Koninklijk besluit van 20 juli 2001 - Federaal Agentschap voor ...

Koninklijk besluit van 20 juli 2001 - Federaal Agentschap voor ... Koninklijk besluit van 20 juli 2001 - Federaal Agentschap voor ...

01.02.2015 Views

défavorable. Lorsque l'avis est favorable et que, néanmoins, l'autorisation est refusée, l’arrêté de refus mentionne les raisons pour lesquelles l’avis n’a pas été suivi. L'avis du Conseil scientifique est annexé à l'arrêté visé au premier alinéa. La décision favorable peut être assortie de conditions; celles-ci fixent, entre autres, le contenu du rapport de sûreté. 6.8. Notification de la décision Notre décision, à laquelle l’avis du Conseil scientifique est annexé, est communiquée à l'Agence qui en informe le Conseil scientifique; l'Agence en transmet copie: 1. au demandeur, sous pli recommandé à la poste; lijke Raad ongunstig is. Wanneer het advies gunstig is en de vergunning toch wordt geweigerd, dient het weigeringsbesluit de redenen te vermelden waarom van dat advies afgeweken wordt. Het advies van de Wetenschappelijke Raad wordt gevoegd bij het in het eerste lid bedoelde besluit. Aan de gunstige beslissing kunnen voorwaarden verbonden worden; deze leggen onder andere de inhoud van het veiligheidsverslag vast. 6.8. Kennisgeving van de beslissing Onze beslissing, met in bijlage het advies van de Wetenschappelijke Raad, wordt medegedeeld aan het Agentschap, dat de Wetenschappelijke Raad hierover inlicht; het Agentschap maakt een afschrift over aan: 1. de aanvrager, bij een ter post aangetekende brief; 2. au gouverneur de la province; 2. de gouverneur van de provincie; 3. au bourgmestre de chaque commune intéressée, qui procède à l'affichage de la décision au siège d'exploitation s'il est situé sur le territoire de sa commune et à la maison communale; 4. au médecin-directeur de l’Inspection médicale du travail du ressort; 3. de burgemeester van elke betrokken gemeente, die de beslissing laat aanplakken aan de exploitatiezetel indien deze op het grondgebied van zijn gemeente gelegen is en aan het gemeentehuis; 4. de geneesheer-directeur van de Medische Inspectie van het gebied; 5. à l'inspecteur d'hygiène du ressort; 5. de gezondheidsinspecteur van het gebied; 6. au directeur général de la Direction générale de la Protection civile; 6. de directeur-generaal van de Algemene Directie van de Civiele Bescherming. 7. au directeur général de l'ONDRAF; 7. de directeur-generaal van NIRAS; 8. le cas échéant, aux Etats parties à l’accord sur l’Espace économique européen, informés en vertu de l'article 6.3.2; 9. à la Direction Générale Environnement, en cas de consultation de la Commission européenne; 10. le cas échéant, au directeur général de l’Administration de la Qualité et de la Sécurité du Ministère des Affaires économiques. Un extrait de la décision est publié au Moniteur belge. 6.9. Arrêté de confirmation de l'autorisation de création et d'exploitation des établissements de classe I Avant la mise en exploitation totale ou partielle d'un établissement de classe I et l'introduction 8. in voorkomend geval, de overeenkomstig artikel 6.3.2 geïnformeerde Staten die partij zijn bij de overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte; 9. het Directoraat-generaal Leefmilieu, in geval van raadpleging van de Europese Commissie; 10. in voorkomend geval, de directeur-generaal van het Bestuur Kwaliteit en Veiligheid van het Ministerie van Economische Zaken. De beslissing wordt bij uittreksel in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt. 6.9. Bevestigingsbesluit van de oprichtingsen exploitatievergunning van de inrichtingen van klasse I Vóór de gedeeltelijke of gehele inbedrijfstelling van een inrichting van klasse I en het binnenbrengen in II - 16

