Koninklijk besluit van 20 juli 2001 - Federaal Agentschap voor ...

Koninklijk besluit van 20 juli 2001 - Federaal Agentschap voor ... Koninklijk besluit van 20 juli 2001 - Federaal Agentschap voor ...

01.02.2015 Views

vertes par les points 3.b) et d) de l’article 3.1.b), où sont mises en œuvre ou détenues des substances radioactives en quantités ne dépassant pas au total les valeurs d’exemption indiquées à l’annexe IA du présent règlement ou dont l’activité par unité de masse ne dépasse pas les valeurs d’exemption indiquées à l’annexe IA, en tenant compte des critères d’application décrits dans cette même annexe, notamment en cas de mélange de radionucléides; 2. les installations détenant ou utilisant des appareils contenant des substances radioactives dans des quantités ou concentrations supérieures à celles visées au point 1 ci-dessus, pour autant que soit remplie chacune des conditions suivantes: - l’appareil est d’un type approuvé par l’Agence; - la structure de l’appareil empêche, en utilisation normale, toute dispersion de substances radioactives dans le milieu ambiant et l’appareil ne contient pas de source scellée de haute activité; - l’appareil ne crée, en aucun point situé à 0,1 m de sa surface accessible et dans les conditions normales de fonctionnement, un débit de dose supérieur à 1 microsievert par heure. L’Agence peut déterminer des règles plus détaillées en matière de critères d’approbation et de procédure à suivre par les demandeurs, par elle-même et par les détenteurs d’un agrément. Elle spécifie les conditions d’élimination des appareils. Ces critères, procédures et spécifications sont publiés au Moniteur belge. Si l’Agence estime ne pouvoir accorder l’approbation sollicitée, elle en informe au préalable le demandeur en précisant qu’il a le droit d’être entendu dans les trente jours calendrier à partir de la notification; 3. les installations où sont utilisés des tubes cathodiques destinés à l’affichage d’images visibles ou tout autre appareillage électrique fonctionnant sous une différence de potentiel inférieure ou égale à 30 kV, pour autant que, en fonctionnement normal, ils beschreven in de punten 3.b) en d) van artikel 3.1.b), waar radioactieve stoffen gebruikt worden of in het bezit worden gehouden, maar waarvan de hoeveelheden in hun totaliteit of waarvan de activiteit per eenheid van massa de vrijstellingsniveaus vastgelegd in bijlage IA, niet overschrijden, rekening houdend met de toepassingscriteria die in diezelfde bijlage worden beschreven, ondermeer in het geval van een mengsel van radionucliden; 2. de installaties waar toestellen worden aangewend of in het bezit worden gehouden, die radioactieve stoffen bevatten waarvan de hoeveelheden of de concentraties groter zijn dan deze vermeld in bovenvermeld punt 1, in zoverre dat aan elk van de volgende voorwaarden is voldaan: - het toestel is van een type dat werd goedgekeurd door het Agentschap; - de structuur van het toestel verhindert dat er, bij normaal gebruik, enige verspreiding van radioactieve stoffen in de omgeving kan zijn en het toestel bevat geen hoogactieve ingekapselde bron; - het toestel veroorzaakt bij normale werking op geen enkel punt gesitueerd op 0,1 m afstand van zijn bereikbare buitenzijde een dosistempo dat hoger is dan 1 microsievert per uur. Het Agentschap kan meer gedetailleerde regels opleggen inzake de goedkeuringscriteria en de procedures die door de aanvragers, door het Agentschap zelf en door de houders van een erkenning dienen te worden nageleefd. Het specifieert eveneens de voorwaarden voor de verwijdering van de toestellen. Deze criteria, procedures en specificaties worden gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Indien het Agentschap van oordeel is dat de gevraagde goedkeuring niet kan worden toegekend, dan wordt dit vooraf aan de aanvrager meegedeeld, waarbij wordt verduidelijkt dat hij het recht heeft om binnen de dertig kalenderdagen vanaf de kennisgeving te worden gehoord; 3. de installaties waar kathodestraalbuizen worden gebruikt, bestemd voor de visuele beeldweergave of waar gebruik gemaakt wordt van om het even welk ander elektrisch toestel dat werkt met een potentiaalverschil dat kleiner is of gelijk is aan 30 II - 4

