trends voor houten vloeren tendances pour les - Bouwmagazines

afgiftekantoor gent x 

Parket Parquet 

14 

Juni 2011 • Driemaandelijks Belgisch vakblad van Dé Parketplaatsers/Les Parquetteurs • Lombardstraat 34 - 42 • 1000 Brussel 

Juin 2011 • Revue trimestrielle belge Les Parquetteurs/Dé Parketplaatsers • Rue Lombard 34 - 42 • 1000 Bruxelles 

DOSSIER 

TRENDS VOOR HOUTEN VLOEREN 

TENDANCES POUR LES SOLS EN BOIS 

FOCUS 

Lijmen voor houten vloerbedekkingen 

Colles pour revêtements de sols en bois 

Vakkennis / Connaissances Professionnelles 

Vochtmeting 

Mesure du taux d’humidité 

Projecten / Projets 

Bar Santola 

C-mine 

www.bouwmagazines.be

Inhoud / Contenu 

6 

18/44 

50 

Dossier: trends voor houten 

vloeren 

In dit artikel hebben we het over de rol 

van houten vloeren in het interieur en 

trends met nieuwe houtsoorten. 

Lijmen voor houten vloeren/ 

Colle pour revêtements de sols 

en bois 

De verschillende beschikbare 

parketlijmen op een rijtje. 

Les différents types de colles pour 

parquet disponibles présentées. 

Pleins feu sur un projet 

Le revêtement de sol et les tablettes des 

tables du Bar Santola ont été réalisées en 

Chêne français massif. 

Inhoud / Contenu 

Voorwoord 

door Johan Vandenbergh 4 

Dossier 6 

Trends voor houten vloeren 

Vakkennis 12 

Vochtmeting 

Afwerkingstechniek 16 

Buitenhout: behandelen of toch maar laten 

vergrijzen? 

Focus 18 

- Lijmen voor houten vloerbedekkingen 

- Elastische lijmen; meer dan een trend? 

Project in beeld 24 

Bar Santola in Oudenaarde 

Project in beeld 26 

C-mine in Genk 

Parketsprokkels / 

L’echo des lamelles 30 

Nouvelles de l’association 31 

Nos premiers labellisés 

Dossier 32 

Tendances pour les sols en bois 

Connaissances Professionnelles 39 

Mesure du taux d’humidité 

La technique de finition 42 

Le bois extérieur : traiter ou laisser grisailler ? 

Focus 44 

- Colles pour revêtements de sols en bois 

- Colles élastiques : plus qu’une tendance ? 

Pleins feu sur un projet 50 

Bar Santola à Audenarde 

Pleins feu sur un projet 53 

C-mine à Genk 

Adverteerdersregister 

INDEX D'ANNONCES 

Alvaket ..........................7 

BambooTouch - PI Import ..........38 

Basin Chemie ................. 19/45 

Boën Parkett Benelux .............15 

Bona ...........................55 

Buzon Pedestal International .... 17/40 

Collstrop Dubois (Cras) ............56 

Dag van de Afwerking .............29 

Debal Coatings. ..................11 

Hesse Benelux ...................33 

Holz Bois ..................... 5/52 

Huys Wood Care - Woca ........ 29/49 

Kaneka Belgium. .................29 

LabeCo - La Legno ................13 

Muylle Facon ....................37 

Soudal .........................23 

Unilin Flooring / Initiative Media .....9 

Unipro ....................... 2/35 

juni/juin 2011 ■ Parket-Parquet 

3

Voorwoord van Johan Vandenbergh 

Collega's 

Tegenwoordig heeft zowat iedereen de mond vol van duurzaam bouwen en duurzame bouwmaterialen. 

Weet men eigenlijk wel wat duurzame bouwmaterialen zijn? 

Johan Vandenbergh 

Duurzame bouwmaterialen dienen aan enkele criteria te voldoen. Er wordt bij voorkeur gewerkt met 

materialen op basis van hernieuwbare grondstoffen. Hout is bijvoorbeeld zo'n hernieuwbare grondstof. 

Het energieverbruik in het productieproces is uiteraard ook een belangrijke factor. Hoe minder energie 

men nodig heeft, hoe beter. Een lager energieverbruik is minder belastend voor het milieu. Als de 

materialen kunnen geproduceerd worden in de buurt van waar ze verwerkt zullen worden, dan zullen 

ook de transportkosten aanzienlijk dalen. 

Daarbij moet men trachten mogelijke milieuschade te beperken of te voorkomen. Het gebruik van 

solventgedragen producten bij de afwerking van houten vloeren is ten zeerste af te raden. 

Een laatste eigenschap, misschien wel de voornaamste, de materialen moeten een lange levensduur 

hebben. Een bijkomende troef is de mate van recycleerbaarheid. 

Als we al deze eigenschappen bekijken, komt massief parket zeker in aanmerking als duurzaam 

bouwmateriaal. 

Onlangs was ik te gast in het Radio 2 programma “De Madammen”. In een special over houten vloeren, 

laminaat en kurk werden door de luisteraars allerlei vragen gesteld. Eén van de luisteraars wou weten of 

de keuze voor massief parket, dat toch wat duurder is, gerechtvaardigd was. Kon het met andere woorden 

een leven lang meegaan? Uiteraard is dit een goede keuze. Voorwaarde is natuurlijk dat het massieve 

parket vakkundig geplaatst wordt. Vakmanschap veronderstelt immers een degelijke kennis van het te 

verwerken materiaal, hulpstoffen en ondergronden. Of het nu gaat om dure massieve parketvloeren of 

om budgetvriendelijke meerlagige vloeren, de levensduur kan ernstig gehypothekeerd worden door een 

slechte plaatsing. In het geval van de duurdere massieve vloer is het nadeel mogelijk nog groter. Enerzijds 

het totale verlies van het kostbare materiaal zelf. Anderzijds wordt de lange levensduur, een belangrijke 

eigenschap van duurzame bouwmaterialen, vroegtijdig afgebroken. De klant heeft er dus alle belang bij 

om te kiezen voor een goede aannemer. 

Het is duidelijk 

dat duurzaamheid en 

een kwaliteitsvolle 

plaatsing hand in 

hand gaan 

Het is duidelijk dat duurzaamheid en een kwaliteitsvolle plaatsing hand in hand gaan. Uiteraard 

hangt hieraan een aangepast prijskaartje. Dan rijst onmiddellijk de vraag of de consument bereid 

is de meerprijs te betalen. Meer en meer moeten we vaststellen dat de consument wel overtuigd is, 

maar toch steeds weer naar de goedkope oplossing grijpt als het op beslissen aankomt. In sommige 

interieurprogramma's wordt bovendien de indruk gewekt dat men voor nauwelijks enkele duizenden 

euro's, in enkele dagen een volledige woning kan restylen. De bonafide ondernemer weet maar al te goed 

dat dit noch op het gebied van uitvoeringstermijn, noch budgettair mogelijk is. De kijker krijgt wel de 

in druk dat snel en goedkoop bouwen zeker mogelijk is. Het enige wat men hoeft te doen is de “juiste” 

aannemer vinden. 

Het is niet evident om een juiste keuze te maken, maar wie zich enkel door de prijs laat leiden, komt 

vroeg of laat bedrogen uit. 

Trouwe lezers van ons vakblad weten het al langer dat onze vereniging vakmanschap en kwaliteit 

hoog in het vaandel draagt. In dit nummer richten we onze blik op de nieuwe tendensen op het gebied 

van parket. In de uitgebreide reportage van Belgian Woodforum kan u kennis maken met enkele 

nieuwe houtsoorten. Hoewel niet alle parketbedrijven de nodige aandacht schenken aan een degelijke 

ondergrondcontrole, krijgen we toch heel wat vragen over hoe een juiste vochtcontrole uitgevoerd dient te 

worden. Tijd dus voor een artikel over toch wel een van de voornaamste uit te voeren controles. 

Zo, een tipje van de sluier heb ik al opgelicht. Veel plezier met de verdere ontdekkingstocht en hopelijk een 

deugddoende vakantie! 

colofon 

Confederatie Bouw - Afwerking 

Confédération Construction - Finition 

Rue du Lombardstraat 34-42, 

1000 Brussel/Bruxelles 

T: 02/545 59 47 

F: 02/545 58 59 

Btw/tva BE 0406.479.092 

www.bouwmagazines.be 

Verantwoordelijke uitgever 

Editeur responsable 

Filip Coveliers 

filip.coveliers@confederatiebouw.be 


Voorzitter - Dé Parketplaatsers v.z.w. 

Dé Parketplaatsers vzw 

Les Parqueteurs asbl 

Voorzitter/Président : 


Ere-voorzitter/Président-Honorair : 

Xavier Desmit 

Ondervoorzitters/Vice-Présidents : 

Kurt De Pestel, Silveer De Dobbelaere 

Secretaris-Generaal/ 

Secrétaire-Générale : Yves De Keyser 

Leden/Membres : Hugo Vanholst, Xavier 

Vannieuwenhuyse, Bart De Guytenaer, 

Lucas De Smedt, Hans Fore, Marnix 

Hendrickx, Dirk Deleener, Robert Verhaegen 

www.deparketplaatsers.be 

Publiciteit/Publicité 

Inge De Ridder 

T.: 053/80 87 47 F: 053/80 87 48 

inge.deridder@confederatiebouw.be 

Redactie/Rédaction 

Wouter Rogiers 

T.: 02/545 57 57 

wouter.rogiers@confederatiebouw.be 

Koen De Gelder 

Koen.degelder@confederatiebouw.be 

Vertaling/Traduction technique 

Anouk van den Broek 

Realisatie/Mise en page 

Equinox Graphic Design 

T.: 09/324 41 38 

pierre.van.uffelen@telenet.be 

Drukwerk/Imprimeur 

Drukkerij Geers, Oostakker 

Coverbeeld/Couverture 

© Holz Bois : C mine 

4 Parket-Parquet ■ juni/juin 2011

Gallo-Romeins Museum Tongeren 

Lamel Op Kant Teak 

Dé parketgroothandel voor de professionele parketplaatser en interieurbouwer! 

Habo Classic Line en Habo Master Line, 9mm massief parket in Franse eik en exotische houtsoorten • 

Albers massief strokenparket • Massief parket met tand en groef • Visgraat • Decoratieve panelen • 

Meerlagig lamelparket (Alb-wood, Gazzotti, Royal, Karelia, La Legno) • Mozaïek en lamel op kant • 

Plinten • Maatwerk (eigen productie) • Alle bijbehorende producten voor plaatsing en afwerking 

Topkwaliteit en uitstekende service aan een correcte prijs. 

Holz Bois NV • Bosdel 41 • 3600 Genk • België • T 0032 89 32 95 80 • holz.bois@skynet.be 

(Voor Nederland: Albers Parketgroothandel BV • Franklinstraat 4 • 6003 DK Weert • T 0031 495 58 08 08)

Dossier 

Een kennismaking met 

en trends voor houten 

Het zijn tegenwoordig hoogdagen voor natuurlijke, authentieke 

en warme materialen zoals hout. Dat heeft te maken 

met de troeven van dit enige hernieuwbare bouwmateriaal. 

Zo fixeert hout CO 2 

en draagt het daarmee rechtstreeks bij 

tot reductie van het broeikaseffect. 

Bovendien is hout een duurzaam materiaal en scoort het 

ook hoog inzake gezondheid. In dit dossier laten wij u kennis 

maken met al bekende maar ook met nieuwere minder 

gekende houtsoorten geschikt voor houten vloeren. Tevens 

werpen wij een blik op de trends in de wereld van houten 

vloeren. 

1. Wat is de rol van houten vloeren in het 

interieur? 

Het Finse bouwonderzoeksinstituut VTT leverde, in samenwerking 

met het Duitse Fraunhofer-Institut für Bauphysik en de 

technische universiteit van Helsinki, het wetenschappelijke bewijs 

dat hout een gunstige invloed heeft op het binnenklimaat. 

© Belgian Woodforum 

studies in verschillende Europese klimaatsomstandigheden 

(Scandinavië, Duitsland, België en Italië) en gelden voor alle 

Europese klimaten. 

De onderzoekers concludeerden dat de aanwezigheid van hout 

voor een aanzienlijk stabielere luchtvochtigheid zorgt in vergelijking 

met ruimtes met weinig of geen hout. 

De relatieve luchtvochtigheid - het luchtvochtgehalte bij een 

bepaalde temperatuur - speelt een hoofdrol in de relatie tussen 

hout en het leefklimaat. Wij voelen ons het 

best bij een relatieve luchtvochtigheid tussen 

45% en 65%. 

Een relatieve luchtvochtigheid die buiten deze 

comfortzone valt, beïnvloedt onze gezondheid. 

Een hoge relatieve luchtvochtigheid bezorgt 

ons een onaangenaam gevoel en kan in bepaalde gevallen onze 

gezondheid schaden. Bij een lage luchtvochtigheid drogen de 

slijmvliezen uit en neemt het risico op infecties toe. Des te meer 

hout gebruikt is voor de binneninrichting van een woning of 

gebouw, des te doeltreffender wordt het binnenklimaat gestabiliseerd 

en blijft de relatieve luchtvochtigheid binnen de grenzen 

van de comfortzone. 

Het rechtstreekse gevolg is dat schimmels, huisstofmijten, 

virussen en bacteriën minimaal actief zijn. Daardoor verkleint 

de kans op allergische rhinitis, astma en infecties van de luchtwegen 

aanzienlijk. De onderzoeksresultaten zijn gebaseerd op 

Is hout een 

ecologische keuze? 

Jazeker! 

2. Hoe helpt u uw klant de juiste houtsoort 

kiezen voor een vloertoepassing? 

Bij de keuze van de houtsoort tellen zowel technische als esthetische 

aspecten. 

Technische aspecten zijn onder meer 

de plaats waar de houten vloer komt te 

liggen en de intensiteit van het beloop. 

Deze aspecten spelen een rol bij de 

keuze van de houtsoort en de afwerking 

van de vloer. Voor het vervaardigen van 

hoogkwalitatieve houten vloeren komen heel wat Europese en 

exotische, niet-schaarse houtsoorten in aanmerking. 

Harde(re) houtsoorten zoals bijvoorbeeld Europees eikenhout 

(700 kg/m³), Amerikaans wit eikenhout (750 kg/m³), Amerikaans 

rood eikenhout (700 kg/m³), beuk (700 kg/m³), esdoornhout 

(650 kg/m³), essenhout (700 kg/m³), jatoba (900 kg/m³, 

bijvoorbeeld geschikt voor een museum, restaurant of winkel), 

afzelia (800 kg/m³), merbau (800 kg/m³), tasmanian oak, teak, 

basralocus, bubinga (850 kg/m³), guatambu (800 kg/m³) , itauba, 

mutenyé (800 kg/m³), purperhart, sapelli, sipo, … zijn zeer 

geschikt voor drukbelopen ruimtes. 


Dossier 

nieuwe houtsoorten 

vloeren 

Zachte(re) houtsoorten komen in aanmerking voor ruimtes met 

een minder druk beloop. 

Grenen (500 kg/m³) is bijvoorbeeld bijzonder geschikt voor slaapkamers 

en ook voor lofttoepassing. Ook andere zachte houtsoorten 

zijn geschikt: vuren (450 kg/m³), oregon (500 kg/.m³), 

Southern Yellow Pine (540 kg/m³), (Siberisch) lorkenhout (600 kg/ 

m³), pin des Landes (620 kg/m³), Western hemlock (450 kg/m³). 

Esthetische aspecten: 

Hout heeft een warme uitstraling en doet het zowel in een 

klassiek als in een minimalistisch interieur goed. Liefhebbers 

van een hedendaagse woninginrichting verkiezen ongetwijfeld 

strakke, knopenvrije houten vloeren. Wie een meer knusse 

sfeer verkiest, zal zich eerder aangesproken voelen door de 

rustieke(re) varianten met meer knopen in het hout. 

3. De keuze inzake houtsoorten is groot 

Er zijn uiteraard de gekende houtsoorten, maar er zijn ook minder 

bekende, nieuwere houtsoorten die het ontdekken waard zijn. 

3.1. Bekende houtsoorten 

Bubinga (850 kg/m³) 

- Bubinga is een decoratieve houtsoort, met een roodachtig 

bruine tot violette kleur en wordt vaak gebruikt als prijsvriendelijk 

alternatief voor palissander. 

- Het laat zich goed verwerken en afwerken voor allerlei 

binnentoepassingen zoals parket. 

Cumaru (1070 kg/m³) 

- Cumaru is uiterst decoratief met zijn geel- tot roodbruine 

kleur, meestal doorspekt met geelrode aderen; 

- Kort na de bewerking heeft het een zwakke vanillegeur; 

- Het kernhout is zeer duurzaam (natuurlijke duurzaamheidsklasse 

I); 

- Vanwege het risico op korstvorming, barsten en vervormingen, 

dient het drogen langzaam te gebeuren. 

Door de hoge volumieke massa laat cumaru zich wat moeilijk 

bewerken. Het schaven verloopt probleemloos en levert, behalve 

bij sterke kruisdraad, een zeer glad oppervlak op. 

Mutenyé (800 kg/m 3 ) 

- Het kernhout is geelbruin tot donkerbruin en heeft een hoge 

natuurlijke glans; 

StoFVRiJ ScHuREn, maak uw kEuzE. 

uw SPEciaLiSt in PaRkEtbEnoDiGDHEDEn 

bona 

numatic 

aLVakEt belgium - industriepark 1215 - 3545 Halen - t 013 55 22 04 - F 013 55 20 05 - www.alvaket.be 


7

Dossier 

- Kleurloos afgewerkt Mutenyé krijgt met de tijd zijn typische 

natuurlijke patine; 

- Het kernhout is matig duurzaam (natuurlijke duurzaamheidsklasse 

III). 

Hier loont het de moeite om aan te stippen dat deze houtsoort 

net als bubinga en cumaru zeer geschikt is voor bijvoorbeeld 

winkelvloeren. 

Amerikaans notenhout 

- Geaderd kernhout, violetbruin door stoombehandeling in 

land van herkomst; 

- Witachtig spinthout, benadert de kleur van het kernhout na 

stoombehandeling; 

- Het kernhout is matig duurzaam (natuurlijke duurzaamheidsklasse 

III) en het spinthout is niet duurzaam (natuurlijke 

duurzaamheidsklasse V). Bepaalde toepassingen vereisen een 

preventieve behandeling volgens procedé A1; 

- Voor divers binnenschrijnwerk en parket. 

Europees notenhout 

- Geaderd grijsbruin kernhout (niet violet); 

- Witachtig spinthout met overgangsfase. 

- Het versgezaagde kernhout heeft een vaalbruine kleur, maar 

onder invloed van licht evolueert dat snel naar paarsblauw. 

Met een degelijke afwerking blijft die kleur, onbewerkt evolueert 

ze binnen naar bruin; 

- De afwerking verloopt goed. Wilt u de paarsblauwe kleur zo 

goed mogelijk behouden? Sluit het hout dan, onmiddellijk 

na de verwerking, goed van de lucht af met een degelijke 

afwerking (vernis of was). Een behandeling met (citroen)zuur 

haalt die kleur weer op als ze verminderd is. 

Wengé 

- Melkchocoladekleurig hout met fijne adertjes; 

- Het kernhout is duurzaam (natuurlijke duurzaamheidsklasse II) 

- Deze houtsoort is iedere parketplaatser ongetwijfeld bekend, 

maar een interessante tip voor Wengé: gebruik steeds een poriënvuller 

voor u het hout afwerkt. Kies als binnenafwerking 

een vernis met UV-filter om de verbleking te vertragen. 

- Wengé is zeer geschikt voor binnentoepassingen zoals parket, 

meubels en trappen. 

Zebrano 

Purperhart 

- Dit hout heeft een fraaie paarsblauwe kleur; 

- Typerende decoratieve zebra-achtige tekening 

- Nat zebrano verspreidt een onaangename geur die na het 

drogen verdwijnt. 

- Natuurlijke duurzaamheidsklasse II (duurzaam) 

- De oppervlakafwerking is matig tot goed, afhankelijk van de 

hoeveelheid gommen die het hout bevat. 

3.2. Nieuwere, minder bekende houtsoorten 

Het loont bijzonder de moeite om aan u als parketplaatser 

enkele voorbeelden van nieuwere, minder bekende houtsoorten 

voor te stellen: 

Arura vermelho 

- Het kernhout van arura vermelho is lichtbruin, roodbruin 

tot donkerpaarsbruin met soms fijne, donkere aderen of 

strepen. 

- Het kernhout is matig duurzaam tot duurzaam (natuurlijke 

duurzaamheidsklasse II-III), 

- Voornamelijk voor buitenschrijnwerk (ramen en deuren); 

- Ook mogelijk voor vloeren. 

Notenhout © zonedertig 

Macassar ebony 

- Zeer decoratieve en exclusieve houtsoort; 

- Licht- tot chocoladebruin met donkerbruine, zwarte of witte 

strepen; 

- Het hout heeft een fijne nerf; 


EEnvoudig trappEn rEnovErEn? 

Quick•Step ® staat niet alleen voor de kwalitatieve laminaat- en parketvloeren. 

Met het nieuwe inCiZo ® trapprofiel geef je een trap in minder dan een dag een 

compleet nieuw, duurzaam en stijlvol uitzicht. Bekijk de video op onze website 

www.quick-step.com 

gebruik vanaf nu hetzelfde Quick•Step ® profiel voor alle afwerkingsmogelijkheden van uw trap.

