Klik hier - Centre for Historical Research and Documentation on War

Klik hier - Centre for Historical Research and Documentation on War Klik hier - Centre for Historical Research and Documentation on War

09.01.2015 Views

Studiedag voor jonge historici – Oorlog, herinnering en erfenis Journée d’étude “jeunes historiens” – Guerres, héritages et mémoires Tim DE CRAENE (UGent) Semper fidelis De geschiedenis van de executieoorden Rieme en Oostakker In het Oost-Vlaamse Rieme en Oostakker werden tijdens de Tweede Wereldoorlog enkele tientallen ter dood veroordeelde burgers door de Duitse bezetter gefusilleerd. Na de bevrijding richtte het binnen de Nationale Confederatie van Politieke Gevangenen en hun Rechthebbenden (NCPGR) opgerichte Herdenkingscomité der Executieoorden Rieme en Oostakker deze twee sites in als herdenkingsplaatsen die in de loop der jaren stelselmatig met nieuwe monumenten werden uitgebreid. Het executieoord Rieme moest in 1998 wijken voor een expansie van de Gentse haven en werd in het executieoord van Oostakker geïntegreerd. Centraal in dit onderzoek naar de geschiedenis van de executieoorden Rieme en Oostakker staat de ontleding van deze lieux de mémoire, de werking en de evolutie van de naoorlogse herdenkingspraktijk en de gemonopoliseerde rol daarin van het Herdenkingscomité. Hiertoe werd de masterscriptie opgesplitst in vier grote delen. In een eerste deel wordt de geschiedenis van de executieterreinen Rieme en Oostakker tot 1944 onder de loep genomen. Vervolgens is er in een tweede deel ruimte voor een collectieve biografie van de gefusilleerden en ong>andong>ere in Oostakker herdachte personen. De laatste twee delen behong>andong>elen de naoorlogse herdenkingspraktijk. In het derde deel wordt de naoorlogse geschiedenis van de herdenkingssites onderzocht, en in het vierde en laatste deel wordt ook het Herdenkingscomité historisch geanalyseerd. Het onderzoek steunt vooral op het archief van het Herdenkingscomité, dat tot voor kort bij diverse privépersonen rustte en nog niet door historici werd geëxploreerd. Voor het tweede deel van de scriptie, over de terechtgestelden, werd hoofdzakelijk een beroep gedaan op de Dienst Oorlogsslachtoffers. Andere frequent geraadpleegde archieven waren het Gentse stadsarchief, het SOMA en het archief van de Vakgroep Gerechtelijke Geneeskunde van de Universiteit Gent. Dit laatste unieke archief bevat omvangrijke bestong>andong>en over de ontgravingen van eind 1944 op het executieoord Oostakker, waar tientallen slachtoffers door de Duitse bezetter werden begraven. Ten slotte kon ook een beroep worden gedaan op enkele privéarchieven en –collecties. Het onderzoek onthult onder meer dat de groep slachtoffers die in Rieme en Oostakker werden terechtgesteld meer gediversifieerd is dan de naoorlogse herdenkingspraktijk laat vermoeden. Zo vonden op deze executieplaatsen ook gijzelaars, gemeenrechtelijk veroordeelden en zelfs Duitse soldaten de dood. Sommige personen werden bewust uit de martyrologie van de executieoorden geweerd, terwijl ong>andong>ere gemeenrechtelijk gefusilleerden tot op vong>andong>aag als helden worden herdacht. Deze masterscriptie legt zo de moeilijke verhouding tussen geschiedenis en herdenking bloot aan de hong>andong> van een concrete casus. Het Herdenkingscomité, een vaderlong>andong>slievende vereniging die steeds een sterk nationalistisch discours kende, blijkt vooral in de eerste decennia na haar ontstaan een eigen agenda te hebben gehad, gecentraliseerd rond de vraag naar morele, politieke en financiële 60