ne créent, en aucun point situé à 0,1 m de leur surface accessible, un débit de dose supérieur à 1 microsievert par heure; 4. les installations où sont utilisés des appareils autres que ceux visés au point 3 de la présente classe et émettant des rayonnements ionisants, mais ne contenant pas de substances radioactives, pour autant que soit remplie chacune des conditions suivantes: - l’appareil est d’un type approuvé par l’Agence; - l’appareil ne crée, en aucun point situé à 0,1 m de sa surface accessible et dans les conditions normales de fonctionnement, un débit de dose supérieur à 1 microsievert par heure. L’Agence peut déterminer des règles plus détaillées en matière de critères d’approbation et de procédure à suivre par les demandeurs, par elle-même et par les détenteurs d’un agrément. Celles-ci sont publiées au Moniteur belge. Si l’Agence estime ne pouvoir accorder l’approbation sollicitée, elle en informe au préalable le demandeur en précisant qu’il a le droit d’être entendu dans les trente jours calendrier à partir de la notification. 3.2. Dispositions complémentaires Les établissements où ne sont mis en œuvre ou détenus que les nucléides radioactifs Nd-144, Sm-147, Rb-87, In-115 et Re-187 sont rangés dans la classe IV, quelles que soient les quantités envisagées. Les établissements où sont mis en œuvre ou détenus l'uranium naturel et appauvri et le thorium naturel sont rangés en classe IV, pour autant que ces substances figurent en quantité inférieure ou égale à respectivement 5 MBq et 50 kBq. Si les quantités sont supérieures à ces limites, ces établissements sont rangés en classe III. Art. 4. - Activités professionnelles mettant en jeu des sources naturelles de rayonnement Les activités professionnelles visées à l’alinéa 2 de kV, op voorwaarde dat deze, bij normale werking, op geen enkel punt op 0,1 m van hun bereikbare buitenzijde een dosistempo veroorzaken dat groter is dan 1 microsievert per uur; 4. de installaties waar andere toestellen worden gebruikt dan deze vermeld in punt 3 van deze klasse en die ioniserende stralingen voortbrengen, maar die geen radioactieve stoffen bevatten, voor zover aan elke van de volgende voorwaarden wordt voldaan: - het toestel is van een type dat door het Agentschap werd goedgekeurd; - het toestel veroorzaakt op geen enkel punt op 0,1 m van de bereikbare buitenzijde en bij normale werking, een dosistempo dat groter is dan 1 microsievert per uur. Het Agentschap kan meer gedetailleerde regels opleggen inzake de goedkeuringscriteria en de procedures die door de aanvragers, door het Agentschap zelf en door de houders van een erkenning dienen te worden nageleefd. Deze worden in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. Indien het Agentschap van mening is dat de gevraagde goedkeuring niet kan worden toegekend, dan wordt dit vooraf aan de aanvrager meegedeeld, waarbij wordt verduidelijkt dat deze laatste het recht heeft om te worden gehoord binnen de dertig kalenderdagen vanaf de kennisgeving. 3.2. Bijkomende bepalingen Inrichtingen waar de radioactieve nucliden Nd-144, Sm-147, Rb-87, In-115 en Re-187 worden aangewend of in bezit gehouden worden in de klasse IV gerangschikt, welke ook de beschouwde hoeveelheden zijn. De inrichtingen waar natuurlijk en verarmd uraan en natuurlijk thorium worden aangewend of in bezit gehouden worden gerangschikt in klasse IV voor zover deze stoffen voorkomen in hoeveelheden van minder dan of gelijk aan respectievelijk 5 MBq en 50 kBq. In grotere hoeveelheden dan deze grenzen, worden deze inrichtingen in klasse III gerangschikt. Art. 4. - Beroepsactiviteiten waarbij natuurlijke stralingsbronnen aangewend worden De beroepsactiviteiten bedoeld in het tweede lid II - 5

