l’arrivée des trains ainsi queleurs retards éventuels sont annoncés par haut-parleur.Il semble que ce système de communication laissesouvent à désirer. Le lundi 21 janvier 2008, certainsnavetteurs attendaient le train de 17 h 56 vers Alost etGand à la gare de Bruxelles-Midi alors que d’autresnavetteurs attendaient le train vers Grammont de17 h 51. Après des minutes d’attente et d’inquiétudepour les navetteurs, seule la suppression du train versGand et Ostende de 17 h 44 — à cause de portes défectueuses— a été annoncée vers 18 h. À 18 h 15, le trainvers Grammont était annoncé, sans aucune mentiondu retard encouru. Quelques instants plus tard, le trainvers Alost et Gand-Saint-Pierre était annoncé avec unretard probable de 25 minutes, donc vingt minutesaprès son départ prévu. Finalement, ce train est arrivéen gare avec un retard de 27 minutes, quelques minutesseulement avant le train suivant pour la même destination.Une dernière constatation: selon la SNCB, lestrains avec un retard de cinq minutes maximum circulentà temps, puisque leur retard n’est pas affiché surles panneaux d’information.Quelles mesures envisagez-vous de prendre afind’améliorer la communication de sorte que les voyageursne restent pas dans l’incertitude?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 40752 - 6 - 2008DO 2007200803419 DO 2007200803419Vraag nr. 181 van de heer Michel Doomst van 30 april2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Lijn 94 Halle-Edingen. — Ongeval.In de avond van 23 januari 2008 gebeurde er eentragisch ongeval met een trein op de lijn Edingen-Halle, ter hoogte van Rebecq. De trein ontspoorde,waardoor beide sporen versperd waren. Het zou enkeledagen duren vooraleer beide sporen terug in gebruikzouden kunnen genomen worden. Hierdoor was ergeen spoorverkeer mogelijk tussen Edingen en Halle.Om de dienstverlening te garanderen, werden erpendelbussen ingelegd tussen de stations van Edingenen dat van Halle. In de ochtend van 24 januari 2008waren er verschillende treinen in het station van Halleafgeschaft, waardoor de ochtendspits richting Brusselveel moeilijkheden ondervond.Welke maatregelen overweegt u te nemen om dedienstverlening extra te garanderen na zulke incidenten?Bijvoorbeeld in dit geval: extra inleggen van eentrein tussen Halle en Brussel-Zuid.Question n o 181 de M. Michel Doomst du 30 avril2008 (N.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:SNCB. — Ligne 94 Hal-Enghien. — Accident.Le 23 janvier 2008 au soir, un dramatique accidentimpliquant un train s’est produit sur la ligne Enghien-Hal à la hauteur de Rebecq. Le train a déraillé et lesdeux voies étaient dès lors inutilisables. Leur remise enservice prendrait quelques jours. Conséquence: plusaucun trafic ferroviaire n’était possible entre Enghienet Hal.Afin de garantir le service à la clientèle, des navettesde bus ont été prévues entre les gares d’Enghien et deHal. Le matin du 24 janvier 2008, plusieurs trainspartant de Hal ont été supprimés de sorte que les voyageursà destination de Bruxelles ont éprouvé beaucoupde difficultés à l’heure de pointe.Quelles mesures envisagez-vous de prendre pourdonner aux voyageurs des garanties supplémentairesquant au service à la clientèle après des incidents de cetype? Par exemple, dans ce cas particulier, la mise enservice d’un train supplémentaire entre Hal et Bruxelles-Midi.DO 2007200803420 DO 2007200803420Vraag nr. 182 van de heer Michel Doomst van 30 april2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Afgeschafte treinen.Treinen worden soms op het laatste moment geannuleerdof afgeschaft, dit omwille van een verscheidenheidaan redenen.Question n o 182 de M. Michel Doomst du 30 avril2008 (N.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:SNCB. — Trains supprimés.Des trains sont parfois annulés ou supprimés audernier moment, et ce pour différentes raisons.1. Hoeveel treinen werden er vorig jaar afgeschaft? 1. Combien de trains ont été supprimés en 2007?Graag ook een overzicht per maand.Pouvez-vous également fournir un aperçu mensuel?2. Wat zijn de verschillende redenen van de afschaffing?2. Pour quelles raisons ces trains ont-ils été supprimés?DO 2007200803422 DO 2007200803422Vraag nr. 183 van de heer Peter Luykx van 30 april2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Nieuwe dienstregeling. — Lijn Brugge-Knokke-Heist. — Stiptheid in het algemeen.Wij vernamen dat hoewel de vertragingen op de lijnBrugge-Knokke al jaren legio zijn, deze nooit zo ergQuestion n o 183 de M. Peter Luykx du 30 avril 2008(N.) à la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques:SNCB. — Nouvel horaire. — Ligne Bruges-Knokke-Heist. — Ponctualité en général.Il nous est revenu que si de très nombreux retardssurviennent sur la ligne Bruges-Knokke depuis deKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4076 QRVA 52 0202 - 6 - 2008zijn geweest als nu. Het betreft de zeer grote, bijnadagelijkse vertragingen sinds de invoer van de nieuwedienstregeling en het inzetten van nieuwe dubbeldekwagons(type M6) op 9 december 2007. Het nieuwesysteem waarmee de treinen naar Knokke en Bruggeworden gekoppeld (in de richting van Brussel) en ontkoppeld(in de richting van Knokke en Blankenberge)is kennelijk de oorzaak van deze enorme toename vande vertragingen. Omdat daarbovenop nog eens consistentverkeerde informatie van de NMBS blijkt tekomen leidt dit vaak tot chaos op de perrons.1.a) Bent u op de hoogte van de problemen in Brugge?b) Gaat het om een zuiver «technisch» probleem ofook over een probleem van goed bestuur?c) Is het waar dat het nieuwe ontkoppelingssysteemniet of nauwelijks werd uitgetest voordat het werdaangekocht?nombreuses années, le problème n’a jamais été aussiaigu qu’à l’heure actuelle. Il s’agit de retards trèsimportants et quasi quotidiens depuis l’instauration dunouvel horaire et la mise en service des nouvellesvoitures à deux étages (type M6), le 9 décembre 2007.De toute évidence, le nouveau système utilisé pouratteler les trains vers Knokke et Bruges (en direction deBruxelles) et pour les dételer (en direction de Knokkeet de Blankenberge) est à l’origine de cette importanteaggravation des retards. Étant donné qu’en outre, laSNCB diffuse apparemment des informations erronées,la situation est souvent chaotique sur les quais.1.a) Êtes-vous informée des problèmes qui se posent àBruges?b) Ces problèmes sont-ils purement «techniques» ous’agit-il aussi en l’occurrence de bonne gestion?c) Est-il exact que le nouveau système de dételage n’apas, ou presque pas, été soumis à des tests avantson acquisition?d) Zo ja, waarom deze haast? d) Dans l’affirmative, pourquoi une telle hâte?e) Binnen welke termijn denkt u dat de problemenopgelost zullen zijn?2. De lijn Brussel-Antwerpen was één van deslechtst presterende lijnen qua stiptheid in 2007.Kan u vergelijkende stiptheidscijfers geven voorjanuari 2008?3. Kan u een uitsplitsing geven van de stiptheidscijfersvoor de periode 2007 enerzijds en anderzijdsdecember 2007-januari 2008 tussen de IC-verbindingenop Waals grondgebied, die op Brussels grondgebied(Noord-Zuid-flessehals), en die op Vlaams grondgebied?De NMBS-ombudsdienst blijkt traditioneel hetovergrote deel van haar klachten in het Nederlands teontvangen.4. Ook voordat de nieuwe dienstregeling ingingreden de NMBS-treinen nog trager dan gewoonlijk.Volgens meerdere krantenartikels zou dit grotendeelste wijten zijn aan de centralisering van Traffic Controlin Brussel, waardoor er minder kort op de bal kanworden gespeeld bij dreigende vertragingen.e) Dans quel délai les problèmes seront-ils résolus,selon vous?2. La ligne Bruxelles-Anvers est l’une de celles qui aréalisé les plus mauvais résultats en matière de ponctualitéen 2007.Pouvez-vous fournir des données comparatives en lamatière pour janvier 2008?3. Pouvez-vous fournir les chiffres relatifs à la ponctualitépour la période 2007 d’une part et décembre2007-janvier 2008 d’autre part, en opérant une distinctionentre les liaisons IC sur le territoire wallon, sur leterritoire bruxellois (jonction Nord-Sud) et sur le territoireflamand? Il semble que l’immense majorité desplaintes adressées au service de médiation de la SNCBsoient habituellement rédigées en néerlandais.4. Avant l’entrée en vigueur du nouvel horaireaussi, les trains de la SNCB circulaient encore pluslentement que d’habitude. D’après plusieurs articles depresse, ceci serait dû en grande partie à la centralisationde Traffic Control à Bruxelles, ce qui augmenteles délais de réaction en cas de risque de retards.a) Bent u het hiermee eens? a) Adhérez-vous à cette analyse?b) Welke andere structurele oorzaken van de vertragingenziet u, gezien de NMBS toch één van demeest gesubsidieerde spoorwegmonopolisten in deEU blijkt te zijn? Immers, het probleem zit kennelijkzo diep dat de financiële bestraffing die deminister al als prikkel heeft gesuggereerd waarschijnlijknodig maar onvoldoende zal blijken.b) Quelles autres causes structurelles expliquent selonvous les retards, compte tenu du fait que la SNCBdétient l’un des monopoles ferroviaires les plussubventionnés de toute l’UE? En effet, le problèmeest tellement profond, de toute évidence, que lasanction financière déjà suggérée comme incitantpar la ministre se révélera sans doute nécessaire,mais non suffisante.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 40772 - 6 - 2008DO 2007200803423 DO 2007200803423Vraag nr. 184 van de heer Peter Luykx van 30 april2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Treinverbinding Antwerpen-Hasselt-Maastricht.Hasselt en Antwerpen zijn eenmaal per uur metelkaar verbonden door een IR-trein, zowel op weekdagenals in het weekend. Deze trein is de enige mogelijkheidom zonder overstap te reizen tussen Hasselt enAntwerpen. De reistijd bedraagt 1 uur 4 minuten (uitgezonderdvertragingen).Volgens een bericht in de pers in december 2007 zoude NMBS de haalbaarheid van een IC-verbindingHasselt-Antwerpen onderzoeken. Deze zou zeer welkomzijn gezien de dramatische toestanden op de E313gedurende de jongste jaren, zowel inzake menselijkleed als inzake menselijk leed als inzake tijdverlies enmilieuschade.De trein dient in tijden van klimaatveranderingeen concurrentieel alternatief te wordenvoor de auto (en voor de snelbussen van De Lijn), ooktussen Antwerpen en Limburg.1. Wat is de bezetting op de huidige IR-treinHasselt-Antwerpen tijdens weekdagen?Question n o 184 de M. Peter Luykx du 30 avril 2008(N.) à la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques:SNCB. — Liaison ferroviaire Anvers-Hasselt-Maastricht.Un train IR relie Hasselt et Anvers toutes les heures,en semaine comme le week-end. Ce train constitue laseule liaison sans correspondance entre Hasselt etAnvers. Le trajet dure 1 h 04 (sauf retards).Selon des informations parues dans la presse endécembre 2007, la SNCB étudierait la faisabilité d’uneliaison IC entre Hasselt et Anvers. Une telle liaisonserait bienvenue eu égard aux situations dramatiquessurvenues sur la E313 ces dernières années, en termesde souffrance humaine mais également de pertes detemps et de dommages environnementaux. En cestemps de changements climatiques, le train doit devenirune solution de rechange concurrentielle pour lavoiture (et pour les bus rapides de la société De Lijn),également entre Anvers et le Limbourg.1. Quel est actuellement le taux d’occupation dutrain IR Hasselt-Anvers en semaine?2. Wat is de stiptheid van deze verbinding? 2. Quelle est la ponctualité de cette liaison?3. Waarom is er wel een IC-verbinding tussenHasselt en Brussel en niet tussen Hasselt en Antwerpen?4. Volgens het Vlaamse decreet inzake netmanagementmoet er een IC-trein rijden tussen Hasselt enAntwerpen. De NMBS is niet door dit decreet gebonden,maar wat is uw mening over de gevolgen van hetdecreet voor de NMBS?5.a) Hoever is de NMBS in haar onderzoek naar dehaalbaarheid van een IC-verbinding tussen Hasselten Antwerpen gevorderd?3. Pourquoi a-t-on prévu une liaison IC entreHasselt et Bruxelles et non entre Hasselt et Anvers?4. Le décret flamand relatif à la gestion du réseauprévoit une liaison IC entre Hasselt et Anvers. LaSNCB n’est pas liée par ce décret, mais que pensezvousdes conséquences de ce décret pour la SNCB?5.a) Où en est la SNCB dans le cadre de son étude relativeà la faisabilité d’une liaison IC entre Hasselt etAnvers?b) Wat zijn de gehanteerde criteria? b) Quels critères sont appliqués?c) Zal in geval de IC-verbinding er komt, de huidigeIR-verbinding gevrijwaard blijven?d) Wanneer komt er een hogere frequentie dan dehuidige uurdienst tussen Hasselt en Antwerpen?6. Onlangs kwam ook in de pers dat de NMBSgevraagd werd het herstel van de rechtstreekse treinverbindingtussen Hasselt en (interregionale groeipoolen kenniscentrum) Maastricht te onderzoeken, teneindeonder meer de omweg via Luik te vermijden. Nuis Vlaanderen immers slechts via één rechtstreeksespoorlijn verbonden met Nederland, namelijk metc) En cas d’instauration d’une liaison IC, la liaison IRactuelle serait-elle maintenue?d) Quand prévoira-t-on une fréquence plus élevée quele service horaire actuel entre Hasselt et Anvers?6. Toujours selon des informations parues récemmentdans la presse, il a été demandé à la SNCBd’étudier la possibilité de rétablir la liaison ferroviairedirecte entre Hasselt et Maastricht (centre d’expertiseet pôle de croissance interrégional), pour éviter notammentle détour par Liège. Actuellement, en effet, laFlandre n’est reliée aux Pays-Bas, et plus précisément àKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4078 QRVA 52 0202 - 6 - 2008West-Nederland. Het is schrijnend dat in tijden vanglobalisering en Europese eenmaking, de NMBS inwezen een op België gericht bedrijf blijft.a) Werd over de optie Hasselt-Maastricht nog ietsvernomen?b) Wat is uw mening over de nood aan eenrechtstreekse IC-verbinding Antwerpen-Maastricht, met enkel een stop in Hasselt?c) Dankzij het Spartacusplan, dat door de Vlaamseregering in maart 2007 werd voorgesteld, heeftHasselt nog nooit zo dicht bij een spoorverbindingmet Maastricht gestaan, maar het Spartacusplanbetreft wel een «lightrail»-verbinding, met tussenstops.Toenmalig minister-president Leterme zeibij deze gelegenheid dat de frequentie van deNMBS-dienstverlening in Limburg dringend moestworden opgevoerd, onder meer via de aanleg vannieuwe stukken spoorlijn. Wat is de huidige standvan zaken in dit verband?d) Uit vroegere parlementaire vragen bleek gebrekaan belangstelling van de NMBS voor een ICverbindingHasselt-Maastricht. In geval een bijkomendehindernis gebrek aan commerciële belangstellingvan de Nederlandse Spoorwegen zou zijn,wat zou de kost zijn voor de NMBS om deze verbindingalleen te financieren?e) Wat is de kost van de overige grensovergangen opde door de NMBS uitgebate verbindingen?l’Ouest des Pays-Bas, que par une seule ligne ferroviairedirecte. Il est navrant qu’à l’ère de la mondialisationet de l’unification européenne, la SNCB demeurefondamentalement une entreprise essentiellement axéesur la Belgique.a) Dispose-t-on de plus d’informations sur l’optionHasselt-Maastricht?b) Que pensez-vous de la nécessité d’une liaison ICdirecte entre Anvers et Maastricht, avec un seularrêt à Hasselt?c) Grâce au plan Spartacus proposé par le gouvernementflamand en mars 2007, Hasselt n’a jamais étéaussi près de bénéficier d’une liaison ferroviaireavec Maastricht, mais ce plan prévoit une liaison«light rail», avec des arrêts intermédiaires.L’ancien ministre-président, M. Leterme, a indiquéà cet égard que la fréquence de desserte de la SNCBau Limbourg devait être rapidement augmentée,notamment par l’installation de nouveaux tronçonsferroviaires. Quel est l’état de la situation àcet égard?d) Des questions parlementaires antérieures ont misen évidence un manque d’intérêt de la SNCB pourune liaison IC Hasselt-Maastricht. Si un manqued’intérêt commercial des Chemins de fer néerlandaisdevait constituer un obstacle supplémentaire,quel coût la SNCB devrait-elle supporter pourassurer seule le financement de cette liaison?e) Quel est le coût des autres liaisons transfrontalièresexploitées par la SNCB?DO 2007200803430 DO 2007200803430Vraag nr. 185 van de heer Roel Deseyn van 30 april2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Gebrek aan investeringen op de spoorweglijnen73, 66 en 69.Het is niet normaal dat de lijnen 73 (Deinze-DePanne), 66 (Kortrijk-Brugge) en 69 (Kortrijk-Poperinge) amper een bijdrage kunnen leveren op hetvlak van goederenvervoer. Dit omdat er geen moderneen aangepaste mogelijkheden zijn om snel en rendabelgoederen en containers te verladen. Bovendien situerendeze lijnen zich in een regio die veel industriezonesheeft en te kampen heeft met veel mobiliteitsproblemen.1. Welke investeringen zijn gepland op die lijnen inhet kader van het aantrekken van meer goederentransport?Question n o 185 de M. Roel Deseyn du 30 avril 2008(N.) à la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques:SNCB. — Manque d’investissements sur les lignesferroviaires 73, 66 et 69.Il n’est pas normal que les lignes 73 (Deinze-LaPanne), 66 (Courtrai-Bruges) et 69 (Courtrai-Poperinge) ne soient pratiquement pas en mesure decontribuer au transport ferroviaire de marchandises, etce, parce qu’elles ne disposent pas d’infrastructuresmodernes et adaptées permettant le transbordementrapide et rentable de conteneurs. De plus, ces lignes sesituent dans une région qui compte un grand nombrede zones industrielles et qui est confrontée à denombreux problèmes de mobilité.1. Quels investissements sont-ils prévus sur ceslignes en vue d’augmenter le transport de marchandisespar le rail?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 40792 - 6 - 20082. Waar wenst B-Cargo de komende jaren multimodaleplatforms langs deze lijnen te realiseren?2. À quels endroits la société B-Cargo souhaite-telleinstaller des plates-formes multimodales le long deces lignes dans les années à venir?DO 2007200803431 DO 2007200803431Vraag nr. 186 van de heer Roel Deseyn van 30 april2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Vertragingen van het treinverkeer op dehoofdlijnen.De vertragingen van het treinverkeer zijn nog nooitzo rampzalig geweest als het afgelopen jaar en zo tehoren van de mensen is er nog geen verbetering inzicht. De cijfers zelf zijn al betwistbaar omdat mengeen rekening houdt met de vele treinen die wordenafgeschaft op een jaar tijd.Het belangrijkste moment voor het merendeel vande mensen waarop ze niet willen telaatkomen of hunverbinding missen is als ze naar hun werk gaan ofterug naar huis keren. De cijfers van de vertragingenvan de treinen zijn ook niet zo relevant omdat ze globalecijfers zijn over het hele jaar en over de hele dagen over het hele netwerk. Om echt te meten wat deefficiëntie is van de NMBS om de mensen per trein (inplaats van in de wagen) naar hun werk en terug thuiste brengen, is het dus nodig om ook enkel de vertragingentijdens de piekuren naar de belangrijkste bestemmingenop de hoofdlijnen eens te berekenen. Het kanimmers goed zijn dat hierdoor de cijfers nog duidelijkerzouden kunnen zijn. Het zou dus interessant zijn,om de gegevens te krijgen van de volgende lijnen voorhet jaar 2007 voor de maanden januari, februari,maart, mei, juni, september, oktober, november metaankomst in Brussel tussen 7.30 uur en 9.00 uurnormaal en terugkomst in de vertrekstad tussen17.00 uur en 18.30 uur en dit enkel voor de lijnen:— Oostende-Brussel; — Ostende-Bruxelles;— Leuven-Brussel; — Louvain-Bruxelles;— Antwerpen-Brussel; — Anvers-Bruxelles;— Hasselt-Brussel; — Hasselt-Bruxelles.1. Kan u de vertragingen voor de geciteerde lijnenen momenten meedelen?Question n o 186 de M. Roel Deseyn du 30 avril 2008(N.) à la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques:SNCB. — Retard des trains sur les lignes principales.Le trafic ferroviaire n’avait encore jamais connu deretards aussi catastrophiques que ceux de l’annéepassée. Or à en croire certains, aucune amélioration neserait en vue. Les chiffres sont tout d’abord contestablesparce que les nombreux trains supprimés tout aulong de l’année ne sont pas pris en considération.La majorité des voyageurs veulent surtout éviter demanquer une correspondance ou d’arriver en retardquand il s’agit des déplacements vers le lieu de travailou, au retour, du domicile. Les données relatives auxretards manquent dès lors également de pertinence caril s’agit de statistiques globales portant sur l’ensembled’une année, sur des journées complètes et sur la totalitédu réseau. Si l’on veut réellement mesurerl’efficacité avec laquelle la SNCB transporte les voyageursen train (évitant à ces personnes d’utliser lavoiture) entre le domicile et le lieu de travail et inversement,il convient dès lors de prendre exclusivement enconsidération les retards survenant aux heures depointe sur les lignes principales du réseau, et ce vers lesdestinations les plus importantes. Il se peut en effet quecette sélection fasse apparaître des chiffres encore pluséloquents. Il serait dès lors intéressant d’obtenir, pourles mois de janvier, février, mars, mai, juin, septembre,octobre et novembre 2007 et en prenant en considérationles trains arrivant normalement à Bruxelles entre7 h 30 et 9 h 00 et revenant à la gare de départ entre17 h 00 et 18 h 30, des chiffres relatifs aux lignessuivantes:1. Pouvez-vous me communiquer les retards survenussur ces lignes aux moments indiqués?2. Hoeveel treinen zijn in 2007 geannuleerd? 2. Combien de trains ont été annulés en 2007?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4080 QRVA 52 0202 - 6 - 2008DO 2007200803432 DO 2007200803432Vraag nr. 187 van de heer Roel Deseyn van 30 april2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Aanleg van de treinhalte Kortrijk Campus.Een mobiliteitswerkgroep in West-Vlaanderen heeftde mogelijkheden onderzocht om de directe trein LilleFlandres — Brugge een korte stop te geven vlakbij dehogeschool Howest. Zo zou Kortrijk Campus op 20minuten komen van Lille Flandres, op 30 minuten vanBrugge en op 45 minuten van Oostende met een reedsbestaande trein. Zo zou de trein geen extra 15 minutenverliezen met voor en achteruit te rijden in Kortrijk ende sporen vrijhouden voor andere (goederen-)treinen.Indien er per uur één trein is voor de Waalse arbeidersen bedienden komende van Doornik, dan valt denoodzaak weg om de sneltrein Rijsel-Kortrijk, dienergens stopt tussen Lille Flandres in Moeskroen 6 tot9 minuten op te houden voor aansluiting.1. Hoe staat u tegenover de suggestie van de halteKortrijk Campus?2. Is deze heroriëntering voor de NMBS een realistischscenario?Question n o 187 de M. Roel Deseyn du 30 avril 2008(N.) à la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques:SNCB. — Aménagement de l’arrêt Kortrijk Campus.Un groupe de travail chargé des questions de mobilitéen Flandre occidentale a examiné la possibilité deprévoir, sur la ligne directe Lille Flandres-Bruges, unarrêt de courte durée à proximité de la haute écoleHowest, ce qui mettrait Kortrijk Campus à 20 minutesde Lille Flandres, à 30 minutes de Bruges et à 45 minutesd’Ostende — cela avec un train existant — et feraiten sorte que ce train non seulement ne perdrait plus 15minutes supplémentaires en effectuant des manœuvresen gare de Courtrai mais libérerait aussi les voies pourd’autres trains (de marchandises).À partir du moment où un train par heure circuleraitpour assurer le transport des ouvriers et desemployés wallons en provenance de Tournai, il neserait plus indispensable de prévoir que le train rapideLille-Courtrai, qui assure une liaison directe à partirde Lille Flandres fasse un arrêt de 6 à 9 minutes àMouscron pour des raisons de correspondance.1. Quelle position adoptez-vous à l’égard de lasuggestion d’un arrêt Kortrijk Campus?2. Une telle réorientation est-elle un scénarioréaliste aux yeux de la SNCB?DO 2007200803433 DO 2007200803433Vraag nr. 188 van de heer Roel Deseyn van 30 april2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Heropening van de treinhalte Lendelede.Een informatievergadering van de gemeente Lendelede(West-Vlaanderen) bracht aan het licht dat er zichvoor een eventuele heropening van de treinhalteLendelede geen technische problemen stellen voor dedienstregeling van de L-treinen. Voor deze treinen opde lijn Brugge-Kortrijk-Zottegem was en is er in detreinhalte Kortrijk immers voldoende buffertijd voorzien.De eventuele heropening van de treinhalte geniet inde regio een groot draagvlak. De inwoners van dezegemeente moeten zich nu immers verplaatsen naar detreinhalte Kortrijk om gebruik te kunnen maken vanhet treinvervoer. De verbindingswegen tussen Kortrijken Lendelede zijn nu reeds overbelast en het risico opongevallen blijft er stijgen. De voorbije jaren waren erdan ook heel wat verkeersslachtoffers te betreuren.Question n o 188 de M. Roel Deseyn du 30 avril 2008(N.) à la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques:SNCB. — Réouverture du point d’arrêt de Lendelede.Lors d’une réunion d’information organisée par lacommune de Lendelede (en Flandre occidentale), il estapparu que la réouverture éventuelle du point d’arrêtde Lendelede n’entraînerait pas de problèmes techniquesconcernant l’horaire des trains L. Pour ces trains,sur la ligne Bruges-Courtrai-Zottegem, un délaitampon suffisant est et reste prévu à l’arrêt de Courtrai.La réouverture éventuelle de l’arrêt est largementsoutenue dans la région. En ce moment, les habitantsde Lendelede doivent en effet se déplacer à Courtraipour prendre le train. Les voies de liaison entre Courtraiet Lendelede sont actuellement déjà encombrées etle risque d’accidents ne cesse de croître. Au cours desdernières années, de nombreuses victimes de la routeont été déplorées. Le passage sur la R36 surtout estKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 40812 - 6 - 2008Vooral de passage op de R36 is hierbij erg gevaarlijk.De heropening van de treinhalte Lendelede zou eengoedkope en eenvoudige oplossing kunnen bieden omvlotter het openbaar vervoer te kunnen gebruiken en teresulteren in minder verkeersslachtoffers.1. Hoe staat u tegenover de suggestie van de heropeningvan treinhalte Lendelede?2.a) Is dit een realistische optie voor de NMBS?particulièrement dangereux. La réouverture de l’arrêtde Lendelede pourrait constituer une solution peuonéreuse et simple permettant de faciliter l’accès auxtransports en commun et, partant, de diminuer lenombre de victimes de la circulation.1. Que pensez-vous de l’idée de rouvrir l’arrêt deLendelede?2.a) La SNCB juge-t-elle cette option réaliste?b) Zo ja, op welke termijn? b) Dans l’affirmative, dans quel délai la réouverturepourrait-elle intervenir?DO 2007200803434 DO 2007200803434Vraag nr. 189 van de heer Roel Deseyn van 30 april2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Regio Kortrijk-Roeselare-Tielt. — Verstoringdienstuurregeling.Recentelijk werd via de nieuwe dienstuurregelingvan de NMBS de treinhalte van Loppem opnieuw ingebruik genomen. Dit zorgt voor een verlaging van deverkeersdrukte op de wegen in de regio Brugge en zalongetwijfeld resulteren in een betere verkeersveiligheiden een daling van het aantal verkeersslachtoffers. Eendergelijke aanpassing kan alleen maar positief onthaaldworden. Als voorstander van het openbaar vervoerben ik dan ook blij voor de inwoners en demensen die in de toekomst omwille van hun ontspanningLoppem zullen bezoeken.Om dit mogelijk te maken moest de volledige dienstuurregelingin West-Vlaanderen echter met vierminuten worden verschoven. Dit zorgt nu echter vooreen verstoring van het evenwicht in de uurregeling bijde aansluitingspunten in de aanpalende regio’s Roeselare,Tielt en Kortrijk. Een voorbeeld hiervan is hetaansluitingspunt Lichtervelde waardoor de aanpassingde reizigers komende uit de Westhoek een vlotte overstapmislopen naar Gent en Brussel. De reisduur voordeze mensen wordt hierdoor ernstig verlengd.Question n o 189 de M. Roel Deseyn du 30 avril 2008(N.) à la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques:SNCB. — Région de Courtrai-Roulers-Tielt. —Perturbation des horaires.La récente réactivation du point d’arrêt de Loppem,dans le cadre des nouveaux horaires de la SNCB, apermis de réduire la densité du trafic sur les routes dela région de Bruges. Cette évolution, dont on ne peutque se réjouir, ne manquera pas d’améliorer la sécuritéroutière et de faire diminuer le nombre de victimes dela route. Partisan des transports en commun, je saluecette amélioration dont bénéficieront les habitants deLoppem ainsi que tous ceux qui visiteront à l’avenircette cité dans un but récréatif.Pour permettre cette modification, l’ensemble deshoraires des trains circulant en Flandre occidentale ontcependant dû être décalés de quatre minutes, perturbantainsi l’équilibre des horaires dans les gares decorrespondance situées dans les régions voisines deRoulers, Tielt et Courtrai. Ainsi, au niveau du nœudferroviaire de Lichtervelde, les passagers venant duWesthœk perdent leur correspondance aisée vers Gandet Bruxelles. Pour ces personnes, la durée du trajet adès lors considérablement augmenté.1. Bent u op de hoogte van deze problemen? 1. Avez-vous connaissance de ces problèmes?2. Welke maatregelen plant de NMBS te nemen omhet evenwicht bij de aansluitingspunten in de regio’sKortrijk, Roeselare en Tielt te herstellen?3. Welke planning heeft de NMBS om deze maatregelenuit te voeren?2. Quelles mesures la SNCB prévoit-elle dans le butde rétablir l’équilibre des horaires au niveau desnœuds ferroviaires situés dans les régions de Courtrai,Roulers et Tielt?3. Selon quel calendrier la SNCB envisage-t-elle lamise en œuvre de ces mesures?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4082 QRVA 52 0202 - 6 - 2008DO 2007200803436 DO 2007200803436Vraag nr. 191 van de heer Roel Deseyn van 30 april2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:Infrabel. — Betonwerkplaats te Roeselare. — Nieuwebetonmachine.Eind 2007 heeft de Infrabel-betonwerkplaats teRoeselare (IIOPC) een nieuwe betonmachine ingebruik gesteld. Blijkbaar is er een technisch probleemwaardoor de machine vaak buiten werking is en erextern moet worden aangekocht met een meerkost enextra vrachtvervoer op de weg als gevolg.Question n o 191 de M. Roel Deseyn du 30 avril 2008(N.) à la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques:Infrabel. — Atelier béton à Roeselare. — Nouvellebétonneuse.Fin 2007, une nouvelle bétonneuse a été mise enservice dans le nouvel atelier de construction en bétonInfrabel (IIOPC) à Roulers. Il semblerait qu’il y ait unproblème technique à l’origine de la mise hors servicefréquente de la machine et le béton doit être acheté àl’extérieur, ce qui génère des coûts et des transports demarchandise supplémentaires.1. Wat schort er precies aan de geciteerde machine? 1. Quel est le problème précis de la machine enquestion?2. Voor welke prijs werd de machine aangekocht enmet welke garanties?3.a) Zijn er reeds schadevorderingen ingesteld?2. À quel prix et avec quelles garanties a-t-il été faitacquisition de cette machine?3.a) Des demandes en dommages-intérêts ont-elles déjàété introduites?b) Is Infrabel dit van plan? b) Infrabel projette-t-il de le faire?4. Voor hoeveel euro zijn reeds externe bestellingengeplaatst wegens het niet adequaat functioneren vande nieuwe machine?4. Quel est le montant libellé en euros des commandesexternes passées en raison du mauvais fonctionnementde la nouvelle machine?DO 2007200803439 DO 2007200803439Vraag nr. 192 van de heer Servais Verherstraeten van30 april 2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Personeelsbestand. — Invloed op treinvertragingen.De jongste maanden werd de NMBS als het waregeteisterd door een onaanvaardbaar aantal treinvertragingen.We kunnen er begrip voor opbrengen dat het invoerenvan een nieuw treinaanbod op 9 december 2008een aantal moeilijkheden met zich bracht. We kunnener ook inkomen dat het indienststellen van nieuwtreinmaterieel (bijvoorbeeld M6 rijtuigen met stuurpost)een aantal problemen kan geven, alhoewel weervan overtuigd zijn dat, mits dit materieel afdoende tebeproeven vooraleer het daadwerkelijk in te zetten, deproblemen voor de treindienst niet die proportieszouden aangenomen hebben.Maar wat we «te velde» opvangen, is dat al te veelvertragingen zouden veroorzaakt worden door problemeninzake onderhoud. De uitvoeringsdiensten (sta-Question n o 192 de M. Servais Verherstraeten du30 avril 2008 (N.) à la ministre de la Fonctionpublique et des Entreprises publiques:SNCB. — Effectif du personnel. — Influence sur lesretards de trains.Ces derniers mois, un nombre inacceptable deretards de trains ont été constatés à la SNCB.Nous pouvons comprendre que l’introduction desnouveaux horaires de train, le 9 décembre 2008, aitentraîné quelques difficultés. Nous pouvons égalementcomprendre que la mise en service de nouveau matérielferroviaire (par exemple, des voitures M6 avecposte de conduite) puisse poser quelques problèmes,bien que nous soyons convaincus que si ce matérielavait été dûment testé avant d’être effectivement mis enservice, les problèmes n’auraient pas pris de tellesproportions.Mais selon les voyageurs, trop de retards résulteraientde problèmes d’entretien. Les services d’exécution(les gares, les ateliers, les équipes d’entretien desKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 40832 - 6 - 2008tions, werkplaatsen, onderhoudsploegen voor sporen,seinen en bovenleiding) zouden onderbemand zijn.Enerzijds omwille van een gebrek aan personeel,anderzijds omwille van een te krappe kaderberekening.Daarbij wordt vaak met de vinger gewezen naar«de Directie» die wel ruim bedeeld zou zijn.1. Hoeveel bedroeg het aantal ambtenaren van rangIII en hoger (dus bureauchef, universitair ambtenaaren hogere rangen) bij de NMBS op 1 januari 1999 enhoeveel bedroeg het aantal van deze ambtenaren voorhet geheel van de NMBS-groep (Holding + Infrabel +NMBS) op 1 januari 2008?2. Hoeveel van deze ambtenaren waren toen en zijnnu tewerkgesteld op de Directies in Brussel en de Districtsdirectiesen hoeveel in de uitvoeringsdiensten?3. Hoeveel bedroeg het aantal bedienden van hetniveau lager secundair en hoger secundair onderwijsop 1 januari 1999 bij de NMBS en hoeveel bedroeg hetaantal daarvan voor het geheel aan de NMBS-groepop 1 januari 2008?4. Hoeveel van deze beambten waren toen en zijnnu tewerkgesteld op de Directies in Brussel en de Districtsdirectiesen hoeveel in de uitvoeringsdiensten?voies, des signaux et des caténaires) manqueraientd’effectifs, d’une part, en raison d’une pénurie depersonnel, d’autre part, en raison d’un calcul tropjuste du cadre. «La Direction» est souvent montrée dudoigt à cet égard, elle qui ne souffrirait pas de ceproblème de manque d’effectifs.1. Quel était le nombre d’agents de rang III et supérieur(chef de bureau, universitaire et rangs supérieurs)à la SNCB au 1 er janvier 1999 et quel était ce nombrepour l’ensemble du groupe SNCB (Holding + Infrabel+ SNCB) au 1 er janvier 2008?2. Combien de ces fonctionnaires étaient en serviceà l’époque et le sont aujourd’hui au sein des Directionsà Bruxelles et des Directions de district et combiendans les services d’exécution?3. Quel était le nombre d’employés des niveaux del’enseignement secondaire inférieur et supérieur à laSNCB au 1 er janvier 1999 et quel était ce nombre pourl’ensemble du groupe SNCB au 1 er janvier 2008?4. Combien de ces employés étaient en service àl’époque et le sont aujourd’hui au sein des Directions àBruxelles et des Directions de district et combien dansles services d’exécution?DO 2007200803448 DO 2007200803448Vraag nr. 193 van de heer Stefaan De Clerck van30 april 2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Kostprijs van het grensoverschrijdendopenbaar vervoer op het traject Kortrijk-Rijsel.Kortrijk is een dynamische centrumstad, die ookhaar blik richt op Rijsel. Het is een grote uitdaging eenFrans-Belgische metroppol Rijsel-Kortrijk-Doornik temaken op Europees niveau. Het is de ambitie ombinnen het Eurodistrict hinderpalen weg te werkendewelke het dagdagelijkse leven van de inwoners verstoren.Een van de concrete acties betreft het grensoverschrijdendopenbaar vervoer. Zo kost een ticket enkelereis Kortrijk-Rijsel 8 euro, en dit voor een traject van32 km (daarvan gaat 4,80 euro naar de NMBS en 3,20euro naar de SNCF). Indien deze verbinding als eenbinnenlandse verbinding zou worden aanzien is deprijs 4,40 euro. Het forfait voor een internationale verbindingweegt dus zeer zwaar door op een kort traject.Aan de huidige prijzen blijft veel marktpotentieel onderbenut.Het is daarom noodzakelijk een uniform enQuestion n o 193 de M. Stefaan De Clerck du 30 avril2008 (N.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:SNCB. — Coût des transports publics transfrontalierssur le trajet Courtrai-Lille.Courtrai est un centre urbain dynamique qui tourneégalement le regard vers Lille. Le développement, auniveau européen, d’une métropole franco-belge Lille-Courtrai-Tournai représente un important défi. Notreambition consiste à supprimer au sein de l’Eurodistrictles obstacles qui perturbent la vie quotidienne deshabitants.L’une des actions concrètes à mener dans ce cadreconcerne les transports publics transfrontaliers. Ainsi,un aller-simple Courtrai-Lille coûte 8 euros pour untrajet de 32 km (4,80 euros reviennent à la SNCB et3,20 euros à la SNCF). Le prix du billet ne s’élèveraitqu’à 4,40 euros si cette liaison ferroviaire était considéréecomme une liaison intérieure. Le forfait pourune liaison internationale pèse donc d’un poids trèsimportant sur le prix d’un billet pour de courts trajets.Aux prix actuels, une large part du marché potentielKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4084 QRVA 52 0202 - 6 - 2008voordeliger tariefsysteem uit te tekenen teneinde hetgrensoverschrijdend treinverkeer niet te verhinderen.Naar ik verneem zijn er zesmaandelijks onderhandelingentussen de NMBS en de SNCF waarop ook ditpunt dient te worden besproken.1. Is dit punt betreffende de tariefstructuur voor hettraject Kortrijk-Rijsel reeds besproken?2. Welke houding wordt in deze aangenomen doorde overheid?reste sous-exploitée. C’est pourquoi il est indispensablede mettre en place un système tarifaire uniforme etplus avantageux, afin de lever les entraves au développementdu trafic ferroviaire transfrontalier.Il me revient que ce point figure à l’ordre du jour desnégociations semestrielles entre la SNCB et la SNCF.1. Ce point concernant la structure tarifaire dutrajet Courtrai-Lille a-t-il déjà été examiné?2. Quelle est la position adoptée par les autoritéspubliques en la matière?DO 2007200803462 DO 2007200803462Vraag nr. 194 van de heer David Geerts van 30 april2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — De toegankelijkheid van de stations.In De Standaard van 1 april 2008 kunnen we hetverhaal lezen van een reiziger met beperkte mobiliteitdie na 16 uur het station in Menen niet meer kangebruiken.In welke mate is dit in strijd met uw antwoord op devragen die een aantal collega’s en ikzelf hieromtrenthebben gesteld tijdens de commissiezitting van 30 januari2008?Question n o 194 de M. David Geerts du 30 avril 2008(N.) à la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques:SNCB. — Accessibilité des gares.Le quotidien «De Standaard» du 1 er avril 2008 apublié le récit d’un voyageur à mobilité réduite qui nepeut plus faire usage de la gare de Menin après 16heures.Dans quelle mesure cette situation est-elle en contradictionavec votre réponse aux questions que plusieurscollègues et moi-même avons posées au cours de laréunion de commission du 30 janvier 2008?DO 2007200803464 DO 2007200803464Vraag nr. 196 van de heer David Geerts van 30 april2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Verloning van CEO’s.Tijdens een interview aan het weekblad Trends/Tendances en de TV-zender Kanaal Z ontkende deheer Descheemaecker dat de bonussen van de NMBStopluiaan de stiptheid verbonden zijn.De wet van 21 maart 1991 betreffende de hervormingvan sommige economische overheidsbedrijvenbepaalt dat de wijze van verloning van de CEO’s eentaak is van de raad van bestuur van het betrokken bedrijf.Dus een bevoegd minister of staatssecretaris kanals vertegenwoordiger van de aandeelhouders slechtscontact opnemen met de raad van bestuur.Nadere informatie leert mij dat de voorzitters vande raad van bestuur van de drie NMBS-entiteiten in deloop van 2006-2007 een viertal keer samen gezetenQuestion n o 196 de M. David Geerts du 30 avril 2008(N.) à la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques:SNCB. — Rémunération des CEO.Dans une interview accordée à l’hebdomadaire«Trends/Tendances» et à la chaîne de télévisionCanal Z, M. Descheemaecker a nié que les bonisperçus par la direction de la SNCB soient liés à laponctualité.La loi du 21 mars 1991 portant réforme de certainesentreprises publiques économiques stipule que le modede rémunération des CEO relève de la compétence duconseil d’administration de l’entreprise concernée. Unministre ou un secrétaire d’État compétent peut doncuniquement contacter le conseil d’administration entant que représentant des actionnaires.Des informations plus détaillées m’ont appris queles présidents du conseil d’administration des troisentités de la SNCB ont rencontré l’ancien secrétaireKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 40852 - 6 - 2008hebben met voormalig staatssecretaris Bruno Tuybens.Tijdens deze ontmoetingen werd het voorstel omminstens de helft van de beoordelingsscore (waarophet variabel loon is gebaseerd) te laten afhangen vankwaliteitsindicatoren zoals de stiptheid, personeels- enklantentevredenheid, enzovoort. Deze oefening is metonmiddellijke ingang toegepast.De beoordelingsscore van de CEO’s is hierdoorgezakt van 2,9 op 3 in 2005 tot 2,3 op 3 punten in 2006.De dalende stiptheid was de voornaamste reden van dedaling.Dat de heer Descheemaecker zegt dat hij hiervoorrechtstreeks niets gehoord heeft van de heer Tuybens isde logische invulling van de wet.1. Kunnen de voorzitters van de raad van bestuurvan de drie NMBS-entiteiten bevestigen dat er weldegelijk met de stiptheid rekening is gehouden?2. Is er reeds resultaat omtrent de score voor devariabele verloning voor 2007?3. Is het niet beter dat de heer Descheemaecker zichbezig houdt met het runnen van zijn bedrijf, dan hetspelen van politieke spelletjes?d’État Bruno Tuybens à quatre reprises au cours de lapériode 2006-2007. Lors de ces entretiens, il a étéproposé de faire dépendre le score d’appréciation (surlequel est basée la rémunération variable), pour lamoitié au moins, d’indicateurs de qualité tels que laponctualité, la satisfaction du personnel et des clients,etc. Cet exercice est appliqué avec effet immédiat.Ce faisant, le score d’appréciation des CEO a diminué,passant de 2,9 points sur 3 en 2005 à 2,3 pointssur 3 en 2006. Cette diminution était due principalementà une baisse de la ponctualité.Que M. Descheemaecker déclare n’avoir rienentendu directement de la part de M.Tuybens à cesujet est l’interprétation logique de la loi.1. Les présidents du conseil d’administration destrois entités de la SNCB peuvent-ils confirmer que laponctualité est effectivement prise en compte?2. Dispose-t-on déjà de résultats en ce qui concernele score pour la rémunération variable en 2007?3. M. Descheemaecker ne devrait-il pas s’investirdavantage dans la gestion de son entreprise que dansdes jeux politiciens?DO 2007200803466 DO 2007200803466Vraag nr. 197 van de heer Jan Mortelmans van30 april 2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Afgeschafte treinen.De stiptheid van de treinen is er het eerste kwartaalvan 2008 op vooruitgegaan. Zorgwekkend is echterdat steeds meer en vaker treinen worden afgeschaft.Question n o 197 de M. Jan Mortelmans du 30 avril2008 (N.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:SNCB. — Trains supprimés.La ponctualité des trains s’est améliorée au cours dupremier trimestre de 2008. Mais un élément est préoccupant:on supprime de plus en plus de trains, et deplus en plus souvent.1. Combien de trains ont été supprimés au cours dupremier trimestre de 2008?1. Hoeveel treinen werden er het eerste kwartaalvan 2008 afgeschaft?2. Op welke lijnen? 2. Sur quelles lignes?3. Wat zijn de oorzaken? 3. Quelles sont les causes de ces suppressions?4. Welke maatregelen heeft u desgevallend getroffen4. Quelles mesures avez-vous prises le cas échéantom dit probleem verhelpen?pour remédier à ceproblème?Minister voor Ondernemenen VereenvoudigenMinistre pour l’Entrepriseet la SimplificationDO 2007200803449 DO 2007200803449Vraag nr. 35 van de heer Stefaan Vercamer van30 april 2008 (N.) aan de minister voor Ondernemenen Vereenvoudigen:Koninklijk besluit betreffende de vereenvoudigdeboekhouding van vzw’s.Het koninklijk besluit van 15 september 2006 totwijziging van het koninklijk besluit van 26 juni 2003Question n o 35 de M. Stefaan Vercamer du 30 avril2008 (N.) au ministre pour l’Entreprise et laSimplification:Arrêté royal relatif à la comptabilité simplifiée pour lesasbl.L’arrêté royal du 15 septembre 2006 modifiantl’arrêté royal du 26 juin 2003 relatif à la comptabilitéKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4086 QRVA 52 0202 - 6 - 2008betreffende de vereenvoudigde boekhouding vanbepaalde verenigingen zonder winstoogmerk, stichtingenen internationale verenigingen zonder winstoogmerk,voorziet in een aantal aanpassingen die ogenschijnlijkzijn ingegeven door de roep om meer administratievevereenvoudiging. Op het werkveld blijkt erevenwel de nodige onduidelijkheid te bestaan.Artikel 1 van het koninklijk besluit schrapt hetwoord «minimaal» in artikel 2 van het koninklijkbesluit van 26 juni 2003. Tot dan toe was bepaald datverrichtingen in contant geld of op rekening zondervertraging, getrouw en volledig en naar tijdsordemoeten worden ingeschreven in een ongesplitst -dagboek volgens het «minimaal» model uit bijlage Abij dit besluit. Juridisch gevolg van deze wijziging: hetdagboek van ontvangsten en uitgaven is niet langer eenminimaal model, maar «het» model. Bij een minimaalmodel mag men op basis van zijn activiteiten, omvangof specificiteit het schema verder uitbreiden. Indien ditverworven is tot «het» model kan dit niet langer.Er lijkt evenwel tegenspraak met artikel 12 van hetkoninklijk besluit van 26 juni 2003 waar het woord«minimaal» niet is geschrapt vermits bepaald is dat destaat van ontvangsten en uitgaven overeenkomstig het«minimaal» schema in bijlage B van dit besluitworden opgemaakt. Artikel 12, eerste lid, van hetkoninklijk besluit van 26 juni 2003 bepaalt dat de staatvan ontvangsten en uitgaven rechtstreeks moet voortvloeienuit het dagboek van ontvangsten en uitgaven.Over deze mogelijke contradictie bestaat op het werkveldonduidelijkheid.1.a) Is hier een contradictie in de wet?simplifiée de certaines associations sans but lucratif,fondations et associations internationales sans butlucratif, instaure une série de modifications inspiréespar la demande de plus de simplification administrative.Une certaine confusion règne toutefois sur leterrain, semble-t-il.L’article 1 er de l’arrêté royal supprime le mot«minimum» à l’article 2 de l’arrêté royal du 26 juin2003. Précédemment, il était prévu que les opérationsen espèces ou en compte «sont inscrites sans retard, demanière fidèle et complète et par ordre de date, dansun livre comptable unique établi selon le modèle»minimum« figurant en annexe A au présent arrêté».Conséquence juridique de cette modification: le livrecomptable des recettes et des dépenses ne constitueplus le modèle «minimum», mais «le» modèle. Dansle cas d’un modèle minimum, le schéma peut êtreélargi sur la base des activités, de l’étendue ou de laspécificité. Si ce modèle devient «le» modèle, cela n’estplus possible.Une contradiction apparaît toutefois avec l’article12 de l’arrêté royal du 26 juin 2003, où le mot«minimum» n’est pas supprimé, puisqu’il dispose que«l’état des recettes et dépenses doit être établi conformémentau schéma minimum figurant en annexe B auprésent arrêté». L’article 12, alinéa 1 er , de l’arrêtéroyal du 26 juin 2003 dispose que «l’état des recettes etdépenses résulte directement du livre visé à l’article 2».La confusion règne sur le terrain à propos de cettepossible contradiction.01.a) La loi comporte-t-elle en l’occurrence une contradiction?b) Zo ja, hoe is deze contradictie te begrijpen? b) Dans l’affirmative, comment convient-il decomprendre cette contradiction?c) Zo neen, hoe moeten deze bepalingen wordensamengelezen en geïnterpreteerd?2. Is het zo dat vermits de staat van ontvangsten enuitgaven rechtstreeks moet voortvloeien uit het dagboek,deze staat ook niet langer het minimaal modelis?3.a) Hoe kunnen mutaties van de ene rekening naar deandere of van de rekening naar de kas of vice versadan worden opgenomen?b) Conform artikel 2 van het koninklijk besluit van26 juni 2003 zijn het mutaties in contant geld of oprekeningen en moeten ze worden geregistreerd.Het zijn voor de vereniging echter geen uitgaven ofontvangsten (alleen een verschuiving van de enec) Dans la négative, à quelle lecture en parallèle et àquelle interprétation faut-il soumettre ces dispositions?2. Est-il exact que, puisque l’état des recettes etdépenses résulte directement du livre comptable, cetétat ne constitue plus non plus le modèle minimum?3.a) Comment les mouvements d’un compte à l’autreou du compte à la caisse, ou inversement, peuventilsalors être enregistrés?b) Conformément à l’article 2 de l’arrêté royal du26 juin 2003, il s’agit de mouvements en espèces ouen comptes qui doivent être inscrits. Pourl’association, il ne s’agit toutefois pas de dépensesou de recettes (mais seulement du déplacementKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 40872 - 6 - 2008rekening naar de andere) zodat ze niet thuishorenonder «ontvangsten en uitgaven». Door de schrappingvan het woord «minimaal» kan men juridischnu niets meer toevoegen. Hoe moeten dietransfers dan worden verwerkt?4. Het koninklijk besluit van 15 september 2006voorziet ook in de mogelijkheid om het dagboek vanontvangsten en uitgaven te houden door middel vangeïnformatiseerde systemen. Hetzelfde koninklijkbesluit bepaalt dat in dat geval de onveranderlijkheiden toegankelijkheid van de gegevens moet worden verzekerd.a) Is het praktisch mogelijk om te garanderen datelektronisch bijgehouden dagboeken van ontvangstenen uitgaven nooit kunnen worden veranderden is de computertechnologie daarvoor veiliggenoeg?b) Voldoet een Excell-bestand zoals in de praktijk bijveel verenigingen gebeurt?d’un compte à l’autre), si bien qu’ils n’ont pas leurplace parmi les «recettes et dépenses». La suppressiondu mot «minimum» ne permet plus aucunajout d’un point de vue juridique. Dès lors,comment ces transferts doivent-ils être traités?4. L’arrêté royal du 15 septembre 2006 disposeaussi que le livre comptable peut être tenu au moyende systèmes informatisés. Le même arrêté dispose que,dans ce cas, l’inaltérabilité et l’accessibilité desdonnées doivent être assurées.a) Est-il matériellement possible de garantir que deslivres comptables tenus au moyen de systèmesinformatisés ne puissent jamais être modifiés? Latechnologie informatique est-elle suffisammentsûre à cet effet?b) Un fichier Excell, tel que de nombreuses associationsl’utilisent dans la pratique, est-il suffisant?c) Welke systemen zijn veilig? c) Quels systèmes sont sans risque?Minister van Migratie- en asielbeleidMinistre de la Politique de migration et d’asileDO 2007200803051 DO 2007200803051Vraag nr. 17 van de heer Filip De Man van 24 april2008 (N.) aan de minister van Migratie- en asielbeleid:Verbetering van de migratiestatistieken.In «Focus 2011. Aanbevelingen van het Centrumvoor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding(CGKR) ter attentie van het federale parlement ende federale regering» (februari 2008) toont het centrumzich voorstander van een regeringsinitiatief omtot eenvormigheid te komen van de definities dieworden gebruikt voor de migratiestatistieken van deAlgemene Directie Statistiek en Economische Informatie(ADSEI), het vroegere NIS, van de Dienst Vreemdelingenzaken(DVZ) en van de Arbeidsinspectie alsookde definities in verband met asiel die worden gebruiktdoor de DVZ, het CGVS en de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen.Het CGKR dringt tevens aan op eenharmonisering van de praktijk in al deze instellingen.Bovendien zouden volgens het CGKR de nodige maatregelenmoeten genomen worden opdat België zouvoldoen aan de definities die worden aanbevolen doorde Verenigde Naties en door Eurostat.Zo stelt het CGKR dat asielzoekers in de migratiestatistiekenzouden moeten opgenomen worden, zekerQuestion n o 17 de M. Filip De Man du 24 avril 2008(N.) à la ministre de la Politique de migration etd’asile:Amélioration des statistiques migratoires.Dans le «Focus 2011. Recommandations du Centrepour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme(CECLR) à l’attention du parlement fédéral et dugouvernement» (février 2008), le Centre recommandequ’une initiative gouvernementale soit prise pouruniformiser les définitions utilisées à des fins de statistiquesmigratoires par la Direction Générale StatistiqueInformation Économique (DGSIE) — l’ancien INS-, l’Office des étrangers (OE) et l’Inspection du Travailainsi que celles utilisées en matière d’asile par l’OE, leCGRA, la CPRR et le Conseil du contentieux desétrangers. Le CECLR insiste également sur uneharmonisation des pratiques dans toutes ces institutions.Par ailleurs, le CECLR recommande que lesmesures nécessaires soient prises afin de permettre à laBelgique de se conformer aux définitions recommandéespar les Nations unies et par Eurostat.Le CECLR estime que les demandeurs d’asiledevraient apparaître dans les statistiques migratoires,KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4088 QRVA 52 0202 - 6 - 2008wanneer hun verblijf van langere duur is. Verder zoude algemene regel moeten zijn dat de statistieken slaanop individuele personen en niet op dossiers, die opmeerdere personen betrekking kunnen hebben, enzouden de definities over de gegevens in verband methet onderscheppen, uitwijzen of verwijderen moetengepreciseerd worden en identiek zijn aan die vanEurostat.1. Deelt u de kritiek van het CGKR over de migratiestatistieken?2. Welke initiatieven overweegt u te nemen om tekomen tot de onderlinge harmonisering van de Belgischemigratiestatistieken en de afstemming ervan op dedoor internationale instanties gehanteerde definities?notamment lorsque leur séjour s’allonge. Par ailleurs,les statistiques devraient d’une manière générale portersur des personnes et non sur des dossiers, qui peuventconcerner plusieurs personnes, et les définitions desdonnées portant sur les interceptions, les refoulementset les éloignements devraient être précises et identiquesà celles développées par Eurostat.1. Adhérez-vous aux observations du CECLR relativesaux statistiques migratoires?2. Quelles initiatives envisagez-vous de prendrepour harmoniser les statistiques migratoires belges etles mettre en conformité avec les définitions utiliséespar les instances internationales?DO 2007200803054 DO 2007200803054Vraag nr. 18 van de heer François Bellot van 24 april2008 (Fr.) aan de minister van Migratie- en asielbeleid:Departementen. — Energiebesparingsprogramma.Mijn vraag betreft het investeringsprogramma dat uop uw departement heeft opgezet om het energieverbruikterug te dringen.1. Welke maatregelen worden er in uw departementgetroffen:a) met het oog op de vervanging van de enkele beglazingdoor dubbele;b) met het oog op het gebruik van milieuvriendelijkerevoertuigen;c) met het oog op een optimale verlichting van dekantoren, waarbij de verlichting in ongebruiktegemeenschappelijke ruimten uitgeschakeld wordt?2. Welke instructies moeten de ambtenaren volgenmet betrekking tot de computerapparatuur, wanneerze hun kantoor verlaten (verplicht uitzetten van depc’s)?3. Welke maatregelen zouden uw departementen,ingeval een van uw departementen kantoorruimte zouhuren, hebben getroffen om de eigenaars ertoe aan tezetten de noodzakelijke energiebesparende technischeingrepen te doen?Question n o 18 de M. François Bellot du 24 avril 2008(Fr.) à la ministre de la Politique de migration etd’asile:Départements. — Programme d’économie d’énergie.Ma question concerne le programme d’investissementsque vous avez mis en œuvre dans votre départementen vue de réduire la consommation d’énergie.1. Quelles mesures sont prises dans votre département:a) pour assurer le remplacement des simples vitragespar des doubles vitrages;b) pour utiliser des véhicules à indices environnementauxplus respectueux de l’environnement;c) pour assurer une qualité d’éclairage optimale pourles occupants des bureaux tout en assurant l’arrêtde ces éclairages dans les locaux communs nonutilisés?2. Quelles mesures sont prises notamment eu égardau fonctionnement du matériel informatique (fermetureobligatoire des PC) dès que les agents quittent lesbureaux?3. Dans l’hypothèse où l’un de vos départementslouerait des surfaces de bureaux, quelles mesures incitativesvos départements auraient-ils prises poursuggérer aux propriétaires d’apporter les mesurestechniques indispensables pour réduire la consommationd’énergie?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 40892 - 6 - 2008DO 2007200803106 DO 2007200803106Vraag nr. 19 van de heer Filip De Man van 25 april2008 (N.) aan de minister van Migratie- en asielbeleid:Voorwaardelijke grond voor asiel. — Vrees voorbesnijdenis.Het Commissariaat-generaal voor vluchtelingen enstaatlozen liet recentelijk weten dat het voortaan extrazal toezien op erkenningen van vluchtelingen wegensde vrees voor genitale verminking van minderjarigekinderen. Bij de erkenning zal aan de ouders duidelijkgemaakt worden dat het statuut kan ingetrokkenworden en er zal effectief op toegezien worden dat deouders, na de erkenning als vluchteling, niet alsnogeen besnijdenis van hun dochter zouden organiseren.1. Sinds wanneer is de vrees voor genitale verminkingeen grond om erkend te worden als vluchtelingvolgens de vluchtelingenconventie van Genève?2. Hoeveel personen werden sindsdien jaarlijkserkend op deze grond?3. In hoeveel gevallen werd vastgesteld dat deouders na de erkenning alsnog een besnijdenis (laten)uitvoeren van hun dochter?4.a) Welke maatregelen werden getroffen in de ondervraag 3 bedoelde gevallen?b) Hoe vaak werden de betreffende maatregelen toegepast?5. Op welke wijze zal er voortaan op toegezienworden dat niet alsnog een besnijdenis plaatsvindt?Question n o 19 de M. Filip De Man du 25 avril 2008(N.) à la ministre de la Politique de migration etd’asile:Condition d’obtention du statut d’asile. — Crainted’excision.Le Commissariat général aux réfugiés et aux apatridesa récemment fait savoir qu’il portera dorénavantune attention particulière à la reconnaissance de réfugiéslorsqu’il y a des raisons de craindre des mutilationsgénitales d’enfants mineurs. Lors de la reconnaissance,il sera clairement expliqué aux parents que lestatut pourra leur être retiré et le commissariat veilleraeffectivement à ce que les parents ne fassent plus pratquerl’excision sur leur fille après avoir été reconnuscomme réfugié.1. Depuis quand la crainte de mutilations génitalesconstitue-t-elle un motif d’octroi du statut de réfugiéen vertu de la Convention de Genève relative au statutdes réfugiés?2. Combien de personnes ont depuis lors été reconnueschaque année pour cette raison?3. Dans combien de cas a-t-il été constaté que lesparents avaient malgré tout pratiqué (fait pratiquer)une excision sur leur fille après la reconnaissance?4.a) Quelles mesures ont été prises dans les casmentionnés au point 3?b) À combien de reprises les mesures concernées ontellesété appliquées?5. De quelle manière veillera-t-on dorénavant à cequ’aucune excision ne soit plus pratiquée par la suite?Staatssecretaris voor Mobiliteit,toegevoegd aan de eerste ministerSecrétaire d’État à la Mobilité,adjoint au premier ministreDO 2007200803058 DO 2007200803058Vraag nr. 35 van de heer Christian Brotcorne van24 april 2008 (Fr.) aan de staatssecretaris voorMobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister:Veiligheid van voertuigen van het type «pick-up».De reclame voor voertuigen heeft het«EuroNCAP»-logo en zijn sterrensysteem voor debeoordeling van de passieve veiligheid vanQuestion n o 35 de M. Christian Brotcorne du 24 avril2008 (Fr.) au secrétaire d’État à la Mobilité,adjoint au premier ministre:Sécurité des véhicules de type «Pick-up».Les publicités pour les voitures ont popularisé lesigle «EuroNCAP» et les étoiles qui y sont associéespour évaluer la sécurité passive des automobiles. CetKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4090 QRVA 52 0202 - 6 - 2008auto’s algemene bekendheid verleend. EuroNCAP iseen internationale organisatie waarin de overhedenvan vijf Europese landen (Duitsland, Groot-Brittannië,Frankrijk, Nederland, Zweden), de Europese Unie,verschillende consumentenverenigingen en automobielclubszitting hebben.Euro NCAP heeft nu voor het eerst de passieve veiligheidgetest van zogenaamde pick-ups: kleine openvrachtwagens met een bestuurderscabine waarin doorgaansslechts plaats is voor twee of drie zitplaatsen, eneen open laadbak. De pick-up heeft mee geprofiteerdvan de recente marktevolutie en de groeiende populariteitvan terreinwagens. De verkoop van dergelijkevoertuigen in Europa is snel gestegen.We wisten al datdeze voertuigen meer verbruiken dan andere, en dathun wegligging en hun remvermogen minder goed zijnals gevolg van hun hogere gewicht en hun basisontwerp.Uit de onlangs uitgevoerde Euro NCAP-testenblijkt nu ook dat ze voor het merendeel onvoldoendebescherming bieden voor de inzittenden, en bij botsingeneen groter gevaar vormen voor de zwakke weggebruikers!Dat is een opvallende paradox, aangezien de consumentzo een voertuig onder andere koopt omwille vanzijn veronderstelde stevigheid en het gevoel van veiligheiddat uitgaat van de verhoogde bestuurdersplaats.De constructeurs, die voelden dat ze gouden zakenkonden doen, hebben hun aanbod uitgebreid enbieden nu onder meer versies aan met een dubbelecabine, met daarin vijf of zes zitplaatsen. Dergelijkevoertuigen, die in ons land nog steeds als bedrijfsvoertuigingeschreven worden, worden vaak als gezinswagengebruikt.1. Moet men de aankoop van pick-ups fiscaal aanmoedigendoor ze allemaal als bedrijfsvoertuig in teschrijven?2. Vindt u het verstandig om de verkoop van pickupsniet te beperken, bijvoorbeeld tot de ondernemingendie ze nodig hebben?Vindt u het nuttig om op zijn minst een onderscheidte maken tussen voertuigen met een enkele en voertuigenmet dubbele cabine, waarbij er voor deze laatstecategorie van kan worden uitgegaan dat ze bestemdzijn voor personenvervoer en dus belast moetenworden als personenwagens?organisme international regroupe cinq administrationseuropéennes (allemande, britannique, française,hollandaise et suédoise), l’Union européenne, diversesassociations de consommateurs et des automobilesclubs.Pour la première fois, EuroNCAP a testé la sécuritépassive des véhicules appelés communément «pickup»qui combinent n habitacle généralement limité àdeux ou trois sièges et un plateau de chargementouvert. L’évolution récente du marché et l’attrait croissantdu public pour les véhicules tous-terrains ontaussi profité aux «pick-up» dont les ventes ontprogressé rapidement en Europe. On savait déjà queces véhicules consommaient plus que les autres, queleur tenue de route et leur freinage sont moins performantsen raison de leur poids plus élevé et de leurconception de base. Voici à présent que les testsEuroNCAP menés récemment nous apprennent enoutre qu’ils offrent pour la plupart une protectionmédiocre des occupants et qu’ils représentent undanger plus grand pour les usagers faibles en cas decollision!Le paradoxe est frappant quand on sait que lesconsommateurs les achètent entre autres pour leursqualités supposées de robustesse et le sentiment desécurité procuré par la position de conduite surélevée.Les constructeurs, sentant le filon, ont diversifié leuroffre et proposent notamment des versions à doublecabine dotées de cinq ou six places. Ces véhicules,toujours immatriculés en utilitaires dans notre pays,sont fréquemment utilisés comme familiale.1. Convient-il d’encourager fiscalement les «pickup»en les immatriculant en utilitaire?2. Estimez-vous raisonnable de ne pas limiter lavente de «pick-up», par exemple aux seules entreprisesqui en ont besoin?Estimez-vous utile, au minimum, d’opérer unedistinction entre les véhicules simple et double cabine,ces derniers pouvant être considérés comme destinésau transport de personnes et donc taxés comme lesvoitures?DO 2007200803108 DO 2007200803108Vraag nr. 38 van de heer Guido De Padt van 25 april2008 (N.) aan de staatssecretaris voor Mobiliteit,toegevoegd aan de eerste minister:Bedrijfswagens. — Vervoeren van collega’s. — Rijgeschiktheidsattest.Er ontstond enige beroering rond het vereiste rijbewijsvoor mensen die collega’s een lift aanbieden inQuestion n o 38 de M. Guido De Padt du 25 avril 2008(N.) au secrétaire d’État à la Mobilité, adjoint aupremier ministre:Voitures de société. — Transport de collègues. —Attestation d’aptitude à la conduite.L’obligation, pour les conducteurs qui transportentdes collègues dans une voiture de société, d’être titu-KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 40912 - 6 - 2008een bedrijfswagen. De bal ging aan het rollen toen eenluisteraar op de radio zijn beklag deed over het feit dathij door de politie werd beboet omdat hij een collegameenam met zijn firmawagen.Wie collega’s in opdracht van zijn werkgever enonder zijn verantwoordelijkheid meeneemt in zijn bedrijfswagen,heeft daar blijkbaar een speciaal rijbewijsvoor nodig. Het gaat dan immers over bezoldigd vervoeren,dan is er een rijgeschiktheidsattest vereist. Datbetekent dat de bestuurder een positieve oogtest moetondergaan hebben, waarna hij bij de gemeente eenrijgeschiktheidsattest kan bekomen. Zo een attest is,afhankelijk van de leeftijd van de bestuurder, vijf jaargeldig.Assuralia, de Beroepsvereniging voor Verzekeringsondernemingen,is het daar niet mee eens. Wie zo’nstempel niet heeft is toch verzekerd. Alleen beroepschauffeursdie betaald worden om mensen te vervoeren,hebben zo’n stempel nodig, zegt de beroepsvereniging.laire d’une attestation spéciale les y autorisant, asuscité un certain émoi. La question a été soulevéelorsqu’un conducteur s’est plaint, sur l’antenne d’unechaîne radio, du fait que la police lui avait infligé uneamende au motif qu’il transportait un collègue dans savoiture de société.Il s’avère en effet que toute personne qui, à lademande de son employeur et sous la responsabilité decelui-ci, transporte des collègues à bord d’une voiturede société a besoin pour ce faire d’une attestationspéciale. Il s’agit en effet alors d’une forme de transportrémunéré, ce qui nécessite une attestationd’aptitude à la conduite. Cela signifie que le conducteurdoit avoir subi et réussi un test de la vue, à la suitede quoi il peut obtenir une attestation d’aptitude à laconduite auprès de sa commune. En fonction de l’âgedu conducteur, une telle attestation a une durée devalidité de cinq ans.Assuralia, l’Union professionnelle des entreprisesd’assurances, conteste cette vision des choses. PourAssuralia, le conducteur qui ne dispose pas d’une telleattestation est quand même assuré. Seuls les chauffeursprofessionnels, qui sont donc payés pour transporterdes personnes, en auraient besoin.1. Is het hierboven geschetste probleem u bekend? 1. Êtes-vous au courant du problème évoqué plushaut?2.a) Wat bepaalt de regelgeving precies?b) Wanneer is er een rijgeschiktheidsattest vereist enwanneer niet?3. Mogen we initiatieven en/of maatregelen verwachtenom aan deze onduidelijkheid tegemoet tekomen?4. Bent u bereid om de politiediensten voor te stellengeen bekeuringen meer te geven in afwachting vanduidelijke richtlijnen?2.a) Que prévoit précisément la législation?b) Quand une attestation d’aptitude à la conduite estellerequise et quand ne l’est-elle pas?3. Pouvons-nous nous attendre à certaines initiativeset/ou mesures visant à lever cette incertitude?4. Dans l’attente de consignes claires, envisagezvousde proposer aux services de police de ne plusinfliger d’amendes en pareil cas ?DO 2007200803135 DO 2007200803135Vraag nr. 41 van mevrouw Hilde Vautmans van28 april 2008 (N.) aan de staatssecretaris voorMobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister:Niet gekeurde autovoertuigen.Het feit dat een aantal voertuigen niet gekeurdwordt, en dus waarschijnlijk ook niet in de allerbestestaat onderhouden worden, is een zwart punt voor deverkeersveiligheid.1. Hoeveel uitnodigingen tot autokeuringen werdenin 2004, 2005 en 2006 naar de eigenaars van een inQuestion n o 41 de M me Hilde Vautmans du 28 avril2008 (N.) au secrétaire d’État à la Mobilité,adjoint au premier ministre:Véhicules en défaut de contrôle technique.Le fait qu’un certain nombre de véhicules ne sontpas en ordre de contrôle technique et dès lors sansdoute pas en très bon état d’entretien, constitue unproblème de taille au regard de la Sécurité routière.1. Combien de convocations à se présenter à uncentre d’inspection automobile ont été envoyées enKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4092 QRVA 52 0202 - 6 - 2008België ingeschreven voertuig verstuurd, opgesplitstnaar personenvoertuigen en bedrijfsvoertuigen?2. Hoeveel keuringen werden in 2004, 2005 en 2006effectief uitgevoerd door de in België gevestigde keuringcentra,opgesplitst volgens de 10 erkende ledenondernemingenvan GOCA (Groepering van ErkendeOndernemingen voor Autokeuring en Rijbewijs vzw)?3. Hoeveel eigenaars van een in België ingeschrevenvoertuig gaven in 2004, 2005 en 2006 geen gevolg aande oproepingsbrief tot autokeuring?4. Hoeveel eigenaars van een in België ingeschrevenvoertuig gaven in 2004, 2005 en 2006 geen gevolg aande herinneringsbrief tot autokeuring?5. Hoeveel eigenaars van een in België ingeschrevenvoertuig werden in 2004, 2005 en 2006 geverbaliseerdwegens het verstrijken van de geldigheidsduur van hetkeuringsbewijs van het voertuig?6. Welk percentage van het aantal verkeersongevallenmet doden en gewonden was in 2004, 2005 en2006 (mede) te wijten zijn aan de gebrekkige staat vanhet voertuig?2004, 2005 et 2006 aux propriétaires d’un véhiculeimmatriculé en Belgique, avec mention du nombre devéhicules destiné au transport de personnes, d’unepart, et de véhicules d’entreprise, d’autre part.2. Combien d’inspections ont réellement été effectuéesen 2004, 2005 et 2006 par les centres de contrôletechnique établis en Belgique, avec mention du nombred’inspections effectuées pour le compte de chacunedes dix entreprises agréées membres du GOCA (Groupementdes entreprises agréées de contrôle automobileet du permis de conduire ASBL)?3. Combien de propriétaires d’un véhicule immatriculéen Belgique n’ont pas donné suite à la convocationde leur centre de contrôle technique en 2004, 2005et 2006?4. Combien de propriétaires d’un véhicule immatriculéen Belgique n’ont pas donné suite à la lettre derappel de leur centre de contrôle technique en 2004,2005 et 2006?5. Combien de propriétaires d’un véhicule immatriculéen Belgique ont été verbalisés en 2004, 2005 et2006 pour non-respect de la durée de validité du certificatde visite de leur véhicule?6. En 2004, 2005 et 2006, quel pourcentage des accidentsde la circulation avec morts et/ou blessés étaientdus (en partie) au mauvais état d’entretien des véhiculesconcernés?DO 2007200803266 DO 2007200803266Vraag nr. 43 van mevrouw Josée Lejeune van 28 april2008 (Fr.) aan de staatssecretaris voor Mobiliteit,toegevoegd aan de eerste minister:Beveiliging van het vervoer van huisdieren met dewagen.Volgens een van de eerste studies over de bevestigingsssytemenvoor dieren is de aanwezigheid van nietvastgemaakte honden of katten bij een botsing eenreëel gevaar voor de inzittenden van het voertuig.In België bestaat hierover vandaag echter geen reglementering.Volgens een van de auteurs van de studiezou het nuttig zijn de autoconstructeurs te verplichtenop eigen kosten in hun handleiding raadgevingen enpraktische informatie te verstrekken over het vastmakenvan huisdieren die vervoerd worden. De fabrikantenzouden ook verplicht moeten worden om tests uitte voeren met de bevestigingssystemen voor dierenvooraleer ze op de markt worden gebracht.De auteurs van deze studie hebben verschillendebevestigingssystemen uitgetest die in België beschik-Question n o 43 de M me Josée Lejeune du 28 avril 2008(Fr.) au secrétaire d’État à la Mobilité, adjoint aupremier ministre:Sécurisation du transport en voiture d’animauxdomestiques.En vertu d’une des premières études sur les systèmesde fixation pour animaux, transporter dans unevoiture des chiens ou des chats qui ne sont pas attachésreprésente un réel danger pour les occupants du véhiculelors d’un impact.Or, actuellement, en Belgique, aucune réglementationn’existe à cet escient. selon l’un des auteurs decette étude, il serait utile de mettre sur pied à la foisune obligation de prévoir dans le manuel des conseilset des informations pratiques pour bien attacher lesanimaux domestiques lors d’un déplacement à chargedes constructeurs ainsi qu’une obligation de tests dessystèmes de fixation pour animaux avant leurcommercialisation.Les auteurs de cette étude ont testé divers systèmesde fixation disponibles en Belgique répondant auxKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 40932 - 6 - 2008baar zijn, en die beantwoorden aan de Europesenormen: volgens hen is de veiligste manier om eenhond of kat te vervoeren de kooi, die op de vloer achterde zetel van de bestuurder geplaatst wordt; de groteredieren moeten in een kooi in de koffer van dewagen geplaatst worden en de achterkant van de zetelsmoet uitgerust zijn met een stevig en behoorlijk vastgemaakttraliewerk. De test heeft uitgewezen, aldus deauteurs, dat alle andere systemen ontoereikend zijn.Een voorbeeld, een niet vastgemaakte hond dietegen de achterruit van een wagen ligt en die vooruitgeslingerdwordt op de zetel van de bestuurder en/ofde passagier bij een aanrijding met 50 km/uur, heefteen slagkracht van 500 kilo, en kan zo de bestuurder(s)en/of passagier(s) vooraan in het voertuig heel ernstigverwonden.normes européennes: à leurs yeux, le moyen le plussûr pour transporter un chien ou un chat est la cage,placée à terre derrière le siège conducteur; les plus grosanimaux, quant à eux, devraient être placés dans unecage dans le coffre de la voiture dont l’arrière dessièges devraient être équipés d’une grille robuste etbien attachée. Tous les autres systèmes ont, à leurestime, défailli à l’occasion de ce test.À titre d’exemple, un chien non attaché appuyé surune fenêtre arrière de voiture qui est projeté sur lessièges conducteur et/ou passager lors d’une collision à50 km/h, représente un poids d’impact de 500 kilos,risquant donc de provoquer des blessures extrêmementgraves au(x) conducteur(s) et/ou passager(s) se trouvantà l’avant du véhicule.1. Klopt deze informatie? 1. Pourriez-vous confirmer la véracité de tellesinformations?2. Erkent u dat deze feitelijke situatie een gevaarinhoudt?3.a) Zo ja, wat is uw standpunt hierover?2. Reconnaissez-vous l’existence du danger constituépar cet état de fait?3.a) Si oui, quelle est votre position par rapport à cephénomène?b) Bent u van plan te reageren? b) Envisagez-vous de réagir?c) Zo ja, hoe? c) Si oui, de quelle manière?DO 2007200803269 DO 2007200803269Vraag nr. 44 van mevrouw Linda Musin van 28 april2008 (Fr.) aan de staatssecretaris voor Mobiliteit,toegevoegd aan de eerste minister:Carpooling met een bedrijfsauto.Als ik Werner Van Cant, presentator van het televisieprogramma«Kijk Uit» — de tegenhanger van deFranstalige uitzending «Contact» — mag geloven, ismijn rijbewijs geenszins een garantie voor mijn kwaliteitenals bestuurder — althans wanneer ik een of tweecollega’s laat meerijden.Volgens hem moet wie collega’s meeneemt in eenfirmawagen, in het bezit zijn van het rijgeschiktheidsattestdat vereist is voor het vervoer van personeel meteen voertuig van het bedrijf. Dat attest wordt uitgereiktna een volledig medisch onderzoek en een ogentest.Zonder zo een attest en met alleen maar eengewoon rijbewijs kom je er dus niet als je wil carpoolenmet collega’s.Question n o 44 de M me Linda Musin du 28 avril 2008(Fr.) au secrétaire d’État à la Mobilité, adjoint aupremier ministre:Covoiturage en voiture de société.Si j’en crois Werner Van Cant, présentateur del’émission «Kijk Uit», l’équivalent de l’émission francophone«Contact», mon permis de conduire n’estabsolument pas garant de ma bonne aptitude à laconduite. Du moins lorsque j’embarque avec moi unou deux collègues de travail.Selon lui, si vous circulez dans votre véhicule desociété en compagnie de collègues, vous devez posséderl’attestation d’aptitude à la conduite exigée pour letransport de personnel avec un véhicule d’entreprise.Cette attestation est délivrée après un examen médicalcomplet ainsi qu’un test de la vue. Si vous ne répondezpas à cette exigence, votre permis de conduire ne vousserait d’aucune utilité dans le cadre du covoiturageentre collègues.1. Hoe moet die vereiste worden geïnterpreteerd: 1. Comment doit-on interpréter cette exigence:a) moet ik daaruit besluiten dat het bezit van eenrijbewijs niet afdoende bewijst dat ik in staat bente carpoolen met collega’s, wat dus kennelijk eena) dois-je en conclure que la possession d’un permisde conduire n’atteste pas suffisamment de monaptitude à la conduite pour pouvoir pratiquer cetteKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4094 QRVA 52 0202 - 6 - 2008hogere vorm van autorijden en een bijzonderhachelijke onderneming is;b) moet ik daaruit besluiten dat de verzekeringsmaatschappijenzo weinig vertrouwen hebben inde procedure voor de uitreiking van het rijbewijsdat ze bijkomende tests eisen voor carpooling metcollega’s?2. Is het niet aangewezen carpooling met een wagenvan het bedrijf — we hebben het hier uitsluitend overhet gebruik van firmawagens — niet langer gelijk testellen met het vervoer van personeel?Die gelijkstelling, en de daaruit voortvloeiende verplichting,lijken mij immers buitensporig. Bovendienzorgt dit voor nodeloze extra rompslomp en wordt hetcarpoolen met collega’s ontmoedigd.forme de conduite supérieure et à ce point dangereusequ’est le covoiturage entre collègues;b) dois-je en conclure que les assurances n’ont absolumentpas confiance quant au sérieux de l’octroidu permis de conduire qu’elles exigent des testscomplémentaires dans le cadre du covoiturageentre collègues?2. Ne serait-il pas judicieux de supprimerl’assimilation du covoiturage au moyen d’un véhiculed’entreprise — nous ne parlons ici que du cas de lavoiture de société — au transport de personnel?Cette assimilation, et l’obligation qui en découle,me semble en effet disproportionnée et me semble êtreune tracasserie inutile et un frein au développement ducovoiturage en entreprise.DO 2007200803427 DO 2007200803427Vraag nr. 49 van de heer Roel Deseyn van 30 april2008 (N.) aan de staatssecretaris voor Mobiliteit,toegevoegd aan de eerste minister:Autokeuring. — Correct aanbieden van een getunedvoertuig.Mensen die auto’s tunen komen bij het uitoefenenvan hun hobby regelmatig in botsing met het reglementairkader inzake verkeersveiligheid, zonder dathierbij in realiteit een effectieve aanleiding toe is.Tuners zijn begeesterd door de schoonheid vanwagens en zijn algemeen gekend als een groep met veelverantwoordelijkheidszin in het verkeer. Dit impliceertonder andere dat zij hun voertuig ook op eencorrecte wijze willen aanbieden bij de technische keuring.Om een getunede auto correct voor te rijden bij dekeuring, is het aangewezen vooraf even contact op tenemen met de keuringsdienst. Dit leidt erg vaak totbehoorlijk onlogische situaties die de nodige vragendoen rijzen over verkeersveiligheid. Een specifiekvoorbeeld hiervan zijn de auto’s waarbij de normalezijdelingse veiligheidsgordel vervangen wordt dooreen reglementaire 4-punts harnasgordel (E-keur) diekruislings in de zetel is verwerkt. Dit is een beveiligingssysteemdat onder andere in racewagens wordtgebruikt. Uit de richtlijnen bij een aantal keuringsdienstenblijkt dat voor dergelijke gordels verwachtwordt dat bij het aanbieden ter technische keuring deharnasgordel op zijn beurt verankerd wordt in hetoriginele verankeringspunt in de zijkant van het voertuig.Een dergelijke ingreep leidt er toe dat de aanwezigespanning op de harnasgordel wordt weggenomen.Dit zorgt voor een erg onveilige situatie wanneer menzich in het verkeer begeeft, gezien de functie van deQuestion n o 49 de M. Roel Deseyn du 30 avril 2008(N.) au secrétaire d’État à la Mobilité, adjoint aupremier ministre:Contrôle technique. — Présentation correcte d’unvéhicule tuné.Les conducteurs qui pratiquent le tuning se heurtentsouvent, sans raison objective, au cadre réglementaireen vigueur dans le domaine de la Sécurité routière. Lestuners, qui sont passionnés de belles voitures, ont eneffet la réputation d’adopter des comportementsresponsables quand ils prennent la route, ce qui impliqueentre autres qu’ils prennent soin de présenter leurvéhicule au contrôle dans les règles de l’art.À cette fin, il est opportun que les tuners se mettenten rapport préalablement avec le service d’inspectionautomobile. Cependant, cette prise de contact débouchetrès souvent sur des situations passablement absurdesqui soulèvent certaines questions touchant à lasécurité routière. Exemple typique de telles situations:les voitures où la ceinture de sécurité oblique standarda été remplacée par un harnais réglementaire à 4 pointsde fixation (homologué E), intégré dans le siège. Ils’agit là d’un dispositif de sécurité qui est utilisénotamment dans les véhicules de compétition. Ilressort des directives en vigueur dans certains servicesd’inspection automobile que s’agissant de telles ceintures,les tuners ont l’obligation, lorsqu’ils présententleur véhicule au contrôle, de veiller à ce que le harnaissoit fixé sur le point d’ancrage d’origine situé sur lecôté latéral de l’habitacle de la voiture. Cetteintervention a toutefois pour effet d’annuler la tensionprésente sur le harnais, ce qui engendre des situationsKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 40952 - 6 - 2008veiligheidsgordel wordt verstoord. De keuringsdienstenbereiken met een dergelijke maatregelen dan ooknet het tegenovergestelde van wat ze zouden moetenbeogen, zijnde de veiligheid van het voertuig garanderen.1. Wat is het reglementair kader en wat zijn de algemenerichtlijnen die meegegeven worden aan de technischekeuringsdiensten bij het keuren van getunedevoertuigen?2. Hoe staat u tegenover de suggestie om bij hetkeuren van autogordels in de eerste plaats rekening tehouden met de intrinsieke veiligheid van het systeemin plaats van met de originele situatie?3. Kan worden toegestaan dat een voertuig eenreglementaire harnasgordel bevat in plaats van eenzijdelingse schuine gordel?de grande insécurité lorsque les tuners s’engagent dansla circulation compte tenu du fait que la fonction de laceinture de sécurité est ainsi perturbée. Avec de tellesmesures, les services d’inspection automobile obtiennentexactement des résultats inverses à ceux qu’ilsescomptaient, c’est-à-dire garantir la sécurité du véhicule.1. Quel est le cadre réglementaire applicable à laprésentation de véhicules tunés au contrôle techniqueet quelles directives générales sont données en lamatière aux services d’inspection automobile?2. Que pensez-vous de l’idée de tenir compte enpremier lieu, s’agissant du contrôle spécifique de laceinture de sécurité, de la sécurité intrinsèque dusystème au lieu de prendre en considération l’étatd’origine du véhicule?3. Les propriétaires de véhicules tunés pourraientilsêtre autorisés à présenter leur véhicule au contrôleavec un harnais réglementaire au lieu d’une ceinturesanglée obliquement?DO 2007200803428 DO 2007200803428Vraag nr. 50 van de heer Roel Deseyn van 30 april2008 (N.) aan de staatssecretaris voor Mobiliteit,toegevoegd aan de eerste minister:Chauffeurs van supertrucks en treinbestuurders. —Individueel risico op ongevallen.Recentelijk kondigde u aan proefprojecten te zullenopstarten met supertrucks. De problematiek van overbezettewegen en de nood aan een beter goederentransportis ondertussen genoegzaam bekend.Het individueel risico om met een vrachtwagen eenongeval te veroorzaken, is een thema waar mindergegevens over beschikbaar zijn. Nochtans is er dejongste jaren in tal van media regelmatig sprake vanongevallen met vrachtwagens die enorme materiële enmenselijke schade veroorzaken. Het is goed dat ereerst geëxperimenteerd wordt met supertrucks, maarhet is erg onvoorspelbaar hoe groot het risico op ongevallenzal zijn.Een andere weg die reeds lang gebruikt wordtinzake goederenvervoer is deze via het spoor. Dezepiste heeft nog voldoende groeimarge en het individueelrisico op ongevallen is erg nauwkeurig berekenbaar.Via het European Road Safety Observatory ishet mogelijk om een analyse te maken van derisico’s bij het goederenvervoer via het spoor. Eendergelijke analyse is te vatten in drie parameters: deblootstelling aan het risico, de waarschijnlijkheid vaneen ongeval en de ernstgraad van schade en slachtof-Question n o 50 de M. Roel Deseyn du 30 avril 2008(N.) au secrétaire d’État à la Mobilité, adjoint aupremier ministre:Chauffeurs de supercamions et conducteurs de train.— Risque individuel d’accident.Vous avez récemment annoncé le lancement deprojets pilotes concernant les supercamions. Leproblème des routes encombrées et la nécessitéd’améliorer le transport de marchandises est entretempssuffisamment connue.Le risque individuel de provoquer un accident avecun camion constitue un thème plus méconnu. Cesdernières années, pourtant, de nombreux médias sesont régulièrement fait l’écho d’accidents impliquantdes poids lourds ayant occasionné d’énormes dégâtsmatériels et humains. S’il est positif de mener uneexpérience préalable avec des supercamions, l’on nepeut toutefois prédire l’ampleur du risque d’accident.Les chemins de fer constituent pour les marchandisesun autre moyen de transport utilisé depuis longtempsdéjà. Cette piste offre encore une marge decroissance suffisante et permet de calculer précisémentle risque individuel d’accident. Il est en effet possibled’effectuer une analyse des risques liés au transport demarchandises par rail, par l’intermédiaire del’European Road Safety Observatory. Une telleanalyse repose sur trois paramètres: l’exposition aurisque, la probabilité d’un accident et le degré deKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4096 QRVA 52 0202 - 6 - 2008fers. Het zou goed zijn om, alvorens een project te starten,zicht te hebben op de mogelijke risico’s die ditgenereert.1.a) Werd in het kader van het project met supertrucksreeds een risicoanalyse uitgevoerd?b) Wordt in het experiment rond supertrucks rekeninggehouden met de draagkracht van het Belgischewegennet?c) Wat zijn de resultaten van de voorafgaande analyse?2.a) Kan een vergelijkende studie worden gemaakt methet goederenvervoer via het spoor?b) Kan hierbij een vergelijkend cijfer worden gegevenvan het risico per bestuurder bij supertrucks engoederenvervoer via het spoor?3. Hoe staat u tegenover de suggestie om het goederenvervoervia het spoor verder uit te bouwen?gravité des dommages matériels et humains. Avant delancer un projet, il serait opportun d’avoir une idée desrisques potentiels qui en résulteraient.1.a) A-t-on déjà effectué une analyse de risques dans lecadre du projet lié aux supercamions?b) L’expérience projetée avec les supercamions tientellecompte de la capacité du réseau routier belge?c) Quels sont les résultats de l’analyse préalable?2.a) Ne pourrait-on effectuer une étude comparativeavec le transport de marchandises par rail?b) Pourrait-on à cet égard chiffrer le risque parconducteur dans le cas des supercamions d’unepart et du transport de marchandises par raild’autre part?3. Que pensez-vous de l’idée de développer davantagele transport de marchandises par rail?DO 2007200803454 DO 2007200803454Vraag nr. 51 van de heer Tobback Bruno van 30 april2008 (N.) aan de staatssecretaris voor Mobiliteit,toegevoegd aan de eerste minister:Wegverkeer. — Broeikasgassen. — Wagens en bedrijfswagens.Een daling van de uitstoot van broeikasgassen isnoodzakelijk om de opwarming van de aarde tegen tegaan. Een belangrijk, en toenemend, aandeel van debroeikasgassen in ons land wordt veroorzaakt doorhet wegverkeer.Vele bedrijven stellen een zogenaamde bedrijfswagenter beschikking van hun personeel. Zij kunnen eengedeelte van de gemaakte kosten voor de aankoophiervan fiscaal aftrekken van de vennootschapsbelasting.Deze bedrijfswagens maken een belangrijkdeel uit van de nieuw in het verkeer gebrachte voertuigen.45% van de nieuw verkochte auto’s is een firmawagen(jaarlijks ongeveer 220 000 auto’s), hoewel«slechts» 6% van de gezinnen over een bedrijfswagenbeschikt. Dit betekent dat bedrijfswagens relatief snelworden doorverkocht en in het niet-bedrijfswagencircuitworden gebracht.Aangezien onze wagens in de toekomst zuinigerzullen moeten zijn om zowel de Europese klimaatdoelstellingenals de Europese doelstellingen op vlakvan verkochte personenwagens te halen, dringt zichhier actie op.Question n o 51 de M. Tobback Bruno du 30 avril 2008(N.) au secrétaire d’État à la Mobilité, adjoint aupremier ministre:Circulation routière. — Gaz à effet de serre. — Véhiculesprivés et de société.Une diminution des émissions de gaz à effet de serreest indispensable pour lutter contre le réchauffementde la planète. Une partie de plus en plus importantedes émissions de gaz à effet de serre est générée par lacirculation routière.De nombreuses entreprises mettent une voiture desociété à la disposition de leur personnel. Elles peuventdéduire fiscalement une partie des frais encourus pourl’achat de ces véhicules dans le cadre de l’impôt dessociétés. Ces voitures de société représentent une partimportante des nouveaux véhicules mis en circulation.Les nouveaux véhicules vendus sont, à hauteur de45%, des voitures de société (environ 220 000 par an),alors que «seulement» 6% des ménages disposentd’une voiture de société. Dès lors, il faut en déduireque les véhicules de société sont assez rapidementrevendus et transférés dans le circuit des véhiculesparticuliers.Étant donné que le parc automobile du futur devraêtre plus économique en vue d’atteindre les objectifseuropéens tant en matière de climat qu’en ce quiconcerne le nombre de véhicules particuliers, desmesures doivent impérativement être prises.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 40972 - 6 - 20081. Hoeveel wagens per klasse van 10 g CO 2-uitstootper kilometer (vertrekkende van 90 g/km, 90-100 g/km, enzovoort) zijn er ingeschreven in ons land?2. Hoeveel bedrijfswagens per klasse van 10 g CO 2-uitstoot per kilometer (vertrekkende van 90 g/km, 90-100 g/km, enzovoort) zijn er ingeschreven in ons land?3. Hoeveel nieuwe wagens per klasse van 10 g CO 2-uitstoot per kilometer (vertrekkende van 90 g/km, 90-100 g/km, enzovoort) werden er ingeschreven in onsland in de jaren 2007, 2006, 2005 en 2004?4. Hoeveel nieuwe bedrijfswagens per klasse van10 g CO 2-uitstoot per kilometer (vertrekkende van90 g/km, 90-100 g/km, enzovoort) werden er ingeschrevenin ons land in de jaren 2007, 2006, 2005 en2004?1. Combien de véhicules par classe de 10 gd’émissions de CO 2par kilomètre (à partir de 90g/km,90-100 g/km, etc.) sont-ils immatriculés dans notrepays?2. Combien de véhicules de société par classe de10 g d’émissions de CO 2par kilomètre (à partir de90 g/km, 90-100 g/km, etc.) sont-ils immatriculés dansnotre pays?3. Combien de nouveaux véhicules par classe de10 g d’émissions de CO 2par kilomètre (à partir de90 g/km, 90-100 g/km, etc) ont-ils été immatriculésdans notre pays au cours des années 2007, 2006, 2005et 2004?4. Combien de nouveaux véhicules de société parclasse de 10 g d’émissions de CO 2par kilomètre (àpartir de 90 g/km, 90-100 g/km, etc.) ont-ils été immatriculésdans notre pays au cours des années 2007,2006, 2005 et 2004?Staatssecretaris voor de Coördinatievan de fraudebestrijding,toegevoegd aan de eerste ministerSecrétaire d’État à la Coordinationde la lutte contre la fraude,adjoint au premier ministreDO 2007200803054 DO 2007200803054Vraag nr. 5 van de heer François Bellot van 24 april2008 (Fr.) aan de staatssecretaris voor de Coördinatievan de fraudebestrijding, toegevoegd aande eerste minister:Departementen. — Energiebesparingsprogramma.Mijn vraag betreft het investeringsprogramma dat uop uw departement heeft opgezet om het energieverbruikterug te dringen.1. Welke maatregelen worden er in uw departementgetroffen:a) met het oog op de vervanging van de enkele beglazingdoor dubbele;b) met het oog op het gebruik van milieuvriendelijkerevoertuigen;c) met het oog op een optimale verlichting van dekantoren, waarbij de verlichting in ongebruiktegemeenschappelijke ruimten uitgeschakeld wordt?2. Welke instructies moeten de ambtenaren volgenmet betrekking tot de computerapparatuur, wanneerQuestion n o 5 de M. François Bellot du 24 avril 2008(Fr.) au secrétaire d’État à la Coordination de lalutte contre la fraude, adjoint au premier ministre:Départements. — Programme d’économie d’énergie.Ma question concerne le programmed’investissements que vous avez mis en œuvre dansvotre département en vue de réduire la consommationd’énergie.1. Quelles mesures sont prises dans votre département:a) pour assurer le remplacement des simples vitragespar des doubles vitrages;b) pour utiliser des véhicules à indices environnementauxplus respectueux de l’environnement;c) pour assurer une qualité d’éclairage optimale pourles occupants des bureaux tout en assurant l’arrêtde ces éclairages dans les locaux communs nonutilisés?2. Quelles mesures sont prises notamment eu égardau fonctionnement du matériel informatique (ferme-KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4098 QRVA 52 0202 - 6 - 2008ze hun kantoor verlaten (verplicht uitzetten van depc’s)?3. Welke maatregelen zouden uw departementen,ingeval een van uw departementen kantoorruimte zouhuren, hebben getroffen om de eigenaars ertoe aan tezetten de noodzakelijke energiebesparende technischeingrepen te doen?ture obligatoire des PC) dès que les agents quittent lesbureaux?3. Dans l’hypothèse où l’un de vos départementslouerait des surfaces de bureaux, quelles mesures incitativesvos départements auraient-ils prises poursuggérer aux propriétaires d’apporter les mesurestechniques indispensables pour réduire la consommationd’énergie?Staatssecretaris, toegevoegdaan de minister van FinanciënSecrétaire d’État, adjointau ministre des FinancesDO 2007200803054 DO 2007200803054Vraag nr. 4 van de heer François Bellot van 24 april2008 (Fr.) aan de staatssecretaris, toegevoegd aande minister van Financiën:Departementen. — Energiebesparingsprogramma.Mijn vraag betreft het investeringsprogramma dat uop uw departement heeft opgezet om het energieverbruikterug te dringen.1. Welke maatregelen worden er in uw departementgetroffen:a) met het oog op de vervanging van de enkele beglazingdoor dubbele;b) met het oog op het gebruik van milieuvriendelijkerevoertuigen;c) met het oog op een optimale verlichting van dekantoren, waarbij de verlichting in ongebruiktegemeenschappelijke ruimten uitgeschakeld wordt?2. Welke instructies moeten de ambtenaren volgenmet betrekking tot de computerapparatuur, wanneerze hun kantoor verlaten (verplicht uitzetten van depc’s)?3. Welke maatregelen zouden uw departementen,ingeval een van uw departementen kantoorruimte zouhuren, hebben getroffen om de eigenaars ertoe aan tezetten de noodzakelijke energiebesparende technischeingrepen te doen?Question n o 4 de M. François Bellot du 24 avril 2008(Fr.) au secrétaire d’État, adjoint au ministre desFinances:Départements. — Programme d’économie d’énergie.Ma question concerne le programmed’investissements que vous avez mis en œuvre dansvotre département en vue de réduire la consommationd’énergie.1. Quelles mesures sont prises dans votre département:a) pour assurer le remplacement des simples vitragespar des doubles vitrages;b) pour utiliser des véhicules à indices environnementauxplus respectueux de l’environnement;c) pour assurer une qualité d’éclairage optimale pourles occupants des bureaux tout en assurant l’arrêtde ces éclairages dans les locaux communs nonutilisés?2. Quelles mesures sont prises notamment eu égardau fonctionnement du matériel informatique (fermetureobligatoire des PC) dès que les agents quittent lesbureaux?3. Dans l’hypothèse où l’un de vos départementslouerait des surfaces de bureaux, quelles mesures incitativesvos départements auraient-ils prises poursuggérer aux propriétaires d’apporter les mesurestechniques indispensables pour réduire la consommationd’énergie?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 40992 - 6 - 2008Staatssecretaris voor Personenmet een handicap, toegevoegdaan de minister van Sociale Zakenen VolksgezondheidSecrétaire d’État aux Personneshandicapées, adjointe à laministre des Affaires socialeset de la Santé publiqueDO 2007200803054 DO 2007200803054Vraag nr. 6 van de heer François Bellot van 24 april2008 (Fr.) aan de staatssecretaris voor Personenmet een handicap, toegevoegd aan de ministervan Sociale Zakenen Volksgezondheid:Departementen. — Energiebesparingsprogramma.Mijn vraag betreft het investeringsprogramma dat uop uw departement heeft opgezet om het energieverbruikterug te dringen.1. Welke maatregelen worden er in uw departementgetroffen:a) met het oog op de vervanging van de enkele beglazingdoor dubbele;b) met het oog op het gebruik van milieuvriendelijkerevoertuigen;c) met het oog op een optimale verlichting van dekantoren, waarbij de verlichting in ongebruiktegemeenschappelijke ruimten uitgeschakeld wordt?2. Welke instructies moeten de ambtenaren volgenmet betrekking tot de computerapparatuur, wanneerze hun kantoor verlaten (verplicht uitzetten van depc’s)?3. Welke maatregelen zouden uw departementen,ingeval een van uw departementen kantoorruimte zouhuren, hebben getroffen om de eigenaars ertoe aan tezetten de noodzakelijke energiebesparende technischeingrepen te doen?Question n o 6 de M. François Bellot du 24 avril 2008(Fr.) à la secrétaire d’État aux Personnes handicapées,adjoint à la ministre des Affaires socialeset de la Santé publique:Départements. — Programme d’économie d’énergie.Ma question concerne le programmed’investissements que vous avez mis en œuvre dansvotre département en vue de réduire la consommationd’énergie.1. Quelles mesures sont prises dans votre département:a) pour assurer le remplacement des simples vitragespar des doubles vitrages;b) pour utiliser des véhicules à indices environnementauxplus respectueux de l’environnement;c) pour assurer une qualité d’éclairage optimale pourles occupants des bureaux tout en assurant l’arrêtde ces éclairages dans les locaux communs nonutilisés?2. Quelles mesures sont prises notamment eu égardau fonctionnement du matériel informatique (fermetureobligatoire des PC) dès que les agents quittent lesbureaux?3. Dans l’hypothèse où l’un de vos départementslouerait des surfaces de bureaux, quelles mesures incitativesvos départements auraient-ils prises poursuggérer aux propriétaires d’apporter les mesurestechniques indispensables pour réduire la consommationd’énergie?Staatssecretaris voor Armoedebestrijding,toegevoegd aan de ministervan Maatschappelijke Integratie,Pensioenen en Grote StedenSecrétaire d’État à la Luttecontre la pauvreté, adjointà la ministre de l’Intégration sociale,des Pensions et des Grandes VillesDO 2007200803054 DO 2007200803054Vraag nr. 5 van de heer François Bellot van 24 april2008 (Fr.) aan de staatssecretaris voor Armoedebestrijding,toegevoegd aan de minister vanMaatschappelijke Integratie, Pensioenen enGrote Steden:Departementen. — Energiebesparingsprogramma.Mijn vraag betreft het investeringsprogramma dat uop uw departement heeft opgezet om het energieverbruikterug te dringen.Question n o 5 de M. François Bellot du 24 avril 2008(Fr.) au secrétaire d’État à la Lutte contre lapauvreté, adjoint à la ministre de l’Intégrationsociale, des Pensions et des Grandes villes:Départements. — Programme d’économie d’énergie.Ma question concerne le programme d’investissementsque vous avez mis en œuvre dans votre départementen vue de réduire la consommation d’énergie.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4100 QRVA 52 0202 - 6 - 20081. Welke maatregelen worden er in uw departementgetroffen:1. Quelles mesures sont prises dans votre département:a) met het oog op de vervanging van de enkele beglazingdoor dubbele;a) pour assurer le remplacement des simples vitragespar des doubles vitrages;b) met het oog op het gebruik van milieuvriendelijkerevoertuigen;b) pour utiliser des véhicules à indices environnementauxplus respectueux de l’environnement;c) met het oog op een optimale verlichting van dekantoren, waarbij de verlichting in ongebruiktegemeenschappelijke ruimten uitgeschakeld wordt?c) pour assurer une qualité d’éclairage optimale pourles occupants des bureaux tout en assurant l’arrêtde ces éclairages dans les locaux communs nonutilisés?2. Welke instructies moeten de ambtenaren volgenmet betrekking tot de computerapparatuur, wanneerze hun kantoor verlaten (verplicht uitzetten van depc’s)?2. Quelles mesures sont prises notamment eu égardau fonctionnement du matériel informatique (fermetureobligatoire des PC) dès que les agents quittent lesbureaux?3. Welke maatregelen zouden uw departementen,ingeval een van uw departementen kantoorruimte zouhuren, hebben getroffen om de eigenaars ertoe aan tezetten de noodzakelijke energiebesparende technischeingrepen te doen?3. Dans l’hypothèse où l’un de vos départementslouerait des surfaces de bureaux, quelles mesures incitativesvos départements auraient-ils prises poursuggérer aux propriétaires d’apporter les mesurestechniques indispensables pour réduire la consommationd’énergie?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 41012 - 6 - 2008III. Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigersen antwoorden van de ministers.III. Questions posées par les membres de la Chambre des représentantset réponses données par les ministres.Eerste ministerPremier ministreDO 2007200803054 DO 2007200803054Vraag nr. 11 van de heer François Bellot van 24 april2008 (Fr.) aan de eerste minister:Departementen. — Energiebesparingsprogramma.Mijn vraag betreft het investeringsprogramma dat uop uw departement heeft opgezet om het energieverbruikterug te dringen.1. Welke maatregelen worden er in uw departementgetroffen:a) met het oog op de vervanging van de enkele beglazingdoor dubbele;b) met het oog op het gebruik van milieuvriendelijkerevoertuigen;c) met het oog op een optimale verlichting van dekantoren, waarbij de verlichting in ongebruiktegemeenschappelijke ruimten uitgeschakeld wordt?2. Welke instructies moeten de ambtenaren volgenmet betrekking tot de computerapparatuur, wanneerze hun kantoor verlaten (verplicht uitzetten van depc’s)?3. Welke maatregelen zouden uw departementen,ingeval een van uw departementen kantoorruimte zouhuren, hebben getroffen om de eigenaars ertoe aan tezetten de noodzakelijke energiebesparende technischeingrepen te doen?Antwoord van de eerste minister van 27 mei 2008,op de vraag nr. 11 van de heer François Bellot van24 april 2008 (Fr.):1.a) De ramen van de Wetstraat 16 zijn al enkele jarenvoorzien van isolerend glas.Question n o 11 de M. François Bellot du 24 avril 2008(Fr.) au premier ministre:Départements. — Programme d’économie d’énergie.Ma question concerne le programme d’investissementsque vous avez mis en œuvre dans votre départementen vue de réduire la consommation d’énergie.1. Quelles mesures sont prises dans votre département:a) pour assurer le remplacement des simples vitragespar des doubles vitrages;b) pour utiliser des véhicules à indices environnementauxplus respectueux de l’environnement;c) pour assurer une qualité d’éclairage optimale pourles occupants des bureaux tout en assurant l’arrêtde ces éclairages dans les locaux communs nonutilisés?2. Quelles mesures sont prises notamment eu égardau fonctionnement du matériel informatique (fermetureobligatoire des PC) dès que les agents quittent lesbureaux?3. Dans l’hypothèse où l’un de vos départementslouerait des surfaces de bureaux, quelles mesures incitativesvos départements auraient-ils prises poursuggérer aux propriétaires d’apporter les mesurestechniques indispensables pour réduire la consommationd’énergie?Réponse du premier ministre du 27 mai 2008, à laquestion n o 11 de M. François Bellot du 24 avril 2008(Fr.):1.a) Les fenêtres du 16, rue de la Loi sont équipéesdepuis quelques années déjà de vitrage isolant.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4102 QRVA 52 0202 - 6 - 2008In 2004 werd een renovatieaanvraag ingediend bijde Regie der Gebouwen voor het gebouw gelegen teWetstraat 14. Deze aanvraag heeft met name betrekkingop de vervanging van enkele beglazing doordubbele beglazing.b) De omzendbrief 307quater van 3 mei 2004 betreffendehet aanschaffen van personenvoertuigen diebestemd zijn voor de staatsdiensten en voor de instellingenvan openbaar nut, wordt toegepast.c) De Kanselarij veralgemeent geleidelijk de installatie,enerzijds, van verlichtingstoestellen met energiezuinigeTL5-lampen en elektronisch voorschakelapparaaten, anderzijds, van automatische schakelaars.Bovendien werden de gloeilampen vervangendoor PL-spaarlampen.2. Via dienstmededelingen worden alle personeelsledenregelmatig herinnerd aan de goede praktijkeninzake milieubeheer. Bijzondere aandacht gaat uitnaar tips over energiebesparing.3. Niet van toepassing. 3. Non applicable.Une demande de rénovation du bâtiment sis au 14,rue de la Loi a été introduite en 2004 auprès de laRégie des Bâtiments. Cette demande porte notammentsur le remplacement des simples vitrages par desdoubles vitrages.b) La circulaire 307quater du 3 mai 2004 portant surl’acquisition de véhicules de personnes destinésaux services de l’État et aux organismes d’intérêtpublic, est appliquée.c) La Chancellerie généralise progressivement, d’unepart, l’installation d’appareils d’éclairage à tubesTL5 économiques et ballast électronique, d’autrepart, l’installation d’interrupteurs automatiques.Les ampoules à incandescence ont par ailleurs étéremplacées par des ampoules économiques PL.2. Des communications de service sont régulièrementadressées à l’ensemble du personnel pour rappelerles bonnes pratiques en matière de gestion environnementale.Une attention particulière est donnée auxconseils portant sur les économies d’énergie.DO 2007200803281 DO 2007200803281Vraag nr. 12 van de heer Pierre-Yves Jeholet van29 april 2008 (Fr.) aan de eerste minister:Departement. — Indienstneming van personen meteen handicap.Overeenkomstig het koninklijk besluit van 5 maart2007 tot organisatie van de werving van personen meteen handicap in het federaal administratief openbaarambt is elke overheidsdienst verplicht personen meteen handicap tewerk te stellen ten belope van 3 procentvan zijn effectief. Dat percentage moet gehaaldworden tegen 1 januari 2010.Uit cijfers die in februari 2008 werden bekendgemaakt,blijkt dat de FOD Kanselarij van de EersteMinister momenteel geen enkele werknemer met eenhandicap in dienst heeft.Question n o 12 de M. Pierre-Yves Jeholet du 29 avril2008 (Fr.) au premier ministre:Département. — Emploi de personnes handicapées.L’arrêté royal du 5 mars 2007 organisant le recrutementdes personnes handicapées dans la fonctionpublique administrative fédérale, prévoit que les servicespublics doivent mettre au travail des personneshandicapées à concurrence de 3 % de leur effectif. Cepourcentage de 3 % devra être atteint pour le 1 erjanvier 2010.Il ressort des chiffres communiqués en février 2008que le SPF Chancellerie n’occupe actuellement aucuntravailleur handicapé.1. Wat denkt u daaraan te doen? 1. Comment envisagez-vous remédier à cette situation?2. Zullen er concrete maatregelen worden getroffenop uw departement teneinde de toegang tot werk voorpersonen met een handicap te bevorderen en de doelstellingvan 3 procent te bereiken?3. Heeft uw departement een stappenplan opgesteldom die doelstelling binnen de gestelde termijn te bereiken?4. Voorziet het personeelsplan 2008 van uw departementreeds in de indienstneming van personen meteen handicap?2. Des mesures concrètes sont-elles envisagées ausein de votre département afin de promouvoir l’accès àl’emploi pour les personnes handicapées et d’atteindrel’objectif des 3 %?3. Votre département a-t-il prévu un plan deprogression pour atteindre cet objectif dans le délaiprescrit?4. Le plan de personnel 2008 de votre départementprévoit-il déjà le recrutement de personnes handicapées?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 41032 - 6 - 2008Antwoord van de eerste minister van 27 mei 2008,op de vraag nr. 12 van de heer Pierre-Yves Jeholet van29 april 2008 (Fr.):1 tot 4. Momenteel stelt de Federale OverheidsdienstKanselarij van de eerste minister één persoonmet een handicap te werk. Tijdens de zomer van 2008zal er tevens één jobstudent(e) met een handicapworden tewerkgesteld.Ik ben mij bewust van het belang van de inschakelingvan personen met een handicap in het arbeidsproces.Dit wordt niet als dusdanig voorzien in het personeelsplan,maar binnen de Federale OverheidsdienstKanselarij van de eerste minister is er een «Actieplandiversiteit» opgesteld om het percentage van 3% vanpersonen met een handicap te behalen op 1 januari2010. Deze acties betekenen in concreto dat bij de aanwervingde reserves van personen met een handicap bijSelor geconsulteerd worden. Daarnaast wenst deKanselarij van de eerste minister in de toekomst graagde vacatures ook te verspreiden binnen de doelgroepenvia de socio-professionele organisaties die de integratievan personen met een handicap bevorderen. Om hetimago van de Federale Overheidsdienst Kanselarij vande eerste minister te versterken zullen in de vacaturesde voordelen van een tewerkstelling bij een overheidsdienstopgesomd worden én er zullen getuigenissenvan medewerkers op de website worden geplaatst.Alhoewel ik van mening ben dat de criteria bij eenselectie alleszins toegespitst moeten zijn op hetgewenste profiel, vaardigheden en nuttige ervaring,kunnen ongetwijfeld inspanningen worden geleverdom bij een oproep tot de kandidaten, de personen meteen handicap die belangstelling zouden tonen voor deaangeboden betrekkingen, te contacteren en hen beterte informeren.Réponse du premier ministre du 27 mai 2008, à laquestion n o 12 de M. Pierre-Yves Jeholet du 29 avril2008 (Fr.):1 à 4. Le Service public fédéral Chancellerie dupremier ministre emploie actuellement une personnehandicapée. Durant l’été 2008, un(e) étudiant(e) jobistehandicapé(e) sera également employé(e).Je suis conscient de l’importance de l’insertion depersonnes handicapées dans le processus du travail.Ceci n’est pas prévu comme tel dans le plan de personnelmais au sein de la Chancellerie du premier ministre,un «Plan d’action diversité» a été élaboré en vuede parvenir à 3% de personnes handicapées au1 er janvier 2010. Concrètement, ces actions visent àconsulter les réserves de personnes handicapées duSelor en cas de recrutement. En sus, la Chancellerie dupremier ministre désire également, à l’avenir, diffuserles vacances de poste au sein de groupes-cibles, et ce,par le truchement d’organisations socio-professionnellesfavorisant l’intégration de personnes handicapées.Pour renforcer l’image du Service public fédéral Chancelleriedu premier ministre, les vacances de postementionneront les avantages liés à la fonction publiqueet des témoignages de collaborateurs seront placéssur le site web.Si lors d’une sélection les critères doivent à mes yeuxabsolument être centrés sur la correspondance auprofil recherché, les compétences et l’expérience utile,des efforts peuvent certainement être faits afin que,lors de l’appel aux candidats, les personnes handicapéesqui pourraient être intéressées par les fonctionsproposées soient contactées et mieux informées.DO 2007200803672 DO 2007200803672Vraag nr. 14 van de heer Olivier Maingain van 14 mei2008 (Fr.) aan de eerste minister:Paleis voor Schone Kunsten. — Gebruik der talen.Naar verluidt zou het Nederlandstalige personeelvan het Paleis voor Schone Kunsten zich regelmatigniet echt vriendelijk gedragen.Zo weigerde een Nederlandstalig personeelslid op14 maart 2008, tijdens de pauze van een voorstelling inde Henri Le Boeufzaal, een bericht ook in het Fransom te roepen; de betrokkene verklaarde daarbij opbesliste toon dat «Bozar (sic!) een Vlaamse instelling(...) is».Los van het feit dat het personeel verplicht is berichtenmede te delen in beide talen — conform de wettenQuestion n o 14 de M. Olivier Maingain du 14 mai2008 (Fr.) au premier ministre:Palais des Beaux-Arts. — Emploi des langues.Il me revient de manière régulière des comportementspeu amènes émanant du personnel néerlandophoneen fonction au sein du Palais des Beaux-Arts.C’est ainsi que le 14 mars 2008, lors d’un entracted’un spectacle qui se déroulait à la grande salle HenriLe Boeuf, un membre du personnel néerlandophone arefusé de faire une annonce également en français et adéclaré de manière péremptoire que «Bozar (sic!) étaitune boîte flamande (...)».Outre le fait que le personnel a l’obligation de faireses annonces dans les deux langues, conformémentKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4104 QRVA 52 0202 - 6 - 2008op het gebruik van de talen in bestuurszaken — komtdat laakbare gedrag, gelet op het statuut van die federaleinstelling, bijzonder neerbuigend over.1. Werden uw diensten reeds op de hoogte gebrachtvan dergelijke praktijken?2. Zo ja, welke maatregelen zal u treffen om daarwat aan te doen?Antwoord van de eerste minister van 26 mei 2008,op de vraag nr. 14 van de heer Olivier Maingain van14 mei 2008 (Fr.):Ik verwijs naar het antwoord van de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken, aan wiede vraag eveneens werd gesteld. (Vraag nr. 186 van14 mei 2008.)aux lois sur l’emploi des langues en matière administrative,le comportement incriminé et particulièrementméprisant à l’égard du statut de cette institution fédérale.1. Vos services ont-ils déjà été mis au courant depareils agissements?2. Dans l’affirmative, quelles mesures envisagezvousde prendre pour remédier à cette situation?Réponse du premier ministre du 26 mai 2008, à laquestion n o 14 de M. Olivier Maingain du 14 mai2008 (Fr.):Je renvoie à la réponse du vice-premier ministre etministre de l’Intérieur, à qui la question a égalementété posée. (Question n o 186 du 14 mai 2008.)Vice-eersteministeren minister van Financiënen Institutionele HervormingenVice-premier ministreet ministre des Financeset des Réformes institutionnellesDO 2007200802627 DO 2007200802627Vraag nr. 44 van de heer Guy D’haeseleer van 15 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Financiën en Institutionele Hervormingen:Ziekteverzuim binnen de FOD’s.Zoals door de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheidgemeld in antwoord op mijn schriftelijkevraag nr. 562 van 8 januari 2007 «werd een projectopgestart om een beleid inzake ziekteverzuim in hetfederale openbare ambt uit te trekenen. Binnen deFOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketenen Leefmilieu werd een performant informaticasysteemop punt gezet voor de registratie, verwerking enrapportering van de gegevens over het ziekteverzuimvan de federale ambtenaren, om vergelijkingen tekunnen maken met andere sectoren.» (Vragen enAntwoorden, Kamer, 2006-2007, nr. 162, blz. 31632).De minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijvenstelde in antwoord op mijn schriftelijkevraag nr. 226 van 18 februari 2008 dat zij enkel degegevens kon verstrekken voor de pilootadministratiesen zij liet in het midden of deze wel representatiefwaren voor de andere administraties (Vragen enAntwoorden, Kamer, 2007-2008, nr. 13, blz. 2363).Question n o 44 de M. Guy D’haeseleer du 15 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles:Absentéisme au sein des SPF.Comme le ministre des Affaires sociales et de laSanté publique l’a indiqué en réponse à ma questionécrite n o 562 du 8 janvier 2007, «un projet a été lancépour définir une politique de gestion des absences pourmaladie dans la fonction publique fédérale. Au sein duSPF Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaireet Environnement, un système informatique performanta été élaboré pour l’enregistrement, le traitementet l’établissement de rapports concernant les donnéessur les absences pour maladie des fonctionnaires fédérauxafin de permettre des comparaisons avec d’autressecteurs» (Questions et Réponses, Chambre, 2006-2007, n o 162, p. 31632).En réponse à ma question écrite n o 226 du 18 février2008, la ministre de la Fonction publique et des Entreprisespubliques a indiqué qu’elle pouvait seulementcommuniquer les données établies pour les administrationspilotes, ajoutant qu’elle ne pouvait «donneraucune garantie quant à la représentativité de cetaperçu pour l’ensemble de l’administration fédérale»(Questions et Réponses, Chambre, 2007-2008, n o 13,p. 2363).KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 41052 - 6 - 2008Kan u, voor 2007, en opgesplitst per Gewest, pertaalrol en per departement of parastatale dat onder uwbevoegdheid valt de verzamelde gegevens meedelenvoor de volgende indicatoren:Pourriez-vous me communiquer pour 2007, parRégion, par rôle linguistique et par département ouparastatal ressortissant à votre compétence, lesdonnées collectées pour les indicateurs suivants:1. percentage ziekteverzuimers; 1. pourcentage d’absents pour cause de maladie;2. verzuimpercentage; 2. taux d’absentéisme;3. frequentie van het ziekteverzuim; 3. fréquence des absences pour cause de maladie;4. gemiddelde ziekteduur. 4. durée moyenne du congé de maladie?5. Alsook voor de analysevariabelen: 5. Ainsi que, pour les variables d’analyse:a) statutair/contractueel; a) statutaire/contractuel;b) man/vrouw; b) homme/femme;c) werkregime; c) régime de travail;d) leeftijdsklasse? d) tranche d’âge?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Financiën en Institutionele Hervormingen van28 mei 2008, op de vraag nr. 44 van de heer GuyD’haeseleer van 15 april 2008 (N.):Ik heb de eer het geachte lid ter kennis te brengendat het verbeterproject rond het federale ziekteverzuim,een samenwerking tussen de FOD Volksgezondheid,Veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu(Medex) en de FOD Personeel en Organisatie, is opgestartin oktober 2006 met vijf pilootadministraties.In eerste instantie is prioriteit gegeven aan het (her-)opstarten van de controles en aan het ontwikkelenvan een ondersteunende applicatie. Momenteel wordteen verzuimmanagement uitgewerkt, als een integraalonderdeel van het personeelsbeleid.Wat betreft de controles, zijn al de andere departementenondertussen toegetreden in meerdere golven.Zo worden sinds juni 2007 controles uitgevoerd voorheel het federaal ambt.Bijkomend heeft een extern adviesbureau de gegevensvan de vijf pilootadministraties in de applicatiegecontroleerd en gevalideerd, met het oog op de kwaliteit,de consistentie en de rapportering. De gegevensverzamelingen -analyse voor de overige departementenwordt momenteel verder op punt gesteld op basisvan de lessen die hieruit zijn getrokken. De gerapporteerdegegevens moeten dus gekaderd worden binnendeze nuancering.DO 2007200802805 DO 2007200802805Réponse du vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles du 28 mai2008, à la question n o 44 de M. Guy D’haeseleer du15 avril 2008 (N.):J’ai l’honneur d’informer l’honorable membre quele projet d’amélioration afférent aux absences pourmaladie au niveau fédéral, une collaboration entre leSPF Santé publique, Sécurité de la chaîne alimentaireet Environnement (Medex) et le SPF Personnel etOrganisation, a été lancée en octobre 2006 dans5 administrations-pilotes. La priorité a, avant tout, étédonnée au (re)démarrage des contrôles et au développementd’une application de support Une gestion desabsences faisant partie intégrante de la politique desressources humaines est, pour l’heure, élaborée.S’agissant des contrôles, tous les autres départementsse sont, entre-temps, ralliés au projet enplusieurs vagues. Des contrôles sont ainsi effectuésdans toute la fonction publique fédérale depuis juin2007.En outre, un bureau de consultance externe acontrôlé et validé les données de l’application relativesaux 5 administrations-pilotes, dans un souci dequalité, de cohérence et de rapportage. La collecte etl’analyse des données pour les autres départementsfont actuellement l’objet d’une mise au point, en fonctiondes enseignements tirés. Les données rapportéesdoivent, par conséquent, être nuancées.Vraag nr. 52 van de heer Alain Mathot van 17 april2008 (Fr.) aan de vice-eersteminister en ministervan Financiën en Institutionele Hervormingen:Bankgeheim. — Europees commissaris voor Belastingen douane-unie.De in Liechtenstein ontdekte zaak van fiscale fraudeblijft de Europese Commissie bezighouden.Question n o 52 de M. Alain Mathot du 17 avril 2008(Fr.) au vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles:Secret bancaire. — Commissaire européen à la fiscalité.L’affaire de la fraude fiscale découverte auLiechtenstein, n’a visiblement pas fini d’alimenter laréflexion de la Commission européenne.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4106 QRVA 52 0202 - 6 - 2008Het magazine Trends Tendance geeft op zijn internetsitevan 7 april 2008 de verklaringen die de heerLaszlo Kovacs, Europees Commissaris voor Belastingen douane-unie, aflegde aan een Zwitsers dagblad.De heer Kovacs verklaarde voorstander te zijn vande afschaffing van het bankgeheim in het kader van derichtlijn betreffende de belastingheffing op inkomstenuit spaargelden.Met andere woorden, de heer Kovacs wenst dat delanden die gekozen hebben voor een bronheffing op derentebetalingen aan ingezetenen van andere Europeselanden teneinde een zekere anonimiteit te bewaren,namelijk België, Oostenrijk en Luxemburg, zoudenoverstappen op het systeem van de gegevensuitwisselingIn het kader van een akkoord met de Europese Unieheeft Zwitserland zich ook aangesloten bij het systeemvan de bronheffing.De heer Kovacs lijkt de Zwitsers ervan te willenovertuigen aan gegevensuitwisseling te doen voor definanciële inkomsten die ingezetenen uit de landen vande Unie vanuit Zwitserland ontvangen.De heer Kovacs, die in dit dossier blijk geeft vancoherentie, laat verstaan dat wat van Zwitserland zalworden gevraagd, ook aan de landen van de Unie diede gegevensuitwisseling nog niet toepassen, waaronderBelgië, zal worden gevraagd1.a) Gelet op de zaak Liechtenstein, en de noodzaakom actief de grensoverschrijdende fiscale fraude tebestrijden, wat is uw standpunt in dit dossier?b) Bent u bereid om het systeem van de bronheffing telaten vallen en het te vervangen door de gegevensuitwisseling?2. Aangezien de heer Kovacs lijkt te verwijzen naarinformele contacten met België, dat volgens hem voordat idee lijkt te zijn gewonnen, kunt u ons bevestigenof die contacten ook echt plaats hebben gehad en zo ja,wat de inhoud ervan was?3.a) Werd over deze discussies verslag uitgebrachtbinnen de regering?b) Zo neen, kan het Parlement tenminste wordeningelicht?4.a) Gelet op het feit dat de richtlijn betreffende debelastingheffing op inkomsten uit spaargeldenslechts een deel van de spaarinkomsten betreft,kunt u bevestigen dat het toepassingsgebied opEuropees niveau uitgebreid zal worden (bijvoorbeelden met name tot de verzekeringsproducten,maar ook tot andere financiële inkomsten behalvede rente)?Le magazine Trends Tendance relate sur son siteInternet en date du 7 avril 2008, les déclarations demonsieur Laszlo Kovacs, Commissaire européen à lafiscalité, déclarations tenues dans un quotidien suisse.M. Kovacs s’est exprimé en faveur de la suppressiondu secret bancaire dans le cadre de la directive sur lafiscalité des intérêts de l’épargne.Autrement dit, M. Kovacs souhaiterait que les paysqui ont opté pour une retenue à la source sur les intérêtsversés à des résidents d’autres pays européens, etcela afin de préserver un certain anonymat, à savoir laBelgique, l’Autriche et le Luxembourg, en viennentplutôt à adopter le système de l’échange de renseignements.La Suisse de son côté, dans le cadre d’un accordavec l’Union européenne, s’est également inscrite dansle système de la retenue à la source.M. Kovacs semble vouloir convaincre les Suisses depratiquer un échange de renseignements quant auxrevenus financiers perçus, à partir de la Suisse, par desrésidents de pays de l’Union.Faisant preuve, dans ce dossier, de cohérence,M. Kovacs laisse entendre que ce qui sera demandé àla Suisse, le sera aussi aux pays de l’Union qui ne pratiquentpas encore l’échange de renseignements, dont laBelgique.1.a) Compte tenu de l’affaire du Liechtenstein, et de lanécessité de lutter activement contre la fraudefiscale transfrontalière, quelle est votre positiondans ce dossier?b) Êtes-vous favorable à l’abandon du système de laretenue à la source, pour le système de l’échange derenseignements?2. M. Kovacs semblant évoquer des contacts informelsavec la Belgique, qu’il jugerait réceptive, pouvezvousnous préciser si des contacts ont en effet eu lieu etsi oui quelle en est la teneur?3.a) Ces discussions font-elles l’objet d’un rapport ausein du gouvernement?b) À defaut, le Parlement pourrait-il, à tout le moins,en être informé?4.a) Compte tenu de ce que la directive sur la fiscalitéde l’épargne ne concerne qu’une partie des revenusde l’épargne, se confirme-t-il qu’au niveau européenson champ d’application pourrait s’élargir(par exemple et notamment aux produits d’assurance,mais aussi aux revenus financiers autres queles intérêts)?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 41072 - 6 - 2008b) Zo ja, hoe en volgens welk tijdschema? b) Si oui, de quelle manière et selon quel calendrier?5. Welke concrete initiatieven heeft u genomensedert de zaak Liechtenstein, om de schadelijke gevolgenvan de belasting- en bankparadijzen efficiënt tebestrijden?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Financiën en Institutionele Hervormingen van28 mei 2008, op de vraag nr. 52 van de heer AlainMathot van 17 april 2008 (Fr.):De richtlijn betreffende belastingheffing op inkomstenuit spaargelden (2003/48/EG) bepaalt dat de lidstatenvan de Europese Unie vanaf 1 juli 2005 automatischinlichtingen uitwisselen over rentebetalingendie door op hun grondgebied gevestigde uitbetalendeinstanties worden verricht aan natuurlijke personendie in andere lidstaten wonen.België, Luxemburg en Oostenrijk kregen evenwel detoelating om gedurende een overgangsperiode eenbronbelasting toe te passen van 15%. Deze bronbelasting,die in België «de woonstaatheffing» genoemdwordt, zal op 1 juli van dit jaar verhoogd worden tot20% en op 1 juli 2011 tot 35%. Zwitserland, Liechtensteinen andere derde landen passen hetzelfde stelselvan bronbelasting toe als deze drie lidstaten.Alhoewel de einddatum van de overgangsperiodemomenteel nog niet gekend is, heeft de EuropeseCommissie er nooit een geheim van gemaakt dat zevoorrang gaf aan een veralgemening van de uitwisselingvan inlichtingen. Voor mij zijn de verklaringenvan commissaris Kovacs dan ook geen verrassing.Naar aanleiding van de ontdekking van de aanzienlijkefiscale fraude waarnaar het geachte lid verwijst, isde spaarrichtlijn ter sprake gekomen op de ECOFINraadvan 4 maart 2008. Bij die gelegenheid heeftcommissaris Kovacs de mogelijkheid geopperd om dewerkingssfeer van de richtlijn uit te breiden tot productendie momenteel niet onder de richtlijn vallen. Defiscale fraude die onlangs in Liechtenstein werd vastgesteldis immers niet het gevolg van het stelsel vanbronbelasting dat als dusdanig door dat land wordttoegepast maar is veeleer het resultaat van de beperktemateriële en persoonlijke werkingssfeer van de verscheidenerechtsinstrumenten die betrekking hebbenop de belastingheffing van inkomsten uit spaargelden(de richtlijn en de verscheidene overeenkomsten metderde staten). Door die beperkte werkingssfeer kunneninkomsten die niet onder de richtlijn vallen immerszowel ontsnappen aan de bronbelasting als aan de uitwisselingvan inlichtingen. Daarom zal ik mij niet verzettentegen een uitbreiding van de werkingssfeer vande spaarrichtlijn, enerzijds tot rentebetalingen aansommige rechtspersonen, anderzijds tot productenzoals verzekeringsproducten of andere financiële instrumenten,op voorwaarde dat die producten dezelfde5. Quelles initiatives concrètes avez-vous prises,depuis l’affaire du Liechtenstein, pour lutter efficacementcontre l’effet néfaste des paradis fiscaux et desparadis bancaires?Réponse du vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles du 28 mai2008, à la question n o 52 de M. Alain Mathot du17 avril 2008 (Fr.):La directive sur la fiscalité de l’épargne (2003/48/CE) prévoit que les États membres de l’Union européenneprocèdent, depuis le 1 er juillet 2005, à l’échangeautomatique d’informations sur les paiementsd’intérêts effectués par les agents payeurs établis surleur territoire à des personnes physiques qui résidentdans d’autres États membres.Cependant, pendant une période transitoire, laBelgique, le Luxembourg et l’Autriche ont été autorisésà appliquer une retenue à la source de 15%. Cetteretenue, appelée en Belgique «prélèvement pour l’Étatde résidence», passera à 20% au 1 er juillet de cetteannée et à 35% au 1 er juillet 2011). La Suisse, leLiechtenstein, ainsi que d’autres pays tiers, appliquentle même système de retenue à la source que ces troispays membres.Bien que la date de la fin de cette période transitoirene soit pas connue actuellement, la Commission européennen’a jamais caché qu’elle privilégiait la généralisationde l’échange de renseignements. Les déclarationsdu Commissaire Kovacs ne constituent donc pasune surprise à mes yeux. La directive sur la fiscalité del’épargne a été évoquée au Conseil ECOFIN du 4 mars2008 suite à la découverte de l’importante fraudefiscale à laquelle l’honorable membre se réfère. À cetteoccasion, le Commissaire Kovacs a évoqué la possibilitéd’étendre le champ d’application de la directive àdes produits non couverts actuellement par la directive.En effet, la fraude fiscale constatée récemment auLiechtenstein n’est pas la conséquence du système de laretenue à la source en tant que tel, appliqué par cepays. Cette fraude résulte plutôt du champ d’applicationmatériel et personnel étroit des différents instrumentsjuridiques relatifs à la fiscalité de l’épargne (ladirective et les différents accords avec les États tiers).Ce champ d’application étroit permet en effet auxrevenus non visés par la directive d’échapper aussibien à la retenue à la source qu’à l’échange de renseignements.C’est pourquoi je ne m’opposerai pas àl’extension du champ d’application de la directive surla fiscalité de l’épargne, d’une part, aux paiementsd’intérêts faits à certaines personnes morales et,d’autre part, à des produits tels que les produitsd’assurance ou d’autres instruments financiers, pourvuque ces produits aient les mêmes caractéristiques queles paiements d’intérêts déjà couverts par la directive.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4108 QRVA 52 0202 - 6 - 2008kenmerken hebben als de rentebetalingen die nu reedsonder de richtlijn vallen. Er wordt momenteel dus nogniet overwogen om de werkingssfeer van de spaarrichtlijnuit te breiden tot inkomsten zoals dividendenof meerwaarden.Tot slot kan ik het geachte lid meedelen dat België,alvorens over te gaan van het stelsel van bronbelastingnaar dat van de uitwisseling van inlichtingen, eerst dedoeltreffendheid van de twee stelsels wenst te evaluerenen te vergelijken; dienaangaande wordt gewachtop het rapport over de werking van de richtlijn dat deCommissie binnenkort moet voorleggen aan de Raadvan de Europese Unie.Il n’est donc pas envisagé pour le moment d’élargir lechamp d’application de la directive sur la fiscalité del’épargne à des revenus tels que les dividendes ou lesplus-values.Enfin, je peux informer l’honorable membrequ’avant de passer du système de retenue à la source àcelui de l’échange d’information, la Belgique souhaited’abord évaluer et comparer l’efficacité des deux systèmes;elle attend à ce sujet le rapport que la Commissiondoit présenter prochainement au Conseil del’Union européenne sur le fonctionnement de la directive.DO 2007200802865 DO 2007200802865Vraag nr. 68 van de heer Peter Logghe van 18 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Financiën en Institutionele Hervormingen:Federale overdrachten naar de regio’s.Al jaren is er sprake van «overdreven» federaleoverdrachten naar de regio’s, waardoor de federaleoverheid in budgettaire ademnood zou komen. Willenwe daar echter een goed en duidelijk zicht op krijgen,moeten we eerst de uitgaven zien in te schatten en ze tekaderen in het geheel. Daarom is het nuttig eerst decorrecte en juiste cijfers naast elkaar te leggen.1. Hoeveel federale inkomsten werden er in 2003, inhet kader van de financieringswet, naar de Gewestenen de Gemeenschappen gestort (dus het totaal van detoegewezen belasting, inclusief de Lambertmontmiddelen,de verschillende federale dotaties, enzovoort)?Question n o 68 de M. Peter Logghe du 18 avril 2008(N.) au vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles:Transferts du niveau fédéral vers les Régions.Depuis des années, il est question de transferts«excessifs» du niveau fédéral vers les Régions, transfertsqui mettraient les autorités fédérales en situationd’asphyxie budgétaire. Or, pour nous faire une idéecorrecte et précies de la question, nous devons pouvoirestimer les dépenses et les situer dans le contexte général.C’est pourquoi il est utile de disposer préalablementde chiffres exacts.1. Quel montant de recettes fédérales a été verséaux Régions et aux Communautés en 2003 dans lecadre de la loi de financement (c’est-à-dire le total del’impôt attribué, en ce compris les moyens du Lambermont,les différentes dotations fédérales, etc.)?2. Idem als hierboven, maar voor 2004. 2. Idem pour l’année 2004.3. Idem, maar voor 2005. 3. Idem pour l’année 2005.4. Idem, maar voor 2006. 4. Idem pour l’année 2006.5. Idem, maar voor 2007. 5. Idem pour l’année 2007.Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Financiën en Institutionele Hervormingen van30 mei 2008, op de vraag nr. 68 van de heer PeterLogghe van 18 april 2008 (N.):Het geachte lid gelieve hierna de cijfergegevens tevinden die worden beoogd in de parlementaire vragennrs. 68 en 69 van 18 april 2008 voor de periode 2003-2007 met betrekking tot de federale overdrachtenbepaald in de bijzondere financieringswet van 16 januari1989, laatst gewijzigd door de bijzondere wet van13 juli 2001 tot herfinanciering van de gemeenschappenen uitbreiding van de fiscale bevoegdhedenvan de Gewesten, inzake:— de toegewezen belasting: het gedeelte van deopbrengst van de personenbelasting (PB) dat aande Gewesten wordt toegewezen, na aftrek van deRéponse du vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles du 30 mai2008, à la question n o 68 de M. Peter Logghe du18 avril 2008 (N.):L’honorable membre trouvera ci-dessous les chiffresvisés dans les questions parlementaires n os 68 et 69 du18 avril 2008, pour la période 2003-2007, relatifs auxtransferts fédéraux prévus dans la loi spéciale de financementdu 16 janvier 1989, modifiée en dernier lieu parla loi spéciale du 13 juillet 2001 portant refinancementdes communautés et extension des compétences fiscalesdes Régions, concernant:— l’impôt conjoint: la part du produit de l’impôt despersonnes physiques (IPP) attribuée aux Régions,après déduction du terme négatif compensatoire deKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 41092 - 6 - 2008negatieve term ter compensatie van de verhoogdeoverdracht van de opbrengst van de gewestelijkebelastingen, beslist in het Lambermontakkoord;— de gedeelde belastingen: het gedeelte van deopbrengst van de personenbelasting (PB) en de btwdat aan de gemeenschappen wordt toegewezen,met inbegrip van de in uitvoering van het Lambermontakkoordtoegekende bijkomende middelenter herfinanciering van de gemeenschappen en dedotatie ter compensatie van het kijk- en luistergeldwaarvan het bedrag wordt vooraf genomen op deopbrengst van de personenbelasting;— het gedeelte van de opbrengst van de personenbelasting(PB) dat aan de Vlaamse Gemeenschapscommissie,de Franse Gemeenschapscommissieen bepaalde Brusselse gemeenten wordttoegewezen, tevens in uitvoering van het Lambermontakkoord.Voorafnemingen op de ontvangstenvan de federale overheid (× 1 000 000 euro)l’augmentation du transfert du produit des impôtsrégionaux, décidée dans l’accord du Lambermont;— les impôts partagés: la part du produit de l’impôtdes personnes physiques (IPP) et de la TVA attribuéeaux communautés, y compris, en exécutionde l’accord du Lambermont, les moyens supplémentairespour le refinancement des communautéset la dotation compensatoire de la redevance radioet télévision dont le montant est prélevé sur leproduit de l’impôt des personnes physiques;— la part de l’impôt des personnes physiques (IPP)attribuée, également en exécution de l’accord duLambermont, à la Commission communautaireflamande, à la Commission communautairefrançaise et à certaines communes bruxelloises.Prélèvements sur les recettesdu pouvoir fédéral (× 1 000 000 euros)Stortingen—Versements2003 2004 2005 2006 2007Samengevoegde belasting (PB) — Gewesten.— Impôt conjoint (IPP) — Régions (a) (b)Vlaamse Gewest. — Région flamande .. 4 442,8 4 579,4 4 848,6 4 969,6 5 414,7Waalse Gewest. — Région wallonne .... 2 804,2 2 867,0 2 996,2 3 068,5 3 314,5Brussels Hoofdstedelijk Gewest. —Région de Bruxelles-Capitale ................ 593,4 619,4 694,4 725,3 745,8Totaal. — Total ................................... 7 840,4 8 065,8 8 539,2 8 763,4 9 475,0Gedeelde belastingen (PB en btw) — gemeenschappen.— Impôts partagés (IPPet TVA) — communautésToegewezen PB. — IPP attribué ...........Vlaamse Gemeenschap. — Communautéflamande ............................................... 3 508,3 3 577,5 3 759,1 3 855,5 4 115,6Franse Gemeenschap. — Communautéfrançaise ............................................... 1 867,1 1 922,4 2 007,7 2 071,6 2 134,6Duitstalige Gemeenschap. — Communautégermanophone ............................. 5,0 5,1 5,2 5,4 (c) 5,4Totaal. — Total ................................... 5 380,4 5 504,9 5 772,0 5 932,5 6 255,6Toegewezen btw. — TVA attribuées(c)Vlaamse Gemeenschap. — Communautéflamande ............................................... 5 869,5 6 057,3 6 486,5 6 791,2 7 071,7Franse Gemeenschap. — Communautéfrançaise ............................................... 4 424,9 4 550,5 4 859,1 5 056,2 5 217,2Totaal. — Total ................................... 10 294,4 10 607,8 11 345,6 11 847,4 12 288,9KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4110 QRVA 52 0202 - 6 - 2008Stortingen—Versements2003 2004 2005 2006 2007w.o. herfinanciering gemeenschappenLambermontakkoord. — dont refinancementcommunautés accord du LambermontVlaamse Gemeenschap. — Communautéflamande ............................................... 212,0 307,8 547,5 646,1 834,6Franse Gemeenschap. — Communautéfrançaise ............................................... 139,8 199,9 349,1 405,3 503,8Totaal. — Total ................................... 351,7 507,7 896,6 1 051,4 1 338,4Dotaties herfinanciering Brusselse instellingenLambermontakkoord. — Dotationsrefinancement institutions bruxelloisesaccord du LambermontVlaamse Gemeenschapscommissie. —Commission communautaire flamande . 5,1 5,2 5,5 5,7 6,0Franse Gemeenschapscommissie. —Commission communautaire française .. 20,6 21,0 22,0 22,6 24,0Brusselse gemeenten. — Communesbruxelloises ........................................... 25,7 26,3 27,5 28,3 30,0Totaal. — Total ................................... 51,4 52,5 55,1 56,6 60,0(a) Gewesten 2003: na afhouding van sommen bedoeld inkoninklijk besluit genomen ter uitvoering van artikel 75, § 1ter,BFW (VG -43 381 590 euro, WG -27 269 880 euro en BHG-1 389 850 euro).(b) Gewesten 2006: na uitvoering het koninklijk besluit van11 september 2003 in verband met ontbinding Wegenfonds(Belgisch Staatsblad van 24 oktober 2003): VG -1 106 096,82euro, WG -244 762,51 euro en BHG +1 350 859,32 euro.(c) Na storting door de federale overheid van de door degemeenschappen geprefinancierde federale schoolpremie toegekendaan de gezinnen: VG +2,79771 miljoen euro, FG+2,00698 miljoen euro en DG +0,04018 miljoen euro.(a) Régions 2003: après retenue des montants stipulés dansl’arrêté royal pris en exécution de l’article 75, § 1ter, LSF (RF-43 381 590 euros, RW -27 269 880 euros et RBC -1 389 850euros).(b) Régions 2006: après exécution de l’arrêté royal du11 septembre 2003 relatif à la dissolution du Fonds des Routes(Moniteur belge du 24 octobre 2003): RF -1 106 096,82 euros,RW -244 762,51 euros et RBC +1 350 859,32 euros.(c) Après versement par le pouvoir fédéral de la prime derentrée scolaire attribuée aux ménages et préfinancée par lescommunautés: CF +2,79771 millions d’euros, CF +2,00698millions d’euros et CG +0,04018 million d’euros.In onderstaande tabel worden de overdrachtenweergegeven inzake de federale dotaties bedoeld hetzijin voormelde bijzondere financieringswet, hetzij in dewet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingenvoor de Duitstalige Gemeenschap, zoals gewijzigdbij de wet van 7 januari 2002.Dotaties ten laste van de algemene uitgavenbegrotingvan de federale overheid (× 1 000 000 euro)Le tableau ci-dessous indique les transferts relatifsaux dotations fédérales visées soit dans la loi spécialede financement précitée, soit dans la loi de réformesinstitutionnelles pour la Communauté germanophonedu 31 décembre 1983, telle que modifiée par la loi du7 janvier 2002.Dotations à charge du budget général des dépenses dupouvoir fédéral (× 1 000 000 euros)Ordonnanceringen—Ordonnancements2003 2004 2005 2006 2007Dotatie aan Duitstalige Gemeenschap. — Dotation à laCommunauté germanophone ......................................... 104,6 108,1 114,3 118,9 124,7KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 41112 - 6 - 2008Ordonnanceringen—Ordonnancements2003 2004 2005 2006 2007Dotatie voor financiering universitair onderwijs aanbuitenlandse studenten. — Dotation pour financementenseignement universitaire aux étudiants étrangers ........Vlaamse Gemeenschap. — Communauté flamande ....... 29,3 29,9 30,7 31,4 31,8Franse Gemeenschap. — Communauté française .......... 59,5 60,7 62,2 63,7 64,5Totaal. — Total ............................................................ 88,8 90,6 92,9 95,1 96,3Dotatie aan Stad Brussel. — Dotation à la ville de Bruxelles.................................................................................. 85,3 87,1 88,8 91,8 69,6Dotatie aan Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie.— Dotation à la Commission communautairecommune ....................................................................... 30,7 31,4 32,0 33,1 33,4DO 2007200802886 DO 2007200802886Vraag nr. 69 van de heer Peter Logghe van 18 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Financiën en Institutionele Hervormingen:Fiscale inkomsten en toewijzing aan Gemeenschappenen Gewesten.Nu de economische activiteit wat sputtert, en denationale begroting door deze en andere omstandighedenonder druk komt te staan, kan het nuttig zijn omhet debat te voeren op basis van juiste cijfergegevens.De jongste weken en maanden werd vanuit bepaaldehoek al enkele keren opgemerkt dat de federale kasleeg is, omdat «teveel aan de Gemeenschappen en deGewesten wordt betaald?1. Welk bedrag van de fiscale inkomsten werden in2003 in het kader van de financieringswet (het verhaaldus van de gedeelde en toegewezen belastingen, inclusiefde Lambermontmiddelen, en de verschillende federaledotaties voorzien in de bijzondere financieringswet)aan de Gemeenschappen en Gewesten toegewezen?Graag uitsplitsing per Gemeenschap/Gewest.2. Hoeveel aan Gemeenschappen en Gewesten in2004? Idem als hierboven.3. Idem dito, maar dan voor 2005. 3. Idem dito pour 2005.4. Idem dito, maar dan voor 2006. 4. Idem dito pour 2006.5. Idem dito, maar dan voor 2007. 5. Idem dito pour 2007.Question n o 69 de M. Peter Logghe du 18 avril 2008(N.) au vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles:Recettes fiscales. — Attribution aux Communautés etaux Régions.À l’heure où l’activité économique est au ralenti etoù le budget national est sous pression en raison de ceralentissement, notamment, il n’est pas inutile dedébattre sur la base de données chiffrées exactes. Orau cours de ces dernières semaines et de ces derniersmois, des voix se sont élevées à plusieurs reprises danscertains milieux pour dénoncer le fait que les caissesfédérales sont vides parce que «trop de moyens sontattribués aux Communautés et aux Régions».1. Quel montant de recettes fiscales a été attribuéaux Communautés et aux Régions en 2003 dans lecadre de la loi de financement (je veux parler desimpôts partagés et attribués, en ce compris les moyensdits du Lambermont, et des diverses dotations fédéralesprévues dans la loi spéciale de financement)? Veuillezrépartir ce montant par Communauté/Région.2. Quel montant de recettes fiscales a été attribuéaux Communautés et aux Régions en 2004? Idem dito.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4112 QRVA 52 0202 - 6 - 2008Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Financiën en Institutionele Hervormingen van30 mei 2008, op de vraag nr. 69 van de heer PeterLogghe van 18 april 2008 (N.):Het geachte lid gelieve hierna de cijfergegevens tevinden die worden beoogd in de parlementaire vragennrs. 68 en 69 van 18 april 2008 voor de periode 2003-2007 met betrekking tot de federale overdrachtenbepaald in de bijzondere financieringswet van 16 januari1989, laatst gewijzigd door de bijzondere wet van13 juli 2001 tot herfinanciering van de gemeenschappenen uitbreiding van de fiscale bevoegdhedenvan de Gewesten, inzake:— de toegewezen belasting: het gedeelte van deopbrengst van de personenbelasting (PB) dat aande Gewesten wordt toegewezen, na aftrek van denegatieve term ter compensatie van de verhoogdeoverdracht van de opbrengst van de gewestelijkebelastingen, beslist in het Lambermontakkoord;— de gedeelde belastingen: het gedeelte van deopbrengst van de personenbelasting (PB) en de btwdat aan de gemeenschappen wordt toegewezen,met inbegrip van de in uitvoering van het Lambermontakkoordtoegekende bijkomende middelenter herfinanciering van de gemeenschappen en dedotatie ter compensatie van het kijk- en luistergeldwaarvan het bedrag wordt vooraf genomen op deopbrengst van de personenbelasting;— het gedeelte van de opbrengst van de personenbelasting(PB) dat aan de Vlaamse Gemeenschapscommissie,de Franse Gemeenschapscommissieen bepaalde Brusselse gemeenten wordttoegewezen, tevens in uitvoering van het Lambermontakkoord.Voorafnemingen op de ontvangstenvan de federale overheid (x 1 000 000 euro)Réponse du vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles du 30 mai2008, à la question n o 69 de M. Peter Logghe du18 avril 2008 (N.):L’honorable membre trouvera ci-dessous les chiffresvisés dans les questions parlementaires n os 68 et 69 du18 avril 2008, pour la période 2003-2007, relatifs auxtransferts fédéraux prévus dans la loi spéciale de financementdu 16 janvier 1989, modifiée en dernier lieu parla loi spéciale du 13 juillet 2001 portant refinancementdes communautés et extension des compétences fiscalesdes Régions, concernant:— l’impôt conjoint: la part du produit de l’impôt despersonnes physiques (IPP) attribuée aux Régions,après déduction du terme négatif compensatoire del’augmentation du transfert du produit des impôtsrégionaux, décidée dans l’accord du Lambermont;— les impôts partagés: la part du produit de l’impôtdes personnes physiques (IPP) et de la TVA attribuéeaux communautés, y compris, en exécutionde l’accord du Lambermont, les moyens supplémentairespour le refinancement des communautéset la dotation compensatoire de la redevance radioet télévision dont le montant est prélevé sur leproduit de l’impôt des personnes physiques;— la part de l’impôt des personnes physiques (IPP)attribuée, également en exécution de l’accord duLambermont, à la Commission communautaireflamande, à la Commission communautairefrançaise et à certaines communes bruxelloises.Prélèvements sur les recettesdu pouvoir fédéral (x 1 000 000 eurosStortingen—Versements2003 2004 2005 2006 2007Samengevoegde belasting (PB) — gewesten— Impôt conjoint (IPP) — Régions (a) (b)Vlaamse Gewest. — Région flamande .. 4 442,8 4 579,4 4 848,6 4 969,6 5 414,7Waalse Gewest. — Région wallonne .... 2 804,2 2 867,0 2 996,2 3 068,5 3 314,5Brussels Hoofdstedelijk Gewest. —Région de Bruxelles-Capitale ................ 593,4 619,4 694,4 725,3 745,8Totaal. — Total ................................... 7 840,4 8 065,8 8 539,2 8 763,4 9 475,0Gedeelde belastingen (PB en btw) — gemeenschappen.— Impôts partagés (IPPet TVA) — communautésToegewezen PB. — IPP attribué ...........KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 41132 - 6 - 2008Stortingen—Versements2003 2004 2005 2006 2007Vlaamse Gemeenschap. — Communautéflamande ............................................... 3 508,3 3 577,5 3 759,1 3 855,5 4 115,6Franse Gemeenschap. — Communautéfrançaise ............................................... 1 867,1 1 922,4 2 007,7 2 071,6 2 134,6Duitstalige Gemeenschap. — Communautégermanophone ............................. 5,0 5,1 5,2 5,4 (c) 5,4Totaal. — Total ................................... 5 380,4 5 504,9 5 772,0 5 932,5 6 255,6Toegewezen btw. — TVA attribuées(c)Vlaamse Gemeenschap. — Communautéflamande ............................................... 5 869,5 6 057,3 6 486,5 6 791,2 7 071,7Franse Gemeenschap. — Communautéfrançaise ............................................... 4 424,9 4 550,5 4 859,1 5 056,2 5 217,2Totaal. — Total ................................... 10 294,4 10 607,8 11 345,6 11 847,4 12 288,9w.o. herfinanciering gemeenschappenLambermontakkoord. — dont refinancementcommunautés accord du LambermontVlaamse Gemeenschap. — Communautéflamande ............................................... 212,0 307,8 547,5 646,1 834,6Franse Gemeenschap. — Communautéfrançaise ............................................... 139,8 199,9 349,1 405,3 503,8Totaal. — Total ................................... 351,7 507,7 896,6 1 051,4 1 338,4Dotaties herfinanciering Brusselse instellingenLambermontakkoord. — Dotationsrefinancement institutions bruxelloisesaccord du LambermontVlaamse Gemeenschapscommissie. —Commission communautaire flamande . 5,1 5,2 5,5 5,7 6,0Franse Gemeenschapscommissie. —Commission communautaire française .. 20,6 21,0 22,0 22,6 24,0Brusselse gemeenten. — Communesbruxelloises ........................................... 25,7 26,3 27,5 28,3 30,0Totaal. — Total ................................... 51,4 52,5 55,1 56,6 60,0(a) Gewesten 2003: na afhouding van sommen bedoeld inkoninklijk besluit genomen ter uitvoering van artikel 75, § 1ter,BFW (VG -43 381 590 euro, WG -27 269 880 euro en BHG-1 389 850 euro).(b) Gewesten 2006: na uitvoering het koninklijk besluit van11 september 2003 in verband met ontbinding Wegenfonds(Belgisch Staatsblad van 24 oktober 2003): VG -1 106 096,82euro, WG -244 762,51 euro en BHG +1 350 859,32 euro.(c) Na storting door de federale overheid van de door degemeenschappen geprefinancierde federale schoolpremie toegekendaan de gezinnen: VG +2,79771 miljoen euro, FG+2,00698 miljoen euro en DG +0,04018 miljoen euro.(a) Régions 2003: après retenue des montants stipulés dansl’arrêté royal pris en exécution de l’article 75, § 1ter, LSF (RF-43 381 590 euros, RW -27 269 880 euros et RBC -1 389 850euros).(b) Régions 2006: après exécution de l’arrêté royal du11 septembre 2003 relatif à la dissolution du Fonds des Routes(Moniteur belge du 24 octobre 2003): RF -1 106 096,82 euros,RW -244 762,51 euros et RBC +1 350 859,32 euros.(c) Après versement par le pouvoir fédéral de la prime derentrée scolaire attribuée aux ménages et préfinancée par lescommunautés: CF +2,79771 millions d’euros, CF +2,00698millions d’euros et CG +0,04018 million d’euros.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4114 QRVA 52 0202 - 6 - 2008In onderstaande tabel worden de overdrachtenweergegeven inzake de federale dotaties bedoeld hetzijin voormelde bijzondere financieringswet, hetzij in dewet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingenvoor de Duitstalige Gemeenschap, zoals gewijzigddoor de wet van 7 januari 2002.Dotaties ten laste van de algemene uitgavenbegrotingvan de federale overheid (× 1 000 000 euro)Le tableau ci-dessous indique les transferts relatifsaux dotations fédérales visées soit dans la loi spécialede financement précitée, soit dans la loi de réformesinstitutionnelles pour la Communauté germanophonedu 31 décembre 1983, telle que modifiée par la loi du7 janvier 2002.Dotations à charge du budget général des dépenses dupouvoir fédéral (× 1 000 000 euros)Ordonnanceringen—Ordonnancements2003 2004 2005 2006 2007Dotatie aan Duitstalige Gemeenschap. — Dotation à laCommunauté germanophone ......................................... 104,6 108,1 114,3 118,9 124,7Dotatie voor financiering universitair onderwijs aanbuitenlandse studenten. — Dotation pour financementenseignement universitaire aux étudiants étrangers ........Vlaamse Gemeenschap. — Communauté flamande ....... 29,3 29,9 30,7 31,4 31,8Franse Gemeenschap. — Communauté française .......... 59,5 60,7 62,2 63,7 64,5Totaal. — Total ............................................................ 88,8 90,6 92,9 95,1 96,3Dotatie aan Stad Brussel. — Dotation à la ville de Bruxelles.................................................................................. 85,3 87,1 88,8 91,8 69,6Dotatie aan Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie.— Dotation à la Commission communautairecommune ....................................................................... 30,7 31,4 32,0 33,1 33,4DO 2007200803100 DO 2007200803100Vraag nr. 77 van de heer Dirk Van der Maelen van25 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Financiën en Institutionele Hervormingen:Onroerend goedbezit van vennootschappen.In antwoord op mijn schriftelijke vraag nr. 84 van15 januari 2008 deelde u gegevens mee over het onroerendgoedbezit van vennootschappen (Vragen enAntwoorden, Kamer, 2007-2008, nr. 8, blz. 520).Zou u, opgesplitst volgens de aard van de onroerendegoederen volgens de classificatie van het kadaster,het aantal onroerende goederen kunnen mededelen,evenals het totaal kadastraal inkomen waaroverdeze vennootschappen (vennootschappen met één onroerendgoed in volle eigendom, vennootschappen metmeerdere onroerende goederen in volle eigendom,vennootschappen met één onroerend goed in vruchtgebruiken vennootschappen met meerdere onroerendegoederen in vruchtgebruik) beschikken?Question n o 77 de M. Dirk Van der Maelen du25 avril 2008 (N.) au vice-premier ministre etministre des Finances et des Réformes institutionnelles:Biens immobiliers appartenant à des sociétés.En réponse à ma question écrite n o 84 du 15 janvier2008, vous m’avez communiqué des données concernantle patrimoine immobilier de sociétés (Questionset Réponses, Chambre, 2007-2008, n o 8, p. 520).Pourriez-vous me communiquer le nombred’immeubles, répartis selon leur nature en fonction dela classification du cadastre, ainsi que le revenu cadastraltotal dont disposent ces sociétés (sociétés possédantun seul bien immeuble en pleine propriété, sociétéspossédant plusieurs biens immeubles en pleinepropriété, sociétés possédant un seul bien immeuble enusufruit et sociétés possédant plusieurs biens immeublesen usufruit)?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 41152 - 6 - 2008Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Financiën en Institutionele Hervormingen van25 april 2008, op de vraag nr. 77 van de heer Dirk Vander Maelen van 25 april 2008 (N.):De vraag van het geachte lid beoogt een zeer gedetailleerdeuitsplitsing van de gegevens die hem werdenter beschikking gesteld in antwoord op zijn parlementairevraag nr. 84 van 15 januari 2008.Gelet op het gegeven dat er zowat 230 kadastraleaarden bestaan en het geachte lid per kadastrale aarden mét het onderscheid naar het eigendomsrecht toedat reeds in het antwoord op de parlementaire vraagnr. 84 werd gemaakt, een opgave wenst te bekomenvan het aantal vennootschappen die één dan wel meerpercelen bezitten, met besomming, per groep, van hettotaal kadastraal inkomen, mag het duidelijk zijn datde aanvraag een massa aan gegevens inhoudt die nieteenvoudig kunnen worden geëxtraheerd en bovendienbijzondere opslag- en transferprocedures vergen.Bovendien vereist de vraag meer toelichting. Wordtook het historisch perspectief beoogd, zoals in devoormelde vraag nr. 84? Wordt de besomming van hetglobaal kadastraal inkomen per aangeduide groepnagestreefd of dient ook de fiscale kwalificatie van hetgoed in ogenschouw te worden genomen?Het geachte lid moet er in deze overigens rekeningmee houden dat een dienstig antwoord slechts kanworden gegeven zo er wordt van uitgegaan dat hetbegrip onroerend goed wordt gelijkgesteld met denotie kadastraal perceel, aangezien de vaststelling vanhet KI ter uitvoering van artikel 472, § 1 van hetWetboek van de inkomstenbelastingen per kadastraalperceel gebeurt.Réponse du vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles du 25 avril2008, à la question n o 77 de M. Dirk Van der Maelendu 25 avril 2008 (N.):La question de l’honorable membre vise à développerde manière très détaillée des données qui lui ont étéfournies en réponse à sa question parlementaire n o 84du 15 janvier 2008.Prenant en compte le fait qu’il existe quelques230 natures cadastrales, et que l’honorable membresouhaite obtenir un relevé par nature cadastrale, avecla différenciation des droits de propriété — déjà effectuéelors de la réponse à la question parlementairen o 84 — du nombre de sociétés qui possèdent une ouplusieurs parcelles, avec le décompte, par groupe, durevenu cadastral total, il est clair que la demandecontient une masse de données qui ne peuvent êtreextraites simplement et qui exigent en plus des procéduresparticulières d’archivage et de transfert.En outre, la question doit être plus précise. Vise-telleégalement la perspective historique telle que dansla question n o 84 susmentionnée? La totalité du revenucadastral global par groupe désigné doit-elle êtrerecherchée ou faut-il également prendre en considérationla qualification fiscale du bien?L’honorable membre doit tenir compte qu’uneréponse utile ne peut être donnée que si le concept debien immeuble peut être mis sur le même pied que lanotion de parcelle cadastrale, étant donné que lerevenu cadastral est fixé par parcelle cadastrale enexécution de l’article 472, § 1 er du Code des impôts surles revenus.DO 2007200803105 DO 2007200803105Vraag nr. 78 van mevrouw Barbara Pas van 25 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Financiën en Institutionele Hervormingen:Commissie voor de Financiën en de Begroting. —Bezoek aan de Douanediensten van Zaventem.Op 5 maart 2008 brachten de leden van de Kamercommissievoor de Financiën en de Begroting eenbezoek aan de douanediensten van Zaventem om,onder massale persbelangstelling, vast te stellen dat deproblemen met de PLDA (Paperless Douane en Accijnzen)van de baan waren.Ik verneem dat tijdens de enkele uren van dit bezoekalle aangiften uit Antwerpen werden tegengehoudenom het systeem niet te overbelasten.Kan u bevestigen dat dit het geval was?Question n o 78 de M me Barbara Pas du 25 avril 2008(N.) au vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles:Commission des Finances et du Budget. — Visite auxservices de douane de Zaventem.Le 5 mars 2008, les membres de la commission desFinances et du Budget de la Chambre ont visité lesservices de douane de Zaventem pour constater, enprésence de nombreux médias, que les problèmes liésau projet PLDA («Paperless Douanes et Accises»)étaient résolus.Il me revient que, durant les quelques heures de cettevisite, toutes les déclarations d’Anvers ont été retenuespour éviter une surcharge du système.Pouvez-vous confirmer cette information?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4116 QRVA 52 0202 - 6 - 2008Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Financiën en Institutionele Hervormingen van28 mei 2008, op de vraag nr. 78 van mevrouw BarbaraPas van 25 april 2008 (N.):Zoals reeds ten overvloede werd medegedeeld, heeftPLDA, tijdens de eerste week van de opstart, problemengekend met de performantie. Deze problemenwerden op korte termijn verbeterd, dankzij de goedesamenwerking tussen Unisys, ICT Financiën enDouane.De administratie der Douane en Accijnzen ontkentten stelligste dat tijdens het bezoek van de Kamercommissiealle aangiften uit Antwerpen zouden tegengehoudenzijn om het systeem niet te overbelasten.De communicatie van en naar PLDA verloopt trouwensover het internet en gebeurt in 90% van de gevallenvia zogenaamde communicatieproviders. Van deze90% is minimum 85% in handen van de bedrijvenPORTHUS en DEXX, beide gevestigd in hetAntwerpse. De aangiften die door deze providersworden behandeld, komen uit alle hoeken van hetland. Ook de livepresentatie gehouden bij het bedrijfNippon Express verliep via een van deze providers,met name PORTHUS.Gezien de opbouw van deze communicatie is hetonmogelijk om binnen het PLDA-systeem aangiftenvoor bepaalde kantoren te weigeren. De enige mogelijkheidis de verbinding te verbreken, maar dan zouook de livepresentatie niet hebben kunnen doorgaan,bij Nippon Express noch bij de Douane.De goede werking van PLDA tijdens het bezoek vande kamercommissie en tot op heden is gewoon tedanken aan de verbeteringen die door Unisys en ICTFinanciën in samenwerking met Douane werden doorgevoerd.Tot op heden voldoet deze performantie trouwensnog steeds aan de verwachtingen.Réponse du vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles du 28 mai2008, à la question n o 78 de M me Barbara Pas du25 avril 2008 (N.):Comme déjà communiqué à plusieurs reprises,PLDA a connu des problèmes de performance pendantla première semaine du démarrage. Ces problèmes ontété réglés rapidement grâce à une bonne collaborationentre Unisys, ICT Finances et la Douane.L’administration des Douanes et Accises démentformellement que, pendant la visite de la commissionde la Chambre, toutes les déclarations d’Anvers ont étébloquées pour ne pas surcharger le système.En effet, dans 90% des cas, les communications dePLDA ont lieu au travers du réseau Internet par lebiais d’entreprises appelées providers de communication.Deux entreprises, PORTHUS et DEXX, de larégion d’Anvers, se partagent 85% desdites communicationsInternet, lesquelles, proviennent de la Belgiqueentière. De même, la démonstration effectuée en moderéel auprès de Nippon Express, a eu lieu via le fournisseurd’accès PORTHUS.Compte tenu de la structure même de cette communicationélectronique, le système PLDA ne permet pasde filtrer les déclarations de tel ou tel bureau. La seulepossibilité serait d’interrompre également la connexionvers l’Internet, ce qui aurait pour conséquenced’interrompre la présentation réelle tant chez NipponExpress qu’à la Douane.Le bon fonctionnement de PLDA, tant actuel quedurant la visite de la commission de la Chambre, estuniquement dû aux améliorations qui ont été apportéespar Unisys et ICT Finances en collaboration avecla Douane.Jusqu’à présent, cette performance répond d’ailleurstoujours aux ambitions de PLDA.DO 2007200803280 DO 2007200803280Vraag nr. 91 van de heer Pierre-Yves Jeholet van29 april 2008 (Fr.) aan de vice-eersteminister enminister van Financiën en Institutionele Hervormingen:Departement. — Indienstneming van personen meteen handicap.Overeenkomstig het koninklijk besluit van 5 maart2007 tot organisatie van de werving van personen meteen handicap in het federaal administratief openbaarambt is elke overheidsdienst verplicht personen metQuestion n o 91 de M. Pierre-Yves Jeholet du 29 avril2008 (Fr.) au vice-premier ministre et ministredes Finances et des Réformes institutionnelles:Département. — Emploi de personnes handicapées.L’arrêté royal du 5 mars 2007 organisant le recrutementdes personnes handicapées dans la fonctionpublique administrative fédérale, prévoit que les servicespublics doivent mettre au travail des personnesKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 41172 - 6 - 2008een handicap tewerk te stellen ten belope van 3 procentvan zijn effectief. Dat percentage moet gehaaldworden tegen 1 januari 2010.Uit cijfers die in februari 2008 werden bekendgemaakt,blijkt dat de FOD Financiën momenteel 0,46procent werknemers met een handicap in dienst heeft.1. Zullen er concrete maatregelen worden getroffenop dat departement teneinde de toegang tot werk voorpersonen met een handicap te bevorderen en de doelstellingvan 3 procent te bereiken?2. Heeft uw departement een stappenplan opgesteldom die doelstelling binnen de gestelde termijn te bereiken?3. Beschikt u daarnaast over een inventaris perfunctieniveau van de functies die op uw departementreeds worden vervuld door werknemers met eenhandicap?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Financiën en Institutionele Hervormingen van30 mei 2008, op de vraag nr. 91 van de heer Pierre-Yves Jeholet van 29 april 2008 (Fr.):Het geachte lid gelieve hierbij het antwoord op zijnvragen te vinden.1. In het kader van een inmiddels opgehevenkoninklijk besluit van 11 augustus 1972 ter bevorderingvan de tewerkstelling van mindervaliden in deRijksbesturen werden in 2003 enkele cijfergegevensgearchiveerd waarbij werd vastgesteld dat bij de FODFinanciën 586 personen met een handicap waren tewerkgesteld.Het staat vast dat de meerderheid van diepersonen nog steeds in dienst zijn. Dat aantal overtreftruimschoots het door het geachte lid aangehaaldepercentage (op een 30 000-tal werknemers komt datneer op 1,9%).Het beleid van het departement heeft er altijd in bestaande personen met een handicap zonder enigediscriminatie te integreren temidden van de anderepersoneelsleden van de FOD Financiën. Het uitvoerenvan een eenvoudige telling van de gehandicapte personendie tegenwoordig in dienst zijn, zou dan ook slechtworden onthaald. De beleidslijn die bij de FOD Financiënwordt gevolgd, is er voor alles op gericht de integratievan de personeelsleden met een handicap tebewerkstelligen. Dat gebeurt onder meer door dewerkposten aan te passen aan de handicap. Dezeaanpak wordt trouwens gewaardeerd door de meerderheidvan de gehandicapte werknemers aangezien zeniet wegens hun handicap gestigmatiseerd wensen teworden.Voor de genomen maatregelen verwijs ik naar watde minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijvenop 8 februari 2008 heeft medegedeeld inhandicapées à concurrence de 3 % de leur effectif. Cepourcentage de 3 % devra être atteint pour le 1 er janvier2010.Il ressort des chiffres communiqués en février 2008que le SPF Finances occupe actuellement 0,46 % detravailleurs handicapés.1. Des mesures concrètes sont-elles envisagées ausein de ce département afin de promouvoir l’accès àl’emploi pour les personnes handicapées et d’atteindrel’objectif des 3 %?2. Votre département a-t-il prévu un plan deprogression pour atteindre cet objectif dans le délaiprescrit?3. Disposez-vous par ailleurs d’un inventaire parniveau de fonction des emplois qui sont déjà occupés,au sein de votre département, par des travailleurshandicapés?Réponse du vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles du 30 mai2008, à la question n o 91 de M. Pierre-Yves Jeholet du29 avril 2008 (Fr.):L’honorable membre voudra bien trouver ci-aprèsla réponse aux questions posées.1. Dans le cadre d’un arrêté royal du 11 août 1972stimulant l’emploi des personnes handicapées dans lesadministrations de l’État, qui a entre-temps été abrogé,quelques chiffres archivés en 2003 ont permis de constaterque 586 personnes présentant un handicapétaient employées par le SPF Finances. Il est certainque la majorité de ces personnes y sont toujoursemployées. Ce chiffre dépasse amplement le pourcentageavancé par l’honorable membre (sur un nombrede 30 000 employés, il équivaut à 1,9%).La politique du département a toujours consisté àintégrer sans aucune forme de discrimination lespersonnes handicapées parmi les autres membres dupersonnel du SPF Finances. Dès lors, l’exécution d’unsimple recensement des personnes handicapées actuellementen service serait mal accueillie. La ligne de conduiteadoptée par le SPF Finances est avant tout detout miser sur l’intégration des membres du personnelprésentant un handicap. L’un des moyens pour y arriverest d’adapter les postes de travail au handicaprencontré. Cette approche est d’ailleurs appréciée parla majorité des employés handicapés étant donnéqu’ils ne souhaitent pas être stigmatisés à cause de leurhandicap.Pour les mesures prises, je me réfère à la réponse(parties 3 et 4) communiquée par la ministre de laFonction publique et des Entreprises publiques en dateKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4118 QRVA 52 0202 - 6 - 2008antwoord (delen 3 en 4) op de vraag nr. 33 van de heerGuy D’Haeseleer van 10 januari 2008.Sommige laureaten met een handicap makengebruik van deze regeling en anderen komen in dienstzonder melding te maken van hun handicap, onderandere omdat ze met of zonder hulpmiddelen geleerdhebben om autonoom te functioneren en zoals alaangegeven niet als uitzondering wensen te wordenbehandeld.2. Het communicatiebeleid op het vlak van rekruteringen selectie wordt voor het ogenblik bijgestuurdom de doelgroepen van het diversiteitbeleid beter tebereiken.3 en 4. Om de redenen vermeld onder punt 1 beschiktde FOD Financiën niet over recente tellingen endus evenmin over een volledige inventaris van functiesdie worden uitgeoefend door personen met een handicap.Er kan wel bevestigd worden dat in alle niveausen in de meest voorkomende functies personen met eenhandicap werkzaam zijn.du 8 février à la question n o 33 de M. GuyD’Haeseleer datée du 10 janvier 2008.Certains lauréats présentant un handicap utilisentcette réglementation et d’autres entrent en service sansmentionner leur handicap, entre autres parce qu’ils ontappris à fonctionner de manière autonome avec ousans aide ou, comme expliqué ci-dessus, parce qu’ilsne veulent pas être traités différemment des autres.2. La politique de communication quant au recrutementet à la sélection subit actuellement une mise àjour afin de mieux toucher les groupes cibles de lapolitique de diversité.3 et 4. Pour les raisons mentionnées au point 1, leSPF Finances ne dispose pas de chiffres récents et doncencore moins d’un inventaire complet des fonctionsexercées par les personnes handicapées. Toutefois,nous pouvons confirmer qu’elles travaillent à tous lesniveaux et qu’elles exercent des fonctions parmi lesplus courantes.DO 2007200803391 DO 2007200803391Vraag nr. 136 van de heer Joseph Arens van 30 april2008 (Fr.) aan de vice-eersteminister en ministervan Financiën en Institutionele Hervormingen:Wijziging van de overeenkomst tussen België enFrankrijk tot voorkoming van dubbele belasting.Een jaar geleden heeft u de onderhandelingen overde wijziging van het Frans-Belgische dubbelbelastingverdragafgerond.De Frans-Belgische gepensioneerden en werknemerszijn bang dat het akkoord dat gesloten werd, op losseschroeven gezet wordt. In uw antwoord op een parlementairevraag van begin 2008 stelde u me gerust enzei u dat u bleef uitgaan van het bereikte akkoord. Ikheb u erop gewezen dat de Commissie grensarbeidersvoor andere overeenkomsten uitstekend werk hadgeleverd, en zelfs het pad geëffend had voor een oplossing.1. Zal u die commissie opnieuw aan het werkzetten?Question n o 136 de M. Joseph Arens du 30 avril 2008(Fr.) au vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles:Modification de la convention visant à éviter lesdoubles impositions avec la France.Il y a un an, vous concluiez les négociations relativesà la modification de la convention belgo-françaisepréventive à la double imposition.Les travailleurs ainsi que les retraités belgo-françaiscraignent une remise en question de l’accord conclu.Vous m’avez rassuré lors d’une question parlementaireen début d’année 2008 en me disant que vous vousréfériez toujours à l’accord. Je vous ai fait part du faitque la Commission nationale des frontaliers avait,pour d’autres conventions, fait du très bon travail etavait même permis de trouver des solutions.1. Envisagez-vous remettre en activité cettecommission?2. Blijft het akkoord van 2007 overeind? 2. Peut-on se référer à l’accord de 2007?3. Geldt het akkoord wel degelijk ook voor degepensioneerden, en kunnen zij er dan ook ten vollehun voordeel mee doen?3. En ce qui concerne les retraités, confirmez-vousqu’ils sont bien concernés par l’accord et que, de cefait, ils peuvent en profiter pleinement?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 41192 - 6 - 2008Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Financiën en Institutionele Hervormingen van30 mei 2008, op de vraag nr. 136 van de heer JosephArens van 30 april 2008 (Fr.):1. Een eventuele herneming van de werkzaamhedenvan de Commissie voor de grensarbeiders lijkt mijvoorbarig. Toen de werkzaamheden van die Commissiein 2003 stopgezet werden, waren de leden immerstot het besluit gekomen dat die werkzaamheden voorwat Frankrijk betreft slechts nuttig konden voortgezetworden na het bereiken van een definitief akkoordaangaande de toekomst van de grensarbeidersregeling.Zoals blijkt uit mijn antwoord op de 2e vraag ismomenteel niet aan die voorwaarde voldaan.2. Zoals ik reeds dikwijls heb herhaald, werd hetop 13 december 2007 ondertekende Avenant bij deBelgisch-Franse Overeenkomst van 10 maart 1964, datde regels wijzigt die van toepassing zijn op de grensarbeiders,nog niet goedgekeurd door het Belgische enhet Franse parlement. Momenteel is het dus nog nietvan kracht en zijn de bepalingen ervan nog niet vantoepassing.Zoals het geachte lid ongetwijfeld weet, heeft hetafsluiten van dat Avenant voor hevige reacties gezorgdbij de ondernemingen uit de Belgische grensstreek. HetAvenant voorziet in de geleidelijke afschaffing vanaf1 januari 2009 van de grensarbeidersregeling (belastingheffingin de woonstaat) voor de «Franse grensarbeiders»(dit wil zeggen: de inwoners van de Fransegrensstreek die hun bezoldigde activiteit uitoefenen inde Belgische grensstreek) en sommige ondernemingenvrezen dat ze hierdoor geconfronteerd zullen wordenmet een tekort aan werkkrachten.Zoals ik op dinsdag 20 mei 2008 heb gezegd in deCommissie voor de Financiën en de Begroting, hebbende eerste minister en ikzelf dus contact opgenomen metde Franse autoriteiten teneinde de regels van hetAvenant van 13 december 2007 die betrekking hebbenop die «Franse grensarbeiders» te wijzigen. Degevraagde wijziging zou aan de ondernemingen uit deBelgische grensstreek een bijkomende termijn verlenentijdens dewelke ze verder inwoners van Frankrijkzouden kunnen aanwerven onder de bepalingen van degrensarbeidersregeling.Voor de Belgische grensarbeiders, voor wie hetAvenant van 13 december 2007 in de afschaffingvoorziet van de grensarbeidersregeling vanaf 1 januari2007 (dit wil zeggen: voor de belastingheffing van debeloningen die vanaf die datum werden ontvangen),zou er daarentegen niets moeten gewijzigd worden.Ik hoop dat er een nieuw avenant tot wijziging vanhet Avenant van 13 december 2007 kan worden geslotenen dat het geheel in korte tijd aan de goedkeuringvan het Belgische en het Franse parlement kan voorgelegdworden, zodat de nieuwe regels zo spoedig mo-Réponse du vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles du 30 mai2008, à la question n o 136 de M. Joseph Arens du30 avril 2008 (Fr.):1. Une éventuelle reprise des travaux de la Commissionsur les travailleurs frontaliers me semble prématurée.Lors de l’interruption des travaux de cetteCommission en 2003, ses membres étaient en effetparvenus à la conclusion que les travaux ne pourraientreprendre utilement en ce qui concerne la France quelorsqu’il y aurait un accord définitif sur l’avenir durégime frontalier. Comme ma réponse à la question 2le montre, cette condition n’est pas remplie à l’heureactuelle.2. Comme je l’ai déjà maintes fois répété, l’Avenantà la Convention belgo-française du 10 mars 1964, quia été signé le 13 décembre 2007 et qui modifie les règlesapplicables aux travailleurs frontaliers, n’a pas encoreété approuvé par les parlements belge et français.Actuellement, il n’est donc pas en vigueur et ses dispositionsne sont pas applicables.Comme l’honorable membre ne peut l’ignorer, laconclusion de cet Avenant a suscité de vives réactionsparmi les entreprises de la zone frontalière belge.L’Avenant prévoit la suppression progressive, à partirdu 1 er janvier 2009, du régime frontalier (impositiondans l’État de résidence) pour les «frontaliersfrançais» (c’est-à-dire les résidents de la zone frontalièrefrançaise qui exercent leur activité salariée dans lazone frontalière belge) et certaines entreprises craignentde ce fait de se trouver confrontées à une pénuriede main-d’œuvre.Ainsi que je l’ai indiqué le mardi 20 mai 2008 enCommission des Finances et du Budget, des contactsont dès lors été pris par le premier ministre et par moimêmeavec les autorités françaises en vue de modifierles règles de l’Avenant du 13 décembre 2007 relatives àces «frontaliers français». La modification demandéeaccorderait aux entreprises de la zone frontalière belgeun délai supplémentaire pendant lequel ces entreprisespourraient continuer à engager des résidents de Francesous couvert du régime frontalier.Rien ne devrait par contre être modifié en ce quiconcerne les «frontaliers belges» pour lesquelsl’Avenant du 13 décembre 2007 prévoit la suppressiondu régime frontalier à partir du 1 er janvier 2007 (c’està-direpour l’imposition des rémunérations perçues àpartir de cette date).J’espère qu’un nouvel avenant modifiant l’Avenantdu 13 décembre 2007 pourra être conclu et quel’ensemble pourra être soumis rapidement àl’approbation des parlements belge et français, demanière à permettre l’entrée en vigueur des nouvellesKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4120 QRVA 52 0202 - 6 - 2008gelijk in werking kunnen treden. Rekening houdendmet de huidige context kan ik daaromtrent evenwelmoeilijk enige garantie geven.3. Zoals ik reeds heb gezegd, meer bepaald op11 december 2007 in mijn antwoord op de mondelingevraag nr. 596 van de heer volksvertegenwoordigerChristian Brotcorne, wijzigt het Avenant van 13 december2007, waarvan de tekst kan worden nagelezenop de website van de FOD Financiën, niets aan deOvereenkomst van 1964 voor wat de regeling betreftdie van toepassing is op de pensioenen, aangezienFrankrijk dat niet wou. De gepensioneerden zijn dusgeen betrokken partij bij dit akkoord.règles à bref délai. Compte tenu du contexte actuel, ilm’est toutefois difficile de donner des garanties à cetégard.3. Comme je l’ai déjà indiqué, notamment le 11 décembre2007 en réponse à la question orale n o 596 deM. le député Christian Brotcorne, l’Avenant du 13 décembre2007, dont le texte peut être consulté sur le siteInternet du SPF Finances, ne modifie pas la Conventionde 1964 en ce qui concerne le régime applicableaux pensions, la France ne l’ayant pas souhaité. Lesretraités ne sont donc pas concernés par cet accord.DO 2007200803426 DO 2007200803426Vraag nr. 142 van de heer Roel Deseyn van 30 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Financiën en Institutionele Hervormingen:Werknemers in het grensarbeiderstatuut. — Spreiding.— Toekomstperspectieven.In de commissie voor de Financiën en de Begrotingvan 30 januari 2008 gaf u aan de aanwezigen de bedenkingmee dat er meer grensarbeiders zijn in Henegouwendan in Vlaanderen. Over de aantallen, spreidingen grensarbeiders zijn slechts weinig actuele cijfersbekend. Een studie van Eureschannel die reeds dateertvan 2006, heeft nog slechts een beperkte relevantiewegens het grote verloop in veel bedrijven. Als er,zoals dit via diverse kanalen gecommuniceerd werd,beslist wordt om in 2010 een evaluatie te maken van deinstroom van het aantal Fransen in Belgische bedrijven,dan is het uiterst relevant om dit onderzoek tebaseren op actuele, periodieke en toegankelijke cijfergegevens.Daarnaast is het ook relevant om te kunnen beschikkenover de nodige cijfergegevens inzake Belgischegrensarbeiders. Op die manier kan een inschattinggemaakt worden van de omvang van het probleeminzake belastingbetaling. Deze Belgen blijven immersin het ongewisse over hun rechten en plichten omtrenthet betalen van belastingen. Voor velen is het onduidelijkwaar zij vanaf 1 januari 2007 belastingen moetenbetalen.1. Op welke exacte bronnen baseert u zich als ustelt dat er meer grensarbeiders zijn in Henegouwendan in Vlaanderen?2.a) Kan u een overzicht geven van het aantal Fransearbeiders per provincie en per arrondissement envan de percentuele vertegenwoordiging van hetaantal Franse arbeiders per provincie en per arron-Question n o 142 de M. Roel Deseyn du 30 avril 2008(N.) au vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles:Statut de travailleur frontalier. — Répartition. — Perspectivesd’avenir.En commission des Finances et du Budget du 30 janvier2008, vous avez souligné que les travailleurs frontalierssont plus nombreux dans le Hainaut qu’enFlandre. Peu de chiffres récents sont disponibles en cequi concerne le nombre et la répartition des travailleursfrontaliers. L’étude réalisée par Eureschannel en2006 n’est pas vraiment pertinente étant donnél’importante rotation de personnel dans de nombreusesentreprises. S’il devait effectivement êtredécidé, comme cela a été communiqué par le biais dedifférents canaux, de procéder en 2010 à une évaluationde la présence de travailleurs français dans lesentreprises belges, cette étude devrait être basée sur deschiffres actualisés, périodiques et accessibles.Par ailleurs, il est également important de disposerdes chiffres relatifs aux travailleurs frontaliers belges.L’ampleur de la problématique relative aux impôtspourrait ainsi être évaluée. Ces Belges restent en effetdans l’incertitude en ce qui concerne leurs droits etobligations en matière d’impôts. Nombre d’entre euxignorent où ils doivent payer leurs impôts à partir du1 er janvier 2007.1. Sur quelles sources exactes vous basez-vous pouraffirmer que les travailleurs frontaliers sont plusnombreux dans le Hainaut qu’en Flandre?2.a) Pouvez-vous donner un aperçu du nombre detravailleurs français, par province et par arrondissement,et de la représentation en pourcentage dunombre de travailleurs français, par province etKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 41212 - 6 - 2008dissement die werken onder het statuut van grensarbeider?par arrondissement, qui ont le statut de travailleurfrontalier?b) Zullen deze cijfergegevens periodiek raadpleegbaarzijn?b) Ces données chiffrées pourront-elles être consultéespériodiquement?3. Kan u een overzicht geven van het aantal Belgischearbeiders per provincie en per arrondissementdie tewerkgesteld zijn in Franse bedrijven en van depercentuele vertegenwoordiging van het aantal Belgischearbeiders per provincie en per arrondissement diewerken onder het statuut van grensarbeider?3. Pouvez-vous donner un aperçu du nombre detravailleurs belges, par province et par arrondissement,employés dans des sociétés françaises et de lareprésentation en pourcentage du nombre de travailleursbelges, par province et par arrondissement, quiont le statut de travailleur frontalier?4. Hoe overweegt u uw beloften ten opzichte van deBelgische grensarbeiders, om geen belastingen inBelgië meer te moeten betalen vanaf 1 januari 2007, tekunnen inlossen?4. Comment comptez-vous respecter, vis-à-vis destravailleurs frontaliers belges, l’engagement selonlequel ils ne devraient plus payer d’impôts en Belgiqueà partir du 1 er janvier 2007?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Financiën en Institutionele Hervormingen van30 mei 2008, op de vraag nr. 142 van de heer RoelDeseyn van 30 april 2008 (N.):Réponse du vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles du 30 mai2008, à la question n o 142 de M. Roel Deseyn du30 avril 2008 (N.):1. Wat betreft de bronnen die toelaten te bevestigendat er meer grensarbeiders zijn die hun activiteit uitoefenenin de provincie Henegouwen dan in West-Vlaanderen, kan ik het volgende meedelen aan hetgeachte lid. Mijn administratie heeft gebruikgemaaktvan een gegevensbank, opgemaakt op basis van deoverzichten 325.10 van de werkgevers die deelnemenaan het systeem Belcotax. De hiernavermelde cijfershebben betrekking op het inkomstenjaar 2006. Hieruitblijkt dat, op een totaal van 33 136 grensarbeiders,12 155 hun activiteit uitoefenen voor een werkgevergevestigd in Vlaanderen (9 668 in West-Vlaanderen) en15 606 hun activiteit uitoefenen in Wallonië (11 961 inHenegouwen). Deze cijfers moeten overigens metvoorzichtigheid gebruikt worden. Immers, vooreerst,niet alle werkgevers nemen deel aan het systeem Belcotaxen mijn administratie beschikt niet over statistiekenaangaande de grensarbeiders die hun activiteituitoefenen voor deze werkgevers. Vervolgens zijn indeze gegevensbank bepaalde werknemers twee keer ofzelfs meer opgenomen en dit om verschillende redenen(verandering van werkgever in de loop van het jaar,uitoefening van twee halftijdse betrekkingen voor tweeverschillende werkgevers, enzovoort). Ten slotte, deonderverdeling werd gemaakt op basis van de plaatsvan het hoofdkantoor van de werkgever. Het is echtervanzelfsprekend dat talrijke werknemers hun activiteitniet uitoefenen op het hoofdkantoor van hun werkgever(personeel van banken, interimkantoren, supermarkten,NMBS, enzovoort).1. En ce qui concerne les sources qui permettentd’affirmer qu’il y a plus de travailleurs frontaliers quiexercent leur activité dans la province du Hainautqu’en Flandre occidentale, je peux communiquer cequi suit à l’honorable membre. Mon administration autilisé une base de données établie à partir des relevés325.10 des employeurs qui participent au systèmeBelcotax. Les chiffres repris ci-après concernentl’année de revenus 2006. Il en ressort que, sur un totalde 33 136 frontaliers, 12 155 exercent leur activité pourun employeur établi en Flandre (9 668 en Flandre occidentale)et 15 606 exercent leur activité en Wallonie(11 961 en Hainaut). Cela étant, ces chiffres doiventêtre pris avec précaution. En effet, tout d’abord, tousles employeurs ne participent pas au système Belcotaxet mon administration ne dispose pas des statistiquesconcernant les travailleurs frontaliers qui exercent leuractivité pour ces employeurs. Ensuite, dans cette basede données, certains travailleurs sont repris deux foisvoire plus et cela pour diverses raisons (changementd’employeur en cours d’année, exercice de deux mitempspour deux employeurs différents, etc.). Enfin, larépartition a été faite sur la base de la localisation dusiège social de l’employeur. Or, il est évident que denombreux travailleurs n’exercent pas leur activité ausiège social de leur employeur (personnels desbanques, des agences d’intérim, des grandes surfaces,de la SNCB, etc.).KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4122 QRVA 52 0202 - 6 - 20082.a) Het geachte lid kan hierna de onderverdelingvinden per provincie en per arrondissement metbetrekking tot grensarbeiders die hun activiteit inBelgië uitoefenen. Om dezelfde redenen als uiteengezetin het antwoord op uw eerste vraag, moetendeze cijfers met de nodige omzichtigheid benaderdworden. Eveneens, bij wijze van voorbeeld, moethet belangrijke aantal grensarbeiders verbondenaan het arrondissement Brussel-Hoofdstad onderverdeeldworden in de arrondissementen van deBelgische grensstreek, maar mijn administratiebeschikt niet over de toe te passen verdeelsleutel.Per provincie:2.a) L’honorable membre trouvera ci-après la répartitionpar province et par arrondissement des travailleursfrontaliers qui exercent leur activité enBelgique. Pour les mêmes raisons que celles exposéesdans la réponse à votre première question, ceschiffres doivent être pris avec précaution. Ainsi,par exemple, le nombre important de travailleursfrontaliers rattachés à l’arrondissement de Bruxelles-Capitaledevrait être réparti entre les arrondissementsde la zone frontalière belge mais monadministration ne connaît pas la clef de répartition.Par province:Oost-Vlaanderen: 225; Flandre orientale: 225;West-Vlaanderen: 9 668; Flandre occidentale: 9 668;Henegouwen:11 972; Hainaut: 11 972;Luxemburg: 2 403; Luxembourg: 2 403;Namen: 779; Namur: 779;Luik: 290; Liège: 290;Limburg: 63; Limbourg: 63;Antwerpen: 1 537; Anvers: 1 537;Vlaams-Brabant: 651; Brabant flamand: 651;Waals-Brabant: 173; Brabant wallon: 173;Onbepaald (geen postnummer gekend) of werkgeverniet-inwoner: 168.Per arrondissement:Brussel — Arrondissement Brussel-Hoofdstad:5 206;Waals-Brabant — Arrondissement Nijvel: 173;Indéterminé (rubrique code postal vide) ouemployeur non-résident: 168.Par arrondissement:Bruxelles — Arrondissement de Bruxelles-Capitale:5 206;Brabant wallon — Arrondissement de Nivelles:173;Henegouwen — Arrondissement Aat: 757; Hainaut — Arrondissement d’Ath: 757;Henegouwen — Arrondissement Charleroi: 1 375; Hainaut — Arrondissement de Charleroi: 1 375;Henegouwen — Arrondissement Bergen: 1 742; Hainaut — Arrondissement de Mons: 1 742;Henegouwen — Arrondissement Moeskroen: Hainaut — Arrondissement de Mouscron: 3 756;3 756;Henegouwen — Arrondissement Zinnik: 426; Hainaut — Arrondissement de Soignies: 426;Henegouwen — Arrondissement Thuin: 773; Hainaut — Arrondissement de Thuin: 773;Henegouwen — Arrondissement Doornik: 3 143; Hainaut — Arrondissement de Tournai: 3 143;Luik — Arrondissement Hoei: 5; Liège — Arrondissement de Huy: 5;Luik — Arrondissement Luik: 237; Liège — Arrondissement de Liège: 237;Luik — Arrondissement Borgworm: 2; Liège — Arrondissement de Waremme: 2;Luik — Arrondissement Verviers: 46; Liège — Arrondissement de Verviers: 46;KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 41232 - 6 - 2008Luxemburg — Arrondissement Aarlen: 1 132; Luxembourg — Arrondissement d’Arlon: 1 132;Luxemburg — Arrondissement Bastenaken: 16; Luxembourg — Arrondissement de Bastogne: 16;Luxemburg — Arrondissement Marche-en-Famenne: 34;Luxemburg — Arrondissement Neufchâteau: 450;Luxembourg — Arrondissement de Marche-en-Famenne: 34;Luxembourg — Arrondissement de Neufchâteau:450;Luxemburg — Arrondissement Virton: 771; Luxembourg — Arrondissement de Virton: 771;Namen — Arrondissement Namen: 114; Namur — Arrondissement de Namur: 114;Namen — Arrondissement Dinant: 295; Namur — Arrondissement de Dinant: 295;Namen — Arrondissement Philippeville: 370; Namur — Arrondissement de Philippeville: 370;Antwerpen — Arrondissement Antwerpen: 1 465; Anvers — Arrondissement d’Anvers: 1 465;Antwerpen — Arrondissement Mechelen: 58; Anvers — Arrondissement de Malines: 58;Antwerpen — Arrondissement Turnhout: 14; Anvers — Arrondissement de Turnhout: 14;Vlaams-Brabant — Arrondissement Halle-Vilvoorde: 631;Vlaams-Brabant — Arrondissement Leuven: 20;West-Vlaanderen — Arrondissement Brugge: 37;West-Vlaanderen — Arrondissement Oostende: 95;West-Vlaanderen — Arrondissement Kortrijk:4 063;West-Vlaanderen — Arrondissement Diksmuide:70;West-Vlaanderen — Arrondissement Veurne: 864;Brabant Flamand — Arrondissement de Hal-Vilvorde: 631;Brabant Flamand — Arrondissement de Louvain:20;Flandre occidentale — Arrondissement de Bruges:37;Flandre occidentale — Arrondissement d’Ostende:95;Flandre occidentale — Arrondissement de Courtrai:4 063;Flandre occidentale — Arrondissement de Dixmude:70;Flandre occidentale — Arrondissement de Furnes:864;West-Vlaanderen — Arrondissement Ieper: 1 562; Flandre occidentale — Arrondissementd’Ypres: 1 562;West-Vlaanderen — Arrondissement Tielt: 1 171; Flandre occidentale — Arrondissement deTielt: 1 171;West-Vlaanderen — Arrondissement Roeselare:1 806;Flandre occidentale — Arrondissement de Roeselaere:1 806;Oost-Vlaanderen — Arrondissement Aalst: 4; Flandre orientale — Arrondissement d’Alost: 4;Oost-Vlaanderen — Arrondissement Dendermonde:6;Flandre orientale — Arrondissement de Dendermonde:6;Oost-Vlaanderen — Arrondissement Eeklo: 2; Flandre orientale — Arrondissement d’Eeklo: 2;Oost-Vlaanderen — Arrondissement Gent: 144; Flandre orientale — Arrondissement de Gand: 144;Oost-Vlaanderen — Arrondissement Oudenaarde:25;Oost-Vlaanderen — Arrondissement Sint-Niklaas: 44;Flandre orientale — Arrondissementd’Audenarde: 25;Flandre orientale — Arrondissement de Saint-Nicolas:44;Limburg — Arrondissement Hasselt: 31; Limbourg — Arrondissement de Hasselt: 31;KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4124 QRVA 52 0202 - 6 - 2008Limburg — Arrondissement Maaseik: 20; Limbourg — Arrondissement de Maaseik: 20;Limburg — Arrondissement Tongeren: 12; Limbourg — Arrondissement de Tongres: 12;Onbepaald (geen postnummer gekend) of werkgeverniet-inwoner: 168.Indéterminé ou employeur non-résident: 168.b) Deze cijfers zouden elk jaar kunnen voorgelegd b) Ces chiffres pourraient être établis chaque année.worden.3. Wat betreft de inwoners van België die verklaardhebben grensarbeider te zijn, beschikt mijn administratieenkel over een nationaal cijfer. Voor het jaar2005 bevatten 2 254 aangiften de vermelding «grensarbeider».Hoe dan ook, gezien het lage aantal inwonersvan België die zichzelf als grensarbeider opgeven(aantal dat elk jaar vermindert) is een onderverdelingper provincie en per arrondissement weinig interessant.4. Wat de «Belgische grensarbeiders» betreft (ditwil zeggen de werknemers die hun duurzaam tehuis inde Belgische grensstreek hebben en hun bezoldigdewerkzaamheid in de Franse grensstreek uitoefenen),bepaalt het Avenant dat de huidige grensarbeidersregeling(exclusieve woonstaatheffing) niet meervan toepassing is op bezoldigingen verkregen vanaf1 januari 2007. Ongeacht de datum van inwerkingtredingvan het Avenant, zullen de «Belgische grensarbeiders»dus in principe belastbaar zijn in Frankrijkop hun vanaf 1 januari 2007 verkregen bezoldigingen.Waarschijnlijk zal het nog een aantal maandenduren voordat het Avenant in werking treedt en intussenzijn alleen de regels van het Verdrag van 1964(zoals gewijzigd door het Avenant van 8 februari 1999)van toepassing. Het is dus waarschijnlijk dat in Belgiëop grond van de huidige regels aanslagen in de personenbelastingzullen worden gevestigd op inkomstenvan 2007. Om te vermijden dat ze benadeeld zoudenworden door een laattijdige inwerkingtreding van hetAvenant, zullen de betrokken belastingplichtigenaangeraden worden om tegen die aanslagen bezwaarschriftenin te dienen, die door de goedkeuringswetvan het Avenant geldigheid zullen verwerven. In deloop van de maand juni zullen op de website van deFOD Financiën nadere inlichtingen gepubliceerdworden over de stappen die ze moeten ondernemen.Zoals ik in de Commissie voor de Financiën en deBegroting van dinsdag 20 mei 2008 heb gezegd,hebben de eerste minister en ikzelf contact opgenomenmet de Franse autoriteiten (de minister van Economie,Nijverheid en Tewerkstelling mevrouw Lagarde,eerste minister Fillon en president Sarkozy) met hetoog op een wijziging van de bepalingen van hetAvenant van 13 december 2007 die betrekking hebbenop de «Franse grensarbeiders». De gevraagde wijzigingzou de ondernemingen uit de Belgische grensstreekeen bijkomende termijn verlenen tijdens3. En ce qui concerne les résidents de la Belgiquequi ont déclaré être frontaliers, mon administrationdispose seulement d’un chiffre national. Pour l’année2005, 2 254 déclarations ont repris la mention«frontalier». De toute manière, vu le nombre peuélevé d’habitants du Royaume qui se déclarent commefrontaliers (nombre qui diminue chaque année), unerépartition par provinces et par arrondissements présentepeu d’intérêt.4. En ce qui concerne les «frontaliers belges» (c’està-direles travailleurs qui ont leur foyer permanentd’habitation dans la zone frontalière belge et qui exercentleur activité salariée dans la zone frontalièrefrançaise), l’Avenant prévoit que l’actuel régime frontalier(imposition exclusive dans l’État de résidence)cesse de s’appliquer aux rémunérations perçues àpartir du 1 er janvier 2007. Quelle que soit la dated’entrée en vigueur de l’Avenant, les «frontaliersbelges» seront donc, en principe, imposables enFrance sur leurs rémunérations perçues à partir du1 er janvier 2007.Toutefois, l’Avenant ne sera vraisemblablement pasen vigueur avant plusieurs mois et, d’ici là, seules lesrègles de la Convention de 1964 (telles que modifiéespar l’Avenant du 8 février 1999) sont applicables. Il estdès lors probable que des cotisations à l’impôt despersonnes physiques relatives aux revenus de 2007seront établies en Belgique sur la base des règlesactuelles. Afin d’éviter qu’ils soient lésés par uneentrée en vigueur tardive de l’Avenant, les contribuablesconcernés seront invités à introduire contre cescotisations des réclamations qui seront validées par laloi d’approbation de l’Avenant. Des informations pluscomplètes concernant la marche à suivre serontpubliées sur le site internet du SPF Finances dans lecourant du mois de juin.Par ailleurs, comme je l’ai indiqué le mardi 20 mai2008 en Commission des Finances et du Budget, descontacts ont été pris par le premier ministre et par moimêmeavec les autorités françaises (la ministre del’Économie, de l’Industrie et de l’Emploi Mme Lagarde,le premier ministre Fillon et le présidentSarkozy) en vue de modifier les règles de l’Avenant du13 décembre 2007 relatives aux «frontaliers français».La modification demandée accorderait aux entreprisesde la zone frontalière belge un délai supplémentairependant lequel ces entreprises pourraient continuer àKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 41252 - 6 - 2008dewelke die ondernemingen verder inwoners uitFrankrijk kunnen aanwerven onder de bepalingen vande grensarbeidersregeling. Niets zou daarentegenworden gewijzigd wat de «Belgische grensarbeiders»betreft.Ik hoop dat een nieuw avenant tot wijziging van hetAvenant van 13 december kan worden gesloten en dathet geheel snel aan de goedkeuring van het Belgischeen het Franse parlement zal kunnen voorgelegdworden, zodat de nieuwe regels snel in werkingkunnen treden. Rekening houdend met de huidigecontext kan ik dit evenwel moeilijk garanderen.engager des résidents de France sous couvert du régimefrontalier. Rien ne devrait par contre être modifié en cequi concerne les «frontaliers belges».J’espère qu’un nouvel avenant modifiant l’Avenantdu 13 décembre pourra être conclu et que l’ensemblepourra être soumis rapidement à l’approbation desparlements belge et français, de manière à permettrel’entrée en vigueur des nouvelles règles à bref délai.Compte tenu du contexte actuel, il m’est toutefoisdifficile de donner des garanties à cet égard.DO 2007200803465 DO 2007200803465Vraag nr. 145 van de heer Renaat Landuyt van 30 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Financiën en Institutionele Hervormingen:Invordering van penale boetes.Het Rekenhof besluit uit een onderzoek dat zij in2007 voerde dat, wat betreft de invordering van penaleboetes, er op de FOD Justitie en de FOD Financiënheel wat verkeerd loopt. Meer dan de helft van de nietbetaaldepenale boetes zou niet meer worden ingevorderd.1. Heeft u cijfers over het aantal niet-betaaldepenale boetes voor het jaar 2007?2. Hoe verhouden deze cijfers zich tot de vorigejaren?3. Kan u ook een opsplitsing geven van deze cijfersper gerechtelijk arrondissement?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Financiën en Institutionele Hervormingen van30 mei 2008, op de vraag nr. 145 van de heer RenaatLanduyt van 30 april 2008 (N.):In 2008 inde de overheid 311,2 miljoen euro aanboetes. Daarvan had 203,8 miljoen euro betrekking opde onmiddellijke inningen, 51,6 miljoen op de minnelijkeschikkingen en 55,9 miljoen euro op boeten naveroordeling. Het is over deze laatste categorie vanboeten dat het Rekenhof zich gebogen heeft, laatst infebruari 2007. De acties die de administratie ondernomenheeft (en sinds februari 2007 heeft geïntensifieerd)hebben er echter nog niet toe geleid dat zij degevraagde cijfergegevens kan leveren.Het grootschalige ICT-investeringsproject zal deadministratie in staat moeten stellen om op middellangetermijn te antwoorden op dergelijke vragen.Om op korte termijn resultaten te kunnen boeken,werkt de administratie van de niet-fiscale InvorderingQuestion n o 145 de M. Renaat Landuyt du 30 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles:Recouvrement des amendes pénales.La Cour des comptes conclut d’une enquête relativeau recouvrement des amendes pénales qu’elle a menéeen 2007 que le SPF Justice et le SPF Finances sontconfrontés à de nombreux problèmes. Plus de la moitiédes amendes pénales non payées ne seraient plusrecouvrées.1. Disposez-vous de chiffres concernant le nombred’amendes pénales non payées en 2007?2. Comment ces chiffres ont-ils évolué par rapportaux années précédentes?3. Pourriez-vous également répartir ces chiffres pararrondissement judiciaire?Réponse du vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles du 30 mai2008, à la question n o 145 de M. Renaat Landuyt du30 avril 2008 (N.):En 2008, l’État a perçu 311,2 millions d’eurosd’amendes. 203,8 millions d’euros concernaient desperceptions immédiates, 51,6 millions, des transactionset 55,9 millions, des amendes après condamnation.C’est à cette dernière catégorie d’amendes que laCour des comptes s’est intéressée, la dernière fois, enfévrier 2007. Les actions que l’administration a menées(et intensifiées depuis février 2007) ne lui ont cependantpas encore permis de livrer les données chiffréesdemandées.Le projet d’investissement informatique à grandeéchelle va permettre à l’administration de répondre àmoyen terme à de telles questions.Pour pouvoir obtenir des résultats à court terme,l’administration du recouvrement non-fiscal poursuitKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4126 QRVA 52 0202 - 6 - 2008verder aan de samenwerking met de Nationale Kamerder Gerechtsdeurwaarders. Dit reeds meermaalsaangekondigde project zou eruit bestaan een applicatiedie ontwikkeld werd voor de gerechtsdeurwaarders,ter beschikking te stellen van de administratie. Indiende gegevens van de uittreksels van de vonnissen opelektronische wijze door de griffies kunnen wordenaangeleverd, zal de administratie ze vlugger kunnenverwerken en zullen de betalingsberichten sneller dedeur uitgaan. Doordat de betalingsberichten vluggerop de veroordeling volgen, verwacht men dat door hetpsychologische effect van de veroordeling dat dan nogaanwezig is, de mensen vlugger zullen betalen. Ook derapporteringmogelijkheden zullen groter zijn.sa collaboration avec la Chambre nationale des Huissiersde justice. Ce projet maintes fois annoncé consisteraen une application développée par les huissiers dejustice qui sera mise à la disposition de l’administration.Si les greffes étaient en mesure de fournir lesextraits de jugements de manière électronique, l’administrationpourrait les traiter plus rapidement et doncenvoyer les avis de paiement à bref délai. En envoyantles avis de paiement plus vite après la condamnation,on s’attend à ce que les condamnés paient plus rapidement,dans la mesure où l’effet psychologique de lacondamnation serait encore présent. Les possibilités derapportage seront également plus grandes.DO 2007200803063 DO 2007200803063Vraag nr. 166 van de heer Christian Brotcorne van9 mei 2008 (Fr.) aan de vice-eersteminister enminister van Financiën en Institutionele Hervormingen:Veiligheid van voertuigen van het type «pick-up».De reclame voor voertuigen heeft het«EuroNCAP»-logo en zijn sterrensysteem voor debeoordeling van de passieve veiligheid van auto’s algemenebekendheid verleend. EuroNCAP is een internationaleorganisatie waarin de overheden van vijf Europeselanden (Duitsland, Groot-Brittannië, Frankrijk,Nederland, Zweden), de Europese Unie, verschillendeconsumentenverenigingen en automobielclubs zittinghebben.EuroNCAP heeft nu voor het eerst de passieve veiligheidgetest van zogenaamde pick-ups: kleine openvrachtwagens met een bestuurderscabine waarin doorgaansslechts plaats is voor twee of drie zitplaatsen, eneen open laadbak. De pick-up heeft mee geprofiteerdvan de recente marktevolutie en de groeiende populariteitvan terreinwagens. De verkoop van dergelijkevoertuigen in Europa is snel gestegen.Door hun hogere gewicht, hun weinig aërodynamischekoetswerk en hun basisontwerp verbruikendeze voertuigen meer en vervuilen ze dus ook meer danandere voertuigen.Uit de onlangs uitgevoerde EuroNCAP-testen blijktnu ook dat ze voor het merendeel onvoldoendebescherming bieden voor de inzittenden, en bij botsingeneen groter gevaar vormen voor de zwakke weggebruikers!De constructeurs, die voelden dat ze goudenzaken konden doen, hebben hun aanbod uitgebreid enbieden nu onder meer versies aan met een dubbelecabine, met daarin vijf of zes zitplaatsen.Men kan zich ook afvragen of de proliferatie oponze wegen van pick-ups en andere terreinwagens,Question n o 166 de M. Christian Brotcorne du 9 mai2008 (Fr.) au vice-premier ministre et ministredes Finances et des Réformes institutionnelles:Sécurité des véhicules de type «pick-up».Les publicités pour les voitures ont popularisé lesigle «EuroNCAP» et les étoiles qui y sont associéespour évaluer la sécurité passive des automobiles. Cetorganisme international regroupe cinq administrationseuropéennes (allemande, britannique, française,hollandaise et suédoise), l’Union européenne, diversesassociations de consommateurs et des automobilesclubs.Pour la première fois, EuroNCAP a testé la sécuritépassive des véhicules appelés communément «pickup»qui combinent un habitacle généralement limité àdeux ou trois sièges et un plateau de chargementouvert. L’évolution récente du marché et l’attrait croissantdu public pour les véhicules tous-terrains ontaussi profité aux «pick-up» dont les ventes ontprogressé rapidement en Europe.En raison de leur poids plus élevé, de leur carrosseriepeu aérodynamique et de leur conception de base,ces véhicules consomment plus et donc polluent plusque les autres.Voici à présent que les tests EuroNCAP menésrécemment nous apprennent en outre qu’ils offrentpour la plupart une protection médiocre des occupantset qu’ils représentent un danger plus grand pour lesusagers faibles en cas de collision! Les constructeurs,sentant le filon, ont diversifié leur offre et proposentnotamment des versions à double cabine dotées decinq ou six places.On peut aussi se demander si la prolifération des«pick-up» et autres véhicules tous-terrains, parfoisKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 41272 - 6 - 2008waarvoor in sommige gevallen een fiscaal voordeelgeldt, andere burgers die hun best doen om minder teverbruiken of zich niet met de wagen te verplaatsen,niet zal demotiveren.1. Moet men de aankoop van pick-ups fiscaal aanmoedigendoor ze allemaal als bedrijfsvoertuig in teschrijven?2. Vindt u het verstandig om de verkoop van pickupsniet te beperken, bijvoorbeeld tot de ondernemingendie ze nodig hebben?3. Heeft u het overleg aangeknoopt met de ministervan Mobiliteit en de minister van Financiën om overde kwestie te reflecteren en een initiatief te nemen opdat gebied?