Dossier 


I) 

- Een snijhoek van 20° is aanbevolen voor een glad oppervlak. 

Faveira amargosa 

- Als het kernhout vers gezaagd is, kleurt het aanvankelijk 

geel, maar dat donkert snel na tot mooi donkerbruin; 

- Rond de vaten is parenchym aanwezig, waardoor deze houtsoort 

fijne, maar opvallende lichte strepen vertoont; 

- Het kernhout situeert zich in natuurlijke duurzaamheidsklasse 

II-III; 

- Het schaven dient traag en na het KD drogen te gebeuren om 

een glad, niet-pluizig oppervlak te verkrijgen. 

© Belgian Woodforum Arch Bernd Frick 

Niové 

- Heeft een variabele kleur, van licht oranjegeel tot donker 

roodbruin; 

- Zeer fijne nerf; 

- Polyvalente houtsoort; 

- Pas bewerkt niové heeft een peperachtige geur die na het 

drogen verdwijnt. 


I); 

- Voor buitentoepassingen moet de niet-duurzame overgangszone 

tussen kern- en spinthout worden verwijderd; 

- Voorboren is noodzakelijk omdat niové hard en glasachtig is; 

- Door de zeer fijne nerf laat deze houtsoort zich glad afwerken. 

Hier loont het de moeite om te vermelden dat de houtsoort 

(densiteit ong. 900 kg /m 3 ) in aanmerking komt voor (drukbelopen) 

vloeren zoals in musea, openbare ruimtes, winkels, enz… 

Olijfhout 

- De kleur is geelgrijs tot geelbruin. Door de aanwezigheid van 

donkerbruine tot zwarte strepen heeft olijfhout een fraaie 

tekening. 

- Is geschikt om vloeraccenten te leggen. 

- De draad is golvend of gekruist; 

- Zeer duurzaam (natuurlijke duurzaamheidsklasse I); 

- Aangezien pau rosa hard en vrij glasachtig is, is voorboren 

bij nagelen en schroeven noodzakelijk. 

4. De trends 

Houten vloeren vallen in de smaak. Een vloer bepaalt mee de 

uitstraling en sfeer van een ruimte. De algemene interieurtrends 

die zich aftekenen zijn ook van toepassing op houten 

vloeren. Dit zijn de opvallendste: 

- Eclecticisme viert hoogtij. Eclecticisme is een duur woord 

om aan te geven dat men zich niet langer beperkt tot één 

bepaalde stijl, maar zijn interieur vorm geeft door verschillende 

stijlen te combineren. Men haalt het beste uit verschillende 

stijlen en brengt diverse elementen met karakter 

samen in een nieuwe mix. Hout heeft karakter. Dat maakt 

dat een houten vloer zijn plaats heeft in deze trend. 

- Dit brengt ons bij een tweede trendgegeven: de behoefte om 

te personaliseren is groot. Het strikt volgen van een bepaal- 

Madagascar palissander 

- Een zeer wisselende kleur, zelfs binnen één stam, is typerend 

voor deze houtsoort. Zo varieert het kernhout van geelbruin 

tot roodachtig paars, soms is het bijna zwartgekleurd of 

geaderd; 

- Door zijn typische rozengeur soms ook rosewood genoemd; 

- Zeer decoratieve, exclusieve houtsoort met fijne structuur; 

- Natuurlijke duurzaamheidsklasse I (zeer duurzaam); 

- Vrij moeilijk manueel te bewerken; 

- Voorboren is noodzakelijk. 

Pau rosa 

- Het kernhout vertoont een rode tot paarse kleur; 

- Lijkt uiterlijk op donkere palissander en bubinga; 

© Lignum 


Dossier 

de stijl is passé. Men voegt nu elementen van verschillende 

stijlen samen en creëert zo een heel persoonlijke, eigen stijl. 

Ook dit gegeven is houten vloeren op het lijf geschreven. 

Met houtsoorten en afwerking bijvoorbeeld kan men zich gemakkelijk 

onderscheiden en zijn interieur een persoonlijke 

invulling geven. 

snel aan vervanging toe. In vergelijking met andere grondstoffen 

vraagt hout aanzienlijk minder energie voor de verwerking 

tot houten vloer. Op het einde van zijn levensduur kan hout 

herbruikt, gerecycleerd of als groene brandstof benut worden. 

Zelfs de kleinste houtspaanders kunnen aangewend worden 

voor de productie van bijvoorbeeld spaanplaat. 

- Een derde trend die sterk leeft is de herwaardering van, de 

terugkeer naar natuurlijke, pure, authentieke materialen. 

Het spreekt voor zich dat deze trend houten vloeren als gegoten 

zit. 

- Tot slot hebben ook duurzaamheid en ecologisch bewustzijn 

een steeds belangrijker impact. Ecologie en duurzaamheid 

krijgen niet langer het etiket ‘geitenwollensokken’ 

opgekleefd. Integendeel: nieuwe trendbegrippen als eco-chic 

vinden ingang. Het duurzame karakter van houten vloeren 

en de ontwikkelingen inzake milieuvriendelijke afwerkingsproducten 

passen helemaal in dit verhaal. 

Wanneer we het hebben over ecologisch bewustzijn en duurzaamheid 

kunnen we niet om ecolabels heen. De twee meest 

bekende zijn PEFC en FSC. Ecolabels zijn in het leven geroepen 

om duurzaam bosbeheer herkenbaar te maken en wijzen erop 

dat het hout aantoonbaar duurzaam werd gewonnen en deel 

uitmaakt van programma’s die duurzaam bosbeheer vooropstellen. 

Vanuit het oogpunt duurzaamheid is het een absolute noodzaak 

om milieubewust om te gaan met hout en houtwinning. 

Het hoeft dan ook niet te verbazen dat de vraag naar gelabeld 

hout groeit. 

Bij het horen van deze trendevoluties denkt u misschien: dit is 

niets voor mij. Het tegendeel is waar. Deze trendevoluties bieden 

heel wat nieuwe kansen voor u als parketplaatser. Met uw 

vakkennis en kennis inzake de mogelijkheden van houtsoorten 

en afwerking heeft u sterke troeven in handen waarmee u uw 

toegevoegde waarde als vakman in de verf kan zetten. 

Met dank aan: Belgian Woodforum – www.hout.be 

Uiteraard speelt het budget van uw klanten steeds een rol. Dit 

kan u ervaren als een beperking, maar u kan het ook zien als 

een kans om uw kennis uit te spelen, want ook met minder 

bekende en interessant geprijsde houtsoorten zijn er mooie, 

verrassende realisaties mogelijk. 

hIgh qualITy wooDCaRe PRoDuCTs 

Keuze in overvloed, zowel qua houtsoorten als qua aanbod 

van kant-en-klare en nog af te werken parketvloeren. Zoals u 

genoeg bekend zijn ook inzake afwerking de mogelijkheden 

groot. 

Het Belgian Woodforum nodigt u uit om verder te durven 

kijken dan datgene waarmee u al jaren vertrouwd bent. Informeer 

u en laat u inspireren door de vele en vooral onbekende 

mogelijkheden die hout biedt. U zal merken dat het loont. 

5. Een laatste actuele vraag: is hout 

ecologisch een juiste keuze? 

Wie zijn woninginrichting ecologisch wil aanpakken, zit goed 

met hout. Hout is niet alleen een uniek natuurlijk hernieuwbaar 

bouwmateriaal, het onttrekt bovendien CO 2 

aan de atmosfeer 

en remt zo het broeikaseffect rechtstreeks af. Hout is een 

stevig materiaal met een lange levensduur en daardoor minder 

Ciranova heeft een uitgebreid gamma buitenproducten voor hout. Met 

Ciranova Groene aanslag verwijderaar en de Ontgrijzer kan u hout voorbehandelen. 

Om hout kleurloos te beschermen hebben wij Teak-olie, 

Ecoteak en de Woodprotector. Wenst u uw hout liever te kleuren dan kan 

u gebruik maken van Aquafix Lasur, Decolasur en onze Ecoprotector. 

Meer info op www.ciranova.be 

Produced by Debal Coatings nv 

Industrieweg 29 - 8800 Roeselare - T +32 (0)51 30 11 40 -ciranova@ciranova.be 


11

Vakkennis 

VOCHTMETING 

Wie parket wil plaatsen, dient ermee rekening te houden dat 

de ondergrond blijvend droog hoort te zijn. Men veronderstelt 

dat de vakman de nodige vochtmetingen uitvoert voor hij met 

het plaatsen van de vloerbedekking start. Ergens heeft iedereen 

al wel eens van de calciumcarbidemetingen gehoord. In de 

volksmond is deze meting ook wel gekend als carbuurmeting. 

Hoewel het meetprincipe gekend is, moeten we in de praktijk 

vaststellen dat men gemakkelijkheidshalve elektronisch meet. 

Nochtans wordt in de Technische Voorlichting 218, Parket en 

houten vloeren, uitgegeven door het WTCB, de CM-meting 

als meest nauwkeurige meetmethode op de werf naar voren 

geschoven. De resultaten van deze meetwijze worden best 

schriftelijk overgemaakt aan bouwheer en of architect. Tegenwoordig 

kan dit uiteraard via een mailbericht. 

Hou er wel rekening mee dat men meet voor zichzelf en niet 

voor de opdrachtgever. Het is uiteindelijk de aannemer die 

de verantwoordelijkheid draagt als hij de werken aanvat. 

Vochtmetingen behoren tot de voornaamste controles van de 

ondergrond. 

Heel wat collega's zitten met vragen over de meting. Hoe diep 

moet men meten? Hoe lang moet men wachten vooraleer men 

de waarde kan aflezen? Moet er een vochtscherm aanwezig 

zijn? Moet het vochtscherm aan de randen opgetrokken worden? 

Heel wat vragen waarop we aan de hand van de teksten 

van de TV 218 een antwoord zullen bieden. 

Droge ondergrond 

methode is uiteraard niet erg praktisch. 

Het maximaal restvochtpercentage van de totale vloeropbouw 

mag niet hoger zijn dan de maximale waarden in de tabel voor 

cementgebonden ondergronden. 

Maximaal toegelaten restvochtgehalte 

cementgebonden dekvloer 2,5% 

zonder vloerverwarming 

Hout is een vochtgevoelig materiaal en door de verschillende 

manieren van afwerken kan dit ook sterk dampremmend zijn. 

Dit heeft tot gevolg dat de ondergrond voldoende droog moet 

zijn. Voor cementgebonden ondergronden mogen de gemeten 

waarden de maximale restvochtpercentages in onderstaande 

tabel niet overschrijden. Met ondergrond wordt uiteraard niet 

alleen de dekvloer bedoeld. De ganse onderliggende constructie 

dient in aanmerking genomen te worden. Zowel ter plaatse 

gestorte betonnen draagvloeren, welfsels als uitvullingslagen 

moeten gemeten worden. Bij nieuwbouw moet men er 

rekening mee houden dat het volledig uitdrogen van beton 

meerdere jaren in beslag kan nemen. Bovendien is het bepalen 

van het vochtgehalte van beton niet mogelijk met de CMmethode. 

De samenstelling en volumieke massa van sommige 

uitvullingslagen en betonvloeren wijkt immers sterk af van die 

van de normale dekvloeren. De bepaling van het vochtgehalte 

van deze lagen gebeurt best met de droogstoofmethode. De 

bepaling van het vochtgehalte gebeurt door het verwarmen 

van het proefmateriaal tot er geen gewichtsverandering meer 

zal optreden. Het restvochtpercentage is de verhouding tussen 

het aanvangsgewicht van het staal en het eindgewicht. Deze 

cementgebonden dekvloer 2,0% 

met vloerverwarming 

Blijvend droog 

Niet alleen op het ogenblik van de plaatsing dient de dekvloer 

voldoende droog te zijn. Herbevochtiging door vocht afkomstig 

uit volle grond of onderliggende lagen dient men te vermijden. 

Men kan hiervoor best een membraan aanbrengen tussen 

dekvloer en ondergrond. 

In de TV 218 wordt vermeld dat er enkel in geval van een 

reeds bestaande en volledig droge draagconstructie voor een 

hechtende dekvloer kan gekozen worden. Als er geen scheidingsfolie 

aangebracht werd, dient men er steeds rekening mee 

te houden dat vochttransport uit de onderliggende, nog niet 

geheel uitgedroogde, lagen mogelijk is. 

Een PE-folie met een minimale dikte van 0,2 mm kan de wachttijden, 

die soms tot meerdere jaren kunnen oplopen, beperken. 


Vakkennis 

Bovendien dient de parketlegger het restvochtgehalte van de 

ondergrond enkel te controleren tot op de hoogte waar het 

membraan werd aangebracht. 

Meten van cementgebonden dekvloeren met 

de calciumcarbidemethode 

Met een manometer kan men de gasdruk gaan meten. Hoe 

meer vocht in het staal aanwezig is, hoe hoger de gasdruk. 

De afgelezen waarde en het gewicht van het proefstaal komen 

overeen met een bepaald restvochtpercentage. 

Methode 

In de TV 218 wordt de standaard methode schematisch weergegeven. 

Hieronder volgt een bondige beschrijving van het 

principe en de methode. 

Principe: 

Een koffer voor calciumcarbidemetingen bevat steeds het 

volgende: 

− een drukvat met manometer (analoog of digitaal) 

− schotel om dekvloermateriaal te vergruizen 

− hamer en beitel 

− stalen kogels 

− carbide in glazen kokers 

− reserve dichtingsringen 

− een weegschaal 

− een borstel voor het reinigen van het drukvat 

− tabel met corresponderende restvochtpercentages 

− een koffielepeltje 

In een kamer wordt op een drietal plaatsen materiaal aan de 

dekvloer ontnomen. Eén meting in de randzone is noodzakelijk 

omdat daar de droging steeds trager verloopt. De overige 

metingen worden uitgevoerd waar de dekvloer wat dikker uitgevoerd 

werd. Een elektronische vochtmeter kan interessante 

plaatsen helpen bepalen. 

Met hamer en beitel wordt dekvloer weggenomen. Boren is 

uitgesloten omdat door de warmteontwikkeling het resultaat 

beïnvloed wordt. Men gaat steeds tot op volle diepte, tot aan 

het vochtscherm. Onderaan de dekvloer kan het vocht moeilijker 

verdampen. 

Vervolgens gaat men het ontgonnen materiaal vergruizen in de 

stalen schotel. Hoe fijner het te meten materiaal, hoe nauwkeuriger 

de meting. 

Met de weegschaal kan men het staal nauwkeurig afwegen. 

Men werkt meestal met stalen van 20 gr. 

Nadien wordt het afgewogen staal samen met de stalen kogels 

in het drukvat gebracht. De glazen huls met het carbide wordt 

als laatste toegevoegd. De stop met manometer wordt op de fles 

gezet en zorgvuldig afgesloten. 

Het principe is gebaseerd op het contact tussen vocht in het 

weggenomen dekvloermateriaal en de calciumcarbide. Wanneer 

beide vermengd worden ontstaat er een gas (acetyleen). 

Gedurende 1 minuut moet men krachtig schudden met het 

drukvat. De stalen kogels kunnen de glazen huls breken zodat 

de reactie tussen het dekvloermateriaal en het calciumcarbide 

kan plaatsvinden. Na een vijftal minuten wordt nogmaals 

krachtig geschud. Hou de drukfles steeds rechtop om geen stof 

in de manometer te brengen. Na minimaal 10 minuten kan de 

waarde afgelezen worden. Het overeenstemmende restvochtpercentage 

kan aan de hand van de tabel bepaald worden. 

Na elke meting moet de fles voorzichtig geopend worden en 

gereinigd met het borsteltje. 


Vakkennis 

Opmerking 

Sommige fabrikanten van sneldrogende dekvloeren stellen een 

alternatieve meetmethode voor. Dit is een methode die nog 

niet door het WTCB goedgekeurd werd. Gebruik steeds de hierboven 

beschreven manier of zorg voor de nodige schriftelijke 

garanties van de betrokken fabrikant. 

Interpretatie van de 

resultaten 

Als men alle meetwaarden verzameld 

heeft kan men ze gaan interpreteren. Alle 

waarden dienen afzonderlijk beoordeeld 

te worden. Er mag geen gemiddelde 

berekend worden. Wanneer alle waarden 

onder de maximaal toegelaten restvochtwaarden 

zitten, kan men starten met de 

parketwerken. 

Zijn er waarden die hoger liggen, dan moeten de 

werken uitgesteld worden of kan men kiezen voor 

een aan de omstandigheden aangepast chemisch vochtscherm. 

BESLUIT 

In nieuwbouw komen enkel niet- hechtende dekvloeren in aanmerking 

als geschikte ondergrond voor parket. 

Dit geldt zowel voor vloeren op het gelijkvloers als voor vloeren 

op de verdieping. Om herbevochtiging vanuit onderliggende 

lagen te vermijden dient er steeds een vochtscherm 

van 0,2 mm net onder de dekvloer aangebracht te 

worden. Hierdoor krijgt men ook een aanzienlijke 

reductie van de droogtijd. 

Als er geen geschikt membraan geplaatst 

werd tussen dekvloer en draagconstructie 

of uitvullingslagen, dient de volledige 

vloeropbouw voldoende droog te zijn. De 

bepaling van het restvochtpercentage kan 

enkel met de droogstoof in het labo. Informeer 

steeds naar de kosten van een dergelijke 

vochtmeting. Meer info hierover bij de dienst 

technisch advies van het WTCB. 

Vochtmetingen van de cementgebonden dekvloer worden 

met de calciumcarbidefles uitgevoerd. Denk aan een correcte 

interpretatie van de resultaten. Meetresultaten en bijhorende 

adviezen steeds schriftelijk bevestigen. 

natuurlijke schoonheid – 

boen stonewashed collection 

the art of hardwood flooring 

BOEN BENELUX, 2520 Oelegem 

België, T: 03 355 11 70 

www.boen.com 


15

Afwerkingstechniek 

Buitenhout: behandelen of 

Een houten terras, of beter buitenparket, is dezer dagen 

in. Met de zomer in zicht is menig tuin- of terrasliefhebber 

reeds druk in de weer met het reinigen en herbehandelen 

van stenen en houten terrassen of gevels. Het aanbod van 

mogelijkheden voor de behandeling van buitenhout zijn 

echter sterk verruimd. Wij overlopen ze even voor u! 

Gevelbekleding 

Er zijn inmiddels verschillende producten op de markt voor de 

buitenafwerkingen. Er zijn producten specifiek voor gevelbekleding 

en specifiek voor vloerbedekkingen zoals terrassen. 

Een derde mogelijkheid is een systeem waarbij eerst een 

primer wordt aangebracht. Die beschermt het hout tegen UVinvloeden 

en tegen schimmelvorming. Dit geeft ook een lange 

levensduur, gecombineerd met een eenvoudig onderhoud 

zoals de verzadigingsoliën. Tegenwoordig kan de behandeling 

reeds aangebracht worden voor de plaatsing van de gevelbekleding. 

Hierdoor behoort het lastige en tijdrovende karwei van 

de behandeling ter plaatse tot het verleden. De behandeling 

gebeurt dan machinaal op een daartoe voorziene afwerkingslijn 

bij een loonlakker. Belangrijkste aspect bij de keuze om de 

Bij gevelbekleding speelt vooral het esthetische aspect een rol. 

De typische bruine kringen en vlekken zijn een veel voorkomend 

probleem bij gevels en dit kan sterk af breuk doen aan 

het uitzicht. 

Hier kan een afwerking van de gevelbekleding de oplossing bieden. 

Verschillende merken voorzien een afwerking in 2 of meer 

dekkende lagen. Dit systeem heeft een vrij lange levensduur, 

gevelbeleding te behandelen is meestal de mogelijkheid om te 

kunnen kiezen uit de vele beschikbare kleuren van grijstinten 

tot zwarte kleuren en blekere naturelle tinten. 

Terrassen 

© terras in ipé Hoebeek 

3 à 5 jaar. Daarna dient zich een vrij intensieve herbehandeling 

aan. Het geheel dient geschuurd en opnieuw “geschilderd” te 

worden. Een alternatief hiervoor zijn verzadigingsoliën die in 1 

of meerdere lagen dienen aangebracht te worden. Deze hebben 

doorgaans een minder lange levensduur maar het onderhoud 

kan eenvoudiger gebeuren. Grondig reinigen van de terrasplanken 

en opnieuw behandelen is voldoende. 

Bij terrassen ligt het enigszins anders. Voor terrassen is immers 

een hogere slijtvastheid nodig. Ze blijven doorgaans ook langer 

nat na een regenbui. Voor terrassen worden geen dekkende 

afwerkingen gebruikt. Hier kan met best werken met een 

verzadigingsolie of een 2-lagen systeem bestaande uit primer 

en afwerkingslaag. De afwerkingslaag bij dit laatste systeem is 

verschillend van het product gebruikt voor de gevelbekleding. 

De slijtvastheid is hoger. De kleur wordt reeds in de primer 

aangebracht en de afwerkingslaag is doorgaans transparant en 

in 2-componenten te verwerken. 

Door het aanbrengen van een kleurolie of primer kan men de 

oorspronkelijke kleur van het hout lang behouden en wordt 


Afwerkingstechniek 

toch maar laten vergrijzen? 


het vergrijzen tegengegaan. Bij terrassen wordt meestal gekozen 

voor een behandeling omwille van het behoud van het 

natuurlijke uitzicht van het hout, dus om het vergrijzen tegen 

te gaan. 

