Koninklijk besluit van 20 juli 2001 - Federaal Agentschap voor ...

Koninklijk besluit van 20 juli 2001 - Federaal Agentschap voor ... Koninklijk besluit van 20 juli 2001 - Federaal Agentschap voor ...

01.02.2015 Views

20.3. Niveaux de dose à utiliser pour l’application de l’article 9.3, dans le cadre des expositions aux sources naturelles de rayonnements ionisants Les activités professionnelles mettant en jeu des sources naturelles de rayonnement ionisant sont soumises en tout ou en partie aux dispositions applicables aux pratiques dans le cadre du présent règlement, conformément aux dispositions de l’article 9, si: - en ce qui concerne les activités professionnelles pendant lesquelles les travailleurs et, le cas échéant, des personnes du public sont exposés au radon et à ses produits de filiation: les expositions des travailleurs (pendant leur travail) ou des personnes du public (sur les lieux de travail) sont susceptibles d’entraîner des doses efficaces supérieures à 3 millisievert par an ou si l’exposition au radon annuelle dépasse le niveau de 800 kBq.m -3 .h; - en ce qui concerne les activités professionnelles pendant lesquelles ou suite auxquelles les travailleurs et/ou les personnes du public subissent une exposition suite à l’emploi ou au stockage de matières contenant naturellement des radionucléides ou à la production de résidus contenant naturellement des radionucléides: les expositions des travailleurs sont susceptibles d’entraîner des doses efficaces supérieures à 1 millisievert par an et/ou si les expositions des personnes du public sont susceptibles d’entraîner un dépassement des limites de dose fixées à l’article 20.1.4 pour les expositions provenant des pratiques; - en ce qui concerne l’exploitation d’avions: les expositions du personnel navigant sont susceptibles d’entraîner des doses efficaces supérieures à 1 millisievert par an. Art.21. - Estimation de la dose efficace En cas d’irradiation externe, les valeurs et corrélations indiquées à l’annexe II du présent règlement sont utilisées pour estimer les doses efficaces et équivalentes correspondantes. En cas d’exposition interne provoquée par un radionucléide ou un mélange de radionucléides, les valeurs et corrélations indiquées aux annexe II et III du présent règlement sont utilisées pour estimer les doses efficaces. Toutefois, l’Agence peut autoriser le recours à des méthodes équivalentes. Art 22. [réservé] 20.3. Dosisniveaus te gebruiken voor de toepassing van artikel 9.3, in het kader van de blootstelling aan natuurlijke stralingsbronnen De beroepsactiviteiten die aanleiding geven tot blootstelling aan natuurlijke stralingsbronnen, vallen geheel of gedeeltelijk onder de bepalingen die van toepassing zijn op de handelingen in het kader van dit reglement, overeenkomstig de bepalingen van artikel 9, ingeval van: - beroepsactiviteiten waarbij werkers en, in voorkomend geval, personen van het publiek worden blootgesteld aan radon en zijn vervalproducten en waarbij de werkers (tijdens hun werk) of de personen van het publiek (op de werkplaats) effectieve doses kunnen oplopen die groter zijn dan 3 millisievert per jaar of indien de jaarlijkse blootstelling aan radon 800 kBq.m -3 .h overschrijdt; - beroepsactiviteiten gedurende dewelke of ten gevolge waarvan de werkers en/of de personen van het publiek worden blootgesteld aan stralingen door het gebruik of de opslag van materialen die natuurlijke radionucliden bevatten of ten gevolge van de productie van residuen die natuurlijke radionucliden bevatten, en die aanleiding kunnen geven tot effectieve doses die groter zijn dan 1 millisievert per jaar voor de werkers en/of indien de blootstelling van personen van het publiek kan leiden tot een overschrijding van de dosislimieten bepaald in artikel 20.1.4 voor blootstelling afkomstig van handelingen; - de exploitatie van vliegtuigen waarbij de blootstelling van het vliegtuigpersoneel aanleiding kan geven tot effectieve doses die groter zijn dan 1 millisievert per jaar. Art. 21. - Bepaling van de effectieve dosis In geval van uitwendige bestraling worden voor de bepaling van de desbetreffende effectieve doses en equivalente doses de in bijlage II vermelde waarden en correlaties gehanteerd. Bij inwendige blootstelling ten gevolge van een radionuclide of een mengsel van radionucliden worden voor de bepaling van de effectieve doses de in de bijlagen II en III vermelde waarden en correlaties gebruikt. Het Agentschap kan evenwel het gebruik van gelijkwaardige methoden toestaan. Art. 22. [voorbehouden] III - 12