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Financiën en Institutionele Hervormingen van30 mei 2008, op de vraag nr. 166 van de heer ChristianBrotcorne van 9 mei 2008 (Fr.):In afwachting van een Europese harmonisatie op hetgebied van de definities en de homologatiecriteria voorde verschillende voertuigtypes, en ter voorkoming vanieder misbruik ter zake, heeft de fiscale administratiegeopteerd voor de invoering van een eigen fiscale definitievan het begrip «lichte vrachtauto» in de verschillendewettelijke bepalingen. Met de invoering vaneen specifieke fiscale definitie in het Wetboek van demet de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingenhebben de federale en de gewestelijke overheden,in overleg met de beroepsfederaties van de sector,getracht een einde te stellen aan de praktijken vanbepaalde constructeurs om luxeterreinwagens te latenhomologeren als «lichte vrachtauto» en deze aldus telaten genieten van een fiscaal gunstiger regime dat,volgens de geest van de wetgever, in principe niet opdeze voertuigen van toepassing was.Deze regeling had dus tot doel een fiscaal voordeeltoe te kennen aan de echte «lichte vrachtauto’s» eneen definitief einde te stellen aan elk oneigenlijkgebruik en houdt in dat naast een technische definitievan «lichte vrachtauto» een fiscale definitie werd ingevoerdwaarbij werd gesteld dat de lengte van de afgescheidenlaadruimte ten minste 50% van de wielbasismoet uitmaken.Hierbij werd een onderscheid gemaakt tussen pickupsen andere voertuigen. Pick-ups zijn voertuigen dieeen open laadbak hebben die volledig van de bestuurders-en passagierscabine is afgesloten. Dit soort voertuigenwerd voortaan steeds als lichte vrachtwagenbeschouwd. Een dergelijke «pick-up» met een openlaadbak kan er immers moeilijk van verdacht wordenom uitsluitend voor privédoeleinden of als luxevoertuigte worden gebruikt.De eigenaar van een voertuig dat ingevolge dezestrengere fiscale omschrijving niet langer het voorde-avantagés au plan fiscal, ne risque pas de démotiver lesautres citoyens qui font des efforts pour réduire leurconsommation ou se déplacer sans la voiture.1. Convient-il d’encourager fiscalement les «pickup»en les immatriculant tous en utilitaire?2. Estimez-vous raisonnable de ne pas limiter lavente de «pick-up», par exemple aux seules entreprisesqui en ont besoin?3. Avez-vous entamé une concertation avec le ministrede la Mobilité et le ministre des Finances pourréfléchir à la question et lancer une initiative en lamatière?Réponse du vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles du 30 mai2008, à la question n o 166 de M. Christian Brotcornedu 9 mai 2008 (Fr.):Dans l’attente d’une harmonisation européenne auniveau des définitions et des critères d’homologationpour les divers types de véhicules, et afin de prévenirtout abus en la matière, l’administration fiscale a optépour l’élaboration d’une définition fiscale propre de lanotion d’«utilitaire léger» dans les diverses dispositionslégales. Par l’introduction d’une définition fiscalespécifique dans le Code des taxes assimilées auximpôts sur les revenus, les autorités fédérales et régionalesont tenté, en concertation avec les organisationsprofessionnelles du secteur, de mettre un terme auxpratiques de certains constructeurs qui consistent àfaire homologuer des véhicules tous-terrains de luxe entant qu’utilitaires légers et de bénéficier ainsi d’unrégime fiscal favorable qui, dans l’esprit du législateur,ne leur était en principe pas destiné.Cette réglementation avait donc pour but d’octroyerun avantage fiscal aux véritables «utilitaires légers» etde mettre définitivement un terme à tout usage abusifet implique qu’outre une définition techniqued’«utilitaire léger», une définition fiscale était introduitestipulant que la longueur de l’espace de chargementséparé doit représenter 50% de l’empattement.Une distinction est faite entre les «pick-up» et lesautres véhicules. Des «pick-up» sont des véhicules disposantd’une cabine ouverte intégralement séparée dela cabine conducteur et passager. Ce genre de véhiculescontinuera d’être considéré comme un utilitaireléger. Un tel «pick-up» équipé d’une cabine ouvertepeut en effet difficilement être suspecté d’utilisation àdes fins purement privées ou comme véhicule de luxe.Le propriétaire d’un véhicule qui, suite à cette descriptionfiscale plus stricte, ne peut plus bénéficier duKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4128 QRVA 52 0202 - 6 - 2008lige fiscale regime van de lichte vrachtauto’s kanondergaan, wordt vanaf 1 januari 2006 volgens hetgewone tarief voor personenwagens betast.Op dit ogenblik overweegt mijn administratie geenwijziging van de betreffende wettelijke bepalingen.Voor het overige verwijs ik naar het antwoord datdoor mijn collega’s bevoegd voor Mobiliteit (vraagnr. 56 van 9 mei 2008) en Klimaat en Energie (vraagnr. 19 van 9 mei 2008, Vragen en Antwoorden, Kamer,2007-2008, nr. 17) zal worden verstrekt aan wie dezevraag ook werd gesteld.régime fiscal avantageux des utilitaires légers est taxé,depuis le 1 er janvier 2006, au tarif usuel des voitures.À ce jour, mon administration n’envisage pas demodifier les dispositions légales visées.Pour le surplus, je me réfère à la réponse qui seradonnée par mes collègues compétents en matière deMobilité (question n o 56 du 9 mai 2008) et de Climat etÉnergie (question n o 19 du 9 mai 2008, Questions etRéponses, Chambre, 2007-2008, n o 17) à qui cettequestion a également été posée.Vice-eersteministeren minister van Sociale Zakenen VolksgezondheidVice-première ministreet ministre des Affaires socialeset de la Santé publiqueDO 2007200802356 DO 2007200802356Vraag nr. 1 van mevrouw Colette Burgeon van 7 april2008 (Fr.) aan de vice-eersteminister en ministervan Sociale Zaken en Volksgezondheid:In de handel brengen van met antioxidanten of vitaminenverrijkte frisdranken.Onlangs heeft een van de wereldmarktleiders op hetgebied van frisdranken besloten zich op de markt vande voedingsmiddelen met gezondheidsclaims te positioneren.Te dien einde brengt het bedrijf twee caloriearmefrisdranken in blik op de markt, de ene mettoegevoegde antioxidanten, de andere met extra vitaminen(B3, B12 en C).Het verkoopargument dat wordt gehanteerd is verbijsterendeenvoudig: «Iedere dag een Plus».Dat neemt niet weg dat die frisdrank — ongeacht deformule waarin hij wordt gegoten — een mengsel blijftvan koolzuurhoudend water en additieven!1. Werden er door de diensten van Volksgezondheidof door het Federaal Agentschap voor de Veiligheidvan de Voedselketen (FAVV) vitaminetekorten(B3, B12 en C) bij de Belgische bevolking vastgesteld,wat een dergelijk verkoopargument zou kunnenrechtvaardigen?2. Is het risico niet reëel dat men de bevolking opdie manier doet geloven dat die verrijkte voedingsmiddeleneen substituut kunnen zijn voor een gevarieerdevoeding met veel groenten en fruit, voedingsmiddelendie bij uitstek rijk zijn aan vitaminen en mineralen?Question n o 1 de M me Colette Burgeon du 7 avril 2008(Fr.) à la vice-première ministre et ministre desAffaires sociales et de la Santé publique:Commercialisation de sodas enrichis d’antioxydantsou de vitamines.Récemment, un des leaders mondiaux de la vente desodas a décidé de se positionner sur le marché desaliments santé. Pour se faire, il a décidé de commercialiser,sous forme de canettes, deux sodas pauvres encalorie agrémentés pour l’un d’antioxydants et l’autrede vitamines (B3, B12 et C).L’argument de vente est d’une simplicité déconcertante:«Un petit plus bien-être».Il n’en demeure pas moins que ce soda décliné dansl’une ou l’autre formule demeure un mélange d’eaugazéifiée et d’additifs!1. Les services de Santé publique ou l’Agence fédéralepour la sécurité de la chaîne alimentaire (AFSCA)ont-ils détecté des carences en vitamines (B3, B12 et C)au sein de notre population qui justifient un tel argumentde vente?2. N’existe-t-il pas un risque réel de faire croire à lapopulation que ces aliments enrichis peuvent se substituerà une alimentation diversifiée riche en fruits ou enlégumes, qui sont des sources privilégiées de vitamineset de minéraux?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 41292 - 6 - 20083.a) Dient de wetgeving inzake producten waarvooreen gezondheidsclaim het voornaamste verkoopargumentis, niet verscherpt te worden?b) Zouden dergelijke producten geen keurmerkmoeten krijgen om dit soort claims te waarmerken?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Sociale Zaken en Volksgezondheid van 28 mei2008, op de vraag nr. 1 van mevrouw Colette Burgeonvan 7 april 2008 (Fr.):1. Het op de markt brengen van frisdranken aangerijktmet vitamines en antioxidantia bezorgt me eveneens.Het is evident dat deze type van producten opeen «voedings- en gezondheidsgolf» surft. Dezetendens van aanrijking van producten die op hunnutritionele waarde laag scoren, is problematisch, inhet bijzonder in een context die zich richt op het verbeterenvan de voedingsgewoonten van de bevolking,meer bepaald op de verhoging van de consumptie vanfruit en groenten. Bovendien, ben ik niet van meningdat eventuele tekorten aan nutriënten moeten gecorrigeerdworden door de consumptie van dit type dranken,maar wel door een gevarieerde en evenwichtigevoeding, wat het belangrijkste objectief is van hetNationaal Voedings- en Gezondheidsplan. Dezeproducten voldoen echter aan de wettelijkeverplichtingen en meer bepaald aan de EuropeseRichtlijn 2002/46 betreffende vitaminen en mineralen.Zij zijn daarom toegelaten om op de Belgische marktgecommercialiseerd te worden.2. Ik denk dat er effectief een risico bestaat dat deconsumenten denken dat deze producten kunnen geassocieerdworden aan gezonde producten omdat zeantioxidantia bevatten terwijl ze geen caloriën bevatten.Wat het risico betreft dat deze producten in deplaats van groenten en fruit gegeten worden, zoumoeten onderzocht worden. Anderzijds draagt hetNationaal Voedings- en Gezondheidsplan bij in deverspreiding van nutritionele boodschappen bij deBelgische bevolking betreffende het belang van deconsumptie van fruit en groenten voor de gezondheid.In dit kader zullen, in samenwerking met de federatievan de distributiesector (FEDIS), affiches zichtbaaropgesteld worden in de rekken met groenten en fruitvan verschillende ketens om het belang van groentenen fruit in een evenwichtige voeding te benadrukken.3. Wat de wetgeving betreft, is er een Europeseverordening (1924/2006) van toepassing sinds 1 juli2007. Deze verordening harmoniseert de wettelijkebepalingen betreffende nutritionele beweringen engezondheidsbeweringen inzake voedingsmiddelen.Deze verordening voorziet een aantal algemene principeswaaraan beweringen moeten voldoen, zoals hetfeit dat beweringen niet misleidend mogen zijn of niet3.a) La législation relative aux produits faisant de lasanté leur principal argument de vente ne doit-ellepas être renforcée?b) Un label ne devrait-il pas certifier ce typed’argument?Réponse de la vice-première ministre et ministre desAffaires sociales et de la Santé publique du 28 mai2008, à la question n o 1 de M me Colette Burgeon du7 avril 2008 (Fr.):1. La mise sur le marché des sodas enrichis en vitamineset en antioxydants m’interpelle tout autant quevous. Il est évident que ce type de produits surfe sur lavague des aliments-santé. Cette tendance visant àenrichir des denrées alimentaires pauvres sur le plan deleur valeur nutritionnelle est problématique et particulièrement,dans un contexte qui vise à améliorer leshabitudes alimentaires de la population, notammentpar une augmentation de la consommation des fruits etlégumes. En outre, je ne suis pas d’avis que les carencesen nutriments doivent être corrigées par la consommationde ce type de boissons mais bien en adoptantune alimentation variée et équilibrée. Ce qui estl’objectif principal du Plan national Nutrition Santé.Cela étant, ces produits répondent aux obligationslégales et notamment à la directive européenne 2002/46 sur les vitamines et minéraux. Ils sont donc parfaitementautorisés pour être commercialisés sur lemarché belge.2. Je pense qu’il y a effectivement un risque que lesconsommateurs pensent que ces produits soient associésà des produits sains du fait qu’ils contiennent desantioxydants tout en étant sans calorie. Concernant lerisque de les consommer à la place de fruits et légumes,ceci devrait faire l’objet d’une étude pour pouvoir levérifier. D’autre part, le Plan national Nutrition Santécontribue à la diffusion de messages nutritionnels concernantl’importance de la consommation de fruits etlégumes pour la santé auprès de la population belge.Dans ce cadre, avec la collaboration de la fédérationde la grande distribution (FEDIS), des affiches serontvisibles dans les rayons fruits et légumes de plusieursenseignes pour montrer l’importance de ces derniersdans une alimentation équilibrée.3. En ce qui concerne la législation, un règlementeuropéen (1924/2006) est entré en application le1 er juillet 2007. Ce règlement harmonise les dispositionsréglementaires concernant les allégations nutritionnelleset de santé portant sur les denrées alimentaires.Il prévoit un certain nombre de principes générauxauxquels les allégations doivent se conformer, commele fait que les allégations ne peuvent être ambiguës ouKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4130 QRVA 52 0202 - 6 - 2008mogen aanzetten tot een overmatige consumptie vaneen voedingsmiddel. Zij mogen slechts bevestigen,suggereren of impliceren dat alleen een evenwichtigeen gevarieerde voeding, over het algemeen, allenutriënten in de aanbevolen hoeveelheden kan aanleveren.Om te vermijden dat de nutritionele of gezondheidsbeweringen,de algemene nutritionele status in deogen van de consument kunnen maskeren, voorziet deverordening bovendien dat de Commissie voor19 januari 2009 een reglementering betreffende denutritionele profielen voorziet. Deze profielen zullengebaseerd zijn op het gehalte van specieke voedingsstoffen,zoals het gehalte aan vetten, verzadigde vetten,transvetten, suiker of zout. De voedingsmiddelen ofbepaalde categorieën die te rijk zijn aan bovenvermeldevoedingsstoffen, waarvan de aanwezigheid inexcessieve hoeveelheden niet aanbevolen is in eennormaal voedingspatroon, zullen dergelijke gezondheidsbeweringenniet meer kunnen dragen.De dranken die u vermeldt, bevatten hoedanookgeen energie, en dus geen suiker of vetstoffen. Zij zijndaarom waarschijnlijk niet onderhevig aan deze nutritioneleprofielen en zouden dus dergelijke beweringenverder kunnen dragen. Men zou echter andere criteriakunnen opnemen dan de nutritionele criteria, zoalsbijvoorbeeld de zuurtegraad van een product. Maardit kan niet zonder overleg op Europees niveau.De verordening voorziet dat beweringen wetenschappelijkmoeten geëvalueerd en goedgekeurdworden op Europees niveau vooraleer ze gebruiktworden. Zij zullen bovendien eventueel aan specifiekegebruiksvoorwaarden onderhevig zijn. De controle opde wetenschappelijke onderbouwing van deze beweringenis in handen van het Europese Voedselveiligheidsagenschap(EFSA).Een controle a posteriori dient bovendien uitgevoerdte worden door het Federaal Agentschap voorde Veiligheid van de Voedselketen.Gezien alleen nog de beweringen die positief zullengeëvalueerd worden op de etikettering van productenop de markt aanwezig mogen zijn, is de creatie van eenlogo dus niet aangewezen.encourager une consommation excessive d’un aliment.Elles ne peuvent affirmer, suggérer ou impliquerqu’une alimentation équilibrée et variée ne peut, engénéral, fournir des nutriments en quantité appropriée.Pour éviter que des allégations nutritionnelles ou desanté masquent le statut nutritionnel global d’un alimentaux yeux du consommateur, le règlement prévoiten outre que la Commission adopte pour 19 janvier2009 au plus tard des profils nutritionnels. Ces profilsseront basés sur la teneur en certains nutriments,comme les matières grasses, les acides gras saturés, lesacides gras trans, le sucre ou le sel. Les aliments — oucertaines catégories — qui seront trop riches en cesnutriments, dont la présence en quantités excessivesdans le régime alimentaire n’est pas recommandée, nepourront plus porter d’allégations de santé.Les boissons que vous mentionnez ne contiennentcependant pas d’énergie, et donc pas de sucre ou dematière grasse. Elles ne seront vraisemblablement parconséquent pas concernées par les profils nutritionnelset pourront donc continuer à porter de telles allégations.Toutefois, on pourrait envisager d’intégrerd’autres critères que ceux nutritionnels, comme parexemple l’acidité d’une denrée alimentaire. Mais celane pourra se faire que de manière concertée au niveaueuropéen.Le règlement prévoit que les allégations doivent êtreévaluées scientifiquement et approuvées au niveaueuropéen avant leur utilisation. Elles seront égalementéventuellement assorties de conditions d’utilisationspécifiques. Le contrôle du bien-fondé scientifique deces allégations sera réalisé par l’Autorité européennede Sécurité des aliments (EFSA).Un contrôle a posteriori sera en outre effectué parl’Agence fédérale pour la sécurité de la chaîne alimentaire.Étant donné que seules les allégations qui auront étéévaluées positivement, pourront finalement se retrouverdans l’étiquetage des produits sur le marché, lamise en place d’un label n’est donc pas justifiée.DO 2007200802404 DO 2007200802404Vraag nr. 8 van de heer Peter Logghe van 8 april 2008(N.) aan de vice-eersteminister en minister vanSociale Zaken en Volksgezondheid:Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidzorg. —Personeel. — Taalaanhorigheid.Meten is weten, zegt het spreekwoord, en dat is ookeen belangrijk principe in de politiek. Het is belangrijkQuestion n o 8 de M. Peter Logghe du 8 avril 2008 (N.)à la vice-première ministre et ministre des Affairessociales et de la Santé publique:Centre fédéral d’expertise des soins de santé. —Personnel. — Appartenance linguistique.Mesurer c’est savoir, dit le proverbe. Ce principes’applique également en politique. Ainsi, il est impor-KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 41312 - 6 - 2008om regelmatig te meten in hoeverre het taalevenwichtin ons land gerespecteerd wordt. Belangrijk omdatalleen taalevenwicht bepaalde uitwassen uit het verledenkan proberen te vermijden.Daarom volgende concrete vragen over het FederaalKenniscentrum voor de Gezondheidzorg:1.a) Hoeveel vastbenoemden behoorden in 2005 tot deNederlandstalige taalrol?tant de vérifier régulièrement dans quelle mesurel’équilibre linguistique est respecté dans notre pays.Seul le respect de l’équilibre linguistique est en effet denature à permettre d’éviter le cas échéant certainesdérives du passé.Pourriez-vous dès lors me fournir les précisionssuivantes à propos du Centre fédéral d’expertise dessoins de santé:1.a) En 2005, combien de membres du personnelnommés appartenaient au rôle linguistiquenéerlandais?b) Hoeveel tot de Franstalige taalrol? b) Combien appartenaient au rôle linguistique français?2. Hoeveel vastbenoemden in 2006 behoorden ertot de Nederlandstalige dan wel tot de Franstalige taalrol?2. En 2006, combien de membres du personnelnommés appartenaient respectivement au rôle linguistiquenéerlandais et au rôle linguistique français?3. Dezelfde vraag, maar dan voor 2007. 3. Pourriez-vous me fournir les mêmes donnéespour l’année 2007?4.a) Hoeveel contractuelen in het Federaal Kenniscentrumvoor de Gezondheidzorg rekent men in 2005tot de Nederlandstalige taalrol?4.a) En 2005, combien de contractuels travaillant auCentre fédéral d’expertise des soins de santé étaientconsidérés comme appartenant au rôle linguistiquenéerlandais?b) Hoeveel tot de Franstalige taalrol? b) Combien étaient considérés comme appartenantau rôle linguistique français?5. Idem als hierboven, maar dan voor 2006. 5. Pourriez-vous me fournir les mêmes donnéespour l’année 2006?6. Idem als hierboven, maar dan voor 2007. 6. Pourriez-vous me fournir les mêmes donnéespour l’année 2007?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Sociale Zaken en Volksgezondheid van 28 mei2008, op de vraag nr. 8 van de heer Peter Logghe van8 april 2008 (N.):U vraagt om voor de dienstjaren 2005, 2006 en 2007het aantal contractuele en vastbenoemde ambtenarenmee te delen, opgesplitst per taalrol.1.a) 3 Nederlandstalige vastbenoemde ambtenaren in2005.b) 4 Franstalige vastbenoemde ambtenaren in 2005(waarvan 1 stagiair).2. 3 Nederlandstalige vastbenoemde ambtenaren in2006.Réponse de la vice-première ministre et ministre desAffaires sociales et de la Santé publique du 28 mai2008, à la question n o 8 de M. Peter Logghe du 8 avril2008 (N.):Vous demandez de mentionner pour les années deservices 2005, 2006 et 2007 les nombres des fonctionnairescontractuels et statutaires en service exprimépar rôle linguistique.1.a) En 2005, 3 néerlandophones nommés.b) En 2005, 4 francophones nommés (dont 1 stagiaire).2. En 2006, 3 néerlandophones nommés.3 Franstalige vastbenoemde ambtenaren in 2006. En 2006, 3 francophones nommés.3. 4 Nederlandstalige vastbenoemde ambtenaren in2007 (waarvan 1 stagiair).3. En 2007, 4 néerlandophones nommés (dont 1 enstage de nomination).3 Franstalige vastbenoemde ambtenaren in 2007. En 2007, 3 francophones nommés.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4132 QRVA 52 0202 - 6 - 20084.a) 15 Nederlandstalige contractuele ambtenaren in2005.4.a) En 2005, 15 néerlandophones contractuels.b) 13 Franstalige contractuele ambtenaren in 2005. b) En 2005, 13 francophones contractuels.5.a) 17 Nederlandstalige contractuele ambtenaren in2006.5.a) En 2006, 17 néerlandophones contractuels.b) 17 Franstalige contractuele ambtenaren in 2006. b) En 2006, 17 francophones contractuels.b) 17 Franstalige contractuele ambtenaren in 2007. b) En 2007, 17 francophones contractuels.Opmerking: de mandaathouders zijn nog niet in decijfers opgenomen.1) 2005: 1 Nederlandstalige mandaathouder,1 Franstalige mandaathouder.2) 2006: 2 Nederlandstalige mandaathouders,1 franstalige mandaathouder.Attention: les mandataires ne sont pas inclus dansces chiffres.1) En 2005: 1 mandataire néerlandophone, 1 mandatairefrancophone.2) En 2006: 2 mandataires néerlandophone, 1mandataire francophone.3) 2007: 2 Nederlandstalige mandaathouders. 3) En 2007: 2 mandataires néerlandophones.1 Franstalige mandaathouder. 1 mandataire francophone.DO 2007200802492 DO 2007200802492Vraag nr. 17 van de heer Stefaan De Clerck van10 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Sociale Zaken en Volksgezondheid:Socialezekerheidsstelsel van de werknemers in hettoekomstige EGTS.De bestaande grensoverschrijdende samenwerkingtussen het zuiden van West-Vlaanderen, het westenvan Henegouwen en het gebied rond Rijsel zal in denabije toekomst leiden tot de oprichting van een Europesegroepering voor territoriale samenwerking(EGTS) et de naam «Eurometropool Rijsel-Kortrijk-Doornik». Deze EGTS is gestoeld op verordening(EG) nr. 1082/2006 van het Europees Parlement en deRaad van 5 juli 2006, en zal zijn statutaire zetel hebbenin Rijsel. Overeenkomstig artikel 2, § 1, van de verordeningis het Franse recht dan ook aanvullend vantoepassing daar waar de verordening zelf geen regelingbevat. De operationele zetel zal daarentegen in Belgiëgelegen zijn, gelet op het bereiken van een evenwichttussen de verschillende deelgebieden van de metropoolregio.Het feit dat de statutaire zetel in Frankrijk ligt,maakt van de Eurometropool een Franse publiekrechtelijkerechtspersoon (van de type «syndicat mixte»).De arbeidsverhoudingen met de werknemers wordendaardoor geregeld door het «Statut général de la fonctionpublique», ook al voeren zij hun werkzaamhedenin België uit. Naast de kwestie van de arbeidsverhoudingenrijst echter ook de vraag van hun sociale zeker-Question n o 17 de M. Stefaan De Clerck du 10 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministredes Affaires sociales et de la Santé publique:Régime de sécurité sociale des travailleurs salariés ausein du futur GECT.La coopération transfrontalière entre le sud de laFlandre occidentale, l’ouest du Hainaut et la Régionde Lille conduira dans un proche avenir à la créationd’un Groupement européen de coopération territoriale(GECT) qui portera le nom de «Eurométropole deLille-Courtrai-Tournai». Ce groupement, créé envertu du règlement (CE) n o 1082/2006 du Parlementeuropéen et du Conseil du 5 juillet 2006, aura son siègestatutaire à Lille. Aux termes de l’article 2, § 1 er , duditrèglement, le droit français sera applicable, à titrecomplémentaire, pour les questions qui ne sont pasrégies par lui. Le siège opérationnel, en revanche, seraétabli en Belgique, vu la nécessité d’assurer un équilibreentre les différentes entitées fédérées de la Régionmétropole.Le siège statutaire étant établi en France,l’Eurométropole devient dès lors une personne moralefrançaise de droit public (du type «syndicat mixte»).Par conséquent, les relations de travail avec les salariéssont régies par le «Statut général de la fonction publique»,même si les travailleurs exercent leur activité enBelgique. Outre la question des relations de travail sepose également celle de leur statut en matière de sécu-KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 41332 - 6 - 2008heidsstatuut. Aangezien het hier gaat om een nieuwsoortigevorm van samenwerking en een bijzondertype van arbeidsverhouding, is het antwoord hieropniet eenduidig.Om die reden, kan u uw visie geven over de vraagwelk stelsel van sociale zekerheid van toepassing is opwerknemers van de toekomstige EGTS die:rité sociale. Compte tenu du fait qu’il s’agit d’unenouvelle forme de coopération et donc de relations detravail bien spécifiques, la situation demeure plutôtconfuse sur ce plan.Pourriez-vous dès lors me faire savoir quel régimede sécurité sociale est selon vous applicable auxtravailleurs salariés du futur GECT qui1. Belg zijn en in België wonen; 1. possèdent la nationalité belge et habitent enBelgique;2. Belg zijn en in Frankrijk wonen; 2. possèdent la nationalité belge et habitent enFrance;3. Fransman zijn en in Frankrijk wonen; 3. possèdent la nationalité française et habitent enFrance;4. Fransman zijn en in België wonen? 4. possèdent la nationalité française et habitent enBelgique?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Sociale Zaken en Volksgezondheid van 28 mei2008, op de vraag nr. 17 van de heer Stefaan De Clerckvan 10 april 2008 (N.):De Europese Groepering voor Territoriale Samenwerking(EGTS), met als benaming EurometropoolRijsel-Kortrijk-Doornik, werd opgericht op basis vanverordening (EG) nr. 1082/2006 van het EuropeesParlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende eenEuropese groepering voor territoriale samenwerking.Krachtens de Overeenkomst en de statuten betreffendedeze EGTS, en zoals u aangeeft, is deze groeperingeen Franse publiekrechtelijke persoon die haarzetel in Frankrijk heeft en waarop het recht van dezeStaat van toepassing is.Artikel 9, lid 2, d), van voormelde verordening geeftde EGTS het recht haar statuten goed te keuren totvaststelling van de nadere regels voor haar werking,met name wat betreft het personeelsbeheer, de aanwervingsproceduresen de aard van de arbeidsovereenkomsten.Artikel 26 van de statuten betreffende het personeelbepaalt dat de voorwaarden van aanwerving, tewerkstelling,bezoldiging en sociale bescherming vanhet personeel worden vastgelegd door het Bureau, datervoor zorgt dat ze op dezelfde manier worden toegepastop het hele personeel, ongeacht het toepasselijkerecht inzake statuut, nationaliteit of woonplaats.Op basis van de elementen waarover ik beschik, benik van mening dat, bij gebrek aan specifieke bepalingeninzake sociale zekerheid, de EGTS EurometropoolRijsel-Kortrijk-Doornik de bepalingen inzake toepasselijkewetgeving voorzien in verordening (EEG)nr. 1408/71 van de Raad van 14 juni 1971 betreffendede toepassing van de socialezekerheidsregelingen opwerknemers en zelfstandigen, alsmede op hunRéponse de la vice-première ministre et ministre desAffaires sociales et de la Santé publique du 28 mai2008, à la question n o 17 de M. Stefaan De Clerck du10 avril 2008 (N.):Le Groupement européen de coopération territoriale(GECT), dénommé Eurométropole Lille-Courtrai-Tournai, a été constitué sur la base de durèglement (CE) n o 1082/2006 du Parlement européenet du Conseil du 5 juillet 2006 relatif à un groupementeuropéen de coopération territoriale.En vertu de la Convention et des statuts relatifs à ceGECT et comme vous l’indiquez, celui-ci est unepersonne de droit public français qui a son siège enFrance et qui est régie par le droit de cet État.L’article 9, paragraphe 2, d), du règlement précitéconfère au GECT le droit d’adopter ses statuts fixantles modalités de son fonctionnement, notamment en cequi concerne la gestion de son personnel, les procéduresde recrutement, la nature des contrats du personnel.L’article 26 des statuts relatif au personnel indiqueque les conditions de recrutement, de travail, de rémunérationet de protection sociale des agents sont décidéespar le Bureau, qui veillera à ce qu’elles soientéquivalentes pour l’ensemble du personnel, quel quesoit le droit applicable au regard de son statut, sanationalité ou son lieu de résidence.Sur la base des éléments dont je dispose, j’estimequ’en l’absence de dispositions spécifiques relatives àla sécurité sociale, le GECT Eurométropole Lille-Courtrai-Tournai devrait appliquer aux membres deson personnel les dispositions relatives à la législationapplicable prévues dans le règlement (CEE) n o 1408/71du Conseil relatif à l’application des régimes de sécuritésociale aux travailleurs salariés, aux travailleursKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4134 QRVA 52 0202 - 6 - 2008gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsenop haar personeel zou moeten toepassen.Krachtens deze verordening (artikel 13, lid 2, a)) isde ter zake toepasselijke wetgeving in principe dewetgeving van de lidstaat op het grondgebied waarvande persoon zijn beroepsactiviteit uitoefent, zelfs indienhij op het grondgebied van een andere lidstaat woontof indien de zetel van de onderneming of het domicilievan de werkgever waarbij hij werkzaam is, zichbevindt op het grondgebied van een andere lidstaat.De nationaliteit van de (Belgische of Franse) persoonen de Staat (België of Frankrijk) op het grondgebiedwaarvan deze persoon woont, moeten dus niet inaanmerking komen om uit te maken welke wetgevingop hem van toepassing is op het gebied van socialezekerheid.Krachtens artikel 13, lid 2, d), zijn op de ambtenarenen het gelijkgesteld personeel de wetgeving vantoepassing van de lidstaat waaronder de dienst waarbijzij werkzaam zijn, ressorteert.non salariés et aux membres de leur famille qui sedéplacent à l’intérieur de la Communauté.En vertu de ce règlement (article 13, paragraphe 2,a)), la législation applicable en la matière est en principecelle de l’État membre sur le territoire duquel lapersonne exerce son activité professionnelle, même sielle réside sur le territoire d’un autre État membre ousi l’entreprise ou l’employeur qui l’occupe a son siègeou son domicile sur le territoire d’un autre Étatmembre. La nationalité de la personne (belge oufrançaise) et l’État (Belgique ou France) sur le territoireduquel cette personne réside ne doivent donc pasentrer en considération pour déterminer la législationqui lui est applicable en matière de sécurité sociale.En vertu de l’article 13, paragraphe 2, d), les fonctionnaireset le personnel assimilé sont soumis à lalégislation de l’État membre dont relève l’administrationqui les occupe.DO 2007200802541 DO 2007200802541Vraag nr. 24 van de heer Georges Gilkinet van 11 april2008 (Fr.) aan de vice-eersteminister en ministervan Sociale Zaken en Volksgezondheid:Rechten van gehospitaliseerde kinderen.In 2005 en 2006 heeft Unicef een tekenwedstrijdgeorganiseerd in alle pediatriediensten. De bedoelingwas dat men zou nadenken over het humaniseren vande ziekenhuisopname van kinderen en jongeren.Uit de tekeningen en teksten van de jonge ziekenhuispatiëntjesblijkt hoe ze het ziekenhuis zien. Unicefheeft dus het woord gegeven aan kinderen en jongeren.De waarde van een dergelijk project ligt niet enkel inhet inzamelen van getuigenissen maar ook in hetgebruik ervan om aanbevelingen te formuleren.Onder de vele aanbevelingen die het mogelijkmaken de levenskwaliteit van gehospitaliseerde kinderente verbeteren, vindt men: de aanwezigheid vannaaste familie en vrienden, de mogelijkheid om tespelen en onderwijs te volgen, aangepaste zorgverleningen aangepaste ruimtes. Kinderen in de psychiatrieverdienen bijzondere aandacht.Het rapport leert ons dat het vaak moeilijk is derechten van jonge patiënten bij gebrek aan middelen,te respecteren.De Belgische wet mag zich dan beschermend opstellentegenover jonge ziekenhuispatiënten, de realiteitzet ertoe aan om meer rekening te houden met de rechtenvan de gehospitaliseerde kinderen en ze beter teQuestion n o 24 de M. Georges Gilkinet du 11 avril2008 (Fr.) à la vice-première ministre et ministredes Affaires sociales et de la Santé publique:Droits des enfants hospitalisés.En 2005 et 2006, l’Unicef a mené un concours dedessins auprès de tous les services de pédiatrie, dansune perspective de réflexion autour de l’humanisationde l’hospitalisation des enfants et des jeunes.Les dessins et les textes produits par les enfants et lesjeunes hospitalisés décrivent leur perception del’hôpital: l’Unicef a donc donné la parole aux enfantset aux jeunes. L’intérêt d’un tel projet est non seulementde collecter des témoignages, mais aussi deformuler sur cette base des recommandations.Celles-ci sont multiples, et permettent d’améliorer laqualité de vie des enfants hospitalisés. Parmi celles-ci,la présence des proches, la possibilité de jouer et desuivre un enseignement, l’adaptation des soins etl’adaptation des espaces sont cités. Une attention touteparticulière devrait être accordée aux enfants enpsychiatrie.Dans ce rapport, il est édifiant de constater quesouvent, les droits des jeunes patients sont difficiles àrespecter faute de moyens.Si la loi belge est assez protectrice des jeunes hospitalisés,la réalité appelle à une meilleure prise encompte et une meilleure protection des droits de cesenfants hospitalisés. L’intérêt de l’enfant doit à toutKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 41352 - 6 - 2008beschermen. Het belang van het kind moet te allentijde primeren, en het kind moet betrokken zijn bij detoegediende zorg. Het moet vooral de mogelijkheidhebben om zijn rechten te genieten. Het «EACHhandvest(European Association for Children inHospital») is het resultaat van Europees overleg tusseneen aantal organisaties en kan een referentie terzakezijn.1. Welke conclusies trekt u uit het in augustus 2007verschenen verslag van Unicef («de rechten van hetgehospitaliseerde kind in België»)?2.a) Welke Belgische ziekenhuizen hebben het EACHhandvestover de rechten van gehospitaliseerdekinderen aangenomen?moment primer, et il doit être impliqué dans les soinsqui lui sont faits. Ils doivent surtout avoir la possibilitéde bénéficier de leurs droits. La «charte de EACH(European Association for Children in Hospital») estle fruit d’une concertation d’organisations au niveaueuropéen, et peut constituer une référence en lamatière.1. Quelles sont les conclusions que vous tirez durapport de l’Unicef «Les droits de l’enfant hospitaliséen Belgique», paru en août 2007?2.a) Quels hôpitaux belges ont adopté la «charte deEACH» sur les droits des enfants hospitalisés?b) Bestaan er andere dergelijke initiatieven? b) D’autres initiatives du même type ont-elles eu lieu?3. Overweegt u steun aan de individuele initiatievenvan de instellingen die deze aanbevelingen, om dehospitalisatie van hun jonge patiënten te verbeteren,wensen toe te passen?4. Bent u van plan, met het oog op het naleven vande rechten van hoofdzakelijk jonge (kinderen) patiënten,de hospitalisatieomstandigheden strenger te controleren?5.a) Welke initiatieven overweegt u om de in dit verslagopgenomen aanbevelingen algemeen toe te passen?3. Envisagez-vous d’apporter votre soutien auxinitiatives individuelles des institutions qui souhaiteraientappliquer ces recommandations pour améliorerles conditions d’hospitalisation de leurs jeunespatients?4. Envisagez-vous de procéder à des contrôles plusstricts des conditions d’hospitalisation dans une perspectivede respect des droits des patients, principalementenfants?5.a) Quelles initiatives envisagez-vous de prendre pourappliquer de manière générale les recommandationsreprises dans ce rapport?b) Heeft u hierover al contacten gehad? b) Avez-vous déjà mené des contacts dans ce sens?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Sociale Zaken en Volksgezondheid van 28 mei2008, op de vraag nr. 24 van de heer Georges Gilkinetvan 11 april 2008 (Fr.):Het tijdens de vorige legislatuur gepubliceerdezorgprogramma voor kinderen (koninklijk besluit van13 juli 2006 houdende vaststelling van de normenwaaraan het zorgprogramma voor kinderen moetvoldoen om erkend te worden, Belgisch Staatsblad van16 augustus 2006) werd precies ontwikkeld met debedoeling de artikels van het «EACH-Handvest» hetEuropees handvest voor de rechten van in het ziekenhuisverpleegde kinderen, in Belgische ziekenhuizen inpraktijk te brengen. De aspecten die u vermeldt, zoalsde aanwezigheid van verwanten, de mogelijkheid omte spelen en onderwijs te volgen, de aanpassing van dezorg en van de ruimtes, werden in het bijzonder inaanmerking genomen bij de uitwerking van dit programma.Dit geldt ook voor de bijzondere aandachtdie moet worden besteed aan pijnbestrijding. Bovendienwerden de eisen inzake begeleiding en deskundigheidvan het medisch, verplegend en verzorgend personeelnaar boven bijgesteld. Ik ben van mening dat ditRéponse de la vice-première ministre et ministre desAffaires sociales et de la Santé publique du 28 mai2008, à la question n o 24 de M. Georges Gilkinet du11 avril 2008 (Fr.):Le programme de soins pour enfants, publié aucours de la législature précédente (arrêté royal du13 juillet 2006 fixant les normes auxquelles unprogramme de soins pour enfants doit répondre pourêtre agréé, Moniteur belge du 16 août 2006) a précisémentété conçu dans le souci de mettre en applicationles articles de la charte européenne des droits del’enfant hospitalisé «Charte EACH» dans les hôpitauxbelges. Les aspects que vous mentionnez comme laprésence des proches, la possibilité de jouer et desuivre un enseignement, l’ adaptation des soins et desespaces ont particulièrement été pris en compte dans laconception de ce programme, de même que l’attentionparticulière à accorder à la prise en charge de ladouleur. De plus, les exigences en matière d’encadrementet d’expertise du personnel médical, infirmier etsoignant ont été revues à la hausse. J’ai la convictionque ce programme de soins constitue une étape décisivedans l’amélioration de la qualité de vie des enfantsKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4136 QRVA 52 0202 - 6 - 2008zorgprogramma een beslissende stap is in de verbeteringvan de levenskwaliteit van gehospitaliseerdekinderen. In deze context, heb ik de eer om op degestelde vragen het volgende te antwoorden:1. Het UNICEF-rapport dat opgesteld werd na eentekenwedstrijd in pediatrieafdelingen in 2005 en 2006,toont aan hoezeer een normenherziening van de afdelingenpediatrie nodig was. Ik heb het gevoel dat hetzorgprogramma voor kinderen een passend antwoordbiedt op de aanbevelingen van het rapport.2. De laatste jaren werden in de meeste Belgischepediatriediensten initiatieven genomen om de zorgmenselijker te maken, overeenkomstig de artikels vanhet handvest van de European Association for Childrenin Hospitals (EACH). Sedert 1 januari 2007, dedatum waarop het koninklijk besluit houdende vaststellingvan de normen van het zorgprogramma voorkinderen in werking getreden is, zijn ziekenhuizen verplichtom deze principes in te voeren.3. Ik herhaal dat de toepassing van het merendeelvan de artikels uit het handvest verplicht is in allepediatrieafdelingen. Ik ben bereid mijn steun te verlenenaan projecten ter verbetering van de zorgkwaliteitin de pediatrie, met inbegrip van projecten ter verbeteringvan de voorwaarden voor de uitvoering van hethandvest waarmee geen rekening zou zijn gehouden inhet zorgprogramma.4. Zoals u weet, valt de controle van de toepassingvan de erkenningsnormen niet onder de bevoegdheidvan de federale overheid, maar wel onder die van deGemeenschappen en Gewesten. Ik stel u dus voor omdeze vraag aan hen door te geven.5. Het zorgprogramma voorziet in de verplichtingom medewerking te verlenen aan de interne en externetoetsing van de kwaliteit van de activiteit, overeenkomstighet koninklijk besluit van 15 februari 1999betreffende de kwalitatieve toetsing van de medischeactiviteit in de ziekenhuizen.Het is bepaald dat deze opdracht wordt toevertrouwdaan de geneesheren van het College voorPediatrie. Ik wil de leden van dit College zo spoedigmogelijk benoemen (ik wacht daarvoor nog op de conclusiesvan een onderzoek over de samenstelling vanhet College, dat is toevertrouwd aan de Belgische Verenigingvoor Kindergeneeskunde).De evaluatie van de aanpassing van de zorg aankinderen binnen de programma’s zou een van de eerstetaken kunnen zijn om aan dit College toe te vertrouwen.Het DG1 van de FOD Volksgezondheid, Veiligheidvan de Voedselketen en Leefmilieu beschikt overeen database waarin deze zorgaspecten geregistreerdworden: de vragenlijst «Jaarlijkse ziekenhuisstatistieken».hospitalisés. Dans ce contexte, j’ai l’honneur dedonner la réponse suivante aux questions posées:1. Le rapport de l’UNICEF, rédigé à la suite d’unconcours de dessin organisé dans les services de pédiatrieen 2005 et 2006, démontre combien une révisiondes normes des services de pédiatrie était nécessaire.J’ai le sentiment que le programme de soins pourl’enfant répond de manière adéquate aux recommandationsdu rapport.2. Ces dernières années, des initiatives en matièred’humanisation des soins, conformément aux articlesde la charte de l’European Association for Children inHospitals (EACH) ont été prises dans la majorité desservices de pédiatrie belges. Depuis le 1 er janvier 2007,date de la mise en application de l’arrêté royal fixantles normes du programme de soins pour l’enfant, leshôpitaux ont l’obligation d’adopter ces principes.3. Je répète que l’application de la grande majoritédes articles de la charte est obligatoire dans tous lesservices de pédiatrie. Je suis prête à soutenir desprojets visant à améliorer la qualité des soins en pédiatrie,y compris des projets permettant d’améliorer desconditions d’application de la charte qui n’auraientpas été prises en compte dans le programme de soins.4. Comme vous le savez, le contrôle de l’applicationdes normes d’agrément n’entre pas dans lescompétences fédérales, mais bien dans celle des Communautéset Régions. Je vous propose donc de leurtransmettre cette question.5. Le programme de soins prévoit l’obligation pourcelui-ci de collaborer à l’évaluation interne et externede la qualité de l’activité, conformément à l’arrêtéroyal du 15 février 1999 relatif à l’évaluation qualitativede l’activité médicale dans les hôpitaux.Il est prévu de confier cette mission aux médecins duCollège de Pédiatrie. Je compte nommer les membresde ce Collège dans les délais les plus brefs (j’attendspour le faire les conclusions d’une étude confiée à laSociété Belge de Pédiatrie concernant la compositiondu Collège).L’évaluation de l’adaptation des soins aux enfantsau sein des programmes pourrait constituer une despremières missions à confier au Collège. La DG1 duSPF Santé publique, Sécurité de la chaîne alimentaireet Environnement dispose d’une banque de donnéesdans laquelle ces aspects de soins sont enregistrès: lequestionnaire «Statistiques hospitalières annuelles».KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 41372 - 6 - 2008Deze gegevens zouden aan het College kunnenworden toevertrouwd en als basis dienen voor dedoorlichting.Ces données pourraient être confiées au Collège etservir de base à l’audit.DO 2007200802562 DO 2007200802562Vraag nr. 27 van de heer Jacques Otlet van 14 april2008 (Fr.) aan de vice-eersteminister en ministervan Sociale Zaken en Volksgezondheid:Behandeling van borstkanker. — Terugbetaling vande klinische PET-scanonderzoeken.In het kader van de behandeling van borstkankerwordt één PET-scanonderzoek per jaar terugbetaald.Dat zegt een ministeriële omzendbrief.Helaas kan de ziekte bij sommige patiënten uitzaaiennaar andere organen, wat nieuwe behandelingennodig maakt, waarvan de doeltreffendheid moetkunnen worden geëvalueerd aan de hand van nieuwePET-scanonderzoeken.Naar verluidt zouden in dat geval, aangezien dekanker zich oorspronkelijk in de borst manifesteerde,de bijkomende PET-scanonderzoeken niet wordenterugbetaald door het RIZIV.Wat is, gelet op de kosten van die bijkomende onderzoekenvoor de patiënt, uw standpunt over de toepassingvan zo een richtlijn, en overweegt u in voorkomendgeval maatregelen om alle noodzakelijke onderzoekenvoor de behandeling van patiënten die oorspronkelijkwerden behandeld voor borstkanker, doorhet RIZIV te laten terugbetalen?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Sociale Zaken en Volksgezondheid van 28 mei2008, op de vraag nr. 27 van de heer Jacques Otlet van14 april 2008 (Fr.):De regelgeving wordt bepaald door artikel 18 vande nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen.Een PET-scan uitgevoerd bij de diagnostischeoppuntstelling van een borstkankerpatiënte is nietinbegrepen in de indicaties die vergoed wordenvolgens de prestatie 442971-442982, namelijk, positronentomografischonderzoek door coïncidentiedetectiemet protocol en documenten, voor het geheel van hetonderzoek.De interpretatieregel, die gepubliceerd werd in hetBelgisch Staatsblad op 13 maart 2002, bepaalt demogelijkheid om de onderzoeken met een PET-scanvoor een indicatie buiten deze voorzien onder denomenclatuurcode 442971-442982 aan te rekenen.Deze onderzoeken mogen aangerekend worden onderhet nummer 442595-442606, namelijk, functionelescintigrafische test die twee opeenvolgende tomografi-Question n o 27 de M. Jacques Otlet du 14 avril 2008(Fr.) à la vice-première ministre et ministre desAffaires sociales et de la Santé publique:Traitement d’un cancer du sein. — Prise en charge desexamens cliniques par PET scan.Dans le cadre du traitement du cancer du sein, unecirculaire ministérielle autorise le remboursementd’examen par PET scan une fois par année.Malheureusement, pour certaines patientes, lamaladie peut se propager à d’autres organes et nécessiterainsi de nouveaux traitements dont l’efficacité doitpouvoir être évaluée par de nouveaux examens au PETscan.Or, il me revient que dans ce cas, attendu que lamaladie a été déclarée pour la première fois au sein, lesexamens supplémentaires au PET scan ne seraient pasremboursés par l’INAMI.Vu le coût de ces examens supplémentaires mis àcharge des patients, pourriez-vous communiquer votreavis sur l’application de pareille directive et, le caséchéant, pourriez-vous prendre des dispositions afinque tous les examens nécessaires au traitement despatientes soignées initialement pour un cancer du seinsoient bien pris en charge par l’INAMI?Réponse de la vice-première ministre et ministre desAffaires sociales et de la Santé publique du 28 mai2008, à la question n o 27 de M. Jacques Otlet du14 avril 2008 (Fr.):La réglementation est fixée par l’article 18 de lanomenclature des prestations de santé. Un examen auPET scan réalisé lors de la mise au point diagnostiqueeffectuée chez une patiente atteinte d’un cancer du seinn’est pas compris dans les indications qui sontremboursées suivant la prestation 442971-442982, soittomographie à positrons par détection en coïncidenceavec protocole et documents, pour l’ensemble del’examen.La règle interprétative publiée dans le Moniteurbelge du 13 mars 2002 fixe la possibilité de tarifer lesexamens exécutés avec un PET scan pour une indicationautre que celles prévues sous le numéro de code442971-442982. Ces examens peuvent être tarifés sousle numéro de code 442595-442606, soit test scintigraphiquefonctionnel comportant deux examens tomographiquessuccessifs avec traitement par ordinateurKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4138 QRVA 52 0202 - 6 - 2008sche onderzoeken omvat, met verwerking op computer,die ten minste twee niet-parallelle reconstructievlakkenomvat, met protocol en iconografische documenten.De cumulregels geldig voor de PET-scan zijndan niet van toepassing.Momenteel wordt binnen het RIZIV een aanpassingvan de toepassingsindicaties voor het PET-scanonderzoekbestudeerd.comprenant au moins deux plans non parallèles dereconstruction, avec protocole et documents iconographiques.Les règles de cumul valables pour l’examenau PET scan ne sont donc pas applicables.Une adaptation des indications d’application pourl’examen au PET scan est actuellement à l’étude àl’INAMI.DO 2007200802576 DO 2007200802576Vraag nr. 28 van de heer Pierre-Yves Jeholet van14 april 2008 (Fr.) aan de vice-eersteminister enminister van Sociale Zaken en Volksgezondheid:FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketenen Leefmilieu. — Absenteïsme.1. Kan u me voor 2006 en 2007 meedelen hoe groothet absenteïsme was bij de vastbenoemde en contractuelepersoneelsleden van de FOD Volksgezondheid,Veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu?2. Welke verschillende redenen werden er terrechtvaardiging van de afwezigheid op het werk aangevoerd?Om hoeveel procent gaat het telkens? Hoeveelcontroles werden er uitgevoerd en hoeveel enwelke sancties werden er opgelegd?3.a) Beschikt u nog over andere noemenswaardige vaststellingenof statistische gegevens met betrekkingtot het absenteïsme (veschillen volgens personeelscategorieën,leeftijd of geslacht en tussen de departementen;regionale of subregionale verschillen,enzovoort)?Question n o 28 de M. Pierre-Yves Jeholet du 14 avril2008 (Fr.) à la vice-première ministre et ministredes Affaires sociales et de la Santé publique:SPF Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaireet Environnement. — Absentéisme.1. Pouvez-vous communiquer le taux d’absentéismedes fonctionnaires et contractuels constaté pour lesannées 2006 et 2007 au sein du SPF Santé publique,Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement?2. Pouvez-vous aussi communiquer le pourcentageet la ventilation des différents motifs retenusd’absentéisme de même que le nombre de contrôleseffectués ainsi que le nombre et la nature des sanctionsprises?3.a) D’autres observations ou faits statistiques méritent-ilsd’être relevés (différences selon les catégoriesde personnel, selon l’âge, selon le sexe; différencesentre départements; différences régionalesou sous-régionales, etc.) dans l’absentéisme?b) Volgt u die vaststellingen nauwlettend op? b) Ces observations font-elles l’objet d’une attentionparticulière de votre part?4. Hoeveel kost dat absenteïsme de overheid? 4. Quel est le coût de l’absentéisme?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Sociale Zaken en Volksgezondheid van 27 mei2008, op de vraag nr. 28 van de heer Pierre-Yves Jeholetvan 14 april 2008 (Fr.):1. De applicatie «absenteïsme», die samen werdontwikkeld door Medex en de FOD P&O, is slechtsoperationeel sinds oktober 2006. Deze applicatie isonze enige bron inzake statistieken betreffende absenteismewegens ziekte. Er zijn bijgevolg geen betrouwbareof vergelijkbare cijfers beschikbaar voor het jaar2006.In 2007 bedroeg het absenteisme wegens ziekte bijde FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketenen Leefmilieu 3,99%.Réponse de la vice-première ministre et ministre desAffaires sociales et de la Santé publique du 27 mai2008, à la question n o 28 de M. Pierre-Yves Jeholet du14 avril 2008 (Fr.):1. L’application «absentéisme», développéeconjointement par le Medex et le SPF P&O, n’estopérationnelle que depuis octobre 2006. Cette applicationest notre source unique de statistiques surl’absentéisme pour maladie. Nous ne disposons doncpas de chiffres fiables ou comparables pour l’année2006.En 2007, le taux d’absentéisme pour maladie au SPFsanté publique, Sécurité de la Chaîne Alimentaire etEnvironnement était de 3,99%.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 41392 - 6 - 20082. De applicatie «absenteïsme» behandelt enkel hetabsenteïsme wegens ziekte. De weerhouden afwezighedenbestaan enkel uit de afwezigheden die onder decontrolebevoegdheid staan van Medex. Het enigegehanteerde onderscheid is hier de afwezighedenwegens 1 dag en de afwezigheid gedurende meerderedagen. De arbeidsongevallen, hospitalisaties, verlovenwegens profylaxie en andere worden niet weerhoudenin de statistieken waarover de FOD beschikt als klantvan de applicatie absenteïsme.Daarenboven kunnen de afwezigheden ook nietgeklasseerd worden per type van ziekte, wegens deevidente reden van het medisch geheim. We beschikkendus niet over dergelijke info.Wat betreft de controles kunnen we de cijfers gevenvoor de FOD VVVL. Er werden 1189 controles uitgevoerdtussen 1 januari 2007 en 31 december 2007.Hiervan werden 9 afwezigheden als ongerechtvaardigdverklaard en 32 afwezigheden werden ingekort na eencontrole. Met andere woorden gaven slechts 3,45%van de controles een advies dat in tegenspraak was metdat van de behandelende arts.De genomen sancties in deze gevallen zijn diegenedie voorzien werden in het koninklijk besluit van17 januari 2007, Hoofdstuk IXbis, artikel 62, § 2 enenkel deze.3.a) De standaardrapporten van de applicatie«absenteïsme» stellen ons in staat om een aantalsociodemografische en professionele verschillen tebehandelen in onze statistieken. Verschillendetendensen zijn zichtbaar: het percentageabsenteïsme wegens ziekte stijgt met de leeftijd, netzoals de gemiddelde duur van de afwezigheid,maar de freçuentie van afwezigheden daalt daarentegen.Onderstaande tabel biedt een overzicht:2. N’est envisagé dans l’application «absentéisme»que l’absentéisme pour maladie. Dès lors, les motifsrepris sont seulement les absences pour maladies sujettesà contrôle par le Medex. La seule distinctionopérée est entre les maladies d’un jour et les maladiesde plus d’un jour. Les accidents de travail, hospitalisations,congés pour prophylaxie et autres ne sontdonc pas repris dans les statistiques dont dispose leSPF en tant que client de l’application absentéisme.De plus, nous ne pouvons pas classer les absencespar type de maladie, pour des raisons évidentes desecret médical. Nous ne disposons pas de ces informations.En ce qui concerne les contrôles, voici les chiffres duSPF Santé publique: 1 189 contrôles ont été effectuésdu 1 er janvier 2007 au 31 décembre 2007. Il y a eu9 absences déclarées injustifiées et 32 absences écourtéessuite au contrôle. Soit seulement 3,45% de contrôlesayant contredit l’avis du médecin traitant.Les sanctions prises pour les cas fautifs sont cellesprévues dans l’arrêté royal du 17 janvier 2007, ChapitreIXbis, article 62, § 2 et uniquement celles-là.3.a) Les rapports standards de l’application«absentéisme» nous permettent de traiter quelquesdistinctions sociodémographiques et professionnellesdans nos statistiques. Plusieurs tendances sedégagent: le pourcentage d’absentéisme pourmaladie augmente avec l’âge, tout comme la duréemoyenne des absences, alors que la fréquence desabsences diminue. Le tableau ci-dessous résumececi:Leeftijds categorie—Tranche d’âge% absentéisme—% d’abstentéismeGem. frequentie—Fréquence moyenneGem. Duur—Durée moyenne20-29 ........................................ 2,20% 1,66 3,2830-39 ........................................ 3,15% 1,42 5,1340-49 ........................................ 2,99% 1,28 5,3450-59 ........................................ 5,65% 1,16 10,3160+ ........................................... 9,25% 0,90 23,24Men stelt vast dat de vrouwen een hogereabsenteïsmegraad hebben dan de mannen (4,62% tegenover3,21%). De mannen zijn ook minder vaakafwezig (0,96 keer afwezig per individu in 2007 tegenover1,57 keer voor de vrouwen), maar voor een lichtjeslangere tijd (8,05 dagen gemiddeld per afwezigheid,tegenover 6,39 voor de vrouwen).On constate que les femmes présentent un tauxd’absentéisme plus élevé que les hommes (4,62%contre 3,21%). Les hommes sont également moinssouvent absents (0,96 fois absent par individu en 2007,contre 1,57 fois pour les femmes), mais pour une duréelégèrement plus longue (8,05 jours en moyenne parabsence, contre 6,39 pour les femmes).KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4140 QRVA 52 0202 - 6 - 2008Er wordt ook opgemerkt dat de medewerkers vanniveau A een gunstiger cijfer hebben in vergelijkingmet de niveau’s B, C en D, die onderling een relatievecoherentie vertonen. De contractuelen zijn iets vakerafwezig dan de statutairen (freçuentie van 1,58 tegenover1,28), maar bijna de helft minder lang (4,76 dagentegenover 8,67 voor statutairen). Dit verklaart een verschilin de absenteismegraad van 3,38% voor contractuelentegenover 4,99 voor statutairen. Er moet sterkopgepast worden bij de interpretatie van deze cijfers,aangezien we momenteel niet beschikken over statistiekendie meerdere variabelen combineren. Het gaathier enkel over statistieken met één variabele, wat hetonmogelijk maakt om momenteel verfijnde conclusieste trekken. De andere sociodemografische kenmerkenvertonen geen voldoende relevante verschillen om erconclusies aan te verbinden.b) Deze verschillen en het algemeenabsenteïsmebeleid binnen de FOD vormen hetonderwerp van een consultancy-opdracht door deonderneming GRH/Human Development. Eenactieplan werd opgesteld dat een aantal oplossingenaanreikt volgend uit de diepgaande analysevan de verschillende gedragingen inzake afwezigheid.4. Rekening houdend met het feit dat de personeelsenveloppe2007 64 586 000 euro bedroeg en er eenabsenteïsmegraad van 3,99% werd vastgesteld, vertegenwoordigtde afwezigheid wegens ziekte jaarlijks2 577 000 euro. Deze kost weerhoudt enkel deweddenlast, maar niet de kost gelinkt aan de desorganisatievan het werk volgend uit de afwezigheid van demedewerker.On remarque également que les collaborateurs deniveau A ont des statistiques d’absence plus favorablessi on les compare à celles des niveaux B, C et D relativementcohérentes entre elles. Les contractuels sonteux légèrement plus souvent absents que les statutaires(fréquence de 1,58 contre 1,28), mais pour des duréespresque deux fois plus courtes (4,76 jours d’absencepar maladie en moyenne, contre 8,67 pour les statutaires).Ce qui explique une différence de pourcentaged’absentéisme: 3,38% pour les contractuels contre4,99% pour les statutaires. Il faut cependant faire trèsattention à l’interprétation de ces chiffres, car nous nedisposons pas à l’heure actuelle de statistiques croisées.Il s’agit de données uni-variables, ce qui empêchepour le moment de tirer des conclusions plus fines. Lesautres caractéristiques sociodémographiques neprésentent pas de différences suffisamment significativespour que l’on s’y attarde.b) Ces différences ainsi que la politique de luttecontre l’absentéisme au SPF font l’objet d’unemission de consultance avec la société GRH/Human Development. Un plan d’action a étéadopté, plan d’action qui proposera des solutionscirconstanciées selon l’analyse approfondie desdifférents comportements d’absence.4. Considérant que notre enveloppe de personnel2007 était de 64 586 000 euros, 3,99% d’absentéismepour maladie représente 2 577 000 euros annuellement.Ce coût ne reprend cependant que le coût salarialet non les coûts parallèles liés à la désorganisationdu travail consécutive à l’absence d’un agent.DO 2007200802706 DO 2007200802706Vraag nr. 45 van de heer Guy D’haeseleer van 15 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Sociale Zaken en Volksgezondheid:Controle op het verbod op de verkoop van tabaksproductenaan min-zestienjarigen.De tabakscontroledienst heeft in zijn beleid aandachtvoor het verbod op de verkoop van tabaksproductenaan min-zestienjarigen.1. Hoeveel specifieke controles werden in dit kaderuitgevoerd, opgesplitst per Gewest?2. In hoeveel van deze gevallen werd er een overtredingvastgesteld, opgesplitst per Gewest?3. Over welke sanctiemogelijkheden beschikt decontroledienst om het overtreden van dit verbod tebeteugelen?Question n o 45 de M. Guy D’haeseleer du 15 avril2008 (N.) à la vice-première ministre et ministredes Affaires sociales et de la Santé publique:Contrôle de l’interdiction de la vente de produits dutabac aux moins de 16 ans.Le service de contrôle du tabac est notammentchargé de contrôler le respect de l’interdiction de ventede produits du tabac aux moins de 16 ans.1. Combien de contrôles spécifiques ont été menésdans ce cadre, par Région?2. Dans combien de cas une infraction a-t-elle étéconstatée, par Région?3. De quelles possibilités de sanction le service decontrôle dispose-t-il pour réprimer les infractions àcette interdiction?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 41412 - 6 - 20084. In hoeveel gevallen werd er een boete opgelegd,opgesplitst per Gewest?4. Dans combien de cas une amende a-t-elle étéimposée, par Région?5.a) Hoe evalueert u de naleving van het verbod op deverkoop van tabaksproducten aan min-zestienjarigen?5.a) Quelle évaluation faites-vous du respect del’interdiction de vente de produits du tabac auxmoins de 16 ans?b) Zijn er verdere maatregelen nodig? b) D’autres mesures sont-elles nécessaires?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Sociale Zaken en Volksgezondheid van 28 mei2008, op de vraag nr. 45 van de heer Guy D’haeseleervan 15 april 2008 (N.):Réponse de la vice-première ministre et ministre desAffaires sociales et de la Santé publique du 28 mai2008, à la question n o 45 de M. Guy D’haeseleer du15 avril 2008 (N.):1. Het verkoopsverbod van tabaksproducten aanmin 16-jarigen is van toepassing sedert 2005. DeTabakscontroledienst van de FOD Volksgezondheid,Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu heeftvorig jaar 1 229 controles op het verkoopsverbod aanmin 16-jarigen verricht. Aangezien de controle op hetrookverbod in de horeca vorig jaar een prioriteit wasvoor de Tabakscontroledienst, werden er vorig jaariets minder controles op verkoopsverbod aan min 16-jarigen verricht dan in 2006.1. L’interdiction de vendre des produits du tabacaux moins de 16 ans s’applique depuis 2005. L’andernier, le service de contrôle Tabac du SPF Santépublique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnementa réalisé 1 229 contrôles portant sur l’interdictionde vente aux moins de 16 ans. Dans la mesure oùle contrôle de l’interdiction de fumer dans le secteurhoreca constituait une priorité du service de contrôleTabac l’an dernier, le nombre de contrôles del’interdiction de vente aux moins de 16 ans fut moinsélevé en 2007 qu’en 2006.Jaar—AnnéeTotaal aantalcontroles—Nombre totalde contrôlesVlaanderen—FlandrePer gewest — Par régionWallonië—WallonieBrussel—Bruxelles2005 1 723 575 962 1862006 1 441 709 502 2302007 1 229 491 605 1332. In 2007 werden op de 1 230 controles 19 inbreukenvastgesteld. De controleurs kunnen dergelijkeinbreuken enkel maar op heterdaad vaststellen. Indienbij een controle de jongere toch ouder is dan 16 jaardan is de controleur «verbrand». Dit is dan ook éénvan de reden waarom het aantal inbreuken relatieflaag is.2. En 2007, 19 infractions ont été constatées sur les1 230 contrôles effectués. Il faut savoir que le contrôleurne peut constater de telles infractions que s’il y aflagrant délit. Si, lors d’un contrôle, le jeune a quandmême plus de 16 ans, le contrôleur est alors «grillé». Ils’agit de l’une des raisons pour lesquelles le nombred’infractions est relativement faible.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4142 QRVA 52 0202 - 6 - 2008Per gewest — Par régionJaar—AnnéeConform—ConformeBelgië—BelgiqueNietconform—PasconformeConform—ConformeVlaanderen—FlandreNietconform—PasconformeConform—ConformeWallonië—WallonieNietconform—PasconformeConform—ConformeBrussel—BruxellesNietconform—Pasconforme2005 1 693 30 560 15 949 13 184 22006 1 396 35 694 15 486 16 226 42007 1 210 19 477 14 600 5 133 03. Bij het vaststellen van een inbreuk heeft deTabakscontroledienst de mogelijkheid tot opstellenvan een waarschuwing of van een proces-verbaal (PV).De strafmaat is opgenomen in de wet van 24 januari1977 betreffende de bescherming van de gezondheidvan de verbruikers op het stuk van voedingsmiddelenen andere producten. De boetes voor dergelijkeinbreuken bedragen in principe 130 tot 1 500 euro.Indien kan aangetoond worden dat de verkoper metkennis van zaken deze overtreding bedreven heeft dankunnen deze boetes oplopen van 250 tot 5 000 euro.3. Lorsqu’il constate une infraction, le service decontrôle Tabac a la possibilité de rédiger un avertissementou de dresser procès-verbal. Le taux de la peineest fixé par la loi du 24 janvier 1977 relative à laprotection de la santé des consommateurs en ce quiconcerne les denrées alimentaires et les autresproduits. Les amendes infligées pour de telles infractionss’élèvent en principe de 130 à 1 500 euros. Si l’onpeut établir que le vendeur a commis l’infraction enconnaissance de cause, les amendes peuvent êtreportées de 250 à 5 000 euros.Jaar—AnnéeTotaal aantal PV’s—Nombre total de PVVlaanderen—FlandrePer gewest — Par régionWallonië—WallonieBrussel—Bruxelles2005 3 1 2 02006 16 10 6 02007 7 7 0 04. Elk PV leidt tot een administratieve boete. Indiende geverbaliseerde deze administratieve boete nietbetaald binnen de opgelegde termijn dan wordt het PVdoorgestuurd naar het Parket.5. De controles op het verkoopsverbod aan min 16-jarigen hebben uiteraard zin. Deze wet heeft binnenonze samenleving zeker een breed draagvlak. Bovendienwerd deze wet in het Parlement met een grotemeerderheid gestemd en waren er enkel een paar onthoudingen.Enkel deze maatregel zal de jongeren niet van desigaretten houden. Maar deze maatregel geeft hetsignaal aan de jongeren en de winkeliers dat sigarettengeen gewone producten zijn, maar dat het productenzijn met dramatische gevolgen voor de gezondheid.Het is deze maatregel samen met andere maatregelen4. Chaque procès-verbal donne lieu à une amendeadministrative. Si la personne verbalisée ne s’acquittepas de l’amende dans le délai fixé, le PV est alorstransmis au Parquet.5. Les contrôles de l’interdiction de vente auxmoins de 16 ans sont effectivement justifiés. Il s’agitsans conteste d’une loi qui bénéficie d’un large soutienau sein de notre société et qui a, de surcroît, été votéeau Parlement à une large majorité. Il n’y a eu qu’unpetit nombre d’abstentions.À elle seule, cette mesure n’empêchera pas les jeunesde fumer. Elle indique néanmoins aux jeunes et auxmarchands que les cigarettes ne sont pas des produitsordinaires, mais qu’il s’agit de produits dont laconsommation a des effets dramatiques sur la santé.C’est la combinaison de cette mesure avec d’autres,KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 41432 - 6 - 2008zoals de foto’s op de pakjes sigaretten, het rookverbod,de preventiecampagnes, enzovoort die er moetenvoor zorgen dat jongeren minder roken. En met succestrouwens. Uit een onderzoek vorig jaar van de Stichtingtegen Kanker blijkt dat voor het eerst in 5 jaar hetrookgedrag significant is gedaald en dat dit voornamelijkte wijten is aan het feit dat jongeren minderbeginnen te roken.comme les photos sur les paquets de cigarettes,l’interdiction de fumer, les campagnes de prévention,etc. qui devrait amener les jeunes à moins fumer. Etc’est d’ailleurs ce qui se passe. Une étude réalisée l’andernier par la Fondation contre le cancer montre quele tabagisme a reculé pour la première fois depuis5 ans et que ce recul est essentiellement dû au fait queles jeunes se mettent moins à fumer.DO 2007200802791 DO 2007200802791Vraag nr. 50 van mevrouw Mia De Schamphelaerevan 17 april 2008 (N.) aan de vice-eersteministeren minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid:Kwaliteit van bewaard donorbloed.Een Amerikaanse studie van mevrouw Koch zaaittwijfel over de veiligheid van donorbloed. Hartpatiëntendie «oud» bloed (dit wil zeggen ouder dan tweeweken) kregen, hadden meer kans op infecties en allerhandeproblemen, en hadden meer kans om sneller testerven.Het Belgische Rode Kruis werkt nooit met donorbloeddat ouder is dan zes weken, en handelt op basisvan internationale richtlijnen. Tevens hanteert menhet first-in, first-out principe.Hoewel de Amerikaanse geneesmiddeleninspectieFDA geen onmiddellijke maatregelen treft, aangeziende studie te kleinschalig was en geen controlegroepbevatte, rijzen enkele vragen.1. Laat u de Amerikaanse studie analyseren door deFOD?2. Zijn er momenteel gelijkaardige studies lopendein ons land of heeft u reeds een studie of onderzoekbevolen?3. Heeft u weet van Europees onderzoek, dat ereventueel toe zal leiden dat de internationale richtlijnenzullen gewijzigd worden?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Sociale Zaken en Volksgezondheid van 28 mei2008, op de vraag nr. 50 van mevrouw Mia DeSchamphelaere van 17 april 2008 (N.):1. Ik heb de Hoge Gezondheidsraad gevraagd omhet artikel over deze studie en de relevante literatuur tebestuderen en me een advies te bezorgen of er maatregelendienen genomen te worden in verband met debewaringsduur van bloed dat bestemd is voor patiëntendie hartchirurgie ondergaan.2. Voor zover ik weet, loopt er momenteel in onsland geen gelijkaardige studie, maar heb ik de HogeGezondheidsraad gevraagd dit te bestuderen.Question n o 50 de M me Mia De Schamphelaere du17 avril 2008 (N.) à la vice-première ministre etministre des Affaires sociales et de la Santé publique:Qualité des stocks de dons de sang.Une étude américaine réalisée par Mme Koch faitplaner le doute sur la sécurité des dons de sang. Despatients cardiaques ayant reçu du sang «vieux» (c’està-direprélevé depuis plus de deux semaines) courraientun risque plus élevé de souffrir d’infections oud’autres problèmes et de décéder prématurément.La Croix-Rouge de Belgique n’utilise jamais destocks de sang de plus de six semaines et observe dèslors les consignes internationales. Elle applique enoutre le principe first in, first out.Même si l’inspection des médicaments américaineFDA ne prend pas de mesures immédiates, l’étudeétant trop modeste et ne comportant pas de groupetémoin, des questions se posent.1. Chargerez-vous le SPF de l’analyse de l’étudeaméricaine?2. Des études similaires sont-elles actuellement encours en Belgique ou avez-vous déjà ordonné uneétude ou une enquête à ce sujet?3. Avez-vous connaissance d’études auniveau européen qui pourraient déboucher sur unemodification des directives internationales?Réponse de la vice-première ministre et ministre desAffaires sociales et de la Santé publique du 28 mai2008, à la question n o 50 de M me Mia De Schamphelaeredu 17 avril 2008 (N.):1. J’ai chargé le Conseil supérieur de la Santéd’évaluer l’article relatif à cette étude et la littératurepertinente et de me transmettre un avis au sujet desmesures éventuelles à prendre concernant la durée deconservation du sang destiné aux patients devant subirune chirurgie cardiaque.2. À ma connaissance, il n’y a pas actuellementd’étude comparable dans notre pays, mais j’aidemandé au Conseil supérieur de la Santé d’étudier laquestion.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4144 QRVA 52 0202 - 6 - 20083. Dit onderwerp zal besproken worden op devolgende vergadering van het Europees Bloedtransfusiecomité(CD-P-TS) van het European Directorate forthe Quality of Medicines & Healthcare (EDQM) vande Raad van Europa (RvE) te Straatsburg. Het EDQMgeeft jaarlijks een Gids voor de bereiding, het gebruiken de kwaliteitsverzekering van bloedcomponentenuit. Ik verwacht dan ook dat, indien dit nodig geachtwordt, er een aanbeveling ter zake in deze Gids zalopgenomen worden.3. Ce sujet sera discuté au cours de la prochaineréunion du Comité européen de transfusion sanguine(CD-P-TS) auprès de la direction européenne de laQualité du Médicament & Soins de Santé (EDQM) duConseil de l’Europe (CdE) à Strasbourg. EDQM éditechaque année un Guide pour la préparation, l’utilisationet l’assurance qualité des composants sanguins. Jem’attends donc, si cela s’avère nécessaire, à ce qu’unerecommandation concernant ce sujet soit mentionnéedans ce Guide.DO 2007200802972 DO 2007200802972Vraag nr. 64 van de heer Geert Versnick van 22 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Sociale Zaken en Volksgezondheid:Nationaal kankerplan. — Centrum voor hadrontherapie.De opstelling van een «nationaal kankerplan» isvoor de minister een prioritaire doelstelling. Een vande mogelijke acties ter uitvoering van het plan zou debouw van een centrum voor hadrontherapie kunnenzijn. Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorgstelt echter in een recente studie dat het aantalkankerpatiënten in België te laag ligt om de bouwvan dergelijk centrum te verantwoorden.1. Overweegt u om in het kader van het op te stellenkankerplan te investeren in de bouw van een centrumvoor hadrontherapie?2. Het Federaal Kenniscentrum stelt voor omakkoorden te sluiten tussen het RIZIV en buitenlandsehadroncentra.Deelt u de mening van het Federaal Kenniscentrumen zo ja, overweegt u daarvoor de nodige inspanningente leveren?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Sociale Zaken en Volksgezondheid van 28 mei2008, op de vraag nr. 64 van de heer Geert Versnickvan 22 april 2008 (N.):1. Hadrontherapie is een veelbelovende behandelingstechniekdie toelaat kankerhaarden in de onmiddellijkeomgeving van vitale weefsels voordelig tebehandelen. Vooraleer men in een nieuwe technologiebelangrijke bedragen wil investeren dient men eersteen evaluatie te doen inzake de vraag naar hadrontherapiedoor bijvoorbeeld de centra voor radiotherapiede vraag te stellen: «Hoeveel patiënten komen in uwcentrum hiervoor in aanmerking in functie van vooropgesteldecriteria?».De bouw en het uitrusten van een centrum voorhadrontherapie vergt belangrijke investeringen a rataQuestion n o 64 de M. Geert Versnick du 22 avril 2008(N.) à la vice-première ministre et ministre desAffaires sociales et de la Santé publique:Plan national cancer. — Centre d’hadronthérapie.L’établissement d’un «plan national cancer» constituepour la ministre un objectif prioritaire. La constructiond’un centre d’hadronthérapie serait une desactions possibles dans le cadre de la mise en œuvred’un tel plan. Dans une étude récente, le Centre fédérald’expertise des soins de santé conclut toutefois que lenombre de patients cancéreux en Belgique est tropfaible pour justifier la création d’un centre de ce type.1. Envisagez-vous d’investir dans la constructiond’un centre d’hadronthérapie dans le cadre du futurplan national cancer?2. Le Centre fédéral d’expertise propose la conclusiond’accords entre l’INAMI et des centresd’hadronthérapie étrangers.Partagez-vous le point de vue du Centre fédérald’expertise? Dans l’affirmative, comptez-vous prendreles initiatives nécessaires à cet effet?Réponse de la vice-première ministre et ministre desAffaires sociales et de la Santé publique du 28 mai2008, à la question n o 64 de M. Geert Versnick du22 avril 2008 (N.):1. L’hadronthérapie est une technique très prometteusequi permet de traiter favorablement des foyerscancéreux situés à proximité immédiate de tissusvitaux. Avant d’investir des montants conséquentsdans une nouvelle technologie, il convient d’évaluer lademande d’hadronthérapie en posant, par exemple,aux centres de radiothérapie la question suivante:«Compte tenu des critères établis, combien de patientsentrent en ligne de compte pour un tel traitement dansvotre centre?».La construction et l’équipement d’un centred’hadronthérapie requiert d’importants investisse-KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 41452 - 6 - 2008van 100 à 200 000 000 euros. De jaarlijkse uitgavevoor het RIZIV wordt bij de huidige stand van zakengeschat op ongeveer 25 000 euro per patiënt. Mogelijkszouden in België een vijftigtal personen met dezetherapie kunnen worden behandeld. Ons land ligtcentraal in West-Europa en samenwerking met debestaande Europese centra (Berlijn, Nice, Clatterbridge,Villigen, Heidelberg) is een mogelijk alternatief.Al deze centra zijn bereid om Belgische patiëntenop te nemen. Bovendien zal er in 2010 een centrum inEssen (Duitsland) operationeel zijn.2. Het standpunt van het Federaal Kenniscentrumis gebaseerd op de thans erkende aanbevelingen«evidence based medecine» voor het gebruik vanhadrontherapie. Er zijn echter thans in verschillendelanden ter wereld talrijke klinische onderzoeken bezigom de efficiëntie van deze behandeling bij veel anderesoorten kankers te bewijzen. De studie van het FederaalKenniscentrum erkent bovendien dat de vraagover de opportuniteit van een hadrontherapiecentrumvoor wetenschappelijke activiteiten open blijft. Ik hebbijgevolg besloten deze studie aan te vullen met eenandere, veel grondigere studie, uitgevoerd door eenStichting die alle Belgische universiteiten groepeert,vooraleer een tot een definitieve conclusie te komenover het al dan niet bouwen van een hadrontherapiecentrumin België. De conclusies van deze studie, die18 maanden in beslag zal nemen, zouden eind 2009 ofbegin 2010 moeten beschikbaar zijn.ments à hauteur de 100 à 200 000 000 euros. En l’étatactuel des choses, on estime que l’INAMI devraitdépenser quelque 25 000 euros par an par patient. Unecinquantaine de personnes pourraient peut-être êtretraitées par hadronthérapie en Belgique. Dans lamesure où notre pays se situe au centre de l’Europeoccidentale, une collaboration avec les centres européensexistants (Berlin, Nice, Clatterbridge, Villigen,Heidelberg) pourrait constituer une alternative. Tousles centres précités sont en effet disposés à accueillirdes patients belges. Un centre sera en outre opérationnelà Essen (Allemagne) dès 2010.2. Le point de vue du Centre fédéral d’expertise sebase sur les recommandations actuellement reconnues«evidence based medecine» d’utilisation de l’hadronthérapie.De multiples recherches cliniques sont cependanten cours actuellement dans différents pays duMonde afin de prouver l’efficacité de ce traitementdans de nombreux autres types de cancer. De plus,l’étude du Centre fédéral d’expertise reconnaît que laquestion d’opportunité d’un centre d’hadronthérapiedédiée à des activités de recherche restait ouverte. Parconséquent, j’ai décidé de compléter cette étude parune autre, beaucoup plus approfondie, menée par uneFondation regroupant l’ensemble des universitésbelges, avant toute conclusion définitive sur la constructionou non d’un centre d’hadronthérapie en Belgique.Les conclusions de cette étude, d’une durée de 18mois, devraient être disponibles fin 2009 ou début2010.DO 2007200803059 DO 2007200803059Vraag nr. 75 van de heer Christian Brotcorne van24 april 2008 (Fr.) aan de vice-eersteminister enminister van Sociale Zaken en Volksgezondheid:Reumatologen. — Terugbetaling van gewrichtspuncties.Uw voorganger, de heer Demotte, had ermee ingestemdeen budget uit te trekken om gewrichtspunctiesdoor reumatologen opnieuw te laten terugbetalen.Dit initiatief werd trouwens hogelijk op prijs gestelddoor de vzw Confédération pour la Lutte contre lesAffections Inflammatoires Rhumatismales (Confederatievoor de Strijd tegen Reumatische Ontstekingsziekten).Volgens mijn informatie werd dit dossier op 24 april2007 goedgekeurd door de Technische geneeskundigeraad, de Nationale Commissie geneesherenziekenfondsenen het verzekeringscomité van hetRIZIV.We mogen niet uit het oog verliezen dat gewrichtspunctiesessentieel zijn voor de diagnose en de behan-Question n o 75 de M. Christian Brotcorne du 24 avril2008 (Fr.) à la vice-première ministre et ministredes Affaires sociales et de la Santé publique:Rhumatologues. — Remboursement de la ponctionarticulaire.Votre prédécesseur, M. Demotte, avait accepté deconsacrer un budget pour rétablir le remboursementde la ponction articulaire des rhumatologues.Cela avait d’ailleurs été grandement apprécié par laConfédération pour la Lutte contre les AffectionsInflammatoires Rhumatismales.Selon mes informations, ce dossier a obtenu le24 avril 2007 l’approbation du conseil technique médical,du Comité Medicomut et du Comité d’assurancede l’INAMI.Il est essentiel de ne pas perdre de vue que les ponctionsarticulaires s’avèrent essentielles pour le diagnos-KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4146 QRVA 52 0202 - 6 - 2008deling van reumatische aandoeningen. Deze handelingis vandaag nog steeds ten laste van de patiënt.1. Zal u het door uw voorganger gesloten akkoordhandhaven?2.a) Zal u de laatste hand leggen aan het eindvoorstel?tic et le traitement des maladies rhumatismales. Àl’heure actuelle, cet acte est toujours à charge despatients.1. Envisagez-vous de maintenir l’accord conclu parvotre prédécesseur?2.a) Envisagez-vous de finaliser la proposition finale?b) Zo ja, hoe? b) Si oui, de quelle manière?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Sociale Zaken en Volksgezondheid van 30 mei2008, op de vraag nr. 75 van de heer Christian Brotcornevan 24 april 2008 (Fr.):De invoeging van een verstrekking voor eengewrichtspunctie opgenomen in artikel 20, g), van denomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen envoorbehouden voor reumatologen is inderdaad goedgekeurdgeworden door de bevoegde instanties binnende Dienst voor Geneeskundige verzorging van hetRIZIV.Dit dossier werd besproken op de Ministerraad vanvrijdag 18 april 2008 en werd overgemaakt aan deRaad van State.Het ontwerp van koninklijk besluit zal hetvoorwerp uitmaken van een aanpassing in functie vande eventueel geformuleerde opmerkingen van de Raadvan State en zal worden voorgelegd voor handtekeningaan de Koning om dan te worden gepubliceerd in hetBelgisch Staatsblad.Réponse de la vice-première ministre et ministre desAffaires sociales et de la Santé publique du 30 mai2008, à la question n o 75 de M. Christian Brotcornedu 24 avril 2008 (Fr.):L’introduction d’une prestation de ponction articulairereprise à l’article 20, g), de la nomenclature desprestations de santé et réservée aux rhumatologues aeffectivement été avalisée par les instances compétentesdu Service des soins de santé de l’INAMI.Ce dossier a été délibéré en Conseil des ministres levendredi 18 avril 2008 et a été transmis pour avis auConseil d’État.Le projet d’arrêté royal fera l’objet d’une adaptationen fonction des remarques éventuellement formuléespar le Conseil d’État et sera présenté à la signature duRoi afin d’être publié au Moniteur belge.Vice-eersteminister enminister van Binnenlandse ZakenVice-premier ministre etministre de l’IntérieurDO 2007200802498 DO 2007200802498Vraag nr. 13 van de heer Peter Logghe van 10 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken:Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle. —Ambtenaren. — Taalaanhorigheid.Meten is weten, zegt het spreekwoord, en dat is ookeen belangrijk principe in de politiek. Het is belangrijkom regelmatig te meten in hoeverre het taalevenwichtin ons land gerespecteerd wordt. Belangrijk omdatalleen taalevenwicht bepaalde uitwassen uit het verledenkan proberen te vermijden.Question n o 13 de M. Peter Logghe du 10 avril 2008(N.) au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:Agence fédérale du contrôle nucléaire. — Personnel.— Appartenance linguistique.Mesurer c’est savoir, dit le proverbe. Ce principes’applique également en politique. Ainsi, il est importantde vérifier régulièrement dans quelle mesurel’équilibre linguistique est respecté dans notre pays.Seul le respect de l’équilibre linguistique est en effet denature à permettre d’éviter le cas échéant certainesdérives du passé.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 41472 - 6 - 2008Daarom volgende concrete vragen over het FederaalAgentschap voor Nucleaire Controle:1.a) Hoeveel vastbenoemden behoorden in 2005 tot deNederlandstalige taalrol?Pourriez-vous dès lors me fournir les précisionssuivantes à propos de l’Agence fédérale du contrôlenucléaire:1.a) En 2005, combien de membres du personnelnommés appartenaient au rôle linguistiquenéerlandais?b) Hoeveel tot de Franstalige taalrol? b) Combien appartenaient au rôle linguistique français?2. Hoeveel vastbenoemden in 2006 behoorden ertot de Nederlandstalige dan wel tot de Franstalige taalrol?2. En 2006, combien de membres du personnelnommés appartenaient respectivement au rôle linguistiquenéerlandais et au rôle linguistique français?3. Dezelfde vraag, maar dan voor 2007. 3. Pourriez-vous me fournir les mêmes donnéespour l’année 2007.4.a) Hoeveel contractuelen in het Federaal Agentschapvoor Nucleaire Controle rekent men in 2005 tot deNederlandstalige taalrol?4.a) En 2005, combien de contractuels travaillant àl’Agence fédérale du contrôle nucléaire étaientconsidérés comme appartenant au rôle linguistiquenéerlandais?b) Hoeveel tot de Franstalige taalrol? b) Combien étaient considérés comme appartenantau rôle linguistique français?5. Idem als hierboven, maar dan voor 2006. 5. Pourriez-vous me fournir les mêmes donnéespour l’année 2006?6. Idem als hierboven, maar dan voor 2007. 6. Pourriez-vous me fournir les mêmes donnéespour l’année 2007?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken van 30 mei 2008, op de vraagnr. 13 van de heer Peter Logghe van 10 april 2008(N.):De gevraagde gegevens worden vermeld in onderstaandetabel.Réponse du vice-premier ministre et ministre del’Intérieur du 30 mai 2008, à la question n o 13 deM. Peter Logghe du 10 avril 2008 (N.):Le tableau ci-après reprend les données demandées.Contractuelen—ContractuelsVastbenoemden—StatutairesNLFRNLFR2005 39 51 12 122006 42 53 11 102007 55 58 10 9KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4148 QRVA 52 0202 - 6 - 2008DO 2007200802530 DO 2007200802530Vraag nr. 16 van mevrouw Zoé Genot van 11 april2008 (Fr.) aan de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken:Europese Overeenkomst inzake de overdracht van verantwoordelijkheidvoor vluchtelingen. — Verdragvan de Raad van Europa. — Niet-ratificatie doorBelgië.De Europese Overeenkomst van 16 oktober 1980(Raad van Europa) inzake de overdracht van verantwoordelijkheidvoor vluchtelingen strekt ertoe uniformeregels vast te stellen teneinde te bepalen welkestaat de verantwoordelijkheid draagt voor een vluchteling,meer in het bijzonder voor het verstrekken vanhet reisdocument.In de Overeenkomst worden met name de voorwaardengepreciseerd waaronder de verantwoordelijkheidvoor het verstrekken van het reisdocument overgedragenwordt van de ene verdragsluitende partij aaneen andere, wanneer de vluchteling van verblijfplaatsverandert.Het verdrag is van kracht geworden op 1 december1980 en is momenteel van toepassing in een tientalEuropese staten.Als lid van de Raad van Europa heeft België het verdragop 16 oktober 1980 ondertekend, doch tot opheden niet geratificeerd. De meeste landen die het verdragondertekend hebben, hebben het vervolgens welgeratificeerd.1.a) Waarom heeft België de Europese Overeenkomstinzake de overdracht van verantwoordelijkheidvoor vluchtelingen tot op heden niet geratificeerd?Question n o 16 de M me Zoé Genot du 11 avril 2008(Fr.) au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:Accord européen sur le transfert de la responsabilité àl’égard des réfugiés. — Traité du Conseil del’Europe. — Non-ratification par la Belgique.L’Accord européen sur le transfert de la responsabilitéà l’égard des réfugiés du 16 octobre 1980 (Conseilde l’Europe) vise l’adoption de règles uniformespermettant de déterminer quel état assume la responsabilitéd’un réfugié, en particulier pour la délivrancedu titre de voyage.L’Accord précise notamment les conditions danslesquelles la responsabilité de délivrer le titre devoyage est transférée d’une partie à une autre lorsquele réfugié change de résidence.Le traité est entré en vigueur le 1 er décembre 1980 etactuellement est d’application au sein d’une dizained’états européens.La Belgique en tant que membre du Conseil del’Europe a signé le traité le 16 octobre 1980 mais à cejour ne l’a jamais ratifié. Or, la plupart des pays ayantsigné le traité l’ont ensuite ratifié.1.a) Pourquoi la Belgique n’a-t-elle à ce jour pas ratifiél’Accord européen sur le transfert de la responsabilitéà l’égard des réfugiés?b) Welke redenen liggen daaraan ten grondslag? b) Quelles sont les raisons à la base de cette nonratification?2. Gelden die eventuele redenen voor de nietratificatievan dat verdrag ook nu nog?3. Zal België het verdrag eerdaags alsnog ratificeren?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken van 30 mei 2008, op de vraagnr. 16 van mevrouw Zoé Genot van 11 april 2008(Fr.):Het akkoord waarnaar het geachte lid verwijst,beoogt de goedkeuring van éénvormige regels om tekunnen bepalen welke Staat verantwoordelijk is vooreen vluchteling, in het bijzonder wat de aflevering vaneen reistitel betreft.Deze materie behoort tot de bevoegdheid van mijncollega van Migratie en asielbeleid. (Vraag nr. 49 van3 juni 2008.)2. Les éventuelles raisons à la base de la nonratificationde ce traité sont-elles encore d’actualité?3. La Belgique va-t-elle ratifier prochainement cetraité?Réponse du vice-premier ministre et ministre del’Intérieur du 30 mai 2008, à la question n o 16 deM me Zoé Genot du 11 avril 2008 (Fr.):L’Accord auquel l’honorable membre fait référence,vise l’adoption de règles uniformes permettant dedéterminer quel État assume la responsabilité d’unréfugié en particulier pour la délivrance du titre devoyage.Cette matière est de la compétence de ma collèguede la Politique de migration et d’asile.(Question n o 49du 3 juin 2008.)KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 41492 - 6 - 2008DO 2007200802620 DO 2007200802620Vraag nr. 35 van de heer Guido De Padt van 15 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken:Administraties. — Jaarverslagen.Ik verneem dat de Vlaamse overheid in totaal meerdan 600 000 euro spendeert aan het opstellen en uitgevenvan jaarverslagen. Een niet onaardig bedrag datweliswaar op twee jaar tijd met bijna 20 % is gedaald.Er wordt bij de Vlaamse ministeries klaarblijkelijkkostenbesparend gewerkt door onder meer sommigejaarverslagen uitsluitend elektronisch aan te bieden.1.a) Hoeveel en welke jaarverslagen worden door deadministraties onder uw bevoegdheid gemaakt?b) Op hoeveel exemplaren wordt elk van deze jaarverslagengedrukt en wat is de kostprijs?c) Welke jaarverslagen worden elektronisch aangeboden?d) Welke jaarverslagen werden de voorbije vijf jaarafgeschaft?2. Wat is de evolutie in kostprijs van elk van dezejaarverslagen gedurende de jongste vijf jaar?3. Bent u bereid de administraties aan te bevelen dekostprijs van deze jaarverslagen te verlagen in de loopvan de volgende jaren?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken van 28 mei 2008, op de vraagnr. 35 van de heer Guido De Padt van 15 april 2008(N.):Het geachte lid vindt hieronder het antwoord opzijn vraag.1.a) De FOD Binnenlandse Zaken publiceert sinds2005 (activiteitenverslag 2004) elk jaar een geharmoniseerdactiviteitenverslag. Dat bestaat uit eenaantal boekdelen (Horizontale diensten, algemenedirectie Civiele Veiligheid, algemene directie Veiligheiden Preventie, algemene directie Crisiscentrum,algemene directie Instellingen en Bevolking,algemene directie Dienst Vreemdelingenzaken enFederale opdrachten provinciegouverneurs) die inéén box gebundeld worden en zo verspreid wordennaar de gemeenschappelijke doelgroepen van deverschillende directies.Elke directie verspreidt daarnaast het eigen boekdeelnog afzonderlijk naar haar unieke doelgroepen.Question n o 35 de M. Guido De Padt du 15 avril 2008(N.) au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:Administrations. — Rapports annuels.Il me revient que les autorités flamandes consacrentplus de 600 000 euros à l’élaboration et la publicationde rapports annuels. Il s’agit d’un montant non négligeable,même si depuis deux ans il a diminué de pratiquement20%.Les administrations flamandes tentent notammentde comprimer les coûts en ne proposant plus certainsrapports annuels que sous forme électronique.1.a) Combien de rapports annuels sont élaborés par lesadministrations relevant de votre compétence? Dequels rapports s’agit-il?b) À combien d’exemplaires chaque rapport annuelest-il imprimé et quel coût cela représente-t-il?c) Quels rapports annuels sont proposés sous formeélectronique?d) De quels rapports annuels a-t-on décidé la suppressionau cours des cinq dernières années?2. Quelle est l’évolution du coût des différentsrapports annuels au cours des cinq dernières années?3. Êtes-vous disposé à demander aux différentesadministrations de réduire le coût des rapports annuelsdans les années à venir?Réponse du vice-premier ministre et ministre del’Intérieur du 28 mai 2008, à la question n o 35 deM. Guido De Padt du 15 avril 2008 (N.):L’honorable membre trouvera ci-après la réponse àsa question.1.a) Depuis 2005 (rapport d’activités 2004), le SPF Intérieurpublie chaque année un rapport d’activitésharmonisé. Ce rapport se compose d’un certainnombre de volumes (Services horizontaux, directiongénérale de la Sécurité civile, direction généraleSécurité et Prévention, direction généraleCentre de Crise, direction générale Institutions etPopulation, direction générale Office des Étrangerset Missions fédérales des gouverneurs de province)réunis dans un coffret et diffusés sous cette formeauprès des groupes cibles communs des différentesdirections.Chaque direction distribue en outre séparément sonvolume à ses propres groupes cibles.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4150 QRVA 52 0202 - 6 - 2008b) In totaal (de som van de oplage van elk boekdeel)wordt het activiteitenverslag van de FOD BinnenlandseZaken gedrukt op ongeveer 10 000 exemplaren.De kostprijs hiervan bedroeg in 2007 ongeveer80 000 euro (btw inbegrepen). Die kostprijs omvat:lay-out, druk, creatie van PDF’s en een cd-rom, verpakking,verzending en levering.c) Het activiteitenverslag van de FOD BinnenlandseZaken werd tot vorig jaar in eerste instantie oppapier aangeboden. Er was wel een elektronischeversie beschikbaar op de website en een beperkteverspreiding via cd-rom.Vanaf dit jaar zal het activiteitenverslag van de FODBinnenlandse Zaken zo ruim mogelijk elektronischaangeboden worden (zie 3.).d) Er werden de voorbije vijf jaar geen jaarverslagenafgeschaft.Wel kwam er vanaf 2005 (activiteitenverslag 2004)een harmonisering, in die zin dat de bestaande jaarverslagenvan de verschillende algemene directiesgebundeld werden tot één activiteitenverslag van deFOD Binnenlandse Zaken.2. De kostprijs van het activiteitenverslag van deFOD Binnenlandse Zaken bedroeg vanaf de harmoniseringachtereenvolgens:b) Au total (la somme du tirage de chaque volume), lerapport d’activités du SPF Intérieur est édité à environ10 000 exemplaires.Le coût de cette publication s’élevait en 2007 à environ80 000 euros (TVA incluse) et comprend le layout,l’impression, la création de PDF et d’un cd-rom,l’emballage, l’envoi et la livraison.c) Jusqu’à l’année dernière, le rapport d’activités duSPF Intérieur était d’abord proposé sur supportpapier, une version électronique étant toutefoisdisponible sur le site web et une diffusion restreinteétant assurée via cd-rom.À partir de cette année, le rapport d’activités du SPFIntérieur sera proposé le plus possible en version électronique(voir 3.).d) Au cours des cinq dernières années, aucun rapportannuel n’a été supprimé.Il a toutefois été procédé à partir de 2005 (rapportd’activités 2004) à une harmonisation en ce sens queles rapports annuels existants des différentes directionsgénérales ont été regroupés en un seul rapportd’activités du SPF Intérieur.2. À partir de l’harmonisation, le coût du rapportd’activités du SPF Intérieur s’est successivement élevéaux montants suivants:— 2005 (activiteitenverslag 2004): 59 314,66 euro; — 2005 (rapport d’activités 2004): 59 314,66 euros;— 2006 (activiteitenverslag 2005): 94 658,31 euro; — 2006 (rapport d’activités 2005): 94 658,31 euros;— 2007 (activiteitenverslag 2006): 79 289,28 euro. — 2007 (rapport d’activités 2006): 79 289,28 euros.3. Om de kostprijs van het activiteitenverslag teverlagen, heeft het directiecomité van de FOD BinnenlandseZaken beslist om het activiteitenverslag 2007 zoruim mogelijk op elektronische wijze aan te bieden.Concreet zal de verspreiding gebeuren via een cdromen een boekje die samen aangeboden worden. Decd-rom zal de volledige versies in PDF van alle boekdelenvan het activiteitenverslag bevatten. Het boekje zaleen korte samenvatting van alle boekdelen van hetactiviteitenverslag bevatten.3. Afin de réduire le coût du rapport d’activités, lecomité de direction du SPF Intérieur a décidé deproposer le plus possible le rapport d’activités 2007 demanière électronique.Concrètement, la diffusion sera assurée au moyend’un cd-rom et d’un livret qui seront remis en mêmetemps. Le cd-rom reprendra les versions complètes enformat PDF de tous les volumes du rapport d’activités.Le livret contiendra un bref résumé de tous les volumesdu rapport d’activités.DO 2007200802625 DO 2007200802625Vraag nr. 36 van de heer Guy D’haeseleer van 15 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken:Bij wet opgelegde evaluaties, verslagen en rapportenvan de overheidsadministraties.Bij het tot stand komen van nieuwe wetten wordtniet zelden aan de administraties de verplichting opge-Question n o 36 de M. Guy D’haeseleer du 15 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:Évaluations, comptes rendus et rapports des administrationspubliques imposés par la loi.Il n’est pas rare que les nouvelles lois imposent auxadministrations de transmettre, que ce soit annuelle-KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 41512 - 6 - 2008legd om, al dan niet jaarlijks, een verslag, evaluatie ofrapport aan bepaalde instanties over te maken.In antwoord op mijn schriftelijke vraag nr. 4 van25 januari 2008antwoordde de eerste minister dat hijenkel de gegevens kon verstrekken voor de overheidsdienstendie onder zijn bevoegdheid vallen en diendeik me te richten tot alle ministers afzonderlijk (Vragenen Antwoorden, Kamer, 2007-2008, nr. 11, blz. 1595).Kan u dan ook meedelen, wat betreft de departementendie onder uw bevoegdheid vallen:1.a) Welke evaluaties, rapporten of verslagen dienen erals gevolg van een wettelijke verplichting overgemaaktte worden?b) Kan u voor deze rapporten, evaluaties of verslagen:— telkens meedelen welke dienst moet instaan voorde redactie;— bij welke instantie het rapport zou moeten terechtkomen;— of men al dan niet de verplichting is nagekomen enzo niet, wat de opgelopen vertraging is?2. Het voldoen aan de wettelijke verplichtingen metbetrekking tot de opmaak van allerhande verslagen isdikwijls een tijdrovend werk.a) Wordt binnen de departementen regelmatig hetnut of de meerwaarde van dergelijke wettelijkeverplichtingen bekeken?ment ou non, un compte rendu, une évaluation ou unrapport à certaines instances.Dans sa réponse à ma question écrite n o 4 du 25 janvier2008, le premier ministre a répondu qu’il nepouvait me fournir que les données concernant lesservices publics ressortissant à sa compétence et que,pour les autres, je devais m’adresser aux différentsministres séparément (Questions et Réponses, Chambre,2007-2008, n o 11, page 1595).Pouvez-vous également me faire savoir, en ce quiconcerne les départements qui ressortissent à votrecompétence:1.a) Quels sont les comptes rendus, évaluations etrapports à transmettre dans la cadre d’une obligationlégale?b) Pouvez-vous également, en ce qui concerne cesrapports, évaluations ou comptes rendus:— indiquer quel service est responsable de leur rédaction;— préciser l’instance à laquelle ils devraient êtretransmis;— me dire si cette obligation a déjà été respectée et,dans la négative, m’indiquer le retard déjàencouru?2. Satisfaire aux obligations légales en matièred’élaboration de rapports en tout genre prend souventbeaucoup de temps.a) L’utilité ou la plus-value de ces obligations légalessont-elles régulièrement examinées au sein desdépartements?b) Zo ja, wat zijn de bevindingen? b) Dans l’affirmative, quels sont les enseignements decet examen?c) Zo neen, acht u het niet opportuun om die oefeningte maken in het kader van de administratievevereenvoudiging?3.a) Werd reeds beslist om van het opstellen van allerhandeverslagen, rapporten of evaluaties af te zien?c) Dans la négative, n’estimez-vous pas opportun deprocéder à cet exercice dans le cadre de la simplificationadministrative?3.a) A-t-il déjà été décidé de renoncer à la rédaction decomptes rendus, rapports ou évaluations en tousgenres?b) Zo ja, over welke ging het? b) Dans l’affirmative, de quels comptes rendus,rapports ou évaluations s’agissait-il?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken van 28 mei 2008, op de vraagnr. 36 van de heer Guy D’haeseleer van 15 april 2008(N.):Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee tedelen.Binnen de Federale Overheidsdienst BinnenlandseZaken dienen verschillende diensten, verspreid over deRéponse du vice-premier ministre et ministre del’Intérieur du 28 mai 2008, à la question n o 36 deM. Guy D’haeseleer du 15 avril 2008 (N.):J’ai l’honneur de faire savoir à l’honorable membrece qui suit.Au sein du Service public fédéral Intérieur, diversservices répartis entre les différentes directions généra-KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4152 QRVA 52 0202 - 6 - 2008verschillende algemene directies verslagen en rapportenop te maken.Zo dient elke algemene directie, alsook de HorizontaleDiensten en de Federale Diensten van de gouverneursjaarlijks een Activiteitenrapport op te stellen.Verder dienen bepaalde directies en diensten binnende FOD daarnaast nog bepaalde specifieke rapportenop te stellen.Zo heeft de directie private veiligheid van de algemenedirectie Veiligheid en Preventie de verplichtingom jaarlijks bij het Parlement een verslag neer teleggen betreffende de werkzaamheden van het voorbijejaar. Deze verplichting staat ingeschreven in art. 14van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de privateen bijzondere veiligheid. De modaliteiten eninhoud ervan worden bepaald in het Belgisch Staatsbladvan 22 december 2000 betreffende het jaarlijksactiviteitenverslag van de bewakingsondernemingen,de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten(Belgisch Staatsblad van 9 januari 2001).In de praktijk wordt het verslag van de directie privateveiligheid geïntegreerd in het activiteitenrapportvan de AD Veiligheid en Preventie, dat jaarlijks wordtovergemaakt aan het Parlement.Binnen de algemene directie Civiele Veiligheid dientde directie Materieel en Nieuwe Technologieën in hetkader van het uitschrijven van overheidsopdrachten inhet Publicatieblad van de Europese Unie (PBEU) hetresultaat te rapporteren aan de Europese Commissie.Dit verzoek is gebaseerd op artikel 138 van hetkoninklijk besluit van 8 januari 1996. De overgemaaktegegevens worden opgenomen in de statistiekendie elk lidstaat jaarlijks moet opmaken voor de EuropeseCommissie.De directie Materieel en Nieuwe Technologieënstaat in voor de redactie van deze rapportering aan deEuropese Commissie. Deze verplichting wordt steedsen zonder vertraging nagekomen. De meerwaarde vandergelijke rapportering wordt binnen het departementniet ter discussie gesteld en het betreft daarenboveneen wettelijke en door Europa opgelegde verplichting.Er wordt dan ook niet afgezien van het opstellen vandergelijke rapporten.Verder bepaalt artikel 62 van het koninklijk besluitvan 18 juli 1966 betreffende de gecoördineerde wettenop het gebruik van de talen in bestuurszaken dat deVaste Commissie voor Taaltoezicht ieder jaar eenomstandig verslag uitbrengt over haar werkzaamheden.De Vaste Commissie voor Taaltoezicht staat zelf invoor de redactie van het rapport. Het rapport isbestemd voor de leden van het federaal Parlement.les sont tenus d’établir des comptes rendus et desrapports.C’est ainsi que chaque direction générale, de mêmeque les Services horizontaux et les Services fédérauxdes gouverneurs, sont obligés de rédiger chaque annéeun Rapport d’activités.En outre, plusieurs directions et services du SPFdoivent encore établir certains rapports spécifiques.Ainsi, la direction sécurité privée de la directiongénérale Sécurité et Prévention est tenue de déposerchaque année au Parlement un rapport relatif aux activitésde l’année écoulée. Cette obligation est prévuepar l’article 14 de la loi du 10 avril 1990 réglementantla sécurité privée et particulière. Les modalités et lateneur dudit rapport sont fixées par l’arrêté ministérieldu 22 décembre 2000 relatif au rapport annueld’activités des entreprises de gardiennage, des entreprisesde sécurité et des services internes de gardiennage(Moniteur belge du 9 janvier 2001).Dans la pratique, le rapport de la direction Sécuritéprivée est intégré au rapport d’activités de la DG Sécuritéet Prévention, qui est transmis annuellement auParlement.Au sein de la direction générale Sécurité civile, ladirection Matériel et Nouvelles Technologies esttenue, dans le cadre de la publication de marchéspublics dans le Journal officiel de l’Union européenne(JOUE), de communiquer le résultat de ses activités àla Commission européenne. Cette demande est baséesur l’article 138 de l’arrêté royal du 8 janvier 1996. Lesdonnées transmises sont intégrées dans les statistiquesque chaque État membre doit établir annuellementpour la Commission européenne.La direction Matériel et Nouvelles Technologies secharge de rédiger ce rapport à la Commission européenne.Cette obligation est toujours respectée sansdélai. La plus-value d’un tel rapport n’est pas contestéeau sein du département et il s’agit en outre d’une obligationlégale imposée par l’Europe. Il n’est donc pasprévu de renoncer à la rédaction de tels rapports.L’article 62 de l’arrêté royal du 18 juillet 1966portant coordination des lois sur l’emploi des languesen matière administrative dispose en outre que laCommission permanente de Contrôle linguistique faitchaque année un rapport détaillé sur son activité.La Commission permanente de Contrôle linguistiqueassure elle-même la rédaction du rapport qui estdestiné aux membres du Parlement fédéral.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 41532 - 6 - 2008De verplichting wordt door de VCT tijdig nagekomenen aangezien het opstellen van het rapport uitdrukkelijkwordt opgelegd door de taalwet, werd ernooit aan gedacht hiervan af te wijken.Binnen de algemene directie Crisiscentrum (ADCC)bestaat er eveneens een specifieke rapporteringsverplichting:La CPCL respecte scrupuleusement cette obligationet étant donné que la rédaction du rapport est expressémentimposée par la loi linguistique, il n’a jamais étéenvisagé d’y déroger.La direction générale Centre de Crise (DGCC) estégalement tenue de rédiger un rapport spécifique:1 o Hoger Instituut voor de Noodplanning 1 o L’Institut supérieur de planification d’urgenceHet Hoger Instituut voor de Noodplanning (HINP),opgericht bij het koninklijk besluit van 29 juli 1991, iseen onderzoeks- en documentatiecentrum inzake denoodplanning en het crisisbeheer. Het staat onder hetgezag van de minister van Binnenlandse Zaken en iserkend als gespecialiseerd centrum van het opendeelakkoord Eur-Opa Grote Risico’s van de Raad vanEuropa (COE). Het gaat om een samenwerkingsakkoordtussen de 25 Staten tot oprichting van eenplatform voor de uitwisseling van ervaringen en goedepraktijken inzake preventie, bescherming en organisatievan de hulpverlening wat de grote natuur- entechnologische risico’s betreft. Het akkoord geeft aanbevelingendie geen enkel bindend karakter hebben.Als gespecialiseerd centrum ontvangt het HINPsubsidies die het voorwerp uitmaken van twee administratieveregelingen. In het kader van zijn gesubsidieerdeactiviteiten moet het HINP jaarlijks een activiteitenverslagen een verslag betreffende de aanwendingvan de subsidies overhandigen aan het Secretariaatvan het Akkoord.De door de Raad van Europa gemandateerdeSubcommissie Audit moet aan het Comité van deVaste Correspondenten een verslag voorleggen waarinde overeenstemming bepaald wordt tussen de resultatenvan de erkende programma’s uitgevoerd door decentra van het akkoord en de door het plan vastgelegdemiddellangetermijndoelstellingen van datakkoord. Die Subcommissie moet eveneens het beheervan de centra onderzoeken en de correcte aanwendingvan de door het ODA toegekende fondsen controleren.Het HINP is dus verantwoordelijk voor de opstellingvan die verslagen die bezorgd worden aan hetSecretariaat van het akkoord Eur-Opa (Raad vanEuropa-Straatsburg). Die verplichting wordt nageleefd.In 2007 heeft er trouwens een audit plaatsgevonden.L’Institut supérieur de planification d’urgence(ISPU), créé par l’arrêté royal du 29 juillet 1991, est uncentre de recherche et de documentation sur la planificationd’urgence et la gestion de crise. Il est placé sousl’autorité du ministre de l’Intérieur et est reconnucomme centre spécialisé de l’Accord partiel ouvertEur-Opa Risques Majeurs du Conseil de l’Europe(COE). Il s’agit d’un accord de coopération entre les25 États créant une plateforme d’échanged’expériences et de bonnes pratiques en matière deprévention, de protection et d’organisation des secourscontre les risques naturels et technologiques majeurs.Il émet des recommandations ne présentant aucunevaleur contraignante.En sa qualité de centre spécialisé, l’ISPU reçoit dessubventions faisant l’objet de deux arrangementsadministratifs. Dans le cadre de ses activités subventionnées,l’ISPU doit transmettre chaque année auSecrétariat de l’Accord un rapport d’activités ainsiqu’un rapport sur l’utilisation des subventions.La Sous-Commission Audit, mandatée par leConseil de l’Europe, est chargée de présenter auComité des Correspondants Permanents un rapportdéterminant la correspondance entre les résultats desprogrammes agréés réalisés par les centres de l’Accordet les objectifs de cet accord fixés par le plan à moyenterme ainsi que d’examiner la gestion des centres et decontrôler la correcte affectation des fonds alloués parl’APO.L’ISPU est donc responsable de la rédaction de cesrapports qui sont transmis au Secrétariat de l’AccordEur-Opa (Conseil de l’Europe-Strasbourg). Cette obligationest respectée. Un audit a d’ailleurs eu lieu en2007.2 o Milieurapporteringsverplichting 2 o Obligation de rapportage environnementalDe ADCC heeft, in haar hoedanigheid vanmilieuinstantie in de zin van de wet van 5 augustus2006 betreffende de toegang van het publiek totmilieuinformatie, een rapporteringsverplichting.Krachtens de Europese richtlijn van 28 januari 2003inzake de toegang van het publiek tot milieuinformatie,heeft elke Lidstaat immers een rapporte-En sa qualité d’instance environnementale au sensde la loi du 5 août 2006 relative à l’accès du public àl’information en matière d’environnement, la DGCC aune obligation de rapportage.En effet, en vertu de la directive européenne du28 janvier 2003 relative à l’accès du public à l’informationen matière d’environnement, chaque État membreKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4154 QRVA 52 0202 - 6 - 2008ringsverplichting tegenover de Europese Commissie.De voor het leefmilieu bevoegde minister is belast metde opstelling van dat verslag voor alle federale Belgischemilieu-instanties.Elke instantie moet dus aan het DirectoraatgeneraalLeefmilieu van de FOD Volksgezondheid eenverslag bezorgen over de aanwending van die richtlijnop haar eigen niveau, en dat om de vier jaar vanaf1 oktober 2008. Die verslagen zullen gecoördineerdworden met het oog op de opstelling van een nationaalverslag.Het koninklijk besluit van 28 september 2007 betreffendede regels voor het opstellen van het federalemilieurapport vult die regelgeving aan, wat de rapporteringsverplichtingbetreft. Het bepaalt dat verschillendeministers, onder wie de minister van BinnenlandseZaken, een contactpersoon «milieurapportering»moeten aanwijzen, onder de leden vande milieu-instanties waarvoor zij bevoegd zijn.Die contactpersoon zal ermee belast zijn om demilieuinformatie te verzamelen die vereist is voor derapporteringsprocedure (beschreven in het voormeldekoninklijk besluit). Er zou een begeleidingscomitéopgericht moeten worden (voorgezeten door het DGLeefmilieu) samengesteld uit alle contactpersonen.Elke contactpersoon zou van het DG Leefmilieu eenvragenlijst moeten ontvangen uiterlijk op 5 januari2009, daarna om de 4 jaar. De vragenlijst zou doorelke milieu-instantie uiterlijk op 1 april 2009 (daarnaom de 4 jaar) ingevuld moeten worden. Het eerstefederale rapport (dat opgesteld moet worden door deminister van Leefmilieu) zal vóór 30 juni 2010 (daarnaom de 4 jaar) voorgelegd moeten worden aan dewetgevende Kamers.Momenteel kennen wij de voor de FOD BinnenlandseZaken aangewezen verantwoordelijke instantievoor de mededeling van het milieurapport aan het DGLeefmilieu niet. Aangezien de datum voor de eerstemededeling van het rapport nog niet verstreken is, ishet anderzijds nog niet mogelijk om preciseringen tegeven inzake de naleving van die verplichting.Verder dienen ook de stafdiensten van de FODBinnenlandse Zaken enkele verplichte verslagen op testellen.De Stafdienst Personeel en Organisatie moet verslagenopmaken in het kader van de arbeidsongevallen,de herverdeling van de arbeid binnen de overheidssector,de telling van het aantal contractuele personeelsledenen de gegevens in het kader van de taalwetgeving.Deze gegevens zijn bestemd voor diverse instellingenen organismen.a une obligation de rapportage envers la Commissioneuropéenne. C’est le ministre ayant l’environnementdans ses attributions qui est chargé de faire ce rapportpour l’ensemble des instances environnementales fédéralesbelges.Chacune de ces instances doit donc communiquer àla direction générale de l’Environnement du SPF Santépublique un rapport sur la mise en œuvre à son propreniveau de la directive, et ce tous les 4 ans à partir du1 er octobre 2008. Ces rapports seront coordonnés envue de la présentation d’un rapport national.L’arrêté royal du 28 septembre 2007 relatif auxmodalités d’élaboration du rapport fédéral en matièred’environnement est venu compléter cette réglementation,en ce qui concerne l’obligation de rapportage. Il yest prévu que différents ministres, dont le ministre del’Intérieur, doivent désigner un point de contact«rapportage environnemental» parmi les membres desinstances environnementales pour lesquelles il estcompétent.Ce point de contact sera chargé de collecter lesinformations environnementales requises pour leprocessus de rapportage (décrites dans l’arrêté royalsusmentionné). Un comité d’accompagnement (présidépar la DG Environnement) devrait être créé, rassemblanttous les points de contact. Chaque point decontact devrait recevoir un questionnaire de la part dela DG Environnement au plus tard le 5 janvier 2009,puis tous les 4 ans. Le questionnaire devrait être remplipar chaque instance environnementale au plus tard le1 er avril 2009 (puis tous les 4 ans). Le premier rapportfédéral (à rédiger par le ministre de l’Environnement)devra être présenté aux Chambres législatives avant le30 juin 2010 (puis tous les 4 ans).Nous ne connaissons pas à l’heure actuellel’instance désignée comme responsable, pour le SPFIntérieur, de la communication du rapport environnementalà la DG Environnement. D’autre part, la datede la première communication du rapport n’étant pasencore passée, il n’est pas encore possible d’apporterdes précisions sur le respect de cette obligation.Les services d’encadrement du SPF Intérieur sontégalement tenus de rédiger quelques rapports obligatoires.Le Service d’encadrement Personnel et Organisationdoit rédiger des rapports dans le cadre des accidents dutravail, de la redistribution du travail dans le secteurpublic, du recensement du nombre d’agents contractuelset de la collecte de données dans le cadre de lalégislation linguistique. Ces rapports sont destinés àdivers organismes et institutions.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 41552 - 6 - 2008De Stafdienst Begroting en Beheerscontrole dientjaarlijkse, maandelijkse en viermaandelijkse rekeningenvan de gewone en buitengewone rekenplichtigenop te stellen, alsook begrotingscijfers en voortgangrapporten.Bestemmelingen zijn de Federale OverheidsdienstBegroting en Beheerscontrole, de Thesaurie enhet Rekenhof.Wat betreft de Raad van State ten slotte bestaat erde verplichting vanuit het statuut van het administratiefpersoneel van de Raad van State om een jaarlijkseevaluatie te houden. Deze jaarlijkse evaluatie wordtuitgevoerd door de diensthoofden onder toezicht vande beheerder van de Raad van State.Ook de gecoördineerde wetten op de Raad van Stateleggen een aantal verplichtingen op:— opstellen van een jaarverslag. Dit verslag wordt hetgerechtelijk jaar na het gerechtelijk jaar waarophet betrekking heeft opgesteld;— jaarlijkse evaluatie van de magistraten en griffiers:deze evaluatie wordt opgelegd door de gecoördineerdewetten op de Raad van State maar heeft nogniet plaats kunnen vinden daar de noodzakelijkeuitvoeringsbesluiten nog niet werden getroffen;— werklastmeting (magistraten): deze werklastmetingwordt opgelegd door de gecoördineerdewetten op de Raad van State maar heeft nog nietplaats kunnen vinden daar de noodzakelijke uitvoeringsbesluitennog niet werden getroffen.Le Service d’encadrement Budget et Contrôle de laGestion est tenu d’établir les comptes annuels,mensuels et quadrimestriels des comptables ordinaireset extraordinaires ainsi que les chiffres budgétaires etles rapports d’avancement. Les destinataires en sont leService public fédéral Budget et Contrôle de laGestion, la Trésorerie et la Cour des Comptes.Enfin, en ce qui concerne le Conseil d’État, celui-ciest obligé par le statut du personnel administratif duConseil d’État de procéder chaque année à une évaluation.Cette évaluation annuelle est effectuée par leschefs de service sous le contrôle de l’administrateur duConseil d’État.Les lois coordonnées sur le Conseil d’État imposentégalement un certain nombre d’obligations:— établissement d’un rapport annuel. Ce rapport estétabli au cours de l’année judiciaire qui suit celle àlaquelle il se rapporte;— évaluation annuelle des magistrats et des greffiers:cette évaluation est imposée par les lois coordonnéessur le Conseil d’État mais n’a pas encore puavoir lieu étant donné que les arrêtés d’exécutionnécessaires n’ont pas encore été adoptés;— mesure de la charge de travail (magistrats): cettemesure est imposée par les lois coordonnées sur leConseil d’État mais n’a pas encore pu avoir lieuétant donné que les arrêtés d’exécution nécessairesn’ont pas encore été adoptés.DO 2007200802627 DO 2007200802627Vraag nr. 37 van de heer Guy D’haeseleer van 15 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken:Ziekteverzuim binnen de FOD’s.Zoals door de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheidgemeld in antwoord op mijn schriftelijkevraag nr. 562 van 8 januari 2007 «werd een projectopgestart om een beleid inzake ziekteverzuim in hetfederale openbare ambt uit te trekenen. Binnen deFOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketenen Leefmilieu werd een performant informaticasysteemop punt gezet voor de registratie, verwerking enrapportering van de gegevens over het ziekteverzuimvan de federale ambtenaren, om vergelijkingen tekunnen maken met andere sectoren.» (Vragen enAntwoorden, Kamer, 2006-2007, nr. 162, blz. 31632).De minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijvenstelde in antwoord op mijn schriftelijkevraag nr. 226 van 18 februari 2008 dat zij enkel deQuestion n o 37 de M. Guy D’haeseleer du 15 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:Absentéisme au sein des SPF.Comme le ministre des Affaires sociales et de laSanté publique l’a indiqué en réponse à ma questionécrite n o 562 du 8 janvier 2007, «un projet a été lancépour définir une politique de gestion des absences pourmaladie dans la fonction publique fédérale. Au sein duSPF Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaireet Environnement, un système informatique performanta été élaboré pour l’enregistrement, le traitementet l’établissement de rapports concernant les donnéessur les absences pour maladie des fonctionnaires fédérauxafin de permettre des comparaisons avec d’autressecteurs» (Questions et Réponses, Chambre, 2006-2007, n o 162, p. 31632).En réponse à ma question écrite n o 226 du 18 février2008, la ministre de la Fonction publique et des Entreprisespubliques a indiqué qu’elle pouvait seulementKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4156 QRVA 52 0202 - 6 - 2008gegevens kon verstrekken voor de pilootadministratiesen zij liet in het midden of deze wel representatiefwaren voor de andere administraties (Vragen enAntwoorden, Kamer, 2007-2008, nr. 13, blz. 2363).Kan u, voor 2007, en opgesplitst per Gewest, pertaalrol en per departement of parastatale dat onder uwbevoegdheid valt de verzamelde gegevens meedelenvoor de volgende indicatoren:communiquer les données établies pour les administrationspilotes, ajoutant qu’elle ne pouvait «donneraucune garantie quant à la représentativité de cetaperçu pour l’ensemble de l’administration fédérale»(Questions et Réponses, Chambre, 2007-2008, n o 13,p. 2363).Pourriez-vous me communiquer pour 2007, parRégion, par rôle linguistique et par département ouparastatal ressortissant à votre compétence, lesdonnées collectées pour les indicateurs suivants:1. percentage ziekteverzuimers; 1. pourcentage d’absents pour cause de maladie;2. verzuimpercentage; 2. taux d’absentéisme;3. frequentie van het ziekteverzuim; 3. fréquence des absences pour cause de maladie;4. gemiddelde ziekteduur. 4. durée moyenne du congé de maladie?5. Alsook voor de analysevariabelen: 5. Ainsi que, pour les variables d’analyse:a) statutair/contractueel; a) statutaire/contractuel;b) man/vrouw; b) homme/femme;c) werkregime; c) régime de travail;d) leeftijdsklasse? d) tranche d’âge?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken van 30 mei 2008, op de vraagnr. 37 van de heer Guy D’haeseleer van 15 april 2008(N.):Hieronder vindt het geachte lid de gevraagde gegevens,afkomstig uit de Medex-databank, betreffendehet ziekteverzuim van de personeelsleden van de FODBinnenlandse Zaken voor het jaar 2007.De Medex-databank laat nog geen consultatie vandeze gegevens toe per departement, en de cijfershieronder betreffen dan ook het totaal van de personeelsledenvan de FOD Binnenlandse Zaken.Réponse du vice-premier ministre et ministre del’Intérieur du 30 mai 2008, à la question n o 37 deM. Guy D’haeseleer du 15 avril 2008 (N.):L’honorable membre trouvera ci-dessous lesdonnées demandées, provenant de la base de donnéesde Medex, relatifs à l’absentéisme des membres dupersonnel du SPF Intérieur pour l’année 2007.La base de données de Medex ne permet pas encoreune consultation par département de ces données, etles chiffres ci-après ont donc trait au total des membresdu personnel du SPF Intérieur.01/01/2007-31/12/2007Percentageziekteverzuimers—Pourcentaged’absentsVerzuimpercentage—Pourcentaged’absentéismeFrequentieziekteverzuim—Fréquence del’absentéismeGemiddeldeziekteduur—Durée moyennedes maladiesFOD Binnenlandse Zaken. — SPF Intérieur ........... 66,05% 4,31% 1,67 6,03Gewest — RégionBrussels Hoofdstedelijk Gewest. — Région deBruxelles Capitale .................................................. 62,64% 3,89% 1,56 5,57Vlaams Gewest. — Région flamande ................. 66,14% 4,19% 1,61 6,06Waals Gewest. — Région wallonne ................... 66,98% 4,63% 1,79 6,11Taalrol — Rôle linguistiqueNederlands. — Néerlandais ................................ 66,24% 4,21% 1,61 6,10Frans. — Français .............................................. 65,81% 4,43% 1,74 5,95KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 41572 - 6 - 200801/01/2007-31/12/2007Percentageziekteverzuimers—Pourcentaged’absentsVerzuimpercentage—Pourcentaged’absentéismeFrequentieziekteverzuim—Fréquence del’absentéismeGemiddeldeziekteduur—Durée moyennedes maladiesStatutair-contractueel. — Statutaire-contractuelContractueel. — Contractuel .............................. 74,15% 4,36% 1,98 5,08Statutair. — Statutaire ....................................... 59,66% 4,37% 1,43 7,15Stagiair. — Stagiaire ........................................... 64,46% 2,35% 1,30 4,52Man-Vrouw — Homme-FemmeMan. — Homme ................................................ 61,48% 4,24% 1,46 7,05Vrouw. — Femme .............................................. 71,03% 4,39% 1,89 5,17Werkregime — Régime de travail0-19% ................................................................ 33,83% 5,05% 0,82 0,1820-39% .............................................................. 67,47% 6,35% 1,96 2,1040-59% .............................................................. 73,97% 5,21% 1,84 3,6660-79% .............................................................. 82,05% 6,53% 2,91 3,8480-99% .............................................................. 77,48% 5,72% 2,18 5,48100% ................................................................. 65,81% 4,10% 1,62 6,61Leeftijdsklasse — Classe d’âge−20 ..................................................................... 92,31% 1,06% 0,92 3,0020-29 .................................................................. 73,94% 3,06% 1,93 3,9030-39 .................................................................. 73,13% 4,06% 1,88 4,9440-49 .................................................................. 60,39% 4,49% 1,51 7,0350-59 .................................................................. 59,44% 4,94% 1,43 7,8460+ ..................................................................... 58,37% 8,52% 1,48 13,23DO 2007200802628 DO 2007200802628Vraag nr. 38 van de heer Jean-Marc Nollet van15 april 2008 (Fr.) aan de vice-eersteminister enminister van Binnenlandse Zaken:Vervanging van de jodiumtabletten.In uw antwoord op mijn mondelinge vraag over devervanging van vervallen jodiumtabletten verwees unaar het advies van het Wetenschappelijk InstituutVolksgezondheid (vraag nr. 4187, Integraal verslag,Kamer, 2007-2008, commissie voor de BinnenlandseZaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt,9 april 2008, CRIV 52 COM 156, blz. 2).In dat advies wordt gesteld dat de jodiumtablettennog probleemloos gedurende het hele jaar 2008kunnen worden gebruikt, voor zover de tabletten in dejuiste omstandigheden bewaard worden.1. Kunt u nader toelichten wat het Instituut onderde juiste omstandigheden voor bewaring verstaat?2. Hoe kunnen we aan dat advies of een kopieervan komen?Question n o 38 de M. Jean-Marc Nollet du 15 avril2008 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:Renouvellement des pilules d’iode.Dans votre réponse à ma question orale relative aurenouvellement des comprimés d’iode périmés, vousfaisiez état de l’avis émis par l’Institut scientifique de laSanté publique (question n o 4/87, Compte Rendu Intégral,Chambre, 2007-2008, commission de l’Intérieur,des Affaires générales et de la Fonction publique,9 avril 2008, CRIV 52 COM 156, p. 2).Cet avis précise que «pour autant que les conditionsde conservation des comprimés soient respectées,ceux-ci peuvent être consommés sans aucun problèmependant toute l’année 2008».1. Pourriez-vous préciser ce qu’entend l’Institut par«conditions de conservation des comprimés»?2. Pourriez-vous préciser comment on peut procurercet avis ou en donner une copie?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4158 QRVA 52 0202 - 6 - 20083. Naar het schijnt zou u niet meer willen dat er opde nieuwe doosjes jodiumtabletten een houdbaarheidsdatumvermeld wordt.3. Il semble que votre volonté serait de ne plus faireporter de date de péremption sur les prochaines boîtesde pilules.a) Bevestigt u dat? a) Confirmez-vous cette information?b) Op grond van welke wetenschappelijke evolutievindt u de vermelding van een houdbaarheidsdatumniet meer nodig, terwijl dat enkele jarengeleden wel nog noodzakelijk geacht werd?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken van 30 mei 2008, op de vraagnr. 38 van de heer Jean-Marc Nollet van 15 april 2008(Fr.):Het geachte lid kan hieronder het antwoord terugvindenop zijn vraag.1. De jodiumtabletten moeten, volgens de instructiesop de bijsluiter, worden bewaard in hun oorspronkelijkeverpakking bij omgevingstemperatuur(minder dan 25 o C) op een droge plaats en afgeschermdvan het licht.2. De informatie, die mijn diensten vanwege deFOD Volksgezondheid hebben ontvangen betreffendede houdbaarheid van de huidige tabletten, zal zo snelmogelijk aan de bevolking worden meegedeeld.3. Op de verpakkingen van de nieuwe jodiumtablettenzal er inderdaad geen vervaldatum, maar enkeleen productiedatum worden vermeld.Kaliumjodide is immers, net zoals het gewonekeukenzout, een anorganisch zout. Dergelijke stoffenbehouden gedurende een zeer lange periode hun eigenschappen.b) Sur quelle évolution scientifique vous basez-vouspour ne plus devoir estimer qu’une date depéremption est nécessaire alors qu’elle l’était il y aquelques années encore?Réponse du vice-premier ministre et ministre del’Intérieur du 30 mai 2008, à la question n o 38 deM. Jean-Marc Nollet du 15 avril 2008 (Fr.):L’honorable membre trouvera ci-après la réponse àsa question.1. Selon les explications reprises dans la noticeexplicative, les comprimés d’iodure de potassiumdoivent être conservés dans leur emballage d’origine, àtempérature ambiante (moins de 25 o C) en un endroitsec et à l’abri de la lumière.2. Les informations reçues par mes services de lapart du SPF Santé publique concernant la durée deconservation des tablettes actuelles seront communiquéesle plus rapidement possible à la population.3. L’emballage des nouveaux comprimés d’iode nereprend en effet pas de date de péremption, mais uniquementune date de production.L’iodure de potassium est en effet, tout comme le selde cuisine, un sel inorganique. De telles matières conserventleurs propriétés pendant une très longuepériode et il n’est dès lors pas nécessaire de mentionnerune date de péremption.DO 2007200802631 DO 2007200802631Vraag nr. 39 van de heer Jean-Marc Nollet van15 april 2008 (Fr.) aan de vice-eersteminister enminister van Binnenlandse Zaken:Incident met strontium-90 op de site van het IRE.In het verslag van de vergadering van het CPBW van19 november 2007, waarvan ik kennis kon nemen,wordt vrij summier gewag gemaakt van een incidentmet strontium. Strontium-90 is evenwel zeer radiotoxischvoor het beendergestel en heeft een halveringstijdvan 29jaar. Dit incident doet derhalve eens te meervragen rijzen over de veiligheid bij het Nationaal Instituutvoor Radio-elementen (IRE)!Question n o 39 de M. Jean-Marc Nollet du 15 avril2008 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:Incident «strontium 90» sur le site de l’IRE.Dans le rapport de la réunion du CPPT du 19 novembre2007 qu’il m’a été donné de lire, il est question,de manière relativement succincte d’un «incidentstrontium». Lorsque l’on sait que le strontium 90 esthautement radiotoxique au niveau osseux et que sademi-vie est de 29ans, il y a à nouveau de quoi se poserdes questions sur la sécurité à l’Institut national desRadio-éléments (IRE)!a) Wanneer heeft dat incident zich voorgedaan? a) Quand cet incident s’est-il produit?b) Wat is er precies gebeurd? b) Que s’est-il passé exactement?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 41592 - 6 - 2008c) Raakten er personeelsleden besmet met strontium-90?c) Des membres du personnel ont-ils été contaminéspar le strontium 90?d) Werd het gebouw besmet? d) Le bâtiment a-t-il été contaminé?e) Was er milieuschade? e) L’environnement a-t-il été contaminé?f) Werden het Federaal Agentschap voor NucleaireControle (FANC) en de Association Vinçottenucléaire (AVN) op de hoogte gebracht van dat«incident»? Zo ja, wanneer en hoe?f) L’Agence fédérale de contrôle nucléaire (AFCN) etl’Association Vinçotte nucléaire (AVN) ont-ellesété mises au courant de cet «incident» et si oui,quand et comment?g) Welke kosten heeft dat incident teweeggebracht? g) Combien l’incident a-t-il coûté?2. Ik lees in het verslag dat men op zoek moet gaannaar effectieve oplossingen om de veiligheid van dieoperaties — en meer bepaald van het transport van C3naar C42 via de warme gang — daadwerkelijk te verbeteren.a) Sinds wanneer worden er strontiumoplossingenvervoerd?b) Hoe staat het met de studie met betrekking tot detransporten: klopt het dat die nog in de kinderschoenenstaat, zoals blijkt uit het CPBW-verslag?c) Hoeveel afval werd er als gevolg van dat incidentgeproduceerd, en bevindt het afval zich nog steedsop de site van het IRE?3. In het verslag lees ik voorts dat de PRODwerkgroepdie zich over de C27-C28-C29-problematiekbuigt, zich eveneens met dit probleem zal bezighouden.2. Je lis dans le rapport qu’il faudra être attentif àtrouver des solutions effectives qui améliorent réellementla sécurité de ces opérations, en particulier dutransfert de C3 vers C42 par l’intermédiaire du couloirchaud.a) Depuis quand transfère-t-on des solutions de strontium?b) Où en est l’étude des transferts: à ses«balbutiements» comme le dit le rapport duCPPT?c) Quel est le volume des déchets générés à la suite àcet incident et ces déchets se trouvent-ils toujourssur le site?3. Je lis également dans le rapport que: «Le groupede travail PROD traitant de la problématique C27-C28-C29 prend en charge celle-ci également.».a) Wat is de C27-C28-C29-problematiek? a) Quelle est la problématique C27-C28-C29?b) Sinds wanneer houdt de PROD-werkgroep zichdaarmee bezig?4. Er deden zich de voorbije maanden talrijke incidentenvoor op de site van het IRE. U moet dan ookeen waakzaam oog houden op de situatie en specifiekemaatregelen nemen.a) Kan u meedelen of er zich veel soortgelijke incidentenhebben voorgedaan, ongeacht of ze in deFANC-dossiers werden opgetekend of niet?b) Kan u me een overzicht bezorgen van die incidentenvoor de afgelopen vijf jaar?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken van 28 mei 2008, op de vraagnr. 39 van de heer Jean-Marc Nollet van 15 april 2008(Fr.):Het «strontium-90» incident bij het IRE1. Het voorval waarnaar het geachte lid verwijst,heeft zich voorgedaan op maandag 19 december 2005,tijdens het overbrengen van een vloeibare oplossingmet strontium-90 tussen twee productiecellen, die zijnondergebracht in een verschillende vleugel van hetgebouw B6. De transferuitrusting met de daarin aan-b) Depuis quand cette problématique est-elle prise encharge par le groupe PROD?4. La multiplication des incidents ces derniers moissur le site de l’IRE nécessite une attention soutenue etune intervention spécifique de votre part.a) Pouvez-vous communiquer, s’il y a eu beaucoupd’«incidents» de ce type, qu’ils soient ou nonrépertoriés dans les dossiers de l’AFCN?b) Puis-je en avoir la liste en remontant sur les cinqdernières années?Réponse du vice-premier ministre et ministre del’Intérieur du 28 mai 2008, à la question n o 39 deM. Jean-Marc Nollet du 15 avril 2008 (Fr.):L’incident «strontium 90» sur le site de l’IRE1. L’événement auquel renvoie l’honorable membrea eu lieu le lundi 19 décembre 2005, lors d’un transfertde solution liquide de strontium-90 entre deux cellulesde production situées dans des ailes distinctes du bâtimentB6. Les agents de production constatent àl’ouverture du dispositif de transport utilisé pour effec-KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4160 QRVA 52 0202 - 6 - 2008wezige vloeistof, was reeds aangesloten op de ontvangstcel,toen de productiewerknemers bij de openingervan vaststelden dat er vloeistof uit het binnenhuisvan de uitrusting wegvloeide in het inwendige vande cel. Uit metingen uitgevoerd door de agent van dedienst stralingsbescherming die de operatie begeleidde,bleek dat de twee betrokken werknemers besmetwaren. Zij werden naar het sas van het gebouw B6gebracht om zich zo snel mogelijk uitwendig te ontsmetten.De medische dienst bekommerde zich overhen. De verantwoordelijken van het IRE werden op dehoogte gebracht en de nodige maatregelen werdengetroffen om het incident onder controle te brengen.Een agent van de dienst stralingsbescherming deedeen rondgang doorheen het gebouw B6 om het aanwezigepersoneel te evacueren. Metingen die terstondwerden uitgevoerd, toonden aan dat de besmetting metstrontium-90 zich had verspreid doorheen het gebouwB6, met name op de uitrusting gebruikt bij de overdracht,op de vloer rond deze uitrusting tot aan dewerkpost tegenover de ontvangstcel, alsook in de halvan het gebouw B6, sectie D. De kar gebruikt voor hettransport van de transferuitrusting tussen de tweevleugels van het gebouw, de vergaarbak van de uitrustingen de afgelegde route, waren zelf niet besmet. Debesmetting had zich ook niet verspreid buiten degecontroleerde zone.Na het uitvoeren van de interventiewerkzaamhedenbleken zeven personeelsleden te zijn besmet op de huiden op hun kledij. De doses opgelopen tijdens de interventieswaren begrepen tussen 4 en 40 micro-sievert(µSv). Een controle van de urine werd uitgevoerd bij deproductiewerknemers en bij diegenen die betrokkenwaren bij de interventies. Een lichte interne besmettingwerd vastgesteld bij vier van hen, met een dosis vanrond de 10 µSv tot gevolg.De erkende instelling AVN werd nog dezelfde dagtelefonisch op de hoogte gebracht. Het FANC werd devolgende ochtend gecontacteerd. Naar aanleiding hiervanwerd met het Agentschap een inschaling voorgesteldop de internationale schaal van nucleaire voorvallen(INES). Het voorval werd uiteindelijk geclassificeerdop het INES-niveau 1. Het Agentschap heeftgeen informatie over de kosten die verbonden warenmet dit voorval en de gevolgen ervan.2. Met het overbrengen van strontium-oplossingentussen cellen werd voor het eerst begonnen in september2002, nadat de goedkeuring was bekomen van dedienst voor fysische controle van het IRE en van deerkende instelling AVN. Deze goedkeuringen werdenverstrekt in het kader van de ontwikkeling van eenprocédé voor de productie van yttrium-90 uitgaandevan strontium-90, alvorens een formele vergunningsaanvraagin te dienen. Deze productiemethode vereisteoorspronkelijk de overdracht van een luchtledigeflacon met een strontium-oplossing vanuit de cel Cltuer ce transfert et connecté à la cellule de destinationque du liquide s’écoule de l’alvéole interne du dispositifà l’intérieur de la cellule. Un agent de radioprotectionqui supervisait le transfert effectue des mesures etconstate que les deux agents de production ont étécontaminés. Ceux-ci sont emmenés dans le sas du bâtimentB6 pour entamer leur décontamination externe leplus rapidement possible. Le service médical prend encharge les deux personnes contaminées. La hiérarchieest également contactée: se mettent alors en place lesdispositions pour gérer l’incident.Notamment, un agent de radioprotection fait le tourdu bâtiment B6 afin de procéder à l’évacuation dupersonnel. Des mesures sont également directementeffectuées et montre une dissémination de contaminationde strontium-90 dans le bâtiment B6 et notamment,sur le dispositif de transfert, sur le sol depuis ledispositif jusqu’au poste de travail en face de la cellulede destination ainsi que dans le hall du B6, partie D.Le chariot utilisé pour le transport du dispositif detransfert entre les deux ailes du bâtiment, le réceptacledu dispositif et la route empruntée ne sont, quant àeux, pas contaminés. Il n’y a pas eu non plus de dispersionde contamination en dehors de la zone contrôlée.Après intervention, il apparaît que sept agents sontcontaminés sur les vêtements et la peau et que les dosesreçues pour ces interventions sont comprises entre 4 et40 micro-sievert (µSv). Un contrôle urinaire est égalementeffectué pour les agents de production ainsi queles différents intervenants. Une faible contaminationinterne est détectée pour quatre d’entre eux conduisantà des doses de l’ordre de 10 µSv.L’organisme agréé AVN est contacté le jour mêmepar téléphone. L’AFCN est contactée dans la matinéedu lendemain. À cette occasion, une évaluation surl’échelle internationale des événements nucléaires(INES) lui est proposée. L’incident est classé au niveau1 sur l’échelle INES. Pour les coûts liés à l’incident et àsa gestion, nous ne possédons pas ces données.2. Les transferts de solution de strontium ontdébuté en septembre 2002, avec l’approbation duservice de contrôle physique de l’IRE et de l’organismeagréé AVN, dans le but du développement du procédéde production de l’yttrium-90 avant l’introductiond’une demande d’autorisation. À l’origine, cetteproduction d’yttrium-90 au départ de strontium-90nécessite le transfert d’un flacon de solution de strontiummis sous vide de la cellule Cl vers la cellule C27où se déroule la séparation du strontium et del’yttrium. Des transferts entre les cellules C3 et C42,KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 41612 - 6 - 2008naar de cel C27, waar de scheiding plaatsvond tussenstrontium en yttrium. Transferten tussen de cellen C3en C42, zoals vermeld in de vraagstelling, vinden enkelplaats bij de productie van jodium, maar niet bij deproductie van strontium.Sedert het incident van 2005 werd op het IRE geenenkele scheidingsoperatie tussen deze isotopen meeruitgevoerd, waarbij de overdracht noodzakelijk wasvan een flacon tussen twee verschillende productiecellen.Een geschikte technische ingreep, die een herhalingvan het transferincident moet voorkomen, werdimmers tot op heden niet gevonden. Een hervattingvan de productie via deze weg kan slechts overwogenworden nadat de nodige lessen zijn getrokken uit hetincident van 2005. Daarom behoort deze kwestie totde onderwerpen die geregeld door het erkend organismeAVN worden nagezien tijdens zijn controle opde werking van de installaties.De ontsmettingswerkzaamheden ondernomen alsgevolg van dit voorval, hebben de volgende afvalhoeveelhedenvoortgebracht:— 675 zakken van 20 liter met brandbaar afval vancategorie A, opgeslagen op de site in afwachtingvan hun afvoer naar Belgoprocess;— 20 vaten van 200 liter met compacteerbaar afvalvan categorie A, waarvan er reeds 13 zijn afgevoerdnaar Belgoprocess.3. Onder de afkorting C27-C28-C29 verstaat menhet studieprogramma om de werkzaamheden diemomenteel worden uitgevoerd in deze cellen over tebrengen naar andere cellen. Het is de bedoeling omdeze cellen, na hun ontruiming opnieuw in te richten.De groep PROD is als eerste betrokken bij de herinrichtingvan deze cellen waarin de productie plaatsvindt.Telkens wanneer de noodzaak zich stelt brengthet hoofd van de productie een werkgroep samen omde herinrichtingsvoorstellen te onderzoeken, waarinnaast de Productie de volgende diensten zijn vertegenwoordigd:de Veiligheid, het Onderhoud/Burgerlijkebouwkunde en het departement Afval.4. Hierna volgt de lijst met alle voorvallen die zichin de installaties van het IRE hebben voorgedaan in deperiode 2004-2008 en die het voorwerp hebben uitgemaaktvan een INES-inschaling. Het gaat in totaal om8 voorvallen, waarvan 4 INES-0 («afwijkingen») en 4INES-1 («anomalieën»).comme mentionnés dans la question, ont lieu uniquementprévus pour la production de l’iode, mais paspour la production du strontium.Depuis l’incident de 2005, la séparation de ces deuxisotopes avec transfert d’un flacon entre deux cellulesde production n’est plus pratiquée au sein de l’IRE.Actuellement, la solution technique pour éviter lesdéfaillances au niveau du transfert entre cellules n’apas encore été trouvée. La production via ce procédéne pourra reprendre que lorsqu’un retour d’expériencecomplet aura été tiré de l’incident de 2005. À cet effet,ce sujet constitue un point vérifié régulièrement parl’organisme agréé AVN lors de son contrôle du fonctionnementdes installations.Concernant le volume de déchets, les travaux dedécontamination systématique entrepris suite àl’incident ont généré:— 675 sacs de 20 litres de déchets qui peuvent êtreincinérés de catégorie A stockés sur le site enattente de leur expédition à Belgoprocess;— 20 fûts de déchets de 200 litres compactables decatégorie A dont 13 fûts ont déjà été expédiés àBelgoprocess.3. Concernant la problématique C27-C28-C29,sous ce vocable est désignée l’étude du programme detransfert des activités actuellement réalisées dans cescellules vers d’autres cellules. L’objectif est de libérerces cellules pour une remise en état. Le groupe PRODest le premier concerné par les aménagements descellules dans lesquelles les productions sont réalisées.Chaque fois que nécessaire, le Superviseur de Productionréunit un groupe de travail réunissant la Sécurité,la Maintenance/Ingénierie, le département» Déchets»et la Production pour l’examen de projetsd’aménagement.4. Ci-après la liste avec tous les événements s’étantproduits dans les installations de l’IRE dans la période2004-2008 et ayant fait l’objet d’une évaluation surl’échelle INES. Cette liste comprend au total 8 événementsdont 4 INES-0 («des déviations») et 4 INES-1(«des anomalies»).Lijst van INES-voorvallen op het IRE (2004-2008) Liste des événements INES à l’IRE (2004-2008)22 juni 2004: INES-1 22 juin 2004: INES-1Bij het laden van een container voor de verzendingvan een oplossing met molybdeen-99 naar een klantwerd een fout begaan. Het flacon met de radioactieveoplossing was niet in de daartoe bestemde behuizinggeplaatst, alvorens in de container te zijn ingebracht.Une erreur s’est produite lors d’un chargement d’uncontainer pour l’envoi d’une solution de molybdène-99vers un client. Le flacon renfermant la solutionradioactive n’avait pas été placé dans un confineuravant d’être introduit dans le container.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4162 QRVA 52 0202 - 6 - 200822 maart 2005: INES-1 22 mars 2005: INES-1Tijdens een distillatiebehandeling in een labowerden drie operatoren besmet met iodium-131, zonderdaarbij de dosislimiet te overschrijden. Er warengeen radiologische gevolgen buiten het labo.Durant une opération de distillation dans un labo,trois opérateurs ont été contaminés à l’iode-131, sanspour autant avoir provoqué un dépassement de limitede dose. Il n’y a pas eu de conséquences radiologiquesen dehors du labo.19 december 2005: INES-1 19 décembre 2005: INES-1Dit voorval betreft het strontium-incident dat aanleidingwas voor de vraagstelling.7 maart 2007: INES-0 7 mars 2007: INES-0De reiniging van een oplosvat met zuur is een tijdrovendebezigheid en werd daarom geprogrammeerdtijdens de nacht. Het reinigingsproces wordt bevorderdvia de vorming van bubbels (gasbellen), wat toelaatom tijdens de operatie de gasvormige bestanddelenaf te voeren en op te vangen op specifieke captoren.De operatoren stelden de volgende dag vast dat hetbubbelingsproces werd onderbroken. Bij het openenvan het recipiënt dat de oplossing bevat komende vanhet oplosvat, steeg het dosistempo in het laboratoriumvan 20 tot 430 micro-sievert (µSv) per uur gedurende 2uren. Er was geen besmetting als gevolg van dit voorval.De maximale doses voor de operatoren was begrepentussen 130 en 230 µSv.14 maart 2007: INES-1 14 mars 2007: INES-1Tijdens een transfer van vloeibare effluenten tussentwee kuipen, die met elkaar verbonden zijn via eenlekdichte leiding, is een ontluchtingskraan blijvendichtstaan. Hierdoor is er een lichte overdruk ontstaanin de kuip met een kleine radioactieve besmetting vanhet controlelokaal via het meetsysteem voor het vloeistofniveauvan de kuip als gevolg. Er was geen besmettingbuiten dit lokaal. Dit voorval had geen noemenswaardigeimpact op de betrokken werknemers en hadgeen impact buiten de site.23 juli 2007: INES-0 23 juillet 2007: INES-0Tijdens een operatie om de xenongasdruk te verminderenstelden de operatoren een abnormale toenamevast van de afvoer van xenon naar het ventilatiesysteem.Een lozing van rond de 27 terra-becquerel(TBq) aan xenon-133eq. werd vastgesteld. Via metingenkon het gedeelte van de installatie worden opgespoorddat hiervoor verantwoordelijk was en kon delozing worden stopgezet.3 oktober 2007: INES-0 3 octobre 2007: INES-0Ten gevolge van een identificatiefout injecteerde deoperator nitraatzuur in de eerste stap van het productieproces,in plaats van een basisch mengsel.15 februari 2008: INES-0 15 février 2008: INES-0Een operator begaat een manipulatiefout tijdens hetop punt stellen van een procédé voor de filtratie vanCet événement est l’incident strontium auquel faitréférence la question.L’opération de nettoyage à l’acide d’un dissolveurnécessite un temps long et est programmé durant lanuit. Le processus est favorisé par un système debullage, qui permet d’autre part d’évacuer et récupérersur des pièges spécifiques les composés gazeux durantl’opération. Les opérateurs constatent, le lendemaindu début des opérations, que le bullage était interrompu.Dès l’ouverture du récipient contenant la solutionprovenant du dissolveur, le débit de dose mesurédans le laboratoire est monté de 20 à 430 micro-sievertpar heure (µSv/h) en 2 heures. Il n’y a eu aucune contaminationsuite à cet événement et les doses maximalespour les opérateurs étaient comprises entre 130 et 230µSv.Durant un transfert d’effluents liquides entre deuxréservoirs, reliés entre eux par une canalisation étanche,une vanne d’évent est restée fermée. Ceci aconduit à une légère mise en surpression du réservoirde destination, et une faible dispersion de contaminationdans un local de contrôle par le système de mesurede niveau de liquide dans le réservoir. Il n’y a pas eu detransfert de contamination en dehors de ce local.Durant une opération de détente de xénon, lesopérateurs ont constaté une libération anormalementélevée de xénon vers le système de ventilation. Un rejetde xénon-133éq de l’ordre de 27 terra-becquerel (TBq)a été constaté. Les différentes mesures effectuées ontpermis de détecter la partie de l’installation à l’originede ce rejet et d’y mettre fin.Suite à une erreur d’identification, l’opérateur ainjecté de l’acide nitrique lors de la première étape deproduction au lieu du mélange basique.Un opérateur, en train de pratiquer des essais pourmettre au point un processus de filtration d’effluentsKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 41632 - 6 - 2008vloeibare radioactieve effluenten. De operator wordtbesprenkeld met enkele liters effluent nadat hij eenonderdruk had gecreëerd in de pomp door het inbrengenvan een pH-sonde te vergeten. Na spoeling kongeen besmetting worden vastgesteld op het lichaamvan de operator.radioactifs liquides, fait une erreur de manipulation.L’opérateur est alors aspergé par quelques litresd’effluents après qu’il eut créé une dépression auniveau de la pompe en oubliant d’insérer une sondepH-mètre. Après lavage, une mesure sur le corps entiern’a pas révélé de contamination de l’opérateur.DO 2007200802642 DO 2007200802642Vraag nr. 41 van de heer Bruno Stevenheydens van15 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Binnenlandse Zaken:Fraude met (voorlopige) identiteitspapieren.In examencentra wordt men veelvuldig geconfronteerdmet fraude met identiteitspapieren. Recentelijkwerden 19 allochtone jongeren — die telkens eenandere persoon naar het theoretisch rijexamen stuurden— door de correctionele rechtbank veroordeeld,de komende maanden worden er nog een aantalandere gevallen door de rechtbank behandeld.Volgens de federatie van examencentra kampt menjaarlijks met honderden, zo niet duizenden gevallenvan fraude. Veelal wordt de fraude gepleegd via hetmisbruik van voorlopige identiteitsbewijzen.In antwoord op mondelinge parlementaire vragenheeft de minister van Begroting, Mobiliteit en InstitutioneleHervormingen reeds meegedeeld dat men zalonderzoeken of de wijze waarop (voorlopige) identiteitsbewijzenworden uitgereikt dient aangepast teworden.Overweegt u een andere wijze — met bijkomendecontrolemechanisme — in verband met het uitreikenvan (voorlopige) identiteitsbewijzen?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken van 30 mei 2008, op de vraagnr. 41 van de heer Bruno Stevenheydens van 15 april2008 (N.):Identiteitsfraude is een uiterst zorgwekkend fenomeendie, als prioritair werd aangewezen in het nationaalveiligheidsplan 2008-2011.Jaarlijks gaan immers duizenden identiteitsdocumentenverloren, worden deze gestolen engebruikt voor frauduleuze doeleinden. Om dit fenomeenefficiënt te bestrijden zijn mijn diensten van deFOD Binnenlandse Zaken momenteel bezig met hetontwikkelen van het project Checkdoc, vroeger BVSgenaamd.Dit informaticasysteem, ontwikkeld in samenwerkingmet de Centrale Dienst van de BeteugelingQuestion n o 41 de M. Bruno Stevenheydens du 15 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:Fraude relative à des documents d’identité (provisoires).Les centres d’examen sont fréquemment confrontésà des tentatives de fraude aux documents d’identité.Récemment, 19 jeunes allochtones — qui avaientdemandé à une autre personne de passer l’examen deconduite théorique à leur place — ont été condamnéspar le tribunal correctionnel et d’autres affaires serontportées devant le juge au cours des mois à venir.Selon la fédération des centres d’examen, des centaines,voire des milliers de cas de fraude sont découvertschaque année. La fraude est généralement commisepar le biais de documents d’identité provisoires.En réponse à des questions parlementaires orales, leministre du Budget, de la Mobilité et des Réformesinstitutionnelles, avait déjà indiqué que l’opportunitéde modifier la procédure de délivrance des piècesd’identité (provisoires) serait examinée.Envisagez-vous de modifier la procédure relative àla délivrance de pièces d’identité (provisoires) et del’assortir de mécanismes de contrôle supplémentaires?Réponse du vice-premier ministre et ministre del’Intérieur du 30 mai 2008, à la question n o 41 deM. Bruno Stevenheydens du 15 avril 2008 (N.):La fraude à l’identité est un phénomène extrêmementpréoccupant. Ce phénomène a été désignécomme prioritaire dans le plan national de sécurité2008-2011.En effet, chaque année, des milliers de documentsd’identité sont perdus ou volés et utilisés à des finsfrauduleuses. En vue de lutter efficacement contre cephénomène, mes services du SPF Intérieur, sont actuellementen train de développer le projet Checkdoc,anciennement dénommé BVS.Ce système informatique, développé en partenariatavec l’Office central de répression des faux (OCRF), laKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4164 QRVA 52 0202 - 6 - 2008van Valsemunterij van de federale politie (CDVB), dedirectie-generaal Consulaire Zaken van de FODBuitenlandse Zaken, alsook de DIV van de FODMobiliteit, heeft als doel om via een zoekmotor onlinena te gaan of de Belgische identiteits-, reis- of gelijkaardigedocumenten niet bij de overheid bekend staanals een oneigenlijk karakter hebbende.Hierdoor zal wie dan ook, vanaf het vierde trimester2008, het oneigenlijke karakter van een identiteitsdocument,voorgelegd bij een financiële, handels- ofadministratieve transactie, online kunnen verifiëren.De ontwikkeling van dit instrument gebeurt in verschillendefases:In eerste instantie zullen de Belgische identiteitskaartenen paspoorten raadpleegbaar zijn.Op korte termijn zullen ook de kentekenbewijzenvia Checkdoc kunnen worden geverifieerd.Op middellange termijn zullen eveneens de identiteitskaartenvoor vreemdelingen binnen het controleveldvan de zoekmotor vallen.Ten slotte zullen op lange termijn, de rijbewijzen eneventueel de SIS-kaarten, integraal deel uitmaken vande scope van het project.Wat de uitgereikte identiteitsdocumenten door deoverheden in geval van verlies of diefstal betreft,spreekt het voor zich dat de overheid geen voorlopigedocumenten kan uitreiken die even beveiligd zijn alsde officiële identiteitsdocumenten. Om dit bijzonderefraudefenomeen te bestrijden heeft de CDBV evenweleen inspanning geleverd om lokale overheden te sensibiliserenmet betrekking tot de voorlopige documenten,teneinde erop toe te zien dat de procedure totcontrole van de identiteit van de aanvrager wordtvastgesteld.Anderzijds zal de minister van Binnenlandse Zakenaan de CDBV vragen om de mogelijkheid te bestuderenom voorlopige typedocumenten te ontwikkelen dieveiliger zijn dan de huidige door de overheid uitgereiktedocumenten.direction générale des Affaires Consulaires du SPF Affairesétrangères ainsi que la DIV du SPF Mobilité, apour but de vérifier en ligne, via un moteur derecherche, que les documents belges d’identité, devoyage ou assimilés ne sont pas connus comme decaractère douteux par les autorités publiques.Par ce biais, tout quiconque sera en mesure, dès lequatrième trimestre 2008, de vérifier en ligne le caractèredouteux d’un document d’identité présenté àl’occasion d’une transaction financière commercialeou administrative.Le développement de cet outil se fera en plusieursphases:Dans un premier temps, les cartes d’identités et lespasseports belges seront consultables.Ensuite, à court terme, les certificats d’immatriculationseront également vérifiables via Checkdoc.À moyen terme, les cartes d’identité pour étrangersseront également incluses dans le champ de contrôledu moteur de recherche.Enfin, à long terme, les permis de conduire et éventuellementles cartes SIS feront partie intégrante duscope du projet.Concernant les documents d’identité délivrés par lesautorités en cas de perte ou de vol, il est bien évidementque les autorités publiques ne peuvent fournir dedocuments provisoires aussi sécurisés que les documentsd’identité officiels. Néanmoins, en vue de luttercontre ce phénomène de fraude particulier, l’OCRF aentrepris un effort de sensibilisation des autorités localesconcernant la délivrance des documents provisoires,afin de veiller à ce que la procédure de contrôle del’identité du demandeur soit établie.D’autre part, le ministre de l’Intérieur demandera àl’OCRF d’étudier la possibilité de développer des typesde documents provisoires plus sécurisés que les documentsactuellement délivrés par les autorités publiques.DO 2007200802654 DO 2007200802654Vraag nr. 44 van de heer Filip De Man van 15 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken:Aantal uitwijzingen van vreemdelingen tijdens dejaren 2006 en 2007.De effectieve repatriëring van illegale vreemdelingenvormt het sluitstuk van elk immigratiebeleid. In eenQuestion n o 44 de M. Filip De Man du 15 avril 2008(N.) au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:Nombre d’expulsions d’étrangers au cours des années2006 et 2007.Le rapatriement effectif des étrangers en séjour illégalconstitue la clé de voûte de toute politique deKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 41652 - 6 - 2008interview dat verscheen in De Standaard van 25 augustus2007 wijst Didier Vanderslycke van het ForumAsiel en Migratie er evenwel op dat een bevel om hetgrondgebied te verlaten in de praktijk niet opgevolgdwordt. «Je bent fout bezig als je denkt dat aan iemandeen bevelschrift geven om het land binnen de vijfdagen te verlaten, ook als gevolg heeft dat de betrokkeneopstapt.».1. Hoeveel illegaal verblijvende vreemdelingenwerden in 2006 en 2007 aangehouden (intercepties)?2. Hoeveel bevelen om het grondgebied te verlatenwerden er in de jaren 2006 en 2007 afgegeven?3.a) Op hoeveel personen hadden deze bevelen betrekking?b) Hoeveel vreemdelingen werden er in 2006 en 2007uitgewezen, opgesplitst per modaliteit (terugdrijvingenaan de grens, terugleidingen naar de grens,gedwongen repatriëringen, vrijwillig vertrek) enper categorie (uitgeprocedeerde asielzoekers enandere illegaal verblijvende vreemdelingen)?4.a) Zijn er volgens u nog steeds onwillige landen dieweigeren hun onderdanen terug te nemen?l’immigration. Dans un entretien publié dans «DeStandaard» le 25 août 2007, Didier Vanderslycke duForum Asile et Migration fait remarquer que dans lapratique, les ordres de quitter le territoire ne sont passuivis. Il précise qu’il est faux de penser que remettre àquelqu’un un ordre de quitter le territoire dans les cinqjours entraîne systématiquement le départ del’intéressé.1. Combien d’étrangers en séjour illégal ont-ils étéarrêtés en 2006 et en 2007 (interceptions)?2. Combien d’ordres de quitter le territoire ont-ilsété délivrés en 2006 et en 2007?3.a) Combien de personnes ces ordres concernaient-ils?b) Combien d’étrangers ont été expulsés en 2006 et en2007, et ceci par type (refoulements à la frontière,reconductions à la frontière, rapatriements forcés,départ volontaire) et par catégorie (demandeursd’asile dont la demande a été rejetée et autresétrangers en séjour illégal)?4.a) Selon vous, certains pays refusent-ils encore dereprendre leurs ressortissants?b) Zo ja, welke landen? b) Dans l’affirmative, quels sont ces pays?5. Is het niet nodig druk uit te oefenen vanuitBelgisch en zelfs Europees niveau?6. Zijn dwangmaatregelen inzake ontwikkelingshulp,bilaterale verdragen, economische samenwerkingniet aangewezen wanneer vreemde landen hunmedewerking blijven weigeren?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken van 30 mei 2008, op de vraagnr. 44 van de heer Filip De Man van 15 april 2008(N.):Het geachte lid vindt hieronder het antwoord opzijn vraag.De aangehaalde problematiek behoort tot de bevoegdheidvan de minister van Migratie- en asielbeleid.(Vraag nr. 41 van 2 juni 2008.)5. Ne conviendrait-il pas de faire pression auniveau de la Belgique et même au niveau européen?6. Des mesures de contrainte sur le plan de l’aide audéveloppement, des traités bilatéraux et de la coopérationéconomique ne seraient-elles pas indiquées lorsquedes pays étrangers continuent à refuser de collaborer?Réponse du vice-premier ministre et ministre del’Intérieur du 30 mai 2008, à la question n o 44 deM. Filip De Man du 15 avril 2008 (N.):L’honorable membre trouvera ci-après la réponse àsa question.La problématique évoquée relève de la compétencede la ministre de la Politique d’asile et de migration.(Question n o 41 du 2 juin 2008.)DO 2007200802655 DO 2007200802655Vraag nr. 45 van de heer Filip De Man van 15 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken:Gezinsherenigingen.De gezinshereniging wordt, wat betreft de vreemdelingen,geregeld in artikel 10 en, wat betreft de EU-Question n o 45 de M. Filip De Man du 15 avril 2008(N.) au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:Regroupement familial.Le regroupement familial des étrangers est régi parl’article 10 de la loi du 15 décembre 1980 sur l’accès auKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4166 QRVA 52 0202 - 6 - 2008onderdanen en Belgen, in artikel 40 van de wet van15 december 1980 betreffende de toegang tot hetgrondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijderingvan vreemdelingen.1. Kan u voor het jaar 2007 meedelen hoeveelpersonen er op grond van de verschillende wettelijkebepalingen inzake gezinshereniging naar België zijngekomen?2. Wat is de uitsplitsing per Gewest volgens degemeente waar de vreemdeling wordt ingeschreven inhet vreemdelingenregister?3. Kan u tevens (voor heel België) aangeven of hetgaat om echtgenoten, kinderen, kleinkinderen, ouders,grootouders of andere verwanten van de persoon bijwie de gezinsmigrant zich in België komt voegen?4. Hoe is de verhouding tussen gezinsherenigingingevolge een huwelijk aangegaan in België en gezinsherenigingingevolge een huwelijk aangegaan in hetbuitenland?5. Wat zijn de tien meest voorkomende nationaliteitenper jaar, zo mogelijk uitgesplitst per Gewest?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken van 30 mei 2008, op de vraagnr. 45 van de heer Filip De Man van 15 april 2008(N.):Het geachte lid vindt hieronder het antwoord opzijn vraag.De aangehaalde problematiek behoort tot de bevoegdheidvan de minister van Migratie- en asielbeleid.(Vraag nr. 42 van 2 juni 2008.)territoire, le séjour, l’établissement et l’éloignementdes étrangers. Celui des ressortissants de l’Union européenneet des Belges est réglé par l’article 40 de la loiprécitée.1. Pourriez-vous indiquer, pour l’année 2007, lenombre de personnes qui ont eu recours aux diversesdispositions légales relatives au regroupement familialpour justifier leur établissement en Belgique?2. Comment ces personnes sont-elles réparties entreles régions sur la base de leur inscription au registrecommunal des étrangers?3. Pourriez-vous par ailleurs indiquer pourl’ensemble de la Belgique quel lien de parenté(conjoint, enfants, petits-enfants, parents, grandsparentsou autres) l’étranger invoque lorsqu’il chercheà rejoindre sa famille en Belgique?4. Quel est le rapport entre les regroupements familiauxà la suite d’un mariage contracté en Belgique etceux à la suite d’un mariage contracté à l’étranger?5. Quelles sont, parmi les étrangers qui rejoignentleur famille, les dix nationalités les plus représentéespar Région et par année ?Réponse du vice-premier ministre et ministre del’Intérieur du 30 mai 2008, à la question n o 45 deM. Filip De Man du 15 avril 2008 (N.):L’honorable membre trouvera ci-après la réponse àsa question.La problématique évoquée relève de la compétencede la ministre de la Politique de migration et d’asile.(Question n o 42 du 2 juin 2008.)DO 2007200802712 DO 2007200802712Vraag nr. 56 van de heer Guy D’haeseleer van 15 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken:Problemen bij gedwongen repatriëringen.Gedwongen repatriëringen gaan dikwijls gepaardmet fysieke tegenstand van de betrokkenen, waardoorde repatriëring in sommige gevallen zelfs moet wordenafgeblazen.1. Hoeveel gedwongen repatriëringen werden er dejongste vijf jaar uitgevoerd?2. Wat is de top-tien van de landen waarnaar demeeste personen werden gerepatrieerd?3.a) In hoeveel gevallen verliep de repatriëring metmoeilijkheden?Question n o 56 de M. Guy D’haeseleer du 15 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:Problèmes en cas de rapatriement forcé.Lors des rapatriements forcés, les intéressés opposentsouvent une résistance physique telle qu’il fautparfois renoncer au rapatriement.1. Combien de rapatriements forcés ont-ils eu lieuau cours des cinq dernières années?2. Quel est le top dix des pays vers lesquels les rapatriementssont les plus nombreux?3.a) Dans combien de cas le rapatriement a-t-il posé desproblèmes?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 41672 - 6 - 2008b) In hoeveel van deze gevallen werd fysiek geweldgebruikt?c) In hoeveel gevallen werden één of meerdere begeleidersverwond?d) In hoeveel gevallen verwondde de betrokkene zichzelf?4. In hoeveel gevallen moest de repatriëring wordenafgeblazen?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken van 30 mei 2008, op de vraagnr. 56 van de heer Guy D’haeseleer van 15 april 2008(N.):Het geachte lid vindt hieronder het antwoord opzijn vraag.De aangehaalde problematiek behoort tot de bevoegdheidvan de minister van Migratie- en asielbeleid.(Vraag nr. 40 van 2 juni 2008.)b) Dans combien de cas problématiques a-t-on eurecours à la violence physique?c) Dans combien de cas un ou plusieurs accompagnateur(s)ont-ils été blessés?d) Dans combien de cas l’intéressé s’est-il blessé luimême?4. Dans combien de cas le rapatriement a-t-il dûêtre annulé?Réponse du vice-premier ministre et ministre del’Intérieur du 30 mai 2008, à la question n o 56 deM. Guy D’haeseleer du 15 avril 2008 (N.):L’honorable membre trouvera ci-après la réponse àsa question.La problématique évoquée relève de la compétencede la ministre de la Politique de migration et d’asile.(Question n o 40 du 2 juin 2008.)DO 2007200802713 DO 2007200802713Vraag nr. 57 van de heer Guy D’haeseleer van 15 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken:Question n o 57 de M. Guy D’haeseleer du 15 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:Aantal gezinsherenigingen in 2007. Nombre de regroupements familiaux en 2007.De gezinshereniging wordt, wat betreft de vreemdelingen,geregeld in artikel 10 en, wat betreft de EUonderdanenen Belgen betreft, in artikel 40 van de wetvan 15 december 1980 betreffende de toegang tot hetgrondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijderingvan vreemdelingen.1. Hoeveel personen zijn er in 2007 op grond van deverschillende wettelijke bepalingen inzake gezinsherenigingnaar België gekomen, opgesplitst per Gewest?2. Aan welke nationaliteiten (aantal per land) werder een visum type D gezinshereniging afgeleverd?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken van 30 mei 2008, op de vraagnr. 57 van de heer Guy D’haeseleer van 15 april 2008(N.):Het geachte lid vindt hieronder het antwoord opzijn vraag.De aangehaalde problematiek behoort tot de bevoegdheidvan de minister van Migratie- en asielbeleid.(Vraag nr. 48 van 3 juni 2008.)Le regroupement familial des étrangers est régi parl’article 10 de la loi du 15 décembre 1980 sur l’accès auterritoire, le séjour, l’établissement et l’éloignementdes étrangers. Celui des ressortissants de l’UE et desBelges est réglé par l’article 40 de la loi précitée.1. Combien de personnes, par Région, sont arrivéesen Belgique en 2007 dans le cadre des différentes dispositionslégales en matière de regroupement familial?2. Aux personnes de quelles nationalités (nombrepar pays) un visa de type D pour regroupement familiala-t-il été délivré?Réponse du vice-premier ministre et ministre del’Intérieur du 30 mai 2008, à la question n o 57 deM. Guy D’haeseleer du 15 avril 2008 (N.):L’honorable membre trouvera ci-après la réponse àsa question.La problématique évoquée relève de la compétencede la ministre de la Politique de migration et d’asile.(Question n o 48 du 3 juin 2008.)KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4168 QRVA 52 0202 - 6 - 2008DO 2007200802714 DO 2007200802714Vraag nr. 58 van de heer Guy D’haeseleer van 15 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken:Question n o 58 de M. Guy D’haeseleer du 15 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:Aantal uitwijzingen van vreemdelingen in 2007. Nombre d’expulsions d’étrangers en 2007.Een sluitend vreemdelingenbeleid staat of valt meteen kordaat en efficiënt uitwijzingsbeleid.1. Hoeveel bevelen om het grondgebied te verlatenwerden er in 2007 afgegeven?2. Hoeveel vreemdelingen werden er in 2007 uitgewezen,opgesplitst per modaliteit (terugdrijvingen aande grens, terugleidingen naar de grens, gedwongenrepatriëringen, vrijwillig vertrek)?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken van 30 mei 2008, op de vraagnr. 58 van de heer Guy D’haeseleer van 15 april 2008(N.):Het geachte lid vindt hieronder het antwoord opzijn vraag.De aangehaalde problematiek behoort tot de bevoegdheidvan de minister van Migratie- en asielbeleid.(Vraag nr. 43 van 2 juni 2008.)Une politique cohérente en matière d’étrangerspasse nécessairement par une politique d’expulsionsferme et efficace.1. Combien d’ordres de quitter le territoire ont étédélivrés en 2007?2. Combien d’étrangers ont été expulsés en 2007(répartis en fonction de la procédure suivie: refoulementsà la frontière, reconduites à la frontière, rapatriementsforcés, départs volontaires)?Réponse du vice-premier ministre et ministre del’Intérieur du 30 mai 2008, à la question n o 58 deM. Guy D’haeseleer du 15 avril 2008 (N.):L’honorable membre trouvera ci-après la réponse àsa question.La problématique évoquée relève de la compétencede la ministre de la Politique de migration et d’asile.(Question n o 43 du 2 juin 2008.)DO 2007200802715 DO 2007200802715Vraag nr. 59 van de heer Guy D’haeseleer van 15 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken:Aantal regularisaties.De minister beschikt over de bevoegdheid om verblijfsmachtigingenaf te leveren op grond van artikel 9,eerste lid, van de wet van 15 december 1980 betreffendede toegang tot het grondgebied, het verblijf, devestiging en de verwijdering van vreemdelingen.1. Hoeveel regularisatieaanvragen werden er in2007 ingediend?2. Hoeveel regularisatieaanvragen werden er in2007 ingewilligd?3. Hoeveel regularisatieaanvragen zijn er noghangende?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken van 30 mei 2008, op de vraagnr. 59 van de heer Guy D’haeseleer van 15 april 2008(N.):Het geachte lid vindt hieronder het antwoord opzijn vraag.Question n o 59 de M. Guy D’haeseleer du 15 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:Nombre de régularisations.Le ministre jouit de la compétence de délivrer desautorisations de séjour sur la base de l’article 9,premier alinéa de la loi du 15 décembre 1980 sur l’accèsau territoire, le séjour, l’établissement etl’éloignement des étrangers.1. Combien de demandes de régularisation ont-ellesété introduites en 2007?2. Combien de demandes de régularisation ont-ellesfait l’objet d’une décision positive en 2007?3. Combien de demandes de régularisation sontellesencore en cours de traitement?Réponse du vice-premier ministre et ministre del’Intérieur du 30 mai 2008, à la question n o 59 deM. Guy D’haeseleer du 15 avril 2008 (N.):L’honorable membre trouvera ci-après la réponse àsa question.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 41692 - 6 - 2008De aangehaalde problematiek behoort tot debevoegdheid van de minister van Migratie- en asielbeleid.(Vraag nr. 44 van 2 juni 2008.)La problématique évoquée relève de la compétencede la ministre de la Politique de migration et d’asile.(Question n o 44 du 2 juin 2008.)DO 2007200802780 DO 2007200802780Vraag nr. 63 van de heer Jan Peeters van 16 april 2008(N.) aan de vice-eersteminister en minister vanBinnenlandse Zaken:Verkrijging van informatie uit de bevolkingsregisters.— Lokale scholen en kerkfabrieken.Het koninklijk besluit van 16 juli 1992 regelt hetverkrijgen van informatie uit de bevolkingsregisters enuit het vreemdelingenregister.Mogen conform artikel 7, a), uit dit koninklijkbesluit:1. gemeentebesturen bevolkingsgegevens en adreslijstenaan de lokale scholen doorgeven met het oog ophet werven van leerlingen voor die scholen via eengepersonalizeerde reclamecampagne;2. gemeentebesturen bevolkingsgegevens en adreslijstendoorgeven aan de kerkfabrieken met het oog ophet werven van vormelingen?De ingewonnen adviezen ter zake bij de Commissievoor de bescherming van de persoonlijke levenssfeerenerzijds, en bij de diensten van het Rijksregisteranderzijds zijn hierin niet onbetwistbaar eenduidig.Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken van 28 mei 2008, op de vraagnr. 63 van de heer Jan Peeters van 16 april 2008 (N.):Het is in de eerste plaats de Commissie voor debescherming van de persoonlijke levenssfeer diebevoegd is voor de interpretatie van de wet van 8 december1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeerten opzichte van de verwerking vanpersoonsgegevens. De Commissie heeft in een nota van6 november 2000 zich negatief opgesteld tegen het verstrekkenvan adreslijsten aan scholen met het oog ophet rekruteren van nieuwe leerlingen, omdat het hierniet gaat om een taak van algemeen belang. Ik kan mijhierbij aansluiten.Eenzelfde standpunt kan ingenomen worden watbetreft het doorgeven van bevolkingsgegevens enadreslijsten met het oog op het werven van vormelingen.Question n o 63 de M. Jan Peeters du 16 avril 2008 (N.)au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:Accès aux informations contenues dans les registres dela population. — Écoles et fabriques d’église locales.L’arrêté royal du 16 juillet 1992 régit l’accès auxinformations contenues dans les registres de la populationet dans le registre des étrangers.Les administrations communales peuvent-elles,conformément à l’article 7, a), de cet arrêté royal:1. transmettre aux écoles locales des données relativesà la population et des listes d’adresses, pourpermettre à ces écoles de recruter des élèves par le biaisde campagnes publicitaires personnalisées?2. transmettre aux fabriques d’église locales desdonnées relatives à la population et des listesd’adresses, pour leur permettre de recruter des confirmands?Les avis recueillis en la matière auprès de laCommission de la protection de la vie privée, d’unepart, et auprès des services du Registre national,d’autre part, ne sont pas totalement dénuésd’ambiguïté.Réponse du vice-premier ministre et ministre del’Intérieur du 28 mai 2008, à la question n o 63 deM. Jan Peeters du 16 avril 2008 (N.):C’est en premier lieu à la Commission de la Protectionde la Vie Privée qui est compétente qu’il revientd’interpréter la loi du 8 décembre 1992 relative à laprotection de la vie privée à l’égard des traitements dedonnées à caractère personnel. Dans une note du6 novembre 2000, la Commission a émis un avis négatifà l’encontre de la communication de listesd’adresses aux écoles en vue du recrutement denouveaux élèves au motif qu’il ne s’agit pas là d’unetâche d’intérêt général. J’adhère à ce point de vue.Une position identique peut être adoptée en ce quiconcerne la transmission de données extraites desregistres de la population et de listes d’adresses en vuedu recrutement de confirmands.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4170 QRVA 52 0202 - 6 - 2008DO 2007200802809 DO 2007200802809Vraag nr. 68 van de heer Hagen Goyvaerts van17 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Binnenlandse Zaken:Aantal naturalisaties in de periode na 30 juni 2007.Via deze opvolgingsvraag, had ik graag het aantalnaturalisaties, via de diverse wijzen die daarvoor in dewet zijn bepaald, gekend voor het laatste semestervoor de periode van 30 juni 2007 tot 31 december2007.Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken van 28 mei 2008, op de vraagnr. 68 van de heer Hagen Goyvaerts van 17 april 2008(N.):Het geachte lid vindt hieronder het antwoord opzijn vraag.Over het tijdvak van 1 juli 2007 tot 31 december2007 werden in totaal 15 069 «Nieuwe Belgen» geregistreerd.De vermelde cijfers zijn gebaseerd op de gegevensopgeslagen in het Rijksregister van de natuurlijkepersonen op 23 februari 2008.De verdeling per code van nationaliteitsverwervingziet er als volgt uit.De verklaring van de codes gaat als hieronder.Question n o 68 de M. Hagen Goyvaerts du 17 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:Nombre de naturalisations au cours de la périodesuivant le 30 juin 2007.Par la présente question qui fait suite à une questionantérieure, j’aimerais connaître le nombre de naturalisations,accordées selon les diverses procédures légalesprévues à cet effet, au cours du dernier semestre pourla période du 30 juin au 31 décembre 2007.Réponse du vice-premier ministre et ministre del’Intérieur du 28 mai 2008, à la question n o 68 deM. Hagen Goyvaerts du 17 avril 2008 (N.):L’honorable membre trouvera ci-après la réponse àsa question.Au cours de la période allant du 1 er juillet 2007 au31 décembre 2007, 15 069 «Nouveaux Belges» ont étéenregistrés au total.Les chiffres mentionnés sont basés sur les informationsenregistrées au Registre national le 23 février2008.La répartition par code d’acquisition de la nationalitéfigure ci-dessous.L’explication des codes est jointe ci-dessous.Code Aantal Code Nombre10 — 10 —11 3 619 11 3 61912 7 12 713 27 13 2714 — 14 —15 52 15 5216 306 16 30617 1 17 118 46 18 4619 705 19 70521 111 21 11122 29 22 2923 76 23 7624 3 24 325 7 25 726 114 26 11427 9 27 928 — 28 —29 — 29 —30 16 30 1651 2 952 51 2 95260 54 60 54KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 41712 - 6 - 2008Code Aantal Code Nombre65 1 920 65 1 92070 42 70 4285 896 85 89686 3 980 86 3 98090 97 90 9791 — 91 —00 1 00 110 door geboorte 10 de naissance11 uit een Belgische ouder (Art. 8, § 1, 1 o ) 11 d’un parent belge (Art. 8, § 1 er , 1 o )12 geadopteerd door een Belg (Art. 9, 1 o ) 12 adopté par un(e) Belge (Art. 9, 1 o )13 staatloze (Art. 10, 1e lid) 13 apatride (Art. 10, alinéa 1 er )14 vondeling (verondersteld in België te zijn geboren)(Art. 10, 2e lid)14 trouvé (présomption de naissance en Belgique)(Art. 10, alinéa 2)15 van wie één ouder of adoptant die in België geborenis, een verklaring heeft afgelegd tot toekenningvan de Belgische nationaliteit (Art. 11)16 geboren in België uit een ouder die zelf in Belgiëgeboren is en die er gedurende vijf jaar in de loopvan de tien jaren die aan de geboorte van het kindvoorafgaan, zijn hoofdverblijf heeft gehad (Art. 11,le lid)17 geboren in België en geadopteerd door een vreemdelingdie zelf in België geboren is en die er zijnhoofdverblijfplaats heeft gehad gedurende vijf jaarin de loop van de tien jaren voorafgaand aan dedag waarop de adoptie uitwerking heeft; debetrokkene wordt Belg op de dag dat de adoptieuitwerking heeft op voorwaarde dat deze op dedag van de adoptie de leeftijd van achttien jaar nietbereikt heeft en niet ontvoogd is (Art. 11, 2e lid)18 geboren in België, van wie de ouders of in gevalvan adoptie de adoptanten, een verklaring afleggentot toekenning van de Belgische nationaliteit vóórhet kind twaalf jaar wordt. De ouders of adoptantenmoeten hun hoofdverblijfplaats in Belgiëhebben gehad gedurende de tien jaren voorafgaandaan de verklaring, en het kind sedert zijn geboorte(Art. 11bis, § 1)19 — geboren in België, die er sedert zijn geboortezijn hoofdverblijf heeft, die de leeftijd van achttienjaar heeft bereikt en minder dan dertig jaar oud is,en die een verklaring aflegt om de Belgische nationaliteitte bekomen voor de ambtenaar van deburgerlijke stand van de plaats waar hij zijn hoofdverblijfheeft (Art. 12bis, § 1). (tot 1 mei 2000)19 — geboren in België, die er sedert zijn geboortezijn hoofdverblijf heeft, die de leeftijd van achttienjaar bereikt heeft, en die een verklaring aflegt omde Belgische nationaliteit te verkrijgen voor deambtenaar van de burgerlijke stand van de plaatswaar hij zijn hoofdverblijf heeft (Art. 12bis, § 1, 1 o ,15 dont un auteur ou adoptant né en Belgique adéclaré réclamer l’attribution de nationalité belge(Art. 11)16 né en Belgique d’un auteur né lui-même en Belgiqueet y ayant eu sa résidence principale durantcinq ans au cours des dix années précédant la naissancede l’enfant (Art. 11, alinéa 1 er )17 né en Belgique et adopté par un étranger né luimêmeen Belgique et y ayant eu sa résidence principaledurant cinq ans au cours des dix années précédantla date à laquelle l’adoption produit ses effets;l’intéressé devient Belge à la date à laquellel’adoption produit ses effets, à condition de ne pasavoir atteint l’âge de dix-huit ans et de ne pas avoirété émancipé (Art. 11, alinéa 2)18 né en Belgique, dont les auteurs ou, en casd’adoption, les adoptants font, avant qu’il n’aitatteint l’âge de douze ans, une déclaration réclamantpour lui l’attribution de la nationalité belge.Ces auteurs ou les adoptants doivent avoir leurrésidence principale en Belgique durant les dixannées précédant la déclaration et l’enfant doit yavoir la sienne depuis sa naissance (Art. 11bis,§1 er )19 — né en Belgique, y ayant sa résidence principaledepuis sa naissance, ayant atteint l’âge de dix-huitans et étant âgé de moins de trente ans, et déclarantson intention d’acquérir la nationalité belge devantl’Officier de l’État civil du lieu où il a sa résidenceprincipale (Art. 12bis, § 1 er ). (jusqu’au 1 er mai2000)19 — né en Belgique, y ayant sa résidence principaledepuis sa naissance et ayant l’âge de dix-huit ans etdéclarant son intention d’acquérir la nationalitébelge devant l’Officier de l’État civil du lieu où il asa résidence principale (Art. 12bis, § 1 er , 1 o tel quemodifié par l’article 4 de la loi du 1 er mars 2000KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4172 QRVA 52 0202 - 6 - 2008zoals gewijzigd bij artikel 4 van de wet van1 maart 2000 tot wijziging van een zeker aantalbepalingen betreffende de Belgische nationaliteit)21 geboren uit een Belgische vader die in België geborenis (Belgische of vreemde moeder) [Art. 8, § 1,2 o , a)]22 geboren uit een Belgische moeder die in Belgiëgeboren is (Belgische of vreemde vader) [Art. 8,§ 1,2 o , a)]23 van wie een ouder Belg is die in het buitenlandgeboren is en die binnen vijf jaar na de geboorteeen verklaring heeft afgelegd waarin hij verzoektom toekenning van de Belgische nationaliteit aanzijn kind [Art. 8, § 1, 2 o , b)]24 van wie de vader Belg is en in het buitenland geborenis, indien het kind geen andere nationaliteitbezit of behoudt tot de leeftijd van 18 jaar (ofontvoogding) [Art. 8, § 1, 2 o , c)]25 van wie de moeder Belg is en in het buitenlandgeboren is, indien het kind geen andere nationaliteitbezit of behoudt tot de leeftijd van 18 jaar (ofontvoogding) [Art. 8, § 1, 2 o , c)]26 geadopteerd door een Belg(ische) geboren in België[Art. 9. 2 o , a)]27 geadopteerd door een Belg(ische) geboren in hetbuitenland, die binnen vijf jaar na de adoptie eenverklaring heeft afgelegd waarin hij verzoekt omtoekenning van de Belgische nationaliteit aan zijnkind [Art. 9, 2 o , b)]28 geadopteerd door een Belg(ische) geboren in hetbuitenland indien het kind geen andere nationaliteitbezit [Art. 9, 2 o , c)]29 verklaring van behoud van de nationaliteit.(≥ 01/01/95 — art. 22, § 1, 5 o )modifiant certaines dispositions relatives à lanationalité)21 né d’un père belge né en Belgique, (mère belge ouétrangère) [Art. 8, § 1 er , 2 o , a)]22 né de mère belge née en Belgique (père belge ouétranger) [Art. 8, § 1 er , 2 o , a)]23 dont un auteur est belge né à l’étranger et qui adéclaré dans les cinq ans de la naissance réclamerpour son enfant la nationalité belge [Art. 8, § 1 er ,2 o , b)]24 dont le père est belge né à l’étranger, si l’enfant nepossède pas ou ne conserve pas jusqu’à l’âge de18 ans (ou de l’émancipation) une autre nationalité[Art. 8, § 1 er , 2 o , c)]25 dont la mère est belge née à l’étranger, si l’enfantne possède pas ou ne conserve pas jusqu’à l’âge de18 ans (ou de l’émancipation) une autre nationalité[Art. 8, § 1 er , 2 o , c)]26 adopté par un(e) Belge né(e) en Belgique [Art. 9,2 o , a)]27 adopté par un(e) Belge né(e) à l’étranger et qui adéclaré dans les cinq ans de l’adoption réclamerpour son enfant adoptif la nationalité belge [Art. 9,2 o , b)]28 adopté par un(e) Belge né(e) à l’étranger si l’enfantne possède pas une autre nationalité [Art. 9, 2 o , c)]29 déclaration de conservation de nationalité(≥ 01/01/95 — Art. 22, § 1, 5 o )30 Naturalisatie (Art. 19) 30 par naturalisation (Art. 19)51 op verklaring ingevolge huwelijk (Art. 16) 51 sur déclaration par suite de mariage (Art. 16)60 door nationaliteitskeus (Art. 13 → 15) 60 par option (Art. 13 → 15)65 ingevolge vrijwillige verkrijging of herkrijging vande Belgische nationaliteit door een ouder of adoptant(Art. 12)65 par suite d’acquisition ou de recouvrement de lanationalité belge d’un auteur ou adoptant (Art. 12)70 door herkrijging (Art. 24) 70 par recouvrement (Art. 24)85 geboren in het buitenland, die de leeftijd van 18 85 né à l’étranger, ayant atteint l’âge de 18 ans déclarantson intention d’acquérir la nationalité belgejaar bereikt heeft, die een verklaring heeft afgelegdom de Belgische nationaliteit te verkrijgen voor de devant l’Officier de l’État civil du lieu de sa résidenceprincipale et dont l’un des auteurs possède laambtenaar van de burgerlijke stand van de plaatswaar hij zijn hoofdverblijf heeft, en van wie één nationalité belge au moment de la déclaration (Art.ouder op het tijdstip van de verklaring de Belgische 12bis, § 1 er , 2 o )nationaliteit bezit (Art. 12bis, § 1,2 o )86 de vreemdeling die de leeftijd van 18 jaar bereiktheeft, die sedert ten minste zeven jaar zijn hoofdverblijfin België heeft gevestigd, die voor deambtenaar van de burgerlijke stand van de plaatswaar hij zijn hoofdverblijf heeft een verklaringheeft afgelegd om de Belgische nationaliteit te86 l’étranger, ayant atteint l’âge de 18 ans qui a fixé sarésidence principale en Belgique depuis au moins 7ans, qui fait une déclaration devant l’Officier del’État civil du lieu de résidence principale et qui aumoment de cette déclaration a été admis ou autoriséà séjourner pour une durée illimitée dans leKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 41732 - 6 - 2008verkrijgen en die op het tijdstip van de verklaringtoegelaten of gemachtigd is tot een verblijf vanonbeperkte duur in het Rijk, of toegelaten werdom er zich te vestigen (Art. 12bis, § 1,3 o )90 bijzondere gevallen die een commentaar vergenRoyaume ou a été autorisé à s’y établir. (Art.12bis, § 1 er , 3 o )90 cas spéciaux, nécessitant un commentaire (notammentart. 22, 5, a contrario et art. 28)(met name art. 22, 5, c a contrario en art. 28)91 door bezit van de staat (Art. 17). 91 par possession d’état (Art. 17).00 onbepaald. 00 code nationalité non mentionné.DO 2007200802815 DO 2007200802815Vraag nr. 70 van mevrouw Leen Dierick van 17 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken:Overvallen op gelddepots en kleinhandelszaken.Het voorbije jaar telde de federale politie geenenkele overval op waardentransporten door de invoeringvan de neutralisatiesystemen, in de volksmond«plofkoffers» genoemd. Deze koffers hebben de crimineleneen kosten-batenanalyse doen maken en die valtnegatief uit.Nu vreest de sector echter een verschuiving naarovervallen op gelddepots en kleindhandelszaken.1. Wat is de evolutie van het aantal overvallen opkleinhandelszaken?2. Welke criminele feiten zijn in 2007 koploper inde statistieken?3. Welke maatregelen kunnen worden genomen omde verschruiving naar overvallen op gelddepots enkleinhandelszaken tegen te gaan?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken van 30 mei 2008, op de vraagnr. 70 van mevrouw Leen Dierick van 17 april 2008(N.):Het geachte lid vindt hieronder het antwoord opzijn vragen.1. Hieronder vindt u een overzicht van het aantalgeregistreerde «Diefstallen gewapenderhand» met alsbestemming plaats «financiële instelling», «horeca»en «winkel». Een specifieke code voor «gelddepot» ismomenteel niet beschikbaar.Question n o 70 de M me Leen Dierick du 17 avril 2008(N.) au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:Attaques de dépôts de fonds et de commerces de détail.L’an dernier, grâce à l’instauration de systèmes deneutralisation, communément appelés «valises intelligentes»,la police fédérale n’a enregistré aucune attaquede transports de fonds. Ces valises ont contraintles truands à effectuer une analyse coûts-bénéfices quis’avère négative.Le secteur craint à présent un glissement des activitéscriminelles vers des attaques de dépôts de fonds etde commerces de détail.1. Quelle est l’évolution du nombre d’attaques decommerces de détail?2. Quels faits criminels figuraient en tête de pelotondans les statistiques de 2007?3. Quelles mesures peuvent être prises pour contrerle glissement des activités criminelles vers des dépôtsde fonds et des commerces de de détail?Réponse du vice-premier ministre et ministre del’Intérieur du 30 mai 2008, à la question n o 70 deM me Leen Dierick du 17 avril 2008 (N.):L’honorable membre trouvera ci-dessous réponse àses questions.1. Ci-dessous figure un aperçu du nombre de «Volsà main armée» enregistrès, ayant pour destination delieu: «Institutions financières», «Horeca» et «Commerces».Aucun code spécifique pour le «dépôtd’argent» n’est disponible pour le moment.2004 2005 20062007 (1e semester)—2007 (1 er semestre)Financiële instelling. — Institutions financières ...... 105 101 70 58Horeca ................................................................... 211 233 202 93Winkel. — Commerces .......................................... 842 798 710 329KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4174 QRVA 52 0202 - 6 - 2008De gegevens voor de periode 2004-2006 zijn afkomstiguit de officiële criminaliteitsstatistieken (PCS)die werden gepubliceerd in juli 2007 (op basis vanafsluiting databank april 2007). De gegevens voor heteerste semester 2007 zijn afkomstig uit de officiëlecriminaliteitsstatistieken (PCS) die werden gepubliceerdin april 2008 (op basis van afsluiting databanknovember 2007). Gegevens voor het tweede semester2007 zijn vooralsnog niet beschikbaar.2. Gezien de gegevens voor het volledige pleegjaar2007 nog niet beschikbaar zijn, kan geen antwoordgeformuleerd worden op bovenstaande vraag.Voor het eerste semester van 2007 is de top 5 van demeest geregistreerde inbreukcategorieën achtereenvolgens:«diefstal en afpersing», «gewelddadige misdrijventegen de eigendom», «misdrijven tegen delichamelijke integriteit», «verdovende middelen» en«bedrogmisdrijven tegen de eigendom».3. Er werden sinds het voorjaar 2007 zwaarderebeveiligingsmaatregelen genomen voor geldtelcentra.Alsook streven de overheid en de betrokken sectorenernaar om de technologie die de waardetransporteurbeschermt door te trekken naar betalings- engeldafnamepunten zodat noch de waardetransporteur,noch het personeel van banken en grootwarenhuizenaan het geld kunnen of hiertoe kunnen gedwongenworden [cashloze bankfilialen geautomatiseerdekassa’s in grootwarenhuizen en geldautomaten uitgerustmet neutralisatiesystemen (end to endoplossingen)].Sinds enkele jaren kunnen de zelfstandige ondernemerseveneens gebruik maken van de verhoogde fiscaleinvesteringsaftrek (20,5%) voor veiligheidsinvesteringenin beroepslokalen. Deze fiscale maatregelwerd in 2007 vereenvoudigd.Vanaf 1 januari 2009 zullen ook uitgaven voorbepaalde diensten van gespecialiseerde beveiligingsfirma’svoor 120% aftrekbaar zijn als beroepskosten.Het betreft:— abonnementskosten voor de aansluiting op eenvergunde alarmcentrale;— de huur van diensten van een bewakingsfirma voorophalen van een lichte plofkoffer;— kosten voor bewaking van bedrijventerreinen ofhandelaars in winkelstraten door een vergundeprivé-bewakingsfirma (consortiumbewaking).Les données relatives à la période 2004-2006 proviennentdes statistiques officielles de la criminalité(SPC) qui ont été publiées en juillet 2007 (base: clôturebanque de données avril 2007). Les données pour lepremier semestre 2007 émanent des statistiques officiellesde la criminalité (SPC) publiées en avril 2008(base: clôture banque de données novembre 2007). Lesdonnées relatives au second semestre 2007 ne sont pasencore disponibles actuellement.2. Étant donné que les données concernantl’ensemble de l’année 2007 ne sont pas encore disponibles,il n’est pas possible d’apporter une réponse à laquestion ci-dessus.Pour le premier semestre de 2007, le top 5 des catégoriesd’infractions les plus enregistrées est constituésuccessivement: les «vols et extorsions», les«infractions de violence contre la propriété», les«infractions contre l’intégrité physique», les«stupéfiants» et les «infractions de fraude contre lapropriété».3. Depuis le printemps 2007, les mesures de sécurisationont été renforcées dans les centres de collecte defonds.Les autorités et les secteurs concernés s’efforcent parailleurs d’étendre la technique de protection des transporteursde fonds aux points de paiement et de collectede fonds, afin que ni les transporteurs ni le personneldes banques et grandes surfaces ne puissent avoir accèsaux fonds ou être contraints à y accéder [filialesbancaires sans présence de cash — caisses automatiséesdans les grandes surfaces et distributeurs de billetséquipés de systèmes de neutralisation (solutions endto-end)].Depuis quelques années, les indépendants peuventeux aussi bénéficier de la déduction fiscale majorée(20,5%) pour les investissements réalisés en vue de lasécurisation de leurs locaux professionnels. Cettemesure fiscale a été simplifiée en 2007.À compter du 1 er janvier 2009, les dépenses pourcertains services de firmes de sécurisation spécialiséesseront 120% déductibles, comme frais professionnels.Il s’agit des:— frais d’abonnement pour le raccordement à uncentral d’alarme autorisé;— location des services d’une firme de gardiennagepour la collecte d’une valise intelligente légère;— frais liés à la surveillance de terrains d’entrepriseou de commerçants par une firme de gardiennageprivée agréée (consortium de gardiennage).KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 41752 - 6 - 2008Daarnaast zijn nog verschillende andere maatregelenmogelijk. Het betreft preventieve maatregelenwaarbij criminelen worden ontmoedigd om hun slagte slaan, doordat de:— infrastructuur beter is beveiligd. De zelfstandigekan een beroep doen op een technopreventief adviseurvoor gepersonaliseerd advies en kan daarnaastgebruik maken van de hierboven vermeldeverhoogde fiscale aftrek;— de buit onaantrekkelijk wordt: Light-CIT,dummies, enzovoort;— sociale controle en het contact met de politie wordtgewaarborgd via onder meer buurtinformatienetwerkenvoor zelfstandige ondernemers(BIN), overleg, enzovoort.Il existe encore bien d’autres mesures, à savoir lesmesures préventives visant à dissuader les criminelsd’opérer, en:— sécurisant davantage l’infrastructure. Les indépendantspeuvent faire appel à un conseiller en technopréventionpour obtenir des conseils personnaliséset bénéficier en outre de la mesure fiscale précitée;— rendant le butin peu attrayant: Light-CIT,dummies, etc.;— garantissant un contrôle social et un contact avecla police, notamment par le biais des réseaux d’informationde quartier pour les indépendants(RIQ), par la concertation, etc.DO 2007200802840 DO 2007200802840Vraag nr. 73 van mevrouw Linda Vissers van 18 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken:Seveso-fondsen. — Verdeling personeelskredieten.In verband met de verdeling van de personeelskredietenuit de Seveso-fondsen over de verschillendeprovincies rijzen volgende vragen.Question n o 73 de M me Linda Vissers du 18 avril 2008(N.) au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:Fonds Seveso. — Répartition des crédits de personnel.La répartition entre les différentes provinces descrédits de personnel provenant des fonds Sevesoappelle les questions suivantes.1. Kan u een geactualiseerd overzicht geven: 1. Pouvez-vous me communiquer un récapitulatifactualisé:a) van het huidig aantal Seveso-bedrijven en dit perprovincie;b) van het aantal personeelsleden per provincie en perministerie (FOD) dat met geld uit de Sevesofondsenwordt betaald?2. Kan u een overzicht geven van de andere bestemmingenvan de gelden uit dit Seveso-fonds, en dit voorde jaren 2004 tot heden?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken van 30 mei 2008, op de vraagnr. 73 van mevrouw Linda Vissers van 18 april 2008(N.):Het geachte lid gelieve hieronder het antwoord ophaar vragen te vinden.1.a) Momenteel zijn er 161 Seveso-bedrijven in België,die als volgt verdeeld zijn:a) du nombre actuel d’entreprises Seveso parprovince;b) de l’effectif du personnel payé avec des moyensprovenant des fonds Seveso par province et pardépartement (SPF)?2. Quelles autres destinations ont été données auxmoyens provenant de ce fonds Seveso depuis 2004jusqu’à ce jour?Réponse du vice-premier ministre et ministre del’Intérieur du 30 mai 2008, à la question n o 73 deM me Linda Vissers du 18 avril 2008 (N.):L’honorable membre trouvera ci-après la réponse àses questions.1.a) Il y a actuellement 161 entreprises Seveso, qui sontréparties comme suit:Provincie Antwerpen: 56. Province d’Anvers: 56.Regio Brussel Hoofdstad: 2. Région de Bruxelles-Capitale: 2.Provincie Henegouwen: 24. Province de Hainaut: 24.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4176 QRVA 52 0202 - 6 - 2008Provincie Limburg: 17. Province de Limbourg: 17.Provincie Luik: 11. Province de Liège: 11.Provincie Namen: 4. Province de Namur: 4.Provincie Oost-Vlaanderen: 34. Province de Flandre orientale: 34.Provincie Vlaams-Brabant: 6. Province de Brabant flamand: 6.Provincie Waals-Brabant: 1. Province de Brabant wallon: 1.Provincie West-Vlaanderen: 6. Province de Flandre occidentale: 6.b) De kredieten van het fonds voor risico’s van zwareongevallen worden sinds 2004 verdeeld tussen deFOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overlegen de FOD Binnenlandse Zaken. Wat betreft hetaantal personeelsleden dat met de personeelskredietenvan dit fonds betaald wordt, kan hierenkel een overzicht per provincie en voor de FODBinnenlandse Zaken gegeven worden.In 2007 ging het om een totaal van 34 mensen.b) Depuis 2004, les crédits du personnel du fondspour les risques d’accidents majeurs sont repartisentre le SPF Emploi, Travail et Concertation socialet le SPF Intérieur. En ce qui concerne le nombrede membres du personnel qui sont rétribués aumoyen des crédits du personnel du ce fonds, il estseulement possible de donner un aperçu par provinceet pour le SPF Intérieur.En 2007 il s’agissait d’un total de 34 personnes.Niveau A Niveau B Niveau C Niveau DProvincie Antwerpen. — Province d’Anvers .................................................. 2 0 1 1Regio Brussel Hoofdstad. — Région de Bruxelles-Capitale ........................... 0 0 0 0Provincie Henegouwen. — Province de Hainaut ........................................... 0 0 1 1Provincie Limburg. — Province de Limbourg ................................................ 0 0 0 1Provincie Luik. — Province de Liège ............................................................. 1 0 0 1Provincie Namen. — Province de Namur ...................................................... 0 0 1 0Provincie Oost-Vlaanderen. — Province de Flandre orientale ....................... 1 0 1 0Provincie Vlaams-Brabant. — Province de Brabant flamand ......................... 0 0 0 0Provincie Waals-Brabant. — Province de Brabant wallon ............................. 0 0 0 0Provincie West-Vlaanderen. — Province de Flandre occidentale ................... 1 0 0 1Provincie Luxemburg. — Province de Luxembourg ....................................... 0 0 3 0FOD Binnenlandse Zaken. — SPF Intérieur ..................................................Algemene Directie Civiele Veiligheid. — Direction général Sécurité Civile .... 11 0 2 1Andere. — Autres ......................................................................................... 