ne créent, en aucun point situé à 0,1 m de<br />

leur surface accessible, un débit de dose<br />

supérieur à 1 microsievert par heure;<br />

4. les installations où sont utilisés des appareils<br />

autres que ceux visés au point 3 de la présente<br />

classe et émettant des rayonnements<br />

ionisants, mais ne contenant pas de substances<br />

radioactives, pour autant que soit<br />

remplie chacune des conditions sui<strong>van</strong>tes:<br />

- l’appareil est d’un type approuvé par<br />

l’Agence;<br />

- l’appareil ne crée, en aucun point situé à<br />

0,1 m de sa surface accessible et dans<br />

les conditions normales de fonctionnement,<br />

un débit de dose supérieur à 1<br />

microsievert par heure.<br />

L’Agence peut déterminer des règles plus<br />

détaillées en matière de critères d’approbation<br />

et de procédure à suivre par les demandeurs,<br />

par elle-même et par les détenteurs<br />

d’un agrément. Celles-ci sont publiées au<br />

Moniteur belge.<br />

Si l’Agence estime ne pouvoir accorder<br />

l’approbation sollicitée, elle en informe au<br />

préalable le demandeur en précisant qu’il a<br />

le droit d’être entendu dans les trente jours<br />

calendrier à partir de la notification.<br />

3.2. Dispositions complémentaires<br />

Les établissements où ne sont mis en œuvre ou<br />

détenus que les nucléides radioactifs Nd-144,<br />

Sm-147, Rb-87, In-115 et Re-187 sont rangés<br />

dans la classe IV, quelles que soient les quantités<br />

envisagées.<br />

Les établissements où sont mis en œuvre ou détenus<br />

l'uranium naturel et appauvri et le thorium<br />

naturel sont rangés en classe IV, pour autant que<br />

ces substances figurent en quantité inférieure ou<br />

égale à respectivement 5 MBq et 50 kBq. Si les<br />

quantités sont supérieures à ces limites, ces<br />

établissements sont rangés en classe III.<br />

Art. 4. - Activités professionnelles mettant<br />

en jeu des sources naturelles de rayonnement<br />

Les activités professionnelles visées à l’alinéa 2 de<br />

kV, op <strong>voor</strong>waarde dat deze, bij normale<br />

werking, op geen enkel punt op 0,1 m <strong>van</strong><br />

hun bereikbare buitenzijde een dosistempo<br />

veroorzaken dat groter is dan 1 microsievert<br />

per uur;<br />

4. de installaties waar andere toestellen worden<br />

gebruikt dan deze vermeld in punt 3 <strong>van</strong><br />

deze klasse en die ioniserende stralingen<br />

<strong>voor</strong>tbrengen, maar die geen radioactieve<br />

stoffen bevatten, <strong>voor</strong> zover aan elke <strong>van</strong> de<br />

volgende <strong>voor</strong>waarden wordt voldaan:<br />

- het toestel is <strong>van</strong> een type dat door het<br />

<strong>Agentschap</strong> werd goedgekeurd;<br />

- het toestel veroorzaakt op geen enkel<br />

punt op 0,1 m <strong>van</strong> de bereikbare buitenzijde<br />

en bij normale werking, een dosistempo<br />

dat groter is dan 1 microsievert<br />

per uur.<br />

Het <strong>Agentschap</strong> kan meer gedetailleerde regels<br />

opleggen inzake de goedkeuringscriteria<br />

en de procedures die door de aanvragers,<br />

door het <strong>Agentschap</strong> zelf en door de houders<br />

<strong>van</strong> een erkenning dienen te worden nageleefd.<br />

Deze worden in het Belgisch Staatsblad<br />

gepubliceerd.<br />

Indien het <strong>Agentschap</strong> <strong>van</strong> mening is dat de<br />

gevraagde goedkeuring niet kan worden toegekend,<br />

dan wordt dit <strong>voor</strong>af aan de aanvrager<br />

meegedeeld, waarbij wordt verduidelijkt<br />

dat deze laatste het recht heeft om te worden<br />

gehoord binnen de dertig kalenderdagen<br />

<strong>van</strong>af de kennisgeving.<br />

3.2. Bijkomende bepalingen<br />

Inrichtingen waar de radioactieve nucliden Nd-144,<br />

Sm-147, Rb-87, In-115 en Re-187 worden aangewend<br />

of in bezit gehouden worden in de klasse<br />

IV gerangschikt, welke ook de beschouwde hoeveelheden<br />

zijn.<br />

De inrichtingen waar natuurlijk en verarmd uraan<br />

en natuurlijk thorium worden aangewend of in bezit<br />

gehouden worden gerangschikt in klasse IV <strong>voor</strong><br />

zover deze stoffen <strong>voor</strong>komen in hoeveelheden <strong>van</strong><br />

minder dan of gelijk aan respectievelijk 5 MBq en<br />

50 kBq. In grotere hoeveelheden dan deze<br />

grenzen, worden deze inrichtingen in klasse III gerangschikt.<br />

Art. 4. - Beroepsactiviteiten waarbij natuurlijke<br />

stralingsbronnen aangewend worden<br />

De beroepsactiviteiten bedoeld in het tweede lid<br />

II - 5

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!