dans l'installation des substances radioactives faisant l'objet de l'autorisation, l'Agence ou l'organisme agréé qu'elle délègue à cette fin, conformément aux dispositions de la loi du 15 avril 1994, procède, sur la demande et aux frais de l'exploitant, à la réception de l'installation. La demande de réception inclut tous les documents permettant d'établir la conformité des installations avec les conditions de l'autorisation de création et d’exploitation et, entre autres, avec le rapport de sûreté. La réception comporte notamment vérification de la conformité aux dispositions du présent règlement et aux dispositions de l'autorisation de création et d'exploitation de l'établissement. Si l’Agence ou l’organisme agréé ne peuvent établir un rapport de réception entièrement favorable, l’Agence en informe au préalable l’exploitant en précisant qu’il a le droit d’être entendu dans les quinze jours calendrier à partir de la notification. L'Agence transmet le rapport de réception favorable sans délai au Ministre qui a l’intérieur dans ses attributions. Celui-ci peut alors proposer au Roi de confirmer l'autorisation de création et d’exploitation. La mise en exploitation de l'établissement et l'introduction dans l'installation des substances radioactives faisant l'objet de l'autorisation ne peuvent avoir lieu avant que le Roi n'ait confirmé l'autorisation de création et d'exploitation. Art.7. - Régime d'autorisation des établissements de classe II 7.1. Autorité compétente pour délivrer l'autorisation Les établissements de classe II doivent faire l'objet d'une autorisation de création et d'exploitation accordée par l'Agence. 7.2. Renseignements et documents à fournir La demande d'autorisation est adressée à l'Agence, en cinq exemplaires ou plus si celle-ci en fait la demande, et comprend: 1. les nom, prénom, qualité et domicile du demandeur et, éventuellement, la dénomination sociale de l'entreprise, ses sièges social, administratif et d'exploitation, les nom et prénoms des administrateurs ou gérants, l’identité de l’exploitant, les nom et prénom du chef d’établissement ; de installatie van de radioactieve stoffen waarvoor de vergunning vereist is, zal het Agentschap of de erkende instelling die het daartoe aanwijst, overeenkomstig de bepalingen van de wet van 15 april 1994, op verzoek en ten laste van de exploitant, overgaan tot de oplevering van de installatie. De aanvraag tot oplevering omvat alle documenten die het mogelijk maken de conformiteit van de installaties met de voorwaarden van de oprichtings- en exploitatievergunning en, onder meer, met het veiligheidsrapport vast te stellen. In de oplevering wordt onder meer de overeenstemming met de bepalingen van dit reglement en met de bepalingen van het oprichtings- en exploitatievergunning van de inrichting nagegaan. Indien het Agentschap of de erkende instelling geen volledig gunstig opleveringsverslag kunnen opstellen wordt dit door het Agentschap vooraf aan de exploitant medegedeeld waarbij wordt verduidelijkt dat hij het recht heeft om binnen de vijftien kalenderdagen vanaf de kennisgeving gehoord te worden. Het Agentschap maakt onverwijld het gunstig opleveringsverslag over aan de Minister tot wiens bevoegdheid de binnenlandse zaken behoren. Deze kan dan aan de Koning voorstellen de oprichtingsen exploitatievergunning te bevestigen. De inbedrijfstelling van de inrichting en het binnenbrengen in de installatie van de radioactieve stoffen die het voorwerp van de vergunning uitmaken, kunnen slechts gebeuren nadat de Koning de oprichtings- en exploitatievergunning heeft bevestigd. Art 7. - Vergunningsstelsel van de inrichtingen van klasse II 7.1. Overheid bevoegd voor het verlenen van de vergunning De inrichtingen van klasse II moeten een oprichtings- en exploitatievergunning hebben die door het Agentschap wordt verleend. 7.2. Te verstrekken inlichtingen en bescheiden De vergunningsaanvraag wordt aan het Agentschap gericht, in vijf exemplaren of meer indien het erom verzoekt, en omvat: 1. de naam, voornaam, hoedanigheid en woonplaats van de aanvrager en, eventueel, de maatschappelijke benaming van de onderneming, haar maatschappelijke, administratieve en exploitatiezetels, de namen en voornamen van de bestuurders of zaakvoerders, de identiteit van de exploitant, de naam en voornaam II - 17