1 0 0 22. Algemeen gesteld worden de overige uitgavenvan het fonds voor risico’s van zware ongevallenopgesplitst in werkings- en investeringsuitgaven.De werkingsuitgaven worden aangewend omdiverse administratie-, werkings- en studiekosten tedekken met betrekking tot de bescherming van debevolking tegen de gevaren van zware ongevallen metgevaarlijke stoffen. Het betreft hier onder andere dekosten verbonden aan het onderhoud van het materiaaldat met de Seveso-kredieten werd aangekocht(gaspakken, detectieapparatuur, enzovoort) of aan delicentiekosten voor de databank van gevaarlijke stoffenten behoeve van de brandweer.De investeringsuitgaven zijn bestemd voor diverseinvesteringen om in geval van ongeval met gevaarlijke2. De manière générale, il peut être affirmé que lesautres dépenses du fonds pour les risques d’accidentsmajeurs sont scindées en dépenses de fonctionnementet d’investissement.Les crédits de fonctionnement sont utilisés pourcouvrir divers frais administratifs, de fonctionnementet d’études inhérents à la protection de la populationcontre les dangers d’accidents majeurs incluant desproduits dangereux. Il s’agit en l’occurrence des fraisliés à l’entretien du matériel acheté au moyen de créditsSeveso (tenues anti-gaz, appareillage de détection,etc.) ou aux frais de licence des banques de donnéesdes produits dangereux pour le compte des servicesd’incendie.Les crédits d’investissement concernent les différentsinvestissements permettant d’intervenir, en casKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 41772 - 6 - 2008stoffen met aangepast materieel en geoefend personeeltussen te kunnen komen. Hierbij wordt bijvoorbeeldgedacht aan specifiek interventiemateriaal voor dehulpdiensten (decontaminatiedouches, detectieapparatuur,enzovoort), maar tevens aan de financieringvan gespecialiseerde opleidingscentra voor de hulpdienstenof informatiecampagnes.Hieronder wordt een schematisch overzicht gegevenvan deze uitgaven sinds 2004.d’accident incluant des produits dangereux, avec dumatériel adapté et un personnel bien entraîné. On viseen l’occurrence le matériel spécifique d’interventiondes services de secours (douches de décontamination,appareillage de détection, etc.) mais également lefinancement de centres de formation spécialisés pourles services de secours ou des campagnes d’information.L’honorable membre trouvera ci-après un aperçuschématique de ces dépenses depuis l’année 2004.2004 2005 2006 2007Werkingsuitgaven. — Dépenses de fonctionnement 563 527,45 501 339,86 2 412 588,13 1 086 935,31Investeringsuitgaven. — Dépenses d’investissement 1 991 435,47 3 654 337,37 6 002 598,20 5 268 949,06DO 2007200802841 DO 2007200802841Vraag nr. 74 van mevrouw Linda Vissers van 18 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken:Opleidingscentra voor brandweerpersoneel. — Subsidies.De opleidingscentra voor brandweerpersoneel krijgenjaarlijks subsidies uitgekeerd voor het organiserenvan hun brandweeropleidingen.1. Hoeveel bedroeg het totale budget van subsidiesvoor de werkingsjaren 2004 tot heden?2. Hoeveel subsidies werden er toegekend per werkingsjaaren per brandweerschool en dit vanaf 2004 totheden?3. Indien er nog overschotten waren, kan u danmeedelen hoeveel het overschot was per werkingsjaaren dit vanaf 2004 tot heden en de eventuele bestemmingvan deze overschotten per werkingsjaar?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken van 28 mei 2008, op de vraagnr. 74 van mevrouw Linda Vissers van 18 april 2008(N.):Het geachte lid kan hieronder het antwoord vindenop haar vraag.1. De volgende bedragen werden ingeschreven opde begroting van mijn Departement voor het inrichtenvan cursussen voor de officieren van de brandweer ende brandweerlieden en bijdrage ten behoeve van deopleidingscentra:Question n o 74 de M me Linda Vissers du 18 avril 2008(N.) au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:Centres de formation pour le personnel des servicesd’incendie. — Subventions.Chaque année, les centres de formation pour lepersonnel des services d’incendie reçoivent des subventionsdestinées à l’organisation des formations.1. Quel était le budget total des subventions pour lapériode de 2004 jusqu’à ce jour?2. Combien de subventions ont été accordées, parannée de fonctionnement à partir de 2004, aux différentesécoles du feu?3. S’il y avait des excédents, pouvez-vous communiquer,pour la période de 2004 jusqu’à ce jour, lemontant excédentaire et sa destination éventuelle parannée de fonctionnement?Réponse du vice-premier ministre et ministre del’Intérieur du 28 mai 2008, à la question n o 74 deM me Linda Vissers du 18 avril 2008 (N.):L’honorable membre trouvera ci-après la réponse àsa question.1. Les montants suivants ont été inscrits au budgetde mon Département en vue de l’organisation de courspour les officiers et les membres des services d’incendieet pour les contributions au bénéfice des centres deformationsa) 805 000 euro voor het begrotingsjaar 2004; a) 805 000 euros pour l’année budgétaire 2004;KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4178 QRVA 52 0202 - 6 - 2008b) 1 816 000 euro voor het begrotingsjaar 2005; b) 1 816 000 euro pour l’année budgétaire 2005;c) 2 109 000 euro voor het begrotingsjaar 2006; c) 2 109 000 euro pour l’année budgétaire 2006;d) 2 141 000 euro voor het begrotingsjaar 2007. d) 2 141 000 euro pour l’année budgétaire 2007.2. Het totale bedrag van het voorziene budget werdals volgt verdeeld over de elf provinciale opleidingscentra:2. Le montant total du budget prévu a été réparti dela manière suivante parmi les centres de formationprovinciaux:a) voor het begrotingsjaar 2004: a) pour l’année budgétaire 2004:— Antwerpen: 166 850,44 euro. — Anvers: 166 850,44 euros.— Brussel: 34 226,29 euro. — Bruxelles: 34 226,29 euros.— Henegouwen: 167 260,57 euro. — Hainaut: 167 260,57 euros.— Limburg: 2 148,78 euro. — Limbourg: 2 148,78 euros.— Luik: 117 041,02 euro. — Liège: 117 041,02 euros.— Luxemburg: 56 882,16 euro. — Luxembourg: 56 882,16 euros.— Namen: 27 810,80 euro. — Namur: 27 810,80 euros.— Oost-Vlaanderen: 78 891,49 euro. — Flandre orientale: 78 891,49 euros.— Vlaams-Brabant: 57 517,57 euro. — Brabant flamand: 57 517,57 euros.— Waals-Brabant: 15 459,80 euro. — Brabant wallon: 15 459,80 euros.— West-Vlaanderen: 80 781,06 euro. — Flandre occidentale: 80 781,06 euros,b) voor het begrotingsjaar 2005: b) pour l’année budgétaire 2005— Antwerpen: 343 673,45 euro. — Anvers: 343 673,45 euros.— Brussel: 63 987,37 euro. — Bruxelles: 63 987,37 euros.— Henegouwen: 262 822,34 euro. — Hainaut: 262 822,34 euros.— Limburg: 60 686,34 euro. — Limbourg: 60 686,34 euros.— Luik: 135 022,03 euro. — Liège: 185 022,03 euros.— Luxemburg: 38 974,00 euro. — Luxembourg: 38 974,00 euros.— Namen: 112 222,57 euro. — Namur: 112 222,57 euros.— Oost-Vlaanderen: 315 494,99 euro. — Flandre orientale: 315 494,99 euros.— Vlaams-Brabant: 57 558,03 euro. — Brabant flamand: 57 558,03 euros.— Waals-Brabant: 37 331,00 euro. — Brabant wallon: 37 331,00 euros.— West-Vlaanderen: 338 227,88 euro. — Flandre occidentale: 338 227,88 euros.c) voor het begrotingsjaar 2006: c) pour l’année budgétaire 2006:— Antwerpen: 245 229,47 euro. — Anvers: 245 229,47 euros.— Brussel: 116 648,10 euro. — Bruxelles: 116 648,10 euros.— Henegouwen: 140 518,18 euro. — Hainaut: 140 518,18 euros.— Limburg: 63 005,02 euro. — Limbourg: 63 005,02 euros.— Luik: 144 942,99 euro. — Liège: 144 942,99 euros.— Luxemburg: 18 336,88 euro. — Luxembourg: 18 336,88 euros.— Namen: 69 909,09 euro. — Namur: 69 909,09 euros.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 41792 - 6 - 2008— Oost-Vlaanderen: 118 877,87 euro. — Flandre orientale: 118 877,87 euros.— Vlaams-Brabant: 75 108,70 euro. — Brabant flamand: 75 108,70 euros.— Waals-Brabant: 16 850,44 euro. — Brabant wallon: 16 850,44 euros.— West-Vlaanderen: 179 485,59 euro. — Flandre occidentale: 179 485,59 euros.d) voor het begrotingsjaar 2007: d) pour l’année budgétaire 2007:— Antwerpen: 158 289,76 euro. — Anvers: 158 289,76 euros.— Brussel: 74 891,60 euro. — Bruxelles: 74 891,60 euros.— Henegouwen: 153 739,36 euro. — Hainaut: 153 739,36 euros.— Limburg: 42 200,36 euro. — Limbourg: 42 200,36 euros.— Luik: 140 694,48 euro. — Liège: 140 694,48 euros.— Luxemburg: 43 790,17 euro. — Luxembourg: 43 790,17 euros.— Namen: 67 722,44 euro. — Namur: 67 722,44 euros.— Oost-Vlaanderen: 162 225,20 euro. — Flandre orientale: 162 225,20 euros.— Vlaams-Brabant: 56 374,39 euro. — Brabant flamand: 56 374,39 euros.— Waals-Brabant: 30 996,73 euro. — Brabant wallon: 30 996,73 euros.— West-Vlaanderen: 115 532,82 euro. — Flandre occidentale: 115 532,82 euros.3. Voor het begrotingsjaar 2004 en 2005 werd hetvolledige budget gebruikt voor de uitbetaling van desubsidies aan de provinciale opleidingscentra.Voor het begrotingsjaar 2006 werd1 188 912,27 euro besteed aan de subsidies aan deprovinciale opleidingscentra. Het resterende bedragvan dit budget werd gebruikt voor:a) De versnelde officierenopleiding, zowel Nederlandstaligals Franstalig georganiseerd door dealgemene directie van de Civiele Veiligheid vooreen bedrag van 22 964 euro.b) De opleiding «Vuur- en hittegewenning» in deprovinciale opleidingscentra van Antwerpen,Limburg, Vlaams Brabant en Brussel voor eenbedrag van 254 000 euro.c) De opleiding «flash-over» in het Provinciaal opleidingscentrumvan Antwerpen voor een bedrag van638 000 euro.Voor het begrotingsjaar 2007 werd1 046 457,30 euro besteed aan de subsidies aan deprovinciale opleidingscentra. Het resterende bedragvan dit budget werd gebruikt voor:a) De versnelde officierenopleiding, zowel Nederlandstaligals Franstalig georganiseerd door dealgemene directie van de Civiele Veiligheid vooreen bedrag van 79 439,21 euro.b) De opleiding betreffende «de nieuwe gaspakken»voor de brandweer voor een bedrag van9 075,00 euro.3. Pour ce qui est des années budgétaires 2004 et2005, l’ensemble du budget a été utilisé pour le paiementde subventions aux centres de formation provinciaux.Pour l’année 2006, un montant de1 188 912,27 euros a été consacré aux subventions auxcentres de formation provinciaux. Le reliquat dubudget a été utilisé pour:a) la formation accélérée pour les officiers, tant francophonesque néerlandophones, organisée par ladirection générale de la Sécurité civile, ce pour unmontant de 22 964 euros.b) La formation «Accoûtumance au feu et à lachaleur» dans les centres provinciaux d’Anvers, duLimbourg, du Brabant flamand et de Bruxelles, cepour un montant de 254 000 eurosc) La formation «flash-over» au centre provincial deformation d’Anvers, ce pour un montant de638 000 eurosPour l’année budgétaire de 2007, un montant de1 046 457,30 euros a été consacré aux subventions descentres de formation provinciaux. Le reliquat de cebudget a été utilisé pour:a) la formation accélérée pour les officiers, tant francophonesque néerlandophones, organisée par ladirection générale de la Sécurité civile, ce pour unmontant de, ce pour un montant de79 439,21 euros.b) La formation relative aux «nouvelles tenues antigaz»pour les services d’incendie, pour un montantde 9 075,00 eurosKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4180 QRVA 52 0202 - 6 - 2008c) De opleiding «ondergrondse pijpleidingen» vooreen bedrag van 1 500,00 euro.Daarnaast wordt ook 966 000 euro voorzien voorde opleiding «vuur- en hittegewenning» en «flashover»die zal plaatsvinden in de loop van 2008.23 159,40 euro wordt eveneens voorzien voor deDuitse vertaling van de cursus «Adjudant» en decursus «ondergrondse pijpleidingen» die gebruikt zalworden voor de opleiding van het Duitstalig brandweerpersoneel.c) La formation «conduites souterraines» pour unmontant de 1 500,00 euros.En outre, un montant de 966 000 euros a égalementété prévu pour les formations «accoûtumance au feu età la chaleur» et «flash-over» qui seront organiséesdans le courant de 2008.Un montant de 23 159,00 euros est également prévupour la traduction en allemand du cours «Adjudant»et du cours «conduites souterraines» qui seront utilisésdans le cadre de la formation du personnel delangue allemande des services d’incendie.DO 2007200802883 DO 2007200802883Vraag nr. 82 van mevrouw Mia De Schamphelaerevan 18 april 2008 (N.) aan de vice-eersteministeren minister van Binnenlandse Zaken:Vluchtelingen. — Irak. — Geloofsredenen.Tot de aanvaardbare en aanvaarde motieven inzakeasiel voor vluchtelingen behoort de vervolging omredenen van geloofsovertuiging.De situatie in Irak is bijzonder schrijnend voor dechristenen aldaar. Volgens sommige mediaberichtenzouden er zowat 800 000 Iraakse christenen op devlucht zijn voor represailles vanwege moslimgroeperingen.Velen dolen eigenlijk rond in de aangrenzendelanden, waar christenen eveneens niet zo welkom zijn.Er zouden nog nauwelijks christenen in Irak verblijven.Wij vernamen dat Wolfgang Schäuble, de Duitsecollega van de heer minister, wil dat zijn land30 000 christelijke vluchtelingen uit Irak opvangt. Hijzou trouwens het probleem aankaarten op Europeesniveau.1.a) Hoeveel vluchtelingen uit Irak hebben tot nu toeom geloofsredenen asiel aangevraagd in ons land?Hoeveel hebben er daarvan asiel gekregen?Question n o 82 de M me Mia De Schamphelaere du18 avril 2008 (N.) au vice-premier ministre etministre de l’Intérieur:Réfugiés. — Irak. — Convictions religieuses.Le fait d’être poursuivi pour ses convictions religieusesest l’un des motifs entrant en ligne de compte pouroctroyer le droit d’asile à des réfugiés.La situation des chrétiens en Irak est particulièrementpoignante. D’après certaines informations desmédias, environ 800 000 chrétiens d’Irak auraient fuileur pays de peur de subir des représailles de groupesislamiques. En réalité, beaucoup parmi eux errentdans les pays limitrophes, où les chrétiens ne sonttoutefois pas les bienvenus non plus. Pratiquementtous les chrétiens auraient quitté l’Irak.Il nous est revenu que votre collègue allemand,M. Wolfgang Schäuble, entend organiser l’accueil de30 000 réfugiés chrétiens irakiens par son pays. Ilcompterait d’ailleurs aborder le problème à l’écheloneuropéen.1.a) À ce jour, combien de réfugiés originaires d’Irakont demandé l’asile dans notre pays pour desmotifs religieux et combien l’ont obtenu?b) Hoeveel werden er afgewezen, en om welke reden? b) Combien de demandes ont-été rejetées et pourquelles raisons?2.a) Hoe beoordeelt u het initiatief van uw Duitse collega?b) Is een gelijkaardig initiatief (maar dan uiteraardvan mindere omvang) ook te overwegen in onsland?2.a) Que pensez-vous de l’initiative de votre collègueallemand?b) Une initiative similaire (mais évidemment de moindreampleur) est-elle envisageable chez nous?c) Waarom wel of niet? c) Pour quelles raisons peut-on, ou non, l’envisager?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 41812 - 6 - 2008Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken van 30 mei 2008, op de vraagnr. 82 van mevrouw Mia De Schamphelaere van18 april 2008 (N.):Het geachte lid vindt hieronder het antwoord opzijn vraag.De aangehaalde problematiek behoort tot de bevoegdheidvan de minister van Migratie- en asielbeleid.(Vraag nr. 45 van 2 juni 2008.)Réponse du vice-premier ministre et ministre del’Intérieur du 30 mai 2008, à la question n o 82 deM me Mia De Schamphelaere du 18 avril 2008 (N.):L’honorable membre trouvera ci-après la réponse àsa question.La problématique évoquée relève de la compétencede la ministre de la Politique de migration et d’asile.(Question n o 45 du 2 juin 2008.)DO 2007200802885 DO 2007200802885Vraag nr. 83 van de heer Jean-Jacques Flahaux van18 april 2008 (Fr.) aan de vice-eersteminister enminister van Binnenlandse Zaken:Hervorming van de brandweer.De wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheidheeft tot de afbakening van nieuwe hulpverleningszonesgeleid. Deze hervorming en de verdelingvan het grondgebied in zones die eruit is voortgevloeid,noopt mij ertoe u een vraag te stellen over dezones die zich over twee provincies uitstrekken.Zo verleent de hulpverleningszone van Edingen, inHenegouwen, ook hulp in twee aangrenzendeVlaamse gemeenten. In het kader van de hervormingzullen deze twee gemeenten niet langer bijdragen aande financiering van de brandweer. Dat laatste geldtook voor de gemeente Rebecq, in de provincie Waals-Brabant, die vaak een beroep doet op de brandweervan ’s Gravenbrakel in Henegouwen.De wet zegt duidelijk dat er geen operationele grenzenmeer zijn en dat de grenzen van de provincies, vande hulpverleningszones of van de gemeenten geenbeperking vormen voor de interventie van de post vanwaaruit het snelst de adequate middelen kunnenworden uitgestuurd om de operationele opdrachten teverzekeren, overeenkomstig het principe van de«snelste adequate hulp», waarbij de operationelediensten (posten) die het snelst op de plaats van deinterventie kunnen zijn met de adequate middelen,moeten uitrukken.Dit efficiëntiebeginsel, dat overigens buiten kijfstaat, houdt dus in de praktijk in dat de brandweer vanEdingen en ’s Gravenbrakel zullen blijven uitrukken,maar dan gratis.Moet er niet afgeweken worden van dat principe,zodat de gewaarborgde snelle interventie behoudenblijft maar wel gekoppeld wordt aan een financiëletegenprestatie in functie van het aantal interventies?Question n o 83 de M. Jean-Jacques Flahaux du18 avril 2008 (Fr.) au vice-premier ministre etministre de l’Intérieur:Réforme des services incendie.La loi du 15 mai 2007 relative à la sécurité civile aamené la création de nouvelles zones de sécurité incendie.Cette réforme et le redécoupage qu’elle a induitm’amène à vous poser une question concernant leszones à cheval sur deux provinces.Ainsi Enghien, dans le Hainaut, a sa zone de sécuritéincendie qui dessert deux communes flamandeslimitrophes. Dans le cadre de la réforme, ces deuxcommunes ne participeront plus au financement duservice incendie. La même situation se retrouve àRebecq, en Brabant wallon, qui souvent sollicite leservice incendie de Braine-le-Compte en Hainaut.Or, la loi précise qu’en application du principemême d’«aide adéquate la plus rapide», qui veut quece soit le service pouvant parvenir le premier sur placeavec les moyens nécessaires qui doit se rendre sur lessinistres, toutes les frontières ont été abolies au niveauopérationnel et les répartitions territoriales en communes,zones ou provinces ne représentent plus unebarrière à l’intervention du poste susceptibled’apporter l’aide adéquate la plus rapide. Le poste oules postes susceptibles(s) d’arriver le plus rapidementpossible sur les lieux de l’intervention et qui est (sont)équipé(s) des moyens adéquats intervient (interviennent).Ce principe d’efficacité s’il n’est pas à discuter,signifie donc, que dans les faits, les services incendied’Enghien et de Braine-le-Comte continueront à intervenir,mais gratuitement.Ne devrait-il pas y avoir une dérogation afin que lagarantie d’un service rapide maintenu, soit assortied’une contrepartie financière en fonction du nombred’interventions?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4182 QRVA 52 0202 - 6 - 2008Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken van 30 mei 2008, op de vraagnr. 83 van de heer Jean-Jacques Flahaux van 18 april2008 (Fr.):Het geachte lid kan hieronder het antwoord vindenop zijn vraag.Het principe van de snelste adequate hulp beoogteffectief dat de operationele diensten zo snel mogelijkop de plaats van interventie kunnen zijn zonder dat deterritoriale verdeling van de diensten een obstakelvormt.Wat de grensgemeenten van een provincie betreft,bepaalt de omzendbrief van 30 april 2007 die naar degouverneurs gestuurd werd, dat het, in afwachting vande samenstelling van de hulpverleningszones, wenselijkis dat de interventies van de brandweer buiten huninterventiesector gratis uitgevoerd worden.Deze kosteloosheid wordt gerechtvaardigd door hetfeit dat het principe van de snelste adequate hulpwederzijdse hulp tussen de brandweerdiensten mogelijkzal maken.Tegen die achtergrond is het toegestaan aan debetrokken gemeenten om overeenkomsten te sluitenom de modaliteiten voor de recuperatie van de interventiekostenvast te leggen.Wanneer de hulpverleningszones samengesteldzullen zijn, zal hetzelfde gelden en zullen de zoneseveneens gelijkaardige overeenkomsten kunnen sluiten.Réponse du vice-premier ministre et ministre del’Intérieur du 30 mai 2008, à la question n o 83 deM. Jean-Jacques Flahaux du 18 avril 2008 (Fr.):L’honorable membre trouvera ci-après la réponse àsa question.Le principe de l’aide adéquate la plus rapide viseeffectivement à ce que les services opérationnels puissentêtre sur les lieux d’intervention dans le délai leplus court sans que la répartition territoriale des servicesne constituent un obstacle.En ce qui concerne les communes limitrophes d’uneprovince, la circulaire du 30 avril 2007 envoyée auxgouverneurs précise que, dans l’attente de la constitutiondes zones de secours, il est souhaitable que lesinterventions des services d’incendie en dehors de leursecteur d’intervention soient effectuées à titre gratuit.Cette gratuité se justifie par le fait que le principe del’aide adéquate la plus rapide va permettre une aidemutuelle entre les services d’incendie.Cela étant, il est loisible aux communes concernéesde conclure des accords en vue de fixer les modalitésde récupération des frais d’intervention.Lorsque les zones de secours seront constituées, il enira de même et les zones pourront également conclurede semblables accords.DO 2007200802892 DO 2007200802892Vraag nr. 85 van de heer Joseph Arens van 21 april2008 (Fr.) aan de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken:Politiediensten. — Opleidingen.Ik had eerder al verscheidene keren de gelegenheid ute ondervragen over de opleiding van de politiediensten,telkens met de bedoeling de opleiding van diediensten te verbeteren. De kwaliteit van de opleidingmoet overal identiek zijn, ongeacht de school waar deopleiding gegeven wordt.Kan men zich, met de zorg tot eenmaking voorogen, geen eindexamen indenken dat niet langer voorelk van de scholen apart maar op federaal niveau zouworden uitgewerkt, en dat voor alle kandidaten ophetzelfde ogenblik zou worden georganiseerd?Toen ik u hierover in maart 2005 ondervroeg, heeftu mij geantwoord dat de invoering van een gecentraliseerdexamen van het bachelortype een van uw projectenwas.Question n o 85 de M. Joseph Arens du 21 avril 2008(Fr.) au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:Agents de police. — Formations.J’ai déjà eu l’occasion de vous interroger à diversesreprises sur la question de la formation des services depolice. Mon souci a toujours été de veiller à ce que soitaméliorée la formation de notre personnel de police,qui doit être une formation de qualité identique, quelleque soit l’école de police qui la prodigue.Dans ce souci d’uniformisation, ne pourrait-on pasimaginer que l’examen final soit élaboré non parchacun des écoles mais au niveau fédéral et qu’il soitorganisé en même temps pour l’ensemble des candidats?Lorsque je vous interrogeais sur ce sujet en mars2005, vous me répondiez alors que la mise en placed’un examen centralisé de type baccalauréat était dansvos projets.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 41832 - 6 - 2008De organisatie van een en hetzelfde examen aan heteinde van de opleiding van het politiepersoneel zouzeker tot een grotere eenmaking van de opleidingleiden.1. Hoe komen de programma’s van de politiescholentot stand?2. Hoe ver staat het project voor het gecentraliseerdexamen?3. Overweegt u de scholen te laten evolueren naarmeer coherente opleidingsprogramma’s?4. Waarom geen eengemaakte opleidingsprogramma’sen een enkel eindexamen voor alle kandidaten?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken van 28 mei 2008, op de vraagnr. 85 van de heer Joseph Arens van 21 april 2008(Fr.):Het geachte lid vindt hieronder het antwoord opzijn vragen.Ik verwijs naar mijn zeer omstandig antwoord,tijdens de vergadering van de Commissie voor deBinnenlandse Zaken van 16 april 2008, op de samengevoegdemondelinge vragen van de volksvertegenwoordigersDoomst (nr. 4202), Verhaegen (nr. 4205),Jambon (nr. 4206), Arens (nr. 4401) en Thiebaut(nr. 4627) betreffende de politieopleidingen.Ondertussen is het koninklijk besluit van 6 april2008 in werking getreden en kunnen dus de nieuweinstrumenten inzake kwaliteitsbewaking van de politieopleidingenvolop worden aangewend.L’organisation d’un seul et même examen de sortie,à l’issue de la formation du personnel de police,conduirait certainement à une meilleure uniformisationde cette formation.1. Sur quelle base, les programmes des académiessont-ils réalisés?2. Qu’en est-il de ce projet d’examen centralisé?3. Envisagez-vous faire évoluer les académies versune plus grande cohérence au niveau des programmesde formation?4. Pourquoi ne pas envisager une uniformisationdes programmes de formation et un examen finalréunissant tous les candidats?Réponse du vice-premier ministre et ministre del’Intérieur du 28 mai 2008, à la question n o 85 deM. Joseph Arens du 21 avril 2008 (Fr.):L’honorable membre trouvera ci-dessous la réponseà ses questions.Je réfère à ma réponse très circonstanciée, lors de laréunion de la Commission de l’Intérieur du 16 avril2008, aux questions orales conjointes des députésDoomst (n o 4202), Verhaegen (n o 4205), Jambon(n o 4206), Arens (n o 4401) et Thiebaut (n o 4627)concernant les formations policières.Entre-temps, l’arrêté royal du 6 avril 2008 est entréen vigueur. Les nouveaux instruments de veille dequalité des formations policières peuvent donc pleinementêtre mis en application.DO 2007200802951 DO 2007200802951Vraag nr. 89 van mevrouw Rita De Bont van 22 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken:Gemeente Hove. — Jeugdontmoetingscentrum. —Overlast.Hopeloze burgers van de gemeente Hove sprakenmij reeds een aantal keer aan in verband met aanhoudendeen diverse overlast in hun gemeente. Deze overlastkwam er hoofdzakelijk nadat op 2 juni 2000 hetJeugdontmoetingscentrum (Joc) werd opgericht engehuisvest werd onder het cafetaria van de gemeentelijkesporthal.Zoals men kan verwachten werden er concrete afsprakengemaakt tussen het Joc en het gemeentebestuuronder andere in verband met openings- en slui-Question n o 89 de M me Rita De Bont du 22 avril 2008(N.) au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:Commune de Hove. — Maison de jeunes. — Nuisances.J’ai été interpellé à plusieurs reprises par des citoyensdésespérés de Hove concernant diverses nuisancespersistantes dans leur commune et qui découlent principalementde l’ouverture, le 2 juin 2000, d’une maisonde jeunes en dessous de la cafétéria du hall des sportscommunal.Des accords concrets, entre autres en matièred’heures d’ouverture et de fermeture, ont été conclusentre le centre et l’administration communale, ce quiKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4184 QRVA 52 0202 - 6 - 2008tingstijden, wat niet moeilijk was vermits de voorzittervan het Joc en de burgemeester van Hove een endezelfde persoon zijn. Deze accumulatie van verantwoordelijkhedenis er naar verluidt ook voor verantwoordelijkdat het bestuur van het jeugdhuis zich nietstoort aan zowel het eigen reglement als aan het politiereglementen de jongeren, die zich gesterkt voelendoor de steun van het gemeentebestuur en burgemeester(die tevens in de politieraad zetelt), zich heel weinigaantrekken van de talrijke politie-interventies, waarvanbijna nooit een proces-verbaal wordt opgemaakt.De buurtbewoners en de concessiehouders van hetcafetaria zijn na een zoveelste incident, waarvan verslagwerd uitgebracht in Gazet van Antwerpen van22 november 2007, radeloos en vragen zich af tot wiezij zich moeten wenden om de gebruikers van hetjeugdhuis tot de orde te roepen. Normaal is dit natuurlijktot het lokale bestuur of de lokale politie, maardoor de bovengeschetste omstandigheden zijn dezeblijkbaar niet geneigd om effectief op te treden. Na eenklacht (klacht 2007/008) stelde het gemeentebestuurwel een drietal maatregelen voor om de overlast tebeperken, maar hiermee zijn alle problemen nog langniet van de baan.1. Zijn uw diensten op de hoogte van het aantalinterventies die er in Hove reeds nodig waren in verbandmet overlast in het algemeen en overlast alsgevolg van de inplanting van het Joc?2. Van hoeveel van deze interventies sinds juni 2000werd er effectief proces-verbaal opgemaakt?3. Tot wie kunnen de buurtbewoner zich wendenals zij geen gehoor vinden bij hun eigen gemeentebestuur?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken van 28 mei 2008, op de vraagnr. 89 van mevrouw Rita De Bont van 22 april 2008(N.):Het geachte lid vindt hieronder het antwoord opzijn vragen.1. Deze vraag behoort tot de bevoegdheid van delokale overheden.2. Deze vraag behoort tot de bevoegdheid van degerechtelijke overheden.3. Ik kan mij niet inmengen in het lokaal gevoerdebeleid. Het eerste aanspreekpunt voor buurtbewonersblijft het eigen gemeentebestuur. Desgevallend kan deproblematiek kenbaar worden gemaakt bij de provinciegouverneur.en l’occurrence n’était guère difficile puisque le présidentdu centre est également bourgemestre de Hove. Ilrésulte semble-t-il de ce cumul de responsabilités quela direction de la maison de jeunes ne se soucie guèreni de son propre règlement ni du règlement de police.Les jeunes, tablant sur le soutien de l’administrationcommunale et du bourgmestre (qui siège également ausein du conseil de police) ne s’inquiètent nullement desnombreuses interventions de police, qui n’ont pourainsi dire jamais fait l’objet d’un procès-verbal.Après un énième incident, dont il a été fait état dansle journal Gazet van Antwerpen du 22 novembre 2007,les riverains et les concessionnaires de la cafétéria nesavent plus à quel saint se vouer ni surtout à qui ilspourraient s’adresser afin que soient rappelés à l’ordreceux qui fréquentent la maison de jeunes. En principe,ils devraient évidemment se tourner vers l’administrationou la police locales, mais celles-ci ne montrentmanifestement guère d’empressement à réagir, euégard à la situation esquissée ci-dessus. Après uneplainte (plainte 2007/008), l’administration communalea cependant proposé trois mesures pour limiter lesnuisances, mais celles-ci sont nettement insuffisantespour résoudre le problème.1. Vos services sont-ils au courant du nombred’interventions qui ont déjà été nécessaires à Hovepour des nuisances en général et en particulier pourdes nuisances liées à la présence de la maison dejeunes?2. Combien d’interventions effectuées depuis juin2000 ont effectivement donné lieu à un procès-verbal?3. À quelle instance les riverains peuvent-ilss’adresser lorsque l’administration communale refusede prendre en considération leurs doléances?Réponse du vice-premier ministre et ministre del’Intérieur du 28 mai 2008, à la question n o 89 deM me Rita De Bont du 22 avril 2008 (N.):L’honorable membre trouvera ci-dessous réponse àses questions.1. Cette question relève de la compétence des autoritéslocales.2. Cette question relève de la compétence des autoritésjudiciaires.3. Je ne peux m’ingérer dans la politique menée auniveau local. Le premier point de contact des riverainsreste leur administration communale. Le cas échéant,la problématique peut être communiquée au gouverneurde province.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 41852 - 6 - 2008DO 2007200802967 DO 2007200802967Vraag nr. 91 van de heer Bart Somers van 22 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken:Politie. — Opvraging van identiteitskaarten.De wet op het politieambt van 5 augustus 1992(WPA) regelt onder meer de bevoegdheid van de politieinzake identiteitscontroles. Binnen bepaalde criteriamag de politie de identiteit van personen controleren,onder meer van personen die een misdrijf plegen of bijverstoring van de openbare orde.De ABP (Algemene Bestuurlijke Politieverordening)regelt hoe lokaal bepaalde gedragingen die storendzijn of overlast kunnen veroorzaken, gesanctioneerdworden. Ofwel zijn ze strafbaar met politiestraffen.Dan vormen zij een misdrijf dat gerechtelijk afgehandeldwordt. Een lokale overheid kan er ook voor opterenom deze inbreuken strafbaar te stellen met administratievesancties, dan is het een louter bestuurlijkeafhandeling. Tenslotte is er het bijzondere geval vande gemengde inbreuken, die strafbaar zijn, zowel alsmisdrijf als met administratieve sancties. Dezegemengde inbreuken, die strafbaar zijn, zowel als misdrijfals met administratieve sancties. Deze gemengdeinbreuken zijn bij wet aangeduid en beperkt.Om een inbreuk op de ABP te kunnen vaststellenmoet de overtreder geïdentificeerd worden. Dat doetde politie op basis van de bevoegdheid, haar verleenddoor de WPA. Als dit misdrijven zijn, is er geen probleem:de WPA bepaalt uitdrukkelijk dat de politiedaarvoor de identiteit mag controleren. Het wordtechter anders als deze inbreuken louter administratiefgesanctioneerd worden. Tot nu toe werd geredeneerddat de sanctioneerbare gedraging een vorm van verstoringvan de openbare orde uitmaakte, zodat ook daareen wettelijke basis bestond voor identiteitscontrole.Deze redenering blijkt echter foutief te zijn. Uit deMemorie van Toelichting bij de WPA blijkt namelijkdat het duidelijk de bedoeling was van de wetgever omhet begrip verstoring van de openbare orde strikt teinterpreteren (Parl. St., nr. 1637/1, zittijd 1990-1991).Kort gezegd: de meeste inbreuken die overlast veroorzakenen daarom ook in de ABP werden opgenomenzijn niet te definiëren als verstoring van de openbareorde. Met andere woorden: de politie kan daarvoorniet overgaan tot identiteitscontrole en kan niet deidentiteitskaart eisen van een persoon die weigert dezete overhandigen.Question n o 91 de M. Bart Somers du 22 avril 2008(N.) au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:Police. — Demande de la carte d’identité.La loi sur la fonction de police du 5 août 1992 règlenotamment les pouvoirs des services de police enmatière de contrôles d’identité. En fonction de certainscritères, la police est habilitée à contrôler l’identité decertaines personnes, notamment de celles qui commettentune infraction, ou en cas de perturbation del’ordre public.Le règlement général de police administrative règlela manière dont certains comportements qui sontperturbateurs ou susceptibles de causer des nuisancessont sanctionnés sur le plan local. Ces comportementspeuvent être passibles de peines de police. Dans cettehypothèse, ils constituent des infractions qui sontl’objet d’un traitement judiciaire. Une autorité localepeut en outre choisir de rendre ces infractions punissablespar des sanctions administratives. Ils sont alorsl’objet d’un traitement purement administratif. Enfin,il faut citer le cas particulier des infractions mixtes quisont punissables aussi bien en tant qu’infractions quepar l’application de sanctions administratives. Cesinfractions mixtes sont définies et délimitées par la loi.Afin de pouvoir constater une infraction au règlementgénéral de police administrative, il faut identifierle contrevenant. C’est ce à quoi s’emploie la police surla base des pouvoirs qui lui sont conférés par la loi surla fonction de police. S’il s’agit d’infractions, il n’y aaucun problème: le règlement général de police administrativeprévoit expressément que la police peutcontrôler à cette fin l’identité. Mais il en va autrementlorsque ces infractions sont l’objet de sanctions purementadministratives. Le raisonnement suivi à ce jourétait que le comportement sanctionnable constituaitune forme de perturbation de l’ordre public de sorteque là aussi, une base légale légitimait le contrôled’identité.Toutefois, ce raisonnement s’avère erroné. Il ressorten effet de l’exposé des motifs de la loi sur la fonctionde police que le législateur avait clairement l’intentiond’interpréter stricto sensu la notion de perturbation del’ordre public (Doc. Parl., n o 1637/1, session 1990-1991). En résumé, la plupart des infractions qui provoquentdes nuisances et qui pour cette raison ont étéincorporées également dans le règlement général depolice administrative ne sauraient être définies commedes perturbations de l’ordre public. En d’autrestermes, la police ne peut procéder dans leur cas à descontrôles d’identité et elle ne peut exiger de contrôlerla carte d’identité d’une personne qui refuse de la luiremettre.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4186 QRVA 52 0202 - 6 - 20081. Bevestigt u de interpretatie dat in de geschetstesituatie de politie niet kan overgaan tot het opvragenvan de identiteitskaart?2. Is een wetgevend initiatief noodzakelijk zodat depolitie bij de vaststelling van feiten sanctioneerbaarvolgens het gemeentelijk politiereglement zonderbeperking kan overgaan tot het identificeren van deovertreder?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken van 28 mei 2008, op de vraagnr. 91 van de heer Bart Somers van 22 april 2008 (N.):Het geachte lid vindt hieronder het antwoord opzijn vraag.Vooraf wens ik op te merken dat in de vraag wordtverwezen naar «de ABP, de algemene bestuurlijkepolitieverordening» waarin volgens de vraagsteller eenaantal gedragingen worden omschreven die storendzijn of overlast kunnen veroorzaken en die bestuurlijkkunnen worden afgehandeld via een administratievesanctie; het lijkt derhalve te handelen over de toepassingvan de gemeentelijke administratieve sanctiesovereenkomstig artikel 119bis van de nieuwe gemeenteweten de moeilijkheden die de politie hierbij zouondervinden om over te gaan tot identificatie van dedader van een dergelijke administratieve inbreuk.1. In de vraag wordt voorgehouden dat politiedienstenniet zouden kunnen overgaan tot identiteitscontrolevoor administratieve inbreuken die weliswaaroverlast veroorzaken maar die niet zouden kunnenbeschouwd worden als een verstoring van de openbareorde.Ik wens hier vooreerst terug te komen op het begrip«overlast». Dit begrip werd enkele jaren geleden ingevoerdin artikel 119bis van de nieuwe gemeentewetmaar de wetgever heeft dit begrip niet gedefinieerd. Bijgebreke aan wettelijke omschrijving moet openbareoverlast beschouwd worden als lichte vormen van verstoringvan de openbare rust, veiligheid, gezondheiden zindelijkheid: het zijn gedragingen die niet als zeerernstig beschouwd worden maar die in het dagelijkseleven als bijzonder hinderlijk worden ervaren. Menkan het begrip «openbare overlast» dan ook beschouwenals deeluitmakend van een groter geheel, genaamd«openbare orde».In die zin kan ik dan ook niet akkoord gaan met destelling dat een bepaald gedrag overlast zou veroorzakenmaar dat dit geen verstoring van de openbare ordemet zich zou meebrengen. Immers, als het harmonieuzesamenleven van de burgers wordt verstoorddoor een geval van overlast, hoe kan men dan nogstaande houden dat dit geen verstoring van de openbareorde met zich zou meebrengen, hoe miniem dezeook moge zijn?1. Confirmez-vous l’interprétation suivant laquelle,dans le cas de figure décrit ci-dessus, la police ne peutdemander la carte d’identité?2. Une initiative législative est-elle nécessaire pourfaire en sorte que la police puisse sans restriction identifierun contrevenant lorsqu’elle constate des faitssanctionnables en vertu du règlement de policecommunale?Réponse du vice-premier ministre et ministre del’Intérieur du 28 mai 2008, à la question n o 91 deM. Bart Somers du 22 avril 2008 (N.):L’honorable membre voudra bien trouver ci-aprèsréponse à sa question.Je tiens avant tout à souligner qu’il est fait référence,dans la question, au «RGPA ou règlement général depolice administrative», qui définit selon l’honorablemembre plusieurs comportements dérangeants oupouvant occasionner des nuisances et qui peuvent êtreréglés administrativement par le biais d’une sanctionadministrative; il semble dès lors s’agir de l’applicationdes sanctions administratives communales conformémentà l’article 119bis de la nouvelle loi communaleet des difficultés que la police rencontrerait à cetégard dans le cadre de l’identification de l’auteur d’uneinfraction administrative de ce type.1. Dans sa question, l’honorable membre maintientque les services de police ne sont pas en mesure deprocéder à un contrôle d’identité pour des infractionsadministratives qui occasionnent certes des nuisances,mais ne peuvent être considérées comme un dérangementde l’ordre public.Je souhaite tout d’abord revenir sur la notion de«nuisances». Celle-ci a été insérée il y a plusieursannées dans l’article 119bis de la nouvelle loi communale,mais le législateur n’a pas définit cette notion. Àdéfaut d’une définition légale, les nuisances publiquesdoivent être considérées comme des formes légères detroubles à la tranquillité, à la sécurité, à la salubrité età la propreté publiques: il s’agit de comportements quine sont pas considérés comme très graves, mais quisont perçus comme particulièrement dérangeants auquotidien. On peut dès lors interpréter la notion de«nuisances publiques» comme relevant d’une catégorieplus vaste, à savoir l’«ordre public».Dans cette optique, je ne peux approuver l’affirmationselon laquelle un comportement spécifique occasionneraitdes nuisances, mais n’entraînerait aucuntrouble de l’ordre public. En effet, si l’harmonie entreles citoyens est perturbée par des nuisances, commentpeut-on encore soutenir que ces faits ne troublent pas,un tant soit peu, l’ordre public?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 41872 - 6 - 2008Welnu, artikel 34, § 1, van de wet op het politieambtbepaalt dat politieambtenaren de identiteitvan ieder persoon wiens vrijheid wordt benomen ofdie een misdrijf heeft gepleegd, controleren. Zijkunnen eveneens de identiteit controleren van iederpersoon indien zij, op grond van zijn gedragingen,materiële aanwijzingen of omstandigheden van tijd ofplaats redelijke gronden hebben om te denken dat hijwordt opgespoord, dat hij heeft gepoogd of zich voorbereidtom een misdrijf te plegen of dat hij de openbareorde zou kunnen verstoren of heeft verstoord.Dit houdt met andere woorden in dat zelfs bij eenmogelijke ordeverstoring tot identiteitscontrole kanworden overgegaan. Het is duidelijk dat ook situatieswaarbij overlast wordt veroorzaakt, hieronder vallen.Voor de volledigheid kan ik nog verwijzen naar deomzendbrief COL 1/2006 van het College van procureurs-generaalbij de hoven van beroep waarin uitdrukkelijkgesteld werd met betrekking tot de louteradministratiefrechtelijke inbreuken, dat noch gemeentelijkeambtenaren noch ambtenaren van vervoersmaatschappijen,laat staan bewakingsagenten overenige politionele bevoegdheden beschikken (bijvoorbeeldidentiteitscontrole) om inbreuken tegen gemeentelijkereglementen vast te stellen. De politieambtenarenen de agenten van politie kunnen, krachtens dezeomzendbrief, zeker de nodige controle uitoefenen voorhet vaststellen van de identiteit van de overtreder vanhet gemeentereglement zelfs indien de overtredingervan enkel wordt gesanctioneerd met een administratievesanctie.In de vraag wordt nog voorgehouden dat de wetgeverde bedoeling zou gehad hebben het begrip verstoringvan de openbare orde strikt te interpreteren.Vooreerst dient opgemerkt dat een dergelijke interpretatiemij niet conform lijkt bij de toelichting bij hetspecifieke artikel 34 van de wet op het politieambt.Bovenden dient er hoe dan ook rekening mee gehoudente worden dat de toelichting waarnaar in de vraagverwezen wordt dateert van begin jaren ’90 en hetbegrip «overlast» werd slechts ingevoerd in onzewetgeving met de wetswijziging van 2004. Daarbijkomt nog dat het begrip openbare orde een abstract enevolutief begrip is waarvan de inhoud kan variëren infunctie van omstandigheden van tijd en van plaats.Het is dan ook een betrekkelijk begrip dat onderhevigis aan wijzigingen in functie van de maatschappelijkeveranderingen.Ervan uitgaande dat het begrip overlast deel uitmaaktvan het groter geheel, genaamd «openbareorde», meen ik dan ook dat er geen bezwaren voorhandenzijn opdat de politiediensten tot identiteitscontrolekunnen overgaan ingeval een persoon zichschuldig maakt aan een inbreuk die overlast veroorzaakt.L’article 34, § 1 er , de la loi sur la fonction de policestipule que les fonctionnaires de police contrôlentl’identité de toute personne qui est privée de sa libertéou qui a commis une infraction. Ils peuvent en outrecontrôler l’identité de toute personne s’ils ont desmotifs raisonnables de croire, en fonction de soncomportement, d’indices matériels ou de circonstancesde temps et de lieu, qu’elle est recherchée, qu’elle atenté de commettre une infraction ou se prépare à lacommettre, qu’elle pourrait troubler l’ordre public ouqu’elle l’a troublé.En d’autres termes, même en cas de trouble éventuelde l’ordre public, les fonctionnaires de police peuventprocéder à un contrôle d’identité. Il est clair que celaconcerne également les situations dans lesquelles desnuisances sont occasionnées.Pour être complet, il convient encore de faire référenceà la circulaire COL 1/2006 du Collège des procureursgénéraux près les Cours d’appel, dans laquelle ilest expressément indiqué qu’en ce qui concerne lesinfractions purement administratives, ni les agentscommunaux, ni les agents de sociétés de transport encommun et encore moins les agents de gardiennage nedisposent de compétence de police (ex. le contrôled’identité) pour constater les infractions aux règlementscommunaux. Les fonctionnaires de police et lesagents de police peuvent, en vertu de cette circulaire,effectuer les contrôles nécessaires en vue de constaterl’identité d’un contrevenant à un règlement communal,même si l’infraction commise ne peut être sanctionnéeque par une sanction administrative.Dans sa question, l’honorable membre soutient parailleurs que le législateur aurait eu l’intentiond’interpréter strictement la notion de troubles del’ordre public. Je tiens tout d’abord à souligner qu’unetelle interprétation ne me semble pas conforme aucommentaire de l’article 34 de la loi sur la fonction depolice. En outre, il convient de toute façon de tenircompte du fait que le commentaire auquel la questionfait référence, date du début des années’90 et que lanotion de «nuisances» n’a été introduite dans notrelégislation qu’au moment de la modification de la loide 2004. À cela s’ajoute que la notion d’ordre publicest abstraite et évolutive et que son contenu peut varierselon les circonstances de temps et de lieu. Il s’agit parconséquent d’une notion relative qui est sujette àmodification en fonction des changements sociaux.Considérant que la notion de nuisances s’inscritdans une catégorie plus large, à savoir «l’ordrepublic», je ne vois dès lors aucun inconvénient à ceque les services de police procèdent à un contrôled’identité lorsqu’une personne se rend coupable d’uneinfraction pouvant occasionner des nuisances.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4188 QRVA 52 0202 - 6 - 20082. Gelet op het antwoord op vraag 1, kan ontkennendgeantwoord worden op deze vraag.2. Vu la réponse à la question 1, je répondrai à cettequestion par la négative.DO 2007200802973 DO 2007200802973Vraag nr. 92 van de heer Geert Versnick van 22 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken:Journalisten. — Integratie van de bestaande beroepsstatuten.Op dit moment bestaan er in ons land twee wettelijkestatuten voor journalisten. Enerzijds zijn er deberoepsjournalisten, voor de algemene informatiemedia,en anderzijds de journalisten van beroep, dezogenaamde «vakpers». In het memorandum aan hetFederale Parlement en de nieuwe Federale Regeringstelt de Algemene Vereniging van Beroepsjournalistenin België dat het onderscheid tussen beide statuten nietmeer van deze tijd is.1. Bent u van oordeel dat het onderscheid tussenberoepsjournalisten en de journalisten van beroepnuttig is en kan u dit toelichten?2. Overweegt u werk te maken van de integratievan beide bestaande beroepsstatuten?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken van 30 mei 2008, op de vraagnr. 92 van de heer Geert Versnick van 22 april 2008(N.):Het geachte lid vindt hieronder het antwoord opzijn vraag.1. In de gestelde vraag wordt verwezen naar hetonderscheid tussen beroepsjournalisten voor de algemeneinformatiemedia enerzijds en anderzijds de journalistenvan beroep, de zogenaamde vakpers. Ik neemaan dat de vraagsteller daarbij doelt op het onderscheidtussen enerzijds beroepsjournalisten en anderzijdsde leden van de periodieke pers voor gespecialiseerdeinformatie.Bij wet van 30 december 1963 werd er een wettelijkebasis geschapen voor de erkenning en bescherming vande titel van beroepsjournalist. Dit betreft evenwel eenwet die destijds werd voorgedragen door andere ministers(de minister van justitie en de eerste minister) endie dus niet tot mijn bevoegdheidsdomein behoort.Hoe dan ook, uit de parlementaire werkzaamhedenen memorie van toelichting bij deze wet blijkt dat dezedestijds werd aangenomen om tegemoet te komen aanQuestion n o 92 de M. Geert Versnick du 22 avril 2008(N.) au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:Journalistes. — Intégration des statuts professionnelsexistants.Il existe à l’heure actuelle dans notre pays deuxstatuts légaux pour les journalistes, avec d’une part lesjournalistes professionnels, travaillant pour les médiasd’information générale, et d’autre part les journalistesde profession , travaillant pour la presse spécialisée.Dans le memorandum qu’elle a adressé au parlementfédéral ainsi qu’au nouveau gouvernement fédéral,l’Association générale des journalistes professionnelsde Belgique affirme que cette distinction n’est plusd’actualité.1. Estimez-vous que la distinction qui est faite entrejournalistes professionnels et journalistes de professionest encore utile et pouvez-vous expliquer votreposition?2. Envisagez-vous de vous atteler à une intégrationdes deux statuts professionnels existants?Réponse du vice-premier ministre et ministre del’Intérieur du 30 mai 2008, à la question n o 92 deM. Geert Versnick du 22 avril 2008 (N.):L’honorable membre trouvera ci-après la réponse àsa question.1. Dans la question posée, il est fait référence à ladistinction entre, d’une part, les journalistes professionnelspour les médias d’information générale et,d’autre part, les journalistes de profession, qui travaillentpour ce qu’on appelle la presse spécialisée. Jesuppose que la personne qui a posé la question faitallusion à la distinction entre, d’une part, les journalistesprofessionnels et, d’autre part, les membres de lapresse périodique d’information spécialisée.La loi du 30 décembre 1963 établit une base légalepour la reconnaissance et la protection du titre de journalisteprofessionnel. Il s’agit toutefois d’une loi qui aété en son temps proposée par d’autres ministres (leministre de la Justice et le premier ministre) et qui nerelève donc pas de ma compétence.Quoi qu’il en soit, il ressort des travaux parlementaireset de l’exposé des motifs de cette loi qu’elle a étéadoptée à l’époque afin de répondre aux souhaits desKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 41892 - 6 - 2008de wensen van de twee voornaamste beroepsverenigingenvan de Belgische journalistiek.In uitvoering van deze wet werd destijds door detoenmalige minister van Binnenlandse Zaken hetkoninklijk besluit van 12 april 1965 tot instelling vanidentificatiedocumenten en -kentekens ten behoevevan beroepsjournalisten en persbedrijven aangenomen.Krachtens de bepalingen van dit besluit wordtdoor mijn diensten aan een beroepsjournalist een identificatiedocumentafgeleverd teneinde de identificatievan de journalisten bij het uitoefenen van hun beroepte vergemakkelijken en om de openbare overheid instaat te stellen de vertegenwoordigers van de pers allemedewerking te verlenen die met de omstandighedenovereen te brengen is.Voor de leden van de periodieke pers daarentegen iser het koninklijk besluit van 12 april 1965 tot instellingvan identificatiedocumenten en -kentekens tenbehoeve van de leden van de periodieke pers voorgespecialiseerde informatie, waarin niet alleen de afgiftevan de identificatiedocumenten geregeld wordtmaar waar ook bepaald wordt dat de minister vanBinnenlandse Zaken een beslissende rol heeft inzakede toekenning van de titel van «lid van de periodiekepers voor gespecialiseerde informatie».Het onderscheid tussen beide «soorten» journalistenis dan ook te verklaren vanuit historische reden.Een eventuele integratie van beide bestaande beroepsstatutenbehoort niet tot mijn bevoegdheid; daarligt de bal in het kamp van respectievelijk de betrokkenberoepsverenigingen en betrokken overheden.deux principales associations professionnelles dumonde journalistique belge.En exécution de cette loi, l’ancien ministre del’Intérieur avait adopté l’arrêté royal du 12 avril 1965instituant des documents et insignes d’identification àl’usage des journalistes professionnels et des entreprisesde presse. En vertu des dispositions de cet arrêté,mes services délivrent un document d’identificationaux journalistes professionnels afin de faciliter l’identificationdes journalistes dans l’exercice de leurprofession et de permettre aux autorités publiques deprêter aux représentants de la presse tout le concourscompatible avec les circonstances.Quant aux membres de la presse périodique, ceux-cisont concernés par l’arrêté royal du 12 avril 1965 instituantdes documents et insignes d’identification àl’usage des membres de la presse périodique d’informationspécialisée, qui régit non seulement la délivrancedes documents d’identification, mais stipuleégalement que le ministre de l’Intérieur joue un rôledécisif en matière d’octroi du titre de «membre de lapresse périodique d’information spécialisée».La distinction entre ces deux «types» de journalistess’explique donc par des raisons historiques.Une éventuelle intégration des deux statuts professionnelsexistants ne ressort pas de mes compétences.L’initiative est aux associations professionnelles et auxautorités concernées.DO 2007200803010 DO 2007200803010Vraag nr. 96 van de heer Guido De Padt van 23 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken:Politiecellen. — Zelfmoorden.In Brussel werd in de cel van het politiekantoor eenman teruggevonden die zich van het leven had ontnomenaan de hand van zijn T-shirt.1.a) Hoeveel pogingen tot zelfmoord vonden plaats inde Belgische politiecellen in 2004, 2005, 2006 en2007?b) Hoeveel daarvan hadden als eindresultaat dedood?2. Welke leeftijd hadden de verschillende personendie zich in Belgische politiecellen zelfmoorden en voorwelk type misdaden waren zij opgepakt?Question n o 96 de M. Guido De Padt du 23 avril 2008(N.) au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:Cellules de police. — Suicides.À Bruxelles, un homme s’est récemment donné lamort en utilisant son T-shirt dans une cellule d’unbureau de police.1.a) Combien de tentatives de suicide a-t-on dénombréesdans les cellules de police en Belgique en2004, 2005, 2006 et 2007?b) Combien de ces tentatives ont été fatales?2. Quel était l’âge des personnes qui se sont suicidéesdans les cellules de police en Belgique et quel typed’infraction a donné lieu à leur arrestation?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4190 QRVA 52 0202 - 6 - 20083. Welke methoden gebruikten zij om zich te zelfmoorden?4. Welke preventieve maatregelen gebruikt u omhet aantal zelfmoorden in politiecellen te beperken?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken van 28 mei 2008, op de vraagnr. 96 van de heer Guido De Padt van 23 april 2008(N.):Het geachte lid vindt hieronder het antwoord opzijn vragen.Het Comité P heeft het probleem bestudeerd enkomt tot volgende conclusies:— er gebeuren ongeveer 5 à 6 zelfmoorden in politiecellenper jaar in België;3. Comment se sont-elles ôté la vie?4. À quelles mesures préventives recourez-vouspour limiter le nombre de suicides dans les cellules depolice?Réponse du vice-premier ministre et ministre del’Intérieur du 28 mai 2008, à la question n o 96 deM. Guido De Padt du 23 avril 2008 (N.):L’honorable membre trouvera ci-dessous réponse àses questions.Le Comité P a étudié le phénomène et est arrivé auxconclusions suivantes:— 5 à 6 personnes se suicident dans une cellule depolice, par an, en Belgique;— het merendeel gebeurt door verhanging; — la plupart par des pendaisons;— dikwijls na een bestuurlijke aanhouding. — souvent après une arrestation administrative.Het toezicht op de arrestanten moet verzekerd zijnen blijven. De omstandigheden van de aanhouding zijnbelangrijk om het gevaar op zelfdoding te kunnen inschattenen het toezicht aan te passen. Cameratoezichtalleen is onvoldoende (dode hoek). De bewakers vanpolitiecellen worden door geregeld op gewezen.La garde des personnes arrêtées doit être assurée detous temps. Les circonstances de l’arrestation sont trèsimportantes pour bien calculer les risques d’un suicideet adapter les modalités de la garde. La garde seulementpar caméra ne suffit pas (l’angle mort). Ceci estrégulièrement rappelé aux gardiens des cellules depolice.DO 2007200803061 DO 2007200803061Vraag nr. 108 van de heer Guido De Padt van 24 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken:Achtergelaten kinderen in auto’s en schoolbussen.Van tijd tot tijd wordt er in de media bericht overhet «vergeten» van kinderen en baby’s in wagens ofschoolbussen.Een stilstaande wagen neemt heel snel de temperatuurvan de omgeving aan. Het is dan ook aangewezenom nooit een kind achter te laten in een wagen bijvolle zon of bij strenge vorst. Terwijl een rijdende autonog te ventileren valt, is dat bij een stilstaande wagenniet het geval. Een kind alleen achter laten in eenwagen is dan ook onverantwoord.1. Beschikt u over nationale cijfergegevens voor deafgelopen drie jaar (opgesplitst per Gewest) betreffendehet aantal gevallen van achtergelaten kinderen inauto’s en schoolbussen?2. In hoeveel van die gevallen liep het incident triestaf met het overlijden van het kind?Question n o 108 de M. Guido De Padt du 24 avril 2008(N.) au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:Enfants abandonnés dans des voitures et des busscolaires.Les médias relatent parfois des cas d’enfants et debébés «oubliés» dans des voitures ou des bus scolaires.Un véhicule à l’arrêt prend très rapidement latempérature environnante. Il ne faut donc jamaisabandonner un enfant dans une voiture en plein soleilou par grand froid. Une voiture en mouvement peutêtre ventilée, contrairement à une voiture à l’arrêt. Ilest dès lors irresponsable d’abandonner un enfant seuldans une voiture.1. Disposez-vous de chiffres, répartis par Région,concernant le nombre d’enfants abandonnés dans desvoitures et des bus scolaires à l’échelon national pourles trois années écoulées?2. Dans combien de cas l’incident a-t-il malheureusemententraîné le décès de l’enfant?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 41912 - 6 - 20083. Welke verschillende verklaringen werden opgegeventer verantwoording van het voorval?4. Welke interpretatie geeft u aan die cijfers watbetreft de ernst, de omvang en de evolutie van hetfenomeen?5. Mogen we initiatieven en/of maatregelen verwachtenom aan de problematiek tegemoet te komen?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken van 30 mei 2008, op de vraagnr. 108 van de heer Guido De Padt van 24 april 2008(N.):Het geachte lid vindt hieronder het antwoord opzijn vragen.1. Deze cijfers zijn niet beschikbaar in de algemenenationale gegevensbank ANG van de politie.2. Het antwoord op vragen nr.3, 4 en 5 behoort totde bevoegdheid van de minister van Justitie en van deoverheden bevoegd voor de jeugdbescherming. (Vraagnr. 233 van 3 juni 2008.)3. Quelles explications ont été données pour justifierl’incident?4. Comment interprétez-vous ces chiffres en ce quiconcerne leur gravité, leur nombre et l’évolution duphénomène?5. Des initiatives et/ou des mesures seront-ellesprises pour répondre au problème?Réponse du vice-premier ministre et ministre del’Intérieur du 30 mai 2008, à la question n o 108 deM. Guido De Padt du 24 avril 2008 (N.):L’honorable membre trouvera ci-dessous la réponseà ses questions.1. Ces chiffres ne sont pas disponibles dans labanque nationale générale de données BNG de lapolice.2. La réponse aux questions 3, 4 et 5 relève de lacompétence du ministre de la Justice et des autoritéscompétentes pour la protection de la jeunesse. (Questionn o 233 du 3 juin 2008.)DO 2007200803062 DO 2007200803062Vraag nr. 109 van de heer Christian Brotcorne van24 april 2008 (Fr.) aan de vice-eersteminister enminister van Binnenlandse Zaken:Eindeloopbaanpremie voor gezond politiepersoneel.De minister heeft met de politievakbonden onderhandelden een akkoord bereikt over een maatregel omhet ziekteverzuim bij de politiediensten tegen te gaanen over een primordiale herwaardering van de loonschalenten gunste van alle Calogpersoneelsleden vande geïntegreerde politie.Om het ziekteverzuim tegen te gaan wordt aan allepolitieambtenaren die hun ziekteverlofdagen niethebben opgenomen, een premie van 13 000 euro toegekend.Voor de lokale politie komt die premie voorrekening van de zone, dus van de gemeenten.Wat de herwaardering van de loonschalen van hetCalogpersoneel betreft, werden enkel voor het Calogpersoneelvan de federale politie de nodige begrotingsmiddelengevonden. De herwaardering van de loopbaanvan het Calogpersoneel van de lokale politiediensten,goed voor 75 % van het voltallige Calogpersoneel,zal met begrotingsmiddelen van de zones, dusvan de gemeenten, worden gefinancierd.De Union des villes et des communes de Wallonie(UVCW- Vereniging van Waalse steden en gemeenten)Question n o 109 de M. Christian Brotcorne du 24 avril2008 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:Policiers non malades en fin de carrière. — Octroid’une «prime à la bonne santé«.Le ministre a négocié avec les syndicats de policeune mesure visant à lutter contre l’absentéisme dansles services de police ainsi qu’une revalorisation barémiqueprimordiale au profit de tous les Calogs de lapolice intégrée.La mesure visant à lutter contre l’absentéismeconsiste en l’octroi d’une prime de 13 000 euros à tousles policiers qui n’auront pas pris leurs «congés demaladie». Cette prime, pour ce qui est de la policelocale, est à payer sur le budget de la zone, donc descommunes.En ce qui concerne la revalorisation barémique desCalogs, une solution budgétaire n’a été trouvée quepour les seuls Calogs de la police fédérale. Les Calogsdes polices locales qui représentent 75 % de l’ensembledes Calogs vont voir leur carrière revalorisée sur lebudget des zones, donc des communes.L’Union des villes et des communes de Wallonie(UVCW) a regretté s’être vue mise devant le faitKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4192 QRVA 52 0202 - 6 - 2008betreurt dat ze voor een voldongen feit werd geplaatsten wenst in de toekomst als expert bij het overleg in defederale onderhandelingscomités van de geïntegreerdepolitie te worden betrokken.De UVCW vraagt voorts dat in het kader van devoor 2008 in het vooruitzicht gestelde actualiseringvan het financieringsmechanisme van de politiezonesrekening zou worden gehouden met de bijkomendekosten voor de gemeenten als gevolg van de toekenningvan de nieuwe «gezondheidspremie» en van deherwaardering van de loonschalen van het Calogpersoneelvan de lokale politie.1. Bent u van plan om de Union des villes et descommunes de Wallonie voortaan als expert bij hetoverleg in de federale onderhandelingscomités van degeïntegreerde politie te betrekken?2. Zal er in het kader van de actualisering van hetfinancieringsmechanisme van de politiezones die voor2008 is gepland, rekening worden gehouden met dekosten die de nieuwe «gezondheidspremie» voor degemeenten meebrengt?3. Gaat u ermee akkoord dat in het kader van devoornoemde actualisering rekening wordt gehoudenmet de kosten die de herwaardering van het Calogpersoneelvan de lokale politie voor de gemeenten meebrengt?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken van 28 mei 2008, op de vraagnr. 109 van de heer Christian Brotcorne van 24 april2008 (Fr.):Het geachte lid vindt hieronder het antwoord opzijn vragen.Conform punt 9 van het Regeerakkoord finaliserenmijn diensten thans een concrete methodologie om deAdviesraad van Burgemeesters te betrekken bij hetonderhandelingscomité van de politiediensten. Zo is ereen extra inbreng voor de lokale component.Ik ga hic et nunc niet vooroplopen op een herzieningvan het financieringsmechanisme. Dit gezegd zijnde enrekening houdende met de huidige toestand, zouden erzelfs zonder de politiehervorming, eveneens baremischeherwaarderingen hebben plaatsgevonden. Eénen ander moet me dunkt dus toch wel worden genuanceerd.accompli et souhaite dorénavant être associée, à titred’expert, aux comités fédéraux de négociation de lapolice intégrée.Également, l’UVCW demande que les surcoûtsengendrés pour les communes par la nouvelle «primeà la bonne santé» et par la revalorisation barémiquedes Calogs des polices locales soient pris en comptedans le cadre de la réactualisation du mécanisme definancement des zones de polices telle qu’elle estprévue pour 2008.1. Envisagez-vous dorénavant d’associer, à titred’expert, l’Union des villes et des communes de Wallonieaux comités fédéraux de négociation de la policeintégrée?2. Est-il prévu que les coûts pour les communesgénérés par la nouvelle «prime à la bonne santé»soient pris en compte dans le cadre de la réactualisationdu mécanisme de financement des zones depolice telle qu’elle est prévue pour 2008?3. Êtes-vous d’accord que les coûts pour lescommunes générés par la revalorisation des Calogs despolices locales soient pris en compte dans le cadre de laréactualisation du mécanisme de financement deszones de police telle qu’elle est prévue pour 2008?Réponse du vice-premier ministre et ministre del’Intérieur du 28 mai 2008, à la question n o 109 deM. Christian Brotcorne du 24 avril 2008 (Fr.):L’honorable membre trouvera ci-dessous réponse àses questions.Conformément au point 9 de l’accord gouvernemental,mes services finalisent à l’heure actuelle uneméthodologie concrète visant à intégrer le ComitéConsultatif des Bourgmestres dans le Comité de Négociationdes services de police. Ainsi, le local a voix auchapitre.Je ne vais pas m’avancer hic et nunc dans le processusde réactualisation du mécanisme de financement.Ceci dit et pour s’en tenir à ce qui existe déjà, même enl’absence de la réforme des polices, il y aurait aussi eudes revalorisations barémiques. Donc, il y a certainementmatière à nuancer, me semble-t-il.DO 2007200803065 DO 2007200803065Vraag nr. 110 van mevrouw Clotilde Nyssens van24 april 2008 (Fr.) aan de vice-eersteminister enminister van Binnenlandse Zaken:Rekruteringen voor het politiekorps.In sommige politiezones, meer bepaald in Brussel, ishet kader van de hoofdinspecteurs van politie (HINP)momenteel onderbezet.Question n o 110 de M me Clotilde Nyssens du 24 avril2008 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:Recrutement du corps de police.Des zones de police, à Bruxelles notamment, sontactuellement confrontées au problème de déficit ducadre d’inspecteur de police principal (INPP).KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 41932 - 6 - 2008Het probleem zou trouwens niet beperkt zijn totBrussel.1. Waarom kunnen er voor bepaalde politiezonesonvoldoende hoofdinspecteurs van politie gerekruteerdworden?2. In welke politiezones doet dat probleem zichvoor?3. Bent u van plan daar in de komende maandenwat aan te doen en zo ja, hoe?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken van 28 mei 2008, op de vraagnr. 110 van mevrouw Clotilde Nyssens van 24 april2008 (Fr.):Het geachte lid vindt hieronder het antwoord opzijn vragen.1. Het vastleggen van de jaarlijkse quota geschiedtop grond van een behoeftenanalyse van de politiediensten.Die gaan crescendo. Ik geef u hieronder decijfers van 2002 tot 2007:Par ailleurs, d’autres zones de police vivraient unesituation similaire.1. Pourriez-vous communiquer les raisons pourlesquelles les zones de police souffrent d’un manqued’effectifs dans le cadre du recrutement d’inspecteur depolice principal?2. Quelles sont les zones de police confrontées auxmêmes difficultés?3. Envisagez-vous d’y remédier dans les prochainsmois et si oui, de quelle manière?Réponse du vice-premier ministre et ministre del’Intérieur du 28 mai 2008, à la question n o 110 deM me Clotilde Nyssens du 24 avril 2008 (Fr.):L’honorable membre trouvera ci-dessous réponse àses questions.1. La fixation des quotas annuels se fait sur la basede d’une analyse des besoins des services de police. Ilsévoluent de manière crescendo. Je vous donne les chiffresde 2002 à 2007:— 2002: 158. — 2002: 158.— 2003: 159. — 2003: 159.— 2004: 208. — 2004: 208.— 2005: 228. — 2005: 228.— 2006: 349. — 2006: 349.— 2007: 390. — 2007: 390.Alle politiescholen meegerekend.Toutes écoles de police confondues.In 2007 werd 1 hoofdinspecteur voor 3 inspecteursgevormd, wat de vereiste kadernorm is.De HINP zijn in 2007 afgestudeerd aan volgendepolitiescholen:En 2007 on formait 1 inspecteur de police principalpour 3 inspecteurs, ce qui est le nombre requis.Les INPP issus en 2007 des écoles suivantes:— Luik: 42. — Liège: 42.— Henegouwen: 44. — Hainaut: 44.— Namen: 59. — Namur: 59.— Brussel: 67. — Bruxelles: 67.— Vlaams-Brabant: 26. — Brabant flamand: 26.— Oost-Vlaanderen: 51. — Flandre orientale: 51.— West-Vlaanderen: 25. — Flandre occidentale: 25.— Antwerpen: 44. — Anvers: 44.— Limburg: 32. — Limbourg: 32.wat duidelijk aantoont dat alle regio’s betrokken démontrent que toutes les régions s’y retrouvent.zijn.2 en 3. Zoals gezegd, 1 HINP voor 3 INP is dekadernorm. Nu kan het natuurlijk wel dat lokaal2 et 3. Comme je vous l’ai expliqué, 1 INPP pour3 INP, c’est la norme d’encadrement. Maintenant il seKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4194 QRVA 52 0202 - 6 - 2008tekorten zijn ontstaan. Ook werden sommige HINPbevorderd tot commissaris via bepaalde statutaireovergangsregelingen.Bij de functionele evaluatie dient bijgevolg rekeninggehouden te worden met dat overtal aan commissarissen.peut que localement se produise un déficit. En outre,certains INPP ont été nommés commissaires de policevia des dispositions statutaires transitoires.Il faut donc tenir compte lors de l’évaluation fonctionnellede ce surnombre en commissaires de police.DO 2007200803068 DO 2007200803068Vraag nr. 111 van de heer Michel Doomst van 24 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken:Identiteitskaarten. — Chip. — Vermelding van verkeerdgeslacht.Midden februari 2008 werden de stads- en gemeentebesturenop de hoogte gebracht dat er fouten warenvastgesteld bij de productie van de identiteitskaarten.Het ging om de chip van de identiteitskaarten, waaropeen verkeerd geslacht stond vermeld.Uit de gegevens blijkt dat het om meer dan11 000 kaarten gaat. Net geen 700 kaarten die reedsgeactiveerd werden, 10 514 gevallen waarvan depersoon zijn PIN/PUK reeds zou ontvangen hebben.De mensen in kwestie werden snel op de hoogtegebracht, zodat de schade waarschijnlijk beperkt bleef.Is de geschetste problematiek ondertussen opgelosten zijn foutieve kaarten aangepast?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken van 30 mei 2008, op de vraagnr. 111 van de heer Michel Doomst van 24 april 2008(N.):Ik heb de eer aan het geachte lid het volgendeantwoord te verschaffen op zijn vraag.Het probleem, dat werd opgemerkt door het geachtelid, werd vastgesteld op 14 februari 2008. De oorzaakvan het probleem was te wijten aan een programmatiefoutbij de firma Steria, softwareleverancier. De productiewerd opnieuw opgestart na correctie van defout.11 000 kaarten bevatten deze fout. 8 241 kaartenwaren nog niet verzonden naar de gemeenten.2 759 kaarten werden afgeleverd aan de gemeentenwaarvan 690 werden geactiveerd en aan de burgerwerden bezorgd.Elke burger die een foutieve kaart ontvangen heeft,werd individueel uitgenodigd deze kaart gratis te latenvervangen in de gemeente.Question n o 111 de M. Michel Doomst du 24 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:Cartes d’identité. — Puce. — Erreur relative au sexe.À la mi-février 2008, les administrations communalesont été informées d’erreurs commises lors de laproduction des cartes d’identité. La puce ne mentionnaitpas le sexe adéquat.Selon les données disponibles, il s’agit de plus de11 000 cartes : près de 700 cartes qui avaient déjà étéactivées et 10 514 cartes dont le code PIN/PUK auraitdéjà été envoyé aux propriétaires de la carte.Les personnes concernées ont été rapidement informéesde cette erreur, ce qui a sans doute permis delimiter les dommages.Dans l’intervalle, le problème évoqué a-t-il étérésolu et les cartes présentant des erreurs ont-elles étéadaptées?Réponse du vice-premier ministre et ministre del’Intérieur du 30 mai 2008, à la question n o 111 deM. Michel Doomst du 24 avril 2008 (N.):J’ai l’honneur de fournir à l’honorable membre laréponse suivante à sa question.Le problème, évoqué par l’honorable membre, a étéconstaté le 14 février 2008. Il s’agit d’une erreur deprogrammation auprès de la société Steria, fournisseurdu logiciel. La production a été relancée après rectificationde cette erreur.11 000 cartes comportaient cette erreur. 8 241 cartesn’avaient pas encore été envoyées aux communes.2 759 cartes avaient été livrées aux communes dont690 avaient été activées et remises au citoyen.Chaque citoyen ayant reçu une carte erronée a étépersonnellement invité à faire remplacer gratuitementcette carte dans sa commune.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 41952 - 6 - 2008Bij normale productietijd van 2 à 3 weken dient mende transporten van gemeenten naar fabrikant en omgekeerdtoe te voegen. De totale leveringstijd bedraagtdus 3 à 4 weken.Au délai normal de production de 2 à 3 semaines, ily a lieu d’ajouter les délais des transports entre lescommunes et le fabricant et inversement. Le délai totalde livraison est donc de 3 à 4 semaines.DO 2007200803071 DO 2007200803071Vraag nr. 112 van de heer George Joseph van 24 april2008 (Fr.) aan de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken:CGVS. — Staatlozen. — Attesten.Veel vreemdelingen die hun nationaliteit hebbenverloren, spannen een procedure aan voor een Belgischrechtscollege om, met toepassing van het Verdrag vanNew York betreffende de status van staatlozen, alsstaatloze te worden erkend.Wanneer de betrokkene effectief als staatloze wordterkend, krijgt hij van het Commissariaat-generaalvoor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS) eenattest waarvan de laatste woorden luiden: «Dit attestis geen verblijfsdocument».Krachtens artikel 27 van het Verdrag van New Yorkbetreffende de status van staatlozen moet aan devreemdelingen die als staatloze zijn erkend een identiteitsdocumentworden verstrekt.1. Vindt u dat het door het CGVS afgegeven attestals een identiteitsdocument kan worden beschouwd endat derhalve aan die wetsbepaling is voldaan?2. Het is in dat verband niet onbelangrijk erop tewijzen dat een vreemdeling die in Frankrijk en inLuxemburg als staatloze wordt erkend, blijkbaar eenverblijfsdocument krijgt.Kennelijk heeft de Belgische wetgever niet met allebepalingen van het Verdrag van New York betreffendede status van staatlozen rekening gehouden.Sommige als staatloze erkende personen met kinderendie al jarenlang in ons land verblijven, verkeren ineen erg moeilijke positie. Zou men hun met toepassingvan artikel 27 van het Verdrag niet onmiddellijk eenidentiteitskaart en een — op zijn minst tijdelijk — verblijfsdocumentmoeten verstrekken, zodat zij toegangkrijgen tot de arbeidsmarkt?3. Kan het door het CGVS afgegeven attest als eenidentiteitsdocument worden beschouwd?4. Zouden personen die door een Belgische rechtbankals staatloze werden erkend, niet automatischeen verblijfsdocument en een identiteitskaart moetenQuestion n o 112 de M. George Joseph du 24 avril 2008(Fr.) au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:CGRA. — Apatrides. — Attestations.Beaucoup d’étrangers, qui n’ont plus de nationalité,introduisent des procédures en vue de se voirreconnaître le statut d’apatrides par une juridictionbelge, et ce en application de la Convention de New-York relative aux apatrides.Lorsque la décision intervient et reconnaît effectivementl’apatride, le Commissariat Général aux Réfugiéset Apatrides (CGRA) délivre une attestation qui setermine par ces mots: «Cette attestation ne vaut pascomme titre de séjour».L’article 27 de la Convention de New-York relativeaux apatrides impose la délivrance d’un documentd’identité aux étrangers ayant été reconnus apatrides.1. Considérez-vous que l’attestation émise par leCGRA peut être considérée comme un documentd’identité et, dès lors, satisfaire à cette dispositionlégale?2. Il n’est pas sans intérêt de souligner à cet égardque, en France et au Luxembourg, semble-t-il,lorsqu’un étranger est reconnu apatride, un titre deséjour lui est octroyé.Il semble que la législation belge n’ait pas tiré toutesles conclusions de la Convention de New-York relativeaux droits des apatrides.Compte tenu de la situation parfois très délicate decertaines personnes se trouvant sur le territoire belgedepuis de nombreuses années et accompagnéesd’enfants, alors qu’elles se sont vu reconnaître le statutd’apatride, ne conviendrait-il pas, en application del’article 27 de la Convention, de prévoir la délivranceimmédiate d’une carte d’identité et d’un titre de séjour,à tout le moins temporaire, leur permettant ainsinotamment d’exercer une activité professionnelle?3. L’attestation délivrée par le CGRA peut-elle êtreconsidérée comme un document d’identité?4. Compte tenu de la durée de séjour d’un apatride,ne convient-il pas de prévoir automatiquement,lorsqu’un tribunal belge s’est prononcé sur son apatri-KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4196 QRVA 52 0202 - 6 - 2008krijgen, rekening houdend met de duur van hun verblijfin ons land?5. Zouden staatlozen niet tot de arbeidsmarktmoeten worden toegelaten?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken van 30 mei 2008, op de vraagnr. 112 van de heer George Joseph van 24 april 2008(Fr.):Het geachte lid vindt hieronder het antwoord opzijn vraag.De aangehaalde problematiek behoort tot de bevoegdheidvan de minister van Migratie- en asielbeleid.(Vraag nr. 47 van 2 juni 2008.)die, la délivrance tant d’un titre de séjour que d’unecarte d’identité?5. Pourriez-vous indiquer si l’on ne devrait pasaccepter, dans le chef de vos apatrides, l’exercice d’uneactivité professionnelle?Réponse du vice-premier ministre et ministre del’Intérieur du 30 mai 2008, à la question n o 112 deM. George Joseph du 24 avril 2008 (Fr.):L’honorable membre trouvera ci-après la réponse àsa question.La problématique évoquée relève de la compétencede la ministre de la Politique de migration et d’asile.(Question n o 47 du 2 juin 2008.)DO 2007200803077 DO 2007200803077Vraag nr. 113 van de heer Christian Brotcorne van25 april 2008 (Fr.) aan de vice-eersteminister enminister van Binnenlandse Zaken:Federale politie. — CGSU. — Gebruik van een blauwlicht.De federale politieambtenaren die bij de interventiedienstvan de Directie van de speciale eenheden(CGSU) van de federale politie werken, moeten zich,wanneer ze «bereikbaar en terugroepbaar» zijn,binnen het uur na de oproep bij hun eenheid kunnenvoegen. Om die professionele vereiste in acht tekunnen nemen, treffen die politieambtenaren,wanneer ze oproepbaar zijn, doorgaans de nodigevoorzieningen om binnen het uur hun eenheid in Brusselte kunnen bereiken. Ondanks al hun voorzorgenkunnen er zich echter altijd onvoorzienbare omstandighedenaandienen en kunnen ze, bijvoorbeeld, vastzittenin het verkeer.Vandaag mogen die personeelsleden geen gebruikmaken van een blauw licht wanneer ze teruggeroepenworden en zich met hun eigen voertuig naar huneenheid begeven.Het verkeersreglement bepaalt dat het uitvoeren vaneen dringende opdracht moet worden aangegevendoor het gelijktijdige gebruik van de blauwe knipperlichtenen het speciale geluidssignaal; of het al dan nietaangewezen is om alleen gebruik te maken van hetblauwe licht wordt aan de discretie van de politieagentovergelaten. Hoewel het gebruik ervan hem geen bijzondererechten verleent ten aanzien van de andereweggebruikers, komt het wel de zichtbaarheid van zijnQuestion n o 113 de M. Christian Brotcorne du 25 avril2008 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:Police fédérale. — CGSU. — Utilisation d’un feu bleu.Les policiers fédéraux, membres du ServiceIntervention des Unités spéciales de la police fédérale(CGSU), doivent, lorsqu’ils sont «contactables etrappelables», pouvoir regagner leur unité dans l’heuresuivant leur rappel. Afin de pouvoir se conformer àcette obligation professionnelle, ces policiers,lorsqu’ils sont dans cette situation de rappel possible,prennent généralement leurs dispositions pour êtreprêts à rejoindre, dans les soixante minutes, leur unitéstationnée à Bruxelles. En dépit de leurs précautions,les intéressés ne sont cependant pas à l’abri des impondérables,et notamment de ceux liés aux embarras dela circulation.À ce jour, ces policiers n’ont pas l’autorisationd’utiliser un feu bleu lorsqu’ils sont rappelés et qu’ilsrejoignent leur unité avec leur véhicule personnel.Le Code de la route prévoit qu’une mission urgentedoit être signalée par l’usage conjoint du feu bleu et dubitonal alors que l’opportunité d’utiliser le seul feubleu est laissée à la seule appréciation du policier.Cette utilisation ne lui confère aucun droit particuliersur les autres usagers de la route, mais lui permetd’augmenter la visibilité de son véhicule à l’égard desautres automobilistes qui lui laisseront ou lui faciliterontplus volontiers le passage que s’il le demandait auKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 41972 - 6 - 2008voertuig ten goede en zullen de andere bestuurdersmeer geneigd zijn om hem doorgang te verlenen ofhem de doorgang te vergemakkelijken dan wanneer hijdaarom zou verzoeken in een voertuig zonder enigesignaalinrichting.1. Om welke redenen werd er tot op heden niet aangedacht de leden van de interventiedienst van de Directievan de speciale eenheden van de federale politie detoelating te geven om, in de hierboven geschetste omstandigheden,gebruik te maken van een blauw licht?2. Bent u van plan die personeelsleden op kortetermijn zo een toelating te geven of, op zijn minst, uwdiensten te vragen na te gaan of zo een maatregelwenselijk is en welke mogelijkheden er zijn voor deleden van de interventiedienst van de Directie van despeciale eenheden van de federale politie om gebruik temaken van het blauwe licht wanneer ze zich met huneigen voertuig naar hun eenheid begeven nadat zewerden teruggeroepen?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken van 28 mei 2008, op de vraagnr. 113 van de heer Christian Brotcorne van 25 april2008 (Fr.):Het geachte lid vindt hieronder het antwoord opzijn vragen.Het gebruik van een zwaailicht bij terugroeping metpersoonlijk voertuig werd reeds onderzocht door dedirectie CGSU samen met de juridische dienst van defederale politie.Tot op vandaag werd deze optie echter niet geoperationaliseerd,rekening houdende met operationele,organisatiegebonden en financiële bezwaren.De gemeenschappelijke ervaring van het terugroepbaarpersoneel is, dat bij het gebruik van een zwaailichtenkel tijdswinst kan geboekt worden in geval vanverkeersopstoppingen op de hoofdtoegangen tot desteden.Het groot aantal personeelsleden die op kortetermijn hun eenheid binnen CGSU moeten vervoegenbij onverwachte gebeurtenissen, maakt het geven vaneen toelating tot gebruik van een blauw zwaailicht nieteenvoudig en bovendien niet goedkoop. Ook stijgt dekans op klachten van de burger en op misbruik doorde personeelsleden eventueel.Heel wat personeelsleden CGSU zijn terugroepbaarbinnen het uur.Statistisch gezien zijn die bij terugroeping tijdig inde eenheid.volant d’un véhicule sans aucune signalisation particulière.1. Pour quelles raisons l’autorisation d’utiliser unfeu bleu par les membres du Service Intervention desUnités spéciales de la police fédérale, dans le contextedécrit ci-avant, n’a pas, à ce jour, été envisagée?2. Envisagez-vous, à court terme, d’accorder cetteautorisation ou, à tout le moins, de faire examiner parvos services l’opportunité et les possibilités qui existentpour les membres du Service Intervention desUnités spéciales de la police fédérale d’utiliser le feubleu dans leur véhicule personnel lorsqu’ils sontrappelés auprès de leur unité?Réponse du vice-premier ministre et ministre del’Intérieur du 28 mai 2008, à la question n o 113 deM. Christian Brotcorne du 25 avril 2008 (Fr.):L’honorable membre trouvera ci-dessous réponse àses questions.L’utilisation de feux gyroscopiques a déjà été examinéeau sein de la direction CGSU de concert avec leservice juridique de la police fédérale.À ce jour, tenant compte de certains facteurs légaux,opérationnels ou organisationnels et financiers, cetteoption n’a pas été opérationnalisée.De l’expérience partagée par l’ensemble du personnelconfronté au problème du rappel, le réel gain del’utilisation du feu bleu se matérialiserait essentiellementen cas d’embouteillages aux accès principauxdes villes.Le grand nombre de personnel qui doit rejoindreleur unité dans CGSU lors de missions inopinées, rendl’autorisation d’employer un gyrophare bleu difficile àgérer et qui plus est, chère. On risque aussi des plaintesde civils et des abus éventuels des membres du personnel.Beaucoup de membres CGSU sont en permanencerappelables dans l’heure.Statistiquement, ils rejoignent, en cas de rappel,l’unité à temps.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4198 QRVA 52 0202 - 6 - 2008DO 2007200803078 DO 2007200803078Vraag nr. 114 van de heer Christian Brotcorne van25 april 2008 (Fr.) aan de vice-eersteminister enminister van Binnenlandse Zaken:Administratieve sancties. — Artikel 119bis, § 8 en§ 8bis van de nieuwe gemeentewet.Artikel 119bis, § 8, tweede lid, van de nieuwegemeentewet bepaalt het volgende:«Indien de inbreuk bestraft kan worden met eenadministratieve sanctie bedoeld in § 2, tweede lid, 1 o ofmet een straf bepaald door de artikelen 526, 537, 545,559, 1 o , 561, 1 o en 563, 2 o en 3 o van het Strafwetboek,beschikt de procureur des Konings over een termijnvan twee maanden, te rekenen van de dag van de ontvangstvan het origineel van het proces-verbaal, om deambtenaar in te lichten dat een opsporingsonderzoekof een gerechtelijk onderzoek werd opgestart, vervolgingwerd ingesteld, dan wel dat hij oordeelt hetdossier te moeten seponeren bij gebrek aan toereikendebezwaren. Deze mededeling doet de mogelijkheidvervallen voor de ambtenaar om een administratievegeldboete op te leggen.Vóór het verstrijken van deze termijn kan de ambtenaargeen administratieve geldboete opleggen. Na hetverstrijken ervan kunnen de feiten enkel nog administratiefrechtelijkworden bestraft. De ambtenaar kanevenwel een administratieve geldboete opleggen vooraleerdeze termijn is verstreken indien de procureurdes Konings heeft laten weten dat, zonder het materieelelement van de overtreding in twijfel te trekken,hij geen gevolg aan de feiten zal geven.».Artikel 119, § 8bis stelt daarenboven het volgende:«Indien buiten de gevallen van samenloop vermeldin § 7, een feit zowel een strafrechtelijke als een administratiefrechtelijkeinbreuk vormt, dient te wordengehandeld volgens de procedures die gelden voorinbreuken bedoeld in de artikelen van boek II, titel Xvan het Strafwetboek en de artikelen 526, 537 en 545van het Strafwetboek.».Uit deze twee bepalingen volgt dat het parket, watde voornoemde artikelen betreft, feitelijk twee maandende tijd heeft om stappen te doen.1. Is die termijn van twee maanden waarover hetparket beschikt om te reageren, ook van toepassingindien er in de gemeente waar zich de feiten hebbenvoorgedaan, niet bij politieverordening in een administratievesanctie werd voorzien voor de inbreukenbedoeld in de artikelen 526, 537, 545, 559, 1 o , 561, 1 oen 563, 2 o en 3 o van het Strafwetboek?2. Zo ja, vreest u niet dat de maatregel, die ertoestrekte het werk van de parketten te verlichten, geletQuestion n o 114 de M. Christian Brotcorne du 25 avril2008 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:Sanctions administratives. — Article 119bis, § 8 et§ 8bis de la nouvelle loi communale.L’article 119bis, § 8, alinéa 2, de la nouvelle loicommunale dispose que:«Si l’infraction est passible d’une sanction administrative,visée au § 2, alinéa 2, 1 o ou d’une peine prévuepar les articles 526,537, 545, 559, 1 o , 561, 1 o et 563, 2 oet 3 o du Code pénal, le procureur du Roi dispose d’undélai de deux mois, à compter du jour de la réceptionde l’original du procès-verbal, pour informer le fonctionnaire(sanctionnateur) qu’une information ou uneinstruction a été ouverte ou que des poursuites ont étéentamées ou qu’il estime devoir classer le dossier àdéfaut de charges suffisantes. Cette communicationéteint la possibilité pour le fonctionnaire d’imposerune amende administrative.Le fonctionnaire ne peut infliger l’amende administrativeavant l’échéance de ce délai. Passé celui-ci, lesfaits ne pourront être sanctionnés que de manièreadministrative. Le fonctionnaire peut, cependant, infligerune amende administrative avant l’échéance de cedélai si, avant l’expiration de celui-ci, le procureur duRoi, sans remettre en cause la matérialité del’infraction, a fait savoir qu’il ne réservera pas de suiteaux faits.».Par ailleurs l’article 119, § 8bis précise que:«Si, en dehors des cas de concours mentionnés au §7, un fait constitue à la fois une infraction pénale etune infraction administrative, les procédures prévuespour les infractions visées aux articles du Livre II, titreX du Code pénal et aux articles 526, 537 et 545 duCode pénal, sont d’application».Il résulte de ces deux dispositions que, pour les articlesénoncés, le Parquet dispose en fait de deux moispour réagir.1. Pourriez-vous communiquer si ce délai de deuxmois dont dispose le Parquet pour réagir, est égalementd’application s’il n’existe pas, dans la communeoù les faits se sont produits, une ordonnance de policeprévoyant une sanction administrative pour les infractionsvisées aux articles 526, 537, 545, 559, 1 o , 561, 1 oet 563, 2 o et 3 o du Code pénal?2. Si la réponse à la première question est positive,et vu l’encombrement de certains parquets, ne crai-KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 41992 - 6 - 2008op de hoge werklast van sommige parketten de straffeloosheidvan de daders uiteindelijk net in de handwerkt, en tot gevolg heeft dat het nu helemaal onmogelijkwordt de slachtoffers in de praktijk schadelooste stellen? De meeste slachtoffers verwacht doorgaansvan het parket dat het daders opspoort en laat berechten,alvorens zich zelf burgerlijke partij te stellen teneindeeen schadeloosstelling te verkrijgen.3. Zal u artikel 119bis, § 8 herformuleren en het uitdovendekarakter van de publieke strafvordering natwee maanden opheffen, waarbij de sanctionerendeambtenaar wel de mogelijkheid moet krijgen om zijntaak uit te voeren?4. Zal u, in het verlengde van vraag 3, de fout latenverbeteren in het begin van artikel 119, § 8 («Indien deinbreuk bestraft kan worden met een administratievesanctie [...] of met een straf bepaald door de artikelen,...»)?Zoals overigens ook in een aantal werken over derechtsleer benadrukt werd, zou de «of» in deze zinvolgens mij een «en» moeten zijn en ook als dusdaniggeïnterpreteerd worden. Beide voorwaarden zijnimmers cumulatief. Anders is de bepaling die in 2005werd ingevoegd, volstrekt contradictoir en zelfs niettoepasbaar.Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken van 28 mei 2008, op de vraagnr. 114 van de heer Christian Brotcorne van 25 april2008 (Fr.):Het geachte lid vindt hieronder het antwoord opzijn vraag.1. Artikel 119bis, § 1 en § 2, derde lid van deNieuwe gemeentewet bepaalt dat de gemeenteraad inzijn reglementen en verordeningen kan voorzien in eenadministratieve sanctie voor — onder meer — de artikelen526, 537, 545, 559, 1 o , 561, 1 o en 563, 2 o en3 o van het Strafwetboek. Het gaat hier derhalve omeen mogelijkheid en geen verplichting voor degemeente. Indien de gemeente geen toepassing wenst temaken van de administratieve sanctioneringsmogelijkheid,kan de inbreuk nog steeds strafrechtelijkafgehandeld worden. In dat geval gelden de «gewone»strafrechtelijke verjaringstermijnen voor deze inbreukenen geldt de termijn van 2 maanden voorzien in artikel119bis van de nieuwe gemeentewet niet.2. Gelet op het antwoord op vraag 1, dient niet verderop deze vraag ingegaan te worden.3. Een wijziging van artikel 119bis, § 8, van denieuwe gemeentewet is niet aan de orde. De termijnvan 2 maanden werd juist ingevoerd om duidelijkheidte scheppen over de wijze waarop een inbreuk zalworden afgehandeld, hetzij strafrechtelijk mits devoorgeschreven formaliteiten na te leven binnen degnez-vous pas que la mesure qui visait à alléger lamission des parquets ne renforce en définitive tantl’impunité des auteurs que l’absence de possibilitéd’indemniser en pratique les victimes dont la plupartattendent généralement du Parquet qu’il découvre etfasse punir les auteurs, avant de se porter elles-mêmespartie civile pour être indemnisées?3. Envisagez-vous de revoir la formulation del’article 119bis, § 8 de manière à abroger le caractèreextinctif de l’action publique pénale après deux moistout en laissant à partir de ce délai la possibilité aufonctionnaire sanctionnateur d’exercer son rôle?4. Dans la foulée de la question 3, envisagez-vousfaire corriger l’erreur qui figure au début de l’article119, § 8 lorsqu’il dispose «si l’infraction est passibled’une sanction administrative ou d’une peine prévuepar les articles, ...»?Il me semble, en effet, comme l’ont d’ailleurs soulignéplusieurs ouvrages de doctrine, que ce «ou» auraitdû être un «et» et doit être interprété comme tel. Lesdeux conditions sont en effet cumulatives. Sans cela, ladisposition insérée en 2005 est totalement contradictoireet même inapplicable.Réponse du vice-premier ministre et ministre del’Intérieur du 28 mai 2008, à la question n o 114 deM. Christian Brotcorne du 25 avril 2008 (Fr.):L’honorable membre voudra trouver ci-aprèsréponse à sa question.1. L’article 119bis, § 1 er et § 2, alinéa 3 de laNouvelle Loi communale stipule que le Conseilcommunal peut, dans ses règlements et ordonnances,prévoir une sanction administrative notamment pourune infraction aux articles 526, 537, 545, 559, 1 o , 561,1 o et 563, 2 o en 3 o du Code pénal. Il s’agit ici d’unepossibilité et non d’une obligation pour la commune.Si la commune ne souhaite pas recourir au dispositifde sanction administrative, l’infraction pourratoujours être réprimée d’un point de vue pénal. Dansce cas, les délais de prescription pénaux «ordinaires»sont d’application et le délai de deux mois prévu àl’article 119bis de la nouvelle loi communale ne l’estpas.2. Vu la réponse à la question 1, la deuxième questiondevient sans objet.3. Une modification de l’article 119bis, § 8, de lanouvelle loi communale n’est pas à l’ordre du jour. Ledélai de deux mois a précisément été introduit pourclarifier la manière dont une infraction sera traitée,que ce soit d’un point de vue pénal à condition derespecter les formalités prescrites dans un délai deKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4200 QRVA 52 0202 - 6 - 20082 maanden, hetzij administratiefrechtelijk. Indien zouingegaan worden op uw vraag, zou het adagium «nonbis in idem» kunnen overtreden worden aangezien demogelijkheid onbeperkt zou blijven bestaan om eeninbreuk zowel administratief als strafrechtelijk af tehandelen.4. De wetgever heeft destijds geopteerd voor hetwoord «of» vanuit de overweging dat moet vermedenworden dat twee sancties kunnen opgelegd wordenvoor eenzelfde inbreuk. De huidige formulering heefttot op heden bij mijn weten nog geen aanleiding gegeventot problemen zodat een wijziging zich vooralsnogniet opdringt.deux mois, ou d’un point de vue administratif. S’ilfallait donner suite à votre question, l’adage «non bisin idem» serait enfreint étant donné qu’il y aurait unepossibilité infinie de réprimer une infraction tant d’unpoint de vue administratif que pénal.4. Le législateur a opté en son temps pour lemot’ou’en partant du principe qu’il fallait éviter quedeux sanctions puissent être infligées pour une mêmeinfraction. La formulation actuelle n’a pas posé problèmeà ma connaissance de sorte qu’une modificationne s’impose pas pour l’heure.DO 2007200803091 DO 2007200803091Vraag nr. 116 van de heer Jean-Luc Crucke van25 april 2008 (Fr.) aan de vice-eersteminister enminister van Binnenlandse Zaken:Statuut van grensarbeider.Steeds meer Belgen beroepen zich op de Belgisch-Franse Overeenkomst van 10 maart 1964 tot het vermijdenvan dubbele belasting om het statuut vangrensarbeider te verkrijgen, en kiezen domicilie inFrankrijk of verwerven de Franse nationaliteit.1. Graag vernam ik hoeveel Belgen in de afgelopenvijf jaar (indien mogelijk de afgelopen tien jaar) deFranse nationaliteit verworven hebben en/of domiciliegekozen hebben in Frankrijk en zo het statuut vangrensarbeider verkregen hebben op grond van de bovenvermeldeFrans-Belgische overeenkomst.2. Welke voorwaarden dient een Belg te vervullenom zich in Frankrijk te mogen domiciliëren en dehoedanigheid van grensarbeider te verkrijgen?3. Hoe kan de overheid nagaan of een Belg zichdaadwerkelijk in Frankrijk heeft gevestigd?4. Door wie en hoe vaak wordt die controle verricht?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken van 30 mei 2008, op de vraagnr. 116 van de heer Jean-Luc Crucke van 25 april 2008(Fr.):Het geachte lid vindt hieronder het antwoord opzijn vraag.1. Ik breng het geachte lid op de hoogte van devolgende statistieken die werden getrokken uit hetRijksregister van de natuurlijke personen, tussen1 januari 1997 en 31 december 2007:— aantal Belgen die de Franse nationaliteit hebbenaangenomen: 1 059;Question n o 116 de M. Jean-Luc Crucke du 25 avril2008 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:Statut transfrontalier.Profitant de la convention belgo-française deprévention contre la double imposition du 10 mars1964, de plus en plus de Belges, afin d’obtenir le statutde transfrontalier, se domicilient en France ou acquièrentla nationalité française.1. Pouvez-vous préciser, sur les cinq dernièresannées (si possible, les dix dernières années), le nombrede Belges qui ont acquis la nationalité française et/ou qui se sont domiciliés en France et ont ainsi obtenule statut de frontalier au regard de la susdite conventionfranco-belge?2. Quelles conditions faut-il remplir pour qu’unBelge soit domicilé en France et obtienne la qualité detransfrontalier?3. Comment les autorités peuvent-elles vérifier laréalité de l’établissement d’un Belge en France?4. Qui effectue ce contrôle et à quelle fréquence?Réponse du vice-premier ministre et ministre del’Intérieur du 30 mai 2008, à la question n o 116 deM. Jean-Luc Crucke du 25 avril 2008 (Fr.):L’honorable membre trouvera ci-après la réponse àsa question.1. Je porte à la connaissance de l’honorable membreles statistiques suivantes tirées du Registre nationaldes personnes physiques, entre le 1 er janvier 1997 et le31 décembre 2007:— nombre de Belges qui ont acquis la nationalitéfrançaise: 1 059;KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 42012 - 6 - 2008— aantal Belgen die België hebben verlaten voorFrankrijk: 33 960;— aantal Belgen die de Franse nationaliteit hebbenaangenomen en België hebben verlaten voorFrankrijk: 141.2. De voorwaarden die een Belg moet vervullen omin Frankrijk gedomicilieerd te zijn vloeien voort uit debevoegdheden van de Franse overheden. Hij mag ookzijn effectieve hoofdverblijfplaats niet behoudenhebben in België.Wat het statuut van grensarbeider betreft, dient erverwezen te worden naar de overeenkomst tussenBelgië en Frankrijk tot voorkoming van dubbele belastingen tot regeling van wederzijdse administratieve enjuridische bijstand inzake inkomstenbelastingen. Dezematerie maakt deel uit van de bevoegdheid van mijncollega de minister van Financiën aan wie de vraaggesteld moet worden. (Vraag nr. 208 van 2 juni 2008.)Wat de Belgische wetgeving over huisvesting betreft,bepaalt artikel 1 van de wet van 19 juli 1991 betreffendede bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, devreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten, datde Belgen en de vreemdelingen ingeschreven worden inde bevolkingsregisters van de gemeente waar zij hunhoofdverblijfplaats gevestigd hebben.Indien zij hun hoofdverblijfplaats verplaatsen naarhet buitenland, moeten zij hiervan aangifte doen in degemeente waarin zij ingeschreven zijn, ten laatste dedag voor hun vertrek. De gemeente gaat over tot hunafvoering op de dag van hun aangifte, overeenkomstigartikel 12 van het koninklijk besluit van 16 juli 1992betreffende de bevolkingsregisters en het vreemdelingenregister.Artikel 91 van de algemene onderrichtingen betreffendehet houden van de bevolkingsregisters van7 oktober 1992 (gecoördineerde versie van 27 april2007) preciseert dat in het mate van het mogelijke hetnieuwe adres in het buitenland als toelichting wordtopgenomen in de registers. Aan de persoon die aangiftedoet van zijn vertrek naar het buitenland, dienthet bewijs van afvoering model 8 overhandigd teworden.De persoon die zijn vertrek naar het buitenland nietaangegeven heeft en van ambtswege afgevoerd is, kantoch een bewijs van afvoering model 8 krijgen, voorzover hij zijn hoofdverblijfplaats in het buitenlandvestigt (attest van de lokale politie of van een Belgischconsulaat waarbij de hoofdverblijfplaats in het buitenlandgevestigd wordt). Op dat bewijs wordt de datumvan de afvoering van ambtswege vermeld.De persoon die zijn vertrek naar het buitenland nietof laattijdig aangegeven heeft en nog altijd ingeschrevenis in de registers, kan een bewijs van afvoering— nombre de Belges qui ont quitté la Belgique pour laFrance: 33 960;— nombre de Belges qui ont acquis la nationalitéfrançaise et qui ont quitté la Belgique pour laFrance: 141.2. Les conditions qu’un Belge doit remplir pour êtredomicilié en France relèvent des compétences des autoritésfrançaises. Il faut aussi qu’il n’ait pas conservé sarésidence principale effective en Belgique.Concernant le statut de travailleur frontalier, il y alieu de se reporter à la convention entre la France et laBelgique tendant à éviter les doubles impositions et àétablir les règles d’assistance administrative et juridiqueen matière d’impôts sur les revenus. Cette matièrerelève de la compétence de mon collègue le ministredes Finances à qui la question doit être posée. (Questionn o 208 du 2 juin 2008.)En ce qui concerne la législation belge en matière dedomiciliation, l’article 1 er de la loi du 19 juillet 1991relative aux registres de la population et aux cartesd’identité dispose que les Belges et les étrangers sontinscrits dans les registres de la population de lacommune où ils ont établi leur résidence principale.S’ils transfèrent leur résidence principale àl’étranger, ils doivent en faire la déclaration à lacommune où ils sont inscrits, au plus tard la veille deleur départ. La commune procède à leur radiation à ladate de leur déclaration conformément à l’article 12 del’arrêté royal du 16 juillet 1992 relatif aux registres dela population et au registre des étrangers.Le point 91 des Instructions générales relatives à latenue des registres de la population du 7 octobre 1992(version coordonnée au 27 avril 2007) précise que dansla mesure du possible, la nouvelle adresse à l’étrangerest reprise en commentaire aux registres. Il y a lieu deremettre à la personne déclarant son départ pourl’étranger le certificat de radiation modèle 8.La personne qui n’a pas signalé son départ pourl’étranger et a fait l’objet d’une radiation d’office,pourra néanmoins obtenir un certificat de radiationmodèle 8 pour autant qu’elle établisse sa résidenceprincipale à l’étranger (attestation de la police localeou d’un consulat belge établissant la résidence principaleà l’étranger). Ledit certificat reprend la date de laradiation d’office.La personne qui n’a pas déclaré ou a déclaré tardivementson départ à l’étranger et se trouve toujoursinscrite aux registres peut obtenir un certificat deKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4202 QRVA 52 0202 - 6 - 2008model 8 krijgen dat de datum draagt waarop hij bij debetrokken gemeente aangifte doet van de vestiging vanzijn hoofdverblijfplaats in het buitenland (attest van depolitie of van een Belgisch consulaat waarbij de hoofdverblijfplaatsin het buitenland gevestigd wordt). Deafvoering naar het buitenland gebeurt op die datum.De Belgische onderdanen kunnen vragen om zich telaten immatriculeren bij de diplomatieke post waarvanhun verblijf in het buitenland afhangt. Het Consulaatof de Ambassade gaat over tot inschrijving opbasis van het bewijs (bewijs van afvoering model 8)dat de burger niet meer in een Belgische gemeente isingeschreven. De inschrijving in de consulaire registersis facultatief.3. Het nagaan van de vestiging van een Belg inFrankrijk behoort in de eerste plaats tot de bevoegdheidvan de Franse overheden.Wat de Belgische wetgeving betreft en krachtens deartikelen 7 tot 9 van het koninklijk besluit van 16 juli1992 betreffende de bevolkingsregisters en het vreemdelingenregister,is het aan de lokale overheden om dereële verblijfplaats te onderzoeken van een persoon diezijn hoofdverblijfplaats in een gemeente van het Rijkvestigt of die in België van woonplaats verandert. Depolitiediensten dienen de gemeenten te verwittigen vanpersonen die er verblijven zonder inschrijving (artikel14 van voormeld koninklijk besluit van 16 juli1992).Het gemeentebestuur spoort de personen op die hunhoofdverblijfplaats in een andere gemeente van hetRijk of in het buitenland hebben gevestigd. Als hetonmogelijk blijkt de nieuwe hoofdverblijfplaats op tesporen gelast het college van burgemeester en schepenende afvoering van ambtswege uit de registers opbasis van een verslag van het onderzoek van de ambtenaarvan de burgerlijke stand, waarin hij vaststelt dathet onmogelijk is om de nieuwe hoofdverblijfplaats tebepalen.Als bij het onderzoek blijkt dat de betrokkenpersoon zich in het buitenland gevestigd heeft voert hetcollege van burgemeester en schepenen hem vanambtswege af van het bevolkingsregister, tenzij hijzich bevindt in één van de gevallen van tijdelijke afwezigheidbedoeld in artikel 18, eerste lid.Het gemeentebestuur spoort ook personen op diehun hoofdverblijfplaats gevestigd hebben in degemeente zonder ingeschreven te zijn in de registers.Als deze personen nooit ingeschreven waren in eengemeente van het Rijk, gelast het college van burgemeesteren schepenen hun inschrijving van ambtswegeop de datum waarop hun aanwezigheid vastgesteldwerd op basis van een verslag van de ambtenaar vande burgerlijke stand.radiation modèle 8 reprenant la date à laquelle ellesignale à la commune concernée la fixation de sa résidenceprincipale à l’étranger (attestation de la policelocale ou d’un consulat belge établissant la résidenceprincipale à l’étranger). Il est procédé à la radiationpour l’étranger à cette date.Les ressortissants belges peuvent demander leurimmatriculation auprès du poste diplomatique dontrelève leur résidence à l’étranger. Le Consulat oul’Ambassade procède à l’inscription sur la base de lapreuve (certificat de radiation modèle 8) que le citoyenn’est plus inscrit dans une commune belge.L’inscription dans les registres consulaires est facultative.3. La vérification de l’établissement d’un Belge enFrance est en premier lieu du ressort des autorités françaises.En ce qui concerne la législation belge et en vertudes articles 7 à 9 de l’arrêté royal du 16 juillet 1992relatif aux registres de la population et au registre desétrangers, il appartient aux administrations communalesde vérifier la réalité de la résidence d’une personnefixant sa résidence principale dans une commune duRoyaume ou changeant de résidence en Belgique. Lesservices de polices doivent signaler aux communes lespersonnes qui résident sans inscription (article 14 del’arrête royal du 16 juillet 1992 précité).L’administration communale recherche les personnesqui ont établi leur résidence principale dans uneautre commune du Royaume ou à l’étranger. S’ils’avère impossible de retrouver la nouvelle résidenceprincipale, le collège des bourgmestre et échevinsordonne la radiation d’office des registres sur la based’un rapport d’enquête présenté par l’officier de l’étatcivil, constatant l’impossibilité de déterminer la résidenceprincipale.S’il est constaté à l’occasion de l’enquête que lapersonne concernée s’est établie à l’étranger, le collègedes bourgmestre et échevins procède à la radiationd’office à moins que cette personne ne se trouve dansun des cas d’absence temporaire visés à l’article 18, alinéa1 er .L’administration communale recherche égalementles personnes qui ont établi leur résidence principaledans la commune sans être inscrites aux registres. Sices personnes n’ont jamais été inscrites dans unecommune du Royaume, le collège des bourgmestre etéchevins ordonne leur inscription d’office à la date àlaquelle leur présence dans la commune a été constatéesur la base de d’un rapport présenté par l’officier del’état civil.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 42032 - 6 - 2008Indien er betwisting bestaat omtrent de vaststellingof het hoofdverblijf in het buitenland of in België is, isde minister van Binnenlandse Zaken bevoegd (artikel6, § 2 van de wet van 26 juni 2002 inzake consulairebevolkingsregisters en identiteitskaarten), overeenkomstigartikel 8 van voormelde wet van 19 juli1991.4. Wat Frankrijk betreft, dient verwezen te wordennaar de Franse wetgeving die van kracht is.Wat de Belgische wetgeving betreft, bepalen de artikelen4 en 5 van het koninklijk besluit van 16 juli 1992betreffende de bevolkingsregisters en het vreemdelingenregisterdat het houden van de bevolkingsregisterstot de bevoegdheid behoort van het college van burgemeesteren schepenen en dat deze registers voortdurendworden bijgehouden.De controle op de voorwaarden van strikte toepassingvan de grensregeling wordt in principe verzekerddoor de taxatiediensten. Deze problematiek behoorttot de bevoegdheid van mijn collega de minister vanFinanciën, aan wie de vraag gesteld moet worden.En cas de contestation sur la question de savoir si larésidence principale est à l’étranger ou en Belgique, leministre de l’Intérieur est compétent (article 6, § 2 de laloi du 26 juin 2002 relative aux registres consulaires dela population et aux cartes d’identité), conformémentà l’article 8 de la loi du 19 juillet 1991 précitée.4. En ce qui concerne la France, il y a lieu de vousreporter à la législation française en vigueur.En ce qui concerne la législation belge, les articles 4et 5 de l’arrêté royal du 16 juillet 1992 relatif aux registresde la population et au registre des étrangers stipulentque la tenue des registres de la population est duressort du collège des bourgmestre et échevins et queces registres sont constamment tenus à jour.Le contrôle sur les conditions d’application strictedu régime frontalier est en principe assuré par lesservices de taxation. Cette problématique relève de lacompétence de mon collègue le ministre des Finances àqui la question doit être posée.DO 2007200803093 DO 2007200803093Vraag nr. 117 van de heer Francis Van den Eynde van25 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Binnenlandse Zaken:Spoorwegpolitie. — Handboeien en pepperspray.De mensen van de spoorwegpolitie mogen naar verluidthun handboein en pepperspray niet meenemenwanneer ze na de dienst naar huis keren.Het zou echter zo zijn dat indien zij hiervoor van detrein gebruik maken, toch tussenbeide dienen tekomen wanneer er zich een incident van ordeverstoringvoordoet.Het feit dat zij op dat ogenblik niet over hun uitrustingbeschikken, maakt een en ander uiteraard moeilijkeren zelfs gevaarlijker.Kan hier geen mouw aan gepast worden?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken van 28 mei 2008, op de vraagnr. 117 van de heer Francis Van den Eynde van25 april 2008 (N.):Het geachte lid vindt hieronder het antwoord opzijn vraag.Het koninklijk besluit van 3 juni 2007 en de omzendbriefGPI 62 van 14 december 2008 geven de regelsQuestion n o 117 de M. Francis Van den Eynde du25 avril 2008 (N.) au vice-premier ministre etministre de l’Intérieur:Police des chemins de fer. — Menottes et sprays aupoivre.Apparemment, lorsqu’ils retournent chez eux aprèsleur service, les membres du personnel de la police deschemins de fer ne sont pas autorisés à emporter leursmenottes ni leur spray au poivre.Or, s’ils utilisent le train pour rentrer à la maison,ils ont le devoir d’intervenir s’ils sont témoins d’unincident constituant une atteinte à l’ordre public.Dans pareil cas, le fait de ne pas disposer de leuréquipement rend leur intervention plus difficile etmême plus dangereuse.Ne pourrait-on pas remédier à ce problème?Réponse du vice-premier ministre et ministre del’Intérieur du 28 mai 2008, à la question n o 117 deM. Francis Van den Eynde du 25 avril 2008 (N.):L’honorable membre trouvera ci-dessous réponse àses questions.L’arrêté royal du 3 juin 2007 et la circulaire GPI 62du 14 février 2008 précisent les règles pour le port, leKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4204 QRVA 52 0202 - 6 - 2008over de dracht, het transport en het bewaren van deindividuele bewapening van het politiepersoneel buitende dienst. Hierin wordt duidelijk bepaald dat hetmeenemen van de individuele bewapening naar huisde uitzondering moet blijven. Een uitzondering kantoegestaan worden voor het woon-werkverkeer inspecifieke omstandigheden. Welnu, recentelijk werdeen nota opgesteld die het personeel van de Spoorwegpolitietoestaat, zelfs in burgerkledij, de pepperspraymee te nemen naar huis voor het woon-werkverkeermits het personeelslid de trein regelmatig gebruiktvoor het traject en na expliciete aanvraag aan en goedkeuringdoor de hiërarchie.transport et la garde de l’armement individuel dupersonnel de police en dehors des heures de service. Ilest clairement prévu qu’emporter l’armement individuelà son domicile doit rester l’exception. Une exceptionest accordée pour le trajet lieu de travail — domiciledans des circonstances spécifiques. Ainsi, une notea été rédigée récemment autorisant le personnel de lapolice des chemins de fer à emporter, même en tenuecivile, leur pepperspray pour le trajet lieu de travail —domicile pour autant que le membre du personnelfasse régulièrement usage du train pour ses déplacementset qu’il en fasse la demande à son hiérarchie etque celle-ci soit approuvée.DO 2007200803115 DO 2007200803115Vraag nr. 119 van de heer Bruno Stevenheydens van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Binnenlandse Zaken:Tekort aan politiehonden.De federale politie zou een tekort hebben aan politiehonden,zowel aan speur- als drugshonden.De politie zou volgens recente cijfers over slechts 8drugshonden beschikken, terwijl dit er minstens 18zouden moeten zijn. Men beschikt maar over 11 speurhonden,in plaats van de gewenste 16 tot 20 honden.Question n o 119 de M. Bruno Stevenheydens du28 avril 2008 (N.) au vice-premier ministre etministre de l’Intérieur:Pénurie de chiens policiers.La police fédérale manquerait de chiens policiers etcette pénurie concernerait tant les chiens pisteurs queles chiens anti-drogue.D’après des chiffres récents, la police ne posséderaitque 8 chiens anti-drogue alors qu’il lui en faudrait aumoins 18. De même, elle ne dispose que de 11 chienspisteurs au lieu des 16 à 20 souhaités.1. Is deze informatie correct? 1. Ces informations sont-elles exactes?2. In welke mate heeft dit invloed op de opdrachtendie drugs- en speurhonden dienen te verrichten?3. In welke mate werden bepaalde opdrachtenofwel uitgesteld ofwel geannuleerd?4. Voorziet u in de nodige ondersteuning omvoldoende honden op te leiden tot politiehonden?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken van 28 mei 2008, op de vraagnr. 119 van de heer Bruno Stevenheydens van 28 april2008 (N.):Het geachte lid vindt hieronder het antwoord opzijn vragen.Ik verwijs naar mijn antwoord op de parlementairevraag nr. 43 van 22 oktober 2007 van de heer BertSchoofs, waarin de door u geciteerde cijfers wordentoegelicht. (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2007-2008, nr. 4.)Gelieve hierna de geactualiseerde cijfers te willenvinden.De federale politie comptabiliseert momenteel:2. Dans quelle mesure cette pénurie a-t-elle uneincidence sur les missions qui doivent être effectuées àl’aide de chiens pisteurs et de chiens anti-drogue?3. Dans quelle mesure certaines missions ont-ellesété reportées ou annulées?4. Dégagerez-vous les moyens nécessaires pourformer suffisamment de chiens policiers?Réponse du vice-premier ministre et ministre del’Intérieur du 28 mai 2008, à la question n o 119 deM. Bruno Stevenheydens du 28 avril 2008 (N.):L’honorable membre trouvera ci-dessous réponse àses questions.Je réfère à ma réponse à la question parlementairen o 43 du 22 octobre 2007 de M. Bert Schoofs, danslaquelle les chiffres que vous citez sont commentés.(Questions et Réponses, Chambre, 2007-2008, n o 4.)Veuillez trouver ci-après les chiffres actualisés.La police fédérale comptabilise actuellement:KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 42052 - 6 - 2008— 14 actieve drugsteams waarvan 11 operationeel en3 in opleiding;— 14 teams drogues actifs dont 11 opérationnels et 3en formation;— 2 passieve drugsteams; — 2 teams drogues passifs;— 13 speurhondteams waarvan 11 operationeel en 2in opleiding;— 3 speurhondteams «detectie brandhaarden» waarvan2 operationeel en 1 in opleiding;— 2 speurhondteams «detectie menselijke resten»,elk samengesteld uit één hondengeleider en tweehonden;— 4 speurhondteams «detectie explosieven» met intotaal 7 honden;De problematiek van de teams «drugshonden» en«speurhonden» is te wijten aan het feit dat de«personeelsformatie» niet meer aangepast is aan deactuele behoeften, die sterk gestegen zijn sinds de politiehervorming.Wat betreft uw vraag of er al bepaalde opdrachtendienden uitgesteld of geannuleerd, kan ik u meedelendat de hondengeleiders die niet met permanentje zijnop vrijwillige basis worden ingezet voor dringendeopdrachten in de omgeving van hun woonplaats. Opdie manier moeten er zeer weinig opdrachten uitgesteldof geannuleerd worden.De commissaris-generaal zou met een nieuwe personeelsformatievan de federale politie op de proppenkomen. Ik wacht zijn voorstellen af en zal die, netzoals hij wellicht, toetsen aan het nationaal veiligheidsplanen de beschikbare budgetaire middelen.— 13 teams pisteurs dont 11 opérationnels et 2 enformation;— 3 teams pisteurs «détecteurs de foyer d’incendie»dont 2 opérationnels et 1 en formation;— 2 teams pisteurs «détecteurs de restes humains»,composés chacun d’un maître chien et de deuxchiens;— 4 teams pisteurs «détecteurs d’explosifs» avec autotal 7 chiens;La problématique des teams «chiens drogues» et«chiens pisteurs» au sein du service d’appui canin dela police fédérale est due au fait que la «formation dupersonnel» n’est plus adaptée aux besoins actuels, quisont en nette augmentation depuis la réforme des polices.En ce qui concerne votre question si certainesmissions ont dû être remises ou supprimées, je peuxvous communiquer que les maîtres-chiens qui ne sontpas de pemanence sont engagés, sur la base de volontariat,pour des missions urgentes dans les environs deleur domicile. De cette façon, très peu de missionsdoivent être reportées ou annulées.J’attends les propositions du commissaire généralrelatives à la nouvelle’formation du personnel’de lapolice fédérale. Je les examinera, tout comme lui sansdoute, à la lumière du Plan National de Sécurité et desmoyens budgétaires disponibles.DO 2007200803178 DO 2007200803178Vraag nr. 122 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Binnenlandse Zaken:Politiecontroles. — Persoonlijke bezittingen vanmensen.Uit casuïstiek is gebleken dat tijdens een politiecontroleeen bejaarde bestuurder gevraagd wordt om zijnrijbewijs te tonen, maar dat hij omwille van gezwollenhanden ingevolge een ontsteking moeilijk in staat wasom zijn rijbewijs uit een zijvakje van zijn portefeuillete halen. Toen de bestuurder daarop uit eigen bewegingde controlerende politieagent aanbood om hetrijbewijs zelf uit diens portefeuille te halen, werd dattot driemaal toe geweigerd door de agent. Naar verluidtbestaat er voor controlerende politieagenten eenaanbeveling voorzichtig te zijn met persoonlijke bezittingenvan mensen. Dit zou echter in eerste instantieQuestion n o 122 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:Contrôles de police. — Effets personnels des personnescontrôlées.Un cas particulier retient l’attention dans ledomaine des contrôles de police. Lors d’un de cescontrôles, des agents de police ont demandé à unconducteur âgé de leur montrer son permis deconduire. Or celui-ci avait les mains gonflées en raisond’une infection et il n’a pas pu sortir son permis d’uncompartiment de son portefeuille. Et l’agent concernéa refusé par trois fois de le faire à sa place comme le luiproposait spontanément le conducteur. Il me revientqu’il est recommandé aux agents de police qui effectuentdes contrôles de faire preuve de prudence àl’égard des effets personnels des personnes qu’ilsKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4206 QRVA 52 0202 - 6 - 2008met veiligheidsmaatregelen te maken hebben. Evenwelrijst de vraag in hoeverre deze aanbeveling geldt voorrijbewijzen in portefeuilles.1. Mag (of moet) een controlerend politieagent hetaanbod van een bestuurder, die omwille van gezwollenhanden ingevolge een tijdelijke ontsteking of eenandere handicap zichzelf niet in staat acht het rijbewijsuit zijn portefeuille te halen, weigeren?contrôlent. Toutefois, cette recommandation deprudence serait essentiellement liée à des mesures desécurité. Quoi qu’il en soit, il est permis de se demandersi elle concerne les permis de conduire rangés dansles portefeuilles.1. Un agent de police effectuant un contrôle est-ilhabilité à (ou tenu de) refuser quand un conducteur luipropose de sortir à sa place son permis de conduire deson portefeuille parce que ses mains sont gonflées enraison d’une infection passagère ou d’une autre affectionl’handicapant?2. Zo ja, waarom? 2. Dans l’affirmative, pourquoi?3. Kan een bestuurder, die niet weigert om zijnrijbewijs te tonen, gesanctioneerd worden wanneerblijkt dat hij zijn rijbewijs niet uit zijn portefeuille kanhalen?4. Op welke manier hoort een politieagent dergelijkesituatie op te lossen?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken van 27 mei 2008, op de vraagnr. 122 van mevrouw Maggie De Block van 28 april2008 (N.):Het geachte lid vindt hieronder het antwoord opzijn vragen.1. Geen enkele wettelijke noch reglementaire tekst,geen richtlijn noch vormingshandboek bepalen uitdrukkelijkde houding die een politiebeambte moetaannemen in deze omstandigheden.2. Indien het volgen van de basis veiligheidsregelsessentieel is bij een politie-interventie, dienen zij aangepastte zijn aan het concrete geval en zeker niet buitenproporties staan. Redelijkerwijze kan men veronderstellendat een controle van het rijbewijs bij eenbejaard persoon, geen veiligheidsrisico inhoudt.3. Een doeltreffende en efficiënte politiecontrolehoudt daarenboven onvermijdelijk risico’s in. Zobijvoorbeeld bij de fouillering van een persoon en zijnbagage (artikel 28 WPA): dit kan enkel door met dehanden in de zakken van de kledingsstukken te gaanen in de bagage van de gecontroleerde persoon.4. Ook moet men oog hebben voor de bijstand doorpolitiebeambten aan hulpbehoevende personen, waaronderde bejaarden. Deze bijstand kan verschillendevormen aannemen zoals het uithalen van het rijbewijsuit de portefeuille, op vraag van de bejaarde bestuurder.5. Ten slotte zal de bestuurder in geen geval kunnenvervolgd worden omwille van het feit dat hij er niet inslaagde zijn rijbewijs uit zijn portefeuille te halen. Dewet op de politie van het wegverkeer van 16 maart3. Un conducteur qui ne refuse pas de montrer sonpermis de conduire à un agent de police mais s’avèreincapable de le sortir lui-même de son portefeuillepeut-il être sanctionné?4. Comment un agent de police doit-il parer à cetype de situation?Réponse du vice-premier ministre et ministre del’Intérieur du 27 mai 2008, à la question n o 122 deM me Maggie De Block du 28 avril 2008 (N.):L’honorable membre trouvera ci-après la réponse àses questions.1. Aucun texte légal ou réglementaire, aucunedirective ni aucun manuel de formation ne détermineexplicitement le comportement que le policier doitadopter dans cette circonstance.2. S’il est essentiel que des principes de sécurité debase soient respectés lors d’une intervention policière,il n’empêche que les mesures de sécurité prises doiventêtre adaptées au cas d’espèce et ne pas être disproportionnées.On peut raisonnablement considérer que lecontrôle du permis de conduire d’une personne âgée neprésente pas, a priori, de risque particulier.3. La mise en œuvre efficace et efficiente des contrôlesde police implique en outre inévitablement la prised’un minimum de risques. Il en est par exemple ainsidans l’hypothèse de la fouille d’une personne et de sesbagages (article 28 LFP): qui ne peut être réaliséequ’en introduisant ses mains dans les poches des vêtementset dans les bagages de la personne contrôlée.4. Il convient également de rappeler le rôled’assistance aux personnes vulnérables, dont lespersonnes âgées, qui incombe à tout policier. Cetteassistance peut prendre différentes formes, notammentle fait de retirer, à la demande du conducteur âgé, sonpermis de conduire de son portefeuille.5. Enfin, le conducteur ne pourra aucunement êtresanctionné du fait qu’il n’arrive pas à extraire de sonpermis de son portefeuille. La loi du 16 mars 1968 relativeà la police de la circulation routière (MoniteurKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 42072 - 6 - 20081968 (Belgisch Staatsblad van 27 maart 1968) steltstrafbaar hij die geen drager is van een rijbewijs of dieweigert zijn rijbewijs te vertonen (artikel 31). In ditgeval, is de bestuurder wel degelijk houder van eenrijbewijs en weigert hij niet dit te vertonen. Het feit dathij aan de politiebeambte voorstelt het uit zijn portefeuillete halen is trouwens een bewijs van goede wil.Gezond verstand is dus de boodschap.belge du 27 mars 1968) sanctionne le fait de ne pas êtreporteur de son permis de conduire ou le refus deprésenter celui-ci (article 31). Or, in casu, le conducteurest bien porteur de son permis et ne refuse pas dele présenter. Le fait qu’il propose au policier d’ôter luimêmele permis de conduire du portefeuille est enoutre une preuve de sa bonne volonté. Le bon sens estdonc de mise.DO 2007200803285 DO 2007200803285Vraag nr. 125 van de heer André Frédéric van 29 april2008 (Fr.) aan de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken:Vrije verkoop van blauwe zwaailichten.Op 22 juni 2007 maakten twee dieven gebruik vaneen blauw zwaailicht om door te gaan voor politieagentenin een anoniem voertuig. Recenter hebbendieven in de streek van Malmedy diezelfde list aangewendom bejaarden te bestelen. Hoe vreemd dit ookmag lijken, dit soort voorwerp is vrij verkrijgbaar inons land: voor slechts 15 euro koop je een zwaailichtop veilingwebsites zoals eBay.Hoewel het gebruik van dat toestel om zich voor tedoen als overheidsambtenaren een laakbare praktijkis, geloof ik dat men door de vrije verkoop van blauwezwaailichten toe te laten de kat in zekere zin bij demelk zet, en meen ik dat de verkoop bijgevolg verbodenzou moeten worden. Zou de verkoop van blauwezwaailichten niet verboden moeten worden?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken van 28 mei 2008, op de vraagnr. 125 van de heer André Frédéric van 29 april 2008(Fr.):Het geachte lid vindt hieronder het antwoord opzijn vragen.Het probleem betreffende het illegale gebruik vanprioritaire signalen heeft mijn aandacht getrokken,evenals de verwarring die kan bestaan tussen bepaaldeprivate voertuigen, ingeschreven als prioritaire voertuigen,zoals ziekenwagens, en politievoertuigen. Ikzal contact nemen met mijn collega, de staatssecretarisvan Mobiliteit, om een oplossing te vinden voor dezeproblematiek.Question n o 125 de M. André Frédéric du 29 avril2008 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:Vente libre de gyrophares bleus.Le 22 juin 2007, deux voleurs ont utilisé un gyropharebleu pour se faire passer pour des policiers envoiture banalisée. Plus récemment, des voleurs ontutilisé ce stratagème dans la région de Malmédy pourdétrousser des personnes âgées. Aussi surprenant quecela peut paraître, ce type d’objet est en vente libredans notre pays: pour 15 euros seulement, on peutacheter un gyrophare sur des sites internet de venteaux enchères comme eBay.Même si l’utilisation de ce type d’appareil pour sefaire passer pour des fonctionnaires publics estcondamnable, il me semble que la présence en ventelibre de gyrophares bleus est un incitant et devrait parconséquent être interdite. Ne conviendrait-il pasd’interdire la vente de gyrophares bleus?Réponse du vice-premier ministre et ministre del’Intérieur du 28 mai 2008, à la question n o 125 deM. André Frédéric du 29 avril 2008 (Fr.):L’honorable membre trouvera ci-dessous réponse àses questions.Le problème de l’utilisation illégale de signaux prioritairesattire mon attention, de même que la confusionqui peut exister entre certains véhicules anonymesprivés immatriculés comme ambulance et les véhiculesutilisés par les services de police. Je prendrai contactavec mon collègue le secrétaire d’État à la Mobilité demanière à trouver une solution à ces problèmes.DO 2007200803290 DO 2007200803290Vraag nr. 128 van de heer Claude Eerdekens van29 april 2008 (Fr.) aan de vice-eersteminister enminister van Binnenlandse Zaken:Federale politie. — Praktische gevolgen van de budgettairebeperkingen.Op 6 maart 2008 verschenen er in de pers onrustwekkendeberichten over de gevolgen van de budget-Question n o 128 de M. Claude Eerdekens du 29 avril2008 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:Police fédérale. — Conséquences sur le terrain desrestrictions budgétaires.La presse du 6 mars 2008 se faisait l’écho de faitsinquiétants quant aux conséquences des restrictionsKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4208 QRVA 52 0202 - 6 - 2008taire beperkingen bij de federale politie wat het wegverkeerbetreft.Sinds half februari 2008 zou de wegpolitie vanVlaams-Brabant, Waals-Brabant en Brussel tijdens deweekends immers geen snelheidscontroles meerhouden en geen gerechtelijke acties meer uitvoeren.Daarnaast zou bijna de volledige gerechtelijke afdeling(drugs, immigratie, ladingdiefstallen, enz.) van dewegpolitie van Luik op non-actief staan.Het Nationaal Syndicaat van het Politie- en Veiligheidspersoneel(NSPV) luidt de alarmbel en waarschuwtdat de politiemensen bij gebrek aan middelenniet langer in staat zijn om de veiligheid van de burgersop efficiënte wijze te verzekeren.Die onthullingen in de pers zijn des te verontrustender,omdat ze zouden kunnen gezien worden als eenaanmoediging voor misdadigers en delinquenten ominbreuken te plegen, want die worden toch nietbestraft, aangezien de politie zelf toegeeft dat ze nietlanger in staat is om de haar toevertrouwde taken naarbehoren uit te voeren.1. Zouden er, gelet op die op zijn zachtst gezegdverontrustende toestand, geen dringende budgettairemaatregelen moeten getroffen worden om het gelaaktegebrek aan middelen te ondervangen?2.a) De commissaris-generaal van de federale politieverklaarde onlangs dat het overdreven is te stellendat het tekort van 1 300 à 1 500 politiemensen deveiligheid van de bevolking in het gedrang brengt.Zijn uitspraken zoals deze correct?b) Zijn die uitlatingen niet in strijd met de dagelijksepraktijk?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken van 28 mei 2008, op de vraagnr. 128 van de heer Claude Eerdekens van 29 april2008 (Fr.):Het geachte lid vindt hieronder het antwoord opzijn vragen.1. Toen vorige maand de pers melding maakte vanbudgettaire beperkingen bij de diensten van de federalepolitie actief op de autowegen, waren de budgettairebesprekingen nog steeds lopende. Intussen zijndie besprekingen afgerond en weet de federale politieover welke middelen ze kan beschikken om de kostente dragen voor personeel, investeringen en werking.Wat het personeel betreft beschikt de politie nu overde noodzakelijke middelen om aan de rekruteringsbehoeftente voldoen. Dit jaar kunnen bijgevolg 1 350politiemensen worden gerekruteerd wat in ruime matetegemoet komt aan de wens van de commissaris generaalom het personeelsbestand van de lokale en defederale politie op niveau te houden. Wat de investe-budgétaires au sein de la police fédérale sur le terrainautoroutier.En effet, il semblerait que depuis la mi-février 2008,«la police de la route du Brabant flamand, du Brabantwallon et de Bruxelles ne flashe plus et ne mène plusaucune action judiciaire durant les week-end et quepratiquement l’ensemble de la section judiciaire(drogue, immigration, vols de cargaisons, etc.) de lapolice de la route de Liège a été mise au repos».Le Syndicat national des services de police et desécurité (SNPS) tire la sonnette d’alarme et met engarde face à l’incapacité des policiers à pouvoir encoreassurer efficacement la sécurité des citoyens faute demoyens nécessaires.Ces révélations par voie de presse sont d’autant plusinterpellantes qu’elles pourraient s’apparenter à unencouragement à l’égard des criminels et autres délinquantsà commettre des délits qui ne seront de toutefaçon pas sanctionnés, les forces de police admettantelles-mêmes n’être plus en mesure d’assurer pleinementles missions qui leur sont confiées.1. Face à cette situation pour le moins inquiétante,des mesures budgétaires urgentes ne devraient-elles pasêtre adoptées pour pallier le manque de moyens ainsimis en cause?2.a) En outre, est-il correct de déclarer, comme lefaisait récemment le commissaire général de lapolice fédérale, qu’il est exagéré de dire que lemanque de 1 300 à 1 500 policiers met en danger lasécurité de la population?b) De tels propos ne sont-ils pas en contradiction avecles réalités du terrain?Réponse du vice-premier ministre et ministre del’Intérieur du 28 mai 2008, à la question n o 128 deM. Claude Eerdekens du 29 avril 2008 (Fr.):L’honorable membre trouvera ci-après la réponse àses questions.1. Lorsque le mois dernier, la presse a fait état derestrictions budgétaires dans les services de la policefédérale opérant sur les autoroutes, les négociationsbudgétaires étaient encore toujours en cours. Depuis,ces négociations budgétaires ont été clôturées et lapolice fédérale a connaissance des moyens dont ellepeut disposer pour supporter les coûts en personnel,investissements et fonctionnement. En ce qui concernele personnel, la police dispose à l’heure actuelle desmoyens nécessaires pour satisfaire les besoins en recrutement.Il en résulte que, cette année, 1 350 policierspeuvent être recrutés, ce qui rencontre dans une largemesure le souhait du commissaire général de maintenirà niveau les effectifs des polices locale et fédérale. PourKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 42092 - 6 - 2008rings- en werkingsmiddelen betreft was er ook enigevoorzichtigheid geboden tijdens de begrotingsbesprekingen.Dat heeft onder meer aanleiding gegeven toteen strikte houding van de leiding van de wegpolitie,die wel de initiatiefruimte van de diensten heeftbeperkt, maar niet de noodzakelijke acties heeft afgebouwd.Nu de federale politie weet over welke middelenze kan beschikken voor werking en investeringen,kan ze de realisatie van de doelstellingen nastreven,zoals geformuleerd in het Nationaal Veiligheidsplan,zowel inzake de verkeerveiligheid als inzake de criminelefenomenen.2.a) De commissaris generaal heeft duidelijk gesteld datde personeelsformatie die op termijn wordt nagestreefdvoor de politie, een «ideale» toestandbeschrijft; wanneer die ideale toestand niet onmiddellijkgerealiseerd wordt en er een tekort van 3 à4% blijft bestaan ten overstaan van de «ideale»toestand, betekent dat niet dat de veiligheid van debevolking in gevaar wordt gebracht.b) De commissaris-generaal van de federale politiestelt ook vast dat de personeelssituatie op hetterrein niet «ideaal» is, maar weet nu dat hem demiddelen zijn toegekend om verder te streven naarde realisatie ervan op termijn.De reactie van het politiepersoneel op de autowegenhad te maken met de initiatiefbeperkingen die werdenopgelegd omwille van de onzekerheid die bestond overde beschikbare budgettaire werkingsmiddelen. Dieonzekerheid is ook weggenomen.ce qui a trait aux moyens en investissement et en fonctionnement,il fallait également faire preuve decirconspection pendant les négociations budgétaires.Cela a engendré, entre autres, une attitude stricte de lapart de la direction de la police de la route, qui a effectivementlimité la marge d’initiative des services, maisn’a pas mis terme aux actions nécessaires. Maintenantque la police fédérale connaît les moyens dont elle peutdisposer en matière de fonctionnement etd’investissements, elle peut poursuivre la réalisationdes objectifs tels que formulés dans le Plan National deSécurité, tant en ce qui concerne la sécurité routièreque les phénomènes criminels.2.a) Le commissaire général a clairement déclaré que larépartition du personnel que la police cherche àréaliser à terme traduit une situation «idéale»; quecette situation idéale ne soit pas réalisée immédiatementet qu’un déficit de 3 à 4% subsiste parrapport à la situation «idéale» ne signifie pas quela sécurité de la population est mise en péril.b) Le commissaire général de la police fédérale constateégalement que la situation du personnel sur leterrain n’est pas «idéale», mais sait maintenantque les moyens lui sont octroyés pour en poursuivrela réalisation à terme.La réaction du personnel policier des autoroutesétait en relation avec les restrictions d’initiatives imposéesen raison de l’incertitude qui existait à propos desmoyens budgétaires de fonctionnement disponibles.Cette incertitude est également dissipée.DO 2007200803379 DO 2007200803379Vraag nr. 134 van mevrouw Katrien Partyka van29 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Binnenlandse Zaken:Invoering elektronische identiteitsdocumenten voorkinderen van minder dan twaalf jaar.Met het koninklijk besluit van 18 oktober 2006werd een elektronisch identiteitsdocument ingevoerdvoor kinderen jonger dan twaalf jaar. Het betrof eenproefproject in de gemeenten Bornem, Houthalen-Helchteren, Luik, Koekelberg, Oostende en Ottignies-Louvain-la-Neuve. Volgens het koninklijk besluit kaneen ministerieel besluit het project uitbreiden naar allegemeenten.Question n o 134 de M me Katrien Partyka du 29 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:Documents d’identité électroniques pour les enfants demoins de douze ans.L’arrêté royal du 18 octobre 2006 prévoit l’introductiond’un document d’identité électronique pour lesenfants âgés de moins de douze ans. Un projet pilote aété mis en place dans les communes de Bornem,Houthalen-Helchteren, Liège, Kœkelberg, Ostende etOttignies-Louvain-la-Neuve. L’arrêté royal prévoitpar ailleurs la possibilité d’étendre ce projet àl’ensemble des communes par le biais d’un arrêtéministériel.1. Hoe wordt dit proefproject geëvalueerd? 1. Qu’en est-il de l’évaluation de ce projet pilote?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4210 QRVA 52 0202 - 6 - 20082. Wordt het elektronisch identiteitsdocumentinderdaad ingevoerd in de andere gemeenten, en zo ja,wanneer?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken van 30 mei 2008, op de vraagnr. 134 van mevrouw Katrien Partyka van 29 april2008 (N.):Het geachte lid vindt hieronder het antwoord ophaar vraag.Ik heb de eer om het volgende mee te delen aan hetgeachte lid.1. Het Kids-ID-project werd opgezet met het doelom een veiliger reisdocument te creëren dan het huidigedocument, namelijk het identiteitsbewijs voorkinderen jonger dan 12 jaar, dat een document inkarton is, wit van kleur, en dat wordt afgeleverd doorhet gemeentebestuur op aanvraag van de ouders of vaneen persoon die het ouderlijke gezag over het kind uitoefent.Rekening houdend met de stijging van het aantalreizen en de technologische evoluties (eveneens wat demogelijkheden betreft om papieren documenten te vervalsen);was het dus belangrijk om te kunnen beschikkenover een veiliger reisdocument; tegelijkertijd werdervoor gekozen om een toegevoegde waarde te gevenin vergelijking met het huidige document; zo staat opelk elektronisch identiteitsdocument een uniek telefoonnummer,dat identiek is op alle identiteitsdocumenten,waarnaar in geval van nood gebeld kanworden.De ouders die dit wensen kunnen aan dit nummereen lijst verbinden met telefoonnummers waarnaargebeld kan worden in geval van nood.Bovendien zou het invoeren van dit document, hetKids-ID, een middel moeten zijn om de «chat» voorkinderen te beveiligen.De proeffase die gehouden werd in 6 gemeenten(Bornem, Houthalen, Helchteren, Luik, Koekelberg,Oostende en Ottignies-Louvain-La-Neuve) heeft, optechnisch vlak, het mogelijk gemaakt om bepaaldeondervonden problemen op te lossen en om bepaaldeverbeteringen door te voeren waarvan de noodzaakwerd aangetoond door de proefgemeenten, inzonderheidop het vlak van de kwaliteit, van de processen envan de software.Deze proeffase bleek dus voordelig te zijn en haarverloop kan als positief beschouwd worden als werekening houden met de voordelen die het Kids-IDheeft als beveiligd reisdocument, zoals hiervoor werdvermeld, en met de huidige en toekomstige gebruiksmogelijkheden.Dit document is inderdaad ertoebestemd een multifunctioneel document te worden dat2. Le document d’identité électronique pour lesmoins de douze ans sera-t-il effectivement introduitégalement dans les autres communes? Dansl’affirmative, à quelle date?Réponse du vice-premier ministre et ministre del’Intérieur du 30 mai 2008, à la question n o 134 deM me Katrien Partyka du 29 avril 2008 (N.):L’honorable membre trouvera ci-après la réponse àsa question.J’ai l’honneur de communiquer ce qui suit à l’honorablemembre.1. Le projet Kids-ID a été mis sur pied dans le butde réaliser un document de voyage plus sécurisé que ledocument actuel à savoir, le certificat d’identité pourenfant de moins de 12 ans, qui est un documentcartonné de couleur blanche délivré par l’administrationcommunale à la demande des parents ou d’unepersonne ayant l’autorité parentale sur l’enfant.Compte tenu de l’augmentation des voyages et desévolutions technologiques (y compris en matière depossibilités de falsification de documents papier); ilétait donc important de produire un document devoyage plus sûr; par la même occasion le choix a été dedonner une valeur ajoutée par rapport au documentactuel; ainsi sur chaque document d’identité électroniqueest mentionné un numéro de téléphone unique,identique sur tous les documents d’identité, à formeren cas de nécessité.Les parents qui le souhaitent ont la possibilitéd’associer, à ce numéro, une liste de numéros d’appelstéléphoniques à contacter en cas de nécessité.Par ailleurs, l’introduction de ce document, la Kids-ID, devrait être un moyen de sécuriser le «chat» pourles enfants.La phase pilote menée dans 6 communes (Bornem,Houthalen, Helchteren, Liège, Koekelberg, Ostende etOttignies-Louvain-La-Neuve) a permis, sur le plantechnique, de résoudre certains problèmes rencontrèset d’apporter certaines améliorations dont la nécessitéa été mise en évidence par les communes pilotes,notamment, au niveau de la qualité, des processus, etdu logiciel.Cette phase pilote est donc apparue comme profitableet son déroulement peut être considéré commepositif compte tenu des avantages que la Kids-IDprésente en tant que document de voyage sécurisé,comme précisé ci-avant, et des potentialités d’utilisationsactuelles et à venir. Ce document a, en effet,vocation à devenir un document multifonctionnel quiKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 42112 - 6 - 2008zal meewerken aan de administratieve vereenvoudiging(het kan dienen als toegangskaart tot een bibliotheekof zwembad, als lidkaart van een sportclub,enzovoort).2. Na een proeffase waarvan de evaluatie als positiefbeschouwd kan worden, en gezien de troevenwaarover het beschikt, lijkt het mij nuttig om hetelektronische identiteitsdocument uit te breiden naaralle gemeenten van het Rijk.Deze algemene invoering zal voorgesteld wordentijdens een volgende Ministerraad zoals voorgeschrevenin het koninklijk besluit van 18 oktober 2006betreffende het elektronisch identiteitsdocument voorBelgische kinderen onder de twaalf jaar.Een ministerieel besluit zal de datum van deze algemeneinvoering vastleggen.participera à la simplification administrative (elle peutservir de carte d’accès à la bibliothèque ou à la piscine,de carte de membre d’un club de sport, etc.).2. Après une phase pilote dont l’évaluation peutêtre considérée comme positive, il me paraît, quecompte tenu des atouts qu’il présente, le documentd’identité électronique pour enfant peut utilement êtreétendu à toutes les communes du Royaume.Cette généralisation sera proposée lors d’unprochain Conseil des ministres comme prévu dansl’arrêté royal du 18 octobre 2006 concernant le documentd’identité électronique pour enfants belges demoins de douze ans.Un arrêté ministériel fixera la date de cette généralisation.DO 2007200803386 DO 2007200803386Vraag nr. 137 van mevrouw Leen Dierick van 29 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken:Online politieloket. — Evaluatie.De elektronische aangifte van kleine misdrijvenslaat niet aan. Vorig jaar werden voor alle 196 Belgischepolitiezones amper 1 523 elektronische aangiftesgedaan. Het overgrote deel betrof fietsdiefstallen envandalisme.1. Hoeveel elektronische aangiftes zijn er ingediendin de politiezones van Oost-Vlaanderen?2. Welke soort aangiften hebben frequent enminder frequent op elektronische wijze plaatsgevonden?Question n o 137 de M me Leen Dierick du 29 avril 2008(N.) au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:Guichet de police électronique. — Évaluation.La possibilité de signaler en ligne les délits mineursne rencontre pas le succès escompté. L’année dernière,à peine 1 523 déclarations électroniques ont été faitespour l’ensemble des 196 zones de police. La majoritédes déclarations concernaient les vols de bicyclettes etles faits de vandalisme.1. Combien de déclarations électroniques ont étéeffectuées dans les zones de police de Flandre orientale?2. Sur quoi portent le plus souvent ou alors plusrarement les déclarations électroniques?3. Wordt dit project nog wel degelijk gepromoot? 3. Ce projet fait-il encore l’objet d’une promotion?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken van 28 mei 2008, op de vraagnr. 137 van mevrouw Leen Dierick van 29 april 2008(N.):Het geachte lid vindt hieronder het antwoord ophaar vragen.Réponse du vice-premier ministre et ministre del’Intérieur du 28 mai 2008, à la question n o 137 deM me Leen Dierick du 29 avril 2008 (N.):L’honorable membre trouvera ci-dessous réponse àses questions.1. 1 juni 2007-17 maart 2008 1. 1 er juin 2007-17 mars 20085415 ZP Gent 4355416 ZP Lochristi/Moerbeke/Wachtebeke/Zelzate 35417 ZP Meetjesland Centrum(Eeklo) 25418 ZP Regio Rhode en Schelde(Merelbeke) 9KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4212 QRVA 52 0202 - 6 - 20085419 ZP Schelde-Leie (De Pinte) 35420 ZP Deinze-Zulte (Deinze) 45421 ZP Assenede/Evergem 55422 ZP Lowazone (Nevele) 25423 ZP Aalter/Knesselare 25424 ZP Maldegem 35425 ZP Vlaamse Ardennen (Oudenaarde) 15426 ZP Brakel (Brakel) 15427 ZP Ronse 15429 ZP Zottegem Herzele Stlhoutem (Herzele o 15430 ZP Beveren 85431 ZP Sint-Gillis-Waas / Stekene (Stekene) 105432 ZP Sint-Niklaas 215433 ZP Kruibeke/Temse 35434 ZP Lokeren 55435 ZP Hamme/Waasmunster 25437 ZP Buggenhout-Lebbeke (Lebbeke) 15438 ZP Wetteren Laarne Wichelen (Wetteren) 65439 ZP Denderleeuw/Haaltert 55440 ZP Aalst 255441 ZP Erpe-Mere/Lede 35442 ZP Ninove 55443 ZP Dendermonde 10Total. — Totaal 5762. 1 juni 2007-17 maart 2008 (op nationaal niveau) 2. 1 er juin 2007-17 mars 2008 (au niveau national)Vandalisme op privégoed (graffiti) ...... 62 Vandalisme sur un bien privé (graffiti) 62Winkeldiefstal ...................................... 76 Vol à l’étalage ..................................... 76Vandalisme privégoed (beschadiging) .. 753 Vandalisme bien privé (détérioration) .. 753Fietsdiefstal .......................................... 956 Vol de vélo .......................................... 956Totaal .................................................. 1 847 Total ................................................... 1 8473. Bij de initiële roll-out werden 250 000 brochures(drieluik) en 25 000 posters (A4-formaat) verspreidover alle lokale politiezones. Deze posters en brochureszijn momenteel beschikbaar in alle politiezones.Daarnaast zijn ook nog 15 000 balpannen met hetpolice-on-web logo aangekocht. Deze dienen nog verspreidte worden.De uitbreiding van «woningtoezicht», waarvan denationale rollout start begin juni 2008 zal gepaardgaan met een nieuwe promotie. In samenwerking metde Federale Overheidsdienst Preventie en Veiligheid,het Fedict en de Geïntegreerde Politie zal een aangepastcommunicatieplan uitgewerkt worden. Dit omvatnieuwe brochures, posters en nodige persvoorstellingen.Daarnaast blijven zowel medewerkers van politieen/of Fedict, bereikbaar voor verschillende doelgroependie een op-maat presentatie kunnen vragen. Ook3. Lors du roll-ou initial, 250 000 brochures (triptyques)ont été transmises vers toutes les zones de policelocales. Ces posters et brochures sont momentanémentdisponibles dans toutes les zones de police. De plus,15 000 stylos à bille portant le logo de police-on-webont été achetés. Ceux-ci doivent être encore distribués.L’élargissement vers «Surveillance habitation»,dont le rollout national démarre début juin 2008, seraassorti d’une nouvelle promotion. En collaborationavec le service public fédéral de prévention et sécurité,le Fedict et la police intégrée, un plan de communicationadapté sera développé. Ce dernier contiendra lesnouvelles brochures, les affiches et les présentations depresse nécessaires.En plus, aussi bien les collaborateurs de la policeque ceux de Fedict, restent disponibles pour différentsgroupes cibles qui peuvent demander une présentationKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 42132 - 6 - 2008zijn alle websites van de lokale politiezones en derespectievelijke portaalsites (van politie) voorzien vande nodige linken naar police-on-web.sur mesure. Aussi, tous les sites Web des zones depolice locales et les portails respectifs (de police) sontmunis des liens nécessaires vers police-on-web.DO 2007200803394 DO 2007200803394Vraag nr. 140 van de heer Mark Verhaegen van30 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Binnenlandse Zaken:Politiefunctionarissen. — Gratis medische verzorging.Het ministerieel besluit van 28 december 2001 totuitvoering van sommige bepalingen van het koninklijkbesluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositievan het personeel van de politiediensten, bepaaltin Titel X een medische bescherming voor politiefunctionarissen,met een recht op kosteloze gezondheidszorgentot en met het kosteloos voorzien van brillenmet correctieglazen.1. Wat is het uitgekeerde bedrag ter uitvoering vanartikel 10 van voornoemd ministerieel besluit van22 december 2001 voor de jaren 2005, 2006 en 2007,uitgesplitst naar federale politie, respectievelijk de 196lokale politiezones?2.a) Wordt deze financiële last op het conto van hetRIZIV gelegd of is er hiertoe een ander financieringssysteem?Question n o 140 de M. Mark Verhaegen du 30 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:Fonctionnaires de police. — Gratuité des soins desanté.L’arrêté ministériel du 28 décembre 2001 portantexécution de certaines dispositions de l’arrêté royal du30 mars 2001 portant la position juridique du personneldes services de police prévoit dans son Titre X uneprotection médicale au bénéfice des fonctionnaires depolice, assortie d’un droit à des soins de santé gratuits,y compris la fourniture gratuite de lunettes de correction.1. Quels montants ont été payés en application del’article 10 de l’arrêté ministériel susvisé du 22 décembre2001, pour les années 2005, 2006 et 2007? Pourriezvousrépartir ces montants entre la police fédérale etles 196 zones de police locale?2.a) La charge financière de cette mesure est-ellesupportée par l’INAMI ou un autre financementest-il prévu?b) Zo ja, welk? b) Le cas échéant, lequel?3.a) Welke personeelsleden van de politiedienstenressorteren onder deze voorkeursbehandeling?b) Kan deze regeling ook worden doorgetrokken totpersoneelsleden in een tijdelijk kader?c) Is het mogelijk dat deze regeling wordt doorgetrokkennaar Calog-personeel?d) Zo ja, tot welke welomschreven groep binnenrespectievelijk het tijdelijk en het administratief enlogistiek kader?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken van 28 mei 2008, op de vraagnr. 140 van de heer Mark Verhaegen van 30 april 2008(N.):Het geachte lid vindt hierbij het antwoord op zijnvragen.1 en 2. De kosteloze gezondheidszorgen bedoeld inartikel X.I.1 van het koninklijk besluit van 30 maart2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel3.a) Quels agents des services de police peuvent prétendreà ce régime préférentiel?b) Ce système pourrait-il également s’appliquer auxagents du cadre temporaire?c) Pourrait-il s’appliquer au personnel Calog?d) Dans l’affirmative, quelle catégorie précise au seindu cadre temporaire, d’une part, et du cadre administratifet logistique, d’autre part, pourrait prétendreà ce régime préférentiel?Réponse du vice-premier ministre et ministre del’Intérieur du 28 mai 2008, à la question n o 140 deM. Mark Verhaegen du 30 avril 2008 (N.):L’honorable membre trouvera ci-après la réponse àses questions.1 et 2. Les soins de santé gratuits visés à l’articleX.I.1 de l’arrêté royal du 30 mars 2001 portant la positionjuridique du personnel des services de policeKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4214 QRVA 52 0202 - 6 - 2008van de politiediensten (RPPol), omvatten de medischezorgverstrekking, de verpleegzorgen, de kinesitherapie,de tand verzorging, de prothesen, de medicijnenen de gevallen van hospitalisatie, inclusief het ziekenvervoer.De nadere regels inzake het recht op dezekosteloze medische zorgen zijn, op basis van artikelX.I.7 RPPol, vastgelegd in de omzendbrief GPI 8 van7 juni 2001 inzake de toepassing van de medische enparamedische activiteiten in de geïntegreerde politie.De tussenkomst in het raam van de kosteloze medischezorgen is, in principe, beperkt tot het remgeld.De budgettaire kost valt integraal ten laste van defederale politie. Hierna de cijfers voor 2005, 2006 en2007:— jaar 2005: 1 466 580,07 euro, waarvan 883 986,59euro uitgekeerd aan personeelsleden van de lokalepolitie en 582 593,48 euro uitgekeerd aan personeelsledenvan de federale politie.— jaar 2006: 1 481 510,15 euro, waarvan 929 029,44euro uitgekeerd aan personeelsleden van de lokalepolitie en 552 480,71 euro uitgekeerd aan personeelsledenvan de federale politie.— jaar 2007 (budget 2007 evenwel nog niet volledigafgesloten): 1 636 621,09 euro, waarvan982 753,67 euro uitgekeerd aan personeelsledenvan de lokale politie en 653 867,42 euro uitgekeerdaan personeelsleden van de federale politie.3.a) Overeenkomstig artikel X.I.1 RPPol, genieten depersoneelsleden van het operationeel kader,alsmede de statutaire en contractuele personeelsledenvan het administratief en logistiek kader dieeen permanente functie van operationele ondersteuninguitoefenen, zoals bedoeld in de bijlage 13van het ministerieel besluit van 28 december 2001ter uitvoering van het RPPol, de kosteloze gezondheidszorgen.De overige personeelsleden van het administratiefen logistiek kader genieten een kosteloze hospitalisatieverzekering,alsmede, kosteloos, de medische zorgverstrekking,de verpleegzorgen en de tandverzorgingverleend door een zorgverstrekker van en in de lokalenvan de medische dienst van de geïntegreerde politie.Hetzelfde geldt voor diegenen wiens taak hoofdzakelijkuit onthaal bestaat.b) en d) De vraag naar een veralgemening van degratis medische zorgen voor alle personeelsledenbij de politiediensten zal weldra met devakbonden worden besproken want datmaakt deel uit van hun sectorale eisenbundel.(PJPol), comprennent la couverture médicale, les soinsinfirmiers, la kinésithérapie, les soins dentaires, lesprothèses, les médicaments et les hospitalisations, ycompris le transport en ambulance. Les règles plusdétaillées concernant le droit à ces soins médicauxgratuits sont, sur la base de l’article X.I.7 PJPol, fixéesdans la circulaire GPI 8 du 7 juin 2001 relative àl’exercice des activités médicales et paramédicales à lapolice intégrée.L’intervention dans le cadre des soins médicauxgratuits est, en principe, limitée au tiers payant.Le coût budgétaire tombe intégralement à charge dela police fédérale. Ci-après les chiffres pour 2005, 2006et 2007.— année 2005: 1 466 580,07 euros, dont 883 986,59euros versé aux membres du personnel de la policelocale et 582 593,48 euros versé aux membres dupersonnel de la police fédérale.— année 2006: 1 481 510,15 euros, dont 929 029,44euros versé aux membres du personnel de la policelocale et 552 480,71 euros versé aux membres dupersonnel de la police fédérale.— année 2007 (budget 2007 pas encore entièrementclôturé): 1 636 621,09 euros, dont 982 753,67euros versé aux membres du personnel de la policelocale et 653 867,42 euros versé aux membres dupersonnel de la police fédérale.3.a) Conformément à l’article X.I.1 PJPol, les membresdu personnel du cadre opérationnel, ainsi que lesmembres du personnels statutaires et contractuelsdu cadre administratif et logistique qui exercentune fonction permanente de soutien opérationnel,comme visée à l’annexe 13 de l’arrête ministérieldu 28 décembre 2001 portant exécution du PJPol,bénéficient des soins de santé gratuits.Les autres membres du personnel du cadre administratifet logistique bénéficient d’une assurance hospitalisationgratuite, ainsi que, gratuitement, de la couverturemédicale, des soins infirmiers et des soins dentairesdispensés par un prestataire de soins dans leslocaux du service médical de la police intégrée. Il en vade même pour ceux qui assurent principalementl’accueil.b) et d) La demande de généralisation des soinsmédicaux gratuits pour tous les membres dupersonnel des services de police fait partie ducahier revendicatif du front commun syndicalet fera bientôt l’objet de négociation.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 42152 - 6 - 2008DO 2007200803402 DO 2007200803402Vraag nr. 143 van de heer Michel Doomst van 30 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken:Forfaitair recht op geschrift.In het kader van de wet van 19 december 2006 totomvorming van het Wetboek der met het zegel gelijkgesteldetaksen tot het Wetboek diverse rechten entaksen, tot opheffing van het Wetboek der zegelrechtenen houdende verscheidene andere wetswijzigingen,gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad, van 29 december2006, en in werking getreden op 1 januari 2007 zijnde zegelrechten op akten van notarissen, gerechtsdeurwaarders,hypotheekbewaarders, bankgeschriften enandere geschriften afgeschaft en vervangen door eenforfaitair recht op geschrift.1. Wat is na een jaar de inkomstenbalans tussen deafschaffing van zegelrechten enerzijds en het heffenvan rechten op geschrift anderzijds?2. Meer bepaald, wat is het verschil tussen deinkomsten in 2006 in zegelrechten en in 2007 in rechtenop geschrift naar aanleiding van het verlijden vanakten?Graag ook een overzicht per soort akte:Question n o 143 de M. Michel Doomst du 30 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:Droit forfaitaire d’écriture.Dans le cadre de la loi du 19 décembre 2006 transformantle Code des taxes assimilées au timbre enCode des droits et taxes divers, abrogeant le Code desdroits de timbre et portant diverses autres modificationslégislatives, publiée au Moniteur belge du 29 décembre2006 et entrée en vigueur le 1 er janvier 2007, lesdroits de timbre sur les actes des notaires, des huissiersde justice, des conservateurs des hypothèques, les écrituresbancaires et les autres écritures ont été suppriméset remplacés par un droit forfaitaire d’écriture.1. Après un an, quel est le bilan entre, d’une part,les recettes des droits de timbre — qui ont été supprimés— et, d’autre part, celles générées par l’applicationde droits d’écriture?2. Plus précisément, quelle différence y a-t-il, en casde passation d’actes, entre les recettes de 2006 en droitsde timbre et les recettes de 2007 en droits d’écriture?J’aimerais également obtenir un aperçu par typed’acte:— notariële akten; — pour les actes notariés;— akten van gerechtsdeurwaarders, enzovoort. — pour les actes d’huissiers de justice, etc.Graag ook een overzicht per kwartaal.J’aimerais enfin obtenir un aperçu par trimestre.3. Deze cijfers dienen natuurlijk geplaatst teworden tegenover het aantal aktes die verleden zijn.3. Il convient évidemment de rapporter ces donnéeschiffrées au nombre d’actes passés.Kan u daarom een overzicht geven van het aantalaktes in 2006 en 2007?Pourriez-vous dès lors fournir un aperçu du nombred’actes passés en 2006 et 2007?Graag ook een overzicht per soort akte.Pourrais-je disposer d’un aperçu par type d’acte?Graag ook een overzicht per Gewest.Je souhaiterais également un aperçu par Région.Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken van 30 mei 2008, op de vraagnr. 143 van de heer Michel Doomst van 30 april 2008Réponse du vice-premier ministre et ministre del’Intérieur du 30 mai 2008, à la question n o 143 deM. Michel Doomst du 30 avril 2008 (N.):(N.):Ik wil er het geachte lid attent op maken dat debevoegdheid over het Wetboek van Zegelrechtenbehoort tot de bevoegdheid van de minister van Financiën.(Vraag nr. 205 van 2 juni 2008.)DO 2007200803403 DO 2007200803403Je souhaite attirer l’attention de l’honorablemembre sur le fait que le Code des droits de timbrerelève des compétences du ministre des Finances.(Question n o 205 du 2 juin 2008.)Vraag nr. 144 van de heer Michel Doomst van 30 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken:Dragen van een valhelm. — Verbaliseringen.Reeds een aantal jaren is het dragen van een valhelmvoor elke bestuurder of passagier van een bromfietsQuestion n o 144 de M. Michel Doomst du 30 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:Port du casque. — Verbalisation.Depuis quelques années déjà, le port du casque estobligatoire pour l’ensemble des cyclomotoristes et deKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4216 QRVA 52 0202 - 6 - 2008verplicht. Soms zie je toch nog personen zondervalhelm, zowel bestuurders als passagiers.1. Hoeveel personen werden hiervoor geverbaliseerdsinds 2003?Graag een overzicht per jaar (2003-2007) en perGewest.2. Hoeveel controles vonden er ondertussen plaatsop het dragen van niet-gereglementeerde of beschadigdevalhelmen?Graag een overzicht per jaar (2003-2007) en perGewest.Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken van 30 mei 2008, op de vraagnr. 144 van de heer Michel Doomst van 30 april 2008(N.):Het geachte lid vindt hieronder het antwoord opzijn vragen.Gezien het niet dragen van een valhelm voor bromfietseen verkeersinbreuk is, worden deze feiten nietgecodeerd in de algemene Nationale GegevensbankANG van de geïntegreerde politie. De gevraagde gegevenszijn bijgevolg bij Binnenlandse Zaken noch opnationaal niveau, noch op gewestelijk niveau beschikbaar.Mogelijk beschikt Justitie over deze informatie.(Vraag nr. 230 van 2 juni 2008.)De politie beschikt evenmin over gecentraliseerdegegevens betreffende het aantal controles van valhelmen.leurs passagers. Il arrive toutefois que des personnescirculent encore sans casque, tant parmi les conducteursque parmi les passagers.1. Combien de personnes ont fait l’objet d’unprocès-verbal à ce sujet depuis 2003?Pourriez-vous me fournir un aperçu par année(2003-2007) et par Région?2. Combien de contrôles ont été effectués sur le portde casques non conformes ou endommagés dansl’intervalle?Pourriez-vous me fournir un aperçu par année(2003-2007) et par Région?Réponse du vice-premier ministre et ministre del’Intérieur du 30 mai 2008, à la question n o 144 deM. Michel Doomst du 30 avril 2008 (N.):L’honorable membre trouvera ci-dessous réponse àses questions.Vu que le non port d’un casque pour cyclomoteurest une infraction au code de la route, ces faits ne sontpas encodés dans la Banque de données NationaleGénérale BNG de la police intégrée. Dès lors, en ce quiconcerne l’Intérieur, les données sollicitées ne sont nidisponibles au niveau national, ni au niveau régional.Il est possible que la Justice dispose de ces informations.(Question n o 230 du 2 juin 2008.)La police ne dispose pas non plus de données centraliséesconcernant le nombre de contrôles de casquespour cyclomoteur.DO 2007200803404 DO 2007200803404Vraag nr. 145 van de heer Michel Doomst van 30 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken:Plaatsing van camera’s. — Daling vandalisme.Verschillende steden en gemeenten plaatsencamera’s in het centrum en de winkelstraten, dit methet oog op de verhoging van de veiligheid. Sommigenoemen het «Big Brothertoestanden», anderen juichenhet initiatief toe.Graag had ik van de minister een antwoord gekregenop volgende vragen:1. Bestaan er reeds cijfers waaruit blijkt dat hetplaatsen van camera’s wel degelijk effect heeft op deveiligheid, met andere woorden bestaan er cijferswaaruit blijkt dat, na het plaatsen van camera’s,Question n o 145 de M. Michel Doomst du 30 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:Installation de caméras. — Diminution du vandalisme.Plusieurs villes et communes installent des camérasdans le centre-ville et les rues commerçantes dans lesouci de renforcer la sécurité. D’aucuns y voient l’œilde «Big Brother», tandis que d’autres se réjouissent del’initiative.Le ministre pourrait-il me fournir les précisionssuivantes:1. Dispose-t-on déjà de chiffres qui attestentl’incidence effective de l’installation de caméras sur lasécurité? En d’autres termes, existe-t-il des chiffres quiindiquent que l’installation de caméras se traduit parKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 42172 - 6 - 2008vandalisme en criminaliteit aanzienlijk dalen in stedenen gemeenten?Graag had ik een overzicht per stad/gemeente metde situatie voor de plaatsing, en de situatie na hetplaatsen van de camera’s.2. Heeft u weet van steden of gemeenten waar opzeer korte termijn ook camera’s zullen geplaatstworden?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken van 28 mei 2008, op de vraagnr. 145 van de heer Michel Doomst van 30 april 2008(N.):Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee tedelen.In ons land is er momenteel nog een toename vanhet aantal plaatsingen van bewakingscamera’s doorbedrijven en burgers, evenals door de verschillendeoverheden.Er bestaan momenteel nog geen statistieken aangaandede evolutie van de criminaliteit ingevolge hetbestaan van cameratoezicht.In tegenstelling tot andere West-Europese landenzoals Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk, is het inBelgië, onder meer gelet op het feit dat de camerawetnog maar één jaar in voege is, nog te vroeg om eenextensieve wetenschappelijke effectanalyse uit te voerenvan de criminaliteitscijfers van alle Belgischesteden en gemeenten die bewakingscamera’s hebbengeplaatst.Hoewel camerabewaking een impact kan hebben opde preventie van criminaliteit en een belangrijke rolkan spelen bij het ophelderen van misdrijven en hetvergaren van bewijsmateriaal, ben ik mij ervan bewustdat camerabewaking geen wondermiddel is dat allecriminaliteits-en onveiligheidsproblemen in onzesamenleving zal kunnen oplossen.Wat betreft de vraag naar de Belgische steden engemeenten die op korte termijn bewakingscamera’szullen plaatsen, kan ik aangeven dat overeenkomstigde camerawet van 21 maart 2007, alle steden engemeenten die camera’s willen plaatsen, deze beslissingvooraf dienen te melden aan de Commissie voorde bescherming van de persoonlijke levenssfeer.Voor een globaal overzicht van de steden engemeenten die beslist hebben camera’s te plaatsen, verwijsik het geachte lid dan ook naar de Commissievoor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,die sinds 1 januari 2004 als onafhankelijk controleorgaanis ingesteld bij de Kamer van volksvertegenwoordigers.une diminution substantielle du vandalisme et de lacriminalité dans les villes et les communes?Je souhaiterais obtenir un aperçu par ville/commune, détaillant la situation avant et aprèsl’installation des caméras.2. Avez-vous connaissance de villes ou de communesqui prévoient également de placer des camérasdans un avenir proche?Réponse du vice-premier ministre et ministre del’Intérieur du 28 mai 2008, à la question n o 145 deM. Michel Doomst du 30 avril 2008 (N.):J’ai l’honneur de communiquer à l’honorablemembre ce qui suit.Dans notre pays, force est de constater actuellementune augmentation du nombre de caméras de surveillanceinstallées par des entreprises et des particuliers,ainsi que par les différentes autorités.Actuellement, il n’existe pas de statistiques concernantl’évolution de la criminalité suite à l’existence dela surveillance par caméras.Contrairement à d’autres pays d’Europe occidentale,comme la France et le Royaume-Uni, il est encoreprématuré en Belgique, notamment en raison du faitque la loi caméras n’est en vigueur que depuis un an,de procéder à une étude d’impact approfondie concernantles chiffres de la criminalité relatifs à toutes lesvilles et communes belges qui ont installé des camérasde surveillance.Bien que la surveillance par caméras puisse produireun impact sur la prévention de la criminalité et jouerun rôle important dans l’élucidation et la collecte depreuves en cas de délits, je suis tout à fait conscientqu’elle ne constitue pas le remède miracle qui permetde résoudre tous les problèmes de criminalité etd’insécurité dans notre société.En ce qui concerne la question au sujet des villes etcommunes belges qui installeront à court terme descaméras de surveillance, je peux affirmer que toutes lesvilles et communes concernées sont tenues, en vertu dela loi caméras du 21 mars 2007, de communiquer aupréalable cette décision à la Commission de la protectionde la vie privée.Pour un aperçu général des villes et communes quiont décidé d’installer des caméras, je renvoie doncl’honorable membre à la Commission de la Protectionde la Vie Privée, instaurée depuis le 1 er janvier 2004comme organisme de contrôle indépendant chez laChambre des représentants.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4218 QRVA 52 0202 - 6 - 2008DO 2007200803405 DO 2007200803405Vraag nr. 146 van de heer Michel Doomst van 30 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken:Federale wegpolitie. — Controles op vrachtvervoer.De federale wegpolitie stelde in haar actieplan voor2007 voor 20 % meer controles uit te voeren.1. Hoeveel controles op vrachtvervoer voerde defederale wegpolitie uit in 2007 en hoeveel in 2006?Question n o 146 de M. Michel Doomst du 30 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:Police fédérale de la route. — Contrôle du transport demarchandises.Dans son plan d’action pour 2007, la police fédéralede la route s’était fixée pour objectif d’augmenter de20 % le nombre de contrôles.1. Combien de contrôles en matière de transport demarchandises la police fédérale de la route a-t-elleeffectués en 2006 et en 2007?— Graag een overzicht per Gewest. — Pourriez-vous me fournir ces chiffres par Région?— Graag een overzicht per soort controle (rij- en rusttijden,ladingen, enzovoort).2. Hoeveel manuren werden aan de controlesbesteed?— Pourriez-vous me fournir ces chiffres par type decontrôle (temps de conduite et de repos, chargements,etc.).2. Combien d’heures/homme ont-elles été consacréesà ces contrôles?3. Hoeveel overtredingen werden vastgesteld? 3. Combien d’infractions ont-elles été constatées?— Graag een overzicht per Gewest. — Pourriez-vous me fournir ces chiffres par Région?— Graag een overzicht per soort overtreding. — Pourriez-vous me fournir ces chiffres par typed’infraction?4. Voor welk bedrag werden boetes uitgeschrevenen hoeveel werd hier in totaal van geïnd ?4. Pour quel montant des amendes ont-elles étéinfligées et quel montant a effectivement été encaissé?— Graag een overzicht per Gewest. — Pourriez-vous me fournir ces chiffres par Région?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken van 28 mei 2008, op de vraagnr. 146 van de heer Michel Doomst van 30 april 2008(N.):Het geachte lid vindt hieronder het antwoord opzijn vraag.1 en 2. Controles op vrachtvervoer vinden plaatstijdens de uitvoering van elke buitendienst en tijdensspecifieke acties. Het aantal controles wordt niet apartgenoteerd; het aantal daaraan bestede uren wel. In2006 werden er in totaal 42 172 uren gepresteerd. Hiervanwerden er 5 007 gepresteerd voor controles opoverlading en 2 232 voor tussenafstanden. In 2007bedroeg het totaal 47 486 en de andere uren respectievelijk7 160 en 3 693. We kunnen geen onderscheidmaken in deze gegevens voor Vlaams-, Waals-Brabanten Brussel apart, waardoor we geen gewestelijkecijfers kunnen meedelen.Réponse du vice-premier ministre et ministre del’Intérieur du 28 mai 2008, à la question n o 146 deM. Michel Doomst du 30 avril 2008 (N.):L’honorable membre trouvera ci-dessous réponse àses questions.1 et 2. Le contrôle des camions a lieu durant l’exécutionde services extérieurs et pendant des actionsspécifiques. Les contrôles n’ont pas été comptabilisésséparément; par contre le nombre d’heures y consacréa été chiffré. Ainsi, en 2006, 42 172 heures ont été prestéesdont 5 007 ont été prestées pour les contrôles dessurcharges et 2 232 pour l’interdistance. En 2007, letotal s’élève à 47 486 et les autres heures respectivementà 7 160 et 3 693. Nous ne pouvons pas faire dedistinction entre ces données pour le Brabant flamand,le Brabant wallon et Bruxelles, c’est la raison pourlaquelle nous nous ne pouvons pas vous communiquerde chiffres régionaux.3 en 4. Deze gegevens zijn niet beschikbaar. 3 et 4. Ces données ne sont pas disponibles.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 42192 - 6 - 2008DO 2007200803406 DO 2007200803406Vraag nr. 147 van de heer Michel Doomst van 30 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken:Autodiefstallen en diefstallen uit voertuigen.Auto’s blijven een geliefkoosd goed om te stelen.Ook diefstallen uit voertuigen zijn niet te onderschatten.1. Hoeveel autodiefstallen waren er in 2005, 2006en 2007?Naast het totaal, graag een overzicht per Gewest.2. Hoeveel diefstallen uit voertuigen werden gemeldin 2005, 2006 en 2007?Naast het totaal, graag een overzicht per Gewest.Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken van 30 mei 2008, op de vraagnr. 147 van de heer Michel Doomst van 30 april 2008(N.):Het geachte lid vindt hieronder het antwoord ophaar vragen.1. De politiële criminaliteitsstatistieken voor hetjaar 2007 zijn momenteel nog niet beschikbaar. Inonderstaande tabel worden de gevraagde overzichtenaangaande autodiefstal voor de jaren 2005 en 2006gegeven.Question n o 147 de M. Michel Doomst du 30 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:Vols de véhicules et vols dans les véhicules.Les vols de véhicules restent nombreux et le nombrede vols dans les véhicules n’est pas davantage à négliger.1. Combien de vols de véhicules ont été dénombrésen 2005, 2006 et 2007?Pourriez-vous également me fournir ce chiffre parRégion?2. Combien de vols dans des véhicules ont étédénombrés en 2005, 2006 et 2007?Pourriez-vous également me fournir ce chiffre parRégion?Réponse du vice-premier ministre et ministre del’Intérieur du 30 mai 2008, à la question n o 147 deM. Michel Doomst du 30 avril 2008 (N.):L’honorable membre trouvera ci-dessous réponse àses questions.1. Les statistiques policières de criminalité pourl’année 2007 ne sont pas encore disponibles à ce jour.Les tableaux suivants reprennent les aperçus demandésen matière de vols de voiture pour les années 2005et 2006.2005 2006 2005-2006%Brussels Hoofdstedelijk Gewest. — Région Bruxelles-Capitale ............ 3 451 3 528 2,23%Vlaams Gewest. — Région flamande .................................................. 4 804 4 930 2,62%Waals Gewest. — Région wallonne ..................................................... 8 368 8 275 −1,11%Onbekend. — Inconnu ........................................................................ 63 121 92,06%Total. — Totaal .................................................................................. 16 686 16 854 1,01%2. De politiële criminaliteitsstatistieken voor hetjaar 2007 zijn momenteel nog niet beschikbaar. Inonderstaande tabel worden de gevraagde overzichtenaangaande diefstal uit voertuig voor de jaren 2005 en2006 gegeven.2. Les statistiques policières de criminalité pourl’année 2007 ne sont pas encore disponibles à ce jour.Les tableaux suivants reprennent les aperçus demandésen matière de vols dans les véhicules pour lesannées 2005 et 2006.2005 2006 2005-2006%Brussels Hoofdstedelijk Gewest. — Région Bruxelles-Capitale ............ 26 252 31 113 18,52%Vlaams Gewest. — Région flamande .................................................. 25 014 27 287 9,09%Waals Gewest. — Région wallonne ..................................................... 28 014 27 824 −0,68%Onbekend. — Inconnu ........................................................................ 174 329 89,08%Totaal. — Total .................................................................................. 79 454 86 553 8,93%KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4220 QRVA 52 0202 - 6 - 2008DO 2007200803407 DO 2007200803407Vraag nr. 148 van de heer Michel Doomst van 30 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken:Federale politie. — Deontologische code.Uit verschillende bronnen duiken geruchten op dater vervalsingen zouden gebeuren bij de federale politieom bepaalde statistieken te halen. Om zulke zakentegen te gaan werd er twee jaar geleden (30 mei 2006)een deontologische code ingevoerd.1. Hoeveel inbreuken op deze deontologische codewerden gemeld in 2006 en 2007?Graag een overzicht per Gewest.2. Wat zijn de belangrijkste inbreuken op de deontologischecode?Graag een overzicht per Gewest.Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken van 28 mei 2008, op de vraagnr. 148 van de heer Michel Doomst van 30 april 2008(N.):Het geachte lid vindt hieronder het antwoord ophaar vragen.Eerst en vooral wens ik eraan te herinneren dat dedeontologische Code niet bedoeld is om hoofdzakelijkaan de basis te liggen van het opstarten van tuchtprocedures.Zijn bestaansreden ligt in het vormen van eengids voor de personeelsleden, die hen toelaat hun opdrachtin de beste omstandigheden te volbrengen.Goed om weten is, gelet op de vraagstelling, dat deCode pas halverwege 2006 in werking is getreden.1. Wat 2006 betreft, maakt het jaarverslag van deTuchtraad melding van 786 tuchtsancties (lichte enzware) die zijn opgelegd in het raam van degeïntegreerde politie, waarvan 417 in het Franstaligelandsgedeelte en 369 in het Nederlandstalige gedeelte.De precieze cijfers voor 2007 zijn op dit momentnog niet gekend.2. Wat nu de aard van de meest gepleegde feitenbetreft, wordt aan Franstalige zijde het feit van op onregelmatigewijze de dienst te verlaten, alcoholmisbruiktijdens de dienst en de weigering of het onthoudenvan het opstellen van gerechtelijke stukken, hetmeest vermeld.Question n o 148 de M. Michel Doomst du 30 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:Police fédérale. — Code de déontologie.Différentes sources font état de rumeurs selonlesquelles il y aurait des falsifications auprès de lapolice fédérale afin de pouvoir atteindre certainesstatistiques. Pour éviter de telles dérives, un code dedéontologie avait été introduit il y a deux ans de cela(le 30 mai 2006).1. Combien d’infractions au code de déontologieont été signalées en 2006 et en 2007?Pourriez-vous fournir un aperçu par Région?2. Quelles sont les infractions les plus importantesau code de déontologie?Pourriez-vous fournir un aperçu par Région?Réponse du vice-premier ministre et ministre del’Intérieur du 28 mai 2008, à la question n o 148 deM. Michel Doomst du 30 avril 2008 (N.):L’honorable membre trouvera ci-dessous réponse àses questions.Avant toute chose, je souhaite rappeler que le Codede déontologie n’a pas vocation à servir principalementde base à l’initiation d’une procédure disciplinaire.Sa raison d’être première est de constituer unguide pour les membres du personnel, leur permettantd’accomplir leurs missions dans les meilleures conditions.Il est entré en vigueur à la mi-2006, ce qui devaitêtre rappelé avant de détailler les chiffres qui suivent.1. Pour ce qui concerne l’année 2006, le rapportannuel du Conseil de discipline révèle que 786 sanctionsdisciplinaires (légères et lourdes) ont été infligéesau sein de la police intégrée, dont 417 dans la partiefrancophone du pays et 369 dans la partie néerlandophone.Les chiffres précis pour l’année 2007 ne sont pasencore connus à ce jour.2. Pour ce qui est à présent de la nature des faits lesplus souvent commis, on relève du côté francophone lefait de quitter son service de manière irrégulière,l’imprégnation alcoolique en service et le refus oul’abstention d’établir des pièces à caractère judiciaire.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 42212 - 6 - 2008Aan Nederlandstalige zijde vindt men eveneens dezetwee eerste fenomenen terug zoals aan Franstaligezijde, en als derde fenomeen ten slotte het miskennenvan de interne procedureregels.Du côté néerlandophone, on retrouve le plussouvent identiquement les deux premiers phénomènesque dans la partie francophone du pays et comme troisièmephénomène, la méconnaissance des règles deprocédure interne.DO 2007200803408 DO 2007200803408Vraag nr. 149 van de heer Michel Doomst van 30 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken:Aantal inbraken in de randgemeenten rond Brussel.De nabijheid van Brussel wordt gezien als één vande redenen van een hogere criminaliteitsgraad in derand rond Brussel (19 gemeenten).Er is echter een signaal dat het aantal geslaagdeinbraken een negatieve tendens vertoont, terwijl hetaantal pogingen stijgt.Ook zouden de meeste pogingen ondernomenworden tijdens de wintermaanden.1. Hoeveel inbraakpogingen waren er in 2006 en2007?Graag een totaal van België en Brussel.Graag een overzicht per randgemeente.Graag een overzicht per maand.2. Hoeveel geslaagde inbraken waren er in 2006 en2007?Graag een totaal van België en Brussel.Graag een overzicht per randgemeente.Graag een overzicht per maand.Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Binnenlandse Zaken van 30 mei 2008, op de vraagnr. 149 van de heer Michel Doomst van 30 april 2008(N.):Het geachte lid vindt hieronder het antwoord opzijn vragen.1. De politiële criminaliteitsstatistieken voor hetjaar 2007 zijn momenteel nog niet beschikbaar. In detabel in bijlage worden de gevraagde overzichten voorhet jaar 2006 gegeven.Question n o 149 de M. Michel Doomst du 30 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre del’Intérieur:Nombre de cambriolages dans les communes de lapériphérie bruxelloise.La proximité de la ville de Bruxelles est considéréecomme l’une des raisons du taux de criminalité plusélevé dans la périphérie bruxelloise (19 communes).Il semblerait toutefois que le nombre de cambriolagesréussis diminue tandis que le nombre de tentativesaugmenterait.Par ailleurs, la plupart des tentatives de cambriolageseraient commises durant les mois d’hiver.1. Combien de tentatives de cambriolage ont étécommises en 2006 et en 2007?Pourriez-vous me fournir ce chiffre pour l’ensemblede la Belgique et pour Bruxelles?Pourriez-vous me fournir ce chiffre par communepériphérique?Pourriez-vous me fournir ce chiffre par mois?2. Combien de cambriolages réussis ont été commisen 2006 et en 2007?Pourriez-vous me fournir ce chiffre pour l’ensemblede la Belgique et pour Bruxelles?Pourriez-vous me fournir ce chiffre par communepériphérique?Pourriez-vous me fournir ce chiffre par mois?Réponse du vice-premier ministre et ministre del’Intérieur du 30 mai 2008, à la question n o 149 deM. Michel Doomst du 30 avril 2008 (N.):L’honorable membre trouvera ci-dessous réponse àses questions.1. Les statistiques policières de criminalité pourl’année 2007 ne sont pas encore disponibles à ce jour.Le tableau en annexe reprend les aperçus demandéspour l’année 2006.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4222 QRVA 52 0202 - 6 - 20082006 2006Inbraak in woning19 randgemeenten rond BrusselCambriolage à domicile19 communes de la périphérie de BruxellesAsseJanuari—JanvierFebruari—FévrierMaart—MarsApril—AvrilMei—MaiJuin—JuinPog. ........................................... 7 3 13 16 19 8Vol. ........................................... 13 14 22 15 23 8Totaal. — Total ........................ 20 17 35 31 42 16Juli—JuilletAugustus—AoûtSeptember—SeptembreOktober—OctobreNovember—NovembreDecember—DécembreTotaal—TotalPog. ........................................... 3 10 9 2 11 9 110Vol. ........................................... 12 6 13 9 12 21 168Totaal. — Total ........................ 15 16 22 11 23 30 278BeerselJanuari—JanvierFebruari—FévrierMaart—MarsApril—AvrilMei—MaiJuin—JuinPog. ........................................... 4 3 2 1 3 6Vol. ........................................... 8 5 13 12 13 8Totaal. — Total ........................ 12 8 15 13 16 14Juli—JuilletAugustus—AoûtSeptember—SeptembreOktober—OctobreNovember—NovembreDecember—DécembreTotaal—TotalPog. ........................................... 3 5 3 11 9 7 57Vol. ........................................... 6 15 7 11 11 20 129Totaal. — Total ........................ 9 20 10 22 20 27 186DilbeekJanuari—JanvierFebruari—FévrierMaart—MarsApril—AvrilMei—MaiJuin—JuinPog. ........................................... 10 8 14 9 17 9Vol. ........................................... 20 12 16 21 18 18Totaal. — Total ........................ 30 20 30 30 35 27Juli—JuilletAugustus—AoûtSeptember—SeptembreOktober—OctobreNovember—NovembreDecember—DécembreTotaal—TotalPog. ........................................... 9 7 11 17 13 18 142Vol. ........................................... 22 20 29 15 42 37 270Totaal. — Total ........................ 31 27 40 32 55 55 412KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 42232 - 6 - 2008DrogenbosJanuari—JanvierFebruari—FévrierMaart—MarsApril—AvrilMei—MaiJuin—JuinPog. ........................................... 2 1 2 2Vol. ........................................... 3 4 4 2 2Totaal. — Total ........................ 3 6 5 4 4Juli—JuilletAugustus—AoûtSeptember—SeptembreOktober—OctobreNovember—NovembreDecember—DécembreTotaal—TotalPog. ........................................... 2 6 2 1 1 5 24Vol. ........................................... 5 1 2 4 7 34Totaal. — Total ........................ 7 7 4 1 5 12 58GooikJanuari—JanvierFebruari—FévrierMaart—MarsApril—AvrilMei—MaiJuin—JuinPog. ........................................... 1 2Vol. ........................................... 1 1 2Totaal. — Total ........................ 1 1 1 4Juli—JuilletAugustus—AoûtSeptember—SeptembreOktober—OctobreNovember—NovembreDecember—DécembreTotaal—TotalPog. ........................................... 1 1 3 8Vol. ........................................... 1 2 1 1 9Totaal. — Total ........................ 1 3 2 3 1 17GrimbergenJanuari—JanvierFebruari—FévrierMaart—MarsApril—AvrilMei—MaiJuin—JuinPog. ........................................... 8 8 14 14 7 5Vol. ........................................... 21 12 28 18 13 10Totaal. — Total ........................ 29 20 42 33 20 15Juli—JuilletAugustus—AoûtSeptember—SeptembreOktober—OctobreNovember—NovembreDecember—DécembreTotaal—TotalPog. ........................................... 9 1 5 3 11 30 115Vol. ........................................... 8 5 8 12 17 26 179Totaal. — Total ........................ 17 6 13 15 28 56 294KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4224 QRVA 52 0202 - 6 - 2008HoeilaartJanuari—JanvierFebruari—FévrierMaart—MarsApril—AvrilMei—MaiJuin—JuinPog. ........................................... 2 4 4 5 5 1Vol. ........................................... 4 3 5 11 2 6Totaal. — Total ........................ 6 7 9 16 7 7Juli—JuilletAugustus—AoûtSeptember—SeptembreOktober—OctobreNovember—NovembreDecember—DécembreTotaal—TotalPog. ........................................... 3 4 1 1 3 33Vol. ........................................... 2 4 1 7 4 49Totaal. — Total ........................ 2 3 8 2 8 7 82KraainemJanuari—JanvierFebruari—FévrierMaart—MarsApril—AvrilMei—MaiJuin—JuinPog. ........................................... 2 4 2 2 7Vol. ........................................... 11 3 2 4 6 6Totaal. — Total ........................ 13 3 6 6 8 13Juli—JuilletAugustus—AoûtSeptember—SeptembreOktober—OctobreNovember—NovembreDecember—DécembreTotaal—TotalPog. ........................................... 3 4 3 5 7 39Vol. ........................................... 8 5 11 2 8 22 88Totaal. — Total ........................ 8 8 15 5 13 29 127LinkebeekJanuari—JanvierFebruari—FévrierMaart—MarsApril—AvrilMei—MaiJuin—JuinPog. .......................................... 1 1 3 3 1Vol. .......................................... 3 2 1 2 2Totaal. — Total ....................... 4 3 4 5 3Juli—JuilletAugustus—AoûtSeptember—SeptembreOktober—OctobreNovember—NovembreDecember—DécembreTotaal—TotalPog. ........................................... 3 1 2 15Vol. ........................................... 4 1 2 3 20Totaal. — Total ........................ 7 1 3 5 35KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 42252 - 6 - 2008MachelenJanuari—JanvierFebruari—FévrierMaart—MarsApril—AvrilMei—MaiJuin—JuinPog. .......................................... 3 2 2Vol. .......................................... 4 4 5 5 8 4Totaal. — Total ....................... 4 7 7 5 8 6Juli—JuilletAugustus—AoûtSeptember—SeptembreOktober—OctobreNovember—NovembreDecember—DécembreTotaal—TotalPog. ........................................... 1 3 2 3 9 25Vol. ........................................... 4 15 4 6 3 11 73Totaal. — Total ........................ 5 18 4 8 6 20 98MeiseJanuari—JanvierFebruari—FévrierMaart—MarsApril—AvrilMei—MaiJuin—JuinPog. .......................................... 4 4 3 8 8 5Vol. .......................................... 10 6 7 12 12 7Totaal. — Total ....................... 14 10 10 20 20 12Juli—JuilletAugustus—AoûtSeptember—SeptembreOktober—OctobreNovember—NovembreDecember—DécembreTotaal—TotalPog. ........................................... 3 6 4 11 3 5 64Vol. ........................................... 10 6 8 7 8 19 112Totaal. — Total ........................ 13 12 12 18 11 24 176OverijseJanuari—JanvierFebruari—FévrierMaart—MarsApril—AvrilMei—MaiJuin—JuinPog. .......................................... 5 5 3 12 9 1Vol. .......................................... 8 11 13 8 12 3Totaal. — Total ....................... 13 16 16 20 21 4Juli—JuilletAugustus—AoûtSeptember—SeptembreOktober—OctobreNovember—NovembreDecember—DécembreTotaal—TotalPog. ........................................... 5 12 5 2 5 5 69Vol. ........................................... 8 9 4 6 13 10 105Totaal. — Total ........................ 13 21 9 8 18 15 174KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4226 QRVA 52 0202 - 6 - 2008Sint-Genesius-Rode—Rhode-Saint-GèneseJanuari—JanvierFebruari—FévrierMaart—MarsApril—AvrilMei—MaiJuin—JuinPog. .......................................... 3 3 4 5 3 4Vol. .......................................... 7 7 9 10 8Totaal. — Total ....................... 10 3 11 14 13 12Juli—JuilletAugustus—AoûtSeptember—SeptembreOktober—OctobreNovember—NovembreDecember—DécembreTotaal—TotalPog. ........................................... 3 2 3 2 6 9 47Vol. ........................................... 10 3 11 5 17 21 108Totaal. — Total ........................ 13 5 14 7 23 30 155Sint-Pieters-Leeuw—Leeuw-Saint-PierreJanuari—JanvierFebruari—FévrierMaart—MarsApril—AvrilMei—MaiJuin—JuinPog. .......................................... 5 5 13 7 7 10Vol. .......................................... 7 6 20 14 9 8Totaal. — Total ....................... 12 11 33 21 16 18Juli—JuilletAugustus—AoûtSeptember—SeptembreOktober—OctobreNovember—NovembreDecember—DécembreTotaal—TotalPog. ........................................... 3 10 6 6 4 9 85Vol. ........................................... 7 19 17 7 11 11 136Totaal. — Total ........................ 10 29 23 13 15 20 221Tervuren—TervuerenJanuari—JanvierFebruari—FévrierMaart—MarsApril—AvrilMei—MaiJuin—JuinPog. .......................................... 3 6 4 5 17 3Vol. .......................................... 12 10 9 20 9 11Totaal. — Total ....................... 15 16 13 25 26 14Juli—JuilletAugustus—AoûtSeptember—SeptembreOktober—OctobreNovember—NovembreDecember—DécembreTotaal—TotalPog. ........................................... 3 8 1 5 10 65Vol. ........................................... 12 8 3 5 11 15 125Totaal. — Total ........................ 15 16 4 5 16 25 190KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 42272 - 6 - 2008Vilvoorde—VilvordeJanuari—JanvierFebruari—FévrierMaart—MarsApril—AvrilMei—MaiJuin—JuinPog. .......................................... 9 11 14 3 4 9Vol. .......................................... 19 8 23 11 15 9Totaal. — Total ....................... 28 19 37 14 19 18Juli—JuilletAugustus—AoûtSeptember—SeptembreOktober—OctobreNovember—NovembreDecember—DécembreTotaal—TotalPog. ........................................... 3 6 8 13 15 9 104Vol. ........................................... 9 12 13 29 27 19 194Totaal. — Total ........................ 12 18 21 42 42 28 298WemmelJanuari—JanvierFebruari—FévrierMaart—MarsApril—AvrilMei—MaiJuin—JuinPog. .......................................... 4 8 7 3 8 10Vol. .......................................... 6 15 5 7 8 3Totaal. — Total ....................... 10 23 12 10 16 13Juli—JuilletAugustus—AoûtSeptember—SeptembreOktober—OctobreNovember—NovembreDecember—DécembreTotaal—TotalPog. ........................................... 2 7 5 3 6 63Vol. ........................................... 3 10 7 7 9 15 95Totaal. — Total ........................ 5 17 12 7 12 21 158Wezembeek-OppemJanuari—JanvierFebruari—FévrierMaart—MarsApril—AvrilMei—MaiJuin—JuinPog. .......................................... 3 4 1 6 4 4Vol. .......................................... 8 7 3 6 9 9Totaal. — Total ....................... 11 11 4 12 13 13Juli—JuilletAugustus—AoûtSeptember—SeptembreOktober—OctobreNovember—NovembreDecember—DécembreTotaal—TotalPog. ........................................... 6 4 1 2 5 9 49Vol. ........................................... 13 9 6 11 11 18 110Totaal. — Total ........................ 19 13 7 13 16 27 159KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4228 QRVA 52 0202 - 6 - 2008ZaventemJanuari—JanvierFebruari—FévrierMaart—MarsApril—AvrilMei—MaiJuin—JuinPog. .......................................... 7 3 1 4 7 8Vol. .......................................... 14 8 16 10 10 17Totaal. — Total ....................... 21 11 17 14 17 25Juli—JuilletAugustus—AoûtSeptember—SeptembreOktober—OctobreNovember—NovembreDecember—DécembreTotaal—TotalPog. ........................................... 5 3 5 7 9 59Vol. ........................................... 16 18 9 6 21 19 164Totaal. — Total ........................ 21 21 9 11 28 28 2232. De politiële criminaliteitsstatistieken voor hetjaar 2007 zijn momenteel nog niet beschikbaar. In detabel in bijlage worden de gevraagde overzichten voorhet jaar 2006 gegeven.Inbraak in woninggemeente BrusselBrussel—BruxellesJanuari—JanvierFebruari—Février2. Les statistiques policières de criminalité pourl’année 2007 ne sont pas encore disponibles à ce jour.Le tableau en annexe reprend les aperçus demandéspour l’année 2006.Cambriolage à domicilecommune de Bruxelles villeMaart—MarsApril—AvrilMei—MaiJuin—JuinPog. .......................................... 81 55 71 70 84 62Vol. .......................................... 147 109 155 176 183 147Totaal. — Total ....................... 228 175 226 246 267 209Juli—JuilletAugustus—AoûtSeptember—SeptembreOktober—OctobreNovember—NovembreDecember—DécembreTotaalPog. ........................................... 58 43 48 55 100 92 830Vol. ........................................... 145 105 115 109 151 141 1 683Totaal. — Total ........................ 203 148 163 164 251 233 2 5132006 2006Inbraak in woningNationaal NiveauJanuari—JanvierFebruari—FévrierMaart—MarsCambriolage à domicileNiveau nationalApril—AvrilMei—MaiJuin—JuinPog. .......................................... 1 874 1 564 1 982 1 950 1 884 1 623Vol. .......................................... 4 205 3 396 4 350 3 755 3 753 3 275Totaal. — Total ....................... 6 079 4 960 6 332 5 705 5 637 4 898KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 42292 - 6 - 2008Juli—JuilletAugustus—AoûtSeptember—SeptembreOktober—OctobreNovember—NovembreDecember—DécembreTotaalPog. ........................................... 1 566 1 666 1 488 1 823 2 074 2 263 21 757Vol. ........................................... 3 510 3 426 3 299 3 790 4 386 4 648 45 793Totaal. — Total ........................ 5 076 5 092 4 787 5 613 6 460 6 911 67 550Vice-eersteministeren minister van Justitieen Institutionele HervormingenVice-premier ministreet ministre de la Justiceet des Réformes institutionnellesDO 2007200802428 DO 2007200802428Vraag nr. 8 van de heer Bert Schoofs van 8 april 2008(N.) aan de vice-eersteminister en minister vanJustitie en Institutionele Hervormingen:Daderherkenning via confrontatie, afbeelding enandere middelen.Luidens bepaalde berichtgeving zouden de politiedienstenvan sommige zones onvoldoende inspanningenleveren om manschappen opleiding te laten genietenin de correcte technieken die van toepassing zijn opdaderherkenning in gerechtelijke of opsporingsonderzoeken.1. Op welke wijze en via welke wetgevingstechniek(de lege lato) is de daderherkenning geregeld?Question n o 8 de M. Bert Schoofs du 8 avril 2008 (N.)au vice-premier ministre et ministre de la Justiceet des Réformes institutionnelles:Identification des auteurs d’infractions par la confrontation,par la représentation et par d’autres moyens.Selon certaines informations, les efforts consentispar les services de police de certaines zones pourpermettre aux agents de suivre une formation auxtechniques adéquates en matière d’identification desauteurs d’infractions dans le cadre d’enquêtes judiciairesou de recherche, ne seraient pas suffisants.1. Comment et par le biais de quelle techniquelégistique (de lege lato) l’identification des auteursd’infractions est-elle régie?2. Sinds wanneer is deze regeling van kracht? 2. Quand cette disposition est-elle entrée envigueur?3. Wat zijn de concrete richtlijnen en opleidingenmet het oog op het volgen van een correcte procedurewaarbij slachtoffers de daders van misdrijven trachtente herkennen?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Justitie en Institutionele Hervormingen van 30 mei2008, op de vraag nr. 8 van de heer Bert Schoofs van8 april 2008 (N.):Deze parlementaire vraag valt onder de bevoegdheidvan mijn collega de minister van BinnenlandseZaken. (Vraag nr. 228 van 2 juni 2008.)3. Quelles sont, dans la pratique, les directives et lesformations en matière d’application de la procédureadéquate pour l’identification des auteursd’infractions par les victimes?Réponse du vice-premier ministre et ministre de laJustice et des Réformes institutionnelles du 30 mai2008, à la question n o 8 de M. Bert Schoofs du 8 avril2008 (N.):Cette question parlementaire relève de la compétencede mon collègue le ministre de l’Intérieur. (Questionn o 228 du 2 juin 2008.)KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4230 QRVA 52 0202 - 6 - 2008DO 2007200802454 DO 2007200802454Vraag nr. 11 van de heer Dirk Van der Maelen van9 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Justitie en Institutionele Hervormingen:Liberia. — Interne veiligheidsdiensten van Belgischebedrijven.Op 17 november 2007 werd Bruno Michiels, deBelgische plantation manager van de Liberia AgricultureCompany (LAC) door onbekenden vermoord.Deze moord heeft een langdurig dispuut tussen LACen de plaatselijke bevolking over de uitbreiding vanhet bedrijf opnieuw doen oplaaien. Enkele dagen vóórde dood van Michiels ondertekende het bedrijf daarovereen akkoord met de overheid. Velen, waaronderde Liberiaanse en Belgische pers, Liberiaanse politicien de leiding van LAC legden een link tussen de moorden de betwiste uitbreiding.In de dagen die volgden op de moord vonden er verschillendegewelddadige incidenten plaats in verschillendedorpen in het uitbreidingsgebied van de plantage,waarbij tegenstanders van de uitbreiding werdengeviseerd. Volgens de lokale politici, dorpsoversten enverscheidene buitenlandse ngo’s maakt de privébewakingsdienstvan de firma zich schuldig aan plunderingen,vernielingen, marteling en massale arrestaties.Een LAC privé-elite van ongeveer 80 manschappenarresteerde alle mannen die niet op tijd konden vluchten.Deze willekeurige gevangenen werden vervolgensverscheidene dagen vastgehouden, waar ze gemartelden vernederd werden. Een lokaal schooltje werd vernielden ook de directeur werd gearresteerd.Deze gewelddadige activiteiten kaderen in eenbreder beleid dat niet conform de Belgische wetgevingis. Bovendien stelt het VN-rapport van mei 2006«Human Rights in Liberia’s Rubber Plantations:Tapping into the future» bij het beheer van de LACarbeidsomstandighedenen milieubeheer.De LAC-plantage wordt beheerd door Socfinco, eenoperating company gevestigd in België. De plantage isvoor 100% in het bezit van Socfinal, een holdingwaartoe ook Socfinco behoort. De voorzitter van deraad van bestuur van LAC, Socfinco en Socfinal is eenen dezelfde persoon, met Belgische nationaliteit.1. Kan u meedelen in welke mate de Belgische overheidkan optreden wanneer interne veiligheidsdienstenvan Belgische bedrijven in het buitenland betrokkenzouden zijn bij diefstal, geweldpleging en verregaandeschendingen van de richten van de inlandse bevolking?Question n o 11 de M. Dirk Van der Maelen du 9 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre dela Justice et des Réformes institutionnelles:Liberia. — Services de sécurité internes d’entreprisesbelges.Le 17 novembre 2007, Bruno Michiels, plantationmanager belge de la Liberia Agriculture Company(LAC), a été assassiné par des inconnus. Ce meurtre aenvenimé un litige relatif à l’extension de l’entreprisequi opposait depuis longtemps la LAC à la populationlocale. Quelques jours avant l’assassinat de Michiels,la société a signé un accord en la matière avec les autorités.De nombreuses personnes, parmi lesquelles lapresse libérienne et belge, des responsables politiquesdu Liberia et la direction de la LAC, ont établi un lienentre ce meurtre et la controverse née autour du projetd’extension de la société.Dans les jours qui ont suivi cet assassinat, différentsincidents violents visant les opposants à ce projet sesont déroulés dans plusieurs villages situés dans lazone d’extension de la plantation. Selon des politicienslocaux, des chefs de village et plusieurs ONG étrangères,le service de sécurité privé de la société se rendcoupable de pillages, de déprédations, d’actes detorture et d’arrestations en masse. Une élite privée dela LAC composée d’environ 80 personnes a arrêté tousles hommes qui n’avaient pu fuir à temps. Les victimesde ces arrestations arbitraires ont ensuite été détenuesdurant plusieurs jours, subissant tortures et humiliations.Une école des environs a été saccagée et le directeura également été arrêté.Ces violences s’inscrivent dans le cadre d’une politiqueplus large qui enfreint la législation belge. Parailleurs, le rapport de l’ONU «Human Rights in Liberia’sRubber Plantations: Tapping into the future» demai 2006 met en cause la gestion des conditions detravail ainsi que de l’environnement par la LAC.Les plantations de la LAC sont gérées par Socfinco,un opérateur implanté en Belgique. La plantation estdétenue à 100% par Socfinal, un holding dont faitégalement partie Socfinco. La présidence du conseild’administration de la LAC, de Socfinco et de Socfinalest aux mains d’une seule et même personne de nationalitébelge.1. Dans quelle mesure l’État belge peut-il intervenirlorsque les services de sécurité internes d’entreprisesbelges établies à l’étranger sont impliqués dans desfaits de vol, de violences et de violation grave desdroits de la population locale?2. Zijn deze feiten, indien bewezen, strafbaar? 