Alle afwerkingen hebben echter één zaak gemeen: zij moeten 

ademend zijn, teneinde schommelingen in het vochtgehalte te 

kunnen toestaan. 

Reiniging 

EXIGEZ LA MARQUE 

Fabrikant van regelbare vloerdragers voor terrassen in hout 

Nieuwe regelbare vloerdragers 

vanaf 28 tot 42 mm 

Beschikbaar vanaf begin november 

Tot slot nog een laatste bemerking. Het reinigen van terrassen 

of gevels met een hogedrukreiniger is echt wel uit den boze. 

Hierdoor krijgt het hout het zeer zwaar te verduren. Het zachte 

hout wordt weggestraald door de hoge druk. Hierdoor erodeert 

het hout en wordt het nog meer gevoelig aan mosgroei en dus 

ook aan verrotting. 

Er bestaan verschillende terrasreinigers. Producten die het hout 

terug hun originele kleur bezorgen. Hierna kan dan opnieuw 

een bescherming aangebracht worden. 

Regelbare balksteun van 

35 tot 90mm 

Vaste balksteun 

van 65 mm 

• Beschikbaar vanaf begin 

november 

• Ook verkocht per 

eenheid 

• Transport georganiseerd 

door BUZON 

Tante Kaat geeft ons nog volgende goede raad mee: een grote 

scheut bleekwater en een halfharde schuurborstel kan ook al 

wonderen doen. Een laatste mogelijkheid is het schuren van 

de terrasdelen met een bandschuurmachine om zodoende 

opnieuw van een nieuw terras te kunnen genieten. 

Door: Lodewijk Kiekens 

BPI Buzon Pedestal International s.a. 

Z.I. des Hauts-Sarts Zone 1 • Prolongement de la rue de l’Abbaye, 134 

B-4040 Herstal • Belgique - Europe • Tl +32 (0)4 248 39 83 - Fax +32 (0)4 264 82 38 

info@buzon.eu - www.buzon.eu 

juni/juin 2011 ■ 

BC_90x133_nl_bc02.indd 1 

Parket-Parquet 

17/09/2010 10:07:17 

17

Focus 

Lijmen 

voor houten vloerbedekkingen 

Het beschikbare lijmgamma voor de parketlegger heeft de 

afgelopen jaren een aantal grondige evoluties gekend. Zo 

zijn er diverse nieuwe lijmtypes op de markt verschenen 

(zoals de MS-polymeerlijmen (1) of de zogenaamde ‘hybride’ 

lijmen), terwijl bepaalde andere lijmtypes (bv. alcohollijmen) 

– gelet op hun minder goede prestaties of hun schadelijkheid 

voor het milieu – langzaam maar zeker aan het 

verdwijnen zijn. Als gevolg van deze grote diversiteit is het 

voor de parketlegger niet altijd even eenvoudig om een lijm 

te kiezen waarmee hij zijn klant een systeem kan aanbieden 

dat duurzaam is in de tijd. Dit artikel heeft tot doel om de 

verschillende op de markt beschikbare parketlijmen op een 

rijtje te zetten en dieper in te gaan op het referentiesysteem 

dat erop van toepassing is. 

De verschillende lijmtypes en hun uitvoering 

De courante parketlijmen kunnen al naargelang van hun 

samenstelling in drie grote groepen ingedeeld worden: lijmen 

in waterige dispersie (witte lijmen), polyurethaanlijmen (één- of 

tweecomponentenlijmen) en polymeerlijmen (MS-polymeerlijmen, 

SPUR-lijmen en andere hybride technologieën). Er kan 

ook – zij het in mindere mate en enkel in speciale gevallen – 

gebruik gemaakt worden van epoxylijmen en poederlijmen. De 

toepassing van alcohollijmen, wat vroeger zeer populair was, 

kent tegenwoordig echter een zekere terugval, die voornamelijk 

toe te schrijven is aan hun schadelijkheid voor het milieu. 

De meeste parketlijmen worden aangebracht met een getande 

lijmspatel, waarvan de karakteristieken (diepte, breedte en tussenafstand 

van de tanden) afhankelijk zijn van de ondergrond, 

de gekozen vloerbedekking en het lijmtype 

norm geen aanleiding geeft tot de CE-markering). 

De norm NBN EN 14293 beschrijft de proefmethoden voor alle 

lijmtypes die gebruikt kunnen worden voor de verlijming van 

parket en gelijkaardige houten vloerbedekkingen op een ondervloer 

en geeft eveneens een cijferwaarde op voor de verschillende 

prestatie-eisen. De norm bevat evenwel geen specificaties 

of aanbevelingen voor het ontwerp en de uitvoering van houten 

vloerbedekkingen. Voor deze aspecten dient men terug te grijpen 

naar de TV 218. 

Het onderscheid tussen stijve en soepele 

lijmen 

Wat betreft de bepaling van de afschuifsterkte, legt de norm 

verschillende minimale eisen op naargelang het gaat om een 

stijve dan wel om een soepele lijm. Dit onderscheid getuigt van 

de twee manieren waarop het gedrag van een houten vloerbedekking 

in de tijd benaderd kan worden : 

• beperking van de bewegingen van het hout : stijve lijmen 

• toelating van de relatieve bewegingen van het hout (in zekere 

mate) : soepele lijmen. 

Stijve lijmen 

Indien men de bewegingen van het hout wenst te beperken, 

moet de lijm zeer goede fysische en mechanische eigenschappen 

vertonen. Dergelijke lijmen worden dan ook gekenmerkt door 

een hoge breuksterkte en een geringe rek. Als gevolg van hun 

goede hechting en hoge stijfheid zullen deze lijmen de ondergrond 

sterker belasten indien het hout dimensionale vervormingen 

ondergaat (zie afbeelding). 

De Duitse norm DIN 281, waarnaar veelvuldig verwezen wordt 

in de TV 218, vormde jarenlang het enige referentiedocument 

waarmee het mogelijk was om parketlijmen te karakteriseren. 

Om deze lacune te verhelpen, publiceerde het Europese Technische 

Comité CEN TC 193 ‘Adhesives’ in 2006 de norm NBN EN 

14293 met betrekking tot parketlijmen. Hoewel we nu reeds vier 

jaar verder zijn, is deze norm nog altijd niet genoeg gekend door 

de sector. Dit is waarschijnlijk toe te schrijven aan het feit dat 

het hier niet gaat om een geharmoniseerde norm (d.w.z. dat de 

Loskomen van de oppervlaktelaag 

Dit lijmtype vergt bijgevolg een ondergrond met een goede 

cohesie om de duurzaamheid van het systeem in de tijd te kunnen 

waarborgen. Bij gebruik van stijvere lijmtypes geniet een 


Focus 

ondergrond met een oppervlaktecohesie van minstens 0,8 N/ 

mm² dan ook de voorkeur om de bewegingen van het hout te 

beperken. 

Indien het hout echter uitgesproken bewegingen vertoont, zullen 

de hieruit resulterende hoge spanningen zich ook voortplanten 

doorheen de vloerbedekking zelf, waardoor deze laatste 

uitgroeit tot de zwakste schakel bij gebruik van een ondergrond 

en een lijm met zeer goede prestaties. Deze spanningen kunnen 

bijvoorbeeld aanleiding geven tot scheurvorming in de vloerbedekking 

indien het hout een overmatige krimp vertoont als 

gevolg van een te lage omgevingsvochtigheid (RV < 25 %). 

Bij wijze van informatie stelt onderstaand afbeelding de gemiddelde 

oppervlaktecohesie van de verschillende ondergronden 

voor waarmee de parketlegger geconfronteerd kan worden. 

Soepele lijmen 

Afbeelding Gemiddelde oppervlaktecohesie 

Indien men de relatieve bewegingen van het hout in zekere 

mate wil toelaten, dient de lijm een hoge elasticiteit te vertonen 

die in staat is om de spanningen vanuit de ondergrond en de 

vloerbedekking op te vangen. Vermits de krachten die hier in 

het spel zijn minder groot zijn, mag de lijm een lagere sterkte 

hebben (net genoeg om het loskomen te vermijden). 

Gelet op de eigenschappen van de lijm zal de ondergrond minder 

belast worden. Dit lijmtype geniet dan ook de voorkeur bij 

dekvloeren met een lagere cohesie. Het resultaat van het gebruik 

van een oneindig elastische lijm zou op zijn beurt vergelijkbaar 

zijn met dat van een niet-hechtende plaatsing, wat niet aangewezen 

is voor een groot aantal houten vloerbedekkingen. Om 

de verschillende voordelen van dit lijmtype – en dan vooral 

zijn elasticiteit – ten volle tot hun recht te doen komen, dient 

men de plaatsingsvoorschriften uit de TV 218 nauwgezet op te 

volgen. Hierbij dient men bijzondere aandacht te besteden aan 

de uitvoering van de voegen en de door de fabrikant voorgeschreven 

lijmhoeveelheid. De toepassing van een te dunne of 

Lijmpistool voor parketlijm: BASIBOND 

Tot 10 keer snellere 

verlijming dan met lijmkam 

Comfortabele rechtopstaande 

houding, geen vermoeidheid 

Minder lijmverbruik 

Bekijk de video op 

www.basin.be 

Minder dan 1 kg afval 

bij een werf van 50 m 2 

Een revolutie voor het 

plaatsen van parket 

pub parket NL.indd 1 13/05/11 15:41 


19

Focus 

te dikke lijmlaag kan de prestaties van de lijm immers gevoelig 

verminderen. 

te beheersen. Deze parameters kunnen in twee grote groepen 

ingedeeld worden. 

Eén van de belangrijkste neveneffecten van dit lijmtype is dat de 

bewegingen van de vloerbedekking – gelet op het feit dat het 

hout niet ‘geblokkeerd’ wordt – veel frequenter en ook beter 

zichtbaar zullen zijn. 

Teneinde geschillen achteraf te vermijden, kan de parketplaatser 

de bouwheer hiervan beter tijdig op de hoogte brengen. Omwille 

van dit probleem is het gebruik van soepele lijmen in bepaalde 

gevallen (bv. bij vloerbedekkingen met rechte randen of zeer 

brede planken) minder aangewezen. 

Met het oog op de optimale verlijming van de vloerbedekking en 

onafhankelijk van het gekozen lijmtype dient de parketplaatser 

op het ogenblik van de plaatsing steeds na te gaan of er voldaan 

werd aan alle eisen die gesteld werden aan de ondergrond en 

de omgevingsvoorwaarden. Voor meer informatie hieromtrent 

verwijzen we de lezer naar de voorschriften van de fabrikant 

evenals naar de TV 218. 

Uitvoeringsvoorwaarden 

Parketlijmen zijn een typische toepassing van houtlijmen op de 

bouwplaats. De uitvoeringsvoorwaarden (minimumtemperatuur 

en vochtigheid tijdens de uitvoering) en de staat van de ondergrond 

verdienen hierbij bijzondere aandacht. Om de duurzaamheid 

van de verlijming te waarborgen, dient men bijgevolg een 

aantal eisen in acht te nemen en dit zowel voor wat betreft de 

ondergrond, de vloerbedekking als de omgevingsvoorwaarden. 

Het gaat hier met name om de volgende eisen: 

• voor de ondergrond: 

– de vlakheid: voor een rechtstreekse verlijming is een vlakheidsklasse 

1 vereist (strenge tolerantie – 3 mm onder de lat 

van 2 m). Deze eis moet duidelijk vermeld staan in het bestek 

– het maximaal toelaatbare vochtgehalte (cementgebonden 

dekvloer ≤ 2,5 % en ≤ 2 % bij vloerverwarming – anhydrietgietvloer 

≤ 0,6 %) 

– de minimale mechanische karakteristieken (bv. de oppervlaktetreksterkte) 

– de reinheid van de ondergrond 

• voor de omgevingsvoorwaarden: 

– de relatieve luchtvochtigheid mag niet hoger zijn dan 60 % en 

niet lager zijn dan 30 % (gedurende langere perioden) 

– de luchttemperatuur in de betrokken ruimten mag niet lager 

zijn dan 15 °C 

• voor de vloerbedekking: 

– het vochtgehalte van het hout zou idealiter in evenwicht 

moeten zijn met de relatieve vochtigheid van de binnenlucht 

(hetzij begrepen tussen 8 en 12 %). 

Samenvatting 

Het gedrag van een houten vloerbedekking in de tijd is afhankelijk 

van verschillende parameters (ondergrond, klimaat, 

bezetting van de ruimte, …) die men zo goed mogelijk dient 

Parameters die prestaties van het uitgevoerde systeem beïnvloeden 

en/of verminderen 

Deze parameters zijn bepalend voor de sterkte en omvatten niet 

alleen de fysische en de mechanische karakteristieken die eigen 

zijn aan elk van de gebruikte materialen, maar ook deze die 

eigen zijn aan het systeem. Deze pertinente parameters, waaronder 

de hechtsterkte, moeten beoordeeld worden in het laboratorium 

(in een normatief kader). De norm NBN EN 14293 bevat 

een beschrijving van deze proefmethoden en geeft eveneens de 

desbetreffende eisen op (in het laboratorium). Om te komen tot 

de vereiste hechten afschuifsterkte, dient men niet alleen een 

performant lijmtype te kiezen, maar ook rekening te houden 

met een aantal aanbevelingen met betrekking tot de ondergrond 

(vochtgehalte, cohesie, ruwheid, …), de lijm (aan te brengen 

lijmhoeveelheid, kamtype, uitgeoefende druk), de vloerbedekking 

(vochtgehalte) en de omgevingsvoorwaarden. 

Parameters die aanleiding kunnen geven tot een sterkere 

mechanische belasting van en hogere spanningen in de lijmverbinding 

Deze parameters zijn bepalend voor de belastingen, zijn onafhankelijk 

van het systeem en kunnen te wijten zijn aan : 

• een vochttoevoer: vocht van buitenaf (bepleistering), opstijgend 

vocht 

• het gebruik van de ruimte: indienstname of bestemmingswijziging 

van de ruimte : van een droge ruimte (slaapkamer, salon) 

tot een vochtige ruimte (badkamer) 

• het ontwerp : vloerverwarming, al dan niet gecombineerd met 

een koelsysteem. 

Aan de hand van voormelde aanbevelingen kan men overgaan 

tot de keuze van een lijmtype dat geschikt is voor de betrokken 

bouwplaats, ofwel opteren voor een ander systeem. 

De resultaten van het lopende onderzoek ‘Evaluatie van de 

prestaties van gelijmde houten vloerbedekkingen: proeven en 

specificaties’ en van de onderzoeksactiviteiten die momenteel 

uitgevoerd worden door de werkgroep ‘Parket’ in de schoot van 

het Technisch Comité ‘Schrijnwerken’ van het WTCB zullen 

binnenkort gebundeld worden in verschillende artikels en een 

TV over houtlijmen. Deze documenten zouden de parketlegger 

moeten helpen bij de keuze van een geschikt lijmtype en 

een correcte uitvoeringswijze en dit, rekening houdend met de 

verschillende invloedsparameters (sterkte en belastingen). 

Bron: WTCB-dossier Lijmen voor houten vloerbedekkingen, 

S. Charron, ir., projectleider, afdeling ‘Gebouwschil en Schrijnwerk’, 

WTCB. Grégoire, ir., afdelingshoofd, afdeling ‘Materialen’, WTCB 


Focus 

Elastische lijmen: 

meer dan een trend? 

Vaste vloerbekledingen zitten al een hele tijd in de lift, en 

dit geldt zeker voor houten vloerbekledingen. Steeds meer 

mensen appreciëren de warmte en uitstraling van een houten 

vloer, en velen kiezen daarbij voor de meest kwalitatieve 

oplossing, massief parket. Het succes van een parketvloer 

hangt uiteraard nauw samen met een vakkundige plaatsing, 

die een goede synthese moet zijn van ondervloer, eventueel 

tussenvloer, klimatologische omstandigheden, houtsoort, 

afmetingen en afwerking. Tevens cruciaal voor een goed 

resultaat is uiteraard het gebruik van de juiste parketlijm, 

essentieel onderdeel van vermelde expertisecocktail, en 

veelal vertrouwensproduct bij uitstek. We werpen een blik 

op de elastische lijmen, ook beter gekend als polymeerlijmen 

en elastische lijmen. 

Elastische lijmen (MS-polymeer, SPUR en 

overige hybride technologiën) 

MS-Polymeer en SPUR gebaseerde parketlijmen harden uitsluitend 

uit door een chemische reactie. Na uitharding (ca. 24 uur 

bij 21°C en 50% RV) is een elastische en krimpvrije lijmfilm ontstaan 

die goed bestand is tegen vocht en warmte en die tevens 

beschikt over uitstekende eigenschappen aangaande hechting op 

praktisch alle gangbare materialen in de bouw. Elastische lijmen 

bevatten geen water en solventen, wat het risico op kromtrekken 

van parket beperkt. 

De lijm dient aangebracht te worden op een druk -, en vormvaste, 

schone, blijvend droge en stof- en vetvrije ondergrond waarop 

geen losse lagen, verf, was, olie of andere verontreinigingen 

zitten. Onregelmatigheden zoals bvb. egalisatie, oude lijmresten 

e.d. kunnen de hechting nadelig beïnvloeden. Deze dienen bij 

voorkeur mechanisch verwijderd te worden door bvb. schuren 

of stralen. Oppervlakken van betonondergronden die niet stevig 

genoeg zijn dienen bij voorkeur verwijderd te worden. 

MS-Polymeer en SPUR gebaseerde elastische parketlijmen zijn 

ééncomponentig en hebben een aantal gemeenschappelijke 

eigenschappen. Zo zijn ze vrij van water en oplosmiddelen en 

hebben ze een hoge, blijvende elasticiteit (die de krachten op 

de ondervloer beter spreidt en tevens contact geluidsdempend 

werkt). MS Polymeer en SPUR gebaseerde parketlijmen hechten 

goed op allerlei ondergronden zónder primer. In tegenstelling 

tot SPUR gebaseerde parketlijmen hechten MS Polymeerlijmen 

bijzonder goed op gladde, niet-poreuze ondergronden, zelfs op 

bestaande tegelvloeren. 

MS-polymeer gebaseerde parketlijmen zijn uitermate geschikt 

voor het binnenshuis verlijmen van ondervloeren (mozaïek, 

spaanplaatbroodjes) en vele soorten houten vloeren zoals massieve 

planken, massief tapisparket, mozaïekparket, lamelparket, 

meerlaags of kant en klaar parket en laminaatparket. Ze zijn 

tevens geschikt voor gebruik op zuigende en niet-zuigende 

ondergronden zoals o.a. anhydriet, zandcementdekvloeren, 

deklagen in beton, egalisatiemiddelen, hout, spaanplaat en OSBplaat, 

alsmede verwarmde vloeren. 

MS Parketlijm is tevens uitermate geschikt voor het plaatsen van 

vochtgevoelig hout op zwak zuigende ondergronden. 

De huidige elastische lijmen bestaan uit polyurethaan of gesilyleerde 

polymeren zoals MS-polymeren en SPURS, anorganische 

vulstoffen en additieven. MS-polymeer gebaseerde parketlijmen 

beschikken over betere (mechanische) eigenschappen dan de 

klassiekere lijmtypes (PU, Alcoholbasis, dispersielijmen). Met 

name de hoge blijvende elasticiteit, die er voor zorgt dat de 

krachten op de ondervloer beter verdeeld worden, is één van de 

grote voordelen van elastische lijmen. 

Door het brede hechtspectrum van MS Polymeerlijmen is er 

geen enkele beperking qua houtsoorten. Ook vochtgevoelige 

houtsoorten en grote formaten kun je probleemloos met MS 

Polymeer gebaseerde lijmen verlijmen op praktisch alle gangbare 

ondervloeren of materialen in de bouw. Daarnaast hebben 

MS Polymeerlijmen en SPUR’s nog meer voordelen. 

Zoals reeds gezegd, zijn alle MS Polymeerlijmen en SPUR’s ééncomponentig. 

Door het ontbreken van een zogenaamde pot-life 

zoals bij 2K-PU lijmen, is de verwerkingstijd onbeperkt. 

In tegenstelling tot PU gebaseerde parketlijmen laten MSpolymeer 

gebaseerde lijmen geen vlekken achter op parket en 

aangrenzende materialen. Doordat deze lijmen geen isocyanaten 

bevatten krijg je er ook geen zwarte handen van. 

Elastische lijmen worden in een groeiend aantal gevallen 

aanbevolen, namelijk wanneer er hoge(re) trekspanningen in de 

lijmverbinding kunnen optreden, zoals bij: 

• parket op vloerverwarming; 

• het rechtstreeks verlijmen van massief parket op een dekvloer, 

vooral bij brede en lange delen, en/of bij houtsoorten die minder 

stabiel zijn (bijv. Amerikaans eiken, beuken); 

• bij lange en brede massieve parketelementen waarbij er risico 

bestaat op iets grotere vervormingen van de elementen zelf. 

Of bij het verlijmen van exotische houtsoorten die van nature 

bepaalde vet aanvoelende inhoudsstoffen bevatten die storend 

werken op bijvoorbeeld PU of andere lijmen. 

• Basis: polyurethaan of gesilyleerde polymeren zoals MS-polymeren 

en SPURS 

• Viscositeit: doorgaans pasteus 


21

Focus 

• Wijze van opbrengen: éénzijdig aanbrengen op de ondervloer 

met een geschikte lijmkam 

• Opdracht: Afhankelijk van de ondergrond 1000 – 1200 g/m² 

bij gebruik van de voorgeschreven lijmkam voor parket 

• Open tijd: 20 à 40 minuten, afhankelijk van het product en 

producent 

• Uithardingstijd: 24 uur 

• Maximumsterkte: na ongeveer 1 week 

• Wachttijd voor schuren: min. 24 uur. 

