Koninklijk besluit van 20 juli 2001 - Federaal Agentschap voor ...

des pays consultés ne s'y oppose. Elle impose
toutefois les conditions formulées par les pays
consultés. La durée de validité de l'autorisation
de transfert ne peut dépasser trois ans.
Elle refuse l’autorisation de transfert si les
conditions pour l'obtention de l'autorisation
d'importation ou de transit visée à l'article 38
ou de l'autorisation de transport visée à
l'article 57 ne sont pas satisfaites ou à défaut
de l'avis positif de l'ONDRAF visé ci-dessus.
La délivrance de l'autorisation de transfert,
visée au deuxième tiret du point a) ci-avant est
subordonnée aux dispositions restrictives de
l'article 44ter.1 concernant l'exportation de
déchets radioactifs.
Si l’Agence estime ne pouvoir accorder l’autorisation
de transfert sollicitée, elle en informe
au préalable le demandeur en précisant qu’il a
le droit d’être entendu dans les trente jours
calendrier à partir de la notification. La décision
de l'Agence est notifiée au demandeur et
copie en est adressée à tous les pays
consultés. Un volet destiné à cet effet fait
partie du formulaire précité.
d) Le détenteur de l'autorisation s'assure qu'une
copie de la demande de l'autorisation, une
copie de l'autorisation et la liste des colis,
prévue également dans le formulaire précité,
font partie des documents accompagnant le
transport. En cas de transport par chemin de
fer ces documents sont mis à la disposition de
chaque autorité compétente concernée par le
détenteur de l'autorisation de transfert.
e) S'il s'agit d'une importation de déchets, le
destinataire est tenu d'envoyer un accusé de
réception à l'Agence dans les quinze jours
calendrier après l'exécution du transfert, en
utilisant le volet prévu au formulaire précité.
Celle-ci transmet immédiatement une copie de
cet accusé de réception à l'ONDRAF.
S'il s'agit d'un transit, le détenteur de l'autorisation
de transfert s'assure de la coopération
du destinataire de façon à obtenir l'accusé de
réception ou une déclaration équivalente, dans
lequel est mentionné le poste de douane
ning verlenen indien geen enkel geraadpleegd
land er zich tegen verzet. Het Agentschap legt
evenwel de voorwaarden op die door de geraadpleegde
landen zijn geformuleerd. De
overbrengingsvergunning heeft een geldigheidsduur
van ten hoogste drie jaar.
De overbrengingsvergunning wordt geweigerd
indien niet is voldaan aan de voorwaarden
voor het bekomen van de invoer- of doorvoervergunning,
bepaald in artikel 38 of van de
vervoervergunning bepaald in artikel 57 of
wanneer er in voorkomend geval geen gunstig
advies van NIRAS voorligt.
De toekenning van de overbrengingsvergunning
bedoeld onder het tweede streepje van
punt a) hiervoor, is onderworpen aan de verbodsbepalingen
voor uitvoer van radioactieve
afvalstoffen van artikel 44ter.1.
Indien het Agentschap van oordeel is dat de
gevraagde overbrengingsvergunning niet kan
worden toegekend wordt dit vooraf aan de
aanvrager medegedeeld, waarbij wordt verduidelijkt
dat hij het recht heeft om binnen de
dertig kalenderdagen vanaf de kennisgeving
gehoord te worden. De beslissing van het
Agentschap wordt ter kennis gebracht van de
aanvrager en een afschrift ervan wordt aan
alle geraadpleegde landen gestuurd. Het voormelde
formulier bevat een hiertoe bestemd
luik.
d) De houder van de vergunning vergewist er
zich van dat een afschrift van de vergunningsaanvraag,
een afschrift van de vergunning en
de lijst van de colli eveneens voorzien in het
voornoemde formulier, deel uitmaken van de
vervoerdocumenten. In geval van spoorvervoer,
worden deze documenten door de houder
van de overbrengingsvergunning ter beschikking
gesteld van elke betrokken bevoegde
overheid.
e) Indien het om een invoer van afvalstoffen
gaat, dan moet de bestemmeling aan het
Agentschap een ontvangstbericht sturen binnen
vijftien kalenderdagen na de uitvoering
van de overbrenging, waarbij gebruik gemaakt
wordt van het daartoe bestemde luik van het
voormelde formulier. Het Agentschap maakt
onmiddellijk een afschrift van dit ontvangstbericht
over aan NIRAS.
Indien het om een doorvoer gaat, verzekert de
houder van de overbrengingsvergunning zich
van de medewerking van de bestemmeling
teneinde het ontvangstbericht of een gelijkwaardige
verklaring te verkrijgen, waarin het
IV - 4