Section II - Contrôle physique et médical. Information et devoirs des travailleurs Art. 23. - Contrôle physique 23.1. L’exploitant, et par défaut le chef d'entreprise est tenu d'organiser un service de contrôle physique qui est chargé, d'une manière générale, de l'organisation et de la surveillance des mesures nécessaires pour assurer l'observation des dispositions du présent règlement, ainsi que des arrêtés et décisions de l’Agence, pris en application du présent règlement, concernant la sécurité et l'hygiène du travail, la sécurité et la salubrité du voisinage à l'exclusion des dispositions réservées au contrôle médical. Ce contrôle comporte notamment: 1° la délimitation et la signalisation des zones contrôlées; 2° l'examen et le contrôle des dispositifs et des moyens de protection existants; 3° la proposition des moyens de protection complémentaires et de procédures appropriées que ce service juge nécessaires; il tiendra compte du principe de l’optimisation visé à l’article 20.1.1.1; 4° l'examen et l'approbation préalable des projets d'installations comportant un danger d'exposition ou de criticalité et de leur implantation dans l'établissement lorsque ces projets n'impliquent pas une nouvelle autorisation conformément au chapitre II; 5° l'examen et l'approbation préalable des expériences, essais, traitements et manipulations qui, en raison de leur nature ou des circonstances, pourraient présenter du danger et qui n'auraient pas été approuvés antérieurement dans une forme identique par le service de contrôle physique; 6° la réception de nouvelles installations visées au point 4 ci-dessus, du point de vue du contrôle physique de la protection; 7° la surveillance du fonctionnement et de l'emploi correct des instruments de mesure; 8° l'examen et l'approbation préalable des projets de transports de substances radioactives ou fissiles à l'intérieur ou à l'extérieur de l'établissement et qui n'auraient pas été approuvés Afdeling II - Fysische en medische controle. Voorlichting en plichten van de werknemers Art. 23. - Fysische controle 23.1. De exploitant, en bij ontstentenis het ondernemingshoofd moet een dienst voor fysische controle inrichten, die op een algemene wijze belast is met de inrichting van en het toezicht over de nodige maatregelen om de naleving te verzekeren van de bepalingen van dit reglement, alsook van de besluiten en beslissingen van het Agentschap, genomen met toepassing van dit reglement, betreffende de veiligheid en de gezondheid van de arbeid, de veiligheid en de salubriteit van de buurt, uitgezonderd de bepalingen voorbehouden aan de medische controle. Die controle omvat onder meer: 1° de afbakening en de signalisatie van de gecontroleerde zones; 2° het onderzoek en de controle van de bestaande beschermingsinrichtingen en -middelen; 3° het voorstellen van de aanvullende beschermingsmiddelen en aangepaste werkprocedures welke die dienst nodig acht; hierbij houdt hij rekening met het optimaliseringsprincipe bedoeld in artikel 20.1.1.1; 4° het onderzoek en de voorafgaande goedkeuring van de ontwerpen van installaties, die een gevaar voor blootstelling of criticaliteit inhouden en van hun inplanting in de inrichting, wanneer er voor die ontwerpen geen nieuwe vergunning volgens hoofdstuk II nodig is; 5° het onderzoek en de voorafgaande goedkeuring van de proefnemingen, proeven, behandelingen en manipulaties die wegens hun aard of de omstandigheden gevaar zouden kunnen opleveren en die niet vroeger in een gelijke vorm door de dienst voor fysische controle werden goedgekeurd; 6° de ontvangst van de nieuwe installaties bedoeld in punt 4 hierboven, wat de fysische controle op de bescherming betreft; 7° het toezicht op de juiste werking en gebruik van de meetinstrumenten; 8° het onderzoek en de voorafgaande goedkeuring van de ontwerpen voor het vervoer van radioactieve stoffen of splijtstoffen binnen of buiten de inrichting en die niet vroeger in een gelijke III - 13