Gebruik van MS polymeerlijmen 

Voordat met het leggen van het parket begonnen wordt, moet 

de ondergrond gecontroleerd worden op restvocht, bij voorkeur 

meten met behulp van een carbidmeter. Het resterende vochtgehalte 

moet hierbij in overeenstemming met de door de fabrikant 

voorgeschreven waarde zijn. Bij vloeren met vloerverwarming 

zijn deze waarden maximaal 1,5% voor zandcement en 0,3% 

anhydriet. Zonder vloerverwarming zijn de maximum waarden 

respectievelijk 2% en 0,5%. Met betrekking tot de kwaliteit van 

de ondergrond is het raadzaam om altijd een hechtingstest uit 

te voeren voordat er verlijmd wordt. Bij twijfel eerst technisch 

advies vragen. 

De te verlijmen parketvloer moet een paar dagen voor het plaatsen 

in de betreffende ruimte aanwezig zijn om te kunnen acclimatiseren. 

Laat hierbij de vloer in de originele verpakking zitten 

tot het moment dat het gelegd gaat worden. Dit om vervorming 

van het parket te voorkomen. Controleer voordat het parket geplaatst 

wordt of het voldoet aan de door de fabrikant/leverancier 

voorgeschreven vochtigheidspercentages. Als de vochtigheid van 

het hout hiervan afwijkt, mag er niet verlijmd worden en moet 

eerst de fabrikant geraadpleegd worden. 

Het is ook verstandig om de MS polymeerlijm voor gebruik op 

kamertemperatuur te laten komen. Dit onder andere omdat de 

temperatuur veel invloed heeft op de smeerbaarheid van de lijm. 

Breng niet meer lijm aan dan wat binnen ca. 30 minuten met 

parket ingelegd kan worden. Na minimaal 24 uur kan het parket 

opgeschuurd en behandeld worden. MS-30P kan uitstekend van 

parket en gereedschap verwijderd worden. 

Algemene tips MS polymeerlijm: 

• Nooit direct op ondergronden verlijmen die niet beschermd 

zijn tegen mogelijk optrekkend vocht. 

• Niet gebruiken bij temperaturen beneden 15°C of boven 25°C. 

• Minimale temperatuur van de ondergrond dient 15°C te zijn. 

• Niet gebruiken bij een relatieve vochtigheid boven 75%. 

• Plaats nooit op een ondervloer met een te hoog vochtgehalte 

of op ondervloeren waarin het vochtgehalte hoger is dan door 

de houtproducent voorgeschreven waarde 

• Verlijm nooit te droog hout (

Focus 

Belangrijke punten voor vloerverwarming: 

• Een ondervloer/tussenvloer is verplicht (maximaal 14 mm dik) 

• De maximale dikte van het parket 2,5 cm 

• Gebruik alleen stabiele houtsoorten 

• Bij voorkeur verlijmen en niet zwevend leggen 

• Let op dat het vochtpercentage van de ondergrond goed is: 

o Zandcement maximaal 1,5% 

o Anhydriet maximaal 0,3% 

• De vloerverwarming moet (ongeacht het seizoen) minimaal 3 

weken aangestaan hebben 

• 48 uur voor het plaatsen van het parket moet de vloerverwarming 

uitgezet worden 

• Na het leggen van de parketvloer moet de vloerverwarming 

langzaam opgestart worden 

• Temperatuurbestendigheid 

van de lijm 

• Bestendigheid van de lijm tegen veroudering 

Meerlaags parket 

Meerlaags parket en kant en klaar parket zijn sinds enige tijd 

aan een steile opmars bezig in de markt van de houten vloerbekledingen. 

Steeds meer mensen kiezen voor een meerlaagse parketvloer 

omdat die vaak net iets prijsgunstiger uitvalt dan een 

massieve parketvloer. Naast een authentieke uitstraling bieden 

deze vloeren het voordeel dat ze stabieler zijn en, in functie van 

de dikte van de toplaag, ook kunnen opgeschuurd worden. 

Meerlaags parket bestaat meestal uit 3 lagen (2 kan ook): de 

toplaag van minimum 2,5 tot 7mm is steeds massief hout (bv 

eik); de middenste laag is vaak multiplex berk; de onderste laag 

of contrafineer bestaat dikwijls uit vuren. De verschillende lagen 

worden haaks op elkaar verlijmd zodat de natuurlijke beweging 

van het hout sterk gelimiteerd wordt. 

Toch blijft ook bij meerlaags parket de kans op vervorming 

bestaan: bij het niet respecteren van de voorschriften en de 

hierboven beschreven algemene voorzorgsmaatregelen, kunnen 

vloerdelen kromtrekken of licht schotelen. Daarom is ook voor 

meerlaags parket een degelijk presterende lijm nodig, en biedt 

een elastische lijm ook hier dezelfde voordelen als bij het verlijmen 

van een massieve houten vloer. Desgevallend, en zeker bij 

bredere planken, kunnen diezelfde lijmen ook effectief gebruikt 

worden, maar vaak bestaan ook specifiek voor multilayer ontwikkelde 

lijmen, zoals bv de MS-20P van Soudal. 

Met dank aan Soudal NV 

www.soudal.com 

NIEUW! 

voor meerlaags parket 

MS-20P 

NIEUWE HYBRIDE 

PARKETLIJM 

15/18 m2 

Speciaal ontwikkeld voor de volvlak 

verlijming van meerlaags parket 

Soudal N.V. • Everdongenlaan 18-20 • B-2300 Turnhout • Belgium • Tel.: +32 (0)14 42 42 31 • www.soudal.com 

ADVERT076 

ADVERT076_MS-20P(210x146).indd 1 5/04/11 13:40 


23

Project in beeld 

Houten vloer in Bar Santola weerspiegelt 

het karakter van het oorspronkelijke 

Uniek totaalconcept krijgt vloer en tafels in massief parket 

‘Bar Santola’ is een hedendaags grand café met een unieke 

positie en uitstraling in Oudenaarde, ondergebracht in een 

statig herenhuis in de Hoogstraat. De interieurdesigners 

van Salut les Artistes stelden een concept voor dat er voor 

zorgt dat de ziel en het karakter van het pand optimaal 

benut wordt. Zowel de vloer als de tafelbladen werden 

uitgevoerd in massieve Franse eik uit de Collstrop-collectie 

'Living Colour Vintage'. 

Het concept van ‘Bar Santola’ omvat de inrichting, maar veel 

belangrijker nog de sfeer die wordt gecreëerd en de hierbij 

horende huisstijl. Het doel voor de ontwerpers was méér dan 

alleen het creëren van een goed draaiend café. De eigenaars 

willen hun zaak laten uitgroeien tot een sterk merk en begrip 

in de regio. Uniek aan het concept is dat de benedenverdieping 

volledig rookvrij is én dat er op de eerste verdieping een 

volwaardig en sfeervol alternatief is voor de roker! 

‘Bar Santola’ richt zich zowel tot die klanten die overdag tijdens 

de week komen voor een rustige babbel of het lezen van 

de krant met een heerlijke koffie, als tot die groep van mensen 

die ’s avonds wil ‘socializen’ en zich onderdompelt in de catchy 

sfeer van ‘bar Santola’. 

‘Bar Santola’ niet allee mee aan het karakter van de zaak, maar 

bedachten ze ook de extra animatie die er georganiseerd wordt, 

tot zelfs de kledij van het personeel en de bierkaartjes. Alles 

werd uitgetekend en uitgedacht door de twee creatievelingen 

uit Waregem. Wat de inrichting betreft was het zeker geen 

gemakkelijke opgave. “We wouden het karakter van het Oude 

herenhuis bewaren, maar moesten het wel ombouwen tot 

een horecazaak”, vertelt Yves Hoefman. “Zo moesten we van 

vele kleine ruimtes één doorlopend geheel maken.” Toch zijn 

er in de zaak verschillende ‘stijlen’ terug te vinden. Zo werd 

Uniek karakter in een totaalconcept gegoten 

Yves Hoefman en Vincent Dierickx zijn reeds een zestal jaar 

actief met hun bureau Salut les Artistes, zij zijn niet zomaar 

interieurontwerpers. Ze noemen zichzelf liever ‘concept makers’. 

Naast het inrichten van het interieur willen ze ook meer 

bieden en nadenken over het totaalconcept. Zo bouwen ze in 



Volledig vertrouwen van de opdrachtgever 

De ontwerpers van Salut les Artistes kregen het volledige 

vertrouwen van de opdrachtgever. “We dachten ons volledig 

concept uit en het kon op de volledige goedkeuring rekenen”, 

vertelt Hoefman. “Ook tijdens de realisatie werd ons de nodige 

vrijheid gegund. Zo had onze opdrachtgever tot het moment 

van de levering de meubels niet gezien. Alles maakte deel uit 

van ons totaalconcept dat we voor ogen hadden”, besluiten 

Hoefman en Dierickx. 

www.salutlesartistes.be – www.barsantola.be 

Living Colour Vintage – 

Brooklyn van Collstrop Home 

het grootste gedeelte ingekleed met het afgewerkte massief 

Parket van Collstrop Home, maar werd achteraan de oude vloer 

behouden. “We zaten hier al met een enorm niveauverschil en 

wouden dus zeker ook om praktische redenen die vloer bewaren, 

maar op deze manier zetten we ook het unieke karakter 

van het gebouw nog even in de verf”. 

Kenmerken: 

• kant en klaar afgewerkt massief parket 

• houtsoort : Franse eik 

• uitsortering : rustiek A of rustiek B naar keuze 

• dikte : 14 of 21 mm massief met tand en groef aan 4 zijden 

• breedtes : vaste of wisselende breedtes tussen 9 en 20 cm. 

• afwerking : artisanaal verouderd en geverfd 

• onderhoud : mag gedweild worden met water en polish 

Meer info: www.collstrop.be 

120m² parket 

In de zaak werd in totaal 120m² van het massief parket uit 

Franse Eik gebruikt. Deze handgeschilderde en verouderde 

vloer heeft een uniek aspect dat perfect in de plannen voor de 

sfeer van deze zaak pasten. Bovendien is de afwerking bestand 

tegen het intensieve horeca-gebruik. Niet alleen werd het 

grootste deel van de vloer in parket gelegd, ook de tafelbladen 

werden in datzelfde parket vervaardigd. “We waren op zoek 

naar oude tafels, maar hadden nog niet gevonden wat we 

zochten”, vertel Vincent Dierickx. “Tot we plots op het idee 

kwamen om de tafelbladen in dezelfde parket te zetten. We 

lieten zowel rechthoekige als ronde tafels maken.” De lookand-feel 

van de zaak werd op deze manier zeker nog extra in 

de verf gezet. Technisch werden bij de plaatsing weinig problemen 

ondervonden. Collstrop Home staat immers bekend als 

fabrikant van legvriendelijke vloeren. “Om de niveauverschillen 

in de bestaande ondergrond op te vangen werd een houten 

ondervloer in OSB gemaakt en daar werd de parketvloer dan 

opgekleefd”, vult Hoefman verder aan. 

Vincent Dierickx (links) en Yves Hoefman (rechts) van Salut les Artistes gebruikten 

120m² massief parket in hun totaalconcept ‘Bar Santola’. 

Wat ook onmiddellijk opvalt in de zaak is de houten toog. 

“Hiervoor gebruikten we pannenlatten met drie verschillende 

afmetingen die gemonteerd werden op een houten multiplexkader”, 

besluit Hoefman. 


25


Kleine schouwburg en brasserie in 

C-mine kregen kopshouten vloer 

1000m² bekleed met een kopshoutenvloer. Er werd gekozen 

voor zowel eik als den rustiek. Kopshout kenmerkt zich doordat 

het zichtvlak loodrecht op de vezelrichting van het hout 

staat ( kops hout is als het ware een dwarsdoorsnede loodrecht 

op de vezelrichting ). Een kopshouten vloer is sterk onderhevig 

aan werking, zijnde krimp en zwel in beide richtingen (lengte 

en breedte) van het blokje massief hout. Een algemene uitzettingsvoeg 

van min. 10 à 15mm langs de muren en deuren moet 

altijd voorzien worden. Als een afstand van 10 meter wordt 

overschreden in de ruimte moeten om de 5 à 6 meter extra 

uitzetvoegen van min. 8 mm worden voorzien. De vloer creëert 

in C-mine een authentieke sfeer. 

C-mine, gehuisvest op de fundamenten van de mijn van 

Winterslag in Genk, is een site die de ambitie heeft creativiteit 

te stimuleren. C-mine wil een ontmoetingsplek vormen 

voor mensen die in hun professioneel leven of in hun 

vrije tijd geprikkeld willen worden door diverse vormen 

van creativiteit en creatieve innovatie. C-mine is nog steeds 

een site ‘under construction’, diverse projecten zijn reeds 

gerealiseerd zoals o.a. Euroscoop. Vorig jaar werden ook 

de Energiegebouwen geopend. Deze gebouwen huisvesten 

C-mine cultuurcentrum, het C-mine designcentrum, seminarieruimtes 

en het toeristisch bezoekersonthaal. In deze 

gebouwen werd parket geplaatst, geleverd door Holz Bois. 

De kopshouten vloer werd rechtstreeks verlijmd op de chape. 

De dekvloer moet hiervoor voldoende treksterkte en vlakheid 

hebben en er is dus een lijm met hoge elasticiteit nodig. 

Hiervoor werd de Bostik Parcol MS Elastic gekozen. Deze lijm 

De site van C-mine is een unieke, authentieke en wonderbaarlijke 

plek, met een levend verleden en een interessant 

en creatief aanbod. C-mine is een plek waar mensen, ideeën, 

disciplines met een grote diversiteit elkaar ontmoeten en er 

hun creativiteit delen. Een bezoek aan de site is steeds een 

belevenis die de bezoeker prikkelt. Om deze diverse functies 

op C-mine te kunnen onderbrengen, moesten er op de site 

belangrijke infrastructurele ingrepen plaatsvinden. De site met 

zijn prachtig en indrukwekkend industrieel mijnerfgoed moest 

met respect voor het verleden een nieuwe taakstelling krijgen 

en getransformeerd worden naar een nieuwe omgeving. 

Kopshouten vloer zorgt voor authentieke sfeer 

In de bijgebouwen van het voormalig mijngebouw werd een 

kopshouten vloer geplaatst. Zowel in de kleine schouwburg, 

de artiestenloges, de vergaderruimtes en de burelen en de 

brasserie Basics ging Parket Gallery uit Lommel aan de slag met 

het materiaal geleverd door Holz Bois. In totaal werd meer dan 



is uitermate geschikt voor de verlijming van kopshout op 

dekvloer met of zonder vloerverwarming. De ondergrond moet 

wel droog en spanningsvrij zijn. 

Keuze voor hout met hoger hout-vochtgehalte 

Doordat bij kopshout de vezelrichting van het hout loodrecht 

op het zichtvlak staat, is kopshout uitermate gevoelig voor 

schommelingen in de relatieve luchtvochtigheid in de ruimte 

waar het kopshout werd geplaatst. “In functie van de verwachtte 

schommelingen van de relatieve luchtvochtigheid in de 

diverse lokalen, hebben we gekozen voor kopshout, waarvan 

het hout-vochtgehalte bewust hoger ( tot 14 % houtvocht ) ligt 

bij aanvang van plaatsing ervan”, vertelt Rudi Berx van Parket 

Gallery. “Zo konden we te grote krimp en zwelling opvangen. 

Vandaar het grote belang van een goede keuze van het houtvochtgehalte 

en de lijm waarmee deze geometrische schommelingen 

van het hout kunnen opgevangen worden. De keuze 

van de positie van de noodzakelijke uitzettingsvoegen hangt 

hiermee uiteraard ook aan vast.” 

Als ontbrekende schakel in het geheel was uiteraard een goede 

opvolging en intense metingen van het vochtgehalte van de 

chape-ondervloer ook een must. 

Afwerking tegen intensief gebruik 

Er werd geopteerd voor een geoliede afwerking van de kopshouten 

vloeren daar het onderhoud ervan, door het intensief 

gebruik om wille ban de publieke toegankelijkheid, relatief 

eenvoudig moet zijn. “Een regelmatige zeep- en dweilbeurt met 

daartoe geschikte onderhoudsmiddelen volstaat en garandeert 

een lange levensduur voor deze parketvloer”, legt Rudi Berx 

uit. “Uiteindelijk zal door de loop der jaren heen het uitzicht 

van een geoliede parketvloer veel meer aanleunen bij het 

specifieke karakter van het gebouw, dan eender welke andere 

afwerking van deze kops houten parketvloer.” 

www.c-mine.be 

Met dank aan: 

Holz Bois NV • Bosdel 41 • 3600 Genk • T 089 32 95 80 

holz.bois@skynet.be 

Parket Gallery • Buitensingel 12 • 3920 Lommel •T 011 52 07 10 

info@parketgallery.be • www.parketgallery.be 


27

Parketsprokkels 

Deze parketsprokkels, maar ook nog meer sprokkels uit de sector 

kan je lezen op www.deparketplaatsers.be 

Alvaket lanceert een nieuwe 

catalogus 

Alvaket blijft constant op de hoogte van de 

ontwikkelingen in de parketwereld. Om de 

klanten op de hoogte te houden van deze 

ontwikkelingen en een duidelijk overzicht 

te geven van het productaanbod heeft 

Alvaket besloten deze informatie te bundelen 

in een nieuwe catalogus. Dit uiterst 

bruikbaar werkinstrument van ongeveer 

70 pagina’s bundelt het productgamma 

van Alvaket samen. Deze catalogus bevat 

verschillende productcategorieën zoals 

band- en kantschuurmachines, boen- en 

poliermachines, stofzuigers, schuurpapieren, 

producten (lakken, olie, was), 

tools en onderhoudsproducten. Onder al 

deze producten bevinden zich ondermeer 

de Cobra 09, NPR 1515 en professionele 

stofafzuiging. Deze catalogus zal zowel 

in printversie als online verkrijgbaar zijn. 

Alvaket Belgium – Halen – 013-55 22 04 

– peter@alvaket.be – www.alvaket.be 

MS-20P elastische parketlijm voor 

meerlaags parket 

Specifiek voor het verlijmen van meerlaags 

en kant en klaar parket ontwikkelde 

Soudal de MS-20P, een MS-gebaseerde, 

elastische parketlijm die voldoet aan EN 

14293 (Europese norm voor parketlijmen, 

oa elastische; afschuifsterkte >1 N/mm²). 

Uiteraard beschikt deze lijm over alle typische 

Soudal-kwaliteiten verbonden aan 

deze technologie: uitstekende verwerkbaarheid 

en een zeer goed standvermogen 

van de lijmrillen, zodat een perfecte 

lijmoverdracht op de vloerdelen gegarandeerd 

is. De nieuwe telg is uiteraard 

ook 1-component en dus gebruiksklaar. 

De open tijd bedraagt ongeveer 30 min. 

MS-20P is solvent vrij, bevat geen water 

noch isocyanaten en kan op vrijwel alle 

ondergonden gebruikt worden, poreuze en 

niet poreuze, ook in combinatie met vloerverwarming. 

MS-20P is lichtbruin (lichtjes 

verschillend van de MS-30P), en wordt 

verpakt in rechthoekige emmers met 3 

inliners van elk 6 kg, wat de shelflife op 12 

maanden brengt.MS-20P is een competitief 

geprijsde, elastische parketlijm, maar hoewel 

bruikbaar in combinatie met massief 

parket van kleine afmetingen (meer dan 

10mm dik en maximum 15cm breed, met 

tand en groef), wordt aangeraden om voor 

grotere afmetingen massief parket de MS- 

30P of SMX-30P te gebruiken. 

Soudal NV – Turnhout – 014-42 42 31 – 


CIRANOVA ® - Ecoprotector & Aquafix 

Decolasur 

Ciranova heeft 2 nieuwe watergedragen 

producten ontwikkeld voor buitenhout. 

Ecoprotector dient voor het behandelen 

van houten terrassen en buitenvloeren. 

Ecoprotector kan gebruikt worden op alle 

soorten buitenhout. Ecoprotector vormt 

geen film maar dringt in het hout door en 

zorgt voor een voedende bescherming die 

niet afschilfert. Aquafix Decolasur is een 

watergedragen lazuur die een decoratieve, 

semi-dekkende bescherming biedt aan 

verticaal hout. Zeer heldere aankleuring 

van het hout en uitstekende weerbestendigheid. 

Beide producten zijn beschikbaar 

in 8 kleuren. 

Debal Coatings – Beveren-Roeselare – 

051-30 11 40 – www.ciranova.be + foto 

BATIBOUW Building Lunch op 16 juni 

BATIBOUW wil het hele jaar door het 

contact onderhouden met de hele (ver) 

bouwsector. 

De Building Lunch is dé gelegenheid bij 

uitstek om business partners en vakgenoten 

te ontmoeten in een ontspannen sfeer. 

Op 16 juni is het Jan Mannaerts, architect 

van 360 architecten die een uiteenzetting 

komt geven tijdens de lunch. Hij komt 

spreken over de herenwoning Den Anker, 

een beschermd monument met bouwdelen 

uit de zestiende, negentiende en vroege 

twintigste eeuw. 360 Architecten stelde 

een masterplan op voor een moderne 

uitbreiding van het gebouw. De originele 

ruimtes werden maximaal gerestaureerd 

en zorgen voor een fijn contrast met de 

uitgesproken hedendaagse nieuwbouw. 