Studiedag voor jonge historici – Oorlog, herinnering en erfenis Journée d’étude “jeunes historiens” – Guerres, héritages et mémoires erkenning van de politieke gevangenen. De naoorlogse samenleving stond immers steeds minder stil bij de offers die talrijke verzetslieden – dodelijke slachtoffers en overlevenden van de concentratiekampen – tijdens de Tweede Wereldoorlog hadden gebracht. Het comité slaagde er niet in om de massale belangstelling van de jaren ’50, met als orgelpunt het bezoek van koning Boudewijn in 1956 op het executieoord Oostakker, in de volgende decennia te behouden. Er werd nog getracht om Rieme ook een Vlaamse identiteit te geven en Oostakker een Europese, maar deze pogingen stierven een stille dood en de publieke interesse voor de executieoorden bleef afnemen. In het licht van deze laatste vaststelling is het interessant om de vraag te stellen of de leuze van het Riemse executieoord, ’Semper fidelis’, nog steeds betekenis heeft. Het motto kreeg in ieder geval een wrange nasmaak toen in 1998 het executieoord Rieme van de kaart verdween. Toch is het zo dat het Herdenkingscomité, immer trouw, de herdenkingsplechtigheden is blijven organiseren, ondanks financiële problemen, een dalende publieke interesse en zelfs sabotage. Niettegenstaong>andong>e de negatieve evolutie van de laatste decennia is de toekomst voor het geïntegreerde executieoord Oostakker-Rieme hoopvol. Meerdere instanties hebben recent interesse geuit om te investeren in een betere publiekswerking voor de site. In het kader van deze ontwikkelingen hoopt de schrijver dat deze masterscriptie naast een wetenschappelijke ook een bescheiden maatschappelijke relevantie kan verwerven. Niet onbelangrijk op dat laatste vlak was de publicatie van een populair-wetenschappelijk boek eind 2009 over de oorlogsgeschiedenis van de beide executieoorden en de Duitse terechtstellingen in Oost- en West-Vlaong>andong>eren. Over de naoorlogse herdenkingspraktijk op de beide executieoorden werd recent een artikel ingediend voor de ’Bijdragen tot de Eigentijdse Geschiedenis’. 61

Studiedag voor j<strong>on</strong>ge historici – Oorlog, herinnering en erfenis<br />

Journée d’étude “jeunes historiens” – Guerres, héritages et mémoires<br />

erkenning van de politieke gevangenen. De naoorlogse samenleving st<strong>on</strong>d immers steeds<br />

minder stil bij de offers die talrijke verzetslieden – dodelijke slachtoffers en overlevenden van<br />

de c<strong>on</strong>centratiekampen – tijdens de Tweede Wereldoorlog hadden gebracht.<br />

Het comité slaagde er niet in om de massale belangstelling van de jaren ’50, met als orgelpunt<br />

het bezoek van k<strong>on</strong>ing Boudewijn in 1956 op het executieoord Oostakker, in de volgende<br />

decennia te behouden. Er werd nog getracht om Rieme ook een Vlaamse identiteit te geven en<br />

Oostakker een Europese, maar deze pogingen stierven een stille dood en de publieke interesse<br />

voor de executieoorden bleef afnemen.<br />

In het licht van deze laatste vaststelling is het interessant om de vraag te stellen of de leuze<br />

van het Riemse executieoord, ’Semper fidelis’, nog steeds betekenis heeft. Het motto kreeg in<br />

ieder geval een wrange nasmaak toen in 1998 het executieoord Rieme van de kaart verdween.<br />

Toch is het zo dat het Herdenkingscomité, immer trouw, de herdenkingsplechtigheden is<br />

blijven organiseren, <strong>on</strong>danks financiële problemen, een dalende publieke interesse en zelfs<br />

sabotage.<br />

Niettegensta<str<strong>on</strong>g>and</str<strong>on</strong>g>e de negatieve evolutie van de laatste decennia is de toekomst voor het<br />

geïntegreerde executieoord Oostakker-Rieme hoopvol. Meerdere instanties hebben recent<br />

interesse geuit om te investeren in een betere publiekswerking voor de site. In het kader van<br />

deze <strong>on</strong>twikkelingen hoopt de schrijver dat deze masterscriptie naast een wetenschappelijke<br />

ook een bescheiden maatschappelijke relevantie kan verwerven. Niet <strong>on</strong>belangrijk op dat<br />

laatste vlak was de publicatie van een populair-wetenschappelijk boek eind 2009 over de<br />

oorlogsgeschiedenis van de beide executieoorden en de Duitse terechtstellingen in Oost- en<br />

West-Vla<str<strong>on</strong>g>and</str<strong>on</strong>g>eren. Over de naoorlogse herdenkingspraktijk op de beide executieoorden werd<br />

recent een artikel ingediend voor de ’Bijdragen tot de Eigentijdse Geschiedenis’.<br />

61

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!