dans l'installation des substances radioactives<br />

faisant l'objet de l'autorisation, l'Agence ou<br />

l'organisme agréé qu'elle délègue à cette fin,<br />

conformément aux dispositions de la loi du 15 avril<br />

1994, procède, sur la demande et aux frais de<br />

l'exploitant, à la réception de l'installation. La<br />

demande de réception inclut tous les documents<br />

permettant d'établir la conformité des installations<br />

avec les conditions de l'autorisation de création et<br />

d’exploitation et, entre autres, avec le rapport de<br />

sûreté. La réception comporte notamment vérification<br />

de la conformité aux dispositions du présent<br />

règlement et aux dispositions de l'autorisation de<br />

création et d'exploitation de l'établissement.<br />

Si l’Agence ou l’organisme agréé ne peuvent établir<br />

un rapport de réception entièrement favorable,<br />

l’Agence en informe au préalable l’exploitant en<br />

précisant qu’il a le droit d’être entendu dans les<br />

quinze jours calendrier à partir de la notification.<br />

L'Agence transmet le rapport de réception<br />

favorable sans délai au Ministre qui a l’intérieur<br />

dans ses attributions. Celui-ci peut alors proposer<br />

au Roi de confirmer l'autorisation de création et<br />

d’exploitation.<br />

La mise en exploitation de l'établissement et<br />

l'introduction dans l'installation des substances radioactives<br />

faisant l'objet de l'autorisation ne peuvent<br />

avoir lieu a<strong>van</strong>t que le Roi n'ait confirmé<br />

l'autorisation de création et d'exploitation.<br />

Art.7. - Régime d'autorisation des établissements<br />

de classe II<br />

7.1. Autorité compétente pour délivrer l'autorisation<br />

Les établissements de classe II doivent faire l'objet<br />

d'une autorisation de création et d'exploitation<br />

accordée par l'Agence.<br />

7.2. Renseignements et documents à fournir<br />

La demande d'autorisation est adressée à l'Agence,<br />

en cinq exemplaires ou plus si celle-ci en fait la<br />

demande, et comprend:<br />

1. les nom, prénom, qualité et domicile du<br />

demandeur et, éventuellement, la dénomination<br />

sociale de l'entreprise, ses sièges social,<br />

administratif et d'exploitation, les nom et<br />

prénoms des administrateurs ou gérants,<br />

l’identité de l’exploitant, les nom et prénom du<br />

chef d’établissement ;<br />

de installatie <strong>van</strong> de radioactieve stoffen waar<strong>voor</strong><br />

de vergunning vereist is, zal het <strong>Agentschap</strong> of de<br />

erkende instelling die het daartoe aanwijst, overeenkomstig<br />

de bepalingen <strong>van</strong> de wet <strong>van</strong> 15 april<br />

1994, op verzoek en ten laste <strong>van</strong> de exploitant,<br />

overgaan tot de oplevering <strong>van</strong> de installatie. De<br />

aanvraag tot oplevering omvat alle documenten die<br />

het mogelijk maken de conformiteit <strong>van</strong> de installaties<br />

met de <strong>voor</strong>waarden <strong>van</strong> de oprichtings- en exploitatievergunning<br />

en, onder meer, met het<br />

veiligheidsrapport vast te stellen. In de oplevering<br />

wordt onder meer de overeenstemming met de bepalingen<br />

<strong>van</strong> dit reglement en met de bepalingen<br />

<strong>van</strong> het oprichtings- en exploitatievergunning <strong>van</strong><br />

de inrichting nagegaan.<br />

Indien het <strong>Agentschap</strong> of de erkende instelling<br />

geen volledig gunstig opleveringsverslag kunnen<br />

opstellen wordt dit door het <strong>Agentschap</strong> <strong>voor</strong>af aan<br />

de exploitant medegedeeld waarbij wordt verduidelijkt<br />

dat hij het recht heeft om binnen de vijftien<br />

kalenderdagen <strong>van</strong>af de kennisgeving gehoord te<br />

worden.<br />

Het <strong>Agentschap</strong> maakt onverwijld het gunstig opleveringsverslag<br />

over aan de Minister tot wiens bevoegdheid<br />

de binnenlandse zaken behoren. Deze<br />

kan dan aan de Koning <strong>voor</strong>stellen de oprichtingsen<br />

exploitatievergunning te bevestigen.<br />

De inbedrijfstelling <strong>van</strong> de inrichting en het binnenbrengen<br />

in de installatie <strong>van</strong> de radioactieve stoffen<br />

die het <strong>voor</strong>werp <strong>van</strong> de vergunning uitmaken,<br />

kunnen slechts gebeuren nadat de Koning de oprichtings-<br />

en exploitatievergunning heeft bevestigd.<br />

Art 7. - Vergunningsstelsel <strong>van</strong> de inrichtingen<br />

<strong>van</strong> klasse II<br />

7.1. Overheid bevoegd <strong>voor</strong> het verlenen <strong>van</strong><br />

de vergunning<br />

De inrichtingen <strong>van</strong> klasse II moeten een oprichtings-<br />

en exploitatievergunning hebben die door<br />

het <strong>Agentschap</strong> wordt verleend.<br />

7.2. Te verstrekken inlichtingen en bescheiden<br />

De vergunningsaanvraag wordt aan het <strong>Agentschap</strong><br />

gericht, in vijf exemplaren of meer indien het erom<br />

verzoekt, en omvat:<br />

1. de naam, <strong>voor</strong>naam, hoedanigheid en woonplaats<br />

<strong>van</strong> de aanvrager en, eventueel, de<br />

maatschappelijke benaming <strong>van</strong> de onderneming,<br />

haar maatschappelijke, administratieve<br />

en exploitatiezetels, de namen en <strong>voor</strong>namen<br />

<strong>van</strong> de bestuurders of zaakvoerders, de identiteit<br />

<strong>van</strong> de exploitant, de naam en <strong>voor</strong>naam<br />

II - 17

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!