2. S’ils sont prouvés, ces faits sont-ils punissables?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 42312 - 6 - 2008Gelet op de wet van 10 april 1990 op de bewakingsondernemingen(nu: wet tot regeling van de private enbijzondere veiligheid) zien private bewakingsfirma’sen interne veiligheidsdiensten die in het buitenlandopereren zich op geen enkele manier gebonden doordeze wet. De wet geldt immers enkel binnen België.3.a) Is de algemene regel van toepassing dat misdrijvenen wanbedrijven door een Belgisch bedrijf of onderdaanals in het buitenland gepleegd, ook inBelgië strafbaar zijn op voorwaarde dat ze ookstrafbaar zijn op de plaats waar ze werdengepleegd?b) Gaat u ermee akkoord dat hier nood is aan bijkomendwetgevend initiatief?4. In afwachting van dat initiatief, kan u Belgischebedrijven wier beveiligings- en bewakingsondernemingenin het buitenland opereren, aanbevelen om voorlopigtoch de geest, zij het niet de letter van de Belgischewetgeving en de OESO-Richtlijnen voor multinationaleondernemingen na te leven?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Justitie en Institutionele Hervormingen van 26 mei2008, op de vraag nr. 11 van de heer Dirk Van derMaelen van 9 april 2008 (N.):1 tot 3.a) In principe kunnen de Belgische rechtbanken opgrond van artikel 7 van de Voorafgaande Titel vanhet Wetboek van Strafvordering kennis nemen vande feiten die in de Belgische wet worden omschrevenals misdaden of wanbedrijven (bijvoorbeelddiefstal, slagen en verwondingen), gepleegdin het buitenland door Belgen of personen methoofdverblijfplaats in België. Naar luid van artikel12 van de Voorafgaande Titel moet de dader inBelgië worden gevonden.Artikel 7 voorziet in de voorwaarde van de dubbelestrafbaarstelling. Indien het misdrijf gepleegd is tegeneen vreemdeling, kan de vervolging bovendien slechtsplaatshebben op vordering van het parket en moet zijvoorafgaan worden door een klacht van de benadeeldevreemdeling of van zijn familie ofwel door een officieelbericht, aan de Belgische overheid gegeven door deoverheid van het land waar het misdrijf is gepleegd(artikel 7, § 2).Er bestaan echter uitzonderingen op de gewoneextraterritoriale bevoegdheid.Ingeval het gaat om misdrijven bedoeld in artikel10ter van de Voorafgaande Titel (migrantensmokkel,mensenhandel, uitbuiting van prostitutie,verkrachting van minderjarigen, strafbare feiten vanterroristische aard, enzovoort) of artikel 10quater, § 1,(actieve en passieve omkoping van ambtenaren), is dedubbele strafbaarstelling niet vereist.Les entreprises privées de gardiennage et les servicesde sécurité internes opérant à l’étranger ne se considèrentnullement comme liés à la loi du 10 avril 1990 surles entreprises de gardiennage (devenue «loi réglementantla sécurité privée et particulière»). Cette loi n’esten effet appliquable qu’en Belgique.3.a) La règle générale selon laquelle les infractions etdélits commis à l’étranger par une entreprise ou unressortissant belge sont punissables en Belgique àcondition qu’ils soient également punissables sur leterritoire où ils ont été commis s’applique-t-elle enl’espèce?b) Admettez-vous qu’une initiative législative supplémentaires’impose en la matière?4. En attendant cette initiative, pouvez-vous recommanderaux entreprises belges dont les sociétés degardiennage et de sécurité opèrent à l’étranger derespecter provisoirement sinon la lettre, au moinsl’esprit de la législation belge et des directives del’OCDE relatives aux entreprises multinationales?Réponse du vice-premier ministre et ministre de laJustice et des Réformes institutionnelles du 26 mai2008, à la question n o 11 de M. Dirk Van der Maelendu 9 avril 2008 (N.):1 à 3.a) En principe, les tribunaux belges peuventconnaître des faits qualifiés de crimes et de délitspar la loi belge (par ex. vols, coups et blessures),commis à l’étranger, par des personnes belges ouayant leur résidence principale en Belgique, sur labase de l’article 7 du titre préliminaire au Coded’instruction criminelle. L’auteur doit toutefoisêtre trouvé en Belgique en vertu de l’article 12 dutitre préliminaire.L’article 7 prévoit la condition de double incrimination.En outre, si l’infraction a été commise contre unétranger, la poursuite ne pourra avoir lieu que surréquisition du parquet et devra être précédée d’uneplainte de la victime étrangère ou de sa famille ou d’unavis officiel donné à l’autorité belge par l’autorité dupays où l’infraction a été commise (article 7, § 2).Il existe cependant des exceptions à la compétenceextraterritoriale ordinaire.S’il s’agit d’infractions visées à l’article 10ter du titrepréliminaire (trafic de migrants, traite des êtreshumains, exploitation de la prostitution, viols surmineurs, infractions terroristes, etc.) ou à l’article10quater, § 1 er (corruption publique active etpassive), la double incrimination n’est pas requise.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4232 QRVA 52 0202 - 6 - 2008Krachtens artikel 12bis van de Voorafgaande Titelkunnen de Belgische rechtbanken bovendien bevoegdzijn op grond van door België bekrachtigde internationaleverdragen, indien daarin in deze verdragen isvoorzien.Hoewel tussen België en Liberia geen enkel bilateraalbindend verdrag inzake rechtshulp in strafzakenbestaat, kan België een verzoek om rechtshulp vanLiberia ten uitvoer leggen op grond van artikel 4 vande wet van 9 december 2004 betreffende de wederzijdseinternationale rechtshulp in strafzaken, indienLiberia in zijn verzoek om rechtshulp waarborgt dathet België wederkerigheid toekent.b) De extraterritoriale bevoegdheid van de Belgischerechtbanken, die ik heb samengevat, is reeds zeerruim. Een uitbreiding ervan lijkt mij niet nodig.4. Aanbevelingen aan Belgische ondernemingen inhet buitenland maken mijns inziens deel uit van eenglobaal pakket (in het kader van de informatie diereeds wordt verschaft door de FOD BuitenlandseZaken en de gewesten) en het behoort niet tot de takenvan een minister van Justitie om dergelijke aanbevelingente doen.Par ailleurs, en vertu de l’article 12bis du titre préliminaire,les tribunaux belges peuvent être compétentssur la base de conventions internationales ratifiées parla Belgique, si ces conventions l’exigent.Enfin, bien qu’aucun traité bilatéral d’entraide judiciairepénale ne lie la Belgique et le Libéria, la Belgiquepeut exécuter une demande d’entraide émanant duLibéria sur la base de l’article 4 de la loi du 9 décembre2004 sur l’entraide judiciaire internationale enmatière pénale, si le Libéria garantit dans sa demanded’entraide d’accorder la réciprocité à la Belgique.b) La compétence extraterritoriale des tribunauxbelges, que je vous ai résumée, est déjà très large.Elle ne me semble pas devoir être étendue.4. Je suis d’avis que les recommandations à faireaux entreprises belges présentes à l’étranger doiventêtre envisagées de façon globale (dans le cadre desinformations que fournissent déjà le SPF Affairesétrangères et les régions) et qu’il ne revient pas auministre de la justice de faire ce type de recommandation.DO 2007200802457 DO 2007200802457Vraag nr. 12 van de heer Robert Van de Velde van9 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Justitie en Institutionele Hervormingen:Kabinetten. — Experten.De kabinetten van de verschillende ministerskunnen zich laten bijstaan door zogenaamde expertendie inhoudelijke ondersteuning kunnen geven.1. Wat is de bestaande regelgeving waarbinnenkabinetten kunnen gebruik maken van experten?2. Voor welke opdrachten in de periode 11 juli2003 — heden werd/wordt een beroep gedaan opexperten?Question n o 12 de M. Robert Van de Velde du 9 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre dela Justice et des Réformes institutionnelles:Cabinets. — Experts.Les cabinets des différents ministres peuvent se faireseconder par des experts qui leur apportent un soutientechnique.1. Quelle réglementation régit actuellement lerecours à des experts par des cabinets?2. Pour quelles missions fait-on ou a-t-on fait appelà des experts depuis le 11 juillet 2003?3. Wat was de inhoud van deze opdrachten? 3. En quoi ont consisté ces missions?4. Welke experten, werden door de minister aangesteldom deze opdrachten te vervullen?5. Hoelang werden deze aangestelde expertentewerkgesteld?6.a) Wat waren de arbeidsvoorwaarden van deze aangesteldeexperten?b) Onder welk contract waren zij tewerkgesteld, ofverliep alles via facturatie?4. Quels experts ont été désignés par le/la ministrepour mener à bien ces missions?5. Durant combien de temps a-t-on recouru auxservices de ces experts?6.a) Quelles ont été leurs conditions de travail?b) Facturaient-ils leurs services ou étaient-ils employéssous contrat et le cas échéant sous quelle formede contrat?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 42332 - 6 - 20087. Hoeveel bedroeg de vergoeding die aan elke aangesteldeexpert werd betaald?8. Op welke wijze werd er door de kabinettengebruik gemaakt van de rapporten van de diverseexperten?9. Wat zijn de voorwaarden waaraan iemand moetvoldoen om als expert in aanmerking te komen en aangesteldte worden bij het kabinet van de minister?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Justitie en Institutionele Hervormingen van 30 mei2008, op de vraag nr. 12 van de heer Robert Van deVelde van 9 april 2008 (N.):Hierbij verwijs ik het geachte lid naar de elementenvan het antwoord van mijn collega bevoegd voorAmbtenarenzaken en Overheidsbedrijven. (Vraagnr. 24 van 9 april 2008, Vragen en Antwoorden,Kamer, 2007-2008, nr. 17, blz. 2996.)7. À quel montant s’est élevée la rémunérationversée à chaque expert?8. De quelle façon les cabinets ont-ils utilisé lesrapports des divers experts?9. À quelles conditions doit satisfaire une personnepour être désignée comme expert au cabinet du/de laministre?Réponse du vice-premier ministre et ministre de laJustice et des Réformes institutionnelles du 30 mai2008, à la question n o 12 de M. Robert Van de Veldedu 9 avril 2008 (N.):J’invite l’honorable membre à se référer aux élémentsde réponse fournis par ma collègue la ministrede la Fonction publique et des Entreprises publiques.(Question n o 24 du 29 avril 2008, Questions et Réponses,Chambre, 2007-2008, n o 17, p. 2996.)DO 2007200802479 DO 2007200802479Vraag nr. 13 van de heer Xavier Baeselen van 10 april2008 (Fr.) aan de vice-eersteminister en ministervan Justitie en Institutionele Hervormingen:Wet ter bestrijding van het hacken van draadloze verbindingen.De Belgische wet maakt het mogelijk het hacken vandraadloze verbindingen, waarbij men zich met eenlaptop zonder toestemming toegang verschaft tot dedraadloze verbinding van een particulier die nagelatenheeft die te beveiligen, en van daaruit over het internetgaat surfen, te bestraffen.1. Heeft het parket de voorbije vijf jaar personendie een dergelijk misdrijf gepleegd hebben, gerechtelijkvervolgd?2. Zo ja, hoe vaak is dat gebeurd, en tot welkestraffen werden de betrokkenen veroordeeld?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Justitie en Institutionele Hervormingen van 29 mei2008, op de vraag nr. 13 van de heer Xavier Baeselenvan 10 april 2008 (Fr.):Omtrent de problematiek van het «illegaal meesurfenop draadloze internetverbindingen» zijn recent altwee parlementaire vragen gesteld.Het betreft de schriftelijke vraag nr. 4-791 van11 april 2008 van mevrouw Margriet Hermans aan deminister van Binnenlandse Zaken en de mondelingevraag nr. 4138 van de heer David Geerts aan de ministervan Ondernemen en Vereenvoudigen.Question n o 13 de M. Xavier Baeselen du 10 avril 2008(Fr.) au vice-premier ministre et ministre de laJustice et des Réformes institutionnelles:Loi réprimant le vol de Wi-fi.La loi belge permet de réprimer le vol de Wi-fi, c’està dire se connecter, par le biais d’un ordinateur portable,au réseau sans fil d’un particulier qui auraitnégligé de la sécuriser et, de là, accéder à internet.1. Pourriez-vous indiquer si, dans les cinq dernièresannées, des poursuites judiciaires ont été exercées parle parquet à l’encontre de personnes ayant commis cedélit?2. Dans l’affirmative, à combien s’élèvent-elles et dequelles condamnations ces personnes ont-elles faitl’objet?Réponse du vice-premier ministre et ministre de laJustice et des Réformes institutionnelles du 29 mai2008, à la question n o 13 de M. Xavier Baeselen du10 avril 2008 (Fr.):Deux questions ont déjà été posées récemment concernantla problématique du «surf illégal sur des connexionsinternet sans fil».Il s’agit de la question écrite n o 4-791 du 11 avril2008 de Mme Margriet Hermans au ministre del’Intérieur et de la question orale n o 4138 de M. DavidGeerts au ministre de l’Entreprise et de la Simplification.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4234 QRVA 52 0202 - 6 - 2008Zoals reeds blijkt uit de antwoorden op deze tweevragen, kunnen de gevraagde gegevens niet meegedeeldworden.De gegevensbank van het College van procureursgeneraalbevat gegevens met betrekking tot informaticacriminilateiten criminaliteit met behulp van internet.De tenlasteleggingcodes die gebruikt worden methet oog op de kwalificatie van de feiten laten echterniet toe de zaken te identificeren die betrekkinghebben op de diefstal via Wi-fi.Comme l’indiquent déjà les réponses à ces deuxquestions, les données demandées ne peuvent êtrecommuniquées.La banque de données du Collège des procureursgénéraux contient des données relatives à la criminalitéinformatique et à la criminalité à l’aide d’Internet.Les codes de prévention utilisés pour qualifier lesfaits ne permettent toutefois pas d’identifier les affairesqui se rapportent au vol par Wi-Fi.DO 2007200802485 DO 2007200802485Vraag nr. 14 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van10 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Justitie en Institutionele Hervormingen:Verzoekschriften tot erkenning als staatloze.Een staatloze wordt gedefinieerd als een persoon diedoor geen enkele staat als onderdaan wordtbeschouwd. De bewijslast komt toe aan de vreemdelingdie stelt geen nationaliteit te bezitten. Hij moetdus bewijzen dat hij de nationaliteit die hij bezat doorzijn geboorte, verloren heeft, of dat hij er nooit éénheeft gehad. Alleen in zeer duidelijke gevallen zal degemeentelijke administratie de staatloosheid kunnenvaststellen. Als dit niet mogelijk is, zal de vreemdelingeerst een procedure voor de rechtbank van eerste aanlegmoeten voeren alvorens hij als staatloze wordterkend.1.a) Hoeveel verzoekschriften tot erkenning als staatlozewerden per gerechtelijk arrondissement in onsland ingediend in 2005, 2006 en 2007?b) In hoeveel gevallen was de aanvrager een uitgeprocedeerdeasielzoeker?2. Hoeveel van deze procedures werden al afgesloten?3.a) Hoeveel van deze procedures zijn nog hangende?b) Om welke reden kunnen ze nog niet worden afgesloten?4.a) Wat is de gemiddelde duur van een procedure toterkenning als staatloze?b) Overweegt u te sleutelen aan deze procedure opdatze op kortere termijn zou kunnen worden afgesloten?Question n o 14 de M me Sabien Lahaye-Battheu du10 avril 2008 (N.) au vice-premier ministre etministre de la Justice et des Réformes institutionnelles:Demandes de reconnaissance d’apatridie.Le terme «apatride» s’applique à toute personnequ’aucun État ne considère comme son ressortissant.La charge de la preuve revient à la personne quiaffirme ne pas posséder de nationalité. Celle-ci doitdonc prouver qu’elle a perdu la nationalité qu’ellepossédait par sa naissance ou qu’elle n’a jamais eu denationalité. Ce n’est que dans des cas très évidents quel’administration communale pourra constaterl’apatridie. Dans le cas contraire, l’intéressé devraengager une procédure devant le tribunal de premièreinstance pour obtenir le statut d’apatride.1.a) Combien de demandes d’apatridie ont été introduitesdans le pays, par arrondissement judiciaire,en 2005, en 2006 et en 2007?b) Dans combien de cas le demandeur était-il undemandeur d’asile débouté?2. Parmi ces procédures, combien sont déjà clôturées?3.a) Combien sont encore pendantes?b) Pour quelle raison ne peuvent-elles pas encore êtreclôturées?4.a) Quelle est la durée moyenne d’une procédure dereconnaissance d’apatridie?b) Envisagez-vous de modifier cette procédure desorte qu’elle puisse être clôturée plus rapidement?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 42352 - 6 - 20085. Hoeveel van de afgesloten procedures werdenpositief beoordeeld en leidden tot erkenning staatloosheid?6. Welke gevolgen heeft een erkenning staatloosheidvoor de vreemdeling?7.a) In hoeveel van de procedures die negatief afgeslotenwerden, werd vervolgens beroep aangetekendbij het hof van beroep, en daarna eventueel bij hetHof van Cassatie?b) Hoeveel keer werd de weigering van de rechter ineerste aanleg in beroep omgezet in een positievebeoordeling?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Justitie en Institutionele Hervormingen van 26 mei2008, op de vraag nr. 14 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van 10 april 2008 (N.):Mijn diensten beschikken niet over de gevraagdecijfergegevens inzake verzoekschriften tot erkenningstaatloze aangezien omtrent deze materie geen aardcodeopgenomen is in de informaticasystemen van derechtbanken van eerste aanleg, de hoven van beroep enhet Hof van Cassatie.In de toekomst zullen, na de nodige wetswijzigingen,de cijfers makkelijker opvraagbaar zijn via deminister van Migratie en Asielbeleid. Inderdaadvermeldt het regeerakkoord «De regering voorziet ineen procedure tot toekenning van het statuut voorstaatlozen door het Commissariaat-Generaal voorvluchtelingen en staatlozen. Erkenning heeft tijdelijkverblijfsrecht tot gevolg.»5. Parmi les procédures déjà terminées, combienont donné lieu à une décision positive et à la reconnaissanced’apatridie?6. Quelles sont les conséquences de cette reconnaissancepour l’étranger concerné?7.a) Parmi les procédures qui ont conduit à une décisionnégative, combien ont ensuite donné lieu à unrecours auprès de la cour d’appel et, le cas échéant,auprès de la Cour de cassation?b) Dans combien de cas la décision négative du jugede première instance a-t-elle été réformée en appelen une décision positive?Réponse du vice-premier ministre et ministre de laJustice et des Réformes institutionnelles du 26 mai2008, à la question n o 14 de M me Sabien Lahaye-Battheu du 10 avril 2008 (N.):Mes services ne disposent pas des données demandéesen matière de requêtes de reconnaissance de laqualité d’apatride, vu que, dans ce domaine, aucuncode de nature de l’affaire n’est repris dans les systèmesinformatiques des Tribunaux de première instance,des Cours d’appel et de la Cour de Cassation.À l’avenir, après les modifications de loi requises, ilsera plus facile d’obtenir les chiffres via le ministre dela Politique de Migration et d’Asile. En effet, l’accordde gouvernement dispose que «Le gouvernement mettraen place une procédure d’octroi du statutd’apatride par le Commissariat général aux apatrideset aux réfugiés. La reconnaissance en tant qu’apatridedonnera en principe lieu à un droit de séjour (temporaire).»DO 2007200802532 DO 2007200802532Vraag nr. 20 van mevrouw Zoé Genot van 11 april2008 (Fr.) aan de vice-eersteminister en ministervan Justitie en Institutionele Hervormingen:Notarissen. — Rechtstreekse erfopvolging. — Verrichting«opening-sluiting».Naar verluidt heeft een notaris die belast was met deafhandeling van een rechtstreekse erfopvolging, enkelemaanden geleden de bankkluis van een overledenpersoon geopend zonder enige getuige: noch de erfgenamen,noch een medewerker van de bank, noch eenvertegenwoordiger van de overheid waren daarbij aanwezig.De notaris in kwestie zou dit gedaan hebben omdathij een testament zocht, terwijl een van de twee efgenamenhem twee jaar voordien nochtans een testamenthad overhandigd. Deze verrichting, «opening-Question n o 20 de M me Zoé Genot du 11 avril 2008(Fr.) au vice-premier ministre et ministre de laJustice et des Réformes institutionnelles:Notaires. — Succession directe. — Opération «ouverture-fermeture».Il me revient qu’un notaire en charge d’une successiondirecte a effectué, il y a quelques mois, une ouverturedu coffre qu’une personne décédée possédait dansune banque, et ce, sans aucun témoin: ni les héritiers,ni un agent de la banque, ni aucun représentant del’Administration.Le notaire en question aurait opéré ainsi au motif dechercher un testament, alors qu’un testament lui avaitété remis deux ans auparavant par l’un des deux héritiers.Il semblerait que cette opération, appelée «ou-KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4236 QRVA 52 0202 - 6 - 2008sluiting» genoemd, zou wettelijk zijn en de notaris zougemachtigd zijn deze verrichting uit te voeren als beëdigdpersoon.1. Bevestigt u dat deze praktijk bestaat, en is ze conformde vigerende wetgeving?2. Zo ja, denkt u niet dat het voor de erfgenamenvrij verontrustend moet zijn dat de notaris een dergelijkebevoegdheid heeft, en dat er daardoor geengaranties zijn dat er geen onregelmatigheden kunnengebeuren?3. Vindt u dat deze situatie moet worden verholpen,opdat de rechten van de burgers in hun hoedanigheidvan erfgenamen volledig kunnen worden gerespecteerd?4. Zal u eventueel de wetgeving betreffende debevoegdheden van de notarissen die met het afhandelenvan een nalatenschap belast zijn, wijzigen?Réponse du vice-premier ministre et ministre de laJustice et des Réformes institutionnelles du 26 mai2008, à la question n o 20 de M me Zoé Genot du11 avril 2008 (Fr.):Ik ben niet op de hoogte van het bestaan van eenpraktijk van «openen en sluiten» zoals beschrevendoor het geachte lid.Een dergelijke handelwijze lijkt overigens in strijdmet de wet.In de wet van ventôse op het notarisambt, gewijzigden aangevuld bij de wetten van 4 mei 1999, is in artikel69 voorzien dat de genootschappen van notarissenregels kunnen vaststellen die betrekking hebben op denotariële praktijk en die de Koning kan goedkeurenen, in voorkomend geval, aanpassen. Deze regels zijnechter slechts bindend voor de leden van de genootschappenen kunnen in geen geval afbreuk doen aan derechten van derden.Er moet overigens worden benadrukt dat het feit dateen notaris beëdigd is, betekent dat hij overeenkomstigartikel 47, eerste lid, van voornoemde wet op het notarisambtde dubbele eed heeft afgelegd tot naleving vande wet en tot nauwgezette en eerlijke vervulling vanzijn ambt.Daarnaast is het zo dat krachtens artikel 101 van hetWetboek der successierechten geen enkele brandkofferna het overlijden van de huurder mag worden geopenddan in aanwezigheid van de verhuurder en, in voorkomendgeval, van een ambtenaar van de Administratievan de registratie en domeinen aan wie een lijst van dewaarden en voorwerpen in de koffer moet wordenafgegeven.Het zoeken van een testament is trouwens specifiekgeregeld. Ter uitvoering van de Overeenkomst vanBazel van 16 mei 1972 inzake de vaststelling van eenverture-fermeture» est légale et que le notaire pouvaitl’effectuer en tant que personne assermentée.1. Confirmez-vous que cette pratique existe et estelleconforme à la législation en vigueur?2. Si oui, ne pensez-vous pas qu’un tel pouvoir auxmains des notaires n’est pas de nature à rassurer leshéritiers et n’offre pas la garantie qu’aucune irrégulariténe puisse être commise?3. Estimez-vous qu’il faudrait remédier à cettesituation, pour que les droits des citoyens, en tantqu’héritiers, puissent être pleinement respectés?4. Prévoyez-vous éventuellement une modificationde la législation en matière de pouvoir des notaires encharge d’une succession?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Justitie en Institutionele Hervormingen van 26 mei2008, op de vraag nr. 20 van mevrouw Zoé Genot van11 april 2008 (Fr.):Je n’ai pas connaissance de l’existence d’une pratiqued’«ouverture-fermeture» telle que décrite par l’honorablemembre.Une telle pratique apparaîtrait d’ailleurs contraire àla loi.La loi de ventôse contenant organisation du notariat,modifiée et complétée par les lois du 4 mai 1999,prévoit en son article 69 que les compagnies des notairespeuvent établir des règles relatives à la pratiquenotariale que le Roi peut approuver et, le cas échéant,modifier. Ces règles ne lient toutefois que les membresdes compagnies et ne pourraient en aucun cas porterpréjudice aux droits des tiers.Il convient, par ailleurs, de rappeler que le fait pourun notaire d’être assermenté signifie qu’en vertu del’article 47, alinéa 1 er , de la loi de ventôse précitéecontenant organisation du notariat, il a prêté le doubleserment du respect de la loi et de l’exercice de ses fonctionsavec exactitude et probité.Il paraît également utile de rappeler qu’en applicationde l’article 101 du Code des droits de succession,un coffre-fort ne peut être ouvert après le décès dulocataire qu’en présence du loueur et, le cas échéant,d’un fonctionnaire de l’Administration de l’enregistrementet des domaines à qui doit être remise la liste desvaleurs et objets contenus dans le coffre.Par ailleurs, la recherche d’un testament a été spécifiquementorganisée puisqu’en exécution de la ConventionDe Bâle du 16 mai 1972 relative à l’établisse-KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 42372 - 6 - 2008stelsel van registratie van testamenten, goedgekeurdbij de wet van 13 januari 1977 en bedoeld om na hetoverlijden van de erflater de ontdekking van zijn testamentte vergemakkelijken (artikel 1), is in het koninklijkbesluit van 28 oktober 1977 voorzien in eencentraal register van uiterste wilsbeschikkingen, waarvanhet beheer is opgedragen aan de Koninlijke Federatievan het Belgisch Notariaat.Overeenkomstig artikel 8, tweede lid, van de overeenkomstkan eenieder, na het overlijden van de erflater,de wettelijk bepaalde informatie krijgen inverband met de in het register opgenomen testamentenvan de erflater.De notaris moet als openbaar ambtenaar uiteraardde wet strikt en nauwgezet naleven en een doelstellingvan voornoemde wetten van 4 mei 1999 was juist debepalingen met betrekking tot de tucht te versterkenmet het oog op meer efficiëntie. Dit tuchtstelsel laat deeigen bevoegdheden van de hoven en rechtbankenonverlet, bijvoorbeeld wat de mogelijke burgerlijkeaansprakelijkheid van een notaris betreft.ment d’un système d’inscription des testaments,approuvée par la loi du 13 janvier 1977 et dontl’objectif est de «faciliter, après le décès du testateur,la découverte de son testament» (article 1 er ), l’arrêtéroyal du 28 octobre 1977 a créé un registre central desdispositions de dernière volonté et en a d’ailleurs confiéla gestion à la Fédération royale du Notariat belge.Conformément à l’article 8, § 2, de la Convention,toute personne peut, après le décès du testateur, obtenirles informations prévues par la loi à propos destestaments de ce dernier inscrits dans le registre.Le notaire, fonctionnaire public, est bien évidemmenttenu à un strict et rigoureux respect de la loi etl’un des objectifs des lois précitées du 4 mai 1999 a étéde renforcer les dispositions relatives à la discipline envue d’en améliorer l’efficacité. Ce régime disciplinaireest sans préjudice des compétences propres des Courset tribunaux, par exemple en ce qui concernel’éventuelle responsabilité civile d’un notaire.DO 2007200802548 DO 2007200802548Vraag nr. 22 van de heer Olivier Maingain van14 april 2008 (Fr.) aan de vice-eersteminister enminister van Justitie en Institutionele Hervormingen:Brusselse rechtbanken. — Magistraten. — Taalindeling.Mijn vraag betreft de taalindeling van de magistratenbij de Brusselse rechtbanken: rechtbank van eersteaanleg, parket van de rechtbank van eerste aanleg,rechtbank van koophandel, arbeidsrechtbank, hof vanberoep en arbeidshof.Wat was voor elk van deze rechtbanken op 1 september2007:a) het aantal rechters overeenkomstig de wettelijkeformatie;Question n o 22 de M. Olivier Maingain du 14 avril2008 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre dela Justice et des Réformes institutionnelles:Juridictions bruxelloises. — Magistrats. — Répartitionlinguistique.Ma question concerne la répartition linguistique desmagistrats dans les juridictions bruxelloises: tribunalde première instance, parquet du tribunal de premièreinstance, tribunal de commerce, tribunal du travail,cour d’appel et cour du travail.Quelle est, pour chacune des juridictions susvisées,au 1 er septembre 2007:a) le nombre de juges conformément au cadre légal;b) het effectieve aantal Franstalige rechters in functie; b) le nombre effectif de juges francophones actuellementen fonction;c) het effectieve aantal Nederlandstalige rechters infunctie;d) het effectieve aantal Franstalige rechters met eentaalattest Nederlands (uitgesplitst volgens type vanerkend attest);e) het effectieve aantal Nederlandstalige rechters meteen taalattest Frans (uitgesplitst volgens type vanerkend attest)?c) le nombre effectif de juges néerlandophones actuellementen fonction;d) le nombre effectif de juges francophones porteursd’un certificat de connaissance du néerlandais (endistinguant selon les types de certificat reconnus);e) le nombre effectif de juges néerlandophonesporteurs d’un certificat de connaissance du français(en distinguant selon les types de certificatreconnus)?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4238 QRVA 52 0202 - 6 - 2008Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Justitie en Institutionele Hervormingen van 30 mei2008, op de vraag nr. 22 van de heer Olivier Maingainvan 14 april 2008 (Fr.):U gelieve hieronder de gevraagde inlichtingen tevinden.Réponse du vice-premier ministre et ministre de laJustice et des Réformes institutionnelles du 30 mai2008, à la question n o 22 de M. Olivier Maingain du14 avril 2008 (Fr.):Veuillez trouver ci-dessous les informations demandées.Effectief—EffectifTweetalig—BilingueKader—CadreNLFRGrondigekennis (Fr)—Conn. (Fr)appr.NLVoldoendekennis (Fr)—Conn. (Fr)satisfaisanteGrondigekennis (Nl)—Conn. (Nl)appr.FRVoldoendekennis (Nl)—Conn. (Nl)satisfaisanteHof van Beroep — Cour d’appelZetel. — Siège 71 34 36 26 0 8 2Parket. — Parquet 26 10 15 5 1 5 1Arbeidshof — Cour du travailZetel. — Siège 11 5 5 3 0 3 0Parket. — Parquet 5 2 3 1 1 0 1Rechtbank van eerste aanleg —Tribunal de première instanceZetel. — Siège 105 + 50 = 155(*) 37 95 19 12 25 15Parket. — Parquet 92 + 34 = 126(**) 40 68 11 20 8 18Rechtbank van koophandel —Tribunal de commerceZetel. — Siège 24 10 14 8 1 6 2Arbeidshof — Tribunal du travailZetel. — Siège 26 9 14 8 0 6 2Parket. — Parquet 19 6 12 1 5 2 5(*) 105 magistraten behoren tot het kader van de rechtbanken 50 toegevoegde magistraten.(**) 92 magistraten behoren tot het kader van de rechtbanken 34 toegevoegde magistraten.(*) 105 magistrats appartenant au cadre du tribunal et50 magistrats de complément.(**) 92 magistrats appartenant au cadre du tribunal et 34magistrats de complément.DO 2007200802564 DO 2007200802564Vraag nr. 23 van de heer Jean-Jacques Flahaux van14 april 2008 (Fr.) aan de vice-eersteminister enminister van Justitie en Institutionele Hervormingen:Rijden onder invloed van drugs. — Intrekking van hetrijbewijs.In de krant «La Nouvelle Gazette» van 3 oktober2007 stond te lezen dat het rijbewijs van een bestuurderdie onder invloed van drugs was, gedurende twaalfQuestion n o 23 de M. Jean-Jacques Flahaux du14 avril 2008 (Fr.) au vice-premier ministre etministre de la Justice et des Réformes institutionnelles:Conduite sous l’influence de drogues. — Retrait depermis.Dans son édition du 3 octobre 2007, La NouvelleGazette mettait en exergue le fait qu’un conducteuravait vu son permis retiré pendant douze heures pourKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 42392 - 6 - 2008uur werd ingetrokken («Saint-Ghislain — De ladrogue au volant»).1. Moet het rijbewijs in dat geval niet voor langeretijd worden ingetrokken? Rijden onder invloed vandrugs is immers even gevaarlijk als dronken achter hetstuur zitten of te snel rijden. En in die laatste tweegevallen blijft het rijbewijs van de overtreder heel watlanger ingetrokken.2. Denkt u eraan het rijbewijs van bestuurdersonder invloed van drugs gedurende een langereperiode in te trekken?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Justitie en Institutionele Hervormingen van 30 mei2008, op de vraag nr. 23 van de heer Jean-JacquesFlahaux van 14 april 2008 (Fr.):Met betrekking tot uw vraag betreffende deintrekking van het rijbewijs, moet ik vooreerst aanstippendat er een onderscheid bestaat tussen de onmiddellijkeintrekking van het rijbewijs en het tijdelijkrijverbod. De regels hieromtrent zijn opgenomen in dewet van 16 maart 1968 betreffende de politie over hetwegverkeer (Wegverkeerswet).Wanneer wordt vastgesteld dat een persoon rijdtonder invloed van drugs, wordt er een tijdelijk rijverbodopgelegd door de politie. De duur van dit rijverbodbedraagt 12 uur vanaf de vaststelling, telkenshernieuwbaar met 6 uur na nieuwe tests (artikel 61terWegverkeerswet). Ook aan de persoon die rijdt indronken toestand wordt een rijverbod opgelegd, dienaargelang de ernst van de dronkenschap 3 of 6 uurduurt. Ook deze termijn is verlengbaar (artikel 60Wegverkeerswet). De duur van het tijdelijk rijverbodis dus in principe langer bij rijden onder invloed vandrugs dan bij rijden onder invloed van alcohol, en niet,zoals u stelt, omgekeerd.De onmiddellijke intrekking van het rijbewijs vanzijn kant wordt bevolen door de Procureur desKonings voor een maximumtermijn van 15 dagen.Deze termijn kan met 3 maanden worden verlengddoor de politierechtbank. Deze termijnen zijn identiekvoor dronken rijden en rijden onder invloed van drugs(artikel 55 en 55bis Wegverkeerswet), zodat er ookhier van een kortere termijn voor rijden onder invloedvan drugs geen sprake is.Uw vraag is dan ook zonder voorwerp.conduite sous l’emprise de la drogue («Saint-Ghislain— De la drogue au volant»).1. N’est-il pas opportun d’augmenter la durée deretrait de permis dans ce cas? En effet, conduire sousl’influence de la drogue est tout aussi dangereux quede conduire en état d’ivresse ou, encore, de commettredes excès de vitesse. Là, pourtant, la durée du retraitde permis est beaucoup plus longue.2. Envisagez-vous l’augmentation de la durée duretrait de permis en cas de conduite sous l’influence dela drogue?Réponse du vice-premier ministre et ministre de laJustice et des Réformes institutionnelles du 30 mai2008, à la question n o 23 de M. Jean-Jacques Flahauxdu 14 avril 2008 (Fr.):Concernant votre question relative au retrait depermis, je dois tout d’abord rappeler qu’il existe unedifférence entre le retrait immédiat du permis etl’interdiction temporaire de conduire. Les règles en lamatière sont reprises dans la loi du 16 mars 1968 relativeà la police de la circulation routière (Loi sur lacirculation routière).Lorsqu’il est constaté qu’une personne conduit sousl’influence de drogues, une interdiction temporaire deconduire est ordonnée par la police. La durée de cetteinterdiction est de 12 heures à partir du constat etrenouvelable pour 6 heures après de nouveaux tests(article 61ter de la loi sur la circulation routière). Lapersonne conduisant en état d’ivresse reçoit égalementl’interdiction de conduire, cette interdiction peutvarier de 3 à 6 heures en fonction de la gravité de l’étatd’ébriété. Ce délai est également renouvelable (article60 de la Loi sur la circulation routière). La durée del’interdiction temporaire de conduire est donc en principeplus longue sous l’influence de drogues qu’en étatd’ivresse, et non, comme vous l’affirmez, l’inverse.Le retrait immédiat du permis est quant à elleordonnée par le procureur du Roi pour un délai maximalde 15 jours. Ce délai peut être allongé à 3 mois parle tribunal de police. Ces délais sont identiques pour laconduite en état d’ivresse ou sous l’influence de drogues(article 55 et 55bis de la loi sur la circulation routière),de sorte qu’ici non plus il n’est pas questiond’un délai plus court pour la conduite sous l’influencede drogues.Votre question est donc sans objet.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4240 QRVA 52 0202 - 6 - 2008DO 2007200802651 DO 2007200802651Vraag nr. 44 van de heer Bruno Stevenheydens van15 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Justitie en Institutionele Hervormingen:Kieldrecht. — Gewapende overval in een café. — Uitleveringovervallers.In de nacht van 14 op 15 januari 2008 werd in deDorpstraat te Kieldrecht (deelgemeente van Beveren-Waas) een gewapende overval gepleegd in een café. Dedaders maakten een som geld buit en verdwenen meteen witte bestelwagen in de richting van de nabijgelegengrens met Nederland.Via de pers vernam ik dat de daders in Nederlanddoor de politie zouden zijn gearresteerd.Question n o 44 de M. Bruno Stevenheydens du 15 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre dela Justice et des Réformes institutionnelles:Kieldrecht. — Attaque à main armée dans un café. —Extradition des auteurs.Dans la nuit du 14 au 15 janvier 2008, une attaque àmain armée a été commise dans un café situé dans laDorpsstraat à Kieldrecht (commune fusionnée deBeveren-Waas). Les malfrats ont dérobé une sommed’argent et se sont enfuis à bord d’une camionetteblanche en direction de la frontière néerlandaise touteproche.J’ai appris par la presse que les auteurs auraient étéarrêtés par le police néerlandaise.1. Is deze informatie correct? 1. Cette information est-elle exacte?2. Waar in Nederland werden de overvallers gearresteerd?3. Heeft men kunnen nagaan of zij nog andere misdrijvengepleegd hebben?2. Où aux Pays-Bas les auteurs de cette attaque ontilsété arrêtés?3. A-t-on pu établir s’ils ont encore commis d’autresdélits?4. Hebben zij misdrijven in Nederland gepleegd? 4. Ont-ils commis des délits aux Pays-Bas?5. Wat is de nationaliteit van de daders? 5. Quelle est leur nationalité?6. Werd de uitlevering gevraagd en wanneer wordtdeze in het vooruitzicht gesteld?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Justitie en Institutionele Hervormingen van 28 mei2008, op de vraag nr. 44 van de heer Bruno Stevenheydensvan 15 april 2008 (N.):In het kader van het onderhavige dossier zijn ermomenteel aanwijzingen in de richting van eenpersoon van Nederlandse nationaliteit die in zijnvaderland in hechtenis genomen werd naar aanleidingvan een gewapende overval op een supermarkt.De aanwijzingen bestaan uit politionele informatiedie stelt dat betrokkene op café beweerd zou hebbendat hij een overval op een herberg in Kieldrechtgepleegd zou hebben. Mijn departement heeft opdrachtgegeven om een fotodossier waarin betrokkeneopgenomen is voor te leggen aan het slachtoffer.Tevens wordt een rogatoir verzoek naar de NederlandseJustitie voorbereid met oog op verhoor vanbetrokkene.6. Leur extradition a-t-elle été demandée et pourquand est-elle prévue le cas échéant?Réponse du vice-premier ministre et ministre de laJustice et des Réformes institutionnelles du 28 mai2008, à la question n o 44 de M. Bruno Stevenheydensdu 15 avril 2008 (N.):Dans le cadre du présent dossier, des indices désignentactuellement une personne de nationaliténéerlandaise, incarcérée dans son pays à la suite d’uneattaque à main armée dans un supermarché.Les indices sont constitués d’informations policièresselon lesquelles l’intéressé aurait affirmé dans un caféqu’il aurait commis une attaque dans un café à Kieldrecht.Mon département a demandé qu’un dossierphoto dans lequel figure une photo de l’intéressé soitsoumis à la victime.Une commission rogatoire à l’intention de la justicenéerlandaise est également en cours de préparation envue de l’audition de l’intéressé.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 42412 - 6 - 2008DO 2007200802666 DO 2007200802666Vraag nr. 46 van de heer Filip De Man van 15 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Justitie en Institutionele Hervormingen:Grote wapenvondsten in Charleroi.Op 29 april 2004 stelde ik aan uw voorganger eenvraag betreffende grote wapenvondsten in de buurtvan Charleroi (vraag nr. 253, Vragen en Antwoorden,Kamer, 2003-2004, nr. 32, blz. 4926). Volgens de toenmaligeminister ging het daarbij om handvuurwapens,munitie, zwart poeder en springstoffen, maar de persvermeldde zelfs machinegeweren en luchtafweergeschut.Toendertijd liet de minister mij weten dat hetonderzoek nog liep en een antwoord zou volgen.1. Nu, vier jaar later, kan u meedelen of het onderzoekafgerond is en welke gevolgen het parket vanCharleroi gaf aan deze zaak?2.a) Zijn er personen aangehouden, in verdenkinggesteld, voor de rechter gebracht?b) Voor welke feiten? b) Pour quels faits?Question n o 46 de M. Filip De Man du 15 avril 2008(N.) au vice-premier ministre et ministre de laJustice et des Réformes institutionnelles:Importantes découvertes d’armes à Charleroi.Le 29 avril 2004, j’ai posé à votre prédécesseur unequestion sur la découverte d’importantes quantitésd’armes dans la région de Charleroi (question n o 253,Questions et Réponses, Chambre, 2003-2004, n o 32,p. 4926). Selon le ministre de l’époque, il s’agissaitd’armes de poing, de munitions, de poudre noire etd’explosifs mais la presse parlait même de mitrailleuseset d’artillerie anti-aérienne. Le ministre m’avait faitsavoir à l’époque que l’enquête était encore en cours etqu’une réponse me serait fournie.1. Quatre ans plus tard, pouvez-vous me fairesavoir si l’enquête a été clôturée et quelles suites leparquet de Charleroi a réservées à cette affaire?2.a) Des personnes ont-elles été arrêtées, inculpées,amenées devant le juge?3. Wat is hun nationaliteit? 3. Quelle est leur nationalité?4. Ging het om wapenhandelaars/wapenverzamelaars/potentiëleterroristen/een criminele bende?5.a) Zijn er reeds straffen uitgesproken?4. S’agissait-il d’armuriers, de collectionneursd’armes, de terroristes potentiels, d’une bande decriminels?5.a) Des peines ont-elles déjà été prononcées?b) Zo ja, welke? b) Dans l’affirmative, lesquelles?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Justitie en Institutionele Hervormingen van 30 mei2008, op de vraag nr. 46 van de heer Filip De Man van15 april 2008 (N.):Op de vraag van het geachte lid kan ik volgendeelementen van antwoord verstrekken: de tweedebeschuldigden in dit dossier, te weten Domenico DiLuciano en Sébastiano Di Luciano, hebben respectievelijkde Belgische en de Italiaanse nationaliteit.Domenico Di Luciano werd veroordeeld wegens hetillegale bezit van 42 verweerwapens, een vouwgeweer,9 oorlogswapens, waaronder een kanon van 40 mm eneen machinegeweer, het opslaan van oorlogswapensen verweerwapens, alsmede het voorhanden hebbenvan de explosieven of van pyrotechnisch kruit.De rechtbank heeft hem veroordeeld tot twee jaargevangenisstraf met vijf jaar uitstel voor het deel vande straf dat de ondergane voorlopige hechtenis teboven gaat.Sébastiano Di Luciano werd schuldig bevonden aanhet illegale bezit van acht verweerwapens en eenRéponse du vice-premier ministre et ministre de laJustice et des Réformes institutionnelles du 30 mai2008, à la question n o 46 de M. Filip De Man du15 avril 2008 (N.):Je peux fournir à l’honorable membre les élémentsde réponse suivants: les deux prévenus concernés parce dossier, à savoir Domenico Di Luciano et SébastianoDi Luciano sont respectivement de nationalitébelge et italienne.Domenico Di Luciano a été condamné pour détentionillégale de 42 armes de défense, d’un fusil pliant,de 9 armes de guerre, dont un canon de 40 mm et unemitrailleuse, de dépôt d’armes de guerre et d’armes dedéfense ainsi que de détention d’explosifs et de poudrespyrotechniques.Le tribunal l’a condamné à une peine de deux ansd’emprisonnement assortie d’un sursis de cinq anspour la partie de la peine excédant la détention préventivesubie.Sébastiano Di Luciano a été déclaré coupable dedétention illégale de huit armes de défense et d’uneKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4242 QRVA 52 0202 - 6 - 2008oorlogswapen, het opslaan van verweerwapens enoorlogswapens en het voorhanden hebben van pyrotechnischkruit.De correctionele rechtbank heeft hem veroordeeldtot een gevangenisstraf van tien maanden.De gebroeders Di Luciano hebben zich voorgedaanals verzamelaars van vuurwapens.Het is veeleer onwaarschijnlijk dat zij betrokkenzijn bij activiteiten die verband houden met terrorisme,en zij werden evenmin vervolgd wegens verenigingvan misdadigers of lidmaatschap van een crimineleorganisatie.Beiden blijken evenwel betrekkingen te hebbenonderhouden met criminele milieus, waarbij DomenicoDi Luciano betrokken is bij zwaar banditisme enSébastiano Di Luciano bij financiële delinquentie.Aangezien de procureur des Konings te Charleroiberoep heeft ingesteld tegen het vonnis van 10 mei2006, komt de zaak opnieuw voor voor het hof vanberoep te Bergen dat de rechtsdag waarop het dossierwordt behandeld heeft bepaald op 27 juni 2008.arme de guerre, de dépôt d’armes de défense et deguerre et de détention de poudres pyrotechniques.Le tribunal correctionnel a prononcé à son encontreune peine d’emprisonnement de dix mois.Les frères Di Luciano se sont présentés comme étantdes collectionneurs d’armes à feu.Ils ne semblent en rien impliqués dans des activitésen relation avec le terrorisme et ils n’ont pas davantageété poursuivis pour association de malfaiteurs ouappartenance à une organisation criminelle.Toutefois, l’un et l’autre semblent entretenir desrelations avec les milieux criminels, grand banditismepour Domenico Di Luciano, délinquance financièrepour ce qui concerne Sébastiano Di Luciano.Le procureur du Roi de Charleroi ayant interjetéappel du jugement du 10 mai 2006, l’affaire sera rejugéedevant la cour d’appel de Mons devant laquelle ledossier a été fixé à l’audience du 27 juin 2008.DO 2007200802786 DO 2007200802786Vraag nr. 62 van de heer Guido De Padt van 16 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Justitie en Institutionele Hervormingen:Uithuiszettingen. — Gemeenten. — Afvalstoffen.De wet van 30 december 1975 regelt de tussenkomstvan de gemeente bij uithuiszettingen. De gemeentebesturenkunnen de gemaakte kosten verhalen op de uitgezettehuurder, maar dit is eerder theorie dan praktijk.Onder meer op grond van de redenering dat mengeen afvalstoffen op straat mag zetten, weigerensommige Vlaamse gemeenten om medewerking te verlenenbij uithuiszettingen. Men is immers van oordeeldat de eigenaar, die de uitdrijving verkregen heeft,ervoor dient te zorgen dat het afval wordt verwijderdop basis van het decreet van de Vlaamse Gemeenschapvan 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en hetbeheer van afvalstoffen.1. Bevestigt u de stelling dat het Vlaams Afvalstoffendecreetvan 2 juli 1981 als bijzondere wet voorrangheeft op de algemene wet van 30 december 1975 en degemeenten niet kunnen verplicht worden medewerkingte verlenen aan het weghalen van de onder voormelddecreet vallende «afvalstoffen»?2. Dient de uitdrijvende partij in voormeld gevalzelf in te staan voor de verwijdering van de«afvalstoffen», ook wanneer het gaat om meubilair enQuestion n o 62 de M. Guido De Padt du 16 avril 2008(N.) au vice-premier ministre et ministre de laJustice et des Réformes institutionnelles:Expulsions. — Communes. — Déchets.La loi du 30 décembre 1975 régit les modalitésd’intervention des communes en cas d’expulsion. Lesadministrations communales peuvent récupérer lesfrais engagés auprès du locataire expulsé, même s’ils’agit d’une possibilité plus théorique que pratique.S’appuyant notamment sur le raisonnement selonlequel il est interdit de mettre des déchets sur la rue,certaines communes flamandes refusent de prêter leurconcours lors d’expulsions. L’idée est en effet que lepropriétaire, qui a obtenu l’expulsion du locataire,doit veiller à l’enlèvement des déchets, conformémentau décret de la Communauté flamande du 2 juillet1981 relatif à la prévention et à la gestion des déchets.1. Confirmez-vous le point de vue selon lequel ledécret flamand sur les déchets du 2 juillet 1981 estprioritaire, en tant que loi spéciale, par rapport à la loigénérale du 30 décembre 1975, et que les communes nepeuvent être obligées de participer à l’enlèvement des«déchets» qui entrent dans le champ d’application dudécret mentionné plus haut?2. Dans le cas évoqué, la partie qui demandel’expulsion doit-elle assurer elle-même l’éliminationdes «déchets», même s’il s’agit de mobilier ou d’autresKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 42432 - 6 - 2008andere roerende goederen, vermits ook deze kunnengecatalogeerd worden onder de noemer «elke stof ofelk voorwerp waarvan de houder zich ontdoet, voornemensis zich te ontdoen of zich moet ontdoen?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Justitie en Institutionele Hervormingen van 28 mei2008, op de vraag nr. 62 van de heer Guido De Padtvan 16 april 2008 (N.):1. De wet van 30 december 1975 betreffende degoederen, buiten particuliere eigendommen gevondenof op de openbare weg geplaatst ter uitvoering vanvonnissen tot uitzetting (hierna «de wet van 30 december1975)(1) regelt de verplichtingen van particulierenen gemeentebesturen ten aanzien van goederen diezich in de openbare ruimte bevinden, onder meer ingevolgeuithuiszetting.Artikel 2 van de wet van 30 december 1975 luidt alsvolgt:«De gemeentebesturen bewaren de goederen dieovereenkomstig artikel 1 zijn afgegeven, gedurende zesmaanden na de afgifte, ter beschikking van de eigenaarof zijn rechtverkrijgenden.Zij bewaren eveneens, gedurende zes maanden nahun weghaling de goederen waarvan de eigenaar onbekendis, die de veiligheid of het gemak van doorgangop openbare wegen, straten, kaaien en pleinen hinderenen die zij dientengevolge hebben moeten wegnemen,alsmede de poederen op de openbare weggeplaatst ter uitvoering van vonnissen tot uitzetting, endie zij, na achterlating door hun eigenaar, hebbenmoeten wegnemen om een eind te maken aan debelemmering van de openbare weg.De gemeentebesturen leggen een register van dezegoederen aan, dat door iedere belanghebbende kanworden ingezien. De eigenaar van de in het vorige lidbedoelde weggenomen goederen kan op zijn verzoekkosteloos van het gemeentebestuur een uittreksel uitdat register verkrijgen met vermelding van zijn weggenomengoederen.Ingeval de gemeente van bewaring niet die is waarhet voorwerp werd gevonden, deelt haar bestuur devondst onverwijld mede aan deze laatste gemeente,welke hiervan in het bovenbedoeld register meldingmaakt.(1) Belgisch Staatsblad van 17 januari 1976. Gewijzigd bijwet van 30 november 1998 tot wijziging van sommige bepalingenvan het Gerechtelijk Wetboek betreffende de rechtspleginginzake huur van goederen en van de wet van 30 december 1975betreffende de goederen, buiten particuliere eigendommengevonden of op de openbare weg geplaatst ter uitvoering vanvonnissen van uitzetting (Belgisch Staatsblad van 1 januari1999).biens meubles, puisque ceux-ci peuvent égalementcorrespondre à la notion de «déchet» défini commeétant «toute substance ou tout objet dont le détenteurse défait, ou dont il a l’intention ou l’obligation de sedéfaire»?Réponse du vice-premier ministre et ministre de laJustice et des Réformes institutionnelles du 28 mai2008, à la question n o 62 de M. Guido De Padt du16 avril 2008 (N.):1. La loi du 30 décembre 1975 concernant les bienstrouvés en dehors des propriétés privées ou mis sur lavoie publique en exécution de jugements d’expulsion(ci-après «la loi du 30 décembre 1975)(1) règle lesobligations des particuliers et des administrationscommunales à l’égard des biens qui se trouvent dansl’espace public, notamment à la suite d’une expulsion.L’article 2 de la loi du 30 décembre 1975 disposeque:«Les administrations communales conservent, à ladisposition du propriétaire ou de ses ayants droit,durant six mois à dater du jour du dépôt, les biensremis conformément à l’article 1 er .Elles conservent également durant six mois, à daterdu jour de l’enlèvement, les biens dont le propriétaireest inconnu, qui entravent la sécurité ou la commoditédu passage dans les rues, quais, places et voies publiqueset que, dès lors, elles ont dû enlever, ainsi que lesbiens mis sur la voie publique en exécution de jugementsd’expulsion et que, leur propriétaire les y laissantelles ont dû enlever pour mettre fin àl’encombrement de la voie publique.Les administrations communales tiennent un registrede ces biens, lequel peut-être consulté par tout intéressé.(Le propriétaire des biens enlevés, visés à l’alinéaprécédent, peut obtenir à sa demande, gratuitement, del’administration communale un extrait de ce registreavec l’indication de ses biens qui ont été enlevés.Au cas où la commune du dépôt n’est pas celle de ladécouverte de l’objet, son administration avise sansdélai cette dernière, qui en fait mention dans le registrevisé ci-dessus.(1) Moniteur belge du 17 janvier 1976. Modifiée par la loidu 30 novembre 1998 modifiant certaines dispositions du Codejudicaire relatives à la procédure en matière de louage de choseset de la loi du 30 décembre 1975 concernant les biens trouvés endehors des propriétés privées ou mis sur la voie publique enexécution de jugements d’expulsion (Moniteur belge du 1 erjanvier 1999).KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4244 QRVA 52 0202 - 6 - 2008De gemeenten zijn aansprakelijk voor de bewaringvan de goederen die zij hebben ontvangen of weggehaaldovereenkomstig de bepalingen van de bewaargevinguit noodzaak.»Artikel 2, lid 2, van voornoemde wet verplicht degemeentebesturen de goederen die op de openbare weggeplaatst zijn ter uitvoering van vonnissen tot uitzetting,en die zij, na achterlating door hun eigenaar,hebben moeten wegnemen om een eind te maken aande belemmering van de openbare weg, gedurende zesmaanden na hun weghaling te bewaren.Gedurende die periode van zes maanden dient degemeente de goederen te bewaren volgens de bepalingenvan de bewaargeving uit noodzaak (artikel 2, lid 5,wet van 30 december 1975). De eigenaar van debetrokken goederen kan in die periode de goederenkomen afhalen (artikel 3, wet van 30 december 1975).Na het verstrijken van die periode worden debetrokken goederen eigendom van de gemeente. Deburgemeester kan reeds voor het vestrijken van determijn, beschikken over de goederen indien die aansnel bederf onderhevig zijn of schadelijk zijn voor deopenbare hygiëne, gezondheid of veiligheid (artikel 4,wet van 30 december 1975).Overeenkomstig artikel 5 van de wet van 30 december1975, mogen de gemeentebesturen de kosten die zijgemaakt hebben voor het weghalen en bewaren van degoederen aanrekenen aan de eigenaar of zijn rechtverkrijgenden.Hetzelfde artikel voorziet in een retentierechtin hoofde van de gemeentebesturen, doordatze de teruggave van de goederen, met uitzondering vandie waarvan sprake is in artikel 1408, § 1, van hetGerechtelijk Wetboek, of de teruggave van de opbrengstvan de verkoop daarvan, vóór het verstrijkenvan de termijn van zes maanden, kunnen afhankelijkstellen van de voorafgaande betaling van die kosten.De procedure voor de uithuiszetting wordt geregeldin de artikelen 1344ter tot en met 1344sexies van hetGerechtelijk Wetboek. Artikel 1344quinquies regelt desituatie van de goederen van de uitgedreven huurder.Dit artikel luidt als volgt:«Bij de betekening van een vonnis tot uithuiszetting,als bedoeld in artikel 1344ter, § 1, deelt de gerechtsdeurwaarderaan de persoon mee dat de goederen, diezich na verloop van de wettelijke of van de door derechter bepaalde termijn nog in de woning zoudenbevinden, op zijn kosten op de openbare weg zullenworden gezet en, wanneer zij de openbare weg belemmerenen de eigenaar van de goederen of zijn rechtverkrijgendendie daar achterlaat door het gemeentebestuureveneens op zijn kosten zullen worden weggehaalden gedurende een termijn van zes maandenzullen worden bewaard tenzij het gaat om goederenLes communes sont responsables de la conservationdes biens qu’elles ont reçus ou fait enlever conformémentaux règles du dépôt nécessaire.» (c’est nous quisoulignons)L’article 2, alinéa 2, de la loi précitée oblige lesadministrations communales à conserver pendant sixmois après leur enlèvement les biens mis sur la voiepublique en exécution de jugements d’expulsion, etque leur propriétaire les y laissant, elles ont dû enleverpour mettre fin à l’encombrement de la voie publique.Pendant cette période de six mois, la commune doitconserver les biens conformément aux règles du dépôtnécessaire (article 2, alinéa 5, de la loi du 30 décembre1975). Le propriétaire des biens en question peut venirles rechercher pendant cette période (article 3 de la loidu 30 décembre 1975).À l’expiration de cette période, les biens en questiondeviennent la propriété de la commune. Le bourgmestrepeut déjà disposer des biens avant l’expiration de lapériode s’ils sont susceptibles d’une détériorationrapide ou s’ils sont préjudiciables à l’hygiène, à lasanté ou à la sécurité publiques (article 4 de la loi du30 décembre 1975).En vertu de l’article 5 de la loi du 30 décembre 1975,les administrations communales peuvent répercutersur le propriétaire ou ses ayants droit les frais qu’ellesont faits pour enlever et conserver les biens. Le mêmearticle prévoit un droit de rétention dans le chef desadministrations communales, en ce qu’elles peuventsubordonner la restitution des biens, à l’exception deceux visés l’article 1408, § 1 er du Code judiciaire, ou larestitution du produit de leur vente, avant l’expirationdu délai de six mois, au paiement préalable de cesfrais.La procédure d’expulsion est régie par les articles1344ter à 1344sexies du Code judiciaire. L’article1344quinquies règle la situation des biens du locataireexpulsé. Cet article est libellé comme suit:«Lors de la signification d’un jugement ordonnantune expulsion, visée à l’article 1344ter, § 1 er , l’huissierde justice notifie à la personne que les biens qui setrouveront encore dans l’habitation après le délai légalou le délai fixé par le juge seront mis sur la voie publiqueà ses frais et s’ils encombrent la voie publique etque le propriétaire des biens ou ses ayants droit les ylaisse, qu’ils seront également à ses frais, enlevés etconservés durant six mois par l’administrationcommunale, sauf s’il s’agit de biens susceptibles d’unedétérioration rapide ou préjudiciables à l’hygiène, à lasanté ou à la sécurité publiques. L’huissier de justiceKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 42452 - 6 - 2008die aan snel bederf onderhevig zijn of schadelijk zijnvoor de openbare hygiëne, gezondheid of veiligheid.De gerechtsdeurwaarder bevestigt deze mededeling inhet exploot van betekening.» (eigen onderlijning)Dit artikel bevestig aldus de krachtlijnen van de wetvan 30 december 1975, te weten:— De uitgedreven huurder is er principieel toe gehoudende kosten van het weghalen van zijn goederente dragen;— Het gemeentebestuur is ertoe gehouden deze goederenweg te halen wanneer zij op de openbareweg zijn gezet en de openbare weg belemmeren;— Het gemeentebestuur is er in dat geval toe gehoudende goederen gedurende zes maanden te bewaren;— In die periode kan de eigenaar of zijn rechtverkrijgendede goeden ophalen;— De gemeente kan de kosten voor het weghalen enbewaren terugvorderen van de eigenaar van degoederen.Het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkomingen het beheer van afvalstoffen (hierna het Afvalstoffendecreet van 2 juli 1981)(1) vormt de decretalebasis voor het realiseren van het afvalstoffenbeleidbinnen het Vlaamse gewest. Het decreet dateert oorspronkelijkvan 2 juli 1981 maar werd in 1994 fundamenteelgewijzigd.In dit decreet wordt een afvalstof gedefinieerd als«elke stof of elk voorwerp waarvan de houder zichontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moetontdoen.» (artikel 2, 1 o , decreet van 2 juli 1981).De vraagsteller gaat er klaarblijkelijk van uit datgoederen die bij een uithuiszetting op de openbare wegworden geplaatst in alle gevallen aan deze definitievoldoen. Dit lijkt nochtans voor discussie vatbaar. Inbepaalde gevallen kan het gaan over bruikbare goederenwaarvan de eigenaar — uitgezette huurder zichniet ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zichmoet ontdoen. Aangezien artikel 3 van de wet van30 december 1975 bepaalt dat de eigenaar van debetrokken goederen gedurende een periode van zesmaanden de goederen kan komen afhalen, eventueelna betaling van door de gemeente gemaakte kosteningevolge ophaling en bewaring, wordt ook de jurebevestigd dat het «ontdoen» in elk geval gedurendedie periode niet absoluut op te vatten is.Dat de gemeente voor de bewaring van die goederenaansprakelijk is overeenkomstig de bepalingen van debewaargeving uit noodzaak, zoals artikel 2, lid 5, vande wet van 30 december 1975 uitdrukkelijk bepaaltmentionne dans l’exploit de signification qu’il a faitcette communication.» (c’est nous qui soulignons)Cet article confirme donc les grandes lignes de la loidu 30 décembre 1975, à savoir que:— Le locataire expulsé est en principe tenu de supporterles frais d’enlèvement de ses biens;— L’administration communale est tenue d’enleverces biens lorsqu’ils sont mis sur la voie publique etqu’ils entravent la voie publique;— L’administration communale est tenue dans ce casde conserver les biens pendant six mois;— Pendant cette période, le propriétaire ou ses ayantsdroit peuvent venir rechercher les biens;— La commune peut récupérer les frais d’enlèvementet de conservation auprès du propriétaire desbiens.Le décret du 2 juillet 1981 relatif à la prévention et àla gestion des déchets (ci-après le décret sur les déchetsdu 2 juillet 1981)(1) constitue la base décrétale de lapolitique des déchets en Région flamande. Le décretdate initialement du 2 juillet 1981, mais il a été fondamentalementmodifié en 1994.Dans ce décret, un déchet est défini comme «toutesubstance ou tout objet dont le détenteur se défait oudont il a l’intention ou l’obligation de se défaire,«(article 2, 1 o , décret du 2 juillet 1981).L’auteur considère sans doute que les biens mis surla voie publique lors d’une expulsion répondent danstous les cas à cette définition. Cela paraît toutefoisdiscutable. Dans certains cas, il peut s’agir de biens quipeuvent encore servir, mais dont le propriétaire ou lelocataire expulsé ne se défait pas, ou n’a pasl’intention ou l’obligation de se défaire. Comme l’article3 de la loi du 30 décembre 1975 prévoit que lepropriétaire des biens concernés peut venir rechercherles biens pendant une période de six mois, éventuellementaprès paiement des frais faits par la communepour les enlever ou les conserver, il est égalementconfirmé de jure que pendant cette période, le fait de«se défaire» n’est en tous cas absolument pas la bonneinterprétation.Le fait que la commune soit responsable de laconservation des biens conformément aux dispositionsrelatives au dépôt nécessaire, comme le prévoit expressémentl’article 2, al 5, de la loi du 30 décembre 1975(1) Belgisch Staatsblad van 25 juli 1981. (1) Moniteur belge du 25 juillet 1981.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4246 QRVA 52 0202 - 6 - 2008sedert de wetswijziging van 30 november 1998, lijktevenzeer moeilijk te verzoenen met de interpretatie dathet over afvalstoffen zou gaan.Indien desalniettemin zou geoordeeld worden dathet gaat over afvalstoffen, is niet duidelijk welke bepalingvan het Afvalstoffendecreet van 2 juli 1981 degemeenten zou verhinderen hun verplichtingen overeenkomstigde wet van 30 december 1975 uit te voeren.Indien het op de openbare weg plaatsen van debetreffende goederen strijdig zou zijn met de bepalingenvan het voornoemde decreet, kunnen desgevallendstrafsancties opgelegd worden aan de overtreders. Hetis echter onduidelijk waarom het weghalen en bewarenvan die goederen door het gemeentebestuur verbodenzou zijn. Wel integendeel, een burgemeester vaneen gemeente waar afvalstoffen worden achtergelatenof worden aangetroffen in overtreding met de bepalingenvan het voornoemde decreet of de uitvoeringsbesluitenervan, kan het beheer ervan bevelen en allenodige maatregelen hiertoe nemen (artikel 54, lid 2,Afvalstoffendecreet 2 juli 1981).Aangezien het derhalve niet duidelijk is welke bepalingvan het Afvalstoffendecreet van 2 juli 1981 degemeenten zou verhinderen hun verplichtingen overeenkomstigde wet van 30 december 1975 uit te voeren,dient geen uitspraak gedaan te worden over de vraagomtrent de voorrang.De verplichtingen voor de gemeentebesturen opbasis van de wet van 30 december 1975 zijn bijgevolgonverkort van toepassing.2. Voor het antwoord op de tweede vraag wordtverwezen naar het antwoord op de eerste vraag.depuis la modification de la loi du 30 novembre 1998,paraît tout aussi difficile à concilier avec l’interprétationqui en fait des déchets.Si on considérait néanmoins qu’il s’agit de déchets,on ne verrait pas clairement quelle disposition dudécret sur les déchets du 2 juillet 1981 empêcherait lescommunes d’exécuter leurs obligations conformémentà la loi du 30 décembre 1975.Si le fait de placer les biens en question sur la voiepublique était contraire aux dispositions dudit décret,des sanctions pénales pourraient le cas échéant êtreinfligées aux contrevenants. On ne voit cependant pastrès bien pourquoi l’enlèvement et la conservation deces biens par l’administration communale seraientinterdits. Au contraire, le bourgmestre de la communeoù se trouvent des déchets abandonnés en infractionaux dispositions dudit décret ou de ses arrêtés d’exécutionpeut en ordonner la gestion et prendre toutes lesmesures nécessaires à cet effet (article 54, alinéa 2, dudécret sur les déchets du 2 juillet 1981).Comme on ne voit donc pas clairement quelle dispositiondu décret sur les déchets du 2 juillet 1981 empêcheraitles communes d’exécuter leur obligationsconformément à la loi du 30 décembre 1975, il n’y apas lieu de se prononcer sur la question sur laprimauté.Les obligations incombant aux administrationscommunales en vertu de la loi du 30 décembre 1975restent donc entièrement d’application.2. Pour la réponse à la deuxième question, jerenvoie à la réponse à la première question.DO 2007200802560 DO 2007200802560Vraag nr. 64 van de heer François-Xavier de Donneavan 17 april 2008 (Fr.) aan de vice-eersteministeren minister van Justitie en Institutionele Hervormingen:Toepassing van de «MiFiD-richtlijn».Overeenkomstig de MiFiD-richtijn, die op 1 november2007 van kracht werd, dienen de banken en de vermogensbeheerderseen gedetailleerd profiel van hunklanten op te stellen. Meestal verzamelen de banken denodige inlichtingen door hun klanten te vragen uitvoerigevragenlijsten in te vullen over hun financieel vermogenen hun kennis inzake financiële producten. Diegegevenszijn een commerciële troef voor de banken,omdat ze hun adviezen en aanbiedingen aan de handdaarvan op de maat van hun klanten kunnen snijden.Question n o 64 de M. François-Xavier de Donnea du17 avril 2008 (Fr.) au vice-premier ministre etministre de la Justice et des Réformes institutionnelles:Utilisation de la directive «MiFiD».La directive «MiFiD», en vigueur depuis le 1 er novembre2007, prévoit une série de règles visant uneconnaissance approfondie des clients par leursbanquier ou gestionnaires de fortune. La plupart dutemps, les banquiers recueillent ces informationsauprès de leurs clients par l’intermédiaire de questionnairesexhaustifs portant sur l’étendue de leur patrimoineainsi que sur leur niveau de connaissance enmatière de produits financiers. Ces informations représententune opportunité commerciale pour les banquesen ce qu’elles leur permettent d’adapter leurs conseilset leurs offres aux besoins de leurs clients.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 42472 - 6 - 2008Men kan zich echter afvragen of die praktijken welvolledig conform de Belgische wetgeving betreffendede bescherming van de persoonlijke levenssfeer zijn.Hoewel die gegevens volstrekt vertrouwelijk zijn enaan het principe van de bancaire discretie onderworpenblijven, vrezen sommigen dat ze ooit kunnenworden gebruikt om de louter mercantiele belangenvan de banken of andere economische actoren tedienen. In het kader van onderzoeken met betrekkingtot de btw of successierechten geldt het principe van defiscale discretie niet en worden de banken verplicht dedocumenten waarover ze beschikken over te leggen.Daarbij zou geen onderscheid worden gemaakt tusseninterne bankdocumenten (zoals de MiFID-vragenlijst)en «voor inbeslagneming vatbare» documenten.1. Wat is uw standpunt ten aanzien van die opmerkingen?2. Kunnen vragenlijsten die de banken door hunklanten laten invullen met het oog op een verbeteringvan hun commerciële aanbod, volgens u als bewijsgelden en als zodanig door de fiscale administratietegen belastingplichtigen worden gebruikt?3. Is het verzamelen van dergelijke gegevens doorde banken in overeenstemming metde Belgische wetgevingbetreffende de bescherming van de persoonlijkelevenssfeer?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Justitie en Institutionele Hervormingen van 26 mei2008, op de vraag nr. 64 van de heer François-Xavierde Donnea van 17 april 2008 (Fr.):1 en 2. Mijn collega van Financiën, de heer Reynders,heeft de twee eerste vragen reeds beantwoord(vraag nr. 34 van 14 april 2008, Vragen en Antwoorden,Kamer, 2007-2008, nr. 15, blz. 2713).3. Ik geef hierna een aanvulling op de elementenvan antwoord die reeds vermeld zijn in het antwoordvan mijn collega van Financiën.1. De richtlijn «MiFiD» 2004/39/EG van 21 april2004 en de bijbehorende uitvoeringsrichtlijn 2006/73/EG van 10 augustus 2006 vermelden in hun overwegingendat de lidstaten de richtlijn 95/46/EG van24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijkepersonen in verband met de verwerking vanpersoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer vandie gegevens, moeten naleven. Die richtlijn werdomgezet in Belgisch recht door de wet van 11 december1998 tot wijziging van de wet van 8 december 1992tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer tenopzichte van de verwerking van persoonsgegevens(afgekort «WPL»).2. Het verzamelen van gegevens door de banken(waaronder de MiFiD-vragenlijst) moet beantwoordenaan de in de WPL gestelde voorwaarden.Toutefois, on peut se demander si ces pratiques sonttotalement compatibles avec notre législation sur laprotection de la vie privée. Par ailleurs, bien que cesinformations soient tout à fait confidentielles et restentsoumises au principe de discrétion bancaire, certainscraignent qu’elles ne puissent servir un jour les intérêtspurement mercantiles des banques ou d’autres opérateurséconomiques. Enfin, le principe de discrétionfiscale souffre d’exception notamment en cas d’enquêteportant sur la TVA ou sur des droits de succession;dans ces cas en effet, les banques sont sommées defournir les documents dont elles disposent et aucunedistinction ne serait faite entre les documents internesà la banque (tel le questionnaire MiFiD) et les documentsconsidérés comme «saisissables».1. Quelle est votre position par rapport à ces réflexions?2. À votre sens, les questionnaires soumis par lesbanques à leurs clients dans le but d’améliorer leuroffre commerciale sont-ils susceptibles de constituerdes preuves à l’encontre des contribuables parl’Administration fiscale?3. Cette collecte d’informations par les banques estellecompatible avec l’ensemble des dispositions denotre législation sur la protection de la vie privée?Réponse du vice-premier ministre et ministre de laJustice et des Réformes institutionnelles du 26 mai2008, à la question n o 64 de M. François-Xavier deDonnea du 17 avril 2008 (Fr.):1 et 2. Il a déjà été répondu aux deux premièresquestions par mon collègue des Finances, M. Reynders(question n o 34 du 14 avril 2008, Questions et Réponses,Chambre, 2007-2008, n o 15, p. 2713).3. Je me permets de compléter les éléments deréponses déjà mentionnés dans la réponse de moncollègue des Finances.1. La Directive «MiFiD» 2004/39/CE du 21 avril2004, ainsi que sa directive d’exécution 2006/73/CE du10 août 2006 précisent, dans leurs considérants, que lesÉtats membres doivent respecter la Directive 95/46/CEdu 24 octobre 1995 relative’à la protection des personnesphysiques à l’égard du traitement des données àcaractère personnel et à la libre circulation de cesdonnées, transposée en droit belge par la loi du 11 décembre1998 qui modifie la loi du 8 décembre 1992relative à la protection de la vie privée à l’égard destraitements de données à caractère personnel (enabrégé «LVP»).2. La collecte d’informations par les banques (dontle questionnaire MiFiD) doit répondre aux conditionsrequises par la LVP.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4248 QRVA 52 0202 - 6 - 2008De verwerking van persoonsgegevens (daaronderbegrepen het verzamelen, zie artikel 1, § 2, WPL) isonderworpen aan bepaalde voorwaarden, inzonderheid:— een eerlijke en rechtmatige verwerking (artikel 4,§ 1, 1 o , WPL);— welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigdedoeleinden (artikel 4, § 1, 2 o , WPL);— geen verdere verwerking op een wijze die onverenigbaaris met die doeleinden (artikel 4, § 1, 2 o ,WPL);— toereikende, ter zake dienende en niet overmatigegegevens, uitgaande van de doeleinden (artikel 4,§ 1, 3 o , WPL).3. Overeenkomstig artikel 9 van de WPL moet debetrokken persoon uiterlijk op het moment dat degegevens worden verkregen of op het moment van deeerste mededeling van de gegevens aan een derde, opde hoogte worden gebracht van een aantal gegevens(waaronder de doeleinden en de ontvangers van degegevens). De betrokken persoon beschikt ook overrecht op toegang tot de gegevens (artikel 10 WPL) enrecht op verbetering/verwijdering van gegevens (artikel12 WPL).Le traitement de données à caractère personnel (ence compris la collecte, voir article 1 er , § 2 LVP) estsoumis à certaines conditions, notamment:— un traitement loyal et licite (article 4, § 1 er , 1 o ,LVP);— des finalités déterminées, explicites et légitimes(article 4, § 1 er , 2 o LVP);— pas de traitement ultérieur incompatible avec cesfinalités (article 4, § 1 er , 2 o LVP);— des données adéquates, pertinentes et non excessivesau regard des finalités (article 4, § 1 er , 3 o LVP).3. Conformément à l’article 9 LVP, la personneconcernée doit être informée, au plus tard au momentde l’obtention des données ou de la première communicationà un tiers, d’une série d’informations (dont lesfinalités et les destinataires des données). La personneconcernée dispose également de ses droits d’accès (article10 LVP) et de rectification/suppression (article 12LVP).DO 2007200802904 DO 2007200802904Vraag nr. 78 van de heer Stefaan Van Hecke van21 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Justitie en Institutionele Hervormingen:Justitiepaleizen. — Elektriciteitsverbruik.Een verantwoord energieverbruik is in tijden vanklimaatopwarming en hoog oplopende energiefactureneen absolute noodzaak. De overheid zou hierin eenvoortrekkersrol moeten spelen, maar blijkt dat vaakniet te doen.Zo wees een bezoeker van het Justitiepaleis inAntwerpen me op het overmatig gebruik van binnenenbuitenverlichting op klaarlichte dag. Dat is tochwel een beetje vreemd. Zowel ecologisch als economischis dit een onverantwoorde verspilling.1.a) Wat is het jaarlijks elektriciteitsverbruik in de verschillendejustitiepaleizen?Question n o 78 de M. Stefaan Van Hecke du 21 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre dela Justice et des Réformes institutionnelles:Palais de justice. — Consommation d’électricité.À l’heure du réchauffement climatique et du coûttrès élevé de l’énergie, il est absolument impératif demaîtriser la consommation d’énergie. Les autoritésdevraient jouer un rôle de pionnier en la matière maisce n’est bien souvent pas le cas.Un visiteur du Palais de justice d’Anvers a ainsiattiré mon attention sur l’utilisation abusived’éclairages intérieurs et extérieurs en plein jour. Cettesituation paraît quelque peu étonnante. Il s’agit d’unedépense injustifiée tant d’un point de vue écologiquequ’économique.1.a) Quelle est la consommation annuelle d’électricitédans les différents palais de justice?b) Kan u die cijfers per paleis geven? b) Pouvez-vous communiquer ces données pourchaque palais de justice?2.a) Wat is de jaarlijkse elektriciteitsfactuur in de verschillendejustitiepaleizen?2.a) Quelle est la facture annuelle d’électricité dans lesdifférents palais de justice?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 42492 - 6 - 2008b) Kan u ook deze cijfers per paleis geven? b) Pouvez-vous également communiquer ces chiffrespar palais de justice?3. Waarom branden de lichten overdag op plaatsenwaar dit absoluut niet nodig is?4.a) Is de Regie der Gebouwen van plan om energieauditste doen in de justitiepaleizen?b) Indien dat al zou zij gebeurd, wat waren de resultatenen welke acties zijn ondernomen?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Justitie en Institutionele Hervormingen van 28 mei2008, op de vraag nr. 78 van de heer Stefaan VanHecke van 21 april 2008 (N.):1.a) Aangezien de dienst gebouwen verantwoordelijk isvoor het beheer van meer dan 300 gebouwen engeen specifiek toepassingsprogramma heeft voorhet inbrengen van het electriciteitsverbruik pergebouw is het zeer moeilijk na te gaan wat het verbruikper gebouw is en dus ook voor de verschillendejustitiepaleizen.b) FOD Justitie heeft EIS-systeem opgestart (zieantwoord 4. a) en via dit systeem zal in de toekomstkunnen nagegaan worden wat het verbruikis per gebouw.2.a) De kostprijs voor het electriciteitsverbruik van allegebouwen samen bedraagt ongeveer2 560 000 euro/per jaar.b) Verwijzend naar antwoord 1. b) kan hiervoor ookgeen cijfer per gebouw worden gegeven.3. De dienst gebouwen is zich ook bewust van ditprobleem en medewerkers worden dan ook gesensibiliseerdom de lichten te doven overdag op plaatsenwaar dit overbodig is.4.a) In de schoot van de FOD Justitie werd een energieverantwoordelijkeaangesteld, geholpen bij zijntaak, gesteund door de Regie der Gebouwen, doorverantwoordelijken van elk Directoraat-generaal.Wat betreft het Directoraat-generaal RechterlijkeOrde, belast met de gerechtelijke gebouwen, zijn er5 verantwoordelijken (een per rechtsgebied) diehun expertise in deze materie eveneens ter beschikkingstellen van de beheerders der gerechtsgebouwenvan hun rechtsgebied. De Regie der Gebouwenstelde een geïnformatiseerd beheersysteem oppunt dat ons in deze materie als referentiesysteem3. Pourquoi l’éclairage est-il allumé en plein jour àdes endroits où cela n’est absolument pas nécessaire?4.a) La Régie des Bâtiments a-t-elle l’intention de réaliserdes audits énergétiques dans les palais dejustice?b) Si ces audits ont déjà été réalisés, quels en étaientles résultats et quelles initiatives ont-elles étéprises?Réponse du vice-premier ministre et ministre de laJustice et des Réformes institutionnelles du 28 mai2008, à la question n o 78 de M. Stefaan Van Hecke du21 avril 2008 (N.):1.a) Comme le service Bâtiments est responsable de lagestion de plus de 300 bâtiments et qu’il ne disposed’aucune application informatique spécifiquepermettant d’introduire la consommationd’électricité par bâtiment, il est très difficile devérifier quelle est la consommation pour chaquebâtiment et donc également pour chaque palais dejustice.b) Le SPF Justice a commencé le lancement dusystème EIS (voir réponse 4. a)) qui permettra àl’avenir de vérifier la consommation par bâtiment.2.a) Le coût de la consommation d’électricité dansl’ensemble des bâtiments s’élève à environ2 560 000 euros/an.b) En référence à la réponse 1. b), il n’est pas non pluspossible donner des chiffres par bâtiment sur ceplan également.3. Le service Bâtiments est également conscient dece problème et les collaborateurs sont dès lors invités àéteindre les lumières pendant la journée aux endroitsoù l’éclairage est superflu.4.a) Au sein du SPF Justice, un responsable’énergie’aété désigné; il est assisté dans sa mission par desresponsables de chaque direction générale, avec lesoutien de la Régie des Bâtiments. La directiongénérale Organisation judiciaire, chargée des bâtimentsjudiciaires, compte 5 responsables (un parressort) qui mettent leur expertise dans ce domaineà la disposition des gestionnaires des bâtimentsjudiciaires de leur ressort. La Régie des Bâtimentsa mis au point un système de gestion informatiséequi nous sert de système de référence dans cedomaine (cf. circulaire du 17 juin 2005 — Environ-KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4250 QRVA 52 0202 - 6 - 2008ten dienste staat, (cf. de omzendbrief van 17 juni2005 betreffende het Environment InformationSystem) Rekening houdend met de investering aanmenselijke en financiële middelen die het energiebeleidvergt, werd beslist om zich aanvankelijk,voor gans Justitie, jaarlijks, op 2 of 3 gebouwentoe te spitsen. Sedert twee jaar fungeert hetgerechtshof Doornik derhalve in deze materie alsproefproject. Via Fedesco wordt er momenteel eenenergieaudit gerealiseerd.b) De resultaten zijn nog niet bekend aangezien deaudit nog niet is afgewerkt.ment Information System). Compte tenu del’investissement en moyens humains et financiersque nécessite la politique énergétique, il a étédécidé de se concentrer au départ, pour l’ensemblede la Justice, sur 2 ou 3 bâtiments par an. Depuisdeux ans, le palais de justice de Tournai fait dèslors office de projet-pilote en la matière. Un auditénergétique est actuellement réalisé par Fedesco.b) L’audit n’étant pas encore terminé, les résultats nesont pas encore connus.DO 2007200802997 DO 2007200802997Vraag nr. 93 van de heer François Bellot van 23 april2008 (Fr.) aan de vice-eersteminister en ministervan Justitie en Institutionele Hervormingen:Carjackings en homejackings.Het aantal carjackings en homejackings in de loopvan 2007 zou in ons land sterk verschillend geweestzijn naargelang de regio.De nabijheid van een snelweg of een grootstad zoutrouwens een verplaatsing van het fenomeen kunnenmeebrengen.1.a) Hoeveel carjackings werden er tussen 2002 en 2007in Vlaanderen en Wallonië geteld?Question n o 93 de M. François Bellot du 23 avril 2008(Fr.) au vice-premier ministre et ministre de laJustice et des Réformes institutionnelles:Car-jackings et home-jackings.Le nombre de car-jackings et de home-jackings aucours de l’année 2007 aurait varié de manière trèscontrastée au travers de notre pays.Il semblerait d’ailleurs qu’il y ait un déplacement dece phénomène notamment lié à la proximité autoroutièreou d’une grande ville.1.a) Combien de car-jackings a-t-on dénombré entre2002 et 2007 en Flandre et en Wallonie?b) Kunt u ons de resultaten per provincie geven? b) Pouvez-vous communiquer ces résultats provincepar province?2.a) Hoeveel homejackings waren er tijdens diezelfdeperiode in Vlaanderen en Wallonië?b) Kunt u ons statistieken provincie per provinciegeven?3. Hoeveel van de tijdens de carjackings gestolenvoertuigen werden teruggevonden?4. Kunt u ons voor de opgehelderde zaken, zowelvoor de carjackings als de homejackings, cijfers gevenover het percentage feiten gepleegd door nietingezetenenvan België?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Justitie en Institutionele Hervormingen van 26 mei2008, op de vraag nr. 93 van de heer François Bellotvan 23 april 2008 (Fr.):1. Het aantal car- en homejackings gepleegd van2003 tot en met 2007 per provincie.2.a) Combien de home-jackings ont été dénombrés aucours de la même période en Flandre et en Wallonie?b) Pouvez-vous communiquer la statistique provincepar province?3. Combien de véhicules volés au cours de ces carjackingsont été retrouvés?4. Par rapport aux faits commis tant de car-jackingsque de home-jackings, pour les affaires élucidées,pouvez-vous communiquer la proportion des faitscommis par des personnes non-résidentes en Belgique?Réponse du vice-premier ministre et ministre de laJustice et des Réformes institutionnelles du 26 mai2008, à la question n o 93 de M. François Bellot du23 avril 2008 (Fr.):1. Nombre de car-jackings et home-jackingscommis entre 2003 et 2007 par provinceKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 42512 - 6 - 2008We tellen van 2003 tot en met 2007 1 977 feiten vancar- en homejacking voor Wallonië, 1 086 voor Vlaanderenen 1 048 voor de agglomeratie Brussel-19.Onderstaande tabel geeft de verdeling over de Provinciesheen weer.Entre 2003 et 2007, on dénombre 1 977 faits de carjackinget de home-jacking pour la Wallonie, 1 086pour la Flandre et 1 048 pour les 19 communes del’agglomération bruxelloise.Le tableau ci-dessous en indique la répartition parprovince.Provincie—Province2003 2004 2005 2006 2007Totaal—TotalWallonië. — WallonieHenegouwen. — Hainaut .................... 254 230 194 198 178 1 054Luik. — Liège ..................................... 139 120 112 103 113 587Luxemburg. — Luxembourg ............... 10 2 16 9 7 44Namen. — Namur .............................. 30 24 27 28 13 122Waals-Brabant. — Brabant Wallon ..... 75 17 23 22 33 170Totaal. — Total .................................. 508 393 372 360 344 1 977Vlaanderen. — FlandreAntwerpen. — Anvers ......................... 74 52 91 77 66 360Limburg. — Limbourg ........................ 25 24 35 22 43 149Oost-Vlaanderen. — Flandre orientale 33 27 30 36 38 164Vlaams-Brabant. — Brabant flamand .. 84 37 42 59 69 291West-Vlaanderen. — Flandre occidentale...................................................... 27 25 21 26 23 122Totaal. — Total .................................. 243 165 219 220 239 1 086Brussel-19. — Bruxelles-19 268 173 186 208 213 1 048Totaal. — Total ...................................... 1019 731 777 788 796 4 1112. Het aantal teruggevonden voertuigen, gestolentijdens deze feiten.Voor de feiten gepleegd van 2003 tot en met 2007werden er 1 265 van de 1 977 voertuigen gestolen inWallonië, en 1 346 van de 2 134 voertuigen gestolen inVlaanderen en agglomeratie Brussel teruggevonden.Een gemiddelde van 64%.2. Nombre de véhicules volés dans le cadre de cesfaits et retrouvés.Pour les faits commis entre 2003 et 2007, 1 265 des1 977 véhicules volés en Wallonie ont été retrouvés, demême que 1 346 des 2 134 véhicules volés en Flandre etdans les 19 communes de l’agglomération bruxelloise,soit une moyenne de 64%.Totaal—Total2003 2004 2005 2006 2007Wallonië. — WallonieGestolen. — Volés ............................... 508 393 372 360 344 1 977Teruggevonden. — Retrouvés ............. 317 232 238 259 219 1 265Terugvindpercentage. — % véh. retr. .. 62% 59% 64% 72% 64% 64%Vlaanderen en agglo Brussel-19Gestolen. — Volés ............................... 511 338 405 428 452 2 134Teruggevonden. — Retrouvés ............. 310 208 214 291 323 1 346KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4252 QRVA 52 0202 - 6 - 2008Totaal—Total2003 2004 2005 2006 2007Terugvindpercentage. — % véh. retr. .. 61% 62% 53% 68% 71% 63%Totaal. — TotalGestolen. — Volés ............................... 1019 731 777 788 796 4111Teruggevonden. — Retrouvés ............. 627 440 452 550 542 2 611Terugvindpercsentage. — % véh. retr. 62% 60% 58% 70% 68% 64%3. Wettelijke verblijfplaats van de daders. 3. Résidence légale des auteurs.Informatie over de wettelijke verblijfplaats van dedader(s) op het moment van aanhouding is slechtsbeschikbaar voor 2005 tot en met 2007. Rekeninghoudende met het gegeven dat slechts voor de helft vanhet aantal feiten de verblijfplaats gekend is, geeft onderstaandetabel slechts een indicatie:Les informations concernant la résidence légale del’auteur ou des auteurs au moment de l’arrestation nesont disponibles que pour les années 2005 à 2007.Étant donné que la résidence légale n’est connue quepour la moitié des faits, le tableau ci-dessous a uniquementun caractère indicatif.2005 2006 2007Algerije. — Algérie ................................................ 0 6 0België. — Belgique ................................................. 357 351 306Spanje. — Espagne ................................................ 1 0 0Estland. — Estonie ................................................ 1 0 0Frankrijk. — France .............................................. 3 26 12Irak. — Irak .......................................................... 5 0 0Nederland. — Pays-Bas .......................................... 3 6 4Slovenië. — Slovénie .............................................. 1 0 0Togo. — Togo ....................................................... 0 0 1371 389 3232005 2006 2007België. — Belgique ................................................. 357 351 306Buitenland. — Étranger ......................................... 14 38 17Totaal. — Total .................................................... 371 389 323Het staat buiten kijf dat het merendeel van dedaders zijn wettelijke verblijfplaats in België heeft.Il ne fait aucun doute que les auteurs ont, pour laplupart, leur résidence légale en Belgique.DO 2007200803026 DO 2007200803026Vraag nr. 96 van de heer Guido De Padt van 23 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Justitie en Institutionele Hervormingen:Zware verkeersovertredingen. — Alternatieve straffen.Chauffeurs die een zware verkeersovertredingbegaan, krijgen volgens het Belgisch Instituut voor deQuestion n o 96 de M. Guido De Padt du 23 avril 2008(N.) au vice-premier ministre et ministre de laJustice et des Réformes institutionnelles:Infractions graves au Code de la route. — Peines desubstitution.Selon l’Institut belge pour la Sécurité routière(IBSR), le nombre de peines de substitution infligéesKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 42532 - 6 - 2008verkeersveiligheid (BIVV) steeds vaker een alternatievestraf opgelegd.1. Kan u de cijfers geven voor het aantal alternatievestraffen gegeven in 2007?2. Kan u de cijfers geven van 2005, 2006 en 2007verdeeld per arrondissement?3. Wat zijn momenteel de wachttijden voor devormingscursussen?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Justitie en Institutionele Hervormingen van 28 mei2008, op de vraag nr. 96 van de heer Guido De Padtvan 23 april 2008 (N.):1. Uit het registratiesysteem van de justitiehuizenblijkt dat in 2007 5 182 nieuwe mandaten aan de justitiehuizenwerden overgemaakt waarbij het gaat omeen verkeersovertreding en ten aanzien waarvan eenwerkstraf, een dienstverlening of een leermaatregelwerd uitgesproken.aux chauffeurs ayant commis une infraction grave aucode de la route va toujours croissant.1. Pouvez-vous préciser le nombre de peines desubstitution infligées en 2007?2. Pouvez-vous me communiquer les chiffres de2005, 2006 et 2007 pour chacun des arrondissements?3. Quels sont les délais d’attente actuels pour lescours de formation?Réponse du vice-premier ministre et ministre de laJustice et des Réformes institutionnelles du 28 mai2008, à la question n o 96 de M. Guido De Padt du23 avril 2008 (N.):1. Il ressort du système d’enregistrement desmaisons de justice qu’en 2007, les maisons de justice sesont vus confier 5 182 nouveaux mandats concernantdes infractions de roulage pour lesquelles une peine detravail, un travail d’intérêt général ou une mesure deformation a été prononcé.2. Zie bijgevoegd hieronder. 2. Voir aperçu ci-dessous.Hofressort—Ressort de la courGerechtelijk arrondissement—Arrondissement judiciaireSituatie van 25 februari 20081 o plaats vrij in—Situation au 25 février 20081 o place libre enAntwerpen. — Anvers Antwerpen. — Anvers ................................ augustus. — aoûtHasselt/Tongeren. — Hasselt/Tongres ....... mei. — maiMechelen. — Malines ................................. juli. — juilletTurnhout .................................................... augustus. — aoûtBrussel. — Bruxelles Brussel Franstalig. — Bruxelles francophone juni. — juinBrussel Nederlandstalig. — Bruxellesnéerlandophone ........................................... juni. — juinLeuven. — Louvain .................................... juli. — juilletNijvel. — Nivelles ...................................... juni. — juinGent. — Gand Dendermonde. — Termonde ...................... augustus. — aoûtGent/Brugge. — Gand/Bruges .................... april. — avrilIeper/Kortrijk/Veurne. — Ypres/Courtrai/Furnes ......................................................... mei. — maiOudenaarde. — Audenarde ........................ april. — avrilLuik. — Liège Aarlen/Neufchâteau. — Arlon/Neufchâteau maart. — marsDinant ......................................................... mei. — maiEupen .......................................................... augustus. — aoûtHoei. — Huy .............................................. augustus. — aoûtLuik. — Liège ............................................. juli. — juilletMarche-en-Famenne .................................... juli. — juilletNamen. — Namur ...................................... augustus. — aoûtVerviers ....................................................... mei. — maiCharleroi ..................................................... juni. — juinBergen. — Mons Bergen. — Mons ......................................... augustus. — aoûtDoornik. — Tournai .................................. juni. — juinKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4254 QRVA 52 0202 - 6 - 20083. Zie bijgevoegd hieronder. 3. Voir aperçu ci-dessous.Justitiehuis—Maison de justice2005 2006 2007Antwerpen. — Anvers 266 240 206Arlon. — Aarlen ................................................................... 77 81 57Brugge. — Bruges ................................................................. 4 12 13Brussel (nl). — Bruxelles (nl) ................................................ 208 207 171Brussel (fr). — Bruxelles (fr) ................................................. 404 436 333Charleroi .............................................................................. 298 433 335Dendermonde. — Termonde ................................................ 272 258 359Dinant .................................................................................. 211 211 156Doornik. — Tournai ............................................................ 76 67 82Eupen ................................................................................... 39 46 84Gent. — Gand ...................................................................... 30 39 60Hasselt .................................................................................. 24 29 35Hoei. — Huy ........................................................................ 313 334 397Ieper. — Ypres ..................................................................... 16 20 16Kortrijk. — Courtrai ............................................................ 15 22 29Leuven. — Louvain .............................................................. 268 149 203Luik. — Liège ....................................................................... 760 838 882Marche-en-Famenne .............................................................. 107 162 240Mechelen. — Malines ........................................................... 143 185 226Bergen. — Mons ................................................................... 78 40 91Namen. — Namur ................................................................ 156 112 189Neufchâteau .......................................................................... 106 103 114Nijvel. — Nivelles ................................................................ 270 351 253Oudenaarde. — Audenarde .................................................. 56 100 73Tongeren. — Tongres .......................................................... 23 54 116Turnhout .............................................................................. 253 234 170Verviers ................................................................................ 222 253 291Veurne. — Furnes ................................................................. 1 1 1Totaal. — Total ................................................................... 4 696 5 017 5 182DO 2007200803028 DO 2007200803028Vraag nr. 98 van de heer Guido De Padt van 23 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Justitie en Institutionele Hervormingen:Verkeersongevallen. — Gerechtelijke arrondissementen.— Verkeersexperten.De federale overheid wil initiatieven opzetten om deduurtijd van de files te beperken. Ik verwijs daarbijnaar het antwoord van de minister van Mobiliteitwaarbij werd gesproken van een draaiboek dat in ontwikkelingzou zijn en van het verlenen van politionelebevoegdheid aan ambulanciers (vraag P1607 van 16november 2006, Integraal Verslag, Kamer, 2006-2007,Question n o 98 de M. Guido De Padt du 23 avril 2008(N.) au vice-premier ministre et ministre de laJustice et des Réformes institutionnelles:Accidents de roulage. — Arrondissements judiciaires.— Experts.L’autorité fédérale a l’intention de prendre desinitiatives pour réduire les embouteillages. Je me référeraià cet égard à la réponse du ministre de la Mobilitédans laquelle ont été évoqués une procédure quiserait en préparation et l’octroi de compétences policièresaux ambulanciers (question P1607 du 16 novembre2006, Compte rendu intégral, Chambre, 2006-KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 42552 - 6 - 2008Plenumvergadering, 16 november 2006, PLEN 241,blz. 24).Één en ander zou moeten leiden tot het vrijmakenvan de weg binnen de twee uur na het ongeval, maarkan evenwel ook gehypothekeerd worden door desnelheid waarmee gerechtelijke experten ter plaatsekomen.Zo werd onlangs in Geraardsbergen vastgesteld datbij een ongeval, de gewestweg N42 gedurende zes uurafgesloten bleef. Naar verluidt had dit te maken methet feit dat de door het parket aangestelde expert vrijlang op zich liet wachten.1. Over hoeveel verkeersexperten beschikken deonderscheiden gerechtelijke arrondissementen (opsommingper arrondissement), die zij kunnen inschakelenbij verkeersongevallen?2. In hoeveel gevallen werden deze experten meteen opdracht gelast in 2004, 2005, 2006 en 2007 (opsommingper arrondissement)?3. Hoeveel experten gaven in voormelde jaren tekennen (en waarom) dat zij niet meer als gerechtelijkexpert wilden aangesteld worden?4. In hoeveel van voormelde gevallen kwamen deaangestelde experten meer dan een half uur en meerdan een uur op de plaats van het ongeval?5. Hoeveel bedraagt de totaaluitgave voor de aanstellingvan dergelijke experten tijdens de voormeldejaren?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Justitie en Institutionele Hervormingen van 26 mei2008, op de vraag nr. 98 van de heer Guido De Padtvan 23 april 2008 (N.):Wat betreft vraag 1 geeft tabel 1 (hieronder) eenoverzicht van het aantal verkeersexperten in de onderscheidengerechtelijke arrondissementen. Kolom 2geeft het aantal experten weer die het desbetreffendeparket gewoonlijk aanduidt. Kolom 3 geeft in voorkomendgeval het aantal experten weer waarvan hetdesbetreffende parket de contactgegevens heeft.Aantal verkeersexperten per gerechtelijk arrondissementdie kan worden ingeschakeld bij verkeersongevallen2007, séance plénière, 16 novembre 2006, PLEN 241,p. 24).Ces mesures devraient permettre de dégager lachaussée dans un délai de deux heures après un accidentmais pourraient être hypothéquées par le manquede célérité des experts judiciaires se rendant sur place.C’est ainsi qu’il a été constaté récemment à Grammontque, lors d’un accident, la route régionale N42était restée barrée pendant six heures, ce qui aurait étédû au fait que l’expert désigné par le parquet a tardé àarriver sur les lieux.1. Combien d’experts les arrondissements judiciairesrespectifs peuvent-ils solliciter lors d’accidents deroulage (veuillez fournir une énumération par arrondissement)?2. Dans combien de cas ces experts ont-ils été chargésd’une mission en 2004, 2005, 2006 et 2007 (veuillezfournir une énumération par arrondissement)?3. Combien d’experts ont-ils fait savoir au coursdes années susmentionnées qu’ils ne souhaitaient plusêtre désignés comme expert judiciaire? Pour quellesraisons?4. Dans combien des cas précités les experts désignéssont-ils arrivés sur les lieux de l’accident plusd’une demi-heure et plus d’une heure après sa survenue?5. À combien s’est monté le total des dépenses engagéespour pourvoir à la désignation de ces experts aucours des années susmentionnées?Réponse du vice-premier ministre et ministre de laJustice et des Réformes institutionnelles du 26 mai2008, à la question n o 98 de M. Guido De Padt du23 avril 2008 (N.):En ce qui concerne la question 1, le tableau 1 (cidessous)donne un aperçu du nombre d’experts de lacirculation routière dans les différents arrondissementsjudiciaires. La colonne 2 indique le nombre d’expertsque le parquet en question désigne habituellement. Lecas échéant, la colonne 3 indique le nombre d’expertspour lesquels le parquet en question dispose des coordonnées.Nombre d’experts en circulation routière, par arrondissementjudiciaire, pouvant être appelés en casd’accident de la routeParket—ParquetAantal—NombreContactgegevens—CoordonnéesAntwerpen. — Anvers ............................................................... 5 8Mechelen. — Malines ................................................................ 3 —KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4256 QRVA 52 0202 - 6 - 2008Parket—ParquetAantal—NombreContactgegevens—CoordonnéesTurnhout ................................................................................... 15 —Hasselt ....................................................................................... 4 —Tongeren. — Tongres ............................................................... 4 —Charleroi ................................................................................... 5 —Mons. — Bergen ........................................................................ nc — nm* —Tournai. — Doornik ................................................................. 4 11Brussel. — Bruxelles .................................................................. 5 —Leuven. — Louvain ................................................................... 5 —Nivelles. — Nijvel ..................................................................... 4 15Gent. — Gand ........................................................................... 4 5Oudenaarde. — Audenaerde ...................................................... 5 —Dendermonde. — Termonde ..................................................... nm — nc —Brugge. — Bruges ...................................................................... 4 —Kortrijk. — Courtrai ................................................................. 4 14Veurne. — Furnes ...................................................................... 4 —Ieper. — Ypres .......................................................................... 4 —Eupen ........................................................................................ 2 —Huy. — Hoei ............................................................................. 6 —Liège. — Luik ............................................................................ 8 —Verviers ..................................................................................... 2 —Arlon. — Aarlen ........................................................................ 5 —Marche-en-Famenne .................................................................. 2 —Neufchâteau .............................................................................. 3 —Dinant ....................................................................................... 4 —Namur. — Namen ..................................................................... 4 —(*) nm = niet meegedeeld. (*) nc = non communiqué.Wat betreft vraag 2 geeft tabel 2 (hieronder) in deonderscheiden gerechtelijke arrondissementen hetaantal opdrachten van de verkeersexperten voor dejaren 2004, 2005 en 2006 weer. De parketten wordenvooralsnog verzocht om in de mate van het mogelijkede cijfergegevens voor 2007 over te maken.Het aantal opdrachten van de verkeersexperten in dejaren 2004, 2005, 2006 in de onderscheiden gerechtelijkearrondissementenEn ce qui concerne la question 2, le tableau 2 (cidessous)indique par arrondissement le nombre demandats attribués aux experts en circulation routièreau cours des années 2004, 2005 et 2006. Il a déjà étédemandé aux parquets de transmettre dans la mesuredu possible les chiffres se rapportant à l’année 2007.Nombre de mandats d’experts en circulation routièreau cours des années 2004, 2005, 2006 dans les différentsarrondissements judiciairesParket—Parquet2004 2005 2006Antwerpen. — Anvers ........................................... 79 70 46Mechelen. — Malines ............................................ 32 41 35Turnhout ............................................................... 28 20 28Hasselt ................................................................... 4 9 17Tongeren. — Tongres ............................................ 24 16Charleroi ................................................................ 54 56 40Mons. — Bergen .................................................... nm/nc nm/nc nm/ncTournai. — Doornik ............................................. 31 39 25KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 42572 - 6 - 2008Parket—Parquet2004 2005 2006Brussel. — Bruxelles .............................................. nm/nc 64 60Leuven. — Louvain ................................................ 59 91 76Nivelles. — Nijvel .................................................. 21 42 71Gent. — Gand ....................................................... 113 135 113Oudenaarde. — Audenaerde .................................. nm/nc nm/nc nm/ncDendermonde. — Termonde .................................. nm/nc nm/nc nm/ncBrugge. — Bruges .................................................. 60 55 37Kortrijk. — Courtrai ............................................. 57 63 63Veurne. — Furnes .................................................. 18 18 19Ieper. — Ypres ....................................................... 14 9 8Eupen ..................................................................... 17 21 10Huy. — Hoei ......................................................... nm/nc nm/nc nm/ncLiège. — Luik ........................................................ 155 109 105Verviers .................................................................. 53 55 48Arlon. — Aarlen .................................................... nm/nc nm/nc nm/ncMarche-en-Famenne ............................................... 32 19 37Neufchâteau ........................................................... 4 18 20Dinant .................................................................... 54 47 54Namur. — Namen ................................................. 45 53 46nm = niet meegedeeld.nc = non communiqué.Wat betreft vraag 3 gaven 5 verkeersexperten tekennen dat zij niet meer als gerechtelijk expert wildenaangesteld worden. De redenen hiervoor zijn te vindenbij een heroriëntering van de beroepsactiviteiten vande expert zoals het aannemen van een vaste beroepsbetrekking(Oudenaarde en Brugge) of het opnemen vantijdskrediet in een andere betrekking (Leuven). Éénexpert wenste wegens gezondheidsproblemen nietmeer aangesteld te worden (Antwerpen). Eén expertheeft zijn activiteiten voor het gerechtsapparaat stopgezetin 2006 maar heeft in de loop van 2007 te kennengegeven deze activiteiten terug te willen opstarten(Mechelen). Hiervoor werd geen reden opgegeven. Deandere parketten signaleren niet met deze vraag geconfronteerdte zijn geweest.Wat betreft vraag 4 kunnen geen exacte cijfersworden gegeven omtrent de duurtijd van het terplaatse komen van de verkeersexpert. Deze gegevenszitten niet in het informaticasysteem van de parkettenvervat.Bovendien dient hierbij rekening te worden gehoudenmet een aantal contextualiserende factoren zoals:En ce qui concerne la question 3, 5 experts en circulationroutière ont fait savoir qu’ils ne voulaient plusêtre désignés comme experts judiciaires. Les raisonsavancées étaient la réorientation des activités professionnellesde l’expert comme une occupation professionnellefixe (Audenarde et Bruges) ou la prise d’uncrédit-temps pour une autre occupation. Un expert asouhaité ne plus être désigné en raison de problèmesde santé (Anvers). Un expert avait cessé ses activitéspour l’appareil judiciaire en 2006 mais a fait savoir en2007 qu’il voulait recommencer ces mêmes activités(Malines). Aucune raison n’a été donnée pour justifierce choix. Les autres parquets déclarent ne pas être confrontésà ce problème.En ce qui concerne la question 4, nous ne pouvonspas donner de chiffres exacts quant au délai d’arrivéede l’expert en circulation routière. Ces données ne sontpas reprises dans le système informatique desparquets.Il convient également de tenir compte des élémentscontextuels suivants:— de interventietijd van de politiediensten; — Le délai d’intervention de la police;— de duurtijd van de contactname met het parketdoor de politiediensten;— de uitgestrektheid van het gerechtelijk arrondissement;gekoppeld aan de woonplaats van deverkeersexpert;— Le délai de prise de contact avec le parquet par lapolice;— L’étendue de l’arrondissement judiciaire; associéau lieu de résidence de l’expert;KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4258 QRVA 52 0202 - 6 - 2008— de bereikbaarheid en beschikbaarheid van deverkeersdeskundige (ook als er met een beurtrolwordt gewerkt kan de verkeersexpert reeds vooreen ander ongeval zijn weggeroepen).Dit zijn slechts enkele factoren die een invloedkunnen uitoefenen op het al dan niet tijdig ter plaatsekomen van de verkeersexpert.Wat betreft vraag 5 vindt u hieronder de cijfers terugomtrent de uitgaven voor verkeersexperten in strafzaken(gerechtskosten):— L’accessibilité et la disponibilité de l’expert (mêmes’il existe un système de garde, l’expert peut déjàavoir été appelé pour un autre accident).Il ne s’agit là que de quelques facteurs pouvantinfluencer le délai d’arrivée de l’expert sur les lieux del’accident.En ce qui concerne la question 5, vous trouverez cidessousles dépenses en matière d’experts en circulationroutière effectuées dans le cadre de dossierspénaux (frais de justice).— 2004: 2 516 531,13 euro; — 2004: 2 516 531,13 euros;— 2005: 2 321 003,72 euro; — 2005: 2 321 003,72 euros;— 2006: 2 069 817,90 euro; — 2006: 2 069 817,90 euros;— 2007: 2 254 815,86 euro. — 2007: 2 254 815,86 euros.DO 2007200803072 DO 2007200803072Vraag nr. 109 van de heer Joseph Arens van 24 april2008 (Fr.) aan de vice-eersteminister en ministervan Justitie en Institutionele Hervormingen:Onbetaalde boetes van bestuurders van buitenlandsevoertuigen in België.In 2007 werd tegen 70.210 buitenlandse bestuurdersproces-verbaal gemaakt wegens inbreuken op het verkeersreglement.46 procent van die verkeersovertredersblijkt de boete echter niet te betalen en komt daar ookmee weg. Voor de Staat betekent dat een inkomstendervingvan zowat twee miljoen euro. In ons landbestaat er momenteel geen toereikend wettelijk kaderop grond waarvan men die boetes kan invorderen ineen ander land. Vandaag is de inning van een boetemaar mogelijk als de overtreder ze vrijwillig betaalt.Dat wil ook zeggen dat verkeersovertreders die opheterdaad betrapt worden, hun boete wel moeten betalen,maar dat wie de boete ontvangt wanneer hij terugin zijn land is, niets te duchten heeft ingeval hij nietzou betalen. Het is immers onmogelijk een gerechtsdeurwaarderin het buitenland in te schakelen.Een Europees kaderbesluit inzake de toepassing vanhet beginsel van wederzijdse erkenning op geldelijkesancties zou moeten worden omgezet in Belgischnationaal recht.Question n o 109 de M. Joseph Arens du 24 avril 2008(Fr.) au vice-premier ministre et ministre de laJustice et des Réformes institutionnelles:Amendes impayées par les véhicules étrangers enBelgique.En 2007, 70.210 conducteurs étrangers ont reçu unprocès-verbal parce qu’ils ne respectaient pas le Codede la route. Il s’avère toutefois que 46 % de cesconducteurs en infraction ne paient pas leurs amendeset cela en toute impunité. Cela représente un manque àgagner pour l’Etat de près de deux millions d’euros.Notre pays ne dispose pas actuellement d’un cadrelégal suffisant pour récupérer la somme dans un autrepays. À l’heure actuelle, seule la perception volontaired’une amende est possible. Cela signifie que le conducteuren infraction pris en flagrant délit devras’acquitter de son amende mais celui qui recevral’amende une fois de retour dans son pays ne risquerien en cas de non-paiement, car il n’est pas possible defaire appel aux services d’un huissier de justice àl’étranger.Une décision-cadre européenne concernantl’application du principe de reocnnaissance mutuelleaux sanctions pécuniaires devrait être transposée dansla loi belge.1. Bent u op de hoogte van die situatie? 1. Etes-vous informé de cette situation?2. Welke stappen zult u doen om dit probleem aante pakken?3. Werd dat Europees besluit reeds omgezet inBelgisch nationaal recht?2. Qu’envisagez-vous de faire pour remédier à cettesituation problématique?3. Qu’en est-il de la transposition de cette décisioneuropéenne dans la loi belge?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 42592 - 6 - 2008Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Justitie en Institutionele Hervormingen van 26 mei2008, op de vraag nr. 109 van de heer Joseph Arensvan 24 april 2008 (Fr.):1. De tenuitvoerlegging van geldboetes blijft eendomein waarop internationale samenwerkingontbreekt. Er zijn de laatste 50 jaar tal van werkzaamhedengeweest om daaraan iets te doen.In het beperkte kader van de Benelux allereerst is erhet verdrag van 26 september 1968 waarin de tenuitvoerleggingvan rechterlijke beslissingen in strafzakenis geregeld. Deze overeenkomst is echter nog niet inwerking getreden door het ontbreken van debekrachtiging van Luxemburg.In het kader van de Raad van Europa is op30 november 1964 een Europees verdrag inzake de bestraffingvan verkeersdelicten aangenomen en voorondertekening opengesteld. Dit verdrag is echter maardoor een beperkt aantal staten bekrachtigd (Cyprus,Denemarken, Frankrijk, Roemenië en Zweden).Achteraf bleek het interessanter om de tenuitvoerleggingvan buitenlandse vonnissen op algemene wijze teregelen. Dat doel werd nagestreefd door het op 28 mei1970 ondertekende verdrag inzake de internationalegeldigheid van strafvonnissen. Ook dit verdrag kendeevenmin het verwachte succes (slechts 11 lidstaten vande EU hebben het bekrachtigd en dit ging steedsgepaard met verklaringen en/of voorbehouden: Bulgarije,Cyprus, Denemarken, Estland, Letland, Litouwen,Nederland, Oostenrijk, Roemenië, Spanje enZweden). Er is wel sprake van een hernieuwde belangstellingaangezien een tiental staten minder dan8 jaar geleden overging tot bekrachtiging. Eenontwerp van bekrachtiging werd ook op Belgischniveau ingediend, maar na een negatief advies van deRaad van State werd daarvan afgezien. Dit verdrag,waarvan het toepassingsgebied betrekking heeft opalle soorten vonnissen zonder onderscheid naar deaard van de misdrijven of strafmodaliteiten, vereistimmers dat een zeer zware procedure wordt ingevoerdwaardoor de efficiëntie dus vermindert. Twee belangrijkepunten van kritiek zijn geuit: het te«verplichtende» karakter en de grote complexiteit.Begin jaren ’90 zijn er dan andere pogingen geweestin het kader van de Europese Gemeenschap. De aangenomeninstrumenten kenden evenwel niet meer succesdan de verdragen van de Raad van Europa. Zo is erhet verdrag van Brussel van 13 november 1991 inzakede tenuitvoerlegging van buitenlandse strafvonnissen(tot op heden bekrachtigd door Spanje, Nederland,Duitsland, Cyprus en Letland).Met het Verdrag van Amsterdam werd de totstandbrengingvan een Europese rechtsruimte een doelstel-Réponse du vice-premier ministre et ministre de laJustice et des Réformes institutionnelles du 26 mai2008, à la question n o 109 de M. Joseph Arens du24 avril 2008 (Fr.):1. L’exécution des amendes pécuniaires reste undomaine où la coopération internationale fait défaut.De nombreux travaux ont été entrepris ces 50 dernièresannées pour résoudre cette situation problématique.Dans le cadre restreint du Benelux, tout d’abord, letraité du 26 septembre 1968 organise l’exécution desdécisions judiciaires en matière pénale. Cet accordn’est toutefois pas entré en vigueur, en l’absence deratification par le Luxembourg.Dans le cadre du Conseil de l’Europe, une conventionpour la répression des infractions routières a étéadoptée et ouverte à la signature le 30 novembre 1964.Cette convention n’a cependant été ratifiée que par unnombre limité d’États (Chypre, Danemark, France,Roumanie et Suède). Il est par la suite apparu plusopportun de régler de manière générale la question del’exécution des jugements étrangers. C’est l’objectifqui a été poursuivi par la convention relative à lavaleur internationale des jugements répressifs signée le28 mai 1970. Cette convention n’a cependant pas nonplus rencontré le succès escompté (seuls 11 Étatsmembres de l’UE l’ont ratifiée, et tous ont assorti leurratification de déclarations et/ou de réserves:Autriche, Bulgarie, Chypre, Danemark, Espagne,Estonie, Lettonie, Lituanie, Pays-Bas, Roumanie,Suède). Elle a cependant connu un regain d’intérêtpuisqu’elle a été ratifiée par une dizaine d’États il y amoins de 8 ans. Un projet de ratification avait égalementété introduit au niveau belge, mais suite à l’avisnégatif du Conseil d’État, le projet a été abandonné.Cette convention, qui étend son champ d’application àtous types de condamnations sans distinguer en fonctionde la nature des infractions ou des modalités de lapeine, nécessite en effet la mise en place d’une procéduretrès lourde propre à en limiter l’efficacité. Deuxcritiques principales lui ont été adressées: son caractèretrop «obligatoire» et sa grande complexité.D’autres tentatives ont alors été présentées au débutdes années 90 dans le cadre de la communauté européenne.Les instruments conclus dans ce cadre n’ontcependant pas eu plus de succès que les conventions duConseil de l’Europe. On peut citer la convention deBruxelles du 13 novembre 1991 sur l’exécution descondamnations pénales étrangères (ratifié à ce jour parl’Espagne, les Pays-Bas et l’Allemagne, Chypre etLettonie).Avec le Traité d’Amsterdam, l’Union européennes’est vue assigner comme objectif la création d’unKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4260 QRVA 52 0202 - 6 - 2008ling van de Europese Unie, wat leidde tot een herlanceringvan de werkzaamheden. In 2001 was er een Duitsinitiatief tot aanname van een verdrag inzake samenwerkingtussen de lidstaten van de Europese Unie inprocedures wegens inbreuken op de verkeerswetgevingen bij de tenuitvoerlegging van ter zake opgelegdegeldelijke sancties. De onderhandelingen over datontwerp-verdrag werden opzij geschoven om prioriteitte geven aan het door het Verenigd Koninkrijk,Frankrijk en Zweden gezamenlijk ingediende voorstelvoor een kaderbesluit inzake de toepassing van hetbeginsel van wederzijdse erkenning op geldelijke sancties.Dit ontwerp-kaderbesluit is officieel aangenomenop 24 februari 2005.2. Er zijn reeds op verschillende niveaus onderhandelingenbezig over dit onderwerp.Op initiatief van de FOD Mobiliteit worden er opdit moment volop onderhandelingen met Frankrijkgevoerd om tot een bilateraal akkoord(1) te komenbetreffende een vlottere uitwisseling van nummerplaatgegevens.Er wordt momenteel nog gesleuteld aande tekst, maar men verwacht dat vrij snel te kunnenafronden.Ook op het niveau van de Benelux wordt er onderhandeldover deze materie. Het Benelux directiecomitévan 19 februari 2008 heeft afgesproken dat dezeproblematiek zo snel mogelijk moet worden opgelost.Op 16 april 2008 is er daarvoor een eerste verkennendevergadering geweest door de Werkgroep Verkeersveiligheidvan de Subcommissie «Verkeer en Vervoerover Land» van de Commissie voor het Verkeer. Erbestaat op dit moment echter nog geen duidelijkheidof er zal verder gewerkt worden op basis van bestaandeakkoorden of dat men een volledig nieuwakkoord zal opstellen. Op 3 juni 2008 heeft er eenvolgende vergadering plaats van de Werkgroep.Op Europees gebied heeft op 19 maart 2008 deEuropese Commissie een voorstel van richtlijn terbevordering van grensoverschrijdende boetehandhavingaangenomen. De bedoeling van de richtlijn is omhet onderscheid tussen de administratieve en strafrechterlijkeboetes te doorbreken voor snelheid, rijdenonder invloed, gordeldracht en het negeren van eenrood stoplicht. Via directe toegang tot de respectievelijkeinschrijvingsregisters zal men persoonsgegevenselektronisch uitwisselen om dan naar debetrokken Europese bestuurders een eenvormigformulier te sturen. Dit formulier zal alle gegevens(1) Akkoord tussen de regering van de Franse Republieken de Regering van het Koninkrijk België betreffende de uitwisselingvan informatie en persoonsgegevens over houders vaneen inschrijvingsbewijs van voertuigen opgenomen in de nationaleinschrijvings-en kentekenregisters teneinde verkeersovertredingente bestraffen.espace judiciaire européen, ce qui a permis une relancedes travaux. En 2001, l’Allemagne a introduit une initiativevisant à faire adopter une convention relative àla coopération entre les États membres de l’Unioneuropéenne dans le cadre des procédures relatives auxinfractions routières et de l’exécution des sanctionspécuniaires y relatives. Les négociations sur ce projetde convention ont été mises de côté, la priorité ayantété donnée au projet de décision-cadre, déposé conjointementpar le Royaume-Uni, la France et la Suède,sur l’application du principe de reconnaissancemutuelle aux sanctions pécuniaires. Ce projet de décision-cadrea été formellement adopté le 24 février2005.2. Des négociations sont déjà en cours sur ce sujet àdifférents niveaux.Sur l’initiative du SPF Mobilité, des négociationsbattent actuellement leur plein avec la France pourparvenir à un accord bilatéral(1) sur un échange plusrapide des données d’immatriculation. Le texte del’accord est encore peaufiné mais on espère pouvoir lefinaliser assez rapidement.Des négociations sont également menées en lamatière au niveau du Benelux. Le Comité de directionBenelux du 19 février 2008 a convenu de résoudre cetteproblématique dans les meilleurs délais. À cet effet,une première réunion exploratoire a été organisée le16 avril 2008 par le groupe de travail «Sécurité routière»de la sous-commission «Communications etTransports terrestres» de la commission «Communications».Toutefois, la question de savoir si lesaccords existants serviront de base de travail ou si untout nouvel accord sera rédigé n’est pas encore claire.Une autre réunion du groupe de travail se tiendra le3 juin 2008.Au niveau européen, la Commission européenne aadopté le 19 mars 2008 une proposition de directivevisant à promouvoir le maintien des amendes transfrontalières.Cette directive a pour objectif de supprimerla distinction opérée entre les amendes administrativeset pénales pour les infractions suivantes:excès de vitesse, conduite sous influence, non-port dela ceinture de sécurité et non-respect d’un feu rouge.Les données à caractère personnel seront échangéespar voie électronique via un accès direct aux registresd’immatriculation respectifs afin d’envoyer ensuite unformulaire uniforme aux conducteurs européens con-(1) Accord entre le gouvernement de la Républiquefrançaise et le gouvernement du Royaume de Belgique concernantl’échange d’informations et de données à caractère personnelsur les titulaires du certificat d’immatriculation de véhiculescontenus dans les fichiers nationaux d’immatriculation desvéhicules dans le but de sanctionner les infractions aux règles dela circulation.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 42612 - 6 - 2008bevatten over de vaststelling van de boete en de modaliteitenom de boete te kunnen betalen samen metinformatie omtrent de mogelijkheden om bezwaar inte dienen of omtrent de mogelijke beroepsprocedures.Als er niet tot betaling wordt overgegaan, moet eerstde nationale rechtsgang gevolgd worden. Eens er eenrechterlijke uitspraak is, kan er onder bepaaldevoorwaarden nog worden overgegaan worden tothandhaving op basis van het Kaderbesluit GeldelijkeSancties. In dit geval is er wel een drempel van 70 euro.Rekening houdend met het feit dat dit voorstel vanrichtlijn eind maart 2008 is ingediend en het feit datniet alle lidstaten hier hetzelfde idee over hebben is dekans groot dat het enkele jaren zal duren vooraleer ditvoorstel in een richtlijn uitmondt.3. Het kaderbesluit van 24 februari 2005 inzake detoepassing van het beginsel van wederzijdse erkenningop geldelijke sancties is nog niet omgezet in Belgischrecht. Er moet worden opgemerkt dat:— er moest worden gewacht op de inwerkingtredingvan de wet van 5 augustus 2006 inzake de toepassingvan het beginsel van wederzijdse erkenningom te voorzien in een wijzigingswet met de omzettingvan het kaderbesluit geldelijke sancties;— een ontwerp was voorbereid in overleg met de gerechtelijkeoverheden en de FOD Financiën enbegin 2007 was voorgelegd aan de vorige minister.Als gevolg van het einde van de legislatuur werdhet door haar niet voorgelegd aan de Ministerraad.Gelet op de duur van de periode van lopende zakenen de noodzaak tot omzetting van een ander kaderbesluitinzake de wederzijdse erkenning van beslissingentot confiscatie, wat voor vergelijkbare problemenzorgt (omzettingstermijn 24 november 2008), werd hetoorspronkelijke voorontwerp aangevuld om de omzettingvan beide instrumenten mogelijk te maken. Datvoorontwerp werd voor advies voorgelegd aan de gerechtelijkeoverheden en wordt thans door de administratievoltooid op basis van de gemaakte opmerkingen.Het zal zeer binnenkort worden voorgelegd aande Ministerraad.cernés. Ce formulaire contiendra toutes les donnéessur la fixation de l’amende et les modalités de paiementainsi que des informations concernant les possibilitésde réclamation ou les procédures de recourséventuelles. En cas de non-paiement, la procédurenationale doit d’abord être suivie. Dès qu’une décisionjudiciaire a été rendue, l’amende peut encore êtremaintenue sous certaines conditions sur la base de ladécision-cadre concernant les sanctions pécuniaires.Un seuil de 70 euros est toutefois prévu dans ce cas.Étant donné que cette proposition de directive a étédéposée à la fin du mois de mars 2008 et que tous lesÉtats membres ne partagent pas le même avis, il estfort probable que plusieurs années seront nécessairesavant que cette proposition ne débouche sur une directive.3. La décision cadre du 24 février 2005 concernantl’application du principe de reconnaissance mutuelleaux sanctions pécuniaires n’est pas encore transposéeen droit belge. Il convient de noter que:— il a fallu attendre l’entrée en vigueur de la loi du5 août 2006 relative à l’application du principe dereconnaissance mutuelle pour prévoir une loimodificative intégrant la transposition de la décision-cadresanctions pécuniaires.— un projet avait été préparé, en concertation avecles autorités judiciaires et le SPF finances, et avaitété soumis début 2007 à la précédente ministre.Celle-ci ne l’a pas soumis au Conseil des ministres,compte tenu de la fin de la législature.Vu la durée de la période d’affaires courantes et dela nécessité de transposer une autre décision-cadreportant sur la reconnaissance mutuelle des décisionsde confiscation qui pose des questions similaires (délaide transposition 24 novembre 2008), l’avant-projetinitial a été complété pour permettre la transpositiondes deux instruments. Cet avant-projet a été soumis àl’avis des autorités judiciaires et est en cours de finalisationsur la base des observations de celles-ci au seinde l’administration. Il sera déposé dans les prochainessemaines au Conseil des ministres.DO 2007200803149 DO 2007200803149Vraag nr. 120 van mevrouw Hilde Vautmans van28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Justitie en Institutionele Hervormingen:Langer dan toegelaten ophouden van winkels. — Veroordelingen.Een winkel mag per dag maximum 15 uur open zijnen moet minimaal één rustdag per week hebben. AlsQuestion n o 120 de M me Hilde Vautmans du 28 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre dela Justice et des Réformes institutionnelles:Ouverture des magasins au-delà des heures autorisées.— Condamnations.Les magasins sont autorisés à rester ouverts pendantune durée maximale de quinze heures par jour et lesKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4262 QRVA 52 0202 - 6 - 2008deze termijnen niet gerespecteerd worden, lopenwinkeliers het risico op een boete.1. Hoeveel veroordelingen zijn er de afgelopenjaren vastgesteld voor het langer dan toegelaten openhoudenvan een winkel?2. Kan u een opsplitsing geven per gerechtelijkarrondissement?3. Hoeveel bedragen de boetes die hiervoor werdenuitgeschreven?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Justitie en Institutionele Hervormingen van 27 mei2008, op de vraag nr. 120 van mevrouw Hilde Vautmansvan 28 april 2008 (N.):Ik kan elementen van antwoord verstrekken op deeerste twee vragen.Algemene opmerkingena) De cijfers zijn afkomstig uit de databanken diegevoed worden met de registraties van de correctioneleafdelingen van de parketten en de griffiesbij de rechtbanken van eerste aanleg.b) Van de 28 parketten die ons land telt (met inbegripvan het federaal parket) zijn er 27 die correctionelezaken invoeren in het geïnformatiseerd systeemREA/TPI. Er werd geen rekening gehouden methet parket van Eupen aangezien men daar geendossiergegevens in REA/TPI registreert.c) De gegevens die hier behandeld worden, betreffenenkel correctionele inbreuken die gepleegd werdendoor meerderjarige personen. Misdrijven toegeschrevenaan minderjarigen worden behandelddoor de afdeling «jeugd» van de parketten bij derechtbanken van eerste aanleg. De analisten bij deparketten-generaal en bij het College van procureurs-generaalbeschikken tot op heden niet overde gegevens met betrekking tot misdrijvengepleegd door minderjarigen.d) Aan de zaken die op het parket toekomen, wordtdoor het openbaar ministerie een voornaamstetenlastelegging en eventueel één of meerdere bijkomendetenlasteleggingscodes (preventiecodes) toegekend.Er moet in elk geval aan de zaak een voornaamstetenlastelegging toegekend worden op hetogenblik dat deze in het geïnformatiseerd systeemvan de parketten wordt ingevoerd. De registratievan bijkomende tenlasteleggingen gebeurt nietoveral; sommige parketten registreren deze niet.commerçants doivent également respecter au minimumun jour de repos obligatoire. S’ils ne respectentpas ces horaires, les commerçants risquent de se voirinfliger une amende.1. Combien de condamnations ont-elles étéprononcées ces dernières années pour infraction à laréglementation en matière d’heures et de joursd’ouverture des magasins?2. Pouvez-vous ventiler ces chiffres par arrondissementjudiciaire ?3. À combien s’élèvent les amendes infligées pourde telles infractions?Réponse du vice-premier ministre et ministre de laJustice et des Réformes institutionnelles du 27 mai2008, à la question n o 120 de M me Hilde Vautmans du28 avril 2008 (N.):Je peux fournir des éléments de réponse en ce quiconcerne les deux premières questions posées.Remarques préliminaires:a) Les chiffres repris dans les tableaux ci-aprèsproviennent des banques de données alimentéespar les enregistrements des sections correctionnellesdes parquets près les tribunaux de premièreinstance (système TPI/REA).b) Des 28 parquets que compte notre pays (y comprisle parquet fédéral), il y en a 27 qui introduisent lesaffaires correctionnelles dans le système informatiqueREA/TPI. Seul le parquet d’Eupen n’enregistrepas ses dossiers dans le système informatique enraison d’une absence de version en langue allemande.c) Les données ici traitées ne concernent que lesinfractions commises par des personnes majeures.Les infractions attribuées à des mineurs sont traitéespar les sections «jeunesse» des parquets pourlesquelles les analystes près les parquets générauxet près le Collège des procureurs généraux nedisposent pas de données.d) Lorsqu’une affaire arrive au parquet, elle se voitattribuer, lors de son enregistrement dans lesystème informatisé, une prévention principale etéventuellement une ou plusieurs préventionssecondaires. Bien que l’enregistrement de laprévention principale soit obligatoire pour l’identificationde chaque affaire, ce n’est pas le cas despréventions secondaires. Il convient de préciserque ces dernières ne sont pas systématiquementenregistrées dans tous les parquets.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 42632 - 6 - 2008e) In de meeste parketten worden de door de politiedienstenopgestelde vereenvoudigde processenverbaal(VPV’s) niet in het REA/TPI-systeem geregistreerd.Er werd hier dan ook geen rekeninggehouden met die op listing bijgehouden VPV’s.Indien het proces-verbaal in tweede instantiealsnog opgevraagd werd door het parket, wordtwel rekening gehouden met deze zaken. Detenlasteleggingscodes die deel uitmaken van dedoor de verzoeker gestelde vragen vallen echterbuiten het bestek van de zonet geschetste listingprocedure.Deze procedure zou dus geen impactmogen hebben op de verstrekte gegevens.Behandeling:Er werd een selectie gemaakt van alle zaken diedoor de parketten geregistreerd werden op basis vande tenlasteleggingscodes «61M Wekelijkse rustdag»en «61T Avondsluiting». Binnen deze selectie werdvervolgens nagegaan hoeveel van de verdachtenbetrokken in deze dossiers er de voorbije drie kalenderjaren(dus tussen 1 januari 2005 en 31 december2007) veroordeeld werden op het niveau van de rechtbankenvan eerste aanleg.We wensen erop te wijzen dat hierbij geen rekeninggehouden werd met de precieze kwalificatie die uiteindelijkdoor de rechtbank weerhouden werd. Voortskan het zijn dat een door de rechtbank van eerste aanlegveroordeelde personen nadien vrijgesproken werddoor het hof van beroep. De statistisch analistenbeschikken echter niet over de gegevens geregistreerdbinnen de databanken die gevoed worden op hetniveau van de hoven van beroep. Om die reden is hetmogelijk dat de gegevens gepresenteerd in onderstaandetabel een overschatting betreffen van het reëelaantal personen dat de voorbije drie jaren een definitieveveroordeling opliep. Er kan echter evenzeersprake zijn van een onderschatting aangezien diegenendie vrijgesproken werden in eerste aanleg na beroepveroordeeld kunnen zijn door het hof van beroep.De gegevens worden zoals gevraagd gepresenteerdper gerechtelijk arrondissement. Voorts geven we eenopsplitsing tussen de dossiers «wekelijkse rustdag»enerzijds en «avondsluiting» anderzijds. Indienbinnen eenzelfde zaak beide tenlasteleggingen geregistreerdwerden door het parket, wordt deze zaak in detabel gepresenteerd in de kolom overeenkomend metde door het parket als voornaamste van die tweetenlasteleggingen beschouwde inbreuk.Aantal tussen 1 januari 2005 en 31 december 2007door de rechtbanken van eerste aanleg veroordeeldepersonen binnen de dossiers «Wekelijkse rustdag» en«Avondsluiting» per gerechtelijk arrondissemente) Dans la plupart des parquets, les procès-verbauxsimplifiés établis par les services de police (PVS) nesont pas enregistrès dans le système REA/TPI.Quoi qu’il en soit, ces procès-verbaux simplifiéstransmis aux parquets uniquement sur listing nesont pas pris en compte ici. Dans le cas ou un PVSsur listing est demandé par le parquet, la policeenvoie alors le procès-verbal qui sera alors enregistrédans le système comme une affaire normale, etsera alors prise en compte. En tout état de cause, lamatière dont il est question ici se situe hors duchamp de la matière pouvant faire l’objet d’unPVS. La pratique n’aura donc en principe pasd’impact sur la présente réponse.Traitement:Ont été sélectionnées, toutes les affaires enregistréespar les parquets avec un code de prévention «61M:Repos hebdomadaire» ou un code de prévention«61T: Fermeture obligatoire du soir». Au sein de cettesélection, ont ensuite été recherchés tous les suspectsimpliqués dans ces dossiers qui ont été, au cours destrois dernières années (entre le 1 er janvier 2005 et le31 décembre 2007) condamnés au niveau du tribunalde première instance.Il convient en outre de préciser que la qualificationprécise des affaires telle qu’attribuée par le tribunaln’est pas prise en compte dans la présente réponse. Il sepeut qu’une personne condamnée par le tribunal enpremière instance, soit ensuite acquittée par la courd’appel. Toutefois, les analystes statistiques ne disposentpas des données enregistrées dans les bases dedonnées à la disposition des cours d’appel. Pour cetteraison, il se peut que les données présentées dans letableau ci-dessous surestiment le nombre réel depersonnes qui ont eu une condamnation définitive aucours de la période étudiée. On peut également parlerd’une sous-estimation, en considérant que certainespersonnes ont pu être acquittées en première instancemais ensuite condamnées par la cour d’appel, aprèsappel.Les données sont présentées par arrondissementjudiciaire. La distinction est opérée également entre lesdossiers 61M «Repos hebdomadaire» et les dossiers61T «Fermeture obligatoire du soir». Si une mêmeaffaire est enregistrée avec les deux codes de prévention,dans le tableau, elle apparaîtra dans la colonnecorrespondant au code de prévention qui apparaît enpremier dans l’enregistrement de l’affaire. De la sorte,chaque affaire n’est comptée qu’une seule fois.Nombre de personnes condamnées entre le1 er janvier 2005 et le 31 décembre 2007 par les tribunauxde première instance dans les dossiers liés au«repos hebdomadaire» ou à la «fermeture obligatoiredu soir» par arrondissement judiciaireKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4264 QRVA 52 0202 - 6 - 2008Wekelijkse rustdag—Repos hebdomadaireAvondsluiting—Fermeture obligatoiredu soirTotaal—TotalAntwerpen. — AnversAntwerpen. — Anvers ........................................ 2 — 1Hasselt ............................................................... 8 5 13Mechelen. — Malines ........................................ — 2 2Tongeren. — Tongres ........................................ 4 6 10Turnhout ............................................................ 5 2 7Brussel. — BruxellesBrussel. — Bruxelles ........................................... 2 — 2Leuven. — Louvains .......................................... 5 — 5Gent. — GandBrugge. — Bruges ............................................... 1 — 1Dendermonde. — Termonde .............................. 6 6 12Gent. — Gand ................................................... — 1 1Kortrijk. — Courtrai .......................................... 7 1 8Veurne. — Furnes .............................................. 1 — 1Luik. — LiègeHoei. — Huy ..................................................... 7 3 10Luik. — Liège .................................................... 10 — 10Namen. — Namur ............................................. 3 — 3Verviers .............................................................. 2 6 8Bergen. — MonsCharleroi ............................................................ 1 — 1Bergen. — Mons ................................................ 2 — 2België. — Belgique ................................................. 66 32 98Bron: gegevensbank van het College van procureursgeneraalSource: Banque de données du Collège des procureurs générauxDO 2007200803257 DO 2007200803257Vraag nr. 135 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheuvan 28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteministeren minister van Justitie en Institutionele Hervormingen:Rechtbanken van eerste aanleg. — Verzoekschriftentot erkenning als staatloze.In het verdrag van New York, ondertekend op28 september 1954 en goedgekeurd bij wet van 12 mei1960 wordt een staatloze gedefinieerd als «een persoondie door geen enkele staat, krachtens diens wetgeving,als onderdaan wordt beschouwd». De bewijslast komttoe aan de vreemdeling die stelt geen nationaliteit tebezitten.Een erkenning als staatloze wordt aangevraagddoor een verzoekschrift in te dienen bij de rechtbankvan eerste aanleg.Question n o 135 de M me Sabien Lahaye-Battheu du28 avril 2008 (N.) au vice-premier ministre etministre de la Justice et des Réformes institutionnelles:Tribunaux de première instance. — Requêtes enreconnaissance du statut d’apatride.Le Traité de New York, signé le 28 septembre 1954et ratifié par la loi du 12 mai 1960, définit l’apatridecomme étant une personne qu’aucun État ne considèrecomme son ressortissant en application de sa législation.La charge de la preuve revient à l’étranger quiaffirme ne posséder aucune nationalité.La reconnaissance du statut d’apatride doit êtredemandée par le biais d’une requête introduite auprèsdu tribunal de première instance.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 42652 - 6 - 2008Als de rechter van de rechtbank van eerste aanlegweigert de staatloosheid te erkennen, kan een beroepworden aangetekend bij het bevoegde hof van beroep,en daarna eventueel bij het Hof van Cassatie.1.a) Hoeveel keer werd, per rechtbank van eerste aanleg,een verzoekschrift tot erkenning als staatlozeingediend in het jaar 2005, 2006 en 2007?b) Hoeveel keer werd het verzoekschrift ingewilligden werd de aanvrager aldus erkend als staatloze inhet jaar 2005, 2006 en 2007?2.a) Hoeveel keer werd, per hof van beroep, beroepaangetekend tegen een weigering van de rechtbankvan eerste aanleg om de staatloosheid toe tekennen , in het jaar 2005, 2006 en 2007?b) Hoeveel keer werd door de hoven van beroep hetvonnis van de rechtbank van eerste aanleg herroepenen werd alsnog de staatloosheid toegekend inhet jaar 2005, 2006 en 2007?3.a) Hoeveel keer werd bij het Hof van Cassatie beroepaangetekend tegen een beslissing van de hoven vanberoep, in het jaar 2005, 2006 en 2007?b) Hoeveel keer kende het Hof van Cassatie de staatloosheidalsnog toe nadat het beroep door het hofvan beroep werd afgewezen in 2005, 2006 en 2007?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Justitie en Institutionele Hervormingen van 28 mei2008, op de vraag nr. 135 van mevrouw SabienLahaye-Battheu van 28 april 2008 (N.):Mijn diensten beschikken niet over de gevraagdecijfergegevens inzake verzoekschriften tot erkenningstaatloze aangezien omtrent deze materie geen aardcodeopgenomen is in de informaticasystemen van derechtbanken van eerste aanleg, de hoven van beroep enhet Hof van Cassatie.In de toekomst zullen na de nodige wetswijzigingende cijfers makkelijker opvraagbaar zijn via de ministervan Migratie en Asielbeleid. Inderdaad vermeldt hetregeerakkoord «De regering voorziet in een proceduretot toekenning van het statuut voor staatlozen door hetCommissariaat-Generaal voor vluchtelingen en staatlozen.Erkenning heeft tijdelijk verblijfsrecht totgevolg.»Si le juge du tribunal de première instance refuse dereconnaître l’apatridie, un recours peut être introduitdevant la cour d’appel compétente et ensuite, éventuellement,devant la Cour de cassation.1.a) Combien de requêtes en reconnaissance du statutd’apatride ont-elles été introduites pour les années2005, 2006 et 2007, par tribunal de premièreinstance?b) Combien de requêtes ont-elles été acceptées en2005, 2006 et 2007, octroyant de ce fait le statutd’apatride au demandeur?2.a) Combien de recours ont-ils été introduits, par courd’appel, contre un refus du tribunal de premièreinstance d’accorder le statut d’apatride, pour lesannées 2005, 2006 et 2007?b) Combien de fois le jugement du tribunal depremière instance a-t-il été révoqué par les coursd’appel et le statut d’apatride également accordépour les années 2005, 2006 et 2007?3.a) Combien de recours ont-ils été introduits devant laCour de cassation contre une décision des coursd’appel pour les années 2005, 2006 et 2007?b) Combien de fois la Cour de cassation a-t-elle, à cejour, accordé le statut d’apatride en 2005, 2006 et2007 après le rejet du recours par la cour d’appel?Réponse du vice-premier ministre et ministre de laJustice et des Réformes institutionnelles du 28 mai2008, à la question n o 135 de M me Sabien Lahaye-Battheu du 28 avril 2008 (N.):Mes services ne disposent pas des données demandéesen matière de requêtes de reconnaissance de laqualité d’apatride, vu que, dans ce domaine, aucuncode de nature de l’affaire n’est repris dans les systèmesinformatiques des Tribunaux de premièreinstance, des Cours d’appel et de la Cour de Cassation.À l’avenir, après les modifications de loi requises, ilsera plus facile d’obtenir les chiffres via le ministre dela Politique de Migration et d’Asile. En effet, l’accordde gouvernement dispose que «Le gouvernementmettra en place une procédure d’octroi du statutd’apatride par le Commissariat général aux apatrideset aux réfugiés. La reconnaissance en tant qu’apatridedonnera en principe lieu à un droit de séjour (temporaire).»KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4266 QRVA 52 0202 - 6 - 2008DO 2007200803258 DO 2007200803258Vraag nr. 136 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheuvan 28 april 2008 (N.) aan de vice-eersteministeren minister van Justitie en Institutionele Hervormingen:Question n o 136 de M me Sabien Lahaye-Battheu du28 avril 2008 (N.) au vice-premier ministre etministre de la Justice et des Réformes institutionnelles:Werkstraf als autonome straf in correctionele zaken enin politiezaken.Peine de travail comme peine autonome en matièrecorrectionnelle et de police.De wet van 17 april 2002 voorziet in de invoeringvan de werkstraf als autonome straf in correctionelezaken en in politiezaken.La loi du 17 avril 2002 prévoit l’instauration de lapeine de travail comme peine autonome en matièrecorrectionnelle et de police.Uw voorganger gaf op een eerder gestelde vraag decijfergegevens met betrekking tot het aantal werkstraffendat werd uitgesproken in 2004 en 2005 (vraag nr.1018 van 3 mei 2006, Vragen en Antwoorden, Kamer,2005-2006, nr. 122, blz. 23764).En réponse à une question précédente, votre prédécesseuravait communiqué les données chiffrées relativesaux peines de travail prononcées en 2004 et 2005(question n o 1018 du 3 mai 2006, Questions et Réponses,Chambre, 2005-2006, n o 122, p. 23764).1. Hoeveel werkstraffen werden per arrondissementuitgesproken in correctionele zaken in 2006 en 2007?1. Quel est le nombre de peines de travail prononcéespar arrondissement en matière correctionnelle en2006 et 2007?2. Hoeveel werkstraffen werden per arrondissementuitgesproken in politiezaken in 2006 en 2007?2. Quel est le nombre de peines de travail prononcéespar arrondissement en matière de police en 2006et 2007?3. Hoeveel werkstraffen werden per ressort uitgesprokendoor de hoven van beroep in 2006 en 2007?3. Quel est le nombre de peines de travail prononcéespar ressort par les cours d’appel en 2006 en 2007?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Justitie en Institutionele Hervormingen van 26 mei2008, op de vraag nr. 136 van mevrouw SabienLahaye-Battheu van 28 april 2008 (N.):Réponse du vice-premier ministre et ministre de laJustice et des Réformes institutionnelles du 26 mai2008, à la question n o 136 de M me Sabien Lahaye-Battheu du 28 avril 2008 (N.):In bijlage treft u cijfergegevens met betrekking tothet aantal werkstraffen dat werd uitgesproken in politie-en correctionele zaken in het kalenderjaar 2006.De tabellen geven deze aantallen per politierechtbanken rechtbank van eerste aanleg weer. Voor het kalenderjaar2007 zijn er nog geen cijfergegevens beschikbaar.Betreffende het aantal werkstraffen uitsprakenvoor de hoven van beroep zijn er momenteel geen relevantestatistieken ingezameld.Vous trouverez en annexe des statistiques sur lenombre de peines de travail prononcées dans des affairescorrectionnelles ou de police durant l’année civile2006. Les tableaux détaillent les données au niveau destribunaux de police et des tribunaux de premièreinstance. Pour l’année civile 2007, ces chiffres ne sontpas encore disponibles. Concernant le nombre depeines de travail prononcées par les Cours d’appel,aucune statistique pertinente n’est pour le momentrécoltée.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 42672 - 6 - 2008Werkstraf in politie- en correctionele zakenLes peines de travail en affaires correctionnelles etde policeWekelijkse rustdag—Repos hebdomadaireAvondsluiting—Fermeture obligatoiredu soirTotaal—TotalAntwerpen. — AnversAntwerpen. — Anvers ........................................ 2 — 1Hasselt ............................................................... 8 5 13Mechelen. — Malines ........................................ — 2 2Tongeren. — Tongres ........................................ 4 6 10Turnhout ............................................................ 5 2 7Brussel. — BruxellesBrussel. — Bruxelles ........................................... 2 — 2Leuven. — Louvains .......................................... 5 — 5Gent. — GandBrugge. — Bruges ............................................... 1 — 1Dendermonde. — Termonde .............................. 6 6 12Gent. — Gand ................................................... — 1 1Kortrijk. — Courtrai .......................................... 7 1 8Veurne. — Furnes .............................................. 1 — 1Luik. — LiègeHoei. — Huy ..................................................... 7 3 10Luik. — Liège .................................................... 10 — 10Namen. — Namur ............................................. 3 — 3Verviers .............................................................. 2 6 8Bergen. — MonsCharleroi ............................................................ 1 — 1Bergen. — Mons ................................................ 2 — 2België. — Belgique ................................................. 66 32 98DO 2007200803274 DO 2007200803274Vraag nr. 138 van de heer Pierre-Yves Jeholet van29 april 2008 (Fr.) aan de vice-eersteminister enminister van Justitie en Institutionele Hervormingen:Departement. — Indienstneming van personen meteen handicap.Overeenkomstig het koninklijk besluit van 5 maart2007 tot organisatie van de werving van personen meteen handicap in het federaal administratief openbaarambt is elke overheidsdienst verplicht personen meteen handicap tewerk te stellen ten belope van 3 procentvan zijn effectief. Dat percentage moet gehaaldworden tegen 1 januari 2010.Uit cijfers die in februari 2008 werden bekendgemaaktdoor de minister van Ambtenarenzaken, blijktQuestion n o 138 de M. Pierre-Yves Jeholet du 29 avril2008 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre dela Justice et des Réformes institutionnelles:Département. — Emploi de personnes handicapées.L’arrêté royal du 5 mars 2007 organisant le recrutementdes personnes handicapées dans la fonctionpublique administrative fédérale, prévoit que les servicespublics doivent mettre au travail des personneshandicapées à concurrence de 3 % de leur effectif. Cepourcentage de 3 % devra être atteint pour le 1 erjanvier 2010.Il ressort des chiffres communiqués en février 2008par la ministre de la Fonction publique que le SPFKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4268 QRVA 52 0202 - 6 - 2008dat de FOD Justitie momenteel 1,7% werknemers meteen handicap in dienst heeft.1. Zullen er concrete maatregelen worden getroffenop dat departement teneinde de toegang tot werk voorpersonen met een handicap te bevorderen en de doelstellingvan 3% binnen de gestelde termijn te bereiken?2. Voorziet het personeelsplan 2008 van uw departementin de indienstneming van personen met eenhandicap?3. Beschikt u daarnaast over een inventaris perfunctieniveau van de functies die op uw departementreeds worden vervuld door werknemers met eenhandicap?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Justitie en Institutionele Hervormingen van 28 mei2008, op de vraag nr. 138 van de heer Pierre-YvesJeholet van 29 april 2008 (Fr.):De FOD Justitie kan het percentage van 1,70%werknemers met een handicap aangehaald door deminister van Ambtenarenzaken niet bevestigen. Ditcijfer dateert van 2004 en werd jammer genoeg nietbijgewerkt.1. Thans worden concrete maatregelen genomenom deze wetgeving ten uitvoer te leggen. De cel Diversiteitvan de FOD Justitie werkt thans een algemeenactieplan uit. Dit actieplan omvat verschillende topics:selectie, toegankelijkheid van de gebouwen, aanpassingenin de personeelsdatabanken, bewustmaking vande medewerkers voor diversiteit, enzovoort.In oktober 2007 werd overigens een werkgroep opgerichtom deze topics te onderzoeken. Deze thematiekstaat bovendien vaak op de agenda van de internebegeleidingscommissie Diversiteit.2. In de personeelsplannen wordt niet specifiek vermeldof de medewerkers al dan niet een handicaphebben, aangezien zij worden opgesteld op grond vanandere categorieën, zoals het niveau of de taalrol.3. De personeelsdiensten beschikken reeds overgegevens inzake het personeel dat thans in dienst is. Eris tevens een onderzoek aan de gang dat beoogt hetregistratieproces te updaten, zulks met inachtnemingvan de regelgeving met betrekking tot de beschermingvan het persoonlijke levenssfeer.Justice occupe actuellement 1,70 % de travailleurshandicapés.1. Des mesures concrètes sont-elles envisagées ausein de ce département afin de promouvoir l’accès àl’emploi pour les personnes handicapées et d’atteindrel’objectif des 3 % dans le délai prescrit?2. Le plan de personnel 2008 de votre départementprévoit-il le recrutement de personnes handicapées?3. Disposez-vous par ailleurs d’un inventaire parniveau de fonction des emplois qui sont déjà occupés,au sein de votre département, par des travailleurshandicapés?Réponse du vice-premier ministre et ministre de laJustice et des Réformes institutionnelles du 28 mai2008, à la question n o 138 de M. Pierre-Yves Jeholetdu 29 avril 2008 (Fr.):Le SPF Justice ne peut confirmer le taux de 1,70%de travailleurs handicapés avancé par la ministre de laFonction Publique. Ce chiffre, qui date de 2004, n’amalheureusement pas été actualisé.1. Des mesures concrètes sont actuellement prisesafin de mettre en ouvre cette législation. La CelluleDiversité du SPF Justice travaille actuellement à larédaction d’un plan d’action global. Ce plan d’actionrecouvre plusieurs domaines; la sélection,l’accessibilité des bâtiments, des adaptations dans lesbanques de données du personnel, une sensibilisationdes collaborateurs à cette thématique, etc.Par ailleurs, un groupe de travail a été constitué dèsoctobre 2007 afin de se pencher sur ces questions etcette thématique est fréquemment à l’ordre du jour dela Commission interne d’accompagnement en matièrede Diversité.2. Les plans de personnel ne comportent pas despécification quant au handicap ou non des collaborateursmais est établi selon d’autres catégories comme leniveau ou le rôle linguistique.3. Les services du personnel disposent déjà dedonnées quant au personnel actuellement en service.Néanmoins, une analyse est également en cours afind’actualiser le processus d’enregistrement et ce, enconformité avec la réglementation en matière deprotection de la vie privée.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 42692 - 6 - 2008DO 2007200803330 DO 2007200803330Vraag nr. 140 van mevrouw Ingrid Claes van 29 april2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Justitie en Institutionele Hervormingen:Niet-geordonnanceerde kredieten op 31 december2007.1.a) Wat was het bedrag van de binnengekomen facturenwaarvoor op 31 december 2007 nog geenordonnancering gebeurde bij de administraties ende andere instellingen die onder uw toezicht staan?b) Om hoeveel facturen gaat het precies en op welkedatum werden ze opgemaakt?2.a) Wat is de reden voor het feit dat desgevallend geenordonnancering gebeurde?b) Had dit te maken met de zogenaamde onderbenuttingvan kredieten zoals opgelegd door het ankerprincipeof waren de in de begroting 2007 vooropgesteldeordonnanceringskredieten ontoereikend?Question n o 140 de M me Ingrid Claes du 29 avril 2008(N.) au vice-premier ministre et ministre de laJustice et des Réformes institutionnelles:Crédits non ordonnancés au 31 décembre 2007.1.a) Quel était le montant des factures entrantes pourlesquelles les administrations et les autres institutionsrelevant de votre tutelle n’avaient encoreeffectué aucun ordonnancement au 31 décembre2007?b) De combien de factures s’agit-il exactement et dequand datent-elles?2.a) Le cas échéant, pour quelle raison aucun ordonnancementn’a-t-il été effectué?b) Est-ce lié à la sous-utilisation de crédits, tellequ’imposée par le principe de l’ancre, ou certainscrédits d’ordonnancement prévus au budget 2007étaient-ils insuffisants?c) In het laatste geval, wat is hiervan de oorzaak? c) Dans le dernier cas, quelle en est la cause?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Justitie en Institutionele Hervormingen van 26 mei2008, op de vraag nr. 140 van mevrouw Ingrid Claesvan 29 april 2008 (N.):1.a) De FOD heeft in het voorbije jaar 242 049 facturenverwerkt. In 2007 werden 3 973 facturen ontvangenvoor een bedrag van 7 375 503.76 euro, waarvoorde betaling werd opgestart in 2008.b) De facturen dragen allen een verschillende datum.Gelet op hun aantal is het vrijwel onmogelijk eenindividuele opsomming te geven.Bij wijze van indicatie kan ik u wel meedelen dat hetgrootste deel (drie vierden) een datum draagt van na16 oktober 2007.2.a) Het overdragen van de ordonnancering is weldegelijkeen gevolg van de maatregelen die de vorigeregering had opgelegd met het oog op een striktkasbeheer.b) De vorige regering heeft verschillende maatregelengenomen. Een eerste maatregel legde aan de departementeneen uitgavenniveau op dat beneden dedrempel van de gestemde kredieten lag (anker).Om deze doelstelling te realiseren heeft het departementeen beheer opgestart, gericht op de opvolgingRéponse du vice-premier ministre et ministre de laJustice et des Réformes institutionnelles du 26 mai2008, à la question n o 140 de M me Ingrid Claes du29 avril 2008 (N.):1.a) L’an dernier, le SPF a traité 242 049 factures. En2007, 3 973 factures ont été reçues pour unmontant de 7 375 503,76 euros, factures pourlesquelles la procédure de paiement a débuté en2008.b) Les factures portent toutes une date différente.Compte tenu de leur nombre, il est quasimentimpossible d’en donner une énumération individuelle.Je peux néanmoins vous communiquer à titre indicatifque dans la majeure partie des cas (les troisquarts), elles sont datées d’après le 16 octobre 2007.2.a) Le report d’ordonnancement est bel et bien uneconséquence des mesures imposées par le gouvernementprécédent en vue d’assurer une gestion decaisse rigoureuse.b) Le gouvernement précédent a pris différentesmesures. Une première mesure imposait auxdépartements un niveau de dépenses inférieur auseuil des crédits votés (ancre).Pour réaliser cet objectif, le département a mis enplace une gestion axée sur le suivi des créances liqui-KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4270 QRVA 52 0202 - 6 - 2008van de vereffende schuldvorderingen. Hierbij werdendeze die de vervaltermijn naderden, of waarbij eendringende reden tot betaling werd gemeld, bij voorrangin betaling gesteld. Deze aanpak verklaartwaarom de datum van drie vierden van de uitgesteldebetalingen, betrekking hebben op facturen waarvan dedatum na 16 oktober 2007 valt Een tweede maatregelhad betrekking op een verminderd niveau van toegestanevastleggingen. Het departement heeft hierop uitzonderingengevraagd en bekomen. Deze uitzonderingenworden verantwoord door het groot volume onsamendrukbareuitgaven waarmee Justitie geconfronteerdwordt. Denk maar aan de gerechtskosten, hetonderhoud en de zorg voor de gedetineerden engeïnterneerden, het onderhoud van de 385 gebouwenwaarover de diensten zijn verspreid.Het was weliswaar onvermijdelijk dat het budgettairebeheer hierdoor werd vertraagd, omdat veel meerdan gebruikelijk en beroep moest worden gedaan opde techniek van de «administratieve transfers», om,ondanks de bijkomende besparingen, toch voldoendekredieten te voorzien op de knelpunten zoals hogeropgesomd. Deze bijkomende beheerslast heeft ongetwijfeldenkele vertragingen veroorzaakt, maar is nietvan aard geweest om de betalingen te onderbreken ofonmogelijk te maken.c) Zoals mag blijken uit wat vooraf gaat, waren deingeschreven kredieten niet ontoereikend.Ingevolge bijkomende besparingen is er wel eenmeer doorgedreven kredietenbeheer gevoerd, dat enigemate van vertraging heeft veroorzaakt, maar geenstaking van betaling.dées. Celles dont la date d’échéance approchait oupour lesquelles était mentionné un motif urgent derèglement ont été mises en paiement en priorité. Cetteapproche explique pourquoi la date de trois quarts despaiements reportés se rapporte à des factures dont ladate est postérieure au 16 octobre 2007. Une deuxièmemesure avait trait à une diminution du niveau des engagementsautorisés. À cet égard, le département ademandé qu’il y ait des exceptions, ce qui lui a étéaccordé. Ces exceptions sont justifiées par l’importantvolume de dépenses incompressibles auquel la Justiceest confrontée. Pensons aux frais de justice, àl’entretien et aux soins des détenus et des internés, àl’entretien des 385 bâtiments dans lesquels sont répartisles services.Il était, il est vrai, inévitable que la gestion budgétaires’en trouve retardée vu qu’il a fallu recourir beaucoupplus que d’ordinaire à la technique des«transferts administratifs» pour prévoir, en dépit deséconomies supplémentaires, des crédits suffisants afinde faire face aux problèmes énumérés plus haut. Il nefait aucun doute que cette contrainte de gestionsupplémentaire a provoqué quelques retards mais n’apas été de nature à interrompre ou à rendre impossiblesles paiements.c) Comme il peut être constaté de ce qui précède, lescrédits inscrits n’étaient pas insuffisants.Les économies supplémentaires ont effectivementengendré une gestion plus pointue des crédits qui acausé, dans une certaine mesure, des retards mais pasde cessation de paiement.DO 2007200803347 DO 2007200803347Vraag nr. 155 van mevrouw Els De Rammelaere van29 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Justitie en Institutionele Hervormingen:Uganda. — Moord op een Belgische onderdaan.Enkele weken geleden werd mevrouw Annick VanDe Venster vermoord in Uganda. De vermoedelijkedaders — veedieven — werden onlangs opgepakt doorde Ugandese autoriteiten.1. Wat is de betrokkenheid van de Belgische Staatin deze zaak ter plaatse?2. Zal een Belgische delegatie het plaatselijk onderzoekopvolgen?3. Welke specifieke ondersteuning werd in Belgiëaan de nabestaanden van het slachtoffer geboden?Question n o 155 de M me Els De Rammelaere du29 avril 2008 (N.) au vice-premier ministre etministre de la Justice et des Réformes institutionnelles:Ouganda. — Assassinat d’une ressortissante belge.Il y a quelques semaines, Mme Annick Van DeVenster a été assassinée en Ouganda. Les assassinsprésumés — des voleurs de bétail — ont récemmentété arrêtés par les autorités ougandaises.1. Quelle est, sur place, l’implication de l’État belgedans le dossier?2. Une délégation belge assurera-t-elle le suivi del’enquête sur place?3. Quelle assistance spécifique a-t-elle été apportéeaux proches de la victime en Belgique?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 42712 - 6 - 2008Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Justitie en Institutionele Hervormingen van 26 mei2008, op de vraag nr. 155 van mevrouw Els DeRammelaere van 29 april 2008 (N.):De zaak kwam ter kennis van het parket te Antwerpen,toen de begrafenisondernemer documentenaanvroeg aangaande toelating tot crematie en begravenvan het stoffelijk overschot van Annick Van DeVenster.Teneinde inzicht te krijgen in de feiten en in hetOegandese onderzoek, werd een opsporingsonderzoekgeopend.De federale politie GDA Antwerpen — afdelingAgressie kreeg opdracht om informatie in te winnenvia de Belgische liaisonofficier voor Afrika en hetBelgisch consulaat in Oeganda.Aangezien volgens de eerste beschikbare gegevensnog geen inwendige lijkschouwing had plaatsgevonden,werd bij mini-instructie een autopsie gevorderdvan onderzoeksrechter J. Mahieu.Momenteel is nog maar zeer weinig informatiebekend over de stand van het Oegandese onderzoek.Betrokkenheid van de gewapende begeleiders van hetslachtoffer wordt niet uitgesloten. Er werd deze weekeen bezoek van de Oegandese politietop aan Belgiëverwacht, waarop onder andere onderhavige zaak besprokenzou kunnen worden, doch dit bezoek is nietdoorgegaan.De zaak werd aangemeld bij het federaal parket.Tot op heden heeft het federaal parket de zaak nogniet naar zich toegetrokken.Het staat nu al vast dat in deze zaak geen vervolgingin België kan plaatsvinden, gelet op artikel 12 VT Sv.dat in de gevallen van artikel 10, 5 o VT Sv. (passievepersonaliteit), zoals in casu, vervolging in België enkelmogelijk maakt wanneer de verdachten in Belgiëworden gevonden. Van artikel 12 VT Sv. kan enkelworden afgeweken in zoverre de feiten gekwalificeerdzouden kunnen worden als oorlogsmidaden, misdadentegen de mensheid en genocide, in welk geval het federaalparket de zaak zal moeten overnemen.Réponse du vice-premier ministre et ministre de laJustice et des Réformes institutionnelles du 26 mai2008, à la question n o 155 de M me Els De Rammelaeredu 29 avril 2008 (N.):L’affaire a été portée à la connaissance du parquetd’Anvers lorsque l’entrepreneur de pompes funèbres ademandé des documents concernant l’autorisation decrémation ou d’inhumation de la dépouille d’AnnickVan De Venster.Une information a été ouverte afin d’obtenir unevue sur les faits et sur l’enquête ougandaise.La police fédérale, SJA d’Anvers — section Agressions,a été chargée de recueillir des informations parle biais de l’officier de liaison belge pour l’Afrique etdu consulat belge en Ouganda.Comme d’après les premiers éléments disponiblesaucune autopsie interne n’avait été pratiquée, le juged’instruction J. Mahieu en a requis une dans le cadred’une mini-instruction.Pour l’instant, on ne dispose que de très peu d’informationsquant à l’état d’avancement de l’enquêteougandaise. L’implication des accompagnateurs armésde la victime n’est pas exclue. Une visite du chef de lapolice ougandaise en Belgique, qui aurait notammentpu permettre de discuter de l’affaire, était prévue maisn’a pas eu lieu.Le parquet fédéral a été informé de l’affaire. Pourl’instant, il ne s’en est pas encore saisi.Il est d’ores et déjà établi que cette affaire nedonnera pas lieu à des poursuites en Belgique. En effet,dans les cas visés à l’article 10, 5 o , du Titre préliminairedu Code de procédure pénale (personnalité passive),comme c’est le cas ici, l’article 12 du Titre préliminairedu Code de procédure pénale n’autorise les poursuitesen Belgique que si les inculpés ont été trouvés enBelgique. Il ne peut être dérogé à cet article que dans lamesure où les faits peuvent être qualifiés de crimes deguerre, de crimes contre l’humanité ou de génocide,auquel cas le parquet fédéral se saisit de l’affaire.DO 2007200803378 DO 2007200803378(Vraag nr. 160 van de heer Jenne De Potter van29 april 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Justitie en Institutionele Hervormingen:Nieuwe echtscheidingswet. — Wetgeving inzake levensverzekeringen.De wet van 27 april 2007 betreffende de hervormingvan de echtscheiding, in werking getreden op 1 sep-Question n o 160 de M. Jenne De Potter du 29 avril2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre dela Justice et des Réformes institutionnelles:Nouvelle loi sur le divorce. — Modification de lalégislation sur les assurances vie.La loi du 27 avril 2007 réformant le divorce, entréeen vigueur le 1 er septembre 2007, introduit la notion deKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4272 QRVA 52 0202 - 6 - 2008tember 2007, voert de schuldloze echtscheiding in. Indit kader werd ook artikel 299 van het BurgerlijkWetboek gewijzigd. Het oude artikel 299 BW bepaaldedat:«derhalve in geval van onderlinge toestemming verliestde echtgenoot tegen wie de echtscheiding, opwelke grond ook, is toegestaan, alle voordelen die deandere echtgenoot hem, hetzij bij hun huwelijkscontract,hetzij sinds het aangaan van het huwelijk, verleendheeft».Doordat de hervorming van de echtscheiding de rolvan de fout inzake de gevolgen van de echtscheidingquasi afschaft, opteerde de wetgever ervoor dat dezevoordelen bij alle echtscheidingsgevallen verdwijnen,behoudens tegenovergestelde overeenkomst. Denieuwe tekst van artikel 299 BW luidt dan ook alsvolgt: «Behoudens overeenkomst in tegenovergesteldezin verliezen de echtgenoten alle voordelen die zeelkaar bij huwelijksovereenkomst en sinds het aangaanvan het huwelijk hebben toegekend».Deze wijziging van artikel 299 BW leidt tot een aantalvragen inzake levensverzekeringen waarin een echtgenootbij naam als begunstigde werd aangeduid.1. De echtsscheidingswet bevat geen overgangsbepalingover de toepassing van het nieuwe artikel 299BW in de tijd. Wanneer de echtscheiding werd uitgesprokenvóór 1 seṕtember 2007 verloor de schuldlozeechtgenoot die bij naam was aangeduid als begunstigdevan een levensverzekering, deze begunstigingniet. Het is echter onduidelijk of hij dat voordeel nogsteeds behoudt door het nieuwe artikel 299 BW.Wanneer de echtscheiding dateert van voor 1 september2007, maar de levensverzekering pas tot uitkeringkomt na deze datum, welke versie van artikel 299 BWmoet dan worden toegepast: deze die gold op hetogenblik dat de echtscheiding werd uitgesproken, ofdeze die geldt op het ogenblik van uitkering van de levensverzekering?2. Een gelijkaardige vraag rijst met betrekking totde echtscheidingsprocedures die hangende waren ophet ogenblik van de inwerkingtreding van de nieuweechtscheidingswet. Artikel 42, §2, van deze wetvoorziet in de toepassing van de oude regels op dezeprocedures, maar er is niet bepaald dat de oude versievan artikel 299 BW van toepassing blijft. Welke versievan artikel 299 BW moet worden toegepast wanneerde echtscheiding wordt uitgesproken na 1 september2007, maar op basis van de oude gronden?3. Daarnaast bestaat er bij echtscheidingen dooronderlinge toestemming onduidelijkheid over de verhoudingvan het artikel 299 BW ten opzichte van artikel134 van de wet op de landverzekeringsovereenkomstdat bepaalt dat deverzekeringsprestaties dieopeisbaar worden na de overschrijving van dedivorce sans faute. Cette loi modifie également l’article299 du Code civil. L’ancien article 299 du Code civilétait libellé comme suit:«hors le cas du consentement mutuel, l’époux contrelequel le divorce aura été admis, perdra tous les avantagesque l’autre époux lui avait faits, soit par leurcontrat de mariage, soit depuis le mariage contracté».La réforme de la procédure de divorce supprimantquasiment le rôle de la faute dans le cadre des conséquencesdu divorce, le législateur a opté pour la pertede ces avantages dans tous les cas de divorce, saufconvention contraire. Le nouveau texte de l’article 299du Code civil est dès lors libellé comme suit: «saufconvention contraire, les époux perdrent tous les avantagesqu’ils se sont faits par contrat de mariage etdepuis qu’ils ont contracté mariage».Cette modification de l’article 299 du Code civilsoulève un certain nombre de questions à propos desassurances vie dans le cadre desquelles l’un des épouxest nommément désigné comme bénéficiaire.1. La loi sur le divorce ne contient pas de dispositiontransitoire pour ce qui est de la date d’entrée envigueur du nouvel article 299 du Code civil. Pour lesdivorces prononcés avant le 1 er septembre 2007,l’époux non fautif mentionné nommément en tant quebénéficiaire d’une assurance vie ne perdait pas cetavantage. La confusion règne cependant sur la questionde savoir s’il conserve cet avantage sur la base del’application du nouvel article 299 du Code civil. Si leprononcé du divorce est intervernu avant le 1 er septembre2007 mais que l’assurance vie arrive à échéanceaprès cette date, quelle version de l’article 299 du Codecivil est-elle d’application: celle en vigueur au momentoù le divorce a été prononcé ou celle en vigueur aumoment de la liquidation de l’assurance vie?2. Une question similaire se pose pour les procéduresde divorce en cours au moment de l’entrée envigueur de la nouvelle loi sur le divorce. L’article 42,§2, de cette loi prévoit que les anciennes règles restentd’application pour ces procédures mais il n’est pasprécisé si l’ancienne version de l’article 299 du Codecivil reste également d’application. Quelle version del’article 299 du Code civil convient-il d’appliquerlorsque le divorce est prononcé après le 1 er septembre2007, mais sur la base des anciennes causes de divorce?3. Par ailleurs, en ce qui concerne les divorces parconsentememt mutuel, il règne une certaine confusionà propos de la lecture conjointe de l’article 299 duCode civil et de l’article 134 de la loi sur le contratd’assurance terrestre qui stipule que les prestationsd’assurance devenues exigibles après la transcriptionKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 42732 - 6 - 2008echtscheiding rechtsgeldig betaald worden aan de uitde echt gescheiden echtgenoot die als begunstigde isaangewezen, tenzij in de echtscheidingsconvenantanders werd bedongen.Uit de voorbereidende werken blijkt dat de discussieover artikel 299 BW plaatsvond in het kader van deechtscheiding op grond van onherstelbare ontwrichting.Ook in de rechtsleer zijn er auteurs die het verliesvan de voordelen kaderen in de echtscheiding wegensonherstelbare ontwrichting.Anderzijds bepaalt het nieuwe artikel 299 BW geenuitdrukkelijke uitzondering meer voor de echtscheidingdoor onderlinge toestemming, in tegenstelling tothet oude artikel 299 BW. Bovendien komt in deechtscheidingswet de wijziging van artikel 299 BW nade bepalingen over de echtscheiding door onderlingetoestemming. Hieruit zou kunnen worden afgeleid datartikel 299 BW wel van toepassing is op echtscheidingendoor onderlinge toestemming.a) Kan bij echtscheiding door onderlinge toestemmingen indien de echtscheidingsconvenant nietsvoorschrijft, nog rechtsgeldig betaald worden aande uit de echt gescheiden echtgenoot die bij naamals begunstigde is aangeduid, of verliest deze hetvoordeel van de begunstiging door de echtscheiding?b) Wat is de situatie bij echtscheidingen die werdenuitgesproken vóór 1 seṕtember 2007 maar waarbijde levensverzekering tot uitkering komt na dezedatum?c) Wat is de situatie bij echtscheidingen uitgesprokenna 1 september 2007?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Justitie en Institutionele Hervormingen van 29 mei2008, op de vraag nr. 160 van de heer Jenne De Pottervan 29 april 2008 (N.):Ik heb de eer het geachte lid het volgende mede tedelen, onder voorbehoud van een andersluidendeinterpretatie van hoven en rechtbanken.Aangezien alle vragen te maken hebben met hetontbreken van een specifieke overgangsbepaling voorde toepassing van artikel 299 van het BurgerlijkWetboek, lijkt het me nuttig eerst artikel 2 van hetBurgerlijk Wetboek in herinnering te brengen. Dit artikelstelt immers het basisprincipe met betrekking tothet overgangsrecht vast: «De wet beschikt alleen voorhet toekomende; zij heeft geen terugwerkendekracht.» De rechtstreekse gevolgen hiervan zijn: deniet-terugwerking van wetten, en bijgevolg de onmiddellijketoepassing op huidige en komende situaties;de onmiddellijke toepassing van procedurewetten;het verbod feiten uit het verleden aan te voeren met hetdu divorce sont payées valablement au conjointdivorcé désigné comme bénéficiaire, à moins que lesépoux n’en soient convenus autrement dans leurconvention préalable.Il ressort des travaux préparatoires que la discussionrelative à l’article 299 du Code civil s’est inscrite dansle cadre de celle relative au divorce pour cause de désunionirrémédiable. Dans la doctrine également, uncertain nombre d’auteurs situent la perte des avantagesdans le cadre du divorce pour cause de désunion irrémédiable.D’autre part, contrairement à l’ancien article 299 duCode civil, le nouvel article 299 ne prévoit plusd’exception expresse pour le divorce par consentementmutuel. En outre, dans la loi sur le divorce, la dispositionrelative à la modification de l’article 299 du Codejudiciaire suit celles relatives au divorce par consentementmutuel. On pourrait en déduire que l’article 299du Code civil est bel et bien d’application aux divorcespar consentement mutuel.a) En cas de divorce par consentement mutuel et si laconvention de divorce ne prévoit rien en lamatière, le paiement peut-il encore valablementêtre fait au conjoint divorcé désigné comme bénéficiaireou celui-ci perd-il la qualité de bénéficiaireen raison du divorce?b) Qu’en est-il pour les divorces prononcés avant le1 er septembre 2007 lorsque l’assurance-vie arrive àéchéance après cette date?c) Qu’en est-il pour les divorces prononcés après le1 er septembre 2007?Réponse du vice-premier ministre et ministre de laJustice et des Réformes institutionnelles du 29 mai2008, à la question n o 160 de M. Jenne De Potter du29 avril 2008 (N.):Sous réserve d’une interprétation contraire des courset tribunaux, j’ai l’honneur de communiquer à l’honorablemembre ce qui suit.Étant donné que tous les points de la questionportent sur l’absence de disposition transitoire spécifiquepour l’application de l’article 299 du Code civil, ilme semble d’abord utile de rappeler le contenu del’article 2 du même Code. Cet article définit en effet leprincipe de base en ce qui concerne le droit transitoire:«La loi ne dispose que pour l’avenir; elle n’a pointd’effet rétroactif». Les conséquences directes de cettedisposition sont les suivantes: la non-rétroactivité deslois et son corollaire, leur application immédiate auxsituations en cours de constitution et en cours d’effets,l’application immédiate des lois de procédure,l’interdiction de saisir des faits du passé pour la miseKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4274 QRVA 52 0202 - 6 - 2008oog op de tenuitvoerlegging van een nieuwe wet; enten slotte de blijvende uitwerking van de vroegerewetten op lopende overeenkomsten.Hoewel professor Leleu overgangsmaatregelen metbetrekking tot de instandhouding van de oude grondentot echtscheiding geen vereiste vond, integendeel(Oriëntatienota van professor Leleu, Parl. St., Kamer,nr. 51-2341/018, 94-105(1)), heeft de wetgever daartoch expliciet voor gekozen (artikel 42, § 2)! Hetgevolg is dat bij de bepalingen waarvoor geen specifiekeregeling werd voorzien, ofwel een toepassing peranalogie moet worden gemaakt, ofwel de gewoneovergangsregeling moet worden toegepast. Aangezienmen een uitzondering niet per analogie mag toepassenop andere bepalingen, moet men ervan uitgaan dat hetklassieke overgangsrecht van toepassing is op artikel299 van het Burgerlijk Wetboek. Men kan metandere woorden stellen dat voornoemde beginselen deonmiddellijke toepassing van procedurebepalingenvereisen, en van de bepalingen met betrekking tot degevolgen van de echtscheiding voor uitkeringen en hetvermogen van de ex-partners.1. Wanneer de echtscheiding dateert van voor1 september 2007 maar de levensverzekering pas totuitkering komt na deze datum, zijn er twee mogelijkheden:ofwel geldt de oude versie van artikel 299van het Burgerlijk Wetboek, de versie die bestond ophet ogenblik dat de echtscheiding werd uitgesproken,ofwel de nieuwe versie, namelijk deze die bestaat ophet ogenblik van uitkering van de levensverzekering.Beide mogelijkheden hebben in de rechtsleer hunaanhangers, maar gaan uit van hetzelfde principe,namelijk het beginsel vervat in artikel 2 van hetBurgerlijk Wetboek. Hun interpretatie van dit beginselverschilt echter.Een eerste strekking is van mening dat het nieuweartikel 299 van het Burgerlijk Wetboek. van toepassingis, en dat er dus in principe verval van recht op deuitkering ten gevolge van de levensverzekering is. Dereden die men hiervoor aanhaalt is dat men hetbehoud van het huwelijksvoordeel als een toekomstiggevolg van een onder de vroegere wet ontstane rechtsverhoudingbeschouwt, waarop de nieuwe wetonmiddellijk uitwerking heeft, en dus verval van hethuwelijksvoordeel veroorzaakt. De rechtsgevolgen vanhet huwelijksvoordeel zijn niet volledig voltrokkenzolang er geen overlijden is, en zijn dus tot dan nietdefinitief. Als dusdanig moet in geval van scheidingvoor 1 september 2007, maar overlijden na dezedatum, de nieuwe wet toegepast worden, aangezienhet in casu gaat om toekomstige, niet-definitieve gevolgen.Een bijkomend argument is dat de wetgevendemacht wel gekozen heeft voor overgangsbepalingenmet betrekking tot de oude gronden van echtscheiding,en œuvre de la loi nouvelle et enfin, la survie de la loiancienne en matière contractuelle.Bien que le professeur Leleu estimait que la prise demesures transitoires concernant le maintien desanciens motifs de divorce ne constituait pas une condition(Note d’orientation transitoire du professeurLeleu, Doc. parl., Chambre, 51-2341/018, pp. 94-105(1)), le législateur a au contraire opté explicitementpour cette solution (article 42, § 2). En conséquence,pour les dispositions pour lesquelles aucunrégime spécifique n’a été prévu, il convient soit deprocéder à une application par analogie, soitd’appliquer le régime transitoire ordinaire. Étantdonné qu’une exception ne peut être appliquée paranalogie à d’autres dispositions, il convient de prendrepour principe que le droit transitoire classique estd’application à l’article 299 du Code civil. En d’autrestermes, les principes précités exigent l’applicationimmédiate des dispositions de procédure et des dispositionsrelatives aux effets du divorce sur les pensionset le patrimoine des ex-conjoints.1. Il existe deux possibilités lorsque le divorce estantérieur au 1 er septembre 2007 mais que l’assurancevien’est versée qu’après cette date: est alors d’applicationsoit l’ancienne mouture de l’article 299 du Codecivil, à savoir celle qui existait au moment duprononcé du divorce, soit la nouvelle mouture, àsavoir celle qui existe au moment du versement del’assurance-vie. Ces deux possibilités trouvent leurspartisans dans la doctrine. Elles partent du même principe,contenu à l’article 2 du Code civil, maisl’interprètent différemment.Les partisans de la deuxième possibilité estimentque le nouvel article 299 du Code civil est d’applicationet qu’il y a donc, en principe, extinction du droitau versement de l’assurance-vie. La raison qu’ils invoquentest que le maintien de l’avantage matrimonialest considéré comme une conséquence future d’unerelation juridique née sous l’ancienne loi, à l’égard delaquelle la nouvelle loi produit immédiatement deseffets, qui engendre donc l’extinction de l’avantagematrimonial. Les conséquences juridiques del’avantage matrimonial ne sont pas entièrementconsommées tant qu’il n’y pas eu de décès et sont doncjusque-là non définitives. S’agissant en l’espèce deconséquences futures non définitives, la nouvelle loidoit être appliquée si le divorce est prononcé avant le1 er septembre 2007 mais que le décès survient aprèscette date. Un autre argument est que le pouvoirlégislatif a opté pour des dispositions transitoires relativesaux anciens motifs de divorce et au versement de(1) Te vinden op: http://www.dekamer.be. (1) Voir: http://www.lachambre.be.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 42752 - 6 - 2008en met betrekking tot de uitkering van onderhoudsgeld,maar niet met betrekking tot de huwelijksvoordelen,zodat men kan stellen dat er op dit vlakonmiddellijke toepassing van de nieuwe wet is, ookvoor levensverzekeringen die tot uitkering komen na1 september 2007 terwijl de scheiding uitgesprokenwas voor 1 september 2007.Daar tegenover staat de strekking die van oordeel isdat de huwelijksvoordelen die de schuldloze echtgenootbehield in geval van scheiding onder de oude wet(dus voor 1 september 2007), een rechtsverhoudinginhouden die definitief ontstaan is op het ogenblik vande echtscheiding. Dit definitief vastgelegde behoudkan de ex-echtgenoot niet meer ontnomen wordenzonder retroactieve bepaling ter zake. (P. Senaeve e.a.,«De hervorming van het echtscheidingsrecht», Intersentia,Antwerpen, 2008, blz. 243) Men respecteert dusartikel 2 van het Burgerlijk Wetboek, maar interpreteerthet op zulke wijze dat men besluit tot de toepassingvan het oude artikel 299 van het BurgerlijkWetboek.Uiteindelijk komt het echter niet aan de minister vanJustitie maar aan de rechter toe te oordelen over detoepasselijkheid van het nieuwe of oude artikel 299van het Burgerlijk Wetboek in de aangehaalde situatie.2. In dit geval lijkt alles te wijzen op een onmiddellijketoepassing van het nieuwe artikel 299 van hetBurgerlijk Wetboek, ook al is er uitspraak op basisvan de oude gronden tot echtscheiding.Om te beginnen is er geen sprake van het argumentdat er een definitief vastgelegde rechtsverhouding istussen de ex-echtgenoten, aangezien de scheiding nogniet is uitgesproken, en valt het argument ter gebruikvan het oude artikel 299 van het Burgerlijk Wetboekweg.Bovendien kan de toepasselijkheid van het nieuweartikel 299 van het Burgerlijk Wetboek ook afgeleidworden uit het stilzwijgen van de wet over dit aspect.Men stelt een overgangsmaatregel in ter behoud vande oude gronden tot echtscheiding en de oude grondenop basis waarvan een onderhoudsuitkering werd toegekend(artikel 42, § 2-3, van de wet van 27 april 2007betreffende de hervorming van de echtscheiding). Ditzijn uitzonderingen op het algemeen geldend principevan artikel 2 Burgerlijk Wetboek. Daarentegen wordter in alle talen gezwegen over een uitzondering voorartikel 299 van het Burgerlijk Wetboek. Een analogetoepassing van artikel 42, § 2-3, van de wet van27 april 2007 op artikel 299 van het BurgerlijkWetboek lijkt uitgesloten, aangezien uitzonderingenrestrictief moeten worden geïnterpreteerd.Ook de doctrine (zie onder meer P. Senaeve e.a.,«De hervorming van het echtscheidingsrecht»,Antwerpen, Intersentia, 2008, 243) is overigens vanmening dat huwelijksvoordelen in dit geval onmiddel-la pension alimentaire et non pas pour des dispositionstransitoires relatives aux avantages matrimoniaux, demanière à ce que la nouvelle loi soit d’applicationimmédiate en la matière, également pour les assurances-vieversées après le 1 er septembre 2007 alors que ledivorce a été prononcé avant cette date.Les partisans de la première possibilité estiment parcontre que les avantages matrimoniaux que le conjointnon fautif conservait en cas de divorce sous l’ancienneloi (donc avant le 1 er septembre 2007) impliquent unerelation juridique née définitivement au moment dudivorce. En l’absence de disposition rétroactive en lamatière, l’ex-conjoint ne peut plus être privé de cesavantages matrimoniaux dont la conservation a étédéfinitivement constituée (P. Senaeve et consorts, «Dehervorming van het echtscheidingsrecht», Intersentia,Anvers, 2008, p. 243). L’article 2 du Code civil estdonc respecté mais il est interprété de manière à opterpour l’application de l’ancien article 299 du mêmeCode.Finalement, il n’appartient pas au ministre de laJustice mais bien au juge d’apprécier l’applicabilité dunouvel ou de l’ancien article 299 du Code civil dans lasituation évoquée.2. Dans ce cas, tout semble indiquer une applicationimmédiate du nouvel article 299 du Code civil,même si le jugement est intervenu sur la base desanciens motifs de divorce.Pour commencer, il n’est nullement question del’argument selon lequel il existe une relation juridiquedéfinitivement constituée entre les ex-conjoints, ledivorce n’ayant pas encore été prononcé. L’argumenten faveur de l’application de l’ancien article 299 duCode civil tombe.En outre, l’applicabilité du nouvel article 299 duCode civil peut également se déduire du silence de laloi à cet égard. Une mesure transitoire est instaurée envue du maintien des anciens motifs de divorce et desanciens motifs en vertu desquels une pension alimentairea été octroyée (article 42, §§ 2 et 3, de la loi du27 avril 2007 réformant le divorce). Il s’agit d’exceptionsau principe général prévu à l’article 2 du Codecivil. Par contre, il n’est nulle part fait mention d’uneexception à l’article 299 du Code civil. Une applicationpar analogie de l’article 42, §§ 2 et 3, de la loi du27 avril 2007 à l’article 299 du Code civil sembleexclue, les exceptions devant être interprétées demanière restrictive.La doctrine (voir notamment P. Senaeve et consorts,«De hervorming van het echtscheidingsrecht»,Anvers, Intersentia, 2008, p. 243) estime d’ailleurségalement que l’extinction des avantages matrimo-KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4276 QRVA 52 0202 - 6 - 2008lijk langs beide kanten vervallen, nergens in de overgangsbepalingenis er immers sprake van het behoudvan de oude artikel 299-300 van het BurgerlijkWetboek voor deze hypothese.In het geval aangehaald onder de tweede vraag lijktdus het nieuwe artikel 299 van het Burgerlijk Wetboekonmiddellijk toepassing te moeten vinden, ook in noghangende zaken.3. De wet lijkt duidelijk, en de meerderheid in derechtsleer twijfelt er evenmin aan: artikel 299 van hetBurgerlijk Wetboek geldt ook voor een echtscheidingdoor onderlinge toestemming, aangezien geen enkelebepaling wijst op het tegendeel. U vermeldt zelf voorafgaandaan uw eerste vraag dat «de wetgever ervooropteerde dat deze voordelen bij alle echtscheidingsgevallenverdwijnen». Uit de parlementaire werkenblijkt dat de ratio achter deze beslissing ligt in het feitdat de (ex-)echtgenoten terug «vreemden» voor elkaarworden, en dus de affectio maritalis verdwenen is. Datis een gegeven onafhankelijk van de basis waarop uitde echt gescheiden wordt. Beide echtgenoten verliezendaarom alle huwelijksvoordelen, ook bij eenechtscheiding door onderlinge toestemming.Artikel 299 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt dat deechtgenoten alle voordelen verliezen die ze elkaar bijhuwelijksovereenkomst en sinds het aangaan van hethuwelijk hebben toegekend, behoudens overeenkomstin tegengestelde zin. Indien de echtgenoten in hunscheidings-convenant geen overeenkomst bereiken opdit vlak, zal de bij naam begunstigde uit de echtgescheiden echtgenoot dit voordeel verliezen. Er kandus niet rechtsgeldig meer aan hem betaald worden.Het probleem dat artikel 134 van de wet van 25 juni1992 op de landverzekeringsovereenkomsten veroorzaaktdoor te stellen dat aan de uit de echt gescheidenechtgenoot toch nog rechtsgeldig betaald kan worden,tenzij in het echtscheidingsconvenant anders werdbedongen, vereist een wetswijziging aan artikel 134,nu de situatie door het nieuwe artikel 299 van hetBurgerlijk Wetboek omgedraaid is: waar vroeger bijeen EOT niets in het convenant vermeld stond, wasbetaling van de levensverzekering aan de bij naambegunstigde uit de echt gescheiden echtgenoot rechtsgeldig.Daarentegen zullen onder de huidige regelgevingde huwelijksvoordelen verdwijnen indien er geenvermelding wordt van gemaakt in de convenant, enheeft als gevolg daarvan de ex-echtgenoot in principegeen recht meer op de uitkering van de levensverzekeringvan diens vroegere huwelijkspartner.Aangezien in geval van een conflict tussen normenvan gelijke waarde, de voorkeur dient te worden gegevenaan de meest recente norm, heeft het nieuwe artikel299 van het Burgerlijk Wetboek voorrang op artikel134 van de wet op de landverzekeringsovereenkomsten.niaux est, dans ce cas, immédiate pour les deux exconjoints,les dispositions transitoires ne prévoyanteffectivement rien concernant le maintien des anciensarticles 299 et 300 du Code civil dans cette hypothèse.Dans le cas évoqué au point 2 de la question, lenouvel article 299 du Code civil semble donc devoirêtre d’application immédiate, y compris dans les affairesencore pendantes.3. La loi semble claire et il n’y a aucun doute dansla majorité de la doctrine: l’article 299 du Code civils’applique également à un divorce par consentementmutuel étant donné qu’aucune disposition n’indique lecontraire. Vous mentionnez vous-même préalablementau point 1 de votre question que le législateur a choiside faire disparître ces avantages dans tous les cas dedivorce. Il ressort des travaux parlementaires que cettedécision s’explique par le fait que les (ex-)conjointssont redevenus étrangers l’un à l’autre et que l’affectiomaritalis a donc disparu. Il s’agit d’une donnée indépendantede la base du divorce. C’est la raison pourlaquelle les deux conjoints perdent tous les avantagesmatrimoniaux, y compris en cas de divorce parconsentement mutuel.L’article 299 du Code civil prévoit que sauf conventioncontraire, les époux perdent tous les avantages qu’ilsse sont faits par contrat de mariage et depuis qu’ils ontcontracté mariage. Si les conjoints n’ont pas conclud’accord en la matière dans leur convention dedivorce, le conjoint divorcé désigné comme bénéficiaireperdra cet avantage. Aucun avantage ne pourradonc plus lui être payé valablement.Le problème posé par l’article 134 de la loi du25 juin 1992 sur le contrat d’assurance terrestre quiprévoit que les prestations d’assurance peuvent encoreêtre payées valablement au conjoint divorcé, à moinsque les époux n’en soient convenus autrement dansleur convention préalable, nécessite la modificationdudit article, le nouvel article 299 du Code civil ayantà présent inversé la situation: auparavant, lorsque rienn’était mentionné dans la convention en cas de divorcepar consentement mutuel, le paiement de l’assurancevieau conjoint divorcé désigné comme bénéficiaireétait valable. Par contre, sous la réglementationactuelle, les avantages matrimoniaux disparaîtront s’iln’en est pas fait mention dans la convention. En conséquence,l’ex-conjoint n’a, en principe, plus droit auversement de l’assurance-vie de son ancien partenaire.La priorité devant être donnée à la norme la plusrécente en cas de conflit entre des normes de mêmevaleur, le nouvel article 299 du Code civil prime surl’article 134 de la loi sur le contrat d’assurance terrestre.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 42772 - 6 - 2008b) Onder de nieuwe wet moet er een overeenkomstover de huwelijksvoordelen zijn, onder de oudewet echter niet. Indien de voormalige echtgenotenonder de oude wet geen regeling had getroffen, verkreegde bij naam begunstigde ex-echtgenoot deuitkering van de levensverzekering. Het lijkt nietbillijk dat deze voordelen plots verdwijnen door dewijziging van artikel 299 van het BurgerlijkWetboek, dat nu stelt dat er wel een overeenkomstvereist is indien men de huwelijksvoordelen instand wenst te houden. Men ziet moeilijk in hoehet kan dat iemand er terecht van uitging dat hijgeen overeenkomst moest sluiten om, als bij naambegunstigde, nog steeds de levensverzekering vanzijn ex-echtgenoot te trekken ingeval van diensoverlijden, maar dat dat voordeel eensklaps zouverdwijnen nu de nieuwe wet wel een overeenkomstvereist over dit aspect. Een overeenkomstdie in het verleden niet vereist werd, en nu nietmeer kan worden opgesteld, ...De kern van het probleem is uiteindelijk dezelfdeals bij uw eerste vraag. Ook daar draait hetimmers om de al dan niet onmiddellijke toepassingvan het nieuwe artikel 299 van het BurgerlijkWetboek op een definitieve rechterlijke uitspraak,afhankelijk van het feit of er sprake is van al danniet definitieve rechten. Ik verwijs naar mijnantwoord op uw eerste vraag, waarin werd uitgelegddat de meningen over het al dan niet definitiefzijn van deze rechten verschillen.c) Net zoals het geval in vraag 2, is ook hier sprakevan de onmiddellijke werking van het nieuwe artikel299 van het Burgerlijk Wetboek, zelfs al wordtde echtscheiding nog uitgesproken op de oudegronden, en zelfs al bepaalde oud artikel 299 vanhet Burgerlijk Wetboek dat in geval van EOT de«schuldige» echtgenoot de voordelen niet verliest.De beide echtgenoten zullen dus hun huwelijksvoordelenverliezen, tenzij ze een overeenkomst integengestelde zin opstellen. (zie ook het antwoordop vraag 2).b) Une convention doit être conclue sur les avantagesmatrimoniaux sous la nouvelle loi et non sousl’ancienne. Si les ex-conjoints n’avaient concluaucun arrangement sous l’ancienne loi, l’exconjointdésigné comme bénéficiaire obtenait leversement de l’assurance-vie. Il ne semble pas légitimeque ces avantages disparaissent subitement enraison de la modification de l’article 299 du Codecivil qui prévoit à présent qu’une convention estnécessaires si les conjoints souhaitent maintenir lesavantages matrimoniaux. On voit difficilementcomment une personne qui estimait à juste titrequ’elle ne devait pas conclure de convention pourcontinuer à percevoir, en tant que bénéficiaire,l’assurance-vie de son ex-conjoint s’il venait àdécéder se verrait subitement privée de cet avantage,à présent que la nouvelle loi requiert uneconvention en la matière. Une convention quin’était pas exigée à l’époque et qui ne peut plus êtrerédigée à présent, ...Le nœud du problème est finalement le même quepour le point 1 de votre question. Il concerne eneffet l’application immédiate ou non du nouvelarticle 299 du Code civil à une décision judiciairedéfinitive, selon qu’il s’agit de droits définitifs ounon. Je renvoie à ma réponse au point 1 de votrequestion dans laquelle j’expliquais que lesopinions divergeaient quant au caractère définitifou non de ces droits.c) Tout comme c’est le cas au point 2, il est ici égalementquestion des effets immédiats du nouvel article299 du Code civil, même si le divorce est encoreprononcé sur la base des anciens motifs et sil’ancien article 299 du Code civil prévoyait que leconjoint «fautif» ne perdait pas les avantages encas de divorce par consentement mutuel. Les deuxconjoints perdront donc leurs avantages matrimoniaux,sauf convention contraire (voir également laréponse formulée au point 2 de la question).Minister van Buitenlandse ZakenMinistre des Affaires étrangèresDO 2007200802382 DO 2007200802382Vraag nr. 3 van de heer Francis Van den Eynde van7 april 2008 (N.) aan de minister van BuitenlandseZaken:China. — Belgische ambassade in Bejing. — Website.De website www.belgiansinchina.org is een initiatiefvan de Belgische ambassade in Bejing. Op de ope-Question n o 3 de M. Francis Van den Eynde du 7 avril2008 (N.) au ministre des Affaires étrangères:Chine. — Ambassade belge à Pékin. — Site web.Le site web www.belgiansinchina.org est uneinitiative de l’Ambassade belge à Pékin. Sur sa pageKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4278 QRVA 52 0202 - 6 - 2008ningspagina ervan prijkt een gele «banner» waarop detekst te lezen staat: «visit Belgium». Wie doorkliktkomt terecht op de site www.visitbelgium.cn, waaropalleen steden en gemeenten uit Brussel en Walloniëworden aangeprezen.Een bezoek aan de officiële site van de Belgischeambassade in Bejing http://www.diplomatie.be/bejing/ levert hetzelfde resultaat op. Rechts op dehoofdpagina is er een verwijzing «visit Belgium» naarde site www.visitbelgium.cn die alleen Brussel enWallonië aanprijst.d’accueil, figure une «bannière» jaune sur laquelle onpeut lire «visit Belgium». En cliquant sur cettebannière, on se retrouve sur le sitewww.visitbelgium.cn, un site vantant uniquement lesatouts de villes et communes de Bruxelles et de Wallonie.Sur le site web officiel de l’ambassade de Belgique àPékin http://www.diplomatie.be/bejing/ on trouveégalement à droite sur la page d’accueil un lien «visitBelgium» qui renvoie au site www.visitbelgium.cn oùil n’est donc question que de Bruxelles et de la Wallonie.1. Hoe is dit te verklaren? 1. Comment expliquer cette situation?2. Welke maatregelen werden er getroffen omzoiets voor de toekomst onmogelijk te maken?Antwoord van de minister van Buitenlandse Zakenvan 27 mei 2008, op de vraag nr. 3 van de heer FrancisVan den Eynde van 7 april 2008 (N.):De website van de Belgische Ambassade te Beijing isrecent volledig geactualiseerd en vernieuwd. De privésite www.belgiansinchina.com bestaat niet meer. Deinhoud ervan, onder meer een kalender van de activiteitenvoor de Belgen in China, werd geïntegreerd in deofficiële website van de Belgische Ambassade namelijkwww.diplomatie.be/beijing, de eventuele bezoekervan «belgiansinchina» wordt automatisch naar devoornoemde site doorgestuurd.Tijdens de vernieuwingsoperatie verwees de link«Visit Belgium» gedurende enkele weken naar de sitewww.visitbelgium.cn, omdat deze toerisme websiteover België ook in het Chinees kan «worden geconsulteerd.«Visit Belgium» is een creatie van Club Chinein Beijing, een privé organisatie die België in China wilpromoten als toerismebestemming. Deze organisatieprofileert zich als Belgisch: Zowel haar homepage alshaar brochure geeft een overzicht van alle Belgischetoerismebestemmingen, dus ook Vlaamse stedenkomen aan bod. U vindt ze uiterst links op hun homepageonder «Views from Belgium», bijvoorbeeldGent, Brugge, Antwerpen.De algemene link «Toerisme» onder het luik«België» is tijdens de vernieuwingsoperatie steeds blijvenverwijzen naar de algemene informatie overBelgië, Vlaanderen, Brussel en Wallonië, zoals die ookwordt aangeboden door de FOD Buitenlandse Zaken.Toerisme Vlaanderen heeft een vertegenwoordigingskantoorte Beijing. Dit kantoor heeft gezorgdvoor een specifieke Vlaamse toerisme website in hetChinees. Op de webpagina van de Belgische Ambassadete Beijing, luik «toerisme», werd een link naar ditadres (www.visitflanders.com.cn) aangebracht.2. Quelles mesures ont été prises pour éviter unerépétition de telles situations?Réponse du ministre des Affaires étrangères du27 mai 2008, à la question n o 3 de M. Francis Van denEynde du 7 avril 2008 (N.):Le site web de l’Ambassade de Belgique à Beijing aété récemment complètement remis à jour et restructuré.Le site privé www.belgiansinchina.com n’existeplus. Son contenu, y compris un calendrier d’activitéspour les Belges en Chine, a été intégré au site officielde l’Ambassade de Belgique, www.diplomatie.be/beijing, et les visiteurs éventuels du site «Belgiansinchina»sont automatiquement renvoyés à ce site.Pendant les opérations de remise à jour, le lien«Visit belgium» a renvoyé pendant quelques semainesvers le site www.visitbelgium.cn, puisque ce site webtouristique sur la Belgique peut également êtreconsulté en Chinois. «Visit belgium» est une créationdu «Club Chine», une organisation privée qui entendpromouvoir la Belgique en Chine, en tant que destinationtouristique. Cette organisation se profile commebelge. Tant sa page d’accueil que sa brochure donneun aperçu de toutes les destinations touristiques enBelgique, donc également en Flandre. On le trouve àl’extrême gauche de la page d’accueil du site en question,par le lien «Views from Belgium», avec des liensvers par exemple Gand, Bruges et Anvers.Le lien général «tourisme» sous le volet «Belgique»a continué, pendant les opérations de remise à jour, àrenvoyer aux informations générales sur la Belgique,la Flandre, Bruxelles et la Wallonie, telles qu’elles sontprésentées par le site du Service public fédéral Affairesétrangères.«Toerisme Vlaanderen» a un bureau de représentationà Beijing. Ce bureau a réalisé un site touristiquespécifique pour la Flandre, en langue chinoise. Un lienvers l’adresse de ce site (www.visitflanders.com.cn) aété placé sur la page d’accueil du site de l’Ambassade.