360 werd in 2004 opgericht door Jan Mannaerts, 

Greet Houben en Kris Buys, vandaag 

nog altijd de drie vennoten van het 

bureau. Intussen is het bureau gegroeid 

tot een team van achttien architecten. 

Deelnameprijs voor BATIBOUW-exposanten: 

€ 80 BTW incl; Niet-exposanten 

BATIBOUW : € 110 BTW incl. 

Inschrijven bij Xavier Kervyn – 

x.kervyn@batibouw.com. 

Job in de bouw – nieuwe vacaturebank 

van de VCB 

Onze bouwbedrijven kampen permanent 

met een tekort aan goede werkkrachten. 

Traditionele kanalen zijn duur en bieden 

onvoldoende return. In overleg met de 

lokale confederaties biedt de Vlaamse 

Confederatie Bouw u een oplossing aan: 

een vacaturedatabank specifiek voor de 

bouwsector. De databank zal de naam 

www.jobindebouw.be krijgen en actief 

zijn vanaf 1 juni 2011. De Confederatie 

biedt alle leden- bouwbedrijven de 

mogelijkheid om via deze website hun 

vacatures bekend te maken. We mikken 

niet alleen op arbeiders en/of uitvoerend 

personeel. Ook zoekopdrachten naar 

kaders en technisch personeel vinden 

hier hun plaats. Administratief wordt 

dit initiatief ondersteund door FIBS nv. 

FIBS nv zal er op toe zien dat aan alle wettelijke 

verplichtingen en vormvereisten 

inzake publicatie van vacatures en vertrouwelijkheid 

van CV’s wordt tegemoetgekomen. 

Voor meer informatie inzake werking en 

voorwaarden kan je terecht bij FIBS, 

02 545 57 49. 

www.jobindebouw.be 


4 de Dag van de Afwerking 

Vakbeurs en netwerkevent voor de volledige afwerkingsector: 

schilders, schrijnwerkers, glazenmakers, plafonneerders, 

parket-, tegel- en mozaiekplaatsers, architecten … 

Donderdag 10 november 2011 

MS POLYMER TM 

Waarom KANEKA MS POLYMER TM technologie als keuze 

voor parketlijmen ? 

La technologie MS Polymer TM pour collage 

de parquets ? 

1. Uitgebreid polymer portfolio 

Portfolio étendu 

2. Universeel: Geschikt voor vele houtsoorten en ondergronden 

Universelle: Convient à de multiples essences de bois et de supports 

3. Isocyanaat & solvent vrij 

Ne contient ni isocanates, ni solvants 

Wat? Hét netwerkevent van het jaar voor fabrikanten, voorschrijvers en vakmannen uit de afwerkingsector… 

Alles in een zeer gemoedelijke sfeer met gratis toegang, gratis buffetten en gratis drank. 

Waar? De ‘Kelders Van Cureghem’ in Anderlecht. 

Hoe laat? 11 u. tot 19 u. 

Met? Meer dan 90 standjes in een zee van ruimte (7000 m²). Gratis buffet, drank en toegang. 

Vergeet ook de gratis stoelmassage voor de partners niet! 

Gratis! Mis dit unieke evenement niet en vraag uw toegangskaart(en) aan via www.dagvandeafwerking.be. 

Wie niet wil ontbreken als standhouder kan terecht bij Steve Caufriez tel. (02) 545 57 25 of via mail: 

steve.caufriez@confederatiebouw.be 

4. Lijmresten zijn gemakkelijk verwijderbaar en laten geen vlekken achter 

Les résidus de colles s’enlèvent facilement sans laisser de taches sur le parquet 

5. Vermijdt vervuiling van de handen 

Pas de traces sur les mains 

6. Excellente stockage- stabiliteit & veelvoudig gebruik zonder afval 

Longue durée de stockage & usage multiple sans déchets 

Volgende bedrijven hebben hun deelname aan de Dag van de Afwerking reeds bevestigd: 

ABC DigiBouw / ABC RAILS / AGC FLATGLASS EUROPE / ALBINTRA - Heradesign / ARMSTRONG / Arpadis Chemicals nv / BASIN Chemie / BELGIAN WOODFORUM / BEWAP / BISON - GRIFFON / BONA / BOSS PAINTS / BOSTIK / CAPAROL / CDB / 

CERCLINDUS / CIRANOVA / CORI / CRAS / DAIMLER - MERCEDES VANS / DELOSPAN / DEVOMAT / DeWALT ( TOOLS ) Benelux / DINGEMANS ELEMENTENBOUW / DL CHEMICALS / ETERNIT GEVEL / FECAMO / FERMACELL / FESTOOL DEMO / FLEX POWER 

TOOLS / FSC / GROUP LEFEVRE - TRIPLACO / HERBOL / HESSE / HOLZ - BOIS / HunterDouglas Belgium / HUYS - WOCA / IVP / KNAUF AMF / LAFARGE / LCC PLAFONDS / LECOL / MAKITA / MAPEI / MARTY PARKET - PARQUET MARTY / MUYLLE FACON / 

N. et B. Knauf & Cie / NEYENS STOFFERING / NOVATECH / OWA / PCE - FOAMGLAS / PERMAPACK AG / POLYFILLA / PPG Coatings Belux nv ( SIGMA) / PROMAT / RECTAVIT / ROCKFON / ROTO FRANK / SAINT GOBAIN EUROCOUSTIC / SAINT GOBAIN 

GYPROC / SIKA / SIKKENS / SORTIMO / SOUDAL / SPIT -PASLODE / STANLEY / STO / TESA / TOLLENS COATINGS / TRIMETAL / USE IT GROUP - BOUWSOFT / V 33 / VATEM / WAVE - Q-LINE / WILLCO PRODUCTS / WILTEC / WSB FINISHING / WTCB 

KANEKA BELGIUM N.V. 

High Performance Polymers Division 

Nijverheidsstraat 16 - 2260 Westerlo-Oevel - BELGIË / BELGIQUE 

Tel: +32(0)14 25 78 00 - Fax: +32(0)14 25 78 87 

E-mail: info.lpd@kaneka.be Web: http://www.kaneka.be 

Driftwood Lye 

voorbehandeling die voor een 

uniek verweerd effect zorgt 

Preparing today for tomorrow 

Nieuw! 

Driftwood Lye 

• Vooral geschikt voor eiken 

hout 

• Uniek 2 dimensioneel 

design 

• Op waterbasis 

• Verkrijgbaar in Wit en Grijs 

www.woca.be 

Producent: WoodCare Denmark A/S · Tel.: +45 99 58 56 00 · info@ttwoodcare.dk · www.woca.dk 

• Afwerking met WOCA olie 

• IBR gecertificeerd 

Import België · Luxemburg · Frankrijk: Huys WoodCare BVBA · Tel: +32 (0) 59 33 94 40 · info@woca.be · www.woca.be 


29

L’echo des lamelles 

Deze parketsprokkels, maar ook nog meer sprokkels uit de sector 

kan je lezen op www.deparketplaatsers.be 

Nouveau Primer PU-rapid 

Primaire PU mono-composant rapide pour 

renforcer des supports poudreux et friables. 

Convient pour béton, chape à base 

de ciment et supports à base de sulfate de 

calcium et sulfate de magnésie. Convient 

aussi en rénovation sur des supports avec 

des restes de colles ou d’anciennes masses 

d’égalisation.Pouvoir pénétrant élevé. 

Bostik Belux – Meulestedekaai 86 – 

9000 Gent – www.bostik.be 

Basibond: une révolution pour la 

pose des parquets 

Basin présente en exclusivité un pistolet 

révolutionnaire pour l’application de la 

colle parquet : Basibond. Ce pistolet offre 

tout ce que les parqueteurs recherchent 

: rendement, rapidité, confort et facilité. 

Permettant d’effectuer du collage en plein 

en position debout et ce jusqu’à 10 fois 

plus rapidement qu’avec une spatule, le 

Basibond diminue la fatigue des applicateurs 

ainsi que la consommation de colle 

et les déchets. Ce pistolet, le moins cher 

de sa catégorie, a été développé dans le but 

de le rendre accessible à tous, tout en ne 

présentant aucune contrainte d’entretien. 

Combiné à la colle Basicoll STP-850, présentant 

des caractéristiques mécaniques 

excellentes, cette technique se présente 

comme une alternative très séduisantes 

aux méthodes traditionnelles. Une vidéo 

est visible sur le site de Basin. Le nouveau 

catalogue Basin Parquet est actuellement 

disponible, Incluant toute la gamme de 

produit, colles parquet, vitrificateurs, 

huiles, teintes, abrasifs et accessoires, ainsi 

que les dernières nouveautés de Basin. Avec 

des pages de guide et de conseils ce catalogue 

se veut aussi être un outil de travail 

permettant de faire le bon choix. Le catalogue 

est disponible sur simple demande 

ou par téléchargement sur le site. 

Basin – Wingene – 051-65 00 10 – 

www.basin.be 

Compact: Le Parquet à Petit Prix Pour 

tous les Projets de rénovation 

La gamme Compact se compose de 

planches reconstituées et est aussi contemporaine 

et solide que les trois autres 

gammes de parquets de Quick•Step®. 

Toutefois, la planche est plus mince (12,5 

mm au lieu de 14 mm), ce qui en fait le 

sol parfait pour les projets de rénovation 

impliquant la pose du parquet sur le sol 

existant. La gamme est proposée en deux 

variantes, l’une à 1 frise et l’autre à 3 

frises. Les planches de la gamme Compact 

sont préalablement enduites de sept 

couches de vernis pour une protection exceptionnelle 

contre l’usure et une grande 

facilité d’entretien. A chaque sol correspondent 

des plinthes, des profilés de finition 

et des profilés d’escalier dans la même 

couleur et la même finition. La gamme 

Compact bénéficie aussi d’une garantie 

de 25 ans en cas d’usage domestique. La 

gamme est non seulement abordable, il 

est également écologique. C’est l’âme de 

nos parquets d’ingénierie qui garantit un 

sol durable. Cette couche est idéale pour 

absorber les petites tensions du quotidien 

et garantit la stabilité du produit en toutes 

circonstances. 

Unilin bvba - division Flooring – 

Wielsbeke – 056-67 52 11 – 

http://parquet.quick-step.com 

Des parquets aux teintes chaleureuses 

pour un rendu exceptionnel! 

La collection Exclusive se divise en 2 

gammes: les teintés dans la masse et le sol 

industriel. Nairobi, Mombasa et Bamako 

est une gamme originale de parquets teintés 

dans la masse aux couleurs exotiques 

et chaleureuses disponibles en 3 styles 

répondant aux tendances actuelle. Avec 

une densité de 1050kg/m, ces parquets 

100% massifs sont extrêmement solides. 

Ils sont finis en usine par l’application 

d’un vernis BONA®Naturale sur les 6 

faces de la lame; ce qui rend le parquet 

parfaitement compatible avec les systèmes 

de chauffage par le sol. La fabrication en 3 

plis croisés assure une excellente stabilité 

sans affecter la couche d’usure. 

BambooTouch®Evolution est une collection 

de parquets en 3 plis croisées (couche 

supérieure en bambou, couche intermédiaire 

en HDF et sous couche en peuplier) 

parfaitement compatible avec la pose flottante 

grâce à son système Uniclic® d’Unilin. 

Les parquets BambooTouch® Basic sont 

finis en usine par l’application sur toutes 

les faces de la lame (en 7 couches successives) 

du vernis Bona®Naturale. Ce vernis 

garanti facilité et rapidité d’entretien ainsi 

que la possibilité d’effectuer des réparations 

locales sur le parquet. 

Avec cette collection au prix très compétitif, 

la qualité du bambou est à portée de 

tous! La collection Evolution est disponible 

en 2 coloris. 

PI IMPORT sa – BambooTouch® – 

02-384 58 77 – www.bambootouch.com 

CIRANOVA ® - Ecoprotector & Aquafix 

Decolasur 

Ciranova a développé 2 nouveaux produits 

à base d'eau pour le bois extérieur. Ecoprotector 

est destiné pour traiter des planchers 

en bois extérieures et des terrasses. 

Ecoprotector peut être utilisé sur tous les 

espèces de bois à l'extérieur. Ecoprotector 

ne forme pas un film, mais pénètre dans 

le bois et offre une protection nourrissant 

que ne s'écaille pas. Aquafix Decolasur est 

une lasure à base d'eau, qui donne une 

protection décorative, semi-opaque au 

bois vertical. Coloration très vive du bois 

et excellente résistance aux intempéries. 

Les deux produits sont disponibles en 8 

couleurs. 

Debal Coatings – Beveren-Roeselare – 

051-30 11 40 – www.ciranova.be 


Nouvelles de l'association 

Nos premiers labellisés ! 

Le 6 mai dernier, le GT parqueteurs s’est réuni aux Isnes, 

comme à l’habitude, pour sa première journée d’études de 

l’année. Quatre partenaires / fournisseurs se sont succédé 

au sein de la journée : CSTC, BONA, PANAGET, MAPEI. Le 

GT a également profité de cette journée d’études pour présenter 

ces premiers labellisés, suite à la cérémonie réalisée 

dans le cadre du salon Bois et Habitat à Namur le dimanche 

27 mars. 

Il a fallu du temps, mais cette fois – ci, ca y est ! Les premiers 

parqueteurs ont été labellisés. Les onze premiers ont ainsi 

reçu leur plaquette en bois. L’objectif du label est d’améliorer 

l’image des parqueteurs et de promouvoir leur compétence. 

Il offrira ainsi la garantie d’un placement qualitatif au maître 

d’ouvrage et à l’architecte. Grâce au label, le client aura la certitude 

que le parqueteur est qualifié pour exécuter les travaux 

dans les règles de l’art et dans les normes actualisées. Dans son 

allocution, le président – M. Fauquet était fier d’énoncer les 

premières entreprises labellisées à savoir – Ambiance Parquet, 

BHE – Les Parquets du Monde, l’Etablissement Parquets 

Buyse, la société Girondin Frères, M. Jean – Marie Girondin, 

la Parqueterie de l’Est, la Parqueterie du Hainaut, la Parqueterie 

Montoisy, Entreprise Parquet Simon - Parquet Passion, 

Les Parquets de Joli-Bois – Deco & Design et la société Wood 

Revival. Lors de cette journée d’études, les parqueteurs ont 

apprécié les divers exposants. 

C’est avec le CSTC que la journée s’est ouverte. Conscient que 

trop d’entrepreneurs méconnaissent encore leur site, le centre 

scientifique et technique de la construction a persévéré en 

explicitant le contenu de son site internet afin que les entreprises 

ne se laissent pas distancer et gardent le contact avec 

l’actualité de leur métier. La société BONA a attiré l’attention 

sur son système d’aspiration pour un ponçage sans poussières 

avec sa machine – le Bona DCS 70 basé sur une technologie de 

séparation cyclonique. La société a également saisi l’opportunité 

pour présenter sa nouvelle monobrosse Bona Flexisand et ses 

bordureuses (Mini- Edge). La société PANAGET, nous a montré 

la mise au point d’un vernis transparent gardant l’apparence 

d’un bois dans sa forme la plus brute, appelée « Bois flotté ». 

L’entreprise souhaitait mettre en évidence ses perspectives 

intéressantes en termes de décoration. Cette innovation est 

complète par le système « 2beClic » pour une pose simple et 

rapide. 

Le GT avait souhaité obtenir une orientation – produits pour 

chapes chez MAPEI. MAPEI a répondu dans ce sens. Elle a mis 

en évidence son mortier prêt à gâcher pour la réalisation à séchage 

rapide à savoir le Topcem Pronto, ainsi que son ragréage 

autolissant, Ultraplan Maxi, à durcissement rapide permettant 

la pose de parquet entre 24 et 72 heures. Les participants ont 

également découvert le durcisseur de chape – Prosfas – 

pour la consolidation et le durcissement des chapes ciment – 

friable. Côté imperméabilisation, MAPEI a montré un primaire 

polyuréthane monocomposant sans solvants pour des chapes 

jeunes (4%), l’Eco Prim PU 1 K et Eco Prim PU 1K Turbo. Le 

Turbo permettant le pose de parquet dans les deux heures. 

La société a mis également en évidence son Triblock P, 

un primaire époxy pour l’imperméabilisation de supports 

humides y compris non absorbants. L’aspect acoustique n’a pas 

été oublié avec le Mapesonic CR : une sous-couche acoustique 

réduisant la transmission du bruit, collée sur les supports à 

l’aide de la colle polymère Mapei Ultrabond Eco S955. 


31

Dossier 

Découverte de nouvelles 

tendances pour les sols 

Actuellement, les matériaux naturels, authentiques et 

chaleureux comme le bois sont très en vogue. Ceci a tout 

à voir avec les atouts de cet unique matériau de construction 

renouvelable. Le bois retient du CO 2 

et contribue ainsi 

directement à la réduction de l’effet de serre. 

En plus, le bois est un matériau durable qui enregistre de 

bons résultats en ce qui concerne la santé. Dans ce dossier, 

vous découvrirez des essences déjà connues, ainsi que des 

essences moins connues pour les revêtements de sol en bois. 

Nous passons également en revue les tendances dans le 

secteur des parquets. 

1.Quel est le rôle d’un parquet dans un 

intérieur ? 

L’institut de recherche technique finlandais VTT a fourni, en 

collaboration avec le ‘Fraunhofer-Institut für Bauphysik’ allemand 

et l’université technique de Helsinki, la preuve scientifique 

que le bois a un effet favorable sur le climat intérieur. 

Les chercheurs ont conclu que l’hygrométrie d’une pièce riche 

en bois reste beaucoup plus stable que dans une pièce avec peu 

ou sans bois. 

L’hygrométrie relative de l'air - la quantité de vapeur d'eau 

dans l'air à une température donnée – joue un rôle primordial 

dans le rapport bois et confort ambiant. La 

zone de confort de l’homme se situe entre 45 

et 65 % d’humidité relative de l’air. 

Une humidité relative de l’air qui se situe en 

dehors cette zone de confort influence notre 

santé. Une hygrométrie relative supérieure 

nous procure un sentiment désagréable et pourra même nuire 

à notre santé dans certains cas. Cependant, une humidité de 

l’air plus basse assèche nos muqueuses et augmente le risque 

d’infections. Plus la quantité de bois utilisée pour l’aménagement 

d’une habitation ou d’un bâtiment est importante, plus 

le climat intérieur sera stabilisé de façon optimale et l’humidité 

relative de l’air restera dans les limites de la zone de confort. 

Ceci aura comme conséquence directe que les champignons, 

les acariens, les virus et les bactéries seront également moins 

actifs, ce qui réduit aussi les risques d’allergies, d’asthme et 

d’infections des voies respiratoires. 

Les résultats des tests sont basés sur des études dans différentes 

zones climatiques d'Europe (Scandinavie, Allemagne, Belgique 

et Italie) et sont valables pour tous les climats européens. 

2. Comment aider votre client à choisir la 

bonne essence pour une application au sol ? 

En choisissant une espèce de bois, il faut aussi bien tenir 

compte d’aspects techniques qu’esthétiques. 

Les aspects techniques concernent entre autres l’endroit où le 

parquet sera installé et l’intensité de circulation. Ces aspects 

jouent un rôle lors du choix de l’espèce 

de bois et de la finition du parquet. Pour 

la pose de parquets de qualité, de nombreuses 

essences européennes et tropicales 

courantes peuvent être utilisées. 

Le bois est-il 

un choix écologique? 

Certainement ! 

Des espèces de bois (plus) dures, comme 

le chêne d’Europe (700 kg/m³), chêne d’Amérique blanc (750 

kg/m³), chêne d’Amérique rouge (700 kg/m³), l’hêtre (700 kg/m³), 

l’érable (650 kg/m³), le frêne (700 kg/m³), le jatoba (900 kg/m³ 

(convient par exemple pour un musée, restaurant ou magasin), 

l’afzelia (800 kg/m³), le merbau (800 kg/m³), le tasmanian oak, 

le teck, le basralocus, bubinga (850 kg/m³), guatambu (800 kg/ 

m³) , l’itauba, mutenyé (800 kg/m³), l’amarante, le sapelli, sipo, 

… conviennent particulièrement aux espaces à forte circulation 

piétonne. 

Des espèces de bois (plus) tendres conviennent aux espaces à 

circulation piétonne réduite. 

© AHEC 


Dossier 

espèces de bois et 

en bois 

Par exemple, le pin sylvestre (500 kg/m³) convient particulièrement 

aux chambres à coucher et aussi pour des applications 

dans un loft. D’autres essences tendres sont aussi appropriées: 

l’épicéa (450 kg/m³), l’oregon (500 kg/.m³), le Southern Yellow 

Pine (540 kg/m³), le mélèze (de Sibérie) (600 kg/m³), le pin des 

Landes (620 kg/m³), le Western hemlock (450 kg/m³). 

Aspects esthétiques : 

Le bois a un aspect chaleureux et s’intègre aussi bien dans 

un intérieur classique que dans un intérieur minimaliste. Les 

amateurs d’un aménagement intérieur moderne préféreront 

probablement des parquets sobres sans nœuds. Si vous optez 

pour une ambiance plus chaleureuse, vous préférez sans doute 

les variantes plus rustiques avec plus de nœuds dans le bois. 

3. Une grande variété d’espèces de bois 

- Il est facile à traiter et finir pour diverses applications d’aménagement 

intérieur, comme le parquet. 