Section II - Contrôle physique et médical.<br />

Information et devoirs des travailleurs<br />

Art. 23. - Contrôle physique<br />

23.1. L’exploitant, et par défaut le chef<br />

d'entreprise est tenu d'organiser un service de<br />

contrôle physique qui est chargé, d'une manière<br />

générale, de l'organisation et de la surveillance des<br />

mesures nécessaires pour assurer l'observation des<br />

dispositions du présent règlement, ainsi que des<br />

arrêtés et décisions de l’Agence, pris en application<br />

du présent règlement, concernant la sécurité et<br />

l'hygiène du travail, la sécurité et la salubrité du<br />

voisinage à l'exclusion des dispositions réservées<br />

au contrôle médical.<br />

Ce contrôle comporte notamment:<br />

1° la délimitation et la signalisation des zones<br />

contrôlées;<br />

2° l'examen et le contrôle des dispositifs et des<br />

moyens de protection existants;<br />

3° la proposition des moyens de protection complémentaires<br />

et de procédures appropriées que<br />

ce service juge nécessaires; il tiendra compte<br />

du principe de l’optimisation visé à l’article<br />

<strong>20</strong>.1.1.1;<br />

4° l'examen et l'approbation préalable des projets<br />

d'installations comportant un danger d'exposition<br />

ou de criticalité et de leur implantation<br />

dans l'établissement lorsque ces projets n'impliquent<br />

pas une nouvelle autorisation conformément<br />

au chapitre II;<br />

5° l'examen et l'approbation préalable des expériences,<br />

essais, traitements et manipulations<br />

qui, en raison de leur nature ou des circonstances,<br />

pourraient présenter du danger et qui<br />

n'auraient pas été approuvés antérieurement<br />

dans une forme identique par le service de<br />

contrôle physique;<br />

6° la réception de nouvelles installations visées au<br />

point 4 ci-dessus, du point de vue du contrôle<br />

physique de la protection;<br />

7° la surveillance du fonctionnement et de<br />

l'emploi correct des instruments de mesure;<br />

8° l'examen et l'approbation préalable des projets<br />

de transports de substances radioactives ou<br />

fissiles à l'intérieur ou à l'extérieur de l'établissement<br />

et qui n'auraient pas été approuvés<br />

Afdeling II - Fysische en medische controle.<br />

Voorlichting en plichten <strong>van</strong> de werknemers<br />

Art. 23. - Fysische controle<br />

23.1. De exploitant, en bij ontstentenis het<br />

ondernemingshoofd moet een dienst <strong>voor</strong> fysische<br />

controle inrichten, die op een algemene wijze<br />

belast is met de inrichting <strong>van</strong> en het toezicht over<br />

de nodige maatregelen om de naleving te<br />

verzekeren <strong>van</strong> de bepalingen <strong>van</strong> dit reglement,<br />

alsook <strong>van</strong> de <strong>besluit</strong>en en beslissingen <strong>van</strong> het<br />

<strong>Agentschap</strong>, genomen met toepassing <strong>van</strong> dit<br />

reglement, betreffende de veiligheid en de gezondheid<br />

<strong>van</strong> de arbeid, de veiligheid en de salubriteit<br />

<strong>van</strong> de buurt, uitgezonderd de bepalingen <strong>voor</strong>behouden<br />

aan de medische controle.<br />

Die controle omvat onder meer:<br />

1° de afbakening en de signalisatie <strong>van</strong> de<br />

gecontroleerde zones;<br />

2° het onderzoek en de controle <strong>van</strong> de bestaande<br />

beschermingsinrichtingen en -middelen;<br />

3° het <strong>voor</strong>stellen <strong>van</strong> de aanvullende beschermingsmiddelen<br />

en aangepaste werkprocedures<br />

welke die dienst nodig acht; hierbij houdt hij<br />

rekening met het optimaliseringsprincipe bedoeld<br />

in artikel <strong>20</strong>.1.1.1;<br />

4° het onderzoek en de <strong>voor</strong>afgaande goedkeuring<br />

<strong>van</strong> de ontwerpen <strong>van</strong> installaties, die een gevaar<br />

<strong>voor</strong> blootstelling of criticaliteit inhouden<br />

en <strong>van</strong> hun inplanting in de inrichting, wanneer<br />

er <strong>voor</strong> die ontwerpen geen nieuwe vergunning<br />

volgens hoofdstuk II nodig is;<br />

5° het onderzoek en de <strong>voor</strong>afgaande goedkeuring<br />

<strong>van</strong> de proefnemingen, proeven, behandelingen<br />

en manipulaties die wegens hun aard of de<br />

omstandigheden gevaar zouden kunnen opleveren<br />

en die niet vroeger in een gelijke vorm<br />

door de dienst <strong>voor</strong> fysische controle werden<br />

goedgekeurd;<br />

6° de ont<strong>van</strong>gst <strong>van</strong> de nieuwe installaties bedoeld<br />

in punt 4 hierboven, wat de fysische controle<br />

op de bescherming betreft;<br />

7° het toezicht op de juiste werking en gebruik<br />

<strong>van</strong> de meetinstrumenten;<br />

8° het onderzoek en de <strong>voor</strong>afgaande goedkeuring<br />

<strong>van</strong> de ontwerpen <strong>voor</strong> het vervoer <strong>van</strong> radioactieve<br />

stoffen of splijtstoffen binnen of buiten<br />

de inrichting en die niet vroeger in een gelijke<br />

III - 13

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!