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 42792 - 6 - 2008Sinds de vraag van het geachte lid ontvangen werdheeft een verantwoordelijke van de Federale OverheidsdienstBuitenlandse Zaken op de website vanonze Ambassade te Beijing gesurft. Hij heeft geenenkele moeilijkheid ondervonden om de links naar depertinente toeristische informatie op te volgen, inclusiefinformatie over drie Vlaamse steden, evenals overhetzelfde aantal Waalse steden.Suite à la question de l’honorable membre, unresponsable du service public fédéral Affaires Etrangèresa surfé sur le site de notre Ambassade à Beijing etn’a eu aucune difficulté à y suivre les liens vers lesinformations touristiques pertinentes, y compris surtrois villes flamandes, ainsi qu’un nombre identique devilles wallonnes.DO 2007200802536 DO 2007200802536Vraag nr. 14 van de heer Olivier Maingain van11 april 2008 (Fr.) aan de minister van BuitenlandseZaken:Consulaat-Generaal van België in Hongkong. —Gebruik van de talen.Naar verluidt zou het Consulaat-Generaal vanBelgië in Hongkong onder meer per e-mail eentaligEngelse mededelingen sturen naar de leden van deBelgische gemeenschap ter plaatse.Overeenkomstig artikel 47, § 2, van de wetten op hetgebruik van de talen in bestuurszaken stellen de buitenlandsediensten de berichten, mededelingen enformulieren bestemd voor het Belgisch publiek in hetNederlands en in het Frans en, zo daartoe aanleidingbestaat, ook in het Duits.Hoewel het gebruik van het Engels mijns inziens insommige gevallen gerechtvaardigd kan zijn, mag hetEngels in geen geval de voertaal van onze consulatenen ambassades worden, laat staan de enige taal waarinzij communiceren, want dat zou een inbreuk zijn op detaalwetten.1. Werden uw diensten van dergelijke praktijken inkennis gesteld?2. Welke maatregelen denkt u te nemen om diesituatie recht te zetten?Antwoord van de minister van Buitenlandse Zakenvan 27 mei 2008, op de vraag nr. 14 van de heer OlivierMaingain van 11 april 2008 (Fr.):Het is overduidelijk dat de posten in het buitenlandeen communicatiemiddel nodig hebben met de burgers(hun «klanten»), die niet altijd van Belgisch oorsprongkunnen zijn, maar bijvoorbeeld wel met de Belgischenationaliteit. De Engelse taal wordt geregeld gebruiktals taal bij uitstek om deze communicatie vlot te latenverlopen. De officiële berichtgeving blijft steeds in hetNederlands en/of in het Frans. Zo is alle administratieveinformatie op de website van het Consulaat-Generaal van Hong Kong beschikbaar in het Frans enNederlands: http://www.diplomatie.be/hongkongnl/.klik op Diensten en dan op Diensten algemeen ofQuestion n o 14 de M. Olivier Maingain du 11 avril2008 (Fr.) au ministre des Affaires étrangères:Consulat général de Belgique à Hong-Kong. —Emploi des langues.Il me revient que le consulat général de Belgique àHong-Kong adresse notamment par voie électroniquedes communications unilingues anglaises à la communautébelge qui y est établie.Or, en vertu de l’article 47, § 2, des lois sur l’emploides langues en matière administrative, les servicesétablis à l’étranger rédigent en français et en néerlandais,et s’il y lieu, également en allemand les avis,communications et formulaires destinés au public.Si l’emploi de l’anglais peut à mon sens se justifierdans certains cas, il ne peut en aucun cas devenir lalangue usuelle, voire exclusive, de communication denos consulats et ambassades, sous peine de porteratteinte aux lois linguistiques.1. Vos services ont-ils été mis au courant de pareillespratiques?2. Quelles sont les mesures que vous envisagez deprendre pour remédier à dette situation?Réponse du ministre des Affaires étrangères du27 mai 2008, à la question n o 14 de M. Olivier Maingaindu 11 avril 2008 (Fr.):Il est indéniable que les postes à l’étranger ontbesoin d’un moyen de communication avec les citoyens(leurs «clients»), qui ne sont peut-être pastoujours d’origine belge, mais ont par exemple lanationalité belge. La langue anglaise est en règle généraleutilisée comme langue par excellence pour unecommunication efficace. La communication officiellese fait toujours en néerlandais et/ou en français. Ainsi,toute l’information administrative sur le site Web duconsulat général à Hong-Kong est disponible en françaiset en néerlandais: http://www.diplomatie.be/hongkongnl À cliquer sur Diensten et ensuite surKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4280 QRVA 52 0202 - 6 - 2008Diensten lokaal. Voor het Frans: http://www.diplomatie.be/hongkongfr/ klik op Services endan Généralités en Services infos locales. Ook decommunicatie van de post met de klanten via dewebsites van de posten gebeurt meestal in een vanbeide landstalen.België beschikt over zo’n 130 posten en wenst voorelk van deze posten een uitbouw van een uniforme,coherente website. Dit is tot op heden nog niet hetgeval. De eerste besprekingen om in samenwerkingmet Fedict een uniforme structuur uit te bouwen voorde verspreiding van de informatie is volop bezig en eenvoorstel van een openbare aanbesteding ligt ter goedkeuringaan de diensten van B&B en ICT van de FODBuitenlandse Zaken voor.Ook met de vernieuwde websites zal het echterbudgettair een onmogelijke zaak blijven om voor allecommunicatie met de burgers in de drie landstalen tewerken. Dat bevordert de communicatie niet en hierdoorkan ook niet snel ingespeeld worden op veranderingen.Indien men wenst dat alle communicatie met de buitenwereldverloopt in de drie landstalen dan zal ervanuit het parlement een zeer grote budgettaire margemoeten vrijgemaakt worden om dit volledig envoldoende uit te bouwen.Diensten Algemeen ou Diensten Lokaal. Pour le français:http://www.diplomatie.be/hongkongfr/ cliquersur Services ensuite sur Généralités ou Services infoslocales. De plus, la communication du poste vers lesclients via son site Web se fait le plus souvent dans unedes deux langues nationales.La Belgique dispose d’environ 130 postes et souhaitedévelopper pour chacun de ces postes un site Webcohérent et uniforme. Ce n’est jusqu’à présent pasencore le cas. Les premières négociations pour développer,en collaboration avec Fedict, une structureuniforme pour la diffusion de l’information sont encours, et une proposition d’appel d’offres public est envoie d’approbation par les services B&B et ICT du SPFAffaires étrangères.Mais, même avec les sites Web rénovés, il resteratoujours budgétairement impossible d’assurer toutesles communications avec les citoyens dans les troislangues nationales. Cette approche n’est pas favorableà la communication et empêche de réagir rapidementaux changements.Si l’on souhaite que toute communication avec lemonde extérieur se déroule dans les trois languesnationales, le Parlement devra dégager une très largemarge budgétaire pour que cet objectif soit sous-tendupar des moyens suffisants.DO 2007200802555 DO 2007200802555Vraag nr. 15 van de heer Olivier Maingain van14 april 2008 (Fr.) aan de minister van BuitenlandseZaken:Ambtenaren van de Europese instellingen. — Verdelingper gemeente.Hoeveel ambtenaren van de Europese instellingen(Europese Commissie, Europees Parlement, enzovoort)waren er op 1 januari 2007 in elk van de 589gemeenten van het Rijk gedomicilieerd?Antwoord van de minister van Buitenlandse Zakenvan 28 mei 2008, op de vraag nr. 15 van de heer OlivierMaingain van 14 april 2008 (Fr.):Het antwoord op deze vraag is het geachte lid rechtstreekstoegestuurd. Gezien het louter documentairekarakter ervan wordt het niet in het bulletin vanVragen en Antwoorden opgenomen maar ligt terinzage bij de griffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers(dienst Parlementaire Vragen).Question n o 15 de M. Olivier Maingain du 14 avril2008 (Fr.) au ministre des Affaires étrangères:Fonctionnaires des institutions de l’Union européenne.— Répartition par commune.Quel est, au 1 er janvier 2007, le nombre de fonctionnairesdes institutions de l’Union européenne domiciliésdans chacune des 589 communes du Royaume(Commission européenne, Parlement européen, etc.)?Réponse du ministre des Affaires étrangères du28 mai 2008, à la question n o 15 de M. Olivier Maingaindu 14 avril 2008 (Fr.):La réponse à cette question a été transmise directementà l’honorable membre. Étant donné son caractèrede pure documentation, il n’y a pas lieu del’insérer au bulletin des Questions et Réponses, maiselle peut être consultée au greffe de le Chambre desreprésentants (service des Questions parlementaires).KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 42812 - 6 - 2008DO 2007200802675 DO 2007200802675Vraag nr. 23 van de heer Francis Van den Eynde van15 april 2008 (N.) aan de minister van BuitenlandseZaken:Parkeerbonnen. — Afspraken met Polen en Frankrijk.De parkeerbedrijven van Antwerpen, Gent en Brusselklagen over het feit dat zij de bedragen die uitgeschrevenzijn voor verkeerd geparkeerde wagens meteen Poolse of Franse nummerplaat, niet kunnen innen.De autoriteiten van de respectievelijke landen waarvande eigenaars afkomstig zijn weigeren de naam en hetadres te bezorgen.Dankzij afspraken met Nederland en Duitslandkunnen de bedragen van de wagens uit die landen welgeïnd worden.1. Bent u op de hoogte van het aantal parkeerbonnendie omwille van deze redenen in 2006 onbetaaldbleven?2. Zijn er gesprekken aan de gang om met Polen enFrankrijk dezelfde afspraken te maken zoals dezethans bestaan met Nederland en Duitsland?3. Tegen wanneer wordt er in dit verband resultaatverwacht?Antwoord van de minister van Buitenlandse Zakenvan 28 mei 2008, op de vraag nr. 23 van de heer FrancisVan den Eynde van 15 april 2008 (N.):Deze materie valt niet onder de bevoegdheid van deminister van Buitenlandse Zaken. Ik zou het geachtelid dan ook willen verzoeken deze vraag te richten aande staatssecretaris voor Mobiliteit, Etienne Schouppe.(Vraag nr. 69 van 29 mei 2008.)Question n o 23 de M. Francis Van den Eynde du15 avril 2008 (N.) au ministre des Affaires étrangères:Contraventions pour stationnement non réglementaire.— Accords avec la Pologne et la France.Les sociétés de parking d’Anvers, de Gand et deBruxelles se plaignent de ne pas pouvoir percevoir lesamendes infligées aux propriétaires de voitures malgarées immatriculées en Pologne et en France. Lesautorités de ces pays refusent en effet de communiquerles noms et adresses des contrevenants.Grâce à des accords conclus avec les Pays-Bas etl’Allemagne, les amendes infligées aux propriétaires devoitures immatriculées dans ces pays peuvent bel etbien être perçues.1. Avez-vous connaissance du nombre de contraventionsqui, pour ces raisons, sont restées impayéesen 2006?2. Des discussions sont-elles en cours afin depouvoir conclure avec la Pologne et la France lesmêmes accords que ceux passés avec les Pays-Bas etl’Allemagne?3. Quand ces discussions pourraient-elles aboutir?Réponse du ministre des Affaires étrangères du28 mai 2008, à la question n o 23 de M. Francis Vanden Eynde du 15 avril 2008 (N.):Cette matière ne relève pas de la compétence duministre des Affaires étrangères. Je voudrais doncdemander à l’honorable membre de poser cette questionau secrétaire d’État à la Mobilité, EtienneSchouppe. (Question n o 69 du 29 mai 2008.)DO 2007200802968 DO 2007200802968Vraag nr. 35 van de heer Bart Tommelein van 22 april2008 (N.) aan de minister van BuitenlandseZaken:Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad. —Aanbevelingen. — Benelux Comité van Ministers.Uitblijven van antwoorden.De Raadgevende Interparlementaire Beneluxraadheeft op een reeks aanbevelingen van 2004, 2005, 2006en 2007 nog geen antwoord ontvangen van het BeneluxComité van ministers, respectievelijk van debevoegde Belgische federale bewindslieden.Question n o 35 de M. Bart Tommelein du 22 avril2008 (N.) au ministre des Affaires étrangères:Conseil interparlementaire consultatif Benelux. —Recommandations. — Comité de ministres Benelux.— Absence de réponses.Le Conseil interparlementaire consultatif de Beneluxn’a pas encore reçu de réponse du Comité de ministresBenelux ni des autorités fédérales belgescompétentes à plusieurs recommandations formuléesen 2004, 2005, 2006 et 2007.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4282 QRVA 52 0202 - 6 - 2008het gaat hier onder meer om de aanbevelingenbetreffende:— het grensoverschrijdende ambulancevervoer doc.721/1 van 4 december 2004;— de instelling en het statuut van het Beneluxgerechtshofdoc. 733/2 van 18 juni 2005 en 7 december2007;— de inschrijving van voertuigen in het buitenlanddoc. 752/1 van 17 juni 2006;— de veiligheid op luchthavens doc. 758/2 van14 december 2006;— de gezamenlijke acties tot verwijdering van illegalevreemdelingen doc. 759/1 van 14 december 2006;— de grensoverschrijdende samenwerking tussenpolitie- en douane-diensten betreffende de aanpakvan verdovende middelen doc. 700/7 van 24 juli2007;— de werking van het Verdrag inzake de Beneluxpolitiesamenwerkingdoc.764/4 van 24 juli 2007;— de drugsbestrijding op luchthavens doc. 758/3 van7 december 2007.Een groot aantal aanbevelingen is niet binnen eenadequate termijn door het Comité van ministers vaneen antwoord voorzien.1.a) Bestaan er afspraken waarbinnen het Comité vanMinisters normaliter op aanbevelingen reageert?Il s’agit entre autres des recommandations concernant:— le transport transfrontalier par ambulance, doc.721/1 du 4 décembre 2004;— l’instauration et le statut d’une Cour de justiceBenelux, doc. 733/2 du 18 juin 2005 et du 7 décembre2007;— l’immatriculation de véhicules à l’étranger, doc.752/1 du 17 juin 2006;— la sécurité dans les aéroports, doc. 758/2 du14 décembre 2006;— les actions communes en vue de l’éloignementd’étrangers en situation illégale, doc. 759/1 du14 décembre 2006;— la coopération transfrontalière entre les services depolice et des douanes en matière de lutte contre lesstupéfiants, doc. 700/7 du 24 juillet 2007;— le fonctionnement du Traité Benelux en matière decoopération policière, doc. 764/4 du 24 juillet2007;— la lutte contre la drogue dans les aéroports, doc.758/3 du 7 décembre 2007.Le Comité de ministres a omis de répondre dans lesdélais à de nombreuses recommandations.1.a) Des délais appropriés à respecter par le Comité deministres pour répondre aux recommandationsont-ils été convenus?b) Zo ja, welke? b) Dans l’affirmative, lesquels?c) Zo neen, waarom niet? c) Dans la négative, pourquoi?d) Wat wordt als een adequate termijn beschouwd? d) Qu’est-ce qu’un délai approprié?2.a) Waarom is het antwoord tot op heden uitgebleven?b) Kan u per aanbeveling aangeven of de moeilijkhedenomtrent de antwoorden bij één lidstaat liggenen zo ja, welke?3.a) Bij welke aanbevelingen is het de Belgische federaleregering die in verzuim is?2.a) Pourquoi les réponses n’ont-elles pas été fournies àce jour?b) Pour chaque recommandation, pouvez-vous précisersi l’absence de réponse est imputable à un seulÉtat membre et si oui, lequel?3.a) Pour quelles recommandations le gouvernementfédéral belge n’a-t-il pas respecté le délai?b) Wat is de oorzaak daarvan? b) Pour quelles raisons?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 42832 - 6 - 2008Antwoord van de minister van Buitenlandse Zakenvan 27 mei 2008, op de vraag nr. 35 van de heer BartTommelein van 22 april 2008 (N.):1.a) tot c) Er is de Overeenkomst tussen België, Luxemburgen Nederland tot instelling van eenRaadgevende Interparlementaire Beneluxraad(IPR) van 5 november 1955. Deze Overeenkomstblijft de basis die de rol en debevoegdheden van de IPR vastlegt. Artikel 3van deze Overeenkomst bepaalt dat de IPRbevoegd is te beraadslagen en adviezen uit tebrengen aan de drie Regeringen onder meerin de vorm van een aanbeveling met betrekkingtot vraagstukken, die rechtstreeks verbandhouden met de totstandkoming en dewerking van een economische unie tussen dedrie Staten, de culturele toenadering tussende drie Staten, de samenwerking tussen dedrie Staten op het gebied van het buitenlandsbeleid, de eenmaking van het recht in de drieStaten en andere vraagstukken van gemeenschappelijkbelang. Deze Overeenkomst zegtniets over de antwoordprocedure op de aanbevelingen.Het Verdrag tussen België, Luxemburg en Nederlandtot instelling van de Benelux Economische Unievan 3 februari 1958, in werking getreden op 1 november1960, voegt daar niets aan toe.Het Reglement van Orde van de IPR bepaalt alleendat de Raad van de IPR aanbevelingen kan opstellen,maar geen enkel artikel bepaalt de termijn waarbinnenhet Comité van ministers van de Benelux gehouden isdeze te beantwoorden.Op basis van deze elementen, moeten wij constaterendat geen enkele antwoordprocedure op de vragenen aanbevelingen is uitgewerkt door het BeneluxComité van ministers.Om die reden, is het wenselijk dat de IPR, in nauwesamenwerking met het Secretariaat-Generaal Beneluxdat het secretariaat van het Comité van ministers is,een procedurevoorstel uitwerkt.d) Doordat meerdere factoren een rol spelen bij debeantwoording van aanbevelingen van de IPR ishet moeilijk om een vaste tijdslimiet te bepalen.Vooreerst speelt het onderwerp dat in de aanbevelingwordt behandeld een rol, maar eveneens dientgekeken te worden naar het gevoerde beleid terzake en de bevoegde administraties die een rolspelen bij de totstandkoming van een gezamenlijkontwerp-antwoord.Vooraleer een aanbeveling tot stand komt werd erdoor de Benelux-parlementsleden al heel wat studieweekverricht. Dit wil ook zeggen dat deze aanbevelin-Réponse du ministre des Affaires étrangères du27 mai 2008, à la question n o 35 de M. Bart Tommeleindu 22 avril 2008 (N.):1.a) à c) Il y a la Convention entre la Belgique, leLuxembourg et les Pays-Bas instituant unConseil Interparlementaire Benelux (CIC) du5 novembre 1955. Cette convention reste labase définissant le rôle et les compétences duCIC. L’article 3 de cette Conventionmentionne la possibilité du CIC de délibéreret d’adresser aux trois Gouvernements desavis, notamment sous forme de recommandations,sur les problèmes qui ont un rapportdirect avec la réalisation et le fonctionnementd’une union économique entre les trois États,le rapprochement culturel entre les troisÉtats, la coopération entre les trois Étatsdans le domaine de la politique extérieure,l’unification du droit des trois États et surd’autres problèmes d’intérêt commun. CetteConvention ne dit rien sur la procédure deréponse aux recommandations.Le Traité entre la Belgique, le Luxembourg et lesPays-Bas instituant l’Union Économique Benelux du3 février 1958, entré en vigueur le 1 er novembre 1960,n’ajoute rien à ce propos.Le règlement d’ordre intérieur du CIC prévoit que leConseil du CIC peut établir des recommandations,mais aucun article ne stipule le délai dans lequel leComité de ministres du Benelux est tenu de répondre àcelles-ci.Sur la base de ces éléments, nous devons constaterqu’aucune procédure de réponse aux questions etrecommandations n’a été mise au point par le Comitéde ministres du Benelux.Pour cette raison, il est souhaitable que le CICétablisse, en coopération étroite avec le Secrétariatgénéral Benelux qui est le secrétariat du Comité deministres, une proposition de procédure.d) Du fait que plusieurs facteurs interviennent dans laréponse aux recommandations du CIC, il est difficilede déterminer une limite fixe dans le temps. Lesujet traité dans la recommandation joue d’abordun rôle, mais il faut voir également la politiquemenée en la matière et les administrations compétentesqui interviennent dans l’élaboration d’unprojet de réponse commune.Avant d’élaborer une recommandation, les parlementairesBenelux se sont livrés à une étude circonstanciée.Ceci veut dire aussi que ces recommandationsKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4284 QRVA 52 0202 - 6 - 2008gen vaak een aanzet vormen om Beneluxsamenwerkingop bepaalde vlakken op te starten of teintensiveren. Een pasklaar antwoord op de aanbevelingenis vaak niet voorhanden. Hierdoor is het nodigdat ook op het niveau van de bevoegde administratiesde aanbevelingen grondig worden onderzocht. In demate dat de aanbevelingen betrekking hebben op nogniet ontwikkelde initiatieven tot (mogelijke) samenwerkingtussen de drie Benelux-landen, is er noodzaakom overleg op te starten tussen de drie partnerlanden,waardoor de beantwoording vertraging oploopt.Altijd wordt naar aanleiding van de beantwoordingoverleg gevoerd en afstemming gepleegd om te waarborgendat het Benelux Comité van ministers echt eengemeenschappelijk antwoord formuleert op de aanbevelingenvan de IPR met aandacht voor de samenwerkingop Benelux-niveau. Pas nadat het gemeenschappelijkantwoord, via het Benelux Comité van ministers,werd goedgekeurd door zowel België, Nederlandals Luxemburg, worden deze antwoorden aan de voorzittervan het Benelux-parlement overgemaakt.Dat het Benelux Comité van ministers aandachtschenkt aan het beantwoorden van deze aanbevelingenen vragen, blijkt onder meer uit het feit dat sinds 1997al 98 van de 113 aanbevelingen en vragen werdenbeantwoord.2.a) Onderstaande aanbevelingen werden allemaal uitgestuurdnaar de betrokken administraties en zijnin behandeling.De hierna aangehaalde aanbevelingen bevinden zichin de VOORBEREIDINGSFASE. Dit wil zeggen dat eral overleg tussen de drie Benelux-landen werd opgestartop expertenniveau en dat een ontwerpantwoordin voorbereiding is. Van zodra een akkoord bereiktwordt over een gemeenschappelijk ontwerpantwoordzal dit worden voorgelegd aan het Comité van ministers,waarna een definitief antwoord kan wordenvoorgelegd aan de IPR.— Aanbeveling inzake de gezamenlijke acties tot verwijderingvan illegale vreemdelingen — doc. 759/1van 14 december 2006— Aanbeveling over de grensoverschrijdende samenwerkingtussen politie- en douanediensten metbetrekking tot de aanpak van verdovende middelen— doc. 700/7 van 24 juli 2007— Aanbeveling betreffende de werking van het Verdraginzake de Benelux-politiesamenwerking —doc. 764/4 van 24 juli 2007— Aanbeveling in verband met de aanpak van dedrugssmokkel op de luchthavens — doc. 758/3 van7 december 2007sont souvent l’amorce du lancement ou del’intensification d’une coopération Benelux danscertains domaines. Une réponse toute prête aux recommandationsn’est souvent pas disponible. Il est doncnécessaire que les administrations compétentesétudient les recommandations de manière approfondie.Dans la mesure où les recommandations portentsur des initiatives de coopération (éventuelle) entre lestrois pays du Benelux qui ne se sont pas encore développées,il y a nécessité d’engager une concertationentre les trois pays partenaires, de sorte que la réponseprend du retard.La réponse donne toujours lieu à une concertationet à une coordination pour garantir que le Comité deministres Benelux formule une réponse véritablementcommune aux recommandations du CIC en étantattentif à la coopération au niveau Benelux. Cesréponses ne sont transmises au président du parlementBenelux que lorsque la réponse commune a étéapprouvée par la Belgique, les Pays-Bas et le Luxembourgvia le Comité de ministres Benelux.Le Comité de ministres Benelux se soucie de répondreà ces recommandations et questions, comme entémoigne entre autres le fait que depuis 1997 déjà 98des 113 recommandations et questions ont reçu uneréponse.2.a) Les recommandations, ci-dessous, ont été toutesenvoyées aux administrations concernées et sont àl’examen.Les recommandations citées, ci-après, se trouventdans la PHASE PRÉPARATOIRE. Ceci veut direqu’une concertation a déjà été entamée entre les troispays du Benelux au niveau des experts et qu’un projetde réponse est en préparation. Dès qu’un accord intervientsur un projet de réponse commune, ce projet estsoumis au Comité de ministres, après quoi uneréponse définitive peut être soumise au CIC.— Recommandation en matière d’actions communesd’éloignement — doc. 759/1 du 14 décembre 2006— Recommandation sur la coopération transfrontalièreentre les services de police et des douanesconcernant la lutte contre les stupéfiants — doc.700/7 du 24 juillet 2007— Recommandation relative à la mise en œuvre duTraité Benelux en matière de coopération policière— doc. 764/4 du 24 juillet 2007— Recommandation relative à la lutte contre lesstupéfiants dans les aéroports — doc. 758/3 du7 décembre 2007KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 42852 - 6 - 2008De hierna opgesomde aanbevelingen bevinden zichin de AFSTEMMINGSFASE. Dit wil zeggen dat de alingeleverde bijdragen uit één of meerdere landenbekend zijn, welke onderzocht worden door de partnerlanden.Van zodra alle bijdragen uit zowel België,Nederland als Luxemburg bekend zijn en besprokenwerden, worden deze gecoördineerd tot een gemeenschappelijkontwerpantwoord welke ter goedkeuringwordt voorgelegd aan het Comité van ministers.Nadien kan een definitief antwoord worden voorgelegdaan de IPR.— Aanbeveling betreffende het grensoverschrijdendeambulancevervoer — doc. 721/1 van 4 december2004— Aanbeveling tot herziening van het Verdrag van31 maart 1965 betreffende de instelling en het statuutvan een Benelux-Gerechtshof — doc. 733/2van 18 juni 2005 en van 7 december 2007Als laatste worden een aantal aanbevelingen opgesomdwelke in de GOEDKEURINGSPROCEDUREzitten. Dit wil zeggen dat al een gemeenschappelijkontwerpantwoord werd voorbereid dat nog niet dooralle landen aanvaard werd. Van zodra zowel België,Nederland als Luxemburg hun goedkeuring gegevenhebben, kan een definitief antwoord worden voorgelegdaan de IPR.— Aanbeveling in verband met de inschrijving vanvoertuigen in het buitenland — doc. 752/1 van17 juni 2006— Aanbeveling inzake de veiligheid op luchthavens— doc. 758/2 van 14 december 2006b) Zoals aangegeven onder 1. d) hebben de aanbevelingenbetrekking op de samenwerking tussenBelgië, Nederland en Luxemburg. Het BeneluxComité van Ministers wenst als antwoord op dezeaanbevelingen niet louter een opsomming te gevenvan het gevoerde nationale beleid ter zake, maarwenst na te gaan waar Benelux-samenwerkingmogelijk is of kan verbeterd worden. Dit vergt inde drie landen veelal studiewerk, overleg en inhoudelijkeafstemming om te komen tot een gecoördineerdvolwaardig antwoord op dergelijke aanbevelingen.Vaak is de oplossing in de drie landen nietvoorhanden en vormen deze aanbevelingen eenstimulans voor een betere Benelux-samenwerking.3.a) en b) Cf. 2. b).Les recommandations énumérées, ci-après, se trouventdans la PHASE DE COORDINATION. Ceciveut dire que les contributions déjà introduites par unou plusieurs pays sont connues et sont étudiées par lespays partenaires. Dès que toutes les contributions de laBelgique, des Pays-Bas et du Luxembourg sontconnues et ont été examinées, elles sont coordonnéespour en faire un projet de réponse commune qui estsoumis à l’approbation du Comité de ministres. Uneréponse définitive peut être soumise ensuite au CIC.— Recommandation relative au transport transfrontalierpar ambulance — doc. 721/1 du 4 décembre2004— La Recommandation relative à la révision duTraité du 31 mars 1965 concernant l’instaurationet le statut d’une Cour de Justice Benelux — doc.733/2 du 18 juin 2005 et du 7 décembre 2007En dernier lieu sont énumérées un certain nombrede recommandations qui sont en PHASED’APPROBATION. Ceci veut dire qu’une réponsecommune a déjà été préparée et qu’elle n’a pas encoreété acceptée par tous les pays. Dès que la Belgique, lesPays-Bas et le Luxembourg ont donné leur accord, uneréponse définitive peut être soumise au CIC.— Recommandation relative à l’immatriculation desvéhicules à l’étranger — doc. 752/1 du 17 juin 2006— Recommandation relative à la sécurité dans lesaéroports — doc. 758/2 du 14 décembre 2006b) Comme indiqué sous 1. d), les recommandationsportent sur la coopération entre la Belgique, lesPays-Bas et le Luxembourg. Le Comité de MinistresBenelux ne souhaite pas simplement répondreà ces recommandations en faisant rénumérationdes politiques nationales menées en la matière,mais souhaite examiner dans quelle mesure lacoopération Benelux est envisageable ou peut êtreaméliorée. Ceci exige généralement un travaild’étude dans les trois pays, une concertation et unecoordination sur le fond pour parvenir à uneréponse coordonnée valable à de telles recommandations.La solution n’est souvent pas à portée demain dans les trois pays et ces recommandationsconstituent un incitant à une meilleure coopérationBenelux.3.a) et b) Cf. 2. b).KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4286 QRVA 52 0202 - 6 - 2008DO 2007200802975 DO 2007200802975Vraag nr. 36 van de heer Geert Versnick van 22 april2008 (N.) aan de minister van BuitenlandseZaken:Oeganda. — Rebellen van het Lord Resistance Army.De Oegandese krant «The New Vision» stelt inhaar berichtgeving van dinsdag 26 februari 2008 datrebellen van het Lord Resistance Army 11 mensengedood en 27 ontvoerd hebben in het Zuiden vanSudan.Al meer dan twintig jaar worden de grensgebiedenvan Oeganda met Sudan, Congo en de Centraal AfrikaanseRepubliek geterroriseerd door het rebellenlegervan Joseph Kony.1. Beschikt u over gegevens die aantonen dat deberichtgeving van de Oegandese krant «The NewVision» correct zijn?2. Ten aanzien van de leiders van het Lord ResistanceArmy is er een internationaal aanhoudingsbeveluitgevaardigd:a) Kan u aantonen in hoeverre de landen die hetInternationaal Strafhof in Den Haag erkennen inspanningengedaan hebben om die aanhoudingsbevelenuit te voeren?b) Deelt u de mening dat de leiders van het LordResistance Army actief moeten opgespoordworden?3.a) Deelt u de mening dat de internationale gemeenschapin dit conflict in het verleden en vandaagook nog faalt in het vrijwaren van de rechten vande bewoners van de grensstreken van Oeganda?b) Zo ja, welke voorstellen heeft u om een duurzameoplossing te vinden voor deze problematiek?Antwoord van de minister van Buitenlandse Zakenvan 27 mei 2008, op de vraag nr. 36 van de heer GeertVersnick van 22 april 2008 (N.):1. De berichtgeving in het Oegandese dagblad«New vision» over een dorp in Zuid-Soedan aan degrens met de DRC dat op 24 februari 2008 werd aangevallen,werd bevestigd door een aantal personen oforganisaties (Artsen Zonder Grenzen, SPLA, enzovoort).Alleen Joseph Ngere, adjunct-gouverneur vanWestern Equatoria (Zuid-Soedan), stelt het LRA hiervoorverantwoordelijk. De verantwoordelijkheid vanhet LRA kon door geen enkele andere bron wordenaangetoond.De beschuldigingen van Joseph Ngere waren gebaseerdop het feit dat het LRA in de dagen voor de aan-Question n o 36 de M. Geert Versnick du 22 avril 2008(N.) au ministre des Affaires étrangères:Ouganda. — Rebelles de la Lord Resistance Army.Dans son édition du mardi 26 février 2008, le journalougandais «The New Vision» affirme que lesrebelles de la Lord Resistance Army auraient tué11 personnes et en auraient enlevées 27 dans le sud duSoudan.Les régions frontalières entre l’Ouganda et leSoudan, le Congo et la République Centrafricaine sontterrorisées depuis plus de vingt ans par l’armée desrebelles de Joseph Kony.1. Disposez-vous d’information indiquant que lesinformations publiées par le journal Ougandais «TheNew Vision» sont exactes?2. Un mandat d’arrêt international a été décernécontre les dirigeants de la Lord Resistance Army:a) dans quelle mesure les pays qui reconnaissent laCour pénale internationale de La Haye ont-ilsdéployé des efforts pour mettre en œuvre cesmandats d’arrêt?b) estimez-vous que les dirigeants de la Lord ResistanceArmy doivent être activement recherchés?3.a) Partagez-vous l’opinion selon laquelle, dans lecadre de ce conflit, la communauté internationalen’a pas été en mesure, et ne l’est toujours pas, degarantir les droits des habitants des régions frontalièresde l’Ouganda?b) Dans l’affirmative, quelles propositions formuleriez-vouspour trouver une solution durable à ceproblème?Réponse du ministre des Affaires étrangères du27 mai 2008, à la question n o 36 de M. Geert Versnickdu 22 avril 2008 (N.):1. L’information du quotidien ougandais «TheNew Vision» relative à l’attaque d’un village sudsoudanaisfrontalier de la RDC, le 24 février 2008, aété confirmée par plusieurs personnes ou organismes(Médecins sans frontières, SPLA, etc.). La responsabilitéde cette attaque a été attribuée à l’Armée de résistancedu Seigneur (LRA) par le seul Joseph Ngere,l’adjoint au gouverneur du Western Equatoria (Sud-Soudan). Aucune autre source n’a pu présenter deséléments pour établir la responsabilité de la LRA.Les accusations de Joseph Ngere étaient basées surle fait que la LRA était présente dans la zone les joursKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 42872 - 6 - 2008val in het gebied aanwezig was (Parkwachters van hetGaramba-park, Artsen Zonder Grenzen, AmerikaanseInlichtingendiensten) en dat de modus operandikenmerkend was voor het LRA.Dat deze aanval niet met zekerheid ook door anderebronnen kon worden toegeschreven aan het LRA,neemt niet weg dat deze rebellengroep zich reedsschuldig maakte aan tal van soortgelijke feiten. Hetgewelddadig optreden van Joseph Kony en diens rebellenvan het Lord Resistance Army maakte gedurendemeer dan 20 jaar honderdduizenden slachtoffers onderde bevolkingen van Noord-Oeganda en Zuid-Soedan.De vredesgesprekken van Juba hebben het LRA nietecht verhinderd zijn criminele activiteiten voort tezetten.De grensstreek tussen Oeganda, DRCongo, Zuid-Soedan en de Centraal-Afrikaanse Republiek blijftherhaaldelijk het toneel uitmaken van wreedheden.Het vormt het centrum van een regio, waar «failedstates» de hoofdbrok van uitmaken. Het is moeizaamte bepalen of de rebellen die zich in die streek schuilhoudendan wel deel uitmaken van het LRA, meerbepaald de groep rond Kony, een groep die zich vanhem afgescheiden heeft, of andere rebellenbewegingen,bijvoorbeeld aangemoedigd door Khartoem, zoalssommige bronnen vermelden. Bovendien houden zichin het Garambapark ook andere bendes op zoals deMbororo, herders afkomstig uit Tsjaad, Centraal-Afrikaanse Republiek en Libië, naast stropersbendes.LRA-leider Kony is momenteel onvindbaar.2. Het Internationaal Strafhof (ISH) vaardigde in2005 aanhoudingsmandaten uit tegen vijf verantwoordelijkenvan het LRA. Tot op heden heeft het ISH aanéén van de 5 aanhoudingsmandaten tegen LRA-leiderseen einde gesteld, namelijk die van Raska Lukwiya.De andere aanhoudingsmandaten zijn nog steeds vankracht: Joseph Kony, Vincent Otti, Okot Odhiamboen Dominic Ongwen, zelfs al zijn er berichten alszouden er van die vier minimum twee gedood zijn.In het licht van het Belgische standpunt om de strijdtegen de straffeloosheid één van de aandachtspuntenop de Veiligheidsraad van de VN te maken, waarvanBelgië lid is in 2007-2008, blijf ik het belang van hetInternationale Strafhof en de uitvoerbaarheid van deinternationale aanhoudingsmandaten herhalen.Deze inspanningen op diplomatiek vlak moetenechter ook gepaard gaan met realisme: het quasi ondoordringbareterrein maakt de uitvoering van demandaten niet evident: MONUC heeft als vredesmissieonrechtstreeks die opsporing in haar mandaat,maar heeft ook andere prioriteiten. België heeft in deVeiligheidsraad de aanpassing en verlenging van hetmandaat van UNMIS eind april 2008 in resolutie 1812qui ont précédé l’attaque (Gardes du parc de laGaramba, Médecins sans frontières, Services deRenseignements américains) et que le modus operandiétait caractéristique de la LRA.Si cette attaque n’a pu être attribuée avec certitude àla LRA par d’autres sources bien d’autres l’ont été.Durant plus de 20 ans, les populations du nord del’Ouganda et du Sud-Soudan ont été victimes de lafureur de Joseph Kony et de ses rebelles de la l’Arméede Résistance du Seigneur et les victimes se comptentpar centaines de milliers. Les pourparlers de paix deJuba, n’ont pas vraiment empêché la LRA de poursuivreses activités criminelles.La région frontalière entre l’Ouganda, la RDC, leSud-Soudan et la République centrafricaine est le théâtred’atrocités qui ne cessent de se répéter. Cette partiede l’Afrique forme le centre d’une région constituée engrande partie d’États faillis: Il est difficile de déterminersi les rebelles qui se cachent dans cette région fonteffectivement partie de la LRA, et plus précisément dugroupe de Joseph Kony, ou d’un groupe qui s’est détachéde lui, ou encore d’autres mouvements rebelles,encouragés par exemple par Khartoum, commel’indiquent certaines sources. Le parc de la Garambaabrite par ailleurs d’autres bandes comme lesMbororo, des bergers originaires du Chad, de la Libyeet de la République centrafricaine, à côté de braconniers.Le leader de la LRA est actuellement introuvable.2. La Cour Pénale Internationale (CPI) a décernédes mandats d’arrêts contre cinq responsables de laLRA en 2005. Jusqu’à présent, la CPI a annulé un descinq mandats d’arrêt à l’encontre de dirigeants de laLRA, à savoir celui concernant Raska Lukwiya. Lesautres mandats d’arrêt sont toujours en vigueur:Joseph Kony, Vincent Otti, Okot Odhiambo et DominicOngwen, même si deux d’entre eux au moins pourraientdéjà avoir été tués.Me basant sur la position de la Belgique visant àinscrire la lutte contre l’impunité parmi les points prioritairesà l’agenda du Conseil de Sécurité des Nationsunies, dont la Belgique est membre en 2007-2008, jen’ai de cesse de rappeler l’importance de la Cour internationalede Justice et la force exécutoire des mandatsd’arrêt internationaux.Ces efforts sur le plan diplomatique doivent toutefoistenir compte de la réalité: la quasi impénétrabilitéde cette zone rend l’exécution des mandats difficile: lemandat de la MONUC, mission de paix, comprendindirectement la recherche de ces personnes, mais laMONUC a également d’autres priorités. La Belgique aparticipé aux négociations qui ont mené au vote par leConseil de Sécurité fin avril 2008 de la résolution 1812KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4288 QRVA 52 0202 - 6 - 2008mee onderhandeld, ter opsporing van gewapendegroepen zoals het LRA die al 22 jaar de regio in enrond Oeganda teisteren.Oeganda, als contracterende partij van het RomeStatuut, is al die tijd niet bij machte geweest om Konyen co. aan te houden, ook al omdat de leiders ervanzich niet steeds op Oegandees maar wel op Congolees,Soedanees of Centraal Afrikaans grondgebied schuilhielden.De enige, zij het relatieve, overwinning van deOegandese autoriteiten is dat ze het LRA ertoegedwongen hebben het land te ontvluchten.Niettegenstaande een aantal bilaterale verbintenissenheeft de DRC nooit echt druk kunnen uitoefenenop het LRA.3. Oeganda slaagt er sinds een aantal jaren niet inde bevolking op haar grondgebied te beschermen of tevrijwaren van aanvallen. De Oegandese regering heeftmaatregelen getroffen om de toestand te verbeteren endat draagt zijn vruchten, maar het werk is noglopende. De lokale strijdkrachten lijken noch in deDRC noch in Zuid-Sudan noch in de Centraal-Afrikaanse Republiek bij machte de streek te controleren.Een duurzame oplossing vereist in eerste instantie deondertekening door Kony van een Finaal Vredesakkoorddat Oeganda met het LRA-onderhandelingsteamheeft bereikt, maar dat Kony tot nu toe weigert teondertekenen.Die vredesonderhandelingen opgezet door RickMACHAR tussen het LRA en de Oegandese regeringlijken het meest geschikt om het probleem duurzaamte benaderen. Deze optie moet worden aangehouden.Om leden van het LRA ertoe aan te moedigen uit derebellenbeweging te stappen, moet daarnaast wordenvoorzien in een heel aantrekkelijk herintegratieprogramma.adaptant et prorogeant le mandat de la MINUS en vuede la poursuite des groupes armés comme la LRA quisévit depuis 22 ans déjà en Ouganda et dans la région.Durant tout ce temps, l’Ouganda, partie contractanteau Statut de Rome, n’a pas été en mesure demettre la main sur la bande de Joseph Kony, entreautres car les dirigeants de la LRA ne se cachaient pastoujours en Ouganda mais également sur le territoirecongolais, soudanais ou centrafricain. Sa seulevictoire, bien relative, est d’avoir contraint la LRA àtrouver refuge en dehors de l’Ouganda.Malgré différents engagements bilatéraux, la RDCn’a jamais pu exercer une vraie pression sur la LRA.3. Depuis plusieurs années, l’Ouganda ne parvientpas à protéger ou à préserver la population des attaquesdes rebelles sur son territoire. Le gouvernementougandais a pris des mesures pour améliorer la situationqui portent leurs fruits mais il y a encore duchemin à parcourir. Les forces armées locales — enRDC, au Sud-Soudan ou en République centrafricaine— ne semblent pas être en mesure de contrôler larégion.Une solution durable exige en première instance lasignature par Joseph Kony de l’Accord de paix finalqu’a conclu l’Ouganda avec l’équipe de négociation dela LRA, mais que Joseph Kony a toujours refusé designer jusqu’à présent.Ces négociations de paix mises en place par RickMachar entre la LRA et le gouvernement ougandaissemblent être les plus appropriées pour s’attaquer auproblème de manière durable. Cette voie doit resterouverte.Un volet visant à encourager les défections au seinde la LRA, grâce à un programme de réinsertion réellementattractif doit venir compléter le dispositif.DO 2007200803054 DO 2007200803054Vraag nr. 40 van de heer François Bellot van 24 april2008 (Fr.) aan de minister van BuitenlandseZaken:Departementen. — Energiebesparingsprogramma.Mijn vraag betreft het investeringsprogramma dat uop uw departement heeft opgezet om het energieverbruikterug te dringen.1. Welke maatregelen worden er in uw departementgetroffen:a) met het oog op de vervanging van de enkele beglazingdoor dubbele;Question n o 40 de M. François Bellot du 24 avril 2008(Fr.) au ministre des Affaires étrangères:Départements. — Programme d’économie d’énergie.Ma question concerne le programme d’investissementsque vous avez mis en œuvre dans votre départementen vue de réduire la consommation d’énergie.1. Quelles mesures sont prises dans votre département:a) pour assurer le remplacement des simples vitragespar des doubles vitrages;KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 42892 - 6 - 2008b) met het oog op het gebruik van milieuvriendelijkerevoertuigen;c) met het oog op een optimale verlichting van dekantoren, waarbij de verlichting in ongebruiktegemeenschappelijke ruimten uitgeschakeld wordt?2. Welke instructies moeten de ambtenaren volgenmet betrekking tot de computerapparatuur, wanneerze hun kantoor verlaten (verplicht uitzetten van depc’s)?3. Welke maatregelen zouden uw departementen,ingeval een van uw departementen kantoorruimte zouhuren, hebben getroffen om de eigenaars ertoe aan tezetten de noodzakelijke energiebesparende technischeingrepen te doen?Antwoord van de minister van Buitenlandse Zakenvan 27 mei 2008, op de vraag nr. 40 van de heerFrançois Bellot van 24 april 2008 (Fr.):1. Wat het elektriciteitsverbruik betreft bestaan debezuinigingsmaatregelen in deze FOD in de aanwendingvan een technologie die toelaat om de verlichtingin niet-gebruikte kantoren automatisch uit te schakelen,en in de uitschakeling van de verlichting na21u00. deze technologieën berusten op bewegingsdetectieet op de hoeveelheid beschikbaar licht.Wat betreft de verwarming wordt het energieverbruikgemeten aan de hand van een EIS-registratie vande gegevens op een programmatuur van de Regie deGebouwen. Op die wijze kan onze FOD op een optimalemanier de verwarmingsstromen regelen, en hetverbruik jaarlijks verminderen. Ons verbruik van gasvoor verwarming in het hoofdgebouw Egmont I isgedaald van 4 000 000 kWh in 2004 tot 2500 000 kWhin 2007.2. In juni 2007 werd aan alle gebruikers een brochureover de veiligheid overhandigd, waarin duidelijkvermeld staat dat de PC’s afgezet moeten wordenwanneer de gebruikers het gebouw verlaten. In hetgeval dat de gebruiker zijn PC niet uitschakelt, wordthet scherm automatisch in «sleep mode» gezet nadathij zijn PC gedurende 10 minuten niet gebruikt heeft.Het energieverbruik wordt op die manier verminderd.3. De gebouwen van de FOD Buitenlandse zaken,Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerkingworden gehuurd. Zij beschikken allen over wandendie beantwoorden aan de criteria van duurzame ontwikkelingen van een hoge kwaliteit inzake leefmilieu.b) pour utiliser des véhicules à indices environnementauxplus respectueux de l’environnement;c) pour assurer une qualité d’éclairage optimale pourles occupants des bureaux tout en assurant l’arrêtde ces éclairages dans les locaux communs nonutilisés?2. Quelles mesures sont prises notamment eu égardau fonctionnement du matériel informatique (fermetureobligatoire des PC) dès que les agents quittent lesbureaux?3. Dans l’hypothèse où l’un de vos départementslouerait des surfaces de bureaux, quelles mesures incitativesvos départements auraient-ils prises poursuggérer aux propriétaires d’apporter les mesurestechniques indispensables pour réduire la consommationd’énergie?Réponse du ministre des Affaires étrangères du27 mai 2008, à la question n o 40 de M. François Bellotdu 24 avril 2008 (Fr.):1. Du point de vue électrique, les mesuresd’économie d’énergie prises dans notre Départementsont constituées de technologies permettant de supprimerl’éclairage dans les bureaux inoccupés pendant lajournée, et l’extinction de l’éclairage inutile après21h00. Ces technologies reposent sur la détection demouvements et sur la mesure de la quantité de lumièreprésente. L’usage d’ampoules économiques est favorisédans les communs.En ce qui concerne le chauffage, la comptabilitéénergétique, mise en place par l’enregistrement EIS desdonnées sur le logiciel de la Régie des Bâtiments, apermis à notre SPF de régler de manière optimale larégulation des circuits de chauffage et de diminuer laconsommation d’année en année. Notre consommationde gaz de chauffage pour le bâtiment principalEgmont 1 est passée de 4 000 000 kWh en 2004 à2 500 000 kWh en 2007.2. En juin 2007, tous les utilisateurs ont reçu unebrochure concernant la sécurité, dans laquelle il estclairement stipulé que les utilisateurs doivent éteindreleur PC lorsqu’ils quittent le bâtiment. Par ailleurs, aucas où l’utilisateur n’éteint pas son PC, au bout de 10minutes de non-utilisation de celui-ci l’écran se metautomatiquement en mode veille: la consommationd’énergie est ainsi réduite.3. Les bâtiments occupés par le SPF Affaires étrangères,Commerce extérieur et Coopération au Développementsont loués. Ils disposent tous de paroisconçues selon les critères du développement durable etde la haute qualité environnementale.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4290 QRVA 52 0202 - 6 - 2008DO 2007200803163 DO 2007200803163Vraag nr. 52 van de heer Luk Van Biesen van 28 april Question n o 52 de M. Luk Van Biesen du 28 avril 20082008 (N.) aan de minister van Buitenlandse (N.) au ministre des Affaires étrangères:Zaken:BLEU. — Prijzen. — Administratieve Commissie. UEBL. — Prix. — Commission administrative.De overeenkomst tot oprichting van de Belgisch- Le traité datant de 1922 et instituant l’Union économiquebelgo-luxembourgeoise (UEBL), dispose qu’ilLuxemburgische Economische Unie (BLEU) van 1922,bepaalt dat er tussen België en het Groothertogdom existe une union économique entre la Belgique et leLuxemburg een economische unie bestaat.Grand-Duché de Luxembourg.1. Artikel 24.1. bepaalt dat de Partijen «in nauw 1. L’article 24.1. dispose que les parties contractantes«poursuivent, en étroite consultation mutuelle, unegezamenlijk overleg een gecoördineerd beleid nastrevenop economisch, financieel en sociaal gebied en op politique coordonnée en matière économique, financièreet sociale et en matière de prix».het vlak van de prijzen».a) Kan u aangeven in welke mate dit effectief gebeurt a) Pouvez-vous indiquer dans quelle mesure ceci estof gebeurde?effectivement ou a effectivement été le cas?b) Is de bepaling inzake prijzen conform de Europese b) La disposition relative aux prix est-elle conforme àregelgeving?la réglementation européenne?2. Artikel 24.1. bepaalt tevens dat de Partijen «de 2. L’article 24.1. dispose également que les partieswettelijke, reglementaire en administratieve bepalingenbeogen, welke rechtstreeks van invloed zijn op de tions légales, réglementaires et administratives qui ontcontractantes «tendent au rapprochement des disposi-werking van de Unie, nader tot elkaar te brengen». une incidence directe sur le fonctionnement del’Union».Op welke vlakken is dit effectief gebeurd?Dans quels domaines ceci a-t-il effectivement été lecas?3. Artikel 42 richt een «Administratieve Commissie»op.trative».3. L’article 42 institue une «Commission adminis-a) Wat is de samenstelling van deze Commissie? a) Quelle est la composition de cette Commission?b) Wat is het reglement van organisatie en orde? b) Quel en est le règlement d’ordre et d’organisation?c) Kan u een overzicht geven van de voorstellen diede Commissie heeft uitgewerkt, en welke hetComité van ministers aanvaard heeft?Antwoord van de minister van Buitenlandse Zakenvan 27 mei 2008, op de vraag nr. 52 van de heer LukVan Biesen van 28 april 2008 (N.):1. De Conventie ter oprichting van de Belgisch-Luxemburgse Ecomische Unie (BLEU) van 1922 werdafgesloten voor 50 jaar en werd vervolgens meerderekeren met 10 jaar verlengd. In 2002 werd door beidepartijen besloten dat de tijd gekomen was om ze aan tepassen aan de evolutie van de ontwikkelingen in deEuropese Unie enerzijds en aan de grondwettelijkewijzigingen in België anderzijds. Voortaan kunnenzowel het Koninkrijk België als de drie Gewesten deelnemenaan de activiteiten van de BLEU. Het ratificatieproceswerd afgerond in 2004, waarna de volgendedocumenten werden gepubliceerd:— Een plechtige verklaring waarin de wil van hetGroothertogdom Luxemburg en het KoninkrijkBelgië wordt bevestigd om hun samenwerking,c) Pouvez-vous dresser un inventaire des propositionsformulées par la Commission et qui ont été adoptéespar le Comité des ministres?Réponse du ministre des Affaires étrangères du27 mai 2008, à la question n o 52 de M. Luk VanBiesen du 28 avril 2008 (N.):1. La Convention instituant l’Union économiquebelgo-luxembourgeoise (UEBL ) de 1922 fut concluepour une période de 50 ans et fut renouvelée àplusieurs reprises de dix ans en dix ans. En 2002, il futconvenu entre les Parties que le moment était venu del’adapter, d’une part, à l’évolution des développementsintervenus dans l’Union européenne et, d’autrepart, aux modifications constitutionnelles belges.Désormais, tant le Royaume de Belgique que lesRégions et les Communautés peuvent participer auxactivités de l’UEBL. La procédure de ratification futachevée en 2004, après quoi on publia les documentssuivants:— Une Déclaration solennelle exprimant la volontédu Grand-Duché de Luxembourg et du Royaumede Belgique de renforcer leur coopération sur laKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 42912 - 6 - 2008gebaseerd op het wederzijds vertrouwen dat in hetverleden ontstaan is, te verstevigen.— Een wijzigingsprotocol aan de oude conventie dievorm en inhoud geeft aan de nieuwe conventie.— Een opheffingsprotocol van de Conventie die tussenhet Groothertogdom Luxemburg en hetKoninkrijk België een gemeenschappelijke specialeruimte van inkomsten uit de accijnzen op alcoholoprichtte (23 mei 1935).— Een opheffingsprotocol betreffende het specialeprotocol over de Landbouw, afgesloten tussen hetGroothertogdom Luxemburg en het KoninkrijkBelgië op 26 januari 1963.— Een opheffingsprotocol voor het protocol ter instellingvan de monetaire unie tussen het GroothertogdomLuxemburg en het Koninkrijk België enzijn uitvoeringsprotocol van 9 maart 1981.— De finale acte, afgesloten te Brussel op 18 december2002.— NB: het protocol inzake landbouw van 29 januari1963 werd gewijzigd, de hernieuwde materie werdin de BLEU-overeenkomst ingepast.2. Toen op 1 januari 1999 de euro in gebruik werdgenomen, kwam er een einde aan de monetaire associatie.België en Luxemburg tekenden de beëindigingsovereenkomstin november 1998. Artikel 24 dat uciteert, werd ingevoerd in 1963. De verbintenissen dieeruit voortvloeien zijn complementair aan anderebeschikkingen van de Conventie, die een welomlijndesamenwerking organiseren op gebied van douane enaccijnzen, buitenlandse handel en in die tijd ook nogde controle op monetaire activiteiten. Artikel 24 werdmeermaals besproken door het Comité van ministersTengevolge hiervan werd een omzendbrief gestuurdaan alle ministeries om ze aan te sporen nauwkeurigtoe te zien op een goede Belgisch-Luxemburgse coördinatie.Een latere evaluatie (1967) bevestigde dat dezecoördinatie inderdaad regelmatig gebeurde. Tegelijkertijdwerd het nut onderstreept van ontmoetingen ophoog niveau als er zich problemen van gemeenschappelijkbelang zouden voordoen in een internationaalkader. Artikel 24 gaat dus over een zeer brede samenwerkingdie zich niet noodzakelijk alleen in de CABLafspeelt. De «Gaichel» ontmoetingen zijn hiervan eenillustratie. Mijn collega van Economische Zaken zalantwoorden op uw overige vragen in verband met deprijsvorming e.d. (Vraag nr. 91 van 9 juli 2008.)3. Het statuut van de administratieve Commissiewordt beschreven in artikel 42 van de Conventie. DeCommissie is samengesteld uit hoge ambtenaren vande Hoge Verdragsluitende Partijen. Aan Belgischebase des liens de confiance qui se sont développésdans le passé.— Un Protocole portant modification de l’ancienneconvention qui donne forme et contenu à lanouvelle convention.— Un Protocole portant abrogation de la Conventionétablissant entre le Grand-Duché de Luxembourget la Belgique une communauté spéciale de recettesen ce qui concerne les droits d’accises perçus surles alcools, du 23 mai 1935.— Un Protocole portant abrogation du Protocolespécial entre le Grand-Duché de Luxembourg et laBelgique relatif à l’agriculture du 26 janvier 1963.— Un Protocole portant abrogation du Protocoleentre le Grand-Duché de Luxembourg et leRoyaume de Belgique relatif à l’association monétaireet de son Protocole d’exécution du 9 mars1981.— L’Acte final, signé à Bruxelles, le 18 décembre2002.— NB.: le Protocole relatif à l’agriculture du 29 janvier1963 fut modifié, la nouvelle matière fut intégréedans l’Accord UEBL.2. Lorsque l’Euro a été introduit au premier janvier1999, il fut mis fin à l’association monétaire. La Belgiqueet le Luxembourg ont signé une convention pour ymettre fin en novembre 1998. L’article 24 que vouscitez fut introduit en 1963. Les obligations qui endécoulent sont complémentaires à d’autres dispositionsde la Convention, qui organisent une coopérationbien déterminée dans le domaine des douanes etaccises, du commerce extérieur et, à cette époqueencore, le contrôle sur les activités monétaires. L’article24 fut à maintes reprises discuté par le Comité deministres. À la suite de cela, une lettre circulaire futdistribuée à tous les ministères pour les inciter à réaliserune bonne coordination belgo-luxembourgeoise. Ilrésulte d’une évaluation faite à posteriori en 1967, quecette coordination s’organisait en réalité de manièretout à fait régulière. Entretemps, on souligna la nécessitéde rencontres de haut niveau dans l’hypothèse oùsurgiraient des problèmes d’intérêt commun dans uncadre international. L’article 24 concerne donc unetrès large coopération qui ne se joue pas uniquementau sein de la CABL. Les rencontres «Gaichel» en sontici une illustration. Mon collègue de l’Économierépondra à vos questions préalables en rapport avec laformation des prix. (Question n o 91 du 9 juillet 2008.)3. Le statut de la Commission administrative estdécrit à l’article 42 de la Convention. La Commissionest composée de hauts fonctionnaires des HautesParties Contractantes. Du côté belge, il s’agit de repré-KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4292 QRVA 52 0202 - 6 - 2008zijde zijn dit vertegenwoordigers van de FOD’s: BuitenlandseZaken, Economische Zaken, Financiën enhet Agentschap voor Buitenlandse Handel Expertenkunnen toegevoegd worden aan de delegaties naargelang de agenda. De Commissie heeft als voornaamstedoelstelling toe te zien op de uitvoering vande Conventie en verzekert een permanente verbindingtussen de Hoge Verdragsluitende Partijen. De administratieveCommissie doet voorstellen aan het Comitévan ministers. Dit Comité kan de administratieveCommissie bepaalde opdrachten of bepaalde categorieënvan vraagstukken toevertrouwen. De administratieveCommissie neemt zijn besluiten met instemmingvan beide delegaties. Indien er geen overeenstemmingis wordt het Comité van ministers gevat. Het Comitévan ministers beslist over het organiek reglement en deinterne orde van de administratieve Commissie. Ditreglement kan voorzien in de uitoefening van bepaaldefuncties door de administratieve Commissie inbeperkte samenstelling. Sinds kort beheert deCommissie ook de werkzaamheden waartoe degemeenschappelijke ministerraad besluit.sentants des SPF Affaires étrangères, Économie, Financeset de l’Agence pour le Commerce extérieur. Desexperts peuvent être adjoints aux délégations en fonctionde l’agenda. La Commission a pour objectif principalde veiller à l’exécution de la Convention et assureun lien permanent entre les Hautes Parties Contractantes.La Commission administrative fait des propositionsau Comité de ministres. Ce Comité peut chargerla Commission administrative de régler certaines questionsou certaines catégories de questions. La Commissionadministrative statue par accord mutuel des deuxdélégations. En cas de désaccord, la question estsoumise au Comité de ministres. Le Comité de ministresarrête le règlement d’organisation et d’ordre intérieurde la Commission administrative. Ce règlementpeut prévoir l’exercice de certaines fonctions de laCommission par des formations restreintes de celle-ci.Depuis peu la Commission gère également les travauxpréparatoires aux décisions du Comité de ministres.DO 2007200803578 DO 2007200803578Vraag nr. 66 van de heer Francis Van den Eynde van8 mei 2008 (N.) aan de minister van BuitenlandseZaken:Turkije. — Ambassade in Ankara. — Website.Op 23 oktober 2007 stelde ik een mondelinge vraagin de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen,waarin ik vroeg waarom op de websites van de Belgischeambassades in het buitenland, de ambassade inAnkara, Turkije op het blad met de hoofding«Europa» vermeld staat.Het antwoord van de minister werd door een staatssecretarisvoorgelezen en luidde dat hieruit geen enkelepolitieke conclusie mocht getrokken worden omdateen en ander niet politiek bedoeld was.Daar Ankara in Klein-Azië ligt, kan u meedelenwaarom de rubriek «Europa» van onze ambassadegewag maakt van de Turkse hoofdstad?Antwoord van de minister van Buitenlandse Zakenvan 27 mei 2008, op de vraag nr. 66 van de heer FrancisVan den Eynde van 8 mei 2008 (N.):De vermelding van Turkije en van de ambassadevan België in Ankara onder de rubriek «Europa» iseen administratieve indeling die geen enkele politiekebetekenis heeft.Ter informatie herinner ik er evenwel aan dat eendeel van het grondgebied van Turkije uit geografischoogpunt op het Europese vasteland gelegen is. Het isQuestion n o 66 de M. Francis Van den Eynde du 8 mai2008 (N.) au ministre des Affaires étrangères:Turquie. — Ambassade d’Ankara. — Site internet.Dans le cadre d’une question orale posée le 23 octobre2007 en commission des Relations extérieures, jedemandais notamment pourquoi sur les sites internetdes ambassades belges à l’étranger l’ambassade àAnkara en Turquie était mentionnée sous la rubrique«Europe».La réponse du ministre, lue par un secrétaire d’État,stipulait qu’il ne fallait en tirer aucune conclusion politiquedans la mesure où il n’y avait aucune intentionpolitique à cet état de fait.Ankara se trouvant en Asie mineure, pourquoi est-ilfait mention de la capitale turque dans la rubrique«Europe» de notre ambassade?Réponse du ministre des Affaires étrangères du27 mai 2008, à la question n o 66 de M. Francis Vanden Eynde du 8 mai 2008 (N.):La mention de la Turquie et de l’ambassade deBelgique à Ankara sous la rubrique «Europe» relèved’une distribution administrative n’ayant aucuneportée politique.À titre informatif, je vous rappelle néanmoins quesur le plan géographique, une partie du territoire de laTurquie se trouve sur le continent européen. De plus,KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 42932 - 6 - 2008ook zo dat Turkije lid is van een groot aantal Europesefora (Raad van Europa, OVSE) en dat momenteelwordt onderhandeld over de toetreding van Turkijetot de Europese Unie.la Turquie est membre ou associée à de nombreux foraeuropéens (Conseil de l’Europe, OSCE) et les négociationsen vue de son adhésion à l’Union européennesont en cours.Minister van KMO’s,Zelfstandigen, Landbouwen WetenschapsbeleidMinistre des PME,des Indépendants, de l’Agricultureet de la Politique scientifiqueDO 2007200803054 DO 2007200803054Vraag nr. 33 van de heer François Bellot van 24 april2008 (Fr.) aan de minister van KMO’s, Zelfstandigen,Landbouw en Wetenschapsbeleid:Departementen. — Energiebesparingsprogramma.Mijn vraag betreft het investeringsprogramma dat uop uw departement heeft opgezet om het energieverbruikterug te dringen.1. Welke maatregelen worden er in uw departementgetroffen:a) met het oog op de vervanging van de enkele beglazingdoor dubbele;b) met het oog op het gebruik van milieuvriendelijkerevoertuigen;c) met het oog op een optimale verlichting van dekantoren, waarbij de verlichting in ongebruiktegemeenschappelijke ruimten uitgeschakeld wordt?2. Welke instructies moeten de ambtenaren volgenmet betrekking tot de computerapparatuur, wanneerze hun kantoor verlaten (verplicht uitzetten van depc’s)?3. Welke maatregelen zouden uw departementen,ingeval een van uw departementen kantoorruimte zouhuren, hebben getroffen om de eigenaars ertoe aan tezetten de noodzakelijke energiebesparende technischeingrepen te doen?Antwoord van de minister van KMO’s, Zelfstandigen,Landbouw en Wetenschapsbeleid van 30 mei2008, op de vraag nr. 33 van de heer François Bellotvan 24 april 2008 (Fr.):Wat de FOD Economie betreft:Ik heb de eer te verwijzen naar het antwoord datdoor mijn collega de minister van Ondernemen enVereenvoudigen zal verstrekt worden (vraag nr. 26van 24 april 2008).Question n o 33 de M. François Bellot du 24 avril 2008(Fr.) à la ministre des PME, des Indépendants, del’Agriculture et de la Politique scientifique:Départements. — Programme d’économie d’énergie.Ma question concerne le programmed’investissements que vous avez mis en œuvre dansvotre département en vue de réduire la consommationd’énergie.1. Quelles mesures sont prises dans votre département:a) pour assurer le remplacement des simples vitragespar des doubles vitrages;b) pour utiliser des véhicules à indices environnementauxplus respectueux de l’environnement;c) pour assurer une qualité d’éclairage optimale pourles occupants des bureaux tout en assurant l’arrêtde ces éclairages dans les locaux communs nonutilisés?2. Quelles mesures sont prises notamment eu égardau fonctionnement du matériel informatique (fermetureobligatoire des PC) dès que les agents quittent lesbureaux?3. Dans l’hypothèse où l’un de vos départementslouerait des surfaces de bureaux, quelles mesures incitativesvos départements auraient-ils prises poursuggérer aux propriétaires d’apporter les mesurestechniques indispensables pour réduire la consommationd’énergie?Réponse de la ministre des PME, des Indépendants,de l’Agriculture et de la Politique scientifique du30 mai 2008, à la question n o 33 de M. François Bellotdu 24 avril 2008 (Fr.):En ce qui concerne le SPF Économie:J’ai l’honneur de me référer à la réponse qui seradonnée par mon collègue le ministre de l’Entreprise etSimplification (question n o 26 du 24 avril 2008).KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4294 QRVA 52 0202 - 6 - 2008Wat het POD Wetenschapsbeleid betreft:1. Het POD Wetenschapsbeleid voert inderdaadeen actief beleid van duurzame ontwikkeling voor dedepartementen en activiteiten. Specifieke voorzieningen(dubbele beglazing, zonnewering type helioscreen,radiators uitgerust met thermostaatkranen), regelmatigonderhoud, met name van de cv-ketels (die op tweesnelheden werken) getuigen van de dynamiek die hetFederaal Wetenschapsbeleid toepast om met het oogop duurzame ontwikkeling het stookolieverbruik teverminderen.Het Federaal Wetenschapsbeleid voert ook andereacties om haar impact op het milieu te verminderen,zoals:— cursussen defensief rijden voor de chauffeurs, eennieuw wagenparkbeheer en een strengere controlevan het logboek (ook regelmatige controle vanbandenspanning), nieuwe leasingcontracten voorde aanschaf van minder milieuvervuilende personenwagens,enzovoort;— de registratie en actieve opvolging van het elektriciteits-en gasverbruik: in de grote gebouwenwordt de verlichting’s avonds overal automatischgedoofd, enzovoort.2. Wat het kantoormaterieel betreft worden allepc’s, computerschermen, printers en fotokopieertoestellenelke avond systematisch uitgeschakeld.En ce qui concerne le SPP Politique scientifique:1. Le SPP Politique scientifique mène en effet unepolitique active de développement durable pour sesdépartements et activités. Des aménagements spécifiques(fenêtres à double vitrage, stores de type helioscreen,radiateurs munis de vanne thermostatique), desentretiens réguliers, notamment des chaudières (régléessur la base de deux vitesses) témoignent ainsi de ladynamique mise en œuvre à la Politique scientifiquefédérale pour diminuer la consommation de chauffagedans une perspective de développement durable.D’autres actions sont également menées par la Politiquescientifique fédérale afin de réduire sonempreinte écologique, par exemple:— des cours de conduite défensive pour les chauffeurs,une nouvelle gestion du parc automobile etun contrôle plus strict du carnet de bord (égalementun contrôle régulier de la pression despneus), de nouveaux contrats de leasing pourl’acquisition de véhicules moins polluants, etc.;— l’enregistrement et le suivi actif de la consommationde gaz et d’électricité: coupure automatiquede l’éclairage le soir dans les grands bâtiments, etc.2. Au niveau du matériel du bureau, l’option veilleest d’application sur tous les PC, écrans d’ordinateurs,imprimantes et photocopieuses qui sont systématiquementéteints tous les soirs.3. Niet van toepassing. 3. Sans objet.Wat het RSVZ betreft:En ce qui concerne l’INASTI:Het RSVZ is gestart met het uitwerken van eenmilieubeheerssysteem, EMAS genaamd. Het heeft zichertoe verbonden de milieuprestaties te verbeteren enmeent dat de beperking van het energieverbruik eenprioriteit is.1.a) De meeste gebouwen van het RSVZ zijn uitgerustmet dubbele beglazing. De ramen die nog metenkele beglazing (of met weinig performantedubbele beglazing) uitgerust zijn, worden geleidelijkvervangen tijdens de renovaties.b) Het RSVZ verwijst voor elke aankoop van eenvoertuig naar de «Methodologische gids voor deaankoop van voertuigen ten behoeve van federalebesturen» (goedgekeurd door de Ministerraad van4 juni 2004). Deze gids legt de administraties opten minste 50% milieuvriendelijkere voertuigen tekopen of te huren (leasing) bij de vernieuwing vanhun wagenpark.c) De verlichting van de kantoren van het RSVZbeantwoordt aan de norm «NBN EN 12464-1:2002 Licht en verlichting Werkplekverlichting —L’INASTI a entrepris la mise en œuvre d’un systèmede gestion de l’environnement EMAS. Il s’est engagé àaméliorer ses performances environnementales et considèreque la réduction des consommations d’énergieest une priorité.1.a) La plupart des bâtiments de l’INASTI sont équipésde doubles vitrages. Les châssis encore munis desimples vitrages (ou de doubles vitrages peu performants)sont progressivement remplacés lors desrénovations.b) L’INASTI se réfère pour tout achat de véhicule au«Guide méthodologique d’achat de véhiculesmotorisés à l’usage des administrations fédérales»(approuvé par le Conseil des ministres du 4 juin2004). Ce guide impose aux administrationsd’acheter ou prendre en location (leasing) au minimum50% de véhicules plus respectueux de l’environnementlors du renouvellement de son parcautomobile.c) L’éclairage des bureaux de l’INASTI répond à lanorme «NBN EN 12464-1:2002 Lumière et éclairagedes lieux de travail — partie 1: Lieux de tra-KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 42952 - 6 - 2008Deel 1: Binnenwerkplekken». Het administratiefen schoonmaakpersoneel kreeg instructies om delichten te doven bij het afsluiten van de bureaus.2. De computers worden standaard geregeld om naeen bepaalde tijd bij niet-gebruik automatisch inwaakstand te gaan. Het administratieve personeelkreeg de instructie om zijn scherm te doven bij hetverlaten van zijn bureau. Het schoonmaakpersoneelmoet controleren of de schermen gedoofd zijn.3. De personeelsleden van het RSVZ in gehuurdelokalen maken ongeveer 10% uit van het personeel.Tot nu toe werden aan de eigenaars geen bijzondereaanpassingen gevraagd om het energieverbruik teverminderen.Wat betreft de DG Zelfstandigen:Aangezien ik enkel inhoudelijk bevoegd ben voor deDG Zelfstandigen van de FOD Sociale Zekerheid,beschik ik niet over de gevraagde gegevens. Het is deminister van Sociale Zaken die bevoegd is voor delogistieke aspecten voor de ganse FOD Sociale Zekerheid,met inbegrip van deze DG.Wat het FAVV betreft:Er zij onderlijnd dat het Federaal Agentschap voorde Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) de huisvesting(en de daaraan verbonden kredieten) toevertrouwtaan de Regie der Gebouwen.Meer in het bijzonder, ziehier de antwoorden vanhet FAVV op de vragen van het geachte lid:1.a) Met uitzondering van de laboratoria die moetenworden vernieuwd of vervangen, zijn alle huisvestingenvan het FAVV uitgerust met een dubbelebeglazing.b) De voertuigen van het bestuur en van het managementwerden aangeschaft met naleving van deomzendbrief 307quater van 3 mei 2004 die beslistom strengere milieunormen op te leggen.De gemiddelede leeftijd van het wagenpark van hethoofdbestuur en van het management bedraagt3,5 jaar.c) De huisvesting van de administratieve sites in Brusselen in de provincies is modern en beantwoordtaan de meest recente normen. De gewoonte om deverlichting in niet gebruikte lokalen te doven vindtingang, ondermeer dankzij de beweging tot sensibiliseringvan de medewerkers voor milieuvraagstukken.Op enkele sites laten de technische installaties hetniet toe aldus te handelen.vail intérieur». Des consignes ont été données aupersonnel administratif et au personnel denettoyage, afin que les lumières soient éteintes à lafermeture des bureaux.2. Les ordinateurs sont réglés par défaut pourentrer en veille automatiquement après un certaintemps de non utilisation. Le personnel administratif areçu pour consigne d’éteindre son écran en quittantson bureau. L’extinction des écrans est vérifiée par lepersonnel de nettoyage.3. Les agents de l’INASTI occupés dans desbureaux loués représentent environ 10% du personnel.Il n’y a pas eu jusqu’à ce jour de demandes auxpropriétaires de réaliser des aménagements particulierspour réduire les consommations d’énergie.En ce qui concerne la DG Indépendants:Je ne dispose pas des données demandées puisque,pour la DG Indépendants du SPF Sécurité sociale, je nesuis compétente que sur le plan du contenu ou de lamatière. C’est la ministre des Affaires sociales qui estcompétente pour les aspects logistiques pour la totalitédu SPF Sécurité sociale, y compris pour cette DG.En ce qui concerne l’AFSCA:Il convient de souligner que l’Agence fédérale pourla Sécurité de la chaîne alimentaire (AFSCA) a confiéson hébergement (et les crédits qui y sont attachés) à laRégie des Bâtiments.Plus précisément, voici les réponses de l’AFSCA auxquestions de l’honorable membre:1.a) À l’exception de laboratoires qui doivent être rénovésou remplacés, tous les hébergements del’AFSCA sont équipés de doubles vitrages.b) Les véhicules de l’administration et du managementsont acquis en conformité avec la circulaire307quater du 3 mai 2004 qui décide de l’adoptionde normes plus sévères sur le plan environnemental.L’âge moyen du parc de véhicules de l’administrationcentrale et du management est de 3,5 ans.c) L’hébergement des sites administratifs de Bruxelleset de province est moderne et répond aux normesles plus récentes. L’habitude d’éteindre l’éclairagedans les locaux inoccupés s’étend, notammentgrâce au mouvement de sensibilisation des collaborateursaux questions environnementales.Sur quelques rares sites, les installations techiquesne permettent pas cette manière de faire.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4296 QRVA 52 0202 - 6 - 2008In vele gebouwen worden de lichten’s avonds automatischgedoofd.2. De informaticadienst geeft de raad de individuelecomputers’s avonds af te sluiten. De verscheidenedraagbare computers worden automatisch uitgeschakeld.Alle computers werden geconfigureerd voorenergiebesparing (uitschakeling van de schermenwanneer het apparaat niet wordt gebruikt).Daarentegen raadt ICT om technische redenen afom de computers voor enkele uren volledig uit te schakelen.3. De huur van de huisvestigingen van het FAVVwordt geregeld door de Regie der Gebouwen die devraag tot energiebesparing met de eigenaars behandelt.Nochtans komen de bezettende diensten ook regelmatigtussen bij de privé-beheerders om het energieverbruikte drukken.Wat het BIRB betreft:1.a) Geen maatregelen genomen.b) Vermindering van het aantal dienstwagens van 4naar 3 en de vervanging van een oude wagen(bouwjaar 1996) door een nieuw voertuig datvoldoen aan de EURO 4 emissienorm.c) Vervanging van de verlichting door spaarlampenin bepaalde gemeenschappelijke lokalen.2. Vervanging van oude computers door nieuwe,energiezuinige modellen en vervanging van de oudeCRT-schermen door flatscreens die 30% minder energieverbruiken.Aandacht voor energiebesparende hardware in ICTbestekken— «groene ICT».3. Geen. 3. Néant.Wat het Centrum voor onderzoek in diergeneeskundeen agrochemie betreft:1. Het energiebeleid zit verweven in de dienst«Infrastructuur en Veiligheid». Het grootste deel vanhet budget wordt opgeslorpt door kosten aan energie.Hoe beter we dit budget beheren en economischermaken hoe meer we over hebben voor andere projecten.We zijn begonnen met het bijplaatsen van meters.Meten is weten. We hebben getracht om per gebouwde energiestromen te kunnen opvolgen: gas, elektriciteit,perslucht en water. Het is zeer belangrijk om bijnieuwbouw of renovatie de Regie der Gebouwen, alseigenaar van de gebouwen, te overtuigen om de nodigevoorzieningen te treffen.Beaucoup de bâtiments disposent d’une extinctionautomatique le soir.2. Le service informatique donne la consigned’éteindre les ordinateurs individuels en fin de journée.Pour les nombreux ordinateurs portables, cette déconnexionse fait d’office. Tous les ordinateurs sont configuréspour l’économie d’énergie (extinction des écransquand l’appareil reste inutilisé).Par contre, pour des raisons techniques, l’ICTdéconseille l’extinction totale des ordinateurs pourquelques heures.3. Les prises en location des hébergements del’AFSCA sont assurées par la Régie des Bâtiments, quitraite la question d’économies d’énergie avec les propriétaires.Néanmoins, les services occupants interviennentsouvent auprès des gestionnaires privés afinde réduire les dépenses énergétiques.En ce qui concerne le BIRB:1.a) Aucune mesure prise.b) Diminution du nombre de voitures de service de 4à 3 et le remplacement d’une vieille voiture (annéede construction 1996) par un nouveau véhiculerépondant au norme d’émission EURO 4.c) Remplacement des ampoules d’éclairage par desampoules économiques dans certains locauxcommuns.2. Remplacement d’anciens ordinateurs par denouveaux modèles consommant moins d’énergie etremplacement des anciens écrans CRT par des flatscreensconsommant 30% moins d’énergie.Tenir compte des appareils consommant moinsd’énergie dans les offres de prix ICT «ICT vert».En ce qui concerne le Centre d’études et de recherchesvétérinaires et agrochimiques:1. La politique de l’énergie implique le service«Infrastructure et Sécurité». La plus grande partie dubudget est consacrée aux frais engendrés par l’énergie.Au mieux nous gérons ce budget et nous faisons deséconomies, au plus nous disposons de moyens pourd’autres projets.Nous avons commencé par le placement de compteurs.Compter, c’est connaître sa consommation.Nous avons essayé, par bâtiment, de pouvoir suivre laconsommation énergétique: gaz, électricité, air compriméet eau. Il est très important, tant dans une nouvelleconstruction que pour une rénovation, de pouvoirconvaincre la Régie des bâtiments, en tant quepropriétaire des bâtiments, de prévoir les équipementsnécessaires.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 42972 - 6 - 2008Uit de metingen hebben we een zicht gekregen op degrote gebruikers. Om het waterverbruik te verminderenhebben we alle open koelsystemen vervangen. Deluchtbevochtigers worden s’nachts automatisch buitendienst gezet. Uit metingen hebben we ook kunnenterugvinden dat de autoclaven in ruststand nog veelwater verbruiken. Op dezelfde wijze hebben we hetelektriciteitsverbruik ook kunnen beperken.Het resultaat van dit alles is dat het verbruik lichtdaalt niettegenstaande dat de activiteiten sterk zijnuitgebreid en er de laatste jaren verschillende diepvriezers-80 o C en airco’s zijn geïnstalleerd.Verdere evaluatie van de cijfers en het aanpassenvan de installaties, heeft ertoe geleid dat we in dezomer de verwarmingsketels in gebouw E, C, H en Fkunnen uitschakelen.a) In de oudste gebouwen A en C hadden we ijzerenramen en buitendeuren met enkel glas. In gebouwC zijn alle ramen vervangen. De deuren moetennog vervangen worden. In gebouw A blijven nogenkele ramen over om te vervangen. De Regie derGebouwen heeft hier momenteel geen budget voor.In al de andere gebouwen beschikken we al overdubbel glas.b) Bij het vervangen van onze dienstwagen wordt hetverbruik en het voldoen aan de econorm meegenomenin de gunningcriteria. Dit jaar hebben we bijhet vervangen van twee lichte vrachtwagens eenspoiler voorzien om het brandstofverbruik teverminderen.c) Uit de elektriciteitsverbruiken stellen we vast dathet verbruik’s nachts of overdag bijna gelijk is. Ditkomt omdat we veel continue systemen hebben die24 op 24 u werken: killertanks, koeling, verwarming,frigo’s, koude kamers,... Al meer dan 10 jaarzijn we bezig met de Regie der Gebouwen om despanning van 220V naar 400V te brengen. Van aldeze plannen is de hoogspanningscabine al aangepasten zijn de gebouwen B en G al op 400V. Al deelektriciteitskasten van gebouw A, C en D zoudennog vervangen moeten worden.2. De IT-dienst heeft al een aantal monitoringsgedaan en wij kunnen beweren dat ongeveer 95% vande pc’s aan het einde van de werkdag afgezet worden.De andere 5% kunnen niet afgezet worden omdatdeze pc’s voor veiligheid, controles en ICT-dienst(afstandaansluiting) gebruikt worden.D’après les relevés, nous avons une vue sur lesgrands postes de consommation. Afin de réduire laconsommation de l’eau, nous avons remplacé tous lessystèmes ouverts de refroidissement. Les humidificateursd’air sont automatiquement coupés la nuit.D’après les relevés, nous avons également pu constaterque les autoclaves au repos consommaient encorebeaucoup d’eau. De la même façon, nous avons puégalement restreindre la consommation d’électricité.Le résultat de tout ceci est que la consommationdiminue légèrement, alors que les activités se sontfortement développées, et que, au cours des dernièresannées, différents congélateurs à -80 o et plusieurs conditionnementsd’air ont été installés.D’autres évaluations des chiffres et l’adaptation desinstallations ont permis de déconnecter pendant l’étéles chaudières des bâtiments E, C, H et F.a) Dans les plus anciens bâtiments A et C, nousavions des châssis en fer et des portes extérieuresen simple vitrage. Dans le bâtiment C toutes lesfenêtres sont remplacées. Les portes doivent encoreêtre remplacées. Dans le bâtiment A, quelquesfenêtres sont encore à remplacer. La Régie desbâtiments n’a pour le moment pas de budget pourceci. Dans tous les autres bâtiments, nous disposonsdéjà de double vitrage.b) Lors du remplacement de nos voitures de service,la consommation et la réponse aux normes écosont prises en considération dans les critèresd’adjudication. Cette année, lors du remplacementde deux camionnettes légères, nous avons prévu unspoiler afin de réduire la consommation de carburant.c) Nous constatons, d’après les consommationsd’électricité, que la consommation est presqueégale la journée et la nuit. Ceci vient du fait quenous avons beaucoup de systèmes continus quitravaillent 24 heures sur 24: killertanks, refroidisseurs,chauffage, frigos, chambres froides,...Depuis plus de 10 ans, nous sommes occupés avecla Régie des Bâtiments à porter le courant de 220Và 400V. Pour tous ces plans, la cabine à hautetension est déjà adaptée, et les bâtiments B et Gsont déjà en 400V. Toutes les armoires d’électricitédes bâtiments A, C et D devraient encore êtreremplacées.2. Le service IT a déjà procédé à un certain nombrede monitorings, et nous pouvons affirmer que environ95% des pc sont éteints à la fin de la journée.Les 5% restant ne peuvent pas être éteints parcequ’ils sont utilisés pour la sécurité, les contrôles et leservice IT (connections à distance)KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4298 QRVA 52 0202 - 6 - 20083. Omdat de Regie der Gebouwen geen budgettenkan vrijmaken hebben we zelf al een groot deel van deverlichting vernieuwd in gebouw A en D bijverfraaiingwerken. De algemene regel is ook dat delaatste die de dienst verlaat de verlichting uit doet. Ditwordt vrij goed opgevolgd.3. Étant donné que la Régie des Bâtiments ne pouvaitpas débloquer de budget, nous avons nous-mêmerenouvelé dans le bâtiment A et D une grande partie del’éclairage lors de travaux d’entretien. La règle généraleest également que le dernier qui quitte un serviceéteint la lumière en partant. Cette règle est fort bienrespectée.DO 2007200803055 DO 2007200803055Vraag nr. 34 van mevrouw Nathalie Muylle van24 april 2008 (N.) aan de minister van KMO’s,Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid:FAVV. — Oefening traceerbaarheid in voedselketen.— Varkensvleeskolom.Het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van deVoedselketen (FAVV) hield van 15 tot 18 januari 2008een grootschalige oefening over de traceerbaarheid inde voedselketen, meer bepaald de varkensvleeskolom.Het was een oefening «op reële schaal», en niet loutereen interne procedure bij het FAVV. Bijgevolg werdenalle actoren in de varkensvleeskolom betrokken. Menkoos voor 4 000 «besmette» varkens, vertrekkend uitvijftien slachthuizen, mogelijk terechtkomend bij3 000 operatoren gespreid over de hele voedselketen,waarvan 1 350 verkooppunten.De oefening bracht enkele heikele punten aan hetlicht. De timing kon bijvoorbeeld nog beter. Een volledigeevaluatie van de oefening zou nog niet beschikbaarzijn. In de rapportering van de beroepssectorenzou er nog veel verbetering nodig zijn, zowel qua vormals inhoud, maar vooral qua timing.1. Welke actoren in de kolom leveren de grootstemoeilijkheden om mee te werken?2.a) In hoeverre werd de vooropgestelde timing overschreden?b) Welke problemen zou dit concreet opleveren ingeval van een echte crisis?3.a) Wanneer is de volledige evaluatie van de oefeningbeschikbaar?Question n o 34 de M me Nathalie Muylle du 24 avril2008 (N.) à la ministre des PME, des Indépendants,de l’Agriculture et de la Politique scientifique:AFSCA. — Exercice de simulation pour tester la traçabilitéau sein de la filière viande porcine.L’Agence fédérale pour la Sécurité de la Chaînealimentaire (AFSCA) a organisé à grande échelle, du15 au 18 janvier 2008, un exercice de simulation pourtester la traçabilité dans la chaîne alimentaire, plusparticulièrement au sein de la filière viande porcine. Ils’agissait d’un exercice «à échelle réelle» et non pasuniquement d’une procédure interne à l’AFSCA. Parconséquent, tous les acteurs de cette filière y ont étéassociés. Ont été sélectionnés à cette fin 4 000 porcs«contaminés», partant de quinze abattoirs et susceptiblesd’arriver chez 3 000 opérateurs, dont 1 350 pointsde vente, disséminés sur l’ensemble de la chaînealimentaire.Cet exercice a permis de mettre en évidence quelquespoints faibles de la filière concernée. Par exemple,le timing s’est avéré encore perfectible. Une évaluationcomplète de l’exercice ne serait pas encore disponible.Beaucoup d’améliorations pourraient encore êtreapportées aux rapports transmis par les secteursprofessionnels en ce qui concerne la forme et lecontenu mais surtout du point de vue du timing.1. Avec quels acteurs de la filière viande porcine lacollaboration a-t-elle été la plus malaisée?2.a) Dans quelle mesure le timing fixé a-t-il étédépassé?b) Quels problèmes cela pourrait-il poser concrètementsi une crise éclatait réellement?3.a) Quand l’évaluation complète de cet exercice sera-telledisponible?b) Zullen we deze kunnen inkijken? b) Pourrons-nous en prendre connaissance?4.a) Zal deze test ook uitgevoerd worden in anderesectoren?4.a) Ce test sera-t-il également effectué dans d’autressecteurs ?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 42992 - 6 - 2008b) Zo ja, welke sectoren? b) Dans l’affirmative, lesquels?c) Wanneer wordt dit gepland? c) Quand ces autres tests devraient-ils être réalisés?Antwoord van de minister van KMO’s, Zelfstandigen,Landbouw en Wetenschapsbeleid van 30 mei2008, op de vraag nr. 34 van mevrouw NathalieMuylle van 24 april 2008 (N.):1. Één van de belangrijkste conclusies bij de evaluatievan deze oefening is dat de meerderheid van debetrokken sectoren actief heeft meegewerkt. Alle categorieënvan operatoren van de productiekolom — datwil zeggen van het slachthuis tot de distributie —hebben aan de oefening deelgenomen, zonder enigbijzonder onderscheid.Het is evenwel niet mogelijk om de deelnemingsgradenvan de verschillende categorieën van operatorenmet elkaar te vergelijken [omdat deze niet werdenberekend].Inderdaad, naarmate men verder gaat in de productiekolomneemt het aantal te traceren loten productentoe en worden ze gevarieerder. Het traceren wordt dussteeds omvangrijker en dient door meer operatoren teworden uitgevoerd, wat wellicht een aantal moeilijkhedenkan verklaren die hogerop in de productiekolomwerden ondervonden.2. Een van de belangrijke punten bij een dergelijketracering van gecontamineerde producten is het reactievermogenvan de operatoren, namelijk de tijd dieeen operator nodig heeft om, vanaf het ogenblikwaarop hij de gegevens ontvangt van de door een leveranciergeleverde te traceren partijen, op zijn beurt debewuste producten te traceren en een synthese temaken van de traceerbaarheidsgegevens voor zijnklanten en de volgende operatoren in de bedrijfskolom.Als het, zoals in deze oefening, gaat om het tracerenvan goed gedefinieerde loten gedurende eenbeperkte productieperiode, bedraagt de door hetFAVV verwachte termijn voor het aanleveren vangedetailleerde traceerbaarheidsgegevens ten hoogste4 uren.Bij een crisis is de eerste en belangrijkste doelstellinghet beschermen van de consument door de gecontamineerdeproducten zo snel mogelijk uit de markt tenemen. De tijd die elke operator nodig heeft om detraceerbaarheidsgegevens aan te leveren, is dus van hetgrootste belang. Elke vertraging die daarbij wordtopgelopen, leidt tot een gelijke vertraging voor het uitde markt nemen en het terugroepen van verdachteproducten.Voor alle categorieën van operatoren heeft éénderde van de bedrijven binnen de verwachte termijngeantwoord. Meer details hierover zijn terug te vindenin de evaluatie van de oefening (zie antwoord 3). Hetdient vermeld te worden dat de bij de oefening gegevenRéponse de la ministre des PME, des Indépendants,de l’Agriculture et de la Politique scientifique du30 mai 2008, à la question n o 34 de M me NathalieMuylle du 24 avril 2008 (N.):1. Premièrement, l’une des conclusions obtenueslors de l’évaluation de cet exercice est que la majoritédes secteurs concernés a activement collaboré. Tousles types d’opérateurs de la filière, c’est-à-dire del’abattoir à la distribution, ont participé à l’exercice,sans distinction particulière.Il n’est cependant pas possible de comparer leniveau de participation des différents typesd’opérateurs [car ce calcul n’a pas été réalisé].En avançant dans la filière les lots de produits àretracer se multiplient et deviennent plus variés. Leretraçage à effectuer devient donc de plus en plus volumineuxet doit être effectué par plus d’opérateurs, cequi explique probablement certaines difficultésrencontrées en avançant dans la filière.2. L’un des points importants lors de ce type deretraçage de produits contaminés est la réactivité desopérateurs, à savoir le temps qu’il faut à un opérateurpour, à partir de la réception des données des lots àretracer livrés par un fournisseur, retracer à son tourles produits incriminés et réaliser une synthèse desinformations de traçabilité nécessaires pour ses clientset les opérateurs suivants de la filière. Lorsqu’il s’agit,comme pour cet exercice, d’un retraçage de lots biendéfinis et portant sur une période de production limitée,le délai attendu par l’AFSCA est de 4 heures aumaximum pour fournir les données de traçabilitédétaillées.Lors d’une crise, l’objectif premier est de protégerles consommateurs en retirant du marché au plus viteles produits contaminés. Le délai nécessaire à chaqueopérateur pour fournir les données de traçabilité estdonc essentiel. Chaque retard à ce niveau reported’autant le retrait et le rappel des produits incriminés.Pour tous les types d’opérateurs, un tiers des entreprisesa répondu dans le délai attendu. Pour plus dedétails à ce sujet, nous vous renvoyons à l’évaluationde l’exercice (voir la réponse 3). Il faut noter que lesinstructions de l’exercice ne contenaient pas de consig-KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4300 QRVA 52 0202 - 6 - 2008instructies geen aanwijzing bevatten omtrent deantwoordtijd. Het is dan ook waarschijnlijk dat eenaantal operatoren de oefening zonder al te veel haasthebben uitgevoerd.3. De volledige evaluatie van de oefening werd aande sector medegedeeld op 3 maart 2008 en werdnadien op de website van het FAVV gepubliceerd. Deevaluatie kan dus door iedereen worden ingekeken opwww.favv.be — beroepssectoren — traceerbaarheidsoefening.Deze evaluatie werd op 19 maart 2008ook voorgesteld op het Raadgevend Comité van hetFAVV.4. Het Raadgevend Comité van het FAVV nam metbelangstelling kennis van de conclusies van de oefeningen werd ervan in kennis gesteld dat de oefeningzou worden herhaald. Hoewel de praktische regelsvoor latere oefeningen nog niet zijn vastgelegd, magmen aannemen dat die zullen plaatsvinden in eenandere sector.nes en ce qui concerne le délai de réponse. Certainsopérateurs ont donc probablement réalisé l’exercicesans trop se presser.3. L’évaluation complète de l’exercice a été diffuséeau secteur le 3 mars 2008 et ensuite mise en ligne sur lesite Internet de l’AFSCA. L’évaluation est donc accessibleà tous (www.afsca.be — professionnels — exercicetraçabilité). Cette évaluation a également été présentéele 19 mars 2008 au Comité consultatif del’AFSCA.4. Le comité consultatif de l’AFSCA a pris connaissanceavec intérêt des conclusions de cet exercice et aété informé qu’il serait répété. Bien que les modalitéspratiques de futurs exercices n’ont pas encore étéfixées, on peut imaginer qu’ils se dérouleront dans unautre secteur.DO 2007200802710 DO 2007200802710Vraag nr. 36 van de heer Guy D’haeseleer van 29 april2008 (N.) aan de minister van KMO’s, Zelfstandigen,Landbouw en Wetenschapsbeleid:Identificatie van paarden.Tegen 1 juli 2008 moeten alle paarden in België eenmicrochip ingeplant krijgen om de identificatie mogelijkte maken, dit ter bescherming van de volksgezondheiden de voedselketen.Deze procedure werd gefaseerd ingevoerd.Tegen 1 juli 2006 moesten alle paarden die dienenvoor consumptie of uitvoer geïdentificeerd zijn. Tegen1 juli 2007 waren de veulens, geboren in 2006 aan debeurt. Tegen 1 juli 2008 moet elke paard voorzien zijnvan een microchip in de hals.1.a) In hoeverre zijn deze richtlijnen opgevolgd?b) Hoeveel inbreuken zijn er vastgesteld, opgesplitstper Gewest?2. Zijn er gedurende de procedure moeilijkhedenopgedoken waardoor de timing niet kon gehaaldworden?Question n o 36 de M. Guy D’haeseleer du 29 avril2008 (N.) à la ministre des PME, des Indépendants,de l’Agriculture et de la Politique scientifique:Identification des chevaux.Dans un souci de protection de la santé publique etde la chaîne alimentaire, tous les chevaux présents surle territoire belge devront avoir été identifiés au plustard le 1 er juillet 2008 par l’implantation d’une puceélectronique.Cette procédure a été introduite en plusieurs phases.En effet, l’identification des chevaux destinés à laconsommation ou à l’exportation devait avoir étéréalisée au plus tard le 1 er juillet 2006, celle de tous lespoulains nés après le 31 décembre 2005 au plus tard le1 er juillet 2007 et, enfin, celle de tous les autreschevaux présents sur le territoire belge au plus tard le1 er juillet 2008. A cette dernière date, chaque chevaldevra donc porter une micropuce implantée dans lapartie gauche de l’encolure.1.a) Dans quelle mesure les directives ci-dessus ontellesété respectées?b) Combien d’infractions ont été constatées danschaque Région?2. Des difficultés se sont-elles produites au long dela procédure, rendant impossible le respect du timing?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 43012 - 6 - 20083. Acht u het haalbaar dat op 1 juli 2008 de ganseprocedure zal zijn afgewerkt?Antwoord van de minister van KMO’s, Zelfstandigen,Landbouw en Wetenschapsbeleid van 30 mei2008, op de vraag nr. 36 van de heer Guy D’haeseleervan 29 april 2008 (N.):Ik heb de eer het geachte lid als volgt te antwoorden.1.a) Vandaag zijn er 74 148 paarden geregistreerd in degegevensbank. 54 901 dossiers zijn definitief afgewerkt,waarvan 37 972 betreffende paarden die inde voedselketen gehouden worden.2. De voornaamste ondervonden moeilijkhedenzijn de volgende:— een groot aantal eigenaars stellen, na het indienenvan hun aanvraag, het bezoek van de identificeerderuit omdat de paarden niet ter plaatse zijn,ofwel om financiële redenen;— ongeveer 30% van de dossiers wordt teruggestuurdnaar de identificeerders, ofwel omdat erdocumenten ontbreken, ofwel omdat de grafischesignalementen niet correct zijn;— de afhandelingstermijnen van bepaalde stamboekenzijn erg lang;— het niet betalen van de forfaitaire bedragen aan dedierenartsen identificeerders vertraagt eveneens deafsluiting van de dossiers;— bepaalde identificeerders zenden de documentenniet terug en houden ze meerdere maanden bij.3. Voor de paarden, bedoeld in artikel 3, § 1, punt3, van het koninklijk besluit van 16 juni 2005 betreffendede identificatie en de encodering van de paardenin een centrale gegevensbank, heb ik onlangs een tolerantieperiodetot 31 december 2008 toegestaan.Concreet betekent dit dat voor paarden die het Belgischegrondgebied niet verlaten, die niet naar hetslachthuis gaan, die niet van eigenaar veranderen endie niet deelnemen aan verzamelingen, de aanvraag totidentificatie bij de beheerder van de gegevensbankingediend moet zijn voor 1 juli 2008 en dat deze 6maanden tijd zal hebben om de dossiers af te sluiten.3. L’échéance finale du 1 er juillet 2008 pour la réalisationde la dernière étape de la procédure vous paraîtelleréaliste?Réponse de la ministre des PME, des Indépendants,de l’Agriculture et de la Politique scientifique du30 mai 2008, à la question n o 36 de M. GuyD’haeseleer du 29 avril 2008 (N.):J’ai l’honneur de donner la réponse suivante à laquestion de l’honorable membre.1.a) Il y a actuellement 74 148 chevaux enregistrés dansla banque de données. 54 901 dossiers sont définitivementclôturés et parmi ceux-ci, 37 972 concernentdes équidés maintenus dans la chaîne alimentaire.2. Les principales difficultés rencontrées sont lessuivantes:— un grand nombre de propriétaires, après avoirintroduit leur demande d’identification postposentles visites des identificateurs soit parce que leséquidés ne sont pas sur place, soit pour des raisonspécuniaires;— environ 30% des dossiers sont retournés aux identificateurs,soit parce qu’il manque des documents,soit parce que les signalements graphiques ne sontpas corrects;— les délais de traitement des dossiers par certainsstudbook sont très longs;— le non-paiement du montant forfaitaire aux vétérinairesidentificateurs retarde également la clôturedes dossiers;— certains identificateurs ne renvoient pas les documentset les conservent chez eux pendant plusieursmois.3. Je viens d’accorder une période de tolérancejusqu’au 31 décembre 2008, pour les équidés visés àl’article 3, § 1 er , point 3, de l’arrêté royal du 16 juin2005 relatif à l’identification et à l’encodage des chevauxdans une banque de données centrale. Cela signifieconcrètement, que pour les équidés qui ne quittentpas le territoire belge, qui ne vont pas à l’abattoir, quine changent pas de propriétaire et qui ne participentpas à des rassemblements, la demande d’identificationdoit être introduite auprès du gestionnaire de labanque de données pour le 1 er juillet 2008 et que celuiciaura 6 mois pour clôturer les dossiers.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4302 QRVA 52 0202 - 6 - 2008DO 2007200803716 DO 2007200803716Vraag nr. 50 van mevrouw Nathalie Muylle van15 mei 2008 (N.) aan de minister van KMO’s,Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid:Openbaarheid van de Europese subsidiegegevens.Volgens eurocommissaris Fischer Boel hebben demensen het recht om te weten wat met hun belastinggeldgebeurt. Daarom werden er regels vastgelegd voorde bekendmaking van gegevens over iedereen aan wieEuropese landbouw- en plattelandssteun uitbetaaldwordt. Uiterlijk op 30 april 2009 moeten de burgers opwebsites de volledige naam, de postcode en degemeente van elke steunontvanger kunnen opzoeken,plus het bedrag dat de persoon of het bedrijf in kwestieontvangen heeft. De gegevens moeten in alle lidstatenop een duidelijke en identieke manier worden weergegeven.Wie de website bouwt en onderhoudt en of aldan niet nog extra gegevens worden bekendgemaaktvan de steunontvangers, kan de lidstaat zelf bepalen.1.a) Is er reeds overleg met de Gewesten om een beslissingte nemen wie deze website zal ontwerpen enonderhouden?b) Zijn er al afspraken gemaakt rond de financiëlelastenverdeling?2. Welke informatie zal op deze website geplaatstworden: enkel het strikt nodige of zal er nog extrainformatie vermeld worden?Antwoord van de minister van KMO’s, Zelfstandigen,Landbouw en Wetenschapsbeleid van 29 mei2008, op de vraag nr. 50 van mevrouw NathalieMuylle van 15 mei 2008 (N.):In antwoord op uw vraag kan ik u meedelen dat hetBIRB de lijst van de begunstigden van hulp die hetbeheert in het kader van de ondersteunende maatregelenvoor de markt (restituties, tussenkomst bij opslag)momenteel al publiceert. De beschikbare gegevensgaan terug tot het jaar 2002.Wat de andere hulp betreft, die valt onder debevoegdheid van de gewestelijke overheden. In datkader werd een werkgroep belegd tussen de federaleoverheid en de gewestelijke uitkeringsorganismen opgerichtom de toepassingsmodaliteiten te onderzoeken.Ten slotte zou de inhoud moet beperkt blijven tot deverplichtingen bepaald in de Europese bepalingen(artikel 1 van het reglement (EG) nr. 259/2008 van deCommissie van 18 maart 2008). Dit element moet ookQuestion n o 50 de M me Nathalie Muylle du 15 mai2008 (N.) à la ministre des PME, des Indépendants,de l’Agriculture et de la Politique scientifique:Publicité des données relatives aux subsides européens.Selon le commissaire européen Fischer Bœl, les citoyensont le droit de savoir ce qu’il advient de l’argentde leurs contributions. C’est la raison pour laquelledes règles ont été fixées concernant la publication desdonnées relatives aux personnes qui perçoivent desaides agricoles et rurales de l’Union européenne. C’estainsi que pour le 30 avril 2009 au plus tard, les citoyensdevront être en mesure de trouver sur un site weble nom complet, le code postal et la commune de toutbénéficiaire d’une telle aide, ainsi que le montant quela personne ou l’entreprise concernée a reçu. Cesdonnées devront être présentées de manière claire etidentique dans tous les États membres. Chaque Étatmembre peut en revanche choisir lui-même l’entreprisequi créera et mettra à jour le site web en question, etpourra également choisir de publier ou non certainesdonnées supplémentaires relatives aux bénéficiaires.1.a) Une concertation a-t-elle déjà eu lieu avec lesrégions en vue de décider à qui seront confiées lacréation, la gestion et la mise à jour de ce site web?b) Des accords ont-ils déjà été conclus à propos de larépartition des charges financières?2. Quelles informations seront-elles placées sur cesite: uniquement le strict nécessaire ou y aura-t-ilégalement d’autres informations?Réponse de la ministre des PME, des Indépendants,de l’Agriculture et de la Politique scientifique du29 mai 2008, à la question n o 50 de M me NathalieMuylle du 15 mai 2008 (N.):En réponse à votre question, je vous informe qu’à cejour, le BIRB publie déjà la liste des bénéficiairesd’aides dont il assure la gestion dans le cadre desmesures de soutien au marché (restitution, aides austockage). Les données disponibles remontent àl’année 2002.Pour ce qui concerne les autres aides, celles-ci relèventdes autorités régionales. À ce sujet un groupe detravail associant le fédéral et les organismes payeursrégionaux a été mis en place afin d’examiner les modalitésde mise en œuvre.Enfin, le contenu des données devrait se limiter auxobligations fixées par les dispositions européennes(article 1 er du règlement (CE) n o 259/2008 de laCommission du 18 mars 2008). Cet élément doit égale-KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 43032 - 6 - 2008besproken worden door de federale overheid en deGewesten.ment faire l’objet d’une discussion entre le fédéral etles Régions.Minister van Maatschappelijke Integratie,Pensioenen en Grote StedenMinistre de l’Intégration sociale,des Pensions et de Grandes villesDO 2007200802465 DO 2007200802465Vraag nr. 5 van de heer Wouter De Vriendt van 9 april2008 (N.) aan de minister van MaatschappelijkeIntegratie, Pensioenen en Grote Steden:Rustpensioenen. — Uitkeringscategorieën.Question n o 5 de M. Wouter De Vriendt du 9 avril2008 (N.) à la ministre de l’Intégration sociale,des Pensions et des Grandes villes:Pensions de retraite. — Catégories d’allocataires.1. Kan uw administratie meedelen: 1. Votre administration pourrait-elle nous communiquer:a) Het aantal rechtmatige personen die van een rustpensioengenieten en dit opgedeeld volgens:— arbeiders-bedienden, weddetrekkenden in de privateindustrie;a) Le nombre de personnes qui bénéficient d’unepension de retraite, en faisant la distinction entreles catégories suivantes :— ouvriers-employés, salariés dans l’industrie privée;— zelfstandigen; — indépendants;— ambtenaren in overheidsdienst. — fonctionnaires des services publics.b) Cijfers opgedeeld volgens uitkeringscategorieënper jaar, met vermelding van de absolute cijfers énhet percentage ten opzichte van het totaal:b) Les chiffres par catégorie d’allocataires et par an,avec mention des chiffres absolus et du pourcentagepar rapport au total:— tot 5 000 euro; — jusqu’à 5 000 euros;— van 5 001 tot 10 000 euro; — de 5 001 à 10 000 euros;— van 10 001 tot 15 000 euro; — de 10 001 à 15 000 euros;— van 15 001 tot 20 000 euro; — de 15 001 à 20 000 euros;— van 20 001 tot 30 000 euro; — de 20 001 à 30 000 euros;— van 30 001 tot 50 000 euro; — de 30 001 à 50 000 euros;— meer dan 50 000 euro. — plus de 50 000 euros.2. Welke maatregelen overweegt u om de kloof tussende laagste en hoogste pensioenen te verkleinen?Antwoord van de minister van MaatschappelijkeIntegratie, Pensioenen en Grote Steden van 30 mei2008, op de vraag nr. 5 van de heer Wouter DeVriendt van 9 april 2008 (N.):Het antwoord op deze vraag is het geachte lid rechtstreekstoegestuurd. Gezien het louter documentairekarakter ervan wordt het niet in het bulletin vanVragen en Antwoorden opgenomen maar ligt ter2. Quelles mesures envisagez-vous de prendre pourréduire le fossé entre les pensions les plus élevées et lesplus basses?Réponse de la ministre de l’Intégration sociale, desPensions et des Grandes villes du 30 mai 2008, à laquestion n o 5 de M. Wouter De Vriendt du 9 avril2008 (N.):La réponse à cette question a été transmise directementà l’honorable membre. Étant donné son caractèrede pure documentation, il n’y a pas lieu del’insérer au bulletin des Questions et Réponses, maisKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4304 QRVA 52 0202 - 6 - 2008inzage bij de griffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers(dienst Parlementaire Vragen).elle peut être consultée au greffe de le Chambre desreprésentants (service des Questions parlementaires).DO 2007200802812 DO 2007200802812Vraag nr. 22 van de heer Jan Mortelmans van 17 april2008 (N.) aan de minister van MaatschappelijkeIntegratie, Pensioenen en Grote Steden:Kabinetten. — Wagenpark.Het aantreden van een nieuwe regering betekentgewoonlijk ook een aanpassing van het wagenpark.1. Over hoeveel voertuigen beschikt het kabinet enwie maakt ervan gebruik?Question n o 22 de M. Jan Mortelmans du 17 avril2008 (N.) à la ministre de l’Intégration sociale,des Pensions et des Grandes villes:Cabinets ministériels. — Parc automobile.Traditionnellement, l’entrée en fonction d’unnouveau gouvernement entraîne également des changementsau niveau du parc automobile des cabinets.1. De combien de véhicules dispose votre cabinet etqui les utilise?2. Werden er voertuigen overgenomen? 2. Des véhicules ont-ils été repris?3. Wat is telkens het bouwjaar, het type, de cilinderinhouden de aanschafwaarden en -wijze?3. Pouvez-vous m’indiquer, pour chaque véhicule,l’année de construction, le type, la cylindrée ainsi quele prix et les modalités d’acquisition?4. Aan welke emissienorm voldoen de voertuigen? 4. À quelle norme d’émission ces véhicules satisfont-ils?5.a) Zijn de voertuigen uitgerust met ISA (intelligentesnelheidsbegrenzing)?5.a) Sont-ils munis du système ISA (intelligent speedadaptation) ?b) Zo neen, waarom niet? b) Dans la négative, pourquoi?6. Welk voertuig gebruikt u hoofdzakelijk? 6. Quel véhicule utilisez-vous principalement?Antwoord van de minister van MaatschappelijkeIntegratie, Pensioenen en Grote Steden van 30 mei2008, op de vraag nr. 22 van de heer Jan Mortelmansvan 17 april 2008 (N.):In antwoord op uw vragen heb ik de eer u hetvolgende mee te delen.1. Ons wagenpark bestaat uit 7 voertuigen die terbeschikking worden gesteld van de minister, de kabinetschef,de persattaché en de chauffeurs. Er is echteréén reservevoertuig beschikbaar voor de personeelsledenin geval er geen chauffeur beschikbaar is.2. Alle voertuigen die het vorige kabinet toebehoorden,werden overgenomen.3. Het wagenpark bestaat uit de volgende voertuigen:Réponse de la ministre de l’Intégration sociale, desPensions et des Grandes villes du 30 mai 2008, à laquestion n o 22 de M. Jan Mortelmans du 17 avril2008 (N.):En réponse à vos questions, j’ai l’honneur de vouscommuniquer ce qui suit.1. Notre parc automobile se compose de 7 véhiculesdont les principaux utilisateurs sont la ministre, ledirecteur de Cabinet, l’attaché de presse et les chauffeurs.Les véhicules peuvent être mis à la dispositiondes membres du personnel pour les missions extérieures.2. Tous les véhicules appartenant au Cabinet précédentont fait l’objet d’une reprise.3. Le parc automobile est constitué des véhiculessuivants:KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 43052 - 6 - 2008TypeCilinderinhoudJaar Type Cylindrée AnnéeAudi A8 ..................................... 3,0 l 2005 Audi A8 ..................................... 3,0 l 2005Audi A6 ..................................... 2,0 l 2006 Audi A6 ..................................... 2,0 l 2006Audi A3 ..................................... 2,0 l 2007 Audi A3 ..................................... 2,0 l 2007Peugeot 807 ............................... 2,0 l 2006 Peugeot 807 ............................... 2,0 l 2006Peugeot 407 ............................... 2,0 l 2006 Peugeot 407 ............................... 2,0 l 2006Peugeot 1007 .............................. 1,4 l 2006 Peugeot 1007 .............................. 1,4 l 2006Peugeot 206 ............................... 1,4 l 2004 Peugeot 206 ............................... 1,4 l 2004Er werden leasingcontracten gesloten voor het hele Des contrats de leasing ont été conclus pourwagenpark.l’ensemble du parc automobile.4. De CO 2-uitstoot per g/km bedraagt voor: 4. Les émissions de CO 2par g/km sont pour:Type CO 2Type CO 2Audi A8 ......................................................... 231 g/km Audi A8 231 g/kmAudi A6 ......................................................... 164 g/km Audi A6 164 g/kmAudi A3 ......................................................... 148 g/km Audi A3 148 g/kmPeugeot 807 ................................................... 189 g/km Peugeot 807 189 g/kmPeugeot 407 ................................................... 189 g/km Peugeot 407 189 g/kmPeugeot 1007 ................................................. 124 g/km Peugeot 1007 124 g/kmPeugeot 206 ................................................... 147 g/km Peugeot 206 147 g/kmVerschillende leasingcontracten lopen af in 2008.Onze keuze zal uitgaan naar wagens die minder CO 2en minder verontreinigende stoffen uitstoten. Onzedoelstelling bestaat erin een gemiddelde te bereikenvan 150 g/km vóór het einde van 2008 en van 130 g/kmvóór het einde van 2012 overeenkomstig de nieuwemaatregelen die door de federale regering wordengetroffen in het kader van de strijd tegen de klimaatverandering.De nieuwe voertuigen met een dieselmotorzullen bovendien worden uitgerust met een roetfilter.Plusieurs contrats de leasing viennent à échéance en2008. Notre choix se portera sur des voitures moinsémettrices de CO 2et moins polluantes. Notre objectifest d’atteindre une moyenne de 150 g/km d’ici la fin de2008 et de 130 g/km d’ici la fin de 2012 conformémentaux nouvelles dispositions prises par le gouvernementfédéral dans le cadre de la lutte contre le changementclimatique. Les nouveaux véhicules à moteur dieselseront, en outre, équipés d’un filtre à particules.5. Alle voertuigen beschikken over het ISA-systeem. 5. Tous les véhicules disposent du système ISA.6. De gebruiksfrequentie van de voertuigen werd 6. À l’exception du véhicule de réserve, toutes lesniet geanalyseerd, maar er zal een studie op basis van voitures sont utilisées de manière régulière.de afgelegde kilometers worden uitgevoerd om detoekomstige noden vast te stellen.DO 2007200803182 DO 2007200803182Vraag nr. 37 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de minister vanMaatschappelijke Integratie, Pensioenen enGrote Steden:RVP. — administratie der Pensioenen. — Ambtenaren.— Pensioneringen.Voor de jaren 2005 en 2006 kreeg ik graag een overzicht,telkens opgesplitst per taalrol, van:1. het aantal statutaire, respectievelijk contractueleambtenaren dat bij de Rijksdienst voor Pensioenen(RVP) met rustpensioen is gegaan;Question n o 37 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) à la ministre de l’Intégration sociale,des Pensions et des Grandes villes:ONP. — administration des pensions. — Agents. —Pensions.Pourriez-vous me fournir, pour les années 2005 et2006, un aperçu, par rôle linguistique:1. du nombre d’agents statutaires et contractuels del’Office national des pensions (ONP) ayant pris leurpension de retraite;KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4306 QRVA 52 0202 - 6 - 20082. het aantal statutaire, respectievelijk contractueleambtenaren dat bij de RVP vroegtijdig werd gepensioneerdwegens ziekte of gebrekkigheid;3. het aantal statutaire, respectievelijk contractueleambtenaren dat bij de administratie der Pensioenenmet rustpensioen is gegaan;4. het aantal statutaire, respectievelijk contractueleambtenaren dat bij de administratie der Pensioenenvroegtijdig werd gepensioneerd wegens ziekte ofgebrekkigheid;5. het aantal op rust gestelde ambtenaren verdeeldover de verschillende overheidsdiensten waarvan hetpensioen beheerd wordt door de administratie derPensioenen?Antwoord van de minister van MaatschappelijkeIntegratie, Pensioenen en Grote Steden van 30 mei2008, op de vraag nr. 37 van mevrouw Maggie DeBlock van 28 april 2008 (N.):In antwoord op uw vragen heb ik de eer u volgendeinlichtingen mee te delen.2. du nombre d’agents statutaires et contractuelsadmis à la retraite anticipée pour cause de maladie oud’infirmité;3. du nombre d’agents statutaires et contractuels del’Administration des pensions ayant pris leur pensionde retraite;4. du nombre d’agents statutaires et contractuels del’Administration des pensions admis à la retraité anticipéepour cause de maladie ou d’infirmité;5. du nombre d’agents pensionnés, pour les différentsservices publics, dont la pension est gérée parl’Administration des pensions.Réponse de la ministre de l’Intégration sociale, desPensions et des Grandes villes du 30 mai 2008, à laquestion n o 37 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.):En réponse à vos questions, j’ai l’honneur de vouscommuniquer les renseignements suivants.A. Rijksdienst voor Pensioenen A. Office national des pensions1. De ambtenaren die in de loop van 2005 en 2006tot het vrijwillig vervroegd rustpensioen en tot hetwettelijk rustpensioen werden toegelaten, worden alsvolgt verdeeld:1. Les agents qui ont été admis à la pension deretraite anticipée volontaire et à la pension légale aucours des années 2005 et 2006, sont répartis commesuit:Jaar F N T Année F N T2005 18 30 48 2005 18 30 482006 29 24 53 2006 29 24 532. De ambtenaren die in de loop van 2005 en 2006het vroegtijdig pensioen wegens gezondheidsredenenof lichamelijke ongeschiktheid werden toegekend,worden als volgt verdeeld:2. Les agents qui au cours des années 2005 et 2006ont été mis à la retraite prématurément pour raison desanté ou d’inaptitude physique sont répartis commesuit:Jaar F N T Année F N T2005 3 2 5 2005 3 2 52006 5 3 8 2006 5 3 8Over 2005 werden er geen contractuelen gepensioneerd.In 2006 werd er slechts 1 vrijwillig vervroegdepensionering (N) van een contractueel geregistreerd.Voor de beide jaren werden er geen afvloeiingenwegens definitieve arbeidsongeschiktheid vastgesteld.Au cours de 2005, il n’y a pas eu départ à la pensiond’agents contractuels. En 2006, une seule mise à laretraite anticipée volontaire d’un contractuel (N) estenregistrée. Pour ces 2 années il n’y a pas eu de départsenregistrès pour cause d’incapacité définitive de travail.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 43072 - 6 - 2008B. Pensioendienst voor de Overheidssector. B. Service des pensions du Secteur publicIn de tabel hieronder vindt u het overzicht van hetaantal gepensioneerden met de reden van pensioneringvan de Pensioendienst voor de overheidssector (PDOS)voor de jaren 2005, 2006 en 2007.PDOSDans le tableau ci-dessous vous trouverez un aperçudu nombre de pensionnés du Service des pensions duSecteur public mentionnant la raison de la mise à laretraite pour les années 2005, 2006 et 2007.SdPSPOppensioenstellingen 2005-2007 Mises à la retraite 2005-2007Vastbenoemden — StatutairesContractuelen — ContractuelsJaar—AnnéeLeeftijd—ÂgeFRZiekte—MaladieLeeftijd—ÂgeNLZiekte—MaladieLeeftijd—ÂgeFRZiekte—MaladieLeeftijd—ÂgeNLZiekte—MaladieTotaal—Total2005 3 1 13 1 182006 4 3 2 3 1 132007 6 2 4 213 6 19 6 1 45Bijgevoegde tabel geeft het aantal rustpensioenentoegekend door de PDOS voor de jaren 2006 en 2007.Gelet op de omvang van de tabellen zullen dezelfdegegevens per overheidsdienst rechtstreeks aan uworden medegedeeld.Aantal rustpensioenen per beleidsniveauLe tableau en annexe mentionne le nombre depensions de retraite attribuées par le SdPSP pour lesannées 2006 et 2007. Vu le volume des tableaux, lesmêmes données par service public seront communiquéesdirectement à l’honorable membre.Nombre de pensions de retraite par niveau de pouvoir20062007M/HV/FM/H+V/FM/HV/FM/H+V/FFederaal — FédéralFED — Ambt. — FED — Fonctionnaires ............................ 21 090 6 923 28 013 20 972 7 279 28 251FED — Speciale Korpsen. — FED — Corps spéciaux .......... 2 408 910 3 318 2 443 983 3 426FED — Aut. overheidsbedr. — FED — Entreprises publiquesautonomes ............................................................................ 27 531 7 487 35 018 28 578 7 780 36 358FED — Inst. Openb. Nut. — FED — Organismes d’intérêtpublic .................................................................................... 4 747 2 685 7 432 4 813 2 848 7 661FED — Erediensten. — FED — Cultes ................................ 2 367 11 2,378 2 307 12 2 319FED — Leger. — FED — Armée ......................................... 31 728 489 32 217 31 610 583 32 193FED — Geint. politie. — FED — Police intégrée ................. 4 097 169 4 366 4 792 231 5 023FED — Vroegere rijkswacht. — FED — Ancienne gendarmerie......................................................................................... 5 904 9 5 913 5 622 9 5 631Subtotaal — Subtotal .................................................... 99 872 18 683 118 555 101 137 19 725 120 862Vlaamse lokale besturen — Administrations locales flamandesVlaams Gewest-Gemeenten. — Région flamande-Communes 8 024 1 858 9 882 8 296 1 992 10 288Vlaams Gewest-OCMW. — Région flamande-CPAS ............ 1 472 4 384 5 856 1 502 4 754 6 256Vlaams Gewest-Intercom. — Région Flamande-Intercommunales ................................................................... 2 264 705 2 969 2 298 757 3 055Subtotaal. — Subtotal ................................................... 11 760 6 947 18 707 12 096 7 503 19 599KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4308 QRVA 52 0202 - 6 - 200820062007M/HV/FM/H+V/FM/HV/FM/H+V/FWaalse lokale besturen — Administrations locales wallonnesWaals Gewest-Gemeenten. — Région wallonne-Communes . 4 438 1 461 5 899 4 599 1 553 6 152Waals Gewest-OCMW. — Région wallonne-CPAS .............. 763 1 857 2 620 774 1 928 2 702Waals Gewest-Intercom. — Région wallonneintercommunales................................................................... 919 702 1 621 986 739 1 725Subtotaal. — Subtotal ................................................... 6 120 4 020 10 140 6 359 4 220 10 579Brusselse lokale besturen — Administrations locales de Bruxelles-CapitaleBrussel Hoofdstedelijk Gewest-Gemeenten. — Région deBruxelles-Capitale-Communes .............................................. 2 186 974 3 160 2 317 1 109 3 426Brussel Hoofdstedelijk Gewest-OCMW. — Région de Bruxelles-Capitale-CPAS................................................................. 388 885 1 273 396 908 1 304Brussel Hoofdstedelijk Gewest-Intercom. — Région de Bruxelles-Capitale-Intercommunales............................................... 461 1 110 1 571 480 1 144 1 624Subtotaal. — Subtotal ................................................... 3 035 2 969 6 004 3 193 3 161 6 354Vlaamse Gemeenschap en Gewest — Communauté et Région flamandeVlaamse Gemeenschap en Gewest-Departementen. —Communauté et Région flamande-Départements .................. 3 330 756 4 086 3 542 862 4,404Vlaamse Gemeenschap en Gewest-Inst. Openb. Nut. —Communauté et Région flamande — Organismes d’intérêtpublic .................................................................................... 1 264 1 157 2 421 1 366 1 245 2 611Subtotaal. — Subtotal ................................................... 4 594 1 913 6 507 4 908 2 107 7 015Franse Gemeenschap — Communauté françaiseFranse Gemeenschap-Departementen. — Communauté française-Départements............................................................... 644 580 1 224 677 622 1 299Franse Gemeenschap-Inst. Openb. Nut. — Communauté française-Organismesd’intérêt public .......................................... 877 810 1 687 917 846 1 763Subtotaal. — Subtotal ................................................... 1 521 1 390 2 911 1 594 1 468 3 062Duitstalige Gemeenschap — Communauté germanophoneDuitstalige Gemeenschap-Departementen. — Communautégermanophone-Départements ................................................ 11 3 14 13 3 16Duitstalige Gemeenschap-Inst. Openb. Nut. — Communautégermanophone-Organismes d’intérêt public .......................... 2 2 2 2Subtotaal. — Subtotal ................................................... 13 3 16 15 3 18Waals Gewest — Région wallonneWaals Gewest-Departementen. — Région wallonne-Départements ........................................................................ 1 687 336 2 023 1 773 370 2 143Waals Gewest-Inst. Openb. Nut. — Région wallonne-Organismes d’intérêt public .................................................. 361 110 471 372 124 496Subtotaal. — Subtotal ................................................... 2 048 446 2 494 2 145 494 2 639KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 43092 - 6 - 200820062007M/HV/FM/H+V/FM/HV/FM/H+V/FBrussels Hoofdstedelijk Gewest — Région de Bruxelles-CapitaleBrussels Hoofdstedelijk Gewest-Departementen. — Région deBruxelles-Capitale-Départements .......................................... 228 119 347 241 129 370Brussels Hoofdstedelijk Gewest-Inst. Openb. Nut. — Régionde Bruxelles-Capitale-Organismes d’intérêt public ................ 168 101 269 186 109 293Subtotaal. — Subtotal ................................................... 396 220 616 427 238 665Nederlandstalig Onderwijs — Enseignement flamandVlaamse Gemeenschap-Gem. onderwijs. — Communautéflamande-Enseignement comm. ............................................. 12 492 13 392 25 884 12 759 13 953 26 712Vlaamse Gemeenschap-Off. gesub. ond. — Communautéflamande — Ens. off. subv. .................................................. 6 737 5 103 11 840 6 937 5 340 12 277Vlaamse Gemeenschap — Vrij gesub. ond. — Communautéflamande — Ens. libre subv. ................................................. 18 102 25 601 43 703 18 889 27 127 46 016Subtotaal. — Subtotal ................................................... 37 331 44 096 81 427 38 585 46 420 85 005Franstalige Onderwijs — Enseignement françaisFranse Gemeenschap-Gem. onderwijs. — Communauté française-Ens.comm. .................................................................. 8 489 11 987 20 476 8 654 12 387 21 041Franse Gemeenschap-Off. gesub. ond. — Communauté française-Ens.off. subv. .............................................................. 7 852 12 878 20 730 8 029 13 399 21 428Franse Gemeenschap-Vrij gesub. ond. — Communauté française-Ens.libre subv. ............................................................. 8 738 13 040 21 778 9 202 13 826 23 028Subtotaal. — Subtotal ................................................... 25 079 37 905 62 984 25 885 39 612 65 497Duitstalig Onderwijs — Enseignement germanophoneDuitste Gemeenschap-Gem.ond. — Communauté germanophone-Ens.comm. ................................................................ 123 183 206 127 198 325Duitste Gemeenschap-Off. gesub. ond. — Communautégermanophone-Ens. off. subv. ............................................... 73 116 189 76 124 200Duitste Gemeenschap-Vrij gesub. ond. — Communautégermanophone-Ens. libre subv. ............................................. 83 46 129 90 53 143Subtotaal — Subtotal .................................................... 279 345 624 293 375 668Totaal — Total .................................................................... 192 048 118 937 310 985 196 637 125 326 321 963DO 2007200803606 DO 2007200803606Vraag nr. 48 van de heer Mathias De Clercq van 9 mei2008 (N.) aan de minister van MaatschappelijkeIntegratie, Pensioenen en Grote Steden:Pensioenvorming voor werknemers. — Loonplafonds.Artikel 9 van de wet van 23 december 2005 betreffendehet generatiepact voorzag in gedifferentieerdeQuestion n o 48 de M. Mathias De Clercq du 9 mai2008 (N.) à la ministre de l’Intégration sociale,des Pensions et des Grandes villes:Constitution d’une pension pour les travailleurs salariés.— Plafonds de rémunération.L’article 9 de la loi du 23 décembre 2005 relative auPacte de solidarité entre les générations prévoyait desKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4310 QRVA 52 0202 - 6 - 2008loonplafonds in de pensioenvorming voor werknemers.Meer bepaald zou voor de jaren vanaf 2006 deKoning bepalen welk loonplafond van toepassing zouzijn op het fictief loon dat voortvloeit uit tijdvakkenvan volledige werkloosheid, voltijds brugpensioen,volledige beroepsloopbaanonderbreking en volledigtijdskrediet.Op die manier wou men verschillende loonplafondsinstalleren voor mensen die pensioenrechten opbouwenop basis van effectieve tewerkstelling of op basisvan gelijkgestelde tijdvakken van werkloosheid, brugpensioen,loopbaanonderbreking en tijdskrediet.1. Wat is het bedrag van het loonplafond voor 2007dat van toepassing is op het fictief loon dat voortvloeituit tijdvakken van volledige werkloosheid, voltijdsbrugpensioen, volledige beroepsloopbaanonderbrekingen volledig tijdskrediet en wat is het loonplafonddat geldt voor de tijdvakken van effectieve tewerkstelling?2. Zijn de bedragen voor 2008 al gekend en zo ja,wat zijn de bedragen van deze twee loonplafonds?Antwoord van de minister van MaatschappelijkeIntegratie, Pensioenen en Grote Steden van 30 mei2008, op de vraag nr. 48 van de heer Mathias DeClercq van 9 mei 2008 (N.):In antwoord op uw vraag kan ik u het volgendemeedelen.Het loonplafond dat van toepassing is op het fictieveloon dat voortvloeit uit tijdvakken van volledigewerkloosheid, voltijds brugpensioen, volledigeberoepsloopbaanonderbreking en volledig tijdskredietbedraagt voor het jaar 2007 44 860,30 euro.Wanneer het fictieve loon niet op een volledig jaarbetrekking heeft, wordt voormeld bedrag vermenigvuldigdmet een breuk waarvan de teller bestaat uit hetaantal gelijkgestelde dagen, en de noemer uit het getal312.Het volledige loonplafond voor de andere tijdvakkenbedraagt voor het jaar 2007 44 994,88 euro.De bedragen voor 2008 kunnen maar worden berekendnadat het gemiddelde van de maandelijkse indexcijfersder consumptieprijzen van 2008 is vastgesteld.plafonds de rémunération différenciés pour la constitutionde pension des travailleurs salariés. Plus précisément,le Roi déterminerait, pour les années postérieuresà 2006, quel plafond de rémunération seraitd’application aux rémunérations fictives qui découlentdes périodes de chômage complet, de prépension àtemps plein, d’interruption de carrière à temps plein etde crédit temps à temps plein.De cette manière, l’on fixerait des plafonds de rémunérationdifférents pour les personnes qui se constituentdes droits à la pension sur la base d’un emploieffectif ou sur la base de périodes assimilées dechômage, prépension, interruption de carrière et crédittemps.1. Quel est le montant du plafond de rémunérationpour 2007 applicable à la rémunération fictive découlantde périodes de chômage complet, de prépension àtemps plein, d’interruption de carrière à temps plein etde crédit temps à temps plein et quel est le plafond derémunération applicable aux périodes d’emploi effectif?2. Les montants pour 2008 sont-ils déjà connus et,dans l’affirmative, à combien s’élèvent les montants deces deux plafonds de rémunération?Réponse de la ministre de l’Intégration sociale, desPensions et des Grandes villes du 30 mai 2008, à laquestion n o 48 de M. Mathias De Clercq du 9 mai2008 (N.):En réponse à votre question, je puis vous communiquerce qui suit.Le plafond de rémunération qui est d’application àla rémunération fictive résultant de périodes de chômagecomplet, de prépension à temps plein, d’interruptioncomplète de la carrière professionnelle et decrédit-temps complet, s’élève, pour l’année 2007, à44 860,30 euros.Lorsque la rémunération fictive n’a pas trait à uneannée complète, on multiplie le montant précité parune fraction dont le numérateur se compose dunombre de journées assimilées, et le dénominateur duchiffre 312.Le plafond de rémunération complet pour les autrespériodes s’élève, pour l’année 2007, à 44 994,88 euros.Les montants pour 2008 ne peuvent être calculésqu’après que la moyenne des indices mensuels des prixà la consommation de 2008 a été fixée.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 43112 - 6 - 2008Minister van LandsverdedigingMinistre de la DéfenseDO 2007200802812 DO 2007200802812Vraag nr. 17 van de heer Jan Mortelmans van 17 april2008 (N.) aan de minister van Landsverdediging:Kabinetten. — Wagenpark.Het aantreden van een nieuwe regering betekentgewoonlijk ook een aanpassing van het wagenpark.1. Over hoeveel voertuigen beschikt het kabinet enwie maakt ervan gebruik?Question n o 17 de M. Jan Mortelmans du 17 avril2008 (N.) au ministre de la Défense:Cabinets ministériels. — Parc automobile.Traditionnellement, l’entrée en fonction d’unnouveau gouvernement entraîne également des changementsau niveau du parc automobile des cabinets.1. De combien de véhicules dispose votre cabinet etqui les utilise?2. Werden er voertuigen overgenomen? 2. Des véhicules ont-ils été repris?3. Wat is telkens het bouwjaar, het type, de cilinderinhouden de aanschafwaarden en -wijze?3. Pouvez-vous m’indiquer, pour chaque véhicule,l’année de construction, le type, la cylindrée ainsi quele prix et les modalités d’acquisition?4. Aan welke emissienorm voldoen de voertuigen? 4. À quelle norme d’émission ces véhicules satisfont-ils?5.a) Zijn de voertuigen uitgerust met ISA (intelligentesnelheidsbegrenzing)?5.a) Sont-ils munis du système ISA (intelligent speedadaptation) ?b) Zo neen, waarom niet? b) Dans la négative, pourquoi?6. Welk voertuig gebruikt u hoofdzakelijk? 6. Quel véhicule utilisez-vous principalement?Antwoord van de minister van Landsverdedigingvan 26 mei 2008, op de vraag nr. 17 van de heer JanMortelmans van 17 april 2008 (N.):Het geachte lid gelieve hierna het antwoord op zijnvraag te willen vinden.1. Het kabinet van Defensie beschikt over vijf voertuigen.Deze voertuigen staan ter beschikking van allekabinetsleden.2. De voertuigen Mercedes en Audi werden overgenomen.3. Één voertuig bouwjaar 2006; Mercedes S350;3 498 cc; leasingcontract;Twee voertuigen bouwjaar: 2007; Peugeot 407;1 997 cc; ter beschikking gesteld door het departement;Één voertuig bouwjaar 2007; Audi A6; 1 968 ccleasingcontract;Één voertuig bouwjaar 2004; Peugeot 407; 1 997 cc;ter beschikking gesteld door het departement.4. Mercedes S350: Euro 4; Peugeot 407: Euro 3;Audi: Euro 4.5.a) Neen.Réponse du ministre de la Défense du 26 mai 2008,à la question n o 17 de M. Jan Mortelmans du 17 avril2008 (N.):L’honorable membre est prié de trouver ci-après laréponse à sa question.1. Le cabinet de la Défense dispose de cinq véhicules.Ces véhicules sont à la disposition de tous lesmembres du personnel du cabinet.2. Les véhicules Mercedes et Audi ont été repris.3. Un véhicule de l’année 2006; Mercedes S350;3 498 cc; contrat de leasing;Deux véhicules de l’année 2007; Peugeot 407;1 997 cc; mis à disposition par le département;Un véhicule de l’année 2007; Audi A6; 1 968 cc;contrat de leasing;Un véhicule de l’année 2004; Peugeot 407; 1 997 cc;mis à disposition par le département.4. Mercedes S350: Euro 4; Peugeot 407: Euro 3;Audi: Euro 4.5.a) Non.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4312 QRVA 52 0202 - 6 - 2008b) Werd niet voorzien in de overgenomen verbintenissen.6. Mercedes S350. 6. Mercedes S350.b) N’est pas prévu dans les engagements repris.DO 2007200802850 DO 2007200802850Vraag nr. 18 van de heer Luc Sevenhans van 18 april2008 (N.) aan de minister van Landsverdediging:NIOOO. — Activiteiten inzake burgerzin en historischbewustzijn.Onlangs kondigde u aan dat uw departement geensteun kon verlenen aan het project «vrijheidstrein»van het Nationaal Instituut voor oorlogsinvaliden,oud-strijders en oorlogsslachtoffers (NIOOO).Uw weigering is het resultaat van een niet sluitendfinancieel luik voor dit project.Het kostenplaatje van dit project zou naar verluidt111 4000 euro bedragen, waarvan slechts 22 500 euroten laste van de Franstalige Gemeenschap, voor dedekking van de transportkosten van de Franstaligeleerlingen.Naar ons aanvoelen hoort dit project eerderthuis in het pakket onderwijs, wat niet wil zeggen datdefensie niet mag ondersteunen, maar nu is het andersom.In het kader van deze morele opdracht heeft hetNIOOO zich tot heden echter beperkt tot het verspreidenvan informatie over het nazi-regime en de organisatievan bezoeken aan de concentratiekampen van deTweede Wereldoorlog (Breendonk, Auschwitz, enz.).Het lijkt de intellectuele eerlijkheid zelf om depublieke opinie en meer specifiek de jeugd ook bewustte maken van de wreedheden, gruwelijkheden, genocidenen misdaden tegen de mensheid, die na deTweede Wereldoorlog werden gepleegd, in het bijzonderdoor meerdere communistische regimes.In het bijzonder lijkt het toch ook belangrijk enigeruchtbaarheid te geven aan de massamoorden vanStalin in Polen en in Rusland, aan de massamoordenvan Mao Zedong in Japan en in China, aan de bloedigerepressie op het Tien An Men-plein, aan deCambodjaanse genocide door het regime Pol Pot, aande misdrijven van de STASI tegen de mensenrechten,aan de wreedheden van het Milosevic regime, aan hetdisrespect van de mensenrechten door het regime vanFidel Castro, Centraal Afrika, enzovoort. Allemaaldomeinen waarin het NIOOO bijzonder stil blijft.1. Hoe is de reactie tot nu toe van de verschillendeonderwijsnetten?Question n o 18 de M. Luc Sevenhans du 18 avril 2008(N.) au ministre de la Défense:INIG. — Activités visant à stimuler le sens civique et laconscience historique.Vous avez récemment annoncé que votre départementne pouvait pas apporter son soutien au projet«train de la liberté» de l’Institut national des invalidesde guerre, anciens combattants et victimes de guerre(INIG).Votre refus serait motivé par le fait que le voletfinancier du projet comporte des failles.Le coût du projet serait de 111 400 euros, dontseulement 22 500 euros à charge de la Communautéfrançaise pour la couverture des frais de transport desécoliers francophones. Nous sommes d’avis que ceprojet s’inscrit plutôt dans le cadre de l’enseignement,ce qui ne signifie pas pour autant que le départementde la défense ne peut y apporter son soutien. Or, dansle cas présent les rôles sont plutôt inversés.Dans le cadre de cette mission morale, l’INIG s’esttoutefois contenté jusqu’à présent de diffuser des informationssur le régime nazi et d’organiser des visites descamps de concentration de la deuxième guerremondiale (Breendonk, Auschwitz, etc.).Ce serait faire preuve d’une élémentaire honnêtetéintellectuelle que de conscientiser également l’opinionpublique en général et la jeunesse en particulier quantaux cruautés, atrocités, génocides et crimes contrel’humanité commis après la deuxième guerremondiale, en particulier par différents régimescommunistes.Il serait ainsi important de remettre en mémoire lesmassacres de Staline en Pologne et en Russie et ceux deMao Zedong au Japon et en Chine, la répressionsanglante de la place Tien-an-Men, le génocide perpétréau Cambodge par le régime Pol Pot, les atteintesaux droits de l’homme commises par la STASI, lacruauté du régime Milosevic, le non respect des droitsde l’homme par le régime de Fidel Castro, la situationen Afrique centrale, etc.L’INIG fait preuve d’une extrême discrétion à proposde tous ces sujets.1. Quelle a été jusqu’à présent la réaction des différentsréseaux d’enseignement?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 43132 - 6 - 20082. Kent u het kostenplaatje van onze verplaatsingmet de A310 naar Auschwitz (geregeld door uw voorganger)samen met een 120-tal leerlingen?3. Indien het voor de huidige minister het een taakblijft voor het NIOOO om zijn morele opdracht verderte zetten, lijkt het dan niet aangewezen om de opdrachtenuit te breiden?Antwoord van de minister van Landsverdedigingvan 28 mei 2008, op de vraag nr. 18 van de heer LucSevenhans van 18 april 2008 (N.):Het geachte lid gelieve hierna het antwoord tewillen vinden op de door hem gestelde vragen.Vooreerst wens ik erop te wijzen dat het onjuist zouzijn te stellen dat een definitieve beslissing zou genomenzijn om het project «De Europese Jeugd op hetSpoor van Vrijheid en Democratie» niet te steunen.Aan het Instituut werd op een bepaald ogenblikgevraagd een volledige kostenanalyse voor te leggen,rekening houdend met verschillende scenario’s engegevens: al dan niet verkrijgen van bepaalde«sponsoring», toekennen van steunverlening doorDefensie (synergie), reductie toegekend door deNMBS, tussenkomst van de eigen fondsen van het Instituut,enzovoort.Zodra een bevredigende uiteenzetting werd bekomenheb ik het project gesteund. Ik was aanwezig bijhet vertrek van de trein op 10 april 2008 en op de ceremoniein Buchenwald op 13 april 2008, ik heb mijnakkoord gegeven voor de gevraagde steunverleningdoor Defensie en heb zelf stappen ondernomen ombepaalde Overheden te overtuigen om op te treden als«sponsors». Wat de Overheid betreft is de verdelingder tussenkomsten trouwens als volgt:2. Connaissez-vous le coût de notre déplacement àbord d’un A310 vers Auschwitz (réglé par votre prédécesseur),en compagnie de 120 écoliers environ?3. Si l’actuel ministre estime que l’INIG doit continuerà assumer une mission morale, ne serait-il pasopportun d’envisager un élargissement de cettemission?Réponse du ministre de la Défense du 28 mai 2008,à la question n o 18 de M. Luc Sevenhans du 18 avril2008 (N.):L’honorable membre est prié de trouver ci-après laréponse à ses questions.Avant toutes choses, je souhaite insister sur le faitqu’il serait erroné de considérer qu’une décision définitiveaurait été prise concernant le refus de soutenir leprojet «La Jeunesse européenne sur les rails de laDémocratie et de la Liberté». Il a été demandé àl’Institut de soumettre une analyse complète des coûtsde ce projet, prenant en considération divers scénarioset tenant compte de certains facteurs, comme parexemple le fait de ne pas bénéficier de certains sponsorings,le fait de bénéficier ou non de l’aide logistiquede la Défense, d’une réduction éventuelle de la part dela SNCB, de l’intervention éventuelle des fondspropres de l’Institut, etc.Aussitôt les renseignements nécessaires obtenus, j’aiapporté mon soutien au projet. J’étais présent audépart du train le 10 avril 2008 ainsi qu’à la cérémoniede Buchenwald le 13 avril 2008, j’ai donné mon accordau soutien demandé à la Défense et j’ai même entreprisles démarches pour convaincre certaines autoritésd’intervenir en tant que «sponsors». Pour ce quiconcerne les autorités, les interventions financières serépartissent comme suit:Provincies Sponsoring Provinces SponsoringWest-Vlaanderen ........................ 4 836 Flandre occidentale .................... 4 836Oost-Vlaanderen ........................ 3 324 Flandre orientale ........................ 3 324Antwerpen ................................. 5 594 Anvers ....................................... 5 594Limburg ..................................... 8 316 Limbourg ................................... 8 316Vlaams-Brabant ......................... 2 484 Brabant flamand ........................ 2 484Henegouwen .............................. 4 836 Hainaut ..................................... 4 836Luik ........................................... 3 860 Liège .......................................... 3 860Namen ....................................... 3 604 Namur ....................................... 3 604Luxemburg ................................ 4 200 Luxembourg .............................. 4 200Waals-Brabant ........................... 4 500 Brabant wallon .......................... 4 500COCOF ..................................... 4 396 COCOF ..................................... 4 396Franse Gemeenschap .................. 22 500 Communauté française .............. 22 500Fondation Merci (Lux) .............. 13 738 Fondation Merci (Lux) .............. 13 738VG ............................................. 9 540 VGC .......................................... 9 540ONAC (F) ................................. 10 494 ONAC (F) ................................. 10 494Spanje ........................................ 9 222 Espagne ..................................... 9 222KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4314 QRVA 52 0202 - 6 - 2008Wat de Vlaamse Gemeenschap betreft, heeft het Instituutgeen financiële tegemoetkoming genoten. Detijdspanne was te kort om de toezegging tijdig af tehandelen.Wat de specifieke vragen van het geachte lid betreftwens ik het volgende mee te delen:1. Verschillende Onderwijsnetten: wat het project«De trein van de vrijheid» betreft, heeft het Instituutde selectiemodaliteiten van hun leerlingengroepen aande provincies en aan andere sponsorinstellingen toevertrouwd.Deze leerlingen komen uit alle onderwijsnetwerkenen -types (algemeen vormend, technisch,beroeps en buitengewoon).2. De verplaatsing met de Airbus A310 naar Auschwitzheeft 30 345 euro gekost.3. Uitbreiding van de opdrachten «Herinnering enBurgerzin»: ik ben inderdaad van mening dat het Instituutdeze activiteit, die trouwens tot zijn wettelijkeopdrachten behoort, dient uit te breiden. Initiatievenwerden genomen zowel op het vlak van het personeelsplanals van de budgettaire middelen om ditmogelijk te maken, waarbij onder meer naar een beterevenwicht tussen de activiteiten in Vlaanderen en diein Wallonië gestreefd wordt. Bij de uitbreiding van demorele actie dient het Instituut zich verder aan zijnwettelijke opdracht te houden zoals omschreven in dewet van 18 mei 1998 (en zijn toelichtingen) en in hetkoninklijk besluit van 11 januari 1999. In het bijzondervestig ik de aandacht van het geacht lid opvolgende uittreksels:— Wet van 18 mei 1998: Artikel 2, 3e alinea: «HetNationaal Instituut moedigt bovendien, in hetkader van zijn morele opdracht, door het informerenvan de openbare opinie, de erkentelijkheid aanten overstaan van de oorlogsslachtoffers en de verenigingendie hen vertegenwoordigen. Het waakterover dat de herinnering levendig gehoudenwordt aan de gebrachte offers en aan de morelewaarden die aan de basis ervan lagen. Te dieneinde draagt het Instituut zorg voor de herinneringaan de pijnlijke beproevingen die het land heeftmoeten doorstaan.».— Koninklijk besluit van 11 januari 1999: Artikel 2,5 o : «het verzamelen rond de strijdende herinneringvan de overlevenden en de deelnemers aan conflictenwaarvan België deel heeft uitgemaakt».— Koninklijk besluit van 11 januari 1999: Artikel 2,7 o : «de bevestiging van de vaste wil de erkenningte bekomen voor de offers gebracht door allegemeenschappen van het land en door alle lagenvan de bevolking».Pour ce qui est de la Communauté flamande,l’Institut n’a bénéficié d’aucun sponsoring. Le délaiétait trop court que pour pouvoir traiter à temps l’engagement.En réponse aux questions de l’honorable membre, jesouhaite apporter les éclaircissements suivants:1. À propos des différents réseaux d’enseignement:concernant le projet «La jeunesse européenne sur lesrails de la démocratie et de la liberté», l’Institut aconfié les procédures de sélection des différents groupesd’élèves aux provinces ainsi qu’aux autres institutionsqui ont sponsorisé le projet. Ces élèves proviennentde tous les réseaux et de tous les types d’enseignement(enseignement général, technique, professionnelet spécial).2. Le déplacement en Airbus A310 vers Auschwitz acoûté 30 345 euros.3. Extension des missions de «Mémoire et de Citoyenneté»:je suis en effet d’avis que l’Institut étendeces activités, qui font cependant déjà partie de sesmissions légales. Des initiatives ont ainsi été prises tantau niveau du plan de personnel qu’au niveau desmoyens budgétaires pour rendre la chose possible,initiatives qui tendent vers un meilleur équilibre entreactivités déployées en Flandre et en Wallonie. Concernantl’extension de l’Action morale, l’Institut estcontraint de s’en tenir à sa mission légale telle questipulée dans la loi du 18 mai 1998 (et son exposé desmotifs) et dans l’arrêté royal du 11 janvier 1999. Jesouhaite particulièrement attirer l’attention de l’honorablemembre sur les extraits suivants:— Loi du 18 mai 1998: Article 2, 3 ème alinéa: «Enoutre, l’Institut National favorise dans le cadre deses missions morales, la reconnaissance due auxvictimes de guerre et aux associations qui les représentent,par l’information de l’opinion publique. Ilveille à ce que soit gardée vivante la mémoire dessacrifices consentis et celle des valeurs morales quiles ont sous-tendus. À cet effet, l’Institut entretientle souvenir des épreuves douloureuses traverséespar le pays.».— Arrêté royal du 11 janvier 1999: Article 2, 5 o : «lerassemblement autour de la mémoire combattantedes survivants et participants aux conflits dont laBelgique a fait partie».— Arrêté royal du 11 janvier 1999: Article 2, 7 o :«l’affirmation de la volonté de voir reconnus lessacrifices consentis par toutes les communautés dupays et par toutes les catégories de la population».KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 43152 - 6 - 2008Uit de voorgaande punten kan men dus afleiden datde uitoefening van de morele opdracht van het NationaalInstituut voornamelijk geconcentreerd is op hetherinneringsverleden van zijn rechthebbenden, namelijkover het algemeen degenen die slachtoffer werdenof die deelnamen aan de conflicten waarvan Belgiëdeel uitmaakte.Ten slotte is het onmiskenbaar zo dat een bezoekaan de sites zelf nog altijd de sterkste indruk nalaat. Inde meeste van de door u aangehaalde sites behoort ditniet tot de mogelijkheden: afstand, kosten, tijdsduur,en zelfs het nog steeds niet toegankelijk zijn vansommige sites staan het organiseren van dergelijkebezoeken nu eenmaal in de weg.Uiteraard kan in debatgroepen, met de betrokkenschooljeugd een meer universele visie niet onbesprokenblijven, zoals trouwens in de nieuwe wet van21 april 2007 werd benadrukt:«Het Nationaal Instituut wordt belast met hetnemen van initiatieven ter herdenking van de holocausten ter bestrijding van antisemitisme, racisme,xenofobie en onverdraagzaamheid. Daartoe richt hijin zijn schoot een aparte cel op ter bevordering van deverdraagzaamheid, het burgerschap, de democratie enhet respect tussen alle mensen.» (Artikel 2 van de wet).Des points qui précèdent, on peut déduire quel’exercice de la mission morale de l’Institut Nationalest essentiellement focalisé sur la mémoire du passé deses ressortissants, notamment et généralement ceuxqui furent victimes ou qui ont participé aux conflitsdont la Belgique a fait partie.Enfin, il est indéniable qu’une visite aux sites mêmeslaisse encore toujours l’impression la plus forte. Pourla plupart des sites que vous citez ceci n’est pas possible:tant la distance que les coûts, le temps et même lefait que certains parmi de tels sites ne soient toujourspas accessibles, sont un obstacle sérieux à cette possibilité.Certes, une vision plus universelle de la chose nepeut être écartée au cours des ateliers débats avec lajeunesse concernée comme d’ailleurs souligné dans lanouvelle loi du 21 avril 2007:«L’Institut National est chargé de prendre desinitiatives en vue de commémorer l’holocauste etcombattre l’antisémitisme, le racisme, la xénophobieet l’intolérance. À cet effet, il créera en son sein unecellule distincte visant à promouvoir la tolérance, lacitoyenneté, la démocratie et le respect entre toutes lespersonnes.» (Article 2 de la loi).DO 2007200802580 DO 2007200802580Vraag nr. 27 van de heer Pierre-Yves Jeholet van29 april 2008 (Fr.) aan de minister van Landsverdediging:Ministerie van Defensie. — Absenteïsme.1. Kan u me voor 2006 en 2007 meedelen hoe groothet absenteïsme was bij de vastbenoemde en contractuelepersoneelsleden van het ministerie van Defensie?2. Welke verschillende redenen werden er terrechtvaardiging van de afwezigheid op het werk aangevoerd?Om hoeveel procent gaat het telkens? Hoeveelcontroles werden er uitgevoerd en hoeveel enwelke sancties werden er opgelegd?3.a) Zijn er nog andere noemenswaardige vaststellingenof statistische gegevens met betrekking tot hetabsenteïsme (verschillen volgens personeelscategorieën,leeftijd of geslacht en tussen de departementen;regionale of subregionale verschillen, enz.)?Question n o 27 de M. Pierre-Yves Jeholet du 29 avril2008 (Fr.) au ministre de la Défense:Ministère de la Défense. — Absentéisme.1. Pouvez-vous communiquer le taux d’absentéismedes fonctionnaires et contractuels constaté pour lesannées 2006 et 2007 au sein du Ministère de laDéfense?2. Pouvez-vous aussi communiquer le pourcentageet la ventilation des différents motifs retenusd’absentéisme de même que le nombre de contrôleseffectués ainsi que le nombre et la nature des sanctionsprises?3.a) D’autres observations ou faits statistiques méritent-ilsd’être relevés (différences selon les catégoriesde personnel, selon l’âge, selon le sexe; différencesentre départements; différences régionalesou sous-régionales, etc.) dans l’absentéisme?b) Volgt u die vaststellingen nauwlettend op? b) Ces observations font-elles l’objet d’une attentionparticulière de votre part?4. Hoeveel kost dat absenteïsme de overheid? 4. Quel est le coût de l’absentéisme?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4316 QRVA 52 0202 - 6 - 2008Antwoord van de minister van Landsverdedigingvan 28 mei 2008, op de vraag nr. 27 van de heer Pierre-Yves Jeholet van 29 april 2008 (Fr.):Het geachte lid gelieve hierna het antwoord tewillen vinden op de door hem gestelde vragen.Aangezien het hier gaat om vragen die het ziekteverzuimbetreffen, dient er opgemerkt te worden dat eenverbeterproject rond het federaal ziekteverzuim, eensamenwerking tussen de FOD Volksgezondheid, Veiligheidvan de Voedselketen en Leefmilieu (Medex) ende FOD Personeel en Organisatie, is opgestart in oktober2006 met 5 pilootadministraties. In eerste instantieis prioriteit gegeven aan het (her-)opstarten van decontroles en aan het ontwikkelen van een ondersteunendeapplicatie. Momenteel wordt een verzuimmanagementuitgewerkt, als een integraal onderdeel van hetpersoneelsbeleid.Wat betreft de controles, zijn al de andere departementenondertussen toegetreden in meerdere golven.Zo worden, sinds juni 2007, controles uitgevoerd voorhet federaal openbaar ambt.Bijkomend heeft een extern adviesbureau de gegevensvan de 5 pilootadministraties in de applicatiegecontroleerd en gevalideerd, met het oog op de kwaliteit,de consistentie en de rapportering. De gegevensverzamelingen -analyse voor de overige departementenwordt momenteel verder op punt gesteld op basisvan de lessen die hieruit zijn getrokken.Wat mijn departement betreft worden de gegevensmomenteel gevalideerd.Réponse du ministre de la Défense du 28 mai 2008,à la question n o 27 de M. Pierre-Yves Jeholet du29 avril 2008 (Fr.):L’honorable membre est prié de trouver ci-après laréponse à ses questions.Étant donné que les questions portent sur les absencespour motif de santé, il y a lieu de noter qu’unprojet d’amélioration afférent aux absences pourmaladie au niveau fédéral, une collaboration entre leSPF Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaireet Environnement (Medex) et le SPF Personnel etOrganisation, a été lancé en octobre 2006 dans 5 administrations-pilotes.La priorité a, avant tout, étédonnée au (re)démarrage des contrôles et au développementd’une application de support. Une gestion desabsences faisant partie intégrante de la politique desressources humaines est, pour l’heure, élaborée.S’agissant des contrôles, tous les départements sesont, entre-temps, ralliés au projet en plusieurs vagues.Des contrôles sont ainsi effectués dans toute la fonctionpublique fédérale depuis juin 2007.En outre, un bureau de consultance externe acontrôlé et validé les données de l’application relativesaux 5 administrations-pilotes, dans un souci dequalité, de cohérence et de rapportage. La collecte etl’analyse des données pour les autres départementsfont actuellement l’objet d’une mise au point, en fonctiondes enseignements tirés.Pour ce qui est de mon département, les donnéessont en phase de validation.Minister van Klimaat en EnergieMinistre du Climat et de l’ÉnergieDO 2007200802993 DO 2007200802993Vraag nr. 15 van de heer François Bellot van 23 april2008 (Fr.) aan de minister van Klimaat en Energie:Gefactureerde hoeveelheid elektriciteit per provincie.Kunt u per provincie en voor Brussel de totale hoeveelheidgefactureerde elektriciteit opgeven die via hetlaagspannings- en het hoogspanningsnet werd toegevoerd?Antwoord van de minister van Klimaat en Energievan 29 mei 2008, op de vraag nr. 15 van de heerFrançois Bellot van 23 april 2008 (Fr.):We beschikken niet over gesplitste gegevens per afzonderlijkeprovincie. De balans 2006 die werd gepu-Question n o 15 de M. François Bellot du 23 avril 2008(Fr.) au ministre du Climat et de l’Énergie:Quantités d’électricité facturées par province.Pourriez-vous préciser, province par province,auxquelles il convient d’ajouter Bruxelles, la quantitétotale d’électricité basse tension facturée et la quantitéd’électricité haute tension facturée?Réponse du ministre du Climat et de l’Énergie du29 mai 2008, à la question n o 15 de M. François Bellotdu 23 avril 2008 (Fr.):Nous ne disposons pas de données par province parprovince. Le bilan 2006 publié par Synergrid indiqueKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 43172 - 6 - 2008bliceerd door Synergrid geeft een finale levering weervan 28 141 523 MWh, via de aansluiting op het transmissienetvan Elia (>70kV) en 56 427 025 MWh, diewerden geleverd aan de eindafnemers die aangeslotenzijn op de distributienetten. Dit verbruik van56 427 025 MWh word als volgt verdeeld: 61,8% inhet Vlaams Gewest, 9,3% in het Brussels HoofdstedelijkGewest en 28,9% in het Waals Gewest.Mijn bevoegde «gewestelijke collega’s» zullen uongetwijfeld meer inlichtingen kunnen verstrekkeninzake een eventuele ventilering per provincie.une fourniture finale de 28 141 523 MWh via raccordementau réseau de transport Elia (>70kV) et56 427 025 MWh livrés aux clients finaux raccordésaux réseaux de distribution. Cette consommation de56 427 025 MWh se répartit comme suit: 61,8% enRégion flamande, 9,3% en Région de Bruxelles-Capitale et 28,9% en Région wallonne.Mes «collègues régionaux» compétents pourrontsans doute vous renseigner plus avant quant à uneéventuelle ventilation par province.DO 2007200803050 DO 2007200803050Vraag nr. 16 van mevrouw Nathalie Muylle van24 april 2008 (N.) aan de minister van Klimaaten Energie:Autopark van de federale regering. — Verminderingvan CO 2-uitstoot.In de Ministerraad van 1 oktober 2007 werd overeengekomendat er bij de vervanging van voertuigenstrengere regels inzake CO 2-uitstoot zullen toegepastworden. Op die manier zou tegen 2012 de norm van130 g/km CO 2-uitstoot worden gehaald, en tegen 2009zou er een gemiddelde uitstoot van 140 g/km zijn.Welke regels worden gehanteerd bij de aankoop vanwagens?Antwoord van de minister van Klimaat en Energievan 29 mei 2008, op de vraag nr. 16 van mevrouwNathalie Muylle van 24 april 2008 (N.):In afwachting van de omzendbrief 307quintes, diemomenteel in voorbereiding is, doen de departementendie onder mijn bevoegdheden vallen alle inspanningenom de normen betreffende de CO 2-uitstoot terespecteren die momenteel vervat zijn in omzendbrief307quater betreffende de verwerving van wagens (aankoopen leasing).Overigens houd ik eraan voor het geachte lid te verduidelijkendat de beslissingen van de federale regeringter zake het wagenpark van de Vlaamse regering nietbetreffen.Question n o 16 de M me Nathalie Muylle du 24 avril2008 (N.) au ministre du Climat et de l’Énergie:Parc automobile du gouvernement flamand. — Réductiondes émissions de CO 2.Il a été convenu lors du Conseil des ministres du 1 eroctobre 2007 que lors du remplacement de véhicules,des règles plus sévères en matière d’émissions de CO 2seraient appliquées. C’est ainsi que la norme de 130 g/km devrait être atteinte en 2012 et celle de 140 g/km en2009 déjà.Quelles règles sont appliquées lors de l’achat devéhicules?Réponse du ministre du Climat et de l’Énergie du29 mai 2008, à la question n o 16 de M me NathalieMuylle du 24 avril 2008 (N.):En attendant la circulaire 307quintes, qui est enpréparation, les départements qui entrent dans meschamps de compétences s’efforcent pour le moment derespecter les normes de CO 2reprises dans la circulaire307quater concernant l’acquisition de véhicules (achatet leasing).Par ailleurs, je tiens à préciser à l’honorable membreque les décisions du gouvernement fédéral en lamatière ne portent pas sur le parc automobile dugouvernement flamand.DO 2007200803052 DO 2007200803052Vraag nr. 17 van mevrouw Nathalie Muylle van24 april 2008 (N.) aan de minister van Klimaaten Energie:Duurzame ontwikkeling. — Quick scan formulier. —Dossiers.Mijn vraag betreft het federale plan duurzame ontwikkeling.Question n o 17 de M me Nathalie Muylle du 24 avril2008 (N.) au ministre du Climat et de l’Énergie:Développement durable. — Formulaire quick scan. —Dossiers.Ma question concerne le plan fédéral de développementdurable.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4318 QRVA 52 0202 - 6 - 2008In uitvoering van de effectbeoordeling (DOEBtesten)die begin 2007 werd ingevoerd, moet een quickscan formulier ingevuld worden om na te gaan wat deimpact van het beleid is op de duurzame ontwikkeling.Nadien kan de interkabinettenwerkgroep het dossierverder behandelen.De Ministerraad van 25 januari 2008 heeft beslistdat er voor 42 dossiers (minimum drie dossiers perminister) dergelijk formulier ingevuld moet worden.Kan u een overzicht geven van die 42 dossiers, perminister, met kort de inhoudelijke krachtlijnen?Antwoord van de minister van Klimaat en Energievan 29 mei 2008, op de vraag nr. 17 van mevrouwNathalie Muylle van 24 april 2008 (N.):Op 25 januari 2008 heeft de Ministerraad beslist datelke minister drie van zijn dossiers diende aan teduiden die aan een zogenaamde quick-scan procedurezouden worden onderworpen. Voor de geselecteerdedossiers zouden de resultaten van de uitgevoerdeDOEB’s beschikbaar zijn voor de eerste interkabinettenvergadering,die over de voorgenomen regelgevinggehouden zou worden.De keuze van deze drie dossiers per minister isonder de regering Verhofstadt III niet kunnen gebeuren.Daarom heb ik dit punt terug op de agenda van deMinisterraad van 25 april 2008 geplaatst. Overeenkomstigde beslissing van deze Ministerraad werd elkeminister verzocht om tegen de Ministerraad van 9 mei2008 melding te maken van zijn drie geselecteerdedossiers, in zoverre dat het dossiers betreft die onderhet toepassingsgebied van de DOEB-test vallen.Aangezien het niet aan mij toekomt om de door deandere ministers voorgestelde dossiers mee te delen,nodig ik u uit om hen deze vraag te stellen.In het kader van mijn bevoegdheden deel ik u alvastmee dat ikzelf heb voorgesteld: (1) het dossier betreffendede wijziging van de beheersovereenkomst vanhet Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost, (2)het dossier betreffende de compensatie voor CO 2-uitstoot veroorzaakt door luchtvervoer door federaleambtenaren en (3) het dossier betreffende het federaalLuchtplan.Ten slotte wens ik te benadrukken dat voor deandere dossiers die op de Ministerraad worden geagendeerd,de normale procedure voor DOEB blijftgelden. Deze is beschreven in de omzendbrief betreffendede werking van de Ministerraad.Dans le cadre de l’évaluation d’incidence (testsEIDDD) qui a été instaurée au début de l’année 2007,un formulaire quick scan doit être complété en vue del’évaluation de l’incidence de la politique sur le développementdurable. Le dossier est ensuite transmispour suite utile au groupe de travail intercabinets.Le Conseil des ministres du 25 janvier 2008 a décidéqu’un formulaire de ce type doit être complété pour 42dossiers (minimum trois dossiers par ministre).Pourriez-vous me fournir un aperçu de ces 42dossiers, répartis par ministre, ainsi qu’un bref résuméde leurs lignes de force respectives?Réponse du ministre du Climat et de l’Énergie du29 mai 2008, à la question n o 17 de M me NathalieMuylle du 24 avril 2008 (N.):Le 25 janvier 2008, le Conseil des ministres a décidéque chaque ministre devait désigner trois de sesdossiers qui seraient soumis à une procédure dite dequick-scan. Pour les dossiers sélectionnés, les résultatsde l’EIDDD effectuée devraient être disponibles avantla première réunion inter-cabinets tenue au sujet de laréglementation proposée.Le choix de trois dossiers n’a pas pu se faire sous legouvernement Verhofstadt III. C’est la raison pourlaquelle j’ai de nouveau mis ce point à l’ordre du jourdu Conseil des ministres du 25 avril 2008. Conformémentà la décision de ce Conseil des ministres, chaqueministre a été sollicité afin de communiquer ses troisdossiers sélectionnés pour le Conseil des ministres du9 mai 2008 pour autant qu’il s’agisse de dossiers quitombent sous le champ d’application du «TestEIDDD.»Vu qu’il ne me revient pas de communiquer sur lesdossiers proposés par les autres ministres, je vousinvite à leur poser cette question.Dans ce cadre, je tiens déjà à vous informer qu’en cequi concerne mes compétences, j’ai sélectionné: (1) ledossier concernant la modification du contrat degestion de Fonds de Réduction du Coût global del’Énergie, (2) le dossier concernant la compensationCO 2occasionnées par les déplacements aériens desfonctionnaires fédéraux et (3) le dossier concernant lePlan Air fédéral.Finalement, je tiens à souligner que la procédurenormale pour l’EIDDD reste entièrement d’applicationpour tous les autres dossiers qui sont mis à l’ordredu jour du Conseil des ministres. Cette procédure estdétaillée dans la circulaire relative au fonctionnementdu Conseil des ministres.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 43192 - 6 - 2008DO 2007200803054 DO 2007200803054Vraag nr. 18 van de heer François Bellot van 24 april2008 (Fr.) aan de minister van Klimaat en Energie:Departementen. — Energiebesparingsprogramma.Mijn vraag betreft het investeringsprogramma dat uop uw departement heeft opgezet om het energieverbruikterug te dringen.1. Welke maatregelen worden er in uw departementgetroffen:a) met het oog op de vervanging van de enkele beglazingdoor dubbele;b) met het oog op het gebruik van milieuvriendelijkerevoertuigen;c) met het oog op een optimale verlichting van dekantoren, waarbij de verlichting in ongebruiktegemeenschappelijke ruimten uitgeschakeld wordt?2. Welke instructies moeten de ambtenaren volgenmet betrekking tot de computerapparatuur, wanneerze hun kantoor verlaten (verplicht uitzetten van depc’s)?3. Welke maatregelen zouden uw departementen,ingeval een van uw departementen kantoorruimte zouhuren, hebben getroffen om de eigenaars ertoe aan tezetten de noodzakelijke energiebesparende technischeingrepen te doen?Antwoord van de minister van Klimaat en Energievan 30 mei 2008, op de vraag nr. 18 van de heerFrançois Bellot van 24 april 2008 (Fr.):Wat de administratie betreft, heb ik de eer te verwijzennaar het antwoord dat door mijn collega’s deMinisters van Sociale Zaken en Volksgezondheid(vraag nr. 74 van 24 april 2008) en van Ondernemenen Vereenvoudigen zal verstrekt worden (vraag nr. 26van 24 april, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2007-2008, nr. 20).Question n o 18 de M. François Bellot du 24 avril 2008(Fr.) au ministre du Climat et de l’Énergie:Départements. — Programme d’économie d’énergie.Ma question concerne le programme d’investissementsque vous avez mis en œuvre dans votre départementen vue de réduire la consommation d’énergie.1. Quelles mesures sont prises dans votre département:a) pour assurer le remplacement des simples vitragespar des doubles vitrages;b) pour utiliser des véhicules à indices environnementauxplus respectueux de l’environnement;c) pour assurer une qualité d’éclairage optimale pourles occupants des bureaux tout en assurant l’arrêtde ces éclairages dans les locaux communs nonutilisés?2. Quelles mesures sont prises notamment eu égardau fonctionnement du matériel informatique (fermetureobligatoire des PC) dès que les agents quittent lesbureaux?3. Dans l’hypothèse où l’un de vos départementslouerait des surfaces de bureaux, quelles mesures incitativesvos départements auraient-ils prises poursuggérer aux propriétaires d’apporter les mesurestechniques indispensables pour réduire la consommationd’énergie?Réponse du ministre du Climat et de l’Énergie du30 mai 2008, à la question n o 18 de M. François Bellotdu 24 avril 2008 (Fr.):J’ai l’honneur de me référer à la réponse qui seradonnée par mes collègues les ministres des Affairessociales et de la Santé publique (question n o 74 du24 avril 2008), et de l’Entreprise et de la Simplification(question n o 26 du 24 avril 2008, Questions et Réponses,Chambre, 2007-2008, n o 20).DO 2007200803081 DO 2007200803081Vraag nr. 21 van de heer Christian Brotcorne van25 april 2008 (Fr.) aan de minister van Klimaaten Energie:Tussentijdse gas- en elektriciteitsfacturen.Verscheidene personen hebben me aangesprokenover de hoge eindafrekeningen die de Belgische consumentennu ontvangen.Question n o 21 de M. Christian Brotcorne du 25 avril2008 (Fr.) au ministre du Climat et de l’Énergie:Factures intermédiaires en matière de gaz etd’électricité.J’ai été interpellé par toute une série de personnesconcernant les importantes factures de régularisationque les consommateurs belges ont reçues.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4320 QRVA 52 0202 - 6 - 2008Sommige consumenten doen zelfs opmerken dat hettussentijdse factuurbedrag van 2007 hetzelfde was alsdat van 2006. Bij de eindafrekening echter moesten zezeer hoge bedragen betalen, vooral in verhouding totde maandelijkse minimumbedragen die door de leverancierszelf waren voorgesteld en die ze gedurendetwee jaar hadden betaald.1. Zou het niet interessant zijn de vermeldingen opde tussentijdse facturen beter te reglementeren en tevoorzien in een informatieplicht ten aanzien van deconsument indien de eindafrekening in verhouding totde tussentijdse factuur een stuk hoger zal uitvallen,hetzij als gevolg van een sterke toename van het verbruik,hetzij door een stijging van de gas- en elektriciteitsprijzen?2. Kan men de consument niet de mogelijkheidbieden om regelmatiger na te gaan of de tussentijdsebedragen die hij betaalt, wel rekening houden met dewerkelijkheid?Antwoord van de minister van Klimaat en Energievan 27 mei 2008, op de vraag nr. 21 van de heer ChristianBrotcorne van 25 april 2008 (Fr.):1. Verscheidene reglementaire bepalingen regelenthans de vermeldingen die moeten voorkomen op defacturen van de elektriciteit en het gas, zowel op hetfederale als op het gewestelijke niveau. Ik vond dat eenharmonisering van de aanduidingen op deze facturennoodzakelijk was. Hiervoor werd in februari eenwerkgroep opgericht, teneinde de essentiële informatiegegevenste bepalen die moeten voorkomen op defacturen. Een verbetering moet worden aangebrachtop het vlak van regularisatiefacturen, met het oog opeen verhoging van hun leesbaarheid en een transparantereinformatie voor de verbruiker. Deze uniformiseringzal in de volgende maanden tot stand komen. Zijzou kunnen worden uitgevoerd onder de volgendevorm: op een eerste bladzijde zou het verbruik en deprijs worden gegroepeerd, een tweede zou de verschillendecomponenten en de formule voor de prijsberekeningweergeven, alsook de oorsprong van de energiebronnen,de evolutie van het verbruik tijdens de laatstedrie jaren, de einddatum van het contract, enzovoort.Deze diverse informatiegegevens moeten echterslechts op de regularisatiefacturen voorkomen en nietop de tussenliggende facturen. Deze facturen moetenenkel het maandelijks, het tweemaandelijks of hetdriemaandelijks bedrag weergeven, dat werd berekenden vermeld staat op de laatste regularisatiefactuur. Hetbedrag van de tussenliggende facturen wordt vastgesteldop basis van een schatting van het verbruik, alsookop dat van de voorziene evolutie van de indexatieparametersvan de gas- en elektriciteitsprijzen, bij denieuwe verbruiksperiode.De verbruiker heeft het recht om aan zijn leveranciereen herziening van de schatting van het verbruik teCertains consommateurs ont même remarqué qu’ilsont eu en 2007, une facture intermédiaire identique àcelle de 2006. Or, au moment de la régularisation, ilsont eu à payer des montants très importants, surtouten comparaison avec les mensualités «plancher»proposées par les fournisseurs eux-mêmes et payéespendant deux ans.1. Ne serait-il pas intéressant de mieux réglementerce qui doit figurer sur les factures intermédiaires etinsérer l’obligation d’information du consommateurlorsque leur facture de régularisation va être proportionnellementtrès importante par rapport à la factureintermédiaire, que ce soit à cause d’une augmentationimportante de la consommation ou d’une augmentationdu coût de l’électricité ou du gaz?2. Ne serait-il pas possible de permettre au consommateurde vérifier plus périodiquement si les montantsintermédiaires qu’ils paient sont conformes à laréalité?Réponse du ministre du Climat et de l’Énergie du27 mai 2008, à la question n o 21 de M. Christian Brotcornedu 25 avril 2008 (Fr.):1. Diverses dispositions réglementaires régissentactuellement, tant au niveau fédéral que régional, lesmentions qui doivent figurer sur les factures de gaz etd’électricité. J’ai estimé qu’une harmonisation desindications figurant sur ces factures était nécessaire. Àcette fin, un groupe de travail a été mis en place dès lemois de février afin de déterminer les informationsessentielles qui doivent figurer sur les factures. Uneamélioration doit être apportée au niveau des facturesde régularisation en vue d’améliorer leur lisibilité etune information plus transparente du consommateur.Cette uniformisation interviendra dans les prochainsmois. Elle a été concertée avec les Régions et les fournisseurs.Elle pourrait s’effectuer sous la formesuivante: une première page regrouperait les consommationset le prix, une seconde mentionnerait lesdiverses composantes et la formule de calcul du prix,l’origine des sources d’énergie, l’évolution de laconsommation lors des trois dernières années, la datede fin du contrat, etc.Ces diverses informations ne doivent toutefois figurerque sur les factures de régularisation et non sur lesfactures intermédiaires. Ces dernières ne doivent indiquerque le montant mensuel, bi- ou trimestriel, qui estcalculé et mentionné dans la dernière facture de régularisation.Le montant des factures intermédiaires estétabli sur la base d’une estimation de la consommationainsi que de l’évolution prévue des paramètresd’indexation des prix du gaz et de l’électricité, lors dela nouvelle période de consommation.Le consommateur a le droit de demander une révisionde l’estimation de la consommation à son fournis-KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 43212 - 6 - 2008vragen, indien hij oordeelt dat dit verbruik de opgetredenwijzigingen niet weergeeft, bijvoorbeeld op hetvlak van de samenstelling van het gezin. Wat betreft deprijswijziging, die niet resulteert uit een clausule vanprijsherziening, moet deze prijswijziging altijd wordengenotificeerd aan de verbruiker, die over een termijnvan minimum een maand beschikt om af te zien vanhet leveringscontract, te dateren vanaf de kennisgeving.2. Het bedrag van elk der tussenliggende facturenwordt vastgesteld bij de opstelling van de jaarlijkseregularisatiefactuur. Het is op dat ogenblik dat het deverbruiker toekomt om zijn leverancier te contacteren,indien hij meent dat het weerhouden bedrag niet overeenstemtmet de laatste energieafname.Een tellermodel dat «smart metering», namelijk demeterstand vanop afstand, mogelijk maakt, wordtmomenteel gestest bij de DNB’s in ons land. Dit typeteller heeft als voordeel een betere opvolging door deklant van diens verbruik.De financiële en technische gevolgen van dit toestelzijn echter omvangrijk genoeg, opdat een diepgaandonderzoek aangewezen is alvorens over te gaan tot deinvoering ervan in België.In afwachting van de besluiten van dit onderzoek ende eventuele invoering van deze tellers, staat het deklant steeds vrij om met zijn leverancier een aanpassingvan zijn tussentijdse facturen te overleggen in hetgeval van overwaardering van diens verbruik.seur lorsqu’il considère que celle-ci ne reflète pas lesmodifications intervenues, par exemple, au niveau dela composition du ménage. Quant à la modification deprix, qui ne résulte pas d’une clause de révision desprix, elle doit toujours être notifiée au consommateurlequel dispose d’un délai d’un mois au minimum àdater de la notification, pour renoncer au contrat defourniture.2. Le montant de chacune des factures intermédiairesest fixé lors de l’établissement de la factureannuelle de régularisation. C’est à ce moment qu’ilappartient au consommateur de prendre contact avecson fournisseur s’il considère que le montant retenu necorrespond pas au prélèvement d’énergie de l’exerciceécoulé.Un modèle de compteur permettant le relevé àdistance «smartmetering» est actuellement en périodede test auprès des GRD du pays. Ce type de compteurprésente l’avantage d’un meilleur suivi pour le clientde sa consommation.Toutefois, les incidences financières et techniques decet appareil sont suffisamment importantes pour effectuerun examen approfondi avant d’imaginer sonimplantation en Belgique.En attendant les conclusions de cette étude etl’éventuelle implantation de ces compteurs, il esttoujours loisible au client de négocier avec son fournisseurune adaptation de ses factures intermédiaires encas de surestimation de sa consommation.DO 2007200803528 DO 2007200803528Vraag nr. 24 van mevrouw Valérie De Bue van 6 mei2008 (Fr.) aan de minister van Klimaat en Energie:Energieaudits.Krachtens een Europese richtlijn betreffende deenergieprestatie van gebouwen is er vanaf 2009 eenenergieprestatiecertificaat vereist voor alle woningendie te koop of te huur worden aangeboden.Dat certificaat zal worden uitgereikt door eenerkend expert en zal een informatieve waarde hebbenvoor de nieuwe eigenaar of huurder.De Vlaamse regering heeft de principes inzake deberekeningsmethode en het opstellen van de certificatenreeds goedgekeurd. De Waalse en de Brusselseregering moeten nog reageren.In afwachting van de invoering van dat energieprestatiecertificaatkunnen particulieren echter nu al energieauditslaten uitvoeren. Met zo een audit wordenQuestion n o 24 de M me Valérie De Bue du 6 mai 2008(Fr.) au ministre du Climat et de l’Énergie:Audits énergétiques.Une directive européenne sur les performances énergétiquesdes habitations impose, à partir de 2009, uncertificat de performance énergétique pour tous leslogements mis en location ou en vente.Ce certificat, délivré par un expert agréé, aura unevaleur informative pour le nouvel acquéreur ou lelocataire.À ce stade, le gouvernement flamand a adopté lesprincipes pour la méthode de calcul et l’établissementdes certificats. Les gouvernements wallon et bruxelloisdoivent encore réagir.Toutefois, les particuliers peuvent déjà procéder àdes audits énergétiques dans l’attente de la mise enplace du certificat. Ces expertises doivent déterminerKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4322 QRVA 52 0202 - 6 - 2008energielekken en -verspilling vastgesteld en wordtnagegaan hoe daar wat aan gedaan kan worden.De maatregel strekt ertoe het energieverbruik te verlagen,het milieu te beschermen en de belangen van deconsumenten te verdedigen.Het risico bestaat evenwel dat dat certificaat uiteindelijkniet zo positief uitvalt indien elk Gewest een verschillendeberekeningsmethode hanteert.1. Welke maatregelen zal u nemen om meer samenhangin het overleg te brengen en federale initiatievente bevorderen?2. Zullen de incentives, in de vorm van belastingvoordelenof subsidies, afhankelijk zijn van de uitreikingvan die energieprestatiecertificaten?3. In de praktijk zal er geen enkele woning meerkunnen worden verkocht zonder dat er een energieauditheeft plaatsgevonden. Zo niet hangt de verkopereen boete boven het hoofd. Hoe hoog zal die boetezijn?Antwoord van de minister van Klimaat en Energievan 26 mei 2008, op de vraag nr. 24 van mevrouwValérie De Bue van 6 mei 2008 (Fr.):Ik heb de eer het geachte lid als volgt te antwoorden.Ik deel uw bezorgdheid met betrekking tot de intragewestelijkeconvergentie en coördinatie van de energieaudit,die een belangrijk hulpmiddel is voor energetischeefficiëntie.De subgroep Concere werkt hier reeds enkele jarenaan, maar het behoort de gewesten toe om te beslissenof ze al dan niet coherent blijven. De federale overheidvraagt de gewesten in elk geval regelmatig om meercoherentie.De federale overheid moedigt deze audits aan dooreen fiscale aftrek die ook toepasbaar is zonder dat deaudit leidt tot het overhandigen van een certificaat metbetrekking tot de richtlijn betreffende de«energieprestatie van gebouwen» of betreffende de«energie-adviesprocedure». Deze fiscale aftrek van40% komt nog bij de gewestpremies, waardoor deenergie-audit één van de meest interessante maatregelenwordt (bijna gratis) en ook één van de meestnuttige (verplichting tot het opstellen van duidelijkeaanbevelingen aan de consumenten).Het feit dat de toekenning van een gewestpremiewordt gelinkt aan de uitvoering van een energie-auditis tevens uitsluitend een gewestelijke bevoegdheid.Ook de geldboetes vallen onder de bevoegdheid vande gewesten. De boetes zouden echter strenger moetenzijn, maar dan zou dit ook het geval moeten zijn voorde gewestelijke en federale stimuli.les pertes et gaspillages comme les moyens d’y remédier.L’objectif de la mesure vise à entraîner une baisse dela consommation énergétique, à protégerl’environnement et à défendre les intérêts des consommateurs.Le risque serait que ce certificat ne se transforme enfausse bonne idée si les méthodes de calcul divergentd’une région à l’autre.1. Quelles dispositions envisagez-vous de prendrepour favoriser une concertation plus cohérente et agirau niveau fédéral?2. Les incitants, qu’ils soient fiscaux ou sous formede subsides, seront-ils tributaires de la délivrance deces certificats énergétiques?3. En pratique, plus aucune vente ne pourra avoirlieu sans audit énergétique sous peine d’amende. Quelen sera le montant?Réponse du ministre du Climat et de l’Énergie du26 mai 2008, à la question n o 24 de M me Valérie DeBue du 6 mai 2008 (Fr.):J’ai l’honneur de donner la réponse suivante à laquestion de l’honorable membre.Je partage entièrement votre souci de convergence etde coordination intra-régionale au sujet de cet importantoutil d’efficacité énergétique que constitue l’auditénergétique.Un sous-groupe Concere y travaille déjà depuis desannées, mais c’est aux régions qu’il revient de déciderde rester en cohérence ou pas. Dans tous les cas, lefédéral appelle régulièrement les régions à plus decohérence.Le fédéral encourage ces audits par une réductionfiscale déjà applicable sans qu’il soit nécessaire quel’audit débouche sur la délivrance d’un certificat lié àla directive «performance énergétique des bâtiments»ou à la «procédure d’avis énergétique». Cette réductionfiscale de 40% s’ajoute aux primes régionales, cequi fait de l’audit énergétique l’une des mesures lesplus intéressantes (presque gratuit) et les plus utiles àréaliser (obligations de dresser des recommandationsprécises aux consommateurs).Le fait de lier l’octroi d’une prime régionale à laréalisation d’un audit énergétique est également decompétence exclusivement régionale.Les amendes sont également de la compétence desrégions. Néanmoins, si les amendes devaient être plussévères, il est certain que certains incitants régionauxet fédéraux devraient l’être également.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 43232 - 6 - 2008DO 2007200803601 DO 2007200803601Vraag nr. 26 van de heer Flor Van Noppen van 9 mei2008 (N.) aan de minister van Klimaat en Energie:Question n o 26 de M. Flor Van Noppen du 9 mai 2008(N.) au ministre du Climat et de l’Énergie:Commissie voor Nucleaire Voorzieningen.Commission des provisions nucléaires.1. Welke personen zetelen er momenteel in de 1. Quelles personnes siègent actuellement au sein deCommissie voor Nucleaire Voorzieningen?la Commission des provisions nucléaires?2. Bij welke financiële instelling worden de voorzieningenvoor de ontmanteling van de kerncentrales en conservées les provisions pour le démantèlement des2. Auprès de quelle institution financière sontvoor het beheer van bestraalde splijtstoffen bewaard? centrales nucléaires et pour la gestion des matièresfissiles irradiées?3. Hoeveel voorzieningen werden in 2007 precies 3. Quelles provisions ont été versées exactement enaan het kernprovisievennootschap gestort, en door 2007 à la société de provisionnement nucléaire et parwelke nucleaire operatoren?quels opérateurs nucléaires?4. Wat is de verwachte storting voor 2008? 4. Quelles sont les prévisions pour 2008?5. Hoeveel bedraagt de totale voorziening diemomenteel in het fonds aanwezig is?6. Wanneer publiceert de Commissie voorNucleaire Voorzieningen haar eerste jaarverslag?Antwoord van de minister van Klimaat en Energievan 29 mei 2008, op de vraag nr. 26 van de heer FlorVan Noppen van 9 mei 2008 (N.):Ik heb de eer antwoord te verstrekken op de doorhet geachte lid gestelde vragen.1. De leden van de Commissie voor NucleaireVoorzieningen zijn benoemd bij koninklijk besluit van16 februari 2004 gewijzigd bij koninklijk besluit van27 april 2007,De leden van de Commissie voor NucleaireVoorzieningen zijn de volgende:5. Quel est le montant total des provisions actuellementprésentes dans le fonds?6. Quand la Commission des provisions nucléairespubliera-t-elle son premier rapport annuel?Réponse du ministre du Climat et de l’Énergie du29 mai 2008, à la question n o 26 de M. Flor VanNoppen du 9 mai 2008 (N.):J’ai l’honneur de fournir une réponse aux questionsposées par l’honorable membre.1. Les membres de la Commission des Provisionsnucléaires sont nommés par arrêté royal du 16 février2004, modifié par arrêté royal du 27 avril 2007.Les membres de la Commission des Provisionsnucléaires sont les suivants:— de vertegenwoordigers van de publieke sector: — les représentants du secteur public:• mevrouw Marie-Pierre Fauconnier, directeurgeneraalvan de algemene directie Energie;• de heer Jean-Pierre Arnoldi, algemeen bestuurdervan de Schakist van de Federale OverheidsdienstFinanciën;• de heer Alfons Boon, Voorzitter van de FederaleOverheidsdienst Budget en Beheerscontrole;• de heer François Possemiers, Voorzitter van deCommissie voor de Regulering van de Electriciteiten het Gas (CREG);• de heer Luc Coene, vice-gouverneur van deNationale Bank van België;• de heer Jean-Paul Servais, Voorzitter van deCommissie van het Bank-, Financie- en Assurantiewezen(CBFA);• Mme Marie-Pierre Fauconnier, directeur généralde la direction générale Énergie;• M. Jean-Pierre Arnoldi, administrateur généralde la Trésorerie du Service public fédéralFinances;• M. Alfons Boon, Président du Service publicFédéral Budget et Contrôle de Gestion;• M. François Possemiers, Président de laCommission de Régulation de l’Électricité etdu Gaz (CREG);• M. Luc Coene, vice-gouverneur de la Banquenationale de Belgique;• M. Jean-Paul Servais, Président de la Commissionbancaire, financière et des assurances(CBFA);KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4324 QRVA 52 0202 - 6 - 2008— de vertegenwoordigers van de kernprovisievennootschapSynatom:• de heer Robert Leclère, afgevaardigdbestuurdervan Synatom;— les représentants de la société de provisionnementnucléaire Synatom:• M. Robert Leclère, administrateur délégué deSynatom;• de heer Robert-Olivier Leyssens; • M. Robert-Olivier Leyssens;• de heer Walter Peeraer. • M. Walter Peeraer.De raadgevende leden van de Commissie voorNucleaire Voorzieningen zijn:• de heer Willy De Roovere, directeur-generaalvan het Federaal Agentschap voor NucleaireControle (FANC);• de heer Jean-Paul Minon, directeur-generaalvan de Nationale Instelling voor RadioactiefAfval en Verrijkte Splijtstoffen (NIRAS).De plaatsvervangende leden van de Commissie voorNucleaire Voorzieningen zijn de volgende:Les membres consultatifs de la Commission desProvisions nucléaires sont:• M. Willy De Roovere, Directeur général del’Agence fédérale de Contrôle nucléaire(AFCN);• M. Jean-Paul Minon, Directeur général del’Organisme national des Déchets Radioactifset des Matières fissiles enrichies (ONDRAF).Les membres suppléants de la Commission desProvisions nucléaires sont les suivants:— de vertegenwoordigers van de publieke sector: — les représentants du secteur public:• de heer Theo Van Rentergem, Adviseurgeneraalbij de algemene directie Energie;• de heer Jean Deboutte, Directeur bij het Agentschapvan de Schuld van de Federale OverheidsdienstFinanciën;• de heer Geert Desmet, Directeur-generaal vande Federale Overheidsdienst Budget en Beheerscontrole;• de heer Tom Vandenborre, adviseur bij deCommissie voor de Reguling van de Elektriciteiten het Gas (CREG);• mevrouw Monique Lievens, afdelingshoofd bijde Nationale Bank van België;• de heer Eddy Van Horenbeeck, Adviseur bij deCommissie van het Bank, Financie- en Assurantiewezen(CBFA);— de vertegenwoordigers van de kernprovisievenootschapSynatom:• M. Theo Van Rentergem, Conseiller généralauprès de la direction générale Énergie;• M. Jean Deboutte, Directeur auprès del’Agence de la Dette du Service public fédéralFinances;• M. Geert Desmet, Directeur général du Servicepublic fédéral Budget et Contrôle de Gestion;• M. Tom Vandenborre, conseiller auprès de laCommission de régulation de l’Électricité et duGaz (CREG);• Mme Monique Lievens, Chef de divisionauprès de la Banque nationale de Belgique;• M. Eddy Van Horenbeeck, Conseiller auprèsde la Commission bancaire, financière et desAssurances (CBFA);— les représentants de la société de provisionnementnucléaire Synatom:• de heer Gilbert Cornelissen; • M. Gilbert Cornelissen;• de heer Christiaan De Groof; • M. Christiaan De Groof;• de heer Jean Van Vyve. • M. Jean Van Vyve.2. Overeenkomstig de wet van 11 april 2003 betreffendede voorzieningen aangelegd voor de ontmantelingvan de kerncentrales en voor het beheer vansplijtstoffen bestraald in deze kerncentrales is ongeveer75% van de thans aangelegde voorzieningen geleendaan Electrabel. De overige 25% zijn deels, geleend aanELIA, deels belegd op korte termijn om de kosten voorhet beheer van de bestraalde splijtstoffen in de eerstkomendedrie jaar te kunnen dekken, deels geleend2. Conformément à la loi du 11 avril 2003 sur lesprovisions constituées pour le démantèlement des centralesnucléaires et par la gestion des matières fissilesirradiées dans ces centrales, environ 75% des provisionsactuellement constituées sont prêtés à Electrabel.Les autres 25% sont partiellement prêtés à ELIA,partiellement placés à court terme pour pouvoir couvrirles frais de gestion des matières fissiles irradiéesdans les trois premières années à venir, partiellementKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 43252 - 6 - 2008aan SPE en het saldo wordt aangewend door Synatomvoor de financiering van haar bedrijfskapitaal.3. Aan de kernprovisievennootschap werd in 2007voor de nucleaire voorzieningen een bedrag gestortgelijk aan 372 miljoen euro. Dit bedrag is voor ongeveer97% afkomstig van Electrabel en voor ongeveer3% van SPE.4. De verwachte storting in 2008 wordt bepaaldvolgens dezelfde principes als die van de voorgaandejaren, enerzijds een interestopbrengst op de beschikbaremiddelen gelijk aan 5% en anderzijds een toevoegingvoor de dekking van de beheerkosten van degeproduceerde bestraalde brandstof in overeenstemmingmet de hoeveelheid elektriciteit die zalgeproduceerd worden. De verwachte storting wordtgeraamd op ongeveer 320 miljoen euro.5. De totale voorziening die op 31 december 2007 inhet fonds aanwezig is, bedraagt 4 905 miljoen euro.6. De Commissie voor Nucleaire Voorzieningenheeft haar eerste jaarverslag gepubliceerd in de maandmei van het jaar 2006, onder de oude benaming van«Opvolgingscomité». Het had betrekking op de jaren2004 en 2005. Een tweede jaarverslag is in voorbereiding.prêtés à SPE et le solde est utilisé par Synatom pour lefinancement de son capital d’entreprise.3. En 2007, un montant égal à 372 millions d’eurosa été versé à la société de provisionnement nucléairepour les provisions nucléaires. Ce montant provientpour environ 97% d’Electrabel et pour environ 3% deSPE.4. Le versement attendu en 2008 est déterminé selonles mêmes principes que ceux des années précédentes,d’une part un produit d’intérêt sur les moyens disponibleségal à 5% et, d’autre part, un supplément pourla couverture des frais de gestion du combustible irradiéproduit en conformité avec la quantité d’électricitéqui sera produite. Le versement attendu est estimé àenviron 320 millions d’euros.5. La provision totale contenue dans le fonds le31 décembre 2007 s’élève à 4 905 millions d’euros.6. La Commission des Provisions nucléaires apublié son premier rapport annuel au mois de mai del’année 2006, sous l’ancienne dénomination de«Comité de Suivi». Il avait trait aux années 2004 et2005. Un deuxième rapport annuel est en préparation.Minister van OntwikkelingssamenwerkingMinistre de la Coopération au développementDO 2007200802807 DO 2007200802807Vraag nr. 7 van de heer Hagen Goyvaerts van 17 april2008 (N.) aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking:Implementatie van de nieuwe comptabiliteitswetgeving.De voorbereiding van de nieuwe comptabiliteitswetvan 22 mei 2003 vraagt een aantal fundamentele wijzigingenin de methodologie en de structuur van de vermogenscomptabiliteitvan de Staat. Met hetFEDCOM-project is het de bedoeling een nieuwerijkscomptabiliteit in te voeren en het voorziet bovendienin de installatie van een ondersteunend computerplatform.1. Op welke manier wordt op uw departementmomenteel aan actief financieel beheer gedaan ofwelke voorbereidingen worden daartoe getroffen?Question n o 7 de M. Hagen Goyvaerts du 17 avril2008 (N.) au ministre de la Coopération au développement:Mise en œuvre de la nouvelle loi sur la comptabilité del’État.La préparation de la nouvelle loi sur la comptabilitéde l’État du 22 mai 2003 exige un certain nombre demodifications fondamentales dans la méthodologie etla structure de la comptabilité patrimoniale de l’État.Le projet FEDCOM a pour objectif d’introduire unenouvelle comptabilité de l’État. Il prévoit en outredans ce cadre la mise en place d’une plateforme informatiqued’appui.1. De quelle façon pratique-t-on à l’heure actuelle,au sein de votre département, une gestion financièreactive ou quelles dispositions préparatoires y sontadoptées dans l’optique d’une telle gestion?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4326 QRVA 52 0202 - 6 - 20082. Op welke manier wordt op uw departement aanactiva-beheer gedaan of welke voorbereidingenworden daartoe getroffen?3. Hoeveel personeelsleden zijn er binnen uwdepartement hierbij betrokken?4. Welke budgetten werden er voor de implementatievan FEDCOM binnen uw departement uitgetrokken?5.a) Doen er zich binnen uw departement specifiekeproblemen voor bij de voorbereidingen van deimplementatie van de dubbele boekhouding?2. De quelle façon pratique-t-on à l’heure actuelle,au sein de votre département, une gestion des actifs ouquelles dispositions préparatoires y sont adoptées dansl’optique d’une telle gestion?3. Combien de membres du personnel sont affectésà ces tâches au sein de votre département?4. Quels budgets ont été prévus au sein de votredépartement pour la mise en œuvre du projetFEDCOM?5.a) Des problèmes spécifiques se posent-ils au sein devotre département dans le cadre des préparatifs liésà la mise en œuvre de la comptabilité en partiedouble?b) Zo ja, welke? b) Dans l’affirmative, lesquels?Antwoord van de minister van Ontwikkelingssamenwerkingvan 27 mei 2008, op de vraag nr. 7 van deheer Hagen Goyvaerts van 17 april 2008 (N.):1. De FOD Buitenlandse Zaken, BuitenlandseHandel en Ontwikkelingssamenwerking beschiktsinds een 4-tal jaar over een dienst «Risicobeheer»welke instaat voor het in kaart brengen van de mogelijkefinanciële risico’s en daar waar nodig proceduresuitschrijft voor het invoeren van een intern controlesysteem.Daarenboven bestaat er een 3-tal jaar eendienst «Performance & management Reporting»welke instaat voor de analyse en opvolging van detoegekende kredieten en hierover trimestriëel rapporteertaan het Directiecomité.2. De FOD Buitenlandse Zaken, BuitenlandseHandel en Ontwikkelingssamenwerking beschikt overhet informaticapakket Assetmanagement (Gentronics)om aan voorraad- en inventarisbeheer te doen. Aanvullendhierbij beschikt onze FOD over een boekhoudprogrammavoor de Posten, «Accounting»genaamd. Hierin staan alle gegevens van de Posten.3. Voor Assetmanagement (Gentronics) schattenwe een 15-tal personen, voor «Accounting» in Brusseleen 25-tal.4. Voor het begrotingsjaar 2008 en 2009 nog nietsomdat onze FOD alleen betrokken is in het designmaar nog niet bij implementatie.5.a) Ja.b) Subsidies zijn een apart gegeven in de dubbeleboekhouding en hiervoor zal een oplossing moetengevonden worden.Réponse du ministre de la Coopération au développementdu 27 mai 2008, à la question n o 7 deM. Hagen Goyvaerts du 17 avril 2008 (N.):1. Le SPF Affaires étrangères, Commerce extérieuret Coopération au Développement dispose depuis4 ans d’un service «gestion des risques» chargé decartographier les risques financiers et de rédiger desprocédures de contrôle interne lorsque c’est nécessaire.En plus le SPF dispose d’un service «Performance &management Reporting» responsable de l’analyse etdu suivi des crédits accordés ainsi que de leur rapportagetrimestriel au Comité de Direction.2. Le SPF Affaires étrangères, Commerce extérieuret Coopération au Développement dispose d’un logicielAssetmanagement (Gentronics) pour gérer lesstocks et faire de la gestion d’inventaire. En plus notreSPF dispose d’un logiciel comptable pour les postesappelé «Accounting». Toutes les donnés des postes ysont reprises.3. Pour Assetmanagement (Gentronics) nous estimonsune quinzaine de personnes, pour «Accounting»environ vingt-cinq personnes.4. Pour les années comptables 2008 et 2009 rien,parce que notre SPF est seulement concerné par ledesign et pas encore par l’implémentation.5.a) Oui.b) Les subsides sont une particularité dans la comptabilitédouble et une solution à leur sujet doitencore être trouvée.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 43272 - 6 - 2008DO 2007200802808 DO 2007200802808Vraag nr. 8 van mevrouw Nathalie Muylle van17 april 2008 (N.) aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking:Vrijwilligersdienst voor jongeren in het Zuiden.In september 2005 werd een koninklijk besluit goedgekeurddat een vrijwilligersdienst voor jongeren inhet Zuiden instelde. Begin 2007 vertrokken de eerstejongeren naar het Zuiden. Verder hebben we niet veelmeer vernomen van die jongeren.1. Zijn alle mensen steeds positief geëvalueerd endus één jaar ter plaatse kunnen blijven?2.a) Zijn de eerste mensen al terug?Question n o 8 de M me Nathalie Muylle du 17 avril2008 (N.) au ministre de la Coopération au développement:Service volontaire dans l’hémisphère sud pour lesjeunes.Un arrêté royal instaurant un service volontairedans l’hémisphère sud pour les jeunes a été approuvéen septembre 2005. Début 2007, les premiers jeunespartaient mais, depuis, nous n’en avons plus guèreentendu parler.1. Tous les intéressés ont-ils été évalués positivementet ont-ils donc pu rester un an sur place?2.a) Les premiers partis sont-ils déjà de retour?b) Hoe waren hun ervaringen? b) Quelle a été leur expérience?3. Hoeveel contracten werden verlengd? 3. Combien de contrats ont-ils été renouvelés?4. Hoeveel keer zijn er al mensen vertrokken? 4. Combien de départs y a-t-il eus?5. Hoeveel mensen zijn er momenteel actief in hetZuiden?5. Combien de jeunes effectuent-ils actuellement unservice volontaire dans l’hémisphère sud?6. Wat is de huidige verhouding man/vrouw? 6. Quelle est la proportion hommes/femmesactuelle?7. Wat is de huidige verhouding Franstaligen/Nederlandstaligen?8.a) Zijn er recentelijk nog calls geopend?7. Quelle est la proportion francophones/néerlandophonesactuelle?8.a) Y a-t-il eu récemment des appels à projet?b) Zijn er nog opleidingen bezig? b) Des formations sont-elles encore en cours?c) Hoeveel mensen zitten er nog in de wervingsreserve?c) Combien de personnes reste-t-il dans la réserve derecrutement?9. Wanneer is het volgende vertrek gepland? 9. Quand le prochain départ doit-il avoir lieu?Antwoord van de minister van Ontwikkelingssamenwerkingvan 27 mei 2008, op de vraag nr. 8 vanmevrouw Nathalie Muylle van 17 april 2008 (N.):1. De Belgische Technische Coöperatie waar hetprogramma Vrijwilligerswerk loopt, heeft een drietrapsevaluatieuitgewerkt, zijnde na drie maanden, naacht maanden en na een jaar werk op het terrein. Nadeze evaluatieperiode volgt dan nog een individuele eneen collectieve debriefing.Wanneer de evaluatie na 8 maanden werk op hetterrein wordt gehouden, bekijkt de BTC eventueleaanvragen tot verlenging. De beslissing om wel of geenverlenging toe te staan, berust op het advies van decoach, de partnerorganisatie, de BTC-vertegenwoordigerter plaatse en het BTC-kantoor in Brussel.Réponse du ministre de la Coopération au développementdu 27 mai 2008, à la question n o 8 deM me Nathalie Muylle du 17 avril 2008 (N.):1. La Coopération Technique belge (CTB) quiexécute le programme «Service Volontaire Coopérationau développement» a mis en place un systèmed’évaluation en trois phases: une première évaluationaprès 3 mois sur le terrain, une deuxième évaluationaprès 8 mois sur le terrain et une troisième évaluationaprès un an qui est constitué par un débriefing individuelet collectif.Lors de l’évaluation après 8 mois, la CTB analyseles éventuelles demandes de prolongation et sur la basede l’avis du coach du volontaire, du partenaire, dureprésentant-résident de la CTB et du siège à Bruxelles,la CTB décide ou non d’octroyer la prolongation.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4328 QRVA 52 0202 - 6 - 2008De groepen 1 en 1bis (eerste vertrek) hebben al eenjaar achter de rug. Groep 2 bevindt zich in de debriefing.2.a) Twee groepen vrijwilligers hebben al een jaar ophet terrein gewerkt en hebben ook al een debriefingachter de rug.b) Het verslag over de individuele debriefings vangroep 1 is klaar. Aan het verslag over groep 1biswordt nog gewerkt. De ervaringen van de eerstegroep zijn positief. Voorts zijn ook de behoorlijkgunstige reacties van de partnerorganisaties hetvermelden waard.3. Hierna volgt een overzicht van de gevraagde ende toegezegde verlengingen.Les groupes 1 et 1bis (premiers départs) ont déjàaccompli un cycle complet d’un an, le groupe 2 est encours de débriefing.2.a) Deux groupes de volontaires ont donc déjà eu leurdébriefing après un an de séjour sur le terrain.b) Un rapport sur les débriefings individuels dugroupe 1 a été réalisé et le rapport du groupe 1bisest en cours de rédaction. Le premier groupe esttrès satisfait de cette expérience mais il est égalementintéressant de constater la réaction assezpositive des partenaires.3. Voici un récapitulatif des prolongations demandéeset accordées.Groep—GroupeVertrek—DépartAantalvrijwilligers—Nombrede volAangevraagdeverlenging—DemandesprolongationsToegezegdeverlenging—Prolongationsaccordées1 Nov. 2006 29 29 291bis Mars 2007 7 5 54. Sinds het programma werd opgezet, zijn79 vrijwilligers vertrokken:4. Depuis le début du programme, 79 volontairesont déjà été affectés:Groep Totaal Groupe Total1 29 1 291bis 7 1bis 72 25 2 252bis 18 2bis 18Totaal aantal vrijwilligers .................... 79 Total volontaires affectés .................... 79Totaal aantal vrijwilligers op het terreinTotal volontaires sur terrain au 1 er maiop 1 mei 2008 ...................................... 742008 ..................................................... 74Groep 3 is toegewezen. Afhankelijk van wanneerterugkeer en vertrek zijn gepland, zullen in juni 2008meer dan 90 vrijwilligers op het terrein werken.5. Op 1 mei 2008 zijn 74 volontaires actief in ontwikkelingslanden.Le groupe 3 est en cours d’affectation et en fonctiondes départs et retours planifiés d’ici là, le chiffre des90 volontaires sur terrain devra être dépassé en juin2008.5. Le 1 er mai 2008, 74 volontaires sont actifs dansles pays en voir de développement.6. 32 mannen en 47 vrouwen. 6. Sur les 79 volontaires, il y a 32 hommes et47 femmes.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 43292 - 6 - 2008Mannen—HommesVrouwen—FemmesFrNlTotaal—TotalKandidaten. — Candidats ayant postulé ........... 429 620 647 402 1 049Toewijzingen. — Affectations ........................... 32 47 48 31 797. Er zijn 48 Franstalige vrijwilligers en 31 Nederlandstalige.8.a) De laatste oproep (groep 3) dateert van januari2008.b) De BTC organiseert jaarlijks één oproep tot kandidaatstellingen stuurt per jaar twee groepen vrijwilligersuit (groep + groepbis). Er hebben dus4 opleidingen plaatsgehad. De volgende opleiding(groep 3) wordt gegeven van 19 mei tot 6 juni2008.c) Na de laatste selectie waren er nog 78 kandidatenin de wervingsreserve. Hiervan zullen vanaf juni2008 tussen 25 en 30 kandidaten op het terreingaan werken.9. Het eerstvolgende vertrek heeft plaats na de opleiding,dus vanaf juni 2008.7. Sur les 79 volontaires, il y a 48 francophones et31 néerlandophones.8.a) Le dernier appel à candidature (groupe 3) a eu lieuen janvier 2008.b) La CTB organise un appel à candidature par an etsur la base de cet appel 2 envois (groupe + groupebis)par an sont réalisés. Il y a donc déjà eu4 formations et la prochaine (groupe 3) est prévudu 19 mai au 6 juin 2008.c) À la fin de la dernière sélection, il y avait 78 candidatsdans la réserve. Sur ces 78, entre 25 et 30devraient être affectés sur le terrain à partir dumois de juin 2008.9. Le prochain départ est prévu à partir de juin 2008après la formation.Minister van Ambtenarenzakenen OverheidsbedrijvenMinistre de la Fonction publiqueet des Entreprises publiquesDO 2007200802355 DO 2007200802355Vraag nr. 2 van de heer Jef Van den Bergh van 7 april2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Project nieuw station Kapellen.Het gemeentebestuur van Kapellen en de NMBSzouden momenteel onderzoek of een verplaatsing vanhet huidige NMBS-station in Kapellen wenselijk is.Enkele jaren geleden nog werden werken uitgevoerdaan de huidige locatie (vernieuwing perrons, parking).Het is dan ook verrassend dat deze nieuwe piste wordtgelanceerd. Noch de reizigers, noch de omwonenden,noch de winkeliers in de onmiddellijke omgevinglijken vragende partij, integendeel.1. Klopt het dat de bouw van een nieuw stationwordt onderzocht?Question n o 2 de M. Jef Van den Bergh du 7 avril 2008(N.) à la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques:SNCB. — Projet de construction d’une nouvelle gare àKapellen.L’administration communale de Kapellen et laSNCB examineraient actuellement l’opportunité derelocaliser l’actuelle gare SNCB de Kapellen. Destravaux y ont encore été effectués il y a quelquesannées (renouvellement des quais, parking). Il est dèslors surprenant que cette nouvelle piste soit envisagée.Ni les voyageurs, ni les riverains, ni les commerçantsdu quartier semblent être demandeurs, bien aucontraire.1. Est-il exact que la construction d’une nouvellegare est à l’étude?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4330 QRVA 52 0202 - 6 - 20082. Van wie komt het initiatief: de gemeenteraad, deNMBS, andere?3. Wanneer wordt het onderzoek afgerond enwanneer wordt een definitieve beslissing genomen?4.a) Wie staat in voor de financiering van dit project?2. Qui a pris l’initiative: le conseil communal, laSNCB, ...?3. Quand l’étude sera-t-elle terminée et quand prendra-t-onune décision définitive?4.a) Qui finance ce projet?b) Hoeveel zal de NMBS bijdragen? b) Quelle sera la contribution de la SNCB?c) Gaan zo de investeringen van de voorbije jarenniet verloren?Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 28 mei 2008, op de vraag nr. 2van de heer Jef Van den Bergh van 7 april 2008 (N.):1 en 2. Daar het huidig station en de bijhorendefaciliteiten niet zullen voldoen aan de toekomstigenoden wordt er sinds anderhalf jaar op regelmatigebasis onderhandeld tussen de gemeente Kapellen, deNMBS-Holding, Infrabel, De Lijn, het Vlaams Gewesten euros Immo Star (stedenbouwkundig studiebureauvan de NMBS-Holding). Momenteel wordt er eenstudie uitgevoerd, waarbij een renovatie van hethuidig station of een verplaatsing van dit station naareen nieuwe locatie in overweging wordt genomen.3. Volgens de eerste vooruitzichten mag een definitievebeslissing worden verwacht tegen het najaar2008.4.a) en b) Indien geopteerd wordt voor een nieuwe locatie,zal een samenwerkingsovereenkomstworden opgemaakt en zullen de kostenworden verdeeld tussen de verschillendepartijen. Heden zijn er nog geen concretecijfers voorop te stellen.c) De investeringen van de voorbije jaren waren nietvoldoende om te voorzien in de toekomstige nodenqua infrastructuur. Het treinaanbod zal op termijnworden uitgebreid, wat een aangroei van het aantalopstappende reizigers impliceert (naar verwachtingeen aangroei van 1 000 naar 2 000 opstappendereizigers per weekdag).c) Les investissements consentis ces dernières annéesne l’auront-ils dès lors pas été en pure perte?Réponse de la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques du 28 mai 2008, à la questionn o 2 de M. Jef Van den Bergh du 7 avril 2008(N.):1 et 2. Étant donné que la gare actuelle et les équipementscorrespondants ne permettront pas de faireface aux futurs besoins, des négociations sont menéesrégulièrement depuis un an et demi entre la communede Kapellen, la SNCB-Holding, Infrabel, De Lijn, laRégion flamande et Euro Immo Star (le bureaud’études urbanistiques de la SNCB-Holding). Actuellement,une étude est en cours, laquelle prend en considérationune rénovation de la gare actuelle ou undéplacement de cette gare vers un nouveau site.3. Dans l’état actuel des choses, une décision définitiveest attendu vers la fin de l’année.4.a) et b) Si c’est l’option d’un nouveau site qui est retenue,un accord de coopération sera établi etles charges seront réparties entre les différentesparties. Aucun chiffre concret n’est encoreavancé pour le moment.c) Les investissements des années précédentesn’étaient pas suffisants pour pourvoir aux futursbesoins en matière d’infrastructure. L’offre destrains s’étendra à terme, ce qui implique une croissancedu nombre de voyageurs à l’embarquement(prévision d’une augmentation de 1 000 à2 000 voyageurs à l’embarquement par jour desemaine).DO 2007200802385 DO 2007200802385Vraag nr. 12 van mevrouw Leen Dierick van 8 april2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Stopplaats van de trein in Grembergen.Vanaf maart 2008 starten noodzakelijke weg- enrioleringswerken in Grembergen. Deze werken zullenQuestion n o 12 de M me Leen Dierick du 8 avril 2008(N.) à la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques:SNCB. — Arrêt de train à Grembergen.Des travaux de voirie et d’égouttage débuteront enmars 2008 à Grembergen. Ces travaux certes nécessai-KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 43312 - 6 - 2008gedurende een jaar heel wat hinder veroorzaken,zowel voor het personen- als het vrachtvervoer:serieuze omleidingen, overlast, enzovoort. Dit resulteerterin dat de leefbaarheid van de dorpskern vanGrembergen ernstig in gevaar wordt gebracht.Grembergen is gelegen aan de spoorlijn Sint-Niklaas — Dendermonde. Vroeger stopte de treinhier, maar deze stopplaats is reeds een tiental jarenafgeschaft. Door de werken in Grembergen en de overlastdie dat met zich meebrengt, zou het personenvervoeral heel wat gebaat zijn indien de NMBS een stopplaatsvan de trein in Grembergen zou willen invoeren,en dit uiteraard in beide richtingen.Is een extra stopplaats van de trein in Grembergenmogelijk?Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 29 mei 2008, op de vraagnr. 12 van mevrouw Leen Dierick van 8 april 2008(N.):De heropening van een treinhalte vergt:— een vrij grote investering (nieuwe en hogereperrons, perronmeubilair, autoparkeerplaatsen,fietsenstallingen, eventueel een aanpassing van deseininrichting, enzovoort);— een aanpassing van de dienstregeling en de nodigetijd voor de studie;res occasionneront pendant un an de sérieuses perturbations(importantes déviations, nuisances, etc.) dansle cadre du transport de personnes et de marchandiseset compromettront dès lors sensiblement la qualité devie dans le centre de Grembergen.Grembergen se situe sur la ligne de chemin de ferSaint-Nicolas — Termonde. Le train y faisait halteauparavant mais cet arrêt a été supprimé il y a déjà unedizaine d’années. Eu égard aux travaux prévus àGrembergen et aux nuisances qui en résulteront, letransport de personnes serait déjà nettement facilité sila SNCB était disposée à instaurer un arrêt de train àGrembergen, et cela dans les deux sens bien entendu.Pourrait-on envisager l’instauration d’un arrêt detrain supplémentaire à Grembergen?Réponse de la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques du 29 mai 2008, à la questionn o 12 de M me Leen Dierick du 8 avril 2008 (N.):La réouverture d’un point d’arrêt requiert:— d’importants investissements (nouveaux quaisrehaussés, équipement des quais, emplacements destationnement de voiture, dépôts pour vélos, éventuellementune adaptation de la signalisation, etc.);— un ajustement des horaires et le temps nécessairepour mener l’étude;— het tekenen van de plannen; — la conception des plans;— het verkrijgen van de nodige vergunning; — l’obtention du permis requis;— het aanbesteden en uitvoeren van de werken. — l’adjudication et l’exécution des travaux.Binnen de huidige dienstregeling is het trouwensniet mogelijk om met de IC-L Brussel — Dendermonde— Sint-Niklaas te stoppen in Grembergen.Deze trein is de enige verbinding via de spoorlijnDendermonde — Lokeren en kan niet vroeger vertrekkenuit Dendermonde om de overstap met de L-treinuit zowel Gent als Mechelen te blijven garanderen.Daarenboven kan deze trein niet later aankomen inLokeren wegens de strakke opvolging op de lijn Gent— Antwerpen.De NMBS plant geen heropening van de stopplaatsGrembergen, maar wenst wel het vlakbij gelegen stationvan Dendermonde optimaal te blijven bedienen.Par ailleurs, le schéma horaire actuel ne permet pasde faire arrêter le train IC L Bruxelles — Termonde —Saint-Nicolas à Grembergen. Ce train est la seule liaisonvia la ligne ferroviaire Termonde — Lokeren et nepeut quitter Termonde plus tôt afin de ne pas compromettrela correspondance avec le train L tant en provenancede Gand qu’en provenance de Malines. Enoutre, ce train ne peut pas arriver plus tard à Lokerenen raison de la succession rapide des rames sur la ligneGand — Anvers.La SNCB n’envisage pas de rouvrir le point d’arrêtde Grembergen, mais souhaite par ailleurs continuer àdesservir de manière optimale la gare toute proche deTermonde.DO 2007200802459 DO 2007200802459Vraag nr. 25 van mevrouw Ulla Werbrouck van9 april 2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Niet gebruikte treinstellen en rijtuigen.In een werkplaats van de NMBS in Vorst zou eenEuro Star stel UK1 staan van 18 rijtuigen dat al drieQuestion n o 25 de M me Ulla Werbrouck du 9 avril2008 (N.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:SNCB. — Rames et voitures non utilisées.Un atelier de la SNCB à Forest abriterait untrain eurostar UKE composé de 18 voitures qui neKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4332 QRVA 52 0202 - 6 - 2008jaar ongebruikt wordt en nu dienst doet voor reserveonderdelen.De kostprijs van dit stel was ongeveer1,2 miljard Belgische franken bedragen en heeft slechtseen vijftal jaren gereden.1. Klopt het dat dit rijtuig al drie jaar ongebruikt ineen atelier in Vorst staat?2. Zo ja, wat is de reden dat dit rijtuig niet werdingezet?3. Hoeveel treinstellen en rijtuigen staan ongebruiktin ateliers en wat is de reden hiervan?4. Wat is de kostprijs van de niet gebruikte treinstellenen rijtuigen?5. Hoeveel treinstellen en rijtuigen heeft de NMBSin eigendom en hoeveel worden er gehuurd?Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 30 mei 2008, op de vraagnr. 25 van mevrouw Ulla Werbrouck van 9 april 2008(N.):1 en 2. Ten behoeve van de Eurostar-exploitatiewerden 27 basisstellen aangeschaft door NMBS (3),BRB (11) (British Railways Board) (later EUKL:Eurostar UK Limited) en SNCF (13) die gemeenschappelijkuitgebaat worden door de 3 operatoren.Daarnaast hebben SNCF (3 stellen) en NMBS(1 stel) bijkomend materieel aangekocht. Op basis vanhet protocol van samenwerking tussen de drie maatschappijendienden de kapitaallasten van de Eurostarstellen verdeeld te worden op basis van de rittijden opelk net, vermeerderd met een toeslag per commerciëleterminus. Gelet op de vooruitzichten in 1991 waren (inhet geval van de NMBS) 3 stellen te weinig en was ereen bijkomend stel vereist, zoniet zou NMBS jaarlijkseen vergoeding moeten betalen aan SNCF en EUKLvoor haar te beperkte investering. De 4 NMBS-stellenwerden via een sale-and-lease-back-operatie geleased.Aangezien de trafiekcijfers voor de Eurostar-dienstlager uitvielen dan verwacht, konden de bijkomendestellen slechts tijdelijk ingezet worden bij de Eurostardienst.SNCF slaagde erin een andere benutting tevinden voor deze 3 stellen, voor NMBS was dit voorlopigniet mogelijk. Het stel werd definitief uit de Eurostarpoolgenomen in 2003.Vanaf 2003 werden diverse pogingen ondernomenom het stel te herbenuttigen. Een poging om het stel ineerste instantie te verhuren stuitte op een weigeringvan de betrokken leasingmaatschappijen.Na onderhandelingen tussen NMBS en EUKL is ernu een akkoord voor de verhuur van het 4de Eurostarstelvan NMBS aan de Engelse Eurostar-partnerserait plus utilisé depuis trois ans et servirait à présentpour les pièces de rechange. Ce train, dont le prixserait d’environ 1,2 milliard de francs belges, n’auraitcirculé que durant cinq ans.1. Est-il exact que le train en question se trouverait— inutilisé — depuis trois ans dans un atelier àForest?2. Dans l’affirmative, pourquoi ce train n’est-il plusmis en service?3. Combien de rames et de voitures se trouventainsi inutilisées dans des ateliers et pour quelle raison?4. Quelle valeur ces rames et voitures non utiliséesreprésentent-elles?5. Combien de rames et de voitures sont lapropriété de la SNCB et combien en loue-t-elle?Réponse de la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques du 30 mai 2008, à la questionn o 25 de M me Ulla Werbrouck du 9 avril 2008(N.):1 et 2. En ce qui concerne l’exploitation Eurostar,27 rames de base ont été achetées par la SNCB (3), laBRB (11) (British Railways Board) (devenue EUKL:Eurostar UK Limited) et la SNCF (13) et sont exploitéesen commun par les 3 opérateurs.En outre, la SNCF (3 rames) et la SNCB (1 rame)ont procédé à des acquisitions supplémentaires. Sur labase de du protocole de collaboration entre les 3 sociétés,les charges en capital des rames Eurostar devaientêtre partagées sur la base des temps de parcours surchaque réseau, augmentées d’un supplément par terminuscommercial. En fonction des prédictions de 1991,3 rames étaient insuffisantes et il en fallait une supplémentaire.Si cela n’avait pas été le cas, la SNCB auraitdû payer une compensation à la SNCF et à EUKL pourson investissement trop limité. Les 4 rames SNCB ontété prises en leasing sous forme d’une opération saleand-lease-back.Vu que les données du trafic du service Eurostar ontenregistré une baisse plus importante que prévu, cesrames supplémentaires n’ont temporairement pas puêtre affectées au service Eurostar. La SNCF a pu trouverune nouvelle affectation à ces 3 rames. Pour laSNCB, cela était momentanément impossible. La ramea été définitivement retirée de la flotte Eurostar en2003.À partir de 2003, plusieurs tentatives ont été entreprisespour réutiliser la rame. Une première tentativede mettre la rame en location s’est heurtée à un refusdes sociétés de leasing concernées.Après négociation entre la SNCB et EUKL, unaccord vient d’être conclu en vue de louer la 4e rameEurostar de la SNCB au partenaire Eurostar anglaisKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 43332 - 6 - 2008(EUKL) voor de exploitatie in Eurostar-verband vooreen periode van vier jaar (2008-2011) met de mogelijkheidtot verlenging van het contract. Het contractmet Eurostar werd reeds ondertekend door NMBS enligt ter ondertekening voor bij Eurostar.Het stel zal binnenkort overgebracht worden naarhet Verenigd Koninkrijk (begin mei 2008) en zal daarnog een aantal proeven en aanpassingen ondergaan, envervolgens ingezet worden in de exploitatie, rekeninghoudend met het sterk groeiend Eurostar-verkeeraldaar.3. Er staan geen andere Eurostar-stellen ongebruiktin de ateliers.4. De waarde van het 4e Eurostar-stel bedraagt38 000 000 euro (waarde 1990).5. De 4 Eurostar-stellen zijn voorlopig in leasinggegeven aan NMBS, waarna op 31 december 2008 2van de 4 Eurostar-stellen eigendom worden van deNMBS.(EUKL) en vue de son exploitation en service Eurostarpour une période de quatre ans (2008-2011) avec possibilitéde prorogation du contrat. Le contrat concluavec Eurostar a déjà été signé par la SNCB et se trouveactuellement chez Eurostar pour signature.La rame sera transférée sous peu au Royaume-Uni(début mai 2008) et y fera encore l’objet de quelquesessais et adaptations et sera ensuite mise en exploitation,compte tenu de la forte croissance du traficEurostar là-bas.3. Aucune autre rame Eurostar n’est immobiliséedans les ateliers.4. La valeur de la 4 e rame Eurostar s’élève à38 000 000 euros (valeur 1990).5. Les 4 rames Eurostar sont provisoirement cédéesen leasing à la SNCB, après quoi la SNCB deviendrapropriétaire de 2 des 4 rames Eurostar dès le 31 décembre2008.DO 2007200802521 DO 2007200802521Vraag nr. 35 van de heer Georges Gilkinet van 11 april2008 (Fr.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Uitbesteden van bepaalde taken aan particulierebedrijven.Binnen de NMBS is er een brede waaier van beroepenontstaan voor de uitvoering van een gevarieerdpakket taken die in een zo belangrijke ondernemingmoeten worden verricht. Die ontwikkeling is historischgegroeid. Deze grote verscheidenheid is eengoede zaak voor de openbare dienstverlening, maarook voor de kwaliteit van de banen en de specialisatievan de werknemers.Een deel van de taken bij de NMBS zou echterworden uitbesteed aan particuliere bedrijven. Op diemanier zou de NMBS bijvoorbeeld het onderhoud vande spooromgeving en bepaalde herstellingen hebbenafgestoten.Een dergelijke rationalisatie van de kosten magechter niet ten koste gaan van de sociale rechten van dewerknemers en mag de veiligheid van de betrokkenwerknemers niet in het gedrang brengen.1. Welke taken werden er in de periode 2004 tot2007 per jaar uitbesteed door de NMBS?2. Wat is de financiële balans van die handelwijze:hoeveel kon er worden bespaard en hoeveel kost hetom die taken uit te besteden?Question n o 35 de M. Georges Gilkinet du 11 avril2008 (Fr.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:SNCB. — Recours à des entreprises privées pour lasous-traitance de certaines tâches.Historiquement, de nombreux métiers se sont développésau sein même de la SNCB, recouvrant toute unepalette de fonctions dont peut avoir besoin une entrepriseaussi importante. Cette diversité est intéressantenotamment du point de vue de l’offre de service public,de la qualité des emplois proposés et de la spécialisationdes travailleurs.Mais il semble qu’une certaine part du travail de laSNCB est sous-traitée à des sociétés privées. Ainsi parexemple, le nettoyage des abords des voies ou certainestâches de réparation font partie de ces fonctions que laSNCB n’assumerait plus en propre.Cette recherche d’une rationalisation des coûts nedevrait pas s’accompagner de mesures anti-sociales ouréduire la sécurité au travail des personnes concernées.1. Quelles sont les tâches qui ont été sous-traitéespar la SNCB pour les années 2004 à 2007, année parannée?2. Quel est le bilan financier de cette opération:quelles sont les charges économisées et les coûts inhérentsà cette sous-traitance?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4334 QRVA 52 0202 - 6 - 20083. Op grond van welke criteria werden de onderaannemersgeselecteerd?4.a) Kent de NMBS het statuut van de personen diedoor die onderaannemers in dienst worden genomen?b) Heeft de NMBS, in voorkomend geval, het initiatiefgenomen om bepaalde kwaliteitscriteria tehanteren voor die jobs?5. Wat zijn de statistieken inzake de arbeidsongevallendie zich sinds 2004 op de bouwplaatsen van ofin opdracht van de NMBS hebben voorgedaan? Kan udie cijfers uitsplitsen naar jobinhoud en indien mogelijkeen onderscheid maken tussen het NMBSpersoneelen het personeel in dienst van de onderaannemers?Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 28 mei 2008, op de vraagnr. 35 van de heer Georges Gilkinet van 11 april 2008(Fr.):1 en 2. Er is altijd een beroep gedaan op onderaannemersen gespecialiseerde firma’s om een aantalwerken uit te voeren.Wat de NMBS-Holding betreft, werden in de jaren2004-2007 een aantal schoonmaakcontracten betreffendeonder andere de schoonmaak van beglazing uitbesteedaan derden.Momenteel zijn er ongeveer een 280-tal personeelsledenvan NMBS-Holding voor de schoonmaak en een310-tal voor het technische onderhoud van de gebouwen.Deze personeelsleden zijn meestal medisch afgekeurdom hun eigenlijke functie uit te voeren en krijgendan fysiek lichtere taken toegewezen als«geherklasseerde». Zij zijn dan over het algemeenfysiek niet in staat om bijvoorbeeld de beglazingschoon te maken.Het uurloon binnen de Maatschappij is hoger danbij de schoonmaakfirma’s. Dit is niet alleen een gevolgvan de sociale akkoorden binnen de Maatschappij,maar vooral van het feit dat het hier gaat omgeherklasseerd personeel dat zijn vroeger niveau vanbezoldiging behoudt, dat hoger ligt dan bij de privéfirma’s.De kosten voor onderaanneming van de schoonmaakdienstenvan de directiegebouwen bedragen:— 2004: 1 287 000 euro. — 2004: 1 287 000 euros.— 2005: 1 360 000 euro. — 2005: 1 360 000 euros.— 2006: 1 500 000 euro. — 2006: 1 500 000 euros.— 2007: 1 715 000 euro. — 2007: 1 715 000 euros.3. Quels sont les critères qui président au choix dessous-traitants?4.a) La SNCB connaît-elle le statut des personnes engagéespar ces sociétés sous-traitantes?b) Le cas échéant, une démarche a-t-elle été initiée parla SNCB pour proposer des critères de qualité desemplois?5. Quelles sont les statistiques d’accidents de travaildepuis 2004 survenus sur des chantiers de la SNCB oucommandés par la SNCB, ventilées par fonctions et sipossible pour les personnes employées par la SNCB etpar des sous-traitants?Réponse de la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques du 28 mai 2008, à la questionn o 35 de M. Georges Gilkinet du 11 avril 2008(Fr.):1 et 2. Il a toujours été fait appel à des sous-traitantset à des firmes spécialisées pour l’exécution de certainstravaux.En ce qui concerne la SNCB-Holding, plusieurscontrats de nettoyage relatifs notamment au nettoyagedes vitres ont été confiés à des tiers pour la période2004-2007.Actuellement, environ 280 agents de SNCB-Holdingse chargent du nettoyage et 310 agents assurent lamaintenance technique des bâtiments. Dans la plupartdes cas, ces agents sont déclarés médicalement inapte àl’exécution de leur fonction et obtiennent des tâchesphysiquement plus légères comme «reclassé». Engénéral, ils ne sont physiquement pas apte à nettoyerles vitres, par exemple.Le salaire horaire au sein de la Société est supérieurà celui des firmes de nettoyage. Cette différence résultenon seulement des accords sociaux conclus au sein dela Société, mais surtout du fait qu’il s’agit ici depersonnel reclassé qui conserve son ancien niveau derémunération, supérieur à celui des firmes privées.Les frais de sous-traitance des services de nettoyagedes bâtiments de direction s’élevaient à:KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 43352 - 6 - 2008Ook bij Infrabel worden een aantal onderhoudstakenaanbesteed, namelijk:— niet specifiek spoorwegonderhoud, waarvoor erdeskundige ondernemingen in de markt zijn. Hetgaat bijvoorbeeld om onderhoudswerken van denabije omgeving van de sporen (maaien, ontdoenvan struikgewas, opruimen), onderhoud vankunstwerken, onderhoud van bij sporen, ophalenvan afval, huren van machines enz.— prestaties waarvoor bijzonder gespecialiseerdmateriaal of dito uitrustingen nodig zijn, zoals dehuur van slijptreinen en treinen voor ultrasooncontrolevan de sporen, onkruidverdelging of hetonderhoud van de elektronische seinhuizen.De onderaanneming bij Infrabel is tussen 2004 en2007 niet bijzonder geëvolueerd. Onderstaande tabelgeeft de bedragen weer van de tijdens die periode aanbestedewerken.Quant à Infrabel, un certain nombre de tâches demaintenance sont également sous-traitées. Il s’agitnotamment:— De travaux d’entretien non spécifiquement ferroviaires,pour lesquels des entreprises compétentessont présentes sur le marché; il s’agit par exemplede travaux d’entretien des abords des voies(fauchage, débroussaillage, nettoyage), d’entretiendes ouvrages d’art, d’entretien de voies accessoires,de services d’enlèvement de déchets, de locationd’engins, etc.— De prestations nécessitant un matériel ou des équipementsextrêmement spécialisés, comme la locationde trains de meulage et de contrôle par ultrasonsdes rails, de désherbage, ou l’entretien despostes de signalisation électroniques.La sous-traitance au sein d’Infrabel n’a pas évoluéede manière significative entre 2004 et 2007, le tableauci-après reprend l’évolution des montants des travauxsous-traités au cours de cette période.Jaar—AnnéeBedrag van de onderhoudswerken(in miljoen euro)—Montant des travaux d’entretien(en millions d’euros)Bedrag van de aanbestede onderhoudswerken(in miljoen euro)—Montant des travaux d’entretiensous-traités (en millions d’euros)% van het totaal—% du total2004 292 470 000 21 120 000 7,5%2005 269 620 000 23 740 000 8,6%2006 284 880 000 25 310 000 8,9%2007 281 250 000 22 920 000 8,1%Er is geen kostenbesparing als compensatie aangezieneen beroep op onderaanneming niet bedoeld isom interne taken uit te besteden.Tot slot wat de operator NMBS betreft, worden ervoor de schoonmaak van de treinen ongeveer800 mensen ingezet. De NMBS verzorgt de schoonmaakvoornamelijk met eigen personeel, behalve voorzeer specifieke schoonmaak zoals van de HST-treinen,die voornamelijk’s nachts plaatsvindt, het verwijderenvan graffiti en het wassen van de voorruiten van detractievoertuigen.De bedragen die betaald worden in het raam vanschoonmaakcontracten in de werkplaats Vorst zijn alsvolgt:Il n’y a pas de charges économisées en contrepartie,étant entendu que le recours à la sous-traitance n’a paspour but d’externaliser des tâches internes.Enfin en ce qui concerne l’opérateur SNCB, le nettoyagedes trains représente une charge d’à peu près 800personnes. La SNCB assure le nettoyage essentiellementavec son propre personnel, exception faite pourquelques travaux de nettoyage très spécifique, commele nettoyage des trains TGV qui se fait essentiellementpendant la nuit, le nettoyage des graffiti et le nettoyagedes pare-brises des engins de traction.Les montants payés dans le cadre des contrats denettoyage à l’atelier de Forest sont les suivants:— 2004: 3 141 393,90 euro. — 2004: 3 141 393,90 euros.— 2005: 2 781 996,76 euro. — 2005: 2 781 996,76 euros.— 2006: 5 103 336,09 euro. — 2006: 5 103 336,09 euros.— 2007: 6 126 853,00 euro. — 2007: 6 126 853,00 euros.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4336 QRVA 52 0202 - 6 - 20083. Bij de keuze van de onderaannemers past deNMBS-Groep de wetgeving op de overheidsopdrachtentoe.Een van de kwalitatieve selectiecriteria voor ondernemingendie diensten verlenen aan de NMBS-Groep,is dat ze als aannemer geregistreerd moeten zijn. Deondernemingen die opdrachten van werken uitvoeren,zijn onder andere onderworpen aan de wetgevinginzake de erkenning van aannemers.4. Om als aannemer geregistreerd te worden,moeten de ondernemingen bewijzen dat ze in orde zijnop fiscaal en sociaal vlak (RSZ-bijdragen).5. De NMBS-Groep heeft geen statistieken betreffendearbeidsongevallen bij de onderaannemers.3. Pour le choix des sous-traitants, le Groupe SNCBapplique la législation sur les marchés publicsParmi les critères de sélection qualitative, les entreprisesprestant des services pour le Groupe SNCBdoivent être enregistrées comme entrepreneur. Lesentreprises exécutant des marchés de travaux sont enoutre soumises à la législation organisant l’agréationdes entrepreneurs.4. Pour être enregistrées comme entrepreneur, lesentreprises doivent prouver qu’elles sont en règle dupoint de vue social (cotisations à l’ONSS) et fiscal.5. Le Groupe SNCB ne dispose pas de statistiquesur les accidents du travail survenus chez les soustraitants.DO 2007200802529 DO 2007200802529Vraag nr. 38 van de heer Philippe Henry van 11 april2008 (Fr.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:Infrabel. — «Zeiltrein»-project.Volgens de krant «Le Soir» heeft Infrabel beslist toete treden tot een consortium dat werd opgericht voorde bouw van een windmolenpark met 17 tot 20 windturbinesop de taalgrens, langs de hogesnelheidslijnBrussel-Luik. Electrabel en de zes betrokken gemeenten(Hannuit, Hélécine en Lincent aan Franstaligekant, Gingelom, Landen en Sint-Truiden aan Nederlandstaligekant) zouden eveneens deel uitmaken vanhet consortium.De participatie van Infrabel is beperkt (10%) maarniet onbelangrijk. Volgens onze bronnen zal het bedrijfeen derde van de geproduceerde elektriciteit aanwendenvoor de rechtstreekse stroomvoorziening vande treinen op drie lijnen: de «hogesnelheidslijn»Leuven-Ans (L2) en de twee «klassieke» lijnenLeuven-Velroux (L36) en Landen-Hasselt (L21).In het artikel staat ook te lezen dat de door de windturbinesopgewekte stroom via een onderstation vanInfrabel in Avernas zal worden getransformeerd methet oog op de stroomvoorziening van de locomotievenof van de teruglevering aan het elektriciteitsnet.Een derde van de productie zal worden gebruiktvoor het spoorwegnet en de resterende twee derdezullen aan het elektriciteitsnet worden teruggeleverd.Daardoor zou Infrabel minder afhankelijk wordenvan de marktprijs en gemiddeld 20 euro kunnen besparenop de gemiddelde aankoopprijs per megawatt(MW). Bovendien zouden voor die elektriciteit geentransportkosten moeten worden betaald aangezien zeQuestion n o 38 de M. Philippe Henry du 11 avril 2008(Fr.) à la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques:Infrabel. — Projet «train à voile».D’après le journal Le Soir, Infrabel a approuvé saparticipation dans un consortium créé pour installerun parc de 17 à 20 éoliennes sur la frontière linguistique,le long de la ligne à grande vitesse Bruxelles-Liège. Electrabel et les six communes traversées(Hannut, Hélécine et Lincent côté francophone,Gingelom, Landen et Saint-Trond côté flamand)devraient également prendre part au consortium.La participation d’Infrabel est limitée (10%), maispas anodine. D’après nos sources, elle consommera untiers de l’électricité produite afin d’alimenter directementles trains utilisant trois lignes: la «grandevitesse» Louvain-Ans (L2) et les deux «classiques»Louvain-Velroux (L36) et Landen-Hasselt (L21).On apprend par ailleurs que c’est via une sousstationqu’Infrabel possède à Avernas que le courantproduit par les éoliennes sera transformé pour alimenterles locomotives ou pour être distribué dans leréseau traditionnel de distribution d’électricité.Toujours selon le quotidien un tiers de la productionsera utilisé dans le ferroviaire, les deux autres tiersseront rejetés dans le réseau.Cette situation permettrait à Infrabel d’être moinsdépendant du prix du marché et de gagner 20 euros enmoyenne sur le prix d’achat moyen du mégawatt(MW). De plus, il s’agirait d’électricité dont il nefaudra pas payer le transport puisqu’elle sera produiteKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 43372 - 6 - 2008ter plaatse geproduceerd en ter beschikking gesteldwordt. Goed nieuws: groene stroom zou aldus goedzijn voor 4% van het totale energieverbruik van Infrabel.Met de medewerking aan het zogenaamde «zeiltreinproject»wordt tegemoet gekomen aan een aantalmilieudoelstellingen. Vijf windturbines op volle capaciteit(goed voor elk 2 à 3 MW) moeten volstaan om denodige energie op te wekken voor het opstarten vaneen HST. Het windmolenpark zal tussen de 17 en20 dergelijke windturbines tellen. Dankzij de aanwendingvan die groene stroom zal de totale CO 2-uitstootvoor de hele jaarlijkse productie op het spoorwegnet(570 000 ton) met 10% worden teruggedrongen.Het consortium zal in totaal naar schatting 65 miljoeneuro in het windmolenpark investeren (waarvanéén derde uit eigen middelen). Daarbovenop komt nogeen bedrag van 3,7 miljoen euro voor het uitvoerenvan aanpassingswerken aan het onderstation vanAvernas. De werken zijn gepland voor begin 2009.1. Bevestigt u de cijfers die in «Le Soir» van29 februari 2008 worden vermeld?2. Hoe ver staat dit project precies en wat zijn devolgende stappen en termijnen?3. Is het mogelijk om de participatie van Infrabel indit project op te trekken?et injectée sur place. Une bonne nouvelle: 4% de lafacture énergétique d’Infrabel devraient ainsi passer auvert.La participation au projet appelé «train à voile»rencontre évidemment des objectifs environnementaux.Cinq éoliennes en pleine puissance (développant2 à 3 MW chacune) suffiront à satisfaire l’énergienécessaire au démarrage d’un TGV. Le parc éolien encomprendra entre 17 et 20. De plus, l’utilisation decette électricité verte doit assurer globalement uneréduction de 10% de rejets de CO 2sur l’ensemble dela production annuelle ferroviaire (570 000 tonnes).L’investissement global du parc éolien est estimé à65 millions d’euros à charge du consortium (1/3 surfonds propres) somme à laquelle s’ajoute 3,7 millionsd’euros d’adaptation de la sous-station d’Avernas. Lestravaux sont prévus pour début 2009.1. Confirmez-vous les chiffres relevés par le journalLe Soir du 29 février 2008?2. Pouvez-vous communiquer où en est précisémentce projet et quelles sont les prochaines étapes etéchéances?3. Est-il envisageable d’augmenter la participationd’Infrabel dans ce projet?4. Is dit type project in studie in andere regio’s? 4. Ce type de projet est-il à l’étude dans d’autreszones?5. Wie zijn de andere partners van het project? 5. Quels sont les autres partenaires du projet?6. Heeft men kennis van andere Infrabel-projectenop het vlak van hernieuwbare energie?Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 28 mei 2008, op de vraagnr. 38 van de heer Philippe Henry van 11 april 2008(Fr.):1. De vermelde cijfers kloppen, behalve dat departicipatie van Infrabel 9% zal bedragen in plaatsvan de vermelde 10%.2. De volgende stappen zijn: de nodige bouwvergunningenbekomen waarna de contracten kunnengefinaliseerd worden, het leggen van de kabels, aankopenvan windmolens en aansluiten aan het tractieonderstationvan Infrabel.3. Het is niet de bedoeling de participatie (9%) teverhogen.4. Er zijn nog projecten die bestudeerd worden naarhun haalbaarheid in samenwerking met anderepartijen.5. De andere partijen voor dit project zijn: Electrabelen de 6 plaatselijke gemeenten.6. A-t-on connaissance d’autres projets d’Infrabelen matière d’énergie renouvelable?Réponse de la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques du 28 mai 2008, à la questionn o 38 de M. Philippe Henry du 11 avril 2008(Fr.):1. Les chiffres cités sont exacts, si ce n’est que laparticipation d’Infrabel se situera à 9% au lieu des10% indiqués.2. Les prochaines étapes seront: l’obtention despermis de bâtir requis, suivie de la finalisation descontrats, la pose des câbles, l’achat des éoliennes et leraccordement à la sous-station de traction d’Infrabel.3. Il n’est pas envisagé d’augmenter la participation(9%).4. Il y a d’autres projets dont la faisabilité est àl’étude en collaboration avec d’autres partenaires.5. Les autres partenaires associés à ce projet sont:Electrabel et les 6 communes locales.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4338 QRVA 52 0202 - 6 - 20086. Infrabel faciliteert, waar mogelijk en opportuun,projecten van hernieuwbare energie, steeds in samenwerkingmet andere partijen. Er zijn meerdere dossiersin bespreking, maar nog niet gefinaliseerd. Om redenenvan confïdentialiteit kan hierover nog niet meerinformatie worden vrijgegeven.6. Infrabel facilite, là où c’est possible et opportun,des projets d’énergie renouvelable, toujours en collaborationavec d’autres partenaires. Il y a plusieursdossiers en discussion, mais ils ne sont pas encore finalisés.Pour des raisons de confidentialité il m’estimpossible d’en dire davantage.DO 2007200802351 DO 2007200802351Vraag nr. 50 van de heer Guido De Padt van 14 april2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Nieuwe dienstregeling.De recent vernieuwde dienstregeling van de NMBSis door heel wat pendelaars op ongenoegen onthaald.Naast een verbeterde dienstverlening op bepaalde verbindingen,moeten andere pendelaars het stellen meteen verslechterde bedieningsfrequentie, vertreken aankomsturendie minder aansluiten bij de werktijden enlangere reistijden.Gelieve de belangrijke rol van openbaar vervoerbinnen de mobiliteitsproblematiek en gezien de ambitiesvan de NMBS om de komende jaren 25% meerreizigers te vervoeren is het toch cruciaal, dat deNMBS inspeelt op de reële noden van de mensen,eerder dan een theoretisch functionerende dienstregelinguit te werken, die onvoldoende aansluiten bij deverplaatsingsbehoeften van de samenleving.1. Op welke manier denkt u via sturing van deNMBS, een antwoord te kunnen bieden aan de mobiliteitsproblematiek?2.a) Bent u het ermee eens dat de nieuwe dienstregelingop korte termijn geëvalueerd moet worden enbijgestuurd waar noodzakelijk?b) Zo ja, op welke termijn denkt u hier werk van temaken?3. Aansluitend bij een dienstregeling, die inspeeltop de reële verplaatsingsbehoeften is er de problematiekvan het reizigerscomfort. Een belangrijke troef,die vandaag nog onvoldoende wordt uitgespeeld doorde NMBS, is de mogelijkheid volwaardig te werken opde trein met behulp van telecommunicatiemiddelen. Integenstelling tot andere landen wordt de mogelijkheidvan draadloos internet op de trein momenteel niet aangeboden.Sterker nog, regelmatig valt het gsm-signaalweg in de trein.a) Bent u het ermee eens dat op dit vlak dringend verbeteringnoodzakelijk is, zodat de NMBS eenpassende schakel wordt binnen onze kenniseconomie?Question n o 50 de M. Guido De Padt du 14 avril 2008(N.) à la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques:SNCB. — Nouveaux horaires.Les nouveaux horaires de la SNCB ont été malaccueillis par de nombreux navetteurs. Même si leservice s’est amélioré sur certaines lignes, un certainnombre de navetteurs sont confrontés à une diminutionde la fréquence des trains sur leur ligne, à deshoraires qui s’accordent moins avec leurs horaires detravail et à des temps de parcours plus longs.Étant donné le rôle important des transports encommun dans le cadre de la problématique de la mobilitéet compte tenu des ambitions de la SNCB de transporter25% de voyageurs supplémentaires au coursdes prochaines années, il est essentiel que la SNCBréponde aux besoins réels des voyageurs, plutôt qued’élaborer un horaire opérationnel en théorie mais quine correspond pas aux besoins en matière de déplacementsau sein de notre société.1. De quelle manière pensez-vous pouvoir répondreà la problématique de la mobilité par le biais de votretutelle sur la SNCB?2.a) Estimez-vous que les nouveaux horaires doiventêtre évalués à court terme et adaptés si nécessaire?b) Dans l’affirmative, dans quel délai cela pourrait-ilêtre le cas?3. Outre des horaires qui répondent aux besoins dedéplacement réels, se pose également le problème duconfort des voyageurs. Un atout important, encoreinsuffisamment exploité par la SNCB aujourd’hui, estla possibilité de travailler efficacement à bord du trainà l’aide de moyens de télécommunication modernes.Contrairement à d’autres pays, la Belgique ne proposepas l’internet sans fil sur son réseau ferroviaire. Deplus, la connexion au réseau de téléphonie mobile estrégulièrement interrompue à bord du train.a) Estimez-vous que des améliorations s’imposentd’urgence dans ce domaine, de sorte que la SNCBpuisse jouer son rôle dans notre économie de laconnaissance?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 43392 - 6 - 2008b) Zo ja, wat overweegt u en binnen welke termijnen?Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 27 mei 2008, op de vraagnr. 50 van de heer Guido De Padt van 14 april 2008(N.):1. In het ontwerp van het beheerscontract NMBSwordt gevraagd ten laatste tegen december 2011 eenklantgericht en geïntegreerd vervoersconcept te implementeren.In de toekomst zijn er door Infrabel capaciteitsuitbreidingeninzake rijpaden voorzien door hetrealiseren van een aantal infrastructuurwerken (onderandere het viersporig maken van lijnen). Daarnaastheeft de NMBS bijkomend rollend materieel besteld,waaronder bijkomende dubbeldeksrijtuigen die eengrotere plaatscapaciteit bieden ten opzichte van eengewone trein.2. Onmiddellijk na het in voege treden van hetgewijzigde vervoersplan in december werd een evaluatiegemaakt. Naar aanleiding van reacties van klanten,BTTB, Ombudsdienst en Raadgevend Comité van deGebruikers werd nagezien waar dringend moest/konworden bijgestuurd.Vanaf 7 januari 2008 werden een dertigtal maatregelengenomen waardoor aan het grootste deel van deklachten een oplossing kon worden gegeven. DeNMBS heeft de intentie om ieder jaar na de invoeringvan een gewijzigd vervoersplan in de eerstvolgendeweken bij te sturen waar nodig.3. De NMBS volgt met belangstelling de evolutiesinzake allerhande nieuwe technologieën en de dienstendie daarmee zouden kunnen worden aangeboden.Klanten die dat wensen kunnen reeds verschillendeproducten of diensten kopen bij de Belgische telecomoperatoren,welke hen in staat stellen om gebruikte maken van mobiel internet, zowel via hun GSM ofsmartphone als via een PC uitgerust voor mobiel dataverkeer.Dit is reeds mogelijk in grote delen van Belgiëwaar voldoende GSM bereik is, dus ook in de trein.Een optimaal gebruik is vooral afhankelijk van eengoede kwaliteit van het GSM signaal. NMBS vindt deevolutie van deze mobiele connectiemogelijkhedenpositief en wenst deze ook verder te faciliteren.Daarom zullen partners worden gezocht om het GSMsignaal in de NMBS treinen te optimaliseren, waardoorook het individueel gebruik van mobiel internetaan boord van de trein gemakkelijker wordt. Indien degeïnteresseerde partijen ook commerciële mogelijkhedenzien om rechtstreekse internetverbindingen aan tebieden zonder kost voor de NMBS, is dit uiteraardook te overwegen als bijkomende optie. NMBS onderzoektmomenteel de meest geschikte werkwijze voorde realisatie van een gunstige samenwerking metpotentiële partners, maar gezien de complexiteit vanb) Dans l’affirmative, quelles initiatives envisagezvousde prendre dans ce cadre et dans quel délai?Réponse de la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques du 27 mai 2008, à la questionn o 50 de M. Guido De Padt du 14 avril 2008 (N.):1. Dans le projet du Contrat de Gestion de la SNCBil sera demandé d’implémenter un concept de transportintégré et orienté client pour décembre 2011 auplus tard. Infrabel envisage de nouvelles extensions decapacité des sillons à l’avenir grâce à la réalisationd’une série de travaux d’infrastructure (notamment lepassage de certaines lignes à quatre voies). En outre, laSNCB a commandé du matériel roulant supplémentaire,dont de nouvelles voitures à deux niveauxpermettant d’augmenter le nombre de places parrapport à un train ordinaire.2. Une évaluation a été réalisée immédiatementaprès la mise en place du plan de transport adapté endécembre. En réponse aux réactions des clients, duBTTB, du Service de Médiation et du Comité Consultatifdes Usagers, il a été examiné ce qui devait/pouvaitêtre revu dans l’urgence.Dès le 7 janvier 2008, une trentaine de mesures ontété prises afin de rencontrer la plupart des plaintesémises. La SNCB a l’intention de procéder chaqueannée aux modifications nécessaires dans les premièressemaines qui suivront l’introduction d’un plan detransport adapté.3. La SNCB suit avec intérêt les évolutions en courspour toutes sortes de nouvelles technologies et lesservices que cela permettrait d’offrir. Les clients qui lesouhaitent, peuvent déjà acheter des produits ou servicesdivers auprès de divers opérateurs mobiles, qui leurpermettent de se brancher sur l’internet mobile aussibien via leur GSM ou Smartphone qu’avec un ordinateurportable prévu pour la transmission mobile dedonnées. Cela est déjà possible dans une part importantede la Belgique, donc également à bord d’un train.Une utilisation optimale est davantage dépendante dela bonne qualité du signal GSM. SNCB trouvel’évolution de ces possibilités de connexion mobilepositive et souhaite les faciliter encore plus. À cet effet,des partenaires seront cherchés afin d’optimaliser lesignal GSM dans les trains SNCB, qui facilitera égalementl’utilisation individuelle d’internet mobile à borddu train. Au cas où les partenaires intéressés envisagentégalement des possibilités commerciales pouroffrir des connexions internet directes sans frais pourla SNCB, cela pourra être considéré de manièreoptionnelle. Actuellement, la SNCB étudie la meilleurefaçon de travailler pour la réalisation d’une coopérationfavorable avec des partenaires potentiels. Néanmoins,vu la complexité d’une telle collaboration, ilKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4340 QRVA 52 0202 - 6 - 2008dergelijke samenwerking, is te verwachten dat eersteproeven niet voor einde 2008 zullen plaatsvinden.s’attendre à ce que les premiers tests ne se réalisent pasavant la fin 2008.DO 2007200802829 DO 2007200802829Vraag nr. 106 van de heer Jan Mortelmans van18 april 2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:De Post. — Inklaren van internationale zendingen. —Chaos.Het gevoel dat de klanten van De Post hebben datbij het inklaren van internationale zendingen onduidelijkheiden willekeur triomfeert bij het hanteren vaninvoerrechten, accijnzen, magazijnkosten, controlekosten,minutiekosten, aanbiedingskosten, formaliteitskosten,btw-tarieven, vrijstellingen, enzovoort isvolgens de ombudsman van De Post meer dan eenpsychische waanvoorstelling. Waarschijnlijk weet DePost zelf niet meer waar de klepel hangt.Deze dienstverlening van De Post lijdt blijkbaar nogsteeds aan de «Belgische ziekte», de amateuristische,arbitraire en inefficiënte ingesteldheid binnen fossiele— en vooral de overgebleven federale — overheidsdiensten.Overweegt u eindelijk klaarheid te verschaffen indeze chaos en het inklaren van internationale zendingenweg van het ondraaglijke amateurisme op eenprofessioneel niveau te tillen?Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 27 mei 2008, op de vraagnr. 106 van de heer Jan Mortelmans van 18 april 2008(N.):De inklaring van internationale zendingen door dedouanediensten gebeurt volgens het volgende principe.Er moeten taksen betaald worden voor de volgendetypes zendingen:— zendingen uit een land buiten de Europese Unie enwaarvan de waarde meer dan 22 euro bedraagt,alsook alcoholische producten, parfum en reukwater,tabak en tabaksproducten (artikel 18 van hetkoninklijk besluit nr. 7 van het btw-Wetboek);— niet-commerciële zendingen uit een land buiten deEuropese Unie en waarvan de waarde meer dan45 euro bedraagt (artikel 44 van het koninklijkbesluit nr. 7 van het btw-Wetboek).De kosten omvatten:1) douanerechten berekend op basis van de waardevan de zending;Question n o 106 de M. Jan Mortelmans du 18 avril2008 (N.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:La Poste. — Dédouanement d’envois internationaux.— Situation chaotique.Selon le médiateur de La Poste, les clients de LaPoste ont le sentiment qu’en matière de dédouanementd’envois internationaux, la confusion et l’arbitrairerègnent en ce qui concerne l’application des droitsd’importation, des accises, des frais de dépôt, decontrôle, de minutie, de présentation et de formalitéainsi que pour ce qui regarde les tarifs TVA et les franchises,etc., et le médiateur considère que cette impressionne procède pas d’une vue de l’esprit. Il est probableque La Poste elle-même y perde son latin.À l’évidence, ce service de La Poste souffre toujoursdu «mal belge» dont trois des symptômes sontl’amateurisme, l’arbitraire et l’inefficacité de servicespublics antédiluviens, en particulier des servicespublics demeurés fédéraux.Envisagez-vous de clarifier enfin cette situationchaotique et de rompre avec cet amateurisme insupportableafin de professionnaliser le dédouanementdes envois internationaux?Réponse de la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques du 27 mai 2008, à la questionn o 106 de M. Jan Mortelmans du 18 avril 2008(N.):Le dédouanement des envois internationaux estappliqué selon les principes suivants. Des taxes sontdues pour les types d’envois suivants:— envois en provenance d’un pays en dehors del’Union européenne et dont la valeur excède22 euros, ainsi que pour les produits alcoolisés,parfums et eaux de toilette, tabacs et produits detabac. (article 18 de l’arrêté royal n o 7 du Code dela TVA);— envois non commerciaux en provenance d’un payshors Union européenne et dont la valeur excède45 euros (article 44 de l’arrêté royal n o 7 du Codede la TVA).Les frais se composent:1) des droits de douane calculés sur la base de lavaleur d’envoi;KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 43412 - 6 - 20082) 20 euro douanekosten voor het uitvoeren van deformaliteiten;3) de btw berekend op de waarde bij de douane vande zending, douanerechten, verpakkingskosten, vervoer-en verzekeringskosten alsook douanekosten voorhet uitvoeren van de formaliteiten (artikel 34 van hetbtw-Wetboek);2) des frais d’accomplissement des formalités douanièresde 20 euros;3) de la TVA, calculée sur la valeur en douane del’envoi, des droits de douane, des frais d’emballage,des frais de transport et d’assurance ainsi que des fraisde formalités douanières (article 34 du Code de laTVA);4) de eventuele accijnzen. 4) des accises éventuelles.Wanneer de kosten voor het uitvoeren van deformaliteiten hoger zijn dan de taksen, rechten en verschuldigdevoorheffingen, dan moet enkel een forfaitairbedrag van 10 euro betaald worden voor aanbiedingskostenaan de douane. Dit forfaitair bedrag isniet onderhevig aan btw (artikel 41, § 1, 6 o van hetbtw-Wetboek). In dit geval wordt er geen uniek administratiefdocument opgemaakt.Een volledige informatie hieromtrent wordt door dePost via de «Praktische Gids Voor Uw Briefwisseling»of via de klantendienst aan de klanten verschaft. Dezegids is in postkantoren en op het internet op volgendadres beschikbaar: http://www.post.be/site/nl/PDF/de_post_praktische_gids.pdf.Lorsque les frais d’accomplissement des formalitésdouanières sont plus élevés que les taxes, droits etprélèvement dus, un montant forfaitaire de 10 eurosdoit uniquement être payé pour les frais de présentationaux formalités douanières. Ce montant forfaitairen’est pas soumis à la TVA (article 41, § 1, 6 o du Codede la TVA). Dans ce cas, il n’y a pas de documentadministratif unique qui est établi.Une information complète au sujet de ces formalitésest donnée par La Poste à ses clients dans la brochure«Guide Pratique de Votre Courrier» disponible dansles bureaux de Poste ou sur internet à l’adresse http://www.post.be/site/fr/PDF/la_poste_guide_pratique.pdfainsi que par son service clients.DO 2007200802837 DO 2007200802837Vraag nr. 114 van de heer Jan Mortelmans van18 april 2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:De Post. — Toestand inzake verdwenen post.Vooral bij pakketzendingen durft er volgens deombudsman wel eens een zending te veel verdwijnen.Nochtans was dit één van de pijnpunten waarop DePost tijdens de hoorzitting in het parlement in 2005hamerde dat dit moest opgelost worden (videobewaking,elektronische opvolging, enzovoort).Hoe evalueert De Post de toestand inzake verdwenenpost en welke bijkomende stappen werden ondernomen?Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 27 mei 2008, op de vraagnr. 114 van de heer Jan Mortelmans van 18 april 2008(N.):De Post streeft er uiteraard naar het aantal verdwenenzendingen maximaal te beperken.De voornaamste getroffen of geplande maatregelenbetreffen:1) optimalisatie van de elektronische opvolging vaneen traject dat een poststuk aflegt door bijkomendeQuestion n o 114 de M. Jan Mortelmans du 18 avril2008 (N.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:La Poste. — Situation en matière de perte d’envoispostaux.Selon le médiateur, le problème de la perte d’envoisconcerne surtout les colis. Or, lors d’une audition auParlement en 2005, les responsables de La Posteavaient insisté sur la nécessité de régler ce problème(vidéosurveillance, suivi électronique, etc.).Comment La Poste évalue-t-elle la situation en cequi concerne la perte d’envois postaux et quellesdémarches supplémentaires ont été entreprises?Réponse de la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques du 27 mai 2008, à la questionn o 114 de M. Jan Mortelmans du 18 avril 2008(N.):La Poste a évidemment pour objectif de diminuer aumaximum le nombre de disparition d’envois.Les principales mesures prises ou planifiées concernent:1) l’optimalisation du suivi électronique du trajetsuivi par un envoi postal, au moyen, entre autres, deKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4342 QRVA 52 0202 - 6 - 2008registratie van zendingen op basis van barcodes, ditzowel tijdens de sortering als de distributie van postzendingen;2) optimalisatie van de controle in de sorteercentraonder andere aan de hand van camerabewaking en deinvoering van uitgangscontroles;3) verbetering van de fysische beveiliging van postzendingen(bijvoorbeeld nieuwe sluitingsmechanismevan postzakken, betere afbakening van de zone ingeschrevenzendingen in de sorteercentra, enzovoort).mécanismes complémentaires d’enregistrement desenvois sur la base de codes-à-barres, et cela du tri à ladistribution de l’envoi postal;2) l’optimalisation du contrôle dans les centres detri, au moyen de caméras de surveillance et de l’introductionde contrôles de sortie;3) l’amélioration de la protection physique desenvois postaux (autre mécanisme de fermeture des sacspostaux, meilleure délimitation des zones d’envoisenregistrés, etc.).DO 2007200802884 DO 2007200802884Vraag nr. 117 van de heer Bruno Steegen van 18 april2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:Federale Overheid. — Aantal ambtenaren.Volgens verschillende internationale rapporten staatons land aan de top wat het aantal ambtenaren betreft.De OESO schat dat België — alle overheden samengenomen — over zo een 800 000 ambtenaren beschikt.Ons land staat zelfs mondiaal op nummer één alsenkel gekeken wordt naar de eigenlijke administratie:3,5% van de bevolking is daar tewerkgesteld. VolgensPdata waren er op 1 januari 2008 83 248 mensen werkzaambij de federale overheid. Echter, dit cijfer is nietgeheel volledig daar er voor sommige instanties helemaalgeen cijfers beschikbaar zijn en voor andereenkel verouderde cijfers vermeld staan.1. Hoeveel ambtenaren werkten op 1 januari 2008voor de Federale Overheid, verdeeld per FOD?2. Kan hiervan een onderverdeling gemaakt wordentussen contractuele en statutaire ambtenaren?3. Waar zijn deze ambtenaren tewerkgesteld?Graag cijfers per provincie.4. Hoeveel ambtenaren die in Brussel zijn tewerkgesteld,komen met de wagen naar het werk?Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 30 mei 2008, op de vraagnr. 117 van de heer Bruno Steegen van 18 april 2008(N.):1 en 2. Hieronder vindt het geachte lid eenoverzicht van het personeelsbestand (toestand op1 januari 2008, geactualiseerd) bij het federaal administratiefopenbaar ambt, zoals omschreven in artikel1 van de wet van 22 juli 1993 houdende bepaaldemaatregelen inzake ambtenaren.Question n o 117 de M. Bruno Steegen du 18 avril 2008(N.) à la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques:Autorités fédérales. — Nombre de fonctionnaires.Selon différents rapports internationaux, notre payscompte un très grand nombre de fonctionnaires.D’après l’OCDE, la Belgique emploie quelque800 000 fonctionnaires, tous pouvoirs confondus.Notre pays se classe même en première position àl’échelle mondiale pour l’administration proprementdite: 3,5% de la population y travaille. Selonl’application Pdata, 83 248 personnes sont au servicedes autorités fédérales. Toutefois, ce chiffre n’est pastout à fait exact étant donné qu’aucune donnée n’estdisponible pour certaines instances et que les chiffresne sont pas à jour pour d’autres.1. Au 1 er janvier 2008, combien de fonctionnairestravaillaient pour les autorités fédérales, plus spécifiquementau sein de chaque SPF?2. Pouvez-vous établir la distinction entre les fonctionnairescontractuels et statutaires?3. Par quelle administration ces fonctionnairessont-ils employés, par province?4. Combien de fonctionnaires employés à Bruxellesse rendent en voiture à leur lieu de travail?Réponse de la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques du 30 mai 2008, à la questionn o 117 de M. Bruno Steegen du 18 avril 2008(N.):1 et 2. L’honorable membre trouvera ci-dessous unaperçu des effectifs (situation au 1 er janvier 2008,actualisée) de la fonction publique fédérale, telle quedécrite à l’article 1 er de la loi du 22 juillet 1993 portantcertaines mesures en matière de fonction publique.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 43432 - 6 - 2008OrganismeTotaal—TotalStatutairen—StatutairesContractuelen—ContractuelsMinisterie van Defensie. — ministère de la Défense 2 379 1 854 525FOD Kanselarij van de eerste minister. — SPF Chancelleriedu premier ministre .................................... 188 96 92FOD Personeel en Organisatie. — SPF Personnel etOrganisation .......................................................... 533 411 122FOD Budget en Beheerscontrole. — SPF Budget etControle de la gestion ............................................ 141 119 22FOD Informatie- en Communicatietechnologie. —SPF Technologie de l’Information et de la Communication..................................................................... 31 22 9FOD Mobiliteit en Vervoer. — SPF Mobilité etTransports ............................................................. 1 296 1 074 222FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie. —SPF Économie, PME, Classes moyennes et Énergie 2 734 2 027 707FOD Financiën. — SPF Finances ........................... 31 343 25 212 6 131FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel enOntwikkelingssamenwerking. — SPF Affaires étrangères,Commerce extérieur et Coopération au Développement.............................................................. 1 804 1 304 500FOD Binnenlandse Zaken. — SPF Intérieur ........... 4 900 2 966 1 934FOD Sociale Zekerheid. — SPF Sécurité sociale .... 1 215 900 315FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketenen Leefmilieu. — SPF Santé publique, Sécurité dela chaîne alimentaire et Environnement ................. 1 513 845 668FOD Justitie (Hoofdbestuur). — SPF Justice (Administrationcentrale) ................................................. 1 449 998 451FOD Justitie (Justitiehuizen). — SPF Justice(Maisons de Justice) ............................................... 1 055 913 142FOD Justitie (Strafinrichtingen). Cijfers van 1 januari2007. — SPF Justice (Établissements pénitentiaires).Chiffres du 1 er janvier 2007 ............................ 9 023 7 604 1 419FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.— SPF Emploi, Travail et Concertation sociale ..... 1 426 1 053 373POD Consumentenzaken. — SPF Protection desconsommateurs ...................................................... 1 1 0POD Duurzame Ontwikkeling. — SPF Développementdurable .......................................................... 16 8 8POD Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijdingen Sociale Economie. — SPP Intégrationsociale, Lutte contre la pauvreté et Économie sociale 169 78 91POD Wetenschapsbeleid. — SPP Politique scientifique......................................................................... 201 136 65Centrum voor Onderzoek in Diergeneeskunde enAgrochemie. — Centre d’études et de recherchesvétérinaires et agrochimiques ................................. 124 74 50Nationale Plantentuin van België. — Jardin botaniquenational de Belgique ........................................ 155 85 70Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie.— Institut national de Criminalistique et deCriminologie .......................................................... 125 65 60Koninklijk Museum van het Leger en van Krijgsgeschiedenis.— Musée royal de l’Armée et d’Histoiremilitaire ................................................................. 44 43 1KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4344 QRVA 52 0202 - 6 - 2008OrganismeTotaal—TotalStatutairen—StatutairesContractuelen—ContractuelsAlgemeen Rijksarchief en Rijksarchieven in deProvinciën. — Archives générales du Royaume etArchives de l’État dans les Provinces ..................... 251 127 124Belgisch Instituut voor Ruimteaëronomie. — Institutd’Aéronomie spatiale de Belgique .......................... 123 50 73Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen.— Institut royal des Sciences naturelles deBelgique ................................................................. 400 146 254Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium. —Institut royal du Patrimoine artistique ................... 149 87 62Koninklijk Meteorologisch Instituut van België. —Institut royal météorologique de Belgique .............. 181 83 98Koninklijk Museum voor Midden-Afrika. — Muséeroyal de l’Afrique centrale ..................................... 277 101 176Koninklijke Bibliotheek van België. — Bibliothèqueroyale de Belgique .................................................. 327 180 147Koninklijke Musea van Kunst en Geschiedenis. —Musées Royaux d’Art et d’Histoire ........................ 335 88 247Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België.— Musées royaux des Beaux-Arts de Belgique ...... 273 94 179Koninklijke Sterrenwacht van België. — Observatoireroyal de Belgique ........................................... 150 83 67Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid. —Institut scientifique de la Santé publique ................ 385 174 211Regie der Gebouwen. — Régie des Bâtiments ........ 1 460 1 068 392Pensioendienst voor de overheidssector. — Servicedes pensions des Services publics ........................... 506 421 85Federaal Agentschap voor de Veiligheid van deVoedselketen. — Agence federale pour la Sécurité dela chaîne alimentaire .............................................. 1 290 795 495Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen enGezondheidsproducten. — Agence fédérale desmédicaments et des produits de santé .................... 295 165 130Belgisch Interventie- en Restitutiebureau. — Bureaud’Intervention et de Restitution belge .................... 205 169 36Centrale Dienst voor sociale en culturele actie tenbehoeve van de leden van de militaire gemeenschap.— Office central d’Action sociale et culturelle auProfit des membres de la Communauté militaire ... 0 0 0Nationaal Geografisch Instituut. — Institut géographiquenational ...................................................... 255 204 51Nationaal Instituut voor Oorlogsinvaliden, Oudstrijdersen Oorlogsslachtoffers. — Institut national desInvalides de Guerre, anciens Combattants et Victimesde Guerre ........................................................ 158 95 63Controledienst voor de Ziekenfondsen en de Landsbondenvan Ziekenfondsen — Office de Contrôledes Mutualités et des Unions nationales de Mutualités.......................................................................... 35 33 2Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen enMannen. — Institut pour l’égalité des femmes et deshommes ................................................................. 36 15 21Federaal Planbureau. — Bureau fédéral du Plan .... 102 52 50KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 43452 - 6 - 2008OrganismeTotaal—TotalStatutairen—StatutairesContractuelen—ContractuelsDienst van de Overzeese Sociale Zekerheid. — Officede Sécurité sociale d’Outre-Mer ............................. 160 129 31Fonds voor Arbeidsongevallen. — Fonds des Accidentsdu Travail ..................................................... 248 195 53Fonds voor de Beroepsziekten. — Fonds des Maladiesprofessionnelles ............................................... 284 222 62Hulp- en voorzorgskas voor zeevarenden. — Caissede Secours et de Prévoyance en faveur des Marins . 15 13 2Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen. — Caisseauxiliaire de Paiement des Allocations de Chômage 667 384 283Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering. —Caisse auxiliaire d’Assurance Maladie-Invalidité .... 304 209 95Pool van de Zeelieden ter Koopvaardij. — Pool desMarins de la Marine marchande ............................ 6 6 0Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers. —Office national d’allocations familiales pour travailleurssalariés .......................................................... 922 743 179Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. — Office nationalde Sécurité sociale ............................................ 1 528 1 333 195Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de Provincialeen Plaatselijke Overheidsdiensten. — Officenational de Sécurité sociale des administrationsprovinciales et locales ............................................ 357 236 121Rijksdienst voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen.— Institut national d’assurances socialespour travailleurs indépendants ............................... 779 594 185Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering.— Institut national d’Assurance Maladie-Invalidité.......................................................... 1 335 1 135 200Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie. — Office nationaldes Vacances annuelles ..................................... 315 242 73Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening. — Officenational de l’Emploi ............................................... 5 273 2 877 2 396Rijksdienst voor Pensioen. — Office national desPensions ................................................................. 2 171 1 724 447Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. —Banque-carrefour de la Sécurité sociale .................. 28 25 3Total. — Totaal .................................................... 83 450 62 185 21 2653. Overeenkomstig de bepalingen van het koninklijkbesluit van 4 oktober 2005 houdende uitvoeringvan artikel 3 van het koninklijk besluit nr. 141 van30 december 1982 tot oprichting van een databankbetreffende de personeelsleden van de overheidssector,moeten de voorvermelde organismen voor elk personeelslidonder andere het nummer van de vestigingseenheid(plaats van de activiteit) meedelen. Erdient echter vastgesteld te worden dat bij debijwerking door de diensten van de gegevens vanPdata (op 1 januari en 30 juni van elk jaar) deze3. Conformément aux dispositions de l’arrêté royaldu 4 octobre 2005 portant exécution de l’article 3 del’arrêté royal n o 141 du 30 décembre 1982 créant unebanque de données relative aux membres du personneldu secteur public, les organismes cités ci-dessus doiventpour chaque membre du personnel communiquerentre autres le numéro d’unité d’établissement (lieud’activité). Force est de constater que cette informationn’est pas systématiquement complétée par les serviceslors de la mise à jour (les 1 er janvier et 30 juin dechaque année) des données de Pdata. Je ne dispose dèsKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4346 QRVA 52 0202 - 6 - 2008inlichting niet systematisch wordt aangevuld. Ikbeschik dus maar over partiële gegevens die hieronderworden weergegeven:Plaats activiteitlors que de données partielles qui sont reproduites cidessous:Lieu d’activitéProvincie—ProvinceStatutairen—StatutairesConctractuelen—ContractuelsAntwerpen. — Anvers ..................................................... 5 281 1 039Vlaams-Brabant. — Brabant flamand .............................. 2 188 522Waals-Brabant. — Brabant wallon .................................. 1 158 277West-Vlaanderen. — Flandre occidentale ......................... 3 393 701Oost-Vlaanderen. — Flandre orientale ............................ 3 447 820Henegouwen. — Hainaut ................................................ 3 726 938Luik. — Liège .................................................................. 4 241 1 028Limburg. — Limbourg ..................................................... 1 880 360Luxemburg. — Luxembourg ............................................ 1 080 319Namen. — Namur ........................................................... 1 774 391Totaal. — Total .............................................................. 28 168 6 395Voor 18 292 personeelsleden (13 463 statutairen en4 829 contractuelen) is de plaats van tewerkstellinggevestigd in Brussel-Hoofdstad.Pour 18 292 agents (13 463 statutaires et 4 829 contractuels)le lieu d’activité est situé à Bruxelles-Capitale4. Ik beschik niet over deze gegevens. 4. Je ne dispose pas de ces données.DO 2007200803040 DO 2007200803040Vraag nr. 129 van mevrouw Camille Dieu van 24 april2008 (Fr.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:De Post. — Nieuwe functie van «postbezorger».In het raam van haar strategische plan 2008-2012wil De Post een aantal hervormingen op touw zetten,die evenwel een reëel risico inhouden voor de socialedimensie die kenmerkend is voor overheidsbedrijven.Een van die hervormingen is de invoering van defunctie van «postbezorger». Kort gezegd gaat het omeen nieuwe personeelscategorie bij De Post die vanaf2009 eenvoudige en korte postrondes — van enkeleuren per dag — zal uitvoeren, zonder het voorbereidendewerk.Op termijn zullen die «postbezorgers» 40 procentvan de activiteiten voor hun rekening kunnen nemen,en de postbeambten de overige 60 procent, aldusBernard Delvaux, Director Mail en Parcels Operationsbij De Post.Question n o 129 de M me Camille Dieu du 24 avril 2008(Fr.) à la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques:La Poste. — Création du métier de «livreur de courrier».Dans le cadre de son plan-stratégique 2008-2012, LaPoste prévoit différentes réformes qui laissent néanmoinsentrevoir un risque véritable quant à la dimensionsociale propre à chaque entreprise publique.L’une de ces réformes porte le nom de «livreur decourrier». En quelques mots, cette nouvelle catégoriede personnel au sein de La Poste sera chargée dès 2009de la distribution simple et courte de courrier sanstâches de préparation.Selon Bernard Delvaux, directeur des opérationsmail (courrier) de La Poste, 40 % des activités pourrontà terme être assurées par ces «livreurs de courrier»et 60 % par des postiers.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 43472 - 6 - 2008Van de 14 000 à 15 000 postbodes die nu nog indienst zijn, zullen er in 2012 maar 9 000 voltijdse postbodesmeer overblijven, met daarnaast dus«postbezorgers» (6 000 voltijdequivalenten), d.i. intotaal 12 000 à 15 000 personen.Met dat nieuwe beroep wordt met andere woordende deur opengezet voor heuse socialedumpingpraktijkenbij een overheidsbedrijf! Niet alleen wordt deeltijdswerken de nieuwe maatstaf, bovendien zullen dietoekomstige werknemers een specifiek en precair contractkrijgen, en hoewel de loonschalen nog niet vastgesteldwerden, zullen deze mensen ongetwijfeld lageringeschaald worden dan de huidige werknemers,waardoor De Post aardig wat zal kunnen besparen.1. Wat vindt u ervan dat De Post werknemers indienst wil nemen met een nieuw, precair statuut?2. Voorts maakte De Post bekend dat postbodes ophet einde van hun loopbaan vrijwillig over zullenkunnen stappen naar het statuut van postbezorger endaarvoor premies zullen kunnen krijgen.a) Beschikt u over informatie over die bekendmaking,en gaat het om een toekomstige mogelijkheid ofom een verplichting die De Post haar postbodes zalopleggen?b) Zullen die postbodes met andere woorden verplichtworden onder voorwendsel van een eenmaligepremie zelf te «vragen» om hun statuut en allebijbehorende voordelen op te geven, opdat De Postnog méér zou kunnen besparen?Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 29 mei 2008, op de vraagnr. 129 van mevrouw Camille Dieu van 24 april 2008(Fr.):De vrijmaking van de postsector zal grote gevolgenhebben. Het specifieke karakter van de postsector zalDe Post voor bijzondere uitdagingen stellen. Daaropmoet ze zich voorbereiden. Meer dan 50% van haaromzet haalt ze uit slechts 1 000 grote klanten. Bovendiengroeit de markt niet, omdat er meer en meer overgeschakeldwordt op elektronische post. Tot slot is dekapitaalintensiteit in de postsector laag, in tegenstellingtot andere netwerkindustrieën. Dat betekent dateen groot deel van de kostenstructuur verband houdtmet het personeel.In de weinige landen waar de postsector al vrijgemaaktis, ziet men reeds dat de concurrenten van depostoperatoren zich toeleggen op de meeste rendabelemarktsegmenten (meer bepaald de grote klanten en degrote postvolumes) en slechts een beperkt aantal dagenper week post bezorgen. Soms enkel in zones die dichtbevolktzijn. Ze werken met zelfstandigen, tegen eenkostprijs die duidelijk lager is en met een veel lageresociale bescherming.Des 14 000/15 000 facteurs actuels ne resteront en2012 que 9 000 facteurs temps plein secondés par 6 000équivalents temps plein «livreurs de courrier», soit de12 000 à 15 000 personnes.Ce nouveau métier organise donc un véritabledumping social au sein d’une entreprise publique! Caroutre le fait qu’il érige le temps partiel en nouvelleréférence, ces futurs travailleurs bénéficieront uncontrat de travail spécifique, instable, et dont les barèmes,s’ils ne sont pas encore définis, ne pourront quese révéler inférieurs au barème actuel afin de permettreà La Poste de plantureuses économies.1. Quel est votre sentiment quant à la création denouveaux travailleurs précaires à La Poste?2. De plus, La Poste annonce que des facteurs en finde carrière pourront aussi, sur base volontaire, bénéficierde primes pour passer sous statut de livreurs.a) Disposez-vous d’informations quant à cetteannonce et s’agit-il d’une future possibilité oud’une future injonction faite par La Poste à sesfacteurs?b) Seront-ils obligés, sous prétexte d’une primeunique, de «demander» à perdre leur statut et toutce que cela englobe afin de permettre à La Posted’économiser encore davantage?Réponse de la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques du 29 mai 2008, à la questionn o 129 de M me Camille Dieu du 24 avril 2008(Fr.):La libéralisation du secteur postal aura un impactimportant. Les spécificités du secteur postal résulterontdans des défis particuliers pour La Poste. Elle doits’y préparer. Plus de 50% du chiffre d’affaires estgénéré par seulement 1 000 grands clients. De plus, lemarché n’est pas en croissance, à cause de la substitutionpar le courrier électronique. Enfin, contrairementà d’autres industries de réseau, le secteur postal a unefaible intensité en capital. Autrement dit, une majeurepartie de la structure de coûts est liée au personnel.Dans les quelques pays où le secteur postal a étélibéralisé, on peut déjà observer que les concurrentsdes opérateurs postaux, se concentrent sur les partiesdu marché les plus rentables (à savoir les grands clientset les grands volumes de courrier) et ne distribuentqu’un nombre limité de jours par semaine. Parfoisuniquement dans des zones densément peuplées. Ilsutilisent des indépendants, à un coût nettement moinsélevé et avec une protection sociale bien moins élevée.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4348 QRVA 52 0202 - 6 - 2008Het liberaliseringproces hangt dus samen met verschillendeeconomische, sociale en reglementaireaspecten die samen in aanmerking genomen moetenworden.Het strategische plan van De Post, dat in oktober2007 werd aangepast en aan de vakbonden werd voorgesteld,is in dat verband een absolute noodzaak. Hetmoet De Post voorbereiden op de vrijmaking. Dit planis toereikend als eerlijke concurrentievoorwaardeningevoerd worden.In dat verband moet het ontstaan van de functie vanpostbezorger beoordeeld worden. Het gaat zeer zekerniet om een vorm van sociale dumping, want:1. Het personeel dat die functie uitoefent, krijgt eenarbeidscontract van De Post en niet een precair statuuten bezoldiging.2. De gehanteerde barema’s zullen gebaseerd zijnop de principes van de functieclassificatie van De Post,dat wil zeggen een beoordeling (weging) van de activiteitenen verantwoordelijkheden en een vergelijkingmet de bezoldiging die conform de markt is voor gelijkaardigefuncties.3. Deze nieuwe functie kan voor postmannen ophet einde van hun loopbaan eveneens een kans zijn omhun werk te verlichten, omdat ze hun geografischemobiliteit beperken en dichter bij huis kunnen vertrekken.De laatste collectieve arbeidsovereenkomst voorzietde voordelige loonsvoorwaarden voor personeelsledendie ouder dan 50 jaar zijn en die geïnteresseerdzijn in deeltijds werk. Er is geen sprake van dat dezemensen hun statuut verliezen.4. Het bedrijf zal niemand verplichten om deeltijdste werken. Deeltijds werken zal altijd op vrijwilligebasis gebeuren.5. Tot slot zal deze functie zal ook nieuwe tewerkstellingmogelijkhedenaan specifieke doelgroepen vanwerknemers bieden, onder andere mensen met eenlager scholingsgraad.Het is de bedoeling van de directie van De Post omhet gebruikelijke overleg te plegen met de vakbondenals het uitvoerige dossier beschikbaar zal zijn in dekomende maanden.Le processus de libéralisation est donc constitué dedifférents aspects économiques, sociaux et réglementairesqui doivent être considérés ensemble.Le plan stratégique de La Poste tel qu’adapté enoctobre 2007 et présenté aux organisations syndicalesest une nécessité absolue dans ce contexte. Il doitpréparer La Poste à la libéralisation. Ce plan est suffisantpour autant que des conditions de concurrenceéquitables soient mises en place.C’est dans ce contexte qu’il faut apprécier la créationde la fonction de livreurs de courrier. Il ne s’agiten aucune manière d’une forme de dumping social, eneffet:1. Le personnel travaillant dans ces fonctions auraun contrat de travail avec La Poste et non pas un statutet une rémunération précaires.2. Les barèmes utilisés seront basés sur les principesutilisés dans la classification de fonctions de La Poste,à savoir une évaluation (pesage) des activités et desresponsabilités et la comparaison avec la rémunérationprévue sur le marché pour des fonctions similaires.3. Cette nouvelle fonction peut également constituerune opportunité pour des postiers en fin decarrière qui voudraient alléger leur service, tout enlimitant leur mobilité géographique, leur point dedépart se rapprochant de leur domicile. La dernièreconvention collective en date prévoit des conditionssalariales avantageuses pour le personnel de plus de50 ans intéressé par le temps partiel. Il n’est pas questionici pour ces personnes de perdre leur statut.4. L’entreprise n’obligera personne à travailler àtemps partiel. Cela se passera toujours sur la base devolontaire.5. Enfin, cette fonction offrira également uneopportunité d’emploi nouvelle pour certaines catégoriesspécifiques de travailleurs, notamment peu qualifiés.Il est dans l’intention de la direction de La Poste deprocéder à toutes les concertations d’usage avec lespartenaires sociaux, lorsque le dossier détaillé seradisponible, à savoir dans les mois qui viennent.DO 2007200803045 DO 2007200803045Vraag nr. 132 van de heer Maxime Prévot van 24 april2008 (Fr.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:De Post. — Nieuwe functie van «postbezorger».Mijn vraag heeft betrekking op het nieuwe strategischeplan 2008-2012 van De Post, en op de plannenQuestion n o 132 de M. Maxime Prévot du 24 avril2008 (Fr.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:La Poste. — Création d’une fonction de «livreur decourrier».Ma question concerne le nouveau plan stratégique2008-2012 de La Poste et sa volonté de passer desKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 43492 - 6 - 2008van De Post om de mailkantoren te vervangen dooroperationele platforms en distributiedepots.De directie van De Post heeft bekendgemaakt dat ereen nieuwe functie wordt gecreëerd, namelijk die van«postbezorger», niet te verwarren met de functie vanpostbode. Mensen die met dat statuut worden aangeworven,worden volgens hun contract in een lagereloonschaal ingedeeld dan de postbodes. Volgens persberichtenzal een halftijdse bediende met dat nieuwestatuut minder verdienen dan een postbode die deeltijdswerkt. De Post zegt dat ze met de operatie de distributiekostentegen het jaar 2012 wil terugdringen. Depostbezorgers zullen uitsluitend post rondbrengen.Complexere verrichtingen (zoals de uitbetaling van depensioenen, het sorteren van de post, enz.) blijven detaak van de postbodes. De directeur Communicatievan De Post kondigde in het voorbije najaar aan dat6 000 voltijdse betrekkingen vervangen zoudenworden door 12 000 deeltijdse.Dit is je reinste sociale dumping bij een overheidsbedrijf.Het is begrijpelijk dat de werknemers zichzorgen maken, met name wat betreft de toekomstigeevolutie van het statuut van postbode, dat ongetwijfeldconcurrentie zal ondervinden van dat van«postbezorger».bureaux distributeurs à un système de plates-formesopérationnelles.La direction de La Poste annonce la création d’unnouveau métier de «livreur de courrier», distinct decelui de postier. Les personnes qui seront engagéessous ce statut bénéficieront d’un contrat selon denouveaux barèmes qui seront inférieurs à ceux desfacteurs. Selon les informations parues dans la presse,le salaire d’un employé mi-temps dans ce nouveaustatut sera inférieur à celui d’un facteur travaillant àtemps partiel. Le but avoué de l’opération est deréduire les coûts de distribution à l’horizon 2012. Leurfonction sera limitée à la distribution du courrier, lesopérations plus complexes (paiement de pensions, tridu courrier, etc.) restant confiées aux facteurs. Ledirecteur de la communication de La Poste évoquait àl’automne dernier le remplacement de 6 000 fonctionsexercées à temps plein par 12 000 postes à tempspartiel.On assiste à un véritable dumping social au seind’une entreprise publique. On peut comprendre lesinquiétudes des employés, notamment concernantl’évolution future du statut de facteur qui sera sansaucun doute mis en concurrence avec celui de «livreurde courrier».1. Wat is uw standpunt hierover? 1. Comment vous positionnez-vous par rapport àcette situation?2. Werden uw diensten reeds op de hoogte gebrachtvan de invoering van dat nieuwe statuut?Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 29 mei 2008, op de vraagnr. 132 van de heer Maxime Prévot van 24 april 2008(Fr.):De vrijmaking van de postsector zal grote gevolgenhebben. Het specifieke karakter van de postsector zalDe Post voor bijzondere uitdagingen stellen. Daaropmoet ze zich voorbereiden. Meer dan 50% van haaromzet haalt ze uit slechts 1 000 grote klanten. Bovendiengroeit de markt niet, omdat er meer en meer overgeschakeldwordt op elektronische post. Tot slot is dekapitaalintensiteit in de postsector laag, in tegenstellingtot andere netwerkindustrieën. Dat betekent dateen groot deel van de kostenstructuur verband houdtmet het personeel.In de weinige landen waar de postsector al vrijgemaaktis, ziet men reeds dat de concurrenten van depostoperatoren zich toeleggen op de meeste rendabelemarktsegmenten (meer bepaald de grote klanten en degrote postvolumes) en slechts een beperkt aantal dagenper week post bezorgen. Soms enkel in zones die dichtbevolktzijn. Ze werken met zelfstandigen, tegen eenkostprijs die duidelijk lager is en met een veel lageresociale bescherming.2. Vos services ont-ils déjà été informés de la créationde ce nouveau statut?Réponse de la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques du 29 mai 2008, à la questionn o 132 de M. Maxime Prévot du 24 avril 2008(Fr.):La libéralisation du secteur postal aura un impactimportant. Les spécificités du secteur postal résulterontdans des défis particuliers pour La Poste. Elle doits’y préparer. Plus de 50% du chiffre d’affaires estgénéré par seulement 1 000 grands clients. De plus, lemarché n’est pas en croissance, à cause de la substitutionpar le courrier électronique. Enfin, contrairementà d’autres industries de réseau, le secteur postal a unefaible intensité en capital. Autrement dit, une majeurepartie de la structure de coûts est liée au personnel.Dans les quelques pays où le secteur postal a étélibéralisé, on peut déjà observer que les concurrentsdes opérateurs postaux, se concentrent sur les partiesdu marché les plus rentables (à savoir les grands clientset les grands volumes de courrier) et ne distribuentqu’un nombre limité de jours par semaine. Parfoisuniquement dans des zones densément peuplées. Ilsutilisent des indépendants, à un coût nettement moinsélevé et avec une protection sociale bien moins élevée.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4350 QRVA 52 0202 - 6 - 2008Het liberaliseringproces hangt dus samen met verschillendeeconomische, sociale en reglementaireaspecten die samen in aanmerking genomen moetenworden.Het strategische plan van De Post, dat in oktober2007 werd aangepast en aan de vakbonden werd voorgesteld,is in dat verband een absolute noodzaak. Hetmoet De Post voorbereiden op de vrijmaking. Dit planis toereikend als eerlijke concurrentievoorwaardeningevoerd worden.In dat verband moet het ontstaan van de functie vanpostbezorger beoordeeld worden. Het gaat zeer zekerniet om een vorm van sociale dumping, want:1. Het personeel dat die functie uitoefent, krijgt eenarbeidscontract van De Post en niet een precair statuuten bezoldiging.2. De gehanteerde barema’s zullen gebaseerd zijnop de principes van de functieclassificatie van De Post,dat wil zeggen een beoordeling (weging) van de activiteitenen verantwoordelijkheden en een vergelijkingmet de bezoldiging die conform de markt is voor gelijkaardigefuncties.3. Deze nieuwe functie kan voor postmannen ophet einde van hun loopbaan eveneens een kans zijn omhun werk te verlichten, omdat ze hun geografischemobiliteit beperken en dichter bij huis kunnen vertrekken.De laatste collectieve arbeidsovereenkomst voorzietde voordelige loonsvoorwaarden voor personeelsledendie ouder dan 50 jaar zijn en die geïnteresseerdzijn in deeltijds werk. Er is geen sprake van dat dezemensen hun statuut verliezen.4. Het bedrijf zal niemand verplichten om deeltijdste werken. Deeltijds werken zal altijd op vrijwilligebasis gebeuren.5. Tot slot zal deze functie zal ook nieuwe tewerkstellingmogelijkhedenaan specifieke doelgroepen vanwerknemers bieden, onder andere mensen met eenlager scholingsgraad.Het is de bedoeling van de directie van De Post omhet gebruikelijke overleg te plegen met de vakbondenals het uitvoerige dossier beschikbaar zal zijn in dekomende maanden.Le processus de libéralisation est donc constitué dedifférents aspects économiques, sociaux et réglementairesqui doivent être considérés ensemble.Le plan stratégique de La Poste tel qu’adapté enoctobre 2007 et présenté aux organisations syndicalesest une nécessité absolue dans ce contexte. Il doitpréparer La Poste à la libéralisation. Ce plan est suffisantpour autant que des conditions de concurrenceéquitables soient mises en place.C’est dans ce contexte qu’il faut apprécier la créationde la fonction de livreurs de courrier. Il ne s’agiten aucune manière d’une forme de dumping social, eneffet:1. Le personnel travaillant dans ces fonctions auraun contrat de travail avec La Poste et non pas un statutet une rémunération précaires.2. Les barèmes utilisés seront basés sur les principesutilisés dans la Classification de Fonctions de La Poste,à savoir une évaluation (pesage) des activités et desresponsabilités et la comparaison avec la rémunérationprévue sur le marché pour des fonctions similaires.3. Cette nouvelle fonction peut également constituerune opportunité pour des postiers en fin decarrière qui voudraient alléger leur service, tout enlimitant leur mobilité géographique, leur point dedépart se rapprochant de leur domicile. La dernièreconvention collective en date prévoit des conditionssalariales avantageuses pour le personnel de plus de50 ans intéressé par le temps partiel. Il n’est pas questionici pour ces personnes de perdre leur statut.4. L’entreprise n’obligera personne à travailler àtemps partiel. Cela se passera toujours sur la base devolontaire.5. Enfin, cette fonction offrira également uneopportunité d’emploi nouvelle pour certaines catégoriesspécifiques de travailleurs, notamment peu qualifiés.Il est dans l’intention de la direction de La Poste deprocéder à toutes les concertations d’usage avec lespartenaires sociaux, lorsque le dossier détaillé seradisponible, à savoir dans les mois qui viennent.DO 2007200803049 DO 2007200803049Vraag nr. 134 van mevrouw Nathalie Muylle van24 april 2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:De Post. — Sluiting van het postkantoor te Roeselare.Ik heb u reeds eerder gemeld dat ik de beslissing totsluiting van het postkantoor 4 Onze Lieve Vrouw-Question n o 134 de M me Nathalie Muylle du 24 avril2008 (N.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:La Poste. — Fermeture d’un bureau de poste àRoulers.J’ai déjà indiqué que je déplorais vivement la décisionde fermer le bureau de poste 4 situé Onze LieveKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 43512 - 6 - 2008markt te Roeselare ten zeerste betreur. De opening vaneen PostPunt, zoals gepland, kan het verlies aan dienstverleningniet volledig opvullen. Te meer dat de inwonersvan «over de spoorweg» een aanzienlijk deel vande dienstverlening verliezen. Er is bijvoorbeeld geenfinanciële dienstverlening meer aan deze kant van destad. Ook veel mensen van de deelgemeente Beverenverkiezen tot op heden het bovenvermelde postkantooromwille van de nabijheid en de grote parkeergelegenheid.In het vierde beheerscontract tussen de Staat en DePost zijn echter drie soorten postale service puntengedefinieerd, met name een postkantoor, een posthalteen een postwinkel.Hoewel u in een vorig antwoord meldt dat de onderhandelingenmet zelfstandigen, voor de openingvan een PostPunt nog bezig zijn, circuleert er in Roeselarereeds een datum als zou het kantoor definitief dedeuren sluiten eind mei 2008.1.a) Ziet u een mogelijkheid om in het vooropgesteldePostPunt enkele uren per week een posthalte teorganiseren, zodat de inwoners van deze kant vande stad, ook dichtbij kunnen gebruik maken vanalle postdiensten gedurende enkele momenten inde week?Vrouwmarkt à Roulers. L’ouverture prévue d’un PointPoste ne pourra en effet combler totalement la perteque cette fermeture entraînera en termes de services etce, d’autant plus que les personnes qui habitent del’autre côté de la voie de chemin de fer perdront unepart considérable des services auxquels elles ontactuellement accès. C’est ainsi que La Poste n’offriraplus aucun service financier de ce côté de la ville. Deplus, de nombreuses personnes de l’anciennecommune de Beveren préfèrent, aujourd’hui encore,fréquenter ce bureau de poste en raison de sa proximitéet des nombreuses places de parking disponibles.Le quatrième contrat de gestion entre l’État et LaPoste définit trois types différents de «points de servicespostaux», à savoir le bureau de poste, la haltepostale et la boutique postale.Bien que vous ayez indiqué, dans une précédenteréponse, que les négociations relatives à l’ouvertured’un Point Poste étaient toujours en cours avec uncertain nombre d’indépendants, des rumeurs circulentdéjà à Roulers à propos de la date à laquelle le bureaufermerait définitivement ses portes, à savoir à la finmai 2008.1.a) Voyez-vous la possibilité d’organiser, quelquesheures par semaine, une halte postale dans le cadredu Point Poste proposé, de façon à ce que les habitantsde ce côté de la ville puissent avoir plus facilementaccès à toute la gamme de services postauxà certains moments de la semaine?b) Zo neen, waarom niet? b) Dans la négative, pourquoi?2. Klopt de sluitingsdatum? 2. La date de fermeture évoquée est-elle exacte?Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 28 mei 2008, op de vraagnr. 134 van mevrouw Nathalie Muylle van 24 april2008 (N.):Réponse de la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques du 28 mai 2008, à la questionn o 134 de M me Nathalie Muylle du 24 avril 2008(N.):1. Het beheerscontract stipuleert: 1. Le contrat de gestion stipule:Een «posthalte» betekent een vestiging of enigander contactpunt met de gebruiker waar minstens hetbasisassortiment aangeboden wordt door postpersoneeltijdens een beperkt aantal uren.De basisbankdiensten zijn echter niet opgenomen inhet basisassortiment. De oprichting van een posthaltein een PostPunt biedt dus geen meerwaarde voor deburgers.Inderdaad, in een PostPunt vinden consumenten demeest gebruikte producten en diensten van De Post.Meer dan 90% van de verrichtingen die door de klantenin een postkantoor worden uitgevoerd, kunnenaldus ook in een PostPunt gebeuren: nationaal eninternationaal frankeeradvies, postzegels, afgifte enPar «halte postale», on entend un établissement outout autre point de contact avec l’usager où du personnelde La Poste propose à celui-ci au moinsl’assortiment de base pendant un nombre limitéd’heures.Les services bancaires de base n’ont toutefois pas étérepris dans l’assortiment des services de base postaux.La création d’une «halte postale» dans un Point Posten’offre donc pas de valeur ajoutée au citoyen.En effet, le Point Poste propose les produits et servicespostaux les plus courants. Plus de 90% des activitésréalisées par la clientèle au sein d’un bureau deposte sont accessibles dans un Point Poste: conseild’affranchissement (national et international), vente detimbres, enlèvement et expédition de colis ou d’envoisKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4352 QRVA 52 0202 - 6 - 2008ophaling van aangetekende zendingen en pakjes, stortingenvan kleine bedragen met gestructureerde mededelingen.In de nabije toekomst zullen de PostPunten tevensuitgerust worden met blauwe bussen voor het deponerenvan overschrijvingen.2. In het geval van Roeselare werd de markt toegekendaan Delhaize Roeselare, Westlaan 187. Oorspronkelijkwas de openingsdatum voorzien op29 april 2008. Er is wel een vertraging in het openenvan het desbetreffende postpunt door infrastructuurwerkenin de winkel. De Post heeft beslist om de sluitinguit te stellen tot het openen van het PostPunt.recommandés et versement sur compte de tiers (paiementen liquide de petites factures avec communicationstructurée).Dans un avenir proche les Points Poste seront égalementéquipés des boîtes bleues pour le dépôt des virements.2. Pour Roeselare le marché a été attribué auDelhaize Roeselare, Westlaan 187. Initialement la dated’ouverture était prévue le 29 avril 2008. L’ouverturedu point poste est retardée du fait de travaux d’infrastructuredans le magasin. La Poste a décidé de reporterla fermeture jusqu’à l’ouverture du Point Posteconcerné.DO 2007200803110 DO 2007200803110Vraag nr. 143 van de heer Guido De Padt van 28 april2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:Belgacom. — Nationale en Europese regels. — Discriminatie.In een volledig geliberaliseerde economische omgevingis het belangrijk dat overheidsbedrijven en privateondernemingen onderworpen zijn aan een gelijkaardigewettelijke reglementering. Door zijn bijzonderstatuut als economisch overheidsbedrijf is Belgacomkrachtens de wet van 21 maart 1991 betreffende dehervorming van sommige economische overheidsbedrijvenechter niet toegelaten tot het Belgisch interprofessioneeloverleg. De meeste maatregelen die via eenInterprofessioneel Akkoord (IPA) worden uitgewerktzijn nochtans ook van toepassing op Belgacom.Anderzijds is Belgacom dan weer uitgesloten vaneen aantal maatregelen. De maatregelen die de overheidheeft getroffen inzake lastenverlaging voor contractuelenin de privésector zijn bijvoorbeeld niet vantoepassing op de contractuelen bij Belgacom. Ditgegroeide onevenwicht bevindt zich zowel op de brutoloonkost als op het nettoloon. Belgacom is dan ookvragende partij om de maatregelen uit het IPA 2007-2008 uit te breiden naar zowel de contractuele als destatutaire populatie.1. Erkent u het feit dat er hier een onevenwicht endiscriminatie bestaat die niet in overeenstemming ismet de nationale en Europese regels?2. Acht u het noodzakelijk om maatregelen of initiatievente nemen om aan de problematiek tegemoette komen?Question n o 143 de M. Guido De Padt du 28 avril 2008(N.) à la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques:Belgacom. — Règles nationales et européennes. —Discrimination.Dans un environnement économique complètementlibéralisé, il est important que les entreprises publiqueset privées soient soumises à une réglementation légalesimilaire. Du fait de son statut spécial d’entreprisepublique économique, Belgacom n’est cependant pasadmise à la concertation interprofessionnelle belge, envertu de la loi du 21 mars 1991 portant réforme decertaines entreprises publiques économiques. Cependant,la majorité des mesures élaborées par le biaisd’un Accord interprofessionnel (AIP) s’appliquentégalement à Belgacom.D’autre part, Belgacom est à nouveau exclue d’uncertain nombre de mesures. Par exemple, les mesuresprises par les autorités en matière de réduction descharges pour les contractuels du secteur privé nes’appliquent pas aux contractuels de Belgacom. Ledéséquilibre qui s’est ainsi constitué se situe tant auniveau de la charge salariale brute qu’au niveau dusalaire net. Belgacom est dès lors demandeuse d’unélargissement des mesures de l’AIP 2007-2008 tant à lapopulation contractuelle qu’à la population statutaire.1. Reconnaissez-vous, en l’occurrence, l’existenced’un déséquilibre et d’une discrimination non conformesaux règles nationales et européennes?2. Estimez-vous nécessaire de prendre des mesuresou des initiatives pour répondre à ce problème?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 43532 - 6 - 2008Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 30 mei 2008, op de vraagnr. 143 van de heer Guido De Padt van 28 april 2008(N.):1. Ik zou de vraag inzake de diagnose van hetprobleem en de vraag naar de opportuniteit van eeninitiatief ter zake op volgende manier willenbeantwoorden: de problematiek is deze regering nietontgaan. Ik heb in mijn algemene beleidsnotaaangaande overheidsbedrijven duidelijk aangestipt datik de regering zal voorstellen om na te gaan of het noggerechtvaardigd is dat een aantal fiscale en parafiscalemaatregelen exclusief voorbehouden zijn aan deprivate sector en niet van toepassing zijn op de overheidsbedrijven.De eventuele onevenwichten en discriminatieszullen het voorwerp uitmaken van eenanalyse ter zake.2. Een eerste concrete stap om de ongelijke behandelingin vergelijking met het regime van de privésectorweg te werken betreft de niet-recurrente resultaatsgebondenvoordelen die werden ingeschreven onderhoofdstuk II van de wet van 21 december 2007 betreffendede uitvoering van het interprofessioneel akkoord2007-2008. Zowel het bedrijf als de sociale partnershebben mij gewezen op de mogelijkheden die via dezewet worden geboden inzake niet-recurrente resultaatsgebondenvoordelen, en waarvan Belgacom nv en zijnpersoneelsleden tot op heden uitgesloten zijn.Aangezien het aanbeveling verdient om dezelfderegelgeving toe te passen op bedrijven die zich in dezelfdecompetitieve omgeving bevinden, oordeelde deregering het opportuun om een wijziging van de wetvan 21 december 2007 betreffende de uitvoering vanhet interprofessioneel akkoord 2007-2008 voor te stellen.Opzet van de aanpassing is dezelfde regeling vantoepassing te maken op de autonome overheidsbedrijven,die ressorteren onder de toepassing van de wetvan 21 maart 1991 betreffende de hervorming vansommige economische overheidsbedrijven, als op deprivate bedrijven die onder de werkingssfeer vallenvan de wet van 5 december 1968 betreffende de collectievearbeidsovereenkomsten en de paritaire comités.Dit voorstel is opgenomen in het ontwerp van wethoudende diverse niet-dringende bepalingen.Réponse de la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques du 30 mai 2008, à la questionn o 143 de M. Guido De Padt du 28 avril 2008(N.):1. J’aimerais répondre de la manière suivante auxquestions relatives au diagnostic du problème et àl’opportunité d’une initiative en la matière: la problématiquen’a pas échappé au présent gouvernement.J’ai clairement souligné, dans ma note de politiquegénérale relative aux entreprises publiques que jeproposerai au gouvernement de vérifier s’il reste justifiéde réserver exclusivement un certain nombre demesures fiscales et parafiscales au seul secteur privé,sans les appliquer aux entreprises publiques. La questiondu caractère inéquitable ou discriminatoire ounon fera l’objet, quant à elle, d’une analyse correspondante.2. Une première phase concrète pour éliminer ladifférence de traitement avec le régime du secteur privéconcerne les avantages non récurrents liés aux résultats,qui ont été inscrits au Chapitre II de la loi du21 décembre 2007 relative à l’exécution de l’accordinterprofessionnel 2007-2008. Tant l’entreprise que lespartenaires sociaux ont attiré mon attention sur lespossibilités offertes par cette loi en matièred’avantages non récurrents liés aux résultats, et dontBelgacom SA et son personnel sont jusqu’à présentexclus.Cette recommandation stipulant qu’il y a lieud’appliquer la même réglementation à des entreprisesse trouvant dans le mène environnement concurrentiel,le gouvernement a jugé opportun de proposer la modificationde la loi du 21 décembre 2007 relative à l’exécutionde l’accord interprofessionnel 2007-2008.L’adaptation a pour objet de soumettre les entreprisespubliques autonomes relevant de l’application de la loidu 21 mars 1991 portant réforme de certaines entreprisespubliques économiques au même règlement quecelui s’appliquant aux entreprises privées relevant duchamp d’application de la loi du 5 décembre 1968 surles conventions collectives et les commissions paritaires.Cette proposition a été reprise dans le projet de loiportant dispositions diverses non-urgentes.DO 2007200803260 DO 2007200803260Vraag nr. 159 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheuvan 28 april 2008 (N.) aan de minister vanAmbtenarenzaken en Overheidsbedrijven:Bank van De Post. — Nieuwe huurwet. — Bankwaarborgen.Volgens de nieuwe huurwet moet de huurder tweemaanden huurwaarborg storten op een geblokkeerdeQuestion n o 159 de M me Sabien Lahaye-Battheu du28 avril 2008 (N.) à la ministre de la Fonctionpublique et des Entreprises publiques:Banque de La Poste. — Nouvelle loi sur les loyers. —Garanties bancaires.Aux termes de la nouvelle loi sur les loyers, le locatairedoit verser deux mois de garantie locative sur unKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4354 QRVA 52 0202 - 6 - 2008rekening, en moeten banken ingaan op elke aanvraagom de huurwaarborg voor te schieten.De OCMW’s namen de proef op de som en stuurdentestbrieven naar banken met de vraag een huurwaarborgvoor te schieten. Terwijl andere banken zichhieraan onttrekken door hoge dossierkosten aan terekenen, te melden dat klant X op de zwarte lijst staatof te beweren dat deze dienst enkel aan mensen jongerdan 30 jaar wordt aangeboden, luidde het antwoordvan de Bank van De Post: «We gebruiken het systeemvan de bankwaarborgen nog niet».1. Was u ervan op de hoogte dat de Bank van DePost het systeem van de bankwaarborg nog nietgebruikt?compte bloqué et les banques doivent donner suite àtoute demande d’avancer la garantie locative.Les CPAS ont vérifié la bonne application de la loien envoyant des lettres aux banques leur demandantde préfinancer la garantie locative. Tandis qued’autres banques se dérobent à cette obligation engonflant les frais de dossier, en indiquant que tel clientse trouve sur une liste noire ou en prétendant que ceservice est réservé aux seuls clients âgés de moins de 30ans, la Banque de La Poste a répondu qu’ellen’appliquait pas encore le système de la garantiebancaire.1. Étiez-vous au courant du fait que la Banque deLa Poste n’utilise pas encore le système de la garantiebancaire?2. Nochtans is dit voorgeschreven door de wet. 2. Ce système est pourtant imposé par la loi.Hoe reageert u hierop?Quelle est votre réaction face à ce constat?3. Overweegt u in gesprek te gaan met de Bank vanDe Post opdat zij de wet zou toepassen?Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 29 mei 2008, op de vraagnr. 159 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van28 april 2008 (N.):De Bank van De Post beschikt in haar huidige productengammaniet over de mogelijkheid om bankwaarborgenaan te bieden. Het aanbod, conform dewet van 25 april 2007, van een bankwaarborg metwedersamenstelling, zou betekenen dat de Bank vanDe Post ofwel dit product op informaticavlak ontwikkelt,ofwel een manueel gevolg verleent bij elke aanvraag.De eerste oplossing kan in de praktijk niet wordenvoorzien in de onmiddellijke toekomst, aangezien ditdeel uitmaakt van een veel breder en groter vernieuwingsprojectvan de informaticatoepassingen bij Bankvan De Post, dat operationeel zal zijn in de loop van2010. De tweede oplossing is, gelet op de belangrijkheidvan het administratief en risicobeheer en de opvolgingervan, niet mogelijk aan te bieden op een groteschaal.Binnen het kader van de wettelijke verplichtingvoorzien in de huurwet, kan deze verrichting enkelgebeuren via de hoofdzetel van de Bank van De Post inBrussel. Hiervoor moet de aanvrager, klant van deBank van De Post, een afspraak vastleggen en zichpersoonlijk aanmelden. Aspecten van goed risicobeheerblijven hierbij een bijzonder aandachtspunt.De politiek van Bank van De Post bestaat erin deklant een aanbod van traditionele waarborgen (voorde verhuurder) aan te bieden, namelijk de storting vantwee maanden huur door de huurder op een geblokkeerdespaarrekening.3. Envisagez-vous de prendre contact avec laBanque de La Poste afin qu’elle applique les dispositionslégales?Réponse de la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques du 29 mai 2008, à la questionn o 159 de M me Sabien Lahaye-Battheu du 28 avril2008 (N.):La Banque de La Poste ne dispose pas dans sagamme de produits actuels de la possibilité de constituerdes garanties bancaires. L’offre, conformémentaux dispositions de la loi du 25 avril 2007, d’unegarantie bancaire avec reconstitution, suppose que laBanque de La Poste, soit assure le développementinformatique de ce produit, soit en assure le traitementmanuel.La première solution ne peut être mise en œuvredans l’immédiat dans la mesure où elle s’intègre dansun projet plus large de renouvellement del’informatique à La Banque de La Poste qui sera opérationneldans le courant de 2010. La seconde solution,vu l’importance de la gestion administratif et desrisques et de leur suivi, ne peut être proposée à grandeéchelle.Dans le cadre de l’obligation légale prévue dans laloi sur les loyers, cette transaction peut uniquementavoir lieu via le siège central de La Banque de La Posteà Bruxelles. Pour ce faire, le demandeur, client de laBanque de La Poste, doit fixer un rendez-vous et s’yprésenter personnellement. Les aspects de bonnegestion du risque conservent ici toute leur importance.La politique actuelle de Banque de La Poste est decontinuer à orienter le client vers une forme de garantietraditionnelle, c’est-à-dire le versement de deuxmois de loyer sur un compte d’épargne bloqué.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 43552 - 6 - 2008DO 2007200803435 DO 2007200803435Vraag nr. 190 van de heer Roel Deseyn van 30 april2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:De Post. — Personen met beperkingen ingevolge ziekteof ongeval. — Mobiliteitsproblemen. — Aangepastwerk.Wanneer iemand een beperking ingevolge ziekte ofongeval heeft is vaak het uitreiken van post niet meerhaalbaar. Gelukkig zijn er alternatieven binnen deorganisatie van De Post. Deze alternatieven wordenhelaas vaak aangeboden een eind van de standplaatsverwijderd. Het is dan niet evident om op zo’n aanbodin te gaan.1. Hoe werden de mensen begeleid naar hun (al danniet tijdelijke) alternatieve werkplaats?Question n o 190 de M. Roel Deseyn du 30 avril 2008(N.) à la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques:La Poste. — Personnes à aptitude réduite à la suited’une maladie ou d’un accident. — Problèmes demobilité. — Travail adapté.Il arrive souvent qu’un agent à aptitude réduite à lasuite d’une maladie ou d’un accident ne puisse plusassurer la distribution du courrier. S’il existe heureusementd’autres types d’emplois au sein de La Poste,ceux-ci sont souvent fort éloignés du lieu d’affectationinitial. Il n’est alors pas évident pour l’agent de répondrepositivement à cette offre.1. De quel accompagnement les agents bénéficientilslorsqu’un autre lieu de travail (provisoire ou non)leur est proposé?2. Houdt De Post rekening met bereikbaarheid? 2. La Poste tient-elle compte de l’accessibilitélorsqu’elle propose un autre emploi à ces agents?3. Welke mate van flexibiliteit wordt hierbij aan dedag gelegd?Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 29 mei 2008, op de vraagnr. 190 van de heer Roel Deseyn van 30 april 2008(N.):Wanneer iemand ingevolge medische beperkingenzijn werk bij De Post niet meer kan uitvoeren, danwordt dit personeelslid door een arbeidsgeneesheeronderzocht. De arbeidsgeneesheer formuleert aanbevelingenmet betrekking tot de aard van werkzaamhedenwaarmee een personeelslid kan belast worden. Opbasis van het rapport van de arbeidsgeneesheer gaat deonmiddellijke chef na of het personeelslid in zijnkantoor of dienst kan tewerkgesteld worden overeenkomstigdie aanbevelingen.Wanneer tewerkstelling in het kantoor onmogelijkblijkt, maakt de onmiddellijke chef het dossier overaan de regio-manager. Het personeelslid wordt danuitgenodigd op een vergadering van het GewestelijkOverlegcomité, waarop de verschillende mogelijkhedeninzake de tewerkstelling van betrokkene wordenbesproken.Het gaat over het zoeken naar oplossingen geval pergeval; eerst worden de mogelijkheden in het kantooronderzocht alvorens een benuttiging in een anderkantoor in aanmerking te nemen. De hr-structuur ophet terrein is zeer flexibel om, samen met de verantwoordelijken,oplossingen te vinden die geschikt zijnvoor de betrokkene maar ook voor het bedrijf. Elkzoeken naar oplossingen gebeurt uiteraard in overeenstemmingmet de reglementering en in samenspraakmet de sociale partners.3. Dans quelle mesure est-il fait montre d’unecertaine flexibilité?Réponse de la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques du 29 mai 2008, à la questionn o 190 de M. Roel Deseyn du 30 avril 2008 (N.):Quand une personne ne peut plus assurer son travailà La Poste suite à des problèmes d’ordre médical, elleest examinée par un médecin du travail qui détermineles recommandations en rapport avec la nature desactivités dont un membre du personnel peut êtrechargé. Sur la base de du rapport du médecin dutravail, le chef immédiat vérifiera d’abord si le membredu personnel peut être utilisé dans son bureau ou sonservice conformément aux recommandations.Lorsqu’une utilisation au bureau s’avère impossible,le chef immédiat transmet le dossier au managementrégional. Le membre du personnel est alors invité àune réunion du comité régional de concertation aucours de laquelle les différentes possibilités d’utilisationde la personne concernée sont envisagées.Il s’agit d’une recherche de solutions au cas par cas.Ce sont d’abord les possibilités dans le bureau qui sontétudiées avant d’envisager une utilisation dans unautre bureau. La structure HR sur le terrain démontrela plus grande flexibilité pour trouver, en collaborationavec les responsables, des solutions qui conviennentaussi bien à la personne concernée qu’à l’entreprise.Toute recherche de solutions se fait évidemmentdans le respect de la réglementation et dans le cadred’un dialogue avec les partenaires sociaux.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4356 QRVA 52 0202 - 6 - 2008DO 2007200803463 DO 2007200803463Vraag nr. 195 van de heer David Geerts van 30 april2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:De Post. — Nieuwe functie van «brievenbesteller».In het kader van de nakende liberalisering van depostsector plant het overheidsbedrijf De Post om eennieuwe functie van «brievenbesteller» te creëren.Deze functie zou bij voorkeur uitgeoefend wordendoor huisvrouwen, studenten en gepensioneerden.Bovendien zouden deze mensen tegen een veel lagerloon moeten werken dan de huidige postman.Hun arbeidsregime zou dit van de deeltijdse arbeidzijn. Mensen zullen dus gevraagd worden om voor eenhongerloon door weer en wind te rijden om de brievente bestellen. Postjobs worden dus eigenlijk hamburgerjobs.Daarnaast rijst de vraag over de continuïteit van dedienstverlening. Want als de werkomstandigheden nietgoed zijn, zal er een zeer groot verloop zijn.1. Wat zijn nu juist de intenties van De Post inzakede functie van «brievenbesteller»?2. In welke mate is dit onderhandeld met de syndicaleorganisaties?Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 29 mei 2008, op de vraagnr. 195 van de heer David Geerts van 30 april 2008(N.):Eerst en vooral wil ik u verduidelijken dat het bedrijfsplan2008-2012 een actualisering is van de vernieuwingsprojectendie De Post sedert 2003 doorvoert.Deze projecten hebben als doel de kosten terug te dringenen het cliënteel een betere dienstverlening aan tebieden. Deze actualisering van het strategische planmoet De Post in staat stellen om de totale vrijmakingvan de markt, gestemd in het Europese Parlement,voor te bereiden.De Post heeft in het strategische plan een belangrijkewijziging van haar uitreikingstructuur opgenomen,waarbij uitgegaan wordt van 150 platformen en1 500 depots in plaats van de huidige 500 uitreikingkantoren.De principes en de koers die moet gevaren wordenin dit project «op lange termijn» — minimum 5 jaar— zijn klaar. De details zijn echter nog niet uitge-Question n o 195 de M. David Geerts du 30 avril 2008(N.) à la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques:La Poste. — Nouvelle fonction de «distributeur decourrier».Dans le cadre de la prochaine libéralisation dusecteur postal, l’entreprise publique La Poste envisagela création d’une nouvelle fonction de «distributeur decourrier».Cette fonction devrait de préférence être exercée pardes ménagères, des étudiants et des retraités. Cespersonnes toucheraient en outre un salaire beaucoupmoins élevé que celui de l’actuel facteur.Elles seraient engagées sous le régime de travail àtemps partiel. Il sera donc demandé à ces personnes dedistribuer le courrier par tous les temps pour un salairede misère. En fait, les emplois à La Poste deviendrontdonc des emplois de type «hamburger».Parallèlement se pose la question de la continuité duservice, car il y aura une forte rotation du personnelpar mauvais temps.1. Quelles sont les intentions exactes de La Poste ence qui concerne la fonction de «distributeur de courrier»?2. Dans quelle mesure cette fonction a-t-elle faitl’objet de concertations avec les organisations syndicales?Réponse de la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques du 29 mai 2008, à la questionn o 195 de M. David Geerts du 30 avril 2008 (N.):En premier lieu, je voudrais vous préciser que leplan d’entreprise 2008-2012 s’inscrit dans le cadred’une actualisation des projets de modernisation entreprispar La Poste depuis 2003. Ces projets visent àréduire les coûts et à offrir un meilleur service à laclientèle. Cette actualisation du plan stratégique doitpermettre à La Poste de préparer la libéralisationtotale du marché votée par le Parlement européen.La Poste a inclus dans le plan stratégique une modificationimportante de sa structure de distribution.Cette modification est basée sur 150 plates-formes et1 500 dépôts au lieu des 500 bureaux distributeursactuels.Les principes et l’orientation de ce projet à longterme (minimum 5 ans) ont déjà été fixés. Toutefois, ilreste encore plusieurs détails à finaliser. Aucun planKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 43572 - 6 - 2008werkt. Geen enkel gedetailleerd plan of nauwkeurigeplanning zullen binnen enkele maanden beschikbaarzijn.Indien er momenteel in de kantoren documenten inomloop zijn, dan moeten deze beschouwd worden alsprimaire werkdocumenten, die vatbaar zijn voorbelangrijke wijzigingen.In het raam van een steeds groter wordende concurrentiestrijd,voorziet dit plan om de werkingkostenvan De Post te drukken. Hierin zit in het bijzonder ookeen vermindering vervat van de energiefactuur (verminderingvan het aantal gebouwen en de bijhorendeverwarmingskosten, vermindering van het vervoer enhet verbruik van brandstof).Bovendien heeft deze nieuwe uitreikingstructuurgeen enkele invloed op de dienstverlening aan hetcliënteel, noch in de landelijke noch in de stedelijkezone. Het gaat alleen over een aanpassing van deinterne organisatie. De Post heeft altijd rekeninggehouden met een sociale rol van de postbode en zaldit ook in de toekomst blijven doen.Het personeel dat die functie uitoefent, krijgt eenarbeidscontract van De Post en niet een precair statuuten bezoldiging.De gehanteerde barema’s zullen gebaseerd zijn opde principes van de functieclassificatie van De Post,dat wil zeggen een beoordeling (weging) van de activiteitenen verantwoordelijkheden en een vergelijkingmet de bezoldiging die conform de markt is voor gelijkaardigefuncties.Zodra de details van de nieuwe organisaties gekendzijn, zullen deze wijzigingen, zoals altijd bij De Post,het voorwerp uitmaken van diepgaand overleg met devakbonden. Overigens heeft De Post zich verbondenom geen naakte ontslagen door te voeren.détaillé ni calendrier précis ne seront donc disponiblesdans les prochains mois.Tout document relatif à ce sujet, qui circuleraitactuellement dans les bureaux, doit être considérécomme document de travail primaire pouvant subird’importantes modifications.Dans le cadre d’une lutte concurrentielle croissante,ce plan prévoit de comprimer les frais de fonctionnementde La Poste. Cela implique en particulier unediminution de la facture énergétique de l’entreprise(réduction du nombre de bâtiments et des frais dechauffage y afférents, diminution du transport et de laconsommation de carburant).En outre, cette nouvelle structure de distributionn’exerce aucun impact sur le service à la clientèle, ni enzone urbaine ni en zone rurale. Il s’agit uniquementd’une adaptation de l’organisation interne. La Poste atoujours été sensible au rôle social du facteur au seinde la population et entend préserver cet aspect àl’avenir.Le personnel travaillant dans ces fonctions aura uncontrat de travail avec La Poste et non pas un statut etune rémunération précaires.Les barèmes utilisés seront basés sur les principesutilisés dans la Classification de Fonctions de La Poste,à savoir une évaluation (pesage) des activités et desresponsabilités et la comparaison avec la rémunérationprévue sur le marché pour des fonctions similaires.Dès que les détails de la nouvelle organisationseront connus, ces modifications feront l’objet d’uneconcertation poussée avec les syndicats conformémentà la procédure habituellement appliquée à La Poste.Par ailleurs, La Poste s’est engagée à ne procéder àaucun licenciement sec.DO 2007200803596 DO 2007200803596Vraag nr. 212 van de heer Dirk Van der Maelen van8 mei 2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:De Post. — Zendingen van identieke brieven. —Tarieven.Bepaalde informatie op de website van De Post isniet duidelijk. Zo lijkt het dat voor zendingen vanidentieke brieven (ook als er meer dan 50 zijn) toch hetstandaardtarief moet betaald worden. In een anderepassage staat te lezen dat vanaf 50 identieke brieven er0,362 euro moet betaald worden.Question n o 212 de M. Dirk Van der Maelen du 8 mai2008 (N.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:La Poste. — Envoi de lettres identiques. — Tarifs.Certaines informations diffusées par le site internetde La Poste manquent de clarté. Ainsi, les lettres identiquesdevraient être affranchies au tarif standardmême s’il s’agit d’un envoi de plus de 50 exemplaires.Or on peut lire par ailleurs, sur le même site, que letarif de 0,362 euro est applicable à partir de 50 lettresidentiques.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4358 QRVA 52 0202 - 6 - 20081. Welk tarief is van toepassing? 1. Quel est le tarif applicable?2. Bent u het met mij eens dat het laagste tarief vantoepassing zou moeten zijn?Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 30 mei 2008, op de vraagnr. 212 van de heer Dirk Van der Maelen van 8 mei2008 (N.):Het tarief van 0,362 euro per zending is eenvoorkeurtarief dat van toepassing is zodra er minstens50 identieke zendingen zijn, die onder bepaaldevoorwaarden worden afgeven.Dit tarief varieert afhankelijk van het afgegevenvolume (vanaf 50 stuks), de plaats, de bestemming ende voorbereiding van de zendingen.Zendingen van het type «Drukwerk» komen inaanmerking voor voorkeurstarieven voor grote volumes,zowel als zendingen zonder adres en pakjes.Zendingen van het type «drukwerk» zijn zendingendie behalve de personalisering identiek zijn:2. Partagez-vous mon opinion selon laquelle le tarifle plus bas devrait être appliqué?Réponse de la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques du 30 mai 2008, à la questionn o 212 de M. Dirk Van der Maelen du 8 mai 2008(N.):Le tarif de 0,362 euro par envoi est un tarif préférentielqui s’applique dès qu’il s’agit de 50 envois identiquesdéposés sous certaines conditions.Ce tarif varie en fonction du volume déposé (à partirde 50 pièces), du lieu de dépôt, de la destination et dela préparation des envois.Les envois de type «Imprimés» peuvent bénéficierdu tarif préférentiel pour les envois en nombre, ainsique les envois non-adressés et paquets.Les envois «imprimés» sont des envois identiques, àl’exception de la personnalisation, en particulier avec:— dezelfde afzender; — le même expéditeur;— hetzelfde gewicht; — le même poids;— hetzelfde formaat; — le même format;— dezelfde inhoud. — le même contenu.De volgende vermeldingen moeten duidelijk zichtbaarzijn op deze zendingen:— naam en adres van de geadresseerde in België metvermelding van de exacte postcode;— naam en adres van de afzender in België metvermelding van de exacte postcode.De zendingen moeten gesloten zijn. Een toelatingsnummervoor gesloten verpakking en het gebruik vanpictogrammen die hieraan verbonden zijn, zijn facultatief.Voorafgaand aan elke afgifte moeten afzenders bijDe Post 2 testexemplaren van de zending indienen, diegecontroleerd en bewaard zullen worden. De Postbehoudt zich bovendien het recht voor om één of tweeexemplaren van de zending af te houden.Wanneer niet wordt voldaan aan alle voorwaardenbetreffende de voorkeurstarieven, dient de zendinggefrankeerd te worden tegen het gewone tarief.De Post heeft haar website aangepast teneinde ditduidelijker te maken.Les mentions suivantes doivent apparaître de façonclaire sur les envois:— nom et adresse du destinataire en Belgique avecmention du code postal exact;— nom et adresse de l’expéditeur en Belgique avecmention du code postal exact.Les envois doivent être clos. L’autorisation defermeture ainsi que l’utilisation de pictogrammes qui ysont liés, sont facultatives.Préalablement à chaque dépôt, les déposants doiventremettre à La Poste 2 spécimens des envois àdéposer, qui seront contrôlés et conservés. La Poste seréserve en outre le droit de prélever un ou deux exemplairesdu dépôt.Si toutes les conditions de dépôt relatives au tarifpréférentiel ne sont pas respectées, les envois doiventêtre affranchis au tarif normal.La Poste a adapté son site internet afin de rendrececi plus compréhensible.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 43592 - 6 - 2008Minister voor Ondernemenen VereenvoudigenMinistre pour l’Entrepriseet la SimplificationDO 2007200802620 DO 2007200802620Vraag nr. 3 van de heer Guido De Padt van 15 april2008 (N.) aan de minister voor Ondernemen enVereenvoudigen:Administraties. — Jaarverslagen.Ik verneem dat de Vlaamse overheid in totaal meerdan 600 000 euro spendeert aan het opstellen en uitgevenvan jaarverslagen. Een niet onaardig bedrag datweliswaar op twee jaar tijd met bijna 20 % is gedaald.Er wordt bij de Vlaamse ministeries klaarblijkelijkkostenbesparend gewerkt door onder meer sommigejaarverslagen uitsluitend elektronisch aan te bieden.1.a) Hoeveel en welke jaarverslagen worden door deadministraties onder uw bevoegdheid gemaakt?b) Op hoeveel exemplaren wordt elk van deze jaarverslagengedrukt en wat is de kostprijs?c) Welke jaarverslagen worden elektronisch aangeboden?d) Welke jaarverslagen werden de voorbije vijf jaarafgeschaft?2. Wat is de evolutie in kostprijs van elk van dezejaarverslagen gedurende de jongste vijf jaar?3. Bent u bereid de administraties aan te bevelen dekostprijs van deze jaarverslagen te verlagen in de loopvan de volgende jaren?Antwoord van de minister voor Ondernemen enVereenvoudigen van 27 mei 2008, op de vraag nr. 3van de heer Guido De Padt van 15 april 2008 (N.):Ik heb de eer het geachte lid het volgende teantwoorden.Wat betreft de Federale Overheidsdienst Economie,KMO, Middenstand en Energie.Ik breng het geachte lid op de hoogte van het feit datde FOD Economie, KMO, Middenstand en Energievoor het vierde opeenvolgende jaar een thematischjaarverslag uitgeeft.Dit verslag met de naam «Jaaroverzicht» ontvouwtop transversale wijze alle acties van de verschillendealgemene directies rond één van de bevoegdheden vande FOD Economie.Question n o 3 de M. Guido De Padt du 15 avril 2008(N.) au ministre pour l’Entreprise et la Simplification:Administrations. — Rapports annuels.Il me revient que les autorités flamandes consacrentplus de 600 000 euros à l’élaboration et la publicationde rapports annuels. Il s’agit d’un montant non négligeable,même si depuis deux ans il a diminué de pratiquement20%.Les administrations flamandes tentent notammentde comprimer les coûts en ne proposant plus certainsrapports annuels que sous forme électronique.1.a) Combien de rapports annuels sont élaborés par lesadministrations relevant de votre compétence? Dequels rapports s’agit-il?b) À combien d’exemplaires chaque rapport annuelest-il imprimé et quel coût cela représente-t-il?c) Quels rapports annuels sont proposés sous formeélectronique?d) De quels rapports annuels a-t-on décidé la suppressionau cours des cinq dernières années?2. Quelle est l’évolution du coût des différentsrapports annuels au cours des cinq dernières années?3. Êtes-vous disposé à demander aux différentesadministrations de réduire le coût des rapports annuelsdans les années à venir?Réponse du ministre pour l’Entreprise et la Simplificationdu 27 mai 2008, à la question n o 3 de M. GuidoDe Padt du 15 avril 2008 (N.):J’ai l’honneur de donner au membre estimé laréponse suivante.En ce qui concerne le service public fédéral Économie,PME, Classes moyennes et Énergie.J’informe l’honorable membre que le SPF Économie,PME, Classes moyennes et Énergie édite, depuisla quatrième année consécutive, un rapport annuelthématique.Ce rapport intitulé «aperçu annuel» développe demanière transversale toutes les actions des différentesdirections générales autour de l’une des compétencesdu SPF Économie.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4360 QRVA 52 0202 - 6 - 2008Het wordt uitgebracht in 2 000 Nederlandstalige en2 000 Franstalige exemplaren, verspreid in de politiekeen academische wereld en onder de «stakeholders»naargelang het gekozen thema en gedrukt in dedrukkerij van de FOD Economie.De kostprijs van die operatie bedroeg 14 209 euro in2005, 16 638 euro in 2006 en 21 577 euro in 2007.De pdf-versie van dit verslag staat op de site van deFOD Economie (http://economie.fgov.be) en kangratis worden gedownload.Ingevolge een beslissing van het directiecomité van20 maart 2007 werd er trouwens overeengekomen datnaast het thematisch jaaroverzicht, elke algemenedirectie op vrijwillige basis haar eigen activiteitenverslagter beschikking kan stellen.In 2007 werden er twee activiteitenverslagen gedruktten behoeve van twee verschillende algemene directiein 200 exemplaren elk en in elke taal (drukkosten:10 158 euro). Die activiteitenverslagen kunnen eveneensworden geraadpleegd op de site van de FODEconomie (http://economie.fgov.be).Dit jaar wordt er gewerkt aan het thematisch jaaroverzichten aan vijf activiteitenverslagen. Om evenwelte hoge drukkosten te vermijden, werd er beslist dieverschillende verslagen enkel te drukken op aanvraag.Een pdf-versie van het jaaroverzicht zal op de siteworden geplaatst en de doelgerichte verspreiding (minof meer 3 200 verzendingen) zal gebruik maken vaneen pdf-versie op CD (kostprijs: 3 414,40 euro).De activiteitenverslagen zullen op de site wordengeplaatst in pdf-versie en enkel worden gedrukt opaanvraag.Wat betreft de Federale Overheidsdienst InformatieenCommunicatietechnologie;1.a) Door Fedict (Federale Overheidsdienst InformatieenCommunicatietechnologie) wordt één activiteitenrapportper jaar gemaakt.Daarnaast zijn het eigenlijk enkel de stafdienstenBegroting en Beheerscontrole en Personeel en Organisatiebinnen de federale overheidsdienst die moetenrapporteren. Wat betreft de stafdienst begroting enbeheerscontrole betreft het hier voornamelijk de jaar-,maandelijkse en viermaandelijkse rekeningen van degewone en buitengewone rekenplichtigen, begrotingscijfersen voortgangsrapporten. Bestemmelingen zijnde Federale Overheidsdienst Begroting en Beheerscontrole,de Thesaurie en het Rekenhof.De stafdienst Personeel en Organisatie moet danweer verslagen opmaken in het kader van de arbeids-Il est édité à 2 000 exemplaires en français et2 000 exemplaires en néerlandais, diffusé vers lemonde politique, académique et auprès des«stakeholders» en rapport avec le thème choisi etimprimé par l’imprimerie du SPF Économie.Le coût de cette opération s’élève à 14 209 euros en2005, à 16 638 euros en 2006 et à 21 577 euros en 2007.La version PDF de ce rapport est placée sur le site duSPF Économie (http://economie.fgov.be) et est téléchargeablegratuitement.De plus, suite à une décision du Comité de directiondu 20 mars 2007, il a été convenu qu’en plus del’aperçu annuel thématique, chaque direction généralepourra mettre à disposition du public, sur la base devolontaire, son propre rapport d’activités.En 2007, deux rapports d’activités ont été impriméspour les besoins de chaque direction générale concernéeà raison de 200 exemplaires dans chaque langue(coût d’impression: 10 158 euros). Ces rapportsd’activités sont également consultables sur le site duSPF Économie (http://economie.fgov.be).Cette année, l’aperçu annuel thématique est encours de réalisation, ainsi que cinq rapportsd’activités. Toutefois, afin d’éviter des coûts tropélevés d’impression, il a été décidé d’imprimer cesdifférents rapports uniquement à la demande.Une version PDF de l’aperçu annuel sera mise sur lesite et la diffusion ciblée (plus ou moins 3 200 envois)utilisera une version PDF gravée sur CD (coût:3 414,40 euros).Les rapports d’activités seront placés sur le site enversion PDF et imprimés uniquement sur demande.En ce qui concerne le Service Public Fédéral Technologiede l’Information et de la Communication:1.a) Fedict (Service public fédéral Technologie del’Information et de la Communication) rédige unrapport d’activités par an.En outre, seuls les services d’encadrement Budget etContrôle de la Gestion et Personnel et Organisation àproprement dit sont soumis à l’obligation de rapportau sein du service public fédéral. S’agissant du serviced’encadrement Budget et Contrôle de la Gestion, ils’agit ici principalement des comptes annuels,mensuels et quadrimestriels des comptables ordinaireset extraordinaires, des montants budgétaires et desrapports d’avancement. Ils sont destinés au Servicepublic fédéral Budget et Contrôle de la Gestion, à laTrésorerie et à la Cour des Comptes.Le service d’encadrement Personnel et Organisationest alors tenu de rédiger en retour des rapports sur lesKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 43612 - 6 - 2008ongevallen, de herverdeling van de arbeid binnen deoverheidssector, de telling van het aantal contractuelepersoneelsleden, de gegevens in het kader van detaalwetgeving. Deze gegevens zijn bestemd voordiverse instellingen en organismen.b) Het activiteitenrapport werd gedrukt op1 350 exemplaren. De totale kostprijs bedroeg21 394 euro. Hierbij dient te worden opgemerktdat er voor communicatie bij Fedict slechts éénpersoon tewerkgesteld is en dat de realisatie vanhet activiteitenrapport dus in aanzienlijke mateuitbesteed wordt.c) Het activiteitenrapport wordt ook elektronischaangeboden.d) Fedict werd opgericht in 2001 en is operationeelvanaf 2002. Tot 2006 werd nog geen activiteitenrapportof enig ander rapport in grote oplagegepubliceerd. Er werden er de afgelopen vijf jaardan ook geen afgeschaft.2. Gezien het activiteitenrapport pas sinds 2006wordt gepubliceerd, is het niet mogelijk om van eenprijsevolutie over de laatste vijf jaar te spreken.3. De kostprijs voor het publiceren van verslagenmoet in verhouding zijn met de doelstellingen. Ditgeldt zowel voor het aanmaken als voor de publicatiezelf. Waar men redelijkerwijze kan verwachten dat debeoogde doelgroepen toegang hebben tot de nieuwemedia, moeten de verslagen zo veel mogelijk elektronischworden aangeboden.accidents de travail, la redistribution du travail au seindu secteur public, du dénombrement des agents contractuelset de données relatives à la législation linguistique.Les données en question sont destinées à diversorganismes et institutions.b) Le rapport d’activités a été imprimé en1 350 exemplaires. Le coût total s’élève à21 394 euros. Il est à noter qu’au Fedict, seule unepersonne est employée pour la communication.Par conséquent, la réalisation du rapportd’activités est en grande partie sous-traitée.c) Le rapport d’activités est également proposé sousforme électronique.d) Fedict a été fondé en 2001 et est opérationneldepuis 2002. Jusqu’en 2006, aucun rapportd’activités ou autre rapport à grand tirage n’a étépublié. Au cours des cinq dernières années, aucunn’a été supprimé.2. Dans la mesure où le rapport d’activités n’estpublié que depuis 2006, il n’est pas possible de discuterde l’évolution du prix au cours des cinq dernièresannées.3. Le coût de publication des rapports doit êtreproportionnel aux objectifs. Cela vaut tant pour sonélaboration que pour sa publication même. Dans lamesure où l’on peut raisonnablement s’attendre à ceque les groupes cibles visés aient accès aux nouveauxmédias, les rapports doivent être proposés sous formeélectronique autant que possible.DO 2007200802625 DO 2007200802625Vraag nr. 7 van de heer Guy D’haeseleer van 15 april2008 (N.) aan de minister voor Ondernemen enVereenvoudigen:Bij wet opgelegde evaluaties, verslagen en rapportenvan de overheidsadministraties.Bij het tot stand komen van nieuwe wetten wordtniet zelden aan de administraties de verplichting opgelegdom, al dan niet jaarlijks, een verslag, evaluatie ofrapport aan bepaalde instanties over te maken.In antwoord op mijn schriftelijke vraag nr. 4 van25 januari 2008antwoordde de eerste minister dat hijenkel de gegevens kon verstrekken voor de overheidsdienstendie onder zijn bevoegdheid vallen en diendeik me te richten tot alle ministers afzonderlijk (Vragenen Antwoorden, Kamer, 2007-2008, nr. 11, blz. 1595).Question n o 7 de M. Guy D’haeseleer du 15 avril 2008(N.) au ministre pour l’Entreprise et la Simplification:Évaluations, comptes rendus et rapports des administrationspubliques imposés par la loi.Il n’est pas rare que les nouvelles lois imposent auxadministrations de transmettre, que ce soit annuellementou non, un compte rendu, une évaluation ou unrapport à certaines instances.Dans sa réponse à ma question écrite n o 4 du 25 janvier2008, le premier ministre a répondu qu’il nepouvait me fournir que les données concernant lesservices publics ressortissant à sa compétence et que,pour les autres, je devais m’adresser aux différentsministres séparément (Questions et Réponses, Chambre,2007-2008, n o 11, p. 1595).KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4362 QRVA 52 0202 - 6 - 2008Kan u dan ook meedelen, wat betreft de departementendie onder uw bevoegdheid vallen:1.a) Welke evaluaties, rapporten of verslagen diene erals gevolg van een wettelijke verplichting overgemaaktte worden?b) Kan u voor deze rapporten, evaluaties of verslagen:— telkens meedelen welke dienst moet instaan voorde redactie;— bij welke instantie het rapport zou moeten terechtkomen;— of men al dan niet de verplichting is nagekomen enzo niet, wat de opgelopen vertraging is?2. Het voldoen aan de wettelijke verplichtingen metbetrekking tot de opmaak van allerhande verslagen isdikwijls een tijdrovend werk.a) Wordt binnen de departementen regelmatig hetnut of de meerwaarde van dergelijke wettelijks verplichtingenbekeken?Pouvez-vous également me faire savoir, en ce quiconcerne les départements qui ressortissent à votrecompétence:1.a) Quels sont les comptes rendus, évaluations etrapports à transmettre dans la cadre d’une obligationlégale?b) Pouvez-vous également, en ce qui concerne cesrapports, évaluations ou comptes rendus:— indiquer quel service est responsable de leur rédaction;— préciser l’instance à laquelle ils devraient êtretransmis;— me dire si cette obligation a déjà été respectée et,dans la négative, m’indiquer le retard déjàencouru?2. Satisfaire aux obligations légales en matièred’élaboration de rapports en tout genre prend souventbeaucoup de temps.a) L’utilité ou la plus-value de ces obligations légalessont-elles régulièrement examinées au sein desdépartements?b) Zo ja, wat zijn de bevindingen? b) Dans l’affirmative, quels sont les enseignements decet examen?c) Zo neen, acht u het niet opportuun om die oefeningte maken in het kader van de administratievevereenvoudiging?3.a) Werd reeds beslist om van het opstellen van allerhandeverslagen, rapporten of evaluaties af te zien?c) Dans la négative, n’estimez-vous pas opportun deprocéder à cet exercice dans le cadre de la simplificationadministrative?3.a) A-t-il déjà été décidé de renoncer à la rédaction decomptes rendus, rapports ou évaluations en tousgenres?b) Zo ja, over welke ging het? b) Dans l’affirmative, de quels comptes rendus,rapports ou évaluations s’agissait-il?Antwoord van de minister voor Ondernemen enVereenvoudigen van 27 mei 2008, op de vraag nr. 7van de heer Guy D’haeseleer van 15 april 2008 (N.):Ik heb de eer het geachte lid het volgende teantwoorden.Wat betreft de Federale Overheidsdienst Economie,KMO, Middenstand en Energie:A. 1.a) De wet van 3 april 2003 betreffende de normalisatie(artikel 29).Réponse du ministre pour l’Entreprise et la Simplificationdu 27 mai 2008, à la question n o 7 de M. GuyD’haeseleer du 15 avril 2008 (N.):J’ai l’honneur de donner au membre estimé laréponse suivante.En ce qui concerne le service public fédéral Économie,PME, Classes moyennes et Énergie:A. 1.a) La loi du 3 avril 2003 relative à la normalisation(article 29).b) — Hoge Raad voor normalisatie. b) — Conseil supérieur de la normalisation.— De minister bevoegd voor Economie. — Le ministre de l’Économie.— Het Jaarverslag 2006 werd afgeleverd en het Jaarverslag2007 is in voorbereiding.— Le rapport 2006 a été envoyé; le rapport 2007 esten cours de rédaction.2. Er bestaat geen evaluatie. 2. Aucune évaluation n’a été faite.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 43632 - 6 - 20083. Neen. 3. Non.B. 1.a) De wet van 1 september 2004 betreffende de beschermingvan de consumenten bij verkoop vanconsumptiegoederen (artikel 9).b) — Dienst bescherming van de consumentenrechten.B. 1.a) La loi du 1 er septembre 2004 relative à la protectiondes consommateurs en cas de vente de biens de consommation(article 9).b) — Service protection des droits des consommateurs.— Kamer van volksvertegenwoordigers. — Chambre des représentants.— Verslag in voorbereiding. — Rapport en cours d’envoi.2.a) Ja.b) Het verslag helpt toepassingsproblemen van de wette identificeren.3.a) Neen.2.a) Oui.b) Le rapport permet d’identifier des problèmes d’applicationde la loi.3.a) Non.b) Neen. b) Non.C. 1.a) De wet van 19 december 2005 betreffende deprecontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten(artikel 10)C. 1.a) La loi du 19 décembre 2005 relative à l’informationprécontractuelle dans le cadre d’accords departenariat commercial (article 10).b) — Dienst handelsreglementering. b) — Service de la réglementation commerciale.— Kamer van volksvertegenwoordigers. — Chambre des représentants.— Verslag in voorbereiding. — Rapport en préparation.2.a) Ja.b) Het verslag helpt toepassingsproblemen van dewette identificeren.3.a) Neen.2.a) Oui.b) Le rapport permet d’identifier des problèmes d’applicationde la loi.3.a) Non.b) Neen. b) Non.D. 1.a) De wet tot bescherming van de economische mededinging,gecoördineerd op 15 september 2006(artikel 11).D. 1.a) La loi sur la protection de la concurrence économique,coordonnée le 15 septembre 2006 (article 11).b) — Raad voor de Mededinging. b) — Conseil de la Concurrence.— De minister van Economie en de wetgevendeKamers, plus een publicatie.— In voorbereiding. — En cours.2 en 3. Zonder voorwerp. 2 en 3. Sans objet.Wat betreft de Federale Overheidsdienst InformatieenCommunicatietechnologie.1. De vraag van het geachte lid betreft alle federaleoverheidsdiensten. Ik geef echter slechts een overzichtvan de wetteksten die onder mijn bevoegdheid vallen,en vermeld in grote lijnen welke de andere verplichtin-— Le ministre de l’Économie et les Chambres législatives,outre une publication.En ce qui concerne le Service Public Fédéral Technologiede l’Information et de la Communication:1. La question de l’honorable membre concernel’ensemble des services fédéraux. Je ne fournis qu’unaperçu des textes légaux relevant de ma compétence etmentionne, dans les grandes lignes, les autres obliga-KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4364 QRVA 52 0202 - 6 - 2008gen zijn voor de onderscheiden diensten binnen deFedict, de Federale Overheidsdienst Informatie- enCommunicatietechnologie.Veel evaluaties en rapporten vloeien inderdaadvoort uit regelgeving die op de diverse departementenvan toepassing is, zoals het fiscaal recht, arbeids- ensocialezekerheidsrecht en begrotingsrecht.In dit licht lijkt me het eerder aangewezen dat hetgeachte lid de voor deze rechtsdomeinen bevoegdeRegeringsleden bevraagt en vervolgens de overigeRegeringsleden voor de regelgeving die binnen hunbevoegdheidsdomein valt.Wat betreft de regelgeving inzake overheidsopdrachten,geldt volgende verplichting inzake rapportering:een jaarlijkse rapportering van statistische gegevens,die voortvloeit uit artikel 67 van de richtlijn2004/17/EG van 31 maart 2004, uit de artikelen 75 en76 van de richtlijn 2004/18/EG van dezelfde datum, enuit artikel 138 van het koninklijk besluit van 8 januari1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aannemingvan werken, leveringen en diensten en de concessiesvoor openbare werken, 122, § 1, van het koninklijkbesluit van 10 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachtenvoor aanneming van werken, leveringenen diensten in de sectoren water, energie, vervoeren postdiensten, en 33, § 1, van het koninklijk besluitvan 18 juni 1996 tot wijziging van boek II van de wetvan 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachtenen sommige opdrachten voor aanneming vanwerken, leveringen en diensten.Deze gegevens bestemd voor de Europese Commissieen worden door de Federale OverheidsdienstKanselarij van de eerste minister stelselmatig verzamelden verwerkt. Dit proces heeft tot op heden geenvertraging opgelopen.Naast hun controlefunctie, dragen deze gegevens bijtot een evaluatie van het europees beleid inzake overheidsopdrachten,zowel binnen de interne markt als inhet kader van de Wereldhandelsorganisatie waar ze alsondersteuning dienen in het kader van de onderhandelingenin het kader van het WHO-verdrag inzake overheidsopdrachten.Gelet op hun belang wordt op Europees niveau stelselmatigonderzocht op welke wijze de inzameling kanverbeterd worden alsook nagegaan of de gegevens dieworden opgevraagd inderdaad nog relevant zijn.Naast de overheidsopdrachten, zijn het eigenlijkenkel de stafdiensten Begroting en Beheerscontrole enPersoneel en Organisatie binnen de federale overheidsdienstdie moeten rapporteren. Wat betreft destafdienst begroting en beheerscontrole betreft het hiertions imposées aux divers services de Fedict, le Servicepublic fédéral Technologie de l’Information et de laCommunication.En effet, bon nombre d’évaluations et de rapportsrésultent de la législation en vigueur dans les différentsdépartements, notamment dans le domaine du droitfiscal, du droit du travail et de la sécurité sociale, et dudroit budgétaire.À la lumière de cette constatation, il me semble plusindiqué que l’honorable membre adresse ses questions,d’une part, aux membres du Gouvernement compétentsdans les domaines de droit en question et, d’autrepart, aux autres membres du Gouvernement en ce quiconcerne ta réglementation relevant de leur domainede compétence.S’agissant de la réglementation en matière de marchéspublics, l’obligation suivante en matière derapport est d’application: un rapport annuel dedonnées statistiques, en vertu de l’article 67 de ladirective 2004/17/CE du 31 mars 2004, des articles 75et 76 de la directive 2004/18/CE de la même date et del’article 138 de l’arrêté royal du 8 janvier 1996 relatifaux marchés publics de travaux, de fournitures et deservices et aux concessions de travaux publics, 122,§1 er , de l’arrêté royal du 10 janvier 1996 relatif auxmarchés publics de travaux, de fournitures et de servicesdans les secteurs de l’eau, de l’énergie, des transportset des services postaux, et 33, § 1, de l’arrêtéroyal du 18 juin 1996 de modification du livre II de laloi du 24 décembrel993 relatif aux marchés publics et àcertains marchés de travaux, de fournitures et de services.Les données en question, destinées à la Commissioneuropéenne, sont systématiquement collectées et traitéespar le Service public fédéral Chancellerie du premierministre. Ce processus n’a encore jamais subi deretard jusqu’à présent.Outre leur fonction de contrôle, les données concernéescontribuent à l’évaluation de la politique européenneen matière de marchés publics, tant sur lemarché intérieur qu’au sein de l’Organisationmondiale du Commerce, où elles apportent un soutienlors des négociations relatives au Traité de l’OMC surles marchés publics.Vu leur importance, l’Europe vise systématiquementà améliorer la collecte de ces données, et vérifie égalementsi les données demandées restent assurémentpertinentes.Outre les marchés publics, seuls les services d’encadrementBudget et Contrôle de la Gestion et Personnelet Organisation à proprement dit sont soumis à uneobligation de rapport au sein du service public fédéral.S’agissant du service d’encadrement Budget et Con-KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 43652 - 6 - 2008voornamelijk de jaar-, maandelijkse en viermaandelijkserekeningen van de gewone en buitengewonerekenplichtigen, begrotingscijfers en voortgangsrapporten.Bestemmelingen zijn de Federale OverheidsdienstBegrotingen Beheerscontrole, de Thesaurie enhet Rekenhof.De stafdienst Personeel en Organisatie moet danweer verslagen opmaken in het kader van de arbeidsongevallen,de herverdeling van de arbeid binnen deoverheidssector, de telling van het aantal contractuelepersoneelsleden, de gegevens in het kader van detaalwetgeving. Deze gegevens zijn bestemd voordiverse instellingen en organismen.2. Het opmaken van bovenstaande verslagen wordtdoor onze administratie nuttig geacht.3. Er werd niet beslist om van het opmaken vandeze verslagen af te zien.trôle de la Gestion, il s’agit ici principalement descomptes annuels, mensuels et quadrimestriels descomptables ordinaires et extraordinaires, de montantsbudgétaires et de rapports d’avancement. Ils sont destinésau Service public fédéral Budget et Contrôle de laGestion, la Trésorerie et la Cour des Comptes.Le service d’encadrement Personnel et Organisationest alors tenu de rédiger en retour des rapports dans lecadre des accidents de travail, de la redistribution dutravail au sein du secteur public, du dénombrementdes agents contractuels et des données relatives à lalégislation linguistique. Les données en question sontdestinées à divers organismes et institutions.2. Notre administration estime que la rédaction desrapports susmentionnés est utile.3. L’on n’a pas décidé de renoncer à la rédactiondes rapports en question.DO 2007200802790 DO 2007200802790Vraag nr. 14 van de heer Peter Logghe van 17 april2008 (N.) aan de minister voor Ondernemen enVereenvoudigen:Kringloopfonds. — Engagementen in dossiers vansociale economie.In het kader van de programmawet van 8 april 2003(en het koninklijk besluit van 3 mei 2003) werd hetzogenaamd Kringloopfonds opgericht, met als doel teinvesteren in de activiteiten uit de sociale en duurzameeconomie en met name de deelneming in het kapitaalof het verstekken van leningen.Daartoe werd een federale pot gecreëerd van75 000 000 euro.1. In 2006 heeft het kringloopfonds een engagementgenomen in 83 dossiers, voor een waarde van 15,3 miljoeneuro aan financiering.Kan u een overzicht geven van de verschillendedossiers met de verschillende financiële engagementenen dit per Gewest?2. In 2007 heeft het Kringloopfonds een engagementgenomen in meerdere dossiers en dit voor een waardevan 39,2 miljoen euro. Kan u een overzicht geven vande verschillende dossiers met de verschillende financiëleengagementen en dit per Gewest?3. Daarenboven zouden uit dit Kringloopfonds nogeens engagementen van 10 miljoen euro zijn genomen,middelen eigenlijk die toegekend zijn aan de financieringspartnersvan het fonds en bedoeld om als kredie-Question n o 14 de M. Peter Logghe du 17 avril 2008(N.) au ministre pour l’Entreprise et la Simplification:Fonds d’Économie sociale et durable. — Engagementsdans des dossiers d’économie sociale.La loi-programme du 8 avril 2003 (et l’arrêté royaldu 3 mai 2003) a créé ce qu’on appelle le Fondsd’Économie sociale et durable qui a pour objet touteforme d’interventions au bénéfice d’activités relevantde l’économie sociale et notamment la prise de participationlà où elle est possible ou souhaitable, ou desprêts.Pour cela, un pot fédéral d’une valeur de75 000 000 euros a été créé.1. En 2006, le Fonds d’Economie sociale et durables’est engagé dans 83 dossiers, pour une valeur de15,3 millions d’euros accordés sous forme de financement.Pouvez-vous nous donner un aperçu des différentsdossiers ainsi que des différents engagements financierset ceci par Région?2. En 2007, le Fonds d’Economie sociale et durables’est engagé dans plusieurs dossiers à concurrence de39,2 millions d’euros. Pouvez-vous nous donner unaperçu des différents dossiers ainsi que des différentsengagements financiers et ceci par Région?3. Le Fonds d’Économie sociale et durable auraitégalement encore pris des engagements à concurrencede 10 millions d’euros, des moyens en fait octroyés auxpartenaires de financement du Fonds et destinés à êtreKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4366 QRVA 52 0202 - 6 - 2008ten te worden toegekend aan ondernemingen uit desociale economie en wel vóór midden 2008.Kan u ook hier het overzicht geven van de voorzienedossiers, voor welk bedrag en in welk Gewest gelegen?Antwoord van de minister voor Ondernemen enVereenvoudigen van 26 mei 2008, op de vraag nr. 14van de heer Peter Logghe van 17 april 2008 (N.):Ik heb de eer het geachte lid het volgende teantwoorden.Deze vraag behoort niet tot mijn bevoegdhedenmaar tot die van mijn collega, de minister van MaatschappelijkeIntegratie, Pensioenen en Grote Steden,aan wie ik de vraag heb doorgestuurd. (Vraag nr. 71van 3 juni 2008.)accordés sous forme de crédits aux entreprises del’économie sociale, et ceci avant mi-2008.Pouvez-vous nous donner, à ce niveau aussi, unaperçu des dossiers prévus, du montant engagé et desRégions concernées?Réponse du ministre pour l’Entreprise et la Simplificationdu 26 mai 2008, à la question n o 14 de M. PeterLogghe du 17 avril 2008 (N.):J’ai l’honneur de donner au membre estimé laréponse suivante.Cette question ne relève pas de mes compétencesmais de celles de ma collègue, la ministre de l’Intégrationsociale, des Pensions et des Grandes villes, à qui jel’ai transmise. (Question n o 71 du 3 juin 2008.)DO 2007200802812 DO 2007200802812Vraag nr. 15 van de heer Jan Mortelmans van 17 april2008 (N.) aan de minister voor Ondernemen enVereenvoudigen:Kabinetten. — Wagenpark.Het aantreden van een nieuwe regering betekentgewoonlijk ook een aanpassing van het wagenpark.1. Over hoeveel voertuigen beschikt het kabinet enwie maakt ervan gebruik?Question n o 15 de M. Jan Mortelmans du 17 avril2008 (N.) au ministre pour l’Entreprise et laSimplification:Cabinets ministériels. — Parc automobile.Traditionnellement, l’entrée en fonction d’unnouveau gouvernement entraîne également des changementsau niveau du parc automobile des cabinets.1. De combien de véhicules dispose votre cabinet etqui les utilise?2. Werden er voertuigen overgenomen? 2. Des véhicules ont-ils été repris?3. Wat is telkens het bouwjaar, het type, de cilinderinhouden de aanschafwaarden en -wijze?3. Pouvez-vous m’indiquer, pour chaque véhicule,l’année de construction, le type, la cylindrée ainsi quele prix et les modalités d’acquisition?4. Aan welke emissienorm voldoen de voertuigen? 4. À quelle norme d’émission ces véhicules satisfont-ils?5.a) Zijn de voertuigen uitgerust met ISA (intelligentesnelheidsbegrenzing)?5.a) Sont-ils munis du système ISA (intelligent speedadaptation) ?b) Zo neen, waarom niet? b) Dans la négative, pourquoi?6. Welk voertuig gebruikt u hoofdzakelijk? 6. Quel véhicule utilisez-vous principalement?Antwoord van de minister voor Ondernemen enVereenvoudigen van 27 mei 2008, op de vraag nr. 15van de heer Jan Mortelmans van 17 april 2008 (N.):Ik heb de eer het geachte lid het volgende teantwoorden.1, 3, 4 en 6. 1, 3, 4 et 6.Réponse du ministre pour l’Entreprise et la Simplificationdu 27 mai 2008, à la question n o 15 de M. JanMortelmans du 17 avril 2008 (N.):J’ai l’honneur de donner au membre estimé laréponse suivante.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 43672 - 6 - 2008Voertuig—VéhiculeTypeCilinderinh.—CylindréeBouwjaar—Année deconstructionEmissienorm—Normed’émissionAanschaf?—Acquisition?Gebruiker—UtilisateurAudi A8 2967 2008 Euro-4 Geen, huur. —Non, locationAudi A4 1896 2008 Euro-4 Geen, huur. —Non, locationAudi A4 1968 2006 Euro-4 Geen, huur. —Non, locationVolkswagen Touran 1896 2008 Euro-4 Geen, huur. —Non, locationMinister. — MinistreDirecteur Beleidscel. —Directeur Cellule stratégiqueDirecteur ICT / AdministratieveVereenvoudiging.— Directeur ICT / SimplificationadministrativeAdjunct-directeur Telecom /Post. — Directeur-adjointTelecom / Poste2. Ja, het contract van de Audi A4 met bouwjaar2006 werd overgenomen.5.a) en b) Neen, aangezien het, behoudens de Audi A4met bouwjaar 2006, gaat om aanloopwagens.2. Oui, le contrat de l’Audi A4 avec l’année 2006comme année de construction a été repris.5.a) et b) Non, parce qu’il s’agit, l’Audi A4 construit en2006 exclus, des voitures provisoires.DO 2007200802900 DO 2007200802900Vraag nr. 16 van de heer Guido De Padt van 21 april2008 (N.) aan de minister voor Ondernemen enVereenvoudigen:FOD Economie. — Rusthuizen. — Prijsaanpassingen.Wanneer een rusthuis zijn prijzen wil aanpassen,dient een prijsdossier te worden ingediend bij de FODEconomie. De verhoging van sommige prijzen, zoalsdeze voor energie, kunnen/zullen daar uiteraard eeninvloed op hebben.1. Hoeveel aanvragen tot verhoging van de ligdagprijswerden in 2005, 2006 en 2007 ingediend, met eenopsplitsing per Gewest en naargelang het om eenopenbaar of een privaat rustoord gaat?2. In hoeveel dossiers werd een prijsaanpassingtoegestaan?3. Hoeveel rustoorden (met de opsplitsing zoalshierboven gevraagd) dienden in de voormelde jarenmeer dan één goedgekeurd aanvraag tot prijsverhogingin?4.a) Wat was de gemiddelde prijsverhoging van deligdagprijs die in 2005, 2006 en 2007 werd toegestaan?Question n o 16 de M. Guido De Padt du 21 avril 2008(N.) au ministre pour l’Entreprise et la Simplification:SPF Économie. — Maisons de repos. — Adaptationstarifaires.Une maison de repos désireuse d’adapter ses prixdoit introduire un dossier tarifaire auprès du SPFÉconomie. Il va de soi que la majoration de certainstarifs tels que les prix de l’énergie peuvent avoir uneinfluence en la matière.1. Combien de demandes d’augmentation du prixde la journée d’entretien ont été introduites en 2005,2006 et 2007 par Région et par catégorie (maison derepos publique ou privée)?2. Combien de dossiers ont débouché sur une autorisationde révision des prix?3. Combien de maisons de repos (en prenant enconsidération la répartition telle que visée plus haut)ont introduit avec fruit au moins deux demandes demajoration des prix durant les années précitées?4.a) Quelle est la moyenne des augmentations du prixde la journée d’entretien autorisées en 2005, 2006et 2007?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4368 QRVA 52 0202 - 6 - 2008b) Welke meest significante oorzaken lagen daar aande basis van?c) Is de verhoging van de energieprijzen een betekenisvolleprijsverhogende factor voor de ligdagprijzengeweest?Antwoord van de minister voor Ondernemen enVereenvoudigen van 26 mei 2008, op de vraag nr. 16van de heer Guido De Padt van 21 april 2008 (N.):Ik heb de eer het geachte lid het volgende teantwoorden.Sedert 1 september 2005 kunnen de aanvragen totverhoging van de prijzen of de marges in de sector vande instellingen voor bejaardenopvang op twee manierenplaatsvinden.1. Een prijsverhogingsaanvraag op basis van eenvolledig dossier met bewijsstukken, volgens de procedurebeschreven in de artikelen 3 en 4 van het ministerieelbesluit van 12 augustus 2005, bekendgemaakt inhet Belgisch Staatsblad van 31 augustus 2005,houdende vervanging, voor deze sector, van het ministerieelbesluit van 20 april 1993 houdende bijzonderebepalingen inzake prijzen.2. Een vereenvoudigde procedure van een kennisgevingvan prijzenverhoging, volgens de procedurevoorzien in artikel 5, wanneer de verhoging zich tenhoogste beperkt tot een percentage dat overeenkomtmet een lineaire aanpassing van de prijzen aan het indexcijfervan de consumptieprijzen. Deze procedurevan kennisgeving van prijsverhogingen betreft slechtsde dagprijzen en niet de prijzen van de supplementen.1. In 2005 werden 1 077 aanvragen tot prijsverhogingingediend op basis van een volledig dossier en 595op basis van de vereenvoudigde procedure (vanseptember tot december 2005).Sinds de invoering van deze procedure werden nog89 aanvragen ingediend op basis van een volledigdossier.Voor het jaar 2005 is het niet mogelijk om een opsplitsingper Gewest te maken.In 2006 werden 240 aanvragen tot prijsverhogingingediend op basis van een volledig dossier, waarvan113 voor het Vlaamse Gewest, 110 voor het WaalseGewest en 17 voor het Brussels HoofdstedelijkGewest.Er werden 830 aanvragen ingediend op basis van devereenvoudigde procedure waarvan 476 voor hetVlaamse Gewest, 266 voor het Waalse Gewest en 88voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.In 2007 werden 431 aanvragen tot prijsverhogingingediend op basis van een volledig dossier, waarvanb) Quelles étaient les raisons les plus significatives deces majorations?c) L’augmentation des prix de l’énergie a-t-elle constituéun facteur important de renchérissement desjournées d’entretien?Réponse du ministre pour l’Entreprise et la Simplificationdu 26 mai 2008, à la question n o 16 deM. Guido De Padt du 21 avril 2008 (N.):J’ai l’honneur de donner au membre estimé laréponse suivante.Depuis le 1 er septembre 2005, les demandes dehausse de prix ou de marges dans le secteur des établissementsd’accueil pour personnes âgées peuvent sefaire de deux manières:1. Une procédure de demande de hausse de prix surla base d’un dossier justificatif complet, selon la procéduredécrite aux articles 3 et 4 de l’arrêté ministériel du12 août 2005 publié au Moniteur belge du 31 août2005, remplaçant pour ce secteur, l’arrêté ministérieldu 20 avril 1993 portant dispositions particulières enmatière de prix.2. Une procédure simplifiée de notification de lahausse des prix, selon la procédure décrite à l’article 5,si la hausse se limite au plus à un pourcentage quicorrespond à une adaptation linéaire du prix à l’indicedes prix à la consommation. Cette procédure de notificationde hausses de prix ne concerne que les prixd’hébergement et non les prix des suppléments.1. En 2005, il y a eu 1 077 demandes de hausse deprix introduites sur la base de d’un dossier complet et595, sur la base de la procédure simplifiée (deseptembre à décembre 2005).Depuis l’instauration de cette procédure, il y aencore eu 89 demandes introduites sur la base de d’undossier complet.Pour l’année 2005, il n’est pas possible de donnerune répartition par Région.En 2006, il y a eu 240 demandes de hausse de prixintroduites sur la base de d’un dossier complet, dont113 pour la Région flamande, 110 pour la Régionwallonne et 17 pour la Région de Bruxelles-Capitale.Il y a eu 830 demandes introduites sur la base de laprocédure simplifiée, dont 476 pour la Région flamande,266 pour la Région wallonne et 88 pour laRégion de Bruxelles-Capitale.En 2007, il y a eu 431 demandes de hausse de prixintroduites sur la base de d’un dossier complet, dontKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 43692 - 6 - 2008226 voor het Vlaamse Gewest, 145 voor het WaalseGewest en 20 voor het Brussels HoofdstedelijkGewest.Er werden 1 188 aanvragen ingediend op basis vande vereenvoudigde procedure waarvan 675 voor hetVlaamse Gewest, 405 voor het Waalse Gewest en 108voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.Voor deze drie jaren is het niet mogelijk om een opsplitsingte maken naargelang het gaat om een privateof een openbare instelling.2. In de vereenvoudigde procedure voorzien in artikel5 gaat het om een kennisgeving: het is pas indiende aangemelde prijs niet correct berekend is dat deaangemelde prijsverhoging niet mag toegepastworden.Voor de meeste aanvragen ingediend op basis vaneen volledig dossier werd een prijsverhoging toegestaandie lager is dan de gevraagde prijsverhoging. Eentotale weigering komt zelden voor.3. Er zijn geen statistieken aangaande de freçuentievan de aanvragen. De meeste instellingen dienen éénprijsverhogingsaanvraag per jaar in.4.a) Er zijn geen statistieken aangaande de gemiddelde«toegestane» prijsverhogingen, maar wel eenstatistiek aangaande de evolutie van gemiddeldeprijs. De gemiddelde prijsverhoging bedroeg:226 pour la Région flamande, 145 pour la Régionwallonne et 20 pour la Région de Bruxelles-Capitale.Il y a eu 1 188 demandes introduites sur la base de laprocédure simplifiée, dont 675 pour la Région flamande,405 pour la Région wallonne et 108 pour laRégion de Bruxelles-Capitale.Pour ces trois années, il n’est pas possible d’établirune répartition selon qu’il s’agit d’une institutionprivée ou publique.2. Dans la procédure simplifiée prévue à l’article 5,il s’agit d’une notification: ce n’est que si le prix notifién’est pas correctement calculé, que la hausse deprix notifiée ne peut être appliquée.Pour la plupart des demandes introduites sur la basede d’un dossier complet, la hausse de prix accordée estinférieure à la hausse demandée. Un refus total dehausse de prix est rare.3. Il n’y a pas de statistiques relatives à la fréquencedes demandes. La plupart des institutions introduisentune demande de hausse une fois par an.4.a) Il n’y a pas de statistiques relatives à la haussemoyenne des prix «accordée» mais bien une statistiquede l’évolution du prix moyen. La haussemoyenne des prix s’élève à:— voor het jaar 2005: 2,81%; — pour l’année 2005: 2,81%;— voor het jaar 2006: 2,17%; — pour l’année 2006: 2,17%;— voor het jaar 2007: 2,01%. — pour l’année 2007: 2,01%.Voor de interpretatie van deze percentages is hetbelangrijk te weten dat:— de afzonderlijk te betalen supplementen zijn nietinbegrepen in dit gemiddelde: de gegevensbankbevat niet de aangerekende supplementen. Volgenseen RIZIV-enquête bedragen de supplementengemiddeld 7% van de dagprijzen;— niet alle rusthuizen jaarlijks een prijsverhogingdoorvoeren. Sommige instellingen behouden somsmeer dan één jaar dezelfde prijzen;— het berekende gemiddelde is een rekenkundiggemiddelde van de prijzen van alle kamertypes vanalle instellingen.Hierbij moet ook opgemerkt worden dat veeldossiers ingediend op het einde van een jaar slaan opprijsverhogingen die pas in het begin van het volgendejaar zullen toegepast worden. Aldus ligt de gemiddeldeprijs voor het eerste semester 2008 3,49% hoger danPour l’interprétation de ces pourcentages, il estimportant de savoir que:— les suppléments à payer en plus des prix d’hébergementne sont pas inclus dans la moyenne: labanque de données ne reprend pas le montant dessuppléments qui sont facturés. Selon une enquêtede l’INAMI, les suppléments représentent environ7% du prix d’hébergement;— toutes les institutions n’introduisent pas chaqueannée une demande de hausse de prix. Certainesinstitutions conservent parfois les mêmes prixpendant plus d’un an;— la moyenne calculée est une moyenne arithmétiquedes prix de tous les types de chambres de toutes lesinstitutions.Il y a également lieu de remarquer que beaucoup dedemandes de hausse de prix introduites en fin d’année,ne seront appliquées qu’en début de l’année suivante.C’est ainsi que le prix moyen pour le 1 er semestre 2008est 3,49% plus élevé que le prix moyen pour le pre-KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4370 QRVA 52 0202 - 6 - 2008de gemiddelde prijs voor het eerste semester 2007. Destijging van de inflatie speelt hier een belangrijke rol.b) De toename van het aantal aanvragen en kennisgevingenis voor een deel te verklaren door de stijgingvan de algemene levensduurte, waaronder destijging van de energieprijzen. Er zijn ook andereelementen die tussenkomen zoals de aanpassingvan de infrastructuur die moet gebeuren om tevoldoen aan de normen opgelegd door de gewesten,de wijzigingen inzake de RlZIV-tussenkomstenen de rentabiliteit van de instelling.Voor het Vlaamse Gewest komt daarbij dat sedert1 juli 2007, een aantal kosten die voorheen afzonderlijkgefactureerd werden bovenop de dagprijzen, numoeten inbegrepen zijn in de dagprijzen.Naar aanleiding hiervan hebben 346 instellingen eenprijsverhoging toegepast.c) De stijging van de energieprijzen heeft ongetwijfeldbijgedragen tot een versnelling van de prijsverhogingin de sector. Het effect hiervan is echter moeilijkin te schatten vermits voor een kennisgeving opbasis van de vereenvoudigde procedure, geenverantwoording moet verstrekt worden (verhoginggebonden aan de algemene verhoging van delevenskosten en gemeten door het indexcijfer vande consumptieprijzen).mier semestre 2007. La hausse de l’inflation joue ici unrôle important.b) L’augmentation du nombre de demandes ou denotifications est en partie due à la hausse généraledu coût de la vie, dont la hausse du prix del’énergie. Il y a également d’autres éléments quiinterviennent, comme les adaptations des infrastructurespour répondre aux normes imposées parles Régions, les modifications dans les interventionsaccordées par l’iNAMl et la rentabilité del’institution.Pour la Région flamande, il faut également tenircompte du fait qu’à partir du 1 er juillet 2007, uncertain nombre de suppléments qui étaient facturésséparément, doivent maintenant être inclus dans leprix d’hébergement.Suite à cette mesure, 346 institutions ont appliquéune augmentation de prix.c) La hausse des prix de l’énergie a indubitablementune incidence sur l’accélération de la hausse desprix dans le secteur. L’effet de celle-ci est difficile àestimer, vu que la notification de la hausse des prixsur la base de la procédure simplifiée, n’impose pasde fournir une justification précise (hausse liée à lahausse générale du coût de la vie et mesurée parl’indice des prix à la consommation).DO 2007200802907 DO 2007200802907Vraag nr. 17 van de heer Peter Logghe van 22 april2008 (N.) aan de minister voor Ondernemen enVereenvoudigen:FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie. —Personeel. — Taalaanhorigheid.Meten is weten, zegt het spreekwoord, en dat is ookeen belangrijk principe in de politiek. Het is belangrijkom regelmatig te meten in hoeverre het taalevenwichtin ons land gerespecteerd wordt. Belangrijk omdatalleen taalevenwicht bepaalde uitwassen uit het verledenkan proberen te vermijden.Daarom volgende concrete vragen over de FODEconomie, KMO, Middenstand en Energie:1.a) Hoeveel vastbenoemden behoorden in 2005 tot deNederlandstalige taalrol?Question n o 17 de M. Peter Logghe du 22 avril 2008(N.) au ministre pour l’Entreprise et la Simplification:SPF Économie, PME, Classes moyennes et Énergie. —Personnel. — Appartenance linguistique.Mesurer c’est savoir, dit le proverbe. Ce principes’applique également en politique. Ainsi, il est importantde vérifier régulièrement dans quelle mesurel’équilibre linguistique est respecté dans notre pays.Seul le respect de l’équilibre linguistique est en effet denature à permettre d’éviter le cas échéant certainesdérives du passé.Pourriez-vous dès lors me fournir les précisionssuivantes à propos du SPF Économie, PME, Classesmoyennes et Énergie:1.a) En 2005, combien de membres du personnelnommés appartenaient au rôle linguistiquenéerlandais?b) Hoeveel tot de Franstalige taalrol? b) Combien appartenaient au rôle linguistique français?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 43712 - 6 - 20082. Hoeveel vastbenoemden in 2006 behoorden ertot de Nederlandstalige dan wel tot de Franstalige taalrol?2. En 2006, combien de membres du personnelnommés appartenaient respectivement au rôle linguistiquenéerlandais et au rôle linguistique français?3. Dezelfde vraag, maar dan voor 2007. 3. Pourriez-vous me fournir les mêmes donnéespour l’année 2007.4.a) Hoeveel contractuelen in de FOD Economie,KMO, Middenstand en Energie rekent men in2005 tot de Nederlandstalige taalrol?4.a) En 2005, combien de contractuels travaillant auSPF Economie, PME, Classes moyennes et Energieétaient considérés comme appartenant au rôlelinguistique néerlandais?b) Hoeveel tot de Franstalige taalrol? b) Combien étaient considérés comme appartenantau rôle linguistique français?5. Idem als hierboven, maar dan voor 2006. 5. Pourriez-vous me fournir les mêmes donnéespour l’année 2006?6. Idem als hierboven, maar dan voor 2007. 6. Pourriez-vous me fournir les mêmes donnéespour l’année 2007?Antwoord van de minister voor Ondernemen enVereenvoudigen van 27 mei 2008, op de vraag nr. 17van de heer Peter Logghe van 22 april 2008 (N.):Ik heb de eer het geachte lid het volgende teantwoorden.1.a) 1 105 statutaire ambtenaren van de Nederlandsetaalrol.Réponse du ministre pour l’Entreprise et la Simplificationdu 27 mai 2008, à la question n o 17 deM. Peter Logghe du 22 avril 2008 (N.):J’ai l’honneur de donner au membre estimé laréponse suivante.1.a) 1 105 agents statutaires du rôle linguistiquenéerlandais.b) 980 statutaire ambtenaren van de Franse taalrol. b) 980 agents statutaires du rôle linguistique français.2.a) 1 110 statutaire ambtenaren van de Nederlandsetaalrol.2.a) 1 110 agents statutaires du rôle linguistiquenéerlandais.b) 968 statutaire ambtenaren van de Franse taalrol. b) 968 agents statutaires du rôle linguistique français.3.a) 1 090 statutaire ambtenaren van de Nederlandsetaalrol.3.a) 1 090 agents statutaires du rôle linguistiquenéerlandais.b) 952 statutaire ambtenaren van de Franse taalrol. b) 952 agents statutaires du rôle linguistique français.4.a) 320 contractuele personeelsleden van de Nederlandsetaalrol.b) 366 contractuele personeelsleden van de Fransetaalrol.5.a) 331 contractuele personeelsleden van de Nederlandsetaalrol.b) 371 contractuele personeelsleden van de Fransetaalrol.6.a) 344 contractuele personeelsleden van de Nederlandsetaalrol.b) 363 contractuele personeelsleden van de Fransetaalrol.4.a) 320 membres du personnel contractuels du rôlelinguistique néerlandais.b) 366 membre du personnel contractuels du rôlelinguistique français.5.a) 331 membres du personnel contractuels du rôlelinguistique néerlandais.b) 371 membres du personnel contractuels du rôlelinguistique français.6.a) 344 membres du personnel contractuels du rôlelinguistique néerlandais.b) 363 membres du personnel contractuels du rôlelinguistique français.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4372 QRVA 52 0202 - 6 - 2008DO 2007200802908 DO 2007200802908Vraag nr. 18 van de heer Peter Logghe van 22 april2008 (N.) aan de minister voor Ondernemen enVereenvoudigen:Federaal Planbureau. — Personeel. — Taalaanhorigheid.Meten is weten, zegt het spreekwoord, en dat is ookeen belangrijk principe in de politiek. Het is belangrijkom regelmatig te meten in hoeverre het taalevenwichtin ons land gerespecteerd wordt. Belangrijk omdatalleen taalevenwicht bepaalde uitwassen uit het verledenkan proberen te vermijden.Daarom volgende concrete vragen over het FederaalPlanbureau:1.a) Hoeveel vastbenoemden behoorden in 2005 tot deNederlandstalige taalrol?Question n o 18 de M. Peter Logghe du 22 avril 2008(N.) au ministre pour l’Entreprise et la Simplification:Bureau fédéral du plan. — Personnel. — Appartenancelinguistique.Mesurer c’est savoir, dit le proverbe. Ce principes’applique également en politique. Ainsi, il est importantde vérifier régulièrement dans quelle mesurel’équilibre linguistique est respecté dans notre pays.Seul le respect de l’équilibre linguistique est en effet denature à permettre d’éviter le cas échéant certainesdérives du passé.Pourriez-vous dès lors me fournir les précisionssuivantes à propos du Bureau fédéral du plan:1.a) En 2005, combien de membres du personnelnommés appartenaient au rôle linguistiquenéerlandais?b) Hoeveel tot de Franstalige taalrol? b) Combien appartenaient au rôle linguistique français?2. Hoeveel vastbenoemden in 2006 behoorden ertot de Nederlandstalige dan wel tot de Franstalige taalrol?2. En 2006, combien de membres du personnelnommés appartenaient respectivement au rôle linguistiquenéerlandais et au rôle linguistique français?3. Dezelfde vraag, maar dan voor 2007. 3. Pourriez-vous me fournir les mêmes donnéespour l’année 2007.4.a) Hoeveel contractuelen in het Federaal Planbureaurekent men in 2005 tot de Nederlandstalige taalrol?4.a) En 2005, combien de contractuels travaillant auBureau fédéral du plan étaient considérés commeappartenant au rôle linguistique néerlandais?b) Hoeveel tot de Franstalige taalrol? b) Combien étaient considérés comme appartenantau rôle linguistique français?5. Idem als hierboven, maar dan voor 2006. 5. Pourriez-vous me fournir les mêmes donnéespour l’année 2006?6. Idem als hierboven, maar dan voor 2007. 6. Pourriez-vous me fournir les mêmes donnéespour l’année 2007?Antwoord van de minister voor Ondernemen enVereenvoudigen van 27 mei 2008, op de vraag nr. 18van de heer Peter Logghe van 22 april 2008 (N.):Ik heb de eer het geachte lid het volgende teantwoorden.1.a) 33 statutaire ambtenaren van de Nederlandse taalrol.Réponse du ministre pour l’Entreprise et la Simplificationdu 27 mai 2008, à la question n o 18 de M. PeterLogghe du 22 avril 2008 (N.):J’ai l’honneur de donner au membre estimé laréponse suivante.1.a) 33 agents statutaires du rôle linguistique néerlandais.b) 25 statutaire ambtenaren van de Franse taalrol. b) 25 agents statutaires du rôle linguistique français.2.a) 28 statutaire ambtenaren van de Nederlandse taalrol.2.a) 28 agents statutaires du rôle linguistique néerlandais.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 43732 - 6 - 2008b) 26 statutaire ambtenaren van de Franse taalrol. b) 26 agents statutaires du rôle linguistique français.3.a) 30 statutaire ambtenaren van de Nederlandse taalrol.3.a) 30 agents statutaires du rôle linguistique néerlandais.b) 25 statutaire ambtenaren van de Franse taalrol. b) 25 agents statutaires du rôle linguistique français.4.a) 25 contractuele personeelsleden van de Nederlandsetaalrol.b) 27 contractuele personeelsleden van de Franse taalrol.5.a) 27 contractuele personeelsleden van de Nederlandsetaalrol.b) 29 contractuele personeelsleden van de Franse taalrol.6.a) 23 contractuele personeelsleden van de Nederlandsetaalrol.b) 25 contractuele personeelsleden van de Franse taalrol.4.a) 25 membres du personnel contractuels du rôlelinguistique néerlandais.b) 27 membre du personnel contractuels du rôlelinguistique français.5.a) 27 membres du personnel contractuels du rôlelinguistique néerlandais.b) 29 membres du personnel contractuels du rôlelinguistique français.6.a) 23 membres du personnel contractuels du rôlelinguistique néerlandais.b) 25 membres du personnel contractuels du rôlelinguistique français.DO 2007200802915 DO 2007200802915Vraag nr. 19 van de heer Peter Logghe van 22 april2008 (N.) aan de minister voor Ondernemen enVereenvoudigen:Nationale Delcrederedienst. — Ambtenaren. — Taalaanhorigheid.Meten is weten, zegt het spreekwoord, en dat is ookeen belangrijk principe in de politiek. Het is belangrijkom regelmatig te meten in hoeverre het taalevenwichtin ons land gerespecteerd wordt. Belangrijk omdatalleen taalevenwicht bepaalde uitwassen uit het verledenkan proberen te vermijden.Daarom volgende concrete vragen over de NationaleDelcrederedienst:1.a) Hoeveel vastbenoemden behoorden in 2005 tot deNederlandstalige taalrol?Question n o 19 de M. Peter Logghe du 22 avril 2008(N.) au ministre pour l’Entreprise et la Simplification:Service national du Ducroire. — Personnel. — Appartenancelinguistique.Mesurer c’est savoir, dit le proverbe. Ce principes’applique également en politique. Ainsi, il est importantde vérifier régulièrement dans quelle mesurel’équilibre linguistique est respecté dans notre pays.Seul le respect de l’équilibre linguistique est en effet denature à permettre d’éviter le cas échéant certainesdérives du passé.Pourriez-vous dès lors me fournir les précisionssuivantes à propos du Service national du Ducroire:1.a) En 2005, combien de membres du personnelnommés appartenaient au rôle linguistiquenéerlandais?b) Hoeveel tot de Franstalige taalrol? b) Combien appartenaient au rôle linguistique français?2. Hoeveel vastbenoemden in 2006 behoorden ertot de Nederlandstalige dan wel tot de Franstalige taalrol?2. En 2006, combien de membres du personnelnommés appartenaient respectivement au rôle linguistiquenéerlandais et au rôle linguistique français?3. Dezelfde vraag, maar dan voor 2007. 3. Pourriez-vous me fournir les mêmes donnéespour l’année 2007.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4374 QRVA 52 0202 - 6 - 20084.a) Hoeveel contractuelen in de Nationale Delcrederedienstrekent men in 2005 tot de Nederlandstaligetaalrol?4.a) En 2005, combien de contractuels travaillant auService national du Ducroire étaient considéréscomme appartenant au rôle linguistique néerlandais?b) Hoeveel tot de Franstalige taalrol? b) Combien étaient considérés comme appartenantau rôle linguistique français?5. Idem als hierboven, maar dan voor 2006. 5. Pourriez-vous me fournir les mêmes donnéespour l’année 2006?6. Idem als hierboven, maar dan voor 2007. 6. Pourriez-vous me fournir les mêmes donnéespour l’année 2007?Antwoord van de minister voor Ondernemen enVereenvoudigen van 27 augustus 2008, op de vraagnr. 19 van de heer Peter Logghe van 22 april 2008(N.):Ik heb de eer het geachte lid het volgende teantwoorden.Réponse du ministre pour l’Entreprise et la Simplificationdu 27 août 2008, à la question n o 19 deM. Peter Logghe du 22 avril 2008 (N.):J’ai l’honneur de donner au membre estimé laréponse suivante.1. Toestand op 1 januari 2005: 1. Situation le 1 er janvier 2005:a) 105 statutaire ambtenaren van de Nederlandsetaalrol.a) 105 agents statutaires du rôle linguistique néerlandais.b) 92 statutaire ambtenaren van de Franse taalrol. b) 92 agents statutaires du rôle linguistique français.2. Toestand op 1 januari 2006: 2. Situation le 1 er janvier 2006:a) 105 statutaire ambtenaren van de Nederlandsetaalrol.a) 105 agents statutaires du rôle linguistique néerlandais.b) 83 statutaire ambtenaren van de Franse taalrol. b) 83 agents statutaires du rôle linguistique français.3. Toestand op 1 januari 2007: 3. Situation le 1 er janvier 2007:a) Geen statutaire ambtenaar van de Nederlandsetaalrol.a) Aucun agent statutaire du rôle linguistiquenéerlandais.b) Geen statutaire ambtenaar van de Franse taalrol. b) Aucun agent statutaire du rôle linguistique français.4. Toestand op 1 januari 2005: 4. Situation le 1 er janvier 2005:a) 13 contractuele personeelsleden van de Nederlandsetaalrol.b) 9 contractuele personeelsleden van de Franse taalrol.a) 13 membres du personnel contractuels du rôlelinguistique néerlandais.b) 9 membres du personnel contractuels du rôlelinguistique français.5. Toestand op 1 januari 2006: 5. Situation le 1 er janvier 2006:a) 14 contractuele personeelsleden van de Nederlandsetaalrol.b) 16 contractuele personeelsleden van de Franse taalrol.a) 14 membres du personnel contractuels du rôlelinguistique néerlandais.b) 16 membres du personnel contractuels du rôlelinguistique français.6. Toestand op 1 januari 2007: 6. Situation le 1 er janvier 2007:a) 116 contractuele personeelsleden van de Nederlandsetaalrol.b) 101 contractuele personeelsleden van de Fransetaalrol.a) 116 membres du personnel contractuels du rôlelinguistique néerlandais.b) 101 membres du personnel contractuels du rôlelinguistique français.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 43752 - 6 - 2008DO 2007200802921 DO 2007200802921Vraag nr. 20 van de heer Peter Logghe van 22 april2008 (N.) aan de minister voor Ondernemen enVereenvoudigen:Aantal werkuren van de Waalse en de Vlaamse werknemers.Volgens resultaten van het sociaal secretariaatPartena in samenwerking met de Waalse Unie vanWerkgevers zouden Waalse werknemers slechts gedurendedrie vierde van de werktijd aanwezig zijn op dewerkvloer en dus 25% van de arbeidstijd afwezig zijn.Het kwart arbeidstijd dat ze afwezig zouden zijn,zouden opgaan in de wettelijk betaalde feestdagen —goed voor 9,61% van de afwezigheid — en «de onmogelijkheidom het werk uit te voeren» (6,82%). Menzou ook steeds minder werken vanaf een bepaalde leeftijd.1. Kan u een idee geven over de gemiddelde afwezigheidvan arbeiders op de werkvloer en dat tijdens2005, 2006 en 2007?2. Kan u een opdeling geven tussen bedienden enwerknemers?3. Kan u een opdeling geven over het Vlaamse, hetWaalse en het Brusselse Gewest?4. Wat is de kostprijs gebaseerd op de jaarcijfers envolgens de regionale spreiding?5. Zijn er verklaringen voor de verschillen tussen deregio’s?Antwoord van de minister voor Ondernemen enVereenvoudigen van 27 mei 2008, op de vraag nr. 20van de heer Peter Logghe van 22 april 2008 (N.):Ik heb de eer het geachte lid het volgende teantwoorden.In antwoord op de vraag van het geachte lid in verbandmet de gemiddelde afwezigheid op de werkvloervan de Waalse en Vlaamse werknemers, moet ik hemmeedelen dat mijn administratie niet over dergelijkeinformatie beschikt.De studie waar het geachte lid naar verwijst werduitgevoerd door privé-instellingen en ik kan mij danook niet uitspreken over hun methodes en de resultatendie hierin vervat zijn.Question n o 20 de M. Peter Logghe du 22 avril 2008(N.) au ministre pour l’Entreprise et la Simplification:Nombre d’heures de travail des travailleurs wallons etflamands.Selon les résultats obtenus par le secrétariat socialPartena en collaboration avec l’Union wallonne desentreprises, les travailleurs wallons ne seraientprésents sur leur lieu de travail que trois quarts dutemps de travail et seraient donc absents 25% dutemps de travail.Le quart du temps de travail pendant lequel ilsseraient absents, correspondrait aux jours fériés payés— pour 9,61% des absences — et à «l’impossibilitéd’exécuter le travail» (6,82%). À partir d’un certainâge les travailleurs travailleraient aussi de moins enmoins.1. Pouvez-vous me fournir un aperçu de l’absencemoyenne des ouvriers de leur lieu de travail pour lesannées 2005, 2006 et 2007?2. Pouvez-vous me fournir les chiffres séparémentpour les employés et les ouvriers?3. Pouvez-vous me fournir les chiffres séparémentpour la région flamande, la Région wallonne et laRégion de Bruxelles?4. Quel est le coût de ces absences sur une baseannuelle et par région?5. Y a-t-il une explication aux différences entre lesrégions?Réponse du ministre pour l’Entreprise et la Simplificationdu 27 mai 2008, à la question n o 20 de M. PeterLogghe du 22 avril 2008 (N.):J’ai l’honneur de donner au membre estimé laréponse suivante.En réponse à la question de l’honorable membreconcernant le niveau moyen d’absence sur le lieu dutravail des travailleurs wallons et flamands, jel’informe que mon administration ne dispose pas de cetype d’information.L’étude à laquelle l’honorable membre fait référence,a été réalisée par des organismes privés et je nepeux donc pas me prononcer sur ces méthodes et sesrésultats.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4376 QRVA 52 0202 - 6 - 2008DO 2007200802922 DO 2007200802922Vraag nr. 21 van de heer Peter Logghe van 22 april2008 (N.) aan de minister voor Ondernemen enVereenvoudigen:Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie.— Personeel. — Taalaanhorigheid.Meten is weten, zegt het spreekwoord, en dat is ookeen belangrijk principe in de politiek. Het is belangrijkom regelmatig te meten in hoeverre het taalevenwichtin ons land gerespecteerd wordt. Belangrijk omdatalleen taalevenwicht bepaalde uitwassen uit het verledenkan proberen te vermijden.Daarom volgende concrete vragen over het BelgischInstituut voor Postdiensten en Telecommunicatie:1.a) Hoeveel vastbenoemden behoorden in 2005 tot deNederlandstalige taalrol?Question n o 21 de M. Peter Logghe du 22 avril 2008(N.) au ministre pour l’Entreprise et la Simplification:Institut belge des services postaux et des télécommunications. — Personnel. — Appartenance linguistique.Mesurer c’est savoir, dit le proverbe. Ce principes’applique également en politique. Ainsi, il est importantde vérifier régulièrement dans quelle mesurel’équilibre linguistique est respecté dans notre pays.Seul le respect de l’équilibre linguistique est en effet denature à permettre d’éviter le cas échéant certainesdérives du passé.Pourriez-vous dès lors me fournir les précisionssuivantes à propos de Institut belge des servicespostaux et des télécommunications:1.a) En 2005, combien de membres du personnelnommés appartenaient au rôle linguistiquenéerlandais?b) Hoeveel tot de Franstalige taalrol? b) Combien appartenaient au rôle linguistique français?2. Hoeveel vastbenoemden in 2006 behoorden ertot de Nederlandstalige dan wel tot de Franstalige taalrol?2. En 2006, combien de membres du personnelnommés appartenaient respectivement au rôle linguistiquenéerlandais et au rôle linguistique français?3. Dezelfde vraag, maar dan voor 2007. 3. Pourriez-vous me fournir les mêmes donnéespour l’année 2007.4.a) Hoeveel contractuelen in het Belgisch Instituutvoor Postdiensten en Telecommunicatie rekentmen in 2005 tot de Nederlandstalige taalrol?4.a) En 2005, combien de contractuels travaillant àInstitut belge des services postaux et des télécommunicationsétaient considérés comme appartenantau rôle linguistique néerlandais?b) Hoeveel tot de Franstalige taalrol? b) Combien étaient considérés comme appartenantau rôle linguistique français?5. Idem als hierboven, maar dan voor 2006. 5. Pourriez-vous me fournir les mêmes donnéespour l’année 2006?6. Idem als hierboven, maar dan voor 2007. 6. Pourriez-vous me fournir les mêmes donnéespour l’année 2007?Antwoord van de minister voor Ondernemen enVereenvoudigen van 28 mei 2008, op de vraag nr. 21van de heer Peter Logghe van 22 april 2008 (N.):Ik heb de eer het geachte lid het volgende teantwoorden.1.a) 107 statutaire ambtenaren van de Nederlandsetaalrol.Réponse du ministre pour l’Entreprise et la Simplificationdu 28 mai 2008, à la question n o 21 de M. PeterLogghe du 22 avril 2008 (N.):J’ai l’honneur de donner au membre estimé laréponse suivante.1.a) 107 agents statutaires du rôle linguistique néerlandais.b) 99 statutaire ambtenaren van de Franse taalrol. b) 99 agents statutaires du rôle linguistique français.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 43772 - 6 - 20082.a) 109 statutaire ambtenaren van de Nederlandsetaalrol.2.a) 109 agents statutaires du rôle linguistique néerlandais.b) 100 statutaire ambtenaren van de Franse taalrol. b) 100 agents statutaires du rôle linguistique français.3.a) 117 statutaire ambtenaren van de Nederlandsetaalrol.3.a) 117 agents statutaires du rôle linguistique néerlandais.b) 106 statutaire ambtenaren van de Franse taalrol. b) 106 agents statutaires du rôle linguistique français.4.a) 18 contractuele personeelsleden van de Nederlandsetaalrol.b) 21 contractuele personeelsleden van de Franse taalrol.5.a) 20 contractuele personeelsleden van de Nederlandsetaalrol.b) 19 contractuele personeelsleden van de Franse taalrol.6.a) 15 contractuele personeelsleden van de Nederlandsetaalrol.b) 16 contractuele personeelsleden van de Franse taalrol.4.a) 18 membres du personnel contractuels du rôlelinguistique néerlandais.b) 21 membre du personnel contractuels du rôlelinguistique français.5.a) 20 membres du personnel contractuels du rôlelinguistique néerlandais.b) 19 membres du personnel contractuels du rôlelinguistique français.6.a) 15 membres du personnel contractuels du rôlelinguistique néerlandais.b) 16 membres du personnel contractuels du rôlelinguistique français.DO 2007200802923 DO 2007200802923Vraag nr. 22 van de heer Peter Logghe van 22 april2008 (N.) aan de minister voor Ondernemen enVereenvoudigen:POD Telecommunicatie. — Personeel. — Taalaanhorigheid.Meten is weten, zegt het spreekwoord, en dat is ookeen belangrijk principe in de politiek. Het is belangrijkom regelmatig te meten in hoeverre het taalevenwichtin ons land gerespecteerd wordt. Belangrijk omdatalleen taalevenwicht bepaalde uitwassen uit het verledenkan proberen te vermijden.Daarom volgende concrete vragen over de PODTelecommunicatie:1.a) Hoeveel vastbenoemden behoorden in 2005 tot deNederlandstalige taalrol?Question n o 22 de M. Peter Logghe du 22 avril 2008(N.) au ministre pour l’Entreprise et la Simplification:SPP Télécommunications. — Personnel. — Appartenancelinguistique.Mesurer c’est savoir, dit le proverbe. Ce principes’applique également en politique. Ainsi, il est importantde vérifier régulièrement dans quelle mesurel’équilibre linguistique est respecté dans notre pays.Seul le respect de l’équilibre linguistique est en effet denature à permettre d’éviter le cas échéant certainesdérives du passé.Pourriez-vous dès lors me fournir les précisionssuivantes à propos du SPP Télécommunications:1.a) En 2005, combien de membres du personnelnommés appartenaient au rôle linguistiquenéerlandais?b) Hoeveel tot de Franstalige taalrol? b) Combien appartenaient au rôle linguistique français?2. Hoeveel vastbenoemden in 2006 behoorden ertot de Nederlandstalige dan wel tot de Franstalige taalrol?2. En 2006, combien de membres du personnelnommés appartenaient respectivement au rôle linguistiquenéerlandais et au rôle linguistique français?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4378 QRVA 52 0202 - 6 - 20083. Dezelfde vraag, maar dan voor 2007. 3. Pourriez-vous me fournir les mêmes donnéespour l’année 2007.4.a) Hoeveel contractuelen in de POD Telecommunicatierekent men in 2005 tot de Nederlandstalige taalrol?4.a) En 2005, combien de contractuels travaillant auSPP Télécommunications étaient considéréscomme appartenant au rôle linguistique néerlandais?b) Hoeveel tot de Franstalige taalrol? b) Combien étaient considérés comme appartenantau rôle linguistique français?5. Idem als hierboven, maar dan voor 2006. 5. Pourriez-vous me fournir les mêmes donnéespour l’année 2006?6. Idem als hierboven, maar dan voor 2007. 6. Pourriez-vous me fournir les mêmes donnéespour l’année 2007?Antwoord van de minister voor Ondernemen enVereenvoudigen van 27 mei 2008, op de vraag nr. 22van de heer Peter Logghe van 22 april 2008 (N.):Ik heb de eer het geachte lid het volgende teantwoorden.Het koninklijk besluit van 26 februari 2002 houdendeoprichting van de POD Telecommunicatie werdnooit uitgevoerd en opgeheven bij het koninklijkbesluit van 16 maart 2007 tot oprichting van een algemenedirectie Telecommunicatie en Informatiemaatschappijbij de FOD Economie, KMO, Middenstanden Energie.Aangezien geen enkel van de aan de POD voorbehoudenmiddelen ter beschikking van de FOD werdgesteld, naar aanleiding van deze overdracht vanbevoegdheden, was het niet mogelijk personeel te affecterenaan deze nieuwe algemene directie.In afwachting van de middelen die voor de uitvoeringvan de beslissing worden gevergd, worden detaken zo goed mogelijk verdeeld tussen enkele personeelsledenvan het departement die bereid waren metdit werk te beginnen, natuurlijk onverminderd hunadministratieve rechten.Réponse du ministre pour l’Entreprise et la Simplificationdu 27 mai 2008, à la question n o 22 de M. PeterLogghe du 22 avril 2008 (N.):J’ai l’honneur de donner au membre estimé laréponse suivante.L’arrêté royal du 26 février 2002 créant le SPP Télécommunicationsn’a jamais été mis en œuvre et a étéabrogé par l’arrêté royal du 16 mars 2007 créant unedirection générale des Télécommunications et de laSociété de l’Information auprès du SPF Économie,PME, Classes moyennes et Énergie.Aucun des moyens réservés au SPP n’ayant été mis àla disposition du SPF, à l’occasion de ce transfert decompétences, il n’a pas été possible d’allouer dupersonnel à cette nouvelle direction générale.Dans l’attente des moyens que requiert l’exécutionde la décision, les tâches sont tant bien que mal répartiesentre quelques agents du département qui ontaccepté d’amorcer les travaux, sans préjudice de leursdroits administratifs bien entendu.DO 2007200802962 DO 2007200802962Vraag nr. 23 van de heer Guido De Padt van 22 april2008 (N.) aan de minister voor Ondernemen enVereenvoudigen:Bromfietsen tot 45 per uur. — Verplichting nummerplaat.— Administratieve lasten.Bromfietsen tot 45 km per uur moeten binnen tweejaar verplicht voorzien zijn van een nummerplaat. Datis het gevolg van een Europese richtlijn. De nummerplaatzou geen extra kosten met zich meebrengen voorQuestion n o 23 de M. Guido De Padt du 22 avril 2008(N.) au ministre pour l’Entreprise et la Simplification:Cyclomoteurs atteignant la vitesse de 45 km/h. —Obligation de posséder une plaque d’immatriculation.— Charges administratives.Les cyclomoteurs atteignant jusqu’à 45 km/hdevront posséder, dans les 2ans, une plaque d’immatriculation.Cette obligation résulte d’une directiveeuropéenne et ne devrait pas occasionner de fraisKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 43792 - 6 - 2008de bestuurder. De vraag rijst evenwel of men geenmuis gaat baren.Naar verluidt rijden er momenteel ongeveer200 000 bromfietsen rond in ons land, terwijl er jaarlijks40 000 nieuwe in het verkeer komen of van eigenaarveranderen. Men gaat dus een gans pak mensen(van jong tot oud) opzadelen met administratievelasten, waarvan men zich afvraagt of ze wel een oplossinggaan bieden aan het gestelde probleem.Zoals er momenteel ook een pak niet-ingeschrevenpersonenwagens rondrijden, zo ook zal dat het gevalzijn met bromfietsen. Malafide bromfietsbestuurderszullen ook hun nummerplaat op een of andere manieronleesbaar kunnen maken, terwijl het opdrijven vanhet opdrijven van het vermogen ook van alle tijden zalblijven.1. Is er hier sprake van een werkelijk maatschappelijkprobleem dat een dergelijke administratieveingreep verantwoordt?2. Bent u het eens dat talloze bromfietseigenaarsopgezadeld zullen worden met een bijkomende administratievelast die geen oplossing zal bieden aan hetprobleem met name, het opsporen van opgefoktebromfietsen?Antwoord van de minister voor Ondernemen enVereenvoudigen van 27 mei 2008, op de vraag nr. 23van de heer Guido De Padt van 22 april 2008 (N.):Ik heb de eer het geachte lid het volgende teantwoorden.In mijn hoedanigheid van staatssecretaris voorAdministratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan deeerste minister, heb ik aan de Commissie voor deInfrastructuur, het Verkeer en de Overheidsbedrijvenvan de Kamer van volksvertegenwoordigers op21 maart 2007 een advies hieromtrent overgemaakt.Het geachte lid kan mijn advies terugvinden in hetKamerstuk doc nr. 51-1937/002.supplémentaires pour le conducteur. La question sepose toutefois de savoir si cette mesure sera réellementefficace.Il y aurait à l’heure actuelle environ 200 000 cyclomoteursen circulation dans notre pays. Par ailleurs,chaque année 40 000 cyclomoteurs sont mis en circulationou changent de propriétaire. Toute une série decitoyens (jeunes ou vieux) vont donc être confrontés àune charge administrative supplémentaire, dont onpeut se demander si elle permettra de résoudre leproblème posé.De même qu’il circule actuellement dans notre paysun certain nombre de voitures non immatriculées, ilcirculera certainement aussi des cyclomoteurs nonimmatriculés. Des propriétaires de cyclomoteurs tenterontpar ailleurs de rendre illisible d’une manière oud’une autre leur plaque d’immatriculation et la pratiqueconsistant à installer des dispositifs pour augmenterla puissance du cyclomoteur ne disparaîtra probablementpas.1. Peut-on réellement parler à cet égard deproblème de société justifiant une telle mesure administrative?2. Estimez-vous comme moi que de très nombreuxpropriétaires de cyclomoteurs seront confrontés à unecharge administrative supplémentaire sans que ne soitrésolu pour autant le problème de l’identification descyclomoteurs gonflés?Réponse du ministre pour l’Entreprise et la Simplificationdu 27 mai 2008, à la question n o 23 deM. Guido De Padt du 22 avril 2008 (N.):J’ai l’honneur de donner à l’honorable membreestimé la réponse suivante.En tant que secrétaire d’État à la Simplificationadministrative, adjoint au premier ministre, j’ai donnéà la Commission pour l’Infrastructure, la Mobilité etles Entreprises publiques de la Chambre des représentantsdu 21 mars 2007 un avis à ce sujet.L’honorable membre pourra retrouver mon avisdans la pièce parlementaire doc n o 51-1937/002.DO 2007200803020 DO 2007200803020Vraag nr. 24 van de heer Guido De Padt van 23 april2008 (N.) aan de minister voor Ondernemen enVereenvoudigen:Bouw van gsm-masten.Vandaag de dag verwachten we allemaal dat we elkmoment bereikbaar zijn door middel van onze gsm.Question n o 24 de M. Guido De Padt du 23 avril 2008(N.) au ministre pour l’Entreprise et la Simplification:Implantation d’antennes GSM.À l’heure actuelle, nous souhaitons tous être joignablesà tout moment par le biais de notre téléphoneKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4380 QRVA 52 0202 - 6 - 2008Deze verwachtingen zorgen ervoor dat gsm-masteneen noodzakelijk kwaad zijn, willen de providers aanonze hoge eisen voldoen. De mindere esthetiek van eenmast en de vrees voor de mogelijke schadelijke gevolgenvan de radiogolven zorgen ervoor dat regelmatigactiegroepen, bestaande uit de plaatselijke bevolking,protest aantekenen tegen de bouw van deze masten.portable. Dans la mesure où elles doivent permettreaux fournisseurs de services de télécommunications derépondre à toutes nos attentes, les antennes de téléphoniemobile sont dès lors un mal nécessaire. Des groupesd’action s’opposent régulièrement à l’implantationde telles antennes à cause de la pollution visuellequ’elles représentent ou encore par crainte des effetsnéfastes éventuels des ondes radio.1. Hoeveel gsm-masten telt ons land? 1. Combien d’antennes de GSM notre pays comptet-il?2. Hoe is de geografische verspreiding van dezemasten?3. Hoeveel masten werden in 2005, 2006 en 2007bijgebouwd?4. Hoeveel masten werden tijdens deze periode afgebroken?5. Hoeveel klachten tegen de bouw van een nieuwemast werden als legitiem aanzien, dus hoeveel mastenwerden niet gebouwd na het krijgen van klachtenvanwege de lokale bevolking?Antwoord van de minister voor Ondernemen enVereenvoudigen van 27 mei 2008, op de vraag nr. 24van de heer Guido De Padt van 23 april 2008 (N.):1. Allereerst dient gezegd te worden dat het concept«mast» regelmatig op verschillende manierengeïnterpreteerd wordt. Voor sommigen zijn gsmmastenalle mogelijke steunen waarop zich gsmantenneskunnen bevinden. Daarbij horen natuurlijkde gekende pylonen die langs bijvoorbeeld autosnelwegenteruggevonden worden, maar anderzijdsook de andere gebouwen waarop gsm antennesworden bevestigd, zoals bijvoorbeeld, watertorens,kerktorens of appartementsgebouwen. Voor anderenzijn gsm masten enkel de constructies die bestaan uiteen vakwerkmast of buis en waarop enkel en alleengsm-antennes bevestigd zijn.Bij het beantwoorden van de vraag is er van uitgegaandat de vraag alle mogelijke types steunen beoogt.Anderzijds moet men ook beseffen dat bepaaldesteunen door twee of meerdere operatoren gebruiktworden, en dit kan zo zijn voor de pure pylonen, maarook voor de andere steunen zoals bijvoorbeeld dewatertorens.Als operatoren dan 3 nieuwe lokaties in gebruiknemen, dan kan het zijn dat deze drie installatieseenzelfde steun gebruiken.In deze zin kunnen volgende cijfers van het Instituutmeegedeeld. Momenteel zijn er 6 548 operationele2. Quelle est la répartition géographique de cesantennes?3. Combien de nouvelles antennes ont-elles étéimplantées en 2005, 2006 et 2007?4. Combien d’antennes ont-elles été démantelèespendant cette période?5. Combien de plaintes contre l’implantation d’unenouvelle antenne ont été considérées comme légitimes?En d’autres termes, combien d’antennes n’ont finalementpas été implantées à la suite de plaintes de lapopulation locale?Réponse du ministre pour l’Entreprise et la Simplificationdu 27 mai 2008, à la question n o 24 deM. Guido De Padt du 23 avril 2008 (N.):1. Tout d’abord, il convient de signaler que leconcept «antenne» est régulièrement interprété dedifférentes manières. Pour certains, les antennes GSMsont tous les supports possibles sur lesquels peuvent setrouver des antennes GSM. Parmi ceux-ci figurentnaturellement les fameux pylônes situes par exemple lelong des autoroutes mais également les autres bâtimentssur lesquels des antennes GSM sont fixées telsque par exemple des châteaux d’eau, des toursd’églises ou des immeubles à appartements. Pourd’autres, les antennes GSM sont uniquement les constructionsconsistant en un pylône à charpente métalliqueou tuyau et sur lesquelles sont fixées uniquementdes antennes GSM.Pour répondre à la question, l’on est parti du principeque la question vise tous les types de supportspossibles.D’autre part, il faut également être conscient du faitque certains supports sont utilises par deux ouplusieurs operateurs, et cela peut être le cas tant pourles pylônes proprement dits que pour les autressupports tels que par exemple les châteaux d’eau.Si des opérateurs mettent alors en service 3nouveaux emplacements, il se peut que ces trois installationsutilisent un seul et même support.À cet égard, nous pouvons communiquer les chiffressuivants de l’Institut. Actuellement, notre pays compteKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 43812 - 6 - 2008antennesites in het land, waarop telkens een of meerderegsm-operatoren zitten.2. De geografische spreiding van deze sites kannagegaan worden op de site www.sites.bipt.be. Dezecartografische tool laat toe per gemeente een lijst vansites op te vragen, en deze sites dan individueel te positionerenop een cartografische achtergrond. De informatiewordt één maal per maand geactualiseerd.Bovendien kan men zien hoeveel operatoren op dieplaats aanwezig zijn, en welke installaties ze er exploiteren.Ten slotte kan het bijhorende gezondheidsrapporter geconsulteerd worden.Per regio worden de aantallen als volgt opgesplitst:Vlaanderen 3 289 sites, Brussel 756 sites en Wallonië2 503 sites.3. Gebaseerd op de gegevens die door de operatorenaangereikt werden, zijn er in het jaar 2005 552nieuwe sites bijgebouwd, in het jaar 2006 waren dat er448 en in 2007 waren het er 719.Hierbij dient opgemerkt te worden dat deze cijfersde som zijn van de nieuwe installaties per operator, endat er in een deel van de gevallen samen op eenzelfdenieuwe pyloon geïnstalleerd wordt. Dit maakt dat hetaantal nieuwe bouwplaatsen lager zal liggen. Dezeinformatie kan waarschijnlijk beter bij de bevoegdestedenbouwkundige diensten opgevraagd worden.4. Gebaseerd op de gegevens die door de operatorenaangereikt werden, zijn er in het jaar 2005 85 sitesafgebroken, in het jaar 2006 waren dat er 67 en in 2007waren het er 112.5. De federale overheid behandelt geen klachtenbetreffende de bouw van masten en kan dus ook geencijfers hierover voorleggen. Dit behoort tot debevoegdheid van de Gewesten.6 548 sites d’antennes opérationnels, sur lesquels setrouvent a chaque fois un ou plusieurs opérateurs deGSM.2. La répartition géographique de ces sites peut êtreconsultée sur le site www.sites.ibpt.be. Cet outil cartographiquepermet de demander une liste de sites parcommune et de positionner ensuite ces sites individuellementsur un arrière-plan cartographique. Les informationssont actualisées une fois par mois.De plus, il est possible de voir combien d’opérateurssont présents sur ce site et quelles installations ils yexploitent. Enfin, le rapport sur la santé y afférent peuty être consulte.Par région, les chiffres sont repartis comme suit:Flandre 3 289 sites, Bruxelles 756 sites et Wallonie2 503 sites.3. Sur la base des données fournies par les opérateurs,552 nouveaux sites ont été implantés en 2005,448 en 2006 et 719 en 2007.Il convient de remarquer ace sujet que ces chiffresconstituent la somme des nouvelles installations paroperateur et que dans une partie des cas, l’installationse fait conjointement sur un même nouveau pylône. Cequi fait que le nombre de nouveaux chantiers seramoins élevé. Il est sans doute préférable de demandercette information aux services de l’urbanisme compétents.4. Sur la base des données fournies par les operateurs,85 sites ont été démantelés en 2005, 67 en 2006 et112 en 2007.5. Les autorités fédérales ne traitent pas les plaintesrelatives à la construction d’antennes et ne peuventdonc pas fournir de chiffres à ce sujet. Cela relève de lacompétence des Régions.DO 2007200803048 DO 2007200803048Vraag nr. 25 van de heer Guido De Padt van 24 april2008 (N.) aan de minister voor Ondernemen enVereenvoudigen:Europese Commissie. — Belgische berekening van dekosten voor universele dienstverlening in de telecomsector.De Europese Commissie heeft ons land voor hetEuropese Hof van Justitie in Luxemburg gedaagdomdat de Belgische berekening van de kosten vooruniversele dienstverlening in de telecomsector niet zoustroken met de Europese regels.Question n o 25 de M. Guido De Padt du 24 avril 2008(N.) au ministre pour l’Entreprise et la Simplification:Commission européenne. — Calcul belge des coûtsliés au service universel dans le secteur des télécoms.La Commission européenne a assigné notre paysdevant la Cour européenne de Justice de Luxembourgparce que le calcul belge des coûts liés au serviceuniversel dans le secteur des télécoms ne serait pasconforme aux règles européennes.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4382 QRVA 52 0202 - 6 - 2008Volgens de Europese regelgeving kan de Belgischeoverheid de kosten voor de universele dienstverleningcompenseren aan de operatoren die voor de universeledienstverlening instaan. Dit moet gebeuren op basisvan de nettokost die door de overheid nauwkeurigmoet worden berekend. Tevens moet worden aangetoonden vastgesteld door het Belgisch Instituut voorPostdiensten en Telecommunicatie (BIPT) of dezeuniversele dienst een onbillijke last inhoudt.Volgens het Platform van de alternatieve operatorenkent onze wetgeving een aantal lacunes. Er zijn heelveel onduidelijkheden rond de onbillijke last en deberekening van de nettokost.Ons land heeft reeds eerder een waarschuwinggekregen en daarop een aantal aanpassingen doorgevoerd.Deze volstaan blijkbaar niet. Met name deberekening van de sociale tarieven is volgens de EuropeseCommissie niet voldoende transparant. Daardoordreigt het risico op overcompensatie, een mechanismedat voornamelijk de traditionele operator Belgacomten goede zou komen.Belgacom op zijn beurt stelt dat de alternatieveoperatoren via het ondernemen van gerechtelijke stappengepoogd hebben onzekerheden te creëren, zodat zehet aanbieden van sociale tarieven zo lang als mogelijkkonden uitstellen. Bovendien heeft het BIPT in hetlicht van deze juridische onzekerheid nagelaten denodige berekeningen uit te voeren om de voorzienecompensatie mogelijk te maken.1.a) Wat is uw standpunt inzake deze dagvaarding?b) Zullen er wijzigingen aan de huidige manier vanberekening worden doorgevoerd?2. Er blijken ook in andere landen — Frankrijk metname — regelingen van toepassing te zijn analoog metdie in ons land, maar deze worden door de EuropeseCommissie wel toegelaten.La réglementation européenne permet aux autoritésbelges de compenser les coûts du service universel aubénéfice des opérateurs qui assurent ce service, et celasur la base du coût net à calculer précisément par lesautorités. En outre, l’Institut belge des servicespostaux et des télécommunications (IBPT) doitdémontrer et constater que ce service universel représenteune charge inéquitable.Selon la Plate-forme des opérateurs alternatifs, notrelégislation présente un certain nombre de lacunes.Ainsi, elle comporte de nombreuses ambiguïtés en cequi concerne la charge inéquitable et le calcul du coûtnet.Notre pays s’est déjà vu adresser une mise en gardeprécédemment et a alors procédé à une série d’adaptations,mais celles-ci demeurent manifestement insuffisantes.Ainsi, pour la Commission européenne, lecalcul des tarifs sociaux manque de transparence, cequi crée un risque de surcompensation, un mécanismequi bénéficierait principalement à l’opérateur traditionnel,Belgacom.Belgacom, pour sa part, estime qu’en entreprenantdes démarches judiciaires, les opérateurs alternatifsont tenté de créer un climat d’incertitude pour éviter leplus longtemps possible de devoir proposer des tarifssociaux. Dans ce contexte d’insécurité juridique,l’IBPT a par ailleurs omis d’effectuer les calculs nécessairespour permettre la compensation prévue.1.a) Que pensez-vous de cette assignation en justice?b) Le mode de calcul actuel sera-t-il modifié?2. Des systèmes analogues au système belge sont envigueur dans d’autres pays, dont la France, mais cessystèmes sont admis par la Commission européenne.a) Klopt dit? a) Confirmez-vous cet état de choses?b) Zo ja, overweegt u dit dan aan te grijpen om deingebrekestelling eventueel aan te vechten?3.a) Wat is de rol van het BIPT in deze?b) Kan de regulator, rekening houdend met het feitdat de huidige regelgeving wordt betwist, en inafwachting van een definitieve regeling, de haaropgelegde wettelijke verplichtingen naast zichneerleggen?b) Dans l’affirmative, envisagez-vous d’invoquer cetargument pour attaquer éventuellement la mise endemeure?3.a) Quel est le rôle de l’IBPT en la matière?b) Le régulateur peut-il, compte tenu du fait que laréglementation actuelle est contestée et dansl’attente d’un règlement définitif, ignorer les obligationslégales qui lui sont imposées?