Cumaru (1070 kg/m³) 

- Le cumaru est extrêmement décoratif de par sa couleur 

brun-jaune à brun-rouge, généralement parcouru de veines 

jaunes-rouges ; 

- Il diffuse une légère odeur de vanille peu après son usinage ; 

- Le duramen est très durable (classe de durabilité naturelle I) ; 

- Le séchage doit s’effectuer lentement en raison du risque de 

formation de cémentation, de fissures et de déformations. 

Bien entendu, il y a les essences connues, mais il y a aussi des essences plus 

récentes moins connues qui valent la peine d’être découvertes. 

3.1. Espèces de bois connues 

Le bubinga (850 kg/m³) 

- Le bubinga est une essence décorative d’une couleur brun 

rougeâtre à violet et il est souvent utilisé comme alternative 

pour le palissandre. 

De par sa masse volumique élevée, le cumaru se laisse assez difficilement 

usiner. Le rabotage s’effectue sans problèmes et permet 

d’obtenir une surface très lisse, sauf en cas de contrefil marqué. 

Mutenyé (800 kg/m 3 ) 

- Le duramen est brun jaune à brun foncé et il est naturellement 

lustré ; 

... Trends Concerning Surfaces 

Step into our World 

Hesse-Lignal GmbH & Co. KG 

Department Parquet 

Venecoweg 6 

B 9810 Nazareth 

Tel.: +32 (0) 9 281 06 40 

Fax: +32 (0) 9 281 05 73 

E-mail: info@hesse-lignal.com 

www.parquet.hesse-lignal.com 

Parquet Finish Solutions 


33

Dossier 

- Avec une finition incolore, le mutenyé prend une teinte 

patinée naturelle typique avec le temps ; 

- Le duramen est moyennement durable (classe de durabilité 

naturelle III). 

Cela vaut la peine de souligner que cette essence, de même 

que le bubinga et cumaru, convient particulièrement pour 

des sols commerciaux. 

Noyer d’Amérique 

- Duramen veiné, brun violet suite à l’étuvage dans le pays 

d’origine ; 

- Aubier blanchâtre, se rapproche de la couleur du duramen 

après l’évutage ; 

- Le duramen est moyennement durable (classe de durabilité 

III) et l’aubier n’est pas durable (classe de durabilité V). Certaines 

applications exigent un traitement préventif selon le 

procédé A1. 

- Pour divers aménagements intérieurs et parquet. 

- La finition ne pose aucun problème. Une finition étanche 

à l’air (vernis ou cire) appliquée immédiatement après 

l’usinage permet une conservation optimale de la teinte 

bleu mauve. Si la couleur s’atténue, elle peut être avivée au 

moyen d’un traitement à base d’acide (acide citrique). 

Wengé 

- Bois couleur chocolat au lait avec de fines veines ; 

- Le duramen est durable (classe de durabilité naturelle II) ; 

- Cette essence est connue par tout parqueteur digne de ce 

nom, mais un conseil intéressant pour le Wengé : utilisez un 

bouche-pores avant la finition. Les aménagements intérieurs 

exigent l’application d’un vernis avec un filtre UV pour 

ralentir l’éclaircissement. 

- Le Wengé convient parfaitement aux aménagements 

intérieurs comme les parquets, meubles et escaliers. 

Zebrano 

Noyer d’Europe 

- Duramen brun gris veiné (pas violet) ; 

- Aubier blanchâtre avec zone de transition. 

Amarante 

- Ce bois a une belle teinte bleu mauve ; 

- Le duramen frais de sciage a une teinte brunâtre, qui évolue 

bien vite vers un bleu mauve sous l’influence de la lumière. 

Il est possible de maintenir cette teinte avec une finition, sans 

finition elle évolue vers une teinte brunâtre à l’intérieur ; 

- Une figure décorative typique à zébrures ; 

- Humide, le zebrano diffuse une odeur désagréable qui disparaît 

après le séchage ; 

- Classe de durabilité naturelle II (durable) ; 

- La finition de surface est moyenne à bonne, en fonction de la 

quantité de gomme contenue dans le bois. 

3.2. Intéressantes pour vous en tant que parqueteur 

sont les essences plus récentes et moins 

connues 

Cela vaut vraiment la peine de vous présenter en tant que 

parqueteur quelques exemples de nouvelles essences moins 

connues : 

Arura vermelho 

- Le duramen de l’arura vermelho est brun clair, brun-rouge 

à brun-mauve foncé, avec parfois de fines veines ou stries 

foncées ; 

- Le duramen est moyennement durable à durable 

(classe de durabilité naturelle II-III) ; 

- Essentiellement pour la menuiserie extérieure 

(fenêtres et portes) ; 

- Egalement possible pour les sols. 

© Wardenier 

Macassar ebony 

- Une essence de bois décorative et exclusive ; 

- Brun clair à brun chocolat, avec des stries brun foncé, noires 

ou blanches ; 

- Le bois a un grain fin ; 



35

Dossier 


- Un angle d’attaque de 20 ° est recommandé pour une surface 

lisse. 

Faveira amargosa 

- Fraîchement scié, le duramen présente initialement une couleur 

jaune qui fonce rapidement vers un beau brun foncé ; 

- Les vaisseaux sont entourés de parenchyme, de sorte que 

cette essence de bois laisse apparaître des stries fines et très 

légères ; 

- Le duramen se situe dans la classe de durabilité naturelle 

II-III ; 

- Pour obtenir une surface lisse, le rabotage doit s’effectuer 

lentement et après séchage au séchoir. 

© Belgian Woodforum Arch Bernd Frick 

Niové 

- Duramen de couleur variable, de jaune-orange clair à brunrouge 

foncé ; 

- Grain très fin ; 

- Essence de bois polyvalente ; 

- Juste après l’usinage, le niové diffuse un parfum poivré qui 

disparaît après le séchage ; 


- Pour des applications extérieures, la zone de transition non 

durable entre le duramen et l'aubier doit être supprimée ; 

- Le préforage est indispensable car le niové est dur et vitreux ; 

- Grâce à son grain très fin, cette essence de bois se laisse bien polir. 

Il est digne de mention que cette essence (densité environ 

900 kg /m³) convient aux parquets (à circulation intense) 

comme pour les musées, lieux publics, magasins, etc… 

Bois d'olivier 

- Le duramen présente une couleur gris-jaune à jaune-brun. 

La présence de stries brun foncé à noires confère au bois 

d’olivier une belle figure ; 

- Convient aux incrustations dans les planchers. 

Palissandre de Madagascar 

- Cette essence de bois se caractérise par une couleur très 

variable, même au sein du même tronc. Le duramen varie en 

effet de brun-jaune à mauve rougeâtre, parfois il est même 

presque noir ou veiné ; 

- également appelé parfois bois de rose en raison de son parfum 

de rose typique ; 

- essence de bois exclusive, très décorative à structure fine ; 

- Classe de durabilité naturelle I (très durable) ; 

- Relativement difficile à usiner manuellement ; 

- Le préforage est indispensable. 

- Son aspect ressemble à celui du pallissandre foncé et du 

bubinga; 

- Fil ondulé ou contrefil ; 


- Vu que le pau rosa est dur et relativement vitreux, le préforage 

est indispensable avant de procéder au clouage et au 

vissage. 

4. Les tendances 

Les parquets ont le vent en poupe. Le sol détermine aussi 

l’aspect et l’ambiance d’une pièce. Les tendances d’intérieur 

générales actuelles sont également valables pour les parquets. 

Voici les plus marquantes : 

- L’éclecticisme règne en maître. L’éclecticisme est un grand 

mot pour indiquer que l’on ne se limite plus à un seul style, 

mais que plusieurs styles sont combinés pour personnaliser 

son intérieur. On prend le meilleur de plusieurs styles et 

rassemble divers éléments de caractère dans un nouveau mélange. 

Le parquet trouve donc sa place dans cette tendance. 

- Ceci nous mène à la seconde tendance : un grand besoin de 

personnalisation. Suivre strictement un certain style est 

dépassé. Actuellement, des éléments de différents styles sont 

assemblés pour créer ainsi un style très personnel. Ce rôle va 

parfaitement au parquet. Les différentes espèces de bois et 

finitions permettent de se distinguer et de créer un intérieur 

très personnel. 

- Une troisième tendance qui renaît clairement est la revalorisation 

et le retour aux matériaux authentiques, purs et 

naturels. Il est évident que cette tendance convient à merveille 

aux parquets. 

Pau rosa 

- Le duramen présente une teinte rouge à mauve ; 

- Enfin, la durabilité et l’écologie ont également un impact 

de plus en plus important. L’écologie et la durabilité ne se 


Dossier 


voient plus attribuer l’étiquette des ‘écolos’. Au contraire : 

de nouvelles notions à la mode, telle qu’écochic font leur entrée. 

Le caractère durable des parquets et le développement 

en matière de produits de finition écologiques s’inscrivent 

entièrement dans cette histoire. 

un matériau de construction renouvelable unique et naturel, il 

extrait en outre du CO 2 

à l’atmosphère et diminue ainsi l’effet 

de serre. Le bois est un matériau solide et durable, de sorte 

qu’il ne faudra pas le remplacer rapidement. En comparaison 

avec d’autres matières premières, le bois exige beaucoup moins 

d’énergie pour sa transformation en sol en bois. A la fin de son 

cycle de vie, le bois peut être réutilisé, recyclé ou être utilisé 

comme combustible vert. Même les plus petits copeaux de bois 

peuvent être remployés pour la production de par exemple 

panneaux agglomérés. 

Lorsque nous parlons de conscience écologique et de durabilité, 

nous sommes systématiquement confrontés aux écolabels. Les 

deux plus connus sont le PEFC et FSC. Les écolabels ont été 

créés afin de pouvoir identifier une gestion forestière durable 

et indiquent que le bois provient indéniablement d’un des programmes 

qui préconisent une exploitation forestière durable. 

Du point de vue de la durabilité, il est absolument indispensable 

de considérer le bois et l’exploitation forestière dans le 

respect de l’environnement. Il ne faut donc pas s’étonner que 

la demande de bois à écolabels augmente. 

Avec nos remerciements au : Belgian Woodforum – www.hout.be 

En considérant les évolutions des tendances, vous pensez peutêtre 

: ceci ne me concerne pas. Pourtant, le contraire est vrai. 

Ces évolutions des tendances vous offrent de nombreuses nouvelles 

opportunités en tant que parqueteur. Votre savoir-faire et 

connaissances en ce qui concerne les possibilités des essences 

et des finitions représentent d’importants atouts pour mettre 

en exergue votre valeur en tant que professionnel. 

Bien entendu, le budget de vos clients joue également un rôle. 

Vous pouvez considérer ceci comme une limitation, mais vous 

pouvez également y voir une opportunité pour faire valoir 

vos connaissances en la matière. Car les espèces de bois moins 

connues et plus avantageuses permettent aussi de créer de 

jolies réalisations surprenantes. 

Le choix est illimité, tant en ce qui concerne les espèces de bois 

que les parquets prêts à poser ou à achever. Comme vous le 

savez déjà, les possibilités de finition sont également innombrables. 

Le Belgian Woodforum vous invite à oser regarder au-delà de 

ce que vous connaissez depuis des années. Informez-vous et 

laissez-vous inspirer par les nombreuses possibilités, surtout 

inconnues, que le bois vous offre. Vous verrez que cela en vaut 

la peine. 

5. Une dernière question actuelle : le bois 

est-il un choix écologiquement justifié ? 

N.V. MUYLLE-FACON S.A. - Ambachtenstraat 58 - 8870 IZEGEM (Industriezone Abele) - Belgium 

Tel. +32 (0)51 30 80 54 - Fax +32 (0)51 30 99 78 - info@muyllefacon.be - www.rubiomonocoat.com 

DECKING OIL DUO SYSTEM 

RMC SUNPRIMER COLOR + RMC DECKING OIL 2C 

LA FUSION DE DEUX TECHNOLOGIES AVANCÉES! 

• Pénétration spectaculaire des pigments de couleur par biotechnologie 

du RMC Sunprimer Color. 

• Liaison moléculaire durable du RMC Decking Oil 2C. 

• Fongicide puissant, perméable à l’air et hydrofuge. 

• Haute protection contre les influences des rayons UV. 

• Pour terrasses extérieures. 

• Évite la décoloration et l’écaillage. 

• Durcissement rapide: particulièrement adapté aux 

applications industrielles: 

à la fois avec les procédés aux UV et par oxydation. 

• Exempt de COV = écologique ! 

• Adapté pour le bois traité thermiquement. 

DECKING OIL 2C 

A 

DECKING OIL 2C 

B 

ACCELERATOR 

Si vous optez pour un aménagement écologique de votre maison, 

le bois est un excellents choix. Non seulement le bois est 

www.rubiomonocoat.com 


37

PARQUET EN 

BAMBOU 

x Innovant x Pose aisée 

x Ecologique x Très résistant 

x Esthétique x S ain & Salubre

Connaissances professionnelles 

MESURE DU TAUX 

D’HUMIDITE 

Si vous voulez poser un parquet, il faut savoir que le support 

doit être durablement sec. On part du principe que le professionnel 

effectue les mesures du taux d’humidité nécessaires 

avant de commencer la pose du revêtement de sol en bois. 

Tout le monde a déjà entendu parler de mesures à la bombe à 

carbure. Populairement, cette mesure est également connue 

sous mesure à carbure. 

Bien que cette méthode de mesure soit connue, on a constaté 

dans la pratique que l’on mesure souvent par facilité avec un 

hygromètre électronique. Pourtant la Note d’Information Technique 

218, Parquets et revêtements de sol en bois, éditée par le 

CSTC, avance la mesure CM comme étant la méthode de mesure 

la plus fiable sur le chantier. Il est préférable de remettre 

les résultats de ces mesures par écrit au maître d’ouvrage et/ou 

à l’architecte. Actuellement, il suffit évidemment d’envoyer 

un mail. 

Cependant, sachez que vous mesurez pour vous-même et non 

pas pour le maître d’ouvrage. Finalement, c’est l’entrepreneur 

qui est responsable lorsqu’il commence les travaux. Les 

mesures du taux d’humidité font partie des contrôles les plus 

importants du support. 

De nombreux collègues se posent des questions sur la mesure. 

A quelle profondeur faut-il mesurer ? Combien de temps faut-il 

attendre avant de lire les résultats ? Faut-il une membrane 

anticapillaire ? La membrane capillaire doit-elle remonter aux 

bords ? De nombreuses questions auxquelles nous répondrons 

à base des textes de la NIT 218. 

Un support sec 

Le bois est un matériau sensible à l’humidité et par les 

différents traitements de surface, il peut également être très 

étanche à la vapeur. Il convient donc de veiller à ce que le support 

soit suffisamment sec. Pour les chapes à base de ciment, 

les valeurs mesurées ne peuvent pas dépasser les pourcentages 

d’humidité résiduelle maximum dans le tableau ci-contre. Par 

support, on n’entend évidemment pas seulement la chape. Il 

faut prendre en considération toute la structure sous-jacente. Il 

faudra mesurer tant les éléments porteurs en béton coulé que 

les hourdis et les couches d’égalisation. Dans les constructions 

neuves, il faut tenir comte du fait que le séchage complet du 

béton peut prendre plusieurs années. En plus, le taux d’humidité 

du béton ne peut pas être déterminé avec la méthode CM. 

La composition et la masse volumique de certaines couches 

d’égalisation et chapes diffèrent fortement de celles des chapes 

courantes. La mesure du taux d’humidité de ces couches se 

fait généralement par la méthode de dessiccation à l’étuve en 

laboratoire. La détermination du taux d’humidité se fait par 

le réchauffement du matériau de test jusqu’au moment que le 

changement de poids reste stable. Le pourcentage d’humidité 

résiduelle est le rapport entre le poids initial de l’échantillon et 

le poids final. Cependant, cette méthode n’est pas très pratique. 

Le pourcentage d’humidité résiduelle maximum de la structure 

totale ne peut pas être supérieur aux valeurs maximales mentionnées 

dans le tableau pour les chapes à base de ciment. 

Taux d’humidité maximum autorisé 

chape à base de ciment 2,5% 

sans chauffage par le sol 

chape à base de ciment 2,0% 

avec chauffage par le sol 


39


Durablement sec 

La chape ne doit pas uniquement être suffisamment sèche au 

moment de la pose. Il faut aussi éviter l’humidité ascendante 

du sol ou des couches sous-jacentes. A cette fin, il est conseillé 

d’appliquer une membrane anticapillaire entre la chape et 

l’élément porteur. 

La NIT 218 mentionne qu’il est uniquement possible d’opter 

pour une chape adhérente si l’élément porteur existant soit 

entièrement sec. Si aucune membrane de séparation n’a été 

appliquée, il faut tenir compte du risque d’humidité ascendante 

des couches sous-jacentes pas encore entièrement sèches. 

L’application d’une membrane PE d’une épaisseur minimum 

de 0,2 mm pourra diminuer les temps d’attente, qui peuvent 

parfois atteindre des années. La membrane doit être relevée 

aux bords. Ceci évite le transport d’humidité aux pieds des 

murs humides. Ainsi, le parqueteur devra uniquement contrôler 

le taux d’humidité du support jusqu’à la hauteur d’application 

de la membrane. 

Mesure de chapes à base de ciment avec la 

méthode à la bombe à carbure 

Principe: 

Un coffre pour effectuer des mesures à la bombe à carbure 

comprend tous les outils suivants : 

- Un récipient de pression avec manomètre (analogique ou 

numérique) 

− Une écuelle pour broyer du matériau de la chape à tester 

− Un marteau et burin 

− Des billes en acier 

− Carbure dans une ampoule en verre 

− Joints d’étanchéité de réserve 

− Une balance 

− Une brosse pour le nettoyage du récipient de pression 

− Tableau avec les pourcentages d’humidité résiduelle correspondants 

− Une petite cuillère 

Le principe est basé sur la réaction de l’humidité contenue 

dans l’échantillon de chape prélevé avec le carbure de calcium. 

En mélangeant les deux, un gaz est formé (acétylène). Le manomètre 

permet de mesurer la pression du gaz. Plus l’humidité 

dans l’échantillon est élevée, plus la pression du gaz sera 

élevée. La valeur indiquée et le poids de l’échantillon correspondent 

à un pourcentage d’humidité résiduelle spécifique. 

Dans la NIT 218, la méthode standard est représentée schématiquement. 

Ci-contre, nous vous donnons une description 

concise du principe de la méthode. 

Fabrikant van regelbare vloerdragers voor terrassen in hout 

EXIGEZ LA MARQUE 

Nieuwe regelbare vloerdragers 

vanaf 28 tot 42 mm 

Beschikbaar vanaf begin november 

• Beschikbaar vanaf begin 

november 

Regelbare balksteun van 

35 tot 90mm 

Vaste balksteun 

van 65 mm 

• Ook verkocht per 

eenheid 

• Transport georganiseerd 

door BUZON 

BPI Buzon Pedestal International s.a. 

Z.I. des Hauts-Sarts Zone 1 • Prolongement de la rue de l’Abbaye, 134 

B-4040 Herstal • Belgique - Europe • Tl +32 (0)4 248 39 83 - Fax +32 (0)4 264 82 38 

info@buzon.eu - www.buzon.eu 

40 Parket-Parquet ■ juni/juin 2011 

BC_90x133_nl_bc02.indd 1 17/09/2010 10:07:17


La méthode 

Du matériau est prélevé de la chape à trois endroits différents 

de la pièce. Une mesure auprès des murs est toujours 

nécessaire, car le séchage y est plus lent. Les autres mesures 

sont effectuées aux endroits où la chape est plus épaisse. Un 

hygromètre électronique peut être pratique pour déterminer 

des endroits intéressants. 

pourrez lire la valeur de pression. Le pourcentage d’humidité 

résiduelle correspondant pourra être déterminé à l’aide du 

tableau. Après chaque mesure, il faut ouvrir la bouteille avec 

précaution et la nettoyer avec la brosse. 

Remarque 

Certains fabricants de chapes à séchage rapide proposent une 

méthode de mesure alternative. Cette méthode n’a pas encore 

été approuvée par le CSTC. Utilisez toujours la méthode décrite 

ci-dessus ou obtenez les garanties écrites nécessaires du fabricant 

concerné. 

Interprétation des résultats 

Lorsque vous avez rassemblé toutes les mesures, vous pouvez 

les interpréter. Toutes les mesures doivent être évaluées 

séparément. On ne peut pas calculer une moyenne. Lorsque 

toutes les valeurs sont inférieures aux valeurs d’humidité 

résiduelle maximales autorisées, vous pouvez entamer la pose 

du parquet. 

Si certaines valeurs sont supérieures, il faudra remettre les 

travaux ou opter pour un écran pare-vapeur chimique adapté 

aux circonstances. 

L’échantillon est prélevé de la chape à l’aide du marteau et du 

burin. Il est interdit de forer, car le développement de chaleur 

pourrait influencer le résultat. Il faut toujours prélever l’échantillon 

sur toute la profondeur, jusqu’à la membrane anticapillaire. 

L’humidité s’évapore plus difficilement en dessous de la 

chape. 

Ensuite, il faut broyer le matériau prélevé dans 

l’écuelle en acier. Plus le matériau broyé est fin, 

plus la mesure sera précise. La balance permet 

de peser minutieusement l’échantillon. On 

travaille généralement avec des échantillons 

de 20 gr. 

