Koninklijk besluit van 20 juli 2001 - Federaal Agentschap voor ...

CHAPITRE VII
-
TRANSPORT DE SUBSTANCES
RADIOACTIVES
HOOFDSTUK VII
-
VERVOER VAN RADIOACTIEVE STOFFEN
Art. 56. - Champ d'application
Sans préjudice des dispositions légales ou réglementaires
et des conventions internationales régissant
les transports, les dispositions du présent chapitre
s'appliquent à tous les transports de matières
radioactives quel que soit le moyen de transport
utilisé, y compris les véhicules personnels.
Sont toutefois exonérés de l'obligation d'être
agréés comme transporteur et d’être couverts par
l'autorisation préalable prévue à l'article 57:
1. le transport des substances radioactives ou
d’appareils en contenant, rangés en classe IV
suivant les dispositions de l’article 3.1.d);
2. le transport des tubes et appareils électroniques,
des instruments et montres,
auxquels des substances radioactives sont
incorporées sous une forme ne se prêtant pas
à la dispersion, à condition que ces articles
soient renfermés dans des emballages
suffisamment résistants et que la dose en un
point quelconque de la surface extérieure ne
dépasse pas 0,1 millisievert par 24 heures;
3. le transport des sources naturelles de rayonnement,
lorsque les radionucléides naturels
qu’elles contiennent ne sont pas et n’ont pas
été traités en raison de leurs propriétés
radioactives, fissiles ou fertiles, à condition que
l’activité ne dépasse pas les valeurs
d’exemption indiquées à l’annexe IA ou que
l’activité par unité de masse ne dépasse pas
les valeurs d’exemption indiquées à l’annexe
IA; en ce qui concerne la série de l’U-238+ et
la série du Th-232+, l’activité ou la concentration
ne doivent pas dépasser 10 fois ces
mêmes valeurs.
L'intervention d'un transporteur externe lors du
transfert de substances radioactives entre des établissements
ou installations d'un même établissement
qui font partie du même site est également
soumise à l'autorisation préalable visée à l'article
57.
Art. 57. - Autorisation préalable
Les transports de matières radioactives visés au
Art. 56. - Toepassingsgebied
Onverminderd de wettelijke of reglementaire bepalingen
en de internationale overeenkomsten die
het vervoer regelen, zijn de bepalingen van dit
hoofdstuk toepasselijk op elk vervoer van radioactieve
stoffen, welk vervoermiddel er ook mocht gebruikt
worden, persoonlijke voertuigen inbegrepen.
Worden evenwel vrijgesteld van de erkenning als
vervoerder en van de verplichting om gedekt te
zijn door de voorafgaande vergunning voorzien
door artikel 57:
1. het vervoer van radioactieve stoffen of
toestellen die er bevatten, ingedeeld in klasse
IV, volgens de bepalingen van artikel 3.1.d);
2. het vervoer van elektronische buizen en toestellen,
van instrumenten en uurwerken, waarvan
de radioactieve stoffen deel uitmaken in
een vorm waardoor ze niet kunnen verspreid
worden, op voorwaarde dat deze voorwerpen
ingesloten zijn in voldoende sterke verpakkingen
en dat de dosis in een willekeurig punt
van het buitenoppervlak de waarde van 0,1
millisievert per 24 uur niet overschrijdt;
3. het vervoer van natuurlijke stralingsbronnen,
wanneer de natuurlijke radionucliden die ze
bevatten niet worden of niet werden behandeld
omwille van hun radioactieve eigenschappen,
hun splijtbaarheid of hun kweekeigenschappen,
op voorwaarde dat de activiteit
de vrijstellingsniveaus, vastgesteld in bijlage
IA, niet overschrijdt of dat de activiteit per
eenheid van massa de vrijstellingsniveaus,
vastgesteld in bijlage IA, niet overschrijdt; voor
wat betreft de reeks U-238+ en de reeks Th-
232+ mogen de activiteit of de concentratie
het tienvoud van de vrijstellingsniveaus die in
bijlage IA worden vastgesteld, niet overschrijden.
De tussenkomst van een externe vervoerder bij de
overbrenging van radioactieve stoffen tussen de
inrichtingen of installaties van eenzelfde inrichting
die deel uitmaken van dezelfde vestigingsplaats, is
eveneens aan de in artikel 57 bedoelde voorafgaande
vergunning onderworpen.
Art. 57. - Voorafgaande vergunning
Het in dit hoofdstuk bedoelde vervoer van radioac-
VII - 1