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 43832 - 6 - 2008Antwoord van de minister voor Ondernemen enVereenvoudigen van 30 mei 2008, op de vraag nr. 25van de heer Guido De Padt van 24 april 2008 (N.):Ik heb de eer het geachte lid het volgende teantwoorden.1.a) België wordt voor het Hof van Justitie gedaagdwegens problemen met het financieringsmechanismevan de sociale tarieven. De bezwaren van deEuropese Commissie slaan in het bijzonder op deberekening van de nettokosten en op de beoordelingvan de onbillijke last die op de operatorenweegt.Het lijkt aanbevolen om een wijziging te overwegenvan het Belgische regelgevingskader om ervoor tezorgen dat het in overeenstemming is met de EuropeseUniverseledienstrichtlijn. In het bijzonder zou hetbegrip «onredelijke last» moeten worden ingevoerd inde Belgische wetgeving en zou er moeten worden voorzienin de beoordeling daarvan door het BIPT.Réponse du ministre pour l’Entreprise et la Simplificationdu 30 mai 2008, à la question n o 25 deM. Guido De Padt du 24 avril 2008 (N.):J’ai l’honneur de donner au membre estimé laréponse suivante.1.a) La Belgique est traduite devant la Cour de justicepour des problèmes liés au mécanisme de financementdes tarifs sociaux; les griefs de la Commissioneuropéenne concernent en particulier le calculdes coûts nets et l’appréciation de la charge inéquitablequi pèse sur les opérateurs.Il apparaît recommandé d’envisager une modificationdu cadre réglementaire belge pour assurer sa miseen conformité avec la directive européenne «serviceuniversel». Il conviendrait en particulier d’introduirela notion de charge injustifiée dans la législation belgeet de prévoir son évaluation par l’IBPT.b) Dat punt komt aan bod in het kader van vraag 2. b) ce point est abordé dans le cadre de la question 2.2.a) Rekening houdend met de bezwaren van deCommissie zou het kunnen dat de beoordeling vande nettokosten die gebaseerd is op de toegestanekortingen moet worden vervangen door eennieuwe methode die beter beantwoordt aan hetEuropese recht. Er is echter geconstateerd dat inFrankrijk de nettokosten van het tariefaanbod diebestaan uit kortingen op de telefoonrekening overeenkomstigeen universeledienstverplichting en diedoor de ARCEP zijn berekend, gelijk zijn aan allekortingen die daadwerkelijk door de operator aande begunstigden worden toegekend ais socialetarieven, binnen de grenzen van het maandelijkseplafond per abonnee dat jaarlijks via besluit doorde minister wordt vastgesteld (Décision nr. 06-1249 van de ARCEP). Dat specifieke punt van deFranse methode, waarop blijkbaar nooit kritiek isuitgeoefend, vertoont na een eerste analyse sterkegelijkenissen met artikel 74 van de wet van 13 juni2005.b) In dit stadium heeft de Commissie niet geantwoordop de verzoeken van België om verduidelijking tekrijgen over de verschillen die er zouden zijn tussenhet Belgische en het Franse stelsel. Als deCommissie verduidelijking zou geven, zou ditertoe kunnen leiden dat de methode voor de berekeningvan de nettokosten van de sociale tarievenwordt gewijzigd. Als dergelijke verduidelijking uitblijftzou dat punt aan de orde kunnen wordengesteld in het kader van de procedure die ingesteldis bij het Europees Hof van Justitie.2.a) Compte tenu des griefs de la Commission,l’évaluation du coût net basée sur les réductionsoctroyées pourrait devoir être remplacée par unenouvelle méthodologie, plus conforme au droiteuropéen. Cependant, il a été observé qu’enFrance, le coût net de l’offre tarifaire consistant endes réductions de la facture téléphonique en applicationd’une obligation de service universel,calculé par l’ARCEP, est égal à «l’ensemble desréductions effectivement consenties par l’opérateuraux bénéficiaires au titre des tarifs sociaux, dans lalimite du plafond mensuel par abonné fixé annuellementpar arrêté du ministre» (Décision n o 06-1249 de l’ARCEP). Ce point spécifique de laméthodologie française, qui n’a semble-t-il jamaisfait l’objet de critiques, présente en premièreanalyse de fortes similitudes avec l’article 74 de laloi du 13 juin 2005.b) À ce stade, la Commission n’a pas apporté deréponse aux demandes de clarifications sollicitéespar la Belgique à propos des différences qui existeraiententre les régimes belge et français.L’obtention de clarifications de la part de laCommission pourrait conduire à modifier laméthode de calcul du coût net des tarifs sociaux.Faute de recevoir de telles clarifications, ce pointpourrait être soulevé dans le cadre de la procédureentamée devant la Cour de Justice des Communautéseuropéennes.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4384 QRVA 52 0202 - 6 - 20083.a) Hoewel de procedure gericht is tegen België als lidstaaten niet tegen het BIPT, kan deze laatsteworden geraadpleegd bij de voorbereiding van deantwoorden aan de Europese Commissie of voorde conclusies die bij het EHvJ worden neergelegd.b) Algemeen beschouwd is het al dan niet toepassenvan een nationale bepaling die niet voldoet eentwistpunt. In het onderhavige geval had het BIPTin eerste instantie de bepalingen toegepast waarinartikel 74 van de wet van 13 juni 2005 voorziet. Dewijziging van het Belgische kader door de wet van25 april 2007 houdende diverse bepalingen (IV)heeft vervolgens ertoe geleid dat het BIPT op20 juni 2007 het besluit heeft ingetrokken dat hetop 30 oktober 2006 had genomen. De wijzigingendie door die wet zijn aangebracht zijn evenweldoor de Europese Commissie ontoereikend bevonden.Daarom bestaat er een groot gevaar dat alshet Instituut het nationale recht zou blijven toepassen,het zich verplicht ziet om zijn besluit opnieuwin te trekken (alsook andere besluiten die nogmoeten volgen, aangezien het dossier jaarlijksterugkeert). Zo’n situatie zou verwarring scheppenop de markt en de Belgische Staat en de regulatorgeloofwaardigheid doen verliezen. Rekening houdendemet het gemotiveerde advies dat aan Belgiëwas gericht, heeft het BIPT besloten dat het nietgepast was om de berekening voort te zetten van decompensaties die de operatoren verschuldigdwaren en van de operatoren de betaling van diecompensaties te eisen. Het feit dat er voor hetEHvJ een procedure is ingesteld, sterkt het BIPT indat standpunt.3.a) Bien que la procédure vise la Belgique en tantqu’État Membre et non l’IBPT, celui-ci peut êtreconsulté lors de la préparation des réponses adresséesà la Commission européenne ou des conclusionsà déposer devant la CJCE.b) D’une manière générale, l’application ou nond’une disposition nationale non conforme est unequestion qui fait débat. Dans le cas présent, l’IBPTavait dans un premier temps appliqué les dispositionsprévues par l’article 74 de la loi du 13 juin2005. La modification du cadre belge par le biaisde la loi du 25 avril 2007 portant des dispositionsdiverses (IV) a ensuite conduit l’IBPT à retirer le20 juin 2007 la décision qu’il avait prise le 30 octobre2006. Les modifications apportées par cette loiont cependant été considérées comme insuffisantespar la Commission européenne. Le risque est dèslors grand que, s’il persistait à appliquer le droitnational, l’Institut se trouve obligé de retirer ànouveau sa décision (et d’autres décisions à suivre,le dossier étant annuel). Une telle situation seraitsynonyme de confusion sur le marché et de pertede crédit pour l’État belge et pour le régulateur.Compte tenu de l’avis motivé qui avait été adresséà la Belgique, l’IBPT avait conclu qu’il n’était pasapproprié de poursuivre le calcul des compensationsdues par les opérateurs et de réclamer auxopérateurs le paiement de ces compensations.L’entame d’une procédure devant la CJCEconforte l’IBPT dans cette position.DO 2007200803054 DO 2007200803054Vraag nr. 26 van de heer François Bellot van 24 april2008 (Fr.) aan de minister voor Ondernemen enVereenvoudigen:Departementen. — Energiebesparingsprogramma.Mijn vraag betreft het investeringsprogramma dat uop uw departement heeft opgezet om het energieverbruikterug te dringen.1. Welke maatregelen worden er in uw departementgetroffen:a) met het oog op de vervanging van de enkele beglazingdoor dubbele;b) met het oog op het gebruik van milieuvriendelijkerevoertuigen;Question n o 26 de M. François Bellot du 24 avril 2008(Fr.) au ministre pour l’Entreprise et la Simplification:Départements. — Programme d’économie d’énergie.Ma question concerne le programmed’investissements que vous avez mis en œuvre dansvotre département en vue de réduire la consommationd’énergie.1. Quelles mesures sont prises dans votre département:a) pour assurer le remplacement des simples vitragespar des doubles vitrages;b) pour utiliser des véhicules à indices environnementauxplus respectueux de l’environnement;KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 43852 - 6 - 2008c) met het oog op een optimale verlichting van dekantoren, waarbij de verlichting in ongebruiktegemeenschappelijke ruimten uitgeschakeld wordt?2. Welke instructies moeten de ambtenaren volgenmet betrekking tot de computerapparatuur, wanneerze hun kantoor verlaten (verplicht uitzetten van depc’s)?3. Welke maatregelen zouden uw departementen,ingeval een van uw departementen kantoorruimte zouhuren, hebben getroffen om de eigenaars ertoe aan tezetten de noodzakelijke energiebesparende technischeingrepen te doen?Antwoord van de minister voor Ondernemen enVereenvoudigen van 30 mei 2008, op de vraag nr. 26van de heer François Bellot van 24 april 2008 (Fr.):Ik heb de eer het geachte lid het volgende teantwoorden.1.a) De vervanging van enkele beglazing door dubbelebeglazing is een bevoegdheid van de Regie derGebouwen en (eventueel) van de eigenaar van hetgebouw.b) Het departement heeft zelf een leasingcontract afgeslotenom de normen die opgelegd worden in decirculaire 307quater te respecteren. De breaks enmiddenklassers, die worden geleasd en die hethoofddeel van het wagenpark uitmaken, hebbeneen CO 2-uitstoot die lager is dan 125 g/km.c) Geen. c) Aucune.2. In de huishoudelijke reglementen die reeds vooreen aantal gebouwen bestaan, is een artikel opgenomendat bepaalt dat’s avonds alle elektrische apparatenuitgeschakeld moeten worden. Het is de bedoelingdat voor alle gebouwen die door de administratieworden bezet een huishoudelijk reglement wordt opgesteld.Wat betreft de informaticatoestellen, heeft de ICTvan de FOD Economie enkele maatregelen genomenom het PC-park op een verantwoorde manier te beheren.Gezien:I. de milieu belastende impact van het continu latendraaien van PC’s (machines, schermen en printers)door het stroomverbruik, de snellere slijtage, enzovoort);II. de gevolgen in sommige gevallen desastreuskunnen zijn voor de PC wanneer hij niet is afgesloten,c) pour assurer une qualité d’éclairage optimale pourles occupants des bureaux tout en assurant l’arrêtde ces éclairages dans les locaux communs nonutilisés?2. Quelles mesures sont prises notamment eu égardau fonctionnement du matériel informatique (fermetureobligatoire des PC) dès que les agents quittent lesbureaux?3. Dans l’hypothèse où l’un de vos départementslouerait des surfaces de bureaux, quelles mesures incitativesvos départements auraient-ils prises poursuggérer aux propriétaires d’apporter les mesurestechniques indispensables pour réduire la consommationd’énergie?Réponse du ministre pour l’Entreprise et la Simplificationdu 30 mai 2008, à la question n o 26 deM. François Bellot du 24 avril 2008 (Fr.):J’ai l’honneur de donner à l’honorable membre laréponse suivante.1.a) Le remplacement des simples vitrages par desdoubles vitrages est une compétence de la Régiedes Bâtiments et (éventuellement) du propriétairedu bâtiment.b) Le département a conclu lui-même un contrat deleasing pour respecter les normes qui sont imposéespar la circulaire 307quater. Les breaks et lesvoitures de moyenne gamme, qui sont louées et quiconstituent la partie principale du parc automobile,ont une émission de CO 2qui est inférieure à125 g/km.2. Un article dans les règlements d’ordre intérieur,qui existent déjà pour quelques-uns de nos bâtiments,stipule que tous les appareils électriques doivent êtreéteints le soir. Le but est de rédiger un règlementd’ordre intérieur pour tous les bâtiments qui sontoccupés par l’administration.En ce qui concerne les appareils informatiques,l’ICT du SPF Economie a pris plusieurs mesures pourassurer une gestion responsable de son parcd’ordinateurs.Étant donné:I. qu’un fonctionnement ininterrompu des PC(appareils, écrans et imprimantes) et que leur usureaccélérée ont un impact sur l’environnement;II. que les conséquences peuvent, dans certains cas,être désastreuses pour le PC lorsqu’il n’est pas éteint,KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4386 QRVA 52 0202 - 6 - 2008bijvoorbeeld bij een geplande interventie op het stukvan de elektrische voorziening van het betrokkengebouw;III. er geen garantie kan worden gegeven ten opzichtevan het vertrouwelijk karakter van gegevens opde betrokken PC;IV. een aantal PC’s wel degelijk niet mogen wordenonderbroken in hun werking en het afsluiten van eenPC dus gecontroleerd dient te gebeuren,par exemple lors d’une intervention prévue dansl’installation électrique du bâtiment concerné;III. qu’aucune garantie ne peut être donnée quantau caractère confidentiel des données se trouvant surles PC concernés;IV. que certains PC ne peuvent vraiment pas êtreinterrompus dans leur fonctionnement et que leurfermeture doit donc se dérouler sous contrôle,Deze maatregelen zijn, onder meer: Ces mesures visent notamment à:— Instellingen die het afsluiten of in rust brengen vaneen PC (machine en scherm) automatisch na eenbepaalde tijd activeren.— Het aanduiden van een configuratiebeheerder dieonder andere dient toe te zien op het gecontroleerd(indien nodig, al dan niet op afstand) afsluiten ofin rust brengen van PC’s.— Het installeren van beheertools om het PC-gebruikop te volgen.— Een regelmatige herinnering, via de operationelecommunicatie, om de gebruikers te wijzen op degeldende procedures.3. De Regie der Gebouwen is steeds de huurder vande gebouwen die de administratie bezet en is dustevens bevoegd voor het contact met de eigenaar.Het departement huurt slechts één gebouwrechtstreeks zonder tussenkomst van de Regie, namelijkeen magazijn. Hier werd niet bij de eigenaar aangedrongenom energiebesparende investeringen uit tevoeren, daar het verbruik niet hoog ligt.— Activer automatiquement, après un certain temps,des installations permettant de fermer ou de mettreun ordinateur (machine et écran) en état de veille.— Désigner un gestionnaire de la configuration quidoit, notamment, vérifier la fermeture souscontrôle (si nécessaire, à distance) ou la mise enétat de veille.— Installer des outils de gestion afin de suivre l’utilisationdu PC.— Rappeler régulièrement aux utilisateurs, via lacommunication opérationnelle, les procédures envigueur.3. La Régie des Bâtiments est toujours le locatairedes bâtiments occupés par l’administration. Par conséquent,c’est uniquement la Régie qui est habilité àavoir des contacts avec le propriétaire.Le département loue un seul bâtiment directementsans l’intermédiaire de la Régie, en l’occurrence unmagasin. Le département n’a pas insisté auprès dupropriétaire pour réaliser des investissements d’économied’énergie car la consommation n’y est pas trèsélevée.DO 2007200803082 DO 2007200803082Vraag nr. 27 van mevrouw Véronique Salvi van25 april 2008 (Fr.) aan de minister voor Ondernemenen Vereenvoudigen:Huisvestingsmaatschappijen. — Raad van bestuur. —Bestuurder die aangewezen wordt door het adviescomitévan de huurders en eigenaars. — Bijzonderstatuut.Krachtens artikel 148, § 1 van de Waalse Huisvestingscodebestaat de raad van bestuur van een openbarehuisvestingsmaatschappij onder meer uit eenbestuurder die aangewezen wordt door het adviescomitévan de huurders en eigenaars indien dat is samengesteld.Question n o 27 de M me Véronique Salvi du 25 avril2008 (Fr.) au ministre pour l’Entreprise et laSimplification:Sociétés de logement. — Conseil d’administration. —Administrateur désigné par le comité consultatif deslocataires et propriétaires. — Statut spécial.Le conseil d’administration d’une société de logementde service public est composé, notamment, d’unadministrateur désigné par le comité consultatif deslocataires et propriétaires en vertu de l’article 148,§1 er , du Code wallon du logement.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 43872 - 6 - 2008Op die manier tracht men de huurders en de eigenaarseen actievere rol te laten spelen in het beheer vande openbare huisvestingsmaatschappijen.De vraag is nu of de bestuurders die door het adviescomitévan de huurders en eigenaars worden aangewezen,als gevolg van dat mandaat al dan niet onderworpenzijn aan de sociale zekerheid. Op dit ogenblik ishet inderdaad niet duidelijk of men in het kader vandie aanwijzing als bestuurder ook verplicht onderworpenis aan de sociale zekerheid.In België is iedereen die een beroepsactiviteit uitoefent,verplicht onderworpen aan een socialezekerheidsstelsel,hetzij dat van de werknemers, hetzij datvan de zelfstandigen.Er werd echter gesteld dat de uitoefening van eenpolitiek mandaat geen beroepsactiviteit inhoudt dieeen verplichte sociale verzekering veronderstelt.Wel bestaat er een onweerlegbaar vermoeden datpersonen die worden aangewezen als mandataris ineen vennootschap of een vereniging die onderworpenis aan de Belgische vennootschapsbelasting of aan deBelgische belasting der niet-inwoners, een beroepsactiviteituitoefenen als zelfstandige (artikel 3 van hetkoninklijk besluit n o 39).Dat onweerlegbare vermoeden geldt evenwel nietvoor personen die belast zijn met een mandaat in eenopenbare of private instelling, hetzij uit hoofde van defunctie die zij uitoefenen bij een administratie van hetRijk, van een gemeenschap, van een gewest, van eenprovincie, van een gemeente of van een openbare instelling,hetzij als vertegenwoordiger van een werknemers-,werkgevers- of zelfstandigenorganisatie, hetzijals vertegenwoordiger van het Rijk, van een gewest,van een gemeenschap, van een provincie of van eengemeente; zij zijn uit dien hoofde niet onderworpenaan de verplichte sociale verzekering (artikel 5bis vanhet koninklijk besluit n o 38).1. Hoe past uw administratie deze verschillendebepalingen toe op de bestuurders die door het adviescomitévan de huurders en eigenaars werden aangewezen?2. Welke interpretatie wordt er gegeven aan hetbegrip «politiek mandaat» en aan het mandaat zoalsbedoeld in artikel 5bis van het koninklijk besluit n o 38,uit hoofde waarvan men niet verplicht onderworpen isaan de sociale zekerheid?Antwoord van de minister voor Ondernemen enVereenvoudigen van 30 mei 2008, op de vraag nr. 27van mevrouw Véronique Salvi van 25 april 2008 (Fr.):Ik heb de eer het geachte lid het volgende teantwoorden.Ik deel aan het geachte lid mee dat deze vraag niettot mijn bevoegdheden behoort, maar tot die van mijnLe but est de favoriser une participation plus activedes locataires et propriétaires dans la gestion des sociétésde logement public.La question qui se pose porte sur les conséquencesde ce mandat sur l’assujettissement à la sécurité socialedes administrateurs désignés par le comité consultatifdes locataires et propriétaires. En effet, pour l’instantl’incertitude règne quant à l’obligation de s’assujettirdans le cadre d’un mandat comme administrateur désigné.En Belgique, toute personne exerçant une activitéprofessionnelle doit être assujettie à un régime de sécuritésociale, soit pour les travailleurs salariés, soit pourles indépendants.Toutefois, il a été considéré que l’exercice d’unmandat politique n’implique pas d’activité professionnelleentraînant un assujettissement.D’autre part, il existe une présomption irréfragableselon laquelle les personnes désignées comme mandatairesdans un société ou association assujettie àl’impôt belge des sociétés ou à l’impôt belge des nonrésidentsexercent une activité professionnelle en tantque travailleur indépendant (article 3 de l’arrêté royaln o 39).Mais, sont exclues de cette présomption et del’assujettissement à la sécurité sociale les personneschargées d’un mandat dans un organisme public ouprivé, soit en raison des fonctions qu’elles exercentauprès d’une administration de l’État, d’une communauté,d’une région, d’une province, d’une communeou d’un établissement public, soit en qualité de représenantd’une organisation de travailleurs,d’employeurs ou de travailleurs indépendants, soit enqualité de représentant de l’État, d’une région, d’unecommunauté, d’une province ou d’une commune (article5bis de l’arrêté royal n o 38).1. Comment votre administration applique-t-elleces différentes dispositions dans le cas d’administrateursdésignés par le comité consultatif des locataireset propriétaires?2. Quelle interprétation est donnée à la notion de«mandat politique» et de mandat au sens de l’article5bis de l’arrêté royal n o 38 n’entraînant pasd’assujettissement?Réponse du ministre pour l’Entreprise et la Simplificationdu 30 mai 2008, à la question n o 27 deM me Véronique Salvi du 25 avril 2008 (Fr.):J’ai l’honneur de donner à l’honorable membre laréponse suivante.J’informe l’honorable membre que cette question nerelève pas de mes compétences mais de celles de maKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4388 QRVA 52 0202 - 6 - 2008collega, de minister van KMO, Zelfstandigen, Landbouwen Wetenschapsbeleid, aan wie ik de vraag hebdoorgestuurd. (Vraag nr. 60 van 2 juni 2008.)collègue, la ministre des PME, des Indépendants, del’Agriculture et de la Politique scientifique, à qui je l’aitransmise. (Question n o 60 du 2 juin 2008.)DO 2007200803099 DO 2007200803099Vraag nr. 28 van de heer Guido De Padt van 25 april2008 (N.) aan de minister voor Ondernemen enVereenvoudigen:Project «I-line». — Terbeschikkingstelling van internetlijnen.Het project «I-line» verwijst naar de wettelijke verplichtingvan Belgacom om ziekenhuizen, scholen enopenbare bibliotheken een internetlijn ter beschikkingte stellen. Deze taak van openbare dienst wordt zoweldoor Belgacom als door andere operatoren, op basisvan een groothandelsversie van Belgacom, aangeboden.De Belgische Staat financiert deze verplichting.De wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronischecommunicatie bepaalt een nieuwe regelgevingvoor de terbeschikkingstelling van die internetlijnen.Daarvoor is een uitvoeringsbesluit vereist, te nemendoor de bevoegde minister. De nieuwe regelgevinggaat van kracht zodra het koninklijk besluit in werkingis getreden. In afwachting daarvan blijven devroegere wettelijke bepalingen van kracht.Tot op heden is er nog niet voorzien in nieuwe uitvoeringsbesluiten.Om dat mogelijk te maken, is ertrouwens eerst nog een wetswijziging nodig om delagere scholen terug op te nemen in de groep vanbegunstigden. In de voornoemde wet van 13 juni 2005werden deze immers over het hoofd gezien.De federale overheid financiert deze verplichting.Belgacom kan de jaarlijkse kost in mindering brengenvan haar dividend aan de Staat. Dit bedrag dekt nietalleen de kosten van Belgacom maar ook de sommendie Belgacom in de loop van het jaar doorstort aan deandere operatoren. Belgacom stelt dat de financiëleverrekening van 2007 nog niet is geregeld.1.a) Hoeveel bedraagt de totale kost van het «I-line»project voor 2007?b) Hoeveel lijnen zijn er geregistreerd en wat is deopsplitsing tussen de verschillende operatoren?2. Denk u dat de regering haar belofte inzake definanciering zal nakomen en dus mogelijk maken datbelgacom haar jaarlijkse kost voor 2007 in minderingkan brengen van haar dividend aan de Belgische Staat?3. Overweegt u een wetswijziging door te voerenteneinde de lagere scholen terug op te nemen in degroep van begunstigden?Question n o 28 de M. Guido De Padt du 25 avril 2008(N.) au ministre pour l’Entreprise et la Simplification:Projet «I-line». — Mise à disposition de connexionsinternet.Le projet «I-line» fait référence à l’obligation légalepour Belgacom de mettre une ligne internet à la dispositiondes hôpitaux, des écoles et des bibliothèquespubliques. Cette mission de service public est proposéeaussi bien par Belgacom que par d’autres opérateurs,sur la base d’une version grossiste de Belgacom. Cetteobligation est financée par l’État belge.La loi du 13 juin 2005 relative aux communicationsélectroniques a fixé une nouvelle législation en ce quiconcerne la mise à disposition des connexions internet.Mais pour qu’elle puisse entrer en vigueur, il faut quele ministre compétent prenne un arrêté d’exécution. Lanouvelle législation entrera donc en vigueur dès quel’arrêté royal sera entré en vigueur. En attendant, lesanciennes dispositions légalesi restent d’application.Jusqu’ici aucun nouvel arrêté d’exécution n’estencore prévu. Pour le permettre, il faut d’abord procéderà une modification de loi pour inclure les écolesprimaires dans le groupe des bénéficiaires. Dans la loiprécitée du 13 juin 2005, elles avaient, en effet, étéoubliées.Les autorités fédérales financent cette obligation.Belgacom peut donc en déduire le coût annuel de sondividende à l’État. Ce montant couvre non seulementles frais de Belgacom mais aussi les sommes reverséespar Belgacom à d’autres opérateurs au cours del’année. Belgacom constate que la compensation financièren’a pas encore été effectuée pour 2007.1.a) À combien s’élève le coût total du projet «I-line»pour 2007?b) Combien de connexions ont été enregistrées etquelle est leur répartition entre les différents opérateurs?2. Pensez-vous que le gouvernement respectera sapromesse de financement et permettra donc à Belgacomde déduire le coût annuel de ce projet pour 2007du dividende dû à l’État belge?3. Envisagez-vous de procéder à une modificationde loi pour inclure les écoles primaires dans le groupedes bénéficiaires?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 43892 - 6 - 2008Antwoord van de minister voor Ondernemen enVereenvoudigen van 30 mei 2008, op de vraag nr. 28van de heer Guido De Padt van 25 april 2008 (N.):De naamloze vennootschap van publiek recht Belgacomdeelt mij, als antwoord op de vragen gesteld doorhet geachte lid, bet volgende mee.1.a) De totale kost voor 2007 bedraagt 7 894 245,28euro inclusief btw.b) Op 31 december 2007 waren in totaal 7 994 lijnenin dienst, waarvan 3 622 lijnen (45,3%) bij Belgacomen 4 372 lijnen (54,7%) bij andere operatorenen/of internet service providers. Omwille van deregels inzake vertrouwelijkheid van de bedrijfsgegevensvan haar groothandelsklanten kan Belgacomzonder hun toestemming geen verdere opsplitsingvrijgeven.2. Wat betreft de financiering van deze verplichting,verkreeg Belgacom intussen de toelating om de eerdervermelde totale kost voor 2007 in mindering te brengenop het dividend dat in april 2008 werd overgemaaktaan de Belgische Staat. Dit betekent dat alle verschuldigdesommen voor het jaar 2007 zijn betaald.3. Het opnieuw opnemen van lagere scholen in hetproject zal door het BIPT worden onderzocht.Réponse du ministre pour l’Entreprise et la Simplificationdu 30 mai 2008, à la question n o 28 deM. Guido De Padt du 25 avril 2008 (N.):En réponse aux questions posées par l’honorablemembre, la société anonyme de droit public Belgacomme communique ce qui suit.1.a) Le coût total pour 2007 s’élève à 7 894 245,28euros TVAC.b) Le 31 décembre 2007, 7 994 lignes étaient enservice, dont 3 622 lignes (45,3%) chez Belgacomet 4 372 lignes (54,7%) chez d’autres opérateurs et/ou fournisseurs d’accès à internet. En raison desrègles en matière de confidentialité des donnéesrelatives à ses clients de gros, Belgacom n’est pasen mesure de fournir des chiffres plus détaillésindiquant une répartition sans leur consentement.2. En ce qui concerne le financement de cette obligation,Belgacom a entretemps reçu l’autorisation deporter le montant total mentionné ci-dessus pour 2007en déduction des dividendes versés à l’État belge enavril 2008. Ceci signifie que toutes les sommes duespour 2007 ont été payées.3. L’IBPT examinera la possibilité de reprendre lesécoles primaires dans le projet.DO 2007200803179 DO 2007200803179Vraag nr. 29 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de minister voor Ondernemenen Vereenvoudigen:Ondernemingen. — Bewaring elektronische documenten.— Externe archiveringsdienst.Strikt juridisch gezien zijn werkgevers sinds 1 september2007 verplicht om hun elektronische documentenbij een externe archiveringsdienst voor vijf jaar inbewaring te geven. Evenwel blijkt er onduidelijkheidte bestaan over wie precies die rol van archiveringsdienstop zich mag nemen.1. Wie mag of moet de rol van externe archiveringsdienstvoor zijn rekening nemen voor het bewaren vanelektronische documenten van ondernemingen?2. Welke sancties worden opgelegd voor ondernemingendie deze verplichting niet naleven?3. Op welke manier zullen werkgeversgeïnformeerd worden over de correcte uitvoering vandeze verplichting ten einde te voorkomen dat ondernemingenongewild in de fout staan?Question n o 29 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) au ministre pour l’Entreprise et laSimplification:Entreprises. — Conservation de documents électroniques.— Service d’archivage externe.D’un point de vue strictement juridique, les employeurssont tenus, depuis le 1 er septembre 2007, dedéposer leurs documents électroniques auprès d’unservice d’archivage externe pendant cinq ans. Laconfusion règne néanmoins sur la question de savoirqui exactement peut assumer le rôle de serviced’archivage.1. Qui peut ou doit assumer le rôle de serviced’archivage externe pour la conservation de documentsélectroniques d’entreprises?2. Quelles sanctions sont-elles imposées aux entreprisesqui ne respectent pas cette obligation?3. De quelle manière les employeurs seront-ilsinformés des modalités exactes de mise en œuvre decette obligation, afin d’éviter que les entreprises nesoient prises en défaut malgré elles?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4390 QRVA 52 0202 - 6 - 2008Antwoord van de minister voor Ondernemen enVereenvoudigen van 30 mei 2008, op de vraag nr. 29van mevrouw Maggie De Block van 28 april 2008(N.):Ik heb de eer het geachte lid het volgende teantwoorden.1 tot 3. Zoals mijn collega de minister van SocialeZaken aangeeft in haar antwoord op de parlementairevraag nr. 82 van 26 februari 2008 van het geachte lid,verwijst de wet van 3 juni 2007 (wet houdende diversearbeidsbepalingen) inderdaad naar de wet van 15 mei2007 tot vaststelling van een juridisch kader voorsommige verleners van vertrouwensdiensten. Deze wetmoet het in principe mogelijk maken om te bepalenwelke verlener in aanmerking komt om een elektronischearchiveringsdienst, waartoe de werknemers zichvrijwillig kunnen richten, aan te bieden.Niettemin dient te worden benadrukt dat de wet van15 mei 2007 niet meer dan een gemeenschappelijkebasis vormt voor de verplichtingen die voor alle verlenersvan vertrouwensdiensten gelden. Ze bepaaltechter niet welke de specifieke verplichtingen zijnwaaraan de verleners van elektronische archiveringsdienstenzich moeten houden. Artikel 16 van degenoemde wet bepaalt immers dat de Koning, bij eenbesluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad,maatregelen kan nemen om de specifieke verplichtingenwaartoe de verleners van vertrouwensdiensten,waaronder ook de elektronische archiveringsdienst,gehouden zijn, te bepalen.Volgens datzelfde artikel 16 had dit besluit tenlaatste voor 1 december 2007 moeten zijn genomen.Bij het herlezen van dit dossier, heb ik vastgesteld dathet besluit in kwestie niet binnen de termijn werdgenomen.Ik onderzoek dit dossier momenteel met de dienstenvan de FOD Economie teneinde een oplossing uit tewerken.Réponse du ministre pour l’Entreprise et la Simplificationdu 30 mai 2008, à la question n o 29 deM me Maggie De Block du 28 avril 2008 (N.):J’ai l’honneur de donner au membre estimé laréponse suivante.1 à 3. Comme l’indique ma collègue la ministre desAffaires sociales dans sa réponse à la question parlementairen o 82 du 26 février 2008 de l’honorablemembre, la loi du 3 juin 2007 (loi portant des dispositionsdiverses relatives au travail) fait effectivementréférence à la loi du 15 mai 2007 fixant un cadre juridiquepour certains prestataires de services de confiance.Cette loi doit en principe permettre de déterminer quelprestataire est susceptible d’offrir un serviced’archivage électronique, auquel pourraient s’adresservolontairement les employeurs.Il convient toutefois de préciser que la loi du 15 mai2007 constitue seulement le tronc commun des obligationsapplicables à l’ensemble des prestataires de servicesde confiance. Elle ne détermine par contre pas lesobligations spécifiques qui s’imposent aux prestatairesde services d’archivage électronique. L’article 16 deladite loi prévoit en effet qu’il appartient au Roi, pararrêté délibéré en Conseil des ministres, de prendre lesmesures en vue de déterminer les obligations spécifiquesauxquelles sont soumis les prestataires de servicesde confiance, dont celui d’archivage électronique.Selon le même article 16, cet arrêté aurait dû êtrepris pour le 1 er décembre 2007 au plus tard. À lareprise de ce dossier, j’ai constaté que l’arrêté en questionn’avait pas été pris dans le délai.J’examine en ce moment le dossier avec les servicesdu SPF Économie afin élaborer une solution auproblème.DO 2007200803181 DO 2007200803181Vraag nr. 30 van mevrouw Maggie De Block van28 april 2008 (N.) aan de minister voor Ondernemenen Vereenvoudigen:Websites. — Aanbod jobs voor thuiswerkers. — Mistoestanden.Er blijken websites te bestaan die jobs aanbiedenaan mensen die thuis iets willen bijverdienen. Evenwelklagen gebruikers van dergelijke websites over eenaantal mistoestanden. Sommige sites zenden aan demensen die hun naam hebben opgegeven een mailwaarin hen wordt gevraagd naar een 0903-lijn te tele-Question n o 30 de M me Maggie De Block du 28 avril2008 (N.) au ministre pour l’Entreprise et laSimplification:Sites web. — Offres d’emploi pour travailleurs àdomicile. — Abus.Il semblerait que certains sites web proposent desemplois à des personnes désireuses de gagner unrevenu d’appoint à domicile. Certains visiteurs de cessites se plaignent cependant d’abus. Il arrive ainsi queces personnes, après avoir communiqué leur nom,reçoivent un courriel leur demandant de téléphoner àKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 43912 - 6 - 2008foneren. Daar worden de bellers een tijdje aan de lijngehouden om vervolgens hun coördinaten te moetengeven en niets meer te horen. Een contactpersoon,-nummer, of -adres is meestal niet vermeld. De algemeneverkoopsvoorwaarden worden nergens gespecificeerd,een btw-tarief wordt niet vermeld en mensenkunnen dus ook geen factuur aanvragen. Naar anderesites moeten geïnteresseerden een enveloppe sturenmet een aantal priorzegels. Een andere site stuurt eenzogenaamd starterspakket voor een bedrag van 25euro. De aanvrager moet dat pakket dan gewoondoorverkopen aan andere geïnteresseerden.Het kan niet de bedoeling zijn om van bedrijvenvoor thuiswerk veredelde betaallijnen te maken dieuitgerekend mensen die iets willen bijverdienen financieelbenadelen.1. Zijn bedrijven voor thuiswerk die een antwoordapparaatkoppelen aan een 0903-lijn in overtredingmet de wet?un numéro 0903. Il est alors demandé aux appelants,qui souvent ont dû patienter pendant quelque tempsdéjà, de fournir leurs coordonnées. Dans la plupart descas, ils n’ont plus de nouvelles par la suite. Sur cessites, il n’y généralement aucune trace d’une personne,d’un numéro ou d’une adresse de contact. Les conditionsgénérales de vente ne sont nulle part précisées, letaux de TVA n’est pas mentionné et ces personnes nepeuvent donc pas demander de facture. D’autres sitesdemandent aux personnes intéressées d’envoyer quelquestimbres prior sous enveloppe. Un autre siteenvoie, contre paiement d’un montant de 25 euros, unkit de départ aux personnes intéressées, leur demandanttout simplement de le revendre à d’autres intéressés.Il ne saurait être question de permettre à ces entreprisesde travail à domicile de fonctionner comme deslignes payantes déguisées, portant ainsi un préjudicefinancier à des personnes qui souhaitent gagner unrevenu d’appoint.1. La connexion d’un répondeur automatique à uneligne 0903 par une entreprise de travail à domicileconstitue-t-elle une infraction?2. Welke sancties kunnen ze daarvoor oplopen? 2. De quelles sanctions ces entreprises sont-ellespassibles?3. Worden dergelijke toestanden door de overheidgecontroleerd?4. Zo ja, hoeveel inbreuken werden de jongste tweejaar geconstateerd en hoeveel sancties werden opgelegd?5. Zo neen, overweegt u een initiatief te nemen ompaal en perk te stellen aan deze oplichting?6. Zijn dergelijke websites verplicht een contactpersoon,-nummer of -adres te vermelden?7. Moeten dergelijke websites de algemene verkoopsvoorwaardenspecificeren en een btw-tarief vermelden?Réponse du ministre pour l’Entreprise et la Simplificationdu 30 mai 2008, à la question n o 30 deM me Maggie De Block du 28 avril 2008 (N.):Ik heb de eer het geachte lid het volgende teantwoorden.1. De federale economische regelgeving verbiedt alsdusdanig niet het aanbieden van thuiswerk via betaalnummers.Maar aangezien het tewerkstellingsbeleidgeregionaliseerd is, bestaan er regionale bepalingen terregeling van de dienst verleend door particulierebureaus voor arbeidsbemiddeling, die optreden alstussenpersoon voor een werkgever met het oog op deaanwerving van werknemers. Deze regelgevingen3. Ces activités sont-elles contrôlées par les autorités?4. Dans l’affirmative, combien d’infractions ont étéconstatées au cours des deux dernières années etcombien de sanctions ont été infligées?5. Dans la négative, envisagez-vous de prendre desinitiatives pour mettre fin à ce type d’arnaque?6. Des sites web de ce type sont-ils tenus dementionner une personne, un numéro ou une adressede contact?7. Les conditions générales de vente et le taux deTVA applicable doivent-ils figurer sur ces sites?Antwoord van de minister voor Ondernemen enVereenvoudigen van 30 mei 2008, op de vraag nr. 30van mevrouw Maggie De Block van 28 april 2008(N.):J’ai l’honneur de donner au membre estimé laréponse suivante.1. La réglementation économique fédéralen’interdit pas en tant que telle l’offre de travail à domicilevia des numéros surtaxés. Par contre, la politiquede l’emploi étant régionalisée, il existe des dispositionsrégionales encadrant le service offert par des agencesd’emploi privées, agissant en qualité d’intermédiairespour un employeur en vue de recruter des travailleurs.Ces réglementations peuvent prévoir un agrément deKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4392 QRVA 52 0202 - 6 - 2008kunnen erkenning voorzien van dergelijke dienstverlenersen hen verbieden om enige vergoeding te eisenvan de werkzoeker. Deze regelgevingen vallen evenwelniet onder mijn bevoegdheid. Wat de federale economischeregelgeving betreft, moet elke economischeactiviteit die verleend wordt via betaalnummers op eenvoor de consument doorzichtige wijze aangebodenworden: deze laatste moet ingelicht worden over dekenmerken van de dienst, over de totaalprijs daarvan,over de identiteit van de dienstverlener, ( ...). De algemenedirectie Controle en Bemiddeling (ADCB) van deFederale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstanden Energie heeft verschillende onderzoekengedaan inzake aanbod van thuiswerk, die vergoedworden langs de mobiele-telefonie-operatoren (metbehulp van sms-berichten tegen verhoogde prijs) envaste-telefonie-operatoren (met behulp van 0903-nummers). In de meeste gevallen hebben de werkzoekersdie gebruik gemaakt hebben van deze dienstengeen werkaanbieding ontvangen, en wisten ze niet datde inschrijving voor dergelijke diensten zo duur was.Inderdaad worden de kosten van de verbinding alleenper eenheid aangeduid (prijs per SMS — prijs perminuut). Er worden evenwel tal van niet relevantevragen gesteld per extra betalende SMS of via eenextra betalende oproepautomaat, hetgeen de inschrijvingsprocedureper telefoonverbinding onnodig langen duur maakt. Deze praktijk is ook strijdig met degedragscode die de mobiele en vaste telefonieoperatorenopleggen aan de dienstverleners welkegebruik maken van hun netwerk.2. Wanneer de ADCB van de FOD Economie eeninbreuk vaststelt op de gedragcodes, waarschuwt zij detelefoonoperatoren zodat zij de voorziene contractuelesancties kunnen treffen: schorsing van het kwestieuzenummer, schadeloosstelling van de gedupeerden,enzovoort.Overigens, wanneer de praktijk ook in strijd is metde regelgeving inzake handelspraktijken en de elektronischehandel en indien de dienstverlener in Belgiëgevestigd is, dan beschikt de ADCB van de FODEconomie over volgende actiemiddelen:a) De formele waarschuwingsprocedure. Deonderzoeker stelt de overtreder in gebreke om eeneind te stellen aan de inbreuk binnen een termijndie hij oplegt, tevens geeft hij uitleg over de regelgeving.b) Wordt er geen gevolg gegeven aan deze waarschuwing,dan kan er ofwel een stakingsvordering ingesteld,ofwel een pro-justitia opgesteld worden.c) Dit pro-justitia kan vergezeld gaan van een voorsteltot minnelijke schikking die de strafvorderingdoet vervallen.d) Bij niet-betaling moet het dossier overgelegdworden aan de procureur des Konings belast metde vervolging. Strafsancties met een sterk ontra-tels prestataires et leur interdire d’exiger une quelconquerémunération de la part du chercheur d’emploi.Cependant, ces réglementations ne relèvent pas de mescompétences. En ce qui concerne la réglementationéconomique fédérale, toute activité économique prestéevia des numéros surtaxés doit être offerte demanière transparente pour le consommateur: cedernier doit être informé des caractéristiques duservice, de son prix total, de l’identité du prestataire,( ...). La direction générale du Contrôle et de la Médiation(DGCM) du Service Public Fédéral Économie,PME, Classes Moyennes et Énergie a mené différentesenquêtes en matière d’offre de travail à domicile,rémunérée via les opérateurs de téléphonie mobile (parle biais de SMS surtaxés) et de téléphonie fixe (par lebiais de numéros 0903). Dans la majorité des cas, lesdemandeurs d’emploi qui ont utilisé ces services n’ontreçu aucune offre d’emploi, et ignoraient quel’inscription à ces services était aussi onéreuse. Eneffet, le coût de la communication n’est indiqué qu’àl’unité (prix par SMS — prix par minute). Cependant,de nombreuses questions sans pertinence sont poséespar SMS surtaxé ou par automate d’appel surtaxé, quirend inutilement longue et coûteuse la procédured’inscription par communication téléphonique. Cettepratique est également contraire aux codes de conduiteimposés par les opérateurs de téléphonie mobile et fixeaux prestataires de services qui utilisent leur réseau.2. Dans l’hypothèse où la DGCM du SPF Économieconstate une infraction aux codes de conduite, elle enavertit les opérateurs de téléphonie pour leur permettrede prendre les sanctions contractuelles prévues:suspension du numéro litigieux, indemnisation desvictimes, ...Par ailleurs, dans l’hypothèse où la pratique estégalement contraire à la réglementation en matière depratiques du commerce et de commerce électronique,et si le prestataire est établi en Belgique, la DGCM duSPF Économie dispose des moyens d’actions suivants:a) La procédure d’avertissement formel. L’enquêteurmet en demeure le contrevenant de mettre fin àl’infraction dans le délai qu’il détermine, comportantun rappel de la réglementation.b) Au cas où il n’est pas donné suite à cet avertissement,soit une action en cessation peut être intentée,soit un pro justitia est dressé.c) Ce pro justitia peut être accompagné d’une propositionde transaction ayant pour effet d’éteindrel’action publique.d) En cas de non-paiement, le dossier doit être transmisau Procureur du Roi chargé des poursuites.Des sanctions pénales comportant un aspect dis-KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 43932 - 6 - 2008dend karakter kunnen toegepast worden op deinbreuken die het algemeen belang het meest schaden,alsook op iedere tekortkoming waarvanbewezen is, dat ze te wijten is aan kwade trouw.In het geval dat de dienstverlener niet in Belgiëgevestigd is, beschikt de algemene directie Controle enBemiddeling van de FOD Economie over volgendeactiemiddelen:a) De medewerking vragen van de controle-overheidvan het land van de overtreder die in een anderelidstaat van de Europese Unie gevestigd is, via degemeenschappelijke gegevensbank conform de EGverordening2006/2004 betreffende samenwerkingmet betrekking tot consumentenbescherming.b) De informele medewerking vragen van debevoegde controleoverheid binnen het internationalecontrolenetwerk voor consumentenbeschermingICPEN — OESO, indien de overtredergevestigd is in een land buiten de EuropeseUnie.3 tot 5. De ADCB van de FOD Economie doet ookonderzoeken naar meerdere omstreden aanbiedingenvoor thuiswerk. In alle gevallen, waar het onderzoek isafgerond, werd de toegang tot de dienst, die in werkelijkheidonbestaande was, door de operatoren geschorstnaar aanleiding van de vaststellingen van deADCB van de FOD Economie. Thans lopen er nogenkele onderzoeken.6. Krachtens de richtlijn 2000/31/EG betreffende deelektronische handel, omgezet naar Belgisch rechtdoor de wet van 11 maart 2003 betreffende bepaaldejuridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij,moet de dienstverlener zichzelf bekendmakenop zijn website. Hij moet met name zijnhandelsnaam, zijn adres, zijn ondernemingsnummermeedelen en bovendien een middel tot snel contactopgeven (e-mail, telefoon, fax).7. Krachtens de richtlijn 1997/7/EG betreffende debescherming van de consument bij op afstand geslotenovereenkomsten, omgezet naar Belgisch recht door dewet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijkenen de voorlichting en bescherming van de consument,moet de consument duidelijk ingelicht worden metname over de wezenlijke kenmerken van de dienst enzijn prijs.suasif important sont applicables aux infractionsles plus attentatoires à l’intérêt général, ainsi qu’àtout manquement dont il est prouvé qu’il a étécommis de mauvaise foi.Dans l’hypothèse où le prestataire n’est pas établi enBelgique, la direction générale du Contrôle et de laMédiation du SPF Économie dispose des moyensd’actions suivants:a) Demander la collaboration de l’autorité de contrôledu pays du contrevenant établi dans un autreÉtat de l’Union européenne, via la base de donnéescommune en vertu du règlement CE 2006/2004relatif à la coopération en matière de protectiondes consommateursb) Demander la collaboration informelle de l’autoritéde contrôle compétente au sein du Réseau Internationalde Contrôle et de Protection des Consommateurs-OCDE, si le contrevenant est établi dansun État hors Union européenne.3 à 5. La DGCM du SPF Économie mène des enquêtesrelatives à plusieurs offres litigieuses de travail àdomicile. Dans tous les cas dont l’investigation estterminée, l’accès au prétendu service, en réalité sansobjet, a été suspendu par les opérateurs, suite aux constatationsde la DGCM du SPF Économie. Quelquesenquêtes sont encore en cours.6. En vertu de la directive 2000/31/CE relative aucommerce électronique, transposée en Belgique par laloi du 11 mars 2003 sur certaines aspects juridiques desservices de la société de l’information, le prestataire deservice est tenu de s’identifier sur son site Web. Il doitnotamment indiquer sa dénomination commerciale,son adresse, son numéro d’entreprise, et fournir unmoyen de contact rapide (e-mail, téléphone, fax).7. En vertu de la directive 1997/7/CE concernant laprotection des consommateurs en matière de contratsà distance, transposée en Belgique par la loi du 14 juillet1991 sur les pratiques du commerce et sur l’informationet la protection du consommateur, le consommateurdoit être informé de manière claire, notammentsur les caractéristiques essentielles du service etson prix.DO 2007200803261 DO 2007200803261Vraag nr. 31 van de heer Willem-Frederik Schiltz van28 april 2008 (N.) aan de minister voor Ondernemenen Vereenvoudigen:Overname van Scarlet door Belgacom. — Positie vanhet BIPT.Onlangs is bekend geworden dat Belgacom zijn opéén na grootste concurrent, Scarlet, opkoopt. Daar-Question n o 31 de M. Willem-Frederik Schiltz du28 avril 2008 (N.) au ministre pour l’Entrepriseet la Simplification:Reprise de Scarlet par Belgacom. — Position del’IBPT.Nous avons appris récemment que Belgacom rachetaitScarlet, son deuxième concurrent par ordreKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4394 QRVA 52 0202 - 6 - 2008door zal er geen echte concurrentie meer mogelijk zijnvoor het leveren van telefonie en internet via de telefoonlijn.Van liberalisering van de Belgische telecommarktis aldus geen sprake meer. Bijgevolg zullen deprijzen voor internet hoog blijven in ons land.Bovendien blijkt het Belgisch Instituut voor postdienstenen telecommunicatie (BIPT) alweer machtelooste staan tegenover de «voormalige» monopolist.De enige maatregel die het BIPT kan nemen is«Belgacom in gebreke stellen». Belgacom komt er zohoogstens met een boete vanaf. Ik werd er reeds dooruzelf van op de hoogte gebracht dat er maatregelenzouden genomen worden om de werking van het BIPTte verbeteren. Maar, de opkoop van Scarlet doorBelgacom kan verregaande gevolgen hebben voor devrije concurrentie op de telecommarkt.1. Is er al enige duidelijkheid welke maatregelen ermoeten genomen worden om van het BIPT een sterkeren daadkrachtigere regulator te maken?2. Zo ja, wanneer worden dergelijke maatregeleningevoerd?Antwoord van de minister voor Ondernemen enVereenvoudigen van 30 mei 2008, op de vraag nr. 31van de heer Willem-Frederik Schiltz van 28 april 2008(N.):Ik heb de eer het geachte lid het volgende teantwoorden.Het is belangrijk in België opnieuw een gunstigklimaat te scheppen voor investeringen en voor eendynamische concurrentie op de telecommunicatiemarktom de kwaliteit van de diensten te verbeteren,de prijzen te doen dalen en de penetratie vannieuwe technologieën en innoverende diensten tebevorderen.Diverse studies tonen met name aan dat België goedop weg is om haar mondiale en Europese leaderpositieop vlak van breedbandpenetratie te verliezen aangezienwe in 2007 uit de wereld top 10 en uit de Europesetop 5 verdreven zijn.We stellen ook vast dat de Europese CommissieBelgië met de vinger nawijst in haar 13de verslag overde tenuitvoerlegging, met name over de twee volgendepunten:— het gebrek aan personeelsmiddelen en telecomkennisvan de mededingingsautoriteiten: ik wil danook de Mededingingsdienst en het Auditoraatevenals de Raad voor de mededinging versterken.Er hebben onlangs twee nieuwe benoemingenplaatsgevonden en ik ben van plan bijkomendpersoneel te vragen;d’importance. Il n’y aura dès lors plus de véritableconcurrence pour la fourniture de la téléphonie et del’internet par le biais de la ligne téléphonique. Il n’estainsi plus question d’une libéralisation du marchébelge des télécommunications. Par conséquent, le coûtd’une connection internet restera élevé dans notrepays.Il apparaît en outre que l’Institut belge des servicespostaux et des télécommunications (IBPT) se trouveune nouvelle fois désarmé devant l’ancien monopoliste.Mettre en demeure Belgacom est la seule mesureque l’IBPT puisse prendre. Dans le pire des cas, Belgacomaura à payer une amende. Vous m’avez déjà faitsavoir que des mesures seraient prises pour améliorerle fonctionnement de l’IBPT. Or, le rachat de Scarletpar Belgacom peut avoir des conséquences non négligeablespour la libre concurrence sur le marché destélécommunications.1. En sait-on déjà plus sur les mesures qui devrontêtre prises pour transformer l’IBPT en un régulateurplus fort et plus énergique?2. Dans l’affirmative, quand ces mesures serontellesmises en œuvre?Réponse du ministre pour l’Entreprise et la Simplificationdu 30 mai 2008, à la question n o 31 deM. Willem-Frederik Schiltz du 28 avril 2008 (N.):J’ai l’honneur de donner à l’honorable membre laréponse suivante.Il est important de recréer en Belgique un climatpropice aux investissements et une concurrence dynamiquesur les marchés des communications électroniques,car cela améliorera la qualité des services, ferabaisser les prix et accélérera la pénétration des nouvellestechnologies ainsi que la mise sur le marché deservices innovants.Différentes études internationales montrent que laBelgique est notamment en train de perdre sa positionde leader mondial et européen en matière de pénétrationde la large bande puisque la Belgique est sortie en2007 du top 10 mondial et du top 5 européen.Nous constatons également que la Commissioneuropéenne dans son 13 e rapport de mise en œuvrepointe du doigt la Belgique, notamment sur les deuxpoints suivants:— le manque de moyen en personnel et en connaissancetélécom des autorités de concurrence: jesouhaite renforcer le service de la concurrence etl’auditorat, ainsi que le conseil de la concurrence.Deux nouvelles nominations sont intervenuesrécemment et je compte demander du personnelsupplémentaire;KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 43952 - 6 - 2008— de juridische onzekerheid die voortvloeit uit desystematische beroepen op de beslissingen van hetBIPT: deze procedures zorgen voor een langdurigejuridische onzekerheid, met name met betrekkingtot de nieuwe diensten waar de concurrentietoegang moet tot krijgen en met betrekking tot degroothandelsprijzen. Deze onzekerheid remt deinvesteringen in ons land in sterke mate. Ik wil hethuidig personeelsbestand van het BIPT beteraanwenden (zie hieronder) en ik roep de BelgischeStaat op om, in zijn hoedanigheid van hoofdaandeelhoudervan de historische operator, Belgacom(die in z’n eentje 70 beroepen heeft ingesteld tegende beslissingen van het BIPT) ertoe te brengen nietlanger systematisch in beroep te gaan.Wat betreft het BIPT, heeft een internationale studiein 2008 de zwakte van onze regulator in het licht gesteld.Deze haalt het slechtste score van de 15 oudelidstaten van de EU en de vierde slechtste plaats in deEU 27!Wij vragen het BIPT om op korte termijn internepersoneelsverschuivingen te doen en economisten,juristen en ingenieurs over te plaatsen naar het departementdat zich bezigt met mededinging, en dus met deanalyse van de markt en de nodige maatregelen om deconcurrentie te verhogen. Daarenboven vertoont hetBIPT de laatste jaren een batig saldo van meer dan3 miljoen euro; wij vragen het BIPT dan ook adviseursaan te nemen om de verwezenlijking van de takengekoppeld aan de mededinging te bespoedigen.— l’insécurité juridique liée aux appels systématiquesdes décisions de l’IBPT: ces procédures créent unelongue insécurité juridique, notamment quant auxnouveaux services auxquels la concurrence doitavoir accès et quant aux prix de gros. Cette insécuritéfreine gravement les investissements dansnotre pays. Je souhaite mieux utiliser les effectifsactuels de l’IBPT (voir ci-dessous) et je souhaiteque l’état belge, en tant qu’actionnaire majoritairede l’opérateur historique (qui a introduit 70 appelsà lui seul contre les décisions de l’IBPT), amèneBelgacom à renoncer à ces appels systématiques.En ce qui concerne l’IBPT, une étude internationalea mis en lumière en 2008 la faiblesse de notre régulateurqui obtient le plus mauvais score de l’UE pour les15 anciens états membres et la 4 e plus mauvaise placedans l’UE des 27!Nous demandons à l’IBPT, à court terme, de transférerdu personnel existant interne (économistes, ingénieurset juristes) vers le département qui s’occupe dela concurrence, c’est-à-dire de l’analyse des marchés etdes remèdes nécessaires à accroître la concurrence. Enoutre, le budget de l’IBPT dégage les dernières annéesun excédent de plus de 3 millions d’euros, nousdemandons à l’IBPT d’engager des consultants pouraccélérer la réalisation des tâches liées à la concurrence.DO 2007200803282 DO 2007200803282Vraag nr. 32 van de heer Pierre-Yves Jeholet van29 april 2008 (Fr.) aan de minister voor Ondernemenen Vereenvoudigen:Departement. — Indienstneming van personen meteen handicap.Overeenkomstig het koninklijk besluit van 5 maart2007 tot organisatie van de werving van personen meteen handicap in het federaal administratief openbaarambt is elke overheidsdienst verplicht personen meteen handicap tewerk te stellen ten belope van 3 procentvan zijn effectief. Dat percentage moet gehaaldworden tegen 1 januari 2010.Uit cijfers die in februari 2008 werden bekendgemaakt,blijkt dat de FOD Informatie- en Communicatietechnologie(Fedict) momenteel geen enkele werknemermet een handicap in dienst heeft.Question n o 32 de M. Pierre-Yves Jeholet du 29 avril2008 (Fr.) au ministre pour l’Entreprise et laSimplification:Département. — Emploi de personnes handicapées.L’arrêté royal du 5 mars 2007 organisant le recrutementdes personnes handicapées dans la fonctionpublique administrative fédérale, prévoit que les servicespublics doivent mettre au travail des personneshandicapées à concurrence de 3 % de leur effectif. Cepourcentage de 3 % devra être atteint pour le 1 erjanvier 2010.Il ressort des chiffres communiqués en février 2008que le SPF Technologie de l’Information et de laCommunication (Fedict) n’occupe actuellement aucuntravailleur handicapé.1. Wat denkt u daaraan te doen? 1. Comment envisagez-vous remédier à cette situation?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4396 QRVA 52 0202 - 6 - 20082. Zullen er concrete maatregelen worden getroffenop uw departement teneinde de toegang tot werk voorpersonen met een handicap te bevorderen en de doelstellingvan 3 procent te bereiken?3. Heeft uw departement een stappenplan opgesteldom die doelstelling binnen de gestelde termijn te bereiken?4. Voorziet het personeelsplan 2008 van uw departementreeds in de indienstneming van personen meteen handicap?Antwoord van de minister voor Ondernemen enVereenvoudigen van 30 mei 2008, op de vraag nr. 32van de heer Pierre-Yves Jeholet van 29 april 2008 (Fr.):Ik heb de eer het geachte lid het volgende teantwoorden.1. Momenteel zijn er bij Fedict geen personen tewerkgesteldmet een handicap.2. In het actieplan Diversiteit van Fedict staat alsdoelstelling ingeschreven «het behalen en bewakenvan de quota op de tewerkstelling van personen meteen handicap.»Om deze doelstelling te behalen worden volgendeacties ondernomen:— Actieve rekrutering van personen met een handicapvia het systematisch uitnodigen van de laureatendie er bij de aanwervingselecties voor geopteerdhebben opgenomen te worden op de apartewervingsreserve voor personen met een handicap(volgens koninklijk besluit van 6 oktober 2005).— Versterking van het imago van Fedict als diversewerkgever via een formule in de vacatureberichtendie het belang van diversiteit benadrukt.— Verspreiding van de vacatureberichten bij de doelgroepvia de socio-professionele organisaties die deintegratie van personen met een handicap op dearbeidsmarkt bevorderen.3. Het actieplan van het personeelsplan 2008 vanFedict geeft wat wervingen betreft een overzicht van deprofielen die Fedict nodig heeft om zijn strategischedoelstellingen te bereiken. In de algemene selectiepolitiekvan Fedict is het een automatische reflex om inde zoektocht naar de geschikte kandidaten steeds deacties vermeld in punt 2 toe te passen met het oog opde werving van personen met een handicap.2. Des mesures concrètes sont-elles envisagées ausein de votre département afin de promouvoir l’accès àl’emploi pour les personnes handicapées et d’atteindrel’objectif des 3 %?3. Votre département a-t-il prévu un plan deprogression pour atteindre cet objectif dans le délaiprescrit?4. Le plan de personnel 2008 de votre départementprévoit-il déjà le recrutement de personnes handicapées?Réponse du ministre pour l’Entreprise et la Simplificationdu 30 mai 2008, à la question n o 32 deM. Pierre-Yves Jeholet du 29 avril 2008 (Fr.):J’ai l’honneur de donner à l’honorable membre laréponse suivante.1. À l’heure actuelle, Fedict n’occupe pas de personneshandicapées.2. Dans le plan d’action «Diversité» de Fedict, undes objectifs mentionnés est: «suivi et atteinte duquota en matière de recrutement de personnes avechandicap».Afin d’atteindre cet objectif, les actions suivantessont entreprises:— Recrutement actif de personnes handicapées par lebiais de la convocation systématique des lauréatsayant opté, lors des sélections de recrutement, pourleur intégration dans la réserve de recrutementspécifique aux personnes handicapées (en vertu del’arrêté royal du 6 octobre 2005).— Renforcement de l’image de Fedict commeemployeur divers par l’insertion, dans les avis devacances d’emploi, d’une formule soulignantl’importance de la diversité.— Diffusion des avis de vacances d’emploi auprès dugroupe cible par le biais des organisations socioprofessionnellesqui favorisent l’intégration despersonnes handicapées sur le marché de l’emploi.3. Le plan d’action du plan de personnel 2008 deFedict donne, en ce qui concerne les recrutements, unaperçu des profils nécessaires à Fedict pour atteindreses objectifs stratégiques. Dans la politique de sélectiongénérale de Fedict, c’est un réflexe automatiqued’appliquer à chaque fois, lors de la recherche decandidats valables, les actions citées au point 2 en vuedu recrutement de personnes handicapées.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 43972 - 6 - 2008DO 2007200803293 DO 2007200803293Vraag nr. 33 van mevrouw Linda Musin van 29 april2008 (Fr.) aan de minister voor Ondernemen enVereenvoudigen:Gebruik van vuurwerk in aanwezigheid van dieren. —Gevaar.Vaak steken mensen vuurwerk af bij gelegenhedenzoals de eindejaarsfeesten, communiefeesten, de nationalefeestdag, enzovoort.Wat dan een feestelijk gebeuren had moeten zijn,eindigt jammer genoeg soms in een tragedie.Er werden nochtans al veel maatregelen genomenom mogelijke ongelukken bij het gebruik van feestvuurwerkte voorkomen.In 2000 werd er trouwens een nieuwe reglementeringbetreffende het feestvuurwerk aangenomen. Diekenmerkt zich door vier krachtlijnen:1. het vastleggen van voorwaarden voor de verkoopen voor de kleinhandelaars;2. een duidelijke definitie van elk type feestvuurwerkbestemd voor particulieren;3. een verplichte indeling van het feestvuurwerk datin België in de kleinhandel wordt gebracht door eenofficiële instantie, namelijk de Dienst der Springstoffenvan het FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie;4. een duidelijke en precieze etikettering voor elkproduct dat op de markt gebracht wordt.Ondanks al die beschermingsmaatregelen is deoudejaarsnacht van 31 december 2007 op 1 januari2008 tragisch geëindigd voor drie jongeren die iets namiddernacht over de E17 reden. Twee paarden dieopgeschrikt waren door het vuurwerk van een eindejaarsfeest,zijn toen losgebroken uit hun omheindeweide en op de autosnelweg terecht gekomen, en hetvoertuig dat uit tegenovergestelde richting kwam,heeft de dieren jammer genoeg niet kunnen ontwijken.Dit dramatisch verkeersongeval had nochtansgemakkelijk voorkomen kunnen worden, indien menenkele elementaire veiligheidsvoorschriften in acht hadgenomen. Dieren zijn in het algemeen bijzonder gevoeligvoor het lawaai van vuurwerk. De dieren raken ergemakkelijk door in paniek en kunnen zo ongevallenveroorzaken. Men hoeft dus alleen maar die fundamenteleregel na te leven en geen vuurwerk af te stekenin de nabijheid van dieren of deze paniekreacties tevoorkomen door de dieren opgesloten te houden of deburen en de landbouwers op tijd te verwittigen.1. Welke maatregelen zal u nemen om dergelijkeongevallen in de toekomst te voorkomen?Question n o 33 de M me Linda Musin du 29 avril 2008(Fr.) au ministre pour l’Entreprise et la Simplification:Dangerosité des feux d’artifice en présence d’animaux.De nombreux feux d’artifice sont tirés par des particulierslors d’événements comme les fêtes de find’année, les communions, la fête nationale, etc.Ce qui devrait être uniquement l’occasion de faire lafête se termine malheureusement parfois de manièretragique.De nombreuses mesures ont pourtant déjà été prisesafin de prévenir au mieux les accidents qui peuventsurvenir lors de l’utilisation d’artifice de joie.Une nouvelle réglementation sur les artifices de joiea d’ailleurs été adoptée en 2000. Elle s’articule autourde quatres axes principaux:1. fixation des conditions de vente et de débit;2. définition claire des différents types d’artificesdestinés aux particuliers;3. classement par le Service des Explosifs du SPFÉconomie de tout produit mis sur le marché de détailbelge;4. étiquetage précis et clair pour tous les produitsmis sur le marché.Ces différentes mesures de protection n’ont pourtantpas empêché que la nuit du réveillon 2007-2008 ne setermine tragiquement pour trois jeunes gens qui circulaientpeu après minuit sur l’autoroute E17. Deuxchevaux effrayés par les feux d’artifice lancés àl’occasion du réveillon se sont échappés de leur encloset se sont retrouvés sur l’autoroute, la voiture venanten face n’a malheureusement pu les éviter.Ce dramatique accident aurait pourtant pu être facilementévité moyennant le respect de règles de sécuritéélémentaires. Les animaux en général sont particulièrementsensibles aux bruits engendrés par les feuxd’artifice. D’importants mouvements de paniquepeuvent en découler et causer de tels accidents. Il suffitdonc de respecter cette règle essentielle qui est d’éviterde tirer des feux d’artifice à proximité d’animaux oude prévenir ces mouvements de panique en maintenantles animaux enfermés ou en prévenant à temps lesvoisins et les agriculteurs.1. Quelles sont les mesures que vous envisagez deprendre afin de prévenir à l’avenir ce type d’accident?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4398 QRVA 52 0202 - 6 - 20082. Bent u van plan om het koninklijk besluit houdendealgemeen reglement betreffende het fabriceren,opslaan, onder zich houden, verkopen, vervoeren engebruiken van springstoffen te wijzigen?Antwoord van de minister voor Ondernemen enVereenvoudigen van 30 mei 2008, op de vraag nr. 33van mevrouw Linda Musin van 29 april 2008 (Fr.):Ik heb de eer het geachte lid het volgende teantwoorden.1. Over het algemeen gebeurt het aansteken vanfeestvuurwerk onder de volledige verantwoordelijkheidvan de particulier, terwijl het afschieten vanspektakelvuurwerk onder de verantwoordelijkheidvan de professionele vuurwerkmaker valt.Momenteel is er geen enkele federale reglementeringdie de veiligheid van het afschieten van spektakelvuurwerkregelt.Evenwel mag elk college van burgemeester en schepenenhet afschieten van vuurwerk op het grondgebiedvan zijn gemeente reglementeren door het uitwerkenvan specifieke regels die door de particulieren en deprofessionelen moeten nageleefd worden.De gemeenten mogen dus op elk ogenblik en omverschillende veiligheidsredenen het afschieten vanvuurwerk verbieden.2. In verband met het koninklijk besluit van 23 september1958 houdende algemeen reglement betreffendehet fabriceren, opslaan, onder zich houden,verkopen, vervoeren en gebruiken van springstoffen iseen Interministeriële Economische Commissie (IEC)een eerste keer samengekomen ter voorbereiding vande wijzigingen die op meerdere niveaus nodig zijn.De wijzigingen zijn verantwoord door verschillendeelementen: verduidelijking van de bevoegdheidsverdelingtussen de gewestelijke en de federale instellingenenerzijds en omzetting van de dienstenrichtlijn2006/123/EG en de vuurwerkrichtlijn 2007/23/EGanderzijds.Met name in deze context is een indeling van hetvuurwerk in vier categorieën voorzien.Elke categorie zal bedoeld zijn voor gebruikers,gaande van de particulier van minstens 12 jaar oud totde professionelen wiens bevoegdheid door elke lidstaatzal moeten erkend zijn.Daarenboven zal in hetzelfde kader opgelegdworden om specifieke wettelijke regels uit te werkendie de voorbereiding en de veiligheid van het afstekenhet spektakelvuurwerk regelen.2. Pouvez-vous envisager de modifier l’arrêté royaldu 23 septembre 1958 portant règlement général sur lafabrication, l’emmagasinage, la détention, le débit, letransport et l’emploi des produits explosifs?Réponse du ministre pour l’Entreprise et la Simplificationdu 30 mai 2008, à la question n o 33 deM me Linda Musin du 29 avril 2008 (Fr.):J’ai l’honneur de donner au membre estimé laréponse suivante.1. En règle générale, la mise en œuvre des artificesde joie est réalisée sous l’entière responsabilité duparticulier, tandis que le tir d’artifices de spectaclerelève de la responsabilité de l’artificier professionnel.À l’heure actuelle, aucune réglementation fédéralene règle la sécurité des tirs d’artifices de spectacle.Cependant, chaque collège des bourgmestre et échevinspeut réglementer les tirs de feux d’artifices sur leterritoire de sa commune en émettant des règles spécifiquesauxquelles les particuliers et professionnelsdoivent se soumettre.Les communes peuvent donc à tout moment et pourdiverses raisons de sécurité ou de sûreté interdire lestirs d’artifices.2. Concernant l’arrêté royal du 23 septembre 1958portant règlement général sur la fabrication,l’emmagasinage, la détention, le débit, le transport etl’emploi des produits explosifs, une CommissionÉconomique Interministérielle (CEI) s’est réunie unepremière fois pour préparer les modifications nécessairesà différents niveaux.Les modifications sont justifiées par plusieurs éléments:clarification de la répartition des compétencesentre les institutions régionales et fédérales d’une partet transposition des directives services 2006/123/CE etartifices 2007/23/CE d’autre part.Dans ce contexte notamment, une classification desfeux d’artifices en quatre catégories est prévue.Chacune des catégories sera réservée à des utilisateursallant du particulier de 12 ans au moinsjusqu’aux professionnels dont la compétence devraêtre reconnue par chaque État membre.Complémentairement, il sera imposé dans le mêmecadre d’émettre des règles légales spécifiques applicablesà la mise en œuvre et à la sécurité des tirs de feuxd’artifices de spectacle.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 43992 - 6 - 2008DO 2007200803421 DO 2007200803421Vraag nr. 34 van mevrouw Nathalie Muylle van30 april 2008 (N.) aan de minister voor Ondernemenen Vereenvoudigen:Wereldhandel. — Landbouw en industriële goederen.De voorzitters van de werkgroepen landbouw enindustriële goederen in de DOHA-ronde publiceerdenonlangs nieuwe teksten. Die teksten moeten uitmondenin een breed politiek akkoord over de liberaliseringvan de wereldhandel voor beide soorten goederen.De problemen in het landbouwdossier zouden zogoed als opgelost zijn. Europa zou zowel de internesubsidies als de importtarieven op voedsel uit derdelanden substantieel laten dalen.Question n o 34 de M me Nathalie Muylle du 30 avril2008 (N.) au ministre pour l’Entreprise et laSimplification:Commerce mondial. — Agriculture et biens industriels.Les présidents des groupes de travail Agriculture etBiens industriels de la ronde de DOHA ont récemmentpublié de nouveaux textes. Ces textes doivent débouchersur un large accord politique relatif à la libéralisationdu commerce mondial pour les deux types debiens. Les problèmes dans le dossier agricole seraientquasiment résolus. L’Europe déciderait d’une diminutionsubstantielle à la fois des subventions internes etdes droits à l’importation de biens alimentaires despays du Tiers-Monde.1. Klopt bovenstaande informatie? 1. Ces informations sont-elles exactes?2. Wat is de stand van zaken in het DOHAoverleg?Antwoord van de minister voor Ondernemen enVereenvoudigen van 30 mei 2008, op de vraag nr. 34van mevrouw Nathalie Muylle van 30 april 2008 (N.):Ik heb de eer het geachte lid het volgende teantwoorden.1 en 2. De voorzitters van de onderhandelingsgroepenFalconer (landbouw) en Don Stephenson(«non agricultural market access of NaMa») hebbenop 8 februari 2008 elk een tekst neergelegd die eenstand van zaken weergeeft. Op dit ogenblik wordendeze in de respectieve onderhandelingsgroepen besproken.Men kan al onmiddellijk spreken van een globaalonevenwicht, in die zin dat er nog geen documentenneergelegd zijn voor de drie andere belangrijkethema’s, namelijk diensten, vereenvoudiging van dehandel en «rules». Het is niet duidelijk tegen wanneernieuwe onderhandelingsteksten, voor al de onderwerpenop tafel zullen liggen, zodat beter over het globaleevenwicht geoordeeld kan worden. Een nieuweNaMa-tekst lijkt er evenwel aan te komen.Tussen de markttoegang voor landbouwproductenen markttoegang voor industrieproducten vinden weeen tweede onevenwicht terug. In 2005 werd in HongKong een parallellisme aanvaard. Nu kan vastgesteldworden dat het ambitieniveau voor markttoegangvoor landbouwproducten veel hoger is dan voorNaMa. Het document van Don Stephenson lijkt mijeerder een consolidatie van de markttoegang waarvande Europese bedrijven momenteel genieten, zeker naarde opkomende landen toe, gelet op de hoge coëfficiëntendie voorgesteld worden inzake tariefreductie. Men2. Où en sont les négociations de DOHA?Réponse du ministre pour l’Entreprise et la Simplificationdu 30 mai 2008, à la question n o 34 deM me Nathalie Muylle du 30 avril 2008 (N.):J’ai l’honneur de donner au membre estimé laréponse suivante.1 et 2. Les présidents des groupes de négociationFalconer (agriculture) et Don Stephenson («non agriculturalmarket access of NaMa») ont déposé chacunle 8 février 2008 un texte qui expose la situation.Actuellement, ces textes sont examinés dans les groupesrespectifs de négociation.On peut immédiatement parler d’un déséquilibreglobal puisqu’aucun document n’a été déposé pour les3 autres principaux thèmes, à savoir les services, lasimplification du commerce et les «règles». Commeon ignore quand ces nouveaux textes de négociationpour tous les sujets seront sur la table, il est préférablede considérer l’équilibre global. Un nouveau texteNaMa semble toutefois être en gestation.Nous constatons un deuxième déséquilibre entrel’accès au marché pour les produits agricoles et celuipour les produits industriels. En 2005, à Hong Kong,un parallélisme a été accepté. Nous remarquonsaujourd’hui que les ambitions pour l’accès au marchédes produits agricoles sont nettement plus fortes quepour NaMa. Le document de Don Stephenson mesemble plutôt être une consolidation de l’accès aumarché dont les entreprises européennes profitent ence moment, surtout en ce qui concerne les pays émergents,vu les coefficients élevés qui sont proposés enKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4400 QRVA 52 0202 - 6 - 2008zou zelfs kunnen spreken van een achteruitgang aangezienhet document geen indicatie meer geeft over deflexibiliteit waarvan de ontwikkelingslanden kunnengenieten; het is te zeggen de mate dat de ontwikkelingslandenmogen afwijken van de resultaten die doorhet toepassen van de overeen te komen formule bekomenworden.Wat dit laatste betreft gaan de onderhandelingen inde richting van lagere coëfficiënten in ruil voor meerflexibiliteit. De regering zal er dan ook over waken dataan de offensieve belangen van de Belgische ondernemingenzoveel als redelijk mogelijk wordt tegemoetgekomen.Ten slotte kan men binnen het landbouwluik eenderde onevenwicht terug vinden en met name tussende verschillende pijlers:— de Europese eis om over niet-handelsgerelateerdebekommernissen te onderhandelen is niet in detekst opgenomen;— wat markttoegang en interne steun betreft lijkt mijdat de grenzen van het mandaat van de Commissievan oktober 2005 bereikt zijn. De Europese Unieheeft heel wat inspanningen ter zake geleverd.Verder zijn er nog problemen inzake de definitievan gevoelige producten, tropische producten,enzovoort;— inzake exportconcurrentie moeten nog veel inspanningengeleverd worden opdat alle vormenvan exportsteun onder WTO-discipline vallen.Op dit ogenblik is het nog niet duidelijk hoe deonderhandelingen verder zullen verlopen. Sommigeleden zijn van oordeel dat snel overgegaan kan wordentot «horizontale onderhandelingen», andere willen devoorliggende teksten nog verder verfijnen.Een ministeriële conferentie van de WTO eind juni2008 wordt niet uitgesloten.matière de réduction des tarifs. On pourrait mêmeparler d’un recul vu que le document ne donne plusaucune indication sur la flexibilité dont les pays envoie de développement peuvent bénéficier.Par’flexibilité’, j’entends la possibilité pour les pays envoie de développement de déroger aux résultats quipeuvent être obtenus en appliquant la formule convenue.Pour ce qui est de cette dernière, les négociationss’orientent vers une réduction des coefficients enéchange d’une flexibilité accrue. Le gouvernement vadonc veiller à tenir compte le plus raisonnablementpossible des intérêts offensifs des entreprises belges.Enfin, le troisième déséquilibre se situe au niveau duvolet agriculture entre les différents piliers:— l’exigence européenne de négocier sur les préoccupationsnon commerciales n’est pas reprise dans letexte;— s’agissant de l’accès au marché et de l’aide interne,il me semble que les limites du mandat de laCommission donné en octobre 2005 sont atteintes.L’UE a fourni de multiples efforts en la matière. Enoutre, la définition des produits sensibles, desproduits tropicaux, etc. pose problème;— s’agissant de la concurrence pour les exportations,de nombreux efforts sont encore nécessaires cartoutes les formes d’aide à l’exportation relèvent dela discipline OMC.Actuellement, on ignore encore comment les négociationsvont se poursuivre. Certains membres estimentqu’il faut rapidement passer à des «négociationshorizontales», d’autres souhaitent encore affiner lestextes existants.Une conférence ministérielle de l’OMC fin juin 2008n’est pas à exclure.DO 2007200803453 DO 2007200803453Vraag nr. 36 van de heer Guido De Padt van 30 april2008 (N.) aan de minister voor Ondernemen enVereenvoudigen:Tarieven voor telefoneren van vast naar mobiel. —Verlagingen van de MTR’s.De tarieven voor telefoneren van vast naar mobielzijn al jaren lang hoog. De reden hiervoor zijn de hogeinterconnectietarieven die de mobiele operatoren aande vaste operatoren aanrekenen om een gesprek opQuestion n o 36 de M. Guido De Padt du 30 avril 2008(N.) au ministre pour l’Entreprise et la Simplification:Tarifs pour appeler d’un téléphone fixe vers un téléphonemobile. — Baisses des MTR.Depuis des années, les tarifs pour appeler d’un téléphonefixe vers un téléphone mobile sont élevés. Cecoût élevé est dû aux tarifs d’interconnexion importants,les «MTR» (ou Mobile Termination Rates),KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 44012 - 6 - 2008hun netwerk te beëindigen, de zogenaamde MTR(Mobile Termination Rates).Het Belgische Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie(BIPT) heeft al enige tijd geleden eenschema opgelegd om te komen tot een verlaging vandeze tarieven. Een eerste verlaging werd eind 2006 —begin 2007 opgelegd zodat volgens de gebruikersorganisatieBeltug de interconnectietarieven met 40 % zijngedaald. Deze daling wordt echter niet of nauwelijksdoor de vaste operatoren doorgerekend aan de klanten.Midden december 2007 besliste het BIPT de MTR’svan Proximus, Mobistar en Base vanaf februari 2008 tehalveren om zo de assymmetrie tussen de drie operatorenweg te werken. Ook Belgacom vraagt dat de tarievenvan Proximus en Mobistar worden gelijkgeschakelden dat het tariefverschil met Base nog maximaal10 % zou bedragen. Op vraag van Base, de kleinsteoperator, schorste het hof van beroep echter de opgelegdehalvering.1.a) In welke mate zijn de zogenaamde «mobile terminationrates» (MTR’s) intussen gedaald?b) Welke operatoren rekenen deze daling door aanhun klanten, en welke operatoren niet?c) Welke argumenten worden aangehaald om dit niette doen?2. Het BIPT kan enkel ten aanzien van operatorenin een machtspositie op de markt ingrijpen in de kleinhandelsprijzen.In principe zou dit voldoende moetenzijn omdat de lagere tarieven van de dominante operatorook de anderen ertoe zou moeten aanzetten huntarieven te verlagen. Dit blijkt niet het geval.Over welke middelen beschikt het BIPT om ervoorte zorgen dat de concurrentie ook in dit geval tengoede komt aan de gebruiker?3.a) Wat is de planning van het BIPT ten aanzien vantoekomstige verlagingen van de MTR’s?que les opérateurs de téléphonie mobile imputent auxopérateurs fixes pour qu’un appel aboutisse sur leurréseau.Il y a quelque temps déjà, l’Institut belge des servicespostaux et des télécommunications (IBPT) avaitimposé un calendrier pour la baisse de ces tarifs. Unepremière baisse, imposée fin 2006 -début 2007, avaitainsi, selon l’association d’utilisateurs Beltug (BelgianTelecommunications Users Group), conduit à unebaisse de 40 pour cent des tarifs d’interconnexion.Toutefois, cette réduction n’a pas, ou à peine, étérépercutée par les opérateurs fixes sur les clients.À la mi-décembre 2007, l’IBPT a décidé de réduirede moitié les MTR de Proximus, Mobistar et Base àpartir de février 2008 pour mettre fin à l’asymétrieentre les trois opérateurs. Belgacom aussi demande unalignement des tarifs de Proximus et Mobistar, ainsique la réduction de la différence tarifaire avec Base àun taux maximum de 10 %. Toutefois, à la demandede Base, le plus petit opérateur, la cour d’appel asuspendu la réduction de moitié qui avait été imposée.1.a) Dans quelle mesure les «mobile termination rates»(ou MTR) ont-ils entre-temps baissé?b) Quels sont les opérateurs qui répercutent cettebaisse sur leurs clients et quels sont ceux qui ne lefont pas?c) Quels arguments avancent les opérateurs qui ne lefont pas?2. L’IBPT ne peut intervenir au niveau des prix dudétail que vis-à-vis des opérateurs occupant une positiondominante sur le marché. En principe, cela devraitsuffire car des tarifs plus bas pratiqués par l’opérateurdominant devraient également inciter les autres opérateursà appliquer une baisse de leurs tarifs. Il apparaîtque ce n’est pas le cas.De quels moyens l’IBPT dispose-t-il pour veiller à ceque dans ce cas également la concurrence profite àl’utilisateur?3.a) Quel est le planning de l’IBPT par rapport auxfutures baisses des MTR?b) Gaan de geplande dalingen nog door? b) Les baisses prévues sont-elles toujours d’actualité?c) Wordt er gestreefd naar het wegwerken van de verschillenin tarieven tussen de verschillende operatorenzoals dat in de meeste Europese landen hetgeval is?Antwoord van de minister voor Ondernemen enVereenvoudigen van 30 mei 2008, op de vraag nr. 36van de heer Guido De Padt van 30 april 2008 (N.):Ik heb de eer het geachte lid het volgende teantwoorden.c) Vise-t-on à éliminer les différences entre les tarifsdes différents opérateurs, comme c’est le cas dansla plupart des pays européens?Réponse du ministre pour l’Entreprise et la Simplificationdu 30 mai 2008, à la question n o 36 deM. Guido De Padt du 30 avril 2008 (N.):J’ai l’honneur de donner au membre estimé laréponse suivante.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4402 QRVA 52 0202 - 6 - 20081.a) Na het arrest van 4 april 2008 van het hof vanberoep van Brussel, waarin de schorsing werd uitgesprokenvan het besluit van 18 december 2007van het BIPT betreffende de aanpassing van deMTR-tarieven op 1 februari 2008, heeft het BIPTop 29 april 2008 een nieuw besluit aangenomenbetreffende markt 16 van de gespreksafgifte opmobiele netwerken. Dat nieuwe besluit heeft vanaf1 mei 2008 de MTR-tarieven toepasselijk gemaaktdie in het oorspronkelijke ontwerpbesluit van hetBIPT betreffende markt 16 (vóór de negatieveopmerkingen van de Europese Commissie) warengepland voor het jaar 2008. De algemene weerslagvan die nieuwe tarieven op de Belgische markt ispraktisch equivalent aan die van de tarieven van1 februari 2008 die door het hof van beroep zijngeschorst. Het enige verschil betreft de mate vanasymmetrie tussen de mobiele operatoren en niethet gemiddelde niveau van de tarieven in kwestie.b) In het kader van de analyse van de markt voorvaste telefonie is alleen Belgacom, als operator meteen sterke machtspositie op die markt, in principeonderworpen aan een verplichting om in zijnretailtarieven de tariefaanpassingen door te berekenendie op wholesaleniveau hebben plaatsgevonden.De overige vaste operatoren mogen hunretailtarieven vrij vaststellen. Zij nemen in hetalgemeen een afwachtende houding aan en passenhun tarieven pas aan nadat Belgacom dat zelf heeftgedaan. Sedert de toepassing van de nieuwe reguleringvan de MTR-tarieven door het BIPT in hetkader van het besluit van 11 augustus 2006 betreffendemarkt 16 blijkt evenwel dat Belgacom diedoorberekening van de tarieven slechts gedeeltelijken met vertraging uitvoert. Het BIPT heeft Belgacomdaarvoor verscheidene ingebrekestellingenverstuurd en het dossier maakt nu het voorwerp uitvan een gerechtelijke procedure voor het hof vanberoep van Brussel.c) Belgacom betwist de verplichting om de verlagingenvan de MTR-tarieven «integraal» door teberekenen. Belgacom argumenteert ook dat zijnprijzen op een niveau liggen dat vergelijkbaar ismet dat van andere Belgische en buitenlandseoperatoren. Belgacom en de alternatieve vasteoperatoren halen bovendien de rechtsonzekerheidaan omtrent de besluiten die de mobiele operatorenverplichten om hun MTR-tarieven te verlagen.Gelet op de nog hangende verzoekschriften totnietigverklaring die de drie mobiele operatorenhebben ingediend tegen de besluiten van het BIPTbetreffende markt 16 (in het bijzonder tegen hetvoornaamste besluit van augustus 2006), leggen demobiele operatoren aan hen in hun interconnectieovereenkomsteneen clausule op die tot doel1.a) Suite à l’arrêt du 4 avril 2008 de la cour d’appel deBruxelles, prononçant la suspension de la décisiondu 18 décembre 2007 de l’IBPT concernantl’adaptation des tarifs MTR en date du 1 er février2008, l’IBPT a adopté le 29 avril 2008 une nouvelledécision relative au marché 16 de la terminaisond’appels sur les réseaux mobiles. Cette nouvelledécision a rendu applicables, à partir du 1 er mai2008, les tarifs MTR prévus pour l’année 2008dans le projet initial de décision de l’IBPT sur lemarché 16 (avant les commentaires négatifs de laCommission européenne). L’impact global sur lemarché belge de ces nouveaux tarifs est pratiquementéquivalent à celui des tarifs du 1 er février2008 qui ont été suspendus par la cour d’appel. Laseule différence concerne le degré d’asymétrie entreles opérateurs mobiles et non le niveau moyen destarifs en question.b) Dans le cadre de l’analyse du marché de la téléphoniefixe, seul Belgacom, en tant qu’opérateur puissantsur ce marché, est soumis en principe à uneobligation de répercussion dans ses tarifs retail desadaptations tarifaires intervenues au niveau wholesale.Les autres opérateurs fixes sont libres quant àla fixation de leurs tarifs de détail. Ils adoptent engénéral une attitude attentiste et adaptent leurstarifs seulement lorsque Belgacom l’a fait ellemême.Depuis la mise en œuvre de la nouvellerégulation des tarifs MTR par l’IBPT, dans lecadre de la décision du 11 août 2006 relative aumarché 16, il appert cependant que Belgacom neprocède à ces répercussions tarifaires que demanière partielle et différée. L’IBPT a envoyé plusieursmises en demeure à Belgacom à ce sujet et cedossier fait actuellement l’objet d’une procédurejudiciaire devant la cour d’appel de Bruxelles.c) Belgacom conteste l’obligation de répercuter«intégralement» les diminutions des tarifs MTR.Belgacom argumente également que ses prix sont àun niveau comparables à celui d’autres opérateursbelges ou étrangers. Belgacom et les opérateursfixes alternatifs invoquent en outre l’insécuritéjuridique qui entoure les décisions imposant auxopérateurs mobiles de réduire leurs tarifs MTR.Eu égard aux requêtes en annulation, toujourspendantes, intentées par les trois opérateurs mobilesà (’encontre des décisions de l’IBPT relatives aumarché 16 (en particulier contre la décision principaledu mois d’août 2006), les opérateurs mobilesimposent, dans leurs contrats d’interconnexion,une clause visant à leur permettre d’appliquerrétroactivement les tarifs antérieurs aux décisionsKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 44032 - 6 - 2008heeft hen in staat te stellen om de tarieven van voorde besluiten van het BIPT met terugwerkendekracht toe te passen ingeval die besluiten door hetgerecht nietig worden verklaard.2. Zoals de grote moeilijkheden met Belgacomgetuigen (zie vraag 1 hierboven) zijn de bevoegdhedenvan het BIPT om in de retailtarieven in te grijpen,uiterst beperkt. Het gevaar bestaat overigens dat diegeringe bevoegdheden bijna helemaal teniet zullenworden gedaan door het ontwerp van nieuw regelgevingskaderdat momenteel door de Europese Commissiewordt voorbereid. Enkel de mededingingsautoriteiten(Raad voor de Mededinging) zullen daneventueel nog kunnen ingrijpen in de retailtarieven.3.a) Zoals uitgelegd bij vraag 1, heeft het nieuwebesluit van het BIPT van 29 april 2008 de MTRtarievenvoor het jaar 2008 vastgesteld, met tariefaanpassingenop 1 mei 2008 en 1 juli 2008. Na hetarrest van 4 april 2008 van het hof van beroep vanBrussel is het ontwerp van nieuw besluit, dat ookop het jaar 2009 betrekking had, door het BIPTopgegeven.b) De nieuwe tarieven zijn bij de betrokken operatorenvan toepassing sedert 1 mei 2008 en zullenopnieuw worden aangepast op 1 juli 2008. Er isechter nog steeds gevaar voor een schorsing of zelfsnietigverklaring na een eventuele rechtszaak dievoor het hof van beroep zou worden aangespannen.Er moet trouwens worden onderstreept dathet voornaamste besluit betreffende markt 16,namelijk dat van 11 augustus 2006, nu nog altijdhet voorwerp uitmaakt van een vordering totnietigverklaring vanwege de drie mobiele operatoren:een arrest van het hof van beroep van Brusselover dat basisbesluit wordt echter in het bestegeval pas in 2009 verwacht.c) De rechtspraak die het hof van beroep van Brusselin zijn arrest van 4 april 2008 heeft gecreëerd, gaatvolledig in tegen de Europese ontwikkeling. DeEuropean Regulators Group (ERG) heeft immersin zijn gemeenschappelijk standpunt van 29 februari2008 de tarifaire symmetrie van de MTR-lastenaanbevolen en ook de Europese Commissie beveeltmomenteel dat principe van tarifaire symmetriegebaseerd op de kosten van een efficiënte operator,aan, zowel in haar opmerkingen aan de NRl’s vande lidstaten van de Europese Unie (in het bijzonderin haar brieven aan het BIPT), als in haar ontwerpvan aanbeveling die nu in de maak is over de reguleringvan de lasten voor gespreksafgifte inEuropa. Het hof van beroep van Brussel heeftdaarentegen het begrip «kostenbasering»geïnterpreteerd in die zin dat elke betrokken operatorzijn MTR-tarief afstemt op zijn eigen werkelijkekosten (die vanzelfsprekend voor de driede l’IBPT en cas d’annulation de celles-ci par laJustice.2. Comme en témoignent les importantes difficultéséprouvées avec Belgacom (voir question 1 ci-dessus),les pouvoirs d’intervention de l’IBPT en matière detarifs retail sont extrêmement limités. Ces maigrespouvoirs risquent d’ailleurs d’être pratiquementanéantis avec le projet de nouveau cadre réglementaireactuellement préparé par la Commission européenne.Seules les autorités de concurrence (Conseil de la Concurrence)pourront encore intervenir, le cas échéant,sur les tarifs de détail.3.a) Comme expliqué sous la question 1, la nouvelledécision de l’IBPT du 29 avril 2008 a fixé les tarifsMTR pour l’année 2008, avec des adaptations tarifairesaux dates du 1 er mai 2008 et du 1 er juillet2008. Suite à l’arrêt du 4 avril 2008 de la Courd’Appel de Bruxelles, le projet de nouvelle décisionqui portait également sur l’année 2009 a été abandonnépar l’IBPT.b) Les nouveaux tarifs sont en application par lesopérateurs concernés depuis le 1 er mai 2008 etseront à nouveau adaptés le 1 er juillet 2008. Ilexiste cependant toujours un risque de suspensionvoire d’annulation suite à une éventuelle procédurejudiciaire qui serait entamée devant la Courd’Appel. Il faut d’ailleurs souligner que la décisionprincipale relative au marché 16, à savoir celle du11 août 2006, fait toujours actuellement l’objet derecours en annulation de la part des trois opérateursmobiles: un arrêt de la cour d’appel deBruxelles au sujet de cette décision de base n’estcependant pas attendu, dans le meilleur des cas,avant l’année 2009.c) La jurisprudence créée par la cour d’appel deBruxelles dans son arrêt du 4 avril 2008 s’inscritcomplètement à l’encontre de l’évolution européenne.En effet, le Groupe des Régulateurs Européens(ERG) a prôné la symétrie tarifaire des chargesMTR dans sa position commune du 29 février2008 et la Commission européenne recommandeaussi actuellement ce principe de symétrie tarifaire,fondé sur les coûts d’un opérateur efficace, tantdans ses observations formulées aux ARN desÉtats Membres de l’Union européenne (en particulierdans ses lettres à l’IBPT) que dans son projetde recommandation actuellement en préparationconcernant la régulation des charges de terminaisonen Europe. Par contre, la cour d’appel deBruxelles a interprété la notion d’orientation surles coûts comme impliquant, pour chaque opérateurconcerné, l’alignement de son tarif MTR surses coûts propres réels (lesquels son évidemmentKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4404 QRVA 52 0202 - 6 - 2008mobiele opeatoren anders zijn): die rechtspraakvan het hof van beroep van Brussel maakt hetbijgevolg in België onmogelijk om te voldoen aanhet principe van symmetrie dat wordt voorgestaanop Europees niveau en momenteel wordt toegepastdoor een toenemend aantal regulerende instantiesin Europa.différents pour les trois opérateurs mobiles): cettejurisprudence de la cour d’appel de Bruxelles rendpar conséquent impossible en Belgique le respectdu principe de symétrie prôné au niveau européenet mis actuellement en ouvre par un nombre croissantd’autorités de régulation en Europe.DO 2007200803457 DO 2007200803457Vraag nr. 37 van de heer Jean-Marc Nollet van30 april 2008 (Fr.) aan de minister voor Ondernemenen Vereenvoudigen:Brandstofprijzen. — Prijs van ruwe aardolie.Vele burgers hebben mij recentelijk geïnterpelleerdover de evolutie van de prijs van ruwe aardolie en vanbrandstoffen aan de pomp. Parallel met de sterkeappreciatie van ruwe aardolie in New York sindsbegin 2007 is de dollar fors in waarde gedaald ten opzichtevan de euro. Sinds januari 2007 is de «LightSweet Crude Oil», die genoteerd staat op de effectenbeursvan New York, immers met ruim 100 % geapprecieerd,terwijl de dollar met ongeveer 20 % gedeprecieerdis ten opzichte van de euro. De aanhoudendedepreciatie van de dollar ten opzichte van de eurosinds 2001 heeft de terugslag van de stijgende olieprijzenop de Belgische en Europese economie sterk afgezwakt.Sedert 2001 is de prijs van brandstoffen aan depomp eveneens fors gestegen.Question n o 37 de M. Jean-Marc Nollet du 30 avril2008 (Fr.) au ministre pour l’Entreprise et laSimplification:Prix des carburants. — Cours du pétrole brut.Récemment, j’ai été interpellé par de nomreux citoyensau sujet de l’évolution des cours du pétrole brut etdes carburants à la pompe. Parallèlement àl’appréciation très importante du pétrole brut à New-York depuis le début de l’année 2007, le dollar s’estfortement déprécié face à l’euro. En effet, depuisjanvier 2007 le «Light Sweet Crude Oil» coté à labourse des valeurs marchandes de New-York s’estapprécié d’un peu plus de 100 % alors que le dollars’est quant à lui déprécié de près de 20 % face à l’euro.La dépréciation constante du billet vert face à lamonnaie européenne depuis 2001 a largement atténuél’impact de la hausse des cours du pétrole surl’économie belge et européenne. Depuis 2001 le prixdes carburants à la pompe a également fortementaugmenté.1. Kunt u de volgende gegevens meedelen: 1. Pourriez-vous communiquer:a) de wekelijkse gemiddelde koers van de «LightSweet Crude Oil» in euro sinds 1 januari 2001;b) de officiële wekelijkse benzineprijzen, exclusiefbtw, van «super 95 RON 10 ppm», «super 98RON 10 ppm» en «diesel 10 ppm» sinds 1 januari2001;c) de gemiddelde jaarlijkse winstmarge van elke schakelvan de distributieketen van brandstoffen sinds1 januari 2001?2.a) Vindt u, op grond van voornoemde gegevens, destijging van de brandstofprijzen aan de pompgewettigd, en kan zulks uitsluitend verklaardworden door de reële prijsstijging van ruwe aardolie?b) Zo ja, waarom? b) Si oui, pourquoi?c) Zo niet, zal u dan artikel 2, § 2 van de wet van22 januari 1945 betreffende de economische reglementeringen de prijzen toepassen?a) le cours moyen hebdomadaire du «Light SweetCrude Oil» exprimé en euros depuis le 1 er janvier2001;b) le prix officiel hebdomadaire hors TVA del’essence «Super 95 RON 10ppm», «Super 98RON 10 ppm» et du «Diesel 10 ppm» depuis le1 er janvier 2001;c) la marge bénéficiaire annuelle moyenne de chaquemaillon de la chaîne de distribution de carburantsdepuis le 1 er janvier 2001?2.a) estimez-vous, sur la base des éléments susmentionnés,que l’appréciation du prix des carburants à lapompe est légitime et s’explique uniquement parl’appréciation réelle du cours du pétrole brut?c) Si non, envisagez-vous d’appliquer l’article 2, § 2de la loi du 22 janvier 1945 sur la réglementationéconomique et les prix?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 44052 - 6 - 2008Antwoord van de minister voor Ondernemen enVereenvoudigen van 30 mei 2008, op de vraag nr. 37van de heer Jean-Marc Nollet van 30 april 2008 (Fr.):1.a) Zie hierna volgende grafiek met de recente koersevolutievan de «Dated Brent».Réponse du ministre pour l’Entreprise et la Simplificationdu 30 mai 2008, à la question n o 37 de M. Jean-Marc Nollet du 30 avril 2008 (Fr.):1.a) Cf. graphique ci-dessous reprenant l’évolutionrécente du cours du pétrole brut «dated brent».b) Het geachte lid vindt hierbij een bestand in XL metdoor hem gevraagde evolutie van de maximumprijzenvan sommige producten. Hierbij dient opgemerktdat de motorbrandstoffen 10ppm pas bestaansinds oktober 2006 (diesel) en november 2006(benzines).b) L’honorable membre trouvera ci-dessous un graphiquereprenant l’évolution du prix maximummoyen mensuel des carburants demandés pour lapériode de décembre 2006 à avril 2008. Il est ànoter que les carburants 10ppm existent seulementdepuis octobre 2006 (Gasoil) et novembre 2006(essences).(benzines).c) De winstmarge in elke schakel van de distributieketenis ons onbekend. Wij kennen enkel de distributiemargedie door de Programma-overeenkomstgewaarborgd wordt voor de zaakvoerder/uitbatervan het tankstation.c) La marge bénéficiaire de chaque maillon de lachaîne nous est inconnue. Nous ne disposons quela marge de distribution garantie par le Contrat deprogramme pour un gérant/exploitant de stationservice.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4406 QRVA 52 0202 - 6 - 20082.a) en b) De maximumprijzen voor aardolieproductenworden in België bepaald door het mechanismedat beschreven staat in de Programmaovereenkomst.In de praktijk betekent ditdat de ambtenaren van de algemene directieEnergie van de FOD Economie, Middenstanden Energie elke dag op basis van de noteringenvan de aardolieproducten op de markt vanRotterdam (referentienotering voor Noord-West-Europa) en van de dollarkoers tenaanzien van de euro (aangeleverd door deEuropese Centrale Bank) de waarde van deverschillende aardolieproducten berekenen.De noteringen evolueren in functie van de marktvan het betrokken olieproduct (benzine, diesel, LPG,enzovoort) en het verband tussen deze noteringen eneen vat ruwe olie is verre van eenvoudig: zo kan dekoers van een vat olie stijgen maar kan de prijs van eenproduct te Rotterdam dalen. Het gebeurt soms dataardolieproducten evolueren in tegengestelde zin endat bij voorbeeld de dieselprijs stijgt terwijl de benzineprijsdaalt.De prijs van ruwe olie is dus niet de enige factor diede prijs van het eindproduct bepaalt. Zo zijn er ookfactoren die betrekking hebben op de productie vanolieproducten (moeilijkheden in de raffinaderijen) ofdie de vraag bepalen (zoals een strenge winter).c) Elke wijziging van de distributiemarge dient tegebeuren via een aanhangsel bij de Programmaovereenkomst.2.a) et b) Les prix maxima des produits pétroliers enBelgique sont régis par le mécanisme décritdans le Contrat de programme. Concrètement,chaque jour ouvrable, les agents de ladirection Générale de l’Énergie du SPF Économie,PME-Classes Moyennes et Énergie prennentles cotations des produits pétroliers sur lemarché de Rotterdam (cotation de référencepour la zone Nord-Ouest Europe) et le coursdu Dollars face à l’Euro (fourni par la BanqueCentrale européenne) pour calculer une valeurdes différents produits pétroliers.Ces cotations évoluent selon le marché du produitpétrolier en question (essence, gasoil, gaz de pétroleliquéfié, etc.) et le lien entre ces cotations et le baril depétrole brut est loin d’être simple: ainsi le cours dubaril peut augmenter, mais le prix d’un produit àRotterdam peut diminuer. Parfois, il est possible quedes produits pétroliers évoluent en sens contraire,comme par exemple une hausse du gasoil et une baissede l’essence.Donc, le prix du pétrole brut n’est pas le seul élémentinfluençant le prix du produit fini, et ilfaut tenircompte d’autres facteurs pouvant agir sur la productionde produits pétroliers (problème dans les raffineries)ou modifier la demande (comme un hiver rigoureux).c) Toute révision de la marge de distribution doits’effectuer via un avenant au Contrat de programme.DO 2007200803461 DO 2007200803461Vraag nr. 38 van mevrouw Carina Van Cauter van30 april 2008 (N.) aan de minister voor Ondernemenen Vereenvoudigen:Invoering van application-to-application in de ondernemingsloketten.De KBO-Wi is de WEB-interface aan de hand waarvangegevens met betrekking tot een bepaalde ondernemingin de Kruispuntbank voor ondernemingen(KBO) opgevraagd, ingevoerd of gewijzigd kunnenworden. Dankzij deze interface kan men ook zoekennaar een ondernemingsnummer, een rijksregisternummerof een bis-nummer. De toegang via deze interfacekan gemoduleerd worden naargelang de bevoegdheidvan het bestuur of de instantie aan wie toegang wordtverleend. Application-to-application is een geautomatiseerdsysteem voor het verwerken en bijwerken vaneen databank op basis van de gegevens van de KBO ofvice versa.Question n o 38 de M me Carina Van Cauter du 30 avril2008 (N.) au ministre pour l’Entreprise et laSimplification:Instauration du système «application-to-application»dans les guichets d’entreprises.L’application BCE-Wi est l’interface WEB à l’aidede laquelle des données relatives à une entreprisepeuvent être consultées, introduites ou modifiées dansla Banque-carrefour des entreprises (BCE). Cet interfacepermet également de rechercher un numérod’entreprise, un numéro du registre de la populationou un numéro bis. L’accès par le biais de cette interfacepeut être modulé en fonction des compétencesdont disposent l’administration ou l’instance qui bénéficiede l’accès. ’Application-to-application’ est unsystème automatisé pour le traitement et la mise à jourd’une banque de données en fonction des données dela BCE ou vice versa.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 44072 - 6 - 2008Er is al meerdere malen de vraag gesteld wanneer deapplication-to-application tot stand zou komen. Totnu toe was er blijkbaar nog onvoldoende informatieom de ontwikkeling van de application-to-applicationtot een grote werklastvermindering zal leiden voor deondernemingsloketten. Kan u meedelen wanneer dezeapplicatie van start zal gaan?Réponse du ministre pour l’Entreprise et la Simplificationdu 30 mai 2008, à la question n o 38 deM me Carina Van Cauter du 30 avril 2008 (N.):Ik heb de eer het geachte lid het volgende teantwoorden.De ontsluiting van KBO via «application-toapplication»is reeds meer dan twee jaar beschikbaarvoor de ondernemingsloketten, zowel voor de opvragingstransactiesvia de «KBO-webservice-consult» alsvoor de updatetransacties via de «KBO-webserviceupdate».Het gebruik van deze webservices vandaag isgering (1 loket gebruikt de update, 1 loket de consult)omdat de ondernemingsloketten zelf nog niet klaarzijn met de nodige ICT-ontwikkelingen om op dezemanier te werken.In het kader van de ontwikkeling van de nieuwe«KBO-WI» door de FOD Economie (die op 1 januari2008 in productie werd gesteld) werden de bestaandewebservices ook aangepast en herschreven in nauwesamenwerking met de ondernemingsloketten. Dezenieuwe webservices zijn op 31 maart 2008 in productiebeschikbaar gesteld voor de ondernemingsloketten envervangen aldus de bestaande webservices.La question se pose de savoir quand le systèmeapplication-to-application sera opérationnel. Jusqu’àprésent, les informations étaient manifestement insuffisantespour déterminer si le développement de cesystème entraînerait une réduction importante de lacharge de travail pour les guichets d’entreprises.Pouvez-vous préciser quand cette application seralancée?Antwoord van de minister voor Ondernemen enVereenvoudigen van 30 mei 2008, op de vraag nr. 38van mevrouw Carina Van Cauter van 30 april 2008(N.):J’ai l’honneur de donner au membre estimé laréponse suivante.Depuis plus de deux ans, l’accès à la BCE par lebiais du système «application-to-application» est disponiblepour les guichets d’entreprises, tant pour lestransactions d’interrogation via le service web «BCEconsult» que pour les transactions de mise à jour via leservice web «BCE update». À l’heure actuelle, l’usagede ces services web est restreint (1 guichet utilise lamise à jour, 1 guichet l’interrogation) étant donné queles guichets d’entreprises n’ont pas encore mis enœuvre les développements ICT nécessaires pour pouvoirtravailler de cette façon.Dans le cadre du développement de la nouvelle«BCE-WI» par le SPF Économie (qui a été mis enproduction le 1 er janvier 2008), les services web existantsont également été adaptés et remaniés en collaborationétroite avec les guichets d’entreprises. Ces nouveauxservices web ont été mis en production et à ladisposition des guichets d’entreprises le 31 mars 2008et remplacent donc les services web existants.Minister van Migratie- en asielbeleidMinistre de la Politique de migration et d’asileDO 2007200802415 DO 2007200802415Vraag nr. 1 van de heer Filip De Man van 8 april 2008(N.) aan de minister van Migratie- en asielbeleid:Vreemdelingen. — Illegalen. — Dringende medischehulpverlening.Ingevolge het koninklijk besluit van 12 december1996 betreffende de dringende medische hulp die doorde openbare centra voor maatschappelijk welzijnwordt verstrekt aan de vreemdelingen die onwettig inhet Rijk verblijven, is het recht op gezondheidszorgvoor illegale vreemdelingen beperkt tot het recht opQuestion n o 1 de M. Filip De Man du 8 avril 2008 (N.)à la ministre de la Politique de migration etd’asile:Étrangers. — Illégaux. — Aide médicale urgente.Conformément à l’arrêté royal du 12 décembre 1996relatif à l’aide médicale urgente octroyée par lescentres publics d’aide sociale aux étrangers qui séjournentillégalement dans le Royaume, le droit aux soinsde santé est limité pour les étrangers illégaux à l’aidemédicale urgente. Cette aide urgente peut couvrir desKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4408 QRVA 52 0202 - 6 - 2008urgente medische zorg. De zorg kan zowel van curatieveals van preventieve aard zijn en zowel ambulantals in een verpleeginstelling verstrekt worden. In principeworden alle medische tussenkomsten bedoeldwaarvoor RIZIV-nomenclatuur bestaat. Dat betekentdat irreguliere immigranten bijvoorbeeld ook rechthebben op in-vitrofertilisatie (IVF), abortus, prenataleconsultatie en borstvoedingsbegeleiding. De laatstejaren tijd is er sprake van een vervijfvoudiging. Ook inhet rapport «Irreguliere immigranten in België. Inbedding,uitsluiting en criminaliteit» van de ErasmusUniversiteit Rotterdam (2007) wordt aan deze problematiekaandacht besteed.1. Dient het begrip «dringende medische hulp» nietnader gepreciseerd en ingeperkt te worden teneindehet systeem betaalbaar te houden, misbruiken te vermijdenen het verschijnsel van «medisch toerisme»tegen te gaan?2.a) Waarom wordt «dringende medische hulp» nietbeperkt tot bepaalde medische zorgen?b) Bestaan er juridische bezwaren tegen een dergelijkebeperking?3. Bestaat er een overzicht van de medische zorgendie per jaar terugbetaald worden als dringende medischehulp?4.a) Bent u van mening dat IVF en abortus zijn aan temerken als dringende medische hulp?b) Hoe vaak worden deze ingrepen terugbetaald alsdringende medische hulp?Antwoord van de minister van Migratie- en asielbeleidvan 30 mei 2008, op de vraag nr. 1 van de heerFilip De Man van 8 april 2008 (N.):Het geachte lid vindt hieronder het antwoord opzijn vraag.De door het geachte lid aangehaalde problematiekbehoort tot de bevoegdheid van de minister vanSociale Zaken en Volksgezondheid. (Vraag nr. 192van 3 juni 2008.)soins de nature tant préventive que curative et peutêtre offerte de manière ambulatoire ou dans un établissementde soins. En principe, toutes les prestationsmédicales figurant dans la nomenclature INAMI sontvisées. Cela signifie que des immigrants en séjour irrégulieront également droit au remboursement de lafécondation in vitro (FIV), de l’avortement, desconsultations prénatales et de l’accompagnement del’allaitement. Au cours des dernières années, le recoursà ce système aurait quintuplé. Cette question a égalementfait l’objet du rapport de l’université Erasmus àRotterdam (2007) «Irreguliere immigranten in België.Inbedding, uitsluiting en criminaliteit» (Immigrationirrégulière en Belgique. Intégration, exclusion et criminalité).1. Ne conviendrait-il pas de préciser et de limiter lanotion d’«aide médicale urgente», pour préserver laviabilité du système, éviter les abus et contrer le phénomènedu «tourisme médical»?2.a) Pourquoi «l’aide médicale urgente» n’est-elle paslimitée à des soins de santé spécifiques?b) Existe-t-il des objections d’ordre juridique contreune telle limitation du champ d’application?3. Disposez-vous d’un aperçu des soins de santé quisont remboursés chaque année dans le cadre de l’aidemédicale urgente?4.a) La FIV et l’avortement peuvent-ils être considérés àvotre estime comme relevant de l’aide médicaleurgente?b) Combien de prestations de ce type sont rembourséesdans le cadre de l’aide médicale urgente?Réponse de la ministre de la Politique de migrationet d’asile du 30 mai 2008, à la question n o 1 deM. Filip De Man du 8 avril 2008 (N.):L’honorable membre trouvera ci-après la réponse àsa question.La problématique soulevée par l’honorable membrerelève de la compétence du ministre des Affaires socialeset de la Santé publique. (Question n o 192 du 3 juin2008.)DO 2007200802416 DO 2007200802416Vraag nr. 2 van de heer Filip De Man van 8 april 2008(N.) aan de minister van Migratie- en asielbeleid:Vreemdelingen. — Illegalen in opvangstructuren voorasielzoekers.In het rapport «Irreguliere immigranten in België.Inbedding, uitsluiting en criminaliteit» van de Eras-Question n o 2 de M. Filip De Man du 8 avril 2008 (N.)à la ministre de la Politique de migration etd’asile:Étrangers. — Personnes en séjour illégal résidant dansles structures d’accueil pour demandeurs d’asile.En 2007, l’université Erasmus de Rotterdam apublié un rapport présentant les résultats d’une étudeKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 44092 - 6 - 2008mus Universiteit Rotterdam (2007) staat dat er in juni2006 12 105 mensen verbleven in de opvangstructurendie in beginsel voor asielzoekers in de procedurebestemd zijn. Meer dan de helft van deze personen,namelijk 6 958 mensen, verbleef op dat ogenblik onwettigin het land. Het gaat in hoofdzaak om uitgeprocedeerdeasielzoekers die een beroepsprocedurehebben lopen bij de Raad van State. De onderzoekersmerken in dat verband het volgende op: «De Federaleoverheid verleent dus grootschalig onderdak aanmensen die onwettig in België verblijven en zendt hiermeetegenstrijdige signalen uit. Door deze dubbeleboodschap ontstaat een spanningsveld, waarbij deoverheid enerzijds de boodschap geeft dat men nietlanger in België kan verblijven en anderzijds wel opvangvoor hen organiseert.».1. Kan u de meest recente cijfers meedelen inzakehet aantal onwettig verblijvende personen in de opvangstructuren?2. Onderschrijft u de kritiek uit het onderzoeksrapportdat de overheid door het tolereren van illegalevreemdelingen in de opvangstructuren tegenstrijdigesignalen uitzendt?3. Waarom worden de betreffende personen nietopgevangen in de bestaande gesloten centra?4.a) Waarom worden de uitgeprocedeerde asielzoekersdie een procedure hebben lopen bij de Raad vanState niet daadwerkelijk uitgewezen?sur l’immigration clandestine en Belgique. On peutnotamment y lire qu’en juin 2006, les structuresd’accueil destinées en principe à recevoir les demandeursd’asile en cours de procédure accueillaient12 105 personnes. Plus de la moitié d’entre elles, àsavoir 6 958 personnes, étaient à ce moment-là enséjour illégal dans le pays. Il s’agit essentiellement dedemandeurs d’asile déboutés ayant introduit unrecours auprès du Conseil d’État. Les chercheurs fontremarquer à cet égard que les autorités fédérales hébergentdonc des personnes qui sont en séjour illégal surle territoire belge, et émettent ainsi un signal équivoque.Cette dualité crée une zone de tension, car sid’une part, les pouvoirs publics signifient aux intéressésqu’ils doivent quitter la Belgique, de l’autre, ilsorganisent l’accueil de ces personnes.1. Pourriez-vous communiquer les chiffres les plusrécents concernant le nombre de personnes en séjourillégal qui sont hébergés dans les structures d’accueil?2. Souscrivez-vous à la critique formulée dans lerapport susmentionné selon laquelle les pouvoirspublics émettent un signal contradictoire en tolérant laprésence d’étrangers en séjour illégal dans les structuresd’accueil?3. Pourquoi les personnes concernées ne sont-ellespas accueillies dans les centres fermés?4.a) Pourquoi les demandeurs d’asile déboutés ayantintroduit un recours auprès du Conseil d’État nesont-ils pas effectivement expulsés?b) Bestaan er daartegen juridische bezwaren? b) Existe-t-il des objections d’ordre juridique àl’expulsion de ces personnes?5.a) Waarom worden de personen die een individueleregularisatieaanvraag hebben lopen niet daadwerkelijkuitgewezen?5.a) Pourquoi les personnes qui ont introduit unedemande de régularisation individuelle ne sontellespas effectivement expulsées?b) Bestaan er daartegen juridische bezwaren? b) Existe-t-il des objections d’ordre juridique àl’expulsion de ces personnes?Antwoord van de minister van Migratie- en asielbeleidvan 28 mei 2008, op de vraag nr. 2 van de heerFilip De Man van 8 april 2008 (N.):Het geachte lid vindt hieronder het antwoord opzijn vraag.1. De minister van Maatschappelijke Integratie isbevoegd voor cijfers over vreemdelingen in de opvangstructuren.2. Als gevolg van verschillende arresten van hetGrondwettelijk Hof (22 april 1998, 22 juli 2003 en19 juli 2005) hebben bepaalde illegalen, zoals uitgeprocedeerdeasielzoekers met een beroep voor de Raadvan State, ook recht op opvang. Dit recht is inmiddelsook ingeschreven in de wet van 12 januari 2007 betref-Réponse de la ministre de la Politique de migrationet d’asile du 28 mai 2008, à la question n o 2 deM. Filip De Man du 8 avril 2008 (N.):L’honorable membre trouvera ci-après la réponse àsa question.1. La ministre de l’Intégration sociale est compétenteen ce qui concerne le nombre d’étrangers dans lesstructures d’accueil.2. À la suite de différents arrêts de la Cour constitutionnelle(22 avril 1998, 22 juillet 2003 et 19 juillet2005) certains étrangers en situation illégale, tels quedes demandeurs d’asile déboutés avec un recoursauprès du Conseil d’État, peuvent également bénéficierd’un accueil. Ce droit à l’accueil a entre-temps étéKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4410 QRVA 52 0202 - 6 - 2008fende de opvang van asielzoekers en van bepaaldeandere categorieën van vreemdelingen. Deze wet voorzietdaarenboven in de opvang van illegale nietbegeleideminderjarige vreemdelingen. Dit behoorteveneens tot de bevoegdheid van de minister vanMaatschappelijke Integratie.Hierbij moet opgemerkt worden dat sinds 1 december2006 de Raad van State een voorafgaande filterprocedurehanteert, waardoor het voor vreemdelingenmoeilijker wordt om een beroep bij deze Raad in tedienen. Indien men de opvang ervaart als een tegenstrijdigsignaal, blijft dit voortaan alleszins beperkt toteen minimum aantal gevallen.3 en 4. Voor illegale niet-begeleide minderjarigen isde opsluiting in een gesloten centrum niet toegelatenop grond van de wet van 12 januari 2007.Voor de overige illegale vreemdelingen die rechthebben op opvang, is vasthouding in een gesloten centrumen gedwongen verwijdering in principe mogelijk.Een beroep bij de Raad van State heeft trouwens geenschorsende werking.5. Bij de verblijfsaanvragen om humanitaire redenenmoet een onderscheid worden gemaakt tussenvreemdelingen die een machtiging tot verblijf aanvragenwegens een lange asielprocedure, en voor vreemdelingendie verblijf aanvragen om andere humanitaireredenen.In principe wordt geen bevel om het grondgebied teverlaten betekend aan personen met een lange asielprocedureindien een aanvraag voor een machtigingtot verblijf hangende is.Voor andere verblijfsaanvragen om humanitaireredenen geldt in beginsel geen bezwaar om een bevelom het grondgebied te verlaten af te leveren. Zijkunnen eveneens in een gesloten centrum vastgehoudenworden. Alvorens over te gaan tot de effectieverepatriëring van dergelijke vreemdelingen, zal deDienst Vreemdelingenzaken echter voor de goede ordeeerst de verblijfsaanvraag afhandelen.repris dans la loi du 12 janvier 2007 sur l’accueil desdemandeurs d’asile et de certaines autres catégoriesd’étrangers. Cette loi prévoit en outre l’accueil desmineurs étrangers non accompagnés. Cette matièrerelève également de la compétence de la ministre del’Intégration sociale.Il convient de noter à ce sujet que depuis le1 er décembre 2006, le Conseil d’État utilise une procédurede filtre préalable. Il s’avère par conséquent plusdifficile pour les étrangers d’introduire un recoursauprès de cette instance. Si l’accueil est considérécomme un signal contradictoire, actuellement, il restequoi qu’il en soit limité à un minimum de cas.3 et 4. En vertu de la loi du 12 janvier 2007, il estinterdit d’enfermer dans un centre fermé les mineursnon accompagnés en situation illégale.Du reste, l’enfermement dans un centre fermé etl’éloignement forcé restent en principe possibles pourles autres étrangers en situation illégale qui ont droit àun accueil. Un recours auprès du Conseil d’État n’ad’ailleurs pas d’effet suspensif.5. En ce qui concerne les demandes de séjour pourraisons humanitaires, il faut faire une distinction d’unepart, entre les étrangers qui demandent une autorisationde séjour en raison d’une longue procédure d’asileet, d’autre part, les étrangers qui demandent le séjourpour d’autres raisons humanitaires.En principe, il n’est pas notifié d’ordre de quitter leterritoire aux personnes dont la procédure d’asile estlongue si la demande d’autorisation de séjour est encours.En principe, rien n’empêche de délivrer un ordre dequitter le territoire pour les personnes ayant demandéle séjour pour des raisons humanitaires. Elles peuventégalement être maintenues dans un centre fermé.Avant de procéder à leur rapatriement effectif, l’Officedes étrangers s’assurera toutefois de clôturer leurdemande de séjour comme il se doit.DO 2007200802419 DO 2007200802419Vraag nr. 3 van de heer Filip De Man van 8 april 2008(N.) aan de minister van Migratie- en asielbeleid:Vreemdelingen. — Illegalen. — Vasthouden in geslotencentrum na tweede aanhouding.Enkele jaren geleden werd door de minister vanBinnenlandse Zaken in het vooruitzicht gesteld datillegale vreemdelingen die reeds een uitwijzingsbevelhebben ontvangen en een tweede maal worden opge-Question n o 3 de M. Filip De Man du 8 avril 2008 (N.)à la ministre de la Politique de migration etd’asile:Étrangers. — Illégaux. — Détention en centre ferméaprès une deuxième arrestation.Il y a quelques années, le ministre de l’Intérieur avaitannoncé que les étrangers en séjour illégal ayant faitl’objet d’un ordre de quitter le territoire seraient systématiquementenfermés dans un centre fermé en atten-KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 44112 - 6 - 2008pakt, systematisch in een gesloten centrum zullen vastgehoudenworden in afwachting van hun repatriëring.1. Kan u meedelen op hoeveel personen deze maatregelsindsdien werd toegepast?2. Hoeveel bedraagt thans de capaciteit van degesloten centra en volstaat deze om deze maatregelconsequent toe te passen?3.a) Bestaat er een databank van de personen die reedseen uitwijzingsbevel hebben ontvangen en van hetaantal keren dat en de data waarop zij een dergelijkbevel hebben ontvangen?b) Op welke wijze kan gecontroleerd worden of effectiefwordt overgegaan tot opsluiting van vreemdelingendie reeds een uitwijzingsbevel hebben ontvangenen voor de tweede maal zijn opgepakt?Antwoord van de minister van Migratie- en asielbeleidvan 28 mei 2008, op de vraag nr. 3 van de heerFilip De Man van 8 april 2008 (N.):Het geachte lid vindt hieronder het antwoord opzijn vraag.1. Dergelijke opsluitingen gebeuren niet systematisch.Bovendien is het louter ontvangen van een bevelom het grondgebied te verlaten (BGV) niet het enigeelement om tot een opsluiting over te gaan. Humanitaireredenen kunnen bijvoorbeeld een rol spelen,enzovoort. Er dienen aldus steeds keuzes te wordengemaakt.Er worden ter zake geen aparte statistieken bijgehouden.2. De maximale bezetting in de gesloten centrabedraagt momenteel 628 plaatsen, meer bepaald:dant leur rapatriement après une deuxième arrestation.1. À combien de personnes cette mesure a-t-elle étéappliquée dans l’intervalle?2. Quelle est la capacité actuelle des centres fermés?Permet-elle l’application systématique de la mesuresusvisée?3.a) Existe-t-il une banque de données des personnesayant fait l’objet d’un ordre de quitter le territoire?Comporte-t-elle également des informationsconcernant le nombre et les dates de ces ordres?b) Comment peut-on contrôler si les étrangers ayantfait l’objet d’un ordre de quitter le territoire etarrêtés une deuxième fois sont effectivement enfermés?Réponse de la ministre de la Politique de migrationet d’asile du 28 mai 2008, à la question n o 3 deM. Filip De Man du 8 avril 2008 (N.):L’honorable membre trouvera ci-après la réponse àsa question.1. De tels enfermements n’ont pas lieu systématiquement.En outre, la simple notification d’un ordrede quitter le territoire (OQT), n’est pas le seul élémentqui entraîne un enfermement. Il y a par exemple desraisons humanitaires qui peuvent intervenir, etc. Ilconvient donc d’effectuer des choix.Nous ne tenons pas de statistiques distinctes à cesujet.2. L’occupation maximale dans les centres fermésest actuellement de 628 places, réparties comme suit:— 30 plaatsen in het INAD-centrum; — 30 places dans le centre INAD;— 60 plaatsen in het Transitcentrum 127 in Melsbroek;— 120 plaatsen in het Repatriëringscentrum 127bis inSteenokkerzeel;— 112 plaatsen in het Centrum voor illegalen inBrugge;— 146 plaatsen in het Centrum voor illegalen inMerksplas;— 160 plaatsen in het Gesloten centrum voor illegalenin Vottem.3. Er bestaat geen databank van de personen diereeds een uitwijzingsbevel hebben ontvangen.— 60 places dans le Centre de Transit 127 de Melsbroek;— 120 places dans le Centre de Rapatriement 127bis àSteenokkerzeel;— 112 places dans le Centre pour illégaux de Bruges;— 146 places dans le Centre pour illégaux de Merksplas;— 160 places dans le Centre pour illégaux de Vottem.3. Nous ne disposons pas de banque de donnéesreprenant les personnes qui ont déjà reçu un ordred’expulsion.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4412 QRVA 52 0202 - 6 - 2008DO 2007200802421 DO 2007200802421Vraag nr. 4 van de heer Filip De Man van 8 april 2008(N.) aan de minister van Migratie- en asielbeleid:Vreemdelingen. — Gebrekkig uitwijzingsbeleid.In het rapport «Irreguliere immigranten in België.Inbedding, uitsluiting en criminaliteit» van de ErasmusUniversiteit Rotterdam (2007) wordt opgemerktdat er in België in aanzienlijke mate sprake is van eenofficieus gedoogbeleid. Een deel van de mensen wordtniet uitgezet waardoor hun aanwezigheid wordtgedoogd. De onderzoekers tellen in verband daarmeehet volgende: «Indien het huidige tempo waarin uitgeprocedeerdeasielzoekers worden uitgezet wordtvoortgezet, duurt het nog decennia voordat iedereenaan de beurt is geweest, zonder daarbij rekening tehouden met nieuwe gevallen.» (blz. 36). Er wordttevens gesteld dat de uitvoeringscapaciteit van de overheidonvoldoende is om iedereen uit te zetten. Daarenbovenzouden zowel beleidsmakers als beleidsuitvoerdersop de hoogte zijn van het feit dat veel irreguliereimmigranten terugkeren naar België, nadat zij eerderzijn uitgewezen.1. Deelt u de visie van het onderzoeksrapport dat erin België sprake is van een de facto gedoogbeleid tenoverstaan van illegaal verblijvende vreemdelingen,gelet op het ontbreken van een krachtdadig uitwijzingsbeleid?2. Volstaat de uitvoeringscapaciteit van de overheidom iedereen uit te zetten?3. Welke maatregelen zullen er genomen wordenom de effectiviteit van het uitwijzingsbeleid te vergroten?4.a) Klopt het dat veel uitgewezen vreemdelingen nahun uitwijzing terugkeren naar België?b) Over hoeveel personen gaat het, wat de laatstejaren betreft?c) Bij welke nationaliteiten komt dit verschijnsel hetmeest voor?Antwoord van de minister van Migratie- en asielbeleidvan 28 mei 2008, op de vraag nr. 4 van de heerFilip De Man van 8 april 2008 (N.):Het geachte lid vindt hieronder het antwoord opzijn vraag.1. België voert een actieve verwijderingpolitiek.Naast de repatriëringen, dit wil zeggen de verwijderingenonder dwang, maken ook de vrijwillige verwijde-Question n o 4 de M. Filip De Man du 8 avril 2008 (N.)à la ministre de la Politique de migration etd’asile:Étrangers. — Politique d’expulsion inefficace.En 2007, l’université Erasmus de Rotterdam apublié un rapport présentant les résultats d’une étudesur l’immigration clandestine en Belgique. On peutnotamment y lire que la Belgique mènerait en fait officieusementune politique de tolérance. Du fait qu’unepartie des illégaux n’est pas expulsée, leur présence esttolérée. À ce sujet, les chercheurs indiquent que sil’expulsion des demandeurs d’asile déboutés continueau rythme actuel, il faudra encore des décennies avantque chacun d’eux soit expulsé, sans tenir compte desnouveaux cas. (p. 36). Ils soulignent en outre que lacapacité d’exécution des autorités publiques est insuffisantepour expulser l’ensemble des illégaux. Parailleurs, tant les responsables politiques que les instanceschargées de mettre la politique à exécution seraientau courant du fait que de nombreux immigrants irréguliersretournent en Belgique après leur expulsion.1. Partagez-vous le point de vue du rapportd’enquête selon lequel la Belgique mènerait dans lesfaits une politique de tolérance vis-à-vis des étrangersen séjour illégal, compte tenu de l’absence d’une politiqued’expulsion efficace?2. La capacité d’exécution des autorités publiquesest-elle suffisante pour expulser l’ensemble des illégaux?3. Quelles mesures seront-elles prises pour renforcerl’efficacité de la politique d’expulsion?4.a) Est-il exact que de nombreux étrangers expulsésreviennent en Belgique après leur expulsion?b) Combien de personnes sont-elles concernées, pources dernières années?c) Quelles sont parmi les personnes expulsées quireviennent en Belgique, les nationalités les plusreprésentées?Réponse de la ministre de la Politique de migrationet d’asile du 28 mai 2008, à la question n o 4 deM. Filip De Man du 8 avril 2008 (N.):L’honorable membre trouvera ci-après la réponse àsa question.1. La Belgique tient une politique d’éloignementactive. Auprès des rapatriements, ça veut dire les éloignementssous contrainte, des rapatriements volontai-KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 44132 - 6 - 2008ringen deel uit van het verwijderingbeleid. In het jaar2007 werden 6 153 personen gedwongen verwijderd,hebben 2 592 personen ervoor gekozen vrijwillig tevertrekken met steun van de Internationale Organisatievoor Migratie (IOM) en kregen daarenboven9 617 personen een bevel om het grondgebied te verlatennaar aanleiding van intercepties. Het kan echterniet ontkend dat in de laatste jaren het aantal verwijderingengedaald is, maar dit is in de eerste plaats hetgevolg van de toetreding van nieuwe lidstaten tot deEuropese Unie. De onderdanen van deze nieuwe lidstaten,die een groot deel van de gedwongen verwijderingenvertegenwoordigden, mogen niet meer verwijderdworden op basis van illegaal verblijf, gezien zijals EU-onderdanen genieten van de vrijheid van verkeervan personen. EU-onderdanen kunnen enkel verwijderdworden in geval van inbreuken tegen de openbareorde of tegen de arbeidsreglementering. Indieniemand een bevel om het grondgebied te verlaten heeftgekregen, zal de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ)aan de lokale politiediensten vragen om na te gaan ofdeze persoon gevolg gegeven heeft aan dit bevel. Bijaantreffen van de vreemdeling, wordt nagegaan inhoeverre de persoon al dan niet met dwang kan verwijderdworden.2. De uitvoeringscapaciteit van de overheid wordtgeëvalueerd. Deze evaluatie werd overigens reedsgestart door mijn voorganger. Niet alleen zal eennieuw transitcentrum aan de luchthaven gebouwdworden, maar wordt ook onderzocht of een specifiekcentrum kan gebouwd worden waarin exgedetineerdenen personen met psychologische problemenkunnen ondergebracht worden. Bovendien onderzoekenmijn diensten samen met de Regie der Gebouwennaar een nog meer aangepaste infrastructuur, datrekening houdt met de aanbevelingen van Sum-Research, om gezinnen met kinderen onder te brengen.Er zijn op de begroting van 2008 8,65 miljoen eurovoorzien in functie van de uitvoering van gedwongenverwijderingsmaatregelen.3. Om de effectiviteit van het terugkeerbeleid te vergrotenwens ik op de volgende nieuwe initiatieven vande DVZ te wijzen:— sinds maart 2008 worden uitgeprocedeerde familieswekelijks uitgenodigd, waarbij hen duidelijkgemaakt wordt dat hun verblijf in België nietlanger mogelijk is en waarbij hun terugkeer naarhet herkomstland wordt voorbereid. Deze terugkeerkan zowel op vrijwillige wijze — met ondersteuningop basis van de terugkeerprogramma’sonder andere van IOM — als op gedwongen wijzegeorganiseerd worden. Deze procedure vanmeldingsplicht is één van de alternatieven voordetentie van families, zoals die in de aanbevelingenvan Sum-Research staan geformuleerd. Op de 66families die tot 8 mei werden uitgenodigd, hebbenres constituent aussi la politique d’éloignement. En2007, 6 153 personnes ont été éloignées de force,2 592 personnes ont décidé de quitter volontairementle territoire avec le soutien de l’Organisation internationalepour les Migrations (OIM) et 9 617 personnesont reçu un ordre de quitter le territoire à la suited’une interception. On peut pas nier le fait que cesdernières années le nombre d’éloignements a diminué,mais cette baisse est due en premier lieu à l’adhésionde nouveaux États membres à l’Union européenne. Lesressortissants de ces États membres, qui représententune grande partie des éloignements forcés, ne peuventplus être éloignés sur la base du séjour illégal, étantdonné qu’en tant que ressortissants de l’Union européenne,ils bénéficient de la liberté de circulation despersonnes. Les ressortissants UE peuvent être éloignésuniquement en cas de trouble de l’ordre public oud’infraction à la réglementation du travail. Si unepersonne a reçu un ordre de quitter le territoire,l’Office des étrangers (OE) demandera aux services dela police locale de vérifier si l’intéressé a donné suite àcet ordre. En cas d’interception de l’étranger, on vérifiedans quelle mesure il peut être éloigné sous lacontrainte oui ou non.2. La capacité d’exécution des services publics faitl’objet d’une évaluation que mon prédécesseur ad’ailleurs déjà entamé. Nous allons non seulementconstruire un nouveau centre de transit à l’aéroport,mais nous examinons aussi la possibilité d’aménagerun centre spécifique pour héberger les exdétenus et lespersonnes atteintes de problèmes psychologiques. Enoutre, mes services se penchent avec la Régie des Bâtimentssur une infrastructure plus adaptée, qui tientcompte des recommandations de SumResearch, pourhéberger des familles avec des enfants. Le budget de2008 prévoit 8,65 millions d’euros en fonction de l’exécutiondes mesures d’éloignement forcé.3. Pour augmenter l’effectivité de la politique deretour, j’entends attirer votre attention sur les nouvellesinitiatives de l’OE:— depuis mars 2008, des familles dont la demande aété déboutée sont convoquées chaque semainepour leur expliquer clairement que leur séjour enBelgique ne peut plus être prolongé et pour préparerleur retour vers leur pays d’origine. Ce retourpeut avoir lieu tant sur une base volontaire — avecle soutien prévu par les programmes de retourd’entre autre l’OIM —, que sous la contrainte.Cette procédure d’obligation de présentation estl’une des alternatives à la détention des familles,telles que celles qui sont formulées dans les recommandationsde SumResearch. Sur les 66 famillesconvoquées jusqu’au 8 mai, 7 se sont finalementKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4414 QRVA 52 0202 - 6 - 2008zich 7 families aangeboden. Het is nog te vroeg omconclusies te trekken uit deze cijfers, aangeziendeze procedure nog niet voldoende gekend is;— afspraken met de immigratiediensten van deandere EU-lidstaten worden afgesloten om elkaarsbevelen om het grondgebied te verlaten uit te voeren,conform de EU-richtlijn 2001/40, teneindemigratie-shopping effectiever te kunnen bestrijden.Dergelijke afspraken bestaan al met Nederland enDuitsland;— de DVZ zal 12 attachés aanwerven die alle personendie een asiel- of regularisatieaanvraag indienentijdens hun procedure zullen begeleiden. Dezeattachés zullen de vreemdeling de proceduresmoeten uitleggen en hen ook bewust moetenmaken van alle opties die hem of haar na een positieveof negatieve beslissing te wachten staan. In decontext van de terugkeer zal deze individuele trajectbegeleiderde vreemdeling duidelijk makenwelke mogelijkheden van terugkeer hij/zij heeft ende vreemdeling op zijn/haar al dan niet vrijwilligvertrek voorbereiden.De DVZ tracht voortdurend de relaties met dediplomatieke en consulaire vertegenwoordigingen vande herkomstlanden te verbeteren, door op regelmatigewijze met hen overleg te plegen in het kader van deidentificatie en terugkeer van individuele vreemdelingen.Ook met het oog op de ontwikkeling van proceduresen afspraken die een snelle en effectieve identificatieen terugkeer van alle onregelmatig verblijvendeen uitgeprocedeerde vreemdelingen garanderen, wordtgeregeld overlegd. Dit blijvend overleg is noodzakelijkom tot continuïteit in de samenwerking te komen.Bovendien tracht de DVZ met de nationale overhedenvan bepaalde herkomstlanden bilaterale afspraken afte sluiten, die deze continuïteit moeten consolideren.De Belgische terugkeerpolitiek kan pas resultatengeven indien de DVZ effectief met de diplomatieke enconsulaire vertegenwoordigingen kan samenwerken,aangezien deze vertegenwoordigingen verantwoordelijkzijn voor de afgifte van reisdocumenten die eenterugkeer van de vreemdelingen mogelijk maakt.4.a) Ongetwijfeld zullen er vreemdelingen zijn, die vrijwilligof gedwongen naar hun herkomstland teruggekeerdzijn en nadien terugkeren naar België. Iederevreemdeling, die vanuit België verwijderd is,mag naar België terugkeren indien hij/zij aan debinnenkomst- of verblijfsvoorwaarden voldoet. Demeeste personen die legaal terugkeren zijn onderdanenvan lidstaten van de Europese Unie (vrij verkeer)of zijn niet visumplichtig. Visumplichtigepersonen die naar België wensen terug te keren,nadat ze verwijderd werden, dienen in principeeerst de repatriëringskosten terug te betalen alvo-présentées. Il est encore trop tôt pour tirer desconclusions de ces chiffres, étant donné que cetteprocédure n’est pas encore suffisamment connue;— des accords avec les services d’immigration desautres États membres de l’UE ont été conclus pourla reconnaissance mutuelle des ordres de quitter leterritoire, conformément à la directive 2001/40,afin de pouvoir lutter plus efficacement contre lephénomène du «shopping migratoire». Desaccords de ce type existent déjà avec les Pays-Bas etl’Allemagne;— l’OE va engager 12 attachés qui accompagneronttoutes les personnes introduisant une demanded’asile ou de régularisation durant leur procédure.Ces attachés devront expliquer les procédures auxétrangers et les informer de toutes les optionsauxquelles ils pourraient être confrontés après unedécision positive ou négative. Dans le contexte duretour, l’accompagnateur de parcours individuelexposera à l’étranger quelles sont les possibilités deretour dont il dispose et le préparera à son retour,qu’il soit volontaire ou non.L’OE tente en permanence d’améliorer les relationsavec les représentations diplomatiques et consulairesdes pays d’origine en se concertant régulièrement aveceux dans le cadre de l’identification et du retour desétrangers individuels. Des concertations sont égalementfréquemment organisées afin de développer lesprocédures et de conclure des accords qui garantissentune identification et un retour rapides et effectifs detous les étrangers séjournant illégalement et des étrangersdont la demande a été déboutée. Cette concertationpermanente est nécessaire au développement de lacontinuité de la collaboration. De plus, pour consolidercette continuité, l’OE tente de conclure desconventions bilatérales avec les autorités nationales decertains pays d’origine. La politique belge en matièrede retour ne pourra donner des résultats que si l’OEcollabore effectivement avec les représentations diplomatiqueset consulaires, puisque ces postes sontresponsables de la délivrance des documents de voyagequi permettent le retour des étrangers.4.a) Certainement il y aura des étrangers qui sontretournés volontairement ou de force dans leurpays d’origine et qui reviennent ensuite en Belgique.Chaque étranger qui a été éloigné à partir dela Belgique, peut revenir en Belgique s’il satisfaitaux conditions d’entrée ou de séjour. La plupartdes personnes qui reviennent légalement sont desressortissants des États membres de l’Union européenne(libre circulation) ou des personnes qui nesont pas soumises à l’obligation de visa. Si ellessouhaitent revenir en Belgique après avoir été éloignées,ces dernières doivent en principe d’abordKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 44152 - 6 - 2008rens een nieuw visum voor kort verblijf wordttoegestaan. Op basis van de vaststellingen van deDVZ zijn degene die illegaal naar België terugkerenonder meer personen die familie in Belgiëhebben wonen, of die (criminele) belangen inBelgië hebben, of die hier zonder arbeidskaartwensen te werken.b) Er bestaan geen specifieke statistieken over hetaantal al dan niet legaal naar België teruggekeerdevreemdelingen.c) Er bestaan geen specifieke statistieken over denationaliteiten van de al dan niet legaal naar Belgiëteruggekeerde vreemdelingen.rembourser les frais de rapatriement avant depouvoir obtenir un nouveau visa pour un courtséjour. Sur la base des constatations de l’OE, ils’agit en l’occurrence notamment de personnesdont la famille réside en Belgique, qui ont des intérêtsen Belgique (criminels ou non) ou qui veulenttravailler ici sans permis de travail.b) Nous ne disposons pas de statistiques spécifiquessur le nombre d’étrangers qui reviennent légalementou non en Belgique.c) Nous ne disposons pas de statistiques spécifiquessur les nationalités des étrangers qui reviennentlégalement ou non en Belgique.DO 2007200802423 DO 2007200802423Vraag nr. 5 van de heer Filip De Man van 8 april 2008(N.) aan de minister van Migratie- en asielbeleid:Vreemdelingen. — Vrijwillige terugkeer. — Misbruiken.De vrijwillige terugkeer van uitgeprocedeerde asielzoekersen andere illegale vreemdelingen vindt plaatsin het kader van het programma REAB (Return andEmigration of Asylumseekers from Belgium) van deIOM (Internationale Organisatie voor Migratie). Hetbasisprogramma voorziet in de praktische regeling vanhet vertrek. Dit houdt in dat er een vliegtuigticketwordt gekocht en dat er ondersteuning wordt verleendbij de aanvraag van reisdocumenten. Daarnaast wordter bijstand verleend bij het vertrek op de luchthaven enkrijgen de vertrekkers een premie van 250 euro pervolwassene en 125 euro per kind. Volgens het rapport«Irreguliere immigranten in België. Inbedding, uitsluitingen criminaliteit» van de Erasmus UniversiteitRotterdam (2007) keerden in 2005 3 397 irreguliereimmigranten, waarvan 1 504 uitgeprocedeerde asielzoekersen 1 893 anderen, terug met behulp van deIOM. De onderzoekers merken op dat Brazilië een vande voornaamste terugkeerlanden vormt, waardoor hetvermoeden van misbruik bestaat. Een aantal Brazilianenzou naar België komen om te werken en dan vande regeling gebruik maken om op de kosten van eenvliegticket te besparen zonder echt behoeftig te zijn.1. Kan u meedelen hoeveel personen de voorbijejaren terugkeerden in het kader van het hulpprogrammavan de IOM, opgesplitst per nationaliteit?2. Heeft u kennis van misbruiken van het vrijwilligeterugkeerprogramma of bestaan er aanwijzingen voordergelijke misbruiken?Question n o 5 de M. Filip De Man du 8 avril 2008 (N.)à la ministre de la Politique de migration etd’asile:Étrangers. — Retour volontaire. — Abus.Le retour volontaire de demandeurs d’asile déboutéset d’autres étrangers en séjour illégal s’effectue dans lecadre du programme REAB (Return and Emigrationof Asylumseekers from Belgium) de l’OIM (Organisationinternationale pour les Migrations). Le programmede base règle les modalités pratiques du départ, àsavoir l’achat d’un billet d’avion et une assistance pourla demande des documents de voyage. Par ailleurs, uneaide est également fournie lors du départ à l’aéroportet une prime de 250 euros par adulte et de 125 eurospar enfant est octroyée aux personnes qui retournentdans leur pays d’origine. Selon le rapport surl’immigration clandestine en Belgique réalisé parl’Université Érasmus de Rotterdam en 2007, 3 397étrangers en séjour illégal sont retournés dans leurpays d’origine en 2005 avec l’aide de l’OIM, dont1 504 demandeurs d’asile déboutés et 1 893 autres. Lesauteurs de l’étude observent que le Brésil constitue l’undes principaux pays de retour, ce qui laisse présumerl’existence d’abus. Un certain nombre de brésiliensviendraient en Belgique pour travailler et auraientrecours au système pour ne pas devoir acheter de billetd’avion, sans qu’ils ne soient réellement nécessiteux.1. Combien de personnes sont retournées dans leurpays d’origine dans le cadre du programme d’aide del’OIM au cours des dernières années? Pouvez-vousrépartir ces chiffres par nationalité?2. Avez-vous connaissance de cas de recours abusifau programme de retour volontaire ou existe-t-il desindices d’abus?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4416 QRVA 52 0202 - 6 - 20083. Welke nationaliteiten zijn bij deze misbruikenbetrokken of vermoedelijk betrokken?4. Welke maatregelen worden er genomen om misbruikentegen te gaan?Antwoord van de minister van Migratie- en asielbeleidvan 30 mei 2008, op de vraag nr. 5 van de heerFilip De Man van 8 april 2008 (N.):Het geachte lid vindt hieronder het antwoord opzijn vraag.De aangehaalde problematiek behoort tot de bevoegdheidvan de minister van Maatschappelijke Integratie.(Vraag nr. 73 van 3 juni 2008.)3. Quelle est la nationalité des personnes qui sontou seraient impliquées dans ces abus?4. Quelles mesures sont prises pour lutter contre lesabus?Réponse de la ministre de la Politique de migrationet d’asile du 30 mai 2008, à la question n o 5 deM. Filip De Man du 8 avril 2008 (N.):L’honorable membre trouvera ci-après la réponse àsa question.La problématique invoquée relève de la compétencede la ministre de l’Intégration sociale. (Question n o 73du 3 juin 2008.)DO 2007200802425 DO 2007200802425Vraag nr. 6 van de heer Filip De Man van 8 april 2008(N.) aan de minister van Migratie- en asielbeleid:Vreemdelingen. — Regularisatiecampagne 2000. —Aanzuigeffect.In het rapport «Irreguliere immigranten in België.Inbedding, uitsluiting en criminaliteit» van de ErasmusUniversiteit Rotterdam (2007) wordt de hypothesegeformuleerd dat de zogezegd eenmalige regularisatiecampagnevan 2000 heeft geleid tot een toename vande stroom irreguliere immigranten. Deze campagneheeft bij velen de hoop gewekt dat zij voor herhalingvatbaar is waardoor een illegaal verblijf in België aantrekkelijkerwordt.1. Bent u het eens met de bevinding uit het onderzoeksrapportdat de grootscheepse regularisatiecampagneeen aanzienlijk aanzuigeffect heeft gehad en toteen toename heeft geleid van de instroom van illegalevreemdelingen?2. Welke lessen worden hieruit getrokken voor hettoekomstige beleid ten overstaan van de problematiekvan illegaal verblijvende vreemdelingen?3. Bent u voorstander van een herhaling van eengrootscheepse regularisatiecampagne zoals in 2000heeft plaatsgevonden?4.a) Beschikt u over indicatieve gegevens inzake deevolutie van de illegale instroom?Question n o 6 de M. Filip De Man du 8 avril 2008 (N.)à la ministre de la Politique de migration etd’asile:Étrangers. — Campagne de régularisation menée en2000. — Effet d’aspiration.Le rapport sur l’immigration clandestine en Belgiqueréalisé par l’Université Érasme de Rotterdam en2007 émet l’hypothèse que la prétendue campagne derégularisation unique menée en 2000 a conduit à uneaugmentation du nombre d’immigrés clandestins dansnotre pays. Nombreux sont ceux qui espèrent en effetque cette campagne sera rééditée, ce qui les incite àséjourner illégalement en Belgique.1. Êtes-vous d’accord avec la conclusion du rapportde l’étude selon laquelle la grande campagne de régularisationa produit un important effet d’aspiration eta conduit à une augmentation du nombre d’immigrésclandestins dans notre pays?2. Quels enseignements en tire-t-on sur le plan de lapolitique à mener en ce qui concerne la question desétrangers en séjour illégal dans notre pays?3. Êtes-vous favorable à une nouvelle campagne derégularisation de grande envergure comme celle qui aeu lieu en 2000?4.a) Disposez-vous de données relatives à l’évolution del’afflux d’immigrés clandestins?b) Hoe kan de stijgende tendens verklaard worden? b) Comment expliquer cette tendance à la hausse?Antwoord van de minister van Migratie- en asielbeleidvan 28 mei 2008, op de vraag nr. 6 van de heerFilip De Man van 8 april 2008 (N.):Het geachte lid vindt hieronder het antwoord opzijn vraag.Réponse de la ministre de la Politique de migrationet d’asile du 28 mai 2008, à la question n o 6 deM. Filip De Man du 8 avril 2008 (N.):L’honorable membre trouvera ci-après la réponse àsa question.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 44172 - 6 - 2008Het doel van de regularisatiewet van 1999 was hetverminderen van het aantal personen die illegaal verblijvenin België. In die zin heeft deze wet dit doelbereikt, aangezien een groot aantal personen konworden geregulariseerd. Dit proces heeft onvermijdelijkeen invloed gehad op de legale immigratie (gezinsherenigingen naturalisatie), maar het is per definitiemoeilijk om de eventuele impact op de illegale immigratiete evalueren.De wet van 1999 had trouwens een «one shot»-statuut. Bijgevolg werd in verband met het aspect vande «impact op de illegale immigratie» geen enkele bijzondereconclusie getrokken. In overeenstemming methet regeerakkoord zal een omzendbrief uitgewerktworden, met het oog op het toelichten van de omstandighedendie aanleiding zullen kunnen geven tot detoekenning van een machtiging tot verblijf. Deze omstandighedenzullen geval per geval geanalyseerdworden en de mogelijkheid van een nieuwe massaleregularisatie wordt niet overwogen.La loi de régularisation de 1999 avait pour finalitéde réduire le nombre de personnes en situation irrégulièreen Belgique. Dans ce sens, elle a atteint son butdans la mesure où un nombre important de personnesa pu être régularisé. Inévitablement, ce processus a euune influence sur l’immigration régulière (regroupementfamilial et naturalisation) mais il est difficiled’évaluer — par définition — l’éventuel impact surl’immigration irrégulière.La loi de 1999 avait par ailleurs un statut «oneshot». De ce fait, aucune conclusion particulière n’aété faite en rapport avec l’aspect «impact surl’immigration irrégulière» Conformément à l’accordde gouvernement, une circulaire sera élaborée en vuede clarifier les circonstances qui pourront donner lieuà l’octroi d’une autorisation de séjour. Ces circonstancesseront analysées au cas par cas et l’éventualitéd’une nouvelle régularisation massive n’est pas envisagée.DO 2007200802426 DO 2007200802426Vraag nr. 7 van de heer Bert Schoofs van 8 april 2008(N.) aan de minister van Migratie- en asielbeleid:Asielcentra. — Asielzoekers. — Kosten van verleendediensten inzake telecommunicatie.1. Kan u meedelen hoeveel telecommunicatiekostener in hoofde van asielzoekers werden gemaakt in dediverse asielcentra, en wel voor de volgende posten,respectievelijk in het jaar 2003, 2004, 2005, 2006 en2007:Question n o 7 de M. Bert Schoofs du 8 avril 2008 (N.)à la ministre de la Politique de migration etd’asile:Centres d’accueil. — Demandeurs d’asile. — Coût desservices accordés dans le domaine des télécommunications.1. Pourriez-vous communiquer à combien s’estélevé le coût des télécommunications effectuées par desdemandeurs d’asile dans les différents centresd’accueil, au cours des années 2003, 2004, 2005, 2006et 2007 et pour les postes suivants:a) telefoon- (en eventueel gsm-)kosten; a) frais de téléphone (et éventuellement de téléphoneportable);b) internetkosten? b) frais d’utilisation d’internet?2. Hoeveel bedraagt het aandeel van de kosten voorgesprekken naar het buitenland in elk der voornoemdejaren?3. Beschikt u met betrekking tot het antwoord opde vorige vraag over de precieze lijst van de landenwaarnaar de bewuste telefoongesprekken werdengepleegd in elk der voornoemde jaren?4.a) Met betrekking tot de installatie van eventuelesatelliettelevisie: beschikken asielcentra over dezefaciliteit?2. À combien s’est chiffrée la part des dépenses decommunications vers l’étranger au cours de chacunedes années précitées?3. Disposez-vous, s’agissant de la réponse à la questionprécédente, de la liste précise des pays verslesquels les communications téléphoniques concernéesont été effectuées au cours de chacune des annéesprécitées?4.a) Puis-je vous demander en ce qui concernel’installation d’une éventuelle télévision par satellitesi les centres d’accueil disposent de cet équipement?b) Zo ja, welke centra? b) Dans l’affirmative, quels centres en disposent?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4418 QRVA 52 0202 - 6 - 2008c) Zo ja, wanneer werd deze geïnstalleerd in derespectievelijke centra?d) Hoeveel bedroegen desgevallend de eventuele overeenkomstigeabonnementsgelden in elk der voornoemdejaren?c) Dans l’affirmative, quand chacun de ces centres a-t-il été doté de cet équipement?d) À combien se sont élevés le cas échéant les fraisd’abonnement pour chacune des années précitées?e) Om welke abonnementen handelde het? e) De quels abonnements s’est-il agi?Antwoord van de minister van Migratie- en asielbeleidvan 30 mei 2008, op de vraag nr. 7 van de heerBert Schoofs van 8 april 2008 (N.):Het geachte lid vindt hieronder het antwoord opzijn vraag.De aangehaalde problematiek behoort tot de bevoegdheidvan de minister van Maatschappelijke Integratie.(Vraag nr. 74 van 3 juni 2008.)Réponse de la ministre de la Politique de migrationet d’asile du 30 mai 2008, à la question n o 7 de M. BertSchoofs du 8 avril 2008 (N.):L’honorable membre trouvera ci-après la réponse àsa question.La problématique invoquée relève de la compétencede la ministre de l’Intégration sociale. (Question n o 74du 3 juin 2008.)DO 2007200802547 DO 2007200802547Vraag nr. 8 van mevrouw Hilde Vautmans van11 april 2008 (N.) aan de minister van Migratieenasielbeleid:Asielaanvragen. — Angst voor genitale verminking.Genitale verminking van vrouwen gebeurt veel inAfrikaanse landen. Ook hier lopen vele jonge meisjesvan Afrikaanse afkomst het risico om genitaal verminktte worden, meestal tijdens vakantie in het landvan herkomst.1. Hoeveel asielaanvragen zijn er sinds2004jaarlijks gebeurt met als reden «angst voor genitaleverminking», opgesplitst per jaar en per land vanherkomst?2. Hoeveel van deze aanvragen kregen een positiefantwoord, opgesplitst per jaar en per land vanherkomst?Antwoord van de minister van Migratie- en asielbeleidvan 28 mei 2008, op de vraag nr. 8 van mevrouwHilde Vautmans van 11 april 2008 (N.):Het commissariaat-generaal voor de vluchtelingenen de staatlozen beschikt enkel over cijfers voor dejaren 2006 en 2007. Voordien waren er geen apartestatistieken die rekening hielden met de aangehaaldeasielmotieven.Cijfers per land/type beslissing en het totaal aantaldossiers behandeld in 2006-2007 waarin genitale verminkingals asielmotief wordt aangehaald.Question n o 8 de M me Hilde Vautmans du 11 avril2008 (N.) à la ministre de la Politique de migrationet d’asile:Demandes d’asile. — Crainte des mutilations génitalesféminines.Dans les pays africains, les mutilations genitalesféminines sont fréquentes. Mais dans notre pays aussi,de nombreuses jeunes filles d’origine africaine risquentd’être les victimes de mutilations génitales, et ceci leplus souvent lors de vacances dans leur pays d’origine.1. Combien de demandes d’asile a-t-on enregistrédepuis 2004 pour «crainte de mutilations génitales», etceci par an et par pays d’origine?2. Combien de ces demandes ont débouché sur uneréponse positive, et ceci aussi par année et par paysd’origine?Réponse de la ministre de la Politique de migrationet d’asile du 28 mai 2008, à la question n o 8 deM me Hilde Vautmans du 11 avril 2008 (N.):Le commissariat général aux réfugiés et aux apatridesdispose uniquement de chiffres pour les années2006 et 2007. Auparavant, il n’y avait pas de statistiquesdistinctes tenant compte des motifs d’asile invoqués.Chiffres par pays/type de décision et le nombre totalde dossiers traités en 2006-2007 dans lesquels la mutilationgénitale a été invoquée comme motif justifiant lademande d’asile.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 44192 - 6 - 2008Land van herkomst—Pays d’origineGenomen beslissingen—Décisions prisesErkenningen—ReconnaissancesWeigeringen—RefusBenin. — Bénin ...................................................... 1 0 1Burkina Faso .......................................................... 5 0Djibouti ................................................................. 5 4 1Eritrea. — Erythrée ................................................ 1 1 0Gabon .................................................................... 1 0 1Guinee-Conakry. — Guinée-Conakry .................... 60 43 17Guinée-Bissau. — Guinée-Bissau ............................ 1 1 0Ivoorkust. — Côte d’Ivoire .................................... 12 7 5Kameroen. — Cameroun ....................................... 24 7 17Kenia. — Kenya ..................................................... 17 1 16Liberia. — Libéria ................................................. 6 2 4Mali ....................................................................... 3 0 3Mauritanië. — Mauritanie ..................................... 3 2 1Niger ...................................................................... 11 2 9Senegal. — Sénégal ................................................ 1 0 1Sierra Leone ........................................................... 10 3 7Somalië. — Somalie ............................................... 4 4 0Soedan. — Soudan ................................................. 1 0 1Tsjaad. — Tchad ................................................... 1 1 0Togo ...................................................................... 3 0 3Jemen. — Yémen ................................................... 1 0 1Totaal. — Total .................................................... 171 83 88Deze cijfers dienen gerelativeerd te worden, metname omdat:Ces chiffres doivent être relativisés, notammentparce que:— er in de meeste dossiers diverse asielmotievenworden ingeroepen, dus niet enkel angst voor genitaleverminking. Indien er een beslissing tot erkenningvan de vluchtelingenstatus werd genomen,werd die beslissing mogelijk genomen omwille vanandere redenen dan de angst voor genitale verminking.Elk dossier wordt in zijn geheel bekeken, dusrekening houdend met alle elementen;— dans la plupart des dossiers, divers motifs ont étéinvoqués pour demander l’asile; la crainte de mutilationgénitale n’est donc pas le seul motif. Si unedécision de reconnaissance du statut de réfugié aété prise, celle-ci fait peut-être suite à d’autresraisons que la crainte de mutilation génitale.Chaque dossier est examiné dans son ensemble, enprenant donc tous les éléments en considération;— elk dossier individueel wordt onderzocht. Het isdus niet zo dat iemand die uit een land komt waarer genitale verminking voorkomt, deze persoonook automatisch wordt erkend. Er wordt altijdnagegaan of er in dat land mogelijkheden totbescherming bestaan en of de asielzoeker daartoegang tot heeft. Ook wordt er nagekeken hoeactueel het risico is. In elk dossier worden altijdalle motieven die worden aangehaald onderzocht.— chaque dossier est examiné individuellement. Lestatut de réfugié n’est donc pas octroyé automatiquementà une personne originaire d’un pays où lamutilation génitale est pratiquée. On vérifietoujours s’il existe des possibilités de protectiondans le pays d’origine et si le demandeur d’asile y aaccès. On évalue également le risque réellementencouru. Dans chaque dossier, tous les motifsinvoqués sont toujours examinés.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4420 QRVA 52 0202 - 6 - 2008DO 2007200802620 DO 2007200802620Vraag nr. 9 van de heer Guido De Padt van 15 april2008 (N.) aan de minister van Migratie- en asielbeleid:Administraties. — Jaarverslagen.Ik verneem dat de Vlaamse overheid in totaal meerdan 600 000 euro spendeert aan het opstellen en uitgevenvan jaarverslagen. Een niet onaardig bedrag datweliswaar op twee jaar tijd met bijna 20 % is gedaald.Er wordt bij de Vlaamse ministeries klaarblijkelijkkostenbesparend gewerkt door onder meer sommigejaarverslagen uitsluitend elektronisch aan te bieden.1.a) Hoeveel en welke jaarverslagen worden door deadministraties onder uw bevoegdheid gemaakt?b) Op hoeveel exemplaren wordt elk van deze jaarverslagengedrukt en wat is de kostprijs?c) Welke jaarverslagen worden elektronisch aangeboden?d) Welke jaarverslagen werden de voorbije vijf jaarafgeschaft?2. Wat is de evolutie in kostprijs van elk van dezejaarverslagen gedurende de jongste vijf jaar?3. Bent u bereid de administraties aan te bevelen dekostprijs van deze jaarverslagen te verlagen in de loopvan de volgende jaren?Antwoord van de minister van Migratie- en asielbeleidvan 28 mei 2008, op de vraag nr. 9 van de heerGuido De Padt van 15 april 2008 (N.):Het geachte lid vindt hieronder het antwoord opzijn vraag.1.a) Algemene directie Dienst Vreemdelingenzaken:Het jaarverslag van de algemene directie DienstVreemdelingenzaken is een van de boekdelen van hetgeharmoniseerde activiteitenverslag van de FODBinnenlandse Zaken.Zodoende zijn de gevraagde gegevens over het jaarverslagvan de algemene directie Dienst Vreemdelingenzakenterug te vinden in het antwoord van deminister van Binnenlandse Zaken op de parlementairevraag nr. 35 (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2007-2008, nr. 20, blz. 4149).Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen ende Staatlozen:Question n o 9 de M. Guido De Padt du 15 avril 2008(N.) à la ministre de la Politique de migration etd’asile:Administrations. — Rapports annuels.Il me revient que les autorités flamandes consacrentplus de 600 000 euros à l’élaboration et la publicationde rapports annuels. Il s’agit d’un montant non négligeable,même si depuis deux ans il a diminué de pratiquement20%.Les administrations flamandes tentent notammentde comprimer les coûts en ne proposant plus certainsrapports annuels que sous forme électronique.1.a) Combien de rapports annuels sont élaborés par lesadministrations relevant de votre compétence? Dequels rapports s’agit-il?b) À combien d’exemplaires chaque rapport annuelest-il imprimé et quel coût cela représente-t-il?c) Quels rapports annuels sont proposés sous formeélectronique?d) De quels rapports annuels a-t-on décidé la suppressionau cours des cinq dernières années?2. Quelle est l’évolution du coût des différentsrapports annuels au cours des cinq dernières années?3. Êtes-vous disposé à demander aux différentesadministrations de réduire le coût des rapports annuelsdans les années à venir?Réponse de la ministre de la Politique de migrationet d’asile du 28 mai 2008, à la question n o 9 deM. Guido De Padt du 15 avril 2008 (N.):L’honorable membre trouvera ci-après la réponse àsa question.1.a) Direction générale Office des étrangers:Le rapport annuel de la direction générale Office desétrangers constitue un des volumes du rapportd’activités harmonisé du SPF Intérieur.Les informations demandées au sujet du rapportannuel de la direction générale Office des étrangers seretrouvent ainsi dans la réponse donnée par le ministrede l’Intérieur à la question parlementaire n o 35 (Questionset Réponses, Chambre, 2007-2008, n o 20,p. 4149).Commissariat général aux Réfugiés et aux Apatrides:KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 44212 - 6 - 2008Het CGVS publiceert jaarlijks één enkel jaarverslag.Artikel 57/28 van de wet van 15 december 1980 overde toegang, het verblijf, de vestiging en de verwijderingvan vreemdelingen verplicht de Commissarisgeneraalvoor de vluchtelingen en de staatlozenimmers om ieder jaar verslag uit te brengen aan debevoegde minister. Een kopie van dit verslag met deeventuele opmerkingen van de minister wordt overgemaaktaan de Kamer van Volksvertegenwoordigers enaan de Senaat.Raad voor Vreemdelingenbetwistingen:De Raad voor Vreemdelingenbetwistingen moetdrie verschillende verslagen opstellen.Het eerste verslag is het jaarverslag dat de activiteitenvan het voorbije gerechtelijk jaar bevat. Dat verslagwordt bekendgemaakt. De wettelijke basis ervanwordt gevormd door artikel 39/3 van de wet van15 december 1980 betreffende de toegang tot hetgrondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijderingvan vreemdelingen (hieronder «de wet»genoemd).Het tweede en derde verslag hebben betrekking opde interne activiteiten en moeten vóór 1 oktober aande minister bezorgd worden.Het tweede activiteitenverslag is voorzien in artikel39/8 van de wet; in dat verslag vermeldt de beheerderde weerslag die de evolutie van de werkvoorraadheeft op de aan de Raad ter beschikking gesteldemiddelen. Dat verslag bevat eveneens een uiteenzettingvan alle maatregelen die een budgettaire impactkunnen hebben.Het derde verslag is een verslag dat opgesteld wordtdoor de eerste voorzitter in zijn hoedanigheid vankorpschef. Artikel 39/27 van de wet heeft betrekkingop dat verslag. In dat verslag preciseert de eerste voorzitterde implementatie van zijn beleidsplan en de evaluatieervan. In voorkomend geval bevat dat verslag, innauw overleg met de voorzitter wat diens bevoegdhedenbetreft, de nodige bijsturingen van het plan, wijsthet de behoeften aan en bevat het voorstellen om dewerking van de Raad te verbeteren en de gerechtelijkeachterstand weg te werken. De eerste voorzitter voegtbij dat verslag de volgende gegevens betreffende hetvoorbije gerechtelijk jaar:1 o de statistieken per contentieux, waaruit blijkthoeveel zaken in die periode zijn ingekomen alsookhet aantal bij eindbeslissing beslechte zaken in diezelfdeperiode; het verslag geeft tevens het totale werkvolume;2 o de evolutie van: 2 o l’évolution:Le CGRA publie chaque année un seul rapportannuel. Selon l’article 57/28 de la loi du 15 décembre1980 sur l’accès au territoire, le séjour, l’établissementet l’éloignement des étrangers, le Commissaire généralaux réfugiés et aux apatrides est en effet tenu, chaqueannée, de faire rapport au ministre compétent sur samission. Une copie de ce rapport avec les observationséventuelles du ministre est transmise à la Chambre desreprésentants et au Sénat.Conseil du Contentieux des étrangers:Le Conseil du Contentieux des étrangers doit rédigertrois rapports, chacun d’une nature différente.Le premier type de rapport est le rapport annuel quireprend l’activité de l’année judiciaire précédente. Cerapport est public. Son fondement légal se retrouve àl’article 39/3 de la loi du 15 décembre 1980 sur l’accèsau territoire, le séjour, l’établissement et l’éloignementdes étrangers (ci-après la loi).Le deuxième et le troisième rapport sont desrapports sur l’activité interne, tous deux doivent êtretransmis au ministre avant le 1 er octobre.Le deuxième rapport d’activité est prévu à l’article39/8 de la loi, dans ce rapport l’administrateurexpose l’impact de l’évolution de la charge de travailsur les moyens mis à la disposition du Conseil. Cerapport contient également, un exposé de toutes lesmesures qui peuvent avoir un impact budgétaire.Le troisième rapport est un rapport rédigé par lepremier président en sa qualité de chef de corps. Il estprévu à l’article 39/27 de la loi. Dans ce rapport, lepremier président précise la mise en œuvre de son plande gestion et l’évaluation de celui-ci. Le cas échéant, cerapport établi en étroite concertation avec le présidenten ce qui concerne les compétences de celui-ci, contientles adaptations nécessaires à apporter au plan, indiqueles besoins et formule des propositions en vued’améliorer le fonctionnement du Conseil et de résorberl’arriéré juridictionnel. En annexe de ce rapport, lepremier président transmet les données suivantesconcernant l’année judiciaire écoulée:1 o les statistiques par contentieux faisant apparaîtrele nombre d’affaires nouvelles pendant cette périodeainsi que le nombre d’affaires réglées par décisionfinale dans la même période. Le rapport mentionne enoutre le volume de travail;— de hangende zaken en de gerechtelijke achterstand; — des affaires pendantes et de l’arriéré juridictionnel;— de personeelsformatie en -bezetting; — du cadre du personnel et l’occupation des effectifs;KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4422 QRVA 52 0202 - 6 - 2008— de logistieke middelen; — des moyens logistiques;— de werklast. — de la charge de travail.b) Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen ende Staatlozen:Het CGVS publiceert 500 exemplaren in het Fransen 500 exemplaren in het Nederlands van zijn jaarverslag.De kosten worden hieronder aangegeven:Jaarverslag 2006: 4 187 euro incl. btw.Jaarverslag 2005: 5 803,50 euro incl. btw.Jaarverslag 2004: 5 220,50 euro incl. btw.Jaarverslag 2003: 7 094,23 euro incl. btw.Jaarverslag 2001-2002: 6 214,78 euro incl. btw.Raad voor Vreemdelingenbetwistingen:Aangezien de Raad voor Vreemdelingenbetwistingenzijn bevoegdheden pas uitoefent sinds 1 juni 2007,werd nog geen activiteitenverslag of jaarverslag opgemaakt.Het is dus nog niet mogelijk om die vraag tebeantwoorden.c) Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen ende Staatlozen:De elektronische versies van de jaarverslagen vanhet CGVS worden op zijn internetsite www.cgvs.begeplaatst.Raad voor Vreemdelingenbetwistingen:Zie 1. b) Voir 1. b)d) Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen ende Staatlozen:Het CGVS publiceert slechts één enkel jaarverslagen dit betreft een wettelijke verplichting (zie 1. a)).Raad voor Vreemdelingenbetwistingen:Geen enkel.2. Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingenen de Staatlozen:b) Commissariat général aux Réfugiés et aux Apatrides:Le CGRA publie 500 exemplaires en français et 500exemplaires en néerlandais de son rapport annuel.Les coûts sont indiqués ci-dessous:Rapport annuel 2006: 4 187 euros TVAC.Rapport annuel 2005: 5 803,50 euros TVAC.Rapport annuel 2004: 5 220,50 euros TVAC.Rapport annuel 2003: 7 094,23 euros TVAC.Rapport annuel 2001-2002: 6 214,78 euros TVAC.Conseil du Contentieux des étrangers:Vu que le Conseil du Contentieux des étrangersn’exerce ses compétences que depuis le 1 er juin 2007,un rapport d’activités ou un rapport annuel ne furentpas encore rédigés et il n’est donc pas encore possiblede répondre à cette question.c) Commissariat général aux Réfugiés et aux Apatrides:Les versions électroniques des rapports annuels duCGRA sont placés sur son site internet www.cgra.be.Conseil du Contentieux des étrangers:d) Commissariat général aux Réfugiés et aux Apatrides:Le CGRA ne publie qu’un seul rapport annuel et ils’agit d’une obligation légale (voir 1. a)).Conseil du Contentieux des étrangers:Aucun.Zie 1. b) Voir 1. b)Raad voor Vreemdelingenbetwistingen:Aangezien de Raad nog geen verslag opgesteldheeft, is het onmogelijk om die vraag te beantwoorden.2. Commissariat général aux Réfugiés et auxApatrides:Conseil du Contentieux des étrangers:Vu que le Conseil n’a pas encore rédigé de rapport,il n’est pas possible de répondre à cette question.3. Raad voor Vreemdelingenbetwistingen: 3. Conseil du Contentieux des étrangers:Zie 2. Voir 2.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 44232 - 6 - 2008DO 2007200802625 DO 2007200802625Vraag nr. 10 van de heer Guy D’haeseleer van 15 april2008 (N.) aan de minister van Migratie- en asielbeleid:Bij wet opgelegde evaluaties, verslagen en rapportenvan de overheidsadministraties.Bij het tot stand komen van nieuwe wetten wordtniet zelden aan de administraties de verplichting opgelegdom, al dan niet jaarlijks, een verslag, evaluatie ofrapport aan bepaalde instanties over te maken.In antwoord op mijn schriftelijke vraag nr. 4 van25 januari 2008antwoordde de eerste minister dat hijenkel de gegevens kon verstrekken voor de overheidsdienstendie onder zijn bevoegdheid vallen en diendeik me te richten tot alle ministers afzonderlijk (Vragenen Antwoorden, Kamer, 2007-2008, nr. 11, blz. 1595).Kan u dan ook meedelen, wat betreft de departementendie onder uw bevoegdheid vallen:1.a) Welke evaluaties, rapporten of verslagen diene erals gevolg van een wettelijke verplichting overgemaaktte worden?b) Kan u voor deze rapporten, evaluaties of verslagen:— telkens meedelen welke dienst moet instaan voorde redactie;— bij welke instantie het rapport zou moeten terechtkomen;— of men al dan niet de verplichting is nagekomen enzo niet, wat de opgelopen vertraging is?2. Het voldoen aan de wettelijke verplichtingen metbetrekking tot de opmaak van allerhande verslagen isdikwijls een tijdrovend werk.a) Wordt binnen de departementen regelmatig hetnut of de meerwaarde van dergelijke wettelijks verplichtingenbekeken?Question n o 10 de M. Guy D’haeseleer du 15 avril2008 (N.) à la ministre de la Politique de migrationet d’asile:Évaluations, comptes rendus et rapports des administrationspubliques imposés par la loi.Il n’est pas rare que les nouvelles lois imposent auxadministrations de transmettre, que ce soit annuellementou non, un compte rendu, une évaluation ou unrapport à certaines instances.Dans sa réponse à ma question écrite n o 4 du 25 janvier2008, le premier ministre a répondu qu’il nepouvait me fournir que les données concernant lesservices publics ressortissant à sa compétence et que,pour les autres, je devais m’adresser aux différentsministres séparément (Questions et Réponses, Chambre,2007-2008, n o 11, p. 1595).Pouvez-vous également me faire savoir, en ce quiconcerne les départements qui ressortissent à votrecompétence:1.a) Quels sont les comptes rendus, évaluations etrapports à transmettre dans la cadre d’une obligationlégale?b) Pouvez-vous également, en ce qui concerne cesrapports, évaluations ou comptes rendus:— indiquer quel service est responsable de leur rédaction;— préciser l’instance à laquelle ils devraient êtretransmis;— me dire si cette obligation a déjà été respectée et,dans la négative, m’indiquer le retard déjàencouru?2. Satisfaire aux obligations légales en matièred’élaboration de rapports en tout genre prend souventbeaucoup de temps.a) L’utilité ou la plus-value de ces obligations légalessont-elles régulièrement examinées au sein desdépartements?b) Zo ja, wat zijn de bevindingen? b) Dans l’affirmative, quels sont les enseignements decet examen?c) Zo neen, acht u het niet opportuun om die oefeningte maken in het kader van de administratievevereenvoudiging?3.a) Werd reeds beslist om van het opstellen van allerhandeverslagen, rapporten of evaluaties af te zien?c) Dans la négative, n’estimez-vous pas opportun deprocéder à cet exercice dans le cadre de la simplificationadministrative?3.a) A-t-il déjà été décidé de renoncer à la rédaction decomptes rendus, rapports ou évaluations en tousgenres?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4424 QRVA 52 0202 - 6 - 2008b) Zo ja, over welke ging het? b) Dans l’affirmative, de quels comptes rendus,rapports ou évaluations s’agissait-il?Antwoord van de minister van Migratie- en asielbeleidvan 28 mei 2008, op de vraag nr. 10 van de heerGuy D’haeseleer van 15 april 2008 (N.):Ik heb de eer het geachte lid het volgende mede tedelen.De Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) stelt jaarlijkseen Activiteitenrapport op dat in de maand juni aanpers en publiek wordt voorgesteld.Het Studiebureau van de DVZ staat in voor deredactie van dit rapport.Het Activiteiten rapport van de DVZ wordt gezamenlijkmet de rapporten van de overige algemenedirecties (AD) van de FOD Binnenlandse Zaken verstuurdnaar de gemeenschappelijke partners (deze zijnonder meer de gemeentebesturen, de federale ministers,de provinciegouverneurs, enzovoort). Daarnaaststuurt de DVZ haar rapport afzonderlijk op naar despecifieke, bevoorrechte partners. Deze zijn onderandere: het Commissariaat-generaal voor de vluchtelingenen de staatlozen, de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen,FEDASIL, het Centrum voor gelijkheidvan kansen en voor Racismebestrijding, enz.Tot op heden werd nog nooit een vertraging in deredactie- en publicatietermijnen opgelopen.Jaarlijks wordt in een werkgroep met de vertegenwoordigersvan alle AD’s binnen de FOD BinnenlandseZaken de werkwijze van het Activiteitenrapport geëvalueerd. Binnen de DVZ zelf wordt vastgestelddat parlementaire vragen worden gesteld opbasis van informatie uit het rapport. De laatste jarencontacteren meer en meer ngo’s de DVZ met de vraagom een exemplaar. Dit jaar werd beslist om voor deverspreiding enkel nog gebruik te maken van CD-Roms omwille van ecologische en financiële overwegingen.Gelet op zowel de wettelijke verplichting (wet van11 april 1994) voor de opmaak van een jaarlijksrapport als de maatschappelijke relevantie van hetdocument en de respons erop, is het afzien van hetActiviteitenrapport geen optie.Het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingenen de Staatlozen is wettelijk verplicht een jaarverslagop te maken van zijn activiteiten.Artikel 57/28 van de wet van 15 december 1980betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf,de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen,stelt dat de commissaris-generaal voor de Vluchtelingenen de Staatlozen elk jaar aan de minister verslaguitbrengt over zijn opdracht. Een afschrift van datRéponse de la ministre de la Politique de migrationet d’asile du 28 mai 2008, à la question n o 10 deM. Guy D’haeseleer du 15 avril 2008 (N.):J’ai l’honneur de faire savoir à l’honorable membrece qui suit.L’Office des étrangers (OE) établit chaque année unRapport d’activités qui est présenté à la presse et aupublic au cours du mois de juin.Le Bureau d’étude de l’OE se charge de la rédactionde ce rapport.Le Rapport d’activités de l’OE est transmis en mêmetemps que les rapports des autres directions générales(DG) du SPF Intérieur aux partenaires communs (àsavoir notamment les administrations communales, lesministres fédéraux, les gouverneurs de province, etc.).En outre, l’OE transmet séparément son rapport auxpartenaires spécifiques, privilégiés, soit notamment: leCommissariat général aux réfugiés et aux apatrides, leConseil du Contentieux des étrangers, FEDASIL, leCentre pour l’égalité des chances et la lutte contre leracisme, etc.Jusqu’à présent, il n’y a jamais eu de retard auniveau des délais de rédaction et de publication.Chaque année, la procédure d’établissement duRapport d’activités est évaluée au sein d’un groupe detravail composé de représentants de toutes les DG duSPF Intérieur. Au sein de l’OE même, il est constatéque des questions parlementaires sont posées sur labase d’informations provenant du rapport. Ces dernièresannées, de plus en plus d’ONG prennent contactavec l’OE pour lui demander un exemplaire durapport. Cette année, il a été décidé de ne plus utiliserque des CD-Roms, ce pour des motifs d’ordre écologiqueet financier.Compte tenu non seulement de l’obligation légale(loi du 11 avril 1994) d’établir un rapport annuel maisaussi de l’utilité sociale du document et des réactions àcelui-ci, il ne s’indique pas de renoncer à la rédactiond’un Rapport d’activités.Le Commissariat général aux réfugiés et aux apatridesa l’obligation légale d’établir un rapport annuel deses activités.L’article 57/28 de la loi du 15 décembre 1980 surl’accès au territoire, le séjour, l’établissement et l’éloignementdes étrangers dispose que le commissairegénéral aux réfugiés et aux apatrides fait chaque annéerapport au ministre sur sa mission. Une copie de cerapport avec les observations éventuelles du ministreKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 44252 - 6 - 2008verslag met de eventuele opmerkingen van de ministerwordt door de minister aan de Kamer van Volksvertegenwoordigersen aan de Senaat overgezonden.Het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingenen de Staatlozen publiceert zelf zijn jaarverslag. Verschillendevan zijn diensten leveren bijdragen en hetgeheel wordt gecoördineerd door de dienst communicatie.De bedoeling van het jaarverslag is de minister enhet Parlement op de hoogte te houden van de activiteitenvan het CGVS. Sinds zijn oprichting in 1988 heefthet CGVS ieder jaar een jaarverslag gepubliceerd.Het nut van het opstellen van een jaarverslag is evident.Het geeft het Commissariaat-generaal de gelegenheideen balans op te maken van het voorbije jaar.Het is zowel een intern als extern communicatiemiddel.Zowel het personeel als externen (de burger,asielzoekers, personen werkzaam binnen het domeinvan asiel, enzovoort) krijgen een volledig beeld van deverschillende diensten op het CGVS en hun activiteiten.Er is veel interesse van derden voor het jaarverslagvan het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingenen de Staatlozen. Derden vragen geregeld eenexemplaar van het jaarverslag. Om de informatie vooriedereen beschikbaar te maken plaatst het CGVS zijnjaarverslagen op zijn website (www.cgvs.be).De Raad voor Vreemdelingenbetwistingen dientdrie verslagen op te maken. Deze verslagen zijn telkensverschillend van aard.Het eerste soort verslag is het activiteitenverslag datjaarlijks de activiteiten van de Raad van het afgelopengerechtelijk jaar weergeeft. Dit activiteitenverslag isopenbaar. De wettelijke basis van dit verslag is terug tevinden in artikel 39/3 van de wet van 15 december1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, hetverblijf en de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen(verder de wet genoemd).Het tweede en het derde verslag zijn werkingsverslagenover de interne activiteiten, en beide soorten verslagendienen aan de minister overgemaakt te wordenvoor 1 oktober.Het tweede werkingsverslag is voorgeschreven in artikel39/8 van de wet. In dit verslag licht de beheerderde impact toe van de evolutie van de werklast op demiddelen die ter beschikking worden gesteld van deRaad. Dit verslag bevat eveneens een uiteenzetting vande maatregelen die een mogelijke budgettaire impactkunnen hebben.Het derde werkingsverslag wordt opgemaakt doorde eerste voorzitter in zijn hoedanigheid van korpschef.Dit werkingsverslag wordt voorzien in artikel39/27 van de wet. In dit verslag verduidelijkt deest transmise par ce dernier à la Chambre des représentantset au Sénat.Le Commissariat général aux réfugiés et aux apatridespublie lui-même son rapport annuel. Plusieurs deses services y collaborent et l’ensemble est coordonnépar le service Communication.L’objectif du rapport annuel et d’informer le ministreet le Parlement sur les activités du CGRA.Depuis sa création en 1988, le CGRA a publié chaqueannée un rapport annuel.L’utilité de rédiger un rapport annuel est évidente. Ildonne au Commissariat général la possibilité de faireun bilan de l’année écoulée. C’est un moyen decommunication interne mais aussi externe. Tant lepersonnel que les personnes extérieures (le citoyen, lesdemandeurs d’asile, les personnes occupées dans ledomaine de l’asile, etc.) obtiennent un aperçu completdes différents services du CGRA et de leurs activités.Le rapport annuel du Commissariat général auxréfugiés et aux apatrides suscite un grand intérêt de lapart de tiers qui demandent régulièrement un exemplairedudit rapport. Afin de rendre l’informationaccessible à tous, le CGRA envisage de placer sesrapports annuels sur son site web (www.cgra.be).Le Conseil du Contentieux des étrangers doit rédigertrois rapports, chacun d’une nature différente.Le premier type de rapport est le rapport annuel quireprend l’activité de l’année judiciaire précédente. Cerapport est public. Son fondement légal se retrouve àl’article 39/3 de la loi du 15 décembre 1980 sur l’accèsau territoire, le séjour, l’établissement et l’éloignementdes étrangers (ci-après la loi).Le deuxième et le troisième rapport sont desrapports sur l’activité interne, tous deux doivent êtretransmis au ministre avant le 1 er octobre.Le deuxième rapport d’activité est prévu à l’article39/8 de la loi, dans ce rapport l’administrateurexpose l’impact de l’évolution de la charge de travailsur les moyens mis à la disposition du Conseil. Cerapport contient également un exposé de toutes lesmesures qui peuvent avoir un impact budgétaire.Le troisième rapport est un rapport rédigé par lepremier président en sa qualité de chef de corps. Il estprévu à l’article 39/27 de la loi. Dans ce rapport, lepremier président précise la mise en œuvre de son planKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4426 QRVA 52 0202 - 6 - 2008eerste voorzitter de uitvoering van zijn beheersplan endiens evaluatie. Desgevallend stelt dit verslag, opgesteldin nauw overleg met de voorzitter wat betreft debevoegdheden van laatstgenoemde, de noodzakelijkewijzigingen aan te brengen aan het plan, duidt het denoden aan en brengt het voorstellen aan met het oogop een verbetering van de werking van de Raad en hetwegwerken van de gerechtelijke achterstand. Alsbijlage aan het verslag voegt de Eerste Voorzitter devolgende gegevens toe betreffende het afgelopengerechtelijk jaar:1 o de statistieken per contentieux, waaruit blijkthoeveel zaken in die periode zijn ingekomen alsookhet aantal bij eindbeslissing beslechte zaken in diezelfdeperiode. Het verslag geeft tevens het totalewerkvolume.de gestion et l’évaluation de celui-ci. Le cas échéant, cerapport établi en étroite concertation avec le présidenten ce qui concerne les compétences de celui-ci, contientles adaptations nécessaires à apporter au plan, indiqueles besoins et formule des propositions en vued’améliorer le fonctionnement du Conseil et de résorberl’arriéré juridictionnel. En annexe de ce rapport, lepremier président transmet les données suivantesconcernant l’année judiciaire écoulée:1 o les statistiques par contentieux faisant apparaîtrele nombre d’affaires nouvelles pendant cette périodeainsi que le nombre d’affaires réglées par décisionfinale dans la même période. Le rapport mentionne enoutre le volume de travail;2 o de evolutie van: 2 o l’évolution:— de hangende zaken en van de gerechtelijke achterstand;— des affaires pendantes et de l’arriéré juridictionnel;— de personeelsformatie en -bezetting; — du cadre du personnel et l’occupation des effectifs;— de logistieke middelen; — des moyens logistiques;— de werklast. — de la charge de travail.Het beheersplan van de eerste voorzitter werd bij deminister ingediend. Aangezien de Raad voor Vreemdelingenbetwistingenzijn bevoegdheden pas sinds 1 juni2007 uitoefent, werden nog geen werkingsverslagen ofactiviteitenverslag opgesteld.De toegevoegde waarde van deze verslagen werdnog niet geëvalueerd gelet op de recente oprichting vande Raad.Le plan de gestion du premier président a été introduitchez le ministre. Vu que le Conseil du Contentieuxdes étrangers n’exerce ses compétences quedepuis le 1 er juin 2007, un rapport d’activités ou unrapport annuel ne furent pas encore rédigés.La valeur ajoutée de ces rapports ne fut pas encoreévaluée compte tenu de la création récente du Conseil.DO 2007200802627 DO 2007200802627Vraag nr. 11 van de heer Guy D’haeseleer van 15 april2008 (N.) aan de minister van Migratie- en asielbeleid:Ziekteverzuim binnen de FOD’s.Zoals door de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheidgemeld in antwoord op mijn schriftelijkevraag nr. 562 van 8 januari 2007 «werd een projectopgestart om een beleid inzake ziekteverzuim in hetfederale openbare ambt uit te trekenen. Binnen deFOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketenen Leefmilieu werd een performant informaticasysteemop punt gezet voor de registratie, verwerking enrapportering van de gegevens over het ziekteverzuimvan de federale ambtenaren, om vergelijkingen tekunnen maken met andere sectoren.» (Vragen enAntwoorden, Kamer, 2006-2007, nr. 162, blz. 31632).Question n o 11 de M. Guy D’haeseleer du 15 avril2008 (N.) à la ministre de la Politique de migrationet d’asile:Absentéisme au sein des SPF.Comme le ministre des Affaires sociales et de laSanté publique l’a indiqué en réponse à ma questionécrite n o 562 du 8 janvier 2007, «un projet a été lancépour définir une politique de gestion des absences pourmaladie dans la fonction publique fédérale. Au sein duSPF Santé publique, Sécurité de la chaîne alimentaireet Environnement, un système informatique performanta été élaboré pour l’enregistrement, le traitementet l’établissement de rapports concernant les donnéessur les absences pour maladie des fonctionnaires fédérauxafin de permettre des comparaisons avec d’autressecteurs» (Questions et Réponses, Chambre, 2006-2007, n o 162, p. 31632).KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 44272 - 6 - 2008De minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijvenstelde in antwoord op mijn schriftelijkevraag nr. 226 van 18 februari 2008 dat zij enkel degegevens kon verstrekken voor de pilootadministratiesen zij liet in het midden of deze wel representatiefwaren voor de andere administraties (Vragen enAntwoorden, Kamer, 2007-2008, nr. 13, blz. 2363).Kan u, voor 2007, en opgesplitst per Gewest, pertaalrol en per departement of parastatale dat onder uwbevoegdheid valt de verzamelde gegevens meedelenvoor de volgende indicatoren:En réponse à ma question écrite n o 226 du 18 février2008, la ministre de la Fonction publique et des Entreprisespubliques a indiqué qu’elle pouvait seulementcommuniquer les données établies pour les administrationspilotes, ajoutant qu’elle ne pouvait «donneraucune garantie quant à la représentativité de cetaperçu pour l’ensemble de l’administration fédérale»(Questions et Réponses, Chambre, 2007-2008, n o 13,p. 2363).Pourriez-vous me communiquer pour 2007, parrégion, par rôle linguistique et par département ouparastatal ressortissant à votre compétence, lesdonnées collectées pour les indicateurs suivants:1. percentage ziekteverzuimers; 1. pourcentage d’absents pour cause de maladie;2. verzuimpercentage; 2. taux d’absentéisme;3. frequentie van het ziekteverzuim; 3. fréquence des absences pour cause de maladie;4. gemiddelde ziekteduur. 4. durée moyenne du congé de maladie?5. Alsook voor de analysevariabelen: 5. Ainsi que, pour les variables d’analyse:a) statutair/contractueel; a) statutaire/contractuel;b) man/vrouw; b) homme/femme;c) werkregime; c) régime de travail;d) leeftijdsklasse? d) tranche d’âge?Antwoord van de minister van Migratie- en asielbeleidvan 28 mei 2008, op de vraag nr. 11 van de heerGuy D’haeseleer van 15 april 2008 (N.):Hieronder vindt het geachte lid de gevraagde gegevens,afkomstig uit de Medex-databank, betreffendehet ziekteverzuim van de personeelsleden van de FODBinnenlandse Zaken voor het jaar 2007.De Medex-databank laat nog geen consultatie vandeze gegevens toe per departement, en de cijfers hieronderbetreffen dan ook het totaal van de personeelsledenvan de FOD Binnenlandse Zaken.Réponse de la ministre de la Politique de migrationet d’asile du 28 mai 2008, à la question n o 11 deM. Guy D’haeseleer du 15 avril 2008 (N.):L’honorable membre trouvera ci-dessous lesdonnées demandées, provenant de la base de donnéesde Medex, relatifs à l’absentéisme des membres dupersonnel du SPF Intérieur pour l’année 2007.La base de données de Medex ne permet pas encoreune consultation par département de ces données, etles chiffres ci-après ont donc trait au total des membresdu personnel du SPF Intérieur.1 januari 2007-31 december 2007—1 er janvier 2007-31 décembre 2007Percentageziekteverzuimers—Pourcentaged’absentsVerzuimpercentage—Pourcentaged’absentéismeFrequentieziekteverzuim—Fréquencede l’absentéismeGemiddeldeziekteduur—Durée moyennedes maladiesFOD Binnenlandse Zaken. — SPF Intérieur................................................... 66,05 4,31 1,67 6,03Gewest. — RégionBrussels Hoofdstedelijk Gewest. —Région de Bruxelles-Capitale .............. 62,64 3,89 1,56 5,57Vlaams Gewest. — Région flamande . 66,14 4,19 1,61 6,06Waals Gewest. — Région wallonne ... 66,98 4,63 1,79 6,11Taalrol. — Rôle linguistiqueNederlands. — Néerlandais ................ 66,24 4,21 1,61 6,10KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4428 QRVA 52 0202 - 6 - 20081 januari 2007-31 december 2007—1 er janvier 2007-31 décembre 2007Percentageziekteverzuimers—Pourcentaged’absentsVerzuimpercentage—Pourcentaged’absentéismeFrequentieziekteverzuim—Fréquencede l’absentéismeGemiddeldeziekteduur—Durée moyennedes maladiesFrans. — Français .............................. 65,81 4,43 1,74 5,95Statutair-contractueel. — StatutairecontractuelContractueel. — Contractuel .............. 74,15 4,36 1,98 5,08Statutair. — Statutaire ....................... 59,66 4,37 1,43 7,15Stagiair. — Stagiaire ........................... 64,46 2,35 1,30 4,52Man-Vrouw. — Homme-FemmeMan. — Homme ................................ 61,48 4,24 1,46 7,05Vrouw. — Femme .............................. 71,03 4,39 1,89 5,17Werkregime. — Régime de travail0-19% ................................................ 33,83 5,05 0,82 0,1820-39% .............................................. 67,47 6,35 1,96 2,1040-59% .............................................. 73,97 5,21 1,84 3,6660-79% .............................................. 82,05 6,53 2,91 3,8480-99% .............................................. 77,48 5,72 2,18 5,48Leeftijdsklasse. — Classe d’âge-20 ...................................................... 92,31 1,06 0,92 3,0020-29 .................................................. 73,94 3,06 1,93 3,9030-39 .................................................. 73,13 4,06 1,88 4,9440-49 .................................................. 60,39 4,49 1,51 7,0350-59 .................................................. 59,44 4,94 1,43 7,8460+ ..................................................... 58,37 8,52 1,48 13,23DO 2007200802717 DO 2007200802717Vraag nr. 12 van de heer Filip De Man van 16 april2008 (N.) aan de minister van Migratie- en asielbeleid:Bepaalde gevolgen van de dubbele nationaliteit.Het Turkse leger is verwikkeld in diverse acties diezowel door de EU als door andere internationale instantiesbeschouwd worden als volkenrechtelijk illegaal.Daarbij moet gedacht worden aan de bezettingvan Noord-Cyprus, maar ook de beschietingen doorhun artillerie van het noorden van Irak en de grootschaligemilitaire interventies in dat buurland. Probleemis nu dat door de huidige nationaliteitswetgevingvele duizenden Turken tegelijk de Belgischenationaliteit hebben en in Turkije hun legerdienstmoeten volbrengen.1. Hoeveel personen hebben tegelijk de Turkse ende Belgische nationaliteit?Question n o 12 de M. Filip De Man du 16 avril 2008(N.) à la ministre de la Politique de migration etd’asile:Certaines conséquences de la double nationalité.L’armée turque est impliquée dans diverses actionsconsidérées comme menées en violation du droit internationalaussi bien par l’UE que par d’autres instancesinternationales. C’est notamment le cas del’occupation du nord de Chypre ou encore des tirseffectués par leur artillerie à partir du nord de l’Irak etde leurs interventions militaires à grande échelle dansce pays voisin. Le problème, c’est que du fait de lalégislation actuelle sur la nationalité, plusieurs miliersde Turcs ont aussi la nationalité belge et doivent effectuerleur service militaire en Turquie.1. Combien de personnes ont en même temps lanationalité turque et belge?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 44292 - 6 - 20082. Hoeveel van deze personen zijn jonger dan 40jaar?2. Combien de ces personnes ont moins de 40ans?3. Is het een Belgische onderdaan toegestaan militairte dienen in het Turkse leger?4. Levert dit geen problemen van loyauteit enbetrouwbaarheid op?5.a) Is het aan een Belgische onderdaan toegestaan methet leger van Turkije deel te nemen aan illegaleactiviteiten, zoals bijvoorbeeld de militaire bezettingvan een deel van Cyprus of invallen in Irak?b) Zo neen, welke maatregelen worden daartegengenomen?6.a) Heeft u weet van acties of vervolgingen ondernomentegen Belgische onderdanen die als soldaat inhet Turkse leger deelnemen aan voornoemde illegaleactiviteiten?3. Un sujet belge est-il autorisé à servir dans l’arméeturque?4. Cela ne crée-t-il pas des problèmes de loyauté etde fiabilité?5.a) Un sujet belge est-il autorisé à participer à des activitésillégales dans le cadre de l’armée turque, parexemple à l’occupation militaire d’une partie deChypre et à des irruptions en Irak?b) Dans la négative, quelles sont les mesures prisesdans ces situations?6.a) Avez-vous connaissance d’actions ou de poursuitesentreprises contre des sujets belges ayant participé,en qualité de soldat dans l’armée turque, aux activitésillégales précitées?b) Zo neen, overweegt u daarop aan te dringen? b) Dans la négative, envisagez-vous d’insister sur cepoint?c) Is het niet aangewezen de naturalisatie in dergelijkgeval in te trekken?Antwoord van de minister van Migratie- en asielbeleidvan 30 mei 2008, op de vraag nr. 12 van de heerFilip De Man van 16 april 2008 (N.):1. In het Rijksregister van de natuurlijke personenwordt geen informatie opgenomen met betrekking totde dubbele nationaliteit van vreemde onderdanen. Hetis mij dan ook niet mogelijk het aantal personen meete delen die tegelijk de Turkse en de Belgische nationaliteitbezitten.2. Gezien het antwoord op vraag 1 kan het aantalvan deze personen dat jonger is dan 40 jaar evenminbezorgd worden.3 en 4. Voor het antwoord op de vragen of eenBelgisch onderdaan mag dienen in het Turkse leger, enof hij er eventueel mag deelnemen aan bepaalde militaireactiviteiten, moet ik u verwijzen naar mijncollega, de minister van Landsverdediging, die ter zakebevoegd is. (Vraag nr. 42 van 3 juni 2008.)5. De eventueel acties of vervolgingen die tegenBelgische onderdanen, die als soldaat in het Turkseleger deelnamen aan illegale activiteiten, vallen onderde bevoegdheid van mijn collega, de heer minister vanJustitie. Voor het antwoord op deze vraag moet ik danook naar hem verwijzen. (Vraag nr. 238 van 3 juni2008.)c) Ne serait-il pas recommandé, dans ce cas, de retirerla naturalisation?Réponse de la ministre de la Politique de migrationet d’asile du 30 mai 2008, à la question n o 12 deM. Filip De Man du 16 avril 2008 (N.):1. Au Registre national des personnes physiquesn’est reprise aucune information concernant la doublenationalité des ressortissants étrangers. Je suis dès lorsdans l’impossibilité de vous communiquer le nombrede personnes ayant simultanément la nationalitéturque et la nationalité belge.2. Vu la réponse donnée à la première question, lenombre de ces personnes ayant moins de 40 ans nepeut pas davantage être fourni.3 et 4. Pour ce qui est de la réponse aux questionsportant sur le fait qu’un ressortissant belge puisseservir dans l’armée belge et qu’il puisse éventuellementparticiper à certaines activités militaires, je vous inviteà vous adresser à mon collègue, le ministre de laDéfense qui est compétent en la matière. (Questionn o 42 du 3 juin 2008.)5. Les actions ou poursuites éventuelles à rencontrede ressortissants belges, qui en qualité de soldat dansl’armée turque, ont participé à des activités illégalesrelèvent des compétences de mon collègue, le ministrede la Justice. Je me réfère dès lors à lui pour répondreà cette question. (Question n o 238 du 3 juin 2008.)KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4430 QRVA 52 0202 - 6 - 2008DO 2007200802888 DO 2007200802888Vraag nr. 13 van de heer Fouad Lahssaini van 21 april2008 (N.) aan de minister van Migratie- en asielbeleid:Reglementering inzake de regularisatiecriteria voormensen zonder papieren. — Dienst Vreemdelingenzaken.De Dienst Vreemdelingenzaken speelt een belangrijkerol in het asiel- en immigratiebeleid, en van zijnbeslissingen hangt het lot van heel wat mensen af.Advocaten, mensenrechtenverenigingen en steuncomitésstellen nu beslissingen van de Dienst Vreemdelingenzakenaan de kaak die niet in overeenstemmingzouden zijn met de regularisatiecriteria die de regeringbelooft heeft in te voeren. De Dienst Vreemdelingenzakenzou het oude beleid blijven toepassen!1. Kunt u zeggen welke minister nu bevoegd is voorde Dienst Vreemdelingenzaken?2. De regering is het, meer algemeen, eens gewordenover nieuwe regularisatiecriteria, en heel watmensen en organisaties wachten nu op de reglementeringdie deze criteria moet verduidelijken.Wanneer denkt u deze te publiceren?Antwoord van de minister van Migratie- en asielbeleidvan 28 mei 2008, op de vraag nr. 13 van de heerFouad Lahssaini van 21 april 2008 (Fr.):Als gevolg van het regeerakkoord is de minister vanMigratie- en Asielbeleid nu bevoegd voor de DienstVreemdelingenzaken (DVZ). Ik wil de nadruk leggenop het feit dat mijn diensten de vreemdelingenreglementeringrigoureus blijven toepassen. Wat het regularisatiebeleidbetreft zijn de criteria voor het bekomenvan een machtiging tot verblijf nu al voldoendebekend. Het regeerakkoord voorziet een omzendbriefdie deze regularisatiecriteria herneemt en ze expliciteert.Ik zal de bepalingen van het regeerakkoord dustrouw toepassen. Een ontwerp voor een omzendbriefis momenteel onderwerp van onderzoek. Wanneerdeze in staat blijkt om een consensus te bereikenbinnen de regering, zal hij gecommuniceerd kunnenworden.Question n o 13 de M. Fouad Lahssaini du 21 avril2008 (N.) à la ministre de la Politique de migrationet d’asile:Réglementation en matière de critères de régularisationdes sans papiers. — Office des étrangers.En matière de politique d’asile et d’immigration,l’Office des étrangers occupe un rôle important et deses décisions dépend le sort de beaucoup de personnes.Aujourd’hui, des avocats, des associations des droitsde l’homme, des comités de soutien, dénoncent lesdécisions de l’Office des étrangers qui ne sont pasconformes aux critères de régularisation que le gouvernements’engage à réaliser. L’Office des étrangerscontinuerait à appliquer sa politique antérieure!1. Pouvez-vous préciser de quel ministre dépendactuellement l’Office des étrangers?2. Plus généralement, le gouvernement s’est misd’accord sur de nouveaux critères de régularisation etde nombreuses personnes et organisations attendent laréglementation censée expliciter ces critères.Quand envisagez-vous de les publier?Réponse de la ministre de la Politique de migrationet d’asile du 28 mai 2008, à la question n o 13 deM. Fouad Lahssaini du 21 avril 2008 (Fr.):À la suite de l’accord de gouvernement, l’Office desétrangers (OE) a été placé sous la compétence de laministre de la Politique de migration et d’asile. Jesouhaite souligner le fait que mes services continuent àappliquer rigoureusement la réglementation sur lesétrangers. Pour ce qui est de la politique de régularisation,les critères d’obtention d’une autorisation deséjour sont d’ores et déjà suffisamment connus.L’accord de gouvernement prévoit une circulairereprenant ces critères de régularisation et les explicitant.Je vais donc appliquer fidèlement les dispositionsde l’accord de gouvernement. Un projet de circulaireest actuellement à l’examen. Dans la mesure où celle-cifera l’objet d’un consensus au sein du gouvernement,elle pourra être communiquée.DO 2007200802924 DO 2007200802924Vraag nr. 14 van de heer Peter Logghe van 22 april2008 (N.) aan de minister van Migratie- en asielbeleid:FOD Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijdingen Sociale Economie. — Personeel. — Taalaanhorigheid.Meten is weten, zegt het spreekwoord, en dat is ookeen belangrijk principe in de politiek. Het is belangrijkQuestion n o 14 de M. Peter Logghe du 22 avril 2008(N.) à la ministre de la Politique de migration etd’asile:SPP Intégration sociale, lutte contre la pauvreté etéconomie sociale. — Personnel. — Appartenancelinguistique.Mesurer c’est savoir, dit le proverbe. Ce principes’applique également en politique. Ainsi, il est impor-KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 44312 - 6 - 2008om regelmatig te meten in hoeverre het taalevenwichtin ons land gerespecteerd wordt. Belangrijk omdatalleen taalevenwicht bepaalde uitwassen uit het verledenkan proberen te vermijden.Daarom volgende concrete vragen over de PODMaatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding enSociale Economie:1.a) Hoeveel vastbenoemden behoorden in 2005 tot deNederlandstalige taalrol?tant de vérifier régulièrement dans quelle mesurel’équilibre linguistique est respecté dans notre pays.Seul le respect de l’équilibre linguistique est en effet denature à permettre d’éviter le cas échéant certainesdérives du passé.Pourriez-vous dès lors me fournir les précisionssuivantes à propos du SPP Intégration sociale, luttecontre la pauvreté et économie sociale:1.a) En 2005, combien de membres du personnelnommés appartenaient au rôle linguistiquenéerlandais?b) Hoeveel tot de Franstalige taalrol? b) Combien appartenaient au rôle linguistique français?2. Hoeveel vastbenoemden in 2006 behoorden ertot de Nederlandstalige dan wel tot de Franstalige taalrol?2. En 2006, combien de membres du personnelnommés appartenaient respectivement au rôle linguistiquenéerlandais et au rôle linguistique français?3. Dezelfde vraag, maar dan voor 2007. 3. Pourriez-vous me fournir les mêmes donnéespour l’année 2007.4.a) Hoeveel contractuelen in de POD MaatschappelijkeIntegratie, Armoedebestrijding en SocialeEconomie rekent men in 2005 tot de Nederlandstaligetaalrol?4.a) En 2005, combien de contractuels travaillant auSPP Intégration sociale, lutte contre la pauvreté etéconomie sociale étaient considérés comme appartenantau rôle linguistique néerlandais?b) Hoeveel tot de Franstalige taalrol? b) Combien étaient considérés comme appartenantau rôle linguistique français?5. Idem als hierboven, maar dan voor 2006. 5. Pourriez-vous me fournir les mêmes donnéespour l’année 2006?6. Idem als hierboven, maar dan voor 2007. 