Ensuite, l’échantillon soigneusement pesé 

est introduit dans le récipient de pression 

avec les billes métalliques. L’ampoule en 

verre de carbure est ajoutée en dernier. Le 

bouchon avec manomètre est placé sur la 

bouteille et bien fermé. 

Il faut secouer le récipient de pression énergiquement 

durant une minute. Les billes en acier cassent l’ampoule en 

verre, de sorte que la réaction entre le matériau de chape et 

le carbure de calcium a lieu. Après environ cinq minutes, il 

faut de nouveau secouer énergiquement la bouteille. Veillez 

à tenir le récipient bien droit pour éviter que de la poussière 

entre dans le manomètre. Après minimum 10 minutes, vous 

CONCLUSION 

Dans la construction neuve, seules les chapes non-adhérentes 

seront prises en considération comme support adéquat pour le 

parquet. 

Ceci est valable tant pour les sols au rez-de-chaussée que pour 

les sols à l’étage. Pour éviter l’humidité ascendante 

de couches inférieures, il faut toujours appliquer 

une membrane anticapillaire de 0,2 mm juste 

en dessous de la chape. Ceci diminue aussi 

considérablement le temps de séchage. 

Si aucune membrane adéquate n’a été appliquée 

entre la chape et l’élément porteur 

ou les couches d’égalisation, toute la structure 

du sol doit être suffisamment sèche. 

Le pourcentage d’humidité résiduelle pourra 

uniquement être déterminé en laboratoire à 

l’étuve. Informez-vous toujours sur les frais pour 

cette mesure d’humidité. Vous pourrez obtenir de 

plus amples informations à ce sujet au service conseil 

technique du CSTC. 

Les mesures d’humidité de chapes à base de ciment sont réalisées 

avec la bombe à carbure. Pensez à l’interprétation correcte 

des résultats. Confirmez toujours les résultats des mesures et les 

conseils qui s’y rapportent par écrit. 


41

La technique de finition 

Le bois extérieur : traiter 

Une terrasse en bois, ou plutôt un parquet extérieur, est 

très en vogue actuellement. A l’aube de l’été, nombre 

d’amateurs de terrasses ou jardins sont très occupés avec 

le nettoyage et le traitement de terrasses ou bardages en 

pierre ou en bois. Cependant, l’offre des possibilités pour 

le traitement du bois extérieur ont été largement étendues. 

Nous les passons en revue pour vous ! 

Les bardages 

Entre-temps, différents produits sont disponibles sur le marché 

pour les applications extérieures. Il y a des produits spécifiques 

pour les bardages et des produits spécifiques pour les 

revêtements de sols, telles que les terrasses. 

Une alternative pour ceci sont les huiles de saturation qui 

doivent être appliquées en 1 ou plusieurs couches. Celles-ci 

ont généralement une longévité réduite, mais l’entretien est 

simple. Il suffit de bien nettoyer les planches de terrasse et 

d’appliquer de nouveau l’huile. 

Une troisième possibilité est un système où l’on applique 

d’abord un primer. Ceci protège le bois contre les influences 

des UV et contre la formation de moisissures. Cette option 

offre également une grande longévité en combinaison avec un 

entretien simple, telle que l’application d’une huile de saturation. 

Actuellement, le traitement peut déjà avoir lieu avant la 

pose du bardage. Ainsi, le traitement contraignant et fastidieux 

sur place fait définitivement partie du passé. Dans ce cas, le 

traitement a lieu sur une machine sur une ligne de finition 

développée à cet effet dans un atelier de vernissage. L’aspect le 

plus important lors du choix de traitement du bardage sont les 

nombreuses couleurs disponibles, allant de teintes de gris au 

noir et teintes naturelles plus claires. 

Les terrasses 

Pour le bardage, c’est surtout l’aspect esthétique qui joue un 

rôle. Les auréoles et taches typiques sont un problème courant 

sur les façades et ceci peut nuire fortement à l'aspect. Dans ce 

cas, une finition du bardage peut offrir la solution. Plusieurs 

marques proposent une finition en deux ou plusieurs couches 

couvrantes. Ce système a une longévité relativement importante 

de 3 à 5 ans. Ensuite, le bardage doit de nouveau subir un 

traitement relativement intensif. L’ensemble doit être poncé et 

‘repeint’ entièrement. 

Pour les terrasses les choses sont quelque peu différentes. Les 

terrasses nécessitent une grande résistance à l’usure. Généralement, 

elles restent aussi plus longtemps mouillées après une 

averse. Pour les terrasses, on n’utilise pas de finition couvrante. 

Il est préférable d’utiliser une huile de saturation ou de travailler 

avec un système à deux couches, se composant d’un primer 

et d’une couche de finition. La couche de finition de ce système 

est différente du produit utilisé pour un bardage. La résistance 

à l’usure est plus élevée. La couleur est appliquée dans le primer 

et la couche de finition est généralement transparente et à 

traiter en 2 composants. Par l’application d’une huile ou d’un 

primer coloré, la couleur originale du bois peut être maintenue 

longtemps et le grisaillement est évité. Pour les terrasses, 

on opte en général pour un traitement en raison du maintien 

de l’aspect naturel du bois, donc pour éviter le grisaillement. 

Néanmoins, toutes les finitions ont une chose en commun : 

elles doivent être perméables afin de permettre des variations 

dans le taux d’humidité. 

Le nettoyage 

Enfin, une dernière remarque. Le nettoyage de terrasses ou 

façades avec un nettoyeur haute pression est absolument inadmissible. 

Ceci fait souffrir terriblement le bois. Le bois tendre 

est enlevé par la haute pression. Ceci fait éroder le bois et ce 

dernier devient encore plus sensible à la formation de mousse 

et donc également au pourrissement. 


La technique de finition 

ou laisser grisailler ? 


Il existe plusieurs produits de nettoyage pour les terrasses, 

dont des produits qui redonnent au bois leur couleur originale. 

Ensuite, vous pouvez de nouveau appliquer une couche de protection. 

Encore un petit conseil de ‘Tante Kaat’ : un bon coup 

d’eau de Javel et un balai-brosse semi-dur peut déjà faire des 

miracles. Une dernière possibilité est le ponçage de la terrasse 

avec une ponceuse à bande pour profiter de nouveau d’une 

terrasse neuve. 

Par: Lodewijk Kiekens 

© terras in ipé Hoebeek 


43

Focus 

Colles 

pour revêtements de sol en bois 

La gamme de colles disponibles pour le parque¬teur a 

sensiblement évolué au cours des années. De nouveaux 

types de colles, comme les colles issues de la technologie MS 

polymère ou les colles dites hybrides, sont ainsi apparues et 

d’autres, comme celles à base d’al¬cool, ont tendance à disparaître 

en raison de leur moindre performance ou de leur 

nocivité. Parmi cette di¬versité, il est parfois difficile pour 

le parqueteur de choisir la colle la plus appropriée afin de 

pouvoir garantir à son client des systèmes durables dans le 

temps. Le présent article a pour objectif de présenter les 

diffé¬rents types de colles pour parquet disponibles sur le 

marché ainsi que le référentiel qui leur est applicable. 

Type de colles et mise en oevre 

Les colles courantes pour parquet peuvent être regroupées en 

trois grands types selon leur composition : les colles en dispersion 

dans l’eau (colles blanches), les colles poly¬uréthanes (à 

un ou deux composants) et les colles à base de polymères (MS 

polymères, SPUR et autres technologies hybrides). On utilise 

également, mais dans une moindre mesure et dans des cas biens 

particuliers, les colles époxydes et les colles en poudre. Les colles 

à l’alcool, largement employées par le passé, sont quant à elles 

de moins en moins utilisées en raison de leur toxicité. 

La plupart des colles pour parquet sont appli¬quées à l’aide 

d’une spatule dentée dont les caractéristiques (profondeur, largeur 

et espa¬cement des dents) dépendent du support, du type 

de revêtement et de la colle. 

Pendant de nombreuses années, la seule norme permettant 

de caractériser les colles à parquet était la norme allemande 

DIN 281 à laquelle fait référence la NIT 218. Conscient de ce 

manque, le comité technique européen CEN/ TC 193 ‘Adhésifs’ 

a publié en 2006 la norme NBN EN 14293 spécifique aux colles 

pour parquet. Quatre ans après sa publication, cette norme reste 

encore méconnue du secteur, probablement parce qu’il ne s’agit 

pas d’une norme harmonisée (c.-à-d. qu’elle ne conduit pas au 

marquage CE). 

La norme NBN EN 14293 décrit des méthodes d’essai relatives à 

tous les types d’adhésifs uti¬lisés pour le collage au sol de parquet 

et de revêtements en bois similaire et spécifie des valeurs 

d’exigences performantielles. Cependant, elle ne donne pas de 

spécifications ni de recommandations pour la conception et la 

pose des revêtements de sol en bois. Pour ces aspects, il convient 

de se reporter à la NIT 218. 

Distinction adhésif souple/adhésif rigide 

En ce qui concerne la détermination de la ré¬sistance au cisaillement, 

la norme stipule des exigences minimales différentes 

selon le ca¬ractère rigide ou souple de la colle. Cette dis¬tinction 

témoigne des deux manières d’abor¬der le comportement du 

revêtement de sol en bois au cours du temps: 

• soit limiter le mouvement du bois: cas des colles rigides 

• soit, au contraire, permettre, dans une cer¬taine mesure, les 

mouvements relatifs du bois: cas des colles souples. 

Colles rigides 

Si l’on souhaite contrer les mouvements du bois, la colle doit 

présenter des caractéris¬tiques physiques et mécaniques élevées 

pour contrer les mouvements du bois. Par consé¬quent, ces 

colles se caractérisent par une force à la rupture importante, 

mais un allongement faible. 

Compte tenu de ces performances élevées en termes d’adhérence 

et de rigidité, la colle va solliciter davantage le support lors de 

varia¬tions dimensionnelles du bois (cf. figure). 

Référentiel 

Arrachement de la partie superficielle 

Par conséquent, ce type de colle nécessite un support présentant 

une cohésion élevée en vue d’assurer la longévité du système 

au cours du temps. A ce sujet, un support dont la cohésion de 

surface est supérieure ou égale à 0,8 N/mm2 sera davantage 

conseillé pour contrer les mou¬vements du bois en présence 

d’une colle rigide. 


Focus 

Cependant, lors de tensions élevées dues à des mouvements 

importants du bois, ces dernières vont se propager au niveau 

du revêtement de sol lui-même, qui devient ainsi le facteur 

li¬mitant si le support et la colle sont très per¬formants. Ces 

tensions peuvent provoquer, par exemple, des fissurations dans 

le revêtement en cas de retraits anormaux du bois du à des 

conditions d’humidité ambiante trop sèches (HR < 25 %). La 

figure ci-dessous reprend à titre indicatif, la cohésion de surface 

moyenne de différents supports de pose auxquels le parqueteur 

peut être confronté. 

Colles souples 

Si l’on souhaite permettre, dans une certaine mesure, les mouvements 

relatifs du bois, la colle doit présenter une élasticité 

importante qui limite les contraintes occasionnées au sup¬port 

et au revêtement de sol. Les forces en jeu étant moins importantes, 

sa résistance peut être moindre (suffisante pour éviter le 

décol¬lement). 

Compte tenu des caractéristiques de la colle, le support sera 

moins sollicité. Par consé¬quent, ce type de colle sera à préconiser 

en présence d’un support moins performant en termes de 

cohésion. Notons qu’une colle infi¬niment élastique correspondrait 

à une absence de produit de pose, ce qui n’est pas conseillé 

pour de nombreux types de revêtements de sol en bois. 

Cependant, il convient de mentionner que pour bénéficier des 

Cohésion de surface moyenne 

avantages de ce type de colle et notamment son élasticité, il 

convien¬dra de bien respecter les consignes de pose de la NIT 

218, en particulier au niveau des joints périphériques et de fractionnement, 

ainsi que la consommation de colle prescrite par le 

fabricant. En effet, l’application d’une couche de colle trop fine 

ou trop épaisse peut diminuer sensiblement ses performances. 

Une conséquence majeure de l’utilisation de ce type de colle 

est que les mouvements du bois seront plus fréquents et plus 

Pistolet applicateur debout BASIBOND 

Application jusqu’à 10 fois 

plus rapide de la colle 

Position debout, aucune fatigue 

aucun entretien 

Réduction de la consommation de colle 

Visionner la vidéo 

sur www.basin.be 

Moins de 1 kg de déchets 

pour un chantier de 50 m 2 

Une révolution pour 

la pose du parquet 

grote pub parket-parquet FR.indd 1 13/05/11 15:38

Focus 

percep¬tibles, le bois n’étant pas ‘bloqué’. Il est im¬portant que 

le professionnel informe le maître d’ouvrage sur ce point pour 

éviter tout litige. Compte tenu de ce désagrément, les colles 

souples ne seront pas conseillées dans un cer¬tain nombre de 

cas, notamment en présence de revêtement de sol à chants 

droits, de planches de grande largeur. 

Quelle que soit l’option choisie par le parque¬teur, il est primordial 

de vérifier au moment de la pose que l’ensemble des conditions 

ont été respectées au niveau du support, principa¬lement, 

et des conditions ambiantes en vue d’assurer un collage optimal 

du revêtement de sol en bois. A ce sujet, nous renvoyons le 

lec¬teur aux prescriptions du fabricant et à celles de la NIT 218. 

Conditions de mise en oevre 

Les colles pour parquet sont une applica¬tion typique des 

colles à bois sur chantier : les conditions de mise en oeuvre 

(tempéra¬ture minimum et humidité lors de la mise en oeuvre) 

et l’état du support méritent une atten¬tion particulière. A ce 

sujet, pour garantir la bonne tenue de l’assemblage collé, il est 

in¬dispensable de respecter plusieurs exigences au niveau du 

support, du revêtement de sol et du milieu ambiant. Celles-ci 

concernent prin¬cipalement: 

Paramètres susceptibles d’influen¬cer et/ou de diminuer les 

perfor¬mances du système mis en œuvre 

Ces paramètres déterminent la résistance et englobent non 

seulement les caractéristiques physiques et mécaniques propres 

à chaque matériau en présence, mais également celles du 

système. Ces paramètres pertinents, comme l’adhérence, sont à 

évaluer en labo¬ratoire dans un ‘cadre normatif’. La norme NBN 

EN 14293 décrit des méthodes de dé¬termination à cet égard et 

défini des exigences (en laboratoire). Outre le choix d’une colle 

performante, l’ob¬tention des performances d’adhérence et 

de cisaillement précitées impose le respect de certaines recommandations 

concernant le sup¬port (taux d’humidité, cohésion, 

rugosité, …), la colle (quantité de colle appliquée, type de peigne, 

pression exercée, …), le revêtement de sol (taux d’humidité) et 

les conditions am¬biantes. 

Paramètres susceptibles d’engen¬drer des sollicitations 

mécaniques et des tensions supérieures à l’adhé¬rence de la 

colle 

Ces paramètres qui déterminent les sollici¬tations extérieures au 

système, peuvent être dues: 

• le support: 

– la planéité: pour un collage direct, une classe de planéité 1 est 

exigée (tolérance stricte : 3 mm sous une latte de 2 m). Cette 

exigence devra être clairement sti¬pulée dans le cahier des 

charges 

– le taux d’humidité maximum admis¬sible (chape à base de 

ciment : ≤ 2,5 % et ≤ 2 % en cas de chauffage par le sol; chape 

à base d’anhydrite : ≤ 0,6 %) 

– les caractéristiques mécaniques mini¬mum telles que la résistance 

à la traction superficielle 

– la propreté du support 

• le milieu ambiant 

– l’humidité relative de l’air ne peut excé¬der 60 % ou être 

inférieure à 30 % pen¬dant une période prolongée 

– la température de l’air ne peut être infé¬rieure à 15 °C dans 

les pièces concernées 

• le revêtement de sol 

– le taux d’humidité du bois devra idéale¬ment être en équilibre 

avec l’humidité re¬lative de l’air intérieur, soit généralement 

entre 8 et 12 %. 

Recommandations et conclusion 

Le comportement d’un revêtement de sol en bois au cours du 

temps va dépendre de nom¬breux paramètres (support, climat, 

occupation du local, …), qu’il conviendra de maîtriser dans la 

mesure du possible. Synthétiquement, ces pa¬ramètres peuvent 

être scindés en deux groupes. 

• à un apport d’humidité: humidité extérieur (plafonnage), 

humidité ascensionnelle 

• à l’utilisation: mise en service, modifica¬tion de destination du 

local : sec (chambre à coucher, salon) à humide (salle de bain) 

• à la conception: chauffage par le sol com¬biné ou non avec un 

système de refroidis¬sement. 

Il conviendra, dans la mesure du possible, de prendre en compte 

l’ensemble de ces sollicita¬tions afin de soit choisir la colle ou le 

type de colle le plus adapté au chantier, soit opter pour un autre 

système. 

Sur la base des résultats de la recherche ‘Mé¬thodes d’évaluation 

des performances de revê¬tements de sol en bois en pose collée 

: essais et spécifications’ en cours et des travaux menés actuellement 

par le groupe de travail ‘Parquet’ sous l’égide du Comité 

technique ‘Menuise¬rie’ du CSTC, plusieurs articles, et notamment 

une NIT sur les colles à bois, seront publiés prochainement 

de manière à aider davantage l’entrepreneur à choisir la colle et 

le mode d’application les plus adaptés, en fonction des paramètres 

d’influence (résistances et sollici¬tations). 

Source: texte CSTC-info, S. Charron, ir., chef de projet, 

division ‘Enveloppe du bâtiment et menuiserie’, CSTC. 

Grégoire, ir.-arch., chef de la division ‘Matériaux’, CSTC 


Focus 

Colles élastiques : 

plus qu’une tendance ? 

Les revêtements de sol fixes sont en vogue depuis déjà assez 

longtemps et ceci est d’autant plus valable pour les revêtements 

de sol en bois. De plus en plus de gens apprécient 

le caractère chaleureux et l’aspect d’un revêtement de sol 

en bois et choisissent la meilleure solution qualitative, un 

parquet passif. Bien entendu, le succès d’un parquet est en 

étroite relation avec sa pose professionnelle, qui englobe 

une bonne synthèse du sous-plancher, éventuellement du 

plancher intermédiaire, des circonstances climatologiques, 

de l’essence, des dimensions et de la finition. Un autre point 

fondamental pour obtenir un bon résultat est l’emploi de 

la colle appropriée, partie intégrante du cocktail d’expertise 

susmentionné et d’habitude le produit de confiance 

par excellence. Nous passons en revue les colles élastiques, 

mieux connues sous le nom colles polymères. 

Colles élastiques (MS polymère, SPUR et 

autres technologies hybrides) 

Les colles de parquet élastiques MS Polymère et SPUR sont monocomposant 

et possèdent plusieurs caractéristiques communes. 

Elles sont exemptes d’eau et de solvants et possèdent une 

élasticité permanente élevée (répartissant mieux les charges sur 

le sous-plancher et absorbant également les bruits de contact). 

Les colles de parquet MS Polymère et SPUR adhèrent bien sur 

une grande variété de supports sans primaire. Contrairement 

aux colles de parquet SPUR, les colles MS Polymère adhèrent 

très bien sur des supports lisses, non absorbants, même sur du 

carrelage. 

Les colles de parquet à base de MS-polymère conviennent particulièrement 

au collage à l’intérieur de sous-planchers (mosaïque, 

aggloméré) et de nombreux types de revêtements de bois, 

comme les planches massives, le parquet-tapis massif, parquet 

mosaïque, lamparquet, parquet multicouche ou parquet prêt 

à poser et parquet stratifié. Elles conviennent également pour 

application sur supports absorbants ou non-absorbants tels que 

chapes ciment, chapes en béton, aggloméré, égalisé, bois, 

anhydrite, ainsi que pour sols chauffants. La colle de parquet 

MS convient en outre particulièrement pour la pose de parquet 

sensible à la prise d´humidité sur des supports légèrement 

absorbants. 

Les colles élastiques actuelles se composent de polyuréthane ou 

polymères silylés, comme les polymères MS et SPUR, matières de 

charge anorganiques et additifs. Les colles de parquet à base de 

MS Polymère disposent de meilleures caractéristiques (mécaniques) 

que les types de colles classiques (PU, à base d’alcool, 

colles à dispersion). Notamment l’élasticité permanente élevée, 

répartissant mieux les charges sur le sous-plancher, est un principaux 

atouts des colles élastiques. 

Les colles de parquet à base de MS Polymère et SPUR se polymérisent 

uniquement par réaction chimique. Après polymérisation 

(env. 24h à 21°C et 50% HR) le produit crée un film très élastique 

résistant à l´humidité et aux variations de température et disposant 

d’excellentes caractéristiques d’adhérence sur pratiquement 

tous les matériaux courants dans la construction. Les colles 

élastiques ne contiennent pas déau ni solvants, ce qui limite le 

risque de déformation du parquet. 

La colle doit être appliquée sur un support résistant à la pression, 

propre, sec, indéformable, exempt de graisse et qui ne présente 

pas de couches de peintures, cire, huile, graisse ou autres 

contaminations. Les irrégularités tels que vieux restes de colle 

ou d´égalisé peuvent influencer négativement le collage. Ces 

restes doivent être enlevés de préférence mécaniquement par un 

ponçage. Il est conseillé d’enlever aussi les surfaces de chape qui 

ne sont pas assez résistantes. 