6. Pourriez-vous me fournir les mêmes donnéespour l’année 2007?Antwoord van de minister van Migratie- en asielbeleidvan 30 mei 2008, op de vraag nr. 14 van de heerPeter Logghe van 22 april 2008 (N.):Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee tedelen.De FOD Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding,Sociale Economie en Grootstedenbeleidbehoort tot de bevoegdheid van de minister vanMaatschappelijke Integratie, Pensioenen en GroteSteden. (Vraag nr. 24 van 22 april 2008.)U heeft de vraag tevens aan de bevoegde ministergesteld (parlementaire vraag nr. 24), die dan ook deparlementaire vraag zal beantwoorden.Réponse de la ministre de la Politique de migrationet d’asile du 30 mai 2008, à la question n o 14 deM. Peter Logghe du 22 avril 2008 (N.):J’ai l’honneur de faire savoir à l’honorable membrece qui suit.Le SPP Intégration sociale, Lutte contre la pauvreté,Economie sociale et Politique des Grandes villes relèvede la compétence de la ministre de l’Intégrationsociale, des Pensions et des Grandes villes. (Questionn o 24 du 22 avril 2008.)L’honorable membre a également posé la questionau ministre compétent (question parlementaire n o 24)qui se chargera dès lors de lui fournir une réponse.DO 2007200802930 DO 2007200802930Vraag nr. 15 van de heer Filip De Man van 22 april2008 (N.) aan de minister van Migratie- en asielbeleid:Allochtone huwelijken tussen neef en nicht.Het is een notoir feit dat er bij bepaalde in ons landverblijvende bevolkingsgroepen nogal wat huwelijkenQuestion n o 15 de M. Filip De Man du 22 avril 2008(N.) à la ministre de la Politique de migration etd’asile:Mariages allochtones entre cousin et cousine.Il est notoire que de nombreux mariages entrecousin et cousine sont célébrés dans certains groupesKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4432 QRVA 52 0202 - 6 - 2008tussen neef en nicht voorkomen, in het bijzonder bijTurken en Marokkanen. Soms zijn de aanstaandeechtgenoten zelf al het product van een huwelijk tussenneef en nicht. Bij een huwelijk tussen neef en nichtverdubbelt de kans op een genetische afwijking van dekinderen die uit een dergelijk huwelijk voortspruiten.Indien gedurende een aantal generaties telkens weertussen neef en nicht getrouwd wordt, neemt de kansop een genetische afwijking — het gaat onder meer ombèta-thalassemie, een soort erfelijke bloedarmoede —uiteraard nog meer toe.1. Bestaan er statistieken betreffende in den bloedeverwante huwelijken, in het bijzonder huwelijken tussenneef en nicht, van personen die in ons land verblijven?2. Wat is de verdeling van deze huwelijken over deverschilende nationaliteiten?3. Bestaan er statistieken betreffende de matewaarin ernstige genetische aandoeningen zoals bètathalassemievoorkomen bij kinderen die geborenworden uit huwelijken tussen neef en nicht?4.a) Hoeveel gevallen van bèta-thalassemie zijn er inons land bekend?b) Wat is de verdeling ervan over de verschillendenationaliteiten?5. Hoe staat u tegenover een verbod van dergelijkehuwelijken door middel van een wijziging van hetBurgerlijk Wetboek?Antwoord van de minister van Migratie- en asielbeleidvan 30 mei 2008, op de vraag nr. 15 van de heerFilip De Man van 22 april 2008 (N.):Het geachte lid vindt hieronder het antwoord opzijn vraag.1 tot 4. Ik kan het geachte lid melden dat mijndiensten over geen enkele statistiek beschikken metbetrekking tot de in den bloede verwante huwelijken,en dan in het bijzonder de huwelijken tussen neef ennicht, van personen die in België verblijven, noch overstatistische informatie omtrent het voorkomen vangenetische aandoeningen zoals bèta-thalassemie.5. De mogelijkheid tot het verbieden van huwelijkentussen neef en nicht door middel van een wijzigingvan het Burgerlijk Wetboek moet voorgelegd wordenaan de heer minister van Justitie die ter zake bevoegdis. (Vraag nr. 237 van 3 juni 2008.)de population résidant dans notre pays, plus particulièrementparmi les Turcs et les Marocains. Danscertains cas, les futurs époux sont eux-mêmes déjàissus d’un mariage entre cousin et cousine. Le risqued’une anomalie génétique est deux fois plus élevé pourles enfants nés d’un tel mariage. Si les mariages entrecousin et cousine se répètent au cours de plusieursgénérations, le risque d’une anomalie génétique — ils’agit notamment de la bêta-thalassémie, une sorted’anémie héréditaire — sera bien entendu encore plusélevé.1. Existe-t-il des statistiques concernant les mariagesconsanguins entre des personnes résidant dansnotre pays, plus particulièrement les mariages entrecousin et cousine?2. Quelle est la répartition de ces mariages, parnationalité?3. Existe-t-il des statistiques concernant les anomaliesgénétiques graves, telles que la bêta-thalassémie,dont peuvent être atteints les enfants nés de mariagesentre cousin et cousine ?4.a) Combien de cas de bêta-thalassémie ont étédénombrés dans notre pays?b) Quelle est la répartition par nationalité?5. Que pensez-vous d’une interdiction de ce type demariage par le biais d’une modification du Code civil?Réponse de la ministre de la Politique de migrationet d’asile du 30 mai 2008, à la question n o 15 deM. Filip De Man du 22 avril 2008 (N.):L’honorable membre trouvera ci-après la réponse àsa question.1 à 4. Je peux informer l’honorable membre quemes services ne disposent d’aucune statistique en cequi concerne les mariages consanguins, et en particulierles mariages entre cousin et cousine, de personnesrésidant en Belgique, ni de statistiques en ce qui concernel’apparition d’anomalies génétiques telles que labêta thalassémie.5. La possibilité d’interdire des mariages entrecousin et cousine en modifiant le Code civil doit êtresoumise au ministre de la Justice qui est compétent enla matière. (Question n o 237 du 3 juin 2008.)KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 44332 - 6 - 2008Staatssecretaris voor Mobiliteit,toegevoegd aan de eerste ministerSecrétaire d’État à la Mobilité,adjoint au premier ministreDO 2007200802812 DO 2007200802812Vraag nr. 20 van de heer Jan Mortelmans van 17 april2008 (N.) aan de staatssecretaris voor Mobiliteit,toegevoegd aan de eerste minister:Kabinetten. — Wagenpark.Het aantreden van een nieuwe regering betekentgewoonlijk ook een aanpassing van het wagenpark.1. Over hoeveel voertuigen beschikt het kabinet enwie maakt ervan gebruik?Question n o 20 de M. Jan Mortelmans du 17 avril2008 (N.) au secrétaire d’État à la Mobilité,adjoint au premier ministre:Cabinets ministériels. — Parc automobile.Traditionnellement, l’entrée en fonction d’unnouveau gouvernement entraîne également des changementsau niveau du parc automobile des cabinets.1. De combien de véhicules dispose votre cabinet etqui les utilise?2. Werden er voertuigen overgenomen? 2. Des véhicules ont-ils été repris?3. Wat is telkens het bouwjaar, het type, de cilinderinhouden de aanschafwaarden en -wijze?3. Pouvez-vous m’indiquer, pour chaque véhicule,l’année de construction, le type, la cylindrée ainsi quele prix et les modalités d’acquisition?4. Aan welke emissienorm voldoen de voertuigen? 4. À quelle norme d’émission ces véhicules satisfont-ils?5.a) Zijn de voertuigen uitgerust met ISA (intelligentesnelheidsbegrenzing)?5.a) Sont-ils munis du système ISA (intelligent speedadaptation) ?b) Zo neen, waarom niet? b) Dans la négative, pourquoi?6. Welk voertuig gebruikt u hoofdzakelijk? 6. Quel véhicule utilisez-vous principalement?Antwoord van de staatssecretaris voor Mobiliteit,toegevoegd aan de eerste minister van 26 mei 2008, opde vraag nr. 20 van de heer Jan Mortelmans van17 april 2008 (N.):1. Er zijn 4 wagens ter beschikking. Zij wordengebruikt door de staatssecretaris en de chauffeurs.2. Ja. 2. Oui.3 en 4. 3 et 4.Réponse du secrétaire d’État à la Mobilité, adjointau premier ministre du 26 mai 2008, à la questionn o 20 de M. Jan Mortelmans du 17 avril 2008 (N.):1. Il y a 4 voitures disponibles. Elles sont utiliséespar le secrétaire d’État et les chauffeurs.Bouwjaar—Année de constructionMerk & Type—Marque & typeCylinderinhoud—CylindréeAanschafwaardeen wijze—Valeur et manièred’acquisitionUitstoot CO 2—Emission CO 22000 Nissan Primera 1974 cc Onbekend, overname. —Inconnu, reprise2003 Peugeot 307 1997 cc Onbekend, overname. —Inconnu, reprise2005 BMW 320 c 2000 cc Leasing, overname. —Leasing, reprise2008 BMW 525 c 3.0 2993 cc Leasing, nieuw. —DLeasing, nouveau174 g/km143 g/km153 g/km165 g/kmKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4434 QRVA 52 0202 - 6 - 20085.a) Neen.b) ISA is in een experimentele fase en vergt een specifieketoepassing van GPS, waarbij de snelheidautomatisch wordt beperkt in overeenstemmingmet de plaatselijke snelheidsbeperkingen.6. De aanloopwagen van BMW in afwachting vande levering van de nieuwe auto.5.a) Non.b) ISA est en phase d’expérimentation et nécessite uneapplication spécifique du GPS pour laquelle lavitesse est automatiquement limitée en fonctiondes limitations de vitesse locales.6. La BMW provisoire dans l’attente de la fourniturede la nouvelle voiture.DO 2007200803054 DO 2007200803054Vraag nr. 34 van de heer François Bellot van 24 april2008 (Fr.) aan de staatssecretaris voor Mobiliteit,toegevoegd aan de eerste minister:Departementen. — Energiebesparingsprogramma.Mijn vraag betreft het investeringsprogramma dat uop uw departement heeft opgezet om het energieverbruikterug te dringen.1. Welke maatregelen worden er in uw departementgetroffen:a) met het oog op de vervanging van de enkele beglazingdoor dubbele;b) met het oog op het gebruik van milieuvriendelijkerevoertuigen;c) met het oog op een optimale verlichting van dekantoren, waarbij de verlichting in ongebruiktegemeenschappelijke ruimten uitgeschakeld wordt?2. Welke instructies moeten de ambtenaren volgenmet betrekking tot de computerapparatuur, wanneerze hun kantoor verlaten (verplicht uitzetten van depc’s)?3. Welke maatregelen zouden uw departementen,ingeval een van uw departementen kantoorruimte zouhuren, hebben getroffen om de eigenaars ertoe aan tezetten de noodzakelijke energiebesparende technischeingrepen te doen?Antwoord van de staatssecretaris voor Mobiliteit,toegevoegd aan de eerste minister van 26 mei 2008, opde vraag nr. 34 van de heer François Bellot van24 april 2008 (Fr.):Hierbij kan ik aan het geacht lid de volgendeinlichtingen meedelen.De door de FOD Mobiliteit en Vervoer bezettegebouwen zijn eigendom of worden ingehuurd doorQuestion n o 34 de M. François Bellot du 24 avril 2008(Fr.) au secrétaire d’État à la Mobilité, adjoint aupremier ministre:Départements. — Programme d’économie d’énergie.Ma question concerne le programmed’investissements que vous avez mis en œuvre dansvotre département en vue de réduire la consommationd’énergie.1. Quelles mesures sont prises dans votre département:a) pour assurer le remplacement des simples vitragespar des doubles vitrages;b) pour utiliser des véhicules à indices environnementauxplus respectueux de l’environnement;c) pour assurer une qualité d’éclairage optimale pourles occupants des bureaux tout en assurant l’arrêtde ces éclairages dans les locaux communs nonutilisés?2. Quelles mesures sont prises notamment eu égardau fonctionnement du matériel informatique (fermetureobligatoire des PC) dès que les agents quittent lesbureaux?3. Dans l’hypothèse où l’un de vos départementslouerait des surfaces de bureaux, quelles mesures incitativesvos départements auraient-ils prises poursuggérer aux propriétaires d’apporter les mesurestechniques indispensables pour réduire la consommationd’énergie?Réponse du secrétaire d’État à la Mobilité, adjointau premier ministre du 26 mai 2008, à la questionn o 34 de M. François Bellot du 24 avril 2008 (Fr.):J’ai l’honneur de communiquer à l’honorablemembre les renseignements suivants.Le SPF Mobilité et transports occupe des bâtimentsqui sont, soit la propriété de la Régie des Bâtiments,KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 44352 - 6 - 2008de Regie der Gebouwen. Het komt de Regie derGebouwen toe om de nodige maatregelen te nemen enop te nemen in het investeringsprogramma. Onsdepartement kan alleen voorstellen suggereren aan deRegie, doch de laatste jaren is er wegens de herstructureringvan de Regie weinig respons op onze voorstellen.De vervanging van de voertuigen van het wagenparkbeantwoorden aan de normen gesteld in deomzendbrief 307quater van 3 mei 2004 en aan denormen van de Gids der Duurzame Aankopen.Binnen het departement wordt op beslissing van hetdirectiecomité een nog stringenter vervangingsbeleidgehanteerd. Wagens worden voor zover de budgettairecontext dit toelaat vervangen zodra ze zes jaar oud zijnof zodra zij 150 000 kilometer op de teller hebben. Hetdepartement beschikt ook reeds over een hybridewagen.Om de verlichting te kunnen uitschakelen in nietgebruikte gemeenschappelijke lokalen werden reedsproeven ondernomen in het hoofdgebouw van deFOD. Hierbij werd 1 lamp op 2 uitgeschakeld. Dehuidige verlichtingsarmaturen, die reeds met elektronischeballasten en laag vermogen TL-lampen zijnuitgevoerd, gaven in dit systeem een verlichtingssterktedie niet voldeed aan de normen zoals vastgelegd in hetAlgemeen Reglement op de Arbeidsbescherming.Energie besparen kan alleen maar op een efficiëntemanier gebeuren als er exacte metingen gebeuren. Inhet hoofdgebouw van ons departement waren er geenaparte tellers per verdieping en was er slechts één algemeneteller. Aangezien er op die manier weinig sprakekon zijn van differentiatie en gericht onderzoek naargrote verbruikers is er binnen de Dienst Logistiek beslistom aparte tellers per verdieping te laten installeren.Deze installatie,die momenteel aan de gang is, zalons toelaten om in de toekomst gericht het elektriciteit-en waterverbruik te analyseren.Andere oplossingen worden gezocht, waarbijexterne expertise of tussenkomst van de Regie derGebouwen niet wordt uitgesloten.Gelet op het antwoord sub 1 a) werden reeds voor2 bezette gebouwen een energieaudit uitgevoerd doorFedesco. De onderhoudstechnische adviezen wordenuitgevoerd door de FOD Mobiliteit en Vervoer. Deinvesteringen, waarvan de budgettaire haalbaarheidmomenteel onderzocht wordt, vallen onder het derdebetalerregime met Fedesco.Energieaudits in 4 andere gebouwen wordengepland in de loop van 2008.soit loué par la Régie des Bâtiments. Il appartient à laRégie des Bâtiments de prendre la mesures nécessaireset de les intégrer dans le programme d’investissement.Notre département peut seulement suggérer des propositionsà la Régie, cependant ces dernières années, suiteà la restructuration de la Régie, il y a peu de réponses ànos propositions.Le remplacement des véhicules du parc automobilerépond aux normes prescrites dans la circulaire307quater du 3 mai 2004 et aux normes du guide desachats durables.Au sein du Département, sur décision du Comité dedirection, une politique de remplacement encore pluscontraignante est appliquée. Pour autant que lecontexte budgétaire le permette, les voitures sontremplacées aussitôt qu’elles ont 6 ans ou qu’ellesatteignent 150 000 kilomètres au compteur. Le Départementdispose également déjà d’un véhicule hybride.Afin de pouvoir éteindre l’éclairage dans les locauxcommuns non utilisés, des essais ont déjà été effectuésdans le bâtiment principal du SPF. Entre autre, unelampe sur deux a été déconnectée. Les actuelles armaturesd’éclairage, qui sont déjà équipés de ballast électroniqueet de lampe TL basse puissance, ont, via cesystème, donné une puissance d’éclairage qui ne satisfaitpas aux normes fixées dans le règlement général dela protection du travail.Économiser l’énergie ne peut se faire de manièreefficace que si s’il y a des mesurages exacts. Dans lebâtiment principal de notre SPF, il n’y avait pas decompteurs séparés par étage, il y avait seulement uncompteur général. Vu que de cette manière il ne peutguère être question de différenciation et d’analyseponctuelle en vue d’identifier les gros consommateurs,il a été décidé au sein du Service logistique de faire installerdes compteurs séparés par étage. Cette installation,qui est momentanément en cours, va nouspermettre, à l’avenir, d’analyser ponctuellement laconsommation d’électricité et d’eau.D’autres solutions sont recherchées, parmi lesquellesune expertise externe ou une intervention de laRégie des Bâtiments n’est pas exclue.Vu la réponse la mentionnée ci-dessus, un auditénergétique a été réalisé par la firme Fedesco pour2bâtiments occupés. Les Conseils en matière de techniqued’entretien sont assurés par le SPF Mobilité etTransports. Les investissements, dont la faisabilitébudgétaire est momentanément examinée, tombentsous le régime du tiers payant avec Fedesco.Des audits énergétiques dans 4 autres bâtiments sontprogrammés dans le courant de l’année 2008.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4436 QRVA 52 0202 - 6 - 2008DO 2007200803101 DO 2007200803101Vraag nr. 37 van de heer Bruno Tuybens van 25 april2008 (N.) aan de staatssecretaris voor Mobiliteit,toegevoegd aan de eerste minister:Verkeersregelgeving voor joggers.Er zijn tegenwoordig meer en meer mensen diejoggen in groep of in clubverband. Dit is niet altijdzonder gevaar als zij zich op de openbare weg begeven.Bij wielrenners is er een duidelijke wetgeving over hoezij zich op de openbare weg moeten begeven. Dit heeftook implicaties in verband met de verzekering.1. Bestaat er een duidelijke regelgeving voorjoggers, en meer bepaald joggers in groep, als zij zichop de openbare weg bevinden?2.a) Zo ja, moeten zij aan de linker- of aan de rechterkantvan de rijbaan blijven?b) Met hoeveel personen mogen zij maximaal langsde rijbaan joggen?Antwoord van de staatssecretaris voor Mobiliteit,toegevoegd aan de eerste minister van 28 mei 2008, opde vraag nr. 37 van de heer Bruno Tuybens van25 april 2008 (N.):1 en 2.a) Joggers worden beschouwd als voetgangers, endus zijn de regels die van toepassing zijn op groepenvoetgangers ook van toepassing op groepenjoggers.Er wordt in artikel 42 van het Verkeersreglementeen onderscheid gemaakt in functie van het aantalpersonen waaruit de groep is samengesteld:— een groep joggers van minder dan 5 personen, vergezeldvan een leider, mag altijd de rijbaan volgen.In dat geval moeten ze rechts in de gevolgde richtinglopen. Zij mogen naast elkaar lopen;— een groep joggers van 5 of meer personen, vergezeldvan een leider, heeft de keuze links of rechts inde gevolgde richting te lopen. Indien de groepervoor kiest links in de gevolgde richting te lopen,moeten ze wel achter elkaar lopen.Er zijn geen specifieke karakteristieken vastgelegdmet betrekking tot de leider van groepen voetgangers.Om het verkeer te doen stoppen moeten ze evenwelgebruik maken van een schijf waarop het verkeersbordC3 is afgebeeld.b) Het Verkeersreglement bepaalt niet met hoeveeljoggers men naast elkaar mag lopen indien degroep rechts in de rijrichting loopt.Question n o 37 de M. Bruno Tuybens du 25 avril 2008(N.) au secrétaire d’État à la Mobilité, adjoint aupremier ministre:Réglementation routière pour les joggeurs.De plus en plus de gens font aujourd’hui du joggingen groupe ou dans le cadre d’un club. Circuler sur lavoie publique peut être dangereux. Pour les cyclistes,la législation précise clairement les règles de circulationsur la voie publique. Cette situation a égalementdes implications en matière d’assurances.1. Existe-t-il une réglementation claire pour lesjoggeurs, et plus exactement pour les joggeurs engroupe lorsqu’ils circulent sur la voie publique?2.a) Dans l’affirmative, doivent-ils se trouver du côtégauche ou droit de la chaussée?b) Combien de personnes maximum peuvent-ellescourir le long de la chaussée?Réponse du secrétaire d’État à la Mobilité, adjointau premier ministre du 28 mai 2008, à la questionn o 37 de M. Bruno Tuybens du 25 avril 2008 (N.):1 et 2.a) Les joggeurs sont considérés comme des piétons,les règles valables pour les groupes de piétons sontdonc également applicables aux groupes dejoggeursL’article 42 du Code de la route opère une distinctionselon le nombre de personnes dont un groupe estcomposé:— les groupes de joggeurs de moins de 5 personnes,accompagnés d’un guide, peuvent toujours circulersur la chaussée. Dans ce cas, les joggeurs doiventemprunter le côté droit et ils peuvent courir coudeà coude;— les groupes de joggeurs composés de 5 personnes etplus, accompagnés d’un guide, peuvent emprunterau choix le côté droit ou le côté gauche de la chaussée.Si les joggeurs choisissent d’emprunter le côtégauche, ils doivent courir en file indienne.Aucune condition particulière n’a été fixée concernantle guide d’un groupe de piétons. Pour interromprela circulation, l’usage d’un disque représentant lesignale C3 est toutefois obligatoire.b) Le Code de la route ne précise pas combien dejoggeurs peuvent courir coude à coude lorsqu’ilsempruntent le côté droit de la chaussée.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 44372 - 6 - 2008De algemene voorzichtigheidsplicht, zoals gestipuleerdin artikel 7.2 van het Verkeersreglement is hiervan toepassing. Vertaald naar joggers betekent dit datze zich zo moeten gedragen dat ze geen hinder ofgevaar veroorzaken voor de andere weggebruikers.De groep joggers bepaalt dus zelf met hoeveel ze,rekening houdend met de feitelijke omstandigheden(densiteit en aard verkeer, zichtbaarheid, weersomstandigheden,enzovoort), naast elkaar kunnen lopenzonder daarbij hinder of gevaar te veroorzaken.Le devoir général de prudence prévu à l’article 7.2.du Code de la route doit être appliqué, c’est-à-dire queles joggeurs doivent veiller à ne pas constituer unegêne ou un danger pour les autres usagers de la route.Il appartient au groupe de joggeurs de déterminer àcombien ils peuvent courir coude à coude, comptetenu de la situation (densité et nature du trafic, visibilité,conditions atmosphériques, etc.) et sans constituerune gêne ou un danger.DO 2007200803109 DO 2007200803109Vraag nr. 39 van de heer Guido De Padt van 28 april2008 (N.) aan de staatssecretaris voor Mobiliteit,toegevoegd aan de eerste minister:Tweedehandswagens. — Nieuwe eigenaars. — Tweedehandskeuringen.Wie een tweedehandswagen wil laten inschrijven opeen nieuwe eigenaar moet de wagen eerst een uitgebreidetweedehandskeuring laten ondergaan. Diekeuring is verplicht alvorens een wagen kan verkochtof overgedragen worden. Op die manier krijgt de verkopermet het tweedehandsverslag een extra objectiefverkoopsargument in handen terwijl de koper degarantie krijgt geen kat in een zak te kopen.In bepaalde gevallen koopt een persoon echter zijnbedrijfswagen over van de leasingmaatschappij,bijvoorbeeld bij zijn pensionering. Ook in dit gevalmoet de wagen naar de keuring. Dergelijke verplichtingleidt tot lasten, die in feite niet nodig en nuttigzijn, omdat de feitelijke bezitter van het voertuigdezelfde blijft.Question n o 39 de M. Guido De Padt du 28 avril 2008(N.) au secrétaire d’État à la Mobilité, adjoint aupremier ministre:Voitures d’occasion. — Nouveaux propriétaires. —Contrôles techniques dans le cadre de la vente devéhicules d’occasion.Toute nouvelle immatriculation d’un véhiculed’occasion est soumise à la présentation préalable decelui-ci à un contrôle technique spécifique et approfondi.Ce contrôle est obligatoire avant de pouvoirvendre ou transférer le véhicule. Le rapport délivré àl’issue de ce contrôle constitue un argument de venteobjectif supplémentaire pour le vendeur, alors quel’acheteur obtient la garantie de ne pas acheter un chatdans un sac.Certaines personnes rachètent cependant leur véhiculed’entreprise à la société de leasing, notamment àl’occasion de leur mise à la retraite. Dans ce cas également,le véhicule doit être soumis au contrôle technique.Une telle obligation entraîne des charges superflueset inutiles, car dans la pratique, le véhicule esttoujours utilisé par la même personne.1. Erkent u het hierboven geschetste probleem? 1. Reconnaissez-vous le problème esquissé cidessus?2.a) Acht u het in deze ook noodzakelijk dat de procedurewordt gevolgd?b) Of bent u van mening dat hier aan de doelstellingvan de wetgever wordt voorbij gegaan?3. Mogen we initiatieven en/of maatregelen verwachtenom aan de problematiek tegemoet te komen?Antwoord van de staatssecretaris voor Mobiliteit,toegevoegd aan de eerste minister van 29 mei 2008, opde vraag nr. 39 van de heer Guido De Padt van28 april 2008 (N.):1. Ik wil de aandacht van het geachte lid vestigenop het feit dat er altijd al een verplichting is geweest2.a) Estimez-vous qu’il est en l’occurrence nécessaire desuivre la procédure?b) Ou pensez-vous que ce cas précis n’était pas visépar le législateur?3. Comptez-vous prendre des initiatives et/ou desmesures pour remédier à ce problème?Réponse du secrétaire d’État à la Mobilité, adjointau premier ministre du 29 mai 2008, à la questionn o 39 de M. Guido De Padt du 28 avril 2008 (N.):1. Je souhaite attirer l’attention de l’honorablemembre sur le fait qu’il y a toujours eu obligation deKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4438 QRVA 52 0202 - 6 - 2008om tot autokeuring over te gaan vooraleer de reedsgebruikte personenauto of auto voor dubbel gebruikop naam van een nieuwe houder kon worden ingeschreven.Bij de hervorming van de autokeuring in 2006 werdde speciale tweedehandskeuring ingevoerd en werd dekeuring voor de inschrijving op naam van een anderetitularis eveneens van toepassing op lichtevrachtauto’s.De tweedehandskeuring is echter niet van toepassingindien de nieuwe titularis de andere echtgenoot ofde andere wettelijk samenwonende van de vorige titularisis of één van hun kinderen.2. Op het eerste gezicht lijkt de tweedehandskeuringbij de overname van een bedrijfswagen, bijvoorbeeldbij pensionering, nutteloos. Nochtans is er geenenkele garantie dat het effectief gaat om de bedrijfswagenwaarmee de nieuwe titularis vroeger heeft gereden,zodat er eventuele misbruiken mogelijk zijn.Bovendien zijn er wellicht heel wat gelijkaardigegevallen denkbaar waarin ook de vrijstelling van detweedehandskeuring gerechtvaardigd kan zijn, maarmet eventuele misbruiken die nadelig kunnen zijn voorde verkeersveiligheid. Het is beter om ter zake geenprecedenten te scheppen.3. Ik ben van mening dat het beter is om in dit gevalde tweedehandskeuring te behouden als een extra veiligheidsmaatregel.Bovendien wil ik er uw aandachtop vestigen dat het voertuig dient aangeboden teworden op initiatief van de verkoper, zodat de verwerverhiervan in principe weinig last van ondervindt.passer le contrôle technique, avant qu’une voiture ouune voiture mixte usagée puisse être inscrite au nomd’un nouveau propriétaire.Lors de la réforme du contrôle automobile en 2006,le contrôle occasion spécial a été instauré et le contrôleavant l’immatriculation au nom d’un autre titulaire aégalement été étendu aux camionnettes.Le contrôle occasion ne s’applique pourtant pasquand le nouveau titulaire est l’autre époux ou l’autrecohabitant légal du titulaire précédent ou un de leursenfants.2. À première vue, le contrôle occasion paraîtinutile au moment de la reprise du véhicule de société,par exemple lors d’une mise à la retraite. Il n’y a pourtantaucune garantie qu’il s’agit effectivement de lavoiture de société que le nouveau titulaire conduisaitauparavant, de sorte que des abus éventuels sont possible.De plus, il y a peut-être beaucoup d’autres cas similairesà envisager où l’exemption du contrôle occasionserait justifiée, mais avec des abus éventuels quipeuvent être désavantageux pour la sécurité routière. Ilconvient dès lors de ne pas créer de précédent.3. J’estime que dans ce cas-ci il convient de garderle contrôle occasion comme une mesure de sécuritésupplémentaire. En outre, j’attire votre attention sur lefait que le véhicule doit être présenté sur initiative duvendeur, de sorte que l’acquéreur subit peud’embarras.DO 2007200803134 DO 2007200803134Vraag nr. 40 van mevrouw Hilde Vautmans van28 april 2008 (N.) aan de staatssecretaris voorMobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister:Aanvragen tot erkenning voor de uitoefening van decontrole van de in het verkeer gebrachte voertuigen.De erkenning van ondernemingen voor autokeuringwordt geregeld bij het koninklijk besluit van23 december 1994 tot vaststelling van de erkenningsvoorwaardenen de regeling van de administratievecontrole van de instellingen belast met de controle vande in het verkeer gebrachte voertuigen.Sinds de inwerkingtreding van dit koninklijk besluitop 30 december 1994 zijn tien ondernemingen erkend,verenigd in de vzw GOCA (de Groepering vanErkende Ondernemingen voor Autokeuring en Rijbewijs).Question n o 40 de M me Hilde Vautmans du 28 avril2008 (N.) au secrétaire d’État à la Mobilité,adjoint au premier ministre:Demandes d’agrément pour effectuer le contrôle desvéhicules en circulation.L’agrément des organismes de contrôle automobileest réglé par l’arrêté royal du 23 décembre 1994portant détermination des conditions d’agrément etdes règles du contrôle administratif des organismeschargés du contrôle des véhicules en circulation.Depuis l’entrée en vigueur de cet arrêté royal le30 décembre 1994, dix sociétés ont été agréées. Cellescise sont réunies au sein du Groupement des sociétésagréées de contrôle automobile et du permis deconduire (GOCA asbl).KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 44392 - 6 - 2008Krachtens artikel 31 van dit koninklijk besluit moetde vennootschap die een erkenning wenst te bekomenvoor de uitoefening van de controle van de in het verkeergebrachte voertuigen een aanvraag indienen bij deminister door middel van een bij De Post aangetekendebrief.De aanvraag moet vergezeld zijn van de nodigedocumenten waaruit blijkt dat voldaan is aan de voorwaardenvastgesteld door dit besluit, van de officiëlestichtingsakte van de vennootschap evenals van deeventuele wijzigingen ervan.De minister betekent de erkenning of de weigeringtot erkenning door middel van een bij De Post aangetekendebrief.1. Hoeveel aanvragen tot erkenning voor de uitoefeningvan de controle van de in het verkeer gebrachtevoertuigen zijn sinds de inwerkingtreding van hetkoninklijk besluit van 23 december 1994 ingediend?2. Hoeveel aanvragen zijn door de bevoegde ministersedert 1995 erkend?Conformément à l’article 31 de l’arrêté en question,la société qui souhaite obtenir l’agrément pour effectuerle contrôle des véhicules en circulation doit enfaire la demande adressée au ministre, par lettrerecommandée à La Poste.La demande doit être accompagnée des documentsétablissant qu’il est satisfait aux conditions déterminéespar le présent arrêté, de l’acte constitutif officielde la société ainsi que de ses modifications éventuelles.Le ministre notifie l’agrément ou le refus d’agrémentpar lettre recommandée à La Poste.1. Combien de demandes d’agrément pour effectuerle contrôle des véhicules en circulation ont été introduitesdepuis l’entrée en vigueur de l’arrêté royal du23 décembre 1994?2. Combien de demandes ont été acceptées par leministre compétent depuis 1995?3. Hoeveel aanvragen zijn er geweigerd? 3. Combien de demandes ont été refusées?4. Op basis van welke in het koninklijk besluit vastgesteldevoorwaarden werden de aanvragen geweigerd?Réponse du secrétaire d’État à la Mobilité, adjointau premier ministre du 26 mai 2008, à la questionn o 40 de M me Hilde Vautmans du 28 avril 2008 (N.):1. Er werd sinds december 1994 geen enkeleaanvraag tot erkenning ingediend.4. Sur la base de quelles dispositions énoncées dansl’arrêté royal les demandes ont-elles été refusées?Antwoord van de staatssecretaris voor Mobiliteit,toegevoegd aan de eerste minister van 26 mei 2008, opde vraag nr. 40 van mevrouw Hilde Vautmans van28 april 2008 (N.):1. Aucune demande d’agrément n’a été introduitedepuis décembre 1994.2. Er werd dus geen enkele erkenning uitgereikt. 2. Aucun agrément n’a dès lors été octroyé.3 en 4. Er werd dus ook geen erkenning geweigerd. 3 et 4. Aucun agrément n’a donc pas non plus étérefusé.DO 2007200803286 DO 2007200803286Vraag nr. 46 van de heer Bruno Van Grootenbrullevan 29 april 2008 (Fr.) aan de staatssecretarisvoor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister:Proefproject met ecocombi’s.Begin februari 2008 verklaarde u een proefproject tewillen opstarten met betrekking tot het openstellenvan onze wegen- en autosnelwegeninfrastructuur voorecocombi’s.Ecocombi’s of supertrucks zijn vrachtwagencombinatiesbestaande uit een trekker, een oplegger en eenQuestion n o 46 de M. Bruno Van Grootenbrulle du29 avril 2008 (Fr.) au secrétaire d’État à la Mobilité,adjoint au premier ministre:Mise en application de l’expérience-pilote «ECO-COMBI».Au début de février 2008, vous avez déclaré votresouhait de mettre en œuvre une expérience piloteconcernant l’ouverture de nos infrastructures routièreset autoroutières aux «ECO-COMBI».Est considéré comme «ECO-COMBI» un attelagede véhicules composé d’un tracteur ou d’une motrice,KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4440 QRVA 52 0202 - 6 - 2008aanhangwagen. Het nut van die «hybride» voertuigenis in de eerste plaats hun grotere vervoercapaciteit —zij kunnen namelijk een derde meer goederen vervoeren,zowel qua volume als qua massa — vergelekenmet een traditionele vrachtauto met oplegger. Ecocombi’szouden bovendien ook een ecologisch voordeelopleveren, aangezien met een ecocombi tot 20 000liter brandstof per jaar kan worden bespaard bijlangeafstandsvervoer (gemiddeld 10 000 km permaand) in vergelijking met een klassieke vrachtwagendie hetzelfde aantal kilometers aflegt, en dit dankzijhet bijkomende vrachtvolume dat met een ecocombikan worden getransporteerd.De vakbonden van het vrachtvervoer werpen echterverschillende vragen en problemen op.1. Krachtens een Europese regelgeving zijn hetgewicht en de lengte van de ecocombi’s beperkt totrespectievelijk 40 ton en 18,75 meter. Volgenssommige journalistieke bronnen zou u onze infrastructuurwillen openstellen voor voertuigen met eengewicht van 60 ton en een lengte van 25,25 meter.Welke maatregelen worden er genomen om niet inovertreding te zijn met de Europese regelgeving?2. De infrastructuur van ons land is niet berekendop dat soort vrachtwagencombinaties, die dan ookniet in alle omstandigheden volkomen veilig op onzewegen kunnen rijden.d’une semi-remorque et d’une remorque. L’intérêt deces véhicules «hybrides» réside principalement dans lefait qu’ils offrent une capacité de transport supérieure— soit un tiers de plus tant en volume qu’en masse ence qui concerne les marchandises — qu’un véhiculesemi-remorque traditionnel. De plus, ceux-ci semblentégalement offrir un avantage dans le domaine environnementalpuisque l’utilisation d’un «ECO-COMBI»permet l’économie de 20 000 litres de carburant par anen exploitation longue distance (plus précisément pour10 000 km parcourus par mois en moyenne) parrapport à un véhicule classique qui effectuerait lemême kilométrage, ceci grâce au volume et à la chargesupplémentaire qu’il sont aptes à transporter.Cependant, plusieurs questions et problèmes ont étésoulevés par les syndicats du secteur routier.1. Une réglementation européenne limite le poids etle métrage des «ECO-COMBI» à 40 tonnes et à 18,75mètres. Selon certaines sources journalistiques, votresouhait serait d’ouvrir nos infrastructures à des véhiculesdont le poids atteindrait 60 tonnes et le métrage25,25 mètres.Quelles mesures sont prises afin de ne pas contrevenirà ladite réglementation européenne?2. Les infrastrutures de notre pays ne sont pas aptesà recevoir en toutes circonstances et en pleine sécuritéce type d’attelage de véhicules.a) Wat is hier precies van aan? a) Qu’en est-il réellement?b) Werd er een haalbaarheidsstudie uitgevoerd? b) Existe-t-il une étude faisabilité?c) Komen er nog aanpassingen? c) Des adaptations sont-elles envisagées?3. Het besturen van dergelijke voertuigen vereisteen specifieke opleiding die vele vrachtwagenchauffeursniet hebben gevolgd.Zullen de toekomstige chauffeurs van die ecocombi’seen dergelijke opleiding moeten volgen?4. Het milieuaspect is mijns inziens de grootstetroef van dergelijke voertuigen. Zou elk nieuw mobiliteits-en vrachtvervoersbeleid in dat opzicht echterniet gepaard moeten gaan met een grondig debat overde milieu-impact van het wegvervoer en van debestaande alternatieven?Zou het in dat verband niet verstandig zijn het goederenvervoerper spoor of per binnenschip verder uitte bouwen?5. In Nederland en Duitsland zitten er naar verluidtproefprojecten met ecocombi’s op het wegennet in detestfase.Bent u op de hoogte van de conclusies die uit dieinitiatieven werden getrokken?3. La conduite de tels véhicules requière une formationspécifique que nombre de routiers ne possèdentpas.De telles formations seront-elles imposées auxfuturs utilisateurs de ces «ECO-COMBI»?4. Il me semble que l’intérêt premier de ce typed’engin est l’aspect environnemental. Pour autant,toute nouvelle politique de mobilité et de transport demarchandises allant en ce sens ne devrait-elle pas êtreaccompagnée d’un véritable débat sur l’impact environnementaldu secteur routier et des alternatives existantes.À cette fin, ne serait-il pas opportun de développerle transport de marchandises par train ou encore parvoie fluviale?5. Il semblerait que les Pays-Bas et l’Allemagne ontlancé des phases d’essai concernant la présenced’«ECO-COMBI» sur leurs axes routiers.Avez-vous eu vent des conclusions relatives à cesinitiatives?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 44412 - 6 - 2008Antwoord van de staatssecretaris voor Mobiliteit,toegevoegd aan de eerste minister van 30 mei 2008, opde vraag nr. 46 van de heer Bruno Van Grootenbrullevan 29 april 2008 (Fr.):Het geachte lid vindt hieronder het antwoord opzijn vragen.De «ecocombi’s» overtreden de geldende Europeseregelgeving niet, mits ze in het nationaal vervoerrondrijden. De geldende Europese regelgeving voormassa’s en afmetingen is inderdaad vervat in Richtlijn2002/7/EG van het Europees Parlement en de Raad totwijziging van Richtlijn 96/53/EG van de Raadhoudende vaststelling, voor bepaalde aan het verkeerbinnen de gemeenschap deelnemende wegvoertuigen,van de in het nationale en het internationale verkeermaximaal toegestane afmetingen, en van de in hetinternationale verkeer maximaal toegestanegewichten.Hoewel in het nationale en het internationalewegverkeer de afmetingen en het gewicht van voertuigenbeperkt zijn volgens deze wetgeving, behouden deLidstaten toch een zekere bewegingsruimte. In hetinternationaal verkeer is de maximaal toegelatenmassa (MTM) vastgesteld op 40 t, terwijl in het nationaalverkeer de lidstaten hun eigen normen kunnenvaststellen (40 t in Frankrijk, Spanje en Duitsland; 44 tin België, Italië en het Verenigd Koninkrijk; 50 t inNederland; 58 t in Denemarken; 60 t in Zweden). Delengteafmetingen zijn vastgesteld op 18,75 m voorslepen (vrachtwagen + aanhangwagen) en 16,50 mvoor gelede voertuigen (trekker van aanhangwagen +oplegger).De richtlijn laat de Lidstaten echter vrij om af tewijken van de normen die ze heeft vastgesteld, onderandere wat de lengte betreft (artikel 4.4) «voor goederenvervoergebruikte voertuigen of voertuigcombinatiesdie bepaald nationaal vervoer verrichten datniet van noemenswaardige invloed is op de internationaleconcurrentie in de vervoersector». Onder dat valthet vervoer dat steunt op het moduleconcept, waarbijbestaande voertuigen samen andere voertuigcombinatiesvormen. Op dat concept berusten onderandere de ecocombi’s.Ten slotte heeft de Europese Commissie in haar«Actieplan inzake goederenlogistiek» (november2007) erkent dat «door de technologische ontwikkelingenen de gewijzigde vervoerseisen er ook vragen gerezenzijn bij de huidige normen». Zij heeft dus eenstudie (onder leiding van Transport en MobiliteitLeuven) gevraagd naar een mogelijke herziening vande Europese regelgeving, waarbij moet worden stilgestaanbij «de gevolgen die een wijziging van de actuelebeperkingen kan hebben voor de verkeersveiligheid,het energieverbruik, de CO 2-emissies, de overige scha-Réponse du secrétaire d’État à la Mobilité, adjointau premier ministre du 30 mai 2008, à la questionn o 46 de M. Bruno Van Grootenbrulle du 29 avril2008 (Fr.):L’honorable membre trouvera ci-après la réponse àses questions.1. Les éco-combis ne contreviennent pas à la réglementationeuropéenne en vigueur pour autant qu’ilscirculent en trafic national. En effet, la réglementationeuropéenne en vigueur en matière de masses et dimensionsest contenue dans la directive 2002/7/CE duParlement européen et du Conseil du 18 février 2002modifiant la directive 96/53/CE du Conseil fixantpour certains véhicules routiers circulant dans la Communauté,les dimensions maximales autorisées entrafic national et international et les poids maximauxautorisés en trafic international.Bien que cette législation fixe des limites globalesaux dimensions et poids des véhicules dans le traficroutier international ainsi que national, elle laisse unecertaine marge de manœuvre aux États membres.Ainsi, la masse maximale autorisée (MMA) est fixée à40 t en trafic international alors qu’en trafic national,les États membres ont la possibilité de fixer leurs propresnormes (40 t en France, Espagne et Allemagne; 44t en Belgique, Italie et Royaume-Uni; 50 t aux Pays-Bas; 58 t au Danemark; 60 t en Suède). Les dimensionsde longueur sont fixées à 18,75 m pour les convoistractés (camion + remorque) et à 16,50 m pour lesvéhicules articulés (tracteur de semi-remorque + semiremorque).La directive permet aux États membres de dérogeraux normes qu’elle a fixées en matière entre autres delongueur (article 4.4.) pour «les véhicules ou ensemblesde véhicules qui sont utilisés pour le transport etqui effectuent certaines opérations de transport nationaln’affectant pas de façon notable la concurrenceinternationale dans le secteur des transports». Parmicelles-ci se trouvent les opérations mettant en œuvrel’approche modulaire, qui consiste à assembler desvéhicules existants pour former d’autres combinaisonsde véhicules. Ce concept est entre autres mis en œuvrepar les écocombis.Enfin, dans son «Plan d’action pour la logistique dutransport de marchandises» (novembre 2007), laCommission européenne accorde que «les évolutionstechnologiques et les modifications des exigencesapplicables au transport ont remis en question lesnormes actuelles». Elle a donc commandé une étude(dirigée par Transport en Mobiliteit Leuven) afind’examiner l’opportunité de revoir la législation envigueur tout en considérant «les effets qu’une éventuellemodification des limites pourrait avoir sur lasécurité routière, l’efficacité énergétique, les émissionsKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4442 QRVA 52 0202 - 6 - 2008delijke emissies, de wegeninfrastructuur en de intermodalevervoersactiviteiten, inclusief het gecombineerdevervoer».Dientengevolge heb ik aan mijn diensten gevraagdeen voorstel van koninklijk besluit uit te werken omproefprojecten met ecocombis in te voeren. Ditontwerp moet de veiligheid van allen waarborgendoor stricte voorwaarden op te leggen aan het experimentzijnde, de opgelegde voorwaarden aan de reiswegen(in overleg met de wegbeheerders bevoegd inzakeinfrastructuur), de technische eisen voor de voertuigen,de verkeersregels toepasselijk voor de ecocombis enuiteindelijk de rijvaardigheid van de bestuurders.Daar het experimenten betreft, is het vanzelfsprekenddat men er ook dient voor te zorgen dat eendegelijke bijdrage van de betrokken onderneming aande evaluatie van deze proefprojecten is voorzien om erechte lessen uit te trekken.Dit ontwerp van koninklijk besluit werd recentelijkaan de gewesten overgemaakt in het kader van debetrokkenheidsprocedure. Parallel is het bestudeerd inoverleg met de verschillende partners en stakeholders(waaronder de beroepsfederaties), in het kader van deCAIN.2.a) Het klopt dat de dimensionering van de wegeninfrastructuuren de capaciteit van de wegen tenaanzien van dergelijke voertuigconfiguraties eencruciale rol spelen. Hieromtrent is de proef inNederland leerrijk: nadat ecocombi’s met eenMTM van 60 t tot het verkeer werden toegelaten,werden ze vanaf november 2007 maximum tot 50 t(MTM in het nationaal verkeer) teruggebrachtomdat voor sommige bruggen niet volledig kongewaarborgd worden dat ze bestendig waren tegenLZV’s van 60 t. Mijn Nederlandse ambtgenootheeft hierover een studie gevraagd (resultatenaangekondigd voor de zomer van 2008).In België valt het beheer van het (auto)wegen netonder de bevoegdheid van de wegbeheerders (in eersteinstantie, de gewesten), die zullen beslissen ofecocombi’s worden toegelaten tot het verkeer op hunwegennet.b) Verscheidene studies werden uitgevoerd of zijn aande gang (in het Vlaams Gewest: 3 routes aangevraagddoor Volvo Gent; in het Waals Gewest:verscheidene routes voorgelegd door vervoerdersgeïnteresseerd in het proefproject). Het rapportvan het Opzoekingscentrum voor de Wegenbouwover de problematiek van de ecocombi’s bestudeertook hun impact op de wegeninfrastructuur. Voornadere informatie verwijs ik het geachte lid naarde CO 2, les émissions polluantes, l’infrastructure routièreet les opérations de transport intermodales,notamment le transport combiné».J’ai donc demandé à mes services d’élaborer unprojet d’arrêté royal visant à instaurer des projetspilotesavec des écocombis. Ce projet doit veiller àgarantir la sécurité de tous en imposant àl’expérimentation des conditions très strictes en ce quiconcerne les conditions d’application aux trajets (quiseront discutés avec les gestionnaires de voirie, compétentsen matière d’infrastructure), les conditions techniquespour les véhicules, les règles de conduite applicablesaux écocombis et enfin, les aptitudes de conduiteattendues des conducteurs.Par ailleurs, le projet-pilote devant en définitivepermettre d’éclairer l’autorité quant aux options àprendre en Belgique en vue du développement d’untransport et d’une mobilité durables, il est fondamentalde coupler l’expérimentation à la récolte dedonnées qui devront être ensuite attentivement analysées.Ce projet d’arrêté royal a été récemment transmisaux entités fédérées dans le cadre de la procédure d’association.Parallèlement, il a fait l’objet d’un examenconcerté avec les différents partenaires et stakeholders(parmi lesquels les fédérations des transporteurs) dansle cadre de la CAIN.2.a) Il est exact que le dimensionnement des infrastructuresroutières et leur capacité à supporter de tellesconfigurations de véhicules jouent un rôle crucial.À cet égard, l’expérimentation menée aux Pays-Basest précieuse d’enseignement: après avoir autorisédes éco-combis ayant une MMA de 60 t, ceux-cisont depuis novembre 2007, ramenés à une MMAde 50 t (MMA en trafic national) parce que la résistancede certains ponts n’était pas totalementgarantie. Mon homologue néerlandais acommandé une étude à ce propos (résultats annoncéspour l’été 2008).En Belgique, la gestion des réseaux autoroutier etroutier relève de la compétence des gestionnaires devoiries (en premier lieu les régions) qui devront autoriserla circulation des éco-combis sur leur réseau.b) Plusieurs études ont été effectuées ou sont en cours(analyse en Région flamande de 3 itinéraires sollicitéspar Volvo Gent; analyse en Région wallonnede plusieurs itinéraires soumis par des transporteursintéressés par le projet-pilote). Le rapport duCentre de Recherches routières sur la problématiquedes éco-combis examine leur impact sur l’infrastructure.Pour des informations détaillées, jerenvoie l’honorable membre à ce rapport:KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 44432 - 6 - 2008dit rapport: «Werkgroep Langere en zwaarderevoertuigen — Multidisciplinaire benadering vande problematiek». Debauche W., en Decock D.,Synthese N44/07, OCW 2007, 148 p.Samenvattend kan men zeggen dat ecocombi’s zichop verkeerswisselaars en op- en afritten van autosnelwegennauwelijks anders gedragen dan gewonevoertuigen. Er kunnen zich daarentegen wel moeilijkhedenvoordoen op het secundaire wegennet(sommige rotondes en kruispunten).Qua agressiviteit voor de infrastructuur (n.d.r.bepalende factor voor de bouw- en onderhoudskosten)is de ecocombi doorgaans minder agressief dan de gebruikelijketrekker van oplegger + oplegger.Omtrent de vraag of ecocombi’s voldoen aan destabiliteitseisen van bestaande bruggen (n.d.r. op debruggen uitgeoefende krachten), kan men ten slottebesluiten dat deze meestal op de bruggen kunnenworden toegelaten.c) Momenteel is er geen aanpassing van de infrastructuurvoorzien, gelet op het vooruitzicht op deimplementatie van een proefproject. Na afloop vande proefperiode wordt deze kwestie eventueelherbekeken.3. Men moet een beroep doen op ervaren chauffeursom met een ecocombi te rijden. De deelname aande proeffase hanteert strikte normen voor het rijbewijs(ervaring, geen veroordeling of verval).In het vooruitzicht van een proefproject vanbepaalde duur ben ik niet van plan een specifiekeaanvullende opleiding in te voeren. Als de resultatenvan het proefproject afdoende zijn, zal men deze kwestiesamen met de opleiding van de bestuurders vanuitzonderlijk vervoer herbekijken, gelet op de gelijkenistussen beide voertuigen.4. In het licht van de alsmaar stijgende vraag naarvervoer die in de toekomst nog sterker zal toenemen ennu iedereen meegaat met het Kyotoprotocol, mag menniet aan de negatieve bijdrage van het vervoer, onderandere over de weg, in de toename van de uitstoot vanbroeikasgassen voorbijgaan. Elke oplossing die kanbijdragen aan de vermindering van die uitstoot, moeternstig worden bestudeerd. Omdat ze meer kunnenvervoeren met minder kunnen ecocombi’s beantwoordenaan de behoefte aan innovatieve oplossingen entegemoet komen om het steeds meer en meer dichtslibbendeverkeer in ons land te helpen tegengaan.Niettemin bestaat de uitdaging er nu in om de grotevraag naar vervoer meester te worden vanuit eencomodale benadering. Hoewel ik achter het idee vaneen proef met ecocombi’s sta, ben ik ervan bewust datmen geen omgekeerde «modal shift» mag creëren en«Groupe de travail Véhicules plus longs et pluslourds — Une approche multidisciplinaire de laquestion», Debauche W., et Decock D., Publicationde synthèse F44/07, CRR 2007, 148 p.De manière synthétique, on peut dire que sur autoroute,le comportement de manœuvre des éco-combisdans les échangeurs, entrées et sorties diffère peu desvéhicules traditionnels. Des difficultés peuvent enrevanche apparaître sur le réseau secondaire (certainsronds-points et carrefours).S’agissant de l’agressivité sur l’infrastructure (ndrl.détermine les frais de construction et d’entretien),l’éco-combi est dans la plupart des cas moins agressifque le très fréquent tracteur de semi-remorque + semiremorque.Enfin, à propos de la conformité des éco-combisavec les critères de stabilité des ponts existants (ndrl.forces exercées sur les ponts), on peut conclure le plussouvent qu’ils peuvent être admis sur les ponts.c) À ce jour, aucune adaptation de l’infrastructuren’est envisagée puisque l’on se situe dans la perspectivede la mise en œuvre d’un projet-pilote.Cette question sera, le cas échéant, réexaminée àl’issue de la période d’expérimentation.3. La conduite d’un écocombi requiert le recours àdes chauffeurs émérites: la phase expérimentale prévoitdes normes strictes de permis de conduire (expérienceet absence de condamnation ou déchéance).Dans la perspective actuelle d’un projet-pilote àdurée déterminée, je n’envisage pas d’instaurer uneformation complémentaire spécifique. Dans le cas oùles résultats du projet-pilote seraient concluants, cettequestion sera réexaminée conjointement avec laformation des conducteurs du transport exceptionnelvu la similitude entre ces véhicules.4. Face à une importante demande de transport quis’intensifiera encore à l’avenir et à l’heure où le protocolede Kyoto est dans tous les esprits, on ne peut ignorerla contribution négative des transports, entre autresroutiers, dans l’augmentation des émissions de gaz àeffet de serre. Toute solution pouvant contribuer à laréduction de ces émissions se doit d’être sérieusementétudiée. Permettant de transporter plus avec moins, leséco-combis peuvent répondre au besoin de solutionsinnovantes et contribuer à agir contre la congestionroutière toujours grandissante dans notre pays.Cela étant dit, le défi actuel consiste à gérerl’importante demande de transport tout en l’intégrantdans une approche co-modale. Bien que je défendel’idée d’une expérimentation avec des éco-combis, j’aiconscience de la nécessité de ne pas créer de «modalKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4444 QRVA 52 0202 - 6 - 2008zal ik waken over de verdere ontwikkeling van anderevervoerswijzen (spoor en waterwegen).5. In België wordt de problematiek van deecocombi’s al enkele jaren met aandacht gevolgd.In Nederland verliepen de proeven in verschillendefasen sinds 2001.Voor de bevindingen van deze proef verwijs ik hetgeachte lid naar een omstandig rapport:«Monitoringsonderzoek vervolgproef LZV. Resultatenvan de vervolgproef met LZV’s op de Nederlandsewegen — Arcadis i.o.v. ministerie van Verkeer enWaterstaat, Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat,Adviesdienst Verkeer en Vervoer». Sinds november2007 is de «ervaringsfase» van start gegaan, diewellicht 3 tot 5 jaar zal duren, en waar de MTM nutot 50 t is teruggebracht (cf. supra). Gedurende dezefase zal de overheid ook de impact van ecocombi’s opde verkeersveiligheid en hun gevolgen voor de «modalshift» bestuderen. Daaromtrent lijken de tussentijdseresultaten aan te tonen dat de macro-economischegevolgen van ecocombi’s marginaal blijven, maar dathun micro-economische gevolgen van groter belangkunnen blijken, in het bijzonder voor het containervervoerover afstanden van 80 tot 120 km.In Duitsland heeft de federale overheid nog geenenkele vergunning verleend om ecocombi’s toe telaten. Daarentegen zouden er tests worden uitgevoerdin sommige deelstaten. Een door het federaal ministerievan Vervoer gevraagde haalbaarheidsstudie(«Auswirkungen von neuen Fahrzeugkonzepten aufdie Infrastruktur des Bundesfernstraßennetzes, Schlussbericht,Kurzfassung», RDir Dr. Klaus-Peter Glaeseret alii, November 2006, Bundesanstalt für Straßenwesen)onderzocht voorts de gevolgen van ecocombi’svoor de weginfrastructuur en de verkeersveiligheid,alsook hun economische haalbaarheid, ook tenopzichte van concurrerende vervoermiddelen. Debevindingen van deze studie zijn eerder positief.Uiteindelijk zijn buitenlandse studies en/of proevenhet eens dat ecocombi’s met de nodige voorzichtigheidmoeten worden benaderd. Het is dan ook nog te vroegom een definitief standpunt hierover in te nemen.Daarom steun ik de uitvoering van een goed omkaderdpilootproject door de gewesten.shift» inversé et veillerai à maintenir le développementdes autres modes (rail et voies navigables).5. En Belgique, la question des éco-combis faitdepuis plusieurs années l’objet d’un suivi attentif.Aux Pays-Bas, les expérimentations ont été menéesen plusieurs phases depuis 2001.Les conclusions de cette expérience sont présentéesdans un rapport très complet auquel je renvoie l’honorablemembre («Monitoringsonderzoek vervolgproefLZV. Resultaten van de vervolgproef met LZV’s op deNederlandse wegen», Arcadis i.o.v. ministerie vanVerkeer en Waterstaat, Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat,Adviesdienst Verkeer en Vervoer»). Depuisnovembre 2007 une «phase empirique» a débuté,laquelle durera sans doute de 3 à 5 ans, où la MMA estpour le moment ramenée à 50 t (cf. supra). Les autoritésétudieront également durant cette phase l’impactdes éco-combis sur la sécurité routière ainsi que leurseffets sur le «modal shift». Sur ce point, les résultatsintermédiaires montrent que les effets macroéconomiquesdes éco-combis demeurent marginaux mais queleurs effets microéconomiques peuvent s’avérer plusgrands, surtout pour le transport de containers sur desdistances de 80 à 120 km.En Allemagne, les autorités fédérales n’ont à ce jour,octroyé aucune autorisation d’emploi d’éco-combis.En revanche, des tests seraient menés à l’échelle decertains lands. Par ailleurs, une étude de faisabilitétechnique commandée par le ministère fédéral desTransports («Auswirkungen von neuen Fahrzeugkonzeptenauf die Infrastruktur des Bundesfernstraßennetzes,Schlussbericht, Kurzfassung», RDir Dr. Klaus-Peter Glaeser et alii, November 2006, Bundesanstaltfür Straßenwesen) a examiné les conséquences des écocombissur l’infrastructure, la sécurité routière ainsique leur faisabilité économique, y compris vis-à-visdes moyens de transport concurrents. Les conclusionsde cette étude sont plutôt positives. En conclusion, lesétudes et/ou expériences étrangères convenant demanière convergente qu’il faut agir avec la prudencerequise à l’encontre des éco-combis, il serait prématuréde prendre une position définitive à ce propos, raisonpour laquelle je soutiens la mise en place d’un projetpilotebien encadré par les régions.DO 2007200803458 DO 2007200803458Vraag nr. 52 van de heer Hagen Goyvaerts van30 april 2008 (N.) aan de staatssecretaris voorMobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister:Oproep tot technische keuring. — Zichtbaar verspreidenvan voertuiggegevens.Het Centrum voor Technische Automobielinspectie(CTA) is één van de privé-instellingen die erkend isQuestion n o 52 de M. Hagen Goyvaerts du 30 avril2008 (N.) au secrétaire d’État à la Mobilité,adjoint au premier ministre:Convocation au contrôle technique. — Mention visibledes données relatives au véhicule.Le Contrôle Technique Automobile (CTA) est l’undes organismes privés agréés par le Service public fédé-KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 44452 - 6 - 2008door de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoervoor het uitvoeren van de technische keuring vande motorvoertuigen en hun aanhangwagens, alsook deorganisatie van de examens met het oog op het bekomenvan het rijbewijs.Het CTA schrijft hun klanten vóór de vervaldag aanom zich aan te bieden voor een technische controle bijeen van hun agentschappen. Dit gebeurt per brief ineen omslag met een venster. In het venster is niet alleende naam en het adres van de betrokkenen duidelijkzichtbaar maar ook de gegevens van het voertuig zoalsmerk, type, nummerplaat en chassisnummer. Hetzichtbaar vermelden van de details van de voertuiggegevensin het venster van de omslag kan mijns inzienstot misbruiken leiden, laat staan dat het opportuun isdie gegevens op een dergelijke manier kenbaar temaken die in feite niemand aanbelangt.ral Mobilité et Transports pour procéder àl’inspection technique des véhicules à moteur et deleurs remorques et organiser les examens d’obtentiondu permis de conduire.Avant la date d’échéance, le CTA adresse à sesclients un courrier les invitant à se présenter pour uncontrôle technique dans une de ses stationsd’inspection. Cette lettre de convocation est envoyéedans une enveloppe à fenêtre. Dans cette fenêtre, onpeut lire clairement le nom et l’adresse des intéressésmais également les données relatives au véhicule, tellesque la marque, le type, la plaque d’immatriculation etle numéro de châssis. La mention des données détailléesrelatives au véhicule dans la fenêtre de l’enveloppepeut à mon sens entraîner des abus. Par ailleurs, onpeut a fortiori s’interroger sur l’opportunité de dévoilerde la sorte des données qui ne regardent en faitpersonne.1. Bent u hiervan op de hoogte? 1. Avez-vous conscience de cette situation?2. Bent u van oordeel dat het duidelijk zichtbaarstellen van de gegevens van het voertuig noodzakelijkis voor de oproep tot aanbieding?3. Bent u bereid om het CTA hierop te wijzen en tevragen om alleen de noodzakelijke adresgegevens tevermelden binnen het venster van hun briefomslag ende gedetailleerde voertuiggegevens achterwege telaten?Antwoord van de staatssecretaris voor Mobiliteit,toegevoegd aan de eerste minister van 29 mei 2008, opde vraag nr. 52 van de heer Hagen Goyvaerts van30 april 2008 (N.):1. Het Centrum voor Technische Automobielinspectie(CTA) gebruikt inderdaad een brief in een omslagmet venster als uitnodiging voor de autokeuring.Uit ingewonnen inlichtingen blijkt dat, naast het adresvan de bestemmeling, de gedetailleerde voertuiggegevenseveneens zichtbaar zijn in het venster.2. De vermelding van de gegevens van het voertuigin het venster van de omslag is in principe niet noodzakelijkvoor de uitnodiging tot de autokeuring. Welwordt dit als een faciliteit beschouwd voor de bestemmeling,zoals een bedrijf, wanneer die meerdere voertuigenheeft, die aan de autokeuring zijn onderworpen.3. Het is mij niet heel duidelijk in hoeverre er misbruikenzouden kunnen ontstaan op basis van dezichtbare vermelding van de voertuiggegevens, aangezienvolgens de wet de postdiensten het vertrouwelijkkarakter van de geschreven mededelingen dient tewaarborgen. Maar misschien is het inderdaad nietopportuun dat al deze gegevens in het venster leesbaarzijn. Daarom zal ik aan mijn administratie vragen omaan CTA de instructie te geven om de gedetailleerdegegevens op een andere plaats in de brief te vermelden.2. Estimez-vous que les données relatives au véhiculedoivent nécessairement être mentionnées dans laconvocation?3. Êtes-vous disposé à attirer l’attention du CTAsur cet aspect et à lui demander de ne mentionner queles coordonnées nécessaires dans la fenêtre del’enveloppe, et non plus les données détaillées relativesau véhicule?Réponse du secrétaire d’État à la Mobilité, adjointau premier ministre du 29 mai 2008, à la questionn o 52 de M. Hagen Goyvaerts du 30 avril 2008 (N.):1. Le Contrôle Technique Automobile (CTA)utilise effectivement une lettre dans une enveloppeavec fenêtre comme invitation pour le contrôle technique.D’après nos informations, il apparaît que nonseulement l’adresse du destinatiaire est indiquée, maisaussi les données détaillées du véhicule.2. L’indication des données du véhicule dans lafenêtre de l’enveloppe n’est en principe pas indispensablepour l’invitation au contrôle technique. Mais celaest considéré comme une facilité pour le destinataire,par exemple pour une entreprise qui a plusieurs véhiculessoumis au contrôle technique.3. Il m’apparaît pas clairement dans quelle mesureon pourrait commettre des abus à cause de l’indicationvisible des données du véhicule, puisque, selon la loi,la poste doit garantir le caractère confidentiel descommunications écrites. Mais il n’est peut-être pasopportun que toutes ces données soient lisibles dans lafenêtre. Voilà la raison pour laquelle je demanderai àmon administration de donner des instructions à CTAde mentionner les données détaillées dans un autreendroit de la lettre.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4446 QRVA 52 0202 - 6 - 2008Staatssecretaris voor Buitenlandse Zaken,belast met de Voorbereiding van hetEuropese Voorzitterschap, toegevoegdaan de minister van Buitenlandse ZakenSecrétaire d’État aux Affaires étrangères,chargé de la Préparationde la Présidence européenne,adjoint au ministre des Affaires étrangèresDO 2007200803054 DO 2007200803054Vraag nr. 5 van de heer François Bellot van 24 april2008 (Fr.) aan de staatssecretaris voor BuitenlandseZaken, belast met de Voorbereiding vanhet Europese Voorzitterschap, toegevoegd aan deminister van Buitenlandse Zaken:Departementen. — Energiebesparingsprogramma.Mijn vraag betreft het investeringsprogramma dat uop uw departement heeft opgezet om het energieverbruikterug te dringen.1. Welke maatregelen worden er in uw departementgetroffen:a) met het oog op de vervanging van de enkele beglazingdoor dubbele;b) met het oog op het gebruik van milieuvriendelijkerevoertuigen;c) met het oog op een optimale verlichting van dekantoren, waarbij de verlichting in ongebruiktegemeenschappelijke ruimten uitgeschakeld wordt?2. Welke instructies moeten de ambtenaren volgenmet betrekking tot de computerapparatuur, wanneerze hun kantoor verlaten (verplicht uitzetten van depc’s)?3. Welke maatregelen zouden uw departementen,ingeval een van uw departementen kantoorruimte zouhuren, hebben getroffen om de eigenaars ertoe aan tezetten de noodzakelijke energiebesparende technischeingrepen te doen?Antwoord van de staatssecretaris voor BuitenlandseZaken, belast met de Voorbereiding van het EuropeseVoorzitterschap, toegevoegd aan de minister van BuitenlandseZaken van 28 mei 2008, op de vraag nr. 5van de heer François Bellot van 24 april 2008 (Fr.):In antwoord op de vraag die door het geachte lidwordt gesteld, kan ik hem het volgende meedelen.1. Wat het elektriciteitsverbruik betreft bestaan debezuinigingsmaatregelen in deze FOD in de aanwendingvan een technologie die toelaat om de verlichtingin niet-gebruikte kantoren automatisch uit te scha-Question n o 5 de M. François Bellot du 24 avril 2008(Fr.) au secrétaire d’État aux Affaires étrangères,chargé de la Préparation de la Présidence européenne,adjoint au ministre des Affaires étrangères:Départements. — Programme d’économie d’énergie.Ma question concerne le programmed’investissements que vous avez mis en œuvre dansvotre département en vue de réduire la consommationd’énergie.1. Quelles mesures sont prises dans votre département:a) pour assurer le remplacement des simples vitragespar des doubles vitrages;b) pour utiliser des véhicules à indices environnementauxplus respectueux de l’environnement;c) pour assurer une qualité d’éclairage optimale pourles occupants des bureaux tout en assurant l’arrêtde ces éclairages dans les locaux communs nonutilisés?2. Quelles mesures sont prises notamment eu égardau fonctionnement du matériel informatique (fermetureobligatoire des PC) dès que les agents quittent lesbureaux?3. Dans l’hypothèse où l’un de vos départementslouerait des surfaces de bureaux, quelles mesures incitativesvos départements auraient-ils prises poursuggérer aux propriétaires d’apporter les mesurestechniques indispensables pour réduire la consommationd’énergie?Réponse du secrétaire d’État aux Affaires étrangères,chargé de la Préparation de la Présidence européenne,adjoint au ministre des Affaires étrangères du28 mai 2008, à la question n o 5 de M. François Bellotdu 24 avril 2008 (Fr.):En réponse à la question posée par l’honorablemembre, je puis lui communiquer les élémentssuivants.1. Du point de vue électrique, les mesuresd’économie d’énergie prises dans la SPF sont constituéesde technologies permettant de supprimerl’éclairage dans les bureaux inoccupés pendant la jour-KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 44472 - 6 - 2008kelen, en in de uitschakeling van de verlichting na21h00. Deze technologieën berusten op bewegingsdetectieet op de hoeveelheid beschikbaar licht.Wat betreft de verwarming wordt het energieverbruikgemeten aan de hand van een EIS-registratie vande gegevens op een programmatuur van de Regie deGebouwen. Op die wijze kan de FOD op een optimalemanier de verwarmingsstromen regelen, en het verbruikjaarlijks verminderen. Het verbruik van gas voorverwarming in het hoofdgebouw Egmont I is gedaaldvan 4 000 000 kWh in 2004 tot 2 500 000 kWh in 2007.Wat het gebruik van voertuigen betreft, beschiktmijn kabinet momenteel over twee voertuigen waarvanéén door mijn voorganger bij de vorige legislatuurwerd verkregen. Wanneer dit laatste voertuig vervangenzal moeten worden, zal uiteraard bijzondere aandachtbesteed worden aan de milieunormen in overeenstemmingmet de beschikkingen die de Regeringaannam over het autopark van de Secretariaten en Beleidsorganenvan de regeringsleden.2. In juni 2007 werd aan alle gebruikers een brochureover de veiligheid overhandigd, waarin duidelijkvermeld staat dat de PC’s afgezet moeten wordenwanneer de gebruikers het gebouw verlaten. In hetgeval dat de gebruiker zijn PC niet uitschakelt, wordthet scherm automatisch in «sleep mode» gezet nadathij zijn PC gedurende 10 minuten niet gebruikt heeft.Het energieverbruik wordt op die manier verminderd.3. De gebouwen van de FOD Buitenlandse zaken,Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerkingworden gehuurd. Zij beschikken allen over wandendie beantwoorden aan de criteria van duurzame ontwikkelingen van een hoge kwaliteit inzake leefmilieu.née, et l’extinction de l’éclairage inutile après 21 h. Cestechnologies reposent sur la détection de mouvementset sur la mesure de la quantité de lumière présente.L’usage d’ampoules économiques est favorisé dans lescommuns.En ce qui concerne le chauffage, la comptabilitéénergétique, mise en place par l’enregistrement EIS desdonnées sur le logiciel de la Régie des Bâtiments, apermis au SPF de régler de manière optimale la régulationdes circuits de chauffage et de diminuer laconsommation d’année en année. La consommationde gaz de chauffage pour le bâtiment principal EgmontI est passée de 4 000 000 kWh en 2004 à 2 500 000kWh en 2007.En ce qui concerne l’utilisation de véhicules, moncabinet dispose actuellement de deux véhicules dontun a été acquis par mon prédécesseur lors de la précédentelégislature. Il va sans dire que lorsque ce dernierdevra être remplacé, une attention toute particulièresera accordée aux normes environnementales lors deson acquisition conformément aux dispositions fixéespar le Gouvernement sur le parc automobile des Secrétariatset des Organes stratégiques des membres dugouvernement.2. En juin 2007, tous les utilisateurs ont reçu unebrochure concernant la sécurité, dans laquelle il estclairement stipulé que les utilisateurs doivent éteindreleur PC lorsqu’ils quittent le bâtiment. Par ailleurs, aucas où l’utilisateur n’éteint pas son PC, au bout de10 minutes de non-utilisation de celui-ci l’écran se metautomatiquement en mode veille: la consommationd’énergie est ainsi réduite.3. Les bâtiments occupés par le SPF Affaires Etrangères,Commerce Extérieur et Coopération au Développementsont loués. Ils disposent tous de paroisconçues selon les critères du développement durable etde la haute qualité environnementale.Staatssecretaris voor Begroting,toegevoegd aan de eerste minister,en staatssecretaris voor Gezinsbeleid,toegevoegd aan de minister van WerkSecrétaire d’État au Budget,adjoint au premier ministre, et secrétaired’État à la Politique des familles,adjoint à la ministre de l’EmploiDO 2007200802566 DO 2007200802566Vraag nr. 3 van de heer Jean-Luc Crucke van 14 april2008 (Fr.) aan de staatssecretaris voor Begroting,toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretarisvoor Gezinsbeleid, toegevoegd aan deminister van Werk:Federale overheidsdiensten. — Gebruik van raamcontracten.Raamcontracten zijn formules aan de hand waarvanfederale overheidsdiensten (FOD’s) goederen en dien-Question n o 3 de M. Jean-Luc Crucke du 14 avril 2008(Fr.) au secrétaire d’État au Budget, adjoint aupremier ministre, et secrétaire d’État à la Politiquedes familles, adjoint à la ministre del’Emploi:Services publics fédéraux. — Utilisation des contratscadres.Les contrats-cadres sont des formules qui permettentaux services publics fédéraux (SPF) de réaliser desKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4448 QRVA 52 0202 - 6 - 2008sten op het gebied van telecommunicatie, mobiele telefonie,ICT, catering en energie kunnen bestellen tegenzeer voordelige prijzen. Die raamcontracten maken hetmet name mogelijk bestellingen te groeperen.Door die raamcontracten ten volle te benuttenzouden de Staat en zijn administratie dankzij dieschaalvergroting 20 tot 70 miljoen euro kunnen besparen,wat toch een aanzienlijk bedrag is.Volgens het Rekenhof is het gebruik van die specifiekecontracten nochtans allesbehalve een algemeenfenomeen bij de verschillende FOD’s, zeker niet bij degrootste overheidsdiensten. Het zouden zelfs veeleer dekleine FOD’s zijn die met dergelijke contractenwerken.commandes très avantageuses de fournitures et deservices en matière de télécommunications et de téléphoniemobile, de technologie de l’information et de lacommunication, de restauration et d’énergie. Cescontrats-cadres autorisent notamment les commandesgroupées.La pleine utilisation de ces contrats-cadres offriraitla possibilité à l’État et à son administration de réaliserdes économies d’échelle de l’ordre de 20 à 70 millionsd’euros, ce qui est une somme substantielle.Pourtant, la Cour des comptes indique que lerecours à ces contrats spécifiques est loin d’être généraliséau sein des SPF, singulièrement des plus grandsd’entre eux. Ils seraient même plutôt l’apanage despetits SPF.1. Bevestigt u dat? 1. Confirmez-vous cette information?2. Maken de FOD’s geregeld en correct gebruik vande raamcontracten?3. Kunt u de balans opmaken van het gebruik vandat systeem?4. Is de staatskas een bedrag van 20 tot 70 miljoeneuro misgelopen?5. Welke som heeft men tot op heden kunnenbesparen bij de diensten die dat systeem toepassen?6.a) Hoe kan het geringe succes van die formule eldersverklaard worden?2. Les SPF font-ils régulièrement et correctementusage des contrats-cadres?3. Pouvez-vous faire le bilan du recours à cettetechnique?4. Les caisses de l’État ont-elles perdu un montantde l’ordre de 20 à 70 millions d’euros?5. Quelle somme a-t-on pu économiser jusqu’àprésent, là où cette technique est d’application?6.a) Comment expliquer le faible succès de cettedémarche ailleurs?b) Geniet ze te weinig bekendheid? b) Est-elle trop peu connue?c) Is ze te complex? c) Est-elle trop lourde à manier?7.a) Zal u de FOD’s ertoe aansporen gebruik te makenvan deze voor de rijksbegroting interessanteformule?7.a) Envisagez-vous d’encourager le recours par les SPFà cette formule intéressante pour le budget del’État?b) Hoe wilt u dat doen? b) Comment entendez-vous encourager cette démarche?Antwoord van de staatssecretaris voor Begroting,toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretarisvoor Gezinsbeleid, toegevoegd aan de minister vanWerk van 26 mei 2008, op de vraag nr. 3 van de heerJean-Luc Crucke van 14 april 2008 (Fr.):Ik verwijs het geachte lid naar het antwoord op dezevraag van mijn collega van Ambtenarenzaken (vraagnr. 44 van 14 april 2008, Vragen en Antwoorden,Kamer, 2007-2008, nr. 16, blz. 2807).Réponse du secrétaire d’État au Budget, adjoint aupremier ministre, et secrétaire d’État à la Politique desfamilles, adjoint à la ministre de l’Emploi du 26 mai2008, à la question n o 3 de M. Jean-Luc Crucke du14 avril 2008 (Fr.):Je renvoie l’honorable membre à la réponse donnéeà cette question par ma collègue de la Fonction publique(question n o 44 du 14 avril 2008, Questions etRéponses, Chambre, 2007-2008, n o 16, p. 2807).KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 44492 - 6 - 2008DO 2007200802620 DO 2007200802620Vraag nr. 5 van de heer Guido De Padt van 15 april2008 (N.) aan de staatssecretaris voor Begroting,toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretarisvoor Gezinsbeleid, toegevoegd aan deminister van Werk:Administraties. — Jaarverslagen.Ik verneem dat de Vlaamse overheid in totaal meerdan 600 000 euro spendeert aan het opstellen en uitgevenvan jaarverslagen. Een niet onaardig bedrag datweliswaar op twee jaar tijd met bijna 20 % is gedaald.Er wordt bij de Vlaamse ministeries klaarblijkelijkkostenbesparend gewerkt door onder meer sommigejaarverslagen uitsluitend elektronisch aan te bieden.1.a) Hoeveel en welke jaarverslagen worden door deadministraties onder uw bevoegdheid gemaakt?b) Op hoeveel exemplaren wordt elk van deze jaarverslagengedrukt en wat is de kostprijs?c) Welke jaarverslagen worden elektronisch aangeboden?d) Welke jaarverslagen werden de voorbije vijf jaarafgeschaft?2. Wat is de evolutie in kostprijs van elk van dezejaarverslagen gedurende de jongste vijf jaar?3. Bent u bereid de administraties aan te bevelen dekostprijs van deze jaarverslagen te verlagen in de loopvan de volgende jaren?Antwoord van de staatssecretaris voor Begroting,toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretarisvoor Gezinsbeleid, toegevoegd aan de minister vanWerk van 27 mei 2008, op de vraag nr. 5 van de heerGuido De Padt van 15 april 2008 (N.):1.a) Elk jaar wordt er voor de FOD Budget en Beheerscontroleéén jaarverslag met betrekking tot hetafgelopen jaar opgesteld.b) Het jaarverslag wordt niet gedrukt maar op dewebsite en het intranet van de FOD Budget enBeheerscontrole ter beschikking gesteld.c) Het jaarverslag van de FOD Budget en Beheerscontrolewordt op de website en het intranet vande FOD Budget en Beheerscontrole gepubliceerd.d) De voorbije 5 jaar werden er geen jaarverslagenafgeschaft.2. De evolutie van de kostprijs van het jaarverslagvan de FOD Budget en Beheerscontrole gedurende deQuestion n o 5 de M. Guido De Padt du 15 avril 2008(N.) au secrétaire d’État au Budget, adjoint aupremier ministre, et secrétaire d’État à la Politiquedes familles, adjoint à la ministre del’Emploi:Administrations. — Rapports annuels.Il me revient que les autorités flamandes consacrentplus de 600 000 euros à l’élaboration et la publicationde rapports annuels. Il s’agit d’un montant non négligeable,même si depuis deux ans il a diminué de pratiquement20%.Les administrations flamandes tentent notammentde comprimer les coûts en ne proposant plus certainsrapports annuels que sous forme électronique.1.a) Combien de rapports annuels sont élaborés par lesadministrations relevant de votre compétence? Dequels rapports s’agit-il?b) À combien d’exemplaires chaque rapport annuelest-il imprimé et quel coût cela représente-t-il?c) Quels rapports annuels sont proposés sous formeélectronique?d) De quels rapports annuels a-t-on décidé la suppressionau cours des cinq dernières années?2. Quelle est l’évolution du coût des différentsrapports annuels au cours des cinq dernières années?3. Êtes-vous disposé à demander aux différentesadministrations de réduire le coût des rapports annuelsdans les années à venir?Réponse du secrétaire d’État au Budget, adjoint aupremier ministre, et secrétaire d’État à la Politique desfamilles, adjoint à la ministre de l’Emploi du 27 mai2008, à la question n o 5 de M. Guido De Padt du15 avril 2008 (N.):1.a) Le SPF Budget et Contrôle de la Gestion établit unrapport annuel concernant l’année écoulée.b) Le rapport annuel n’est pas imprimé mais publiésur le site web du SPF Budget et Contrôle de laGestion.c) Le rapport annuel est publié sur le site web etl’intranet du SPF Budget et Contrôle de la Gestion.d) Les 5 dernières années, aucun rapport annuel n’aété supprimé.2. L’évolution du coût du rapport annuel du SPFBudget et Contrôle de la Gestion au cours des 5 derniè-KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4450 QRVA 52 0202 - 6 - 2008laatste 5 jaar is stabiel aangezien die op de website enhet intranet ter beschikking wordt gesteld.3. Rekening houdende met de huidige kostprijs vanhet jaarverslag van de FOD Budget en Beheerscontroleis een bijkomende besparing niet aan de orde.res années est stable, puisqu’il est uniquement publiésur le site web et sur l’intranet.3. Compte tenu du coût actuel du rapport annueldu SPF Budget et Contrôle de la Gestion, des économiessupplémentaires ne sont pas envisagées.DO 2007200802627 DO 2007200802627Vraag nr. 7 van de heer Guy D’haeseleer van 15 april2008 (N.) aan de staatssecretaris voor Begroting,toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretarisvoor Gezinsbeleid, toegevoegd aan deminister van Werk:Ziekteverzuim binnen de FOD’s.Zoals door de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheidgemeld in antwoord op mijn schriftelijkevraag nr. 562 van 8 januari 2007 «werd een projectopgestart om een beleid inzake ziekteverzuim in hetfederale openbare ambt uit te trekenen. Binnen deFOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketenen Leefmilieu werd een performant informaticasysteemop punt gezet voor de registratie, verwerking enrapportering van de gegevens over het ziekteverzuimvan de federale ambtenaren, om vergelijkingen tekunnen maken met andere sectoren.» (Vragen enAntwoorden, Kamer, 2006-2007, nr. 162, blz. 31632).De minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijvenstelde in antwoord op mijn schriftelijkevraag nr. 226 van 18 februari 2008 dat zij enkel degegevens kon verstrekken voor de pilootadministratiesen zij liet in het midden of deze wel representatiefwaren voor de andere administraties (Vragen enAntwoorden, Kamer, 2007-2008, nr. 13, blz. 2363).Kan u, voor 2007, en opgesplitst per Gewest, pertaalrol en per departement of parastatale dat onder uwbevoegdheid valt de verzamelde gegevens meedelenvoor de volgende indicatoren:Question n o 7 de M. Guy D’haeseleer du 15 avril 2008(N.) au secrétaire d’État au Budget, adjoint aupremier ministre, et secrétaire d’État à la Politiquedes familles, adjoint à la ministre del’Emploi:Absentéisme au sein des SPF.Comme le ministre des Affaires sociales et de laSanté publique l’a indiqué en réponse à ma questionécrite n o 562 du 8 janvier 2007, «un projet a été lancépour définir une politique de gestion des absences pourmaladie dans la fonction publique fédérale. Au sein duSPF Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaireet Environnement, un système informatique performanta été élaboré pour l’enregistrement, le traitementet l’établissement de rapports concernant les donnéessur les absences pour maladie des fonctionnaires fédérauxafin de permettre des comparaisons avec d’autressecteurs» (Questions et Réponses, Chambre, 2006-2007, n o 162, p. 31632).En réponse à ma question écrite n o 226 du 18 février2008, la ministre de la Fonction publique et des Entreprisespubliques a indiqué qu’elle pouvait seulementcommuniquer les données établies pour les administrationspilotes, ajoutant qu’elle ne pouvait «donneraucune garantie quant à la représentativité de cetaperçu pour l’ensemble de l’administration fédérale»(Questions et Réponses, Chambre, 2007-2008, n o 13,p. 2363).Pourriez-vous me communiquer pour 2007, parRégion, par rôle linguistique et par département ouparastatal ressortissant à votre compétence, lesdonnées collectées pour les indicateurs suivants:1. percentage ziekteverzuimers; 1. pourcentage d’absents pour cause de maladie;2. verzuimpercentage; 2. taux d’absentéisme;3. frequentie van het ziekteverzuim; 3. fréquence des absences pour cause de maladie;4. gemiddelde ziekteduur. 4. durée moyenne du congé de maladie?5. Alsook voor de analysevariabelen: 5. Ainsi que, pour les variables d’analyse:a) statutair/contractueel; a) statutaire/contractuel;b) man/vrouw; b) homme/femme;c) werkregime; c) régime de travail;KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 44512 - 6 - 2008d) leeftijdsklasse? d) tranche d’âge?Antwoord van de staatssecretaris voor Begroting,toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretarisvoor Gezinsbeleid, toegevoegd aan de minister vanWerk van 27 mei 2008, op de vraag nr. 7 van de heerGuy D’haeseleer van 15 april 2008 (N.):Réponse du secrétaire d’État au Budget, adjoint aupremier ministre, et secrétaire d’État à la Politique desfamilles, adjoint à la ministre de l’Emploi du 27 mai2008, à la question n o 7 de M. Guy D’haeseleer du15 avril 2008 (N.):Hieronder vindt het geachte lid de gevraagde gegevensvoor het jaar 2007 voor wat de personeelsledenvan de Federale Overheidsdienst Budget en Beheerscontrolebetreft.L’honorable membre trouvera ci-dessous, pourl’année 2007, les données demandées en ce qui concerneles membres du personnel du service public fédéralBudget et Contrôle de la Gestion.Bij deze cijfers moet echter wel volgende randbemerkinggemaakt worden.Toutefois, ces chiffres appellent l’observation suivante.Het verbeterproject rond het federaal ziekteverzuim,een samenwerking tussen de FOD Volksgezondheid,Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu (Medex)en de FOD Personeel en Organisatie, is opgestart inoktober 2006 met 5 pilootadministraties. In eerste instantieis prioriteit gegeven aan het (her)opstarten vande controles en aan het ontwikkelen van een ondersteunendeapplicatie. Momenteel wordt een verzuimmanagementuitgewerkt, als een integraal onderdeelvan het personeelsbeleid.Le projet d’amélioration afférent aux absences pourmaladie au niveau fédéral, une collaboration entre leSPF Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaireet Environnement (Medex) et le SPF Personnel etOrganisation, a été lancé en octobre 2006 dans 5 administrations-pilotes.La priorité a, avant tout, étédonnée au (re)démarrage des contrôles et au développementd’une application de support. Une gestion desabsences faisant partie intégrante de la politique desressources humaines est, pour l’heure, élaborée.Wat betreft de controles, zijn al de andere departementenondertussen toegetreden in meerdere golven.Zo worden sinds juni 2007 controles uitgevoerd voorheel het federaal openbaar ambt.S’agissant des contrôles, tous les autres départementsse sont, entre-temps, ralliés au projet en plusieursvagues. Des contrôles sont ainsi effectués danstoute la fonction publique fédérale depuis juin 2007.Bijkomend heeft een extern adviesbureau de gegevensvan de 5 pilootadministraties in de applicatiegecontroleerd en gevalideerd, met het oog op de kwaliteit,de consistentie en de rapportering. De gegevensverzamelingen -analyse voor de overige departementenwordt momenteel verder op punt gesteld op basisvan de lessen die hieruit zijn getrokken. De gerapporteerdegegevens moeten dus gekaderd worden binnendeze nuancering.En outre, un bureau de consultance externe a contrôléet validé les données de l’application relativesaux 5 administrations-pilotes, dans un souci de qualité,de cohérence et de rapportage. La collecte etl’analyse des données pour les autres départementsfont actuellement l’objet d’une mise au point, en fonctiondes enseignements tirés. Les données rapportéesdoivent, par conséquent, être nuancées.Per gewest—Par régionTotaal—TotalBrussel—BruxellesVlaanderen—FlandreWallonië—Wallonie% ziekteverzuim. — % absence maladie ............... 70,60 55,30 74,33 76,25Verzuimpercentage. — % absence ......................... 3,42 1,63 4,10 3,58Frequentie. — Fréquence ....................................... 1,44 0,75 1,74 1,41Gemiddelde ziekteduur in dagen. — Durée moyennecongé de maladie en jours ...................................... 5,21 4,38 5,02 6,10KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4452 QRVA 52 0202 - 6 - 2008Per taalrol—Par rôle linguistiqueTotaal—TotalNLFR% ziekteverzuim. — % absence maladie .............................. 70,60 74,35 67,23Verzuimpercentage. — % absence ........................................ 3,42 4,00 2,88Frequentie. — Fréquence ...................................................... 1,44 1,57 1,31Gemiddelde ziekteduur in dagen. — Durée moyenne congé demaladie en jours ................................................................... 5,21 5,33 5,07Per statuut—Par statutTotaal—TotalStatutair—StatutaireContractueel—Contractuel% ziekteverzuim. — % absence maladie .............................. 70,60 68,64 80,64Verzuimpercentage. — % absence ........................................ 3,42 3,32 3,88Frequentie. — Fréquence ...................................................... 1,44 1,42 1,52Gemiddelde ziekteduur in dagen. — Durée moyenne congé demaladie en jours ................................................................... 5,21 5,08 5,88Geslacht—SexeTotaal—TotalMan—HommeVrouw—Femme% ziekteverzuim. — % absence maladie .............................. 70,60 56,86 81,60Verzuimpercentage. — % absence ........................................ 3,42 1,72 4,17Frequentie. — Fréquence ...................................................... 1,44 3,42 1,73Gemiddelde ziekteduur in dagen. — Durée moyenne congé demaladie en jours ................................................................... 5,21 3,81 5,09% ziekteverzuim. — % absence maladie ..............................Per werkregime—Par régime de travailTotaal—TotalVoltijds—Temps pleinDeeltijds—Mi-temps% ziekteverzuim. — % absence maladie .............................. 70,60 60,46 59,57Verzuimpercentage. — % absence ........................................ 3,42 2,78 5,39Frequentie. — Fréquence ...................................................... 1,44 1,45 1,44Gemiddelde ziekteduur in dagen. — Durée moyenne congé demaladie en jours ................................................................... 5,21 4,98 5,63Per leeftijdscategorie—Par tranche d’âgeTotaal—Total20-29 30-39 40-49 50-59 60+% ziekteverzuim. — % absence maladie ............... 70,60 64,86 82,70 73,03 64,19 33,3Verzuimpercentage. — % absence ......................... 3,42 1,87 4,23 2,50 5,06 0,12Frequentie. — Fréquence ....................................... 1,44 1,26 1,81 1,30 1,45 0,33Gemiddelde ziekteduur in dagen. — Durée moyennecongé de maladie en jours ...................................... 5,21 3,75 4,88 4,07 7,64 1,00KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 44532 - 6 - 2008DO 2007200803054 DO 2007200803054Vraag nr. 10 van de heer François Bellot van 24 april2008 (Fr.) aan de staatssecretaris voor Begroting,toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretarisvoor Gezinsbeleid, toegevoegd aan deminister van Werk:Departementen. — Energiebesparingsprogramma.Mijn vraag betreft het investeringsprogramma dat uop uw departement heeft opgezet om het energieverbruikterug te dringen.1. Welke maatregelen worden er in uw departementgetroffen:a) met het oog op de vervanging van de enkele beglazingdoor dubbele;b) met het oog op het gebruik van milieuvriendelijkerevoertuigen;c) met het oog op een optimale verlichting van dekantoren, waarbij de verlichting in ongebruiktegemeenschappelijke ruimten uitgeschakeld wordt?2. Welke instructies moeten de ambtenaren volgenmet betrekking tot de computerapparatuur, wanneerze hun kantoor verlaten (verplicht uitzetten van depc’s)?3. Welke maatregelen zouden uw departementen,ingeval een van uw departementen kantoorruimte zouhuren, hebben getroffen om de eigenaars ertoe aan tezetten de noodzakelijke energiebesparende technischeingrepen te doen?Antwoord van de staatssecretaris voor Begroting,toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretarisvoor Gezinsbeleid, toegevoegd aan de minister vanWerk van 30 mei 2008, op de vraag nr. 10 van de heerFrançois Bellot van 24 april 2008 (Fr.):1.a) De FOD B&B is geen eigenaar van het gebouwwaarin de lokalen zich bevinden, Het gebouw isechter onlangs gerenoveerd en heeft dubbele beglazing.b) De FOD B&B beschikt over 3 voertuigen waarvaner 2 wagens een CO 2-uitstoot hebben van minderdan 145 g/km.c) De personeelsleden werd gevraagd de verlichtinguit te schakelen bij het verlaten van hun kantoor.In gemeenschappelijke ruimten wordt de verlichtingautomatisch uitgeschakeld ’s avonds om19 uur en tijdens de weekend is er geen verlichtingin de gemeenschappelijke ruimten,Question n o 10 de M. François Bellot du 24 avril 2008(Fr.) au secrétaire d’État au Budget, adjoint aupremier ministre, et secrétaire d’État à la Politiquedes familles, adjoint à la ministre del’Emploi:Départements. — Programme d’économie d’énergie.Ma question concerne le programme d’investissementsque vous avez mis en œuvre dans votre départementen vue de réduire la consommation d’énergie.1. Quelles mesures sont prises dans votre département:a) pour assurer le remplacement des simples vitragespar des doubles vitrages;b) pour utiliser des véhicules à indices environnementauxplus respectueux de l’environnement;c) pour assurer une qualité d’éclairage optimale pourles occupants des bureaux tout en assurant l’arrêtde ces éclairages dans les locaux communs nonutilisés?2. Quelles mesures sont prises notamment eu égardau fonctionnement du matériel informatique (fermetureobligatoire des PC) dès que les agents quittent lesbureaux?3. Dans l’hypothèse où l’un de vos départementslouerait des surfaces de bureaux, quelles mesures incitativesvos départements auraient-ils prises poursuggérer aux propriétaires d’apporter les mesurestechniques indispensables pour réduire la consommationd’énergie?Réponse du secrétaire d’État au Budget, adjoint aupremier ministre, et secrétaire d’État à la Politique desfamilles, adjoint à la ministre de l’Emploi du 30 mai2008, à la question n o 10 de M. François Bellot du24 avril 2008 (Fr.):1.a) Le SPF B&CG n’est pas propriétaire du bâtimentabritant ses locaux. Le bâtiment a toutefois étérénové récemment et dispose de double vitrage,b) Le SPF B&CG dispose de 3 véhicules, dont deuxont une émission CO 2inférieure à 145 g/km.c) Les membres du personnel ont été invités àéteindre la lumière lorsqu’ils quittent leur bureau.Dans les espaces communs, la lumière est automatiquementéteinte le soir à 19 heures et il n’y a pasde lumière le week-end dans ces espaces.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4454 QRVA 52 0202 - 6 - 20082. De personeelsleden hebben instructies gekregenom de pc zoveel als mogelijk uit te schakelen bij hetverlaten van hun kantoor.3. De Regie der gebouwen is verantwoordelijk voorde technische aangelegenheden bij het huren vangebouwen. Het is dan ook de Regie der gebouwen dievoorstellen doet inzake energiebesparende technischeingrepen.2. Les membres du personnel ont reçu l’instructiond’éteindre autant que possible leur PC lorsqu’ils quittentleur bureau,3. La Régie des bâtiments est responsable des questionstechniques en cas de location de bâtiments. C’estdès lors elle qui formule des propositions en matièred’interventions techniques éco-énergétiques.DO 2007200803283 DO 2007200803283Vraag nr. 11 van de heer Pierre-Yves Jeholet van29 april 2008 (Fr.) aan de staatssecretaris voorBegroting, toegevoegd aan de eerste minister, enstaatssecretaris voor Gezinsbeleid, toegevoegdaan de minister van Werk:Departement. — Indienstneming van personen meteen handicap.Overeenkomstig het koninklijk besluit van 5 maart2007 tot organisatie van de werving van personen meteen handicap in het federaal administratief openbaarambt is elke overheidsdienst verplicht personen meteen handicap tewerk te stellen ten belope van 3 procentvan zijn effectief. Dat percentage moet gehaaldworden tegen 1 januari 2010.Er zijn vooralsnog geen cijfers bekend met betrekkingtot de tewerkstelling van werknemers met eenhandicap bij de FOD Budget en Beheerscontrole.1. Beschikt u over een inventaris per functieniveauvan de functies die op uw departement reeds wordenvervuld door werknemers met een handicap?2. Zullen er concrete maatregelen worden getroffenop uw departement teneinde de toegang tot werk voorpersonen met een handicap te bevorderen en de doelstellingvan 3 procent te bereiken?3. Voorziet het personeelsplan 2008 van uw departementreeds in de indienstneming van personen meteen handicap?Antwoord van de staatssecretaris voor Begroting,toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretarisvoor Gezinsbeleid, toegevoegd aan de minister vanWerk van 30 mei 2008, op de vraag nr. 11 van de heerPierre-Yves Jeholet van 29 april 2008 (Fr.):1. Momenteel zijn er bij de FOD B&B geen personentewerkgesteld die erkend wensen te worden alspersoon met een handicap in de zin van het koninklijkbesluit van 5 maart 2007 of gerecruteerd zijn uit eenreserve van «personen met een handicap».Er kan evenwel daaruit niet geconcludeerd wordendat et bij de FOD B&B geen personen werken die aanQuestion n o 11 de M. Pierre-Yves Jeholet du 29 avril2008 (Fr.) au secrétaire d’État au Budget, adjointau premier ministre, et secrétaire d’État à la Politiquedes familles, adjoint à la ministre del’Emploi:Département. — Emploi de personnes handicapées.L’arrêté royal du 5 mars 2007 organisant le recrutementdes personnes handicapées dans la fonctionpublique administrative fédérale, prévoit que les servicespublics doivent mettre au travail des personneshandicapées à concurrence de 3 % de leur effectif. Cepourcentage de 3 % devra être atteint pour le 1 er janvier2010.À ce jour, nous ne disposons d’aucun chiffre concernantl’occupation de travailleurs handicapés au seindu SPF Budget et Contrôle de la Gestion.1. Disposez-vous d’un inventaire par niveau defonction des emplois qui sont déjà occupés, au sein devotre département, par des travailleurs handicapés?2. Des mesures concrètes sont-elles envisagées ausein de votre département afin de promouvoir l’accès àl’emploi pour les personnes handicapées et d’atteindrel’objectif des 3 %?3. Le plan de personnel 2008 de votre départementprévoit-il déjà le recrutement de personnes handicapées?Réponse du secrétaire d’État au Budget, adjoint aupremier ministre, et secrétaire d’État à la Politique desfamilles, adjoint à la ministre de l’Emploi du 30 mai2008, à la question n o 11 de M. Pierre-Yves Jeholet du29 avril 2008 (Fr.):1. À l’heure actuelle, le SPF B&CG n’occupe pas depersonnes qui souhaitent être reconnues commepersonnes handicapées au sens de l’arrêté royal du5 mars 2007 ou qui ont été recrutées dans la réserve des«personnes handicapées».On ne peut toutefois pas en conclure que le SPFn’occupe pas de personnes qui répondent aux critèresKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 44552 - 6 - 2008de criteria voldoen die in aanmerking genomenworden om de quota «personen met een handicap» tebepalen. Immers, alle (kandidaat) ambtenaren met eenhandicap hebben de keuze om zich al dan niet inaanmerking te laten nemen om te voldoen aan devoorwaarden van het koninklijk besluit van 5 maart2007.2. In het actieplan Diversiteit van de FOD B&Bstaat als doelstelling ingeschreven «het behalen enbewaken van de quota op de tewerkstelling van personenmet een handicap».Om deze doelstelling te behalen worden volgendeacties ondernomen:— Actieve rekrutering van personen met een handicapvia het systematisch uitnodigen van de laureatendie er bij de aanwervingselecties voor geopteerdhebben opgenomen te worden op de apartewervingsreserve voor personen met een handicap(volgens koninklijk besluit van 5 maart 2007).— Versterking van het imago van de FOD B&B alsdiverse werkgever via een formule in de vacatureberichtendie het belang van diversiteit benadrukt.— Verspreiding van de vacatureberichten bij de doelgroepvia de socio-professionele organisaties die deIntegratie van personen met een handicap op dearbeidsmarkt bevorderen.3. Het actieplan van het personeelsplan 2008 van deFOD B&B geeft wat wervingen betreft een overzichtvan de profielen die de FOD B&B nodig heeft om zijnstrategische en operationele doelstellingen te bereiken.In de algemene selectiepolitiek van de FOD B&B is destandaardprocedure erop gericht om in de zoektochtnaar de geschikte kandidaten steeds de acties vermeldin punt 2 toe te passen met het oog op de werving vanpersonen met een handicap.pris en compte pour fixer le quota de «personneshandicapées». En effet, tous les (candidats) fonctionnaireshandicapés ont le choix de demander ou nonleur prise en compte pour répondre aux conditionsprévues dans l’arrêté royal du 5 mars 2007.2. Dans Le plan d’action «Diversité» du SPFB&CG, un des objectifs mentionnés est: «suivi etatteinte du quota en matière de recrutement de personneshandicapées».Afin d’atteindre cet objectif, les actions suivantessont entreprises:— Recrutement actif de personnes handicapées par lebiais de la convocation systématique des lauréatsayant opté, lors des sélections de recrutement, pourleur intégration dans la réserve de recrutementspécifique aux personnes handicapées (en vertu del’arrêté royal du 5 mars 2007).— Renforcement de l’image du SPF B&CG commeemployeur divers par l’Insertion, dans les avis devacances d’emploi, d’une formule soulignantl’Importance de la diversité,— Diffusion des avis de vacances d’emploi auprès dugroupe cible par le biais des organisations socioprofessionnellesqui favorisent l’intégration despersonnes handicapées sur le marché de l’emploi.3. Le plan d’action du plan de personnel 2008 duSPF B&CG donne, en ce qui concerne les recrutements,un aperçu des profils nécessaires au SPF B&CGpour atteindre ses objectifs stratégiques et opérationnels.Dans la politique de sélection générale du SPFB&CG, la procédure standard vise à appliquer àchaque fois, lors de la recherche de candidats valables,les actions citées au point 2 en vue du recrutement depersonnes handicapées.DO 2007200803361 DO 2007200803361Vraag nr. 12 van de heer Jan Jambon van 29 april 2008(N.) aan de staatssecretaris voor Begroting, toegevoegdaan de eerste minister, en staatssecretarisvoor Gezinsbeleid, toegevoegd aan de ministervan Werk:Koninklijke initiatieven en vzw’s. — Overheidsmiddelen.België kent een hele reeks koninklijke initiatieven:de Koninklijke Schenking, de Koning Boudewijnstichting,de Stichting Koningin Paola, het Koningin Fabiolafondsvoor de Geestelijke Gezondheid, het Hulpfondsvan de Koningin, het Hulpfonds van KoninginQuestion n o 12 de M. Jan Jambon du 29 avril 2008(N.) au secrétaire d’État au Budget, adjoint aupremier ministre, et secrétaire d’État à la Politiquedes familles, adjoint à la ministre del’Emploi:Initiatives royales et asbl. — Moyens publics.Il existe en Belgique toute une série d’initiativesroyales: la Donation royale, la Fondation RoiBaudouin, la Fondation Reine Paola, la FondationReine Fabiola pour la santé mentale, les Oeuvres de laReine, les Oeuvres de la Reine Fabiola, le Fonds PrinceKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4456 QRVA 52 0202 - 6 - 2008Fabiola, het Prins Albertfonds, de GeneeskundigeStichting Koningin Elisabeth, het Prins Filipfonds, hetPrinses Mathildefonds en de Stichting Prins Laurent.Albert, la Fondation médicale Reine Elisabeth, leFonds Prince Philippe, le Fonds Princesse Mathilde etla Fondation Prince Laurent.Daarnaast is er ook nog de vzw ’t Kint, de stichtingGlobal Renewable Energy Conservation Trust (Grect)en de NV Renewable Energy Construct (REC).On peut encore y ajouter l’asbl Kint, la fondationGlobal Renewable Energy Conservation Trust (Grect)et la SA Renewable Energy Construct (REC).Kan u meedelen, voor elk van de koninklijke initiatievenen vzw’s apart, welke overheidsmiddelen dezejaarlijks ontvangen en op welke basisallocaties inwelke begrotingen deze dotaties worden aangerekend?Pourriez-vous me préciser, pour chaque initiativeroyale et pour chaque asbl, quels sont les moyenspublics qui leur sont attribués annuellement et surquelles allocations de base de quels budgets ces dotationssont imputées?Antwoord van de staatssecretaris voor Begroting,toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretarisvoor Gezinsbeleid, toegevoegd aan de minister vanWerk van 27 mei 2008, op de vraag nr. 12 van de heerJan Jambon van 29 april 2008 (N.):Réponse du secrétaire d’État au Budget, adjoint aupremier ministre, et secrétaire d’État à la Politique desfamilles, adjoint à la ministre de l’Emploi du 27 mai2008, à la question n o 12 de M. Jan Jambon du29 avril 2008 (N.):Het geachte lid kan hierna het antwoord vinden opzijn vraag.L’honorable membre voudra bien trouver ci-aprèsla réponse à sa question.Geen enkele van de federale begrotingsmiddelenbestemd voor de financiering van de Civiele Lijst, defederale overheidsdiensten en de programmatorischefederale overheidsdiensten worden gebruikt om jaarlijksde in de vraag vermelde Koninklijke Schenking,stichtingen, fondsen, vzw’s en maatschappijen tefinancieren.Aucun des moyens budgétaires fédéraux destinés aufinancement de la Liste Civile, des services publicsfédéraux et des services publics fédéraux de programmationn’est utilisé pour financer annuellement lesDonation royale, fondations, fonds, asbl et sociétécités dans la question.Voor verdere informatie kan het geachte lid de activiteitenverslagenof de jaarrekeningen raadplegen diedeze koninklijke of prinselijke instellingen jaarlijksindienen.Pour un complément d’information, l’honorablemembre voudra bien consulter les rapports d’activitésou les comptes annuels que ces institutions royales ouprincières déposent annuellement.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 44572 - 6 - 2008CAIV. Inhoudsopgave volgens minister met vermelding van het onderwerpIV. Sommaire par ministre et mentionnant l’objetDODatumDateVraag nr.Question n oAuteurVoorwerpObjet* Vraag zonder antwoord * Question sans réponseBlz.PageEerste ministerPremier ministre1 2007200803054 24- 4-2008 11 François Bellot Departementen. — Energiebesparingsprogramma.Départements. — Programme d’économie d’énergie.1 2007200803281 29- 4-2008 12 Pierre-Yves Jeholet Departement. — Indienstneming van personen meteen handicap.Département. — Emploi de personnes handicapées.1 2007200803672 14- 5-2008 14 Olivier Maingain Paleis voor Schone Kunsten. — Gebruik der talen.Palais des Beaux-Arts. — Emploi des langues.410141024103Vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele HervormingenVice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles1 2007200802627 15- 4-2008 44 Guy D’haeseleer Ziekteverzuim binnen de FOD’s.Absentéisme au sein des SPF.1 2007200802805 17- 4-2008 52 Alain Mathot Bankgeheim. — Europees commissaris voor Belastingen douane-unie.Secret bancaire. — Commissaire européen à la fiscalité.1 2007200802865 18- 4-2008 68 Peter Logghe Federale overdrachten naar de regio’s.Transferts du niveau fédéral vers les Régions.1 2007200802886 18- 4-2008 69 Peter Logghe Fiscale inkomsten en toewijzing aan Gemeenschappenen Gewesten.Recettes fiscales. — Attribution aux Communautéset aux Régions.8 2007200802458 24- 4-2008 73 Robert Van deVelde* FOD. — Organisatie en werking. — Peiling naarmening belastingplichtigen.SPF. — Organisation et fonctionnement. —Sondage sur l’avis des contribuables.8 2007200803054 24- 4-2008 74 François Bellot * Departementen. — Energiebesparingsprogramma.Départements. — Programme d’économie d’énergie.8 2007200803075 25- 4-2008 75 Christian Brotcorne * Aftrek voor risicokapitaal. — Fusie door overneming.Déduction pour capital à risque. — Fusion parabsorption.1 2007200803100 25- 4-2008 77 Dirk Van derMaelenOnroerend goedbezit van vennootschappen.Biens immobiliers appartenant à des sociétés.1 2007200803105 25- 4-2008 78 Mw. Barbara Pas Commissie voor de Financiën en de Begroting. —Bezoek aan de Douanediensten van Zaventem.Commission des Finances et du Budget. — Visiteaux services de douane de Zaventem.410441054108411138433844384541144115KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4458 QRVA 52 0202 - 6 - 2008CADODatumDateVraag nr.Question n oAuteurVoorwerpObjet* Vraag zonder antwoord * Question sans réponseBlz.Page8 2007200803111 28- 4-2008 79 Dirk Van derMaelen8 2007200803113 28- 4-2008 81 Dirk Van derMaelen* FOD. — Contractuelen.SPF. — Contractuels.* Gebouw van Financiën in Tienen. — Slechte staat.Bâtiment des Finances de Tirlemont. — Délabrement.384538468 2007200803130 28- 4-2008 83 Herman De Croo * Inkomstenbelastingen. — Fietsvergoeding.Impôts sur les revenus. — Indemnité de bicyclette.38468 2007200803132 28- 4-2008 84 Mw. HildeVautmans* Personen met een handicap. — Vrijstellingen op deverkeersbelasting. — Circulaire.Personees handicapées. — Dispense de taxe decirculation. — Circulaire.38478 2007200803160 28- 4-2008 86 Luk Van Biesen * Aandelenopties. — Herkwalificatie.Options sur action. — Requalification.8 2007200803161 28- 4-2008 87 Luk Van Biesen * Voorzitters van de fracties wetgevende vergaderingen.— Terugbetaling van bepaalde uitgaven.Présidents des groupes politiques des assembléeslégislatives. — Remboursement de certainesdépenses.384738498 2007200803165 28- 4-2008 88 Mw. Maggie DeBlock8 2007200803239 28- 4-2008 90 Mw. SabienLahaye-Battheu* PWA-cheques. — Dienstencheques. — Fiscaleaftrekbaarheid.Chèques ALE. — Titres-services. — Déductibilitéfiscale.* Belastingplichtigen. — Aanvragen tot «onbeperktuitstel» belastingcontroleur.Contribuables. — Demandes de «surséance indéfinie»au contrôleur des contributions.384938501 2007200803280 29- 4-2008 91 Pierre-Yves Jeholet Departement. — Indienstneming van personen meteen handicap.Département. — Emploi de personnes handicapées.8 2007200803297 29- 4-2008 96 Mw. Ingrid Claes * Bezwaar- en antwoordtermijnen inzake directebelastingen. — Discriminatie. — Schending vande rechten van de verdediging.Délais de réclamation et de réponse en matièred’impôts directs. — Discrimination. — Violationdes droits de la défense.8 2007200803298 29- 4-2008 97 Mw. Ingrid Claes * Verzekeringsmaatschappijen. — Beleggingsproducten.— Fiscale en boekhoudkundigegevolgen.Compagnies d’assurances. — Produits de placement.— Effets fiscaux et comptables.8 2007200803299 29- 4-2008 98 Mw. Ingrid Claes * Onderlinge samenwerking tussen FOD Economie enFOD Financiën. — Handelaars. — Verbod opbetaling in contanten.Collaboration entre le SPF Économie et le SPFFinances. — Commerçants. — Interdiction despaiements en espèces.4116385038523853KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 44592 - 6 - 2008CADODatumDateVraag nr.Question n oAuteurVoorwerpObjet* Vraag zonder antwoord * Question sans réponseBlz.Page8 2007200803300 29- 4-2008 99 Mw. Ingrid Claes * Aanvullende pensioenbijdragen voor zelfstandigen.— Persoonlijke en werkgeversbijdragen vangroepsverzekeringen. — Individuele pensioentoezeggingen.— Fiscale cumulatievoorwaarden.— Beroepskosten. — Berekening van de 80%-grens. — Belastingvoordelen.Cotisations de pension complémentaire pour indépendants.— Cotisations personnelles et patronalesd’assurances groupe. — Engagements individuelsde pension. — Conditions fiscales ducumul. — Frais professionnels. — Calcul duplafond de 80%. — Avantages fiscaux.8 2007200803301 29- 4-2008 100 Mw. Ingrid Claes * Toetreding tot een btw-eenheid. — Herziening inhet nadeel van de belastingplichtige. — Herzieningin het voordeel van de btw-eenheid. —Saldo.Entrée dans une unité TVA. — Révision au préjudicede l’assujetti. — Révision en faveur del’unité TVA. — Solde.8 2007200803302 29- 4-2008 101 Mw. Ingrid Claes * Bijzondere aanslagen inzake vennootschapsbelastingen belastingverhoging.Taxations spéciales en matière d’impôt des sociétéset accroissement d’impôt.8 2007200803303 29- 4-2008 102 Mw. Ingrid Claes * Vennootschapsbelastingen. — Taxatieregime. —Geboekte kosten voor kledij. — Verworpenuitgaven wegens inkomen voordelen alle aard ofreservebestanddeel.Impôts des sociétés. — Régime de taxation. — Fraisvestimentaires comptabilisés. — Dépenses rejetéeset revenu (avantages de toute nature) ouélément de réserve.8 2007200803305 29- 4-2008 104 Mw. Ingrid Claes * Polyvalente en gezamenlijke onderzoeken inzakedirecte belastingen en inzake btw. — Machtsafwendingen machtsoverschrijding.Enquêtes polyvalentes et communes en matièred’impôts directs et de TVA. — Détournement etabus de pouvoir.8 2007200803306 29- 4-2008 105 Mw. Ingrid Claes * Online inzage en beheer van het elektronischegeschillendossier. — Project «Workflow Geschillen».Consultation et gestion en ligne du dossier électroniquedu contentieux. — Projet «Flux de productionContentieux».8 2007200803308 29- 4-2008 107 Mw. Ingrid Claes * Taxatie van meerwinsten en omzettekorten. —Bijzondere aanslag inzake vennootschapsbelasting.— Bewijsvoering en motivering. —Toepasselijk btw-tarief.Taxation de bénéfices et de pertes de chiffred’affaires. — Taxation spéciale en matièred’impôt des sociétés. — Administration de lapreuve et motivation. — Taux de TVA applicable.3854385638573859386038623863KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4460 QRVA 52 0202 - 6 - 2008CADODatumDateVraag nr.Question n oAuteurVoorwerpObjetBlz.Page* Vraag zonder antwoord * Question sans réponse8 2007200803309 29- 4-2008 108 Mw. Ingrid Claes * Inkomstenbelastingen en btw. — Gerechtelijkegeschillenprocedure. — Administratieve geschillenprocedure.— Verhouding advocaten enfiscale ambtenaren.Impôts sur les revenus et TVA. — Procédurecontentieuse judiciaire. — Procédure contentieuseadministrative. — Relations entre lesavocats et les fonctionnaires fiscaux.8 2007200803310 29- 4-2008 109 Mw. Ingrid Claes * Horen en ondervragen van derden. — Fiscaal getuigenverhoor.— Deontologie en beroepsgeheim.Audition et interrogatoire de tiers. — Auditionfiscale de témoins. — Déontologie et secretprofessionnel.8 2007200803311 29- 4-2008 110 Mw. Ingrid Claes * Afhandeling bezwaarschriften en fiscale verzoekschriften.— Redelijke termijnen. — Chartervoor een klantvriendelijke overheid.Traitement des réclamations et des requêtes fiscales.— Délais raisonnables. — Charte pour uneadministration à l’écoute des usagers.8 2007200803312 29- 4-2008 111 Mw. Ingrid Claes * Belastingadministratie. — Openingsuren. — Indieningvan bezwaarschriften. — Tijdstip.Administration fiscale. — Heures d’ouverture. —Introduction de réclamations. — Délais.8 2007200803313 29- 4-2008 112 Mw. Ingrid Claes * Procedure ambtshalve ontheffing. — Termijn. —Betekenis van «ambtshalve» ontheffen.Procédure de dégrèvement d’office. — Délais. —Signification de la notion de dégrèvementd’office.8 2007200803314 29- 4-2008 113 Mw. Ingrid Claes * Fase van bezwaar. — Onderzoekende aanslag- engeschillenambtenaren. — Inzage onderzoeks- enwerknota’s.Phase de réclamation. — Fonctionnaires instructeurs,taxateurs et du contentieux. — Consultationdes notes de l’instruction et des notes detravail.8 2007200803315 29- 4-2008 114 Mw. Ingrid Claes * Inkomstenbelastingen. — Banken en spaarinstellingen.— Spaaracties met wijnflessen.Impôts sur les revenus. — Banques et établissementsd’épargne. — Actions d’épargne. — Bouteillesde vin.8 2007200803316 29- 4-2008 115 Mw. Ingrid Claes * Herkwalificatie van individuele pensioentoezeggingen(IPT) tot beleggingsproducten.Requalification d’engagements individuels depension (EIP) en produits de placement.8 2007200803319 29- 4-2008 118 Mw. Ingrid Claes * Schuldsaldoverzekering. — Belasting fictieve rente.— Werkelijke verkrijger.Assurance solde restant dû. — Taxation de la rentefictive. — Bénéficiaire réel.8 2007200803320 29- 4-2008 119 Mw. Ingrid Claes * Vruchtgebruikconstructies. — Gronden en gebouwen.— Fiscale waardebepaling. — Ramings- enwaarderingsmethodes. — Vennootschapsbelasting.— Taxatieregime bij overwaardering.Constructions basées sur l’usufruit. — Terrains etbâtiments. — Valorisation fiscale. — Méthodesd’estimation. — Impôt des sociétés. — Régimede taxation en cas de surévaluation.3865386638683869387038713873387438753877KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 44612 - 6 - 2008CADODatumDateVraag nr.Question n oAuteurVoorwerpObjet* Vraag zonder antwoord * Question sans réponseBlz.Page8 2007200803322 29- 4-2008 121 Mw. Ingrid Claes * Behandeling van bezwaarschriften en rechtszaken.— Raadpleging en taak van de taxatieambtenaren.— Workflow geschillen.Traitement des réclamations et actions en justice. —Consultation et rôle des agents taxateurs. —Workflow Contentieux.8 2007200803323 29- 4-2008 122 Mw. Ingrid Claes * Inbreng van afschrijfbare investeringsgoederenvanuit een privaat patrimonium naar een nieuweeenmanszaak. — Fiscale stimulansen en fiscaalregime inzake btw en inzake directe belastingen.Apport de biens d’investissement amortissables d’unpatrimoine privé à une nouvelle société d’unepersonne. — Incitants fiscaux et régime fiscal enmatière de TVA et de contributions directes.8 2007200803325 29- 4-2008 124 Mw. Ingrid Claes * «Workflow Geschillen» bij de AOIF en bij de BBI.— Federale ombudsman. — Fiscale bemiddelaar.«Workflow contentieux» auprès de l’AFER et del’ISI. — Médiateur fédéral. — Médiateur fiscal.8 2007200803329 29- 4-2008 127 Mw. Ingrid Claes * Inkomstenbelastingen. — Aandelen op naam. —Verlaagd tarief roerende voorheffing.Impôts sur les revenus. — Actions nominatives. —Taux réduit du précompte mobilier.8 2007200803354 29- 4-2008 128 Hendrik Bogaert * Inkomstenbelastingen. — Herkwalificatie. —Toepassing van artikel 344, § 1, WIB 1992.Impôt sur les revenus. — Requalification. — Applicationde l’article 344, § 1er, CIR 1992.8 2007200803358 29- 4-2008 129 Jan Jambon * Personenbelastingen. — Aantal gecontroleerdedossiers.Impôt des personnes physiques. — Nombre dedossiers contrôlés.8 2007200803359 29- 4-2008 130 Jan Jambon * Aantal gecontroleerde dossiers vennootschapsbelasting.— Aantal gecontroleerde btwdossiers.Nombre de dossiers contrôlés dans le secteur del’impôt des sociétés. — Nombre de dossiers TVAcontrôlés.8 2007200803373 29- 4-2008 132 Jenne De Potter * Roerende voorheffing. — Dividend. — Splitsingvan vennootschap. — Resultaten van de studie.Précompte mobilier. — Dividende. — Scission desociété. — Résultats de l’étude.8 2007200803374 29- 4-2008 133 Jenne De Potter * Aannemersschuldenregeling. — Ontstaan envoorwerp van de hoofdelijke aansprakelijkheid.Réglementation en matière de dettes des entrepreneurs.— Naissance et objet de la responsabilitésolidaire.8 2007200803375 29- 4-2008 134 Jenne De Potter * Aannemersschuldenregeling. — Voorwerp van dehoofdelijke aansprakelijkheid. — Tijdstip vaststellingbelastingschulden. — Nog niet gevestigdebelastingen.Régime relatif aux dettes des entrepreneurs. —Objet de la responsabilité solidaire. — Délai defixation des dettes fiscales. — Impositions nonencore établies.3878387938813881388238833883388438863887KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4462 QRVA 52 0202 - 6 - 2008CADODatumDateVraag nr.Question n oAuteurVoorwerpObjet* Vraag zonder antwoord * Question sans réponseBlz.Page8 2007200803376 29- 4-2008 135 Jenne De Potter * Executie van kohier tegen personen die er niet inzijn opgenomen. — Hoofdelijke aansprakelijkheidbestuurders — Hoofdelijke aansprakelijkheidaannemersschuldenregeling.Caractère exécutoire du rôle contre des personnesqui n’y sont pas reprises. — Dirigeants solidairementresponsables. — Règlement de dettesd’entrepreneurs solidairement responsables.1 2007200803391 30- 4-2008 136 Joseph Arens Wijziging van de overeenkomst tussen België enFrankrijk tot voorkoming van dubbele belasting.Modification de la convention visant à éviter lesdoubles impositions avec la France.1 2007200803426 30- 4-2008 142 Roel Deseyn Werknemers in het grensarbeiderstatuut. — Spreiding.— Toekomstperspectieven.Statut de travailleur frontalier. — Répartition. —Perspectives d’avenir.8 2007200803440 30- 4-2008 143 Mw. Sonja Becq * Toepassing kostenforfait vrijwilligers. — Combinatiedagforfait met bewijs van werkelijke kosten.Application du forfait pour frais des volontaires. —Combinaison du forfait journalier et de la déclarationdes frais réels.8 2007200803459 30- 4-2008 144 Joseph Arens * CGSU. — SIE. — Verbouwingswerken aan infrastructuur.CGSU. — ESI. — Travaux d’aménagement desinfrastructures.1 2007200803465 30- 4-2008 145 Renaat Landuyt Invordering van penale boetes.Recouvrement des amendes pénales.1 2007200803063 9- 5-2008 166 Christian Brotcorne Veiligheid van voertuigen van het type «pick-up».Sécurité des véhicules de type «pick-up».3888411841203889389141254126Vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en VolksgezondheidVice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique1 2007200802356 7- 4-2008 1 M me ColetteBurgeonIn de handel brengen van met antioxidanten of vitaminenverrijkte frisdranken.Commercialisation de sodas enrichis d’antioxydantsou de vitamines.1 2007200802404 8- 4-2008 8 Peter Logghe Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidzorg.— Personeel. — Taalaanhorigheid.Centre fédéral d’expertise des soins de santé. —Personnel. — Appartenance linguistique.1 2007200802492 10- 4-2008 17 Stefaan De Clerck Socialezekerheidsstelsel van de werknemers in hettoekomstige EGTS.Régime de sécurité sociale des travailleurs salariésau sein du futur GECT.1 2007200802541 11- 4-2008 24 Georges Gilkinet Rechten van gehospitaliseerde kinderen.Droits des enfants hospitalisés.1 2007200802562 14- 4-2008 27 Jacques Otlet Behandeling van borstkanker. — Terugbetaling vande klinische PET-scanonderzoeken.Traitement d’un cancer du sein. — Prise en chargedes examens cliniques par PET scan.41284130413241344137KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 44632 - 6 - 2008CADODatumDateVraag nr.Question n oAuteurVoorwerpObjet* Vraag zonder antwoord * Question sans réponseBlz.Page1 2007200802576 14- 4-2008 28 Pierre-Yves Jeholet FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketenen Leefmilieu. — Absenteïsme.SPF Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaireet Environnement. — Absentéisme.1 2007200802706 15- 4-2008 45 Guy D’haeseleer Controle op het verbod op de verkoop van tabaksproductenaan min-zestienjarigen.Contrôle de l’interdiction de la vente de produits dutabac aux moins de 16 ans.413841401 2007200802791 17- 4-2008 50 Mw. Mia DeSchamphelaereKwaliteit van bewaard donorbloed.Qualité des stocks de dons de sang.41431 2007200802972 22- 4-2008 64 Geert Versnick Nationaal kankerplan. — Centrum voor hadrontherapie.Plan national cancer. — Centre d’hadronthérapie.8 2007200803054 24- 4-2008 74 François Bellot * Departementen. — Energiebesparingsprogramma.Départements. — Programme d’économie d’énergie.1 2007200803059 24- 4-2008 75 Christian Brotcorne Reumatologen. — Terugbetaling van gewrichtspuncties.Rhumatologues. — Remboursement de la ponctionarticulaire.4144389141458 2007200803064 24- 4-2008 76 M me ClotildeNyssens8 2007200803095 25- 4-2008 77 Mw. Carina VanCauter8 2007200803117 28- 4-2008 78 Mw. SofieStaelraeve8 2007200803119 28- 4-2008 79 Mw. SofieStaelraeve8 2007200803136 28- 4-2008 80 Mw. HildeVautmans* Regularisatieaanvragers. — Aansluiting bij eenziekenfonds.Demandeurs de régularisation. — Affiliation auxmutuelles.* «Kankerplan». — Maatregelen.«Plan cancer». — Mesures.* Creatie van specifieke bedden. — Financiering vanmobiele teams en overlegplatforms.Création de lits spécifiques. — Financement deséquipes mobiles et des plateformes de concertation.* Drugsbeleid. — Proefproject psychiatrische ziekenhuizen.Politique en matière de drogues. — Projet-pilotedans des hôpitaux psychiatriques.* Kanker. — Schatkist. — Bedragen van medicijnenen kankerresearch.Cancer. — Trésor. — Montants consacrés auxmédicaments et à la recherche sur le cancer.389238933893389438948 2007200803162 28- 4-2008 84 Luk Van Biesen * Aandelenopties. — Herkwalificatie.Options sur action. — Requalification.38958 2007200803167 28- 4-2008 85 Mw. Maggie DeBlock8 2007200803168 28- 4-2008 86 Mw. Maggie DeBlock* Studentenarbeid. — Marktverstoring. — Laaggeschooldewerknemers.Travail des étudiants. — Effet pertubateur dumarché. — Travailleurs peu qualifiés.* EU-lidstaten. — Gedetacheerde buitenlandsewerknemers. — Formulier E101.États membres de l’UE. — Travailleurs étrangersdétachés. — Formulaire E101.38963897KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4464 QRVA 52 0202 - 6 - 2008CADODatumDateVraag nr.Question n oAuteurVoorwerpObjet* Vraag zonder antwoord * Question sans réponseBlz.Page8 2007200803169 28- 4-2008 87 Mw. Maggie DeBlock8 2007200803170 28- 4-2008 88 Mw. Maggie DeBlock8 2007200803171 28- 4-2008 89 Mw. Maggie DeBlock8 2007200803172 28- 4-2008 90 Mw. Maggie DeBlock8 2007200803174 28- 4-2008 92 Mw. Maggie DeBlock8 2007200803175 28- 4-2008 93 Mw. Maggie DeBlock8 2007200803176 28- 4-2008 94 Mw. Maggie DeBlock8 2007200803177 28- 4-2008 95 Mw. Maggie DeBlock8 2007200803240 28- 4-2008 96 Mw. SabienLahaye-Battheu* Private en openbare instellingen van de federalegezondheidssectoren. — Extra verlofdagen.Organismes privés et publics des secteurs fédérauxde la santé. — Jours de congé supplémentaires.* Personen met een arbeidshandicap. — Activiteitsvallen.— Herscholingsproces.Personnes affectées d’un handicap professionnel. —Pièges à l’emploi. — Processus de rééducationprofessionnelle.* Land- en tuinbouwers. — Dimona-aangiften. —Paritaire comités.Agriculteurs et horticulteurs. — DéclarationsDimona. — Commissions paritaires.* Accrediteringsgraad van huisartsen en specialisten.Degré d’accréditation des médecins généralistes etspécialistes.* Seizoenarbeiders. — Nieuwe tewerkstelling.Travailleurs saisonniers. — Réembauche.* Kinderbijslagen. — Ongelijke behandeling tussenlesbische koppels en heterokoppels.Allocations familiales. — Inégalité de traitemententre couples lesbiens et couples hétérosexuels.* Ziekenfondsen. — Aanvullende verzekeringen. —Tegemoetkomingen. — Weigeringen.Mutualités. — Assurances complémentaires. —Interventions. — Refus.* Landbouworganisaties. — Gelegenheidswerknemers.— Afschaffing gelegenheidsformulieren.Organisations agricoles. — Travailleurs occasionnels.— Suppression des formulaires occasionnels.* Vervoerskosten van en naarde dagverzorgingscentra. — Overheidsbijdrage.Frais de transport de et vers les centres de soins dejour. — Intervention publique.8 2007200803278 29- 4-2008 98 Pierre-Yves Jeholet * Departement. — Indienstneming van personen meteen handicap.Département. — Emploi de personnes handicapées.8 2007200803326 29- 4-2008 99 M me Zoé Genot * Leefloon. — Samenwonenden. — Gezinshoofden.Revenu d’Intégration Sociale (RIS). — Cohabitants.— Chefs de ménage.8 2007200803355 29- 4-2008 100 Hendrik Bogaert * Ziekenfondsen. — Aanbod van commerciële voordelen.Mutualités. — Offre d’avantages commerciaux.8 2007200803399 30- 4-2008 102 Michel Doomst * Patiënten. — Bezit van een Globaal MedischDossier.Patients. — Dossier médical global.8 2007200803441 30- 4-2008 103 Mw. Sonja Becq * Zorgprogramma cardiologie.Programme de soins cardiologie.38983899389939003900390139013902390339043904390539053905KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 44652 - 6 - 2008CADODatumDateVraag nr.Question n oAuteurVoorwerpObjet* Vraag zonder antwoord * Question sans réponseBlz.Page8 2007200803442 30- 4-2008 104 Mw. Sonja Becq * Fonds voor Collectieve Uitrustingen en Diensten. —Kinderopvanginitiatieven.Fonds des équipements et des services collectifs. —Initiatives en matière d’accueil d’enfants.8 2007200803443 30- 4-2008 105 Mw. Sonja Becq * Rusthuizen. — Personeelskosten. — RIZIVterugvorderingen.Maisons de repos. — Frais de personnel. — Recouvrementspar l’INAMI.8 2007200803444 30- 4-2008 106 Mw. Sonja Becq * Toepassing kostenforfait vrijwilligers. — Combinatiedagforfait met bewijs van werkelijke kosten.Application du forfait pour frais des volontaires. —Combinaison du forfait journalier et de la déclarationdes frais réels.3906390739088 2007200803452 30- 4-2008 107 Mw. Katia DellaFaille deLeverghem8 2007200803460 30- 4-2008 108 Mw. Mia DeSchamphelaere* Ziekenhuizen. — Informatieplicht tegenover patiënten.— Arts als uitvoeringsagent.Hôpitaux. — Devoir d’information envers lespatients. — Le médecin en tant qu’exécutant.* Rilatine-gebruik.Consommation de Rilatine.39093910Vice-eersteminister en minister van Binnenlandse ZakenVice-premier ministre et ministre de l’Intérieur1 2007200802498 10- 4-2008 13 Peter Logghe Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle. —Ambtenaren. — Taalaanhorigheid.Agence fédérale du contrôle nucléaire. — Personnel.— Appartenance linguistique.6 2007200802530 11- 4-2008 16 M me Zoé Genot Europese Overeenkomst inzake de overdracht vanverantwoordelijkheid voor vluchtelingen. —Verdrag van de Raad van Europa. — Nietratificatiedoor België.Accord européen sur le transfert de la responsabilitéà l’égard des réfugiés. — Traité du Conseil del’Europe. — Non-ratification par la Belgique.1 2007200802620 15- 4-2008 35 Guido De Padt Administraties. — Jaarverslagen.Administrations. — Rapports annuels.1 2007200802625 15- 4-2008 36 Guy D’haeseleer Bij wet opgelegde evaluaties, verslagen en rapportenvan de overheidsadministraties.Évaluations, comptes rendus et rapports des administrationspubliques imposés par la loi.1 2007200802627 15- 4-2008 37 Guy D’haeseleer Ziekteverzuim binnen de FOD’s.Absentéisme au sein des SPF.1 2007200802628 15- 4-2008 38 Jean-Marc Nollet Vervanging van de jodiumtabletten.Renouvellement des pilules d’iode.1 2007200802631 15- 4-2008 39 Jean-Marc Nollet Incident met strontium-90 op de site van het IRE.Incident «strontium 90» sur le site de l’IRE.41464148414941504155415741581 2007200802642 15- 4-2008 41 BrunoStevenheydensFraude met (voorlopige) identiteitspapieren.Fraude relative à des documents d’identité (provisoires).4163KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4466 QRVA 52 0202 - 6 - 2008CADODatumDateVraag nr.Question n oAuteurVoorwerpObjet* Vraag zonder antwoord * Question sans réponseBlz.Page6 2007200802654 15- 4-2008 44 Filip De Man Aantal uitwijzingen van vreemdelingen tijdens dejaren 2006 en 2007.Nombre d’expulsions d’étrangers au cours desannées 2006 et 2007.6 2007200802655 15- 4-2008 45 Filip De Man Gezinsherenigingen.Regroupement familial.6 2007200802712 15- 4-2008 56 Guy D’haeseleer Problemen bij gedwongen repatriëringen.Problèmes en cas de rapatriement forcé.6 2007200802713 15- 4-2008 57 Guy D’haeseleer Aantal gezinsherenigingen in 2007.Nombre de regroupements familiaux en 2007.6 2007200802714 15- 4-2008 58 Guy D’haeseleer Aantal uitwijzingen van vreemdelingen in 2007.Nombre d’expulsions d’étrangers en 2007.6 2007200802715 15- 4-2008 59 Guy D’haeseleer Aantal regularisaties.Nombre de régularisations.1 2007200802780 16- 4-2008 63 Jan Peeters Verkrijging van informatie uit de bevolkingsregisters.— Lokale scholen en kerkfabrieken.Accès aux informations contenues dans les registresde la population. — Écoles et fabriques d’égliselocales.1 2007200802809 17- 4-2008 68 Hagen Goyvaerts Aantal naturalisaties in de periode na 30 juni 2007.Nombre de naturalisations au cours de la périodesuivant le 30 juin 2007.1 2007200802815 17- 4-2008 70 Mw. Leen Dierick Overvallen op gelddepots en kleinhandelszaken.Attaques de dépôts de fonds et de commerces dedétail.1 2007200802840 18- 4-2008 73 Mw. Linda Vissers Seveso-fondsen. — Verdeling personeelskredieten.Fonds Seveso. — Répartition des crédits de personnel.1 2007200802841 18- 4-2008 74 Mw. Linda Vissers Opleidingscentra voor brandweerpersoneel. —Subsidies.Centres de formation pour le personnel des servicesd’incendie. — Subventions.6 2007200802883 18- 4-2008 82 Mw. Mia DeSchamphelaere1 2007200802885 18- 4-2008 83 Jean-JacquesFlahauxVluchtelingen. — Irak. — Geloofsredenen.Réfugiés. — Irak. — Convictions religieuses.Hervorming van de brandweer.Réforme des services incendie.1 2007200802892 21- 4-2008 85 Joseph Arens Politiediensten. — Opleidingen.Agents de police. — Formations.1 2007200802951 22- 4-2008 89 Mw. Rita De Bont Gemeente Hove. — Jeugdontmoetingscentrum. —Overlast.Commune de Hove. — Maison de jeunes. —Nuisances.1 2007200802967 22- 4-2008 91 Bart Somers Politie. — Opvraging van identiteitskaarten.Police. — Demande de la carte d’identité.1 2007200802973 22- 4-2008 92 Geert Versnick Journalisten. — Integratie van de bestaande beroepsstatuten.Journalistes. — Intégration des statuts professionnelsexistants.41644165416641674168416841694170417341754177418041814182418341854188KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 44672 - 6 - 2008CADODatumDateVraag nr.Question n oAuteurVoorwerpObjet* Vraag zonder antwoord * Question sans réponseBlz.Page1 2007200803010 23- 4-2008 96 Guido De Padt Politiecellen. — Zelfmoorden.Cellules de police. — Suicides.8 2007200803039 24- 4-2008 105 Guido De Padt * Ouderenmishandelingen. — Klachten en vervolgingen.Maltraitance de personnes âgées. — Plaintes etpoursuites.8 2007200803054 24- 4-2008 106 François Bellot * Departementen. — Energiebesparingsprogramma.Départements. — Programme d’économie d’énergie.8 2007200803060 24- 4-2008 107 Christian Brotcorne * Telecommunicatienetwerk ASTRID. — Kostprijsvan materiaal en verbindingen.Réseau de télécommunication ASTRID. — Coûtsd’achat du matériel et des communications.1 2007200803061 24- 4-2008 108 Guido De Padt Achtergelaten kinderen in auto’s en schoolbussen.Enfants abandonnés dans des voitures et des busscolaires.1 2007200803062 24- 4-2008 109 Christian Brotcorne Eindeloopbaanpremie voor gezond politiepersoneel.Policiers non malades en fin de carrière. — Octroid’une «prime à la bonne santé«.1 2007200803065 24- 4-2008 110 M me ClotildeNyssensRekruteringen voor het politiekorps.Recrutement du corps de police.1 2007200803068 24- 4-2008 111 Michel Doomst Identiteitskaarten. — Chip. — Vermelding vanverkeerd geslacht.Cartes d’identité. — Puce. — Erreur relative ausexe.6 2007200803071 24- 4-2008 112 George Joseph CGVS. — Staatlozen. — Attesten.CGRA. — Apatrides. — Attestations.1 2007200803077 25- 4-2008 113 Christian Brotcorne Federale politie. — CGSU. — Gebruik van eenblauw licht.Police fédérale. — CGSU. — Utilisation d’un feubleu.1 2007200803078 25- 4-2008 114 Christian Brotcorne Administratieve sancties. — Artikel 119bis, § 8 en§ 8bis van de nieuwe gemeentewet.Sanctions administratives. — Article 119bis, § 8 et§ 8bis de la nouvelle loi communale.8 2007200803079 25- 4-2008 115 Christian Brotcorne * Federale politie. — Hondensteundienst. — Effectief.Police fédérale. — Service d’appui canin. — État deseffectifs.1 2007200803091 25- 4-2008 116 Jean-Luc Crucke Statuut van grensarbeider.Statut transfrontalier.1 2007200803093 25- 4-2008 117 Francis Van denEyndeSpoorwegpolitie. — Handboeien en pepperspray.Police des chemins de fer. — Menottes et sprays aupoivre.8 2007200803097 25- 4-2008 118 Hagen Goyvaerts * Richtlijnen en normen voor radioactiviteit inbouwmaterialen.Directives et normes pour la radioactivité des matériauxde construction.1 2007200803115 28- 4-2008 119 BrunoStevenheydens8 2007200803139 28- 4-2008 120 Mw. HildeVautmansTekort aan politiehonden.Pénurie de chiens policiers.* Huwelijken tussen personen van hetzelfde geslacht.Mariages entre personnes de même sexe.41893912391339134190419141924194419541964198391442004203391542043915KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4468 QRVA 52 0202 - 6 - 2008CADODatumDateVraag nr.Question n oAuteurVoorwerpObjet* Vraag zonder antwoord * Question sans réponseBlz.Page8 2007200803157 28- 4-2008 121 Mw. Katia DellaFaille deLeverghem1 2007200803178 28- 4-2008 122 Mw. Maggie DeBlock* Bevolkingsregisters. — Weekendzones. — Voorlopigeinschrijvingen. — Arrondissement Leuven.Registres de la population. — Zones récréatives. —Inscriptions provisoires. — Arrondissement deLouvain.Politiecontroles. — Persoonlijke bezittingen vanmensen.Contrôles de police. — Effets personnels des personnescontrôlées.8 2007200803273 29- 4-2008 123 Christian Brotcorne * Voetbalveld te Ans. — Veiligheidsnormen.Terrain de football de Ans. — Normes de sécurité.8 2007200803276 29- 4-2008 124 Pierre-Yves Jeholet * Departement. — Indienstneming van personen meteen handicap.Département. — Emploi de personnes handicapées.1 2007200803285 29- 4-2008 125 André Frédéric Vrije verkoop van blauwe zwaailichten.Vente libre de gyrophares bleus.8 2007200803287 29- 4-2008 126 Bruno VanGrootenbrulle* Brandweer. — Gebrek aan personele en structurelemiddelen.Services de pompiers. — Manque de moyenshumains et structurels.8 2007200803289 29- 4-2008 127 Claude Eerdekens * Wet betreffende de geïntegreerde politie. —Koninklijk besluit. — Facturering van de kostenvan de politiediensten.Loi sur la police intégrée. — Arrêté royal. — Facturationdes frais des services de police.1 2007200803290 29- 4-2008 128 Claude Eerdekens Federale politie. — Praktische gevolgen van debudgettaire beperkingen.Police fédérale. — Conséquences sur le terrain desrestrictions budgétaires.8 2007200803291 29- 4-2008 129 Eric Thiébaut * Indienstneming van centralisten voor de 101-centrales.Embauche de centralistes pour le 101.8 2007200803356 29- 4-2008 131 Hendrik Bogaert * Astrid-communicatie van de brandweer.Réseau de communication Astrid des servicesd’incendie.8 2007200803362 29- 4-2008 132 Jan Jambon * Civiele Bescherming in Limburg.Protection civile dans le Limbourg.8 2007200803363 29- 4-2008 133 Jan Jambon * FOD. — Gebruik van diensten door de koninklijkefamilie.SPF. — Utilisation de services par la famille royale.1 2007200803379 29- 4-2008 134 Mw. KatrienPartykaInvoering elektronische identiteitsdocumenten voorkinderen van minder dan twaalf jaar.Documents d’identité électroniques pour les enfantsde moins de douze ans.8 2007200803384 29- 4-2008 135 Mw. Leen Dierick * Civiele bescherming.Protection civile.8 2007200803385 29- 4-2008 136 Mw. Leen Dierick * Raad voor Vreemdelingenbetwistingen.Conseil du contentieux des étrangers.1 2007200803386 29- 4-2008 137 Mw. Leen Dierick Online politieloket. — Evaluatie.Guichet de police électronique. — Évaluation.3916420539173917420739183919420739193920392139224209392239234211KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 44692 - 6 - 2008CADODatumDateVraag nr.Question n oAuteurVoorwerpObjet* Vraag zonder antwoord * Question sans réponseBlz.Page8 2007200803387 29- 4-2008 138 Mw. Leen Dierick * Aantal vrouwen bij politie- en brandweerdiensten.Nombre de femmes au sein des services de police etd’incendie.8 2007200803393 30- 4-2008 139 Mark Verhaegen * Betalend parkeren in steden en gemeenten.Stationnement payant dans les villes et communes.1 2007200803394 30- 4-2008 140 Mark Verhaegen Politiefunctionarissen. — Gratis medische verzorging.Fonctionnaires de police. — Gratuité des soins desanté.8 2007200803400 30- 4-2008 141 Michel Doomst * Aantal aanhoudingen door de lokale politie.Nombre d’arrestations effectuées par la policelocale.8 2007200803401 30- 4-2008 142 Michel Doomst * Politiezones. — Buurt Informatie Netwerken.Zones de police. — Réseaux d’Information deQuartier.6 2007200803402 30- 4-2008 143 Michel Doomst Forfaitair recht op geschrift.Droit forfaitaire d’écriture.1 2007200803403 30- 4-2008 144 Michel Doomst Dragen van een valhelm. — Verbaliseringen.Port du casque. — Verbalisation.1 2007200803404 30- 4-2008 145 Michel Doomst Plaatsing van camera’s. — Daling vandalisme.Installation de caméras. — Diminution du vandalisme.1 2007200803405 30- 4-2008 146 Michel Doomst Federale wegpolitie. — Controles op vrachtvervoer.Police fédérale de la route. — Contrôle du transportde marchandises.1 2007200803406 30- 4-2008 147 Michel Doomst Autodiefstallen en diefstallen uit voertuigen.Vols de véhicules et vols dans les véhicules.1 2007200803407 30- 4-2008 148 Michel Doomst Federale politie. — Deontologische code.Police fédérale. — Code de déontologie.1 2007200803408 30- 4-2008 149 Michel Doomst Aantal inbraken in de randgemeenten rond Brussel.Nombre de cambriolages dans les communes de lapériphérie bruxelloise.8 2007200803409 30- 4-2008 150 Michel Doomst * Agressie tegenover politieagenten.Agressions d’agents de police.8 2007200803410 30- 4-2008 151 Michel Doomst * Tuchtraad van de geïntegreerde politie. — Dossiers.Conseil de discipline de la police intégrée. —Dossiers.8 2007200803429 30- 4-2008 152 Roel Deseyn * Elektronische identiteitskaarten.Cartes d’identité électroniques.392439244213392539254215421542164218421942204221392639263927Vice-eersteminister en minister van Justitie en Institutionele HervormingenVice-premier ministre et ministre de la Justice et des Réformes institutionnelles6 2007200802428 8- 4-2008 8 Bert Schoofs Daderherkenning via confrontatie, afbeelding enandere middelen.Identification des auteurs d’infractions par laconfrontation, par la représentation et pard’autres moyens.4229KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4470 QRVA 52 0202 - 6 - 2008CADODatumDateVraag nr.Question n oAuteurVoorwerpObjet* Vraag zonder antwoord * Question sans réponseBlz.Page1 2007200802454 9- 4-2008 11 Dirk Van derMaelen1 2007200802457 9- 4-2008 12 Robert Van deVeldeLiberia. — Interne veiligheidsdiensten van Belgischebedrijven.Liberia. — Services de sécurité internes d’entreprisesbelges.Kabinetten. — Experten.Cabinets. — Experts.1 2007200802479 10- 4-2008 13 Xavier Baeselen Wet ter bestrijding van het hacken van draadlozeverbindingen.Loi réprimant le vol de Wi-fi.1 2007200802485 10- 4-2008 14 Mw. SabienLahaye-BattheuVerzoekschriften tot erkenning als staatloze.Demandes de reconnaissance d’apatridie.1 2007200802532 11- 4-2008 20 M me Zoé Genot Notarissen. — Rechtstreekse erfopvolging. —Verrichting «opening-sluiting».Notaires. — Succession directe. — Opération«ouverture-fermeture».1 2007200802548 14- 4-2008 22 Olivier Maingain Brusselse rechtbanken. — Magistraten. — Taalindeling.Juridictions bruxelloises. — Magistrats. — Répartitionlinguistique.1 2007200802564 14- 4-2008 23 Jean-JacquesFlahaux1 2007200802651 15- 4-2008 44 BrunoStevenheydensRijden onder invloed van drugs. — Intrekking vanhet rijbewijs.Conduite sous l’influence de drogues. — Retrait depermis.Kieldrecht. — Gewapende overval in een café. —Uitlevering overvallers.Kieldrecht. — Attaque à main armée dans un café.— Extradition des auteurs.1 2007200802666 15- 4-2008 46 Filip De Man Grote wapenvondsten in Charleroi.Importantes découvertes d’armes à Charleroi.1 2007200802786 16- 4-2008 62 Guido De Padt Uithuiszettingen. — Gemeenten. — Afvalstoffen.Expulsions. — Communes. — Déchets.1 2007200802560 17- 4-2008 64 François-Xavier deDonneaToepassing van de «MiFiD-richtlijn».Utilisation de la directive «MiFiD».1 2007200802904 21- 4-2008 78 Stefaan Van Hecke Justitiepaleizen. — Elektriciteitsverbruik.Palais de justice. — Consommation d’électricité.1 2007200802997 23- 4-2008 93 François Bellot Carjackings en homejackings.Car-jackings et home-jackings.1 2007200803026 23- 4-2008 96 Guido De Padt Zware verkeersovertredingen. — Alternatieve straffen.Infractions graves au Code de la route. — Peines desubstitution.1 2007200803028 23- 4-2008 98 Guido De Padt Verkeersongevallen. — Gerechtelijke arrondissementen.— Verkeersexperten.Accidents de roulage. — Arrondissements judiciaires.— Experts.8 2007200803039 24- 4-2008 105 Guido De Padt * Ouderenmishandelingen. — Klachten en vervolgingen.Maltraitance de personnes âgées. — Plaintes etpoursuites.4230423242334234423542374238424042414242424642484250425242543928KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 44712 - 6 - 2008CADODatumDateVraag nr.Question n oAuteurVoorwerpObjet* Vraag zonder antwoord * Question sans réponseBlz.Page8 2007200803054 24- 4-2008 106 François Bellot * Departementen. — Energiebesparingsprogramma.Départements. — Programme d’économie d’énergie.8 2007200803066 24- 4-2008 107 M me ClotildeNyssens8 2007200803067 24- 4-2008 108 M me ClotildeNyssens* Dove mensen met psychische stoornissen. —Gebrek aan opvang.Personnes sourdes avec troubles psychiatriques. —Absence de place.* Gedetineerden. — Reclassering.Détenus. — Reclassement.1 2007200803072 24- 4-2008 109 Joseph Arens Onbetaalde boetes van bestuurders van buitenlandsevoertuigen in België.Amendes impayées par les véhicules étrangers enBelgique.8 2007200803080 25- 4-2008 111 Christian Brotcorne * Administratieve sancties. — Artikel 119bis, § 8 en§ 8bis van de nieuwe gemeentewet.Sanctions administratives. — Article 119bis, § 8 et§ 8bis de la nouvelle loi communale.8 2007200803102 25- 4-2008 112 Renaat Landuyt * Elektronisch toezicht.Surveillance électronique.8 2007200803103 25- 4-2008 113 Renaat Landuyt * Leeftijdsstructuur van de magistratuur.Pyramide des âges dans la magistrature.8 2007200803104 25- 4-2008 114 Michel Doomst * Gevangenissen. — Ontsnapte gedetineerden.Prisons. — Détenus évadés.8 2007200803116 28- 4-2008 115 Bart Laeremans * Overvallen op apotheken.Attaques de pharmacies.8 2007200803118 28- 4-2008 116 Michel Doomst * Gedetineerden. — Penitentiair verlof. — Voortvluchtigen.Détenus. — Congé pénitentiaire. — Fugitifs.8 2007200803146 28- 4-2008 117 Mw. HildeVautmans8 2007200803147 28- 4-2008 118 Mw. HildeVautmans8 2007200803148 28- 4-2008 119 Mw. HildeVautmans1 2007200803149 28- 4-2008 120 Mw. HildeVautmans8 2007200803150 28- 4-2008 121 Mw. HildeVautmans8 2007200803151 28- 4-2008 122 Mw. HildeVautmans8 2007200803152 28- 4-2008 123 Mw. HildeVautmans* Verkiezingen. — Opkomstplicht. — Inbreuken.Élections. — Obligation de vote. — Infractions.* Hanengevechten. — Kweken van vechthanen.Combats de coqs. — Élevage de coqs de combat.* Huwelijken. — Leeftijdsvereiste. — Minderjarigen.Mariages. — Condition d’âge. — Mineurs.Langer dan toegelaten ophouden van winkels. —Veroordelingen.Ouverture des magasins au-delà des heures autorisées.— Condamnations.* Personen met een handicap. — Vrijstelling verkeersbelasting.— Voorwaarden. — Boetes. — Circulaire.Personnes handicapées. — Dispense de taxe decirculation. — Conditions. — Amendes. —Circulaire.* Aangiftes van fysiek en seksueel geweld binnen hethuwelijk.Dénonciations de violences conjugales tant physiquesque sexuelles.* Agressie in het openbaar vervoer. — Veroordelingen.Agression dans les transports en commun. —Condamnations.39293930393142583932393339343934393439353935393639364261393739383939KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4472 QRVA 52 0202 - 6 - 2008CADODatumDateVraag nr.Question n oAuteurVoorwerpObjet* Vraag zonder antwoord * Question sans réponseBlz.Page8 2007200803234 28- 4-2008 124 Mw. Maggie DeBlock8 2007200803235 28- 4-2008 125 Mw. Maggie DeBlock* Homofobe misdrijven. — Gerechtelijke arrondissementen.— Coördinatoren.Infractions à caractère homophobe. — Arrondissementsjudiciaires. — Coordinateurs.* Erkenning en invoering van wettelijke regelingenvoor het samenleven van koppels van gelijkgeslacht. — Initiatieven op EU-vlak.Reconnaissance et instauration de régimes légaux devie commune des couples homosexuels . —Initiatives au niveau européen.8 2007200803238 28- 4-2008 126 Mathias De Clercq * Gevangeniswezen.Administration pénitentiaire.8 2007200803248 28- 4-2008 127 Mw. SabienLahaye-Battheu8 2007200803249 28- 4-2008 128 Mw. SabienLahaye-Battheu8 2007200803250 28- 4-2008 129 Mw. SabienLahaye-Battheu8 2007200803252 28- 4-2008 130 Mw. SabienLahaye-Battheu8 2007200803253 28- 4-2008 131 Mw. SabienLahaye-Battheu8 2007200803254 28- 4-2008 132 Mw. SabienLahaye-Battheu8 2007200803255 28- 4-2008 133 Mw. SabienLahaye-Battheu8 2007200803256 28- 4-2008 134 Mw. SabienLahaye-Battheu1 2007200803257 28- 4-2008 135 Mw. SabienLahaye-Battheu1 2007200803258 28- 4-2008 136 Mw. SabienLahaye-Battheu* Deskundigenonderzoek. — Rechtsprocedures. —Wet van 15 mei 2007.Expertise. — Procédures judiciaires. — Loi du 15mai 2007.* Gevangenissen. — Niet-Belgische gedetineerden.Prisons. — Détenus non belges.* Gedetineerden. — Tuchtprocedures.Détenus. — Procédures disciplinaires.* Aantal in hechtenis genomen personen.Nombre de personnes détenues.* Aantal gedetineerden onder het systeem van elektronischtoezicht.Nombre de détenus placés sous surveillance électronique.* Justitiehuizen. — Strafinrichtingen. — Aanwervingpersoneel.Maisons de justice. — Établissements pénitentiaires.— Recrutement de personnel.* Personen van hetzelfde geslacht. — Burgerlijkehuwelijken.Personnes de même sexe. — Mariages civils.* Gevangenissen. — Maximumcapaciteit. — Elektronischtoezicht.Prisons. — Capacité maximum. — Surveillanceélectronique.Rechtbanken van eerste aanleg. — Verzoekschriftentot erkenning als staatloze.Tribunaux de première instance. — Requêtes enreconnaissance du statut d’apatride.Werkstraf als autonome straf in correctionele zakenen in politiezaken.Peine de travail comme peine autonome en matièrecorrectionnelle et de police.8 2007200803264 28- 4-2008 137 François Bellot * Voorwaardelijke invrijheidstelling. — Elektronischeenkelband.Libération conditionnelle. — Bracelet électronique.1 2007200803274 29- 4-2008 138 Pierre-Yves Jeholet Departement. — Indienstneming van personen meteen handicap.Département. — Emploi de personnes handicapées.393939403940394239433944394539453946394639484264426639484267KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 44732 - 6 - 2008CADODatumDateVraag nr.Question n oAuteurVoorwerpObjet* Vraag zonder antwoord * Question sans réponseBlz.Page8 2007200803331 29- 4-2008 139 Mw. Ingrid Claes * Inkomstenbelastingen en btw. — Gerechtelijkegeschillenprocedure. — administratieve geschillenprocedure.— Verhouding advocaten enfiscale ambtenaren.Impôts sur les revenus et TVA. — Procédurecontentieuse judiciaire. — Procédure contentieuseadministrative. — Relations entre lesavocats et les fonctionnaires fiscaux.1 2007200803330 29- 4-2008 140 Mw. Ingrid Claes Niet-geordonnanceerde kredieten op 31 december2007.Crédits non ordonnancés au 31 décembre 2007.8 2007200803333 29- 4-2008 141 Mw. Els DeRammelaere8 2007200803334 29- 4-2008 142 Mw. Els DeRammelaere8 2007200803335 29- 4-2008 143 Mw. Els DeRammelaere8 2007200803336 29- 4-2008 144 Mw. Els DeRammelaere8 2007200803337 29- 4-2008 145 Mw. Els DeRammelaere8 2007200803338 29- 4-2008 146 Mw. Els DeRammelaere8 2007200803339 29- 4-2008 147 Mw. Els DeRammelaere8 2007200803340 29- 4-2008 148 Mw. Els DeRammelaere8 2007200803341 29- 4-2008 149 Mw. Els DeRammelaere8 2007200803342 29- 4-2008 150 Mw. Els DeRammelaere8 2007200803343 29- 4-2008 151 Mw. Els DeRammelaere8 2007200803344 29- 4-2008 152 Mw. Els DeRammelaere8 2007200803345 29- 4-2008 153 Mw. Els DeRammelaere8 2007200803346 29- 4-2008 154 Mw. Els DeRammelaere* Gepresteerde arbeid in gevangenissen.Prestations de travail dans les prisons.* Versoepeling van de nationaliteitsvoorwaarde voorpenitentiair beambten.Assouplissement de la condition de nationalité pourles agents pénitentiaires.* Samenstelling van de gevangenisbevolking.Composition de la population carcérale.* Aantal justitie-assistenten.Nombre d’assistants de justice.* Voorwaardelijke invrijheidstellingen.Libérations conditionnelles.* Repatriëring van landgenoten in voorarrest.Rapatriement de compatriotes placés en détentionpréventive.* Penitentiair beambten. — Aanwerving van niet-Belgen.Agents pénitentiaires. — Recrutement de non-Belges.* Repatriëring van landgenoten na veroordeling.Rapatriement de concitoyens après une condamnation.* Kindersmokkel.Trafic d’enfants.* Sluiting van het drugshulpverleningscentrum DeSleutel te Brugge.Fermeture du centre d’accueil pour toxicomanes DeSleutel à Bruges.* Vredegerechten. — Vonnissen. — Kopieën.Justices de paix. — Jugements. — Copies.* Tsjaad. — Repatriëring van een Belgisch onderdaan.Tchad. — Rapatriement d’un ressortissant belge.* Scholen. — Criminaliteit. — Wapenbezit.Écoles. — Criminalité. — Détention d’armes.* Onschuldige opsluitingen. — Eisen tot schadevergoeding.Détention d’une personne innocente. — Demandeen dommages et intérêts.3948426939503951395239533953395439553955395639573958395939593960KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4474 QRVA 52 0202 - 6 - 2008CADODatumDateVraag nr.Question n oAuteurVoorwerpObjet* Vraag zonder antwoord * Question sans réponseBlz.Page1 2007200803347 29- 4-2008 155 Mw. Els DeRammelaere8 2007200803348 29- 4-2008 156 Mw. Els DeRammelaere8 2007200803349 29- 4-2008 157 Mw. Els DeRammelaere8 2007200803350 29- 4-2008 158 Mw. Els DeRammelaereUganda. — Moord op een Belgische onderdaan.Ouganda. — Assassinat d’une ressortissante belge.* Baby’s in de gevangenissen.Nouveaux-nés en prison.* Ontsnapte geïnterneerde gevangenen.Évasion de détenus internés.* Drugstrafiek in België.Trafic de drogues en Belgique.8 2007200803353 29- 4-2008 159 Flor Van Noppen * Verjaring van hormonenmisdrijven en misdrijveninzake voedselveiligheid.Prescription de délits en matière d’hormones et desécurité alimentaire.1 2007200803378 29- 4-2008 160 Jenne De Potter Nieuwe echtscheidingswet. — Wetgeving inzakelevensverzekeringen.Nouvelle loi sur le divorce. — Modification de lalégislation sur les assurances vie.8 2007200803381 29- 4-2008 161 Mw. KatrienPartyka* Totale kwijtschelding van schulden in collectieveschuldenregeling. — Gevolgen voor de schuldbemiddelaar.Remise totale des dettes en règlement collectif dedette. — Conséquences pour le médiateur dedettes.8 2007200803395 30- 4-2008 162 Mark Verhaegen * Gevangenispopulatie. — Samenstelling.Population carcérale. — Composition.8 2007200803411 30- 4-2008 163 Michel Doomst * Diefstallen van stookolie.Vols de mazout.8 2007200803412 30- 4-2008 164 Michel Doomst * Gevangenissen. — Cipiers. — Agressie.Prison. — Gardiens. — Agressions.8 2007200803413 30- 4-2008 165 Michel Doomst * Openbaar vervoer. — Vastgestelde inbreuken.Transports en commun. — Infractions constatées.8 2007200803414 30- 4-2008 166 Michel Doomst * Opheldering van eigendomsdelicten.Élucidation des délits contre la propriété.8 2007200803415 30- 4-2008 167 Michel Doomst * Onderzoek naar gekraakte politiewebsite.Enquête sur le piratage d’un site internet de lapolice.8 2007200803438 30- 4-2008 169 Mw. Sarah Smeyers * Belspelletjes op televisie. — Licenties.Jeux téléphoniques à la télévision. — Licences.8 2007200803465 30- 4-2008 170 Renaat Landuyt * Invordering van penale boetes.Recouvrement des amendes pénales.427039603962396239644271396539663967396739683969396939693970Vice-eersteminister en minister van Werk en Gelijke KansenVice-première ministre et ministre de l’Emploi et de l’Égalité des chances8 2007200803054 24- 4-2008 54 François Bellot * Departementen. — Energiebesparingsprogramma.Départements. — Programme d’économie d’énergie.8 2007200803096 25- 4-2008 55 Mw. Katia DellaFaille deLeverghem* Oudere holebi’s. — Uitvoering resolutie.Personnes âgées homosexuelles, lesbiennes et bisexuelles.— Exécution de la résolution.39703971KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 44752 - 6 - 2008CADODatumDateVraag nr.Question n oAuteurVoorwerpObjet* Vraag zonder antwoord * Question sans réponseBlz.Page8 2007200803141 28- 4-2008 56 Mw. HildeVautmans8 2007200803142 28- 4-2008 57 Mw. HildeVautmans8 2007200803143 28- 4-2008 58 Mw. HildeVautmans8 2007200803144 28- 4-2008 59 Mw. HildeVautmans8 2007200803145 28- 4-2008 60 Mw. HildeVautmans8 2007200803186 28- 4-2008 61 Mw. Maggie DeBlock8 2007200803187 28- 4-2008 62 Mw. Maggie DeBlock8 2007200803188 28- 4-2008 63 Mw. Maggie DeBlock8 2007200803189 28- 4-2008 64 Mw. Maggie DeBlock8 2007200803190 28- 4-2008 65 Mw. Maggie DeBlock8 2007200803191 28- 4-2008 66 Mw. Maggie DeBlock8 2007200803192 28- 4-2008 67 Mw. Maggie DeBlock8 2007200803193 28- 4-2008 68 Mw. Maggie DeBlock8 2007200803194 28- 4-2008 69 Mw. Maggie DeBlock* Dimona-aangiften. — Website. — Problemen.Déclarations Dimona. — Site Internet. — Problèmes.* Externe diensten voor preventie en bescherming ophet werk.Services externes pour la prévention et la protectionau travail.* Schildersbedrijven. — Verplicht wassen van dewerkkledij.Entreprises de peinture. — Nettoyage obligatoiredes vêtements de travail.* Schildersbedrijven. — Schoonmaken van werkkledij.— Definitie van «werkkledij».Entreprises de peinture. — Nettoyage de vêtements.— Définition de la notion de «vêtements detravail».* Schildersbedrijven. — Reglementering inzake technischewerkloosheid.Entreprises de peinture en bâtiment. — Réglementationen matière de chômage technique.* Werklozen die ziekte inroepen om een job te weigeren.— Werkgevers. — Onjuiste verklaringen.Chômeurs qui invoquent une maladie pour refuserun emploi. — Employeurs. — Fausses déclarations.* Vakbondsafdelingen. — Statuut van ondernemingin moeilijkheden of herstructurering.Sections syndicales. — Statut d’entreprise en difficultéou en restructuration.* Dienstboden. — Verzekeringsovereenkomsten.Personnel de maison. — Contrats d’assurances.* Werklozen- Opstarten van een zelfstandige activiteit.— Toekenning achtergestelde leningen.Chômeurs se lançant dans une activité indépendante.— Octroi de prêts subordonnés.* Studentenarbeid.Travail des étudiants.* Dienstencheques. — Gemeenten arrondissementHalle-Vilvoorde.Titres-services. — Communes de l’arrondissementde Hal-Vilvorde.* Uitzendarbeid. — Jaarlijkse groei. — Jongeren.Travail intérimaire. — Croissance annuelle. —Jeunes.* Dienstencheques. — Ondernemingen. — Verbaliseringenen sanctioneringen.Titres-services. — Entreprises. — Verbalisations etsanctions.* Invoering label voor diversiteit. — Pilootproject.Instauration d’un label de diversité. — Projet-pilote.39723973397439743975397639763977397839783979397939803981KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4476 QRVA 52 0202 - 6 - 2008CADODatumDateVraag nr.Question n oAuteurVoorwerpObjet* Vraag zonder antwoord * Question sans réponseBlz.Page8 2007200803195 28- 4-2008 70 Mw. Maggie DeBlock8 2007200803196 28- 4-2008 71 Mw. Maggie DeBlock8 2007200803197 28- 4-2008 72 Mw. Maggie DeBlock8 2007200803198 28- 4-2008 73 Mw. Maggie DeBlock8 2007200803199 28- 4-2008 74 Mw. Maggie DeBlock8 2007200803200 28- 4-2008 75 Mw. Maggie DeBlock8 2007200803201 28- 4-2008 76 Mw. Maggie DeBlock8 2007200803202 28- 4-2008 77 Mw. Maggie DeBlock8 2007200803203 28- 4-2008 78 Mw. Maggie DeBlock8 2007200803204 28- 4-2008 79 Mw. Maggie DeBlock8 2007200803205 28- 4-2008 80 Mw. Maggie DeBlock8 2007200803206 28- 4-2008 81 Mw. Maggie DeBlock* Werknemers. — Variabel deeltijds uurrooster. —Afwijkingsdocumenten. — Vervangende registratie.Travailleurs. — Horaire variable à temps partiel. —Documents de dérogation. — Horaires deremplacement.* Overuren. — Foutieve informatie. — Processenverbaal.Heures supplémentaires. — Informations erronées.— Procès-verbaux.* PWA’s. — Controles op zwartwerk van PWA-ers.ALE. — Contrôles du travail au noir effectué pardes travailleurs ALE.* Bedienden van het aanvullend paritair comité. —Opleiding en bijscholing.Employés relevant de la Commission paritaire auxiliaire.— Formation et recyclage.* Personen met een handicap. — «Begeleid werken».— Arbeidsongevallenwet.Handicapés. — «Travail encadré». — Loi sur lesaccidents du travail.* RVA. — Werkzoekenden. — Weigering jobaanbod.ONEm. — Demandeurs d’emploi. — Refus d’offresd’emploi.* Werknemers die overstappen van de openbare naarde private sector. — Berekening jaarlijks betaaldverlof.Travailleurs qui passent du secteur public au secteurprivé. — Calcul des congés payés annuels.* RVA. — Thuiscontroles bij werkzoekenden. —Effectieve gezinstoestand.ONEm. — Contrôles au domicile des demandeursd’emploi. — Situation familiale réelle.* Bijsturing «anti-pest-wet». — Klachten. —Rechtzaken.Aménagement de la loi contre le harcèlement. —Plaintes. — Procédures judiciaires.* Oprichting van een aparte databank voor thuis- entelewerkers.Création d’une base de données spécifique pour lestravailleurs à domicile et les télétravailleurs.* RVA. — Vrijwilligerswerk werkzoekenden.ONEm. — Travail de bénévolat effectué par desdemandeurs d’emploi.* Werklozen. — Toegelaten inkomsten uit zelfstandigenevenactiviteiten. — Maximumbarema’s.— Elektronische gegevensuitwisselingen.Chômeurs. — Revenus autorisés provenant d’uneactivité indépendante accessoire. — Plafonds. —Échange de données électronique.398139823983398439843985398639873987398839893990KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 44772 - 6 - 2008CADODatumDateVraag nr.Question n oAuteurVoorwerpObjet* Vraag zonder antwoord * Question sans réponseBlz.Page8 2007200803207 28- 4-2008 82 Mw. Maggie DeBlock8 2007200803208 28- 4-2008 83 Mw. Maggie DeBlock8 2007200803209 28- 4-2008 84 Mw. Maggie DeBlock8 2007200803210 28- 4-2008 85 Mw. Maggie DeBlock8 2007200803211 28- 4-2008 86 Mw. Maggie DeBlock8 2007200803212 28- 4-2008 87 Mw. Maggie DeBlock8 2007200803213 28- 4-2008 88 Mw. Maggie DeBlock8 2007200803215 28- 4-2008 89 Mw. Maggie DeBlock8 2007200803216 28- 4-2008 90 Mw. Maggie DeBlock8 2007200803217 28- 4-2008 91 Mw. Maggie DeBlock8 2007200803218 28- 4-2008 92 Mw. Maggie DeBlock8 2007200803219 28- 4-2008 93 Mw. Maggie DeBlock8 2007200803220 28- 4-2008 94 Mw. Maggie DeBlock8 2007200803221 28- 4-2008 95 Mw. Maggie DeBlock8 2007200803222 28- 4-2008 96 Mw. Maggie DeBlock* RVA. — Kennisgevingen van bruggepensioneerdendie vrijwilligerswerk willen verrichten.ONEm. — Notifications par des prépensionnéssouhaitant exercer une activité bénévole.* Startbaanovereenkomsten.Conventions de premier emploi.* Tijdelijke uitstapformules.Formules de cessation temporaire de l’activitéprofessionnelle.* PWA’s. — Poetshulp.ALE. — Aide au nettoyage.* PWA-ers. — Doorstroming naar reguliere baan inhet stelsel van de dienstencheques.ALE. — Transition vers un emploi régulier dans lerégime des titres-services.* Inspectiediensten. — Personeel. — Natuurlijkeafvloeiingen.Services d’inspection. — Personnel. — Départsnaturels.* RVA. — Werkloosheidsbureaus. — Controleurs.ONEm. — Bureaux de chômage. — Contrôleurs.* Werklozen. — Schorsing wegens langdurige werkloosheid.— RVA-verwittigingen.Chômeurs. — Suspension pour cause de chômagede longue durée. — Avertissements de l’ONEm.* Monitoring in callcenterbedrijven.Monitoring dans les centres d’appels (call centers).* Misbruiken bij uitzendarbeid.Abus dans le cadre du travail intérimaire.* Werknemers. — Scholingsrekeningen. —Vormingsspaarrekeningen.Travailleurs salariés. — Comptes d’apprentissage.— Comptes d’épargne-formation.* Studentenovereenkomsten. — Seizoenarbeiders. —Schriftelijke overeenkomsten.Contrats d’étudiant. — Travailleurs saisonniers. —Contrats écrits.* C-formulieren. — Papieren en elektronische invulling.Formulaires C. — Utilisation de la version papier etde la version électronique.* Werknemers die ook een vennootschap bezitten. —Opzegvergoedingen. — Werkloosheidsuitkeringen.Salariés ayant aussi leur propre société. — Indemnitésde préavis. — Allocations de chômage.* Callcenters. — Arbeidsomstandigheden.Centres d’appel. — Conditions de travail.399139913992399339933994399439953996399739973998399839994000KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4478 QRVA 52 0202 - 6 - 2008CADODatumDateVraag nr.Question n oAuteurVoorwerpObjet* Vraag zonder antwoord * Question sans réponseBlz.Page8 2007200803223 28- 4-2008 97 Mw. Maggie DeBlock8 2007200803224 28- 4-2008 98 Mw. Maggie DeBlock8 2007200803225 28- 4-2008 99 Mw. Maggie DeBlock8 2007200803226 28- 4-2008 100 Mw. Maggie DeBlock8 2007200803227 28- 4-2008 101 Mw. Maggie DeBlock8 2007200803228 28- 4-2008 102 Mw. Maggie DeBlock8 2007200803229 28- 4-2008 103 Mw. Maggie DeBlock8 2007200803230 28- 4-2008 104 Mw. Maggie DeBlock8 2007200803231 28- 4-2008 105 Mw. Maggie DeBlock8 2007200803232 28- 4-2008 106 Mw. Maggie DeBlock8 2007200803233 28- 4-2008 107 Mw. Maggie DeBlock8 2007200803242 28- 4-2008 108 Mw. SabienLahaye-Battheu8 2007200803243 28- 4-2008 109 Mw. SabienLahaye-Battheu8 2007200803244 28- 4-2008 110 Mw. SabienLahaye-Battheu* Werkgevers in de social profit-sector. — Ouderewerknemers. — Extra verlofdagen.Employeurs dans le secteur non marchand. —Travailleurs âgés. — Jours de congé supplémentaires.* Aanwerving van oudere werknemers. — Tijdskrediet.Engagement de travailleurs âgés. — Crédit-temps.* Werknemers. — Flexibelere invulling arbeidstijd.Travailleurs. — Plus grande flexibilité du temps detravail.* Callcenters. — Inbreuken inzake verloning.Callcenters. — Infractions sur le plan des rémunérations.* Uitbetaling werkloosheidsuitkeringen. — Vakbondenen HVW. — Beheersvergoedingen.Paiement des allocations de chômage. — Syndicatset CAPAC. — Indemnités de gestion.* Ondernemingen. — Bewaring elektronische documenten.— Externe archiveringsdienst.Entreprises. — Conservation de documents électroniques.— Service d’archivage externe.* Chirurgische diensten. — Verpleegkundigen.Services de chirurgie. — Personnel infirmier.* Uitbetaling werkloosheidsuitkeringen. — Vergelijkingadministratiekosten uitbetalingsinstellingen.Paiement des allocations de chômage. — Comparaisondes frais d’administration des organismes depaiement.* Vlaamse werkgevers. — Discriminatie van Waalsewerkzoekenden.Employeurs flamands. — Discrimination envers desdemandeurs d’emploi wallons.* Veiligheid op het werk. — Onvoldoende beschikbaaronderzoek.Sécurité au travail. — Manque d’études.* Opstarten van een zelfstandige activiteit. —Werkgelegenheidsvallen.Démarrage d’une activité d’indépendant. — Pièges àl’emploi.* Belgische en Franse grensarbeiders. — Wijzigingfiscaal statuut.Travailleurs frontaliers belges et français. — Modificationdu statut fiscal.* Werklozen. — Mobiliteitspremies.Chômeurs. — Primes de mobilité.* Ondernemingen. — Schilder- en behangsector. —Chauffeurs. — Oogtesten.Entreprises. — Secteur de la peinture et de la tapisserie.— Conducteurs. — Tests oculaires.40014002400340034004400540054006400740074008400940104011KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 44792 - 6 - 2008CADODatumDateVraag nr.Question n oAuteurVoorwerpObjet* Vraag zonder antwoord * Question sans réponseBlz.Page8 2007200803245 28- 4-2008 111 Mw. SabienLahaye-Battheu8 2007200803246 28- 4-2008 112 Mw. SabienLahaye-Battheu8 2007200803247 28- 4-2008 113 Mw. SabienLahaye-Battheu* Bedrijven uit de schilder- en decoratiesector. —Medisch onderzoek.Entreprises du secteur de la peinture et de la décoration.— Examen médical.* Schilderwerken. — Steigers.Travaux de peinture. — Échafaudages.* Schildersondernemingen. — Werkzaamheden. —Veiligheidsfiches.Entreprises de peinture. — Travaux. — Fiches dedonnées de sécurité.4012401240138 2007200803277 29- 4-2008 114 Pierre-Yves Jeholet * Departement. — Indienstneming van personen meteen handicap.Département. — Emploi de personnes handicapées.8 2007200803330 29- 4-2008 115 Mw. Ingrid Claes * Niet-geordonnanceerde kredieten op 31 december2007.Crédits non ordonnancés au 31 décembre 2007.8 2007200803352 29- 4-2008 116 Flor Van Noppen * Ontgassing van containers die aankomen in Belgischehavens.Dégazage des conteneurs qui arrivent dans les portsbelges.8 2007200803390 29- 4-2008 117 Luc Goutry * Verzorging zieke familieleden. — Loopbaanonderbreking.— Palliatief zorgverlof.Soins de membres de la famille malades. — Interruptionde carrière. — Congé de soins palliatifs.8 2007200803445 30- 4-2008 118 Mw. Sonja Becq * Dienstencheque-ondernemingen. — ArrondissementHalle-Vilvoorde.Entreprises de titres-services. — ArrondissementHal-Vilvorde.8 2007200803446 30- 4-2008 119 Mw. Sonja Becq * Dienst Administratieve Geldboeten. — Overtredingeninzake sociale fraude.Service des amendes administratives. — Infractionsen matière de fraude sociale.8 2007200803447 30- 4-2008 120 Mw. Sonja Becq * Opleidingsfonds voor de dienstencheques. —Werking en besteding.Fonds de formation titres-services. — Fonctionnementet utilisation.8 2007200803450 30- 4-2008 121 Georges Gilkinet * Dienstencheques. — Ontwerp van koninklijkbesluit.Titres-services. — Projet d’arrêté royal.401440154015401640174017401840188 2007200803455 30- 4-2008 122 ServaisVerherstraeten8 2007200803456 30- 4-2008 123 Mw. Katia DellaFaille deLeverghem* Adoptieverlof.Congé d’adoption.* Holebi’s. — Onderzoek naar mogelijke loondiscriminatie.«Holebis» (Personnes homosexuelles, lesbiennes etbisexuelles). — Enquête portant surd’éventuelles discriminations salariales.40194020KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4480 QRVA 52 0202 - 6 - 2008CADODatumDateVraag nr.Question n oAuteurVoorwerpObjet* Vraag zonder antwoord * Question sans réponseMinister van Buitenlandse ZakenMinistre des Affaires étrangèresBlz.Page1 2007200802382 7- 4-2008 3 Francis Van denEyndeChina. — Belgische ambassade in Bejing. —Website.Chine. — Ambassade belge à Pékin. — Site web.1 2007200802536 11- 4-2008 14 Olivier Maingain Consulaat-Generaal van België in Hongkong. —Gebruik van de talen.Consulat général de Belgique à Hong-Kong. —Emploi des langues.4 2007200802555 14- 4-2008 15 Olivier Maingain Ambtenaren van de Europese instellingen. — Verdelingper gemeente.Fonctionnaires des institutions de l’Union européenne.— Répartition par commune.6 2007200802675 15- 4-2008 23 Francis Van denEyndeParkeerbonnen. — Afspraken met Polen en Frankrijk.Contraventions pour stationnement non réglementaire.— Accords avec la Pologne et la France.1 2007200802968 22- 4-2008 35 Bart Tommelein Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad. —Aanbevelingen. — Benelux Comité van Ministers.Uitblijven van antwoorden.Conseil interparlementaire consultatif Benelux. —Recommandations. — Comité de ministresBenelux. — Absence de réponses.1 2007200802975 22- 4-2008 36 Geert Versnick Oeganda. — Rebellen van het Lord ResistanceArmy.Ouganda. — Rebelles de la Lord Resistance Army.1 2007200803054 24- 4-2008 40 François Bellot Departementen. — Energiebesparingsprogramma.Départements. — Programme d’économie d’énergie.8 2007200803083 25- 4-2008 41 Jean-Luc Crucke * Mediterrane Unie.Union de la Méditerranée.8 2007200803084 25- 4-2008 42 M me Brigitte Wiaux * Plan voor een Mediterrane Unie.Projet d’Union pour la Méditerranée.8 2007200803085 25- 4-2008 43 Patrick Moriau * Zwarte lijst van terroristische organisaties van deEU. — Schrappen van de People’s MujahidinOrganisation of Iran (PMOI).Liste noire des organisations terroristes de l’UE. —Suppression de l’Organisation des Moudjahidinesdu Peuple d’Iran (OMPI).8 2007200803086 25- 4-2008 44 Xavier Baeselen * Turkije. — Confrontatie tussen de voorstanders vande lekenstaat en de regerende AKP-partij.Turquie. — Confrontation entre le camp laïque et leparti au pouvoir, l’AKP.8 2007200803087 25- 4-2008 45 Jean-Luc Crucke * Lijst van terroristische organisaties. — Iran. —PMOI.Liste des associations terroristes. — Iran. — OMPI.8 2007200803088 25- 4-2008 46 M me Brigitte Wiaux * EU. Lijst van de terreurorganisaties. — De PMOI.UE. — Liste des associations terroristes. —L’OMPI.8 2007200803089 25- 4-2008 47 M me Brigitte Wiaux * Colombia. — Vrijlating van Ingrid Betancourt.Colombie. — Libération d’Ingrid Betancourt.42774279428042814281428642884021402240234024402540264026KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 44812 - 6 - 2008CADODatumDateVraag nr.Question n oAuteurVoorwerpObjet* Vraag zonder antwoord * Question sans réponseBlz.Page8 2007200803092 25- 4-2008 49 Jean-Luc Crucke * Evolutie van de toestand in Myanmar.Évolution de la situation en Birmanie.1 2007200803163 28- 4-2008 52 Luk Van Biesen BLEU. — Prijzen. — Administratieve Commissie.UEBL. — Prix. — Commission administrative.8 2007200803164 28- 4-2008 53 Luk Van Biesen * BLEU. — Prijzen. — Administratieve Commissie.UEBL. — Prix. — Commission administrative.8 2007200803272 29- 4-2008 54 M me Brigitte Wiaux * Opvolging van de situatie in Myanmar.Suivi de la situation en Birmanie.8 2007200803275 29- 4-2008 55 Pierre-Yves Jeholet * Departement. — Indienstneming van personen meteen handicap.Département. — Emploi de personnes handicapées.8 2007200803357 29- 4-2008 56 Mw. Hilâl Yalçin * Lastigvallen van Belgische en Turkse staatsburgersop doorreis door Bulgarije.Problèmes rencontrés par des citoyens belges et turcsde passage en Bulgarie.8 2007200803380 29- 4-2008 57 Mw. KatrienPartyka1 2007200803578 8- 5-2008 66 Francis Van denEynde* Bezoekrecht door familieleden van de «Cuban five»in de Verenigde Staten. — Mensenrechten.Droit de visite pour les membres de la famille des«Cuban five» aux États-Unis. — Droits del’homme.Turkije. — Ambassade in Ankara. — Website.Turquie. — Ambassade d’Ankara. — Site internet.40274290402840284029403040304292Minister van KMO’s, Zelfstandigen, Landbouw en WetenschapsbeleidMinistre des PME, des Indépendants, de l’Agriculture et de la Politique scientifique1 2007200803054 24- 4-2008 33 François Bellot Departementen. — Energiebesparingsprogramma.Départements. — Programme d’économie d’énergie.1 2007200803055 24- 4-2008 34 Mw. NathalieMuylle8 2007200803180 28- 4-2008 35 Mw. Maggie DeBlockFAVV. — Oefening traceerbaarheid in voedselketen.— Varkensvleeskolom.AFSCA. — Exercice de simulation pour tester latraçabilité au sein de la filière viande porcine.* FAVV. — Verhoging dotatie.AFSCA. — Augmentation de la dotation.1 2007200802710 29- 4-2008 36 Guy D’haeseleer Identificatie van paarden.Identification des chevaux.1 2007200803716 15- 5-2008 50 Mw. NathalieMuylleOpenbaarheid van de Europese subsidiegegevens.Publicité des données relatives aux subsides européens.42934298403143004302Minister van Maatschappelijke Integratie, Pensioenen en Grote StedenMinistre de l’Intégration sociale, des Pensions et de Grandes villes4 2007200802465 9- 4-2008 5 Wouter De Vriendt Rustpensioenen. — Uitkeringscategorieën.Pensions de retraite. — Catégories d’allocataires.1 2007200802812 17- 4-2008 22 Jan Mortelmans Kabinetten. — Wagenpark.Cabinets ministériels. — Parc automobile.43034304KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4482 QRVA 52 0202 - 6 - 2008CADODatumDateVraag nr.Question n oAuteurVoorwerpObjet* Vraag zonder antwoord * Question sans réponseBlz.Page8 2007200803041 24- 4-2008 34 Guido De Padt * OCMW’s. — Behoeftige personen. — Lijkbezorgingskosten.CPAS. — Personnes indigentes. — Frais de sépulture.8 2007200803054 24- 4-2008 36 François Bellot * Departementen. — Energiebesparingsprogramma.Départements. — Programme d’économie d’énergie.1 2007200803182 28- 4-2008 37 Mw. Maggie DeBlock8 2007200803184 28- 4-2008 38 Mw. Maggie DeBlock8 2007200803185 28- 4-2008 39 Mw. Maggie DeBlock8 2007200803241 28- 4-2008 41 Mw. SabienLahaye-BattheuRVP. — administratie der Pensioenen. — Ambtenaren.— Pensioneringen.ONP. — administration des pensions. — Agents. —Pensions.* Steunpunt duurzame overheidsopdrachten.Point d’appui marchés publics durables.* Kinderbijslagen. — Ongelijke behandeling tussenlesbische koppels en heterokoppels.Allocations familiales. — Inégalité de traitemententre les couples lesbiens et les couples hétérosexuels.* Geneeskundige controle van leefloners.Contrôle médical des bénéficiaires du revenud’intégration.8 2007200803268 28- 4-2008 42 Jan Mortelmans * Pensioenen. — Ombudsmannen. — FOD SocialeZekerheid. — Weigering dotatieverhoging.Pensions. — Médiateurs. — SPF Sécurité sociale. —Refus d’augmenter la dotation.8 2007200803271 29- 4-2008 43 Xavier Baeselen * OCMW. — Territoriale bevoegdheid betreffende detegemoetkoming van het Sociaal Waterfonds inhet Frans taalgebied.CPAS. — Compétence territoriale concernant l’accèsau Fonds social de l’eau dans la région delangue française.8 2007200803364 29- 4-2008 44 Jan Jambon * Uitbreiding sociaal stookoliefonds. — OCMW’s. —Aanvragen verwarmingstoelage. — Code.Élargissement du Fonds social mazout. — CPAS. —Demandes d’allocation de chauffage. — Code.8 2007200803437 30- 4-2008 45 Mw. Sarah Smeyers * OCMW’s. — Leefloon.CPAS. — Revenu d’intégration.1 2007200803606 9- 5-2008 48 Mathias De Clercq Pensioenvorming voor werknemers. — Loonplafonds.Constitution d’une pension pour les travailleurssalariés. — Plafonds de rémunération.40324033430540344034403540354036403740384309Minister van LandsverdedigingMinistre de la Défense1 2007200802812 17- 4-2008 17 Jan Mortelmans Kabinetten. — Wagenpark.Cabinets ministériels. — Parc automobile.1 2007200802850 18- 4-2008 18 Luc Sevenhans NIOOO. — Activiteiten inzake burgerzin en historischbewustzijn.INIG. — Activités visant à stimuler le sens civique etla conscience historique.43114312KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 44832 - 6 - 2008CADODatumDateVraag nr.Question n oAuteurVoorwerpObjet* Vraag zonder antwoord * Question sans réponseBlz.Page8 2007200803054 24- 4-2008 24 François Bellot * Departementen. — Energiebesparingsprogramma.Départements. — Programme d’économie d’énergie.1 2007200802580 29- 4-2008 27 Pierre-Yves Jeholet Ministerie van Defensie. — Absenteïsme.Ministère de la Défense. — Absentéisme.40384315Minister van Klimaat en EnergieMinistre du Climat et de l’Énergie1 2007200802993 23- 4-2008 15 François Bellot Gefactureerde hoeveelheid elektriciteit per provincie.Quantités d’électricité facturées par province.43161 2007200803050 24- 4-2008 16 Mw. NathalieMuylle1 2007200803052 24- 4-2008 17 Mw. NathalieMuylleAutopark van de federale regering. — Verminderingvan CO 2-uitstoot.Parc automobile du gouvernement flamand. —Réduction des émissions de CO 2.Duurzame ontwikkeling. — Quick scan formulier.— Dossiers.Développement durable. — Formulaire quick scan.— Dossiers.431743171 2007200803054 24- 4-2008 18 François Bellot Departementen. — Energiebesparingsprogramma.Départements. — Programme d’économie d’énergie.1 2007200803081 25- 4-2008 21 Christian Brotcorne Tussentijdse gas- en elektriciteitsfacturen.Factures intermédiaires en matière de gaz etd’électricité.431943198 2007200803236 28- 4-2008 22 Mw. Maggie DeBlock* Dienstenchequesondernemingen. — Aanbiedingvan «extra service» aan cliënteel.Entreprises de titres-services. — Offre de «servicesupplémentaire» à la clientèle.40391 2007200803528 6- 5-2008 24 M me Valérie De Bue Energieaudits.Audits énergétiques.1 2007200803601 9- 5-2008 26 Flor Van Noppen Commissie voor Nucleaire Voorzieningen.Commission des provisions nucléaires.43214323Minister van OntwikkelingssamenwerkingMinistre de la Coopération au développement1 2007200802807 17- 4-2008 7 Hagen Goyvaerts Implementatie van de nieuwe comptabiliteitswetgeving.Mise en œuvre de la nouvelle loi sur la comptabilitéde l’État.43251 2007200802808 17- 4-2008 8 Mw. NathalieMuylleVrijwilligersdienst voor jongeren in het Zuiden.Service volontaire dans l’hémisphère sud pour lesjeunes.43278 2007200803054 24- 4-2008 10 François Bellot * Departementen. — Energiebesparingsprogramma.Départements. — Programme d’économie d’énergie.4040KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4484 QRVA 52 0202 - 6 - 2008CADODatumDateVraag nr.Question n oAuteurVoorwerpObjet* Vraag zonder antwoord * Question sans réponseMinister van Ambtenarenzaken en OverheidsbedrijvenMinistre de la Fonction publique et des Entreprises publiquesBlz.Page1 2007200802355 7- 4-2008 2 Jef Van den Bergh NMBS. — Project nieuw station Kapellen.SNCB. — Projet de construction d’une nouvellegare à Kapellen.1 2007200802385 8- 4-2008 12 Mw. Leen Dierick NMBS. — Stopplaats van de trein in Grembergen.SNCB. — Arrêt de train à Grembergen.1 2007200802459 9- 4-2008 25 Mw. UllaWerbrouckNMBS. — Niet gebruikte treinstellen en rijtuigen.SNCB. — Rames et voitures non utilisées.1 2007200802521 11- 4-2008 35 Georges Gilkinet NMBS. — Uitbesteden van bepaalde taken aanparticuliere bedrijven.SNCB. — Recours à des entreprises privées pour lasous-traitance de certaines tâches.1 2007200802529 11- 4-2008 38 Philippe Henry Infrabel. — «Zeiltrein»-project.Infrabel. — Projet «train à voile».1 2007200802351 14- 4-2008 50 Guido De Padt NMBS. — Nieuwe dienstregeling.SNCB. — Nouveaux horaires.1 2007200802829 18- 4-2008 106 Jan Mortelmans De Post. — Inklaren van internationale zendingen.— Chaos.La Poste. — Dédouanement d’envois internationaux.— Situation chaotique.1 2007200802837 18- 4-2008 114 Jan Mortelmans De Post. — Toestand inzake verdwenen post.La Poste. — Situation en matière de perte d’envoispostaux.1 2007200802884 18- 4-2008 117 Bruno Steegen Federale Overheid. — Aantal ambtenaren.Autorités fédérales. — Nombre de fonctionnaires.1 2007200803040 24- 4-2008 129 M me Camille Dieu De Post. — Nieuwe functie van «postbezorger».La Poste. — Création du métier de «livreur de courrier».8 2007200803042 24- 4-2008 130 Eric Thiébaut * NMBS. — Stiptheid van de treinen in de provincieHenegouwen.SNCB. — Ponctualité des trains en province duHainaut.8 2007200803044 24- 4-2008 131 M me Linda Musin * NMBS. — Stiptheid van de treinen in de provincieLuik.SNCB. — Ponctualité des trains en province deLiège.1 2007200803045 24- 4-2008 132 Maxime Prévot De Post. — Nieuwe functie van «postbezorger».La Poste. — Création d’une fonction de «livreur decourrier».8 2007200803046 24- 4-2008 133 M me Camille Dieu * Infrabel. — Bouw spoorwegstation voor de verbindingvan de luchthavens Brussel en Charleroi.Infrabel. — Projet de gare ferroviaire reliantl’aéroport de Bruxelles à celui de Charleroi.1 2007200803049 24- 4-2008 134 Mw. NathalieMuylleDe Post. — Sluiting van het postkantoor te Roeselare.La Poste. — Fermeture d’un bureau de poste àRoulers.432943304331433343364338434043414342434640414041434840424350KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 44852 - 6 - 2008CADODatumDateVraag nr.Question n oAuteurVoorwerpObjet* Vraag zonder antwoord * Question sans réponseBlz.Page8 2007200803054 24- 4-2008 135 François Bellot * Departementen. — Energiebesparingsprogramma.Départements. — Programme d’économie d’énergie.8 2007200803056 24- 4-2008 136 Mw. Linda Vissers * NMBS. — Treinbegeleiders. — Reizen zondergeldig vervoerbewijs.SNCB. — Accompagnateurs de train. — Voyageurssans titre de transport valable.8 2007200803057 24- 4-2008 137 Guido De Padt * De Post. — Overheidsinstellingen. — Achterstalligebetalingen.La Poste. — Entreprises publiques. — Arriérés depaiement.8 2007200803070 24- 4-2008 138 David Lavaux * NMBS. — Technisch bestek voor de toekomstigemotorstellen van het Brusselse GEN.SNCB. — Cahier des charges technique des futuresrames automotrices du RER bruxellois.8 2007200803090 25- 4-2008 139 David Geerts * NMBS. — Nieuwe treinstellen. — Toegankelijkheidvoor reizigers met een beperkte mobiliteit.SNCB. — Nouvelles rames ferroviaires. — Accessibilitéaux voyageurs à mobilité réduite.8 2007200803098 25- 4-2008 140 Guido De Padt * Personeelsleden overheidsbedrijven. — Externemobiliteit.Membres du personnel des entreprises publiques. —Mobilité externe.8 2007200803099 25- 4-2008 141 Guido De Padt * Project «I-line». — Terbeschikkingstelling vaninternetlijnen.Projet «I-line». — Mise à disposition de connexionsinternet.8 2007200803107 25- 4-2008 142 David Geerts * NMBS. — Toegankelijkheid van het station inAntwerpen-Berchem.SNCB. — Accessibilité de la gare d’Anvers-Berchem.1 2007200803110 28- 4-2008 143 Guido De Padt Belgacom. — Nationale en Europese regels. —Discriminatie.Belgacom. — Règles nationales et européennes. —Discrimination.8 2007200803114 28- 4-2008 144 BrunoStevenheydens* Ongeval aan overweg in havengebied te Antwerpen.Accident à un passage à niveau dans la zoneportuaire d’Anvers.8 2007200803120 28- 4-2008 145 Guido De Padt * NMBS. — Loonkosten spoorwegpersoneel. —Vergelijking in EU-landen.SNCB. — Coûts salariaux du personnel ferroviaire.— Comparaison avec les autres États membresde l’UE.8 2007200803121 28- 4-2008 146 Guido De Padt * NMBS. — Actualisatie «benchmarking».SNCB. — Actualisation du «benchmarking».8 2007200803122 28- 4-2008 147 Guido De Padt * NMBS. — Project «NMBS Nachtnet».SNCB. — Projet «Réseau de nuit SNCB».8 2007200803123 28- 4-2008 148 Guido De Padt * NMBS. — Treinbestuurders. — Tuchtovertredingen.SNCB. — Conducteurs de trains. — Infractionsdisciplinaires.40424043404440454046404640474048435240494049405040514051KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4486 QRVA 52 0202 - 6 - 2008CADODatumDateVraag nr.Question n oAuteurVoorwerpObjet* Vraag zonder antwoord * Question sans réponseBlz.Page8 2007200803124 28- 4-2008 149 Guido De Padt * NMBS. — Verslechterde stiptheidscijfers van deNMBS-Groep.SNCB. — Détérioration des résultats du GroupeSNCB en matière de ponctualité.8 2007200803125 28- 4-2008 150 Guido De Padt * NMBS. — De nieuwe beheerscontracten van deNMBS groep.SNCB. — Nouveaux contrats de gestion du GroupeSNCB.8 2007200803126 28- 4-2008 151 Guido De Padt * NMBS. — Spoorwegmuseum.SNCB. — Musée des chemins de fer.8 2007200803127 28- 4-2008 152 Guido De Padt * NMBS. — Personeelsleden. — Hospitalisatieverzekering.SNCB. — Membres du personnel. — Assurancehospitalisation.8 2007200803128 28- 4-2008 153 Guido De Padt * NMBS. — Treinstations. — Proefproject «gratiswoon-werkverkeer».SNCB. — Gares. — Projet-pilote «parking gratuitpour les déplacements domicile-lieu de travail».8 2007200803131 28- 4-2008 154 Herman De Croo * NMBS. — Subsidies voor NMBS-groep.SNCB. — Subventions allouées au Groupe SNCB.8 2007200803158 28- 4-2008 155 Mw. Katia DellaFaille deLeverghem8 2007200803159 28- 4-2008 156 Ludo VanCampenhout8 2007200803237 28- 4-2008 157 Mw. Maggie DeBlock8 2007200803259 28- 4-2008 158 Mw. SabienLahaye-Battheu1 2007200803260 28- 4-2008 159 Mw. SabienLahaye-Battheu* NMBS. — Snelle treinverbindingen. — Vertragingen.— Gebrek aan communicatie. — Klachten.SNCB. — Liaisons ferroviaires rapides. — Retards.— Manque de communication. — Réclamations.* NMBS. — Verbinding Antwerpen. — Noorderkempen.— Station Brecht-Noorderkempen.SNCB. — Liaison Anvers. — Noorderkempen. —Gare de Brecht-Noorderkempen.* NMBS. — Infrabel. — Berekening treinvertragingen.SNCB. — Infrabel. — Calcul du retard des trains.* NMBS. — Lijn 69 tussen Kortrijk en Poperinge.SNCB. — Ligne 69 Courtrai-Poperinge.Bank van De Post. — Nieuwe huurwet. —Bankwaarborgen.Banque de La Poste. — Nouvelle loi sur les loyers.— Garanties bancaires.8 2007200803263 28- 4-2008 160 François Bellot * Federale besturen. — Statutaire en contractueleambtenaren. — Als gehandicapte erkendeambtenaren. — Ambtenaren met een startbaanovereenkomst.Administrations fédérales. — Agents statutaires etcontractuels. — Agents reconnus handicapés. —Agents employés sous contrat de premier emploi.8 2007200803265 28- 4-2008 161 François Bellot * Overwegen.Passages à niveau.8 2007200803267 28- 4-2008 162 Jean-Marc Nollet * NMBS. — Situatie in het station van Marchienneau-Pont.SNCB. — Situation à la gare de Marchienne-au-Pont.40524053405440554055405640574058405940604353406140614061KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 44872 - 6 - 2008CADODatumDateVraag nr.Question n oAuteurVoorwerpObjet* Vraag zonder antwoord * Question sans réponseBlz.Page8 2007200803270 28- 4-2008 163 David Geerts * NMBS. — «Diabolo»project. — GEN.SNCB. — Projet «Diabolo». — RER.8 2007200803279 29- 4-2008 164 Pierre-Yves Jeholet * Departement. — Indienstneming van personen meteen handicap.Département. — Emploi de personnes handicapées.8 2007200803292 29- 4-2008 165 Eric Thiébaut * NMBS. — Grote aantal dodelijke ongevallen in destations.SNCB. — Multiplicité des accidents mortels dansles gares.8 2007200803330 29- 4-2008 166 Mw. Ingrid Claes * Niet-geordonnanceerde kredieten op 31 december2007.Crédits non ordonnancés au 31 décembre 2007.8 2007200803351 29- 4-2008 167 Mw. Els DeRammelaere* NMBS. — Station van Izegem. — Treinongeval.SNCB. — Gare d’Izegem. — Accident ferroviaire.8 2007200803366 29- 4-2008 168 Jef Van den Bergh * NMBS. — Onaangepaste perrons.SNCB. — Quais inadaptés.8 2007200803367 29- 4-2008 169 Jef Van den Bergh * NMBS. — Treinen. — Oorzaken vertragingen.SNCB. — Trains. — Causes des retards.8 2007200803368 29- 4-2008 170 Jef Van den Bergh * NMBS. — Grensoverschrijdende spoorverbindingen.SNCB. — Liaisons ferroviaires transfrontalières.8 2007200803369 29- 4-2008 171 Jef Van den Bergh * NMBS. — Graffiti.SNCB. — Tags.8 2007200803370 29- 4-2008 172 Jef Van den Bergh * NMBS. — Station Sint-Katelijne-Waver. —Toekomstplannen.SNCB. — Gare de Sint-Katelijne-Waver. — Projetsd’avenir.8 2007200803371 29- 4-2008 173 Jef Van den Bergh * NMBS. — Boom. — Weekendtreinen.SNCB. — Boom. — Trains de week-end.8 2007200803372 29- 4-2008 174 Jef Van den Bergh * NMBS. — Machinisten. — Gegevens over het kerenvan rijrichting in Antwerpen-Centraal.SNCB. — Machinistes. — Données relatives auchangement de sens de circulation à Anvers-Central.8 2007200803382 29- 4-2008 175 Mw. KatrienPartyka8 2007200803383 29- 4-2008 176 Mw. KatrienPartyka* NMBS. — Investeringen in het station te Tienen.SNCB. — Investissements à la gare de Tirlemont.* NMBS. — Bestemming van het oude postgebouwaan het station in Tienen.SNCB. — Affectation de l’ancien bâtiment de laposte à la gare de Tirlemont.8 2007200803388 29- 4-2008 177 Mw. Leen Dierick * NMBS. — Toegankelijkheid van stations en treinenvoor minder mobiele reizigers.SNCB. — Accessibilité des gares et des trains auxvoyageurs à mobilité réduite.8 2007200803416 30- 4-2008 178 Michel Doomst * NMBS. — Infrastructuurinvesteringen tussen 2004en 2007.SNCB. — Travaux d’infrastructure entre 2004 et2007.8 2007200803417 30- 4-2008 179 Michel Doomst * NMBS. — Verkoop van treintickets via het internet.SNCB. — Vente de billets de train par internet.40624063406440644065406540664067406840694069407040704071407140734073KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4488 QRVA 52 0202 - 6 - 2008CADODatumDateVraag nr.Question n oAuteurVoorwerpObjet* Vraag zonder antwoord * Question sans réponseBlz.Page8 2007200803418 30- 4-2008 180 Michel Doomst * NMBS. — Gebrekkige communicatie in treinstations.SNCB. — Communication déficiente dans les gares.8 2007200803419 30- 4-2008 181 Michel Doomst * NMBS. — Lijn 94 Halle-Edingen. — Ongeval.SNCB. — Ligne 94 Hal-Enghien. — Accident.8 2007200803420 30- 4-2008 182 Michel Doomst * NMBS. — Afgeschafte treinen.SNCB. — Trains supprimés.8 2007200803422 30- 4-2008 183 Peter Luykx * NMBS. — Nieuwe dienstregeling. — Lijn Brugge-Knokke-Heist. — Stiptheid in het algemeen.SNCB. — Nouvel horaire. — Ligne Bruges-Knokke-Heist. — Ponctualité en général.8 2007200803423 30- 4-2008 184 Peter Luykx * NMBS. — Treinverbinding Antwerpen-Hasselt-Maastricht.SNCB. — Liaison ferroviaire Anvers-Hasselt-Maastricht.8 2007200803430 30- 4-2008 185 Roel Deseyn * NMBS. — Gebrek aan investeringen op despoorweglijnen 73, 66 en 69.SNCB. — Manque d’investissements sur les lignesferroviaires 73, 66 et 69.8 2007200803431 30- 4-2008 186 Roel Deseyn * NMBS. — Vertragingen van het treinverkeer op dehoofdlijnen.SNCB. — Retard des trains sur les lignes principales.8 2007200803432 30- 4-2008 187 Roel Deseyn * NMBS. — Aanleg van de treinhalte KortrijkCampus.SNCB. — Aménagement de l’arrêt KortrijkCampus.8 2007200803433 30- 4-2008 188 Roel Deseyn * NMBS. — Heropening van de treinhalte Lendelede.SNCB. — Réouverture du point d’arrêt de Lendelede.8 2007200803434 30- 4-2008 189 Roel Deseyn * NMBS. — Regio Kortrijk-Roeselare-Tielt. — Verstoringdienstuurregeling.SNCB. — Région de Courtrai-Roulers-Tielt. —Perturbation des horaires.1 2007200803435 30- 4-2008 190 Roel Deseyn De Post. — Personen met beperkingen ingevolgeziekte of ongeval. — Mobiliteitsproblemen. —Aangepast werk.La Poste. — Personnes à aptitude réduite à la suited’une maladie ou d’un accident. — Problèmes demobilité. — Travail adapté.8 2007200803436 30- 4-2008 191 Roel Deseyn * Infrabel. — Betonwerkplaats te Roeselare. —Nieuwe betonmachine.Infrabel. — Atelier béton à Roeselare. — Nouvellebétonneuse.8 2007200803439 30- 4-2008 192 ServaisVerherstraeten* NMBS. — Personeelsbestand. — Invloed op treinvertragingen.SNCB. — Effectif du personnel. — Influence sur lesretards de trains.8 2007200803448 30- 4-2008 193 Stefaan De Clerck * NMBS. — Kostprijs van het grensoverschrijdendopenbaar vervoer op het traject Kortrijk-Rijsel.SNCB. — Coût des transports publics transfrontalierssur le trajet Courtrai-Lille.40744075407540754077407840794080408040814355408240824083KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 44892 - 6 - 2008CADODatumDateVraag nr.Question n oAuteurVoorwerpObjet* Vraag zonder antwoord * Question sans réponseBlz.Page8 2007200803462 30- 4-2008 194 David Geerts * NMBS. — De toegankelijkheid van de stations.SNCB. — Accessibilité des gares.1 2007200803463 30- 4-2008 195 David Geerts De Post. — Nieuwe functie van «brievenbesteller».La Poste. — Nouvelle fonction de «distributeur decourrier».8 2007200803464 30- 4-2008 196 David Geerts * NMBS. — Verloning van CEO’s.SNCB. — Rémunération des CEO.8 2007200803466 30- 4-2008 197 Jan Mortelmans * NMBS. — Afgeschafte treinen.SNCB. — Trains supprimés.40844356408440851 2007200803596 8- 5-2008 212 Dirk Van derMaelenDe Post. — Zendingen van identieke brieven. —Tarieven.La Poste. — Envoi de lettres identiques. — Tarifs.4357Minister voor Ondernemen en VereenvoudigenMinistre pour l’Entreprise et la Simplification1 2007200802620 15- 4-2008 3 Guido De Padt Administraties. — Jaarverslagen.Administrations. — Rapports annuels.1 2007200802625 15- 4-2008 7 Guy D’haeseleer Bij wet opgelegde evaluaties, verslagen en rapportenvan de overheidsadministraties.Évaluations, comptes rendus et rapports des administrationspubliques imposés par la loi.6 2007200802790 17- 4-2008 14 Peter Logghe Kringloopfonds. — Engagementen in dossiers vansociale economie.Fonds d’Économie sociale et durable. — Engagementsdans des dossiers d’économie sociale.1 2007200802812 17- 4-2008 15 Jan Mortelmans Kabinetten. — Wagenpark.Cabinets ministériels. — Parc automobile.1 2007200802900 21- 4-2008 16 Guido De Padt FOD Economie. — Rusthuizen. — Prijsaanpassingen.SPF Économie. — Maisons de repos. — Adaptationstarifaires.1 2007200802907 22- 4-2008 17 Peter Logghe FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie. —Personeel. — Taalaanhorigheid.SPF Économie, PME, Classes moyennes et Énergie.— Personnel. — Appartenance linguistique.1 2007200802908 22- 4-2008 18 Peter Logghe Federaal Planbureau. — Personeel. — Taalaanhorigheid.Bureau fédéral du plan. — Personnel. — Appartenancelinguistique.1 2007200802915 22- 4-2008 19 Peter Logghe Nationale Delcrederedienst. — Ambtenaren. —Taalaanhorigheid.Service national du Ducroire. — Personnel. —Appartenance linguistique.1 2007200802921 22- 4-2008 20 Peter Logghe Aantal werkuren van de Waalse en de Vlaamsewerknemers.Nombre d’heures de travail des travailleurs wallonset flamands.435943614365436643674370437243734375KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4490 QRVA 52 0202 - 6 - 2008CADODatumDateVraag nr.Question n oAuteurVoorwerpObjet* Vraag zonder antwoord * Question sans réponseBlz.Page1 2007200802922 22- 4-2008 21 Peter Logghe Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie.— Personeel. — Taalaanhorigheid.Institut belge des services postaux et des télécommunications. — Personnel. — Appartenancelinguistique.1 2007200802923 22- 4-2008 22 Peter Logghe POD Telecommunicatie. — Personeel. — Taalaanhorigheid.SPP Télécommunications. — Personnel. — Appartenancelinguistique.1 2007200802962 22- 4-2008 23 Guido De Padt Bromfietsen tot 45 per uur. — Verplichtingnummerplaat. — Administratieve lasten.Cyclomoteurs atteignant la vitesse de 45 km/h. —Obligation de posséder une plaque d’immatriculation.— Charges administratives.1 2007200803020 23- 4-2008 24 Guido De Padt Bouw van gsm-masten.Implantation d’antennes GSM.1 2007200803048 24- 4-2008 25 Guido De Padt Europese Commissie. — Belgische berekening vande kosten voor universele dienstverlening in detelecomsector.Commission européenne. — Calcul belge des coûtsliés au service universel dans le secteur des télécoms.1 2007200803054 24- 4-2008 26 François Bellot Departementen. — Energiebesparingsprogramma.Départements. — Programme d’économie d’énergie.6 2007200803082 25- 4-2008 27 M me VéroniqueSalviHuisvestingsmaatschappijen. — Raad van bestuur.— Bestuurder die aangewezen wordt door hetadviescomité van de huurders en eigenaars. —Bijzonder statuut.Sociétés de logement. — Conseil d’administration.— Administrateur désigné par le comité consultatifdes locataires et propriétaires. — Statutspécial.1 2007200803099 25- 4-2008 28 Guido De Padt Project «I-line». — Terbeschikkingstelling vaninternetlijnen.Projet «I-line». — Mise à disposition de connexionsinternet.1 2007200803179 28- 4-2008 29 Mw. Maggie DeBlock1 2007200803181 28- 4-2008 30 Mw. Maggie DeBlock1 2007200803261 28- 4-2008 31 Willem-FrederikSchiltzOndernemingen. — Bewaring elektronische documenten.— Externe archiveringsdienst.Entreprises. — Conservation de documents électroniques.— Service d’archivage externe.Websites. — Aanbod jobs voor thuiswerkers. —Mistoestanden.Sites web. — Offres d’emploi pour travailleurs àdomicile. — Abus.Overname van Scarlet door Belgacom. — Positievan het BIPT.Reprise de Scarlet par Belgacom. — Position del’IBPT.1 2007200803282 29- 4-2008 32 Pierre-Yves Jeholet Departement. — Indienstneming van personen meteen handicap.Département. — Emploi de personnes handicapées.437643774378437943814384438643884389439043934395KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 44912 - 6 - 2008CADODatumDateVraag nr.Question n oAuteurVoorwerpObjet* Vraag zonder antwoord * Question sans réponseBlz.Page1 2007200803293 29- 4-2008 33 M me Linda Musin Gebruik van vuurwerk in aanwezigheid van dieren.— Gevaar.Dangerosité des feux d’artifice en présenced’animaux.1 2007200803421 30- 4-2008 34 Mw. NathalieMuylleWereldhandel. — Landbouw en industriële goederen.Commerce mondial. — Agriculture et biens industriels.8 2007200803449 30- 4-2008 35 Stefaan Vercamer * Koninklijk besluit betreffende de vereenvoudigdeboekhouding van vzw’s.Arrêté royal relatif à la comptabilité simplifiée pourles asbl.1 2007200803453 30- 4-2008 36 Guido De Padt Tarieven voor telefoneren van vast naar mobiel. —Verlagingen van de MTR’s.Tarifs pour appeler d’un téléphone fixe vers un téléphonemobile. — Baisses des MTR.1 2007200803457 30- 4-2008 37 Jean-Marc Nollet Brandstofprijzen. — Prijs van ruwe aardolie.Prix des carburants. — Cours du pétrole brut.1 2007200803461 30- 4-2008 38 Mw. Carina VanCauterInvoering van application-to-application in deondernemingsloketten.Instauration du système «application-toapplication»dans les guichets d’entreprises.439743994085440044044406Minister van Migratie- en asielbeleidMinistre de la Politique de migration et d’asile6 2007200802415 8- 4-2008 1 Filip De Man Vreemdelingen. — Illegalen. — Dringende medischehulpverlening.Étrangers. — Illégaux. — Aide médicale urgente.1 2007200802416 8- 4-2008 2 Filip De Man Vreemdelingen. — Illegalen in opvangstructurenvoor asielzoekers.Étrangers. — Personnes en séjour illégal résidantdans les structures d’accueil pour demandeursd’asile.1 2007200802419 8- 4-2008 3 Filip De Man Vreemdelingen. — Illegalen. — Vasthouden ingesloten centrum na tweede aanhouding.Étrangers. — Illégaux. — Détention en centre ferméaprès une deuxième arrestation.1 2007200802421 8- 4-2008 4 Filip De Man Vreemdelingen. — Gebrekkig uitwijzingsbeleid.Étrangers. — Politique d’expulsion inefficace.6 2007200802423 8- 4-2008 5 Filip De Man Vreemdelingen. — Vrijwillige terugkeer. —Misbruiken.Étrangers. — Retour volontaire. — Abus.1 2007200802425 8- 4-2008 6 Filip De Man Vreemdelingen. — Regularisatiecampagne 2000. —Aanzuigeffect.Étrangers. — Campagne de régularisation menée en2000. — Effet d’aspiration.6 2007200802426 8- 4-2008 7 Bert Schoofs Asielcentra. — Asielzoekers. — Kosten vanverleende diensten inzake telecommunicatie.Centres d’accueil. — Demandeurs d’asile. — Coûtdes services accordés dans le domaine des télécommunications.4407440844104412441544164417KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4492 QRVA 52 0202 - 6 - 2008CADODatumDateVraag nr.Question n oAuteurVoorwerpObjet* Vraag zonder antwoord * Question sans réponseBlz.Page1 2007200802547 11- 4-2008 8 Mw. HildeVautmansAsielaanvragen. — Angst voor genitale verminking.Demandes d’asile. — Crainte des mutilations génitalesféminines.1 2007200802620 15- 4-2008 9 Guido De Padt Administraties. — Jaarverslagen.Administrations. — Rapports annuels.1 2007200802625 15- 4-2008 10 Guy D’haeseleer Bij wet opgelegde evaluaties, verslagen en rapportenvan de overheidsadministraties.Évaluations, comptes rendus et rapports des administrationspubliques imposés par la loi.1 2007200802627 15- 4-2008 11 Guy D’haeseleer Ziekteverzuim binnen de FOD’s.Absentéisme au sein des SPF.1 2007200802717 16- 4-2008 12 Filip De Man Bepaalde gevolgen van de dubbele nationaliteit.Certaines conséquences de la double nationalité.1 2007200802888 21- 4-2008 13 Fouad Lahssaini Reglementering inzake de regularisatiecriteria voormensen zonder papieren. — Dienst Vreemdelingenzaken.Réglementation en matière de critères de régularisationdes sans papiers. — Office des étrangers.1 2007200802924 22- 4-2008 14 Peter Logghe FOD Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijdingen Sociale Economie. — Personeel. —Taalaanhorigheid.SPP Intégration sociale, lutte contre la pauvreté etéconomie sociale. — Personnel. — Appartenancelinguistique.1 2007200802930 22- 4-2008 15 Filip De Man Allochtone huwelijken tussen neef en nicht.Mariages allochtones entre cousin et cousine.8 2007200803051 24- 4-2008 17 Filip De Man * Verbetering van de migratiestatistieken.Amélioration des statistiques migratoires.8 2007200803054 24- 4-2008 18 François Bellot * Departementen. — Energiebesparingsprogramma.Départements. — Programme d’économie d’énergie.8 2007200803106 25- 4-2008 19 Filip De Man * Voorwaardelijke grond voor asiel. — Vrees voorbesnijdenis.Condition d’obtention du statut d’asile. — Crainted’excision.44184420442344264428443044304431408740884089Staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste ministerSecrétaire d’État à la Mobilité, adjoint au premier ministre1 2007200802812 17- 4-2008 20 Jan Mortelmans Kabinetten. — Wagenpark.Cabinets ministériels. — Parc automobile.1 2007200803054 24- 4-2008 34 François Bellot Departementen. — Energiebesparingsprogramma.Départements. — Programme d’économie d’énergie.8 2007200803058 24- 4-2008 35 Christian Brotcorne * Veiligheid van voertuigen van het type «pick-up».Sécurité des véhicules de type «Pick-up».1 2007200803101 25- 4-2008 37 Bruno Tuybens Verkeersregelgeving voor joggers.Réglementation routière pour les joggeurs.8 2007200803108 25- 4-2008 38 Guido De Padt * Bedrijfswagens. — Vervoeren van collega’s. —Rijgeschiktheidsattest.Voitures de société. — Transport de collègues. —Attestation d’aptitude à la conduite.44334434408944364090KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 020 44932 - 6 - 2008CADODatumDateVraag nr.Question n oAuteurVoorwerpObjet* Vraag zonder antwoord * Question sans réponseBlz.Page1 2007200803109 28- 4-2008 39 Guido De Padt Tweedehandswagens. — Nieuwe eigenaars. —Tweedehandskeuringen.Voitures d’occasion. — Nouveaux propriétaires. —Contrôles techniques dans le cadre de la vente devéhicules d’occasion.1 2007200803134 28- 4-2008 40 Mw. HildeVautmans8 2007200803135 28- 4-2008 41 Mw. HildeVautmansAanvragen tot erkenning voor de uitoefening van decontrole van de in het verkeer gebrachte voertuigen.Demandes d’agrément pour effectuer le contrôle desvéhicules en circulation.* Niet gekeurde autovoertuigen.Véhicules en défaut de contrôle technique.8 2007200803266 28- 4-2008 43 M me Josée Lejeune * Beveiliging van het vervoer van huisdieren met dewagen.Sécurisation du transport en voiture d’animauxdomestiques.8 2007200803269 28- 4-2008 44 M me Linda Musin * Carpooling met een bedrijfsauto.Covoiturage en voiture de société.1 2007200803286 29- 4-2008 46 Bruno VanGrootenbrulleProefproject met ecocombi’s.Mise en application de l’expérience-pilote «ECO-COMBI».8 2007200803427 30- 4-2008 49 Roel Deseyn * Autokeuring. — Correct aanbieden van een getunedvoertuig.Contrôle technique. — Présentation correcte d’unvéhicule tuné.8 2007200803428 30- 4-2008 50 Roel Deseyn * Chauffeurs van supertrucks en treinbestuurders. —Individueel risico op ongevallen.Chauffeurs de supercamions et conducteurs de train.— Risque individuel d’accident.8 2007200803454 30- 4-2008 51 Tobback Bruno * Wegverkeer. — Broeikasgassen. — Wagens enbedrijfswagens.Circulation routière. — Gaz à effet de serre. —Véhicules privés et de société.1 2007200803458 30- 4-2008 52 Hagen Goyvaerts Oproep tot technische keuring. — Zichtbaar verspreidenvan voertuiggegevens.Convocation au contrôle technique. — Mentionvisible des données relatives au véhicule.4437443840914092409344394094409540964444Staatssecretaris voor de Coördinatie van de fraudebestrijding,toegevoegd aan de eerste ministerSecrétaire d’État à la Coordination de la lutte contre la fraude,adjoint au premier ministre8 2007200803054 24- 4-2008 5 François Bellot * Departementen. — Energiebesparingsprogramma.Départements. — Programme d’économie d’énergie.4097Staatssecretaris, toegevoegd aan de minister van FinanciënSecrétaire d’État, adjoint au ministre des Finances8 2007200803054 24- 4-2008 4 François Bellot * Departementen. — Energiebesparingsprogramma.Départements. — Programme d’économie d’énergie.4098KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

4494 QRVA 52 0202 - 6 - 2008CADODatumDateVraag nr.Question n oAuteurVoorwerpObjet* Vraag zonder antwoord * Question sans réponseStaatssecretaris voor Buitenlandse Zaken, belast met de Voorbereiding van het Europese Voorzitterschap,toegevoegd aan de minister van Buitenlandse ZakenSecrétaire d’État aux Affaires étrangères, chargé de la Préparation de la Présidence européenne,adjoint au ministre des Affaires étrangèresBlz.Page1 2007200803054 24- 4-2008 5 François Bellot Departementen. — Energiebesparingsprogramma.Départements. — Programme d’économie d’énergie.4446Staatssecretaris voor Personen met een handicap,toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en VolksgezondheidSecrétaire d’État aux Personnes handicapées,adjointe à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique8 2007200803054 24- 4-2008 6 François Bellot * Departementen. — Energiebesparingsprogramma.Départements. — Programme d’économie d’énergie.4099Staatssecretaris voor Begroting, toegevoegd aan de eerste minister,en staatssecretaris voor Gezinsbeleid, toegevoegd aan de minister van WerkSecrétaire d’État au Budget, adjoint au premier ministre,et secrétaire d’État à la Politique des familles, adjoint à la ministre de l’Emploi1 2007200802566 14- 4-2008 3 Jean-Luc Crucke Federale overheidsdiensten. — Gebruik van raamcontracten.Services publics fédéraux. — Utilisation descontrats-cadres.1 2007200802620 15- 4-2008 5 Guido De Padt Administraties. — Jaarverslagen.Administrations. — Rapports annuels.1 2007200802627 15- 4-2008 7 Guy D’haeseleer Ziekteverzuim binnen de FOD’s.Absentéisme au sein des SPF.1 2007200803054 24- 4-2008 10 François Bellot Departementen. — Energiebesparingsprogramma.Départements. — Programme d’économie d’énergie.1 2007200803283 29- 4-2008 11 Pierre-Yves Jeholet Departement. — Indienstneming van personen meteen handicap.Département. — Emploi de personnes handicapées.1 2007200803361 29- 4-2008 12 Jan Jambon Koninklijke initiatieven en vzw’s. — Overheidsmiddelen.Initiatives royales et asbl. — Moyens publics.444744494450445344544455Staatssecretaris voor Armoedebestrijding, toegevoegdaan de minister van Maatschappelijke Integratie, Pensioenen en Grote StedenSecrétaire d’État à la Lutte contre la pauvreté, adjointà la ministre de l’Intégration sociale, des Pensions et des Grandes Villes8 2007200803054 24- 4-2008 5 François Bellot * Departementen. — Energiebesparingsprogramma.Départements. — Programme d’économie d’énergie.4099KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52 ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATUREZetwerk — Composition: IPM N.V. Drukwerk — Impression: Kamer van volksvertegenwoordigers — Chambre des représentants1436