Puisque les colles MS Polymère adhèrent sur une grande série 

de supports, il n’y a aucune limitation en ce qui concerne les 

espèces de bois. Même des essences sensibles à l’humidité et 

grands formats peuvent être collées avec les colles à base de MS 

Polymère sur pratiquement tous les sous-planchers ou matériaux 

courants dans le secteur de la construction. En outre, les colles à 

base de MS Polymère et SPUR présentent encore plusieurs autres 

avantages. Comme déjà mentionné, touts les colles MS Polymère 

et SPUR sont monocomposant. Puisqu’elles n’ont pas de ‘pot-life’ 

comme pour les colles 2K-PU, le temps de traitement est illimité. 

Contrairement aux colles de parquet à base de PU, les colles à 

base de MS Polymère ne tachent pas le parquet ou autres matériaux. 

Puisque ces colles ne contiennent pas d’isocyanates, elles 

ne vous donnent pas les mains noires. Les colles élastiques sont 

recommandées dans un nombre de cas croissant, notamment 

lorsque des contraintes de traction (plus) élevées peuvent se 

manifester dans l’assemblage collé, comme c’est le cas pour : 

• Le parquet sur un chauffage par le sol ; 

• Le collage de parquet massif directement sur une chape, surtout 

pour des éléments longs et larges, et/ou pour des essences 

moins stables (par ex. le chêne d’Amérique, l’hêtre) ; 

• Des éléments de parquet massif longs et larges, dont le risque 

de déformations des éléments-mêmes est plus grand. 


47

Focus 

Ou lors du collage d’essences tropicales qui par leur nature 

contiennent certaines substances grasses au toucher et qui 

gênent la bonne prise des colles PU ou autres colles. 

• Base : polyuréthane ou polymères silysés, comme les polymères 

SM et SPUR 

• Viscosité : généralement pâteux 

• Application : appliquer sur une face sur le sous-plancher avec 

une spatule à colle appropriée 

• Consommation : Dépendant du support 1000 – 1200 g/m² 

lors de l’utilisation de la spatule à colle pour parquet prescrite 

• Temps ouvert : de 20 à 40 minutes, dépendant du produit et 

du fabricant 

• Durcissement : 24 heures 

• Résistance finale : après 1 semaine environ 

• Temps d’attente avant le ponçage : min. 24 heures. 

Utilisations des colles PS Polymère 

Avant de procéder à línstallation du parquet, il faut toujours 

vérifier le pourcentage d´humidité résiduelle du support de 

préférence à láide de la méthode à la bombe de carbure. Le 

taux d´humidité résiduelle maximal doit se situer dans les 

limites prescrites par le fabricant du parquet. Pour les parquets 

avec chauffage par le sol ces valeurs sont de max. 0,5% pour 

les chapes à base de ciment et de 0,3% pour les chapes à base 

d’anhydrite. Sans chauffage par le sol, ces valeurs maximales 

sont de respectivement 2% et 0,5%. En ce qui concerne la qualité 

du support, il est recommandé de toujours effectuer un test 

d’adhésion avant de procéder au collage. En cas de doute, il faut 

demander des conseils techniques. 

Le parquet à coller doit sácclimater dans le lieu de pose pendant 

quelques jours. Laissez le bois dans son emballage dórigine 

jusquáu commencement des travaux afin d´éviter des déformations 

du parquet. Avant la pose du parquet, contrôlez si le 

parquet répond aux taux d´humidité prescrits par le fabricant/ 

fournisseur. Si le taux d’humidité du bois s’en écarte, il faut 

d’abord consulter le fabricant avant de procéder au collage. Il est 

également préférable de laisser la colle MS Polymère s’acclimater 

avant de l’utiliser, car la température a une grande influence sur 

l’étalement de la colle. Limitez la surface traitée à ce qui peut 

être couvert de parquet dans les 30 minutes. Après minimum 24 

heures, le parquet peut être poncé et traité. 

Conseils généraux pour la colle MS Polymère : 

• Ne jamais coller directement sur des supports qui ne sont pas 

protégés contre l’humidité ascendante. 

• Ne pas utiliser à des températures inférieures à 15°C ou supérieures 

à 25°C. 

• La température minimale du sol doit être de 15°C. 

• Ne pas utiliser en cas d’une humidité relative supérieure à 

75%. 

• Ne jamais poser sur des sous-sols trop humides ou si le taux 

d´humidité est supérieur aux prescriptions du fabricant du bois. 

• Ne jamais coller du bois trop sec (taux d´humidité

Focus 

• Utiliser uniquement des essences stables 

• De préférence coller, pas de pose flottante 

• Veillez à ce que le pourcentage d’humidité du support soit 

correct : 

o Chape au ciment maximum 1,5% 

o Chape à l’anhydrite maximum 0,3% 

• Le chauffage par le sol (quelque soit la saison) doit avoir fonctionné 

minimum 3 semaines 

• Le chauffage par le sol doit être éteint 48 heures avant la pose 

du parquet 

• Après la pose du parquet, le chauffage par le sol doit être 

démarré lentement 

• La résistance aux températures de la colle 

• La résistance de la colle au vieillissement 

Parquet multicouche 

Le parquet multicouche et le parquet prêt à poser connaissent 

un succès grandissant dans le marché des revêtements de sols en 

bois. De plus en plus de gens optent pour un parquet multicouche, 

car il est un peu plus avantageux qu’un parquet massif. 

Outre un aspect authentique, ces parquets offrent l’avantage 

d’être plus stables et, en fonction de l’épaisseur de la couche 

supérieure, qu’ils peuvent également être poncés. 

Les parquets multicouche se composent généralement de 3 

couches (2 est également possible) : la couche supérieure de 

minimum 2,5 à 7mm est toujours en bois massif (par ex. chêne); 

la couche intermédiaire est souvent du bouleau multiplex ; la 

couche inférieure se compose d’épicéa contreplaqué. Les différentes 

couches sont collées perpendiculairement les unes sur les 

autres, de manière à limiter fortement les mouvements naturels 

du bois. Cependant, le parquet multicouche présente également 

des risques de déformation : lorsque les prescriptions ou les 

conseils généraux susmentionnés ne sont pas respectés, les éléments 

peuvent se déformer ou cintrer légèrement. C’est pourquoi, 

le parquet multicouche doit également être collé avec une 

colle performante et dans ce cas, une colle élastique présente les 

mêmes avantages que pour le collage d’un parquet massif. Le 

cas échéant, et surtout pour des planches larges, on peut utiliser 

les mêmes colles, mais souvent il existe également des colles 

développées spécialement pour le parquet multicouche, lcomme 

la MS-20P de Soudal. 

Avec nos remerciements à Soudal SA 


Driftwood Lye 

pré traitement qui offre au 

bois un aspect vieilli 

Preparing today for tomorrow 

Nouveau! 

Driftwood Lye 

• Convient principalement 

pour le chêne 

• Un design 2 dimensionnel 

unique 

• A base d’eau 

• Disponible en Blanc et Gris 

www.woca.be 

Producteur: WoodCare Denmark A/S · Tel.: +45 99 58 56 00 · info@ttwoodcare.dk · www.woca.dk 

• Finition à l’huile WOCA 

• Certifié par IBR 

Importateur Belgique · Luxembourg · France: Huys WoodCare BVBA · Tel: +32 (0) 59 33 94 40 · info@woca.be · www.woca.be 


49

Pleins feux sur un projet 

Le parquet dans le Bar Santola 

reflète le caractère original 

Un concept global unique avec un revêtement de sol et des tables en parquet massif 

‘Bar Santola’ est un grand café contemporain avec un 

caractère exceptionnel à un endroit unique à Audenarde, 

hébergé dans une maison de maître majestueuse au Hoogstraat. 

Les décorateurs de Salut les Artistes ont proposé 

un concept mettant à profit de façon optimale l’âme et le 

caractère de la maison. Tant le revêtement de sol que les 

tablettes des tables ont été réalisées en Chêne français massif 

de la collection 'Living Colour Vintage' de Collstrop. 

inventé l’animation qui y est organisée et même les vêtements 

du personnel, ainsi que les sous-bock. Tout a été dessiné et 

conçu par les deux créatifs de Waregem. En ce qui concerne 

Le concept de ‘Bar Santola’ comprend l’aménagement, mais 

plus important encore est l’ambiance créée et l'identité visuelle 

qui s'y rapporte. Le but des décorateurs n’était pas seulement 

de créer un café qui marchait bien. Les propriétaires souhaitent 

que leur affaire devienne un endroit à la mode et une 

notion dans la région. Le concept est aussi unique parce que 

le rez-de-chaussée est destiné aux non-fumeurs, mais à l’étage 

en revanche, il y a une alternative pleine d’ambiance pour les 

fumeurs ! ‘Bar Santola’ s’adresse aussi bien aux clients de la 

journée qui viennent pour bavarder un peu ou lire tranquillement 

leur journal avec un délicieux café, qu’aux gens qui 

veulent ‘socialiser’ le soir et se noyer dans l’atmosphère entraînante 

du ‘bar Santola’. 

Un caractère unique traduit dans un concept 

global 

Yves Hoefman et Vincent Dierickx sont actifs depuis six ans 

avec leur bureau Salut les Artistes, ce ne sont pas simplement 

des décorateurs, ils préfèrent le terme ‘créateurs de concepts’. 

Ils vont au-delà de l’aménagement de l’intérieur et réfléchissent 

aussi au concept global. Dans le ‘Bar Santola’, ils n’ont 

pas seulement créé le caractère de l’affaire, ils ont également 



Living Colour Vintage – 

Brooklyn de Collstrop Home 

- Caractéristiques : 

• parquet massif fini d'usine 

• essence : chêne français 

• qualité : rustique A ou rustique B au choix 

• épaisseurs : 14 ou 21 mm massif rainuré et languetté des 4 côtés 

• largeurs : fixes ou variables entre 9 et 20 cm. 

• finition : vieillissement et peinture artisanales 

• entretien : peut être nettoyé à la serpillière avec de l’eau et 

du polish 

global et nous avons reçu aussitôt l’accord du client”, déclare 

Hoefman. “Pendant la réalisation, nous avions également une 

grande liberté. Ainsi, le maître d’ouvrage n’avait pas vu les 

meubles jusqu’au moment de la livraison. Tout faisait partie 

du concept global que nous avions en vue”, concluent Hoefman 

et Dierickx. 

www.salutlesartistes.be – www.barsantola.be 

Plus d’infos : www.collstrop.be 

la décoration, ce n’était pas une tâche facile. “Nous voulions 

conserver le caractère de l’ancienne maison de maître, mais 

nous devions la transformer en café”, déclare Yves Hoefman. 

“Ainsi, nous devions faire un ensemble harmonieux de 

plusieurs petites pièces.” Pourtant, vous retrouverez plusieurs 

‘styles’ dans le café. La majeure partie a été recouverte du 

parquet massif fini d’usine de Collstrop Home, mais l’ancien 

revêtement de sol a été conservé à l’arrière. “Nous étions 

confrontés à une très grande différence de niveau et nous 

voulions donc également conserver ce revêtement de sol pour 

des raison pratiques, mais ceci met également en valeur le 

caractère unique de la maison”. 

120m² de parquet 

Au total 120m² de parquet massif en chêne français a été posé 

dans le café. Ce parquet peint et vieilli de façon artisanale a un 

aspect unique qui s’inscrivait parfaitement dans les plans pour 

créer l’ambiance de cette affaire. En plus, la finition est résistante 

à la circulation intense dans le secteur de la restauration. 

Le parquet n’a pas été utilisé uniquement pour la majeure 

partie du sol, mais les tablettes des tables ont également été 

réalisées dans ce même parquet. “Nous cherchions de vieilles 

tables, mais nous n’avions pas encore trouvé ce que nous cherchions”, 

affirme Vincent Dierickx. “Puis, nous avons eu l’idée 

de réaliser les tablettes dans le même parquet. Nous avons crée 

des tables carrés et rondes.” Ainsi, le ‘look-and-feel’ de l’affaire 

est mis en valeur. Sur le plan technique, nous avons eu peu de 

problèmes lors de la pose. D’ailleurs, Collstrop Home est réputé 

pour être un fabricant de revêtements de sols faciles à poser. 

“Afin de compenser les différences de niveau dans le support 

existant, nous avons réalise un sous-plancher en panneaux OSB 

sur lesquels le parquet a été collé”, complète Hoefman. 

Ce qu’on remarque aussi tout de suite dans le café est le comptoir 

en bois. “Pour celui-ci, nous avons utilisé des lattes en trois 

dimensions, montées sur un cadre en contreplaqué”, conclut 

Hoefman. 

Vincent Dierickx (à gauche) et Yves Hoefman (à droite) de Salut les Artistes ont utilisé 

120 m² de parquet massif dans leur concept global du ‘Bar Santola’. 

Une confiance absolue du maître d’ouvrage 

Les créateurs de Salut les Artistes jouissaient de la confiance 

absolue du maître d’ouvrage. “Nous avions conçu le projet 


51

Musée Gallo-romain Tongres 

Lamelles Sur Chant Teak 

Le grossiste en parquet par excellence pour le parqueteur et décorateur professionnel! 

Habo Classic Line et Habo Master Line, parquet massif 9mm en chêne Français et bois exotiques • 

Albers joints perdus • Parquet massif rainures et languettes • Batons rompus • Parquets décoratifs • 

Parquet contrecollé (Alb-wood, Gazzotti, Royal, Karelia, La Legno) • Mosaïque et lamelles sur chant • 

Plinthes • Travail sur mesure • Tous les produits complémentaires pour l’installation et la finition 

Qualité supérieure et service excellent à un prix correct. 

Holz Bois NV • Bosdel 41 • 3600 Genk • Belgique • T 0032 89 32 95 80 • holz.bois@skynet.be 

(Pour les Pays-Bas: Albers Parketgroothandel BV • Franklinstraat 4 • 6003 DK Weert • T 0031 495 58 08 08)


Le petit théâtre et le brasserie au 

C-mine équipés d’un parquet en bois de bout 

C-mine, construit sur les fondations de la mine de Winterslag 

à Genk, est un site qui a l’ambition de stimuler la 

créativité. C-mine se veut un lieu de rencontre pour des 

personnes qui veulent être stimulées dans leur vie professionnelle 

ou pendant leur temps libre par diverses formes 

de créativité et d’innovation créative. C-mine est encore 

toujours un site ‘sous construction’, mais divers projets ont 

déjà été réalisés, dont e.a. Euroscoop. L’année dernière, les 

bâtiments énergétiques ont également été inaugurés. Ces 

bâtiments abritent le centre culturel C-mine, le centre de 

design C-mine, des salles de réunion et l’accueil de visiteurs 

touristiques. Ces bâtiments ont également été équipés de 

parquet, livré par Holz Bois. 

Le site de C-mine est un endroit unique, authentique et 

magique, avec un passé vivant et une offre intéressante et 

créative. C-mine est un endroit où les gens, idées et disciplines 

d’une grande diversité se rencontrent et partagent leur créativité. 

La visite du site est toujours un événement qui stimule 

le visiteur. Afin de pouvoir héberger ces diverses fonctions sur 

le site C-mine, d’importantes interventions infrastructurelles 

devaient avoir lieu. Avec son patrimoine industriel magnifique 

et impressionnant, le site devait – dans le respect du passé - se 

voir assigner une nouvelle tâche et être intégré dans un nouvel 

environnement. 

Un parquet en bois de bout crée une 

atmosphère d’authenticité 

Un parquet en bois de bout a été posé dans les bâtiments 

annexes de l’ancien bâtiment de mine. Tant dans le petit 

théâtre que dans les loges des artistes, les salles de réunions, 

les bureaux et la brasserie Basics, Parket Gallery de Lommel 

a posé le parquet livré par Holz Bois. Plus de 1000m² ont été 

revêtus au total de parquet en bois de bout, dans les essences 

chêne et pin sylvestre rustique. Un parquet en bois de bout se 

caractérise par la face visible qui est perpendiculaire au fil du 

bois (le bois de bout est pour ainsi dire une coupe transversale 

perpendiculairement sur le sens du fil de bois). Un parquet en 

bois de bout présente des retraits et gonflements importants 

dans les deux sens (verticalement et horizontalement) du bloc 

de bois de bout. Il faut donc toujours prévoir un joint de min. 

10 à 15 mm le long des murs et portes. Si la surface de pose 

dans la pièce dépasse les 10 mètres, il faut prévoir des joints de 

dilatation de min. 8 mm tous les 5 à 6 mètres. Le parquet au 

C-mine crée une atmosphère d’authenticité. 

Le parquet en bois de bout a été collé sur un sous-plancher. 


53


Ceci confère une résistance à la traction et une planéité suffisantes 

à la chape et il faut donc utiliser une colle avec une élasticité 

élevée. Dans ce cas, on a opté pour la colle Bostik Parcol 

MS Elastic. Cette colle convient particulièrement au collage de 

parquet en bois de bout sur une chape avec ou sans chauffage 

par le sol. Néanmoins, le support doit être durablement sec et 

exempt de tensions. 

Le choix d’un bois avec un taux d’humidité 

plus élevé 

Puisque le fil du bois de parquet en bois de bout est perpendiculaire 

sur la face visible, le bois de bout est particulièrement 

sensible aux variations de l’humidité relative de l’air de 

l’espace où il est posé. “En fonction des variations de l’humidité 

relative de l’air à attendre dans les différents locaux, 

nous avons opté sciemment pour un bois de bout dont le taux 

d’humidité était plus élevé (humidité du bois jusqu’à 14 %) 

au commencement de la pose”, affirme Rudi Berx de Parket 

Gallery. “Ceci nous permettait de compenser des retraits ou 

gonflements trop importants. C’est pourquoi, il est primordial 

de choisir un bois avec un taux d’humidité adéquat et une 

colle qui permet de compenser ces variations géométriques du 

bois. Naturellement, le choix du positionnement des joints de 

dilatation nécessaires joue également un rôle.” 

Bien entendu, un bon suivi et la mesure régulière et exacte du 

taux d’humidité de la chape sont également indispensables. 

Une finition contre un emploi intensif 

plus du caractère spécifique du bâtiment que n’importe quelle 

autre finition pour ce parquet en bois de bout.” 

Pour ce parquet en bois de bout, nous avons opté pour une 

finition huilée car son entretien devait être – en raison de l’accessibilité 

publique et donc de l’emploi intensif - relativement 

simple. “Il suffit de passer régulièrement la serpillière avec les 

produits d’entretien adéquats pour garantir une longue durée 

de vie de ce parquet”, explique Rudi Berx. “Au fil des ans, l’aspect 

d’un parquet huilé se rapprochera finalement beaucoup 

www.c-mine.be 

Avec nos remerciements à : 

Holz Bois SA • Bosdel 41 • 3600 Genk • T 089 32 95 80 

• holz.bois@skynet.be 

Parket Gallery • Buitensingel 12 • 3920 Lommel •T 011 52 07 10 

• info@parketgallery.be • www.parketgallery.be 


Sport Pavilion Vic, Barcelona 

Meer dan 12 miljoen m² sportprestaties 

Plus de 12 millions m² de prestations sportives 

Bona Sportive System : voor elke sportieve uitdaging - pour chaque défi sportif 

Voor goede sportprestaties is een sportvloer even 

belangrijk als om het even welke sportuitrusting. 

Met Bona Sportive beantwoordt u op een 

eenvoudige manier aan de eisen van de atleten. Het 

sportpaviljoen Vic in Barcelona is één van de vele 

duizenden sportinfrastructuren in de wereld die 

vertrouwen op het Bona Sportive System voor hoge 

sportieve prestaties. 

Bona Sportive System is een compleet interactief 

systeem voor de behandeling, onderhoud en 

renovatie van houten sportvloeren, met de garantie 

voor een duurzame prestatie en onderhoud. 

Vraag ons naar de meest recente normen en 

standaarden voor sportvloeren. 

Pour effectuer de bonnes prestations sportives le 

sol est aussi important que tout autre équipement 

sportif. Avec le Bona Sportive vous avez un système 

très facile pour satisfaire aux exigences sportives 

des athlètes. Le pavillon sportif Vic à Barcelone est 

l’une des milliers infrastructures dans le monde 

qui se fie au Bona Sportive System pour des hautes 

performances sportives. 

Bona Sportive System est un système interactif 

complet pour le traitement, l’entretien et la 

rénovation de sols sportifs en bois, garantissant une 

prestation durable et une maintenance appropriée. 

Demandez-nous les normes et standards récents 

pour les sols sportifs. 

bona.com 

Bona NV/SA 

Leuvensesteenweg 510 B 5 - 1930 Zaventem 

Tel.: +32 (0)2 721 27 59 - Fax: +32 (0)2 721 17 11 

E-mail: infobelgium@bona.com

PARKET 

MET 

PERSPECTIEF 

Home 

m a s s i e f p a r k e t z o n d e r z o r g e n 

FABRIKANT 

Collstrop Home is fabrikant van massief parket en biedt een 

compleet assortiment massieve vloeren aan: afgewerkt of niet 

afgewerkt, Franse eik of exotenhout, rustiek of zonder knopen. 

COLLECTIES MET EEN MEERWAARDE 

Maak kennis met ons assortiment. Vraag vandaag nog via mail 

onze inspiratiebrochure aan. Die wordt u als vakman gratis 

bezorgd. Of neem een kijkje op www.collstrop.be. 

Collstrop Home - Industrielaan 5 - 8790 Waregem 

tel 056 62 01 08 - mail : home@collstrop.be - www.collstrop.be

trends voor houten vloeren tendances pour les - Bouwmagazines

Create successful ePaper yourself

Delete template?

Save as template?